PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... ·...

98

Transcript of PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... ·...

Page 1: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo
Page 2: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo
Page 3: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

PAKKETSAMENSTELLING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 3

Pakketsamenstelling De serie Biologie voor jou bestaat uit: Vmbo-bk Vmbo-bk, deel 1a + 1b voor klas 1 beroepsgerichte en kadergerichte leerweg Vmbo-bk, deel 2a + 2b voor klas 2 beroepsgerichte en kadergerichte leerweg Vmbo-bk, deel 3a + 3b voor klas 3 beroepsgerichte en kadergerichte leerweg Vmbo-bk, deel 4a + 4b voor klas 4 beroepsgerichte en kadergerichte leerweg Vmbo-kgt en vmbo-gt Vmbo-kgt, deel 1a + 1b voor klas 1 kadergerichte, gemengde en theoretische leerweg Vmbo-kgt, deel 2a + 2b voor klas 2 kadergerichte, gemengde en theoretische leerweg Vmbo-gt, deel 3a + 3b voor klas 3 gemengde en theoretische leerweg Vmbo-gt, deel 4a + 4b voor klas 4 gemengde en theoretische leerweg Vmbo-t/havo/vwo Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo en vwo Vmbo-t/havo/vwo, deel 2a + 2b voor klas 2 theoretische leerweg, havo en vwo Havo/vwo Havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 havo en vwo Havo/vwo, deel 2a + 2b voor klas 2/3 havo en vwo Havo 2e fase Havo, deel 4 voor klas 4 havo Havo, deel 5 voor klas 5 havo Vwo 2e fase Vwo, deel 4 voor klas 4 vwo Vwo, deel 5 voor klas 5 vwo Vwo, deel 6 voor klas 6 vwo Voor de richting bk zijn er leerwerkboeken. Voor de andere richtingen zijn er handboeken en werkboeken (onderbouw en vmbo-bovenbouw) of opdrachtenboeken (tweede fase). Daarnaast hebben alle richtingen: − antwoordenboeken; − een internetsite www.biologievoorjou.nl die via

ePack het volgende aanbiedt (kan verschillen per leerjaar): • computerlessen; • samenvattingen; • opdrachten; • docentenhandleidingen; • materiaallijsten;

• eindtoetsen; • presentatorlessen; • studiehulp; • planningsformulieren; • diagnostische toetsen/test jezelf.

Page 4: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

VOORWOORD

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 4

ALGEMEEN GEDEELTE

Voorwoord De nieuwe Biologie voor jou De zesde druk van Biologie voor jou is afgestemd op recente ontwikkelingen in het onderwijs. We hebben in de zesde druk van Biologie voor jou voor het vierde leerjaar de volgende veranderingen doorgevoerd: − Onderdelen die niet of nauwelijks gebruikt

blijken te worden, zijn geschrapt. − Om aan de eindtermen van het

examenprogramma te kunnen voldoen, zijn er aanpassingen doorgevoerd.

− De versie vmbo-bk heeft een leerwerkboek gekregen. De leerlingen hoeven dus niet steeds te switchen van handboek naar werkboek en andersom. Voor de leerlingen is dit duidelijker. Ze kunnen zich daardoor beter concentreren op de leerstof.

− De delen kgt zijn gewijzigd naar gt. De leerstof in deze delen is iets moeilijker. Leerlingen worden meer aangezet tot nadenken.

− Waar mogelijk hanteren we de concept-contextbenadering van het biologieonderwijs. We gaan daarbij uit van de bestaande onderwijsdoelen voor alle vakken en de eindtermen voor biologie.

− De leerstof is geactualiseerd. − In beide versies besteden we meer aandacht

aan competenties en vaardigheden. − De extra stof bieden we in de zesde druk aan

volgens een dakpanstructuur: de extra stof in versie vmbo-bk wordt basisstof in de versie vmbo-gt.

− De opdrachten zijn in beide versies speelser en visueel aantrekkelijker gemaakt.

− Leerlingen zijn tegenwoordig gemakkelijker visueel dan tekstueel te prikkelen. Daarom is het aantal afbeeldingen in beide versies toegenomen. Een aantal bestaande afbeeldingen is vernieuwd.

− Biologie voor jou heeft nu ook een ePack: online-lesmateriaal. Er is een ePack voor docenten en voor leerlingen. De keuze in werkvormen en opdrachten is door ePack uitgebreid. Met de presentatietool Presentator kunt u hand-, werk- en antwoordenboek digitaal presenteren met behulp van een beamer of digitaal schoolbord, en de computerlessen gebruiken voor uw eigen klassikale les.

Door deze aanpassingen wordt het voor u en voor uw leerlingen nog aantrekkelijker om Biologie voor jou te gebruiken. Met deze opzet kunt u zich nog meer richten op de individuele leerling. En uw leerlingen kunnen hun kansen in het voortgezet onderwijs verbeteren. Wij hopen dat u en uw leerlingen enthousiast zullen zijn over deze zesde druk van Biologie voor jou! De auteurs

Page 5: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

INHOUD

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 5

ALGEMEEN GEDEELTE

Voorwoord 4 1 Algemeen gedeelte 6 1.1 Hoe kunt u werken met Biologie voor jou? 6 1.2 Werken met de verschillende boeken 7 1.3 Werken met de ePack-site 10 1.4 Visie op het biologieonderwijs 12 1.5 Didactische uitgangspunten van de

methode 17 1.6 Adressen en links 18 1.7 Lijst van naslagwerken 20 1.8 Bijlagen: 1.8.1 Toelichting op de algemene onderwijs-

doelen voor de bovenbouw van het vmbo 21

1.8.2 Het examenprogramma biologie vmbo 23 2 Handleiding bij deel 4 vmbo-bk 36 2.1 Inleiding 36 2.2 Benodigdheden 36 2.3 Handleiding bij thema 1 Stofwisseling 37 2.4 Handleiding bij thema 2 Planten 40 2.5 Handleiding bij thema 3 Ecologie 42 2.6 Handleiding bij thema 4 Mens en milieu 44 2.7 Handleiding bij thema 5 Voeding en

vertering 46 2.8 Handleiding bij thema 6 Gaswisseling 49 2.9 Handleiding bij thema 7 Transport 51 2.10 Handleiding bij thema 8 Opslag,

uitscheiding en bescherming 53 2.11 Jaarschema bij deel 4 vmbo-bk 55 2.12 Eindtermen biologie en deel 4 vmbo-bk 56 2.13 Inhoud ePack deel 4 vmbo-bk 57 3 Handleiding bij deel 4 vmbo-gt 63 3.1 Inleiding 63 3.2 Benodigdheden 63 3.3 Handleiding bij thema 1 Stofwisseling 65 3.4 Handleiding bij thema 2 Planten 67 3.5 Handleiding bij thema 3 Ecologie 70 3.6 Handleiding bij thema 4 Mens en milieu 73 3.7 Handleiding bij thema 5 Voeding en

vertering 76 3.8 Handleiding bij thema 6 Gaswisseling 79 3.9 Handleiding bij thema 7 Transport 81 3.10 Handleiding bij thema 8 Opslag,

uitscheiding en bescherming 84 3.11 Jaarschema bij deel 4 vmbo-gt 86 3.12 Eindtermen biologie en deel 4 vmbo-gt 87 3.13 Inhoud ePack deel 4 vmbo-gt 88

4 Handleiding bij katern 3/4 vmbo-k 94 4.1 Inleiding 94 4.2 Handleiding bij het katern Erfelijkheid en evolutie voor 3/4 vmbo-k 94 4.2.1 Didactische verantwoording/didactische

suggesties 94 4.2.2 Benodigdheden 96 4.2.3 Hulpmiddelen 96 4.3 Inhoud ePack katern 3/4 vmbo-k 97 Colofon 98

Page 6: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 6

ALGEMEEN GEDEELTE

1.1 HOE KUNT U WERKEN MET BIOLOGIE

VOOR JOU?

Dit is de handleiding bij Biologie voor jou leerjaar 4 vmbo-bk en 4 vmbo-gt. Met deze handleiding willen wij u ondersteunen bij de voorbereiding van uw lessen biologie in vmbo 4. Het onderwijs dat wij daarbij voor ogen hebben, houdt rekening met verschillen tussen leerlingen. Daarnaast is Biologie voor jou een methode die leerlingen de kans geeft om zelfstandig te werken. U hoeft uw aandacht daarom niet meer te richten op de klas als geheel. De methode stelt u in staat uw onderwijs meer op de individuele leerling te richten. In de volgende paragrafen van het algemeen gedeelte van deze handleiding gaan we hier uitgebreid op in. Misschien is het werken met deze zesde druk van Biologie voor jou anders dan u gewend bent. In het begin zult u mogelijk iets meer tijd moeten besteden aan het voorbereiden van lessen. In de loop van de tijd zult u echter routine krijgen in het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van uw lessen. We hopen u met deze handleiding daarbij hulp te kunnen bieden.

Bij deze handleiding voor leerjaar 4 horen de volgende materialen: Voor vmbo-bk: − de leerwerkboeken 4a en 4b; − de antwoordenboeken 4a en 4b; − het katern ‘Erfelijkheid en evolutie’ voor 3/4

vmbo-k; − de internetsite www.biologievoorjou.nl. Voor vmbo-gt: − de handboeken 4a en 4b; − de werkboeken 4a en 4b; − de antwoordenboeken 4a en 4b; − de internetsite www.biologievoorjou.nl. Wanneer u deze materialen doorkijkt, kunt u zien hoe de verschillende materialen bij de methode op elkaar afgestemd zijn en op welke wijze zelfstandig leren wordt gestimuleerd. Als u snel wilt weten hoe de methode in elkaar zit, kunt u het beste het voorwoord in de handboeken lezen. Aan de hand hiervan kunt u de diverse materialen en verwijzingen bekijken en uitproberen. Vergeet niet de internetsite www.biologievoorjou.nl te bekijken (hiervoor moet u een ePack-licentie aanschaffen; zie ook 1.3 Werken met de ePack-site).

1 Algemeen gedeelte

Page 7: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 7

ALGEMEEN GEDEELTE

1.2 WERKEN MET DE VERSCHILLENDE BOEKEN

Bij Biologie voor jou gebruikt de leerling verschillende boeken: Voor vmbo-bk: − het leerwerkboek; − het antwoordenboek. Voor vmbo-gt: − het handboek; − het werkboek; − het antwoordenboek. In het handboek voor vmbo-gt treffen leerlingen alle teksten en afbeeldingen aan die ze tijdens het bestuderen van de basisstof nodig hebben. In de werkboeken vinden ze opdrachten, afbeeldingen en teksten die bedoeld zijn om de leerstof te verwerken. Het leerwerkboek voor vmbo-bk bevat naast alle teksten en afbeeldingen ook de opdrachten. Met de antwoordenboeken kunnen leerlingen hun antwoorden zelfstandig controleren. De leerstof in de handboeken voor vmbo-gt is verdeeld in thema’s. Deze zijn opgebouwd uit de volgende onderdelen: − een thema-inleiding; − een aantal basisstoffen; − een aantal extra basisstoffen; − een samenvatting; − een diagnostische toets; − een aantal verrijkingsstoffen. Deze indeling geldt voor elke uitgave van Biologie voor jou. Voor de doelgroep vmbo-bk zijn er echter specifieke aanpassingen. In plaats van een thematische samenvatting en diagnostische toetsen kent de uitgave voor vmbo-bk samenvattingen en toetsen per basisstof (Om te onthouden en Test jezelf). Dit past beter bij de beoogde doelgroep. We komen hier later op terug en lichten dan de specifieke kenmerken verder toe.

Thema-inleiding De thema-inleidingen in de handboeken bij Biologie voor jou functioneren als ‘advanced organiser’. Een korte inleidende tekst beschrijft de inhoudelijke aspecten die in het thema aan de orde zullen komen. Daarnaast geven de inleidende pagina’s de structuur te zien waarlangs de diverse onderdelen in het thema zullen worden besproken. De leerling krijgt zo inzicht in de omvang van het thema, de leerstofverdeling in basisstoffen en extra basisstoffen, de onderdelen waarbij ze ePack kunnen gebruiken, de pagina’s waarop de onderdelen per thema te vinden zijn en de diverse verrijkingsstoffen of extra stoffen bij het thema. Na elke thema-inleiding wordt de leerling verwezen naar een planningsformulier op ePack. De planningsformulieren zijn niet afgedrukt in het werkboek. In het leerwerkboek voor vmbo-bk verwijzen we niet naar een planningsformulier. Basisstof De basisstoffen bestaan uit teksten met afbeeldingen en verwijzingen naar opdrachten in het werkboek. De afbeeldingen ondersteunen in de meeste gevallen de teksten. In de teksten worden, waar mogelijk en relevant, relaties gelegd met voorgaande thema’s. De verwijzingen naar de opdrachten onderbreken de lopende teksten, zodat er tekstblokken ontstaan met een bescheiden omvang. De omvang van deze tekstuele eenheden verschillen per uitgave. De meeste opdrachten zijn door leerlingen zelfstandig te verwerken. Ze kunnen de vragen beantwoorden met behulp van de informatie uit de tekst en/of de afbeeldingen. De practicumopdrachten zijn in het algemeen ook zelfstandig uit te voeren. Bij de practicum-opdrachten hebben we steeds dezelfde opbouw gevolgd.

In de delen vmbo-gt eindigt elke basisstof met een opdracht. In de delen vmbo-bk wordt elke basisstof afgesloten met een of meer kader-opdrachten en de onderdelen Om te onthouden en Test jezelf. Kader-opdrachten zijn bedoeld voor leerlingen die de kaderberoepsgerichte leerweg volgen. U kunt er als docent naar eigen inzicht voor kiezen om leerlingen deze opdrachten te laten maken. Kader-opdrachten zijn wat moeilijker. Ze bevatten vaak meer rekenwerk, meer grafieken en meer toepassingsvragen.

Page 8: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 8

ALGEMEEN GEDEELTE

Extra basisstof De delen vmbo-gt hebben na de basisstof extra basisstof. De extra basisstoffen per thema bevatten de onderwerpen die wat moeilijker zijn dan de reguliere basisstoffen. Ze behandelen leerstof die de leerlingen van de betreffende doelgroep naar een hoger niveau brengen. Qua structuur zijn de extra basisstoffen op dezelfde wijze opgezet als de reguliere basisstoffen. Ze bevatten ook verwijzingen naar opdrachten in het werkboek en de opdrachten zijn na te kijken met behulp van het antwoordenboek. Samenvatting en diagnostische toets: vmbo-gt De basisstof en de extra basisstof worden in de delen vmbo-gt afgesloten met een samenvatting. In de delen vmbo-gt is de leerstof geclusterd in doelstellingen, waarin staat beschreven welke kennis van de leerlingen wordt verwacht. Bijvoorbeeld: Je moet van organismen uit een ecosysteem de voedselrelaties kunnen aangeven. Onder deze doelstelling staat vervolgens puntsgewijs beschreven om welke specifieke kenmerken het gaat, inclusief voorbeelden.

Aan het einde van een samenvatting staat altijd vermeld welke competenties en/of vaardigheden leerlingen zich eigen hebben gemaakt na het doorwerken van een thema. In principe zouden de leerlingen in staat moeten zijn om na bestudering van de doelstellingen en de samenvatting de diagnostische toets en de beoordelingstoets te maken. Eventueel kunnen zij bij de bestudering van de samenvatting terugkijken naar de basisstof. Bijvoorbeeld om te controleren of ze de delen van een afbeelding kunnen benoemen. De diagnostische toetsen zijn ook te vinden op ePack. Ze heten daar adviestoets. De diagnostische toets is bedoeld als leermiddel, niet als toetsmiddel. De toets in het boek geeft leerlingen tijdens het leerproces feedback. Dit vraagt een actieve opstelling van de leerling. De leerling maakt de diagnostische toets, controleert vervolgens de antwoorden met behulp van het antwoordenboek en bekijkt daarna welke onderdelen hij beheerst en welke onderdelen hij grondiger moet bestuderen. De adviestoets op ePack is dezelfde toets als in het leerlingenboek. Hier wordt echter de controlefunctie van de leerling overgenomen en geen feedback gegeven. De adviestoets geeft wel een suggestie voor de daarna te volgen leerroute. Meer hierover leest u in 1.3 Werken met de ePack-site. Om te onthouden en Test jezelf in vmbo-bk De samenvattingen en diagnostische toetsen in het leerwerkboek vmbo-bk kennen een ander karakter dan in de vmbo-gt-editie. In de vmbo-bk-editie wordt elke basisstof afgesloten met een onderdeel Om te onthouden. Dit onderdeel is een samenvatting van de belangrijkste leerstof in de

Het didactische model van de opbouw van een thema in schema.

Page 9: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 9

ALGEMEEN GEDEELTE

basisstof. Hierna volgt een controletoets met de naam Test jezelf. In principe zou de leerling in staat moeten zijn om Test jezelf te maken na bestudering van Om te onthouden. Het onderdeel Test jezelf geeft leerlingen de gelegenheid zelf te controleren of ze de belangrijkste leerinhouden beheersen, zonder dat dit gevolgen heeft in de vorm van een cijfer. Test jezelf is bedoeld als leermiddel, niet als toetsmiddel. Test jezelf in het boek geeft leerlingen tijdens het leerproces feedback. Dit vraagt een actieve opstelling van de leerling. De leerling maakt Test jezelf, controleert vervolgens de antwoorden met het antwoordenboek en bekijkt daarna in welke mate hij de basisstof beheerst. Op basis daarvan kan hij nagaan welke onderdelen van Om te onthouden hij grondiger moet bestuderen. De adviestoets op ePack is hetzelfde als Test jezelf in het leerlingenboek. Hier wordt echter de controlefunctie van de leerling overgenomen en geen feedback gegeven. De adviestoets geeft wel een suggestie voor de daarna te volgen leerroute. Meer hierover leest u in 1.3 Werken met de ePack-site. In de delen vmbo-bk worden de vaardigheden en/of competenties die leerlingen zich eigen hebben gemaakt, vermeld na de basisstof. De vaardigheden die leerlingen hebben kunnen oefenen door het maken van de kaderopdrachten, worden apart genoemd. De verrijkingsstof (vmbo-gt) en extra stof (vmbo-bk) De verrijkingsstof in de delen vmbo-gt en extra stof in de delen vmbo-bk is bedoeld om leerlingen opdrachten te laten kiezen waarvoor ze belangstelling hebben. In principe moeten alle leerlingen in staat worden gesteld verrijkingsstof of extra stof te verwerken.

Wel kan er verschil bestaan in de hoeveelheid verrijkingsstof of extra stof die leerlingen verwerken en in de tijd die leerlingen in de klas hieraan besteden. De verrijkingsstof of extra stof bestaat meestal uit twee of drie verschillende onderwerpen. Bij elk thema komt het onderwerp Leren en werken terug. De inhoud hiervan is steeds afgestemd op het thema. Op ePack is per thema nog meer verrijkingsstof en extra stof te vinden in de plusroute. Verwijzingen In de delen vmbo-gt staan verwijzingen die het leerproces van de leerling begeleiden. Ze verwijzen de leerling van het handboek naar het werkboek en van het werkboek naar het handboek. Ze kunnen ook verwijzen naar ePack. Aan het einde van de basisstof, de extra basisstof, de diagnostische toets en de verrijkingsstof wordt steeds verwezen naar het antwoordenboek.

Het didactische model van de opbouw van een thema in de vmbo-bk-editie.

Page 10: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 10

ALGEMEEN GEDEELTE

1.3 WERKEN MET DE EPACK-SITE

Het digitale lesmateriaal wordt bij Biologie voor jou voor de bovenbouw 6e druk aangeboden in het ePack. Dit biedt vanaf schooljaar 2011-2012 extra onlinetoepassingen die u en uw leerlingen in staat stellen om anders te leren en gemakkelijk eigen leerroutes te kiezen. Dit werkt motiverend en geeft daardoor betere leerresultaten. Het ePack voor de bovenbouw is anders dan van de onderbouw. Als docent hebt u uitgebreide mogelijkheden om met behulp van ICT uw leerlingen op strikt individuele basis te sturen. Een belangrijke functionaliteit van het ePack voor de bovenbouw is dat u als docent van iedere leerling afzonderlijk de werkhouding en resultaten op afstand kunt volgen. Op relatief eenvoudige wijze kunt u zien hoe lang iedere leerling bezig is geweest met bijvoorbeeld de computerlessen, hoe vaak hij heeft ‘gespiekt’ (de computer toont hierbij de goede antwoorden bij het doorlopen van de computerlessen) en wat de score is van die leerling op bijvoorbeeld de adviestoets. Daarnaast kunt u de resultaten van iedere afzonderlijke leerling vergelijken met het gemiddelde van de klas en met die van andere klassen waarin u dezelfde stof hebt behandeld. De leerling start op ePack met de standaardroute van een thema. Hierin staan verwijzingen naar de basisstoffen in het handboek/leerwerkboek, maar ook naar computerlessen en een pdf-les die een basisstof vervangt. De standaardroute sluiten we af met een adviestoets. Op basis van de resultaten uit de adviestoets wordt een individuele leerroute voor de leerling samengesteld met herhalingsstof, extra stof of plusstof. Hierdoor kunt u ePack ook inzetten voor extra training of juist voor meer uitdaging. Het ePack kan bepaalde onderdelen uit het handboek vervangen. U kunt ePack eventueel ook inzetten voor extra training naast de onderdelen uit het handboek, het werkboek of het leerwerkboek van Biologie voor jou.

Om toegang te krijgen tot ePack hebben u en uw leerlingen een ePack-voucher nodig. Hiermee krijgt u via internet toegang tot alle onlineonderdelen van Biologie voor jou. Via www.biologievoorjou.nl is ePack thuis en op school altijd bereikbaar. Bij de 6e druk van Biologie voor jou leerjaar 4 zijn de volgende ePack-vouchers beschikbaar: − docentenvoucher 3-4: geeft toegang tot de

delen 3a, 3b, 4a en 4b van beide stromen en het docentendeel;

− leerlingenvoucher 4 vmbo-bk: geeft toegang tot de delen 3a, 3b, 4a en 4b van beide stromen;

− leerlingenvoucher 4 vmbo-gt: geeft toegang tot de delen 3a, 3b, 4a en 4b van beide stromen.

Het eerste thema van 4a is online bij de start van het schooljaar 2011-2012. De overige thema's van de delen 4a en de thema's van de delen 4b zullen online zijn in de loop van schooljaar 2011-2012. Voordat u toegang hebt tot het docenten-ePack, dient u zich eenmalig te registreren. U krijgt dan een gebruikersnaam en een wachtwoord. Daarnaast moet u eenmalig de activeringscode invoeren die u in de ePack-voucher aantreft. Deze unieke activeringscode is geheim en wordt eenmalig verstrekt. Ook Uitgeverij Malmberg kan u deze code niet opnieuw verschaffen. Bewaar de code daarom goed en noteer uw gebruikersnaam en wachtwoord. Wanneer het niet lukt om in te loggen of wanneer u andere technische problemen tegenkomt, kunt u www.epack.malmberg.nl raadplegen. Ook kunt u uw ICT-technische vraag of opmerking per e-mail aan de Klantenservice kenbaar maken. Voor niet-technische vragen kunt eveneens contact opnemen met onze afdeling Klantenservice, telefoon (073) 628 7628 of per e-mail (zie het helpdeskformulier via www.malmberg.nl).

Page 11: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 11

ALGEMEEN GEDEELTE

ePack-vouchers zijn verkrijgbaar via de schoolboekhandel en via de webshop op www.malmberg.nl. Meer informatie over ePack vindt u via www.biologievoorjou.nl. ePack bevat de volgende onderdelen (zie ook 2.13 Inhoud ePack deel 4 vmbo-bk en 3.13 Inhoud ePack deel 4 vmbo-gt): Handleiding en materiaallijsten (alleen docenten-ePack) De docentenhandleiding staat op het docentendeel van de ePack-site en is beschikbaar als pdf-bestand. U kunt in de docentenhandleiding een totaaloverzicht vinden van de benodigde materialen voor alle practica in het vierde leerjaar. De bederfelijke materialen staan daarin niet vermeld. Per thema geven we een overzicht van alle practicummaterialen die nodig zijn voor dat thema, inclusief de bederfelijke materialen. De totaallijsten zijn ook als pdf-bestanden in te zien en te downloaden op de ePack-site. Planning De planner biedt aan iedere leerling de mogelijkheid om het thema te plannen. Leerlingen kunnen aangeven welke onderdelen ((extra) basisstoffen, diagnostische toets, eindtoets, enzovoort) zij gaan doen. Bij sommige (extra) basisstoffen kunnen zij kiezen uit de boekversie of de computerles op de ePack-site. Per onderdeel kunnen ze de geplande lesuren en een begindatum aangeven en opmerkingen toevoegen. Computerlessen Bij elk thema is in de standaardroute een aantal computerlessen beschikbaar. Deze bestaan uit animaties en filmpjes met uitleg en enkele interactieve oefeningen. Anders dan in de onderbouw behandelen deze computerlessen niet de stof van een gehele basisstof, maar ze maken lastige onderwerpen toegankelijker voor de leerling. De computerlessen zijn voorzien van een scorepagina die bijhoudt hoe de leerling de oefeningen heeft gemaakt. Per thema is er steeds één computerles die wel een complete basisstof uit het handboek of leerwerkboek vervangt. Dat wil zeggen dat alle leerdoelen van de betreffende basisstof in de computerles aan de orde komen. Het aantal opdrachten is doorgaans wel kleiner dan in het werkboek of leerwerkboek; de opdrachten bij de computerles kunnen eventueel als aanvullende oefenstof worden gebruikt.

Vervangende lessen Naast de computerles die een basisstof vervangt, is er in de thema's 1 t/m 4 de mogelijkheid een basisstof op een alternatieve manier aan uw leerlingen aan te bieden. Daarvoor is in de standaardroute van ePack per thema één vervangende pdf-les opgenomen. De stof wordt hierin op een andere, activerende manier behandeld en geoefend. Samenvatting/Om te onthouden De samenvatting is als pdf op de ePack-site te vinden en is identiek aan de samenvatting in het handboek vmbo-gt. Dit geldt ook voor het onderdeel Om te onthouden uit het leerwerkboek van vmbo-bk. Diagnostische toetsen/Test jezelf (adviestoetsen) De diagnostische toetsen worden op twee manieren aangeboden: − in het handboek/leerwerkboek; − als interactieve adviestoets op ePack. De adviestoets op ePack sluit de standaardroute van elke leerling af. De vragen over de extra basisstof zijn er niet in opgenomen, omdat de extra basisstof op dit punt in de leerroute nog niet aan de orde is geweest. De adviestoets geeft geen inhoudelijke feedback en wordt meteen nagekeken. Op basis van de score krijgt de leerling vervolgens een suggestie voor de hierna te volgen leerroute: herhaling (een herhaling van de computerlessen bij moeilijke onderwerpen en een extra computerles), extra (extra basisstof of extra stof uit het boek) of plus (extra verrijkingsstoffen uit het boek en op pdf-formaat). Het ePack levert zo een belangrijke bijdrage aan onderwijs op maat. Verrijkingsstoffen Bij de delen vmbo-gt zijn bij elk thema in het handboek twee tot drie verrijkingsstofopdrachten opgenomen. De ePack-site biedt per thema twee extra verrijkingsstofopdrachten. Deze worden aangeboden als pdf-bestanden en maken deel uit van de plusroute. Voor vmbo-bk bestaan er in de plusroute ook twee extra stoffen als aanvulling op de extra stoffen in het leerwerkboek. Ook deze opdrachten zijn als pdf-bestanden in de plusroute te vinden. Naslag Naslag biedt waardevolle en betrouwbare naslaginformatie, die verrijkt is met audio, video en animaties. De informatie is afgestemd op het niveau en de behoeften van uw leerlingen. Er is een ruime keuze uit diverse bronnen, zoals:

Page 12: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 12

ALGEMEEN GEDEELTE

− een encyclopedie: betrouwbare bronnen afgestemd op het niveau van de leerling;

− een practicumbibliotheek: filmpjes van practicumopdrachten en demonstratieproeven;

− thema’s: dossiers aan de hand van de thema’s die dat leerjaar aan de orde komen.

Onder Naslag zijn nog enkele algemene onderdelen te vinden, zoals tips bij het leren voor het examen biologie, tips voor het examen zelf, vaardigheden voor biologie en de exameneisen per thema. Studiehulp Studiehulp bevat drie onderdelen: − Werkwijzer, waarin we aan de hand van een

stappenplan, checklist en voorbeelden tonen hoe leerlingen een bepaalde werkvorm kunnen gebruiken (bijvoorbeeld een boekverslag, mondelinge presentatie en een PowerPoint-presentatie);

− Rekenhulp, voor hulp en oefeningen bij allerhande rekenvaardigheden;

− Taalhulp, die uitleg biedt bij allerlei taalvragen. Examentrainer Voor elk thema is er een onderdeel Examentrainer (aan het einde van de vervolgroutes, voorafgaand aan de eindtoets). Deze bestaat uit 1 à 2 examenvragen (inclusief antwoorden) uit examens van voorgaande jaren. Het betreft alleen vragen die over dit thema gaan; bij voorkeur zijn eerdere thema’s erin verwerkt. De examenvragen zijn aangevuld met tips en 'instinkers'. Verder is aangegeven waar in Biologie voor jou de gevraagde stof terug te vinden is. Eindtoetsen (alleen docenten-ePack) De eindtoetsen staan alleen op het docentendeel van de ePack-site. Ze zijn in de volgende formaten beschikbaar: − als Word-bestand (toetsen, scorebladen en

antwoordbladen); − als pdf-bestand (toetsen, scorebladen en

antwoordbladen); − als WinToets-bestand (interactieve toetsen); − als interactieve toetsen. De Word-toetsen zijn zo opgemaakt dat u ze betrekkelijk makkelijk kunt aanpassen. U kunt vragen wijzigen, verwijderen of toevoegen. Houdt u daarbij wel rekening met eventuele wijzigingen in de nummering van de vragen en afbeeldingen en wijzigingen op de antwoord- en scorebladen. De pdf-toetsen zijn eenvoudig printbaar, zonder kans op verloop als gevolg van printerinstellingen.

Voor de WinToets-bestanden dient u te beschikken over het programma WinToets 3.1 of een hogere versie. Informatie over WinToets vindt u op de website van De Rode Planeet: www.drp.nl/wintoets. Met het ePack hebt u de beschikking over een toetsprogramma. Met dit programma kunt u digitale eindtoetsen afnemen. Een duidelijk pluspunt is dat de gemaakte eindtoets meteen door de computer wordt nagekeken. Dit kan u veel correctiewerk uit handen nemen. Ook kunt u eenvoudig zelf digitale toetsen aanpassen en nieuwe toetsen maken. Niet alleen meerkeuzevragen, maar ook open vragen en matchingvragen behoren tot de mogelijkheden. Presentator (alleen docenten-ePack) De Presentator op ePack bevat unieke, interactieve software voor het digitale schoolbord. Het complete handboek, werkboek of leerwerkboek en antwoordenboek vormt de basis en van hieruit kunt u direct uw eigen links naar sites toevoegen en laten zien. Bijvoorbeeld naar Google Earth of naar filmpjes op YouTube over een specifiek onderwerp. Bovendien kunt u heel makkelijk eigen teksten, foto’s, afbeeldingen of filmpjes toevoegen. In het handboek en leerwerkboek kunt u diverse afbeeldingen vergroot weergeven door ze aan te klikken. Ook zijn in elk thema enkele animaties of interactieve illustraties opgenomen. De Presentator kunt u op verschillende manieren inzetten: 1 Bij instructie/als lesstarter. U adstrueert uw uitleg met beeld, audio,

animatie en dergelijke en gebruikt hierbij specifieke Presentatorfunctionaliteiten, zoals aantekeningen maken op de getoonde content, vergroten en afdekken.

2 Bij gezamenlijke (of groepsgewijze) verwerking van opdrachten.

U bespreekt (een selectie van) opdrachten die leerlingen hebben gemaakt en geeft leerlingen daarbij eventueel een rol. U kunt een leerling bijvoorbeeld voor de klas een oefening laten maken.

3 Bij het evalueren of afsluiten van een les. U kunt snel teruggrijpen op eerder gedane

uitleg. 1.4 VISIE OP HET BIOLOGIEONDERWIJS

In dit hoofdstuk beschrijven we enkele uitgangspunten die hebben geleid tot de biologische inhoud van de leerstof van de zesde versie van Biologie voor jou, voor deel 4.

Page 13: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 13

ALGEMEEN GEDEELTE

Inhoud van de leerstof Voor alle vakken en sectoren in het vmbo gelden de volgende zes algemene onderwijsdoelen: 1 Werken aan vakoverstijgende thema's De leerling leert, in het kader van een brede en

evenwichtige oriëntatie op mens en samenleving, enig zicht te krijgen op relaties met de persoonlijke en maatschappelijke omgeving.

2 Leren uitvoeren De leerling leert, mede met gebruikmaking van

ICT, in zo veel mogelijk herkenbare situaties een aantal schoolse vaardigheden verder te ontwikkelen.

3 Leren leren De leerling leert, mede met gebruikmaking van

ICT, zo veel mogelijk eigen kennis en vaardigheden op te bouwen. Daartoe leert hij onder andere een aantal strategieën die het leer- en werkproces kunnen verbeteren.

4 Leren communiceren De leerling leert, mede via een proces van

interactief leren, een aantal sociale en communicatieve vaardigheden verder te ontwikkelen.

5 Leren reflecteren op het leer- en werkproces De leerling leert door te reflecteren op het eigen

cognitief en emotioneel functioneren, zicht te krijgen op, en sturing te geven aan het eigen leer- en werkproces.

6 Leren reflecteren op de toekomst De leerling leert, door te reflecteren op het

eigen cognitief en emotioneel functioneren, zicht te krijgen op de eigen toekomstmogelijkheden en interesses.

In de bijlagen is te lezen hoe u expliciet aandacht kunt besteden aan deze algemene onderwijsdoelen of waar het bij de invulling van deze onderwijs-doelen om gaat. Daarnaast heeft het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen op 1 augustus 2007 goedkeuring gegeven aan de examenprogramma’s voor biologie voor alle vmbo-afdelingen. Deze gelden tot nader order. De examenstof voor de centrale examens staat beschreven in een syllabus die het CvE (voorheen CEVO) jaarlijks publiceert (zie bijlagen). De leerstofinhoud van Biologie voor jou deel 4a en 4b in deze zesde druk is afgeleid van de zes algemene onderwijsdoelen en van de examen-eenheden in de examenprogramma’s vmbo voor biologie.

Bij de ontwikkeling van deze nieuwe editie hadden we ook nadrukkelijk de volgende uitgangspunten voor ogen: − meer aandacht voor het leren leren; − meer leerlingen (alle doelgroepen) meer leren; − meer aandacht voor het leren onderzoeken; − leerlingen beter voorbereiden op hun toekomst; − leerlingen beter voorbereiden op hun kansen in

het voortgezet onderwijs; − meer aandacht voor competenties en

vaardigheden; − aandacht voor de concept-contextbenadering

(uitgaande van de bestaande kerndoelen). Bij het doorlezen van deze handleiding en bij het werken met de methode zult u merken dat Biologie voor jou hier goed bij aansluit. Voorbereiden op de toekomst Om de leerlingen beter voor te bereiden op hun eigen toekomst hebben we ervoor gekozen om een aantal algemene onderwijsdoelen consequent te integreren in Biologie voor jou. In elk thema is bijvoorbeeld een onderdeel Leren en werken opgenomen, waarin de leerling kennismaakt met een beroepsbeoefenaar die in zijn of haar beroep veel te maken heeft met het behandelde aspect uit de biologie (stofwisseling, planten, enzovoort). De leerling krijgt specifieke vragen voorgelegd over het beroep en over de capaciteiten die ervoor nodig zijn. Via het onderdeel Leren en werken laten we de leerlingen kennismaken met een brede range aan beroepen waarbij kennis van de biologie een rol speelt. Op die manier proberen we de leerling inzicht te verschaffen in het nut en de relevantie van kennis van de biologie voor zijn of haar eigen toekomst.

Page 14: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 14

ALGEMEEN GEDEELTE

Ook hebben we het gebruik van de computer en moderne meetinstrumenten een plek gegeven in het biologieonderwijs. Enerzijds willen we daarmee de computervaardigheden bij de leerling vergroten, anderzijds bieden we de leerling hiermee een stimulerende leeromgeving, die hem of haar in de gelegenheid stelt om de leerstof op verschillende manieren en in een individueel tempo te verwerken. Het gebruik van de moderne meetinstrumenten is in het huidige biologie-onderwijs onmisbaar. Beter voorbereiden op kansen in het voortgezet onderwijs De zesde druk voor het vierde leerjaar van Biologie voor jou bestaat uit twee versies: vmbo-bk en vmbo-gt. Hiermee sluit Biologie voor jou aan bij de meest voorkomende klassensituaties in het vierde leerjaar. De leerlingen kunnen hierdoor werken op het niveau dat bij hen past. In alle delen van Biologie voor jou zijn de teksten afgestemd op de doelgroepen waarvoor de uitgaven zijn bedoeld. Het taalgebruik in de versie vmbo-bk is in de zesde druk wat eenvoudiger geworden. De leerstof in de versie vmbo-gt is verdeeld in basisstof en extra basisstof. In de versie vmbo-bk wordt de basisstof afgesloten met een of meer kaderopdrachten. De extra basisstof en de kaderopdrachten zijn met name bedoeld voor leerlingen die meer uitdaging willen. Ze krijgen zo de mogelijkheid om hun eigen kansen in het voortgezet onderwijs te vergroten. Meer leerlingen meer leren, en leren leren Door te voorzien in twee versies bereiken we meer leerlingen op hun eigen niveau, zodat we meer

leerlingen beter voorbereiden op het vervolgonderwijs. Maar leerlingen hierop voorbereiden, betekent ook dat we ze moeten helpen om hun kansen te benutten. In Biologie voor jou doen we dit op verschillende manieren. We besteden bijvoorbeeld structureel aandacht aan de begrippen, de processen en de vaardigheden waar het in de biologie om draait. Deze definiëren we, zodat de leerlingen een vocabulaire ontwikkelen om de (biologische) wereld om hen heen te kunnen beschrijven. We leren de leerlingen ook waaraan een goede begripsdefinitie moet voldoen, en we helpen hen om zelf zulke definities te formuleren door specifiek op de kenmerken en de eigenschappen van (bijvoorbeeld) een object te letten. Onder het kopje Begripsleren vindt u dit principe geconcretiseerd aan de hand van een voorbeeld. Voor de processen in de biologie geldt iets soortgelijks. Met processen bedoelen we alle biologische verschijnselen die zich voltrekken over een zekere tijdsperiode. Het vocabulaire dat de leerlingen ontwikkelen bij het begripsleren hebben ze nodig voor de beschrijving van het verloop van de processen. In de boeken bij Biologie voor jou zijn de processen geïllustreerd met afbeeldingen waarin het stapsgewijze verloop is gevisualiseerd. Veel processen worden ondersteund door animaties op ePack. Net als bij de begrippen leren we de leerlingen ook waar processen aan voldoen en op welke manier deze kunnen worden beschreven. Onder het kopje Procesleren vindt u dit principe geconcretiseerd aan de hand van een voorbeeld.

De koolstofkringloop.

Page 15: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 15

ALGEMEEN GEDEELTE

We gaven al eerder aan dat het aanleren van vaardigheden binnen Biologie voor jou structurele aandacht krijgt. We beperken ons niet alleen tot de vaardigheden die behoren tot de biologische vaardigheden zoals tekenen, preparaten maken en microscopiseren. We besteden ook veel aandacht aan het aanleren van algemene vaardigheden zoals de oriëntatie op mens en maatschappij, informatie halen uit bronnen, omgang met materialen en apparaten, eigen standpunten bepalen, natuurwetenschappelijke vraagstukken planmatig onderzoeken, planningen maken, eigen werk presenteren enzovoort. De wens om meer leerlingen meer te leren en ze te leren leren is in de zesde editie van Biologie voor jou ook vertaald in het ePack. Alle eerdergenoemde aspecten (begripsleren, procesleren en vaardigheidsleren) komen hier terug. Het ePack geeft computerlessen met definities en afbeeldingen, procesbeschrijvingen met animaties van het verloop van het proces en stapsgewijze beschrijvingen van de vaardigheden. Al deze zaken bieden we multimediaal aan. Bovendien kan elke leerling zo kiezen welk onderdeel uit de methode het beste bij zijn eigen leerstijl past: de theoretische benadering van het handboek of de praktische benadering van ePack. Leren onderzoeken Recente ontwikkelingen in het biologieonderwijs laten zien dat er een steeds groter belang wordt gehecht aan leren onderzoeken. De nieuwe editie van Biologie voor jou loopt vooruit op deze trend door de leerlingen tal van algemene en biologische vaardigheden aan te leren en door hun de hulpmiddelen te bieden om deze vaardigheden blijvend te oefenen. Voor meer informatie hierover: zie Vaardigheidsleren. Voor Biologie voor jou is een leerlijn Onderzoeken ontwikkeld die door de leerjaren heen loopt. In de materialen voor de onderbouw is al begonnen met het aanleren van basisvaardigheden voor natuurwetenschappelijk onderzoek. In de bovenbouw leren de leerlingen allerlei moderne hulpmiddelen gebruiken voor dit onderzoek.

Begripsleren Mensen gebruiken begrippen (concepten) om hun ervaringen met elkaar te kunnen delen. Een begrip wordt aangeduid met een woord, bijvoorbeeld het begrip ‘appel’. Een begrip heeft kenmerken die zijn waar te nemen met de zintuigen. In het geval van het begrip ‘appel’ zijn de kenmerken: rond, steeltje, kroon. Wanneer we weten dat een object een ‘appel’ is en we kennen het begrip, dan kennen we ook een aantal eigenschappen. Een ‘appel’ heeft de volgende eigenschappen: hij heeft een klokhuis, hij heeft sappig vruchtvlees, hij is eetbaar. Deze eigenschappen zijn niet waarneembaar. We kunnen ze wel waarneembaar maken door onderzoek te doen. Snijd bijvoorbeeld een appel doormidden, dan zie je het klokhuis. Bijt in de appel en je voelt het sap stromen. Eet de appel op en stel vast dat hij eetbaar is. Op die manier kunnen we een appel definiëren in termen van kenmerken en eigenschappen. Maar voor een volledige definitie is dat nog niet genoeg. Bij elk begrip horen voorbeelden van objecten die wel tot

Page 16: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 16

ALGEMEEN GEDEELTE

het begrip behoren en van objecten die niet tot het begrip behoren. Voorbeelden van objecten die tot het begrip ‘appel’ behoren, zijn: Granny Smith, Goudrenet. Objecten die niet tot het begrip ‘appel’ behoren, zijn: peer, pruim. Deze voorbeelden noemen we non-voorbeelden. Voor een correcte begripsdefinitie is het nodig om de non-voorbeelden te benoemen, doordat een appel gemakkelijk te verwarren is met een peer of een pruim. Zelfs ondanks de verschillen in kenmerken en eigenschappen. Bij een volledige begripsdefinitie hoort nog meer. Begrippen staan immers meestal niet op zichzelf. Je kunt ze in verband brengen met verwante begrippen. In geval van een appel zijn dat begrippen als: zaad, vrucht, boom. Het zaad in de appel is een pit. De appel is een vrucht van een boom. Op deze manier ontstaat een web van verwante begrippen. Het web aan begrippen in de biologie is de opstap naar de processen, bijvoorbeeld: het proces van de levenscyclus van een plant en het proces van het

ontkiemen van zaad. Want we weten dat uit een appel een nieuwe appelboom kan ontstaan. Het web van verwante begrippen stelt ons dus in staat om het verloop van de processen te beschrijven. Bij begripsleren in Biologie voor jou leren we de leerlingen de volgende doelstellingen aan: − de kenmerken van een begrip (concept) kunnen

vaststellen; − de eigenschappen van een begrip kunnen

onderzoeken; − voorbeelden kunnen noemen; − voorbeelden van non-voorbeelden kunnen

onderscheiden; − een relatie met verwante begrippen kunnen

beschrijven; − een begrip correct kunnen omschrijven; − een begrip in een nieuwe context kunnen

toepassen. Procesleren In de natuur voltrekken zich allerlei processen. In Biologie voor jou bedoelen we met processen een reeks op elkaar volgende stadia en overgangen. Een stadium is een toestand van een organisme of een verschijnsel op een bepaald moment. Elk stadium heeft zijn specifieke kenmerken die we kunnen waarnemen. De verschillende stadia in een proces staan in relatie tot elkaar; ze volgen elkaar op. Elk proces heeft een begin en een eind. De veranderingen tussen twee stadia van een proces noemen we overgangen. Deze kunnen we herkennen aan de hand van veranderingen in een of meer van de kenmerken van de verschillende stadia. Een voorbeeld van een proces is de metamorfose bij kikkers. Wanneer een kikkervisje uit het ei is

Page 17: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 17

ALGEMEEN GEDEELTE

gekropen, heeft het de volgende kenmerken: een flinke zwemstaart en vanaf dag 4 uitwendige kieuwen. Deze kenmerken zijn duidelijk waarneembaar. Daarom laat het stadium waarin dit kikkervisje zich bevindt, zich omschrijven aan de hand van deze kenmerken. In het volgende stadium heeft het kikkervisje nog steeds een flinke zwemstaart, maar de externe kieuwen zijn verdwenen. In plaats hiervan heeft het kikkervisje inwendige kieuwen gekregen, doordat er kieuwdeksels over de kieuwen heen zijn gegroeid (na ongeveer drie weken). Ook dit stadium laat zich goed omschrijven aan de hand van de kenmerken. Andere voorbeelden van processen die in Biologie voor jou aan bod komen, zijn: vruchtontwikkeling, groei, ontwikkeling, ademhaling, voortplanting, uitscheiding, pupilreflex enzovoort. In Biologie voor jou stellen we het begripsleren in dienst van het procesleren. Bij het leren van processen moet de leerling op basis van ervaring, en op basis van goed geleerde begrippen, de stadia in het proces en de overgangen daartussen kunnen waarnemen en vervolgens kunnen beschrijven. Bij procesleren in Biologie voor jou leren we de leerlingen de volgende doelstellingen aan: − het kunnen omschrijven van het eerste stadium

van een proces (start); − het kunnen bepalen en benoemen van het

aantal verschillende stadia in een proces; − het kunnen beschrijven van elk stadium in

termen van kenmerken; − het kunnen beschrijven van de overgangen

tussen de verschillende stadia in termen van veranderende kenmerken en eigenschappen;

− het kunnen omschrijven van het laatste stadium van een proces.

Vaardigheidsleren Om biologische verschijnselen en processen te bestuderen is het nodig om bepaalde vaardigheden te beheersen, bijvoorbeeld microscopiseren, preparaten maken en tekeningen maken. De vaardigheden in Biologie voor jou staan in dienst van het natuurwetenschappelijk onderzoek van biologische verschijnselen en het presenteren van de resultaten ervan. Dit betekent natuurlijk niet dat we ons uitsluitend richten op de biologische vaardigheden. We besteden ook aandacht aan vaardigheden die betrekking hebben op het leren uitvoeren, leren leren, leren communiceren en het leren reflecteren. Deze algemene vaardigheden staan dan wel in dienst van het onderzoeken en presenteren.

Voorbeelden van algemene vaardigheden die in Biologie voor jou worden aangeleerd, zijn: grafieken lezen en maken, tabellen lezen en maken, verslagen maken, werkstukken maken en informatie halen uit brochures en artikelen. Voorbeelden van biologische vaardigheden die we in Biologie voor jou aanbieden, zijn: tekeningen maken, werken met een loep, microscopiseren, proeven doen, preparaten maken en ordenen met behulp van determinatietabellen. In Biologie voor jou omschrijven we een vaardigheid als een verloop van een aantal handelingen die elkaar in een bepaalde volgorde opvolgen en die samen leiden tot een eindresultaat. Een vaardigheid begint altijd met een voorbereidingsfase waarin bijvoorbeeld de benodigdheden worden verzameld. De voorbereidingsfase wordt gevolgd door de uitvoeringsfase waarin de handelingen elkaar stapsgewijs opvolgen. Hierna volgt een fase van nazorg, waarin het eindresultaat wordt afgewerkt. Bij de vaardigheid Tekeningen maken, wordt de tekening bijvoorbeeld ingekleurd en ingeleverd, of de tekening wordt opgenomen in een werkstuk. De zin van het vaardigheidsleren zit hem in het nut van het eindresultaat. Zo kan de leerling na het stapsgewijs doorlopen van de vaardigheid Preparaten maken ook daadwerkelijk zelfstandig goede en bruikbare preparaten maken. Het nut van de vaardigheid wordt bewezen zodra de leerling de betreffende vaardigheid foutloos en op steeds complexere verschijnselen kan toepassen. We bieden de vaardigheden in Biologie voor jou als aparte eenheden aan. Zodra de leerling echter de vaardigheid beheerst, verliest die vaardigheid zijn solitaire karakter en staat deze voortaan in dienst van het hogere doel Onderzoeken en presenteren. 1.5 DIDACTISCHE UITGANGSPUNTEN VAN

DE METHODE

In Biologie voor jou is de leerstof thematisch gerangschikt. Hiermee bedoelen we niet de traditionele benadering, waarin verschijnselen als transport werden behandeld voor alle organismen. Een thema van Biologie voor jou is te omschrijven als een logisch samenhangend, afgerond stuk leerstof dat de verschijnselen uit de biologie behandelt aan de hand van een groep organismen. Een thema als Voeding en vertering heeft bijvoorbeeld betrekking op de mens, en niet – zoals in de traditionele benadering wel het geval was – ook op planten en andere organismen. Net als in de vorige editie van Biologie voor jou is ook in deze zesde editie de leerstof opgedeeld in thema’s. Deze indeling heeft allerlei voordelen.

Page 18: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 18

ALGEMEEN GEDEELTE

Voor de leerlingen zijn bijvoorbeeld niet al te grote stofeenheden beter te overzien. Bovendien heeft het praktische voordelen bij het maken van toetsen, doordat de leerstof is opgedeeld in delen van min of meer gelijke omvang. Bij deze editie hebben we ervoor gekozen om de vrij traditionele indeling van de vorige druk te handhaven in thema’s met een herkenbare naam als Stofwisseling, Planten, Ecologie, enzovoort. Een logische samenhang Zowel binnen een thema als bij de volgorde tussen de thema’s is een logische samenhang noodzakelijk. Zo komt bijvoorbeeld het thema Mens en milieu na het thema Ecologie. Een logische samenhang binnen een thema vergemakkelijkt het bestuderen voor de leerlingen. Maatschappelijke relevantie en zingeving In het biologieonderwijs van de afgelopen jaren is het accent waarneembaar verschoven: van losstaande weetjes naar meer inzicht in samenhang naar persoonlijke, maatschappelijk relevante toepassingen. De kennis moet worden ingebed in contexten die herkenbaar zijn voor de leerlingen en waarin zij zich kunnen inleven. Vooral ‘gezondheid’ wordt in veel thema’s (bijvoorbeeld bij Transport en Gaswisseling) gebruikt als contextgebied voor kennis. De maatschappelijke relevantie en zingeving is ook terug te vinden in de verrijkingsstof Leren en werken bij elk thema. Hierin maken de leerlingen kennis met beroepsbeoefenaren die vertellen over de relatie tussen hun beroep en het vak biologie. 1.6 ADRESSEN EN LINKS

In de volgende lijst vindt u adressen van firma’s of organisaties die u audiovisuele hulpmiddelen en leermiddelen kunnen leveren. Ook vindt u hier adressen van onderwijsondersteunende instanties en enkele informatieve links. 1.6.1 Adressen voor videoprogramma’s en

dvd’s − NTR, een publieke omroep ontstaan door fusie

van NPS, Teleac en RVU, Postbus 29000, 1200 BB Hilversum. T (088) 100 3100, F (088) 100 3138, I www.teleacnot.nl/sites/biobits

− Voedingscentrum, Postbus 85700, 2508 CK Den Haag. T (070) 306 88 88, I www.voedingscentrum.nl

− Mediaal, Postbus 84, 8390 AB Noordwolde. T (0561) 433 460 (alleen tijdens kantooruren), I www.mediaal.nl

1.6.2 Adressen voor practicumhulpmiddelen, microscopen, chemicaliën en dergelijke

− Breukhoven B.V., Postbus 835, 2900 AV Capelle aan de IJssel. T (010) 458 42 22, F (010) 450 82 51, I www.breukhoven.nl

− Dépex B.V., Afd. Onderwijs, Postbus 541, 3990 GH Houten. T (030) 221 99 00, F (030) 220 4895, I www.depex.com

− Eurofysica B.V. (leverancier voor Euromex), Postbus 3435, 5203 DK Den Bosch. T (073) 62326 22, F (073) 621 97 21, I www.eurofysica.nl

− Technolyt (Swift microscopen), Industrieweg 35, 1521 NE Wormerveer. T (075) 647 45 47, F (075) 621 36 63, I www.outdoordacht.nl

− Visuel Teach TTE Transparancies To Educate, Gorterplaats 16, 6531 HZ Nijmegen. T (024) 355 37 77, F (024) 3553 180, I www.ttevisualteach.com

1.6.3 Adressen voor computerprogramma’s

en online digitaal lesmateriaal − Malmberg B.V., Postbus 233,

5201 AE Den Bosch. T (073) 628 88 11, F (073) 621 05 21, I www.malmberg.nl

1.6.4 Adressen voor naslagwerken voor

leerlingen − ThiemeMeulenhoff, Postbus 400,

3800 AK, Amersfoort. T (088) – 800 2015, I www.thiememeulenhoff.nl

− Stichting Krant in de Klas, Postbus 12040, 1100 AA Amsterdam-ZO. T (020) 430 91 40, F (020) 430 91 99, I www.kiknet.nl

− Noordhoff Uitgevers, Postbus 58, 9700 MB Groningen of Postbus 342, 3990 GC Houten. T (050) 522 69 22 of (030) 6383 333, I www.noordhoffuitgevers.nl

− Zorn Uitgeverij B.V., Postbus 4001, 2301 RA Leiden. T (071) 514 91 41, F (071) 512 02 78, I www.kenmerk-reeks.nl

− Nederlands Instituut voor Biologie (NIBI), Postbus 19245, 3501 DE Utrecht T (030) 236 92 44, I www.nibi.nl

− Rutgers Nisso Groep, Kenniscentrum seksualiteit, Postbus 9022, 3506 GA Utrecht. T (030) 231 34 31, F (030) 231 93 87, I www.rng.nl

Page 19: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 19

ALGEMEEN GEDEELTE

1.6.5 Adressen van onderwijs-ondersteunende instanties

− Vereniging voor Natuur- en Milieueducatie (IVN), Postbus 20123, 1000 HC Amsterdam. T (020) 622 81 15, F (020) 626 60 91, I www.ivn.nl

− Stichting voor Leerplanontwikkeling (SLO), Postbus 2041, 7500 CA Enschede. T (053) 484 08 40, F (053) 430 76 92, I www.slo.nl

− Instituut voor Toetsontwikkeling (Cito), Postbus 1034, 6801 MG Arnhem. T (026) 352 11 11, I www.cito.nl

− Landelijk Informatiepunt Biologie/Algemeen Pedagogisch Studiecentrum (APS), Postbus 85475, 3508 AL Utrecht. T (030) 285 66 00, F (030) 285 68 88, I www.aps.nl

− Nederlands Instituut voor Biologie (NIBI), Postbus 19245, 3501 DE Utrecht T (030) 236 92 44, I www.nibi.nl

− Stichting Veldstudiecentra, Zuidersweg 10, 9441 TZ Orvelte. T (0593) 582550, I www.veldwerknederland.nl

− Stichting Veldwerk Nederland, Het Woldhuis 11, 7325 WN Apeldoorn. T (055) 3684010, I www.veldwerknederland.nl

− Trimbos-instituut, Postbus 725, 3500 AS Utrecht. T (030) 297 11 00, F (030) 2971111, I www.trimbos.nl

Ten slotte wijzen we u op het Adresboek voor biologen. Hierin vindt u een groot aantal adressen (zowel landelijk als provinciaal) die u misschien eens nodig kunt hebben. Dit adresboek is te verkrijgen bij het Nederlands Instituut voor Biologie (NIBI), Postbus 8616, 3503 RP Utrecht. T (030) 236 92 44, F (030) 233 28 77, I www.nibi.nl 1.6.6 Links www.biologievoorjou.nl Internetsite bij de methode Biologie voor jou. www.betasteunpunt.rug.nl Leerlingensite voor hulp bij praktische opdrachten, profielwerkstuk en experimenteel onderzoek (EXO), onder andere voor het vak biologie. www.bioplek.nl Site met informatie, uitleg en animaties over biologische onderwerpen voor leerlingen en docenten.

www.dokterdokter.nl Internetportaal voor mensen die op zoek zijn naar informatie over (veelvoorkomende) ziekten en klachten. De informatie is naar verschillende doelgroepen ingedeeld. www.leren.nl/rubriek/wetenschap/biologie Leren op internet: voor informatie over allerlei onderwerpen, praktische adviezen om effectiever te leren en een gratis maandelijkse nieuwsbrief. www.kennisnet.nl/vo/ Informatieve site over ict in het onderwijs. Biedt scholen en onderwijsinstellingen onafhankelijke diensten aan bij het effectief inzetten van ict. www.knnv.nl De Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging (KNNV) is een vereniging voor veldbiologie die actief is in en met de natuur: natuurbeleving, natuurstudie en natuurbescherming. www.schooltv.nl Informatieve site van TeleacNOT. Onder het pictogram ‘Eigenwijzer’ kunt u informatie vinden over de uitzendingen van biobits die in onderwerpen direct aansluiten bij het vak biologie in de bovenbouw van het voorgezet onderwijs. Door het pictogram ‘Beeldbank’ aan te klikken, zijn er filmpjes te zien over verschillende onderwerpen en thema’s binnen het vakgebied biologie. www.nibi.nl Beroepsvereniging voor biologen. www.overdieren.nl Homepage van uitgeverij Welzo Media Productions. Deze uitgeverij is gespecialiseerd in het verstrekken van informatie over, en het verzorgen van huisdieren. www.voedingscentrum.nl Bij het Voedingscentrum krijgt de consument wetenschappelijk verantwoorde, eerlijke informatie over gezonde voeding en voedselveiligheid. Daarnaast bevordert het Voedingscentrum gezond eetgedrag met projecten en campagnes, met als doel concrete gezondheidswinst. www.ivn.nl Vereniging voor Natuur- en Milieueducatie. www.slo.nl Internetsite van de Stichting Leerplanontwikkeling.

Page 20: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 20

ALGEMEEN GEDEELTE

www.cito.nl Internetsite van de Citogroep. De Citogroep is gespecialiseerd in het meten van (leer)prestaties. Het Cito ontwikkelt toetsen, examens en examensystemen voor het beoordelen van leerlingen en cursisten én voor het beoordelen van onderwijsleerprocessen en onderwijssystemen. Daarnaast ondersteunt de Citogroep organisaties en onderwijsgevenden met advies, training en cursussen op het gebied van toetsing en evaluatie. www.examenblad.nl De officiële website voor de examens in het voortgezet onderwijs. www.docentenplein.nl Een startpagina voor het onderwijs met talloze links naar allerlei relevante informatie. www.nvon.nl Internetsite voor natuurwetenschappen, met allerlei lesideeën en proeven. www.kennislink.nl Kennislink is een populair-wetenschappelijke website voor het Nederlandse taalgebied. Op de website en via andere activiteiten wordt wetenschappelijke informatie op een heldere manier uitgelegd. Kennislink brengt niet alleen recent nieuws uit de wetenschap, maar gaat ook dieper op onderwerpen in via vakoverstijgende dossiers. www.ti.com Leverancier van meetinstrumenten, sensoren en rekenapparatuur. www.fourier-sys.com Leverancier van draagbare datalogging-systemen ten behoeve van het science-onderwijs. www.data-harvest.co.uk Leverancier van datalogging-systemen ten behoeve van het science-onderwijs. www.ehbo.nl Internetsite van het Oranje Kruis met informatie over Eerste Hulp. www.soaaids.nl Internetsite met informatie over soa’s. www.betanova.nl De site 'Bètanova' geeft u alle informatie over de vernieuwing van de exacte vakken in de Tweede Fase. Sinds 2003 wordt er gewerkt aan deze

vernieuwing. U kunt via deze site de ontwikkelingen volgen voor het vak biologie zodat de doorlopende leerlijnen gewaarborgd blijven. 1.7 LIJST VAN NASLAGWERKEN

Hieronder volgt een lijst van naslagwerken voor uzelf. Bij de handleidingen per thema staan naslagwerken opgesomd die speciaal voor leerlingen zijn bedoeld. 1.7.1 Onderwijskundige naslagwerken − MesoConsult heeft diverse onderwijskundige

uitgaven gepubliceerd. Oude Bosschebaan 15, 5074 RC Biezenmortel. T (013) 456 0311, F (013) 456 3276, I www.mesoconsult.nl

− Piet Hoogeveen, Het didactische werkvormenboek, Uitgeverij Koninklijke Van Gorcum.

− Hans Lonnee, De probleemwijzer/Editie voor het voortgezet onderwijs, Uitgeverij, De Toorts.

− H.O. den Dulk, Handelingsplanning in het voortgezet onderwijs, Uitgeverij ThiemeMeulenhoff.

− Sebo Ebbens, Samenwerkend leren, Noordhoff Uitgevers, Groningen.

− Jos van der Wal, Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding, Uitgeverij Coutinho.

− Titus Geerligs, Lesgeven en zelfstandig leren, Uitgeverij Koninklijke Van Gorcum.

− Riet Fiddelaers-Jaspers, Communicatie in de klas, Uitgeverij EPN.

− Hans Schellekens, Resultaatgericht doceren, Noordhoff Uitgevers, Groningen.

1.7.2 Biologisch-didactische naslagwerken − Lagerwerf, B, Korthagen, F, Een leraar van

klasse, Uitgeverij BuDH-Nelissen. 1.7.3 Biologische naslagwerken − L. Gregoire, Anatomie en fysiologie van de

mens, ThiemeMeulenhoff, Zutphen. − Campbell, Reece, Biology, International Edition,

Pearson Education (US)/Benjamin Cummings. − Michael Begon, Colin R. Townsend, John L.

Harper, Ecology, from individuals to ecosystems, Blackwell Publishing.

− Winkler Prins Medisch Handboek, Het Spectrum. 1.7.4 Verenigingen en tijdschriften Vereniging voor Natuur- en milieueducatie (IVN), Postbus 20123, 1000 HC Amsterdam T (020) 622 81 15, F (020) 626 60 91, I www.ivn.nl

Page 21: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 21

ALGEMEEN GEDEELTE

Doelstelling: het bevorderen van het natuur- en milieubesef door het organiseren en stimuleren van educatieve activiteiten in de ruimste zin. Plichten van het lidmaatschap: daadwerkelijke deelneming aan het vrijwilligerswerk van plaatselijke afdelingen en landelijke werkgroepen. Tijdschriften: Mens en natuur en Vakblad Podium (verschijnen elk kwartaal). Landelijke Vereniging tot Behoud van de Waddenzee (Waddenvereniging), Postbus 90, 8860 AB Harlingen T (0517) 493 693, F (0517) 493 601, I www.waddenvereniging.nl Doelstelling: de vereniging streeft naar een zo groot mogelijk behoud van de natuurlijke en cultuurhistorische waarden van het Waddengebied. Magazine: Wadden (verschijnt maandelijks). Nederlands Instituut voor Biologie (NIBI), Postbus 19245, 3501 DE Utrecht T (030) 236 92 44, I www.nibi.nl Doelstelling: de biologie bevorderen en de maatschappelijke belangen van biologen en biologieleraren behartigen. Tijdschriften: Bionieuws (20 keer per jaar) en Niche/Bulletin voor het onderwijs in de biologie (tweemaandelijks), tijdschrift voor het biologieonderwijs, de natuur- en milieueducatie en het gezondheidsonderwijs. Abonnementenadministratie: T (030) 236 92 44 Nederlandse Vereniging voor het Onderwijs in de Natuurwetenschappen (NVON), sectie biologie, secretariaat T (0522) 243 347, I www.nvon.nl Tijdschrift: NVOX (verschijnt 10 keer per jaar). Stichting Natuur en Milieu (SNM), Hamburgerstraat 28a (hoek Korte Nieuwstraat), 3512 NS Utrecht T (030) 233 13 28, F (030) 233 13 11, I www.snm.nl Doelstelling: het voeren van actie op alle mogelijke manieren tegen milieuaantastingen, het adviseren van anderen die actie voeren, het aandragen van alternatieve oplossingen en het informeren over milieuvraagstukken en actieve milieuzorg. In deze particuliere landelijke actieorganisatie werken elf provinciale milieufederaties en een aantal andere landelijke milieuorganisaties samen. Nieuwsbrief: Natuur en Milieu Vereniging MilieuDefensie (VMD), Postbus 19199, 1000 GD Amsterdam. T (020) 626 26 20, I www.milieudefensie.nl Doelstelling: de bescherming en verbetering van het fysieke milieu, het blootleggen van de gevolgen van onze productie en consumptie voor het milieu

en het aandragen van maatschappelijke oplossingen. Rechten van het lidmaatschap: mogelijkheid van beleidsbeïnvloeding. Tijdschrift: Milieudefensie (maandblad). Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten in Nederland (Natuurmonumenten), Noordereinde 60, 1243 JJ ’s-Graveland. T (035) 655 99 33, F (035) 656 31 74, I www.natuurmonumenten.nl Doelstelling: het behoud en beheer van in natuurwetenschappelijk en landschappelijk opzicht belangrijke terreinen in Nederland. Rechten van het lidmaatschap: een lid kan via een van de twaalf districten van Natuurmonumenten meedenken en meepraten over de praktijk van de natuurbescherming in ons land en heeft toegang tot een aantal terreinen die voor niet-leden gesloten zijn. Tijdschrift: Natuurbehoud (kwartaalblad). 1.8 BIJLAGEN

1.8.1 Toelichting op de algemene onderwijsdoelen voor de bovenbouw van het vmbo

In de algemene onderwijsdoelen is gedefinieerd wat alle leerlingen moeten leren. De zes algemene onderwijsdoelen die voor alle vakken en sectoren in het vmbo gelden, zijn: 1 Werken aan vakoverstijgende thema's De leerling leert, in het kader van een brede en evenwichtige oriëntatie op mens en samenleving, enig zicht te krijgen op relaties met de persoonlijke en maatschappelijke omgeving. Daarbij wordt expliciet aandacht besteed aan: 1.1 het kennen van en omgaan met eigen en

andermans normen en waarden; 1.2 het onderkennen van en omgaan met de

verschillen tussen de seksen; 1.3 de relatie tussen de mens en de natuur en

het concept van duurzame ontwikkeling; 1.4 het functioneren als democratisch burger in

een multiculturele samenleving, ook in internationaal verband;

1.5 het op een voor henzelf en anderen veilige manier functioneren in de beroepspraktijk en in eigen omgeving;

1.6 de maatschappelijke betekenis van technologische ontwikkeling, waaronder met name moderne informatie- en communicatietechnologie;

1.7 de maatschappelijke betekenis van betaalde en onbetaalde arbeid;

1.8 de verworvenheden en mogelijkheden van kunst en cultuur, waaronder ook de media.

Page 22: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 22

ALGEMEEN GEDEELTE

2 Leren uitvoeren De leerling leert, mede met gebruikmaking van ICT, in zo veel mogelijk herkenbare situaties een aantal schoolse vaardigheden verder te ontwikkelen. Het gaat daarbij om: 2.1 Nederlandse en Engelse teksten lezen en

beluisteren; 2.2 schriftelijke en mondelinge teksten

produceren in correct Nederlands; 2.3 informatie in verschillende

gegevensbestanden opzoeken, selecteren, verzamelen en ordenen;

2.4 de rekenvaardigheden hoofdrekenen, rekenregels gebruiken, meten en schatten toepassen;

2.5 voldoen aan eisen van milieu, hygiëne, gezondheid en ergonomie;

2.6 doelmatig en veilig omgaan met materialen, gereedschappen en apparatuur;

2.7 computervaardigheden. 3 Leren leren De leerling leert, mede met gebruikmaking van ICT, zo veel mogelijk eigen kennis en vaardigheden op te bouwen. Daartoe leert hij onder andere een aantal strategieën die het leer- en werkproces kunnen verbeteren. Het gaat daarbij om: 3.1 informatie beoordelen op betrouwbaarheid,

representativiteit en bruikbaarheid, informatie verwerken en benutten;

3.2 strategieën gebruiken voor het aanleren van nieuwe kennis en vaardigheden zoals memoriseren, aantekeningen maken, schematiseren, verbanden leggen met aanwezige kennis;

3.3 strategieën gebruiken voor het begrijpen van mondelinge en schriftelijke informatie;

3.4 op een doordachte wijze keuzeproblemen oplossen;

3.5 een eenvoudig bedrijfsmatig, natuurwetenschappelijk of maatschappelijk vraagstuk planmatig onderzoeken;

3.6 persoonlijke ervaringen en opdrachten van anderen verwerken in woord, klank, beeld en beweging;

3.7 op basis van argumenten tot een eigen standpunt komen.

4 Leren communiceren De leerling leert, mede via een proces van interactief leren, een aantal sociale en communicatieve vaardigheden verder te ontwikkelen. Het gaat daarbij om: 4.1 elementaire sociale conventies in acht

nemen; 4.2 overleggen en samenwerken in

teamverband; 4.3 passende gesprekstechnieken hanteren; 4.4 verschillen in meningen en opvattingen

benoemen en hanteren; 4.5 culturele en seksegebonden verschillen

tussen mensen benoemen en hanteren; 4.6 omgaan met formele en informele afspraken,

regels en procedures; 4.7 zichzelf en eigen werk presenteren. 5 Leren reflecteren op het leer- en werkproces De leerling leert, door te reflecteren op het eigen cognitief en emotioneel functioneren, zicht te krijgen op, en sturing te geven aan het eigen leer- en werkproces. Het gaat daarbij om: 5.1 een leer- en/of werkplanning maken; 5.2 het leer- en/of werkproces bewaken; 5.3 een eenvoudige product- en procesevaluatie

maken en hieruit conclusies trekken. 6 Leren reflecteren op de toekomst De leerling leert, door te reflecteren op het eigen cognitief en emotioneel functioneren, zicht te krijgen op, de eigen toekomstmogelijkheden en interesses. Daarbij wordt expliciet aandacht besteed aan: 6.1 het inventariseren van de eigen

mogelijkheden en interesses; 6.2 het onderzoeken van de mogelijkheden voor

verdere studie; 6.3 het zicht krijgen op beroepen, de

beroepspraktijk en actuele ontwikkelingen daarbinnen;

6.4 de rol en het belang van op school geleerde kennis, inzicht en vaardigheden voor het maatschappelijk leven, dagelijks leven, vrije tijd, vrijwilligerswerk;

6.5 de kenmerken van de arbeidsmarkt op dit moment en in de nabije toekomst;

6.6 de organisatie van branches en bedrijven; 6.7 het beoordelen van de eigen mogelijkheden

en interesses in het licht van vervolgstudie, beroepen en maatschappelijk functioneren;

6.8 het kunnen maken van een verantwoorde keuze voor een vervolgopleiding.

Page 23: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 23

ALGEMEEN GEDEELTE

1.8.2 Het examenprogramma biologie vmbo Het gewijzigde, geglobaliseerde, eindexamen-programma voor biologie staat beschreven in drie documenten: 1 Er is een in de wet verankerd

eindexamenprogramma beschreven in globale eindtermen. In het examenprogramma staan de exameneenheden waarover het centraal examen (CE) zich uitstrekt: het CE-deel van het examenprogramma. Het examenprogramma is op 1 augustus 2007 in werking getreden en geldt tot nader order.

2 Voor het centraal examen is een syllabus opgesteld waarin de centraalexameneindtermen in detail worden beschreven. De inhoud is vrijwel gelijk aan de inhoud van het ‘oude’ programma.

De CvE (voorheen CEVO) geeft via Examenblad.nl in een digitale syllabus een toelichting op het CE-deel van het examenprogramma. De syllabus verschijnt in principe jaarlijks. Naast een beschrijving van de exameneisen voor een centraal examen, kan de syllabus verdere informatie over het centraal examen bevatten over een of meer van de volgende onderwerpen: − toegestane hulpmiddelen; − specificaties van examenstof; − voorbeeldopgaven; − bijzondere vormen van examinering

(computerexamens); − toelichting op de vraagstelling; − begrippenlijsten; − bekend veronderstelde voorkennis uit de

onderbouw; − bekend veronderstelde onderdelen van

exameneenheden die verplicht zijn op het schoolexamen.

De functie van de syllabus is een leraar in staat te stellen zich een goed beeld te vormen van wat in het centraal examen wel en niet gevraagd kan worden. Het is dus niet een volledig gesloten en afgebakende beschrijving van alles wat op een examen zou kunnen voorkomen. Van de exameneenheden die niet hoeven te worden bestudeerd voor het centraal examen kunnen altijd toepassingsvragen voorkomen in het examen.

De syllabus vermeldt in een overzicht of eindtermen in het schoolexamen moeten worden behandeld.

3 Voor het schoolexamen (SE) is door het SLO een handreiking uitgewerkt waarin mogelijkheden worden beschreven die de school heeft voor de invulling.

De exameneenheden en eindtermen voor het CE biologie vmbo BIO/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan. De kandidaat kan: 1 zich bewust worden van de eigen achtergrond,

interesses, motivatie, sterke en zwakke punten door terug te kijken op eigen ervaringen en deze schriftelijk, mondeling en/of beeldend weer te geven;

2 de eigen mogelijkheden en interesses in biologie verwoorden in het licht van vervolgstudie, beroepen en maatschappelijk functioneren;

3 de rol en het belang aangeven van biologische kennis en vaardigheden in discussie over maatschappelijke vraagstukken;

4 de rol en het belang aangeven van biologische kennis en vaardigheden in verschillende arbeidsgebieden en werksoorten;

5 de eigen interesse en affiniteit verwoorden met bepaalde arbeidsgebieden, werksoorten, functies en opleidingen;

6 onderzoeksvaardigheden, keuzevaardigheden, reflectievaardigheden en sociaal-communicatieve vaardigheden inzetten ten behoeve van het eigen keuzeproces;

7 eigen waarden en normen verwoorden ten aanzien van betaalde en onbetaalde arbeid en zorgtaken;

8 de betekenis verwoorden van een mogelijke arbeidsrol voor zichzelf en anderen.

BIO/K/2 Basisvaardigheden De kandidaat beheerst een aantal basisvaardigheden. De kandidaat kan: 1 zelfstandig leren en werken:

− een aanpak kiezen voor het uitvoeren van een opdracht;

− een planning maken; − het eigen werk organiseren en op

methodische wijze uitvoeren; − de voortgang van het eigen werk bewaken; − een eenvoudige product- en procesevaluatie

maken; 2 werken met informatie- en

communicatietechnologie: − teksten maken en bewerken; − gegevens opslaan; − berekeningen uitvoeren; − zoeksystemen gebruiken; − communiceren via e-mail;

Page 24: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 24

ALGEMEEN GEDEELTE

3 verantwoord omgaan met apparatuur en instrumenten: − gereedschap, apparatuur en instrumenten

goed gebruiken; − gereed maken/aansluiten; − bedienen; − opruimen; − veiligheid in acht nemen; − belasting van het milieu in acht nemen; − ergonomie in acht nemen;

4 de Nederlandse taal functioneel gebruiken: − teksten begrijpend lezen en beluisteren; − eenvoudige schriftelijke teksten produceren

in correct Nederlands; − in gesprekken passende verbale en non-

verbale middelen kiezen; − zich in uiteenlopende taalsituaties gepast

presenteren; 5 elementaire rekenvaardigheden toepassen:

− standaardberekeningen correct en efficiënt uitvoeren;

− de zakrekenmachine doelmatig gebruiken; 6 vaardig omgaan met verbale en cijfermatige

informatie: − bronnen gebruiken:

• vraaggesprekken; • boeken en ander schriftelijk materiaal; • audiovisuele bronnen; • geautomatiseerde gegevensbestanden;

− informatie op waarde schatten, kiezen en ordenen;

− informatie bewerken; − samenvatten; − tabel opstellen; − grafiek tekenen;

7 in het leer- en werkproces adequaat omgaan met zichzelf en anderen: − sociale conventies in acht nemen; − overleggen en onderhandelen met anderen; − taken verdelen; − zich aan afspraken houden; − rekening houden met anderen; − kritiek geven en incasseren; − een eigen standpunt innemen en

verdedigen; − samen met anderen werk uitvoeren en

presenteren. BIO/K/3 Leervaardigheden in het vak biologie De kandidaat beheerst een aantal strategische vaardigheden die bijdragen tot de ontwikkeling van het eigen leervermogen. De kandidaat kan: 1 biologisch bronnenmateriaal begrijpend lezen en

hierbij feiten en meningen onderscheiden in: − foldermateriaal; − studieboeken;

− naslagwerken; − cd-rom/internet; − bijsluiters; − kranten/tijdschriften;

2 informatie uit biologisch bronnenmateriaal verwerven, selecteren, verwerken en bewerken: − tabellenboek, gegevensbank,

gebruiksaanwijzing; − tekeningen, schema's, diagrammen,

tabellen, beeldmateriaal (film, dvd, dia, animatie);

3 eigen gedachten mondeling en schriftelijk formuleren over biologische onderwerpen: − vaktaal functioneel gebruiken; − relaties leggen tussen vakinhoudelijke

begrippen en contexten waarin deze begrippen functioneel zijn;

4 basisrekenvaardigheden binnen biologie toepassen: − schatten en afronden; − efficiënt rekenen; − rekenregels gebruiken; − decimale getallen; − verhoudingstabellen; − eenvoudige breuken en percentages;

5 rekenen met grootheden en eenheden: − eenheid bij gemeten of berekende grootheid

aangeven; 6 veilig, zinvol en doelmatig gebruikmaken van

stoffen, materialen, organismen, (meet)instrumenten, apparaten en software zonder schade te berokkenen aan organismen en milieu;

7 biologische begripskennis opbouwen, uitgaande van aanwezige denkbeelden: − onjuiste denkbeelden bijstellen of

vervangen; − verbanden leggen tussen begrippen; − leren door te doen; − leren door te ontdekken; − multi-causale verbanden herkennen; − verschillende organisatieniveaus:

• cel; • weefsel; • orgaan; • orgaanstelsel; • organisme; • ecosysteem;

− een eenvoudige product- en procesevaluatie maken en hieruit conclusies trekken;

8 specifieke hulpmiddelen gebruiken zoals loep, microscoop, indicatoren (jodium, kalkwater) en determineertabel;

Page 25: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 25

ALGEMEEN GEDEELTE

9 eenvoudige opdrachten en eenvoudig onderzoek waarin de actieve en praktische zelfwerkzaamheid op de voorgrond staat, voorbereiden, uitvoeren en de resultaten vastleggen en evalueren: − bij een biologisch schoolpracticum en/of

veldpracticum; − een biologische probleemstelling herkennen

en specificeren; − een biologisch probleem herleiden tot een

onderzoeksvraag; − verwachtingen formuleren; − relevante waarnemingen verrichten en

gegevens verzamelen; − conclusies trekken op grond van verzamelde

gegevens; − oplossing, onderzoek en conclusies

evalueren; 10 gegevens verwerken in een verslaggeving naar

aanleiding van een bezoek aan een instelling waar levensprocessen een belangrijke rol spelen;

11 een studie van een zelf gekozen biologisch onderwerp uitvoeren en in een verslaggeving verwerken;

12 ICT-hulpmiddelen en gangbare software gebruiken om te schrijven, te rekenen, informatie te verzamelen, te bewerken en te presenteren en toetsen te maken.

BIO/K/4 Cellen staan aan de basis De kandidaat kan: 1 levenskenmerken noemen en toelichten:

− stofwisseling (ademhaling, voeding, uitscheiding), groei, voortplanting, reageren op prikkels;

2 delen waaruit een cel is opgebouwd en delen waardoor een cel kan zijn omgeven, benoemen en in afbeeldingen of in modellen aanwijzen en van deze delen de functie(s) beschrijven: − celkern, cytoplasma, celmembraan, vacuole,

bladgroenkorrels, zetmeelkorrels, kleurstofkorrels, celwand;

3 kenmerkende eigenschappen van cellen van dieren, planten, schimmels en bacteriën noemen: − verschillen in bouw met betrekking tot:

• de aanwezigheid van een kern; • de aanwezigheid van bladgroenkorrels; • de aanwezigheid van een celwand; • relatieve grootte;

4 beschrijven wat de stofwisselingsprocessen, verbranding en fotosynthese voor betekenis hebben voor de instandhouding van een organisme en wat de correlatie ervan is met de gassen die een organisme in- en uitgaan;

5 delen waaruit een weefsel, orgaan of orgaanstelsel is opgebouwd benoemen en in afbeeldingen of modellen aanwijzen en functie(s) van deze delen beschrijven: − de aanwezigheid van weefsels en organen bij

meercellige organismen; − weefsel: een aantal aaneengesloten cellen

met gelijke vorm en functie; in veel gevallen is er tussencelstof;

− orgaan: een uit een aantal typen weefsel opgebouwd deel van een organisme met een of meer functies;

− orgaanstelsel: een uit een aantal organen opgebouwd deel van een organisme met een of meer functies (spijsverteringsstelsel, bloedvatenstelsel, geraamte/bottenstelsel, zenuwstelsel, zintuigstelsel, voortplantingsstelsel, ademhalingsstelsel, spierstelsel, hormoonstelsel);

6 toelichten dat een organisme als een geheel beschouwd kan worden waarbij voor instandhouding en gezondheid van het organisme processen in onderlinge samenhang plaatsvinden: − voedselopname, gaswisseling, transport,

stofwisseling in relatie tot energiegebruik, groei en vervanging.

BIO/K/5 Schimmels en bacteriën: nuttig en soms schadelijk De kandidaat kan: 1 beschrijven dat schimmels en bacteriën

reducent en/of ziekteverwekker kunnen zijn, hoe ze verspreid kunnen worden, hoe ze voorkomen en bestreden kunnen worden en welke rol schimmels en bacteriën kunnen spelen bij biotechnologie;

2 toelichten hoe voedselbederf onder invloed van schimmels en bacteriën kan worden tegengegaan door de mens;

3 voorbeelden van klassieke en moderne vormen van biotechnologie beschrijven, waarmee voedingsstoffen en medicijnen worden verkregen en bewerkt.

BIO/K/6 Planten en dieren en hun samenhang: de eigen omgeving verkend De kandidaat kan: 1 met behulp van determineertabellen de

Nederlandse naam opzoeken van planten- en diersoorten die veel in Nederland voorkomen en verwoorden dat aan de onderlinge verschillen van soorten erfelijke factoren ten grondslag liggen;

Page 26: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 26

ALGEMEEN GEDEELTE

2 verbanden aangeven tussen vorm, bouw en leefwijze van organismen en de omgeving waarin deze organismen leven en uitleggen hoe planten en dieren zijn aangepast aan hun leefomgeving: − aanpassing aan droge, natte, hete en koude

omstandigheden; − kenmerken van bloemen met windbestuiving

en van bloemen met insectenbestuiving, met name: • verschillen in vorm en kleur, geur,

aanwezigheid van nectar en de aanwezigheid en plakkerigheid van stuifmeel;

• vorm van de meeldraden en stamper; − klimplanten, voorjaarsbloeiers,

rozetvormende planten, waterplanten met drijvende bladeren;

− de organen via welke zuurstof wordt opgenomen en koolstofdioxide wordt afgegeven bij dieren, met name: • tracheeën bij insecten; • kieuwen bij vissen; • longen, kieuwen en huid bij amfibieën; • longen bij reptielen, vogels en

zoogdieren; − de poten van teengangers, hoefgangers en

zoolgangers; − de functie van zwemvliezen bij watervogels,

de functie van lange poten en gedeeltelijke zwemvliezen bij steltlopers en de functie van klauwen bij roofvogels;

− bij zoogdieren de vorm en de functie van plooikiezen (bij planteneters), knipkiezen (bij vleeseters) en knobbelkiezen (bij alleseters);

− bij planten- en vleeseters de relatie tussen het soort voedsel en de lengte van het darmkanaal;

− de functie van bepaalde snavelvormen, met name: • een puntige snavel bij insectenetende

vogels; • een kegelvormige snavel bij zaadetende

vogels; • een haakvormige snavel bij roofvogels;

− verschillen tussen individuen van een soort kunnen het gevolg zijn van verschillen in genotype en/of verschillen in milieufactoren waaraan die individuen hebben blootgestaan;

3 delen waaruit zaadplanten zijn opgebouwd benoemen, hun functie(s) beschrijven en aangeven welke delen van planten voedingsmiddelen en/of grondstoffen leveren voor de mens:

− stengels: transport via houtvaten en bastvaten, opslag en stevigheid;

− bladeren met huidmondjes: fotosynthese; − opname en afgifte van koolstofdioxide en

zuurstof, verdamping van water; − wortels: bevestiging in de bodem, opname

van water en mineralen (voedingszouten) met behulp van wortelharen, opslag van vooral zetmeel als reservevoedsel;

− bloemen met kelkbladeren, kroonbladeren, meeldraden (met helmdraden en helmknoppen), stamper(s) (met stempel(s), stijl, vruchtbeginsel en zaadbeginsel(s)): voortplanting;

− vrucht met een of meer zaden: geslachtelijke voortplanting;

− een zaad bestaat uit een zaadhuid, kiempje en reservevoedsel vooral eiwitten, vetten en zetmeel en manieren van zaadverspreiding (m.b.v. wind, dieren, ‘wegschieten’);

− bollen met rokken: ongeslachtelijke voortplanting en opslag van reservestoffen;

− knollen: ongeslachtelijke voortplanting en opslag van reservestoffen;

− alle genoemde delen kunnen voedingsmiddelen voor de mens leveren;

4 enkele typen weefsel(s) van planten met functie(s) en bouw beschrijven: − weefsels met onder andere fotosynthese en

opslag; − vaatbundels met houtvaten (transport van

water en voedingszouten) en met bastvaten (transport van water en energierijke stoffen);

− opperhuid van stengels en bladeren met huidmondjes voor opname en afgifte van gassen en een waslaagje voor bescherming tegen uitdroging en beschadiging;

− openen van huidmondjes in het licht en sluiten in het donker;

− openen en sluiten van huidmondjes in relatie tot opname en afgifte van water door planten;

− opperhuid van wortels met wortelharen: opname van water en mineralen (voedingszouten);

5 uitleggen wat een ecosysteem is en uitleggen/noemen welke relaties er zijn tussen organismen bij de energiestromen in een ecosysteem: − planten- en diersoorten noemen die een

voedselketen/voedselweb of een piramide van biomassa/aantallen vormen;

− in een beschreven ecosysteem producenten, consumenten en reducenten onderscheiden:

Page 27: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 27

ALGEMEEN GEDEELTE

• planten zijn producenten die zelf energierijke stoffen maken d.m.v. fotosynthese;

• dieren zijn consumenten die voor hun voedsel afhankelijk zijn van andere organismen;

• onverteerde delen, afvalstoffen en restanten van planten en dieren worden door reducenten (zoals schimmels en bacteriën) omgezet in koolstofdioxide, water en zouten die planten kunnen opnemen/relatie met koolstof- en stikstofkringloop;

• consumenten en reducenten gebruiken de energierijke stoffen uit hun voedsel voor de verbranding en opbouw van het eigen lichaam;

• bij het in stand houden van een organisme gaat energie verloren in afvalproducten en door verlies van warmte;

6 in een beschreven ecosysteem biotische en abiotische milieufactoren noemen en toelichten dat individuen en populaties in een ecosysteem afhankelijk zijn van en beïnvloed worden door biotische en abiotische factoren.

BIO/K/7 Mensen beïnvloeden hun omgeving De kandidaat kan: 1 toelichten dat de mens voor voedsel, water,

zuurstof, grondstoffen, energie en recreatie van ecosystemen afhankelijk is;

2 de relatie toelichten tussen een grotere voedselproductie en bodembewerking, voeding, gewasbescherming en veredeling waaronder genetische modificatie;

3 de belangrijkste oorzaken en effecten noemen van de aantasting van natuur en milieu door overbevolking, door bepaalde soorten afval, door het gebruik van bestrijdingsmiddelen, door verkeer en door energiegebruik, mede met gebruikmaking van scheikundige benamingen;

4 voor een concrete situatie informatie verzamelen voor mogelijkheden tot maatregelen met als doel het waarborgen van een duurzame relatie tussen mens en milieu en in een presentatie de geïnventariseerde maatregelen samenvatten en de effecten ervan toelichten;

5 het belang beschrijven van een nationale en mondiale aanpak van bescherming van het milieu.

BIO/K/8 Houding, beweging en conditie De kandidaat kan: 1 delen die van belang zijn voor stevigheid en

beweging noemen, in afbeeldingen aanwijzen en

in situaties waarin dit relevant is, functie(s) en werking beschrijven, inclusief een aantal microscopische en macroscopische details;

2 beschrijven wat er gebeurt bij bepaalde vormen van overbelasting van het bewegingsapparaat tijdens het werk en bij sport en hoe deze overbelasting zo veel mogelijk vermeden kan worden.

BIO/K/9 Het lichaam in stand houden: voeding en genotmiddelen, energie, transport en uitscheiding De kandidaat kan: 1 de functie van het verteringsstelsel beschrijven:

− voedingsmiddelen worden bewerkt zodat eiwitten, koolhydraten en vetten bereikbaar worden voor enzymen en na afbraak opgenomen kunnen worden in het bloed;

2 de delen van het verteringsstelsel en de delen die met dit stelsel samenwerken, noemen, in afbeeldingen aanwijzen en functie(s) en werking ervan beschrijven, met inbegrip van enzymwerking: − ligging en functie(s) van:

• mond met tong, speekselklieren, tanden en kiezen;

• slokdarm; • maag; • alvleesklier; • twaalfvingerige darm; • dunne darm; • dikke darm; • endeldarm met anus;

− productie van verteringssappen in speekselklieren, maagsapklieren, alvleesklier en dunne darm;

− algemene functie verteringsenzymen; − speeksel en maagzuur beschermen tegen

infecties via het voedsel; − functie van darmperistaltiek; − de bouw van tanden en kiezen met glazuur,

tandbeen, wortel, cement, zenuw en bloedvaten;

− tegengaan tandbederf, met name de rol van: • speeksel; • tanden poetsen; • fluorbehandeling;

− afvoer van bloed met voedingsstoffen via de poortader naar de lever;

− ligging en functies lever, met name: • afbraak van afval- en gifstoffen; • bewerking van voedingsstoffen; • opslag van glycogeen gevormd uit

glucose; • galproductie;

− ligging en functie galblaas: opslag van gal;

Page 28: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 28

ALGEMEEN GEDEELTE

− functie gal: met name emulgeren van vetten;

3 voedingsstoffen en hun functie(s) voor het lichaam noemen en de relatie ervan met voedingsadviezen toelichten inclusief evenwicht tussen opname en gebruik, verbruik en verlies van stoffen bij een constante lichaamsmassa: − op te nemen (groepen van) stoffen: water,

eiwitten, vetten, koolhydraten (zetmeel en suikers), mineralen (zouten) en vitaminen;

− groepen van voedingsstoffen worden gebruikt voor de opbouw van het lichaam (bouwstoffen), voor het vrijmaken van energie (brandstoffen), als beschermende stoffen en/of als reservestoffen;

− met behulp van de schijf van vijf of een voedingsmiddelentabel de kwaliteit van verschillende maaltijden vergelijken;

− invloed van vezels in het voedsel op de darmperistaltiek;

4 uitleggen wat er kan gebeuren bij ondervoeding, bij overmatig gebruik van voedsel, alcohol en medicijnen, en bij gebruik van tabak en drugs en hierbij abstracte relaties leggen: − overgewicht en vermagering als gevolg van

over- en ondervoeding; − de relatie tussen activiteit, gebruik van

energie en opslag of verbruik van reservestoffen;

− grondstofwisseling; 5 lymfevaten, bloedvaten en onderdelen van het

hart noemen, in afbeeldingen aanwijzen en functie(s) en werking beschrijven, met inbegrip van enkele macroscopische details en problemen met de bloedsomloop: − ligging en functies van lymfevaten, functie

van kleppen; − aan- en afvoer van stoffen en warmte door

bloed; − van slagaders, aders en haarvaten: functies;

onderscheid naar ligging, bloeddruk, bouw van de wand, aan- of afwezigheid van kleppen en samenstelling van het bloed in deze vaten;

− naamgeving van aders en slagaders naar of bij bepaalde delen van het lichaam met daarnaast de aorta, poortader, holle aders, kransslagaders en kransaders;

− grote en kleine bloedsomloop; − de bouw, ligging, functie en werking van het

hart met kamers, boezems en kleppen; − dikte van de wanden van de kamers in

relatie tot hun functie; − principe van verandering van druk in de

kamers en slagaders tijdens de hartwerking;

− veel voorkomende oorzaken van hartinfarct en hartritmestoornissen, met name: • stress; • overgewicht; • roken; • te grote inspanning; • erfelijke aanleg;

− gevolgen van een te hoge en een te lage bloeddruk;

6 van bloed, lymfe en weefselvloeistof van de mens de samenstellende delen noemen en de functie van de delen beschrijven: − vorm en functies en voorkomen van

bloedplasma met onder andere: water, zouten, glucose, vitamines, vetten, eiwitten waaronder antistoffen, hormonen, zuurstof en koolstofdioxide;

− vorm, functies en plaats van vorming van rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes;

− transport van stoffen tussen bloed, weefselvloeistof en cellen;

− weefselvloeistof stroomt als lymfe in de lymfevaten;

7 delen van het ademhalingsstelsel noemen, in afbeeldingen aanwijzen en functie(s) en werking beschrijven: − naam, ligging, bouw, werking en functie van

delen van het ademhalingsstelsel, met name: • mondholte, neusholte en keel (met huig

en strotklepje); • luchtpijp met kraakbeenringen, slijmvlies

met trilharen; • bronchiën; • longblaasjes;

− verschillen tussen borst- en buikademhaling/ ventilatiebewegingen door veranderingen van borstkas, middenrifspieren, buikspieren en tussenribspieren;

− functie van hoesten; − voordelen van ademhalen via de neus in

vergelijking met ademhaling via de mond; − kwaliteit van ingeademde lucht i.v.m. astma,

bronchitis, longemfyseem en hooikoorts; 8 lever en nieren met urineleiders, urineblaas en

urinebuis noemen, in afbeeldingen aanwijzen en de functie ervan noemen, de bouw en werking van de nier beschrijven en beschrijven dat omzetting van afvalstoffen en niet-bruikbare stoffen in de lever plaatsvindt en dat deze daarna uitgescheiden worden: − wisselende gehaltes aan water en

afvalstoffen (zoals ureum) in urine; − nierschors, niermerg, nierbekken.

Page 29: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 29

ALGEMEEN GEDEELTE

BIO/K/10 Bescherming De kandidaat kan: 1 de rol beschrijven van de hoornlaag bij de

bescherming tegen infecties, uitdroging en beschadigingen en de rol van pigment bij de bescherming tegen ultraviolette straling;

2 het belang beschrijven van inenting en toediening antibiotica;

3 voorbeelden van bloedziekten en infectieziekten die via bloed verspreid worden, noemen, de gevolgen van de ziekten voor het lichaam beschrijven en uitleggen hoe besmetting te voorkomen is met name bij aids, leukemie, hepatitis en tuberculose;

4 de meest voorkomende seksueel overdraagbare aandoeningen en hun verschijningsvormen noemen en toelichten hoe de overdracht van deze aandoeningen is te voorkomen, met name voor aids, syfilis, chlamydia, gonorroe en candida.

BIO/K/11 Reageren op waarnemingen De kandidaat kan: 1 toelichten dat gedrag bij dieren uit een reeks

samenhangende handelingen bestaat, en aan de hand van concrete voorbeelden kunnen uitleggen dat gedrag afhankelijk is van inwendige en uitwendige prikkels;

2 delen van het zenuwstelsel noemen, in afbeeldingen aanwijzen, en functie(s) en werking beschrijven; soorten zenuwcellen benoemen en onderverdelen: − bouw, ligging en functie van delen van het

centrale zenuwstelsel, met name: • grote hersenen: bewustzijn, zintuiglijke

waarneming en bewuste beweging; • kleine hersenen: coördinatie van

bewegingen; • hersenstam: verbinding tussen grote

hersenen en ruggenmerg en een rol bij reflexen in hoofd- en halsgebied;

• ruggenmerg: verbinding van organen met hersenen en een rol bij reflexen van romp en ledematen;

− bouw van een zenuwcel met cellichaam en uitlopers;

− ligging en functies van typen zenuwcellen: • schakelcel; • gevoelszenuwcel; • bewegingszenuwcel;

− gevoelszenuw, bewegingszenuw, gemengde zenuw;

− reflex is een vaste, onbewuste reactie op een bepaalde prikkel: • terugtrekreflex; • strekreflex;

• kniepeesreflex; • pupilreflex;

− functies van een reflex: onbewust regelen van motoriek, reageren bij kans op onverwachte beschadiging van het lichaam;

3 ervaringen/waarnemingen van zintuig-practicumproeven in biologische termen weergeven;

4 delen van de gehoororganen, van de ogen en zintuigelementen in huid, neus en tong in afbeeldingen aanwijzen en functie en werking ervan beschrijven: − van het gehoororgaan, met name:

• oorschelp; • gehoorgang; • trommelvlies; • trommelholte; • buis van Eustachius; • gehoorbeentjes: hamer, aambeeld,

stijgbeugel; • slakkenhuis met zintuigcellen; • gehoorzenuw; • evenwichtsorgaan;

− van de ogen, met name: • wenkbrauw; • wimper; • traanklier; • traanbuis; • oogspier; • harde oogvlies; • hoornvlies; • vaatvlies; • iris met kringspieren en lengtespieren; • pupil; • lens: accommoderen; • glasachtig lichaam; • netvlies met gele vlek en blinde vlek; • oogzenuw; • ligging en functie van staafjes en

kegeltjes; 5 op abstracte wijze uitleggen dat prikkels uit de

omgeving door zintuigen omgezet worden in impulsen die naar het centrale zenuwstelsel geleid worden, waardoor waarneming kan plaatsvinden: − drempelwaarde, adequate prikkel,

gewenning, motivatie; 6 beschrijven dat bewust gedrag vanuit de

hersenen gestuurd wordt; 7 de samenstellende delen van de huid en het

onderhuids bindweefsel noemen, in afbeeldingen aanwijzen en functie(s) beschrijven: − bouw, ligging en functies van de delen van

de huid, met name:

Page 30: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 30

ALGEMEEN GEDEELTE

• opperhuid met hoornlaag met dode cellen en kiemlaag met delende cellen en zenuwuiteinden ('pijnzintuig');

• lederhuid met bloedvaten, haarzakjes, talgklieren, haarspieren, zweetklieren, zenuwuiteinden en zintuigen;

• haren; − onderhuids bindweefsel met vetcellen; − de rol van de doorbloeding, vet en de mate

van zweten bij de temperatuurregeling; − de rol van de hoornlaag bij de bescherming

tegen infecties, uitdroging en beschadigingen;

− de rol van pigment bij de bescherming tegen ultraviolette straling;

8 het principe van de werking van hormonen beschrijven: − beïnvloeding van groei, ontwikkeling en

stofwisseling; 9 hormoonklieren noemen, in afbeeldingen

aanwijzen en functies en werking met de nodige detaillering beschrijven, met name van: − hypofyse: productie van hormonen voor

regeling groei, beïnvloeden van andere hormoonklieren;

− schildklier: stimulering van verbranding in cellen;

− eilandjes van Langerhans: productie insuline en glucagon en de handhaving van een constante bloedsuikerspiegel; diabetes;

− bijnieren: productie van adrenaline dat de activiteit van spieren, de ademhaling en de bloedsomloop versnelt;

− eierstokken en teelballen: naast productie van geslachtscellen ook productie van geslachtshormoon/het ontstaan van secundaire geslachtskenmerken.

BIO/K/12 Van generatie op generatie De kandidaat kan: 1 fasen in de lichamelijke en geestelijke groei en

ontwikkeling van mensen noemen; 2 delen van de voortplantingsstelsels noemen, in

afbeeldingen aanwijzen en functie(s) en werking beschrijven: − ligging, bouw en functie van eierstokken,

eileiders, baarmoeder, schede (= vagina), grote en kleine schaamlippen, kittelaar (= clitoris);

− ligging, bouw en functie van balzak, teelballen, bijballen, zaadblaasjes, zaadleiders, prostaat, penis, zwellichamen, urinebuis, voorhuid, eikel;

3 functies van seksualiteit verwoorden en verschillen in opvattingen, normen en waarden daarover formuleren;

4 beschrijven hoe de voortplanting van mensen verloopt: − verloop van de menstruatiecyclus, met

name: • ontwikkeling van eicel in eierstok; • ovulatie; • opbouw baarmoederslijmvlies; • menstruatie (verval

baarmoederslijmvlies); − bouw en functie van een eicel en een

zaadcel; − processen tijdens de zwangerschap, met

name: • bevruchting in de eileider; • delingen in de eileider; • innesteling in baarmoederslijmvlies; • ontwikkeling embryo/foetus;

− ligging en functies van vruchtvliezen, vruchtwater, navelstreng en placenta (moederkoek);

− het verloop van zwangerschap en geboorte met indalen, ontsluiting met weeën, uitdrijving met persweeën en nageboorte;

− eeneiige tweelingen, twee-eiige tweelingen; − vormen en functie van prenataal onderzoek

met name vruchtwaterpunctie en vlokkentest;

5 de werking van voorbehoedmiddelen beschrijven: − condoom, spiraaltje, sterilisatie, pessarium,

invloed van de 'pil' als ovulatieremmer; 6 stadia in de levenscyclus van zaadplanten met

geslachtelijke voortplanting noemen, inclusief aspecten van het overwinteren van een plant: − ontkieming, groei en bloei; − bestuiving en bevruchting; − ontwikkeling van een kiempje uit een

bevruchte eicel, een zaad uit een zaadbeginsel en een vrucht uit een vruchtbeginsel;

− aspecten van het overwinteren van een plant: • als zaad; • alleen afsterven van de bovengrondse

delen; • opslag van reservevoedsel in de wortels; • met blijvende bovengrondse delen met of

zonder bladeren; 7 aan de hand van voorbeelden geslachtelijke en

ongeslachtelijke voortplanting bij zaadplanten herkennen en toelichten.

BIO/K/13 Erfelijkheid en evolutie De kandidaat kan: 1 enkele situaties noemen, waarin het relevant is

enige kennis te hebben van de erfelijkheidsleer

Page 31: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 31

ALGEMEEN GEDEELTE

en situaties noemen, waarin het relevant is om genetisch advies in te winnen en in dit verband vormen van prenataal onderzoek beschrijven;

2 toelichten dat individuen informatie over erfelijke eigenschappen overdragen aan hun nakomelingen en welke rol chromosomen en geslachtscellen hierbij spelen: − chromosomen bestaan o.a. uit DNA; − chromosomen bevatten genen, een gen is

een stukje chromosoom dat de informatie voor één erfelijke eigenschap bevat;

− erfelijke informatie voor kenmerken is in enkelvoud aanwezig in geslachtscellen met een enkelvoudige set chromosomen;

− overige lichaamscellen met paren chromosomen;

− overdracht van erfelijke informatie via geslachtscellen;

− vorming paren chromosomen bij bevruchting;

− X- en Y-chromosoom als geslachtschromosomen; vrouw XX, man XY;

− dominant gen, recessief gen, genotype, fenotype, homozygoot, heterozygoot;

− intermediaire erfelijkheid; 3 het proces en de betekenis van de gewone

celdeling (mitose) en de reductiedeling (meiose) beschrijven: − gevolgen van mitose en meiose voor het

aantal chromosomen en de erfelijke informatie;

4 conclusies trekken uit gegevens bij monohybride kruisingen over het genotype en fenotype van ouders en/of hun directe nakomelingen: − berekenen van kans op een bepaalde

eigenschap (bij een kruising met één eigenschap en met twee generaties);

− stamboom; 5 toelichten dat onder andere bepaalde stoffen en

straling invloed kunnen hebben op de frequentie waarmee mutaties plaatsvinden;

6 toelichten dat in de loop van de tijd nieuwe rassen en soorten zijn ontstaan, mede onder invloed van mutatie en selectie: − natuurlijke en kunstmatige selectie.

De eindtermen van het verrijkingsdeel De exameneenheden van het verrijkingsdeel gelden alleen voor de gemengde en theoretische leerweg.

BIO/V/1 Bescherming en antistoffen De kandidaat kan: 1 antigenen onderscheiden die de vorming van

antistoffen tot gevolg hebben: − virussen; − bacteriën; − lichaamsvreemde cellen en stoffen;

2 de aanwezigheid van antistoffen in verband brengen met een besmetting van mens of (landbouwhuis)dier;

3 antistoffen als diagnostisch middel toepassen bij een op schrift aangeboden biologische probleemstelling en hierbij relevante gegevens verwerken en presenteren: − bloedgroepbepaling; − verwantschapsstudies; − identificatie en karakterisering van

onbekende antigenen; 4 aangeven hoe de bescherming van het lichaam

kunstmatig kan worden verhoogd: − actieve en passieve immunisatie; − toepassing van vaccins en sera bij mensen

en (landbouwhuis)dieren; − gebruik van antibiotica;

5 binnen de context van bescherming en antistoffen uitleg geven bij (xeno)transplantaties en auto-immuunziekten.

BIO/V/2 Gedrag bij mens en dier De kandidaat kan: 1 aangeboden problemen oplossen binnen de

context van gedrag, gebruikmakend van biologische begrippen: begippen contexten − uitwendige prikkel − consumenten- zoals temperatuur, gedrag licht, geluid − (verantwoorde) − inwendige prikkel behuizing voor zoals hormonen, landbouw)- honger, dorst huisdieren − sleutelprikkel − supranormale prikkel − respons

2 ethogrammen en protocollen van gedrag van dieren of mensen maken en/of interpreteren, gebruikmakend van: − veldwaarnemingen; − practicum; − visueel materiaal;

3 aan de hand van concrete voorbeelden verschillende vormen van leren, sociaal gedrag en communicatie noemen en de functie(s) daarvan aangeven;

Page 32: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 32

ALGEMEEN GEDEELTE

4 in concrete (beschreven) situaties de rol beoordelen van leren, sociaal gedrag en communicatie bij mensen en dieren bij taakverdeling en coördinatie, in het bijzonder bij: − inprenten, trial & error, conditionering; − erfelijk/aangeleerd gedrag; − dreig- en imponeergedrag; − taakverdeling binnen groepen; − balts, paringsgedrag, broedzorg; − territoriumgedrag; − rolpatronen, normen en waarden; − rangorde;

5 een standpunt over de vergelijking van het gedrag van mensen en dieren bediscussiëren en beargumenteren.

BIO/V/3 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken in het kader van het sectorwerkstuk. − In de voorbereidingsfase:

• onderwerp, doel en publiek van het sectorwerkstuk bepalen;

• relevante vragen formuleren, die hij/zij met het sectorwerkstuk wil beantwoorden.

− In de uitvoeringsfase: • informatie verwerven uit schriftelijke,

mondelinge en audiovisuele bronnen, mede met behulp van informatie- en communicatietechnologie;

• uit deze informatiebronnen relevante inhoudselementen kiezen en deze passend ordenen en verwoorden;

• strategieën hanteren, die op het bereiken van de benodigde lees-, schrijf- en luister-/kijkdoelen zijn afgestemd.

− In de afsluitingsfase: • de bewerkte informatie presenteren op een

doel- en publiekgerichte wijze. − In de evaluatiefase:

• reflecteren op het proces van het werken aan het sectorwerkstuk en het product: het sectorwerkstuk;

• het belang aangeven van het gemaakte sectorwerkstuk voor vervolgstudie, toekomstige beroepspraktijk of algemene vorming.

BIO/V/4 Vaardigheden in samenhang De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

Page 33: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 33

ALGEMEEN GEDEELTE

De exameneenheden biologie in de verschillende leerwegen van het vmbo Elke exameneenheid bestaat uit een of meer eindtermen. In de kolommen achter de exameneenheden staat aangegeven met een X voor welke leerweg de exameneenheid deel uitmaakt van het examenprogramma. In de syllabus van het CvE (voorheen CEVO) staat per leerweg aangegeven welke exameneenheden een leerling in een bepaald examenjaar moet beheersen voor het CE. De syllabus verschijnt in principe jaarlijks.

BB KB GL/TL

BI/K/1 Oriëntatie op leren en werken

1 De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang aangeven van biologische kennis en vaardigheden in de maatschappij.

X X X

BI/K/2 Basisvaardigheden

2 De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken, experimenteren en informatie verwerven en verwerken.

X X X

BI/K/3 Leervaardigheden in het vak biologie

3 De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot: − de ontwikkeling van het eigen leervermogen; − het vermogen met biologische vaktaal en methodieken te

communiceren en onderzoek te doen.

X X X

BI/K/4 Cellen staan aan de basis

4 De kandidaat kan: − kenmerkende eigenschappen van cellen noemen, de

samenstellende delen daarvan noemen, en de meest voorkomende organisatieniveaus binnen organismen noemen;

− beschrijven dat een organisme als een geheel beschouwd kan worden waarbij voor instandhouding en gezondheid van het organisme processen in onderlinge samenhang plaatsvinden.

X

5 De kandidaat kan: − kenmerkende eigenschappen van cellen noemen, de

samenstellende delen daarvan beschrijven, en de meest voorkomende organisatieniveaus binnen organismen noemen en beschrijven;

− toelichten dat een organisme als een geheel beschouwd kan worden waarbij voor instandhouding en gezondheid van het organisme processen in onderlinge samenhang plaatsvinden.

X X

Page 34: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 34

ALGEMEEN GEDEELTE

BB KB GL/TL

BI/K/5 Schimmels en bacteriën: nuttig en soms schadelijk

6 De kandidaat kan de rol van schimmels en bacteriën in het milieu noemen en toelichten.

X

7 De kandidaat kan de rol van schimmels en bacteriën in het milieu en de biotechnologie noemen en toelichten.

X X

BI/K/6 Planten en dieren en hun samenhang: de eigen omgeving verkend

8 De kandidaat kan: − de namen van organismen opzoeken en de delen waaruit ze

zijn samengesteld; − de relaties noemen die ze onderling en met hun omgeving

hebben.

X

9 De kandidaat kan: − de namen van organismen opzoeken en de delen waaruit ze

zijn samengesteld; − de relaties noemen en toelichten die ze onderling en met hun

omgeving hebben.

X X

BI/K/7 Mensen beïnvloeden hun omgeving

10 De kandidaat kan: − toelichten dat de mens voor voedsel, water, zuurstof,

grondstoffen, energie, voedselproductie en recreatie van ecosystemen afhankelijk is;

− beschrijven hoe de mens ecosystemen kan beïnvloeden; − toelichten waarom de mens er belang bij heeft een duurzame

relatie tussen mens en milieu te bevorderen.

X X X

BI/K/8 Houding, beweging en conditie

11 De kandidaat kan: − delen die van belang zijn voor stevigheid en beweging

noemen; − de gevolgen van overbelasting noemen.

X

12 De kandidaat kan: − delen die van belang zijn voor stevigheid en beweging

noemen; − de gevolgen van overbelasting noemen en beschrijven.

X X

BI/K/9 Het lichaam in stand houden: voeding en genotmiddelen, energie, transport en uitscheiding

13 De kandidaat kan: − vorm, werking en functie van het verteringsstelsel,

bloedvatenstelsel, ademhalingsstelsel en uitscheidingsstelsel beschrijven;

− hun onderling verband toelichten.

X X X

Page 35: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 35

ALGEMEEN GEDEELTE

BB KB GL/TL

BI/K/10 Bescherming

14 De kandidaat kan toelichten hoe (infectie)ziekten zich ontwikkelen, hoe ze zich verspreiden en hoe men zich daartegen beschermt.

X X X

BI/K/11 Reageren op waarnemingen

15 De kandidaat kan de rol en de werking van zenuwstelsel, zintuigstelsel en hormoonstelsel toelichten.

X

16 De kandidaat kan: − de rol en de werking van het zenuwstelsel, zintuigstelsel en

hormoonstelsel toelichten; − beschrijven welke relatie er is tussen gedrag en inwendige en

uitwendige prikkels.

X X

BI/K/12 Van generatie op generatie

17 De kandidaat kan voortplanting en groei bij organismen beschrijven, evenals de vorm en functie van seksueel gedrag daarbij.

X

18 De kandidaat kan voortplanting en groei bij organismen toe-lichten, evenals de vorm en functie van seksueel gedrag daarbij.

X X

BI/K/13 Erfelijkheid en evolutie

19 De kandidaat kan beschrijven hoe erfelijke eigenschappen van generatie op generatie worden doorgegeven en toelichten hoe die erfelijke eigenschappen in de tijd kunnen veranderen.

X X

BI/V/1 Bescherming en antistoffen

20 De kandidaat kan de manier waarop het lichaam zich beschermt tegen antigenen door middel van antistoffen beschrijven en toe-lichten hoe deze bescherming kunstmatig kan worden verhoogd.

X

BI/V/2 Gedrag bij mens en dier

21 De kandidaat kan gedrag van mens en dier op een gestandaardiseerde wijze beschrijven en dat beschreven gedrag verklaren.

X

BI/V/3 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

22 De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken in het kader van het sectorwerkstuk.

X

BI/V/4 Vaardigheden in samenhang

23 De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

X

Page 36: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 36

DEEL 4 VMBO-BK

2.1 INLEIDING

Dit deel van de docentenhandleiding bij Biologie voor jou gaat over de versie vmbo-bk. Eerst treft u een overzicht aan van de benodigdheden bij het biologieonderwijs met deze versie. Vervolgens vindt u een handleiding bij elk thema. Deze is opgebouwd uit de volgende onderdelen: 1 Didactische verantwoording/didactische

suggesties Hierbij vindt u steeds aangegeven welke keuzen zijn gemaakt bij het samenstellen van het thema. Ook treft u aanwijzingen aan voor het gebruik van het thema. 2 Benodigdheden Hier vindt u een overzicht van benodigdheden voor het thema. 3 Hulpmiddelen Hieronder vindt u een overzicht van bruikbare hulpmiddelen, zoals naslagwerken, videoprogramma’s, computerprogramma’s (inclusief cd-rom's) en internetsites. Achtereenvolgens komen de volgende thema’s aan de orde: − Stofwisseling − Planten − Ecologie − Mens en milieu − Voeding en vertering − Gaswisseling − Transport − Opslag, uitscheiding en bescherming Ten slotte vindt u een jaarschema bij deel 4 vmbo-bk en een overzicht van de relatie tussen de eindtermen in het examenprogramma vmbo biologie en deel 4 vmbo-bk. 2.2 BENODIGDHEDEN

Hierna vindt u een overzicht van alle benodigdheden voor deel 4 vmbo-bk. In deze lijst is alleen opgenomen wat niet aan bederf onderhevig is. In de handleiding staan de benodigdheden per thema opgesomd. Daar staan

ook de benodigdheden vermeld die wel aan bederf onderhevig zijn. De opgegeven benodigdheden zijn globale hoeveelheden die voor een klas noodzakelijk zijn. De met een * aangegeven benodigdheden zijn niet essentieel voor het uitvoeren van de practica. Hulpmiddelen − microscoop (per leerling) − tekenmateriaal − prepareermateriaal (per leerling):

• voorwerpglaasjes (90 stuks) • dekglaasjes (2 doosjes) • druppelpipet (15 stuks) • scheermesje (15 stuks) • pincet (15 stuks) • prepareernaald (15 stuks) • filtreerpapier

− (aardappel)schilmes (15 stuks) − loep (per leerling) − scalpel of (scheer)mesje (15 stuks) − schaartje (15 stuks) − mes of een spatel (10 stuks) Glaswerk/porseleinwerk − bekerglas van 250 mL − reageerbuis (30 stuks) − petrischaal (30 stuks) − hoog glas (2 stuks) − maatcilinder van 25 mL (1 per leerling) − twee glazen potten (per 5 leerlingen) − (jam)potje (10 stuks per klas) − bekerglas – schoteltje (15 stuks) – bekerglas van 500 mL (15 stuks)* – reageerbuis met een diameter van 30 mm

(15 stuks) – gebogen glazen buisje (30 stuks) – een glasstaaf (15 stuks) Chemicaliën − ethanol of spiritus (1 liter) − joodoplossing (50 mL) − een zuur (0,1 M HCI) in een flesje met een

druppelpipet (5 stuks) – glucoseoplossing (5%) – kalkwater – glucose (100 gram per klas, verdeeld over

3 potjes, stopflesjes of schaaltjes)

2 Handleiding bij deel 4 vmbo-bk

Page 37: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 37

DEEL 4 VMBO-BK

– fehlingreagens in een flesje met een druppelpipet (15 stuks)*

– natriumoxalaat (1,5 gram) of natriumcitraat (3 gram)*

– gedestilleerd water (20 mL)* Modellen: − model van een blad van een plant* – schedel van een mens of model van een kaak* – schedel van een koe, paard of andere

planteneter* – schedel van een kat, hond of andere vleeseter* – schedel van varken of andere alleseter* – model van de middenrifademhaling (zie

opdracht 51 in het werkboek) – model van een insect met tracheeënstelsel* – model van de luchtpijp met bronchiën en

verdere vertakkingen* – model van een hart (3 stuks)* Wandplaten en transparanten – wandplaat van het verteringsstelsel van de

mens* – model of wandplaat van een tand of van een

kies* – wandplaat van het verteringsstelsel van een

planteneter, vleeseter en alleseter* – wandplaat van het ademhalingsstelsel van de

mens* Preparaten (fabriekspreparaten of zelfgemaakte preparaten) − klaargemaakt preparaat van stuifmeelkorrels

van verschillende soorten planten (per leerling) − klaargemaakt preparaat van een

dwarsdoorsnede van een stengel, bijvoorbeeld van een zonnebloem (per leerling)

− klaargemaakt preparaat van een dwarsdoorsnede van een helmknop, bijvoorbeeld van een lelie (per leerling)

– klaargemaakt preparaat van tracheeën van een insect (per leerling)

– klaargemaakt preparaat van stigma’s van een insect (per leerling)

– klaargemaakt preparaat van een dwarsdoorsnede van luchtpijp of bronchie (per leerling)*

Zaden − erwten (1 pak) Diversen − een mixer* − reageerbuisrek (15 stuks) − etiketten (30 stuks) − paperclip (30 stuks)

− zwart papier (één groot vel) − plakband (één rol) − lamp (15 stuks) − aluminiumfolie (30 strips van ca. 2×15 cm) − waterbad met water en een reageerbuisrek − kurk (2 stuks) − kaars − gebogen stukje ijzerdraad − lucifers − stopwatch of horloge met stopwatchfunctie − thermosfles (2 stuks) − thermometer (2 stuks) − watten (1 pakje) − modellen van moleculen (anorganisch en

organisch)* − computer met internetaansluiting en cd-

romspeler (15 stuks) − de cd-rom De interactieve flora van Nederland

en Vlaanderen − liniaal (1 per leerling) − vaseline (1 potje) − (sla)olie in een flesje met een druppelpipet

(1 per leerling) − schepje (per 5 leerlingen) − twee grote vellen papier (per 5 leerlingen) − kwastje (per 5 leerlingen) − gids voor kleine ongewervelde dieren (per

5 leerlingen) − stukje kalksteen − stukje baksteen − stukje marmer − stukje betontegel − trechter (10 per klas) − pH-papier of een pH-meter – ballonnen (30 stuks) – teststrookje om glucose aan te tonen,

bijvoorbeeld Clinistix (ongeveer 100 per klas) – brander, driepoot, gaasje (15 stuks)* – de Nederlandse voedingsmiddelentabel* – stuk binnenband van een fiets* – pingpongballetje* – groot model tandenborstel* – stop met twee gaten (15 stuks) – een stukje rubber slang – een spirometer – stethoscoop (3 stuks)* – bloeddrukmeter* 2.3 HANDLEIDING BIJ THEMA 1

STOFWISSELING

2.3.1 Didactische verantwoording/ didactische suggesties

In dit thema behandelen we de stofwisseling bij planten, dieren en mensen. Veel leerlingen vinden het thema ‘Stofwisseling’ moeilijk en abstract. Door

Page 38: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 38

DEEL 4 VMBO-BK

illustraties, voorbeelden en de opzet van het thema, hebben we geprobeerd het thema ook toegankelijk te maken voor leerlingen die geen scheikunde volgen. Stoffen worden omgezet In basisstof 1 geven we een simpele beschrijving van de begrippen organische en anorganische stoffen. We zijn ons ervan bewust dat de beschrijvingen scheikundig gezien niet sluitend zijn. Voor het vervolg van dit thema volstaan deze beschrijvingen. Een deel van de leerstof in basisstof 1 komt overeen met enkele basisprincipes uit de scheikunde. Zo komt de werking van enzymen overeen met de werking van katalysatoren. Voor leerlingen die scheikunde volgen, zal dit waarschijnlijk een herhaling zijn. Bij de werking van enzymen kunt u met modellen van moleculen demonstreren hoe stoffen kunnen worden gesplitst of samengevoegd (zie afbeelding 6). Wellicht kunt u hiervoor molecuulmodellen gebruiken van de sectie scheikunde op uw school. Op internet zijn ook filmpjes te vinden over de werking van enzymen. Fotosynthese De bespreking van fotosynthese in basisstof 2 is vrij beknopt doordat het al in deel 1 aan bod is gekomen. We generaliseren in dit thema dat alleen planten bladgroen hebben en dat alle planten bladgroen hebben. Dat sluit ook aan bij hetgeen leerlingen hebben geleerd in het thema ‘Ordening’ van deel 3 vmbo-bk. Er zijn natuurlijk uitzonderingen op deze regel, zoals cyanobacteriën of heterotrofe planten als duivelsnaaigaren. Voor het vmbo-examen is kennis van deze uitzonderingen niet vereist. Bij opdracht 9 moeten de leerlingen in een afbeelding van een doorsnede van een blad de cellen kleuren die bladgroen bezitten. Wanneer leerlingen hier problemen mee hebben, kan een model van een doorsnede van een blad (met huidmondjes) extra duidelijkheid verschaffen. Het practicum van opdracht 10 kunt u leerlingen het beste in tweetallen laten uitvoeren. Neem voor het practicum verse waterpest. Wanneer deze al enige tijd in een bekerglas in het lokaal staat, kan de conditie van de plantjes achteruitgaan, waardoor de resultaten bij het uitvoeren van het practicum minder goed zijn. Ook kunnen de stengeltjes gemakkelijk worden beschadigd. Veel van de gevormde zuurstof verlaat de plant aan het uiteinde van de stengel. Het kan daarom helpen de uiteinden van de waterpeststengels nog eens opnieuw af te knippen. Indien het practicum niet de

gewenste resultaten oplevert, kunt u leerlingen verwijzen naar een groepje leerlingen bij wie het practicum wel goed verloopt. Eventueel kunt u de waterpest vervangen door cabomba (Cabomba aquatica). Glucose als grondstof In basisstof 3 gaan we vrij uitgebreid in op de omzettingen van glucose bij planten. Om opdracht 14 te kunnen maken, hebben leerlingen het overzicht van de omzettingen van glucose in de plant (afbeelding 30) nodig. Deze afbeelding kan leerlingen ook veel steun geven bij het beantwoorden van andere (examen)vragen. Bij opdracht 17 moeten leerlingen zetmeel in een blad aantonen. Voor dit practicum kunt u het beste een plant met dunne, groene bladeren (bijvoorbeeld een geranium) gebruiken. Van deze plant moet u minstens één dag (liefst twee dagen) van tevoren bladeren gedeeltelijk afdekken met een strip aluminiumfolie. Het aluminiumfolie moet aan de boven- en onderkant van het blad worden aangebracht. De plant moet vervolgens minstens één dag (liefst twee dagen) continu in het licht staan. Voor een goed resultaat is het aan te raden om een zogenaamde groeilamp te gebruiken. Deze biedt de plant het beste lichtspectrum. Bij opdracht 18 maken de leerlingen een staafdiagram van het gebruik van de aardappels die in Nederland worden geteeld. Verbranding Ook basisstof 4 is voor een deel herhaling van reeds bekende stof. Verbranding is in deel 2 al beknopt behandeld. Het eerste gedeelte van deze basisstof behandelt de verbranding. Het tweede gedeelte gaat over de energie die bij de verbranding wordt vrijgemaakt en over de grondstofwisseling bij de mens. Opdracht 21 en 22 zijn demonstratiepractica. Het is erg omslachtig om deze practica door de leerlingen zelf te laten uitvoeren. De resultaten kunt u klassikaal bespreken of u kunt de resultaten beurtelings door groepjes laten aflezen. Fotosynthese en verbranding In basisstof 5 behandelen we het verband tussen fotosynthese en verbranding in een plant of in een proefopstelling met planten en andere organismen. Leerlingen moeten uit proefopstellingen met organismen in afgesloten ruimten afleiden of het zuurstofgehalte of koolstofdioxidegehalte in zo’n ruimte toe- of afneemt. Deze basisstof bevat weinig nieuwe leerstof. Het gaat er vooral om dat leerlingen meer inzicht verkrijgen in de samenhang van de processen fotosynthese en verbranding.

Page 39: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 39

DEEL 4 VMBO-BK

Deze basisstof biedt ook belangrijke oefenstof voor het Centraal Examen. Elk jaar bevat het examen hierover wel een of meer vragen. Extra stof In de extra stof bieden we leerlingen de mogelijkheid te kiezen uit drie verschillende onderdelen. Leren en werken: Biochemisch laboratorium-medewerker In deze extra stof wordt ingegaan op de relatie tussen het vak biologie en mogelijke toekomstige beroepen van de leerlingen. Dit is de uitwerking van BIO/K/1 Oriëntatie op leren en werken: De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan. Leerlingen maken in deze extra stof kennis met de werkzaamheden in verschillende beroepen. Bij de opdrachten vragen we meestal naar de werkzaamheden die worden uitgeoefend in het beroep en de competenties en vaardigheden die nodig zijn voor het beroep. Een vrij groot deel van de beroepen die met biologie te maken hebben, wordt uitgevoerd in de laboratoriumsector. In extra stof 6 komt een biochemisch laboratorium-medewerker aan het woord. Hij vertelt over de relatie tussen bepaalde enzymen en de gevoeligheid voor blauwe plekken in aardappels. Doordat we in dit thema enzymen bespreken, hebben we gekozen voor een beroep waarbij de activiteit van bepaalde enzymen wordt onderzocht. Dit draagt bij aan het kunnen noemen van de relevantie van biologische kennis en vaardigheden, zoals die in het examenprogramma staat. Een werkplan maken: Fotosynthese in een driekleurig blad In extra stof 7 gaan leerlingen de fotosynthese in een driekleurig blad onderzoeken. Daarvoor maken ze eerst een werkplan. Het blad van een siernetel (Coleus) kan een grote variëteit aan kleuren bezitten. Groen, bruin en rood komen dikwijls voor, maar ook donkerpaars en roze kunnen voorkomen. Het hart van het blad kan geel of wit gekleurd zijn. De groene, bruine of donkerpaarse delen van het blad bevatten gewoonlijk bladgroenkorrels, de felrode, roze, gele en witte delen meestal niet. Het belang van fotosynthese en assimilatie Extra stof 8 gaat over het belang van fotosynthese en assimilatie. Leerlingen ontdekken dat de mens op allerlei manieren afhankelijk is van producten die zijn gemaakt van grondstoffen, waarbij

fotosynthese en assimilatie aan de basis hebben gestaan. 2.3.2 Benodigdheden Basisstof − gelatineblaadjes (voor 15×20 mL) − kiwi (3 stuks) − appel (3 stuks) − bekerglas van 250 mL − water − reageerbuis (30 stuks) − reageerbuisrek (15 stuks) − etiketten (30 stuks) − stengeltje met bladeren van waterpest

(30 stuks) − paperclip (30 stuks) − zwart papier (één groot vel) − plakband (één rol) − lamp (15 stuks) − plant met dunne, groene bladeren (bijvoorbeeld

een geranium) − aluminiumfolie (30 strips van ca. 2×15 cm) − waterbad met water en een reageerbuisrek − pincet (30 stuks) − ethanol of spiritus (1 liter) − petrischaal (30 stuks) − joodoplossing (250 mL) − een plant met bonte bladeren (bijvoorbeeld een

bontbladerige Chlorophytum) − hoog glas (2 stuks) − kurk (2 stuks) − kaars − gebogen stukje ijzerdraad − lucifers − stopwatch of horloge met stopwatchfunctie − thermosfles (2 stuks) − thermometer (2 stuks) − watten (1 pakje) − erwten (1 pak) Eventueel: − een mixer − modellen van moleculen (anorganisch en

organisch) − model van een blad van een plant Extra stof − siernetel (1 plant) − lamp − waterbad met water en een reageerbuisrek − pincet (5 stuks) − reageerbuis (5 stuks) − ethanol of spiritus (0,2 liter) − petrischaal (5 stuks) − joodoplossing (50 mL)

Page 40: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 40

DEEL 4 VMBO-BK

2.3.3 Hulpmiddelen − Teleac/schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor

de bovenbouw programma’s gemaakt over de onderwerpen ‘Fotosynthese’ (blok 11), ‘De werking van enzymen’ (blok 26) en ‘Zonlicht en zetmeelvorming’ (blok 29).

Via www.schooltv.nl kunt u de dvd’s (blok 1 t/m 12 en blok 25 t/m 36) bestellen.

− Op de site van Schooltv Beeldbank zijn diverse educatieve clips over de onderwerpen fotosynthese en assimilatie te vinden. Leerlingen kunnen onder andere clips bekijken over het onderwerp fotosynthese.

− www.bioplek.org biedt informatie en animaties over fotosynthese, energie en fotosynthese en verbranding.

2.4 HANDLEIDING BIJ THEMA 2 PLANTEN

2.4.1 Didactische verantwoording didactische suggesties

Dit thema behandelt de bouw en functie van (zaad)planten. Meestal de bedektzadigen. Bij dit thema zijn de volgende exameneenheden en eindtermen voor het CE biologie vmbo geformuleerd: − BIO/K/6 Planten en dieren en hun samenhang:

de eigen omgeving verkend De kandidaat kan: 1 verbanden aangeven tussen vorm, bouw en

leefwijze van organismen en de omgeving waarin deze organismen leven, en uitleggen hoe planten en dieren zijn aangepast aan hun leefomgeving;

2 delen waaruit zaadplanten zijn opgebouwd benoemen, hun functie(s) beschrijven en aangeven welke delen van planten voedingsmiddelen en/of grondstoffen leveren voor de mens;

3 enkele typen weefsel(s) van planten met functie(s) en bouw beschrijven.

− BIO/K/12 Van generatie op generatie De kandidaat kan:

1 stadia in de levenscyclus van zaadplanten met geslachtelijke voortplanting noemen, inclusief aspecten van het overwinteren van een plant;

2 aan de hand van voorbeelden geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting bij zaadplanten herkennen en toelichten.

Doordat de examens vrij veel vragen bevatten over planten, gaan we uitgebreid in op deze exameneenheden en eindtermen.

Voortplanting We beginnen de basisstof met de behandeling van kenmerken en verschillen van geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting. Aan het begin van de basisstof herhalen we dat bij geslachtelijke voortplanting twee geslachtscellen versmelten. In deel 3 vmbo-bk is dit al aan de orde geweest. We bespreken vervolgens dat geslachtelijke voortplanting ook bij planten plaatsvindt. Om het voor de leerlingen niet onnodig ingewikkeld te maken, zeggen we dat er voor geslachtelijke voortplanting twee ouderplanten nodig zijn. We zijn hier dus niet volledig. Bij ongeslachtelijke voortplanting bespreken we delen (boomalg), stekken (bladbegonia), knollen (aardappel), bollen (tulp), uitlopers (aardbei) en wortelstokken (lelietje-van-dalen). We benadrukken dat er bij ongeslachtelijke voortplanting geen twee ouderplanten en geen geslachtscellen nodig zijn maar dat een deel van een plant uitgroeit tot een nieuwe plant. We behandelen ook dat de nakomelingen van ongeslachtelijke voortplanting hetzelfde genotype hebben als de ouderplant. We leggen uit dat kwekers hiervan gebruikmaken om een gunstig genotype te behouden. Ook leggen we uit dat kwekers planten geslachtelijk laten voortplanten als zij een plant willen verbeteren. Ten slotte bespreken we dat ongeslachtelijke voortplanting plaatsvindt door gewone celdeling (mitose), waardoor de nakomelingen hetzelfde genotype hebben als de ouderplant. We geven hierbij aan dat het fenotype door invloeden uit het milieu wel anders kan zijn. En we bespreken dat bij geslachtelijke voortplanting de geslachtscellen worden gevormd door reductiedeling (meiose). Versmelting van een stuifmeelkorrel en een eicel leidt tot een nieuw genotype. De bouw en functie van bloemen In basisstof 2 komen bouw en functie van bloemen aan de orde. Ook de begrippen eenslachtig en tweeslachtig komen aan de orde. Deze begrippen zijn een regelmatig terugkerend onderwerp op het examen. Volgens de exameneenheid BIO/K/3 Leervaardigheden in het vak biologie, moeten leerlingen een aantal strategische vaardigheden beheersen die bijdragen tot de ontwikkeling van het eigen leervermogen. Zij moeten daarvoor biologisch bronnenmateriaal kunnen gebruiken. Daarom gaan de leerlingen bij opdracht 11 aan de slag met de cd-rom De interactieve flora van Nederland en Vlaanderen.

Page 41: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 41

DEEL 4 VMBO-BK

Bestuiving We besteden in deze basisstof aandacht aan de kenmerken van insectenbloemen en windbloemen. U kunt dan voorbeelden van windbloemen en insectenbloemen laten zien. We bespreken ook de verschillende manieren van bestuiving. In opdracht 17 bekijken de leerlingen stuifmeelkorrels van insectenbloemen en van windbloemen. Ze leren dat deze stuifmeelkorrels hooikoorts kunnen veroorzaken. Ze moeten bij deze opdracht ook een werkplan maken voor een onderzoek. Het begrip tweehuizig en de bloeiwijzen meeldraadkatjes en stamperkatjes zijn regelmatig onderwerpen van examenvragen. Om te oefenen beantwoorden de leerlingen hierover vragen in opdracht 18. De begrippen komen niet terug in Om te onthouden. Bevruchting In deze basisstof leggen we uit hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt en welke veranderingen er na bevruchting in het vruchtbeginsel plaatsvinden. Met illustraties laten we de ontwikkeling zien van bloem tot sinaasappel (afbeelding 67), banaan (afbeelding 68) en sperzieboon (afbeelding 66). Volledigheidshalve behandelen we de verspreiding van vruchten en zaden. Bij opdracht 29 werken leerlingen opnieuw met de cd-rom De interactieve flora van Nederland en Vlaanderen om uit te zoeken hoe verschillende soorten planten hun zaden verspreiden. Het is niet te verwachten dat over dit onderwerp vragen zullen worden gesteld op een Centraal Examen. Ontkieming, groei en ontwikkeling In basisstof 5 beschrijven we de ontkieming, groei en ontwikkeling van planten. We behandelen de bouw van zaden en de ontkieming aan de hand van de bruine boon. Voor leerlingen is dit herkenbaar doordat ze in de brugklas al bruine bonen hebben bekeken en getekend. Daarom hebben we het boonpracticum hier weggelaten. U kunt dit practicum desgewenst zelf toevoegen. Leerlingen moeten kunnen beschrijven op welke manieren planten kunnen overwinteren. Ze hoeven de begrippen eenjarige, tweejarige en meerjarige (overblijvende) planten echter niet te kennen. Het vermijden van deze termen kan echter leiden tot omslachtige omschrijvingen. Vandaar dat we ze toch in de basisstof hebben gebruikt. Bovendien kunnen leerlingen deze termen tegenkomen in tuingidsen, flora’s en andere plantenboeken. Bij opdracht 39 gaan de leerlingen opzoeken of een plant eenjarig, tweejarig of meerjarig is. Ze werken

hiervoor weer met de cd-rom De interactieve flora van Nederland en Vlaanderen. Transport Basisstof 6 gaat over het transport in een plant. Leerlingen leren dat water en opgeloste stoffen worden vervoerd via houtvaten en bastvaten. Daarna leren ze hoe het transport in een plant werkt. Wortels, stengels, bladeren Basisstof 7 gaat over bouw en functies van wortels, stengels en bladeren. Dit zijn vrij traditionele onderwerpen in het biologieonderwijs. Ook de opslag van assimilatieproducten in zaadplanten komt uitgebreid aan de orde. Hierover worden vaak vragen gesteld op Centrale Examens. De leerlingen leren ook hoe jaarringen in een boomstam ontstaan. Stevigheid en bescherming De laatste basisstof beschrijft hoe planten stevigheid en bescherming verkrijgen. Om volledig te zijn over stevigheid bij planten behandelen we naast houtvaten en vezels ook turgor. Het openen en sluiten van huidmondjes door verandering van turgor is hierop een logische aanvulling. Een huidmondje is een opening met aan weerszijde twee sluitcellen. Het mechanisme achter het openen en sluiten van huidmondjes is de afgifte of opname van kalium. De kaliumopname is gekoppeld aan een membraanpotentiaal dat ontstaat door protonpompen. Deze pompen actief H+ de sluitcellen uit. Door het ladingsverschil dat dan ontstaat, wordt K+ uit de naburige cellen de sluitcel in getransporteerd. Hierdoor stijgt de osmotische waarde van deze sluitcellen. Er zal vervolgens diffusie van water plaatsvinden vanuit de omringende opperhuidcellen. De turgor in de sluitcellen neemt dan toe. De sluitcellen zijn bij de opening het meest rekbaar en zetten daardoor uit in verticale richting waardoor de huidmondjes worden geopend. Door verlies van K+ of door sterke verdamping neemt de turgor af en kunnen huidmondjes sluiten. We bespreken tot slot dat planten te sterke verdamping kunnen tegengaan door een dikke waslaag, weinig huidmondjes en haren. Extra stof In de extra stof bieden we leerlingen de mogelijkheid te kiezen uit drie verschillende onderdelen.

Page 42: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 42

DEEL 4 VMBO-BK

Leren en werken: Plantenkweker Extra stof 9 gaat in op de relatie tussen het vak biologie en mogelijke toekomstige beroepen van de leerlingen. In dit geval komt een plantenkweker aan het woord. Hij werkt in een modern bedrijf. Bij het beantwoorden van de vragen wordt duidelijk welke werkzaamheden een kweker zoal uitvoert, wat het belang van plantenkennis is en welke vaardigheden je moet bezitten als kweker. Vanuit de bewustwording van de werkzaamheden en vereiste capaciteiten voor dit beroep beantwoordt de leerling de vraag waarom dit beroep wel of niet iets is voor hem. Beoordelingspracticum: Helmknop In extra stof 10 gaan de leerlingen een klaargemaakt preparaat van een dwarsdoorsnede van een helmknop bekijken. Verdamping uit bladeren Extra stof 11 is een practicum waarbij leerlingen de verdamping uit bladeren gaan onderzoeken. 2.4.2 Benodigdheden Basisstof − uienbol (15 stuks) − mes (5 stuks) − tekenmateriaal (per leerling) − bloeiende plant (15 stuks per klas) − computer met cd-romspeler (15 stuks) − de cd-rom De interactieve flora van Nederland

en Vlaanderen − klaargemaakt preparaat van stuifmeelkorrels

van verschillende soorten planten (per leerling) − microscoop (per leerling) − sperzieboon, zo compleet mogelijk (30 stuks) − (scheer)mesje (15 stuks) − klaargemaakt preparaat van een

dwarsdoorsnede van een stengel, bijvoorbeeld van een zonnebloem (per leerling)

Eventueel: − pincet (per leerling) − loep (per leerling) − windbloemen en insectenbloemen Extra stof − klaargemaakt preparaat van een

dwarsdoorsnede van een helmknop, bijvoorbeeld van een lelie (per leerling)

− loep (per leerling − microscoop (per leerling) − tekenmateriaal (per leerling) − reageerbuis (4 per leerling) − reageerbuisrek (1 per leerling) − etiketten (4 per leerling)

− liniaal (1 per leerling) − takjes met bladeren van dezelfde struik (4 per

leerling) − mes (1 per leerling) − vaseline (1 potje) − (sla)olie in een flesje met een druppelpipet

(1 per leerling) − maatcilinder van 25 mL (1 per leerling) 2.4.3 Hulpmiddelen − Op de site van Schooltv Beeldbank zijn diverse

educatieve clips over planten te zien. Leerlingen kunnen onder andere clips bekijken over de levenscyclus van een sperzieboon, een aardbei en een bloemkool. Er is ook een clip te zien over jaarringen.

− www.bioplek.org biedt onder andere informatie en animaties over de bouw van een bloem, de bouw van een blad, celstrekking en de bouw en werking van huidmondjes.

2.5 HANDLEIDING BIJ THEMA 3 ECOLOGIE

2.5.1 Didactische verantwoording/ didactische suggesties

Dit thema behandelt voornamelijk eindtermen uit exameneenheid BIO/K/6 Planten en dieren en hun samenhang: de eigen omgeving verkend. In dit thema komt aan de orde hoe elk organisme wordt beïnvloed door de omgeving waarin het leeft. De leerlingen moeten bij dit thema regelmatig vragen beantwoorden in het opdrachtenboek met behulp van artikelen die (actuele) informatie bevatten. Organismen en hun leefomgeving We bespreken eerst de biotische en abiotische factoren die organismen beïnvloeden. Daarna volgt een beschrijving van de verschillende niveaus van de ecologie: individu, populatie, levens-gemeenschap en ecosysteem. Voedselrelaties Basisstof 2 gaat over voedselrelaties. Leerlingen moeten van organismen de voedselrelaties in een voedselketen en in een voedselweb kunnen aangeven. Bij de behandeling van producenten, consumenten en reducenten delen we de organismen in conform de vier rijken van het thema ‘Ordening’ in deel 3 vmbo-bk. Aanpassingen bij dieren Basisstof 3 gaat over een aantal aanpassingen bij dieren aan hun biotoop volgens BIO/K/6, 2 van het examenprogramma. Alleen de relatie bij zoogdieren

Page 43: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 43

DEEL 4 VMBO-BK

tussen de vorm en de functie van de kiezen en de aard van het voedsel en de verhouding tussen darmlengte en lichaamslengte bij planten- en vleeseters komt in het thema ‘Voeding en vertering’ aan de orde. Het onderscheid teenganger − hoefganger − zoolganger is al in het thema ‘Stevigheid en beweging’ van deel 3 vmbo-bk behandeld, maar toen niet in verband gebracht met kenmerken van de bodem. Daarom herhalen we dit onderscheid kort. We hebben ervoor gekozen enkele aanpassingen te behandelen die duidelijk verband houden met de leefomgeving: water of land en met de voedselkeuze. We behandelen bijvoorbeeld het voorkomen van een gestroomlijnde lichaamsvorm bij waterdieren, de aanpassingen aan hun eigen gewicht bij landdieren en de poten en snavelvorm bij vogels. Aanpassingen bij planten In basisstof 4 behandelen we de aanpassingen bij planten aan hun biotoop volgens BIO/K/6, 2 van het examenprogramma. Eerst komen de kenmerken van insectenbloemen en windbloemen en de zaadverspreiding bij planten uitgebreid aan de orde. Daarna bespreken we de aanpassingen bij planten aan een lage temperatuur, aan een vochtig milieu, aan een droog milieu en aan de hoeveelheid licht. Ook de aanpassingen van waterplanten, voorjaarsbloeiers en klimplanten komen aan de orde. Basisstof kader: Kringlopen en piramides In basisstof 5 behandelen we eerst de koolstof-kringloop. Leerlingen moeten een beschrijving kunnen geven van de koolstofkringloop. Net als bij basisstof 2 delen we bij de koolstofkringloop de organismen in conform de vier rijken van het thema ‘Ordening’ in deel 3 vmbo-bk. Hierna bespreken we de piramides van aantallen en van biomassa. We hebben de biomassa gedefinieerd als ‘de massa van organismen’. In afbeelding 80 vermelden we per schakel van een voedselketen de aantallen individuen en de biomassa van deze individuen. Deze getallen zijn natuurlijk fictief en kunnen sterk variëren per ecosysteem en per voedselketen. Door bij de piramide getallen te vermelden, willen we leerlingen een beter beeld geven van de verhoudingen tussen de verschillende schakels van een voedselketen. Een afbeelding alleen zou de indruk geven dat de verschillen tussen de schakels in werkelijkheid kleiner zijn. Volgens BIO/K/6 Planten en dieren en hun samenhang: de eigen omgeving verkend, kan de kandidaat uitleggen wat een ecosysteem is en uitleggen/noemen welke relaties er zijn tussen

organismen bij de energiestromen in een ecosysteem. We behandelen de energiestroom in een ecosysteem daarom aan het einde van deze basisstof. Extra stof In de extra stof bieden we leerlingen de mogelijkheid te kiezen uit drie verschillende onderdelen. Leren en werken: Ecologische boer Extra stof 6 gaat in op de relatie tussen het vak biologie en mogelijke toekomstige beroepen van de leerlingen. In dit geval komt een ecologische boer aan het woord. Bij het beantwoorden van de vragen wordt duidelijk welke werkzaamheden deze boer zoal uitvoert en welke vaardigheden hij nodig heeft. Vanuit de bewustwording van de werkzaamheden en vereiste capaciteiten voor dit beroep beantwoordt de leerling de vraag waarom dit beroep wel of niet iets is voor hem. Veldwerk en presentatie: Bodemdiertjes onderzoeken In extra stof 7 gaan de leerlingen een monster nemen van het strooisel en de bovenste bodemlaag van een ecosysteem. Ze gaan daarin diertjes zoeken en die vervolgens determineren met behulp van de zoekkaart op bladzijde 220 en 221. De resultaten presenteren ze aan de klas. Populaties In extra stof 8 behandelen we de onderwerpen conform BIO/K/6 Planten en dieren en hun samenhang: de eigen omgeving verkend. Hierin staat dat de kandidaat in een beschreven ecosysteem biotische en abiotische milieufactoren kan noemen en kan toelichten dat individuen en populaties in een ecosysteem afhankelijk zijn van, en beïnvloed worden door biotische en abiotische factoren. Aan de orde komt dat biotische en abiotische factoren een rol spelen bij de schommeling van de populatiegrootte. 2.5.2 Benodigdheden Basisstof Voor de basisstof zijn geen speciale benodigdheden vereist. Extra stof − twee glazen potten (per 5 leerlingen) − schepje (per 5 leerlingen) − twee grote vellen papier (per 5 leerlingen) − kwastje (per 5 leerlingen) − loep

Page 44: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 44

DEEL 4 VMBO-BK

Eventueel: − gids voor kleine ongewervelde dieren (per

5 leerlingen) 2.5.3 Hulpmiddelen − www.bioplek.org biedt onder andere informatie

en animaties over de voedselketen en over voedselpiramides.

2.6 HANDLEIDING BIJ THEMA 4 MENS EN

MILIEU

2.6.1 Didactische verantwoording/ didactische suggesties

Dit thema gaat over de relatie tussen de mens en het milieu. Hierbij komt vooral BIO/K/7 Mensen beïnvloeden hun omgeving aan bod. Op Centrale Examens stelt men vaak pittige vragen over dit onderwerp. Leerlingen worden in dit thema voorbereid op deze vragen. Ze zullen de opdrachten bij dit thema daarom vaak moeilijk vinden. We behandelen ook de invloed van de mens op het milieu. Een belangrijke invloed is vervuiling. We onderscheiden in dit thema luchtvervuiling, watervervuiling en bodemvervuiling. Daarbij realiseren we ons dat deze indeling kunstmatig is maar we gebruiken haar om de leerstof te rangschikken. Op Centrale Examens moeten leerlingen regelmatig vragen beantwoorden naar aanleiding van artikelen uit kranten, tijdschriften enz. Net als bij het thema ‘Ecologie’ zijn er bij dit thema daarom artikelen met vragen opgenomen. Over beide thema’s zijn gemakkelijker bruikbare teksten te vinden dan over andere thema’s. We realiseren ons dat leerlingen moeite zullen hebben met het beantwoorden van de vragen bij bepaalde artikelen. Een voorbeeld hiervan zijn de vragen van opdracht 7. U kunt de leerlingen hierbij ondersteunen door dergelijke opdrachten klassikaal te bespreken. Vooral vanuit de hoek van Natuur- en milieu-educatie (NME) wordt benadrukt dat we de relatie tussen de mens en het milieu niet uitsluitend vanuit het negatieve van de milieuproblematiek moeten benaderen. Deze relatie kent ook vele positieve kanten. De mens en het milieu Basisstof 1 behandelt de afhankelijkheid van de mens van het milieu. Volgens de exameneisen moet de kandidaat kunnen toelichten dat de mens voor voedsel, water, zuurstof, grondstoffen, energie en recreatie van ecosystemen afhankelijk is. Op welke manieren de mens afhankelijk is van

het milieu wordt visueel weergegeven in afbeelding 1. Deze afbeelding zal bij de meeste leerlingen tot een sneller inzicht leiden. We bespreken in deze basisstof verder de oorzaken en gevolgen van milieuproblemen. Voedselproductie In basisstof 2 gaan we in op de voedselproductie. In het examenprogramma staat dat de kandidaat de relatie moet kunnen toelichten tussen een grotere voedselproductie en bodembewerking, voeding, gewasbescherming en veredeling waaronder genetische modificatie. We bespreken dat bemesting, bodembewerking en bescherming tegen ziekten en plagen voor een optimale productie van voedingsgewassen kunnen zorgen. De bestrijding van ziekten en plagen bij voedingsgewassen is beschreven vanuit het biologisch standpunt dat voor het milieu een chemisch bestrijdingsmiddel altijd minder goed is dan een goedwerkende biologische bestrijdings-methode. Economisch gezien hoeft dat niet zo te zijn. Landbouw in Nederland Basisstof 3 gaat over de verschillende landbouwmethoden in Nederland. De term biologische landbouw wordt ook gebruikt in publicaties van de overheid en milieuorganisaties. Andere termen zijn bijvoorbeeld biologisch-dynamische landbouw, ecologische landbouw en geïntegreerde landbouw. Deze termen zijn niet synoniem met biologische landbouw. Bij biologisch-dynamische landbouw houdt men bijvoorbeeld bij het bewerken van de bodem, het zaaien, wieden en oogsten, rekening met kosmische invloeden zoals de werking van de zon, de maan, de planeten en de tekens van de dierenriem. Vanuit biologisch standpunt gezien is de biologische landbouw te verkiezen boven de gangbare landbouw. We hebben echter getracht de voor- en nadelen van de verschillende landbouwmethoden zo objectief mogelijk te beschrijven. De tekst verbloemt echter niet dat onze sympathie ligt bij de biologische landbouw. Van elke landbouwmethode gaan de leerlingen in de opdrachten de voor- en nadelen op een rijtje zetten. Hiermee willen we bevorderen dat leerlingen een standpunt kunnen innemen over een aantal aspecten van de verschillende landbouwmethoden. Leerlingen bij wie ze thuis een bedrijf hebben waar ze landbouw bedrijven volgens de gangbare methode, kunnen zich mogelijk aangesproken voelen als ‘boosdoeners’. Het is belangrijk om hier alert op te zijn.

Page 45: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 45

DEEL 4 VMBO-BK

Energie Door de veranderde manier van leven van de mens is het energiegebruik toegenomen. Volgens BIO/K/7 kunnen leerlingen toelichten hoe mensen hun omgeving beïnvloeden door energiegebruik. We bespreken in deze basisstof daarom de voor- en nadelen van de belangrijkste energiebronnen: fossiele brandstoffen, kernenergie en duurzame energiebronnen. De lucht We beginnen deze basisstof met het bespreken van de oorzaken van luchtvervuiling. Smog en fijnstof komen hierbij kort aan de orde. Hierna behandelen we het broeikaseffect. Versterking van het broeikaseffect staat al jaren sterk in de belangstelling. Wetenschappelijke publicaties over de oorzaken en de gevolgen van het versterkte broeikaseffect spreken elkaar regelmatig tegen. Over de gevolgen van het versterkte broeikaseffect staat nog weinig met zekerheid vast. We maken in de tekst dan ook onderscheid tussen de waarneembare effecten en de mogelijke effecten. We gebruiken consequent de formulering ‘het versterkt broeikaseffect’. Zonder het (natuurlijke) broeikaseffect van de gassen in de atmosfeer zou de temperatuur van het aardoppervlak gemiddeld ruim 30 ºC lager zijn. De broeikasgassen zijn dus belangrijk voor het leven op aarde. Op www.milieuloket.nl kunt u actuele informatie vinden over de oorzaken en gevolgen van klimaatverandering en over het klimaatbeleid. Volgens de informatie op deze site zijn koolstofdioxide, methaan, distikstofoxide (N2O, lachgas) en fluorverbindingen de belangrijkste veroorzakers van het versterkte broeikaseffect. In de basisstof gaan we in op de toename van koolstofdioxide als belangrijkste oorzaak van versterking van het broeikaseffect. Hierbij wordt de relatie aangegeven van energiegebruik en ontbossing (platbranden van tropisch regenwoud). Verder noemen we het effect van waterdamp en van methaan uit mest. Methaan komt overigens ook vrij uit de magen van herkauwers, zoals koeien. Andere grote bronnen van methaan zijn vuilstortplaatsen, rijstbouw en de verliezen bij de olie- en gaswinning. Nog een bron van methaan is moerasgas. Bij het bespreken van de gevolgen van het versterkte broeikaseffect besteden we extra aandacht aan de gevolgen van klimaatverandering. Aan het einde van deze basisstof behandelen we de oorzaken en gevolgen van verzuring. In Nederland veroorzaakt de landbouw de meeste verzuring van het milieu. Ammoniak, dat vrijkomt in de bio-industrie, komt met regenwater in de bodem

terecht. Daar wordt het omgezet in nitraten waardoor de bodem verzuurt. Het water Basisstof 6 gaat over de oorzaken en gevolgen van overbemesting en vervuiling met chemische stoffen van water. De bijbehorende opdrachten zijn vaak moeilijk. Klassikale toelichting en bespreking van de basisstof en de opdrachten zal veel verduidelijken voor de leerlingen. De basisstof eindigt met het beschrijven van de zuivering van rioolwater door een waterzuiveringsinstallatie. De bodem In basisstof 7 gaan we in op de oorzaken en gevolgen van aantasting van de bodem door bodemvervuiling, ontbossing en verdroging. Daarna behandelen we afvalinzameling en afvalverwerking. In examenvragen wordt composteren als aparte manier van afvalverwerking genoemd naast recyclen. Composteren is toch anders dan het gebruiken van afvalproducten als grondstoffen voor nieuwe producten. We onderscheiden in dit thema dan ook vier methoden van afvalverwerking: recycling, composteren, verbranden en storten. Maatregelen om het milieu te beschermen We sluiten de basisstof af met maatregelen die kunnen worden genomen om het milieu te beschermen. In het vmbo-examenprogramma staat bij BIO/K/7 dat de kandidaat informatie kan verzamelen voor mogelijkheden tot maatregelen, met als doel het waarborgen van een duurzame relatie tussen mens en milieu, en in een presentatie de geïnventariseerde maatregelen kan samenvatten en de effecten ervan kan toelichten. We behandelen in deze basisstof de maatregelen die de overheid neemt. We realiseren ons dat die in het algemeen ver afstaan van de leef- en ervaringswereld van vmbo-leerlingen en dus kan leiden tot loos woordgebruik. Maatregelen zoals zonnecollectoren en gescheiden inzameling van afval zullen de leerlingen nog wel aanspreken. Het examenprogramma noodzaakt ons echter ook maatregelen te noemen om het mestoverschot en de uitstoot van ammoniak te verminderen. Leerlingen kunnen hierover in de media regelmatig berichten tegenkomen. Om een bewustwordingsproces in gang te zetten, laten we de leerlingen een persoonlijke milieutest uitvoeren. Niet alle leerlingen zijn even gevoelig voor maatregelen om zelf mee te werken aan een beter milieu. Zij kunnen de milieutest (bewust) zo invullen dat de score ongunstig uitpakt. De vraagstelling met de antwoorden lokt dit ook uit. U

Page 46: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 46

DEEL 4 VMBO-BK

kunt deze leerlingen in een klassengesprek uitdagen hun keuzes toe te lichten. Extra stof In de extra stof bieden we leerlingen de mogelijkheid te kiezen uit drie verschillende onderdelen. Leren en werken: Opsporingsambtenaar milieudelicten Extra stof 9 gaat in op de relatie tussen het vak biologie en mogelijke toekomstige beroepen van de leerlingen. In dit geval komt een opsporings-ambtenaar milieudelicten aan het woord. Om leerlingen beter kennis te laten maken met de inhoud van dit beroep leggen we hun enkele problemen uit de praktijk voor. Werken met informatiebronnen: Bio-industrie In extra stof 10 gaan de leerlingen oefenen in het werken met informatiebronnen. Op het Centraal Examen krijgen ze de laatste jaren steeds een informatieboekje over een bepaald onderwerp. Met behulp van dit informatieboekje moeten zij vervolgens een aantal opgaven maken. In extra basisstof 9 krijgen de leerlingen eerst informatie uit verschillende bronnen. Vervolgens maken zij met behulp van de informatie de opdrachten in het werkboek. Hoe zuur is de regen? In extra stof 11 gaan de leerlingen een onderzoek doen naar de pH van regenwater en van oppervlaktewater. 2.6.2 Benodigdheden Basisstof − een zuur (0,1 M HCI) in een flesje met een

druppelpipet (5 stuks) − stukje kalksteen − stukje baksteen − stukje marmer − stukje betontegel Extra stof − (jam)potje (10 stuks per klas) − etiketten − trechter (10 per klas) − pH-papier of een pH-meter 2.6.3 Hulpmiddelen − Op de site van het Ministerie van

Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; www.vrom.nl, kunnen u en uw leerlingen actuele informatie vinden over

onderwerpen die met het milieu te maken hebben.

− Foldermateriaal van Greenpeace, Veemkade 18-20, 1019 GZ Amsterdam. T 0800 422 33 44, F (020) 622 1272, I www.greenpeace.nl

− Foldermateriaal van Vereniging Milieudefensie, Postbus 19199, 1000 GD Amsterdam. T (020) 626 26 20, I www.milieudefensie.nl

− Informatiepakketten (voor scholieren tot en met 15 jaar) over afval, het broeikaseffect en het tropisch regenwoud zijn te bestellen bij het Centrum voor Mondiaal Onderwijs (C.M.O.). T (024) 361 30 74, I www.cmo.nl

− Foldermateriaal van Vereniging Natuurmonumenten, Noordereinde 60, 1234 JJ ’s-Graveland. T (035) 655 99 33, I www.natuurmonumenten.nl

− Toegankelijke informatie van algemene aard over diverse milieukwesties (o.a. het versterkte broeikaseffect en zure regen) is te vinden op www.milieuloket.nl

− Ntr: schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor de bovenbouw programma’s gemaakt over de onderwerpen ‘De kwaliteit van het oppervlaktewater’ (blok 36), ‘Drinkwater’ (blok 37), ‘Watervervuiling’ (blok 38), ‘Lucht’ (blok 39), ‘Bestrijding en bemesting’ (blok 40), ‘Biologische bestrijding met feromonen’ (blok 47), ‘Biologische bestrijding met natuurlijke vijanden’ (blok 48), ‘Oorzaken van zure regen’ (blok 49) en ‘Gevolgen van zure regen’ (blok 50).

Via www.schooltv.nl kunt u de dvd (blok 25 t/m 36, blok 37 t/m 46 en blok 47 t/m 54) bestellen.

2.7 HANDLEIDING BIJ THEMA 5 VOEDING

EN VERTERING

2.7.1 Didactische verantwoording/ didactische suggesties

Dit thema gaat over voeding en vertering bij de mens. In basisstof 8 komt ook voeding en vertering bij zoogdieren aan bod. Dit sluit aan op het vorige thema ‘Mens en milieu’, waarin veel aandacht is besteed aan de landbouw. Voedsel Aan het begin van basisstof 1 geven we aan dat voedsel afkomstig is van de landbouw en vaak wordt bewerkt voordat we het eten. Daarna behandelen we de rol die bacteriën en schimmels hebben bij de bereiding van onder andere melkproducten, zuurkool, brood en alcoholische dranken.

Page 47: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 47

DEEL 4 VMBO-BK

In het tweede deel van de basisstof behandelen we de manieren waarop men voedselbederf, veroorzaakt door schimmels en bacteriën, kan tegengaan. Als conserveringsmethode wordt onder andere zouten genoemd. Het belang van deze conserveringsmethode is de laatste jaren sterk afgenomen. Vlees pekelt men veel minder vaak dan vroeger. Bij gezouten en gerookt spek gebeurt het nog wel. Ook vis wordt minder vaak gezouten. Nieuwe haring zal bij de meeste leerlingen nog wel bekend zijn. Voedingsmiddelen en voedingsstoffen In basisstof 2 komt eerst aan de orde wat een voedingsmiddel is. We benadrukken dat voedingsmiddelen van planten of dieren afkomstig kunnen zijn. Daarna bespreken we de functies en kenmerken van de verschillende groepen voedingsstoffen. We noemen vier functies van voedingsstoffen: bouwstoffen, brandstoffen, reservestoffen en beschermende stoffen. De bedoeling is dat de leerlingen de werking van de verschillende voedingsstoffen begrijpen, zodat ze uit de voeten kunnen met voedingsadviezen. In dit kader komt ook het evenwicht tussen opname en gebruik van stoffen bij een constante lichaamsmassa aan de orde. Zetmeel aantonen In basisstof 3 zijn practica opgenomen over het aantonen van zetmeel en glucose. Het aantonen van zetmeel zal weinig problemen opleveren. Als u uw leerlingen dit practicum zelfstandig laat uitvoeren, is het belangrijk voor goede druppelpipetten of druppelflesjes te zorgen. Wijs de leerlingen erop dat vlekken of spatten van joodoplossing moeilijk uit kleding te verwijderen zijn. We hebben gekozen voor het aantonen van glucose met behulp van teststrookjes. U kunt hiervoor het beste ‘Clinistix’ gebruiken. Deze zijn verkrijgbaar bij apotheken of bij firma’s die practicum-benodigdheden leveren. De teststrookjes werken prima, maar zijn niet goedkoop. Om kosten te besparen, kunt u de strookjes daarom eventueel in de lengte doormidden knippen. Ook kunt u de practica van opdracht 16 en 17 om die reden demonstreren. Eventueel kunt u glucose laten aantonen met een andere indicator, zoals fehlingreagens. Het nadeel is dat de oplossing dan meestal moet worden verwarmd. En fehlingreagens toont niet alleen glucose aan, maar ook andere mono- en disacchariden. Om het practicum beter te laten aansluiten bij de belevingswereld van de leerlingen, kunt u de leerlingen vragen zelf 5 tot 10 verschillende stukjes

voedingsmiddel mee te nemen voor het practicum van opdracht 17. Gezonde voeding In basisstof 4 is ‘De schijf van Vijf’ van het Voedingscentrum opgenomen. Deze schijf geeft de criteria voor gezonde voeding weer. In het midden staan vijf adviezen voor gezonde voeding. In de tekst benadrukken we dat het belangrijk is om elke dag voldoende van alle voedingsstoffen binnen te krijgen om gezond te blijven. We bespreken in deze basisstof ook van welke factoren de energiebehoefte van een persoon afhankelijk is. Leerlingen berekenen bij opdracht 24 hun eigen energiebehoefte en energieverbruik. Zo kunnen ze zelf bepalen of dit in evenwicht is. Het verteringsstelsel In basisstof 5 bespreken we het verteringsstelsel, het begrip vertering, de functie van verteringssappen en de darmperistaltiek. U kunt de darmperistaltiek eventueel demonstreren met een stuk binnenband van een fiets en een pingpongballetje, zoals in afbeelding 42 is getoond. Daarbij kunt u speciale aandacht schenken aan de plaatsen waar de kringspieren en de lengtespieren zich samentrekken of ontspannen. Veel leerlingen hebben er moeite mee dit laatste te begrijpen. Door gelegenheid te geven dit zelf uit te proberen, zullen leerlingen dit gemakkelijker onthouden. De functie van de huig en het strotklepje komt in het thema ‘Gaswisseling’ aan bod. Het gebit We beginnen basisstof 6 met het bespreken van de functies van het gebit. Hierna komen de bouw en de verzorging van het gebit aan bod. Hoewel deze leerstof in de delen 2 ook al uitgebreid aan de orde is geweest, herhalen we het hier omdat het wordt vermeld in de eindtermen in de syllabus van het CvE. Bovendien is de verzorging van het gebit een belangrijk onderwerp, doordat een goede gebitsverzorging vooral bij jongeren in de leeftijd van 15-16 jaar later veel leed kan voorkomen. Hoewel ze dat meestal niet willen toegeven, blijken leerlingen hun tanden vaak verkeerd te poetsen. We hebben daarom in afbeelding 53 aangegeven hoe je tanden volgens een tandartsenvereniging moet poetsen en verzorgen. Misschien kunt u dat in de klas ook voordoen met een groot model tandenborstel en een schedel of een model van een kaak. In vrijwel elke klas zit wel een leerling die een of andere vorm van gebitscorrectie heeft. Gelukkig is het dragen van beugels en dergelijke steeds meer een geaccepteerd noodzakelijk kwaad. Toch moet u er alert op zijn dat een leerling met

Page 48: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 48

DEEL 4 VMBO-BK

een beugel eventuele extra aandacht minder prettig kan vinden. In opdracht 39 gebruiken we de termen demineralisatie en remineralisatie om de leerlingen duidelijk te maken dat door een toename van het aantal eetmomenten, het tandglazuur zich niet kan herstellen en de kans op tandbederf groter wordt. We besteden ook extra aandacht aan erosie van het gebit door het nuttigen van voedingsmiddelen met zure stoffen. In de tekst spreken we steeds over controle en behandeling door een tandarts. In een steeds groter aantal gevallen zal dit ook door een mondhygiënist gebeuren. De organen voor vertering In basisstof 7 bespreken we de verteringsorganen en de verteringssappen. Bij de opname van de verteringsproducten in de dunne darm beperken we ons tot de opname in het bloed. De opname in de lymfe wordt ook niet expliciet in de eindtermen genoemd. In opdracht 50 moeten de leerlingen de delen van het verteringsstelsel benoemen. Opdracht 51 is een practicum over de werking van speeksel. Vertering bij zoogdieren In basisstof 8 behandelen we de relatie bij zoogdieren tussen de vorm van de kiezen en de aard van het voedsel, en de verhouding tussen darmlengte en lichaamslengte bij planteneters, alleseters en vleeseters. Dit zijn de onderdelen die in de eindtermen van de syllabus staan en die in het thema ‘Ecologie’ niet aan bod zijn gekomen. U kunt deze basisstof verlevendigen door schedels van planteneters, vleeseters en alleseters te laten zien. Extra stof In de extra stof bieden we leerlingen de mogelijkheid te kiezen uit drie verschillende onderdelen. Leren en werken: Banketbakker Extra stof 9 gaat in op de relatie tussen het vak biologie en mogelijke toekomstige beroepen van de leerlingen. In dit geval komt een banketbakker aan het woord. Om leerlingen beter kennis te laten maken met de inhoud van dit beroep, leggen we hun enkele problemen uit de praktijk voor. Beoordelingspracticum: Weet wat je eet Met behulp van het programma Weet wat je eet kunnen leerlingen in extra stof 10 zicht krijgen op hun energiebalans. Het programma is beschikbaar

via ePack en de leerlingen hebben keuze uit twee lessen. Extra stof 11 gaat over de invloed van de temperatuur op de werking van speeksel. 2.7.2 Benodigdheden Basisstof – gedroogde gist – reageerbuis (45 stuks) – reageerbuisrek (15 stuks) – bekerglas met warm water (ongeveer 30 ºC) – glucoseoplossing (5%) – kalkwater – ballonnen (30 stuks) – mes of spatel (15 stuks) – glucose (100 gram per klas, verdeeld over

3 potjes, stopflesjes of schaaltjes) – teststrookje om glucose aan te tonen,

bijvoorbeeld Clinistix (ongeveer 100 per klas) – dranken, bijvoorbeeld:

• melk (100 à 150 mL per klas, verdeeld over 3 potjes, stopflesjes of schaaltjes)

• vruchtendrank (100 à 150 mL per klas, verdeeld over 3 potjes, stopflesjes of schaaltjes)

• sinas (100 à 150 mL per klas, verdeeld over 3 potjes, stopflesjes of schaaltjes)

• cola (100 à 150 mL per klas, verdeeld over 3 potjes, stopflesjes of schaaltjes)

• up-drank (100 à 150 mL per klas, verdeeld over 3 potjes, stopflesjes of schaaltjes)

– vaste voedingsmiddelen, bijvoorbeeld: • worst (100 à 150 gram per klas, verdeeld

over 3 potjes, stopflesjes of schaaltjes) • ui (2 à 3 stuks per klas, verdeeld over

3 potjes, stopflesjes of schaaltjes) • appel (2 à 3 stuks per klas, verdeeld over

3 potjes, stopflesjes of schaaltjes) – mes (15 stuks) – schoteltje om vaste voedingsmiddelen op fijn te

maken (15 stuks) – etiketten – joodoplossing in een flesje met een druppelpipet

(15 stuks) – trechter – zetmeeloplossing van 2% – een waterbad met water van (ongeveer) 37 ºC Eventueel: – fehlingreagens in een flesje met een

druppelpipet (15 stuks) – bekerglas van 500 mL (15 stuks) – brander, driepoot, gaasje (15 stuks) – de Nederlandse voedingsmiddelentabel

Page 49: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 49

DEEL 4 VMBO-BK

– wandplaat van het verteringsstelsel van de mens

– stuk binnenband van een fiets – pingpongballetje – model of wandplaat van een tand of van een

kies – schedel van een mens of model van een kaak – groot model tandenborstel – schedel van een koe, paard of andere

planteneter – schedel van een kat, hond of andere vleeseter – schedel van een varken of andere alleseter – wandplaat van het verteringsstelsel van een

planteneter, vleeseter en alleseter Extra stof – computer met internetaansluiting – reageerbuis (8 per leerling) – reageerbuisrek (1 per leerling) – etiketten (8 per leerling) – zetmeeloplossing van 2% (ongeveer 50 mL per

klas) – een bekerglas smeltende ijsblokjes – waterbad met water van (ongeveer) 37 ºC – een bekerglas met bijna kokend water – een thermometer – joodoplossing in een flesje met een druppelpipet

(1 per leerling) 2.7.3 Hulpmiddelen – Ntr:schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor de

bovenbouw programma’s gemaakt over de onderwerpen ‘Het aantonen van voedingsstoffen in voedingsmiddelen’ (blok 25), ‘Enzymen’ (blok 26) en ‘Fermentatie van levensmiddelen’ (blok 32).

Via www.schooltv.nl kunt u de dvd (blok 25 t/m 36) bestellen.

– Op de site van Schooltv Beeldbank zijn diverse educatieve clips over de spijsvertering te zien. Leerlingen kunnen onder andere clips bekijken over de spijsvertering, de spijsverteringsorganen, maagsap, de dunne darm, de dikke darm, water en de energiebalans.

– www.bioplek.org biedt onder andere informatie en animaties over enzymen, het gebit van een planteneter en vleeseter, het spijsverteringskanaal en voedingsstoffen.

– Op www.voedingscentrum.nl is informatie te vinden over voeding. Je kunt daar ook materiaal bestellen en allerlei voedingstesten doen.

2.8 HANDLEIDING BIJ THEMA 6 GASWISSELING

2.8.1 Didactische verantwoording/ didactische suggesties

In dit thema besteden we in vergelijking met de thema’s ‘Voeding en vertering’ en ‘Transport’ vrij veel aandacht aan dieren. Op het Centraal Examen worden namelijk regelmatig vragen gesteld over gaswisseling bij dieren. Gaswisseling bij dieren In basisstof 1 komen achtereenvolgens de gaswisseling bij insecten, vissen, amfibieën en de andere gewervelde diergroepen aan bod. In het begin van basisstof 1 wordt aangegeven dat ademhaling vaak plaatsvindt via speciale ademhalingsorganen. Opdracht 2 is een practicum waarbij leerlingen een klaargemaakt preparaat van tracheeën en een klaargemaakt preparaat van stigma’s moeten bekijken en tekenen. De kieuwen van een vis kunnen de leerlingen in het beoordelingspracticum van extra stof 7 gaan bekijken. Het ademhalingsstelsel van de mens In basisstof 2 behandelen we de bouw en functie van de neusholte en de mondholte, de keelholte en het strottenhoofd, en de luchtpijp en bronchiën. We geven aan dat de meeste mensen door hun neus ademhalen. De nadelen van mondademhaling komen ook aan bod. Opdracht 13 kader gaat hier nog verder op in. Uit ervaring is gebleken dat leerlingen de functie van de trilhaarcellen en van het slijm uit de slijmproducerende cellen gemakkelijk door elkaar halen. Mogelijk kunt u het verschil in functie via een klassikale behandeling benadrukken. We hebben ervoor gekozen de slikbeweging en de functie van de huig en het strotklepje in dit thema te behandelen en niet in het thema ‘Voeding en vertering’. De longblaasjes In basisstof 3 behandelen we eerst de gaswisseling in de longblaasjes en daarna de samenstelling van de in- en uitgeademde lucht. In afbeelding 26 en 27 worden de opname van zuurstof en de afgifte van koolstofdioxide in twee aparte tekeningen gevisualiseerd. Op deze manier willen we het inzicht in het proces van gaswisseling bij de leerlingen vergroten. In opdracht 28 worden beide tekeningen gecombineerd. In tabel 1 hebben we de samenstelling van de werkelijk uitgeademde lucht weergegeven, niet die van de lucht in de longblaasjes.

Page 50: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 50

DEEL 4 VMBO-BK

In opdracht 18 voeren leerlingen een practicum uit waarbij ze kalkwater als indicator gebruiken om koolstofdioxide in uitgeademde lucht aan te tonen. U moet er rekening mee houden dat bij slechte ventilatie de lucht in een vol klaslokaal een veel hoger percentage koolstofdioxide kan bevatten dan normaal. Wanneer dan gedurende enige tijd deze lucht door kalkwater wordt geleid, kan het kalkwater troebel worden. Het verdient aanbeveling niet langer dan één minuut in te ademen via kalkwater. Gezonde longen en luchtwegen In afbeelding 36 van basisstof 4 komen de ziekten astma en COPD aan de orde. Deze hebben te maken met ontstekingen van het ademhalingsstelsel. Voor de leerlingen lijken de verschijnselen van deze ziekten erg op elkaar. Extra klassikale uitleg of controle van opdracht 21 kan daarom nodig zijn. We bespreken in deze basisstof ook dat bij hooikoorts de luchtwegen overgevoelig zijn voor stuifmeelkorrels (pollen). U moet er rekening mee houden dat er leerlingen kunnen zijn die zelf lijden aan een longaandoening en daar emotioneel problemen mee hebben. Ze kunnen er bijvoorbeeld een hekel aan hebben in een klassikale situatie als astmapatiënt te worden aangeduid. Of ze proberen het te ontkennen of te bagatelliseren wanneer u hen ernaar vraagt. We gaan in deze basisstof ook in op de gevolgen van roken. Volgens de eindtermen in de syllabus moeten leerlingen kunnen uitleggen wat er kan gebeuren bij gebruik van tabak en hierbij abstracte relaties kunnen leggen. Opdracht 24 is een practicum voor kaderleerlingen over bacteriën en schimmelsporen in de lucht. Basisstof kader: Ventilatie in de longen Deze basisstof behandelt de ventilatiebewegingen. Over dit onderwerp worden op Centrale Examens regelmatig vragen gesteld. Veel leerlingen hebben moeite met het goed begrijpen van de ademhalingsbewegingen. Vooral het onderscheiden van oorzaak-gevolgrelaties bij het in- en uitademen blijkt moeilijk te zijn. Daarom hebben we veel verwerkingsopdrachten opgenomen. Bij opdracht 32 dient u de beschikking te hebben over een model waarmee de middenrifademhaling kan worden nagebootst. Wanneer de ballonnetjes nieuw zijn, wil het opblazen hiervan wel eens moeilijk gaan. U kunt de ballonnetjes van tevoren ‘oprekken’, maar u kunt ook in plaats van ballonnetjes plastic boterhamzakjes gebruiken. Dan is het effect duidelijker. Het model is overigens ook

gemakkelijk zelf te vervaardigen, wanneer u aan een doorzichtige plastic klok kunt komen. Extra stof In de extra stof bieden we leerlingen de mogelijkheid te kiezen uit drie verschillende onderdelen. Leren en werken: astma/COPD-consulent Extra stof 6 gaat in op de relatie tussen het vak biologie en mogelijke toekomstige beroepen van de leerlingen. In dit geval komt een astma/COPD-consulent aan het woord. Deze consulenten geven voorlichting en adviezen aan mensen met longaandoeningen. Ze geven ook trainingen aan mensen die patiënten met longaandoeningen moeten helpen. Beoordelingspracticum: De kieuwen van een vis In extra stof 7 gaan de leerlingen het beoordelingspracticum De kieuwen van een vis uitvoeren. Via een vishandelaar kunt u gemakkelijk aan vissenkoppen komen. Deze mogen van verschillende vissoorten afkomstig zijn. U zult wel van tevoren moeten weten hoeveel leerlingen deze extra basisstof gaan doen en in welke les, omdat de vissenkoppen alleen te gebruiken zijn op de dag waarop ze worden gehaald. Vitale capaciteit In extra stof 8 bepalen leerlingen hun vitale capaciteit en die van medeleerlingen. Voor volwassenen geldt een vitale capaciteit variërend van 3,5 tot 6 liter. Ervaring met het practicum op school leert dat leerlingen gemiddeld een vitale capaciteit van ongeveer 4 liter hebben. Laat de spirometer na gebruik goed drogen voordat u hem weer opbergt. 2.8.2 Benodigdheden Basisstof – klaargemaakt preparaat van tracheeën van een

insect (per leerling) – klaargemaakt preparaat van stigma’s van een

insect (per leerling) – microscoop (per leerling) – tekenmateriaal (per leerling) – reageerbuis met een diameter van 30 mm

(15 stuks) – stop met twee gaten (15 stuks) – gebogen glazen buisje (30 stuks) – kalkwater (2 liter per klas) – een stukje rubber slang – een petrischaal met voedingsbodem (per

leerling)

Page 51: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 51

DEEL 4 VMBO-BK

– een model van de middenrifademhaling (zie opdracht 51 in het werkboek)

Eventueel: – model van een insect met tracheeënstelsel – wandplaat van het ademhalingsstelsel van de

mens – model van de luchtpijp met bronchiën en

verdere vertakkingen – klaargemaakt preparaat van een

dwarsdoorsnede van luchtpijp of bronchie (per leerling)

Extra stof: – vissenkop (per leerling) – schoteltje (per leerling) – pincet (per leerling) – schaar (per leerling) – petrischaal (per leerling) – loep (per leerling) – een spirometer 2.8.3 Hulpmiddelen – Ntr:schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor de

bovenbouw programma’s gemaakt over de onderwerpen ‘De longen’ (blok 33) en ‘Ademhaling’ (blok 64).

Via www.schooltv.nl kunt u de dvd’s (blok 25 t/m 36 en blok 61 t/m 72) bestellen.

– Op de site van Schooltv Beeldbank zijn diverse educatieve clips over de ademhaling te zien. Leerlingen kunnen onder andere clips bekijken over ademhaling, luchtdruk, de luchtwegen, gaswisseling en de effecten van roken.

– www.bioplek.org biedt onder andere informatie en animaties over longblaasjes, opname van zuurstofgas en de samenstelling van uitgeademde lucht.

– Via www.astmafonds.nl kunt u voorlichtingsmateriaal verkrijgen over luchtwegaandoeningen.

2.9 HANDLEIDING BIJ THEMA 7

TRANSPORT

2.9.1 Didactische verantwoording/ didactische suggesties

In dit thema behandelen we het transport in het lichaam via bloed, weefselvloeistof en lymfe. Bloed In basisstof 1 komen de bestanddelen van bloed met hun kenmerken en functies aan de orde. We besteden verder aandacht aan anemie (bloedarmoede), aan leukemie en aan de

gebeurtenissen die achtereenvolgens plaatsvinden nadat een bloedvat wordt beschadigd. In opdracht 4 van basisstof 1 gaan leerlingen van runder- of varkensbloed een preparaat maken en bekijken met een microscoop. We hebben hiervoor gekozen om discussies te voorkomen. Er bestaat geen wet die zegt dat bloedprikken en bloedonderzoek op scholen verboden is. Scholen hebben wel zelf de mogelijkheid om dat te verbieden. Het NVON-advies is dat bloedprikken, ook door leerlingen bij zichzelf, bij schoolreglement verboden dient te zijn. Hetzelfde geldt voor het onderzoeken van bloed. De NVON-Arbocommissie zegt hierover het volgende:

7.4.1 Vakvoorschriften en aanbevelingen voor biologie: Bloed en weefsels Het is verboden weefsels te beschadigen. Het prikken van bloed bij anderen is dus verboden ook in verband met privacy en mogelijk besmettingsgevaar met AIDS en Hepatitis. De school dient erop toe te zien dat dit niet gebeurt. Ook het zichzelf prikken wordt sterk ontraden. Zeker bij minderjarigen zijn het de ouders die hierover beslissen.

Het is wel mogelijk om practica uit te laten voeren met behandeld en getest bloed. Materialen hiervoor zijn verkrijgbaar bij Stichting Sanquin Bloedvoorziening. U kunt het practicummateriaal jaarlijks tussen 1 april en 15 juni bestellen. Levering vindt plaats in de week van 1 november. Als u wilt, kunt u de afbeeldingen 2 (en 5 bij opdracht 1) zelf demonstreren met runder- of varkensbloed. Dit is te verkrijgen bij een slachthuis. U kunt het bloed zelf onstolbaar maken. U moet dan 1,5 gram natriumoxalaat of 3 gram natriumcitraat oplossen in 20 mL gedestilleerd water. Deze oplossing voegt u dan toe aan ongeveer 975 mL bloed. Door goed schudden kunt u het vermengen. In de koelkast blijft het bloed ongeveer 5 dagen goed. De scheiding tussen bloedplasma en de vaste bloedbestanddelen (bloedcellen en bloedplaatjes) kunt u demonstreren door onstolbaar bloed enkele dagen te laten staan. De vaste bestanddelen bezinken dan. De scheiding is echter niet erg duidelijk en lichte bewegingen laten de scheiding weer verdwijnen. U kunt het bezinkingsproces versnellen door het bloed te centrifugeren. De bloedsomloop In basisstof 2 bespreken we de dubbele bloedsomloop bij de mens. Hierbij komen de functies van de kleine en grote bloedsomloop aan de orde. Deze basisstof is een voorbereiding op

Page 52: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 52

DEEL 4 VMBO-BK

basisstof 4. De leerlingen zullen beter begrijpen waarom het hart uit twee helften bestaat, waar het bloed in de boezems vandaan komt en waarheen het bloed wordt weggepompt door de kamers. De bloedvaten In basisstof 3 behandelen we eerst de kenmerken en functies van de drie typen bloedvaten. Daarna gaan we in op de naamgeving van de bloedvaten en de samenstelling van het bloed dat ze vervoeren. We besteden ook aandacht aan de bloedvaten die niet de naam hebben van het orgaan waar ze bloed naartoe of vanaf voeren. Het hart Basisstof 4 gaat over de bouw en werking van het hart. Wanneer leerlingen zich moeilijk kunnen voorstellen hoe een hart precies in elkaar zit en hoe het functioneert, kunt u ze het beste een model van een hart in handen geven. In extra stof 10 hebben leerlingen de mogelijkheid de bouw van een zoogdierhart te bekijken. Leerlingen kunnen ook bij zichzelf de harttonen beluisteren met behulp van een stethoscoop. Bloedvaten tijdens de zwangerschap In basisstof 5 komt aan de orde dat uitwisseling van stoffen tussen embryo en moeder plaatsvindt in de placenta. We benadrukken dat ook schadelijke stoffen zoals alcohol, nicotine en drugs via de placenta het embryo kunnen bereiken en dat dat dan schadelijk is voor het embryo. Hart- en vaatziekten De eindtermen in de syllabus voor vmbo vermelden dat leerlingen veelvoorkomende oorzaken van hartinfarct en hartritmestoornissen moeten kunnen noemen en beschrijven. En hart- en vaatziekten behoren in Nederland tot de meest voorkomende doodsoorzaken. We besteden daarom veel aandacht aan ziekten die te maken hebben met het hart en de bloedvaten. Achtereenvolgens komen afwijkingen in de bloeddruk, aderverkalking, een hartinfarct, een beroerte, hartritmestoornissen en een vergroot hart (sporthart) aan bod. We geven aan wat de gevolgen kunnen zijn van een bepaalde afwijking en hoe deze eventueel kan worden voorkomen. De voorlichtingsfolder van afbeelding 61 in het handboek geeft informatie over het herkennen van een beroerte. Bij hartritmestoornissen bespreken we de werking van een pacemaker. Als u een bloeddrukmeter tot uw beschikking hebt, kunt u de manier waarop een bloeddrukmeting wordt uitgevoerd bij een leerling demonstreren. U doet er wel goed aan leerlingen erop te wijzen dat

u alleen de manier demonstreert en dat u geen bloeddrukmeting uitvoert. Het meten van de bloeddruk is voorbehouden aan een arts. De waarden die u bij leerlingen hebt gevonden, moeten dan ook niet als betrouwbaar worden opgevat. U moet er rekening mee houden dat er leerlingen kunnen zijn die iemand in hun gezin of familie hebben die een hartinfarct of een beroerte heeft gehad. De leerstof in basisstof 5 kan bij deze leerlingen onbedoelde emoties oproepen. Basisstof kader: Weefselvloeistof en lymfe Basisstof 6 gaat over de kenmerken en functies van weefselvloeistof, lymfe en lymfeknopen. Extra stof In de extra stof bieden we leerlingen de mogelijkheid te kiezen uit drie verschillende onderdelen. Leren en werken: Doktersassistent in het ziekenhuis Extra stof 8 gaat in op de relatie tussen het vak biologie en mogelijke toekomstige beroepen van de leerlingen. In dit geval komt een doktersassistent in het ziekenhuis aan het woord. Werken met informatiebronnen: Bloeddonor In extra stof 9 gaan de leerlingen oefenen in het werken met informatiebronnen. Op het Centraal Examen krijgen de leerlingen de laatste jaren steeds een informatieboekje over een bepaald onderwerp. Met behulp van dit informatieboekje moeten zij vervolgens een aantal opgaven maken. In extra stof 9 krijgen de leerlingen eerst informatie over ‘bloed geven’. Vervolgens maken zij met behulp van de informatie de opdrachten 49 en 50. De bouw van een zoogdierhart Extra stof 10 is een practicum over de bouw van een zoogdierhart. Bij slachthuizen zult u waarschijnlijk niet aan gave harten kunnen komen. Eventueel kunt u er een demonstratiepracticum van maken door zelf bij een weinig beschadigd hart snede 1 aan te brengen en bij een ander daarvoor geschikt hart snede 2. Leerlingen hoeven dan alleen tekeningen te maken.

Page 53: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 53

DEEL 4 VMBO-BK

2.9.2 Benodigdheden Basisstof – runder- of varkensbloed (1 liter) – een druppelpipet (5 per klas) – 2 voorwerpglaasjes (per leerling) – microscoop (per leerling) – tekenmateriaal (per leerling) Eventueel: – natriumoxalaat (1,5 gram) of natriumcitraat

(3 gram) – gedestilleerd water (20 mL) – model van een hart (3 stuks) – stethoscoop (3 stuks) – bloeddrukmeter Extra stof – een hart van een kalf, schaap of varken met

daaraan delen van de aansluitende bloedvaten (zo mogelijk 5 stuks per klas)

– een scalpel (per leerling) – een glasstaaf (per leerling) – prepareermateriaal (per leerling) 2.9.2 Hulpmiddelen – Ntr:schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor de

bovenbouw programma’s gemaakt over de onderwerpen ‘Het hart’ (blok 34), ‘Bloed’ (blok 61), ‘Het hart’ (blok 62) en ‘Bloedvaten’ (blok 63). Via www.schooltv.nl kunt u de dvd’s (blok 25 t/m 36 en blok 61 t/m 72) bestellen.

– Op de site van Schooltv Beeldbank zijn diverse educatieve clips over de bloedsomloop te zien. Leerlingen kunnen onder andere clips bekijken over de bloedsomloop, de functies van het hart, hart- en bloedvaten en slagaders en aders.

– www.bioplek.org biedt onder andere informatie en animaties over het bloed en het hart.

– Via www.hartstichting.nl kunt u voorlichtingsmateriaal verkrijgen over aandoeningen van het bloedvatenstelsel. Op deze site is ook veel informatie te vinden, onder andere informatie over de werking van het hart.

– Via www.sanquin.nl kunt u tussen 1 april en 15 juni lesmaterialen en practicumsets bestellen voor bloedonderzoek.

2.10 HANDLEIDING BIJ THEMA 8 OPSLAG,

UITSCHEIDING EN BESCHERMING

2.10.1 Didactische verantwoording/ didactische suggesties

In het laatste thema komen opslag en uitscheiding van stoffen en bescherming van het lichaam aan bod. Opslag, uitscheiding en bescherming zijn belangrijk voor het handhaven van een constant

inwendig milieu. Als een bepaalde stof te veel in het inwendige milieu aanwezig is, kan deze in bepaalde organen worden opgeslagen. De stof wordt dan aan het inwendige milieu onttrokken, maar blijft in het lichaam aanwezig. Bij uitscheiding wordt een stof aan het inwendige milieu onttrokken en uit het lichaam verwijderd. Bij bescherming wordt het binnendringen in het inwendige milieu van schadelijke stoffen of organismen bemoeilijkt. In dit thema behandelen we voornamelijk de lever, de nieren en de huid. In de lever vindt opslag van stoffen plaats. Ook heeft hij een functie bij de uitscheiding. De nieren zijn belangrijke uitscheidingsorganen. De huid is een orgaan dat zowel door opslag als door bescherming bijdraagt aan een constant inwendig milieu. De afweer tegen ziekteverwekkers kan worden beschouwd als een beschermende functie van onder andere het bloed. Daarom behandelen we de afweerfunctie van het bloed in dit thema en niet in het thema ‘Transport’. Het inwendig milieu In basisstof 1 behandelen we het inwendig milieu. Dit begrip is afkomstig van de Franse fysioloog Claude Bernard (1813-1878). Hij noemde het ‘milieu intérieur’. Bij eencelligen is water meestal het uitwendige milieu. Bernard wees erop dat in veelcellige organismen iedere individuele cel omgeven is door een dun laagje vloeistof, de weefselvloeistof. Hij noemde dit het inwendig milieu. Ook het bloedplasma rekende hij hiertoe. Voor de leerlingen is het moeilijk te begrijpen dat niet het lichaam als geheel, maar de weefselvloeistof en het bloedplasma het inwendig milieu vormen. We denken daarom dat u er goed aan doet om dit nog eens klassikaal te verduidelijken. Iets wat het verteringskanaal passeert, zonder in het bloed te zijn opgenomen, is niet in het inwendige milieu geweest. Ontlasting wordt daarom niet als uitscheiding beschouwd. In afbeelding 1 brengen we de belangrijkste organen en processen die van belang zijn voor het handhaven van een constant inwendig milieu met elkaar in verband. Doordat leerlingen deze tekening vaak moeilijk vinden, is het waarschijnlijk verstandig om haar ook klassikaal te bespreken. Het voordeel is dat leerlingen door deze afbeelding het verband zien tussen verschillende organen. Dit sluit aan bij de eindtermen in de syllabus waarin staat dat: ‘De kandidaat kan toelichten dat een organisme als een geheel beschouwd kan worden waarbij voor instandhouding en gezondheid van het organisme processen in onderlinge samenhang plaatsvinden.’

Page 54: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 54

DEEL 4 VMBO-BK

Aan het eind van basisstof 1 geven we aan dat ook hormonen, zintuigen en zenuwcellen een belangrijke rol spelen bij het handhaven van een constant inwendig milieu. De lever In basisstof 2 behandelen we de bouw en functies van de lever. We bespreken ook de bloedvaten van de lever. Bij de functies leggen we de nadruk op het handhaven van een constant inwendig milieu. Volledigheidshalve noemen we kort andere functies. De nieren en urinewegen Basisstof 3 behandelt eerst de ligging en de macroscopische bouw van de nieren. Daarna komen de functies en kenmerken aan bod. Leerlingen verwarren gemakkelijk de benamingen urineleider en urinebuis. Ook hebben ze moeite het verschil tussen de functies ‘verzamelen van urine’ (in de nierbekkens) en ‘opslaan van urine’ (in de urineblaas) te doorzien. Misschien kunt u dit klassikaal toelichten. In opdracht 8 besteden we aandacht aan de werking van een kunstnier. De huid In basisstof 4 komen de bouw, functies en kenmerken van de huid en het onderhuidse bindweefsel aan de orde. De huid heeft een beschermende functie tegen infecties, straling van de zon, uitdroging en beschadiging en heeft een regelende functie bij het handhaven van een min of meer constante lichaamstemperatuur. In het onderhuids bindweefsel vindt opslag van vet plaats. Het vet heeft een warmte-isolerende werking. Afweer Basisstof 5 gaat over de afweer tegen ziekteverwekkers en op welke manieren immuniteit kan ontstaan. Hierbij komen natuurlijke immuniteit en kunstmatige immuniteit aan de orde. Met afbeelding 41 maken we duidelijk dat er veel verschillende ziekteverwekkers zijn. Daarna bespreken we dat je lichaam op allerlei manieren probeert te voorkomen dat ziekteverwekkers je lichaam binnendringen. Talg, slijmvliezen, maagsap, koorts, witte bloedcellen en antistoffen komen hierbij aan de orde. Ook hulpmiddelen als medicijnen en inentingen (vaccinaties) worden besproken.

Extra stof In de extra stof bieden we leerlingen de mogelijkheid te kiezen uit drie verschillende onderdelen. Leren en werken: Doktersassistent bij de huisarts Extra stof 6 gaat in op de relatie tussen het vak biologie en mogelijke toekomstige beroepen van de leerlingen. In dit geval komt een doktersassistent bij de huisarts aan het woord. Voor dit beroep is algemene medische en biologische kennis vereist. Leerlingen beantwoorden vragen over de werkzaamheden, benodigde capaciteiten en het belang van de medische kennis. Met behulp van de folder over de griepprik, wordt aan leerlingen gevraagd of bepaalde patiënten de griepprik nodig hebben. Hiermee willen we twee doelen bereiken. Ten eerste wordt de relevantie van biologische kennis in dit beroep zichtbaar. Ten tweede worden de werkzaamheden in dit beroep enigszins in de praktijk gebracht, waardoor leerlingen een beter beeld van het beroep krijgen. Transplantaties en bloedtransfusies In extra stof 7 bespreken we eerst wat een donorverklaring en een donor is. Daarna bespreken we de problemen die door het afweersysteem kunnen worden veroorzaakt bij transplantaties en bloedtransfusies. We geven hierbij aan dat er verschillende bloedgroepen bestaan. Standpunt bepalen: Orgaandonatie Volgens de eindtermen moeten de leerlingen hun eigen gedachten over biologische onderwerpen mondeling en schriftelijk kunnen formuleren. In extra stof 8 gaan de leerlingen daarmee oefenen. Ze moeten in deze extra stof hun standpunt bepalen over orgaandonatie. 2.10.2 Benodigdheden Basisstof Voor de basisstof zijn geen extra benodigdheden vereist. Extra basisstof Voor de extra basisstof zijn geen extra benodigdheden vereist. Verrijkingsstof Voor de verrijkingsstof zijn geen extra benodigdheden vereist.

Page 55: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 55

DEEL 4 VMBO-BK

2.10.3 Hulpmiddelen – Ntr:schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor de

bovenbouw programma’s gemaakt over de onderwerpen ‘De huid’ (blok 77) en ‘Hormonen’ (blok 81). Via www.schooltv.nl kunt u de dvd (blok 73 t/m 82) bestellen.

– Op de site van Schooltv Beeldbank zijn diverse educatieve clips over de onderwerpen opslag, uitscheiding en bescherming te zien. Leerlingen kunnen onder andere clips bekijken over UV-straling, antistoffen, fagocyten en afstoting bij transplantatie.

– www.bioplek.org biedt onder andere informatie en animaties over de nier en de huid.

– Via www.nierstichting.nl kunt u informatie over de werking van de nieren en over nieraandoeningen verkrijgen.

2.11 JAARSCHEMA BIJ DEEL 4 VMBO-BK

Verdeling van de thema’s over het schooljaar Periode Thema’s 1 1 Stofwisseling

2 Planten 3 Ecologie Herhaling van leerstof uit deel 3vmbo-bk deel a

2 4 Mens en milieu 5 Voeding en vertering 6 Gaswisseling Herhaling van leerstof uit deel 3vmbo-bk deel b

3 7 Transport 8 Opslag, uitscheiding en bescherming Examentraining

Deze verdeling is globaal. De verdeling is onder andere afhankelijk van de vakantieplanning van uw regio en van de organisatie van het schooljaar op uw school. Op de meeste scholen is het schooljaar ingedeeld in 4 perioden. De laatste periode komt voor 4vmbo te vervallen in verband met de examens.

Aantal lessen per thema per onderdeel Thema Totaal Basisstof Extra stof Beoordelingstoets 1 2 3 4 5 6 7 8

10 12 12 14 12 10 10 10

7 9 9 11 9 7 7 7

2 2 2 2 2 2 2 2

1 1 1 1 1 1 1 1

Bij dit schema zijn we uitgegaan van 100 lesuren op jaarbasis (25 weken × 4 lesuren tot aan het examen). De activiteiten per onderdeel zijn inclusief het nakijken of bespreken. Voor herhaling van leerstof uit deel 3vmbo-bk en examentraining zijn 10 lesuren beschikbaar. Het vermelde aantal uren is een gemiddelde. U kunt vanzelfsprekend per thema variëren. Ook door de leerlingen bepaalde onderdelen thuis te laten maken (bijvoorbeeld een deel van de verrijkingsstof) kunnen er variaties optreden.

Page 56: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 56

DEEL 4 VMBO-BK

2.12 EINDTERMEN BIOLOGIE EN DEEL 4 VMBO-BK

Bij het schrijven van deel 4 vmbo-bk zijn de eindtermen van het vmbo-examenprogramma de voornaamste uitgangspunten geweest. In de onderstaande tabel is weergegeven welke eindtermen in de thema’s van deel 4 vmbo-bk aan bod komen. De rest van de eindtermen is uitgewerkt in de delen 3 vmbo-bk.

Stofwisseling K1: 1-2-5, K3: 9 Extra eindtermen: K4: 6, K6: 4

Planten K1: 1-2-4-5-6, K2: 2, K3: 9, K6: 3-4, K12: 6-7 Ecologie K1: 2-5-6, K3: 7, K5: 1, K6: 2-5 Mens en milieu K1: 2-5-6, K3: 3-4, K7: 1-2-3-4-5 Voeding en vertering K1: 2-5-6, K3: 2-4-5-6-9, K5: 1-2, K9: 1-2-3-4 Gaswisseling K1: 2-4-5-6, K3: 2-6, K4: 5-6, K9: 4-7 Transport K1: 2-4-5-6, K3: 6-8-9, K4: 5-6, K9: 4-5-6, K10: 3 Opslag, uitscheiding en bescherming K1: 1-2-4-5-6, K3: 3, K9: 8, K10: 1-2, K11: 5-8-10

Page 57: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 57

DEEL 4 VMBO-BK

2.13 INHOUD EPACK DEEL 4 VMBO-BK

In onderstaande tabellen kunt u zien welke inhoud voor deel 4 op ePack te vinden is. 4 vmbo-bk Algemeen Thema 1 Stofwisseling Thema 2 Planten Thema 3 Ecologie Leerroute Basis Computerlessen − Enzymen (BS 1)

− Assimilatie (BS 3) − Fotosynthese en verbranding

(BS 5)

− Ongeslachtelijke voortplanting (BS 1)

− De bouw en functie van bloemen (BS 2)

− De levenscyclus van zaadplanten (BS 5)

− Bescherming tegen uitdroging (BS 8)

− Biotische en abiotische factoren (BS 1)

− Aanpassingen bij dieren (BS 3) − Aanpassingen bij planten

(BS 4) − De kringloop van stoffen

(vmbo-k) (BS 5)

Vervangende computerles Fotosynthese (BS 2) Transport (BS 6) Voedselrelaties (BS 2) Vervangende basisstof (pdf) Fotosynthese en verbranding

(BS 5) De bouw en functie van bloemen (BS 2)

Aanpassingen bij dieren (BS 3)

Leerroute Extra Extra stof (Extra stoffen in leerwerkboek) (Extra stoffen in leerwerkboek) (Extra stoffen in leerwerkboek) Leerroute Plus Verrijkingsstof (pdf) 1. Winterslaap

2. Onderzoek naar fotosynthese 1. Wortelstekken 2. Diktegroei bij bomen en

struiken

1. Waterdoorlaatbaarheid van de bodem

2. Ecosystemen in Nederland Leerroute Remediërend Computerles herhaling − Fotosynthese

− Stofwisseling − Transport − Planten

− Voedselrelaties − Ecologie

Leerroute Extra / Plus / Remediërend Examentrainer (per thema; pdf) √ √ √ Samenvatting (pdf) √ √ √ Digiboeken Digiboeken − Leerwerkboek

− Antwoordenboek − Leerwerkboek − Antwoordenboek

− Leerwerkboek − Antwoordenboek

Toetsen Adviestoets (digitaal) vmbo-b

vmbo-k vmbo-b vmbo-k

vmbo-b vmbo-k

Page 58: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 58

DEEL 4 VMBO-BK

4 vmbo-bk Algemeen Thema 1 Stofwisseling Thema 2 Planten Thema 3 Ecologie Eindtoets (digitaal) versie A + B vmbo-b

versie A + B vmbo-k versie A + B vmbo-b versie A + B vmbo-k

versie A + B vmbo-b versie A + B vmbo-k

Eindtoets (Word/pdf) Versie A + B Versie A + B Versie A + B Eindtoets (Wintoets) versie A + B vmbo-b

versie A + B vmbo-k versie A + B vmbo-b versie A + B vmbo-k

versie A + B vmbo-b versie A + B vmbo-k

Documenten Materiaallijst (pdf) √ Handleiding (pdf) √ Antwoorden open vragen eindtoets (Word/pdf)

√ √ √

Antwoorden vervangende basisstof (pdf)

√ N.v.t. N.v.t.

Antwoorden verrijkingsstof (pdf)

√ √ N.v.t.

Studiehulp / Naslag Planningsformulier (pdf) √ √ √ Examentrainers algemeen (pdf) √ Practicumbibliotheek √ Encyclopedie √ Biowetenschappers √ Themadossiers √ Rekenhulp √ Taalhulp vmbo √ Werkwijzer 3+4 vmbo √

Page 59: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 59

DEEL 4 VMBO-BK

4 vmbo-bk Algemeen Thema 4 Mens en milieu Thema 5 Voeding en

vertering Thema 6 Gaswisseling

Leerroute Basis Computerlessen − De mens en het milieu

(BS 1) − Landbouw in Nederland

(BS 3) − Afval (BS 7)

− Conserveren van voedsel (BS 1)

− Voedingsmiddelen en voedingsstoffen (BS 2)

− Darmperistaltiek (BS 5) − De bouw van tanden en

kiezen (BS 6)

− Gaswisseling bij dieren (BS 1)

− De longblaasjes (BS 3) − Ventilatie in de longen

(BS 5)

Vervangende computerles Voedselproductie (BS 2) De organen voor vertering (BS 7)

Het ademhalingsstelsel van de mens (BS 2)

Vervangende basisstof (pdf) Maatregelen om het milieu te beschermen (BS 8)

N.v.t. N.v.t.

Leerroute Extra Extra stof (Extra stoffen in leerwerkboek) (Extra stoffen in leerwerkboek) (Extra stoffen in leerwerkboek) Leerroute Plus Verrijkingsstof (pdf) 1. De ozonlaag

2. Milieuscan 3. Je ecologische voetafdruk

1. Wat eet je van een dier? 2. De tandformule

1. Koudbloedige en warmbloedige dieren

2. Mond-op-mondbeademing Leerroute Remediërend Computerles herhaling − Afval

− Mens en milieu − De organen voor vertering − Voeding en vertering

− Het ademhalingsstelsel van de mens

− Gaswisseling (vmbo-k) / Gaswisseling (vmbo-b)

Leerroute Extra / Plus / Remediërend Examentrainer (per thema; pdf)

√ √ √

Samenvatting (pdf) √ √ √ Digiboeken Digiboeken − Leerwerkboek

− Antwoordenboek − Leerwerkboek − Antwoordenboek

− Leerwerkboek − Antwoordenboek

Toetsen Adviestoets (digitaal) vmbo-b

vmbo-k √ vmbo-b

vmbo-k

Page 60: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 60

DEEL 4 VMBO-BK

4 vmbo-bk Algemeen Thema 4 Mens en milieu Thema 5 Voeding en vertering

Thema 6 Gaswisseling

Eindtoets (digitaal) versie A + B vmbo-b versie A + B vmbo-k

versie A + B vmbo-b versie A + B vmbo-k

versie A + B vmbo-b versie A + B vmbo-k

Eindtoets (Word/pdf) Versie A + B Versie A + B Versie A + B Eindtoets (Wintoets) versie A + B vmbo-b

versie A + B vmbo-k versie A + B vmbo-b versie A + B vmbo-k

versie A + B vmbo-b versie A + B vmbo-k

Documenten Materiaallijst (pdf) √ Handleiding (pdf) √ Antwoorden open vragen eindtoets (Word/pdf)

√ √ √

Antwoorden vervangende basisstof (pdf)

N.v.t. N.v.t. N.v.t.

Antwoorden verrijkingsstof (pdf)

√ √ √

Studiehulp / Naslag Planningsformulier (pdf) √ √ √ Examentrainers algemeen (pdf) √ Practicumbibliotheek √ Biowetenschappers √ Encyclopedie √ Themadossiers √ Rekenhulp √ Taalhulp vmbo √ Werkwijzer 3+4 vmbo √

Page 61: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 61

DEEL 4 VMBO-BK

4 vmbo-bk Algemeen Thema 7 Transport Thema 8 Opslag, uitscheiding

en bescherming Leerroute Basis Computerlessen − Bloed (BS 1)

− De bloedsomloop (BS 2) − Het hart (BS 4)

− De lever (BS 2) − De nieren en urinewegen (BS 3) − De huid (BS 4)

Vervangende computerles Hart- en vaatziekten (BS 6) Afweer (BS 5) Vervangende basisstof (pdf) N.v.t. N.v.t. Leerroute Extra Extra stof (Extra stoffen in leerwerkboek) (Extra stoffen in leerwerkboek) Leerroute Plus Verrijkingsstof (pdf) 1. Hoe goed is je conditie?

2. Wat kan er verkeerd gaan? 1. Een kunstnier 2. Wat kan er verkeerd gaan?

Leerroute Remediërend Computerles herhaling − Hart- en vaatziekten

− Transport − Afweer − Opslag, uitscheiding en

bescherming Leerroute Extra / Plus / Remediërend Examentrainer (per thema; pdf)

√ √

Samenvatting (pdf) √ √ Digiboeken Digiboeken − Leerwerkboek

− Antwoordenboek − Leerwerkboek − Antwoordenboek

Toetsen Adviestoets (digitaal) vmbo-b

vmbo-k vmbo-b vmbo-k

Eindtoets (digitaal) versie A + B vmbo-b versie A + B vmbo-k

versie A + B vmbo-b versie A + B vmbo-k

Eindtoets (Word/pdf) Versie A + B Versie A + B Eindtoets (Wintoets) versie A + B vmbo-b

versie A + B vmbo-k versie A + B vmbo-b versie A + B vmbo-k

Documenten Materiaallijst (pdf) √ Handleiding (pdf) √

Page 62: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A

HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ’s-Hertogenbosch 62

DEEL 4 VMBO-BK

4 vmbo-bk Algemeen Thema 7 Transport Thema 8 Opslag, uitscheiding en bescherming

Antwoorden open vragen eindtoets (Word/pdf)

√ √

Antwoorden vervangende basisstof (pdf)

N.v.t. N.v.t.

Antwoorden verrijkingsstof (pdf)

√ √

Studiehulp / Naslag Planningsformulier (pdf) √ √ Examentrainers algemeen (pdf) √ Practicumbibliotheek √ Biowetenschappers √ Encyclopedie √ Thema's √ Rekenhulp √ Taalhulp vmbo √ Werkwijzer 3+4 vmbo √

Page 63: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 63

DEEL 4 VMBO-GT

3.1 INLEIDING

Dit deel van de docentenhandleiding bij Biologie voor jou gaat over de versie vmbo-gt. Eerst treft u een overzicht aan van de benodigdheden bij het biologieonderwijs met deze versie. Vervolgens vindt u een handleiding bij elk thema. Deze is opgebouwd uit de volgende onderdelen: 1 Didactische verantwoording/didactische

suggesties Hierbij vindt u steeds aangegeven welke keuzen zijn gemaakt bij het samenstellen van het thema. Ook treft u aanwijzingen aan voor het gebruik van het thema. 2 Benodigdheden Hier vindt u een overzicht van benodigdheden voor het thema. 3 Hulpmiddelen Hieronder vindt u een overzicht van bruikbare hulpmiddelen, zoals naslagwerken, videoprogramma’s, computerprogramma’s (inclusief cd-rom's) en internetsites. Achtereenvolgens komen de volgende thema’s aan de orde: − Stofwisseling − Planten − Ecologie − Mens en milieu − Voeding en vertering − Gaswisseling − Transport − Opslag, uitscheiding en bescherming Ten slotte vindt u een jaarschema bij deel 4 vmbo-gt en een overzicht van de relatie tussen de eindtermen in het examenprogramma vmbo biologie en deel 4 vmbo-gt. 3.2 BENODIGDHEDEN

Hierna vindt u een overzicht van alle benodigdheden voor deel 4 vmbo-gt. In deze lijst is alleen opgenomen wat niet aan bederf onderhevig is. In de handleiding staan de benodigdheden per

thema opgesomd. Daar staan ook de benodigdheden vermeld die wel aan bederf onderhevig zijn. De opgegeven benodigdheden zijn globale hoeveelheden die voor een klas noodzakelijk zijn. De met een * aangegeven benodigdheden zijn niet essentieel voor het uitvoeren van de practica. Hulpmiddelen − microscoop (per leerling) − tekenmateriaal (per leerling) − prepareermateriaal (per leerling):

• voorwerpglaasjes (90 stuks) • dekglaasjes (2 doosjes) • druppelpipet (15 stuks) • scheermesje (15 stuks) • pincet (15 stuks) • prepareernaald (15 stuks) • filtreerpapier

− (aardappel)schilmes (15 stuks) − loep (per leerling) − scalpel of (scheer)mesje (15 stuks) − schaartje (15 stuks) − mes of een spatel (10 stuks) Glaswerk/porseleinwerk − reageerbuis (30 stuks) − petrischaal (30 stuks) − hoog glas (2 stuks) − maatcilinder van 25 mL (1 per leerling) − twee glazen potten (per 5 leerlingen) − maatcilinder van 100 mL (10 stuks) − (jam)potje (10 stuks per klas) – bekerglas – schoteltje (15 stuks) – bekerglas van 500 mL (15 stuks)* – reageerbuis met een diameter van 30 mm

(15 stuks) – gebogen glazen buisje (30 stuks) Chemicaliën − ethanol of spiritus (1 liter) − joodoplossing (50 mL) − (sla)olie in een flesje met een druppelpipet

(1 per leerling) − een zuur (0,1 M HCI) in een flesje met een

druppelpipet (5 stuks) – glucoseoplossing (5%)

3 Handleiding bij deel 4 vmbo-gt

Page 64: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 64

DEEL 4 VMBO-GT

– kalkwater – glucose (100 gram per klas, verdeelt over

3 potjes, stopflesjes of schaaltjes) – fehlingreagens in een flesje met een

druppelpipet (15 stuks)* – natriumoxalaat (1,5 gram) of natriumcitraat

(3 gram)* – gedestilleerd water (20 mL)* Modellen: − model van een blad van een plant* – schedel van een mens of model van een kaak* – schedel van een koe, paard of andere

planteneter* – schedel van een kat, hond of andere vleeseter* – schedel van een varken of andere alleseter* – model van de middenrifademhaling (zie

opdracht 18 in het werkboek) – model van een insect met tracheeënstelsel* – model van de luchtpijp met bronchiën en

verdere vertakkingen* – model van een strottenhoofd met stembanden – model van een hart (3 stuks)* Wandplaten en transparanten – wandplaat van het verteringsstelsel van de

mens* – model of wandplaat van een tand of van een

kies* – wandplaat van het verteringsstelsel van een

planteneter, vleeseter en alleseter* – wandplaat van het ademhalingsstelsel van de

mens* Preparaten (fabriekspreparaten of zelfgemaakte preparaten) − klaargemaakt preparaat van stuifmeelkorrels

van verschillende soorten planten (per leerling) − klaargemaakt preparaat van een

dwarsdoorsnede van een stengel, bijvoorbeeld van een zonnebloem (per leerling)

− klaargemaakt preparaat van een dwarsdoorsnede van een helmknop, bijvoorbeeld van een lelie (per leerling)

– klaargemaakt preparaat van tracheeën van een insect (per leerling)

– klaargemaakt preparaat van stigma’s van een insect (per leerling)

– klaargemaakt preparaat van een dwarsdoorsnede van luchtpijp of bronchie (per leerling)*

– klaargemaakt preparaat van bloed (per leerling) – klaargemaakt preparaat met dwarsdoorsneden

van een slagader en een ader

Zaden − erwten (1 pak) Diversen − reageerbuisrek (15 stuks) − etiketten (30 stuks) − paperclip (30 stuks) − zwart papier (één groot vel) − plakband (één rol) − lamp (15 stuks) − aluminiumfolie (30 strips van ca. 2×15 cm) − waterbad met water en een reageerbuisrek − kurk (2 stuks) − kaars − gebogen stukje ijzerdraad − lucifers − stopwatch of horloge met stopwatchfunctie − thermosfles (2 stuks) − thermometer (2 stuks) − watten (1 pakje) − modellen van moleculen (anorganisch en

organisch)* − pH-papier of een pH-meter − computer met internetaansluiting en cd-

romspeler (15 stuks) − de cd-rom De interactieve flora van Nederland

en Vlaanderen − liniaal (1 per leerling) − vaseline (1 potje) − schop (per 5 leerlingen) − twee grote vellen papier (per 5 leerlingen) − kwastje (per 5 leerlingen) − computer met internetaansluiting − gids voor kleine ongewervelde dieren (per

5 leerlingen)* − verschillende grondsoorten (van elk ongeveer

1 liter) − watten (1 zak) − trechter (5 stuks) − stukje kalksteen − stukje baksteen − stukje marmer − stukje betontegel – ballonnen (30 stuks) – teststrookje om glucose aan te tonen,

bijvoorbeeld Clinistix (ongeveer 100 per klas) – brander, driepoot, gaasje (15 stuks)* – de Nederlandse voedingsmiddelentabel* – stuk binnenband van een fiets* – pingpongballetje* – groot model tandenborstel* – stop met twee gaten (15 stuks) – een stukje rubber slang – een spirometer – stethoscoop (3 stuks)* – bloeddrukmeter

Page 65: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 65

DEEL 4 VMBO-GT

– groot vel papier – viltstift (zwart – blauw – groen – rood) – plakstift 3.3 HANDLEIDING BIJ THEMA 1

STOFWISSELING

3.3.1 Didactische verantwoording/ didactische suggesties

In dit thema behandelen we de stofwisseling bij planten, dieren en mensen. Veel leerlingen vinden het thema ‘Stofwisseling’ moeilijk en abstract. Door illustraties, voorbeelden en de opzet van het thema, hebben we geprobeerd het thema ook toegankelijk te maken voor leerlingen die geen scheikunde volgen. Stoffen worden omgezet In basisstof 1 geven we een simpele beschrijving van de begrippen organische en anorganische stoffen. We zijn ons ervan bewust dat de beschrijvingen scheikundig gezien niet sluitend zijn. Voor het vervolg van dit thema volstaan deze beschrijvingen. Een deel van de leerstof in basisstof 1 komt overeen met enkele basisprincipes uit de scheikunde. Zo komt de werking van enzymen overeen met de werking van katalysatoren. En de invloed van de temperatuur op de enzymwerking komt overeen met de invloed van de temperatuur op de reactiesnelheid. Voor leerlingen die scheikunde volgen, zal dit waarschijnlijk een herhaling zijn. Bij de werking van enzymen kunt u met modellen van moleculen demonstreren hoe stoffen kunnen worden gesplitst of samengevoegd (zie afbeelding 4). Wellicht kunt u hiervoor molecuulmodellen gebruiken van de sectie scheikunde op uw school. Op internet zijn ook filmpjes te vinden over de werking van enzymen. Bij de invloed van de temperatuur op de enzymactiviteit maken we onderscheid tussen het tijdelijk onwerkzaam worden van enzymen bij lage temperaturen en het voorgoed onwerkzaam worden van enzymen bij hoge temperaturen. In het examenprogramma wordt dit onderscheid niet genoemd. Uit ervaring is echter gebleken dat dit onderscheid tot een beter begrip leidt wanneer in het thema ‘Voeding en vertering’ het bewaren van voedsel bij lage temperaturen en het conserveren van voedsel door verhitting worden behandeld. Aan het eind van basisstof 1 bespreken we ook de invloed van de zuurgraad (pH) op de enzymwerking. De leerlingen krijgen hierdoor een completer beeld van de factoren waarvan de enzymwerking afhankelijk is. Pas in het thema

‘Voeding en vertering’ komt de zuurgraad in een concrete situatie aan de orde bij de vertering in de maag. Bij de behandeling van de pH kunt u eventueel pH-papier of een pH-meter demonstreren. Fotosynthese De bespreking van fotosynthese in basisstof 2 is vrij beknopt doordat het al in deel 1 aan bod is gekomen. We generaliseren in dit thema dat alleen planten bladgroen hebben en dat alle planten bladgroen hebben. Dat sluit ook aan bij hetgeen leerlingen hebben geleerd in het thema ‘Ordening’ van deel 3 vmbo-gt. Er zijn natuurlijk uitzonderingen op deze regel, zoals cyanobacteriën of heterotrofe planten als duivelsnaaigaren. Voor het vmbo-examen is kennis van deze uitzonderingen niet vereist. Bij opdracht 7 moeten de leerlingen in een afbeelding van een doorsnede van een blad de cellen kleuren die bladgroen bezitten. Wanneer leerlingen hier problemen mee hebben, kan een model van een doorsnede van een blad (met huidmondjes) extra duidelijkheid verschaffen. Het practicum van opdracht 8 kunt u leerlingen het beste in tweetallen laten uitvoeren. Neem voor het practicum verse waterpest. Wanneer deze al enige tijd in een bekerglas in het lokaal staat, kan de conditie van de plantjes achteruitgaan, waardoor de resultaten bij het uitvoeren van het practicum minder goed zijn. Ook kunnen de stengeltjes gemakkelijk worden beschadigd. Veel van de gevormde zuurstof verlaat de plant aan het uiteinde van de stengel. Het kan daarom helpen de uiteinden van de waterpeststengels nog eens opnieuw af te knippen. Indien het practicum niet de gewenste resultaten oplevert, kunt u leerlingen verwijzen naar een groepje leerlingen bij wie het practicum wel goed verloopt. Eventueel kunt u de waterpest vervangen door cabomba (Cabomba aquatica). Glucose als grondstof In basisstof 3 gaan we vrij uitgebreid in op de omzettingen van glucose bij planten. Om opdracht 12 te kunnen maken, hebben leerlingen het overzicht van de omzettingen van glucose in de plant (afbeelding 16) nodig. Deze afbeelding kan leerlingen ook veel steun geven bij het beantwoorden van andere (examen)vragen. Bij de opdrachten 13 en 14 moeten leerlingen zetmeel in een blad aantonen. Voor het practicum van opdracht 13 kunt u het beste een plant met dunne, groene bladeren (bijvoorbeeld een geranium) gebruiken en voor het practicum van opdracht 14 een bontbladerige Chlorophytum of

Page 66: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 66

DEEL 4 VMBO-GT

Tradescantia. Van de eerstgenoemde plant moet u minstens één dag (liefst twee dagen) van tevoren bladeren gedeeltelijk afdekken met een strip aluminiumfolie. Het aluminiumfolie moet aan de boven- en onderkant van het blad worden aangebracht. Beide planten moeten vervolgens minstens één dag (liefst twee dagen) continu in het licht staan. Voor een goed resultaat is het aan te raden om een zogenaamde groeilamp te gebruiken. Deze biedt de plant het beste lichtspectrum. We hebben ervoor gekozen de factoren licht/donker en wel/geen bladgroen in afzonderlijke practica te onderzoeken. Als u tijd wilt besparen of als u dit te omslachtig vindt, kunt u beide practica gemakkelijk combineren. U moet dan bij een plant met bonte bladeren enkele bladeren gedeeltelijk afdekken. U kunt uw leerlingen ook zelf deze combinatie laten bedenken. Verbranding Ook basisstof 4 is voor een deel herhaling van reeds bekende stof. Verbranding is in deel 2 al beknopt behandeld. Opdracht 16 en 17 zijn demonstratiepractica. Het is erg omslachtig om deze practica door de leerlingen zelf te laten uitvoeren. De resultaten kunt u klassikaal bespreken of u kunt de resultaten beurtelings door groepjes laten aflezen. Veel leerlingen vinden opdracht 19 en 20 moeilijk. Het is aan te raden om deze opdrachten in elk geval klassikaal te bespreken. Fotosynthese en verbranding In basisstof 5 behandelen we het verband tussen fotosynthese en verbranding in een plant of in een proefopstelling met planten en andere organismen. Leerlingen moeten uit proefopstellingen met organismen in afgesloten ruimten afleiden of het zuurstofgehalte of koolstofdioxidegehalte in zo’n ruimte toe- of afneemt. Deze basisstof bevat weinig nieuwe leerstof. Het gaat er vooral om dat leerlingen meer inzicht verkrijgen in de samenhang van de processen fotosynthese en verbranding. Deze basisstof biedt ook belangrijke oefenstof voor het Centraal Examen. Elk jaar bevat het examen hierover wel een of meer vragen. Extra basisstof De extra basisstof bevat leerstof die niet per se tot het basisprogramma van de vmbo-gt-leerling behoort. De extra stof behandelt onderwerpen die iets moeilijker en uitgebreider zijn dan de onderwerpen in de reguliere basisstof. U bepaalt zelf welke extra basisstof de leerlingen kunnen doen. Qua opbouw is de extra basisstof vergelijkbaar met de reguliere basisstof. De teksten

worden afgewisseld met afbeeldingen en opdrachten. De opdrachten worden gemaakt in het werkboek. De competenties/vaardigheden of doelstellingen van de extra basisstof zijn opgenomen in de samenvatting. Een werkplan maken: Fotosynthese in een driekleurig blad In extra basisstof 6 gaan leerlingen de fotosynthese in een driekleurig blad onderzoeken. Daarvoor maken ze eerst een werkplan. Het blad van een siernetel (Coleus) kan een grote variëteit aan kleuren bezitten. Groen, bruin en rood komen dikwijls voor, maar ook donkerpaars en roze kunnen voorkomen. Het hart van het blad kan geel of wit gekleurd zijn. De groene, bruine of donkerpaarse delen van het blad bevatten gewoonlijk bladgroenkorrels, de felrode, roze, gele en witte delen meestal niet. Leren en werken: Biochemisch laboratorium-medewerker Net als in deel 3 vmbo-gt eindigt ook in deel 4 vmbo-gt elk thema met de extra basisstof ‘Leren en werken’. Hier gaan we in op de relatie tussen het vak biologie en mogelijke toekomstige beroepen van de leerlingen. Dit is de uitwerking van BIO/K/1 Oriëntatie op leren en werken: De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan. Leerlingen maken in deze extra basisstof kennis met de werkzaamheden in verschillende beroepen. Bij de opdrachten vragen we meestal naar de werkzaamheden die worden uitgeoefend in het beroep en de capaciteiten die nodig zijn voor het beroep. Een vrij groot deel van de beroepen die met biologie te maken hebben, wordt uitgevoerd in de laboratoriumsector. In extra basisstof 7 komt een biochemisch laboratoriummedewerker aan het woord. Hij vertelt over de relatie tussen bepaalde enzymen en de gevoeligheid voor blauwe plekken in aardappels. Doordat we in dit thema enzymen bespreken, hebben we gekozen voor een beroep waarbij de activiteit van bepaalde enzymen wordt onderzocht. Dit draagt bij aan het kunnen noemen van de relevantie van biologische kennis en vaardigheden, zoals die in het examenprogramma staat. Samenvatting De samenvatting bevat de belangrijkste leerinhouden uit het thema. Ze is geformuleerd op doelstellingenniveau. Daarnaast is steeds aangegeven welke competenties/vaardigheden aan de orde zijn geweest. Veelal worden die vaar-digheden niet in de toets bevraagd.

Page 67: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 67

DEEL 4 VMBO-GT

Diagnostische toets Met behulp van de diagnostische toets kan de leerling nagaan of hij het thema inhoudelijk voldoende beheerst. De toetsvragen zijn geordend op doelstellingenniveau. In het werkboek is een bijbehorend scoreblad opgenomen. De leerlingen kunnen de toets zelfstandig maken en nakijken. De bundeling van de vragen naar doelstelling biedt de leerling de mogelijkheid om na te gaan welke doelstellingen hij beheerst en welke nog niet. De leerlingen kunnen de adviestoets ook maken op ePack. Op basis van de score uit de adviestoets krijgt de leerling een suggestie voor een vervolgroute: herhaling, extra of plus. De verrijkingsstof De verrijkingsstof biedt leerlingen de mogelijkheid te kiezen uit twee verschillende onderdelen. Verrijkingsstof 1 gaat over het belang van fotosynthese en assimilatie. Leerlingen ontdekken dat de mens op allerlei manieren afhankelijk is van producten die zijn gemaakt van grondstoffen, waarbij fotosynthese en assimilatie aan de basis hebben gestaan. In verrijkingsstof 2 komen de winterslaap en de winterrust bij zoogdieren aan bod. Deze verrijkingsstof sluit aan bij de behandeling van het concept grondstofwisseling in basisstof 4. 3.3.2 Benodigdheden Basisstof − reageerbuis (30 stuks) − reageerbuisrek (15 stuks) − etiketten (30 stuks) − stengeltje met bladeren van waterpest

(30 stuks) − paperclip (30 stuks) − zwart papier (één groot vel) − plakband (één rol) − lamp (15 stuks) − een plant met dunne, groene bladeren

(bijvoorbeeld een geranium) − aluminiumfolie (30 strips van ca. 2×15 cm) − waterbad met water en een reageerbuisrek − pincet (30 stuks) − ethanol of spiritus (1 liter) − petrischaal (30 stuks) − joodoplossing (250 mL) − een plant met bonte bladeren (bijvoorbeeld een

bontbladerige Chlorophytum) − hoog glas (2 stuks) − kurk (2 stuks) − kaars − gebogen stukje ijzerdraad − lucifers − stopwatch of horloge met stopwatchfunctie

− thermosfles (2 stuks) − thermometer (2 stuks) − watten (1 pakje) − erwten (1 pak) Eventueel: − modellen van moleculen (anorganisch en

organisch) − pH-papier of een pH-meter − model van een blad van een plant Extra basisstof − siernetel (1 plant) − lamp − waterbad met water en een reageerbuisrek − pincet (5 stuks) − reageerbuis (5 stuks) − ethanol of spiritus (0,2 liter) − petrischaal (5 stuks) − joodoplossing (50 mL) Verrijkingsstof Voor de verrijkingsstof zijn geen speciale benodigdheden vereist. 3.3.3 Hulpmiddelen − Ntr:schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor de

bovenbouw programma’s gemaakt over de onderwerpen ‘Fotosynthese’ (blok 11), ‘De werking van enzymen’ (blok 26) en ‘Zonlicht en zetmeelvorming’ (blok 29).

Via www.schooltv.nl kunt u de dvd’s (blok 1 t/m 12 en blok 25 t/m 36) bestellen.

− Op de site van Schooltv Beeldbank zijn diverse educatieve clips over de onderwerpen fotosynthese en assimilatie te vinden. Leerlingen kunnen onder andere clips bekijken over het onderwerp fotosynthese.

− www.bioplek.org biedt informatie en animaties over fotosynthese, energie en fotosynthese en verbranding.

3.4 HANDLEIDING BIJ THEMA 2 PLANTEN

3.4.1 Didactische verantwoording/ didactische suggesties

Dit thema behandelt de bouw en functie van (zaad)planten. Meestal de bedektzadigen. Bij dit thema zijn de volgende exameneenheden en eindtermen voor het CE biologie vmbo geformuleerd: − BIO/K/6 Planten en dieren en hun samenhang:

de eigen omgeving verkend De kandidaat kan:

1 verbanden aangeven tussen vorm, bouw en leefwijze van organismen en de omgeving

Page 68: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 68

DEEL 4 VMBO-GT

waarin deze organismen leven, en uitleggen hoe planten en dieren zijn aangepast aan hun leefomgeving;

2 delen waaruit zaadplanten zijn opgebouwd benoemen, hun functie(s) beschrijven en aangeven welke delen van planten voedingsmiddelen en/of grondstoffen leveren voor de mens;

3 enkele typen weefsel(s) van planten met functie(s) en bouw beschrijven.

− BIO/K/12 Van generatie op generatie De kandidaat kan:

1 stadia in de levenscyclus van zaadplanten met geslachtelijke voortplanting noemen, inclusief aspecten van het overwinteren van een plant;

2 aan de hand van voorbeelden geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting bij zaadplanten herkennen en toelichten.

Doordat de examens vrij veel vragen bevatten over planten, gaan we uitgebreid in op deze exameneenheden en eindtermen. Voortplanting We beginnen de basisstof met de behandeling van kenmerken en verschillen van ongeslachtelijke en geslachtelijke voortplanting. Bij ongeslachtelijke voortplanting bespreken we delen (boomalg), stekken (bladbegonia), knollen (aardappel), bollen (tulp), uitlopers (aardbei) en wortelstokken (lelietje-van-dalen). We benadrukken dat ongeslachtelijke voortplanting plaatsvindt door gewone celdeling (mitose), zodat de nakomelingen hetzelfde genotype hebben als de ouderplant. In de opdrachten komt aan de orde dat hiervan onder andere in de landbouw gebruik wordt gemaakt om een gunstig genotype te behouden. Aan het einde van de basisstof herhalen we dat aan geslachtelijke voortplanting reductiedeling (meiose) voorafgaat waarbij stuifmeelkorrels en eicellen ontstaan. Versmelting van een stuifmeelkorrel en een eicel leidt tot genetische variatie. In deel 3 vmbo-gt is dit al aan de orde geweest. De bouw en functie van bloemen In basisstof 2 komen bouw en functie van bloemen aan de orde. Over de begrippen eenslachtig en tweeslachtig beantwoorden de leerlingen vragen in opdracht 5. Deze begrippen zijn een regelmatig terugkerend onderwerp op het examen. Volgens de exameneenheid BIO/K/3 Leervaardigheden in het vak biologie, moeten leerlingen een aantal strategische vaardigheden beheersen die bijdragen tot de ontwikkeling van het eigen leervermogen. Zij moeten daarvoor biologisch bronnenmateriaal kunnen gebruiken.

Daarom gaan de leerlingen bij opdracht 7 aan de slag met de cd-rom De interactieve flora van Nederland en Vlaanderen. Bestuiving We besteden in deze basisstof aandacht aan de kenmerken van insectenbloemen en windbloemen. U kunt dan voorbeelden van windbloemen en insectenbloemen laten zien. We bespreken ook de verschillende manieren van bestuiving. In opdracht 11 gaan leerlingen stuifmeelkorrels van de wilg determineren. Ze leren dat deze stuifmeelkorrels hooikoorts kunnen veroorzaken. Ze moeten bij deze opdracht ook een werkplan maken voor een onderzoek. Het begrip tweehuizig en de bloeiwijzen meeldraadkatjes en stamperkatjes zijn regelmatig onderwerpen van examenvragen. Om te oefenen beantwoorden de leerlingen hierover vragen in opdracht 14. De begrippen komen niet terug in de samenvatting. Bevruchting In deze basisstof leggen we uit hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt en welke veranderingen er na bevruchting in het vruchtbeginsel plaatsvinden. Met illustraties laten we de ontwikkeling zien van bloem tot sinaasappel, banaan, koffiebes en appel (afbeelding 29 en 30). Volledigheidshalve behandelen we de verspreiding van vruchten en zaden. Bij opdracht 21 werken leerlingen opnieuw met de cd-rom De interactieve flora van Nederland en Vlaanderen om uit te zoeken hoe verschillende soorten planten hun zaden verspreiden. Het is niet te verwachten dat over dit onderwerp vragen zullen worden gesteld op een Centraal Examen. Ontkieming, groei en ontwikkeling In basisstof 5 beschrijven we de ontkieming, groei en ontwikkeling van planten. We behandelen de bouw van zaden en de ontkieming aan de hand van de bruine boon. Voor leerlingen is dit herkenbaar doordat ze in de brugklas al bruine bonen hebben bekeken en getekend. Daarom hebben we het boonpracticum hier weggelaten. U kunt dit practicum desgewenst zelf toevoegen. Opdracht 23 beschrijft een biologisch onderzoek. We gaan ervan uit dat de leerlingen de kennis en vaardigheden hiervoor al hebben opgedaan met de zesde druk van deel 3 vmbo-gt. Leerlingen moeten kunnen beschrijven op welke manieren planten kunnen overwinteren. Ze hoeven de begrippen eenjarige, tweejarige en meerjarige (overblijvende) planten echter niet te kennen. Het vermijden van deze termen kan echter leiden tot

Page 69: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 69

DEEL 4 VMBO-GT

omslachtige omschrijvingen. Vandaar dat we ze toch in de basisstof hebben gebruikt. Bovendien kunnen leerlingen deze termen tegenkomen in tuingidsen, flora’s en andere plantenboeken. Bij opdracht 25 gaan de leerlingen opzoeken of een plant eenjarig, tweejarig of meerjarig is. Ze werken hiervoor weer met de cd-rom De interactieve flora van Nederland en Vlaanderen. Wortels, stengels, bladeren Basisstof 6 gaat over bouw en functies van wortels, stengels en bladeren. Dit zijn vrij traditionele onderwerpen in het biologieonderwijs. Het transport via houtvaten en bastvaten, de opname van water en mineralen en het transport en de opslag van assimilatieproducten in zaadplanten komen uitgebreid aan de orde. Vooral over opslag van assimilatieproducten worden vaak vragen gesteld op Centrale Examens. Ten slotte leren de leerlingen hoe jaarringen in een boomstam ontstaan. Stevigheid en bescherming De laatste basisstof beschrijft hoe planten stevigheid en bescherming verkrijgen. Om volledig te zijn over stevigheid bij planten behandelen we naast houtvaten en vezels ook turgor. Het openen en sluiten van huidmondjes door verandering van turgor is hierop een logische aanvulling. Een huidmondje is een opening met aan weerszijde twee sluitcellen. Het mechanisme achter het openen en sluiten van huidmondjes is de afgifte of opname van kalium. De kaliumopname is gekoppeld aan een membraanpotentiaal dat ontstaat door protonpompen. Deze pompen actief H+ de sluitcellen uit. Door het ladingsverschil dat dan ontstaat, wordt K+ uit de naburige cellen de sluitcel in getransporteerd. Hierdoor stijgt de osmotische waarde van deze sluitcellen. Er zal vervolgens diffusie van water plaatsvinden vanuit de omringende opperhuidcellen. De turgor in de sluitcellen neemt dan toe. De sluitcellen zijn bij de opening het meest rekbaar en zetten daardoor uit in verticale richting waardoor de huidmondjes worden geopend. Door verlies van K+ of door sterke verdamping neemt de turgor af en kunnen huidmondjes sluiten. We bespreken tot slot dat planten te sterke verdamping kunnen tegengaan door een dikke waslaag, verzonken huidmondjes en haren. Extra basisstof De extra basisstof bevat leerstof die niet per se tot het basisprogramma van de vmbo-gt-leerling behoort. De extra stof behandelt onderwerpen die iets moeilijker en uitgebreider zijn dan de

onderwerpen in de reguliere basisstof. U bepaalt zelf welke extra basisstof de leerlingen kunnen doen. Qua opbouw is de extra basisstof vergelijkbaar met de reguliere basisstof. De teksten worden afgewisseld met afbeeldingen en opdrachten. De opdrachten worden gemaakt in het werkboek. De competenties/vaardigheden of doelstellingen van de extra basisstof zijn opgenomen in de samenvatting. Beoordelingspracticum: Helmknop In extra basisstof 8 gaan de leerlingen een klaargemaakt preparaat van een dwarsdoorsnede van een helmknop bekijken. Leren en werken: Plantenkweker Extra basisstof 9 gaat in op de relatie tussen het vak biologie en mogelijke toekomstige beroepen van de leerlingen. In dit geval komt een plantenkweker aan het woord. Hij runt een modern bedrijf. Bij het beantwoorden van de vragen wordt duidelijk welke werkzaamheden een kweker zoal uitvoert, wat het belang van plantenkennis is en welke vaardigheden je moet bezitten als kweker. Ook wordt duidelijk dat een zelfstandig kweker ondernemerscapaciteiten moet bezitten. Vanuit de bewustwording van de werkzaamheden en vereiste capaciteiten voor dit beroep beantwoordt de leerling de vraag waarom dit beroep wel of niet iets is voor hem. Samenvatting De samenvatting bevat de belangrijkste leerinhouden uit het thema. Ze is geformuleerd op doelstellingenniveau. Daarnaast is steeds aangegeven welke competenties/vaardigheden aan de orde zijn geweest. Veelal worden die vaardigheden niet in de toets bevraagd. Diagnostische toets Met behulp van de diagnostische toets kan de leerling nagaan of hij het thema inhoudelijk voldoende beheerst. De toetsvragen zijn geordend op doelstellingenniveau. In het werkboek is een bijbehorend scoreblad opgenomen. De leerlingen kunnen de toets zelfstandig maken en nakijken. De bundeling van de vragen naar doelstelling biedt de leerling de mogelijkheid om na te gaan welke doelstellingen hij beheerst en welke nog niet. De leerlingen kunnen de adviestoets ook maken op ePack. Op basis van de score uit de adviestoets krijgt de leerling een suggestie voor een vervolgroute: herhaling, extra of plus.

Page 70: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 70

DEEL 4 VMBO-GT

De verrijkingsstof De verrijkingsstof biedt leerlingen de mogelijkheid te kiezen uit drie verschillende onderdelen. Verrijkingsstof 1 behandelt de lengtegroei bij zaadplanten. Hierbij komen begrippen als celstrekking en celspecialisatie en de verschillende zones in een worteltop en stengeltop aan de orde. Verrijkingsstof 2 gaat in op de diktegroei bij bomen en struiken. In de basisstof komt dit onderwerp al kort aan de orde. In deze verrijkingsstof gaan we verder in op het ontstaan van jaarringen. Verrijkingsstof 3 is een practicum waarbij leerlingen de verdamping uit bladeren gaan onderzoeken. 3.4.2 Benodigdheden Basisstof − uienbol (15 stuks) − mes (5 stuks) − tekenmateriaal (per leerling) − bloeiende plant (15 stuks per klas) − computer met cd-romspeler (15 stuks) − de cd-rom De interactieve flora van Nederland

en Vlaanderen − klaargemaakt preparaat van stuifmeelkorrels

van verschillende soorten planten (per leerling) − microscoop (per leerling) − sperzieboon, zo compleet mogelijk (30 stuks) − (scheer)mesje (15 stuks) − klaargemaakt preparaat van een

dwarsdoorsnede van een stengel, bijvoorbeeld van een zonnebloem (per leerling)

Eventueel: − pincet (per leerling) − loep (per leerling) − windbloemen en insectenbloemen Extra basisstof − klaargemaakt preparaat van een

dwarsdoorsnede van een helmknop, bijvoorbeeld van een lelie (per leerling)

− microscoop (per leerling) − tekenmateriaal (per leerling) Verrijkingsstof − reageerbuis (4 per leerling) − reageerbuisrek (1 per leerling) − etiketten (4 per leerling) − liniaal (1 per leerling) − takjes met bladeren van dezelfde struik (4 per

leerling) − mes (1 per leerling) − vaseline (1 potje) − (sla)olie in een flesje met een druppelpipet

(1 per leerling) − maatcilinder van 25 mL (1 per leerling)

3.4.3 Hulpmiddelen − Ntr:schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor de

bovenbouw programma’s gemaakt over de onderwerpen ‘Fotosynthese’ (blok 11), ‘De werking van enzymen’ (blok 26) en ‘Zonlicht en zetmeelvorming’ (blok 29).

Via www.schooltv.nl kunt u de videobanden (blok 1 t/m 12 en blok 25 t/m 36) bestellen.

− Op de site van Schooltv Beeldbank zijn diverse educatieve clips over planten te zien. Leerlingen kunnen onder andere clips bekijken over de levenscyclus van een sperzieboon, een aardbei en een bloemkool. Er is ook een clip te zien over jaarringen.

− www.bioplek.org biedt onder andere informatie en animaties over de bouw van een bloem, de bouw van een blad, celstrekking en de bouw en werking van huidmondjes.

3.5 HANDLEIDING BIJ THEMA 3 ECOLOGIE

3.5.1 Didactische verantwoording/ didactische suggesties

Dit thema behandelt voornamelijk eindtermen uit exameneenheid BIO/K/6 Planten en dieren en hun samenhang: de eigen omgeving verkend. In dit thema komt aan de orde hoe elk organisme wordt beïnvloed door de omgeving waarin het leeft. De leerlingen moeten bij dit thema regelmatig vragen beantwoorden in het opdrachtenboek met behulp van artikelen die (actuele) informatie bevatten. Invloeden uit het milieu We bespreken eerst de biotische en abiotische factoren die organismen beïnvloeden. Daarna volgt een beschrijving van de verschillende niveaus van de ecologie: individu, populatie, levens-gemeenschap, biotoop en ecosysteem. Opdracht 5 sluit aan bij de exameneenheid BIO/K/3 Leervaardigheden in het vak biologie: de kandidaat kan eenvoudige opdrachten en eenvoudig onderzoek waarin de actieve en praktische zelfwerkzaamheid op de voorgrond staat, voorbereiden, uitvoeren en de resultaten vastleggen en evalueren. De leerlingen gaan in opdracht 5 een onderzoek evalueren en manieren bedenken om het onderzoek te verbeteren. Voedselrelaties Basisstof 2 gaat over voedselrelaties. Leerlingen moeten van organismen de voedselrelaties in een voedselketen en in een voedselweb kunnen aangeven. Voorafgaand aan de behandeling van producenten, consumenten en reducenten beschrijven we het

Page 71: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 71

DEEL 4 VMBO-GT

verschil tussen autotrofe en heterotrofe organismen. Deze begrippen worden niet als zodanig in het examenprogramma genoemd maar leerlingen moeten de omschrijvingen ervan wel kennen. Ze komen soms ook in het examenprogramma voor. We hebben daarom besloten deze termen te bespreken in de basisstof. Bij de behandeling van producenten, consumenten en reducenten delen we de organismen in conform de vier rijken van het thema ‘Ordening’ in deel 3 vmbo-gt. Bij de behandeling van de kringloop van stoffen hebben we ervan afgezien de term ‘kringloop’ te definiëren, omdat dit slechts tot onnodig formeel woordgebruik zou leiden. Uit ervaring weten we dat leerlingen toch vrij gemakkelijk inzicht krijgen in wat een kringloop is, zonder dat daar formele definities voor nodig zijn. Kringlopen In basisstof 3 behandelen we de koolstofkringloop en de stikstofkringloop. Leerlingen moeten een beschrijving kunnen geven van de relatief eenvoudige koolstofkringloop. Bij de meer ingewikkelde stikstofkringloop moeten ze aan de hand van een afbeelding van deze kringloop vragen kunnen beantwoorden. Dit verschil in benadering komt ook tot uitdrukking in de samenvatting, de diagnostische toets en de beoordelingstoetsen. Net als bij basisstof 2 delen we bij de koolstofkringloop de organismen in conform de vier rijken van het thema ‘Ordening’ in deel 3 vmbo-gt. Met de benadering van de stikstofkringloop komen we tegemoet aan BIO/K/3 Leervaardigheden in het vak biologie: de kandidaat kan informatie uit biologisch bronnenmateriaal verwerven, selecteren, verwerken en bewerken. De invloed van de mens op de koolstofkringloop (het broeikaseffect) en op de stikstofkringloop (verzuring) komt aan bod in het thema ‘Mens en milieu’. Piramides In basisstof 4 behandelen we de piramides van aantallen en van biomassa. Het eenvoudig definiëren van de biomassa als het gewicht van een organisme leidt gemakkelijk tot een verkeerd begrip bij leerlingen. Volgens deze definitie zou bijvoorbeeld de biomassa van een zaad direct vanaf het begin van de ontkieming toenemen. We hebben daarom biomassa nauwkeuriger gedefinieerd als ‘het totale gewicht van alle organische stoffen in een organisme’. In afbeelding 17 vermelden we per schakel van een voedselketen de aantallen individuen en de biomassa van deze individuen. Deze getallen zijn natuurlijk fictief en kunnen sterk variëren per

ecosysteem en per voedselketen. Door bij de piramide getallen te vermelden, willen we leerlingen een beter beeld geven van de verhoudingen tussen de verschillende schakels van een voedselketen. Een afbeelding alleen zou de indruk geven dat de verschillen tussen de schakels in werkelijkheid kleiner zijn. Volgens BIO/K/6 Planten en dieren en hun samenhang: de eigen omgeving verkend, kan de kandidaat uitleggen wat een ecosysteem is en uitleggen/noemen welke relaties er zijn tussen organismen bij de energiestromen in een ecosysteem. We behandelen de energiestroom in een ecosysteem daarom in een aparte sectie van basisstof 4. Populaties In basisstof 5 behandelen we de onderwerpen conform BIO/K/6 Planten en dieren en hun samenhang: de eigen omgeving verkend. Hierin staat dat de kandidaat in een beschreven ecosysteem biotische en abiotische milieufactoren kan noemen en kan toelichten dat individuen en populaties in een ecosysteem afhankelijk zijn van, en beïnvloed worden door biotische en abiotische factoren. Aan de orde komt dat biotische en abiotische factoren een rol spelen bij de schommeling van de populatiegrootte en bij de successie in een ecosysteem. Aanpassingen bij dieren Basisstof 6 gaat over een aantal aanpassingen bij dieren aan hun biotoop volgens BIO/K/6, 2 van het examenprogramma. Alleen de relatie bij zoogdieren tussen de vorm en de functie van de kiezen en de aard van het voedsel en de verhouding tussen darmlengte en lichaamslengte bij planten- en vleeseters komt in het thema ‘Voeding en vertering’ aan de orde. Het onderscheid teenganger − topganger (hoefganger) − zoolganger is al in het thema ‘Stevigheid en beweging’ van deel 3 vmbo-gt behandeld, maar toen niet in verband gebracht met kenmerken van de bodem. Daarom herhalen we dit onderscheid kort. We hebben ervoor gekozen enkele aanpassingen te behandelen die duidelijk verband houden met de leefomgeving: water of land en met de voedselkeuze. We behandelen bijvoorbeeld het voorkomen van een gestroomlijnde lichaamsvorm bij waterdieren, de aanpassingen aan hun eigen gewicht bij landdieren en de poten en snavelvorm bij vogels. Opdracht 32 behandelt het verband tussen de lichaamsgrootte en de stevigheid van de poten bij landdieren.

Page 72: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 72

DEEL 4 VMBO-GT

Aanpassingen bij planten De laatste basisstof behandelt aanpassingen bij planten aan hun biotoop volgens BIO/K/6, 2 van het examenprogramma. We bespreken de aanpassingen bij planten aan de hoeveelheid licht, aan een vochtig of droog milieu en aan water. Ook de aanpassingen bij klimplanten komen aan de orde. Extra basisstof De extra basisstof bevat leerstof die niet per se tot het basisprogramma van de vmbo-gt-leerling behoort. De extra stof behandelt onderwerpen die iets moeilijker en uitgebreider zijn dan de onderwerpen in de reguliere basisstof. U bepaalt zelf welke extra basisstof de leerlingen kunnen doen. Qua opbouw is de extra basisstof vergelijkbaar met de reguliere basisstof. De teksten worden afgewisseld met afbeeldingen en opdrachten. De leerlingen maken de opdrachten in het werkboek. De competenties/vaardigheden of doelstellingen van de extra basisstof zijn opgenomen in de samenvatting. Veldwerk en presentatie: Bodemdiertjes onderzoeken In extra basisstof 8 gaan de leerlingen een monster nemen van het strooisel en de bovenste bodemlaag. Ze gaan daarin diertjes zoeken en die vervolgens determineren met behulp van de zoekkaart op bladzijde 116 en 117. De resultaten presenteren ze aan de klas. Leren en werken: Stadsecoloog Extra basisstof 9 gaat in op de relatie tussen het vak biologie en mogelijke toekomstige beroepen van de leerlingen. In dit geval komt een stadsecoloog aan het woord. Zijn werkzaamheden worden belicht. Ook gaan leerlingen op een site van de gemeente Amsterdam opzoeken welke bedreigde diersoorten er in deze stad voorkomen. Samenvatting De samenvatting bevat de belangrijkste leerinhouden uit het thema. Ze is geformuleerd op doelstellingenniveau. Daarnaast is steeds aangegeven welke competenties/vaardigheden aan de orde zijn geweest. Veelal worden die vaardigheden niet in de toets bevraagd. Diagnostische toets Met behulp van de diagnostische toets kan de leerling nagaan of hij het thema inhoudelijk voldoende beheerst. De toetsvragen zijn geordend op doelstellingenniveau. In het werkboek is een

bijbehorend scoreblad opgenomen. De leerlingen kunnen de toets zelfstandig maken en nakijken. De bundeling van de vragen naar doelstelling biedt de leerling de mogelijkheid om na te gaan welke doelstellingen hij beheerst en welke nog niet. De leerlingen kunnen de adviestoets ook maken op ePack. Op basis van de score uit de adviestoets krijgt de leerling een suggestie voor een vervolgroute: herhaling, extra of plus. De verrijkingsstof De verrijkingsstof biedt leerlingen de mogelijkheid te kiezen uit twee verschillende onderdelen. In verrijkingsstof 1 behandelen we enkele concrete Nederlandse ecosystemen: duingebieden, loofbossen, naaldbossen, heidevelden en plassen. We maken duidelijk dat in elk van deze ecosystemen stadia van successie zijn te onderscheiden. Doordat leerlingen van huis uit bekend zijn met de behandelde ecosystemen, is het verband tussen de theorie van de ecologie en de praktijk van het natuurbeheer snel duidelijk. Verrijkingsstof 2 is een practicum waarbij leerlingen de waterdoorlaatbaarheid van verschillende grondsoorten gaan onderzoeken. 3.5.2 Benodigdheden Basisstof Voor de basisstof zijn geen speciale benodigdheden vereist. Extra basisstof − twee glazen potten (per 5 leerlingen) − schop (per 5 leerlingen) − twee grote vellen papier (per 5 leerlingen) − kwastje (per 5 leerlingen) − loep − computer met internetaansluiting Eventueel: − gids voor kleine ongewervelde dieren (per

5 leerlingen) Verrijkingsstof − verschillende grondsoorten (van elk ongeveer

1 liter) − watten (1 zak) − trechter (5 stuks) − maatcilinder (10 stuks) − horloge met seconde-aanduiding of stopwatch

(5 stuks) 3.5.3 Hulpmiddelen − www.bioplek.org biedt onder andere informatie

en animaties over de voedselketen en over voedselpiramides.

Page 73: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 73

DEEL 4 VMBO-GT

3.6 HANDLEIDING BIJ THEMA 4 MENS EN MILIEU

3.6.1 Didactische verantwoording/ didactische suggesties

Dit thema gaat over de relatie tussen de mens en het milieu. Hierbij komt vooral BIO/K/7 Mensen beïnvloeden hun omgeving aan bod. Op Centrale Examens stelt men vaak pittige vragen over dit onderwerp. Leerlingen worden in dit thema voorbereid op deze vragen. Ze zullen de opdrachten bij dit thema daarom vaak moeilijk vinden. We behandelen ook de invloed van de mens op het milieu. Een belangrijke invloed is vervuiling. We onderscheiden in dit thema luchtvervuiling, watervervuiling en bodemvervuiling. Daarbij realiseren we ons dat deze indeling kunstmatig is maar we gebruiken haar om de leerstof te rangschikken. Op Centrale Examens moeten leerlingen regelmatig vragen beantwoorden naar aanleiding van artikelen uit kranten, tijdschriften enz. Net als bij het thema ‘Ecologie’ zijn er bij dit thema daarom veel artikelen met vragen opgenomen. Over beide thema’s zijn gemakkelijker bruikbare teksten te vinden dan over andere thema’s. We realiseren ons dat leerlingen moeite zullen hebben met het beantwoorden van de vragen bij bepaalde artikelen. Een voorbeeld hiervan zijn de vragen van opdracht 2. U kunt de leerlingen hierbij ondersteunen door dergelijke opdrachten klassikaal te bespreken. Vooral vanuit de hoek van Natuur- en milieu-educatie (NME) wordt benadrukt dat we de relatie tussen de mens en het milieu niet uitsluitend vanuit het negatieve van de milieuproblematiek moeten benaderen. Deze relatie kent ook vele positieve kanten. De mens en het milieu Basisstof 1 behandelt de afhankelijkheid van de mens van het milieu. Volgens de exameneisen moet de kandidaat kunnen toelichten dat de mens voor voedsel, water, zuurstof, grondstoffen, energie en recreatie van ecosystemen afhankelijk is. Op welke manieren de mens afhankelijk is van het milieu wordt visueel weergegeven in afbeelding 1. Deze afbeelding zal bij de meeste leerlingen tot een sneller inzicht leiden. Voedselproductie In basisstof 2 gaan we in op de voedselproductie. In het examenprogramma staat dat de kandidaat de relatie moet kunnen toelichten tussen een grotere voedselproductie en bodembewerking,

voeding, gewasbescherming en veredeling waaronder genetische modificatie. We bespreken dat bemesting, bodembewerking en bescherming tegen ziekten en plagen voor een optimale productie van voedingsgewassen kunnen zorgen. De bestrijding van ziekten en plagen bij voedingsgewassen is beschreven vanuit het biologisch standpunt dat voor het milieu een chemisch bestrijdingsmiddel altijd minder goed is dan een goedwerkende biologische bestrijdingsmethode. Economisch gezien hoeft dat niet zo te zijn. In opdracht 4 gaan de leerlingen berekenen hoeveel DDT per kg biomassa iedere schakel van een voedselketen bevat. Het begrip accumulatie zal hierdoor duidelijker worden. Landbouw in Nederland Basisstof 3 gaat over de verschillende landbouwmethoden in Nederland. We gebruiken hier de term ‘biologische landbouw’ ter onderscheiding van de ‘gangbare landbouw’. De term biologische landbouw wordt ook gebruikt in publicaties van de overheid en milieuorganisaties. Andere termen zijn bijvoorbeeld biologisch-dynamische landbouw, ecologische landbouw en geïntegreerde landbouw. Deze termen zijn niet synoniem met biologische landbouw. Bij biologisch-dynamische landbouw houdt men bijvoorbeeld bij het bewerken van de bodem, het zaaien, wieden en oogsten, rekening met kosmische invloeden zoals de werking van de zon, de maan, de planeten en de tekens van de dierenriem. Vanuit biologisch standpunt gezien is de biologische landbouw te verkiezen boven de gangbare landbouw. We hebben echter getracht de voor- en nadelen van de verschillende landbouwmethoden zo objectief mogelijk te beschrijven. De tekst verbloemt echter niet dat onze sympathie ligt bij de biologische landbouw. Van elke landbouwmethode gaan de leerlingen in de opdrachten de voor- en nadelen op een rijtje zetten. Hiermee willen we bevorderen dat leerlingen een standpunt kunnen innemen over een aantal aspecten van de verschillende landbouwmethoden. Opdracht 13 en 14 maken duidelijk dat de invoer van grondstoffen voor veevoer de kringloop van stoffen in Nederland en in het land van herkomst verstoort. Leerlingen bij wie ze thuis een bedrijf hebben waar ze landbouw bedrijven volgens de gangbare methode, kunnen zich mogelijk aangesproken voelen als ‘boosdoeners’. Het is belangrijk om hier alert op te zijn.

Page 74: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 74

DEEL 4 VMBO-GT

Energie Door de veranderde manier van leven van de mens is het energiegebruik toegenomen. Volgens BIO/K/7 kunnen leerlingen toelichten hoe mensen hun omgeving beïnvloeden door energiegebruik. We bespreken in deze basisstof daarom de voor- en nadelen van de belangrijkste energiebronnen: fossiele brandstoffen, kernenergie en duurzame energiebronnen. De lucht We beginnen deze basisstof met het bespreken van luchtvervuiling veroorzaakt door fijnstof. Hierna behandelen we het broeikaseffect. Versterking van het broeikaseffect staat al jaren sterk in de belangstelling. Wetenschappelijke publicaties over de oorzaken en de gevolgen van het versterkte broeikaseffect spreken elkaar regelmatig tegen. Over de gevolgen van het versterkte broeikaseffect staat nog weinig met zekerheid vast. We maken in de tekst dan ook onderscheid tussen de waarneembare effecten en de mogelijke effecten. We gebruiken consequent de formulering ‘het versterkt broeikaseffect’. Zonder het (natuurlijke) broeikaseffect van de gassen in de atmosfeer zou de temperatuur van het aardoppervlak gemiddeld ruim 30 ºC lager zijn. De broeikasgassen zijn dus belangrijk voor het leven op aarde. Op www.milieuloket.nl kunt u actuele informatie vinden over de oorzaken en gevolgen van klimaatverandering en over het klimaatbeleid. Volgens de informatie op deze site zijn koolstofdioxide, methaan, distikstofoxide (N2O, lachgas) en fluorverbindingen de belangrijkste veroorzakers van het versterkte broeikaseffect. In de basisstof gaan we in op de toename van koolstofdioxide als belangrijkste oorzaak van versterking van het broeikaseffect. Hierbij wordt de relatie aangegeven van energiegebruik en ontbossing (platbranden van tropisch regenwoud). Verder noemen we het effect van waterdamp en van methaan uit mest. Methaan komt overigens ook vrij uit de magen van herkauwers, zoals koeien. Andere grote bronnen van methaan zijn vuilstortplaatsen, rijstbouw en de verliezen bij de olie- en gaswinning. Nog een bron van methaan is moerasgas. Bij het bespreken van de gevolgen van het versterkte broeikaseffect besteden we extra aandacht aan de gevolgen van klimaatverandering. Aan het einde van deze basisstof behandelen we de oorzaken en gevolgen van verzuring. In Nederland veroorzaakt de landbouw de meeste verzuring van het milieu. Ammoniak, dat vrijkomt in de bio-industrie, komt met regenwater in de bodem

terecht. Daar wordt het omgezet in nitraten waardoor de bodem verzuurt. Het water Basisstof 6 gaat over de oorzaken en gevolgen van vermesting en vervuiling met chemische afvalstoffen van water. De bijbehorende opdrachten zijn vaak moeilijk. Klassikale toelichting en bespreking van de basisstof en de opdrachten zal veel verduidelijken voor de leerlingen. De basisstof eindigt met het beschrijven van de zuivering van rioolwater door een waterzuiveringsinstallatie. De bodem In basisstof 7 gaan we in op de oorzaken en gevolgen van aantasting van de bodem door bodemvervuiling, ontbossing en verdroging. Daarna behandelen we afvalinzameling en afvalverwerking. In examenvragen wordt composteren als aparte manier van afvalverwerking genoemd naast recyclen. Composteren is toch anders dan het gebruiken van afvalproducten als grondstoffen voor nieuwe producten. We onderscheiden in dit thema dan ook vier methoden van afvalverwerking: recycling, composteren, verbranden en storten. Maatregelen om het milieu te beschermen We sluiten de basisstof af met maatregelen die kunnen worden genomen om het milieu te beschermen. In het vmbo-examenprogramma staat bij BIO/K/7 dat de kandidaat informatie kan verzamelen voor mogelijkheden tot maatregelen, met als doel het waarborgen van een duurzame relatie tussen mens en milieu, en in een presentatie de geïnventariseerde maatregelen kan samenvatten en de effecten ervan kan toelichten. We behandelen in deze basisstof de maatregelen die de overheid neemt. We realiseren ons dat die in het algemeen ver afstaan van de leef- en ervaringswereld van vmbo-leerlingen en dus kan leiden tot loos woordgebruik. Maatregelen zoals zonnecollectoren en gescheiden inzameling van afval zullen de leerlingen nog wel aanspreken. Het examenprogramma noodzaakt ons echter ook maatregelen te noemen om het mestoverschot en de uitstoot van ammoniak te verminderen. Leerlingen kunnen hierover in de media regelmatig berichten tegenkomen. Volgens BIO/K/3 van het vmbo-examenprogramma moet een leerling de basisrekenvaardigheden binnen de biologie kunnen toepassen. Daarom voeren leerlingen in opdracht 47 enkele eenvoudige berekeningen uit met de mineralenbalansen van twee bedrijven.

Page 75: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 75

DEEL 4 VMBO-GT

Om een bewustwordingsproces in gang te zetten, laten we de leerlingen een persoonlijke milieutest uitvoeren. Niet alle leerlingen zijn even gevoelig voor maatregelen om zelf mee te werken aan een beter milieu. Zij kunnen de milieutest (bewust) zo invullen dat de score ongunstig uitpakt. De vraagstelling met de antwoorden lokt dit ook uit. U kunt deze leerlingen in een klassengesprek uitdagen hun keuzes toe te lichten. Extra basisstof De extra basisstof bevat leerstof die niet per se tot het basisprogramma van de vmbo-gt-leerling behoort. De extra stof behandelt onderwerpen die iets moeilijker en uitgebreider zijn dan de onderwerpen in de reguliere basisstof. U bepaalt zelf welke extra basisstof de leerlingen kunnen doen. Qua opbouw is de extra basisstof vergelijkbaar met de reguliere basisstof. De teksten worden afgewisseld met afbeeldingen en opdrachten. De leerlingen maken de opdrachten in het werkboek. De competenties/vaardigheden of doelstellingen van de extra basisstof zijn opgenomen in de samenvatting. Werken met informatiebronnen: Van wild zwijn tot varken In extra basisstof 9 gaan de leerlingen oefenen in het werken met informatiebronnen. Op het Centraal Examen krijgen ze de laatste jaren steeds een informatieboekje over een bepaald onderwerp. Met behulp van dit informatieboekje moeten zij vervolgens een aantal opgaven maken. In extra basisstof 9 krijgen de leerlingen eerst informatie over wilde zwijnen en varkens. Vervolgens maken zij met behulp van de informatie de opdrachten in het werkboek. Leren en werken: Opsporingsambtenaar milieudelicten Extra basisstof 10 gaat in op de relatie tussen het vak biologie en mogelijke toekomstige beroepen van de leerlingen. In dit geval komt een opsporingsambtenaar milieudelicten aan het woord. Om leerlingen beter kennis te laten maken met de inhoud van dit beroep leggen we hun enkele problemen uit de praktijk voor. Samenvatting De samenvatting bevat de belangrijkste leerinhouden uit het thema. Ze is geformuleerd op doelstellingenniveau. Daarnaast is steeds aangegeven welke competenties/vaardigheden aan de orde zijn geweest. Veelal worden die vaardigheden niet in de toets bevraagd.

Diagnostische toets Met behulp van de diagnostische toets kan de leerling nagaan of hij het thema inhoudelijk voldoende beheerst. De toetsvragen zijn geordend op doelstellingenniveau. In het werkboek is een bijbehorend scoreblad opgenomen. De leerlingen kunnen de toets zelfstandig maken en nakijken. De bundeling van de vragen naar doelstelling biedt de leerling de mogelijkheid om na te gaan welke doelstellingen hij beheerst en welke nog niet. De leerlingen kunnen de adviestoets ook maken op ePack. Op basis van de score uit de adviestoets krijgt de leerling een suggestie voor een vervolgroute: herhaling, extra of plus. De verrijkingsstof De verrijkingsstof biedt leerlingen de mogelijkheid te kiezen uit twee verschillende onderdelen. Verrijkingsstof 1 gaat over de oorzaken en gevolgen van thermische waterverontreiniging. In verrijkingsstof 2 gaan de leerlingen een onderzoek doen naar de pH van regenwater en van oppervlaktewater. 3.6.2 Benodigdheden Basisstof − een zuur (0,1 M HCI) in een flesje met een

druppelpipet (5 stuks) − stukje kalksteen − stukje baksteen − stukje marmer − stukje betontegel Extra basisstof Voor de extra basisstof zijn geen speciale benodigdheden vereist. Verrijkingsstof − (jam)potje (10 stuks per klas) − etiketten − trechter (10 per klas) − pH-papier of een pH-meter 3.6.3 Hulpmiddelen − Op de site van het Ministerie van

Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; www.vrom.nl, kunnen u en uw leerlingen actuele informatie vinden over onderwerpen die met het milieu te maken hebben.

− Foldermateriaal van Greenpeace, Veemkade 18-20, 1019 GZ Amsterdam. T 0800 422 33 44, F (020) 622 1272, I www.greenpeace.nl

Page 76: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 76

DEEL 4 VMBO-GT

− Foldermateriaal van Vereniging Milieudefensie, Postbus 19199, 1000 GD Amsterdam. T (020) 626 26 20, I www.milieudefensie.nl

− Informatiepakketten (voor scholieren tot en met 15 jaar) over afval, het broeikaseffect en het tropisch regenwoud zijn te bestellen bij het Centrum voor Mondiaal Onderwijs (C.M.O.). T (024) 361 30 74, I www.cmo.nl

− Foldermateriaal van Vereniging Natuurmonumenten, Noordereinde 60, 1234 JJ ’s-Graveland. T (035) 655 99 33, I www.natuurmonumenten.nl

− Toegankelijke informatie van algemene aard over diverse milieukwesties (o.a. het versterkte broeikaseffect en zure regen) is te vinden op www.milieuloket.nl

− Ntr: schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor de bovenbouw programma’s gemaakt over de onderwerpen ‘De kwaliteit van het oppervlaktewater’ (blok 36), ‘Drinkwater’ (blok 37), ‘Watervervuiling’ (blok 38), ‘Lucht’ (blok 39), ‘Bestrijding en bemesting’ (blok 40), ‘Biologische bestrijding met feromonen’ (blok 47), ‘Biologische bestrijding met natuurlijke vijanden’ (blok 48), ‘Oorzaken van zure regen’ (blok 49) en ‘Gevolgen van zure regen’ (blok 50).

Via www.schooltv.nl kunt u de dvd (blok 25 t/m 36, blok 37 t/m 46 en blok 47 t/m 54) bestellen.

3.7 HANDLEIDING BIJ THEMA 5 VOEDING

EN VERTERING

3.7.1 Didactische verantwoording/ didactische suggesties

Dit thema gaat over voeding en vertering bij de mens. In basisstof 7 komt ook voeding en vertering bij zoogdieren aan bod. Dit sluit aan op het vorige thema ‘Mens en milieu’, waarin veel aandacht is besteed aan de landbouw. Voedsel We starten de basisstof van dit thema met de behandeling van de rol die bacteriën en schimmels hebben bij de bereiding van onder andere melkproducten, zuurkool, brood en alcoholische dranken. In het tweede deel van de basisstof behandelen we de manieren waarop men voedselbederf, veroorzaakt door schimmels en bacteriën, kan tegengaan. Als conserveringsmethode wordt onder andere zouten genoemd. Het belang van deze conserveringsmethode is de laatste jaren sterk afgenomen. Vlees pekelt men veel minder vaak dan vroeger. Bij gezouten en gerookt spek gebeurt het

nog wel. Ook vis wordt minder vaak gezouten. Nieuwe haring zal bij de meeste leerlingen nog wel bekend zijn. Voedingsmiddelen en voedingsstoffen In basisstof 2 komt eerst aan de orde wat een voedingsmiddel is. Daarna bespreken we de functies en kenmerken van de verschillende groepen voedingsstoffen. We noemen vier functies van voedingsstoffen: bouwstoffen, brandstoffen, reservestoffen en beschermende stoffen. De bedoeling is dat de leerlingen de werking van de verschillende voedingsstoffen begrijpen, zodat ze uit de voeten kunnen met voedingsadviezen. In dit kader komt ook het evenwicht tussen opname en gebruik van stoffen bij een constante lichaamsmassa aan de orde. In het werkboek zijn bij deze basisstof practica opgenomen over het aantonen van glucose en zetmeel. Om het practicum beter te laten aansluiten bij de belevingswereld van de leerlingen, kunt u de leerlingen vragen zelf 5 tot 10 verschillende stukjes voedingsmiddel mee te nemen. We hebben gekozen voor het aantonen van glucose met behulp van teststrookjes. U kunt hiervoor het beste ‘Clinistix’ gebruiken. Deze zijn verkrijgbaar bij apotheken of bij firma’s die practicum-benodigdheden leveren. De teststrookjes werken prima, maar zijn niet goedkoop. Om kosten te besparen, kunt u de strookjes daarom eventueel in de lengte door midden knippen. Ook kunt u de practica van opdracht 8 en 9 om die reden demonstreren. Eventueel kunt u glucose laten aantonen met een andere indicator, zoals fehlingreagens. Het nadeel is dat de oplossing dan meestal moet worden verwarmd. En fehlingreagens toont niet alleen glucose aan, maar ook andere mono- en disacchariden. Het aantonen van zetmeel zal weinig problemen opleveren. Als u uw leerlingen dit practicum zelfstandig laat uitvoeren, is het belangrijk voor goede druppelpipetten of druppelflesjes te zorgen. Wijs de leerlingen erop dat vlekken of spatten van joodoplossing moeilijk uit kleding te verwijderen zijn. Gezonde voeding In basisstof 4 is ‘De schijf van Vijf’ van het Voedingscentrum opgenomen. Deze schijf geeft de criteria voor gezonde voeding weer. In het midden staan vijf adviezen voor gezonde voeding die in afbeelding 25 verder zijn uitgewerkt. We bespreken in deze basisstof ook van welke factoren de energiebehoefte van een persoon afhankelijk is en hoe je kunt bepalen of er sprake is

Page 77: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 77

DEEL 4 VMBO-GT

van gezondheidsrisico’s met betrekking tot het gewicht. Een hulpmiddel hiervoor is de Quetelet-index of body mass index (BMI). In de tekst benadrukken we dat het belangrijk is om elke dag voldoende van alle voedingsstoffen binnen te krijgen om gezond te blijven en dat bij een tekort aan bepaalde voedingsstoffen gebreksziekten kunnen ontstaan. In het werkboek zijn een aantal opdrachten opgenomen waarbij de leerlingen hun energiebehoefte, energieverbruik en energieopname kunnen berekenen. Zo kunnen ze zelf bepalen of dit in evenwicht is. Het verteringsstelsel In basisstof 4 bespreken we het verteringsstelsel, het begrip vertering, de functie van verteringssappen en de darmperistaltiek. De werking van enzymen is al in het thema ‘Stofwisseling’ behandeld. In deze basisstof geven we daarom alleen aan wat de functie van enzymen is bij de vertering. U kunt de darmperistaltiek eventueel demonstreren met een stuk binnenband van een fiets en een pingpongballetje, zoals in afbeelding 34 is getoond. Daarbij kunt u speciale aandacht schenken aan de plaatsen waar de kringspieren en de lengtespieren zich samentrekken of ontspannen. Veel leerlingen hebben er moeite mee dit laatste te begrijpen. Door gelegenheid te geven dit zelf uit te proberen, zullen leerlingen dit gemakkelijker onthouden. De functie van de huig en het strotklepje komt in het thema ‘Gaswisseling’ aan bod. Het gebit We beginnen basisstof 5 met het bespreken van de functies van het gebit. Hierbij komt het principe van oppervlaktevergroting aan bod. Leerlingen hebben vaak moeite om dit te begrijpen. Het principe van oppervlaktevergroting komt echter terug in basisstof 6 bij darmplooien en darmvlokken en in het volgende thema bij longblaasjes. Om die reden leggen we uitgebreid uit hoe oppervlaktevergroting werkt. Hierna komen de bouw en de verzorging van het gebit aan bod. Hoewel deze leerstof in de delen 2 ook al uitgebreid aan de orde is geweest, herhalen we het hier omdat het wordt vermeld in de eindtermen in de syllabus van het CvE. Bovendien is de verzorging van het gebit een belangrijk onderwerp, doordat een goede gebitsverzorging vooral bij jongeren in de leeftijd van 15-16 jaar later veel leed kan voorkomen. Hoewel ze dat meestal niet willen toegeven, blijken leerlingen hun tanden vaak verkeerd te poetsen. We hebben daarom in afbeelding 40 aangegeven hoe je tanden

volgens een tandartsenvereniging moet poetsen en verzorgen. Misschien kunt u dat in de klas ook voordoen met een groot model tandenborstel en een schedel of een model van een kaak. In vrijwel elke klas zit wel een leerling die een of andere vorm van gebitscorrectie heeft. Gelukkig is het dragen van beugels en dergelijke steeds meer een geaccepteerd noodzakelijk kwaad. Toch moet u er alert op zijn dat een leerling met een beugel eventuele extra aandacht minder prettig kan vinden. In opdracht 21 gebruiken we de termen demineralisatie en remineralisatie om de leerlingen duidelijk te maken dat door een toename van het aantal eetmomenten, het tandglazuur zich niet kan herstellen en de kans op tandbederf groter wordt. We besteden ook extra aandacht aan erosie van het gebit door het nuttigen van voedingsmiddelen met zure stoffen. In de tekst spreken we steeds over controle en behandeling door een tandarts. In een steeds groter aantal gevallen zal dit ook door een mondhygiënist gebeuren. De organen voor vertering We hebben in basisstof 6 een practicum over de werking van speeksel opgenomen. Bij de opname van de verteringsproducten in de dunne darm beperken we ons tot de opname in het bloed. De opname in de lymfe wordt ook niet expliciet in de eindtermen genoemd. In opdracht 28 in het werkboek moeten de leerlingen de delen van het verteringsstelsel benoemen met hun functie. Opdracht 29 is bedoeld om leerlingen een overzicht te laten maken van de verteringssappen en hun werking. Het is gebleken dat leerlingen vaak moeite hebben het geheel van de vertering te overzien. Door deze twee opdrachten hopen we wat meer duidelijkheid te verschaffen. Vertering bij zoogdieren In basisstof 7 behandelen we de relatie bij zoogdieren tussen de vorm van de kiezen en de aard van het voedsel, en de verhouding tussen darmlengte en lichaamslengte bij planteneters, alleseters en vleeseters. Dit zijn de onderdelen die in de eindtermen van de syllabus staan en die in het thema ‘Ecologie’ niet aan bod zijn gekomen. U kunt deze basisstof verlevendigen door schedels van planteneters, vleeseters en alleseters te laten zien. Extra basisstof De extra basisstof bevat leerstof die niet per se tot het basisprogramma van de vmbo-gt-leerling

Page 78: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 78

DEEL 4 VMBO-GT

behoort. De extra stof behandelt onderwerpen die iets moeilijker en uitgebreider zijn dan de onderwerpen in de reguliere basisstof. U bepaalt zelf welke extra basisstof de leerlingen kunnen doen. Qua opbouw is de extra basisstof vergelijkbaar met de reguliere basisstof. De teksten worden afgewisseld met afbeeldingen en opdrachten. De leerlingen maken de opdrachten in het werkboek. De competenties/vaardigheden of doelstellingen van de extra basisstof zijn opgenomen in de samenvatting. Beoordelingspracticum: Weet wat je eet Met behulp van het programma Weet wat je eet kunnen leerlingen in extra basisstof 8 zicht krijgen op hun energiebalans. Het programma is beschikbaar via ePack en de leerlingen hebben keuze uit twee lessen. Leren en werken: Brood- en banketbakker Extra basisstof 9 gaat in op de relatie tussen het vak biologie en mogelijke toekomstige beroepen van de leerlingen. In dit geval komt een brood- en banketbakker aan het woord. Om leerlingen beter kennis te laten maken met de inhoud van dit beroep leggen we hun enkele problemen uit de praktijk voor. Samenvatting De samenvatting bevat de belangrijkste leerinhouden uit het thema. Ze is geformuleerd op doelstellingenniveau. Daarnaast is steeds aangegeven welke competenties/vaardigheden aan de orde zijn geweest. Veelal worden die vaardigheden niet in de toets bevraagd. Diagnostische toets Met behulp van de diagnostische toets kan de leerling nagaan of hij het thema inhoudelijk voldoende beheerst. De toetsvragen zijn geordend op doelstellingenniveau. In het werkboek is een bijbehorend scoreblad opgenomen. De leerlingen kunnen de toets zelfstandig maken en nakijken. De bundeling van de vragen naar doelstelling biedt de leerling de mogelijkheid om na te gaan welke doelstellingen hij beheerst en welke nog niet. De leerlingen kunnen de adviestoets ook maken op ePack. Op basis van de score uit de adviestoets krijgt de leerling een suggestie voor een vervolgroute: herhaling, extra of plus. De verrijkingsstof De verrijkingsstof biedt leerlingen de mogelijkheid te kiezen uit twee verschillende onderdelen. Verrijkingsstof 1 gaat over de invloed van de temperatuur op de werking van speeksel.

In verrijkingsstof 2 leren de leerlingen welk deel van een dier ze eten als ze vlees eten. 3.7.2 Benodigdheden Basisstof – reageerbuis (30 stuks) – reageerbuisrek (15 stuks) – mes of spatel (15 stuks) – glucose (100 gram per klas, verdeeld over

3 potjes, stopflesjes of schaaltjes) – teststrookje om glucose aan te tonen,

bijvoorbeeld Clinistix (ongeveer 100 per klas) – dranken, bijvoorbeeld:

• melk (100 à 150 mL per klas, verdeeld over 3 potjes, stopflesjes of schaaltjes)

• vruchtendrank (100 à 150 mL per klas, verdeeld over 3 potjes, stopflesjes of schaaltjes)

• sinas (100 à 150 mL per klas, verdeeld over 3 potjes, stopflesjes of schaaltjes)

• cola (100 à 150 mL per klas, verdeeld over 3 potjes, stopflesjes of schaaltjes)

• up-drank (100 à 150 mL per klas, verdeeld over 3 potjes, stopflesjes of schaaltjes)

– joodoplossing in een flesje met een druppelpipet (15 stuks)

– vaste voedingsmiddelen, bijvoorbeeld: • worst (100 à 150 gram per klas, verdeeld

over 3 potjes, stopflesjes of schaaltjes) • ui (2 à 3 stuks per klas, verdeeld over

3 potjes, stopflesjes of schaaltjes) • appel (2 à 3 stuks per klas, verdeeld over

3 potjes, stopflesjes of schaaltjes) – mes (15 stuks) – schoteltje om vaste voedingsmiddelen op fijn te

maken (15 stuks) – etiketten – trechter – zetmeeloplossing van 2% – een waterbad met water van (ongeveer) 37 ºC Eventueel: – fehlingreagens in een flesje met een

druppelpipet (15 stuks) – bekerglas van 500 mL (15 stuks) – brander, driepoot, gaasje (15 stuks) – de Nederlandse voedingsmiddelentabel – wandplaat van het verteringsstelsel van de

mens – stuk binnenband van een fiets – pingpongballetje – model of wandplaat van een tand of van een

kies – schedel van een mens of model van een kaak – groot model tandenborstel

Page 79: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 79

DEEL 4 VMBO-GT

– schedel van een koe, paard of andere planteneter

– schedel van een kat, hond of andere vleeseter – schedel van een varken of andere alleseter – wandplaat van het verteringsstelsel van een

planteneter, vleeseter en alleseter Extra basisstof – computer met internetaansluiting Verrijkingsstof – reageerbuis (8 per leerling) – reageerbuisrek (1 per leerling) – etiketten (8 per leerling) – zetmeeloplossing van 2% (ongeveer 50 mL per

klas) – een bekerglas smeltende ijsblokjes – waterbad met water van (ongeveer) 37 ºC – een bekerglas met bijna kokend water – een thermometer – joodoplossing in een flesje met een druppelpipet

(1 per leerling) 3.7.3 Hulpmiddelen – Ntr:schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor de

bovenbouw programma’s gemaakt over de onderwerpen ‘Het aantonen van voedingsstoffen in voedingsmiddelen’ (blok 25), ‘Enzymen’ (blok 26) en ‘Fermentatie van levensmiddelen’ (blok 32).

– Via www.schooltv.nl kunt u de dvd (blok 25 t/m 36) bestellen.

– Op de site van Schooltv Beeldbank zijn diverse educatieve clips over de spijsvertering te zien. Leerlingen kunnen onder andere clips bekijken over de spijsvertering, de spijsverteringsorganen, maagsap, de dunne darm, de dikke darm, water en de energiebalans.

– www.bioplek.org biedt onder andere informatie en animaties over enzymen, het gebit van een planteneter en vleeseter, het spijsverteringskanaal en voedingsstoffen.

– Op www.voedingscentrum.nl is informatie te vinden over voeding. Je kunt daar ook materiaal bestellen en allerlei voedingstesten doen.

3.8 HANDLEIDING BIJ THEMA 6

GASWISSELING

3.8.1 Didactische verantwoording/ didactische suggesties

In dit thema besteden we in vergelijking met de thema’s ‘Voeding en vertering’ en ‘Transport’ vrij veel aandacht aan dieren. Op het Centraal Examen

worden namelijk regelmatig vragen gesteld over gaswisseling bij dieren. Gaswisseling bij dieren In basisstof 1 komen achtereenvolgens de gaswisseling bij eencellige dieren, bij insecten, bij vissen en jonge amfibieën, en bij andere gewervelde diergroepen aan bod. In het begin van basisstof 1 komt het onderscheid aan de orde tussen ademhaling via het lichaamsoppervlak en de ademhaling via speciale ademhalingsorganen. Veel leerlingen hebben moeite het verband te zien tussen de grootte van het oppervlak en de inhoud. Extra uitleg voor deze leerlingen is dan op zijn plaats. Opdracht 2 is een practicum waarbij leerlingen een klaargemaakt preparaat van tracheeën en een klaargemaakt preparaat van stigma’s moeten bekijken en tekenen. De kieuwen van een vis kunnen de leerlingen in het beoordelingspracticum van extra basisstof 6 gaan bekijken. Het ademhalingsstelsel van de mens In basisstof 2 behandelen we de bouw en functie van de neusholte en de mondholte, de keelholte en het strottenhoofd, en de luchtpijp en bronchiën. We geven aan dat de meeste mensen door hun neus ademhalen. Afbeelding 12 bij opdracht 7 gaat in op de nadelen van mondademhaling. We hebben ervoor gekozen de slikbeweging en de functie van de huig en het strotklepje in dit thema te behandelen en niet in het thema ‘Voeding en vertering’. Uit ervaring is gebleken dat leerlingen de functie van de trilhaarcellen en van het slijm uit de slijmproducerende cellen gemakkelijk door elkaar halen. Mogelijk kunt u het verschil in functie via een klassikale behandeling benadrukken. De longblaasjes In basisstof 3 behandelen we eerst de gaswisseling in de longblaasjes en daarna de samenstelling van de in- en uitgeademde lucht. In afbeelding 14 wordt de opname van zuurstof en de afgifte van koolstofdioxide gevisualiseerd. Op deze manier willen we het inzicht in het proces van gaswisseling bij de leerlingen vergroten. In tabel 1 hebben we de samenstelling van de werkelijk uitgeademde lucht weergegeven, niet die van de lucht in de longblaasjes. In opdracht 12 voeren leerlingen een practicum uit waarbij ze kalkwater als indicator gebruiken om koolstofdioxide in uitgeademde lucht aan te tonen. U moet er rekening mee houden dat bij slechte ventilatie de lucht in een vol klaslokaal een veel hoger percentage koolstofdioxide kan bevatten dan

Page 80: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 80

DEEL 4 VMBO-GT

normaal. Wanneer dan gedurende enige tijd deze lucht door kalkwater wordt geleid, kan het kalkwater troebel worden. Het verdient aanbeveling niet langer dan één minuut in te ademen via kalkwater. Ventilatie in de longen Basisstof 4 behandelt de ventilatiebewegingen. Over dit onderwerp worden op Centrale Examens regelmatig vragen gesteld. Veel leerlingen hebben moeite met het goed begrijpen van de ademhalingsbewegingen. Vooral het onderscheiden van oorzaak-gevolgrelaties bij het in- en uitademen blijkt moeilijk te zijn. Daarom hebben we in het werkboek bij basisstof 4 veel verwerkingsopdrachten opgenomen. Bij opdracht 18 dient u de beschikking te hebben over een model waarmee de middenrifademhaling kan worden nagebootst. Wanneer de ballonnetjes nieuw zijn, wil het opblazen hiervan wel eens moeilijk gaan. U kunt de ballonnetjes van tevoren ‘oprekken’, maar u kunt ook in plaats van ballonnetjes plastic boterhamzakjes gebruiken. Dan is het effect duidelijker. Het model is overigens ook gemakkelijk zelf te vervaardigen, wanneer u aan een doorzichtige plastic klok kunt komen. Gezonde longen en luchtwegen In afbeelding 24 van basisstof 5 komen de ziekten astma en COPD aan de orde. Deze hebben te maken met ontstekingen van het ademhalingsstelsel. Voor de leerlingen lijken de verschijnselen van deze ziekten erg op elkaar. Extra klassikale uitleg of controle van opdracht 21 kan daarom nodig zijn. We bespreken in deze basisstof ook dat de luchtwegen overgevoelig kunnen zijn voor een of meer stoffen, zoals bij hooikoorts het geval is. U moet er rekening mee houden dat er leerlingen kunnen zijn die zelf lijden aan een longaandoening en daar emotioneel problemen mee hebben. Ze kunnen er bijvoorbeeld een hekel aan hebben in een klassikale situatie als astmapatiënt te worden aangeduid. Of ze proberen het te ontkennen of te bagatelliseren wanneer u hen ernaar vraagt. In opdracht 24 gaan we in op de gevolgen van roken. Volgens de eindtermen in de syllabus moeten leerlingen kunnen uitleggen wat er kan gebeuren bij gebruik van tabak en hierbij abstracte relaties kunnen leggen. Extra basisstof De extra basisstof bevat leerstof die niet per se tot het basisprogramma van de vmbo-gt-leerling behoort. De extra stof behandelt onderwerpen die iets moeilijker en uitgebreider zijn dan de

onderwerpen in de reguliere basisstof. U bepaalt zelf welke extra basisstof de leerlingen kunnen doen. Qua opbouw is de extra basisstof vergelijkbaar met de reguliere basisstof. De teksten worden afgewisseld met afbeeldingen en opdrachten. De leerlingen maken de opdrachten in het werkboek. De competenties/vaardigheden of doelstellingen van de extra basisstof zijn opgenomen in de samenvatting. Beoordelingspracticum: De kieuwen van een vis In extra basisstof 6 gaan de leerlingen het beoordelingspracticum ‘De kieuwen van een vis’ uitvoeren. Via een vishandelaar kunt u gemakkelijk aan vissenkoppen komen. Deze mogen van verschillende vissoorten afkomstig zijn. U zult wel van tevoren moeten weten hoeveel leerlingen deze extra basisstof gaan doen en in welke les, omdat de vissenkoppen alleen te gebruiken zijn op de dag waarop ze worden gehaald. Leren en werken: Longfunctieassistent Extra basisstof 7 gaat in op de relatie tussen het vak biologie en mogelijke toekomstige beroepen van de leerlingen. In dit geval komt een longfunctieassistent die werkzaam is in een revalidatiecentrum aan het woord. Samenvatting De samenvatting bevat de belangrijkste leerinhouden uit het thema. Ze is geformuleerd op doelstellingenniveau. Daarnaast is steeds aangegeven welke competenties/vaardigheden aan de orde zijn geweest. Veelal worden die vaardigheden niet in de toets bevraagd. Diagnostische toets Met behulp van de diagnostische toets kan de leerling nagaan of hij het thema inhoudelijk voldoende beheerst. De toetsvragen zijn geordend op doelstellingenniveau. In het werkboek is een bijbehorend scoreblad opgenomen. De leerlingen kunnen de toets zelfstandig maken en nakijken. De bundeling van de vragen naar doelstelling biedt de leerling de mogelijkheid om na te gaan welke doelstellingen hij beheerst en welke nog niet. De leerlingen kunnen de adviestoets ook maken op ePack. Op basis van de score uit de adviestoets krijgt de leerling een suggestie voor een vervolgroute: herhaling, extra of plus. De verrijkingsstof De verrijkingsstof biedt leerlingen de mogelijkheid te kiezen uit twee verschillende onderdelen.

Page 81: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 81

DEEL 4 VMBO-GT

Verrijkingsstof 1 behandelt de werking van de stembanden. Hierbij dient u de beschikking te hebben over een model van het strottenhoofd met stembanden. Zonder een dergelijk model is de werking van de stembanden voor leerlingen moeilijk te begrijpen. Een wandplaat zal waarschijnlijk niet genoeg duidelijkheid geven. In verrijkingsstof 2 bepalen leerlingen hun vitale capaciteit en die van medeleerlingen. Voor volwassenen geldt een vitale capaciteit variërend van 3,5 tot 6 liter. Ervaring met het practicum op school leert dat leerlingen gemiddeld een vitale capaciteit van ongeveer 4 liter hebben. Laat de spirometer na gebruik goed drogen voordat u hem weer opbergt. 3.8.2 Benodigdheden Basisstof – klaargemaakt preparaat van tracheeën van een

insect (per leerling) – klaargemaakt preparaat van stigma’s van een

insect (per leerling) – microscoop (per leerling) – tekenmateriaal (per leerling) – reageerbuis met een diameter van 30 mm

(15 stuks) – stop met twee gaten (15 stuks) – gebogen glazen buisje (30 stuks) – kalkwater (2 liter per klas) – een stukje rubber slang – een model van de middenrifademhaling (zie

opdracht 18 in het werkboek) – een petrischaal met voedingsbodem (per

leerling) Eventueel: – model van een insect met tracheeënstelsel – wandplaat van het ademhalingsstelsel van de

mens – model van de luchtpijp met bronchiën en

verdere vertakkingen – klaargemaakt preparaat van een

dwarsdoorsnede van luchtpijp of bronchie (per leerling)

Extra basisstof: – vissenkop (per leerling) – schoteltje (per leerling) – pincet (per leerling) – schaar (per leerling) – petrischaal (per leerling) – loep (per leerling) Verrijkingsstof – model van een strottenhoofd met stembanden – een spirometer

Hulpmiddelen – Ntr:schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor de

bovenbouw programma’s gemaakt over de onderwerpen ‘De longen’ (blok 33) en ‘Ademhaling’ (blok 64).

– Via www.schooltv.nl kunt u de dvd’s (blok 25 t/m 36 en blok 61 t/m 72) bestellen.

– Op de site van Schooltv Beeldbank zijn diverse educatieve clips over de ademhaling te zien. Leerlingen kunnen onder andere clips bekijken over ademhaling, luchtdruk, de luchtwegen, gaswisseling en de effecten van roken.

– www.bioplek.org biedt onder andere informatie en animaties over longblaasjes, opname van zuurstofgas en de samenstelling van uitgeademde lucht.

– Via www.astmafonds.nl kunt u voorlichtingsmateriaal verkrijgen over luchtwegaandoeningen.

3.9 HANDLEIDING BIJ THEMA 7

TRANSPORT

3.9.1 Didactische verantwoording/ didactische suggesties

In dit thema behandelen we het transport in het lichaam via bloed, weefselvloeistof en lymfe. Bloed In basisstof 1 komen de bestanddelen van bloed met hun kenmerken en functies aan de orde. We besteden verder aandacht aan de gebeurtenissen die achtereenvolgens plaatsvinden nadat een bloedvat wordt beschadigd en aan trombose. In opdracht 7 van basisstof 1 bekijken leerlingen een klaargemaakt preparaat van bloed met een microscoop. We hebben hiervoor gekozen om discussies te voorkomen. Er bestaat geen wet die zegt dat bloedprikken en bloedonderzoek op scholen verboden is. Scholen hebben wel zelf de mogelijkheid om dat te verbieden. Het NVON-advies is dat bloedprikken, ook door leerlingen bij zichzelf, bij schoolreglement verboden dient te zijn. Hetzelfde geldt voor het onderzoeken van bloed. De NVON-Arbocommissie zegt hierover het volgende:

7.4.1 Vakvoorschriften en aanbevelingen voor biologie: Bloed en weefsels Het is verboden weefsels te beschadigen. Het prikken van bloed bij anderen is dus verboden, ook in verband met privacy en mogelijk besmettingsgevaar met AIDS en Hepatitis. De school dient erop toe te zien dat dit niet gebeurt. Ook het zichzelf prikken wordt sterk

Page 82: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 82

DEEL 4 VMBO-GT

ontraden. Zeker bij minderjarigen zijn het de ouders die hierover beslissen.

Het is wel mogelijk om practica uit te laten voeren met behandeld en getest bloed. Materialen hiervoor zijn verkrijgbaar bij Stichting Sanquin Bloedvoorziening. U kunt het practicummateriaal jaarlijks tussen 1 april en 15 juni bestellen. Levering vindt plaats in de week van 1 november. Als u wilt, kunt u de afbeeldingen 2 en 12 zelf demonstreren met runder- of varkensbloed. Dit is te verkrijgen bij een slachthuis. U kunt het bloed zelf onstolbaar maken. U moet dan 1,5 gram natriumoxalaat of 3 gram natriumcitraat oplossen in 20 mL gedestilleerd water. Deze oplossing voegt u dan toe aan ongeveer 975 mL bloed. Door goed schudden kunt u het vermengen. In de koelkast blijft het bloed ongeveer 5 dagen goed. De scheiding tussen bloedplasma en de vaste bloedbestanddelen (bloedcellen en bloedplaatjes) kunt u demonstreren door onstolbaar bloed enkele dagen te laten staan. De vaste bestanddelen bezinken dan. De scheiding is echter niet erg duidelijk en lichte bewegingen laten de scheiding weer verdwijnen. U kunt het bezinkingsproces versnellen door het bloed te centrifugeren. De bloedsomloop In basisstof 2 bespreken we de dubbele bloedsomloop bij de mens. Hierbij komen de functies van de kleine en grote bloedsomloop aan de orde. Deze basisstof is een voorbereiding op basisstof 3. De leerlingen zullen beter begrijpen waarom het hart uit twee helften bestaat, waar het bloed in de boezems vandaan komt en waarheen het bloed wordt weggepompt door de kamers. Het hart Basisstof 3 gaat over de bouw en werking van het hart. Wanneer leerlingen zich moeilijk voor kunnen stellen hoe een hart precies in elkaar zit en hoe het functioneert, kunt u ze het beste een model van een hart in handen geven. In verrijkingsstof 2 hebben leerlingen de mogelijkheid de bouw van een zoogdierhart te bekijken. Leerlingen kunnen ook bij zichzelf de harttonen beluisteren met behulp van een stethoscoop. De bloedvaten In basisstof 4 behandelen we eerst de kenmerken en functies van de drie typen bloedvaten. Daarna gaan we in op de naamgeving van de bloedvaten en de samenstelling van het bloed dat ze vervoeren. We besteden hierbij vrij veel aandacht aan de toevoer en de samenstelling van het bloed

naar en vanuit de lever. In Centrale Examens worden hier vaak vragen over gesteld. Hart- en vaatziekten De eindtermen in de syllabus voor vmbo vermelden dat leerlingen veelvoorkomende oorzaken van hartinfarct en hartritmestoornissen moeten kunnen noemen en beschrijven. En hart- en vaatziekten behoren in Nederland tot de meest voorkomende doodoorzaken. We besteden daarom veel aandacht aan ziekten die te maken hebben met het hart en de bloedvaten. Achtereenvolgens komen afwijkingen in de bloeddruk, slagaderverkalking, een hartinfarct, een beroerte, hartritmestoornissen en hartvergroting aan bod. We geven aan wat de gevolgen kunnen zijn van een bepaalde afwijking en hoe deze eventueel kan worden behandeld. Bypassoperaties, dotteren en een pacemaker worden in het handboek besproken. In het werkboek komen de plaatsing van een stent en een robotje dat verstopte bloedvaten weer open kan maken aan de orde bij opdracht 24. De voorlichtingsfolder van afbeelding 42 in het handboek geeft informatie over het herkennen van een beroerte. Als u een bloeddrukmeter tot uw beschikking hebt, kunt u de manier waarop een bloeddrukmeting wordt uitgevoerd bij een leerling demonstreren. U doet er wel goed aan leerlingen erop te wijzen dat u alleen de manier demonstreert en dat u geen bloeddrukmeting uitvoert. Het meten van de bloeddruk is voorbehouden aan een arts. De waarden die u bij leerlingen hebt gevonden, moeten dan ook niet als betrouwbaar worden opgevat. We sluiten deze basisstof af met adviezen voor een gezonde leefstijl om hart- en vaatziekten te voorkomen. U moet er rekening mee houden dat er leerlingen kunnen zijn die iemand in hun gezin of familie hebben die een hartinfarct of een beroerte heeft gehad. De leerstof in basisstof 5 kan bij deze leerlingen onbedoelde emoties oproepen. Weefselvloeistof en lymfe Basisstof 6 gaat over de kenmerken en functies van weefselvloeistof en lymfe. De meeste leerlingen zullen wel eens blaren hebben gehad. Bij opdracht 28 hebben we een artikel over blaren geplaatst, omdat wij denken dat leerlingen zich hierdoor meer kunnen voorstellen bij het begrip weefselvloeistof. Extra basisstof De extra basisstof bevat leerstof die niet per se tot het basisprogramma van de vmbo-gt-leerling

Page 83: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 83

DEEL 4 VMBO-GT

behoort. De extra stof behandelt onderwerpen die iets moeilijker en uitgebreider zijn dan de onderwerpen in de reguliere basisstof. U bepaalt zelf welke extra basisstof de leerlingen kunnen doen. Qua opbouw is de extra basisstof vergelijkbaar met de reguliere basisstof. De teksten worden afgewisseld met afbeeldingen en opdrachten. De leerlingen maken de opdrachten in het werkboek. De competenties/vaardigheden of doelstellingen van de extra basisstof zijn opgenomen in de samenvatting. Werken met informatiebronnen: Cholesterol In extra basisstof 7 gaan de leerlingen oefenen in het werken met informatiebronnen. Op het Centraal Examen krijgen de leerlingen de laatste jaren steeds een informatieboekje over een bepaald onderwerp. Met behulp van dit informatieboekje moeten zij vervolgens een aantal opgaven maken. In extra basisstof 7 krijgen de leerlingen eerst informatie over cholesterol. Vervolgens maken zij met behulp van de informatie opdracht 29 in het werkboek. Leren en werken: Verpleegkundige Extra basisstof 8 gaat in op de relatie tussen het vak biologie en mogelijke toekomstige beroepen van de leerlingen. In dit geval komt een verpleegkundige aan het woord. Dit is een veelvoorkomend beroep. Bij een van de opdrachten selecteren leerlingen informatie uit een behandelplan voor patiënten met verhoogde bloedingsneigingen. Het behandelplan is authentiek. We proberen hiermee leerlingen te laten zien dat de op school geleerde kennis van belang is in dit beroep. Ook maken leerlingen kennis met een onderdeel van de praktijk van een verpleegkundige. Het beroep verpleegkundige kan op mbo-niveau 4 of hbo-niveau 5 worden uitgeoefend. Een verpleegkundige op niveau 5 heeft meer bevoegdheden. Samenvatting De samenvatting bevat de belangrijkste leerinhouden uit het thema. Ze is geformuleerd op doelstellingenniveau. Daarnaast is steeds aangegeven welke competenties/vaardigheden aan de orde zijn geweest. Veelal worden die vaardigheden niet in de toets bevraagd. Diagnostische toets Met behulp van de diagnostische toets kan de leerling nagaan of hij het thema inhoudelijk voldoende beheerst. De toetsvragen zijn geordend op doelstellingenniveau. In het werkboek is een

bijbehorend scoreblad opgenomen. De leerlingen kunnen de toets zelfstandig maken en nakijken. De bundeling van de vragen naar doelstelling biedt de leerling de mogelijkheid om na te gaan welke doelstellingen hij beheerst en welke nog niet. De leerlingen kunnen de adviestoets ook maken op ePack. Op basis van de score uit de adviestoets krijgt de leerling een suggestie voor een vervolgroute: herhaling, extra of plus. De verrijkingsstof De verrijkingsstof biedt leerlingen de mogelijkheid te kiezen uit twee verschillende onderdelen. Verrijkingsstof 1 gaat over onderzoek van hart en bloedvaten. Opdracht 2 is een practicum waarbij leerlingen hun eigen bloeddruk gaan meten. Dit practicum is dus alleen uitvoerbaar wanneer er op school een bloeddrukmeter aanwezig is. Verrijkingsstof 2 is een practicum over de bouw van een zoogdierhart. Bij slachthuizen zult u waarschijnlijk niet aan gave harten kunnen komen. Eventueel kunt u er een demonstratiepracticum van maken door zelf bij een weinig beschadigd hart snede 1 aan te brengen en bij een ander daarvoor geschikt hart snede 2. Leerlingen hoeven dan alleen tekeningen te maken. 3.9.2 Benodigdheden Basisstof – klaargemaakt preparaat van bloed (per leerling) – microscoop (per leerling) – tekenmateriaal (per leerling) – klaargemaakt preparaat met dwarsdoorsneden

van een slagader en een ader Eventueel: – runder- of varkensbloed (1 liter) – natriumoxalaat (1,5 gram) of natriumcitraat

(3 gram) – gedestilleerd water (20 mL) – model van een hart (3 stuks) – stethoscoop (3 stuks) – bloeddrukmeter Extra basisstof – Voor de extra basisstof zijn geen speciale

benodigdheden vereist. Verrijkingsstof – bloeddrukmeter – een hart van een kalf, schaap of varken met

daaraan delen van de aansluitende bloedvaten (zo mogelijk 5 stuks per klas).

– prepareermateriaal (met een scalpel) (per leerling)

Page 84: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 84

DEEL 4 VMBO-GT

Hulpmiddelen – Ntr:schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor de

bovenbouw programma’s gemaakt over de onderwerpen ‘Het hart’ (blok 34), ‘Bloed’ (blok 61), ‘Het hart’ (blok 62) en ‘Bloedvaten’ (blok 63).

– Via www.schooltv.nl kunt u de dvd’s (blok 25 t/m 36 en blok 61 t/m 72) bestellen.

– Op de site van Schooltv Beeldbank zijn diverse educatieve clips over de bloedsomloop te zien. Leerlingen kunnen onder andere clips bekijken over de bloedsomloop, de functies van het hart, hart- en bloedvaten en slagaders en aders.

– www.bioplek.org biedt onder andere informatie en animaties over het bloed en het hart.

– Via www.hartstichting.nl kunt u voorlichtingsmateriaal verkrijgen over aandoeningen van het bloedvatenstelsel. Op deze site is ook veel informatie te vinden, onder andere informatie over de werking van het hart.

– Via www.sanquin.nl kunt u tussen 1 april en 15 juni lesmaterialen en practicumsets bestellen voor bloedonderzoek.

3.10 HANDLEIDING BIJ THEMA 8 OPSLAG,

UITSCHEIDING EN BESCHERMING

3.10.1 Didactische verantwoording/ didactische suggesties

In het laatste thema komen opslag en uitscheiding van stoffen en bescherming van het lichaam aan bod. Opslag, uitscheiding en bescherming zijn belangrijk voor het handhaven van een constant inwendig milieu. Als een bepaalde stof te veel in het inwendige milieu aanwezig is, kan deze in bepaalde organen worden opgeslagen. De stof wordt dan aan het inwendige milieu onttrokken, maar blijft in het lichaam aanwezig. Bij uitscheiding wordt een stof aan het inwendige milieu onttrokken en uit het lichaam verwijderd. Bij bescherming wordt het binnendringen in het inwendige milieu van schadelijke stoffen of organismen bemoeilijkt. In dit thema behandelen we voornamelijk de lever, de nieren en de huid. In de lever vindt opslag van stoffen plaats. Ook heeft hij een functie bij de uitscheiding. De nieren zijn belangrijke uitscheidingsorganen. De huid is een orgaan dat zowel door opslag als door bescherming bijdraagt aan een constant inwendig milieu. De afweer tegen ziekteverwekkers kan worden beschouwd als een beschermende functie van onder andere het bloed. Daarom behandelen we de afweerfunctie van het bloed in dit thema en niet in het thema ‘Transport’. Als gevolg hiervan komen in dit thema ook bloedgroepen en bloedtransfusies ter sprake.

Een constant inwendig milieu In basisstof 1 behandelen we het inwendig milieu. Dit begrip is afkomstig van de Franse fysioloog Claude Bernard (1813-1878). Hij noemde het ‘milieu intérieur’. Bij eencelligen is water meestal het uitwendige milieu. Bernard wees erop dat in veelcellige organismen iedere individuele cel omgeven is door een dun laagje vloeistof, de weefselvloeistof. Hij noemde dit het inwendig milieu. Ook het bloedplasma rekende hij hiertoe. Voor de leerlingen is het moeilijk te begrijpen dat niet het lichaam als geheel, maar de weefselvloeistof en het bloedplasma het inwendig milieu vormen. We denken daarom dat u er goed aan doet om dit nog eens klassikaal te verduidelijken. Iets wat het verteringskanaal passeert, zonder in het bloed te zijn opgenomen, is niet in het inwendige milieu geweest. Ontlasting wordt daarom niet als uitscheiding beschouwd. In afbeelding 1 brengen we de belangrijkste organen en processen die van belang zijn voor het handhaven van een constant inwendig milieu met elkaar in verband. Doordat leerlingen deze tekening vaak moeilijk vinden, is het waarschijnlijk verstandig om haar ook klassikaal te bespreken. Het voordeel is dat leerlingen door deze afbeelding het verband zien tussen verschillende organen. Dit sluit aan bij de eindtermen in de syllabus waarin staat dat: ‘De kandidaat kan toelichten dat een organisme als een geheel beschouwd kan worden waarbij voor instandhouding en gezondheid van het organisme processen in onderlinge samenhang plaatsvinden.’ Aan het eind van basisstof 1 behandelen we het terugkoppelingsmechanisme aan de hand van de hormonen insuline en glucagon. Hierbij noemen we niet het begrip ‘terugkoppeling’. In de eindtermen in de syllabus worden de hormonen insuline en glucagon specifiek genoemd. Doordat de invloed van adrenaline op de omzetting van glycogeen in glucose niet rechtstreeks is gericht op het regelen van het glucosegehalte van het bloed, noemen we dit hormoon niet in dit thema. De werking van adrenaline is al in het thema ‘Regeling’ behandeld. Overigens zijn ook de hormonen insuline en glucagon al in het thema ‘Regeling’ behandeld, maar we vonden het belangrijk ze in dit verband nog een keer aan bod te laten komen. De lever In basisstof 2 behandelen we de functies van de lever. Hierbij leggen we de nadruk op de functies voor het handhaven van een constant inwendig milieu. Volledigheidshalve noemen we kort andere functies.

Page 85: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 85

DEEL 4 VMBO-GT

Opdracht 8 in het werkboek gaat over hepatitis A en hepatitis B. Dit zijn de twee belangrijkste vormen van hepatitis. Hepatitis A komt tegenwoordig vaker voor, doordat mensen op vakantie gaan naar landen waar het virus dat deze ziekte veroorzaakt, voorkomt in het voedsel of in water. Ook hepatitis B komt vaker voor. Deze ziekte wordt op dezelfde manier overgedragen als aids: via bloed-bloedcontact of onveilig seksueel contact. Leerlingen krijgen informatie over het ontstaan van deze ziekten en over de gevolgen ervan. De nieren en de urinewegen Basisstof 3 behandelt eerst de ligging en de macroscopische bouw van de nieren. Daarna komen de functies en kenmerken aan bod. Leerlingen verwarren gemakkelijk de benamingen urineleider en urinebuis. Ook hebben ze moeite het verschil tussen de functies ‘verzamelen van urine’ (in de nierbekkens) en ‘opslaan van urine’ (in de urineblaas) te doorzien. Misschien kunt u dit klassikaal toelichten. In opdracht 8 besteden we aandacht aan de werking van een kunstnier. De huid en het onderhuids bindweefsel In basisstof 4 komen de functies en kenmerken van de huid en het onderhuidse bindweefsel aan de orde. De huid heeft een beschermende functie tegen uitdroging, beschadiging, ziekteverwekkers en uv-straling, en een regelende functie bij het handhaven van een min of meer constante lichaamstemperatuur. Bij de regeling van de lichaamstemperatuur gebruiken we de term ‘temperatuurregelcentrum’. In het onderhuids bindweefsel vindt opslag van vet plaats. Het vet heeft een warmte-isolerende werking. Afweer Basisstof 5 gaat over de afweer door antistoffen en op welke manieren immuniteit kan ontstaan. Hierbij komen natuurlijke immuniteit en kunstmatige immuniteit door actieve en passieve immunisatie aan de orde. Volgens de eindtermen in de syllabus moeten de leerlingen binnen de context van bescherming en antistoffen uitleg kunnen geven over auto-immuunziekten. Opdracht 19 is een artikel over reuma dat hieraan tegemoetkomt. Transplantaties en bloedtransfusies In basisstof 6 bespreken we eerst de problemen die door het afweersysteem kunnen worden veroorzaakt bij transplantaties en auto-

immuunziekten. Leerlingen moeten volgens de eindtermen in de syllabus binnen de context van bescherming en antistoffen uitleg kunnen geven over (xeno)transplantaties en auto-immuunziekten. Daarna behandelen we de rol van bloedfactoren bij bloedtransfusies en de rol die de resusfactor kan spelen bij zwangerschap. Leerlingen vinden dit meestal erg moeilijk. Bij bloedtransfusies met een andere bloedgroep is het belangrijk dat leerlingen begrijpen waarom er in het bloed van de ontvanger geen antistoffen aanwezig mogen zijn tegen de bloedfactoren van de donor. Bij de resusfactor is het belangrijk dat ze begrijpen waarom bij een zwangerschap van een resusnegatieve vrouw de tweede zwangerschap van een resuspositief kind problemen oplevert. Ook moet het voor de leerlingen duidelijk zijn dat men problemen met resuskinderen tegenwoordig voorkomt door bij een resusnegatieve moeder antiresus in te spuiten, direct na de geboorte van een kind. U doet er verstandig aan bij deze basisstof klassikale toelichting te geven. Extra basisstof De extra basisstof bevat leerstof die niet per se tot het basisprogramma van de vmbo-gt-leerling behoort. De extra stof behandelt onderwerpen die iets moeilijker en uitgebreider zijn dan de onderwerpen in de reguliere basisstof. U bepaalt zelf welke extra basisstof de leerlingen kunnen doen. Qua opbouw is de extra basisstof vergelijkbaar met de reguliere basisstof. De teksten worden afgewisseld met afbeeldingen en opdrachten. De leerlingen maken de opdrachten in het werkboek. De competenties/vaardigheden of doelstellingen van de extra basisstof zijn opgenomen in de samenvatting. Standpunt bepalen: Orgaandonatie Volgens de eindtermen moeten de leerlingen hun eigen gedachten over biologische onderwerpen mondeling en schriftelijk kunnen formuleren. In extra basisstof 7 gaan de leerlingen daarmee oefenen. Ze moeten in deze extra basisstof hun standpunt bepalen over orgaandonatie. Leren en werken: Doktersassistent Extra basisstof 8 gaat in op de relatie tussen het vak biologie en mogelijke toekomstige beroepen van de leerlingen. In dit geval komt een doktersassistent aan het woord. Voor dit beroep is algemene medische en biologische kennis vereist. Leerlingen beantwoorden vragen over de werkzaamheden, benodigde capaciteiten en het belang van de medische kennis. Met behulp van de folder over de griepprik, wordt aan leerlingen

Page 86: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 86

DEEL 4 VMBO-GT

gevraagd of bepaalde patiënten de griepprik nodig hebben. Hiermee willen we twee doelen bereiken. Ten eerste wordt de relevantie van biologische kennis in dit beroep zichtbaar. Ten tweede worden de werkzaamheden van dit beroep enigszins in de praktijk gebracht, waardoor leerlingen een beter beeld van het beroep krijgen. Samenvatting De samenvatting bevat de belangrijkste leerinhouden uit het thema. Ze is geformuleerd op doelstellingenniveau. Daarnaast is steeds aangegeven welke competenties/vaardigheden aan de orde zijn geweest. Veelal worden die vaardigheden niet in de toets bevraagd. Diagnostische toets Met behulp van de diagnostische toets kan de leerling nagaan of hij het thema inhoudelijk voldoende beheerst. De toetsvragen zijn geordend op doelstellingenniveau. In het werkboek is een bijbehorend scoreblad opgenomen. De leerlingen kunnen de toets zelfstandig maken en nakijken. De bundeling van de vragen naar doelstelling biedt de leerling de mogelijkheid om na te gaan welke doelstellingen hij beheerst en welke nog niet. De leerlingen kunnen de adviestoets ook maken op ePack. Op basis van de score uit de adviestoets krijgt de leerling een suggestie voor een vervolgroute: herhaling, extra of plus. De verrijkingsstof De verrijkingsstof biedt leerlingen de mogelijkheid te kiezen uit drie verschillende onderdelen. In verrijkingsstof 1 wordt aandacht besteed aan de mogelijke oplossingen als de nieren niet goed werken. Behalve het uitvoeren van een niertransplantatie is er de mogelijkheid om een patiënt te behandelen met een kunstnier. Leerlingen gaan bij deze verrijkingsstof iemand interviewen die een kunstnier gebruikt of een huisgenoot van iemand die een kunstnier gebruikt. In verrijkingsstof 2 gaan leerlingen een poster maken over xenotransplantatie. Leerlingen krijgen hierdoor de gelegenheid om deze presentatievorm te oefenen. In verrijkingsstof 3 maken de leerlingen een puzzel waarin begrippen uit de basisstof terugkomen. 3.10.2 Benodigdheden Basisstof – Voor de basisstof zijn geen extra benodigdheden

vereist.

Extra basisstof – Voor de extra basisstof zijn geen extra

benodigdheden vereist. Verrijkingsstof – groot vel papier – viltstift (zwart – blauw – groen – rood) – plakstift 3.10.3 Hulpmiddelen – Ntr:schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor de

bovenbouw programma’s gemaakt over de onderwerpen ‘De huid’ (blok 77) en ‘Hormonen’ (blok 81).

– Via www.schooltv.nl kunt u de dvd (blok 73 t/m 82) bestellen.

– Op de site van Schooltv Beeldbank zijn diverse educatieve clips over de onderwerpen opslag, uitscheiding en bescherming te zien. Leerlingen kunnen onder andere clips bekijken over uv-straling, antistoffen, fagocyten en afstoting bij transplantatie.

– www.bioplek.org biedt onder andere informatie en animaties over de nier en de huid.

– Via www.nierstichting.nl kunt u informatie over de werking van de nieren en over nieraandoeningen verkrijgen.

– Via www.hepatitis.nl, de site van het Nationaal Hepatitis Centrum, kunt u informatie krijgen over de verschillende vormen van hepatitis.

3.11 JAARSCHEMA BIJ DEEL 4 VMBO-GT

Verdeling van de thema’s over het schooljaar Periode Thema’s 1 1 Stofwisseling

2 Planten 3 Ecologie Herhaling van leerstof uit deel 3vmbo-gt deel a

2 4 Mens en milieu 5 Voeding en vertering 6 Gaswisseling Herhaling van leerstof uit deel 3vmbo-gt deel b

3 7 Transport 8 Opslag, uitscheiding en

bescherming Examentraining

Page 87: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 87

DEEL 4 VMBO-GT

Deze verdeling is globaal. De verdeling is onder andere afhankelijk van de vakantieplanning van uw regio en van de organisatie van het schooljaar op uw school. Op de meeste scholen is het schooljaar ingedeeld in 4 perioden. De laatste periode komt voor 4vmbo te vervallen in verband met de examens. Aantal lessen per thema per onderdeel Thema Totaal Basisstof en

extra basisstof Diagnostische toets

Verrijkingsstof Beoordelings-toets

1 2 3 4 5 6 7 8

10 12 12 14 12 10 10 10

7 9 9 11 9 7 7 7

1 1 1 1 1 1 1 1

1 1 1 – 1,5 1 1 1 1 1 – 1,5

1 1 1 1 1 1 1 1

Bij dit schema zijn we uitgegaan van 100 lesuren op jaarbasis (25 weken x 4 lesuren tot aan het examen). De activiteiten per onderdeel zijn inclusief het nakijken of bespreken. Voor herhaling van leerstof uit deel 3vmbo-gt en examentraining zijn 10 lesuren beschikbaar. Het vermelde aantal uren is een gemiddelde. U kunt vanzelfsprekend per thema variëren. Ook door de leerlingen bepaalde onderdelen thuis te laten maken (bijvoorbeeld een deel van de verrijkingsstof) kunnen er variaties optreden.

3.12 EINDTERMEN BIOLOGIE EN DEEL 4

VMBO-GT

Bij het schrijven van deel 4vmbo-gt zijn de eindtermen van het vmbo-examenprogramma de voornaamste uitgangspunten geweest. In de onderstaande tabel is weergegeven welke eindtermen in de thema’s van deel 4vmbo-gt aan bod komen. De rest van de eindtermen is uitgewerkt in de delen 3vmbo-gt.

Stofwisseling K1: 1-2-5, K3: 9, K4: 4, K6: 4 Planten K1: 1-2-4-5-6, K2: 2, K3: 9, K6: 3-4, K12: 6-7 Ecologie K1: 2-5-6, K3: 7, K5: 1, K6: 2-5-6 Mens en milieu K1: 2-5-6, K3: 3-4, K7: 1-2-3-4-5 Voeding en vertering K1: 2-5-6, K3: 2-4-5-6-9, K5: 1-2-3, K9: 1-2-3-4 Gaswisseling K1: 2-4-5-6, K3: 2-6, K4: 4-5-6, K9: 4-7 Transport K1: 2-4-5-6, K3: 6-8-9, K4: 4-5-6, K9: 4-5-6, K10: 3 Opslag, uitscheiding en bescherming K1: 1-2-4-5-6. K3: 3, K9: 8, K10: 1-2, K11: 5-8-9-10, V1: 1-2-3-4-5

Page 88: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 88

DEEL 4 VMBO-GT

3.13 INHOUD EPACK DEEL 4 VMBO-GT

In onderstaande tabellen kunt u zien welke inhoud voor deel 4 op ePack te vinden is. 4 vmbo-gt Algemeen Thema 1 Stofwisseling Thema 2 Planten Thema 3 Ecologie Leerroute Basis Computerlessen − Enzymen (BS 1)

− Assimilatie (BS 3) − Fotosynthese en verbranding

(BS 5)

− Ongeslachtelijke voortplanting (BS 1)

− De bouw en functie van bloemen (BS 2)

− De levenscyclus van zaadplanten (BS 5)

− Bescherming tegen uitdroging (BS 7)

− Biotische en abiotische factoren (BS 1)

− De stikstofkringloop (BS 3) − Piramides (BS 4) − Aanpassingen bij dieren (BS 6) − Aanpassingen bij planten

(BS 7)

Vervangende computerles Fotosynthese (BS 2) Wortels, stengels, bladeren (BS 6) Voedselrelaties (BS 2) Vervangende basisstof (pdf) Fotosynthese en verbranding

(BS 5) Bevruchting (BS 4) Aanpassingen bij dieren (BS 6)

Leerroute Extra Extra stof (Extra basisstoffen in

handboek/werkboek) (Extra basisstoffen in handboek/werkboek)

(Extra basisstoffen in handboek/werkboek)

Leerroute Plus Verrijkingsstof (pdf) 1. (In handboek/werkboek)

2. (In handboek/werkboek) 3. De intensiteit van

fotosynthese 4. Onderzoek naar fotosynthese

1. (In handboek/werkboek) 2. (In handboek/werkboek) 3. (In handboek/werkboek) 4. Bloemformule en

bloemdiagram 5. Wortelstekken

1. (In handboek/werkboek) 2. (In handboek/werkboek) 3. Leven in de diepzee 4. Bij welke kleur licht groeien

planten het snelst?

Leerroute Remediërend Computerles herhaling − Fotosynthese

− Stofwisseling − Wortels, stengels, bladeren − Planten

− Voedselrelaties − Ecologie

Leerroute Extra / Plus / Remediërend Examentrainer (per thema; pdf) √ √ √ Samenvatting (pdf) √ √ √ Digiboeken

Page 89: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 89

DEEL 4 VMBO-GT

4 vmbo-gt Algemeen Thema 1 Stofwisseling Thema 2 Planten Thema 3 Ecologie Digiboeken − Handboek

− Werkboek − Antwoordenboek

− Handboek − Werkboek − Antwoordenboek

− Handboek − Werkboek − Antwoordenboek

Toetsen Adviestoets (digitaal) √ √ √ Eindtoets (digitaal) Versie A + B Versie A + B Versie A + B Eindtoets (Word/pdf) Versie A + B Versie A + B Versie A + B Eindtoets (Wintoets) Versie A + B Versie A + B Versie A + B Documenten Materiaallijst (pdf) √ Handleiding (pdf) √ Antwoorden open vragen eindtoets (Word/pdf)

√ √ √

Antwoorden vervangende basisstof (pdf)

N.v.t. N.v.t. N.v.t.

Antwoorden verrijkingsstof (pdf)

√ √ N.v.t.

Studiehulp / Naslag Planningsformulier (pdf) √ √ √ Examentrainers algemeen (pdf) √ Practicumbibliotheek √ Encyclopedie √ Biowetenschappers √ Themadossiers √ Rekenhulp √ Taalhulp vmbo √ Werkwijzer 3+4 vmbo √

Page 90: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 90

DEEL 4 VMBO-GT

4 vmbo-gt Algemeen Thema 4 Mens en milieu Thema 5 Voeding en

vertering Thema 6 Gaswisseling

Leerroute Basis Computerlessen − De mens en het milieu

(BS 1) − Landbouw in Nederland

(BS 3) − Waterbloei (BS 6) − Afval (BS 7)

− Conserveren van voedsel (BS 1)

− Voedingsmiddelen en voedingsstoffen (BS 2)

− Darmperistaltiek (BS 4) − De bouw van tanden en

kiezen (BS 5)

− Gaswisseling bij dieren (BS 1)

− De longblaasjes (BS 3) − Ventilatie in de longen

(BS 4)

Vervangende computerles Voedselproductie (BS 2) De organen voor vertering (BS 6)

Het ademhalingsstelsel van de mens (BS 2)

Vervangende basisstof (pdf) Maatregelen om het milieu te beschermen (BS 8)

N.v.t. N.v.t.

Leerroute Extra Extra stof (Extra basisstoffen in

handboek/werkboek) (Extra basisstoffen in handboek/werkboek)

(Extra basisstoffen in handboek/werkboek)

Leerroute Plus Verrijkingsstof (pdf) 1. (In handboek/werkboek)

2. (In handboek/werkboek) 3. De ozonlaag 4. De milieuscan 5. Je ecologische voetafdruk

1. (In handboek/werkboek) 2. (In handboek/werkboek) 3. De werking van maagsap 4. Wat kan er verkeerd gaan?

1. (In handboek/werkboek) 2. (In handboek/werkboek) 3. Koudbloedige en

warmbloedige dieren 4. De ademhaling bij vogels

Leerroute Remediërend Computerles herhaling − Afval

− Mens en milieu − De organen voor vertering − Voeding en vertering

− Het ademhalingsstelsel van de mens

− Gaswisseling Leerroute Extra / Plus / Remediërend Examentrainer (per thema; pdf)

√ √ √

Samenvatting (pdf) √ √ √

Page 91: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 91

DEEL 4 VMBO-GT

4 vmbo-gt Algemeen Thema 4 Mens en milieu Thema 5 Voeding en vertering

Thema 6 Gaswisseling

Digiboeken Digiboeken − Handboek

− Werkboek − Antwoordenboek

− Handboek − Werkboek − Antwoordenboek

− Handboek − Werkboek − Antwoordenboek

Toetsen Adviestoets (digitaal) √ √ √ Eindtoets (digitaal) Versie A + B Versie A + B Versie A + B Eindtoets (Word/pdf) Versie A + B Versie A + B Versie A + B Eindtoets (Wintoets) Versie A + B Versie A + B Versie A + B Documenten Materiaallijst (pdf) √ Handleiding (pdf) √ Antwoorden open vragen eindtoets (Word/pdf)

√ √ √

Antwoorden vervangende basisstof (pdf)

N.v.t. N.v.t. N.v.t.

Antwoorden verrijkingsstof (pdf)

√ √ √

Studiehulp / Naslag Planningsformulier (pdf) √ √ √ Examentrainers algemeen (pdf) √ Practicumbibliotheek √ Biowetenschappers √ Encyclopedie √ Themadossiers √ Rekenhulp √ Taalhulp vmbo √ Werkwijzer 3+4 vmbo √

Page 92: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 92

DEEL 4 VMBO-GT

4 vmbo-gt Algemeen Thema 7 Transport Thema 8 Opslag, uitscheiding

en bescherming Leerroute Basis Computerlessen − Bloed (BS 1)

− De bloedsomloop (BS 2) − Het hart (BS 3)

− De lever (BS 2) − De nieren en de urinewegen

(BS 3) − De huid en het onderhuidse

bindweefsel (BS 4)

Vervangende computerles Hart- en vaatziekten (BS 5) Afweer (BS 5) Vervangende basisstof (pdf) N.v.t. N.v.t. Leerroute Extra Extra stof (Extra basisstoffen in

handboek/werkboek) (Extra basisstoffen in handboek/werkboek)

Leerroute Plus Verrijkingsstof (pdf) 1. (In handboek/werkboek)

2. (In handboek/werkboek) 3. Epo 4. Wat kan er verkeerd gaan?

1. (In handboek/werkboek) 2. (In handboek/werkboek) 3. (In handboek/werkboek) 4. Eetbare vaccins 5. Wat kan er verkeerd gaan?

Leerroute Remediërend Computerles herhaling − Hart- en vaatziekten

− Transport − Afweer − Opslag, uitscheiding en

bescherming Leerroute Extra / Plus / Remediërend Examentrainer (per thema; pdf)

√ √

Samenvatting (pdf) √ √ Digiboeken Digiboeken − Handboek

− Werkboek − Antwoordenboek

− Handboek − Werkboek − Antwoordenboek

Toetsen Adviestoets (digitaal) √ √

Page 93: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 93

DEEL 4 VMBO-GT

4 vmbo-gt Algemeen Thema 7 Transport Thema 8 Opslag, uitscheiding en bescherming

Eindtoets (digitaal) Versie A + B Versie A + B Eindtoets (Word/pdf) Versie A + B Versie A + B Eindtoets (Wintoets) Versie A + B Versie A + B Documenten Materiaallijst (pdf) √ Handleiding (pdf) √ Antwoorden open vragen eindtoets (Word/pdf)

√ √

Antwoorden vervangende basisstof (pdf)

N.v.t. N.v.t.

Antwoorden verrijkingsstof (pdf)

√ √

Studiehulp / Naslag Planningsformulier (pdf) √ √ Examentrainers algemeen (pdf) √ Practicumbibliotheek √ Biowetenschappers √ Encyclopedie √ Thema's √ Rekenhulp √ Taalhulp vmbo √ Werkwijzer 3+4 vmbo √

Page 94: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 94

KATERN 3/4 VMBO-K ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE

4.1 INLEIDING

Dit deel van de docentenhandleiding bij Biologie voor jou hoort bij het katern Erfelijkheid en evolutie voor vmbo-k leerjaar 3 of 4. Het katern is een leerwerkboek voor vmbo-k. Naast alle teksten en afbeeldingen bevat het ook de opdrachten. In het antwoordenboek kunnen leerlingen de antwoorden op de opdrachten vinden. Ze kunnen hiermee hun antwoorden zelfstandig controleren. Het katern begint met een thema-inleiding. Hierna volgt basisstof. De basisstoffen bestaan uit teksten met afbeeldingen. Elke basisstof wordt afgesloten met het onderdeel Om te onthouden. Dit onderdeel is een samenvatting van de belangrijkste leerstof in de basisstof. Hierna volgt een controletoets met de naam Test jezelf. Test jezelf geeft leerlingen feedback tijdens het leerproces. Het geeft leerlingen de gelegenheid zelf te controleren of ze de belangrijkste leerinhouden beheersen. De verrijkingsstof is bedoeld om leerlingen opdrachten te laten kiezen waarvoor ze belangstelling hebben. De verrijkingsstof bij dit katern is te vinden op de internetsite en toegankelijk voor wie een ePack-licentie heeft. De handleiding bij dit katern is opgebouwd uit de volgende onderdelen: 1 Didactische verantwoording/didactische

suggesties Hierbij vindt u steeds aangegeven welke keuzen zijn gemaakt bij het samenstellen van het thema. Ook treft u aanwijzingen aan voor het gebruik van het thema. 2 Benodigdheden Hier vindt u een overzicht van benodigdheden voor het thema. 3 Hulpmiddelen Hieronder vindt u een overzicht van bruikbare hulpmiddelen, zoals naslagwerken, videoprogramma’s, computerprogramma's (inclusief cd-roms) en internetsites.

4.2 HANDLEIDING BIJ HET KATERN

ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE VOOR 3/4 VMBO-K

4.2.1 Didactische verantwoording/ didactische suggesties

Dit thema sluit goed aan bij het thema ‘Voortplanting en ontwikkeling’ (thema 3 in deel 3a). Er gaat veel aandacht uit naar de schematische weergave van de verschillende processen die aan bod komen. De leerlingen krijgen daardoor veel gemakkelijker inzicht in wat er precies gebeurt. We realiseren ons dat evolutie voor een aantal scholen een controversieel onderwerp is. In basisstof 8 in het leerlingenboek gaan we even in op de schepping. U kunt zelf uitmaken hoe u hier verder mee omgaat. Genotype en fenotype In basisstof 1 behandelen we de termen ‘fenotype’ en ‘genotype’. Met behulp van afbeeldingen laten we zien dat het fenotype van een organisme door invloeden uit het milieu kan veranderen. Reductiedeling Basisstof 2 gaat over de vorming van geslachtscellen door reductiedeling. De nadruk ligt op de verandering van het chromosomenaantal in de cellen. Hiermee wordt de essentie van de reductiedeling duidelijk. Om verwarring met gewone celdeling te voorkomen, hebben we ervoor gekozen om bij de reductiedeling de termen ‘zaadcelmoedercel’ en ‘eicelmoedercel’ te gebruiken. In opdracht 7 moeten de leerlingen meer stappen maken om het schema van de voortplanting van de mens in te vullen. Hiermee willen we het inzicht van de leerlingen in het proces van de reductiedeling vergroten. Om het voor leerlingen overzichtelijk te houden hebben we in afbeelding 12 het verloop van reductiedeling bij de mens schematisch weergegeven. In opdracht 8 vergelijken de leerlingen de gewone celdeling en de reductiedeling door een schema in te vullen.

4 Handleiding bij katern 3/4 vmbo-k

Page 95: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 95

KATERN 3/4 VMBO-K ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE

Geslachtschromosomen Basisstof 3 gaat over geslachtschromosomen en de wijze waarop zij het geslacht van een mens bepalen. Met behulp van afbeeldingen en opdrachten maken we de leerlingen duidelijk dat geslachtscellen maar één geslachtschromosoom bevatten. Hierna wordt uitgelegd hoe door bevruchting van twee geslachtscellen het geslacht wordt bepaald. Aan het einde van basisstof 3 behandelen we het ontstaan van tweelingen. Door bij het ontstaan van eeneiige tweelingen en twee-eiige tweelingen schema’s te gebruiken, krijgen leerlingen inzicht in wat er precies met de erfelijke informatie gebeurt bij de bevruchting en daarna. Chromosomen en genen In basisstof 4 wordt het begrip ‘gen’ geïntroduceerd. Hierbij beginnen we bewust met het weergeven van genen door figuurtjes. Pas later introduceren we de gebruikelijke weergave door letters. Veel leerlingen zien in het oplossen van kruisingsvraagstukken al gauw niets meer dan een ‘trucje op papier’. Door figuurtjes voor de genen te gebruiken, blijven ze langer beseffen dat de vraagstukken over genen in chromosomen gaan. Nadat we hebben uitgelegd hoe nieuwe genenparen kunnen ontstaan, introduceren we de termen ‘homozygoot’, ‘heterozygoot’, ‘dominant’ en ‘recessief’. In het werkboek staan hierover uitgebreide verwerkingsopdrachten. Deze opdrachten zijn heel belangrijk. Als de eerste basiskennis er niet goed in zit, ontstaan later problemen bij het maken van de kruisingsvraagstukken. Kruisingen In basisstof 5 schakelen we eerst over van figuurtjes naar letters om de genen aan te geven. Het leren oplossen van kruisingsvraagstukken kost doorgaans veel tijd. We behandelen het eerste kruisingsvraagstuk zeer uitgebreid in verschillende stappen. Bij dit eerste vraagstuk gaan leerlingen in de opdrachten 31 en 32 zelf ook delen van het vraagstuk oplossen. Onze ervaring is dat leerlingen hierdoor veel sneller begrijpen hoe erfelijkheids-vraagstukken kunnen worden aangepakt. In de opdrachten 33 t/m 36 volgen ter oefening enkele andere kruisingsvraagstukken. Bij elk vraagstuk hebben we bewust veel vragen gesteld, vaak stap voor stap. Hierdoor zijn leerlingen in staat zelfstandig de stof door te werken. Aan het einde van basisstof 5 behandelen we de verhoudingen van de verschillende genotypen en fenotypen bij de nakomelingen die door de kruisingen ontstaan.

Stambomen In basisstof 6 behandelen we de overerving van eigenschappen aan de hand van stambomen. Leerlingen leren, met behulp van stambomen waarbij zij zelf het genotype moeten noteren, hoe het genotype van een organisme kan worden afgeleid. Mutaties Deze basisstof is een goede voorbereiding op het onderwerp ‘evolutie’. In basisstof 7 komt aan de orde wat mutaties zijn en door welke invloeden de kans op mutaties kan toenemen. We bespreken ook het ontstaan en de uitzaaiing van kanker. In het werkboek is bij opdracht 46 een vraag opgenomen over de functie van een prik en een uitstrijkje bij het voorkomen van baarmoederhalskanker. Meisjes die zich hebben laten inenten tegen baarmoeder-halskanker kunnen zich namelijk afvragen waarom ze nog zo’n uitstrijkje moeten laten maken. De evolutietheorie In basisstof 8 behandelen we de hoofdlijnen van de neodarwinistische evolutietheorie. Na een korte inleiding herhalen we hoe nieuwe genotypen kunnen ontstaan. Hierdoor wordt voor leerlingen duidelijk wat het verband is tussen de onderwerpen ‘erfelijkheid’ en ‘evolutie’. Hierna starten we de behandeling van de evolutietheorie met voorbeelden van natuurlijke selectie bij huisjes-slakken en bij berkenspanners. Tot slot gaan we in op het ontstaan van nieuwe soorten. De ontwikkeling van het leven In basisstof 9 gaan we in op het ontstaan van het leven in de oceanen en zeeën. In een tijdbalk van de geschiedenis van de aarde (afbeelding 99) kunnen leerlingen zien wanneer de eerste eenvoudige vormen van leven ontstonden. Afbeelding 100 laat zien wanneer bepaalde tijdperken en perioden zijn begonnen en geëindigd. De tijdstippen die in de geologische tijdschaal worden genoemd, zijn erg globaal. De doelstelling is, dat leerlingen tijdbalken en tijdschalen kunnen aflezen. Ze hoeven geen opsomming te kunnen geven van groepen organismen die na elkaar zouden zijn ontstaan. Ook hoeven ze geen tijdstippen te reproduceren. We besteden ook aandacht aan het uitsterven van de dinosauriërs door de inslag van een meteoriet. Bij opdracht 55 gaan de leerlingen met behulp van afbeelding 104 uitzoeken welke invloed de meteorietinslag heeft gehad op andere diergroepen die toen leefden.

Page 96: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 96

KATERN 3/4 VMBO-K ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE

Tot slot behandelen we de stamboom van het leven. Bij de vermoedelijke afstamming van organismen (afbeelding 105) is conform het examenprogramma en het thema ‘Ordening’ (thema 2 in deel 3a) gekozen voor de indeling van het vier-rijkensysteem. Leerlingen moeten de stamboom kunnen aflezen. Ook moeten ze begrijpen dat een stamboom de mate van verwantschap toont tussen soorten. Verrijkingsstof In de verrijkingsstof wordt leerlingen de mogelijkheid geboden te kiezen uit twee verschillende onderdelen. De verrijkingsstof bij ‘Erfelijkheid en evolutie’ is te vinden op www.biologievoorjou.nl. Qua opbouw is de verrijkingsstof vergelijkbaar met de reguliere basisstof. De teksten worden afgewisseld met afbeeldingen en opdrachten. In verrijkingsstof 1 komt aan de orde hoe DNA kan worden gebruikt bij de misdaadbestrijding en bij het bepalen van verwantschap tussen mensen. Met behulp van een afbeelding wordt DNA-fingerprinting op een eenvoudige manier uitgelegd. In verrijkingsstof 2 leren leerlingen om vragen te beantwoorden met behulp van informatiebronnen. De teksten en afbeeldingen in de informatiebronnen beschrijven ontwikkelingen in de geschiedenis van het ontstaan van de mens. 4.2.2 Benodigdheden Basisstof Voor de basisstof zijn geen speciale benodigdheden vereist. Eventueel: − wandplaat ‘De ontwikkeling van het leven’ Verrijkingsstof Voor de verrijkingsstof is een computer met internetverbinding vereist. 4.2.3 Hulpmiddelen − Teleac/schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor

de onderbouw een programma gemaakt over het onderwerp ‘Erfelijkheid’ (blok 57). Via www.schooltv.nl kunt u de dvd (blok 57-66) bestellen.

− Teleac/schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor het vmbo vier programma’s gemaakt over het onderwerp ‘Erfelijkheid’. Via www.schooltv.nl kunt u de bijbehorende handleiding en de dvd bestellen.

− Op de site van Schooltv Beeldbank zijn diverse educatieve clips over het onderwerp chromosomen te vinden. Leerlingen kunnen onder andere clips bekijken over ‘iedereen is anders’, ‘wat is een karyogram’, DNA-profiel en DNA-tests.

− Het erfocentrum is een organisatie die informatie geeft over erfelijkheid en gezondheid. Via de erfolijn 0900-6655566 kunt u folders e.d. bestellen over diverse onderwerpen die met erfelijkheid te maken hebben. Via www.erfelijkheid.nl kunt u de folders (gratis) als pdf-bestand downloaden.

− Gidsen over fossielen. − Een kleine, algemene encyclopedie. − Teleac/schooltv heeft in de serie Bio-Bits voor

de onderbouw programma's gemaakt over de onderwerpen ‘Evolutie’ (blok 68), ‘Fossielen’ (blok 70) en ‘Bouw en functie’ (blok 71). Via www.schooltv.nl kunt u de dvd (blok 67-72) bestellen.

− Op de site van Schooltv Beeldbank zijn diverse educatieve clips over het onderwerp evolutie te vinden. Leerlingen kunnen onder andere clips bekijken over evolutietheorieën, genen bij fruitvliegen, bacteriën, de geschiktste leeft voort en overeenkomsten in bouw en taak.

− Op www.nhmmaastricht.nl kunt u met uw leerlingen een virtuele tocht door de Limburgse mergelgrotten maken. Tijdens deze tocht zijn er fossielen van ammonieten, zee-egels, zeesterren en de mosasaurus te zien.

− Op www.fossiel.net is allerlei informatie te vinden over fossielen. Er zijn ook foto’s te zien van fossielen per categorie.

Page 97: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A HANDLEIDING

Biologie voor jou © Malmberg ‘s-Hertogenbosch 97

KATERN 3/4 VMBO-K ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE

4.3 INHOUD EPACK KATERN 3/4 VMBO-K

In onderstaande tabel kunt u zien welke inhoud voor deel 3/4 vmbo-k op ePack beschikbaar is. U vindt deze inhoud op het ePack van 3 vmbo-bk als thema 7, en op het ePack van 4 vmbo-bk als thema 9. 3/4 vmbo-k Thema Erfelijkheid en evolutie Leerroute Basis Computerlessen − Hoe ontstaat het fenotype? (BS 1)

− Genenparen (BS 4) − De invloed van een mutatie (BS 7) − De evolutietheorie (BS 8) − Geologische tijdschaal (BS 9)

Vervangende computerles Kruisingen (BS 5) Vervangende basisstof (pdf) Genotype en fenotype (BS 1) Leerroute Extra Extra stof (Extra stoffen in leerwerkboek) Leerroute Plus Verrijkingsstof (pdf) 1. Misdaadbestrijding

2. Werken met informatiebronnen: Evolutie van de mens

Leerroute Remediërend Computerles herhaling − De evolutietheorie

− Erfelijkheid en evolutie Leerroute Extra / Plus / Remediërend Examentrainer (per thema; pdf) √ Om te onthouden (pdf) √ Digiboeken Digiboeken − Leerwerkboek

− Antwoordenboek Toetsen Adviestoets (digitaal) √ Eindtoets (digitaal) Versie A + B Eindtoets (Word/pdf) Versie A + B Eindtoets (Wintoets) Versie A + B Documenten Materiaallijst (pdf) √ Handleiding (pdf) √ Antwoorden open vragen eindtoets (Word/pdf)

Antwoorden vervangende basisstof (pdf)

Antwoorden verrijkingsstof (pdf)

Studiehulp / Naslag Planningsformulier (pdf) √ Examentrainers algemeen (pdf) √ Practicumbibliotheek √ Encyclopedie √ Biowetenschappers √ Themadossiers √ Rekenhulp √ Taalhulp vmbo √ Werkwijzer 3+4 vmbo √

Page 98: PAKKETSAMENSTELLING - …biologievoorjou.dtdl.prd.vo.malmberg.nl/uploads/manual/document/... · Vmbo-t/havo/vwo . Vmbo-t/havo/vwo, deel 1a + 1b voor klas 1 theoretische leerweg, havo

beoordelingstoets A COLOFON

Auteurs: Gerard Smits Ben Waas Arteunis Bos Onno Kalverda Marianne Gommers Redactie en opmaak: Redactiebureau Ron Heijer, Markelo Ontwerp: Uitgeverij Malmberg zesde druk, versie maart 2012 © Malmberg, 's-Hertogenbosch Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet 1912 jº het Besluit van 20 juni 1974, St.b. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, St.b. 471, en artikel 17

Beeldverwerving: Redactiebureau Ron Heijer, Markelo Illustraties: Teun Berserik, Den Haag Wim Euverman, Utrecht Corina van Riel, Amsterdam Bas Teunis, Eindhoven Henk van der Vrande, Lith Foto's: Marijn Olislagers fotografie, 's-Hertogenbosch Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. De uitgever geeft de school het recht om na aanschaf van een docenten-ePack Biologie voor jou leerjaar 3 dit toetsmateriaal te kopiëren voor eigen gebruik gedurende de geldigheid van de ePack-licentie.