OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

155
OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3 AARDRIJKSKUNDE .................................................................................................................................... 2 BV (BEELDENDE VORMING)................................................................................................................... 26 DUITS ..................................................................................................................................................... 32 ECONOMIE............................................................................................................................................. 46 ENGELS .................................................................................................................................................. 58 FRANS .................................................................................................................................................... 66 GESCHIEDENIS ....................................................................................................................................... 72 GRIEKS ................................................................................................................................................... 80 LATIJN .................................................................................................................................................... 86 LICHAMELIJKE OPVOEDING (LO) ........................................................................................................... 92 NATECH ............................................................................................................................................... 110 NEDERLANDS ....................................................................................................................................... 117 SCHEIKUNDE ........................................................................................................................................ 137 WISKUNDE ........................................................................................................................................... 146

Transcript of OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Page 1: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3 AARDRIJKSKUNDE .................................................................................................................................... 2

BV (BEELDENDE VORMING) ................................................................................................................... 26

DUITS ..................................................................................................................................................... 32

ECONOMIE ............................................................................................................................................. 46

ENGELS .................................................................................................................................................. 58

FRANS .................................................................................................................................................... 66

GESCHIEDENIS ....................................................................................................................................... 72

GRIEKS ................................................................................................................................................... 80

LATIJN .................................................................................................................................................... 86

LICHAMELIJKE OPVOEDING (LO) ........................................................................................................... 92

NATECH ............................................................................................................................................... 110

NEDERLANDS ....................................................................................................................................... 117

SCHEIKUNDE ........................................................................................................................................ 137

WISKUNDE ........................................................................................................................................... 146

Page 2: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

AARDRIJKSKUNDE

A. LEER EN TOETSPLAN

Vak: Aardrijkskunde

Leerjaar: 3

Onderwerp: Europa

Kerndoel(en):

19. De leerlingen kunnen in Europa belangrijke deelgebieden onderscheiden op grond van sociaal-geografische kenmerken, zoals bevolking, economische activiteiten, welvaart en levensomstandigheden, politiek en cultuur. 20. De leerlingen kunnen politiek-geografische ontwikkelingen en de gevolgen daarvan binnen Europa herkennen, beschrijven en verklaren. 21. De leerlingen kunnen de gevolgen van de samenwerking tussen landen van de Europese Unie beschrijven en verklaren.

Leerdoel(en):

1- Samenwerken

2-Onderzoek doen

3-Presenteren

4-Onderzoeksverslag schrijven

5-Bovengenoemde kerndoelen

Onderwerp(en):

Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Europa

vakles

1 + 2

4

1x S.O., 1x PW,

1x

huiswerkcijfer

1x onderzoeks-

verslag

Resp: 1, 3,

1, 3

Page 3: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

(+presentatie)

Page 4: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

B. VAARDIGHEDEN

Vaardigheden rubrieken:

Onvoldoende

Voldoende Ruim voldoende Goed

Presentatie

De mondelinge

presentatie

(poster, verslag,

rol) is

onsamenhangend

en sluit niet aan

op de

vraag/opdracht.

De mondelinge of

schriftelijke

presentatie (poster,

verslag, rol) is een

verzameling

gegevens met een

kop en een staart

maar sluit niet aan

op de

vraag/opdracht

De mondelinge of

schriftelijke

presentatie (poster,

verslag, rol) bezit

samenhang; de

verschillende

onderdelen sluiten

goed aan op elkaar

en op de

vraag/opdracht. Er

is een kop en een

staart.

De mondelinge of

schriftelijke

presentatie

(poster, verslag,

rol) bezit

samenhang; er is

een inleiding, kern

en afsluiting; de

verschillende

onderdelen sluiten

goed aan op

elkaar en op de

vraag/opdracht. De

leerling voegt extra

elementen toe die

een meerwaarde

vormen (visueel,

inhoudelijk, enz.).

Samenwerken

De leerling wilde

niet

samenwerken of

werkte in een

groep

contraproductief.

De leerling heeft

goed

samengewerkt en

wilde ook

opdrachten van

anderen uitvoeren.

De leerling heeft

goed

samengewerkt en

heeft initiatieven

genomen om de

groep goed te laten

samenwerken.

De leerling heeft

goed

samengewerkt en

nam de rol van

leider op zich;

dank zij hem

functioneerde de

groep als geheel.

Werkstuk

Het werkstuk is

onsamenhangend

en sluit niet aan

op de

vraag/opdracht

Het werkstuk is een

verzameling

gegevens met een

kop en een staart

maar sluit niet aan

op de

vraag/opdracht

Het werkstuk bezit

samenhang; de

verschillende

onderdelen sluiten

goed aan op elkaar

en op de

vraag/opdracht. Er

is een kop en een

staart

Het werkstuk bezit

samenhang; er is

een inleiding, kern

en afsluiting; de

verschillende

onderdelen sluiten

goed aan op

elkaar en op de

vraag/opdracht. De

leerling voegt extra

elementen toe die

een meerwaarde

vormen (visueel,

Page 5: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

inhoudelijk, enz.).

C. KENNEN EN KUNNEN

Kennen en kunnen lijst

Kennen Kunnen

Onderwerp

Page 6: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Europa

Topografie van Europa

Begrippen:

Regionale verscheidenheid

Regionale ongelijkheid

Regionaal beleid

Europese Unie

Europese Economische

Gemeenschap

Europese Integratie

Volk

Natie

Staat

Soevereiniteit

Natie-staat

Nationalisme

Politieke vluchteling

Asielzoeker

Cultuur

Afscheidingsbewegingen

Separatisme

Grens

Centrum

Periferie

Specialisatie

Schaalvergroting

Mechanisatie

Garantieprijs

Productiequota

Afzetmarkt

Schaarste

-verschillende deelgebieden in

Europa (West-, Midden-, Noord-,

Zuid- en Oost-Europa) herkennen en

lokaliseren;

-verschillen en overeenkomsten

tussen deze deelgebieden

beschrijven en verklaren.

- voorbeelden van politiek-

geografische veranderingen in

Europa herkennen en noemen;

- effecten van deze veranderingen

voor het dagelijkse leven, de

productie, de handel en het toerisme

in de betrokken Europese landen

beschrijven en verklaren.

- de samenstelling, economische

positie en politieke betekenis van de

Europese Unie in Europa en de

wereld beschrijven;

- effecten van het Europese

integratieproces voor het dagelijkse

leven, de productie, de handel en

het toerisme in de betrokken

Europese landen, in het bijzonder

Nederland, beschrijven en verklaren.

Page 7: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

BNP

BBP

Page 8: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

A. LEER EN TOETSPLAN

Vak: Aardrijkskunde

Leerjaar: 3

Onderwerp: landelijke en stedelijke ontwikkeling

Kerndoel(en):

16. De leerlingen kunnen het ontstaan en de ruimtelijke spreiding van belangrijke landschapstypen in

Nederland beschrijven en verklaren.

9. De leerlingen kunnen een vergelijking maken tussen het ruimtegebruik in stedelijke en landelijke gebieden in Nederland. 10. De leerlingen kunnen de betekenis van toegenomen verkeersmobiliteit voor stedelijke en landelijke

gebieden in Nederland beschrijven en verklaren.

11. De leerlingen kunnen met voorbeelden gevolgen van maatschappelijke veranderingen voor de

(her)inrichting van stedelijke en landelijke gebieden in Nederland verklaren.

Leerdoel(en):

De leerling leert:

- de ligging en zichtbare kenmerken van deze landschapstypen herkennen, noemen en beschrijven; - de ligging en het uiterlijk van deze landschapstypen verklaren met behulp van de invloed van wind, zee, ijs, rivieren en de mens. - hoofdvormen van grondgebruik (landbouw, industrie, diensten, woongebieden, natuur, verkeer en

recreatie) in Nederland inventariseren en lokaliseren;

- gebieden in Nederland noemen met een concentratie van landbouw, industrie en diensten,

onderscheiden naar typen en ligging;

- de ligging van stedelijke en landelijke gebieden en kenmerkende verschillen en overeenkomsten

tussen deze gebieden beschrijven en verklaren.

- belangrijke verkeersaders (hoofdwegen, spoorlijnen, waterwegen, vliegvelden) inventariseren en

lokaliseren;

- voorbeelden van belangrijke verkeersvraagstukken noemen en ontwikkelingen op het gebied van

verkeer beschrijven, verklaren en beoordelen;

Page 9: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

- een verband leggen tussen de toegenomen verkeersmobiliteit en bevolkingsgeografische,

technologische en economische ontwikkelingen;

- ontwikkelingen op het gebied van verkeer beschrijven, verklaren en beoordelen;

- maatregelen voor de aanpak van vervoersvraagstukken en de ontwikkeling van een duurzaam

verkeersveilige omgeving noemen en beoordelen.

- de ruimtelijke (her)inrichting verklaren met behulp van ontwikkelingen zoals de toegenomen welvaart,

het groeiend milieubewustzijn en de toegenomen mobiliteit, waaronder urbanisatie-, suburbanisatie-

en re-urbanisatieprocessen;

- de onderlinge samenhang tussen milieu-, verkeers- en (her)inrichtingsvraagstukken toelichten

Onderwerp(en):

Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Landelijke en stedelijke

ontwikkeling

Vakles 3 + 4 2hwcijfers

2 S.O.’s

2 PW’s

Schriftelijke

Toets

Hw 1x

SO 1x

PW 3x

Page 10: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

B. VAARDIGHEDEN

Vaardigheden rubrieken:

Onvoldoende

Voldoende Ruim voldoende Goed

Presentatie

De mondelinge

presentatie

(poster, verslag,

rol) is

onsamenhangend

en sluit niet aan

op de

vraag/opdracht.

De mondelinge of

schriftelijke

presentatie

(poster, verslag,

rol) is een

verzameling

gegevens met

een kop en een

staart maar sluit

niet aan op de

vraag/opdracht

De mondelinge of

schriftelijke

presentatie

(poster, verslag,

rol) bezit

samenhang; de

verschillende

onderdelen sluiten

goed aan op

elkaar en op de

vraag/opdracht. Er

is een kop en een

staart.

De mondelinge of

schriftelijke

presentatie

(poster, verslag,

rol) bezit

samenhang; er is

een inleiding, kern

en afsluiting; de

verschillende

onderdelen

sluiten goed aan

op elkaar en op

de

vraag/opdracht.

De leerling voegt

extra elementen

toe die een

meerwaarde

vormen (visueel,

inhoudelijk, enz.).

Samenwerken

De leerling wilde

niet

samenwerken of

werkte in een

groep

contraproductief.

De leerling heeft

goed

samengewerkt en

wilde ook

opdrachten van

anderen

uitvoeren.

De leerling heeft

goed

samengewerkt en

heeft initiatieven

genomen om de

groep goed te

laten

samenwerken.

De leerling heeft

goed

samengewerkt en

nam de rol van

leider op zich;

dank zij hem

functioneerde de

groep als geheel.

Kaartvaardigheden

De leerling

gebruikt bij de

atlas niet de juiste

zoekmethodes,

kent de

verschillende

soorten kaarten

niet en weet ze

niet te gebruiken

De leerling

gebruikt bij de

atlas de juiste

zoekmethodes,

kent en gebruikt

verschillende

kaarten, past

kaartlezen toe en

kan plaatsen e.d.

op een kaart

lokaliseren.

De leerling

gebruikt bij de

atlas de juiste

zoekmethodes,

kent en gebruikt

verschillende

kaarten, past

kaartlezen,

kaartanalyse en

kaartinterpretatie

toe, kan

luchtfoto’s en

De leerling

gebruikt bij de

atlas de juiste

zoekmethodes,

kent en gebruikt

verschillende

kaarten, past

kaartlezen,

kaartanalyse en

kaartinterpretatie

toe, kan

luchtfoto’s en

Page 11: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

kaarten

vergelijken, kan

plaatsen op een

kaart e.d.

lokaliseren

kaarten

vergelijken, kan

plaatsen op een

kaart e.d.

lokaliseren en zelf

met aangereikte

gegevens een

kaart maken

C. KENNEN EN KUNNEN

Kennen en kunnen lijst

Kennen Kunnen

Onderwerp

Page 12: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Landelijke en

stedelijke

ontwikkeling

Begrippen:

Cultuurlandschap, Dekzand

Delta, Duinen, Fossiel

Geologie, Grondmorene

Keileem, Hoogveen, Laagveen

Kalksteen, Mergel, Landijs

Landschap, Löss

Natuurlandschap, Normaliseren

Polder, rivierklei, stuwwal, veen,

verkaveling, zeeklei, droogmakerij,

veenpolder, zeepolder, fluvioglaciale

afzetting, agglomeratie,

bestemmingsplan, binnenstad,

compacte stad, landelijk gebeid,

groene contourgebieden, nationaal

landschap, nationaal park,

nederzetting, renovatie, re-

urbanisatie, rode contour gebieden,

ruimtelijke geleding, ruimtelijke

ordening, ruimtelijke segregatie,

sanering, stadsgewest,

stadscentrum, stadsvernieuwing,

stedelijke zone, streekplan,

suburbanisatie, urbanisatie,

verpaupering, bufferzone,

gemeentelijke herindeling,

gentrification, open ruimte, stedelijk

netwerk, stadsprovincie.

- de ligging en zichtbare kenmerken van deze landschapstypen herkennen, noemen en beschrijven; - de ligging en het uiterlijk van deze landschapstypen verklaren met behulp van de invloed van wind, zee, ijs, rivieren en de mens. - hoofdvormen van grondgebruik

(landbouw, industrie, diensten,

woongebieden, natuur, verkeer en

recreatie) in Nederland inventariseren en

lokaliseren;

- gebieden in Nederland noemen met

een concentratie van landbouw, industrie

en diensten, onderscheiden naar typen

en ligging;

- de ligging van stedelijke en landelijke

gebieden en kenmerkende verschillen

en overeenkomsten tussen deze

gebieden beschrijven en verklaren.

- belangrijke verkeersaders

(hoofdwegen, spoorlijnen, waterwegen,

vliegvelden) inventariseren en

lokaliseren;

- voorbeelden van belangrijke

verkeersvraagstukken noemen en

ontwikkelingen op het gebied van

verkeer en verkeersveiligheid

beschrijven, verklaren en beoordelen;

- een verband leggen tussen de

toegenomen verkeersmobiliteit en

bevolkingsgeografische, technologische

en economische ontwikkelingen;

- ontwikkelingen op het gebied van

verkeer en verkeersveiligheid

beschrijven, verklaren en beoordelen;

- maatregelen voor de aanpak van

vervoersvraagstukken en de

ontwikkeling van een duurzaam

verkeersveilige omgeving noemen en

beoordelen.

- de ruimtelijke (her)inrichting verklaren

met behulp van ontwikkelingen zoals de

toegenomen welvaart, het groeiend

milieubewustzijn en de toegenomen

mobiliteit, waaronder urbanisatie-,

suburbanisatie- en re-

urbanisatieprocessen;

- de onderlinge samenhang tussen

milieu-, verkeers- en

(her)inrichtingsvraagstukken toelichten

Page 13: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3
Page 14: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

A. LEER EN TOETSPLAN

Vak: Aardrijkskunde

Leerjaar: 3

Onderwerp: Voorbereiding op profielkeuze

Kerndoel(en):

Geen

Leerdoel(en):

Leerlingen krijgen een keuzeprogramma voorgeschoteld waarbij zij een aardrijkskundig programma

kiezen dat bij het profiel past dat zij zouden willen gaan kiezen

Hiermee willen wij leerlingen bewuster laten kiezen en duidelijk maken hoe het vak aardrijkskunde hier

deel van uit zou kunnen maken.

Lessen gedifferentieerd naar interesse aanbieden

Onderwerp(en):

Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Keuzeprogramma

vakles

2

1

verslag

2x

Page 15: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

B. VAARDIGHEDEN

Page 16: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Vaardigheden rubrieken:

Onvoldoende

Voldoende Ruim voldoende Goed

Presentatie

De mondelinge

presentatie

(poster, verslag,

rol) is

onsamenhangend

en sluit niet aan

op de

vraag/opdracht.

De mondelinge of

schriftelijke

presentatie (poster,

verslag, rol) is een

verzameling

gegevens met een

kop en een staart

maar sluit niet aan

op de

vraag/opdracht

De mondelinge of

schriftelijke

presentatie (poster,

verslag, rol) bezit

samenhang; de

verschillende

onderdelen sluiten

goed aan op elkaar

en op de

vraag/opdracht. Er

is een kop en een

staart.

De mondelinge of

schriftelijke

presentatie

(poster, verslag,

rol) bezit

samenhang; er is

een inleiding, kern

en afsluiting; de

verschillende

onderdelen sluiten

goed aan op

elkaar en op de

vraag/opdracht. De

leerling voegt extra

elementen toe die

een meerwaarde

vormen (visueel,

inhoudelijk, enz.).

Samenwerken

De leerling wilde

niet

samenwerken of

werkte in een

groep

contraproductief.

De leerling heeft

goed

samengewerkt en

wilde ook

opdrachten van

anderen uitvoeren.

De leerling heeft

goed

samengewerkt en

heeft initiatieven

genomen om de

groep goed te laten

samenwerken.

De leerling heeft

goed

samengewerkt en

nam de rol van

leider op zich;

dank zij hem

functioneerde de

groep als geheel.

Page 17: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

A. LEER EN TOETSPLAN

Vak: Aardrijkskunde

Leerjaar: 3

Onderwerp: De Europese Economie (thema met economie)

Kerndoel(en):

40 De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties en

verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt innemen en verdedigen

en daarbij respectvol omgaan met kritiek

47 De leerling leert over overeenkomsten, verschillen en veranderingen in cultuur en

levensbeschouwing in Nederland, leert eigen en andermans leefwijze daarmee in

verband te brengen en leert de betekenis voor de samenleving te zien

49 De leerling leert over de Europese samenwerking en leert de betekenis van de

Europese Unie te begrijpen voor zichzelf, Nederland en de wereld

50 De leerling leert actuele spanningen en conflicten in de wereld te plaatsen tegen hun achtergrond

en leert daarbij over grote onderlinge afhankelijkheid en de internationale samenwerking in de

wereld

51 De leerling leert over de verdeling van de welvaart en armoede in de wereld, hij leert de

betekenis daarvan te zien voor de bevolking en het milieu en relaties te leggen met het (eigen)

leven in Nederland

19. De leerlingen kunnen in Europa belangrijke deelgebieden onderscheiden op grond van

sociaal-geografische kenmerken, zoals bevolking, economische activiteiten, welvaart en

levensomstandigheden, politiek en cultuur.

21. De leerlingen kunnen de gevolgen van de samenwerking tussen landen van de Europese Unie

beschrijven en verklaren.

Leerdoel(en):

1. De leerling kent in hoofdlijnen de geschiedenis van de Europese Unie

2. De leerling kan conjuncturele en structurele ontwikkelingen op het niveau van de Europese Unie

Page 18: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

herkennen en begrijpt de betekenis daarvan voor de inwoners van de Europese Unie

3. De leerling kent de voordelen en nadelen van vrijhandel dan wel protectie en de betekenis

daarvan voor de inwoners van de Europese Unie

4. De leerling begrijpt de betekenis van de euro voor de inwoners van de Europese Unie

5. De leerling kent de betekenis van de structuurfondsen van de Europese Unie voor de inwoners

van de Europese Unie

6. De leerling kent in hoofdlijnen de Europese mededingingswetgeving en de betekenis daarvan voor

de inwoners van de Europese Unie

7. De leerling kent de functies van de organen van de Europese Unie

8. De leerling krijgt inzicht in het belang van de Europese Unie voor de Nederlandse economie

9. De leerling kent in hoofdlijnen de inhoud en betekenis van de criteria van Kopenhagen

10. De leerling kent in hoofdlijnen de inhoud en betekenis van het verdrag van Lissabon

11. verschillende deelgebieden in Europa (West-, Midden-, Noord-, Zuid- en Oost-Europa) herkennen

en lokaliseren;

12.verschillen en overeenkomsten tussen deze deelgebieden beschrijven en verklaren -13.effecten van het Europese integratieproces voor het dagelijkse leven, de productie, de handel en

het toerisme in de betrokken Europese landen, in het bijzonder Nederland, beschrijven en verklaren.

Onderwerp(en):

Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

De Europese economie

Themales 4

B. VAARDIGHEDEN

Page 19: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Vaardigheden rubrieken:

Onvoldoende

Voldoende Ruim voldoende Goed

Presentatie

De mondelinge

presentatie

(poster, verslag,

rol) is

onsamenhangend

en sluit niet aan

op de

vraag/opdracht.

De mondelinge of

schriftelijke

presentatie (poster,

verslag, rol) is een

verzameling

gegevens met een

kop en een staart

maar sluit niet aan

op de

vraag/opdracht

De mondelinge of

schriftelijke

presentatie (poster,

verslag, rol) bezit

samenhang; de

verschillende

onderdelen sluiten

goed aan op elkaar

en op de

vraag/opdracht. Er

is een kop en een

staart.

De mondelinge of

schriftelijke

presentatie

(poster, verslag,

rol) bezit

samenhang; er is

een inleiding, kern

en afsluiting; de

verschillende

onderdelen sluiten

goed aan op

elkaar en op de

vraag/opdracht. De

leerling voegt extra

elementen toe die

een meerwaarde

vormen (visueel,

inhoudelijk, enz.).

Samenwerken

De leerling wilde

niet

samenwerken of

werkte in een

groep

contraproductief.

De leerling heeft

goed

samengewerkt en

wilde ook

opdrachten van

anderen uitvoeren.

De leerling heeft

goed

samengewerkt en

heeft initiatieven

genomen om de

groep goed te laten

samenwerken.

De leerling heeft

goed

samengewerkt en

nam de rol van

leider op zich;

dank zij hem

functioneerde de

groep als geheel.

Page 20: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

C. KENNEN EN KUNNEN

Kennen en kunnen lijst

Kennen Kunnen

Onderwerp

Page 21: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

De Europese Unie Europese Unie, invoer, uitvoer,

interne markt, Europese Commissie,

Europese Raad, Europees

Parlement, internationale

arbeidsverdeling, conjuncturele

ontwikkeling, structurele ontwikkeling,

productiecapaciteit, internationale

concurrentiepositie, wisselkoers,

rentestand, monetaire unie,

vrijhandel, protectie, invoerrechten,

mededingingsbeleid, World Trade

Organization, Internationaal Monetair

Fonds, Europese Grondwet, verdrag

van Lissabon, subsidiariteitsbeginsel,

criteria van Kopenhagen, acquis

communautair,

herstructureringsgebieden, global

shift, zware en lichte industrie, inertie,

footloose bedrijven, regionaal beleid,

agglomeratievoordelen, dagbouw,

schachtbouw

Het kunnen herkennen en

benoemen van de begrippen en van

de verschillen en overeenkomsten

tussen begrippen die met elkaar

samenhangen, alsmede het kunnen

leggen van verbanden tussen en het

maken van berekeningen met

begrippen die met elkaar

samenhangen

Page 22: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

D. NOVUMDAG

Vak: Aardrijkskunde

Leerjaar: 3

Onderwerp: Mainport Rotterdam, Maasvlakte 2

Page 23: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Kerndoel(en):

3. De leerlingen kunnen bij de bestudering van gebieden, aardrijkskundige verschijnselen en vraagstukken aardrijkskundige werkwijzen toepassen.

In dat verband kunnen zij: -

van schaalniveau (eigen omgeving, Nederland, Europa en de wereld) wisselen door in- en uitzoomen;

- bij verschijnselen en gebieden onderscheid maken in natuurlijke, economische, sociaal-politieke en culturele aspecten.

4. De leerlingen kunnen uitleggen hoe zij in het dagelijkse leven te maken hebben met aardrijkskundige vraagstukken, met name op het gebied van herinrichting van stedelijke en landelijke gebieden, verkeersproblematiek, milieu en duurzame ontwikkeling,

Leerdoel(en):

1. Ter voorbereiding op de excursie voert de leerling opdrachten uit aan de hand van

bronnenmateriaal over Rotterdam en de Maasvlakte

2. Tijdens de excursie voeren de leerlingen in groepjes opdrachten uit bij het bezoek aan Maasvlakte

2

3. Na afloop van de excursie leveren de leerlingen een verslag in

Activiteit Aangeboden in: Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Excursie Vakles/Novumdag 3 1

Verslag 1

Page 24: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

E. Ict-vaardigheden

Internetgebruik

Bij welke vakonderdelen Soort opdrachten Welke vaardigheden

Europa Zoekopdrachten Informatie zoeken

Landelijke en stedelijke

gebieden

Zoekopdrachten Informatie zoeken

Officeprogramma’s

Vakonderdeel Opdracht Vaardigheden

Europa powerpoint Presentatie maken

Vakprogramma’s

Vakonderdeel opdracht vaardigheden

GIS kaarten Digitale thematische kaarten maken

kerndoelen

1. De leerlingen kunnen informatie- en communicatietechnologie toepassen bij de bestudering van gebieden, aardrijkskundige verschijnselen, vraagstukken en processen.

In dat verband kunnen zij: - geautomatiseerde zoeksystemen in

bibliotheken, mediatheken en telecommunicatieprogramma's gebruiken;

- eenvoudige geautomatiseerde gegevensbestanden raadplegen;

Page 25: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

- gegevens bewerken met behulp van eenvoudige tekstverwerkings-, reken-, spreadsheet- en (carto)grafische programma's;

- eenvoudige simulatieprogramma's gebruiken.

2. De leerlingen kunnen, onder andere met behulp van de computer, gebruik maken van atlassen, archieven, kaarten en remote sensing-beelden (met name luchtfoto's) bij oriëntatie in gebieden en bij beeldvorming over gebieden, aardrijkskundige verschijnselen, vraagstukken en processen.

In dat verband kunnen zij: - zoeksystemen in (geautomatiseerde)

atlassen gebruiken; - verschillende soorten kaarten

benoemen en gebruiken; - de kaartvaardigheden: kaartlezen,

kaartanalyse en kaartinterpretatie toepassen;

- luchtfoto's en kaarten met elkaar vergelijken;

- belangrijke plaatsen, gebieden en verschijnselen op een kaart lokaliseren (topografie);

- met behulp van verzamelde of aangereikte gegevens eenvoudige kaarten maken.

Page 26: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

BV (BEELDENDE VORMING) A. LEER EN TOETSPLAN

Vak: BV (beeldende vorming)

Leerjaar: 3

Onderwerp:

Kerndoel(en):

(nr)- 48: De leerling leert door het gebruik van elementaire vaardigheden de zeggingskracht van

verschillende kunstzinnige disciplines te onderzoeken en toe te passen om eigen gevoelens uit te

drukken, ervaringen vast te leggen, verbeelding vorm te geven en communicatie te bewerkstelligen.

(nr)- 50: De leerling leert op basis van enige achtergrondkennis te kijken naar beeldende kunst.

(nr)- 52: De leerling leert mondeling of schriftelijk te reflecteren op eigen werk en werk van anderen,

waaronder dat van kunstenaars.

Leerdoel(en):

1- Verruimen van het beeldend inzicht.

2- Aanleren en toepassen van diverse beeldende technieken/beeldelementen.

3- Kennismaken met de beeldende kunst en de verschillende disciplines daarin.

Page 27: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Onderwerp(en)

:

Aangebode

n in:

Periode: Aantal toetsen: Toetsvormen: Weging:

Hfdst. 9 t/m

13uit

ZienderOgen

Kunst

Vakles 3 perioden

in het

cursusjaar

,

Twee

lesuren

per week

2 Schriftelijke

overhoringen en 3

tot 4

Praktijkopdrachten

.

2 x Schriftelijke

overhoring &

Praktijkopdrachten

.

S.O.: 1x

Prakijk: 1x

, 2x of 3x

(afhankelij

k van de

grootte

van de

opdracht)

B. VAARDIGHEDEN

Vaardigheden rubrieken:

Onvoldoende

Voldoende Ruim voldoende Goed

Presentatie

De mondelinge

presentatie

(poster, verslag,

rol) is

onsamenhangend

en sluit niet aan

op de

vraag/opdracht.

De mondelinge of

schriftelijke

presentatie (poster,

verslag, rol) is een

verzameling

gegevens met een

kop en een staart

maar sluit niet aan

op de

vraag/opdracht

De mondelinge of

schriftelijke

presentatie

(poster, verslag,

rol) bezit

samenhang; de

verschillende

onderdelen sluiten

goed aan op elkaar

en op de

vraag/opdracht. Er

is een kop en een

staart.

De mondelinge of

schriftelijke presentatie

(poster, verslag, rol) bezit

samenhang; er is een

inleiding, kern en

afsluiting; de

verschillende onderdelen

sluiten goed aan op

elkaar en op de

vraag/opdracht. De

leerling voegt extra

elementen toe die een

meerwaarde vormen

(visueel, inhoudelijk,

enz.).

Page 28: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Samenwerken

De leerling wilde

niet

samenwerken of

werkte in een

groep

contraproductief.

De leerling heeft

goed

samengewerkt en

wilde ook

opdrachten van

anderen uitvoeren.

De leerling heeft

goed

samengewerkt en

heeft initiatieven

genomen om de

groep goed te

laten

samenwerken.

De leerling heeft goed

samengewerkt en nam de

rol van leider op zich;

dank zij hem of haar

functioneerde de groep

als geheel.

Werkstuk

De leerling

beheerst de

toegepaste

techniek niet.

Het werkstuk is

niet naar behoren

afgerond.

De leerling

beheerst de

toegepaste

techniek redelijk.

Het werkstuk is

voldoende

afgerond.

De leerling

beheerst de

toegepaste

techniek naar

behoren. Het

werkstuk is goed

afgerond.

De leerling beheerst de

toegepaste techniek

volledig.

Het werkstuk heeft een

duidelijke meerwaarde.

C. KENNEN EN KUNNEN

Kennen en kunnen lijst

Onderwerp Kennen Kunnen

Page 29: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Hfdstk.9 en 10

Ruimte, tweedimensionaal.

Ruimtesuggestie op het platte

vlak.

De werking van perspectief;

1-punts&2-punts perspectief.

De werking van een hoog

standpunt en dat van een laag

standpunt (vogelvlucht- of kikvors

perspectief)

De werking van het Atmosferisch

perspectief.

Ruimte, driedimensionaal.

Driedimensionale kunst.

- Verschillende ruimte

opwekkende trucs die toe

te passen zijn om ruimte

te creëren op het platte

vlak (2D)

- Betekenis van overlapping

- Betekenis van afsnijding

- Betekenis van lijnperspec-

tief. (1-punts & 2-punts)

- Betekenis en het vlucht-

punt.

- Betekenis van het stand-

punt.

- Betekenis en werking van

het vogelvlucht en het kik-

vorsperspectief.

(hoog standpunt/laag

standpunt)

- Betekenis en de werking

van het atmosferisch

perspectief.

-Verschil 2-D, 3-D

-Verschil vrijstaand en reliëf

-Verschil laag- en hoog reliëf

-Betekenis vrijstaand

-Betekenis reliëf

-Betekenis ´doordringend in de

ruimte´

-Betekenis ruimtelijk

Het maken van een tekening/schilderij

waarin alle dieptetrucs die in dit

hoofdstuk zijn behandeld verwerkt

moeten zijn zodat er een

geloofwaardige ruimtesuggestie

ontstaat op het platte vlak.

Het aanschouwen van 3-D beelden en

de diverse aspecten daarvan kunnen

benoemen. Het verschil kunnen

herkennen tussen 3-D, hoog reliëf en

laagreliëf

Page 30: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

-Betekenis volume

Page 31: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Hfdstk. 11 en 12

Ordening/vlakverdeling/compositie

Restvorm

Statische compositie, dynamische

compositie, symmetrische

compositie, asymmetrische compo

sitie en over-all compositie.

-Betekenis ordening, restvorm,

harmonie,dynamisch, statisch,

symmetrisch, asymmetrisch,

over-all.

- Kenmerken van een

dynamische compostie

- Kenmerken van een

statische compositie

Het kunnen herkennen van

verschillende composities in bestaand

2-D en 3-D werk. Studie naar de

werking van verschillende

composities.

Hfdstk. 13

Figuratieve kunst, Abstracte kunst

(non-figuratief) en tussenvormen.

-Betekenis figuratief, abstract,

tussenvorm.

- Verschil figuratieve-,

abstracte-, en tussenvorm

kunst.

- Betekenis abstraheren

- Betekenis concretiseren

Het kunnen herkennen en benoemen

van figuratieve-, abstracte- en

tussenvormkunst.

Ofwel een figuratieve afbeelding in 3

stappen abstraheren, of een abstracte

afbeelding in 3 stappen kunnen

concretiseren.

Indien tijd over, een nader te

bepalen eindopdracht

Samenwerken, toepassen van de

meeste in de onderbouw geleerde

vaardigheden/technieken.

Page 32: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

DUITS A. LEER EN TOETSPLAN DUITS

Vak: Duits

Leerjaar: 3

Onderwerp: Leesvaardigheid

Kerndoel(en):

De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse

woordenschat.

De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit

gesproken en geschreven Duitstalige teksten.

De leerling leert in Duitstalige schriftelijke en digitale bronnen informatie te

zoeken, te ordenen en te beoordelen op waarde voor hemzelf en anderen.

De leerling leert informeel contact in het Duits te onderhouden via e-mail, brief

en chatten.

De leerling leert welke rol het Duits speelt in verschillende soorten internationale

contacten.

Leerdoel(en):

Beheersingsniveau:

Kan korte, eenvoudige teksten lezen. Kan specifieke voorspelbare informatie vinden in

eenvoudige, alledaagse teksten zoals advertenties, menu's en dienstregelingen. Kan korte,

eenvoudige, persoonlijke brieven begrijpen.

De leerling begrijpt hoogfrequente woorden en woorden bekend uit de eigen taal of behorend

Page 33: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

tot internationaal vocabulaire. Teksten zijn eenvoudig en helder van structuur.

De indeling geeft visuele ondersteuning bij het begrijpen van de tekst.

Onderwerp(en): Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

allerlei vakles alle Meerdere

malen

per jaar

schriftelijk

Van

ERK

A2-A2+

A. LEER EN TOETSPLAN

Vak: Duits

Leerjaar: 3

Onderwerp: Spreekvaardigheid

Kerndoel(en):

De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse

woordenschat.

De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit

gesproken en geschreven Duitstalige teksten.

De leerling leert in spreektaal anderen een beeld te geven van zijn dagelijks leven.

De leerling leert standaardgesprekken te voeren om iets te kopen, inlichtingen te

vragen en om hulp te vragen.

Page 34: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

De leerling leert welke rol het Duits speelt in verschillende soorten internationale

contacten.

Leerdoel(en):

Kan communiceren over eenvoudige en alledaagse taken die een eenvoudige en directe

uitwisseling van informatie over vertrouwde onderwerpen en activiteiten betreffen. Kan zeer

korte sociale gesprekken aan, alhoewel hij/zij gewoonlijk niet voldoende begrijpt om het

gesprek zelfstandig gaande te houden. De onderwerpen zijn alledaags en vertrouwd., het

woordgebruik is eenvoudig.en de zinnen zijn kort. Er wordt langzaam gesproken en duidelijk

gearticuleerd.

Kan een reeks uitdrukkingen en zinnen gebruiken om in eenvoudige bewoordingen familie

en andere mensen, leefomstandigheden, opleiding en huidige of meest recente baan te

beschrijven.

hulp

De gesprekspartner past zijn taalgebruik aan de taalgebruiker aan door langzaam en

duidelijk te spreken, te controleren of hij/zij begrepen wordt en waar nodig te herformuleren

of te herhalen.

De gesprekpartner biedt hulp bij het formuleren en verhelderen van wat de taalgebruiker wil

zeggen.

Vragen en uitingen zijn direct aan de taalgebruiker gericht.

Onderwerp(en): Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Zie boven Vakles,

Tijdens

Duitslandreis

Alle 2x per

jaar

gesprek,

dialoog,

monoloog -

presentatie

van

ERK A2-

A2+

Page 35: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

A. LEER EN TOETSPLAN

Vak: Duits

Leerjaar: 3

Onderwerp: Luistervaardigheid

Kerndoel(en):

De leerling leert verder vertrouwd te raken met de klank van het Duits door veel

te luisteren naar gesproken en gezongen teksten.

De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse

woordenschat.

De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit

gesproken en geschreven Duitstalige teksten.

De leerling leert standaardgesprekken te voeren om iets te kopen, inlichtingen te

vragen en om hulp te vragen.

De leerling leert welke rol het Duits speelt in verschillende soorten internationale

contacten.

Leerdoel(en):

Kan zinnen en de meest frequente woorden begrijpen die betrekking hebben op gebieden

die van direct persoonlijk belang zijn (bijvoorbeeld basisinformatie over zichzelf en zijn/haar

familie, winkelen, plaatselijke omgeving, werk). Kan de belangrijkste punten in korte,

duidelijke, eenvoudige boodschappen en aankondigingen volgen. De teksten hebben

betrekking op eenvoudige en vertrouwde onderwerpen en van direct belang voor

hem/haar. Het taalgebruik is eenvoudig. De spreker spreekt rustig en duidelijk. De teksten

Page 36: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

zijn kort.

Onderwerp(en): Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Zie boven Vakles

Duits

jeugdjournaal

alle Meerdere

malen

per jaar

Schriftelijk

van

ERK A2-

A2+

Page 37: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

A. LEER EN TOETSPLAN

Vak: Duits

Leerjaar: 3

Onderwerp: Schrijfvaardigheid

Kerndoel(en):

De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse

woordenschat.

De leerling leert informeel contact in het Duits te onderhouden via e-mail, brief

en chatten.

De leerling leert welke rol het Duits speelt in verschillende soorten internationale

contacten.

Leerdoel(en):

Kan korte, eenvoudige notities en boodschappen opschrijven. Kan een zeer eenvoudige

persoonlijke brief schrijven, bijvoorbeeld om iemand voor iets te bedanken.

Onderwerp(en): Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Zie boven Vakles Alle Meerdere

malen

per jaar

Schriftelijk

van

ERK A2-

A2+

Page 38: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

A. LEER EN TOETSPLAN

Vak: Duits

Leerjaar: 3

Onderwerp: Landeskunde

Kerndoel(en):

De leerling leert welke rol het Duits speelt in verschillende soorten internationale

contacten.

Leerdoel(en):

inzicht in de Duitse cultuur en algemene kennis over Duitsland en andere Duitstalige landen,

met name Zwitserland

Onderwerp(en): Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

handel, feestdagen,

geografie

vakles, project

hoofdstuk

Zwitserland

alle Meerdere

malen

per jaar

Geïntegreerd

in andere

toetsen, MC

Norm

van

volledige

toets

B. VAARDIGHEDEN DUITS

Vaardigheden rubrieken:

Onvoldoende

Voldoende Ruim

voldoende

Goed

Presentatie/sprek

en

De mondelinge

presentatie in

doeltaal (poster,

verslag, rol) is

onsamenhange

De

mondelinge

presentatie in

doeltaal

(poster,

De

mondelinge

presentatie in

doeltaal

(poster,

De mondelinge

presentatie in

doeltaal (poster,

verslag, rol) bezit

samenhang; er is

Page 39: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

nd en sluit niet

aan op de

vraag/opdracht.

Publiek begrijpt

het niet

verslag, rol) is

een

verzameling

gegevens met

een kop en

een staart

maar sluit niet

aan op de

vraag/opdrach

t. Publiek

begrijpt de

hoofdlijnen

verslag, rol)

bezit

samenhang;

de

verschillende

onderdelen

sluiten goed

aan op elkaar

en op de

vraag/opdrach

t. Er is een

kop en een

staart. Publiek

kan het

verhaal goed

volgen

een inleiding, kern

en afsluiting; de

verschillende

onderdelen sluiten

goed aan op

elkaar en op de

vraag/opdracht.

De leerling voegt

extra elementen

toe die een

meerwaarde

vormen (visueel,

inhoudelijk, enz.).

Leerling kan ook

vragen van publiek

beantwoorden in

doeltaal

leesvaardigheid

Leerling begrijpt

geschreven

tekst niet

De leerling

begrijpt

hoofdlijnen

van de tekst

De leerling

begrijpt de

tekst en kan

de hoofdlijnen

samenvatten

De leerling begrijpt

moeilijke nuances

in een tekst en

doorziet lastige

grammaticale

verwijzingen

luisteren

Leerling begrijpt

fragment of

gesprekspartner

niet

Leerling

begrijpt

hoofdlijn van

fragment.

Leerling

begrijpt

gesprekspartn

er na herhalen

of

verduidelijking

Leerling

begrijpt

fragment/

gesprekspartn

er

Leerling begrijpt

complexe zinnen

in fragment of

verhaal van

gesprekspartner

schrijfvaardigheid

De leerling

produceert een ,

voor een native

speaker,

onbegrjipelijke

tekst

Een native

speaker kan

de hoofdlijnen

van de

geschreven

tekst

begrijpen,

maar de tekst

bevat veel

grammaticale

fouten

Een native

speaker

begrijpt de

geschreven

tekst. Tekst

bevat

gemiddeld

aantal fouten

De tekst bevat

“native

Duitse”uitdrukking

en en een zeer

gering aantal

grammaticale

fouten

Page 40: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

C. KENNEN EN KUNNEN DUITS

Kennen en kunnen lijst

Kennen Kunnen

Onderwerp

Leesvaardigheid

Spreekvaardigheid

M.b.t. alle vaardigheden:

volgende begrippen:

-idioom rond thema’s

-rangtelwoorden

-werkwoorden haben, sein,

werden (t.t., o.v.t.)

-modale werkwoorden

-werkwoorden/vormen (alle)

-pers. voornaamwoord

-bez. voornaamwoorden

-alle voorzetsels

-lidwoorden

-gebruik alle naamvallen

-tijdsbepaling

-vergroten woordenschat

-eenvoudige samengestelde

zinnen

-aanspreekvormen (Sie/du)

M.b.t. Landeskunde:

volgende begrippen:

-landkaart/buurlanden

-gewoonten rond

Leesvaardigheid

- korte nonfunct. teksten

- gedichten

-krantenberichten

-korte verhalen

-lesrooster

-korte teksten rond

thema’s/sport/bekende

Duitsers/dieren

-Kan op basis van een idee over

de betekenis van het geheel van

korte teksten over alledaagse en

concrete onderwerpen, de

waarschijnlijke betekenis van

onbekende woorden uit de

context afleiden

Spreekvaardigheid

onderwerp

De onderwerpen zijn alledaags

en vertrouwd.

woordenschat en

woordgebruik

Standaard patronen met uit het

hoofd geleerde uitdrukkingen en

kleine groepen van woorden

Page 41: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

verjaardagsfeestjes

-vervoer naar school

-schoolsysteem

-cijfersysteem

-lesrooster

-carnaval in Duitsland

-de Muur

-diverse feesten

-Duitse sporters

-sportevenementen

-KaDeWe

-Duitse merken

waarmee beperkte informatie

wordt overgebracht m.b.t.

eenvoudige alledaagse situaties.

grammaticale correctheid

Correct gebruik maken van

eenvoudige constructies, bevat

echter ook systematisch

elementaire fouten.

interactie

Antwoorden op vragen en

reacties op eenvoudige

uitspraken. Indicaties van begrip

maar weinig initiatief om de

conversatie gaande te houden.

vloeiendheid

Zeer korte uitingen, met veel

voorkomende pauzes, valse

starts en het herformuleren van

uitingen.

coherentie

Groepen woorden zijn verbonden

met eenvoudige voegwoorden,

zoals: ‘en’, ‘maar’ en ‘omdat’.

uitspraak

De uitspraak is duidelijk genoeg

om verstaanbaar te zijn, ondanks

een hoorbaar accent.

Gesprekspartners vragen af en

toe om herhaling

Luistervaardigheid

- sportuitstapjes

Page 42: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Luistervaardigheid

- omroepen op station

-diverse locaties

-shoppen in supermarkt

-gesprekken tussen personen

-info over feesten

-verkoopgesprekken

-reclameboodschappen

-journaal

- signalen herkennen en

interpreteren

Kan op basis van een idee over

de betekenis van het geheel van

korte teksten over alledaagse en

concrete onderwerpen, de

waarschijnlijke betekenis van

onbekende woorden uit de

context afleiden.

Page 43: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

C. KENNEN EN KUNNEN (vervolg)

Kennen en kunnen lijst

Kennen Kunnen

Onderwerp

schrijfvaardigheid

Schrijfvaardigheid

-idioom rond thema’s

-grammatica als beschreven bij

“kennen”

-opvragen informatie bij Duitse

instanties of privé-personen

-korte brieven en emails

onderwerp

De tekst heeft betrekking op de

directe eigen omgeving van de

schrijver of eenvoudige

alledaagse situaties.

woordenschat en

woordgebruik

Standaardpatronen met uit het

hoofd geleerde uitdrukkingen en

kleine groepen van woorden

waarmee beperkte informatie

wordt overgebracht.

grammaticale correctheid

Eenvoudige constructies, echter

systematisch met elementaire

fouten.

Page 44: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

spelling en interpunctie

Korte zinnen over alledaagse

onderwerpen - bijvoorbeeld een

routebeschrijving - zijn correct.

coherentie

Groepen woorden zijn verbonden

met behulp van eenvoudige

voegwoorden, zoals: 'en', 'maar'

en 'omdat'.

Page 45: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

D. Novumdag / Duitslandreis

Vak: Duits

Leerjaar: 3

Onderwerp: Landeskunde;

Kerndoel(en):

De leerling leert welke rol het Duits speelt in verschillende soorten internationale contacten

Leerdoel(en):

1- inzicht in de Duitse cultuur en algemene kennis over Duitsland en andere Duitstalige

landen

Activiteit

Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Interview met

voorbijgangers in Trier,

een beschrijving van een

bezienswaardigheid in

Aken voor de reisgids en

het maken van een

stadsrallye door Aken

mbv google maps.

Duitslandreis 3

A 4 poster op

computer

maken in

groepjes

Telt mee

bij het

cijfer

voor

Thema

Page 46: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

ECONOMIE A. LEER EN TOETSPLAN

Vak: Economie

Leerjaar: 3e

Onderwerp: De keuze is aan ons (module 1)

Kerndoel(en): 36 De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties

en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te

verdedigen, en daarbij respectvol met kritiek om te gaan

42 De leerling leert in de eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te

herkennen van keuzes op het gebied van werk en zorg, wonen en recreëren,

consumeren en budgetteren, verkeer en natuur/milieu

43 De leerling leert over overeenkomsten, verschillen en veranderingen in cultuur en

levensbeschouwing in Nederland, leert eigen en andermans leefwijze daarmee in

verband te brengen, leert de betekenis voor de samenleving te zien van elkaars

opvattingen en leefwijzen, en leert respectvol om te gaan met seksualiteit en met

diversiteit binnen de samenleving, waaronder seksuele diversiteit

Leerdoel(en):

1. De leerling kan overwegingen noemen bij het maken van een bepaalde keuze door een persoon,

een gezin, een bedrijf en de overheid

2. De leerling kan een strategie bepalen om in een behoefte te voorzien

3. De leerling kan het begrip schaarste op de juiste wijze toepassen

4. De leerling kent het verschil tussen schaarse goederen en vrije goederen

5. De leerling kan voorbeelden geven van alternatief aanwendbare middelen die nodig zijn om in

behoeften te voorzien

6. De leerling kan beredeneren welke rol de alternatieve aanwendbaarheid van middelen speelt bij het

maken van keuzes

7. De leerling kan het begrip opofferingskosten op de juiste wijze toepassen

8. De leerling kan in een gegeven context een budgetlijn tekenen

9. De leerling maakt kennis met centrale begrippen, denkwijzen, verbanden en berekeningen van

Economie met het oog op het kiezen van een profiel en vakken in de vrije ruimte in de 2e fase

Onderwerp(en):

Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Kiezen Theorieles 1 1 Schriftelijke

toets

1

Page 47: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Vak: Economie

Leerjaar: 3e

Onderwerp: Altijd prijs bij Achmed (module 2)

Kerndoel(en): 36 De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties

en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te

verdedigen, en daarbij respectvol met kritiek om te gaan

42 De leerling leert in de eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te

herkennen van keuzes op het gebied van werk en zorg, wonen en recreëren,

consumeren en budgetteren, verkeer en natuur/milieu

43 De leerling leert over overeenkomsten, verschillen en veranderingen in cultuur en

levensbeschouwing in Nederland, leert eigen en andermans leefwijze daarmee in

verband te brengen, leert de betekenis voor de samenleving te zien van elkaars

opvattingen en leefwijzen, en leert respectvol om te gaan met seksualiteit en met

diversiteit binnen de samenleving, waaronder seksuele diversiteit

Leerdoel(en):

1. De leerling kan voorbeelden geven van concrete en abstracte markten

2. De leerling kan op markten de aanbieder (producent) en vrager (consument) van elkaar

onderscheiden

3. De leerling kan de ceteris paribus clausule hanteren

4. De leerling kan een verandering in een van de vraagfactoren in concrete situaties toepassen

5. De leerling kent het verband tussen de begrippen betalingsbereidheid, verkoopbereid en

consumentensurplus en kan deze begrippen in een gegeven context toepassen.

6. De leerling kan aan de hand van een wiskundige vergelijking een collectieve vraagfunctie tekenen

7. De leerling kent het verschil tussen een verschuiving van een vraagfunctie en een verschuiving

langs een vraagfunctie

8. De leerling kan in een gegeven context berekeningen maken met betrekking tot de prijselasticiteit

van de vraag en daarbij aangeven of er sprake is van een prijselastische of een prijsinelastische

vraag

9. De leerling maakt kennis met centrale begrippen, denkwijzen, verbanden en berekeningen van

Economie met het oog op het kiezen van een profiel en vakken in de vrije ruimte in de 2e fase

Onderwerp(en): Aangeboden Periode: Aantal Toetsvormen: Weging:

Page 48: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

in: toetsen:

Consumentengedrag

Theorieles 1 1 Schriftelijke

toets

1

Vak: Economie

Leerjaar: 3e

Onderwerp: Onderneem ‘t (module 3)

Kerndoel(en): 36 De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties

en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te

verdedigen, en daarbij respectvol met kritiek om te gaan

42 De leerling leert in de eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te

herkennen van keuzes op het gebied van werk en zorg, wonen en recreëren,

consumeren en budgetteren, verkeer en natuur/milieu

43 De leerling leert over overeenkomsten, verschillen en veranderingen in cultuur en

levensbeschouwing in Nederland, leert eigen en andermans leefwijze daarmee in

verband te brengen, leert de betekenis voor de samenleving te zien van elkaars

opvattingen en leefwijzen, en leert respectvol om te gaan met seksualiteit en met

diversiteit binnen de samenleving, waaronder seksuele diversiteit

Leerdoel(en):

1. De leerling kent de kenmerken van de volgende rechtsvormen van een onderneming:

eenmanszaak,vennootschap onder firma (vof), besloten vennootschap (bv) en naamloze

vennootschap (nv)

2. De leerling kent de betekenis van de posten op en kan berekeningen maken over de balans en de

resultatenrekening van een onderneming

3. De leerling kent het verschil tussen constante en variabele kosten en kan berekeningen maken over

de verbanden tussen gemiddelde en totale constante kosten, gemiddelde en totale variabele

kosten, gemiddelde totale kosten en totale kosten, gemiddelde en totale opbrengst en gemiddelde

winst en totale winst

4. De leerling kan de break even afzet en de break even omzet in een gegeven context berekenen en

Page 49: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

grafisch afleiden

5. De leerling kan de evenwichtsprijs en de evenwichtshoeveelheid op een perfect werkende markt

berekenen en grafisch afleiden

6. De leerling heeft inzicht in de werking van het marktmechanisme op een perfect werkende

markt en begrijpt wat er wordt bedoeld met “de onzichtbare hand”

7. De leerling kan berekeningen en grafische afleidingen maken die betrekking hebben op het

verschuiven van de collectieve vraaglijn dan wel de collectieve aanbodlijn

8. De leerling kan het begrip varkenscyclus in een gegeven context toepassen

9. De leerling maakt kennis met centrale begrippen, denkwijzen, verbanden en berekeningen van

Economie met het oog op het kiezen van een profiel en vakken in de vrije ruimte van de 2e fase

Onderwerp(en):

Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Producentengedrag

Theorieles 2 1 Schriftelijke

toets

1

Vak: Economie

Leerjaar: 3e

Onderwerp: Strategie van een onderneming en schrijven van een ondernemingsplan (module

4)

Kerndoel(en): 01 De leerling leert zich mondeling en schriftelijk begrijpelijk uit te drukken

05 De leerling leert in schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, te

ordenen en te beoordelen op waarde voor hem zelf en anderen

06 De leerling leert deel te nemen aan overleg, planning, discussie in een groep

40 De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties

en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te

verdedigen, en daarbij respectvol met kritiek om te gaan

Leerdoel(en):

1. De leerling kan de marketingmix (4 p’s) beargumenteerd in een ondernemingsplan toepassen

2. De leerling kan een prijsstrategie met zo mogelijk prijsdiscriminatie beargumenteerd in een

Page 50: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

ondernemingsplan toepassen

3. De leerling kan het verschijnsel prijzenoorlog beargumenteerd in een ondernemingsplan

toepassen

4. De leerling kan het gevangenendilemma beargumenteerd in een ondernemingsplan toepassen

5. De leerling kan schaalvoordelen en het wel dan niet overgaan tot een fusie/overname in

beargumenteerd in een ondernemingsplan toepassen

6. De leerling kan beargumenteerd een rechtsvorm voor een onderneming kiezen in een

ondernemingsplan

7. De leerling kan beargumenteerd een balans en een resultatenrekening opstellen in een

ondernemingsplan

8 De leerling kan beargumenteerd met de verschillen soorten van kosten en opbrengsten omgaan in

een bedrijfsplan

9 De leerling kan beargumenteerd de financiering van een onderneming door middel van het

aantrekken van eigen en vreemd vermogen beschrijven in een ondernemingsplan

10. De leerling kan beargumenteerd een nieuw product in de markt zetten in een bedrijfsplan

11. De leerling kan goed samenwerken met andere leerlingen bij het opstellen van een

ondernemingsplan

Onderwerp(en):

Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Ondernemingsplan

Theorieles en

ruimte met

computers

2 Nvt Inleveren

praktische

opdracht

1

Vak: Economie

Leerjaar: 3e

Onderwerp: De overheid (module 5)

Kerndoel(en): 36 De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties

en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en

te verdedigen en daarbij respectvol met kritiek om te gaan

38 De leerling leert een eigentijds beeld van de eigen omgeving, Nederland, Europa

en de wereld te gebruiken om verschijnselen en ontwikkelingen in hun omgeving te

Page 51: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

plaatsen

42 De leerling leert in de eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te

herkennen van keuzes op het gebied van werk en zorg, wonen en recreëren,

consumeren en budgetteren, verkeer en natuur/milieu

43 De leerling leert over overeenkomsten, verschillen en veranderingen in cultuur en

levensbeschouwing in Nederland, leert eigen en andermans leefwijze daarmee in

verband te brengen, leert de betekenis voor de samenleving te zien van respect

voor elkaars opvattingen en leefwijzen, en leert respectvol om te gaan met

seksualiteit en met diversiteit binnen de samenleving, waaronder seksuele

diversiteit

44 De leerling leert op hoofdlijnen hoe het Nederlandse politieke bestel als

democratie functioneert en leert zien hoe mensen op verschillende manieren bij

politieke processen betrokken kunnen zijn

Leerdoel(en):

1. De leerling kent het verschil tussen de marktsector en de collectieve sector

2. De leerling kent de onderdelen van de collectieve sector en van de collectieve lasten

3. De leerling kent de betekenis van de rijksbegroting en de miljoenennota voor de Nederlandse

economie

4. De leerling kent de rol van de regering en het parlement in de economische politiek van

Nederland

5. De leerling kent de rol van het CBS, het CPB en de SER in de economische politiek van

Nederland

6. De leerling kent het verschil tussen indirecte en directe belastingen en kent enige niet-

belastingmiddelen

7. De leerling kan berekeningen maken over het verband tussen begrotingstekort, financieringstekort

en staatsschuld

8. De leerling kent de betekenis van de EMU-normen voor de rijksbegroting

9. De leerling kent de betekenis van het stelsel van sociale zekerheid en de financiering van dit

stelsel

10. De leerling kent het verschil tussen volksverzekeringen, werknemersverzekeringen en sociale

voorzieningen

11. De leerling maakt kennis met centrale begrippen, denkwijzen, verbanden en berekeningen van

Economie met het oog op het kiezen van een profiel en vakken in de vrije ruimte van de 2e fase

Onderwerp(en):

Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Page 52: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Overheid

Theorieles 3 1 Schriftelijke

toets

1

Vak: Economie

Leerjaar: 3e

Onderwerp: Het buitenland (module 6)

Kerndoel(en): 36 De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties

en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt innemen en

verdedigen en daarbij respectvol omgaan met kritiek

43 De leerling leert over overeenkomsten, verschillen en veranderingen in cultuur en

levensbeschouwing in Nederland, leert eigen en andermans leefwijze daarmee in

verband te brengen, leert de betekenis voor de samenleving te zien van respect

voor elkaars opvattingen en leefwijzen, en leert respectvol om te gaan met

seksualiteit en met diversiteit binnen de samenleving, waaronder seksuele

diversiteit

45 De leerling leert de betekenis van Europese samenwerking en de Europese Unie

te begrijpen voor zichzelf, Nederland en de wereld

46 De leerling leert over de verdeling van de welvaart en armoede in de wereld, hij

leert de betekenis daarvan te zien voor de bevolking en het milieu, en relaties te

leggen met het (eigen) leven in Nederland

47 De leerling leert actuele spanningen en conflicten in de wereld te plaatsen tegen

hun achtergrond en leert daarbij de doorwerking ervan op individuen en

samenleving (nationaal, Europees en internationaal), de grote onderlinge

afhankelijkheid in de wereld, het belang van mensenrechten en de betekenis van

internationale samenwerking te zien

Leerdoel(en):

1. De leerling kent de begrippen import en export en de betekenis daarvan voor de Nederlandse

economie

2. De leerling kent de begrippen vrijhandel en protectie en de betekenis daarvan voor de

Nederlandse economie

3. De leerling kent de motieven voor protectie en enige protectionistische maatregelen

4. De leerling kent de betekenis van de internationale arbeidsverdeling voor de wereldeconomie

Page 53: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

5. De leerling kent de Wereldhandelsorganisaties WTO, IMF en OESO

6. De leerling kent enige motieven voor economische integratie en de betekenis daarvan voor de

Nederlandse economie

7. De leerling kent het begrip betalingsbalans en kan beredeneren wat er in concrete situaties met de

betalingsbalans gebeurt

8. De leerling kan berekeningen maken met betrekking tot de wisselkoers van een valuta

9. De leerling kent de betekenis van een verandering van de wisselkoers voor de export en import

van een land

10. De leerlingen kent de betekenis van de Economische en Monetaire Unie (EMU) voor de

Nederlandse economie

11. De leerling kent de strekking van het Trans-Atlantic Trade and Investment Partnership (TTIP) op

hoofdlijnen en kan voordelen en nadelen van dit in de maak zijn handelsverdrag tussen de

Verenigde Staten en de Europese Unie noemen en deze voordelen en nadelen beargumenteren

12. De leerling maakt kennis met centrale begrippen, denkwijzen, verbanden en berekeningen van

Economie met het oog op het kiezen van een profiel en vakken in de vrije ruimte in de 2e fase

Onderwerp(en):

Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Buitenland

Theorieles 4 1 Schriftelijke

toets

1

Vak: economie

Leerjaar: 3e

Onderwerp: De Europese Unie (thema met aardrijkskunde en geschiedenis)

Kerndoel(en): 36 De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties

en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te

verdedigen, en daarbij respectvol met kritiek om te gaan

43 De leerling leert over overeenkomsten, verschillen en veranderingen in cultuur en

levensbeschouwing in Nederland, leert eigen en andermans leefwijze daarmee in

verband te brengen, leert de betekenis voor de samenleving te zien van respect

Page 54: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

voor elkaars opvattingen en leefwijzen, en leert respectvol om te gaan met

seksualiteit en met diversiteit binnen de samenleving, waaronder seksuele

diversiteit

45 De leerling leert de betekenis van Europese samenwerking en de Europese Unie

te begrijpen voor zichzelf, Nederland en de wereld

46 De leerling leert over de verdeling van de welvaart en armoede over de wereld, hij

leert de betekenis daarvan te zien voor de bevolking en het milieu, en relaties te

leggen met het (eigen) leven in Nederland

47 De leerling leert actuele spanningen en conflicten in de wereld te plaatsen tegen

hun achtergrond, en leert daarbij de doorwerking ervan op individuen en

samenleving (nationaal, Europees en internationaal), de grote onderlinge

afhankelijkheid in de wereld, het belang van mensenrechten en de betekenis van

internationale samenwerking te zien

Leerdoel(en):

1. De leerling kent in hoofdlijnen de geschiedenis van de Europese Unie

2. De leerling kan conjuncturele en structurele ontwikkelingen op het niveau van de Europese Unie

herkennen en begrijpt de betekenis daarvan voor de inwoners van de Europese Unie

3. De leerling kent de gevolgen van de schuldencrisis voor de Europese Unie en de aanpak van de

Europese Unie om deze crisis te bestrijden

4. De leerlingen kent de rol die het financieringstekort en de staatsschuld van de landen van de

Europese Unie spelen bij het bestrijden van de schuldencrisis en kan daarover berekeningen

maken

5. De leerling kent de rol die het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM en de Europese

Bankenunie

spelen bij het bestrijden van de schuldencrisis.

6. De leerling begrijpt de betekenis van de euro voor de inwoners van de Europese Unie

7. De leerling maakt kennis met centrale begrippen, denkwijzen, verbanden en berekeningen van

Economie met het oog op het kiezen van een profiel en vakken in de vrije ruimte in de 2e fase

Onderwerp(en):

Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

De Europese Unie

Theorieles 4 1 Controleren van

de antwoorden

op vragen en

aantekeningen

in schrift

1 (thema)

Page 55: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

B. VAARDIGHEDEN

Vaardigheden rubrieken:

Onvoldoende

Voldoende Ruim voldoende Goed

Presentatie

De mondelinge

presentatie

(poster, verslag,

rol) is

onsamenhangend

en sluit niet aan

op de

vraag/opdracht.

De mondelinge of

schriftelijke

presentatie (poster,

verslag, rol) is een

verzameling

gegevens met een

kop en een staart

maar sluit niet aan

op de

vraag/opdracht

De mondelinge of

schriftelijke

presentatie (poster,

verslag, rol) bezit

samenhang; de

verschillende

onderdelen sluiten

goed aan op elkaar

en op de

vraag/opdracht. Er

is een kop en een

staart.

De mondelinge of

schriftelijke

presentatie

(poster, verslag,

rol) bezit

samenhang; er is

een inleiding, kern

en afsluiting; de

verschillende

onderdelen sluiten

goed aan op

elkaar en op de

vraag/opdracht. De

leerling voegt extra

elementen toe die

een meerwaarde

vormen (visueel,

inhoudelijk, enz.).

Samenwerken

De leerling wilde

niet

samenwerken of

werkte in een

groep

contraproductief.

De leerling heeft

goed

samengewerkt en

wilde ook

opdrachten van

anderen uitvoeren.

De leerling heeft

goed

samengewerkt en

heeft initiatieven

genomen om de

groep goed te laten

samenwerken.

De leerling heeft

goed

samengewerkt en

nam de rol van

leider op zich;

dank zij hem

functioneerde de

groep als geheel.

Betogen over

vraagstukken

van de

Europese Unie

De leerling

- gebruikt

onvoldoende

begrippen;

- kan deze

begrippen

onvoldoende

verduidelijken;

- kan in

onvoldoende

De leerling

- gebruikt

voldoende

begrippen;

- kan deze

begrippen

voldoende

verduidelijken;

- kan in

voldoende

De leerling

- gebruikt ruim

voldoende

begrippen;

- kan deze

begrippen

ruim voldoende

verduidelijken;

- kan in ruim

voldoende

De leerling

- gebruikt het

vereiste aantal

begrippen;

- kan deze

begrippen

goed

verduidelijken;

- kan goede

verbanden

Page 56: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

mate verbanden

leggen tussen

deze begrippen;

- kan in

onvoldoende

mate in een

doorlopend

verhaal zijn

standpunt

onderbouwen

mate verbanden

leggen tussen

deze begrippen;

- kan in

voldoende

mate in een

doorlopend

verhaal zijn

standpunt

onderbouwen

mate verbanden

leggen tussen

deze begrippen;

- kan in ruim

voldoende

mate in een

doorlopend

verhaal zijn

standpunt

onderbouwen

leggen tussen

deze begrippen;

- kan op een

goede wijze

in een

doorlopend

verhaal zijn

standpunt

onderbouwen

C. KENNEN EN KUNNEN

Kennen en kunnen lijst

Onderwerp Kennen Kunnen

De keuze is aan ons Overwegingen bij het maken van

keuzes, strategie bepalen bij het

voorzien in een behoefte, schaarste,

alternatieve aanwendbaarheid van

middelen, opofferingskosten, tekenen

budgetlijn

Het kunnen herkennen en

benoemen van de begrippen en van

de verschillende overeenkomsten

tussen begrippen die met elkaar

samenhangen, alsmede het kunnen

leggen van verbanden tussen en het

maken van berekeningen met

begrippen die met elkaar

samenhangen

Altijd prijs bij Achmed Concrete en abstracte markt,

Onderscheiden van aanbieder

(producent) en vrager (consument)

op een markt, vraagfactoren,

collectieve vraaglijn, betalingsbereid-

heid, verkoopbereidheid, consumen-

tensurplus, verschuiving van en langs

een vraaglijn, prijselasticiteit van de

vraag, prijselastisch en

prijsinelastisch

Het kunnen herkennen en

benoemen van de begrippen en van

de verschillen en overeenkomsten

tussen begrippen die met elkaar

samenhangen, alsmede het kunnen

leggen van verbanden tussen en het

maken van berekeningen met

begrippen die met elkaar

samenhangen

Onderneem ‘t Eenmanszaak, vennootschap onder

firma (vof), besloten vennootschap

(bv), naamloze vennootschap (nv),

balans, resultatenrekening, soorten

van kosten en opbrengsten, break

even afzet, evenwichtsprijs,

evenwichtshoeveelheid, werking

marktmechanisme, collectieve

Het kunnen herkennen en

benoemen van de begrippen en van

de verschillen en overeenkomsten

tussen begrippen die met elkaar

samenhangen, alsmede het kunnen

leggen van verbanden tussen en het

maken van berekeningen met

begrippen die met elkaar

Page 57: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

vraaglijn, collectieve aanbodlijn,

varkenscyclus

samenhangen

Strategie van een

onderneming en

schrijven van een

ondernemingsplan

Marketingmix, prijsstrategie,

prijsdiscriminatie, prijzenoorlog,

gevangenendilemma,

schaalvoordelen, fusie, overname,

rechtsvorm van een onderneming,

balans, resultatenrekening, soorten

van kosten en opbrengsten,

financiering van een nieuwe

onderneming, eigen vermogen,

vreemd vermogen, in de markt zetten

van een product

Het kunnen herkennen en

benoemen van de begrippen en van

de verschillen en overeenkomsten

tussen begrippen die met elkaar

samenhangen, alsmede het kunnen

leggen van verbanden tussen en het

maken van berekeningen met

begrippen die met elkaar

samenhangen

De overheid Collectieve sector, collectieve lasten,

collectieve lastendruk, sociale

zekerheid, economische politiek,

rijksbegroting, miljoenennota,

parlement, regering, CBS, CPB,

SER, directe belastingen, indirecte

belastingen, overheidsbestedingen,

overdrachtsuitgaven, EMU-normen,

het stelsel van sociale zekerheid

Het kunnen herkennen en

benoemen van de begrippen en van

de verschillen en overeenkomsten

tussen begrippen die met elkaar

samenhangen, alsmede het kunnen

leggen van verbanden tussen en het

maken van berekeningen met

begrippen die met elkaar

samenhangen

Het buitenland Vrijhandel, exportquote, importquote,

open economie, internationale

arbeidsverdeling, liberalisering,

protectie, motieven voor protectie,

protectionistische maatregelen,

motieven voor economische

integratie, multinationals, de

betalingsbalans, de wisselkoers van

de euro, de Economische en

Monetaire Unie (EMU),

convergentiecriteria

Het kunnen herkennen en

benoemen van de begrippen en van

de verschillen en overeenkomsten

tussen begrippen die met elkaar

samenhangen, alsmede het kunnen

leggen van verbanden tussen en het

maken van berekeningen met

begrippen die met elkaar

samenhangen

De Europese Unie Geschiedenis Europese Unie in

hoofdlijnen, conjuncturele en

structurele ontwikkeling,

schuldencrisis, financieringstekort,

staatsschuld, Europees

stabiliteitsmechanisme (ESM),

Bankenunie, euro

Het kunnen herkennen en

benoemen van de begrippen en van

de verschillen en overeenkomsten

tussen begrippen die met elkaar

samenhangen, alsmede het kunnen

leggen van verbanden tussen en het

maken van berekeningen met

begrippen die met elkaar

samenhangen

Page 58: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

ENGELS

A. LEER EN TOETSPLAN

Vak: Engels

Leerjaar: 3

Onderwerp: Leesvaardigheid

Kerndoel(en):

12, 13, 14, 17

12. De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Engelse woordenschat.

13. De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven Engelstalige teksten.

14. De leerling leert in Engelstalige schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, te ordenen en te beoordelen op waarde voor hemzelf en anderen.

17. De leerling leert informeel contact in het Engels te onderhouden via e-mail, brief en chatten.

Leerdoel(en):

● Het begrijpen van korte Engelse tekstjes ● Vragen over de tekstjes kunnen beantwoorden

Onderwerp(en): Aangeboden in: Periode: Aantal

toetsen: Toetsvormen: Weging:

Alles met betrekking tot

het dagelijks leven van

leerlingen

Vakles Alle 4 schriftelijk Onderdeel

van SO’s

plus een

leestoets die

3x telt

Page 59: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

(Jeugd)literatuur De eerste 10

minuten van

iedere les

Alle 1 boekverslag

(de leerling

kiest 1 van de

door hem of

haar gelezen

boeken)

1

Vak: Engels

Leerjaar: 3

Onderwerp: Luistervaardigheid

Kerndoel(en):

11, 12, 13, 15, 16

11. De leerling leert verder vertrouwd te raken met de klank van het Engels door veel te luisteren naar gesproken en gezongen teksten.

12. De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Engelse woordenschat.

13. De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven Engelstalige teksten.

15. De leerling leert in spreektaal anderen een beeld te geven van zijn dagelijks leven.

16. De leerling leert standaardgesprekken te voeren om iets te kopen, inlichtingen te vragen en om hulp te vragen.

Leerdoel(en):

● Eenvoudige gesprekken kunnen volgen en voeren, mededelingen begrijpen, radioboodschappen begrijpen

● Vragen over het geluisterde materiaal kunnen beantwoorden

Page 60: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Onderwerp(en): Aangeboden

in: Periode: Aantal

toetsen: Toets

vormen:

Weging:

Alles met betrekking tot

het dagelijks leven van

leerlingen

Vakles alle 4 schriftelijk onderdeel van

alle SO’s plus

een luistertoets

Vak: Engels

Leerjaar: 3

Onderwerp: spreekvaardigheid

Kerndoel(en):

12, 13, 15, 16

12. De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Engelse woordenschat.

13. De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven Engelstalige teksten.

15. De leerling leert in spreektaal anderen een beeld te geven van zijn dagelijks leven.

16. De leerling leert standaardgesprekken te voeren zoals iets te kopen, inlichtingen te vragen en om hulp te vragen.

Leerdoel(en):

● Leerlingen spreken in een zo authentiek mogelijke situatie Engels. Zij gaan leren hoe ze effectief moeten communiceren in het Engels.

Onderwerp(en): Aangeboden

in: Periode: Aantal

toetsen: Toetsvormen: Weging:

Page 61: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Presentatie Commonwealth

cities vakles 4 1

Mondeling 1

Vak: Engels

Leerjaar: 3

Onderwerp: Schrijfvaardigheid

Kerndoel(en):

12, 17

12. De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Engelse woordenschat.

17. De leerling leert informeel contact in het Engels te onderhouden via e-mail, brief en chatten.

Leerdoel(en):

● Eenvoudige briefjes, ansichtkaarten en e-mails schrijven.

Onderwerp(en): Aangeboden

in: Periode: Aantal

toetsen: Toets

vormen:

Weging:

Alles met betrekking tot het

dagelijks leven van

leerlingen

Vakles Alle 2 schriftelijk Onderdeel van

een grotere

toets die 3x telt

Jeugdliteratuur Vakles 2 1 schriftelijk Een Engels

boekverslag

schrijven die 1x

mee telt

Kranten Vakles 4 1 schriftelijk Twee nieuws-

artikelen

schrijven die 1x

mee telt

Page 62: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

B. VAARDIGHEDEN

Gymnasium Novum

Gespreksvaardigheid klas 3

Criteria

4 3 2 1

Uitspraak RP of

GenAm

Uitspraak is

nog herkenbaar

als Nederlands,

maar niet

storend. Letters

worden correct

weggelaten.

Uitspraak is niet

storend voor begrip.

Letters/lettergrepen

die niet uitgesproken

horen te worden,

worden wel

uitgesproken.

Uitspraak is

storend voor

begrip.

Grammatica

(werkwoordsfouten,

geslachtsfouten,

fouten in

ontkenning.)

Bijna geen

fouten.

Er worden niet

veel fouten

gemaakt en de

communicatie

wordt niet

verstoord.

Er worden veel

fouten gemaakt,

maar minder

storende fouten.

Er worden

teveel storende

fouten gemaakt,

dwz in zaken

die deel hadden

moeten

uitmaken van

de verworven

basiskennis.

Vocabulaire

Heeft goede

vocabulaire

paraat op

het juiste

moment.

Vocabulaire is

goed, maar

moet even

zoeken.

Kiest niet altijd de

juiste woorden, maar

maakt gebruik van

compenserende

strategieën.

Komt vaak niet

op woorden en

weet ook geen

compenserende

strategieën toe

te passen.

Spreektempo Spreekt

lekker door.

Moet wel

zoeken naar

woorden, maar

praat in een

goed tempo.

Moet veel zoeken

naar woorden en het

tempo ligt laag.

Komt erg weinig

uit, slaat dicht.

Page 63: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

C. KENNEN EN KUNNEN

Kennen en kunnen lijst

Kennen Kunnen

Onderwerp

Vocabulaire

Grammatica

Woordjes m.b.t. iets vragen of een

gunst vragen, iemand/iets

omschrijven, de weg vragen en

uitleggen, zeggen dat je iets niet wilt,

vergelijkingen maken, een gesprek

voeren, zeggen wat je wel/niet leuk

vind, iemand leren kennen, iets

bestellen, iemand gerust stellen.

Meervoud, bezitsvorm, gerund,

vergelijkingen, what en how,

betrekkelijk voornaamwoord,

persoonlijk voornaamwoord, some,

any, past continuous, present perfect,

present perfect continuous, future, if-

clauses, regelmatige en

onregelmatige werkwoorden,

passive, modale hulpwerkwoorden,

bijwoorden, woordvolgorde in de zin

Vocabulaire en grammatica

beheersen, leesstrategieën en

compenserende strategieën.

Iets vragen en om een gunst vragen.

Iemand/iets omschrijven. De weg

vragen en uitleggen zeggen dat je

iets niet wilt, vergelijkingen maken,

een gesprek voeren, zeggen wat je

wel/niet leuk vind, iemand leren

kennen, iets bestellen, iemand

gerust stellen. Ter ondersteuning

van lees-, schrijf-, luister- en

spreekvaardigheid.

Zowel in Present Simple als Present

Continuous als Past Simple: Ww

leren vervoegen in een zin, zinnen

ontkennend maken, zinnen vragend

maken. klokkijken, tellen, vragen

hoe laat het is, aangeven van wie

iets is, vragen van wie iets is,

zeggen welke dag het is, wanneer

hun verjaardag is, beleefd iets

vragen. Ter ondersteuning van lees-,

schrijf-, luister- en

spreekvaardigheid.

Correspondentie lezen, oriënterend

lezen, lezen om info op te doen,

instructies lezen, lees- en

compenserende strategieën kunnen

toepassen.

Page 64: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Leesvaardigheid

Luistervaardigheid

Spreekvaardigheid

Schrijfvaardigheid

Vocabulaire en grammatica

beheersen, uitspraak

Vocabulaire en grammatica

beheersen, uitspraak

Vocabulaire en grammatica

beheersen, spelling

Gesprekken tussen moedertaal-

sprekers verstaan, luisteren naar

aankondigingen en instructies,

luisteren naar tv, video en

geluidsopnames.

Informele gesprekken, zaken

regelen, informatie uitwisselen,

monologen houden

Correspondentie, aantekeningen,

berichten

D. Ict-vaardigheden

Algemeen

Bij welke vakonderdelen Soort opdrachten Welke vaardigheden

Page 65: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Les Alle Magistergebruik, sites met oefenmateriaal

Internetgebruik

Bij welke vakonderdelen Soort opdrachten Welke vaardigheden

Les Alle Magistergebruik, sites met oefenmateriaal

Les Woordjes leren Gebruik WRTS

Les Krant maken Informatie opzoeken over stad en land

Vakprogramma’s

Vakonderdeel opdracht vaardigheden

Woordjes leren Woordjes leren Gebruik WRTS

Presentatie mediales Presentatie maken Gebruik Powerpoint/Prezi

Page 66: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

FRANS A. LEER EN TOETSPLAN

Vak: Frans

Leerjaar: 3

Onderwerp: Luistervaardigheid

Kerndoel(en):

11, 12, 13, 14

11. De leerling leert verder vertrouwd te raken met de klank van het Frans door veel te luisteren naar gesproken en gezongen teksten.

12. De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Franse woordenschat.

13. De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven Franstalige teksten.

14. De leerling leert hoofdzaken te begrijpen uit langere, heldere boodschappen en aankondigingen. De leerling leert complexere aanwijzingen te begrijpen. De leerling leert luisteren naar tv, video- en geluidsopnames.

Leerdoel(en):

1- Complexere gesprekken kunnen volgen en voeren, mededelingen begrijpen.

2- Uitleg van complexere grammatica kunnen begrijpen.

3- Luisteren naar tv, video- en geluidsopnames

Onderwerp(en): Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Alles met betrekking tot de

leefwereld van een

middelbare scholier met

herkenbare situaties als

verliefdheid, school, ruzies,

meningen, ouders enz.

n.a.v. een toneelstuk

Vakles

Page 67: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

A. LEER EN TOETSPLAN

Vak: Frans

Leerjaar: 3

Onderwerp: spreekvaardigheid

Kerndoel(en):

12, 15, 16

12. De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Franse woordenschat. De leerling leert de woordenschat in het Frans te verklaren.

14. De leerling leert in spreektaal anderen een beeld te geven van zijn dagelijks leven. De leerling leert steeds complexere situaties te verwoorden.

16. De leerling leert standaardgesprekken te voeren om inlichtingen te vragen en om hulp te vragen. De leerling leert in eenvoudige beschrijvingen geven over vertrouwde onderwerpen binnen zijn/ haar interessegebied. Leerling leert een kort praatje te houden over een bekend onderwerp.

Leerdoel(en):

1- Zich de taal eigen maken op natuurlijke wijze door doeltaal = voertaal. 2- Memoriseren door veel herhalen, inslijpen van de taal. 3- Speken over eigen interesses en het houden van een korte spreekbeurt over een bekend

onderwerp.

Onderwerp(en): Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Alles met betrekking tot de

leefwereld van een

middelbare scholier met

herkenbare situaties als

verliefdheid, school, ruzies,

meningen, ouders enz.

n.a.v. een toneelstuk,

leesboekje, module Petit

Nicolas, module “dagelijks

leven”

Vakles

4 1 Mondeling met

medeleerling

4

Page 68: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

B. LEER EN TOETSPLAN

Vak: Frans

Leerjaar:3

Onderwerp: Schrijfvaardigheid

Kerndoel(en):

12

12. De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Franse woordenschat. De leerling leert de woordenschat in het Frans te verklaren en te gebruiken in volledige zinnen.

Leerdoel(en):

1- De leerling leert langere verhaaltjes schrijven. 2- Beschrijven van plaatjes/foto’s.

3- Complexere vragen beantwoorden in hele zinnen.

4-Creatief schrijven met eigen woordenschat

Onderwerp(en): Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Alles met betrekking tot de

leefwereld van een

middelbare scholier met

herkenbare situaties als

verliefdheid, school, ruzies,

meningen, ouders enz.

n.a.v. een toneelstuk,

filmpjes en leesboekje,

modules met verschillende

onderwerpen

Vakles 1-4 2 per

periode

schriftelijk wisselend

Page 69: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

C. LEER EN TOETSPLAN

Vak: Frans

Leerjaar:3

Onderwerp: Leesvaardigheid

Kerndoel(en):

12, 13, 14

12. De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Franse woordenschat. De leerling leert de woordenschat in het Frans te begrijpen.

13. De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit langere, geschreven Franse teksten.

14. De leerling leert hoofdzaken te halen uit langere geschreven boodschappen en leert specifieke informatie te vinden in eenvoudig geschreven materiaal. De leerling leert eenvoudige boekjes te lezen en te begrijpen.

Leerdoel(en):

1- De leerling leert teksten te lezen begrijpen 2-.

3-.

Onderwerp(en): Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Alles met betrekking tot de

leefwereld van een

middelbare scholier met

herkenbare situaties als

verliefdheid, school, ruzies,

meningen, ouders enz.

n.a.v. een toneelstuk,

leesboekjes, modules met

verschillende onderwerpen

Vakles 1-4 Minstens

2 als

onderdeel

van een

leertoets

schriftelijk wisselend

Page 70: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

D. KENNEN EN KUNNEN

Kennen en kunnen lijst

Vak: Frans

Leerjaar: 3

Kennen Kunnen

Onderwerp

Vocabulaire

Grammatica

Luistervaardigheid

Uitbreiding en inslijpen van

woordenschat

Uitbreiden en inslijpen van de

werkwoorden in Présent, Imparfait en

Passé Composé, Futur en

Conditionnel. Lijdend voorwerp en

meewerkend voorwerp vervangen in

een zin. Bezittelijke

voornaamwoorden, aanwijzend

voornaamwoord, bijvoeglijk

naamwoord en bijwoord.

Vocabulaire en grammatica

beheersen, uitspraak.

Vocabulaire kunnen verklaren in het

Frans en gebruiken in hele zinnen

Ter ondersteuning van schrijf-,

luister- en spreekvaardigheid.

Werkwoorden leren vervoegen in

een zin, zinnen ontkennend maken

met meerdere ontkenningen.

Voltooide tijd, tegenwoordige tijd en

verleden tijd kunnen gebruiken. Ter

ondersteuning van schrijf-, luister-

en spreekvaardigheid.

Begrijpen wat de docent uitlegt,

vraagt en vertelt met complexere

zinnen en sneller gesproken Frans.

Elkaar begrijpen bij werken in

groepen en in de conversaties.

Alleen maar Frans te spreken in de

les.

Page 71: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Spreekvaardigheid

Schrijfvaardigheid

Leesvaardigheid

Vocabulaire en grammatica

beheersen, uitspraak, vragen stellen

en antwoorden in hele zinnen in

complexere situaties

Vocabulaire en grammatica

beheersen, spelling.

Vocabulaire beheersen

Antwoord geven op complexere

vragen docent, in groepen zichzelf

verstaanbaar maken bij het

zelfstandig werken. In

groepsverband een spreekbeurt

kunnen voorbereiden.

Creatief schrijven.

Geschreven Franse teksten lezen en

begrijpen.

Page 72: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

GESCHIEDENIS A. LEER EN TOETSPLAN

Vak: Geschiedenis

Leerjaar: 3

Onderwerp: De Eerste en Tweede Wereldoorlog (H1 en 2)

Kerndoel(en): 37. De leerling leert een kader van tien tijdvakken te gebruiken om gebeurtenissen, ontwikkelingen en personen in hun tijd te plaatsen. De leerling leert hierbij over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken: - tijd van wereldoorlogen (1900 – 1950), en maatschappij - tijd van televisie en computer (1950 – heden). De leerling leert daarbij in elk geval de relatie te leggen tussen de gebeurtenissen en ontwikkelingen in de 20e eeuw (waaronder de Wereldoorlogen en de Holocaust), en hedendaagse ontwikkelingen. 40. De leerling leert historische bronnen te gebruiken om zich een beeld van een tijdvak te vormen of antwoorden te vinden op vragen, en hij leert daarbij ook de eigen cultuurhistorische omgeving te betrekken. 43. De leerling leert over overeenkomsten, verschillen en veranderingen in cultuur en levensbeschouwing in Nederland, leert eigen en andermans leefwijze daarmee in verband te brengen, en leert de betekenis voor de samenleving te zien van respect voor elkaars opvattingen en leefwijzen. 44. De leerling leert op hoofdlijnen hoe het Nederlandse politieke bestel als democratie functioneert en leert zien hoe mensen op verschillende manieren bij politieke processen betrokken kunnen zijn. 47. De leerling leert actuele spanningen en conflicten in de wereld te plaatsen tegen hun achtergrond, en leert daarbij de doorwerking ervan op individuen en samenleving (nationaal, Europees en internationaal), de grote onderlinge afhankelijkheid in de wereld, het belang van mensenrechten en de betekenis van internationale samenwerking te zien.

Leerdoelen: Kennis:

1. Het kunnen benoemen en vergelijken van de oorzaken, begin, verloop, afloop en karakter van Wereldoorlog Een en Twee

2. Het kunnen benoemen van de belangrijkste kenmerken van nationaal-socialisme en fascisme

3. Het kunnen verklaren van de opkomst van het nationaal-socialisme in Duitsland en het Fascisme in Italië

4. De relatie kunnen benoemen tussen de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog. 5. Het kunnen benoemen van de belangrijkste kenmerken, oorzaken en gevolgen van de

Holocaust. Vaardigheden:

6. Kunnen herkennen van de –ismen in een oorlog (als oorzaak, zowel al gevolg): feminisme, nationalisme, imperialisme, socialisme, nationaal-socialisme en fascisme

Page 73: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

7. Het vergelijken en waarderen van de Eerste en de Tweede Wereldoorlog; en van de internationale bonden.

8. Inleven in andermans standplaats. 9. het toepassen van de kenmerken van fascisme en nationaalsocialisme op bronnen. 10. het kunnen interpreteren van cartoons 11. het maken van een propagandaposter met gebruikmaking van symboliek en retoriek

Onderwerp(en): Aangeboden in:

Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Eerste en Tweede Wereldoorlog

Geschiedenis fotostripopdr. Thema (Dieppe)

1 2 3 3

3 2 2 1

Schriftelijk (SO) 2x Pw 1x S.O. 1x PW 1x schriftelijk Event. So thema Dieppe

2 3 2 3 1 1

Vak: Geschiedenis

Leerjaar: 3

Een communistische grootmacht (H 3)

Kerndoel(en): 37. De leerling leert een kader van tien tijdvakken te gebruiken om gebeurtenissen, ontwikkelingen en personen in hun tijd te plaatsen. De leerling leert hierbij over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken: - tijd van wereldoorlogen (1900 – 1950), en maatschappij - tijd van televisie en computer (1950 – heden). De leerling leert daarbij in elk geval de relatie te leggen tussen de gebeurtenissen en ontwikkelingen in de 20e eeuw (waaronder de Wereldoorlogen en de Holocaust), en hedendaagse ontwikkelingen. 40. De leerling leert historische bronnen te gebruiken om zich een beeld van een tijdvak te vormen of antwoorden te vinden op vragen, en hij leert daarbij ook de eigen cultuurhistorische omgeving te betrekken. 43. De leerling leert over overeenkomsten, verschillen en veranderingen in cultuur en levensbeschouwing in Nederland, leert eigen en andermans leefwijze daarmee in verband te brengen, en leert de betekenis voor de samenleving te zien van respect voor elkaars opvattingen en leefwijzen. 44. De leerling leert op hoofdlijnen hoe het Nederlandse politieke bestel als democratie functioneert en leert zien hoe mensen op verschillende manieren bij politieke processen betrokken kunnen zijn. 47. De leerling leert actuele spanningen en conflicten in de wereld te plaatsen tegen hun achtergrond, en leert daarbij de doorwerking ervan op individuen en samenleving (nationaal,

Page 74: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Europees en internationaal), de grote onderlinge afhankelijkheid in de wereld, het belang van mensenrechten en de betekenis van internationale samenwerking te zien.

Leerdoelen: Kennis:

1. Het kunnen benoemen en vergelijken van de oorzaken, begin, verloop, afloop en karakter van Wereldoorlog Een en Twee

2. Het kunnen benoemen van de belangrijkste kenmerken van nationaal-socialisme en fascisme

3. Het kunnen verklaren van de opkomst van het nationaal-socialisme in Duitsland en het Fascisme in Italië

4. De relatie kunnen benoemen tussen de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog. 5. Het kunnen benoemen van de belangrijkste kenmerken, oorzaken en gevolgen van de

Holocaust. Vaardigheden:

6. Kunnen herkennen van de –ismen in een oorlog (als oorzaak, zowel al gevolg): feminisme, nationalisme, imperialisme, socialisme, nationaal-socialisme en fascisme

7. Het vergelijken en waarderen van de Eerste en de Tweede Wereldoorlog; en van de internationale bonden.

8. Inleven in andermans standplaats. 9. het toepassen van de kenmerken van fascisme en nationaalsocialisme op bronnen. 10. het kunnen interpreteren van cartoons 11. het maken van een propagandaposter met gebruikmaking van symboliek en retoriek

Onderwerp(en): Aangeboden in:

Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen: Weging:

De Sovjet-Unie Geschiedenis Werkstuk

3 3

3 1

Schriftelijk (SO) 2x Pw 1x schriftelijk

2 3 2

Vak: Geschiedenis

Leerjaar: 3

Onderwerp: Koude Oorlog

Kerndoel(en): 37. De leerling leert een kader van tien tijdvakken te gebruiken om gebeurtenissen, ontwikkelingen en personen in hun tijd te plaatsen. De leerling leert hierbij over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken: - tijd van wereldoorlogen (1900 – 1950), en maatschappij - tijd van televisie en computer (1950 – heden). De leerling leert daarbij in elk geval de relatie te leggen tussen de gebeurtenissen en ontwikkelingen in de 20e eeuw (waaronder de Wereldoorlogen en de Holocaust), en hedendaagse ontwikkelingen.

Page 75: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

40. De leerling leert historische bronnen te gebruiken om zich een beeld van een tijdvak te vormen of antwoorden te vinden op vragen, en hij leert daarbij ook de eigen cultuurhistorische omgeving te betrekken. 43. De leerling leert over overeenkomsten, verschillen en veranderingen in cultuur en levensbeschouwing in Nederland, leert eigen en andermans leefwijze daarmee in verband te brengen, en leert de betekenis voor de samenleving te zien van respect voor elkaars opvattingen en leefwijzen. 44. De leerling leert op hoofdlijnen hoe het Nederlandse politieke bestel als democratie functioneert en leert zien hoe mensen op verschillende manieren bij politieke processen betrokken kunnen zijn. 45. De leerling leert de betekenis van Europese samenwerking en de Europese Unie te begrijpen voor zichzelf, Nederland en de wereld. 46. De leerling leert over de verdeling van welvaart en armoede over de wereld, hij leert de betekenis daarvan te zien voor de bevolking en het milieu, en relaties te leggen met het (eigen) leven in Nederland. 47. De leerling leert actuele spanningen en conflicten in de wereld te plaatsen tegen hun achtergrond, en leert daarbij de doorwerking ervan op individuen en samenleving (nationaal, Europees en internationaal), de grote onderlinge afhankelijkheid in de wereld, het belang van mensenrechten en de betekenis van internationale samenwerking te zien.

Leerdoel(en): Kennis:

1. Het kunnen benoemen van de oorzaken en de belangrijkste kenmerken van de Europese samenwerking. (in Thema)

2. Het kunnen benoemen van de oorzaken, verloop en belangrijkste kenmerken van de Koude Oorlog.

3. Het kunnen benoemen van de oorzaken, verloop en belangrijkste kenmerken van de dekolonisatie (speciaal aandacht voor Nederlands-Indië)

4. Verbanden kennen tussen dekolonisatie en Koude Oorlog Vaardigheden:

5. begrijpen van de keuzes van een filmmaker en een muziekmaker (aan de hand van Vietnam-films en muziek)

6. het kunnen interpreteren van cartoons 7. inleven in andermans standplaats 8. informatie halen uit historische bronnen 9. het maken van een beeldverslag over imperialisme (standplaatsgebondenheid)

Onderwerp(en): Aangeboden in:

Periode: Aantal toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Koude Oorlog en Dekolonisatie Europa

Geschiedenis Thema Europa

4 2

3 -

S.O. 2x Pw 1x

2 3

Page 76: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Overzicht van de in te voeren cijfers voor geschiedenis in leerjaar 3:

Periode code weging Naam

1 2 S.O. WOI

2 S.O. WO I en WO II

3 PW WOI en WO II

2 2 S.O. WO II

3 PW. WO II

3 2 Fotostripopdracht

2 S.O. Russische Revolutie

2 S.O. Een arbeidersparadijs

3 PW Sovjet-Unie

4 2 S.O. Bondgenoten tegenover elkaar

2 S.O. Koude Oorlog

3 Proefwerk Koude Oorlog (par. 1 en 2)

B. VAARDIGHEDEN

Vaardigheden rubrieken:

Onvoldoende Voldoende Ruim voldoende Goed

Presentatie De leerling leest voortdurend op van een blaadje of van de sheets. Veel taalfouten / stijlfouten. Niet of nauwelijks illustratie

De leerling leest op van een blaadje of sheet. Illustreert zijn verhaal soms en taalgebruik is redelijk.

De leerling kan uit zijn hoofd vertellen en illustreert zijn verhaal mbv beeldmateriaal of voorwerp/monument aanwijzen. Mooi taalgebruik.

De leerling kan uit zijn hoofd levendig vertellen en illustreert zijn verhaal mbv beeldmateriaal of voorwerp/monument aanwijzen. De leerling maakt contact met de groep. Mooi taalgebruik en gebruik van jargon.

Samenwerken De leerling houdt zich niet aan de taakverdeling of werkt in een groep contraproductief (ofwel omdat hij niets doet, ofwel omdat hij alles op zich neemt)

De leerling houdt zich aan de taakverdeling.

De leerling houdt zich aan de taakverdeling, die hij mede zelf gemaakt heeft en neemt initiatieven die het groepsproces bevorderen.

De leerling houdt zich aan de taakverdeling, die hij mede zelf gemaakt heeft en spant zich in om ieder groepslid zijn werk te laten doen en zich prettig te voelen in de groep.

Page 77: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

(Mede) dankzij hem functioneert de groep als geheel.

Bronnen selecteren

De leerling kan geschikte bronnen niet onderscheiden van niet of minder geschikte bronnen.

De leerling kan geschikte bronnen onderscheiden van niet of minder geschikte bronnen, maar kan zijn keuze niet goed beargumenteren.

De leerling kan geschikte bronnen onderscheiden van niet of minder geschikte bronnen. De leerling kan zijn keuzes redelijk uitleggen en houdt rekening met standplaatsgebondenheid, representativiteit en betrouwbaarheid.

De leerling kan een onderverdeling maken tussen geschikte bronnen, minder geschikte bronnen en ongeschikte bronnen. De leerling kan zijn keuzes uitleggen en houdt rekening met standplaatsgebondenheid, representativiteit en betrouwbaarheid.

Afbeeldingen selecteren

De leerling kan geen geschikte afbeeldingen selecteren.

De leerling kan geschikte afbeeldingen selecteren, maar kan zijn keuze niet goed beargumenteren. De afbeelding wordt voorzien van een uitleg/ onderschrift.

De leerling kan geschikte afbeeldingen selecteren en houdt daarbij rekening met aantrekkelijkheid van de afbeelding. De afbeelding wordt voorzien van een goede uitleg/onderschrift.

De leerling kan de juiste afbeeldingen selecteren en houdt daarbij rekening met aantrekkelijkheid van de afbeelding en de representativiteit. De afbeelding wordt voorzien van een goede uitleg/onderschrift.

Oorzaken en gevolgen onderscheiden

De leerling kan geen oorzaken en gevolgen onderscheiden.

De leerling kan oorzaken en gevolgen van elkaar onderscheiden, maar kan ze niet classificeren (zie goed).

De leerling kan oorzaken en gevolgen van elkaar onderscheiden, maar kan ze maar deels classificeren (zie goed).

De leerling kan goed oorzaken en gevolgen onderscheiden en onderscheid maken in soorten oorzaken en gevolgen (meer/minder belangrijk, korte/lange termijn, bedoeld/ onbedoeld).

Interpreteren van bronnen

De leerling kan bronnen niet koppelen aan de leerstof. Hij kan niet de juiste informatie uit de bron halen.

De leerling kan bronnen soms koppelen aan de leerstof. Hij kan informatie uit de bron halen maar geeft hiermee

De leerling kan bronnen koppelen aan de leerstof en houdt rekening met standplaatsgebondenheid,

De leerling kan bronnen goed koppelen aan de leerstof en houdt rekening met standplaatsgebondenheid,

Page 78: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

niet altijd een duidelijk antwoord op de vraag.

representativiteit en betrouwbaarheid. Hij kan de informatie die hij uit de bron haalt redelijk verwoorden en daarmee antwoord geven op de vraag.

representativiteit en betrouwbaarheid. Hij kan de informatie die hij uit de bron haalt goed verwoorden en daarmee duidelijk antwoord geven op de vraag.

Samenvatten De leerling kan geen onderscheid maken tussen hoofd-, bij- en irrelevante zaken. De samenvatting bevat hele zinnen die onderling weinig verband houden.

De leerling kan soms onderscheid maken tussen hoofd-, bij- en irrelevante zaken. De samenvatting bevat ook hele zinnen die echter wel verband houden.

De leerling kan onderscheid maken tussen hoofd-, bij- en irrelevante zaken. Hij kan schematiseren en verbanden aangeven.

De leerling kan goed onderscheid maken tussen hoofd-, bij- en irrelevante zaken. Hij kan schematiseren en verbanden aangeven.

Het stellen van vragen naar aanleiding van bronnen

De leerling kan geen beantwoordbare vragen stellen. De vragen houden ook geen verband met de leerstof.

De leerling kan beantwoordbare vragen stellen over een bron die echter geen verband houden met de leerstof.

De leerling kan beantwoordbare vragen stellen over een bron. De vragen houden verband met de leerstof maar zijn alleen beschrijvend.

De leerling kan verklarende en opiniërende vragen stellen over een bron. Het antwoord volgt uit bron gekoppeld aan leerstof.

Inleven in een historisch personage / fenomeen

De leerling kan zich niet gedragen als iemand uit een andere tijd.

De leerling kan zich gedragen als iemand uit een andere tijd.

De leerling kan zich zodanig inleven dat hij zich gedraagt als iemand uit een andere tijd, plaats, leeftijd, kortom van een andere standplaats. Hij kan zijn nieuwe standplaats goed verwoorden of uitbeelden.

De leerling kan zich zodanig inleven dat hij zich gedraagt als iemand uit een andere tijd, plaats, leeftijd, kortom van een andere standplaats. Hij kan zijn nieuwe standplaats goed verwoorden of uitbeelden en hiermee een fenomeen verduidelijken.

Maken van een werkstuk

Het werkstuk heeft een onduidelijke opbouw en geen goede structuur. Taalgebruik is niet goed genoeg. Geen annotatie of

Opbouw met inl – kern – conclusie. Redelijk taalgebruik en stijl. Annotatie en literatuurlijst zijn deels aanwezig; geschikte

Juiste opbouw (inl – kern – conclusie). Goed taalgebruik en stijl. Adequate annotatie en literatuurlijst; geschikte

Juiste opbouw (inl – kern – conclusie), duidelijke structuur. Mooi taalgebruik en stijl met jargon. Adequate annotatie en literatuurlijst; de juiste afbeeldingen.

Page 79: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

literatuurlijst. Geen of slechte afbeeldingen. Er worden te weinig bronnen gebruikt en te veel wordt letterlijk overgenomen. Geen analyse, alleen een beschrijving. Geen of maar een half logboek.

afbeeldingen en behoorlijk brongebruik; logboek. De inhoud bevat een analyse. De conclusie geeft een antwoord op de hoofdvraag. Een onduidelijk logboek.

afbeeldingen en verantwoord brongebruik met minimaal 1 boek; duidelijk logboek. De inhoud bevat een analyse en hoofdvraag die vergelijkend of verklarend is. De conclusie geeft een antwoord op de hoofdvraag.

Verantwoord brongebruik met minimaal twee boeken en twee sites; duidelijk logboek met reflectie De inhoud bevat een analyse en hoofdvraag die vergelijkend of verklarend is. De conclusie geeft een goed antwoord op de hoofdvraag.

Page 80: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

GRIEKS A. LEER- EN TOETSPLAN

Vak: Grieks

Leerjaar: 3

Onderwerp: Grammatica

Kerndoel(en):

Leerdoel(en):

De leerlingen kunnen woordsoorten onderscheiden.

De leerlingen kennen elementen van het verbuiging- en vervoegingsysteem.

De leerlingen kunnen m.b.v. de betekenis van een werkwoord hun kennis over te verwachten zinsdelen

operationaliseren bij de analyse van een (te vertalen) zin.

De leerlingen kunnen m.b.v. hun kennis van de naamvallen en met begrip van syntactische functies

betekenisverbanden leggen.

De leerlingen kunnen m.b.v. hun kennis van de werkwoordsvormen en met begrip van syntactische functies

betekenisverbanden leggen.

De leerlingen kunnen teksten met de hierboven genoemde taalverschijnselen vertalen.

Onderwerp(en): Aangeboden in: Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Naamvallensysteem

Werkwoordsvormen

Syntaxis

Vakles 1 / 2 /

3 / 4

12 (3 per

periode)

8 * SO

4 * Pw

1

3

Page 81: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Vak: Grieks

Leerjaar: 3

Onderwerp: Vertalen

Kerndoel(en):

# 3 De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn woordenschat.

De leerlingen kennen de letters en kunnen de woorden lezen, uitspreken en schrijven.

De leerlingen kunnen teksten met de onder ‘grammatica’ genoemde taalverschijnselen vertalen.

Leerdoel(en):

Het opbouwen van de woordenschat Grieks.

Een Griekse tekst te vertalen met minimaal gebruik van hulpmiddelen.

Een Griekse tekst begripvol te lezen.

De leerlingen kunnen van teksten een samenvatting geven.

Onderwerp(en): Aangeboden in: Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Woorden

Vertaalstrategie

Vakles

1 / 2 /

3 / 4

12 (3 per

periode)

8 * SO

4 * Pw

1

3

Vak: Grieks

Leerjaar: 3

Onderwerp: Cultuurhistorie

Kerndoel(en):

# 4 De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven

teksten.

# 8 De leerling leert verhalen, gedichten en informatieve teksten te lezen die aan zijn belangstelling tegemoet

komen en zijn belevingswereld uitbreiden.

Page 82: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Leerdoel(en):

Cultureel-mentale oriëntatie

1- De leerlingen kunnen de belangrijkste feiten, begrippen en kenmerken van de Griekse en Romeinse cultuur,

geschiedenis en mythologie, aangeven.

2- De leerlingen kunnen overeenkomsten en verschillen aangeven tussen denkbeelden en overtuigingen van de

Griekse en Romeinse Oudheid en vergelijkbare denkbeelden en overtuigingen in latere culturen.

Cultuur-esthetische oriëntatie

3- De leerlingen kunnen enkele kenmerken van beeldende kunst en architectuur van de Griekse en Romeinse

Oudheid herkennen en typeren.

4- De leerlingen kunnen, in samenhang met de kerndoelen van het vakgebied Beeldende Vorming, antieke

invloeden in de beeldende kunst en de architectuur van latere perioden, alsmede in andere uitingsvormen van

hedendaagse vormgeving, herkennen.

Onderwerp(en): Aangeboden in: Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Cultuurhistorie Vakles

1 / 2 /

3 / 4

4 4 * PW PW: 3*

Page 83: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

B. VAARDIGHEDEN

Vaardigheden rubrieken:

Onvoldoende

Voldoende Ruim voldoende Goed

Presentatie

De mondelinge

presentatie (poster,

verslag, rol) is

onsamenhangend

en sluit niet aan op

de vraag/opdracht.

De mondelinge of

schriftelijke

presentatie (poster,

verslag, rol) is een

verzameling

gegevens met een

kop en een staart

maar sluit niet aan

op de vraag/opdracht

De mondelinge of

schriftelijke

presentatie (poster,

verslag, rol) bezit

samenhang; de

verschillende

onderdelen sluiten

goed aan op elkaar

en op de

vraag/opdracht. Er is

een kop en een

staart.

De mondelinge of

schriftelijke

presentatie (poster,

verslag, rol) bezit

samenhang; er is

een inleiding, kern

en afsluiting; de

verschillende

onderdelen sluiten

goed aan op elkaar

en op de

vraag/opdracht. De

leerling voegt extra

elementen toe die

een meerwaarde

vormen (visueel,

inhoudelijk, enz.).

Samenwerken

De leerling wilde

niet samenwerken

of werkte in een

groep

contraproductief.

De leerling heeft

goed samengewerkt

en wilde ook

opdrachten van

anderen uitvoeren.

De leerling heeft

goed samengewerkt

en heeft initiatieven

genomen om de

groep goed te laten

samenwerken.

De leerling heeft

goed samengewerkt

en nam de rol van

leider op zich; dank

zij hem

functioneerde de

groep als geheel.

Grammatica

en vertalen

De leerling kan in

een Griekse tekst

de woordsoorten

niet of nauwelijks

herkennen noch de

vervoegingen en

verbuigingen

operationaliseren.

De leerling kan in

een Griekse tekst de

meeste

woordsoorten

herkennen en de

vervoegingen en

verbuigingen

operationaliseren

maar er geen goed

lopende Nederlandse

vertaling mee

maken.

De leerling kan in

een Griekse tekst de

woordsoorten

herkennen en de

vervoegingen en

verbuigingen

operationaliseren

maar er geen goed

lopende

Nederlandse

vertaling mee

maken.

De leerling kan in

een Griekse tekst de

woordsoorten

herkennen en de

vervoegingen en

verbuigingen

operationaliseren

om er een goed

lopende

Nederlandse

vertaling mee te

maken.

Page 84: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

C. KENNEN EN KUNNEN

Kennen en kunnen lijst

Kennen Kunnen

Onderwerp

Griekse alfabet Griekse alfabet, letters en uitspraak Lezen

Schrijven

Woordenschat Woorden Grieks – Nederlands Toepassen in een vertaling

Reproduceren in schriftelijke overhoring

Grammatica Woordsoorten

Morfologie van nomina

Morfologie van verba

Functies van de naamvallen in de zin

Kennis toepassen op een Griekse tekst

Vertalen Grondbeginselen van de opbouw van

een Griekse zin

Begrip tonen van de Griekse tekst op

zowel de taalkundige als de inhoudelijke

kant.

Vertaalstrategie toepassen.

Page 85: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

D. NOVUMDAG

E. Ict-vaardigheden

Vakprogramma’s

Vakonderdeel opdracht vaardigheden

woorden leren woorden leren woorden leren

Vak: Grieks

Leerjaar: 3

Onderwerp: oude geschiedenis

Kerndoel(en):

Leerdoel(en):

1- Leerlingen kunnen zich een (visuele) voorstelling maken van de Griekse en Romeinse culturen en zich beter

inleven in de materiële aspecten ervan.

2- Leerlingen kunnen gelezen teksten koppelen aan tastbare objecten uit de Griekse en Latijnse culturen.

3- Leerlingen kunnen enkele kenmerken van de beeldende kunst en architectuur van de Griekse en Romeinse

Oudheid herkennen en typeren.

Activiteit Aangeboden in: Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Bezoek Trier Novumdag 4 n.n.b.

n.n.b.

Page 86: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

LATIJN A. LEER- EN TOETSPLAN

Vak: Latijn

Leerjaar: 3

Onderwerp: Grammatica

Kerndoel(en):

Leerdoel(en):

De leerlingen kunnen woordsoorten onderscheiden.

De leerlingen kennen elementen van het verbuiging- en vervoegingsysteem.

De leerlingen kunnen m.b.v. de betekenis van een werkwoord hun kennis over te verwachten zinsdelen

operationaliseren bij de analyse van een (te vertalen) zin.

De leerlingen kunnen m.b.v. hun kennis van de naamvallen en met begrip van syntactische functies

betekenisverbanden leggen.

De leerlingen kunnen m.b.v. hun kennis van de werkwoordsvormen en met begrip van syntactische functies

betekenisverbanden leggen.

De leerlingen kunnen teksten met de hierboven genoemde taalverschijnselen vertalen.

Onderwerp(en): Aangeboden in: Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Naamvallensysteem

Werkwoordsvormen

Syntaxis

Vakles 1 / 2 /

3 / 4

16 (4 per

periode)

8 * SO

4 * Pw

4 * Proefvertaling

1

3

3

Vak: Latijn

Leerjaar: 3

Onderwerp: Vertalen

Page 87: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Kerndoel(en):

# 3 De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn woordenschat.

De leerlingen kennen de letters en kunnen de woorden lezen, uitspreken en schrijven.

De leerlingen kunnen teksten met de onder ‘grammatica’ genoemde taalverschijnselen vertalen.

Leerdoel(en):

Het opbouwen van de woordenschat Latijn.

Een Latijnse tekst te vertalen met minimaal gebruik van hulpmiddelen.

Een Latijnse tekst begripvol te lezen.

De leerlingen kunnen van teksten een samenvatting geven.

Onderwerp(en): Aangeboden in: Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Woorden

Vertaalstrategie

Vakles

1 / 2 /

3 / 4

16 (4 per

periode)

8 * SO

4 * Pw

4 * Proefvertaling

1

3

3

Vak: Latijn

Leerjaar: 3

Onderwerp: Cultuurhistorie

Kerndoel(en):

# 4 De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven

teksten.

# 8 De leerling leert verhalen, gedichten en informatieve teksten te lezen die aan zijn belangstelling tegemoet

komen en zijn belevingswereld uitbreiden.

Page 88: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Leerdoel(en):

Cultureel-mentale oriëntatie

1- De leerlingen kunnen de belangrijkste feiten, begrippen en kenmerken van de Griekse en Romeinse cultuur,

geschiedenis en mythologie, aangeven.

2- De leerlingen kunnen overeenkomsten en verschillen aangeven tussen denkbeelden en overtuigingen van de

Griekse en Romeinse Oudheid en vergelijkbare denkbeelden en overtuigingen in latere culturen.

Cultuur-esthetische oriëntatie

3- De leerlingen kunnen enkele kenmerken van beeldende kunst en architectuur van de Griekse en Romeinse

Oudheid herkennen en typeren.

4- De leerlingen kunnen, in samenhang met de kerndoelen van het vakgebied Beeldende Vorming, antieke

invloeden in de beeldende kunst en de architectuur van latere perioden, alsmede in andere uitingsvormen van

hedendaagse vormgeving, herkennen.

Onderwerp(en): Aangeboden in: Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Romeinse cultuur en

mythologie

Vakles

1 / 2 /

3 / 4

4

4 * PW

3

Page 89: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

B. VAARDIGHEDEN

Vaardigheden rubrieken:

Onvoldoende

Voldoende Ruim voldoende Goed

Presentatie

De mondelinge

presentatie (poster,

verslag, rol) is

onsamenhangend

en sluit niet aan op

de vraag/opdracht.

De mondelinge of

schriftelijke

presentatie (poster,

verslag, rol) is een

verzameling

gegevens met een

kop en een staart

maar sluit niet aan

op de vraag/opdracht

De mondelinge of

schriftelijke

presentatie (poster,

verslag, rol) bezit

samenhang; de

verschillende

onderdelen sluiten

goed aan op elkaar

en op de

vraag/opdracht. Er is

een kop en een

staart.

De mondelinge of

schriftelijke

presentatie (poster,

verslag, rol) bezit

samenhang; er is

een inleiding, kern

en afsluiting; de

verschillende

onderdelen sluiten

goed aan op elkaar

en op de

vraag/opdracht. De

leerling voegt extra

elementen toe die

een meerwaarde

vormen (visueel,

inhoudelijk, enz.).

Samenwerken

De leerling wilde

niet samenwerken

of werkte in een

groep

contraproductief.

De leerling heeft

goed samengewerkt

en wilde ook

opdrachten van

anderen uitvoeren.

De leerling heeft

goed samengewerkt

en heeft initiatieven

genomen om de

groep goed te laten

samenwerken.

De leerling heeft

goed samengewerkt

en nam de rol van

leider op zich; dank

zij hem

functioneerde de

groep als geheel.

Grammatica

en vertalen

De leerling kan in

een Latijnse tekst

de woordsoorten

niet of nauwelijks

herkennen noch de

vervoegingen en

verbuigingen

operationaliseren.

De leerling kan in

een Latijnse tekst de

meeste

woordsoorten

herkennen en de

vervoegingen en

verbuigingen

operationaliseren

maar er geen goed

lopende Nederlandse

vertaling mee

maken.

De leerling kan in

een Latijnse tekst de

woordsoorten

herkennen en de

vervoegingen en

verbuigingen

operationaliseren

maar er geen goed

lopende

Nederlandse

vertaling mee

maken.

De leerling kan in

een Latijnse tekst de

woordsoorten

herkennen en de

vervoegingen en

verbuigingen

operationaliseren

om er een goed

lopende

Nederlandse

vertaling mee te

maken.

Page 90: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

C. KENNEN EN KUNNEN

Kennen en kunnen lijst

Kennen Kunnen

Onderwerp

Woordenschat Woorden Latijn - Nederlands Toepassen in een vertaling

Reproduceren in schriftelijke overhoring

Grammatica Woordsoorten

Morfologie van nomina

Morfologie van verba

Functies van de naamvallen in de zin

Kennis toepassen op een Latijnse tekst

Vertalen Grondbeginselen van de opbouw van

een Latijnse zin

Begrip tonen van de Latijnse tekst op

zowel de taalkundige als de inhoudelijke

kant.

Vertaalstrategie toepassen.

Page 91: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

D. NOVUMDAG

E. Ict-vaardigheden

Internetgebruik

Bij welke vakonderdelen Soort opdrachten Welke vaardigheden

ondersteunende opdrachten

bij grammatica uit Disco

oefenen met

grammatica

toepassing grammatica

Vakprogramma’s

Vakonderdeel opdracht vaardigheden

woorden leren via WRTS woorden leren woorden leren

Vak: Latijn

Leerjaar: 3

Onderwerp: oude geschiedenis

Kerndoel(en):

Leerdoel(en):

1- Leerlingen kunnen zich een (visuele) voorstelling maken van de Griekse en Romeinse culturen en zich beter

inleven in de materiële aspecten ervan.

2- Leerlingen kunnen gelezen teksten koppelen aan tastbare objecten uit de Griekse en Latijnse culturen.

3- Leerlingen kunnen enkele kenmerken van de beeldende kunst en architectuur van de Griekse en Romeinse

Oudheid herkennen en typeren.

Activiteit Aangeboden in: Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Bezoek Trier Novumdag 4 n.n.b.

n.n.b.

Page 92: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

LICHAMELIJKE OPVOEDING (LO) Week Lesweek

35 Introdagen

36 Atletiek/ speerwerpen Softbal 2

37 Atletiek/ speerwerpen Softbal 3

38 Atletiek/ speerwerpen Softbal 4

39 2000 meter Voetbal 5

40 2000 meter Voetbal 6

41 60 meter Voetbal 7

42 Toetsen/novumdagen plus week 44 8

43 Herstvakantie

44 touwspringen Volleybal 9

45 Touwspringen Volleybal 10

46 Turnen 1 Volleybal 11

47 Turnen 1 Basketbal 12

48 Turnen 1 Basketbal 13

49 SRT Basketbal 14

50 SRT Badminton 15

51 Bewegen en Muziek Badminton 16

Kerstvakantie

1 Bewegen en Muziek Badminton 17

2 Toets/ Novumdagen 18

3 Toets/ Novumdagen 19

4 Atletiek Badminton 20

5 Atletiek Volleybal 21

6 Atletiek Volleybal 22

7 Conditietraining Warming Up Volleybal 23

Page 93: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

8 Voorjaarsvakantie

9 Conditietraining Warming Up Zelfverdediging 24

10 SRT Zelfverdediging 25

11 SRT Basketbal 26

12 Turnen 2 Basketbal 27

13 Turnen 2 Basketbal 28

14 Turnen 2 Hockey 39

15 Atletiek werpen / TRIATHLON Hockey 30

16 Toets/ Novumdagen 31

17 Meivakantie

18 Meivakantie

19 Atletiek werpen / TRIATHLON Hockey 32

20 Atletiek werpen/stoten Voetbal 33

21 Estafette Voetbal 34

22 Hordenloop Flagfootball 35

23 60 meter Flagfootball 36

24 2000 meter Softbal 36

Dit programma is onder voorbehoud!

Vak: LO

Leerjaar: 3

Onderwerp: Domein A spel: Badminton

Kerndoel(en):

1. De leerlingen kunnen twee terugslagspelen spelen, te weten (een vorm van) volleybal en één spel te kiezen uit vormen van badminton, tafeltennis, of tennis.

2. Het overleggen en samenwerken in teamverband en daarbij rekening houden met elkaars normen en waarden (1.1 en 4.2);

3. Het leren omgaan met regels en procedures (4.1); 4. Het doelmatig en veilig omgaan met materialen, gereedschappen en apparatuur (2.6) en

daarbij rekening houden met zichzelf, met anderen en met de omgeving (1.5); 5. Het leren reflecteren op eigen ervaringen en mogelijkheden (6.1); 6. Het leren communiceren (4); 7. Het leren reflecteren op het leerproces (5);

Page 94: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

8. De leerlingen kunnen drie doelspelen spelen, te kiezen uit vormen van voetbal, handbal, hockey, basketbal, korfbal of rugby.

9. De leerlingen kunnen taken verrichten die het samen spelen mogelijk maken. 10. Het leren omgaan met regels en procedures (4.1); 11. Plezier beleven aan het deelnemen aan verschillende bewegingssituaties (ervaren van succes

en gezamenlijkheid); 12. (Samen) eenvoudige regelende taken in bewegingssituaties kunnen vervullen; 13. Vaardigheid, kennis en een positieve attitude verwerven om belangrijke bewegingsproblemen

in bewegingssituaties zelfstandig (samen) op te lossen; 14. Een bevredigende persoonlijke keuze kunnen maken en realiseren met betrekking tot

bewegen (en/of het leiding geven daaraan) in de vrije tijd;

Leerdoel(en):

1- De leerling leert de shuttle in het spel te houden.

2- De leerling leert de shuttle te plaatsen.

3- De leerling leert het spel op een klein veld te spelen. De hierbij geldende regels m.n.

aangaande de service zijn bekend en worden correct toegepast.

4- De leerling kan als scheidsrechter het spel leiden.

5- De leerling leert een toernooischema te maken en uit te voeren.

Onderwerp(en): Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Badminton, basis

vaardigheden

1b 1

Praktische

vaardigheid

1

Vak: LO

Leerjaar: 3

Onderwerp: Domein A spel: Flagfootbal

Kerndoel(en):

1. Het overleggen en samenwerken in teamverband en daarbij rekening houden met elkaars normen en waarden (1.1 en 4.2);

2. Het leren omgaan met regels en procedures (4.1);

3. Het doelmatig en veilig omgaan met materialen, gereedschappen en apparatuur (2.6) en daarbij rekening houden met zichzelf, met anderen en met de omgeving (1.5);

Page 95: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

4. Het leren reflecteren op eigen ervaringen en mogelijkheden (6.1);

5. Het leren communiceren (4);

6. Het leren reflecteren op het leerproces (5);

7. De leerlingen kunnen drie doelspelen spelen, te kiezen uit vormen van voetbal, handbal, hockey, basketbal, korfbal of rugby.

8. De leerlingen kunnen taken verrichten die het samen spelen mogelijk maken.

9. Het leren omgaan met regels en procedures (4.1);

10. Plezier beleven aan het deelnemen aan verschillende bewegingssituaties (ervaren van succes en gezamenlijkheid);

11. (Samen) eenvoudige regelende taken in bewegingssituaties kunnen vervullen;

12. Vaardigheid, kennis en een positieve attitude verwerven om belangrijke bewegingsproblemen in bewegingssituaties zelfstandig (samen) op te lossen;

13. Een bevredigende persoonlijke keuze kunnen maken en realiseren met betrekking tot bewegen (en/of het leiding geven daaraan) in de vrije tijd;

Leerdoel(en):

1- De leerling leert werpen en vangen met de american footbal

2- De leerling leert de specifieke terminologie en posities van het flagfootbal en leert deze

toepassen en de bijbehorende taken uitvoeren.

3- De leerling krijgt enkele standaard spelpatronen aangereikt en leert hierop te varieren

en/of binnen de regels geheel nieuwe spelpatronen te bedenken en uitvoeren.

4- De leerling leert het spel zelfstandig in de eindvorm te spelen.

5- De leerling is in staat als scheidsrechter het spel te leiden.

Onderwerp(en): Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Flagfootbal werpen en

vangen

2b 1

Praktische

vaardigheid

1

Flagfootbal spel 2b 1

Praktische

vaardigheid

1

Page 96: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Vak: LO

Leerjaar: 3

Onderwerp: Domein A spel: Hockey

Kerndoel(en):

1. Het overleggen en samenwerken in teamverband en daarbij rekening houden met elkaars normen en waarden (1.1 en 4.2);

2. Het leren omgaan met regels en procedures (4.1); 3. Het doelmatig en veilig omgaan met materialen, gereedschappen en apparatuur (2.6) en

daarbij rekening houden met zichzelf, met anderen en met de omgeving (1.5); 4. Het leren reflecteren op eigen ervaringen en mogelijkheden (6.1); 5. Het leren communiceren (4); 6. Het leren reflecteren op het leerproces (5); 7. De leerlingen kunnen drie doelspelen spelen, te kiezen uit vormen van voetbal, handbal,

hockey, basketbal, korfbal of rugby. 8. De leerlingen kunnen taken verrichten die het samen spelen mogelijk maken. 9. Het leren omgaan met regels en procedures (4.1); 10. Plezier beleven aan het deelnemen aan verschillende bewegingssituaties (ervaren van succes

en gezamenlijkheid); 11. (Samen) eenvoudige regelende taken in bewegingssituaties kunnen vervullen; 12. Vaardigheid, kennis en een positieve attitude verwerven om belangrijke bewegingsproblemen

in bewegingssituaties zelfstandig (samen) op te lossen; 13. Een bevredigende persoonlijke keuze kunnen maken en realiseren met betrekking tot

bewegen (en/of het leiding geven daaraan) in de vrije tijd;

Leerdoel(en):

1- De leerling leert pushen, slaan en stoppen. 2- De leerling leert na een eenvoudige combinatie af te werken op het doel. 3- De leerling speelt hockey op een klein veld 5-5, kent de veiligheidsvoorschriften en neemt

deze in acht.

Onderwerp(en): Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Hockey 1a en 2b 1

Praktische

vaardigheid

1

Vak: LO

Leerjaar: 3

Onderwerp: Domein A spel: Basketbal

Kerndoel(en):

1. Het overleggen en samenwerken in teamverband en daarbij rekening houden met elkaars

Page 97: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

normen en waarden (1.1 en 4.2); 2. Het leren omgaan met regels en procedures (4.1); 3. Het doelmatig en veilig omgaan met materialen, gereedschappen en apparatuur (2.6) en

daarbij rekening houden met zichzelf, met anderen en met de omgeving (1.5); 4. Het leren reflecteren op eigen ervaringen en mogelijkheden (6.1); 5. Het leren communiceren (4); 6. Het leren reflecteren op het leerproces (5); 7. De leerlingen kunnen drie doelspelen spelen, te kiezen uit vormen van voetbal, handbal,

hockey, basketbal, korfbal of rugby. 8. De leerlingen kunnen taken verrichten die het samen spelen mogelijk maken. 9. Het leren omgaan met regels en procedures (4.1); 10. Plezier beleven aan het deelnemen aan verschillende bewegingssituaties (ervaren van succes

en gezamenlijkheid); 11. (Samen) eenvoudige regelende taken in bewegingssituaties kunnen vervullen; 12. Vaardigheid, kennis en een positieve attitude verwerven om belangrijke bewegingsproblemen

in bewegingssituaties zelfstandig (samen) op te lossen; 13. Een bevredigende persoonlijke keuze kunnen maken en realiseren met betrekking tot

bewegen (en/of het leiding geven daaraan) in de vrije tijd;

Leerdoel(en):

1- De leerling kan op 3 manieren passen; chestpass, bouncepass en de overheadpass.

2- De leerling kan een hoge en lage dribbel uitvoeren.

3- De leerling moet kunnen stoppen in het 2-tel ritme.

4- De leerling kan pivoteren en weet wanneer hij dit toe moet passen.

5- De leerling kan een lay-up aan de voorkeurskant.

6- De leerling kan een set-shot aan de voorkeurskant

7- De leerling leert zelfstandig op ½ court 3:3 en/of 4:4 spelen.

8- De leerling kan als scheidsrechter het spel leiden.

Onderwerp(en): Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Techniek Basketbal 1b 1

Praktische

vaardigheid

1

Page 98: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Spelleiding 1b en 2a 1 Praktische

vaardigheid

1

Spel basketbal 2a 1 Praktische

vaardigheid

1

Vak: LO

Leerjaar: 3

Onderwerp: Domein A spel: Softbal

Kerndoel(en):

1. Het overleggen en samenwerken in teamverband en daarbij rekening houden met elkaars normen en waarden (1.1 en 4.2);

2. Het leren omgaan met regels en procedures (4.1); 3. Het doelmatig en veilig omgaan met materialen, gereedschappen en apparatuur (2.6) en

daarbij rekening houden met zichzelf, met anderen en met de omgeving (1.5); 4. Het leren reflecteren op eigen ervaringen en mogelijkheden (6.1); 5. Het leren communiceren (4); 6. Het leren reflecteren op het leerproces (5); 7. De leerlingen kunnen een slag- en loopspel (vormen van softbal) spelen. 8. De leerlingen kunnen taken verrichten die het samen spelen mogelijk maken. 9. Het leren omgaan met regels en procedures (4.1); 10. Plezier beleven aan het deelnemen aan verschillende bewegingssituaties (ervaren van succes

en gezamenlijkheid); 11. (Samen) eenvoudige regelende taken in bewegingssituaties kunnen vervullen; 12. Vaardigheid, kennis en een positieve attitude verwerven om belangrijke bewegingsproblemen

in bewegingssituaties zelfstandig (samen) op te lossen; 13. Een bevredigende persoonlijke keuze kunnen maken en realiseren met betrekking tot

bewegen (en/of het leiding geven daaraan) in de vrije tijd;

Leerdoel(en):

1. De leerling moet een grondbal, een strakke bal en een hoge bal kunnen verwerken

2. De leerling moet in staat zijn een strakke bal te kunnen werpen waarbij hij met het goede

been uitstapt.

3. De leerling moet weten hoe hij de knuppel moet vasthouden en de juiste slaghouding in

moet nemen.

4. De leerling moet voldoende regelkennis hebben om het spel zelfstandig te kunnen spelen

5. De leerling leert de bal gericht slaan vanuit onderhandse pitch.

6. De leerling leert als scheidsrechter het spel te leiden.

8. De ll leert de beheerst de basisprincipes van de honk- en veldverdediging i.h.a. en de

insluitsituatie in het bijzonder.

Page 99: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Onderwerp(en): Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Vangen en werpen 1a 1

Praktische

vaardigheid

1

Spelvaardigheid 2b 1

Praktische

vaardigheid

1

Vak: LO

Leerjaar: 3

Onderwerp: Domein A spel: Volleybal

Kerndoel(en):

1. De leerlingen kunnen twee terugslagspelen spelen, te weten (een vorm van) volleybal en één spel te kiezen uit vormen van badminton, tafeltennis, of tennis.

2. Het overleggen en samenwerken in teamverband en daarbij rekening houden met elkaars normen en waarden (1.1 en 4.2);

3. Het leren omgaan met regels en procedures (4.1); 4. Het doelmatig en veilig omgaan met materialen, gereedschappen en apparatuur (2.6) en

daarbij rekening houden met zichzelf, met anderen en met de omgeving (1.5); 5. Het leren reflecteren op eigen ervaringen en mogelijkheden (6.1); 6. Het leren communiceren (4); 7. Het leren reflecteren op het leerproces (5); 8. De leerlingen kunnen drie doelspelen spelen, te kiezen uit vormen van voetbal, handbal,

hockey, basketbal, korfbal of rugby. 9. De leerlingen kunnen taken verrichten die het samen spelen mogelijk maken. 10. Het leren omgaan met regels en procedures (4.1); 11. Plezier beleven aan het deelnemen aan verschillende bewegingssituaties (ervaren van succes

en gezamenlijkheid); 12. (Samen) eenvoudige regelende taken in bewegingssituaties kunnen vervullen; 13. Vaardigheid, kennis en een positieve attitude verwerven om belangrijke bewegingsproblemen

in bewegingssituaties zelfstandig (samen) op te lossen; 14. Een bevredigende persoonlijke keuze kunnen maken en realiseren met betrekking tot

bewegen (en/of het leiding geven daaraan) in de vrije tijd;

Leerdoel(en):

1- De leerling kan de bal met de bovenhandse techniek spelen.

2- De leerling kan de bal met de onderhandse techniek spelen.

Page 100: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

3- De leerling kan de bal door middel van een onderhandse service in het veld brengen

4- De leerling weet hoe de puntentelling werkt en hoe en wanneer er moet worden

doorgedraaid.

5- De leerling kan het spel als scheidsrechter leiden

6- De leerling kan het spel zelfstandig spelen op een klein veld (4:4)

Onderwerp(en): Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Techniek volleybal 1b 1

Praktische

vaardigheid

1

Spel volleybal 2a 1 Praktische

vaardigheid

1

Spelleiding volleybal 2a 1

Praktische

vaardigheid

1

Vak: LO

Leerjaar: 3

Onderwerp: Domein B turnen: Turnen 1 (zwaaien en steunen)

Kerndoel(en):

1. De leerlingen beheersen verschillende vormen van zwaaien. 2. De leerlingen kunnen taken verrichten die het samen turnen mogelijk maken. 3. Het doelmatig en veilig omgaan met materialen, gereedschappen en apparatuur (2.6) en

daarbij rekening houden met zichzelf, met anderen en met de omgeving (1.5); 4. Het leren reflecteren op eigen ervaringen en mogelijkheden (6.1); 5. Het leren communiceren (4); 6. Het leren reflecteren op het leerproces (5); 7. Het leren omgaan met regels en procedures (4.1); 8. Plezier beleven aan het deelnemen aan verschillende bewegingssituaties (ervaren van succes

en gezamenlijkheid); 9. (Samen) eenvoudige regelende taken in bewegingssituaties kunnen vervullen; 10. Vaardigheid, kennis en een positieve attitude verwerven om belangrijke bewegingsproblemen

in bewegingssituaties zelfstandig (samen) op te lossen; 11. Een bevredigende persoonlijke keuze kunnen maken en realiseren met betrekking tot

bewegen (en/of het leiding geven daaraan) in de vrije tijd;

Leerdoel(en):

Page 101: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

1. De leerling weet hoe hoog de ringen moeten staan en stelt de ringen correct.

2. De leerling beheerst de strekhangzwaai aan de ringen, ook met lengte-as draai en afsprong in de achterzwaai en eventueel ander variaties.

3. De leerling kan op een adequate manier hulpverlenen.

4. De leerling leert aan de trapeze in zwaai een oefening samen te stellen en uit te voeren met steunen rollen en een afsprong.

Onderwerp(en): Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Strekhangzwaai ringen 1b of 2a* 1

Praktische

vaardigheid

1

Hulpverlenen 1b of 2a* 1 Praktische

vaardigheid

1

Steunhangzwaai trapeze 1b of 2a* 1 Praktische

vaardigheid

1

Steunzwaai brug 1b of 2a* 1 Praktische

vaardigheid

1

*= afhankelijk van in welke zaal wordt gegymd.

Vak: LO

Leerjaar: 3

Onderwerp: Domein B turnen: Turnen 2 (springen en akrobatiek)

Kerndoel(en):

1. De leerlingen beheersen verschillende vormen van springen. 2. De leerlingen kunnen taken verrichten die het samen turnen mogelijk maken. 3. Het doelmatig en veilig omgaan met materialen, gereedschappen en apparatuur (2.6) en

daarbij rekening houden met zichzelf, met anderen en met de omgeving (1.5); 4. Het leren reflecteren op eigen ervaringen en mogelijkheden (6.1); 5. Het leren communiceren (4); 6. Het leren reflecteren op het leerproces (5); 7. Het leren omgaan met regels en procedures (4.1); 8. Plezier beleven aan het deelnemen aan verschillende bewegingssituaties (ervaren van succes

en gezamenlijkheid); 9. (Samen) eenvoudige regelende taken in bewegingssituaties kunnen vervullen; 10. Vaardigheid, kennis en een positieve attitude verwerven om belangrijke bewegingsproblemen

in bewegingssituaties zelfstandig (samen) op te lossen; 11. Een bevredigende persoonlijke keuze kunnen maken en realiseren met betrekking tot

bewegen (en/of het leiding geven daaraan) in de vrije tijd;

Page 102: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Leerdoel(en):

1. Minitrampoline: de leerling leert de salto voorwaarts (op verhoogd vlak) en is in staat een hurkwendsprong / arabier over de kast te maken.

2. Reuhterplank: de leerling beheerst de hurksprong op of over de kast.

3. Akrobatiek: de leerling leert met 2 of meertallen akrobatische vormen.

4. De leerling kan op een adequate manier hulpverlenen bij de steunsprongen, de vrije sprongen en de akrobatische vormen.

Onderwerp(en): Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Minitramp 1b of 2a* 1

Praktische

vaardigheid

1

Hulpverlenen 1b of 2a* 1 Praktische

vaardigheid

1

Steunsprongen kast 1b of 2a* 1 Praktische

vaardigheid

1

*= afhankelijk van in welke zaal wordt gegymd.

Vak: LO

Leerjaar: 3

Onderwerp: Domein C : Bewegen en muziek

Kerndoel(en):

1. De leerlingen kunnen binnen minimaal één van de volgende onderdelen van bewegen op muziek: ritme en bewegen, volksdansen, jazzdansen, conditionele vormen op muziek, een aantal bewegingen uitvoeren.

2. Het leren reflecteren op eigen ervaringen en mogelijkheden (6.1); 3. Het leren communiceren (4); 4. Het leren reflecteren op het leerproces (5); 5. De leerlingen kunnen taken verrichten die het samen bewegen op muziek mogelijk maken. 6. Het leren omgaan met regels en procedures (4.1); 7. Plezier beleven aan het deelnemen aan verschillende bewegingssituaties (ervaren van succes

en gezamenlijkheid); 8. (Samen) eenvoudige regelende taken in bewegingssituaties kunnen vervullen; 9. Vaardigheid, kennis en een positieve attitude verwerven om belangrijke bewegingsproblemen

in bewegingssituaties zelfstandig (samen) op te lossen; 10. Een bevredigende persoonlijke keuze kunnen maken en realiseren met betrekking tot

bewegen (en/of het leiding geven daaraan) in de vrije tijd;

Page 103: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Leerdoel(en):

1. De leerling kan in het juiste tempo en op het juiste moment inzetten. 2. De leerling op het aangereikte ritme verschillende passen in verschillende bewegingsbanen

uitvoeren. 3. De leerling leert door middel van bewegen op muziek de conditie te onderhouden en

verbeteren. 4. De leerling leert leert een dans-looppatroon van minimaal 8 vierkwartsmaten te ontwerpen en

dit patroon met een groepje uit te voeren.

Onderwerp(en): Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Bewegen en muziek 1b 1

Praktische

vaardigheid

1

Vak: LO

Leerjaar: 3

Onderwerp: Domein D atletiek: Atletiek

Kerndoel(en):

1. Het leren reflecteren op eigen ervaringen en mogelijkheden (6.1); 2. Het leren communiceren (4); 3. Het leren reflecteren op het leerproces (5); 4. Het leren omgaan met regels en procedures (4.1); 5. Plezier beleven aan het deelnemen aan verschillende bewegingssituaties (ervaren van succes

en gezamenlijkheid); 6. (Samen) eenvoudige regelende taken in bewegingssituaties kunnen vervullen; 7. Vaardigheid, kennis en een positieve attitude verwerven om belangrijke bewegingsproblemen

in bewegingssituaties zelfstandig (samen) op te lossen; 8. Een bevredigende persoonlijke keuze kunnen maken en realiseren met betrekking tot

bewegen (en/of het leiding geven daaraan) in de vrije tijd; 9. Het doelmatig en veilig omgaan met materialen, gereedschappen en apparatuur (2.6) en

daarbij rekening houden met zichzelf, met anderen en met de omgeving (1.5); 10. het leren omgaan met regels en procedures (4.1); 11. De leerlingen beheersen verschillende vormen van lopen. 12. De leerlingen beheersen verschillende vormen van springen. 13. De leerlingen kunnen taken verrichten die het samen beoefenen van atletiek mogelijk maken.

Leerdoel(en):

1. De leerling leert bij de estafetteloop binnen de wisselzone een vliegende wissel op hoge snelheid toepassen en het estafettestokje op de juiste manier geven, ontvangen en dragen.

2. De leerling leert de Fosbury-flop. 3. De leerling maakt kennis met de triathlon (in aangepaste versie). 4. De leerling maakt kennis met de koppelkoers. 5. De leerling leert hordenlopen. 6. De leerling leert een juiste start- en sprinthouding, weet de startprocedure goed toe te passen

en voert een 80 meter sprint uit. 7. De leerling leert de techniek van het speerwerpen, van de vijfpas.

Page 104: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Onderwerp(en): Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Estafettetechniek 2b 0

Triathlon 2b 1 Praktische

vaardigheid

1

Koppelkoers 2b 1 Praktische

vaardigheid

1

Fosbury-flop 1b 1

Praktische

vaardigheid

1

Hordenlopen techniek 2b 1 Praktische

vaardigheid

1

Sprint 80 m. 1a 1 Praktische

vaardigheid

1

Speerwerpen (techniek) 1a 1 Praktische

vaardigheid

1

Tabel 60 meter sprint.

Cijfer 1e 2m 2j 3m 3j 4m 4j 5m 5j

10 7,9 7,4 6,9 6,9 6,8 6,8 6,6 6,6 6,5

9 8,6 8,2 7,8 7,8 7,6 7,6 7,4 7,4 7,2

8 9,4 9,0 8,7 8,7 8,4 8,4 8,1 8,1 7,8

7 10,1 9,9 9,5 9,5 9,1 9,1 8,9 8,9 8,8

6 10,9 10,7 10,4 10,4 9,9 9,9 9,7 9,7 9,5

5 11,6 11,5 11,2 11,2 10,7 10,7 10,4 10,4 10,2

4 12,4 12,3 12,1 12,1 11,5 11,5 11,2 11,2 11,0

Page 105: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Tabel Fosbury-flop

Meisjes Jongens

3 + 4 1 + 2 Cijfer 1 + 2 3 + 4

50 40 4 50 70

60 50 4 ½ 60 80

70 60 5 70 90

80 70 5 ½ 80 100

90 80 6 90 105

100 90 6 ½ 95 110

105 95 7 100 115

110 100 7 ½ 105 120

115 105 8 110 125

120 110 8 ½ 115 130

125 115 9 120 135

130 120 9 ½ 125 140

135 125 10 130 145

Vak: LO

Leerjaar: 3

Onderwerp: Domein D atletiek: conditie, duuractiviteiten en SRT

Kerndoel(en):

1. Het leren reflecteren op eigen ervaringen en mogelijkheden (6.1); 2. Het leren communiceren (4); 3. Het leren reflecteren op het leerproces (5); 4. Het leren omgaan met regels en procedures (4.1); 5. Plezier beleven aan het deelnemen aan verschillende bewegingssituaties (ervaren van succes

en gezamenlijkheid); 6. (Samen) eenvoudige regelende taken in bewegingssituaties kunnen vervullen; 7. Vaardigheid, kennis en een positieve attitude verwerven om belangrijke bewegingsproblemen

in bewegingssituaties zelfstandig (samen) op te lossen; 8. Een bevredigende persoonlijke keuze kunnen maken en realiseren met betrekking tot

bewegen (en/of het leiding geven daaraan) in de vrije tijd; 9. Het doelmatig en veilig omgaan met materialen, gereedschappen en apparatuur (2.6) en

daarbij rekening houden met zichzelf, met anderen en met de omgeving (1.5);

Page 106: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

10. het leren omgaan met regels en procedures (4.1); 11. De leerlingen beheersen verschillende vormen van lopen. 12. De leerlingen beheersen verschillende vormen van springen. 13. De leerlingen kunnen taken verrichten die het samen beoefenen van atletiek mogelijk maken.

Leerdoel(en):

1- De leerling krijgt inzicht in zijn eigen mogelijkheden en beperkingen m.b.t. duuractiviteiten en leert hoe daar mee om te gaan.

2- De leerling leert op een verantwoorde manier op te bouwen naar een duuractiviteit. 3- De leerling maakt kennis met een pyramideloop, intervalloop, duurloop en de shuttle run test

(SRT) 4- De leerling leert de techniek van het touwspringen en kan dit gedurende langere tijd in een

hoog tempo volhouden.

Onderwerp(en): Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Duurloop 1a 1

Praktische

vaardigheid

1

SRT 1b en 2a 2

Praktische

vaardigheid

1

Touwspringen 1b en 2a 2

Praktische

vaardigheid

1

Tabel Shuttle Run Test

J

Trap

Klas 1 M

Trap

J

Trap

Klas 2 M

Trap

J

Trap

Klas 3 M

Trap

J

Trap

Klas

4,5,6

M

Trap

1 1 1 2 1 1 3 1 2 4 1 3

2 2 2 3 2 2 4 2 3 5 2 4

3 3 3 4 3 3 5 3 4 6 3 5

4 4 4 5 4 4 6 4 5 7 4 6

5 5 5 6 5 5 7 5 6 8 5 7

6 6 6 7 6 6 8 6 7 9 6 8

7 7 7 8 7 7 9 7 8 10 7 9

Page 107: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

8 8 8 9 8 8 10 8 9 11 8 10

9 9 9 10 9 9 11 9 10 12 9 11

10 10 10 11 10 10 12 10 11 13 10 12

Tabel touwspringen

Brugklas 80 x in 1 minuut 10

Elke 4 sprongen minder is 1 punt in mindering

2e Klas 120 x in 1 minuut 10

Elke 2 sprongen is 1 punt in mindering: meisjes

Elke 4 sprongen is 1 punt in mindering: jongens

3e klas 250 x in 2 ½ minuut 10

Elke 5 sprongen is 1 punt in mindering : meisjes

Elke 8 sprongen is 1 punt in mindering : jongens

4e

en 5e klas 250 x in 2 minuten 10

Elke 5 seconde extra is 1 punt in mindering

Tabel 2000 meter

J/M

Klas

1

M

Klas

2

J

Klas

2

M

Klas

3

J

Klas

3

M

Klas

4

J

Klas

4

M

Klas

5

J

Klas

5

10 8.35 10 8.15 8.00 10 8.00 7.30 10 8.00 7.30 10 7.45 7.15 10

10- 8.48 10- 8.27 8.11 10- 8.11 7.39 10- 8.11 7.39 10- 7.55 7.24 10-

9 ½ 9.01 9 ½ 8.39 8.22 9 ½ 8.22 7.48 9 ½ 8.22 7.48 9 ½ 8.05 7.33 9 ½

9+ 9.14 9+ 8.51 8.33 9+ 8.33 7.58 9+ 8.33 7.58 9+ 8.15 7.42 9+

9 9.27 9 9.03 8.44 9 8.44 8.08 9 8.44 8.08 9 8.25 7.50 9

9- 9.40 9- 9.15 8.55 9- 8.55 8.17 9- 8.55 8.17 9- 8.35 7.59 9-

8 ½ 9.53 8 ½ 9.37 9.06 8 ½ 9.06 8.26 8 ½ 9.06 8.26 8 ½ 8.45 8.07 8 ½

Page 108: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

8+ 10.06 8+ 9.48 9.16 8+ 9.16 8.35 8+ 9.16 8.35 8+ 8.55 8.16 8+

8 10.19 8 9.50 9.27 8 9.27 8.45 8 9.27 8.45 8 9.05 8.25 8

8- 10.32 8- 10.02 9.38 8- 9.38 8.54 8- 9.38 8.54 8- 9.15 8.34 8-

7 ½ 10.45 7 ½ 10.14 9.49 7 ½ 9.49 9.03 7 ½ 9.49 9.03 7 ½ 9.25 8.42 7 ½

7+ 10.57 7+ 10.26 10.00 7+ 10.00 9.13 7+ 10.00 9.13 7+ 9.35 8.51 7+

7 11.10 7 10.37 10.11 7 10.11 9.23 7 10.11 9.23 7 9.45 9.00 7

7- 11.22 7- 10.49 10.22 7- 10.22 9.32 7- 10.22 9.32 7- 9.55 9.09 7-

6 ½ 11.35 6 ½ 11.01 10.33 6 ½ 10.33 9.41 6 ½ 10.33 9.41 6 ½ 10.05 9.18 6 ½

6+ 11.47 6+ 11.13 10.44 6+ 10.44 9.50 6+ 10.44 9.50 6+ 10.15 9.26 6+

6 12.00 6 11.25 10.55 6 10.55 10.00 6 10.55 10.00 6 10.25 9.35 6

6- 12.15 6- 11.40 11.10 6- 11.10 10.15 6- 11.10 10.15 6- 10.40 9.50 6-

5 ½ 12.30 5 ½ 11.55 11.25 5 ½ 11.25 10.30 5 ½ 11.25 10.30 5 ½ 10.55 10.05 5 ½

5+ 12.45 5+ 12.10 11.40 5+ 11.40 10.45 5+ 11.40 10.45 5+ 11.10 10.20 5+

5 13.00 5 12.25 11.55 5 11.55 11.00 5 11.55 11.00 5 11.25 10.35 5

5- 13.15 5- 12.40 12.10 5- 12.10 11.15 5- 12.10 11.15 5- 11.40 10.50 5-

4 ½ 13.30 4 ½ 12.55 12.25 4 ½ 12.25 11.30 4 ½ 12.25 11.30 4 ½ 11.55 11.05 4 ½

4+ 13.45 4+ 13.10 12.40 4+ 12.40 11.45 4+ 12.40 11.45 4+ 12.10 11.20 4+

4 14.00 4 13.25 12.55 4 12.55 12.00 4 12.55 12.00 4 12.25 11.35 4

12/13 11/12 10/11 10/11 9/10 10/11 9/10 10 8/9

Om het aangegeven cijfer te halen moet de leerling minimaal de genoemde tijd halen.

Vak: LO

Leerjaar: 3

Onderwerp: Domein E: Zelfverdediging

Kerndoel(en):

1. De leerlingen kunnen een vorm van zelfverdediging uitvoeren, te kiezen uit stoeispelen, trefspelen en zelfverdediging (voor meisjes).

2. De leerlingen beheersen verschillende vormen van balanceren. 3. De leerlingen kunnen maatregelen nemen om (seksueel) geweld te voorkomen. 4. De leerlingen kunnen taken verrichten die het samen oefenen met zelfverdediging mogelijk

maken. 5. Het leren reflecteren op eigen ervaringen en mogelijkheden (6.1);

Page 109: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

6. Het leren communiceren (4); 7. Het leren reflecteren op het leerproces (5); 8. Het leren omgaan met regels en procedures (4.1); 9. Plezier beleven aan het deelnemen aan verschillende bewegingssituaties (ervaren van succes

en gezamenlijkheid); 10. (Samen) eenvoudige regelende taken in bewegingssituaties kunnen vervullen; 11. Vaardigheid, kennis en een positieve attitude verwerven om belangrijke bewegingsproblemen

in bewegingssituaties zelfstandig (samen) op te lossen; 12. Een bevredigende persoonlijke keuze kunnen maken en realiseren met betrekking tot

bewegen (en/of het leiding geven daaraan) in de vrije tijd; 13. Het doelmatig en veilig omgaan met materialen, gereedschappen en apparatuur (2.6) en

daarbij rekening houden met zichzelf, met anderen en met de omgeving (1.5); 14. het leren omgaan met regels en procedures (4.1);

Leerdoel(en):

1. De leerling maakt kennis met stoeispelen. 2. De leerling leert gewend te raken aan lichamelijk contact. 3. De leerling leert te vertrouwen op de partner. 4. De leerling leert verantwoordelijkheid te dragen voor het welzijn van de partner. 5. De leerling leert te reageren op aanvallende acties van de partner. 6. De leerling leert het belang van veiligheidsmaatregelen en neemt deze in acht. 7. De leerling leert gebruik te maken van de basisstoten en verdedigingstechnieken van het

boksen, op invitatie en sparrend.

Er vindt geen beoordeling plaats.

Page 110: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

NATECH

A. LEER EN TOETSPLAN 2016 - 2017

Vak: NATECH

Leerjaar: 3

Onderwerp:

Kerndoel(en):

28. De leerling leert vragen over onderwerpen uit het brede leergebied om te zetten in

onderzoeksvragen, een dergelijk onderzoek over een natuurwetenschappelijk onderwerp uit te

voeren en de uitkomsten daarvan te presenteren.

29. De leerling leert kennis te verwerven over en inzicht te verkrijgen in sleutelbegrippen uit het

gebied van de levende en niet-levende natuur, en leert deze sleutelbegrippen te verbinden met

situaties in het dagelijks leven.

30. De leerling leert dat mensen, dieren en planten in wisselwerking staan met elkaar en hun

omgeving (milieu), en dat technologische en natuurwetenschappelijke toepassingen de

duurzame kwaliteit daarvan zowel positief als negatief kunnen beïnvloeden.

31. De leerling leert o.a. door praktisch werk kennis te verwerven over en inzicht te verkrijgen in

processen uit de levende en niet-levende natuur en hun relatie met omgeving en milieu.

32. De leerling leert te werken met theorieën en modellen door onderzoek te doen naar

natuurkundige en scheikundige verschijnselen als elektriciteit, geluid, licht, beweging, energie

en materie.

33. De leerling leert door onderzoek kennis te verwerven over voor hem relevante technische

producten en systemen, leert deze kennis naar waarde te schatten en op planmatige wijze een

technisch product te ontwerpen en te maken.

Leerdoel(en): De leerling leert....

A. natuurkundige begrippen/eenheden herkennen, begrijpen en gebruiken: Kracht-Newton-Moment- Volt, Ampere, Ohm watt, snelheid & versnelling, wrijvingsweerstand

B. Nauwkeurig werken aan getekende weergave van natuurkundige grootheden (krachten optellen, constructie van lichtstralen en dergelijke)

C. Maken van grafische weergave van natuurkundige grootheden. s,t- & v,t- & a,t-diagrammen, D. Rekenen met natuurkundige formules: wet van ohm, samengestelde weerstanden, soortelijke weerstand

beweging formules, wet van Snellius, lensformule, vergroting, energie-, arbeid- & rendement berekeningen.

E. Opzetten en uitvoeren van practica ter aanvulling en ondersteuning van de theorie F. Opzetten en uitvoeren van een onderzoek programma voor het ontwikkelen van een technisch product

Page 111: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Onderwerp(en):

Aangeboden werkvorm: Periode Toetsvormen Weging

ELEKTRICITEIT

Statische elektr.

Wet van Ohm

Vervangingsweerstand

Elek. vermogen en

energie

Soortelijke weerstand

Theorie, Nova H3

Leerling practicum I-U diagram

Practicum soortelijke weerstand

1

practicum soortelijke

weerstand

0,5

2

Kracht, moment, druk

Theorie,H1 NOVA

Practicum veerconstante

Hoofdstuk toets

1

practicum

0,5

Proefwerkweek-1

PW – H1 2

BEWEGING

S,t-diagram

V,t-diagram

A,t-diagram

vgem =Δs/Δt

vgem = (vb + ve) / 2

Δv=ve -vb a = Δv / Δt Δs

= 1⁄2 • a • Δt2

FR = m • a

Theorie, (Hendriks stencils) Veel

oefensommen

Tijdtikker

2

verslag(je)

PW rekenen aan

bewegingen

0,5

3

VIDEOMETEN Practicum snelheden meten met

foto/video camera en coach

2 Practicum uitwerking 1

Page 112: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Onderwerp(en):

Aangeboden werkvorm: Periode: Toetsvormen Weging

LICHT Brekingsindex practicum

Lens formule + stralen tekenen

Pinhole camera

Proefwerk uur:

2

2

practicum

Proefwerkuur

construtiestralen,

lensformule en

brekingsindex

0,5

3

Proefwerkweek-2 feb.

Pinhole camera

pww

verslag

2

ENERGIE

Energie omzetting

Behoud van energie

Rendement van energie

omzetting

Theorie, Nova H4

Practicum rendement waxinelichtje

3 1

ARBEID

Theorie, Nova H6

Practicum hijsmotor rendement

4

Practicum + verslag

1

Proefwerkweek-3

Energie en arbeid

3

Keuze onderwerp-1

AUTOMATISCHE

SCHAKELINGEN

Theorie, Nova H 5

Magneten en Relais schakeling

Practicum NTC ijken

3 werkstuk BEL of

ventilator (indien er

voldoende lestijd is)

practicum NTC

0,5

1

Keuze onderwerp-2

ELEKTRO

MAGNETISME

Theorie H7

Wisselspanning

Transformator

4 trafo practicum 1

EINDTOETS Proefwerkweek-3 juni.

H-6 (evt +deel van keuzestof)

pww 3

Page 113: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

B. VAARDIGHEDEN

Vaardigheden rubrieken:

Onvoldoende

Voldoende Ruim voldoende Goed

Theoretische

vaardigheden

Weet nog niet om te

gaan met formules

(a = b•c)

Kan eenvoudige

formules gebruiken

maar heeft nog

moeite met

omwerken naar

andere volgorde.

(b=a/c)

Geen problemen

meer met

formules in

verschillende

varianten.

Gebruikt

eenheden op

correcte wijze

Toont inzicht in het

achterhalen en

verwerken van

gegevens die via een

omweg beschikbaar

zijn. Combineert kennis

van voorgaande

onderwerpen in nieuwe

theorie

Oplossen van

natuurkundige

vraagstukken

(sommen maken)

De leerling kan niet

zelfstandig een

oplossing- strategie

kiezen. Legt

gebrekkig verband

tussen vraagstelling

en de theorie.

De leerling lost

‘standaard’

vraagstukken op

volgens

ingeoefende

oplossingstrategieë

n. Sommen die daar

van afwijken

leveren een

probleem op.

Naast de

standaard

oplosmethoden

kan de leerling

ook ‘nieuwe’

problemen aan,

waarbij meerdere

denkstappen

gevraagd worden.

De leerling kan

zelfstandig vooruit

werken. Hij/zij komt

zelf tot het vinden van

een creatieve aanpak

waar dat nodig is.

Weet de kennis van

wiskunde bij de

natuurkunde toe te

passen.

Onderzoek

vaardigeden /

praktische

eindopdracht

Is niet tot een

eindproduct

gekomen

Er is een

eindproduct tot

stand gekomen.

Maar het ontbreekt

aan deelproducten;

...Onderzoekdeel

...Innovatie

...Gebrekkig verslag

Alle stappen van

de opdracht zijn

‘voldoende’

doorlopen. Het

eindproduct

functioneert naar

wens.

De leerling heeft verder

doorgedacht dan

letterlijk in de opdracht

is aangegeven. Het

eindproduct en verslag

geven blijk van

natuurkundig inzicht,

en/of technische

vaardigheden.

Werkboek en

uitwerking van

opdrachten

Antwoorden

ontbreken of zijn

overgeschreven

(gekopieerd)

Merendeel van

opdrachten zijn

naar behoren

uitgevoerd, er zijn

nog wat

opmerkingen op

netheid of

volledigheid

Geen duidelijke

hiaten. Vragen

worden volledige

beantwoord. Laat

waar nodig

redeneringen en

of berekeningen

zien.

Nagekeken en

verbeterd.

Goed verzorgt

werkboek. Gebruik van

liniaal en kleur waar

gevraagd. Ook de

“extra”-opdrachten zijn

(meestal) gemaakt.

Waar mogelijk

nagekeken en

verbeterd met

antwoordkaarten.

Natuurkunde De leerlingen kan LL kan de juiste Ll kan diverse Vorige kolom + toont

Page 114: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

practicumvaardighe

den

niet zonder hulp

een proefopstelling

opbouwen. Heeft

gebrekkig inzicht

van het nut van de

diverse

meetapparaten

practicum spullen

vinden. Eenvoudige

meetapparatuur

gebruiken, maar

heeft enige hulp

nodig bij het

aansluiten of correct

aflezen van

meetapparatuur

meetapparaten op

correcte wijze

combineren.

Onderscheid

maken tussen

meetbereiken van

meters.

inzicht in

nauwkeurigheid bij het

uitvoeren van proeven.

Vult het practicum

waar nodig aan met

extra waarnemingen.

Vergelijkt resultaten

met theorie.

Page 115: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

C. KENNEN EN KUNNEN

Kennen en kunnen lijst

Kennen Kunnen

Onderwerp

Licht

Elektriciteit

Elektromagnetisme

Signalen/systemen

Beweging

Arbeid en Energie

Vergrotingsformule Lensformule,

Dioptrie, di- en convergent,

brekingsindex, wet van Snellius

Toepassingen: Oog, camera obscura,

fototoestel, verrekijker, microscoop

Spanningsbronnen, samengestelde

stroomkringen

Eenheden; volt, ampere, ohm watt kwh.

Wet van Ohm vermogen.

Vervangingsweerstand

Toepassingen met elektromagnetisme

Sensor, actuator, comperator, invertor,

Beweging formules

Energie: potentieel, elektrisch, warmte,

kinetisch, chemisch, veer.

Rendement

Tekenen van constructiestralen.

Brandpunt bepalen

Rekenen aan voorwerp en

beeldafstanden

Lineaire en hoekvergroting bepalen

Vertakte zwakstroom schakelingen

maken

Stroom, spanning, weerstand en

vermogen berekeningen

Transformator verhouding berekenen

Eenvoudig sensor/actuator probleem

uitvoeren op systeembord

Berekeningen uitvoeren aan, afstanden,

snelheden, versnellingen.

Rendement van een ‘apparaat’

uitrekenen. Omrekenen van een

energievorm in een andere.

Page 116: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

E. Ict-vaardigheden

Internetgebruik – in Mediales

Bij welke vakonderdelen Soort opdrachten Welke vaardigheden

Mediales (nauurkunde) Presenteren van

onderzoek in

YouTube film format

Digitaal werken met media.

(bij www.shop4media)

Kies een wetenschappelijk vraagstuk. Bedenk zelf een

oplossing met een praktische bewijsmogelijkheid. Maak

een videoclip van vraagstelling en oplossing.

Uploaden naar YouTube.

Officeprogramma’s

Vakonderdeel Opdracht Vaardigheden

Verslag schrijven Meten van

Veerconstante

Word vaardigheden toepassen

Voetteksten plaatsen

Automatische paginanummering

‘bullets’ gebruiken

Grafieken maken idem In excel tabellen maken, berekeningen uitvoeren,

spreidings grafiek maken, trendlijn invoegen.

Scannen en beeldmanipulatie Maken van pinhole

foto’s

Geavanceerdere Photoshop manipulaties.

Spiegelen, zwartwit omkeren, contrast aanpassen

etc...

Vakprogramma’s

Vakonderdeel opdracht vaardigheden

IP-Coach versnelling bepalen Werken met Coach videometen

Video importeren, beeldjes selecteren

YENKA Stroomkring Simuleren van elektrische schakelingen

YENKA Lichtbreking Simuleren van lenswerking, brandpunt bepalen.

Page 117: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

NEDERLANDS

A. LEER EN TOETSPLAN 2016-2017

Vak: Nederlands

Leerjaar: 3

Onderwerp: Vocabulaire

Kerndoel(en): Nr. 2

Leerdoel(en):

1-regels van de spelling (groene boekje)

2-uitbreiding woordenschat

3-kennis en toepassing van spreekwoorden en uitdrukkingen, letterlijk en figuurlijk taalgebruik

Onderwerp(en):

Aangeboden in: Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Taalschat

Zelfstandig 1,

2,

3

5 Schriftelijk 1x,2x,

1x,2x,

2x

B. VAARDIGHEDEN: NVT

C. KENNEN EN KUNNEN

Kennen en kunnen lijst

Onderwerp Kennen Kunnen

Vocabulaire

Betekenis en toepassing van

moeilijke en bijzonder woorden en

uitdrukkingen

Herkennen en toepassen van

moeilijke en bijzondere woorden en

uitdrukkingen

Memoriseren!

D NOVUMDAG: NVT

Page 118: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

E ICT-VAARDIGHEDEN Internetgebruik

Bij welke vakonderdelen Soort opdrachten Welke vaardigheden

Vocabulaire Informatie(betekenissen)

opzoeken

Omgaan met zoekmachines, selecteren,

opslaan in eigen accounts, mailprogramma

gebruiken

Officeprogramma’s: Word

Vakonderdeel Opdracht Vaardigheden

Vocabulaire Opdrachten maken

Tekstverwerken (in detail), digitaal

woordenboek gebruiken

formuleren, samenvatten, spellen

Page 119: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

A. LEER EN TOETSPLAN 2016-2017

Vak: Nederlands

Leerjaar: 3

Onderwerp: Beeldspraak/Stijlfiguren/Taalgebruik

Kerndoel(en):

Leerdoel(en):

Herkennen en toepassen van de verschillende vormen van beeldspraak

Herkennen en toepassen van verschillen de stijlfiguren

Herkennen van bijzonder of foutief taalgebruik (dialect, standaardtaal, tweelingfouten, verengelsing,

foutief pleonasme en tautologie, storende herhaling, taalverwerving bij kinderen, contaminatie,

verwijsfouten)

Onderwerp(en) Aangeboden in: Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Beeldspraak/ Stijlfiguren/

Bijzonder taalgebruik

Vakles

Nederlands

1, 2,3,4

4

4 Schriftelijk

schriftelijk

2x,

2x,

B. VAARDIGHEDEN: NVT

C. KENNEN EN KUNNEN

Kennen en kunnen lijst

Onderwerp Kennen Kunnen

Beeldspraak/

Stijlfiguren/

bijzonder taalgebruik

De verschillende vormen van

beeldspraak en stijlfiguren

Herkennen en benoemen van deze

taalverschijnselen in zinnen, teksten

en gedichten

D. NOVUMDAG: NVT

Page 120: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

E. ICT-VAARDIGHEDEN

Internetgebruik

Bij welke vakonderdelen Soort opdrachten Welke vaardigheden

Beeldspraak /

Stijlfiguren /

Bijzonder taalgebruik

Informatie opzoeken Omgaan met zoekmachines, selecteren,

opslaan in eigen accounts, mailprogramma

gebruiken

Officeprogramma’s: Word

Vakonderdeel Opdracht Vaardigheden

Beeldspraak /

Stijlfiguren /

Bijzonder taalgebruik

Opdrachten maken

Tekstverwerken (in detail)

formuleren, samenvatten, spellen

Page 121: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

A. LEER EN TOETSPLAN 2016-2017

Vak: Nederlands

Leerjaar: 3

Onderwerp: zakelijk schrijven

Kerndoel(en):

Nr 1

Nr 2

Nr 4, 5, 9

Leerdoel(en):

1-gedachten ordenen

2-verschillen herkennen tussen feiten en meningen

3-tekstopbouw

4- conventies van de zakelijke brief

5- toepassen van de spelling- en interpunctieregels (Groene Boekje)

6- doelstelling bepalen

7 – helder formuleren

Onderwerp(en): Aangeboden in: Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Zakelijk schrijven

Vakles

Nederlands

1,

3

2 Schriftelijk

schriftelijk

2x,

2x

B. VAARDIGHEDEN: NVT

C. KENNEN EN KUNNEN

Kennen en kunnen lijst

Onderwerp Kennen Kunnen

Zakelijke/gedocumen

teerd schrijven

Zakelijke brief

Tekstopbouw

Spelling

Grammatica

Zinsbouw

Conventies brief:

Spelling

Grammatica

(digitale) bronnen gebruiken

Selecteren

Hoofd/bijzaken onderscheiden

Kennis omzetten in een

goedlopende tekst

Typen/ pc-gebruik

Ordenen

Page 122: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Zinsbouw

Tekstopbouw

Hoofd/bijzaken

Overtuigen

D. NOVUMDAG: NVT

E. ICT-VAARDIGHEDEN

Internetgebruik

Bij welke vakonderdelen Soort opdrachten Welke vaardigheden

Zakelijk schrijven Informatie opzoeken Omgaan met zoekmachines, selecteren,

opslaan in eigen accounts, mailprogramma

gebruiken

Officeprogramma’s: Word

Vakonderdeel Opdracht Vaardigheden

Zakelijk schrijven Opdrachten maken

Betoog schrijven

Tekstverwerken (in detail)

Tekststructuur aanbrengen (conventies!),

formuleren, samenvatten, spellen

Page 123: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

A. LEER EN TOETSPLAN 2016-2017

Vak: Nederlands

Leerjaar: 3

Onderwerp: Zakelijk lezen

Kerndoel(en): Nr. 2

Leerdoel(en):

Lezen en begrijpen van zakelijke teksten;

Toepassen van leesstrategieën;

herkennen van opbouw en structuur van teksten

herkennen van tekstsoorten, tekstdoelen en publiek

(Lezen en begrijpen van open en meerkeuzevragen)

Onderwerp(en):

Aangeboden in: Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Zakelijk lezen Vakles

Nederlands

2

4

2 Schriftelijk

schriftelijk

2x,

2x

B. VAARDIGHEDEN: NVY

C. KENNEN EN KUNNEN

Kennen en kunnen lijst

Onderwerp Kennen Kunnen

Zakelijk lezen

omgaan met informatie (opzoeken,

ordenen, beoordelen)

Tekstopbouw, alinea’s, koppen,

tussenkoppen, onderwerp,

hoofdgedachte

lees- en luisterstrategieën

toepassen

teksten goed interpreteren

vragen interpreteren

D. NOVUMDAG: NVT

Page 124: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

E. ICT-VAARDIGHEDEN

Internetgebruik

Bij welke vakonderdelen Soort opdrachten Welke vaardigheden

Zakelijk lezen Informatie opzoeken Omgaan met zoekmachines, selecteren,

opslaan in eigen accounts, mailprogramma

gebruiken

Officeprogramma’s: Word

Vakonderdeel Opdracht Vaardigheden

Zakelijk lezen Opdrachten uitwerken Tekstverwerken (in detail)

Spellen, tekststructuur aanbrengen

(conventies!), formuleren, samenvatten,

Page 125: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

A. LEER EN TOETSPLAN 2016-2017

Vak: Nederlands

Leerjaar: 3

Onderwerp: Spelling

Kerndoel(en): Nr.2

Leerdoel(en):

Regels van de spelling en interpunctie (Groene Boekje); werkwoordsvormen, moeilijke woorden,

samenstellingen, meervoudsvormen

Onderwerp(en):

Aangeboden in: Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Spelling

Zelfstandig 1,

2,

3,

4

1 schriftelijk 2x

B. VAARDIGHEDEN: NVT

C. KENNEN EN KUNNEN

Onderwerp Kennen Kunnen

Spelling

Regels van spelling en interpunctie

Toepassen van de regels van spelling

en interpunctie.

Woordenschat uitbreiden.

(Taal)activiteiten plannen

Zelfstandig werken

Page 126: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

E. ICT-VAARDIGHEDEN

Internetgebruik

Bij welke vakonderdelen Soort opdrachten Welke vaardigheden

Spelling Informatie opzoeken Omgaan met zoekmachines, selecteren,

opslaan in eigen accounts, mailprogramma

gebruiken

Officeprogramma’s: Word

Vakonderdeel Opdracht Vaardigheden

Spelling Oefeningen maken Tekstverwerken (in detail)

spellen

Page 127: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

A. LEER EN TOETSPLAN 2016-2017

Vak: Nederlands

Leerjaar: 3

Onderwerp: Grammatica

Kerndoel(en): Nr. 2

Leerdoel(en):

Herhaling zinsdelen en woordsoorten

Toevoeging vzvw en bvg

Leren onderscheiden samengestelde zinnen, nevenschikking/onderschikking

Benoemen bijzinnen

Beknopte bijzin en foutieve bijzin

Samentrekking en foutieve samentrekking

Toepassen kenmerken zinsstructuur in zelf te schrijven teksten

Overeenkomst grammatica tussen verschillende Europese talen

Onderwerp(en):

Aangeboden in: Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Grammatica Vakles

Nederlands

1,

2,

3,

4

4 Schriftelijk

Schriftelijk

Schriftelijk

schriftelijk

1x, 3x, 3x

3x

2x

3x

B. VAARDIGHEDEN: NVT

C. KENNEN EN KUNNEN

Kennen en kunnen lijst

Onderwerp Kennen Kunnen

grammatica

taalconventies hanteren

begrippen

herkennen zinsdelen,

werkwoordstijden en woordsoorten

Taalconventies toepassen

Toepassen in enkelvoudige zinnen,

samengestelde zinnen en kleine

tekstjes

Page 128: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

D. NOVUMDAG: NVT

E. ICT-VAARDIGHEDEN

Internetgebruik

Officeprogramma’s: Word

Vakonderdeel Opdracht Vaardigheden

Spelling Oefeningen maken Tekstverwerken (in detail)

spellen

Bij welke vakonderdelen Soort opdrachten Welke vaardigheden

Spelling Informatie opzoeken Omgaan met zoekmachines,

selecteren, opslaan in eigen

accounts, mailprogramma gebruiken

Page 129: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

A. LEER EN TOETSPLAN 2016-2017

Vak: Nederlands

Leerjaar: 3

Onderwerp: Fictie (Creatief lezen)

Kerndoel(en):

(nr)-3

(nr)-8

(nr)-9 en 10

Leerdoel(en):

1-smaakontwikkeling bevorderen

2-soorten verhalen onderscheiden (genres: dagboek, biografie, autobiografie)

3-mening vormen en onderbouwen

4-begrippen: spanning en personages aanleren

5-tekstopbouw samenvatting met conventies

6- poëzie smaakontwikkeling bevorderen

7- kenmerken soorten poëzie onderscheiden

8- thema herkennen in verhalen

9- ontwikkeling van jeugdliteratuur naar “volwassen” literatuur

Onderwerp(en):

Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Fictie lezen

Zelfstandig;

Vakles

Nederlands

1,

2,

3,

4

4

schriftelijk

schriftelijk

groepspresenta

tie

presentatie

schriftelijk

2x,

2x,

2x,

2x

1x

B. VAARDIGHEDEN

Vaardigheden rubrieken:

Onvoldoende Voldoende Ruim voldoende Goed

Presentatie

De mondelinge

presentatie

(poster, verslag,

rol) is

onsamenhangen

d en sluit niet

aan op de

De mondelinge of

schriftelijke

presentatie (poster,

verslag, rol) is een

verzameling

gegevens met een

kop en een staart

De mondelinge of

schriftelijke

presentatie (poster,

verslag, rol) bezit

samenhang; de

verschillende

onderdelen sluiten

De mondelinge of

schriftelijke

presentatie (poster,

verslag, rol) bezit

samenhang; er is

een inleiding, kern

en afsluiting; de

Page 130: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

vraag/opdracht.

maar sluit niet aan

op de

vraag/opdracht

goed aan op elkaar

en op de

vraag/opdracht. Er

is een kop en een

staart.

verschillende

onderdelen sluiten

goed aan op elkaar

en op de

vraag/opdracht. De

leerling voegt extra

elementen toe die

een meerwaarde

vormen (visueel,

inhoudelijk, enz.).

Samenwerken

De leerling wilde

niet

samenwerken of

werkte in een

groep

contraproductief.

De leerling heeft

goed

samengewerkt en

wilde ook

opdrachten van

anderen uitvoeren.

De leerling heeft

goed

samengewerkt en

heeft initiatieven

genomen om de

groep goed te laten

samenwerken.

De leerling heeft

goed

samengewerkt en

nam de rol van

leider op zich; dank

zij hem

functioneerde de

groep als geheel.

Leesverslag

Het verslag

voldoet niet aan

de gegeven

(schriftelijke)

opdracht

Het verslag voldoet

aan de opdracht,

maar heeft geen

toegevoegde

(eigen) elementen.

De leerling heeft zo

weinig mogelijk

gedaan.

Het verslag voldoet

aan de opdracht en

de leerling heeft

eigen, waardevolle

elementen

toegevoegd

C. KENNEN EN KUNNEN

Kennen en kunnen lijst

Onderwerp Kennen Kunnen

Lezen (fictie)

Begrippen: spanning, personages,

perspectief, ruimte, tijd

Tekstindeling

Herkennen

Samenvatting maken

Reflecteren op eigen leeshistorie

Toepassen vaardigheden uit andere

lessen

Mondelinge presentatie verzorgen

(Taal)activiteiten plannen

In een groep samenwerken aan een

opdracht

D. NOVUMDAG: NVT

E. ICT-VAARDIGHEDEN

Page 131: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Internetgebruik

Officeprogramma’s: Word

Vakonderdeel Opdracht Vaardigheden

Fictie (Creatief) schrijven Tekstverwerken (in detail)

spellen

A. LEER EN TOETSPLAN 2016-2017

Vak: Nederlands

Leerjaar: 3

Onderwerp: Fictie (Thrillers)

Kerndoel(en):

(nr)-3

(nr)-8

(nr)-9 en 10

Leerdoel(en):

1-smaakontwikkeling bevorderen

2-soorten verhalen onderscheiden (thrillers, zgn. literaire thrillers)

3-mening vormen en onderbouwen

4-begrippen: spanning en personages aanleren

5-tekstopbouw samenvatting met conventies

6- thema herkennen in verhalen

7- ontwikkeling van jeugdliteratuur naar “volwassen” literatuur

8-presentatiescript schrijven

9-samenwerken in groepen

Activiteit

Aangeboden

in:

Periode:

Aantal

toetsen:

Toetsvormen:

Weging:

presentatie maken in een

groep; vrije vorm

presenteren en beoordelen

2 nvt

schriftelijk 2x

Bij welke vakonderdelen Soort opdrachten Welke vaardigheden

Fictie Informatie opzoeken Omgaan met zoekmachines,

selecteren, opslaan in eigen

accounts, mailprogramma gebruiken

Page 132: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

E. ICT-VAARDIGHEDEN

Internetgebruik:

Bij welke

vakonderdelen

Soort opdrachten Welke vaardigheden

Lezen (fictie)

Eigen scenario omzetten

in presentatie

Informatie opzoeken Omgaan met zoekmachines, selecteren,

opslaan in eigen accounts, mailprogramma

toepassen

Film/ prezi/PP-programma toepassen

Officeprogramma’s: Word

Vakonderdeel Opdracht Vaardigheden

Lezen (fictie) Verslagen maken Tekstverwerken (in detail)

Tekststructuur aanbrengen (conventies!),

formuleren, samenvatten, spellen

Verwerkingsopdrachten Tekstverwerken,

Tekststructuur aanbrengen (conventies!),

formuleren, samenvatten, spellen,

briefconventies

LTP Nederlands klas 3: 2016-2017

Onderwerpen:

Fictie

Grammatica

Spelling

Zakelijk lezen

Zakelijk schrijven

Beeldspraak/stijlfiguren

Taalgebruik

Fictie:

Periode 1: Thema: Spanning

een thriller – thrillerlijst uit lesboek (blz. 270) + Verwerkingsopdracht

Periode 2: Thema: Spanning

Eigen thriller maken + script schrijven. Presenteren in de klas.

Winnaars presenteren op de thrillerdag hun script. Tijd: tussen 5 en

Page 133: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

10 min. Presentatievorm is vrij: vertellen, naspelen, filmpje, dia’s, PP,

enz.

Thrillerdag: ??? februari, lezing + vragen Schrijver ?????

Prijsuitreiking

Periode 3: Thema WO II (combinatie met gs):

Boek over WOII (van aparte lijst)

Verwerkingsopdrachten: Presentatie (groepjes van 2 leerlingen)

.Periode 4: Thema: genres: dagboek, biografie, autobiografie, roman (soorten), novelle

eigen keuze: boek uit lijst literatuur (ev. verhalenbundel). Géén

jeugdliteratuur of literaire thriller!

Verwerking: verslagopdracht met genrevermelding en 2 recensies.

Onderbouwde eigen recensie adhv bijgevoegde recensies.

Grammatica:

Herhaling zinsontleding/ woordsoorten

Toevoeging vzvw + Bep.v gest.

Samengestelde zinnen – nevenschikking/onderschikking

Hoofdzin/bijzin benoemen

Beknopte (foutieve) bijzin/ (foutieve) samentrekking

Spelling:

Herhaling alle spelling

Zakelijk lezen:

Herhaling tekstdoelen/tekstopbouw

Herhaling tekstsoorten + uitbreiding uiteenzettende teksten

Herhaling onderwerp/hoofdgedachte + uitbreiding functies van tekstdelen

Herhaling mening/argumenten + samenvatten

Structuurmodellen

Leesteksten

Zakelijk schrijven:

Betoog

Verslag

Signaalwoorden/soorten verbanden/soorten argumenten

Uiteenzetting/beschouwing volgens opdracht boek, blok 6 (in tweetallen)

Page 134: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Beeldspraak/stijlfiguren:

Vergelijking/metafoor/personificatie/metonymia

Herhaling/parallellisme/tautologie/ pleonasme (cliché)

Vooropplaatsing/inversie/opsomming/ climax (anti-climax)

Antithese/paradox/ hyperbool/woordspeling

Understatement/ eufemisme/litotes/ retorische vraag

Ironie/sarcasme/cynisme

Woordenschat

Taalgebruik:

Dialect/standaardtaal/ tweelingfouten/ verengelsing/ foutief pleonasme en tautologie/ storende herhaling/ taalverwerving bij kinderen/ contaminatie/ verwijsfouten

Indeling onderwerpen:

Periode 1: 3 lessen per wee

Zakelijk schrijven: - blok 1-3: congruentie, passieve/actieve zinnen, foutieve inversie,

formulieren, foutief pleonasme en tautologie, argumenteren, betogende tekst schrijven.

Beeldspraak Blok1-2, Beeldspraak, Stijlfiguren: tautologie, pleonasme.

Taalschat 1 – 2 (zelfstandig, apart so) samen 6 lessen

Spelling: Blok 1 -2 (zelfstandig)

Grammatica: blok 1 – 2 Herh. + uitbreiding zinsdelen + woordsoorten, (5/ 6 lessen)

Fictie: Blok 1: Epiek, lyriek, dramatiek, proza, poëzie, toneel.

Blok 2: Tijd en opbouw, verhaalsoorten (herh. Klas 2).

Blok 3: perspectief

Eigen keus uit thrillerlijst in lesboek, verwerkingsopdracht

Toetsen:

so taalschat /Beeldspr/Stijlfig.(2x), Gramm. so (1x), Gramm. (3x), Fictie 1 (1x) Betoog (2x)

Page 135: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Periode 2: 3 lessen per week

Zakelijk lezen: - Blok 1 – 3, herh. doelen, opbouw, soorten

Stijlfiguren Blok 3 – 4 (+ herh blok 1 +2)

Taalschat Blok 3 - 4 (zelfstandig) apart so!

Spelling Blok 3 – 4 (zelfstandig)

Grammatica Blok 3 – 4 ( 5 lessen)

Fictie 2 (thema: spanning) Eigen thrillerscenario schrijven en presenteren op Thrillerdag.

Toetsen:

Leestekst (2x), Taalschat/stijlfiguren (2x), Gramm. (3x), fictie (thrillerscenario) (2x), presentatie Thrillerdag (2x) Periode 3: 3 lessen per week

Over lezen Blok 1 (proza, poëzie, toneel, epiek, lyriek, dramatiek, herh klas 2)

Blok 2 (verhaalsoorten: mythe en sage, herh. Klas 2)

Zakelijk lezen, samenvatten (blok 4, structuurmodellen (blok 5), herh (blok 6)(6 lessen)

Stijlfiguren blok 5 -6

Taalschat Blok 5-6 apart so!

Grammatica Blok 5 -6 (5 lessen)

Spelling blok 5-6

Fictie 3 (thema WO II) verwerkingsopdracht boek/film (pres.) gecombineerd cijfer.

Toetsen:

so taalschat(1x) Samenvatting (2x) fictie 3(pres.) (2x) Eindtoets: Grammatica (3x)

Page 136: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Periode 4:

3 lessen per week

Zakelijk schrijven – blok 4, blok 6, (kranten)artikel (in tweetallen)(2x)

Over Taalgebruik: blok 1 -6 (6 lessen)

Zelfstandig: herhalen beeldsp/stijlfig.Blok 1 -6,

Fictie 4 (Thema: genres) eigen keus literatuurlijst (geen jeugdliteratuur of thrillers!) verslag met

recensie en onderbouwde mening adhv recensie.

Toetsen:

Schrijven: artikel (2x) Toets bldspr/stijlf. Blok 1-6 (2x) Fictie 4 (1x) Eindtoets: Over Taalgebruik (2x)

Page 137: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

SCHEIKUNDE

Vak: Scheikunde

Leerjaar: 3

Kerndoel(en):

28. De leerling leert vragen over onderwerpen uit het brede leergebied om te zetten in

onderzoeksvragen, een dergelijk onderzoek over een natuurwetenschappelijk onderwerp

uit te voeren en de uitkomsten daarvan te presenteren.

29. De leerling leert kennis te verwerven over en inzicht te verkrijgen in sleutelbegrippen uit

het gebied van de levende en niet-levende natuur, en leert deze sleutelbegrippen te

verbinden met situaties in het dagelijks leven.

30. De leerling leert dat mensen, dieren en planten in wisselwerking staan met elkaar en hun

omgeving (milieu), en dat technologische en natuurwetenschappelijke toepassingen de

duurzame kwaliteit daarvan zowel positief als negatief kunnen beïnvloeden.

31. De leerling leert o.a. door praktisch werk kennis te verwerven over en inzicht te verkrijgen

in processen uit de levende en niet-levende natuur en hun relatie met omgeving en

milieu.

32. De leerling leert te werken met theorieën en modellen door onderzoek te doen naar

natuurkundige en scheikundige verschijnselen als elektriciteit, geluid, licht, beweging,

energie en materie.

33. De leerling leert door onderzoek kennis te verwerven over voor hem relevante technische

producten en systemen, leert deze kennis naar waarde te schatten en op planmatige wijze

een technisch product te ontwerpen en te maken.

34. De leerling leert hoofdzaken te begrijpen van bouw en functie van het menselijk lichaam,

verbanden te leggen met het bevorderen van lichamelijke en psychische gezondheid, en

daarin eigen verantwoordelijkheid te nemen.

Onderwerp: Onderzoek doen

Kerndoel(en): 28

Leerdoel(en):

- Onderzoek doen aan de hand van onderzoeksvragen

- Uitkomsten van onderzoek presenteren

Onderwerp(en): Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Page 138: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Alle onderwerpen

Practicumles Gehele

jaar

4 Werkplan,

verslag,

meetrapport,

ontwerp

1

Kennen en kunnen lijst

Onderwerp: Onderzoek doen

Kennen Kunnen

Onderwerp

Verschillende soorten glaswerk

Verschillende soorten apparatuur

Regels voor veilig practicum

Rol van referentiestoffen

Rol van positieve en negatieve

controle

Samenwerken in een duo

Onderzoeksvraag formuleren

Werkplan opstellen

Een opstelling bouwen

Omgaan met de Bunsen brander

Waarnemingen aan stoffen doen

Meten van grootheden

Resultaten weergeven in een tabel

en/of grafiek

Verslag van een experiment maken

Resultaten presenteren

Page 139: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Onderwerp: Materie

Kerndoelen: 29, 32 en 34

Leerdoel(en):

- Kennis en inzicht verwerven over de begrippen stofeigenschappen, mengsel en

zuivere stof en aggregatietoestanden.

- Deze begrippen verbinden met situaties uit het dagelijks leven.

Hoe kun je stoffen herkennen?

Hoe toon je een stof aan?

Onderwerp(en):

Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Zuivere stof en mengsel

Zeep

Theorieles en

practicumles

1 (& 2) 3 Proefwerk

Hoofdstuk 1

(en voorkennis)

Proefwerk

Hoofdstuk 1&2

(en voorkennis)

in toetsweek

Practicumcijfer

2

3

1

Kennen en kunnen lijst

Onderwerp: Materie

Kennen Kunnen

Onderwerp

Zuivere stof

Aggregatietoestanden en afkortingen

Fase-overgangen

Reagentia: gevoelig en selectief

Stofeigenschappen benoemen

Onbekende stof /mengsel

identificeren m.b.v. reagentia:

Page 140: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Aantonen van water

Aantonen van koolstofdioxide

Benoemen op welke stofeigenschap

een scheidingsprincipe berust

Mengsel Stofeigenschappen; Zuivere stoffen;

Homogene en heterogene mengsels;

Oplossing, suspensie en emulsie;

Rook, nevel en schuim;

Rekenen met gehaltes: massa%,

volume%, concentratie, ‰, ppm;

Smeltcurve en smelttraject;

Stoffen aantonen: reagentia

Laboratoriumschaal en industriële

schaal

Mengsels scheiden en zuiveren;

Bezinken, afgieten en filtreren;

Extraheren en adsorptie; Indampen

en destilleren;

Rekenen met gehaltes: massa%,

volume%, concentratie, ‰, ppm;

Aantonen zuivere stof of mengsel;

Blokschema's;

Page 141: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Onderwerp: Chemie in het groot, moleculen, atomen en reactievergelijkingen

Kerndoelen: 29, 31, 32 en 33

Leerdoel(en):

- Kennis en inzicht verwerven over de begrippen molecuul, atoom en chemische reactie

- Kennis en inzicht verwerven in productie processen; blokschema’s

Onderwerp(en):

Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Reactieschema; Wet van

behoud van massa;

Reagentia;

Molecuulmodel;

Ontleedbare en

onontleedbare stoffen;

Vormings en

ontledingsreacties;

Atoommodel;

Molecuulformule;

Reactievergelijkingen;

Systematische namen;

Periodiek systeem

Theorieles en

practicumles

2 3 Proefwerk

Hoofdstuk 2&3

(en voorkennis)

SO formules en

reactievergelijkingen

Practicumcijfer

3

1

1

Kennen en kunnen lijst

Onderwerp Kennen Kunnen

Blokschema’s Recyclen Factoren die van belang zijn bij een

productieproces benoemen

Reactieschema

Chemische reactie

Reactieschema in woorden bij een

reactie opstellen

Wet van behoud van

massa

Massaverhouding, overmaat en

ondermaat

Opbrengst en rendement

Rekenen met massaverhoudingen en

rendement m.b.v. een verhoudingstabel

Salmiak maken

Atoom- en

Molecuulmodel

Atoom / element

Molecuul

37 Veelvoorkomende elementen

en hun symbolen

M.b.v. het molecuulmodel

een zuivere stof beschrijven

de verschillende fasen van een stof beschrijven

faseovergangen beschrijven

bouw van een molecuul beschrijven

Page 142: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Vormingsreactie

Ontledingsreactie

Ontleedbare en niet-ontleedbare

stoffen

Thermolyse, elektrolyse, fotolyse

Exotherm en endotherm

Herkennen en uitleggen ontleedbare stof,

niet-ontleedbare stof, vormingsreactie,

ontledingsreactie

Molecuulformule

Molecuultekening

Systematische naamgeving

Enkele triviale namen

Formules van zeven niet-

ontleedbare stoffen waarbij het

molecuul uit twee atomen bestaat

Naam van verbindingen afleiden uit de

formule en andersom

Reactievergelijking Stappenplan hanteren voor het opstellen

en kloppend maken van een

reactievergelijking in formules

Page 143: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Onderwerp: Chemie in het groot, moleculen, atomen en reactievergelijkingen

Kerndoelen: 29, 30, 31, 32 en 33

Leerdoel(en):

- Kennis en inzicht verwerven over het begrip verbrandingsreactie - Het begrip verbrandingsreactie verbinden met het dagelijks leven - Kennis en inzicht verwerven over soorten energie - Verschillende soorten energie verbinden met het dagelijks leven - Invloed van technologische toepassingen op het milieu verkennen - Inzien hoe technologische toepassingen kunnen bijdragen aan de duurzaamheid van

het milieu

Onderwerp(en):

Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Reactieschema; Wet van

behoud van massa;

Reagentia;

Molecuulmodel;

Ontleedbare en

onontleedbare stoffen;

Vormings en

ontledingsreacties;

Atoommodel;

Molecuulformule;

Reactievergelijkingen;

Systematische namen;

Periodiek systeem

Theorieles en

practicumles

3 3 Proefwerk

Hoofdstuk 3&4

(en voorkennis)

Proefwerk

Hoofdstuk 4&5

(en voorkennis)

in toetsweek

Practicumcijfer

2

3

1

Kennen en kunnen lijst

Onderwerp Kennen Kunnen

Molecuulmodel

Atoom / element

Molecuul

37 Veelvoorkomende element en hun

symbolen

M.b.v. het molecuulmodel

een zuivere stof beschrijven

de verschillende fasen van een stof beschrijven

faseovergangen beschrijven

bouw van een molecuul beschrijven

Vormingsreactie

Ontledingsreactie

Ontleedbare en niet-ontleedbare

stoffen

Thermolyse, elektrolyse, fotolyse

Elektrolyse van water

Exotherm en endotherm

Herkennen en uitleggen ontleedbare

stof, niet-ontleedbare stof,

vormingsreactie, ontledingsreactie

Elektrolyse van water

Page 144: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Molecuulformule

Molecuultekening

Systematische naamgeving

Enkele triviale namen

Formules van zeven niet-ontleedbare

stoffen waarbij het molecuul uit twee

atomen bestaat

Naam van verbindingen afleiden uit

de formule en andersom

Reactievergelijking Stappenplan hanteren voor het

opstellen en kloppend maken van

een reactievergelijking in formules

Energie / energie

effecten

Exotherm / endotherm Energiediagram tekenen en uitleggen

verdampingsenergie; Q=c*m*T

Verbrandingsreacties Verbranden / exploderen (van

waterstof)

Explosiegrenzen

Herkennen en opstellen van

kloppende reactievergelijking van

verbrandingsreacties

Branden en blussen Factoren voor verbranding;

branddriehoek;

Onvolledige / volledige verbranding

Alternatieve

brandstoffen

Biobrandstof, waterstof; voor- en

nadelen

Versterkt broeikaseffect

Redeneren over duurzaam gebruik

van brandstoffen op basis van

scheikundige kennis

Onderwerp: Chemie in en om het “huis”

Kerndoelen: 28, 29, 30, 32 en 33

Leerdoel(en):

- Schoonmaken - Reacties bij reinigen - Synthetiseren van zeep - Zeepwerking - Reactiesnelheid - Factoren die de reactiesnelheid bepalen - Het effect van een katalysator - Additieven aan voedingsmiddelen (E-nummers) - Rekenen met ADI- en ADH-waarden

Page 145: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Onderwerp(en):

Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Hydrofiele en hydrofobe

stoffen

Een onderzoek opzetten

Reactiesnelheid meten

Een onderzoek opzetten

Kwalitatief en kwantitatief

onderzoek

E-nummers

ADI- en ADH-waarden

Theorieles en

practicumles

4 3 Proefwerk

Hoofdstuk 6&7

(en voorkennis)

Proefwerk

H1 t/m 7 + §8.3

in toetsweek

Practicumcijfer

2

3

1

Kennen en kunnen lijst

Onderwerp Kennen Kunnen

Hydrofiele en

hydrofobe stoffen

Zeep als emulgator

Gevaarsymbolen

Chemisch reinigen

Hard water en ontharden

pH, zure en basische stoffen

Natuurlijke en synthetische zeep

M.b.v. het molecuulmodel

Zeepwerking beschrijven

Emulsies (w/o; o/w)

Effect van hard water en wassen

GHS symbolen interpreteren

Factoren die de

reactiesnelheid

bepalen

5 factoren, die de reactiesnelheid

bepalen: temperatuur; concentratie;

verdelingsgraad; katalysator; aard

van de stof

Botsende deeltjes model

Grafieken interpreteren

Additieven aan

voedingsmiddelen

Definitie van E-nummer, ADI, ADH Rekenen met ADI- en ADH-waarden

Page 146: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

WISKUNDE

Vak: Wiskunde

Leerjaar: 3

Onderwerp: Lineaire verbanden H1

Kerndoel(en):

20 De leerling leert alleen en in samenwerking met anderen in praktische situaties wiskunde te

herkennen en te gebruiken om problemen op te lossen

26 De leerling leert te werken met platte en ruimtelijke vormen en structuren, leert daarvan

afbeeldingen te maken en deze te interpreteren, en leert met hun eigenschappen en afmetingen te

rekenen en te redeneren.

25 De leerling leert informele notaties, schematische voorstellingen, tabellen, grafieken en

formules te gebruiken om greep te krijgen op verbanden tussen grootheden en variabelen.

Leerdoel(en): Oplossen van lineaire vergelijkingen en ongelijkheden.

Onderwerp(en): Aangeboden in: Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Lineaire

vergelijkingen

Lineaire

ongelijkheden

Lineaire functies

Snijpunten van

grafieken

Vakles 1 1 Schriftelijke

toets

2

Page 147: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Vak: Wiskunde

Leerjaar: 3

Onderwerp: Gelijkvormigheid H2

Kerndoel(en):

26 De leerling leert te werken met platte en ruimtelijke vormen en structuren, leert daarvan

afbeeldingen te maken en deze te interpreteren, en leert met hun eigenschappen en afmetingen te

rekenen en te redeneren.

Leerdoel(en): Berekenen van lengtes met behulp van verhoudingen.

Onderwerp(en): Aangeboden in: Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Gelijkvormige

driehoeken

Snavel- en

zandloperfiguren

Hellingsgetal

De tangens

Berekeningen met

de tangens

Vakles 1 1 Schriftelijke

toets

2

Page 148: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Vak: Wiskunde

Leerjaar: 3

Onderwerp: Kwadratische problemen H3

Kerndoel(en):

25 De leerling leert informele notaties, schematische voorstellingen, tabellen, grafieken en

formules te gebruiken om greep te krijgen op verbanden tussen grootheden en variabelen.

Leerdoel(en): Oplossen van kwadratische vergelijkingen, toepassingen hiervan in de praktijk.

Onderwerp(en): Aangeboden in: Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Kwadratische

functies

Kwadratische

vergelijkingen

Snijpunten van

grafieken

De abc-formule

Verschillende

oplossings-

methoden

Vakles 1 1 Schriftelijke

toets

2

Page 149: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Vak: Wiskunde

Leerjaar: 3

Onderwerp: Statistiek en procenten H4

Kerndoel(en):

25 De leerling leert informele notaties, schematische voorstellingen, tabellen, grafieken en

formules te gebruiken om greep te krijgen op verbanden tussen grootheden en variabelen.

27 De leerling leert gegevens systematisch te beschrijven, ordenenen en visualiseren, en leert

gegevens, representaties en conclusies kritische te beoordelen.

20 De leerling leert alleen en in samenwerking met anderen in praktische situaties wiskunde te

herkennen en te gebruiken om problemen op te lossen

Leerdoel(en):

Leren rekenen met procenten.

Het interpreteren van tabellen, diagrammen en grafieken.

Onderwerp(en): Aangeboden in: Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Cijfermateriaal

Procentuele toe-

en afname

Procenten

berekenen

Diagrammen en

procenten

Interpoleren en

extrapoleren

Rekenen met

Excel

Vakles 2 1 Schriftelijke

toets

2

Page 150: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Vak: Wiskunde

Leerjaar: 3

Onderwerp: Algebraïsche vaardigheden H5

Kerndoel(en):

20. De leerling leert alleen en in samenwerking met anderen in praktische situaties wiskunde te

herkennen en te gebruiken om problemen op te lossen.

22. De leerling leert de structuur en de samenhang te doorzien van positieve en negatieve getallen,

decimale getallen, breuken, procenten en verhoudingen en leert ermee te werken in zinvolle en

praktische situaties.

Leerdoel(en):

Kwadraat afsplitsen.

Rekenen met breuken waarin letters voorkomen.

Wortels uit noemers van breuken wegwerken.

Rekenregels voor machten doorelkaar gebruiken.

Onderwerp(en): Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Herleiden

Herleiden van

machten

Breuken herleiden

Kwadraatafsplitsen

Vakles 2 1 Schriftelijke

toets

2

Page 151: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Vak: Wiskunde

Leerjaar: 3

Onderwerp: Goniometrische verbanden H6

Kerndoel(en):

24 De leerling leert meten, leert structuur en samenhang doorzien van het metrieke stelsel, en

leert rekenen met maten voor grootheden die gangbaar zijn in relevante toepassingen.

26 De leerling leert te werken met platte en ruimtelijke vormen en structuren, leert daarvan

afbeeldingen te maken en deze te interpreteren, en leert met hun eigenschappen en afmetingen te

rekenen en te redeneren.

Leerdoel(en):

Rekenen met kruisproducten.

Berekenen van hoeken met behulp van lengtes en visa verse met behulp van goniometrische

formules.

Oplossen van praktische problemen met behulp van goniometrische formules.

Onderwerp(en): Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Hellingen

Goniometrische

verhoudingen

Berekeningen met

sinus, cosinus en

tangens

Berekeningen in de

ruimte

Lijnstukken

berekenen

Vakles 2 1 Schriftelijke

toets

2

Page 152: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Vak: Wiskunde

Leerjaar: 3

Onderwerp: Ongelijkheden en parabolen H7

Kerndoel(en):

19 De leerling leert passende wiskundetaal te gebruiken voor het ordenen van het eigen denken

en voor uitleg aan anderen, en leert de wiskundetaal van anderen te begrijpen.

20 De leerling leert alleen en in samenwerking met anderen in praktische situaties wiskunde te

herkennen en te gebruiken om problemen op te lossen

Leerdoel(en): Het oplossen van ongelijkheden en het herleiden van algebraïsche vormen.

Onderwerp(en): Aangeboden in: Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Ongelijkheden

Kwadratische

ongelijkheden

Bijzondere

ongelijkheden

Parabolen

verschuiven

De top van een

parabool

Vakles 3 1 Schriftelijke

toets

2

Page 153: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Vak: Wiskunde

Leerjaar: 3

Onderwerp: Allerlei verbanden H8

Kerndoel(en):

23 De leerling leert exact en schattend rekenen en redeneren op basis van inzicht in

nauwkeurigheid, orde van grootte en marges die in een gegeven situatie passend zijn.

24 De leerling leert meten, leert structuur en samenhang doorzien van het metrieke stelsel, en

leert rekenen met maten voor grootheden die gangbaar zijn in relevante toepassingen.

Leerdoel(en): Het rekenen met formules met een variabele in de exponent.

Onderwerp(en): Aangeboden

in:

Periode: Aantal

toetsen:

Toetsvormen: Weging:

Exponentiële groei

Periodieke

verbanden

Machtsfuncties

Grafieken

veranderen

Omgekeerd

evenredige

verbanden

Vakles 3 1 Schriftelijke

toets

2

Vak: Wiskunde

Leerjaar: 3

Onderwerp: Informatieverwerking H9

Kerndoel(en):

19 De leerling leert passende wiskundetaal te gebruiken voor het ordenen van het eigen denken

en voor uitleg aan anderen, en leert de wiskundetaal van anderen te begrijpen.

20 De leerling leert alleen en in samenwerking met anderen in praktische situaties wiskunde te

herkennen en te gebruiken om problemen op te lossen

25 De leerling leert informele notaties, schematische voorstellingen, tabellen, grafieken en

formules te gebruiken om greep te krijgen op verbanden tussen grootheden en variabelen.

Page 154: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Leerdoel(en): Het toepassen van grafen bij telproblemen. Het oplossen van telproblemen in het

algemeen.

Onderwerp(en): Aangebode

n in:

Periode

:

Aantal

toetsen

:

Toetsvormen

:

Weging

:

Centrummaten en

verdelingen

Spreiding en boxplot

Spreidingsdiagrammen

Tellen met en zonder

herhaling

Vakles 3 1 Schriftelijke

toets

2

B. nvt

C. KENNEN EN KUNNEN

Kennen en kunnen lijst

Onderwerp Kennen Kunnen

De theorie gerelateerd aan de

betreffende onderwerpen.

Alle opgaven gerelateerd aan het

behandelde onderwerp welke zijn

behandeld in de lessen kunnen

maken.

D. NOVUMDAG wiskunde neemt in leerjaar 3 niet deel aan de novumdagen

E. Ict-vaardigheden

Internetgebruik

Page 155: OVERZICHT LTPs LEERJAAR 3

Bij welke vakonderdelen Soort opdrachten Welke vaardigheden

nvt

Officeprogramma’s

Vakonderdeel Opdracht Vaardigheden

nvt

Vakprogramma’s

Vakonderdeel opdracht vaardigheden

oplossen huiswerksommen beheersing rekenmachine