Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht...

76
VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w. Coupure Links 653 9000 GENT 09/264.59.46 09/264.62.46 @ [email protected] OVERZICHT VAN DE BELGISCHE PLUIMVEE- EN KONIJNENHOUDERIJ IN 2010-2011 Prof. dr. ir. J. VIAENE maart 2012

Transcript of Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht...

Page 1: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

���� Coupure Links 653 9000 GENT � 09/264.59.46 � 09/264.62.46 @ [email protected]

OVERZICHT VAN DE BELGISCHE PLUIMVEE-

EN KONIJNENHOUDERIJ IN 2010-2011

Prof. dr. ir. J. VIAENE

maart 2012

Page 2: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

WOORD VOORAF

In onderstaand VEPEK-document wordt een overzicht geschetst van de Belgische pluimvee- en

konijnenhouderij in 2010-11. In het eerste deel worden de belangrijkste taken en activiteiten van

VEPEK weergegeven. Statistische gegevens omtrent de productie, structuur en buitenlandse handel in

de vermeerderings-, eier-, gevogelte- en konijnensector zijn terug te vinden in het tweede deel.

Sommige statistieken zijn verbazingwekkend en dienen met de nodige omzichtigheid behandeld te

worden. Het is goed van achter die vele cijfers de veranderingen in de loop van een aantal jaren te

zien. Minder zichtbaar , daar daarom niet minder waar , is de dynamiek van de vermeerderings-,eier-,

gevogelte- en konijnensector. Al die subsectoren hebben te maken met een toenemende concurrentie

op EU en wereldniveau, gepaard gaande met strengere normen op het vlak van gezondheid , milieu ,

dierenwelzijn en kwaliteit.

Het ‘Overzicht van de Belgische pluimvee- en konijnenhouderij in 2011’ wordt verspreid onder de

leden van de leden-verenigingen, pers, overheidsdiensten, financiële instellingen, toeleverende

bedrijven en andere geïnteresseerden.

We wensen hierbij alle leden van de Raad van Bestuur en de VEPEK-werkgroepen te danken voor hun

inzet en samenwerking, alsook de talrijke overheidsdiensten, organisaties en bedrijven voor het

deskundige overleg en het vertrouwen dat zij ons schenken. Na 23 jaar voorzitterschap vanaf het

stichten van VEPEK in 1989 is het “Overzicht 2011” het afscheidsnummer.

Prof. dr. ir. Jacques Viaene

maart 2012

Page 3: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

INHOUDSOPGAVE 1. Structuur en werking van VEPEK in 2011 ...................................................................................... 1

1.1 Structuur van VEPEK ............................................................................................................. 1

1.2 Beleidsgerichte aanpak in de Belgische Pluimveesector ......................................................... 2

1.2.1 Herpositionering van VEPEK ......................................................................................... 2

1.2.1.1 Missie .......................................................................................................................... 2

1.2.1.2 Taken ........................................................................................................................... 2

1.2.2 Aandachtspunten en uitgevoerde taken van VEPEK in 2011 ......................................... 4

1.2.2.1 Opvolging van prestaties van pluimveebedrijven door VEPEK in 2011 .................... 4

1.2.2.2 Sanitair Beleid ............................................................................................................. 4

1.2.2.3 Dierenwelzijn .............................................................................................................. 5

1.2.2.4 Commissie Dierlijk Afval ............................................................................................ 5

1.2.2.5 VLAM: Promotie- en kwaliteitsbeleid ........................................................................ 5

1.2.2.6 Belplume vzw .............................................................................................................. 6

1.2.2.7 Participatie in Projecten ............................................................................................... 6

1.2.2.8 Actualiseren “Overzicht van de Belgische pluimvee –en konijnenhouderij”.............. 6

1.2.2.9 Algemene voorlichting ................................................................................................ 6

2. Vermeerderingssector ...................................................................................................................... 7

2.1 Ontwikkeling in EU-perspectief .............................................................................................. 7

2.1.1 Handel in broedeieren door de EU-lidstaten ................................................................... 7

2.1.2 Handel in eendagskuikens door de EU-lidstaten ........................................................... 10

2.2 De Belgische vermeerderingssector ...................................................................................... 12

2.2.1 Productie ........................................................................................................................ 12

2.2.2 Structuur van de vermeerderings- en broeierijsector ..................................................... 15

2.2.3 Evolutie van de technische resultaten van moederdieren in België .............................. 15

2.2.4 Uitvoer van broedeieren ................................................................................................ 17

3. Eiersector ....................................................................................................................................... 18

3.1 De bedrijfskolom EI .............................................................................................................. 18

3.2 Ontwikkeling in EU-perspectief ............................................................................................ 19

3.2.1 Productie in de EU-lidstaten .......................................................................................... 19

3.2.2 Opzet van leghennen in de EU ...................................................................................... 21

3.2.3 Handel in eieren door de EU-lidstaten .......................................................................... 21

3.2.3.1 Buitenlandse handel in eieren in de schaal ................................................................ 21

3.2.3.2 Buitenlandse handel in eiproducten ........................................................................... 23

3.3 De Belgische eiersector ......................................................................................................... 26

3.3.1 Productie ........................................................................................................................ 27

Page 4: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

3.3.1.1 Productiestructuur...................................................................................................... 27

3.3.1.2 Regionale spreiding ................................................................................................... 31

3.3.1.3 Marktprijzen .............................................................................................................. 33

3.3.1.4 Evolutie van de technische resultaten van legkippen in België ................................. 33

3.3.2 Buitenlandse handel....................................................................................................... 36

3.3.2.1 Export van eieren in de schaal ....................................................................................... 36

4.3.2.2 Export van eiproducten .................................................................................................. 37

3.3.3 Distributie en verbruik ................................................................................................... 37

3.3.3.1 Bevoorradingsbalans eieren ....................................................................................... 37

3.3.3.2 Thuisverbruik van eieren: GfK-cijfers ...................................................................... 38

4. Gevogeltesector ............................................................................................................................. 42

4.1 De bedrijfskolom KIP ........................................................................................................... 42

4.2 Ontwikkeling in EU-perspectief ............................................................................................ 43

4.2.1 Productie in de EU-lidstaten .......................................................................................... 43

4.2.2 Handel in kippenvlees door de EU-lidstaten ................................................................. 44

4.3 De Belgische braadkippensector ........................................................................................... 47

4.3.1 Productie ........................................................................................................................ 47

4.3.1.1 Productiestructuur...................................................................................................... 47

4.3.1.2 Regionale spreiding ................................................................................................... 49

4.3.1.3 Evolutie jaarlijkse opzet van braadkippen ................................................................. 50

4.3.1.4 Marktprijzen .............................................................................................................. 53

4.3.1.5 Evolutie van de technische resultaten van braadkippen in België ............................. 54

4.3.2 Pluimveeslachterijen...................................................................................................... 56

4.3.2.1 Definitie en aantal...................................................................................................... 56

4.3.2.2 Ontwikkeling slachtcijfers gevogelte ........................................................................ 57

4.3.3 Buitenlandse handel....................................................................................................... 58

4.3.3.1 Bevoorradingsbalans ................................................................................................. 58

4.3.3.2 In – en uitvoer Levende kip .......................................................................................... 58

4.3.3.3.Buitenlandse handel in kippenvlees .............................................................................. 60

4.3.4 Distributie en verbruik ................................................................................................... 62

4.3.4.1 Thuisverbruik van kip: GfK-cijfers ........................................................................... 62

5. Belgische konijnensector ............................................................................................................... 64

5.1 Productie ................................................................................................................................ 64

5.1.1 Bevoorradingsbalans konijnen en wild: NIS-cijfers ...................................................... 64

5.1.2 Productiestructuur.......................................................................................................... 65

5.1.3 Rendabiliteit konijnenhouderij ...................................................................................... 66

5.2 Buitenlandse handel .............................................................................................................. 68

Page 5: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

5.2.1 Buitenlandse handel in levende konijnen ...................................................................... 68

5.2.2 Buitenlandse handel in konijnenvlees ........................................................................... 69

5.3 Distributie en verbruik ........................................................................................................... 70

5.3.1 Thuisverbruik van konijn: GfK-cijfers .......................................................................... 70

6. Referenties ..................................................................................................................................... 71

Page 6: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Structuur en werking van VEPEK in 2011 1

1. STRUCTUUR EN WERKING VAN VEPEK IN 2011

1.1 Structuur van VEPEK

VEPEK groepeert nagenoeg alle representatieve verenigingen die actief zijn in de diverse schakels van

de pluimvee- en konijnensector.

VEPEK telt volgende vijf lid-verenigingen:

⋅ Vereniging van Industriële Pluimveeslachterijen in België ~ VIP-België

⋅ Beroepsvereniging van de Mengvoederfabrikanten ~ BEMEFA

⋅ Nationale Beroepsvereniging van Fokkers en Broeiers ~ NBFB

⋅ Landsbond ,Vlaamse bedrijfspluimvee- en konijnenhouders

⋅ Bedrijfsgilden van de Belgische Boerenbond, Centrale Vakgroep Bedrijfspluimvee- en

konijnenhouders

De nadruk ligt op onderling overleg betreffende sectoroverschrijdende problemen en mogelijkheden

met het doel tot een gemeenschappelijk standpunt te komen voor de verschillende leden. Het is niet de

bedoeling dat VEPEK de belangenbehartiging van de verschillende ledenorganisaties invult. Wel moet

VEPEK een overlegplatform vormen om over gemeenschappelijke dossiers informatie uit te wisselen

en tot een gemeenschappelijk standpunt te komen. In die optiek is het essentieel dat VEPEK zijn

ledenorganisaties bijstaat met economische en wetenschappelijk onderbouwde informatie.

De Raad van Bestuur van VEPEK bepaalt het beleid van de organisatie en evalueert de door de

werkgroepen genomen initiatieven en de werking van het secretariaat.

VEPEK heeft vier werkgroepen, namelijk:

⋅ Gezondheid;

⋅ Milieu en Ruimtelijke Ordening;

⋅ Promotie en Kwaliteit;

⋅ Konijnen.

Elke werkgroep is samengesteld uit specialisten van alle geledingen. De werkgroep bestudeert

concrete dossiers en geeft, waar nodig, deskundig commentaar en advies.

Page 7: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Structuur en werking van VEPEK in 2011 2

1.2 Beleidsgerichte aanpak in de Belgische Pluimveesector

1.2.1 Herpositionering van VEPEK

Op 17 juni 2004 werd tijdens het overleg met de leden van de Raad van Bestuur de missie en de taken

van VEPEK bijgesteld.

1.2.1.1 Missie

De statuten van VEPEK dateren van 1990 en omschrijven de missie als volgt:

“De hoofddoelstelling van het Verbond is het groeperen van de representatieve verenigingen die in

alle takken van de sector pluimvee, eieren en konijnen aanwezig zijn en de gemeenschappelijke

belangen van hun leden verdedigen, dit met het oog op:

a) het onderlinge overleg tussen deze verschillende takken;

b) het overleg met de officiële instanties betreffende de sector pluimvee, eieren en konijnen,

zowel op gewestelijk, nationaal of internationaal vlak;

c) het naar buiten treden als sector tegenover het publiek.”

Uit het overleg van 17 juni 2004 kwam het volgende tot uiting.

⋅ De nadruk ligt op onderling overleg betreffende sectoroverschrijdende problemen en

mogelijkheden met het doel tot een gemeenschappelijk standpunt te komen voor de

verschillende leden. Het is niet de bedoeling dat VEPEK de belangenbehartiging van de

verschillende ledenorganisaties invult. Wel moet VEPEK een overlegplatform vormen om

over gemeenschappelijke dossiers informatie uit te wisselen en tot een gemeenschappelijk

standpunt te komen.

⋅ In die optiek is het essentieel dat VEPEK zijn ledenorganisaties bijstaat met economische

en wetenschappelijk onderbouwde informatie.

⋅ Het is de bedoeling dat VEPEK een crisiscel installeert, gericht op duidelijke afspraken

onderling, over standpunten tegenover de overheid en communicatie naar buiten toe.

1.2.1.2 Taken

Rekening houdend met de aangepaste visie wijzigt het takenpakket van VEPEK. De belangen-

behartiging op het eerste front is niet voor VEPEK. Voor problemen en mogelijkheden die een

deelsector overstijgt, hoeft VEPEK te zorgen voor onderbouwde informatieverschaffing en voor

communicatie van het standpunt in verschillende commissies en raden.

Page 8: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Structuur en werking van VEPEK in 2011 3

Het takenpakket van VEPEK spitst zich toe op:

⋅ Verzamelen en rapporteren van economische en wetenschappelijk onderbouwde gegevens

en inzichten over de problemen en mogelijkheden van de Belgische pluimveesector in EU

en mondiaal perspectief.

⋅ Instaan voor overleg tussen de verschillende ledenorganisaties om tot een

gemeenschappelijk standpunt te komen en dat standpunt gepast te vertolken in de

specifieke commissies en raden.

Het overleg situeerde zich meestal binnen een aantal werkgroepen. Deze werkgroepen

kunnen structureel zijn, of samengesteld worden volgens de noden van het moment. Het is

dan ook evident dat dit werkingsinstrument blijft bestaan, eventueel bijgestuurd aan de

hand van het aangepaste takenpakket.

Daarnaast dient er meer aandacht besteed te worden aan de vertegenwoordiging van

VEPEK in de verschillende commissies (waaronder de Commissie Dierlijk Afval, de Raad

van het Fonds,…) en is communicatie met de leden belangrijk.

⋅ Het organiseren van een crisiscel gericht op een evenwichtige aanpak en doelgerichte

communicatie. Hiertoe is de uitwerking van draaiboeken, scenario’s en studie van

mogelijke gevolgen belangrijk.

⋅ Wat betreft materie die specifiek is voor een deelsector neemt VEPEK geen initiatieven,

maar kan wel een ondersteunende rol spelen.

⋅ Het verzamelen en opvolgen van boekhoudkundige gegevens van pluimveebedrijven ten

behoeve van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Dienst Normering en Controle

Dierlijke Productie.

⋅ Binnen VEPEK wordt nagedacht over de instelling van een communicatiecel. Het kan

nuttig zijn dat voor sectoroverschrijdende materies de totale pluimveekolom met één

standpunt naar buiten komt. Ook bij calamiteiten is het belangrijk om als een blok te

reageren. Vooraleer met een standpunt naar buiten te treden, dienen de verschillende

lidorganisaties te worden geraadpleegd. Op deze wijze is men zeker dat de ganse kolom

hetzelfde standpunt deelt. Communicatie rond specifieke dossiers die gedragen worden

door de lidorganisaties wordt gevoerd door de lidorganisatie zelf.

Page 9: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Structuur en werking van VEPEK in 2011 4

1.2.2 Aandachtspunten en uitgevoerde taken van VEPEK in 2011

1.2.2.1 Opvolging van prestaties van pluimveebedrijven door VEPEK in 2011

In opdracht en overleg met de Vlaamse Overheid, departement Landbouw en Visserij, afdeling

Duurzame Landbouwontwikkeling werden de prestatiegegevens op 10 braadkippenbedrijven, 10

legkippenbedrijven, 3 scharrelbedrijven en 9 vermeerderingsbedrijven verzameld en verwerkt. De

resultaten werden samengevat in een afzonderlijk rapport, dat naar de deelnemers wordt toegestuurd.

Verder zat VEPEK samen met de Afdeling Monitoring en Studie om het verzamelen van de resultaten

te optimaliseren in de toekomst.

1.2.2.2 Sanitair Beleid

De problematiek binnen het Sanitair Fonds Pluimvee van het FOD focuste zich voornamelijk op de

nieuwe regelgeving omtrent Salmonella.

1. Aanpassing waardetabellen

In overleg met de leden van VEPEK werden de waardetabellen geactualiseerd. Die waardetabellen

zijn noodzakelijk om in tijden van crisis de actuele waarde te kennen van de verschillende soorten

pluimvee en kunnen gebruikt worden om bedrijven te vergoeden indien een sanitair probleem zich

voordoet.

2. Salmonella

Het begeleidingsprogramma voor Salmonella positieve pluimveebedrijven werd verder ondersteund

door het afsluiten van een akkoord betreffende de begeleider voor Salmonella preventie.

3. Afwezigheid van Se en St in 25 gram pluimveevlees.

De nieuwe Europese Verordening EG/2160/2003 omtrent “de nultolerantie van Salmonella in 25 gram

pluimveevlees” werd in 2011 verder aangepast en trad in voege op 1 december 2011. VEPEK was

actief op drie niveaus. Ten eerste, VEPEK nam deel aan het overleg op EU-niveau met DG Sanco. Ten

tweede, VEPEK organiseert het overleg met de federale overheidsdiensten en ministeries over de

problematiek “afwezigheid van Se en St”. Ten derde, VEPEK vormt het intern overlegplatform met

alle geledingen van de bedrijfskolom “braadkip”. Hierbij is de aanpak om een evenwichtig akkoord te

vinden tussen alle geledingen voor de praktische opvang van de nieuwe verordening.

4. Proefproject “Onafhankelijke Staalname”

Er werden 387 Vlaamse en Waalse braadkippenproducenten gecontacteerd waarvan er 236

antwoordden. 192 daarvan waren bereid mee te werken aan het proefproject. Het proefproject

Page 10: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Structuur en werking van VEPEK in 2011 5

vond plaats van februari tot juli 2011. In totaal werden op de 335 staalnamen, 20 Salmonella

positieve tomen gevonden, waarvan geen S.e. noch S.t.

5. VKI-formulier

Op 1 januari 2011 verving het ‘VKI-formulier’ (voedselketeninformatie) officieel het

‘slachtbegeleidingsdocument’. Het formulier werd in elektronische versie opgemaakt door VEPEK in

samenwerking met het FAVV. Tot op heden werd het VKI-formulier op vraag van de sector reeds

meermaals geüpdatet en verbeterd.

6. Antibiotica-resistentie

De werkgroep Antibiotica-resistentie kwam enkele keren samen om de te nemen maatregelen te

bespreken om het gebruik van antibiotica in de pluimveesector te reduceren. In dit opzicht maakt

VEPEK deel uit van de pluimveegroep binnen het kenniscentrum AMCRA voor het in kaart brengen

van het gebruik en de resistentie ten opzichte van antibiotica in de pluimveesector.

1.2.2.3 Dierenwelzijn

Met het in voege treden van de nieuwe wetgeving rond het verbod van kooihuisvesting bij de

legkippen begin 2012 wordt informatie verzameld betreffende de socio-economische gevolgen van de

alternatieve huisvestingen en doorgespeeld aan de leden van VEPEK. Via hen is VEPEK

vertegenwoordigd in de commissie dierenwelzijn.

1.2.2.4 Commissie Dierlijk Afval

Het onderzoek naar de kostenopbouw van de ophaling, verwerking en recyclage van dierlijk afval is

een moeilijk onderwerp. Met expertise heeft VEPEK meegewerkt om inzicht te verwerven in de

kostensituatie. Verder was VEPEK moderator voor het bereiken van een compromis tussen de zeer

uiteenlopende standpunten tijdens het overleg binnen OVAM met Rendac. Belangrijk is dat het

abonnement voor 2012 wordt aangepast in overeenstemming met de toegenomen kosten voor de

ophaling en verwerking van dierlijk afval.

1.2.2.5 VLAM: Promotie- en kwaliteitsbeleid

De uitwerking en opvolging van de promotieactiviteiten voor kip, ei en konijn in binnen- en

buitenland gebeurt door de Sectorgroep PEK, binnen de VLAM. VEPEK verleent actieve

medewerking en probeert met kennis van zaken het promotiebeleid te sturen in de richting van de

specifieke behoeften van de sector.

Page 11: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Structuur en werking van VEPEK in 2011 6

Verder stond VEPEK in voor de vertegenwoordiging en deelname aan ANUGA-Keulen, gericht op

buitenlandse promotie voor kip en konijn. De individuele standen van Vlaamse bedrijven gekoppeld

aan een gemeenschappelijke ontvangstplaats is een formule die het nog steeds doet.

1.2.2.6 Belplume vzw

Vanuit VEPEK is Belplume gegroeid. Hierbij werkt VEPEK dan ook verder mee aan de oplossing van

de voornaamste uitdagingen van Belplume, zoals daar zijn:

⋅ de erkenning als autocontrolesysteem door het FAVV;

⋅ realisatie van het lastenboek voor transport van levend pluimvee;

⋅ communicatie van het ketensysteem Belplume tussen partijen in de keten en verbetering

van imago;

⋅ naar analogie met Belplume een integraal kwaliteitssysteem voor het tafelei ontwikkelen.

1.2.2.7 Participatie in Projecten

VEPEK als coördinerende instelling voor de pluimveesector neemt deel aan volgende

begeleidingscomités of gebruikersgroepen:

• Gebruikersgroep “Netwerken als katalysator voor innovatie in de Land- en Tuinbouwsector”

• Kenniscentrum AMCRA

In samenwerking met ILVO Dier werd een project ingediend bij de FOD Volksgezondheid omtrent

dierenwelzijn bij kippen en konijnen tijdens het transport. Het acroniem van het ingediende

projectvoorstel is WELLTRANS. De bedoeling is om een praktische methodiek te ontwikkelen om het

welzijn van vleeskippen -en konijnen tijdens het transport na te gaan. In april of mei 2012 zal VEPEK

op de hoogte gesteld worden van de beoordeling van het projectvoorstel.

1.2.2.8 Actualiseren “Overzicht van de Belgische pluimvee –en konijnenhouderij”

Het overzicht wordt geactualiseerd en is ter beschikking in van de stakeholders van de

pluimveesector.

1.2.2.9 Algemene voorlichting

Algemene voorlichting door dagelijks een antwoord te geven op de meest diverse vragen over de

recente verhoudingen en ontwikkelingen in de pluimvee- en konijnensector.

Page 12: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Eiersector 7

2. VERMEERDERINGSSECTOR

2.1 Ontwikkeling in EU-perspectief

De positie van de Belgische vermeerderingssector ten opzichte van de overige EU-lidstaten wordt

geschetst aan de hand van de recente evolutie van buitenlandse handel in broedeieren en

eendagskuikens. Tot mei 2004 heeft de EU betrekking op 15 lidstaten. In mei 2004 zijn er 10 nieuwe

lidstaten toegetreden tot de Europese Unie en sinds januari 2007 zijn ook Bulgarije en Roemenië lid van

de EU.

2.1.1 Handel in broedeieren door de EU-lidstaten

In Tabel 1 wordt de import van broedeieren van de EU lidstaten weergegeven. De totale import uit EU

lidstaten blijft de laatste jaren vrij constant. Nederland en Duitsland zijn, met in 2010 respectievelijk

190 en 111 miljoen stuks veruit de grootste importeurs van broedeieren binnen de EU. De import van

broedeieren door EU lidstaten afkomstig van buiten de EU is eerder beperkt.

In Tabel 2 wordt de export van broedeieren door de EU-lidstaten weergegeven. De EU is een netto-

exporteur van broedeieren. Nederland, Duitsland, Frankrijk en Spanje zijn traditioneel de belangrijkste

exporteurs van broedeieren binnen de EU. Deze landen worden de laatste jaren bijgebeend door België

en Polen. De export naar derde landen is beduidend belangrijker dan de import uit deze landen.

Nederland staat telkens garant voor het leeuwenaandeel van de export buiten de EU, op enige afstand

gevolgd door Duitsland, Frankrijk, Spanje en België.

Page 13: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Eiersector 8

Tabel 1: Import broedeieren van EU lidstaten (aantallen in 1.000 stuks)

Bron: Eurostat

Page 14: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Eiersector 9

Tabel 2: Export broedeieren door EU lidstaten (aantallen in 1.000 stuks)

Bron: Eurostat

Page 15: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Eiersector 10

2.1.2 Handel in eendagskuikens door de EU-lidstaten

In Tabel 3 wordt de import van eendagskuikens door de EU gegeven. In de intracommunautaire

handel is Duitsland steevast de grootste importeur van eendagskuikens. Verder importeren ook Spanje

en Roemenië afgetekend meer dan de andere EU lidstaten. De import van eendagskuikens uit derde

landen is verwaarloosbaar.

Tabel 3: Import eendagskuikens van EU lidstaten (aantallen in 1.000 stuks)

Bron: Eurostat

Page 16: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Eiersector 11

In Tabel 4 wordt de export van eendagskuikens van de EU-lidstaten gegeven. De EU is netto-

exporteur van eendagskuikens. In de intracommunautaire export is Nederland koploper, gevolgd door

Tsjechië en België die op hun beurt Duitsland voor blijven. In tegenstelling tot de extracommunautaire

import, is de extracommunautaire export van eendagskuikens belangrijker. Nederland is duidelijk

koploper wat export naar niet EU staten betreft, gevolgd door België en Polen.

Tabel 4: Export eendagskuikens van EU lidstaten (aantallen in 1.000 stuks)

Bron: Eurostat

Page 17: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Eiersector

2.2 De Belgische vermeerderingssector

2.2.1 Productie

De opzetcijfers van het lastenboek afgesloten tussen het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap,

Afdeling Kwaliteit, Dienst Normering en Controle Dierlijke Productie

Vlaamse bedrijfspluimvee- en konijnenhouders

moederdierenstapel, aangezien deze cijfers door de

erkende broeierijen worden opgetekend. De broeierijen geven volgende

geleverd worden bij Belgische pluimveehouders afkomstig uit eigen broeierij, andere broeierij uit

loonbroed (loonbroed door derden), import en aankoop bij andere broeierij. De kuikens uit loonbroed,

verkocht aan een andere broeierij en geleverd in het buitenland

In Figuur 1 wordt de opzet van

moederdieren verschilt sterk van jaar tot jaar. Zo werden in 2007 bijna evenveel dieren opgezet als i

drie volgende jaren samen. Na een spectaculaire daling in 2009, nog geen kwart van het aantal in 2008

lichte moederdieren werd opgezet, groeit het aantal lichte moederdieren de laatste jaren weer gestaag. In

2010 werden er 60.034 lichte moederdieren o

Figuur 1. Evolutie aantal opgezette lichte moederdieren 2001

In Figuur 2 wordt de opzet van zware

toont zich door de jaren heen stabieler dan de opzet van

onafgebroken stijging te merken, om in 2010 uit te monden in het hoogste aantal opgezette zware

moederdieren van het decennium

2.367 000 opgezet.

De Belgische vermeerderingssector

het lastenboek afgesloten tussen het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap,

ienst Normering en Controle Dierlijke Productie (NCDP) en de Landsbond,

en konijnenhouders zijn de meest betrouwbare gegevens omtrent de

aangezien deze cijfers door de technische helper maandelijks, rechtstreeks bij alle

erkende broeierijen worden opgetekend. De broeierijen geven volgende gegevens door: de kuikens die

geleverd worden bij Belgische pluimveehouders afkomstig uit eigen broeierij, andere broeierij uit

loonbroed (loonbroed door derden), import en aankoop bij andere broeierij. De kuikens uit loonbroed,

eierij en geleverd in het buitenland, worden niet opgetekend.

opzet van lichte moederdieren weergegeven. Het aantal opgezette lichte

moederdieren verschilt sterk van jaar tot jaar. Zo werden in 2007 bijna evenveel dieren opgezet als i

drie volgende jaren samen. Na een spectaculaire daling in 2009, nog geen kwart van het aantal in 2008

lichte moederdieren werd opgezet, groeit het aantal lichte moederdieren de laatste jaren weer gestaag. In

2010 werden er 60.034 lichte moederdieren opgezet in België, in 2011 waren dat er 80.113.

opgezette lichte moederdieren 2001-2011; Bron: Landsbond

opzet van zware moederdieren weergegeven. De opzet van zware moederdieren

heen stabieler dan de opzet van lichte moederdieren. Sinds 2006 is er een

onafgebroken stijging te merken, om in 2010 uit te monden in het hoogste aantal opgezette zware

decennium 2.771 000. In 2011 trad er een lichte daling op

12

het lastenboek afgesloten tussen het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap,

(NCDP) en de Landsbond,

zijn de meest betrouwbare gegevens omtrent de

helper maandelijks, rechtstreeks bij alle

gegevens door: de kuikens die

geleverd worden bij Belgische pluimveehouders afkomstig uit eigen broeierij, andere broeierij uit

loonbroed (loonbroed door derden), import en aankoop bij andere broeierij. De kuikens uit loonbroed,

worden niet opgetekend.

Het aantal opgezette lichte

moederdieren verschilt sterk van jaar tot jaar. Zo werden in 2007 bijna evenveel dieren opgezet als in de

drie volgende jaren samen. Na een spectaculaire daling in 2009, nog geen kwart van het aantal in 2008

lichte moederdieren werd opgezet, groeit het aantal lichte moederdieren de laatste jaren weer gestaag. In

pgezet in België, in 2011 waren dat er 80.113.

Landsbond

De opzet van zware moederdieren

lichte moederdieren. Sinds 2006 is er een

onafgebroken stijging te merken, om in 2010 uit te monden in het hoogste aantal opgezette zware

er een lichte daling op en werden er nog

Page 18: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Eiersector

Figuur 2. Evolutie opgezette zware moederdieren 2001

Op Figuur 3 kan men de evolutie van de opzet van zware moederdieren

maanden aflezen van 2002 tot 2010.

Figuur 2. Evolutie opgezette zware moederdieren 2001-2011; Bron: Landsbond

evolutie van de opzet van zware moederdieren cumulatief

aflezen van 2002 tot 2010.

13

cumulatief over twaalf

Page 19: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Eiersector 14

Figuur 3: Evolutie van de opzet van zware moederdieren

evol

utie

opz

ette

n zw

are

moe

derd

iere

n 20

02-2

010

CU

MU

LATI

EF O

VER

12

MAA

ND

EN

0

5000

00

1000

000

1500

000

2000

000

2500

000

3000

000

3500

000 ja

n/02

augu

stus

maa

rtok

tobe

rm

eide

cem

ber

juli

febr

uari

sept

embe

rap

rilno

vem

ber

juni

Jan/

09au

gust

usm

aart

maa

nd

opgezette moederdieren

Page 20: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Eiersector 15

2.2.2 Structuur van de vermeerderings- en broeierijsector

De evolutie van het aantal erkende broeierijen voor pluimvee met hun totale broedcapaciteit en

benutting wordt voor 2011 weergegeven in Tabel 5.

In 2011 telde België 19 erkende broeierijen met een totale capaciteit van de Belgische 22,4 miljoen

stuks. In 2011 werden 337,3 miljoen eieren ingelegd, waarvan 91% bestemd voor de

braadkippenhouderij en 9% voor de legkippenhouderij.

Tabel 5. Aantal erkende broeierijen voor pluimvee met broedcapaciteit en benutting in België in 2011 (1.000 stuks)

Bron: Landsbond (2011)

2.2.3 Evolutie van de technische resultaten van moederdieren in België

In het kader van de “Technische ondersteuning landbouw – Adviesdiensten”, ondersteund door de

Vlaamse Overheid, departement Landbouw en Visserij, worden door VEPEK prestatiecontroles

uitgevoerd bij pluimveebedrijven met het doel over een aantal technische parameters te beschikken. De

berekeningen zijn gebaseerd op de gegevens die door de bedrijfsbegeleiding zijn ingezameld gedurende

de periode 2000-2010.

In Tabel 6, Figuur 4 en Figuur 5 wordt een overzicht gegeven van de evolutie in de tijd van een aantal

technische resultaten van moederdieren in België.

In 2010 ligt het legpercentage 3,8% hoger ligt dan in 2000. Van 2004 tot 2008 lag het sterftepercentage

op een merkelijk laag niveau, maar steeg terug in 2009 en 2010. Over het algemeen stijgt het totaal

aantal broedeieren en het totaal aantal eieren per opgezette kip gestaag. In 2003 is een daling ten

gevolge van de kanalisatie van broedeieren tijdens de Aviaire Influenza crisis. Het voederverbruik per

broedei schommelt van jaar tot jaar.

Page 21: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Eiersector 16

Tabel 6. Evolutie technische parameters moederdieren (2000-2010); Bron: Vepek

Jaar Leeftijd Legperiode Sterfte Totaal Broedeieren Totaal Eieren

bij opzet per opgezette per aanwezige per opgezette per aanwezige

hen hen hen hen (dagen) (dagen) (%) (stuks/hen) (stuks/hen) (stuks/hen) (stuks/hen) 2010 139 297 17,3 151,3 165,6 160,9 176,1 2009 134 296 13,8 153,7 165,2 162,6 174,9 2008 135 303 9,8 156,3 164,4 166,0 174,7 2007 134 289 8,7 151,8 158,7 161,3 168,6 2006 138 286 9,1 149,8 157,1 155,3 162,8 2005 139 294 9,7 151,6 159,4 157,7 165,7 2004 133 286 8,6 146,8 153,5 154,2 161,2 2003 132 273 12,4 128,5 137,1 135,2 144,3 2002 134 298 11,6 150,9 160,6 156,4 166,5 2001 125 300 12,0 147,9 157,5 155,5 165,6 2000 130 295 11,7 146,2 155,4 154,5 164,3

Jaar Legpercentage per aanwezige hen Granen Voederverbruik (%) (%) (gr/dag/dier) (gr/broedei) (gr/ei) 2010 59,5 1 175 313 295 2009 59,2 1 183 328 310 2008 57,7 1 170 327 307 2007 58,4 1 182 332 312 2006 57,2 2 174 318 306 2005 56,4 1 171 316 304 2004 56,5 1 174 325 310 2003 53,0 2 171 342 324 2002 55,9 2 167 310 299 2001 55,3 2 167 320 304 2000 55,7 1 165 314 297

Figuur 4. Aantal broedeieren per opgezette hen (1998-2010); Bron: Vepek

115

120

125

130

135

140

145

150

155

160

2010200920082007200620052004200320022001200019991998

tota

al b

roed

eier

en p

er o

pg

ezet

te

hen

(stu

ks)

jaar

Page 22: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Eiersector 17

Figuur 5. Voederverbruik per broedei (1998-2010); Bron: Vepek

2.2.4 Uitvoer van broedeieren

In Tabel 7 wordt een overzicht gegeven van de uitvoer van broedeieren voor de periode 2003-2010.

Tot 2006 fluctueerde de Belgische uitvoer van broedeieren, met als algemene tendens een stijging van

de export. Dit werd gevolgd door een sterke daling in 2007, maar in 2008 werd het niveau van 2006

terug bereikt. Na een lichte stijging in 2009 kende 2010 bijna een verdubbeling van de export van

broedeieren. De intracommunautaire export in broedeieren heeft bijna uitsluitend Nederland als

bestemming. De extracommunautaire uitvoer blijkt sinds 2006 niet langer verwaarloosbaar, met Libië

als hoofdafnemer. In 2008 is de Belgische export van broedeieren naar derde landen evenwel heel sterk

verminderd, om in 2009 en 2010 terug fiks te stijgen.

Tabel 7. Uitvoer van broedeieren (1.000 stuks) 2003-2010

Bron: VLAM

290

300

310

320

330

340

350

2010200920082007200620052004200320022001200019991998

voed

erve

rbru

ik p

er b

roed

ei

(gra

m/b

roed

ei)

jaar

Page 23: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Eiersector 18

3. EIERSECTOR

3.1 De bedrijfskolom EI

In Figuur 6 wordt een overzicht gegeven van de bedrijfskolom eieren. Hierbij wordt gestart bij de

vermeerderingsbedrijven waar de zogenaamde lichte moederdieren instaan voor de productie van

broedeieren voor legkippen. De broedeieren worden in de broeierij uitgebroed tot eendagskuikens. De

eendagskuikens bestemd voor de productie van eieren gaan in eerste instantie naar opfokbedrijven.

Hier verblijven deze kuikens tot op de leeftijd van 18 weken. Vervolgens vertrekken de jonge hennen

naar de leghennenbedrijven waar ze gedurende een periode van ongeveer 13 maanden consumptie-

eieren produceren. De geproduceerde eieren worden ofwel geëxporteerd of komen terecht bij de

brekerij of worden verkocht op de versmarkt.

VERMEERDERINGSBEDRIJF

broedeierenexport

BROEIERIJimport

legkuikens

OPFOKBEDRIJF

legrijpe poeljenexport

LEGHENNENBEDRIJFimport

consumptie-eieren

BREKERIJ PAKSTATION

VERSMARKT EXPORT Figuur 6. Overzicht van de bedrijfskolom eieren

Page 24: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Eiersector 19

3.2 Ontwikkeling in EU-perspectief

De positie van de Belgische eiersector ten opzichte van de overige EU-lidstaten wordt geschetst aan de

hand van de recente evolutie op het vlak van de productie van consumptie-eieren en de opzet van

eendagslegkuikens en de buitenlandse handel in eieren in de schaal en eiproducten. Tot mei 2004 heeft

de EU betrekking op 15 lidstaten. In mei 2004 zijn er 10 nieuwe lidstaten toegetreden tot de Europese

Unie en sinds januari 2007 zijn ook Bulgarije en Roemenië lid van de EU.

Tabel 8. Zelfvoorzieningsgraad eieren in de EU

1.000 ton 2005 2006 2007 2008 2009 2010 EU-25 EU-27 eiproductie 6.904 6.610 7.224 7.279 7.163 7.141 uitvoer 80 82 167 187 150 182 invoer 45 65 44 24 32 31 consumptie 6.195 6.110 6.488 6.492 6.400 6.386 verbruik kg/capita 13,8 13,4 13,1 13,1 12,8 12,8 zelfvoorzieningsgraad, % 102,4 102,4 101,7 102,2 101,7 102,1 Bron: EUROSTAT

3.2.1 Productie in de EU-lidstaten

De jaarlijkse eiproductie in de EU wordt weergegeven in tabel 9. Algemeen gezien bedraagt de

jaarlijkse eiproductie in de EU 7 000 miljoen stuks.

In 2010, maar ook gedurende de voorbije jaren, zijn Frankrijk en Duitsland de grootste producenten in

de EU. Zij worden op de voet gevolgd door Nederland, Italië en Spanje. Ook het Verenigd Koninkrijk

zorgt voor een aanzienlijke eiproductie. De productie van België is gedurende de voorbije vijf jaar met

16 % gedaald. Ook in Duitsland en Spanje is de productie flink gedaald.

Page 25: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Eiersector 20

Tabel 9. De jaarlijkse eiproductie van de EU-lidstaten (mio stuks), 2005-2010

2005 2006 2007 2008 2009 2010

België/Luxemburg 200 194 174 164 164 164

Denemarken 80 77 78 78 79 79

Duitsland 788 780 778 782 693 658

Griekenland 123 113 117 127 127 127

Spanje 887 848 806 774 786 795

Frankrijk 1.001 975 952 947 901 954

Ierland 43 46 42 43 43 45

Italië 777 743 743 748 755 745

Nederland 607 615 634 644 656 681

Oostenrijk 89 91 95 96 94 91

Portugal 120 119 122 124 125 126

Finland 58 57 57 58 53 61

Zweden 108 100 96 104 104 104

Verenigd Koninkrijk 819 634 619 646 659 726

EU-15 5.700 5.392 5.313 5.335 5.239 5.356

Tsjechië 140 144 148 192 188 188

Estland 13 13 10 10 10 10

Cyprus 12 12 8 8 8 8

Letland 34 36 42 42 42 42

Litouwen 52 57 59 59 59 59

Hongarije 301 310 310 310 280 280

Malta 6 7 7 7 7 7

Polen 545 546 556 556 556 556

Slovenië 23 23 21 21 23 23

Slowakije 78 70 73 73 73 73

EU-25 6.904 6.610 6.547 6.613 6.485 6.602

Bulgarije 96 101 99 96 97 96

Roemenië 371 338 338 335 338 338

Eu-27 7.371 7.049 6.984 7.044 6.920 7.036 Bron: EUROSTAT

Page 26: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Eiersector 21

3.2.2 Opzet van leghennen in de EU

De opzet van leghennen is opmerkelijk stabiel tijdens de periode 2006-2010. Tevens is een duidelijk

seizoenpatroon merkbaar met een piek in het voorjaar en een dal in de winter.

Figuur 7. Opzetten van leghennen vergeleken met de maandelijkse trend (1.000 stuks)

Bron: Europese Commissie

3.2.3 Handel in eieren door de EU-lidstaten

3.2.3.1 Buitenlandse handel in eieren in de schaal

In Tabel 10 wordt de import van schaaleieren van uit derde landen door de EU-lidstaten weergegeven.

Tijdens de laatste jaren gaat het om zowat 30 000 ton , vooral uit Argentinië, USA en India .

Het zijn eieren die vooral naar brekerijen gaan.

Tabel 10. Import van eieren in de schaal door EU-lidstaten 2007-2010

Bron: EUROSTAT

Page 27: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Eiersector 22

Tabel 11 wordt de export van schaaleieren naar derde landen door de EU-lidstaten weergegeven.

De export gaat hoofdzakelijk naar Japan en Zwitserland vooral van uit Nederland en Spanje.

Tabel 11. Export van eieren in de schaal door de EU-lidstaten 2007-2010

Bron: EUROSTAT

Page 28: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Eiersector 23

3.2.3.2 Buitenlandse handel in eiproducten

In Tabel 12 wordt de import van eiproducten door de EU-lidstaten weergegeven voor de periode

2009-2011. Duitsland toont zich veruit de grootste importeur van eiproducten. België is de vierde

grootste handelspartner binnen de EU, het moet enkel Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk laten

voorgaan.

De extracommunautaire import van eiproducten door de EU-lidstaten is zeer beperkt en voor sommige

lidstaten zelfs onbestaande.

In Tabel 13 wordt de export van eiproducten door de EU-lidstaten weergegeven voor de periode 2009-

2011. Nederland is afgetekend de grootste exporteur van eiproducten naar de EU-lidstaten. Daarnaast

zijn Frankrijk, Spanje, Duitsland en België traditioneel belangrijke exporteurs van eiproducten. De

laatste jaren moet ook Polen bij deze grote spelers genoemd worden.

Nederland blijkt niet alleen de belangrijkste exporteur te zijn naar de EU-lidstaten, maar dit geldt ook

voor de export naar derde landen. Frankrijk en Duitsland zijn de daaropvolgende grootste exporteurs

naar niet-EU-lidstaten.

Page 29: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Eiersector 24

Tabel 12. Import van eiproducten door de EU-lidstaten (ton) 2009-2011

Bron: EUROSTAT

Page 30: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Eiersector 25

Tabel 13. Export van eiproducten door de EU-lidstaten (ton) 2009-2011

Bron: EUROSTAT

Page 31: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Eiersector 26

3.3 De Belgische eiersector

Onderstaande bevoorradingsbalans voor België enkele opmerkelijke trends

- de netto export van broedeieren blijft op peil

- België is netto importeur geworden van eiproducten

- de productie van consumptie-eieren is duidelijk gedaald.

- de vergelijking tussen productie en consumptie wijst op een teloorgang van de netto-exportpositie

Tabel 14. Belgische bevoorradingsbalans eieren (1.000 stuks), 2005-2009

Bron: VLAM

Page 32: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Eiersector 27

3.3.1 Productie

3.3.1.1 Productiestructuur

De evolutie van de legkippenstapel en het aantal legkippenbedrijven in België wordt weergeven

voor de periode 2001-2009 in Tabel 15. De gegevens zijn afkomstig van de 15 meitelling van het

Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS).

In 2009 bleef de totale Belgische legstapel (moederdieren, poeljen en legkippen) op hetzelfde niveau als

in 2006. Na een opmerkelijke daling van het aantal legkippen, stagneert het aantal op 7,5 miljoen in

2009.

Het totaal aantal legbedrijven (bedrijven met moederdieren, poeljen en legkippen) loopt systematisch

terug in de periode 2001-2009.

Tabel 15. Evolutie van de legstapel en -bedrijven in België, 2001-2009

2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009LEGSTAPEL (1.000 stuks)

Moederdieren 1.604 1.682 1.471 1.574 1.565 1.474 1.237 1.246 1.408Poeljen 3.508 3.450 3.025 3.079 3.109 2.984 2.950 2.751 2.904Legkippen 9.161 8.945 8.470 8.793 8.540 7.939 7.720 7.496 7.516

TOTAAL 14.273 14.077 12.966 13.446 13.214 12.397 11.907 11.493 11.828LEGBEDRIJVEN (aantal)

Moederdieren 295 298 238 244 210 217 193 187 166Poeljen 394 393 340 350 316 275 280 248 223Legkippen (1)

4.934 4.662 4.570 4.269 3.868 3.948 3.317 2.921 2.473

TOTAAL 5.623 5.353 5.148 4.863 4.394 4.440 3.790 3.356 2.862(1) telplichtige bedrijven met meer dan 20 kippen

Bron: NIS, land- en tuinbouwtelling op 15 mei

Page 33: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Eiersector 28

Figuur 8. Evolutie leghennenstapel van consumptie-eieren 2000-2010

Bron: LARA

Figuur 9. Evolutie productie consumptie-eieren 2000-2009

Bron: LARA

Uit cijfers van de Vlaamse overheid blijkt dat de opzet van leghennen in 2009 duidelijk gedaald is.

Redenen daarvoor zijn de slechte prijsontwikkelingen die een aantal pluimveehouders er toe hebben

aangezet te ruien of te stoppen met de productie. Ook het verbod van de traditionele kooihuisvesting

begin 2012 en de omschakeling van de sector heeft een aantal bedrijven vroeger doen afhaken.

Page 34: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Eiersector

Figuur 10. Opzet leghennen 2005

2005-2011

29

Page 35: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Eiersector 30

Op basis van cijfers van het Nationaal Instituut voor de Statistiek worden de Belgische

legkippenbedrijven in kaart gebracht in Tabel 16 voor 2009. Bijna de helft van de legkippen bevinden

zich op zowat 250 bedrijven met meer dan 50 000 kippen .

Tabel 16. Legbedrijven en aantal leghennen in België 2009

aantal leghennen per bedrijf bedrijven leghennen

20 tot 99 27,70% 0,00% 100 tot 9.999 24,60% 6,80%

10.000 tot 29.999 25,10% 25,10%

30.000 tot 49.999 12,70% 27,10%

50.000 tot 69.999 6,60% 21,00%

70.000 en meer 3,30% 20,00%

Toaal aantal 2 473 7,5 miljoen

Figuur 11. Evolutie van de structuur van de Belgische legsector 1999-2009

Bron: LARA

Page 36: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Eiersector 31

3.3.1.2 Regionale spreiding

In Figuur 12 volgt de regionale structuur van de Belgische legsector in 2009 .

Legkippen komen het meest voor in de provincie West-Vlaanderen (34%), gevolgd door Antwerpen

(27%), Oost-Vlaanderen (14%) en Limburg (7%).

Ook wat betreft de poeljenopfok is West-Vlaanderen (51%) de belangrijkste provincie.

De meeste moederdieren worden in Antwerpen (43%) gehouden, gevolgd door West-Vlaanderen

(25%) en Oost-Vlaanderen (15%). Hier zijn de grootste stijgingen in West-Vlaanderen, Limburg en

De gemiddelde bedrijfsomvang toont aan dat de bedrijven opmerkelijk grootschaliger zijn in Antwerpen

dan in de rest van België.

Figuur 12. Regionale spreiding van de Belgische legsector in 2009

Bron: LARA (2010)

Page 37: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Eiersector 32

Figuur 13. Evolutie opzet leghennen 2002-2010 cumulatief over 12 maanden

Bron:Landsbond

Evolutie opzet leghennen 2002- 2010CUMULATIEF OVER 12 MAANDEN

0

1.000.000

2.000.000

3.000.000

4.000.000

5.000.000

6.000.000

7.000.000

8.000.000

9.000.000

10.000.000

11.000.000

12.000.000

jan/0

2ap

ril juliok

tobe

rja

n/03

april juli

okto

ber

jan/0

4ap

ril juliok

tobe

rja

n/05

april juli

okto

ber

jan/0

6ap

ril juliok

tobe

rja

n/07

april juli

okto

ber

jan/0

8ap

ril juliok

tobe

rja

n/09

april juli

okto

ber

jan/1

0ap

ril

maand

op

gez

ette

hen

nen

Page 38: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Gevogeltesector 33

3.3.1.3 Marktprijzen

De producentenprijzen voor eieren worden wekelijks vastgesteld door de Marktcommissie van

Kruishoutem. In Tabel 17 wordt een overzicht gegeven van de evolutie van de gemiddelde

producentenprijzen per jaar voor bruine eieren gedurende de periode 2007-begin 2012. Figuur 19 en

Figuur 14 geeft een beeld van de variatie van de producentenprijzen tijdens 2009 en 2010.

De prijs van 2012 is een gemiddelde van januari en februari.

Tabel 17. Jaargemiddelde producentenprijzen (€/100 stuks) voor bruine eieren van 62,5gr, 2007-2012

Bron: Marktcommissie Kruishoutem (Deinze)

Figuur 14. Weekprijzen scharreleieren en eieren uit kooi 2009-2011 (€/100kg)

Bron: Marktcommissie Kruishoutem

3.3.1.4 Evolutie van de technische resultaten van legkippen in België

In het kader van de “Technische ondersteuning landbouw – Adviesdiensten” ondersteund door de

Vlaamse Overheid, departement Landbouw en Visserij, worden door VEPEK prestatiecontroles

uitgevoerd bij pluimveebedrijven met het doel over een aantal technische parameters te beschikken.

De berekeningen zijn gebaseerd op de gegevens die door de bedrijfsbegeleiding zijn ingezameld

gedurende de periode 2000-2010.

Page 39: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Gevogeltesector 34

In tabel 18 wordt een overzicht gegeven van de evolutie in de tijd van een aantal technische resultaten.

Tijdens de voorbije jaren is de legperiode weinig verminderd, maar het sterftepercentage is sterk

gedaald. Over het algemeen stijgt het totaal aantal eieren per aanvangshen, behalve in 2004 en 2005.

In 2006 werd het hoogste aantal eieren per aanvangshen genoteerd bij het beschouwen van de periode

1998-2008. Het legpercentage ligt in 2008 onder het gemiddelde van de voorbije 10 jaren, het zelfde

geldt voor het eigewicht. Het voederverbruik per dag is sinds 2002 stabiel gebleven, maar daalt sterk

in 2008. Ook per ei en per kilogram eieren wordt er in 2008 minder voeder verbruikt.

Tabel 181. Evolutie technische parameters legkippen (2000-2010)

Jaar Leeftijd Legperiode Sterfte

(dagen) (dagen) (%) (stuks) (kg) (stuks) (kg) (stuks) (kg) (stuks) (kg)2010 123 440 8,96 354 22,25 370 23,31 297 18,59 311 192009 125 405 10,71 320 20,22 338 21,34 246 18,67 255 192008 124 400 9,06 313 19,80 327 20,74 300 19,09 312 202007 125 398 8,54 319 20,03 333 20,91 291 18,56 300 192006 120 432 11,55 336 21,38 356 22,70 300 18,95 318 202005 120 396 15,78 295 18,61 321 20,23 276 17,52 303 192004 121 403 17,03 297 18,73 323 20,30 281 17,59 304 192003 121 419 14,98 315 19,92 343 21,72 295 18,54 319 202002 120 409 13,17 316 20,08 338 21,49 298 18,93 319 202001 121 428 10,46 332 21,25 350 22,41 314 20,06 331 212000 119 423 12,42 329 21,17 352 22,43 285 17,96 305 19

per aanvangshen

Totaal aantal eierenper aanwezige

hen

Aantal eieren in 1 jaar

per aanvangshenper aanwezige

hen

JaarLegpercentage per

aanwezige henGemiddeld eigewicht Aandeel 2de keus

(%) (gr/stuk) (%) (gr/dag) (gr/ei) (kg/kg eieren)2010 84,1 62,93 2,4 117 139 2,212009 83,5 63,10 2,9 114 137 2,172008 81,9 63,24 2,7 108 134 2,172007 83,8 62,89 3,2 115 138 2,192006 82,5 63,26 2,7 116 140 2,212005 81,0 63,09 2,1 114 141 2,242004 80,3 62,81 1,9 114 142 2,262003 81,9 63,27 2,2 114 139 2,202002 82,5 63,61 2,4 115 140 2,202001 81,7 64,03 2,0 117 143 2,242000 83,1 63,79 1,8 121 146 2,30

Voederverbruik

Bron: VEPEK

Page 40: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Gevogeltesector 35

Figuur 15. Aantal eieren in één jaar per aanvangshen (2000-2010)

Bron: VEPEK

Figuur 161. Voederverbruik per kg eieren (2000-2010)

Bron: VEPEK

0

50

100

150

200

250

300

350

20102009200820072006200520042003200220012000

aan

tal e

iere

n in

1 ja

ar p

er

aan

van

gsh

en (

stu

ks)

2,10

2,15

2,20

2,25

2,30

2,35

20102009200820072006200520042003200220012000

Vo

eder

verb

ruik

per

kg

eie

ren

Page 41: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Gevogeltesector 36

Tabel 19. Bedrijfsresultaten legkippen 2005-2008

Bron: LARA

3.3.2 Buitenlandse handel

3.3.2.1 Export van eieren in de schaal

In Tabel 20 wordt een overzicht gegeven van de uitvoer van schaaleieren voor de periode 2005-2010

(x miljoen stuks).

Nederland en Duitsland blijven de voornaamste bestemmingen. Niet alleen de extracommunautaire

import, maar ook de extracommunautaire export van eieren in de schaal door België is

verwaarloosbaar.

Tabel 20. Belgische export van consumptie eieren (in miljoen stuks)

Bron: EUROSTAT. + bewerkingen VLAM

Page 42: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Gevogeltesector 37

4.3.2.2 Export van eiproducten

In Tabel 21 wordt een overzicht gegeven van de uitvoer van eiproducten voor de periode 2005-2010.

De export naar EU-lidstaten omvat het grootste deel, met Frankrijk als belangrijkste handelspartner.

Daarnaast exporteert België vooral eiproducten naar Nederland, het Verenigd Koninkrijk en

Duitsland. De extracommunautaire export is goed voor een paar procent van de totale hoeveelheid

geëxporteerde eiproducten door België.

Tabel 21. Belgische export van eiproducten (in ton)

Bron: EUROSTAT + bewerkingen VLAM

3.3.3 Distributie en verbruik

3.3.3.1 Bevoorradingsbalans eieren

Een samenvatting van de gegevens in verband met productie van en buitenlandse handel in eieren

resulteert in de verbruik (Tabel 22).

In 2000 was de zelfvoorzieningsgraad 122% en is gedaald tot 103% in 2009. In 2000 bedroeg het

totaal verbruik van eieren 224 eieren per persoon per jaar en is terug gelopen tot 170 stuks per persoon

in 2009.

Page 43: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Gevogeltesector 38

Tabel 22. Verbruik van eieren in België (1.000 stuks), 2000-2009

Bron: CLE tot 2001, NIS sinds 2002, VLAM: GfK + berekeningen

3.3.3.2 Thuisverbruik van eieren: GfK-cijfers

In het derde kwartaal 2011 werd 1 ei meer gekocht dan in dezelfde periode het jaar ervoor. Door een

gedaalde gemiddelde eierprijs (-6%) lagen de bestedingen wel 3% lager dan in het derde kwartaal van

het jaar ervoor. In de periode oktober 2010 tot september 2011 werden er bijna 97 eieren per kop

gekocht. De eibestedingen kennen sinds de massale omschakeling in 2006 naar alternatieve

houderijsystemen (bio, scharrel en vrije uitloop) jaarlijks een mooie groei tot 2010. Door een sterke

prijsdaling kwam er een einde aan deze bestedingsgroei. De alternatieve houderijsystemen maken

ruim 92% van de markt van verse schaaleieren uit. Het scharrelei is de standaard geworden. Ook

vrije uitloop won de voorbije jaren terrein maar deze groei viel stil in de eerste drie kwartalen van

2011. De supermarkten, met DIS 1 op kop, verkopen zo’n 90% van alle verse eieren in België.

Page 44: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Gevogeltesector 39

Figuur 17. Thuisverbruik eieren 2000-2011, stuks per capita

Bron: GfK Panelservices Benelux

Figuur 18. Thuisverbruik eieren 2000-2008, euro per capita

Bron: GfK Panelservices Benelux

Page 45: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Gevogeltesector 40

In Figuur 17 en Figuur 18 wordt een overzicht gegeven van de GfK-cijfers van thuisverbruik voor

eieren. In de periode 2000-2011 kende het thuisverbruik van eieren, uitgedrukt in stuks per capita, een

inzinking en is terug op peil met 96 eieren per persoon. De uitgaven voor eieren zijn echter flink

toegenomen in het voorbije decenium.

Figuur 19. Aankoop eieren volgens type ei in België

Figuur 19 geeft een beeld van de evolutie van kooi-, bio- en vrije uitloop en scharreleieren uitgedrukt

in percentage van volume. Sinds 2006 stijgt het aandeel bio-eieren in geringe mate. Bio-eieren zijn

beduidend duurder (bijna 2x) in vergelijking met andere eieren. De consumptie van vrije uitloop en

scharreleieren is de voorbije jaren sterk gestegen. Dit is te wijten aan het niet meer beschikbaar zijn

van kooi-eieren in de supermarkten. Scharrel en vrije uitloop zijn standaard geworden bij de aankoop

van eieren.

Figuur 20 omvat de GfK-cijfers met betrekking tot de evolutie marktaandelen van de retailers voor

eieren. Sinds 2001 is er een duidelijke groei in het aandeel van DIS 2 (Hard Discount en

Buurtsupermarkten) ten nadele van de overige distributiekanalen.

Page 46: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Gevogeltesector 41

Figuur 20. Evolutie van de marktaandelen van de retailers

Bron: GfK Panelservices Benelux

De Afdeling Marketing van de VLAM volgt nauwkeurig het verbruik van eieren op basis van de GfK

Panel cijfers.

Page 47: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Gevogeltesector 42

4. GEVOGELTESECTOR

4.1 De bedrijfskolom KIP

In Figuur 21 wordt er een overzicht gegeven van de bedrijfskolom kip. Hierbij wordt gestart bij de

vermeerderingsbedrijven waar de zogenaamde zware moederdieren instaan voor de productie van

broedeieren voor de vleeskippen. De broedeieren worden in de broeierij uitgebroed tot

eendagskuikens. De eendagskuikens bestemd voor de productie van vleeskippen gaan onmiddellijk

naar vleeskippenbedrijven. De periode om van een eendagskuiken een vleeskip te produceren neemt

ongeveer zes weken in beslag. Vervolgens worden de vleeskippen per toom1 naar de

pluimveeslachterij gebracht. De karkassen worden versneden in de versnijderij en de kippendelen

komen bij de detailhandel en de horeca terecht. Uiteindelijk bereikt het kippenvlees de consument

via beide kanalen.

VERMEERDERINGSBEDRIJF VEEVOEDERBEDRIJF

broedeierenexport

BROEIERIJimport

eendagskuikens

VLEESKIPPENBEDRIJF VEEVOEDERBEDRIJFexport

toom 1

importPLUIMVEESLACHTERIJ

karkassen karkassen

VERSNIJDERIJ & VERWERKING

delen delen

HORECA DETAILHANDEL

CONSUMENT Figuur 21. Overzicht van de bedrijfskolom kip

1 Alle pluimvee met dezelfde gezondheidsstatus, dat in dezelfde stal of binnen dezelfde uitloopruimte wordt gehouden en dat

een epidemiologische eenheid vormt. Ongeveer 20.000 dieren/toom en 6 tot 6,5 tomen/jaar

Page 48: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Gevogeltesector 43

4.2 Ontwikkeling in EU-perspectief

De positie van de Belgische braadkippensector ten opzichte van de overige EU-lidstaten wordt

geschetst aan de hand van twee parameters: de productie van en de buitenlandse handel in

braadkippenvlees. Tot mei 2004 heeft de EU betrekking op 15 lidstaten. In mei 2004 zijn er 10 nieuwe

lidstaten toegetreden tot de Europese Unie en sinds januari 2007 zijn ook Bulgarije en Roemenië lid

van de EU.

4.2.1 Productie in de EU-lidstaten

De jaarlijkse braadkippenproductie in de EU wordt weergegeven voor de periode 2008-2012 in

Tabel 23. In 2011 blijft de EU-productie op peil ten opzichte van het voorgaande jaar. Voor 2012

wordt een stijging van 0,6% verwacht. Sedert 2009 is de EU terug netto-exporteur van braadkip.

Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk blijven de voornaamste producenten van braadkippenvlees

binnen de EU. Daarnaast zorgen ook Spanje, Duitsland en Italië steeds voor een aanzienlijk aandeel in

de jaarlijkse productie. De Belgische productie was goed voor 2,4% van de EU-productie.

Tabel 23. Jaarlijkse productie van braadkippenvlees door de EU-lidstaten (x 1.000 ton)

Het verbruik per hoofd is gemiddeld 23kg. De onderstaande Figuur 22 geeft een beeld van de variatie in het verbruik van kip naargelang de lidstaat.

Page 49: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Gevogeltesector 44

Figuur 22. Verbruik van kip per lidstaat van de EU in 2010

4.2.2 Handel in kippenvlees door de EU-lidstaten

In Tabel 24 wordt de import van kippenvlees door de EU-lidstaten weergegeven. In de periode 2009-

2011 bleef de import vanuit de EU quasi constant op hetzelfde niveau. Het Verenigd Koninkrijk,

Nederland, Duitsland en Frankrijk blijven de grootste importeurs van kippenvlees uit de EU-lidstaten.

België volgt in 2010 op de vijfde plaats.

De extracommunautaire import van kippenvlees is dalend. In 2010 waren Nederland, Spanje, het

Verenigd Koninkrijk en Duitsland de belangrijkste importeurs van kippenvlees uit de derde landen.

In Tabel 25 wordt de export van kippenvlees door de EU-lidstaten weergegeven. De EU is

traditioneel een netto-exporteur van kippenvlees en kon zijn export positie verbeteren. De

intracommunautaire export van kippenvlees kende de voorbije jaren een zeer schommelend verloop.

Nederland, België en Polen zijn de grootste exporteurs binnen de EU in 2010.

De extracommunautaire export is in de voorbije jaren gestegen. In 2010 zijn Frankrijk, Nederland en

Polen de voornaamste exporteurs van kippenvlees naar niet-EU-lidstaten. Duitsland en België volgen

op de vierde en vijfde plaats.

Page 50: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Gevogeltesector 45

Tabel 24. Import van kippenvlees door de EU-lidstaten (ton geslacht gewicht) 2009-2011

Bron: EUROSTAT + bewerkingen VLAM

Page 51: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Gevogeltesector 46

Tabel 25. Export van kippenvlees door de EU-lidstaten (ton geslacht gewicht) 2009-2011

Bron: EUROSTAT

Page 52: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Gevogeltesector 47

De laatste jaren heeft de EU zijn exportpositie verbeterd (Figuur 23).

Figuur 23. Import en export van kip door de EU (2004-2011)

4.3 De Belgische braadkippensector

4.3.1 Productie

4.3.1.1 Productiestructuur

Het aantal braadkippenplaatsen is in 2010 gestegen tot 22 miljoen stuks.

Tabel 26. Samenstelling veestapel in België (15 mei-telling) 2005-2010

Bron: NIS

Page 53: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Gevogeltesector 48

Tabel 27. Regionale verdeling van de het aantal konijnen en kippen in 2010

Bron: NIS

De evolutie van de braadkippenstapel en het aantal braadkippenbedrijven in België wordt

weergegeven tot 2009 in Tabel 28 en Figuur 24. De gegevens zijn afkomstig van de 15 meitelling van

het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS).

Volgens deze cijfers worden in België ongeveer 20 miljoen braadkippen gehouden in 2009. De

verschuiving naar grotere bedrijven zet zich verder door. In 2009 bedroeg werden gemiddeld 31.000

braadkippen per bedrijf gehouden.

Ongeveer 70% van de braadkippen worden geproduceerd op bedrijven met meer dan 30.000 stuks. Het

aantal braadkippen bedrijven is gedaald tot 550 in 2009.

Tabel 28. Bedrijfsstructuur van de Belgische braadkippensector in 2009

Bron: LARA

Page 54: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Gevogeltesector 49

Figuur 24. Evolutie van het aantal bedrijven met braadkip in België tot 2009

Bron: LARA

4.3.1.2 Regionale spreiding

In Tabel 29 wordt een overzicht gegeven van de regionale structuur van de Belgische

braadkippensector.

Het Vlaamse Gewest vertegenwoordigt 83% van de totale braadkippenproductie, met West-

Vlaanderen en Antwerpen als koptrekkers. In Antwerpen zijn de braadkippen verdeeld over minder

bedrijven dan in West-Vlaanderen.

Tabel 29. Regionale structuur van de Belgische braadkippensector, aantal bedrijven en aantal dieren (x 1.000 stuks), 2006-2010

bedrijven dieren bedrijven dieren bedrijven dieren bedrijven dieren bedrijven dierenAntwerpen 144 4.976 132 4.850 132 4.797 127 5.031 128 5.277Vlaams-Brabant 46 865 50 947 46 936 37 948 39 958West-Vlaanderen 251 5.561 273 5.844 247 5.503 226 5.461 221 6.219Oost-Vlaanderen 141 3.141 140 2.988 128 3.072 128 3.265 131 3.487Limburg 81 2.054 72 1.965 71 2.210 75 2.276 71 2.369Waals-Brabant 35 330 31 307 30 265 27 350 21 263Henegouwen 130 854 133 1.044 118 1.099 102 1.084 108 1.182Luik 90 812 82 852 77 830 67 825 72 824Luxemburg 69 408 86 475 71 480 67 479 49 449Namen 86 710 93 887 84 922 79 941 76 871

TOTAAL 1.073 19.711 1.092 20.159 1.004 20.114 936 20.659 917 21.899

2006 2007 2008 2009 2010

Bron: NIS, land- en tuinbouwtelling op 15 mei

Page 55: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Gevogeltesector 50

Figuur 25. Regionale spreiding van de bedrijven met braadkippen in 2009

Bron: LARA

4.3.1.3 Evolutie jaarlijkse opzet van braadkippen

De opzetcijfers van het lastenboek afgesloten tussen het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap,

Afdeling Kwaliteit, Dienst Normering en Controle Dierlijke Productie (NCDP) en de Landsbond,

Vlaamse bedrijfspluimvee- en konijnenhouders zijn de meest betrouwbare gegevens aangezien deze

cijfers door de technische helper maandelijks, rechtstreeks bij alle erkende broeierijen worden

opgetekend. De broeierijen geven volgende gegevens door: de kuikens die geleverd worden bij

Belgische pluimveehouders afkomstig uit eigen broeierij, andere broeierij uit loonbroed (loonbroed

door derden), import en aankoop bij andere broeierij. De kuikens uit loonbroed, verkocht aan een

andere broeierij en geleverd in het buitenland, worden niet opgetekend.

In Tabel 29 wordt de opzet van vleeskippen in de periode 2004-2010 weergegeven. Figuur 26 geeft

het aantal opgezette vleeskippen, cumulatief over 12 maanden. Na de uitbraak van Aviaire Influenza

trad er een herstel op vanaf juni 2003, maar sinds oktober 2005 bereikte het aantal opgezette

vleeskippen cumulatief over 12 maanden nooit meer de kaap van 180 miljoen opgezette vleeskippen.

In 2010 echter wordt opnieuw het niveau van 180 miljoen opgezette braadkippen gehaald.

Page 56: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Gevogeltesector 51

Tabel 29. Evolutie opgezette vleeskippen (1.000 stuks) 2006-2010

2006 cum 2006 2007 cum 2007 2008 cum 2008 2009 cum 2009 2010 cum 2010januari 16.517 177.251 15.024 172.233 14.644 177.514 15.134 170.646 13.280 164.997februari 13.164 175.358 13.286 172.356 13.037 177.266 13.147 170.755 13.441 165.291maart 13.784 173.696 16.120 174.692 14.794 175.939 15.603 171.564 15.627 165.315april 12.414 171.707 15.437 177.715 15.098 175.601 15.097 171.562 14.866 165.084mei 15.299 170.466 15.246 177.662 14.910 175.264 11.912 168.565 15.568 169.741juni 15.168 171.096 12.630 175.124 14.909 177.543 15.076 168.732 13.815 168.480juli 14.674 171.328 15.845 176.296 15.926 177.624 12.783 165.590 15.805 171.501augustus 15.706 170.706 15.052 175.641 13.089 175.662 14.607 167.107 16.737 173.631september 14.157 169.409 15.038 176.523 14.713 175.337 13.770 166.164 15.646 175.508oktober 15.339 171.052 16.397 177.580 14.404 173.344 13.819 165.579 14.277 175.966november 14.198 174.042 12.078 175.461 11.834 173.100 11.699 165.443 14.505 178.772december 13.308 173.065 15.742 177.895 12.798 170.156 14.205 166.850 15.276 179.843 Bron: NCDP (2011)

Page 57: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Gevogeltesector 52

Figuur 26. Evolutie opzet vleeskippen 2004-2010 cumulatief over 12 maanden

Bron: NCDP (2008)

Page 58: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Gevogeltesector 53

4.3.1.4 Marktprijzen

De prijsvorming van levende kippen gebeurt binnen de Nationale Prijzencommissie van Deinze. In

deze commissie overleggen wekelijks vertegenwoordigers van producenten enerzijds en van

groothandelaars anderzijds om tot een representatieve prijs te komen. Naast deze Deinze-prijs is er

voor braadkippen ook de ABC-prijs (Aankoopprijs Braadkippen op Contract), die een stabieler

verloop kent. In Tabel 30 en Figuur 27 wordt een overzicht gegeven van de evolutie van de

gemiddelde producentenprijzen per jaar voor soep- en braadkippen.

Tabel 30. Jaargemiddelden producentenprijzen (euro/kg op voet) voor braad- en soepkippen, 2001-2010

jaarextra-zware halfzware lichte Deinze ABC

2001 0,50 0,26 0,22 0,78 0,792002 0,29 0,15 0,11 0,65 0,672003 0,29 0,16 0,12 0,73 0,702004 0,32 0,09 0,06 0,73 0,712005 0,39 0,07 0,04 0,78 0,772006 0,25 0,05 0,03 0,70 0,682007 0,42 0,15 0,11 0,86 0,842008 0,49 0,19 0,15 0,87 0,882009 0,41 0,22 0,18 0,83 0,832010 0,40 0,17 0,13 0,86 0,84

soepkip braadkip

Bron: Handelsnoteringen Deinze / ABC

De gemiddelde prijs van braadkippen voor 2011 bedroeg 0,925 euro /kg. Het dal tijdens de zomer was

kort en de terugval naar het jaareinde toe was beperkt.

Figuur 27. Evolutie prijs braadkippen in 2011 (Markt van Deinze)

0,7

0,75

0,8

0,85

0,9

0,95

1

1,05

1,1

05

.01

.20

11

26

.01

.20

11

16

.02

.20

11

09

.03

.20

11

30

.03

.20

11

20

.04

.20

11

11

.05

.20

11

01

.06

.20

11

22

.06

.20

11

13

.07

.20

11

03

.08

.20

11

24

.08

.20

11

14

.09

.20

11

05

.10

.20

11

26

.10

.20

11

16

.11

.20

11

07

.12

.20

11

28

.12

.20

11

BRAADKIPPEN

Page 59: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Gevogeltesector 54

4.3.1.5 Evolutie van de technische resultaten van braadkippen in België

In het kader van de “Technische ondersteuning landbouw – Adviesdiensten” ondersteund door de

Vlaamse Overheid, departement Landbouw en Visserij, worden door VEPEK prestatiecontroles

uitgevoerd bij pluimveebedrijven met het doel over een aantal technische parameters te beschikken.

De berekeningen zijn gebaseerd op de gegevens die door de bedrijfsbegeleiding zijn ingezameld

gedurende de periode 1998-2008.

In Tabel 31, Figuur 28, 29 en 30 wordt een overzicht gegeven van de evolutie in de tijd van een aantal

technische resultaten. In 1998 en 1999 bedroeg het gemiddelde nettogewicht 2,1 kg per braadkip. De

daaropvolgende jaren is een stijging te zien en in 2008 werd een nettogewicht genoteerd van 2,4 kg

per braadkip. Over de jaren heen is het sterftepercentage gedaald. De gemiddelde groei steeg ieder jaar

met 1 à 2 gram per dier per dag, maar bleef sinds 2003 stabiel op 56 gram/dier/dag. In 2008 werd een

maximum bereikt met 62 gr/dier/dag. Het voederverbruik per kg braadkip is ongeveer constant

gebleven sinds 2001.

Tabel 31. Evolutie technische parameters braadkippen (1998-2008)

Jaar Gewogen Gemiddeld Uitval Gemiddelde Voederverbruikduur nettogewicht groei per kg braadkip

(dagen) (kg/stuk) (%) (gr/dier/dag) (kg/kg)2008 40,1 2,4 3,9 62 1,82007 41,6 2,4 4,9 56 1,82006 41,3 2,3 3,3 56 1,82005 41,1 2,4 3,6 56 1,82004 41,1 2,3 4,3 56 1,72003 41,2 2,3 3,7 56 1,72002 41,2 2,3 4,3 55 1,82001 41,0 2,2 4,3 54 1,82000 41,4 2,2 4,4 52 1,81999 42,0 2,1 4,6 50 1,81998 41,3 2,1 5,8 49 1,8

Jaar Voeder/dier/dag Voeder per dier kg tarwe per 100kg krachtvoeder Productiegetal(gr/st/dag) (kg/stuk) (%)

2008 102 4,1 13,5 331,92007 101 4,2 2,8 313,92006 99 4,1 22,7 315,92005 101 4,1 20,5 315,82004 97 4,0 6,4 307,42003 97 4,0 8,2 311,12002 98 4,0 4,9 301,02001 97 4,0 14,5 297,32000 93 3,9 0 282,81999 92 3,9 15,3 267,61998 89 3,7 9,7 264,5

Page 60: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Gevogeltesector 55

Figuur 28. Gemiddelde groei (1998-2008)

Figuur 29. Voeder per dier per dag (1998-2008)

Figuur 30. Productiegetal (1998-2008)

44

46

48

50

52

54

56

58

60

62

64

20082007200620052004200320022001200019991998

gem

idd

eld

e g

roei

(g

r/d

ier/

dag

)

jaar

82

84

86

88

90

92

94

96

98

100

102

104

20082007200620052004200320022001200019991998

jaarvo

eder

/die

r/d

ag (

gr/

die

r/d

ag)

230

240

250

260

270

280

290

300

310

320

20082007200620052004200320022001200019991998

pro

du

ctie

get

al

jaar

Page 61: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Gevogeltesector 56

Tabel 32. Evolutie bedrijfsresultaten braadkippen, 2005-2008

Bron: LARA

4.3.2 Pluimveeslachterijen

4.3.2.1 Definitie en aantal

Alle in België actieve operatoren in de voedselketen moeten bij het FAVV bekend zijn en moeten

bijgevolg ook geregistreerd zijn. Bovendien is er voor slachthuizen en uitsnijderijen een erkenning

vereist. Vroeger werd een onderscheid gemaakt tussen de slachterijen en uitsnijderijen erkend voor het

intracommunautaire handelsverkeer (EG-erkenning) en de slachterijen en uitsnijderijen erkend voor de

nationale markt (erkenning geringe capaciteit). In toepassing van de betrokken Europese regelgeving

EG/853/2004 wordt dit onderscheid echter verlaten.

In Tabel 33 wordt een overzicht gegeven van het aantal erkende pluimveeslachterijen en -

versnijderijen in België.

De concentratie en schaalvergroting gaat door. In 2010 worden 92% van de braadkippen geslacht in 9

slachterijen.

Page 62: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Gevogeltesector 57

Tabel 33. Pluimveeslachterijen in België

Bron: FAVV

4.3.2.2 Ontwikkeling slachtcijfers gevogelte

In Tabel 34 en Figuur 31 wordt een overzicht gegeven van de ontwikkeling van de slachtcijfers. In

2010 werden 12% meer kippen geslacht dan in 2008.

Tabel 34. Ontwikkeling van de slachtcijfers: aantal slachtingen (x 1.000)

Bron: FAVV, activiteitenverslag

Figuur 31. Ontwikkeling van de slachtcijfers: aantal slachtingen (x 1.000)

Bron: FAVV, activiteitenverslag

Page 63: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Gevogeltesector 58

4.3.3 Buitenlandse handel

4.3.3.1 Bevoorradingsbalans

De bevoorradingsbalans (Tabel 35) vertrekt van de slachtingen die in feite de netto productie is. Door

in- en uitvoer van levende kippen te verrekenen wordt de bruto productie bepaald. De netto productie

plus invoer en min uitvoer resulteert in de hoeveelheid beschikbaar voor menselijke consumptie. Alles

wordt uitgedrukt in ton karkasgewicht.

In de periode 2004-2009 is de bruto productie eerder dalend. Door de stijgende invoer van levende

kippen en de stagnatie van de uitvoer van levende kippen stijgt de netto productie (slachtingen). De

uitvoer van kippenvlees stagneert eerder, terwijl de invoer stijgt. Het verbruik van kippenvlees per

inwoner is ligt in de buurt van 20 kg/jaar.

De zelfvoorzieningsgraad van een land voor een bepaald product geeft aan in welke mate de

binnenlandse productie volstaat om de consumptie te dekken. Bij een zelfvoorzieningsgraad die hoger

is dan 100% is export noodzakelijk en moet een deel van de productie afzet vinden in andere landen.

Tussen 2004 en 2009 is de zelfvoorzieningsgraad gedaald tot 117%. De hogere invoer van levende

kippen en kippenvlees zorgt voor een zelfvoorzieningsgraad die lager is dan in de voorgaande jaren.

Tabel 35. Bevoorradingsbalans kippenvlees in België (ton karkasgewicht), 2000-2005

Bron: VLAM

4.3.3.2 In – en uitvoer Levende kip

De evolutie van de invoer van levend pluimvee naar België wordt weergegeven voor de periode

2001-2005 (ton) en 2005-2008 (x 1000 stuks) in Figuur32. De Belgische invoer van levend pluimvee

stijgt sysrematisch. Nederland met twee derden blijft de belangrijkste handelspartner, gevolgd door

Page 64: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Gevogeltesector 59

Frankrijk met zowat één derde van de invoer. In feite gaat het om intensief handelsverkeer tussen

producenten in Nederland en Noord Frankrijk met slachterijen in Vlaanderen.

Figuur 2. Invoer van levend pluimvee; 2001-2005 (ton), 2005-2008 (x 1.000 stuks)

Bron: EUROSTAT + bewerkingen VLAM

In Figuur 33 wordt een overzicht gegeven van de uitvoer van levend pluimvee voor de periode 2001-

2005 (ton) en 2005-2008 (x 1.000 stuks). De uitvoer van levende kippen is nagenoeg 10% van de

levende invoer.

Net zoals de import is ook de export van levend pluimvee bijna uitsluitend van intracommunautaire

aard. Nederland blijft de grootste afnemer van levend pluimvee, goed voor meer dan 90% van de

totale export van uit België.

100000

105000

110000

115000

120000

125000

130000

135000

0

50.000

100.000

150.000

200.000

250.000

300.000

2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008

leve

nd

plu

imve

e (x

1.0

00 s

tuks

)

leve

nd

plu

imve

e (t

on

)

jaar

Page 65: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Gevogeltesector 60

Figuur 33. Uitvoer van levend pluimvee; 2001-2005 (ton), 2005-2008 (1.000 stuks)

Bron: EUROSTAT. + bewerkingen VLAM

4.3.3.3.Buitenlandse handel in kippenvlees

De evolutie van de invoer van vers en bevroren kippenvlees in de periode 2001-2008 wordt

weergegeven in Figuur 34. Deze evolutie kent een schommelend verloop.

België importeert vooral kippenvlees uit de EU-lidstaten, met Nederland en Frankrijk als de

belangrijkste leveranciers. De import van uit derde landen is eerder beperkt, en is goed voor 2% van

de totale Belgische invoer van vers en bevroren kippenvlees.

Figuur 4. Invoer van vers en bevroren kippenvlees (ton), 2001-2008 Bron: EUROSTAT + bewerkingen VLAM

0

2000

4000

6000

8000

10000

12000

14000

16000

18000

0

5.000

10.000

15.000

20.000

25.000

30.000

35.000

40.000

45.000

2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008

leve

nd

plu

imve

e (x

1.0

00 s

tuks

)

leve

nd

plu

imve

e (t

on

)

jaar

50.000

55.000

60.000

65.000

70.000

75.000

80.000

85.000

90.000

95.000

100.000

2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008

vers

en

bev

rore

n k

ipp

envl

ees

(to

n)

jaar

Page 66: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Gevogeltesector 61

In Tabel 36 wordt een overzicht gegeven van de uitvoer van vers en bevroren kippenvlees voor de

periode 2005-2010. Een stijgende trend in de uitvoer van vers en bevroren kippenvlees is waar te

nemen.

Nederland en Frankrijk blijven de belangrijkste EU-handelspartners. In de export met derde landen

zijn Rusland en Kongo de belangrijkste afnemers. België is traditioneel een netto-exporteur van vers

en bevroren kippenvlees.

Tabel 36. Uitvoer van vers en bevroren kippenvlees (ton), 2001-2008

Bron: EUROSTAT + bewerkingen VLAM

Tabel 37. Handelsbalans van kip en kalkoen (ton), 2005-2010

Bron: VLAM

Page 67: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Gevogeltesector 62

4.3.4 Distributie en verbruik

4.3.4.1 Thuisverbruik van kip: GfK-cijfers

In Figuur 35 wordt een overzicht gegeven van de GfK-cijfers van thuisverbruik voor kip . In 2000

bereikte het thuisverbruik van verse kip, uitgedrukt in volume per capita, een maximum van bijna 10

kg/capita. In 2003 daalde het volume sterk, alsook in 2006. Dit is vooral te wijten aan de uitbraak van

Aviaire Influenza tijdens beide periodes. Het thuisverbruik weet zich in 2007 te herstellen en neemt

verder toe. Het aantal kopers bleef quasi gelijk, maar zij kochten vaker en meer. In vergelijking met

2000 besteedde de consument in 2008 maar liefst 38% meer aan verse kip.

Op jaarbasis kocht de Belg in de periode oktober 2010 tot september 2011 10 kg verse kip en

kippenvlees. Kalkoen groeide in het derde kwartaal 2011 met 3% minder sterk dan het

marktgemiddelde en ziet zijn marktaandeel verder krimpen. De aankopen voor ander vers gevogelte

bleven stabiel in het derde kwartaal waardoor ook dit segment marktaandeel verliest binnen de

gevogeltemarkt.

Kip werd de voorbije twaalf maanden minder gekocht bij DIS1(marktleider met 41,3%) en de slager

(16,5% marktaandeel). De harddiscount wist fors terrein te winnen en komt met 17,5%

marktaandeel op de tweede plaats. Bij konijn wint de buurtsupermarkt terrein en nestelt zich met

14,8% op een comfortabele tweede plaats maar ver achter de marktleider DIS 1 met ruim 61,2%

marktaandeel.

Figuur 35. Thuisverbruik verse kip 2000-2011, volume kg per capita

Bron: GfK Panelservices Benelux

Page 68: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Gevogeltesector 63

Figuur 36 geeft een beeld van de marktevolutie per categorie binnen totaal verse kip uitgedrukt in

percentage van volume (2005-2011). Ieder jaar is er een vooruitgang van het aandeel kippendelen en

bereidingen ten nadele van braadkip.

Figuur 56. Evolutie kipfilets, soep- en braadkip binnen verse kip, 2005-2011; Bron: GfK Panelservices

Benelux

Figuur 37 omvat de GfK-cijfers met het aandeel van de distributiekanalen in de gezinsaankopen

van kip. Er is een duidelijke groei van DIS 2 ten nadele van de overige kanalen in percentage van het

volume. Binnen DIS 2 is er een sterke stijging van de Hard Discount. Vooral DIS 1 kreeg klappen

binnen kip, ook van speciaalzaken.

Figuur 37. Aandeel van de distributiekanalen in de gezinsaankopen van kip (2005-2011)

Bron: GfK Panelservices Benelux

Page 69: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Referenties 64

5. BELGISCHE KONIJNENSECTOR

5.1 Productie

5.1.1 Bevoorradingsbalans konijnen en wild: NIS-cijfers

De bevoorradingsbalans (Tabel 38) vertrekt van de slachtingen die in feite de netto productie is. Door

de in- en uitvoer van levende konijnen te verrekenen wordt de bruto productie bepaald. De netto

productie plus invoer en min uitvoer resulteert in de hoeveelheid beschikbaar voor menselijke

consumptie. Alles wordt uitgedrukt in ton karkasgewicht.

Onderstaande tabel geeft een globaal beeld van de productie en buitenlandse handel van konijn en

wild samen. De cijfers moeten met de nodige voorzichtigheid behandeld worden vooral dat de data

over wild het geheel positief beinvloeden.

Tabel 38. Bevoorradingsbalans konijnen en wild in België (ton karkasgewicht), 2004-2009

Bron: CLE tot 2001, NIS sinds 2002

Tabel 39. Bevoorradingsbalans konijnenvlees in België (ton karkasgewicht, 2010)

Bron: VEPEK

Page 70: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Referenties 65

In bevoorradingsbalans van 2010 in tabel 39, een berekening door VEPEK, zijn er twee

uitgangspunten gebruikt. Enerzijds wordt het aantal voedsters aangewend voor de berekening van de

bruto productie (15.000 voedsters per jaar x 40 slachtkonijnen per jaar). Anderzijds wordt vertrokken

van het aantal slachtingen voor de netto productie. Alles wordt uitgedrukt in ton karkasgewicht,

waarbij gerekend wordt met een karkasgewicht van 1,5 kg/slachtkonijn.

Voor de berekening van de zelfvoorzieningsgraad vertrekt men van de netto productie. Door hierbij de

uitvoer van levende dieren op te tellen en de invoer af te trekken, bekomt men de bruto productie. Wat

beschikbaar is voor menselijke voeding, wordt bekomen door van de netto productie de uitvoer van

vlees af te trekken en de invoer op te tellen. De zelfvoorzieningsgraad is uiteindelijk de verhouding

van de bruto productie op de menselijke voeding, vermenigvuldigd met 100%.

De Belgische zelfvoorzieningsgraad voor konijnenvlees bedroeg in 2010 amper 20%. Het betekent dus

dat slechts 1 op 5 verbruikte konijnen van België afkomstig is, de andere 4 worden geïmporteerd. .

5.1.2 Productiestructuur

De evolutie van de konijnstapel en het aantal konijnenbedrijven in België wordt weergegeven voor

de periode 2000-2010 in Tabel 40. Gezien er meestal op één bedrijf zowel moederdieren- als

vleeskonijnenproductie voorkomen, wordt voor de bedrijven enkel het totaal weergegeven. De

gegevens zijn afkomstig van de 15 meitelling van het Nationaal Instituut voor de Statistiek. Het aantal

voedsters is de laatste jaren flink teruggelopen als gevolg van de lage prijzen enerzijds en de strengere

normen op het vlak van dierenwelzijn anderzijds. Het aantal voedsters wordt geraamd op 15.000 en

het aantal vleeskonijnen op 135.000 in 2009. In 2010 en 2011 kent de sector nieuwe investeringen en

de productie is aan een opmars begonnen.

Het meeste konijnenbedrijven zijn deeltijdse producenten. Het aantal voltijdse producenten is beperkt

tot een tiental in België.

Tabel 40. Aantal konijnen in België

Bron: NIS, 2011

Page 71: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Referenties 66

Wat betreft de regionale structuur, worden de meeste konijnen in West-Vlaanderen en Antwerpen

gehouden.

5.1.3 Rendabiliteit konijnenhouderij

De rendabiliteit stond bijzonder onder druk in 2007 en 2008 vooral door de lage prijzen en de

stijgende voederkosten.

Tabel 41. Rendabiliteit konijnenhouderij periode 2005-2010, per GAV = gemiddeld aanwezige voedster

Bron: Landsbond Met het percentage dracht wordt de productiviteit weergegeven. Hier is een trendmatige stijging waar te nemen.

Figuur 38. Evolutie van het percentage dracht bij voedsters in Belgie

Bron: Landsbond

Page 72: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Referenties 67

De vergelijking tussen verkoopprijs en totale kostprijs wijst op een wisselende rendabiliteit tijdens de

voorbije jaren.

Figuur 39. Vergelijking van de verkoopprijs en de totale kostprijs voor konijnen

Bron: Landsbond

De producentenprijzen voor konijnen worden wekelijks vastgesteld door de Nationale

Prijzencommissie van Deinze. In Figuur 40 geven een beeld van de variatie van de producentenprijzen

tijdens 2011. Hier is duidelijk het seizoenpatroon terug te vinden.

Figuur 40. Producentenprijzen (euro/kg levend) voor konijnen in 2011

Bron: Markt van Deinze

€1,00

€1,20

€1,40

€1,60

€1,80

€2,00

€2,20

€2,40

€2,60

05

.01

19

.01

02

.02

16

.02

02

.03

16

.03

30

.03

13

.04

27

.04

11

.05

25

.05

08

.06

22

.06

06

.07

20

.07

03

.08

17

.08

31

.08

14

.09

28

.09

12

.10

26

.10

09

.11

23

.11

07

.12

21

.12

Page 73: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Referenties 68

5.2 Buitenlandse handel

5.2.1 Buitenlandse handel in levende konijnen

Uit Tabel 41 geeft de evolutie van de invoer van levende konijnen. Nederland is de belangrijkste

handelspartner voor België wat betreft de import van levende konijnen.

Figuur 41. Invoer van levende konijnen, 2001-2008

Bron: EUROSTAT + bewerkingen VLAM

Figuur 42 geeft een overzicht van de uitvoer van levende konijnen voor de periode 2001-2008 (ton).

Tussen 2001 en 2006 was de export bijna uitsluitend gericht op Frankrijk. In 2007 werd er ook een

aardig deel naar Luxemburg uitgevoerd. Volgens de cijfergegevens van EUROSTAT viel de export

naar Frankrijk in 2008 zelfs helemaal weg, zodat Luxemburg de rol van belangrijkste handelspartner

overnam. De extracommunautaire export van levende konijnen uit België blijft verwaarloosbaar.

Figuur 42. Uitvoer van levende konijnen, 2001-2008

Bron: EUROSTAT + bewerkingen VLAM

0

500.000

1.000.000

1.500.000

2.000.000

2.500.000

3.000.000

0

1.000

2.000

3.000

4.000

5.000

6.000

2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008

leve

nd

e ko

nijn

en (

stu

ks)

leve

nd

e ko

nijn

en (

ton

)

jaar

0

50000

100000

150000

200000

250000

300000

350000

0

200

400

600

800

1.000

1.200

2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008

leve

nd

e ko

nijn

en (s

tuks

)

leve

nd

e ko

nijn

en (t

on

)

jaar

Page 74: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Referenties 69

5.2.2 Buitenlandse handel in konijnenvlees

Frankrijk is traditioneel onze belangrijkste handelspartner voor wat betreft de invoer van

konijnenvlees. Volgens de gegevens van EUROSTAT werd in 2008 meer vlees van buiten de EU

geïmporteerd, met China als koploper. Ook voor wat betreft de uitvoer is Frankrijk de belangrijkste

handelspartner, daarnaast wordt ook een grote hoeveelheid vlees naar Nederland uitgevoerd. De extra-

communautaire export is nihil.

Figuur 43. Invoer van konijnenvlees (ton), 2001-2008

Bron: EUROSTAT + bewerkingen VLAM

In Figuur 44 wordt een overzicht gegeven van de uitvoer van konijnenvlees voor de periode 2001-

2008, dat een gelijkaardig verloop kent als de invoer. Toch blijft België netto-importeur van

konijnenvlees. In tegenstelling tot de import, is de export hoofdzakelijk intracommunautair. Frankrijk

en Nederland zijn de belangrijkste afnemers van konijnenvlees uit België.

Figuur 44. Uitvoer van konijnenvlees (ton), 2001-2008

Bron: EUROSTAT + bewerkingen VLAM

0

1.000

2.000

3.000

4.000

5.000

6.000

7.000

2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008

kon

ijnen

vlee

s (t

on

)

jaar

0

1.000

2.000

3.000

4.000

5.000

6.000

2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008

kon

ijnen

vlee

s (t

on

)

jaar

Page 75: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Referenties 70

5.3 Distributie en verbruik

5.3.1 Thuisverbruik van konijn: GfK-cijfers

In Figuur 45 wordt een overzicht gegeven van de GfK-cijfers van thuisverbruik voor konijn . De

aankopen van vers konijn moesten in de eerste helft van 2011 verder terrein prijsgeven maar deden het

in het derde kwartaal fors beter (+33%).

Figuur 45. Thuisverbruik van konijn vers & diepvrie s, volume (kg) en euro per capita, 2005-2011

Bron: GfK Panelservices Benelux

Figuur 46 omvat de GfK-cijfers met het aandeel van de distributiekanalen in de gezinsaankopen

van konijn. Bij het uitsplitsen van DIS 2 in Hard Discount en buurtsupermarkten is er voor beiden een

stijging waar te nemen. Vooral de groei van Hard Discount was enorm, DIS 1 en

hoeve/boerderij/kweker verloren opnieuw aandeel.

Figuur 46. Aandeel van de distributiekanalen in de gezinsaankopen van konijn, 2005-2011

Bron: GfK Panelservices Benelux

Page 76: Overzicht van de Belgische pluimvee- en ... - Konijnen in Noodkonijninnood.nl/files/Overzicht konijnenhouderij Belgie 2010_2011.pdf · VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w.

Referenties 71

6. REFERENTIES

⋅ Deinze (2012). Overzicht kippenprijzen 2011. http://www.deinze.be/fb111thod934qalb1bxib7.aspx

⋅ Deinze (2012). Overzicht konijnenprijzen 2011.

http://www.deinze.be/fb111xhod934salb1bxib109.aspx , ⋅ Desmet, L. en Viaene, J. (2008). Naar een promotieconcept voor EI, 12p. Werkgroep EI. ⋅ EEPA (2011). Statistiques avicoles, 2005-2006. AGRI/417 – FR. rev. 220, Lourdais.

www.eepa.info/statistics.html.

⋅ EEPA (2011). Statistiques avicoles, 2006-2007. AGRI/417 – FR. rev. 221, Lourdais.,www.eepa.info/statistics.html.

⋅ EUROSTAT (2008). Intra- and Extra – EU trade data, Issue number 3/2011. European

Communities, ISSN 1017-6594 + bewerkingen VLAM, C. Day en K. Michiels.

⋅ FAVV (2012. Lijst van de erkende pakstations. http://www.favv.be , .

⋅ GfK Panelservices Benelux (2012). Jaarpresentaties PEK – ⋅ Kruishoutem (2012. Overzicht eierprijzen 2011.

http://www.kruishoutem.be/website/83-www/136-www/439-www.html

⋅ Landsbond (2012). Evolutie van de structuur en activiteiten van de Belgische broeierijen, Lastenboek afgesloten tussen het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Dienst Normering en Controle Dierlijke Productie en den Landsbond, Vlaamse bedrijfspluimvee- en konijnenhouders

⋅ N.B.B. http://www.nbb.be + Bewerkingen VLAM, 080417 Handel PEK, C. Day en K. Michiels.

⋅ NCDP (2011). Pluimveestatistieken,

http://www2.vlaanderen.be/ned/sites/landbouw/dier/pluim_fok.html ,

⋅ NIS (2011). DBREF-L05-2008-TAB-A, 15 meitelling 2011 Vlaams, Waals en Brussels gewest.