onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in...

72
onverwachte ontmoetingen in de pijp SARA POLAK ARJEN AKKERMANS portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 1 19-10-2009 23:16:09

Transcript of onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in...

Page 1: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

i

onverwachte ontmoetingen in de pijp

Sara Polak arjen akkermanS

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 1 19-10-2009 23:16:09

Page 2: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 2 19-10-2009 23:16:09

Page 3: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

iii

onverwachte ontmoetingen in de pijp

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 3 19-10-2009 23:16:09

Page 4: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

Onverwachte ontmoetingen is een project van de Stichting KleurRijk Verleden.

www.kleurrijkverleden.nl

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 4 19-10-2009 23:16:09

Page 5: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

v

onverwachte ontmoetingen in de pijp

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 5 19-10-2009 23:16:09

Page 6: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

Colofon

teksten Sara Polak, DesTijds Levensverhalen

fotografie Arjen Akkermans, Politie Amsterdam Amstelland

vormgeving en druk Jubels Grafimedia

Uitgave van Stichting KleurRijk Verleden in samenwerking met

Politie Amsterdam-Amstelland, Woningcorporatie Stadgenoot,

Combiwel Groep Amsterdam en Protestantse Diaconie Amsterdam.

Amsterdam, november 2009

Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar

gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de

uitgever Stichting KleurRijk Verleden

www.kleurrijkverleden.nl

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 6 19-10-2009 23:16:09

Page 7: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

InhoudsopgaveVoorwoord Sara Polak viii

Voorwoord Arjen Akkermans ix

Voorwoord Politie en Stadgenoot x

Inleiding Joke Jongejan xiii

Thea Klepper

Amar Zian

Jeroen van Ammers

Maria Knooren

Albert MacDonald

Marcel Zethoven

Joke Jongejan

Yalcin Cihangir

Eddy Linthorst

Doretta Barina

M. Rassi

Arjen Akkermans

Sara Polak

Driss Amajjar

Richard Schimmelpennink

Philomena Kwasi

Dave Deutsch

Erica Eijsker

Achmed el Jarrari

Helga Spel

Patrick Ottolini

Frank Westdorp

Marcel Andriessen

Carlo Benelli

vii

‘Ik ben gewoon ik’ 1

‘Iedereen is gelijk en wat je gelooft is persoonlijk.’ 3

‘Lachen en je best doen’ 5

‘Ik dacht alleen nog maar “ik leef, ik leef!”’ 7

‘Voor een militair is er geen zwaar werk.’ 9

‘De politie moet boeven vangen ...’ 11

‘Ik ben meer zoekende dan dat ik alle antwoorden weet’ 13

‘Ik heb mijn moeder meer gezien maar meer naar mijn vader geluisterd.’ 15

‘Op belangrijke momenten blijf ik katholiek’ 17

‘Wie niet durft, krijgt niets’ 19

‘Ik ben hier gekomen op dinsdag 20 juni 1966’ 21

‘Politieagent, fotograaf en schoolmeester ineen’ 23

‘Mezelf bewijzen dat ik het kan’ 25

‘Niet Dries van Agt hoor!’ 27

‘Honderd prikkels per seconde’ 29

‘Ook als mensen niet met je willen praten, moet je heel mild zijn’ 31

‘Mensen moeten het je gunnen’ 33

‘Eerst Amsterdammer, dan Europeaan en dan pas Nederlander’ 35

‘Ik ben een tevreden man’ 37

‘Ik ben echt van de vrijheid-blijheidgeneratie’ 39

‘Ik zoek altijd naar verbinding’ 41

‘Dialoog, vrijheid en liefde’ 43

‘Onder mensen, tussen mensen en met mensen’ 45

‘Er ging niets weg’ 47

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 7 19-10-2009 23:16:10

Page 8: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

Op 4 november 2008 om 13.30 uur kwam ik als belangstel-

lende buurtbewoner voor het eerst van mijn leven in het Jan van

der Heijdenhuis. Daar zou een Dialoog tussen buurtbewoners

plaatsvinden. Ik was nog nooit bij zoiets aanwezig geweest,

maar was wel heel benieuwd wat het inhield. In het dagelijks

leven schrijf ik verhalen van (meestal) oudere mensen – ik inter-

view mensen vijf tot tien keer en schrijf hun verhalen op, alsof

je de geinterviewde ‘hoort’ praten. Daar maak ik dan een boek

van. Ik wist niet zo goed wat ‘levensverhalen schrijven’ met de

Dialoog te maken had, maar er moest toch íets van een verband

zijn. Als je elkaar verhalen vertelt ga je elkaar beter begrijpen.

Tijdens die Dialoog ontstond het plan om een boekje te maken

met fotografische en geschreven portretten van de deelnemers.

Het idee was niet van mij afkomstig, maar ik begreep meteen

dat het mogen interviewen van de deelnemers iets geweldigs

zou zijn. Tijdens de interviews en het schrijven van de portretten

heb ik me ontzettend vereerd gevoeld. Het vertrouwen en de

openhartigheid van de deelnemers ontroerde me zeer. Hun

verhalen waren mooi, spannend, gewoon, grappig en bijzonder.

Ik ben aan alle kanten heel hartelijk ontvangen – bij mensen

thuis, maar ook regelmatig op de middagen van Italianen of

Marokkaanse mannen in de Ontmoeting en in het Jan van der

Heijdenhuis. Van alle betrokkenen bij dit project was mijn functie

veruit de leukste.

Lieve Philomena, Helga, Erica, meneer Jarrari, Dave, Marcel,

Frank, Yalcin, Arjen, meneer Rassi, Doretta, Patrick, Marcel,

Richard, meneer Zian, Eddy, Joke, Thea, Jeroen, meneer Amajjar,

Maria, Carlo en Albert, het is natuurlijk geen toeval dat degenen

die meedoen aan de Dialoog en aan zo’n project als dit welwil-

lende en open mensen zijn, maar toch was ik blij verrast dat

jullie zó aardig waren. Als ik één van jullie in de buurt tegenkom,

is mijn dag helemaal goed en veel andere buurtgenoten (waar-

schijnlijk familie of vrienden van jullie) groet ik nu op straat alsof

we elkaar al jaren kennen.

Bedankt!

viii

Voorwoord

Sara Polak

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 8 19-10-2009 23:16:10

Page 9: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

Een voorwoord schrijven in een boek hoort niet tot het taken-

pakket van een politieman. Politiemannen horen op straat gezag

uit te stralen en de orde te handhaven. Dat is het traditionele

beeld dat veel burgers maar ook veel politiemensen hebben.

Sinds ik per 1 januari 2006 buurtregisseur werd in een deel van

de Pijp, de Van der Helstpleinbuurt, ben ik als politieman verant-

woordelijk voor de veiligheid en leefbaarheid. Als buurtregisseur

ben ik het gezicht van de politie in de wijk. Buurtbewoners

zien mij vaak door de straat fietsen en kunnen mij gemakkelijk

aanspreken. Daardoor ken ik de achtergrond en kwaliteiten van

veel buurtbewoners. Zo merk ik het snel als er iets aan de hand

is en kan ik in een vroeg stadium (laten) ingrijpen.

Toch had ik koudwatervrees voor de Dag van de Dialoog. Ik

weet al jaren dat er periodiek in buurthuizen tafels worden

neergezet waar buurtbewoners en professionals kunnen

aanschuiven. Omdat ik nu eenmaal een verkeerd beeld had van

zo’n dialoogdag, ging ik er nooit naartoe. In november 2008

schoof ik, in uniform, toch maar eens aan samen met collega

Marcel Zethoven. Klagende buurtbewoners en soft geneuzel.

Dat verwachtte ik daar aan te treffen.

Al snel bleek ik er helemaal naast te zitten met mijn verwach-

tingen. Het gemêleerde gezelschap dat aan de grote tafel

aanschoof, bleek een bron van mooie verhalen. Aangrijpende

verhalen. Zo was er de Surinaamse vrouw die met haar

markante hoofd op indrukwekkende en trotse wijze over haar

familie en haar jeugd sprak. En de gepensioneerde Italiaanse

‘gastarbeider’ die van de gelegenheid gebruik maakte om

met zachte stem te vertellen hoe je een kip slacht. Ik genoot

van deze spontaniteit en merkte dat ik langzaam uit mijn rol

van traditionele politieman viel. Ik besefte dat ik inmiddels als

fotograaf, mijn oorspronkelijke vak, de diverse gezichten van de

aanwezigen zat te bestuderen.

‘Wat zou ik van de prachtige hoofden hier aan tafel graag

eens een mooi portret willen maken’, hoorde ik mijzelf ineens

zeggen nadat de gespreksleidster mij vroeg wat mij beweegt

in de Pijp. Want dat was het thema van deze dialoog. En

het klonk kennelijk niet eens vreemd uit de mond van een

politieman, want er was duidelijk instemming van de mensen

aan tafel. Toen Sara Polak vertelde dat zij een professionele

levensverhalenschrijfster is kwam het idee van een boek in

mij op. Een boek met mooie portretten, met daarnaast een

levensverhaal. Als veelbetekenend vervolg op deze onver-

wachte ontmoeting aan een tafel in de Pijp.

Het boek ligt voor u, wij wensen u veel leesplezier.

Voorwoord

arjen akkermanS ix

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 9 19-10-2009 23:16:10

Page 10: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

Een fotograaf die zich heeft bekwaamd in het leraarschap, bij

de politie Amsterdam-Amstelland jarenlang met jeugd heeft

gewerk en nu als buurtregisseur over de Pijp waakt. Is een

fotoboek hier een logische uitkomst van?

Professionele foto’s: close-ups die het mooie van de mens

laten zien. Foto’s ontstaan uit een aandachtige zoektocht naar

de eigenheid van het model. Individuele mensen met een

levensverhaal, dat ze met hun medemens willen delen. Met

het ontvouwen van het levensverhaal groeit het respect, de

gemeenschappelijkheid en ga je geleidelijk meer van elkaar

houden. Tegenstellingen worden gerelativeerd tot verschillen,

gedogen wordt accepteren, respect wordt waarderen, intenties

worden plannen.

De sociale cohesie in de buurt versterken door het delen van

levensverhalen, door elkaar echt leren kennen. Een geweldig

initiatief, voortgevloeid uit de Dag van de Dialoog, een mooie,

creatieve vinding die juist door zijn menselijke schaal van grote

betekenis is.

Ik dank de makers van dit boek voor het voorrecht dat ik enige

tekst aan het boek mag toevoegen. Ik wens de lezer toe al dat

menselijk moois te zien en te voelen en hoop dat dit een bron

van inspiratie mag zijn om samen een nog veiligere wereld te

maken.

Onverwachte ontmoetingen. Een pakkende titel, die goed

weergeeft wat de Dag van de Dialoog inhoudt. Op een dag als

deze ontmoet je nieuwe mensen, stel je je open voor elkaar en

luister je aandachtig naar elkaars verhaal.

drs. E.T. (Leo) Wilde

Programmamanager DIVERS Samenleven en Samenwerken

Politie Amsterdam

Onverwachte ontmoetingen. Een boekje met mooie portretten

van bijzondere mensen.

Meedoen aan de Dag van de Dialoog is ieder jaar weer een

uitgesproken kans voor ons als woningcorporatie om écht met

bewoners in je gebied in contact te komen. De veelheid aan

culturen en personen die De Pijp herbergt, als bron van moge-

lijkheden voor de dialoog. Dan krijg je vanzelf gesprekken met

de diversiteit als uitgangspunt, steeds met respect en aandacht

voor elkaars leven en idealen.

Wij zijn trots op dit mooie boek en bieden het u graag aan. Laat

u verrassen, geniet en verwonder u!

Hanne Ris

Gebiedsregisseur Oud-Zuid

Woningcorporatie Stadgenoot

Politie Amsterdam Stadgenoot

x

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 10 19-10-2009 23:16:11

Page 11: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

xi

Stadgenoot

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 11 19-10-2009 23:16:13

Page 12: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 12 19-10-2009 23:16:15

Page 13: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

Inleiding

‘Als je elkaar wilt leren kennen, moet je elkaars geschiedenis

kennen.’ Ik ben gespreksleider op de Dag van de Dialoog (4

november 2008). Een zaaltje met ongeveer 25 mensen, van

verschillende culturele afkomsten, kijkt me verwachtingsvol aan.

De van oorsprong Italiaanse Doretta heeft net deze uitspraak

gedaan. En we voelen allemaal aan dat hier iets belangrijks

wordt gezegd. Een oordeel is snel gemaakt, maar waar is het

op gebaseerd? Is iemand de Marokkaan, de Turk, de Italiaan, de

Nederlander? Wie is die ander eigenlijk?

Met deze nieuwsgierigheid is de dialoog in Amsterdam Oud

Zuid begonnen. In dit stadsdeel zijn er maandelijks bijeenkom-

sten. De gesprekken vinden plaats in moskeeën, kerken, buurt-

huizen, een Surinaams cafe, enzovoort. Er is een bevlogen groep

vrijwilligers die met ondersteuning van een opbouwwerker van

de Protestantse Diaconie en het stadsdeel dialogen promoot en

gesprekstafels leidt. Dit alles in de geest van Socrates. Net zoals

hij op de Atheense markt liep en praatte met Jan en Alleman

over moed, geluk en wijsheid, praten we nu met elkaar over

vragen die ons bezig houden: kun je integreren met behoud

van identiteit, zullen we de ijsbeer missen (over het klimaat),

wat is geluk? Of zoals op de Dag van de Dialoog over de vraag:

wat brengt jou in beweging? De vrijwilligers zijn getraind in de

zogenaamde socratische methode.

Na de moord op Theo van Gogh in november 2004 en de

heftige reacties die daarop volgden werd pijnlijk duidelijk dat

verschillende culturen in Amsterdam naast elkaar leefden, terwijl

het in een stad (dorp, wijk, buurt) zou moeten gaan om samen-

leven. Om dat te bevorderen startte het stadsdeel de campagne

‘Wij Amsterdammers in Oud Zuid’. Eén van de doelstellingen

was het voeren van een dialoog tussen overheid en burgers en

tussen burgers onderling. Maar wat is dat eigenlijk? Men is im-

mers veel meer gewend aan discussiëren of vergaderen?

Een dialoog is een manier van praten waarbij je als het ware

de wereld probeert te bekijken door de ogen van de ander.

Je probeert je in te leven in zijn of haar situatie. Het gesprek

verloopt aan de hand van vragen over de eigen levenspraktijk.

Het gaat er niet om de ander te overtuigen. Belangrijk is het

juist om je eigen mening tussen haakjes te zetten. Luisteren en

elkaar uit laten praten zijn de belangrijkste gespreksregels. Zo

ontstaat vrije ruimte waarin iedereen kan zeggen wat hem of

haar ter harte gaat.

Na de stelling van Doretta over de geschiedenis vraag ik de

deelnemers: ‘wat kunnen wij doen om de kennis over elkaars

geschiedenis te vergroten?’ En dan ontstaat het idee voor deze

publicatie. Een boekje met de levensverhalen van de deelnemers

van deze dialoog. Sara Polak van DesTijds Levensverhalen heeft

24 interviews afgenomen. Arjen Akkermans is naast buurtregis-

seur fotograaf van de portretten. Jeroen van Ammers en Hanne

Ris van Stadgenoot, Helga Spel van Combiwel en Joke Jongejan

van de Protestantse Diaconie hebben ondersteund bij het

vinden van financiering en de totstandkoming van het boek.

joke jongejan xiii

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 13 19-10-2009 23:16:15

Page 14: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 14 19-10-2009 23:16:17

Page 15: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

‘Ik ben gewoon ik’

Ik doe veel vrijwilligerswerk in de buurt. Ik zit in het 4-meicomité

dat de jaarlijkse dodenherdenking aan de Amstelveenseweg

voorbereidt, ik help bij de geveltuinendag en ben via mijn man

in de wijkraad terecht gekomen. Ik doe dat om verschillende

redenen, maar toch vooral omdat ik het leuk vind om mensen

te ontmoeten.

Ik ben geboren in de Van Ostadestraat. Kort na de oorlog zijn

mijn ouders verhuisd naar de Dusartstraat, daar vlak om de

hoek. Het hele leven speelde zich in die ene buurt af. Ik had

geen eigen kamer. We woonden in een ouderwetse driekamer-

woning met een voorkamer, een achterkamer en een alkoof.

Die alkoof, een soort tussenkamer, deelde ik met mijn ouders. In

dezelfde huizen woonden vaak nog veel grotere gezinnen. Bij

de melkboer was het helemaal klein – het hele gezin woonde

in een kamer achter de melkwinkel, tussen de kratten. Ik moet

er niet aan denken, maar misschien was het wel heel gezellig.

Ons gezin was vroeger best arm, hoewel we voldoende eten

en drinken hadden. Ik ben nu materieel gezien veel rijker. Maar

je leefde toen even lekker. Ik voelde me niet arm. De mensen in

de buurt leefden allemaal hetzelfde. We speelden op straat met

knikkers en tollen – spelletjes die weinig kostten.

Mijn moeder kwam uit Arnhem, ze heeft mijn vader ontmoet

toen hij als schilder aan de Rijnbrug werkte. Toen de brug klaar

was, zijn ze getrouwd en naar Amsterdam getrokken. Binnen

een jaar werd mijn zus geboren, in 1937. Mijn vader heeft

tijdens de oorlog een tijd in het gevangenenkamp in Amersfoort

gezeten. Hij was doof, dus het was moeilijk een gesprek met

hem te voeren. Je moest heel hard schreeuwen of een briefje

schrijven. Maar als er iets stuk was, een rolschaats bijvoorbeeld,

legde je die gewoon op tafel neer. De volgende morgen had hij

het dan gerepareerd. Mijn moeder was nogal streng. De op-

voeding deed zij in feite alleen, omdat mijn vader niets hoorde.

Ze kwam uit een katholiek gezin. Mijn zus en ik zijn gedoopt

en gingen naar een katholieke school, maar ik heb mijn ouders

nooit in een kerk gezien. Ik heb er geen binding mee. Omdat er

zoveel ellende in de wereld is, kan ik me bijna niet voorstellen

dat er een God bestaat. Ik heb niet het gevoel dat ik tot een

bepaalde groep in de samenleving hoor, ik ben gewoon ik.

Na de mulo heb ik eerst bij een begrafenisverzekeraar en vanaf

1967 bij verschillende advocatenkantoren gewerkt. Dat ben

ik tot in de jaren negentig blijven doen. Ik was, zoals het met

een antiek woord genoemd werd, ‘chef de bureau’. Ik deed de

administratie, maakte brieven en riep mensen op voor verhoren.

We hadden van die ouderwetse typemachines. Als je een foutje

maakte moest je een heel blad over typen.

Door de komst van computers veranderde mijn werk heel erg. Je

ramt alles in de computer en als je een foutje maakt kun je het

altijd weer aanpassen. Materieel is het allemaal makkelijker ge-

worden, ook door de komst van internet. Ik vind het wel jammer

dat er steeds minder gedemonstreerd wordt, want dat kan aan-

geven wat mensen van bepaalde dingen denken. Toen ik jong

was waren er voortdurend demonstraties. Dingen veranderden

echt, in de muziek maar ook in het gewone leven. De denkwijze

veranderde: de pil kwam, we gingen vrijer leven. Ik had mijn

werk en mijn huis maar liep vaak mee in demonstraties.

Ik ben lid van watersportvereniging De Schinkel bij De Nieuwe

Meer, we hebben een zeilboot. Ik zit graag op de boot, maar

ik doe ook andere dingen voor de vereniging: bardiensten

draaien, helpen als er feestjes zijn. Ik verveel me geen minuut.

‘s Ochtends in de tram zie ik vaak mensen met een zuur gezicht

op weg naar hun werk. Dan ben ik blij dat ik dat niet meer hoef.

Thea klePPer1944

1

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 1 19-10-2009 23:16:17

Page 16: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 2 19-10-2009 23:16:21

Page 17: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

‘Iedereen is gelijk en wat je gelooft is persoonlijk’

Ik word ingezet als vrijwillige tolk bij het Verzetsmuseum. Een

collega heeft verteld wat er gebeurde in de oorlog en ik heb

er films over gezien; dat de joden allemaal bij elkaar gedreven

werden. Het maakt mij bang, het is verschrikkelijk. In deze tijd

vinden veel mensen dat moslims het land uit moeten. Mijn

angst is dat de geschiedenis zich herhaalt. In deze tijd zal zoiets

niet meer gebeuren, denk ik, maar soms ga je twijfelen. Ik vind

dat de vrijheid van meningsuiting soms te ver gaat. Ik zal nooit

mensen met een ander geloof pijn doen met woorden. Iedereen

is gelijk en wat je gelooft is persoonlijk.

Marokkaanse immigranten werkten vroeger ontzettend veel,

zeventien of achttien uur per dag. Later kwamen de kinderen

en de kleinkinderen. Ik heb een dochter van 39, twee zoons

van 33 en 29 en een dochter van zestien, daarom blijf ik hier.

Ik wil wel terug naar Marokko, maar ik kan het niet. Er zijn veel

mensen die het geprobeerd hebben voor vier of vijf maanden,

maar het gaat niet. Bovendien ben ik inmiddels ook veel meer

gewend aan Nederland dan aan Marokko. Ik ga maar vijf of zes

weken per jaar naar Marokko. Voor vakantie is het lekker, maar

na een tijdje word ik er gek van. Ik woon al meer dan de helft

van mijn leven in Nederland. Ik ben gewend dat mensen op tijd

komen en hun afspraken nakomen, dat doen ze in Marokko

meestal niet. Ik vind de mensen in Marokko vaak niet eerlijk en

ze zijn keihard tegen elkaar. Ik begrijp het wel: als je werkloos

bent in Marokko krijg je niets. Je ziet veel mensen die naar de

markt komen maar niets kunnen betalen. Hier krijg je altijd een

uitkering, dus die hardheid is hier niet nodig.

Ik was bijna dertig toen ik, op 18 december 1969, naar

Nederland kwam. Ik kwam omdat mijn broer naar Nederland

was gegaan. In het eerste jaar schreef hij brieven, maar in het

tweede jaar bijna niet meer. Mijn vader werd daar een beetje

gek van, hij zei: ‘je broer is dood.’ Toen ben ik mijn broer gaan

zoeken. Mensen zeiden tegen mijn vader: ‘straks raak je je an-

dere zoon ook nog kwijt.’ Uiteindelijk is mijn broer teruggegaan

naar Marokko, zoals mijn vader wilde, maar ik ben gebleven.

Ik woonde in die tijd met zes mensen op een klein kamertje in

Amsterdam. Het was een zware, maar ook bijzondere tijd.

Eerst dacht ik dat ik het niet zou volhouden. Er was verschrik-

kelijk veel sneeuw. Later wende ik aan het klimaat en aan de

mentaliteit van mensen en de vrijheid. Het was een gouden tijd.

Ik heb twaalf jaar in het Apollohotel gewerkt, eerst in de keuken.

Hoewel ik nog niet zo goed Nederlands sprak, werd ik gekozen

als chef algemene dienst. Prachtig! Toen zei een goede kennis

van mij: ‘Ik wil jou in mijn restaurant.’ Ik was nog nooit ober

geweest, maar ben toen in zijn sterrenrestaurant gaan werken.

Het was hard werken, maar ik was altijd vrolijk.

Ik ben getrouwd met een dochter van mijn tante, dus mijn

vrouw en ik zijn samen opgegroeid. Mijn vader had eigenlijk

iemand anders voor me in gedachten, maar mijn nichtje vond

mij heel leuk en we konden erg lachen samen. Vroeger kozen

de ouders de bruid uit en dan kon je eigenlijk geen nee zeggen.

Mijn vader vond het niet erg dat ik een ander meisje wilde dan

hij voorgesteld had. Nog altijd zijn wij echt gelukkig samen,

dat kan niet stukgaan. In het begin woonde mijn vrouw nog in

Marokko, dus ik heb mijn jongste kinderen niet geboren zien

worden. Mijn vader zorgde toen voor mijn vrouw. Ook als je

getrouwd bent, blijf je in Marokko bij je ouders en als je ouders

oud zijn, dan moet je voor hen zorgen. Daar ben ik trots op, dat

zie ik in Nederland niet veel gebeuren.

amar Zian1940

3

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 3 19-10-2009 23:16:21

Page 18: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 4 19-10-2009 23:16:23

Page 19: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

‘Lachen en je best doen’

Toen Jorn en ik trouwden, waren we al 12,5 jaar samen. We

waren oorspronkelijk van plan een groot feest te geven met

tien jaar, maar toen kwam net het tweede paarse kabinet met

het voornemen om het huwelijk open te stellen voor paren van

hetzelfde geslacht. We besloten daarop te wachten en het dan

groots aan te pakken. Zo zijn we op 26 mei 2001 als eerste

homostel van Zeeburg getrouwd door een goede vriend van

ons, de toenmalige stadsdeelvoorzitter Tjeerd Herrema. Als je

‘Jeroen van Ammers’ en ‘Zeeburg’ intikt op Google kun je onze

foto nog zien.

Ik heb Jorn leren kennen in de Marnewier, een vormingscentrum

in Friesland. Dat is typisch iets uit de jaren zeventig, tachtig. Ik

was 22 en nam deel aan een weekend voor homo- en bisek-

suele mannen. Een stel trakteerde om te vieren dat ze een jaar

samen waren. Eén van hen vroeg: ‘Ga jij later ook “trouwen”?’

– trouwen toen nog tussen aanhalingstekens natuurlijk. Ik zei

ja. ‘Met wie dan?’ Ik tikte Jorn op zijn knie. Jorn zat met iemand

anders te praten, maar had het wel door en dacht natuurlijk

‘Wat is dit nu?’. Toen hebben we een nacht met elkaar gepraat

en zo is het begonnen. Ik wist het meteen zeker. Ik had eerder

wel affaires gehad, maar mijn benadering was nogal zwart-wit.

Iemand was óf de vriend van mijn leven, óf het was hem niet

en dan moest hij ook gelijk weer weg. Het kwam niet bij me op

om het een tijdje aan te zien. Achteraf vind ik dat eigenlijk niet

goed, zo zit de wereld niet in elkaar. Maar toen ik voor het eerst

bij Jorn thuiskwam dacht ik weer: ‘Ja, dit is ‘m’. Het rode tapijt,

het witte behang. Ik voelde me er meteen thuis.

Ik kom uit Westwoud, vlakbij Hoorn, uit een klassiek katholiek

gezin met negen kinderen. Ik was het jongste popje en dat

was heerlijk. Ik voel me nog steeds snel op m’n gemak in grote

groepen. Mijn ouders deden hun best om ons katholiek op te

voeden maar de kinderen haakten één voor één af. Als jongste

was dat voor mij niet meer zo moeilijk. Mijn vader reageerde

heel begrijpend toen ik vertelde dat ik homo was. Hij zei: ‘Het

belangrijkste is dat je gelukkig wordt.’ Daar is alles mee gezegd,

toch? Mijn moeder was wel verdrietig – bang dat ik eenzaam

zou worden. Ze kon natuurlijk niet weten dat Jorn zo’n lot uit de

loterij zou zijn. Dat is ook gewoon geluk.

Mijn vader was actief in de katholieke vakbond, bij de bouw- en

houtbond, want hij was timmerman. Hij was dus Rooms, maar

ook rood. Mijn ouders vonden dat je je moest ontwikkelen

als je de kans kreeg – die kreeg ik. In 1985 verhuisde ik naar

Amsterdam vanwege mijn studie sociologie. Toen ik sociologie

koos had ik een heel vaag beeld van wat dat inhield. Het is

eigenlijk psychologie maar dan in het groot: hoe gedragen

groepen mensen zich? Ik koos vrij snel voor ‘volkshuisvesting’

als specialisatie. Daarna ben ik opbouwwerker geworden, eerst

in Almere en daarna in Rotterdam. Ik stimuleer graag mensen

om verder te kijken dan hun eigen woning en om verantwoor-

delijkheid voor elkaar te voelen. Dat hoort voor mij echt bij

volkshuisvesting. Daarom werk ik nu ook bij een corporatie en

niet bij een makelaar.

Wat ik belangrijk vind? Dat je je best doet om iets voor een

ander te betekenen en dat je met elkaar kunt lachen.

jeroen van ammerS1965

5

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 5 19-10-2009 23:16:23

Page 20: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 6 19-10-2009 23:16:25

Page 21: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

‘Ik dacht alleen nog maar “ik leef, ik leef!”’Oorspronkelijk kom ik uit Zuid-Limburg. Ik heb korte tijd theolo-

gie gestudeerd. Alle studenten gingen in die tijd naar Nijmegen.

In Heerlen had je één hogeschool voor theologie, die eigenlijk

alleen bedoeld was voor oud-seminaristen die priester zouden

worden. Toen ik net van school kwam las ik in de krant dat je

daar ook als vrouw theologie kon studeren. Ik vond het heel

goed dat vrouwen hun gezicht lieten zien binnen dat mannelijke

kerkgebeuren met jurken. Ik dacht: ‘Waarom niet? Mannen en

vrouwen moeten allemaal kennis kunnen vergaren.’ Dit deed ik

enkele jaren.

Eind jaren zestig heb ik de zwakzinnigenopleiding bij Dennendal

gedaan. Dennendal bood alternatieve zorg aan gehandicapten.

In het begin heb ik daar in een verpleeghuis gewoond op de

Willem Arntszhoeve, voor psychiatrische patiënten. Daarna

heb ik de Sociale Academie gedaan en ben in Amsterdam gaan

werken in de Triangel, een gezinstherapeutisch huis waar gezin-

nen in problematische situaties voor een half jaar worden op-

genomen, in de hoop dat ze weer zelfstandig verder kunnen. Bij

de Triangel werd ik gevraagd voor een bestuursfunctie. Ik dacht:

‘een leidinggevende functie, oh god, ik wil de wereld zien.’ In

plaats van het aanbod te accepteren ben ik dus reisplannen

gaan maken, maar het pakte anders uit.

Op weg naar mijn werk, een nachtdienst, in maart ’79 – deze

maand dertig jaar geleden – ben ik overreden en in coma

geraakt. Bij een kruising vlakbij de Overtoom werd ik geschept

door een auto die een file aan de rechter zijde passeerde. Het

Wilhelminagasthuis was er nog, dus ik was zo binnen. Mijn

vriend werd geroepen en bij aankomst al gecondoleerd. Maar

door heel goede begeleiding, ondersteuning en mirakels ben ik

erdoor gekomen. Dat heeft jaren herstel gevraagd: leren lopen,

leren praten, kijken wat er nog is. Ik was zevenentwintig toen

het ongeluk gebeurde. Ik zat in de glorie van mijn leven, was

nieuwsgierig naar van alles, kon van alles. Hierdoor dacht ik

ineens alleen nog maar: ‘ik leef, ik leef’. Dat gevoel beleefde ik

heel intens.

De eerste week was ik in coma, maar ik begreep heel veel.

Ik was verrukt van de bloemen om me heen, die mensen me

stuurden. Ik zag opeens het volledige bestaan van een bloem

en een blad, dat was een geweldige ervaring. Je weet vanuit

je gevoel waar het om gaat. Dat is me bijgebleven. Het werd

me duidelijk hoe weinig de maatschappij op de kern van het

bestaan gericht is.

Na de coma kreeg ik therapie en moest ik weer thuis raken in

mijn dagelijkse doen. Gelukkig had ik al vijf jaar een vriend, met

wie ik ook al samenwoonde. Hij steunde me erg. Ik heb een

paar dingen overgehouden aan het ongeluk, onder andere een

gezichtsverlamming. Verder kreeg ik een heel ander idee van

tijd dan ervoor. Eigenlijk was dat een verrijking, ik voelde: ‘het is

goed dat ik besta, dus waar maak ik me druk om?’

Vlak voor het ongeluk zou ik een tijdje weggaan bij de Triangel

om een reis te maken, daarna zou ik er weer terugkomen. De

leiding van de Triangel zei na het ongeluk: ‘ze zou weggaan,

hier ligt haar ontslagbriefje, dus nee, ze is geen werknemer meer

van ons.’ Ik ben daar niet boos over geweest, maar ik werd

wel overvallen door een soort machteloosheid. Kapot is kapot.

Ik was geschokt dat een sociale werkgever zich zo opstelde. Ik

heb nooit meer gewerkt, maar wel als vrijwilliger stervensbe-

geleiding gedaan. Je bent er bij, eventueel raak je in gesprek

met iemand. Een keer was ik bij een alleenstaande man die een

vogeltje had in de kamer. Ik zei: ‘wat een mooi vogeltje’ en zag

hem helemaal opfleuren. Je bent gewoon bij diegene die ziek is,

dat geeft ook wat ruimte aan de familie.

maria knooren 1951

7

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 7 19-10-2009 23:16:26

Page 22: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 8 19-10-2009 23:16:28

Page 23: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

‘Voor een militair is er geen zwaar werk’

Ik ben het zevende en laatste kind van mijn moeder, de eerste

zes waren overleden. Vanaf het eerste kind kreeg mijn moeder

de boodschap, dat ze het kind Tina moest noemen als het een

meisje was en Albert als het een jongen werd. Dat had ze tot

mijn geboorte nooit gedaan. Zelf ben ik ook veel te laat geboren

– met twaalf maanden zat ik nog in de buik, dus ik ben zo

ongeveer met tandjes geboren. Uiteindelijk is de bevalling via

een keizersnee gegaan. Bij die keizersnee is er te diep gesneden,

zo heb ik een litteken in mijn gezicht gekregen. Als ik Afrikanen

tegenkom dan denken ze dat ik ook Afrikaan ben, omdat het

daar gebruikelijk is om het lichaam ritueel te versieren met

littekens.

Ik ben in Suriname geboren. Ik heb in Paramaribo op school

gezeten; dat was een leuke, maar ook een moeilijke tijd. Mijn

vader was ziek en twee jaar lang kon ik niet naar school omdat

ik op hem moest passen. Mijn moeder kon dat niet doen omdat

zij moest werken voor de kost. Ik was daardoor vaak alleen met

mijn vader. Ik lag in zijn armen toen hij doodging. Ik was zeven

jaar oud.

In de jaren zeventig heb ik drie jaar in het leger gezeten. Dat

was leuk, lekker stoer. Ik heb ADHD, dus ik was een belhamel

die altijd de leiding had. In het leger werd dat wel gewaardeerd.

Toen Suriname in 1975 net onafhankelijk was, moest ik kiezen

of ik het leger uit ging naar de burgermaatschappij, of naar het

leger in Nederland. Ik koos voor de burgermaatschappij, maar in

de jaren tachtig ben ik toch naar Nederland gegaan. Doordat ik

in het leger gezeten heb, paste ik niet meer zo goed in de bur-

germaatschappij in Suriname. Ik ben heel flexibel en houd niet

van autoritair gedoe. Ik had op mijn werk wel de leiding maar

dat kon je niet zien, ik gedroeg me gewoon als een collega. Dat

is ongebruikelijk in Suriname, normaal wil de baas laten zien dat

hij de baas is. Ik heb hier jarenlang bij de Hoogovens gewerkt.

Voor een militair is er geen zwaar werk. Je bent getraind om

alles te doen wat er op je pad komt, het motto is: wanneer je

het niet kan, val je. Als je de kogels hoort vliegen, moet je wel

opstaan en verder lopen.

In Suriname zagen wij onszelf als Nederlanders, maar hier

werden we aangekeken als buitenlanders. Ik ging veel om met

blanke Nederlanders. Al vanuit Suriname ga ik met veel verschil-

lende culturen om. De moeder van mijn moeder was Chinese.

De vader van mijn moeder was Creools, een kroesharig mens.

De vader van mijn vader was Hindoestaans, zijn moeder was

weer kroesharig. Een heel gemengde familie dus. Ik heb geen

last van discriminatie. Als ik niet binnenkom in een discotheek

is dat hun probleem, zij verdienen mijn geld dan niet. Ik ga dan

naar huis en maak muziek. Vroeger op school was er een ver-

haal over een oude Javaanse man die heel ver moest lopen. Er

kwam een auto langs, dus hij vroeg om een lift. De auto stopte

niet, de bestuurder lachte hem uit en reed door. De man liep op

zijn dode gemak door, tot hij dezelfde wagen zag die onderweg

kapot gegaan was. Wie lacht er dan?

Ik heb vijf kinderen en twaalf kleinkinderen. Mijn jongste zoon is

tien, de oudste is 36. Je moet, vind ik, zorgen dat je alleen kin-

deren krijgt als je ze kunt verzorgen. Als je geen baan hebt moet

je geen kinderen maken. De moeder van mijn jongste is zelf

geadopteerd, ze heeft dus geen echte familie. Zij was eenzaam

en ik dacht: ze moet iets van zichzelf hebben. Toen heb ik haar

een kind gegeven. Vroeger lachte ze nooit, nu wel. We zorgen

samen voor het kind.

alberT macDonalD1953

9

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 9 19-10-2009 23:16:28

Page 24: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 10 19-10-2009 23:16:30

Page 25: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

‘De politie moet boeven vangen ...’Helaas is het nog steeds zo dat veel mensen de politie bellen

voor zaken die eigenlijk geen politiewerk zijn. De politie moet

boeven vangen, geen lekkende waterkraantjes repareren.

Vroeger deed de politie dat vaak wel, want ‘de politie is je beste

vriend’. Bij een burenruzie werd vroeger de politie gebeld. Dat

kostte veel ons tijd, die we niet aan boeven vangen konden

besteden. Daarom is sinds 1 januari 2000 buurtregie in het

leven geroepen. Ik ben buurtregisseur van het eerste uur. Voor

burenruzies is de Stichting Burenbemiddeling Amsterdam in het

leven geroepen. Als wij nu een melding krijgen van een burenru-

zie, verwijzen we meestal door naar die stichting.

Buurtregie is erop gericht om verbintenis met de buitenwereld

te zoeken en samen zaken aan te pakken waar je als burger op

straat last van hebt. Het gaat vaak om preventie van criminaliteit.

Wij proberen zaken in beweging te zetten. De supermarkt op het

Marie Heinekenplein had veel last van winkeldiefstal, waarvoor wij

werden ingeroepen. Om dat soort zaken te voorkómen, is er een

gastvrouw aangesteld, die potentiële winkeldieven aanspreekt. Als

iemand zijn of haar mandje onder de kassa door schuift, kijkt de

gastvrouw zo’n klant heel vriendelijk aan en zegt zo nodig: ‘Me-

neer, mevrouw, u vergeet uw boodschappen af te rekenen.’ Dan is

het meestal: ‘O ja, sorry.’ De politie is niet meer nodig.

Ik werk inmiddels bijna twintig jaar bij de politie. Via mijn zwa-

ger, die er al eerder werkte, ben ik op mijn 24e op de opleiding

terecht gekomen. In 2000 werd ik buurtregisseur in Amstelveen,

sinds december 2004 werk ik in de Gerard Doubuurt. Bij de

politie begin je als agent, vervolgens word je eventueel hoofd-

agent, brigadier, inspecteur, hoofdinspecteur, commissaris en

uiteindelijk hoofdcommissaris. Ik ben nu vier jaar inspecteur.

Ik wil iets betekenen voor de maatschappij. Politiewerk is voor

mij een soort roeping. Dat klinkt heel groots, maar met buurt-

regie kun je veel betekenen, al is het op microniveau. Toen ik in

de Gerard Doubuurt begon, was het een slechte en onveilige

buurt. Natuurlijk ben ik niet de enige die dit heeft veranderd.

Samen met vele anderen de gemeente, ondernemers, bewoners,

collega’s hebben wij de buurt veiliger gemaakt. Ik ben er trots

op, dat ik hier een bijdrage aan heb kunnen leveren. Idealisme

zit in mijn karakter en heb ik voor een deel ook meegekregen

van mijn ouders.

Ik ben geboren in Amsterdam Oost, bij de Schellingwouderbrug,

en opgegroeid in Buitenveldert in een doorsnee Amsterdams

gezin: vader, moeder, zoon en dochter. Zelf heb ik drie kinderen,

van twaalf, vijftien en achttien jaar, drie pubers dus. Hoe druk

ik het op mijn werk ook heb, soms is het daar nog rustiger dan

thuis. Maar dat vind ik hartstikke leuk. Kinderen zijn het mooiste

in je leven. Ik probeer thuis zo min mogelijk politieman te zijn.

Mijn zoon is een kloon van mijzelf, maar heeft andere ambities

dan de politie, hij wil luchtvaarttechnicus worden. In de gangen

van het politiebureau zie je veel mensen die familie van elkaar

zijn: vader en dochter, moeder en dochter, vader en zoon – het

gaat vaak van generatie op generatie en velen blijven hun hele

carrière bij de politie.

Vorig jaar ben ik op uitnodiging van de Universiteit van

Kaapstad naar Zuid-Afrika gegaan, om te kijken hoe de politie

het daar doet. De politie staat in Zuid-Afrika veel verder af van

de burgers dan hier. Mensen zijn er bang voor. Je zou een buurt-

regisseur in zo’n wijk kunnen zetten. De Zuid-Afrikaanse politie

in Kaapstad heeft nu drie van hun mensen geselecteerd die

opgeleid worden tot buurtregisseur volgens het Amsterdamse

model. Ik hoop dat dat een kiem is die na verloop van tijd tot

wasdom komt. Dat zou goed zijn voor de democratie en het

veiligheidsgevoel in Zuid-Afrika. Hopelijk kan ik over tien jaar

tegen mijn kleinkinderen zeggen: ‘Kijk, daar heb ik een aandeel

in gehad.’

marcel ZeThoven1962

11

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 11 19-10-2009 23:16:30

Page 26: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 12 19-10-2009 23:16:32

Page 27: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

‘Ik ben meer zoekende dan dat ik alle antwoorden weet’

Mijn grootvader had een boerderij in Velsen, bij de ruïne van

Brederode. Tijdens de oorlog moest hij van aardbeienkweker

koeboer worden, omdat zijn kwekerij in het schootsveld lag. Het

was een gemengd bedrijf, met naast koeien ook bollen, voeder-

bieten en graan. Mijn moeder is er opgegroeid, mijn vader had

er een tuin, zodat mijn ouders voor hun groente zelfvoorzienend

waren. Mijn vader deed machinebankwerk bij de Hoogovens.

Als kind heb ik het boerenleven van mijn grootouders leren

kennen. Ik herinner me de ruimte en het slapen in open veld

tussen het koren. Graan is een echt Nederlands gewas, maar

tegenwoordig zie je alleen nog maar maïs. We zitten met een

enorme bende mest en maïs kan veel mest hebben. De maïs

wordt als varkensvoer gebruikt. Zo verdwijnen de graanvelden –

graan levert toch niets meer op.

Indertijd waren er in het dorp van mijn grootvader spanningen

tussen katholieken en protestanten. Protestantse kinderen

gooiden steentjes naar de katholieke school. Mijn opa verbood

dit ten strengste. Hij sprak met iedereen. Misschien dat ik geïn-

spireerd door zijn voorbeeld de dialoog tussen de verschillende

culturen in Amsterdam zo belangrijk vind.

Mijn grootvader heeft de School met de Bijbel in Santpoort

opgericht en de gereformeerde kerk in de jaren twintig. Dat is

typerend voor zijn generatie gereformeerden. Ze wilden hun

achterban de mogelijkheid geven zich te ontwikkelen. Ze heb-

ben met kwartjes en dubbeltjes de VU gesticht, waar ze hun

eigen elite konden kweken. Door die beweging kon ik als arbei-

derskind studeren. Zo ben ik in Amsterdam beland. Mijn moeder

zei, ondanks haar uitgesproken traditionele achtergrond: ‘Kind,

zorg ervoor dat je je eigen brood kunt verdienen.’ Dat heb ik

goed onthouden. Ik ben milieuopbouwwerker geworden. We

hebben een streekmarkt georganiseerd bij het Stadionplein,

om lokale voedingswaren een kans te geven. Boeren kun-

nen tegenwoordig kiezen: inzetten op schaalvergroting, óf op

kleinschaligheid en kwaliteit.

Mijn grootvader was een rationele calvinist, maar mijn

grootmoeder komt uit de bevindelijke hoek; ze ging er niet van-

zelfsprekend vanuit dat ze ‘veilig in Jezus’ armen’ zou belanden.

Op zondag mocht je niets. Geen seks voor het huwelijk. Als

puber heb ik me daartegen afgezet. Ik zie ook de voordelen van

een individualistische maatschappij. Gemeenschapsdenken kan

gemeenschapsdwang worden. Ik ben wel gelovig natuurlijk,

anders zou ik niet bij de Diaconie werken, maar op de moderne

manier. Ik ben meer zoekende dan dat ik alle antwoorden weet.

De vrijheid van Amsterdam vind ik heerlijk. Ik kan op zondag

naar de Keizersgrachtkerk gaan en daarna de etalages aflopen.

Aan de andere kant, als een minister zegt: ‘onze samenleving

wordt bepaald door haast’ en pleit voor onthaasting, kan ik me

daar ook wat bij voorstellen. Het heeft met gemoedelijkheid

te maken, geduld. Het is fijn om een dag niks te doen, maar of

dat per se op zondag moet? Ik ben een stadsmens geworden,

maar vind wel dat veel stadsmensen te weinig weten van wat er

op het platteland gebeurt en daardoor hypocriet zijn. Een boer

zei eens tegen mij: ‘Wat moet ik dán met al die jonge stiertjes

doen?’ Hij moet zijn koeien elk jaar laten kalven, anders hebben

we geen melk en kaas, maar ja, de helft van de kalveren zijn

jongetjes.

joke jongejan1961

13

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 13 19-10-2009 23:16:32

Page 28: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 14 19-10-2009 23:16:35

Page 29: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

‘Ik heb mijn moeder meer gezien maar meer naar mijn vader geluisterd’

Ik kom uit Turkije, uit Anatolië, het dorp Büyükcamili. Dat ligt

ongeveer honderdtwintig kilometer van Ankara. Mijn vader

woonde al in Nederland toen ik geboren werd. Ik heb vier

broers en een oudere zus. In huis woonden dus mijn moeder en

zes kinderen, en soms mijn vader als hij terugkwam uit Neder-

land. De deuren in het dorp waren altijd open, ook ’s nachts.

Mijn vader is overleden, mijn moeder woont nog in Turkije. Ik

zie haar als ik naar de Fietsfabriek in Turkije ga. Ze praat veel. Ze

irriteert me op een leuke manier. Als je haar vraagt om ergens

mee te stoppen doet ze het na vijf minuten weer. Ik merk wel

dat ze is veranderd. Zij gaat nu anders met mij om dan vroeger.

Ze laat me sneller met rust, nu ik een groot succesvol bedrijf,

een fabriek en status heb. Vroeger was ze eigenlijk leuker.

We zijn op mijn twaalfde of dertiende naar Ankara verhuisd,

omdat mijn vader daar een zoutfabriek opende. Ik lijk op mijn

vader, hij kon het onmogelijke mogelijk maken. Daar heb ik veel

van geleerd. Ik heb mijn moeder meer gezien, maar meer naar

mijn vader geluisterd. Toen we in Ankara woonden was het

gezin compleet. Dat was raar, maar ook leuk. Mijn vader was

een stoere man. Naar zijn woord luisterde iedereen.

Ik ben de oudste jongen, dus ik moest voor de jongere kinderen

zorgen en voor de dieren als die op het land waren. Als zoon

doe je dat soort werk, mijn moeder deed het huishouden. Ik

ging naar de lagere school. Er waren een stuk of vijf klassen

met veertig of vijftig kinderen per klas. We leerden het ABC en

rekenen. Na de derde klas vond ik het niet leuk meer op school,

maar je moest het afmaken om je rijbewijs te halen. Ik was

veel bezig met techniek: lassen, tractor rijden. Ik leer door met

mensen om te gaan, ik lees mensen in plaats van boeken. Ik zou

ook boeken kunnen lezen, maar één bladzij lezen duurt bij mij

een uur. Doordat het zo langzaam gaat, irriteert het mij. Daarom

leest mijn vriendin mij soms voor.

Er werd wel veel geslagen op school, op je vingertoppen. Bij-

voorbeeld als je te lange nagels had. Dat heeft me wel geraakt,

omdat ik vond dat ik het niet verdiende. We hadden thuis geen

nagelknipper en ik werkte in de metaalbewerking, dus mijn

nagels waren altijd lang en vies. Ik heb geprobeerd het uit te

leggen maar er werd niet geluisterd.

Eigenlijk ben ik van Koerdische afkomst, maar als kind merkte ik

daar niets van. Thuis praatten we Koerdisch, op school Turks. Ik

heb de conflicten tussen Turken en Koerden nooit meegemaakt.

Ik heb ook in dienst gezeten in Turkije, en als ze me vroegen:

‘Ben je Turks of Koerdisch?’ dan zei ik: ‘Wat bedoel je daarmee?

Ik zit hier toch in het leger van Turkije?’

Zelfs als Wilders met mij zou praten zou ik me geen allochtoon

voelen. Ik geef het de ruimte niet. Mensen die zich gediscrimi-

neerd voelen, laten zich discrimineren. Als ik hier ben moet ik

mijn cultuur niet vergeten maar ook integreren in deze cultuur.

Het is mijn taak ervoor te zorgen dat andere mensen mijn cul-

tuur leren kennen, dat ze er niet bang voor zijn.

Mijn broers en zus wonen in Nederland. Mijn ene broer is

acteur, de volgende sociaal psycholoog, twee anderen zijn

wiskundigen en mijn zus is beëdigd tolk. Iedereen is met zijn

eigen ding bezig, ik ben eigenlijk de domste, gewoon fietsboer.

Ik ben gelukkig, ik zoek geen geld, ik voel me goed als ik met

een fiets bezig ben.

Yalcin cihangir1968

15

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 15 19-10-2009 23:16:35

Page 30: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 16 19-10-2009 23:16:37

Page 31: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

‘Op belangrijke momenten blijf ik katholiek’

Ik houd me al lang bezig met lokale politiek. Nadat ik afdelings-

voorzitter, deelraadslid en fractievoorzitter voor de PvdA in de

Pijp ben geweest, zit ik sinds 2006 in het Dagelijks Bestuur van

stadsdeel Oud-Zuid. Mijn belangstelling voor politiek is gewekt

toen ik ongeveer veertien jaar was. Mijn vader was dol op poli-

tiek en keek vaak naar kamerdebatten die live werden uitgezon-

den. Wij mochten dan opblijven om het debat te volgen, terwijl

mijn vader uitlegde wat er gebeurde: wie zegt wat en waarom?

Mijn vijf broers en zussen en ik hebben daardoor allemaal wel

iets met politiek gekregen.

Ik kom uit een katholiek gezin. Mijn vader was schoenmaker en

we woonden in de Dapperbuurt op een éénkamerwoning, dus

’s avonds klapten we de bedden uit en deden we een gordijn

dicht, zodat de kinderen aan één kant lagen en mijn ouders aan

de andere. Er was grote woningnood en we waren arm. Toch

heb ik een leuke jeugd gehad. Mijn ouders waren heel flexibel:

ik wilde graag een hond en die is er op een goed moment,

kleine woning of niet, inderdaad gekomen. De hond bleek

prompt zwanger te zijn.

Om geen knecht te hoeven betalen, hebben mijn ouders mijn

oudste broer opgeofferd: hij kwam in de schoenmakerij werken,

van het uitgespaarde geld konden wij verder studeren. Als je

iets wilde, dansles bijvoorbeeld, moest je het geld ervoor zelf

verdienen. Zo ben ik jong bij een broodfabriek gaan werken. Ik

ontmoette er een jongen van een jaar of zestien, net als ik, die

er vast ging werken. Het was lopendebandwerk en de machines

waren bewust zo opgesteld dat je niet met elkaar kon praten.

Na een tijdje merkte ik dat die jongen steeds meer in zichzelf

gekeerd raakte. Ik besloten dat ik dat níet wilde. Ik wilde dokter

worden.

Toen ik eenmaal medicijnen studeerde overleed mijn moeder,

waardoor ik geen concentratie meer kon opbrengen voor het

stampen dat bij die studie kwam kijken. We besloten om zelf

thuis voor de jongere kinderen – de jongste was drie – te blijven

zorgen, ook toen mijn vader een paar jaar daarna overleed.

Ik ben in die tijd een paar maanden naar India gegaan, onder

meer naar Benares, een heilige stad waar mensen komen om

dood te gaan. Ik probeerde hun religieuze ervaring te begrijpen,

maar ontdekte dat ik het niet kon navoelen, hoogstens bekijken

en dat ik spirituele rijkdom moest zoeken in mijn eigen katho-

lieke traditie. Ik ging theologie studeren, niet zozeer om iets

over God te leren, maar over mensen die, waar ze ook vandaan

komen, hun gevoelens in kwesties van leven en dood vrijwel

altijd in religieuze termen uitdrukken.

Ik heb vijf jaar theologie gestudeerd, maar toen rond 1975

onder invloed van de restauratie de kerk steeds dogmatischer

werd, verloor ik de motivatie. Ik werkte in het Wilhelmina

Gasthuis, waar ik op een nacht een stervende man voortdurend

hoorde gillen dat hij niet dood wilde. De volgende ochtend had

ik college theologische ethiek, nota bene over stervensbegelei-

ding. Dat college stond mijlenver af van wat ik die nacht had

meegemaakt had. Sindsdien was de geest eruit wat mij betreft.

Nu kom ik weinig meer in de kerk, maar op belangrijke momen-

ten blijf ik katholiek. Religie zit in je hart; het geloof van je jeugd

is bijna genetisch, het is op latere leeftijd nauwelijks écht te

leren. Net zoals je ook voor mijn gevoel pas écht Amsterdammer

bent, als je hier geboren bent. Dat hangt niet af van huidskleur,

maar van of je als kind al met de pont over het IJ gevaren bent

en of je op je fietsje in de havens en naar Artis geweest bent.

eDDY linThorST1950

17

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 17 19-10-2009 23:16:37

Page 32: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 18 19-10-2009 23:16:40

Page 33: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

‘Wie niet durft, krijgt niets’

Anders dan de meeste oorspronkelijke Italiaanse immigranten,

ben ik hier niet gekomen voor werk. Ik kom uit Padova, dat ligt

in het noordoosten van Italië. Ik woon hier nu vijftien jaar. Ik

ben bijna tien jaar na de Tweede Wereldoorlog geboren – mijn

ouders gingen naar school in de tijd van Mussolini. Meesters en

juffen moesten meedoen met zijn ideologie, degenen die dat

niet deden belandden in de gevangenis. Mijn vader is als militair

naar Libië gestuurd en daar gevangen genomen door de Engel-

sen. Hij heeft de oorlog in krijgsgevangenschap doorgebracht in

Zuid-Afrika. Eigenlijk is hij daardoor gered.

Mijn moeder was naaister, maar als traditionele vrouw is ze na

het huwelijk gestopt met werken. Mijn vader was groothande-

laar in huisproducten en verdiende goed. Wij hadden een auto

en konden met vakantie – we waren dus een beetje bourgeoi-

sie, maar niet rijk. Mijn twee zussen en ik konden na de mid-

delbare school studeren. Ik heb pabo gedaan. Wij zijn katholiek

opgevoed, met veel principes, bijvoorbeeld dat je solidair moet

zijn met de zwakkeren. In de jaren zeventig ben ik dingen gaan

doen die niet zo in die traditie pasten; ik ging in een commune

wonen met mijn vriend en we zijn niet kerkelijk getrouwd. Wij

vonden de kerk hypocriet: als de kerk zo rijk is, waarom geeft

ze dan niet meer geld aan de armen? Mijn ouders vonden dat

aanvankelijk wel jammer.

We hadden veel politieke en sociale idealen. Wij praatten over

de problemen van Italië, hoe het anders moest. Ik was betrok-

ken bij de vrouwenbeweging. Wij streden voor legalisering van

abortus en voor wetten om makkelijker te kunnen scheiden. In

die periode is voor vrouwen veel bereikt. Ik had wel een baantje

om geld te verdienen, maar het kostte moeite om een baan

in het onderwijs te krijgen, je kon alleen in dienst komen via

enorme landelijke tentamens.

In 1980 heb ik Henk leren kennen, een Nederlander. In het

begin was het een soort een avontuur. Soms dacht ik: ‘Waarom

is mij dit gebeurd?’ Na een paar jaar, ik had inmiddels een

baan in het onderwijs, is Henk een tijdje naar Italië gekomen:

Liefde. Maar aanvankelijk wilden we geen van beide definitief

verhuizen. In 1986 heb ik verlof genomen op school en ben ik

hierheen gekomen. Ik dacht ‘iemand moet ermee beginnen’.

Ik werd zwanger, maar vond het erg moeilijk in Nederland.

Daarom ben ik naar Italië teruggegaan met mijn zoon René,

maar zonder Henk. We kwamen in de vakanties bij elkaar, maar

het was toch erg onhandig. Toen René groter werd merkte ik

dat het belangrijk was voor hem om zijn vader meer te zien. In

1994 zijn we hierheen gekomen. Ik vond het moeilijk om mijn

baan en daarmee mijn financiële onafhankelijk op te geven. In

Nederland heb ik eerst gewerkt als vrijwilligster. Later kreeg ik

een baan als docente Italiaans op een basisschool. Door dat

werk moest ik wel Nederlands spreken.

Er zijn verschillende momenten geweest in mijn leven dat ik

mijn prioriteiten heb moeten veranderen. Ik heb daar veel door

geleerd over wie ik zelf ben en wie de ander is. Ik heb grote

risico’s moeten nemen, maar als ik terugkijk zit dat ook in mijn

karakter. In het Italiaans zeg je wel ‘Chi non risica, non rosica’,

‘wie niet durft, krijgt niets.’ Nu heb ik het gevoel dat ik een

plekje gevonden heb. Ik heb meer rust en evenwicht. Als we

allebei met pensioen zijn hoop ik dat we naar Italië gaan.

DoreTTa barina1954

19

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 19 19-10-2009 23:16:40

Page 34: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 20 19-10-2009 23:16:42

Page 35: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

‘Ik ben hier gekomen op dinsdag 20 juni 1966’

Ik ben op dinsdag 20 juni 1966 aangekomen in Amsterdam,

helemaal vanuit Marokko met een taxi. Omdat we met een paar

mensen waren, was die lange rit niet duur. Heen en weer zou

het ongeveer 1000 gulden kosten, maar wie ervoor koos om in

Amsterdam te blijven, hoefde maar de helft daarvan te betalen,

omdat hij ook maar de helft van de reis maakte. Het was toen ik

aankwam in Amsterdam prachtig weer – als ik in de winter ge-

komen zou zijn, had ik denk ik meteen rechtsomkeert gemaakt.

Ik voelde me erg welkom. De eerste nacht kon ik logeren bij een

vriend die al wat langer in Amsterdam was. Ik kon een tijdje bij

zijn huisbaas blijven, zo had ik een adres en een telefoonnum-

mer om op te geven als ik werk zocht. Mijn huisbaas legde uit

dat ik me zo snel mogelijk op het politiebureau moest melden,

met vijfhonderd gulden en mijn paspoort. Mijn paspoort was

nog helemaal leeg, alleen aan de Franse grens was er onderweg

een stempel in gezet.

Ik ging naar het hoofdbureau in de Marnixstraat, met mijn

paspoort en 550 gulden op zak. Vijfhonderd om te bewijzen

zien dat ik geld had en de rest om een strippenkaart en

dergelijke te kunnen kopen. Ik had nog wel wat geld, maar

dat liet ik bij mijn vriend achter, zodat ik niet met meer geld

dan nodig over straat hoefde in die vreemde stad. Op het

politiebureau werden mijn gegevens genoteerd. Ik moest

mijn vijfhonderd gulden inleveren. Als ik binnen dertig dagen

kon bewijzen dat ik een woning en een baan had, zou ik het

geld gewoon terugkrijgen, als dat niet zou lukken, moest ik

het gebruiken om terug te reizen naar Marokko. Ik vind het

wel begrijpelijk dat de politie zo redeneerde. Bovendien had

ik al geregeld dat ik ergens kon wonen en mijn derde dag in

Nederland was mijn eerste werkdag. Ik kreeg mijn geld dus

snel weer terug.

De rest van die eerste dag heb ik uitgerust en de volgende

dag ben ik met een kennis meegegaan naar Sloterdijk, naar

de boekbinderij waar hij werkte. Ik heb gevraagd of ik er

mocht komen werken. Dat kon, maar alleen als ik gezond

was. Ik moest dus een medische keuring ondergaan bij de

GGD in de Jan Tooropstraat. Daar ben ik heengegaan en

ik werd goedgekeurd. Logisch, want ik was een jongeman

van 26. Ik had dus geluk, al vond ik het de eerste week

wel moeilijk. Ik sprak wel Spaans, maar daar had ik bij de

boekbinderij niet veel aan want iedereen sprak er alleen

maar Nederlands en Engels. Later leerde ik de taal en ging

het makkelijker.

De eerste jaren in Amsterdam woonden mijn vrouw en kinderen

nog in Marokko. Het was heel moeilijk om ze hier naartoe

te halen want er was woningnood, dus er waren nauwelijks

geschikte huizen te vinden voor een gezin met vier en later zes

kinderen. Ik had heimwee en vond het moeilijk dat het zo lang

duurde, maar uiteindelijk heeft mijn baas bij de boekbinderij

me geholpen om iets te vinden. Zo ben ik in de Diamantbuurt

terechtgekomen. Later ben ik nog wel verhuisd, maar dat was

binnen dezelfde straat. Dat was ver genoeg wat mij betreft. Ik

hoef geen grote verhuizingen meer.

m. raSSi1940

21

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 21 19-10-2009 23:16:42

Page 36: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 22 19-10-2009 23:16:45

Page 37: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

‘Politieagent, fotograaf en schoolmeester ineen’

Sinds 2006 ben ik buurtregisseur in de Pijp. De vijf jaar ervoor

werkte ik in die functie in de Indische buurt. Vooraf had ik er

eigenlijk een verkeerd beeld van. Ik dacht aan de wijkagent van

vroeger, die slechts naar de burenruzies en probleemgevallen

ging. Totdat ik met een collega praatte, die vertelde dat je als

buurtregisseur veel zelf kan ontwikkelen en op kan pakken.

Vooral regisseren en dingen op touw zetten vind ik leuk, de

problemen bij de wortel aanpakken. Mijn moeder is jarenlang

wijkverpleegster geweest en ik realiseer mij vaak dat ik in mijn

werk een voorbeeld neem aan haar gedrevenheid en improvisa-

tievermogen.

Tussen 1983 en 2000 werkte ik in Amsterdam Oost, in de

bureau’s IJ-tunnel en Balistraat. Dat was algemene rondrijdende

politie. Ik kwam aanrijdingen tegen, kat in de boom, buitenge-

sloten mensen, escalerende dingen, spoedeisend optreden.

Ik was twintig toen ik begon bij de politie. Eerst wilde ik

automonteur worden, dus ik ben naar de MTS gegaan. Op

mijn zeventiende heb ik gesolliciteerd bij de politie; mijn ouders

zagen dat ook wel zitten vanwege de vastigheid. Ik ben door de

selectie gekomen, maar toen zeiden ze: Die is nog te jong, die

heeft een veel te jong koppie. Toen heb ik twee jaar bij Mega-

pool gewerkt, militaire dienst gedaan en opnieuw gesolliciteerd.

Heel slim had ik inmiddels een baard laten staan, waardoor ik

wel 35 leek. Zo kwam ik op mijn twintigste alsnog bij de politie

terecht.

Al op mijn achttiende was ik met fotografie bezig, dat ben ik

parallel blijven doen. Ik ben een echte straatfotograaf, ik probeer

met zo min mogelijk middelen snel een treffend beeld te krijgen.

Zonder statieven en lampen, maar door gebruik te maken van

omstandigheden. Ik vond laatst een doosje dia’s uit ’83 met

foto’s die ik gemaakt heb van een mij toen onbekende fotograaf

die ik op de Dam had gezien, een heel springerig mannetje dat

fotografeerde zoals ik dat ook doe. Pas nu, 26 jaar later, ont-

dekte ik dat het Ed van der Elsken was, een bekende fotograaf.

Toen ik in de Indische buurt werkte, waren er politiemensen die

een school geadopteerd hadden om daar voorlichting te geven.

Ik had dat ook gedaan, maar eigenlijk miste ik educatieve vaar-

digheden, dus heb ik me datzelfde jaar nog opgegeven voor de

pabo. Ik heb twee jaar als invalkracht voor de klas gestaan en

dat gecombineerd met de politie. Toen ik buurtregisseur werd,

ging dat niet meer. Maar ik kan het zo weer oppakken.

Ik voel me vaak nog een groot kind. Het voordeel daarvan is dat

ik niet zo vastzit in volwassen patronen. Ik vind dat je gebruik

moet maken van hoe kinderen tegen dingen aankijken. Die

vinden het hartstikke leuk als ze mogen helpen de buurt te

verbeteren.

Zo heb ik ook een methode bedacht om ongelukken door dode

hoeken van vrachtauto’s te voorkomen. De hele stad wordt nu

volgehangen met dodehoekspiegels, maar ik vind dat je vooral

ook de fietsers moet instrueren. Ik regel dan bijvoorbeeld een

forse vrachtauto die we bij de basisscholen in de wijk parkeren.

De leerlingen van groep acht mogen om de beurt even op de

bestuurdersstoel zitten. Zo kunnen ze zelf zien dat een chauffeur

vanaf die plek maar heel weinig ziet van wat er rechts naast

de vrachtauto gebeurt. In het klaslokaal legt de chauffeur uit

dat het soms gokken is bij het nemen van een bocht. Zo leren

kinderen dat ze ver weg moeten blijven van die grote wielen.

arjen akkermanS1961

23

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 23 19-10-2009 23:16:46

Page 38: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 24 19-10-2009 23:16:48

Page 39: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

‘Mezelf bewijzen dat ik het kan’

Ik heb twee jaar fulltime gewerkt als uitvaartleider en ik doe

dat werk nog af en toe. Het is een mooi beroep. Je bespreekt

met de familie van de overledene wat ze willen. Als je denkt:

dat is niet verstandig, dan zeg je dat; vaak zijn ze daar achteraf

blij mee. Je hebt de regie in handen en toch doe je bijna niets.

Als het gaat zoals de mensen willen, lijkt het of je niks gedaan

hebt en toch kun je tevreden zijn. Toen ik ermee begon waren er

nauwelijks vrouwen in dat werk, zeker geen jonge. Het was echt

een mannenberoep, stijf en vol regels. Nu zijn het bijna allemaal

vrouwen. De sfeer is enorm veranderd. Jonge nabestaanden

schamen zich er minder voor als ze moeten huilen. Ik denk dat

mensen het makkelijker vinden als de uitvaartleider een vrouw

is die er niet van opkijkt, dan een oudere heer die zich daar zelf

ongemakkelijk bij voelt. Door sommige families word ik terugge-

vraagd, als Moeder een paar jaar na Vader ook overlijdt. Ik vind

het bijzonder om daar dan weer bij te zijn.

Ik was op de basisschool niet zo gelukkig, een beetje tobberig.

Ik was héél bang om op te vallen. In multicultureel Reigersbos

woonden veel kinderen uit ingewikkelde gezinnen. Ik kon er

niet zo goed mee overweg dat ik slim was. Ik deed alsof ik

dat niet was en maakte expres fouten. Tot mijn ouders op een

ouderavond het gevoel kregen dat de juf het over een ander

kind had. Ze ontdekten dat ik me dommer voordeed dan ik was.

Ik vond het vreselijk dat ik betrapt was, maar daarna ging het

beter. Ik deed groep zeven en acht in één jaar en toen ik naar

het Vossiusgymnasium ging, was ik nog geen elf. Heel jong,

maar ik vond het heerlijk.

Ik wilde in Cambridge Engels studeren, maar de selectieproce-

dure daarvoor bleek nogal ingewikkeld. Ik ging daarom eerst

een jaar wiskunde doen. Veel van mijn studiegenoten – bijna

allemaal jongens – waren buitenbeentjes, die in het begin erg

verlegen waren als ik ‘hallo’ zei. Later werd het een ontzettend

leuke, hechte groep. Zo heb ik Vincent ontmoet, die trouwens

wel één van de socialere types was. Het was niet meteen een

liefdesrelatie, wel een heel goede vriendschap. We zaten hele

nachten te praten en gingen de volgende ochtend weer samen

naar college. Je hebt mensen die in het geheim allerlei wilde

relaties hebben, maar wij hadden in het geheim geen relatie.

Tegen het eind van het jaar werd het toch wat, maar toen ik

naar Engeland ging maakten we het officieel uit. Het werd

snel duidelijk dat dat ook niet echt doorzette. We belden en

msn’den, dat kon toen net. We zeiden: we gaan elkaar geen

beloften doen. Uiteindelijk vond Vincent, toen hij een half jaar in

Duitsland zat, een ander vriendinnetje en dat viel voor mij bitter

tegen. Ik kon hem niets kwalijk nemen want dit hadden we op

mijn initiatief zo afgesproken. Uiteindelijk wilden we toch samen

verder. Nu wonen we al bijna vier jaar samen.

Ik ben begonnen met DesTijds, omdat ik het leuk vind om met

oudere mensen over hun leven te praten en dat op te schrijven.

Ik ontvang opdrachten van henzelf of van hun kinderen. Ik

interview mensen vijf tot tien keer. Het verhaal wordt in kleine

oplage gedrukt. Als je iemand zo uitgebreid interviewt, kom je

op de wat diepere dingen. Vaak ontdekken mensen patronen in

hun verhalen waar ze nooit bij hebben stilgestaan. Het is leuk

om erover na te denken: hoe is mijn leven eigenlijk verlopen? Je

bent in zekere zin alle verhalen die je over jezelf vertelt.

Ik heb veel belangstelling voor mensen, ik wil ze graag écht

leren kennen en begrijpen. En ik hou van nieuwe dingen: een

bedrijf beginnen, wiskunde studeren of cello spelen. Ik wil

mezelf bewijzen dat ik dat kan. Het intellectuele wereldje waar

ik vandaan kom past bij me, maar de wereld daarbuiten ook.

Een dialoogproject in de Pijp hoort daar helemaal bij.

Sara Polak1981

25

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 25 19-10-2009 23:16:48

Page 40: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 26 19-10-2009 23:16:50

Page 41: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

‘Niet Dries van Agt hoor!’Ik heet Amajjar. Mijn voornaam is Driss met dubbel s, dus niet

zoals Dries van Agt. Ik ben trouwens veel langer dan hij. Ik ben

op 14 maart geboren, maar in mijn papieren staat 1 juli. Dat

komt door een afspraak uit de tijd dat het deel van Marokko

waar ik vandaan kom Spaans was. De kolonisten schreven 1

juli voor als geboortedatum, tenzij je bewijs had dat je op een

andere dag geboren was. Dat had ik niet. Mijn moeder wist

natuurlijk wanneer ik geboren was, maar dat telde niet. Eigenlijk

staat er dus een verkeerde datum op mijn paspoort. Ach, wat

maakt het uit.

Zoals bijna alle Marokkanen ben ik naar Europa gekomen om

te werken. In 1961 ging ik naar Duitsland, waar ik in een fabriek

werkte die rupsbanden maakte voor tanks. Het was zwaar

werk, vooral doordat het in die fabriek ontzettend heet was. In

de zomer van 1966 ben ik een weekje op bezoek geweest bij

familie in Gouda. Ik wilde zien of ik Nederland leuk vond, want

ik overwoog hier te blijven. Ik trof een prachtig land met lieve

mensen. Veel vriendelijker en opener dan Duitsland. Ik ben hier

werk gaan zoeken en heb ontslag genomen bij de fabriek in

Duitsland. Er was genoeg werk dus ik vond snel een baan bij

Compaxo, een vleesverwerkingsfabriek in Gouda. We maakten

daar gehakt en worsten.

De mooiste jaren uit mijn werkende leven kwamen toen ik in

bejaardenhuizen in en om Amsterdam ging werken als hulpkok.

Eerst in Osdorp, daarna in verpleeghuis De Poort op de Hugo

de Grootkade en nog later in Weesp. Dat was prachtig werk,

waarin ik heel veel contact had met zusters, keukenmedewer-

kers en andere mensen in het huis. Die samenwerking was heel

mooi, het was net een grote familie. Iedereen was aardig en

hielp elkaar. Jammer dat die tijd voorbij is. Ik kijk daar met veel

voldoening en liefde op terug.

De sfeer in Nederland is veranderd, vooral sinds de moord op

Van Gogh. Ik voel me niet meer geaccepteerd, het is net alsof er

altijd iets in de weg zit. In winkels word ik minder vriendelijk be-

handeld dan vroeger, terwijl ik toch al die tijd dezelfde persoon

gebleven ben. Samenleven en contact hebben met mensen is

voor mij heel belangrijk. Dat moet terugkomen. Ik weet niet hoe.

Misschien gewoon door aardiger tegen elkaar te zijn? Elkaar

groeten bijvoorbeeld. Marokkanen werden tot een paar jaar ge-

leden altijd geaccepteerd en veel oudere mensen doen dat nog

steeds. In de Saffierstraat, waar ik woon, merk ik het ook: boven

ons woont een jonge Nederlandse vrouw, die ons nooit groet.

Ze doet alsof ik niet besta en kijkt de andere kant op. Ik denk

dat ze bang is voor Marokkanen – dat doet mij veel verdriet.

Maar in het benedenhuis woont een oudere man van ongeveer

zeventig die altijd een goede vriend is gebleven. Heel gewoon:

‘Hee Driss!’ – ‘Hoi Piet! Alles goed?’ Hij behandelt mij zoals alle

Nederlanders vroeger deden.

In Marokko zelf zijn ook veel verschillende culturen, dus ik ben

altijd al omgegaan met mensen van allerlei geloven en achter-

gronden. Onze buren in Marokko waren joods. In die tijd had

bijna niemand een eigen oven; mensen lieten dingen bakken

in de oven van de bakker in de buurt. Onze buurvrouw maakte

op vrijdagmiddag eten klaar voor de sjabbat en bracht dat naar

de bakker om het in de oven te laten doen. Ik ging het dan de

volgende dag ophalen, zodat ze niet hoefde te werken op zater-

dag. Dat vond ik vanzelfsprekend en eigenlijk vind ik nog steeds

dat we op die manier met elkaar om moeten gaan.

DriSS amajjar1942

27

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 27 19-10-2009 23:16:50

Page 42: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 28 19-10-2009 23:16:52

Page 43: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

‘Honderd prikkels per seconde’

Ik weet niet beter dan Amsterdam. Ik ben geboren en opge-

groeid in Zuid, op de Rooseveltlaan. Vanaf mijn twintigste heb

ik in een huisje in Sloterdijk gewoond, met mijn vriendin. Toen

ben ik in de Jordaan terechtgekomen, vervolgens in de Pijp en

nu woon ik in Zunderdorp. Dat ligt boven Amsterdam-Noord.

Ik heb binnen Amsterdam alle windstreken wel gezien. In

Zunderdorp woon ik heel riant, ik heb twee hectaren grond, met

schaapjes en paarden. Het was oorspronkelijk een dierenpen-

sion dat we hebben verbouwd. Een riant pand dat ook nog

betaalbaar is, met rondom horizon, helemaal geweldig. Ik fiets

weg tussen de koeien, neem het pontje, en dan ben ik in drie

kwartier op mijn werk.

Toen ik anderhalf was overleed mijn vader. We hadden een

traditioneel katholiek gezin, ik ben de jongste. Mijn moeder

bleef achter met elf kinderen. De oudste was Luud, de provo,

bekend van het witte fietsenplan. Voor mij was het wel leuk dat

Luud bekend werd. Ineens zeiden mensen niet meer: ‘Ben jij

misschien familie van Schimmelpenninck van de sigaren?’, maar

‘Ben jij de broer van die provo?’ Dat was veel leuker, ik ben veel

liever familie van die provo dan van de sigarenboer. Als je een-

maal de jongste bent, blijf je altijd de puppy. Jongste kinderen

zijn teamspelers. Ik ben nog steeds meer een coördinator dan

een echte manager, zo’n leidinggevende.

Ik heb veel bewondering voor mijn moeder. Ze heeft het toch

maar voor elkaar gekregen; elf kinderen zonder vader en geen

één in de goot, geen één aan de drugs, allemaal goed terecht

gekomen, dat mag je wel op haar conto schrijven. Toen ze mijn

vader leerde kennen had ze een eigen mode-atelier. Dat heeft ze

toen mijn vader doodging weer opgepakt. We hadden dus een

modehuis aan huis, een soort salon. Er was geen weduwepen-

sioen. Ik heb me nooit arm gevoeld, terwijl we natuurlijk geen

cent te makken hadden. Een gigantische prestatie toch?

Ik heb nu zelf twee kinderen, een puber van veertien en een

pleegdochter, dus ik weet hoe lastig het is. Ik vind opvoeden

echt een hele klus. We hebben niet de financiële problemen die

mijn moeder had, maar ik denk dat opvoeden toch ook moei-

lijker geworden is. Het gaat allemaal zoveel sneller dan vroeger.

Honderd prikkels per seconde, vroeger kreeg je er één per mi-

nuut. Iedereen loopt met een mobiel in de hand. Mensen die vijf

jaar geleden nog zeiden dat ze nooit een mobiel zouden kopen,

lopen er nu ook mee. Bij mijn zoon gaat alles via een compu-

terscherm. Ik zie het leuke en spannende daar wel van. Het is

allemaal super interactief, beter dan voor de tv hangen. Maar ik

vind het jammer dat hij sporten daardoor niet meer zo interes-

sant vindt. Tennissen gaat van zijn computertijd af, dat vindt hij

soms gewoon zonde. Hij kan tussendoor net even komen eten.

Hij zegt ‘ik ben niet verslaafd pa, ik vind het gewoon leuk.’ Maar

dat zeggen mensen die aan cocaïne verslaafd zijn ook.

Vroeger liepen we vanuit Zuid naar Artis, in september, de

goedkope maand. Dat was echt een belevenis. Nu stel je voor

om naar Artis te gaan, met de auto en dan hebben ze geen

zin. We hebben zóveel, die kinderen zijn eigenlijk zó verwend.

Maar ja, wij zijn zelf ook verwend, die hele luxe waarin we

zitten verpest kinderen. We hebben het zelf gedaan. We kunnen

onze kinderen zoiets als die crisis gewoon niet aandoen. Nou

ja, uiteindelijk doen mensen natuurlijk alles om te overleven, zij

ook als het nodig wordt. Het geluk zit nog steeds in de kleine

dingen. Maar er moet denk ik een hoop gereset worden vóór ze

die kleine dingen weer gaan waarderen.

richarD SchimmelPennink1952

29

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 29 19-10-2009 23:16:52

Page 44: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 30 19-10-2009 23:16:55

Page 45: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

‘Ook als mensen niet met je willen praten, moet je heel mild zijn’

Ik kom uit een groot gezin. Twee ervan zijn overleden, maar in

totaal waren we met veertien. Ik ben geboren op Mayman in

Frans Guyana, maar omdat mijn moeder ziek was en mijn vader

hard moest werken, ben ik niet thuis opgegroeid. Vanaf mijn

vijfde heb ik op het hervormd internaat La Paix gezeten op een

eilandje bij Suriname Cottica aan de Lawa. Vanaf mijn elfde tot

mijn zeventiende zat ik op het St. Gerardusinternaat te Albina bij

de Zusters en de Priesters. Ik vond het heel erg gezellig daar. Het

was wel streng, maar daar had ik geen moeite mee – het was

juist wel prettig.

Op mijn zeventiende heb ik Hugo Fyeet leren kennen met wie

ik in 1973 met goedkeuring van mijn moeder ben getrouwd.

Hij is in 2008 overleden. Rond mijn negentiende kwamen we

in aanraking met Jehovah’s Getuigen. Ik vond dat meteen een

mooi geloof; men neemt geen deel aan oorlogen of politieke

conflicten. Het leek voor mij wel enigszins op het hervormde

geloof uit het eerste internaat en het katholicisme van de Zus-

ters en Priesters, maar dichter bij de Bijbel. Jehovah’s Getuigen

geven niet alleen antwoord op je vragen, maar laten ook zien

waarom het zo is. Ze brengen zaken in verband met de Bijbel,

zodat je zelf kunt nagaan wat er staat. Iedereen heeft zijn eigen

Bijbel en kan alles dus zelf opzoeken. Dat was op de internaten

waar ik opgevoed ben niet zo. Er was wel een Bijbel in de kapel,

op een grote standaard met een witte doek eroverheen. Daar

mocht je niet aankomen. De Zusters vertelden de regels wel,

maar je mocht het Woord van God niet zelf in handen houden.

Nu wel en dat vind ik zalig. Ik ken nu de waarheid. Ik ga naar

de diensten in onze zaal – dat is voor mij echt genieten. Ik zit

lekker in mijn vel; mijn geloof brengt me in beweging en houdt

me op de been.

Als Jehovah’s Getuige ga ik van deur tot deur om mensen

bekend te maken met God en de Bijbel. Dat vind ik ontzettend

fijn om te doen. Ik ben heel open en niet terughoudend om

mensen te benaderen. Ik heb daardoor veel geleerd over hoe je

met mensen moet omgaan. Ook als mensen niet met je willen

praten en bijvoorbeeld heel grof tegen je zijn moet je altijd mild

blijven. Dat vraagt het geloof en het werkt ook het beste. Ik

zeg gewoon: “Dan wens ik u een hele fijne dag verder.” Dat

meen ik natuurlijk. Ik maak geen onderscheid tussen de mensen

met wie ik omga. Ik vind het fijn dat ik veel contact heb met

andere Jehovah’s Getuigen. Ik houd van mensen. Ik discrimineer

niemand, omdat ik niet met die eigenschap ben opgegroeid. De

bijbel waarschuwt ons daarvoor.

Mijn vijf kinderen zijn allen verschillende kanten opgegaan. Ze

zijn geen Jehovah’s Getuigen – ze maken hun eigen keuzes en

gaan hun eigen weg. Maar als moeder blijf je een voorbeeld

voor je kinderen en ik heb ze wel opgevoed met de waarden

en normen uit mijn geloof en de strengheid waarmee ik zelf

opgevoed ben. Mijn jongste dochter trouwt in 2009. Dat is mooi

nieuws. Ik zou het heel heerlijk vinden als mijn kinderen en mijn

acht kleinkinderen mij later zouden volgen en ook Jehovah’s

Getuigen zouden worden. Diep in mijn hart is dat mijn grootste

wens.

Philomena kwaSi1953

31

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 31 19-10-2009 23:16:55

Page 46: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 32 19-10-2009 23:16:58

Page 47: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

‘Mensen moeten het je gunnen’

Mijn vader is Amerikaan. Op rondreis door Europa ontmoette

hij mijn moeder. Zijn voorouders waren Russische joden die

eind negentiende eeuw naar Amerika verhuisd zijn. Ze waren

analfabeet, dus waarschijnlijk heeft een immigratie-ambtenaar

hen de naam Deutsch gegeven.

Na de lagere school ben ik met atheneum begonnen, afgezakt

naar de havo en later de mavo. Daarna ben ik in de verple-

ging terechtgekomen. Ik was er eigenlijk te jong voor. Toen

ik zag dat mijn vrienden die studeerden een veel makkelijker

leven hadden dan ik, heb ik toelatingsexamen gedaan bij de

universiteit en ben ik psychologie gaan studeren. Toen ik eens

een beetje depressief was – het was uit met mijn vriendin en

ik had genoeg van de universiteit – zei een vriend: ‘Ga lekker

hard gaan werken, dat maakt je hoofd vrij.’ Dus ik ging naar het

Arbeidsbureau. Degene die me zou helpen zei dat ze vandaag

geen tijd had. Ik dacht: ‘Ik ben werkloos, dus ik blijf in de

wachtkamer zitten tot je wel tijd hebt.’ Diezelfde dag had ik een

gesprek. Ze zei: ‘Ik ken een fietsenmaker.’ Ze belde hem en ik

kon gelijk beginnen.

Een paar jaar later zijn Yalcin en ik samen De Fietsfabriek

begonnen. We hadden meteen een klik en een taakverdeling.

Het ging heel ontspannen: na zessen gingen we bier drinken in

de werkplaats, om half zeven keken we met z’n allen Star Trek.

Het is een uit de handgelopen hobbybedrijf, dat bijna te snel

gegroeid is. De Fietsenfabriek heeft een verhaal, zeker nu we

een fabriek opgezet hebben in Yalcins geboortedorp in Turkije.

We werken ontzettend hard, maar dat is goed: mensen hebben

altijd respect voor harde werkers. Als ik op een terrasje zit

komen klanten me vertellen hoe blij ze zijn met hun fiets. Laatst

was er een moeder met een kindje van drie, die vertelde dat hij

soms thuis Fietsfabriekje speelt, dan gaat alles wat wielen heeft

op z’n kop en speelt hij dat hij Dave is; ik smolt helemaal. Dat

zal meneer Gazelle niet vaak meemaken. Toen ik voor het eerst

personeel in dienst had, deed dat veel met me. Ik vond het een

grote verantwoordelijkheid, maar je wordt er sneller en sterker

door. Je delegeert meer. No news is good news. Niemand

heeft echt gesolliciteerd bij De Fietsfabriek. Als iemand om werk

vraagt, zeggen we: ‘Daar is de werkplaats, ga maar helpen.’ Aan

het eind van de dag praten we verder.

Ik droom ervan om in de toekomst lokale Fietsfabrieken in ont-

wikkelingslanden op te zetten, als een soort ontwikkelingshulp,

van het type ‘geef ze een hengel en laat ze zelf vissen’. Veel

Afrikaanse kinderen kunnen alleen naar school als die makkelijk

te bereiken is. Met onze bakfietsen zouden ze om beurten kun-

nen fietsen. De bakfietsen zouden ook gebruikt kunnen worden

om water te halen of marktkramen te bouwen. We zouden ze

anders maken dan voor de Europese markt; robuuster, met ban-

den die niet lek kunnen gaan. Als er iets stuk gaat, moeten de

mensen het zelf kunnen repareren, zodat ze niet afhankelijk zijn.

Yalcin en ik zeggen wel: ‘iets zorgt voor ons’. Wie goed doet,

goed ontmoet. Toen ik begon heb ik één boek gelezen over

ondernemen. De boodschap die me bijbleef was: “Andere

mensen moeten jou je succes gunnen.” Ik maak zelden meer

zelf een fiets. Ik ben wel dagelijks op de werkvloer, maar ons

personeel kan beter trappers erin zetten dan ik. Banden plakken

vind ik nog steeds leuk. Als er na zessen een leuk iemand met

een lekke band binnenkomt, doe ik het voor niets. Twee jaar

later komt hij wel terug als hij een fiets nodig heeft.

Dave DeuTSch1966

33

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 33 19-10-2009 23:16:58

Page 48: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 34 19-10-2009 23:17:00

Page 49: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

‘Eerst Amsterdammer, dan Europeaan en dan pas Nederlander’

Ik ben in Indonesië geboren en heb daar de eerste drie jaar van

mijn leven gewoond. Ik herinner me natuurlijk weinig van die

eerste jaren, maar de geur van Indonesië is me wel bijgebleven

van vroeger. Toen ik een jaar of acht was ging ik met mijn

moeder naar een optreden van een Javaanse dansgroep, bij dat

optreden rook ik het weer. Ik zei tegen mijn moeder: ‘ik herken

die geur’, dus het moet wel een echte herinnering geweest zijn.

Rond mijn dertigste kreeg ik een zich herhalende droom, die

ophield toen ik beloofd had dat ik naar Indonesië zou gaan.

Meteen bij aankomst rook ik dezelfde geur dwars door de

kerosinedampen op de luchthaven heen.

Mijn vader was naar Indonesië gegaan om les te geven aan

de Academie voor Lichamelijke Opvoeding in Bandung. Mijn

moeder is hem gevolgd en is er ook les gaan geven. Ze wilden

meer van de wereld zien en de herinnering aan de oorlog kwijt-

raken. In 1952 zijn ze weer naar Nederland gegaan. Ze wilden

zelf terug, ze zijn het land niet uitgekegeld. Wel was het in die

tijd moeilijk om in Indonesië te reizen, vanwege de politionele

acties. Mijn vader reisde wel veel, omdat hij trainer was van een

voetbalteam in Bandung.

Vanaf mijn derde ben ik in Amsterdam opgegroeid. Ik voel me

eerst Amsterdammer, dan Europeaan en dan pas Nederlander, al

vind ik wel dat de Nederlandse taal moet blijven. Het zou zonde

zijn als we allemaal overgaan op het Engels. Ik heb Nederlands

en Spaans gestudeerd. Ik houd van taal en ik vind het jammer

als mensen woorden maar uit hun mond laten vallen. Sowieso

houd ik niet van onverschilligheid.

Ik wilde theaterwetenschappen studeren; daarvoor moest je een

kandidaats in een taal hebben. Ik was van plan mijn kandi-

daats te halen voor Turks, maar dat leek mijn vader nutteloos.

Mijn drang was niet zo groot dat ik er een gevecht over wilde

aangaan, dus ben ik Nederlands gaan doen. Studeren vond ik

ontzettend leuk.

Ik heb een zoon en een dochter, allebei van 1971. De ene is zelf-

gemaakt en de ander is geadopteerd, maar voor mij is er geen

verschil. Ik was net 22 en studeerde nog toen ik de één kreeg,

de adoptie was een paar jaar later. Toen mijn zoon geboren

werd, was er niemand in mijn omgeving die een kind wilde of

daar überhaupt over nadacht. Ik wel. Ik wilde zeker weten dat ik

inderdaad kinderen zou krijgen, dus ik ben er relatief vroeg mee

begonnen. We hebben daar niet lang over gedubd. Het was wel

moeilijk om door te studeren, maar we hebben veel opgelost

met opa’s en oma’s en een crèche en ik nam mijn kind vaak

mee naar college, in een mandje.

Toen de kinderen wat groter waren ging ik regelmatig een paar

maanden naar Indonesië, waar ik werk vond. Mijn kinderen

vonden dat normaal. Andere moeders vonden het verwerpelijk,

maar als ik het niet had gedaan was ik misschien een heel

chagrijnige moeder geworden. Je moet je kans wel grijpen en

geen last van heimwee hebben. Ik miste iedereen pas als ik in

het vliegtuig terug zat.

Ik ben gescheiden. Daardoor kwam ik ineens met twee kinderen

op een klein kamertje terecht. Het was een heel vervelende situ-

atie, dus het was een ontzettende opluchting dat ik dit huurhuis

kon krijgen, groot en ook nog in een buurt die ik leuk vond, met

uitzicht op het Sarphatipark.

erica eijSker1949

35

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 35 19-10-2009 23:17:00

Page 50: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 36 19-10-2009 23:17:02

Page 51: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

‘Ik ben een tevreden man’

Ik kom uit het noorden van Marokko, uit de buurt van Nador. De

mensen spreken daar Berbers en Arabisch. Ik spreek allebei de

talen even goed. Mijn ouders spraken vaker Berbers, maar mijn

kinderen spreken weer beter Arabisch. Ik heb een groot gezin:

negen kinderen, zes jongens en drie meisjes. De oudste is gebo-

ren in 1962, daarna kwam er elke paar jaar één bij, tot en met

de laatste, die in 1985 geboren is. Ook de jongste is inmiddels

volwassen – ouder dan ik zelf was toen de eerste geboren werd.

Ik ben in 1965 naar Nederland gekomen om te werken en mijn

brood te verdienen. Ik belandde eerst in Zeist. Ik dacht in het

begin dat ik maar voor een paar jaar in Nederland zou zijn. Ik

had geen heimwee, want ik ging ieder jaar met vakantie naar

Marokko, dan zag ik mijn vrouw, mijn kinderen en familie.

Ik kon gemakkelijk werk vinden in Zeist, maar het lukte me

niet om een woning te vinden. Er waren wel pensions, maar

daar was geen ruimte voor mij. Ik ben toen een vrouw tegen

gekomen die mij uiteindelijk aan een kamer kon helpen. Dat

was heel fijn.

Vanuit Zeist heb ik een tijdje in Amersfoort gewerkt en daarna

kwam ik in Driebergen terecht, bij de stationsrestauratie. Ik heb

in die jaren heel erg veel koffie gezet. De stationsrestauratie

was erg druk, dus het was hard werken, maar ik had een heel

goede baas. Als ik met vakantie ging bracht hij me met de auto

naar Schiphol en als ik terugkwam in Nederland haalde hij me

weer op.

Behalve in de stationsrestauratie heb ik vooral in fabrieken

gewerkt: een kipfabriek, een houtfabriek en later bij de Hoog-

ovens. In de houtfabriek reed ik veel rond op de heftruck. Dat is

niet moeilijk, maar het is wel precies werk. Je moet nauwkeurig

zijn en dingen exact op de goede plek neerzetten.

Toen ik bij de Hoogovens in IJmuiden ging werken ben ik in

Amsterdam komen wonen. Het was een zware tijd; ’s avonds

maakte ik kantoren schoon om meer geld te verdienen voor

mijn grote gezin. In 1990 zijn mijn vrouw en kinderen hierheen

gekomen. Ik vond het prachtig hier, maar het werk was wel

zwaar en ik werd ziek. Ik moest op controle komen bij de dokter.

Hij onderzocht me en zei: ‘Meneer el Jarrari, u moet stoppen

met werken.’ Ik ben volledig afgekeurd vanwege rugklachten. Te

hard gewerkt.

Nu zijn mijn kinderen allemaal getrouwd en hebben mijn vrouw

en ik een veel rustiger leven. We hebben heel veel kleinkinderen.

Ik vind het erg leuk om opa te zijn. Mijn kinderen en kleinkin-

deren voelen zich vooral Nederlanders, maar ik voel me in de

eerste plaats Marokkaan. Ik heb geen Nederlands paspoort. In

Marokko ben ik opgegroeid en daar wil ik begraven worden. Als

je in Nederland begraven wordt, ruimen ze het graf na vijftien

jaar weer op en komt er een ander op je plek te liggen. Dat

wil ik niet, dus ik heb een verzekering afgesloten bij de bank,

waarmee ik in Marokko begraven kan worden.

Ik ben een tevreden man. Ik heb jarenlang met giftige stoffen

gewerkt en toch ben ik gezond en kan ik genieten van mijn

pensioen. Mijn leven is prachtig.

achmeD el jarrari1940

37

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 37 19-10-2009 23:17:02

Page 52: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 38 19-10-2009 23:17:04

Page 53: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

‘Ik ben echt van de vrijheid-blijheidgeneratie’

Ik werk al jaren in de coffeeshop bij het Sarphatipark. Dat deed

ik al toen mijn kinderen nog klein waren. Jesse en Maite zijn

nu zestien en twaalf en zijn hier bij wijze van spreken geboren

en getogen. Toen Jesse pas geboren was, werkte ik hier al één

dag per week. Mijn moeder weigerde om op te passen als ik in

de coffeeshop moest werken, want ze was tegen coffeeshops.

Dus legde ik Jesse in een mandje in de keuken. Daar werd toen

al niet binnen gerookt, het is altijd meer een soort buurthuis

geweest. Later deed ik de kinderen naar de crèche. Nu mag

het niet meer, maar vroeger zijn ze altijd gewoon hier binnen

geweest.

Ik ben echt van de vrijheid-blijheidgeneratie. Ik heb heel lang

geen vaste baan gehad. Nu merk ik bij de kinderen op school

dat iedereen serieus bezig is met zijn toekomst. Dat was bij ons

niet zo, ik ging gewoon studeren wat me leuk leek, aanvankelijk

biologie. Maar toen ik in dode dieren moest gaan snijden ben

ik gestopt. Later heb ik Spaans gestudeerd. Ik ben gaan werken

in Dennendal, een alternatieve instelling voor verstandelijk

gehandicapten. Na een heleboel negatieve publiciteit is Den-

nendal ontruimd. Toen ben ik bij de Triangel gaan werken, in

de gezinstherapie. Als ik aan de Triangel denk, dan denk ik aan

Rob van Rees, de directeur. Dat was een charismatische man,

die heel erg mensen kon raken. Rob van Rees heeft misbruik

van vrouwen gemaakt, ook van mij. Later is hij mede door mijn

bemoeienis veroordeeld.

Ik heb altijd belangstelling voor andere culturen gehad. Zes van

de zeven kinderen van mijn ouders hebben een partner uit een

andere cultuur. Tegelijk ben ik zo Nederlands als het maar kan,

ik kom uit de Spaarndammerbuurt.

Toen ik de vader van mijn kinderen leerde kennen, hier in de

coffeeshop, was ik ongeveer 35 jaar. Het was helemaal geen

opzet om kinderen van hem te krijgen. Ik moest afstuderen en

hij zou bij mij thuis vissoep komen maken. Dat was goed voor

mijn Spaans, want voor mijn mondeling zakte ik altijd.

De vader van mijn kinderen komt uit Guatemala. Zijn stam

woonde op een plek waar je alleen maar met een bootje kunt

komen. Hij kwam echt uit de jungle, was heel arm. Hij heeft het

hier heel moeilijk gehad en is er bijna aan onderdoor gegaan.

Hij is zes jaar geleden dakloos geworden en aan de drugs ge-

raakt. Ook voor de kinderen is dat heel erg geweest. Toch geef

ik veel om hem. Ik heb me er heel druk om gemaakt en hem

geld gegeven om een kamer te huren, maar hij gebruikte dat

geld voor drugs. Ik heb hem naar een afkickcentrum gestuurd.

In die tijd ben ik op IJburg gaan wonen. Dat was wel prettig

omdat dat voor hem te ver lopen was.

Verleden jaar ben ik alleen met de kinderen naar hun vaders

dorp in Guatemala geweest. Zijn familie heeft in geen tien jaar

contact met hem gehad. Je kunt ze niet schrijven ofzo. Het was

heel spannend. We zijn met een bootje helemaal door de jungle

gegaan totdat we bij een eiland kwamen waar zijn familie was.

Voor Jesse en Maite was het echt familie, ze liepen er stralend

rond. Ze waren diep geraakt, het was echt het hoogtepunt

van de vakantie. We waren daarvoor in een vijfsterrenhotel in

Mexico. Aan het eind zijn we weer naar dat vijfsterrenhotel

teruggegaan, maar toen vonden de kinderen het niet meer

hetzelfde omdat ze het dorp van hun vader hadden gezien. Dat

was echt waar het om ging.

helga SPel1953

39

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 39 19-10-2009 23:17:04

Page 54: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 40 19-10-2009 23:17:07

Page 55: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

‘Ik zoek altijd naar verbinding’Ik ben geboren in rouw. Mijn oudere broertje was overleden

toen mijn moeder zwanger was van mij. Dat heeft een waanzin-

nige impact gehad. Mijn moeder heeft de dood van haar vorige

zoon nooit verwerkt – ik heb dezelfde naam als mijn overleden

broertje. Op haar nachtkastje stond een foto van Patrick 1, niet

van mij. Ze was heel panisch over mij. Ik had allerlei voedselal-

lergieën, waar mijn broertje ook aan is gestorven, dus het was

logisch dat de paniek mijn moeder steeds weer om het hart

sloeg.

De dood is een thema in mijn leven. Tien jaar geleden heeft mijn

partner zelfmoord gepleegd, waar ik bij was. We waren op een

feest, een housewarmingparty van een kennis die een flat had

gekocht en opgeknapt. Het was op acht hoog, een mooie plek

om te springen. Hij had het blijkbaar van tevoren al helemaal

bepaald, wat ik natuurlijk niet wist. Achteraf krijgen sommige

uitspraken dan ineens betekenis. Hij was een heel bijzonder

persoon. Intelligent, creatief, spiritueel, maar wel met ongeloof-

lijk moeilijke jeugdtrauma’s. Hij werd steeds depressiever. Ik heb

geprobeerd hem te helpen, maar dat lukte niet. Je kunt niet

tegelijk partner en therapeut zijn. Het is bijna niet uit te leggen

hoe het was op dat feest. De sfeer was gezellig en er leek niks

aan de hand. Ik zag hem het balkon op lopen en eraf springen.

Ik bleef heel rustig, maar de anderen werden totaal hysterisch.

Ik keek vanaf het balkon naar beneden; hij lag in een rare hou-

ding, waardoor ik wist dat hij dood was. Heel akelig was dat ik

meteen daarna mee moest naar het politiebureau voor verhoor.

Mijn belangstelling voor spiritualiteit is ontstaan door een

bijzondere ervaring. Ik had in mijn jonge jeugdjaren een sterke

band met onze buren. Toen ik acht was verhuisden zij en is het

contact verwaterd. Maar op mijn zestiende zat ik op een dag

te studeren voor mijn overgangsexamens en ik merkte dat mijn

gedachten telkens heel intens afdwaalden naar de buurman.

Ik kon er niet van loskomen en had het gevoel dat hij aan het

overlijden was. Toen ging de telefoon: hij was precies op dat

moment overleden.

Eerst interesseerde ik me vooral voor astrologie, daarna numero-

logie en tarot en van daaruit ben ik er steeds dieper ingedoken

en spiritueel therapeut geworden. Als je een opleiding tot

therapeut doet, moet je eerst zelf door de mangel. Dat heeft een

tweeledig doel: je leert hoe het is voor mensen om de therapie

te ondergaan en daarnaast werk je aan jezelf. Veel zaken uit

mijn problematische jeugd heb ik in therapie verwerkt, in het

laatste jaar dat mijn moeder nog leefde. Ik heb nog veel met

haar kunnen bespreken en dat is voor ons beiden een bijzonder

proces geweest. Een heel mooi afscheid.

Ik ben al minstens 28 jaar bezig met spiritualiteit, maar sinds

een tijdje is het echt mijn werk. Ik geef ik workshops en

individuele therapie: reincarnatietherapie, innerchildtherapie.

Bij die therapieën breng ik cliënten in trance en ga ik uitvissen

waar ze precies mee zitten. Innerchildtherapie is gebaseerd

op ontwikkelingspsychologie, je zoekt uit in welke levensfase

het probleem is ontstaan. Het gaat er uiteindelijk om dat je de

setting terughaalt waarin het probleem zijn oorsprong heeft. Je

haalt de hoofdrolspelers erbij, maakt bijvoorbeeld contact met

de moeder. Je nodigt mensen uit zichzelf verder te ontwikkelen.

Het leuke van dit werk vind ik het onvoorspelbare, je weet nooit

wat er gaat gebeuren. Je stapt een avontuur in met mensen, via

de intake heb je een idee waar de problematiek zit, maar wat

erachter schuilgaat weet je niet. De hulpvraag waar mensen in

eerste instantie mee komen is nooit het echte probleem, je moet

doorgraven. Ik zoek altijd naar verbinding, niet alleen in mijn

werk maar ook in het dagelijks leven. In Amsterdam leven 126

nationaliteiten, dus je kunt er de hele wereld ontmoeten. Ik zou

willen dat meer mensen beseffen dat de ander niet zoveel van

jou verschilt.

PaTrick oTTolini1958

41

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 41 19-10-2009 23:17:07

Page 56: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 42 19-10-2009 23:17:10

Page 57: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

‘Dialoog, vrijheid en liefde’

Doordat mijn ouders in verschillende vakantieparken gewerkt

hebben, ben ik veel verhuisd. Die parken heten tegenwoordig

Landal GreenParks. Mijn vader was parkmanager en mijn

moeder zat bij de receptie. Van mijn eerste jaar tot mijn zesde

woonden we op Texel. Daarna konden mijn vader en moeder

werken in een park in Duitsland, in kell am See. Het volgende

park lag in Vaals bij het drielandenpunt in Zuid-Limburg. Op

mijn elfde verhuisden we terug naar Texel. Op mijn achttiende

ging ik studeren in Amsterdam.

Ik woonde vroeger dus eigenlijk op het werk van mijn ouders.

In zo’n vakantiepark heb je verschillende afdelingen: horeca,

winkel, receptie, technische dienst. Ik speelde op het park en het

personeel kende mij natuurlijk. Daardoor kon ik altijd zwemmen

en bowlen. Ik ben enig kind dus ik moest mezelf vermaken.

Toen ik ouder werd ging ik ook werken in de winkel en in de

horeca.

Ik studeer Cultureel Maatschappelijke Vorming, met als minor

Zingeving en Samenleving. Ik heb mijn opleiding op intuïtie

gekozen. De opleiding biedt mij het juiste gereedschap om

iets goeds te betekenen voor de maatschappij. Ik zit nu in het

laatste jaar. Voor die minor moest ik onderzoek doen naar de

dialoogmethode. Dialoog leek mij eerst echt een suf iets en dat

vind ik eigenlijk nog steeds. Het is niet fel, maar juist allemaal

heel lief. Het is wel, in tegenstelling tot wat ik eerst dacht, één

van de beste en belangrijkste middelen om mensen te binden.

Dialoog is een manier om door elkaars verhaal te horen op

dezelfde golflengte te komen en elkaar te begrijpen.

Ik vind vrijheid ontzettend belangrijk. Dan bedoel ik de vrijheid

om zelf te creëren en om niet afhankelijk te zijn van een bepaal-

de stroming. En liefde, ook dat is iets waardoor ik in beweging

kom, waardoor ik met mensen samen projecten organiseer.

Op dit moment houd ik mij veel bezig met Krishnamurti, een

filosoof die los staat van alle religie of politiek, die boven alles

streeft naar vrij denken. Daar ben ik mee aan het worstelen, die

innerlijke revolutie vindt nu bij mij plaats, maar hoe moet ik die

nu precies vormgeven?

Eind vorig jaar heb ik een stilteretraite gedaan in een klooster. Ik

had eerst drie dagen nodig om stil te worden. Langzaam vond

ik een soort liefde in mezelf die ik ook kan uitstralen en aan

anderen kan geven. Je snapt mensen beter met die liefde als

basis. Je snapt waarom mensen boos zijn, frustraties hebben.

Dat probeer ik sindsdien te ontwikkelen. Ik ben zonder geloof

opgegroeid. Nu geloof ik in liefde en pure intentie.

Mijn vader en moeder zijn vorig jaar gescheiden, ik was al twee

of drie jaar uit huis. Alleen mijn moeder woont nog op Texel,

mijn vader in Overijssel op een vakantiepark. Ik praat veel met

mijn moeder. Zij is ook begonnen aan yoga en meditatie. We

zitten op één lijn. Met mijn vader heb ik dat iets minder. Mijn

vader komt naar Amsterdam en ik ga best vaak naar Texel. Maar

ik ga nog niet naar Overijssel. Dat staat wel op de planning, als

ik er klaar voor ben.

Mijn vriendin studeert fotografie in Utrecht. Ze is heel open

en vrolijk. We zijn nu bijna vier jaar samen, maar zij woont in

Utrecht en ik in Amsterdam. Wat ons verbindt? Ik weet het

eigenlijk niet – het klikt gewoon. Ik denk dat we dezelfde instel-

ling en zoektocht hebben. Wel leuk om over na te denken.

Frank weSTDorP1987

43

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 43 19-10-2009 23:17:10

Page 58: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 44 19-10-2009 23:17:12

Page 59: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

‘Onder mensen, tussen mensen en met mensen’

Het was leuk om bij de dialoog oudere Marokkanen te ontmoe-

ten. Je vergeet snel dat ze keihard gewerkt hebben. Dat ze hier

in hun eentje, met achterlating van hun gezin gekomen zijn en

dat ze als ‘gastarbeider’ de meest vreselijke baantjes gehad heb-

ben. Ik heb hun komst naar Nederland als kind meegemaakt.

Ineens kwamen er Marokkaanse vuilnismannen en straatvegers.

Ik heb het straatbeeld zien veranderen. Ze waren uiterst welkom

toen. Zij deden al het werk waar wij te belazerd voor waren.

Ik doe vrijwilligerswerk in het Jan van der Heijdenhuis, achter

de bar. Ik heb wel geboft met deze plek op een brede school. Ik

vind het leuk om met alle verschillende mensen die hier komen

om te gaan en de kinderen die hier rondrennen zijn fantastisch.

Ik houd ervan onder mensen, tussen de mensen en met mensen

te zijn. Het is extra leuk doordat alles zo door elkaar loopt.

Ik ben geboren en getogen Amsterdammer, opgegroeid in de

Concertgebouwbuurt in Zuid. Ik kom uit een gegoed milieu –

een beroemde muziekfamilie. Ik moest óók piano leren spelen,

maar dat is nooit wat geworden. Dat betreur ik wel hoor, want

ik had verschrikkelijk graag muziek leren maken. Maar er lag erg

veel druk op en ik had een lerares waar ik het niet mee kon vin-

den. Mijn vader was fotoredacteur en opmaakredacteur bij het

Algemeen Handelsblad. Mijn moeder was een brave huisvrouw.

Toen ik vijftien jaar was, gingen mijn ouders scheiden – dat was

toen nog uitzonderlijk. Het was een rottijd. Maar daarvoor ook,

want er was altijd ruzie thuis.

Ik had een oudere broer, die prachtig kon tekenen. Hij was

zeer begaafd, maar ook ontheemd. Hij is overleden in 1977.

Vooral mijn moeder is die klap nooit te boven gekomen. Mijn

vader heeft het er uiteraard ook erg moeilijk mee gehad, maar

met hem had ik minder contact. Hij woonde in Breda met zijn

tweede vrouw.

We waren streng katholiek en gingen elke zondag naar de

kerk. Het katholicisme heeft mij opgescheept met een blijvend

schuldcomplex en een afkeer van alle vormen van geloof, vooral

van het Instituut Kerk. Als ik hoor dat de paus eerherstel geeft

aan bisschoppen die op televisie zeggen dat er nooit gaskamers

zijn geweest, wordt dat bevestigd. Het geloof heeft mij als

kind doodsangsten doen uitstaan. Verdoemenis stond mij te

wachten, God zag alles en als je niet braaf was kwam je in de

hel. Toen ik ouder werd riep dat bij mij alleen nog maar agressie

en weerzin op.

Ik heb zelden last van het geloof van mensen om me heen,

alleen als iemand me probeert te overtuigen, krijg ik kippenvel.

Ik ben ook realistisch: mensen kunnen blijkbaar niet zonder, dat

moet je ook vaststellen. Het is van alle tijden en alle volkeren.

Mijn moeder is tot het einde toe heel gelovig gebleven. Ik was

verschrikkelijk blij dat ze troost vond in het geloof. Die waarde

heeft het. Uiteraard respecteer ik dat. Ik vond het zelf ook een

troost dat zij er troost uit kon putten.

marcel anDrieSSen1954

45

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 45 19-10-2009 23:17:12

Page 60: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 46 19-10-2009 23:17:15

Page 61: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

‘Er ging niets weg’

Ik ben vanuit Prato, in Italië, naar Nederland gekomen op 17

april 1962. Ik zocht avontuur en was van plan na een jaartje te-

rug te gaan naar Italië. Maar ik werd verliefd op een Nederland-

se vrouw en toen ben ik blijven hangen. Daardoor ben ik hier al

zo lang. Ik vind het hier moeilijk, omdat ik op het platteland ben

opgegroeid en nooit echt aan de grote stad heb kunnen wen-

nen. In Italië hadden we overal kleine stukjes grond. Dat kwam

doordat het land, als iemand overleed in kleine stukjes verdeeld

werd. Ieder kind erfde een stukje en als de erfgenamen zelf

overleden, gebeurde hetzelfde. Zo kreeg je allemaal piepkleine

stukjes grond. Iedereen raakte ervan in de war, de gemeente en

het kadaster ook. Het was een rotzooi.

Ik ben de oudste van vier broers en twee zusters. Tussen de ge-

boorte van mijn jongste broertje en zusje had mijn moeder een

blindedarmoperatie gehad. De dokter zei dat ze geen kinderen

meer kon krijgen, maar mijn zusje kwam er toch nog bij. Zij is

overleden toen ze elf jaar was. Kort daarna is mijn moeder ook

overleden, ze kon het denk ik niet verdragen.

Wij waren arm, maar hadden geen honger, zelfs niet in de oor-

log. Ik herinner me vooral het laatste jaar daarvan. De Duitsers

kwamen langs en we moesten onze dorpen verlaten. Onderweg

is mijn moeder met ons weggelopen van de groep en terugge-

gaan naar het dorp. Daar zijn we gebleven, in een huisje in het

veld. We sliepen bij elkaar met een paar dekens. De aardappelen

en tomaten waren net rijp. Voor de kinderen was het leuk. Het

heeft een maand of anderhalf geduurd, toen gingen de Duitsers

weer verder en konden wij terug naar huis.

We hadden altijd konijnen en kippen, zowel voor de eieren

als voor vlees. Sommige kippen lieten we broeden; dan kreeg

je bijvoorbeeld tien haantjes en tien hennetjes. De hennetjes

hielden we, de haantjes slachtten we. De hennen lieten we drie

jaar leven, zodat we het vlees nog konden eten. Als je een dier

ouder laat worden, wordt het vlees taai en moet je het heel lang

koken. Met kerst werd een varken geslacht. Het slachten stonk.

Iemand trok aan de achterpoot van het varken, waardoor het

plat op de grond kwam te liggen. Dan stak de ander een mes in

zijn hart. De haren op zijn kop werden weggebrand en het dier

werd gewassen met warm water. Er werden hammen gemaakt

en de darmen werden schoongemaakt, om er worsten mee te

maken. Dat is veel lekkerder dan worst in plastic. We vingen het

bloed op en lieten het indrogen. De ingewanden werden gema-

len voor in de worst. Het vet werd in een grote pan gesmolten.

In de schoongemaakte blaas van het varken kon je zo vijf kilo

vet bewaren. Dat gebruikten we om in te bakken. Aardappelen

gebakken in varkensvet zijn veel lekkerder dan in boter. Er ging

niets weg. Ook de vellen werden gegeten, mijn zusje en broertje

waren daar gek op, ik niet. Mijn vrouw en kinderen zijn dit

soort dingen niet gewend, ze denken dat het vlees vanzelf bij

de slager komt. De kippen hier hebben 42 dagen in een kooitje

gezeten. Ze hebben alleen maar wit vlees, terwijl het rode vlees

juist lekker smaakt. Ik vind de mentaliteit hier heel raar op dat

gebied.

Ik ga een paar maanden per jaar naar Italië. Ik heb daar een

caravan met een zelf gebouwde keuken. Elke zomer komen

mijn kinderen me opzoeken in Italië. We hebben daar een

grote groetentuin op een stukje land van mijn broer. Binnen

een paar weken heb je daar sla, komkommer, bietjes, courgette,

aubergine enzovoort. Ik ben geboren op het platteland, daar ligt

mijn hart.

carlo benelli1937

47

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 47 19-10-2009 23:17:15

Page 62: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 48 19-10-2009 23:17:22

Page 63: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

49

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 49 19-10-2009 23:17:27

Page 64: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 50 19-10-2009 23:17:31

Page 65: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

51

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 51 19-10-2009 23:17:36

Page 66: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 52 19-10-2009 23:17:38

Page 67: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 53 19-10-2009 23:17:39

Page 68: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 54 19-10-2009 23:17:41

Page 69: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 55 19-10-2009 23:17:44

Page 70: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

Dit boek is mede tot stand gekomen door de steun van

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 56 19-10-2009 23:17:45

Page 71: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 57 19-10-2009 23:17:45

Page 72: onverwachte ontmoetingen in de pijp - Dialoog in Actiedialooginactie.nl/wp-content/uploads/2016/11/Onverwachte-ontmoeti… · ‘De politie moet boeven vangen ...’ 11 ‘Ik ben

portretboek_pijp_kader_opmaak_72p.indd 58 19-10-2009 23:17:45