op donderdag. Met welk recht verbieden we het hoofd van ... · zorgcentra werd verboden. Het is...

1
25 DeMorgen. DONDERDAG 30/04/2020 lezersbrieven opinie KOEN MILISEN is gewoon hoogleraar ouderenzorg aan de KU Leuven en voorzitter van het Expertisecentrum Val- en Fractuurpreventie Vlaanderen. Met welk recht verbieden we ouderen hun kot te verlaten? at na de corona-uitbraak het bezoek in woon-zorgcentra aan banden werd ge- legd, is begrijpelijk. Maar met welk recht verbieden we wilsbekwame ou- deren die er wonen hun kot te verlaten? Weinigen twijfelen aan de doeltreffend- heid van de coronamaatregelen die in het belang van de volksgezondheid zijn genomen. Het virus SARS-CoV-2 is bij- zonder besmettelijk en houdt dus het risico in ons gezondheidszorgsysteem te overbe- lasten. Dag na dag leert de wetenschap bij over dit nieuwe virus en komen we meer te weten over hoe we er best mee omgaan. Maar er zijn nog veel vraagtekens. Vaccins en behandelingen voor de ziekte Covid-19 zijn er voorlopig niet. Het bedenken, afkondigen, toepassen en stap voor stap weer afbouwen van allerhande maatregelen is niet evident. Vanwege de grotere kwetsbaarheid van oude- ren en de kans op een snellere verspreiding van het virus is het begrijpelijk dat bezoek in woon- zorgcentra werd verboden. Het is minder begrij- pelijk waarom, in tegenstelling tot de rest van de bevolking, ouderen die hier wonen niet het recht hebben hun kot te verlaten om aan beweging te doen. Zijn ouderen in woon-zorgcentra niet in staat de gevraagde hygiënische voorzorgen zoals het wassen van de handen en de anderhalveme- terregel plichtsgetrouw en correct uit te voeren? Het is juist dat heel wat wilsonbekwame ou- deren in deze woon-zorgcentra wonen, die die maatregelen door hun ziekte niet kunnen nale- ven. Denk aan personen met dementie. Maar la- ten we niet vergeten dat in diezelfde centra ook veel wilsbekwame ouderen wonen, die dit wel kunnen. Zij zullen de maatregelen misschien net beter dan de rest van de bevolking opvolgen. Welk recht hebben we dan om hen nu al meer dan zeven weken op te sluiten? Hoe lang kunnen we deze vrijheidsbeperkende maatregel nog als algemeen geldend voor woon-zorgcentra blijven verdedigen? De befaamde wet op de patiëntenrechten stelt dat iedere wilsbekwame persoon toestemming moet geven voor de zorg of behandeling die hij of zij ontvangt. Als vrijheidsbeperking een on- derdeel wordt van die zorg, dan moet dat in prin- cipe met toestemming van de betrokkene. Of in geval van wilsonbekwaamheid, met toestemming van de wettelijk vertegenwoordiger. De uitzon- dering daarop zijn ‘acute’ situaties waarin de be- trokkene een gevaar betekent voor zichzelf of anderen. In zulke gevallen mag je iemand in zijn vrijheid beperken zonder toestemming. De coronacrisis kan als zo’n situatie gezien worden. Ouderen in woon-zorgcentra lopen een potentieel risico op besmetting en kunnen an- deren besmetten. Maar hoelang kunnen we die redenering blijven volhouden? Alle richtlijnen in de zorg geven aan dat vrijheidsbeperking tijdelijk en dus zo kort mogelijk moet worden toegepast, vanwege de negatieve impact ervan op het fysiek en mentaal welbevinden. Waarom geldt trou- wens zo’n vrijheidsbeperking niet voor ons alle- maal? Ook wij lopen dat risico. En toch is het ons toegestaan vanaf het begin van de crisis naar buiten te komen om te bewegen, al dan niet met een of twee extra personen. Ouderen hebben, nog meer dan de rest van de bevolking, nood aan beweging. Rust roest en leidt bij hen veel sneller tot extra problemen. Denk aan een verhoogd risico op hart- en vaataandoenin- gen, versnelde cognitieve achteruitgang en een snelle afname van spierkracht en evenwicht met als gevolg een hoger risico om te vallen en bij- voorbeeld een heup te breken. Vrijheidsbeperking gaat in tegen de fundamentele rechten van de mens. Het grijpt diep in op de emotionele levens- sfeer met een sterke toename van sociale isolatie, eenzaamheid en depressie. De impact op mense- lijk en maatschappelijk vlak is groot. Het is jammer dat in de recente versoepeling van de maatregelen weinig over de woon-zorg- centra werd gezegd. Ik begrijp dat voorafgaand overleg met de sector noodzakelijk is. Ik hoop dat een versoepeling van de vrijheidsbeperking op zijn minst bespreekbaar is. We kunnen niet blijven tolereren dat ouderen in woon-zorgcentra zonder meer een vrijheidsbeperking wordt op- gelegd die we zelf nooit zouden aanvaarden. Sommige woon-zorgcentra hebben een eigen tuin of park waarin gewandeld kan worden. Maar ze beschikken lang niet allemaal over deze moge- lijkheden. Ik geloof sterk in de creativiteit en expertise van de woon-zorgcentra. Ze doen hun uiterste best en verdienen alle lof in deze moeilijke peri- ode. Ik geloof nog meer in het zelfbeschikkings- recht en verantwoordelijkheidszin van ouderen. Laten we hen niet vergeten in deze discussie. Als eerste betrokkenen hebben zij het meeste recht van spreken. Ouderen in woon-zorgcentra zijn net zo goed als de rest van de bevolking in staat zelf te beslissen wat wel en niet kan, rekening houdend met alle regels van hygiëne en sociale afstand. D De senioren van een woon-zorg- centrum in Herentals verzamelen op het balkon voor een concert dat buiten voor hen gehouden wordt. © PETER VANDERVEKEN We kunnen niet blijven tolereren dat ouderen die in woon-zorgcentra wonen zonder meer een vrijheids- beperking wordt opgelegd die we zelf nooit zouden aanvaarden Het enige dat we te vrezen hebben is de vrees voor schulden zelf NOBELPRIJSWINNAAR PAUL KRUGMAN MAAKT ZICH GEEN ZORGEN OVER STAATSSCHULDEN, IN ‘THE NEW YORK TIMES’ HUGO CAMPS Op het hakblok ligt het hoofd van een moedige vrouw et is psychologie van de koude grond, maar in een crisis verwachten de burgers dat de politieke leider op hen gaat lijken. Alsof ze vertrouwen kunnen tanken aan een soort gemiddelde Belg. Jean-Luc Dehaene was destijds perfect inruilbaar. Sophie Wilmès is dat niet. Zij lijkt altijd uit een koude kamer te komen waar het lichtjes gevroren heeft. Ik denk er ijsbloemen bij. Een naaistertje is ze al helemaal niet. Dat type wordt nu heruitgevonden voor mannen en vrou- wen. Ik herinner me hoe gelukkig mijn moeder was als op dinsdag de postbode met Het Rijk der Vrouw kwam. In het blad stonden patronen voor snit en naad. Het viel op dinsdag in zowat alle huishoudens op de deurmat. Mijn moeder kon niet wachten en stond hunkerend aan het raam. Vervlogen jaren, maar alles komt terug. Ineens zijn we een naai- natie, aangestuurd door mannen. Alsof het feminisme nog moet uitgevonden worden. Mondkapjes: we zouden ze drie weken gele- den niet eens opgeraapt hebben in een winderig straatbeeld. Nu zijn ze de canon van burgerplicht. Er wordt geen goed woord meer gezegd en geschreven over de eerste minister. De exit van corona zal ook de exit worden van een politieke carrière. Sophie is geen bedwelmend type. Het volk wil nu een Kim Clijsters-type. In de afbranding van mevrouw Wilmès blijkt hoe onrecht- vaardig de politiek kan zijn. Al die mannen om haar heen in de Nationale Veiligheidsraad blijven ondergedoken. Geens, Jambon, Beke, De Croo… ze stotteren en buitelen met de onbeholpenheid van een dronken letterknecht en zijn voor niets verantwoordelijk. De chaos is op rekening van de eerste minister. Plots wordt corona herleid tot een communicatiecrisis in de regie van Sophie Wilmès. Alsof de dood in woon-zorg- centra op communicatie zat te wachten. Het is bijna pervers. Ja de chaos heerst, maar mag ik er fijntjes aan herinneren dat de geïnstitutionaliseerde viroloog mondkapjes eerst ook verwierp als beschermingsmiddel? Moet dan het uitblijven van een invasie de eerste minister worden aangere- kend? Er zijn andere kandidaten dan Sophie Wilmès die door de ge- haktmolen gedraaid kunnen worden. Haar nadeel is dat ze de ach- tergrond heeft van une certaine bourgeoisie. De genen van Waals- Brabant. En ze is omringd door waardeloze communicatiestrategen die alleen maar verwarring stichten en van elke persconferentie een demonstratie van gevoelloze cijfers en grafieken maken. Spreek Sophie in haar keukentje en je krijgt een heel andere vrouw. De politiek is gedegradeerd tot een bende chaoten zonder kom- pas. Kakelnichten van corona. Mevrouw Wilmès krijgt straks de re- kening gepresenteerd, vooral door de lafbekken die aan de zijlijn stonden. Alles wordt haar nagedragen, haar gebrekkige tweetalig- heid, haar onzichtbaarheid, haar rollebollende presentatie van ti- ming en hoop. Terwijl ze tien keer betrouwbaarder is dan Koen Geens. Op het hakblok van corona ligt het hoofd van een moedige, eenzame vrouw die het land gediend heeft. H column Dissidentie mag ook. Onder die vlag vaart Hugo Camps op donderdag. Mevrouw Wilmès krijgt straks de rekening gepresenteerd, vooral door de lafbekken die aan de zijlijn stonden ANN DE CRAEMER Elke dinsdag en donderdag schrijft Ann De Craemer over de kleine en grote dingen des levens die haar beroeren. k woon in een winkelstraat waar het normaal gonst van de bedrijvigheid. Een bewuste keuze toen ik van Brussel terug naar mijn thuisstad ver- huisde: de hoofdstad was mij te hectisch maar ik wilde nog ge- noeg mensen zien, geluiden op- vangen, indrukken opslaan. Corona heeft nu een deken van soms angstaanjagende stilte over mijn straat gedrapeerd. Toch kijk ik af en toe naar bui- ten. Vorige vrijdag begon men met de heraanleg van de straat. Als sluit- stuk werd er zand over de stenen gegooid. De strakke wind van zon- dag deed het hier en daar ophopen tot miniatuurhellingen. Ik zat met mijn kat op de ven- sterbank in de verte te staren toen een jongen van een jaar of negen met zijn vader kwam aangewan- deld. Zodra hij het zand zag, begon hij te rennen. Hij deed wat hij waar- schijnlijk al eerder aan zee had ge- daan: zijn naam in het zand schrij- ven. ‘Robin’, las ik. Het ontroerde me. Misschien kwam het straat- zand het dichtst bij een gevoel van zee dat de jongen de komende maanden zal ervaren. Zelf was ik het laatst aan zee begin maart. Ik raapte schelpen. De mooi- ste was een grijswitte hoornschelp die ik een plek gaf in mijn boeken- kast. Toen de jongen uit mijn zicht was verdwenen, stond ik op om mijn schelp te nemen. Als kind ge- loofde ik écht dat het geruis dat je erin hoort, de aanrollende gol- ven van de zee waren. Eigenlijk hoef ik me van- daag de zee niet eens voor te stel- len. Een vriendin uit Oostende, bij wie ik in pre-coronatijden maan- delijks drie dagen verbleef, stuurt me elke dag een filmpje van de zee. Het neemt het gemis niet weg, maar is intens hoopgevend: corona zal ons op een dag verla- ten, maar de zee is er voor de eeu- wigheid. De zee is er voor de eeuwigheid, en dat is intens hoopgevend Robin I Alles voor e-co-no-mie Dag zoon van me, Een brief voor jou, omdat ik de woorden niet vind om het jou gewoon uit te leggen (misschien kan een powerpoint helpen?). Zes weken geleden werd onze wereld overhoopgehaald en mochten we plots allerlei dingen niet meer doen. Jij deed dat zonder morren, want je begreep dat we met zijn allen even ons best moesten doen om iedereen gezond te houden. Het waren weken met bergen en dalen, met pret en met tranen, maar we deden het, samen, en ik ben trots op ons! Ik besef dat je je vrienden mist, je familie, je leer- krachten,… Maar kan je nog even (een aantal weken) flink zijn? Niet zozeer voor de volksge- zondheid, maar voor iets nog belangrijkers: de e-co-no-mie! Ik probeer het je even uit te leg- gen. Economie, dat is wat de pa- pa’s en mama’s nu weer draai- ende moeten krijgen, zodat we met zijn allen dat leuke kleedje kunnen kopen. Of dit niet min- der belangrijk is dan hoe jij en je vriendjes zich ontwikkelen? Na- tuurlijk niet, jongen, de econo- mie is de draaischijf van alles… Ook al heb je nu nood aan een mama met tijd voor jou, je zult het moeten doen met de haast- je-rep-je-mama met het korte lontje omdat ze de andere bord- jes ook in de lucht moet houden. Maar de economie, die zal draaien, en dat is wat telt, niet? Dag zoon, tot vanavond! Hou je in stilte bezig hé, ontwikkel je- zelf wat… Tine Depoorter

Transcript of op donderdag. Met welk recht verbieden we het hoofd van ... · zorgcentra werd verboden. Het is...

Page 1: op donderdag. Met welk recht verbieden we het hoofd van ... · zorgcentra werd verboden. Het is minder begrij-pelijk waarom, in tegenstelling tot de rest van de bevolking, ouderen

25DeMorgen. DONDERDAG 30/04/2020

lezersbrieven

opinie

KOEN MILISEN is gewoon hoogleraar ouderenzorg aan de KU Leuven envoorzitter van het Expertisecentrum Val- en FractuurpreventieVlaanderen.

Met welk rechtverbieden weouderen hunkot te verlaten?

at na de corona-uitbraak het bezoek inwoon-zorgcentra aan banden werd ge-legd, is begrijpelijk. Maar met welkrecht verbieden we wilsbekwame ou-deren die er wonen hun kot te verlaten?Weinigen twijfelen aan de doeltreffend-heid van de coronamaatregelen die inhet belang van de volksgezondheid zijngenomen. Het virus SARS-CoV-2 is bij-zonder besmettelijk en houdt dus het

risico in ons gezondheidszorgsysteem te overbe-lasten. Dag na dag leert de wetenschap bij overdit nieuwe virus en komen we meer te wetenover hoe we er best mee omgaan. Maar er zijnnog veel vraagtekens. Vaccins en behandelingenvoor de ziekte Covid-19 zijn er voorlopig niet. Hetbedenken, afkondigen, toepassen en stap voorstap weer afbouwen van allerhande maatregelenis niet evident.

Vanwege de grotere kwetsbaarheid van oude-ren en de kans op een snellere verspreiding vanhet virus is het begrijpelijk dat bezoek in woon-zorgcentra werd verboden. Het is minder begrij-pelijk waarom, in tegenstelling tot de rest van debevolking, ouderen die hier wonen niet het rechthebben hun kot te verlaten om aan beweging tedoen. Zijn ouderen in woon-zorgcentra niet instaat de gevraagde hygiënische voorzorgen zoalshet wassen van de handen en de anderhalveme-terregel plichtsgetrouw en correct uit te voeren?

Het is juist dat heel wat wilsonbekwame ou-deren in deze woon-zorgcentra wonen, die diemaatregelen door hun ziekte niet kunnen nale-ven. Denk aan personen met dementie. Maar la-ten we niet vergeten dat in diezelfde centra ookveel wilsbekwame ouderen wonen, die dit welkunnen. Zij zullen de maatregelen misschien netbeter dan de rest van de bevolking opvolgen.Welk recht hebben we dan om hen nu al meerdan zeven weken op te sluiten? Hoe lang kunnenwe deze vrijheidsbeperkende maatregel nog alsalgemeen geldend voor woon-zorgcentra blijvenverdedigen?

De befaamde wet op de patiëntenrechten steltdat iedere wilsbekwame persoon toestemmingmoet geven voor de zorg of behandeling die hijof zij ontvangt. Als vrijheidsbeperking een on-derdeel wordt van die zorg, dan moet dat in prin-cipe met toestemming van de betrokkene. Of ingeval van wilsonbekwaamheid, met toestemmingvan de wettelijk vertegenwoordiger. De uitzon-dering daarop zijn ‘acute’ situaties waarin de be-trokkene een gevaar betekent voor zichzelf ofanderen. In zulke gevallen mag je iemand in zijnvrijheid beperken zonder toestemming.

De coronacrisis kan als zo’n situatie gezienworden. Ouderen in woon-zorgcentra lopen eenpotentieel risico op besmetting en kunnen an-deren besmetten. Maar hoelang kunnen we dieredenering blijven volhouden? Alle richtlijnen inde zorg geven aan dat vrijheidsbeperking tijdelijken dus zo kort mogelijk moet worden toegepast,vanwege de negatieve impact ervan op het fysieken mentaal welbevinden. Waarom geldt trou-wens zo’n vrijheidsbeperking niet voor ons alle-maal? Ook wij lopen dat risico. En toch is hetons toegestaan vanaf het begin van de crisis naarbuiten te komen om te bewegen, al dan niet meteen of twee extra personen.

Ouderen hebben, nog meer dan de rest van debevolking, nood aan beweging. Rust roest en leidtbij hen veel sneller tot extra problemen. Denk aaneen verhoogd risico op hart- en vaataandoenin-gen, versnelde cognitieve achteruitgang en een

snelle afname van spierkracht en evenwicht metals gevolg een hoger risico om te vallen en bij-voorbeeld een heup te breken. Vrijheidsbeperkinggaat in tegen de fundamentele rechten van demens. Het grijpt diep in op de emotionele levens-sfeer met een sterke toename van sociale isolatie,eenzaamheid en depressie. De impact op mense-lijk en maatschappelijk vlak is groot.

Het is jammer dat in de recente versoepelingvan de maatregelen weinig over de woon-zorg-centra werd gezegd. Ik begrijp dat voorafgaandoverleg met de sector noodzakelijk is. Ik hoopdat een versoepeling van de vrijheidsbeperkingop zijn minst bespreekbaar is. We kunnen nietblijven tolereren dat ouderen in woon-zorgcentrazonder meer een vrijheidsbeperking wordt op-gelegd die we zelf nooit zouden aanvaarden.Sommige woon-zorgcentra hebben een eigen tuinof park waarin gewandeld kan worden. Maar zebeschikken lang niet allemaal over deze moge-lijkheden.

Ik geloof sterk in de creativiteit en expertisevan de woon-zorgcentra. Ze doen hun uiterstebest en verdienen alle lof in deze moeilijke peri-ode. Ik geloof nog meer in het zelfbeschikkings-recht en verantwoordelijkheidszin van ouderen.Laten we hen niet vergeten in deze discussie. Alseerste betrokkenen hebben zij het meeste rechtvan spreken. Ouderen in woon-zorgcentra zijn netzo goed als de rest van de bevolking in staat zelf tebeslissen wat wel en niet kan, rekening houdendmet alle regels van hygiëne en sociale afstand.

DDe seniorenvan eenwoon-zorg -centrum inHerentalsverzamelenop hetbalkon vooreen concertdat buitenvoor hengehoudenwordt. © PETER

VANDERVEKEN

We kunnen niet blijventolereren dat ouderen die in woon-zorgcentra wonenzonder meer een vrijheids -beperking wordt opgelegddie we zelf nooit zoudenaanvaarden

Het enige dat we te vrezenhebben is de vrees voorschulden zelf

NOBELPRIJSWINNAAR PAUL KRUGMAN MAAKT ZICH GEEN ZORGEN OVER STAATSSCHULDEN, IN ‘THE NEW YORK TIMES’

HUGOCAMPS

Op het hakblok ligthet hoofd van eenmoedige vrouw

et is psychologie van de koude grond, maar in een crisisverwachten de burgers dat de politieke leider op hen gaatlijken. Alsof ze vertrouwen kunnen tanken aan  een soortgemiddelde Belg. Jean-Luc Dehaene was destijds perfectinruilbaar. 

Sophie Wilmès is dat niet. Zij lijkt altijd uit een koudekamer te komen waar het lichtjes gevroren heeft. Ik denker ijsbloemen bij. Een naaistertje is ze al helemaal niet.Dat type wordt nu heruitgevonden voor mannen en vrou-wen. Ik herinner me hoe gelukkig mijn moeder was als

op dinsdag de postbode met Het Rijk der Vrouw kwam. In  het bladstonden patronen voor snit en naad. Het viel op dinsdag in zowatalle huishoudens op de deurmat. Mijn moeder kon niet wachtenen stond hunkerend aan het raam.

Vervlogen jaren, maar alles komt terug. Ineens zijn we een naai-natie, aangestuurd door mannen. Alsof het feminisme nog moetuitgevonden worden. Mondkapjes: we zouden ze drie weken gele-den niet eens opgeraapt hebben in een winderig straatbeeld. Nuzijn ze de canon van burgerplicht.

Er wordt geen goed woord meer gezegd en geschreven over deeerste minister. De exit van corona zal ook de exit worden van eenpolitieke carrière. Sophie is geen bedwelmend type. Het volk wilnu een Kim Clijsters-type. Inde afbranding van mevrouwWilmès blijkt hoe onrecht-vaardig de politiek kan zijn. Aldie mannen om haar heen inde Nationale Veiligheidsraadblijven ondergedoken. Geens,Jambon, Beke, De Croo… zestotteren en buitelen met deonbeholpenheid van eendronken letterknecht en zijnvoor niets verantwoordelijk.De chaos is op rekeningvan de eerste minister. 

Plots wordt corona herleidtot een communicatiecrisis inde regie van Sophie Wilmès.Alsof de dood in woon-zorg-centra op communicatie zat tewachten. Het is bijna pervers.Ja de chaos heerst, maar magik er fijntjes aan herinneren dat de geïnstitutionaliseerde viroloogmondkapjes eerst ook verwierp als beschermingsmiddel? Moet danhet uitblijven van een invasie de eerste minister worden aangere-kend? 

Er zijn andere kandidaten dan Sophie Wilmès die door de ge-haktmolen gedraaid kunnen worden. Haar nadeel is dat ze de ach-tergrond heeft van une certaine bourgeoisie. De genen van Waals-Brabant. En ze is omringd door waardeloze communicatiestrategendie alleen maar verwarring stichten en van elke persconferentieeen demonstratie van gevoelloze cijfers en grafieken maken. SpreekSophie in haar keukentje en je krijgt een heel andere vrouw.

De politiek is gedegradeerd tot een bende chaoten zonder kom-pas. Kakelnichten van corona. Mevrouw Wilmès krijgt straks de re-kening gepresenteerd, vooral door de lafbekken die aan de zijlijnstonden. Alles wordt haar nagedragen, haar gebrekkige tweetalig-heid, haar onzichtbaarheid, haar rollebollende presentatie van ti-ming en hoop. Terwijl ze tien keer betrouwbaarder is dan KoenGeens. Op het hakblok van corona ligt het hoofd van een moedige,eenzame vrouw die het land gediend heeft.

H

column

Dissidentie mag ook. Onder die vlag vaart Hugo Campsop donderdag.

MevrouwWilmès krijgtstraks derekeninggepresenteerd,vooral door delafbekken dieaan de zijlijnstonden

ANN DE CRAEMERElke dinsdag en donderdag schrijft Ann De Craemer over de kleine en grote dingen des levens die haar beroeren.

k woon in een winkelstraatwaar het normaal gonst vande bedrijvigheid. Een bewustekeuze toen ik van Brussel

terug naar mijn thuisstad ver-huisde: de hoofdstad was mij tehectisch maar ik wilde nog ge-noeg mensen zien, geluiden op-vangen, indrukken opslaan.Corona heeft nu een deken vansoms angstaanjagende stilte overmijn straat gedrapeerd.

Toch kijk ik af en toe naar bui-ten. Vorige vrijdag begon men met

de heraanleg van de straat. Als sluit-stuk werd er zand over de stenengegooid. De strakke wind van zon-dag deed het hier en daar ophopentot miniatuurhellingen.

Ik zat met mijn kat op de ven-sterbank in de verte te staren toeneen jongen van een jaar of negenmet zijn vader kwam aangewan-deld. Zodra hij het zand zag, begonhij te rennen. Hij deed wat hij waar-schijnlijk al eerder aan zee had ge-daan: zijn naam in het zand schrij-ven. ‘Robin’, las ik. Het ontroerde

me. Misschienkwam het straat-zand het dichtstbij een gevoel van zee dat de jongende komende maanden zal ervaren.Zelf was ik het laatst aan zee beginmaart. Ik raapte schelpen. De mooi-ste was een grijswitte hoornschelpdie ik een plek gaf in mijn boeken-kast. 

Toen de jongen uit mijn zichtwas verdwenen, stond ik op ommijn schelp te nemen. Als kind ge-loofde ik écht dat het geruis dat je

erin hoort, deaanrollende gol-ven van de zee

waren. Eigenlijk hoef ik me van-daag de zee niet eens voor te stel-len. Een vriendin uit Oostende, bijwie ik in pre-coronatijden maan-delijks drie dagen verbleef, stuurtme elke dag een filmpje van dezee. Het neemt het gemis nietweg, maar is intens hoopgevend:corona zal ons op een dag verla-ten, maar de zee is er voor de eeu-wigheid.

De zee is er voor deeeuwigheid, en dat isintens hoopgevendRobin

I

Alles voor e-co-no-mie

Dag zoon van me,Een brief voor jou, omdat ik dewoorden niet vind om het jougewoon uit te leggen (misschienkan een powerpoint helpen?).Zes weken geleden werd onzewereld overhoopgehaald enmochten we plots allerlei dingenniet meer doen. Jij deed datzonder morren, want je begreepdat we met zijn allen even onsbest moesten doen om iedereengezond te houden. Het warenweken met bergen en dalen,met pret en met tranen, maar wededen het, samen, en ik bentrots op ons! Ik besef dat je jevrienden mist, je familie, je leer-krachten,… Maar kan je nog even(een aantal weken) flink zijn?Niet zozeer voor de volksge-

zondheid, maar voor iets nogbelangrijkers: de e-co-no-mie!Ik probeer het je even uit te leg-gen. Economie, dat is wat de pa-pa’s en mama’s nu weer draai-ende moeten krijgen, zodat wemet zijn allen dat leuke kleedjekunnen kopen. Of dit niet min-der belangrijk is dan hoe jij en jevriendjes zich ontwikkelen? Na-tuurlijk niet, jongen, de econo-mie is de draaischijf van alles…Ook al heb je nu nood aan eenmama met tijd voor jou, je zulthet moeten doen met de haast-je-rep-je-mama met het kortelontje omdat ze de andere bord-jes ook in de lucht moet houden.Maar de economie, die zaldraaien, en dat is wat telt, niet?Dag zoon, tot vanavond! Hou jein stilte bezig hé, ontwikkel je-zelf wat… Tine Depoorter