OVER VEILIGHEID - evofenedex · 2017. 9. 26. · De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) waakt...
Transcript of OVER VEILIGHEID - evofenedex · 2017. 9. 26. · De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) waakt...
logisticx | augustus 201728 | gevaarlijke stoffen
Hennie van der Stokker: “Wij bestrijden geen incidenten.
Inspecteren is onze corebusiness.”
ij de meldkamer van de inspectie komt een telefoontje
binnen: een lpg-tankauto staat in brand. Twee inspec-
teurs rukken uit om de lokale brandweer van advies te
voorzien. Gelukkig is de brand snel geblust. “Een tijd geleden
was er een lpg-tankauto gekanteld bij de Botlekbrug. Dat is
maar net goed gegaan. Als de auto naar beneden was gevallen,
waren de gevolgen groot geweest.” Hennie van der Stokker, se-
nior adviseur gevaarlijke stoffen van de Inspectie Leefomgeving
en Transport, kan urenlang over zijn vak praten. Feiten en feitjes
rollen uit zijn mond, probleemloos somt hij wetsartikelen op. Na
B
STUREN OP RISICO
ILT WAAKT OVER VEILIGHEID
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)
waakt 24 uur per dag over de veiligheid op de
weg, het spoor, het water en in de lucht. De
circa vijftig inspecteurs letten op het vervoer van
gevaarlijke stoffen, maar werken ook samen met
de inspecteurs die zich bezighouden met het
toezicht op uitstoot of lozing van gevaarlijke
stoffen door scheepvaart. “Wij bestrijken het
hele land en natuurlijk hebben we te weinig
inspecteurs. Daarom moet we keuzes maken:
wat doen we wel en, vooral, wat doen we niet.”
Tekst Gijs Korevaar
29logisticx | augustus 2017
veertig jaar werken in de ‘wereld van gevaarlijke stoffen’ - de
eerste 22 jaar op het ministerie, daarna bij de inspectiedienst -
weet Van der Stokker als geen ander van de hoed en de rand.
“Gevaarlijke stoffen vallen bij de inspectie onder leefomgeving
en vervoer. Als de stoffen bijvoorbeeld zijn opgeslagen of scha-
de toebrengen aan het milieu, vallen ze onder leefomgeving,
maar ze moeten op een gegeven moment toch worden ver-
plaatst en dan vallen ze onder vervoer gevaarlijke stoffen. Het
zijn twee verschillende werkgebieden, met één inspectie.”
Als er incidenten zijn waarbij gevaarlijke stoffen kunnen vrijko-
men, zijn de inspecteurs ter plaatse aanwezig, maar ze heb-
ben daar wel een bijzondere rol. Zij geven technische onder-
steuning aan de hulpdiensten over de stof fen en het
vervoermiddel. Ook geven zij advies over de wijze van afwikke-
ling van het incident als een gevaarlijke stof bijvoorbeeld moet
worden overgeheveld in een andere verpakking of in een tank-
auto. “Wij bestrijden geen incidenten. Inspecteren is onze
corebusiness”, aldus Van der Stokker.
VerschilDe ILT is ontstaan uit de inspectiediensten van de departe-
menten Verkeer en Waterstaat en die van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieu. Toen deze ministeries werden
samengevoegd tot het departement van Infrastructuur en Milieu,
werden ook de diensten bij elkaar gezet. Ze zijn nu formeel
één, maar er is nog altijd wel sprake van een cultuurverschil,
meent Van der Stokker. “Er is nog verschil in denken en hande-
len. Vanuit de verkeersinspectie waren er veel BOA’s, buiten-
gewone-opsporingsambtenaren. Die mochten ver balise-
ren. Vanuit de VROM-inspectie was dat veel minder het geval.”
Boetes uitdelen is dan ook niet de hoofddoelstelling, zegt hij.
“Het gaat ons om het bevorderen van de naleving van de nati-
onale en internationale voorschriften voor het vervoer van ge-
vaarlijke stoffen in verband met de veiligheid van mens, dier en
milieu, of het nu wegvervoer be-
treft of vervoer over het spoor,
het water of door de lucht. Ook
willen we leren van incidenten.
Het doel is corrigeren, in gesprek
gaan met bedrijven, om inciden-
ten te voorkomen.”
Bij controles langs de weg, op
het spoor of in de haven worden
containers, vrachtauto’s en reser-
voirwagens van onder tot boven
bekeken. Kloppen de papieren,
hebben de werknemers de juiste opleiding, zijn de stoffen vol-
gens voorschrift verpakt? Van der Stokker: “Op de weg zie je
al jarenlang dat het percentage overtredingen tussen de 35 en
40 procent ligt. Maar dan wel van het gecontroleerde vervoer,
hoor. Dat kun je niet extrapoleren naar: 40 procent van het ver-
voer van gevaarlijke stoffen is niet op orde.” Bij zware overtre-
dingen wordt er overigens altijd nader onderzoek gedaan door
de ILT om herhaling van een dergeli jke overtreding te
voorkomen.
Vindt de inspectie meer overtredingen bij buitenlandse auto’s
en chauffeurs? “Wij lezen die berichten ook wel eens, maar het
is echt een fabeltje. Uit de controles blijkt dat er geen enkel ver-
schil is tussen Nederlandse en buitenlandse auto’s. Het is en
blijft een hardnekkig misverstand dat buitenlandse chauffeurs
willens en wetens de internationale regels zouden overtreden”,
stelt Van der Stokker. “Ja, ze verdienen minder en maken heel
veel uren, en ze moeten soms onder slechte omstandigheden
op parkeerplaatsen hun eigen potje koken. Dat horen en zien
wij ook. Maar daar iets aan doen is geen taak voor de ILT-in-
specteurs. Die letten op veilig vervoer en op rij- en rusttijden.
We controleren de sociale omstandigheden van de chauffeurs
niet. Daar moet de inspectiedienst van het ministerie van Soci-
ale Zaken en Werkgelegenheid op letten.”
RisicoOmdat er relatief weinig inspecteurs zijn, te weinig om altijd en
overal te controleren, moet de dienst keuzes maken, zegt Van
der Stokker. “We sturen op risico. En dat is heel lastig.” In het
verleden is er een risicoanalyse gemaakt op basis van een zo-
geheten ongewenste topgebeurtenis, zoals het vrijkomen van
een gevaarlijke stof door een gifwolk, een ontploffing. Daarbij
heeft de ILT een volgorde gemaakt van prioriteiten, in jargon
“ Het doel is corrigeren, in gesprek gaan met bedrijven, om incidenten te voorkomen”
logisticx | augustus 201730
‘kernbepalingen’. Op de eerste plaats wordt gekeken naar
‘foutieve classificatie’, legt Van der Stokker uit. Elke gevaarlijke
stof heeft een internationale classificatie. Het gaat om zo’n
drieduizend stoffen plus alle mogelijke combinaties daarvan.
“Als de classificatie niet klopt, werkt dat door in de hele keten.
De laders, vullers, chauffeurs weten dan niet waarmee ze wer-
ken.” Op de tweede plaats staat foute en slechte verpakking.
De inspectie let scherp op of de omhulling - de verpakking, de
tank, het schip - aan de voorwaarden voldoet. De derde cate-
gorie is foutieve handelingen bij het vervoer. “Met laden en los-
sen gaat nog veel mis”, weet Van der Stokker. “Heeft een be-
drijf goede procedures vastgesteld, zijn er protocollen? En
houden de werknemers zich eraan? Er is natuurlijk ook nog de
menselijke factor. Dat kan een taalprobleem zijn. Als een
chauffeur Bulgaars spreekt en de ontvanger alleen Neder-
lands, kunnen er gemakkelijk misverstanden ontstaan. Daar-
om wordt er gecontroleerd of het mangat van een tank goed
gesloten is en of een pakking van een afsluiting nog goed is.”
Als laatste aandachtspunt is er dan nog de beveiliging van het
vervoer. Van der Stokker: “Dat punt is erbij gekomen na de
aanslag op de Twin Towers in New York. Dan hebben we het
over terrorisme, maar het gaat ook over beveiliging tegen dief-
stal onderweg, al heeft dit punt voor ons iets minder aandacht
omdat het vooral werk is van de politie. Wij controleren alleen
op bepaalde aspecten, bijvoorbeeld of het beveiligingsplan wel
is opgemaakt.”
Binnen die prioriteitenlijst maakt de inspectie ook weer keuzes:
hoeveel objectcontroles langs de weg, in de haven, Schiphol,
hoeveel administratieve controles, audits, thematische contro-
les. “We kijken naar de markt en de vernieuwingen en overleg-
gen geregeld met de brancheorganisaties. Daar zit ook de
kennis die wij nodig hebben om onze keuzes te maken.”
Integrale controlesVoor de inspecteurs staat buiten kijf dat de grote bedrijven met
hoge risico’s goed in de gaten moeten worden gehouden. Dat
zijn de chemische bedrijven met omvangrijke opslag. Die op-
geslagen stoffen moeten op een gegeven moment toch van A
naar B, waarbij de ILT om de hoek komt kijken. Van der Stok-
ker: “Die bedrijven worden elk jaar gecontroleerd.” Wel is dat
bij bedrijven die goed presteren op dit vlak iets minder vaak
dan bij bedrijven die minder goed presteren.
Ten slotte zijn er integrale acties waarbij de ILT samenwerkt
met andere diensten. Deze controles met ILT-inspecteurs en
mensen van de douane, belastingdienst (FIOD), sociale zaken
en politie, worden veelal uitgevoerd bij logistieke knooppunten,
zoals het rangeerterrein Kijfhoek, in de Rotterdamse haven of
bij Schiphol.
Bij de controles van bedrijven is het eerste aanspreekpunt de
veiligheidsadviseur, degene die moet letten op de procedures,
de protocollen en op de manier
waarop het bedrijf met de veilig-
heid rond gevaarlijke stoffen om-
gaat. De ILT helpt met haar con-
troles om de kennis en ervaring
van veiligheidsadviseurs te verbe-
teren. Het is de plicht van de vei-
ligheidsadviseurs om jaarversla-
gen te maken over de omgang
van hun bedrijf met de stoffen en
over de eventuele incidenten die
er zijn voorgevallen. “Met die jaar-
verslagen gaat het nogal eens mis”, aldus Van der Stokker. “Er
zijn er heel wat die niet voldoen aan de vereisten. Daar maken
wij dan opmerkingen over, waarna het verslag wordt aange-
past en opnieuw ingediend. Dan blijkt het toch wel goed te
komen.”
Het zijn niet alleen de regels voor gevaarlijke stoffen die inter-
nationaal worden vastgesteld, ook de manier waarop moet
worden gecontroleerd ligt vast in een EU-richtlijn. Er is een
checklist waarin staat hoe een inspectie wordt uitgevoerd. Dat
is theorie, onderstreept Van der Stokker, want in het werkelijke
leven ligt het niet zo simpel. “Wij lopen voor op andere Europe-
se landen. Wij hebben al benodigde bevoegdheden om con-
tainers en voertuigen te openen, verpakkingen te bekijken en
onderzoek te doen. Die bevoegdheden zijn in andere landen
beperkter; daar kijken inspecteurs als zij bij een controle langs
de weg een vrachtauto aanhouden, alleen naar de buitenkant
van het voertuig en naar de vrachtbrief en de papieren van de
chauffeur, terwijl wij een integrale controle uitvoeren. In Scan-
dinavische landen is het bijvoorbeeld de politie die gevaarlijke
stoffen controleert. De controles zouden toch overal hetzelfde
moeten zijn.”
Verder zoekenAls er bij controles langs de weg een overtreding wordt gecon-
stateerd, krijgt de chauffeur de boete. Van der Stokker: “Wij
pakken echter door en sporen de partijen op die voor dat deel
van het transport verantwoordelijk zijn; de verlader, de ontvan-
ger, vuller of lader. De chauffeur weet vaak niet eens precies
wat hij vervoert, bijvoorbeeld in het geval hij een container met
gevaarlijke stoffen op een terminal op zijn chassis van het
voertuig heeft laten zetten.”
Een ander voorbeeld van de werkwijze van de ILT ten opzichte
van het buitenland: de inspectie is eens bij een incident geroe-
pen omdat een tankauto zoutzuur lekte. Daarvoor zou de chauf-
feur in sommige landen alleen een boete hebben gekregen,
maar de ILT gaat verder zoeken. “Waar komt die lekkage van-
daan? Na onderzoek bleek dat de coating van de tankauto niet
in orde was. Nog verder speurwerk leerde dat die tankauto’s met
sproeikoppen werden gereinigd onder hoge druk, waardoor de
coating werd beschadigd. Daaraan had niemand gedacht.”
Als blijkt dat dat de verantwoordelijke in het buitenland zetelt,
wordt het natuurlijk een lastig verhaal, zegt Van der Stokker.
“En dan heb je het ook over een incident in de haven; zeesche-
pen komen uit alle windstreken. We sturen zo nu en dan wel
een rechtshulpverzoek aan bijvoorbeeld China, maar of daar
een bevredigend antwoord op komt, is maar de vraag.”
| gevaarlijke stoffen
“ Er is natuurlijk ook nog de menselijke factor. Dat kan een taalprobleem zijn”
De nationale en internationale voorschriften voor het vervoer van gevaarlijke stoffen gelden ook voor het spoor.
31logisticx | augustus 2017
Integrale acties, waarbij ILT samenwerkt met andere diensten. worden veelal uitgevoerd bij logistieke knooppunten, zoals de Rotterdamse haven.
De inspectie let scherp op of de omhulling van de gevaarlijke stoffen - de verpakking, de tank, het schip - aan de voorwaarden voldoet.
Veilig vervoer en opslagDe omgang met gevaarlijke stoffen behoort in Ne-
derland tot de veiligste ter wereld en dat moet vooral zo
blijven volgens evofenedex, dat pal staat achter het
streven naar veiligheid en zorgvuldigheid. Het verladend
bedrijfsleven, vervoerders en de omgeving zijn erbij ge-
baat dat er zo min mogelijk incidenten zijn die schadelijk
zijn voor mens en milieu, stelt de organisatie. Verder
biedt evofenedex opleidingen aan om ervoor te zorgen
dat ondernemingen voldoen aan de strenge vereisten
en geeft de organisatie voorlichting aan haar leden bij
wijzigingen in de complexe regelgeving. Daarnaast
denkt evofenedex mee met de beleidsmakers over de
aankomende wijzigingen in de (internationale) regelge-
ving. Ook is de organisatie als veiligheidsadviseur actief
bij haar leden om hen in de praktijk te ondersteunen om
zo veilig mogelijk te werken met gevaarlijke stoffen.
Handhaving door inspectiediensten als de ILT is ook
volgens evofenedex noodzakelijk om de veiligheid
rondom gevaarlijke stoffen te waarborgen. Het doel van
de handhaving moet bevordering van de veiligheid zijn,
het mag volgens de organisatie niet leiden tot oneven-
redige regeldruk, willekeur of verstoring van het level
playing field. De vereniging onderhoudt daarom een
nauwe band met de ILT; er is structureel overleg om
praktijkproblemen te agenderen en op te lossen.
Volgens evofenedex moeten de inspectiediensten de
komende jaren inzetten op slim, innovatief en risicoges-
tuurd toezicht; als het gaat om het effectief uitvoeren
van inspecties is het goed om betrouwbare bedrijven
vaker van inspecties te vrijwaren.
Koersverandering ILTDe Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) begon vorig
jaar met een vernieuwing van de organisatie: ‘Koers In-
spectie Leefomgeving en Transport 2021’. De reden voor
die heroriëntering op het eigen werk is onder meer de par-
lementaire enquête die werd ingesteld na het fiasco van de
Italiaanse snelle trein Fyra, die zo slecht was dat de voer-
tuigen zijn teruggestuurd. De werkwijze van de inspectie is
door de parlementaire commissie ‘onaanvaardbaar mini-
malistisch’ genoemd. “Daarnaast vragen de snelle techno-
logische ontwikkelingen en een kritische samenleving dat
de inspectie zich blijft bezinnen op haar toegevoegde
waarde”, aldus het ILT-jaarverslag 2016.
“Het veranderprogramma houdt een scherpe wijziging van
onze koers in. Het verschil tussen opdracht en middelen
noopt tot kiezen van wat wel en wat niet. Daarom willen wij
open zijn. Wij willen tonen wat wij bereiken en daarmee
onze maatschappelijke betekenis laten zien. De kritiek van
stakeholders op met name het gebrek aan (zichtbare)
meerwaarde toont het belang van onze koerswijziging
aan”, staat in het jaarverslag van de dienst. En die kritiek
liegt er niet om, blijkt uit het hetzelfde verslag: “Punten van
kritiek zijn: de inspectie is weinig zichtbaar en resultaten en
effecten blijven vaak onderbelicht; de inspectie heeft geen
mechanisme om binnen het brede werkveld speerpunten
te kiezen; de inspectie is te technocratisch en komt vaak
over als ‘afvinkfabriek’.”
Om aan die kritiek tegemoet te komen, zette inspecteur-
generaal Jan van den Bos een reorganisatie in. Onderdeel
daarvan is de ontwikkeling van een inspectiebrede risico-
analyse die laat zien waar de grootste risico’s zijn te vinden
en die richtinggevend is voor het toewijzen van men-
sen en middelen aan de beheersing van die risico’s. Daar-
naast zijn er vier uitgangspunten geformuleerd: de ILT
werkt risicogestuurd - dat wil zeggen dat de dienst de
schaarse middelen daar inzet waar de risico’s voor publie-
ke belangen het grootst zijn; de ILT is open over resultaten
- de dienst legt verantwoording af aan de Tweede Kamer
en de maatschappij en geeft inzicht in de effecten van
haar inspanningen; de ILT reflecteert en signaleert - rijksin-
spectiediensten zijn de ogen en oren van een minister
en een staatssecretaris; de ILT verbetert de efficiency en
de dienstverlening. Het doel is een optimale ver gun-
ningverlening.
De inspectiedienst moet met een beperkt budget op veel
gebieden de vinger aan de pols houden: van drones tot de
kwaliteit van de dijken en van energielabels in woningen
tot een veiligheidskeuring van de nieuwe NS-sprintertrei-
nen en van asbestverwijdering tot postpakketjes met ille-
gaal vuurwerk. Opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen is
slechts een onderdeel van het werk van de inspectiedienst
met een begroting van 145 miljoen euro en een perso-
neelsbestand van ruim elfhonderd mensen.
In het kader van het vervoer gevaarlijke stoffen is de plan-
ning voor dit jaar dat er 275 bedrijven worden gecontro-
leerd, dat er 54 audits worden gedaan en dat er 6470
objectcontroles langs de weg, in de haven, het spoor en
op luchthavens worden gehouden. Er wordt verder reke-
ning gehouden met afhandeling van 1402 incidenten (mo-
daliteitbreed) en twintig onderzoeken naar aanleiding van
grote incidenten.