Overzicht Stichting Historie der Techniek 2008-2009 2008-09.pdf · Nederland in de 19e eeuw als de...

8
Overzicht Stichting Historie der Techniek 2008-2009 3

Transcript of Overzicht Stichting Historie der Techniek 2008-2009 2008-09.pdf · Nederland in de 19e eeuw als de...

Page 1: Overzicht Stichting Historie der Techniek 2008-2009 2008-09.pdf · Nederland in de 19e eeuw als de serie Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw zijn opgenomen in de collectie

Overzicht Stichting Historie der Techniek 2008-2009

3

Page 2: Overzicht Stichting Historie der Techniek 2008-2009 2008-09.pdf · Nederland in de 19e eeuw als de serie Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw zijn opgenomen in de collectie

Historische kennis wordt tegenwoordig steeds vaker gebruikt bij het analyseren van de uitdagingen waarvoor onze samenleving zich gesteld ziet. Kennis van het verleden levert telkens weer houvast bij het in het juiste perspectief plaatsen van alle ontwikkelingen en het vinden van antwoorden. De Stichting Historie der Techniek levert hieraan een actieve bijdrage door het initiëren van onderzoeksprogramma’s en onderzoeksprojecten en het naar verschillende doelgroepen communi­ceren van de onderzoeksresultaten.

Dit verslag geeft een overzicht van de lopende nationale en inter­nationale projecten, nieuwe initiatieven en recent verschenen publica­ties. Een bijzondere mijlpaal is het feit dat in 2008 een begin is gemaakt met de daadwerkelijke realisatie van de plannen voor een nieuwe Europese geschiedenis. Dit project zal vanaf 2012 resulteren in een ambitieuze internationale boekenserie met de werktitel Making Europe: Technology and Transformations, 1850-2000, en een via het inter­net toegankelijke virtuele tentoonstelling.

Wij zijn er bijzonder trots op dat het afsluitende zevende deel van de serie Techniek in Nederland in de twintigste eeuw binnenkort in een Engelstalige editie zal verschijnen bij mit­Press. Wetenschappelijk gezien is dit uitermate belangrijk, omdat de met tin­20 verworven kennis daardoor ook internationaal zichtbaar wordt. Trots zijn wij ook over het feit dat zowel de serie Geschiedenis van de Techniek in Nederland in de 19e eeuw als de serie Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw zijn opgenomen in de collectie historische sleutel­teksten van de Digitale Bibliotheek der Nederlandse letteren. In het kader daarvan worden beide series gedigitaliseerd en via internet toegankelijk gemaakt. Voor tin­19 is dat inmiddels gebeurd.

Al ruim twee decennia fungeert de stichting inmiddels als broed­plaats van nieuwe, grensverleggende initiatieven op het terrein van de techniekgeschiedenis. Dit is alleen maar mogelijk dankzij de aanwezig­heid van enthousiaste wetenschappers, een gedreven bureau en de ruimhartige steun en gastvrijheid van de Technische Universiteit Eindhoven en de Faculteit Industrial Engineering and Innovation Sciences. Het bestuur neemt regelmatig met ver/bewondering kennis van de passie van onderzoekers en de ambities van de directie. Dat enthousiasme werkt stimulerend en geeft aan dat we door moeten gaan op de ingeslagen weg!

Dr.ir. B.G. Linsenvoorzitter

Techniek speelt binnen onze samenleving een centrale rol. De Stichting Historie der Techniek (sht) spant zich sinds haar oprich­ting in 1988 in om die rol in het maatschappe­lijke ontwikkelingsproces in de negentiende en twintigste eeuw zichtbaar te maken. Daartoe wordt een breed scala aan activiteiten ontplooid. Het gaat onder andere om het mogelijk maken en uitvoeren van grote onder­zoeksprogramma’s en individuele onder­zoeksprojecten, het publiceren van boeken en artikelen, het verzorgen van onderwijs, het verzamelen van beeldmateriaal en het mee­werken aan tentoonstellingen.

Baanbrekend werkDe sht heeft baanbrekend werk verricht op het terrein van techniekgeschiedenis. De in 1994 afgeronde zesdelige serie Geschiedenis van de techniek in Nederland in de negentiende eeuw. De wording van een moderne samenleving 1800-1890 (tin­19) en de in 2003 voltooide zevendelige serie Techniek in Nederland in de twintigste eeuw (tin­20) zijn daarvan het resul­taat. Vanuit het perspectief van de techniek is de geschiedenis van Nederland opnieuw geschreven en is inzichtelijk gemaakt hoe maatschappelijke en technische ontwikke­lingsprocessen met elkaar samenhangen en elkaar beïnvloeden. De beide series zijn tot stand gekomen met steun van het bedrijfs­leven, de overheid, de universiteiten, nwo en verschillende maatschappelijk organisaties. tin­19 en tin­20 leiden nog steeds tot allerlei spin­offs. Zo verschijnt eind 2009 een Engels­talige editie van het synthetiserende zevende en laatste deel van de serie bij mit­Press. Beide series zijn ook geselecteerd voor de selectie historische sleutelteksten van de Digitale Bibliotheek der Nederlandse Letteren (dbnl). In het kader daarvan worden de series gedigitaliseerd, voor tin­19 is dat inmiddels gebeurd.

De sht heeft na afloop van tin­20 haar activiteiten ontwikkeld langs twee sporen. Het eerste spoor is de ontwikkeling van een Europees netwerk met de naam Tensions of Europe en de formulering en realisatie van een onderzoeksagenda voor onderzoek naar de rol van technologische ontwikkelingen binnen Europa. Het tweede spoor wordt gevormd door nationale projecten. Beide sporen versterken het wetenschappelijk onderzoek bij de capaciteitsgroep Technische Innovatiewetenschappen aan de Technische Universiteit Eindhoven (tu/e). Mede dankzij de initiatieven van de sht heeft deze onder­zoeksgroep internationaal een leidende positie kunnen opbouwen. De sht werkt ook samen met andere universiteiten, met name de Universiteit Twente, de Technische Universi­teit Delft en de Universiteit Maastricht.

Voorwoord stichting historie der techniek

inhoud

PAGINA 2

Voorwoord

Stichting Historie der

Techniek

PAGINA 3

Een nieuwe Europese

geschiedenis

PAGINA 4

Lopend onderzoek

PAGINA 5

Recente publicaties

PAGINA 6

SHT stimuleert

internationaal

onderzoek

Bijzondere leerstoel

Universiteit Maastricht

Financiering

PAGINA 7

Financieel verslag

PAGINA 8

Bureau

Bestuur

Stichtingsraad

colofon

Redactie Jan KorstenMet medewerking van:Ernst Homburg Hans Linsen Johan Schot

Afbeeldingen Fotocollectie Stichting Historie der Techniek

Vormgeving Kade 05, Eindhoven

Druk Lecturis

SHT is opgericht door het Koninklijk Instituut van Ingenieurs (KIVI-NIRIA) en wordt ondersteund door de Technische Universiteit Eindhoven.

2

Page 3: Overzicht Stichting Historie der Techniek 2008-2009 2008-09.pdf · Nederland in de 19e eeuw als de serie Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw zijn opgenomen in de collectie

De sht heeft het initiatief genomen voor het schrijven van een nieuwe Europese geschiedenis vanaf 1850. Een enthousiaste groep historici en sociale wetenschappers werkt de komende jaren aan dit ambitieuze, vernieuwende project. De resultaten worden gepubliceerd in de zesdelige boekenserie Making Europe: Technology and Transformations, 1850-2000 en vinden hun weg naar een virtuele tentoonstelling dat in samenwerking met de belangrijkste Europese techniekmusea wordt gebouwd. Meer informatie is te vinden op www.tensionsofeurope.eu

Circulatie als centraal thema

De Europese geschiedenis wordt vanuit een transnationaal perspectief beschreven. Er wordt gekeken hoe goederen, personen, energie, ideeën en informatie tussen landen circuleerden. Aan bod komt ook de wijze waarop landen die circulatie probeerden te remmen of te stimuleren en welke netwerken en infrastructuren daarbij van belang waren. De stelling is dat Europa als identiteit is gevormd door deze circulatie­processen. Bijzonder aan het programma is dat de rol van de techniek integraal wordt meegenomen. Daarbij ligt het accent niet op de techniek zelf, maar op de maatschappelijke invloed van technische ontwikkeling. Het idee is dat die invloed niet alleen door research and development en ingenieurs is gerealiseerd, maar juist ook door gebruikers van techniek: bedrijven, consumenten, overheden en allerlei internationale organisa­ties. Door de geschiedenis te analyseren vanuit deze invalshoek wordt het mogelijk zichtbaar te maken hoe een Europees perspectief ver­weven is geraakt met het handelen van veel mensen en organisaties. Door te beginnen in 1850 en te eindigen rond het jaar 2000 zijn we ook in staat de geschiedenis van de huidige Europese Unie te plaatsen in een lange termijn perspectief.

Langlopend initiatief

Het project is begin 2000 gestart. Naar verwachting wordt het onder­zoek in 2012 afgerond en zal de serie vanaf 2012 verschijnen. In de periode 2000­2004 lag de nadruk op het opbouwen van een weten­schappelijk netwerk, het in kaart brengen van de actuele stand van zaken op het terrein van Europees techniekhistorisch onderzoek en het formuleren van een onderzoeksagenda. Het opgebouwde Tensions of Europe network bestaat uit ruim 150 weten­schappers die afkomstig zijn uit vrijwel alle Europese landen en de Verenigde Staten. De sht coördineert de activiteiten en verzorgt de communicatie via de website en een nieuwsbrief. De leiding ligt bij Johan Schot en Ruth Oldenziel, beide hoogleraar aan de tu/e.

Op basis van de door het netwerk geformuleerde onderzoeks agenda hebben de betrokken onderzoekers een reeks van projectaanvragen ingediend, nationaal en internationaal. Dit heeft geleid tot een inter­nationaal onderzoeksprogramma van 9 grote projecten waarbij zo’n 80 onderzoekers zijn betrokken. Het totaal beschikbare onderzoeks­budget bedraagt zo’n zes miljoen Euro. Naast de European Science Foundation stellen de research councils van 17 Europese landen middelen beschikbaar. Een belangrijke bijdrage is afkomstig van nwo. Dit onderzoeksprogramma zal worden afgesloten in 2010 met een grote, mede door de sht georganiseerde conferentie in Sofia.In 2008 is een begin gemaakt met de uitwerking van plannen om te komen tot een synthese van de resultaten van het lopende onderzoek. In het kader daarvan wordt komende jaren extra onderzoekscapaciteit ingezet voor het invullen van geconstateerde lacunes. Uiteindelijk

wordt alles via de boekenserie en het virtuele tentoonstelling toeganke­lijk gemaakt voor verschillende wetenschappelijke disciplines, beleids­makers, studenten en het bredere geïnteresseerde publiek.

Een nieuwe Europese geschiedenis

1.

Maria Paula Diogo,

Dirk van Laak en

Matthias Middell

Europe in the

Global World

– Welke ideeën over

Europa werden ont­

wikkeld door de

internationale (en

trans­Atlantische)

circulatie van goede­

ren, mensen, ideeën

en kennis. Hier zal de

invloed van Amerika

aan bod komen,

alsmede de relaties

met de koloniën en de

latere relatie met ont­

wikkelingslanden.

Ook zal er aandacht

zijn voor het proces

van globalisering.

2.

Arne Kaijser,

Erik van der Vleuten

en Per Høgselius,

From Nature to

Networks: the

Infrastructural

Transfor mation of

Europe

– Hoe werd Europa

gevormd door de ont­

wikkeling van een

nieuwe geografie van

transport, energie en

communicatie net­

werken?

3.

Mikael Hård en

Ruth Oldenziel,

European Technolo gical

Dramas: Histories of

Consumption and Use

– Hoe droeg het

proces van het produ­

ceren, distribueren en

consumeren van een

reeks consumptie­

goederen bij aan de

vorming van een

Europese ruimte?

4.

Andreas Fickers en

Pascal Griset,

Eventing Europe:

Electronic Information

and Communication

Spaces in Europe

– Hoe werd Europa

ervaren door de

opkomst van allerlei

(massa) media?

5.

Helmuth Trischler en

Martin Kohlrausch,

Knowledge Societies,

Expert Networks and

Innovation Cultures in

Europe

– Hoe groeide de

Europese gedachte

door de formulering

van Europese stan­

daarden, kennis­

netwerken en groot­

schalige Europese

projecten?

6.

Wolfram Kaiser, Johan

Schot en Dagmara

Jajeśniak­Quast,

Governing Europe:

Technology, Experts

and Networks

– In dit deel wordt de

focus gelegd op het

Europese integratie­

proces zelf.

virtuele tentoonstelling

In 2008 honoreerde de European Science Foundation het voorstel om te starten met het bouwen van een internetplatform waarmee de on­derzoeksresultaten voor een breed publiek kunnen worden ontsloten. Een prototype is inmiddels beschikbaar. Uniek aan het project is dat wetenschappelijk onderzoek direct wordt gekoppeld aan de collecties van wetenschaps­ en techniekmusea. Op basis van korte, speciaal voor internetgebruik geschreven geïllustreerde historische essays kunnen bezoekers van de website op zoek gaan naar gerelateerde informatie die beschikbaar is bij de musea en andere bronnen. U vindt de virtuele tentoonstelling op www.inventingeurope.eu

boekenserie. De boekenserie zal bestaan uit de volgende 6 delen:

3

Page 4: Overzicht Stichting Historie der Techniek 2008-2009 2008-09.pdf · Nederland in de 19e eeuw als de serie Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw zijn opgenomen in de collectie

Wetenschappelijke kwaliteitsbewaking

In opdracht van derden voert de sht histori­sche onderzoeksprojecten uit. De onderzoeks­resultaten vinden hun weg naar boeken, arti­kelen en rapporten. Het streven is dergelijke projecten zoveel mogelijk te groeperen rond­om een aantal centrale onderzoekslijnen zoals ‘de ontwikkeling van de kennisinfrastructuur’, ‘innovaties’ en ‘transport en vervoer’. Hierbij wordt zo mogelijk samengewerkt met de Technische Universiteit Eindhoven en andere universiteiten waardoor het wetenschappelijk universitair onderzoek wordt versterkt.Voorop staat altijd dat een onderzoek moet voldoen aan wetenschappelijke kwaliteits­eisen. De sht is samen met 9 historische onderzoeksinstituten medeondertekenaar van de in samenwerking met de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (knaw) opgestelde Richtlijnen voor historisch-wetenschappelijk onderzoek in opdracht. De richtlijnen geven aan hoe de wetenschappe­lijke onafhankelijkheid van opdrachtresearch wordt gewaarborgd.

Kennisinfrastructuur

Om een goed beeld te krijgen van de kennis­infrastructuur en de loop van innovatie­processen is onderzoek naar het verleden van bedrijfslaboratoria en coördinerende organen nodig. Hier ligt dan ook een van de speer­punten van de sht. Eerder liep onder auspiciën van de sht al onderzoek naar de geschiedenis van Philips Research en dsm Research. Meer recent volgde onderzoek naar tno Industrie en Techniek en de Nationale Raad van Landbouwkundig Onderzoek. Sinds 2006 loopt een meerjarig onderzoek naar de geschiedenis van Unilever Research en Development in Vlaardingen. In de tweede helft van 2009 start een onderzoek naar de historische rol van tno. Dit onderzoek vindt plaats in het kader van het 80­jarig bestaan van de organisatie. Tegelijkertijd start een onderzoek naar de historische ontwikkelingen binnen het katalyseonderzoek in Nederland.Hoewel er inmiddels het nodige is gepubli­ceerd over het innovatieve vermogen van de Nederlandse economie, is er nauwelijks iets bekend over kennisvragen, kennisbronnen en het aanpassingsvermogen van het midden­ en kleinbedrijf (mkb). Om daarin verandering te brengen heeft de sht een voorstel ontwik­keld voor een onderzoek naar het innovatief ver mogen van het mkb. Het project wordt mogelijk gemaakt door het Ministerie van Economische Zaken en Syntens.

Vanaf het midden van de negentiende eeuw waren het scheepsbouwcluster en de scheeps­bouwtechnologie voortdurend in beweging. De veranderingen werden in gang gezet door ontwikkelingen op technologisch terrein, in beweging zijnde markten, verschuivende concurrentieverhoudingen en nationale en internationale regelgeving. In 2008 en 2009 heeft de sht in samenwerking met het Van der Weele­Schipperfonds in kaart gebracht op welke wijze de veranderings­processen kunnen worden geanalyseerd in een integrale, samenhangende geschied­schrijving van het Nederlandse scheepsbouw­complex. Het streven is op basis van het rapport een onderzoeksprogramma op te zetten. Transport en vervoer

Onderzoek naar het verleden van transport en vervoer vormt al jarenlang één van de aan­dachtsgebieden van de sht. In 2008 werd hier een belangrijke mijlpaal bereikt met de presentatie van het tweedelige werk Van transport naar mobiliteit over twee eeuwen Nederlandse mobiliteitsgeschiedenis. Dit project heeft een internationaal vervolg gekregen waarbij het verkeers­ en vervoers­beleid in zeven landen wordt vergeleken. Het doel is inzicht te krijgen in de doelmatigheid van de instrumenten die de overheid kan inzetten bij het oplossen van verkeerskundige problemen. Tegelijkertijd ontstaat dan inzicht hoe de ontwikkeling van het verkeers­ en vervoers systeem is beïnvloed door verschillen in geografische en sociale omstandigheden en het gevoerde overheidsbeleid. In het onder­zoek betrokken landen zijn: Nederland, Groot­Brittannië, Frankrijk, Duitsland, de Verenigde Staten, België en Zwitserland.

Papyrus

Als onderdeel van een internationaal con­sortium werkt de sht mee aan het Papyrus­project, een project binnen het zevende kaderprogramma van de Europese Unie. Doel van het project is nieuwe methoden te ont wikkelen om in digitale bibliotheken en dataver zamelingen meer gericht naar infor­matie te zoeken. De sht vertegenwoordigt binnen het project de gebruikers, dat wil zeggen techniekhistorici, journalisten en studenten. Het project loopt tot medio 2010.

Lopend onderzoek

omslagDe canon van Eindhoven

omslagDe eeuw van de com puter. De geschiedenis van de informatie technologie in Nederland

omslagVan transport naar mobiliteit. De mobiliteits­explosie (1895­2005)

omslagVan transport naar mobiliteit. De transport­revolutie (1800­1900)

omslagDriving Europe. Building Europe on roads in the twentieth century.

omslagManufacturing Technology, Manufacturing Consumers.The making of Dutch Consumer Society.

omslagElectrifying Europe. The power of Europe in the construction of electricity networks.

omslagMaterialising identity. The co­construction of the Gotthard Railway and Swiss national identity.

4

Page 5: Overzicht Stichting Historie der Techniek 2008-2009 2008-09.pdf · Nederland in de 19e eeuw als de serie Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw zijn opgenomen in de collectie

Van Transport naar mobiliteit

In Van transport naar mobiliteit analyseren Ruud Filarski en Gijs Mom voor het eerst in de Nederlandse geschiedenis de lange termijn ont­wikkelingen van het Nederlandse verkeer en vervoer. Het resultaat mag er zijn: twee boekdelen met veel nieuw onderzoek en nog niet eerder gepubliceerde feiten. Tezamen geven ze een verfrissende kijk op de ontwikkeling van transport en mobiliteit in Nederland in de 19de en 20ste eeuw. Het onderzoek is onder auspiciën van de sht uitgevoerd.In het eerste deel, De transportrevolutie (1800­1900), staat de 19de­eeuwse combinatie van stoomtreinen en paardenkracht, stoomboten en zeilschepen. Tijdens de Nederlandse Industriële Revolutie ont­stonden netwerken van spoor­ en tramwegen, rivieren, kanalen en straatwegen. Aan bod komen gebruikers, ondernemers, tegenstanders van de nieuwe vervoersmiddelen, het overheidsbeleid, de economische en ruimtelijke effecten. In het tweede deel, De mobiliteitsexplosie (1895­2005), ligt het accent op nieuwe vervoersvormen als de fiets, de (vracht)auto, bestelwagen en bus. Ook de luchtvaart en de modernisering van het spoorwegsysteem en de binnenvaart komen aan de orde. Bijzondere aandacht krijgt de bloei en afkalving van het tramnetwerk en de strijd tussen weg en spoor in het Interbellum. Daarnaast komt de gebruikscultuur van fiets en auto ruim aan bod.

De eeuw van de computer

Eind 2008 verscheen het onder redactie van Adrienne van den Bogaard, Harry Lintsen, Frank Veraart en Onno de Wit samengestelde boek De eeuw van de computer. De geschiedenis van de informatietechnologie in Nederland. Het boek is één van de resultaten van een onder auspiciën van de sht uitgevoerd onderzoeksprogramma.Aan de hand van de geschiedenis van de gegevensverwerking en de computertechnologie, zoeken de auteurs naar verklaringen voor de massale verspreiding van computertechnologie. Het startpunt ligt in het begin van de twintigste eeuw toen bij banken, verzekeringsmaat­schappijen en het industrieel grootbedrijf begonnen werd met de mechanisering van de gegevensverwerking. Ponskaartmachines, tabel­leermachines, adresseermachines en andere (mechanische) apparaten verwerkten in deze instellingen de groeiende gegevensstromen en rationaliseerden het kantoor. Later ontstonden grote elektronische en digitale apparaten die bedoeld waren voor grootschalige gegevensver­werking. Deze werden ook door Nederlandse bedrijven gebouwd en geprogrammeerd, onder andere door Philips, het Mathematisch Centrum en de ptt. De verdere ontwikkeling van grote mainframe computers werd doorkruist door de opkomst van de microcomputer. Deze ont­wikkeling leidde tot de komst voor computers en software voor het midden­ en kleinbedrijf, scholen en thuisgebruik.

Historische canon Eindhoven

Veel bewoners en bezoekers van Eindhoven zijn zich niet of nauwelijks bewust van het historisch verhaal van de stad. Om hierin verandering te brengen is De canon van Eindhoven uitgegeven. De canon is samen­gesteld door sht en de tu/e in samenwerking met enkele Eindhovense culturele instellingen. Het door Harry Lintsen (tu/e) en Peter Thoben (Museum Kempen­land) geredigeerde boek is begin 2009 gepresenteerd tijdens een bijeenkomst in Museum Kempenland in Eindhoven. De canon bestaat uit een serie blikvangers oftewel iconen. Dat zijn onder andere De Dommel, Klooster Ten Haghe, Elias en Mignot, de Sint­Catharinakerk,

de gebroeders Philips, de Centrale Boerenleenbank, Daf en het Evaluon. Deze blikvangers fungeren als uitkijkposten. Zij bieden een inspirerend uitzicht op bepaalde aspecten uit het Eindhovens verleden. Er is ook een beknopt doorlopend historisch overzicht. Het boek bevat bijdragen van Giel van Hooff, Jan Korsten, Harry Lintsen, Hans Schippers en Peter Thoben.

Technology and European History series

In samenwerking met Aksant Academic Publishers heeft de sht in 2008 de Engelstalige Technology and European History series opgezet. De reeks biedt onderzoekers de mogelijkheid om de resultaten van onderzoek naar de rol van techniek in de Europese geschiedenis in de negentiende en twintigste eeuw te publiceren. Ruth Oldenziel en Johan Schot fungeren als redactie van de serie. Inmiddels zijn vier boeken in de reeks verschenen.

In haar proefschrift Materialising identity. The co-construction of the Gothard Railway and Swiss national identity gaat Judith Schueler in op de geschiedenis van de in 1882 geopende Gotthard spoorweg, één van de belangrijke spoorverbindingen door de Alpen. Mede door de 15 kilometer lange tunnel onder het Gotthard massief sprak de lijn al vanaf het begin tot de verbeelding. Het boek laat zien welke rol techniek speelde in de geschiedenis van de spoorlijn. De auteur laat ook zien hoe de spoorlijn het ontstaan van een nationale Zwitserse identiteit bevorderde.

Frank Schipper voltooide in 2008 zijn proefschrift Driving Europe: Building Europe on roads in the twentieth century. De auteur analyseert het ontstaan van een Europees wegennet in de loop van de twintigste eeuw. Hij maakte gebruik van de archieven van verschillende inter­nationale organisaties om te laten zien op welke wijze werd gestreefd naar een Europees wegennet en uniforme regels om dat netwerk te kunnen gebruiken.

Electrifying Europe: The power of Europe in the Construction of Electricity networks luidt de titel van het proefschrift van Vincent Lagendijk. Door allerlei tot op heden nauwelijks gebruikte bronnen te combineren laat de auteur zien hoe ingenieurs, ondernemers en beleidsmakers bouwden aan de verwezenlijking van een Europees elektriciteitsnetwerk. Duidelijk wordt hier zichtbaar welke rol technologie speelde in de Europese geschiedenis.

Het door Adri Albert de la Bruhèze en Ruth Oldenziel geredigeerde boek Manufacturing Technology, manufacturing consumers. The Making of Dutch Consumer Society is het resultaat van een in het kader van tin­20 uitgevoerd onderzoeksprogramma. Allerlei partijen en belangen­groepen waren in de twintigste eeuw betrokken bij de ontwikkeling van consumptie en productie. De auteurs gaan in op opkomst van de consumptiemaatschappij in Nederland en de rol van verschillende actoren. Het boek bevat bijdragen van Adri Albert de la Bruhèze, Marja Berendsen, Liesbeth Bervoets, Gijs Mom, Ruth Oldenziel, Anneke van Otterloo, Johan Schot, Peter Staal en Onno de Wit.

Recente publicaties

5

Page 6: Overzicht Stichting Historie der Techniek 2008-2009 2008-09.pdf · Nederland in de 19e eeuw als de serie Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw zijn opgenomen in de collectie

SHT stimuleert internationaal onderzoek

PhD fonds

Om de internationale onderzoeksagenda te realiseren is onderzoek in Centraal­ en Oost­Europa nodig. Het vakgebied techniekgeschiedenis in deze delen van Europa moet vrijwel nog volledig ontwikkeld worden. De sht heeft daarom in 2006 een fonds opgezet om techniek­historisch onderzoek in Centraal­ en Oost­Europa te stimuleren. In het kader daarvan is een samenwerking opgestart met de Universiteit van Plovdiv (Bulgarije) en de Charles Universiteit van Praag (Tsjechië). De sht stelt een studiebeurs beschikbaar en middelen voor de opbouw van een techniekhistorische bibliotheek ter plaatse.

Begin 2007 zijn vier jonge onderzoekers uit Bulgarije en Tsjechië gestart met hun promotieonderzoeken. Eén promotieproject richt zich op de plannen om de Donau via een kanaal te verbinden met de Oder en de Elbe. Een andere studie gaat over de geschiedenis van kern energie in Bulgarije en de invloed van Koude Oorlog. Het derde promotie­onderzoek heeft betrekking op consumptie en voeding. Centraal staat Bulgaarse yoghurt. Het laatste project gaat in op grensoverschrijdende transporten van Oost­ naar West­Europa. De projecten versterken lopend onderzoek aan de Technische Universiteit Eindhoven

Karen Johnson Freeze Fellowship Fund

Op 19 maart 2009 overleed Karen J. Freeze. Zij heeft voor de sht de eerste contacten gelegd met techniekhistorici in Centraal en Oost Europa en in kaart gebracht op welke wijze techniekhistorisch onderzoek in die regio’s gestimuleerd kan worden. De resultaten van haar werk waren voor het eerst duidelijk zichtbaar tijdens de eerste Tensions of Europe Conferentie die in 2004 plaatsvond in Boedapest (Hongarije). Zij legde ook de basis voor het door de sht opgezette PhD fonds.

Om de herinnering aan Karen Freeze levend te houden én verder te werken aan de uitbouw van techniekhistorisch onderzoek in Centraal­ en Oost­Europa heeft de sht besloten een fonds in het leven te roepen waarop onderzoekers vanaf eind 2009 een beroep kunnen doen ter dekking van bepaalde aan hun onderzoek gerelateerde kosten.

financiering

De sht wordt structureel ondersteund door donateurs en de Technische Universiteit Eindhoven. Voor de uitvoering van onderzoeksprojecten worden middelen geworven bij de Nederlandse universiteiten, de Nederlandse Organisatie voor Weten­schappelijk Onderzoek (nwo), de European Science Foundation (esf), de overheid, het bedrijfs leven en diverse maatschappelijke instellingen. Daarnaast wordt in opdracht en voor rekening van bedrijven en organisaties historisch onderzoek verricht.

De beschreven activiteiten van de Stichting Historie der Techniek zijn mogelijk gemaakt door:

– akzo­Nobel– bovag– Commissie van Overleg Sectorraden (cos)– De Negende van Eindhoven– dsm– Dura Vermeer Groep nv– Dutch Validation Council– European Science Foundation– European University Institute Florence– Faculteit Industrial Engineering &

Innovation Sciences, Technische Universiteit Eindhoven

– Gemeente Eindhoven– kivi-niria– knaw– Koninklijke bam Groep nv– Ministerie van Economische Zaken– Nederlands Genootschap voor Informatica– nwo– nw Posthumus Instituut– ns– Philips– Prins Bernhard Cultuurfonds– Rijkswaterstaat– Scholengemeenschap Spieringshoek– Shell– Stichting ksi, Rotterdam– Stichting Post Academisch Onderwijs in

de Informatietechnologie – Syntens– Technische Universiteit Delft– Technische Universiteit Eindhoven– tno– Unilever Research & Development– Universiteit Twente– US Embassy The Hague– Van der Weele­Schipperfonds– Vereniging van en voor Register Informatici– wtmc

bijzondere leerstoel universiteit maastricht

Sinds 2002 bekleedt Ernst Homburg de door de sht aan de Universiteit Maastricht ingestelde bijzondere leerstoel ‘Geschiedenis van weten­schap en techniek en hun onderlinge samenhang’. Het onderzoek en de publicaties richten zich op het grensvlak van wetenschap en techniek en de interactie tussen het bedrijfsleven en de universiteiten. Homburg verzorgde verschillende lezingen, onder ander over het ontstaan van de Nederlandse stearine industrie. Daarnaast verschenen verschillende publicaties.

Homburg werkt momenteel met een internationaal team van auteurs aan een boek over de geschiedenis van de Belgische chemisch­ farmaceutische mulitnational Solvay. Homburg neemt in het boek de periode 1950­2012 voor zijn rekening. Ten behoeve van het project deed hij onderzoek in bedrijfsarchieven in Brussel (Belgie), Bernburg (Duitsland) en Torrelavega (Spanje). Daarnaast interviewde hij ver­schillende bij het bedrijf betrokken personen. Om het onderzoek in een breder kader te plaatsen is er een promotieproject aan gekoppeld.

6

Page 7: Overzicht Stichting Historie der Techniek 2008-2009 2008-09.pdf · Nederland in de 19e eeuw als de serie Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw zijn opgenomen in de collectie

balans sht

activa 31­12­2008 31­12 2007 passiva 31­12­2008 31­12­2007

Vaste activa Inventaris 4.718 6.728 Eigen vermogen 237.553 229.859

Vlottende activa Kortlopende schulden Voorraad boeken 5.380 8.198 Crediteuren 21.199 22.291Vorderingen 128.493 99.261 Nog te besteden op projecten 560.596 483.269Liquide middelen 722.286 714.942 Belastingen/sociale verzekeringen 27.110 78.252 Overige schulden 14.419 15.458

860.877 829.129 860.877 829.129

exploitatierekening

2008 2007Opbrengsten Ontvangen bijdragen voor projecten 432.594 547.933 Mutatie nog te besteden op projecten ­77.327 ­141.181

Toegevoegde waarde 355.267 406.752

Ontvangsten 115.865 108.199 Resultaat boekenverkoop 460 5.606 Financiële baten 16.491 8.784 Doorberekende overhead 30.710 46.048

Totale opbrengsten 518.793 575.389

Kosten Projectkosten ­ externe kosten 300.871 370.989 Op projecten doorbelaste personeelskosten 105.489 78.576 Op projecten doorbelaste organisatiekosten 30.710 46.049 Overige personeelskosten 69.043 73.338 Overige organisatiekosten 1.881 3.167 Afschrijvingen 3.105 3.400 Totale kosten 511.099 575.519

Exploitatieresultaat 7.694 -130

Financieel verslag

Toelichting op de balans per 31 december 2008 en de exploitatie­

rekening over 2008:

– De cijfers zijn gebaseerd op de door de accountant gecontroleerde

jaarrekening over het boekjaar 2008 van de Stichting Historie der

Techniek.

– Ten opzichte van voorgaand jaar zijn wijzigingen aangebracht in de

presentatie van de cijfers om zodoende een beter inzicht te bieden

in de omvang van de activiteiten van de Stichting. De toegepaste

waarderingsgrondslagen zijn echter ongewijzigd gebleven.

– De vergelijkende cijfers over het boekjaar 2007 zijn als gevolg hiervan

aangepast. Deze aanpassingen hebben echter geen gevolgen voor

de omvang van het gepresenteerde vermogen noch voor de omvang

van het gepresenteerde exploitatiesaldo.

– Het begrip toegevoegde waarde beoogt een afspiegeling te geven

van de financiële omvang van de door of namens de Stichting

in het boekjaar uitgevoerde onderzoeksactiviteiten.

– Het bedrag 'Nog te besteden op projecten' heeft betrekking op

per saldo vooruitontvangen bedragen ten behoeve van projecten,

waarvoor nog uitgaven dienen te worden gedaan. Dit bedrag kan

als volgt worden gespecificeerd:

Ontvangen bijdragen op projecten 2.107.605 1.892.826 Reeds gemaakte kosten op projecten ­1.547.009 ­1.409.557

Nog te besteden op projecten 560.596 483.269

7

Page 8: Overzicht Stichting Historie der Techniek 2008-2009 2008-09.pdf · Nederland in de 19e eeuw als de serie Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw zijn opgenomen in de collectie

Het bureau fungeert als organisatorisch centrum van de stichting. Hier worden projecten gecoördineerd en geadministreerd, worden bijeen­komsten en andere activiteiten georganiseerd, boekproductietrajecten begeleid en fondswervingsacties opgestart.

Het bureau verzorgt ook de website en nieuwsbrief van het Tensions of Europe network. Wetenschappelijk directeur Johan Schot is voorzitter van het Tensions of Europe network en is voorzitter van het Scientific Committee van het Inventing Europe onderzoeksprogramma. Zakelijk directeur Jan Korsten is secretaris van Tensions of Europe. Verschillende bureaumedewerkers werken actief mee aan projecten. Zo werkte Jan Korsten in 2007 en 2008 mee aan de formulering van de Historische Canon van Eindhoven en is hij betrokken bij het Papyrus project. Roeslan Leontjevas was betrokken het Papyrus Project en een opdracht van de Open Universiteit.

De bezetting van het bureau onderging in de eerste maanden van 2009 de nodige veranderingen doordat zowel administrateur en website­beheerder Roeslan Leontjevas, als management assistente Lidwien Hollanders­Kuipers na een lang dienstverband de sht verlieten in ver­band met het vinden van een nieuwe baan. Het bureau bestaat momen­teel uit wetenschappelijk directeur Johan Schot, zakelijk directeur Jan Korsten, managementassistente Sonja Beekers, administrateur Loek Stoks, websitebeheerder Vincent Lagendijk en vrijwilliger Henk Treur.

Bureau

stichtingsraad

De sht wordt regelmatig met raad en daad ondersteund door organisaties die zijn ver­tegenwoordigd in de Stichtingsraad. Het gaat daarbij om:

– Afdeling Geschiedenis der Techniek van het kivi-niria

– Bataafsch Genootschap der Proefondervindelijke Wijsbegeerte

– fnv Bondgenoten– kivi niria– Hollandsche Maatschappij der

Wetenschappen– Koninklijke Nederlandse Chemische

Vereniging– Nederlands Genootschap voor

Informatica– Nederlands Economisch Historisch

Archief– Nederlandsche Maatschappij voor

Nijverheid en Handel– Nederlandse Vereniging voor Management

nive– Technische Universiteit Delft– Technische Universiteit Eindhoven– Rijkswaterstaat – Raad voor de Volksgezondheid en Zorg– Universiteit Twente

bestuur

Samenstelling Bestuur (juni 2009):

dr.ir. B.G. (Hans) Linsen (voorzitter)ir. J.M. (Hans) Vernooij (penningmeester)ir. S.M. (Saskia) Blomir. H. (Herman) de Boon dr. R.J. (Reinder) van Duinenprof.dr.ir. R. (Rudy) Rabbingedr.ir. M.F.H. (Martin) Schuurmansdrs. K. (Kees) Vijlbriefprof.dr. H. (Hans) de Wit

Stichting Historie der Techniek

Per adres: TU/eIPO-gebouw 2.31Postbus 5135600 MB Eindhoven

Bezoekadres: TU/e IPO-gebouw 2.31

T 040 - 247 46 41F 040 - 244 46 02E [email protected]

www.histech.nl

8