ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en...

86
OVER HET ONTWERP VA WET OP HET LAGER ONDERWIJS.

Transcript of ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en...

Page 1: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

OVER HET

ONTWERP VA WET

OP HET

LAGER ONDERWIJS.

Page 2: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het
Page 3: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

OVER HET

OINTWERP VAN WET

OP n ET

LAG Ell ONDERWIJS.

DOOR

GROEN VAN PRINSTERER.

'S GRAVENHAGE,

DE GEBROEDERS VAN CLEET

1 857.

Page 4: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

GEDRUHT BIJ DE GEBBOEDEES VAN CLBEF•

Page 5: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

QGY,})01-

Ife1 On1werp van wet is 117t kelaas! Wet. Jive de

uitgaqf mijner clligschryZen, ills gestoten werk en in ver-

band met de delver dagen iii het Licht verschenen Advie-

zen , 1 eene bijdrage s'iju 1er overweging : , met hel

oog op de ware belavgen van Nederland en Oranje en op

christen* pligtbetradding, de kleine minderheid, op wier

bezwaren in en lmilen de Kamer niet geantwoord en naan-

welijks gele1 werd , ongel0 of gelijk had?

12 September 1857.

-

1 =2 e ;2' allowing. (La.ger onderwijs 1857.1

Page 6: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het
Page 7: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

T. E, nzelvigheid van het Ontwerp met dat van 185G. 131z. 1.

Dezelfde wet in dc hoofdgedachte, gewijzigd naar het Verslag

van 1856, enkel voor do lens met het woord chrislelijk vcr-

sierd, en waarin een verzoeningsmiddel (Rijkssubsidie van bij-

zondere scholen telkens bij de wet), noch voor uitvoering, noch

zelfs voor aanneming vatbaar, voorgespiegeld werd. Dezelfde

wet waartegen het petitionnement gerigt was, dezelfde wet waar-

tegen de Koning zich verklaard heeft, dezelfde wet waartegen

het Vaderland door het Ministerie zou worden beschermd.

H. Eenzelvigheid van het Voorloopig Verslag der Tweede

Kamer met dat van 1856 Blz 39.

De invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging

van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het

zwichten van bijkans iedereen, 1. het scherper formuleren der

hoofdgedachte, c. de laatdunkendheid jegens elk die tegen dit

stelsel bezwaar heeft, d. het verbloemen van het persoonlijk

aandeel des Konings in den weerstand tegen de wet, e. de

smadelijke vermelding van het petitionnement. — Het woord

christelijk , waar enkel van een Christendom zonder Christus sprake

kan zijn, misbruik van een heiligen Naam, onzedelijk en gevaar-

liik woordenspel.

Page 8: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

VIII

III. Gevaar en onregt eener vrije werkzaamheid, op de ge-

mengde school , van den christelijken. faktor. Blz. 79.

Vrijheid; zoo dat ieder onderwijzer, , onder toezigt of ooglui-

king van schoolopziener en gemeenteraad, bevoegd is te bepalen

wat te christelijk en wat christelijk genoeg is; in welke qualiteit

van Christendom Jood en Christen homogeen zijn, en welk

quantum van christelijkheid niet te weinig aan den Christen en

niet te vcel aan den Israeliet geeft. Vrijheid ; z66 dat onbeperkte

vrijheid der luimen van de plaatselijke meerderheid, vereeniging

van actualiteit en localiteit, op gewetensdwang uitloopt. Vrijheid;

leervrijheid voor elken onderwijzer, , gerugsteund tegen de klag-

ten der ouders door eerie partij die de overmagt heeft; leervrijheid, dat is hoordwang voor het arme Volk, in de School als in de Kerk.

1V. Verloochening van antecedenten . . . . Blz. 123.

Betoog dat de Minister van Justitie (die de onmogelijkheid

eener christelijk-gemengdes school zelfs voor Roomsch-Katho-

lijken en Protestanten, eer en totdat hij Minister werd, in het

licht gesteld had) door plotseling verloochenen zijner antece-

denten, een voorbeeldelooze en met den grondslag van elk Gou-

vernement strijdige daad heeft gepleegd ; minder ten gevolge van

rijp beraad, dan wel in den drang van het oogenblik en onder den

invloed zijnerpensee intime over het wezen en de onderlinge ver-

houding van Staat en Kerk.

V. De schadelijke werking der individualistische theorie in

het politiek overleg zigtbaar . ..... Blz. 169.

Bij de aanwijzing van den aard en invloed dezer theorie, werd

tevens (in verband met de Memorie van beantwoording) toege-

licht de oorzaak, de bedoeling en de uitkomst der handelwijze

van den Minister , zoowel als de houding der kleine minderheid

en het rcgtmatige van haar beroep op de christelijke conscientie

en van den Minister en van het Nederlandsche Volk.

Page 9: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

Het Lager Onderwijs is voor mij steeds , bij voorkeur, een

onderwerp van behartiging geweest ; ook in den strijd van

het vorige jaar , ten gevolge waarvan dit Ministerie gevormd

werd, heb ik met eenigen ijver gedeeld. Door de handelwijs

van het Kabinet en de thans ingekomen voordragt zijn we

in den meest zonderlingen en hagchelij ken toestand geraakt;

het zou daarom ook mij ten verwijt kunnen strekken ,

wanneer ik den tijd die voor de openbare beraadslaging nog

overig blijft, zonder eenige poging om een doeltreffend over-

leg voor te bereiden, liet voorbijgaan.

Als lid der Tweede Kamer, als medeverdediger ook daar

van een eigen stelsel, wensch ik dat, reeds v66r de discus-

sie , onze denkwijs over het ontwerp juister geconstateerd

zij dan, bij de meeste zucht om onpartijdig te zijn, mo-

gelijk is in een Voorloopig Verslag. 1

Doch vooral zou ik gaarne, ter verkrijging, ook thans

Althans nu onze rigting, ook ditmaal , in de Commissie van Rappor-teurs geen vertegenwoordiger heeft. In het Verslag van 1856 werd zelfs geen acht gegeven op de onderscheiding, waaraan door ons telkens is

herinnerd: „Wij verlangen geen Gezindheidsscholen , maar scholen voor

de Gezindheden bruikbaar."

1

Page 10: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

nog , van een ernstig overleg in de Kamer omtrent de vraag

die tot dus ver bovenal aan de orde geweest is en die , ondanks

alle verrassende wendingen van politieken aard , bovenal aan

de orde behoort te zijn , de belangstelling opwekken van

alien wien het , niet in naam , maar in waarheid om christe-

lijke Volksopvoeding te doen is.

Het Ministerie heeft zich , met gedweeheid , naar den eisch

der Kamer gevoegd.

De voordragt is ingerigt , zoo als, blijkens bet Verslag

van 1856 , de groote meerderheid der Kamer verlangt.

Dit is ireni8chel taktiek. De Kamer zal , wie twijfelt er

aan ! berusten in het voorstel van het Ministerie , nu het

Ministerie berust in al wat aan de Kamer gevalt.

Het vredesverdrag , nu het aanbod van onderwerping gedaan

is , kan door de Kamer worden geteekend ; het pleit is beslecht ;

alleen over bijzaken loopt het verschil. De invloed dezer

eensgezindheid op den aard en loop der beraadslaging zal

groot zijn. Zoo wij de vermetelheid hebben op te komen

tegen het stelsel zelf, tegen de gemengde school voor alien ,

voor Protestant en Roomschgezinde, voor Christen en Israe-

liet , zal dit beschouwd worden als halsstarrig en nutteloos

terugkomen op een zaak die afgedaan is. Er zal op de

redenen van hen die de heer Thorbecke, met het oog op

de talrijkheid zijner eigen volgelingen , het kleine hoopje

genoemd heeft, gelet worden , welligt, als op een klaagtoon,

die men uit medelijden aanhoort , niet als op een betoog dat

antwoord vereischt. Ernstig beraad over het verschilpunt

zelf, waarbij de toekomst van het Vaderland op het spel is ,

I Vrede-aanbrengende. Vrede, maar welk een vrede! Door zwichten verkregen, waar strijd te pas komt. „Van den Minister van Justitie vernam men , niet zonder bevreemding, dat de politiek van het Kabinet, hetgeen met eene bij uitnemendheid polemische task belast scheen , op eene gedachte van verzoening gegrond was." Zie mijue Adviezen. IL 167.

Page 11: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

wordt alleen denkbaar, wanneer zich tegen dit prijs geven

van dierbare regten en belangen , bij een aanzienlijk deel

der Natie , ook nadat de Regering voor de Kamer gezwicht

heeft, met standvastigheid weerzin openbaart. Openbaarma-

king van dien weerzin is te pligtmatiger, nu het Ministerie

de volksstem of publieke conscientie tot den rang van leid-

draad verheft ; nu het van de onderstelling uitgaat dat de

Natie de gemengde school van 1806 , om den christelijken

titel , ook waar het wezen der zaak wegvalt , lief heeft ; nu

onze Roomschgezinde landgenoot , om deze veronderstelde

liefde der Protestantsche bevolking, dit systeem voor een

noodzakelijk kwaad houdt.

1k ontveins mij niet dat we den strijd met ongelijkheid

van krachten te gemoet gaan.

Tedereen verwachtte dat dit Ministerie, aan zijn histori-

schen oorsprong gedachtig , aan de antecedenten van den heer

van der Brugghen , vooral ook als lid der Kamer , getrouw,

met de christelijk-historische rigting , aan het verkrijgen ,

zooveel mogelijk , van afzonderlijke scholen bevorderlijk

zijn zou.

Maar neen.

Het Ministerie , dat voor de impopulariteit der anti-

revolutionaire partij beducht was , heeft met haar gebroken

op 5 Julij , is hierop door hetgeen men de groote Protes-

tantsche partij gelieft te noemen , met juichtoonen begroet ;

en, nadat het nu en dan met half uitgetogen zwaard tegen

Merkwaardig is de met onmiskenbaar talent geschreven brochure het Nationaal Afinisterie (Amst. bij Brinkman); waarin men, weinige dagen , zoo ik mij wel herinner, , na de sluitingsrede, het oirbaar keurde zelfs persoonlijke beleediging jegens mij te vlechten : terwijl van den heer van der Brugghen gezegd werd : „ schoon door banden van oude vriend-

schap welligt nog gehecht aan de hoofden der anti-revolutionaire partij , staat hij inderdaad meer tegenover die partij dan aan hare zijde."

Page 12: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

4

de Tweede Kamer gestaan had , zien wij , aan het einde

van den veldtogt , dat het Ministerie en het groote leger

(als of overloopen aan pverwinnen gelijk was) naast den

vijand, nu geen vijand meer , tegenover ons post vat.

Dit is eene teleurstelling.

Eene uitnemende • positie , door veeljarigen arbeid ver-

kregen , werd in weinige dagen verspeeld.

Het gevaar is verdubbeld. De wederpartij (door het over-

eenstemmen van vrijzinnigen en Itoomsch-Catholijken reeds

te voren zoo magtig) is in 1857 versterkt door velen die

in 1856, met een overvloed van redeneringen , storm liepen

tegen dezelfde wet.

Dubbel gevaar dreigt ons. Niet vertwijfeling , maar ver-

dubbeling van onvertsaagdheid en van werkzaamheid moet

hiervan het gevolg zijn.

Ook zijn we nog niet nit het veld geslagen, al is het

dat wij voormalige bondgenooten tegen ons gekant zien. 1k

aarzel niet toepasselijk te waken wat ik vciOr jaren gezegd

heb : in ons isolement ligt onze kracht." Wie hebben ons

verlaten ? degenen die door bijoogmerken geleid werden, de

politieken , en zij wien het aan vastheid van overtuiging

en beginselen ontbreekt. Er is geen verlies , er is winst in

zoodanigen De wet wordt er niet beter om , wanneer menigeen, bij

gewijzigde omstandigheden en kansrekening, gelijken ijver,

nu in het doordrijven, als tom in het afweren , betoont.

De wet zal, ook in 1857, niet tot stand komen, indien

duidelijk gemaakt wordt dat het dezelide we is.

Dezelfde wet waartegen het petitionnement gerigt was;

dezelfde wet waartegen de Koning zich verklaard heeft ;

dezelfde wet waartegen het Vaderland door dit Ministerie

zou worden bescherrad.

Page 13: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

De schadelijke wet herleeft ; dan herleeft ook de pligtma-

tigheid der oppositie.

Dan is elk wapen der redenering , dat tegen het vorig

ontwerp gerigt werd , ook tegen dit ontwerp bruikbaar. 1

Dan hebben wij in twee historische feiten een onwaardeer-

baar steunpunt.

Het eerste is de kreet der verontwaardiging van een groot

en achtenswaardig gedeelte der bevolking.

Het tweede is het eigen woord des Konings. 1k zeg er

nu alleen dit van. Deze voordragt is het werk der Ministers

zij mogen zich diets makers dat er tusschen de twee ont-

werpen verschil is; zij mogen geen voet geven aan de on-

derstelling, als of Z. M., om de veranderlijkheid hunner

eigen zienswijze, de verklaring reeds had ingetrokken die

aanzijn aan het Kabinet gaf.

Ook in dit schriftelijk vertoog kan ik mij aan de smar-

telijke pligt niet onttrekken om inzonderheid den Minister

Ik zal mij dus ook veroorloven , en nu in 't algemeen , en meermalen in den loop van dit opstel, meer bepaaldelijk te verwijzen naar hetgeen ik , in 1856 en onlangs , ter bestrijding van het stelsel der vorige , dat is , tevens van deze wet, in het licht gaf.

a. De Tweede Kamer en de verzoekschriften, waarin ik getracht heb eene historische bijdrage te leveren over den aard van den weer-stand tegen de onderwijswet.

b. Aan de Kiezers; acht vertoogen daaronder : n°. 6 „ Moet voortaan de Bijbel uit elke Volksschool worden geweerd ?" n°. 5 „Wat hebt gij liever : de godsdienstelooze of de afzonderlijke school ?" Vooral ook n°. 3: „Is in de Volksopvoeding een Christendom waaraan de Israeliet niet te veel heeft , voor den Christen genoeg?" Misschien wordt ook aan het opstel n°. 4 : „De oppositie regerende partij" door de omstandigheden van 1857 eigenaardige verschheid verleend.

c. De eerste aflevering van het tweede deel mijner Adviezen ; waarin het-geen van 1849 tot 1856 over het Lager Onderwijs door mij gezegd werd , zamengebragt is.

2 Ter waardering van het petitionnement , dat men nu liefst in min-achting zou willen brengen, zie mijne rede van 28 April 1856.

Page 14: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

6

van Justitie te bestrijden ; voorstander nu, helaas ! der chris-

telijk-gemengde school, van wier verderfelijkheid lij te

voren overtuigd was. Ik wensch daarbij te doen blijken dat

ik hem hoogachting en liefde toedraag ; ook na al het ge-

beurde ; omdat zelfs de gestadigheid zijner ongestadigheid

bewijs te meer geeft van hetgeen ik in de Tweede Kamer zeide:

it hij is een exceptioneel mensah en kan doen wat in een

ander onopregt zijn zou , zonder onopregtheid. ll Begrippen,

mijns inziens , gevaarlijke dwaalbegrippen , omtrent de natuur

en verhouding van Kerk en Staat, brengen hem tot praktische

resultaten waarin hij , geloovig Christen, met het nee plus ultra van ongeloovige rigtingen overeenstemt. 1 In verband hiermede

en met eene gemoedelijkheid, die op den stroom der indrukken

van jaar en dag en oogenblik afdrijft , is eene handelwijs

verklaarbaar, waarvan , met het oog op de roeping van dit

Kabinet en op de onderlinge verhouding der partijen , te

vergeefs in de parlementaire jaarboeken een tweede voorbeeld

Scherp , te scherp van uitdrukking welligt , maar zeer behartigenswaard is hetgeen men dezer dagen in eene Courant las : „Ter vernietiging van den invloed van de waarheden des Christendoms, ried Sue aan de vestiging van eene „ rationalistische associatic ter verspreiding van het Unitaris-mus, van die protestantsche sekte , die de godheid van Christus en de openbaring der H. Schrift loochent, op het voetspoor van Feuerbach en Strauss, van Channing en Newman , van Scholten en Zaalberg , van Colanie en Scherer." Ter bestrijding der godsdienstige reactie achtte hij niets nuttiger en noodzakelijker dan het ontluikend geslacht te onttrek-ken aan den invloed en het onderwijs der godsdienst. „Langs welken weg tot dit resultant te geraken?" vraagt de heer Sue. En zijn antwoord luidt: „Door van al de hulpmiddelen gebruik te maken, welke de pers , het spreekgestoelte, de propaganda door het gesproken of gedrukte woord , de wettelijke beroering des lands aanbieden , opdat de publieke opinie van deze onbetwistbare waarheid doordrongen worde : dat de zedeliike,vorming der kinderen met hunne godsdienstige vorming niet het allerminst kan en mag te maken bebben." Het Ministerie in deze concept-wet verlangende , dat de opleiding der jeugd tot alle christelijke en maat-schappelijke deugden niet zamenhange en in geen verbind sta met hare godsdienstige vorming , ml dus wel op de goedkeuring en de erkente-lijkheid van den heer Sue rekening kunnen maken."

Page 15: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

7

gezocht wordt. Doch , terwijl ik gaarne elke verontschuldi-

ging doe geld.en, mag ik niet vergeten dat de aanval nu

bij voorkeur , niet tegen den Minister van Binnenlandsche

Zaken , maar tegen den Minister van Justitie moet worden

gerigt ; dat zijne persoonlijkheid , om hetgeen in 1856 voor-

viel , aan de bestrijding van het ontwerp dubbele kracht

geeft. Dit Ministerie is in hem geconcentreerd. Bij hem ,

gelijk vroeger bij den heer Thorbecke en den heer v. Hall ,

is la pende politipe du Cabinet. Dit Ministerie is het

Ministerie van den heer van der Brugghen. Hij werd gere-

kend zich over de levens-quaestie , het onderwij s , met den

heer Simons te hebben verstaan , en voorts bestond de homo-

geneiteit hierin dat het meerendeel der ambtgenooten tot schier

lijdelijk aanschouwen eener proefneming die zij voor onmoge-

lijk hielden , naar het schijnt , ter naauwernood werd °verge-

haald. 1 1k weet dat ook de heer v. Rappard , nu hij het

standpunt der lijdelijkheid verlaat , gebonden is aan de

koninklijke gedachte die door den Minister van Justitie

aanvaard is ; dat hij de wet verdedigt, als lid niet van het

vorig Ministerie maar van dit Kabinet ; dat hij , ter weg-

neming van het in 1856 gerezen bezwaar , de onafgedane

taak niet van den heer v. Reenen , maar van den heer

Simons opvat. Evenwel moet worden herinnerd dat bij uit-

nemendheid ,. mar alle regels van ministeriae verantwoorde-

lijkheid aansprakelijk is en blijft , niet hij , die, nog op 30

April 185,6, bij monde van den heer v. Hall , verklaard heeft

voor de wet pal te zullen staan „ maar de heer v. d. Brugghen

„ De Ministers , welke thans in dit Kabinet zitting hebben , zonder

zich nog te verbinden tot goedkeuring van de middelen die door den

Minister van Binnenlandsche Zaken zullen worden voorgesteld, hebben

zich bereid vel klaard om het hunne te doen ten einde mede te werken

om den wensch des Konings te verwezenlijken, zoo daartoe mogelijkheid

bestaat, eene mogelijkheid welke bij mij allezins gerekend worth aanwe-

zig te zijn." Rede van den Minister v. Justitie v. 24 Sept. 1856.

Page 16: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

8

die bij den Koning geroepen werd om pal te staan tegen

de wet , en die het Ministerie zamengesteld heeft , ten ge-

volge van het door hem aan de Tweede Kamer medegedeelde

feit : Z. M. had bij herhaling te kennen gegeven dat , al

m.ogt ook de wet worden aangenomen , Z. M. zwarigheid

zou moeten maken om aan die wet zijne Koninklijke

sanctie te geven. H

Aan die wet.

De Koning zou zwarigheid moeten maken om aan die

wet zijne sanctie te geven, en zie hier dezelfde wet.

Het is ongelooflijk , het is onmogelijk.

Zoo beweert men ! Welnu, laat ons nagaan of niet het

ongelooflijke, het onmogelijke geschied is.

Het is dezelfde wet.

Dit zal , dunkt me , onwedersprekelijk zijn , wanneer

Art. 21 , waarop eigenlijk de gansche strijd neerkomt, door

het ontwikkelen van vier stellingen toegelicht wordt.

1. Het is dezelfde wet ; in de hoofdgedachte aan het vorig

ontwerp gelijk.

2. Het is dezelfde wet ; gewijzigd naar de voorschriften

der Tweede Kamer in het Voorloopig Verslag van 1856.

3. Het is dezelfde wet ; enkel voor de lens , met het

woord christelijk versierd.

4. Het is dezelfde wet ; met voorspiegeling van subsidie

aan bijzondere scholen, in een alinea dat , noch aange-

nomen , noch, zoo het aangenomen wierd , ten uitvoer

kan worden gelegd.

Page 17: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

9

1. Het is dezelfde wet; in de hooldgedaekte aan het vorig

ontwerp gelijk.

In de hoofdgedachte is geenerlei verschil. Immers op welken

grondslag heeft de heer van Reenen de voordragt , zoowel van

1855, als van 1854 gebouwd ? op de tegenstelling reeds in

November 1853, met de meeste openhartigheid gemaakt, tus-

schen ehristelijke opvoeding en het algemeen standpunt ,

waarvan geen afwijking, zeide hij , aan de Regering vergund is. 1

Eenheid , algemeenheid der Volksschool voor alien ; waarbij

al wat het Christendom kenmerkt , namens den onzij digen

wetgever , als eenzijdig en sectarisch , als leerbegrip eener

Gezindte , als kerkelijke specialiteit , wegvalt. Van dit

standpunt wijkt ook deze wet niet af.

Dezelfde hoofdgedachte. Dezelfde die ik den 25 September,

gelijk ze ook van het Verslag der Tweede Kamer voorkomt ,

als heilloos , bestreed. 2

Dezelfde hoofdgedachte. Er is geen verandering van sys-

teem. Maar dan is de zeer eenvoudige gevolgtrekking : er

had ook geen verandering van Minister behoeven of behooren

te zijn. De heer van Reenen is ontslagen. Waarom ? de

heer v. d. Brugghen heeft het in de Tweede Kamer ver-

haald : omdat hij het voor zich onmogelijk achtte om van

zijn standpunt aan den wensch van Z. M. te voldoen. Hij

zou dus niet hebben geweigerd om , wanneer vasthouding

aan zijn eigen standpunt , de gemengde school voor alien

tot eerste voorwaarde van nader overleg gesteld wierd , op

Adviezen. II. 68.

2 „ De hoofdgedachte is heilloos. Waarom ? omdat zij a. uit de yolks-opvoeding het christelijk beginsel verbant , b. de godsdienstlooze school vestigt , c. tegen de Grondwet strijdt , d. de toepassing is der vrijzinnige

theorie , e. ten nadeele der Protestanten de grondwettige gelijkstelling vcrhreekt. " Adviezen. II. 168.

Page 18: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

1 0

nieuw , ook in vereeniging met den heer v. d. Brugghen , te

onderzoeken of er om aan des Konings verlangen to voldoen

mogelijkheid bestond.

Het Ministerie heeft de raadgeving gevolgd die de heer

v. - Zuijlen v. Nijevelt, op 29 Nov., waarschijnlijk zonder

zich met zoodanige volgzaamheid te vleijen, aan den Mi-

nister van Binnenlandsche Zaken, den heer Simons , gaf

/11k neem de vrijheid den Minister een raad, ik geloof een

goaden raad to geven. De Minister heeft reeds zoo veel toe-

gegeven ; hij is reeds zoo ver afgeweken van het primitive

door hem aangenomen standpunt, althans van het standpunt

dat men meende dat bij zijne optreding in het Bewind

door hem moest ingenomen worden , dat ik meen hem te

mogen toeroepen : zet alle valsche schaamte ter zijde, doe

nog eene schrede ; geef ons het ontwerp van uw voorganger

terug ; liever heden dan morgen. En dan durf ik, in dit

speciaal geval , hem den bijstand, de ondersteuning van

de groote meerderheid van deze Kamer met zekerheid voor-

spellen. e

Menig voorstander van dit Ministerie, die zich minder

om het onderwijs dan om de voortduring van een hem wel-

behagelijken politieken toestand bekommert , zal welligt, ter

goeder trouw , over dit beweren van de eenzelvigheid der

voordragten verbaasd en verstoord zijn. 1k zon hem ant-

woorden : Gij wilt niet dat ik dit ontwerp dezelfde wet

noeme. Ach dat het nog slechts , zonder eenige verande-

ring , dezelfde wet ware ! Maar het is dezelfde wet , gewij-

zigd naar het Voorloopig Verslag van 1856 ; mar een

Verslag waartegen in September, bij de merkwaardige dis-

cussie over het A dres , het Ministerie met zoo veel felheid

opkwam dat de vermelding daarvan in de zesde paragraaf,

aan de Kamer, als bewijs van de onoverkomelijkheid der

Move tusschen haar en het Bewind , schier als een wanbe-

Page 19: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

11

drijf, waardoor zij het leven verbeurd had , in rekeuing ge-

bragt werd. 1

2. Het is dezelfde wet ; gewijzigd naar den zin en geest,

en naar de bepaalde voorschriften van het Versiag.

Naar den zin en geest van het Verslag.

Dit Ministerie , waarvan de opkomst aan een oorlogsver-

klaring tegen de meerderheid der Tweede Kamer , in de zaak

van het onderwijs , gelijk scheen , is met die meerderheid

veel meer homogeen dan ooit de heer v. Reenen geweest is.

De Regering doet nu, bereidvaardig en met welgevallen , wat

de heer v. Reenen, volgens zit* opvatting van de Grondwet,

pligtshalve , doch schoorvoetend en met weerzin gedaan heeft.

De heer v. Reenen was niet zeer ingenomen met de openbare

school , gelijk ze , naar zijn inzien , door de G-rondwet ver-

langd wordt. Die gemoedsstemming is blijkbaar in de wijs

waarop hij zich over de vermeende voortreffelijkheden der

gemengde school uitlaat : De Regering acht zich verpligt

om van Staatswege de school in to rigten voor alien ; maar

zonder de bezwaren welke ook aan dat stelsel verbonden

zijn, uit het oog to verliezen; zonder van den omgang der

kinderen van verschillende gezindheden op de openbare scho-

len to hooge verwachting to hebben , of die gemengde scholen

als oefenplaatsen van verdraagzaamheid en eensgezindheid

to willen beschouwen. ll = Doze gemoedsstemming is blijkbaar

1 Daarom zeide de Minister v. Justitie van die paragraaf: „De be-

doeling is dat het Ministerie wel wete dat men hier geconcentreerd heeft

de geheele uitdrukking der verwijdering waarin de Kamer zich zoude

bevinden van het standpunt door het Ministerie aangenomen en hetwelk ,

gelijk ik de eer had to zeggen, den grondslag uitmaakt van de politick

van dit Kabinet. " Adviezen. II. 176.

I Memorie van toelichting der concept-wet van 1854.

Page 20: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

in de voorkeur die hij geeft aan eene opleiding die meer

met de Godsdienst in verband is : ll De Regering erkent dat

het bijzonder onderwijs, goed ingerigt , voordeelen aanbiedt

welke het openbaar onderwijs wegens zijne algemeene strek-

king mist. 1 Van daar de zucht en toeleg, meer zelfs dan ,

naar mijn inzien , de Grondwet toelaat , om het openbaar

onderwijs enkel als toevoegsel , als bijzaak , to doen gelden :

n De Regering is innig overtuigd dat voor de hoogste belan-

gen van Volk en Staat niet zou zijn gezorgd , indien een

wel geregeld openbaar onderwijs ontbrak en alley aan het

bijzondere wierd overgelaten.ff i De openbare school mag niet

ontbreken ; de bevolking moet niet van de wisselvalligheden

der particuliere inrigtingen afhankelijk zijn ; er moet dus ,

in lien zin , van Overheidswege voor een voldoend onder-

wijs worden gezorgd. De ontwikkeling van dit denkbeeld ,

indien zij geoorloofd geweest ware, strookt ganschelijk niet

met hetgeen ik steeds , ter naleving van de Grondwet en

ook in het Staatsbelang , op den voorgrond heb gesteld :

Eene welingerigte openbare school , in den regel tegen

de concurrentie der bijzondere scholen bestand ; evenwel

zoodanige voorstelling zou misschien tot eene voor ons ver-

gelijkenderwijs aannemelijke wet , tot eene wet van voor-

bereiding en van overgang , hebben geleid.

Maar nu dit Ministerie ! het verdedigt, wie zou het ooit

vermoed hebben, con amore, de hoofdgedachte der wet; de

hoofdgedachte van het vroeger in zijne schatting onver-

dragelijk Verslag. Het blijkt, nu althans , wat door menig-

een, voor het inkomen van de conceptwet , nog in twijfel

werd getrokken , dat de Regering deze gemengde school,

de gemengde school, niet van 1806, maax van 1856, de

school , daar de Israeliet op verdrijving van het Christen-

I Memorie van toelichting der concept-wet van 1854.

Page 21: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

13

dom regt heeft , nit vaderlandsliefde bemint ; dat ook zij

broederlijke zamenwoning , zelfs met ter zijdestelling van

het Evangelie gekocht , als onmisbaren waarborg van ver-

draagzaamheid en nationaliteit waardeert. Van daar , reeds

op 5 Julij , het vasthouden aan het beginsel der gemengde

school die de Natie lief heeft. Van daar in de Troonrede

het wijzen op het beginsel der Volkseenheid. Van daar, in

de Memorie van toelichting : it de Regering acht het ver-

kieslijk in beginsel dat de toekomstige Staatsburgers , te

zamen opgroeijende , ook te zamen in de volksschool onder-

wezen worden , opdat hierdoor de band van eenheid en

onderling welwillend verkeer reeds vroeg worde gelegd. ,/ De

gemengde school voor alien , die de heer v. Reenen , uit

onderwerping aan de Grondwet , waar het niet anders kan ,

om de ongenoegzaamheid van het getal bijzondere scholen ,

met smertelijk besef der noodzakelijkheid begeert , wordt

door dit Ministerie , om de uitnemendheid van het be-

ginsel , als een voorwaarde van Volkswelzijn en Yolks-

bestaan , met de strekking om den regel, zoo veel mogelijk ,

algemeen te maken , vermeld.

Geen wonder dus , indien het -voor dit Ministerie ,

met het standpunt , eerst van den heer v. Reenen, daarna

van de Tweede Kamer verzoend , eene ligte en aangename

taak is geweest , de wet , ook overeenkomstig de voor-

schriften van het Verslag , tot weer stelselmatige juistheid

van toepassing te brengen.

In het vorig ontwerp was eerbiediging van godsdienstige

begrippen tot de Gezindheden waartoe de sekoolgaande kin-

deren behooren , beperkt. Aldus had men , op elke plaats

waar de bevolking van eenerlei geloof is , de verpligting om

de godsdienst ter zijde te stellen kunnen ontgaan. Het Verslag

verklaart zich tegen die beperking , in eene zinsnede , welke ,

ook om de logische onbarmhartigheid , waarmede men deze

Page 22: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

zijdelingsche poging om het stelsel in de toepassing te

verzachten, afsnijdt, opmerking verdient. 11 Het onderwijs

moet op de Volksschool in zoodanigen geest en toon ge-

geven worden dat de verschijning van een kind , behoo-

rende tot eene gezindte , vroeger daar niet vertegenwoordigd ,

in dien toon en geest geen de minste verandering te weeg

brengen. Altijd en overal moet het onderwijs zoo inge-

rigt zijn , als of er van elke rigting in het godsdienstige

een kind in de school was. Dit moge hard zijn ; het

is van het systeem een onvermijdelijk gevolg. Verbeeld u

het tegendeel in de mogelijkheden der toepassing. Zal wel-

ligt , naarmate in de gemeente een roomsch-catholijk huis-

gezin aankomt of vertrekt , Bijbellezing heden verboden en

morgen vergund zijn ? verloochening of belijdenis van den

Zaligmaker, , naarmate een israelitisch kind verschijnt of

verdwijnt , aan de orde van den dag worden gesteld ? Neen ,

aard en gehalte van het onderwijs kan niet , naar de dagelijk-

sche verwisseling in het kinderpersoneel , telkens verandering

ondergaan. Geen protestantsche of roomsch-catholijke kleur, ,

ook niet waar enkel kinderen , hetzij van Protestanten , hetzij

van Roomschgezinden , ter school gaan. De Itegering , daar zij

voor geene gevolgtrekkingen van het beginsel der gemengde

school die de Natie , zegt ze , lief heeft , terug deinst , heeft,

door de meest algemeene uitdrukking eerbied verschuldigd

aan de godsdienstige begrippen van andersdenkenden de

beminnelijkheid van het algemeen-broederlijk verkeer tegen

het gevaar eener onophoudelijke verstoring in veiligheid

oiestekl. 1

Reeds bij Circulaire van een Gouverneur in Nov. 1844 werden de schoolopzieners uitgenoodigd om „zelfs in zoodanige scholen waar enkel kinderen van Protestanten aanwezig zijn, het lezen van den Bijbel, het zingen van Psalmen of de Evangelische Gezangen te verbieden." Ook bij de toepassing der wet van 1806, mag, naar het stelsel der ver-

Page 23: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

15

Bij bet vorig ontwerp was het veelbesproken alinea der voor-

dragt van 1854 weggevallen, waarbij eenig uitzigt op gezind-

heidsscholen verleend werd. Evenwel de heer v. Reenen wilde ,

ook bij schijnbare concessie , voor het gevoelen der Tweede

Kamer niet wijken. Splitsing , niet meer in de wet opgeno-

men , zou volgens de Memorie van toelichting , desniettemin

vergund zijn. Ook zonder die bepaling zal de bedoelde

schikking tot stand kunnen komen en dus het doel, waartoe

zij moest medewerken , worden bereikt. In het Verslag is

opgeteekend dat nagenoeg algemeen tegen dit gezegde ten

krachtigste geprotesteerd is de groote meerderheid ver-

langde dat , door verandering van redactie , het gelukken

van zoo gevaarlijken toeleg zou worden verhoed. Welnu,

dit Ministerie , waar de Tweede Kamer heeft gesproken ,

is , nu althans , zoo weerbarstig niet als de heer v. Reenen

geweest is. Geen schijn of schaduw van facultatieve split-

sing der openbare school. Het heeft de redactie in Art. 15

overgenomen , woordelijk zoo als het Verslag ze verlangd

en , waarschijnlijk gemakshalve voor den Minister, gedic-

teerd had.

In het vorig ontwerp werd , hoewel in een achterbuurt en

uithoek , bij de Examens , de vaderlandsche en gewyde ge-

schiedenis nog vermeld. Het Verslag wil been uitdrukking

waarin zich bekrompenheid en exclusivisme verraadt. Op de

gemengde school kunnen welligt vaderlandsche en bijbelsche

geschiedenis worden toegelaten , enkel als onderdeelen van

de geschiedenis der wereld. Hetgeen men subjectieve be-

pligte gemengdheid, wanneer men billijk en consequent is , op niet

e6ne openbare school — ik zeg niet onderrigt in de Godsclienst, maar

zelfs niet godsdienstig onderrigt, onderrigt dat met de Godsdienst in

eenig verband zij , worden geduld.

„Waar de plaatselijke omstandigheden het toelaten, mogen afzon-

derlijke scholen worden ingerigt voor kinderen van dezelfde gezindheid."

Page 24: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

16

schouwing noemt , dat is (om het prachtige woord over te

brengen in algemeen verstaanbare taal) alles waarin voor-

liefde van den Nederlander of van den Christen zou wor-

den bespeurd , is verboden waar. Ook van ooze Vaderen

mag , waarom niet met gelijk regt als van de Samojeden

en Tartaren , mits zonder eenig blijk van voorkeur , in de

wereldhistorie melding worden gemaakt. Ook van de Joden ,

maar buiten het licht der Openbaring. Het woord gewijde

te gebruiken is reeds , in het stelsel der wet , verbreking

der orde , zoo niet (vermits van geenerlei positieve Gods-

dienst sprake mag zijn) louter onzin. Daarom vergunt de

meerderheid het behoud van historic in de wet , doch met

afsnijding van elk bijvoegsel dat er kleur of wijding aan

geeft. Deze historie-beschouwing, zonder geloof en zonder

hart , heet objectiej: 11 Eene objectieve behandeling die aan:-

stoot vermijdt , is op de lagere scholen zeer goed denkbaar.

Genoegzame waarborgen zouden bestaan , zoo de wet blootelijk

van ge8chiedenis sprak. Zoo leest men in het Verslag. Wel-

nu , dit Ministerie heeft de ergerlijke adjectiven geschrapt.

Derhalve dit Ministerie geeft niet slechts dezelfde wet

die de heer v. Reenen voordroeg ; dit Ministerie geeft ze ,

gewijzigd in de drie belangrijke punten , waarin de heer

Thorbecke, namens de groote meerderheid , bij het Verslag,

telkens . den heer v. Reenen naar het spoor der logische

ontwikkeling terugdrijft.

Maar nu verneem ik de verontwaardiging der voorstanders

van het Ministerie over de onbillijkheid mijner beschouwing.

Neen, zeg,t men , het is dezelfde wet niet, en gij zelf zult,

nadat de twee eerste punten van uw vertoog afgehandeld

zijn , het verschil, de tegenstelling erkennen. Deze voordragt

„ Het Verslag gaat in de toepassing veel verder dan het vorig Ka-binet." Adviezen. IL 168.

Page 25: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

17

verlangt niet , gelijk het vorig ontwerp, een bevorderen van

zedelijkheid en godsdienst in het algemeen; niet hetgeen

men eene deistische rigting van het onderwijs genoemd

heeft; opleiding tot alle maatschappelijke en chri8telijke

deugden begeert ze. Het moge de inlassching slechts van

een woord zijn , doch in dit eene woord is de tegenstelling

van behoud of vernietiging der Christelijkheid van het Volks-

onderwijs onmiskenbaar. Wanneer de Kamer deze wijziging

beaemt , zal het Ministerie aan zijne roeping beantwoord

en , door handhaving van het christelijk beginsel, eene luis-

terrijke en afdoende zege hebben behaald.

Waar zoodanig een triumfzang wordt aangeheven , is het

dubbel noodig dat de aard van den triumf ter toetse

worde gebragt.

3. Het is dezelfde wet ; enkel voor de leus, met het woord

christelijk versierd.

Welk onderwijs geeft deze wet P hetzelfde als de vorige

wet. Het verschil betreft nu enkel de vraag, of politiek overleg,

ter aanneming bij de Kamer , ter invoering bij de Natie, een

onbewimpeld uitkomen voor hetgeen de wet is, vergunt of

verbiedt.

ender of zonder christelijken titel , wordt, in 1857 als in

1856, dezelfde soort van christelijke opleiding bedoeld.

Let op de verklaringen nopens den zin der vorige wet ;

op den aard der zaak ; op de verzekering welke dit Minis-

terie u geeft.

Een christelijk onderwijs , door het prijs geven van posi-

tief Christendom , voor den Isradiet geschikt , heeft ook het

vorig Ministerie, heeft ook de Tweede Kamer , in het Ver-

slag ten vorigen jare , gewild.

Ook de heer v. Reenen wide een christelijk onderwiejs,

Page 26: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

18

maar zoodanig een dat niet eenzijdig is en aan den onchris-

ten geen ergernis geeft. Het onderwijs zal chrisielijk zijn ,

ook als de wet geheel daarvan zwijgt. g

Het Verslag beaemt dit : it In eene maatschappij als

de onze , welker beschaving van het Christendom is nit-

gegaan en die geheel van christelijke beg,inselen is door-

trokken , kan het lager onderwijs niet anders dan christelijk

zijn. En onmiddellijk volgt , opdat er , omtrent de gehalte van

dit christelijke , geen vergissing zijn zou : eDat onderwijs

behoeft daarom geene ergernis voor de Israeliten to wezen.

Let ook op den aard der zaak.

De gemengde school voor alien. Bus , ook in 1857, de nen-

trale volksschool. Dus geen de minste voorkeur aan eenige Gods-

dienst, waardoor jegens elke andere Godsdienst onbillijkheid

zou worden begaan. Dus enkel moraal aansporing tot deugd ,

zonder dat verwijzing naar geloofsbegrippen vergund zij.

Dus zedekunde , ja , maar eene zedekunde tot geopenbaarde

Godsdienst in geenerlei verband.

Welke kan in dit systeem de beteekenis zijn van christe-

lijke deugd ?-

Deze bijvoeging , indien het woord in ernst gemeend

ware , zou de wegcijfering van de hoofdgedachte der wet

zijn. Nu daarentegen , aan die hoofdgedachte ondergeschikt ,

kan de hemming plaats vinden in de wet. Namelijk , in-

dien toegeeflijkheid en oogluiking door niet-Christenen be-

toond wordt. Indien ook zij het woord onergerlijk achten ,

op grond- dat er enkel van zoodanige deugden spraak is die ,

het uitvloeisel gelijkelijk van alle Godsdienstbegrippen ,

evenzeer christelijk kunnen heeten , als zij straks , bij wij-

ziging van numerieke verhouding, beleefdheidshalve israeli-

tisch of mahomedaansch zouden mogen worden genoemd.1

I In de Memorie van toelichting van het vorig ontwerp leest men : „De opleiding tot de christelijke, als de meest vplmaakte en zuivere deug-

Page 27: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

Ter zijdestelling van het Christendom is het onvermijde-

lijk gevolg der vereeniging, op gelijken voet , van Israeliet

en Christen. De aard eener zaak verandert niet door de ongepastheid

van den titel. Het predicaat chri8telijk bij de neutrale

volksschool kan, zoolang men aan het stelsel getrouw is,

niet anders gelden dan als een woord zonder zin of kracht.

Er is dus omtrent de meerdere of mindere christelijkheid

geen verschil. Het verschil betreft enkel het , al dan niet ,

behouden van den naam , terwijl het wezen van de zaak

weg valt. Let vooral op de verzekering die het Ministerie zelf daarom-

trent geeft. Verzekering was eigenlijk overtollig. Evenwel de

Regering heeft ze noodig geacht. Merkwaardig is de blad-

zijde der Memorie van Toelichting waarin zij , eerst de

Israeliten , daarna de anderen, die voor eenzijdigheid ten gunste

van het Christendom beducht zijn , gerust stelt.

Ik wil (omdat ik zelf de juistheid der opgaaf , zoo ik niet

telkens de bladzijde herlas , betwijfelen zou) woordelijk op-

nemen wat , met het oog op de Israelieten , na een exegetisch

betoog der onschadelijkheid van het woord chri8telijke deugd,

gezegd wordt : 11 Het zou dan alleen de naam moeten wezen ,

waarin de strijd met den eerbied voor des Israelieten gods-

dienstige begrippen zou moeten bestaan. 11/bar de Regering

kan zich niet voorstellen dat de Nederlandsche Israelieten

zoo ver zouden willen gaan van dit to beweren , of dat zij

eene benaming buiten de volksschool zouden wenschen ge-

sloten to zien , waaraan hunne Christelijke medeburgers ge-

den, kan zonder twijfel met eerbiediging van ieders godsdienstige be-grippen geschieden." Dit is een voorkeur en eenzijdigheid van den. Christen , een vooringenomenheid met kerkelijk leerbegrip en exelu-sieve dogmatiek , beleedigend o. a. voor den Israeliet , en waarvoor dit

Ministeric zich gewacht heeft.

Page 28: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

20

hecht zijn. Inderdaad zoodanige halsstarrigheid omtrent

een naam , een benaming , een woord , als men hun de zaak

prijs geeft, zou van de Isradieten nie t redelijk en niet lief

zijn, en ik acht dat, door de gemoedelijkheid dezer toe-

spraak, de meest rotsachtigen zullen worden vermurwd.

Doch ook anderen zijn beducht dat , onder bescherming

van het woord, eenzijdigheid post vatten en eenige sprank

van christelijke waarheid in de onzijdige volksschool zou

worden gebragt. Daarom heeft de heer v. Reenen, daarom

heeft de heer Thorbecke en de meerderheid der Kamer,

zich tegen de inlassching verzet. Het is een ijdele vrees,

zegt de Regering : immers gij miskent de kracht van het

wapen dat de eigenaardigheid van het systeem u , ter ver-

drijving van het christelijk element , in de hand geeft :

iedereen heeft het onbetwistbare regt nit de school to bannen

al wat ter on.dermijning van zijne godsdienstige begrippen zou

kunnen. strekken. En , voegt zij er, met gemoedelijken ernst,

bij : het is een wantrouwen dat ten mijnen opzigte allezins

onverdiend is : 11 De Regering begeert niet anders clan dat

de openbare gemengde school zoo zij ingerigt dat de kin-

deren van alle gezindheden daarvan gerustelijk kunnen

gebruik maken. Zij wil alzoo geene eenzijdige rigting vol-

gen of gevolgd hebben.,,

Doch waarom -dan zoo geijverd voor een woord, voor

eene leuze, welke om den aard dezer wet geene beteekenis

heeft 1 en dus aan deze wet niet voegt ?

Daarom juist, om de lens.

I De zin van bet woord christelijk, in verband met de niemand erger- lijke volksschool is zeer eenvondig en dnidelijk aangewezen door den heer Schimmelpenninck van der Oye : „Zedekundig Christen is , wil ik bopen , elk onzer, ook de Israeliet. In dien zin heeft het woord dus geene beteekenis in de wet." Evenzoo door den beer Godefroi : „ Christelijke dengden zijn geene beginselen van positief Christendom , van eenige positieve godsdienst."

Page 29: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

21

De Regering maakt zelf het geheim openbaar. Zonder het

woord ckristelijk zal de wet door een talrijk en aanzienlijk deel der Natie met tegenzin worden ontvangen.

Doch indien , omdat anders de wet al te impopulair zijn

zou, de naam ckristelijk aan den onchristelijken inhoud

gehecht wordt , is de benaming dan niet een vlag die contra-

bande dekt ? een vrijgeleide om op Nederlandschen bodem

te brengen hetgeen , indien de Natie met den eigenlijken

aard en het wezenlijke doel van de wet bekend was , on-

bedwingbaren tegenstand zou ontmoeten bij het Nederland-

sche Yolk ?

Mag dit ?

Is het vereenigbaar met de opregtheid die ook , die bo-

venal , den wetgever betaamt ?

Is het niet een politiek vergrijp , aan eene trouwhartige

bevolking diets te maken dat zij met den heiligen naam de

zaak behoudt , terwiji de wet het weren van alle positieve

christelijke waarheid ten doel en, bij de tegenwoordige verhou-

ding der Gezindheden , tot een onvermijdelijk gevolg heeft?

Zoo drijft ook deze wet , in beginsel , naar hetgeen ten

vorigen jare de god8dienstelooze school genoemd werd.

Maar ze drijft , evenzeer als de vorige wet , in de prak-

lijk, naar hetgeen men toen als erger dan de godsdienste-

looze school beschouwd heeft.

Ze drijft evenzeer tot bestendiging van hetgeen steeds den

Ook zij die niet onze geloofsverwanten zijn, hebben, uit dit oog-punt, tegen hetgeen zij ,, een verschalken van de goo gemeente met een ijdelen galm" noemen , bezwaar. Zoo las men in een vrijzinnig dagblad: „Zoodanige handelwijze is eener Nederlandsche vertegenwoordiging on-waardig. Zij mag op dien weg het Ministerie niet volgen. Wil men het overtollige woord christelijk in de wet, — het zij zoo — maar men ver-klare clan ook luide , cerlijk en opregt , dat men daarmede niets , vol-strekt niets geeft."

Page 30: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

22

voornaamsten grond van gemoedsbezwaren uitgemaakt heeft;

namelijk dat positieve waarheid niet slechts geweerd , maar ,

in verstand en hart der kinderen , door een algemeene Gods-

dienst , naar de begrippen van elken onderwijzer plooibaar,

door een zoogenaamd algemeen Christendom (in de veelja-

rige geschiedenis onzer twisten over het onderwijs overbe-

kend) bestreden en ondermijnd wordt.

In de Memorie van toelichting van 1855 leest men : // Het

zou niet mogelijk wezen lager onderwijs te geven wat

niet , tot zekere hoogte, van het christelijk beginsel , van

de hoofdwaarheden des Christendoms uitgaat."

In het Verslag van 1856 leest men : ll Het onderwijs kan

niet anders dan christelijk zijn.

Welnu, hoe moeten deze en dergelijke zinsneden worden

verstaan ? dat het christelijke, zooveel mogelijk , behouden,

of dat het, zooveel mogelijk , worde geweerd?

Wanneer de wetgever in het beloven en voorspiegelen van

de neutrale school opregt is , dan moet de laatste beteekenis

gelden; dan wordt, bij den goeden wil, tijdelijk onvermogen

ter bereiking van het ideaal kenbaar gemaakt. In een

christelijk Land , zie hier dan den loop der redenering, is

volkomen onzijdigheid eerst van lieverlede verkrijgbaar. De

invloed zelfs van hoofdwaarheden des Christendoms zal nog

lang, tot zekere hoogte , in het onderwijs worden gevoeld.

Er kan dus niet meer dan een gestadig streven naar de

volkomenheid van de onzijdige school worden gevergd. Een

streven , eerst om elke hoofdwaarheid (van hetgeen , zoo als

men het uitdrukt, positief en exclusief christelijk is, ontdaan)

op te lossen in onbestemdheid en algemeenheid van gods-

dienstige overtuiging of godsdienstig gevoel. Hiertegen , al

wordt ze geese des Christendoms genoemd, heeft reeds nie-

mand dergenen door wie aan leer en dogma geenerlei waarde

gehecht wordt , bezwaar. Een streven , daarna , om ook deze

Page 31: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

23

natuurlijke Godsdienst , vermits ze tegen het geloof van

elke Gezindheid gekant is , met dubbele zorg en naauwge-

zetheid te verbannen , en aldus de gemengde school (waar

eigenlijk geen sprake van opvoeding, maar van onderwijs zijn

mag) te maken tot hetgeen , vergelijkenderwijs, en met de

lens liever geen voedsel dan vergif begeerd wordt.

Doch in hoe ver mogt ten vorigen jare, en mag er nu, in

dit streven naar de neutrale volksschool opregtheid worden

verwacht ?

Ook bij de vorige wet , werd voet geven aan dergelijk alge-

meen Christendom , zonder christelijke waarheid, 1 bedoeld.

Aan al wat men christelijk gelieft te noemen , wordt een

vrijbrief verleend , wanneer de wetgever , met uitsluiting

van positieve waarheid , den wensch naar christelijk onder-

wijs openbaart.

Daarom las ik, met leedwezen, in het Verslag van 1856 :

ll Men verhief zich tegen de beschuldiging , als of zij die

eene volksschool in den geest der thans -behandelde wet

willen , godsdienstlooze scholen zouden voorstaan. De groote

meerderheid hield vast aan het beginsel dat het onderwijs kon

en moest doortrokken zijn van den geest des Christendoms.

Met leedwezen , omdat ik, minder nog voor de godsdienste-

looze school , dan voor een (gelijk in het bekende Adres

uit Utrecht gezegd werd) dor wijsgeerig Deism en

koude van God verwijderende zedekunde ,, beducht ben.

En hoe is het nu?

1k mag niet ontveinzen dat er in de verklaringen van

dit Ministerie , althans evenzeer reden is van bezorgdheid,

dat ik telkens ontwaar een arrire-pensle, een hinken op

Een Christendom , hetwelk reeds in 1844, ook door mij, niet slechts onchristelijk, maar anti-christelijk genoemd werd. Adviezen. I. 32. ,, Een Christendom zonder Christu.s", schrecf, in 1856, Ds. v. Koetsveld.

Page 32: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

24

twee gedachten , een geven en nemen , waarin de Minister

van Justitie wel eens een regel van staatkundig overleg ge-

zocht heeft , en hetwelk , in deze organisatie van de yolks-

school, op een willekeur uitloopt , waarbij , mits kerkelijk

leerbegrip geweerd zij , het verkondigen van elk dwaalbegrip

vergund is.

Immers wat lees ik in -de Memorie van toelichting, na-

genoeg ter zelfder plaatse waar de Regering van haar onzij-

digheid ook aan den Israeliet verzekering geeft ? 11 Er is een

algemeen christelijk bewustzijn hetwelk in alle belijders van

het Christendom leeft er zijn daarmede zamenhangende

waarheden en gevoelens , welke alien in de harten der kin-

deren geplant wenschen. Deze behooren te huffs in de yolks-

school van Nederland. ll — Hoe nu ! op de school , waar ook

de Israeliet met volkomen gerustheid zijne kinderen moet

kunnen brengen, behooren ook waarheden die het christe-

lijk bewustzijn kenmerken , te huis !

Wat volgt er?

De omschrijving dezer waarheden en gevoelens liggen

echter buiten de grenzen der wet.

Dit is het stelsel van den heer Simons op 24 Nov.

-I/ Over de mate van het christelijke behoort aan den Staat

geene uitspraak. Die mate zal zich naar tijden, omstandig-

heden en plaatsen wijzigen en rigten. 11

Dit is het stelsel van den Minister van Justitie op

3 Dec., toen hij drie grondslagen der wet opgenoemd heeft.

Er zou op christelijke vorming, er zou op de gehechtheid

; aan de gemengde school gelet worden ; de derde grondslag was :

Regering wenscht zich niet te mengen in de afmeting en

het voorschrijven van eene zekere mate van Christelijkheid." 1

1 „Het Christendom zal niet worden geweerd. Nu is mijne vraag : wat

zult gij , zoo het Christendom niet mag worden geweerd, wanneer op de gemengde christelijke school de Roomsche zich over Protestantschen

Page 33: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

25

Dit is het stelsel waarop deze wet , die aan provincials

en plaatselijke invloeden ruim spel geeft , 1 zal nederkomen

in de praktijk. Onder veel ophef van onzijdigheid, zal overal

eenzijdigheid , en , naarmate van de overmagt der meerder-

heid , protestantsche , roomsch-catholijke, vooral rationalis-

tische tint of kleur zijn.

Ook hieruit moge men afleiden of de inlassching van christe-

lijk eene verandering, eene verbetering van de wet is. Vol-

gens het oordeel der Regering , ja ; want het is de formule

van 1806 : 11 Zij heeft voor zich dat zij reeds vijftig

jaren in ons schoolwezen kracht heeft gehad , en dat zij

genoegzame vrijheid laat om in de onderseheidene behoeften

to voorzien.

Inderdaad ; de verwonderlijke buigzaamheid dozer formule

is, na vijftigjarige ervaring, onbetwistbaar. Zij levert ter in-

voering van eon godsdienstelooze school geenerlei bezwaar ;

zij heeft niet belet dat , bij toeneming , al wat aan de

christelijke of zelfs maar aan eene geopenbaarde godsdienst

denken deed , van de scholen geweerd word. 2 Van de-

zelfde formuul heeft men zich bediend om al de verschei-

denheden van neologie en rationalisme , onder de vlag van

christelijke moraal , op de volksschool to brengen.

of de Protestant zich over Roomschen invloed beklaagt , — wat zult ge doen met zeker artikel van de Grondwet, waarin eerbiediging van ieders godsdienstige begrippen verlangd wordt ? " Adviezen. II. 203.

Zie hierover het merkwaardig opstel: Het ontwerp van wet op het lager onderwijs getoetst aan het regt en belang van den Protestantschen Christen. (Utrecht, Kemink en Zoon. 1856.)

2 „ De voorbeelden zijn mij hekend , dat door zoogenaamd liberale of uiterst wettische schoolbesturen het onderwijs in de bijbelsche geschie-denis , het gebruik van bijbelsche leerboeken of kerkelijke gezangen ,

kortom ! al wat aan de Christelijke of zelfs maar aan eene geopenbaarde godsdienst denken deed, van de scholen onder bun ressort word ge-weerd en dat onder de wet van 1806, waarin het woord Christelific niet werd vermeden." Ds. v. Koetsveld Eene bede om christelijke en israe-litische volksscholen.

Page 34: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

26

Derhalve de openbare school zal , ook met het woord

chri8telijk , voor Israeliet en Christen neutraal zijn ; maar

eenzijdig voor de gemengde Godsdienst , welke taken

met den eisch der gemengde school overe,enkomt. 1 Te-

yens zal het woord chri8tekk ook nu een steunpunt te

meer zijn van die kerkelijk-vrijzinnige partij , welke, waar

zij overmagtig is , zelfs de vrijheid van bijzondere scholen

niet omdat , hetgeen ze haar paedagogisch systeem

noemt , haar eigen Christendom , in haar schatting, te christe-

lijk voor niemand en voor iedereen chri8telijk genoeg is. 2

Deze wet is , met haar christelijke leus , de wet van

1856, gelijk de Tweede Kamer ze verlangd heeft.

Neen , hoor ik mij toeroepen , ook aldus is het dezelfde

wet niet. Tot dus ver hebt gij op het openbaar schoolwezen

gelet. Waardeer , nu gij van het bijzonder onderwijs zult

gewag maken, het laatste alinea van art. 21, hetgeen een

geheel exceptionele en voorbeeldelooze vrijgevigheid is. Zie

ten minste bewijs van goeden wil in een bepaling waarbij ,

„Erne religion mixte aussi, une religion effacde, affadie, rdduite la morale , privde de ce sel dont parle 1'Evangile ; une religion qui n'est plus vraie pour personne , salutaire pour personne." De Gasparin.

2 Een voorspel van den onophoudelijken strijd die uit de toepassing, ook van deze wet , en van elke wet die de gemengde school handhaaft, ontstaan zal, levert reeds nu de periodieke drukpers. Bijv. de Nieuwe Rol. Courant berust in de wet „ omdat zij ieder leerstellig godsdienstig begrip uitsluit." Daarentegen verklaart de Wekker van 2 April: „Het zal wel niet noodig zijn to zeggen dat Art. 21 aan onze wenschen geheel voldoet." Geen wonder ; want zij legt het nit in haar eigen zin. De 'Brad-liet zal geen reden van klagt hebben , wanneer men op Christus wijst als op het volmaakte voorbeeld van alle deugden; en het uitvoerig vertoog eindigt aldus : „we maken geen zwarigheid to zeggen dat de opleiding tot christelijke deugden in de openbare school kan geschieden op positief Christendom ; " dat is , „ wat het Christendom kenmerkt, aan het Chris-tendom eigen is." Zeer wel , wanneer men zich aan wet noch regt stoort, en op de onweerstaanbaarheid der overmagt van algemeen Christendom en Protestantisme , in den geest van de Wekker , rekening maakt.

Page 35: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

27

buiten en behalve de vrijheid bij de Grondwet verleend ,

het Rijk nog een geldelijke bijdrage verstrekt.

Aan die vermaning tot dankbaarheid ben ik ongevoelig ;

omdat ik voorspiegeling van subsidie gelijk stel met vriendelijk

verwijzen. naar een onbruikbaren en denkbeeldigen uitweg.

4. Het is dezelfde wet; met een alinea, gelijk het daar

ligt , niet voor ten uitvoerlegging- , en , in beginsel , hetzij

men op het stelsel van de wet , hetzij men op de politiek

van het Kabinet lette, niet voor aanneming vatbaar.

0 , welk een fraaijen, edoch , met overmaat van voor-

zorgen , gebarricadeerden uitweg ! Eerst een onderzoek of de

bezwaren gegrond zijn ; dan een onderzoek of er geldelijke

hulp vereischt wordt ; en voorts, de meest veilige slagboom ,

een onderzoek bij de wetgeving, wier ingenomenheid met de

bij zondere scholen bekend is ; een onderzoek of 's Rijks gel-

den aan het ondersteunen van secte-scholen molten worden

besteed.

Doch , neem aan dat er tegen dergelijke scholen minder

afkeer bestond. Neem aan dat de onbruikbare weg , door

amendementen , worde gebaand. Het alinea is en blijft , in

het stelsel der wet , ongerijmd.

Ik vraag : Is met de inrigting eener gemengde volksschool

die de Natie lief heeft , een Rijks-, of provinciaal , of ge-

meentelijk subsidie, aan scholen, welke niet voor kinderen

van alle Gezindheden toegankelijk zijn , bestaanbaar ?

Ik beperk mij niet tot Art. 21. Ik stel de vraag alge-

meen , terwijl ik gaarne op elk artikel der wet , op elken

wenk der Memorie van toelichting , acht geef. Hetgeen dit

Ministerie eigenlijk wil , moet , zegt men , niet enkel naar de

alinea omtrent het Rijkssubsidie worden berekend. Gewigti-

Page 36: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

28

ger nog is wat men elders , bij de definitie van open-

baar onderwijs , leest ; namelijk dat, ook door gemeente-

besturen , eene geldelijke bijdrage aan bijzondere scholen kan

verstrekt worden ; if zonder dat zij voldoen aan al de voor-

waarden bij de wet aan de openbare scholen opgelegd.

Derhalve dit is de ca8u8-po8itie : Kan aan eene school

die niet voor alien geschikt is, uit de publieke kas subsidie

worden verleend ?

Voorzeker wanneer de gemengde school , in het oog der

wet , een noodzakelijk kwaad is , een gebouw dat men , zooveel

noodig, behoudt , zooveel doenlijk , afbreekt. Voorzeker, wanneer

de wetgever geleidelijken overgang tot de afzonderlijke school

begeert. Dergelijke bepalingen zijn dan gepast en onmisbaar;

ze zijn, ter voorbereiding, ter aanvankelijke verkrijging eener

betere toekomst, onwaardeerbaar. 1 Wanneer de wetgever zelf

gevoelt en verklaart dat het stelsel der gemengde school aan

eene godsdienstige bevolking het onontbeerlijke zielevoedsel

onthoudt , dan is het billijk dat , in naam van conscientie-

vrijheid , van volksregt , van algemeen belang , de wet, ook

met financide opofferingen van den Staat , in de gewetens-

bezwaren voorzie. 2

De Tijd van 20 Maart, waar zij het illusoire der bepaling be-toogt, voegt er bij : „Wij hopen den tijd te beleven dat alinea 4 van art. 2:1 het praedominerend beginsel van onze onderwijswet worden zal." lk zou mij zeer wel vereenigen met dien wensch ; namelijk wanneer , in begun-stiging van bijzondere scholen , het middel tot geleidelijk splitsen der open-

bare gezocht wierd.

2 Daarom was hetzelfde denkbeeld , dat nu ongerijmd is , zeer behar-tigenswaard , toen de heer v. d. Brugghen , lid der Kamer en bestrijder van de gemengde school , het aldus op 15 Julij 1854 voordroeg : „Men son ook daar , waar minderheden zijii, die de gemengde scholen wen-schen te verlaten , die minderheden , als eigen krachten te kort schoten , kunnen ondersteunen te help komen , en daarbij in aanmerking moeten nemen, of de behoefte aan bijzondere scholen werkelijk in geweteni-bezwaar , in godsdienstige overtuiging dan wel in minder eerbiedwaardige

redenen barer n.r.7-1 t, q ,1 " Adviezen. II. 166.

Page 37: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

29

Zoo is het niet , wanneer de wetgever , gelijk dit Minis-

terie bij deze voordragt , van eene tegenovergestelde beschou-

wing uitgaat. Wanneer hij in de gemengde school den steun

der volkseenheid , den waarborg van verdraagzaamheid , de

kweekplaats van echten Godsdienstzin, aanschouwt. Wanneer

de voortreffelijkheid der instelling geroemd wordt , inzonder-

heid omdat op het vermijden van al wat de conscientie van

iemand zou kunnen kwetsen , gelet wordt. Wanneer men de

gemengde school en christelijk genoeg en nationaal bij uit-

nemendheid acht. Dan is het ongerij and te verger dat Rijks-

geld aan het ondermijnen van Rijks-instellingen worde te

koste gelegd. Vooroordeel moet en mag niet met bijdragen

uit de schatkist worden gevoed. Is menigeen , op grond van

individuele en subjectieve zienswijze , niet te vrede met de

openbare school , daarvoor is , in naam der gewetensvrijheid,

volledige vrijheid van onderwijs daar. Inrigtingen waarbij

men het verdeelen van hetgeen de wet begeert vereenigd te

houden , bedoelt , hebben op onbelemmerd aanzijn, niet op

begunstiging regt. Zoo tweedragtstokerij niet belet wordt ,

het zal ten minste niet geoorloofd zijn van Staatswege gif-

ten daarvoor uit te reiken.

De Regering verlangt onderzoek , omdat het middel 11 niet

ligtvaardig voor allen die bezwaren van gemoed zouden wil-

len voorwenden, beschikbaar behoort te worden gesteld. u Maar

Been onderzoek naar den aard en de gehalte van velerlei

gemoedsbezwaren komt hier te pas. Er is ea bezwaar ;

ea verschilpunt. Het ligt in erkennen of ontkennen der

juistheid van een overbekend verwijt. Er moet , of aan

dit regtmatig bezwaar tegemoetkoming verleend , of aan dit

verderfelijk vooroordeel , zooveel met vrijheid van onderwijs

plaats hebben kan , paal en perk worden gesteld.

Doch bovendien het alinea is , om de politiek van dit Mi-

nisterie, voor geen aanneming vatbaar. Waarschijnlijk zal

Page 38: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

30

de Regering zelve het loslaten , of bij de Memorie van

beantwoording , of bij de discussie. Gesteld de Regering,

ten bewijze, of ter vertooning van goeden wil , hield er aan

vast , zij weet immers dat er op aanneming geen kans

is. Iedereen weet dat de overgroote meerderheid van de

Kamer dergelijke bepaling niet goed vindt. Iedereen ziet

dat deze meerderheid aan het Ministerie haar goedvinden

oplegt ; dat zij , in den eigenlijken zin , de wet stelt. De

Regering heeft, in zelfverloochening , een onfeilbaar middel bij

de hand genomen om den tegenstand der Kamer , nu de

Kamer zegeviert , te doen ophouden ; doch meent ze dat

haar, tot belooning , een wijken uit het afgebakende spoor

vergund wordt ? Aan de stemming over dit alinea, indien

het ooit in stemming komt, zal het kunnen blijken hoe

ver, waar de Regering aan de voordragt van een eigen denk-

beeld zich waagt, haar eigen kracht reikt.

Wat ongelooflijk scheen, is onloochenbaar. De wet , die

dit Ministerie voordraagt, is dezelfde waartegen Land en

Koning door dit Ministerie zou worden behoed.

Ik zou deze handelwijs willen toetsen aan den wensch

der petitionarissen , den last des Konings , den eisch van

den constitutionelen regeringsvorm , het beginsel eener ver-

zoenende politiek. Doch ik moet afbreken; ik wensch onver-

wind iets bij te dragen ter aanwijzing van het gevaar, omdat

de weifeling van velen, bij het naderen van den strijd, geen

uitstel vergunt.

Menigeen, die ten vorigen jare met ons in het gelid gestaan

heeft, schijnt, zelfs bij voortdurenden weerzin tegen de ge-

mengde school, door de houding en het voorbeeld van den

Minister van Justitie, te worden medegesleept. Als of het

Page 39: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

31

verkrijgen van afzonderlijke scholen eene hopelooze zaak

ware ; als of er, met de volksschool voor alien , mogelijkheid

bestond , hetzij van behoud der christelijke waarheid , hetzij

van bescherming tegen vrijzinnigen invloed.

Bovenal treft mij wat ik zoo even in het April-nummer

der Vereeniging lees. Het bevat deze veelbeteekenende zin-

snede , als aanhef van politieke beschouwing : Zoo is dan

eindelijk de voor onze Natie eenig mogelijke schoolwet in

het licht verschenen , zoo ver christelijk als eene christelijke

Natie van het jaar 1857 ze kan begeeren.

Het treft mij , ook na de veranderlijkheid welke dit

Maandschrift omtrent een zoo gewigtig onderwerp aan den

dag gelegd heeft. Het treft mij , omdat ik , waar men tel-

kens heen en weer geslingerd was geweest , althans niet een

zoo stellig partij-kiezen voor het ontwerp en tegen vroeger

overtuiging te gemoet zag. Het treft mij , omdat Ds. Heldring

de eerste teekenaar is van het bekende Adres der predi-

kanten , van 4 Februarij 1856, waarin de alarmkreet opging

welke zooveel weerklank gehad heeft , en die met een leven-

dig gevoel der roeping van herders der Gemeente , in ver-

band stond. 1

Ter goeder ure ontvang ik tevens de Boekzaal, met het

puntig antwoord dat Ds. van Toorenenbergen , medeteekenaar

van het Adres, op de vermelding der voortreffelijkheden van

deze wet geeft.

De formule van 1806 behoudt men ! Het is zoo ; maar bet is ons niet te doen om eene _phrase. Het is ons te doen om goede openbare scholen , waar het gods-

dienstig element onbelemmerd werken kan ; scholen voor

I Dit merkwaardig opstel is in zijn geheel opgcnomen in de Tweede Kanner en de Verzoeksehrif ten , p. 65-68. Zie de toelichting in mijne rede van 16 Februarij 1856. Reeds vddr Paschen hadden meer clan 70 predikanten zich tot de Earner gewend.

Page 40: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

32

onze protestantsche kinderen , waarin zij worden onderwezen

als Protestanten , en bovenal als gedoopten in den naam des

Heeren Jezus Christus. En volgens deze wet zullen wij

scholen hebben , zoo als de Roomschen en Liberalen ze

verlangen.

De laatste alinea van Art. 21 geeft een uitweg ! — Indien

deze bepaling eenige kans had van te worden aangenomen,

zou zij geheel onvoldoende zijn. Onderstel , dat men het

beginsel in de wet schrijft , dan zal de algemeenheid van de

behoefte de uitvoering onmogelijk maken.

Er is geen verbod om het christelijk geloof in de school-

opvoeding ten grondslag te leggen ! — Ook in de vorige wet

niet ; doch het is de vraag of niet de handhaving van de

gemengde school , in verband met de eerbiediging van ieders

godsdienstige begrippen , dezelfde working doet.

1k verwijs hen, die vergelijkenderwijs de wet aannemelijk

achten , naar dezen drieledigen weerslag.

Doch , zegt Ds. Heldring , hij die het wel inziet ,

vlijt zich liever neder bij eene weinig beteekenende wet dan

dat hij partijschap en godsdiensthaat nog verder zoude zien

opwakkeren.

Deze wet is niet eene weinig beteekenende wet. Het is,

gelijk Ds. van Toorenenbergen opmerkt , de organisatie der

desorganisatie ; dat is het bestendigen en algemeen makers

eener prijsgeving aan den eisch dez gemengde school van

al wat , met den wetgever van 1806 , de protestantsche

Christen als onmisbaren grondslag der opvoeding beschouwt.

Hij die het wel inziet , ziet , dunkt mij , in dat, met de

invoering van deze wet , partijschap en godsdiensthaat ver-

dubbelen zou , en dat er , bij al den ophef van apaisement

of verzoening , buiten het stelsel der afzonderlijke school ,

op bevrediging van Protestanten en Roomschgezinden goon

kans is.

Page 41: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

33

Deze wet, dezelfde waartegen in 1856 Ds. Heldrinv,

op kwam , is , zegt hij nu , in 1857 de eenig mogelijke

schoolwet.

Zij is zoo ver christelijk als eene christelijke Natie van

het jaar 1857 ze kan begeeren.

Maar wat is er dan , sedert hij het Adres heeft onder-

teekend , gebeurd P wat heeft er plaats gehad waaruit hij ,

voorstander van de afzonderlijke school, 1 omtrent de

onmogelijkheid eener betere wet en omtrent de gemoeds-

stemming der Natie , het tegendeel verkondigt van hetgeen

hij , naauwelijks een jaar geleden , gemeld heeft

Mij dunkt hetgeen gebeurd is , kan teruggebragt worden

tot drie feiten.

Eerste feit. Het petitionnement , waarin , meer dan men

in Februarij kon voorzien , de weerzin van duizenden open-

baar werd.

Tweede feit. De verklaring des Konings, waaruit bleek

dat Z. M. zelf onoverkomelijk bezwaar tegen de wet had.

Aan deze twee feiten zal vermoedelijk geen grond van

wijziging der in het Adres geopenbaarde denkwijs ontleend

worden. Als of wij , door de verzoekschriften of door de vorste-

lijke belangstelling in de godsdienstige behoefte der Natie,

in minder gunstigen toestand waren geraakt.

Maar er is nog een ander feit.

1k mag het niet verzwijgen; ik mag niet den heer v. d.

Brugghen alleen verantwoordelijk stellen wegens een gedrags-

lijn , waarvoor hij , zoodra het breken met de christelijk-

De Minister van Justitie heeft de volstrekte onmogelijkheid eener algemeene christelijke opvoeding op de gemengde school voor Protes-tauten en Roomsch-Catholieken (van de Joden was daarbij geen sprakc )

betoogd (Adviezen. II. 203), doch in 1854. Ds. lieldring schrijft, in 1857: „Bij onze overtuiging blijven wij dat de gescheidene school de eenig denkbare christelijke is."

3

Page 42: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

34

historische partij dttidelijk werd , ook bij anderen, die

vroeger met ons eensgezind waren , verwonderlijke sym-

pathie vond. 1k bedoel, wanneer ik op een derde feit wijs,

het gedrag van christelijke vrienden , in en buiten het

Ministerie, met de meest loffelijke bedoeling, met de

meest jammerlijke uitkomst , ijverig in het neutraliseren van

hetgeen door Volk en Koning aanvankelijk ten goede ver-

rigt was.

De oorzaken dezer gewijzigde hooding (die althans niet

door mij in min edele drijfveeren worden gezocht) na te

gaan , zou te ver leiden. 1k zeg alleen : klaag niet over de

onaandoenlijkheid van uw yolk, wanneer smart en veront-

waardiging over het bederf in Kerk , in Academie, in yolks-

school, onder de vlag van verzoening en van unie , door uw

eigen invloed gesmoord wordt *

Niet het Volk is sedert 1856 veranderd.

Het staat aan iedereen vrij de wisseling zijner zienswijze,

bekendmaking oiibaar acht, te belijden; maar het

is niet geoorloofd, hetzij aan het Volk, hetzij aan den

Koning , te wijten , wat van eigen ongestadigheid het ge-

volg is.

Daarom schrijft Ds. v. Toorenenbergen te regt ll Men let

te weinig op de stem des Volk* in deze Volkszaak.#

Daarom voegt hij er te regt bij : Belangrijk is vooral

de vraag of deze wet aan het verlangen des Konings vol-

doen

1k wees op de Boehaal: Het ontbreekt niet aan voor-

teekenen dat, over 't algemeen, bij hen die aan de leer der

Reformatie en der Christenheid gehecht zijn, voor deze wet

op geen beter onthaal in 1857 dan in 1856 te rekenen valt.

I De gedachte des Konings over dii ontwerp is onbekend. Zie hier-boven bladz. 5.

Page 43: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

35

Zie hier een enkel voorbeeld.

1k wijs op de Herald, waar , in den aanvang eener reeks

van artikelen over de wet, gezegd wordt dat zij schier Been

der petitionarissen bevredigt : 11 integendeel het Ministerie,

dat tot die bevrediging is geroepen en opgetreden, levert

hen , aan handen en voeten gebonden , aan de tegenpartij over.

1k wijs op _Ernst en Vrede. Dit Tijdschrift , ofschoon het

11 de proefneming om het christelijk beginsel op de gemengde

school te handhaven , geduldig afgewacht heeft , zal thans ,

in verband met hetgeen in het Februarij-nummer voor-

kwam , met te meer kracht zich tegen een ontwerp verzet-

ten , waarvan niet kan ontkend worden dat het aan het

yolk een zedeleer wil geven onafhankelijk van de Gods-

dienst , aan het gebruik des Bijbels op de lagere school een

onoverkomelijke hinderpaal stelt , en op ontchristelijking

van het openbaar onderwijs uitloopt.

1k wijs op het Maandblad van het Onderivijzers-Genoot-

schap van Januarij 11.: Misschien komt er in de wet nog

wel eene bepaling gelijk die van 1806, dat het onderwijs

zal dienen om tot alle maatschappelijke en Christelijke

deugden op te leiden ; maar wil men deze bepaling niet

voor enkel Christelijke scholen maken , en nevens deze ,

afzonderlijke Israelitische scholen laten voortbestaan., gelijk

de wet van 1806 deed , dan baten ons die Christelijke

deugden niet of weinig ; ze worden dan zulke zeer alge-

meene deugden , die ja wel ook in de Christelijke godsdienst

gelden , maar die niet op den Christelijken wortel mogen

groeijen , op de kennis van den Zaligmaker der wereld ,

Jezus Christus , op de wederliefde tot Hem , uit Zijne liefde

voortgevloeid , op de zucht om Hem , Gods volmaakten Zoon ,

na te volgen. Want anders over Jezus te spreken , dan over

een belangrijk persoon in de wereldgeschiedenis , gelijk ook

over Confucius , Socrates en Mahomed gesproken wordt ,

Page 44: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

36

mag niet geschieden om der Israelieten wil. Zaligmaker der

wereld, Gods Zoon , mag Hij niet heeten , Hij mag niet de

bron der deugd zijn. Het Christendom der school zal dus

luttel weinig beteekenen , naauwelijks jets meer dan een

klank zijn. it

Ik wijs op het Prospectus van het Maandschrift voor

Christelijke opvoeding, door vijf onzer meest geachte op-

voedkundigen (Dr. L. R. Beijnen , D. Buddingh , H. J. Lemkes,

A. Meijer en M. D. van Otterloo) onderteekend. Deze begin-

selen zullen ten rigtsnoer verstrekken : a Dat Gods Woord

de grondslag van alle opvoeding moet zijn, dat opvoeding

en onderwijs niet zijn of to scheiden , dat eene Christelijke

opvoeding zonder het onbelemmerd gebruik des Bijbels even

ondenkbaar is als een nationaal onderwijs, waarbij de ge-

schiedenis des vaderlands van haar protestantsch karakter

wordt ontdaan terwijl zij een voldoend openbaar onderwijs

in den regel onmogelijk stellen , ten zij door eene splitsing

van de openbare school in eene Protestantsche en eene

Boomsch-Katholieke en op de godsdienstige behoeften en op het regt van alien gelet worde.

Ik wijs op het Kerkelijk lijdeekrift der vereeniging van

vrienden der waarheid in Zuidholland. Daar vindt men de

bede dat it de Heer Nederland genadiglijk bewaren moge

voor eene volksschool, waarin , door gedwongen vereeniging

van alle gezindheden, bij behoud van den christelijken naam,

de Bijbel en het Christendom geweerd wordt, en het gan-

sche Evangelic kan geloochend worden. I

I Van de predikanten die de hoofdredactie nitmaken , geldt wat ik, in Februarij 1856, van Ds. Heldring c. s. zeide : „Zij zijn , dit is over-bekend, ordodoxen; doch bij dit onderwerp komt, in den aard en de strekking van bun verlangen, niet in aanmerking bet verschil van theologische zienswijze in de Hervormde Kerk. Neen , wat zij vragen is hetgeen door alle Protestanten, die van de waardij der her-vorming eenig begrip hebben , meet worden begeerd. Namelijk dat van

Page 45: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

37

Het woord christelijk heeft dus in de billijke strengheici

van deze en dergelijke oordeelvellingen geen wijziging ge-

bragt. Daarentegen schijnt het voor Ds. Heldring , ter aan-

prijzing van de wet , beslissend te zijn geweest. Zij is , gelijk

hij het uitdrukt , een weinig christelijk.

Ten vorigen jare reeds heb ik tegen concessie op woorden-

spel gegrond geprotesteerd. Ik dacht , misschien ten onregte

dat het vorig Ministerie zich van het epitheton zou be-

dienen , als van een slaapdrank of toovermiddel , waardoor ,

in het kritieke tijdsgewricht , de aanneming van het ontwerp

zou kunnen worden beslist.

Het toovermiddel wordt nu toegediend. 2

Zal inderdaad de Natie worden betooverd en zal dit het

middel zijn , waardoor de Minister van Justitie de raadge-

ving van den heer Thorbecke opvolgt om de petitionarissen

te verzoenen met de wet ? 3

Ik heb van het Volk beter verwachting.

Ik acht niet dat het genoeg van het voorgeslacht ont-

aard en aan het waarderen der zegeningen van het Evan-

gelie ontwend is , om in de voordragt van zoodanige wet te

berusten.

De volksstem van 1856 is aan velen zeer oncrevallic , cre- b b b

de openbare scholen voor de Protestautsche bevolking , zoo min moge-

lijk althans , de Bijbel en de volkshistorie worde geweerd." Adviezen. II. 142.

„De wet is als de natie, de natie als de wet. Een weinig christelijk."

2 Indien het ook op mijn vriend Heldring gewerkt heeft, zijne spoedige onttoovering echter, , en de kennisgeving er van , durf ik , aan de dikwerf gebleken eerlijkheid en opregtheid van zijn karakter gedachtig , voorzien.

5 In het zinrijke woord „Zoo eene verzoenende Staatkunde moet gelden en noodig is, hoop ik dat dit Ministerie het middel moge vin-den, niet om de wet met de petitionarissen , maar om de petitionarissen

met de wet te verzoenen. " Rede van den beer Thorbecke, v. 24 Sep-tember 1856.

Page 46: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

38

weest ; doch zij geeft mij regt om , met dubbele vastheid van

overtuiging , te herhalen wat ik schreef in 1850 over dit

doordrijven der gemengde school , onder chri8telijken titel.

ft Ik heb van de Nederlandsche Natie , the onder de gods-

dienstige en christelijke Natien geteld wordt , te goeden

dunk , om te meenen dat de bezwaren zouden vervallen door

de plaatsing van een dubbelzinnig en bedriegelijk woord in

de wet. #

Eerstdaags kunnen wij nu het Voorloopig Verslag van

de Tweede Kamer te gemoet zien. Ik wensch dat de open-

baarmaking van het gewigtige stuk mede tot het ontwaken

van algemeene belangstelling strekke. Ik wensch vooral dat

er gem stoornis in den regelmatigen loop der behandeling

van het ontwerp zij. In April 1857, evenzeer als in April

1856 , zou , uit dat oogpunt , elke wijziging van het Ministerie

onraadzaam zijn. ii Niets kan meer kracht geven aan de be-

strijding van de wet, dan dat er, zonder schokken , zonder

hartstogtelijkheid , zonder verrassende wendingen van poli-

tieke inzigten en ontwerpen , een bedaard en naauwgezet

onderzoek en overleg zij. u '

4 April 1857.

Adviezen. II. 157.

Page 47: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

Laat ons , na het beschouwen van het ontwerp van wet,

nu ook het Verslag van de Tweede Kamer inzien.

Het Verslag van 1857 is een tweede uitgaaf van het

Verslag van 1856. Op dezelfde wet voegt en volgt het-

zelfde Verslag.

Het Verslag van 1856, op grond waarvan de Tweede

Kamer , in September , schier met ontbiriding gedreigd werd,

is rigtsnoer van het Kabinet. G-een wonder dat de meerder-

heid (de groote meerderheid, zegt men) het ontwerp , dat

ze reeds Coen in de hoofdgedachte goedkeurde , thans , vol-

gens haar eigen voorschriften gewijzigd, beaemt, en dat

het Verslag van 1857, in aard en strekking , aan het vorig

Verslag gelijk is.

Derhalve , wat ik van de wet zeide , geldt van het Ver-

slag : herleving van gevaar , herleving van polemiek. Ook van

dit belangrijke stuk, met dezelfde heillooze hoofdgedachte ,

geldt dezelfde raadgeving: Dit Verslag kan niet genoeg

bestudeerd worden met bet verbod van den Bijbel met de

vergunning van de bijbelsche geschiedenis , mits niet in het

licht der Openbaring, van de volkshistorie, mits ze naar de

ligtgeraaktheid van iedereen gefatsoeneerd zij met den eisch

Page 48: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

40

dat de Natie , zonder eenige uitzondering , in dergelijk eene

openbare school beruste ; met den blijkbaren toeleg om , door

de finantiele kracht van het Gouvernement, van lieverlede

de vernietiging , ook in het bijzonder schoolwezen , te hewer-

ken , van die hatelijke sectenscholen waarmee het Vaderland

verpest wordt. 1

Bit betreft de hoofdgedachte en wat daarvan het onvermij-

delijk gevolg is. Doch er zijn ook twee wijzigingen in het

ontwerp van 1856 gebragt. Hoe is het met deze varianten op

Art. 21 , waarmee , zoo als het Verslag het uitdrukt , het

Ministerie getracht heeft zijne hoofdroeping te vervullen ?

met den christelpen titel ? met het Rigsesub8idie dat , we-

gens gemoedsbezwaren , aan bijzondere scholen zal kunnen

Worden verleend ?

Heeft de groote meerderheid aan een Ministerie dat met

haar op verrassende wijs homogeen is en dat echter , wel-

staanshalve , na al het gebeurde , niet gaarne letterlijk de-

zelfde wet voordraagt , ook van haar kant , welwillendheid

betoond ?

Neen ; zij snijdt meedoogenloos of al wat beter in de

kansrekening van het Bewind dan in het systeem der wet past.

De stellige en herhaalde verklaring der Regering om-

trent de nietsbeduidendheid van het woord chrigtelijk ,

schijnt niet te hebben gebaat. Eene kleine minderheid in

de meeste afdeelingen (van wier vrijmoedige kenschetsing

dezer wet het Verslag meer dan 66n blijk draagt) noemt

het woord een bedriegelijke leus. n Een groot aantal leden

verwerpt het, ook als aanleiding en voorwendsel om eenzij-

digheid en rationalisme sluiksgewijs in de volksschool te

brengen. Er zijn leden die , niet afkeerig van zoodanigen

handel , met de inlassching vrede hebben , of er zelfs eene

Adviezen. II. 193.

Page 49: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

41

wezenlijke verbetering in zien, omdat ze in de dubbelzinnig-

heid van uitdrukking een steunpunt voor hetgeen zij be-

doelen , hebben gezocht ; edoch wat gebeurt er de meerder-

heid , overtuigd dat , om deze strijdigheid van opvatting,

zonder de minste oogluiking , een duidelijk uitkomen der

Regering voor haar gevoelen moet worden verlangd, vereenigt

zich in het zeer bepaald aandringen op nadere opheldering

wegens de tweeslachtigheid eener Memorie, die nu eens breed

uitmeet de onergerlijkheid eener benaming waaraan christe-

lijke medeburgers gehecht zijn, dan weder, met gelijken

ernst en ophef, van de opnarne van het christelijk beginsel

gewag maakt. Derhalve een van beiden ; het dubbelzinnige

woord wordt, of uit de formule van 1806 geligt , Of behou-

den , ja, doch op voorwaarde dat daaraan slechts een zin , de

zin eener christelijkheid onergerlijk ook voor den ortho-

doxen Jood, de zin eener, zoo als de kleine minderheid het

noemde , bedriegelijke lens mag worden gehecht. 1

De heer .... R, dat is (blijkens de uitgaaf van de Tjdvragen over

de afscheiding en vereeniging van Staat, Kerk, en School) de hoogleeraar

de Bosch Kemper ; schryt , in de Anisterdamsche courant van 16 April,

dat ik mij , door te beweren dat christelijk slechts om de lens ingelascht

is, hoogst eenzijdig betoon. Immers mag en moat (zoo laat hij ons

weten) de christelijke opleiding ergernis geven aan den orthodoxen Jood.

De hoogleeraar verlangt dus, ter zinsbepaling van de wet, de voor-

keur voor zijne Memorie van Toelichting boven die van bet Gouverne-

ment. Daarentegen , indien hem zoodailig alvermogen van wetsinterpre-

tatie niet toegekend wordt, indien ook de orthodoxe Jood op eerbiedi-

ging zijner Godsdienstbegrippen regt !weft, dan stemt de hoogleeraar

met mijne hoogsteenzijdige beschouwing volkomen overeen. Want hij

zelf schreef , op 12 Maart : „ Wanneer de woorden opleiding tot christe-

deugden niets anders beteekenen dan opleiding tot volmaakte deug-

den, dan voorzeker is de inlassching van die woorden in de voorgedra-

gene wet te beschouwen als een flaauw middel van apaisement of een

bedriegelijke lens." — Evenzoo nu , in bet vertoog van 16 April. De hoog-

leeraar, even als de Wekker (zie hierboven p. 26) , stelt op den voor-

grond dat de wet wil wat hij wil, „Tot christelijk-maatschappelfike deugden

kunnen kinderen in den regel beneden de 12 jaren niet worden opge-

wekt , zonder dat, als onbetwistbare onderstelling, al is bet ook stil-

Page 50: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

42

Maar wat zegt de Kamer van het alinea dat , na een

arbeid van acht maanden , als ontknooping van het raadsel,

ter bevrediging het licht ziet ? Wat is hoar oordeel over

het Rijkss-ubsidie aan de bijzondere school ?

Ei , waarom zou de Kamer zich verzetten tegen een bij-

voeging die , als middel van apaisement , althans geen kwaad

kan , vermits ze , ongerijmd in beginsel , tevens ijdel in de

praktijk is ? Tegen een gesloten uitweg kan immers geen

wezenlijk bezwaar zijn ! Laat nu , door eenparig aannemen

van dit gewrocht , stroohalm die het Ministerie nog aan

zijn oorsprong bindt , eenig overgebleven behoedmiddel tegen

abdicatie van eigen beginsel en oorsprong , in den voor

het Ministerie bitteren beker , althans een irenische druppel

worden gemengd.

Op dit eenparig aannemen is niet veel kans. Door de over-

zwijgend , bij het onderwijs worde aangenomen , dat Christus is de vol-komen regtvaardige, het uitgedrukte beeld van God. voor de opleiding tot christelijke deugden moet op Christus kunnen gewezen worden , niet als op een wiens deugd twijfelachtig konde zijn, maar op dengene, van wien men zeker weet, dat Hij is geweest Gods eenig geboren Zoon naar den geest. Bij de opleiding tot christelijke deugden moet men van de onderstelling uitgaan, dat Hij was de waarheid en het leven. Het woord christelijk in de wet is de bekrachtiging, dat dit zal mogen geschieden." Uitmuntend geredeneerd; doch hoe nu, indien, niet op den wil van den heer Kemper, maar, volgens het systeem van het Gouvernement, op den eisch der Grondwet , ten behoeve ook van den orthodoxen Jood , gelet wordt ? dan beaemt hij weder volkomen mijne hoogsteenzijdige beschouwing. „ Wanneer onder opleiding tot christelijke deugden zoo iets verstaan wordt, dat de meest regtzinnige Israbliet er geen aanstoot aan nam, dan zou voorzeker het woord ehristelijk in de wet slechts een leuswoord zijn, inderdaad een schandelijk, een onheilig bedrog."

Uitdrukkingen in het dezer dagen verschenen nummer van Ernst en

Vrede. Met bevreemding las ik daar : „Wij verheugen ons over dit bij-voegsel; wij hopen , voor de eer van het Kabinet , dat bet deze alinea niet zal prijs geven op den aandrang der Tweede Kamer." Ook bij de voordragt kon iedereen weten dat op aanneming geen kans was. Verlangt men nu, en nog wel voor de eer van het Ministerie, schijnbaar vasthou-den aan hetgeen en om de onaannemelijkheid en om de nietsbeduidend-heid der zinsnede, niet anders is dan tegemoetkoming in schip ?

Page 51: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

13

groote meerderheid werd de zinsnede , uit welk oogpunt ook

beschouwd , onaannemelijk verklaard. Zijn er dan geen

voorstanders geweest ? wel zeker , en men heeft ze geteld :

een , twee , drie. Drie leden toonden zich minder ongun-

stig voor het voorschrift gestemd.

Een lastige Kamer en voor geen irenische bewerking vat-

baar ! Zij keurt goed al wat ze voorstelt , zij keurt of al wat

het Ministerie er bijvoegt. Onverbiddelijk in eigen wijsheid ,

beweert ze dat bij Naar uitstekende zalf geen doode vlieg ,

ook niet een zeer kleine, kan worden geduld.

Aangenaam is het niet , als men reeds gezwicht heeft ,

andermaal en telkens to moeten zwichten ; maar de liefelijke

vrede is daar en , bij de volkomen overeenstemming in de

hoofdgedachte , kan de zaak, bij de Memorie van beantwoor-

ding (of, zoo de Regering op nog een termijn van onver-

zettelijkheid prijs stelt , bij de beraadslaging) een zeer een-

voudigen loop hebben.

Het Ministerie neme, door weglating van het aanstoote-

lijke bijschrift , de lap , die op het kleed niet past , weg.

Het bepale zich bij vermelding van goeden wil , na zooveel

hoofdbrekens , in de voordragt van het alinea openbaar ; het

brenge de verantwoordelijkheid over op de Tweede Kamer,

die de uitnemendheid van het kunstgewrocht niet gewaardeerd

heeft. Vooral worde herinnerd aan de exceptionele natuur

van het Kabinet : wij zijn immers , volgens ons eigen pro-

gramma , een zoekend Ministerie ; van zoodanig Kabinet

mag enkel een bewijs dat het yezocht heeft , worden ge-

vergd. Door het zoeken zelf, heeft het zich van de moeije-

lijke (en toch ook aldus niet moeijelijke) taak gekweten , in

den zin en geest waarin het die aanvaard had.

Uit dit oogpunt, beaem ik volkomen wat de Amsterdamsche

courant van 11 April schrijft : De Regering kan de aan-

Page 52: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

44

gewende poging opgeven en er blijft geen zweem van strijd

tusschen de vertegenwoordiging en de Regering over. Deze

heeft zich tot niets meer verbonden dan tot het nemen van

eene proef ter oplossing van de gemoedsbezwaren , en , indien

zij moet erkennen dat die proef gefaald heeft , kan zij er

van afzien ze voort te zetten.

Dit oordeel over de wederzijdsche houding van Kamer en

Kabinet is juist en onwederlegbaar het is , naar mij voor-

komt , een eerste les van irenische politiek , dat , bij volko-

menheid van onderwerping , elke zweem .van strijd wegvalt.

Vrede met de meerderheid der Tweede Kamer.

Evenwel aan de kleine minderheid zal het polemizeren ,

dat is , pligtbetrachting vergund zijn.

Aan die kleine minderheid zal het vergund zijn te vra-

gen : In hoe ver komt de daad van dit Ministerie , het ter

tafel brengen van deze voordragt , overeen met den wensch

der petitionariesen? met den last des Koning8 ? met den

eisch van den constitntionelen regering8vorm .7 met het op

den voorgrond gestelde beginsel eener verzoenende politiek ?

Ik kan nu in geen ontvouwing hieromtrent treden. Ik

bepaal mij bij een week : op elk dezer punten is , of even

zeer , of meer nog , van toepassing al wat gezegd is tegen

aard en strekking der politiek van het vorig Kabinet.

Immers heeft men , ook nu , dezelfde vragen te wachten

die aan het Ministerie v. Hall , door hen ter wier bescherming

het opgetreden was , zijn gerigt : n Is het niet blijkbaar dat

we met behendigheid om den taro geleid zijn ? dat er, zoo

ooit , dan bier eene my8tificatie geweest is ? dat het Minis-

terie, om bondgenooten te werven , onze vlag ontrold heeft ?

dat er, met onze beginselen , in hetgeen ons meest dierbaar en

heilig is , ter vermeestering van het Bewind , gespeeld werd ? 1

Adviezen. II. 138.

Page 53: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

45

!miners. zal , ook nu „gewezen worden op het persoonlijk

gevoelen van den Koning en op den weerzin die Z. M.

tegen de vorige wet , tegen de wet die nu wederom ter

tafel gebragt wordt , kenbaar gemaakt heeft. Ook nu zal

de eenvoudige opmerking worden herhaald het aanvaar-

den van het Bewincl gold voor adhaesie aan de politiek

van een Vorst, die zich op de historische lijn zijner voor-

vaderen gesteld had en wien het nu te doen was om

Religievrede, niet door onregt tegen 66ne of beteugeling van

elke Gezindheid , maar door regt voor alien , volgens de

Grondwet , met bestrijding van het liberalisme op christe-

lijken grondslag. In deze hoofdgedachte van bet vorstelijke

woord ligt , wanneer we tegen den gang van het Ministerie

bezwaar hebben , ons regt en onze kracht. Ook nu zal

het Ministerie ter verantwoording worden geroepen, op grond

van het koninklijk programma dat het leven aan dit Ka-

binet gaf.

Immers zal een dergelijk ter zijde stellen van het ko-

ninklijk mandaat aan dit Ministerie, nog meer dan aan

het vorige , als miskenning van den constitutionelen rege-

ringsvorm , in rekening worden gebragt. Omdat hier niet

geldt wat van hen die in het voorjaar van 1853 het

bewind aanvaard hebben , van de heeren v. Hall en Donker

Curtius , gezegd is dat men , 11 in de opgewondenheid dier

dagen , het persoonlijke van hun politieke rigting en politieke

antecedenten , door te starers op den Koning , voorbijzag. 2

Omdat men hier zich veeleer meende te kunnen verlaten op

de overbekende zienswijze desgene die als hoofd van het

Kabinet optrad. Omdat het denkbeeld van zich met zoo

weinig bezwaar , als of veranderlijkheid eene gewone , eene

geoorloofde zaak ware, van zijne antecedenten te ontslaan ,

Adviezen. II. 137.

Adviezen. t. a. 1)1.

Page 54: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

46

met alle regels , ik zeg niet van parlementair overleg , maar

van Staatkunde welke dezen naam verdient , in strijd

is. Omdat zoodanige leer den Minister zou makers tot

een pleitbezorger ; aan de Natie den waarborg dien zij ,

meer nog dan in de meest uitstekende talenten, in de begin-

selen en in het karakter der Staatslieden behoort to hebben,

ontneemt , en , indien ze veld won , den zedelijken grondslag

zou ondermijnen van elk Gouvernement.

Immers zal , ten laatste , wat de verzoenende politiek be-

treft , nu , even als toen , het verwijt gelden omtrent het zon-

derlinge van eene verzoening , die vroeger apaisement heette,

waarbij spanning door onderwerping, en strijd , door het

overleveren van den voormaligen bondgenoot, ophoudt.

Dit Ministerie speelt een da capo van het vorig Ka-

binet. Met dit onderscheid dat hetgeen toen met kunstig

overleg plaats had , thans met onverklaarbaren eenvoud ge-

schiedt. Daarom heb ik , op 2 November , aan den Minister

van Justitie gezegd : Ik ken uw karakter , ik weet dat

ook wat ik afkeur , bij u met edele beweegredenen moet

in verband staan ; ik verlies , bij de vergelijking , het duo

cum faciunt idem non e81 idem geenszins nit het oog ; maar

ik beoordeel de daad , en dan zeg ik : wanneer door u het

tegendeel wordt voorgedragen van hetgeen wij van dit Ka-

binet mogten en moesten verwachten — ik werp liefst deze

eventualiteit nog van mij of — dan zou, meer nog dan bij

het vorig Ministerie, tegenspraak met antecedenten, meer

verloochening van historischen oorsprong, meer voor ons

onverwachte en bittere teleurstelling zijn. 1

Er is nog een trek van vergelijking. Dezelfde of althans

soortgelijke politiek heeft in denzelfden toestand van weer-

loosheid gebragt.

Adviezen. II. 191,

Page 55: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

47

Op 25 November 1856 heeft de Minister van Justitie

denis afgelegd van dezelfde staatkundige denkwijs , die de heer

v. Hall, op 30 April, als het 2zec pins ultra van politieke

wijsheid , vermeld had. In het midden door zeilen , waardoor

de kapitein van schip of staat te gelijk de wederzijdsche

klippen , Scylla en Charybdis , ontzeilt , daarin , daarin alleen ,

is echte stuurmanskunst blijkbaar.

Ook omtrent de toepassing in de Nederlandsche waterer

zijn de beide Kabinetten homogeen orthodoxophobie en

Thorbeckophobie, vereenigd , geeft , zelfs bij eigen magteloos-

heid , onweerstaanbare kracht.

Daarom , om deze juistheid in het bepalen , om deze vol-

standigheid in het betreden van de middenlijn , is de politick

van dit Ministerie eene politick — ik gebruik gaarne de

terminologie van het Kabinet zelf — van verzoening , van

actualiteit , van eclecticisme. Daarom , met den Nederland-

schen volksaard homogeen , wordt zij door een nationale

opinie, eene nationale behoefte , een nationaal gevoelen ge-

rugsteund. Daarom heeft ze , in Naar afkeer van ultraisme,

een tweesnijdend zwaard, waarme6 zij het Vaderland tegen

twee uitersten , het stelsel van den heer Thorbecke en dat

der antirevolutionaire rigting , beschermt.

Evenwel de heer Thorbecke maakte reeds onmiddellijk ,

-ondanks het betoog van de onoverkomelijkheid der klove ,

goede hope omtrent toenadering kenbaar : Over het al-

gemeen komt het mij voor , na hetgeen de Minister heden

heeft gezegd , dat dit Ministerie , hoezeer wenschende zich

op gelijken afstand van beide belendende rigtingen te hou-

den , nader bij de onze is mij dunkt zelfs dat de stellin-

gen , welke zijne politick volgens de ministeriele rede karak-

teriseren , voor een groot deel aan onze beginselen zijn ont-

leend , althans daarmede eene verwonderlijke overeenstemming

hebben. Ook veroorloofde ik mij weldra den wenk Ik

Page 56: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

48

voorzie dat de Minister , toegevende aan zijn begrip omtrent

Kerk en Staat, ofschoon van een geheel ander point de depart

uitgaande dan het geachte lid uit Deventer , zal afdrijven

naar hetzelfde resultaat , en genoodzaakt worden in het

openbaar onderwijs te komen tot het stelsel der godsdienst-

looze school. 11

Hetgeen te voorzien was , zien we ; dat de weerstand

van het juiste midden wederom uitloopt op eenzijdigheid van

overgaaf; zoodat deze , in eigen schatting , alleen nationale

rigting , drie maanden later , in eene , volgens haar , exelu-

sieve , idealistische , en niet-nationale rigting (die zij , dacht

men , verpletteren zou) zich oplost en versmelt.

De oppositie is en blijft regerende partij.

De ►egering , vredelievend , maakt tegen die regerende

partij Been oppositie , en de Kamer, onbarmhartig , vergunt

Diet dat verslagenheid en weerloosheid worde verbloemd.

Zoo diep is men , door het zweven boven de partijen ,

wader eene partij gevallen ! zoo ver heeft een terugdeinzend

vasthouden aan rr het beginsel der gemengde school die de

Natie lief heeft , dit Ministerie gebragt.

En evenwel wensch ik levensverlenging van het Kabinet.

Verandering van Ministerie zou , door uitstel der beraad-

slaging , even schadelijk nu als in het vorige jaar zijn.

1k durf een stout woord spreken , in veler schatting

dwaas en vermetel , en dat ik evenwel , aan Natie en Koning

gedachtig , voor waar houd. De wet zal , ook in 1857 , niet

tot stand komen , en , terwijl men haar afweert , zal de weg

ter verkrijging van eene ook voor ons aannemelijke wet

worden gebaand. Onder twee voorwaarden evenwel ; voor-

eerst , dat de thans weder aangevangen gedachtewisseling

niet weder gelijk in 1856 , door ministeriele gedaante-

Page 57: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

4 i1

wisseling verstoord worde ten andere , dat , even als ten

vorigen jare, de belangstelling van een aanzienlijk gedeelte

der bevolking , met eenige veerkracht , openbaar zij.

Ook de eerste voorwaarde moet worden vervuld.

Ik durf niet bepalen of de meest felle oppositie onverwijid

den val van het Ministerie begeert.

Bijkans zou ik gissen dat zij , ter doordrijving van haar

eigen onderwijswet, niet ongaarne zou gebruik inaken van

dit Kabinet.

En daarna ?

Daarna ! 1k antwoord met dezelfde woorden als in 185(h

Zal dan het leven van het Ministerie nog worden gerekt?

Zal er dan nog grootmoedigheid of dankbaarheid betoond

worden

Neen , dan heeft de Minister gediend en uitgediend.

Dan is de vrucht zijner politiek (zoo het politiek is) rijp.

Dan zal de regerende oppositie-partij liever zelf Gouver-

nement zijn.

En iedereen zal deze verwijdering goed heeten van hem

die, ten dienste zijner wederpartij, meer dan zij zelve had

kunnen doen , verrigt heeft.

Doch er is , behalve die regerende partij , eene andere

rigting , die , gelijk nog onlangs een van haar bekwaamste

woordvoerders verklaard heeft , ter redding van het Vader-

land , of, gelijk men ook zou kunnen zeggen , ter overne-

ming of opneming der portefeuilles, bij uitnemendheid ge-

schikt en ook gezind is.

Onlangs is eene lofrede gehouden op deze conservatieve

partij. 2 Zij werd daarin opgewekt om gereed to zijn ter

aanvaarding eener nalatenschap , waarvan , op de laatste blad-

1 Ann de Kiezers. IS;'). 7. Versleten rioting.

2 De conservatieve partij in 1853 en 1856. (Arnst. bij Leendertz.)

Page 58: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

50

zij de , met een niet geriug gevoel van eigen waarde , het

spoedig openvallen voorspeld werd.

Het kan geen bevreemding baren of grootelijks afkeuring

wekken , wanneer voorstanders , vooral niet wanneer leden van

het vorig Ministerie , voor wie geene plaats gevonden werd in

dit Kabinet , misnoegd zijn over eene verandering , die , door

de zonderlinge handelwijs van het Bewe ind , geworden is

eene , niet enkel doellooze , maar in hooge mate voor de

belangen en van het onderwijs , en van het Vaderland in

't algemeen , schadelijke vertooning. Het is te verontschuldi-

(T ben zoo weerwraak aan de orde van den dag is. Doch ik

zou craarne zien dat uitstel van executie verleend wierd.

1k erken dat de Kabinetsverandering van 1856 grootendeels

uitloopt op verandering van personeel. Maar dit zou ook

nu vice versa het geval zijn. Omtrent de onderwijswet

zouden wij (ann. 30 April 1856 gedachtig) geen verbete-

ring te gemoet zien. Buitendien heeft het merkwaardige

boekske mij van de wenschelijkheid eener wederoptre-

ding van het conservatieve Kabinet niet overtuigd. De

lofrede is voorzeker schoon ; doch levert , dunkt me , een

treffend bewijs te meer dat een lofredenaar, op menig punt ,

met een levensbeschrijver , althans wanneer deze niet auto-

biograaf is , in conflict raakt. 1k moet , na lezing en

herlezing, mijn onleerzaamheid belij den : ik heb , in de

beraadslagingen van meer dan drie jaren , bij de conserva-

tive rigting, niet eene kracht welke de beide uitersten

„Dit staat bij ons vast, dat zij, die in 1 856 op het kussen hebben willen komen, niet in staat zijn daarop te blijven, dat 's Vorsten oogen meer en meer zullen opengaan over bun onverznogen om Hem te dienen en dat de Nederlandsche natie van ben niet gediend wil zijn. Wanneer het oogenblik daar is, waarop zij in hun niet terugzinken , moet niet de ultra-liberale partij de eenige schijnen te zijn , die bereid en geschikt is het gezag te erlangen."

Page 59: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

51

veilig kan trotseren , maar wel het tegendeel ontwaard.

Dus heist geen verandering van Ministerie.

Ook geen ontbinding van de _Kamer. 1k vertrouw , ik

hoop althans , dat hieraan , nadat gemeen overleg tot zoo-

veel eensgezindheid geleid heeft , niet meer gedacht wordt.

Mijne vrienden , mij althans , uit de Kamer te weren, zou wel-

ligt minder dan ooit aan de groote Protostantsche partij

(in haar geestdrift , zegge liever geestdrijverij , voor de christe-

telijke gemengde school) moeijelijk vallen. Desniettemin acht

ik dat men het niet enkel op rekening eener taktiek van

parlementair zelfbehoud zal steilen , wanneer ik , om het zoo

naauw verband van radeloosheid en roekeloosheid , mij den

wenk veroorloof : laat vooral niet in ontbinden van de Kamer

een verademing van weinige dagen worden gezocht. Ont-

binding. Waarom ? Om het wooed christelig , dat is , om

een dekmantel van de onchristelijkheid der wet ? Om de

laatste zinsnede van Art. 21, dat is , om den glans eener

voorspiegeling wier ij delheid aan iedereen in het oog valt?

Om de handhaving der waardigheid van de Kroon , dat is ,

om den Koning in 1857 te nopen tot onderteekening van

een wet waartegen Z. M. in 1856 onoverkomelijk bezwaar

had ? Ora weerstand te bieden aan Thorbecke , dat is , om

den persoon te weren, terwijl men de beginselen in praktijk

brengt ? — Door een ontbinding, waarbij enkel op de harts-

togtelijkheid der groote Protestantsche partij rekening zou

De slotperiode luidt aldus : „Blijft de conservative rigting voor hare

beginselen waken en zorgen, dan bezit zij eene kracht, welke de beide

nitersten veilig kan trotseren ; gelijk de uitkomst van de beraadslagingen

in onze volksvertegenwoordiging gedurende meer dan drie jaren met

eene steeds klimmende meerderheid heeft bewezen." Ook de heer Thor-becke schijnt op dit driejarig verschijnsel niet te hebben gelet, toen hij

sprak van „een Kabinet dat zijns ondanks dobbert op den stroom der

beginselen die ik belijde." — Lie mijne proeve van een Levensschets ,

tot 15 November 1855; dviezen. I. p. 177-179.

Page 60: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

worden gemaakt , kan men , niet het Ministerie in stand

houden , maar wel een verwarring en tweedragt stichten ,

waarvan het bezwaarlijk zijn zou de gevolgen te voorzien. I

Ook geen Daaraan , aan hetgeen in de Kamer mein-

eed en verraad genoemd werd , zal geen enkel lid van het

Ministerie ooit gedacht , of laat ik beter zeggen , ooit anders

dan met verontwaardiging hebben gedacht. 2

Laat ons nu van den gewonen gang niet wederoin afwij-

ken. Laat er nu eindelijk gelegenheid zijn tot geregelde en

bezadigde discussie, door vrijen loop te geven aan den par-

lementairen strijd.

„ Wordt er geen beginsel op den voorgrond gesteld, dan zal in tiendubbele mate gesehieden wat nu reeds , sedert Julij , ten gevolge van den weifelenden en onzekeren gang van dit Ministerie , plaats heeft ;

bij gebrek aan beginselen , zal de strijd op het terrein van bedoelingen

worden overgebragt ; daar is het dat tweedragt en hatelijkheid welig ontkiemen ; en aldus zouden wij , in een nieuw en betreurenswaardig voorbeeld, eerder dan welligt iemand zou vermoed hebben , kunnen lee-

ren hoe nit partijen, partijschappen ontstaan." Adviezen. II. 213.

2 Evenwel velen in de partij waarin, ten gevolge van het breken met onze

rigting , het Ministerie zijn eenigen steun vindt , hebben er anders over gedacht. Het was een goed , een treffelijk woord , een woord gelijk het den Christen en Nederlander betaamt, in het Januarij-nummer van Ernst

en Vrede : „Het is met de levendigste verontwaardiging dat wij verne-

men hoe er stemmen opgaan , die voor het protestantismus in Nederland

heil zoeken in een coup d'etat. Als protestantsch orgaan , orgaan , mede , van de Nederlandsche Hervormde kerk, achten wij ons verpligt ten sterkste op te komen tegen de aanbeveling van zulk een geneesmiddel, duizendmaal erger dan de kwaal ; van een maatregel, waardoor de eeuwen-hengende band tusschen Oranje en Nederland voor langen tijd zou ge-krenkt zijn, het openbaar vertrouwen geschokt, het protestantismus, dat er de schuld van zou dragen, onteerd en tegenover roomsch en liberaal in zijn zedelijke kracht verlamd ; een maatregel, in een woord , waardoor de publieke conscientie op het grievendst zou zijn beleedigd. Wij kennen een ander protestantismus dan dat naar zulke redmiddelen uitziet en wij dragen liever het juk van Thorbecke en de Roomschen dan zulke ontknooping der bestaande verwikkelingen. Wij vertronwen op God en — ook op onzen Koning."

Page 61: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

53

Het is tegen de groote meerderheid der Kamer , gelijk

haar gevoelen ook in dit Verslag nedergelegd is , dat wij

(de kleine , welligt zeer kleine minderheid in de Kamer)

ons moeten kwijten van de gewigtige en eervolle taak die

aan dit Ministerie opgelegd was.

Ook dit Verslag toont dat de houding van het Gouverne-

ment den strijd , door dien te ontwijken , verzwaard heeft.

Tegenover de irenische politiek wend reeds , in de Kamer ,

onze polemische gedachte ontwikkeld. l Zoek het vereenigings-

punt in afkeer tegen de godsdienstelooze school. Doe , onder al-

lerlei vorm , de ongerijmdheid uitkomen van een stelsel dat uit

de openbare instellingen , het element , voor de behoefte eerier

godsdienstige bevolking onmisbaar, verdrijft. Toon dat de meer-

derheid , als positief Christendom , in geschiedenis en leer ,

al wat tegenover den niet-Christen kenmerkend is , uit de

algemeene volksopvoeding verbant. Vergeet niet , en herin-

ner aan de Natie, dat haar dierbaarste belangen op het spel

staan , in eerie zaak die bij uitnemendheid volkszaak , neen ,

laat ik zeggen , familiebelang is en wanneer gij dit , dag

aan dag, zult gedaan hebben , wees dan , op den dag der

ontbinding , voor de uitkomst niet te zeer bezorgd.

Het zou to bezien zijn geweest of zoodanig bestrijden

van het systeem der gemengde school (niet van 1806, maar

van 1856 , niet voor Christenen , maar voor alien) in de

getalsterkte der partijen , gelijk het Verslag van 1856 die

opgeeft , geene wijziging zou hebben gebragt.

Menigeen zou , met den beer v. Ni seen v. Sevenaer, zich

tegen het beweren dat eene godvruchtige Natie de gemengde

school lief heeft , hebben verzet. 2

Adviezen. II. 200.

2 Om de , vergelijkenderwijs met het gewigt der zaak , geringe ken-ins die men over 't algemeen van de parlementaire debatten ook over

Page 62: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

54

Menigeen zou de vermelding van christelijke opleiding

of christelijke deugd, onergerlijk voor den Israeliet (gelijk

ze in het Verslag van 1856 ook reeds plaats had) , verloo-

chening van den Zaligmaker en onzedelijk woordenspel

hebben genoemd.

het onderwijs heeft, mag ik niet nalaten zijne merkwaardige woorden hierbij te voegen. „Mij schijnt het althans , wanneer men op den voor-grond stelt: het godsdienstig karakter der Natie dient bewaard, de christelijke zin van het yolk bevorderd te worden ; wanneer men dan erkent : „in Nederland bestaat eene zeer gemengde bevolking "; wan-neer men dan daarenboven in het oog hondt, dat die gemengde be-volking niet eens geheel christelijk is , — dat men tot de concinsie moet komen dat juist de gemengde christelijke school niet kan zijn de wensch , niet kan zijn het verlangen , niet kan zijn de behoefte van het yolk. Ik had verwacht dat men tot de conciusie zou zijn gekomen, dat alzoo de afzonderlijke school alledn aan die behoefte kan voldoen, en dat men alleen , bij de onmogelijkheid om overal afzonderlijke scholen daar to stellen , bij gemis van de middelen daartoe, zou moeten kornen tot eene gemengde school , maar waarbij men dan althans het woord christelijk niet had mogen bezigeu. Ik moet vragen : hoe is het mogelijk , dat de gemengde christelijke school zou kunnen voldoen aan den wensch , aan het verlangen , aan de behoefte van bet yolk ? Mijne Heeren als de Nederlandsche natie is eene godsdienstige natie, dan moet zij uit den aard der zaak er prijs op stellen dat ieder de gelegenheid hebbe om op de school zijne kinderen de godsdienst , die hij belijdt , meer te doen leeren kennen en aankleven ; hij moet wenschen dat zijne kinderen in die godsdienst, die hij belijdt , waaraan hij gehecht is , worden opgeleid. Welnn, Mijne Heeren , die wensch bestaat in Nederland ; ik twijfel er geen oogenblik aan. Maar dim kan ook de gemengde christelijke school geene behoefte zijn; dan kan zij alleen strekken om de voldoening aan die behoefte te schaden en te kinderen. De gemengde christelijke school kan nit den aard der zaak niet anders dan hinder en aanstoot geven aan velen in den lande. Zij kan behagen aan hen , wier godsdienstige begrippen geene uitstekende vastheid bezitten, aan hen die zich met een in de lucht zwevend Chris-tendom — ik heb bier het woord rationalistisch Christendom hooren bezigen — kunnen vergenoegen ; zij kan ook behagen aan hen, die gewetensdwang willen uitoefenen op een deel der bevolking.... Het ligt in den aard der zaak , dat van het oogenblik dat de gemengde christelijke school moet zijn de volksschool, die volksschool voor velen moet zijn aanstoot en hinder; dat zij dus niet kan voldoen aan de behoefte van het yolk , en dat zij tevens tegen de Grondwet strijdt."

Page 63: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

Menigeen zou , bij den afkeer van de godsdienstelooze en

vooral van de pseudo-christelijke school , de bezwaren tegen

geleidelijken overgang tot de afzonderlijke school overkome-

lijk hebben geacht.

Het Verslag van 1857 is het bewijs dat de Regering , door

het tegendeel te verrigten , het tegendeel bewerkt heeft.

Wat vindt de groote meerderheid nu in de voordragt

van het Ministerie goed wat ze in 1857 goed vindt ? at

en niets dan wat zij in 1856 goed vond.

Doch wil men , uit dit Verslag, bekend worden met de

gansche uitgestrektheid van den invloed der handelwijs van

het Kabinet , ter verhooging van overmagt en overmoed der

tegenpartij , let dan a. op het zwichten van bijkans iedereen

b. op het scherper formuleren der hoofdgedachte ; c. op de laat-

dunkendheid jegens elk die tegen dit stelsel bezwaar heeft

d. op het verbloemen van het persoonlijk aandeel des Konings

in den weerstand tegen de wet ; e. op de smadelijke vermel-

ding van het petitionnement.

a. Bijkans iedereen zwicht. Zeer gewoon verschijnsel , als

men in het Gouvernement geen steun heeft. Zeer natuur-

lijk , nadat het gansche level' van het Kabinet (in de slui-

tingsrede , bij het Adres , en bij de voordragt der wet) eene

reeks van concessien geweest is. Een leger ontbindt zich en

loopt niteen , als de bevelhebber vrede zonder strijd wil en

geen ander wapen heeft dan een olijftak. Het kan dus

geen verwondering baren , wanneer het Verslag verhaalt

hoe, zelfs aan voorstanders van openbare scholen voor eene

bepaalde godsdienstige gezindte geschikt , de moed ont-

zonk , of althaDs enkel in het aanheffen van een klaaglied

kenbaar gemaakt werd. Zij achtten het , in de omstandig-

heden waarin ons vaderland verkeert , Diet oii'baar op het

inslaan van dien weg aan te dringen. Het vraagstuk moest ,

althans voor het tegenwoordige , als voldongen worden be-

5

Page 64: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

56

schouwd. In een later tijdsgewricht zou men wellig,t in dit

opzigt tot eene betere overtuiging ko.men. 11

b. De hoofdgedachte, een looter burgerlijk-maatschappelijke

instelling voor alien , is , scherper dan bij het voorgaande

Verslag , geformuleerd. — Ook dit is onvermijdelijk gevolg

der houding van het Kabinet. Het Ministerie heeft zich

bij - de hoofdgedachte , niet enkel , gelijk bij de zesde para-

graaf van het Adres , na een langdurig weerspartelen , neder-

gelegd. Wel neen ; het heeft de hoofdgedachte zeer lief;

het ziet daarin den eenigen grondslag van eendragt en

nationalen zin; mogen wij nu euvel duiden aan de Kamer

dat zij den verrassenden weerklank op haar gevoelen, met

nog voller toon , teruggeeft? Weg met al wat n.aar apologie

zweemt ; de volksschool, voor alle kinderen der menschen, is

niet een noodzakelijk kwaad , zij is , altijd en overal , de

conclitio sine qua non van volksbeschaving en humaniteit.

Zie bier de regels waarin de hooggestemde lofrede vervat is.

De groote meerderheid bleef met nadruk de gemengde

school voorstaan. Wij kiezen die school, zeiden deze leden ,

niet als een noodzakelijken uitweg ; wij brengen daarbij

o1ze innerlijke overtuiging niet aan deze of gene maat-

schappelijke behoefte ten offer; maar houden het er voor,

dat ons beginsel het eenig goede en ware is , .te verkiezen

niet enkel voor Nederland , maar voor elken anderen be-

sehaafden. Staat. Het van overheidswege gegeven onderwijs

moet -vrij zijn van elk kerkelijk inmengsel , van alle con-

fessioneel belang: // De volksschool moet tegen elken invloed

van kerk , van secte , van kerkgen.00tschappelijke belijdenis

en leerbegrip vrijgewaard zijn. Houd dit wel in het oog ;

verneem dat elke sprank van christelijke of niet-christelijke

waarheid (wat is waarheid ?) een smet zou werpen op de

zuiverheid eener instelling , voor elk yolk dat niet beneden

het peil onzer eeuw is, onmisbaar. En voorts wees niet al

Page 65: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

te bezorgd en laat de aldus ingerigte volksschool door uwe

verbeelding niet al te donker worden gekleurd. Het onder-

wijs zal altijd christelijk zijn ; slechts onder een vredelie-

vend voorbehoud. Er mag geen sprake zijn — welnu , van

wat niet ? vooreerst niet van positief Christendom — dit is

kerkelijk leerbegrip ; ten tweede , niet van den Bijbel — het

is een leerboek voor Protestanten ; ten derde , niet van een

Zaligmaker op aarde gekornen tot behoudenis van zonda-

ren — dit is bij uitnemendheid voor de Christenen een

kerkelijk leerstuk ; ten vierde, en vooral niet, van de belijdenis :

Gij zijt de Christus , de Zoon des levendigen Gods ! —

dit is een punt , zoo er ooit een geweest is , van confessio-

neel belang.

c. Laatdunkendheid jegens hen die met de christelijke yolks-

school zonder Bijbel en zonder bepaald leerbegrip niet ge-

diend zijn. — Dergelijke beoordeeling is niet vreemd , na het

strenge vonnis door de Regering over hen , inzonderheid op

25 Nov. , geveld. Zoodanige school kan , zeide de Minister

van Justitie , zeer goed en christelijk zijn. En om de oppo-

sitie tegen die zeer goede en christelijke , vroeger , ook vol-

gens hem , verderfelijke en onchristelijke volksschool , heeft

hij het noodig gekeurd de anti-revolutionaire rigting ten

toon te stellen , als eene kerkelijk-politieke partij , die zeer

weinig goed en zeer veel kwaad doet , die godsdienst en staat-

kunde vermengt, die exclusief is, die enkel in veroordeelen, gis-

pen en afbreken kracht openbaart, die Of in het verledene , Of in

het toekomstige , doch altijd in een anderen dan in haar eigen

tijd leeft, en voor wie het welligt de meest gezegende en voor-

deelige uitkomst zou wezen , wanneer zij , buiten alle partijen

boi b gezet moot leeren het Evangelie van Christus niet over te

brengen op het gebied van den Staat en onder de wet.

Nadat wij , om ons opkomen tegen de gemengde school ,

door den Minister, die zelf haar in 1854 een hersensehim

Page 66: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

58

een liefelijk droombeeld , in weerspraak met de actualiteit N

genoemd heeft, voor het oog der volksvertegenwoordiging

en der Natie , aldus afgeschilderd zijn , acht ik dat de

triumferende meerderheid zich slechts aan de Regering aan-

sluit , wanneer zij hen die , naast eene zoo voortrefFelijke

volksschool , eenigen ijver ter verkrijging van bijzondere

scholen zouden aan den dag leggen , in twee categori es , de

fortuinzoeker8 en de dweeper8 , verdeelt ? 1

cl. Van de daad des Koning 8 , in bet afweren van de wet ,

wordt geenerlei melding gemaakt. — Ook hierin gaf de Rege-

ring het voorbeeld. Verwij zing naar dit historische feit heeft ze

min voegzaam gekeurd. Meermalen , en vooral op 25 Novem-

ber, heb ik getracht te doen uitkomen in hoe ver het spre-

ken , maar tevens in hoe ver het zwijgen over den Koning

niet vergund is. Toen ik , om zoodanig een hulde aan de

gebleken sympathie des K.onings , van den heer Thorbecke

eene, van zijn standpunt , allezins verdiende teregtwijzing

ontving, vernam ik terstond van den Minister van Justitie

dat de spreker uit Deventer meer dan ik constitutioneel-

orth,odox geweest was.' Doch er is nog meer. Naarmate dit

Men leze wat zoo al in het Verslag , bijv. op p. 10, van ,, ontevre-

dene fortninzoekers of dweepers" en van hun gewoel, waarmee zij de

gemeente beroeren , gezegd wordt.

2 Hiertegen beweer ik volkomen regtzinnig te zijn. Afwijking is er, wanneer men, bf den invloed der Kroon doet gelden ter aanprijzing van hetgeen , nit den aard der zaak , nog slechts ministerieel werk is het regt van den Koning tot eene persoonlijke tnsschenkomst , gelijk ten vorigen jare, zoo al niet openlijk ontkent , zijdelings betwist. Tegen deze tweederlei ketterij ben ik m. i. verdediger van het g,rondwettig standpant ge-weest. „Ik acht dat men met de uiterste behoedzaamheid den naam des Konings in deze Vergadering moet brengen en dat daarvoor. eigenlijk slechts e6n geval is, hetwelk zich nu voordoet. Wanneer er een nieuw Ministerie geformeerd wordt , in tegenspraak met den zin van de groote meerderheid der Kamer , dan wordt de gedachte des Konings, als zijne persoonlijke gedachte, kenbaar. Doch , zoodra het Ministerie geformeerd is , treedt alles weder in den gewonen gang en wordt elk onderwerp ,

Page 67: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

59

Kabinet door de moeijelijkheden der taak die het aanvaard

had, verrast werd, heeft het, ik zeg niet die taak verwrongen

en vervormd , 1 maar zich omtrent den aard en de beteeke-

nis van het mandaat illusie gemaakt. De vorstelijke daad

der verklaring van aan zoodanig eene wet geen sanctie te

kunnen geven , werd , onder ministeriele beschrijving en

bewerking , al flaauwer en flaauwer van kleur ; zoodat nu,

ten laatste , het optreden van den Koning , ter bescher-

ming van de dierbaarste belangen eener godsdienstige

bevolking , zou uitloopen op een proefneming , waarbij

behalve misschien de Minister van Justitie, elk lid van het

Kabinet zoowel als van de Tweede Kamer meesmuilt ; de

proef om aan Art. 21 een zonderling versiersel te hechten ,

dat , in beginsel , het bederf der wet, in de praktijk (ten

genoege der bezwaarde harten) bij wijze van fantasmagorie,

een luchtkasteel en waterbel is.

e. Smadelijk wordt neergezien op het petitionnement._

Hoe zou het anders kunnen zijn , daar de ingenomenheid der

Ministers , die zelve petitien hebbeii onderteekend , zoodra

zij Ministers waren ,. voorbij was ! Wel verre van onder de

menigvuldigheid van uitdrukking 'en worm , de eenheid. van.

ook het gewigtigste , wederom de zaak van ministerieel beleid; de Koning regeert dan weder door en met zijne ministers. Evenwel bet feit is en. blijft er ; de Koning , is op den worgrond getreden, en de impulsie an hem , als Koning uitgegaan, is rigtsnoer en levensbegins-el van het Kabinet." Adviezen. H. 199.. Zie ook p. 172,• en vg.. en p. 192..

1. „Hoe, men petitioneert in een bepaalden geest, men wordt geroe-pen om aan: dat petitionnement voldoening te geven, en naauwlijks heeft men zich tot volvoeren van die. taak nedergezet, of men komt met de verklaring, niet dat die taak te • moeijelijk , te bezwaarlijk: is, dat zij niet is te vervullen , dat men dien last nederlegt en aan anderen overlaat. neen, men verwringt, men vervormt die taak , men noemt hetgeen men zelf met aandrang verlangd had, anti-nationaal, men reageert tegen he beginsel tot handhaving. waarvan men tot het Bewind werd geroepen!.."' Rede van den beer v. Zuijlen v. Nijevelt van 29 November 1856.

Page 68: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

60

regtmatigen protestantsch-christelijken weerzin te erkennen ,

liet de heer v. der Brugghen zich aldus uit : II Het optreden

van dit Ministerie is niet geweest de wensch om te voldoen

aan al de eischen of de wenschen en voorstellen , of de

droombeelden , of hoe men het ook noemen moge, die neder-

gelegd zijn in alle de petitien die bij hondetden aan deze

Kamer zijn ingediend. 4, En de man die , met den Minister van

Justitie , aan het Kabinet de politieke kleur gaf, die eene

petitie had geteekend , enkel door het systeem van afzon-

derlijke scholen voor inwilliging vatbaar , 1 die gerekend

werd. met de circulaires van Koning en Vaderland en met

de dagelijks terugkeerende bestrijding van de gemengde

school door de 's Gravenhaagsche Nieuwsbode althans niet

in tegenspraak te zijn geweest , de heer Simons , Minister

van Binnenlandsche Zaken , zeide : it Er was bezorgdheid ,

te regt of ten onregte, dit laat ik daar, dat het christe-

lijke van de openbare school door de wet zou geweerd

worden. Inderdaad, na zoodanige verloochening, door de

Ministers zelven , van hen aan wie zij hand en pen ge-

reikt hadden en waarvan zij , door de vorming van het

Ministerie , in de schatting van iedereen , als officiele zaak-

waarnemers en hoofden opgetreden zijn ; na deze verloo-

chening , eerst in woord en later in daad , van eigen hou-

„Om een yolk lief te hebben moet het gekend worden, en het kan niet anders worden gekend dun uit zijne geschiedenis. Deze behoort dns overal een voornaam deel nit te makes van het openbaar onderwijs. Volgens het ontwerp zon dit evenwel in Nederland onmogelijk worden. De wonteling tegen Spqnje, de vestiging van den Staat, de groote daden van het voorgeslacht, de roemruchtige bedrijven der Prinsen van Oranje knnnen niet naar waarheid verhaald worden zonder de gods-dienstige begrippen van sommigen te kwetsen.” — Btj het teekenen der petitie, waarvan althans de hoofdgedachte door den beer Simons beaemd werd, was hij dus geenszins homogeen met de Natie, van wier liefde voor de gemengde school hij , op 5 Julij , de stellige verzeke-

ring gaf.

Page 69: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

61

ding en beginsel , is het zoo vreemd niet dat de Commissie

van Rapporteurs tegen het opnemen zelfs van de volgende, in

heftigheid van uitdrukking schier extra-parlementaire, regels

zich niet verzet heeft : Te midden van den strijd van

meeningen vond de meerderheid alle reden om den loop te

betreuren , die aan geheel deze zaak gegeven is. Degenen ,

die thans over groote teleurstelling klaagden, hadden zelven

getracht den grooten hoop op te roepen , om zich met een

onderwerp van wetgeving te mengen , welks ware aard niet

onder ieders beoordeeling valt. Ziende dat zij hun lievelings-

denkbeeld langs den weg eener bezadigde discussie niet kon-

den bereiken , hadden zij demagogische middelen te baat

genomen en door het beroep op eene numerieke meerderheid

trachten te overwinnen. Zij hadden daarbij gehandeld in

strijd met hun eigen beginsel."

Hier vooral hebben wij den toetssteen voor de verzoenende

kracht der politiek van het Kabinet. Ik herinner mij zeer

wel dat , gelijk in 1853 de uitbarsting van misnoegen op

rekening enkel van politieke kunstbewerking en van yolks-

waan gesteld werd , evenzoo in 1856 gezegd is : daar-

aan hebben wij die menigvuldigheid van naamteekeningen

toe te schrijven , dat men de menigte in den waan heeft

gebragt dat het hier gold een onderwerp , waarover het een-

voudigste verstand oordeelen kan. Doch ik twijfel of then

6a lid der Kamer zich in zoo bitsche bewoordingen zou

hebben uitgelaten als nu de meerderheid , over een petition-

nement , waaraan niet slechts de Ministers , hoofden van. het

Kabinet , met ijver hebben deel genomen , doch waaraan de

Koning zelf, in de onvergetelijke verklaring // het zou mij

niet mogelijk zijn, al zouden de beide Kamers der Staten-

Generaal het verlangen , sanctie te geven aan dergelijke

wet het zegel der vorstelijke goedkeuring gehecht heeft.

Page 70: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

62

Evenwel ik mag niet ontveinzen dat ik mij verblijd over

dezen vinnigen uitval.

Mij dunkt dat de overdrijving zelve de ware beteekenis

en bedoeling verraadt , en aldus een , op dit oogenblik

vooral , belangrijke wenk geeft.

Door overmaat van felheid verliest de phrase veel van haar kracht. Ook menig, wederpartijder zal erkennen dat

dezerzijds geen afkeer van bezadigde discussie , waarin wij

veeleer steeds onze kracht gezocht hebben , betoond is ;

dat verwijt van zijdelingschen dwang door numerieke

meerderheid evenzeer kan gerigt worden tegen elk ge-

bruik van het petitie-regt , waarbij zich algemeenheid van

belangstelling openbaart ; dat , al zou men geen acht geven

op den allezins betamelijken toon der Adressen , reeds om

geheele verandering van omstandigheden , geen vergelijking

denkbaar is met de manifestatien en demonstratien in

1848, onder den invloed van Maartsche buijen en van

Febraarij-lessen uit Parijs. De meerderheid der Tweede

Kamer , die voor de verzoekschriften nooit sympathie betoond

heeft , gaat thans in betoon van antipathie to ver , wanneer

zij van demagogische middelen en van een discussie-storend

oproepen van den grooten hoop gewag maakt ; terwijl veel-

eer de petitien , indien zij • geleid hadden tot naauwgezetter

betrachting van het aucliatur et altera pare , aan een ern-

stig en doeltreffend beraadslagen hadden bevorderlijk kun-

nen zijn. '

Maar zoo heeft zich dan toch de groote hoop ,/ gemengd

met een onderwerp van wetgeving welks ware aard niet onder -ieders beoordeeling vitt!

Geenszins beweer ik dat men in het toepassen op politick

terrein van de hatelijke spreuk Odi profanum vulgus et

I Waren zij geteekend enkel door ,,, den grooten hoop ?"

Page 71: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

63

arceo altijd ongelijk heeft. Ik heb bijv. nooit kunnen goed-

keuren dat men, ter doordrijving van de regtstreeksche ver-

kiezingen of ter afschaffing van het gemaal , de menigte in

beweging gebragt heeft. Doch ik erger mij dikwerf over den

Loon van minachting jegens het meerendeel der bevolking.

Ik weet wel dat deze hooghartige beschouwing met de vrij-

zinnige theorie , met de leer van het pays legal en van

eene uit de voiksmassa of den grooten hoop gevormde een-

heid van Natie en van Staat 1 in verband is ; maar ik ben

geen voorstander van dat systeem en mag niet toegeven dat

het Volk , voor zoo ver het aan den financieel-constitutio-

nelen toestel die politieke organisatie beet , vreemd is , even

daarom , lijdelijk in het oordeel van bestuur en wetgeving

moet berusten en zelfs tot het uiten van eene meening , van

een klagt , over het miskennen van zijne dierbaarste regten

en belangen , niet bevoegd is. Ik heb mij steeds , 2 op grond en van historischen vrijheidszin en van grondwettig Staatsregt ,

verzet tegen een leer die geen yolk dan het kiezersvolk ,

geen volksregten dan het invullen van een stembillet kent ;

eene leer die de Natie wegcijfert, of althans haar onder het

juk eener nieuwerwetsche aristocratie of oligarchie brengt.

Vooral heb ik mij tegen dergelijk smalen op de onkunde

en onbevoegdheid van den grooten hoop it verzet , zoo dik-

werf het lager onderwij s , in verband tot de Godsdienst , ter

sprake gebragt werd.

Ook dan hebben wij telkens de aanvallen der bekwame en

welsprekende leiders van de groote meerderheid verduurd.

Niet alleen verklaarde de heer Bosscha het gros der adres-

I Dit is het beginsel eener revolutionaire centralisatie , waarvan in 1796 R. J. Schimmelpenninck zeide dat ze leidt tot „ een Oostersch despotisme in Nederland ondragelijk" en die in 1849 Guizot „rid& revolutionaire

et despotique par excellence" genoemd heeft.

2 Zie hijv. Grondwetherziening en Eensgezindheid , p. 251.

Page 72: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

64

sauten incompetent ; de heer Thorbecke , zoo dikwerf ik mij

op het yolk beriep , vreesde dat ik revolutionair werd.

Evenwel het valt in het oog dat verwijt van demagogi-

schen toeleg, hetzij in redevoeringen , hetzij nu in het

Verslag der Kamer , geen steek houdt. De vraag waarop

thans de strijd neerkomt , is van zoodanigen aard dat het

regt en de pligt van ieder Nederlauder en Christen om zich

in het onderwerp te mengen , bezwaarlijk in goeden ernst

kan worden betwist.

De onkundige menigte , zegt men , behoort niet te wor-

den geraadpleegd omtrent datgene waarover , zelfs aan ge-

leerden en staatslieden , het oordeel moeijelijk valt.

Zeer wel ; mits men niet te zeer toegeve aan de tegen-

woordige usantie, volgens welke er in Nederland weldra zijn

zal , een Staat waarin de Natie en (voor de Hervormden

althans) eene Kerk waarin de Gemeente geen stem heeft.

Zeer wel ; mits men niet vergete dat het oordeel ook van

minvermogenden dikwerf, waar de belangen van Kerk en

School op het spel zijn , bij uitnemendheid juist is.

Zeer wel ; mits aan den meest eenvoudigen Nederlander

en Christen nu en dan het medespreken vergund zij ; al-

thans wanneer de dierbaarste belangen van vader en moeder

bedreigd worden met redeneringen wier ougerijmdheid aan

iedereen in het oog valt.

Neen , zoo onkundig is de volksmenigte, zelfs na den

jammerlijken invloed der gemengde volksschool nog niet,

om , in de verzekering te berusten dat , wanneer in de

school niets dat den Israeliet aanstootelijk is , geduld wordt,

de Christen aan eene op dien voet aristelijke volksschool

genoeg /weft / 1

De groote hoop heeft geen oordeel over politiek. Ook

dan de Kiezers , HI. p. 5.

Page 73: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

65

niet wanneer het eene levensvraag geldt ? ook niet over de

uitkomsten van politiek overleg ? Wat dunkt u ? zou ,

tegen het staatsbankroet , een verzoekschrift aan 11 den

grooten hoop der kleine renteniers ten kwade worden ge-

duid ? Misprijs het dan ook niet , en noem het geen opge-

wondenheid van het gepeupel , wanneer , in een christelijk

Land, nu de christelijke volksopvoeding op het spel is ,

11 de groote hoop/ van vaders en moeders bezorgdheid en

weerzin openbaart. 1

Deze felle phrase , over het // zich wenden tot den grooten

hoop , is dus veel te fel ; doch , zeide ik , de felheid wordt

verklaarbaar , zoodra men , in verband met de omstandig-

heden , op haar beteekenis let.

Of zou het uitvorschen daarvan zoo moeijelijk zijn ? Och

neen ! de zinsnede, wanneer ze tot haar eenvoudigen zin

teruggebragt wordt , beteekent ; het ware voor ons , meerder-

heid van de Kamer , om de wet tot stand te doen komen ,

wel zoo voegzaam dat ditmaal niet gepetitionneerd wierd.

En nu is insgelijks zeer eenvoudig de wenk die ik hier-

I Aandoenlijk is de toespraak aan de ouders in een werkje ten vori-gen jare uitgekomen , dat ook thans herlezing dubbel waard is (de

zeventig blinden , eene parabel , door Harten , onderwijzer te Rotterdam). Daar lees ik : „ Wat zoudt gij er van zeggen , Moeder ! wanneer men u verbood uw kind voedsel te geven, en gij gestraft werd als ge 't wildet beproeven — zoudt ge niet bitter klagen over verkorting van uwe hei-ligste regten , en zoudt ge niet luid jammerend bet treurig lot van uw geliefd kind betreuren ? Maar besef dan, dat bet bier nog wat anders geldt dan het tijdelijk welzijn, dat het bier om het eeuwig belang van uw kroost te doen is." — Moeten waarlijk nu ook de Moeders zich bezig gaan houden met politick ? Ik beantwoord de Napoleontische vraag met het antwoord dat eene vrouw aan Napoleon gaf: „Madame , je n'aime pas que les femmes se melent de politique." „ Vous avez rai-son, general, mais dans un pays oh on leur coupe la tete, it est naturel qu'elles aient envie de savoir pourquoi." Bonaparte alors ne repliqua

rien." (Mme de Stael, Considerations sur la Revolution Francaise.)

Page 74: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

66

uit Acid: wij behooren althans te onderzoeken of het raad-

zaam is na te laten datgene waarvoor de tegenpartij be-

ducht is.

Moet er ook ditmaal van het petitie-regt gebruik worden

cremaakt?

Me dunkt ja.

Er zijn geene verzoekschriften , althans niet tegen het

ontwerp , te wachten van hen die met een nu verkregen

politieke winst voldaan zijn. Ook niet van hen die door

een christelijk onderwijs, zonder bepaald leerbegrip , worden

bekoord. 1

Maar ik twijfel, of zij die, met opregtheid en zaakkennis,

zich ten vorigen jare tegen de hoofdgedachte der wet ver-

klaard hebben , aanleiding mogen geven tot uitbazuinen dat

hun ijver toen een gevolg van onbedachtzaamheid is ge-

weest , en dat hun zwijgen nu aan schuldbelijden gelijk is.

Reeds in de Afdeeling waartoe ik de eer heb te behooren,

werd , zoo ik wel gezien heb , met een veelbeduidenden

glimlach , de opmerking gemaakt dat weldra het al dan niet

petitionneren het bewijs leveren zou of er al dan niet aan

den wensch der petitionnarissen voldaan is. Neen, was het

antwoord want het achterblijven van verzoekschriften be-

hoeft cam qua niet uit tevredenheid, die gij zelven dwaas

en ongerijmd zoudt keuren, te worden verklaard. Zou niet

en de ontvangst der verzoekschriften bij de Kamer (opeen-

stapeling ter grille zonder meer , doorvaart en uitvaart!) en

vooral de houding van het Ministerie, menigeen tot de con-

clusie hebben geleid: al dat petitie-teekenen is een doelloos

Tegen deze wet zal , noch door de hoogleeraren Hofstede de Groot en Scholten, noch door de predikanten Meijboom en Zaalberg f worden

gepetitionneerd.

Page 75: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

67

werk bij een Kamer die voor de meest billijke klagten zich

doof houdt. Zoo we niet in staat zijn te beoordeelen of de

Protestantsche Christen aan een opvoeding zonder Bijbel en

bepaald leerbegrip , in vereeniging met Roomschgezinde en

Israaiet genoeg heeft, zoo onleerzaam zijn we niet om

thans nog, na al hetgeen er gebeurd is, te onderstellen dat

met beraadslagen in de Kamer of veranderingen van Mi-

nisterie; wie ook daarbij winne , het Volk zou worden ge-

baat. Zoo onverbeterlijk-onnoozel zijn we niet om , na de

ervaringen van 1853 en 1856, ons te laten diets maken dat

parlementair en ministerieel overleg meer dan ijdelheid en

vertooning, meer dan begoocheling en guicheispel is.

Evenwel dit antwoord is niet volkomen juist. Er kan

repliek zijn. Immers men zal , en niet zonder regt, beweren dat

neerslagtigheid geen genoegzamen grond heeft. Het vertoon

van achteloosheid bij de Kamer , het angstvallig vermijden

van het minste officiele blijk van belangstelling, is het bewijs

geweest dat de wederpartij op het gewigt der verzoek-

schriften gelet heeft. De verandering van Ministerie heeft

getoond dat , al wordt iedereen hardhoorig , het Volk, bij

den Koning althans, voor gemoedsbezwaren een geopend

oor en hart vindt. Ja , buitendien , tegen elken grond waar-

uit ik ontmoediging zou betoogen van hen die , uit den

drang des harten , gepetitionneerd hebben , wacht ik eene

tegenwerping, die mij in verlegenheid ,zal brengen name-

lijk dat ik zelf in de verzoekschriften pligtbesef gezien

heb , en dat , waar het een gewetenszaak geldt , kansreke-

ning ophoudt.

Uit dien hoofde (waarom nu verzwegen wat in 1856 ge-

meld werd?) heb ik tot het aanraden van lijdelijk en

vadzig afwachten geen vrijheid gehad. Door sommigen ,

minder over het off' ? dan over het /we en wanneer eener

inlevering van petitic geraadpleegd, heb ik verwezen naar

Page 76: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

68

hetgeen ik daaromtrent ten vorigen jare, in dezelfde omstan-

digheden , gezegd heb.1

Geen Adressen , voor als nog , aan den Koning. Geen uit-

voerige vertoogen , vooral geen treden in bijzaken, dat zon-

der nut van de hoofdzaak afleidt ; een kort woord van

smartelijk protest tegen de heillooze hoofdgedachte van het

ontwerp ; een protest waarbij men, ook in 1857, den eisch

van betamelijkheid en zachtmoedige wijsheid in 'het oog

houde en niet vergete dat , jegens een Kamer die zich

gelijk blijft , verontwaardiging of beklag onbillijk zijn zou.

Maar de bede om een meer ernstig onderzoek van de vraag

gemengde of afzonderlijke school ? a is niet ongepast. Kunt

ge op de volksschool voor alien , een christelijk onderwijs

geven , niet in naam , niet in schijn , maar inderdaad , gelijk

de wetgever van 1806 gewild heeft, bestendig de gemengde

school ; maar heeft de proefneming van een halve eeuw , en

nog ten overvloede de proefneming van het laatste halve jaar,

getoond dat vereeniging bf naar een dor Delsme , Of naar de

godsdienstelooze school leidt , laat dan de Natie , ofschoon ,

neen , omdat ze de gemengde school van 1806 lief heeft ,

tegen de gemengde school van 1856 worden behoed !

Ik zou niet gaarne zijdelings iemand nopen om met

weerzin te herhalen wat hij misschien met onberadenheid

verrigt heeft. Veel liever blijven wij verschoond van mede-

standers wier hinken op twee gedachten een bron van on-

berekenbaar nadeel geweest is. Ik althans , wauneer mij de

eer der raadpleging te beurt viel , zal hun gaarne den raad

geven van zich , om hunnen en onzent wile, van den last

der antecedenten te ontslaan.

4 Bijv. in mijne rede van 28 April. „Runt ge beweren uw invloed nooit ter aanmoediging van het petitie-inzenden te hebben gebruikt ? Wel men. Ik wil aan de Kamer verhalen wat er geschied is." Zie het ge-schiedverhaal zelf; Adviezen. II. 155.

Page 77: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

69

Alleen moet ik met een enkel woord (voor hen die de

schroomelijke verwarring op politiek terrein , ook omtrent

de onderwijs-quaestie zelve , gedesorienteerd heeft) doen

uitkomen dat , ook tegen dit ontwerp , in voile kracht geldt

het beklag der drie categories , waaruit bijkans het ge-

heele petitionnement bestaan heeft ; vertegenwoordigd door

drie overbekende A dressen ; het verzoekschrift der acht

predikanten , het Adres uit Utrecht , en de Bede van

Ds. v. Koetsveld. 1

1 In de Kerkelijke Courant was onlangs een merkwaardig artikel

(door de Tijd onmiddellijk overgenomen) over de predikanten die in

1856 handlangers van de politici geweest zijn. „Daar waren er, die

het woord „ christelijk " te baat namen , die spraken van godsdienstlooze

scholen en die daarbij aan geheel andere dingen dachten , dan aan

godsdienst en Christendom. Dat is eene speculatie op den godsdienstigen

z'n van het Nederlandsche yolk , maar tevens de aanleidende oorzaak ,

dat afkeer van de godsdienst in de plaats der ingenomenheid met haar

komen zal. De staatkunde moet, zal zij waarlijk het geluk des lands

bevorderen , godsdienstig en christelijk zijn. Het Christendom is de zuur-

deessem , die alles moet doordringen ; maar wanneer de staatkunde zich

van de godsdienst bedient als van een stijgbeugel , waarin zij zich ver-

heft, dan mist zij , wat haar karakter wezen moet en geeft alleen het

blijk , dat zij een hoogst kameliontischen aard bezit. — Schoon 't nu

misschien bier niet dadelijk 't huis behoort staat er toch iets te naauw

'nee in verband , dan dat wij er niet van spreken mogen. De politici,

die in de godsdienst (gemeend of ongemeend) bet middel zoeken om tot

bun doel te geraken , hebben zich hoe langer hoe meer er aan gewend ,

om de predikanten als hunne handlangers (sit venia verbo) te gebruiken.

Meer dan han dlangers ook niet! Aan predikanten zendt men ontwerp-petitien,

om die te doen circuleren , namen en aanbevelingen van leden voor de

Staten-Generaal, om die te helpen verkiezen , brochures, om die te ver-

spreiden en wat niet al meer. 't Is , of men de colportage tot eene

betrekking maakt, die de predikant gratis bij zijn ambt waarnemen kan.

Wij voor ons zijn met dat „ gebruik , dat men van predikanten maakt,"

zeer weinig ingenomen. Wel achten wij den predikant geroepen , om

zijne pligten als staatsburger, gelijk ieder ander te vervullen ; wel heeft

hij regt op politieke meening, als een ieder dat heeft; wel mag bij bij

verkiezing, als hij dat noodig oordeelt, spreken , opwekken, waarschu-

wen en onclerrigten , maar hij is te hoog, nit den aard zijner betrekking,

om als blind en gewillig werktuig to worden gebezigd. Men moest voor

't vervolg de predikanten van die welwillende indienststelling verschoonen

Page 78: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

70

Dit is dezelfde wet waartegen acht predikanten in het

Adres van 4 Februarij 1856 verklaard hebben dat zij ll te

kort doet en aan den eisch eener Kerk , en aan het protes-

tantsch-christelijk karakter van het grootste deel der Natie.a

Dezelfde wet waartegen zij , op Bien grond , ook als Herders

en Leeraars der Gemeente, verantwoordelijk voor de lammeren

der kudde , in naam hunner Gemeenten , in den naam onzes

Heeren Jezus Christus, tot de Tweede Kamer hebben gewend.

Dezelfde wet waarop , in het Adres uit Utrecht , met

een enkelen trek, het merk der verderfelijkheid gedrukt

werd : Wij hebben eenen of keer van het stelsel dezer wet,

hetwelk inderdaad op een dor wijsgeerig Ddsme , op eene

en vooral in 't oog houden , dat waar men hunne hulp wenscht in te roepen , de zaak, waarvoor dat geschiedt , eene zuiver christelijke zaak moet zijn. Met zich voor dat alles te laten gebruiken vernedert de predikant zijnen stand , terwijl hij voor velen een moeijelijk werk gemakkelijk maakt. Wij zijn geen dienstknechten in de dienst van anderen; 't zal ons aangenaam zijn , wanneer geenerlei genootschap met staatkundige bedoelingen van welken aard dan ook , meent predikanten langer als zijne werktuigen , dienaren , handlangers , of wat ge wilt , te kunnen bezigen." — Mij dunkt dit zijn wenken , zeer behartigenswaard voor alle predikanten die uit eigen beweging, noch aan het regt en de pligt der kerk, noch aan het zielenheil ook van de lammerkens der kudde, hebben gedacht. Wij durven hun de lezing aanraden der Dissonanten

van Ds. v. Rhijn. De mededeeling der Kerkelijke Courant bewijst ook dat ik niet ten onregte,

op 28 April 1856, voor de pogingen van Koning en Vaderland weinig sympathie toonde , in woorden wier bedoeling niet twijfelachtig zijn kon : „Men heeft eene vergelijking gemaakt tusschen 1853 en 1856, en ge-zegd : de zwakheid der tegenwoordige beweging ligt hierin dat ze niet, gelijk de Aprilbeweging, door eene behendige coterie geexploiteerd wordt. Ik keer het om en zeg : de kracht en toekomst van dit populair protest ligt hierin dat het niet aan bereiking van een ander doel dienstbaar is gema,akt." Adviezen. II. 157.

I Om te bewijzen dat door het Ministerie een gedeelte der petition-narissen , al wierd onze rigting geheel ter zijde gesteld , kon worden verhoord , wees de heer van Heiden Reinestein (1 December) vooral op deze Bede van , zeide hij , „ een der hoofdleiders van het laatste petitionnement, iemand die daaraan eene ontzaggelijke uitbreiding heeft gegeven."

Page 79: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

71

koude van God verwijderende zedekunde , gebouwd is. Onze

innigste overtuiging is , dat dit Deisme geen godsdienst is,

en dat het althans voor het Nederlandsche yolk zelfs Been

flaauw surrogaat voor godsdienst wezen kan.

Dezelfde wet , vereeniging van Israeliet en Christen,

waartegen Ds. v. Koetsveld opkwam ; over wier hedendaag-

sche uitgaaf, met haar opleiding tot christelijke deugd , hij

reeds bij voorraad , In eene krachtige zinsnede, vonnis geveld

heeft : De Israelieten danken u hartelijk voor uwe christelige

deugde2z : — eenige zoogenaamde liberalen uitgezonderd , die

met de deisten uit ons zamenspannen , om een Mozaisme

zonder wet if te vereenigen met een Christendom zonder

Christus.

De Kamer is weder bijeen. Ik twijfel of, ter voortzet-

ting dezer beschouwingen , in de eerste weken althans ,

veel tijd en gelegenheid zijn zal.

Welligt kan men de Memorie van Beantwoording spoedig

te gemoet zien. Ik wensch dat het Ministerie voor den aard

en strekking van de wet uitkome. Ik wensch dat , na het

zwichten in de hoofdzaak , het zich niet onverzettelijk om-

trent bijvoegselen betoone, waaraan men in de meeste afdee-

lingen (wat de zaak zelve , niet de bedoeling aangaat) eene

qualificatie gaf, wier juistheid ook mij onbetwistbaar voor-

komt. Het eene nerd bedriegelijke lens het tweede niet

dan misleiding genoemd. Vooral wensch ik dat het woord

chri$telijk wegvalle; hoe eer hoe liever, hale het Ministerie

zelf de pen door een, aldus, voor ieder Christen ergerlijk woord.

Ik verinoed en bespeur het ; misschien zal de meerderheid ver-

klaren en verkondigen dat ze tegen de benaming waaraan chris-

telijke medeburgers nog gehecht zijn geen bezwaar heeft. Maar

6

Page 80: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

72,

op vielke voorwaarde zal eene zoo heusche toegeeflijkheid wor-

den betoond ! mits er geen uitvlugt overig zij tegen de

logische ontwikkeling van het beginsel ; mits er waarborg

verleend worde der goede trouw van den wetgever aan zijn

eigen system; mits het heiligschennend misbruik van den

christelijkfn naam , ter wegcijfering van de christelijke waar-

heid , geconstateerd zij. Doch in dergelijke nederlaag (waarop

voorzeker het gezegde van den ridderlijken Koning Alles

is verloren , behalve niet toepasselijk zijn zou) kan

immers een Christen , gelijk wij sedert jaren den Minister

van Justitie gekend hebben, kan een schrander en achting-

waardig Staatsman als de Minister van Binnenlandsche Za-

ken , geen eigen triumf zien. De aard der inrigting die gij

voorstaat , vergunt geen keus. Wilt gij de gemengde school

voor alien , weg dan met den even fraaijen als ongepasten

titel ! Wees regtvaardig en opregt ; regtvaardig in het weren

der leer , ook der zedeleer , van den Christen , opregt in het

weglaten eener uitdrukking met wier dubbelzinnigheid ge-

speeld wordt.

Weg met het verderfelijk woordenspel !

1k zou , hier vooral , waar ik eene zoo sterke uitdrukking

bezig , ongaarne den schijn hebben van overdrijving.

Daarom beroep ik mij op het vroeger oordeel van den

Minister van Justitie , die , wat de onmogelijkheid eener

christelijk-gemengde school aangaat , in 1844, in 1854, ja

elfs in de eerste zes maanden van 1856, zich zelven

gelijk bleef.

Daarom beroep ik mij op het christelijk geweten der

Natie; op de publieke conscientie van dien zoogenaamden

grooten hoop , die voor mij , gezamenlijk met de hoogere

standen, het Nederlandsche Volk is. 1k gevoel, meer dan

, dat ik , bij het uitspreken van een woord waarbij , zoo

men verhaalt , door de Kamer een koude rilling gegaan is ,

Page 81: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

73

gelijk had. Herinneringen omtrent het regt der Natie in

haar geheelen omvang , zijn in onze dagen niet overtollig,

en ook nu acht ik mij , na de lezing van het Verslag,

verpligt te herhalen : Wanneer ik zie welke gevoelens in

de Tweede Kamer worden beaemd en hoe velen in de hoo-

gere en middelklassen door den stroom der opinie worden

medegesleept , hecht ik veel aan het denkbeeld ; er is nog

een talrijk deel der bevolking , bij hetwelk , omdat de tijd-

geest er minder vat op heeft , het orgaan dat voor derge-

lijke onderwerpen inzonderheid te pas komt, meer zuiver

bewaard is."1

Daarom beroep ik mij — men wil naar de volksstem niet

hooren — op een zeer kundigen landgenoot, Godgeleerde

en wijsgeer, voor wien ook de Minister van Justitie crediet

heeft, den hoofdredacteur van Ernst en Vrede. Tegen dezen

scheidsregter kan de Minister geen bezwaar hebben. Hij

heeft zelf onzen strijd vergeleken bij die tusschen Bunsen

en Stahl. Welnu, ik beroep mij op iemand die althans niet

ten voordeele van Stahl partijdigheid getoond , die zich,

ook na 5 Julij , over de optreding van het Ministerie ver-

blijd , en die, tot aan het inkomen van de wet , in elk num-

mer van het Tijdschrift , het niet-hornogeen zijn met de

anti-revolutionaire rigting en een goede hope omtrent den

Minister van Justitie kenbaar gemaakt heeft.

De wijsgeer, in dit laatste nummer van Ernst en Vrede

(gelijk onmiddellijk na het Verslag van 1856) stemt met

den grooten hoop , met de volksstem , omtrent het mis-

bruik van het woord christelijk overeen. 2

Adviezen. II. 183. .

2 Evenwel, hoe ook ingenomen met het voortreffelijk artikel in het April-nummer , zon ik den Minister van Justitie geen ongelijk kunnen geven , indien hij aan onzen vriend zeide : „Et to quoque ! ik dacht dat zoowel de gemengde school , gelijk ik ze voordraag , zonder bepaald leerbegrip , als ook mijne strenge veroordeeling van de anti-rerolutionaire

Page 82: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

74

Woordenspel : Diets is gevaarlijker , omdat niets onze-

delijker is dan woordenspel.11 1

Woordenspel op elk terrein waar van Godsdienst en zede-

kunde spraak is.

Woordenspel in de volksschool. Christelijke deugd is de

deugd die uitgaat van den historischen Christus. Liever

worde zijn naam verzwegen , dan dat zijn naam misbruikt

worde tot symbool van die natuurlijke godsdienst , waarvan

het eind is menschvergoding en werelddienst.

Woordenspel in de Kerk. Let wel ; de rigting die wij in

de volksschool bestrijden, is het die in de Hervormde Kerk

en in de Theologische Faculteiten gebied voert. 2 Ook daar

valt de geopenbaarde waarheid, als te positief en te exclu-

sief, weg, en is men, waar de christelijke naam behouden

wordt , tot dezelfde vraag geregtigd : ll Waartoe dan niet

openlijk met het historische Christendom gebroken, waartoe

dan dat onzedelijk spel met termen, aan geheel andere denk-

beelden en levensbeschouwingen ontleend? 1

rigting , op 25 November, met den zin en geest van uw merkwaardig opstel over de optreding van het Ministerie overkwam." -- De ethisch-

irenische rigting heeft ons , in de laatste helft van 1856 vooral , veel nadeel gedaan. Sommige geliefde en hooggeschatte leeraars hebben , niet te weinig, mar te veel gepolitiseerd en , ten gevolge van een op zich zelven zeer loffelijken wensch om een Ministerie of een Minister ook door bun invloed staande te houden , vergeten dat alleen in beginselen kracht ligt. Anders , dunkt me , ware het onverklaarbaar dat zij niet hebben bespeurd , wat evenwel , in Julij en althans in November, bij onbevan. genheid van beschouwing, in bet oog viel.

1 Ernst en Vrede.

2 Men spreekt op de Academie van de vrije beoefening der godge-leerdheid onzer dagen gegrond in de Heilige Schrift. Woordenspel ;

daaraan wordt geen hooger oorsprong of gezag dan aan eenig ander geschrift toegekend. — Men wil , in de Kerk , niet anders weten dan

Jezus Christus en dien gekruist. Woordenspel; men bedient het H. Avond-

maal en loochent de zelfsofferande eenmaal aan bet kruis geschied. —

Men spreekt van den Zone Gods. Woordenspel ; men veroorlooft zich kwink-

slagen die met de lasterlijke spotternijen van een Voltaire gelijk staan.

Page 83: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

75

Woordenspel in den Staat. Ook het christelijk regerings-

beginsel wil men , doch hoedanig een ? Verneem welke definitie

men daarvan onlangs in de Landsvergadering gaf. Dat chris-

telijk regeringsbeginsel is dit : ieder mensch , van welk ras ,

van welke kleur , van welke natie , van welken stand , van

welken aanleg, ieder mensch, omdat hij mensch is , heeft

aanspraak op eene regtvaardige behandeling en op het genot

van zijne vrijheid ; en ieder mensch is verpligt aan zijn

evenmensch , omdat hij mensch is , hulp te betoonen en

liefde. Die leer is door Christus verkondigd , alzoo onder de

menschen en volken verspreid , en de moeder geworden van

onze nieuwere beschaving en een bestanddeel van het staats-

regt van alle beschaafde volken.

Een Christendom zonder Christus , hierin lag , volgens

Ds. v. Koetsveld in 1856 , het signalement van de christe-

lijkheid en christelijke deugd der onderwijs-wet. Voorzeker, ,

en, volgens den zeer opmerkenswaardigen wenk in evengemeld

artikel van _Ernst en Vrede, bepaalt deze ter zij destelling

zich niet tot de volksschool. De strekking van het liberalisme

in Staat en Kerk is gerigt tegen den persoon des Heeren. if

Tegen die strekking is , op elk gebied , onze strijd. Hij is

en blijft het teeken , dat wedersproken wordt. Welnu , hoe

meer het uitgesproken worde dat de persoon van Jezus

slechts eene voorbijgaande historische verschijning was , dat

de Staat als Staat niets met dien persoon te maken heeft ,

dat de Kerk genoeg heeft aan zijn leer of aan hetgeen men

zijn geest noemt , hoe meer dus de persoonlijkheid zelve

des Heeren , de levende Christus worde geweerd , des te

meer weten degenen die in dien levenden Christus gelooven,

waar zij aan toe zijn en wat hun te doen staat. Niets is

meer verwarrend , niets zoo noodlottig , dan het geven van

1 Zitting der Tweede Kamer van 25 September 1856.

Page 84: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

76

den naam van Christus aan begrippen en beginselen die de

strekking hebben om hem zelven overtollig te maken. 1

Bij deze overtuiging omtrent de natuur van den strijd

kan men blijmoedig en kalm zijn.

Er is geen reden tot weifeling en moedeloosheid.

Zelf heb ik vermeld dat een uitmuntende positie door

veeljarigen arbeid verkregen , verspeeld werd. 2 Vermeld ,

ja , doch waarom ? omdat hierin , naar mij toescheen ,

een drangreden ligt om het verlorene niet enkel te be-

treuren , maar te herwinnen. Een vonk van echten moed

wordt niet gesmoord , veeleer aangeblazen , door het weifelen ,

door het schier wanhopig staan der kans. Waar men van

de deugdelijkheid der zaak overtuigd is , geldt de polemische

zinspreuk : Tu contra audentior ito quam tua te fortuna

sinet."

Ook was het geen vertooning van onbezorgdheid , toen ik ,

op 22 November , in de Kamer gezegd heb : 1k ben niet zoo

bekommerd over misrekeningen als misschien menigeen

onderstelt. Ik vertrouw veeleer dat de rigting die ik voor-

sta , het denkbeeld der facultative splitsing , die voor vrije

ontwikkeling eener godsdienstige Natie den weg baant

vroeger of later, onder dit of onder een ander IVIinisterie ,

tot stand komt. Allengskens zal de overtuiging meer alge-

meen worden dat , in het afwijken van het begimet der

gemengde school , het eenige middel van bevrediging der

gezindheden , en van voldoening aan aller behoeften en regt

ligt. 3 Dit ontwerp zelf, wierd het wet , zou , ten

koste eener rampzalige ervaring , voorbereiding van de af-

zonderlijke school zijn.

I Ernst en Vrede.

2 Hierboven , blz. 4.

3 Adviezen. II. 194.

Page 85: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

77

Maar deze wet , die in het vorig ontwerp reeds de dag-

teekening van 1 Julij 1856 ontving , komt ook niet in

1857 tot stand.

In dit land der martelaren , op dezen bodem , waar Ne-

derland en Oranje, op christelijken grondslag vereenigd ,

zoo voorbeeldeloozen zegen genoot , zal eene Protestantsche

bevolking, aan evangelische antecedenten gedachtig , en die

op grondwettige gelijkstelling en op bescherming tegen

vrijzinnigen overmoed , ook van medeprotestanten , regt

heeft , niet aldus van Bijbel en Landhistorie worden beroofd.

In dit land , waar eene godvruchtige bevolking huisvest,

zal de toeleg niet gelukken om Roomschen en Protestan-

ten op een wijs zamen te houden welke, meer dan ooit

in de tegenwoordige omstandigheden , hen , zoo tegen den

Staat als tegen elkander , verbittert. De toeleg ona hen ge-

zamenlijk te onderwerpen aan een algemeen Christendom ,

waarvan de onchristelijke gehalte dagelijks meer aan het

licht komt.

Zij die in den levenden Christus gelooven , weten waar

zij aan toe zijn en wat hun te doen stmt. Doch , ook

wanneer het anders ware , en ook wanneer velen on der hen ,

ten gevolge der betreurenswaardige verwarring van begrip-

pen , dit niet inzien , en ook wanneer men ons , verlaten

en bestreden door dit Ministerie , in en buiten de Kamer ,

te midden van het kruisvuur liet alleen staan , indien onze

beschouwing juist is , zijn we niet alleen ; in het werk des

Heeren is nooit de Christen alleen. Wij gelooven in den

historischen Christus , gekruist en opgewekt ; wij zien op

den oversten Taeidsman , aan wien alle magt is gegeven in

Hemel en op aarde ; wij vertrouwen op zijne belofte : 11 Ik

ben met u alle de dagen tot aan de voleinding der wereld ;

we wenschen , wat ook verandere of ontvalle , gedachtig te

Page 86: ONTWERP VA WET - dbnlDe invloed der handelwijs van het Ministerie, ter verhooging van overmagt en overmoed der tegenpartij, openbaar in a. het zwichten van bijkans iedereen, 1. het

78

zijn aan de troostrijke vermaning van den Apostel : Zoo

dan, zijt standvastig, onbewegelijk , altijd overvloedig zijnde

in 't werk des Heeren , als die weet dat uw arbeid niet

ijdel is in den Heer.

25 April 1857.