Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen...

53
Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs

Transcript of Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen...

Page 1: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

Ontwikkelingen en maatregelen

in het middelbaar beroepsonderwijs

Page 2: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

Colofon

Titel Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs

Redactie Louise van de Venne

Datum Oktober 2012

ecbo ’s-Hertogenbosch

Postbus 1585

5200 BP ’s-Hertogenbosch

T 073 687 25 00

F 073 612 34 25

www.ecbo.nl

ecbo Utrecht

Postbus 19194

3501 DD Utrecht

T 030 296 04 75

F 030 636 04 31

www.ecbo.nl

© ecbo 2012

Overname van teksten, ideeën en resultaten uit deze publicatie is vrij toegestaan, mits met

bronvermelding.

Page 3: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 3

Inhoudsopgave

1 Het regeerakkoord: efficiency, resultaatsturing en eigen verantwoordelijkheid7

1.1 Ambitie: top vijf van de kenniseconomieën en betere vakmensen in de 21e eeuw7

2 Actieplan Focus op vakmanschap: kwaliteit, vereenvoudiging en efficiency . 11

3 Actieplan bouwt voort op adviezen vanuit het veld ..................................... 25

3.1 De commissie Kwalificeren en Examineren: gezamenlijke verantwoordelijkheid

voor kwaliteit ................................................................................................... 25

3.2 De commissie Onderwijs en Besturing BVE: meerjarig verbetertraject nodig .... 27

3.3 De Inspectie van het Onderwijs: versterken intern toezicht .............................. 29

4 Het mbo in cijfers: een minischets .............................................................. 31

4.1 Kerngegevens aanbod: instellingen, opleidingen en succes .............................. 31

4.2 Kerngegevens financieel .................................................................................. 31

4.3 Kerngegevens deelnemers: bol/bbl, niveau en sector ....................................... 34

4.4 Demografische ontwikkelingen: aantal jongeren neemt af, maar regionale

verschillen zijn groot ........................................................................................ 35

5 Conclusies ................................................................................................. 39

5.1 Consequenties maatregelen verschillend .......................................................... 39

5.2 Mix van ombuigingen en intensiveringen .......................................................... 39

Bijlage 1: Documentenlijst .............................................................................. 41

Bijlage 2: Reacties op regeerakkoord en op actieplan OCW ............................... 43

Bijlage 3: Maatregelen actieplan in schema...................................................... 51

Lijst met afkortingen ...................................................................................... 53

Page 4: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

4 ecbo Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo

Page 5: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5

Inleiding

De onderwijswereld in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) roept om

kwaliteitsverbetering. Het kabinet zet extra middelen in, maar bezuinigt ook. Demografische

ontwikkelingen veranderen het perspectief van veel mbo-instellingen: van groei naar

mogelijke krimp. Reden genoeg om de vraag op te werpen welke financiële effecten al die

bewegingen per saldo zullen hebben. Welke keuzes zullen mbo-instellingen maken om

rendabel te blijven? En wat zal de onderwijsdeelnemer ervan merken?

Belangrijke vragen, waar op dit moment nog geen goed antwoord op te geven is. Het

Expertisecentrum Beroepsonderwijs (Ecbo) heeft zich daarom in het vraagstuk verdiept,

vanuit de volgende vraagstelling.

Wat zijn voor mbo-instellingen de verwachte gevolgen van de maatregelen zoals voorgesteld

in het actieplan Focus op Vakmanschap voor de onderwijskwaliteit en de financiële positie

van de instellingen? Hoe reageren de instellingen hierop en hoe absorberen zij mogelijke

ongewenste effecten? De voorlopige bevindingen op deze vraag worden na een

vervolgmeting in 2013 naar buiten gebracht. Als voorbereiding op de beantwoording van

deze vraag zijn de maatregelen die in de afgelopen periode zijn genomen en relevant zijn

voor instellingen in het mbo, geïnventariseerd.

Voorliggende notitie schetst op basis van documentatie een beeld van de relevante

ontwikkelingen en beoogde maatregelen.1 Uitgangspunt is het actieplan mbo Focus op

Vakmanschap 2011-2015 dat de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) op

16 februari 2011 naar de Tweede Kamer stuurde. Daaromheen wordt aandacht besteed aan

adviezen waarop het actieplan is gebaseerd, aan latere uitwerkingsdocumenten en aan de

demografische context. De notitie is bedoeld om een beeld te krijgen van de dynamiek in de

bekostiging, voor een beter begrip van de keuzes die instellingen maken.

Ecbo voerde deze inventarisatie uit vanuit zijn opdracht; het opleveren van kennis waarmee

het mbo zijn voordeel kan doen. De inventarisatie is ondergebracht in een van de vijf

programmalijnen van ecbo, de lijn Beleid, bestuur en organisatie. Opdrachtgever is de

programmaraad van ecbo. Ecbo neemt geen standpunt in over de wenselijkheid van de

beschreven maatregelen van het kabinet, maar richt zich op een zo objectief mogelijke

studie. Een begeleidingsgroep met leden vanuit de instellingen, de MBO Raad en de

wetenschappelijke wereld begeleidde de inventarisatie. Ook met het ministerie van OCW is

van gedachten gewisseld.

1 De laatste aanvullingen zijn in de tweede helft van juli 2012 verwerkt.

Page 6: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

6 ecbo Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo

De opbouw van de notitie is als volgt:

• Hoofdstuk 1 gaat kort in op de basis van de financiële maatregelen: het regeerakkoord.

• Hoofdstuk 2 beschrijft de maatregelen zoals de minister van OCW die in het actieplan

Focus op vakmanschap heeft aangekondigd.

• Hoofdstuk 3 bespreekt enkele adviezen die aan het actieplan ten grondslag liggen.

• Hoofdstuk 4 benoemt enkele relevante kerncijfers en (demografische) ontwikkelingen in

het mbo.

• Hoofdstuk 5 ten slotte benoemt een aantal conclusies met het oog op het vervolg van

de studie.

• Bijlage 1 bevat een documentenlijst.

• Bijlage 2 bevat een overzicht van reacties op het actieplan van OCW.

• Bijlage 3 bevat een schematisch overzicht van de maatregelen uit het actieplan van

OCW.

De notitie pretendeert niet een uitputtend beeld te geven van beleidsmaatregelen die voor

het mbo van belang zijn. Zo zijn maatregelen als loon- en prijsbijstellingen of cao-effecten

buiten beschouwing gelaten.

Page 7: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 7

1 Het regeerakkoord: efficiency, resultaatsturing en eigen verantwoordelijkheid

Tijdens de wereldwijde kredietcrisis die enkele jaren geleden inzette, heeft de Rijksoverheid

eerst fors geïnvesteerd in de redding van de financiële sector en de stimulering van de

economie. Aan de andere kant dalen de inkomsten voor de Rijksoverheid door afnemende

belastinginkomsten en toenemende werkloosheid. Het huidige kabinet, aangetreden in

oktober 2010 en inmiddels demissionair, heeft in antwoord hierop gekozen voor forse

bezuinigingen naast een aantal intensiveringen. Wat precies de lijn zal zijn van het kabinet

dat na de verkiezingen van september 2012 zal aantreden, is nu uiteraard nog niet bekend.

Toch verwacht ecbo in het licht van het nog steeds slechte economische klimaat geen

wezenlijke veranderingen in de algemene uitgangspunten, hooguit nuanceringen.

De rode draad in het regeerakkoord laat zich als volgt samenvatten:

• Meer verantwoordelijkheid naar burgers en bedrijven, gepaard gaande met een

verschuiving van lasten.

• Doorvoeren van efficiencybevorderende maatregelen (bezuinigen).

• Investeren in arbeidskostenbesparende maatregelen: deregulering, ict.

• Reorganiseren van de beleidsuitvoering (fusies, outsourcing, privatisering, opheffing).

• Meer sturen op resultaat.

1.1 Ambitie: top vijf van de kenniseconomieën en betere vakmensen in de 21e eeuw

Voor de sector onderwijs moesten deze algemene uitgangspunten worden gecombineerd

met de wens om de kwaliteit te verhogen. ‘Nederland heeft de ambitie om te behoren tot de

top vijf van kenniseconomieën’, zo luiden de beginwoorden van de paragraaf Onderwijs in

het regeerakkoord. Zover is het nog niet. Nederland staat nu op plaats zeven, een jaar

geleden op plaats acht.2 Daarom is verbetering van prestaties een sleutelbegrip. Al in het

regeerakkoord wordt deze ambitie vertaald in termen als kwaliteitsnormen, centrale

toetsing, voldoende contacturen en meer aandacht voor structuur en kennis.

Onderwijsdeelnemers, maar ook het bedrijfsleven, zijn lang niet altijd tevreden over de

kwaliteit van het onderwijs.

Specifiek voor het mbo stelt het regeerakkoord: ‘Er zijn betere vakmensen nodig voor de 21e

eeuw’. Het kabinet wil dit bereiken door onder meer een sterkere oriëntatie op arbeidsmarkt

en ondernemerschap: een betere aansluiting op het bedrijfsleven dus. Dat laatste betekent

ook dat opleidingen moeten passen bij wat de arbeidsmarkt nodig heeft.

Om de prestaties te verhogen, denkt het kabinet aan maatregelen als een betere

samenwerking tussen voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) en mbo inclusief

de mogelijkheid om op de locatie van het vmbo via één samenhangend curriculum te

worden opgeleid tot en met het examen voor mbo niveau 2. Verder spreekt het kabinet over

het afschaffen van de drempelloze instroom in mbo 2 en het bezien van mbo 1. Bij de

doorstroom van het mbo naar het hoger beroepsonderwijs (hbo) zal een selectie mogen

worden toegepast op basis van leerprestaties.

2 Bron: Kennis en Innovatie Foto 2012; Tweede voortgangsrapportage over de Kennis en Innovatie Agenda 2011-2020, KIA-bestuur, april 2012.

Page 8: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

8 ecbo Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo

Mbo-instellingen worden tot betere prestaties aangezet, zo verwacht het kabinet, door bij de

bekostiging ook de tevredenheid van het bedrijfsleven mee te laten wegen. Voor

onderwijsdeelnemers ouder dan 30 jaar wordt de bekostiging gefaseerd stopgezet, zo

vermeldt het regeerakkoord.

Intensivering en verkorting van de opleiding en vereenvoudiging van de kwalificatiestructuur

– waaronder vermindering van het aantal opleidingen – moeten het mogelijk maken om

kwaliteitsverhoging en efficiency te combineren.

Het regeerakkoord bevat een eerste doorrekening van de financiële effecten, onderverdeeld

in ombuigingen (bezuinigingen) en intensiveringen (extra middelen). In de tabellen hierna

zijn de financiële effecten opgenomen die specifiek of mede betrekking hebben op het mbo.

Tabel 1.1 Financiële vertaling ombuigingen mbo (in miljoenen euro’s)

Ombuigingen

Maatregel Sector 2012 2013 2014 2015 Structureel

Verkorten opleidingsduur, bredere

kenniscentra, doelmatige opleidingen

Mbo 30 50 140 160

Leeftijdsgrens 30 jaar Mbo 80 110 170 170

Subsidietaakstelling OCW Gehele 140 140 140 130 130

Efficiencykorting raden en instituten Gehele 20 20 20 20 20

Totaal 160 270 320 460 480

Bron: regeerakkoord oktober 2010.

De structurele ombuigingen die voor het mbo relevant zijn, bedragen 480 miljoen euro per

jaar structureel voor de jaren na 2015. Daarvan heeft een bedrag van 150 miljoen euro – de

subsidietaakstelling van OCW en de efficiencykorting van raden en instituten – een bredere

reikwijdte dan alleen het mbo.

De subsidietaakstelling heeft vooral betrekking op de subsidiëring van organisaties in de

ondersteuningsstructuur en de specifieke geldstromen naar instellingen.3 Voor het mbo zijn

onder meer relevant de beëindiging of vermindering van subsidies voor:

• ict-projecten;

• stimuleringsregeling Krachtig meesterschap;

• projecten Leren en Werken;

• het landelijk steunpunt ZAT (zorg- en adviesteams);

• Innovatiebox bve;

Gehandhaafd blijven subsidie voor onder meer de ondersteuning van leerlingen- en

ouderorganisaties, examinering NT2, instellingssubsidies inzake professionalisering en

arbeidsmarkt, aanvalsplan laaggeletterdheid, doorlopende leerlijn taal en rekenen,

lerarenbeurzen en loopbaanoriëntatie.

Naast deze ombuigingen zijn de volgende intensiveringen voor het mbo relevant.

3 Bron: brief OCW aan Tweede Kamer d.d. 8 april 2011.

Page 9: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 9

Tabel 1.2 Financiële vertaling intensiveringen mbo (in miljoenen euro’s)

Extra middelen

Maatregel Sector 2012 2013 2014 2015 Structureel

Professionalisering onderwijspersoneel Po/vo/mbo4 100 150 150 150 150

Prestatiebeloning teams Po/vo/mbo 10 20 40 200 250

Versterken uniforme toetsing Po/vo/mbo 80 80 80 80 80

Plus- en wijkschool Vo/mbo 30 30 30 30 30

Kwaliteitsverbetering Mbo 150 150 150 150

Kwaliteit: reserveren ramingsrisico’s 70 180 220 270 270

Totaal 290 510 670 880 930

Bron: Regeerakkoord oktober 2010.

De structurele intensiveringen die voor het mbo relevant zijn, bedragen 930 miljoen euro per

jaar en overstijgen daarmee dus de ombuigingen. De meeste maatregelen hebben echter

een bredere reikwijdte dan het mbo alleen.

Inmiddels heeft het ministerie van OCW de voornemens op onderdelen aangepast. Zo is de

subsidiekorting voor het passend onderwijs getemporiseerd. De aanpassingen die voor het

mbo relevant zijn – onder meer de zogeheten 30-plusmaatregel en het passend onderwijs –

zijn in het volgende hoofdstuk verwerkt. De overige aanpassingen zijn gezien het bestek van

deze notitie buiten beschouwing gelaten.

4 Po: primair onderwijs; vo: voortgezet onderwijs.

Page 10: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

10 ecbo Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo

Page 11: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 11

2 Actieplan Focus op vakmanschap: kwaliteit, vereenvoudiging en efficiency

Als uitwerking van het regeerakkoord presenteerde de minister van OCW op 16 februari, dus

een maand of vier na het aantreden van de nieuwe regering, een actieplan voor het mbo

waarin de in het regeerakkoord genoemde maatregelen worden voorzien van een eerste

uitwerking en planning.

Het actieplan omvat 35 maatregelen, die alle in de huidige kabinetsperiode tot uitvoering

dienen te komen volgens het plan. Vijf wet- en regelgevingspakketten moeten de uitvoering

wettelijk verankeren. Van de meeste maatregelen zullen de effecten al in 2012 of 2013

merkbaar zijn. De maatregelen omvatten ook de opleidingen die worden bekostigd door het

ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EI&L), de zogeheten

groenopleidingen.

Het actieplan heeft de naam Focus op vakmanschap meegekregen. Daarmee wil de minister

tot uitdrukking brengen dat maximaal ingezet moet worden op een goede opleiding voor

vakmensen. De minister heeft de maatregel van het actieplan ondergebracht in drie

hoofdcategorieën. Verreweg de meeste maatregelen behoren tot de categorie ‘verhogen

onderwijskwaliteit’. Daarnaast zijn er de hoofdcategorieën ‘verminderen complexiteit bve’ en

‘besturing en bedrijfsvoering op orde’. De drie hoofdcategorieën zijn weer nader

onderverdeeld zoals figuur 2.1 toont.

Figuur 2.1 Structuur actieplan Focus op vakmanschap

In de tabellen die hierna volgen, zijn de maatregelen opgesomd (in bijlage 3 ook in de vorm

van een figuur).

Actieplan OCW: Focus

op vakmanschap

Verhogen kwaliteit

onderwijs

Verminderen complexiteit

BVE

Besturing en bedrijfs-

voering op orde

Einde

drempelloze

instroom

niveau 2

Vavo door

Rijk

aangestuurd

Entree-

opleiding (1)

met eisen

Beter

onderwijs,

betere

examens,

betere

docenten

Minder

opleidingen

Sterker

intern

toezicht

Betere

prestaties

instelling

Actieve

overheid

Page 12: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

12 ecbo Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo

Tabel 2.1 Maatregelen hoofdcategorie verhoging onderwijskwaliteit

Categorie Subcategorie Maatregel Toelichting Ingangsdatum Wettelijk

kader Beter onderwijs, betere examens, betere docenten

Beter onderwijs

Meer lesuren Bol5 1000 klokuren per jaar, bbl6 850 (zie tekst na de tabel).

Schooljaar 2013-2014 Pakket 2

Betere coaching Mentoren bewaken studievoortgang. Verkorting opleidingsduur Maxima: entreeopleiding één jaar, mbo 2 twee jaar, mbo

3 drie jaar, mbo 4 drie jaar met uitzonderingen. Prikkel tot algehele verkorting via bekostiging.

Mbo 4, schooljaar 2013-2014, andere één jaar later

Pakket 2

Betere loopbaanoriëntatie Steun aan stimuleringsplan, betrekken ouders, betere intake; daardoor minder vaak verkeerde studiekeuze.

-

Betere examens

Naming and shaming Publicatie namen van instellingen met onvoldoende examenkwaliteit.

Loopt

Intrekken licenties bij onvoldoende examenkwaliteit

Of andere bestuurlijke sancties. Streefcijfer 2015: 85% instellingen voldoet aan eisen (2010: 63%).

Loopt

Doorlopende leerlijn Nederlandse taal en rekenen

Voor mbo 4: referentieniveau 3F, andere niveaus 2F. Loopt

Engels verplicht in mbo 4 Erk-niveau B1/A2. 1 augustus 2012 Centrale examens voor taal, rekenen en Engels

Uit te voeren door het College van Examens. -

Verplicht keurmerk voor examens

Inmiddels vervangen door scholing voor examenfunctionarissen en aanscherpen verantwoordingseisen.

-

Betere docenten

Professioneel statuut Is in mbo al opgesteld: meer ruimte voor professionaliteit docenten en aanspreken op prestaties.

-

Lerarenregister Inschrijving in register verplicht. -

Verplichte bij- en nascholing Met aantekening in het register. -

Prestatiebeloning Wordt nog nader uitgewerkt. -

5 Bol: beroepsopleidende leerweg. 6 Bbl: beroepsbegeleidende leerweg (mbo).

Page 13: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 13

Categorie Subcategorie Maatregel Toelichting Ingangsdatum Wettelijk

kader Minder opleidingen Samenhangende

kwalificatiestructuur De Stichting Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB)7 wordt gesprekspartner van OCW. De SBB ontwikkelt en onderhoudt de vereenvoudigde structuur. Kenniscentra voeren uit. Efficiencykorting op kenniscentra.

1 augustus 2014 Pakket 4

Drie jaar bevriezen kwalificaties

In principe geen wijzigingen: rust creëren. 2011 -

Inschrijven op domein langer dan het nu geldende maximum van een jaar

Deelnemers kunnen inschrijven op domein met onderdelen van meerdere opleidingen: studiekeuze wordt uitgesteld, minder kans op uitval en verkeerde keuze.

Schooljaar 2012-2013 (niet verplicht)

-

Regionaal opleidingsaanbod Geen versnippering, maar regionale concentratie en taakverdeling; arbitrage als instellingen er niet uit komen.

1 augustus 2014 Pakket 4

Pilots met inschakeling autoriteit

Pilots regionaal aanbod met inzet gezaghebbend persoon -

Geen ondergrens aantal deelnemers

In stand houden kleine specialistische opleidingen -

Doorlopende leerlijn vmbo-mbo-hbo

Ondersteunen vakcollege, verlengen VM2, wettelijke status samenwerking vmbo en mbo, mogelijk selectie (examen) bij doorstroom naar hbo.

Wettelijke status 1 augustus 2012

-

Bron: Actieplan Focus op vakmanschap, begroting OCW, brief uitvoering actieplan, informatie MBO Raad.

7 Samengesteld uit zes leden namens het bedrijfsleven (werkgevers en werknemers) en zes namens het onderwijs.

Page 14: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

14 ecbo Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo

Tabel 2.2 Maatregelen hoofdcategorie verminderen complexiteit bve

Categorie Subcategorie Maatregel Toelichting Ingangsdatum Wettelijk

kader Einde drempelloze instroom niveau 2

Diploma vo of niveau 1 dan wel toelatingsexamen vereist.

Schooljaar 2013-2014 Pakket 2

Invoeren entreeopleiding niveau 1

Onder meer bindend studieadvies met eisen aan leerprestaties.

Eigen positie mbo niveau 1 binnen bestel. Alleen toegang voor studenten zonder diploma. Leidend tot volwaardig mbo-diploma.

1 januari 2013 Pakket 2

Centraliseren vavo8 Aansturing door Rijk. Ook in vavo doorlopende leerlijn taal en rekenen. Inzet 50% van educatiebudget voor vavo, de andere 50% is voor aanpak laaggeletterdheid en NT2.

1 augustus 2014 (bron: begroting OCW)

Pakket 5

Overig Leeftijdsgrens bekostiging

Voor mbo en vavo wordt leeftijdsgrens van 30 jaar ingevoerd.

Wel bekostigingsarrangement voor bbl 30-plussers in sectoren met arbeidstekorten.

1 augustus 2013 Pakket 1

Hogere kwaliteit ervaringscertificaat

In afzonderlijk traject. -

Bron: Actieplan Focus op vakmanschap, begroting OCW, brief uitvoering actieplan, informatie MBO Raad.

8 Vavo: voortgezet algemeen volwassenenonderwijs.

Page 15: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 15

Tabel 2.3 Maatregelen hoofdcategorie besturing en bedrijfsvoering op orde

Categorie Subcategorie Maatregel Toelichting Ingangsdatum Wettelijk

kader Betere prestaties instellingen

Bevorderen toepassing bestaande instrumenten zoals MBO 2010, digitaal meldloket verzuim en uitval.

-

Invoeren drie instrumenten voor verplichte benchmark.

Meten tevredenheid deelnemers, medewerkers en bedrijfsleven.

2012 -

Sterker intern toezicht

Samenwerking OCW met Platform Raden van Toezicht, versterking wettelijke positie.

RvT’s zullen rechtstreeks worden aangesproken bij onvoldoende kwaliteit.

1 augustus 2014 Pakket 3

Actieve overheid Besturing Het actieplan en een op te stellen meerjarenperspectief.

2012 -

Bekostiging Individuele prestatieafspraken met beloning. In plaats van doelsubsidies invoering van prestatiebox naast lumpsum.

Schooljaar 2012-2013

Pakket 2

Bekostiging naar opleidingsduur. Deelnemers in eerste jaar worden hoger bekostigd dan in latere jaren; prikkel tot verkorting opleidingsduur.

1 januari 2013 Pakket 2

Verwerken overige maatregelen uit actieplan. Zie tekst na deze tabel. Voorstel: 1 januari 2015

Pakket 2

Toezicht Proportioneel toezicht. Lichter toezicht voor goed presterende instellingen.

2012 -

Bron: Actieplan Focus op vakmanschap, begroting OCW, brief uitvoering actieplan, informatie MBO Raad.

Page 16: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

16 ecbo Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo

Voor een aantal maatregelen wordt een overgangsperiode ingesteld.

Inmiddels heeft de regering in februari 2012 het bij het actieplan behorende wetsvoorstel

met betrekking tot het bevorderen van doelmatige leerwegen en het moderniseren van de

bekostiging van het beroepsonderwijs ingediend.

Maatregelen met meest verstrekkende consequenties voor bedrijfsvoering

Het zou te ver voeren om in deze achtergrondnotitie alle maatregelen uitputtend te

bespreken. Wij hebben gekozen voor een bespreking van de maatregelen die het meest

relevant zijn, omdat de consequenties voor de bedrijfsvoering van de instellingen bij deze

maatregelen het grootst zijn.

1 Beter onderwijs: meer onderwijstijd

De minister verhoogt de norm voor de onderwijstijd en daarbinnen de norm voor

onderwijsuren onder verantwoordelijkheid van en met actieve betrokkenheid van bevoegd

onderwijspersoneel in de onderwijsinstelling. Dit betekent dat er minder uren dan nu het

geval is zullen worden besteed aan de beroepspraktijkvorming.

In het wetsvoorstel doelmatige leerwegen en modernisering bekostiging beroepsonderwijs is

een nadere invulling gegeven, die als volgt luidt.

Tabel 2.4 Intensiveren opleidingen bol en bbl

Leerweg/leerjaar Minimumaantal

klokuren in

instellingstijd

verzorgd

onderwijs *

Waarvan aantal uren

begeleid door

onderwijsinstelling

Waarvan uren

beroepspraktijkvorming

Entreeopleidingen 1.000 600 Geen minimum

Eenjarige mbo-

opleidingen

1.000 700 250

Tweejarige mbo-

opleidingen

2.000 1.250

waarvan 700 in eerste

leerjaar

450

Driejarige mbo-

opleidingen

3.000 1800, waarvan 700 in

eerste leerjaar

900

Alle leerjaren bbl 850 240 610 Bron: Wetsvoorstel bevordering doelmatige leerwegen en modernisering bekostiging beroepsonderwijs in Verhoging Onderwijstijd, Vragen en Antwoorden, MBO15, Algemeen, http://www.mbo15.nl/node/325. Nadere uitwerking van informatie uit het actieplan Focus op vakmanschap, begroting OCW, brief uitvoering actieplan, informatie MBO Raad. * In het wetsvoorstel begeleide onderwijsuren

Een aantal opleidingen mag langer dan drie jaar duren (zie ook de volgende paragraaf). In

dat geval wordt het aantal minimumuren evenredig verhoogd. Een vierjarige opleiding dient

zodoende minimaal 4.000 klokuren te omvatten, waarvan minimaal 2.350 uur in

instellingstijd verzorgd onderwijs.

Op dit moment bedraagt het minimumaantal klokuren onderwijstijd 850, waarvan minimaal

340 begeleid door de onderwijsinstelling en 510 voor beroepspraktijkvorming.

De aanscherping van de onderwijstijd in combinatie met een betere coaching door mentoren

moet het mogelijk maken de opleidingsduur in te korten, waarmee efficiencywinst kan

worden behaald.

Page 17: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 17

Tegelijkertijd wil de minister het percentage deelnemers dat het mbo met een diploma

verlaat, omhoog brengen. De streefcijfers zijn de volgende.

Tabel 2.5 Percentage deelnemers mbo dat de opleiding met succes afrondt

Percentage deelnemers met diplomaresultaat

Niveau Niveau 2008 Streefniveau 2015

1 58% 65%

2 54% 70%

3 65% 70%

4 70% 75%

Bron: Begroting OCW 2012.

2 Beter onderwijs: verkorten van de opleidingsduur

De minister wil de opleidingsduur inkorten door de instellingen te prikkelen tot het

voorkomen van vertragingen. De bekostiging voor deelnemers die voor het eerst zijn

ingeschreven, zal daarom hoger worden dan de bekostiging voor deelnemers die voor het

tweede jaar zijn ingeschreven en die zal weer hoger zijn dan voor deelnemers die langer zijn

ingeschreven.

Tabel 2.6 Bekostiging naar leerjaar (deelnemers jonger dan 30 jaar)

Wegingsfactor bekostiging

Leerjaar Entreeopleiding Mbo 2 tot en met 4

1 1,2 1,2

2 0,6 1

3 Geen bekostiging 1

4 0,5

5 0,2

6 0,1

7 en volgende jaren Geen bekostiging

Bron: Informatie MBO Raad.

Als een deelnemer van de entreeopleiding doorstroomt naar mbo 2, 3 of 4, begint de telling

opnieuw. Dat geldt ook wanneer een deelnemer gedurende drie jaar niet ingeschreven is

geweest bij het mbo. Bij overstap van de ene opleiding of instelling naar de andere blijft de

telling doorlopen.

Per deelnemer ontvangt de instelling door de verkorting van de opleidingsduur als grondslag

voor de bekostiging in totaal een minder hoge bijdrage. Als de instelling deze

inkomstenderving kan aanvullen vanuit een groei van het aantal deelnemers, kan het

inkomensverlies worden beperkt. Het is echter in de meeste regio’s niet te verwachten (zie

ook hoofdstuk 4) dat het aantal deelnemers nog sterk zal groeien. Aan de andere kant is het

zo dat voor minder deelnemers ook minder kosten gemaakt hoeven te worden, afgezien van

frictiekosten voor personeel en gebouwen. Al met al zal het effect van deze maatregel voor

de ene instelling heel anders uitpakken dan voor de andere.

Los van deze bekostigingsmaatregel heeft de minister bepaald dat de studieduur voor mbo 4

wordt ingekort van vier naar drie jaar. Voor bepaalde technische of aantoonbaar

bovengemiddeld zware opleidingen wordt mogelijk een uitzondering gemaakt, bijvoorbeeld

als wettelijke beroepsvereisten een verkorting in de weg staan. Belangrijk criterium is de

opleidingsduur in de periode voor 1995.

Page 18: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

18 ecbo Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo

SBB heeft hierover in februari 2012 op verzoek van de minister advies uitgebracht. Het

advies richt zich op de beroepsopleidende leerweg, omdat SBB de beroepsbegeleidende

leerweg wil ontzien. In die leerweg moet het mogelijk blijven om ook als dat langer dan drie

jaar duurt, een diploma op niveau 4 te behalen. Voor wat betreft de beroepsopleidende

leerweg adviseert SBB om voor in ieder geval 47 kwalificaties de opleiding niet te verkorten

en daarnaast ruimte te houden voor aanpassingen in verband met veranderingen in

arbeidsmarkt en beroep. De 47 kwalificaties vormen 17% van het totaal.

De minister heeft in haar brief van 23 maart 2012 op het advies gereageerd.9 Het advies met

betrekking tot de bol-opleidingen neemt zij over. Het advies om voor de

beroepsbegeleidende leerweg een opleidingsduur van maximaal vier jaar te accepteren,

neemt zij niet over omdat dit naar haar mening niet strookt met het streven naar efficiency.

Voor de beroepsbegeleidende leerweg zullen daarom alleen dezelfde 47 uitzonderingen op

de verkorting gaan gelden als voor de beroepsopleidende leerweg.

In haar reactie geeft de minister verder aan dat zij in de kwalificatiestructuur weer zichtbaar

wil maken dat deelnemers na het afronden van een vakopleiding op niveau 4 een eenjarige

specialistenopleiding kunnen volgen. Voor deze deelnemers komt een extra studiejaar

beschikbaar.

3 Betere docenten: prestatiebeloning docenten

In lijn met de professionalisering van docenten kiest de minister voor een vorm van

prestatiebeloning. Voor het mbo komt circa 37,5 miljoen euro investeringsgeld structureel

beschikbaar.

4 Minder opleidingen

Het is de bedoeling van de minister dat mbo-instellingen binnen de structuur die door de

stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven wordt ontwikkeld, afspraken maken

over concentratie van opleidingen en taakverdeling. SBB zal begin 2013 een

streefpercentage voor het verminderen van het aantal kwalificaties bekend maken.

Minder opleidingen betekent dat individuele instellingen een aantal opleidingen kwijtraken en

andere opleidingen juist kunnen uitbreiden. Dit kan consequenties hebben voor de

uiteindelijke omvang en bekostiging. Bovendien zijn frictiekosten te verwachten bij de

omschakeling.

Een ander effect is dat instellingen door deze maatregel minder of niet meer kunnen

concurreren op het aanbieden van opleidingen. Ook dit kan financiële consequenties met

zich meebrengen.

SBB bracht in februari 2012 een advies uit over herziening van de kwalificatiestructuur. De

minister stemt in haar brief van 23 maart 2012 in met de uitgangspunten van het advies

maar heeft nadere uitwerking op korte termijn gevraagd.

Deze nadere uitwerking heeft de minister gespecificeerd in haar brief van 21 juni 2012.

Hierbij omschrijft zij de doelen van de structuurherziening als volgt:

a Bundeling van kwalificatiedossiers waar mogelijk.

b Bredere inzet van kwalificatiedossiers op niveau 4.

9 Bron: SBB Bericht; nieuwsbrief van beroepsonderwijs bedrijfsleven, verslag dagelijks bestuur 24 april 2012, http://www.s-bb.nl/besluiten-dagelijks-bestuur-april-2012.html.

Page 19: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 19

c Vermindering van het aantal kwalificaties.

d Duidelijkere omschrijving van kennis en vaardigheden en transparantere en meer

eenvoudige kwalificatiedossiers.

Vanuit de overheidsverantwoordelijkheid voor de inhoud van de dossiers fungeert de

minister als opdrachtgever voor deze uitwerking en SBB als opdrachtnemer. SBB treedt

vervolgens in dezen op als opdrachtgever van de kenniscentra en kan hen zo nodig

aanwijzingen geven.

SBB krijgt van de minister een aantal randvoorwaarden en een format mee, zodat de

kwaliteit van de kwalificatiedossiers geborgd is op de aspecten transparantie,

herkenbaarheid, flexibiliteit, uitvoerbaarheid, doelmatigheid, duurzaamheid en neutraliteit.

Met dit laatste wordt bedoeld dat de kwalificatiedossiers wel de inhoud vastleggen, maar

niet de wijze waarop de mbo-instellingen de bijbehorende opleidingen inrichten.

De minister vraagt van SBB voor 1 september 2012 een uitgewerkt projectplan voor de

herziening van de kwalificatiestructuur. Daarin zijn de volgende belangrijke mijlpalen

opgenomen:

a Oplevering door de kenniscentra van ten minste 35% maar bij voorkeur 50% van de

nieuwe kwalificatiedossiers uiterlijk 1 december 2012; daarbij is prioriteit te geven aan

kwalificatiedossiers voor niveau 4.

b Vaststelling van deze eerste shift door de ministers van OCW en EL&I uiterlijk 1 februari

2013, na toetsing door de Toetsingskamer.

c Vrijwillige deelname aan praktijktest door mbo-instellingen in het schooljaar 2013-2014.

d Advies van SBB over eventuele aanpassing van de eerste shift kwalificatiedossiers op

basis van de praktijktest eind 2013.

e Oplevering door kenniscentra van de resterende kwalificatiedossiers uiterlijk 1 december

2013.

f Oplevering aangepaste kwalificatiedossiers eerste shift eveneens uiterlijk 1 december

2013.

g Vaststelling van de gehele nieuwe kwalificatiestructuur door de ministers van OCW en

EL&I uiterlijk 1 februari 2014.

De mbo-instellingen voeren vervolgens per 1 augustus 2014 de nieuwe kwalificatiestructuur

in, tegelijk met de intensivering en verkorting van de opleidingen.

5 Beëindigen drempelloze instroom niveau 2 en herpositioneren niveau 1

De invoering van een drempel voor de instroom in niveau 2 kan het aantal deelnemers op

dit niveau beperken. Dat betekent minder inkomsten voor zover jongeren in plaats daarvan

niet kiezen voor een opleiding op niveau 1 en voor zover de bekostiging daarvan minimaal

even hoog is. De herpositionering van niveau 1 met de daaraan gekoppelde mogelijkheid om

leerprestaties te eisen, kan eveneens het aantal deelnemers en dus de inkomsten beperken.

Voor de nieuwe entreeopleidingen geldt geen openeindfinanciering. De minister zal een vast

deel van het macrobudget voor dit opleidingsniveau bestemmen. Gemeenten kunnen

desgewenst het budget aanvullen. Voor instellingen kan dit zowel voor- als nadelig zijn,

afhankelijk van de omvang van het OCW-budget en de mogelijkheid voor het maken van

afspraken met gemeenten.

Page 20: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

20 ecbo Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo

6 Voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo) en educatiebudget

De toekomstige aansturing van het vavo door het Rijk heeft op macroniveau geen

budgetconsequenties. Van het huidige educatiebudget wordt 50% voor het vavo ingezet en

de andere 50% – de gemeenten blijven hierin leidend – voor de aanpak van

laaggeletterdheid en de opleiding Nederlands als tweede taal voor vrijwillige inburgeraars.

Hoe dit voor individuele instellingen uitpakt, wordt in het actieplan nog niet duidelijk. Wel

vermeldt het actieplan dat met regionale opleidingscentra (roc’s) scherpere afspraken zullen

worden gemaakt over prijs en kwaliteit. Daarmee lijkt het voor de hand te liggen dat roc’s

nog steeds in beeld blijven voor het vavo en het overige educatiebudget. De beoogde

afschaffing van de ‘gedwongen winkelnering’ wordt dus niet uitgevoerd.

7 Invoeren leeftijdsgrens bekostiging

In het regeerakkoord is een structurele bezuiniging van 170 miljoen euro per jaar voorzien

als gevolg van het voornemen om de mbo-opleidingen van studenten boven de 30 jaar niet

meer van Rijkswege te bekostigen. In het actieplan wordt deze maatregel nog niet

uitgewerkt, maar wordt gemeld dat daar binnenkort meer duidelijkheid over komt.

Inmiddels heeft het kabinet na een motie in de Tweede Kamer de korting deels

teruggedraaid. In een brief van 11 maart 2011 aan de Tweede Kamer heeft de minister een

alternatief arrangement gepresenteerd, om tegemoet te komen aan het bezwaar dat de 30-

plusmaatregel kan leiden tot tekorten op de arbeidsmarkt in sectoren waar grote personele

problemen dreigen te ontstaan. De korting op de bol blijft gehandhaafd, maar de korting op

de bbl in deze sectoren (Techniek en Zorg) wordt gelimiteerd. Er komt een afzonderlijke

financieringsbox van 130 miljoen euro, waarvan OCW 70,5 miljoen euro beschikbaar stelt.10

De overige 59,5 miljoen euro wordt gefinancierd uit de verhoging van het cursusgeld. Het

cursusgeld komt op 1.261,- euro per jaar, wat overigens nog steeds een forse verhoging is

ten opzichte van de huidige 213,- euro per jaar voor opleidingen op niveau 1 en 2 en 517,-

euro voor niveau 3 en 4.

OCW wil met een fiscale maatregel stimuleren dat niet de deelnemer, maar het bedrijfsleven

de verhoging van het cursusgeld betaalt. Het basisbedrag voor de afdrachtvermindering

wordt 2.451 euro. Als een bedrijf minimaal 1.000 euro cursusgeld voor een deelnemer

bijdraagt, vult OCW de fiscale afdrachtvermindering aan met 625 euro per deelnemer

extra.11 Voorwaarde is wel dat ook voor de 30-plussers het aantal door de

onderwijsinstelling begeleide lesuren minimaal 240 per leerjaar bedraagt. Daarmee

samenhangend geldt de voorwaarde dat de opleidingen moeten resulteren in een erkend

diploma.

Op dit moment volgen 60.000 30-plussers een mbo-opleiding bij publiek bekostigde

opleidingen en 10.000 bij private opleidingen.12 Het aantal publiek bekostigde leerplaatsen

voor 30-plussers wordt beperkt tot 47.000 per jaar. Entree- en specialistenopleidingen

worden één jaar bekostigd, leerplaatsen mbo 2 tot en met 4 twee jaar. OCW gaat ervan uit

dat voor 30-plussers twee jaar voldoende moet zijn, gezien hun elders opgedane kennis en

ervaring. Op deze wijze kunnen met het budget evenveel 30-plussers worden opgeleid als

op dit moment.

De maatregel wordt in 2014 ingevoerd. Inmiddels heeft de regering een en ander

vastgelegd in het wetsvoorstel 30-plusarrangement.

10 Een deel van de middelen die OCW beschikbaar stelt, wordt verkregen uit een verlaging van de bijdrage voor huisvesting van opleidingen voor 30-plussers. 11 De afdrachtvermindering voor andere groepen wordt met 3,4% gekort. 12 Bron: websites MBO Raad en Nederlandse Raad voor Training en Opleiding.

Page 21: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 21

Het onderwerp is op 5 juni 2012 controversieel verklaard, zodat het voorstel niet meer in de

huidige kabinetsperiode zal worden behandeld.

8 Actieve overheid: prestatiebox, bekostigingssysteem, passend onderwijs en beloning

onderwijsbestuurders

Prestatiebox

De minister voert naast de reguliere lumpsum het instrument van een prestatiebox in om

individuele resultaatafspraken met instellingen te maken. De afspraken zullen betrekking

hebben op onder meer vroegtijdig schoolverlaten en tevredenheid van het bedrijfsleven.

Bestaande subsidieregelingen worden samengevoegd. Met deze maatregel zijn geen

intensiveringsgelden gemoeid; het gaat om herallocatie van bestaande middelen.

De invoering van een dergelijk systeem kan voor individuele instellingen positieve maar ook

negatieve consequenties hebben, afhankelijk van de gerealiseerde kwaliteit.

In maart 2012 stelde de minister de bijbehorende ministeriële regeling vast. De zogeheten

‘Regeling prestatiebox mbo’ geldt voor de jaren 2013 tot en met 2015 en richt zich voor

deze jaren vooralsnog uitsluitend op het verminderen van het aantal vroegtijdige

schoolverlaters. Doel is om landelijk het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters voor

voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs te verminderen van 35.000 in 2012

tot maximaal 25.000 in het kalenderjaar 2016. Voor het voortgezet onderwijs gaat het om

1.200 minder voortijdig schoolverlaters, voor het mbo is de doelstelling:

a 1.200 minder nieuwe voortijdige schoolverlaters in de entreeopleiding;

b 2.500 minder in mbo 2;

c 5.000 minder in mbo 3 en 4.

Jaarlijks komt een bedrag van 40,6 miljoen euro beschikbaar. Dit bedrag wordt als

aanvullende vergoeding – dus additioneel op de reguliere bekostiging – uitgekeerd aan mbo-

instellingen die één of meer convenanten hebben getekend waarin zij zich vastleggen op het

terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters. Deze instellingen ontvangen een

vaste vergoeding ter bestrijding van de algemene kosten die met de activiteit gepaard gaan.

Van de 40,6 miljoen euro is jaarlijks 4,1 miljoen euro voor deze vaste vergoeding

gereserveerd. Het overgrote deel van het bedrag, 36,5 miljoen euro, is variabel. De hoogte

van de vergoeding is gekoppeld aan het percentage nieuwe voortijdig schoolverlaters per

instelling (het percentage van het totale aantal deelnemers tot 22 jaar). Dit percentage

wordt afgezet tegen een landelijke norm die wordt berekend op basis van de

reductiedoelstelling. Instellingen met een percentage nieuwe voortijdig schoolverlaters dat

hoger is dan de landelijke norm kunnen toch voor een vergoeding in aanmerking komen als

zij het percentage in de instelling substantieel terug weten te brengen ten opzichte van het

jaar daarvoor. Omgekeerd kunnen instellingen met een percentage dat gelijk is aan of lager

is dan de landelijke norm toch buiten de vergoeding vallen, als het percentage voortijdig

schoolverlaters ten opzichte van het jaar daarvoor substantieel is gestegen.

Bekostigingssysteem

In het bekostigingssysteem worden als gevolg van en ter aanvulling op de maatregelen in

het actieplan enkele wijzigingen doorgevoerd:

• Voor de entreeopleiding komt er een ongedeeld macrobudget, de diplomabekostiging

vervalt. Een groot deel van de huidige VOA-gelden wordt aan dit budget toegevoegd.

Page 22: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

22 ecbo Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo

• Voor mbo 2 tot en met 4 komt er een ongedeeld macrobudget dat voor 80% is

gebaseerd op input en voor 20% op output.

• Bol-deelnemers worden in de bekostiging gewogen met een factor 1,0. Bbl-deelnemers

van de entreeopleiding worden gewogen met een factor 0,5. Bbl-deelnemers op niveau

2 tot en met 4 met een factor 0,4.

De oorspronkelijke invoeringsdatum van het gewijzigde bekostigingssysteem was 1 januari

2014. Inmiddels wordt een besluit voorbereid om de instellingen een jaar langer de tijd te

geven om zich voor te bereiden. De invoeringsdatum komt daarmee op 1 januari 2015. Dit

uitstel is het gevolg van reacties uit het veld op de in hun ogen te korte voorbereidingstijd.

Passend onderwijs

Passend onderwijs is op zich geen onderdeel van het actieplan, maar heeft daar wel

raakvlakken mee en wordt een onderdeel van het nieuwe bekostigingssysteem. Passend

onderwijs is het creëren van een passende plek binnen het reguliere onderwijs (in dit geval:

het mbo) voor deelnemers die om welke reden dan ook extra ondersteuning nodig hebben.

Op dit moment wordt in de financiering voorzien door middel van leerlinggebonden

financiering (het rugzakje). Als het wetsvoorstel passend onderwijs door de Eerste Kamer op

11 september 2012 echter wordt goedgekeurd, zal de financiering voortaan via de

instellingen verlopen. In het regeerakkoord was een bezuiniging van 300 miljoen euro op het

passend onderwijs voorzien voor primair onderwijs, voortgezet onderwijs en mbo samen.

Deze bezuiniging is echter in het zogeheten Lenteakkoord van 2012 teruggedraaid. Daar

staat tegenover dat het budget ook niet verder zal groeien; het zal worden bevroren op het

niveau van studiejaar 2013-2014, circa 40 miljoen euro. Dit terwijl het aantal deelnemers dat

extra ondersteuning nodig heeft, nog steeds een forse groei doormaakt. Het nieuwe

systeem is dan ook mede bedoeld om de kosten te beheersen, aldus het ministerie op de

website in juli 2012.

In het huidige systeem is het aan de ouders om een passende plaats te zoeken, mede op

basis van een indicatiestelling. In het nieuwe systeem vervalt de indicatiestelling en melden

de ouders het kind aan bij een instelling naar hun keuze voor een opleiding naar hun keuze.

Op grond van de Wet gelijke behandeling is de instelling gehouden de maatregelen te

treffen die nodig zijn voor de extra begeleiding of aanpassing (van bijvoorbeeld

lesmateriaal). De exameneisen en het kwalificatiedossier blijven ongewijzigd.

De mbo-instellingen dienen als gevolg van de Wet passend onderwijs verder rekening te

houden met een mogelijk verhoogde instroom van ongediplomeerde vmbo-verlaters in de

entreeopleidingen.

De huidige bekostiging van passend onderwijs zal op 1 augustus 2014 ophouden te bestaan.

Omdat het totale nieuwe bekostigingssysteem wordt ingevoerd per 1 januari 2015 komt er

een tijdelijke regeling voor het tweede half jaar van 2014. Per 1 januari 2015 worden de

middelen verdeeld naar rato van de Rijksbijdrage per instelling. Om al te grote schokeffecten

te voorkomen, wordt een overgangsregeling in het leven geroepen.

Beloning onderwijsbestuurders

De minister wil de beloning van onderwijsbestuurders – daar waar dat nog niet het geval

was – zo snel mogelijk in overeenstemming brengen met de Wet normering bezoldiging

Page 23: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 23

topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). In februari 2012 stelde de

minister het veld op de hoogte van de bezoldigingsmaxima. Voor het mbo bedraagt het

maximum op het niveau 2012 195.459,- euro. De minister roept de onderwijssector op om

in afwachting van de inwerkingtreding van de wet alvast rekening te houden met de

maximumbedragen.

Vervolg

Een aantal maatregelen is ondergebracht bij het programma MBO 2015

Macrodoelmatigheid.13 Dat geldt onder meer voor de beoogde vermindering van het aantal

opleidingen. In 2011 ontwikkelden vijf pilotregio’s een regionaal voorstel, waarna vanaf 2012

het programma landelijk wordt uitgerold.

OCW heeft alle instellingen verzocht in een plan van aanpak aan te geven op welke wijze zij

het actieplan denken uit te voeren.

13 Zie de website www.mbo15.nl.

Page 24: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

24 ecbo Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo

Page 25: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 25

3 Actieplan bouwt voort op adviezen vanuit het veld

Het actieplan van OCW is deels het uitvloeisel van een regeerakkoord dat nieuwe wegen wil

inslaan en meer verantwoordelijkheden en lasten wil neerleggen bij de burgers. De invoering

van een leeftijdsgrens voor de publieke bekostiging en het maken van prestatieafspraken

zijn duidelijke voorbeelden. Ook het voornemen om regionale partijen het voortouw te laten

nemen voor de invulling van het opleidingsaanbod in plaats van een centrale sturing, getuigt

van de nieuwe lijn.

Tegelijkertijd sluit de minister aan bij een lijn die door de meeste partijen in het

onderwijsveld al kortere of langere tijd wordt voorgestaan. Dat blijkt uit een aantal reacties

op het actieplan (zie daarvoor hoofdstuk 4), maar ook uit een aantal documenten waar de

minister in het actieplan naar verwijst. Concreet gaat het om het advies van de commissie

Kwalificeren en Examineren en de commissie Onderwijs en Besturing BVE. In dit hoofdstuk

komen deze adviezen aan de orde. Het hoofdstuk sluit af met een enkel woord over een

rapport van de Inspectie van het Onderwijs uit mei 2010, omdat elementen uit dit rapport

herkenbaar zijn in het advies van de commissie Onderwijs en Besturing BVE.

3.1 De commissie Kwalificeren en Examineren: gezamenlijke verantwoordelijkheid

voor kwaliteit

Dit advies, in de wandelgangen het advies van de commissie Hermans/Van Zijl genoemd,

draagt als titel Naar meer doelmatigheid in het mbo. Het advies is in november 2010

uitgebracht onder de vlag van de Stuurgroep Beroepsonderwijs Bedrijfsleven, waarin

vertegenwoordigd VNO/NCW, mkb, CNV, FNV, MBO Raad en de koepel van de kenniscentra

Colo.14 Uitgangspunt in het advies is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van onderwijs

en bedrijfsleven voor een goed beroepsonderwijs. Daarbij benadrukt de commissie dat

partijen al veel vorderingen hebben gemaakt.

De commissie Hermans/Van Zijl refereert aan het regeerakkoord en geeft aan dat het advies

aansluit bij de context van ombuigingen en intensiveringen. Zo ruimt ook de commissie

meer plaats in voor het oordeel van het bedrijfsleven en formuleert de commissie

aanbevelingen voor het standaardiseren van examens, het voorkómen van diploma-inflatie

en het verminderen van het aantal opleidingen. Het werken aan een grotere doelmatigheid

van het mbo is dan ook de gezamenlijke intentie van alle partijen. In maart 2010 is een

intentieverklaring in die zin getekend door bedrijfsleven, beroepsonderwijs en kenniscentra.

In haar advies hanteert de commissie wel als beginstatement dat middelen die vrijkomen als

gevolg van doelmatigheidsverbetering, opnieuw in de sector moeten worden geïnvesteerd.

Het actieplan gaat daar niet van uit.

Het advies van de commissie Hermans/Van Zijl resulteert in een aantal aanbevelingen,

geclusterd in zes categorieën. In tabel 3.1 worden de aanbevelingen weergegeven, met in

de kolom daarnaast een opmerking over de mate waarin het actieplan van de minister – bij

een globale beoordeling – bij het advies aansluit.

14 Inmiddels is Colo Stichting Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) geworden.

Page 26: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

26 ecbo Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo

Tabel 3.1 Advies commissie Hermans/Van Zijl en aansluiting actieplan OCW

Categorie Aanbeveling commissie

Hermans/Van Zijl

Aansluiting actieplan OCW

bij advies commissie

1 Samenhang in de

kwalificatiestructuur

Laat kenniscentra de beschrijvingen in

de kwalificatiedossiers aanscherpen en

regionale ontwikkelteams instellen om de

structuur door te ontwikkelen. Laat

kenniscentra verantwoordelijk zijn voor

de samenhang in de structuur.

Actieplan ziet een wat minder

grote rol voor de kenniscentra

maar wil een centrale partner

(SBB) die op de vorderingen kan

worden aangesproken.

SBB in oprichting moet van sectorale

partijen het mandaat krijgen om

bovensectorale knelpunten op te lossen.

Wordt gevolgd in het actieplan.

SBB krijgt zelfs een bredere

verantwoordelijkheid (zie

hierboven) maar wel binnen

door OCW vastgestelde kaders.

Stel kwalificatiedossiers voor langere tijd

vast.

OCW bevriest in elk geval voor

de komende drie jaar de

dossiers.

Zorg voor transparantie door een goed

registratiesysteem.

Actieplan gaat niet concreet op

dit punt in.

2 Transparantie in de

diplomering

Voer diplomering op dossierniveau in

(houd wel de differentiatie en het

kwalificatieniveau zichtbaar). Die

maatregel reduceert het aantal

diploma’s.

Actieplan gaat niet concreet op

dit punt in.

3 Transparantie in de

registratie

Vereenvoudig het Crebosysteem, zodat

het volgend wordt in plaats van

voorwaardelijk; dit leidt tot een forse

reductie aan administratieve lasten. De

commissie markeert dit punt als urgent.

Actieplan gaat niet concreet op

dit punt in.

4 Procesverbeteringen De commissie komt met een aanvullend

advies.

N.v.t.

5 Standaardisatie

examinering

Maak bindende afspraken per sector

over de eisen waaraan het diploma moet

voldoen (examenprofiel).

Actieplan steunt dit maar wel

taakstellend.

Werk toe naar gezamenlijke ontwikkeling

van examenproducten en -diensten

inclusief landelijke validering, maar houd

de uitvoering decentraal.

Actieplan formuleert de vereiste

samenwerking wat stelliger:

verplicht keurmerk.

6 Passend

toezichtskader

Laat de inspectie op voorhand

examenproducten en -leveranciers

beoordelen.

Actieplan gaat niet concreet op

dit punt in.

Maak bindende afspraken over

examenprofielen en verminder daarna de

toezichtsdruk (ook voor de

ervaringscertificaten).

Actieplan sluit daarbij aan; voor

wat betreft de evc’s verwijst het

actieplan naar een afzonderlijk

traject.

Breng meer eenduidigheid in deel C van

de kwalificatiedossiers (de uitgewerkte

eisen) en verminder daarmee het

gedetailleerde toezicht.

Actieplan gaat hier niet concreet

op in.

Bron: Advies commissie Kwalificeren en Examineren d.d. 8 november 2010, brief minister van OCW aan Tweede Kamer d.d. 16 februari 2011 nr. 270414.

Over de huidige kwalificatiestructuur lijkt de commissie Hermans/Van Zijl positiever dan het

actieplan. De commissie stelt dat het grote aantal kwalificaties (627, vanuit 237 dossiers)

niet voor niets is ontstaan en mede is ingegeven door praktische en concrete behoeften van

de arbeidsmarkt. Alleen op onderdelen zijn volgens de commissie op korte termijn

Page 27: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 27

verbeteringen nodig. De commissie ziet dan ook meer in het aanscherpen van de

omschrijvingen dan in een fundamentelere herijking. Tegelijkertijd signaleert de commissie

behoefte aan arbeidskrachten die niet zonder meer bij een van de huidige bedrijfstakken

kunnen worden ondergebracht. Daarvoor zouden nieuwe gezamenlijke dossiers moeten

worden ontwikkeld.

Vervolgens constateert de commissie dat de kenniscentra geconfronteerd kunnen worden

met de spanning tussen bijvoorbeeld sectorale of regionale wensen enerzijds en landelijk

beleid anderzijds. In die gevallen zou een vanuit de Stuurgroep Beroepsonderwijs

Bedrijfsleven op te richten Stichting of Vereniging Beroepsonderwijs Bedrijfsleven de knoop

moeten kunnen doorhakken.15

De spanning tussen aandacht voor algemeen vormende vakken – door de commissie vooral

in verband gebracht met doorstroom naar het hbo – en beroepsvormende vakken is ook

voor de commissie een complex aandachtspunt. De commissie geeft uiteindelijk prioriteit

aan het opleiden voor de arbeidsmarkt.

3.2 De commissie Onderwijs en Besturing BVE: meerjarig verbetertraject nodig

Het advies, uitgebracht in november 2010, wordt in de wandelgangen het advies van de

commissie Oudeman genoemd en heeft als titel Naar meer focus op het mbo!. De commissie

is ingesteld door de minister van OCW naar aanleiding van negatieve publiciteit over de

organisatie en kwaliteit van het mbo en met als taak om onderzoek te doen naar de

organisatie en bestuurbaarheid van de sector. De commissie ziet vorderingen maar ook

ruimte voor verbetering, met overigens een grote variëteit in prestaties. Het is aan de mbo-

instellingen om de handschoen op te pakken, maar mocht dit niet lukken dan zou de

overheid moeten interveniëren.

Uitgangspunt voor de commissie is een vereenvoudiging van de bestuurbaarheid. Een

stelselwijziging acht zij niet nodig, wel een meerjarig verbetertraject. Op grond hiervan komt

zij tot de volgende aanbevelingen.

15 Inmiddels is de stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) opgericht.

Page 28: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

28 ecbo Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo

Tabel 3.2 Advies commissie Oudeman en aansluiting actieplan OCW

Categorie Aanbeveling commissie Oudeman Aansluiting actieplan OCW bij

advies commissie

Hoofdaanbeveling Geef de sector stabiliteit en ruimte om

verbeteringen aan te brengen.

Actieplan gaat niet expliciet op dit

punt in.

Aanbevelingen

aan de overheid

Baseer het toezicht op de kwaliteit van de

opleidingen, de financiële positie, het

onderwijsrendement en de tevredenheid

van onderwijsdeelnemers en medewerkers.

Besteed daarnaast aandacht aan de

tevredenheid van het bedrijfsleven.

Actieplan gaat niet expliciet op de

toezichtsbasis in maar

introduceert wel de verplichte

toetsing van tevredenheid van

deelnemers, medewerkers en

bedrijfsleven.

Houd scherper toezicht op minder

presterende instellingen, verlicht het

toezichtsregime voor goed

presterende instellingen.

Actieplan volgt dit advies.

Stel eisen aan intern toezicht. Actieplan volgt dit advies via eisen

aan RvT.

Breng subsidies onder in de lumpsum, dit

vereenvoudigt de verantwoording.

Actieplan sluit hier in elk geval

deels bij aan.

Beëindig de drempelloze instroom niveau 2. Actieplan volgt dit advies.

Ontwikkel een apart bekostigingsmodel

voor niveau 1, dat voorziet in intensiever

onderwijs en dat daarvoor voldoende geld

beschikbaar stelt.

Actieplan volgt dit advies; of er

‘voldoende’ geld beschikbaar is

gesteld, kan op basis van het plan

niet worden vastgesteld.

Creëer meer samenwerkingsmogelijkheden

ten behoeve van doorlopende leerlijn.

Actieplan volgt dit advies.

Besteed in niveau 4 meer aandacht aan

doorstroom naar het hbo.

Actieplan gaat niet concreet in op

dit advies.

Verbeter de macrodoelmatigheid van

opleidingen; verminder het aantal

opleidingen, maak afspraken over

taakverdeling en zorg voor een

arbitragemogelijkheid.

Actieplan volgt dit advies.

Breng groene opleidingen onder

verantwoordelijkheid van OCW.

Actieplan gaat niet in op dit

advies.

Vereenvoudig de kwalificatiestructuur

conform commissie Hermans/Van Zijl, maar

met mogelijkheid tot overheidsingrijpen als

de beoogde Stichting BB onvoldoende

vorderingen maakt.

Actieplan volgt dit advies.

Standaardiseer examens conform

commissie Hermans/Van Zijl.

Actieplan volgt dit advies, maar

stelt wel eisen.

Stel na- en bijscholing van docenten

verplicht en betrek de resultaten bij het

lerarenregister.

Actieplan volgt dit advies.

Breng het vavo onder het

bekostigingsregime van het Rijk.

Actieplan volgt dit advies.

Voer de leeftijdsgrens voor bekostiging

zodanig in dat instellingen de daling van

inkomsten kunnen opvangen.

Nader arrangement van OCW

spreekt die overtuiging uit.

Aanbevelingen

aan instellingen

Focus op niveau 2, 3 en 4 (er gaat nu nog

te veel aandacht en geld naar niveau 1);

saneer kleine opleidingen, zeker als die ook

elders binnen de regio worden aangeboden.

Actieplan gaat niet concreet op dit

advies in.

Page 29: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 29

Categorie Aanbeveling commissie Oudeman Aansluiting actieplan OCW bij

advies commissie

Organiseer de opleiding op niveau 1 apart,

om imagoproblemen voor de andere

niveaus te voorkomen.

Actieplan gaat hier niet concreet

op in, maar lijkt aan te sluiten bij

de gedachte.

Breng de basiskwaliteit op orde (beperk

bijvoorbeeld lesuitval).

Actieplan sluit aan via benchmark,

prestatiebox en

prestatieafspraken.

Zorg voor ordening en profilering in de

organisatie en huisvesting: organiseer

kleinschalig ook binnen grote instellingen.

Actieplan gaat hier niet op in.

Breng checks and balances binnen de

interne governance aan.

Actieplan sluit aan via versterking

positie RvT.

Verbeter de kwaliteitszorg en

professionalisering.

Actieplan sluit aan via

professionaliseringseisen.

Vervolg Richt een slagvaardig

programmamanagement in om opvolging

van de aanbevelingen te borgen.

Actieplan sluit aan via

programmamanagement.

Bron: Advies commissie Onderwijs en Besturing BVE d.d. november 2010, brief minister van OCW aan Tweede Kamer d.d. 16 februari 2011 nr. 270414.

In de aanbevelingen die betrekking hebben op de kwaliteit van het onderwijs, benoemt de

commissie ook de wenselijkheid van het intensiveren van de opleidingen; in het actieplan

van OCW is dit pleidooi uitgewerkt tot een concreet bekostigingsprincipe.

3.3 De Inspectie van het Onderwijs: versterken intern toezicht

In mei 2010 bracht de inspectie een rapport uit onder de titel Besturing en

onderwijskwaliteit in het mbo. Het rapport is geschreven vanuit de forse kwaliteitsverschillen

die de inspectie constateert in de complexe mbo-sector. Deze constatering riep bij de

inspectie de vraag op in hoeverre de kwaliteitsverschillen in het onderwijs te relateren zijn

aan aansturing, intern toezicht en kwaliteitsborging. Daarop is nader onderzoek verricht bij

27 mbo-instellingen. De inspectie constateerde op basis daarvan dat het verband tussen

goed onderwijs en goede besturing/goed toezicht en goede kwaliteitsborging inderdaad

gelegd kan worden. Tegelijkertijd stelt de inspectie dat het nog geen gemeengoed is in de

sector om systematisch aan verbeteringen te werken.

Een aantal bevindingen heeft een rechtstreekse relatie met voornemens uit het actieplan.

Deze zijn als volgt samen te vatten.

Page 30: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

30 ecbo Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo

Tabel 3.3 Bevindingen en aanbevelingen Inspectie van het Onderwijs en aansluiting

actieplan OCW

Categorie Bevinding Inspectie Aansluiting

actieplan OCW bij

aanbeveling

Inspectie

Management-

informatie

De sector kent en gebruikt een groot aantal kwaliteits- en

tevredenheidmetingen, maar met de resultaten wordt

onvoldoende gedaan. Dat komt mede doordat adequate

criteria en spiegelinformatie ontbreken.

Actieplan stelt

benchmark verplicht.

Intern toezicht Raden van Toezicht zijn onafhankelijker geworden, maar

ook terughoudender in een kritische opstelling naar het

College van Bestuur en in hun adviesrol.

Actieplan versterkt

positie RvT en spreekt

hen aan op

onvoldoende kwaliteit. Bewaking van de inhoudelijke kwaliteit van het onderwijs

krijgt van de RvT’s relatief weinig aandacht en/of

beoordelingscriteria voor de onderwijskwaliteit ontbreken.

Meer onderwijsgericht toezicht blijkt de kwaliteit van het

onderwijs te verbeteren

Bron: Besturing en onderwijskwaliteit in het mbo, IvhO mei 2010.

Page 31: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 31

4 Het mbo in cijfers: een minischets

Om de maatregelen in het actieplan in de juiste context te kunnen plaatsen, is het goed om

een aantal kerngegevens over het mbo in het achterhoofd te houden. Daarom in dit

hoofdstuk een (zeer beknopte) schets.

4.1 Kerngegevens aanbod: instellingen, opleidingen en succes

De 525.000 deelnemers worden opgeleid door in totaal 65 roc’s, agrarische opleidingscentra

(aoc’s) en vakscholen. Daarnaast volgt een aantal deelnemers onderwijs aan particuliere

opleidingen.

Er worden ruim 11.000 opleidingen aangeboden (gemiddeld 174 per instelling), op basis van

627 opleidingen op verschillende niveaus en 237 kwalificatiedossiers (bron: Onderwijsraad).

Van de deelnemers op niveau 4 verlaat 77% de opleiding met een diploma. Van de

deelnemers op niveau 1 is dat 48% (bron: Onderwijsraad).

4.2 Kerngegevens financieel

De mbo-instellingen maakten in 2010 een gemiddeld rendement van 1,0%. Dat is een

bescheiden rendement te noemen. Wel vertoont het rendement een stijgende lijn.

Figuur 4.1 Ontwikkeling rendement (rentabiliteit) 2006 tot en met 2010

Bron: Benchmark MBO 2006 tot en met 2010.

In 2009 was het rendement 0,6%, maar dat was te danken aan incidentele baten. Zonder

deze baten zou het rendement -1,3% zijn geweest.

Ongeveer een derde van de instellingen heeft in 2010 verlies geleden. Op zich hoeft een

negatief rendement nog geen probleem te zijn, zeker niet bij een solide eigen vermogen,

Page 32: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

32 ecbo Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo

maar 15% van het aantal instellingen heeft twee of meer jaar achter elkaar verlies gemaakt.

Die situatie kan duiden op een structureel probleem.

De solvabiliteit van de mbo-sector is gemiddeld op orde. In 2010 bedroeg de solvabiliteit

49,6%. Dat is een stijging ten opzichte van 2009, die overigens voor een groot deel wordt

verklaard door een wijziging in de jaarrekeningsystematiek.

Figuur 4.2 Ontwikkeling solvabiliteit 2006 tot en met 2010

Bron: Benchmark MBO 2006 tot en met 2010.

Geen enkele instelling heeft de solvabiliteit die lager is dan de 20% die het ministerie van

OCW aanhoudt. Wel zijn er negen instellingen met een solvabiliteit die lager is dan de 25%

die financiële instellingen aanhouden bij het verstrekken van leningen.

De liquiditeit van de mbo-instellingen bedroeg in 2010 1,2. Dat betekent dat na een aantal

jaren van stabiliteit en lichte daling nu weer een stijging is ingezet.

Figuur 4.3 Ontwikkeling liquiditeit 2006 tot en met 2010

Bron: Benchmark MBO 2006 tot en met 2010.

Page 33: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 33

Hoewel de gemiddelde liquiditeit op orde is, is in ruim 30% van de instellingen de liquiditeit

lager dan de ondergrens van 1,0 die het ministerie van OCW aanhoudt.

Samenvattend is de financiële uitgangspositie van de sector als volgt te schetsen:

• een bescheiden rendement;

• een stevige solvabiliteitspositie;

• een gezonde liquiditeitspositie.

Ondanks dit sectorbeeld is er een substantieel aantal instellingen dat met name als het gaat

om rendement en liquiditeit voor een verbeteropgave staat.

Van de totale kosten van de mbo-instellingen vormen de personeelskosten gemiddeld

69,7%. De personeelskosten zijn als volgt opgebouwd.

Figuur 4.4 Opbouw personeelskosten mbo-instellingen 2006 tot en met 2010

Bron: Benchmark MBO 2006 tot en met 2010.

In figuur 4.4 is te zien dat het aandeel onderwijzend personeel de laatste jaren licht is

gestegen. Als het aandeel onderwijzend personeel wordt samengenomen met het aandeel

direct onderwijsondersteunend personeel (die combinatie is niet ongebruikelijk omdat direct

onderwijsondersteunend personeel taken uitvoert die anders door het onderwijzend

personeel zouden worden uitgevoerd), is er nog steeds sprake van een lichte stijging. In

2009 bedroeg het gecombineerde aandeel 80,8%, in 2010 81,3%.

Page 34: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

34 ecbo Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo

4.3 Kerngegevens deelnemers: bol/bbl, niveau en sector

Tabel 4.1 Kerncijfers deelnemers

Onderwerp Kengetal 2010 Kengetal 2010 in %

Aantal deelnemers 525.355

Waarvan bekostigd door OCW Circa 490.000 93

Waarvan bekostigd door IE&L Circa 30.000 7

Aantal deelnemers bol voltijd 347.164 66,1

Aantal deelnemers bol deeltijd 9.162 1,7

Aantal deelnemers bbl 169.029 32,2

Bron: DUO16 gegevensboek 2010.

Van het totale aantal deelnemers van ruim een half miljoen volgt de overgrote meerderheid,

93%, een opleiding die door het ministerie van OCW wordt bekostigd en 7% een

(groen)opleiding die door het ministerie van IE&L wordt bekostigd. Bijna twee derde volgt

een bol-voltijdopleiding (beroepsopleidende leerweg), bijna een derde een bbl-opleiding

(beroepsbegeleidende leerweg) en een zeer klein percentage een bol-deeltijdopleiding.

Figuur 4.5 Deelnemers naar niveau

Bron: Referentieraming 2010, OCW.

In 2010 volgt circa 43% van de deelnemers een opleiding op niveau 4. Circa 28% volgt een

opleiding op niveau 3 en 24% op niveau 2. Deelnemers op niveau 1 ten slotte vormen 5%

van het totale aantal.

16 DUO: Dienst Uitvoering Onderwijs.

Page 35: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 35

Figuur 4.6 Deelnemers naar sector

Bron: Referentieraming 2010, OCW.

Figuur 4.6 laat zien dat de sectoren Techniek, Economie en Zorg en Welzijn elk ruim 30%

van de deelnemers trekken, en dat de overige circa 6% een opleiding in de groensector

volgen.

4.4 Demografische ontwikkelingen: aantal jongeren neemt af, maar regionale

verschillen zijn groot

Een aantal maatregelen uit het actieplan heeft een effect op het aantal

onderwijsdeelnemers. Denk aan de verkorting van de opleidingsduur of de beëindiging van

de drempelloze instroom in niveau 2. Voor de instellingen maakt het dan een verschil of het

totale aanbod van jongeren groter dan wel kleiner wordt. In dat verband hierna twee figuren

die inzicht bieden in de demografische ontwikkelingen.

Figuur 4.7 Demografische ontwikkeling leeftijdscategorieën 15-29 jaar, 2010-2030

Bron: PBL, 2011 (bewerkt).

750,00

800,00

850,00

900,00

950,00

1.000,00

1.050,00

1.100,00

1.150,00

1.200,00

15-19 20-24 25-29

2012

2015

2020

2025

2030

Page 36: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

36 ecbo Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo

Figuur 4.7 laat zien dat het aantal jongeren van 15 tot en met 19 jaar tussen 2010 en 2015

nagenoeg gelijk blijft, vervolgens tot 2020 iets toeneemt om vervolgens tussen 2020 en

2025 sterk af te nemen. De daling zet zich na 2025 door. In de leeftijdscategorie 20 tot en

met 24 jaar neemt het aantal jongeren tussen 2010 en 2025 nog toe – met een kleine dip in

2020 - en begint daarna de afname. In de leeftijdscategorie 25 tot en met 29 jaar is sprake

van een toename tot 2030 met een kleine dip in 2025.

De afname van het aantal jongeren van 15 tot en met 19 jaar is uiteraard niet in het hele

land hetzelfde, maar de verschillen blijken zeer fors te zijn. In de provincies Flevoland en

Noord-Holland stijgt het aantal nog, terwijl het aantal in de provincies Gelderland, Noord-

Brabant en Limburg met 15-20% afneemt.

Figuur 4.8 Verandering in aantallen jongeren 15-19 jaar tussen 2010 en 2030 per

provincie, absoluut (in duizendtallen) en in percentages

Bron: PBL, 2011 (bewerkt).

Voor het mbo is een doorsnede op provincieniveau niet altijd voldoende fijnmazig. Daarom

in figuur 4.9 een doorsnede naar COROP-gebied.17 De doorsnede laat tegelijkertijd het

verschil in absolute aantallen zien.

17 Regionaal gebied binnen Nederland dat deel uitmaakt van de COROP-indeling (Coördinatie Commissie Regionaal

OnderzoeksProgramma). Deze indeling wordt gebruikt voor analytische doeleinden. De commissie ontwierp in 1971 de indeling van Nederland in veertig COROP-gebieden. Elk COROP-gebied is een samenvoeging van gemeenten.

-30%

-25%

-20%

-15%

-10%

-5%

0%

5%

10%

15%

20%

-25,00

-20,00

-15,00

-10,00

-5,00

0,00

5,00

10,00

Page 37: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 37

Figuur 4.9 Demografische ontwikkeling jongeren 15-19 jaar tussen 2010 en 2030 per

COROP-gebied

Bron: PBL, 2011 (bewerkt).

In figuur 10 is te zien dat in een groot aantal COROP-gebieden de landelijke beweging

herkenbaar is: eerst een relatief kleine teruggang van het aantal jongeren, daarna een

opleving met ten slotte een forse terugloop. Dit is ook los van de maatregelen uit het

actieplan van OCW een ontwikkeling waar de instellingen rekening mee moeten houden.

Bezien we de grootstedelijke regio’s – tevens de grootste in Nederland – apart, dan valt op

dat elk van deze regio’s een eigen patroon kent:

• In de regio Groot-Amsterdam neemt het aantal jongeren in de periode 2010-2030

substantieel toe; het is de enige van de vier regio’s waar dit in die mate het geval is.

• In de regio Groot-Rijnmond zijn de veranderingen veel kleiner. Het aantal neemt iets af,

met een kleine opleving in 2020.

• Ook in Utrecht neemt het aantal jongeren in de periode 2010-2030 af, maar daar valt

het hoge aantal in 2020 op; veel hoger dan in 2010.

• In de agglomeratie ’s Gravenhage ten slotte neemt het aantal jongeren juist toe, vooral

tussen 2025 en 2030.

Naast de ontwikkeling van het aantal jongeren is uiteraard ook de verwachte prognose van

het aantal mbo-deelnemers van belang. In tabel 4.2 zijn de ramingen van OCW

weergegeven; het cijfer voor 2030 betreft een schatting. In de cijfers zijn de mogelijke

effecten van de maatregelen uit het actieplan niet meegenomen.

4.2 Verwachte ontwikkeling aantal deelnemers mbo per schooljaar, x 1000

2008-2009

20’09-2010

2010-2011

2011-2012

2012-2013

2015-2016

2020-2021

2025-2026

2030-2031

Mutatie ‘11-‘30

Mbo 507,6 515,5 525,6 526,8 525,5 516,4 490,9 433,5 407,4 -22,7%

Bron: Referentieraming 2011, OCW.

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

Oo

st-

Gro

nin

gen

Delf

zijl

en o

mg

evin

g

Overig

Gro

nin

gen

No

ord

-Friesla

nd

Zuid

west-

Friesla

nd

Zuid

oo

st-

Friesla

nd

No

ord

-Dre

nth

e

Zuid

oo

st-

Dre

nth

e

Zuid

west-

Dre

nth

e

No

ord

-Overijs

sel

Zuid

west-

Overijs

sel

Tw

ente

Velu

we

Achte

rho

ek

Arn

hem

/Nijm

eg

en

Zuid

west-

Geld

erland

Utr

echt

Ko

p v

an N

oo

rd-H

olla

nd

Alk

maar

en o

mg

evin

g

IJm

ond

Ag

glo

mera

tie H

aarlem

Zaanstr

eek

Gro

ot-

Am

ste

rdam

Het G

oo

i en V

echts

treek

Ag

glo

mera

tie L

eid

en e

n B

olle

nstr

Ag

glo

mera

tie 's

-Gra

venhag

e

Delf

t en W

estland

Oo

st-

Zuid

-Ho

lland

Gro

ot-

Rijn

mo

nd

Zuid

oo

st-

Zuid

-Ho

lland

Zeeuw

sch-V

laand

ere

n

Overig

Zeela

nd

West-

No

ord

-Bra

bant

Mid

den-N

oo

rd-B

rab

ant

No

ord

oo

st-

No

ord

-Bra

bant

Zuid

oo

st-

No

ord

-Bra

bant

No

ord

-Lim

burg

Mid

den-L

imb

urg

Zuid

-Lim

burg

Fle

vo

land

2012

2015

2020

2025

2030

Page 38: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

38 ecbo Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo

Het ministerie verwacht vanaf 2012-2013 een substantiële daling van het aantal deelnemers,

in de periode 2011-2030 met in totaal 22,7%; dat is bijna een kwart. Het aantal deelnemers

aan het hbo daarentegen zal in die periode stijgen met bijna 15%.

Concluderend lijkt het erop dat instellingen een terugloop van het aantal deelnemers als

gevolg van kabinetsmaatregelen gemiddeld genomen niet kunnen compenseren met extra

deelnemers als gevolg van demografische ontwikkelingen.

Tot slot een overzicht van het aantal mbo-deelnemers ten opzichte van het aantal jongeren.

Uit figuur 11 blijkt dat er aanzienlijke verschillen per regio zijn. In Zeeland, het oosten en

het noorden van het land is het aantal mbo-deelnemers anderhalf keer zo groot als in de

Randstad.

Figuur 4.10 Aantal deelnemers mbo ten opzichte van het aantal jongeren van 16-26 jaar

Bron: Referentieraming 2010, OCW.

Page 39: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 39

5 Conclusies

In dit slothoofdstuk volgen een aantal conclusies met het oog op een vervolgstudie. De

opgedane inzichten zijn relevant voor de wijze waarop instellingen de maatregelen

implementeren.

5.1 Consequenties maatregelen verschillend

Uit deze notitie blijkt dat de financiële consequenties van de maatregelen per instelling

aanzienlijk kunnen verschillen. Het is niet uit te sluiten dat de ene instelling er in rentabiliteit

fors op achteruit zal gaan terwijl de andere juist nog een toename van de rentabiliteit

tegemoet kan zien. Dit hangt van een aantal factoren af: het aandeel deelnemers van 30

jaar en ouder bijvoorbeeld, of het aandeel deelnemers in niveau 1 en 2. Of de afspraken die

de instelling weet te maken met gemeenten over de educatie of met regionale partners over

de taakverdeling; met andere woorden ook de onderhandelingsvaardigheid. Een vierde

factor is de onderwijskwaliteit die de instelling biedt; instellingen die al op dit moment goede

kwaliteit leveren, zullen minder last hebben van de inkorting van de bekostigingsduur en

zullen meer profijt hebben van de prestatieafspraken.

De demografische ontwikkelingen leren dat in de meeste regio’s afnemende inkomsten door

verkorting van de bekostigingsduur niet kunnen worden opgevangen door een autonome

groei van het aantal jongeren. De effecten per regio verschillen echter fors. Ook daarmee

kan bij de selectie van gesprekspartners rekening worden gehouden.

Het actieplan besteedt geen specifieke aandacht aan de omvang van instellingen. Omdat de

keuzes in kleine en in grote instellingen echter kunnen verschillen, kan het raadzaam zijn

ook hiermee rekening te houden.

Een en ander laat onverlet dat in de gesprekken juist is gezocht naar oplossingen die zo

breed mogelijk toepasbaar zijn. Het feit dat een oplossing in de ene situatie goed werkt,

hoeft ten slotte niet te betekenen dat die in alle andere situaties zijn waarde verliest.

5.2 Mix van ombuigingen en intensiveringen

Het actieplan is een mix van ombuigingen en intensiveringen. Voor individuele instellingen

zal dit niet anders zijn. Dit betekent dat het effect van elke maatregel zijn plaats zal moeten

krijgen in de studie. Elke maatregel zal een reactie oproepen. Bijvoorbeeld een herijking van

het aanbod aan gemeenten of een impuls voor het kwaliteitsbeleid. Daarnaast kan de

instelling ervoor kiezen om los van de maatregel die de aanleiding voor de bezuiniging is,

efficiencymaatregelen te nemen of te proberen extra inkomsten te verwerven. Er is dus een

onderscheid te maken tussen keuzes die direct het gevolg zijn van een concrete maatregel

uit het actieplan en keuzes die daar relatief los van staan.

Page 40: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

40 ecbo Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo

Page 41: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 41

Bijlage 1: Documentenlijst

AOb: reactie op actieplan OCW d.d. 15-04-2011.

Bouwend Nederland: website d.d. 8 juni 2011.

CNV: website d.d. 16 februari 2011.

CNV Onderwijs: reactie op actieplan OCW (ongedateerd).

Commissie Kwalificeren en Examineren: Naar meer doelmatigheid in het mbo, d.d. 8

november 2010.

Commissie Onderwijs en Besturing BVE: Naar meer focus op het mbo! d.d. november

2010.

Inspectie van het Onderwijs: Besturing en onderwijskwaliteit in het mbo, mei 2010.

KIA-bestuur: Kennis en Innovatie Foto 2011; Tweede voortgangsrapportage over de

Kennis en Innovatie Agenda 2011-2020, april 2012.

MBO15: Verhoging Onderwijstijd, Vragen en Antwoorden, MBO15, Algemeen,

http://www.mbo15.nl/node/325, 2012.

MBO Raad: website d.d. 16 februari 2011.

MBO Raad: Focus op vakmanschap, stand van zaken 22/23 september 2011.

MBO Raad: Stand van zaken 30+, 22/23 september 2011.

MBO Raad: brief inzake Rijksbegroting 2012 OCW d.d. 9 november 2011.

MBO Raad: factsheet Passend onderwijs mbo, versie juni 2012.

Minister van OCW: actieplan Focus op vakmanschap; brief aan Tweede Kamer d.d. 16

februari 2011 nr. 270414.

Minister van OCW: Alternatief arrangement voor mbo-studenten ouder dan 30 jaar, brief

aan Tweede Kamer d.d. 11 maart 2011 nr. 283343.

Minister van OCW: Herziening subsidiebeleid onderwijssubsidies, brief aan Tweede

Kamer d.d. 8 april 2011 nr. 264063.

Minister van OCW: Temporisering passend onderwijs en langstudeerders, brief aan

Tweede Kamer d.d. 13 april 2011 nr. 293957.

Minister van OCW: Begroting 2012, inclusief bijlagen en Memorie van Toelichting,

september 2011.

Minister van OCW: Kwaliteit van het mbo-onderwijs (uitvoering actieplan), brief aan

Tweede Kamer d.d. 28 november 2011 nr. 345825.

Ministerie van OCW: referentieramingen 2010 en 2011.

Minister van OCW: brief aan Tweede Kamer inzake beloningen onderwijsbestuurders, 10

februari 2012.

Minister van OCW: regeling prestatiebox mbo, 10 maart 2012.

Minister van OCW: reactie op adviezen SBB inzake mbo-4 kwalificaties met nominale

studieduur van vier jaar, 23 maart 2012.

Minister van OCW: Productie en oplevering kwalificatiestructuur MBO, brief aan SBB 21

juni 2012.

Onderwijsraad: Om de kwaliteit van het beroepsonderwijs: gevraagd advies d.d. april

2011.

Qdelft: gegevensdatabase.

Regeerakkoord 30 september 2010.

SBB: SBB Bericht; nieuwsbrief van beroepsonderwijs bedrijfsleven, verslag dagelijks

bestuur 24 april 2012, http://www.s-bb.nl/besluiten-dagelijks-bestuur-april-2012.html.

Stuurgroep Beroepsonderwijs Bedrijfsleven: reactie op actieplan OCW d.d. 12 april 2011.

Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven: adviezen (met name het advies

inzake mbo-4 kwalificaties met nominale studieduur van vier jaar), 17 februari 2012.

Page 42: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

42 ecbo Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo

Page 43: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 43

Bijlage 2: Reacties op regeerakkoord en op actieplan OCW

Het ministerie van OCW heeft inmiddels de plannen op onderdelen bijgesteld. Daarom is niet

uit te sluiten dat een aantal reacties op de oorspronkelijke plannen nu minder van

toepassing is.

B2.1 Reacties op het actieplan van OCW

Wie Welk onderdeel van

het actieplan

Inhoud reactie

Algemene Onderwijsbond Ambitie om tot de top 5

te behoren.

Invulling in actieplan is te mager,

aansluiting bij beroepspraktijk verdient

meer aandacht. Het geheel lijkt een

kwaliteitsslag, maar is een bezuiniging.

Algemeen. Overheid zou meer de regie moeten

nemen.

Intensiveren opleidingen. Is een te grote belasting van docenten.

Beter is het om de kwaliteit binnen de

huidige uren te verhogen en daarvoor

als overheid voorschriften te geven.

Instellingen dienen een groter aandeel

van hun budget beschikbaar te stellen

voor bevoegd vakbekwaam personeel.

Verplichting tot

nascholing.

Wordt ondersteund.

Invoeren

entreeopleiding.

Wordt ondersteund, maar doel moet

blijven dat deelnemer een plaats op de

arbeidsmarkt verwerft of doorstroomt.

Inkorten van

opleidingen.

Kan de prikkel tot excelleren

wegnemen.

Meer aandacht voor taal

en rekenen.

Zal positieve effecten hebben, maar het

risico is te weinig aansluiting op de

beroepspraktijk. Advies: volg de eisen

uit de kwalificatiedossiers. Handhaaf die

eisen in de opleiding en bestem de

extra onderwijsuren voor algemeen

vormend onderwijs (avo).

Vermindering aantal

kwalificaties, inschrijven

op domeinniveau.

Instellingen bieden opleidingen aan

waar de praktijk niet om vraagt. Risico

van te veel indikking is echter:

beroepspraktijk herkent zich niet meer

in het aanbod.

Maken van afspraken

over taakverdeling bij

aanbod opleidingen.

Wordt ondersteund. Geen concurrentie

met publieke middelen. Overheid zou

hier meer sturend in moeten zijn.

Onderbrengen vavo bij

het Rijk.

Wordt ondersteund. Het was beter

geweest als ook de educatie onder

aansturing van OCW was gebracht. Wel

is positief dat marktwerking voorlopig

van de baan is.

Nieuw arrangement 30+. Gematigd positief. Fiscaal voordeel

moet naar student en niet naar

bedrijfsleven en twee jaar opleidingstijd

is te kort.

Page 44: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

44 ecbo Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo

Wie Welk onderdeel van

het actieplan

Inhoud reactie

Bouwend Nederland Meer aandacht voor taal

en rekenen, groter

aandeel schooluren

binnen totale

onderwijstijd.

Beroepsgerichte vakken en praktijktijd

komen in de knel.

CNV Kwaliteitsverhoging

algemeen.

Wordt toegejuicht maar is moeilijk te

combineren met bezuiniging.

Meer schooluren in

absolute zin.

Wordt ondersteund.

Meer aandacht voor taal

en rekenen.

Kan met name voor bbl de lat te hoog

leggen.

Maatregelen voor

doorstroom naar hbo.

Worden ondersteund.

Verkorting

opleidingsduur mbo 4.

Lijkt een bezuiniging. Beter is

investeren in niveau.

Vereenvoudiging

kwalificatiestructuur.

Eens met de voorstellen, maar niet

verder bezuinigen op kenniscentra.

Verminderen aantal

opleidingen.

Wordt ondersteund; zo nodig ingrijpen

door overheid.

Beëindigen drempelloze

instroom niveau 2.

Wordt ondersteund, maar via

achterdeur van VM2 is toch weer

drempelloze instroom mogelijk. Dat is

niet gewenst.

Positie niveau 1. Vooral in samenwerking met vo (onder

andere werkscholen). Niet alleen

gemeenten maar ook OCW en

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

(VWS) moeten verantwoordelijkheid

nemen.

Prof. docenten. Wordt ondersteund.

Maatregelen

educatiemiddelen.

Worden ondersteund, ook het feit dat

marktwerking voorlopig niet aan de

orde is.

Verplichte deelname aan

benchmark.

Wordt toegejuicht.

Aansturing vavo door het

Rijk.

Wordt ondersteund, maar leeftijdsgrens

wordt afgewezen.

Nieuw arrangement 30+. Is nog onvoldoende. Heroverweging is

nodig.

MBO Raad (let op: in brief

over Rijksbegroting 2012

d.d. 9 november 2011 laat

de MBO Raad weten dat na

overleg met de minister

belangrijke stappen zijn

gezet om het actieplan nu

gezamenlijk uit te voeren)

Algemeen. 30+plusmaatregel is struikelblok;

verder wel positieve richting, maar

onhaalbare uitwerking.

Invoeren leeftijdsgrens

voor bekostiging

onderwijs door OCW

(inmiddels deels

teruggedraaid).

Instellingen zullen opleidingen moeten

schrappen en duizenden docenten

moeten ontslaan. Dat kost wachtgeld

en het mbo verliest kennis en ervaring.

Beëindigen drempelloze

instroom niveau 2.

Sluit aan bij eigen wens mbo.

Meer aandacht voor taal

en rekenen, groter

aandeel schooluren

binnen totale

onderwijstijd.

Maatregel doet afbreuk aan praktisch

vakmanschap en zal leiden tot meer

vroegtijdige uitval.

Page 45: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 45

Wie Welk onderdeel van

het actieplan

Inhoud reactie

Intensivering

opleidingen.

Maatregel kost 483 miljoen euro, terwijl

niet meer dan 150 miljoen euro aan

extra middelen beschikbaar is en

verkorting opleidingsduur leidt tot

korting van 100 miljoen euro.

Nederlandse Raad

voor Training en Opleiding18

Invoeren leeftijdsgrens

voor bekostiging

onderwijs door OCW.

Positief; laat scholing voor 30-plussers

over aan de markt. Dat geldt ook voor

zij-instromers in bijvoorbeeld Zorg en

Techniek.

Onderwijsraad

(gevraagd advies)

Algemeen. De inzet op verbetering van kwaliteit en

bestuurbaarheid wordt toegejuicht,

maar er zijn verbeteringen mogelijk.

Groter aandeel

schooluren.

Kan de stagetijd onder druk zetten,

daardoor wordt het beroepsonderwijs

minder aantrekkelijk en de aansluiting

met het bedrijfsleven moeilijker. Beter

is het om in te zetten op verhoging van

de kwaliteit van de stages.

Inschrijven op domein

langer dan het nu

geldende maximum van

een jaar.

Kan de herkenbaarheid te zeer

beperken (‘waar wordt de deelnemer

nu voor opgeleid’).

Vereenvoudigen

kwalificatiestructuur en

voor langere tijd

vastleggen structuur.

Wordt ondersteund, maar vermindering

van het aantal opleidingen kan de

herkenbaarheid beperken.

Eigenstandige positie

niveau 1.

Wordt ondersteund, maar instellen van

maximumbudget wordt afgewezen.

Doorstroom vmbo-mbo-

hbo.

Geen selectie bij doorstroom van mbo

naar hbo. Heroverweeg inkorten

opleidingen.

Bekostigen naar

studieduur.

Pas op voor perverse prikkels zoals

inschrijven op te laag niveau of selectie

aan de poort.

Verkorten mbo 4. Voer zorgvuldig in en bewaak

voldoende praktijkvorming.

Invoeren leeftijdsgrens

bekostiging.

Moet worden heroverwogen in het

kader van een op te stellen

langetermijnvisie. Instellingen

investeren niet als over een aantal

jaren alsnog voor marktwerking kan

worden gekozen.

Verhogen kwaliteit

examens.

Wordt toegejuicht. Verken mogelijkheid

om al tijdens de opleiding inhoudelijke

richtpunten te formuleren ook voor

andere vakken. Onderzoek of

beroepsgerichte examens verder

kunnen worden genormeerd en

geëquivaleerd.

Professionalisering

docenten.

Verdient verdere investering.

18 Overkoepelende brancheorganisatie voor private trainings- en opleidingsbureaus.

Page 46: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

46 ecbo Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo

Wie Welk onderdeel van

het actieplan

Inhoud reactie

Uitvoering. Zorg voor een realistische invoering;

geef instellingen tijd en gelegenheid.

De termijnen voor de

wetgevingspakketten zijn kort.

Stuurgroep Beroepsonderwijs

Bedrijfsleven19

Oprichting Stichting

Beroepsonderwijs

Bedrijfsleven.

Positief; gemeenschappelijke

verantwoordelijkheid is essentieel. Wel

blijft de ontwikkeling van sectorale

kwalificatiedossiers en de afstemming

daarin de verantwoordelijkheid van de

kenniscentra. Dezelfde taakverdeling

geldt ook voor examens en

opleidingsaanbod. Meer ruimte voor

regionale oplossingen.

Beëindigen drempelloze

instroom niveau 2 en

eigen positie niveau 1

binnen het bestel.

Sluit aan bij wens van de sector.

Meer aandacht voor taal

en rekenen, groter

aandeel schooluren

binnen totale

onderwijstijd.

Te veel nadruk op avo, bedrijfsleven

heeft behoefte aan meer praktijk in de

opleiding.

Verkorting

opleidingsduur.

Praktijkscholing komt in gevaar. Strijdt

ook met bijvoorbeeld eisen BIG.20 Maak

onderscheid tussen doorstromers en

deelnemers die na de opleiding aan het

werk willen.

Kwaliteitsverhoging. Wens tot doorstroming en krappe

arbeidsmarkt stroken niet met elkaar.

Mbo moet rekening kunnen houden

met beide, maar opleiden voor

arbeidsmarkt is het belangrijkste.

Kleine specialistische

opleidingen.

Betreft een derde van alle kwalificaties.

Er moeten speciale arrangementen voor

komen.

Verminderen aantal

opleidingen.

Is nuttig, maar mag nooit doel op zich

zijn. Moet blijven aansluiten bij

bedrijfsleven.

Keurmerk voor examens. Mag niet leiden tot bureaucratie. Als

keurmerk er komt, moet toetsing door

Inspectie worden beperkt.

Bronnen: zie bijlage 1.

Reactie algemeen: opleiden voor arbeidsmarkt verdient hoogste prioriteit

De meeste organisaties die hebben gereageerd, onderschrijven de algemene lijn van

kwaliteitsverhoging, vereenvoudiging en prestatieafspraken. Toch zijn er bezwaren, mede

vanwege het financiële kader waarbinnen het plan zal worden uitgevoerd.

Een aantal organisaties spreekt zich uit over de spanning tussen ‘opleiden voor de

arbeidsmarkt’ en ‘opleiden voor doorstroming naar het hbo’. Het actieplan besteedt aan

beide aspecten aandacht, maar brengt geen expliciete prioriteit aan. In de ogen van de

19 Waarin vertegenwoordigd het bedrijfsleven (werkgevers en werknemers), het onderwijs en de kenniscentra. 20 De Wet BIG is de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg.

Page 47: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 47

meeste organisaties kiest de minister echter impliciet voor het accent op doorstroming. De

organisaties die op deze kwestie reageren, kiezen alle voor prioriteit voor het opleiden voor

de arbeidsmarkt. De vakbonden betwijfelen of het plan zonder overheidsregie de sector

voldoende in beweging zal brengen en pleiten voor meer interventies door de overheid.

Reactie op intensivering onderwijs: bezwaar tegen avo-isering

Het verhogen van het aantal onderwijsuren naar 1.000 klokuren per jaar op zichzelf heeft

tot weinig inhoudelijke reacties geleid. De Algemene Onderwijsbond (AOb) stelt dat de

maatregel zal leiden tot overbelasting van de docenten. De MBO Raad beziet de maatregel

vooral vanuit financieel oogpunt en stelt dat deze onbetaalbaar is. De MBO Raad heeft

berekend dat de maatregel 483 miljoen euro kost, terwijl niet meer dan 150 miljoen euro

beschikbaar is gesteld en bovendien een korting van 100 miljoen euro wordt toegepast door

verkorting van de opleidingsduur. Deze reactie is later genuanceerd. In een later stadium

heeft de MBO Raad na nadere afspraken over de belangrijkste zaken overeenstemming met

de minister bereikt.

In de meeste reacties wordt het verhogen van de onderwijstijd direct gekoppeld aan het

verhogen van het aandeel schooluren binnen de onderwijstijd en de doorlopende leerlijn

voor Nederlandse taal en rekenen en – voor niveau 4 – voor Engels. Bijna alle organisaties

zijn van mening dat door deze accentverschuiving de beroepsvorming in het gedrang komt.

De aansluiting met het bedrijfsleven wordt daardoor verminderd, de lat voor een deel van de

deelnemers komt te hoog te liggen (met uitval tot gevolg) en het mbo wordt minder

aantrekkelijk voor potentiële deelnemers. De meeste organisaties wijzen de maatregel

daarom af. Er wordt gesproken van een ongewenste avo-isering van het mbo: te veel

nadruk op de algemeen vormende vakken.

Overwegend negatieve reacties op inkorten studieduur

Hoewel enkele organisaties voorzichtig positief reageren op de algemene gedachte dat de

studieduur verkort zou kunnen worden, vindt men de maatregelen uit het actieplan te ver

gaan. Gevreesd wordt dat door het inkorten van de opleidingen de praktijkvorming in de

knel komt. Bovendien kan de maatregel de prikkel tot excelleren wegnemen: er is alleen tijd

voor het hoognodige. Inkorten van een aantal opleidingen zou in strijd komen met andere

regelgeving – bijvoorbeeld de eisen van de Wet op de beroepen in de individuele

gezondheidszorg – en niet passen bij de eisen die de zwaarte van het beroep stelt. De

Stuurgroep Beroepsonderwijs Bedrijfsleven stelt voor onderscheid te maken tussen

doorstromers en deelnemers die na het mbo aan het werk willen. Voor deze laatste groep is

inkorting ongewenst. De Onderwijsraad waarschuwt voor perverse prikkels die de

bekostiging naar studieduur kan oproepen, zoals het inschrijven van deelnemers op een te

laag niveau om te bewerkstelligen dat zij toch vooral snel een diploma halen.

Gemengde reacties op vereenvoudigen kwalificatiestructuur, verminderen aantal

opleidingen en regionale taakverdeling

Een aantal organisaties onderschrijft de noodzaak van vereenvoudiging en vermindering,

maar er zijn ook organisaties die stellen dat een zekere vereenvoudiging misschien wel

mogelijk is, maar dat de minister daarin niet moet doorschieten. Een te grote indikking

maakt dat de deelnemers, maar ook het bedrijfsleven, zich onvoldoende meer in de

opleiding zullen herkennen.

Page 48: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

48 ecbo Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo

De Stuurgroep Beroepsonderwijs Bedrijfsleven is weliswaar voorstander van indikking, maar

heeft een iets andere procedure voor ogen dan het actieplan. De Stuurgroep ziet een

grotere rol voor de kenniscentra dan de minister.

De regionale taakverdeling, dat wil zeggen het maken van afspraken over het verdelen van

de opleidingen over de instellingen, heeft tot relatief weinig reacties geleid.

Beëindiging drempelloze instroom niveau 2 en eigenstandige positie niveau 1

ondersteund

De beëindiging van de drempelloze instroom in niveau 2 is een van de weinige maatregelen

die door iedereen wordt verwelkomd. De sector had er zelf ook al om gevraagd. Wel vraagt

het CNV zich af of via de VM2-projecten – waarin deelnemers via één curriculum vmbo en

mbo kunnen combineren tot een startkwalificatie – de deur naar een drempelloze instroom

toch niet weer op een kier zet. In het actieplan meldt de minister dat zij deze projecten wil

voortzetten en toe wil naar een wettelijke verankering van samenwerkingsarrangementen.

De eigenstandige positie van niveau 1 wordt eveneens door de meeste organisaties

ondersteund. Dat geldt ook voor het feit dat niveau 1 wel binnen het mbo-bestel blijft

ingebed. Wel wordt opgemerkt dat de uitwerking van de maatregel nog niet zeer concreet

is. De Onderwijsraad wijst het voornemen van de minister om een maximumbudget in te

stellen af. En het CNV benadrukt dat een goed aanbod voor deelnemers aan niveau 1 een

gezamenlijke verantwoordelijkheid van OCW, VWS en gemeenten moet zijn. De AOb stelt

dat ook deelnemers op niveau 1 naar de arbeidsmarkt moeten worden toegeleid.

Het actieplan evenmin als de reacties noemen in dit verband de zogeheten VOA-gelden

(Voorbereidende en Ondersteunende Activiteiten), de middelen waarmee instellingen

deelnemers op niveau 1 en 2 kunnen helpen hun opleiding succesvol af te ronden. In 2010

was hiervoor een budget van 140 miljoen euro beschikbaar.

Over de mogelijke selectie bij doorstroom naar het hbo hebben niet alle organisaties zich

uitgesproken, mogelijk omdat de wenselijkheid daarvan nog onderzocht zal worden. Maar de

mening van de organisaties die zich wel hebben uitgesproken, loopt uiteen van instemming

tot afwijzing.

Reacties op verhoging kwaliteit examens in grote lijnen positief

Aan deze maatregel hebben de meeste organisaties weinig woorden besteed, maar de

reacties zijn positief. De Onderwijsraad doet een aantal nadere uitvoeringsaanbevelingen.

De Stuurgroep Beroepsonderwijs Bedrijfsleven waarschuwt voor een te bureaucratische

aanpak en stelt dat met een hogere examenkwaliteit het toezicht van de inspectie

verminderd kan worden.

Aansturing vavo door het Rijk en maatregel educatiebudget wordt gewaardeerd

De organisaties zijn blij dat het Rijk de vavo op deze wijze binnen het publieke domein

houdt en de marktwerking in de ijskast wordt gezet. Sommige organisaties hadden gewild

dat ook de educatie onder de aansturing van het Rijk was gebracht, maar in ieder geval

waarderen zij het dat ook hier de marktwerking vooralsnog wordt ingeperkt.

Professionalisering docenten positief ontvangen

De reacties zijn positief; niet alle organisaties zijn op dit onderdeel ingegaan.

Page 49: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 49

Veel bezwaren tegen invoeren leeftijdsgrens voor bekostiging

Deze maatregel heeft tot veel commotie geleid. Zoals eerder aangegeven, heeft de minister

daarop een nieuw arrangement ontwikkeld. Voor vele organisaties gaat ook dit arrangement

niet ver genoeg. Zij pleiten ofwel op inhoudelijke ofwel op financiële gronden voor publiek

onderwijs zonder leeftijdsgrens.

Overige reacties

Op de overige maatregelen zijn weinig tot geen expliciete reacties gegeven in de

geanalyseerde documenten. Aangenomen mag worden dat ze door de organisaties niet als

een groot bezwaar worden gezien.

Page 50: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

50 ecbo Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo

Page 51: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 51

Bijlage 3: Maatregelen actieplan in schema21

21 Bron: Actieplan Focus op vakmanschap 2011-2015.

5

Verkorting

opleidings-

duur

Betere

coaching

1000/850

klokuren

Betere

loopbaan-

oriëntatie

Naming and

shaming

Doorlopende

leerlijn taal

en rekenen

Intrekken

licenties

Meer centrale

examens

Engels

verplicht in

mbo 4

Leraren-

register

Professioneel

statuut

Verplicht

keurmerk

examens

Prestatie-

beloning

Verplichte

bijscholing

Inschrijven

op domein

Samen-

hangende

kwalificatie-

structuur

Drie jaar

vastleggen

kwalificaties

KBB’s voeren

uit

Meer

samenwer-

king vmbo

Geen onder-

grens aantal

deelnemers

Pilots met

autoriteit

Regionaal

opleidings-

aanbod

Beter onderwijs,

betere examens,

betere docenten

Betere

examens

Betere

docenten

Minder

opleidingen

Beter

onderwijs

SBB

ontwikkelt

Actieplan OCW: Focus

op vakmanschap

Verhoging kwaliteit

onderwijs

Verminderen complexiteit

BVE

Besturing en bedrijfs-

voering op orde

Einde

drempelloze

instroom 2

Vavo door

Rijk

aangestuurd

Entree-

opleiding (1)

met eisen

Betere positie

certificaten

Betere positie

RvT

Verplichte

benchmark

Actieplan Individuele

prestatie-

afspraken

Bekostiging

naar duur

opleiding

Proportioneel

toezicht

Sterker

intern

toezicht

Betere

prestaties

instelling

Actieve

overheid

Invoering

leeftijdsgrens

bekostiging

Page 52: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

52 ecbo Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo

Page 53: Ontwikkelingen en maatregelen in het middelbaar beroepsonderwijs · 2020. 1. 3. · Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 5 Inleiding De onderwijswereld in het middelbaar

Ontwikkelingen en maatregelen in het mbo ecbo 53

Lijst met afkortingen

AOb Algemene Onderwijsbond

Aoc Agrarisch opleidingscentrum

Avo Algemeen vormend onderwijs

Bbl Beroepsbegeleidende leerweg (mbo)

BIG Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg

Bol Beroepsopleidende leerweg

Bve Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

Cao Collectieve Arbeidsovereenkomst

COROP Coördinatie Commissie Regionaal OnderzoeksProgramma

DUO Dienst Uitvoering Onderwijs

Ecbo Expertisecentrum Beroepsonderwijs

EI&L Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

Evc Erkenning van Verworven Competenties

Ict Informatie en communicatietechnologie

Hbo Hoger beroepsonderwijs

Mbo Middelbaar beroepsonderwijs

OCW Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Po Primair onderwijs

Roc Regionaal opleidingencentrum

RvT Raad van Toezicht

SBB Stichting Beroepsonderwijs Bedrijfsleven

Vmbo Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs

Vavo Voortgezet algemeen volwassenenonderwijs

Vo Voortgezet onderwijs

VOA Voorbereidende en Ondersteunende Activiteiten

VWS Volksgezondheid, Welzijn en Sport

WNT Wet normering topinkomens

Zat Zorgadviesteam