Ontwikkeling, gedrag en sociaal functioneren bij personen ......Ontwikkeling, gedrag en sociaal...

40
Ontwikkeling, gedrag en sociaal functioneren bij personen met Velo-Cardio- Faciaal Syndroom (del22q11) VCFS team CME-UZ Gasthuisberg [email protected]

Transcript of Ontwikkeling, gedrag en sociaal functioneren bij personen ......Ontwikkeling, gedrag en sociaal...

  • Ontwikkeling, gedrag en sociaalfunctioneren bij

    personen met Velo-Cardio-Faciaal Syndroom (del22q11)

    VCFS team CME-UZ Gasthuisberg

    [email protected]

  • Factoren die van invloed zijn opde ontwikkeling van het kind

    Omgeving

    OpvoedingRijpingCulturele

    achtergrond

    SchoolErfelijkeaanleg

    bvb. VCFS,Turner syndroom,Aarskog, Noonan, …

  • Een kind met eenontwikkelingsprobleem

    • Heeft noden/behoeften op verschillendedomeinen (medisch, cognitief, psychosociaal…)

    • De combinatie van deze verschillendebehoeften/noden impliceert:

    – Multidisciplinaire en gecoördineerdezorg

    – Expert team

  • Belang van vroege diagnose van ontwikkelingsproblemen

    • Vroege diagnose is belangrijk vooraanvaarding en verwerking

    • Coördinatie van multidisciplinaire zorgvoor kind en ouders

    • Anticiperen en aanpak

  • Casus

    • Wout, 4j.6m., 2de KK• Kleine gestalte• Nasale spraak, moeilijk verstaanbaar• Kleuterjuf: motorisch ‘onhandig’,

    trager werktempo• Aandacht en werkhouding

    VCFS

  • 58

    18

    3844

    58

    17

    0

    10

    20

    30

    40

    50

    60

    70

    0-2 yrs 3-6 yrs 7-12 yrs 13-18 yrs 19 yrs + died

    Leuvense” VCFS groep (n=250)

  • 1. Motoriek2. Spraak en taal3. Verstandelijke ontwikkeling en

    “leren”4. Gedrag en sociaal functioneren

    Overzicht:

  • 1. Motorische ontwikkeling in del22q11

    • Hypotonie• Vertraagde motorische mijlpalen• Grove motoriek: problemen met

    evenwicht en coördinatie• Fijne motoriek: problemen met oog-

    handcoördinatie, schrijven, tempo-problemen

  • Figure 2: Distribution of centile scores of Gross Motor, Fine Motor and Total Motor scores in the del22q11 group (n=11) and the control group (n=19)

    0

    10

    20

    30

    40

    50

    60

    70

    80

    90

    100

    cent

    ile s

    core

    s

    Del 22q11 group Control group

    FM TM GM

    Figure 1: Distribution of centile scores of Gross motor, Fine Motor and TotalMotor scores in the VCFS group (n = 11) and the control group (n = 19)

    (Swillen et al., 2005, DMCN)

  • Begeleiding (motoriek)• Stimuleren motorische ontwikkeling

    – Kinesitherapie– Psychomotoriek

    • Ondersteunen en aanpassingen– GON type 4

  • 2. Logopedische aspecten

    • slappe spiertonus• communicatieprofiel: zeer variabel • universele vertraging in taalverwerving:

    – eerste woordjes: 45% tussen 3-4;11 jaar

    • 62% van de kinderen met VCFS vertonen ernstige en complexe spraakstoornissen

    • 75 % van de kinderen met VCFS vertonen VPI (nasaliteitsproblemen)

  • typisch VCFS

    typisch VCFS

    26-51%

    20%

  • logopedische behandeling VCFS

    • algemene principes belangrijk bij kinderen met VCFS:– ‘total communication approach’: combinatie van

    • orale communicatie, taaltherapie• non-verbale communicatie, gebarentaal (SMOG)• articulatietherapie• nasaliteitstherapie• mondmotorische therapie• multi-sensorische therapie: verbaal, visueel, tactiel,

    auditief, manueel, grafisch, …

    – GON type 7

  • chirurgische behandeling VCFS

    heroriënteren levatorspieren (bij submuceuzespleet)

    push-back van het verhemeltefarynxplastie

  • 3. Verstandelijke ontwikkeling en « leren » bij del22q11

    • grote verscheidenheid in verstandelijke ontwikkeling

    • geen invloed van CHD op IQ• meer verstandelijke handicap binnen groep « familiale deletie »

  • Kleuters (3-6 jaar) n = 31

    BKO19%

    KO81%

    KO BKO

  • lagere school (7-12 jaar) n = 55 T44%

    T816%

    T220%

    T131%

    LO29%

    LO BO T8

    BO T1 BO T2

    BO T4

  • Secundair onderwijs (13-18j) n = 48

    BUSO OV12%

    BUSO OV325%

    BUSO OV235%

    SO38% SO

    BUSO OV3BUSO OV2BUSO OV1

  • 48 72 96

    TI Q

    0

    0.01

    0.02

    0.03

    Density

    Intelligentiegegevens (n=103)

    Gemiddelde TIQ: 73,48 (SD 11,73) (range 50-109)VIQ > PIQ

    De Smedt et al., 2007, JIDR

  • Intelligentieprofiel (n =103)• gemiddelde TIQ 73.48 (SD 11,73) (range 50-109)• 75 % VIQ>PIQ

    25% PIQ > VIQ• Klinische discrepantie (>15 IQ points) ?

    23/103 = 22.33 % (meest VIQ>PIQ)

    Lager PIQ te wijten aanzwak visueel-ruimtelijkinzicht, zwakke visuele perceptieen traag tempo

  • Leerprofiel• VIQ > PIQ• concreet denken• moeite met redeneren en probleemoplossend

    denken• meer tijd nodig om nieuwe leerstof te integreren• zwakke aandacht en concentratie• visueel-ruimtelijke, visueel-motorische en visuele

    perceptieproblemen• sterk (verbaal) geheugen

  • Leerproblemen in VCFS

    Kleuterleeftijd:• voorbereidende rekenvaardigheden• aandachtsproblemen• visuele perceptieproblemenLagere schoolleeftijd:• begrijpend lezen• rekenen: vraagstukken,

    probleemoplossend denken• aandachtsproblemen

  • Visuele perceptie problemen ?

    • Langere tijd nodig om visuele informatie te verwerken

    • Verkeerd interpreteren van visuele prenten (onconventioneel oogpunt)

    • Problemen met hoofd- en bijzaken

  • Zoek de verschillen

  • Adviezen voor leerbegeleiding• Vroegtijdige interventie (logopedie, visueel-

    ruimtelijk/planning; motorische vaardigheden)

    • Rekening houden met extra medische problemen (gehoor, hartproblemen)

    • Veilige, gestructureerde omgeving (langere aanpassing, voorspelbaarheid, nood aan bevestiging)

    • Leerbegeleiding (verbaal en visueel, individueel)

    • Bij visuele perceptieproblemen:– aanpassen leermateriaal en leeromgeving

    – kind visuele strategieën aanleren

  • 4. Gedrag en sociaal-emotionele ontwikkeling

    • teruggetrokken/verlegen• lief en aanhankelijk• emotioneel erg wisselend

    • angsten

    • sociaalonhandig/ASS ?

  • Bijkomende problematieken

    • AD(H)D: 1/3 van kinderen met VCFS• Autismespectrumstoornis: 1/6 van

    kinderen met VCFS• Angsten: separatie-angst (1/4 – 1/5)• Dwanghandelingen• Fobieën:

    • Insecten• Sociale fobie

  • Aandachtsstoornissen: al dan niet medicatie ?

    • Klinische indicatie van AD(H)D symptomen is noodzakelijk (ouders en leerkrachten)

    • Omgeving aanpassen (structureren, prikkels verminderen, enz..)

    • Bij opstarten medicatie: altijd eerst dubbel blind periode

    • Resultaten wijzen op goed effect van Rilatineop AD(H)D symptomen: duidelijke vermindering van de klachten

    • Geen of weinig neveneffecten

  • ADHD-total

    0

    0,5

    1

    1,5

    2

    2,5

    3

    3,5

    1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11

    subjects

    AV

    L-sc

    ores

    basis ADHD-totaalplacebo ADHD-totaalrilatine ADHD-totaal

    Effect van Rilatine op AD(H)D symptomen

  • Sociaal onhandig –

    autisme spectrumstoornis ?

  • Personen met VCFShebben moeite met

    het juist herkennenvan basisemoties

  • Wat kunnen we doen ?

    1. Leren juist interpreterenvan gelaatsuitdrukkingen

    2. Het aanleren en/of verbeteren van sociaal vaardig gedrag

    3. Omgeving aanpassen

  • • Op maat van het kind/jongere

    • Rekening houden met:– ontwikkelingsfase en leeftijd– mentale mogelijkheden– al dan niet bijkomende problematiek: ADHD,

    autismespectrumstoornis, angsten enz……

  • Wat heeft een persoon met ASS Wat heeft een persoon met ASS nodig?nodig?

    Kennis van ASS Begrip Aanpassingen Tijd Ruimte

    rust

    visualisatie

    Veilig-heid

    Afspra-ken

    Eigen leerstof

    Veel aandacht

    Weinig prikkels

    Kleine groep

    Afkoel-ruimte

  • Advies voor begeleiding(gedrag en sociaal functioneren)

    • Veilige, voorspelbare omgeving• Goede follow-up met extra aandacht

    voor – aanleren sociale vaardigheden– leren omgaan met leeftijdgenoten– zelfbeeld/zelfwaardering (eigen hobby !!)

  • Adviezen voor begeleiding

    • Bij bijkomende problematiek (AD(H)D, ASS, angsten..):– Omgeving aanpassen (minder stress, meer

    voorspelbaarheid…)– Opvoedkundige adviezen, GON– Medicatie (opvolging door kinderpsychiater)

  • Algemeen besluit

    De zorg voor personen met VCFS• multidisciplinaire aanpak• samenwerking met families• samenwerking met hulpverleners• is gebaseerd op gefundeerd onderzoek

    en follow-up

  • Voor meer informatie:

    Centrum voor Menselijke ErfelijkheidUZ GasthuisbergHerestraat 493000 Leuven016/[email protected]