Op de bagagedrager van de opleider

2
14 mednet 02I2012 Op de bagagedrager van de opleider De concentratie van zorg heeft consequenties voor de opleiding van aios, want opleidingszieken- huizen voeren niet meer alle handelingen uit. Aios worden daarom op meerdere plaatsen opge- leid; de aios bij de opleider op de bagagedrager naar het volgende ziekenhuis. Een probleem is dat niet ieder ziekenhuis is erkend als opleidingsplaats. Toch zien opleiders en De Jonge Orde ook voordelen: doordat een handeling vaak uitgevoerd, zal de leercurve snel stijgen. veel willen investeren als de betreffende aios zo weer weg is? “Het duurt altijd even voordat je iedereen kent en voordat opleiders weten wat een specialist in opleiding wel en niet kan.” Ook is De Jonge Orde alert op de beschikbaar- heid van reiskostenvergoedingen en voldoende reistijd. Om erachter te komen of zich nog meer problemen voordoen, heeft De Jonge Orde een enquête uitgezet onder haar leden over de gevolgen van concentratie van zorg voor de opleiding. KANSEN Volgens gynaecoloog Fedde Scheele, betrokken bij verschillende projecten van de Orde van Medisch Specialisten, waaronder de Oplei- dingsetalage, en lid van het College Genees- kundige Specialismen (CGS), de instantie die regelgeving voor de vervolgopleiding vaststelt, biedt concentratie van zorg juist kansen voor aios. “De eerste vier jaar van de opleiding zijn in de meeste ziekenhuizen goed af te dekken”, zegt hij, “ook bij een toename van concentratie van zorg in de toekomst. Misschien moeten we nog wat maatregelen nemen, maar 80 tot 90 procent van de verrichtingen die aios onder de knie moeten krijgen, is en blijft mogelijk bin- nen één ziekenhuisclub.” Zijn de zorgen van de specialisten in opleiding dan onterecht? Nee, geeft Scheele toe. “We moeten inderdaad goed uitkijken dat er geen versnippering plaatsvindt, dat een aios de ene vaardigheid op de ene plek leert, en de andere vaardigheid elders. Dan leren we ze kunstjes, akkoord met de concentratie van liesbreuk- ingrepen als de opleiding is geborgd en aios niet benadeeld worden.” Ook bij de Landelijke Vereniging voor Medisch Specialisten in Opleiding (LVAG) zijn er zorgen. In een persbericht neemt de LVAG als voorbeeld zorgverzekeraar Menzis, die heeft besloten geen contracten meer af te sluiten met een derde van de ziekenhuizen die amandel-, hernia en heupoperaties uitvoeren. De LVAG schrijft: ‘Waar de verzekeraar aan voorbij gaat, is dat het ook een kerntaak van ziekenhuizen is om artsen, maar ook ander personeel zoals operatieassistenten, op te leiden zodat ook de zorg van morgen gewaarborgd is. Hoe kunnen artsen deze ingrepen leren als zij niet langer in hun opleidingsziekenhuis wor- den uitgevoerd?’ Ook De Jonge Orde heeft twijfels. Bestuurslid bij De Jonge Orde en aios urologie bij Medisch Centrum Haaglanden Milou Bekker spreekt over versnippering van de opleiding. “Waarschijnlijk zullen aios meer moeten rei- zen. Nu is het opleidingsschema zo ingedeeld dat ze een aantal jaar in het ene ziekenhuis ver- blijven en dan een paar jaar in een ander. Dat verblijf kan in de toekomst teruggebracht wor- den naar een tot drie maanden. Dat leidt tot meer administratieve rompslomp en we vragen ons af of de registratiecommissie dat kan bijbe- nen. Bovendien, wie is eindverantwoordelijk met zoveel ziekenhuizen die allemaal iets voor de aios betekenen?” Nog een punt van zorg van Bekker is of opleiders dan nog wel even- GEVOLGEN CONCENTRATIE VAN ZORG VOOR AIOS V ier ziekenhuizen in Zuid-Holland – het Groene Hart Ziekenhuis Gouda, Bron- ovo en Medisch Centrum Haaglanden in Den Haag en ’t Lange Land Ziekenhuis in Zoeter- meer – werken momenteel aan een ‘roadmap’ waarin wordt beschreven welke zorg naar welk ziekenhuis gaat. Blaas- en longkankerchirurgie is vanaf dit jaar geconcentreerd in Medisch Centrum Haaglanden en er worden voorberei- dingen getroffen voor het concentreren van alle liesbreukoperaties op een van de andere locaties. Drie van deze vier ziekenhuizen heb- ben een opleidingserkenning. De liesbreuk- ingrepen gaan waarschijnlijk juist naar dat ene ziekenhuis zonder opleidingserkenning. Aios heelkunde maakten zich zorgen over deze ontwikkeling en vooral de liesbreukoperaties en schreven een brief waarin ze hebben gevraagd of er ook op hun belangen wordt gelet. Hedwig Slot, kinderarts en directeur van het Landsteiner Instituut, het leerhuis van de vier ziekenhuizen, nam daarom vorig jaar april contact op met de commissie die de gestelde eisen aan opleidingen checkt, de Medisch Spe- cialisten Registratie Commissie (MSRC) met de vraag of ze mee willen denken hoe dit moet worden opgelost. Slot: “Ingrepen overhevelen van het ene opleidingsziekenhuis naar het andere opleidingsziekenhuis is goed te doen binnen de bestaande regelgeving, maar zodra ingrepen worden verplaatst naar een zieken- huis dat geen opleidingserkenning heeft, blijkt dat er zich problemen voordoen. De drie betrokken chirurgieopleiders gaan pas tekst Suzanne BremmerS beeld HanS OOStrum FOtOgraFIe

Transcript of Op de bagagedrager van de opleider

Page 1: Op de bagagedrager van de opleider

14    mednet 02I2012

Op de bagagedrager  van de opleiderDe concentratie van zorg heeft consequenties voor de opleiding van aios, want opleidingszieken-huizen voeren niet meer alle handelingen uit. Aios worden daarom op meerdere plaatsen opge-leid; de aios bij de opleider op de bagagedrager naar het volgende ziekenhuis. Een probleem is dat niet ieder ziekenhuis is erkend als opleidingsplaats. Toch zien opleiders en De Jonge Orde ook voordelen: doordat een handeling vaak uitgevoerd, zal de leercurve snel stijgen.

veel willen investeren als de betreffende aios zo weer weg is? “Het duurt altijd even voordat je iedereen kent en voordat opleiders weten wat een specialist in opleiding wel en niet kan.” Ook is De Jonge Orde alert op de beschikbaar­heid van reiskostenvergoedingen en voldoende reistijd. Om erachter te komen of zich nog meer problemen voordoen, heeft De Jonge Orde een enquête uitgezet onder haar leden over de gevolgen van concentratie van zorg voor de opleiding.

KansenVolgens gynaecoloog Fedde Scheele, betrokken bij verschillende projecten van de Orde van Medisch Specialisten, waaronder de Oplei­dingsetalage, en lid van het College Genees­kundige Specialismen (CGS), de instantie die regelgeving voor de vervolgopleiding vaststelt, biedt concentratie van zorg juist kansen voor aios. “De eerste vier jaar van de opleiding zijn in de meeste ziekenhuizen goed af te dekken”, zegt hij, “ook bij een toename van concentratie van zorg in de toekomst. Misschien moeten we nog wat maatregelen nemen, maar 80 tot 90 procent van de verrichtingen die aios onder de knie moeten krijgen, is en blijft mogelijk bin­nen één ziekenhuisclub.”Zijn de zorgen van de specialisten in opleiding dan onterecht? Nee, geeft Scheele toe. “We moeten inderdaad goed uitkijken dat er geen versnippering plaatsvindt, dat een aios de ene vaardigheid op de ene plek leert, en de andere vaardigheid elders. Dan leren we ze kunstjes,

akkoord met de concentratie van liesbreuk­ingrepen als de opleiding is geborgd en aios niet benadeeld worden.”Ook bij de Landelijke Vereniging voor Medisch Specialisten in Opleiding (LVAG) zijn er zorgen. In een persbericht neemt de LVAG als voorbeeld zorgverzekeraar Menzis, die heeft besloten geen contracten meer af te sluiten met een derde van de ziekenhuizen die amandel­, hernia en heupoperaties uitvoeren. De LVAG schrijft: ‘Waar de verzekeraar aan voorbij gaat, is dat het ook een kerntaak van ziekenhuizen is om artsen, maar ook ander personeel zoals operatieassistenten, op te leiden zodat ook de zorg van morgen gewaarborgd is. Hoe kunnen artsen deze ingrepen leren als zij niet langer in hun opleidingsziekenhuis wor­den uitgevoerd?’ Ook De Jonge Orde heeft twijfels. Bestuurslid bij De Jonge Orde en aios urologie bij Medisch Centrum Haaglanden Milou Bekker spreekt over versnippering van de opleiding. “Waarschijnlijk zullen aios meer moeten rei­zen. Nu is het opleidingsschema zo ingedeeld dat ze een aantal jaar in het ene ziekenhuis ver­blijven en dan een paar jaar in een ander. Dat verblijf kan in de toekomst teruggebracht wor­den naar een tot drie maanden. Dat leidt tot meer administratieve rompslomp en we vragen ons af of de registratiecommissie dat kan bijbe­nen. Bovendien, wie is eindverantwoordelijk met zoveel ziekenhuizen die allemaal iets voor de aios betekenen?” Nog een punt van zorg van Bekker is of opleiders dan nog wel even­

GevolGen concentratie van zorG voor aios

Vier ziekenhuizen in Zuid­Holland – het Groene Hart Ziekenhuis Gouda, Bron­

ovo en Medisch Centrum Haaglanden in Den Haag en ’t Lange Land Ziekenhuis in Zoeter­meer – werken momenteel aan een ‘roadmap’ waarin wordt beschreven welke zorg naar welk ziekenhuis gaat. Blaas­ en longkankerchirurgie is vanaf dit jaar geconcentreerd in Medisch Centrum Haaglanden en er worden voorberei­dingen getroffen voor het concentreren van alle liesbreukoperaties op een van de andere locaties. Drie van deze vier ziekenhuizen heb­ben een opleidingserkenning. De liesbreuk­ingrepen gaan waarschijnlijk juist naar dat ene ziekenhuis zonder opleidingserkenning. Aios heelkunde maakten zich zorgen over deze ontwikkeling en vooral de liesbreukoperaties en schreven een brief waarin ze hebben gevraagd of er ook op hun belangen wordt gelet. Hedwig Slot, kinderarts en directeur van het Landsteiner Instituut, het leerhuis van de vier ziekenhuizen, nam daarom vorig jaar april contact op met de commissie die de gestelde eisen aan opleidingen checkt, de Medisch Spe­cialisten Registratie Commissie (MSRC) met de vraag of ze mee willen denken hoe dit moet worden opgelost. Slot: “Ingrepen overhevelen van het ene opleidingsziekenhuis naar het andere opleidingsziekenhuis is goed te doen binnen de bestaande regelgeving, maar zodra ingrepen worden verplaatst naar een zieken­huis dat geen opleidingserkenning heeft, blijkt dat er zich problemen voordoen. De drie betrokken chirurgieopleiders gaan pas

tekst Suzanne BremmerS beeld HanS OOStrum FOtOgraFIe

Page 2: Op de bagagedrager van de opleider

  15 

en zijn ze niet meer reflexief met de zorg bezig. De aios zeggen heel terecht: ‘Dit is nieuw, kij­ken jullie wel uit?’. Er zijn al maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat versnippe­ring niet uit de hand loopt. Het portfolio, waarin aios hun ervaringen en toetsen meene­men van ziekenhuis naar ziekenhuis, geeft een hoofdopleider toch een holistisch plaatje.” Daarnaast moet er volgens Scheele in de toe­komst een duidelijke afstemming komen tus­sen opleiders en opleidingsinstituten over de invulling van het opleidingsplan, en dan met name over de CanMeds­competenties. Scheele: “Daarvoor moet je goed afspreken wie wat doet en hoe het totaalplaatje in de gaten wordt gehouden. Er moet een integraal plan zijn voor iedere aios. De kennis van bepaalde onderde­len kan een aios aanleren in de ene kliniek, andere vaardigheden weer in een andere kli­niek. Ieder instituut heeft een lokaal oplei­dingsplan. Op het moment dat je aios uit een ander ziekenhuis krijgt, ga je de discussie aan. Een uitwerking hiervan is bijvoorbeeld: een aios gynaecologie/verloskunde begint in een perifeer ziekenhuis, daar houdt hij zich bezig met communicatie en samenwerking. Vervol­gens gaat hij naar een academisch ziekenhuis.

Daar werkt de aios meer aan organisatie van zorg en maatschappelijk en reflectief handelen. Tot slot gaat de aios terug naar de periferie waar hij de patiëntveiligheid nog even stevig onder de loep neemt.”

samenwerKinGsovereenKomstLeerhuis­directeur Slot zoekt de oplossing voor haar probleem nu in een Samenwerkingsover-eenkomst: bestuurlijke eenheid waarin het ene ziekenhuis met een ander ziekenhuis voor een bepaalde opleiding of een stukje van de oplei­ding een overeenkomst sluit. Slot: “De raad van bestuur van het ziekenhuis dat het stukje opleiding overneemt, is dan eindverantwoor­delijk. Ik heb met de secretaris van de MSRC afgesproken dat als de contouren helderder zijn, ik ons plan eerst aan hem voorleg. Zij kunnen dan checken of dit mag zodat we niet in de afrondende fase ineens worden terugge­floten. De medewerking van de MSRC is essentieel.” Slot was de eerste die in het voor­jaar van 2011 contact opnam met de MSRC. Inmiddels is een aantal ziekenhuizen haar gevolgd en zullen vele haar nog volgen. Secre­taris Reinier Braam van de MSRC verwacht een toename van opleidingsziekenhuizen die

met niet­erkende opleidingsziekenhuizen een samenwerkingsovereenkomst voor bestuurlijke eenheid zullen sluiten. “Een academisch zie­kenhuis kan besluiten geen spataderen meer te verwijderen omdat dit niet meer binnen zijn speerpunten past, terwijl opleiders chirurgie het noodzakelijk achten dat aios dit leren. Wat er dan gebeurt, noemen wij de zogenaamde bagagedragerconstructie. De aios springt bij de opleider achterop de fiets om samen naar een ander ziekenhuis te rijden waar ze spataderen gaan verwijderen. Zolang is afgesproken dat de raad van bestuur van dat andere ziekenhuis verantwoordelijk is voor dat stukje van de opleiding, is er geen probleem.”

opleidinGspartnersMet de concentratie van zorg zal het aantal opleidingspartners stijgen van twee tot drie naar vijf of zes. Sommige aios moeten immers korte uitstapjes maken naar andere ziekenhui­zen. Toch denkt Scheele dat dit goed te regelen is. “Meer lokale opleidingsplannen moeten naast elkaar worden gelegd. Dat is haalbaar omdat de moderniseringen de infrastructuur hiervoor al hebben gelegd. Het denken is gedaan, nu moeten we het alleen nog doen.” De kansen van concentratie voor zorg voor de vervolgopleiding openbaren zich volgens Scheele vooral in de laatste twee jaar van de opleiding, wanneer aios zich gaan differentië­ren. “Concentratie van zorg is eigenlijk hele­maal niet onhandig voor de opleiding. Het sluit volledig aan bij het marktdenken dat al is geïntroduceerd. Het is juist de bedoeling dat aios buiten hun eigen ziekenhuis op zoek gaan naar wat er elders is te halen.” Hoewel De Jonge Orde enige nadelen ziet, staat de organi­satie overwegend positief tegenover concentra­tie van zorg. Bekker: “De kwaliteit van de opleiding zal erdoor verbeteren. Als een aios op een plek zit waar bepaalde ingrepen veel wor­den gedaan, zal de leercurve snel stijgen. Voor­heen kon er zo één tot drie maanden tussen het oefenen van bepaalde ingrepen zitten. Dan moet je er weer helemaal inkomen. Nu aios meer ingrepen achter elkaar oefenen, en er meer verscheidenheid is, zitten ze sneller op een hoger niveau. Daardoor is de opleiding ook efficiënter ingedeeld. Alle kennis en des­kundigheid vanuit verschillende disciplines zal verzameld zijn op één plek. We denken dat dit heel goede eindstages zal opleveren.”