Pantheon

6
Pantheon Het Pantheon is een tempel in Rome die gebouwd is tussen 118 en 125 n. Chr. De naam komt van het Griekse πας en θεος “pas” en “theos” – die respectievelijk elke en god betekenen. Over de naam van het Pantheon zijn twee verschillende theorieën: het Pantheon betekent een tempel “gewijd aan alle goden”, of een tempel gewijd aan “het al goddelijke”, oftewel de hemel. De oculus, het gat bovenin, zou dan wijzen op de hemel. De eerste vorm van het pantheon – het oorspronkelijke gebouw – is gebouwd in 27 v. Chr. en werd gebouwd toen Marcus Agrippa consul was. Tijdens de grote brand van Rome (80 n. Chr.) is deze tempel verwoest. Uiteindelijk liet Hadrianus in 125 het Pantheon in zijn geheel herbouwen. Veel van de originele Romeinse, niet christelijke tempels zijn afgebroken, de rede waarom het Pantheon nooit is afgebroken is omdat paus Bonifatius IV in 608 de tempel tot een kerk maakte, de Santa Maria ad Martyres. Het Pantheon zoals we het nu kennen is dus gebouwd als vervanging van het eerdere gebouw dat daar stond. In de tijd dat het Pantheon gebouwd is, onder Hadrianus, stonden ook nog 2 zuilengalerijen rond het Pantheon, die als het ware als twee vleugels opensloegen om de tempel – vergelijk met de Sint-Pieter: - maar dan wel op kleinere schaal. De voorhal/Het portiek. Het portiek van het pantheon is in een traditionele stijl gebouwd. In het portiek staan in totaal 16 monolithische zuilen ( μόνος = slechts, een en λίθος = steen), zuilen die slechts uit één steen bestaan. Deze zuilen zijn wel degelijk interessant om even bij stil te staan. Iedere zuil weegt rond de 85 ton, en de grijze granieten zuilen zijn in Egypte uitgehouwen. Vanaf daar zijn ze meer dan 100 km naar de rivier gebracht, met gebruik van houten sleeën en boomstammen. Vanaf daar zijn ze, toen het water hoog genoeg was, per schip naar Ostia gebracht. Een aantal van deze zuilen (aan de linker kant) komen uit de Thermen van Severus Alexander, en zijn te herkennen aan hun afwijkende roze kleur.

description

Presentation

Transcript of Pantheon

PantheonHet Pantheon is een tempel in Rome die gebouwd is tussen 118 en 125 n. Chr. De naam komt van het Griekse πας en θεος – “pas” en “theos” – die respectievelijk elke en god betekenen. Over de naam van het Pantheon zijn twee verschillende theorieën: het Pantheon betekent een tempel “gewijd aan alle goden”, of een tempel gewijd aan “het al goddelijke”, oftewel de hemel. De oculus, het gat bovenin, zou dan wijzen op de hemel. De eerste vorm van het pantheon – het oorspronkelijke gebouw – is gebouwd in 27 v. Chr. en werd gebouwd toen Marcus Agrippa consul was. Tijdens de grote brand van Rome (80 n. Chr.) is deze tempel verwoest. Uiteindelijk liet Hadrianus in 125 het Pantheon in zijn geheel herbouwen. Veel van de originele Romeinse, niet christelijke tempels zijn afgebroken, de rede waarom het Pantheon nooit is afgebroken is omdat paus Bonifatius IV in 608 de tempel tot een kerk maakte, de Santa Maria ad Martyres.Het Pantheon zoals we het nu kennen is dus gebouwd als vervanging van het eerdere gebouw dat daar stond. In de tijd dat het Pantheon gebouwd is, onder Hadrianus, stonden ook nog 2 zuilengalerijen rond het Pantheon, die als het ware als twee vleugels opensloegen om de tempel –

vergelijk met de Sint-Pieter: - maar dan wel op kleinere schaal.

De voorhal/Het portiek.Het portiek van het pantheon is in een traditionele stijl gebouwd. In het portiek staan in totaal 16 monolithische zuilen ( μόνος = slechts, een en λίθος = steen), zuilen die slechts uit één steen bestaan. Deze zuilen zijn wel degelijk interessant om even bij stil te staan. Iedere zuil weegt rond de 85 ton, en de grijze granieten zuilen zijn in Egypte uitgehouwen. Vanaf daar zijn ze meer dan 100 km naar de rivier gebracht, met gebruik van houten sleeën en boomstammen. Vanaf daar zijn ze, toen het water hoog genoeg was, per schip naar Ostia gebracht. Een aantal van deze zuilen (aan de linker kant) komen uit de Thermen van Severus Alexander, en zijn te herkennen aan hun afwijkende

roze kleur.In de tijd dat het Pantheon is gebouwd, lag het straatniveau natuurlijk veel lager. Toen liepen

er verschillende treden omhoog naar de binnenhal. In de loop van de tijd is het straatniveau natuurlijk gestegen, en zijn de traptreden verloren gegaan. Voor op het portiek staat dit:M · AGRIPPA · L · F · COS · TERTIUM · FECIT.Of voluit:Marcus · AGRIPPA · Lucii · Filius · COnSul · TERTIUM · FECITDit betekent:Marcus Agrippa, Zoon van Lucius, voor de derde keer consul, heeft dit gebouwd.Zoals eerder verteld is dít Pantheon echter gebouwd onder Hadrianus. Keizer Hadrianus liet echter niet zijn eigen naam op de gevel zetten, maar de naam van Marcus Agrippa. De rede hiervoor is dat hij zo niet de senaat zou irriteren. Keizer Domitianus deed dit bijvoorbeeld wel, en dit is hem duidelijk niet in dank afgenomen. De tekst staat wel in verband met de eerdere tempels die hier stonden, die zijn namelijk gebouwd door Marcus Agrippa.In de twee grote nissen tegen de binnenhal aan zouden standbeelden van Augustus en Agrippa hebben gestaan, dit heeft Augustus gedaan om toch zichzelf nog een beetje te vertegenwoordigen.

De grote bronzen deur die naar de binnenruimte leiden zijn heel erg oud, maar het zijn niet de originele deuren van het Pantheon. De huidige deuren, die te klein zijn voor de kozijnen, zijn er sinds de 15e eeuw.

Er wordt van het portiek gedacht dat het naderhand is bijgebouwd, omdat de ronde zaal eerst een bestanddeel van de Thermen van Agrippa was. Het portiek is daarna bijgebouwd, toen het Pantheon werd herschapen tot een tempel.

Op zichzelf gezien is het portiek, in een ogenschijnlijke Griekse stijl, heel erg mooi, maar het is niet erg geschikt een harmonieus geheel te vormen met het zware hoofdgebouw. Door de sierlijkheid van het portiek, komt de soberheid en saaiheid van de koepelbouw zelfs nog duidelijker uit. Dit is ook een gevolg van het latere bijbouwen van de voorhal.

Iets dat misschien een verband had gemaakt tussen de grote zaal en het portiek zijn de bronzen versieringen die op het portiek gestaan zouden hebben. Door de gaten die bestudeerd zijn, is duidelijk geworden dat er een adelaar op heeft gestaan.

De cilinderConstructie

De cilinder, of de koepel, is tot op vandaag de dag nog altijd de grootste koepel van ongewapend beton - beton zonder metaal ter stevigheid - ter wereld. De bouw van de koepel is zelfs nu nog altijd interessant voor hedendaagse architecten om naar te kijken. Zo is dit huis van Thomas Jefferson (2), een Amerikaanse politicus, duidelijk afgeleid van het Pantheon. Door sommigen wordt zelfs gesteld dat het Pantheon het meest invloedrijke gebouw van heel West-Europa is. (1) The Rotunda is ontworpen door Thomas Jefferson, de eigenaar van het huis in plaatje 2. The Rotunda staat bij de Universiteit van Virginia.

De koepel van het Pantheon is vanaf buiten voor maar de helft te zien, dit komt door de hoge buitenmuur. Door een trapsgewijze aanbouw aan de koepel is de vorm ook niet heel goed te herkennen. De buitenmuur draagt met zijn eenvoud en grootsheid een groot somber karakter met zich mee, een karakter dat totaal tegenover het schitterende karakter van de binnenhal staat.

De binnenhal zelf:Zoals te zien is op het plaatje hiernaast, bestaat de binnenhal eigenlijk niet uit een halve bol, maar een hele bol. De verhoudingen van de zaal zijn bijzonder eenvoudig; De top van de koepel ligt +/- 43,3 m boven de vloer, deze afstand komt precies overeen met de diameter van de cirkel. Dit betekent ook dat de hoogte van de middenzaal precies door de helft wordt gedeeld, het bovenste gedeelte is dus circa 21,65 meter hoog, en dat is de zichtbare koepel. De onderste helft wordt

ingenomen door de rechtstaande muren. Deze verhouding, van een met de middellijn van het gewelf overeenkomende hoogte, is door Vitrivius voor het Laconicum al eerder gebruikt. Ook dit was een badzaal. Dit is nog een ander bewijs het Pantheon eerst als onderdeel van een badhuis was bedoeld.

De constructie van de koepel is een zeer bewonderenswaardig project geweest, mede door de ‘oculus’ bovenin, waardoor natuurlijk veel steun verloren is gegaan. Hoe eenvoudig de koepelbouw op zichzelf ook mag lijken, even zo bewonderenswaardig en verbazingwekkend is de uitvoering van een werk van zo’n grote omvang, en van een koepel met lang onovertroffen afmetingen. Zelfs de koepel van de Sint-Pieter is kleiner. Om deze enorme koepel te kunnen maken hebben de Romeinen enkele trucs toegepast. Een daarvan is de oculus bovenin. Hoewel het gebruik van deze oculus uit natuurkundig oogpunt gezien een deel van de steun weghaalt, maakt het de koepel ook soepel, en bestand tegen aardbevingen. Een andere truc waar gebruik van is gemaakt zijn de zogenaamde cassettes (uitsparingen) in de koepel, en het dunner worden van de koepel naarmate je hoger komt. Hoe hoger je in de koepel komt, hoe lichter het gebruikte materiaal ook is. De koepel is in de grootste opzet gemaakt van ongewapend beton, maar er is ook basalt en puimsteen in gebruikt, beiden vulkaangesteentes. Naast deze twee vulkaangesteentes zijn ook

1

2

tufsteen en baksteen gebruikt. Van die twee is basalt de zwaardere, maar ook steviger. Puimsteen is lichter, en poreuzer. Hoe hoger je in de koepel komt, hoe hoger het percentage puimsteen is. Bij de oculus is de koepel nog 1,2 meter dik, en waar hij begint, bij de overloop tot de muren is hij 7 meter dik. De muren tot aan de eerste casettenstrook is vooral beton met tufsteen toegepast. Van de eerste casettenstrook tot de middelste bestond het mengsel ook uit baksteen en verwerking van vulkaangesteente. Het laatste gedeelte is bijna helemaal bestaande uit baksteen, en licht vulkanisch gesteente.

In de koepel staan een reeks massieve bogen die versterkt zijn met steunberen, die verdelen het totale gewicht nog eens over acht penanten, dat zijn de stukjes muur tussen de nissen.

InterieurBij het binnenkomen in het Pantheon is het eerste wat opvalt natuurlijk het grote gat in de koepel, de zogenaamde Oculus. Dit gat, met een diameter van 8,3 meter, is samen met de deur de enige natuurlijke lichtbron in het Pantheon. Door de oculus kan echter ook regen vallen, daarom zijn in de gehele vloer kleine gaatjes aangebracht, en als sinds de oudheid werkt dit als soort afvoersysteem. In de muur onder de koepel zijn 8 nissen, op gelijke afstand van elkaar, gebouwd. Sommigen hiervan zijn halfrond aan de bovenkant, en sommigen hebben een klassieke driehoekige bovenkant, evenals het portiek voor het pantheon. Tussen elk van deze nissen is 8,2 meter uitgespaard, en dit

zijn de zogenaamde penanten. In elk van deze uitsparingen staan twee Korintische zuilen. In deze 7 uitsparingen zouden beelden hebben gestaan die de 7 hemellichamen die uitbeelden. Volgens Archimedes zouden ze in deze volgorde hebben gestaan: Maan, Mercurius, Venus, Zon, Mars, Jupiter, Saturnus. Geordend naar omlooptijd. In de grote nis, tegenover de ingang zou dan de zon hebben gestaan.

De vloer is tot op het heden de originele vloer zoals hij is aangelegd. De vloer is echter wel in 1873 hersteld. Een vloer met steenmozaïek van porfier, graniet en marmer. Her is een patroon van vierkante vakken, waarin afwisselend een ander vierkant of een cirkel is geplaatst.

De koepel met de cassetten is uiteraard ook een belangrijke toevoeging aan het interieur, in de cassetten hebben echter ooit bronzen ornamenten, versieringen, gezeten. Alle rijkdom aan ornamenten, waarmee het gebouw ooit prijkte, komt op ons niet echt over. Het brons dat in de cassetten zat, is in de tijd van Bernini (1624-1633) losgehaald, en omgesmolten voor de vorming van het gigantische baldakijn in de Sint-Pietersbasiliek. Dit brons is door Paus Urbanus VIII losgehaald, en hier is een Romeins spreekwoord uit voortgekomen. Quod non fecerunt barbari fecerunt Barberini. Wat de barbaren niet deden, hebben de Barberini’s wel gedaan. Paus Urbanus was een lid van de Barberini familie.

In de koepel zitten totaal 140 cassetten, in 5 rijen van 28.Een ander belangrijk onderdeel in het interieur zijn een aantal graven, hier zal verder op in

worden gegaan in het volgende deelonderwerp.

FunctieHet Pantheon is origineel als een tempel gebruikt. Zoals eerder gezegd is was dit een tempel, geweid aan alle goden. De rede dat het Pantheon nog steeds overeind staat, in tegenstelling tot de meeste andere niet christelijke tempels in Rome, is dat in 608 Paus Bonifatius IV het Pantheon omdoopte tot een Rooms-Katholieke kerk. De kerk werd de Santa Maria ad Martyres genoemd, geweid aan de heilige Maria en de Martelaars.

Het Pantheon is oorspronkelijk als een deel van een badhuis gebouwd. Vandaar ook de ronde vorm binnenin. Sinds de Renaissance is het Pantheon echter ook als begraafplaats in gebruik genomen. Onder de begraven mensen zijn o.a. -Raphael Sanzio da Urbino, wereldberoemde schilder-Annibale Carcacci, eveneens een schilder-Arcangelo Corelli, een componist-Baldassare Peruzzi, een architect

-Victor Emanuel II, de eerste koning van het Verenigde Italie-Umbertus I, ook een Italiaanse koning

Raphael is waarschijnlijk de bekendste van deze, en zijn begrafenis was ook heel erg groots, en door een groot publiek bezocht. Raphael heeft zelf erom gevraagd om in het Pantheon begraven te worden. Op zijn tombe staan deze woorden:“ille hic est Raffael, timuit quo sospite vinci, rerum magna parens et moriente mori” dit betekent:

Dit is de graftombe van Rafaël, door wie Moeder Natuur vreesde overwonnen te worden, toen hij leefde, en toen hij stervende was, vreesde met hem mee te sterven. Het vrezen van Moeder Natuur voor het verslaan worden, wijst op de angst dat Rafaël de pracht van de natuur zou overtreffen met zijn prachtige schilderijen. En met het sterven van Rafaël, sterft de natuur met hem mee, omdat er zo veel schitterends verloren gaat.

Een ietwat oneerbiedige functie van het Pantheon heeft plaatsgevonden rond 1300. van 1305 tot ca. 1377 fungeerde het Pantheon als een fort en een kippenmarkt.

Een andere functie die het Pantheon heeft gekregen zijn ook de Christelijke missen die er worden gehouden. Sinds een aantal jaar worden er ook soms optredens gegeven. Deze vinden plaats in het portiek of in de ronde zaal. Vanwege de perfecte ronde vorm, heeft deze zaal een heel erg aparte akoestiek.

Latere veranderingen aan het gebouw.Er zijn verschillende veranderingen aan het Pantheon geweest. Een daarvan is al besproken, en dat was het verwijderen van de ornamenten in de cassetten van de koepel.

Een nog grotere veranderging heeft het Pantheon ondergaan door architect, en beeldhouwer, Gian Lorenzo Bernini. Bernini liet achter het portiek aan beiden kanten twee smakeloze klokkentorens bouwen, dit gebeurde in 1625. Onder het volk werden dit de ezelsoren van Bernini genoemd. Aan het eind van de 19e eeuw (1883) zijn deze torentjes pas weggehaald. Op de voorpagina van ons Rome-boekje zijn de ezelsoren te zien.

Andere veranderingen aan het gebouw zijn natuurlijk gekomen toen het van een “heidense niet-Christelijke tempel” veranderd is naar een Rooms-Katholieke kerk. Er staan verschillende altaartjes in het Pantheon, maar het belangrijkste, grote altaar is betaald door Paus Clemens XI en ontworpen door Alessandro Specchi. Dit altaar staat recht tegenover de ingang. In de verschillende kapelletjes (8 in totaal) staan verschillende beelden, schilderijen, en fresco’s.

In 663 n. Chr. heeft de Byzantijnse keizer Constans II de vergulde dakplaten van het Pantheon afgehaald, tot 735 is het dak dus onbeschermd geweest, totdat Gregorius III het dak van het Pantheon in 735 met lood bekleedde.