PEDAGOGISCH WERKPLAN KINDERDAGVERBLIJF DE …... · 2 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE..... 2...

24
1 PEDAGOGISCH WERKPLAN KINDERDAGVERBLIJF DE MATROOSJES

Transcript of PEDAGOGISCH WERKPLAN KINDERDAGVERBLIJF DE …... · 2 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE..... 2...

Page 1: PEDAGOGISCH WERKPLAN KINDERDAGVERBLIJF DE …... · 2 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE..... 2 Voorwoord..... 3 Missie en visie van de HTL..... 4

1

PEDAGOGISCH WERKPLAN

KINDERDAGVERBLIJF DE MATROOSJES

Page 2: PEDAGOGISCH WERKPLAN KINDERDAGVERBLIJF DE …... · 2 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE..... 2 Voorwoord..... 3 Missie en visie van de HTL..... 4

2

INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE ............................................................................................................... 2 Voorwoord ............................................................................................................................ 3 Missie en visie van de HTL ..................................................................................................... 4

1. Kinderdagverblijf De Matroosjes .......................................................................................... 4

1.1. De groepssamenstelling en groepsgrootte ........................................................................ 5

1.2. De Groepsleiding ............................................................................................................ 6

1.3. Accommodatie en inrichting ............................................................................................. 6 1.4. Hygiëne en veiligheid ....................................................................................................... 8 2. Aanmelding en Plaatsing .................................................................................................... 8

2.1. Kennismaking ................................................................................................................. 8 2.2. Wenperiode .................................................................................................................... 9 2.3. Overdracht ..................................................................................................................... 8

3. Dagindeling .....................................................................................................................10

3.1. Brengen en halen ..........................................................................................................10

3.2. Fruit eten en liedjes zingen .............................................................................................10

3.3. Toiletgang en Verschonen ..............................................................................................11

3.4. Spel .............................................................................................................................11

3.5. Brood eten ....................................................................................................................11

3.6. Rust .............................................................................................................................11

3.7. Spel .............................................................................................................................12

3.8. Opruimen ......................................................................................................................12

3.9. Zindelijkheid ..................................................................................................................12

4. Spel en speelgoed ............................................................................................................13

4.1. Babyspeelgoed ..............................................................................................................13

4.2. Binnen en buitenspel, ontwikkeling van de grove motoriek ..................................................13

4.3. Sociaal en vrij spel .........................................................................................................13

4.4. Creatief en knutselmateriaal ............................................................................................14

4.5. Bouw- en constructiemateriaal .........................................................................................14

4.6. Ontwikkelingsmateriaal en puzzels...................................................................................14

4.7. Taalontwikkeling ............................................................................................................14

5. Jaarprogramma en bijzondere activiteiten ............................................................................15

5.1. Thema’s .......................................................................................................................15

5.2. Feesten ........................................................................................................................15

5.3. Afscheid .......................................................................................................................15

6. Omgang met baby’s en peuters ..........................................................................................17 6.1 Fysiek contact………………………………………………………………………………...................18

6.2 Lichaamshouding………………………………………………………………………………………....18 6.3 Luisteren en verwoorden………………………………………………………………………………..19 6.4 ondersteunen en stimuleren………………………………………………………………..................19 6.5 Belonen en corrigeren………………………………………………………………………................19

7. Regels voor de kinderen ....................................................................................................19

7.1. Respect voor elkaar .......................................................................................................19

7.2.Respect voor de omgeving en Veiligheid ...........................................................................19

7.3. Hygiëne ........................................................................................................................20

7.4. Overige regels ...............................................................................................................20

7.5. Werkafspraken voor de pedagogisch medewerkers: ..........................................................20

8. Observatie .......................................................................................................................22

9. Oudercontacten ................................................................................................................23

9.1. Informatie over de dagelijkse gang van zaken op de groep .................................................23

9.2. Informatie over het kind ..................................................................................................23

9.4. Schoolkrant en nieuwsbrief .............................................................................................23

9.5. Regels en afspraken. .....................................................................................................23

9.6. Oudercommissie ............................................................................................................24

9.7. Tevredenheidsonderzoek. ...............................................................................................24

Page 3: PEDAGOGISCH WERKPLAN KINDERDAGVERBLIJF DE …... · 2 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE..... 2 Voorwoord..... 3 Missie en visie van de HTL..... 4

3

Voorwoord In dit pedagogisch werkplan staat beschreven op welke manier er op kinderdagverblijf De Matroosjes wordt gewerkt. Het bevat de concrete afspraken en richtlijnen met betrekking tot de inrichting, de activiteiten en de omgang met kinderen in de dagelijkse praktijk van De Matroosjes. In het pedagogisch beleid staat beschreven vanuit welke visie op kinderen en hun ontwikkeling en opvoeding er wordt gewerkt binnen Huis ter Leede. Het is onderdeel van het algemeen beleid. Er is een map met werkinstructies voor op de werkvloer samengesteld. Het Pedagogisch Beleid en het Pedagogisch Werkplan van de locatie zijn opgenomen in de map Pedagogisch Beleid en Werkinstructies. Het pedagogisch werkplan is daarnaast ook nog opgenomen in de map Gezondheid en Veiligheid vanwege de geformuleerd werkafspraken en huisregels. Het pedagogisch beleid wordt niet als vaststaand gegeven beschouwd. St. Huis ter Leede streeft ernaar om het pedagogisch beleid in onderlinge dialoog met de medewerkers en de ouders/verzorgers tot stand te brengen en beschouwt het pedagogisch beleid als levend stuk dat aan constante verandering onderhevig kan zijn. Het pedagogisch beleid wordt elke 4 jaar herzien, het pedagogisch werkplan elke twee jaar. De pedagoog is eindverantwoordelijk voor het levend houden van het pedagogisch beleid en voor het bijstellen hiervan. De werkplannen vallen onder de verantwoordelijkheid van de coördinator en zij past het plan aan als de visie en inzichten veranderen.

Page 4: PEDAGOGISCH WERKPLAN KINDERDAGVERBLIJF DE …... · 2 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE..... 2 Voorwoord..... 3 Missie en visie van de HTL..... 4

4

Missie en visie van Kinderdagverblijf de Matroosjes

Visie op kinderen

Ieder mens is uniek en wordt geboren met zijn eigen unieke ontwikkelingsmogelijkheden. Het kind heeft een aangeboren drang de wereld te ontdekken, eigen vaardigheden te ontwikkelen en contacten met anderen aan te gaan. Dit betekent dat kinderen enerzijds gericht zijn op anderen en geneigd zijn zich aan te passen aan hun omgeving, maar anderzijds ook behoefte hebben zich los te maken, op eigen benen te staan en zichzelf te ontplooien.

Visie op opvoeden De taak van opvoeders is te observeren en in te spelen op de behoefte van kinderen, zodat de mogelijkheden die het kind in zich heeft tot ontwikkeling kunnen komen. Kinderen leren spelenderwijs, opvoeders hebben de taak een omgeving te creëren waarin kinderen zich veilig voelen en nieuwe ervaringen kunnen opdoen. St. Huis ter Leede staat voor een autoritaire opvoedingsstijl, waar de affectieve betrokkenheid van de opvoeders groot is en waar duidelijke regels en eisen worden gesteld afgestemd op de leeftijd en de behoefte van het kind. Afhankelijk van hetgeen het kind aankan, wordt het betrokken bij het opstellen van de regels en afspraken. Wensen en ideeën van het kind worden serieus genomen. Taken en verantwoordelijkheden ten aanzien van de opvoeding, begeleiding en verzorging van kinderen worden gedeeld met ouders/verzorgers, waarbij ouders/verzorgers altijd de eindverantwoordelijkheid over hun kind houden.

Visie van KDV de Matroosjes KDV De Matroosjes wil zich profileren als dagverblijf waarin elk individu tot zijn recht komt door aansluiting te zoeken bij de eigenheid en behoeften van elk mens, afhankelijk van zijn of haar ontwikkeling, situatie en omgeving. Uitgangspunt is respect voor de eigen unieke persoonlijkheid en ontwikkelingsmogelijkheden van elk mens, hetgeen tot uiting komt in de interactie met elkaar. Competentiegericht werken met oog voor het welbevinden van elk individu staan daarbij voorop. Basisvoorwaarde is dat elk individu, zowel klant, kind als medewerker, zich gesteund en thuis kan voelen, dat er gestreefd wordt naar open en heldere communicatie en dat kansen worden geboden om zich in onderlinge dialoog te ontplooien en een eigen identiteit te ontwikkelen.

Missie van KDV de Matroosjes KDV De Matroosjes wil uitgroeien tot een organisatie met een regionale functie voor het bieden van pedagogisch verantwoorde en kwalitatief goede kinderopvang voor kinderen van 0 tot 4 jaar. Professionaliteit, betrouwbaarheid, kleinschaligheid en een kindgerichte benadering staan hierbij voorop.

Page 5: PEDAGOGISCH WERKPLAN KINDERDAGVERBLIJF DE …... · 2 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE..... 2 Voorwoord..... 3 Missie en visie van de HTL..... 4

5

1. Kinderdagverblijf De Matroosjes

1.1. De organisatie

In het verzorgingshuis St. Huis ter Leede in Leerdam is het kinderdagverblijf De Matroosjes gehuisvest met één verticale groep. De groep bestaat deels uit kinderen van het personeel van Huis ter Leede en deels uit kinderen die vanaf buitenaf komen. De groep wordt begeleid door pedagogisch medewerkers. Kinderdagverblijf De Matroosjes wordt aangestuurd door een coördinator. Voor het personeel van Huis ter Leede geldt de CAO Verzorgingshuizen. De pedagogisch medewerkers hebben regelmatig overleg. In het jaar wordt er zes keer een locatie-overleg gepland. In dit overleg, voorgezeten door de coördinator, komen beleidszaken en praktische zaken met betrekking tot bijvoorbeeld de organisatie van het kinderdagverblijf, de dagelijkse gang van zaken, bijzondere activiteiten of de kindplanning aan de orde. In dit overleg worden ook de kindbesprekingen gehouden. De pedagogisch medewerkers hebben ook regelmatig overleg met de activiteitenbegeleidsters van het verzorgingshuis. In dit overleg worden gezamenlijke activiteiten gepland voor de kinderen van De Matroosjes en de bewoners van Huis ter Leede. Twee maal per jaar is er een pedagogisch overleg onder leiding van de coördinator en de pedagoog, waar een aspect uit het pedagogisch beleid extra wordt belicht en er ruimte is voor uitwisseling over eigen pedagogisch handelen. In elk overleg staat een onderwerp uit het pedagogisch beleid centraal. Ook is er ruimte voor inbreng van een probleemsituatie. Het doel van dit overleg is het vergroten van de bewustwording over het eigen pedagogisch handelen en uitwisseling van ervaringen en ideeën. Naast de overlegvormen is er ook aandacht voor de scholing van de pedagogisch medewerkers. Sinds een aantal jaren werken we met Video Interactie Begeleiding (VIB). Dit wordt gebruikt om de professionaliteit van de pedagogisch medewerkers verder te verdiepen. De VIB-er maakt een video-opname die vervolgens samen met de pedagogisch medewerker wordt analyseert. Het doel is inzicht te krijgen in de verbale en non-verbalen communicatie met de kinderen en deze te verbeteren en bewust worden van je handelen.

1.2. De groepssamenstelling en groepsgrootte

Op kinderdagverblijf De Matroosjes wordt gewerkt met een verticale groep. Dit betekent dat kinderen van nul tot vier jaar bij elkaar in de groep zitten. Voordeel van een verticale groep is dat kinderen vanaf de babytijd in de groep komen en vier jaar lang in de groep blijven, waardoor ze een hechte band met de pedagogisch medewerkers en de groepsgenootjes kunnen opbouwen. Doordat verticale groepen uit kinderen van verschillende leeftijd bestaan, leren de jongste kinderen van de oudste, leren kinderen rekening met elkaar houden en kunnen de oudere kinderen de jongste soms helpen. Daarnaast zitten broertjes en zusjes bij elkaar in de groep en benadert de verticale groep het meest het gezin, wat voor sommige ouders als voordeel wordt ervaren. De groepsgrootte varieert, afhankelijk van de leeftijdsopbouw. St Huis ter Leede volgt de landelijk opgestelde richtlijnen voor kinderopvang, waarin staat aangegeven hoeveel kinderen je naar ratio per pedagogisch medewerker mag opvangen.

Page 6: PEDAGOGISCH WERKPLAN KINDERDAGVERBLIJF DE …... · 2 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE..... 2 Voorwoord..... 3 Missie en visie van de HTL..... 4

6

Bij een volle groep worden de kinderen in hun eigen groep door twee pedagogisch medewerkers opgevangen. Eén van deze pedagogisch medewerkers heeft vroege dienst, de andere heeft late dienst. Dit betekent dat pedagogisch medewerkers of aan het begin van de dag, tussen 6.45 en 8.45 uur, of aan het einde van de dag, tussen 17.15 en 18.15 uur alleen op de groep staan. In deze periode zijn er nog zo weinig kinderen dat er maar één pedagogisch medewerker ingezet hoeft te worden. Wanneer een pedagogisch medewerker alleen op de groep staat is er altijd achterwacht geregeld via Huis ter Leede, zodat er iemand kan bijspringen bij calamiteiten. Wanneer het kinderaantal zakt onder de 4 tot 7 kinderen (afhankelijk van de leeftijd), wordt er één pedagogisch medewerker met een achterwacht op de groep ingezet.

1.3. De Groepsleiding

De basis van een gezonde ontwikkeling is dat kinderen vol zelfvertrouwen in de wereld staan. Voorwaarde hiervoor is dat kinderen vanaf hun babytijd de mogelijkheid krijgen om hechte relaties met volwassenen aan te gaan. Volwassenen, die hen ondersteunen, aanmoedigen en aandacht hebben voor de dingen die goed gaan en aandacht hebben voor de inbreng van het kind. Deze band is essentieel voor kinderen om zich veilig en vertrouwd te voelen en zich verder te kunnen ontwikkelen. Hoewel kinderen de meest intieme en hechte band met hun ouders zullen aangaan, moeten ze ook binnen de kinderopvang de mogelijkheid krijgen met één of meerdere vaste pedagogisch medewerkers een relatie op te bouwen. St. Huis ter Leede heeft daarom in haar beleid opgenomen dat op elke groep met drie vaste pedagogisch medewerkers gewerkt wordt, waardoor de hoeveelheid verzorgers beperkt wordt en kinderen de gelegenheid hebben zich te hechten. Daarnaast wordt zoveel mogelijk met vaste invalleidsters gewerkt. De groep wordt begeleid door gediplomeerde pedagogisch medewerkers. Naast de vaste groepsleiding is er plaats voor stagiaires. Leerlingen die met het laatste ½ jaar van hun stage bezig zijn kunnen solliciteren voor een functie als pedagogische medewerker in de invalpoel. St. Huis Ter Leede vindt het belangrijk om een bijdrage te leveren aan het opleiden van toekomstig personeel voor de kinderopvang.

1.4. Accommodatie en inrichting

De binnenruimte De Matroosjes hebben een groepsruimte en slaapkamer, gelegen in het verzorgingshuis. In de gang hangen (beschermd) jashaken op kindhoogte en staan rekjes voor de schoenen. De inrichting van de groepsruimte is afgestemd op kinderen. De aankleding van de groepsruimte is uitnodigend, rustig van kleur en veilig en functioneel ingericht. De ruimte biedt de kinderen mogelijkheid tot vrij spel of het doen van een gezamenlijke activiteit aan tafel of in een kring. In de ruimte staat een keukenblok met koelkast en er is een aankleedunit. Elk kind heeft een eigen mandje. Hierin kunnen persoonlijke spulletjes van het kind, zoals een speen of knuffel en de reservekleding bewaard worden. In de groepsruimte staan twee hoge boxen, zodat er altijd een plekje is waar de baby’s rustig en veilig kunnen spelen. Onder de boxen zijn spiegels bevestigd. Kinderen kunnen ook onder de box op een speelkleed spelen en ontdekken. Voor de baby’s zijn er wipstoeltjes, er zijn kinderstoelen voor de kinderen die al zelf kunnen zitten. Op de groep staat een hoge tafel, waaraan pedagogisch medewerkers en kinderen kunnen zitten om te eten of een korte activiteit te doen. Er staat een open kast met speelgoed, zodat kinderen het zelf kunnen pakken. Het spelmateriaal is beperkt in hoeveelheid, zodat kinderen niet overweldigd worden en het materiaal is geschikt voor de ontwikkelingsfase van de kinderen. Er is spelmateriaal dat gericht is op de zintuiglijke en motorische ontwikkeling, dat uitnodigt om te ontdekken en de motoriek te oefenen en er is materiaal om het dagelijks leven na te bootsen. De ruimte bied

Page 7: PEDAGOGISCH WERKPLAN KINDERDAGVERBLIJF DE …... · 2 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE..... 2 Voorwoord..... 3 Missie en visie van de HTL..... 4

7

volop de mogelijkheid voor spel in verschillende hoeken en ondersteunen de kinderen zoveel mogelijk naar zelfstandigheid. Er is ontwikkelingsmateriaal, creatief materiaal, materiaal dat fantasiespel aanmoedigt en constructiemateriaal. Naast de groepsruimte is er een slaapkamer. Elk kind heeft een eigen bedje. Er is een ruimte met een WC-tje. De ruimtes voldoen aan de normen van de GGD (veiligheid en hygiëne) en de ARBO (preventie arbeidsongeschiktheid). Buitenruimte Huis ter Leede beschikt over een eigen buitenruimte, waarop het speelterrein van de Matroosjes is gelegen. De buitenruimte heeft een zandbak. Het zand wordt afgedekt met een dakje en 1 x in het jaar vervangen. Er is een speelhuisje en voldoende buitenmateriaal zoals fietsjes en emmers met schepjes. De speeltoestellen worden jaarlijks gecontroleerd door een gespecialiseerd bedrijf op veiligheid. De buitenruimte van Huis ter Leede bestaat uit een aantal terrassen, een vlindertuin, gazonnen omringd door water en er worden kleine dieren als kippen, vogels en konijnen gehouden. De Matroosjes kunnen ook gebruik maken van deze buitenruimte. Omdat deze ruimte echter niet kindveilig is, gaan de kinderen daar alleen onder begeleiding van de pedagogisch medewerkers naartoe als de groepsgrootte dat toelaat (zie protocol uitstapjes).

1.5. Hygiëne en veiligheid

Veiligheid St. Huis ter Leede volgt de GGD-normen wat betreft veiligheid en gezondheid. De pedagogisch medewerker maakt met arbo-manager maakt een keer per jaar een risico inventarisatie. De GGD voert jaarlijks een controle uit of het beleid klopt met de praktijk. St. Huis ter Leede heeft een map met werkinstructies voor de pedagogisch medewerkers op het gebied van Gezondheid en Veiligheid. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van de map Infectieziektes van de GGD. Ook worden speeltoestellen en bedjes regelmatig gecontroleerd op deugdzaamheid en veiligheid door een gespecialiseerd bedrijf en de Keuringsdienst van Waren. Regelmatig wordt het drinkwater gecontroleerd op legionella. Jaarlijks is er een brandinspectie en een brandoefening en er is een ontruimingsplan. Minimaal één van de aanwezige pedagogisch medewerkers is opgeleid tot bedrijfshulpverlener. Alle pedagogisch medewerkers hebben een cursus kinder-EHBO, welke jaarlijks wordt herhaald. Hygiëne De ruimtes worden dagelijks door een schoonmaakbedrijf schoongemaakt. Daarnaast is er voor de pedagogisch medewerkers een standaard schoonmaaklijst die wordt afgewerkt. Op deze lijst staat aangegeven welke werkzaamheden wekelijks dan wel maandelijks moeten worden gedaan. Voor de dagelijkse werkzaamheden volgen we een hygiëneprotocol, dat is opgesteld door de GGD en is opgenomen in de map Gezondheid en Veiligheid. Bij de ingang van het lokaal staat een bak met schoenhoezen. Deze zijn bestemd voor de ouders/ verzorgers die de kinderen komen brengen en halen of eventuele andere bezoekers. Dit is voor de hygiëne in de lokalen. Ook de pedagogisch medewerkers en de kinderen lopen niet op hun schoenen in de lokaal. Ouders worden geadviseerd pantoffels mee te nemen voor de kinderen, dit is comfortabel voor de kinderen en verkleint de kans op uitglijden op gladde vloeren.

Page 8: PEDAGOGISCH WERKPLAN KINDERDAGVERBLIJF DE …... · 2 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE..... 2 Voorwoord..... 3 Missie en visie van de HTL..... 4

8

2. Aanmelding en Plaatsing De stappen die de verschillende medewerkers van St. Huis ter Leede volgen, vanaf het moment dat ouders interesse tonen in kinderopvang tot het moment van plaatsing van het kind op het kinderdagverblijf, staan beschreven in onze protocollen map (onder: Aanmelding en Plaatsing). St.Huis ter Leede besteed extra aandacht aan de periode dat kinderen komen wennen op het kinderdagverblijf. Ook ouders worden hierbij betrokken. We vinden het belangrijk dat ouders een goed beeld krijgen van de plek waar ze hun kind heenbrengen en dat de overgang van thuis naar het kinderdagverblijf zo soepel mogelijk verloopt. De vaste pedagogisch medewerker van de groep voert met de ouders een intakegesprek. Op deze manier leren ouders en pedagogisch medewerkers elkaar kennen, en worden slaap- en flestijden en de gewoontes van het kind uitgewisseld. Pedagogisch medewerkers kunnen op deze manier rekening houden met het ritme en de gewoontes van het kind en ouders kunnen hun zoon of dochter met meer vertrouwen overdragen. Daarna komt het kind voor de feitelijke plaatsing nog twee dagdelen wennen. Kinderen die één dag per week worden geplaatst, komen drie dagdelen alleen wennen. Kinderdagverblijf de Matroosjes heeft de mogelijkheid tot flexibele opvang.

2.1. Kennismaking

Sommige ouders kiezen voor het kinderdagverblijf op grond van de schriftelijke informatie. Andere ouders komen eerst een keer kijken voordat zij hun kind aanmelden. De pedagogisch medewerker geeft de ouders in dat laatste geval algemene informatie over en een rondleiding door het kinderdagverblijf. Als uw kind bij ons geplaatst is wil het team van het kinderdagverblijf zich voorbereiden op de komst van uw kind. U wordt daarom vooraf uitgenodigd voor een intakegesprek. Tijdens dit gesprek komt de dagelijkse gang van zaken in het kinderdagverblijf aan de orde en worden de belangrijkste gegevens van u en uw kind besproken. Ook worden de wendagen afgesproken.

2.2. Wenperiode

Elk kind dat geplaatst wordt krijgt de mogelijkheid om twee dagdelen te wennen. Bij kinderen die één dag per week op kinderdagverblijf worden geplaatst, krijgen een verlenging van de wenperiode met nog een dagdeel. We vragen de ouders tijdens deze wendagen bereikbaar te blijven voor als een kind erg van streek raakt. Wanneer het kind na de wenperiode nog veel aanpassingsproblemen heeft, zal in overleg met de ouders de wenperiode worden verlengt en aangepast.

2.3. Overdracht

Niet alleen de eerste keren is het belangrijk aandacht te besteden aan de het afscheid nemen. Kinderen ervaren elke keer dat ze het dagverblijf bezoeken de overgang van thuis naar het kinderdagverblijf en andersom. Om die overgang zo soepel mogelijk te laten verlopen is het belangrijk dat er een goede uitwisseling is tussen de ouders en de pedagogisch medewerkers. Kinderen en ouders worden altijd welkom geheten of gedag gezegd door de pedagogisch medewerker en er is altijd tijd voor het uitwisselen van informatie over het kind. Sommige kinderen nemen graag iets van thuis mee naar het kinderdagverblijf. Een speen, een knuffel of een speelgoedje. Dit geeft kinderen houvast en kan hen helpen de overgang van thuis naar het dagverblijf te maken. Wanneer het kind eraan toe is worden deze spulletjes in het mandje van het kind bewaard.

Page 9: PEDAGOGISCH WERKPLAN KINDERDAGVERBLIJF DE …... · 2 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE..... 2 Voorwoord..... 3 Missie en visie van de HTL..... 4

9

Daarnaast is er de overdrachtsmap waar pedagogisch medewerkers en ouders elkaar op de hoogte kunnen houden van de slaap- en/of flestijden en de activiteiten van het kind. In de overdrachtsmap is ook ruimte voor foto’s, zodat het kind altijd iets van thuis op het dagverblijf bij zich heeft of kan laten zien. Thuis kan het kind ook de foto’s van het dagverblijf en de pedagogisch medewerkers bekijken.

Page 10: PEDAGOGISCH WERKPLAN KINDERDAGVERBLIJF DE …... · 2 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE..... 2 Voorwoord..... 3 Missie en visie van de HTL..... 4

10

3. Dagindeling Hieronder is globaal de dagindeling opgenomen van de groep. Voor de baby’s geldt echter dat hun programma steeds wordt aangepast aan de slaap- en flestijden. De dagindeling geeft structuur aan de dagen op het kinderdagverblijf en geeft kinderen rust en zekerheid van wat komen gaat. Jonge kinderen zijn steeds op zoek naar het ontdekken van de structuur en samenhang van de wereld om zich heen. Een vast dagritme helpt hen daarbij. Bij het dagprogramma worden meer gestructureerde activiteiten afgewisseld met meer vrij spel, individuele met groepsactiviteiten en rust met actie. Tussen de activiteiten komen steeds dezelfde dingen terug, zoals opruimen en het zingen van liedjes. Ook dit helpt kinderen te herkennen dat een nieuwe activiteit op komst is. Wanneer de dagelijkse gang van zaken verstoord wordt door bijvoorbeeld een feestdag, zijn sommige kinderen dan ook even uit hun evenwicht.

3.1. Brengen en halen

De kinderen kunnen gebracht worden vanaf 6.45 uur. Elk kind wordt met zijn ouder/ verzorger bij binnenkomst begroet, zodat het kind voelt dat het welkom is. De pedagogisch medewerker spreekt het kind duidelijk aan bij haar/zijn naam. Samen met hun ouder brengen kinderen meegebrachte spulletjes naar hun eigen mandje. Ouders hebben bij het brengen de gelegenheid om de pedagogisch medewerkers even op de hoogte te brengen van belangrijke informatie. Tijdens deze periode hebben de kinderen de gelegenheid tot vrij spel. Deze vrije keuze werkt uitnodigend en geeft het meeste aansluiting met de thuissituatie. Veel kinderen gaan direct spelen als ze binnen komen en nemen gemakkelijk afscheid. Andere kinderen hebben meer moeite en blijven bij hun ouders hangen. Na verloop van tijd ontwikkelen kinderen met hun ouders eigen afscheidsrituelen. Deze zijn heel nuttig als duidelijke overgang van thuis naar het kinderdagverblijf. Het ene kind heeft genoeg aan een kus, het andere doet nog even een spelletje met de ouder en er is altijd gelegenheid tot zwaaien. Pedagogisch medewerkers zien erop toe dat er altijd duidelijk afscheid wordt genomen en dat het afscheid niet te lang duurt, omdat dat erg moeilijk kan zijn voor een kind. Pedagogisch medewerker en kind nemen samen afscheid van de ouder. Sommige kinderen hebben een knuffel of speentje mee wat hen kan helpen de overstap van thuis naar het kinderdagverblijf te maken. De meeste kinderen zijn binnen tussen 8.30 en 9.00 uur. Bij ophalen is er weer gelegenheid voor een praatje en bijzonderheden kunnen worden gemeld. De pedagogisch medewerkers nemen weer duidelijk afscheid van de kinderen.

3.2. Fruit eten en liedjes zingen

Vanaf ongeveer 9 uur wordt er gezamenlijk fruit gegeten aan tafel. Voor het fruit eten, gaat het zingen van een aantal liedjes, een kring gesprekje of een boekje lezen vooraf. Veel liedjes worden dagelijks herhaald, zodat ze als herkenningspunt dienen voor de kinderen. Het fruit voor de dreumesen en peuters wordt in stukjes op een bordje gelegd en de kinderen mogen zelf kiezen welk stukje fruit ze willen. Samen delen en op je beurt wachten wordt op deze manier vanzelf geoefend. Behalve de baby’s, krijgen de kinderen bij het fruit eten ook een beker met siroop. De baby’s die eraan toe zijn krijgen op deze tijd een fruithapje.

Page 11: PEDAGOGISCH WERKPLAN KINDERDAGVERBLIJF DE …... · 2 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE..... 2 Voorwoord..... 3 Missie en visie van de HTL..... 4

11

3.3. Toiletgang en Verschonen

Na het fruit eten worden de luierkinderen verschoond en wie zindelijk is of hiermee bezig is gaat naar de WC. Het verschonen is een moment dat pedagogisch medewerkers individuele aandacht aan het kind kunnen geven. De pedagogisch medewerker probeert dan om even alleen met dat kind bezig te zijn.

3.4. Spel

Tussen het fruit eten en de lunch is er tijd voor spel. Soms wordt er vrij gespeeld, soms een activiteit gedaan en bij goed weer wordt er buiten gespeeld. Er wordt naar gestreefd om dagelijks minstens één keer naar buiten te gaan. Ook bij nat en koud weer gaan de kinderen naar buiten, al is het dan vaak maar kort. Voor natte dagen heeft het kinderdagverblijf laarsjes, zodat de kinderen gemakkelijk even naar buiten kunnen. Bij erg slecht weer, wordt er in het lokaal een bewegingsspel gedaan. Daarnaast wordt geprobeerd om of te knutselen, muziek te maken, te gymmen of een spel te doen. Spel is de motor van de ontwikkeling en we gebruiken spel dan ook om alle ontwikkelingsgebieden om de beurt te stimuleren. Kinderen van de Matroosjes hebben minimaal eens per week de keuze om samen met de bewoners van het verzorgingshuis een activiteit te gaan doen. Deze activiteiten worden begeleid door de activiteitenbegeleidster van het verzorgingshuis en een pedagogisch medewerker van de Matroosjes.

3.5. Brood eten

Na het spelen wassen de kinderen eerst hun handen voor ze aan tafel gaan. Dan zingen ze het liedje Smakelijk eten, waarna ze een boterham met hartig beleg mogen uitzoeken. De peuters krijgen hun boterham in stukjes gesneden op hun bord met een vorkje erbij. Pedagogisch medewerkers stimuleren het gebruik van een vorkje, maar forceren niets. De kleinere kinderen tot 2 jaar mogen de stukjes met hun handen eten. Bij de leeftijd van ongeveer drie jaar gaan de kinderen leren met een mes te smeren. Hierdoor worden kinderen gestimuleerd in het leren zelf keuzes te maken. Pedagogisch medewerkers geven zelf ze het goede voorbeeld door hun boterham met vork en mes te eten. Na een boterham met hartig beleg mogen de kinderen zelf kiezen wat ze op hun boterham willen. Bij de boterham wordt melk gedronken. De kinderen gaan met elkaar aan tafel zitten wanneer ze zelfstandig kunnen zitten. Voor het eerst alleen zitten doen kinderen in de tweede helft van het eerst levensjaar. Kinderen eten en drinken om gezond te blijven en om er van te genieten. Ze leren hun eigen behoeftes en smaak kennen en keuzes maken. Eten en drinken is ook een plezierig en sociaal gebeuren. Baby’s hebben intiem contact met de pedagogisch medewerkers die de fles geeft. Peuters eten aan tafel en hebben samen plezier. Ze kunnen steeds zelfstandiger eten en drinken. Ze leren met elkaar rekening te houden en gesprekjes te voeren aan tafel.

3.6. Rust

Na het brood eten worden de luiers verschoond, de kinderen uitgekleed en worden knuffels en spenen uitgedeeld. Eén van de pedagogisch medewerkers leest een boekje voor en daarna gaan de kinderen slapen. De kinderen slapen maximaal 2 ½ uur. Kinderen die dan nog slapen worden wakker gemaakt. Op verzoek van ouders kunnen kinderen ook eerder worden wakker gemaakt, zodat ze ’s nachts goed kunnen doorslapen. De oudste peuters, die ’s middags niet meer slapen, mogen een boekje lezen op hun bedje of op een matrasje in het lokaal. Na ongeveer een uur wordt met hen een activiteit gedaan die past bij hun ontwikkelingsniveau.

Page 12: PEDAGOGISCH WERKPLAN KINDERDAGVERBLIJF DE …... · 2 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE..... 2 Voorwoord..... 3 Missie en visie van de HTL..... 4

12

In overleg met de ouders kunnen de slaap- en rusttijden worden aangepast aan de behoefte van het kind.

3.7. Spel

Na het slapen en aankleden krijgen de kinderen wat drinken. Ook nu worden de kinderen gestimuleerd dit zoveel mogelijk zelf te doen. Wanneer het nodig is worden de kinderen nog eens verschoond. Daarna mogen de kinderen spelen. Ook nu wordt er weer een activiteit gedaan, buiten gespeeld of vrij gespeeld. Aan het eind van de middag krijgen de kinderen nog een tussendoortje en iets te drinken, voordat de periode van ophalen aanbreekt. Wanneer het weer goed is wordt er aan het eind van de dag nog even buiten gespeeld, terwijl de ouders de kinderen komen halen.

3.8. Opruimen

Voordat er een eetmoment plaatsvind wordt er telkens opgeruimd. Voor zover ze dat kunnen, helpen alle kinderen mee met opruimen. Dit vergroot hun gevoel van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. Het schept tevens overzicht en ruimte voor een nieuwe activiteit.

3.9. Zindelijkheid

Op vaste tijdstippen worden de luiers verschoond. Tijdens het verschonen neemt de pedagogisch medewerker even de tijd om met het kind persoonlijk wat te knuffelen of te praten. Kinderen genieten vaak van dit intieme contact, wat bijdraagt aan de vertrouwensband die tussen pedagogisch medewerker en kind groeit. Tijdens het verschonen worden de nog niet-zindelijke peuters gevraagd of zij naar de WC willen. Kinderen die dat nog niet willen, hoeven het ook niet. Vaak leren kinderen van elkaar, door naar elkaar te kijken, dat je ook op de WC kunt plassen. Wanneer het kind of de ouders aangeven, dat het kind aan het zindelijk worden is, wordt hier extra aandacht aan geschonken. Dit kind wordt dan regelmatig gestimuleerd naar de toilet te gaan. Kinderen die bij het zindelijk worden wat extra stimulans nodig hebben, worden beloond voor het naar de WC gaan. Deze beloning kan bestaan uit extra aandacht, samen een spelletje doen, het mogen kiezen van een activiteit. Als de peuters zindelijk zijn, krijgen ze elke dag een sticker. Aan de eind mag het stickerdiploma mee naar huis. Nadat kinderen naar de WC zijn geweest, volgt het doortrekken en handen wassen. Deze vaste gewoonten bevorderen de hygiëne.

Page 13: PEDAGOGISCH WERKPLAN KINDERDAGVERBLIJF DE …... · 2 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE..... 2 Voorwoord..... 3 Missie en visie van de HTL..... 4

13

4. Spelen, bewegen en ontdekken Spel is de motor van de ontwikkeling wordt wel gezegd. Door spel oefent, ontdekt en leert een kind van alles over de wereld om zich heen. In spel oefent een kind wat het al kan en ontdekt nieuwe vaardigheden. Het belangrijkste van spel is natuurlijk dat het leuk is. Spelen gaat spontaan, vanzelf en je doet het voor je plezier. Het spelmateriaal dat op het kinderdagverblijf aanwezig is, stimuleert het kind te spelen en past bij de ontwikkeling. Er wordt de voorkeur gegeven aan de aanwezigheid van zogenaamd open speelgoed, dat is speelgoed met meerdere spelmogelijkheden en dat kinderen uitdaagt tot actieve betrokkenheid bij hun spel. Pedagogisch medewerkers proberen bij het aanbieden van spel aan te sluiten op het ontwikkelingsniveau van elk individueel kind en daar een stapje aan toe te voegen. De ruimtes zijn zo ingericht dat in verschillende hoeken met ander speelgoed gespeeld kan worden waarbij het belangrijk is om gevarieerd spelaanbod aan te bieden. Op het kinderdagverblijf wordt er gewerkt met het programma beweegkriebels. Dit is een landelijk opgezet programma waar de focus ligt op hoe om te gaan met bewegen kijkend naar de baby’s, dreumesen en peuters. De spelen zijn gegroepeerd vanuit ontwikkelingskansen waarbij gedacht kan worden aan het omgaan met ruimte en tijd en het oplossen van bewegingsproblemen. Door jonge kinderen veel te laten bewegen, spelen en ontdekken heeft dit een positief effect op de ontwikkeling van het kind, invloed op de gezondheid en later voor het behouden van een actieve leefstijl.

4.1. Babyspeelgoed

Het materiaal voor baby’s is vooral zintuiglijk materiaal, wat de baby met zijn zintuigen kan onderzoeken en materiaal waarmee een baby zijn motoriek en het evenwicht kan oefenen. Kinderen leren op de tast de wereld kennen. Ze ontdekken veel door het in hun mond te doen. Voor het oefenen van de grove motoriek zijn er zachte speelkussens van Wesco, die uitdagen om te kruipen, klauteren en te rollen. Daarnaast zijn er knuffeltjes, zachte boekjes, piepbeestjes, rammelaars, zachte blokken en ballen, een babygym en een babyschommel. Onder de boxen is een spiegel gemonteerd, waarin het kind zichzelf kan ontdekken. Voor de oudere baby’s en dreumesen zijn er loopkarren, loopfietsen, trekbeesten, grote auto’s en ballen. Voor de oudere baby’s is er ontwikkelingsmateriaal, zoals stapeltorens en activity-speelgoed.

4.2. Binnen en buitenspel, ontwikkeling van de (grove) motoriek

Het tempo waarin de kinderen zich motorische vaardigheden eigen maken verschilt sterk. Over het algemeen ontwikkelen jongens zich iets sneller op grof motorisch gebied en meisjes op fijn motorisch gebied. Speelhuisje, fietsen, zandbak, water en ballen zijn allerlei materialen waarmee kinderen zich buiten of binnen kunnen uitleven vanaf het moment dat ze zelfstandig kunnen lopen en klauteren.

4.3. Sociaal en vrij spel

Met fantasiemateriaal kan een kind het dagelijks leven nabootsen. Hierdoor krijgt het kind grip op de wereld om zich heen. Tijdens dit spel kan het kind alleen en samen spelen. Vooral bij de oudste kinderen zie je echt rollenspel ontstaan. Door middel van het fantasiespel en rollenspel worden eigenlijk alle ontwikkelingsgebieden gestimuleerd. Voorbeelden van fantasiemateriaal dat aanwezig is op het kinderdagverblijf is een poppenhoek met poppen, bedjes en dekentjes, een keukentje, een winkeltje, auto’s, een brandweerauto, treinen en rails, duplo en verkleedkleren.

Page 14: PEDAGOGISCH WERKPLAN KINDERDAGVERBLIJF DE …... · 2 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE..... 2 Voorwoord..... 3 Missie en visie van de HTL..... 4

14

Het spelmateriaal staat nog dichtbij de echte wereld van de kinderen.

4.4. Creatief en knutselmateriaal

Op het kinderdagverblijf is een verscheidenheid aan knutselmaterialen aanwezig. Knutselen vraagt fantasie en creativiteit van kinderen en bevordert de fijne motoriek en de zintuiglijke ontwikkeling. Op het dagverblijf zijn klei, waterverf en vingerverf, papier, karton en vouwblaadjes, potloden en krijtjes, kwasten, scharen, lijm en plakkertjes. Bij het maken van knutselwerkjes gaat het vooral om het plezier van het doen, het resultaat is daaraan altijd ondergeschikt. Vooral het ontdekken van materiaal en het opdoen van ervaringen staan bij het knutselen centraal. Naast tekenen, kleuren en knutselen vinden we ook andere vormen van creativiteit belangrijk. Zoals het maken van muziek, zingen en dansen. Eigen inbreng en creativiteit van de kinderen is bij deze activiteiten het uitgangspunt.

4.5. Bouw- en constructiemateriaal

Het bouwen stimuleert de cognitieve ontwikkeling, het ruimtelijk inzicht, de fantasie en de fijne motoriek. Voorbeelden van constructiemateriaal zijn DUPLO en de houten trein met blokken.

4.6. Ontwikkelingsmateriaal en puzzels

Puzzels, kleurenpiramides, blokkenstoven, stapelbekers, domino en lotto’s zijn allerlei speelmaterialen, die opklimmend in moeilijkheidsgraad, het inzicht en de begrippenkennis van kinderen vergroten.

4.7. Taalontwikkeling

Praten, zingen en voorlezen stimuleren de taalspraakontwikkeling. Al vanaf de babytijd wordt hier aandacht aan besteed. Ook verwoorden de pedagogisch medewerkers wat ze gaan doen, wat ze zien en alles wat voorvalt op de groep. Voorlezen is een vast onderdeel in het dagprogramma.

Page 15: PEDAGOGISCH WERKPLAN KINDERDAGVERBLIJF DE …... · 2 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE..... 2 Voorwoord..... 3 Missie en visie van de HTL..... 4

15

5. Jaarprogramma en bijzondere activiteiten

5.1. Thema’s

Gedurende het jaar wordt aandacht besteed aan diverse thema’s. Hierbij worden de seizoenen en de Nederlandse feestdagen, zoals Sinterklaas, Kerstmis en Pasen gevolgd. Daarnaast kunnen er ook andere thema’s uitgewerkt worden, zoals bijvoorbeeld: - het lichaam - tegenstellingen - kleding - de boerderij - bang, boos, blij, bedroefd De thema’s en de activiteiten worden altijd zo gekozen dat ze vlak bij de belevingswereld van jonge kinderen staan. Het zijn dus steeds thema’s die dichtbij huis liggen. Eén van deze thema’s staat gedurende een periode centraal en is de rode draad die alle spelactiviteiten verbindt. Kinderen leren op deze manier de samenhang tussen verschillende begrippen kennen. Naast de geplande thema’s is er natuurlijk ook altijd ruimte om in te spelen op wat er bij de kinderen omgaat. Zoals de geboorte van een broertje of zusje of het doodgaan van een huisdier.

5.2. Feesten

Ook op het kinderdagverblijf wordt aandacht besteed aan de feestdagen met bijbehorende rituelen en versieringen. We vieren Sinterklaas en Kerst, maken een cadeautje voor vader- en moederdag en vieren de verjaardagen. Wanneer een kind jarig is, krijgt het een feestmuts en worden er verjaardagsliedjes gezongen aan tafel. De jarige mag een traktatie uitdelen. Van ouders wordt verwacht dat zij voor een ‘geoorloofde’ traktatie zorgen. In overleg met pedagogisch medewerker is veel mogelijk. Op de groep is een lijst met geoorloofde traktaties aanwezig. In overleg kunnen de ouders de verjaardag van de kinderen bijwonen.

5.3. Huis ter Leede

In Huis ter Leede worden activiteiten als Sinterklaas en Kerst of een lustrum vaak uitgebreid gevierd met bewoners en het personeel. De Matroosjes sluiten vaak aan bij het programma mits dit binnen de doelstelling van het Kinderdagverblijf valt.

5.4. Afscheid

Wanneer een kind van het dagverblijf afgaat, wordt een afscheidsfeestje gevierd. Ook nu krijgt het kind een feestmuts en mag het trakteren ook hier kunnen de ouders erbij zijn in overleg met de pedagogisch medewerkers. De kinderen krijgen een tasje mee naar huis met hierin een map met een deel van de knutsels die de kinderen in de loop van de jaren gemaakt hebben, als aandenken aan het kinderdagverblijf.

5.5. Activiteiten met ouderen

Kinderdagverblijf De Matroosjes is gelegen in het verzorgingshuis Huis ter Leede en werken samen met de activiteitenbegeleiders voor activiteiten voor kinderen en bewoners samen. De aanwezigheid van kinderen heeft vaak een positieve werking op ouderen, vaak juist wanneer dementie een rol speelt. Kinderen genieten van de aandacht van de bewoners en vinden het vaak gezellig als de bewoners op bezoek zijn.

Page 16: PEDAGOGISCH WERKPLAN KINDERDAGVERBLIJF DE …... · 2 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE..... 2 Voorwoord..... 3 Missie en visie van de HTL..... 4

16

De bewoners kunnen alleen of met zijn tweeën of drieën op bezoek komen in het kinderdagverblijf. Vaak kijken ze dan wat de kinderen doen of spelen mee met de kinderen. Kinderen kunnen de bewoners over het algemeen goed activeren om iets te gaan doen. Daarnaast kunnen kinderen op bezoek gaan in het verzorgingshuis onder begeleiding van één van de pedagogisch medewerkers. Ze kunnen dan deelnemen aan een activiteit samen met de bewoners. Deze activiteiten worden georganiseerd door de activiteitenbegeleiding in de ruimte waar de dagbesteding van groep bewoners in het verzorgingshuis plaatsvind. Extra huisregels zijn afgesproken.

Page 17: PEDAGOGISCH WERKPLAN KINDERDAGVERBLIJF DE …... · 2 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE..... 2 Voorwoord..... 3 Missie en visie van de HTL..... 4

17

6. Omgang met baby’s en peuters Elk kind is verschillend en we vinden het belangrijk deze eigenheid te respecteren. Dit betekent dat ieder kind recht heeft op een individuele behandeling. Waarbij het belang van de groep niet uit het oog wordt verloren. In de omgang met kinderen proberen we een gelijkluidende aanpak toe te passen, maar individuele verschillen tussen pedagogisch medewerkers mogen bestaan. Er zijn een aantal algemene richtlijnen te geven voor het handelen van de pedagogisch medewerkers. Respect en een positieve houding ten opzichte van kinderen, ouders en collega’s is de basis van waaruit een pedagogisch medewerker handelt. Zij heeft daarbij een voorbeeldfunctie en laat dus zien hoe je met elkaar en de omgeving omgaat. De pedagogische houding wordt in 4 basisaspecten weergegeven:

1. Bieden van emotionele ondersteuning De pedagogisch medewerker geeft het kind een gevoel van veiligheid en vertrouwen. Ze is beschikbaar als het kind haar nodig heeft voor troost, steun of voor het opvangen van gevoelens.

2. Autonomie van het kind respecteren Pedagogisch medewerkers gaan in op de eigen initiatieven en inbreng van kinderen.

3. Bieden van duidelijkheid en structuur Pedagogisch medewerkers geven de kinderen houvast door de wereld om hen heen te structureren en te verduidelijken.

4. Kinderen informeren en uitleg geven. Kinderen krijgen begrip van de wereld en de geldende normen en waarden door hen uitleg te geven en hierover te informeren. Via de onderstaande houdingsaspecten komt het pedagogisch handelen en de pedagogische houding tot uiting:

6.1. Fysiek contact

Bij het werken met baby’s en peuters ligt fysiek contact voor de hand. Troost, waardering en zelfs een correctie kan door lichamelijke communicatie worden ondersteund. Een knuffel, een aai over de bol of even een handje vastpakken zegt soms meer als een heleboel woorden. Hierbij gaan we er altijd vanuit het lichamelijk contact prettig moet zijn voor het kind. Kinderen die wat afstandelijker zijn worden hierin gerespecteerd. Voor het lichaamscontact, verwoordt de pedagogisch medewerker altijd wat ze gaat doen. Ook aan de manier waarop een kind wordt getild wordt aandacht geschonken. Bij het tillen moeten kinderen zich gesteund en veilig voelen. Kinderen worden daarom onder de oksels opgetild. Bij de baby’s wordt bij het dragen een hand onder de billen gehouden, zodat heel het lichaam steun krijgt.

6.2. Lichaamshouding

Door de lichaamshouding van de pedagogisch medewerker kan zij de afstand tussen haar en het kind verkleinen. Door te hurken en op ooghoogte van het kind te komen, kan makkelijker contact worden gemaakt. Pedagogisch medewerkers buigen zich als het ware naar het kind toe om te laten merken hoe belangrijk zij dit contact vinden.

Page 18: PEDAGOGISCH WERKPLAN KINDERDAGVERBLIJF DE …... · 2 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE..... 2 Voorwoord..... 3 Missie en visie van de HTL..... 4

18

6.3. Luisteren en verwoorden

Pedagogisch medewerkers proberen te luisteren naar hetgeen het kind met woorden, tranen of anderszins wil vertellen. Door begrip voor het kind en te verwoorden wat het voelt, voelt een kind dat het de moeite waard is. Ook proberen we de kinderen onderling te stimuleren naar elkaar te luisteren. Door te verwoorden wat je gaat doen, is de pedagogisch medewerker voorspelbaar en krijgt het kind grip de wereld en de gebeurtenissen die gaan komen. Daarnaast is het belangrijk dat kinderen regelmatig worden aangesproken op een prettige manier, een praatje met hen wordt gemaakt en dat de pedagogisch medewerkers de namen van alle kinderen kent. Bij de kinderen wordt gestimuleerd de namen van groepsgenootjes te kennen.

6.4. Ondersteunen en stimuleren

Pedagogisch medewerkers ondersteunen kinderen bij hun pogingen om iets te leren. Het is van belang dat een pedagogisch medewerker het kind regelmatig nieuw en iets moeilijker speelgoed aanbiedt, zodat het kind in zijn ontwikkeling kan groeien. Materiaal dat te makkelijk is wordt al snel saai en te moeilijk materiaal is frustrerend. Kinderen worden gestimuleerd om veel zelf te doen, zoals aan- en uitkleden, zelf gaan plassen en zelf opruimen. De pedagogisch medewerker helpt de kinderen zonodig een stukje op weg en stimuleert ze dan het zelf te proberen. Daarnaast geeft de pedagogisch medewerker het kind de ruimte om zelf te spelen en te ontdekken en oplossingen te vinden. Pedagogisch medewerkers moeten dus een goed beeld van het ontwikkelingsniveau en de behoefte van het kind hebben om hen te begeleiden.

6.5. Belonen en corrigeren

We proberen kinderen zoveel mogelijk positief te waarderen en te belonen bij gewenst gedrag. Dit is belangrijk voor de ontwikkeling van een positief zelfbeeld, maar ook om te voorkomen dat kinderen op een negatieve manier aandacht gaan vragen. Opdrachten en regels worden zoveel mogelijk positief geformuleerd, dat wil zeggen dat gezegd wordt wat er van het kind verwacht wordt en zo min mogelijk wordt verboden. (Bijvoorbeeld: Rol de bal maar in plaats van niet gooien met de bal.) Wanneer kinderen in hun gedrag gecorrigeerd moeten worden, legt de pedagogisch medewerker aan het kind uit welk gedrag zij afkeurt en waarom. Ze keurt daarbij alleen het gedrag van het kind af, nooit het kind zelf. Dit doet ze steeds kort en duidelijk. De pedagogisch medewerker loopt naar het kind toe en spreekt hem/haar aan op ooghoogte. Ook zet ze een kind wel eens even apart binnen de groepsruimte bijvoorbeeld op een stoeltje zetten om zo het kind even uit de situatie te halen. Van belang is dat de pedagogisch medewerker die het kind corrigeert, ook degene is die het weer goed maakt en de relatie herstelt.

Page 19: PEDAGOGISCH WERKPLAN KINDERDAGVERBLIJF DE …... · 2 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE..... 2 Voorwoord..... 3 Missie en visie van de HTL..... 4

19

7. Regels voor de kinderen Regels zijn belangrijk om het gedrag binnen de groep te reguleren. Voor jonge kinderen is het moeilijk om de regels steeds na te leven. Jonge kinderen kunnen nog moeilijk rekening met elkaar houden of de gevolgen van hun gedrag overzien. Door regelmatig te herhalen wat er van een kind wordt verwacht en aandacht te geven aan wat goed gaat, zal dit echter steeds gemakkelijker worden.

7.1. Respect voor elkaar

Er zijn een aantal regels die als doel hebben sociaal gedrag aan te leren. Zoals elkaar de ruimte geven om te spelen, luisteren naar elkaar en rekening houden met elkaar. Vooral voor de jongste kinderen, die nog weinig of geen taal tot hun beschikking hebben, is het naleven van beleefdheidsnormen nog moeilijk. Toch worden ze aangepast aan het ontwikkelingsniveau van het kind beleefdheidsnormen gehanteerd, zoals luisteren naar elkaar, vragen of je mee mag spelen, Dankjewel zeggen en op elkaar wachten bij het eten.

7.2.Respect voor de omgeving en Veiligheid

Kinderen moeten de waarde van materialen nog leren. We proberen hen te leren zorgvuldig met eten, speelgoed en andere spullen om te gaan. Alles heeft een eigen plek waardoor het kinderdagverblijf een overzichtelijke ruimte blijft. Kinderen wordt geleerd de spullen op hun vaste plekken terug te leggen en dat bepaalde ruimtes of hoeken voor bepaalde activiteiten bedoeld zijn. Daarnaast zijn er binnen het kinderdagverblijf een aantal regels nodig om kinderen te beschermen tegen gevaren. De bijgehorende regels zijn: - Geen speelgoed van elkaar afpakken - Andere kinderen niet opzettelijk pijn doen. Het kind geeft een handje of kusje na het pijn

doen van een ander kindje. Afhankelijk van de leeftijd leren wij de kinderen “sorry” zeggen.

Daarnaast heeft kdv de Matroosjes de volgende werkafspraken op papier gezet: Binnenruimte: - De kinderen mogen alleen na toestemming van de pedagogisch medewerker naar het

toilet, de verschoonruimte of de keuken. - Gezamenlijk opruimen van het speelgoed voor het aan tafel of naar bed gaan. - Niet rennen en in kasten klimmen in het lokaal - Niet op de bank staan en in kasten of boxen klimmen - Spenen en knuffels en eigen speelgoed in het mandje leggen, mogen gepakt worden

voor het slapen of bij troost of wennen e.d. - Kinderen mogen niet zelf de deur open doen, deurstop gebruiken als de deur openstaat

bijvoorbeeld naar bed gaan. Garderobe: - Kinderen trekken de schoenen uit en trekken naar eigen voorkeur sloffen of

antislipsokken aan. In verband met de veiligheid liever geen teenslippers. - Kinderen altijd onder toezicht in de gang.

Page 20: PEDAGOGISCH WERKPLAN KINDERDAGVERBLIJF DE …... · 2 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE..... 2 Voorwoord..... 3 Missie en visie van de HTL..... 4

20

7.3. Hygiëne

Daarnaast zijn er regels om de hygiëne en veiligheid te bevorderen zoals het handen wassen na de WC en voordat je gaat eten. - Alleen voorbestemd speelgoed in de zandbak - Niet met fietsen botsen - Niet met zand, steentjes of speelgoed gooien

7.4. Overige regels

Op de Matroosjes zijn met betrekking tot het eten, het slapen en de gezamenlijk activiteiten in het verzorgingshuis nog een aantal werkafspraken opgesteld:

Voeding: - Zodra de kinderen kunnen kiezen mogen ze na de eerste hartige boterham, de tweede

boterham met zoet beleg - Wachten tot er meerdere kindjes klaar zijn met eten dan mogen ze van tafel - Niet eten en drinken buiten in de maand juli/augustus dit in verband met de wespen.

Slapen: - Kinderen van 3 jaar a 3.5 jaar mogen rusten in het lokaal en als ze het willen mogen ze

een boekje pakken. In overleg, tussen ouders en pedagogisch medewerkers kunnen er andere afspraken gemaakt worden t.a.v. het slapen.

Activiteiten met activiteitencentrum het Anker: We gaan 1x in de maand met 4 kinderen van de Matroosjes naar de bewoners van het activiteitencentrum het Anker. Hier doen we aan tafel verschillende activiteiten. Extra huisregels zijn hiervoor afgesproken.

- Als we daarheen gaan lopen de kindjes hand in hand door de gang, leidster loopt erachter

- we gaan hierheen met de lift, leidster gaat voor de deur staan ivm deuren die dicht kunnen gaan

- niet meer als max 4 kindjes per keer mee - activiteiten gebeuren aan tafel - als er een stagiaire aanwezig is gaat deze mee

7.5. Werkafspraken voor de pedagogisch medewerkers:

Naast afspraken over het pedagogisch handelen zijn er ook een aantal praktische werkafspraken op de Matroosjes gemaakt. Deze staan hieronder op een rij Binnenruimte: - Kinderen spelenderwijs betrekken bij het opruimen van speelgoed. - In verband met de veiligheid de boxen niet open laten staan. - In verband met de hygiëne ouders op sloffen wijzen, kinderen schoenen uit. - Schoonmaken volgens schoonmaaklijst, zoveel mogelijk als de kinderen op bed liggen. - Kinderen mogen geen speelgoed mee naar bed (slaapkamer) of buiten nemen. - Spenen controleren voordat je deze aan een kind geeft. - Tas van de pedagogische medewerker in de kast opruimen zodat kinderen er niet bij

kunnen. - Warme dranken zoals thee, koffie e.d. drinken in de keuken niet bij de kinderen op de

groep Taken en taakverdeling:

- Aanwezigheidslijst invullen zodra de kinderen binnen komen.

Page 21: PEDAGOGISCH WERKPLAN KINDERDAGVERBLIJF DE …... · 2 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE..... 2 Voorwoord..... 3 Missie en visie van de HTL..... 4

21

- Op whiteboard slaap- en flestijden invullen. - Veranderingen kindgegevens en voedingslijst (keukenkastje) invullen en bijwerken. - Duidelijke tijden verschonen: - na fruit eten

- voor/ na slapen - voor/ na fles - na limonade (16.00) - na 17.30 - en natuurlijk als het nodig is.

- Eerst kinderen aankleden vervolgens wat drinken. - Voor het verschonen alles van te voren klaarleggen. - Een pedagogisch medewerker verzorgt de kinderen de andere pedagogisch

medewerker ruimt op en verzorgt de vaat, tafels en vloeren. - Schriften schrijven tussen 13.00/14.00 uur. - ’s morgens dag doorspreken en evt. afspraken maken over extra werkjes. - Op rustige dagen extra werk inplannen. - Late dienst werkt tot 18.15. Ben je eerder klaar kan je extra werk doen.

Buiten: - Minimaal 1 pedagogisch medewerker moet buiten zijn bij de kinderen. - Speelplein voor gebruik controleren op zwerfvuil (zie protocol zwerfvuil). - Als het zwembadje op staat, blijft er altijd een pedagogisch medewerker bij het badje. - Wanneer de kinderen met warm weer op blote voeten buiten spelen, geen fietsen op het

plein. - Zodra het kan minimaal 1 x per dag met de kinderen naar buiten, ook bij koud weer,

uitgezonderd harde regen. - Speelplein na gebruik opruimen, de kinderen hier spelenderwijs bij betrekken. - Als we naar de dieren gaan is de regel 1 pedagogisch medewerker met 2 kinderen.

Slaap/verschoonruimte: - Elk kind heeft een eigen bedje en beddengoed (slaapschema) en eigen plek om te

rusten. - Netjes achterlaten en protocol hygiëne opvolgend. - Slaapkamer ’s ochtends luchten en smiddags als er geen kindjes slapen. - Beide pedagogisch medewerkers zeggen de kinderen welterusten, daarmee controleren

we ook of alle kindjes veilig in hun bedje liggen (zie protocol veilig slapen).

Page 22: PEDAGOGISCH WERKPLAN KINDERDAGVERBLIJF DE …... · 2 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE..... 2 Voorwoord..... 3 Missie en visie van de HTL..... 4

22

8. Observatie Twee keer per jaar wordt een observatielijst voor elk kind ingevuld. Deze observatielijst is tevens het uitgangspunt bij het tien-minutengesprek met ouders. Kindgegevens worden in een gesloten kast bewaard. In het groepsoverleg worden opvallende zaken besproken. Wanneer er zorgen over een kind zijn, wordt gehandeld volgens het protocol Signaleren. Pedagogisch medewerkers kunnen na overleg met de coördinator, de pedagoog om ondersteuning vragen. Eventueel kan het kind ook aangemeld worden voor het Leerdamse MDT (Multi Disciplinair team) voor 0 tot 4 jarigen, voor verder advies. De pedagoog is lid van het MDT naast andere deskundigen op het gebied van 0-4 jarigen in Leerdam. Aanmelding bij het MDT kan alleen na schriftelijke toestemming van de ouders.

Page 23: PEDAGOGISCH WERKPLAN KINDERDAGVERBLIJF DE …... · 2 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE..... 2 Voorwoord..... 3 Missie en visie van de HTL..... 4

23

9. Oudercontacten Op verschillende manieren vindt informatieoverdracht plaats tussen de pedagogisch medewerkers, de directie en de ouders.

9.1. Informatie over de dagelijkse gang van zaken op de groep

In de groep hangt een whiteboard met daarop de namen van pedagogisch medewerkers en stagiaires die aanwezig zijn. Op deze manier is het voor ouders altijd duidelijk welke pedagogisch medewerkers die dag voor hun kind zullen zorgen. Ook hangt er een whiteboard, waarop de fles- en slaaptijden van de baby’s worden genoteerd. Hierdoor hebben de pedagogisch medewerkers overzicht en kunnen ook ouders zien hoeveel hun kind die dag heeft geslapen en gedronken.

9.2. Informatie over het kind

Tijdens het halen en brengen en tijdens het jaarlijkse 10-minutengesprek wordt belangrijke informatie over het kind uitgewisseld. Daarnaast worden er overdrachtsmappen bijgehouden. Bij de baby’s wordt er elke keer dat het kind komt in de map geschreven, bij de kinderen vanaf 1 jaar eens per week.

9.3. Ouderactiviteiten

St. Huis Ter Leede organiseert in samenwerking met de Oudercommissie verschillende activiteiten voor kinderen en ouders.

9.4. Kinderkrant en nieuwsbrief

Twee maal per jaar komt er een kinderkrant uit. Ook ouders worden uitgenodigd een stukje in de kinderkrant te schrijven. Vier maal per jaar verschijnt er een nieuwsbrief. Hierin zijn zaken die Kinderdagverblijf de Matroosjes aangaan en er staat altijd een bijdrage van de cliëntenraad.

9.5. Regels en afspraken.

Alle regels en afspraken zijn ook in het intakepakket te vinden dat ouders krijgen bij het intakegesprek. Zieke kinderen We hebben een medisch protocol waarin staat aangegeven wanneer kinderen nog wel en wanneer niet meer het kinderdagverblijf mogen bezoeken. We volgen daarbij steeds de

richtlijnen van de GGD. Bij een temperatuur van 38 C worden de ouders van het kind

gebeld en bij 38,5 C koorts moet het kind worden opgehaald. Het medisch protocol is opgenomen in het intakepakket.

Page 24: PEDAGOGISCH WERKPLAN KINDERDAGVERBLIJF DE …... · 2 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE..... 2 Voorwoord..... 3 Missie en visie van de HTL..... 4

24

9.6. Oudercommissie

De Oudercommissie heeft de functie om de inspraak van ouders te regelen. In de Oudercommissie zitten minstens 2 ouders van kinderdagverblijf de Matroosjes. De Oudercommissie heeft overleg met de coördinator over locatie aangelegenheden.

9.7. Tevredenheidsonderzoek.

Elke 2 à 3 jaar wordt onder ouders een tevredenheidonderzoek gehouden. Dit onderzoek maakt deel uit van het kwaliteitssysteem. Het onderzoek geeft werkpunten waardoor St Huis ter Leede haar dienstverlening zo goed mogelijk aan de wensen van de klant kan afstemmen en kwaliteit gewaarborgd kan worden.