Op Voeten en Fietsen – Groep 5/6

les9 & 10

Groot, groter, grootstEEN UITGAVE VAN DE VERKEERSMETHODE VAN VEILIG VERKEER NEDERLAND | SCHOOLJAAR 2019 - 2020

Les 9 – Start

Ik weet waarmee ik rekening moet houden als ik een

groot voertuig tegenkom.

Ik kan uitleggen wie wanneer

voorrang heeft of voorgaat op een

rotonde.

Ik laat zien dat ik rechts en ruim

achter grote voertuigen blijf.

Ik wil mezelf en andere

weggebruikers niet in gevaar brengen

als ik fiets.

Dit ontdek je:

Kijk naar het filmpje.  

a. Zou jij van deze grote glijbaan willen glijden?

Ja Nee

b. Leg je antwoord uit.

2 Groot, groter, grootst

Zo zit dat... met grote voertuigen• De bestuurder van een vrachtauto, tractor of bus kan jou niet altijd goed zien.

- Rijd er daarom nooit vlak achter of naast. - Steek er nooit vlak voor of achter over. - Blijf er minimaal drie meter voor of achter.

• Een groot voertuig dat rechtsaf gaat, kan de bocht afsnijden. Haal daarom nooit rechts in, maar blijf rechts en ruim achter het voertuig.

• Houd beide handen aan het stuur als je ingehaald wordt. Je kunt met een harde windvlaag te maken krijgen.• Als een groot voertuig de bocht om komt en de weg is smal, kan het op de andere weghelft terecht komen.

Bekijk de animatie!• Zo zit dat… met inhalen en grote voertuigen • Zo zit dat… met afslaan als je fietst

Zo zit dat… met rotondes• Rijd je op een rotonde en moet je daar op de

rijbaan of op een fietsstrook fietsen? Dan moet je voorrang krijgen van bestuurders die van de rotonde afgaan. Want: rechtdoor op dezelfde weg gaat voor. De weg is hier: de rotonde.

• Rijd je op een fietspad om de rotonde heen? Dan is de voorrang altijd geregeld met borden en haaientanden.

1 – Grote gevaren

Kijk naar de foto. De kinderen zeggen hier iets over. Wie heeft gelijk? Zet een in het rondje. Er kunnen meer goede antwoorden zijn.

Houd je goed vast. Je kunt

te maken krijgen met een

windvlaag.

De tractor komt de fietsers achterop rijden en moet hen via

de berm inhalen. Fiets je naast

elkaar en komt een tractor je tegemoet

of achterop? Ga dan achter elkaar rijden.

Groot, groter, grootst 3

3 – Afslaan bij grote voertuigen

2 – Oversteken

a. Kijk naar de tekening. Gert wil naar de winkel. Steekt hij op een veilige plek over?

Ja Nee

a. Kijk naar tekening 1. Bente wil rechts afslaan. Waar moet ze wachten? Zet een in het rondje.

21

b. Waar zou jij oversteken? Zet hier een .

Gert

SebastiaanBente

b. Kijk naar tekening 2. Sebastiaan wil links afslaan. Waar moet hij wachten? Zet een in het rondje.

c. Aan welke regel moet je je dus houden als je in de buurt van grote voertuigen bent?

4 Groot, groter, grootst

4 – Rondje rotonde

1

a. Kijk naar foto 1. Wie mag als eerste verder rijden? Kleur het rondje.

b. Welke afspraak geldt hier?

2

c. Kijk naar foto 2. Wie mag als eerste verder rijden? Kleur het rondje.

d. Welke afspraak geldt hier?

Klaar?

Kies een leuke Kiezen maar!

opdracht uit op het werkblad.Opdrachten nagekeken?Doe samen de Kijk terug quiz van deze les op het digibord.

5 – Het ronde bord

a. Kijk naar de tekening en naar het ronde verkeers-bord. Wat moet je hier als bestuurder doen?

b. Diede wil linksaf. Welke route moet ze nemen? Teken de route in de tekening.

c. Onderweg komt ze Kelvin tegen. Wie mag als eerste verder rijden?

Diede KelvinDiede

Kelvin

Groot, groter, grootst 5

Les 10 – Start

Kijk naar het filmpje.  

Ik kan uitleggen wat ik moet doen,

als fietser, bij voorsorteervakken

Ik kan uitleggen wat ik moet doen bij

een fietsopstelvak.

Ik fiets op de juiste plaats op de weg.

Ik besef dat ik alle aandacht moet hebben voor de verkeerssituatie

om me heen.

Dit ontdek je:

a. Wat vond je van het filmpje? Leg je antwoord uit.

b. Ken je nog meer dingen die gesorteerd worden? Noem er twee.

6 Groot, groter, grootst

Bekijk de animatie!• Zo zit dat… met voorsorteren als je linksaf wilt

Zo zit dat… met voorsorteren als er een fietsopstelvak is• Fietsers en bromfietsers mogen bij rood licht in

het opstelvak voor de auto’s wachten.• Als het licht op groen springt, kunnen ze voor de

auto’s wegrijden en afslaan.• Je blijft zoveel mogelijk rechts in het opstelvak als

je rechtsaf wilt.• Je gaat in het midden of rechts staan als je recht­

door wilt.• Je gaat links staan als je linksaf wilt.

Zo zit dat… met voorsorteren als er voorsorteervakken zijn• Je mag in het linkervoorsorteervak gaan fietsen.• Kijk achterom voordat je naar het linker­

voorsorteervak gaat.• Blijf rechts in het linkervoorsorteervak.

1 – Welke vakken? 2 – Voorsorteervak

a. Kijk naar de tekening. Bram wil links afslaan. Wacht hij op de goede plaats?

Ja, want

Nee, want

b. Waar moet hij staan als hij naar rechts wil afslaan? Zet op deze plek een .

a. Kijk naar de tekening. Jij wilt rechts afslaan. In welk vak zou jij wachten? Teken jezelf op de goede plaats in het vak en zet je naam hierbij.

b. Je buurjongen wil links afslaan. In welk vak moet hij wachten? Teken hem op de goede plaats.

Bram

Groot, groter, grootst 7

3 – De goede plaats

4 – Zonder vakken

Kijk naar de foto’s. De kinderen willen links afslaan. Wie wacht er op de goede plaats? Zet hier een bij. Je mag meerdere krullen zetten.

1

1 2

2

a. Kijk naar de tekeningen. Lees wat de kinderen zeggen. Wat is Babette vergeten te doen?

b. Als de gele auto er niet was, konden de kinderen dan wel veilig voorsorteren?

Ja Nee

Kijk uit! Zag je die auto niet?

We moeten linksaf hier,

Babette. Hoe doen we dat

veilig?

Ik sorteer alvast

links voor, Fabian!

5 – Even wachten

a. Wat voor waarschuwing zou je Jonas geven?

b. Geef de auto een advies.

c. Jonas wil rechtdoor. Wacht hij op de goede plaats?

Ja

Nee, want

Klaar?

Kies een leuke Kiezen maar!

opdracht uit op het werkblad.

Opdrachten nagekeken?Doe samen de Kijk terug quiz van deze les op het digibord.

Linksaf: pretpark of rechtsaf: dierentuin?

Jonas

Dilemma