Parag raaf Bladzijde - eca. · PDF fileb) de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende...

9

Click here to load reader

Transcript of Parag raaf Bladzijde - eca. · PDF fileb) de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende...

Page 1: Parag raaf Bladzijde - eca. · PDF fileb) de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende ver r ichtingen bij de rekening. De verantwoordelijkheid van de leiding 8

VERSLAG

over de jaarrekening van de Gemeenschappelijke Onderneming elektronische componenten en systemen voor Europees leiderschap betreffende het begrotingsjaar 2015 vergezeld van het

antwoord van de gemeenschappelijke onderneming

(2016/C 473/04)

INHOUD

Paragraaf Bladzijde

INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1–5 25

TOELICHTING BIJ DE BETROUWBAARHEIDSVERKLARING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 25

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7–18 25

Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 26

Grondslag voor een oordeel met beperking over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13–16 27

Oordeel met beperking over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 27

OPMERKINGEN OVER HET BEGROTINGS- EN FINANCIEEL BEHEER . . . . . . . . . . . . . . . . 19–26 27

Presentatie van de rekeningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19–20 27

Uitvoering van de begroting 2015 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21–22 28

Meerjarige begrotingsuitvoering van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel in het kader van KP7 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 28

Meerjarige begrotingsuitvoering van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel in het kader van Horizon 2020 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24–26 28

ANDERE AANGELEGENHEDEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27–30 28

Essentiële controles en toezichtsystemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 28

Fraudebestrijdingsstrategie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28–30 28

FOLLOW-UP VAN EERDERE OPMERKINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31–32 29

Monitoring en rapportage van projectonderzoeksresultaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 29

Belangenconflicten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 29

BIJLAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30

C 473/24 NL Publicatieblad van de Europese Unie 16.12.2016

Page 2: Parag raaf Bladzijde - eca. · PDF fileb) de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende ver r ichtingen bij de rekening. De verantwoordelijkheid van de leiding 8

INLEIDING

1. De Gemeenschappelijke Onderneming voor de uitvoering van het gezamenlijk technologie-initiatief inzake elektronische componenten en systemen voor Europees leiderschap (Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel), gevestigd te Brussel, werd opgericht in mei 2014 (1) binnen het kaderprogramma Horizon 2020 voor onderzoek en innovatie (2) voor de periode tot en met 31 december 2024. De Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel is de vervanger en opvolger van de Gemeenschappelijke Ondernemingen Eniac en Artemis, die werden opgericht bij Verordening (EG) nr. 72/2008 en Verordening (EG) nr. 74/2008 en waarvan de officiële beëindiging op 26 juni 2014 van kracht werd. De Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel begon autonoom te werken op 27 juni 2014.

2. De Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel heeft tot doel bij te dragen tot de ontwikkeling van een sterke branche van elektronische componenten en systemen in de Europese Unie (EU), die wereldwijd kan concurreren. Zij moet er tevens voor zorgen dat elektronische componenten en systemen beschikbaar zijn voor essentiële markten en voor het aanpakken van maatschappelijke uitdagingen, en de Europese capaciteit voor de fabricage van halfgeleiders en slimme systemen in stand houden en uitbreiden. Ten slotte moet zij de strategieën van de lidstaten op elkaar afstemmen om particuliere investeringen aan te trekken en bijdragen tot de effectiviteit van de overheidssteun door onnodige overlapping en fragmentatie te voorkomen en door de deelname van spelers op het gebied van onderzoek en innovatie te faciliteren (3).

3. De oprichtende leden van de gemeenschappelijke onderneming zijn de EU, vertegenwoordigd door de Commissie, de aan Ecsel deelnemende staten (België, Bulgarije, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Israël, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk en Zweden), en particuliere leden vertegenwoordigd door de verenigingen Aeneas, Artemisia en EPoSS die optreden als vertegenwoordiger van ondernemingen en andere onderzoeksorganisaties die actief zijn op het gebied van ingebedde en cyberfysieke systemen, slimme systeemintegratie en micro- en nano-elektronica.

4. De maximale EU-bijdrage in het kader van Horizon 2020 aan de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel bedraagt 1 185 miljoen euro. Een vergelijkbaar bedrag moet afkomstig zijn van de aan Ecsel deelnemende staten, en de particuliere bijdrage moet ten minste 1 657,5 miljoen euro bedragen. De administratieve kosten moeten volledig worden gedekt door financiële bijdragen (4), terwijl de operationele kosten worden gedekt door financiële bijdragen van de EU en de aan Ecsel deelnemende staten en door bijdragen in natura van de particuliere leden.

5. De Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel is verantwoordelijk voor de betaling van nog openstaande vastleggingen voor Eniac- en Artemis-projecten die uit het zevende kaderprogramma voor onderzoek (KP7) werden gefinancierd toen deze twee gemeenschappelijke ondernemingen officieel werden opgeheven op 26 juni 2014 (zie paragraaf 23 hieronder).

TOELICHTING BIJ DE BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

6. De door de Rekenkamer gehanteerde controleaanpak omvat cijferanalyses, toetsing van verrichtingen op het niveau van de gemeenschappelijke onderneming en een beoordeling van de essentiële controles van de toezicht- en controlesystemen, inclusief een evaluatie in het kader van de kwaliteitsbewaking van de controles achteraf die door de Gemeenschappelijke Onderneming (of namens haar door particuliere accountantskantoren) bij de begunstigden werden uitgevoerd. Hierbij komt nog controle-informatie afkomstig uit relevant werk van andere controleurs en een analyse van de „management representations”.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) controleerde de Rekenkamer:

a) de jaarrekening van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel, die bestaat uit de financiële staten (5) en de verslagen over de uitvoering van de begroting (6) betreffende het per 31 december 2015 afgesloten begrotingsjaar, en

16.12.2016 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 473/25

(1) Verordening (EU) nr. 561/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 152).

(2) Het kaderprogramma Horizon 2020 voor onderzoek en innovatie, vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

(3) Ter informatie geeft de bijlage een overzicht van de bevoegdheden, activiteiten en beschikbare middelen van de gemeenschappelijke onderneming.

(4) De volgende bijdragen aan de administratieve kosten van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel moeten gedurende de periode 2014-2017 worden betaald met het oog op de voltooiing van de acties die zijn gestart uit hoofde van Verordeningen (EG) nr. 72/ 2008 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Eniac (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 21) en (EG) nr. 74/ 2008 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Artemis (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 52): a) 2 050 000 euro door de EU; b) 1 430 000 euro door de vereniging Aeneas; c) 975 000 euro door de vereniging Artemisia.

(5) Deze omvatten de balans en de staat van de financiële resultaten, de tabel van de kasstromen, de staat van de veranderingen van de nettoactiva, een overzicht van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen.

(6) Deze omvatten de verslagen over de uitvoering van de begroting, een overzicht van begrotingsbeginselen en andere toelichtingen.

Page 3: Parag raaf Bladzijde - eca. · PDF fileb) de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende ver r ichtingen bij de rekening. De verantwoordelijkheid van de leiding 8

b) de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekening.

De verantwoordelijkheid van de leiding

8. Overeenkomstig de artikelen 16 en 22 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 110/2014 (7) van de Commissie is de leiding verantwoordelijk voor het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming, alsmede voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

a) De verantwoordelijkheden van de leiding inzake de jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming omvatten het opzetten, invoeren en in stand houden van een internebeheersingssysteem met betrekking tot de opstelling en de getrouwe weergave van financiële staten die geen materiële afwijkingen als gevolg van fraude of fouten bevatten, het selecteren en toepassen van adequate grondslagen voor financiële verslaglegging op basis van de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels (8) en het maken van boekhoudkundige schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. De uitvoerend directeur keurt de jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming goed nadat de rekenplichtige deze heeft voorbereid op basis van alle beschikbare gegevens en een toelichting bij de jaarrekening heeft opgesteld waarin hij onder meer verklaart dat hij redelijke zekerheid heeft dat deze op alle materiële punten een getrouw beeld geeft van de financiële positie van de gemeenschappelijke onderneming.

b) De verantwoordelijkheden van de leiding inzake de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen en de inachtneming van het beginsel van goed financieel beheer omvatten het opzetten, invoeren en in stand houden van een doeltreffend en doelmatig internebeheersingssysteem waarbij ook naar behoren toezicht wordt uitgeoefend en passende maatregelen worden getroffen ter voorkoming van onregelmatigheden en fraude en, indien nodig, rechtsvervolging wordt ingesteld om onverschuldigd betaalde of verkeerd gebruikte middelen terug te vorderen.

De verantwoordelijkheid van de controleur

9. De Rekenkamer heeft de verantwoordelijkheid om op basis van haar controle aan het Europees Parlement en de Raad (9) een verklaring voor te leggen over de betrouwbaarheid van de jaarrekening en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De Rekenkamer verricht haar controle overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en de internationale standaarden van hoge controle-instanties van INTOSAI. Volgens die standaarden moet de Rekenkamer de controle zodanig plannen en uitvoeren dat redelijke zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming geen materiële afwijkingen bevat en de onderliggende verrichtingen bij die rekening wettig en regelmatig zijn.

10. De controle houdt in dat procedures worden uitgevoerd om controle-informatie te verkrijgen over de bedragen en mededelingen in de rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De selectie van de procedures is afhankelijk van het oordeel van de controleur, dat is gebaseerd op de inschatting van de risico’s op materiële afwijkingen in de rekeningen en op materiële niet-conformiteit van de onderliggende verrichtingen met vereisten uit de wet- en regelgeving van de Europese Unie, hetzij door fraude, hetzij door fouten. Bij deze risico- inschatting kijkt de controleur naar de internebeheersingsmaatregelen met betrekking tot de opstelling en getrouwe weergave van de rekeningen en naar de toezicht- en controlesystemen die worden gehanteerd ter waarborging van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen en zet hij controleprocedures op die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn. Bij de controle wordt tevens de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en de redelijkheid van de boekhoudkundige schattingen beoordeeld, evenals de algehele presentatie van de rekeningen.

11. De Rekenkamer is van oordeel dat de verkregen controle-informatie toereikend is en geschikt als grondslag voor haar betrouwbaarheidsverklaring.

Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen

12. Naar het oordeel van de Rekenkamer geeft de jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming op alle materiële punten een getrouw beeld van haar financiële situatie per 31 december 2015 en van de resultaten van haar verrichtingen en kasstromen voor het op die datum afgesloten jaar, overeenkomstig de bepalingen van haar financiële regeling en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels.

C 473/26 NL Publicatieblad van de Europese Unie 16.12.2016

(7) PB L 38 van 7.2.2014, blz. 2.(8) De door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels zijn afgeleid van de International Public Sector

Accounting Standards (IPSAS), uitgebracht door de Internationale Federatie van Accountants of, waar van toepassing, de International Accounting Standards (IAS)/International Financial Reporting Standards (IFRS), uitgebracht door de International Accounting Standards Board.

(9) Artikel 47 van Verordening (EU) nr. 110/2014.

Page 4: Parag raaf Bladzijde - eca. · PDF fileb) de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende ver r ichtingen bij de rekening. De verantwoordelijkheid van de leiding 8

Grondslag voor een oordeel met beperking over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen

13. De Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel heeft de KP7-projecten van de Gemeenschappelijke Ondernemingen Artemis en Eniac overgenomen. De in 2015 door de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel voor deze projecten verrichte betalingen tegen de door de nationale financieringsinstanties (NFI’s) van de in Ecsel deelnemende staten afgegeven kostenacceptatiecertificaten bedroegen 94,2 miljoen euro, ofwel 65 % van de totale betalingen door de gemeenschappelijke onderneming in 2015.

14. De administratieve overeenkomsten die de Gemeenschappelijke Ondernemingen Artemis en Eniac hadden gesloten met de NFI’s zijn van kracht gebleven nadat die gemeenschappelijke ondernemingen waren samengevoegd tot de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel. Krachtens deze overeenkomsten voeren de NFI’s namens de gemeenschap-pelijke onderneming controles achteraf uit van KP7-projectbetalingen. In de strategieën voor controle achteraf van de Gemeenschappelijke Ondernemingen Artemis en Eniac werd voor de controle van projectkostendeclaraties sterk op de NFI’s vertrouwd (10).

15. De Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel heeft stappen ondernomen om de uitvoering te beoordelen van door de NFI’s uitgevoerde controles achteraf en zij ontving de schriftelijke verklaringen van de NFI’s waarin zij verklaren dat de uitvoering van hun nationale procedures redelijke zekerheid verschaffen over de wettigheid en regelmatigheid van de verrichtingen Door de aanzienlijke variaties in de door de NFI’s gebruikte methodologieën en procedures is de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel echter niet in staat een enkel betrouwbaar gewogen foutenpercentage of een restfoutenpercentage berekenen. Derhalve is de Rekenkamer niet in staat om vast te stellen of de controles achteraf doeltreffend werken en of deze essentiële beheersmaatregel voldoende zekerheid biedt ten aanzien van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen voor KP7-projecten (11).

16. Deze kwestie met betrekking tot de variatie in de door de NFI’s gebruikte methodologieën en procedures is niet meer van belang voor de uitvoering van Horizon 2020-projecten, aangezien de controles achteraf zullen worden uitgevoerd door de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel of door de Commissie (12).

Oordeel met beperking over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen

17. Naar het oordeel van de Rekenkamer zijn de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel voor het op 31 december 2015 afgesloten begrotingsjaar, behoudens de mogelijke gevolgen van de in paragrafen 13-15 omschreven aangelegenheid, in elk materieel opzicht wettig en regelmatig.

18. De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan de oordelen van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN OVER HET BEGROTINGS- EN FINANCIEEL BEHEER

Presentatie van de rekeningen

19. De andere leden van de gemeenschappelijke onderneming dan de EU (en geassocieerde partners) moeten jaarlijks uiterlijk op 31 januari aan de raad van bestuur verslag uitbrengen over de waarde van hun bijdragen in natura die in elk van de voorafgaande begrotingsjaren zijn verstrekt (13). Op basis van deze informatie, en volgens de door de Europese Commissie aan de gemeenschappelijke onderneming verstrekte richtsnoeren, moeten de bijdragen in natura van de leden op de rekeningen van de gemeenschappelijke onderneming worden geboekt.

20. Ten tijde van de opstelling van de eindrekeningen waren de private leden van de gemeenschappelijke onderneming niet in staat om verslag uit te brengen over het bedrag van de werkelijk gemaakte kosten voor de uitvoering van Horizon 2020-projecten (14). Het in de rekeningen voor 2015 opgenomen bedrag voor bijdragen in natura voor het Horizon 2020- programma is bijgevolg gebaseerd op door de gemeenschappelijke onderneming gemaakte ramingen van door de leden tot het einde van 2015 gemaakte kosten (15).

16.12.2016 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 473/27

(10) Overeenkomstig de door Artemis en Eniac vastgestelde strategieën voor controle achteraf moet de gemeenschappelijke onderneming ten minste eenmaal per jaar beoordelen of de van de lidstaten ontvangen informatie voldoende zekerheid biedt over de wettigheid en regelmatigheid van de uitgevoerde verrichtingen.

(11) Zie ook hoofdstuk 9 van het jaarlijks activiteitenverslag 2015 van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel.(12) Artikel 13 van Verordening (EU) nr. 561/2014.(13) Artikel 4, leden 3 en 4, van Verordening (EU) nr. 561/2014.(14) In artikel 16, lid 3, van de Statuten van de gemeenschappelijke onderneming wordt de bijdrage in natura gedefinieerd als de kosten

die zijn gemaakt door de private leden minus de financiële bijdragen van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel, de deelnemende staten en iedere andere bijdrage van de EU aan deze kosten. In de richtsnoeren van de Europese Commissie van juli 2016 wordt echter erkend dat in het specifieke geval van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel de financiële bijdrage aan de projecten alleen kan worden vastgesteld aan het einde van het project als de private leden in staat zijn hun respectieve bijdragen in natura te berekenen (d.w.z. veel deelnemende staten rekenen kosten pas toe aan het einde van het project).

(15) In 2015 bedroegen de bijdragen in natura voor Horizon 2020 naar schatting 58,7 miljoen euro. Hoewel de gemeenschappelijke onderneming voor het berekenen van de geraamde bijdragen in natura de meest nauwkeurige beschikbare informatie heeft gebruikt, is dit bedrag niet door onafhankelijke externe controleurs gecertificeerd (artikel 4, lid 5, van Verordening (EU) nr. 561/2014), en evenmin door de raad van bestuur van de gemeenschappelijke onderneming gevalideerd.

Page 5: Parag raaf Bladzijde - eca. · PDF fileb) de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende ver r ichtingen bij de rekening. De verantwoordelijkheid van de leiding 8

Uitvoering van de begroting 2015

21. De definitieve begroting 2015 die beschikbaar was voor de tenuitvoerlegging omvatte vastleggingskredieten ad 108,5 miljoen euro en betalingskredieten ad 168 miljoen euro. De bestedingsgraad bedroeg 99 % voor de vastleggingskredieten en 91 % voor de betalingskredieten (16).

22. Alle operationele vastleggingen die in 2015 waren gedaan (102,5 miljoen euro) waren globale vastleggingen waarvoor nog subsidieovereenkomsten moesten worden ondertekend. Het niveau van de globale vastleggingen weerspiegelt de tijd die nodig is voor de onderhandelingsprocedure voor de oproepen voor Horizon 2020-projecten van 2015.

Meerjarige begrotingsuitvoering van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel in het kader van KP7

23. Bij hun opheffing op 26 juni 2014 hadden de Gemeenschappelijke Ondernemingen Artemis en Eniac vastleggingen gedaan ten bedrage van 623 miljoen euro (17) voor operationele activiteiten die vanuit KP7 werden gefinancierd. De betalingen op de rekeningen van Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel bedroegen eind 2015 293 miljoen euro (18) (47 % van de operationele vastleggingen (19)).

Meerjarige begrotingsuitvoering van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel in het kader van Horizon 2020

24. Uit de EU-bijdrage van ten hoogste 1 185 miljoen euro om de operationele en administratieve kosten te dekken (20) had de gemeenschappelijke onderneming eind 2015 vastleggingen ten bedrage van 257,5 miljoen euro (22 %) gedaan en betalingen ten bedrage van 56 miljoen euro (22 % van de vastleggingen) verricht voor de activiteiten die door de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel waren opgezet in het kader van Horizon 2020. De contante bijdrage van de EU aan de administratieve kosten van de gemeenschappelijke onderneming bedroeg 1,4 miljoen euro.

25. De 28 aan Ecsel deelnemende staten zijn verplicht een financiële bijdrage te leveren aan de operationele kosten van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel die in overeenstemming is met de financiële bijdrage van de EU en ten minste 1 170 miljoen euro bedraagt (21). Tot eind april 2016 hadden negen van de 20 deelnemende staten die deelnamen aan de oproepen tot het indienen van voorstellen in 2014, verklaard dat zij tijdens deze periode geen betalingen hadden verricht en elf dat ze betalingen (voornamelijk voorfinancieringen) ter waarde van in totaal 15,8 miljoen euro hadden verricht.

26. Van de andere leden worden bijdragen in natura van ten minste 1 657,5 miljoen euro (22) verwacht. In 2015 bedroegen de bijdragen in natura van de private leden naar schatting 58,7 miljoen euro. De contante bijdragen van de private leden aan de administratieve kosten van de gemeenschappelijke onderneming bedroegen op 31 december 2015 3,6 miljoen euro (23).

ANDERE AANGELEGENHEDEN

Essentiële controles en toezichtsystemen

27. De Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel heeft procedures voor controles vooraf opgezet die zijn gebaseerd op financiële en operationele controles van stukken, en ontwikkelt controles achteraf bij begunstigden van subsidies in het kader van Horizon 2020. Voor KP7-projecten zijn de controles achteraf bij begunstigden aan de NFI’s gedelegeerd (24). Deze controles zijn belangrijke instrumenten om de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen te beoordelen, inclusief de bijdragen in contanten en in natura door haar eigen leden aan de gemeenschappelijke onderneming, met uitzondering van de EU.

Fraudebestrijdingsstrategie

28. Volgens het financieel reglement van de gemeenschappelijke onderneming moet de begroting van de gemeenschappelijke onderneming worden uitgevoerd in overeenstemming met effectieve en efficiënte internecontrole-normen, inclusief preventie, opsporing, correctie en follow-up van fraude en onregelmatigheden (25).

C 473/28 NL Publicatieblad van de Europese Unie 16.12.2016

(16) De bestede vastleggingskredieten ad 152,4 miljoen euro (91 %) omvatten 64,7 miljoen euro voor KP7-projecten van Eniac, 27,5 miljoen euro voor KP7-projecten van Artemis, 55,7 miljoen euro voor projecten in het kader van de Horizon 2020-oproepen van 2014 van Ecsel en 4,5 miljoen euro aan administratieve uitgaven.

(17) 181 miljoen euro voor Artemis en 442 miljoen euro voor Eniac.(18) 114,5 miljoen euro voor Artemis, 178,5 miljoen euro voor Eniac.(19) 63 % voor Artemis, 40 % voor Eniac.(20) Artikel 3, lid 1, van Verordening (EU) nr. 561/2014.(21) Artikel 4, lid 1, van Verordening (EU) nr. 561/2014.(22) Artikel 4, lid 2, van Verordening (EU) nr. 561/2014.(23) Tegen het einde van het jaar was een contante bijdrage van 188 000 euro van een van de brancheorganisaties nog niet ontvangen; in

2016 is het bedrag volledig betaald.(24) Zie ook paragraaf 14 hierboven.(25) Artikel 12 van het financieel reglement van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel.

Page 6: Parag raaf Bladzijde - eca. · PDF fileb) de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende ver r ichtingen bij de rekening. De verantwoordelijkheid van de leiding 8

29. Overeenkomstig de vaststelling door de Commissie van een fraudebestrijdingsstrategie in juni 2011 werd de eerste gemeenschappelijke strategie voor fraudebestrijding bij onderzoek in juli 2012 vastgesteld en in maart 2015 geactualiseerd teneinde rekening te houden met de veranderingen die met Horizon 2020 waren ingevoerd (26). De strategie voor fraudebestrijding bij onderzoek bevat een actieplan dat door de gemeenschappelijke ondernemingen voor onderzoek moet worden uitgevoerd.

30. Bij de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel bestaan al internecontroleprocedures waarmee de preventie en opsporing van fraude en onregelmatigheden voldoende gewaarborgd kunnen worden (controles vooraf van betalingen, beleid inzake belangenconflicten, controles achteraf bij begunstigden van subsidies). De gemeenschappelijke onderneming heeft echter nog geen alomvattende analyse gemaakt van de nieuwe maatregelen die bij de geactualiseerde strategie voor fraudebestrijding bij onderzoek werden ingesteld.

FOLLOW-UP VAN EERDERE OPMERKINGEN

Monitoring en rapportage van projectonderzoeksresultaten

31. Zoals voorgeschreven door de Horizon 2020-regels (27) heeft de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel specifieke indicatoren betreffende onderzoeksresultaten openbaargemaakt in haar jaarlijks activiteitenverslag (prestatie-indicatoren en indicatoren voor de monitoring van horizontale vraagstukken) (28).

Belangenconflicten

32. In juli 2015 heeft de Commissie voor de gemeenschappelijke ondernemingen richtsnoeren gepubliceerd met betrekking tot regels inzake belangenconflicten, met inbegrip van een gemeenschappelijk model voor de verklaring inzake de afwezigheid van een belangenconflict, dat door de gemeenschappelijke onderneming moet worden opgenomen in haar procedures.

Dit verslag werd door kamer IV onder leiding van de heer Baudilio TOMÉ MUGURUZA, lid van de Rekenkamer, te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 18 oktober 2016.

Voor de Rekenkamer

Klaus-Heiner LEHNE

President

16.12.2016 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 473/29

(26) Bijvoorbeeld de oprichting van een gemeenschappelijk ondersteuningscentrum met een gecentraliseerde auditdienst en geharmoniseerde bedrijfsprocessen voor onderzoeksinstellingen van de EU.

(27) Artikel 31 van Verordening (EU) nr. 1291/2013.(28) Jaarlijks activiteitenverslag 2015 van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel, de bijlagen 5, 6 en 7, blz. 71-77.

Page 7: Parag raaf Bladzijde - eca. · PDF fileb) de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende ver r ichtingen bij de rekening. De verantwoordelijkheid van de leiding 8

BIJLAGE

Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel (Brussel)

Bevoegdheden en activiteiten

Bevoegdheden van de Unie volgens het Verdrag

(Artikelen 187 en 188 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie)

Verordening (EU) nr. 561/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel.

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad.

Bevoegdheden van de ge-meenschappelijke onderne-ming

(Verordening (EU) nr. 561/2014 van de Raad)

Doelstellingen

De Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel heeft de volgende doelstellingen:

a) bijdragen tot de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 1291/2013 en in het bijzonder deel II van Besluit 2013/743/EU;

b) bijdragen tot de ontwikkeling van een sterke branche van elektronische componenten en systemen in de Unie, die wereldwijd kan concurreren;

c) ervoor zorgen dat elektronische componenten en systemen beschikbaar zijn voor essentiële markten en voor het aanpakken van maatschappelijke uitdagingen, zodat Europa op het gebied van technologische ontwikkelingen een pionier blijft, de kloof tussen onderzoek en commercialisering wordt overbrugd, de innovatiecapaciteit wordt versterkt en de economische groei en werkgelegenheid in de Unie worden gestimuleerd;

d) de strategieën van de lidstaten op elkaar afstemmen om particuliere investeringen aan te trekken en bij te dragen tot de effectiviteit van de overheidssteun door overlapping en fragmentatie te voorkomen, en door de deelname van spelers op het gebied van onderzoek en innovatie te faciliteren;

e) in stand houden en uitbreiden van de Europese capaciteit voor de fabricage van halfgeleiders en slimme systemen, met inbegrip van een leidende positie op het gebied van productieapparatuur en materiaalverwerking;

f) een leidende positie veiligstellen en versterken op het gebied van ontwerp en systeemtechniek, met inbegrip van ingebedde technologieën;

g) alle belanghebbenden toegang verlenen tot infrastructuur van wereldniveau voor het ontwerp en de fabricage van elektronische componenten en ingebedde/cyberfysieke en slimme systemen, en

h) een dynamisch ecosysteem opzetten waarin kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) actief zijn, om zo bestaande clusters te versterken en het ontstaan van nieuwe clusters in veelbelovende nieuwe segmenten te bevorderen.

Bestuur Het bestuursorgaan van de GO is de raad van bestuur. Het programmabureau wordt geleid door een uitvoerend directeur. Het bedrijfsleven is vertegenwoordigd in de raad van particuliere leden. De Commissie (die de EU vertegenwoordigt) en de deelnemende staten vormen de raad van openbare instanties.

In 2015 ter beschikking van de gemeenschappelijke onder-neming gestelde middelen

Begroting

107 654 814,00 euro voor vastleggingen

161 500 000,00 euro voor betalingen

C 473/30 NL Publicatieblad van de Europese Unie 16.12.2016

Page 8: Parag raaf Bladzijde - eca. · PDF fileb) de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende ver r ichtingen bij de rekening. De verantwoordelijkheid van de leiding 8

Personeelsbestand per 31 december 2015

30 posten op de lijst van het aantal ambten (14 tijdelijke functionarissen, 15 arbeidscontractanten en 1 gedetacheerde deskundige), waarvan 28 bezet; deze personeelsleden verrichtten operationele activiteiten (13), administratieve taken (12) of gemengde taken (3).

In 2015 verrichte activiteiten en diensten

Zie het jaarlijks activiteitenverslag van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel over 2015 op www.ecsel.eu

Bron: Door de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel verstrekte gegevens.

16.12.2016 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 473/31

Page 9: Parag raaf Bladzijde - eca. · PDF fileb) de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende ver r ichtingen bij de rekening. De verantwoordelijkheid van de leiding 8

ANTWOORD VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ONDERNEMING

20. De bijdragen in natura voor het jaar 2015 zijn geboekt in de definitieve rekeningen voor het begrotingsjaar 2015 zoals goedgekeurd door de raad van bestuur, en in overeenstemming met de bepalingen van de toepasselijke methodologie, die eveneens door de raad van bestuur is bekrachtigd in juni 2016.

30. De voor de onderzoekscluster vastgestelde gemeenschappelijke strategie voor fraudebestrijding bij onderzoek is op 13 mei 2015 door de raad van bestuur van de gemeenschappelijke onderneming bekrachtigd (Besluit GB-2015-34). Sinds de herfst van 2015 hebben alle personeelsleden van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel die bij het beheer van subsidies betrokken zijn, aan de door de Europese Commissie georganiseerde opleidingssessies deelgenomen, en er zijn nieuwe sessies gepland.

In 2016 zal de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel doorgaan met acties om de internecontroleomgeving te verbeteren met het oog op het interne beleid inzake fraudepreventie.

C 473/32 NL Publicatieblad van de Europese Unie 16.12.2016