pantheon// 2009 - onderweg

44
tweemaandelijkse uitgave van d.b.s.g. stylos / nummer 1 / jaargang 2009 onderweg pantheon// onderweg// getting you there: trainstations: part of the journey onderweg// de cockpit als een slang die zijn prooi doorslikt onderweg// zicht op de snelweg beroofd van ons open landschap stylos // stylosophy // chepos // Muenchen anno 2009 // pantheon photo contest // pas stylos,...nu god is in the gasstation // building for the moment // self-empowerment in xixuaú // de cockpit... // give me a break! // getting you there // zicht op de snelweg // 'path into architecture' portraits //

description

63 - pantheon// is een twee maandelijkse uitgave van de Bouwkundige studievereniging Stylos, waarin vakgerelateerde artikelen en interviews staan, gericht op verschillende thema’s die wisselen per edititie. Ook wordt er verslag gedaan van zaken waar Stylos zich mee bezig houdt.

Transcript of pantheon// 2009 - onderweg

Page 1: pantheon// 2009 - onderweg

tweemaandelijkse uitgave van d.b.s.g. stylos / nummer 1 / jaargang 2009

onderwegpantheon//

onderweg// getting you there: trainstations: part

of the journey

onderweg// de cockpit

als een slang die zijn prooi

doorslikt

onderweg// zicht op de snelweg

beroofd van ons open landschap

stylos // stylosophy // chepos // Muenchen anno 2009 // pantheon photo contest // pas stylos,...nu god is in the gasstation // building for the moment // self-empowerment in xixuaú // de cockpit... // give me a break! // getting you there // zicht op de snelweg // 'path into architecture' portraits //

Page 2: pantheon// 2009 - onderweg

colofonjaargang 13, editie 1, march 2009 oplage: 2000Stylosleden en vrienden van de Stylos Stichting ontvangen pantheon//vijf maal per jaar

redactieadresBG. midden 110Julianalaan 132-1342628 BL [email protected]

hoofdredactieRosemarie Krautheim

redactieNina VerkerkMinck SimonisLiselotte van der ATosja BackerTomas DirrixXin DogteromDaphne Bakker - articles 'checkedbydaphne'

aan dit nummer werkten meejaarboekcommissie, Joep Kuys, cheops, Simon Tiemersma, Josiena Simonian, Robert Winkel, Gunnar Daan, Rene Zuuk, Sang Lee, Christian Welzbacher, Marije Taalstra, Sef Teerink, Lysane van Hoek, Simon Rochowski, Ruben Bergambagt, Nard Buijs, Fotoco,

advertenties07 | Schüco10 | NBD31 | Heraklith34 | Capita selecta lecture series35 | Indesem en Sustainablablakaft | Continu Engineering

drukkerKoninklijke De Swart, 's-Gravenhage

omslagMinck Simonis

van bestuur 115Hens Zoet

Het thema onderweg, dit sluit goed aan op ons bestuursjaar. Het is

als een lange tocht waar we met verschillende aspecten te maken

krijgen. Mooie dingen, zoals het lustrum en minder mooie dingen,

zoals de bezuinigingen. Nu is ons bestuur ongeveer op de helft van

haar rit en nu begint de tijd om te kijken wie verder gaat rijden in

deze bestuurlijke achtbaan. En wat een periode hebben we al achter

de rug! We zijn enorm blij met het succes van het lustrum en willen

iedereen bedanken die zich hiervoor heeft ingezet. We hebben o.a.

een openingsfeest, een lustrumexcursie, verschillende lezingen, de

workshop en natuurlijk het gala achter de rug. Meer hierover verder

in deze pantheon// Maar het lustrum was natuurlijk niet onze enige

activiteit dit jaar… Zo komt er nog een reeks excursies aan met

het thema “de vier elementen”. De grote reis commissie heeft haar

bestemming gepresenteerd: De Baltische staten, Helsinki en Sint

Petersburg! Zo heeft ook de SteeOweecommissie niet stilgezeten, dit

jaar worden de nieuwe eerstejaars in ons nieuwe gebouw ontvangen

onder het thema “BKdent”. Hiervoor kunnen we jouw hulp als mentor

goed gebruiken! Voor de eerstejaars is er al de mogelijkheid geweest

hun lay-out skills te verbeteren door een succesvolle poster-opmaak

workshop en op 7 mei organiseert de EJC de traditionele 24-uurs

excursie. Dit jaar naar Berlijn!

Wil je meer weten over een van deze activiteiten of wat we nog meer

voor jullie in petto hebben? Check www.stylos.nl! Of wip even langs

op Stylos, je bent van harte welkom!

Het Delftsch Bouwkundig Studenten Gezelschap Stylos werd in 1894 opgericht terbehartiging van studie- en studentenbelangen van studenten aan de faculteitBouwkunde van de TU Delft.

bestuur 115 D.B.S.G. Stylosvoorzitter: Alexandra de Jongsecretaris: Janneke Rutgerspenningmeester - pr: Koen Kegelonderwijs: Yannick Braatlezingen en debat: Rosemarie Krautheimexcursies: Hens Zoet

adresBG. midden 110Julianalaan 132-1342628 BL [email protected]

telefoonnummersbestuur 015 2783697secretariaat 015 2781369

internetwww.stylos.nl

lidmaatschap Stylos10 euro per jaargironummer 296475

Stylos StichtingDe Stylos Stichting vervult een vliegwielfunctie ter stimulering van initiatievenvan en voor studenten van de faculteit Bouwkunde van de TU Delft. Zij kunnenbij het bestuur van de Stylos Stichting terecht voor financiële en inhoudelijkeondersteuning van hun project. Om u hiervan op de hoogte te houden ontvangt uelke 2 weken B-nieuws en 5 maal per jaar de pantheon//.Wij vragen om een donatie van 45 euro per jaar (pas afgestudeerden betalen deeerste twee jaar 10 euro). Aan bedrijven vragen wij 90 euro.gironummer 1673413

disclaimerAll photos are (c) the property of their respective owners. We are a non-profit organisation and we thank you for the use of these pictures.

over de voorkant'Highway sign blue' by Minck Simonis. this year the cover will be with teasers - for a little impression in advance

pantheon//bimonthly edition of the study association Stylosfaculty of Architecture, TU Delft

Page 3: pantheon// 2009 - onderweg

1i n h o u d s o p g a v e

stylos2 stylosophyJaarboekcommissie

6 cheops infopage exchange - Cheops EIndhoven

8 münchen anno 2009Josiena Simonian, Simon Tiemersma, Hens Zoet

11 pantheon// photo contestpantheon committee

12 pas stylos, nu...Sef Teerink en Marije Talstra

onderweg14 god is in the gasstationTomas Dirrix

17 building for the momentRosemarie Krautheim

20 self-empowerment in xixuauPhilippe Jorisch

23 de cockpit...Minck Simonis

24 give me a break!Tosja Backer

26 getting you thereLiselotte van der A

28 zicht op de snelwegNina Verkerk

algemeen32 'path into architecture' portraitsRosemarie Krautheim

36 christian welzbacherXin Dogterom

39 story abroadXin Dogterom

40 get inspired

41 agenda

23

248

26

17

1428

2

Page 4: pantheon// 2009 - onderweg

2 s t y l o s / / o n d e r w e g / / a l g e m e e n

S T Y L O SOPHYJaarboekcommissie

23

Het 23ste Lustrum van Stylos zat er aan te komen, is gekomen en

is, helaas, nu alweer voorbij. Het was hoe dan ook een belevenis

in de meest letterlijke zin van het woord. Maar alvorens nog verse

herinneringen op te halen, is het misschien leuk en interessant eens

stil te staan bij de historische waarde van het Lustrum, want deze is niet

zonder controverse. Stylos zou namelijk volgens sommigen niet 115

jaar bestaan op 13 februari, maar eigenlijk pas jarig zijn op 22 januari

en dan slechts 63 jaar bestaan - in dat geval zou er niet eens sprake

zijn van een Lustrum. In het eeuwboek kan men hierover lezen in een

stuk van Prof. Ir. M. Gout, een van de oprichters van het eerste bestuur

onder de naam "Stylos". Hij vertelt hierin de geschiedenis van Stylos

en de verbondenheid met Practische Studie, de studievereniging van

Civiele Techniek. Zo blijkt Stylos in 1947, toen toekomstig civiel en

bouwkundig ingenieurs nog samen studeerden, de rol van Practische

Studie te hebben overgenomen en hun leden achter zich hebben

weten te scharen.

Hierdoor moest Practische Studie destijds het veld ruimen. Stylos heeft

aldus het stokje overgenomen en claimt daarom 115 jaar te bestaan.

Practische Studie meent echter dat zij zelf de enige vereniging is die

115 jaar bestaat. Daar is an sich iets voor te zeggen, daar zij hun naam

tot op heden hebben behouden. Toch zijn er bewijzen dat de huidige

Civiel technische studievereniging in de beginjaren van Stylos inactief

is geweest. Om die reden hebben zij evenmin cq evengoed recht op dit

lustrumjaar als Stylos. Na dit korte historische intermezzo, nu datgene,

waar het Lustrum werkelijk over gaat. Want hoewel geschiedenis

belangrijk kan zijn, moet aan wat in het heden gebeurt de grootste

waarde worden toegekend.

Het Lustrum begint met een grootse kick-off party in de stijlvolle

sociëteit Tyche. Het feest komt al snel op gang en voor iedereen

het weet, slaat de grote klok in de Oude Jan reeds twaalf keer

aaneengesloten - de dies natalis is aangebroken. Uiteraard zou dit

gevierd worden met vele flessen champagne. Als vanzelfsprekend

volgde een speech van de voorzitter die met een daverend applaus

werd ontvangen door alle aanwezigen. Hierna werd het feest hervat en

zou er verder gefeest worden als ware het woord morgen uit eenieders

vocabulaire geschrapt. Een flitsend, bruisend, mooi, interessant, maar

vooral typisch bouwkundefeestje, dat altijd gekenmerkt wordt door

een ontspannen sfeer en goede muziek, was het gevolg. Buiten

feesten, kan natuurlijk ook een heuse excursie niet ontbreken in

Page 5: pantheon// 2009 - onderweg

3s t y l o s / / o n d e r w e g / / a l g e m e e n23

het programma van een bouwkundig Lustrum, en wel een excursie

naar een architectuurstad met evenveel gezichten als namen: in het

Bayerisch Minga; in het Italiaans Monaco; in het Duits München. De

lustrumexcursie vertrok op vrijdagavond naar Duitsland. (Zie pagina

8 en 9 voor artikel) In de week die volgde, heeft een aantal sprekers

lezingen gegeven, die bijzonder drukbezocht werden. Ook was het

mogelijk 's avonds een film over architectuur mee te pikken. Deze films

werden ingeleid door lezingen van de filmmakers zelf.

Bepaalt architectuur het beeld van de maatschappij, of bepaalt het

beeld van maatschappij de architectuur? Aan deze discussie is al door

velen deelgenomen. Het juiste antwoord weten tot op de dag van

vandaag nog niet. ‘Ex-architect’ en schoolvoorbeeld voor het voeren

van deze discussie is Carel Weeber. Dit, omdat hij zelf al overhoop lag

met twee verschillende gedachten: “Als architect ben je een speelbal

van de maatschappij”, en “Je deed als architect wat je dacht dat goed

was voor de maatschappij”. Deze tweestrijd komt goed naar voren

in vertoonde film van Remy Velk uit 2006: "Dwars, de erfenis van

architect Carel Weeber". Misschien is een juiste verantwoording voor

het wispeltreurige karakter van Weeber het volgende: ”Alleen een gek

veranderd niet van mening.” Dit slaat de spijker op zijn kop. Wellicht om

de reden dat deze tweestrijd meer een wisselwerking tussen beiden

stellingen vormt, in plaats van één naar voren komende winnaar te

hebben.

Ook in ‘The Fountainhead’ komt deze discussie naar voren. Deze film

draait om de architect Howard Roark, die integriteit boven alles zet. Na

terugkomst van een zeilreis blijkt een ontwerp van Roark aangepast

te zijn zodat het gebouw in de smaak valt bij het grote publiek. Om

zijn integriteit - en dat van zijn ontwerp - te beschermen blaast hij

het gebouw op. Roark stelt dat zijn daden gegrond waren. “Ontwerpt

een architect alleen voor de maatschappij? Of voor zichzelf?” Dat

het bouwkunde studerend publiek hier ieder zijn eigen visie op had

bleek ook tijdens de discussie bij The Fountainhead. Slechts een

enkeling durfde het voor de vooruitstrevende Roark op te nemen: "Als

bouwkunde student moet ik hem wel verdedigen. Anders zit ik hier

voor niets - dan kan ik net zo goed stoppen."

Zo is ook Beleving een centraal thema gedurende de Lustrumweek.

Kie Ellens houdt zich bijvoorbeeld bezig met het denken over "public

sculpture". Dit slaat terug op zijn bewering dat (kunst)werken dichtbij

Page 6: pantheon// 2009 - onderweg

4 s t y l o s / / o n d e r w e g / / a l g e m e e n 23

de mens ook dichtbij de werkelijkheid moeten staan. Juist door iets

wat volkomen logisch en realistisch is van een stukje onwerkelijkheid

te voorzien, zorgt ervoor dat men nieuwsgierig wordt. Juist de

vraag of het nu kunst is, of een ongelukkige bijkomstigheid van

omstandigheden zorgt ervoor dat een werk een kunstwerk wordt. Zo

kunnen bijvoorbeeld gemeenten wel de vrijheid beperken, door regels

en wetten op te stellen, maar wanneer er iemand verantwoordelijkheid

neemt voor zijn omgeving, kan deze verantwoordelijkheid nog

doorslaggevend zijn voor deze omgeving. “Er is veel dat wel je kunt

doen.” Als bewoner van een buurt kun je dus zoveel meer zijn dan

slechts een bewoner. In plaats de slechte punten van je buurt te blijven

herhalen en herhalen pleit Ellens ervoor dat je het heft in eigen handen

neemt en door kleine aanpassingen je buurt prettiger maakt.

Binnen het thema "beleving" gaat het bij Peter Veenstra vooral om de

invloed van geluid op mensen. De impact van geluid op mensen wordt

volgens Veenstra onderschat. In tegenstelling tot bijvoorbeeld tast

en zicht, kan ons gehoor altijd alles waarnemen. In plaats van geluid

wegnemen (geluidswallen) kan geluid ook toegevoegd worden aan de

openbare ruimte. ‘Sound-design’ zou daarom meer ontwerpers bezig

moeten houden. Naast Peter Veenstra moet ook Daan Roosegaarde

genoemd worden. Deze ‘content-provider’ wil zichzelf niet graag

slechts architect, slechts kunstenaar of slechts designer noemen.

Terecht. De essentie die Roosegaarde probeert over te brengen is

dat veel dingen al een deel uitmaken van een interactief netwerk.

Men zou de hele wereld kunnen zien als een onaanelkaar gesloten

netwerk. Daarnaast zouden interface en het object dichterbij elkaar

gebracht worden. Er moet geen verschil meer zijn tussen hardware en

software. Voor nadere voorbeelden moeten we studio Roosegaarde

in smiezen houden. Tijdens zijn lezing heeft hij al laten vallen een

gebouw in de plannen te hebben. Maar Stylos zou Stylos niet zijn,

als het Lustrum geen activiteiten in de volle breedte zou bevatten.

Zo werd er, ook voor historisch besef een Lustrumexpositie geopend.

Sleutelfiguren zijn Jurgen Beliën en Roderick Trompert, beiden oud-

bestuurders van Stylos. De tentoonstelling ging over de afgelopen vijf

jaar Stylos, waarbij ieder jaar was gesymboliseerd door een banier met

de kleur van het bestuursjaar. De Pantheon//-artikelen die het meest

spraakmakend waren voor dat bestuursjaar, vormden de leidraad.

Overigens is er tijdens die tentoonstelling ook het digitale Pantheon//-

archief geopend, waaraan Roderick veel tijd heeft besteed en waarvoor

door Jurgen een mooie module in de website is ingepast, waar je ieder

artikel apart kunt afdrukken. Dit archief is voor iedereen te bekijken

via pantheon.stylos.nl.

Klap op de vuurpijl is waarschijnlijk de georganiseerde workshop.

Het bouwko-gehalte lag hierbij namelijk zeer hoog; want wat is er

nu meer 'bouwko' dan een nachtje doorhalen en conceptmaquettes

maken? Bovendien bleek ook uit de hoofdprijs die ermee gemoeid

was - uitvoering in 1:1 in het NAi - dat de lat bij deze workshop hoog

is gelegd. Robert Winkel hield een hierop inleidende lezing met als

hoofdthema 'oneindigheid'. De titel die de workshop droeg, is "Built

Emotion"; het gaat erom emotie te vatten in een object van maximaal

twee bij twee meter. Dit soort vraagstukken heeft natuurlijk een zeer

grote complexiteit, aangezien emotie, zoals een jurylid opmerkte,

"cultuurgebonden is". Hoe dan ook: meer dan één team ging uit

van een object dat emotie zou moeten prikkelen op alle zintuiglijke

Page 7: pantheon// 2009 - onderweg

5s t y l o s / / o n d e r w e g / / a l g e m e e n23

vlakken. Een andere groep zei weer: "Emotie wordt niet veroorzaakt

door een ruimte, maar door een atmosfeer," waarmee ze direct de zaak

vanuit een andere invalshoek benaderden. De zoektocht naar emotie

lijkt behoorlijk geslaagd, gezien de grote variëteit aan resultaten die

gepresenteerd werden. Maar misschien nog wel veel interessanter

dan het eindresultaat, was het proces, dat ook met een hoop emotie

gepaard ging. Niet verrassend, gezien het feit dat deze workshop een

aaneengesloten 23 uur duurde (uitloop niet meegerekend). "Ik wil naar

huis. Ik wil slapen." De uitslag:

Eerste prijs - Black Box

Indesem prijs - Peep-meubel

Eervolle vermelding - De Boog

Misschien moeten wij onze woorden terugnemen als het gaat over

de "klap op de vuurpijl" die gevormd zou worden door de workshop.

Maar misschien ook niet, daar de andere kandidaat die hiervoor in

aanmerking komt, het gala, een activiteit is die in een totaal andere

categorie valt. Hoe dan ook, traditioneel wordt het hoogtepunt van

een Lustrum in studerend Nederland gevormd door een gala, óók bij

het 23ste Lustrum van Stylos. In het illustere Groothandelsgebouw te

Rotterdam gaat het feest om klokslag tien uur van start.

Het mooie van een gala is dat er eens ontsnapt (lijkt) te worden aan

het platvloers hedonistisch beeld dat de buitenwereld vaak van

studenten heeft. Nee, alles draait er om stijl, zien en gezien worden,

correct gekleed zijn, maar wél op een creatieve manier. We zijn en

blijven immers bouwko's. Op de vraag "met wie ben je" antwoorden

velen met de naam van hun date, met wie ze ook (denken) naar huis

te gaan. Een enkeling zegt slechts met "me, myself and I" gekomen te

zijn. Dit sluit toch wel een beetje aan bij het egocentrische beeld dat

veel mensen van architecten (in spe) hebben.

De muziek sluit in elk geval goed aan bij het gevoel van stijl: met onder

andere de Big LeBandski is een uitstekende sfeer binnengehaald. De

bouwko heeft het altijd over verhoudingen. Op het gala wordt de

Sectio Aurea niet met de verhouding 1:φ aangeduid, maar met 7/8. Als

7/8 van de gratis muntjes op zijn, betekent dit een ideale ratio tussen

alcohol en regelperspectieven; sommigen begrepen dit niet. Dat

gold in ieder geval niet voor de vele muziektalenten die ineens, door

aanwezigheid van vele babyvleugels, geopenbaard werden; één van

hen schudde zo Rachmaninov II uit zijn spreekwoordelijke mouw. Als

om drie uur de stekker uit het feestje moet worden getrokken, is het

gala net op haar hoogtepunt beland: een combinatie van feestvreugde

door muziek, romantiek, Stylosliefde, alcohol... Maar iedereen is het

er naderhand in de trein naar huis over eens dat stoppen op het

hoogtepunt toch het beste is. En zo is het. Gefeliciteerd! Proost! Op

naar het 24ste Lustrum en dat nog vele Lustra mogen volgen! //

Foto's pagina 2 en 3 van links naar rechts:Daan Roosegaarde lezing, Kie Ellens lezing, taart verdeeling, workshop - post its, Foto's van Alexandra de Jong en Joep Kuys,

Foto's pagina 4 en 5 van links naar rechts:workshop - dinner, workshop - sundawn, Julianalaan - feestelijk, pantheon archief, Stylosophy taart, Champagne, pantheon archief, workshop - brainstormingFoto's van Bas Wetzel, Alexandra de Jong en Joep Kuys,

Page 8: pantheon// 2009 - onderweg

6 s t y l o s / / o n d e r w e g / / a l g e m e e n

This is the pantheon//

C h e p o s p a g e

exchange with the

original Chepos page.

Chepos is produced by

the Studievereiniging

Bouwkunde Cheops

at the TU Eindhoven.

Check www.cheops.

cc

A pantheon page

will be published in

the March edition

Chepos.

Energie besparen en Energie winnen

De wereld verandert. Grondstoffen worden schaarser, de energieprijzen stijgen. De energie-balans van een gebouw wordt steeds belang-rijker. Schüco biedt hiervoor innovatieve oplos-singen met het thema Energy²; energie besparen en energie winnen met de hoogste eisen aan automatisering, veiligheid en design.

Schüco Nederland BVwww.schueco.nl

Hét adres voor kozijnen en zonne-energie

SCHUCOH0325_adve_Patheon_230x2971 1 11-06-2008 16:50:06

Page 9: pantheon// 2009 - onderweg

7s t y l o s / / o n d e r w e g / / a l g e m e e n

Energie besparen en Energie winnen

De wereld verandert. Grondstoffen worden schaarser, de energieprijzen stijgen. De energie-balans van een gebouw wordt steeds belang-rijker. Schüco biedt hiervoor innovatieve oplos-singen met het thema Energy²; energie besparen en energie winnen met de hoogste eisen aan automatisering, veiligheid en design.

Schüco Nederland BVwww.schueco.nl

Hét adres voor kozijnen en zonne-energie

SCHUCOH0325_adve_Patheon_230x2971 1 11-06-2008 16:50:06

Page 10: pantheon// 2009 - onderweg

8 s t y l o s / / o n d e r w e g / / a l g e m e e n

München, de bestemming van 25 enthousiaste deelnemers van de lustrumexcursie 2009.

Josiena Simonian, Simon Tiemersma

münchen anno 2009

Dag 1 - Zaterdag 14 februari

De heenreis was voor de meesten een opgevouwen bedoeling.

Gelukkig beloofde de mooie (Valentijn) ochtend veel goeds en een

witbesneeuwd München. Het hostel was alvast goed vertoeven,

maar door de opgelopen vertraging konden we daar nog niet echt

van genieten. Onze eerste activiteit, een stadsrondleiding door

München, stond op ons te wachten in de vorm van een Nederlandse

vrouw. Deze aardige dame, met aanwijsstokje, wist ons veel te

vertellen over de stad. Zoals het feit dat de naam zijn oorsprong

heeft in een middeleeuws klooster (Monniken -> München) en dat

de stad ongeveer 70% van het stadscentrum heeft verloren tijdens

bombardementen in de Tweede Wereldoorlog. Dat deze feiten zijn

weerslag hebben gehad op de architectuur was duidelijk merkbaar.

De rondleiding ging door verschillende kerken, door de Fünf Hoven

van Herzog en De Meuron, langs Beierse paleizen en eindige bij het

klassieke operagebouw van München. De opera was een welkome

warme afwisseling na de barre sneeuwstorm buiten. De opera in

barokstijl, ooit door een Beierse vorst laten bouwen, mochten we zelfs

backstage en “onder-stage” bewonderen. Beieren zou Beieren niet zijn

zonder literpullen bier en Damen in klederdracht in een Braustuben,

dus onze eerste maaltijd nuttigden we dan ook in die stijl. De nacht

werd door sommigen gebruikten om weer op lichamelijke krachten te

komen. Door anderen om aan andere behoeften te voldoen, groezelige

cafés voor het bier en een salsabar als afsluiter voor de danspasjes.

Dag 2 - Zondag 15 februari

Na een lange/korte nacht stond de volgende activiteit op het

programma, de Pinakothek der Moderne. Een interessant gebouw

met moderne kunst, en tijdelijke tentoonstellingen waaronder eentje

over stedenbouw. Van abstracte schilderijen tot conceptauto’s uit de

jaren 50, er was genoeg te zien. Onze volgende stop was de Herz Jesu

Kirche, een vierkant blok met een dubbele gevel; strakke vormgeving

meets religieuze doeleinden. Het leek ons alvast interessant om de

voorgevel geopend te zien, maar de tijd van het jaar was er niet

echt naar. Het Olympisch park kwam hierna. Dit enorme park was

imposant en drukbezocht door dagjesmensen, die genoten van het

weer, joggen, of sleeën van een heuvel. We kregen een rondleiding

van een enthousiaste studente en het bleek dat de heuvel in het park

aangelegd was met het puin van het gebombardeerde München.

De enorme hangconstructie van het Olympisch stadion, de Olympia

Hallen en het Olympisch zwembad was een van de indrukwekkendste

bouwwerken van de dag en leidde ons door een indrukwekkende

poort naar onze volgende bestemming, BMW Welt. Dit sterk staaltje

organische architectuur van Coop Himmelb(l)au liet zien dat BMW

alvast nog niet te leiden had onder de recessie. Een interactief pretpark

voor BMW liefhebbers, maar ook voor liefhebbers van moderne

architectuur.

Dag 3 - Maandag 16 februari

Niemand was echt gevaarlijk uitgeweest zaterdagavond, want

deze dag moest er vroeger opgestaan worden. We gingen naar de

indrukwekkende Allianz Arena. Van afstand een kleurige UFO, van

dichtbij toch duidelijk het voetbalstadion van Bayern München.

Rondgeleid door een fan van deze club kregen we naast het enorme

stadion zelf ook de kleedruimtes en persruimtes te zien; een bijzonder

groot gebouw dat opvalt door zijn simpelheid.Een middagje vrij van

verplichte activiteiten leidde tot een splitsing van de groep en grote

variëteit aan bezigheden. Enkelen gingen naar concentratiekamp

Dachau, anderen bezochten musea in München zelf en anderen gingen

shoppen in het gezellige centrum.München, tamelijk onbekend bij ons

Delftenaren, heeft een geweldige indruk op ons nagelaten. Een indruk

waar door velen op de terugreis gedroomd werd.//

'Olympisches Dorf' - van Josiena Simonian

Page 11: pantheon// 2009 - onderweg

9s t y l o s / / o n d e r w e g / / a l g e m e e n

Dit jaar organiseert de excursiecommissie 2008/2009 weer een aantal

excursies die gelieerd zijn aan elkaar door een thema. Namelijk: de vier

elementen!

ExcurZIE 2009: Vier elementen Hens Zoet

AARDE: Antwerpen 9-10 april

Als je aan Antwerpen denkt, denk je aan diamanten. Hier ligt meteen de

link met de aarde. Denk bij dit bezoek aan het Justitiegebouw, het MAS en

voor de vrouwen natuurlijk het bekijken van de steentjes. ’s Avonds gaan

we stappen in het gezellige centrum!

VUUR: Enschede 20 april

Enschede is (helaas) erg bekend geworden door de vuurwerkramp. Maar

ook door de geweldige wederopbouw die daarna plaatsvond. We bezoeken

o.a. de wijk Roombeek. Een lekker Grolsch biertje mag natuurlijk ook niet

ontbreken bij een bezoek aan het mooie Twente.

WATER: Almere 14 mei

Stad van het water, Almere. Na de start van de bouw in 1976 is Almere

de snels groeiende stad van Nederland geworden. Dit is terug te zien in

de opzet, de toen gemaakt fouten worden tegenwoordig terug gedraaid

door een nieuw stedenbouwkundig plan. We bezoeken o.a. de kunstlinie

en la defense.

LUCHT: Utrecht 26 mei

Utrecht is altijd al de stad van de hoogte geweest. Zo was ooit de Domtoren

de hoogste toren van Nederland en nu proberen ze dat weer te evenaren

met het nieuwe Rabobank gebouw en de Belle van Zuylen. De sky isn’t

the limit voor Utrecht!

Geïnteresseerd? Kijk op www.excursie.stylos.nl voor up-to-date info of

mail naar [email protected]!

'Arena' van Theo Klouvas

'Die fuenf Hoefe' - van Josiena Simonian,

'Herz Jesu Kirche' van Pieter van der Kooij

Page 12: pantheon// 2009 - onderweg

10 s t y l o s / / o n d e r w e g / / a l g e m e e n

Gratis en snel vinden wat je zoekt met NBD-online

NBD-online is vernieuwd!

In de nieuwe versie van NBD-online is het nóg makkelijker zoeken, vinden en vergelijken. Door de verbeterde zoekfunctionaliteit en de nieuwe navigatie en structuur komt u sneller bij de gewenste informatie terecht.

De nieuwe NBD-online is zoeken, vinden en vergelijken van bouw- en installatieproducten gekoppeld aan een uitgebreide kennisdatabank. Onmisbaar voor elke bouwprofessional en installateur.

Benieuwd naar de nieuwe NBD-online?Ga snel naar www.nbd-online.nl en schrijf u in voor de vernieuwde gratis e-mailnieuwsbrief.

WWW.NBD-ONLINE.NL

Page 13: pantheon// 2009 - onderweg

11s t y l o s / / o n d e r w e g / / a l g e m e e n

pantheon// photo contest

winner Lysane van Hoek with Kersenpaviljoen. Congratulations!

Her thougts:

"De kersen zijn aaneengeregen met de zure matten. Deze

constructie is verstevigd met de pico-balla's en een druppeltje

chocolade. Het dak is van geweven zure matten, verstevigd

met erondergesmolten balken van chocolade. Een aantal

zuurstokjes helpen de kersen bij het ondersteunen van dit

dak."

pantheon committee:

In the Kersenpaviljoen candy becomes a constructive material

in a way, that no other material could work. The colourful

composititon is a "sweet abundance" in every respect. Rough

surfaces meet glossy, shiny, and translucent. Cherries become

load bearing columns and 'zure matten' become beams.

Chocolate melts alltogether.

As announced in the pantheon// deluxe, there was a photo contest for an architectural space of sweets. Here, you can find the winner and the runners-up!

Page 14: pantheon// 2009 - onderweg

12 s t y l o s / / o n d e r w e g / / a l g e m e e n

pas stylos nu...ouders

Sef Teerink en Marije Talstra hebben Stylos bestuur gedaan…

en…

De Ouders //

Ik was penningmeester/secretaris in het jaar 1997/1998 en mocht

onder meer het Jaarboek en het Paviljoen onder mijn hoede nemen.

Marije was dat jaar voorzitter van het Paviljoen en heeft twee

jaar later Stylos bestuur gedaan. Ik ben momenteel werkzaam als

stedenbouwkundige bij de gemeente Voorschoten, Marije is adviseur

bij Twynstra Gudde en geeft Zorginstellingen zoals ziekenhuizen

advies over hun huisvestingsbeleid. // Wanneer hebben jullie elkaar

voor de eerste keer ontmoet? // Marije kwam solliciteren naar een

plek in het Paviljoen bestuur. Ik was niet zo heel wakker, maar wakker

genoeg om haar aan te nemen;) // Hoe en wanneer zijn jullie een paar

geworden? // Een paar maanden later kwamen we elkaar tegen op

Virgiel/Lorre – ik had net een borrel gehad met mijn jaarboekcommissie

en Marije had gezellig met haar verticale geborreld. We liepen samen

richting ons beider huizen. Zij was op onverklaarbare wijze haar sleutel

vergeten. Ik bood haar een plek aan op mijn logeerkamer. En van het

een kwam toen het ander… // Hebben jullie nog contact met andere

Bestuursgenotjes? // Het leuke is dat we nog steeds regelmatig contact

met de mensen hebben die we destijds bij Stylos hebben leren kennen.

Onlangs is Marije haar bestuur bij ons komen eten, en ook het Paviljoen

bestuur heeft onder het genot van een maaltijd voor het eerst kennis

gemaakt met Tessel. Dit weekend hebben we met mijn bestuur ons

jaarlijkse kerstdiner – ditmaal in de vorm van een weekend in Zeeland.

Een zeer productief bestuur mag ik wel zeggen, inmiddels al weer 5

kleintjes. // Future plans? // Te veel om op te noemen…maar we zijn

vooral stiekem eens rond aan het kijken naar een huis met een tuin.

De Baby Tessel//

Tessel Nynke Joanne is geboren op 16 september 2008 – een dag voor

Stylos Bestuur 115 is opgestart - in het Westeinde Ziekenhuis in Den

Haag. // Lijkt ze op een van jullie? // Ik mag graag denken dat ze op

mij lijkt, maar volgens mij heeft ze het lijf van haar moeder. En ze kan

ook al net zo slecht stil zitten als Marije. Voor het geboortekaartje

waren we op zoek naar een kunstwerk. De foto is van een jonge

fotografe (http://irisloonen.nl) genomen nabij het centraal station in

Den Haag. De gebouwen, de natuur, de mens(en) de vrolijke kleuren

waren voor ons een mooie verbeelding van onze wereld waarin we

haar een welkom wilden heten. Het (kop)station is een mooie metafoor

voor de komst van een nieuw mens en het begin van een hopelijk een

prachtig lang leven. //

Kinderen bestuursvergadering van Stylos ouders 104 (v.l.n.r)Sam, Olivia, Fileine, Jona, Tessel

Void Flow by Ruben Bergambagt (runner-up) out of Haribo Trekdrop (pulldrop) 1,23 Euro 28 pieces.

the Church of the Light (T. Ando) here built with waffles by Simon Rochowski (runner- up)

Kersenpaviljoen by Lysane van Hoek (winner)

Nard Buijs, Alexander van der Meer ( honorable mention / funniest concept) Their photo - that we can't show here for aesthetic reasons - shows teeth with cavity. Cavity as an architectural space. As materials Nard and Alexander used "sugar lots of sugar, no tooth paste absolutly no tooth paste." Preparation for the grandopening in February 2009: twix l2x, autod rop ax (bag), roomboter babbelaar 24 x

Rosemarie Krautheim

Page 15: pantheon// 2009 - onderweg

13s t y l o s / / o n d e r w e g / / a l g e m e e n

onderweg14 god is in the gasstationTomas Dirrix

17 'my path into architecture' portraitRosemarie Krautheim

20 self-empowerment in xixuauPhilippe Jorisch

23 de cockpit...Minck Simonis

24 give me a break!Tosja Backer

26 getting you thereLiselotte van der A

28 zicht op de snelwegNina Verkerk

thema//

Page 16: pantheon// 2009 - onderweg

14 s t y l o s / / o n d e r w e g / / a l g e m e e n

De weg kreeg een andere dimensie toen de auto kwam, het favoriete speeltje van de modernisatie. Dit voertuig vroeg om een nieuw type gebouw; een service station.

Tomas Dirrix

god is in the gas station

De architectuur van het tankstation wordt vandaag de dag gekenmerkt

door een groot overstekend dak, bekleed met logo’s en felle

neonlichten. Een fenomeen dat veranderde van een icoon van de

moderne samenleving naar een doorn in het oog.

Hoewel de traditionele brandstof voorzieningen tegenwoordig

steeds vaker ter discussie staan, zullen de stations nog niet snel uit

het straatbeeld verdwijnen. De tijd dat voertuigen zelfvoorzienend

zullen voortbewegen is nog niet in zicht, hooguit is een verandering

in brandstof type nabije toekomst. Maar of dit nu biogas is of het

opladen van een accu betreft, er zullen plaatsen langs de weg nodig

zijn die deze service bieden.

Het is daarom van belang om deze stations zorgvuldig vorm te geven

en hedendaagse tankstations te ontwikkelen die juist een lust voor het

oog zijn. Nieuwe verschijningsvorm schieten langs de weg omhoog,

geïnspireerd op de omgeving of gebaseerd op de functie. Maar

veel interessanter is nog hoe men in het begin een architectonisch

antwoord gaf op dit rare gebouwtje langs de weg.

Het ‘Viamala Raststätte’ in Thusis is een eigentijds weghuis gelegen aan

de belangrijke verbindingsweg tussen Duitsland en Italië. Het bestaat

uit een tankstation, een bar, een restaurant, een ontmoetingsplaats

en verschillende ander faciliteiten. Zoals aan de vorm is af te lezen,

zijn de architecten van Iseppi Kurath geïnspireerd geraakt door de

bergen op de achtergrond.

Het Helios House is ironisch genoeg een milieu duurzaam gebouw dat

brandstof verkoopt. Ze claimen dan ook niet revolutionair te zijn, en

zoals op de billboarden is te lezen gewoon ‘a little better gas station’.

Het tankstation is ontworpen door Office dA, in opdracht van de

firma BP. Helios House bevind zich in Los Angelos op de plek van een

vervallen tankstation uit de jaren 70. Een belangrijk doel van het project

was om dit station op een milieu vriendelijke manier te gebruiken. De

roestvrij stalen panelen zijn allemaal gerecycled, de grond bestaat

uit hergebruikt glas en op het dak groeien planten. Het energie

verbruik wordt tot een minimum beperkt door de aanwezigheid

van bewegingssensoren en led verlichting. En de zonnecollectoren

zetten voldoende energie om, waarmee 3 huishoudens voorzien

kunnen worden.

Het project omarmde de paradoxale gedachten van het maken van

een groen tankstation, als een experiment, maar tegelijkertijd om een

discussie te stimuleren en de publieke omgeving op te voeden.

Stel je voor, je bevindt je in de omgeving van Montreal op de weg en

Page 17: pantheon// 2009 - onderweg

15s t y l o s / / o n d e r w e g / / a l g e m e e n

je moet tanken. De kans is groot dat je dan terecht komt bij een van

de vergeten pareltjes van Mies van der Rohe. Eén probleem echter, het

tankstation op de Berlioz Street in Montreal is verleden tijd. Voor een

automobilist vervelend, voor een rijdende architect een regelrechte

ramp. Deze sublieme Esso was ontworpen door Mies van der Rohe in

1968, een jaar voordat hij stierf. In december haalde Esso stilletjes de

pompen weg en hulde het station in triplex.

Een moment waar Less is more volstrekt misplaatst zou zijn.

In de jaren 50 en 60 werden beroemde architecten als Mies,

Buckminster Fuller en I.M. Pei gevraagd om belangrijke gebouwen

voor Montreal te Ontwerpen. Montreal was destijds een populaire stad,

vooral na de wereld-expo in ’67. Toen Nuns’ Island werd ontwikkeld

werd Mies van der Rohe gevraagd om mee te doen. “Wat betreft de

opdracht, Mies deed de hoogbouw, Phil de halfhoogbouw en ik de

woningen. En Mies ontwierp het tankstation, wat naar mijn mening

het enige echt mooie gebouw is,” aldus Stanley Tigerman, architect

uit Chicago en adviseur voor Nuns’ Island.

"En Mies ontwierp het tankstation, wat naar mijn mening het enige echt mooie gebouw is"

"Het is nooit ontworpen om monumentaal te zijn," zei Fujikawa, project

architect bij Mies, in een recent interview met de Canadian Centre for

Architecture. "Imperial Oil verlangde een prototype, uniek onder de

stations... we hebben het tankstation de grond ingedrukt, zodat het

geen zicht zou wegnemen van de omringende bewoners.”

Volgens Mike Tarzian, die het bedrijfje negen jaar runde, sloot het

station omdat de competitie met een tweede tankstation op het

eiland het moeilijk maakte. De grote vraag is nu wat te doen met

een dergelijk vreemd stuk architectuur? De buurt Verdun heeft al

vanuit verschillende initiatieven ideeën ontvangen over mogelijke

invullingen. Zo zien buurtbewoners er graag een activiteiten centrum

ontstaan voor jong en oud. Terwijl Phyllis Lambert, het hoofd van het

‘Canadese Architectuur Centrum’ het gebouw ideaal acht voor een

bloemen markt.

Over een ding is men het echter wel eens, deze Mies’, een triomf in

de zin van het simpele en alledaagse, moet behouden worden. Want

zoveel gebouwen van bekende architecten heeft Montreal niet. En

zoveel tankstations van bekende architecten zijn er al helemaal niet..

Ofwel?

Stel je voor, uit principe tank jij alleen bij architectonische hoogstandjes.

Page 18: pantheon// 2009 - onderweg

16 s t y l o s / / o n d e r w e g / / a l g e m e e n

Dan is een van mogelijkheden om langs de grens tussen de Verenigde

Staten ruim vijftienhonderd kilometer westwaarts te rijden. Met

een Amerikaanse slee en een tank van honderdvijftig liter kom je

vervolgens bij een nieuwe pagina in het geschiedenis. En hoewel

het aanzien meer weg heeft van een steakhouse, hebben we hier te

maken met, het enige gerealiseerde en werkende, tankstation van de

welbekende Frank Lloyd Wright.

Wright’s verbinding met het dorpje Cloquet ontstond toen de familie

Lindholm opzoek was naar een architect om een ontwerp voor een

nieuw huis te maken. Dochter en Schoonzoon hadden Architectuur

gestudeerd en bemoedigde hun vader Frank Lloyd Wright aan te

stellen. In 1952 werd de residentie gerealiseerd en Wright benaderde

de familie met het idee van een tankstation.

De plannen voor een tankstation hielden Frank Lloyd Wright al

ruim 20 jaar bezig. Het ontwerp was gebaseerd op zijn futuristische

visie Broadacre City, uitgaande van een gedecentraliseerd stedelijk

landschap. Lindholm’s wortels in de olie-industrie creëerde de juiste

mogelijkheden om zijn plan uit te voeren. Hij zag geen rede waarom er

niet ‘een beetje schoonheid toegevoegd kan worden aan een normale

plaats als een tankstation’.

De hand van Wright is duidelijk leesbaar in de koperen luifel die ruim 4

oversteekt, gedragen door gestapelde betonnen stenen. Het met glas

omsloten kantoortje verankerd de herkenbare cantilever.

Wright had oorspronkelijk voor ogen om de pompen te elimineren en

brandstof toevoer vanuit het dak te voorzien, in dienst van een vrijere

doorgang voor bestuurders. Brand voorschriften hebben er uiteindelijk

voor gezorgd dat de pompen alsnog ordinair op de grond geplaatst

zijn, wat de magie van de luifel toch iets minder maakt.

In tegen stelling tot collega Mies is dit station, sinds de opening op 31

oktober in 1958, ononderbroken in bedrijf.

In Nederland is vandaag de dag nog slechts een tankstation dat ons

bewijst dat ook wij vorm hebben gegeven aan het destijds nieuwe

fenomeen ‘tankstation’.

Willem Martines Dudok werd als architect aangetrokken door Esso

om een ontwerp te maken voor een standaard tankstation, er was

behoefte aan een serie standaard gebouwen, flexibel in mogelijkheden

en modern van uiterlijk.

Het ontwerp bestaat uit een V-vormig betonnen dak, rustend op twee

poten in de knik. Onder dit dak staat een gemetselde kiosk met stalen

ramen en stucwerk gevels.

De kiosk is in verschillende afmetingen gebouwd, waardoor hetzelfde

basisontwerp in verschillende situaties dienst kon doen. Variërend van

een kleine kiosk van een 4-delige raampartij opzij en 5 voor, onder

grote luifeloverstekken, tot een groot service- en doorsmeerstation

met 8 ramen opzij en 12 voor. Het laatste type had onder het V-dak

nauwelijks nog overstekken over.

In Denemarken werd een kleine twintig jaar eerder in opdracht van

Texaco een prototype ontwikkeld. De Deense grootheid Arne Jacobsen

ontwierp in 1937 een tankstation aan de kustweg tussen Kopenhagen

and Bellevue. Het gebouwtje is een betonnen doos bekleed met

‘Meissen’ keramische tegels. De ovale schelp, ondersteund door

een enkele kolom, articuleert het daadwerkelijke service gedeelte.

Beangstigend genoeg laat dit gebouwtje zien dat we in ruim zeventig

jaar tijd vergeten zijn hoe schoonheid er uit ziet.//

Page 19: pantheon// 2009 - onderweg

17s t y l o s / / o n d e r w e g / / a l g e m e e n

building for the moment

Ideas of the city as a living organism, yet developing ‘day by day’,

have been imagined by various architects among them Constant

Nieuwenhuis, Aldo Rossi, and more recent by Norman Foster, Ben

Van Berkel and Rem Koolhaas. In my descriptive article – an excerpt

of an earlier written essay: Architecture and ephemerality, I want

to examine how these notions manifest in architecture. For this

examination, temporality will be categorized in the following aspects:

Demountability, Systematization & Prefabrication, secondly ‘Time

based dwelling’, and last but not least use of ‘abandoned’ public areas.

The conclusion will give an outlook on further aspects of temporality.

However, first of all I want to focus on manners of systemized

and prefabricated construction. As the idea of moving, changing,

transferring, short-term architecture has been thought through in

different countries, I picked random key example in housing and

pubic building construction that seem relevant and interesting for the

future. The samples range over the Netherlands, Germany, France and

Britain. ‘Fast to build and easy to deconstruct’, prefabricated elements

and even whole buildings were constructed by the end of the 18th

century in Great Britain.

In the 19th century Britain exported prefabricated structures all over the world.

[image1: locations of prefabricated structures exported from Britain

during the 19th century]

Prefabrication

The history of prefabrication was rather “an unfolding account of

progressive achievements” than a specific breakthrough. Observations

show that it developed during the Victorian Empire, the British

Colonialization. When the colonizers arrived in a new environment,

they needed quick shelter. Housing shortage in an unknown climate,

without protection for food, clothes and body - a death warrant.

The other problem was a lack of experts who were able to design,

and even more important, to build shelters. All these conditions led

to “construction processes that would shift […] labour from field

operations, to the controlled, an increasingly mechanized condition

of the factory.” [1] Growing technology competence and Industrial

capability in the Victorian Britain enabled export of large amounts of

“prefabricated buildings” all over the world. In the documented history

the first buildings were little more than “shed-like structures, with

precut timberframes.” [2] The earliest settlement of New South Wales,

Australia in 1790 had involved several instances of prefabrication,

including a timber framed hospital […] probably one of the twelve

“moveable hospitals each 83 ft long and 12 ft wide.” [3] They were built

in a way, where no craftsmanship was needed to install or deconstruct

them “not even a hammer” [4] as Samuel Wyatt said about the hospital

in 1787. He impressed people by building it up completely in one hour

of time. The building was produced in England and later shipped to

Sydney, where it arrived in 1790. In probably the same elementary way

like the hospital in Britain, the first exportable prefabricated buildings

were manufactured in New South Wales in 1804. From there they

were shipped to New Castle and Tasmania. “These isolated pioneer

examples were followed by others in the British colonialization of

South Africa.”[5]

Systematization and Demountability

Systemized production of constructive elements, as well as

systemization of building processes can be considered as demountable

architecture. Since the destructions of World War II there was an

enormous need for housing and the industries were growing fast.

During the last years of war, the French architect Jean Prouvé secretly

worked on a housing type, which could be mass produced. In 1943

the housing was refined. M. Grandval, minister of reconstruction in

France ordered 800 houses of the developd Type. Jean Prouvè’s Atelier

became too small and he was supported by an industrialist and friend

named Schwarz. Together they found an industrial site in Maxeville

close to Nancy, which promised an appropriate infrastructure for

Rosemarie Krautheim

Page 20: pantheon// 2009 - onderweg

18 s t y l o s / / o n d e r w e g / / a l g e m e e n

their enterprise. “Maxville was a pilot plant. Architects, workmen and

foremen were associates”. An intensive research began with focus on

architectural industrialisation. [6] Several projects were realized among

them the ‘mobile town’ of the E.D.F. barrage. About the modules of this

project was said that “twenty years later, these are still efficient and

popular as ever, although they have been stripped and reassembled

several times.” [7] In 1945 Governour of the Saar territory, promoted the

company “for the large-scale series manufacture of houses entirely of

steel.”[8] Maxville expanded. Its fabrication processes were more and

more rationalized. The Architects, didn’t agree with that development.

In 1953 Jean Prouvé was not allowed to work in the Atelier anymore.

Instead he started working in Paris. Three years later he was able to

constitute his own small company, which was surely difficult, since “all

the earlier designs and patents belonged to Maxeville.” One of Prouvé’s

projects, which captured public interest, was the ‚house Abbé Pierre‘. At

that time France suffered from housing shortage, and a priest named

Abbé Pierre, wanted to call attention to this by commissioning Prouvé.

Abbé’s claim was that only industrialized housing could help to dissolve

the crisis. The Abbé house was conceived in six weeks and build in 7

hours. Its sanitary cells were shaped as cylinder spaces positioned

inside a hull. [image 2: House Abbé Pierre, sanitary cell]]

Time-based dwelling

Bernhard Leupen, a dutch architect poses the question: “How can

we deal with all these aspects of time and uncertainty, when we are

designing such slow-moving objects as buildings ?” [9] He claims that

time-based dwelling can already be observed in 1903, when the Dutch

architect Van den Broek designed an apartment building that could be

used differently during night, than during day. In contrast to temporary

systemized structures the concept of time-sharing is mostly deployed

to “deal with a lack of space.” [10] Temporality here can be alluded to

time of day or season. Leupen defines three possible ways to deal

with time and uncertainty: Polyvalent buildings, buildings that are

partly permanent and partly changeable, semi-permanent buildings

(‘industrial, flexible, demountable’ = IFD). A polyvalent building in

the original sense can be used for all kind of functions. Some of the

ideas of Polyvalence were incorporated in the ‚Diagoon houses‘ in

Delft, by Herman Herzberger. The building can “be used in different

ways without adjustment to the way it is built.” [11] Polyvalence in

the context of housing relates primarily to the interchangeability

of activities between different rooms. [12] Herzberger designed

the Diagoon houses to “suit a variety of different living patterns.”

[13] He used split levels and similar dimensions for all rooms, which

were positioned relatively to one aother and the central stairs. This

way their function is not fully determined. Part permanent and part

changeable dwellings follow three main concepts: Support concept,

carcass concept, frame concept. The first was developed by the dutch

Architect N.J. Nabraken in 1905 as an idea to solve mass housing

problems. He wrote a book where he proposed a major “support”

structure in city planning, where occupiers could construct their own

homes in. “The future development of the support concept became

increasingly concerned with the levels of decision making.” [14] The

werkgroep ‘Open Bouwen Ontwikkelings model’ refined some aims of

the concept: Opening up the building market for interaction between

supply and demand. New arrangements in decision-making and

introduce modular coordination. The second concept called carcass

is based on the idea of cocooning, where an organism changes its

states.” The carcass “unites the principles of security and enclosure

with the modern wish for adjustability and flexibility” [15] The “time-

based building” can be used follows the idea of an empty space with

no division or fittings” [16] In 1970 Sijrk Haaksma developed the

carcass dwelling. Its tunnel structure allowed a compartmentalization

of the building. Whenever needed the building could be rebuild and

extended to the sides. For the third concept permanent elements are

used for changeability. “By determining what can be permanent now,

i.e. the nature of the frame, opportunities can be created to deal with

future unpredictability.” [17] This concept enables flexibility in a certain

frame, and is therefore called the frame concept. Semi permanent

buildings are also IFD when only the finish is industrially fabricated or

demountable. Leupen, however only shows example which are indeed

completely demountable.

Use of the Unort

Last but not least an important aspect of temporary architecture is

the use of the ‘Unort’. The English translation of ‘Unort’ is ‘No-place’.

Strange enough that a ‘No-Place’ can be also translated as Utopia,

which derived from the greek ‘u’ and ‘topos’. In contrast to Utopia, the

‘Unort’ is a real place, mostly public, which is abandoned, neglected

Page 21: pantheon// 2009 - onderweg

19s t y l o s / / o n d e r w e g / / a l g e m e e n

or simply forgotten. With the cultural changes since the 90ies in

Berlin, a variety of ‘Unorte’ appeared and with them came artists and

architects, who dealing with these areas. A team of young architects

who work with ‘Unorten’ is the Raumlabor-Berlin. Their office is placed

in Berlin-Treptow, an old eastern industrial area. I went there to have an

interview with Markus Bader. He collaborates with Matthias Rick and

Jan Liesegang, who work unconventionally together as sole traders.

Their main field of work is urban renewal and the Use of no-places.

According to a specific project they build teams to collaborate. In

the interview I talked with Markus Bader about his projects in Halle

Neustadt, East Germany which fights like many other ex-socialist cities

against shrinking population. Since “the shrinking context is one of the

most difficult ones” [18 ] the municipality looked for a way to deal with

this process and commissioned Raumlabor-Berlin. Markus Bader and

his colleagues came up with the concept of a two-pronged strategy

called ‘Colorado Neustadt’, where the city fabric would be covered with

a matrix, that divides the district into smaller “units where participation

can happen“ [18 ] The basic idea was to involve people, who are living

in the area. The strategy was never implemented as such. When I asked

him ‘How can architects deal with shrinking processes?’ Markus Bader

answered, ‘You could say, an empty building is “like a wild scenery,

where you can do something”. And that is what Raumlabor does: They

redefine the abandoned space for a period of time. After the empirical

‘Colorado Neustadt’ project fizzled out, they started with a cultural

follow-up project. From April to September 2003 Raumlabor-Berlin

organized a theatre festival . “We called this project action node - a

short, wild, dense, quick and intense time, where we merge many

ideas on one spot and reach intensity.” [18] was Bader’s definition

of the project. The event was more or less self organized by young

citizens. To the question if there is anything left, a fixed installation, for

example, Markus Bader laughs and answers: “You’ve got to overcome

the temporary in some way.” This would be often asked among experts,

he mentioned. But he believes, that instead continuation “happens on

a ‘soft’ level of remembrance, experience and self-awareness.“ [18] In

Bader’s projects there is no boarder between the disciplines. For him,

architecture of the future could be, that “different approaches gain

ground, and architecture is not only a finished object, but that it can

be read, used, reinterpreted.” [18] We might have more direct access to

a place. And “a temporary user can be another kind of developer, […]

someone who locally develops an economic model by sampling. “

Potentials [unsystemized systems, sustainability]

Temporary architecture was the response to problems with technology

and migration. As mentioned before, it was a chain of projects rather

than a single breakthrough in history. That is why this last part is a rough

outlook on the potentials of systemized temporary possibilities. Two

further random aspects of systemization are explored: The potential

in sustainability and the aesthetical aspect of systemization. One of

the most prominent advantages of systemized buildings is definitely

mass production. This industrialized Architecture can be cost efficient

and time saving. Can systemized buildings be sustainable? Sustainable

architecture lives first and foremost from the point of saving energy.

This can be achieved with a right building placement, a well worked-

out climate design and the use of sustainable or recycled construction

material. In New urbanism, aspects like walkability are decisive for a

good placement of a building. Walkability means “an overall walking

conditions in an area.” To avoid the urban sprawl where high costs for

infrastructure are needed plus plenty of energy for individual transport.

[19] Considering that building processes will be optimized in terms

of energy use in the future, a ‚zero energy construction process‘ will

make a demountable structure very attractive.

Another aspect is the material. A proper use of recycled material is

energy saving. Within systemized demountable structures, recycling

becomes definitely easier. [19] Demounted, the building pieces

can be reused, melted in, or easily disposed. Temporary systemized

architecture can be sustainable, but what about aesthetics?

Systemization has the prejudice to bring boredom and monotony.

But there are other possibilities and one is the systemization of the

unsystemized. Algorithmic structures and parametric design can be

regarded as experiments with a Systemization of the Unsystemized.

In their book ‘tooling’, Benjamin Aranda and Chris Lasch introduce

certain algorithmic principles. The book is organized like a receipe

book. It basically shows nested structures with algorithmic nature.

Algorithm as a process of “self-organization as it is about the structures

of pattern” [20] In this pamphlet different tools are offered. These

tools are spiraling, packing, weaving, blending, cracking, flocking,

tiling, and all these can be used to shape space. “Form and material

arises from information strategies compound along a time axis by

algorithm. One of the different methods for shaping shown in the

pamphlet is called ‘packing’. “Packing produces stability through

adjacency.” [21] An element’s position is quite determined: not too

close, no overlapping. [picture 11, 12] The system follows a certain

‘recipe’, which is repeated and repeated again. Algorithmic structures,

a potential for demountable architecture? The potential of “buildings

for the moment” – and also for the right moment has hardly been

exhausted in architecture.//

bibliography1 Herbert, Gilbert, Pioneers of prefabrication – the British contribution in the 19th Century, London 19878, page 1 // image1: locations of prefabricated structures exported from Britain during the 19th century // 2 ibid, page 7 // 3 ibid, page 5 // 4 ibid // image 2: House Abbé Pierre, sanitary cell // 5 Herbert, Gilbert, Pioneers of prefabrication – the British contribution in the 19th Century, London 19878, page 6 // 6 Prouvé Jean – Prefabrication: structures and elements, London 1971 page 19 // 7 ibid, page 192 // 8 ibid, p.23 // 9 Leupen, Bernard, Time based architecture, Rotterdam 2005 page 12 [on offer in our Stylos bookshop] // 10 ibid, page 13 // 11 ibid. // 12 ibid. // 13 ibid. // 14 ibid // 15 Leupen, Bernard, Time based architecture, Rotterdam 2005, page 17 // 16 ibid. // 17 Leupen, Bernard, Time based architec-ture, Rotterdam 2005, page 18 // 18 interview in pantheon avontuur, nummer 2 / jaargang 2008 // 19 Wikipedia 12. Juni 2008 // 20 Aranda/Lasch, Tooling Pamphlet Architecture, 2006 New York, page 7 // 21 ibid, page 22 //

Page 22: pantheon// 2009 - onderweg

20 s t y l o s / / f r e e l a n c e / / a l g e m e e n

In July 2008 the author was en route in the Brazilian Amazon region to research the use of space by local inhabitants in the Xixuaú-Xiparina natural reserve.

Philippe Jorisch

self-empowerment in xixuaú

My transit on the Rio Negro

A slight push on the bottom of my hammock is waking me up. It is

the head of a child silently scrambling on his mothers belly laying in

the hammock strapped below mine. It is dawning outside, without

moving my head I can see over the railing across the river to the eastern

horizon. Most passengers are still sleeping. The riverboat left Manaus

later than scheduled last night. The cram-full deck reminds me a bit of

a smokehouse. Hundreds of nets on different heights, gently swinging

to the rhythm of the boats seesaw, accompanied by the monotony of

the deafening diesel engine.

There is a strong smell of cachaça coming from the man located to my right who introduced himself as capitão last night.

I later found out that Amazonian riverboats don't have actual captains,

they call them pratico, experts. Sure my fellow neighbour isn't one

of them. The navigators need to know the river precisely; there are

no reliable maps of the Rio Negro. When the water is low due to the

seasonal tide, big rocks could damage the bilge. Currently the water

level is at its peak, so we're running full throttle. It is my third day in

Brazil and my Portuguese is still scrappy. With the exception of a Czech

geography professor and three biology students from São Paolo I’ am

the only "gringo" amongst about three hundred Amazonians on a

riverboat heading from Manaus to Barcelos, Sao Gabriel and as far as

the border triangle with Venezuela and Columbia. The boat journeys

are long and hot. For the complete 1200 kilometres to the border,

approximately three days are required - if the engine works properly.

During the daytime passengers are cramped in their hammocks or

along the railing in the shade of the lower decks. But when the sun

is low, the top deck with a little bar and countless plastic chairs is the

central gathering place. Forró music, which is popular in the northeast

of Brazil dins from small speakers behind the buffet. Traders, political

representatives, researchers, mothers and children all spontaneously

chatter with each other, eat or play cards. I stand on the side trying to

spot birds along the vast river shore with my binoculars. A speedboat

is approaching from behind, the driver pulls up in front of the vessel

and signalizes to slow down, and then he docks on, alongside. Some

passengers are calling my name. "That's your guy!" they say. Looking

down again I notice the speedboat is named "Xixuaú". I immediately

run off, stumble down the steep stairs, grab my bag and unhook my

hammock. The operator stretches out his hand and introduces himself

as Geraldo. I throw my baggage on to the barque and board. We untie

the ropes and turn away. I look back and wave to everybody observing

the scene from the deck. We speed up and soon enter the Jauperí river.

Four hours later, shortly before sunset, we arrive at our destination.

A tentative urbanistic description

marriage of cultures

Xixuau is the home of some hundred traditional caboclo inhabitants

and the centre of the Xixuaú-Xiparina natural reserve run by the

Amazonia Association. The reserve is located in the state of Roraima

along the Jauperí river 450 kilometres north west of Manaus, the

economical centre of the central Amazon region. The Amazonia

Association was founded in 1992 with the goal to preserve a part

of the last remaining 30% Amazonian forest, still undamaged by

human activity. On the premise that it is only possible to preserve the

biological and cultural diversity through poverty relief and the active

participation of the local inhabitants, a so called ‘marriage of cultures’

is implemented: Modern science and technology combined with the

traditions and knowledge of the native inhabitants, the true guardians

of their natural environment.

research resort

The first major step in the development of Xixuau was the creation

of a health post for the wider region in 2000. Two years later Xixuau

was the first town in the entire Amazon region to have solar panels

and satellite internet installed. This empowered the community,

because it now had a voice through the media, could report abuses by

invaders to the state authorities instantly as well as organize funds and

communicate with the outside world. In 2005 a new school was erected

and today many professional nature photographers and film teams as

well as scientists are visiting Xixuau. A permanent research laboratory

and a town extension for the growing importance of ecotourism are

currently under construction somewhat outside of the main village.

Because of its uniqueness and richness in nature, total disconnection

to the outside world, yet its agreeable climate and all amenities of a

civilized world, namely food, hygiene, electricity and internet, Xixuau

might be the prototype of a research resort.

seasonal space modulator

In practically all parts of the Amazon basin water is the only reasonable

route of transport. Any urban development is only possible when

connected to these veins. Life in small disconnected communities

like Xixuau are particularly defined by a more intense and ambivalent

relationship with the rivers: Water provides an endless supply of

resources but simultaneously harbours uncountable dangers. Most

interesting though is the spatial impact of the seasonal flooding in

Page 23: pantheon// 2009 - onderweg

21s t y l o s / / f r e e l a n c e / / a l g e m e e n

Page 24: pantheon// 2009 - onderweg

22 s t y l o s / / f r e e l a n c e / / a l g e m e e n

the Amazon basin. Right at the end of the rain period in the end of

June the water level is about ten to twelve meters higher than at the

end of the dry season in mid February. This creates two fundamentally

different spatial configurations:

During high water the region is a series of disconnected islands between open waters...

and parts of flooded forest through which circulation can only be

managed by boat.

Low water inverses the situation: Large sculptural sandbanks along

the river basins disrupted merely by small water surfaces. The same

shore can be anything between a swamp and a beach. Water acts

as a seasonal space modulator, provoking a playful and creative

adaptation.

culture of negotiation

Urban research is usually conducted in a setting where nature is

embedded within a larger urban texture. Here the opposite is the case.

Water fluctuation defines spatial use, the forest eats up artificiality,

and animals eat humans. Untamed nature leaves nothing standing

longer than a few years. The boundaries between wilderness and

domesticated space are permanently contested. The life of inhabitants

is principally defined by that struggle; they have developed a culture

of negotiation.

undomesticated privacy

There is a disjunction between the level of domestication and the

grade of privacy. In fact there is no total privacy in western standards

to be found in any domesticated space. The houses are built with

modern tools, traditional materials and pragmatic methods: Wood

is roughly cut to boards solely with chainsaws. Besides, the climatic

situation doesn't call for a separation of the interior and exterior. The

resulting shelter is only from weather, the screening merely visual.

Privacy is reached through distance. In fact the most private space is

undomesticated nature itself. Unrestrained dreams have to be fulfilled

in the forest.

planned ‘vazio publico’

The original settlement started where what now is the east end of

town with a typical disposition for communities of that size: A set of

traditional houses called malocas placed directly at the waterfront. The

erection of the health post as well as an extensive water and electricity

infrastructure - a well, a pump, a generator and cables - called for a

fundamentally new layout. The town inhabitants decided that new

private cottages should be built more inbound. This defines a void

between them and the subsequent public buildings like the school,

the office and the solar power plant. The space acts as Main Square,

a ‘vazio publico’.

interior - exterior dialectic

The central location of this square and the programmatic layout of the

private cottages are responsible for the liveliness of this place. Public

functions such as living and eating are facing the square. So the main

street acts as an extension of the living room: Inhabitants often sit

or work right in front of their house where playing children and the

shore can be seen. In some cases an inversion of that exteriorization

is happening: Spontaneous gatherings, activities or discussions take

place right on the threshold. Not seldom do these activities seamlessly

move into the interior which then acts as an expansion of the public

square.

codes of use

The culture of negotiation also informs the use of artificially erected

spaces. Spatial boundaries - not only between water and land, forest

and village but also between public and private or interior and

exterior - are not clearly defined. Their negotiation can only happen

by following an unwritten code. A code, as clear as the implicitness

that water has to be crossed by canoe and that the forest should only

be entered armed with a machete. The custom that interiors are to be

entered barefoot has been naturally embodied. Slipping off flip-flops

is done with the same smoothness as the effortless looking rowing

strokes on the water.

configuration of confidence

Tradition, self-empowerment and a strong social network have led

to a specific spatial disposition. While large Brazilian metropolises are

fighting increasing segregation and divergence, a small town merely

connected to the world by a fortnightly riverboat and satellite dishes

expresses its underrated importance as a social and political role

model for other parts of the Amazon with an urban configuration of

confidence.//

sources: Brazil (Lonely Planet, 7th edition, January 2008) http://www.amazonia.org/SustainableDevelopment/Jauaperi/index.en.htmhttp://en.wikipedia.org/wiki/Amazon_rivercaptions:Xixuau town planpanorama of XixuauHundreds of hammocks on one of the three decks on the boat

Page 25: pantheon// 2009 - onderweg

23s t y l o s / / o n d e r w e g / / a l g e m e e n

De cockpit een gebouw ontworpen door Kas Oosterhuis langs de A2 heeft veel positieve reacties uitgelokt. Het ontwerp van de cockpit word gezien als een nieuwe manier van bouwen langs de snelweg door het integreren van een gebouw in de geluidsmuur.

de cockpit...

aanzicht vanaf de snelweg aanzicht vanaf de achterzijde

Door het steeds verder uitbreiden van ons wegennet komt het ook

steeds vaker voor dat we langs de weg moeten bouwen. Vooral langs

onze snelwegen liggen prachtige voorbeelden van ‘road architecture’,

veelal grote anonieme kantoor gebouwen die vaak een sobere gesloten

gevel naar de weg toe hebben, en waar de bedrijfsnaam slordig en

vuil aan de gevel hangt. Onze Nederlandse snelwegen dreigden een

droevig wegennet te worden met droevig asfalt en kantoorpanden

die gescheiden worden door een kleine strook weiland waar een

paar verdwaalde koeien zich proberen af te zonderen van hun bizarre

omgeving. Waar is de snelheid gebleven op onze snelwegen, zoevende

auto’s, hypermoderne geluidswallen en soms een snelle gele flits van

een ANWB paaltje waar we aan voorbij rijden? Gelukkig is er iemand

geweest die getracht heeft met de weg mee te denken en geprobeerd

heeft de dynamiek van de snelweg terug te laten komen in zijn

ontwerp. Het gebouw is geïntegreerd in een 1,5 km lange geluidswal

die opgepompt lijkt op het punt waar het gebouw zich bevind. In 1998

benadert het projectbureau Leidsche Rijn het bureau om een voorstel

te doen voor een geluidsscherm langs de A2, met daarbij de vraag hoe

de -nog te bouwen- achterliggende bedrijfspanden zichtbaar kunnen

worden gemaakt vanaf de weg. Door het gebouw in de geluidswal

te integreren wist ONL aan de ontwerp opdracht te voldoen. Het

gebouw doet denken aan een slang die zijn prooi net doorgeslikt

heeft, maar de vorm is oorspronkelijk geïnspireerd op de cockpit van

een straaljager. Vanaf de snelweg leidt de geluidswal je langzaam

naar de cockpit toe, die daarna weer weg smelt in de geluidswal. De

Hessing cockpit doet vanaf de weg kant denken aan een grote vitrine

die met zijn prachtige constructie aandacht vraagt voor de inhoud.

Toen het gebouw net gereed was hebben er files gestaan vanwege

de aantrekkingskracht van het gebouw. De gebruiker (Hessing) is na

het ontwerp van de hoofdvorm ingesprongen en dat is te merken aan

het interieur dat bestaat uit drie verdiepingen. De vloeiende lijnen van

het glasvlak contrasteren namelijk sterk met de orthogonale invulling

van de showroom. Op de begane grond bevinden zich de kantoren, de

ontvangsthal en de werkplaats. Op de eerste verdieping aangekomen

ontvouwt zich een prachtige ruimte die overladen wordt met licht

door de glazen gevel. Via breed uitgevoerde hellingbanen worden

de verschillende verdiepingen aan elkaar gekoppeld. De showroom

van het gebouw is aan de snelwegzijde volledig in glas uitgevoerd en

geplaatst boven de werkplaats. De andere zijde van het gebouw kijkt

uit op een bedrijfsterrein en de gevel aan deze zijde is uitgevoerd met

goedkope gevelpanelen. Ook de entree van het gebouw is minimaal

uitgevoerd. Een klein luifeltje laat voorzichtig zien waar de ingang

van dit machtige gebouw is. De vakwerkconstructie is geïnspireerd

op een sinaasappel netje dat zich om de sinasappel heen vormt

en bestaat uit 44.000 onderdelen, waarvan niet een hetzelfde. De

ruimtelijke vakwerkconstructie van het geluidsscherm is opgebouwd

uit thermisch verzinkte profielen die door een prachtige detaillering

gekoppeld zijn. De complexe vorm en structuur is ontworpen met

behulp van speciaal ontwikkelde software dat het ontwerp beschrijft

als een wolk van punten in een virtuele 3d wereld. Bij elk punt in dit

model komen constructieve elementen, glasvlakken of geluidspanelen

bij elkaar. Door de ontwikkeling van het zogenaamde parametrisch

detail lukt het om voor al deze punten één standaardaansluiting te

creëren die in zijn aanpasbaarheid voor alle punten voldoet.

Het ontwerp is beloond met de prestigieuze Funda-prijs voor innovatie.

De jury zei over de Hessing Showroom en de Geluidswal: "Prachtig

design - direct gemodelleerd vanuit CAD/CAM - in combinatie met

innovatieve technologie: massa customisation. Individuele productie

voor een redelijke prijs. Een belofte voor de toekomst."//

Minck Simonis

Page 26: pantheon// 2009 - onderweg

24 s t y l o s / / o n d e r w e g / / a l g e m e e n

Follow an architecture student's daily frustrations here every issue..this time: onderweg, how (not) to transport your model

Tosja Backer

give me a break!

Page 27: pantheon// 2009 - onderweg

25s t y l o s / / o n d e r w e g / / a l g e m e e n

Page 28: pantheon// 2009 - onderweg

26 s t y l o s / / o n d e r w e g / / a l g e m e e n

Liselotte van der A

Next time you're indecisive about windsurfing in Egypt or snowboarding in Aspen, why don't you book a ticket to each of these places, just to be able to experience the station. Enjoy the ride!

getting you there

Even if they are viewed as only the beginning or the end of a journey,

stations are actually more part of the journey itself than you might

think. The first glimpse of the adventure you've embarked upon,

or the last view of your new favourite place in the world- especially

when you're back home in the dull and drab weather of your home

country.

Train station: Antwerpen Central, Antwerpen, Belgium

(by L. Delacenserie [buildings]; J. Voncke [renovation])

Station Antwerpen Central is the main train station of the city of

Antwerpen. The station was built between 1899 and 1905 in the

eclectic style: all kinds of different style-elements can be discovered.

The platforms are covered by a roof 43 meters high (needed to catch

the steam of the locomotives) and 185 meters long, made out of iron

and glass. Because of its cathedral-like atmosphere, Antwerpen Central

is seen as one of the most beautiful stations in the world. On top of that,

it has featured as a backdrop for many different movies and tv-series,

like Agatha Christie's Poirot.

After intense renovations which ended in 2007, Antwerpen Central was

changed from a terminus to a through station. During the renovations,

the interior of the station itself was also changed radically. Extra

platform level were added, where the original building and the new

parts are visible. Also, the towers that were demolished in the 1950s,

are currently being rebuild.

Métro station – Entrances, Paris, France (by H. Guimard)

Inspired by both Viollet-le-Duc and Horta, Guimard used the art

nouveau style in every one of his buildings and other designs. After

the completion of the first metro line in Paris in 1898, a competition

was held for the design of the entrances. Although he did not win,

Guimard was asked to design the entrances for the new metro-system

in Paris. The competition was held in spirit of the World Exhibition in

Paris in 1900. Guimard used naturally-inspired forms to create arched

and furnishings in iron. The metro entrances gradually lead the people

from street to underground level. This is also reflected in the use of

material: at the top of the stairs, you are able to look through the cast

iron and glass. Moving down, you see less of the street and more of the

enamelled panels: light and fine becomes heavy and coarse.

The Guimard-entrances can be found all over Paris.

Tube station – Jubilee Line, London, Great Britain

(by: R. Paoletti, N. Foster, S. Wright, C. Todhunter, et al.)

The Jubilee line is the London underground's newest line, but the units

stop at stations which originally opened over 100 years ago; added to

those are stations in the newest sections of central London. The newest

additions to this 'Tube'-line date from 1992 to 1999.

The name derives from Queen Elizabeth II's silver Jubilee in 1977,

when most of the stations were connected to each other. The colour

Page 29: pantheon// 2009 - onderweg

27s t y l o s / / o n d e r w e g / / a l g e m e e n

used to indicate the line is silver as well. Work was ready well in time

for the gold Jubilee.

The project architect of this extensive build attracted world famous

architects, who all created spectacular spaces. The overall architecture

of the Jubilee Line is very high tech, echoing the newest modern

buildings on ground level.

The characteristics of the original halls are still be found in the layout

and the ever present tube-shape.

TGV station – Gare de St-Exupéry, Lyon, France (by S. Calatrava)

Build between 1989 and 1994, this station connects the airport of

Lyon with the TGV line running between Paris and Marseille. Because

of the special train, the station has extra long platforms: two of which

are extra long, so that the TGV can enter the station at full speed. The

station is constructed out of concrete and steel.

This station is amongst Calatrava's earlier works, when he designed

a lot of bridges and stations. With these works, he took 'just' a basic

engineering job and turned it into sculptural scheme. He is not only

an architect or engineer, but also a sculptor; this characteristic of

him can be found in all of his designs. Calatrava manages to connect

the two fields and add in the world of nature in all of his works. The

architect describes the TGV as 'a balanced shape resembling a bird at

the point of flight'.

Tram station – Tramtunnel, The Hague, Nederland (by: OMA, Lab-Da)

The tram tunnel is located in the city centre of The Hague and, as

its main function, connects two tram stations, where trams and the

RandstadRail can travel without hindering the public. There is also

room for 500 cars and allows temporary exhibitions.

The project experienced a lot of setbacks: from the beginning of the

build in 1996, groundwater flooded the tunnel multiple times, resulting

in a slightly collapsed Kalvermarkt on ground level of the tunnel. To

avoid further damages, the whole tunnel was flooded on purpose,

so that the right solution could be found. Popular nicknames during

that period were 'Haagse zwemtunnel' (The Hague swim tunnel) and

Tramtanic.

The architect calls the tram tunnel (or The Souterrain, its official name)

'an element of infrastructure and a building at the same time'. The two

underground stops are materialised with wood and rough concrete,

accentuated with additional lighting. The station at the Grote Markt

has a floor mosaic of the old town map of The Hague and shows

archaeological finds, excavated at the build of the tunnel.

All-in-one-station – Amsterdam Central, Amsterdam, Nederland

(Architect: Benthem Crouwel Architekten)

Transcending the building that is "only a station", Amsterdam Central

Station is being developed into 'an efficient and attractive public

transport hub'. Not only connecting trains, the station will also house

the metro (including the Noord/Zuid-lijn), the trams and busses.

The original building, designed and build by P.H.C. Cuypers between

1881 and 1889, will be used as connection point for all kinds of services,

including information and commerce. The new IJ Hall, covered by a

thin layer of steel and glass, is a reaction to the more heavy station, but

also a continuation of the existing platform coverings. There are big

plans to use the waterside of the station for extensive advertisement

for the city itself: the new station will act 'as a bridging piece between

the old city and the urbanized water landscape of the IJ'.

Bethem Crouwel Architekten are currently also working on the central

stations of Rotterdam, Utrecht and The Hague. //

Page 30: pantheon// 2009 - onderweg

28 s t y l o s / / o n d e r w e g / / a l g e m e e n

De afgelopen vijftig jaar is het aantal auto’s per huishouden en het

aantal uren per autogebruiker op de weg enorm toegenomen. Dit

zal in de komende jaren zeker niet afnemen. Er kan gesteld worden

dat Nederland op weg is om een echte autocultuur te worden. Omdat

het aantal uren gespendeerd in de auto om van A naar B te komen zo

hoog is, verwacht je dat naast de functionaliteit van de snelweg de

esthetiek ook belangrijk is. Helaas is dit niet vaak het geval. Waarom

hebben de straten van de stad wel een esthetische dimensie terwijl

het snelweglandschap aan het verrommelen is?

op het moment

In ‘land in zicht’, het boek dat iedere eerstejaars behoort te kopen,

wordt het snelweglandschap gedefinieerd als lineair, dynamisch, grijs,

dominant, regionaal, onrustig en lawaaierig. Het kenmerk grijs klinkt

nog het meest positief. De gebieden naast de snelweg worden vaak

gezien als restgebieden. Daarnaast is het huidige snelweglandschap

chaotisch en heeft totaal geen eenheid. Dit kan verklaart worden

doordat de weg oorspronkelijk in het vrije veld is aangelegd. In de

loop der jaren is de snelweg telkens uitgebreid waarbij verschillende

ontwerpers invloed hebben gehad. Er zijn steeds meer afslagen,

rijstroken, kruisingen en rotondes bijgekomen.

Het totale zicht van de weggebruiker op het snelweglandschap kan

volgens een onderzoek van Mecanoo in drie delen gesplitst worden,

de road, de verge en de field. De road betreft natuurlijk het deel waar

de auto’s over rijden, maar ook de verlichting en de tunnels en bruggen

die de weg kruisen. Met de verge wordt het overgangsgebied tussen

de road en de field bedoeld. Meestal is dit een stukje niemandsland

waar niets mee gedaan wordt. De field beslaat het grootste deel van het

uitzicht van de weggebruiker. Er zijn verschillende soorten panorama’s

als het open landschap panorama en het stedelijk panorama waarbij

de automobilist naar een skyline van een stad kijkt.

Een paar jaar geleden heeft Mecanoo een onderzoek gedaan naar

mobiliteitsesthetiek in de randstand. Een auto met vier camera’s heeft

een route langs Delft, Den Haag, Leiden, Amsterdam, Utrecht, Gouda

en Rotterdam gereden om hier de verschillende weglandschappen en

toekomstmogelijkheden te onderzoeken. Geen baanbrekend nieuws

is dat het Nederlandse snelweglandschap gedomineerd wordt door

weilanden en akkers. Om de 15 kilometer staat een massaproduct en

landschapverstoorder, de benzinepomp. Volgens het onderzoek wordt

er weinig gedacht aan de eenheid van het landschap en is er veel

meer mogelijk dan tot nu toe wordt gedaan. Het snelweglandschap

zou vanuit de auto een filmische ervaring kunnen zijn dat een verhaal

vertelt waarbij de route als een plezierige reis ervaren wordt.

Nina Verkerk

We hebben een haat-liefde relatie met de snelweg, enerzijds haten we het door de files, stank en geluidsoverlast, maar tegelijkertijd kunnen we niet zonder en brengen we uren door op de snelweg.

zicht op de snelweg

help!

De snelweg wordt naast bufferzone door weilanden, akkers en kassen

ook gebruikt als industrie en kantoorgebied. Lange tijd werd er zo

ver mogelijk van de snelweg afgebouwd, maar tegenwoordig lijkt

de snelweg als een magneet voor allerlei activiteiten en gebouwen

te werken. Bedrijvenparken, autoshowrooms, hotels, megastores,

amusementsparken en zelfs woningen achter geluidsschermen

worden pal naast de snelweg gebouwd. Bereikbaarheid en

zichtbaarheid zijn de belangrijkste motieven voor de vestigingen. Een

negatief effect hiervan is het ontstaan van een zekere corridor, ook wel

een lineaire stad genoemd, waarbij de automobilist constant tussen

bebouwing door rijdt. Het onderscheid tussen stad en platteland

lijkt steeds meer te verdwijnen, en daarmee het panorama uitzicht

van de automobilist.

Wanneer er kantoren en fabrieken dicht naast de snelweg worden

gebouwd, komt er een extra mogelijkheid tot adverteren vrij.

Naast billboards wordt er door grote letters boven op het pand

reclame gemaakt. Soms zijn deze reclame-eenheden origineel en

bijzonder door kleur en vorm, maar meestal zijn het simpele, saaie

en schreeuwende eenheden die op geen enkele wijze een positieve

waarde aan de omgeving toevoegen. De rijksoverheid is bang voor

‘verrommeling’ van het snelweglandschap. Het snelweglandschap zal

overheerst worden door kantoren, industrie, kassen, reclameborden,

geluidswallen ed.. Niets van het oorspronkelijk typisch Nederlandse

vrije landschap zal overblijven. De grootste angst is het verdwijnen

van het snelwegpanorama.

Het kenmerk grijs klinkt nog het meest positief.

Page 31: pantheon// 2009 - onderweg

29s t y l o s / / o n d e r w e g / / a l g e m e e n

Het rijk heeft het probleem van het verstedelijken van het

snelweglandschap serieus genomen en neemt de verantwoordelijkheid

om de variatie tussen stad en land te behouden en de verrommeling

tegen te gaan. Het ministerie van VROM heeft in de structuurvisie voor

de snelwegomgeving ‘Zicht op mooi Nederland’, de snelwegpanorama’s

opgenomen. Deze gebieden behoren bij de beschermde ‘nationale

landschappen’. Belangrijke kenmerken zijn de landschappelijke

structuren, stad en land relaties, de gebruikswaarde, beeldbepalende

historische elementen en de kwaliteiten of type van de weg zelf. In

heel Nederland zijn 9 Nationale Snelwegpanorama’s gezocht die de

historische natuur van Nederland bevatten. Hiervoor is het begrip

‘kijkseconden’ bedacht, dit is de tijd dat automobilisten kunnen

genieten van het ‘ongerepte’ landschap tijdens hun rit op de snelweg.

Een voorbeeld is de snelwegpanorama Wiericke in het Groene

Maar wat is nu eigenlijk een snelwegpanorama? Het woord

panorama is afgeleid van de Griekse woorden pan (alles) en horama

(dat wat zichtbaar is). Daarnaast gaat het bij een panorama om

meer dan dat wat in één keer gezien kan worden, door middel van

beweging bijvoorbeeld. Het derde element betreft de enscenering,

de attractiewaarde van het uitzicht. Een panorama is dus niet enkel

een open vlakte, er moet iets te beleven of te zien zijn. Het ruimtelijk

planbureau gebruikt de volgende definitie: een panorama vanaf de

snelweg is het begrensde uitzicht via de open ruimte op een herkenbaar

landschap en de voor die locatie bijzondere bouwstenen.

Waarom is het zo ver gekomen? Waarom is het snelweglandschap

verwaarloosd en heeft het zo een lage prioriteit in vergelijking

met de straten in de stad? Eigenlijk kan er gesteld worden dat het

huidige snelweglandschap er langzaam in is geslopen. Wat in de

middeleeuwen een bijna ongebruikte open vlakte was, daar wordt

tegenwoordig intensief gebruikt van gemaakt. Snelwegzones

worden vaak gezien als restgebieden, geen gemeente voelt zich

verbonden met de snelweg en daarom heeft het snelweggebied

geen probleemeigenaar. De snelwegen zijn echter wel populaire

bouwzones, omdat het gebied erachter vrij blijft en er tevens een soort

geluidswal ontstaat voor de dorpen en steden verderop. Daarnaast

heeft niemand zich echt bekommerd om de esthetiek van de snelweg,

de kennis van de ontwikkelingsmogelijkheden zijn beperkt en het

belang van panorama’s wordt weggewuifd.

Hart aan de A12 waar volgens ‘Zicht op mooi Nederland’ wel 6 tot

40 seconden kan worden gekeken naar ‘de open veenweiden met

strokenverkaveling en de transparante agrarische bebouwingslinten’.

Langs de A28 bij Groningen kan de automobilist tevens 6 tot 40

seconden genieten van ‘open natte graslanden en plassen.’ Het rijk

hoopt dat de bescherming van de landschapskwaliteiten zich zal

uitbetalen in een meer positieve beleving van het landschap.

wat te doen?

Het snelweggebied wordt beroofd van haar open landschap

panorama’s en rommelig volgebouwd door verschillende gemeenten.

Maar moet er dan zomaar een stop op het bebouwen van dit gebied

worden gezet? Ruimte in Nederland is schaars en stoppen met bouwen

kan dus niet zomaar. Daarnaast heeft het bebouwen van dit gebied

de eerder genoemde voordelen. In het boek ‘Holland Avenue’ worden

verschillende mogelijkheden van de Nederlandse snelweg geopperd.

Bij het ontwerpen van het snelweglandschap moet namelijk aan vele

aspecten gedacht worden. Zo is de breedte van het panorama van

de bestuurder afhankelijk van de snelheid waarmee gereden wordt.

Daarnaast let een toerist veel meer op het ‘field’ landschap dan iemand

die hier dagelijks in de file staat.

Er zijn verschillende mogelijkheden waarop de road, verge en de

field kunnen worden ingedeeld. De road wordt op het moment op

eentonige wijze gebruikt. Volgens het onderzoek van Mecanoo kan

de road ook geïntegreerd worden met gebouwen. Gebouwen kunnen

tenslotte ook onder, over en tussen de weg dan enkel ernaast. De >> een panorama vanaf de snelweg is het begrensde uitzicht via de open ruimte op een herkenbaar landschap en de voor die locatie bijzondere bouwstenen.

één van de nationale landschappen Wiericke in het Groene Hart

Page 32: pantheon// 2009 - onderweg

30 s t y l o s / / o n d e r w e g / / a l g e m e e n

verge als tussengebied is heel belangrijk voor de relatie tussen de

automobilist en zijn uitzicht. De verge kan haar eigen identiteit krijgen

door elementen als beplanting, windmolens, reclame eenheden of

geluidsschermen toe te voegen. Door de verge te verwijderen zal

de field direct aan de road grenzen, het gevolg hiervan is dat het

achterliggende landschap of industriegebied direct naast de weg

begint. Het veld kan gezien worden als de context waar de automobilist

zich bevindt. Het veld beslaat het grootste gedeelte van het panorama.

Het open landschap panorama moet breed zijn vanwege de snelheid

waarmee de automobilist door het landschap raast. Daarnaast moet

het diep, 1000-2000 meter, zijn omdat het anders een afgeschermd

landschap wordt. Het stedelijk panorama kan gerelateerd worden aan

de identiteit van de stad. Rotterdam heeft bijvoorbeeld een moderne

skyline bestaande uit hoogbouw, terwijl de skyline van Delft bestaat

uit de kerktorens. Belangrijk bij het ‘ontwerpen’ van het uitzicht is het

rekening houden met de hoogte van de weg, bochten, verschillen

tussen snelheden en richting gevende elementen als bomenrijen.

Door het spelen met deze elementen kan de reis van A naar B een stuk

interessanter worden. Een kanttekening is dat er door het toevoegen

van elementen het gevaar van verrommeling of corridorvorming

wordt vergroot. De veiligste manier om verrommeling tegen gaan is

een strikte scheiding van stadgebied en open landschap.

landmarks

Een andere mogelijkheid om het Nederlandse snelweglandschap

meer structuur en eenheid te geven, is het gebruik van zogenaamde

landmarks. Mecanoo deelt landmarks in drie typen in: bijzondere

elementen van de infrastructuur, gebouwen en sterk stedelijke

panorama’s. Een voordeel van een landmark is de oriëntatie van

de weggebruiker. Als het landschap verder geen uitgesproken

karakteristieken heeft, kan het een toegevoegde waarde hebben

om bijvoorbeeld een gebouw over de weg te bouwen. Dit wordt al

meerdere malen toegepast in het gebied Utrecht – Den Haag (A12). De

eerste bijzondere wegkruising is de Mandelabrug bij Zoetermeer. Een

tweede eyecatcher is het Prins Clausplein, een bijzonder infrastructuur

element, waar een spinnenweb van snelwegen elkaar op hoogte

kruisen. Den Haag lijkt alsmaar verbindingen tussen de twee zijden

van de weg te willen leggen. Wanneer je vanaf de A12 Den Haag

binnen gereden wordt, word je ontvangen door de Haagse poort

wat een imponerend effect heeft. Tussen de Haagse poort tot aan de

Malietoren, die tevens over de weg gebouwd staat, staan maar liefst 3

andere gebouwen over de weg. Door steeds onder gebouwen door te

rijden, wordt het gevaar van een corridor opnieuw vergroot.

Er zijn een aantal autofabrikanten die door middel van grote glazen

het Prins Clausplein, A12

de molen als landmark

Page 33: pantheon// 2009 - onderweg

etalages hun auto’s showen. Een voorbeeld hiervan is de smarttoren.

Deze glazen toren markeert al vanaf verre de snelweg vanwege de

hoogte. Door een toren als deze in een gebied te zetten waar vaak

file is, kunnen de auto’s goed bekeken worden. Deze etalage toren

dient tevens als landmark.

Maar niet alleen een nieuwbouw project kan als landmark te fungeren.

Een oude windmolen in haar oorspronkelijke omgeving kan tevens het

gebied een esthetische waarde meegeven. Net als een open landschap

voor bijvoorbeeld een minuutlang.

Het verrommelen en verstedelijken van het snelweglandschap is al

lang begonnen. Sommige gebieden zijn al ver verrommeld, zoals het

gebied van de A12 of de ring om Utrecht. Het belangrijkste element

om verrommeling tegen te gaan is de scheiding tussen stad en

landschap te versterken. Nu is het niet mogelijk om de bestaande

bebouwing te elimineren, maar misschien kan er wel meer met de

route erheen gedaan worden. Door middel van beschermde gebieden

en duidelijke afspraken tussen provincies is het wellicht mogelijk

om het snelweggebied niet meer als restgebied en reclamebord te

gebruiken, maar als natuurbeleving onderbroken door landmarks.

Misschien is het dan niet eens zo erg om in de file te staan. //

Bronnen> Houben, F. (2003), Mobility: A room with a view, Rotterdam> Mecanoo: Houben, F. ea. (2002), Holland Avenue, research road atlas, Delft> Bobbink, I (2004), Land in zicht, Amsterdam: Sun> Zicht op mooi Nederland, structuurvisie voor de Snelwegomgeving, conceptver-sie, juli 2008> Panoramatische vooruitzichten (paper), ruimtelijke planbureau, W. Hornis, N. Sorel, 2007> google earth> http://www.nrc.nl/W2/Lab/Profiel/Snelweg/architectuur.html> http://www.nrc.nl/W2/Lab/Profiel/Snelweg/inspiratiebron.html> http://www.inoverheid.nl/artikel/nieuws/1552738/beschermde-panoramas-langs-de-snelweg.html> http://www.golflengte.nl/2008/36.html> http://www.pbl.nl/nl/nieuws/persberichten/rpb/2007/20070524-Bouwplannen-bedreigen-groot-deel-van-uitzichten-langs-de-snelwegen.html

de Malietoren in Den Haag, A12

Sportief functioneelplafonddesign

Wanneer Heradesign® decorplaten van natuurlijke materialen hout en magnesiet bij het sportgebeuren worden gebruikt, dan worden prestaties steeds beter: doordat ze er leuk uitzien, balbestendig zijn en de akoestiek goed is, staan ze aan de top!

Zilv

erm

etal

lic p

lafo

nd v

an H

erad

esig

n d

ecor

plat

en, P

asch

alis

scho

ol t

e D

en H

aag

Heradesign Nederland Tel. +31/35/693 60 96i n f o @ h e r a d e s i g n . n lw w w. h e r a d e s i g n . n l

Natuurlijk moderneplafondarchitectuur

Creatieve oplossingen met natuurlijke materialen zoals hout en magnesiet zorgen voor bouwbiologisch uitstekende waarden, waardoor een behaaglijk gevoel samen gaat met een uitstekende akoestiek. Op de afbeelding: plafondvormgeving met Heradesign® decorplaten als symbiose van functionaliteit, natuur en design. Ontdek de wereld van de magnesietgebonden houtwol-plafondsystemen van Heradesign.

Heradesign Nederland Tel. +31/35/693 60 96i n f o @ h e r a d e s i g n . n lw w w. h e r a d e s i g n . n l

Raa

dhu

is R

idd

erke

rk

Page 34: pantheon// 2009 - onderweg

32 s t y l o s / / o n d e r w e g / / a l g e m e e n

Rene van Zuuk

Rosemarie Krautheim

Have you ever wondered, how practising architects started their career ? Or what they have been like as students? I did wonder, and asked four architects...

'path into architecture' potraits

I knew, I wanted to become an architect…when I wanted to study

physics but I was afraid that I would be spending too much time

on one subject and that would be boring. After seeing a movie

where the leading person wanted to become a structural engineer/

architect...

but ended up being the villain, I decided to become an architect.

I studied at the Technical University Eindhoven, Building Production

Technology.1982-1988

As a student, I was... a very good, ambitious student who worked

probably more hours than the other students.

During my studies, I worked... As a student assistant at the structural

department

During my studies I was especially good in...Working independantly.

I was good at designing and working in courses. I was not good in

writing thesis

After my graduation... I worked one and a half years for Skidmore

Owings and Merrill, after that I did some freelance work until I won

the competition "Ongewoon wonen II" in Almere1989. After finishing

the house I started my own office in Almere.

Now I work for…Rene van Zuuk architekten Almere, and the Technical

University Eindhoven as a Professor in Architectural Engineering

My advice to Architecture students...be committed

To be an architect means ...to have the most beautiful profession on

earth. To be able to see through the eyes of a lot of different clients

and to travel to a lot of exciting places.

I knew, I wanted to become an architect…

In mijn schooltijd aarzelde ik tussen schilderkunst, meubelmakerij en

bosbouw. Tijdens de universitaire studie werd ik mij bewust dat de

belangstelling voor kunst, techniek en landinrichting bijeenkwamen

in de architectuur.

I studied in Delft, bouwkunde

As a student, I was...Traag in het begin. Ik vond geen aansluiting bij

de heersende trends: structuralisme, brutalisme.

During my studies, I worked as… Vrije kunstenaar

During my studies I was especially good in...Schetsen

After my graduation... Twee jaar bij een ontwikkelaar/aannemer (6

ontwerpen per maand), twee jaar bij de beroemde Karel Sijmons

(8 & opbouw), daarna leraar en zelfstandig architect/kunstenaar

vanuit een afgelegen locatie in NO-Friesland. Mettertijd groeide het

eenmans bureau uit tot een middelgroot architectenbureau.

Lesgeven bleef (o.a. als hoogleraar technisch ontwerp aan de TUD)

een nevenactiviteit die mijn contact met de grote wereld op peil

hield.

Now I work for…Bureau overgedragen, weer alleen; enkele kleine

opdrachten, meubels ontwerpen en maken, supervisie in enkele

gemeenten.

My advice to Architecture students... Kijk niet teveel naar het werk

van anderen maar geef je eigen reflectie op de situatie, de opdracht

die je tegenkomt. Persoonlijkheid is het belangrijkste aspect van

die verbeelding van de samenleving die architectuur wil zijn.

Verscheidenheid in eenheid is wat ik zoek.

To be an architect means ... In contact komen met enorm diverse

functies en persoonlijke karakters, en daarvan op al even diverse

plekken een plaatsvaste en langlevende verbeelding realiseren,

waarmee een bijdrage wordt geleverd aan een plaatsgebonden

geschiedenis document van de samenleving. Niet onbelangrijk

lijkt mij.

My advice to Architecture students…

Gunnar Daan

As a student , I…

Page 35: pantheon// 2009 - onderweg

33s t y l o s / / o n d e r w e g / / a l g e m e e n

I knew, I wanted to become an architect…at the end of my studies.

Since during my studies, I was totally ambivalent to what I learned,

because that was not the architecture, I wanted to make. I was never

in line with the tutors. Professor Oudejans, was a tutor that changed

my idea of architecture. He showed me, that an unconventional way

of thinking and acting can also be an attitude towards architecture.

That was a relief for me. The P3 project, my last project, was with Ben

Van Berkel. It gave me perspective on the architectural profession. Ben

Van Berkel, was not famous at that time, but since he studied at the

AA, his whole way of thinking was different from the “Delft thinking”.

This very last project was an eye-opener for me.

I studied in Delft

As a student…I didn’t go to any “colleges”. The tutors said, that

when you take an exam, not all the things you have too read in the

books can be asked, and lots of things from the college, so I did

other things…

During my studies, I worked…in the harbour of Rotterdam, as a

barkeeper a lot, as a car mechanic and I made heaters - for other

students. The most interesting job was, when I worked as a garbage

man for four months in Amsterdam… If you are on the street for

months in the rain like this, you experience the rain differently. And it

was four months the same smell…If a garbage truck comes by now – I

have a cabriolet – I get all those memories back.

During my studies…I was especially good in...discussing and I was

always in a battle with the professors.

After my graduation... I couldn’t be stopped anymore. For three years

I worked at CEPEZED, an office here in Delft. And besides working,

I participated in 4 competitions a year. I worked 40 hours in my job

and another 30 hours on the competitions. That was experiencing

in practice - a way of trying things, which I couldn’t do during my

studies. In the competitions my thinking matured.

Now I work for…Mei Architecten en stedenbouwers B.V.

My advice to Architecture students…Be brutal in all senses! Be

brutal in your architecture. Be conscious of yourself, functioning in

the system. Be critical. Discover what your role could be. Read texts

from before modernism - before 1920. These texts are even cheaper

to purchase, because most of them are copyright free.

To be an architect means ...a lot. To think of the end user. And what

is very important to achieve this goal: I’m interested in everything

which is only a little bit connected to architecture. My interest in

Architecture makes only 10%. And I’m interested in people. For me,

the building is an instrument to increase people’s well-being.

Robert Winkel Sang Lee

I knew I wanted to become an architect…My father’s best friend was

an architect, who happened to work for Le Corbusier in Paris during

1950s. I heard them talk a lot about architecture and buildings. But

in my junior high school, when I was about thirteen or fourteen, in a

calculus class totally bored out of my mind, I had this epiphany that

I would be an architect.

I received an M. Arch. degree from the University of Pennsylvania

in Philadelphia. Most people know that school because Louis Kahn,

Robert Venturi and Denise Scott Brown all taught there. (So did Aldo

Van Eyck…)

As a student…I really enjoyed building models. At Penn they had

a really good model shop. The teachers were also specialized. For

example, the welding teacher was licensed for nuclear reactors.

(When it comes to welding, the nuclear reactor license is as far as one

could reach.) We didn’t very often build models as representation.

They were not meant to represent buildings as shown in drawings.

Architectural models were considered almost like sculptures. We

called them analogical models, which functioned as analogies to

architectural concepts. We usually used fairly substantial materials,

like solid blocks of hardwood, thick sheets of steel, etc.

During my studies…I never worked until I received my degree…

After my graduation…In the early 1990s the US was in a severe

recession. So after graduation, almost a half of my classmates and I

couldn’t find work. The only available jobs were temporary positions

for a month or two at a time, here and there. I had to leave my

apartment at the university and didn’t have a job. Luckily, Robert

Venturi and Denise Scott Brown were generous enough to offer me

a room at their house. So I ended up staying with them for about

six months. Then I got a temporary job for two months at Mitchell

Giurgola Architects working on a proposal for the Monument for

the US Constitution. After that, I worked on a small competition

for Bob, another temporary job. Then I went back to New York and

worked for William McDonough for two and a half years. Following

this experience, I moved to Berlin and worked at Daniel Libeskind’s

office…I was teaching with him at Penn before I moved to the

Netherlands.

Now I work…Primarily here at the Bouwkunde teaching design in the

MSc. program and doing research. Recently I have started a design-

research practice to look into design techniques and processes with

public funding. At the moment, we are working on tectonic process

and sound.

I knew I wanted to become an architect...when

Page 36: pantheon// 2009 - onderweg

My advice to Architecture students…Keep an open mind and

challenge conventions. There are so many ways to design. As far as

I am concerned, there is no true or false way to design buildings. It

depends on what your idea is and how you pursue it. Never take for

granted what your teachers say. Ask questions and find your own

way. One of my teachers, Lebbeus Woods told me when I graduated,

“Forget about working for other architects. Start your own practice.

It’s the best way to find your own voice.” At that time, it wasn’t feasible

for me and I don’t have any regrets working for other architects. But

now, I would offer a similar advice: Find your own voice!

To be an architect means…First of all architecture is a public

profession, which is to advocate certain ideas about our built

environment. Also architecture is a very particular way of seeing and

thinking about things. Both ways, architecture is about ideas and

how to communicate them. As an Architect you should be able to

communicate your ideas clearly in speech as well as with drawings

and other media. You have to have your ideas accepted by your client,

by the public, by the government, etc. Unless your ideas are well

explained and accepted, your design will not move forward. In this

sense just being an expert in designing functional buildings is not

enough…as architects we should be able to offer ideas and make a

difference above and beyond the technical semantics…

Architectural education… In general and especially in Europe it seems

very technical. Technical competence is important, but you should

be able to think outside the box, as the cliché goes, outside the

ordinary… When I finished my study, a lot of architecture graduates

got jobs in business consulting companies, such as McKinsey & Co. As

it turns out, it was because they had the capability to handle multiple

issues simultaneously and could explain them very well in a visually

way. On the other hand, one of the problems with the architectural

education in the US is that because there is much attention to theory,

students there learn to speak in a very articulate way using a very

exotic language. So often the product is not as impressive as the

talking. This makes it difficult to communicate with others outside

the profession. (Perhaps one of the reasons why architects marry

each other.)//

On 6, 13, 14, 20, 27 & 28th of May from 17:00-20:00 pm the faculty of

Architecture of the TU Delft is organizing a interdisciplinary lecture

serie with the theme “Architecture as a Craft”. This lecture serie will be

part of a wide research track focusing on the architectural profession

or architecture and the skills of the architect. The research program

regards “Architecture as a Craft” that is permanently confronted

with changing cultures of initiative, altering conditions and modes

of production (sustainable methods, changing role of the architect

in the building process e.g.) and shifting situations of use.

Which instruments have architects developed, or can they develop,

to confront these changing parameters?

Which strategies can be used to guarantee architectural and spatial

quality in the face of rapidly changing production methods?

What is the role of the architect in new production processes in which

a broad variety of experts engage in the creation of the architectural

project?

The program will investigate how these changing cultural conditions

result in new roles for the architect, but also require new strategies,

methods and approaches of analysis, design and collaboration. We

invited 18 architects, artists and scientists focusing on contemporary

philosophy architectural theory. Among them are

Peter Eisenman, Kengo Kuma, Mark Linder, Gerhard Richter, Richard Sennet, Alvaro Siza, Robert Venturi and Enrique Walker.

Capita selecta lecture series in may

To be an architect means…

Annotations: email interviews: Gunnar Daan and Renee van Zuuk verbal interviews: Robert Winkel and Sang Lee

Page 37: pantheon// 2009 - onderweg

35s t y l o s / / o n d e r w e g / / a l g e m e e n

Indesem is coming!The organization of this seminar is getting into stride now and we

can finally bring news about tutors and lecturers.

From the 7th until the 15th of May, the faculty will be dominated by

Indesem and the theme of this seminar: multisensory perception

of the user. This interesting week will consist of a multidisciplinary

workshop (international and national students, of architecture and of

industrial design), lectures and debates... The program for the week

will not only be provided by the Indesem board, we also cooperate

with the organization of Stylos and Capita Selecta.

check www.indesem.nl

Invited Lecturers // Herman Hertzberger, Michiel Riedijk, Enric –Ruiz

Geli (Cloud 9 architects,Spain), Winy Maas*, Juhani Pallasmaa *, Robert

Winkel, Marlies Rohmer, Wiel Arets, Marc Boumeester, Ronald Hamel,

Christian de Portzamparc *, Oliver Thill (Atelier Kempe-Thill), Dick

van Gamere, Takahuru and Yui Tezuka (Tezuka Architects,Japan)*,

Paul Hekkert // Invited Tutors // Theo Deutinger, Jan Jongert (2012

Architects), Serge Schoemaker, Jacques Vink (Ruimtelab), Robin

Kerssens (QBK Architects), Gemma Koppen (Kopvol Architects), Simon

Droog & Paul de Vries, Laura de Bont & Dirk Verhagen (Urban Synergy)

* To be confirmed.//

Met Sustainablabla!? willen we met een lezingenreeks en een

conferentie niet opnieuw het nut van duurzaamheid bevestigen, maar

onderzoeken wat duurzaamheid eigenlijk inhoudt.Wij willen naar de

toekomst kijken en de diepgang opzoeken. Door middel van open

discussies zullen we kijken naar de huidige mogelijkheden en naar

toekomstige ontwikkelingen binnen het bouwkundige vakgebied.

Er moet met een kritische blik naar duurzaamheid gekeken worden

om te zien of de huidige richting wel de juiste is. Soms moet je

afstand nemen en evalueren om open te blijven staan voor nieuwe

ontwikkelingen. Einstein zei ooit eens: “We kunnen de problemen

niet oplossen met eenzelfde denkwijze als waarmee we ze hebben

gecreëerd.’’ Lezingenreeks 2009 - Duurzaamheid in Architectuur.

Alleen blabla? Lunchlezing 14 april 2009 Paul de Ruiter//

www.sustainablabla.stylos.nl

Sustainablabla!? conference 2009

Page 38: pantheon// 2009 - onderweg

36 s t y l o s / / o n d e r w e g / / a l g e m e e n

Christian Welzbacher is de auteur van het boek 'Euro Islam Architectuur, de nieuwe moskeeën van het Westen', een essay over de ontwikkeling van Islamitische moskee in Europa. Hij vertelt over zijn boek en werk en onthult geheimen voor succesvol schrijven.

Xin Dogterom

christian welzbacher

Hoe bent u in eerste instantie op het idee gekomen om over het

onderwerp moskeeën in Europa te schrijven?

“Sinds tweeënhalf, drie jaar duurt in Duitsland de zogenaamde

‘moskeestrijd’. Een ruzie die begon met het project in Keulen [red.:

de geplande Ditib-moskee in Keulen-Ehrenfeld], een ontwerp van

Paul Böhm. En toen begon een hele grote ruzie over onderwerpen

als minarethoogten, de betekenis, de symboliek en de aanwezigheid

van een moskee in een stad met een groot katholiek verleden zoals

Keulen. Ik vond dat die discussie aan niveau ontbrak. Er waren geen

feitelijke argumenten. Het ging alleen om emoties en angst. Toen

dat begon, was ik nog helemaal niet betrokken bij dit thema, maar

ik vond het heel raar hoe de media erop reageerde en welke rare

argumenten daar gebruikt werden.”

Dus daarom wilde u het debat een feitelijke basis geven en tevens

de aandacht verschuiven naar de esthetiek en kwaliteit van de

nieuwe moskeeën in Europa.

“Ja, en ik dacht ook, een moskee is een deel van de architectuur

cultuur. Als ik dit thema vanuit de invalshoek van de architectuur

benader, dan zou dit een kans zijn om zonder emoties de vraag van

Islam in Europa te benaderen. Dus een echt rustig op feiten gebaseerd

essay te schrijven over dit onderwerp.”

“Meneer Welzbacher, u wilt het graag rustiger, maar dat kan niet.”

Vervolgens hebben tegenstanders van uw boek de kritiek dat

dit onderwerp niet los te maken is van de maatschappelijk en de

sociale betekenissen. Zij beweren dat het onderwerp hoe dan ook

emotioneel geladen is.

“Het is wel interessant dat ik het heb geschreven in de zin van: ‘Hey,

even rustig, even gebaseerd op de feiten en even echt een ander

debat dan diegene die we nu hebben’. Het gaat echt om cruciale

kwesties en niet om als Geert Wilders-achtig te schreeuwen. […]

Het is interessant om de reacties te bekijken van een boek dat een

pleidooi is voor een rustig debat. Sommige kritieken zijn van: ‘Meneer

Welzbacher, u wilt het graag rustiger, maar dat kan niet’.

Het is heel bijzonder, want je zou het met geen ander onderwerp

hebben. Als ik een boek had geschreven over bijvoorbeeld

ziekenhuizen, waarbij ik een these had over dat het heel anders moest

met het ziekenhuis, dan is dat voor niemand een probleem. Maar ja,

met de Islam gaat dat niet.”

Had u al een standpunt bij dit onderwerp, alvorens u het boek

schreef of is uw mening pas gevormd na uw onderzoek?

“Ik had artikelen verzameld uit verschillende kranten en beetje

gekeken op het internet, nadat die ruzie twee jaar lang doorging

in Duitsland en eigenlijk in alle Europese landen. Ik heb de dingen

vergeleken en gezien dat de ruzie over dezelfde dingen gaat: de

zogenaamde “clash” tussen het Avondland [red: landen in West-

Europa] en de Islam. Met Hans Ibelings, de hoofdredacteur van A10,

heb ik gesproken over dit onderwerp en hij zei: ‘Ja, doe graag voor ons

een essay’. […] En ik ben begonnen met een kort stuk - in vergelijking

met het boek - over het onderwerp, maar het was min of meer een

samenvatting van wat er hier gebeurt in Europa. […] Daar had ik nog

geen echt standpunt in.

Het duurde wat en ik had ook nog vrij veel werk nodig om dieper

te gaan: veel lezen over de traditie van de Islam, hoe de Islam de

bouwkunst van de Islam heeft veranderd, in relatie met de culturen

waar de Islam was verspreid. Nadat ik in het boek over Islamitische

architectuur had gelezen, heb ik min of meer begrepen dat het in de

eeuwen is veranderd. […]

De Islam heeft altijd - wat religie betreft - een grote constante kern, maar wat de uitdrukkingsvormen van de islamitische cultuur betreft, is het veranderd over de eeuwen heen en over de regio’s waar het verspreid was.

Toen ik verder ging, dacht ik: ‘Nou, dat is misschien één van de echte

theses die van een grote essay kan zijn’.”

Hoe begint u aan een project en hoe kiest u onderwerpen uit?

“Het begint meestal met kijken wat er aan de hand is. Dat gaat via de

tijdschriften die ik bekijk. Ik vind persoonlijk dat een gebouw zelf wel

een thema is, maar nog geen onderwerp. Dus de architectuur zelf is

alleen een thema van een groter onderwerp . Als ik een mooi gebouw

zie, is het in eerste instantie alleen een mooi stuk architectuur,

[…] maar misschien zie je de tendentie, wanneer je het tweede,

derde of vierde gebouw bekijkt. Ik vind het heel belangrijk om de

maatschappelijke betekenis van een bepaalde vorm of stijl te zien.”

Hanteert u een vaste werkwijze bij elk project?

“Zoveel mogelijk informatie te krijgen vanuit verschillende

invalshoeken. Niet alleen met mensen te praten die verantwoordelijk

zijn voor het gebouw, maar belangrijk is ook om met de mensen die

het gebouw gebruiken. […] Ik vind het ook belangrijk om informatie

Page 39: pantheon// 2009 - onderweg

37s t y l o s / / o n d e r w e g / / a l g e m e e n

over de context en vergelijkbare projecten te vinden om een breed

perspectief te hebben. Soms vind je dat niet eenvoudig terug in

bijvoorbeeld een krantenartikel […], maar als je erover moet oordelen,

moet je wel in je achterhoofd houden wat voor tendenties er zijn.”

“...als je de teksten leest die architecten over hun projecten schrijven, dan heb je zoveel vaktermen, dat je uiteindelijk zonder woordenboek niet weet wat er bedoeld wordt.”

Daarna volgt de analyse van het ontwerp zelf?

“Er zijn drie stappen. Stap 1 is: de opgave, wat moet er gebouwd

worden en voor wie. Stap 2 is: wat is het idee van de ontwerper

om deze opgave op te lossen, in de zin van architectonisch,

stedenbouwkundig en ook symbolisch en maatschappelijk. Stap 3

is dan de uitvoering.

Ik noem maar een bekend voorbeeld: Rem Koolhaas, OMA. Daar heb

je interessante opgaven, een heel interessante conceptuele aanpak

die tot een bijzondere vorm leidt, maar je hebt in bijna 80% van de

gevallen een lelijke uitvoering. Dat vind ik met zulke gebouwen

altijd jammer.

In andere gevallen is het ook omgedraaid. Een gewoon bureau moet

een toren ontwerpen. Dat is op zich een oude opgave, daar hebben

we duizenden voorbeelden van. Dan heb je een gewone oplossing

in stap 2, maar in stap 3 is het dan zo perfect opgeleverd dat het echt

een kwaliteit heeft. Het is niet bijzonder of zo, maar het heeft echt

een goede solide doorsnede.

Dan heb je natuurlijk met die 3 stappen - 3 parameters voor kritiek

- een beetje een basis om iets kritisch aan te pakken. Als we zo’n

3-stappenmodel hebben, dan worden verschillende projecten een

beetje meer vergelijkbaar.”

Zijn er specifieke aandachtspunten die in elk project weer

terugkomen?

“Ja, de relatie tussen vorm en opgave. Dat is natuurlijk een heel

modernistisch thema - ‘Form Follows Function’ - maar daar zit ook een

esthetische kwestie in. Het is interessant om verschillende projecten

te bekijken, die zogenaamde ‘eyecatcher architecture’ zijn. Je hebt

een grote vorm, een sculpturaal object in een stedenbouwkundige

omgeving. Nou, dat zijn echt eyecatchers die werken, omdat ze er

uit zien als niets anders in hun omgeving. […] Is dan dat effect, dat

deze vorm van architectuur heeft, terecht? Heeft het gebouw een

zo grote sociale opgave in een groter context, dat het echt moet

opvallen? Of is het alleen maar een grap van de opdrachtgever,

‘advertentie-architectuur’?

Dan kan je natuurlijk zeggen: ‘Ja, dat is toch een kwestie van moraal’.

Als iets echt belangrijk is voor de maatschappij, dan kan het wel

opvallend zijn om te zeggen: ‘Hey, kom maar binnen’. Of is het alleen

een investor-choice, waarbij je zou kunnen zeggen dat het eigenlijk

niet moralistisch is. Dan wordt het een vorm van ‘Disneyland-

architectuur’.”

Heeft u ook nuttige tips voor de architectuurstudenten hoe je een

artikel of essay moet schrijven?

“Wat ik altijd belangrijk vind, is proberen over architectuur te

schrijven, zodat iedereen het kan lezen en begrijpen. Soms, als je de

teksten leest die architecten over hun projecten schrijven, dan heb

je zoveel vaktermen, dat je uiteindelijk zonder woordenboek niet

weet wat er bedoeld wordt. Binnen de architectuurdiscipline gaat dat

natuurlijk wel, maar als je over de architectuur schrijft, dan moet je

altijd kijken voor wie je het schrijft. Schrijf je alleen voor architecten?

Of voor mensen die geïnteresseerd zijn in de architectuur? Of schrijf

je voor een breder publiek? Het beste is om alle teksten - ook die

met een speciale onderwerp - zó te schrijven dat iedereen het in

theorie kan begrijpen. Dus zonder ingewikkelde termen en rare

formuleringen.

“Ik ben een kunsthistoricus en wij hebben nooit bij de universiteits-

opleiding geleerd hoe je moet schrijven. Dat miste ik echt, dus ik heb

het zelf maar gewoon geprobeerd. Ik heb artikelen bekeken: hoe het

werkt, wat de opbouw is van zo’n artikel, wat de opbouw is van een

zin. En wat voor een soort artikel het is. Is het een reportage of een

essay? Ik heb gewoon geprobeerd het te imiteren en ik heb altijd

geprobeerd te schrijven, zodat iedereen het begrijpt.

“...als ik gewoon doorga en als criticus wil werken, heb ik geen andere keuze dan om met mijn taal te werken.”

“Een interessante oefening is als je bijvoorbeeld iets voor een

tijdschrift of krant moet schrijven, waarbij je twee uurtjes tot de

deadline hebt en slechts een beperkte lengte voor het artikel hebt.

Dan ga je bijvoorbeeld anderhalf uur schrijven en heb je nog een

half uur om de tekst te verbeteren. En dan heb je altijd het probleem

dat het te lang is. Je moet wat weghalen en dat is een hele goede

oefening, omdat je dan echt naar zinnen kijkt of iedere zin korter kan.

Als je echt rustig naar de zinnen kijkt, dan zul je zien dat elke zin korter

kan; alles kan korter. Dat is een fascinerende oefening om een soort

van bewustzijn voor taal en voor teksten te ontwikkelen.

Het korter maken en het meer precies maken van teksten, duurt

helaas net zo lang als de scriptie zelf schrijven.”

“...elke zin kan korter; alles kan korter.”

Wat vond u het leukst aan de projecten die u tot nu toe gedaan

heeft?

Page 40: pantheon// 2009 - onderweg

38 s t y l o s / / o n d e r w e g / / a l g e m e e n

Wat ik het leukst vind, is de afwisseling tussen de verschillende

vormen van schrijven. Ik schrijf voor kranten, architectuurtijdschriften,

catalogi en boeken. Of ik doe echt research en schrijf dan weten-

schappelijke dingen. Of ik schrijf zelf een boek. Dus dat zijn

verschillende vormen van schrijven en het zijn ook verschillende

soorten teksten en processen. Ik vind de afwisseling die erin zit - de

verschillende teksten voor verschillende media - het mooiste.”

Bent u ondertussen alweer bezig met een nieuw project?

“Ja, het is een historisch project in dit geval. Het gaat om de architect

Karl Friederich Schinkel, de meest invloedrijke architect in Duitsland

ooit, tenminste dat is wat wij in Duitsland denken, […]

maar niemand weet precies waarom we eigenlijk Schinkel de meest befaamde, klassieke architect van Duitsland vinden.

En precies daarover gaat het. Het gaat over receptie, over het beeld

van Schinkel. Dus het is geen project dat direct over het oeuvre gaat,

maar over het beeld, de verschillende periodes van zijn werk en zijn

persoon. Het begint in de tijd van Schinkel zelf (de 19e eeuw) en het

eindigt nu in de tijd waar in Berlijn de “Bauakademie” van Schinkel

gereconstrueerd zal worden.”

Tenslotte, u bent een schrijver en criticus. Ziet u uw zelf ooit uw

ideeën en kritiek omzetten tot een eigen ontwerp?

“Nee. Dat is heel grappig, omdat ik een half jaar geleden een essay

heb geschreven. Het heet de ‘Media van de Architectuur’, in het

Duits: Medien der Architektur. Het gaat over verschillende media

van architectuur, dus architectuurfotografie, computerprogramma’s,

tekeningen, maar ook architectuurkritiek.

En ik heb over architectuurkritiek geschreven en met welk medium

deze kritiek werkt, namelijk het “woord”.

Dus een architectuurcriticus zet niet een gebouw neer naast het

gebouw wat hij wil bekritiseren om te zeggen: “Dit vind ik niet

zo goed, dit wil ik verbeteren”, maar hij werkt juist met een ander

medium en dit is natuurlijk taal. Daarom, als ik gewoon doorga en

als criticus wil werken, heb ik geen andere keuze dan om met mijn

taal te werken.

[…] Aan de andere kant, kan je natuurlijk ook zeggen dat elk gebouw

of nieuwe oplossing van een architect ook als kritiek op een eerdere

oplossing te begrijpen is.

In elk gebouw zit een stuk kritiek, dat niet via de medium taal werkt, maar via het medium architectuur.”

Biography of dr. Christian Welzbacher

1970:

Born in Offenbach at the Main

1992 – 1987:

Studied art history, history and German literature in Mainz,

Glasgow, Amsterdam (VU) and Berlin (Freie Universität)

1998:

Became a freelance journalist

2001:

Re ceive d the Crit ic Subsidy Award f rom the Bundes-

architektenkammer (the Federal Architectural Association)

2006:

Wrote “Die Staatsarchitektur der Weimarer Republik” (emerged

from his dissertation) and has been awarded several times, such

as the Theodor Fischer-Preis from the Zentral Institute of Art

History

2008:

Wrote “Euro Islam-Architektur, die neuen Moscheen des

Abendlandes”, SUN uitgevers, Amsterdam

2009:

Published the biography about the Reichskunstwart (1920-33), a

biography of the most influential German cultural politician of the

20th century: “Edwin Redslob, biographie eines unverbesserlichen

Idealisten” (1884-1973), Matthes und Seitz, publishers, Berlin.

Since then he got a stipend of the Gerda-Henkel-foundation

(Düsseldorf) for a research project about the work and person of

Karl Friedrich Schinkels.//

Christian Welzbacher lecture on the 7.4.2009 check www.stylos.nl

Page 41: pantheon// 2009 - onderweg

39s t y l o s / / o n d e r w e g / / a l g e m e e n

Two students are sharing their personal adventures abroad with us. One will provide us with photo stories about an exchange programme in Paris, while the other is writing about kife and an internship in Münster. Here is part one of their continuing stories..

Joep Kuys en Xin Dogterom

My school in Belleville on the right, nothing like the TU at all. There is

also no sign of Blackboard. They have their own ways of announcing

exam results: paper, paper and more paper!

My tiny room is in the 7th arrondissement, close to the Eiffeltoren,

with a kind of view.

Alles wat je over Duitsland gelezen hebt in de brochures is waar.

Auto’s staan geparkeerd alsof er een meetlint aan te pas is gekomen,

in appartementencomplexen (en zelfs studentenhuizen) staan bij

elke voordeur rijen met schoenen en afval wordt consequent in vijf

verschillende bakken gesorteerd.

Wie naar Noordrijn-Westfalen gaat, merkt dat er vlak naast Nederland

een grote onbekende wereld ligt waar dit soort dingen gebeuren. Er

wonen 18 miljoen mensen die op militaire wijze georganiseerd zijn.

Het voordeel is dat je precies weet waar je aan toe bent: overal zijn

rijen en nummertjesmachines en heerst orde. Op het station word

je zelfs gewaarschuwd voor binnenrijdende treinen.

In deze gestructureerde omgeving komen er rebelse neigingen in

me naar boven waarvan ik niet wist dat ik ze had. Op subtiele wijze

probeer ik daarom af en toe het systeem te doorbreken, bijvoorbeeld

door in een rustige straat door een rood voetgangerslicht te lopen.

Dat is iets wat Duitsers absoluut niet gewend zijn. Automobilisten

op grote afstand zien dit daarom als een uitnodiging je aan te rijden

en geven meestal vol gas om alsnog te proberen je te raken voordat

je de stoep bereikt hebt.

Münster staat zelfs binnen Duitsland bekend als streng en geordend.

De komende zes maanden ga ik vanwege mijn stage proberen hier

te overleven zonder boetes en aanrijdingen. Als anti-autoritaire

Nederlander in het land van de Pünktlichkeit.

story abroad

Page 42: pantheon// 2009 - onderweg

40 s t y l o s / / o n d e r w e g / / a l g e m e e n

This is a recurring page, where you can get inspired, interact and participate. It is acollection of mixed media hints (books, web-pages), that you won't find on your tutor'sliterature list!

Tomas Dirrix

get inspired

Strange Maps

strangemaps.wordpress.com

// blog

“Imagine. Italian songs echoing off the Danube shores. The

Netherlands big enough not to have to worry about the sea. A French-

Polish border. Imagine Europe without Germany. This map does”

Nicis

www.nicis.nl/

// databaseNicis Institute contains a large number of researches and practical examples, classified on topic.

Steden vol Ruimte

www.stedenvolruimte.nl

// learn

Rudy Uytenhaak studies the compactnesses of the built surroundings

and the different ways spatial compensation for compactness can be

reached and ordered.

Space Invading

www.spaceinvading.com

// inspiration

Get inspired by a daily dose of new architecture.

Pimp my Model

blog.miragestudio7.com/2006/04/pimp-my-model-harvard-psd

// fun

Ways to upgrade your model.

Page 43: pantheon// 2009 - onderweg

agenda

14-03/23-05

12-02/05-05

14-03/07-06

24-03

02-04

07-04

14 -04

Henk Zweerus, tussen bouw en kunst locatie: Architectuurcentrum Rondeel, Deventer

Klimaatvriendelijke Metropool locatie: Architectuurcentrum Amsterdam

Building for Bouwkunde locatie: NAI Rotterdam

Toekomst van de Architect locatie: Fontys AAS, Tilburg

Christian Welzbacher locatie: faculteit bouwkunde, Julianalaan

tentoonstelling

www.rondeeldeventer.nl

tentoonstelling

www.arcam.nl

debat

www.arcam.nl

symposium

www.fontys-aas.nl/

lunchlezing

www.stylos.nl

lunchlezing

www.sustainablabla.stylos.nl

Als lector aan de TH Delft heeft beeldhouwer Henk Zweerus (1920-2005) invloed gehad op een hele generatie architecten. In de periode van 1962 tot 1982 vervaardigde hij in beton 70 ‘statuettes’ en legde een relatie tussen de beeldende kunst en de architectuur.

Expositie met spectaculaire voorbeelden van klimaatvriendelijk bouwen, met de nadruk op de resultaten van het onderzoek ‘Samenwerken aan een klimaatvriendelijke stad’.

13 mei is het precies 1 jaar geleden dat Bouwkunde werd verwoest door de brand. De prijsvraag voor een nieuw gebouw leverde 466 inzendingen op. Tijdens de opening van de tentoonstelling worden de prijswinnaars en eervolle vermeldingen bekend gemaakt.

Met kennis uit de expositie over de Klimaatvriendelijke Stad bij ARCAM vormt de basis om met betrokken professionals een stevig gesprek te voeren over de duurzame ontwikkeling van de Metropoolregio Amsterdam.

In een tijd van globalisering en wereldwijd rondreizende ‘sterarchitecten’, verandert haast ongezien de rol van de architect ingrijpend. Vervult de architect nog steeds de voorname rol die hij vroeger had?

a lecture about Welzbachers work as an Architecture critic and writer and in particular about his recent book Euro Islam.Islamic Architecture in Europe. [available soon in our Stylos bookshop]

tentoonstelling

www.nai.nl

De Koers van de Stad 4 locatie: Architectuurcentrum Amsterdam

Sustainablabla - Paul de Ruiter locatie: faculteit bouwkunde, Julianalaan

duurzamheid in architectuur alleen blabla? In de Leezingenreeks wordt ruimte gegeven aan sprekers die verschillende opvattingen hebben binnen een bepaald vraagstuk, waarmee de discussie op gang gebracht wordt.

6-5 /28-5 lezingenreeksCapita selecta locatie: faculteit bouwkunde, Julianalaan

7-05/15-5 lezingenreeks

www.indesem.nl

On 6, 13, 14, 20, 27 & 28th of May from 17:00-20:00 pm the faculty of Architecture of the TU Delft is organizing a interdisciplinary lectureserie with the theme “Architecture as a Craft”. This lecture serie will be part of a wide research track focusing on the architectural profession or architecture and the skills of the architect.

From the 7th until the 15th of May, the faculty will be dominated by Indesem and the theme of this seminar: multisensory perception of the user. This interesting week will consist of a multidisciplinary workshop (international and national students, of architecture and of industrial design), lectures and debates...

Indesem locatie: faculteit bouwkunde, Julianalaan

Page 44: pantheon// 2009 - onderweg