Ontwikkelingen in 2016 - Tot Zover · e.d., kortom, naar de praktijk van de gemeentelijke...

27
Gemeentelijke uitvaarten Ontwikkelingen in 2016 Henk van Deutekom Klaas van de Beek

Transcript of Ontwikkelingen in 2016 - Tot Zover · e.d., kortom, naar de praktijk van de gemeentelijke...

Page 2: Ontwikkelingen in 2016 - Tot Zover · e.d., kortom, naar de praktijk van de gemeentelijke uitvaarten in Nederland voor de periode 2010 tot en met 20122. In 2014, 2015 en 2016 is dat

2

Managementsamenvatting Inmiddels voor het vijfde jaar op rij heeft de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) in samenwerking met Stichting Stimulansz onderzoek gedaan naar het aantal gemeentelijke uitvaarten, of juister gezegd, uitvaarten die in opdracht van de burgemeester door gemeenten zijn verzorgd in het achterliggende jaar1. Aan de hand van een enquête onder uitvoerende gemeenteambtenaren is onderzocht hoeveel gemeentelijke uitvaarten er in Nederland in 2016 hebben plaatsgevonden. De forse stijging die in het vorige onderzoek over het kalenderjaar 2015 werd gemeld, heeft in 2016 geen vervolg gekregen. Wel kan worden gesproken van een stabilisatie van het aantal gemeentelijke uitvaarten. Hoewel de gemeente Amsterdam geen gegevens heeft verstrekt, kan op basis van de hoge respons van andere gemeenten en de daaruit verkregen data worden afgeleid dat een stabilisering van het aantal uitvaarten rond hetzelfde aantal als in 2015 zeer waarschijnlijk is. Dat betekent dat ervan uitgegaan mag worden, dat het aantal gemeentelijke uitvaarten in 2016 ruim 2.000 bedroeg en dat ongeveer 1 op de 70 uitvaarten door de gemeenten is verzorgd. Evenals in voorgaande jaren is ook per gemeentegrootte onderzocht wat het aantal uitvaarten is geweest en welke ontwikkelingen daarin waargenomen kunnen worden. Vastgesteld is, dat binnen de categorie ‘kleine gemeenten’ (0-40.000 inwoners) het aantal uitvaarten vrijwel stabiel is gebleven. Wel is er een verschuiving geconstateerd tussen middelgrote (40.000-100.000) en grote gemeenten (100.000-500.000). Rotterdam en Den Haag hebben tezamen iets meer uitvaarten verzorgd als in 2015. Van Amsterdam zijn, zoals gezegd, geen gegevens ontvangen. Opnieuw valt op dat er bij gemeenten met vergelijkbaar inwonertal nogal uiteenlopende resultaten zijn waargenomen. Zo zijn in 2015 in de gemeente Alphen aan den Rijn 4 uitvaarten verzorgd, tegenover 26 in het vrijwel even grote Leeuwarden. Voor de grote gemeenten (ex Amsterdam, Rotterdam en Den Haag) geldt, dat zij gemiddeld ongeveer 19 uitvaarten per jaar organiseren (2015: 20). Voor de middelgrote gemeenten ligt dit aantal op circa 6 (2015: idem) en binnen de categorie kleine gemeenten geldt, dat gemiddeld één gemeentelijke uitvaart per jaar plaatsvindt (2015: idem). Voor ongeveer 43% van de kleine gemeenten geldt dat in 2014 geen uitvaart is verzorgd. Dat aantal is iets lager dan in 2014 (was 50%). Waar doen uitvaarten zich vooral voor? In verstedelijkte gebieden en in regionale centrumgemeenten vinden vaker gemeentelijke uitvaarten plaats dan in plattelandsgemeenten. De verschillen zijn in dit opzicht soms groot. Een gemeente als Kerkrade (42.000 inwoners, 12 uitvaarten), heeft 6 keer zoveel uitvaarten verzorgd als de meer dan twee keer zo grote plattelandsgemeente Westland (105.000 inwoners, 2 uitvaarten). Ook andere, kleinere, regionale centrumgemeenten laten soms hoge aantallen zien: Terneuzen (54.000 inwoners, 15 uitvaarten), Bergen op Zoom (66.000 inwoners, 12 uitvaarten), Heerenveen (50.000 inwoners, 8 uitvaarten). Opvallend is ten slotte ook dat in sommige kleine gemeenten veel uitvaarten plaatsgevonden hebben: Wassenaar (25.000 inwoners, 6 uitvaarten), Lisse (22.000 inwoners, 6 uitvaarten), Eemsmond (15.000 inwoners, 4 uitvaarten). Een verklaring voor deze hogere aantallen zou kunnen liggen in de aanwezigheid van één of meerdere GGZ-instellingen binnen de gemeentegrenzen of in de ligging aan zee (drenkelingen).

1 Uitvaarten die op last van de burgemeester plaatsvinden op grond van de artikelen 20 t/m 22a Wet op de lijkbezorging, verder ‘gemeentelijke uitvaarten’ genoemd

Page 3: Ontwikkelingen in 2016 - Tot Zover · e.d., kortom, naar de praktijk van de gemeentelijke uitvaarten in Nederland voor de periode 2010 tot en met 20122. In 2014, 2015 en 2016 is dat

3

Inhoudsopgave

Managementsamenvatting ..................................................................................................................... 2

Voorwoord .............................................................................................................................................. 4

Hoofdstuk 1. Inleiding ............................................................................................................................. 5

Hoofdstuk 2. Onderzoeksopzet en verantwoording ............................................................................... 7

Hoofdstuk 3. Aantal gemeentelijke uitvaarten in 2016 ........................................................................ 10

Hoofdstuk 4. Vergelijking resultaten 2015 en 2016 .............................................................................. 14

Hoofdstuk 5. Conclusies ........................................................................................................................ 19

Page 4: Ontwikkelingen in 2016 - Tot Zover · e.d., kortom, naar de praktijk van de gemeentelijke uitvaarten in Nederland voor de periode 2010 tot en met 20122. In 2014, 2015 en 2016 is dat

4

Voorwoord Dit onderzoeksrapport is de tastbare opbrengst van het inmiddels vijfde onderzoek dat in nauwe samenwerking tussen docent en student onder de vleugels van de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) is verricht naar de praktijk van uitvaarten op last van de burgemeester, ook wel gemeentelijke uitvaarten genoemd. Het gaat over het kalenderjaar 2016. Met dit rapport zijn nu over een periode van zeven jaar gegevens beschikbaar met betrekking tot het aantal gemeentelijke uitvaarten in Nederland. Daardoor kunnen in toenemende mate gefundeerde uitspraken worden gedaan over de ontwikkeling van het aantal gemeentelijke uitvaarten. Gemeentelijke uitvaarten vormen een aangrijpend thema dat door de media ruimschoots bediend wordt. Iedere gemeentelijke uitvaart is er één teveel, zou de stelling kunnen zijn. Het staat vaak symbool voor een verloren leven, een bestaan, dat in veel gevallen anoniem is geëindigd. Om die reden is de aandacht begrijpelijk. Hoewel achtergrond en oorzaak van gemeentelijke uitvaarten een relevant onderzoeksobject vormen, hebben wij het onderzoek dat uitgemond is in dit rapport, gericht op de aantallen uitvaarten over het kalenderjaar 2016 en het ook daartoe beperkt. Parallel aan dit onderzoek, wordt momenteel door een groot aantal gemeenten data verzameld die betrekking hebben op achtergronden van gemeentelijke uitvaarten. Per geval worden gegevens als leeftijd, doodsoorzaak, relatie met evt. hulpverlening en financiële positie geregistreerd. Op basis van de verzamelde gegevens over 2016, hopen wij na afloop van dit kalenderjaar meer informatie te kunnen geven over de achtergronden van gemeentelijke uitvaarten. Opnieuw zijn wij dank verschuldigd aan Stichting Stimulansz, partner in dit onderzoek, en initiator en facilitator van het platform Wet op de lijkbezorging, waarin ons onderzoek is aangekondigd en toegelicht. Onze dank gaat speciaal uit naar mr Corinne Berhitu, die ons op verschillende manieren ondersteund heeft. Wij zijn ervan overtuigd, dat de uitkomsten van het onderzoek waardevolle elementen bevat, die meer zicht geven op het thema gemeentelijke uitvaarten. Veel leesplezier, Ede, mei 2017 mr Henk van Deutekom, docent-onderzoeker Christelijke Hogeschool Ede Klaas van de Beek Alumnus Bedrijfskunde MER Christelijke Hogeschool Ede

Page 5: Ontwikkelingen in 2016 - Tot Zover · e.d., kortom, naar de praktijk van de gemeentelijke uitvaarten in Nederland voor de periode 2010 tot en met 20122. In 2014, 2015 en 2016 is dat

5

Hoofdstuk 1. Inleiding Uitvaarten die op last van de burgemeester plaatsvinden, de zgn. ‘gemeentelijke uitvaarten’ vormen het ‘vangnet’ voor de uitvaartzorg binnen Nederland. Hoewel uitgangspunt is dat nabestaanden in de uitvaart van een overledene voorzien, is het de taak van gemeenten om zorg te dragen voor de uitvaart, als er geen nabestaanden zijn die in de uitvaart voorzien. Tot enkele jaren geleden vormden gemeentelijke uitvaarten als maatschappelijk verschijnsel een braakliggend onderzoeksveld. Harde data met betrekking tot aantallen ontbraken. Het CBS houdt wel een registratie bij van sterfgevallen, maar een uitsplitsing naar ‘gemeentelijke’ dan wel ‘particuliere’ uitvaarten wordt niet aangeboden. Om meer zicht te krijgen op de uitvoeringspraktijk heeft in 2012/2013 een tweetal studenten in samenwerking met een docent van de CHE een eerste –brede- onderzoek gedaan naar aantallen, beleid, samenwerking, kosten e.d., kortom, naar de praktijk van de gemeentelijke uitvaarten in Nederland voor de periode 2010 tot en met 20122. In 2014, 2015 en 2016 is dat onderzoek herhaald, zij het in een veel beperktere opzet3. De focus lag daarbij op aantallen. Hoe vaak en waar? Dat zijn de vragen die jaarlijks beantwoord moeten worden. Waarom is dit jaarlijkse onderzoek van belang? De relevantie van dit onderzoek is allereerst gelegen in het zichtbaar maken van een maatschappelijk vraagstuk. De wettelijke taak van de burgemeester geeft uitdrukking aan een maatschappelijke kwestie: het komt nog steeds voor dat mensen afscheid nemen van dit leven, zonder dat dit afscheid goed geregeld is. Los van de vraag of daaraan psychosociale problematiek ten grondslag ligt of niet, de gemeentelijke zorg is op zijn hoogst een ‘second best’. Jaarlijks onderzoek maakt duidelijk of dit vraagstuk in belang toeneemt of juist niet. Daarnaast is dit onderzoek van belang vanwege de consequenties van een eventuele stijging (of daling) van het aantal gemeentelijke uitvaarten. Voor gemeenten betekent een stijging een toename van personeelsinzet en van kosten. Een daling kan uiteraard de tegenovergestelde beweging betekenen. Een verandering van aantallen kan wellicht als indicator gelden voor een toename van maatschappelijke problematiek, zoals vereenzaming en verarming, maar kan het ook aanleiding vormen om de eigen gemeentelijke uitvoeringspraktijk nog eens tegen het licht te houden. Zoals uit de onderzoeken over 2010-2014 is gebleken is het aantal gemeentelijke uitvaarten in deze periode behoorlijk stabiel is geweest. Hoewel de aantallen jaarlijks wel wat fluctueerden, bewogen die zich binnen een bandbreedte van circa 100 uitvaarten rond een aantal van circa 1.800 gevallen4. Opmerkelijk genoeg is over kalenderjaar 2015 vastgesteld, dat er sprake was van een trendbreuk. De onderzoekers hebben in dat jaar een forse stijging van het aantal gemeentelijke uitvaarten geconstateerd. De stijging was circa 15% (ongeveer 300 uitvaarten). De onderzoekers waren daarom benieuwd of deze trend zich in 2016 zou hebben doorgezet of niet. Om dat te achterhalen is evenals in voorgaande jaren een enquête opgesteld, die de volgende vraag bevatte: “Hoe vaak is in uw gemeente opdracht gegeven voor een gemeentelijke uitvaart (op last van de burgemeester) in 2016?” Dit onderzoeksrapport is gebaseerd op een enquête die is afgenomen onder gemeenteambtenaren die belast zijn met de uitvoering van gemeentelijke uitvaarten. Het

2 ‘Gemeentelijke uitvaarten, een onderzoek naar de uitvoeringspraktijk’, door J.W v.d. Wilt en K. v.d. Beek, CHE Ede, mei 2013. Op verzoek verkrijgbaar bij de CHE. 3 ‘Gemeentelijke uitvaarten, ontwikkelingen in 2013’, door J.J. de Graaf en H. van Deutekom, CHE Ede, juni 2014, en

‘Gemeentelijke uitvaarten, ontwikkelingen in 2014’ door K. van de Beek en H. van Deutekom, april 2015, Op verzoek verkrijgbaar bij de CHE. 4 Met in 2013 een uitschieter van circa 1.900 gevallen

Page 6: Ontwikkelingen in 2016 - Tot Zover · e.d., kortom, naar de praktijk van de gemeentelijke uitvaarten in Nederland voor de periode 2010 tot en met 20122. In 2014, 2015 en 2016 is dat

6

verrichte onderzoek heeft een kwantitatief, beschrijvend karakter gehad, vooral gericht op het beantwoorden van de vraag of het aantal gemeentelijke uitvaarten in 2016 evenals in 2015 (verder) zou zijn gestegen. Verdiepend, exploratief onderzoek zal in veel gevallen echter nog nodig zijn om gezaghebbende uitspraken te kunnen doen over de duiding van dit aantal en de oorzaken van gemeentelijke uitvaarten. Dat ging de kaders van dit onderzoek echter te buiten. Daarom wordt in een aantal gevallen wel een indicatie gegeven van de mogelijke betekenis van de gepresenteerde aantallen, maar worden daaraan geen zwaarwegende conclusies verbonden. Na de methodische verantwoording in het volgende hoofdstuk, bevat hoofdstuk 3 de resultaten van het onderzoek, hoofdstuk 4 een vergelijking tussen de resultaten over 2015 en 2016 en bevat hoofdstuk 5 ten slotte de conclusies.

Page 7: Ontwikkelingen in 2016 - Tot Zover · e.d., kortom, naar de praktijk van de gemeentelijke uitvaarten in Nederland voor de periode 2010 tot en met 20122. In 2014, 2015 en 2016 is dat

7

Hoofdstuk 2. Onderzoeksopzet en verantwoording Dit onderzoek is gehouden middels een online enquête die aan alle 390 Nederlandse gemeenten5 is verstuurd. De hoofdvraag in dit onderzoek luidt: “is het aantal gemeentelijke uitvaarten in 2016 in Nederland gestegen ten opzichte van 2015?”. Om deze vraag te kunnen beantwoorden is de volgende vraag in de enquête gesteld:

“Hoe vaak is in uw gemeente opdracht gegeven voor een gemeentelijke uitvaart (op last van de burgemeester) in 2016?”

Als de respondent in 2016 voor meerdere gemeenten verantwoordelijk was, konden de gegevens van de verschillende gemeenten separaat in de enquête worden ingevuld. Van de 390 gemeenten is er met betrekking tot 249 gemeenten hetzij een ingevulde enquête ontvangen, hetzij bij telefonische navraag informatie verstrekt over de aantallen (64%). De enquête heeft het karakter van een steekproef, die aangemerkt kan worden als een enkelvoudige aselecte steekproef. Vooraf is er geen selectie gemaakt op de grootte van gemeenten die van invloed kon zijn op de enquête omdat er zoveel mogelijk gemeenten bereikt moeten worden. Na het ontvangen van de antwoorden zijn de gemeenten onderverdeeld in één van de volgende categorieën:

Gemeenten met 0 – 40.000 inwoners worden aangemerkt als een kleine gemeente (163 respondenten, van totaal 273, dus een respons van 60%);

Gemeenten met 40.000 – 100.000 inwoners worden aangemerkt als een middelgrote gemeente (59 respondenten, van totaal 86, dus een respons van 69%);

Gemeenten met 100.000 tot 500.000 inwoners worden aangemerkt als een grote gemeente (25 respondenten, van een totaal 28, dus een respons van 89%)

Gemeenten met meer dan 500.000 inwoners worden aangemerkt als de G3 (2 respondenten, van totaal 3, dus een respons van 67%)

De genoemde categorieën zijn in eerdere onderzoeken ook gebruikt om de gemeenten in te delen, vandaar de keuze voor deze inschaling. Deze indeling in categorieën is ook de afgelopen jaren in voorgaande onderzoeken gebruikt. Dat geeft tevens de mogelijkheid om gegevens over achterliggende jaren met elkaar te vergelijken. De gegevens hebben ertoe geleid dat conclusies kunnen worden getrokken met betrekking tot de landelijke ontwikkeling rondom gemeentelijke uitvaarten en daarnaast worden er conclusies getrokken uit de gegevens die horen bij de verschillende categorieën waarin de gemeenten verdeeld zijn. Bij een populatie van alle gemeenten en een betrouwbaarheidsniveau van 95% moeten er minimaal 195 respondenten deelnemen aan de steekproef om hier uitspraken met betekenis over te doen. De respons ligt ruimschoots boven deze grens. Hierbij moet opgemerkt worden dat wanneer er een vergelijking gemaakt wordt met de voorgaande jaren dit verantwoord wordt in de uitleg van de vragen in het onderzoek (vanwege het feit dat niet ieder jaar dezelfde respondenten reageren). Als er vanuit de indeling naar grootte gegeneraliseerd wordt naar het geheel van de populatie in één categorie (klein, middelgroot, groot of G3) is er bij het trekken van conclusies aandacht geweest voor de significantie van de uitspraak. Omdat de gehele populatie onderverdeeld is, is van belang dat er enige onzekerheid in de berekening kan zitten en er sprake zou kunnen zijn van een zekere schatting van de uitkomsten. In dat geval is dat in de tekst aangegeven middels termen als ‘schatting’, ‘vermoedelijk’, ‘circa’ e.d.

5 Stand 1 januari 2016

Page 8: Ontwikkelingen in 2016 - Tot Zover · e.d., kortom, naar de praktijk van de gemeentelijke uitvaarten in Nederland voor de periode 2010 tot en met 20122. In 2014, 2015 en 2016 is dat

8

Aantallen uitvaarten De uitkomsten uit de enquête m.b.t. de aantallen uitvaarten zijn geëxtrapoleerd om een totaalbeeld per gemeentecategorie in Nederland te krijgen. Dat is geschied volgens de formule die de afgelopen jaren voor alle gemeentecategorieën (behalve G3 vanwege volledig respons) is gebruikt. Kanttekening daarbij is, dat in 2015 enkele gemeenten buiten de extrapolatie zijn gehouden. Dat had twee redenen: de resultaten van die gemeenten waren zo afwijkend van het gemiddelde, dat een extrapolatie tot een onzuiver resultaat zou leiden. Voor 2016 was dat niet nodig, omdat de respons voor de categorie grote en middelgrote gemeenten zodanig hoog was, dat correctie niet nodig was. Voor de extrapolatie is zowel het aantal gemeenten als het inwonertal van de gemeenten meegewogen: de uiteindelijke uitkomst per gemeentecategorie wordt bepaald door enerzijds het inwonertal (50% resultaat) en anderzijds het inwonertal (50%). De onzekerheidsmarge en foutenkans is zoveel mogelijk beperkt, door een zo hoog mogelijke respons te genereren. Dat klemde m.n. bij de grote gemeenten. Het betreft een kleine categorie, bestaande uit 28 gemeenten. Binnen deze categorie variëren zowel omvang als aantal uitvaarten nogal sterk, zonder dat er noodzakelijkerwijs een relatie tussen beide bestaat. Dat is reeds jaren zo, en het opmerkelijke is dat dit per jaar per gemeente kan verschillen. OM die reden is de respons zo hoog mogelijk opgevoerd (25 van de 28 gemeenten heeft gereageerd). Handicap Hinderlijk voor dit onderzoek was het gegeven, dat de gemeenten Groningen en Amsterdam geen data hebben verstrekt. Voor beide gemeenten geldt dat dit een bewuste keus was. Ook na herhaald verzoek weigerden zij informatie aan te leveren. Dat vormt een handicap voor het doen van gezaghebbende uitspraken. Door de zowel absoluut als relatief grote aantallen uitvaarten in beide gemeenten (samen goed voor circa 400 uitvaarten, ongeveer 20% van het geheel), kunnen daardoor geen scherpe uitspraken worden gedaan over aantallen in 2016. Dat had de onderzoekers kunnen verleiden om het onderzoek af te breken, maar heeft eerder aanleiding gegeven om een grotere respons te genereren, zodat toch een betrouwbaar en valide beeld over de rest van Nederland ontstaat. M.b.t. Amsterdam is besloten om deze gemeente in het geheel uit de resultaten te houden. Dwz. dat deze gemeente niet meer als gemeente meetelt bij de extrapolatie van resultaten en dat het inwonertal dus ook komt te vervallen. M.b.t. Groningen hebben de onderzoekers bovendien de vrijheid genomen om het aantal fictief vast te stellen op 60, op basis van een lange reeks vergelijkbare aantallen over de afgelopen jaren. Gelet op het zeer consistente beeld, is dat o.i. voldoende verantwoord. Vergelijking met 2015 De wereld staat niet stil en dat geldt ook voor Nederland. Het aantal inwoners is in 2016 gewijzigd ten opzichte van 2016. Ook per gemeentecategorie zijn er verschuivingen geweest. Niet alleen vanwege demografische ontwikkelingen, maar ook vanwege bestuurlijke herindeling van gemeenten. Het aantal gemeenten is per 1 januari 2016 van 393 naar 390 gedaald. Dat heeft vooral effect gehad op kleine gemeenten. Dat aantal is gedaald van 277 naar 273 gemeenten. Per saldo is er 1 middelgrote gemeente bijgekomen: Gooise Meren. Het totale aantal inwoners binnen de middelgrote gemeenten is daarmee licht gestegen. Op het totaal aantal inwoners binnen deze categorie is dit ongeveer 5%, en heeft daarmee wel enig effect op de uitkomsten van het onderzoek. Voor de categorieën kleine en grote gemeenten zijn de inwonertallen vrijwel stabiel gebleven ten opzichte van 2015. Dat heeft de extrapolatie en de duiding van de resultaten vergemakkelijkt.

Page 9: Ontwikkelingen in 2016 - Tot Zover · e.d., kortom, naar de praktijk van de gemeentelijke uitvaarten in Nederland voor de periode 2010 tot en met 20122. In 2014, 2015 en 2016 is dat

9

Voor 2015 gold, dat het aantal sterfgevallen substantieel was gestegen en daardoor een effect had op de uitkomsten van het onderzoek. Voor 2016 is dat beeld anders6. Omdat de stijging circa 1% is ten opzichte van 2015, mag dit als een verwaarloosbaar effect worden aangemerkt. Onderzoeksmethode Gekozen is voor de onderzoeksmethode van een vragenlijst, waarin naar feiten wordt gevraagd. Als tweede onderzoeksinstrument zijn telefonische vragenrondes ingezet. Wij realiseren ons dat een onderzoek via deze kanalen de nodige beperkingen in zich draagt. Dat risico is bewust genomen, omdat de intentie van dit onderzoek niet is geweest om een alomvattend en exacte weergave van de werkelijkheid te verkrijgen, maar een verantwoorde berekening van het aantal gemeentelijke uitvaarten over 2016, die elementen van schatting bevat, maar waarbij de betrouwbaarheid op een zo hoog mogelijk niveau is gebracht. De vragenlijst is verstuurd op 24 januari 2017. Twee weken later is er een reminder gestuurd om meer respons te genereren. Wilt u meer informatie over de wijze waarop de berekeningen zijn gemaakt die in dit rapport zijn opgenomen, dan wel op andere wijze kennis nemen van de verantwoording van de onderzoeksresultaten, dan kunt u met de onderzoekers contact opnemen.

6 148.898 in 2016 om 147.010 2015, bron: CBS, statline, Den Haag/Heerlen, 5 mei 2017.

Page 10: Ontwikkelingen in 2016 - Tot Zover · e.d., kortom, naar de praktijk van de gemeentelijke uitvaarten in Nederland voor de periode 2010 tot en met 20122. In 2014, 2015 en 2016 is dat

10

Hoofdstuk 3. Aantal gemeentelijke uitvaarten in 2016 Achtergrond De Wet op de lijkbezorging (Wlb) hanteert als uitgangspunt dat voor de uitvaartzorg primair de nabestaanden verantwoordelijk zijn. Laten zij dat na, of zijn er in het geheel geen nabestaanden, dan speelt de burgemeester een rol. Hij moet dan zorgdragen voor de uitvaart (art. 20-22a Wlb). Deze wettelijke taak wordt altijd in mandaat door ambtenaren uitgevoerd, soms door ambtenaren van andere (buur)gemeenten. Sterfgevallen waarvoor niemand zorgdraagt, worden veelal gemeld bij de gemeente. Niet alle meldingen leiden echter tot een uitvaart. Veelal wordt eerst op zoek gegaan naar nabestaanden, om na te gaan of dezen de uitvaart ter hand willen en kunnen nemen. Leidt de melding van een sterfgeval er niet toe dat nabestaanden voor de uitvaart zorgdragen, dan dient de gemeente dit ter hand te nemen. Resultaten Door de 249 respondenten is een totaal aantal uitvaarten doorgegeven 1.277. Hoewel dat een hoog aantal respondenten is (hoger dan andere jaren), is het minder eenvoudig dan voorgaande jaren om dit aantal te extrapoleren en zodoende een beeld te krijgen van het aantal gemeentelijke uitvaarten in Nederland in 2016. Anders dan voorgaande jaren zijn er van de gemeente Amsterdam, ook na herhaald verzoek, geen cijfers verkregen. Gelet op de betekenis van deze gemeente voor het totaal aantal uitvaarten, is het daarom wat lastiger geworden gezaghebbende uitspraken te doen. Amsterdam was de afgelopen jaren goed voor ruim 20% van het totaal aantal gemeentelijke uitvaarten. Toch is het op basis van de wel verstrekte gegevens in ieder geval mogelijk om een betrouwbaar beeld te krijgen van de aantallen uitvaarten per gemeentecategorie (buiten de drie grootste gemeenten). Dat levert de volgende uitkomsten op:

Kleine gemeenten (tot 40.000 inwoners): circa 310 uitvaarten (was 320) Middelgrote gemeenten (40.000-100.000 inwoners): circa 490 uitvaarten (was 440) Grote gemeenten (100.000-500.000 inwoners): circa 520 uitvaarten (was 570) G3 minus Amsterdam: 325 uitvaarten (was 307)

Ervan uitgaande dat de gemeente Amsterdam in 2016 minimaal 350 uitvaarten heeft verzorgd (op basis ervaringscijfers van de afgelopen), dan is het waarschijnlijk dat er in 2016 minimaal 2.000 uitvaarten zijn verzorgd in Nederland. Betrekken we daarbij ook de vergelijking van de cijfers over 2015 met die over 2016 (zie ook H.4), dan is het beeld zelfs dat bij de overige gemeenten in Nederland in 2016 een fractie meer gemeentelijke uitvaarten zijn verzorgd dan in 2015. Gelet op dat beeld, is het aannemelijk, dat het aantal gemeentelijke uitvaarten in Nederland in 2016 niet sterk afwijkt van dat aantal over 2015 en ergens tussen de 2.000 en 2.100 inligt. Gelet op de bovenstaande gegevens, vond in 2016 in een kleine gemeente gemiddeld eens per jaar een gemeentelijke uitvaart plaats (2015: idem). Dit was bij een middelgrote gemeente gemiddeld 6 keer per jaar (2015: 5), en bij een 100.000+gemeente (ex. G3) gemiddeld 19 keer per jaar (2015: 20). Op basis van het voorgaande wordt ervan uitgegaan dat het aantal gemeentelijke uitvaarten over 2016 circa 1,4% van het aantal sterfgevallen bedroeg7. M.a.w. ongeveer 1 op 70 sterfgevallen heeft in 2016 in Nederland tot een gemeentelijke uitvaart geleid.

7 2016:148.898, bron: CBS, statline, Den Haag/Heerlen, 5 mei 2017.

Page 11: Ontwikkelingen in 2016 - Tot Zover · e.d., kortom, naar de praktijk van de gemeentelijke uitvaarten in Nederland voor de periode 2010 tot en met 20122. In 2014, 2015 en 2016 is dat

11

Gerelateerd aan het inwonertal betekent dit dat in kleine gemeenten in 2016 per 10.000 inwoners gemiddeld 0,5 gemeentelijke uitvaarten plaatsvonden, in middelgrote gemeenten per 10.000 inwoners 1 uitvaart, voor grote gemeenten per 10.000 inwoners 1,28. Voor Rotterdam en Den Haag liggen deze aantallen iets hoger, omdat zij zowel in relatieve als absolute zin meer uitvaarten verzorgen. Uitgaande van deze ‘normen’ valt op dat binnen iedere gemeentecategorie gemeenten zijn die ver boven of onder de norm zitten. Ruimschoots boven de norm zitten bijvoorbeeld: Gemeente Inwonertal Norm in de gemeente

(inwonertal9 x norm gemeentecategorie)

Aantal gemeentelijke uitvaarten

Lisse 22.606 1,1 uitvaart 6 Wassenaar 25.885 1,3 5 Kerkrade 46.023 4,6 12 Terneuzen 54.657 5,5 15 Enschedé 158.351 16 44 Den Haag 519.988 X 196

Kanttekening hierbij is wel, dat bij een kleinere gemeente het relatieve effect van een geringe toename van gemeentelijke uitvaarten wel groot kan zijn. Een toename van enkele uitvaarten per jaar, kan er al snel toe leiden dat de geformuleerde norm ruimschoots wordt overschreden. Die norm wordt namelijk bij de groep kleine gemeenten overwegend bepaald door een grote groep gemeenten die jaarlijks niet of nauwelijks enige gemeentelijk uitvaart verzorgen. Naar mate een gemeente minder inwoners heeft, zal dit relatieve effect sterker zijn. De betekenis van deze norm als benchmark neemt dan navenant af. Er is geen verder onderzoek gedaan naar de oorzaken van deze (en andere) relatief hoge aantallen uitvaarten. Dat viel buiten het bestek van dit onderzoek. Wel is opmerkelijk dat het deels stedelijke gebieden betreft en deels gemeenten met één of meerdere ggz-instellingen en/of een kwetsbare sociale structuur. In zoverre vormt dit een bevestiging van het onderzoek dat in 2013 is gedaan10. Er is ook een aantal gemeenten dat ruimschoots onder de norm zit: Gemeente Inwonertal Norm in de gemeente

(inwonertal11 x norm gemeentecategorie)

Aantal gemeentelijke uitvaarten

Veenendaal 63.816 6,5 0 Purmerend 79.889 8 1 Nissewaard 85.293 8,5 1 Westland 104.960 12,5 2 Amersfoort 153.602 18,5 6

De verhouding tussen het aantal gemeentelijke uitvaarten en het inwonertal kan ook nog op andere wijze worden weergegeven. Met de volgende overzichtskaart van Nederland wordt visueel gemaakt op hoeveel inwoners er in de gemeente gemiddeld 1 gemeentelijke uitvaart heeft plaatsgevonden in 2016.

8 Onderlinge resultaten kunnen op diverse manieren worden vergeleken met elkaar. Het meest zuiver is het aantal

gemeentelijke uitvaarten af te zetten tegen het aantal sterfgevallen en op die basis gemeenten met elkaar te vergelijken. Omdat sterftecijfers per gemeenten ontbraken, wordt uitgegaan van het aantal inwoners, in de veronderstelling dat het aantal sterfgevallen daar in de regel gelijke pas mee houdt. 9 Per 1 januari 2015 10

Zie ‘Gemeentelijke uitvaarten. De ontwikkelingen in 2013’, p. 13. In dat onderzoek is ondermeer aan gemeenteambtenaren gevraagd naar de oorzaken van gemeentelijke uitvaarten 11 Per 1 januari 2015

Page 12: Ontwikkelingen in 2016 - Tot Zover · e.d., kortom, naar de praktijk van de gemeentelijke uitvaarten in Nederland voor de periode 2010 tot en met 20122. In 2014, 2015 en 2016 is dat

12

Figuur 1

Conclusies Ongeveer 1 op de 70 uitvaarten is in 2016 in opdracht van gemeenten uitgevoerd. Het is niet bekend of Nederland daarmee bij de ons omringende landen uit de toon valt, omdat actueel vergelijkingsmateriaal ons niet bekend is. Wel is bekend, dat het aantal gemeentelijke uitvaarten in Duitsland over 2012 met circa 2,5% van alle uitvaarten een stuk hoger lag en in sommige Duitse gemeenten zelfs rond de 10% zou zijn geweest12.

12 Bron: uitvaart.nl, zie bericht http://www.uitvaart.nl/nieuws/veel-duitsers-kunnen-uitvaart-niet-meer-betalen/37590 , opgeroepen op 23 juni 2014. Cijfers over 2013 zijn niet bekend, maar zullen daar niet ver van afwijken.

Page 13: Ontwikkelingen in 2016 - Tot Zover · e.d., kortom, naar de praktijk van de gemeentelijke uitvaarten in Nederland voor de periode 2010 tot en met 20122. In 2014, 2015 en 2016 is dat

13

De uitkomsten bevestigen de veronderstelling, dat de grote gemeenten zowel in absolute als relatieve zin in 2015 voor verreweg de meeste gemeentelijke uitvaarten hebben gezorgd. Binnen de categorie grote gemeenten zijn het vooral de G3 die op hun beurt de meeste uitvaarten voor hun rekening nemen. Die uitkomst is niet zo opmerkelijk, omdat dat beeld de afgelopen jaren ook al te zien was (zie H. 4). Wat opvalt zijn de grote verschillen tussen gemeenten met een vergelijkbare omvang. Allereerst geldt dit voor de grote gemeenten. Hoewel Den Haag een aanzienlijk groter aantal inwonertal heeft dan Utrecht, staat het aantal gemeentelijke uitvaarten in beide gemeenten niet in verhouding tot elkaar. Den Haag (196) heeft in 2016 bijna vijf keer zoveel uitvaarten verzorgd als Utrecht (37), terwijl Den Haag nog niet twee keer zoveel inwoners heeft. Een verklaring voor dit verschil is niet eenvoudig te vinden. Daarvoor zou diepte-onderzoek moeten worden verricht. Mogelijk dat het grotere aantal huishoudens met een laag inkomen/schulden in Den Haag daarbij een rol speelt. Voor sommige grote gemeenten, zoals Westland (2), Haarlemmermeer (5) en Zoetermeer (4), geldt dat deze ruimschoots onder het gemiddelde voor grote gemeenten zitten. Voor andere gemeenten met een min of meer vergelijkbare omvang, zoals Leeuwarden (26) en Enschedé (44), geldt daarentegen dat deze per gemeente (veel) meer uitvaarten hebben verzorgd. De onderzoeken die over de afgelopen jaren zijn gedaan naar gemeentelijke uitvaarten wees uit, dat het veelal grotere gemeenten met een plattelandskarakter waren die laag scoorden13. Gemeenten met een stedelijke structuur verzorgden in 2016 ook in het algemeen –soms substantieel- meer uitvaarten dan plattelandsgemeenten. Opvallend zijn de aantallen in middelgrote gemeenten als Terneuzen (15), Schiedam (19), Vlaardingen (16) en Nieuwegein (15). Het betreft gemeenten met een stedelijke structuur in de omgeving van een grotere stad. Dat kan een hoger aantal dan gemiddeld verklaren. Daarnaast zijn er enkele middelgrote gemeenten in de grensregio’s, die hogere aantallen hebben dan gemiddeld, zoals Kerkrade (12), Hardenberg (8) en Bergen op Zoom (12). De geconstateerde grote verschillen tussen gemeenten, doen zich binnen alle categorieën gemeenten voor. De verschillen zijn soms groot. Bij de middelgrote en kleine gemeenten is er een fors aantal gemeenten dat geen enkele of slechts één uitvaart heeft verzorgd in 2016. Geen uitvaart hebben o.a. verzorgd: Veenendaal, Oosterhout, Heerhugowaard, Woerden en Horst. Binnen de groep kleine gemeenten zijn er ook enkele, die verhoudingsgewijs veel uitvaarten hebben verzorgd: Oude-IJsselstreek (5), Gorinchem (7), Wassenaar (5) en Lisse (6). Het betreft soms gemeenten met een sterke regiofunctie en gemeenten in de grensstreek. Mogelijk dat ook de aanwezigheid van awbz- en ggz-instellingen in de gemeente een rol speelt. De overzichtskaart maakt ten slotte niet alleen duidelijk dat de drie grootste gemeenten verhoudingsgewijs veel uitvaarten hebben verzorgd in 2016, maar ook dat in alle provincies gemeenten zijn aan te wijzen met geen/weinig uitvaarten en gemeenten met verhoudingsgewijs veel uitvaarten.

13

Zie daarover ook ‘Gemeentelijke uitvaarten, ontwikkelingen in 2013’, p. 16

Page 14: Ontwikkelingen in 2016 - Tot Zover · e.d., kortom, naar de praktijk van de gemeentelijke uitvaarten in Nederland voor de periode 2010 tot en met 20122. In 2014, 2015 en 2016 is dat

14

Hoofdstuk 4. Vergelijking resultaten 2015 en 2016

Achtergrond In het onderzoek dat vorig jaar is gedaan naar het aantal gemeentelijke uitvaarten over 2015, is vastgesteld dat het aantal uitvaarten met naar schatting circa 2.100 fors hoger lag dan in 2014 en zich boven het gemiddelde niveau van de jaren 2010-2014 bevond. Er was in 2015 sprake van een trendbreuk, maar de vraag die na afronding van het onderzoek resteerde, was wel, of dit een eenmalige piek was, of dat in de jaren daarna het aantal weer zou terugvallen tot rond de 1.800 van de jaren voor 2015. Om deze vraag te beantwoorden heeft dit onderzoek over 2016 plaatsgevonden. Resultaat De uitkomst van het onderzoek over 2016 vormt een bevestiging van de trendbreuk die over 2015 zichtbaar was. Hoewel zoals gezegd de gegevens van de gemeente Amsterdam niet betrokken konden worden bij dit onderzoek, volgt na extrapolatie van de gegevens van de overige gemeenten die wel hebben deelgenomen, dat er gesproken kan worden van een stabilisatie van het aantal gemeentelijke uitvaarten over 2016. Afhankelijk van de data van Amsterdam zou dat aantal rond de 2.100 kunnen liggen. Over de gehele linie is het beeld redelijk stabiel. Bij de groep kleine gemeenten is dit zker het geval. Bij de middelgrote en grote gemeenten zijn er kleine fluctuaties te zien, die elkaar per saldo goed in evenwicht houden. Dat geeft het volgende beeld:

kleine gemeenten: van circa 320 naar 310 uitvaarten, 3% daling; middelgrote gemeenten: van circa 440 naar 490 uitvaarten, 12% stijging; grote gemeenten (ex. G3): van circa 570 naar 510 uitvaarten, 10% daling; Rotterdam en Den Haag: van 307 naar 325, 6% stijging.

Opvallend is dat bij de grote gemeenten sprake is van een daling. In die groep bevinden zich iets meer dalers dan stijgers (9 om 8, van de andere gemeenten in 2015 geen resultaten bekend). Toch is er per saldo sprake van een aanzienlijke daling. Daarvoor dienen zich enkele mogelijke verklaringen aan: allereerst zijn er in een aantal gemeenten minder uitvaarten verzorgd, zoals Eindhoven (50 naar 32), Amersfoort (15 naar 6) en Ede (10 naar 6). Weliswaar zijn er ook stijgers, zoals Enschedé (33 naar 44 uitvaarten), het effect daarvan is minder groot. Daarnaast kan nu door de zeer hoge respons een nauwkeuriger berekening worden gemaakt van het aantal uitvaarten binnen de verschillende categorieën dan in voorgaande jaren. Voor grote gemeenten betekent dit een lichte correctie in neerwaartse richting, terwijl dit voor de groep middelgrote gemeenten een navenante correctie in opwaartse richting betekent. Deze bewegingen houden elkaar per saldo in evenwicht. Vermeldenswaard is verder, dat de gestage daling bij de gemeente Utrecht: van 41 (2013) via 33 (2014) naar 25 (2015) niet verder heeft doorgezet. Over 2016 zijn er 37 uitvaarten verzorgd. Bij de middelgrote gemeenten is de verhouding juist andersom. Tegenover 14 (stijging) om 9 (daling). Bij de kleine gemeenten is sprake van stabilisatie. Als we de uitkomsten op individueel gemeentelijk niveau vergelijken met 2015 dan zijn uitschieters naar boven in alle categorieën gemeenten te vinden:

Page 15: Ontwikkelingen in 2016 - Tot Zover · e.d., kortom, naar de praktijk van de gemeentelijke uitvaarten in Nederland voor de periode 2010 tot en met 20122. In 2014, 2015 en 2016 is dat

15

Grote gemeenten: 2015 2016

Den Haag 168 196

Utrecht 25 37

’s-Hertogenbosch 13 20

Middelgrote gemeenten: Leidschendam-Voorburg 0 8

Heerenveen 3 8

De Bilt 0 6

Kleine gemeenten: Wassenaar 0 5

Lisse 0 6 Eemsmond 1 4

Sterke dalers zijn er ook:

Grote gemeenten: 2015 2016

Eindhoven 50 32

Amersfoort 15 6

Ede 10 6

Middelgrote gemeenten: Almelo 16 3

Gouda 17 6

Goeree-Overflakkee 6 2

Kleine gemeenten: Brunssum 6 2

Nunspeet 6 2

Geertruidenberg 4 1

De ontwikkelingen binnen de categorieën gemeenten kunnen ook zichtbaar worden gemaakt in de volgende grafieken. Uitgaande van een stabilisatie in totaliteit in geheel Nederland, leveren de ontwikkelingen het volgende relatieve beeld op (G-3 uitgezonderd):

18%19% 19%

2014 2015 2016

Aandeel uitvaarten kleine gemeenten 2014-2016

Uitvaarten kleine gemeenten

Page 16: Ontwikkelingen in 2016 - Tot Zover · e.d., kortom, naar de praktijk van de gemeentelijke uitvaarten in Nederland voor de periode 2010 tot en met 20122. In 2014, 2015 en 2016 is dat

16

In het onderzoek over 2014 is de verwachting uitgesproken, dat door de demografische ontwikkelingen (de ‘ontvolking’ van plattelandsgebieden) en bestuurlijke herindeling van gemeenten en de daarmee gepaard gaande schaalvergroting, het aandeel van kleine en in mindere mate van middelgrote gemeenten in het totaal aantal gemeentelijke uitvaarten verder zou dalen, maar die verwachting is niet uitgekomen. De resultaten over 2015 gaven integendeel juist een sterke stijging onder kleine gemeenten te zien. Dat is gestabiliseerd in 2016. De stijging onder middelgrote gemeenten, die de afgelopen jaren al te zien was, heeft zich dit jaar verder doorgezet. Na correctie door een lichte toename van het aantal gemeenten (1 gemeente extra) en een stijging van het inwonertal, is ook in relatieve zin sprake van een meerjarige stijgende tendens. Voor grote gemeenten is eerder het tegenovergestelde beeld te zien. Het gaat daarbij over 2016 in vergelijking met 2015 overigens niet om spectaculaire aantallen, maar toch is het opmerkelijk. Een sluitende verklaring is daarvoor niet te geven. Dat vergt diepergaand onderzoek en dat valt buiten het bestek van dit onderzoek. Al met al kunnen we vaststellen, dat de verschuivingen binnen en tussen de gemeente-categorieën niet opwindend groot zijn. Er lijkt eerder sprake te zijn van een soort ‘waterbed-effect’: het ene jaar scoort de ene gemeente hoog, het volgende jaar de andere, en vice versa. Worden de uitkomsten op landelijk niveau in ogenschouw genomen, dan wordt het beeld, dat over de afgelopen jaren al was ontstaan, met deze enquête bevestigd. In de verstedelijkte gebieden is in 2016 een relatief hoog aantal uitvaarten verzorgd, terwijl in de landelijke gebieden een relatief laag percentage gemeentelijke uitvaarten hebben plaatsgevonden. Om de ontwikkeling in het aantal gemeentelijke uitvaarten per gemeente in de periode 2015-2016 te illustreren hebben we de overzichtskaarten, waarmee inzichtelijk wordt gemaakt op hoeveel inwoners jaarlijks een gemeentelijke uitvaart wordt verzorgd, naast elkaar gezet:

20% 21%

24%

2014 2015 2016

Aandeel uitvaarten middelgrote gemeenten 2014-2016

Uitvaarten middelgrote gemeenten

37%

27% 25%

2014 2015 2016

Aandeel uitvaarten grote (zonder G3) gemeenten 2014-2016

Uitvaarten grote gemeenten, zonder G2/3/4

Page 17: Ontwikkelingen in 2016 - Tot Zover · e.d., kortom, naar de praktijk van de gemeentelijke uitvaarten in Nederland voor de periode 2010 tot en met 20122. In 2014, 2015 en 2016 is dat

17

2015: 2016:

Conclusies Na extrapolatie van de onderzoeksgegevens wordt duidelijk, dat gesproken kan worden van een zeer waarschijnlijke stabilisatie van het aantal gemeentelijke uitvaarten over 2016 ten opzichte van 2015. Daarmee is de vorig jaar geconstateerde trendbreuk bevestigd. Daarbij moet wel worden aangetekend, dat de gegevens van Amsterdam niet betrokken konden worden bij dit onderzoek. Gelet op het grote effect van die gegevens op de uitkomsten kan dat tot gevolg hebben dat de geraamde aantallen op- of neerwaarts moeten worden bijgesteld. Gegeven de bandbreedte waarbinnen het aantal uitvaarten in Amsterdam zich jaarlijks beweegt, is het echter niet de verwachting dat dit de conclusie discutabel maakt. Afgezet tegen het aantal sterfgevallen in Nederland kan over deze periode worden gesteld, dat over een de jaren 2015-2016 gemiddeld ongeveer 1 op de 70 uitvaarten door de gemeente wordt verzorgd. Opmerkelijk is dat er wel enige, maar geen spectaculaire verschuivingen binnen en tussen de gemeentecategorieën kunnen worden waargenomen. Opmerkelijk is ook, dat er bij sommige gemeenten wederom grote schommelingen zichtbaar zijn in de aantallen over 2016 ten opzichte van 2015. Vorig jaar is daarbij wel gewezen op het principe van communicerende vaten, dwz. dat stijging en daling in gemeenten elkaar jaarlijks kunnen afwisselen en het erop lijkt, dat een stijging in de ene gemeente kan leiden tot een daling in een andere gemeente van vergelijkbare omvang en sociale structuur. Of er inderdaad enig verband is tussen de mutaties van aantallen binnen gemeenten van vergelijkbare omvang, of in dezelfde regio, hebben wij niet kunnen vaststellen. Daarnaast is nog te constateren, dat er gemeenten zijn die een zeer constant aantal uitvaarten verzorgen. Per saldo houden ‘stijgers’ en ‘dalers’ elkaar in evenwicht. Het aantal kleine gemeenten zonder gemeentelijke uitvaart is in 2016 iets gestegen ten opzichte van 2015 (van 43% naar 47%).

Page 18: Ontwikkelingen in 2016 - Tot Zover · e.d., kortom, naar de praktijk van de gemeentelijke uitvaarten in Nederland voor de periode 2010 tot en met 20122. In 2014, 2015 en 2016 is dat

18

Ten slotte is opvallend, dat een aantal kleinere en middelgrote gemeenten met een regiofunctie, evenals in 2015 met hoge aantallen gemeentelijke uitvaarten is geconfronteerd. Daartoe behoren ondermeer Terneuzen, Bergen op Zoom en Gorinchem.

Page 19: Ontwikkelingen in 2016 - Tot Zover · e.d., kortom, naar de praktijk van de gemeentelijke uitvaarten in Nederland voor de periode 2010 tot en met 20122. In 2014, 2015 en 2016 is dat

19

Hoofdstuk 5. Conclusies Dit is het vijfde onderzoek dat door de CHE en Stimulansz is gedaan naar gemeentelijke uitvaarten in Nederland. Het onderzoek heeft zich beperkt tot één hoofdthema: het aantal gemeentelijke uitvaarten in 2016, in vergelijking met 2015. De belangrijkste conclusies van de voorgaande hoofdstukken zijn hieronder nog eens op een rij gezet. Conclusie 1: Het aantal gemeentelijke uitvaarten over 2016 is gestabiliseerd rond het niveau van 2015 Na de geconstateerde forse stijging van het aantal uitvaarten over 2015, zijn er geen aanknopingspunten gevonden voor een verdere stijging over 2016. Op basis van de resultaten van het onderzoek over 2016, en gegeven de hoge respons (67%), is het zeer waarschijnlijk dat het aantal gemeentelijke uitvaarten zich rond het niveau beweegt dat over 2015 was berekend. Dat betekent, dat het aantal gemeentelijke uitvaarten dat in 2016 is verzorgd, ruim 2.000 is geweest. Daarbij moet wel worden aangetekend, dat de gemeente Amsterdam geen data heeft aangeleverd. Gegeven de bandbreedte waarbinnen het aantal uitvaarten in Amsterdam zich jaarlijks beweegt, levert dit gemis een beperkte onnauwkeurigheid op, die wel enig effect op de uitkomsten kan hebben, maar die de conclusie naar verwachting niet zal aantasten. Door de geconstateerde stabilisering is in 2016 ongeveer 1 op de 70 uitvaarten verzorgd door de gemeente. Conclusie 2: Er zijn in 2016 beperkte verschuivingen tussen de gemeentecategorieën geweest Het aantal gemeentelijke uitvaarten is binnen de categorie ‘kleine gemeenten’ vrijwel ongewijzigd gebleven (310 om 320). Bij de middelgrote gemeenten heeft zich een stijging voorgedaan (van circa 440 naar 490), en bij grote gemeenten een daling (van circa 570 naar 520). Conclusie 3: De onderlinge verschillen tussen gemeenten blijven onverminderd groot. Tegenover een substantiële stijging bij gemeenten als Enschedé en Utrecht, staat een navenante daling bij gemeenten als Eindhoven, Amersfoort en Ede Evenals over de periode 2010 t/m 2015 is vastgesteld, maken de resultaten over 2016 duidelijk, dat er tussen gemeenten met vergelijkbaar inwonertal sprake is van grote verschillen in aantallen gemeentelijke uitvaarten. Deze verschillen blijven onverminderd groot en worden bijvoorbeeld geïllustreerd door de aantallen van de gemeenten Amersfoort en Enschedé, resp. 6 om 44.

Page 20: Ontwikkelingen in 2016 - Tot Zover · e.d., kortom, naar de praktijk van de gemeentelijke uitvaarten in Nederland voor de periode 2010 tot en met 20122. In 2014, 2015 en 2016 is dat

20

Bijlage 1 – Enquêtevragen

- Wat is uw naam?

- Wat is uw e-mailadres?

- Vult u de enquête namens één gemeente of namens meerdere gemeenten in?

- Namens welke gemeente vult u deze enquête in?

- Hoe vaak is in uw gemeente opdracht gegeven voor een gemeentelijke uitvaart (op last van

de burgemeester) in 2016?

Page 21: Ontwikkelingen in 2016 - Tot Zover · e.d., kortom, naar de praktijk van de gemeentelijke uitvaarten in Nederland voor de periode 2010 tot en met 20122. In 2014, 2015 en 2016 is dat

21

Bijlage 2 - Tabel totalen uitvaart 2016

Page 22: Ontwikkelingen in 2016 - Tot Zover · e.d., kortom, naar de praktijk van de gemeentelijke uitvaarten in Nederland voor de periode 2010 tot en met 20122. In 2014, 2015 en 2016 is dat

22

Bijlage 3 – Uitkomsten enquête gemeentelijke uitvaarten 2016

Inwoneraantal Gemeente 2015 2016

629.606 Rotterdam 139 129

519.988 's-Gravenhage (gemeente) 168 196

338.967 Utrecht (gemeente) 25 37

224.755 Eindhoven 50 32

212.941 Tilburg - 19

198.145 Almere - 10

181.611 Breda 27 21

172.064 Nijmegen 24 20

159.025 Apeldoorn 19 26

158.351 Enschede 33 44

153.818 Arnhem 27 18

153.602 Amersfoort 15 6

152.466 Zaanstad - 7

151.608 's-Hertogenbosch 13 20

144.518 Haarlemmermeer - 5

124.896 Zwolle - 14

124.107 Zoetermeer - 4

122.561 Leiden - 12

122.533 Maastricht 18 21

118.801 Dordrecht - 24

112.427 Ede 10 6

107.960 Alphen aan den Rijn 5 4

107.897 Leeuwarden 13 26

107.584 Emmen 8 12

104.960 Westland - 2

101.034 Delft 17 16

100.371 Venlo 5 12

98.869 Deventer 21 20

93.555 Sittard-Geleen - 11

90.127 Helmond 6 6

90.003 Oss - 7

88.602 Amstelveen - 6

87.830 Hilversum 12 12

85.293 Nissewaard 7 1

84.048 Súdwest-Fryslân - 5

81.075 Hengelo (O.) - 9

79.889 Purmerend 2 1

77.108 Schiedam - 19

76.960 Roosendaal 9 8

76.792 Lelystad - 12

74.223 Leidschendam-Voorburg 0 8

Page 23: Ontwikkelingen in 2016 - Tot Zover · e.d., kortom, naar de praktijk van de gemeentelijke uitvaarten in Nederland voor de periode 2010 tot en met 20122. In 2014, 2015 en 2016 is dat

23

72.425 Almelo 16 3

71.808 Vlaardingen - 16

71.189 Gouda 17 6

67.061 Assen 6 6

66.486 Capelle aan den IJssel 10 12

66.237 Bergen op Zoom - 12

64.239 Katwijk 1 1

64.061 Stichtse Vecht - 3

63.816 Veenendaal 2 0

61.749 Nieuwegein - 15

59.687 Hardenberg 5 8

57.010 Roermond - 7

56.827 Doetinchem 2 4

56.275 Den Helder 24 12

55.441 Barneveld - 2

55.439 Smallingerland 5 5

55.240 Hoogeveen - 3

54.657 Terneuzen - 15

54.018 Oosterhout - 0

53.927 Heerhugowaard 0 0

51.950 Kampen - 1

51.161 Woerden - 0

50.290 Heerenveen 3 8

49.328 Rijswijk (ZH.) - 7

49.100 Weert - 5

48.321 Goeree-Overflakkee 6 2

47.873 Middelburg (Z.) - 5

47.861 Barendrecht 2 5

47.021 Waalwijk - 2

46.023 Kerkrade 10 12

45.966 Harderwijk 1 4

45.950 Lingewaard 3 4

45.097 Ridderkerk 3 4

44.454 Zwijndrecht - 2

44.451 Vlissingen 7 6

44.437 Berkelland 0 2

44.317 Veldhoven - 4

43.333 Steenwijkerland 2 2

42.576 De Ronde Venen - 0

42.375 De Bilt 0 6

41.675 Horst aan de Maas 0 0

41.510 Tiel 0 1

41.373 Huizen - 2

41.247 Uden - 2

40.814 Wijchen 3 3

39.657 Oude IJsselstreek - 5

39.299 Heemskerk 3 2

Page 24: Ontwikkelingen in 2016 - Tot Zover · e.d., kortom, naar de praktijk van de gemeentelijke uitvaarten in Nederland voor de periode 2010 tot en met 20122. In 2014, 2015 en 2016 is dat

24

38.893 Geldrop-Mierlo - 2

37.837 Wageningen 3 3

37.465 Landgraaf 0 1

36.700 Raalte 0 0

36.510 Bronckhorst 2 0

36.013 Teylingen - 2

35.651 Hellendoorn 3 1

35.465 Edam-Volendam - 0

35.381 Coevorden - 2

35.260 Gorinchem 6 7

35.173 Montferland 0 2

34.881 Hof van Twente - 3

33.735 Schouwen-Duiveland 2 5

33.450 Midden-Drenthe 0 3

33.333 Lochem 1 0

32.794 Meppel - 4

32.269 Zevenaar 1 3

32.248 Papendrecht - 2

32.110 Oldenzaal 1 3

32.077 Tytsjerksteradiel 2 3

31.299 Aalsmeer - 2

29.830 Opsterland 0 2

29.537 Oost Gelre - 1

29.309 Leusden 2 0

29.067 Molenwaard 1 0

29.054 Krimpen aan den IJssel 2 0

28.976 Best - 3

28.939 Winterswijk 5 3

28.465 Boxmeer 0 0

28.448 Brunssum 6 2

28.007 Achtkarspelen - 1

27.916 Dalfsen - 0

27.543 Zaltbommel 0 0

27.447 Langedijk 0 1

27.372 Hulst - 4

26.968 Leiderdorp - 1

26.835 Nunspeet 6 2

26.815 Drimmelen 1 0

26.346 Geldermalsen - 0

26.202 Buren - 0

26.152 Gilze en Rijen - 1

26.120 Dinkelland 0 1

26.108 Kaag en Braassem - 0

26.072 Waddinxveen 0 0

25.973 Vught 1 0

25.885 Wassenaar 0 5

25.835 Oisterwijk - 1

Page 25: Ontwikkelingen in 2016 - Tot Zover · e.d., kortom, naar de praktijk van de gemeentelijke uitvaarten in Nederland voor de periode 2010 tot en met 20122. In 2014, 2015 en 2016 is dat

25

25.760 Noordwijk 0 2

25.433 Duiven - 1

25.421 Tholen - 0

25.413 Dongen - 2

25.289 Beuningen 0 0

25.211 Voorschoten 0 1

25.123 Eijsden-Margraten - 2

24.985 Albrandswaard 4 4

24.968 Sliedrecht - 1

24.516 Putten 0 0

24.332 Haaksbergen 2 0

24.084 Maasdriel 0 3

23.984 Voorst 1 0

23.952 Wierden 0 0

23.932 Dongeradeel 2 0

23.851 Oud-Beijerland 0 0

23.757 Maasgouw 1 1

23.722 De Wolden - 0

23.639 Sluis 4 3

23.477 Steenbergen 1 0

23.384 Wijk bij Duurstede - 0

23.111 Goirle 1 0

23.104 Oldebroek - 0

23.049 Neder-Betuwe - 0

22.763 Nuenen, Gerwen en Nederwetten - 1

22.689 Heiloo 1 1

22.612 Borsele 0 0

22.606 Lisse 0 6

22.471 koggenland 1 2

22.444 Losser 0 3

22.343 Borne 0 1

22.278 Zwartewaterland 2 0

22.276 Rucphen 2 3

22.265 Reimerswaal 1 4

22.113 Zeewolde 0 1

21.960 Veere 0 0

21.682 Woensdrecht - 2

21.630 Geertruidenberg 4 0

21.488 Zundert - 0

21.120 Tubbergen 1 1

20.938 Brummen - 1

20.823 Bunschoten 0 1

20.711 Leerdam - 1

20.686 Roerdalen 2 0

20.265 Franekeradeel 0 2

19.987 Urk 0 0

19.955 Alblasserdam - 3

Page 26: Ontwikkelingen in 2016 - Tot Zover · e.d., kortom, naar de praktijk van de gemeentelijke uitvaarten in Nederland voor de periode 2010 tot en met 20122. In 2014, 2015 en 2016 is dat

26

19.536 Leek 1 0

19.513 Vianen 0 0

19.400 Drechterland 0 2

19.400 Rhenen - 0

19.040 Meerssen - 1

19.015 Dantumadiel 0 0

18.940 Westerveld 1 2

18.914 Someren 0 1

18.873 Midden-Delfland 0 0

18.794 Zuidhorn 2 3

18.572 Weesp 2 2

18.551 Eersel 1 0

18.407 Druten - 1

18.253 Bergeijk 1 0

18.199 Oirschot 1 1

17.886 Olst-Wijhe - 1

17.696 Ommen - 2

17.023 Waalre 1 2

16.640 Brielle 0 0

16.580 Asten 0 0

16.544 Staphorst 0 0

16.518 Valkenburg aan de Geul 3 1

16.425 Son en Breugel - 0

15.815 Eemsmond 1 4

15.813 Harlingen 2 3

15.698 Slochteren - 0

15.001 Westervoort 1 0

14.508 Gulpen-Wittem 2 3

14.197 Westvoorne 0 1

13.783 Montfoort - 0

13.718 Zederik - 0

13.633 Winsum 0 3

13.543 Menameradiel 1 2

13.038 Aalburg - 0

12.960 Schinnen 1 0

12.811 Kollumerland en Nieuwkruisland 1 0

12.811 Reusel-De Mierden 0 0

12.639 Kapelle - 0

12.550 Woudenberg - 0

12.482 Voerendaal 3 1

12.001 Appingedam - 0

11.890 Hattem 0 1

11.594 Sint Anthonis 1 0

11.336 Doesburg 0 0

11.112 Lingewaal 0 1

10.866 Rijnwaarden 0 1

10.833 Littenseradiel 0 0

Page 27: Ontwikkelingen in 2016 - Tot Zover · e.d., kortom, naar de praktijk van de gemeentelijke uitvaarten in Nederland voor de periode 2010 tot en met 20122. In 2014, 2015 en 2016 is dat

27

10.825 Korendijk 1 1

10.433 Bedum 0 0

10.175 Leeuwarderadeel 0 0

10.049 Oudewater - 0

10.042 Loppersum 1 1

9.924 Alphen-Chaam 5 1

9.632 Vaals - 3

9.529 Scherpenzeel 0 0

8.971 Bellingwedde - 0

8.958 Beemster 1 0

8.766 Strijen 0 0

8.701 Ferwerderadiel 0 0

8.119 Zoeterwoude - 0

7.755 Mook en Middelaar 1 0

6.611 Baarle-Nassau - 1

5.578 Haarlemmerliede en Spaarnwoude 0 0

5.051 Renswoude - 0

4.870 Terschelling - 0

1.083 Vlieland 0 0

919 Schiermonnikoog 0 0

11.950.730 249 1.268