Overleven op een Catamaran - Het verhaal achter de schermen

9
In 1999 besloot zeezeiler Hans Bouscholte om samen met zijn Franse zeilmaat Gérard Navarin een poging te doen een nieuw wereldrecord te vestigen door met een Nacra Inter 20 van Dakar naar Guadeloupe te zeilen. De recordpoging slaagde, maar de helse tocht kostte hen bijna het leven. Nautique journalist Hanneke Beers was destijds projectleider van deze Transatlantic Challenge. De vijftien dagen, twee uur en achtenvijftig seconden durende oversteek waren niet alleen op zee, maar ook aan wal heftiger dan iemand had kunnen bevroeden. Ter gelegenheid van het verschijnen van Overleven op een catamaran, het meeslepende boek dat Bouscholte dit najaar uitbracht, vertelt ze, aan de hand van fragmenten uit het boek, haar relaas achter de schermen. TEKST HANNEKE BEERS | FOTOGRAFIE HANS BOUSCHOLTE, JON NASH & GÉRARD NAVARIN Overleven op een catamaran – het verhaal achter de schermen 96

Transcript of Overleven op een Catamaran - Het verhaal achter de schermen

Page 1: Overleven op een Catamaran - Het verhaal achter de schermen

In 1999 besloot zeezeiler Hans Bouscholte om samen met zijn Franse zeilmaat Gérard Navarin een poging te doen een

nieuw wereldrecord te vestigen door met een Nacra Inter 20 van Dakar naar Guadeloupe te zeilen. De recordpoging

slaagde, maar de helse tocht kostte hen bijna het leven. Nautique journalist Hanneke Beers was destijds projectleider

van deze Transatlantic Challenge. De vijftien dagen, twee uur en achtenvijftig seconden durende oversteek waren niet

alleen op zee, maar ook aan wal heftiger dan iemand had kunnen bevroeden. Ter gelegenheid van het verschijnen van

Overleven op een catamaran, het meeslepende boek dat Bouscholte dit najaar uitbracht, vertelt ze, aan de hand van fragmenten uit het boek, haar relaas achter de schermen.

TEKST HANNEKE BEERS | FOTOGRAFIE HANS BOUSCHOLTE, JON NASH & GÉRARD NAVARIN

Overleven op een catamaran – het verhaal achter de schermen

96

Page 2: Overleven op een Catamaran - Het verhaal achter de schermen

‘Nee, u hoeft ze niet te redden’

Page 3: Overleven op een Catamaran - Het verhaal achter de schermen

Bam! Ik schrik me het lazarus. Een geweldige knal verstoort in een keer de stilte. Zo’n harde klap heb ik nog nooit op

zee op een catamaran gehoord. Eerst op beide rompen en meteen daarna bij de zwaarden en later op de roeren. Wat is er in godsnaam gebeurd? Het lijkt erop alsof we ergens bovenop zijn gevaren.

Al tijdens de allereerste nacht op zee, als het tweetal nog maar net vertrokken is vanuit de Franse marinebasis in Dakar, slaat het noodlot toe.

Het is drie uur ‘s nachts. Wat kan het zijn geweest? Een walvis? Een haai of een school tonijnen? Het waait nog altijd hard en de golven zijn te hoog om de boot helemaal stil te leggen en te kijken wat ons heeft geraakt en te onderzoeken of er iets stuk is. ‘Wat zullen we doen?’ vraag ik retorisch. ‘Doorvaren maar?’ Ik weet op dit moment ook niets beters. (…) De nacht verloopt betrekkelijk rustig, maar als het licht van de opkomende zon ons bij het ontwaken van de dag beter zicht geeft, zien we tot onze schrik dat we nog een flink stuk dieper liggen dan gisteren. Zonder te aarzelen schroef ik het deksel van een van de twee inspectieluikjes aan de achterkant van de rompen om te zien of daar de oorzaak ligt. (...) Mijn ergste vermoedens worden bewaarheid:

er komt water uit... ‘Jezus, moet je zien, Gérard! Het staat helemaal blank!’ (…) Terwijl ik in gedachten bezig ben met een noodscenario om de tocht af te blazen (Het noodbaken, waar is het noodba-ken?) denkt Gérard hardop na. ‘We heb-ben onze pomp natuurlijk,’ zegt hij rus-tig. ‘Daarmee zouden we om te beginnen het water uit de romp kunnen pompen.’ (...) Gérard schuift naar de achterkant van de boot en begint te pompen, terwijl ik aan de voorkant de boot in balans houd, om niet onder water te raken. Ik kan op dit moment niets anders doen, dus ik besluit de telefoon te pakken en te bellen met het thuisfront.

‘Hanneke, hier Hans,’ klinkt het als ik mijn antwoordapparaat afluister in mijn - tot mission control center omgebouwde slaapkamer, ergens in een woonwijk in Muiden. ‘Ik wil je niet ongerust maken, maar we hebben een probleem. We zijn ergens opgevaren en maken behoorlijk wat water.’ Ik komt nét terug uit Dakar, en sta nog met

mijn tas in mijn handen. Die ploft met een bons op de grond. ‘Er zit een lek in beide rompen, maar we kunnen het niet vinden.’ De stem van Hans klinkt enerzijds beheerst, maar ik voel de on-derliggende paniek. Ik hoor de wind om z’n hoofd en de klotsende golven tegen de romp. ‘We proberen het water er nu uit te pompen. Ik bel je zodra ik meer nieuws heb.’ Einde bericht. Ik laat me op mijn bureaustoel vallen en probeer te bevatten wat ik net heb gehoord. Hans en Gérard zijn aan het zinken. Een dag na vertrek. Dit kan niet waar zijn. Wat moet ik doen? Hans bellen natuurlijk. Ik bel Hans, maar die neemt niet op. De satelliettelefoon staat uit. Wat nu? Hans’ vader? Nee, een vader bellen met de mededeling dat zijn zoon ergens op de Atlantische Oceaan aan het zinken is lijkt mij geen goed plan. En welke optie ik ook bedenk: er lijkt geen enkele goed genoeg om uit te voeren. Ik check hun positie op mijn laptop, die ik ieder uur doorkrijg via het Argos-baken aan boord, maar ze maken nog steeds voort-

‘Ik wil je niet ongerust maken, maar we hebben een probleem. We

maken behoorlijk wat water.’Boven: Hans Bouscholte en Gérard Navarin op hun Nacra Inter 20.

98

Page 4: Overleven op een Catamaran - Het verhaal achter de schermen

gang. Er is ook nog geen melding van de EPIRB (Emergency Position Indicating Radio Beacon) geweest. Maar wanneer heeft Hans dit bericht ingesproken? Is dat een dag geleden? Een uur? En wat is er sindsdien gebeurd? Midden in mijn overpeinzingen gaat de telefoon. Dat zal Hans zijn. ‘Bon-jour, Mademoiselle Beers, u spreekt met commandant De Baelman van de Franse marinebasis in Dakar.’ Shit. Geen Hans. ‘We hebben vernomen dat Hans en Gérard problemen hebben. We staan op dit moment klaar met een verkenningsvliegtuig, een Brequet Atlantique, voor een search and rescue operation. En aangezien u de projectlei-der van deze onderneming bent: krijg ik uw toestemming om de reddingsactie in gang te zetten?’Mijn god, wat moet ik? Geen moeilijke beslissing, zou je denken. Ware het niet dat ik Hans voor vertrek met de hand op mijn hart moest beloven dat ik hem absoluut niet mocht laten redden als de EPIRB niet af was gegaan. ‘Hanneke, als er een reddingsactie gestart wordt is mijn wereldrecordpoging niet meer geldig en is alles voor niets geweest,’ zei Hans me voor vertrek in Dakar. ‘Heb vertrouwen in mij. Alleen als de EPIRB afgaat mag je me laten redden, anders niet. Beloof je dat?’ Hans keek me door-dringend aan. ‘Ok, ik beloof het.’ Niet

Boven en onder: De record-poging van de mannen start in Dakar.

wetende dat mijn vertrouwen binnen een paar dagen zo ongelofelijk op de proef zou worden gesteld. ‘Mademoiselle Beers, bent u daar nog?’ Commandant De Baelman klinkt ongeduldig. ‘De Brequet staat klaar voor vertrek.’ En dan hoor ik mezelf zeggen: ‘Nee, dat is niet nodig. De EPIRB is

niet afgegaan, dus u hoeft ze niet te redden.’ ‘Wát zegt u?’ De commandant kan zijn oren niet geloven. ‘Maar ze zijn in de problemen! En u wilt niet dat we ze gaan opsporen? Beseft u wel wat u zegt?’ ‘Ja,’ zeg ik gedecideerd. En ik neem de moeilijkste beslissing uit mijn leven. ‘Ik weet wat ik zeg. Nogmaals:

99

Page 5: Overleven op een Catamaran - Het verhaal achter de schermen

100

Page 6: Overleven op een Catamaran - Het verhaal achter de schermen

u kunt de Brequet aan de grond laten staan.’ Als ik ophang begint de impact van mijn beslissing langzaam tot me door te dringen. Mijn god. Wat heb ik gedaan? Hoe kan ik zeker weten of het goed gaat met ze? Misschien werkt die EPIRB wel helemaal niet. Ik bel Hans weer, maar de telefoon staat nog steeds uit. Maar hoe weet ik dat ze niet zoveel water maken dat ze al half gezonken zijn en dat de telefoon het om die reden niet meer doet? Dit is krankzinnig. Ik ben totaal in paniek. Ik toets het num-mer van de marinebasis in Dakar in. Natuurlijk moeten ze gered worden! Ik laat de telefoon een keer overgaan, maar dan herinner ik me mijn belofte aan Hans, en kap het gesprek weer af. Shit. Ik zit letterlijk met mijn handen in m’n haar. Wat moet ik doen? Is er werkelijk niemand met wie ik kan overleggen? Nee, ik kan het niet bedenken. Eigenlijk was dit mijn taak ook helemaal niet. Ik was door Hans benaderd om slechts de PR voor het project te doen.

Toen ik tijdens de 97-98 Whitbread (de huidige Volvo Ocean Race) voor Nautique de stopover in Kaapstad versloeg, was Hans nog schipper van het Brunel Sunergy-team. Ik heb hem toen vrij goed leren kennen en we konden het samen prima vinden. ‘Wat verwacht je precies van mij?’ vroeg ik hem, toen hij me een maand geleden opbelde. ‘Ach, twee persberichtjes per dag. Eén in het Nederlands, voor de Nederlandse media, en één in het Engels, voor de buitenlandse persbureau’s. Die kan je dan ook op de website zetten.’ Dat klonk als een relaxed baantje. Maar al na een paar weken bleek dat er nog een hele-boel dingen bleven liggen die geregeld moesten worden. En aangezien Hans het ontzettend druk had met trainen en de boot in orde te krijgen, besloot ik hem te helpen met de organisatie. Me niet realiserend dat ik daarmee plots-klaps tot projectleider gebombardeerd was. Dan gaat de telefoon weer. ‘Hans?’ vraag ik als ik opneem. ‘Nee, je spreekt met zijn moeder. Hoe is het met hem?

Ik ben zo benieuwd hoe het met ze gaat! Heb je al nieuws?’Shit. Ook dat nog. ‘Eh, nou... Hans stond op mijn antwoordapparaat. Alles gaat prima, maar ze maken wel een klein beetje water.’ ‘Oh, is dat niet erg dan?’ vraagt zijn moeder bezorgd. ‘Welnee. Niks om u zorgen over te maken. Dat gebeurt wel vaker met dit soort catamarans. Als er een beetje water in de romp komt, pompen ze het er gewoon weer uit.’ Het lukt me om haar enigszins gerust te stellen, en ik beloof dat ik terug zal bellen zodra ik meer nieuws heb. Ik hang op en leg mijn hoofd op mijn bureau. Holy shit. Stel dat ze echt aan het zinken zijn. En ik heb net besloten dat ze niet gered hoeven te worden. Dan zal deze moeder haar zoon nooit meer in haar armen kunnen sluiten. Door mijn toedoen. Ben ik helemaal gek geworden om deze verantwoordelijkheid op me te nemen? Moet ik niet tóch...? Ik pak mijn telefoon weer op, maar leg hem weer neer. Ik besluit Hans te vertrouwen en mijn belofte na te komen. Ik durf aan niemand te vertellen welke krankzin-nige beslissing ik net heb genomen. Als Hans en Gérard om het leven komen zal ik het mezelf nooit vergeven. Maar ik zal het mezelf ook niet vergeven als ik hun recordpoging om zeep help. Een duivels dilemma van ongekende proportie. Die

Boven: De water-dichte com-partimenten van de cat zijn voor de transat-lantische oversteek gevuld met eten, flessen water, een watermaker, gereed-schap, kleding en de sateliet-telefoon.

Als Hans en Gérard om het leven komen zal ik het mezelf

nooit vergeven.

101

Page 7: Overleven op een Catamaran - Het verhaal achter de schermen

oproep op onze website (die wereldwijd ongelofelijk populair blijkt te zijn) of er misschien mensen zijn die een oplossing voor het probleem kunnen aandragen. Op een gegeven moment wordt Hans gebeld door de Amerikaanse kustwacht die aanbieden om met een Lockheed C-130 Hercules hulpmiddelen te komen droppen. Maar helaas is dit geen optie, want assistentie van buitenaf maakt de recordpoging ongeldig. Dus staan de mannen er alleen voor. Toch geven ze niet op. Het lukt ze de dagen erna om de lek-kage – die waarschijnlijk veroorzaakt wordt door haarscheurtjes in de romp voor de zwaardkasten – met behulp van twee componenten epoxypasta enigszins te dichten. Het probleem wordt niet he-lemaal verholpen, maar met twee keer pompen per dag krijgen ze het voor el-kaar om het water de baas te blijven. En zo varen ze verder. Ondanks alles liggen ze nog steeds voor op het oude record van 18 dagen en 22 uur, dat in 1986 door Fransman Daniel Pradel en Tony Laurent met een Hobiecat gevestigd werd. Niet zonder slag of stoot, want na afloop had Pradel zestien huidtrans-plantaties nodig aangezien verschillende lichaamsdelen door het zoute zeewater waren aangevreten…Een paar dagen later slaat bij Hans en Gérard een soortgelijk probleem toe: zoutwaterkoorts. De koorts, gecombi-neerd met een bacteriologische infectie door het continue dragen van neopreen handschoenen, zorgt ervoor dat de gaten letterlijk in hun handen vallen. Tot op het bot. Ik ga als een gek op zoek naar iemand die ze medisch advies kan

Ondertussen bel ik Jan de Boer, de Europese importeur van Nacra Catama-rans op, waar Hans goed contact mee had, leg hem het probleem uit en vraag of hij misschien een idee heeft hoe ze dit zouden kunnen verhelpen. Maar die geeft niet thuis. ‘Die Nacra’s zijn prima, dus daar ligt het niet aan.’ Fijn, zoveel behulpzaamheid. Uiteindelijk plaats ik – naast mijn dagelijkse update – een

nacht doe ik geen oog dicht. Met mijn telefoon in mijn handen geklemd zie ik hoe de minuten en seconden tergend langzaam wegtikken. Het zou de langste nacht van mijn leven worden…Pas de volgende ochtend word ik uit mijn lijden verlost. Ik ben met de tele-foon in mijn handen in slaap gevallen, en schrik me helemaal rot als het ding plotseling afgaat. Slaperig neem ik ‘m aan. ‘Hanneke, Hans hier!’ ‘Jezus! Jullie leven nog!’ De tranen stromen over mijn wangen van opluchting, maar voor emotionele toestanden is geen tijd. Het gesprek met Hans is vooral praktisch. Er zit minstens 100 liter water in de drijvers die ze eruit hebben kunnen pompen, maar ze hebben het lek nog niet kunnen vinden.

Ik leg Hanneke uit wat er aan de hand is en dat ik het fijn zou vinden als de (Volvo 60) Brunel Sunergy – die op dat moment in de omgeving zeilt – redelijk stand-by staat, zodat ze ons kunnen red-den als het fout gaat. Ze verstuurt al tij-dens ons gesprek een mail aan de Brunel Sunergy, en krijgt direct antwoord: het schip is al op koers naar Guadeloupe en zal niet bij de Kaapverdische eilanden in de buurt komen. (…) Shit. Voor mij is het duidelijk: de boot neemt flink water, we kunnen het lek niet vinden, dus kunnen we de recordpoging net zo goed staken.

Onder: Een zwaar verzwakte Hans wordt door zijn vader onder-steund na aankomst op Guadeloupe.

102

Page 8: Overleven op een Catamaran - Het verhaal achter de schermen

geven en breng Hans in contact met een arts van de Radiomedische Dienst van de Nederlandse Marine, die ze advi-seert om zo snel mogelijk antibiotica te nemen.

‘Ik wil jullie niet ongerust maken, maar als de antibiotica niet werken, is het niet ondenkbaar dat jullie een vinger kwijt-raken, en met een beetje pech een hand, en als het flink tegenzit zelfs een arm, omdat die dan zal moeten worden geam-puteerd. Zonder behandeling vreet deze

infectie gewoon verder door in je vingers en dringt door in je arm, en uiteindelijk houd je niks meer over.’

Gelukkig heeft Gérard, die in het dagelijks leven verpleegkundige is, ervoor gezorgd dat er een uitgebreide scheepsapotheek aan boord is, waaron-der drie soorten antibiotica. De eerste twee slaan helaas niet aan, zodat de infectie een paar dagen naar harten-lust kan doorwoekeren en de mannen met helse pijnen tormenteert. Maar godzijdank slaat het laatste middel wel aan. Langzaam wordt de pijn minder en keert het leven in hun handen terug. Pff, close call. Ondertussen ben ik dertien uur per dag bezig met het bijhouden van de website, maak Nederlandse en Engelse persberichten, onderhoud con-tacten met sponsors, persbureaus, wa-tersportmagazines, het NOS Journaal, RTL Nieuws, en word ik regelmatig geïnterviewd voor radio-uitzendingen van de Wereldomroep. De telefoon staat de godganse dag roodgloeiend, want de hele wereld wil er getuige van zijn hoe het de mannen vergaat tijdens dit levensgevaarlijke avontuur. Maar wat niemand op dat moment nog weet, is dat dit avontuur na tien dagen nog veel levensgevaarlijkere vormen aan zou nemen… Weerman Frits Koek van het KNMI, die de mannen dagelijks met meteo-rologische adviezen terzijde staat, had een paar dagen ervoor al gewaarschuwd

voor de uit Bermuda afkomstige depressie. Maar er is geen ontkomen aan. Hans en Gérard komen vol in een tropische storm terecht.

De lucht is inmiddels donkergrijs, de wind raast met gierende banden over het zeewegdek en het oceaanwater spuit als vliegende draaikolken om ons heen. Wat gebeurt er in godsnaam? Met de ene klap na de andere donderen de golven als sloophamers op onze boot neer, zo hard dat ik me afvraag of de boot niet breekt. Beng! De wind loeit en zuigt en neemt zienderogen toe in kracht. Het schreeu-wende geluid van de huilende wind is onvoorstelbaar. Het is angstaanjagend.

In een hotelkamer in het Creole Beach Hotel in Guadeloupe zit ik met grote ogen naar mijn laptop te kijken, waarop hun positie al 24 uur geen enkele voor-uitgang laat zien. Samen met fotograaf Jon Nash en Hans’ ouders, ben ik naar Guadeloupe gevlogen om hun aankomst voor te bereiden. Een aantal keren per dag heb ik contact met Frits Koek, maar die heeft weinig opbeurende berichten, want de wind neemt vooralsnog alleen maar toe. ‘Hmm, het ziet er niet best uit’ mompelt Frits, die ik bij nacht en ontij uit z’n bed bel en in z’n pyjama de weermodellen bekijkt. ‘De golven zijn inmiddels zo’n zes meter hoog’. We krijgen geen contact met de mannen. En we horen niks. He-lemaal niks. Het enige wat ik zie is die positie op mijn beeldscherm die maar niet verandert. Zijn ze omgeslagen? Overboord geslagen? Verdronken? We weten het niet. Dan krijg ik een hartver-scheurend telefoontje van de zoon van Gérard, die huilend vraagt hoe het met papá gaat. Met tranen in m’n ogen ver-tel ik hem eerlijk dat we het niet weten

We krijgen geen contact met de mannen. Zijn ze omgeslagen?

Overboord geslagen? Verdronken?Boven: Hans en Gé-rard krijgen tijdens de oversteek te maken met golven van zes meter hoog.

103

Page 9: Overleven op een Catamaran - Het verhaal achter de schermen

OVERLEVEN OP EEN CATAMARANHans Bouscholte volgt al van kinds af aan de roep van de zee. In zijn succesvolle professionele zeilcarrière veroverde hij Europese en wereldtitels. De passie om records te verbreken karakteriseert Bouscholte. In 1999 besloot hij samen met zijn Franse zeilmaat Gérard Navarin een poging te doen een nieuw wereldrecord te vestigen door in een beach-catamaran van Dakar naar Guadeloupe te zeilen. De recordpoging slaagde, maar de tol was hoog. Deze reis leerde hem meer over het leven dan hij van tevoren had kunnen denken. Overleven op een catamaran leest als een spannend jongensboek, en is veel meer dan een verhaal over een extreme zeiltocht. Het is een inspirerend verhaal over overleven, doorzettingsvermogen, jeugdherinneringen en psychologie. Benieuwd naar het boek? Je krijgt Overleven op een catama-

ran van Kosmos Uitgevers nu gratis bij een jaarabonnement op Nautique! Zie de volgende pagina voor meer informatie.

IN RECORDTIJD

OVER DEATLANTISCHE OCEAAN

HANSBOUSCHOLTEoverlevenop eencatamaran

en beloof hem op de hoogte te houden. Ondertussen word ik onophoudelijk gebeld door alle binnen- en buiten-landse media en persbureaus. Waar ik in het begin nog een professioneel verhaal ophang, laat ik dat na een dag varen en spreek ik uit dat we ons grote zorgen maken. Inmiddels begint de zenuwslopende onzekerheid, de stress en de enorme werkdruk ook bij mij z’n tol te eisen. Ik slaap gemiddeld twee uur per nacht, maar kan niet anders dan doorgaan.Uiteindelijk zou hun gevecht met de elementen uitmonden in een strijd op leven en dood. Achtenveertig uur lang. Twee verschrikkelijke dagen waarin Hans een paar keer overboord slaat, een roer breekt en Gérard zo zwaar on-derkoeld en uitgeput raakt dat hij bijna bezwijkt. Hangend aan een stormanker wentelt Hans de meer dood dan levende Gérard en zichzelf in de spinaker, en wacht – lepeltje lepeltje om zijn vriend warm te houden – op het luwen van de storm…Bij het aanbreken van de dag zie ik in-eens dat het stipje op mijn beeldscherm zich een flink stuk in westelijke richting verplaatst heeft. ‘Ze zeilen weer!’ roep ik. ‘Ze hebben het gered!’ Dan volgt ook het verlossende telefoontje van Hans. Iedereen vliegt elkaar in de armen, we zijn door het dolle heen. Ik spreek met Hans de positie af waar we hen met de Brunel Sunergy, die inmiddels ook in Guadeloupe is, tegemoet zullen varen.

Eerst is het een oranje stip. Dan wordt het een oranje vlekje. Een schimmige vlek aan de horizon die van ondui-delijke contouren verandert in een herkenbaar object, (…) een drijvend oranje object dat per seconde dichterbij

komt en dat ik uit duizenden herken, zelfs nu het nog redelijk ver weg en niet goed zichtbaar is: de Brunel Sunergy. ‘Gérard! Kijk! Daar!’ Ik schreeuw het uit en wijs naar de tot vlek geworden stip aan de horizon. (…) ‘Haha!’ lach ik. ‘Ze zijn er, Gérard. Ze zijn er echt!’

Ik sta aan dek van de Brunel Sunergy en kijk vol ongeloof naar de uitgemergelde mannen op de cat, die er onvoorstelbaar vermoeid en gehavend uitzien. In twee weken tijd zijn ze onherkenbaar veran-derd. Onder hun baarden zijn hun diep ingevallen wangen goed zichtbaar, hun handen in het verband, de gele zeilpak-ken lubberend om hen heen. Ze hebben niet alleen het wereldrecord met drie dagen verbroken, hier zijn veel meer records gesneuveld. Bij Hans en Gérard, en bij mij. Op het moment dat ze voet aan wal zetten voel ik de spanning van me afglijden die me vijftien dagen en nachten geteisterd heeft. Ik realiseer me dat ik geestelijk volledig gesloopt ben. Ondanks dat ik veilig aan wal zat waren dit voor mij de zwaarste vijftien dagen uit mijn leven. Maar ook voel ik trots. Ik ben ongelofelijk trots op deze mannen, die gek genoeg waren om dit levens-gevaarlijke avontuur aan te gaan. ‘Een held is iemand die straffeloos onvoor-zichtig is geweest,’ zei Willem Frederik Hermans zo treffend. Ik kan dit volledig onderschrijven. Maar godzijdank zijn er nog echte helden op deze wereld… �

Boven: Hans en Gérard uit-geput maar voldaan na het behalen van het we-reldrecord.

104