past simple vs. past continuous

Gebruik: verleden tijd, helemaal voorbij, je weet wanneer

past simple

Gebruik: verleden tijd, helemaal voorbij, je weet wanneerVorm: regelmatige werkwoorden hele werkwoord + ed

past simple

Gebruik: verleden tijd, helemaal voorbij, je weet wanneerVorm: regelmatige werkwoorden hele werkwoord + ed onregelmatige werkwoorden eigen vorm (blz. 175 + 176, 2e rijtje)

past simple

Gebruik: verleden tijd, helemaal voorbij, je weet wanneerVorm: regelmatige werkwoorden hele werkwoord + ed onregelmatige werkwoorden eigen vorm (blz. 175 + 176, 2e rijtje)

I walked to school yesterday.I did my homework last night.

past simple

past continuous

Gebruik: iets was toen bezig / toen aan de gang

past continuous

Gebruik: iets was toen bezig / toen aan de gangVorm: to be (was / were) + hele werkwoord + ing

past continuous

Gebruik: iets was toen bezig / toen aan de gangVorm: to be (was / were) + hele werkwoord + ing

I was doing my homework when you came in.They were taking the dog for a walk when it started to rain.

past continuous

http://bit.ly/englishgrmmr/

http://www.youtube.com/user/EnglishGrmmr

https://twitter.com/englishgrmmr

https://www.facebook.com/english.grmmr.5