OVER DE VERANDERINGEN IN DE ZORG - Zorgbelang Inclusief · ZORGKRANT OVER DE VERANDERINGEN IN DE...

10
ZORG KRANT OVER DE VERANDERINGEN IN DE ZORG COLOFON: De Zorgkrant is een uitgave van BDUmedia en wordt als bijlage bij onze kranten verspreid in een totaaloplage van 700.000 exemplaren. De bijlage kwam mede tot stand met inbreng van Zorgbelang Inclusief. Coördinatie / eindredactie: Daan Bleuel | Redactie: Jellie Kiefte/Tekstenzorg.nl | Acquisitie: Verkoop BDUmedia ([email protected]) | Vormgeving: Ester van Leuveren (E*D.SIGN) | Druk: BDUprint Pieter van Hulten: ,,Zorginstanties laten steken vallen bij huurders met problemen’’ Doekle Terpstra: ,,Zorg voor een levensloopbestendig personeelsbeleid’’ Liesbeth Spies Over dementie en de Wet zorg en dwang: “Dementie gaat ons voor grote vraagstukken plaatsen” Anna Yilmaz ‘Heel Holland bakt’-winnares Anna Yilmaz over de lusten en lasten van de Turkse eetcultuur media Zorgbelang Inclusief! Zorgbelang Inclusief werkt vóór en mét patiënten, cliënten en bewoners. We zetten de mensen om wie het gaat altijd voorop. We werken met een bevlogen team dagelijks aan een leefbare, zorgzame samenleving waar iedereen een volwaar- dige positie inneemt en met elkaar hier vorm aan geeft. WAT BIEDEN WIJ? Onze kennis van het perspectief en de ervaringen van de mensen waar het om gaat en onze expertise op het gebied van patiënten-, cliënten- en burgerparticipatie, vormen de basis voor ons werk. Vanuit deze ervaringen helpen we gemeenten, (zorg) organisaties en andere instellingen om voor hun ‘klanten’ optimale resultaten te bereiken. Zo leveren we een bijdrage aan de verbetering van de kwaliteit van zorg-, welzijns- en leefbaarheidsvoorzieningen, geven we organisatie- en keten(zorg) advies en ondersteunen we initiatieven van mensen op het gebied van leefbaarheid, wonen, welzijn, zorg, arbeid en onderwijs. We maken hierbij gebruik van ons lokale, regionale en landelijke netwerk. ADVIESPUNT ZORGBELANG Bij de cliëntondersteuners en vertrouwens- personen van ons Adviespunt kunt u terecht voor informatie, advies en onder- steuning op het gebied van zorg en welzijn. Wij kennen de zorg in uw regio en zijn op de hoogte van relevante wet- en regelgeving. Onze ondersteuning is gratis en onafhankelijk van zorginstellingen, gemeenten, jeugdhulp en indicatiestellers. Wij bieden ondersteuning op het gebied van langdurige zorg, sociaal domein en jeugdhulp. Contact opnemen? Kijk op www.adviespuntzorgbelang.nl KUNNEN WIJ IETS VOOR U BETEKENEN? Neem vrijblijvend contact met ons op via 088 9294 000 of [email protected]. Kijk op onze website voor meer informatie: www.zorgbelanginclusief.nl (Ingezonden mededeling) media Ideaal ‘Zorg op maat’ blijft stip op de horizon ‘Zorg op maat’. Dat was één van de uitgangspunten bij de omvangrijke transitie die ‘de zorg’ ruim vijf jaar geleden onderging. Het Rijk stootte taken af naar de gemeenten. Mede vanuit de gedachte dat de contacten tussen overheid en mensen die op zorg zijn aangewezen op gemeentelijk niveau het meest efficiënt zouden kunnen verlopen. Daardoor kunnen er aanzienlijke verschillen ontstaan in de wijze waarop mensen die bij de gemeente aankloppen worden behandeld. Dit nog los van de vraag of het Rijk destijds wel voldoende middelen beschikbaar stelde om de transitie goed te laten verlopen. Voorbeelden van gemeenten die in de problemen zijn gekomen omdat er structureel te weinig geld is om adequate zorg te verlenen zijn snel voorhanden. BDUmedia volgt met de Zorgkrant, die in 2014 voor het eerst verscheen, de ontwikkelingen in de zorg op de voet. Ook in deze bijlage worden weer verschillende actuele thema’s aangesneden. Zo spreekt voormalig vakbondsman Doekle Terpstra voorzitter van de commissie ‘Werken in de zorg’ over het personeelsgebrek in de sector. Hij vindt dat zorgbestuurders uit hun bestuurlijke cocon moeten kruipen om hun mensen voor de zorg te behouden. Oud-minister Liesbeth Spies, tegenwoordig burgemeester van Alphen aan den Rijn, spreekt over de problemen die worden veroorzaakt door mensen in de wijken die in de war zijn. Bijvoorbeeld door intredende dementie. Ze schetst het spanningsveld van de ‘onvrijwillige zorg’. Nieuwe wetgeving geeft daar kaders voor aan. ,,Dementie gaat ons voor grote vraagstukken plaatsen’’, zegt Spies. ,,We moeten er echt mee aan de slag.’’ Het is een kleine greep uit het aanbod in deze Zorgkrant. We stelden de bijlage letterlijk met zorg voor u samen. Met dank aan Jellie Kiefte die de verhalen selecteerde en schreef. Daan Bleuel, Eindredactie Zorgkrant

Transcript of OVER DE VERANDERINGEN IN DE ZORG - Zorgbelang Inclusief · ZORGKRANT OVER DE VERANDERINGEN IN DE...

Page 1: OVER DE VERANDERINGEN IN DE ZORG - Zorgbelang Inclusief · ZORGKRANT OVER DE VERANDERINGEN IN DE ZORG COLOFON: De Zorgkrant is een uitgave van BDUmedia en wordt als bijlage bij onze

ZORGKRANTO V E R D E V E R A N D E R I N G E N I N D E Z O R G

COLOFON: De Zorgkrant is een uitgave van BDUmedia en wordt als bijlage bij onze kranten verspreid in een totaaloplage van 700.000 exemplaren. De bijlage kwam mede tot stand met inbreng van Zorgbelang Inclusief. Coördinatie / eindredactie: Daan Bleuel | Redactie: Jellie Kiefte/Tekstenzorg.nl | Acquisitie: Verkoop BDUmedia ([email protected]) | Vormgeving: Ester van Leuveren (E*D.SIGN) | Druk: BDUprint

Pieter van Hulten: ,,Zorginstanties laten steken vallen

bij huurders met problemen’’

Doekle Terpstra:,,Zorg voor een levensloopbestendig

personeelsbeleid’’

Liesbeth SpiesOver dementie en de Wet zorg en

dwang: “Dementie gaat ons voor

grote vraagstukken plaatsen”

Anna Yilmaz‘Heel Holland bakt’-winnares

Anna Yilmaz over de lusten en lasten

van de Turkse eetcultuur

mediaZorgbelang Inclusief!Zorgbelang Inclusief werkt vóór en mét patiënten, cliënten en bewoners. We zetten de mensen om wie het gaat altijd voorop. We werken met een bevlogen team dagelijks aan een leefbare, zorgzame samenleving waar iedereen een volwaar-dige positie inneemt en met elkaar hier vorm aan geeft.

WAT BIEDEN WIJ?Onze kennis van het perspectief en de ervaringen van de mensen waar het om gaat en onze expertise op het gebied van patiënten-, cliënten- en burgerparticipatie, vormen de basis voor ons werk. Vanuit deze ervaringen helpen we gemeenten, (zorg)organisaties en andere instellingen om voor hun ‘klanten’ optimale resultaten te bereiken. Zo leveren we een bijdrage aan de verbetering van de kwaliteit van zorg-, welzijns- en leefbaarheidsvoorzieningen, geven we organisatie- en keten(zorg)advies en ondersteunen we initiatieven van mensen op het gebied van leefbaarheid, wonen, welzijn, zorg, arbeid en onderwijs. We maken hierbij gebruik van ons lokale, regionale en landelijke netwerk.

ADVIESPUNT ZORGBELANGBij de cliëntondersteuners en vertrouwens-personen van ons Adviespunt kunt uterecht voor informatie, advies en onder-steuning op het gebied van zorg en welzijn. Wij kennen de zorg in uw regio en zijn op de hoogte van relevante wet- en regelgeving. Onze ondersteuning is gratis en onafhankelijk van zorginstellingen, gemeenten, jeugdhulp en indicatiestellers. Wij bieden ondersteuning op het gebied van langdurige zorg, sociaal domein en jeugdhulp. Contact opnemen? Kijk op www.adviespuntzorgbelang.nl

KUNNEN WIJ IETS VOOR U BETEKENEN?Neem vrijblijvend contact met ons op via 088 9294 000 of [email protected] op onze website voor meer informatie: www.zorgbelanginclusief.nl

(Ingezonden mededeling)

media

Ideaal ‘Zorg op maat’ blijft stip op de horizon‘Zorg op maat’. Dat was één van de uitgangspunten bij de omvangrijke

transitie die ‘de zorg’ ruim vijf jaar geleden onderging. Het Rijk stootte

taken af naar de gemeenten.

Mede vanuit de gedachte dat de contacten tussen overheid en mensen

die op zorg zijn aangewezen op gemeentelijk niveau het meest efficiënt

zouden kunnen verlopen. Daardoor kunnen er aanzienlijke verschillen

ontstaan in de wijze waarop mensen die bij de gemeente aankloppen

worden behandeld. Dit nog los van de vraag of het Rijk destijds wel

voldoende middelen beschikbaar stelde om de transitie goed te laten

verlopen. Voorbeelden van gemeenten die in de problemen zijn gekomen

omdat er structureel te weinig geld is om adequate zorg te verlenen zijn

snel voorhanden.

BDUmedia volgt met de Zorgkrant, die in 2014 voor het eerst verscheen,

de ontwikkelingen in de zorg op de voet. Ook in deze bijlage worden

weer verschillende actuele thema’s aangesneden. Zo spreekt voormalig

vakbondsman Doekle Terpstra voorzitter van de commissie ‘Werken in de

zorg’ over het personeelsgebrek in de sector. Hij vindt dat zorgbestuurders

uit hun bestuurlijke cocon moeten kruipen om hun mensen voor de zorg

te behouden.

Oud-minister Liesbeth Spies, tegenwoordig burgemeester van Alphen aan

den Rijn, spreekt over de problemen die worden veroorzaakt door mensen

in de wijken die in de war zijn. Bijvoorbeeld door intredende dementie.

Ze schetst het spanningsveld van de ‘onvrijwillige zorg’. Nieuwe wetgeving

geeft daar kaders voor aan. ,,Dementie gaat ons voor grote vraagstukken

plaatsen’’, zegt Spies. ,,We moeten er echt mee aan de slag.’’

Het is een kleine greep uit het aanbod in deze Zorgkrant. We stelden de

bijlage letterlijk met zorg voor u samen. Met dank aan Jellie Kiefte die de

verhalen selecteerde en schreef.

Daan Bleuel, Eindredactie Zorgkrant

Page 2: OVER DE VERANDERINGEN IN DE ZORG - Zorgbelang Inclusief · ZORGKRANT OVER DE VERANDERINGEN IN DE ZORG COLOFON: De Zorgkrant is een uitgave van BDUmedia en wordt als bijlage bij onze

ZORGKRANT 2019 | AMBULANTE (ZELF-)HULP GGZ

Meer woonoverlast in de sociale huurwoningen, meer ‘verward gedrag’ in huis en op straat en wegbezuinigde thuisbegeleiding. Een mens wordt niet vrolijk van deze berichtgeving. Betere begeleiding en samenwerking door de professionele hulpverlening is noodzakelijk maar (angst voor) de privacywet belemmert dit. 

door Jellie Kiefte / Tekstenzorg

De vereniging van woningcorporaties Aedes

deed onderzoek naar woonoverlast in de sociale

huursector en meldde eind september dat

woonoverlast door buren met verward gedrag

snel toeneemt. Aedes dringt aan op betere

afstemming en informatie-uitwisseling tussen

gemeenten, zorginstanties en politie. Voorzitter

Marnix Norder in het persbericht: ‘Snel ingrijpen

is in het belang van onze huurders en hun

omgeving. We komen liever nu langs met een

zorgverlener, dan met de politie als het te laat is.

Zorginstanties laten nu steken vallen’. Dat blijkt

uit het volgende (geanonimiseerde) verhaal,

verteld door een Wmo-hulp:

Een man van rond de veertig is, samen met zijn

interactieve rustgevende robotkat, verhuisd naar

een voormalig bejaardentehuis, nu een woon-

zorgcomplex. Af en toe komt een begeleider langs.

De buren maken kennis maar begrijpen niet veel

van zijn situatie. Meneer wil wel graag contact

met de buren en laat hen weten dat hij zich

eenzaam voelt. Ze komen af en toe op bezoek.

Maar meneer is zo grillig in zijn gedrag dat de

buren, die allemaal hun eigen gezondheids-

problemen hebben, zijn uitbarstingen van

uitbundigheid of neerslachtigheid steeds slechter

‘Zorginstanties laten steken vallen bij huurders met problemen’

trekken. Ook omdat de robotkat niet kan verhin-

deren dat meneer ’s nachts heel onrustig is en de

buren geen oog meer dicht doen. De politie komt

eraan te pas en meneer verdwijnt uit beeld. De

buren weten niet waar hij is, hoe het met hem is en

of er gewerkt wordt aan een oplossing voor zowel

hun nachtrust als die van meneer.

Uit onderzoek van Kennisinstituut mentale

gezondheid Trimbos over ggz-cliënten die thuis

ondersteuning krijgen, blijkt dat eenzaamheid

een groot probleem is: ‘Uit de nieuwe peilingen

van het panel Psychisch Gezien blijkt dat de

meeste panelleden nog steeds (erg) eenzaam

zijn en niet participeren zoals zij dat zouden

willen. Zij hebben bijvoorbeeld beduidend

minder vaak een betaalde baan en ervaren

een substantieel lagere kwaliteit van leven

dan anderen in de beroepsbevolking. Volgens

40% van de panelleden sluit de ondersteuning

niet goed aan bij hun psychische en sociale

behoeften.’ 

Desgevraagd laat Harrie Michon, wetenschap-

pelijk medewerker bij Trimbos weten dat

eenzaamheid bij thuiswonende mensen met

psychische problemen niet direct overlast hoeft

te veroorzaken. ,,Dit is vooralsnog op zijn minst

een onbewezen relatie.’’ Hij voegt eraan toe:

,,Deze mensen doen eerder te weinig dan te

veel van zich spreken om het zo maar eens te

zeggen.’’

Pieter van Hulten, is werkzaam bij Aedes

voor wonen en zorg. Hij schuift namens

de woningcorporaties geregeld aan bij

overleggen tussen rijksoverheid, gemeenten

en zorginstanties. Ook van Hulten durft geen

directe link tussen eenzaamheid en overlast

te leggen: ,,Wij kijken puur naar de feiten:

overlast door agressie en andere leefpatronen.

Eenzaamheid hoeft op zich geen overlast te

veroorzaken. We zien wel dat steeds meer

kwetsbare mensen met een laag inkomen bij

elkaar in de buurt komen te wonen. Die kunnen

elkaar niet helpen. Wij vinden vooral dat de

thuisbegeleiding voldoende moet zijn en op

niveau. De gemeente heeft daarin een regierol,

maar heeft daar niet genoeg middelen voor. Als

wijk zit je dan met een probleem.’’ Wat is goede

begeleiding? Van Hulten: ,,Dat hangt af van wat

mensen nodig hebben. Maar een kwartiertje per

week om te vragen hoe het gaat is duidelijk niet

voldoende.’’

PRIVACYOok de interpretatie van de privacywet

AVG belemmert goede ondersteuning,

vindt Van Hulten. ,,Alle partijen, dus politie,

zorg, gemeente en woningcorporatie,

voelen zich nu gehinderd door deze wet en

onbekendheid maakt dat men zich hier te vaak

achter verschuilt. Hierdoor kan bijvoorbeeld

iemand met een drankprobleem een woning

toegewezen krijgen boven een slijterij. Ik ben

van mening dat de gegevens die van belang

zijn met elkaar gedeeld moeten worden.

Aedes heeft samen met andere partijen* een

modelconvenant gegevensdeling opgesteld.

Het is echter nog steeds niet ingevoerd. Voor

een deel komt de krampachtigheid van de

andere partijen over gegevensdeling ook door

onzekerheid: wat mag nu eigenlijk wel en wat

niet. Zo staat in de Politiewet dat gegevens

wel met de gemeente maar niet met de

woningcorporatie gedeeld mogen worden.’’

Zuchtend: ,,Ondanks alle juristen aan tafel blijft

het een moeizaam proces.’’ 

Dat beaamt Harrie Michon van Trimbos:

,,We zien over het algemeen dat men huiverig is

om het fout te doen. Voor de ggz is het relatief

nieuw, nog steeds, om samen te werken met

andere partijen zoals professionals in het sociaal

domein. Je merkt dat het nog wennen is om

te bepalen wat ze wel en niet over en weer

kunnen delen. Wel groeit het bewustzijn bij

hulpverleners dat zij met name aan de cliënt

zelf moeten vragen wat die wil als het om zijn

gegevens gaat. Er zijn wel allerlei interessante

ontwikkelingen op dat gebied, zoals Psynet, een

digitale omgeving waarin de cliënt zijn eigen

netwerk onderbrengt en regisseert.’’

* GGZ Nederland, VNG, ministeries VWS,

J&V, BZK en het Verbindend Landelijk

OndersteuningsTeam (VLOT, opvolger van

het Schakelteam Verward Gedrag)

Wat kan iemand zelf doen tegen een neerwaartse spiraal van verward gedrag, (angst voor een) crisis, woonoverlast en dreigende huisuitzetting? Inzet van ervaringsdeskundige straatadvocaten en zelfinzicht door de hulp van ervaringsdeskundigen bij het maken van een crisiskaart kunnen erger voorkomen. 

door Jellie Kiefte / Tekstenzorg

Het Basisberaad in Rotterdam werkt met ervaringsdeskundigen.

Mensen die uit eigen ervaring weten hoe het is om kwetsbaar

te zijn, dakloos, psychisch ziek, verslaafd. Zij weten wat wel en

niet helpt in de zorgverlening en bieden hoop en houvast. 

Bijvoorbeeld voor mensen die dreigen dakloos te raken of

al op straat leven. ,,Meestal kunnen we een uitzetting nog

voorkomen’’, vertelt straatadvocaat Hanneke Oberman.

,,De mensen vertrouwen ons eerder dan de gemeentelijke

dienstverlening. Maar als ze pas drie dagen van te voren aan

ons vertellen dat ze het huis uitgezet worden lukt het ons

ook niet meer. Daar zijn we dan duidelijk in.’’

De straatadvocaten van het Basisberaad worden serieus

genomen door de gemeente en gewaardeerd als constructieve

meedenkers, aldus coördinator Aranka van der Velde. Hanneke

Oberman: ,,Als wij als straatadvocaten bepaalde problemen

vaker tegenkomen en merken dat dit ook het geval is bij

andere partijen in de maatschappelijke opvang, gaan we in

overleg met beleidsmedewerkers van de gemeente. Zoals

bij de ‘bankslapers’, thuislozen met een steeds kleinere kring

van sociale contacten waar ze terecht kunnen. Deze mensen

zijn moeilijker te helpen dan de ‘gewone’ dakloze, want er zijn

minder voorzieningen en trajecten voor. Het duurde even,

maar de gemeente krijgt er nu oog voor.’’  

De hulpverlening rond de crisiskaart ziet het Basisberaad

als een van hun belangrijkste taken. Opgevouwen heeft een

crisiskaart de grootte van een bankpas. Er staat op wat er

gedaan moet worden als de kaarthouder verward raakt.

Tabitha Mudde is crisiskaartconsulent. Zij draagt er zelf ook

een. ,,Alleen al het maken van een crisiskaart zorgt dat je

meer grip op je leven krijgt’’, vertelt ze. ,,Voorafgaand aan het

invullen van de crisiskaart wordt een crisisplan opgesteld.

Het is best confronterend als je precies moet omschrijven hoe

je je gedraagt tijdens een crisis. Maar een kaart kan verergering

voorkomen. Het is belangrijk dat bij de politie bekend is dat

iemand een crisiskaart draagt. Dan weten ze bijvoorbeeld wie

ze moeten inlichten, of dat ze niet zelf moeten komen als ze een

melding over die persoon krijgen. De crisiskaart en de schil van

hulpverlening eromheen is vaak de eerste stap naar herstel.’’

Basisberaad in Rotterdam is onderdeel van Zorgbelang

Inclusief. Meer informatie: www.basisberaad.nl

Extra informatie over de crisiskaart: www.crisiskaart.nl

Thuis beter in je vel dankzij straatadvocaat en crisiskaart

Pieter van Hulten, AEDES. (Foto: Aedes)

Vlnr: Aranka van der Velde, Tabitha Mudde en Hanneke Oberman,

Basisberaad Rotterdam. (Foto: Jellie Kiefte)

Page 3: OVER DE VERANDERINGEN IN DE ZORG - Zorgbelang Inclusief · ZORGKRANT OVER DE VERANDERINGEN IN DE ZORG COLOFON: De Zorgkrant is een uitgave van BDUmedia en wordt als bijlage bij onze

ZORGKRANT 2019 | PERSONEELSBEHOUD ZORG

door Jellie Kiefte / Tekstenzorg

,,Vaak denken zorgbestuurders niet na

hoe het komt dat de instromers zo snel

weer verdwijnen’’, zegt Terpstra. Ook het

behoud van ervaren krachten krijgt naar zijn

mening onvoldoende prioriteit in menig

directiebeleid. ,,Als ik uit verhalen hoor dat de

afdeling personeelszaken aan de IT-afdeling

moet rapporteren in plaats van aan directie,

dan is er iets mis.’’

Terpstra: ,,De bestuurder moet zorgen voor

een levensloopbestendig personeelsbeleid.

Maar de meeste zorg- en welzijnsinstellingen

zijn daar onvoldoende mee bezig. Daarom

voeren we als commissie gesprekken met

zorgaanbieders over de vraag wat goed

werkgeverschap inhoudt. We vragen door

naar de rol en positie van de medewerker

via de verpleegkundige adviesraden en

we zeggen tegen de bestuurders: kom

uit je bestuurlijke cocon, richt je op goed

werkgeverschap. Dat komt uiteindelijk ten

goede aan de cliënt.’’

Af en toe meewerken op de werkvloer

kan daarbij helpen. Terpstra doet dat

soms letterlijk als commissaris van

schoonmaakbedrijf CSU. ,,Vorig jaar heb

ik een dagdeel schoongemaakt in een

ziekenhuis. Het is goed om zo in de dagelijkse

werkelijkheid van zorgprofessionals te

stappen.’’

VASTHOUDENDe commissie Werken in de Zorg moet

de kwaliteit en voortgang van regionale

,,Zorg voor een levensloopbestendig personeelsbeleid”

D O E K L E T E R P S T R A O V E R I N S T R O O M E N B E H O U D ZO R G P E R S O N E E L

actieplannen aanpak tekorten (RAAT) in het

oog houden en stimuleren. De commissie

rapporteert hierover aan de minister De

Jonge van VWS die, mede op basis van

deze rapportages, in totaal 450 miljoen

beschikbaar stelt. Door alle acties moet in

2022 het personeelstekort fors afnemen.

Belangrijk voor de toekenning van de

gelden is, aldus Terpstra, dat alle betrokken

partijen laten zien dat ze samenwerken en

‘de sfeer van vrijblijvendheid en concurrentie

ontstegen zijn vanuit een gezamenlijk besef

van maatschappelijke verantwoordelijkheid.’

VERGIETDoekle Terpsta heeft, ten tijde van dit

interview, bijna de tweede ronde van

de voortgangsgesprekken met de 24

regiodelegaties van zorginstellingen,

zorgonderwijs en lokale overheden achter de

rug. Begin december wil Terpstra zijn tweede

rapport hierover naar minister en Tweede

Kamer sturen. Meer nog dan in het eerste jaar

moet de nadruk liggen op het vasthouden

van zorg- en verplegend personeel, betoogt

hij. Want aan de instroom van studenten

voor verzorging en verpleging ligt het niet,

dat onderdeel van het actieprogramma blijkt

succesvol. Terpstra: ,,In het hoger onderwijs

is zelfs sprake van een verdubbeling van het

aantal aanmeldingen voor verpleegkunde.

Maar de helft van die instromers is binnen

twee jaar opgestapt als ze met de praktijk

in aanraking zijn gekomen. We gebruikten

tijdens de bijeenkomsten het woord vergiet.

Dat werd ons niet in dank afgenomen dus die

conclusie was een schot in de roos. Daarom

hebben we dit jaar het thema ‘behoud’ tot

het centrale thema gemaakt. Hoe houd je de

ervaren én de nieuwe medewerker vast.’’

Waar ligt het dan aan dat jonge

zorgprofessionals zo snel weer opstappen?

Terpstra: ,,Wat ik vooral hoorde was dat

jonge instromers andere verwachtingen

hebben van de professionele werkelijkheid.

Zo hebben ze bijvoorbeeld geleerd om

zelfstandig te handelen maar dit blijkt in

de praktijk toch niet zo te werken. En dus

stappen ze over naar een ander beroep.’’

Hoe kunnen de zorg- en onderwijs-

instellingen dat probleem aanpakken?

,,In alle gesprekken hierover duikt de

term onboarding op’’, zegt Terpstra, en

trekt een scheef gezicht vanwege het

managementjargon. ,,In gewoon Nederlands:

een goede landing in de werkomgeving.

Het besef begint te komen dat er intensiever

samengewerkt moet worden tussen zorg-

onderwijs en zorgsector. Er zijn wel enkele

projecten, zoals in Zeeland, waarbij de

student eerder met de zorgpraktijk in aan-

raking komt. Maar deze projecten laten nog

geen vermindering van de uitstroom zien.’’

Jonge zorgprofessionals vasthouden

voor de zorg kan ook als zorginstellingen

minder krampachtig omgaan met nieuwe

ontwikkelingen, vindt Terpstra. ,,Bijvoorbeeld

over de inzet van zzp’ers. Zie ze als kans,

niet als bedreiging. Er zijn leuke initiatieven

voor platforms op dat gebied. Of werk als

instellingen samen in een constructie zoals

bij de Werkgeverij in Gelderland: een soort

banencarrousel in de zorg. Zodat jonge

zorgmedewerkers een andere tak van zorg

kunnen proberen, wat kan voorkomen dat ze

de zorg vaarwel zeggen.’’

VRIJGEVOCHTENHEIDDe zorg klaagt al jaren over overbodige regels

in de zorg waardoor werkplezier verdwijnt

en de kans op ziekteverzuim toeneemt.

Het programma (Ont)Regel de Zorg moet

werken aan oplossingen. Tegelijkertijd

legt de landelijke overheid soms toch

weer nieuwe regels op. Zorginstellingen

in Brabant weigerden daarom vorig jaar

een nieuwe registratieregeling van de

Nederlandse Zorgautoriteit uit te voeren: ze

vreesden dat het werk eronder zou lijden en

dat de regeling zou leiden tot vertrek van

medewerkers.

Wat vindt u van zo’n weigering?

Doekle Terpstra: ,,Ik hou wel van dat soort

vrijgevochtenheid. Begrijp me goed, ik ben

niet voor anarchie maar als je helder kunt

maken dat jouw weigering de zorg ten goede

komt: vooral doen en niet terugschrikken

voor een professionele dialoog hierover met

de overheid.’’

,,Rijksregelgeving moet helpen, niet

belemmeren’’, vindt Terpstra. ,,Zo weinig

mogelijk van bovenaf opleggen. Het heeft

veel meer effect als het management met

de medewerkers meedenkt over de mate

en richting waarin die zich verder willen

ontwikkelen. Dan kun je in teamverband

ook veel meer gebruik maken van elkaars

kwaliteiten.’’

Het personeelstekort in de zorg is een groot probleem. Er komen veel nieuwe medewerkers bij maar de helft daarvan is binnen twee jaar weer vertrokken. Ook het ziekteverzuim blijft onverminderd hoog. Oud-vakbondsman Doekle Terpstra, voorzitter van de commissie Werken in de zorg, vindt dat zorgbestuurders meer moeten doen om hun mensen vast te houden voor de zorg. ,,Kom uit je bestuurlijke cocon.’’

Doekle Terpstra, voorzitter commissie Werken in de Zorg. (Foto: Techniek Nederland)

ZIEKTEVERZUIM IN DE ZORGOngeveer 1,2 miljoen mensen werken in de zorg (circa 13% van

de werkzame beroepsbevolking in Nederland). Bron: Zorgen voor

thuiswonende ouderen, SCP, april 2019.

Het ziekteverzuimpercentage is structureel hoger in zorg en

welzijn dan bij overige bedrijfstakken. In 2018 bedroeg het landelijk

percentage 4,3 procent tegenover 5,7 procent voor de gehele sector

zorg en welzijn. Bron: AZW Nieuwsflits juni 2019.

VERZUIM INNOVATIEVE AANPAK IN DE OUDERENZORG VAN EDE EN ARNHEMDe ouderenzorg in zorgkantoorregio Arnhem kent een gemiddeld

verzuim van 6,6 procent. Aviva Nethe, projectleider bij Zorgbelang

Inclusief, ondersteunt het Regionaal Actieplan Aanpak Tekorten (RAAT)

van Midden- Zuid en Zuidwest- Gelderland voor 12 ouderenorganisaties

bij een innovatieve aanpak naar het verzuim. Opdrachtgever is woon-

en zorgcentrum Het Maanderzand in Ede en wordt getrokken door

bestuurder Jolien Kohlmann-Bins. Belangrijk is dat naast medewerkers en

leidinggevenden ook bewoners en mantelzorgers worden betrokken

bij het vraagstuk van verzuim. Nethe: ‘Zowel medewerkers als bewoners

benoemden het belang van gehoord en gewaardeerd worden door

collega’s en leidinggevenden. De vraag hoe het echt met je gaat wordt te

weinig gesteld. Als dit tekort aan interesse wordt gevoegd bij het natuur-

lijke verantwoordelijkheidsgevoel van een zorgmedewerker, dan ligt

verzuim op de loer.’ De oplossingen die tijdens denksessies werden aan-

gedragen lijken soms simpel maar kunnen heel doeltreffend zijn, aldus

Nethe. ‘Bijvoorbeeld het invoeren van een basisrooster of bij een team-

overleg een persoonlijk vragenrondje. We hebben al veel bereikt maar

we zijn nog niet klaar. Tot begin 2020 vinden de laatste sessies plaats,

waarna we de meest innovatieve oplossingen gaan uitvoeren in de

praktijk.’ Meer over het actieprogramma van RAAT Gelderland “Waard

om voor te werken”, zie https://waardomvoortewerken.wzw.nl/de-

actielijnen/verzuim-innovatieve-aanpak-ede-arnhem/ of neem contact op

met Aviva Nethe, [email protected], 06 – 281 04 581.

Page 4: OVER DE VERANDERINGEN IN DE ZORG - Zorgbelang Inclusief · ZORGKRANT OVER DE VERANDERINGEN IN DE ZORG COLOFON: De Zorgkrant is een uitgave van BDUmedia en wordt als bijlage bij onze

ZORGKRANT 2019 | RAAD VAN OUDEREN

Wim van Minnen is zeventig jaar, adviseert als lid van de Raad van Ouderen de regering en heeft bestuur(der)s- en levenservaring in de zorg. ,,Je mag me uit bed bellen voor de kwetsbaren’’, zegt hij. Aan het einde van het gesprek blijkt dat dit geen loze kreet is. Bijna terloops vertelt hij dat zijn vrouw onlangs overleden is en twee jaar geleden zijn dochter met ernstige meervoudige beperkingen. Het echtpaar sliep in de slaapkamer naast die van hun dochter. ,,Dan waren we er snel bij als ze ons nodig had.’’ 

door Jellie Kiefte / Tekstenzorg

Van Minnen oogt kwiek en fit. Over de

ochtendgymnastiek en geheugentraining van

Omroep Max is hij dan ook zeer te spreken.

,,Fantastische omroep’’, knikt hij tevreden.

,,Mensen doen daar ten onrechte lacherig

over. Ik vind het verstandig dat Max deze

programma’s aanbiedt: televisieomroepen

bereiken hierdoor zowel de beter opgeleide als

de laaggeletterde ouderen die vaak eerder met

gezondheidsklachten te maken hebben.’’

De zorg voor laaggeletterde ouderen is een

thema dat regelmatig terugkeert tijdens

het gesprek. Het steekt Van Minnen dat de

goedopgeleide meerverdieners jaren langer

in goede gezondheid ‘uit de pensioenpotten

kunnen trekken’ dan mensen met een krap

inkomen die, zeker als ze niet goed kunnen

lezen en schrijven, hun gezondheid niet goed

in de gaten kunnen houden. ,,Ik zie dat als

onrecht.’’

Hij wijst op de Wet Publieke Gezondheid die

gemeenten verplicht zich ook in te spannen

voor ouderengezondheidszorg door, aldus

de wet, het ‘op systematische wijze volgen en

signaleren van gezondheidsbevorderende

en -bedreigende factoren’. Van Minnen:

,,Laaggeletterdheid brengt de gezondheid

in gevaar. Deze mensen gaan gemiddeld

zeven jaar eerder dood. Slechts 40 procent

van de gemeenten voert die wettelijke taak

aantoonbaar uit, laat staan dat ze zich in hun

activiteiten speciaal richten op laaggeletterden.’’

ZORGERVARINGWim van Minnen heeft tot dusverre zijn

ervaring met ouderen en mensen met een

handicap kunnen gebruiken in zijn werk

en bestuursfuncties. Van 1996 tot 2004 was

hij directeur van de Chronisch Zieken en

Gehandicaptenraad, inmiddels Ieder(in)

geheten. Daarna werd hij directeur van CSO,

de landelijke koepel van ouderenorganisaties.

Momenteel is hij voorzitter van Per Saldo,

de vereniging van mensen met een

persoonsgebonden budget (pgb). Van Minnen:

,,Het pgb was voor ons persoonlijk een

geweldige oplossing. Daardoor hebben vijf

vrouwen ons jarenlang kunnen helpen met de

zorg thuis voor onze dochter, die functioneerde

op het niveau van een kindje van vier maanden.

We hebben met volle overtuiging voor haar

gezorgd. De buitenwereld vroeg ons wel of het

“Je mag me uit bed bellen voor de kwetsbaren in ons land”

N I E T O V E R M A A R M É T O U D E R E N P R AT E N

niet erg zwaar was voor ons. Zo hebben wij

dat nooit ervaren.’’ 

Ook de mensen die te kampen hebben met

psychische aandoeningen vinden in Van Minnen

een betrokken meedenker omdat hij lid is

van de Raad van Toezicht AKWA GGZ namens

stichting MIND. En de kwetsbare oudere, die

heeft zijn volle aandacht. Van Minnen: ,,Ik heb,

nadat ik in mijn werkzame leven lang vooral

landelijk bezig was, mij nu lokaal verbonden

aan ouderenbond Cosbo Utrecht, als voorzitter.

En ook op de ouderengym hoor ik veel. Ik

mag erop aangesproken worden dat ik de

kwetsbaren vertegenwoordig. Je mag me

ervoor uit bed bellen.’’ 

RAAD VAN OUDERENCosbo Utrecht droeg Van Minnen voor als lid

van de Raad van Ouderen.  De raad bestaat

uit elf ouderen die ook actief zijn in regionale

en landelijke ouderennetwerken. ,,Heel

deskundige mensen in verschillende disciplines

en afkomstig uit het hele land, niet alleen uit de

randstad’’, zegt Van Minnen tevreden. 

De raad werd vorig jaar oktober opgericht naar

aanleiding van het Pact voor de Ouderenzorg

met als belangrijk uitgangspunt dat er niet meer

over maar vooral met ouderen gesproken wordt

over ouderenzorg. Van Minnen: ,,Minister Hugo

de Jonge omarmde het pact ouderenzorg en

de Raad van Ouderen. Hij vraagt  om advies en

stuurt onze adviezen ook mee naar de Tweede

Kamer.’’

Gebeurt er dan ook echt wat met die adviezen?

Van Minnen zegt voorzichtig: ,,Misschien is

het nog te vroeg om daar nu al wat van te

merken. Ja, je hebt gelijk, het is wel vreemd

dat we niet gevraagd zijn om zitting te nemen

in de Commissie Zorgen voor thuiswonende

Ouderen, nu onder leiding van Wouter Bos.

Wel zullen we binnenkort een gesprek met

deze commissie hebben. We gaan als Raad

van Ouderen in ieder geval onszelf evalueren:

is onze inbreng praktisch genoeg en doet het

ertoe? Zijn we zichtbaar?’’

KNELPUNTENVerwacht wordt dat de commissie van

Wouter Bos eind december met voorstellen

komt naar aanleiding van het rapport

‘Zorgen voor thuiswonende ouderen’ van het 

Sociaal Cultureel Planbureau. Het hoofdstuk

‘Knelpunten’ in deze kennissynthese is zeer

uitgebreid. Zijn de knelpunten herkenbaar?

,,Oh ja, allemaal’’, knikt Van Minnen.

,,Inderdaad gaan mensen vaak te laat

nadenken over hun woning en de oude

dag. Gisteren sprak ik nog drie echtparen: 

verstandige mensen, de zeventig gepasseerd,

hebben hun huizen laten opknappen, maar…

niet levensloopbestendig.’’

Geschikte aangepaste huurwoningen voor

ouderen en mensen met beperkingen

laten soms te lang op zich wachten, zeker

in Utrecht. ,,Wij denken dat dit ook ligt aan

de registratie van de woningvoorraad door

woningcorporaties. Kijk alleen maar naar de

verschillende omschrijvingen die er zijn van

rolstoelwoning. Woningcorporaties hebben

de geschiktheid van woningen voor ouderen

of mensen met beperkingen vaak niet goed in

beeld. Daar moeten gemeenten met ze over in

gesprek.’’

 

‘ZORGVAL’De slechte aansluiting van de huidige

zorgwetten op elkaar, vindt Van Minnen

eveneens een groot probleem. Zoals de

zogenaamde ‘zorgval’ als je vanuit de

Zorgverzekeringswet (Zvw) of de gemeentelijke

Wmo naar de Wet langdurige zorg (Wlz) wordt

verwezen voor hulp.  Mensen krijgen thuis

minder uren zorg zodra ze met een Wlz-indicatie

op de wachtlijst staan voor het verpleeghuis.

En de eigen bijdrage Wlz is ook hoger dan die

van de Zvw. Dus kans op minder zorg thuis

terwijl je meer moet betalen.  Minister De Jonge

denkt aan een wetswijziging om dit op te

lossen. Van Minnen: ,,Ik heb ook gehoord

dat hij sowieso denkt aan een andere inrichting

van de zorgwetgeving. Eén die uitgaat van

regionale bekostiging.’’

Wéér nieuwe zorgwetten?

Moeten we dat willen?

,,Misschien toch nog niet zo gek’’, betoogt

Van Minnen. ,,De inrichting van de zorg is nu

ook al deels regionaal. We denken erover als

Raad van Ouderen of we de regering hierin

ook kunnen adviseren.’’ 

ZORG STRAKSHet meest urgente knelpunt: zijn er over

20 jaar nog genoeg professionele handen

aan het bed? En vrijwilligers of naasten die

kunnen helpen?

,,We worden allemaal ouder en de meeste

mensen blijven relatief lang gezond maar op

termijn is genoeg menskracht in de verzorging

en de mantelzorg een groot probleem’’,

zegt Wim van Minnen. ,,Handig wonen

helpt en robotisering ook, maar dat lost dit

zorgvraagstuk niet voldoende op. Hiervoor is

geen makkelijke oplossing voorhanden. Ik zie

het als stukjes van een puzzel die we in elkaar

moeten gaan passen. Een betere voorbereiding

op het ouder worden past daarbij, door gezond

te leven en tijdig de woning aan te passen.

Maar er kan ook best een groter beroep gedaan

worden op vitale gepensioneerden.’’

De regering kan en hoeft niet alles op te lossen,

wil Van Minnen maar zeggen. ,,Als Raad van

Ouderen denken we graag mee vanuit het

ouderenperspectief. Eigenlijk zou bij iedere

commissie die plannen maakt voor ouderen

ook de stem van ouderen zelf gehoord moeten

worden. Zij zijn de ervaringsdeskundigen.’’

Adviezen Raad van Ouderen:

www.beteroud.nl/raad-van-ouderen

Wim van Minnen, lid Raad van Ouderen.

(Foto: Jellie Kiefte)

Page 5: OVER DE VERANDERINGEN IN DE ZORG - Zorgbelang Inclusief · ZORGKRANT OVER DE VERANDERINGEN IN DE ZORG COLOFON: De Zorgkrant is een uitgave van BDUmedia en wordt als bijlage bij onze

ZORGKRANT 2019 | WET ZORG EN DWANG

Alleen onvrijwillige zorg alsW E T ZO R G E N D WA N G B I J D E M E N T I E V O O R E N AC H T E R D E V O O R D E U R

zelf verpleegkundige geweest en vind het een

normaal protocol dat gevolgd moet worden.

Het gaat tenslotte over ingrijpende zaken,

namelijk over de vrijheid van de mens.’’ 

Ze vertelt over een meneer met dementie die

jarenlang ingesloten werd op zijn afdeling in

het verzorgingshuis omdat hij een keer later

terugkwam van een tochtje dan verwacht.

,,Het bleek dat hij op de terugweg zijn oude café

herkende en daar is hij toen de tijd vergeten.’’

Er zijn vaak betere oplossingen te vinden voor

iemand die letterlijk en figuurlijk de weg en

de tijd kwijtraakt, stelt ze. ,,Ons advies: bel

bijvoorbeeld van te voren de wijkagent om

zijn gegevens in het wijksysteem te zetten.

Een kaartje met naam en adres in de zak werkt

ook, of een gps-tracker. Er is veel mogelijk.

Zoek met de casemanager dementie naar

passende oplossingen.’’

GRIJS GEBIEDVoor de mensen die verward gedrag vertonen

en hierbij het risico lopen zichzelf of anderen

in gevaar te brengen kan zowel onder de Bopz

als straks onder de Wzd en de Wvggz een

spoedmaatregel afgegeven worden door de

burgemeester: de inbewaringstelling (ibs) zodat

iemand tegen zijn zin opgenomen kan worden.

De burgemeester doet dit op verzoek van een

psychiater. 

Liesbeth Spies, burgemeester van Alphen aan

den Rijn en voorzitter van de Raad van Toezicht

van Alzheimer Nederland daarover: ,,Ibs is

soms nodig bij mensen met dementie’’, zegt ze.

,,Bijvoorbeeld als ze weigeren naar een gesloten

afdeling van een verzorgingsinstelling

te worden gebracht.’’ Hoe vaak ze verhoudings-

gewijs voor deze groep een ibs moet afgeven

kan ze niet zeggen. 

Julie Meerveld schat in dat het bij 10 tot

15 procent van meldingen aan de politie gaat

om mensen met dementie,  afgaand op cijfers

uit Amsterdam. Onder verwardheid vallen

veel uitingen van abnormaal gedrag.

Dat maakt de registratie onduidelijk. Een

ander probleem voor nauwkeuriger registratie

is de overlap tussen de doelgroepen van de

Wet zorg en dwang en de Wet verplichte ggz.

Iemand met psychiatrische problemen kan

ook een verstandelijke beperking hebben en/

of dementie. Of andersom. Wat veroorzaakt

dan de verwardheid en onder welke wet wordt

vervolgens de onvrijwillige zorg gegeven?

Mede vanwege dit grijze gebied zijn zowel Spies

als Meerveld blij dat 2020 een overgangsjaar is

waarin al doende geleerd kan worden. Spies:

,,Ik begrijp de wens van onderzoekers wel dat

betere registratie nodig is, maar het is in de

praktijk lastig te realiseren. Laat het niet zo

zijn dat de politieagent de diagnose moet

stellen en moet uitzoeken waar de verwardheid

vandaan komt.’’

Ze stelt dat door de komst van beide wetten

mensen hun plek in de samenleving kunnen

behouden omdat de zorg zolang mogelijk thuis

gegeven kan worden. ,,Ambulantisering wordt

vaak afgedaan als een bezuiniging maar ik

verzet me tegen dat beeld. Want het is heel fijn

als je zolang mogelijk in je eigen vertrouwde

omgeving kunt blijven wonen.’’ Dat moet wel

verantwoord zijn, erkent ze. ,,Op het moment

dat iemand met dementie bij de burgemeester

terecht komt voor een ibs hebben we ergens

anders een afslag gemist.’’

UITPUTTINGOnder de nieuwe Wet zorg en dwang is de

zorgaanbieder verantwoordelijk voor de

uitvoering van de (onvrijwillige) zorg volgens

het zorgplan. In de thuissituatie kan deze

gedwongen zorg ook door naasten worden

gegeven. ,,De zorgaanbieder moet zich ervan

vergewissen dat de persoon aan wie de

De thuiszorgmedewerker draait bij het weggaan de deur op slot, op verzoek van de bezorgde kinderen. Dan kan vader of moeder niet weer op dwaaltocht gaan in de wijk. Dit is insluiting, ondanks alle goede bedoelingen. De Wet zorg en dwang zorgt voor een andere kijk op onvrijwillige zorg en knellende bezorgdheid: nee, tenzij. 

door Jellie Kiefte / Tekstenzorg

De Wet zorg en dwang (Wzd)  bepaalt straks

of iemand met een verstandelijke beperking

of een psychogeriatrische aandoening, zoals

dementie, noodzakelijke zorg mag krijgen waar

deze persoon of zijn vertegenwoordiger niet

duidelijk mee instemt of zich tegen verzet.

Dit wordt onvrijwillige zorg genoemd. Voordat

onvrijwillige zorg verleend mag worden moet

de zorgorganisatie via een stappenplan zoeken

naar betere alternatieven. Na drie maanden

moet gekeken worden of de onvrijwillige zorg

nog nodig is. De wet gaat in op 1 januari 2020

en vervangt, samen met de Wet verplichte ggz

(Wvggz) de Bopz (Wet Bijzondere opnemingen

psychiatrische ziekenhuizen). In beide wetten

kan, in tegenstelling tot de Bopz, onvrijwillige

zorg ook thuis gegeven worden onder

verantwoordelijkheid van de zorginstelling.

VRIJHEIDJulie Meerveld, manager belangenbehartiging

bij Alzheimer Nederland verwacht dat

de Wet zorg en dwang zorgt voor betere

rechtsbescherming van de cliënt, ook in de

thuissituatie. Ze wijst erop dat onvrijwillige

zorg te lang gewoon werd gevonden. ,,Door

de komst van de Wet zorg en dwang gaan

zorgmedewerkers zich verdiepen in wat

onvrijwillige zorg is.’’ 

Dat geldt ook voor de mantelzorger want

zorgen voor je naaste met dementie houdt in

dat je steeds meer zorgen krijgt en meer zorg

moet gaan bieden dan gebruikelijk is. Meerveld:

,,Ik ben mij ervan bewust dat veel mantelzorgers

uit bezorgdheid vragen om vrijheidsbeperking.

Maar dat is niet altijd de juiste oplossing.

Daarom gaat nu, met deze wet als leidraad, het

gesprek gevoerd worden met alle betrokkenen -

zo mogelijk ook met de persoon zelf - of het niet

anders kan en of er geen alternatieven zijn.’’

Want dat is de kern van de nieuwe wet: nee,

tenzij. Onvrijwillige zorg mag niet, behalve als

er kans is op ‘ernstig nadeel’ voor de persoon

of diens omgeving en er echt geen andere

oplossingen zijn dan vrijheidsbeperking of

gedwongen zorg. 

De directeuren van belangenorganisaties voor

medici en zorgmedewerkers hebben in een

brief aan de minister hun zorgen geuit over de

uitvoerbaarheid van de wet in de thuissituatie.

Julie Meerveld is hier nuchter over: ,,Ik draai

het om: stel dat het jou overkomt? Hoe zou jij

het vinden als je beperkt wordt in je vrijheden

zonder dat ooit wordt gekeken of het nog nodig

is? Die stappen in het stappenplan zijn gewoon

professioneel, daar is niets vreemds aan. Ik ben

onvrijwillige zorg wordt overgelaten in staat is

die taak uit te oefenen en de consequenties van

zijn handelen goed kan overzien,” staat in het

ontwerpbesluit van de wet. 

HUISELIJK GEWELDMaar wat gebeurt er als deze naaste door

toenemende uitputting die consequenties van

gedwongen zorg steeds minder kan overzien

maar dit voor zichzelf nog niet wil toegeven?

Steeds sneller insluiten, vastbinden of erger:

het is niet ondenkbaar dat excessen te laat

worden opgemerkt door de zorgaanbieder.

Biedt de Wzd in zo’n geval een oplossing?

Zowel Spies als Meerveld zien de risico’s van

oververmoeidheid bij de mantelzorger.

Liesbeth Spies: ,,Dementie kan leiden tot

huiselijk geweld door onmacht van de

mantelzorger. Het uitgangspunt van de Wet

zorg en dwang is om het vooral niet zover te

laten komen. In een huiselijke situatie is nogal

eens sprake van een glijdende schaal: uit liefde

voor de partner- want vaak is het de partner-

wordt nogal eens gezegd: ‘Ik red het nog wel

even’. Daarom is het bijhouden in het zorgplan

van verontrustende signalen en uitbarstingen,

waardoor de gedwongen zorg nodig is, zo

belangrijk: daardoor kun je het bespreekbaar

maken naar elkaar. Die terughoudendheid van

de mantelzorger is overigens begrijpelijk: juist

omdat je zo dichtbij staat kijk je achteruit in

plaats van vooruit.’’

Julie Meerveld wijst op het belang van de

Alzheimer Cafés die mensen met dementie

en hun naasten gaan informeren over de

consequenties van de Wzd waarbij onvrijwillige

zorg door de naaste uitgevoerd kan worden.

Misstanden in huis door oververmoeide

mantelzorgers moeten en kunnen voorkomen

worden, zegt ze, als er op tijd iets wordt gedaan

met de signalen die op toenemende uitputting

wijzen. ,,We hebben kortgeleden een groot

Julie Meerveld, manager belangen-

behartiging Alzheimer Nederland.

(Foto: Janita Sassen)

Page 6: OVER DE VERANDERINGEN IN DE ZORG - Zorgbelang Inclusief · ZORGKRANT OVER DE VERANDERINGEN IN DE ZORG COLOFON: De Zorgkrant is een uitgave van BDUmedia en wordt als bijlage bij onze

ZORGKRANT 2019 | WZD

het echt niet anders kanonderzoek onder mantelzorgers uitgevoerd

en slechts vier procent ontvangt respijtzorg,

vervangende zorg waardoor mensen op adem

kunnen komen. Vier procent! Zo weinig! Daar

schrok ik wel van. Er is voor ons dus nog een

wereld te winnen: kennis overdragen over wat

er mogelijk is aan respijtzorg en uitzoeken wat

passend is voor iedere individuele situatie. En

gemeente, wijkverpleegkundige of huisarts, ze

moeten tijdig de mogelijkheid van respijtzorg

bespreken met de mantelzorger.’’ 

CASEMANAGEMENT Meerveld wijst op het geringe gebruik van

casemanagement bij dementie, terwijl juist

een casemanager de mantelzorger kan helpen:

,,Slechts 30 procent van de ondervraagden

krijgt hulp van een casemanager dementie.

Vraag erom bij de huisarts, die boodschap kan

ik niet genoeg herhalen. Casemanagement

wordt betaald uit de basisverzekering. De

casemanager komt bij de mensen thuis, helpt

bij het aanvragen van hulp vanuit verschillende

wetten en heeft veel verstand van het

ziekteproces. De casemanager kan ook goed

helpen bij mensen met dementie die zelf door

hun ziekte geen ziekte-inzicht hebben. En de

casemanager ondersteunt de mensen om vooral

te blijven bewegen en mee te blijven doen in de

samenleving.’’

Ook wijst ze op de samenleving die kan helpen

om zolang mogelijk in de vertrouwde omgeving

te blijven wonen, zeker als de mensen je

daar kennen. Maar ook als dat niet het geval

is kunnen omstanders helpen, zegt ze. ,,Het

is vooral belangrijk dat omstanders kennis

hebben van dementie en weten hoe ze moeten

omgaan met mensen die het zelf even niet

meer weten.’’ Liesbeth Spies vertelt desgevraagd

trots dat in Alphen aan den Rijn hard gewerkt

wordt aan dementievriendelijkheid:  ,,Vooral de

supermarkten, die zijn heel goed bezig.’’ 

VLOT TREKKENIn haar werk als burgemeester is Spies

verantwoordelijk voor openbare orde en

veiligheid in haar gemeente. Mensen die gevaar

veroorzaken maar eigenlijk zorg nodig hebben

moeten zo min mogelijk in aanraking komen

met handhavers van orde en veiligheid, vindt

ze. Daarom hamert ze in al haar functies op

het belang van preventie en vroegsignalering

bij verward gedrag ‘om erger te voorkomen, in

ieders belang.’ 

Spies was onder meer Tweede Kamerlid (CDA)

en korte tijd minister in het kabinet Rutte II.

Al vanaf 2013 is Liesbeth Spies voorzitter van

de Raad van Toezicht van Alzheimer Nederland.

Den Haag weet haar snel te vinden als het

mensen met verward gedrag betreft. Spies

werd in 2015 voorzitter van het Aanjaagteam

Verwarde Personen, de adviezen daarvan

werden in de jaren daarna onder leiding van

Onno Hoes uitgewerkt in het Schakelteam

Personen met Verward Gedrag en worden

nu per veiligheidsregio doorontwikkeld

in VLOT. VLOT is het Verbindend Landelijk

OndersteuningsTeam met het oog op meer

en betere ‘levensbrede hulp’ voor kwetsbare

mensen in de samenleving. Liesbeth Spies trekt,

samen met de Rotterdamse wethouder Sven de

Lange, de kar van VLOT en fungeert als landelijk

aanspreekpunt voor de veiligheidsregio’s.

,,Dementie gaat ons in Nederland voor grote

vraagstukken plaatsen’’, zegt Spies stellig.

,,We moeten er echt mee aan de slag. Daarom

ben ik zo blij met Alzheimer Nederland: die doet

niet alleen landelijk onderzoek naar dementie

maar is er ook voor de individuele begeleiding

van patiënten en hun naasten. Ik zie mijn

voorzitterschap  als mijn vrijwilligerswerk voor

de zorg want ik ben beter in besturen dan in

directe zorgverlening. En door mijn werk als

burgemeester merk ik wat dementie doet in de

samenleving.’’

WET ZORG EN DWANG (WZD) 

Het stappenplan inclusief een korte samenvatting van de wet en de omschrijving van

de negen situaties die in de Wzd worden omschreven als onvrijwillige zorg:

www.vilans.nl/vilans/media/documents/producten/stappenplan-wet-zorg-en-dwang.pdf

Voor zorgverleners is de alternatievenbundel vrijheidsbeperking van Vilans een aanrader:

www.vilans.nl/vilans/media/documents/producten/alternatievenbundel-vrijheidsbeperking.pdf 

Nieuwe en gewijzigde functies in de Wzd, zie www.zorgvoorbeter.nl/onvrijwillige-zorg/

wie-doet-wat, waaronder de functie van cliëntvertrouwenspersoon.

DEMENTIE

WAAROM IN DIT ARTIKEL DE NADRUK OP DEMENTIE?In dit artikel is voor de uitwerking van de Wet zorg en dwang het accent gelegd op de

psychogeriatrische doelgroep en dan met name dementie omdat bijna iedereen in Nederland

te maken heeft (gehad) met dementie in familie- of kennissenkring. Niet zo vreemd, want

een op de vijf mensen krijgt dementie. Nederland telt op dit moment ruim 280.000 mensen

met dementie. In 2040 verwacht men dat ruim een half miljoen mensen  een vorm van deze

hersenziekte hebben, aldus Alzheimer Nederland.

 

WAT IS DEMENTIE?Alzheimer Nederland: ‘Dementie is een verzamelnaam voor ruim vijftig ziektes. Deze ziektes

tasten de hersenen aan en zorgen voor een geleidelijke achteruitgang van iemands geestelijke

gezondheid. De meest voorkomende soorten dementie zijn alzheimer, vasculaire dementie,

frontotemporale dementie en Lewy body dementie.’

Meer informatie op dementie.nl en alzheimer-nederland.nl

Over de Wet zorg en dwang voor mensen met dementie en hun naasten, casemanagement

dementie en respijtzorg is veel informatie te vinden op www.dementie.nl via de zoekfunctie op

deze termen. Het zeer informatieve boekje over casemanagement ‘Helden achter de voordeur’

is te bestellen of als pdf te downloaden via www.alzheimer-nederland.nl/casemanagement.

Ook geeft Alzheimer Nederland informatie over de nieuwe wet in Alzheimer Cafés.

Voor een informatiebijeenkomst in de buurt zie www.alzheimer-nederland.nl, tabje ‘in

uw regio’, of bel 033-303 25 02. De Alzheimer Telefoon 0800 5088 (gratis) biedt dagelijks

van 09.00 tot 23.00 uur een luisterend oor bij dementie.

Liesbeth Spies, burgemeester Alphen aan den

Rijn, aanspreekpunt Verbindend Landelijk

OndersteuningsTeam en voorzitter Raad van

Toezicht Alzheimer Nederland. (Foto: Martin Sharrot)

TRAININGEN EN VERTROUWENSWERK WZD 

Zorgbelang Inclusief heeft op verzoek van het ministerie van VWS trainingen en

producten ontwikkeld om gesprekken met professionals en naasten te kunnen voeren

over alternatieven voor onvrijwillige zorg.

Zie ook www.zorgbelanginclusief.nl/ons-werk/de-wet-zorg-en-dwang/ of bel 088 9294 000.

Vier organisaties gaan per 1 januari 2020 landelijk het vertrouwenswerk uitvoeren voor

cliënten die onder de Wzd vallen. In Midden-Nederland wordt dit werk nu opgestart door 

Zorgstem (van AKJ) en Adviespunt Zorgbelang. 

Vanaf 1 januari 2020 wordt contact opgenomen met zorgaanbieders in de regio’s om

nadere afspraken te maken over de cliëntvertrouwenspersonen, hun werkwijze en

contactgegevens.

Page 7: OVER DE VERANDERINGEN IN DE ZORG - Zorgbelang Inclusief · ZORGKRANT OVER DE VERANDERINGEN IN DE ZORG COLOFON: De Zorgkrant is een uitgave van BDUmedia en wordt als bijlage bij onze

ZORGKRANT 2019 | LEEFSTIJL OUDERE MIGRANTEN

,,Heel lekker, maar nee zeggen is er niet bij’’ 

HEEL HOLLAND BAK T-WINNARES ANNA YILMAZ OVER DE LUSTEN EN LASTEN VAN DE TURKSE EE TCULTUUR

,,Oh ja, de hele Turkse eetcultuur is één en al deeg en suiker. Als ik terugga naar Nederland ben ik altijd minstens een kilo aangekomen. Maar het is zó lekker, die broodjes daar, altijd van witmeel, met die volvette romige kaas, honing, dille…’’  

door Jellie Kiefte / Tekstenzorg

Anna Yilmaz krijgt een wazige blik in de ogen

als ze één van de vele Turkse heerlijkheden

tot in detail beschrijft. Geboren en getogen

in Nederland met een Turkse vader en een

Nederlandse moeder is ze enerzijds opgegroeid

met rauwkost in haar lunchtrommeltje op

de basisschool (,,Ik keek altijd jaloers naar de

andere kinderen met witte boterhammen

en chocopasta’’) en anderzijds met baklava

als ze bij haar Turkse familie op bezoek

ging. Haar eigen bakboek ‘Veel lekkers van

Anna’, de hoofdprijs na het winnen van de

televisiebakwedstrijd Heel Holland Bakt, is dan

ook te beschouwen als hét prototype van de

uitdrukking ‘het beste van twee werelden’. 

Een voorbeeld daarvan pronkt op een tafeltje

in Het Brood Atelier in Amersfoort. Michel

Panbakker, de eigenaar van deze ontbijt- en

lunchgelegenheid, neemt een hap van de

baklava (in het boek: Anna’s notentaart) en knikt

goedkeurend: ,,In eerste instantie denk ik: waar

is dat suikermengsel dat in baklava hoort.

Maar in jouw versie maakt die banketbakkers-

room het weer helemaal goed. ,,Ja, klopt’’, knikt

Anna. ,,Er zit minder suiker in dan in gewone

baklava en voor de bodem gebruik ik ook iets

minder suiker dan in de normale recepten voor

harde wenerdeeg. En je kunt ook margarine in

plaats van gesmolten roomboter over de vellen

yufkadeeg strijken, dan is het nog magerder,

maar dat vind ik minder lekker. Ik heb mijn

Turkse buren laten voorproeven toen ik dit voor

de halve finale van Heel Holland Bakt aan het

maken was. Hoe verzin je het, was hun reactie,

maar ze vonden het een leuke vondst en vooral

heel lekker.’’ 

CULTUURDINGInderdaad, té lekker: het eerste stukje smaakt

naar meer en heeft dezelfde uitwerking op de

speekselklieren als gewone baklava. Baklava

mag niet ontbreken op Turkse feesten en slechts

één stukje nemen wordt niet geaccepteerd.

,,Oh ja, dat is echt zo’n cultuurding’’, zegt Anna.

,,Laatst trouwde mijn nichtje in Istanbul. Ik heb

wel tien stukken baklava gegeten. Zo lekker.

Thuis doe ik dat niet, ik houd het bij één stukje

gebak. Van te veel suikers word je ook zo loom

als wat.’’ 

Ze vermoedt dat de jongere Turkse generatie

meer kennis heeft van de ongezonde kanten die

kleven aan de zoete Turkse eetcultuur.

Maar het zit absoluut niet in de Turkse

RESPECT, BELEEFDHEID EN ONWETENDHEID LEGGEN MEER GEWICHT IN DE (WEEG-)SCHAAL 

De enquête ‘Gezondheid van oudere migranten in de vier grote steden’ uit 2015 laat zien

dat bij de 65-plussers van Turkse afkomst één op de twee ernstig overgewicht heeft, terwijl dat

voor 20 procent van de mensen met een Surinaamse afkomst, 17 procent van de allochtone

Nederlanders en 15 procent van personen met Marokkaanse afkomst geldt. Dat geldt

vooral voor laaggeletterde Turkse ouderen, preciseert Leyla Koseoglu Banning, werkzaam

als projectleider bij Zorgbelang Inclusief in Gouda. Te weinig kennis van goede voeding,

onvoldoende beweging, armoede en aanleg zijn boosdoeners bij overgewicht.  ‘De Turkse

eetcultuur is er sowieso een van vooral veel koolhydraten en vetten’, stelt Koseoglu. Een te

eenzijdig voedingspatroon ligt dan op de loer. Voedingsmiddelen met veel koolhydraten

zoals aardappelen, brood, rijst en bulgur zijn goedkoop en de meeste laaggeletterde oudere

migranten hebben niet veel te besteden. Koseoglu: ‘De Turkse cultuur speelt ook mee: als je

je beperkt tot geen of één stukje gebak betekent het dat je degene afwijst die jou het eten

gunt. Voeg daarbij het gebrek aan beweging. Turkse jongere familieleden doen uit respect

heel veel voor ouderen maar daardoor bewegen ouderen te weinig.  Ik wilde mijn 90-jarige

schoonvader iets uit handen nemen toen ik zag hoe moeilijk hij overeind kwam. Maar mijn

Nederlandse echtgenoot trok mij terug op de bank en zei: Niet doen, laat hem, bewegen is

goed voor hem.’

DIABETES

Diabetes type 2 komt, mede door erfelijke aanleg, vaker voor bij niet-westerse

bevolkingsgroepen en de kans erop wordt sterk vergroot door een eetcultuur met veel

koolhydraten en een leefstijl met te weinig beweging. Onbehandelde diabetes kan hart-

en vaatziekten, oogproblemen, nierschade, zenuwschade en een grotere kans op hersen-

ziekten zoals depressie en dementie veroorzaken.

 

Cijfers en percentages volgens het Diabetesfonds: » Bij mensen van Hindoestaans-Surinaamse afkomst komt diabetes het vaakst voor.

Van de mensen boven de 60 jaar heeft zelfs 37% diabetes.

» Bij mensen van Turkse, Marokkaanse en Surinaamse afkomst komt diabetes twee tot

drie keer vaker voor dan bij autochtone Nederlanders.

» Marokkaanse kinderen hebben meer kans op diabetes type 1.

» Kinderen van Surinaamse en Turkse afkomst hebben juist minder kans op diabetes type 1.

Het samenwerkingsproject “Suiker in eigen hand” van zorgverzekeraar Zilveren Kruis en

Expertisecentrum Gezondheidsverschillen Pharos resulteerde in het boekje “Ik heb diabetes,

wat kan ik doen”, bestemd voor laaggeletterden en lager opgeleiden, migranten en ouderen.

Gratis te downloaden: www.pharos.nl/kennisbank/ik-heb-diabetes-wat-kan-ik-doen/.

 

CURSUS ‘MIJN DIABETES, MIJN ZORG’Door de cursus ‘Mijn diabetes, mijn zorg’ in Rotterdam leerden vorig jaar 455 allochtone

laaggeletterde allochtone deelnemers omgaan met hun diabetes. Aan de cursus werkten

21 taaldocenten en 28 taalvrijwilligers mee voor taallessen die toegespitst waren op diabetes.

Dat is belangrijk omdat door beter begrip van de taal en de terminologie het vertrouwen

in de medische zorg toeneemt. De lessen over diabetes, medicijnen en eet- en leefgewoonten

werden gegeven door 31 studenten geneeskunde, 4 studenten farmacie, 9 diëtisten en

5 bewegingsdocenten. De cursus werd afgesloten met een vrolijke dansworkshop.

Zie ook de informatieve film op YouTube https://youtu.be/SaWgk610yqQ. 

Meer informatie: Leyla Koseoglu-Banning, projectleider van Zorgbelang Inclusief.

Tel (088) 929 40 77 / (06) 29 04 82 20. Mail: [email protected]

www.zorgbelanginclusief.nl/ons-werk/mijn-diabetes-mijn-zorg/.

cultuur om ouderen deze wetenschap voor

te schotelen, zegt ze, als die het al willen

accepteren, want dat is iets wat Anna betwijfelt.

,,Het argument ‘Zo doen we het altijd’  zorgt

ervoor dat veel bij het oude blijft. Maar de

jongeren gaan zelf anders en gezonder koken

en bakken, ik verwacht dat dat steeds meer

zal gebeuren. En als ze dan de ouderen

uitnodigen merken die dat anders ook

lekker kan zijn.’

UNIFORMAnna Yilmaz is nu nog korporaal bij de

marine maar wil in de nabije toekomst

haar eigen koffie- en lunchzaak beginnen

én hiermee taal- en werkervaringsplekken

bieden. Ze zoekt naar een geschikt pand

in Amersfoort waar ze kan werken en

wonen. ,,Ik groei uit mijn uniform’’, zegt ze

over haar naderend vertrek bij de marine.

In overdrachtelijke zin,  want ze is nog

steeds zo slank als een den. ,,Ik heb de

afgelopen tien jaar heel wat van de wereld

gezien, het is genoeg zo. Mijn vriend zit

ook bij de marine, daardoor zagen we

elkaar soms te lang niet.

Ik heb er voor de toekomst geen moeite

mee hoor, als hij langer van huis is. Ik weet

wat het is en ik weet dat het erbij hoort.

Als ik maar kan bakken.’’

Het recept van Anna’s Turkse notentaart

is te vinden in het bakboek Heel Holland

Bakt “Veel lekkers van Anna” (te bestellen

via bol.com) of op de website van Heel

Holland Bakt.

Anna Yilmaz, winnares 2019 Heel Holland Bakt in gesprek met Michiel Panbakker, eigenaar Brood Atelier in Amersfoort.

(Foto: Jellie Kiefte)

Page 8: OVER DE VERANDERINGEN IN DE ZORG - Zorgbelang Inclusief · ZORGKRANT OVER DE VERANDERINGEN IN DE ZORG COLOFON: De Zorgkrant is een uitgave van BDUmedia en wordt als bijlage bij onze

ZORGKRANT 2019 | GEZONDHEIDSVERSCHILLEN MIGRANTEN

Niet-westerse mannen en vrouwen van 65 jaar of ouder in Nederland hebben vaker problemen met hun gezondheid dan Nederlandse ouderen. Dit heeft verschillende oorzaken. Erfelijke aanleg is daar één van, maar laaggeletterdheid speelt ook mee, evenals gebrek aan geld en kennis om gezond te leven. 

door Jellie Kiefte / Tekstenzorg

Je moet als huisarts maar net weten dat niet

alleen vrouwen maar ook iemand wiens

voorouders uit China komen beter reageert

op een bètablokker met een lagere dosering.

Of dat de bloedvaten van de Hindoestanen

uit Suriname veel nauwer zijn dan bij andere

Nederlandse bevolkingsgroepen, waardoor

aderverkalking eerder op de loer ligt.

,,Communicatie hierover tussen apothekers,

artsen en bevolkingsgroepen is noodzakelijk,

kan levens redden en spaart kosten’’, zegt

diversiteitsnetwerker en adviseur Freddy May.

Freddy May kwam als 24-jarige in 1969 vanuit

Suriname naar Nederland om te studeren en

werkte 31 jaar voor onder meer het Rotterdamse

expertisecentrum diversiteitsbeleid ‘Stimulans’.

Na zijn pensioen was hij tot vorig jaar werkzaam

als coördinator voor NOOM, Netwerk van

Organisaties van Oudere Migranten. Ook nu,

inmiddels 74 jaar,  zet May zich volop in voor het

zichtbaar maken en bestrijden van de kwetsbare

positie van oudere allochtone Nederlanders.

Of het nu gaat om financiële kwetsbaarheid,

zoals onvolledige pensioenopbouw of fysieke

kwetsbaarheid vanwege erfelijke aanleg,

laaggeletterdheid en onwetendheid over

gezond leven. 

Want al die zaken houden verband met elkaar

omdat ze de gezondheid van migranten

beïnvloeden, vindt May. Hij verwijst daarvoor

naar de studie van neuropsycholoog Özgül

Uysal-Bozkir die promoveerde op dementie bij

migranten uit Marokko en Turkije en Surinaamse

ouderen met een Hindoestaanse achtergrond.

Deze ouderen zijn drie tot vier keer vaker

G E ZO N D H E I D S P R O B L E M E N B I J O U D E R E M I G R A N T E N

(H)erken de verschillen

WAT ZULLEN DE ANDEREN ZEGGEN… 

Verdriet omdat het je als kinderen niet meer lukt om thuis

voor je ouders te zorgen als ze gaan dementeren.

De schaamte: wat zullen de anderen zeggen  over de

opname. Het taboe en de angst: is het een straf van Allah? 

De oudste dochter woont in Turkije en had het er in het begin moeilijk mee dat haar in

Nederland wonende broers en zussen besloten dat de inmiddels diepdementerende vader

opgenomen moest worden in een verpleeghuis in Tilburg. Maar het ging thuis niet meer: ook

moeder ging psychisch snel achteruit. Nu vader opgenomen is in een verpleeghuis gaat het

beter met zijn gezondheid. Zijn vrouw, die het heel moeilijk vond dat hij uit huis moest, kwam

eindelijk tot rust. Zoon Ali, met nauw bedwongen emoties, zegt: ‘Als het maar goed gaat met

mijn ouders, dan kan het mij niet schelen wat de anderen zeggen’. 

De film ‘Meer dan vergeten’, over dementie in de Turkse en Surinaamse gemeenschap is een

aanrader voor iedereen die te maken krijgt met dementie in een wij-cultuur. Deze en andere

films zijn te bekijken via www.mikadohelpdesk.nl, zoek op ‘dementie-films’. De DVD van de film,

met handleiding voor gespreksbijeenkomsten, is te verkrijgen via Netwerk Organisaties Oudere

Migranten (NOOM) [email protected].

dement dan Nederlandse leeftijdsgenoten, was

de conclusie van Uysal-Bozkir. De oorzaak, zo

blijkt uit haar onderzoek, is een combinatie van

factoren. Migranten van Turkse, Marokkaanse

en Hindoestaanse afkomst hebben aanleg voor

diabetes. En diabetes, oftewel suikerziekte,

vergroot het risico op dementie, evenals hart-

en vaatziekten. Maar deze migranten hebben

ook meer last van eenzaamheid, depressiviteit

en gebrek aan geld en kennis om gezond te

eten. Dit alles versterkt weer de kans op de

ziekten die dementie verergeren. 

VERHULLENDe bewustwording hiervan bij huisartsen en

geriaters is belangrijk, vindt May. Niet alleen

omdat dementie veel vaker voorkomt bij oudere

migranten, ze zullen de signalen ook zo lang

mogelijk proberen te verhullen, zowel voor

hun naasten als voor de dokter. Freddy May:

,,Dementie is vaak een taboeonderwerp.

Bij Surinamers valt het nog mee: vader of

moeder is ‘kinds’ aan het worden dus die

behandel je ook als een kind. Maar bij Turken

en Marokkanen wordt dementie nog maar al te

vaak als een straf van Allah gezien en niet als

ziekte. Veel artsen en zorgverleners herkennen

de schaamte die dit taboe met zich meebrengt

niet. Daarom verwijs ik hulpverleners graag

naar de Cross Culturele Dementie-screeningtest

(CCD) waardoor geheugenproblemen bij

migranten beter kunnen worden vastgesteld.’’

 

Vooral de aanpak van geriater Jos van Campen

in het OLVG in Amsterdam spreekt May aan:

,,Van Campen zei tegen mij: weet je wel wat ik

de gezondheidszorg aan kosten kan besparen

en de patiënten aan leed als ik meer tijd uittrek

voor mijn gesprekken met migranten en als ik

investeer in een professionele tolk? Door goede

uitleg en communicatie verloopt de behande-

ling veel beter.’’ 

WIJ-CULTUUR EN LAAGGELETTERDHEIDLeyla Koseoglu is geboren in Turkije en

werkte daar als apotheker. In Nederland

haalde ze haar diploma’s voor farmacie en

werkte onder meer voor DGV, tegenwoordig

het Nederlands Instituut Verantwoord

Medicijngebruik (IVM) genoemd. Koseoglu wijst

op de cultuurverschillen tussen de oosterse

wij-cultuur en de westerse ik-cultuur. ,,De wij-

cultuur staat haaks op zaken als eigen regie,

zelfredzaamheid en zelfmanagement. Dat kun

je ook niet van deze ouderen verwachten.

Projecten die op zelfredzaamheid zijn gestoeld

leveren doorgaans niets op bij de oudere

doelgroep’’, zegt Leyla Koseoglu stellig. ,,In de

wij-cultuur ligt de regie bij de gezaghebbende

in de familie of in de wijk. De vraag of iemand

instemt met een operatie wordt in de groep

besproken.’’ 

Een ander cultuurverschil waardoor

misverstanden en onbegrip kunnen ontstaan

is het verschil in de beschrijving van

gezondheidsklachten. Koseoglu: ,,In Turkije

gebruiken mensen beeldspraak. Bijvoorbeeld:

de pijn kruipt als een slang door mijn borst.

Heel anders dan de Nederlandse dokter die

een rationele beschrijving verwacht: geef uw

pijn een cijfer van 1 tot 10. Daarbij: veel oudere

migranten kunnen niet lezen of schrijven.

En laaggeletterde mensen zijn sowieso niet

rationeel, daarvoor moet je een opleiding

genoten hebben.’’ 

Juist voor oudere migranten is het belangrijk

dat zij na het doktersbezoek zelf hun bijsluiter

en patiëntenfolders kunnen lezen en herlezen,

benadrukt ze. Want anders kan het helemaal

fout gaan. Ze vertelt: ,,Een Turkse vrouw kwam

eens naar mij toe met een tas vol medicijnen.

Ze kon niet lezen of schrijven, had 30 medicij-

nen per dag nodig en daarnaast gebruikte ze

middelen die ze uit Turkije had meegenomen.

Door verkeerd medicijngebruik vanwege

haar laaggeletterdheid en onwetendheid, is

ze meerdere malen met spoed opgenomen

geweest. Toen besefte ik dat ik iets moest doen.

’s Avonds heb ik een projectvoorstel gemaakt

en deze naar de gemeente gestuurd.’’

Dit resulteerde in het succesvolle Rotterdamse

project ‘Weet u wat u slikt’ waarbij taallessen

gecombineerd worden met lessen over

medicijngebruik. De lessen worden gegeven

door onder meer studenten geneeskunde die

er zelf minstens zo veel van leren, aldus een

student uit de voorlichtingsfilm op YouTube

‘Weet u wat u slikt? in Feijenoord’: ,,Wij leren

vanuit doktersperspectief maar hier zien wij

wat voor de mensen belangrijk is.’’

Meer informatie over “Weet u wat u slikt?”

via Leyla Koseoglu-Banning, projectleider

van Zorgbelang Inclusief.

Tel (088) 929 40 77 / (06) 29 04 82 20.

Mail: [email protected]

www.zorgbelanginclusief.nl/ons-werk/

weet-u-wat-u-slikt/

Leyla Koseoglu, projectleider Zorgbelang Inclusief. (Foto: Joost Ooijman)Ouderenadviseur Freddy May. (Eigen foto)

Page 9: OVER DE VERANDERINGEN IN DE ZORG - Zorgbelang Inclusief · ZORGKRANT OVER DE VERANDERINGEN IN DE ZORG COLOFON: De Zorgkrant is een uitgave van BDUmedia en wordt als bijlage bij onze

ZORGKRANT 2019 | SCHULDHULPVERLENING

Door de Wet gemeentelijke schuld-

hulpverlening (Wgs) is sinds 2012

schuldhulpverlening een taak van

gemeenten. De wet geeft ruimte aan

gemeenten om de schuldhulpverlening

op eigen wijze in te richten. Gemeenten

krijgen de komende drie jaar 72 miljoen

euro om toegang en effectiviteit van de

gemeentelijke schuldhulpverlening te

verbeteren. 

Als geldzorgen ontaarden in geldstressToch de deurwaarder betaald en niet de huur. Stress door langdurende geldzorgen maakt dat je niet meer goed kunt nadenken. Zogeheten ‘stress-sensitieve dienstverlening’ bij schuldhulp helpt mensen om betere keuzes te maken. Deze methode past in de brede Amersfoortse aanpak om schulden te voorkomen en te verhelpen. 

door Jellie Kiefte / Tekstenzorg

Schuldenproblematiek, aldus kennisinstituut

Movisie, speelt een rol in 80 procent van

de hulpvragen die bij een wijkteam terecht

komen. Niet zo vreemd. Schulden veroorzaken

problemen of zijn het gevolg van problemen. 

Gezondheid, werk, relatie en opvoeding kunnen

ernstig lijden onder financiële problemen.

Ook andersom: door (psychische) ziekte,

scheiding, of verlies van werk kan het inkomen

snel verminderen terwijl de vaste lasten voor

wonen en zorg gelijk blijven. 

,,Wij kijken nergens meer van op’’, zegt

Joëlle van Kommer, beleidsmedewerker bij

Stadsring51, het schuldhulpbureau voor

Amersfoort en Leusden. Laat ons op tijd

meedenken, is haar boodschap, en wacht

daar niet mee tot de geldzorgen je boven het

hoofd groeien.

Eén van die meedenkmogelijkheden in

Amersfoort is het Geldloket. Het Geldloket

helpt mensen die geen schulden maar wel

geldzorgen hebben vanwege een verandering

in hun leven zoals verlies van werk of

echtscheiding (zie kader).

VROEGSIGNALERINGAls er wel schulden ontstaan is het belangrijk

dat deze zo vroeg mogelijk aangepakt worden.

‘Mensen met schulden wachten vaak te lang

voor ze om hulp vragen. Gemiddeld is de schuld

dan opgelopen tot meer dan € 40.000,- en

zijn er 15 schuldeisers in het geding’, aldus de

handreiking van de Vereniging Nederlandse

Gemeenten (VNG) over vroegsignalering

van schulden. Het project Landelijke uitrol

Vroegsignalering is door de vorige regering

ingezet om gemeenten handvatten te geven

voor een systeem voor vroegsignalering met

bescherming van persoonsgegevens. ,,Dat

systeem staat bij ons in de startblokken en is

bedoeld om mensen met schulden op te sporen

die we nu niet goed in beeld hebben’’, zegt

Joëlle van Kommer. 

Bijvoorbeeld mensen die de vaste lasten

(nog) wel betalen maar ondertussen al flinke

schulden opbouwen doordat ze leningen

niet aflossen. Bij een gemeentelijk systeem

voor vroegsignalering trekt de gemeente

letterlijk aan de bel bij de inwoner bij het

signaal van twee maanden huurachterstand

of drie maanden onbetaalde zorgpremie.

‘Onderzoek laat zien dat betalingsachterstanden

op deze primaire voorzieningen samen-

hangen met betalingsachterstanden op

consumentenkredieten die eerder in de

schuldencarrière zijn opgelopen’, aldus de

VNG-handreiking. 

BIJ DE DAG LEVENStadsring51 past al wel de vernieuwende en

succesvolle methode van stress-sensitieve

dienstverlening toe.  Joëlle van Kommer:

,,Lange tijd was de landelijke trend op het

gebied van schuldhulpverlening: eerst moet

het financiële gedrag van de cliënt veranderen

pas daarna kan de schuldhulp gestart

worden. Tegenwoordig gaat het andersom:

eerst de schuldhulpverlening opstarten,

dat vermindert stress.’’ Want aanhoudende

stress door geldzorgen zorgt ervoor dat het

vermogen van de hersenen fors afneemt om

financieel verstandig te plannen en  impulsen

te weerstaan. Van Kommer: ,,Iemand met een

normaal verstand heeft een IQ van rond de 100.

Als dat zakt met gemiddeld 13 punten, zoals

uit onderzoek is gebleken, zit je al richting licht

verstandelijk beperkt. Dan ga je bij de dag leven

en overzie je niet meer goed wat voor de lange

termijn de beste financiële keuze is.’’

 KILLE SPREEKHOKJESStress-sensitieve dienstverlening bestrijkt

een breed terrein waarbij kille spreekhokjes

uit den boze zijn en zowel de informatie als

de gesprekstechniek respectvol is en gericht

op bemoediging. Ook hoort de cliënt wat

aanhoudende stress met diens hersenen doet.

,,Alleen al die wetenschap kan een opluchting

betekenen voor mensen die het gevoel hebben

niet meer zichzelf te zijn door de alsmaar

oplopende schulden’’, zegt Van Kommer.

,,Overigens klinkt mijn beschrijving van deze

aanpak makkelijker dan het in werkelijkheid

is’’, voegt ze eraan toe. ,,De hulpverleners

moeten niet alleen het wantrouwen bij de

cliënt wegnemen maar ook recht doen aan

de schuldeisers. Dat is een lastig evenwicht.’’

Maar de methode helpt wel, merkt ze. ,,Je moet

niet te snel resultaat willen verwachten. Maar

uiteindelijk zien we dat mensen weer beter zelf

kunnen nadenken, zich uitspreken en doen

wat goed voor ze is. Ze krijgen weer meer grip

op hun leven. We zijn nu ook bezig met het

testen van onze 8ting-app voor onze cliënten.

Cliënten moeten namelijk allerlei dingen doen

om van hun schulden af te komen. De app knipt

deze taken op in kleinere stappen. Je vinkt dan

telkens af wat je gedaan hebt. Op die manier

geeft de app je meer overzicht over je situatie.’’

 

FINANCIERING SANERINGSKREDIETOok een saneringskrediet kan schuldenstress

doen verminderen. De Amersfoortse versie

daarvan is, voor zover Joëlle van Kommer

weet, uniek in Nederland. Mensen die

kampen met schulden hebben bij deze

vorm van schuldhulpverlening alleen nog

maar met schuldhulpbureau Stadsring51 te

maken. Stadsring51 maakt afspraken met de

verschillende schuldeisers van cliënten, koopt

financiële verplichtingen af en blijft als enige

schuldeiser over. Vervolgens maakt het bureau

afspraken met de cliënt over het vervolgtraject.

Het unieke aan de Amersfoortse versie

van het saneringskrediet is de financiering

ervan: door het Sociaal Fonds Amersfoort

én door de belangeloze en kosteloze

bijdragen van een grote bank en een grote

ziektekostenverzekeraar. Ook door deze aanpak

krijgen mensen meer zicht en grip op hun

schulden en daardoor op hun leven. 

VOORKOMEN IS BETER 

Het Geldloket startte in Amersfoort in 2012 als proef van ‘Wijzer in geldzaken’ (een initiatief

van het ministerie van Financiën). Aanvankelijk was het de bedoeling dat het Geldloket

landelijk uitgerold zou worden maar er was te weinig belangstelling voor bij andere

gemeenten. In Amersfoort werd het loket door Stadsring51 dankzij gemeentelijke subsidie

wel voortgezet. In 2017 werden er bijna 900 Amersfoorters geholpen en dit aantal blijft

groeien. In januari 2019 werd een nieuw spreekuur van het Geldloket geopend in Leusden.

 

De website www.geldloket.nl geeft duidelijke informatie over thema’s die met veranderingen

in het leven te maken hebben, zoals werkloosheid, eigen onderneming, pensioen, etc.

Budgetbeheer via de sociale dienst van een gemeente is gratis en kan een oplossing zijn

voor het op tijd betalen van de vaste lasten zoals huur, gas, water, licht en zorgkosten. Het

kan mensen helpen die geen overzicht hebben op hun inkomsten of kampen met andere

zorgen waardoor vaste lasten het gevaar lopen niet op tijd betaald te worden. De vaste lasten

worden door de budgetbeheerder betaald en het overblijvende geld wordt als leefgeld

uitgekeerd.

In de gemeente Utrecht wordt de proef met het digitale Huishoudboekje wegens succes

steeds verder uitgebreid. Het Huishoudboekje is een vorm van vrijwillig budgetbeheer

waarbij de deelnemer op ieder moment de betalingen en ontvangsten kan zien op de

website. Een ander verschil met het gebruikelijke budgetbeheer is de mogelijkheid dat geld

kan worden voorgeschoten. Sparen daarentegen kan niet via het Huishoudboekje en wel met

budgetbeheer.

Joëlle van Kommer,

beleidsmedewerker

Stadsring51, Amersfoort.

(Foto: Patrick Siemons)

Page 10: OVER DE VERANDERINGEN IN DE ZORG - Zorgbelang Inclusief · ZORGKRANT OVER DE VERANDERINGEN IN DE ZORG COLOFON: De Zorgkrant is een uitgave van BDUmedia en wordt als bijlage bij onze

ZORGKRANT 2019 | STADSE STOEPENTOEGANKELIJKHEID

Sinds de regering in 2016 heeft beloofd om de het VN-verdrag Handicap uit te voeren is algemene toegankelijkheid bij wet verplicht. Toegankelijkheid is een breed begrip. Het betekent dat alles wat onder de verantwoordelijkheid van overheden valt, toegankelijk moet zijn voor mensen met een beperking. Dus ook de openbare weg en de stoep. Dat valt nog niet mee, zeker in oude steden is het een zaak van lange adem. 

door Jellie Kiefte / Tekstenzorg

De aanleiding voor dit artikel was een column

van Marcel Levi, de vroegere bestuursvoorzitter

van het AMC-ziekenhuis in Amsterdam. Hij

schreef in februari van dit jaar in Het Parool:

‘Wanneer heeft u voor het laatste een blinde

man of vrouw gezien in het centrum van

Amsterdam? Of een lichamelijk meervoudig

gehandicapte?’ (…) ‘Met eindeloze stoepranden,

obstakels op de trottoirs, nietsontziende

fietskamikazes en scooterterroristen en

ontoegankelijke winkels, is de stad een

onneembare vesting voor mensen met minder

mobiliteit of andere handicaps.’

AMSTERDAMDesgevraagd geeft gemeentewoordvoerder

Rutha Fessehaye toe dat een toegankelijk

Amsterdam geen gemakkelijke opgave is.

,,In een stad als Amsterdam zijn de straten

smal in de binnenstad en de bruggen over de

grachten vaak steil. Waar het kan, kiezen we

voor het anders inrichten van de straat, zodat

ook mensen met een rolstoel of kinderwagen

meer ruimte hebben. Maar het is en blijft een

oude en monumentale binnenstad, waar snelle

oplossingen meestal niet voorhanden zijn.’’ 

De gemeente Amsterdam laat zich

adviseren door Cliëntenbelang Amsterdam.

Beleidsmedewerker Bart Weggeman van

Cliëntenbelang is redelijk positief over

zowel de plannen voor verbeteringen als de

samenwerking met de gemeente. ,,Maar het lijkt

moeilijk om op korte termijn verbeteringen door

B E W U S T W O R D I N G I S C R U C I A A L : ‘ M E N S E N Z I J N VA A K W E LW I L L E N D, M A A R O N W E T E N D.’

Drie oude steden onder de loep voor een toegankelijke stoep

“OPZIJ! IK HOOR ERBIJ!”

Mensen met een beperking willen zelfstandig buiten de deur kunnen werken en winkelen,

onderwijs volgen, uitgaan, sporten en reizen met het openbaar vervoer. Het testen van

de toegankelijkheid van deze locaties (in brede zin: fysiek, ruimtelijk, informatief, digitaal,

sociaal en financieel) is mogelijk dankzij een testpanel van ervaringsdeskundige

VN-ambassadeurs van Zorgbelang Inclusief. Zorgbelang maakt daarna een verbeterplan.

Dit plan is erkend door het VSB fonds en helpt bij de uitvoering.

Meer informatie via Sylvia Sikkema, 088 929 40 47 | 06 82 33 06 65.

Algemene informatie over inclusie en toegankelijkheid: www.aandeslagmethetvnverdrag.nl

te voeren, zoals het realiseren van toegankelijke

tramhaltes en bredere trottoirs. Het gedrag van

medeweggebruikers, handhaving bij uitdijende

terrassen en uitstallingen en dergelijke is nog

echt een zorgenkind.’’

Weggeman is voorzichtig hoopvol: ,,Een

plek waar we duidelijk verbetering zien is de

omgeving van de Ferdinand Bolstraat, waar de

reclameborden en de fietsen langs de gevels

bijna verdwenen zijn, en waar geen doorgaand

autoverkeer meer is toegestaan. Het kan dus

wel.’’

HAARLEMIn Haarlem werd in 2018 het Jaar van de

Toegankelijkheid aangegrepen om te werken

aan een bredere toegankelijkheid, óók van

de stoepen. Wethouder Marie-Thérèse Meijs:

,,OV-haltes zijn opgehoogd, rateltikkers in

verkeerslichten aangebracht, op- en afritten bij

trottoirs gemaakt, er is er nu een toegankelijke

brug in de Kweektuin en de eerste maatregelen

zijn genomen voor betere toegang tot

gemeentelijke panden.’’

 In 2018 werden ook ambassadeurs

voor toegankelijkheid aangesteld. Deze

Haarlemmers, met uiteenlopende beperkingen,

maken inwoners attent op obstakels zoals

onhandig geparkeerde fietsen en overhangende

takken. Dat doen ze, vol enthousiasme, met

deurhangers. Femke Schukking, namens

de ambassadeurs: ,,We merken dat er veel

belangstelling is voor de deurhanger. We

hebben inmiddels elf mensen die coördinator

zijn voor de deurhanger in hun wijk zodat

wijkbewoners bij hen de deurhangers en

posters kunnen ophalen.’’

ARNHEMArnhem heeft in 2018 de Arnhemse Standaard

Toegankelijkheid ontwikkeld. In de standaard

is opgenomen aan welke criteria voldaan

moet worden bij nieuwbouw en verbouw van

gebouwen, inrichting van de openbare ruimte

(waaronder de stoepen) en evenementen én

dat gebruikers bij het proces betrokken moeten

worden. Maar deze standaard staat niet vermeld

op de gemeentelijke website, evenals andere

informatie over stedelijke toegankelijkheid.

De gemeente Arnhem reageert ook niet op

herhaaldelijke mails hierover aan wethouder en

voorlichter. 

Karen Verholt, beleidsmedewerker Arnhems

platform chronisch zieken en gehandicapten

(Apcg), maakt dit een beetje goed met een

uitgebreide reactie. ,,De toegankelijkheid is

per wijk heel verschillend’’, meldt ze. ,,Klachten

gaan soms over smalle of ongelijke stoepen.

Over fietsers die over de stoep fietsen of hun

fiets er dwars op parkeren. Of er staat een

lantaarnpaal of kabelkastje midden op de stoep.

Ook ontbreken soms verlaagde trottoirbanden

voor mensen die gebruik maken van een

rolstoel of rollator. Voor slechtzienden is goed

groenonderhoud belangrijk omdat zij met hun

taststok het groen langs de stoepen gebruiken

als gidslijn om de route te volgen.’’

De Apcg verwijst actief door, vertelt Verholt.

,,Naar de gemeente voor losliggende

stoeptegels en boomwortels. Gevaarlijke of

hinderlijke situaties in de wijken gaan naar de

teams Bewustwording Leefomgeving. Daarnaast

hebben we regelmatig contact met de afdeling

Openbare Ruimte over de inrichting van de

stad en over knelpunten en obstakels. In de

Arnhemse Standaard is nu afgesproken dat

de Apcg van ontwerp tot toetsing betrokken

wordt bij herinrichtingsprojecten in de stad en

de wijken. Naar onze mening moet integraal

gekeken worden naar de openbare ruimte.

Wanneer een veilig fietspad ontbreekt gaan

mensen over de stoep fietsen. Keuzes voor de

ene groep hebben effect op een andere. De stad

moet voor iedereen goed en veilig ingericht

zijn.’’

GEDRAGDe inwoners bij wie het niet mankeert aan ogen

of benen kunnen veel bijdragen aan een betere

stoepentoegankelijkheid, alleen al door even na

te denken hoe en waar ze hun fiets neerzetten.

Moet een stad aan die bewustwording werken

door strenger te handhaven met boetes of

kunnen inwoners beter op een positieve manier

geattendeerd worden op de belemmeringen

die zij veroorzaken? De gemeente Haarlem koos

in 2018 voor het laatste en de eerste signalen

zijn positief. ,,We zien en horen veel positieve

reacties op de deurhanger’’, aldus wethouder

Meijs.

De gemeente Arnhem heeft meegedaan met

de landelijke actie ‘Houd de lijn vrij’ waarbij de

wethouder samen met een ervaringsdeskundige

van het Apcg stickers plakte om te wijzen op het

vrijhouden van geleidelijnen voor mensen met

een visuele beperking. Karen Verholt: ,,Mensen

gaan er meer op letten als ze er op een positieve

manier op worden gewezen. Men is vaak

welwillend, maar onwetend.’’

Ook Amsterdam probeert met bewustwor-

dingscampagnes het belemmerend gedrag

van inwoners en toeristen in te perken.

Woordvoerder Rutha Fessehaye: ,,Hierin

werken we als gemeente samen met mensen

met een beperking en organisaties die hen

vertegenwoordigen. Binnen de gemeente

lopen veel verschillende activiteiten tegelijk:

van een bewustwordingscampagne om stoepen

en geleidelijnen vrij te houden tot concrete

aanpassingen.’’

Toegankelijkheid is een zaak van lange adem

blijkt uit de verhalen van de drie steden.

Wethouder Meijs over Haarlem: ,,Na een

jaar is er natuurlijk nog geen sprake van een

toegankelijke stad. Het werken daaraan vraagt

om structurele aandacht en aanpassingen.’’

MEER INFORMATIEAmsterdam:

www.amsterdam.nl/iedereendoetmee,

www.clientenbelangamsterdam.nl

Haarlem: www.haarlem.nl/toegankelijke-stad,

www.ambassadeurstoegankelijkestad.nl

Arnhem: www.apcg.nl

V.l.n.r. : Jan Troost

(o.a. VN-ambassa-

deur), Stef Harweg

(projectleider Zorg-

belang Inclusief ) en

Rick Brink (minister

van Gehandicapten-

zaken).