Opleiding : Informatiekunde Blok : 2.1 Docent : Lilianne

Student : Soraima Grell Opleiding : Informatiekunde Blok : 2.1 Module : Didactische Werkvormen Docent : Lilianne Hercules Opdracht : Lessenserie (4 lessen)

Voorwoord Tijdens onze opleiding tot 2de graad docent Informatiekunde hebben wij de module Didactische Werkvormen gevolgd. Deze module leert ons hoe wij onze lesdoelen kunnen bereiken aan de hand van verschillende manier van lesgeven (didactische werkvormen). Als evaluatie van deze module dienen wij een lessenserie te maken van minstens vier lessen waarin wij de opgedane kennis toepassen.

Inhoudsopgave

Pagina

Hoofdstuk 1 Lesvoorbereiding Les 1 1 Hand-out 1 3

Hoofdstuk 2

Lesvoorbereiding Les 2 4 Hand-out 2 8

Hoofdstuk3 Lesvoorbereiding Les 3 9 Hoofdstuk 4

Lesvoorbereiding Les 4 12 Hoofdstuk 5

Lesvoorbereiding Repetitie 16 Repetitie 19

Didactische Werkvormen 1 Soraima Grell

Hoofdstuk 1

Lesvoorbereidingsformulier - Les 1 Student : Soraima Grell Mentor : H.Clark School : EPB Pariba – St.Cruz Klas : 222S Datum : 07-09-05 Tijdstip : 11:15 – 12:00 Vak : Informatiekunde AB : Renald Laing

Onderwerp van de les: Internet 1 Verantwoording / relevantie: De leerlingen leren hoe internet in elkaar zit, de knoppen van Internet Explorer en hoe ze onderwerpen moeten vinden om het internet. Dit zal hen helpen wanneer ze in de derde klas verslagen moeten schrijven. Algemene beginsituatie: De klas is een tweede klas met niveau twee (Hoogste niveau bij EPB is niveau 1). De klas bestaat uit 17 leerlingen (9 vrouwelijk/8 mannelijk). Er zijn leerlingen die bekend zijn met een computer en de programma’s, en anderen die weinig ervaring hebben met de computer. Specifieke beginsituatie: Cognitieve kennis - De leerlingen zijn bekend met de werking van de computer, toetsenbord en muis. - De leerlingen zijn bekend met Internet Explorer (niet alle leerlingen). Vaardigheden - De leerlingen kunnen klikken, dubbelklikken, selecteren, en typen. Houding - De leerlingen zijn enthousiast om te leren “internettten” (vragen er al weken om).

Algemene doelen: Cognitieve doelen - De leerlingen kunnen uitleggen wat de basis is van internet. - De leerlingen kunnen uitleggen hoe Internet Explorer werkt. - De leerlingen kunnen uitleggen hoe men succesvol kan zoeken op internet. Psychomotorische doelen - De leerlingen kunnen behalve browsen, ook doelgericht zoeken op het internet. Affectieve doelen - De leerlingen kunnen onder woorden brengen wat de mogelijkheden zijn die

Internet hen biedt.

Lesdoelen: Cognitieve doelen - De leerlingen kunnen uitleggen wat een client, host en provider is. Affectieve doelen - De studenten zijn enthousiast om meer te leren over internet.


Tijd: Activiteiten docent / didactische werkvormen: Lesdoelen Docent activiteiten

Leeractiviteiten v.d. leerlingen + leerinhoud + Groeperingsvormen:

Onderwijs- Leermiddelen:

11:15 11:20 11:25 11:30 11:45

F.1. Inleiding / motivatie: De leerlingen komen binnen, pakken hun spullen en zetten hun tassen weg. En nemen plaats rond de lerarentafel, presentielijst doornemen. Uitleggen wat we vandaag gaan doen tijdens onze les. Fase 2. Kern: Uitreiking hand-out Internet. (Werkvorm – instructie) Fase 3. Afsluiting: Evaluatie

Affectieve doelen: - De leerlingen zijn enthousiast om te leren over internet. Cognitieve doelen: - De leerlingen kunnen uitleggen wat een client, host en provider is.

In ontvangst nemen van klassenboek. Leerlingen instrueren om plaats te nemen rond de tafel. Ik neem de presentie lijst door, en probeer ik de namen van de leerlingen te onthouden. We zullen vandaag eerst een stuk theorie behandelen over internet. Ik deel de hand-out “Internet”uit voor de leerlingen. Ik leg de begrippen host, client, provider en browser uit waarbij ik gebruik maar van het bord. Om de begrippen ter verduidelijken vergelijk ik het internet met tv. Client is het tv-toestel thuis, Host is de tv-kanaal, de Provider is Cable TV (op Aruba) en de browser is het merk van je tv-toestel. Ik vraag de leerlingen wat de begrippen client, host, provider en browser zijn. Ze mogen het in hun eigen woorden uitleggen.

Leerlingen pakken stoel en gaan rond de lerarentafel zitten. Leerlingen steken hun hand op of zeggen Ja als ze hun naam horen. Leerlingen luisteren en stellen eventueel vragen. De leerlingen zitten nog steeds om de docenttafel. De leerlingen luisteren naar mij en ze mogen tussentijds vragen stellen. De leerlingen geven antwoord op mijn vragen.

Computers staan aan, maar er wordt nog geen gebruik van gemaakt. Bord is leeg. Whiteboard.


IInntteerrnneett

SSeettaarrnneett AArruubbaa

Mundo

•Thuis

•Kantoor

•School

HHoosstt WWaaaarr ddee wweebbssiittee ssttaaaatt ((oopp eeeenn sseerrvveerr eerrggeennss oopp ddee

wweerreelldd))

CClliieenntt DDee ppeerrssoooonn ddiiee nnaaaarr ddee wweebbssiittee kkiijjkktt oopp zziijjnn//hhaaaarr

ccoommppuutteerr

PPrroovviiddeerr HHeett bbeeddrriijjff ddaatt hheett mmooggeelliijjkk mmaaaakktt ddaatt jjee nnaaaarr ddee

wweebbssiitteess kkaann kkiijjkkeenn

BBrroowwsseerr HHeett pprrooggrraammmmaa wwaaaarrmmeeee jjee iinntteerrnneettppaaggiinnaa’’ss bbeekkiijjkktt,,

bbvv IInntteerrnneett EExxpplloorreerr,, NNeettssccaappee,, FFiirreeFFooxx..


Hoofdstuk 2


Onderwerp van de les: Internet 2 Verantwoording / relevantie: De leerlingen leren hoe internet in elkaar zit, de knoppen van Internet Explorer en hoe ze onderwerpen moeten vinden om het internet. Dit zal hen helpen wanneer ze in de derde klas verslagen moeten schrijven. Algemene beginsituatie: De klas is een tweede klas met niveau twee (Hoogste niveau bij EPB is niveau 1). De klas bestaat uit 17 leerlingen (9 vrouwelijk/8 mannelijk). Er zijn leerlingen die bekend zijn met een computer en de programma’s, en anderen die weinig ervaring hebben met de computer. Specifieke beginsituatie: Cognitieve kennis - De leerlingen zijn bekend met de werking van de computer, toetsenbord en muis. - De leerlingen zijn bekend met Internet Explorer (niet alle leerlingen). Vaardigheden - De leerlingen kunnen klikken, dubbelklikken, selecteren, en typen. Houding - De leerlingen zijn enthousiast om te leren “internettten” (vragen er al weken om).


Internet hen biedt.

Lesdoelen: Cognitieve doelen - De leerlingen kunnen de functies van bepaalde knoppen van Internet Explorer

beschrijven, bv. Home, Refresh, Stop, Back, Favorites enzovoort. Psychomotorische doelen - De leerlingen kunnen Internet Explorer openen, browsen, klikken op de knoppen en

een adres intikken. Affectieve doelen - De leerlingen kunnen hun ervaring met Internet Explorer verwoorden en

onderbouwen.





11:15 11:25

F.1. Inleiding / motivatie: De leerlingen komen binnen, pakken hun spullen en zetten hun tassen weg. En nemen plaats rond de lerarentafel, presentielijst doornemen. Uitleggen wat we vandaag gaan doen tijdens onze les Vervolg Internet 1. Uitleg knoppen Internet Explorer. Fase 2. Kern: Uitleg basisscherm (Instructie/Opdracht)

Psychomotorische doelen: - De leerlingen kunnen Internet Explorer openen, browsen en een adres intikken.

In ontvangst nemen van klassenboek. Leerlingen instrueren om plaats te nemen rond de tafel. Ik neem de presentie lijst door, en probeer ik de namen van de leerlingen te onthouden. Ik vraag de leerlingen of ze nog de lesstof van de vorige les herinneren. Ik stel ze een paar vragen, waarna ik ze vertel dat we vandaag de browser programma Internet Explorer gaan behandelen. Ik deel de hand-out van vandaag uit en vertel de leerlingen dat ze plaats mogen nemen achter hun computers. Ik teken de verschillende knoppen op het bord waarbij ik gelijk uitleg wat het is. Ik vraag de leerlingen om op de knop te klikken dat ik aan het uitleggen ben.

Leerlingen pakken stoel en gaan rond de lerarentafel zitten. Leerlingen steken hun hand op of zeggen Ja als ze hun naam horen. Leerlingen luisteren en stellen eventueel vragen. De leerlingen nemen plaats achter hun computer. De leerlingen zitten achter de computer, kijken naar het bord en klikken op de knoppen dat ik aan hun uitleg. Ze ervaren zelf wat de functie van de knop is.

Computers staan aan, maar er wordt nog geen gebruik van gemaakt. Bord is leeg. Whiteboard en computer


HOME : startpagina, als je er op klikt ga je naar je oorspronkelijk startpagina REFRESH : indien de pagina niet goed geladen is, kan je er op klikken en wordt het opnieuw geladen. STOP : indien je niet meer naar de pagina wilt gaan, terwijl het nog aan het laden is. BACK/FORWARD : terug naar de vorige pagina, vooruit naar de pagina waar je zo juist was. SEARCH : opent een scherm aan de linkerkant waar je kan typen wat je wilt zoeken (search gaan we nog uitgebreider behandelen in de volgende les). FAVORITES : het opslaan en organiseren van je favoriete pagina’s zodat je in de toekomst er snel bij kan. HISTORY : alle pagina’s die je hebt bezocht. ADDRESS : hier type je het internet adres in dat je wilt bezoeken. De HTTP:// worden zelf aangevuld. COM = Amerika/Engels, NL = Nederlands, ES = Spaans (google.co.ve = google venezuela/ latino.msn.com = msn latijns-amerikaans).


11:45

Fase 3. Afsluiting: Gesprek/rondvraag

Affectieve doelen: - De leerlingen kunnen hun ervaring met Internet Explorer verwoorden en onderbouwen.

Ik vraag de leerlingen om internet explorer te sluiten en rond de docententafel te komen zitten. Zodra iedereen rond de tafel zit, vraag ik wat ze van de les vonden. Hierna vertel ik in het kort wat we de volgende les zullen doen (Search Engines).

De leerlingen sluiten hun Internet Explorer, ruimen hun spullen op en komen rond de tafel zitten. De leerlingen mogen hun opinie geven over de les en vragen stellen. Waarna ze hun certificaten in ontvangst nemen.

Geen


HOME: Start pagina

REFRESH: laadt de internet pagina opnieuw op

STOP: stop het laden van een pagina (als het te lang duurt, of verkeerde pagina)

BACK/FORWARD: terug naar de vorige pagina, vooruit naar de pagina waar je zo juist was

SEARCH: opent een scherm om op internet te zoeken

FAVORITES: opent een scherm met je favoriete internet pagina’s die hebt bewaard

HISTORY: lijst van alle bezochte internetpagina’s

ADDRESS: adresbalk waar je de adres van de internet site intypt .com – Amerika (Engels) .nl – Nederland .es – Spanje (Spaans) www.google.co.ve = google Venezuela latina.msn.com = MSN Zuid-Amerika


Hoofdstuk 3


Onderwerp van de les: Samenvatting vorige lessen. Verantwoording / relevantie: De leerlingen leren hoe internet in elkaar zit, de knoppen van Internet Explorer en hoe ze onderwerpen moeten vinden om het internet. Dit zal hen helpen wanneer ze in de derde klas verslagen moeten schrijven. Algemene beginsituatie: De klas is een tweede klas met niveau twee (Hoogste niveau bij EPB is niveau 1). De klas bestaat uit 17 leerlingen (9 vrouwelijk/8 mannelijk). Er zijn leerlingen die bekend zijn met een computer en de programma’s, en anderen die weinig ervaring hebben met de computer. Specifieke beginsituatie: Cognitieve kennis - De leerlingen zijn bekend met de werking van de computer, toetsenbord en muis. - De leerlingen zijn bekend met Internet Explorer (niet alle leerlingen). Vaardigheden - De leerlingen kunnen klikken, dubbelklikken, selecteren, en typen. Houding - De leerlingen zijn enthousiast om te leren “internettten” (vragen er al weken om).


Internet hen biedt.

Lesdoelen: Cognitieve doelen - De leerlingen kunnen een Search-strategie opnoemen. - De leerlingen kunnen uitleggen hoe een internetadres is opgebouwd (www….com). Psychomotorische doelen - De leerlingen zijn in staat een adres van een instelling te raden en in te typen in de

adresbalk op de juiste manier(www…..com). Affectieve doelen - De leerlingen zijn enthousiast om onderwerpen te zoeken via het internet.


Tijd: Activiteiten docent / didactische werkvormen:

Lesdoelen Docent activiteiten Leeractiviteiten v.d. leerlingen + leerinhoud + Groeperingsvormen:


11:15 11:25 11:35

F.1. Inleiding / motivatie: De leerlingen komen binnen, pakken hun spullen en zetten hun tassen weg. En nemen plaats rond de lerarentafel, presentielijst doornemen. Uitleggen wat we vandaag gaan doen tijdens onze les. Fase 2. Kern: Gesprek zoekervaringen. Uitleg zoekstrategie: - Url raden (Instructie/opdracht)

Psychomotorische doelen: - De leerlingen zijn in staat verschillende onderwerpen te zoeken met behulp van internet.

In ontvangst nemen van klassenboek. Leerlingen instrueren om plaats te nemen rond de tafel. Ik neem de presentie lijst door, en probeer ik de namen van de leerlingen te onthouden. Ik vertel de leerlingen dat we een begin maken met het zoeken op internet. Ik vertel de leerlingen dat het internet uit duizenden webpagina’s bestaan met heel veel informatie. Dit is heel goed, maar het heeft als nadeel dat als je soms wat zoekt, niet echt vindt wat jij nodig hebt. Daarom gaan we bespreken hoe je het beste kunt zoeken op internet om te vinden wat jij nodig hebt. Ik vraag de leerlingen of ze soms al specifieke onderwerpen zoeken op het internet. Na het gesprek vraag ik de leerlingen om plaats te nemen achter hun computers. Ik vertel de leerlingen dat makkelijkste manier om iets te vinden is het adres raden en deze intypen in de adresbalk. Bijvoorbeeld als je nieuwe schoenen

Leerlingen pakken stoel en gaan rond de lerarentafel zitten. Leerlingen steken hun hand op of zeggen Ja als ze hun naam horen. Leerlingen luisteren en stellen eventueel vragen. De leerlingen vertellen hun ervaringen met het zoeken op internet (indien ze die hebben). De leerlingen typen Nike.com in het adresbalk.

Geen Computer + whiteboard


11:50

Fase 3. Afsluiting: Vooruitblik volgende les.

zoekt van het merk Nike, kan je direct naar Nike.com gaan. Je moet altijd www eerst intypen gevolgd door een punt, waarna je de instelling intypt met weer een punt, en dan het topdomein, zoals COM, NL, EDU. Ik vraag de leerlingen om hun computers af te sluiten en plaats te nemen rond de docententafel. Ik leg de leerlingen uit, dat we vandaag alleen maar 1 methode hebben behandeld. Volgende keer zullen uitgebreid een andere zoekmethode behandelen, namelijk zoeken met behulp van een search engine.

De leerlingen luisteren en stellen eventueel vragen.

Computer + whiteboard


Hoofdstuk 4


Onderwerp van de les: Internet 4. Verantwoording / relevantie: De leerlingen leren hoe internet in elkaar zit, de knoppen van Internet Explorer en hoe ze onderwerpen moeten vinden om het internet. Dit zal hen helpen wanneer ze in de derde klas verslagen moeten schrijven. Algemene beginsituatie: De klas is een tweede klas met niveau twee (Hoogste niveau bij EPB is niveau 1). De klas bestaat uit 17 leerlingen (9 vrouwelijk/8 mannelijk). Er zijn leerlingen die bekend zijn met een computer en de programma’s, en anderen die weinig ervaring hebben met de computer. Specifieke beginsituatie: Cognitieve kennis - De leerlingen zijn bekend met de werking van de computer, toetsenbord en muis. - De leerlingen zijn bekend met Internet Explorer (niet alle leerlingen). Vaardigheden - De leerlingen kunnen klikken, dubbelklikken, selecteren, en typen. Houding - De leerlingen zijn enthousiast om te leren “internettten” (vragen er al weken om).


Internet hen biedt.

Lesdoelen: Cognitieve doelen - De leerlingen kunnen verschillende Search-strategieën opnoemen. Psychomotorische doelen - De leerlingen zijn in staat verschillende onderwerpen te zoeken met behulp van

internet. Affectieve doelen - De leerlingen kunnen hun ervaring ten opzichte van search engines verwoorden.





11:15 11:25 11:30

F.1. Inleiding / motivatie: Binnenkomst,groeten, presentielijst, lesplanning. (Instructie, gesprek). Fase 2. Kern: Uitleg zoekstrategie Search Engines (Instructie en opdracht)

Psychomotorische doelen - De leerlingen zijn in staat verschillende onderwerpen te zoeken met behulp van internet.

Ik groet de leerlingen wanneer ze binnenkomen, en neem het klassenboek in ontvangst. Ik neem de presentie lijst door, en probeer ik de leerlingen aan te kijken wanneer ik hun naam opnoem. Ik vertel de leerlingen dat we vandaag een andere zoekmethode zullen bespreken. Namelijk het zoeken met een Search engine. Ik vraag leerlingen of ze weten wat dat is. Indien ze het weten, mogen ze een voorbeeld noemen van een search engine en vertellen hoe het werkt. Indien ze het niet weten zal ik het uitleggen. Als je een onderwerp zoekt (en je kent het adres niet), kan je verschillende zoekmachines gebruiken. Een zoekmachine gaat voor jou op zoek in alle geregistreerde website naar het onderwerp. Ik vertel de leerlingen dat ze plaats mogen nemen achter hun pc, en dat we het gaan uitproberen. Enkele populaire zoekmachines zijn onder andere: Google, Yahoo, MSN. Ik schrijf WWW.GOOGLE.COM op het bord, en zeg tegen de leerlingen om naar die site te gaan. Naast de zoekmachines heb je ook zoekmethodes. De zoekmethodes

De leerlingen zijn zich bewust van de binnenkomst procedure. Ze zetten hun tassen weg, en nemen plaats rond de docententafel. Leerlingen kunnen vragen stellen, vragen beantwoorden van de docent, en luisteren naar de uitleg. De leerlingen nemen plaats achter hun computer en gaan naar www.google.com.

Whiteboard+computer.


11:50

Fase 3. Afsluiting: Gesprek over resultaten van de opdracht.

gebruik je om niet relevante resultaten te verminderen. Behalve zoeken naar informatie kan je ook zoeken naar Images. Boven de search bar, kan je klikken op Images. “ “: het zoekterm tussen aanhalingstekens plaatsen(als je meer dan 1 zoekterm heb), zo geef je aan dat de termen bij elkaar horen. AND: alle opgegeven termen MOETEN gevonden worden op de zelfde pagina OR: aleen 1 van de opgegeven termen dient gevonden te worden NOT: de eerste term dient gevonden te worden maar niet in combinatie van de tweede term. Ik geef de leerlingen de opdracht om te zoeken naar een volkswagen Golf dat ik wil kopen in Nederland. Ik vraag de leerlingen om plaats te nemen rond de docententafel, en mij te vertellen wat ze hebben gevonden, en hoe ze gezocht hebben. Nadat ze ervaringen hebben uitgewisseld, vertel ik ze dat er volgende week een repetitie zal zijn over Internet. Ze moeten de hand-outs doornemen, en er zullen ook “zoek”-vragen zijn.

De leerlingen proberen termen te zoeken mbv van AND/OR/NOT en aanhalingstekens. Golf, Volkswagen Golf and verkoop not tweedehands www.volkswagen.com De leerlingen nemen plaats rond de docententafel en mogen hun opinie en ervaring delen met de docent en klasgenoten.


Hoofdstuk 5

Lesvoorbereidingsformulier - Repetitie Student : Soraima Grell Mentor : H.Clark School : EPB Pariba – St.Cruz Klas : 222S Datum : 05-10-05 Tijdstip : 11:15 – 12:00 Vak : Informatiekunde AB : Renald Laing

Onderwerp van de les: Repetitie Internet Verantwoording / relevantie: De leerlingen leren hoe internet in elkaar zit, de knoppen van Internet Explorer en hoe ze onderwerpen moeten vinden om het internet. Dit zal hen helpen wanneer ze in de derde klas verslagen moeten schrijven. Algemene beginsituatie: De klas is een tweede klas met niveau twee (Hoogste niveau bij EPB is niveau 1). De klas bestaat uit 17 leerlingen (9 vrouwelijk/8 mannelijk). Er zijn leerlingen die bekend zijn met een computer en de programma’s, en anderen die weinig ervaring hebben met de computer. Specifieke beginsituatie: Cognitieve kennis - De leerlingen zijn bekend met de werking van de computer, toetsenbord en muis. - De leerlingen zijn bekend met Internet Explorer (niet alle leerlingen). Vaardigheden - De leerlingen kunnen klikken, dubbelklikken, selecteren, en typen. Houding - De leerlingen zijn enthousiast om te leren “internettten” (vragen er al weken om).


Internet hen biedt.

Lesdoelen: Cognitieve doelen - De leerlingen kunnen verschillende Search-strategieën opnoemen. - De leerlingen kunnen basisprincipe/knoppen van Internet uitleggen/ verwoorden. Psychomotorische doelen - De leerlingen zijn in staat verschillende onderwerpen te zoeken met behulp van

internet.





11:15 11:20

F.1. Inleiding / motivatie: Binnenkomst,groeten, presentielijst.

Ik groet de leerlingen wanneer ze binnenkomen, en neem het klassenboek in ontvangst. Zodra “iedereen” zit, begin ik met het doornemen van het klassenboek. Ik vertel de leerlingen dat we een proefwerk zullen hebben over internet. Voordat we het proefwerk gaan maken, wil ik eerst even een paar regels bekend maken ten opzichte van de repetitie. Voordat ik de repetitie uitdeel, neem ik de regels door met de klas. 1. Proefwerk is individueel. Voor samenwerking geldt 1 cijfer gedeeld door 2. 2. De computer mag gebruikt worden, de computer van de buurman/vrouw NIET. 3. Antwoorden mogen in het Nederlands of Papiamento. 4. Als je klaar bent met je proefwerk, blijf je zitten en steek je hand op. De docent zal zelf het proefwerk ophalen. En daarna mag je het internet op, maar je mag niet praten!! Nadat ik de regels heb uitgelegd, vraag ik de leerlingen om het te herhalen. De leerlingen mogen plaatsnemen achter hun pc, en ik deel de repetitie uit.

De leerlingen zijn zich bewust van de binnenkomst procedure. Ze zetten hun tassen weg, en nemen plaats rond de docententafel. Leerlingen kunnen vragen stellen, vragen beantwoorden van de docent, en luisteren naar de uitleg. Leerlingen luisteren naar de regels en stellen eventueel vragen. Enkele leerlingen herhalen de regels. De leerlingen nemen plaats achter een computer.

Computer + internet.


11:25 11:50

Fase 2. Kern: Repetitie Fase 3. Afsluiting: Evaluatie vragen

Cognitieve doelen - De leerlingen kunnen verschillende Search-strategieën opnoemen. De leerlingen kunnen basisprincipe/knoppen van Internet uitleggen/ verwoorden. Psychomotorische doelen - De leerlingen zijn in staat verschillende onderwerpen te zoeken met behulp van internet.

Ik loop rond, observeer of de leerlingen zelfstandig werken, indien leerlingen een vraag niet begrijpen, zal ik de vraag anders formuleren of uitleggen wat de bedoeling is. Na afloop van de repetitie vraag ik de leerlingen om allemaal plaats te nemen rond de docententafel zodat ik ze een paar vragen kan stellen. - Wat vond je van de repetitie? - Denk je hetgeen je geleerd het te gaan gebruiken? - Denk je dat je nu beter informatie kan zoeken op internet?

De leerlingen maken de uitgedeelde repetitie zelfstandig. De leerlingen nemen plaats rond de docententafel en mogen hun opinie en ervaring delen met de docent en klasgenoten.

Papier, pen, computer.


Vak : Informatiekunde Klas : 222S Onderwerp : Internet Docent : Mevr. Clark Datum : 26-10-05 Naam :

Wat is een host?

a. iemand die een internet pagina heeft b. een computer waar de internetpagina’s op

staan c. iemand die op een internetpagina gaat d. een computer waarmee je op internet gaat

Kico ta un host? a. Un persona cu tin su mes un internet pagina b. Un computer unda e internetpagina ta c. Un persona cu ta bai riba un internet pagina d. Un computer cu bo ta usa pa subi riba internet

Wat is een provider? a. een bedrijf dat een internetpagina heeft b. iemand die een internetpagina heeft c. een bedrijf dat je op internet laat gaan d. een computer dat internetpagina’s bezoekt

Kico ta un provider? a. Un compania cu tin un internetpagina b. Un persona cu tin un internetpagina c. Un compania cu ta laga abo subi internet

(facilita bo) d. Un computor cu ta subi riba internetpagina

Noem 2 browser programma’s Scirbi e nomber di 2 programma cu bo por usa bo wak internetpagina’s

1. 2.

Wat doet de knop ? Kico e siguiente boton ta hasi?

Wat doet de knop? Kico e siguiente boton ta hasi?

Wat is het adres van de Nederlandstalige Google? (niet www.google.com maar...) Kico ta e internetadres di Google na Hulandes? (NO www.google.com pero……)

Noem 2 zoekmethodes Scirbi dos manera pa busca informacion riba intenet

1. 2.

Wat is de oppervlakte van Aruba? Kico ta e oppervlakte di Aruba?

Op welke site heb je dat gevonden? Riba cua site bo a haya e informacion ey?

Hoe heb je gezocht om dat te kunnen vinden? Con bo a busca pa haya e informacion ey?

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

Opleiding : Informatiekunde Blok : 2.1 Docent : Lilianne

Documents

Transcript of Opleiding : Informatiekunde Blok : 2.1 Docent : Lilianne