Participatie als sleutel tot succes Def - Hanze...Tijdens dit onderzoek heb ik nauw samengewerkt met...
Transcript of Participatie als sleutel tot succes Def - Hanze...Tijdens dit onderzoek heb ik nauw samengewerkt met...
Participatie als sleutel tot
succes Onderzoek naar effectieve participatie binnen
woningcorporaties in Noord-Nederland
Pagina 2
Participatie als sleutel tot succes
Participatie als sleutel tot succes Onderzoek naar effectieve participatie binnen woningcorporaties in
Noord-Nederland
Auteur: Sandra Zamir
Studentnummer: 302617
Instituut: Facility Management
Onderzoeksperiode: Februari 2011 – Juli 2011
Organisatie: Hanzehogeschool Groningen
Stagedocent: Gea Posthumus
Stagebedrijf: Kenniscentrum Gebiedsontwikkeling NoorderRuimte
Stagebegeleider: Jannie Rozema
Pagina 3
Participatie als sleutel tot succes
Voorwoord
Voor u ligt het onderzoeksrapport dat ik heb geschreven in het kader van mijn afstuderen aan de
Hanzehogeschool Groningen. Als invulling van mijn afstuderen aan het instituut van Facility
Management heb ik onderzoek gedaan binnen het Kenniscentrum Gebiedsontwikkeling
NoorderRuimte. De wijze van onderzoek, professionele ondersteuning en het gebruik van een
kennisnetwerk hebben me overtuigd om binnen dit kenniscentrum af te studeren. Daarnaast vind ik
het erg interessant om te zien hoe de sociale benadering van gebiedsontwikkeling uiteindelijk
omgezet wordt in een fysieke toepassing, oftewel het verbeteren van de leefomgeving.
Tijdens dit onderzoek heb ik nauw samengewerkt met Femke Klok. Gezamenlijk zijn we dit proces
ingegaan en hebben getracht een beeld te geven van hoe professionals in de praktijk omgaan met
het concept participatie. Dit onderzoek richt zich op participatie binnen corporaties. Femke heeft
daarnaast met gemeenten een andere doelgroep voor haar onderzoek. Beide onderzoeken zullen
daardoor het complete werkveld van de gebiedsontwikkelaar omvatten. Voor deze samenwerking en
wederzijdse ondersteuning wil ik haar graag bedanken.
Ook gaat mijn dank uit naar de begeleidende personen binnen dit onderzoek. In de eerste plaats
Jannie Rozema, opdrachtgever en stagementor, die mij met feedback, haar ervaring en kennis veel
heeft kunnen ondersteunen. Hierdoor sluit dit onderzoek goed aan op eerdere en toekomstige
onderzoeken binnen het kenniscentrum. Door haar kennisnetwerk was het in de opstart van het
onderzoek eenvoudig om met professionals uit het werkveld in contact te komen.
Daarnaast Gea Posthumus, begeleider vanuit de opleiding, die mij met haar kritische en opbouwende
kijk scherp heeft weten te houden gedurende het onderzoek. Het is altijd fijn als iemand duidelijk is
in wat de verwachtingen zijn binnen het afstudeertraject.
Ten slotte wil ik in het bijzonder de medewerkers van Wijkaanpak Stadskanaal bedanken. Door de
meeloopweek in het begin van het proces heb ik een duidelijk beeld gekregen van hoe professionals
in de praktijk met gebiedsontwikkeling en in het bijzonder participatie bezig zijn. Hun betrokkenheid
en behulpzame houding heeft hierin erg geholpen.
Groningen, 16 juni 2011
Sandra Zamir
Pagina 4
Participatie als sleutel tot succes
Samenvatting
Binnen gebiedsontwikkeling zijn er vele facetten die belangrijk zijn om uiteindelijk een succesvol
project te kunnen afronden. Om doelen te bereiken en bewoners en andere betrokkenen in een
bepaald leefgebied tevreden te houden moeten professionals aandacht besteden aan al deze
aspecten. Een van deze aspecten is de (juiste) toepassing van participatie. Alle instanties die
ontwikkelprojecten coördineren en uitvoeren, moeten ernaar streven om de mensen waar het
daadwerkelijk om gaat te betrekken bij de inhoud van hun werkzaamheden.
Eén van de belangrijke spelers binnen het werkveld van gebiedsontwikkeling zijn de
woningcorporaties. Het constant streven naar verbeteringen voor hen als organisatie, maar ook voor
de klant/bewoners die ze met hun woonvoorzieningen bedienen. Het betrekken van bewoners bij
het beleid van de corporatie en het beheer en veranderingen van hun woonomgeving wordt gezien
als bewonersparticipatie. Dit is het centrale thema waar dit onderzoek zich op richt. Het doel is om
meer inzicht te krijgen in de wijze waarop de gebiedsontwikkelaars bij corporaties effectiever gebruik
kunnen maken van de verschillende vormen van bewonersparticipatie.
Om deze inventarisatie volledig te laten zijn, is er naar een antwoord gezocht op de vraag hoe
bewonersparticipatie door gebiedsontwikkelaars in Noord-Nederland wordt gezien en toegepast.
Daarnaast is ook bepaald welke deskundigheid gebiedsontwikkelaars bezitten en zouden moeten
bezitten ten aanzien van bewonersparticipatie. Al deze gegevens zijn verzameld door middel van
kwantitatief onderzoek. Een opgestelde vragenlijst is verstuurd naar professionals binnen corporaties
die zich bezighouden met dit aspect tijdens ontwikkeltrajecten. De vragenlijst is uitputtend en gaat in
op alle facetten die een rol spelen bij het ontwerp, de uitvoering en de evaluatie van
participatietrajecten (Bijlage 1).
Het is gebleken dat bewonersparticipatie door de professionals als een belangrijk en waardevol
aspect binnen hun werkzaamheden wordt gezien. Er wordt nagenoeg altijd rekening gehouden met
de wettelijke normen op dit vlak. Wel is naar voren gekomen dat participatietrajecten in een nog te
kleine mate worden geëvalueerd tijdens het project. Op deze manier worden verbeterpunten te laat
en te weinig toegepast. De officiële kaders waarvan gebruik wordt gemaakt door de professionals,
zijn goed afgestemd op het participatietraject, maar toch zien de professionals zich vaak genoodzaakt
om hiervan af te wijken in specifieke gevallen. In de praktijk zou er vaker van het officiële beleid
afgeweken kunnen worden en kan er gewerkt worden met meer flexibele en situatiegebonden
kaders. Door de professional deze vrijheid te geven kan deze meer maatwerk afleveren.
In aanvulling hierop is geconstateerd dat deze professionals graag zouden willen dat ze afstand
tussen de corporatie en de klant kunnen verkleinen. Dit kan door de actieve houding van de klant te
stimuleren. Wek vooral geen valse verwachtingen en probeer in geen van de gevallen alleen je eigen
visie door te drukken. Dat de corporaties nog niet zijn waar ze zouden willen en moeten zijn op het
gebied van participatie blijkt uit het feit dat de ambities achterblijven bij de praktijk. Momenteel
maken corporaties voornamelijk gebruik van informeren, raadplegen en adviseren, maar in de
ambities van de professional willen ze toch proberen de afstand met de bewoners kleiner te maken
dan dat het nu is. Al lijken zowel corporaties als professional huiverig om te veel controle uit handen
te geven.
Pagina 5
Participatie als sleutel tot succes
Nieuwe participatiemethoden zouden hier een belangrijke rol in moeten spelen. Professionals staan
dan ook open voor nieuwe ontwikkelingen en kennis van andere personen uit het werkveld. Een
goede gebiedsontwikkelaar moet sociaalcommunicatief zijn, betrouwbaar en een verbindende rol
kunnen spelen. Om deze eigenschappen en kwaliteiten te ontwikkelen houden de professionals zich
vooral bezig met intervisie met collega’s, studiedagen en literatuurstudie. Zo kunnen persoonlijke
vaardigheden verder ontwikkeld worden en kunnen er nieuwe inzichten ontstaat met betrekking tot
effectieve participatie.
Opvallend is dat deze uitkomsten sterk overeenkomen met de uitkomsten van een soortgelijk
onderzoek naar participatie uitgevoerd door professionals binnen gemeenten. Participatie is dus een
proces dat situatiegebonden is, maar in beginsel veel overeenkomsten heeft bij verschillende
uitvoeringsinstanties. Daarom zou het een goede ontwikkeling zijn wanneer er meer kennisdeling zou
zijn tussen verschillende instanties en professionals uit het werkveld. Het uitwisselen van ervaring,
kennis en ambities kan ervoor zorgen dat de participatiepraktijk naar een volgend niveau kan worden
getild. Vervolgonderzoek op dit vlak kan dan ook verder gaan op deze uitkomsten. Door bijvoorbeeld
uitgebreide interviews en het observeren van projecten kan er nog dieper op de materie worden
ingegaan en kunnen deze resultaten een nog verdere betekenis worden gegeven.
Pagina 6
Participatie als sleutel tot succes
Inhoudsopgave
Voorwoord 3
Samenvatting 4
Inleiding 7
1. Probleemstelling 8
2. Theoretisch kader 9
2.1 Gebiedsontwikkeling 9
2.2 Bewonersparticipatie 11
3. Onderzoeksmethoden 13
3.1 Vragenlijst 13
3.2 Respondenten 13
3.3 Gegevensverwerving 14
4. Resultaten en analyse 14
4.1 Uitkomsten vragenlijst 14
4.1.1 Vastlegging bewonersparticipatie 14
4.1.2 Ambitie en praktijk participatieniveau 15
4.1.3 Verschil officiële kaders en praktijk 16
4.1.4 Situatiegebonden werkmethoden 16
4.1.5 Effectiviteit participatie 17
4.1.6 Kritische succesfactoren 17
4.1.7 Ervaringen professional 17
4.1.8 Rol gebiedsontwikkelaar 18
4.1.9 Leermomenten gebiedsontwikkelaar 18
4.1.10 Deskundigheidsvraag 18
4.1.11 Overige resultaten 19
4.2 Beantwoording deelvragen 21
4.3 Discrepantie corporatie en gemeenten 23
5. Conclusie en discussie 25
5.1 Conclusie 25
5.1.1 Beantwoording hoofdvraag 1 25
5.1.2 Beantwoording hoofdvraag 2 26
5.2 Discussie 26
5.2.1 Aanbevelingen voor corporatie 26
5.2.2 Aanbevelingen voor kenniscentrum 27
Literatuurlijst 29
BIJLAGE I Vragenlijst 30
BIJLAGE II SPSS-uitkomsten gesloten vragen 44
BIJLAGE III Verwerking open vragen 80
Pagina 7
Participatie als sleutel tot succes
Inleiding
Het onderzoek dat in dit document is uitgewerkt komt voort uit het Regionaal Aandacht en Actie
voor Kenniscirculatie programma (RAAK). Dit programma is opgezet om de kennisuitwisseling tussen
de publieke sector en het Midden- en Kleinbedrijf (MKB) te bevorderen. De regie voor dit programma
is in handen van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Eén van de onderliggende
doelen van het RAAK-programma is een verdieping in het onderzoeksprogramma van hogescholen.
De Hanzehogeschool heeft verschillende kenniscentra opgericht die zich specifiek bezighouden met
het uitvoeren van onderzoeken, één hiervan is het Kenniscentrum Gebiedsontwikkeling
NoorderRuimte. Een programma binnen dit kenniscentrum is ‘Het succes van de
gebiedsontwikkelaar’. Binnen dit programma wordt onderzoek uitgevoerd naar gebiedsontwikkelaars
in Noord-Nederland. Praktijkgericht onderzoek moet kennis opleveren voor dit werkgebied om zich
verder te ontwikkelen en te professionaliseren. Met de onderzoeken die hieronder vallen, wil het
Kenniscentrum de kennis ontwikkelen en delen op het gebied van ruimtelijke vraagstukken in Noord-
Nederland. Lectoren, docenten en studenten doen samen met het werkveld multidisciplinair
onderzoek op basis van vragen uit de praktijk.
Eén van de deelonderzoeken binnen ‘Het succes van de gebiedsontwikkelaar’ is
‘Bewonersparticipatie binnen gemeenten en corporaties’. Hierbij wordt er specifiek gekeken naar de
rol van de professional die zich vanuit de organisatie met bewonersparticipatie bezighoudt. Dit
deelonderzoek kan opgedeeld worden in twee verschillende onderzoeken. Eén hiervan is gericht op
burgerparticipatie binnen gemeenten en het andere richt zich op bewonersparticipatie binnen
corporaties.
In dit document zal het onderzoek naar bewonersparticipatie worden uitgewerkt en ligt de focus op
het proces binnen woningbouwcorporaties in Noord-Nederland. Omdat er op dit moment nog weinig
kennis op dit gebied aanwezig is, moet dit onderzoek veel duidelijkheid en nieuwe inzichten
opleveren voor verschillende betrokken partijen. Hierbij kan worden gedacht aan onderwijs binnen
de hogeschool, maar ook kennis voor de professionals in het werkveld. Het onderzoek naar
burgerparticipatie is door een andere onderzoeker uitgevoerd, namelijk Femke Klok.
Het verslag heeft de structuur van een onderzoeksrapport. In het hoofdstuk ‘Probleemstelling’ is
aangegeven wat de inhoud is van het onderzoek en welke doelen en gewenste resultaten hierbij
centraal staan. Vervolgens wordt in het ‘Theoretisch kader’ het onderzoeksgebied afgebakend en
worden de belangrijkste begrippen en trends uitgelegd. Dit hoofdstuk vormt de basis voor het
daadwerkelijke onderzoek dat wordt beschreven in het hoofdstuk ‘Methoden en technieken’. Hierbij
wordt stilgestaan welke manier van onderzoek is gebruikt en hoe de gebruikte data is verkregen.
Uiteindelijk zullen de resultaten beschreven worden in het hoofdstuk ‘Resultaten en analyse’. Ook
worden hier de antwoorden op de onderzoeksvragen gegeven. In het hoofdstuk ‘Conclusie en
discussie’ zal er een interpretatie worden gegeven van deze uitkomsten en zullen de meest
opmerkelijke worden uitgelicht. Ten slotte wordt er een kritische kijk op dit onderzoek gegeven en is
beschreven op welke vlakken vervolgonderzoek zich zou moeten richten.
Pagina 8
Participatie als sleutel tot succes
1. Probleemstelling
Een trend in Nederland is dat leefbaarheidbevordering en herstructureringsprojecten uitgevoerd
worden door een coördinerende functie binnen de woningbouwcorporatie. Deze wordt ingevuld
door professionals die zich bezighouden met sociaalfysieke gebiedsontwikkeling. Een onderdeel bij
het realiseren van succesvolle trajecten is het toepassen van bewonersparticipatie. Corporaties
kunnen er tegenwoordig niet meer om heen om cliënten/bewoners te betrekken bij de
verandertrajecten die worden uitgevoerd. Enerzijds levert dit draagvlak op, anderzijds is dit ook
gewoon wettelijk vastgelegd in bijvoorbeeld de Overlegwet en het Besluit Beheer Sociale Huursector.
Participatie is op verschillende manieren toe te passen en waarschijnlijk zal elke corporatie dit op een
andere manier uitvoeren. Een mogelijke oorzaak hiervan is dat er nog erg weinig onderzoek is
gedaan op dit vlak. Daarnaast worden de ervaringen en opgedane kennis nog weinig uitgewisseld
tussen de verschillende professionals. Ook bestaat het probleem dat bewonersparticipatie veel tijd
en geld kost. De overweging om wel of niet te investeren in bewonersparticipatie is een belangrijk
vraagstuk binnen corporaties. Het is van doorslaggevend belang dat corporaties de voordelen van
bewonersparticipatie nog meer in kaart krijgen en daarnaast weten op welke manier dit het meest
effectief kan worden toegepast. Op die manier kan de afstand tussen de gebiedsontwikkelaar binnen
corporaties en de bewoners zo klein mogelijk worden gemaakt.
Het is, mede daarom, nodig om een grootschalige inventarisatie te houden van de verschillende
participatiemethoden waarop bewoners kunnen worden betrokken bij ontwikkelprojecten in hun
eigen omgeving en de effectiviteit hiervan. Ook is het van belang om aan de hand van dit onderzoek
te evalueren wat de deskundigheid van deze professionals is en zou moeten zijn. De professional is
de sleutelfiguur als het gaat om gebiedsgericht werken en het faciliteren van het proces van
participatie. Beide aspecten worden uitvoerig behandeld in dit onderzoek.
De doelstelling van het onderzoek luidt daarom als volgt:
‘Meer inzicht krijgen in de wijze waarop de gebiedsontwikkelaars bij corporaties effectiever
gebruik kunnen maken van verschillende vormen van bewonersparticipatie.’
Het onderzoek richt zich op personen die werkzaam zijn bij woningbouwcorporaties in Noord-
Nederland. Deze werknemers houden zich bezig met gebiedsgericht werken en besteden veel tijd
aan communicatie met onder andere bewoners. Met gebiedsgericht werken wordt bedoeld: ‘De
beleidsvorming en uitvoering met betrekking tot ruimtelijke processen binnen een geografisch
afgebakend gebied, waarbij rekening wordt gehouden met specifieke gebiedskenmerken’.
De volgende hoofd- en deelvragen zijn opgesteld:
1. Hoe wordt ‘bewonersparticipatie’ door gebiedsontwikkelaars in Noord-Nederland gezien en
toegepast?
a. Hoe is bewonersparticipatie bij corporaties in Noord-Nederland officieel vastgelegd?
b. Hoe denken gebiedsontwikkelaars over (de verschillende niveaus van)
bewonersparticipatie?
c. Welk niveau van bewonersparticipatie wordt toegepast door gebiedsontwikkelaars?
d. Is er verschil tussen de officiële kaders voor bewonersparticipatie en de praktijk van
alledag?
e. Welke werkmethoden gebruiken de gebiedsontwikkelaars voor
bewonersparticipatie?
f. Hoe beoordelen gebiedsontwikkelaars de effectiviteit van bewonersparticipatie?
Pagina 9
Participatie als sleutel tot succes
g. Welke kritische succesfactoren onderscheiden gebiedsontwikkelaars voor vormen
van bewonersparticipatie en in het bijzonder voor zelforganisatie door bewoners?
h. Welke best practices en worst practices dragen gebiedsontwikkelaars aan in het
kader van bewonersparticipatie en waarom beoordelen ze dit op deze manier?
2. Welke deskundigheid hebben gebiedsontwikkelaars ten aanzien van bewonersparticipatie?
a. Hoe zien de gebiedsontwikkelaars hun rol bij het gebruik van bewonersparticipatie?
b. Wat leren gebiedsontwikkelaars van projecten met bewonersparticipatie?
c. Welke deskundigheidsvraag hebben gebiedsontwikkelaars ten aanzien van
bewonersparticipatie?
Met de antwoorden op deze vragen wordt een volledig beeld geschetst van de huidige situatie met
betrekking tot bewonersparticipatie binnen corporaties. Ook kan worden bepaald of deze situatie
toereikend is om op een effectieve manier met dit concept om te gaan. Het kan zo zijn dat de
gebiedsontwikkelaars te weinig kennis en vaardigheden op dit gebied bezitten, maar ook de
structuur en visie van de corporatie kan hierbij een belangrijke rol spelen.
2. Theoretisch kader
Om een duidelijk beeld te krijgen van het onderzoek zullen de belangrijkste begrippen met
betrekking tot participatie worden toegelicht. Het vormt dus een theoretische basis voor dit
onderzoek.
2.1 Gebiedsontwikkeling
Volgens de literatuur (Roeloffzen, 2004) zijn gebiedsontwikkeling en ontwikkelingsplanologie nauw
met elkaar verbonden. De term gebiedsontwikkeling kan worden gezien als de praktische toepassing
van deze vorm van planologie, waarbij de structuur van sociaalfysieke ontwikkelingen centraal staat.
Hierbij gaat het voornamelijk over de kwaliteit van het geheel en minder om sectorale ruimtelijke
invullingen afzonderlijk. Het is dus belangrijk dat alle invullingen en ontwikkelingen op elkaar
afgestemd zijn en dusdanig in balans zijn dat het geheel niet verstoord wordt.
Hoe groot het gebied is, waarop de gebiedsontwikkeling betrekking heeft, is daardoor niet van
tevoren vastgelegd. Het wordt alleen beperkt door de beheersing van het proces en de
beschikbaarheid van voldoende middelen van bestuurders en ontwikkelaars om het gebied verder te
ontwikkelen. In dit geval omvat gebiedsontwikkeling de ontwikkeling van een gebied, waarbij alle
functies in beschouwing worden genomen, zoals (indien aanwezig) wonen, werken, winkelen, natuur
en landschap, recreatie, landbouw en infrastructuur en waarbij het planproces interactief tussen alle
belanghebbenden plaatsvindt.
Van der Gijp (2004) vat het bovenstaande samen in een duidelijke en beknopte definitie van het
begrip gebiedsontwikkeling. Dit heeft hij gedaan om de randvoorwaarden te bepalen om
gebiedsontwikkeling in de praktijk succesvol en toepasbaar te maken.
‘Gebiedsontwikkeling is de totale ontwikkeling van een gebied, binnen een relevante context,
waarbij allocatie van relevante ruimtelijke functie plaatsvindt vanuit een integrale ruimtelijke visie
met een verdeling van zeggenschap tussen de in het planproces betrokken partijen waarbij
marktpartijen risicodragende participeren’.
Hieruit blijkt duidelijk dat het een omvangrijk proces waarbij veel verschillende partijen betrokken
zijn. Om een dergelijk proces succesvol te laten zijn, zal er te allen tijde een intensieve wisselwerking
Pagina 10
Participatie als sleutel tot succes
moeten zijn tussen deze partijen en moet er een juiste coördinatie plaatsvinden. Uiteindelijk
betekent dit ook dat er verschillende partijen zijn die in dit project moeten investeren en daarom
risico’s lopen wanneer het project niet loopt zoals gepland.
Ook Van der Weerd (2007) heeft in zijn onderzoek een omschrijving van gebiedsontwikkeling
gebruikt. Omdat hier ook andere belangrijke aspecten worden aangemerkt, wordt deze definitie in
combinatie met de vorige gebruikt in het onderzoek.
‘Gebiedsontwikkeling is het proces van planning en realisatie van de ruimtelijke invulling van een
gebied, waarbij alle geplande functies samenhangend met elkaar en met de omgeving worden
ontwikkeld en waarbij alle relevante partijen bij de planning betrokken zijn met als doel een
hogere kwaliteit van de woonomgeving te bereiken dan bij realisatie van losse projecten’.
Hieruit blijkt namelijk dat het essentieel is, dat de plannen voor gebiedsontwikkeling goed aansluiten
op de omgeving waarin het plaatsvindt. Anders kan het project niet succesvol worden uitgevoerd en
zullen er problemen ontstaan in de uitvoering. Het is namelijk ook cruciaal om draagvlak te creëren
tijdens het project.
Zoals eerder aangegeven is het van belang dat een dergelijk omvangrijk en ingewikkeld proces goed
wordt gecoördineerd. Deze persoon is verantwoordelijk voor zowel de fysieke als de sociale
uitvoering van vastgestelde maatregelen. Onder sociaal verstaan we het informeren, begeleiden en
activeren van bewoners en samenwerkende partners. Het fysieke aspect omvat het slopen,
renoveren en verbouwen. Voor deze taken is de functie van gebiedsontwikkelaar in het leven
geroepen. De functieomschrijving voor de gebiedsontwikkelaar is door het innovatieprogramma van
het kenniscentrum als volgt omschreven (RAAK-document, 2010):
‘De gebiedsontwikkelaar (sociaalfysiek) is verantwoordelijk voor en geeft leiding aan het proces
van afstemming tussen alle partners ter verbetering van dorpen en wijken, uitmondend in dorps-
en wijkontwikkelingstrajecten. De gebiedsontwikkelaar is een procesmanager tussen partijen bij
de totstandkoming van en de uitvoering van dorps- en wijkplannen. Het profiel van de
gebiedsontwikkelaar is een HBO’er die generalistisch kan denken en werken met affiniteit voor
financiële, bouw- en civieltechnische aspecten en sociale processen. De gebiedsontwikkelaar heeft
uitstekende communicatieve vaardigheden en oplossend vermogen’.
Voor een beeld van de competenties van deze gebiedsontwikkelaars zijn er binnen het
kenniscentrum al eerder onderzoeken door studenten naar gedaan. Zo hebben Jacobs, Klapwijk &
Sanders (2011) een onderzoek gedaan naar competentieprofielen bij gebiedsontwikkelaars in Noord-
Nederland door middel van zeven interviews. In dit opgestelde competentieprofiel worden vijf
verschillende competentieclusters onderscheiden, te weten:
• Denkkracht
• Persoonlijke effectiviteit
• Beïnvloeden
• Leiderschap
• Realisatiekracht
Volgens dit onderzoek zijn er per fase van een vernieuwingstraject specifieke competentieclusters
belangrijk.
Pagina 11
Participatie als sleutel tot succes
2.2 Bewonersparticipatie
Het onderzoeksthema dat centraal staat binnen dit onderzoek is bewonersparticipatie. Dit concept
speelt een grote rol in het mogelijk succesvol zijn van een gebiedsontwikkelproces. Het is namelijk zo,
dat bewoners een zeer belangrijke rol spelen in hun woonomgeving. Ze hebben invloed op de sfeer
en de uitstraling van hun buurt en kunnen er een positieve bijdrage aan leveren. Dit is namelijk de
omgeving waar ze het grootste deel van hun leven doorbrengen en daarom vinden ze de
ontwikkeling hiervan erg belangrijk. De overheid wil bewoners, mede daarom, stimuleren om
betrokken te zijn bij hun omgeving (www.rijksoverheid.nl). Op deze manier kan er draagvlak komen
voor mogelijke veranderingen en kan het meest kansrijke project succesvol worden uitgevoerd.
Voor participatie kan er een tweedeling worden gemaakt op welke manieren participatie in een
verschillende setting kan plaatsvinden. Aan de ene kant wordt er gesproken van burgerparticipatie.
Dit is het uitgangspunt van gemeenten, die alle inwoners binnen hun gebied een zo prettig mogelijk
leefklimaat willen bieden. Aan de andere kant is er ook sprake van bewonersparticipatie. Deze
invalshoek wordt gekozen door woningcorporaties en bijvoorbeeld welzijnsorganisaties. Deze
instanties leggen de nadruk op de bewoners van het vastgoed dat ze bezitten. Gesteld kan worden
dat een bewoner burger is, maar tegelijkertijd ook cliënt, klant en gebruiker van voorzieningen
(www.keicentrum.nl). In het onderzoek zal de nadruk liggen op bewonersparticipatie vanuit
woningcorporaties. De definitie van bewonersparticipatie die gebruikt wordt binnen dit onderzoek is
(Dinjens, 2010):
‘Bewonersparticipatie is een manier van beleidsvoering waarbij bewoners (al dan niet
georganiseerd in maatschappelijke organisaties) direct of indirect bij het beleid van de corporatie
betrokken worden en door middel van samenwerking tot de ontwikkeling, uitvoering en/of
evaluatie van beleid te komen’.
Verreck en Wijffels (2004) hebben onderzoek gedaan naar bewonersparticipatie en hebben het over
een ‘open proces’. Dit is een bottom-up werkwijze waarbij de samenwerking met de bewoners
centraal staan. Dit betekent dus dat de partijen die de ontwikkeling leiden open staan voor
suggesties en ideeën vanuit de bewoners en een intensieve samenwerking aangaan om het project
te laten slagen. Open en eerlijke communicatie tussen deze partijen is hierbij erg belangrijk gebleken
en draagt bij aan wederzijds vertrouwen en effectiviteit.
Een belangrijke vraag die beantwoord moet worden voor de start van het onderzoek heeft
betrekking op de reden waarom we willen dat bewoners meepraten. Evelien Tonkens (2009) geeft
aan dat er drie motieven zijn waarom veel instanties en overheden bewust voor deze aanpak kiezen.
In de eerste plaats zorgt het voor een eerlijke verdeling van macht. Beslissingen worden op een
democratische wijze genomen, waarbij alle belangen gelijk worden vertegenwoordigd. Ten tweede
draait het om de effectiviteit en efficiëntie van het beleidsproces. Beleid verloopt beter en sneller
wanneer bewoners actief meedoen. Het derde motief is zelfontplooiing van bewoners. Meedenken
en meebeslissen over het beleid is verrijkend voor de bewoner zelf. Dit kan tot inspiratie, nieuwe
inzichten en directe initiatieven in de omgeving leiden.
Een voorbeeld uit de praktijk, waarbij zelfontplooiing is ontstaan, kan worden gevonden in Breda. In
verschillende steden wordt al gewerkt met wijkbudgetten om mensen te betrekken bij de
ontwikkelingen in hun wijk. Talloze instrumenten zijn in de afgelopen tien jaar bedacht om bewoners
zeggenschap te geven over gemeenschapsgeld, meestal gericht op het onderhoud en beheer van hun
eigen wijk. Het project ‘Lusten & Lasten’ in Breda gaat echter een stap verder. De bewoners zijn
eigenaar van het budget dat hen ter beschikking wordt gesteld. Vervolgens kunnen ze zelf
oplossingen verzinnen voor problemen die zij ervaren in hun wijk en kansen benutten. Deze
oplossingen worden aangeduid als de lusten. Daarnaast zijn ze ook verantwoordelijk voor de
Pagina 12
Participatie als sleutel tot succes
uitvoering. En dat kan een last zijn. Dit komt overeen met het Möte-model, waarin alle bewoners en
lokale ondernemers de mogelijkheid krijgen om te werken aan het realiseren van hun wensen en zelf
gekozen doelen. Het bijzondere van het Möte-buurtmodel is dat het uitgaat van het geheel,
ongeacht beperking, sociale klasse of culturele afkomst. Voordelen hiervan zijn dat het mensen uit
hun isolement haalt, kansen biedt, het buurtgevoel vergroot en achterstandswijken minder
afhankelijk laat zijn van subsidies vanuit de overheid (www.decontextschool.blogspot.com).
Bovenstaande is een duidelijk voorbeeld van bewonersparticipatie. Bewoners worden niet alleen
uitgedaagd om mee te denken bij de ontwikkeling van hun buurt, maar ook zeer nauw betrokken bij
de uitvoering hiervan. Hierdoor gaan mensen ook inzien waarom bepaalde veranderingen nodig zijn
en welke moeilijkheden de toepassing hiervan met zich mee kan brengen.
Binnen het innovatieprogramma ‘Het succes van de gebiedsontwikkelaar’ wordt er gebruik gemaakt
van de participatieladder. Daarin worden 6 niveaus onderscheiden (Pröpper en Steenbeek, 1999):
1. Informeren: de bewoners worden geïnformeerd zonder eigen inbreng;
2. Raadplegen: de bewoners worden geraadpleegd;
3. Adviseren: de bewoners adviseren en hun adviezen worden meegenomen in de
besluitvorming;
4. Coproduceren: bewoners werken samen in de planvorming (voor beheer en ontwikkeling).
Hierin zijn alle partijen gelijkwaardig en dragen evenredig bij;
5. (Mee)beslissen: de bewoners beslissen mee in beleid en uitvoering. De
beslissingsbevoegdheden zijn formeel vastgelegd;
6. Zelforganisatie door bewoners; bewoners regisseren hun eigen woon- en leefomgeving. Ze
dragen verantwoordelijkheid voor de uitvoering, ook financieel.
Op welke manier bewonersparticipatie in woningcorporaties moet worden toegepast is op een
aantal manieren vastgelegd. Dit zijn het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH), de Overlegwet en
het Lokaal Akkoord. Hierin zijn richtlijnen en afspraken vastgelegd over de manier waarop
bewonersparticipatie zal moeten worden uitgevoerd in de desbetreffende corporatie. In de BBSH
staat opgesomd wat de taken zijn van woningcorporaties en op welke wijzen deze worden
gecontroleerd, dus ook op het gebied van bewonersparticipatie. De Overlegwet bepaalt daarnaast de
mate van inspraak voor bewoners en geeft daarmee kaders aan waaraan corporaties zich minimaal
moeten houden. Het Lokaal Akkoord is tenslotte een opsomming van de afspraken die gemaakt zijn
tussen verschillende corporaties en de gemeente over de verdeling van taken en bevoegdheden en
de invulling van hun werkzaamheden.
Een veelgebruikt instrument door gebiedsontwikkelaars en andere uitvoerende partijen bij
bewonersparticipatie is co-creatie. Theoretisch gezien is dit een situatie waardoor een verbetering of
in dit geval ontwikkeling van een gebied plaatsvindt door een samenwerking aan te gaan met een
groep consumenten, eindgebruikers of andere belanghebbenden (www.socialmedia-manager.nl). In
de praktijk houdt dit dus in dat de gebiedsontwikkeling actief is op niveau vijf van
bewonersparticipatie, zoals hierboven is beschreven. De gebiedsontwikkelaars zorgen voor een
intensieve relatie met bijvoorbeeld de bewoners en hierin worden ze gestimuleerd om mee te
beslissen. Wel is het van groot belang dat heel duidelijk staat vastgelegd wie bepaalde beslissingen
neemt en wie eindverantwoordelijk is.
Ten slotte kan er een tweedeling worden gemaakt tussen formele en informele
bewonersparticipatie. Hierbij wordt er met formele participatie hetgeen bedoeld, dat in de officiële
kaders (bijvoorbeeld BBSH) is vastgelegd. Daarnaast worden er door corporaties ook vaak vormen
van participatie toegepast die niet officieel zijn vastgelegd, zoals deelname aan spontane
Pagina 13
Participatie als sleutel tot succes
bewonersinitiatieven. Het is belangrijk dat deze verschillende vormen van participatie elkaar niet in
de weg staan, maar elkaar juist aanvullen.
3. Onderzoeksmethoden
In dit hoofdstuk wordt beschreven voor welke onderzoeksmethode er is gekozen om het onderzoek
uit te kunnen voeren. Kort wordt beschreven hoe de vragenlijst tot stand is gekomen en hoe deze
gekoppeld kan worden aan de deelvragen. Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan de selectie
van respondenten en de manier waarop de gegevens uiteindelijk zijn verzameld.
3.1 Vragenlijst
Er is gekozen voor een kwantitatief onderzoek door middel van een vragenlijst. De vragenlijst bestaat
uit vragen die direct zijn afgeleid van de onderzoeksvragen uit dit onderzoek en daardoor worden de
deelvragen geoperationaliseerd. Nagenoeg alle vragen in de vragenlijst waren gesloten en bestaan
uit twee of vier antwoordmogelijkheden. Hiervoor is bewust gekozen om neutrale antwoorden te
vermijden. De vragenlijst is weergegeven in bijlage 1. Om de validiteit en betrouwbaarheid van de
resultaten zo hoog mogelijk te krijgen is de vragenlijst voor verzending gecontroleerd door
professionals uit het werkveld en binnen het Kenniscentrum.
Onderstaand is in tabelvorm weergegeven welke vragen uit de vragenlijst overeenkomen met de
eerder vastgestelde deelvragen.
Deelvraag Gekoppelde vraag vragenlijst
1a ‘Vastlegging bewonersparticipatie’ Vraag 1, Vraag 2 en Vraag 3
1b ‘Ambitie participatieniveau’ Vraag 4 en Vraag 12 e,f,g,h,i
1c ‘Praktijk participatieniveau’ Vraag 5
1d ‘Verschil officiële kaders en praktijk’ Vraag 8 en Vraag 12 k,l,m,n
1e ‘Situatiegebonden werkmethoden’ Vraag 10 en Vraag 12 p,q
1f ‘Effectiviteit participatie’ Vraag 6 en Vraag 7 en Vraag 12 r
1g ‘Kritische succesfactoren’ Vraag 9 b en Vraag 12 a,b
1h ‘Ervaringen professionals’ Vraag 9 a,b
2a ‘Rol gebiedsontwikkelaar’ Vraag 13
2b ‘Leermomenten gebiedsontwikkelaar’ Vraag 15
2c ‘Deskundigheidsvraag’ Vraag 16, Vraag 17 en Vraag 18
Figuur 1: Koppeling deelvraag met vragenlijst
3.2 Respondenten
Deze vragenlijst is verstuurd naar een geselecteerde groep personen, die aansluit bij de doelgroep
van dit onderzoek. De doelgroep bestaat uit gebiedsontwikkelaars of personen in een functie die hier
zoveel mogelijk op aansluit, binnen corporaties in Noord-Nederland. Onder Noord-Nederland
worden de provincies Groningen, Drenthe en Friesland bedoeld.
De ingevulde vragenlijsten zijn ingevuld door professionals binnen woningcorporaties. In totaal zijn
er negentien ingevulde vragenlijsten terug ontvangen, terwijl er 41 zijn verstuurd naar verschillende
vestigingen (soms meerdere per corporatie). In totaal zijn er vragenlijsten verstuurd naar 31
corporaties. Hiervan hebben 15 corporaties de vragenlijsten ingevuld teruggestuurd. Dit is een
responspercentage van 48,4%. Van de respondenten is 61% man en 39% vrouw. De hoogst
afgesloten opleiding van de deelnemers is in 11% van de gevallen MBO, 63% HBO en 26%
Universitair. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers is 42,5 jaar.
Pagina 14
Participatie als sleutel tot succes
3.3 Gegevensverwerving
Om de benodigde respons te krijgen en de mensen te informeren over het doel en de inhoud van het
onderzoek, zijn alle corporaties telefonisch benaderd. Na deze belronde is de vragenlijst
toegezonden aan corporaties die hun medewerking hebben toegezegd. Na een digitale en
telefonische reminder is er een acceptabele respons bereikt. Alle gegevens zijn vervolgens ingevoerd
in het statistische verwerkingsprogramma SPSS.
4. Resultaten en analyse
Hieronder zijn de resultaten van de vragenlijsten weergegeven. Alle vragen in de vragenlijst zijn terug
te leiden tot een deelvraag zoals weergegeven in figuur 1. In dit hoofdstuk zal dan ook per deelvraag
worden ingegaan op de relevante uitkomsten uit het onderzoek.
4.1 Uitkomsten vragenlijst
De gegevens van de vragenlijsten zijn ingevoerd in SPSS en daarmee ook geanalyseerd. De tabellen
waarin de uitkomsten staan, zijn weergegeven in bijlage 2. In onderstaande figuren is ook een kolom
‘missing’ aangegeven. In de kolommen staat hoeveel personen een specifieke vraag niet hebben
beantwoord.
4.1.1 Vastlegging bewonersparticipatie
Uit de vragenlijst is naar voren gekomen dat binnen 89% van de deelnemende corporaties de
bewonersparticipatie formeel is vastgelegd. Deze vastlegging gebeurt in verschillende documenten,
zoals hieronder afgebeeld. Corporaties hadden hierbij de mogelijkheid om meerdere documenten
aan te kruisen.
Document Aantal Percentage Missing
BBSH 16 84% 0
Overlegwet 15 79% 0
Lokaal akkoord 10 53% 0
Participatie visiedocument 5 26% 0
Participatiehandleiding 5 26% 0
Anders 5 26% 14 Figuur 2: Vastlegging bewonersparticipatie / Respons = 19
Zoals is te zien in figuur 2 maken de meeste corporaties bij vastlegging gebruik van het BBSH en de
Overlegwet, zoals ook wettelijk vastgelegd is. In iets meer dan de helft van de gevallen wordt gebruik
gemaakt van een Lokaal Akkoord. Bij een kwart van de deelnemende corporaties spelen ook de
participatiehandleiding en het participatie visiedocument een rol.
Ook is er gevraagd welke aspecten van bewonersparticipatie formeel zijn vastgelegd door de
corporaties. In figuur 3 is te zien dat het wettelijk kader in het merendeel van de gevallen formeel is
vastgelegd. Minder vaak is er vastlegging van evaluatie en rapportage van participatietrajecten. Ook
communicatie en besluitvormingsstructuren worden maar in ongeveer één op de drie gevallen
formeel vastgelegd.
Pagina 15
Participatie als sleutel tot succes
Aspect Aantal Percentage Missing
Organisatievise 9 47% 0
Ambitieniveau 8 42% 0
Verantwoordelijkheden en bevoegdheden 11 58% 0
Besluitvorming 7 37% 0
Organisatievorm 10 53% 0
Communicatiestructuur 6 32% 0
Evaluatie en rapportage 4 21% 0
Wettelijk kader 14 74% 0
Anders 1 5% 18 Figuur 3: Vastgelegde aspecten bewonersparticipatie / Respons = 19
4.1.2 Ambitie en praktijk participatieniveaus
In de vragenlijst is de professionals gevraagd welke ambitie de organisatie heeft met betrekking tot
bewonersparticipatie. Deze hebben ze aan kunnen duiden aan de hand van de participatieladder die
in het theoretisch kader is besproken in paragraaf 2.2. Vervolgens is ook gevraagd naar de niveaus
die in de praktijk worden toegepast. De resultaten zijn in figuur 4 naast elkaar gelegd.
Ambitieniveau Aantal Percentage Missing
Informeren 16 84% 1
Raadplegen 17 90% 1
Adviseren 18 95% 1
Coproduceren 12 63% 2
Meebeslissen 9 47% 1
Zelforganisatie door bewoners 4 21% 1
Praktijkniveau Aantal Percentage Missing
Informeren 16 84% 0
Raadplegen 18 95% 0
Adviseren 19 100% 0
Coproduceren 9 47% 0
Meebeslissen 7 37% 0
Zelforganisatie door bewoners 3 16% 0 Figuur 4: Ambitie en praktijk participatieniveaus / Respons = 19
Duidelijk blijkt dat in de laagste drie niveaus, de ambities en de praktijk goed op elkaar aansluiten.
Daarnaast is ook te zien dat wanneer de bewoner meer betrokken moet worden (hoogste drie
niveaus), de praktijk achterblijft bij de ambities.
Ook blijkt dat 84% van de ondervraagden het oneens is met de stelling dat participatie slechts een
‘rituele dans’ is die er nu eenmaal bij hoort. 90% van deelnemers is het geheel of enigszins eens met
de stelling dat het in een vernieuwingstraject goed is om meerdere niveaus van participatie te
combineren.
Pagina 16
Participatie als sleutel tot succes
4.1.3 Verschil officiële kaders en praktijk
Uit de uitkomsten van de vragenlijst blijkt dat de mate waarin de alledaagse participatiepraktijk
verschilt van het officiële participatiebeleid erg klein is (figuur 5). Voor alle categorieën geeft de
grootste groep deelnemers aan dat de praktijk nauwelijks verschilt van het beleid. Op vlakken
‘inbreng van participanten’, ‘de besluitvormingsstructuur’ en ‘de communicatie’ zegt nog wel 25%
dat de praktijk redelijk verschilt van het participatiebeleid.
Aspecten van participatie Aantallen Volledig Redelijk Nauwelijks Niet Missing
Inbreng van participanten 0/4/8/4 0% 25% 50% 25% 3
De besluitvormingsstructuur 0/4/10/2 0% 25% 63% 13% 3
De werkwijzen 0/3/10/3 0% 19% 63% 19% 3
De communicatie 0/4/9/3 0% 25% 56% 19% 3
De realisatie van de ambitie 0/2/10/3 0% 13% 67% 20% 4 Figuur 5: Verschil officiële kader en praktijk / Respons = 19
Daarentegen blijkt dat 45% van ondervraagden in de praktijk regelmatig, geheel of enigszins afwijkt
van officiële kaders. Ook geeft 39% van de deelnemers aan de er in de praktijk te weinig naar hen
geluisterd wordt bij het vaststellen van officiële participatiekaders. Wel vindt 89% dat de belangen en
behoeften van bewoners niet of nauwelijks over het hoofd gezien worden bij het vaststellen van
deze kaders.
4.1.4 Situatiegebonden werkmethoden
In de vragenlijst is aan de professionals twee situaties voorgelegd, waarbij ze gevraagd is om aan te
geven welke werkmethoden ze in deze situaties zouden gebruiken. De eerste situatie is een
wijkvernieuwingsproject waarbij de belangen van de inwoners verschillen. De tweede situatie heeft
betrekking op een wijk waarbij gesignaleerd is dat de tevredenheid van bewoners daalt. In figuur 6 is
aangegeven welke werkmethoden ze in deze situaties zouden toepassen.
Werkmethoden Aantal Situatie 1 Aantal Situatie 2 Missing
Wijkanalyse 11 58% 10 53% 0/0
Wijkschouw 4 21% 13 68% 0/0
Wijkvisie 12 63% 4 21% 0/0
Wijkraadpleging 8 42% 7 37% 0/0
Wijkonderzoek 10 53% 15 79% 0/0
Ontwerpatelier 9 47% 1 5% 0/0
Inspraakavonden 11 58% 6 32% 0/0
Bewonersbijeenkomsten 16 84% 18 95% 0/0
Tafelgesprekken 11 58% 8 42% 0/0
Klankbordgroep 13 68% 9 47% 0/0
Wijkverkiezingen 2 11% 2 11% 0/0
Informatiekrant 15 79% 6 32% 0/0
Wijkkantoor 8 42% 4 21% 0/0
Anders 2 11% 3 16% 17/15 Figuur 6: situatiegebonden werkmethoden / Respons = 19
Het blijkt dat in beide situaties er veel spreiding zit in de methoden die de professionals zouden
kiezen in de aangereikte situaties. In situatie 1 blijkt dat de grootste groepen kiezen voor
bewonersbijeenkomsten, klankbordgroepen en wijkvisies. De professionals zijn dus gericht op visie,
meedenken en het ontwerpen van oplossingen. In situatie 2 wordt er voornamelijk gekozen voor
bewonersbijeenkomsten, wijkonderzoeken en een wijkschouw. Dit is dus meer een
onderzoeksbenadering.
Pagina 17
Participatie als sleutel tot succes
Daarnaast geeft 83% van de professionals aan dat ze meer zouden willen experimenteren met
nieuwe vormen van participatie. Ook vindt meer dan de helft (56%) dat collega’s in het werkveld te
weinig gebruik maken van verschillende participatiemethoden. Hieronder vallen alle professionals
die zich bezighouden met participatie.
4.1.5 Effectiviteit participatie
De deelnemers is gevraagd wat er geëvalueerd wordt met betrekking tot het participatieproces. 78%
van de ondervraagden geeft aan dat participatietrajecten tussentijds niet op voortgang worden
geëvalueerd. 77% geeft daarnaast wel aan dat er na afloop van het project een evaluatie plaatsvindt
naar hoe het proces is verlopen. Op effect wordt er veel minder geëvalueerd. Slechts 44% geeft aan
hierop te evalueren. In 65% van de gevallen leiden evaluatieresultaten uit het participatietraject tot
bijstelling van beleid en de praktijk.
Daarnaast is ook onderzocht op welke manier de professionals de effectiviteit van participatie meten.
Hoe dit gebeurt, is afgebeeld in figuur 7.
Indicatoren effectiviteit Aantal Percentage Missing
Prestatie-indicatoren 1 6% 1
Opkomsten bij bijeenkomsten 10 56% 1
Klachtenregistratie 11 61% 1
Tevredenheid bewoners 15 83% 1
Tevredenheid betrokkenen 10 56% 1
Registratie deelname projecten 8 44% 1 Figuur 7: Meten effectiviteit participatie / Respons = 19
Opvallend is dat voornamelijk de tevredenheid van bewoners bij veel professionals een belangrijk
instrument is om de effectiviteit van participatie te meten. Verder is 61% van de respondenten het
helemaal of enigszins eens met de stelling dat de effecten van participatie op lange termijn moeilijk
te meten zijn.
4.1.6 Kritische succesfactoren
Van de ondervraagden is 100% het er mee eens, dat participatie van bewoners tot succesvollere
projecten leidt. Verder is 84% het enigszins of helemaal eens met de constatering dat
sociaaleconomische kenmerken van bewoners het succes van participatie bepalen.
Uit de open vragen hebben de deelnemers zelf hun eigen kritische succesfactoren kunnen
benoemen. Hier komen zaken aan bod als eerlijke behandeling, transparantie, stellen van heldere
kaders en realistische ambities.
4.1.7 Ervaringen professional
Ook hebben de professionals aangegeven wat in hun praktijk de grootste successen waren, maar ook
wat voor problemen heeft gezorgd. Aangegeven wordt dat een professional geen valse
verwachtingen moet scheppen bij de cliënten. Ook blijkt dat ze veel voldoening halen uit situaties
waarin de afstand tussen klant en professional zo klein mogelijk is en de klant gestimuleerd wordt
om een actieve rol te spelen in het proces. Je eigen visie doordrukken en een dubbele agenda voeren
kan in de praktijk in grote mate succes in de weg staan.
Pagina 18
Participatie als sleutel tot succes
4.1.8 Rol gebiedsontwikkelaar
In figuur 8 is te zien hoe belangrijk de gebiedsontwikkelaar verschillende voorgelegde eigenschappen
vindt voor succesvolle bewonersparticipatie. Er springen hier een aantal zaken uit die als erg
belangrijk zijn gewaardeerd. Dit zijn de eigenschappen sociaalcommunicatief, betrouwbaar, positief
denkend en verbindend. Aan de andere kant vallen er ook eigenschappen op doordat de professional
deze juist niet belangrijk vindt. Dit zijn bijvoorbeeld vasthoudend, vernieuwend en loyaal.
Eigenschappen Aantallen Onbelangrijk Nauwelijks Enigszins Belangrijk Missing
Sociaalcommunicatief 0/0/1/18 0% 0% 5% 95% 0
Analytisch 0/2/8/9 0% 11% 42% 47% 0
Stressbestendig 0/1/10/8 0% 5% 53% 42% 0
Betrouwbaarheid 0/0/1/18 0% 0% 5% 95% 0
Loyaal 0/4/7/8 0% 21% 37% 42% 0
Flexibel 0/1/7/11 0% 5% 37% 58% 0
Uitstraling 0/3/7/8 0% 16% 37% 47% 0
Empathisch 0/1/7/11 0% 5% 37% 58% 0
Onderhandelaar 0/0/8/11 0% 0% 42% 58% 0
Overtuigend 0/2/3/14 0% 11% 16% 74% 0
Zelfverzekerd 0/0/9/10 0% 0% 47% 53% 0
Positief denkend 0/0/5/14 0% 0% 26% 74% 0
Vernieuwend 0/2/9/7 0% 11% 50% 39% 1
Vasthoudend 1/7/7/4 5% 37% 37% 21% 0
Intuïtief 0/3/7/7 0% 18% 41% 41% 2
Verbindend 0/1/3/14 0% 6% 17% 78% 1
Durf 0/3/6/9 0% 17% 33% 50% 1
Anders 0/0/0/2 0% 0% 0% 11% 17 Figuur 8: Eigenschappen gebiedsontwikkelaar / Respons = 19
4.1.9 Leermomenten gebiedsontwikkelaar
Gebiedsontwikkelaars zijn vrij duidelijk over waar ze in het verleden van hebben geleerd. In alle
voorgestelde situaties herkennen de professionals leermomenten. Alleen op het punt van best
practices elders geeft een kwart van de ondervraagden aan dat ze hier nauwelijks van hebben
geleerd.
Leermoment Aantal Helemaal niet Nauwelijks Enigszins Helemaal Missing
Samenwerking met bewoners 0/0/7/12 0% 0% 37% 63% 0
Samenwerking met andere organisaties 0/0/9/9 0% 0% 50% 50% 1
Overleg met andere professionals 0/0/8/11 0% 0% 42% 58% 0
Eigen succesvol vernieuwingsproject 0/0/4/14 0% 0% 22% 78% 1
Eigen moeizaamvernieuwingsproject 0/0/5/14 0% 0% 26% 74% 0
Best practices van elders 0/4/10/2 0% 25% 63% 13% 3 Figuur 9: Leermomenten gebiedsontwikkelaars / Respons = 19
4.1.10 Deskundigheidsvraag
Allereerst is in kaart gebracht hoe de professionals deskundig blijven op het gebied van participatie.
De resultaten zijn hieronder in figuur 10 weergegeven. Zoals is te zien, wordt de deskundigheid het
meest op peil gehouden door intervisie met collega’s. Interne scholing wordt relatief weinig gebruikt.
Pagina 19
Participatie als sleutel tot succes
Leermethode Aantal Percentage Missing
Literatuurstudie 10 53% 0
Interne scholing 7 37% 0
Intervisie met collega's 17 90% 0
Intervisie met externen 12 63% 0
Cursussen 13 68% 0
Studiedagen 13 68% 0
Tussentijdse evaluatie 10 53% 0
Anders 1 5% 18 Figuur 10: Manieren om deskundig te blijven / Respons = 19
In aanvulling hierop geeft 68% van de respondenten aan dat ze de deskundigheid op het gebied van
participatie willen vergroten. In een vervolgvraag hebben ze ook aangegeven op welke terreinen ze
dit zouden willen doen. Deze uitkomsten staan in figuur 11 weergegeven. Professional blijken dus
voornamelijk hun deskundigheid te willen vergroten op het terrein van de verschillende
participatiemethoden. Minder enthousiast zijn ze op het gebied van vastlegging van het
participatiebeleid en beleidsvorming.
Deskundigheidsbehoefte Aantal Percentage Missing
Beleidsvorming 7 39% 1
Vastlegging participatiebeleid 4 22% 1
Toepassing participatieniveaus 7 41% 2
Verschillende participatiemethoden 11 61% 1
Evalueren participatietrajecten 10 56% 1
Persoonlijke vaardigheden 10 56% 1 Figuur 11: Behoefte vergroten deskundigheid / Respons = 19
4.1.11 Overige resultaten
In de vragenlijst zijn ook vragen opgenomen die input hebben geleverd voor het onderzoek, maar
niet direct te linken zijn aan de verschillende deelvragen. Dit zijn bijvoorbeeld controlevragen en
vragen waarmee de beantwoording van de deelvragen sterker onderbouwd kunnen worden. Met de
weergave van deze resultaten, zijn alle uitkomsten van de vragenlijst in dit onderzoeksrapport
afgebeeld.
Uit onderstaande tabel blijkt dat de professionals in 72% van de gevallen voorafgaand aan het
project doelen opstellen voor wat het participatietraject zal moeten opleveren. Een andere uitkomst
is dat het proces in 77% van de gevallen achteraf wordt gemeten en slechts in 22% van de gevallen
ook tussentijds worden gereflecteerd.
Evaluatie op proces en effect Aantallen Missing
Verwachting van traject 9 50% 1
Doelen van traject 13 72% 1
Voortgangsevaluatie 4 22% 1
Procesevaluatie 13 77% 2
Effectevaluatie 8 44% 1
Leidt tot bijstelling 11 58% 2 Figuur 12: Evaluatie proces en effectiviteit / Respons = 19 (Vraag 6)
Pagina 20
Participatie als sleutel tot succes
In tabel 13 staat afgebeeld hoe de professionals de rol van verschillende betrokken partijen bij
wijkvernieuwing beoordelen. Zo is te zien dat 95% van de ondervraagden de bewoners- of
huurdersorganisatie als een partij ziet die betrokken is bij dit traject. Ook is opvallend dat ze zich zelf
in alle gevallen als de initiatiefnemende partij ziet. In 85% van de gevallen wordt de
woningcorporatie ook als de doorslaggevende partij gezien. Gemeenten spelen ook een belangrijke
rol. Driekwart van de respondenten vindt de gemeente zowel initiatiefnemend als betrokken en
doorslaggevend. Ook wordt er aandacht besteedt aan de betrokkenheid van ongeorganiseerde
bewoners. Andere instellingen spelen volgens de ondervraagden een veel kleinere rol bij een
dergelijke wijkvernieuwing.
Partijen Aantallen Initiatiefnemend Betrokken Doorslaggevend
Ongeorganiseerde bewoners 1/15/2 5% 79% 11%
Bewoners-of huurdersorganisatie 6/18/8 32% 95% 42%
MKB 0/10/1 0% 53% 5%
Politie 0/11/0 0% 58% 0%
Gemeente 14/15/14 74% 79% 74%
Woningcorporatie 19/12/16/ 100% 63% 84%
Welzijnsinstelling 1/11/2/ 5% 58% 11%
Maatschappelijk werk 0/12/0/ 0% 63% 0%
Thuiszorg- en zorginstellig 0/9/0 0% 47% 0%
Onderwijsinstelling 0/10/0 0% 53% 0%
Projectontwikkelaars 1/6/2/ 5% 32% 11%
Beleggings-en beheermaatschappij 0/2/0 0% 11% 0%
Stedenbouwkundige en archietect 0/13/2 0% 69% 11%
Natuurorganisatie 0/5/0 0% 26% 0%
Energie- en waterbedrijven 0/4/0 0% 21% 0% Figuur 13: Rol verschillende partijen wijkvernieuwing / Respons = 19 (Vraag 11)
De vragenlijst omvat ook verschillende stellingen met betrekking tot participatie. Veel van deze
vragen zijn bij de deelvragen gebruikt, maar voor het volledige overzicht zijn alle stellingen in figuur
14 weergegeven. Opvallende uitkomsten zijn dat 100% van de respondenten het geheel of enigszins
eens is dat participatie voor een succesvol project zorgt. Daarnaast komt hier ook uit naar voren dat
het toepassen van een participatieniveau of methode per project verschillend kan zijn.
Stellingen Aantallen Geheel eens Enigszins eens Enigszins oneens Helemaal oneens Missing
Participatie zorgt voor succesvol project 15/4/0/0 79% 21% 0% 0% 0
Sociaaleconomische kenmerken bewoners zorgen voor succes 0/13/3/3 0% 68% 16% 16% 0
Organisaties passen participatie toe uit eigen belang 1/9/7/2 5% 47% 37% 11% 0
Betrokkenen vernieuwingsproject zitten vaak niet op één lijn 3/9/5/2 16% 47% 26% 11% 0
Alle bewoners kunnen hoogste niveau van participatie aan 1/1/9/8 5% 5% 47% 42% 0
Participatie is een rituele dans die er nu eenmaal bij hoort 1/2/6/10 5% 11% 32% 53% 0
Hogere participatie zorgt voor verlies sturingskracht organisatie 0/3/5/11 0% 16% 26% 58% 0
Bij vernieuwingtraject verschillend niveaus participatie combineren 8/9/2/0 42% 47% 11% 0% 0
Het verschilt per project welk niveau van participatie effectief is 12/7/0/0 63% 37% 0% 0% 0
Hoe hoger betrokkenheid bewoners, hoe beter kwaliteit oplossing 6/9/3/1 32% 47% 16% 5% 0
Frequente afwijking officiële kaders tijdens participatie 3/5/9/1 16% 28% 50% 6% 1
De huidige kaders en richtlijnen van participatie sluiten naadloos aan 1/13/4/0 6% 72% 22% 0% 1
Professionals worden te weinig betrokken bij vaststellen kaders 1/6/10/1 6% 33% 56% 6% 1
Belangen en behoeften bewoners niet meegewogen in kaders 0/2/9/7 0% 11% 50% 39% 1
Behoefte om te experimenteren met nieuwe vormen van participatie 5/10/3/0 28% 56% 17% 0% 1
Externe professionals maken te weinig gebruik van participatiemethoden 2/8/5/3 11% 44% 28% 17% 1
De effecten van participatie zijn op lange termijn moeilijk te meten 2/9/6/1 11% 50% 33% 6% 1
Participatie is de enige manier om draagvlak voor een project te krijgen 7/2/10/0 37% 11% 53% 0% 0
Participatie moet altijd door een professional worden geleid 4/5/9/1 21% 26% 47% 5% 0 Figuur 14: Stellingen m.b.t. participatie / Respons = 19 (Vraag 12)
Pagina 21
Participatie als sleutel tot succes
Ten slotte staan in figuur 15 aspecten opgenoemd die professionals in de praktijk belangrijk zouden
kunnen vinden met betrekking tot participatie. De waardering van de ondervraagden levert
duidelijke uitkomsten op. Zo valt op dat voornamelijk consensus over het groepsbelang, het
managen van verwachtingen en de kleine afstand tussen professional en bewoners als erg belangrijk
worden ervaren. Dit komt sterk overeen met de eerdere uitkomsten van het onderzoek. Dit kan dan
ook als versterking van deze constateringen worden gebruikt.
Aspect Aantal Onbelangrijk Nauwelijks Enigszins Belangrijk Missing
Enthousiaste groep betrokkenen 0/0/9/10 0% 0% 47% 53% 0
Consensus over groepsbelang 0/1/6/12 0% 5% 32% 63% 0
Voldoende financiële middelen 0/3/10/6 0% 16% 53% 32% 0
Voldoende urgentie project 0/4/6/9 0% 21% 32% 47% 0
Sociale cohesie 0/3/6/10 0% 16% 32% 53% 0
Kleine afstand professional/bewoner 0/2/5/12 0% 11% 26% 63% 0
Geen tijdsdruk 3/5/9/2 16% 26% 47% 11% 0
Voldoende projectkennis bewoner 0/0/11/8 0% 0% 58% 42% 0
Vrije ruimte initiatieven 0/4/7/8 0% 21% 37% 42% 0
Deskundigheid professional 0/3/7/8 0% 17% 39% 44% 1
Reflectiemomenten betrokkenen 0/2/7/8 0% 12% 41% 47% 2
Managen van verwachtingen 0/0/6/12 0% 0% 33% 67% 1
Anders 1 0/0/0/4 0% 0% 0% 100% 15
Anders 2 0/0/1/1 0% 0% 50% 50% 17 Figuur 15: Belangrijke aspecten participatiepraktijk / Respons = 19 (Vraag 14)
4.2 Beantwoording deelvragen
Nu de resultaten bekend zijn kunnen de verschillende deelvragen worden beantwoord. In deze
paragraaf zal elke deelvraag afzonderlijk behandeld worden. Alle antwoorden op de deelvragen
zullen uiteindelijk leiden tot de beantwoording van de twee hoofdvragen binnen dit onderzoek en
het uitwerking van de doelstelling. Deze zullen in de conclusie worden behandeld.
Deelvraag 1.1: Hoe is bewonersparticipatie bij gemeenten en corporaties in Noord-Nederland
officieel vastgelegd?
In nagenoeg alle gevallen leggen corporaties de bewonersparticipatie formeel vast. Dit gebeurt
voornamelijk in het BBSH en de Overlegwet. Dit was te verwachten, omdat beiden wettelijk verplicht
zijn. Daarom is het enigszins opmerkelijk dat op deze categorieën geen 100% score is behaald door
de corporaties. Als we kijken naar de aspecten die vastgelegd worden dan valt het op dat evaluatie
en rapportage het minst vaak wordt vastgelegd. Het is belangrijk om als organisatie te leren van het
participatietraject door vastlegging van evaluaties. De professionals geven dan ook aan, dat ze dit
onderdeel teveel missen in hun werkzaamheden.
Deelvraag 1.2: Hoe denken gebiedsontwikkelaars over (de verschillende niveaus van)
bewonersparticipatie?
De professionals geven aan dat het, wat hen betreft belangrijk is om binnen een vernieuwingstraject
gebruik te maken van verschillende en gecombineerde niveaus van participatie. Participatie wordt
heel serieus genomen en als noodzakelijk gezien om een vernieuwingstraject tot een succes te
maken. Echter als er wordt gekeken naar het ambitieniveau van de organisaties waarin deze
professionals opereren, blijkt dat het overgrote merendeel informeren, raadplegen en adviseren als
hoogste ambitie te hebben. Dit zijn de laagste niveaus waarbij de bewoners het minst betrokken
worden bij, door de corporatie geïmplementeerde, veranderingen. De ambitie van de corporatie en
de professional blijken dus niet volledig te worden gedeeld.
Pagina 22
Participatie als sleutel tot succes
Deelvraag 1.3: Welk niveau van bewonersparticipatie wordt toegepast door
gebiedsontwikkelaars?
Ook in de praktijk geven de organisaties een duidelijke voorkeur aan de niveaus informeren,
raadplegen en adviseren. In de mindere mate wordt er gebruik gemaakt van coproduceren,
meebeslissen en zelforganisatie door bewoners. Opvallend is dat iedereen in de praktijk zich laat
adviseren door bewoners. Ook kan er geconstateerd worden dat op alle niveaus de ambitie van de
organisatie hoger is dan de huidige praktijk. Dit komt overeen met de constatering dat de
professionals de afstand met de bewoner willen verkleinen.
Deelvraag 1.4: Is er verschil tussen de officiële kaders voor bewonersparticipatie en de praktijk van
alledag?
Het blijkt dat er in zijn totaliteit weinig verschil is tussen de praktijk en de officiële kaders van
participatie. Deze zouden dus goed op elkaar aan moeten sluiten. Maar bijna de helft van de
ondervraagden geeft toch aan vrij regelmatig van het vastgelegde beleid af te wijken. Dit kan
verklaard worden doordat er door een substantiële groep wordt aangegeven dat er in de praktijk te
weinig naar hun mening wordt geluisterd bij het vaststellen van de officiële participatiekaders.
Deelvraag 1.5: Welke werkmethoden gebruiken de gebiedsontwikkelaars voor
bewonersparticipatie?
Uit de verschillende voorlegde casussen blijkt dat gebiedsontwikkelaars de werkmethoden
afstemmen op het project of de situatie die op dat moment aan de orde is. Dit kan geconcludeerd
worden, omdat voor de verschillende situaties andere methoden worden gekozen. Wel is gebleken
dat het organiseren van bewonersbijeenkomsten in verschillende situaties als een zeer effectief
middel wordt gezien. De professionals zouden nog meer in aanraking willen komen met andere
participatiemethoden, die hun werk nog effectiever zouden kunnen maken.
Deelvraag 1.6: Hoe beoordelen gebiedsontwikkelaars de effectiviteit van bewonersparticipatie?
Opvallend is dat de effectiviteit van bewonersparticipatie bijna altijd alleen na afloop van het project
wordt geëvalueerd en voornamelijk gericht is op het proces. Tussentijds wordt hier bijna in geen
geval aandacht aan besteed. Wanneer er beoordeling plaatsvindt, wordt er voornamelijk gekeken
naar de tevredenheid van de bewoners en de aantallen klachten die in een periode zijn binnen
gekomen. Prestatie-indicatoren spelen hierbij geen rol voor de professionals.
Deelvraag 1.7: Welke kritische succesfactoren (KSF’s) onderscheiden gebiedsontwikkelaars voor
vormen van bewonersparticipatie en in het bijzonder voor zelforganisatie door
bewoners?
Volgens de professionals zijn er veel factoren die meespelen bij het succesvol laten zijn van een
participatietraject. In de grootste mate wordt aangegeven dat een transparante houding en
werkwijze een zeer belangrijke rol speelt. Een eerlijke houding richting de klant, in combinatie met
het stellen van flexibele kaders, kan er voor zorgen dat de klant tevreden en betrokken raakt bij het
project. Ten slotte wordt ook vaak aangegeven dat alleen realistische ambities kunnen bijdragen aan
een goed eindresultaat. Het beloven en nastreven van dingen die onmogelijk zijn, kan alleen maar in
je nadeel gaan werken.
Pagina 23
Participatie als sleutel tot succes
Deelvraag 1.8: Welke best practices en worst practices dragen gebiedsontwikkelaars aan in het
kader van bewonersparticipatie en waarom beoordelen ze dit op deze manier?
De ondervraagden geven aan dat ze in de praktijk positieve ervaringen hebben gehad, maar ook
verschillende moeilijke momenten hebben meegemaakt waar ze van geleerd hebben. Succesvolle
ervaringen hadden meestal betrekking op het verkleinen van de afstand tussen de organisatie en de
bewoners. Dit komt naar voren in bijvoorbeeld de oprichting van een klantenpanel, organiseren
huurdersmarkt, initiatieven om bewoners huizen en verkeersborden te laten ontwerpen en het
samen formuleren van duurzaamheiddoelstellingen. De worst practices zijn in bijna alle gevallen
ontstaan door situaties waarin de eerder genoemde KSF’s niet worden nageleefd (antwoord
deelvraag 1.7). Draagvlak kan niet worden bereikt wanneer bewoners onvolledig worden
geïnformeerd en er dingen aan hen worden beloofd die je als corporatie niet waar kunt maken.
Deelvraag 2.1: Hoe zien de gebiedsontwikkelaars hun rol bij het gebruik van bewonersparticipatie?
In de rol die de gebiedsontwikkelaar zou moeten spelen, zijn er een aantal eigenschappen die hier
invloed op hebben. Naar voren is gekomen dat de professional voornamelijk sociaalcommunicatief,
betrouwbaar, positief denkend en verbindend moet zijn. Dit zijn allemaal eigenschappen die erg
gericht zijn op het contact met bewoners. Een professional die deze eigenschappen bezit, kan
makkelijker contact maken met bewoners en dit contact zal waarschijnlijk ook persoonlijker zijn door
de betrouwbaarheid. Kijken we naar het onderzoek van Jacobs, Klapwijk en Sanders (2011) dan
komen daar deze eigenschappen ook terug in het competentieprofiel van de gebiedsontwikkelaar.
Deelvraag 2.2: Wat leren gebiedsontwikkelaars van projecten met bewonersparticipatie?
De ondervraagden geven aan in heel veel situaties te leren van de projecten waar ze aan deelnemen.
Hierbij moet worden gedacht aan de samenwerking met de bewoners en moeizame projecten
waarbij de professional tegen moeilijkheden is aangelopen. Ook is aangegeven dat de kennis van
henzelf niet altijd voldoende is en dat het inschakelen van andere deskundigen hierbij een zeer
waardevolle toevoeging is. Uit projecten hebben professionals ook geleerd dat het erg belangrijk is
om open en eerlijk te zijn, duidelijke kaders te stellen en geen dubbele agenda te voeren. Houd je
doelen realistisch en pas participatie toe om de juiste redenen.
Deelvraag 2.3: Welke deskundigheidsvraag hebben gebiedsontwikkelaars ten aanzien van
bewonersparticipatie?
Uit het onderzoek is gebleken dat de professionals het belangrijk vinden om zichzelf deskundig te
houden op het gebied van participatie. Dit doen ze voornamelijk door intervisie met collega’s, maar
ook cursussen en studiedagen worden hiervoor gebruikt. Op deze manier houden ze hun kennis op
een aanvaardbaar niveau op het gebied van de verschillende participatiemethoden en de benodigde
persoonlijke vaardigheden. Dit geeft aan dat de deskundigheid op het gebied van contact met de
bewoners als het meest urgent en belangrijk wordt beoordeeld. Beleidsmatige vaardigheden worden
veel minder ontwikkeld.
4.3 Discrepantie corporatie en gemeenten
In deze paragraaf worden de resultaten van mijn medeonderzoeker Femke Klok naast de uitkomsten
van dit onderzoek gelegd. Het onderzoek is op dezelfde manier uitgevoerd, alleen richt het zich op
burgerparticipatie binnen gemeenten. De meest opvallende verschillen en overeenkomsten worden
hieronder aangegeven in de tabel. Een uitvoerige beschrijving van de resultaten op het gebied van
burgerparticipatie wordt u verwezen naar het onderzoeksrapport van Femke Klok:
‘Burgerparticipatie bij Gebiedsontwikkeling’.
Pagina 24
Participatie als sleutel tot succes
Corporatie Gemeente
Vastlegging participatie Vastlegging in BBSH en Overlegwet
meest voorkomend.
Aspecten: Voornamelijk op het gebied
van wettelijke kaders
Visiedocument en Lokaal Akkoord meest
voorkomend.
Aspecten: Voornamelijk op het gebied
van ambitieniveau van de organisatie.
Ambitie participatieniveau Informeren, raadplegen en adviseren Informeren, raadplegen en adviseren
Praktijk participatieniveau Informeren, raadplegen en adviseren Idem
Verschil officiële kaders en
praktijk
Weinig afwijking van officiële kaders en
praktijk. Wel wijkt de helft van de
ondervraagden in sommige gevallen af
van de kaders
Idem
Situatiegebonden
werkmethoden
Wijkvernieuwing:
Bewonersbijeenkomsten en
Informatiekrant meest toegepast
Afnemende tevredenheid:
Bewonersbijeenkomsten en
Wijkonderzoek meest toegepast
Wijkvernieuwing:
Idem
Afnemende tevredenheid:
Bewonersbijeenkomst en Wijkschouw
meest toegepast
Effectiviteit participatie Meest toegepaste meetmethode: Aan
de hand van bewonerstevredenheid en
registratie van het aantal klachten.
Idem
Kritische succesfactoren - Transparante en eerlijke houding
- Flexibele kaders
- Realistische ambities
- Eigen initiatatieven van burgers
- Samenwerken met professionals
- Burgers medeverantwoordelijk
maken
Ervaringen professional Do: afstand verkleinen tussen klant en
professional, stimuleren actieve houding
klant.
Don’t: valse verwachtingen scheppen,
dubbele agenda en eigen visie
doordrukken.
Do: duidelijk zijn, bewoners betrekken,
open en tijdige communicatie, afspraken
nakomen.
Don’t: valse verwachtingen scheppen, te
ingewikkeld maken en overheersen.
Rol gebiedsontwikkelaar Persoonlijkheidskenmerken:
- Sociaalcommunicatief
- Betrouwbaar
- Verbindend
Is bij wijkvernieuwing:
- 100% van de gevallen initiatiefnemer.
- 84,2% van de gevallen doorslaggevend.
Persoonlijkheidskenmerken:
- Sociaalcommunicatief
- Betrouwbaar
- Flexibel
Is bij wijkvernieuwing:
- 79,2% van de gevallen initiatiefnemer.
- 95,8% van de gevallen doorslaggevend.
Leermomenten
gebiedsontwikkelaar
Geleerd van zowel eigen succesvol als
moeizaam vernieuwingsproject en de
samenwerking met bewoners.
Leren minder van best practices elders.
Geleerd van een eigen succesvol
vernieuwingsproject en de
samenwerking met burgers.
Leren minder van overleg met andere
professionals.
Deskundigheidsvraag Deskundig door: intervisie met collega’s,
studiedagen en literatuurstudie.
Behoefte deskundigheid op gebied: van
verschillende participatiemethoden,
evaluatie participatietrajecten en
persoonlijke vaardigheden
Deskundig door: intervisie met collegae
en andere organisaties en tussentijdse
evaluatie.
Behoefte deskundigheid op gebied: van
vastlegging van participatie en het
evalueren van projecten
Figuur 12: Discrepantie corporaties en gemeenten
Pagina 25
Participatie als sleutel tot succes
Zoals is te zien in figuur 12 komen de uitkomsten van de onderzoeken met betrekking tot gemeenten
en corporaties in veel gevallen overeen. Er is andere wetgeving, maar het is opvallend dat er
bijvoorbeeld voor dezelfde participatiemethoden wordt gekozen en dat de effectiviteit van
participatie op dezelfde wijze wordt gemeten. Ook het feit dat de kritische succesfactoren en
aangegeven rollen en ambities overeenkomen geeft aan dat de wijze van participatie binnen
verschillende instellingen op dezelfde manier kan worden benaderd. Mede daarom zijn er geen
opmerkelijke verschillen te benoemen.
5. Conclusie en Discussie
In dit hoofdstuk worden de conclusies, aanbevelingen en mogelijke verbeteringen van het onderzoek
genoemd. De resultaten geven in veel gevallen een bevestigend beeld van de aspecten van
bewonersparticipatie die we in het theoretisch kader hebben besproken. Daarnaast zijn er een aantal
zaken die wel opvallend zijn en daarmee afwijken van hetgeen verwacht en bekend was. In de
discussie leest u de verschillende aanbevelingen en verbeteringen met betrekking tot dit onderzoek.
5.1 Conclusie
De inventarisatie van de ingevulde vragenlijsten en de verwerking daarvan heeft geleid tot
verschillende conclusies. Deze conclusies zullen een antwoord geven op de twee hoofdvragen van
het onderzoek.
5.1.1 Beantwoording hoofdvraag 1
Hoe wordt ‘bewonersparticipatie’ door gebiedsontwikkelaars in Noord-Nederland gezien en
toegepast?
Het is gebleken dat bewonersparticipatie door de professionals als een belangrijk en waardevol
aspect binnen hun werkzaamheden wordt gezien. Er wordt nagenoeg altijd rekening gehouden met
de wettelijke normen op dit vlak. Het onderdeel dat het minst wordt gedocumenteerd is de evaluatie
en rapportage. De professionals geven aan dit onderdeel veel te missen in hun dagelijkse
werkzaamheden. Van participatie wordt in veel gevallen gezegd dat het ‘maatwerk’ is. In meerdere
situaties wordt duidelijk dat de professionals het belangrijk vinden om verschillende en
gecombineerde niveaus van participatiemethoden toe te passen. Uit de vragenlijst blijkt ook dat de
professional meer in aanraking wil komen met andere participatiemethoden.
Als we kijken naar de ambitie van de woningcorporaties met betrekking tot participatie, blijkt dat het
merendeel informeren, raadplegen en adviseren als hoogste ambitie heeft. De hoogste niveaus van
participatie worden bijna niet nagestreefd. In de praktijk kan er geconstateerd worden dat op alle
niveaus de ambitie van de organisatie hoger is dan de huidige toepassing van deze niveaus. De meest
toegepaste niveaus zijn met uitstek informeren, raadplegen en adviseren.
Uit de beantwoording van de vragenlijst is te zien dat de helft van de respondenten in de dagelijkse
toepassing van participatie moet afwijken van de daarvoor opgestelde officiële kaders. De
professional geeft aan dat er weinig naar zijn of haar mening wordt geluisterd bij het vaststellen van
de officiële participatiekaders. Vanuit het oogpunt van de professional zal deze meer betrokken
moeten worden bij het ontwerpen van het voorgestelde participatieproces.
Pagina 26
Participatie als sleutel tot succes
Uit de open vragen met betrekking tot de succesfactoren geven professionals aan dat succesvolle
ervaringen betrekking hebben op het verkleinen van de afstand tussen de organisatie en de
bewoners. Deze ervaringen worden mogelijk gemaakt door een aantal factoren: een transparante
houding en werkwijze, het stellen van flexibele kaders, realistische ambities en een eerlijke houding.
Logischerwijs hebben de minder succesvolle ervaringen te maken met het niet naleven van deze
factoren.
5.1.2 Beantwoording hoofdvraag 2
Welke deskundigheid hebben gebiedsontwikkelaars ten aanzien van bewonersparticipatie?
Om de bovenstaande vraag te beantwoorden, hebben de professionals aan kunnen geven hoe
belangrijk zij sommige eigenschappen vinden die onderdeel kunnen zijn van hun werkzaamheden. De
belangrijkste eigenschappen uit de vragenlijst zijn volgens de professional sociaalcommunicatief,
betrouwbaar, positief denkend en verbindend. Zoals eerder aangegeven komt dit erg overeen met
eerdere onderzoeken uit kenniscentrum. Vooral de persoonlijke eigenschappen vinden de
professionals belangrijk.
Na het meewerken aan projecten waarin participatie een grote rol heeft gespeeld hebben de
professionals een zekere deskundigheid ontwikkeld. Zo geven zij aan dat het belangrijk is om open en
eerlijk te zijn, duidelijke kaders te stellen en geen dubbele agenda’s te hebben. Participatie moet
realistisch en om de juiste redenen uitgevoerd worden. Het meeste wordt er geleerd van de
intervisies met collega’s, maar regelmatig wordt er aan cursussen en studiedagen gedaan. Een
meerderheid heeft ook behoefte aan meer deskundigheid. De meeste kiezen voor meer
deskundigheid op het gebied van participatiemethoden en de ontwikkeling van hun persoonlijke
vaardigheden.
5.2 Discussie
In deze paragraaf zullen aanbevelingen worden gedaan voor betrokken partijen met betrekking tot
participatie in dit onderzoek. Dit gebeurt aan de hand van opmerkelijke uitkomsten van het
onderzoek. Ook zal er kritisch gekeken worden naar de verbeteringen en mogelijke aanvullingen van
dit onderzoek.
5.2.1 Aanbevelingen voor corporatie
Het is gebleken dat er in de huidige praktijk te weinig informatie-uitwisseling plaatsvindt. De
evaluaties en rapportages na projecten worden te weinig vastgelegd en niet erg frequent toegepast.
Ook lijkt het erop dat er te weinig onderling contact is tussen de verschillende gebiedsontwikkelaars
om kennis en ervaringen uit te wisselen. Dit kan in de praktijk zorgen voor situaties waarin de kennis
niet voldoende is om een succesvol project uit te kunnen voeren. Evaluaties van andere projecten en
een kennisnetwerk kunnen ervoor zorgen dat er voor veel meer situaties een passend traject en
methode kan worden ontwikkeld. Wanneer corporaties, gemeenten en andere private instellingen
hun krachten bundelen en samen een database kunnen opzetten met daarin al deze informatie
kunnen ze samen hun dienstverlening verbeteren.
In de literatuur, die in het theoretisch kader is weergegeven, wordt aangegeven dat er naar een
hoger niveau van participatie moet worden gestreefd. Hierin krijgen de bewoners meer
verantwoordelijkheden en moeten ze meer zelfredzaam worden. Het is daarom erg opvallend om te
zien dat de corporaties dit in hun werkzaamheden niet ambiëren. De hoogste niveaus van
participatie worden momenteel bijna niet toegepast. Dit is een opmerkelijke constatering omdat de
overheid juist bezig is met een campagne om de betrokkenheid van bewoners te stimuleren (niveau
Pagina 27
Participatie als sleutel tot succes
meebeslissen op de participatieladder). Een voorbeeld hiervan is de brief die minister Donner van
Binnenlandse Zaken aan de Eerste Kamer heeft gestuurd op het terrein van versterking en
vernieuwing van bewonersparticipatie (www.rijksoverheid.nl). Hierin wordt gepleit voor een
professionelere opzet van de huurdersorganisatie, zodat deze groep beter en actiever betrokken
wordt bij de eigen wijk. De overheid en de corporaties zitten hier dus duidelijk niet op één lijn voor
wat betreft de respondenten van dit onderzoek. Het is belangrijk dat er tussen overheid en deze
corporaties meer afstemming plaatsvindt, voordat dit beleid wordt gecommuniceerd richting de
bewoners.
Professionals geven aan meer in aanraking te willen komen met andere participatiemethoden. In
Groningen is sprake van een intensieve samenwerking tussen de gemeente en corporaties. Deze
leggen zij vast in het eerder besproken Lokaal Akkoord. Dit is een voorbeeld van hoe verschillende
aspecten zoals wijkvernieuwing, woonruimteverdeling en de huisvesting van de kwetsbare groepen
wordt besproken en duidelijke afspraken worden vastgelegd met betrekking tot de verdeling van
verschillende taken van deze instellingen. Ook worden hier afspraken gemaakt over het
experimenteren met nieuwe impulsen voor de participatie in deze regio. Een grote groep van de
ondervraagden werkt dus al met dit akkoord, maar lang niet allemaal. De samenwerking en de
vastlegging kunnen ervoor zorgen dat er kennisdeling plaatsvindt en dat er wordt geïnvesteerd in
nieuwe participatievormen. Het is aan te bevelen om deze vorm toe te passen voor een effectievere
en vernieuwende participatie van bewoners (www.kei-centrum.nl).
De laatste aanbeveling voor de corporaties heeft betrekking op de discrepantie van de officiële
kaders van bewonersparticipatie en de dagelijkse toepassing van die kaders in de praktijk. Het blijkt
dat ongeveer de helft van de ondervraagden vrij regelmatig afwijkt van deze kaders. De verklaring
hiervoor kunnen we vinden in het luisteren naar de uitvoerende professional. Deze geeft aan dat er
weinig naar zijn of haar mening wordt geluisterd bij het vaststellen van de officiële
participatiekaders. De discrepantie kan worden teruggevonden in de ambitie van professional en die
van de corporatie. De professional geeft aan dat het belangrijk is om binnen vernieuwingstrajecten
gebruik te maken van verschillende en gecombineerde niveaus van participatie, terwijl de corporatie
informeren en raadplegen als hoogste ambitieniveaus heeft. Deze persoon heeft namelijk wel de
praktijkervaringen en staat het dichtst bij de bewoner. Deze kan dus als geen ander aangeven op
welke punten de officiële kaders tekortschieten en zouden moeten worden aangepast. Verder is het
een aandachtspunt of alles vast kan worden gelegd of dat er in de praktijk genoeg ruimte aan de
gebiedsontwikkelaar moet worden gegeven om zelf een passende procedure te vormen en uit te
voeren.
5.2.2 Aanbevelingen kenniscentrum
In deze paragraaf worden ook de verschillende aanbevelingen gedaan voor toekomstig onderzoek en
in het bijzonder voor het onderzoekstraject van ‘Het succes van de gebiedsontwikkelaar’.
Er kan gesteld worden, dat de belangrijkste vragen met betrekking tot bewonersparticipatie en hoe
deze toegepast wordt binnen de ondervraagde corporaties beantwoord zijn. Echter blijft er nog de
vraag hoe de participatie beleefd en gezien wordt door de bewoners zelf. Het beeld over participatie
is op dit moment die van de negentien ondervraagde professionals. De bewoner zou ook aan het
woord moeten worden gelaten om de discrepantie en de overeenstemmingen aan te kunnen duiden
voor een nog effectievere participatie.
Voor het vervolgtraject van ‘Het succes van de gebiedsontwikkelaar’ is het van belang om meer de
diepte in te gaan met de huidig ondervraagde professionals. De medewerkers hoeven dus niet
traditioneel alleen bij een gemeente of een corporatie te werken. Deze werken namelijk ook bij
verschillende project- en adviesbureaus. Dit zou kunnen door een groot aantal interviews af te
Pagina 28
Participatie als sleutel tot succes
nemen met professionals, waarbij de nadruk ligt op de toepassing van de sociaalfysieke
gebiedsontwikkeling. Zo kan er een beter beeld gevormd worden van participatie. Dit onderzoek
geeft een overzicht van huidige situatie en de keuzes die corporaties hierin maken, maar de
motivatie hierachter ontbreekt, waardoor de gedachte achter de keuzes verloren gaat.
Een beperkend element binnen dit onderzoek is dat er bij de keuze voor een vragenlijst te weinig
ruimte voor de professional is om zelf dingen aan te dragen die niet worden behandeld in de
vragenlijst . De vragen zijn veelal gesloten en vooraf bepaald. Zo kan het zijn dat er binnen het
onderzoek bepaalde aspecten van participatie niet worden benoemd. Dit is een risico, maar in dit
geval noodzakelijk om de grote hoeveelheid informatie te verwerken. In een vervolgonderzoek zou
het daarom goed zijn om te kiezen voor interviews, waarbij een nog vollediger beeld van de
participatiepraktijk kan worden gegeven. Ook kan er gedacht worden aan het meelopen met een
volledig participatietraject. Op deze manier kunnen de uitkomsten getoetst worden en kan er meer
betekenis aan worden gegeven. Dit kan een gedetailleerd beeld opleveren over welke beslissingen er
in elke fase van een participatietraject worden genomen en welke denkwijze hierachter zit.
Pagina 29
Participatie als sleutel tot succes
Literatuurlijst
Blokland-Potters, T. (1998) Wat stadsbewoners bindt. Sociale relaties in een achterstandswijk.
Kampen: Kok-Agora.
De Contextschool (maart 2011). ‘Het Möte-model; buurteconomie’. Geraadpleegd op 20 maart 2011,
op http://decontextschool.blogspot.com/2011/02/het-mote-model-buurteconomie.html
De sociale media manager (maart, 2011). ‘De X-factor in bewonersparticipatie’. Geraadpleegd op 20
maart 2011 op http://www.socialmedia-manager.nl/page5.html
Dinjens, M. (2010) Inventarisatiedocument. Burgerparticipatie in de lokale politiek. Instituut voor
publiek en politiek Amsterdam
Gijp, B. van der, (2004). Randvoorwaarden die verschuiving van projectontwikkeling naar
gebiedsontwikkeling mogelijk maken. Scriptie MRE, Amsterdam School of Real Estate.
Jacobs, B., Klapwijk, R. & Sanders, S. (2011) Competentieprofielen Gebiedsontwikkelaar bij
Gemeenten en Corporaties. Hanzehogeschool Groningen
Kenniscentrum Gebiedsontwikkeling NoorderRuimte (2010). RAAK-document: Het succes van de
gebiedsontwikkelaar. Hanzehogeschool Groningen.
Pröpper, I. & Steenbeek, D. (1999) De aanpak van interactief beleid: elke situatie is anders. Bussum:
Cautinho
Roeloffzen, J.F.T. (2004). Een procesaanpak voor integrale gebiedsontwikkeling, een haalbare
Kaart? Delft: TNO.
Rijksoverheid (april,2011). ‘Bevordering diversiteit in huurderorganisaties’. Geraadpleegd op 5 juni
2011, www.rijksoverheid.nl/bestanden/documenten-en-
publicaties/kamerstukken/2011/04/04/kamerbrief-bevordering-van-diversiteit-in-
huurdersorganisaties/kamerbrief-bevordering-van-diversiteit-in-huurdersorganisaties.pdf
Tonkens, E. (2009). Tussen onderschatten en ondervragen, actief burgerschap en activerende
organisaties in de wijk. Amsterdam: Uitgeverij SUN.
Verreck, K. & Wijffels, K. (2004) Zet een boom op in de wijk, over bewonersparticipatie en
duurzaamheid. Den Haag: Dienst Stadsbeheer.
Wolting, B. (2006). PPS en gebiedsontwikkeling. (pp. 17-40) Den Haag: Sdu Uitgevers.
Weerd, R. van der, (2007). Organisatiemodellen voor gebiedsontwikkeling. Essay, Universiteit van
Twente & Amsterdam School of Real Estate.
Pagina 30
Participatie als sleutel tot succes
BIJLAGE I Vragenlijst
Vragenlijst
Participatie bij sociaalfysieke
gebiedsontwikkeling
Pagina 31
Participatie als sleutel tot succes
Uw beleid voor participatie
1. Is participatie formeel vastgelegd in uw organisatie? Ja Nee
2. In welk(e) document(en) heeft u de participatie vastgelegd?
a) Participatie visiedocument Ja Nee
b) Participatiebeleid conform de VNG Ja Nee
c) Participatieverordening Ja Nee
d) Participatie handleiding Ja Nee
e) Lokaal akkoord Ja Nee
f) Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH) Ja Nee
g) Wet op het Overleg Huurders-Verhuurder (Overlegwet) Ja Nee
h) Anders, namelijk:
..………………………………………………………………………………………………………………………………………………
3. Welke aspecten van participatie zijn formeel vastgelegd?
a) Wettelijk kader van participatie Ja Nee
b) Organisatievisie op participatie Ja Nee
c) Ambitieniveau voor participatie Ja Nee
d) Verantwoordelijkheden en bevoegdheden van partijen Ja Nee
e) Besluitvormingsstructuur Ja Nee
f) Organisatievorm (project- of werkgroepen, commissies, raden etc.) Ja Nee
g) Communicatiestructuur Ja Nee
h) Evaluatie en rapportage over participatie Ja Nee
i) Anders,namelijk:
……………………………………………………………………………………………………………………………………….………………
Pagina 32
Participatie als sleutel tot succes
Participatieniveaus
De participatieladder (Pröpper en Steenbeek) onderscheidt participatie op zes niveaus:
1. Informeren – de bewoners worden geïnformeerd zonder eigen inbreng;
2. Raadplegen - de bewoners worden geraadpleegd; het is niet vastgelegd wat met deze
inbreng wordt gedaan;
3. Adviseren - de bewoners adviseren en hun adviezen worden meegenomen in de
besluitvorming;
4. Coproduceren – bewoners werken samen in de planvorming (voor beheer en ontwikkeling).
Alle partijen zijn gelijkwaardig en dragen evenredig bij.
5. (Mee)beslissen - de bewoners beslissen mee in beleid en uitvoering. De
beslissingsbevoegdheden zijn formeel vastgelegd.
6. Zelforganisatie door bewoners - Bewoners regisseren hun eigen woon- en leefomgeving. Ze
dragen verantwoordelijkheid voor de uitvoering, ook financieel.
4. Welke ambitie heeft uw organisatie ten aanzien van het niveau van participatie?
a) Informeren Ja Nee
b) Raadplegen Ja Nee
c) Adviseren Ja Nee
d) Coproduceren Ja Nee
e) Meebeslissen Ja Nee
f) Zelforganisatie door bewoners Ja Nee
5. Welke participatieniveaus past u in de praktijk toe?
a) Informeren Ja Nee
b) Raadplegen Ja Nee
c) Adviseren Ja Nee
d) Coproduceren Ja Nee
e) Meebeslissen Ja Nee
f) Zelforganisatie door bewoners Ja Nee
Pagina 33
Participatie als sleutel tot succes
6. Wat evalueert u van het proces en het effect van participatie?
a) Worden de verwachtingen voorafgaand aan een
participatietraject in kaart gebracht? Ja Nee
b) Stelt u doelen op voor wat het participatietraject
moet opbrengen? Ja Nee
c) Worden participatietrajecten tussentijds op voortgang
geëvalueerd? Ja Nee
d) Worden participatietrajecten achteraf op proces
geëvalueerd? Ja Nee
e) Worden participatietrajecten achteraf op effecten
geëvalueerd? Ja Nee
f) Leiden evaluatieresultaten uit het participatietraject tot bijstellingen
voor beleid en de praktijk? Ja Nee
7. Hoe meet u het effect van participatie? Aan de hand van:
a) Een registratiesysteem met een set van prestatie-indicatoren Ja Nee
b) Het bijhouden van de aantallen bewoners bij bijeenkomsten Ja Nee
c) Het registreren van klachten Ja Nee
d) Het meten van tevredenheid onder de bewoners Ja Nee
e) Het meten van tevredenheid onder alle betrokkenen Ja Nee
f) Het registreren van deelname van bewoners aan nieuwe projecten Ja Nee
g) Anders namelijk, ……………………………………………………………………………………………………………………
Pagina 34
Participatie als sleutel tot succes
Beleid en praktijk
8. In welke mate verschilt de alledaagse participatiepraktijk van het officiële participatiebeleid?
Ten aanzien van…..
Volledig Redelijk Nauwelijks Niet
a) de inbreng van participanten
b) de besluitvormingsstructuur
c) de werkwijzen
d) de communicatie
e) de realisatie van de ambitie
9. Kunt u in steekwoorden uw eigen ervaringen aangeven voor ……
a) Wat is uw grootste succes met betrekking tot een participatietraject geweest en waarom?
b) Welk advies heeft u voor participatietrajecten?
Don’t:
����
Do:
����
Pagina 35
Participatie als sleutel tot succes
Participatiemethoden in de praktijk
10. Hieronder worden twee praktijksituaties beschreven. Kunt u aangeven welke participatie-
methoden u zou gebruiken voor situatie 1 èn situatie 2?
Situatie 1: U bent werkzaam voor een wijk, waarin binnenkort een wijkvernieuwingsproject van
start zal gaan. U weet dat de inwoners (huurders en woningbezitters) voor hun belangen niet op
één lijn zitten.
Situatie 2: U vangt signalen op uit een wijk dat de tevredenheid van bewoners over hun
woonomgeving afneemt.
Werkmethoden
Situatie 1
Situatie 2
a) Wijkanalyse
b) Wijkschouw
c) Wijkvisie
d) Wijkraadpleging
e) Wijkonderzoek
f) Ontwerpatelier
g) Inspraakavonden
h) Bewonersbijeenkomsten
i) Tafelgesprekken
j) Klankbordgroep
k) Wijkverkiezingen
l) Informatiekrant voor bewoners
m) Wijkkantoor voor informatie en contact
n) Anders,
namelijk…………………………………………………………………………..
Pagina 36
Participatie als sleutel tot succes
11. Wat is de rol van de verschillende partijen bij wijkvernieuwing?
1) Welke partij is meestal de initiatiefnemer voor de wijkvernieuwing?
2) Welke partijen moeten in ieder geval betrokken worden bij wijkvernieuwing?
3) Welke partijen spelen bij wijkvernieuwing een doorslaggevende rol?
Initiatief-
nemend
Betrokken Doorslag-
gevend
a) Ongeorganiseerde bewoners
b) Bewoners- of huurdersorganisatie
c) Lokale midden en klein bedrijf (MKB)
d) Politie
e) Gemeente
f) Woningcorporatie
g) Welzijnsinstelling
h) Maatschappelijk werk
i) Thuiszorg- en zorginstelling
j) Onderwijsinstelling
k) Projectontwikkelaar
l) Beleggings- en beheermaatschappij
m) Stedenbouwkundige en architect
n) Natuurorganisatie
o) Energie- en waterbedrijven
Pagina 37
Participatie als sleutel tot succes
Het belang van participatie
12.
Geef per stelling aan in hoeverre u het
hiermee eens bent.
Geheel
mee eens
Enigszins
mee eens
Enigszins
Oneens
Helemaal
mee oneens
a) Participatie van bewoners en burgers zorgt
voor succesvollere projecten
b) Het succes van participatie hangt af van de
sociaaleconomische kenmerken van de
bewoners
c) Een organisatie die actieve participatie toepast
doet dit uit eigen belang
d) Betrokkenen in een wijkvernieuwingsproject
zitten voor participatie vaak niet op één lijn
e) Alle burgers / bewoners kunnen het hoogste
niveau van bewonersparticipatie, namelijk
“zelforganisatie”, aan
f) Participatie is een rituele dans die er nu
eenmaal bij hoort
g) Naarmate de participatie van burgers en
bewoners toeneemt, verliest mijn organisatie
sturingskracht
h) In een vernieuwingsproject is het goed om
meerdere niveaus van participatie te
combineren
i) Het verschilt per project welk niveau van
participatie effectief is
j) Hoe groter de betrokkenheid van bewoners
des te beter zal de kwaliteit van de oplossing
zijn
k) Tijdens het toepassen van participatie wijk ik
vaak af van de daarvoor gestelde officiële
kaders
Pagina 38
Participatie als sleutel tot succes
Geheel
mee eens
Enigszins
mee eens
Enigszins
Oneens
Helemaal
mee oneens
l)
De huidige kaders en richtlijnen van
participatie sluiten naadloos aan op mijn
dagelijkse praktijk
m) Professionals die in de wijk actief zijn, worden
te weinig betrokken en naar hun ervaringen
gevraagd bij het vaststellen van de officiële
participatiekaders
n) In de officiële participatiekaders worden de
belangen en behoeftes van bewoners over het
hoofd gezien
p) Ik zou vaker willen experimenteren met
nieuwe vormen van participatie
q) Professionals van andere organisaties maken
te weinig gebruik van participatie(methoden)
r) De effecten van participatie zijn op lange
termijn moeilijk te meten
s) Participatie is de enige manier om draagvlak
voor een project te krijgen
t) Participatie moet altijd door een professional
worden geleid
Pagina 39
Participatie als sleutel tot succes
13. Geef aan welke eigenschappen de professional moet hebben voor succesvolle participatie.
Onbelang-
rijk
Nauwelijks
belangrijk
Enigszins
belangrijk
Belangrijk
a) Sociaalcommunicatief
b) Analytisch
c) Stressbestendig
d) Betrouwbaarheid
e) Loyaal
f) Flexibel
g) Uitstraling
h) Empathisch
i) Onderhandelaar
j) Overtuigend
k) Zelfverzekerd
l) Positief denkend
m) Vernieuwend
n) Vasthoudend
o) Intuïtief
p) Verbindend
q) Durf
r) Anders namelijk……………………………………
Pagina 40
Participatie als sleutel tot succes
14. Wat vindt u belangrijk in de praktijk van participatie?
Onbelang-
rijk
Nauwelijks
belangrijk
Enigszins
belangrijk
Belangrijk
a) Enthousiaste groep betrokkenen
b) Consensus over groepsbelang
(boven individuele belangen)
c) Voldoende financiële middelen
d) Voldoende urgentie project
e) Sociale cohesie binnen gemeenschap (in
wijk of dorp)
f) Kleine afstand tussen professionals en
burgers / bewoners
g) Geen tijdsdruk
h) Voldoende kennis bij burgers en
bewoners over project
i) Vrije ruimte voor nieuwe en spontane
initiatieven
j) Multidisciplinaire deskundigheid bij
professionals
k) Tussentijdse reflectiemomenten met
alle betrokkenen
l) Het managen van verwachtingen
m) Anders, namelijk:
1. …..…………………………………………………….
2. ………………………………………………………
3. …………………………………………………………
Pagina 41
Participatie als sleutel tot succes
Deskundigheid t.a.v. burgerparticipatie
15. Geef bij onderstaande zaken aan in hoeverre u hiervan heeft geleerd.
Helemaal
niet
Nauwelijks Enigszins Helemaal
a) Het samenwerken met verschillende
groepen bewoners / burgers
b) Het samenwerken met andere
organisaties
c) Overleg met andere professionals
d) Een eigen succesvol
vernieuwingsproject
e) Een eigen moeizaam
vernieuwingsproject
f) Best practices van elders
g) Anders, namelijk:
…………………………………………………………..
16. Hoe blijft u deskundig op het gebied van participatie?
a) Literatuurstudie Ja Nee
b) Interne scholing Ja Nee
c) Intervisie met collega’s Ja Nee
d) Intervisie met medewerkers van andere organisaties Ja Nee
e) Cursussen Ja Nee
f) Studiedagen Ja Nee
g) Tussentijdse evaluatie Ja Nee
h) Anders namelijk………………………………………………………………………………………………...
Pagina 42
Participatie als sleutel tot succes
17. Heeft u behoefte om uw deskundigheid op het gebied van participatie te vergroten?
Ja
Nee U kunt verder naar vraag 19
18. Ja, namelijk op het terrein van:
a) De beleidsvorming rond participatie Ja Nee
b) Het vastleggen van het participatiebeleid Ja Nee
c) De toepassing van de verschillende participatieniveaus Ja Nee
d) De verschillende participatiemethoden Ja Nee
e) Het evalueren van participatietrajecten Ja Nee
f) Persoonlijke vaardigheden Ja Nee
19. Heeft u nog opmerkingen en ideeën over participatie, die wij voor dit onderzoek moeten
weten? Wilt u ze dan hieronder noteren?
Pagina 43
Participatie als sleutel tot succes
Uw achtergrond
a) Werkzaam bij Gemeente Corporatie
b) Uw functieomschrijving
…………………………………………………………………………….
c) Op de afdeling …………………………………………………………………………….
d) Aantal jaren werkervaring in
dit vakgebied ………… jaar
e) Relevante opleiding in het kader
van de huidige werkzaamheden …………………………………………………………………………….
f) Hoogst afgesloten opleiding Middelbaar onderwijs
MBO
HBO
Universitair
g) Geslacht Man Vrouw
h) Leeftijd: …………. jaar
Hartelijk dank voor uw medewerking!
Wilt u de resultaten uit dit onderzoek te zijner tijd ontvangen, noteert u dan uw naam en e-
mailadres.
Naam: ……………………………………………………………………………………………….
E-mailadres: ……………………………………………………………………………………………….
Pagina 44
Participatie als sleutel tot succes
BIJLAGE II SPSS-uitkomsten gesloten vragen
Vastgelegd
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 16 84,2 88,9 88,9
nee 2 10,5 11,1 100,0
Total 18 94,7 100,0
Missing 999 1 5,3
Total 19 100,0
Visiedoc
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 5 26,3 26,3 26,3
nee 14 73,7 73,7 100,0
Total 19 100,0 100,0
VNG
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nee 19 100,0 100,0 100,0
P. verordening
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nee 19 100,0 100,0 100,0
P. handleiding
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 5 26,3 26,3 26,3
nee 14 73,7 73,7 100,0
Total 19 100,0 100,0
Lokaal akkoord
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 10 52,6 52,6 52,6
nee 9 47,4 47,4 100,0
Total 19 100,0 100,0
BBSH
Pagina 45
Participatie als sleutel tot succes
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 16 84,2 84,2 84,2
nee 3 15,8 15,8 100,0
Total 19 100,0 100,0
Overlegwet
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 15 78,9 78,9 78,9
nee 4 21,1 21,1 100,0
Total 19 100,0 100,0
Anders
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 5 26,3 100,0 100,0
Missing 999 14 73,7
Total 19 100,0
Wet. kader
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 14 73,7 73,7 73,7
nee 5 26,3 26,3 100,0
Total 19 100,0 100,0
Organisatievisie
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 9 47,4 47,4 47,4
nee 10 52,6 52,6 100,0
Total 19 100,0 100,0
Ambitieniv.
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 8 42,1 42,1 42,1
nee 11 57,9 57,9 100,0
Total 19 100,0 100,0
Verant./Bevoegd
Pagina 46
Participatie als sleutel tot succes
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 11 57,9 57,9 57,9
nee 8 42,1 42,1 100,0
Total 19 100,0 100,0
Besluitvorming
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 7 36,8 36,8 36,8
nee 12 63,2 63,2 100,0
Total 19 100,0 100,0
Organisatievorm
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 10 52,6 52,6 52,6
nee 9 47,4 47,4 100,0
Total 19 100,0 100,0
Communicatie
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 6 31,6 31,6 31,6
nee 13 68,4 68,4 100,0
Total 19 100,0 100,0
Evaluatie
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 4 21,1 21,1 21,1
nee 15 78,9 78,9 100,0
Total 19 100,0 100,0
Anders
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 1 5,3 100,0 100,0
Missing 999 18 94,7
Total 19 100,0
Informeren
Pagina 47
Participatie als sleutel tot succes
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 16 84,2 88,9 88,9
nee 2 10,5 11,1 100,0
Total 18 94,7 100,0
Missing 999 1 5,3
Total 19 100,0
Raadplegen
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 17 89,5 94,4 94,4
nee 1 5,3 5,6 100,0
Total 18 94,7 100,0
Missing 999 1 5,3
Total 19 100,0
Adviseren
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 18 94,7 100,0 100,0
Missing 999 1 5,3
Total 19 100,0
Coproduceren
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 12 63,2 66,7 66,7
nee 6 31,6 33,3 100,0
Total 18 94,7 100,0
Missing 999 1 5,3
Total 19 100,0
Meebeslissen
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 9 47,4 50,0 50,0
nee 9 47,4 50,0 100,0
Total 18 94,7 100,0
Missing 999 1 5,3
Total 19 100,0
Zelforganisatie
Pagina 48
Participatie als sleutel tot succes
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 4 21,1 22,2 22,2
nee 14 73,7 77,8 100,0
Total 18 94,7 100,0
Missing 999 1 5,3
Total 19 100,0
Informeren
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 16 84,2 84,2 84,2
nee 3 15,8 15,8 100,0
Total 19 100,0 100,0
Raadplegen
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 18 94,7 94,7 94,7
nee 1 5,3 5,3 100,0
Total 19 100,0 100,0
Adviseren
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 19 100,0 100,0 100,0
Coproduceren
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 9 47,4 47,4 47,4
nee 10 52,6 52,6 100,0
Total 19 100,0 100,0
Meebeslissen
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 7 36,8 36,8 36,8
nee 12 63,2 63,2 100,0
Total 19 100,0 100,0
Zelforganisatie
Pagina 49
Participatie als sleutel tot succes
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 3 15,8 15,8 15,8
nee 16 84,2 84,2 100,0
Total 19 100,0 100,0
Verwachting
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 9 47,4 50,0 50,0
nee 9 47,4 50,0 100,0
Total 18 94,7 100,0
Missing 999 1 5,3
Total 19 100,0
Doelen
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 13 68,4 72,2 72,2
nee 5 26,3 27,8 100,0
Total 18 94,7 100,0
Missing 999 1 5,3
Total 19 100,0
Geavalueerd
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 4 21,1 22,2 22,2
nee 14 73,7 77,8 100,0
Total 18 94,7 100,0
Missing 999 1 5,3
Total 19 100,0
Procesevaluatie
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 13 68,4 76,5 76,5
nee 4 21,1 23,5 100,0
Total 17 89,5 100,0
Missing 999 2 10,5
Total 19 100,0
Effectevaluatie
Pagina 50
Participatie als sleutel tot succes
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 8 42,1 44,4 44,4
nee 10 52,6 55,6 100,0
Total 18 94,7 100,0
Missing 999 1 5,3
Total 19 100,0
Bijstellingen
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 11 57,9 64,7 64,7
nee 6 31,6 35,3 100,0
Total 17 89,5 100,0
Missing 999 2 10,5
Total 19 100,0
PI's
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 1 5,3 5,6 5,6
nee 17 89,5 94,4 100,0
Total 18 94,7 100,0
Missing 999 1 5,3
Total 19 100,0
Bewonersaantal
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 10 52,6 55,6 55,6
nee 8 42,1 44,4 100,0
Total 18 94,7 100,0
Missing 999 1 5,3
Total 19 100,0
Klachtenregistratie
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 11 57,9 61,1 61,1
nee 7 36,8 38,9 100,0
Total 18 94,7 100,0
Missing 999 1 5,3
Total 19 100,0
Pagina 51
Participatie als sleutel tot succes
Tevredenheid bew.
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 15 78,9 83,3 83,3
nee 3 15,8 16,7 100,0
Total 18 94,7 100,0
Missing 999 1 5,3
Total 19 100,0
Tevredenheid betr.
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 10 52,6 55,6 55,6
nee 8 42,1 44,4 100,0
Total 18 94,7 100,0
Missing 999 1 5,3
Total 19 100,0
Registratie deelname
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 8 42,1 44,4 44,4
nee 10 52,6 55,6 100,0
Total 18 94,7 100,0
Missing 999 1 5,3
Total 19 100,0
Anders
Frequency Percent
Missing 999 19 100,0
Inbreng
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid redelijk 4 21,1 25,0 25,0
nauwelijks 8 42,1 50,0 75,0
niet 4 21,1 25,0 100,0
Total 16 84,2 100,0
Missing 999 3 15,8
Total 19 100,0
Besluitvorming
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Pagina 52
Participatie als sleutel tot succes
Valid redelijk 4 21,1 25,0 25,0
nauwelijks 10 52,6 62,5 87,5
niet 2 10,5 12,5 100,0
Total 16 84,2 100,0
Missing 999 3 15,8
Total 19 100,0
Werkwijze
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid redelijk 3 15,8 18,8 18,8
nauwelijks 10 52,6 62,5 81,2
niet 3 15,8 18,8 100,0
Total 16 84,2 100,0
Missing 999 3 15,8
Total 19 100,0
Communicatie
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid redelijk 4 21,1 25,0 25,0
nauwelijks 9 47,4 56,2 81,2
niet 3 15,8 18,8 100,0
Total 16 84,2 100,0
Missing 999 3 15,8
Total 19 100,0
Ambitie
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid redelijk 2 10,5 13,3 13,3
nauwelijks 10 52,6 66,7 80,0
niet 3 15,8 20,0 100,0
Total 15 78,9 100,0
Missing 999 4 21,1
Total 19 100,0
Wijkanalyse
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 11 57,9 57,9 57,9
nee 8 42,1 42,1 100,0
Total 19 100,0 100,0
Pagina 53
Participatie als sleutel tot succes
Wijkschouw
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 4 21,1 21,1 21,1
nee 15 78,9 78,9 100,0
Total 19 100,0 100,0
Wijkvisie
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 12 63,2 63,2 63,2
nee 7 36,8 36,8 100,0
Total 19 100,0 100,0
Wijkraadpleging
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 8 42,1 42,1 42,1
nee 11 57,9 57,9 100,0
Total 19 100,0 100,0
Wijkonderzoek
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 10 52,6 52,6 52,6
nee 9 47,4 47,4 100,0
Total 19 100,0 100,0
Ontwerpatelier
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 9 47,4 47,4 47,4
nee 10 52,6 52,6 100,0
Total 19 100,0 100,0
Inspraakavond
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 11 57,9 57,9 57,9
nee 8 42,1 42,1 100,0
Total 19 100,0 100,0
Bewonersbijeenkomst
Pagina 54
Participatie als sleutel tot succes
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 16 84,2 84,2 84,2
nee 3 15,8 15,8 100,0
Total 19 100,0 100,0
Tafelgesprekken
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 11 57,9 57,9 57,9
nee 8 42,1 42,1 100,0
Total 19 100,0 100,0
Klankbordgroep
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 13 68,4 68,4 68,4
nee 6 31,6 31,6 100,0
Total 19 100,0 100,0
Wijkverkiezingen
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 2 10,5 10,5 10,5
nee 17 89,5 89,5 100,0
Total 19 100,0 100,0
Infokrant
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 15 78,9 78,9 78,9
nee 4 21,1 21,1 100,0
Total 19 100,0 100,0
Wijkkantoor
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 8 42,1 42,1 42,1
nee 11 57,9 57,9 100,0
Total 19 100,0 100,0
Anders
Pagina 55
Participatie als sleutel tot succes
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 2 10,5 100,0 100,0
Missing 999 17 89,5
Total 19 100,0
Wijkanalyse
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 10 52,6 52,6 52,6
nee 9 47,4 47,4 100,0
Total 19 100,0 100,0
Wijkschouw
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 13 68,4 68,4 68,4
nee 6 31,6 31,6 100,0
Total 19 100,0 100,0
Wijkvisie
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 4 21,1 21,1 21,1
nee 15 78,9 78,9 100,0
Total 19 100,0 100,0
Wijkraadpleging
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 7 36,8 36,8 36,8
nee 12 63,2 63,2 100,0
Total 19 100,0 100,0
Wijkonderzoek
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 15 78,9 78,9 78,9
nee 4 21,1 21,1 100,0
Total 19 100,0 100,0
Ontwerpatelier
Pagina 56
Participatie als sleutel tot succes
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 1 5,3 5,3 5,3
nee 18 94,7 94,7 100,0
Total 19 100,0 100,0
Inspraakavond
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 6 31,6 31,6 31,6
nee 13 68,4 68,4 100,0
Total 19 100,0 100,0
Bewonersbijeenkomst
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 18 94,7 94,7 94,7
nee 1 5,3 5,3 100,0
Total 19 100,0 100,0
Tafelgesprekken
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 8 42,1 42,1 42,1
nee 11 57,9 57,9 100,0
Total 19 100,0 100,0
Klankbordgroep
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 9 47,4 47,4 47,4
nee 10 52,6 52,6 100,0
Total 19 100,0 100,0
Wijkverkiezing
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 2 10,5 10,5 10,5
nee 17 89,5 89,5 100,0
Total 19 100,0 100,0
Infokrant
Pagina 57
Participatie als sleutel tot succes
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 6 31,6 31,6 31,6
nee 13 68,4 68,4 100,0
Total 19 100,0 100,0
Wijkkantoor
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 4 21,1 21,1 21,1
nee 15 78,9 78,9 100,0
Total 19 100,0 100,0
Anders
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 3 15,8 75,0 75,0
nee 1 5,3 25,0 100,0
Total 4 21,1 100,0
Missing 999 15 78,9
Total 19 100,0
Ongeorganiseerd
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 1 5,3 5,3 5,3
nee 18 94,7 94,7 100,0
Total 19 100,0 100,0
Bew./huur organisatie
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 6 31,6 31,6 31,6
nee 13 68,4 68,4 100,0
Total 19 100,0 100,0
MKB
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nee 19 100,0 100,0 100,0
Politie
Pagina 58
Participatie als sleutel tot succes
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nee 19 100,0 100,0 100,0
Gemeente
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 14 73,7 73,7 73,7
nee 5 26,3 26,3 100,0
Total 19 100,0 100,0
Woningcorporatie
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 19 100,0 100,0 100,0
Welzijn
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 1 5,3 5,3 5,3
nee 18 94,7 94,7 100,0
Total 19 100,0 100,0
Maatschappelijkwerk
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nee 19 100,0 100,0 100,0
Zorg
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nee 19 100,0 100,0 100,0
Onderwijs
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nee 19 100,0 100,0 100,0
Projectontwikkelaar
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 1 5,3 5,3 5,3
nee 18 94,7 94,7 100,0
Pagina 59
Participatie als sleutel tot succes
Projectontwikkelaar
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 1 5,3 5,3 5,3
nee 18 94,7 94,7 100,0
Total 19 100,0 100,0
Beleggingsmaatsch.
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nee 19 100,0 100,0 100,0
Stedenbouwkundige
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nee 19 100,0 100,0 100,0
Natuurorg.
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nee 19 100,0 100,0 100,0
Energie en Water
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nee 19 100,0 100,0 100,0
Ongeorganiseerd
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 15 78,9 78,9 78,9
nee 4 21,1 21,1 100,0
Total 19 100,0 100,0
Bew.p/huur. orga
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 18 94,7 94,7 94,7
nee 1 5,3 5,3 100,0
Total 19 100,0 100,0
MKB
Pagina 60
Participatie als sleutel tot succes
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 10 52,6 52,6 52,6
nee 9 47,4 47,4 100,0
Total 19 100,0 100,0
Politie
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 11 57,9 57,9 57,9
nee 8 42,1 42,1 100,0
Total 19 100,0 100,0
Gemeente
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 15 78,9 78,9 78,9
nee 4 21,1 21,1 100,0
Total 19 100,0 100,0
Woningcorporatie
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 12 63,2 63,2 63,2
nee 7 36,8 36,8 100,0
Total 19 100,0 100,0
Welzijn
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 11 57,9 57,9 57,9
nee 8 42,1 42,1 100,0
Total 19 100,0 100,0
Maatschappelijkwerk
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 12 63,2 63,2 63,2
nee 7 36,8 36,8 100,0
Total 19 100,0 100,0
Zorg
Pagina 61
Participatie als sleutel tot succes
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 9 47,4 47,4 47,4
nee 10 52,6 52,6 100,0
Total 19 100,0 100,0
Onderwijs
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 10 52,6 52,6 52,6
nee 9 47,4 47,4 100,0
Total 19 100,0 100,0
Projectontwikkelaar
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 6 31,6 31,6 31,6
nee 13 68,4 68,4 100,0
Total 19 100,0 100,0
Beleggingsmaatsch.
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 2 10,5 10,5 10,5
nee 17 89,5 89,5 100,0
Total 19 100,0 100,0
Stedenbouwkundige
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 13 68,4 68,4 68,4
nee 6 31,6 31,6 100,0
Total 19 100,0 100,0
Natuurorg.
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 5 26,3 26,3 26,3
nee 14 73,7 73,7 100,0
Total 19 100,0 100,0
Energie en Water
Pagina 62
Participatie als sleutel tot succes
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 4 21,1 21,1 21,1
nee 15 78,9 78,9 100,0
Total 19 100,0 100,0
Ongeorganiseerd
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 2 10,5 10,5 10,5
nee 17 89,5 89,5 100,0
Total 19 100,0 100,0
Bew.p/huur. orga
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 8 42,1 42,1 42,1
nee 11 57,9 57,9 100,0
Total 19 100,0 100,0
MKB
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 1 5,3 5,3 5,3
nee 18 94,7 94,7 100,0
Total 19 100,0 100,0
Politie
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nee 19 100,0 100,0 100,0
Gemeente
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 14 73,7 73,7 73,7
nee 5 26,3 26,3 100,0
Total 19 100,0 100,0
Woningcorporatie
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 16 84,2 84,2 84,2
Pagina 63
Participatie als sleutel tot succes
nee 3 15,8 15,8 100,0
Total 19 100,0 100,0
Welzijn
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 2 10,5 10,5 10,5
nee 17 89,5 89,5 100,0
Total 19 100,0 100,0
Maatschappelijkwerk
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nee 19 100,0 100,0 100,0
Zorg
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nee 19 100,0 100,0 100,0
Onderwijs
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nee 19 100,0 100,0 100,0
Projectontwikkelaar
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 2 10,5 10,5 10,5
nee 17 89,5 89,5 100,0
Total 19 100,0 100,0
Beleggingsmaatsch.
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nee 19 100,0 100,0 100,0
Stedenbouwkundige
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 2 10,5 10,5 10,5
nee 17 89,5 89,5 100,0
Total 19 100,0 100,0
Pagina 64
Participatie als sleutel tot succes
Natuurorg.
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nee 19 100,0 100,0 100,0
Energie en Water
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nee 19 100,0 100,0 100,0
Succesvol
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid geheel mee eens 15 78,9 78,9 78,9
enigszins mee eens 4 21,1 21,1 100,0
Total 19 100,0 100,0
Sociaaleconomisch
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid enigszins mee eens 13 68,4 68,4 68,4
enigszins oneens 3 15,8 15,8 84,2
helemaal mee oneens 3 15,8 15,8 100,0
Total 19 100,0 100,0
Actief Part.
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid geheel mee eens 1 5,3 5,3 5,3
enigszins mee eens 9 47,4 47,4 52,6
enigszins oneens 7 36,8 36,8 89,5
helemaal mee oneens 2 10,5 10,5 100,0
Total 19 100,0 100,0
Eén lijn
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid geheel mee eens 3 15,8 15,8 15,8
enigszins mee eens 9 47,4 47,4 63,2
enigszins oneens 5 26,3 26,3 89,5
helemaal mee oneens 2 10,5 10,5 100,0
Total 19 100,0 100,0
Pagina 65
Participatie als sleutel tot succes
Zelforganisatie
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid geheel mee eens 1 5,3 5,3 5,3
enigszins mee eens 1 5,3 5,3 10,5
enigszins oneens 9 47,4 47,4 57,9
helemaal mee oneens 8 42,1 42,1 100,0
Total 19 100,0 100,0
Rituele dans
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid geheel mee eens 1 5,3 5,3 5,3
enigszins mee eens 2 10,5 10,5 15,8
enigszins oneens 6 31,6 31,6 47,4
helemaal mee oneens 10 52,6 52,6 100,0
Total 19 100,0 100,0
Sturingskracht
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid enigszins mee eens 3 15,8 15,8 15,8
enigszins oneens 5 26,3 26,3 42,1
helemaal mee oneens 11 57,9 57,9 100,0
Total 19 100,0 100,0
Niveau's combi
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid geheel mee eens 8 42,1 42,1 42,1
enigszins mee eens 9 47,4 47,4 89,5
enigszins oneens 2 10,5 10,5 100,0
Total 19 100,0 100,0
Projectafhankelijk
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid geheel mee eens 12 63,2 63,2 63,2
enigszins mee eens 7 36,8 36,8 100,0
Total 19 100,0 100,0
Betrokkenheid
Pagina 66
Participatie als sleutel tot succes
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid geheel mee eens 6 31,6 31,6 31,6
enigszins mee eens 9 47,4 47,4 78,9
enigszins oneens 3 15,8 15,8 94,7
helemaal mee oneens 1 5,3 5,3 100,0
Total 19 100,0 100,0
Offiële kaders
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid geheel mee eens 3 15,8 16,7 16,7
enigszins mee eens 5 26,3 27,8 44,4
enigszins oneens 9 47,4 50,0 94,4
helemaal mee oneens 1 5,3 5,6 100,0
Total 18 94,7 100,0
Missing 999 1 5,3
Total 19 100,0
Dagelijkse praktijk
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid geheel mee eens 1 5,3 5,6 5,6
enigszins mee eens 13 68,4 72,2 77,8
enigszins oneens 4 21,1 22,2 100,0
Total 18 94,7 100,0
Missing 999 1 5,3
Total 19 100,0
Betrokken prof.
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid geheel mee eens 1 5,3 5,6 5,6
enigszins mee eens 6 31,6 33,3 38,9
enigszins oneens 10 52,6 55,6 94,4
helemaal mee oneens 1 5,3 5,6 100,0
Total 18 94,7 100,0
Missing 999 1 5,3
Total 19 100,0
Belangen bewoners
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid enigszins mee eens 2 10,5 11,1 11,1
Pagina 67
Participatie als sleutel tot succes
enigszins oneens 9 47,4 50,0 61,1
helemaal mee oneens 7 36,8 38,9 100,0
Total 18 94,7 100,0
Missing 999 1 5,3
Total 19 100,0
Experimenteren
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid geheel mee eens 5 26,3 27,8 27,8
enigszins mee eens 10 52,6 55,6 83,3
enigszins oneens 3 15,8 16,7 100,0
Total 18 94,7 100,0
Missing 999 1 5,3
Total 19 100,0
Participatiemethoden
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid geheel mee eens 2 10,5 11,1 11,1
enigszins mee eens 8 42,1 44,4 55,6
enigszins oneens 5 26,3 27,8 83,3
helemaal mee oneens 3 15,8 16,7 100,0
Total 18 94,7 100,0
Missing 999 1 5,3
Total 19 100,0
Effect meten
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid geheel mee eens 2 10,5 11,1 11,1
enigszins mee eens 9 47,4 50,0 61,1
enigszins oneens 6 31,6 33,3 94,4
helemaal mee oneens 1 5,3 5,6 100,0
Total 18 94,7 100,0
Missing 999 1 5,3
Total 19 100,0
Draagvlak
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid geheel mee eens 7 36,8 36,8 36,8
enigszins mee eens 2 10,5 10,5 47,4
enigszins oneens 10 52,6 52,6 100,0
Pagina 68
Participatie als sleutel tot succes
Draagvlak
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid geheel mee eens 7 36,8 36,8 36,8
enigszins mee eens 2 10,5 10,5 47,4
enigszins oneens 10 52,6 52,6 100,0
Total 19 100,0 100,0
Professional geleid
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid geheel mee eens 4 21,1 21,1 21,1
enigszins mee eens 5 26,3 26,3 47,4
enigszins oneens 9 47,4 47,4 94,7
helemaal mee oneens 1 5,3 5,3 100,0
Total 19 100,0 100,0
Soc. communicatief
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid enigszins belangrijk 1 5,3 5,3 5,3
belangrijk 18 94,7 94,7 100,0
Total 19 100,0 100,0
Analytisch
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nauwelijks belangrijk 2 10,5 10,5 10,5
enigszins belangrijk 8 42,1 42,1 52,6
belangrijk 9 47,4 47,4 100,0
Total 19 100,0 100,0
Stressbestendig
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nauwelijks belangrijk 1 5,3 5,3 5,3
enigszins belangrijk 10 52,6 52,6 57,9
belangrijk 8 42,1 42,1 100,0
Total 19 100,0 100,0
Betrouwbaarheid
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Pagina 69
Participatie als sleutel tot succes
Valid enigszins belangrijk 1 5,3 5,3 5,3
belangrijk 18 94,7 94,7 100,0
Total 19 100,0 100,0
Loyaal
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nauwelijks belangrijk 4 21,1 21,1 21,1
enigszins belangrijk 7 36,8 36,8 57,9
belangrijk 8 42,1 42,1 100,0
Total 19 100,0 100,0
Flexibel
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nauwelijks belangrijk 1 5,3 5,3 5,3
enigszins belangrijk 7 36,8 36,8 42,1
belangrijk 11 57,9 57,9 100,0
Total 19 100,0 100,0
Uitstraling
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nauwelijks belangrijk 3 15,8 15,8 15,8
enigszins belangrijk 7 36,8 36,8 52,6
belangrijk 9 47,4 47,4 100,0
Total 19 100,0 100,0
Empathisch
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nauwelijks belangrijk 1 5,3 5,3 5,3
enigszins belangrijk 7 36,8 36,8 42,1
belangrijk 11 57,9 57,9 100,0
Total 19 100,0 100,0
Onderhandelaar
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid enigszins belangrijk 8 42,1 42,1 42,1
belangrijk 11 57,9 57,9 100,0
Total 19 100,0 100,0
Pagina 70
Participatie als sleutel tot succes
Overtuigend
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nauwelijks belangrijk 2 10,5 10,5 10,5
enigszins belangrijk 3 15,8 15,8 26,3
belangrijk 14 73,7 73,7 100,0
Total 19 100,0 100,0
Zelfverzekerd
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid enigszins belangrijk 9 47,4 47,4 47,4
belangrijk 10 52,6 52,6 100,0
Total 19 100,0 100,0
Positief denkend
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid enigszins belangrijk 5 26,3 26,3 26,3
belangrijk 14 73,7 73,7 100,0
Total 19 100,0 100,0
Vernieuwend
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nauwelijks belangrijk 2 10,5 11,1 11,1
enigszins belangrijk 9 47,4 50,0 61,1
belangrijk 7 36,8 38,9 100,0
Total 18 94,7 100,0
Missing 999 1 5,3
Total 19 100,0
Vasthoudend
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid onbelangrijk 1 5,3 5,3 5,3
nauwelijks belangrijk 7 36,8 36,8 42,1
enigszins belangrijk 7 36,8 36,8 78,9
belangrijk 4 21,1 21,1 100,0
Total 19 100,0 100,0
Intuïtief
Pagina 71
Participatie als sleutel tot succes
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nauwelijks belangrijk 3 15,8 17,6 17,6
enigszins belangrijk 7 36,8 41,2 58,8
belangrijk 7 36,8 41,2 100,0
Total 17 89,5 100,0
Missing 999 2 10,5
Total 19 100,0
Verbindend
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nauwelijks belangrijk 1 5,3 5,6 5,6
enigszins belangrijk 3 15,8 16,7 22,2
belangrijk 14 73,7 77,8 100,0
Total 18 94,7 100,0
Missing 999 1 5,3
Total 19 100,0
Durf
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nauwelijks belangrijk 3 15,8 16,7 16,7
enigszins belangrijk 6 31,6 33,3 50,0
belangrijk 9 47,4 50,0 100,0
Total 18 94,7 100,0
Missing 999 1 5,3
Total 19 100,0
Anders
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid belangrijk 2 10,5 100,0 100,0
Missing 999 17 89,5
Total 19 100,0
Enthousiast
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid enigszins belangrijk 9 47,4 47,4 47,4
belangrijk 10 52,6 52,6 100,0
Total 19 100,0 100,0
Groepsbelang
Pagina 72
Participatie als sleutel tot succes
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nauwelijks belangrijk 1 5,3 5,3 5,3
enigszins belangrijk 6 31,6 31,6 36,8
belangrijk 12 63,2 63,2 100,0
Total 19 100,0 100,0
Financiële middelen
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nauwelijks belangrijk 3 15,8 15,8 15,8
enigszins belangrijk 10 52,6 52,6 68,4
belangrijk 6 31,6 31,6 100,0
Total 19 100,0 100,0
Urgentie project
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nauwelijks belangrijk 4 21,1 21,1 21,1
enigszins belangrijk 6 31,6 31,6 52,6
belangrijk 9 47,4 47,4 100,0
Total 19 100,0 100,0
Soc. cohesie
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nauwelijks belangrijk 3 15,8 15,8 15,8
enigszins belangrijk 6 31,6 31,6 47,4
belangrijk 10 52,6 52,6 100,0
Total 19 100,0 100,0
Afstand
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nauwelijks belangrijk 2 10,5 10,5 10,5
enigszins belangrijk 5 26,3 26,3 36,8
belangrijk 12 63,2 63,2 100,0
Total 19 100,0 100,0
Tijdsdruk
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid onbelangrijk 3 15,8 15,8 15,8
Pagina 73
Participatie als sleutel tot succes
nauwelijks belangrijk 5 26,3 26,3 42,1
enigszins belangrijk 9 47,4 47,4 89,5
belangrijk 2 10,5 10,5 100,0
Total 19 100,0 100,0
Kennis
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid enigszins belangrijk 11 57,9 57,9 57,9
belangrijk 8 42,1 42,1 100,0
Total 19 100,0 100,0
Spontane initiatieven
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nauwelijks belangrijk 4 21,1 21,1 21,1
enigszins belangrijk 7 36,8 36,8 57,9
belangrijk 8 42,1 42,1 100,0
Total 19 100,0 100,0
Multidisc. deskundig
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nauwelijks belangrijk 3 15,8 16,7 16,7
enigszins belangrijk 7 36,8 38,9 55,6
belangrijk 8 42,1 44,4 100,0
Total 18 94,7 100,0
Missing 999 1 5,3
Total 19 100,0
Tussentijdse reflectie
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nauwelijks belangrijk 2 10,5 11,8 11,8
enigszins belangrijk 7 36,8 41,2 52,9
belangrijk 8 42,1 47,1 100,0
Total 17 89,5 100,0
Missing 999 2 10,5
Total 19 100,0
Managen van verwach
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Pagina 74
Participatie als sleutel tot succes
Valid enigszins belangrijk 6 31,6 33,3 33,3
belangrijk 12 63,2 66,7 100,0
Total 18 94,7 100,0
Missing 999 1 5,3
Total 19 100,0
Anders
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid belangrijk 4 21,1 100,0 100,0
Missing 999 15 78,9
Total 19 100,0
Anders
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid enigszins belangrijk 1 5,3 50,0 50,0
belangrijk 1 5,3 50,0 100,0
Total 2 10,5 100,0
Missing 999 17 89,5
Total 19 100,0
Anders
Frequency Percent
Missing 999 19 100,0
Samenw. bewoners
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid enigszins 7 36,8 36,8 36,8
helemaal 12 63,2 63,2 100,0
Total 19 100,0 100,0
Samenw. organisatie
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid enigszins 9 47,4 50,0 50,0
helemaal 9 47,4 50,0 100,0
Total 18 94,7 100,0
Missing 999 1 5,3
Total 19 100,0
Overleg professional
Pagina 75
Participatie als sleutel tot succes
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid enigszins 8 42,1 42,1 42,1
helemaal 11 57,9 57,9 100,0
Total 19 100,0 100,0
Suc. vern. project
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid enigszins 4 21,1 22,2 22,2
helemaal 14 73,7 77,8 100,0
Total 18 94,7 100,0
Missing 999 1 5,3
Total 19 100,0
Moeizaam vern. project
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid enigszins 5 26,3 26,3 26,3
helemaal 14 73,7 73,7 100,0
Total 19 100,0 100,0
Best practices
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid nauwelijks 4 21,1 25,0 25,0
enigszins 10 52,6 62,5 87,5
helemaal 2 10,5 12,5 100,0
Total 16 84,2 100,0
Missing 999 3 15,8
Total 19 100,0
Anders
Frequency Percent
Missing 999 19 100,0
Literatuurstudie
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 10 52,6 52,6 52,6
nee 9 47,4 47,4 100,0
Total 19 100,0 100,0
Pagina 76
Participatie als sleutel tot succes
Interne scholing
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 7 36,8 36,8 36,8
nee 12 63,2 63,2 100,0
Total 19 100,0 100,0
Intervisie collega's
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 17 89,5 89,5 89,5
nee 2 10,5 10,5 100,0
Total 19 100,0 100,0
Intervisie medewerker
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 12 63,2 63,2 63,2
nee 7 36,8 36,8 100,0
Total 19 100,0 100,0
Cursus
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 13 68,4 68,4 68,4
nee 6 31,6 31,6 100,0
Total 19 100,0 100,0
Studiedagen
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 13 68,4 68,4 68,4
nee 6 31,6 31,6 100,0
Total 19 100,0 100,0
Tussentijds evaluatie
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 10 52,6 52,6 52,6
nee 9 47,4 47,4 100,0
Total 19 100,0 100,0
Anders
Pagina 77
Participatie als sleutel tot succes
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 1 5,3 100,0 100,0
Missing 999 18 94,7
Total 19 100,0
Deskundigheid
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 13 68,4 68,4 68,4
nee 6 31,6 31,6 100,0
Total 19 100,0 100,0
Beleidsvorming
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 7 36,8 38,9 38,9
nee 11 57,9 61,1 100,0
Total 18 94,7 100,0
Missing 999 1 5,3
Total 19 100,0
Vastleggen Participatie
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 4 21,1 22,2 22,2
nee 14 73,7 77,8 100,0
Total 18 94,7 100,0
Missing 999 1 5,3
Total 19 100,0
Toepassing niveau's
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 7 36,8 41,2 41,2
nee 10 52,6 58,8 100,0
Total 17 89,5 100,0
Missing 999 2 10,5
Total 19 100,0
Methoden
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 11 57,9 61,1 61,1
Pagina 78
Participatie als sleutel tot succes
nee 7 36,8 38,9 100,0
Total 18 94,7 100,0
Missing 999 1 5,3
Total 19 100,0
Evalueren trajecten
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 10 52,6 55,6 55,6
nee 8 42,1 44,4 100,0
Total 18 94,7 100,0
Missing 999 1 5,3
Total 19 100,0
Pers. vaardigheden
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid ja 10 52,6 55,6 55,6
nee 8 42,1 44,4 100,0
Total 18 94,7 100,0
Missing 999 1 5,3
Total 19 100,0
Werkzaam bij
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid corporatie 19 100,0 100,0 100,0
Opleiding
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid MBO 2 10,5 10,5 10,5
HBO 12 63,2 63,2 73,7
Universitair 5 26,3 26,3 100,0
Total 19 100,0 100,0
Geslacht
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid man 11 57,9 61,1 61,1
vrouw 7 36,8 38,9 100,0
Total 18 94,7 100,0
Missing 999 1 5,3
Total 19 100,0
Pagina 79
Participatie als sleutel tot succes
Leeftijd
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Valid 25 1 5,3 5,3 5,3
27 1 5,3 5,3 10,5
28 1 5,3 5,3 15,8
31 2 10,5 10,5 26,3
34 1 5,3 5,3 31,6
38 2 10,5 10,5 42,1
39 1 5,3 5,3 47,4
46 1 5,3 5,3 52,6
48 1 5,3 5,3 57,9
49 1 5,3 5,3 63,2
50 1 5,3 5,3 68,4
51 2 10,5 10,5 78,9
52 2 10,5 10,5 89,5
58 1 5,3 5,3 94,7
59 1 5,3 5,3 100,0
Total 19 100,0 100,0
Pagina 80
Participatie als sleutel tot succes
BIJLAGE III Verwerking open vragen
Vraag 9A
Nr. Antwoord
1 Bijeenkomst over maatschappelijk vastgoed met alle externe stakeholders � hierop is
beleid geformuleerd
2 Start wijkvorming De Wijert waarbij we vanuit huurders het plan met bewoners
ontwikkelen
3 opstellen visiedocument (langjarig) voor herstructureringswijk. Ingrijpend programma in
de wijk kan rekenen.
4 Wij hopen dat dit ons klantenpanel wordt, zijn wij net mee gestart.
5 Moet nog komen. We gaan samen met de Huurdersorganisatie een huurdersmarkt
organiseren
6 -
7 Het grootste succes op een leeg A4’tje bewoners hun eigen woning laten tekenen en dit
uit laten werken door een architect. Omdat: bewoners hun eigen wensen en ideeën
terug in het eindproduct.
8 -
9 Bijstellen plan van eisen n.a.v. participatie bewoners.
10 -
11 -
12 In gesprek komen met de klant en hierdoor krijgen klanten meer vertrouwen in de
organisatie. Vertrouwen leidt vaak tot medewerking waardoor het project soepeler
verloopt.
13 In dit traject zijn bewoners actief aan de slag gegaan met het formuleren en realiseren
van duurzaamheiddoelstellingen.
14 Mensen/huurders willen niet altijd meewerken. Bang voor hogere huurprijzen na
herstructurering.
15 Bewoners betrekken bij het ontwikkelen van verkeersborden om de wijk veilig te maken.
Nu lopend project Vlakbij (www.vlakbij.nl)
16 Bewoners zijn betrokken geraakt met hun buurt en hebben eigen verantwoordelijkheid
opgepakt om een verpauperde buurt weer op te knappen. Dit doen ze allemaal op eigen
kracht. Organisaties faciliteren (werken aan wijken)
17 Opzet ouderen complex door initiatief vanuit ouderenstichting
18 We hebben met twee grote koepels van huurderorganisaties een
samenwerkingsovereenkomst en protocollen voor de werkwijze bij wijkvernieuwing. We
werken hier jaren mee naar grote tevredenheid.
19 project warm welkom- duurzaamheidproject met studenten Hanzehogeschool.
Voortrekkers ingezet (van een project, eigen ervaring en taal) vetrouwen gegeven,
mandaat om zaken snel uit te voeren, doen wat je zegt, integraal op gelijkwaardige wijze
met alle partijen( inclusief bewoners) samenwerken
Vraag 9B
Nr. Antwoord
1 -
2 Do:- Kom met kaders in plaat van volledige of geen plannen.
Don’t: Komen met een bijna volledig plan of komen zonder plan. Zoek de middenmoot.
3 Do: openheid, eerlijkheid en kwetsbaarheid, transparantie
Don’t: Voer geen dubbele agenda! Maak er geen wassen neus van!
Pagina 81
Participatie als sleutel tot succes
4 Do: Advies is: je eigen kennis is vaak niet genoeg, dus vraag deskundigen.
Don’t: Klant niet serieus nemen.
5 Do: Neem participatieleden serieus, maar stel wel duidelijke grenzen.
6 -
7 Do: Start op tijd en wees open en eerlijk over de beïnvloeding en de resultaten.
Dont: Toezegging doen waarbij je resultaat afhankelijk is van anderen.
8 -
9 Do: Houd je ambitie realistisch, helder kaders van participatieniveau aangeven, duidelijk
communiceren en besef op welk niveau je participeert.
10 Do: Eerlijk en duidelijk zijn
Don’t : Uitspraken doen waarvan je niet zeker weet of je die overeind kunt houden.
11 -
12 Do: Doen wat je zegt en zegt wat je doet. Open staan voor reacties.
Don’t: Verwachtingen scheppen die je niet waar kunt maken.
13 Do: Doe het alleen als er duidelijk behoefte is bij bewoners en als zij bereid zijn zelf ook
te investeren.
Don’t Doe het niet vanuit alleen draagvlak creëren.
14 Do: Inzichtelijk maken hoe nieuwe situatie eruitziet
15 Do: Persoonlijk benadering
Don’t Schriftelijk voor dossieropbouw
16 Do: Neem bewoners echt serieus en ga persoonlijk met ze in gesprek met open visier.
Don’t : Met vooropgestelde ideeën naar bewoner toe gaan en pro forma met ze in
gesprek gaan.
17 -
18 Do: geef van te voren duidelijk aan wat het proces is en welke rollen partijen hebben en
wat je van elkaar verwacht.
Don’t : Niet communiceren als het even niet meer weet.
19 Do: Luistere naar bewoners/ruimte geven, respect. Aansluiten bij ideeën van bewoners(
van onderen af). Coproduceren. Zie boven, op tijd communiceren.
Don’t: Je eigen visie doordrukken ( geen draagvlak). Te lang wachten met actie. Niet
communiceren, afspraken niet nakomen. Beloven zonder dat er iets van komt.
Vraag 19
Nr. Antwoord
1 -
2 -
3 -
4 -
5 -
6 -
7 Succes met het onderzoek. Studenten zoveel mogelijk in ’t veld loslaten en laten zien,
horen,beleven en voelen wat participatie in de praktijk inhoudt.
8 -
9 -
10 -
11 -
12 -
13 -
14 -
Pagina 82
Participatie als sleutel tot succes
15 -
16 Participatie staat bij veel organisaties in de kinderschoenen. Ik denk dat WoonFriesland
daarin wel enige voorsprong heeft. Met werken aan wijken hebben wij een prachtige
techniek voor hoogste niveau van bewonersparticipatie in onze buurten. We zijn nu ons
overleg met bewonerscommissie onder de loep aan het nemen om te kijken wat we hier
aan kunnen verbeteren.
17 -
18 -
19 -
Vraag 20B (Functie)
Nr. Antwoord
1 Bewonersparticipant
2 Sociale wijkontwikkeling
3 Coördinator gebiedsontwikkeling
4 Directeur
5 Directeur woondiensten
6 Manager
7 Bewonersparticipant
8 Programmaontwikkelaar
9 Projectleider
10 Directeur
11 Participatiemedewerker
12 Projectcoördinator Vastgoedadvies
13 Manager
14 Medewerker Beleid en Ontwikkeling
15 Woonconsulente
16 Beleidsadviseur (leefbaarheid)
17 Coördinator
18 Programmacoördinator woonbeleid
19 Projectleider Leefbaarheid (2x)
Vraag 20C (Afdeling)
Nr. Antwoord
1 Leefbaarheid en Beleid
2 Wonen
3 Markt en Strategie
4 -
5 -
6 -
7 Maatschappij en Werk
8 Woondiensten
9 Maatschappij en Markt
10 -
11 -
12 Markt en Vastgoedadvies
13 Woonbeleid
14 -
Pagina 83
Participatie als sleutel tot succes
15 Woondiensten
16 Beleid en Ontwikkeling
17 Woondiensten
18 -
19 Woonbeleid
Vraag 20D+E (Ervaring + Opleiding)
Nr. Jaren ervaring en opleiding
1 7 + Diverse cursussen
2 5 + Bedrijfskunde post HBO (zakelijk) en Fysiotherapie (sociaal)
3 20 + Geen
4 21 + Diverse
5 20 + -
6 18 + -
7 4 + HBO CMV cultuur en recreatie
8 2 + Universitair
9 3 + Vastgoed en Makelaardij
10 10 + -
11 6,5 + Sociologie, sinds kort gestart met leergang Corpovenista
12 3 + Sociale Geografie
13 2 + -
14 2,5 + Vastgoed en Makelaardij
15 10 + Cursus Wijkvernieuwing
16 6 + HEAO Communicatie
17 10 + -
18 15+ -
19 15 en 2 + Gebiedsgericht werken