ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN...

50
-74- ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN VAN AQUITAINE. A.W.JANSSEN Reprinted from: Afzettingen van de Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie 6(3): 74-97, 6(4): 104-129, 1985

Transcript of ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN...

Page 1: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-74-

ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE,

OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN

IN HET BEKKEN VAN AQUITAINE.

A.W.JANSSEN

Reprinted from: Afzettingen van de Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie

6(3): 74-97, 6(4): 104-129, 1985

Page 2: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-75-

INLEIDING

Deze lijst van ontsluitingen in het Bekken van Aquitaine werd samengesteldten behoeve van de W.T.K.G.-exkursie in juli/augustus 1985. Opgenomen werden voor­namelijk de vindplaatsen, die mij door eigen bezoek bekend zijn, maar daarnaastzijn ook een aantal locaties vermeld uit de literatuur (voornamelijk uit Steur­baut, 1981).

Voor algemene informatie betreffende de geologie van het Aquitaine Bekkenwordt verwezen naar de zeer uitgebreide literatuur. Goede ingangen zijn o.a. Da­guin (1945), vigneaux (1975) en Steurbaut (1981).

De stratigrafie van de oligocene en miocene afzettingen is samengevat intabel 1. De nomenclatuur van de lithostratigrafische eenheden is wat primitief,met dien verstande dat geen duidelijk onderscheid werd gemaakt in formaties enafzettingen. Veel lithostratigrafische eenheden worden aangeduid met de naam"falun", hetgeen zoveel betekent als "fossielniveau" (equivalenten: Dui ts ­Schill, Engels - crag). Soms echter wordt de aanduiding "falun" ook gebruiktvoor afzettingen met slechts een gering fossielgehalte.

Kaart 1 geeft een overzicht van het Bekken van Aquitaine, met de belang­rijkste topografische herkenningspunten. Elke vindplaats kan met behulp van decoordinaten globaal op deze kaart worden gelokaliseerd. Qmdat de W.T.K.G.­exkursie het dorp Sanguinet aan het Etang de Cazaux als basis heeft, zijn op dekaart concentrische afstandslijnen getrokken met Sanguinet als middelpunt, zo­dat hiermede de afstanden globaal te bepalen zijn.

De ligging van de vindplaatsen is steeds aangegeven met behulp van de to­pografische kaarten op schaal 1 : 50.000 en de daarop vermelde coordinaten. Dezekaarten (cartes de l'Etat Major) zijn in niet al te kleine boekhandels gewoon­lijk gemakkelijk verkrijgbaar. Zie de opgave in de literatuurlijst.

Het zeer frequente bezoek van particuliere verzamelaars, die zich nietaltijd even netjes hebben gedragen en oak diverse, soms fatale ongelukken hebbenveroorzaakt, maakt het nodig hier enkele woorden te besteden aan de wijze waaropmen een vindplaats bezoekt. Het ligt voor de hand, dat wanneer een lokatie zichop particulier terrein bevindt, men de eigenaar om toestemming voor betredingen verzamelen vraagt. Hetzelfde geldt voor terreinen die in beheer zijn bij of­ficiele instanties, zoals b.v. gemeenten. Vaak echter is het moeilijk ter plaatseuit te maken, of men zich al of niet op particulier terrein bevindt. Bestaat hier­over onzekerheid dan verdient het aanbeveling zich extra netjes te gedragen: geenenorme rausacties naar fossielen, geen lawaai-campagnes, geen troep achterlaten,gegraven ontsluitingen zoveel mogelijk weer dichten etc. etc.

Op veel plaatsen is het verzamelen van fossielen bepaald niet ongevaarlijk,doordat profielen door voorgaande verzamelaars sterk ondergraven werden achter­gelaten. Als vuistregels kunnen gelden: niet verder spitten op reeds ondergravenplaatsen, kijk altijd eerst wat mogelijk gevaar kan opleveren; ga verder nooitalleen op fossielenjacht: mocht er een ongeluk onverhoopt plaats vinden, dan iser steeds iemand aanwezig die kan helpen of hulp kan halen, maar probeer derge­lijke gebeurtenissen te voorkomen.

Goed gereedschap is het halve werk. Dit geldt overal, maar in Aquitaine inhet bijzonder. Vele afzettingen bevatten compacter (harder) sediment dan we inhet Noordzeebekken gewend zijn, dus er is al gauw een wat zwaardere kaphamer oflicht houweel nodig. Voor mollusken dient men over een zeef (maximaal 0,5 mm) tebeschikken, terwijl het heel handig is een grove zeef (5 a 7 mm) bij te hebben.

Page 3: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-76-

LIJST VAN BESCHREVEN LOCATIES

Loc. nr Gemeente Locale naam pag. kaartnr. en pag.

1.2.3.4.5.6.7.8.9.

10.11.12.13.14.15.16.17.18.19.20.21.22.23.24.25.26.2728.29.30.31.32.3334.35.36.37.38.39.40.41.42.43.44.45.46.47.48.4950.51.

SallesSallesSallesMiosMiosSaucatsSaucatsSaucatsSaucatsSaucatsSaucatsLabredeLabredeU!ognanMartillacMartillacUzesteUzesteVillandrautNoaillanCorbleuSt. AvitSt.Jean-de-LierSt.Geours-d'AuribatSt.Paul-les-DaxSt.Paul-les-DaxSt.Paul-les-DaxCastelnau-en-Chal.PoyartinCauneilleGaasGaasGaasMimbasteMimbasteNarrosseDaxTercis-les-BainsRiviere, Saas et G.Riviere, Saas et G.CagnotteSt.Etienne d'OrtheSt.Martin-de-HinxSt.Martin-de-HinxSaubriguesSaubriguesSallespisseOrthezSt.Martin-de-S.BiarritzGan

Rau-de-MinoyMoulin Ruine (Moulin Debat)FouratMoulin de CouillautresSurgennePont-PourqueyLassime (La Sime)CoquilliereLe Peloua (La Bourasse)Lariey (L'Ariey)Moulin de BernachonLe Moras (Graviere de Cante)weg naar St. MorillonLes BougesPas-de-BarreauLe BreyraMoulin de FortisMoulin de GamachotLes Berdigots 1 en 2MouticMoulin de CarroFontaine de BastaTuc-de-Saumon

AnguiaouMoulin de CabanesEstotiBernousPaillon

EspibosLagouarde (Lesbarritz)LarratArreyertMouliotLahitteTalamonGasconMarniere d'EscornebeouMoulin d'EscornebeouLa TauziedeRuisseau de l'EgliseLanotHaubernet (Haut Bernet)Jean TicLes TauzietsLabartheLe ParenMoulin d'YrieukustontsluitingenTuilerie Lartigue & Dumas

80808282828487888990919191919393959697

105105106108108110110110111111112112114115115116116117117118119119120121122122122124124124125127

2 ,pag. 792 ,pag. 792 ,pag. 792 ,pag. 792 ,pag. 794 ,pag. 854 ,pag. 854 ,pag. 854 ,pag. 854 ,pag. 854 ,pag. 854 ,pag. 854 ,pag. 855 ,pag. 925 ,pag. 925 ,pag. 926 ,pag. 956 , pag. 956 ,pag 95

7 , pag. 1058 , pag. 107

9 , pag. 1099 , pag. 10910, pag. 11011 pag. 11111, pag. 11112, pag. 11212, pag. 11212, pag. 11212, pag. 11213, pag. 11513, pag. 11514, pag. 11615, pag. 11715, pag. 11716, pag. 11816, pag. 11817, pag. 11918, pag. 12019, pag. 12020, pag. 12120, pag. 12120, pag. 12121, pag. 12321, pag. 12322, pag 12523, pag. 12624, pag. 127

Page 4: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

NOORD AQUITAINE: ZUID AqUITP.INE: Bassin de l'AdourCIIRONOSTRATIGRAFIE

Bassin de la Gironde ondiepwaterfacies diepwaterfacies

Palun de Hios/Falun de Salles Falun a CarditaSALLOMACIEN jouanneti

r1arnes

Falun de Cestns/Pont-Pourquey Falun de Cabanes/de

rvrIOCEEN GIRONDIEN BURDIGALIEt\Falun de Leognan/Lagus Mimbaste/Poyaltin Saubrigues

Falun FalunN)UITANIEN de de Falun de St.-Avit

Snucnts BazasPxgile sableuse de

Haut Bernet

CIIATTIENMarne de St.Etienne

OLIGO- d'OrtheFalund'Escornebeou

-- f---_. et St.Paul-les-DaxI

CEEN STAMPIEN(Rupelien) Calcaire a Asteries Faluns de Gaas

EOCEENPRIP.BONIEN Calcaire et Marnes a Sables d'Yrieu(Latdorfien) P.nomies

Tabel 1,Stratigrafie van het Mesoqeen in het Bekken van Aquitaine, Frankrijk (mariene formaties)(gewijzigd naar Steurbaut, 1981)

I---.)

.....<

I

Page 5: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-78-

Kaart 1.

Overzichtskaart van het Bekken van AquitaineDe globale afstanden vanaf Sanguinet zijn afleesbaar doorde concentrische lijnen met afstanden van 25, SO, 100 en150 km.Globale orientatie van de beschreven locaties is mogelijk~or de coordinaatlijnen.

''So

loo

450

100

~I

Page 6: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-79

Kaart 2. Vindplaatsen bij Salles en Mios

1. Salles, Rau-de-Minoy2. Salles, Moulin Ruine (= Moulin Debat)3. Salles, Fourat4. Mios, Moulin de couillautres) detail5. Mios, Surgenne

zie kaart 3

Detail van kaartblad Xlv-38 Belin

Page 7: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

Loc. 1. Salles, Rau-de-Minoy.============================

-80-

Kaart 2, pag. 79===============

Ligging: kaartblad XIV-38 Belin, coordinaten: x = 344.500, Y = 253.625.In oudere literatuur wordt deze vindplaats ook wel aangeduid als Le Mi;-,c::"Champ de Minoy of Moulin de Minoy.

Stratigrafie: Mioceen, Sallomacien, Falun de Salles (bovenste gedeelte, zie prof~e:

op pag. 81).

Beschrijving: deze klassieke vindplaats bevindt zich direct ten oosten van de D :::van Salles naar Lugos, een goede kilometer zuid van Salles. Tussen opgaa:.=hout ligt een weilandje verscholen, dat via een bospad bereikt kan worde~.

Het weiland wordt doorsneden door een smalle beek. Aan weerszijden wordtde wei begrensd door een laag talud, begroeid met struiken.

Bij schoongraven van het talud blijkt onder hellingpuin een 80 cm d::·:niveau geel, licht verkit zand te liggen met veel verspreide en licht or.~­

kalkte mollusken (meest klein materiaal). Aan de basis hiervan bevindtzich een 20 cm dikke laag met grover materiaal, met o.a. Glycymeris, Me­gacardita jouanneti, Flabellipecten flabelliformis en, zeer zeldzaam, degrote Oopecten tournali. Onder dit laatste schelpniveau volgt ogenschi:~­

lijk steriel zand, licht verkit.De fauna uit beide niveau's is, hoewel niet fraai geconserveerd, e~;

interessant. Er komen talrijke kleinere soorten in voor.

Toegangsvoorwaarden: de eigenaresse van het weiland is mevr. Fourton (Salles-le­Mayne). Zij is buitengwoon zuinig op het fraai~ gras en heeft een broert:~

doad aan fossielenverzamelaars. Het verkrijgen van toestemming kost veeloverredingskracht. In ieder geval mag het gras niet worden betreden endient uitgegraven sediment op plastics te worden gedeponeerd, zodat nie:het gras wordt bevuild. Deze vindplaats niet zonder toestemming bezoeke~

Literatuur: Daguin (1948, p. 531, Moyes (1966, p. 110), Vigneaux (1975, p. 143),Steurbaut (1981, p. 41).

Loc. 2. Salles, Moulin Ruine============================

Kaart 2, pag. 79===============

Ligging: kaartblad XIV-38 Belin, coordinaten: x = 345.300, Y = 257.400.Deze locatie wordt ook wel aangeduid als Moulin Debat, of Lassieu.

Stratigrafie: Mioceen, Sallomacien, Falun de Salles.

Beschrijving: Aan de oostzijde van de D 3 (Salles-Mios) bevinden zich langs dezuidoever van de Ruisseau de Dubern talrijke grotere en kleinere ont­sluitingen. De fraaiste (en gevaarlijkste 1) profielen liggen nabij e;.oostelijk van de Moulin. De gebouwen van de oude molen werden in 1984gerestaureerd.

Het is niet mogelijk om langs de gehele oever van de beek uit de _rijke grotere en kleinere ontsluitingen op korte termijn een nauwkeur~;

beeld van de laagopeenvolging te krijgen. Een globaal profiel is hierweergegeven (pag. 81). Van boven naar onder zijn hierin de volgende la;e~

aanwezig:

1. Een zeer compacte schelplaag met vele exemplaren van Megacardita jc~­

anneti. Dikte omstreeks 0,20 m (bovengrens niet gezien) .

2. Geel, licht verkit zand met verspreide kleine mollusken, waaronder :~~=

vele gedeeltelijk ontkalkte exemplaren. Dikte omstreeks 0,70 m. A~~=~­

nomen wordt dat di t niveau overeenkomt met het hoogst ontsloten pr:­fielgedeelte van Rau-de-Minoy (loc. 1, zie boven) .

3. Harde schelpbank met o.a. Glycymeris, Aequipecten pinorum (zeer ta:­rijk) en Megacardita jouanneti. Vermoedelijk het onderste schelp~:-

Page 8: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-81-

:z

'"":z

~

~

ell

'"" .-iU .-i

qlen

<;J,.J.;

:r-ell

u "t:l

0

C,..J

c::;:l.....ql

f>.<,..J

~

<;

:r-ei)

I

2

3

4

5

6

~

. '.

. '1..

......

.' .

• I

•• I

..

.. ,

. " . ..'

.' .

""' .. - 0- ..... • _ •

. '.' ..- .o-~:.·7.·.·.~:.··.:,:·.}:.:" .' .- ' ....... -

2

3 m

o

Salles, Moulin Ruine

Schematisch profiel, samengesteld uit diverse ontsluitingen(A.W.Janssen, 1984).

De lagen 2, 3 en de top van 4 komen wellicht overeen met hetprofiel van Salles, Rau-de-Minoy.

Page 9: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-82-

veau van Rau-de-Minoy. Dikte ongeveer 0,25 m.

4. Dik pakket licht verkitte beige zanden met zeer weinig schelpe:-. : ==:;:een doosje van Panopea in leefposi tie. Deze afzetting is doors:-.e~~­

door vertikale diaklazen en derhalve uiterst gevaarlijk. Meer=e=etonnen zware blokken liggen hier en daar onder aan de hellinge~

laag gestort doordat laag 5 zeer diep is uitgehakt. Dikte ;es~:-_=.: :;1::::­

streeks 5 a 6 m.

5. Compacte schelpbank. Niet nader onderzocht wegens levensgevaa:, ~=~

naar verluid met vrij veel haaietanden (vand~ar :). Dikte 0,2: =.6. Steriel, verkit zand. Dikte tenminste 2,50 m (basis niet gezie;. .

Toegangsvoorwaarden: de ontsluitingen liggen kennelijk op prive-terrein. ;j::e'-''e_

de molen in 1984 kennelijk in wederopbouw was, waren geen bewoners =~-­

wezig. Men kan de molen bereiken door, vanuit Salles komende, di=e:: ­de beek rechts een kleine weg in te gaan. Indien geen "proprieta:..::eaanwezig is, dan zal beheerst verzamelen geen problemen geven.

Literatuur: Daguin (1948, p. 54), Moyes (1966, p. 107), Steurbaut (1981, p . .;:

Loc. 3. Salles, Fourat======================

Kaart 2, pag. 79===============

Ligging: kaartblad XIV-38 Belin, coordinaten: x = 344.300, y = 257,315.

Stratigrafie: Mioceen, Sallomacien, Falun de Salles.

Beschrijving: Deze vindplaats is vergelijkbaar met loc.- 2 (Moulin RuinEO e:1 :..:hiervan het natuurlijke vervolg. Bereikbaar vanaf de D 3 (Salle5-~~=s

bij het snijpunt met de Ruisseau de Dubern.De heer F.A.D. van Nieulande bezocht dez~ locatie enkele jaren ge~e=e:­

en vond een of meer ontsluitingen met redelijk goed bewaarde mol:~5~~~

Verdere gegevens niet beschikbaar.

Toegangsvoorwaarden: onbekend.

Literatuur: Steurbaut (1981, p. 40 "Fourat I").

Loc. 4. Mios, Moulin de Couillautres====================================

LOc. 5. Mios, Surgenne======================

Kaart 2, pag. 79===============

Kaart 2, pag. 79===============

Lig~ing: kaartblad XIV-38 Belin, coordinaten x = 343.1, Y = 260,75.

Stratigrafie: Mioceen, Sallomacien, Falun de Mios.

Beschrijving: Complex van drie dicht bijeenliggende ontsluitingen, waarvar. =e :~­

detailleerde ligging is aangegeven op kaart 3, pag.83, het onder~:..;.; :;:-~~­

tigrafisch verband blijkt uit het op dezelfde pagina gegeven prof:..e~.

Beide afbeeldingen uit Steurbaut (1981, p. 30 en 31).Van de beide zuidelijke vindplaatsen (4a en 4b) bestaat 4b uit de :~€=­

blijfselen van de vroegere Moulin de Couillautres: vertikale wande;. _::­gegraven in zeer hard sediment, plaatselijk met verweerde moll~ske~. :~

vindplaats 4a is veel interessanter en bestaat ui teen grote geg=a":e:-.ontsluiting met zeer rijk en goed bewaard schelpmateriaal, ook haa:..e­tanden.Vindplaats 5 (Surgenne) kennen wij niet uit eigen onderzoek, maar ,:~;~-=

Steurbaut (1981, p. 31) is hier blauwgrijs middelmatig zand, rij~ a~.

schelpen ontsloten, met tevens resten van eendemossels, bryozoa e~ .::::~-

Deze vindplaats kon pas worden gevonden na herhaald bezoe~ ~e= ;_=~:­

se. Het weinig gastvrije gebied (stugge vegetatie, geen Qitzic~~ ;ee::geheimen slechts moeizaam prijs. Loc. 4a werd in 1984 met veel =oe::~ ~-

Page 10: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-83-

w+--CASE

II

II

I

/111JI

La land.

tBASSElbR

o

I /1, 'I

/ 11 loc.s ~ _,_,-'=:::=:/ . -.;..._,.::._. -~.SURGENHE

/ . I "" ....

,/// /1 //~ ,,' 1// I ~.~.

". ',' ~. ,"""/ " 1\ ~./

/ /I .. fJ.....e .• Ruines Moulin d@/',. - - J.J _ _ _ _ >+k <:<(".0 >i? Couil\autres

/ - -}I ../ (lac. 4b)

.1 / .~". *'/

~.<.. ,.// lac. 4a,...... ".'- =.: ..............

.", . ~,.' _.-''" 1&';....: ,-'"<,-,-,~.~~~~

'-_';\)~G

rijwegboswegbeek

* vindplaats>-< omgevallen boom

• waterval

Kaart 3. vindplaatsen nabij Mios, Moulin de Couillautres

Lac. 4a en 4b. Moulin de CouillautresLac. 5. Surgenne .

za

COn" ....,1 HIp..'"Ro.I••_ ~ CouoiUOul....

." AIM...ClI. de Sutvtl'W'l"l

IIIII

Ii

'.

Eand

r.cMI~bon••101\11"1g.conaoll~ ...~ ba""n.c""~"lII'ItlrQlkl. K""~

Cla

....

lac. 4a

0, 10",'-----"

...".... '.cll: NOUlln = lac . 4b• CoulllC\llt..

NW !0",

lm

Z'"

3",

....

41f1 ~~:;'.c- _,. . ' ',' - ,

..,-,w,.

5", .' -,

'm .,

Stratigrafisch verband tussen loes. 4a en 4b Moulin de Couilla~~=~=

(beide figuren gewijzigd naar Steurbaut,' 1981)

Page 11: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-84-

dwaalpartijen door het bos gevonden. Vanaf de verharde weg kan met de autoeen eindje de bosweg opgereden worden (helemaal aan het eind is een soortverbreding, maar niet elke auto haalt dat !). Vanaf dat punt slaat menrechtsaf het bos in en tracht dan de omgevallen boom te bereiken, door afte gaan op het geluid van de beek.

Toegangsvoorwaarden: bij een bezoek in 1979 (waarbij alleen punt 4b werd ontdekt)werd ervaren dat dit gehele gebied prive-bezit is. De eigenaar bewoont inde weekeinden een huis op het terrein. Destijds was hij nogal verontwaardigddat de wanden van de Moulin werden bemonsterd. Deze zijn namelijk fraaibegroeid met levermossen e.d. Het verdient derhalve aanbeveling te trachtenvergunning te krijgen, vooral voor de punten 4a en 5. Eerstgenoemde schijntverreweg het interessants te zijn.

Literatuur: Duvergier (1921, p. 123), Daguin (1948, p. 54), Steurbaut (1981, p. 30).

LOc. 6. Saucats, Pont-Pourquey-=============================

Ka art 4, P a g. 85 .================

C 2

C 4 =

C 3 =

C 5 =

C 6 =

Ligging: kaartblad XV-37 Pessac, coordinaten: x = 366.350, y = 265.350.

Stratigrafie: Mioceen, Burdigalien, Falun de Pont-Pourquey.

Beschrijving: Een globaal profiel van deze ontsluiting, gelegen langs de RuisseauSt. Jean d 'Etampes (ook wel de "Saucats 11 genoemd), werd gepubliceerd doorPoignant & Pujol (1978). De ontsluiting werd door deze auteurs aangezienals "s tratotypique au sens large du Burdigalien", vanwege het fei t dat hetechte stratotype ("Coquillat" te Leognan) niet meer toegankelijk is (priveterrein). Door middel van foraminiferenonderzoek concluderen de auteursdat het profiel van Pont-Pourquey overeenkomt met de zone N5 en de basisN6 van de zonering van Blow (1969). De afzetting heeft volgens hen plaats­gevonden in marien milieu met geringe zeedLepte. littoraal tot infralitto­raal.

Op het eerste gezicht lijkt het te Pont-Pourquey ontsloten profielsterk op dat van loco 8 (Coquilliere) en het werd geacht ongeveer dezelfdeniveau's te bevatten. Op diverse plaatsen langs de beek bevinden zich ont­sluitingen. Op een plaats is een "falaise" aanwezig, diep ondergraven doorroekeloze verzamelaars. Poignant & Pujol (1978) vermelden een profielhoogtevan bijna 5 m. In 1984 werd door ondergetekende, samen met F.A.D. van Nieu­lande en J. Gunst een profiel opgenomen, dat 6,65 m tertiaire afzettingenomvat (schema zie pag. 12). Het door ons opgenomen profiel bevindt zichwellicht enkele honderden meters stroomopwaarts van dat van de genoemdeauteurs. Het niveau 0,00 - 1,60 m werd voor zover mij bekend nog nieteerder in de literatuur vermeld, maar karakteristieke molluskensoortenuit dit niveau worden wel genoemd in de literatuur.

Profielbeschrijving (0,00 m is hoogst ontsloten tertiaire afzetting) :

0,00 - 0,60 m geelachtig zand, geheel bestaande uit uiterst kleine schelp­fragmentjes; geen groter schelpmateriaal aanwezig

0,60 - 1,60 m geelachtig zand als boven, met veel schelpen en schelpfrag­menten (zeer veel Cerithiidae: Pirenella picta, Ptychopotamides papave­raceus, Terebralia bidentata etc.). Vooral in de bovenste 0,15 m veelgrote exemplaren van Mytilus aquitanicus. Onderste 0,55 m met groverschelpmateriaal, kennelijk verspoeld uit onderliggende niveau's.

1,60 - 4,45 m grijsgeel zand, licht verkit. Bovenaan (tot 2,10 m) ont­kalkt en met lagen calcitische concreties. Naar onder geleidelijkminder ontkalkt en met weinig dunne schelplaagjes. Schelpen meestklein (Donax transversa), soms groter (Mactra substriatella) .

4,45 - 4,90 m grijsbruin zand met zeer veel grove schelpen in compactepakking; soms met een steriele zandlens; plaatselijk roestbruin ge­oxideerd. Opvallende soorten: Glycymeris nummaria, Olivancillariaplicaria, Tudicla rusticula, Conus ponderosus.

4,90 - 5,75 m grijs zand met veel verspreide schelpen (Donax transversa,

Page 12: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-85-

Kaart 4 . Vindplaatsen te Saucats en Labrede

Loc. 6 . Saucats, Pont-Pourquey.

Loc. 7 . Saucats, Lassime.

Loc. S. Saucats, Coquilliere.

Loc. 9 . Saucats, Le Peloua.

Loc. 10. Saucats, Lariey.

Loc. 11. Saucats, Moulin de Bernachon.

Loc. 12. Labrede, Le Moras.

Loc. 13 . Labrede, weg van Labrede naar St. Morillon

Detail van kaartblad xV-37 Pessac.

Page 13: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-86-

C 1 =

C 1 =

Mactridae, Olivancillaria plicaria, Terebridae etc.)5,75 - 6,00 m roestbruin, sterk verkit zandl steriel, maar soms met nes­

ten en bandjes als in bovenliggende laag.6,00 - 6,65 m grijsbruin, licht verkit zand met veel schelpen, verspreid

en in nesten. Zeer veel Donax transversa, enkele Mactra substria-tella, G1Ycymeris nummaria, Solen burdigalensis, Pharus saucatsensis,diverse Naticidae, Olivancillaria plicaria, Linga columbella bastero~

ti, Pitar subnitidula, etc.

beekniveau op 6,10 m.

0,&0

-...1,05 ..e 5 "....

'..Co

"1,&0 ~

o 111 ~.-.-.-.-.-.-.'T.0,00

'-", '- .:.: :. ", :" ..,

1111

211"1·~~·...........'. : .' .. ' ..... ':'" ': .

J

.~',,:' '.':' .:.. ;"."', .' .' .

. : .....:..'.. " .. '

'.: ...'<:':.. ;'3 .. :-.- .-.'":;.....'.

1::,-;;,;:

C 6

Ile 4

z

..

..

.."or

.."c

...

..o

...

Schematisch profiel van de ontsluitingPont-Pourquey te Saucats (beschrijvingzie pag. 84.De nummers C 1 t/m 6 z~Jn de veldaandui­dingen van de verzamelde monsters van1984) •

....

u .. ...

cI

e 3 ,.I...

"..e 2

"z: ..

II I = ~ II I I

le I I I i ! I

U WJI I

5,75

6,&5

6,00

..Y'::=' 'loo .....

.... - - ''''''''

.:.. .\.1. ,.

, ~.• '. ·.v··

!.... .,~.~ ......

..

I::==:='=:~j"':-:---_-=:.~-_.

......... i-; '-"'.:::.;.::I--. .... _........ :.. -

.... __ v .....

:..:.~:..;.~'- 4,45t,~E2:.~'-'--~..:,,:....; .. '~..:-.... e::'":' "':".'-" ....... ~...;- ~ ........'- ..... ~. .... ':;". 4 ,90

w5 111

4 ..

"I ..... .... >....

.,g ..

...." _...:6 m ," .

~ ..:'::? ~ ....I"oo~ ,

Page 14: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-87-

Opmerkingen bij de profielbeschrijving van Pont-Pourquey

Vooral het niveau 4,45 - 4,90 m, dat een grote schelpenconcentratie met rela­tief veel interessante soorten bevat, werd door verzamelaars sterk aangetast, waar­door hogere lagen sterk werden ondergraven. Dit heeft geresulteerd in een zeer ge­vaarlijke toestand, die waarnemingen op deze plaats nog nauwelijks toelaat. Hetbleek echter mogelijk om de bestaande ontsluiting lateraal enigszins uit te breiden,zodat het profiel uitgebreid bemonsterd kon worden.

Boven het niveau 0,00 m (= bovenkant tertiaire afzettingen) werd kwartair zandaangetroffen ("Sables des Landes"), waarin zich geremanieerde roestbruine ccncre­ties bevinden, alsmede dakpan- en aardewerkfragmenten. Het kon niet worden vast­gesteld of het niveau 0,00 m van het hier beschreven profiel overeenkomt ffiet dewerkelijke top van de tertiaire afzettingen, ofdat wellicht de kwartaire zandenals hellingmateriaal een deel van het Tertiair overdekken.

De aanwezigheid van het Ceri~~iiden-niveau (0,60 - 1,60 m) is nogal verras­send. Steeds wordt in de literatuur het Burdigalien als geheel marien omschreven.terwijl hier duidelijk euryhaliene invloeden aanwezig zijn. De fauna van dit niveau(o.a. de grote Mytilus aquitanicus) vertoont veel overeenkomst met het bcvensteAquitanien, b.v. in de ontsluiting Lariey (loc. 10). Het betreffende niveau komtniet voor in de profielbeschrijving van Poignant & Pujol (1978). Het hoogste doorhen beschreven niveau komt ongeveer overeen met het niveau 1,60 m van het hier be­schreven profiel.

Dezelfde auteurs beschrijven de bovengrens van de Burdigalien-afzettingen vande locatie "Lassime" (hier loc. 7), een punt op korte afstand langs dezelfde beekgelegen (stroomopwaarts). De Burdigalien-afzettingen zouden hier bestaan uit"Sable marin, consolide par endroits avec lentilles fossiliferes". Daarboven volgteen kleihoudende, glauconitische afzetting met Megacardita jouanneti, die al vanSallomacien-ouderdom is. Het niveau van 0,00 - 0,60 m in het hier beschreven pro­fiel van Pont-Pourquey zou al een deel. kunnen zijn van de door Poignant & PUjolgenoemde bovenste Burdigalien-afzettingen, maar dit kon niet worden aangetoond.Het zou zeer zinvol zijn om in 1985 een deel van de tijd te besteden aan het zoe­ken naar ontsluitingen tussen Pont-Pourquey en Lassime, zodat wellicht het pro­fie~ kan worden gecompleteerd.

Hoewel het profiel van Pont-Pourquey op het eerste gezicht veel overeenkomstvertoont met dat van Coquilliere (hier loco 8) wijzen de verspreidingen van enkelemolluskensoorten erop dat dit slechts schijnbaar is. 20 ontbreekt te Pont-Pourqueyhet niveau met Turritella terebralis, terwijl enkele soorten (Linga columbellabasteroti, Pitar subnitidula) te Pont-Pourquey in het gehele profiel aanwezig zijn,maar te Coquilliere alleen in het bovenste gedeelte. Het lijkt er derhalve op, dathet profiel van Coquilliere stratigrafisch baven dat van Pont-Pourquey ligt. Naderonderzoek zal de juistheid van deze veronderstelling moeten staven.

Toegangsvoorwaarden: Het verhaal gaat, dat de ontsluiting Pont-Pourquey een van delocaties is, die door de gemeente Saucats worden beschermd tegen verzame­laars. In 1984 hebben wij hiervan echter niets gemerkt. Op de toegangs­plaats tot de ontsluiting bij de brug over de Ruisseau St. Jean-d'Etampes(of Saucats) bevindt zich een inmiddels weer verlaten huis in aanbouw, wearook een kleine parkeergelegenheid is.

Literatuur: Daguin (1948, p. 47), Poignant & Pujol (1978, p. 657) I Steurbaut (1981,p. 45), Vigneaux (1975, p. 143).

Loc. 7. Saucats, Lassime========================

Kaart 4 I pag. 85================

Ligging: kaartblad XV-37 Pessac, coordinaten: x = 365,75, y = 265,72.

Stratigrafie: Mioceen, Sallomacien, Falun de Salles.Burdigalien, Falun de Pont-Pourquey (?).

Beschrijving: Stroomopwaarts van de bekende ontsluiting Pont-Pourquey ligt de even-

Page 15: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-88-

eens reeds zeer lang bekende "gisement" van Lassime (ook wel geschrevenals La Sime). Op daze plaats bevinden zich schelphoudende niveau's vanSallomacien-ouderdom, alsmede het contact tussen afzettingen van het Bur­digalien en het Sallomacien. gescheiden door een erosievlak.

De ontsluiting verkeert helaas in slechte toestand (sterk doorgraven) ,maar nader onderzoek ervan lijkt zinvol en belangwekkend, vooral het boven­ste gedeelte van de Burdigalien-afzettingen ter plaatse. Wellicht kan hiereen aansluiting worden gevonden met het profiel van Pont-Pourquey (zie pag.87, 4e alinea)

Toegangsvoorwaarden: De locatie Lassime is beschermd door een hek rond de ontslui­ting, dat kennelijk de bedoeling heeft verzamelaars te weren. Gezien devele gegraven gaten wordt dit doel kennelijk niet bereikt. Terughoudend­heid op deze plaats lijkt een goed advies. De mogelijkheid bestaat echterdat op de tegenoverliggende oever van de beek hetzelfde profiel ontslotenis.

Literatuur: Daguin (1948, p. 46), Poignant & Pujol (1978, p. 661,663), Steurbaut(1981, p. 45).

Loc. 8. Saucats, Coquilliere============================

Kaart 4, pag. 85================

Ligging: kaartblad XV-37 Pessac, co~rdinaten: x = 367.500, y = 264.750.

Stratigrafie: Mioceen, Burdigalien, Falun de Pont-Pourquey.

Beschrijving: In de zomer van 1984 werd door ondergetekende, in samenwerking met deheren F.A.D. van Nieulande en J. Gunst het op deze plaats ontsloten pro­fiel uitvoerig beschreven en opgemeten. Deze beschrijving volgt hieronder:

0,00 m is het hoogst ontsloten punt van de tertiaire afzettingen

B 2.= 0,00 - 0,60 m beige-geel zand, matig grof, naar onder overgaand in matig fijntot fijn; zeer veel verspreide schelpen (vooral Donax transversa en ~ac-

tra substriatella). Opvallende soorten: Linga columbella en Pitar subniti­dula) .

B 1 = 0,55 - 1,40 m fijn geel zand, iets verkit; plaatselijk schelpen in dunnelaagjes (vooral Donax transversa) , weinig verspreide kleine schelpen.Opvallende soorten: Panopea meynardi in leefpositie, Vaginella sp.

A 1 = 1,40 - 2,40 m idem, licht geelbruin. Opvallende soorten: zeer veel exem­plaren van Vaginella sp.

A 1 = 2,40 - 2,80 m bruin zand, licht verkit, sterk gebioturbeerd met graafgangentot 3 cm 0. Schelpen (vooral Donax transversa) geconcentreerd in kleinegeultjes.

A 2 = 2,80 - 3,10 m bruin zand met zeer veel grove schelpen. Opvallende soorten:Angulus aquitanicus, Callista erycinoides, grote exemplaren van Arnussio­pecten burdigalensis aan de basis.

A 3 = 3,10 - 3,65 m grijs en bruin zand, afwisselend in lenzen en pockets. Veelrelatief fijn schelpmateriaal (vooral Donax transversa), soms een lenssteriel zand. Opvallende soerten: Turritella terebralis. naar onder inaantal toenemend.

A 4 = 3,65 - 4,20 m grijs zand met veel schelpen, sems een steriele zandlens. Op­vallende soorten: Mactra substriatella (bovenaan), talrijke grote Turri­tella terebralis (aan de basis echter meer kleine exemplaren).

beekniveau op 4,20 m

Dit prefiel is schematisch weergegeven op pag. 89 .

De laagepeenvolging en de fossielinhoud vertonen gelijkenis met die tePont-Peurquey, maar toch zijn er duidelijke verschillen, b.v. in het voer-

Page 16: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-89-

komen van de soorten Linga columbella basteroti en Pitar subnitidula. Dezekomen te Pont-Pourquey in het gehele profiel voor, maar bij Coquillierealleen in de bovenste lagen. Dit zou er op kunnen wijzen, dat de sequentievan Coquilliere stratigrafisch onder die van Pont-Pourquey behoort, maarnader onderzoek is noodZakelijk om dit aan te tonen.

Toegangsvoorwaarden: De ontsluiting bevindt zich kennelijk niet op priv~-terrein.

In 1984 maakten enkele bezoekende "gendarmes" geen bezwaar tegen cnzeaanwezigheid en wensten ons "courage" :

Literatuur: Voor zover mij bekend wordt deze vindplaats niet in de literatuur ge­noemd.

Schematisch overzicht van de ontsluitingSaucats, Coquilliere, opgenomen 1984.

De nummers B 1-2 en A 1-4 zijn cegebruikte veldaanduidingen voor de ver­zamelde monsters.

": i'"...

c:

j -

I . !I I i. II ~: I

W

i I...A 2

A 3

"....~ ~

I ~

! ~

A 'I ~

3.H

'.20

I'.'"'. - .. ~ ~....... '- . .;I:: ~ -.,-.- ::I:...., ~ ...... - .... ,-1I ~_ "" _ - ... 'I- _._ ",." ~ Ii -~ ....~ -,. - .- .-:1

o

;;..>

".......~

....,; - -.....,.,:- - - -I

I:':.:---':::i

,~, ~,'

~IJ::::::

Loc. 9. Saucats, Le Peloua (La Bourasse)========================================

Kaart 4, pag. 85=============~==

Ligging: kaartblad XV-3i Pessac, coOrdinaten: x = 370.000, Y = 265.685.

Stratigrafie: Mioceen, Burdigalien, Falun de Leognan.

Beschrijving: Deze klassieke vindplaats bevindt zich in een door verza~elaa~s VC}.­

komen doorwoeld bos, zodat het vrijwel onmogelijk is geworden nog eenplaats te vinden waar ongestoord sediment aanwezig is. Desondanks is hetmogelijk gebleken hier nog een fraaie collectie mollusken te ve~zamele~,

waarbij vooral de enorme aantallen Turritella terebralis opvallend ziJn.Ook andere grote soorten mollusken zijn gemakkelijk te vinden, evenalsnon-mollusken, zoals b.v. grote koralen.

In de directe omgeving van deze vindplaats bevinden zich 00<' c;,-­andersoortige afzettingen, zoals het Falun de Saucats (Aquitanien). Hetmeet dan ook zoveel mogelijk worden vermeden om fossielen aan "~2'~ cc-per'­vlak te verzamelen, omdat dan de kans op contaminatie zeer groot is. Dit

Page 17: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-90-

Falun de Saucats hebben wij nog niet in situ kunnen bemonsteren, zodat hetaanbeveling verdient op deze plaats een klein booronderzoekje te doen.

Toegangsvoorwaarden: Le Peloua is e~n van de door de gemeente Saucats beschermde"gites", waar verzamelen niet zonder meer is toegestaan. Het is onbekendin haeverre er tegen kleinschalig graafwerk bezwaar wordt gemaakt. Volgensverhalen van lokale verzamelaars zijn er ter plaatse hoge bekeuringen ge­vallen.

Literatuur: Poignant & Pujol (1978, p. 661), Daguin (1948, p. 49), Steurbaut (1981,p. 43).

Loc. 10. Saucat~ Lariey_.=-=-=================

Kaart 4, pag. 35================

Ligging: Kaartblad XV-37 Pessac, coOrdinaten: x = 369.650, Y = 266.500.

Stratigrafie: Mioceen, Aquitanien sup~rieur, Faluns de Saucats.

Beschrijving: De bij Lariey (ook wel: L'Ariey, of onjuist Larieg) ontsloten afzet­tingen vormen onderdeel van het stratotype van het Aquitanien, dat ligttussen de Moulin de Bernachon (hier loco 11) en de Moulin de l'Eglise,langs de Ruisseau St. Jean-d 'Etampes.

Oak hier is duidelijk de verwaestende invloed van verzamelaars merk­baar: het kost veel moeite om een indruk te verkrijgen van de onts1otenlagen en hun onder1ing verband. Door Vergneaux & Marks (1971) wordt eenuitvoerige beschrijving gegeven van het Aquitanien-stratotype, waarvan teLariey de 1aagnummers 5 t/m 7 voorkomen. Het is echter niet eenvoudig omde juiste 1aagdikte's vast te stel1en. Gehee1 bovenaan het profiel valtop diverse plaatsen een lichtgekleurd zand op met vele exemplaren vanMytilus aquitanicus. Hierop (?) of hieronder (?) bevindt zich een merge­1ig niveau met zoetwatermollusken (P1anorbidae, Lymnaeidae). Lager op dehelling is een dik niveau met een euryha1iene fauna aanwezig. Onderaanhet profiel moet weer een brakwaterfauna aanwezig zijn, met erboven eenzoetwaterkalk.

Deze gegevens wijzen erop dat het opnemen van een gedetailleerdprofiel op deze plaats zeer zinvol zou zijn.

Toegangsvoorwaarden: Helaas schijnt ook Lariey een van de door de gemeente Sau­cats beschermde plaatsen te zijn, zodat uitvoerig onderzoek wellicht nietmogelijk zal zijn.

Literatuur: Moyes (1966, p. 100), Vigneaux & Marks (1971, p. 23), Daguin (1948,p. 49), Vigneaux (1975, p. 142: het hier gegeven profiel is duidelijk in­compleet ~), Steurbaut (1981, p. 44).

couche nO 9 . Sable des Landes:couche nlll 8 Calcaire lacustre gri5 a Planorbes et LTtnnees (epaisseur non determi-

neel:COUCh" nO 7 Calcaor. marno-sableu. '''able. iaune a Polamldes 10.20 ml:couche nO 6 : Calcaire sabl<eu. friable. jaune. cOQuillier \2 rn,couche nO 5 Calcaif'e sableux friable. renfermanl des lentlllps greseuses consoii.

de-s 13.50 ml:'

- couche nO 9 . Sable des Landes:- couche nO 5 Sable calcai'e jaunltre renfermant des IilS ,nclines discontinus 13 ml:

couch. nO 4 . Calca"e gr/lseu. friable. gris bleu 10.5 ml:couche nO 3 . Calcaire marno-greseu. dur. petri de cOQuilles I' ml: s

- couche nO 2 . Argile faiblemenl sableuse, gris bleu 12 ml:- couche nO , : Calcaire fsiblement marneu., friable beige, au niveau du ruisseau. 7

,

IIIIOUUN OE eEANACHON

,

LAAIEY

Correlatie van de sectieste Saucats - Lariey enMoulin de Bernachon(uit Vigneaux, 1975).

Page 18: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-91-

Loc. 11. Saucats, Moulin de Bernachon-===============-====================

Kaart 4, pag. 85================

Ligging: Kaartblad XV-37 Pessac, coordinaten: x = 370.075, Y = 266.775.

Stratigrafie: Mioceen, Aquitanien inferieur, Faluns de Saucats.

Beschrijving: Ook deze locatie vormt een onderdeel van het stratotype van hetAquitanien. Bier zijn de niveau's 1 t/m 5 ontsloten (zie figuur onderaanp. 90) . Het betreft hier hoofdzakelijk kleien en mergels waarin fauna'svoorkomen met euryhaliene soorten (Cerithiidae etc.). De profielhoogtebedraagt 6 a 7 m. Wij kennen deze locatie (nog) niet uit eigen aanschou­wing.

Toegangsvoorwaarden: onbekend, vermoedelijk priveterrein.

Literatuur: Poignant & Pujol (1976, p. 610), vigneaux (1975, p. 141), Steurbaut(1981, p. 43).

Loc. 12. Labrede, Le Moras Kaart 4, pag. 85========================== ================

Ligging: kaartblad XV-37 Pessac, coOrdinaten: x = 369.675, Y = 269.050.

Stratigrafie: Mioceen, Burdigalien.

Beschrijving: In 1984 werd Le Moras tijdens een bliksembezoek oppervlakkig be""keken. Er zijn diverse ontsluitingen aanwezig' l~~gs de beek, waar veleverzamelaars hun sporen hebben nagelaten. Welke niveau's precies aanwe­zig zijn kon echter niet worden vastgesteld, maar net is duidelijk dathier goed geconserveerde mariene fauna's aanwezig zijn. Nader onderzoekduidelijk gewenst.

Toegangsvoorwaarden: kennelijk geen priv~terrein, overigens onbekend.

Literatuur: Steurbaut (1981, p. 26).

Loc. 13. Labrede, weg naar St. Morillon=======================================

Ligging: kaartblad xv-37 Pessac, coordinaten: x

Kaart 4, pag. 85================

373.100, Y = 267.065.

Stratigrafie: Mioceen, Aquitanien inferieur, Falurls de Saucats.

Beschrijving: Poignant & Pujol (1976, p. 609), Steurbaut (1981, p. 27) geven vandeze locatie wel zeer beknopte beschrijvingen, waaruit niet kan wordenafgeleid om welk soort ontsluiting het hier gaat. Steurbaut spreekt vangeel middelmatig zand met goed bewaarde mollusken en andere fossielen.Het ontsloten profiel zou overeenkomen met het onderste gedeelte var,het Aquitanien stratotype.

Toegansvoorwaarden: onbekend.

Literatuur: zie "beschrijving" hierboven.

Loc. 14. L~ognan, Les Bouges============================

Kaart 5, p. 85==============

Ligging: kaartblad XV-37 Pessac, co6rdinaten: x = 365.850, Y = 272.360.

Stratigrafie: Mioceen, Burdigalien, Falun de L~ognan.

Beschrijving: Ook deze vindplaats hebben wij zelf nog niet gezien, maar uit gege-

Page 19: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-92-

Kaart 5. Vindplaatsen te Leognan en Martillac

Loc.Loc.Loc.

14.15 .16.

Leognan, Les Bouges.Martillac, Pas-de-Barreau.Martillac, Le Breyra.

Het stratotype van het Burdigalien ("Coquillat"Leognan) dat niet toegankelijk sChijnt te zijn,aangegeven met een ongenummerde pijl.

Detail van kaartblad XV-37 Pessac

teis

vens van Steurbaut (1981) lijkt dit een zeer interessante locatie tezijn. Er blijken twee ontsluitingen te zijn langs de Ruisseau de l'EauBlanche, op een afstand van 80 m van elkaar. Op de noordelijkste is eengrijsblauw, glauconiethoudend fijn zand aanwezig met verspreide schel­pen en kennelijk een rijke fauna. De zuidelijke vindplaats bevat eenschelpenbank met grotere mollusken. Nader onderzoek derhalve duidelijkgewenst.

Toegangsvoorwaarden: onbekend.

Literatuur: Steurbaut (1981, p. 27 en 28).

Page 20: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-93-

Loc. 15. Martillac, Pas-de-Barreau==================================

Kaart 5, pag. 92================

Ligging: kaartblad XV-37 Pessac, coOrdinaten: x = 369.25, y = 271.25.

Stratigrafie: Mioceen, Burdigalien, Falun de Leognan.

Beschrijving (gegevens verzameld door ondergetekende en F.A.D. van Nieulande1984) :

In de oever en de bedding van een kleine beek bevinden z~ch zandige,blauwgrijze mergels. De betreffende plaats is, zoals gewoonlijk in dezestreek, sterk aangetast door verzamelaars. Het fossielhoudende ni"eau be­vindt zich vanaf de beekbedding tot ongeveer 1,25 m daaronder, hetgeeninhoudt, dat er een gedeelte van de beekbedding door middel van een dijkmoet worden drooggezet en uitgegraven.

In verband met de geringe beschikbare tijd werd door ons in 1984 eenvan de talrijke reeds aanwezige uitgravingen verder uitgebouwd tot san ont­sluiting van ongeveer 2 m breedte en 1,50 m diepte. Een grotere ontslui­ting is nauwelijks magelijk vanwege de grote hoeveelheden toestromendwater (er meet vaartdurend "gehoosd" worden :), waardoor er oak nauwel,imogelijkheden zijn om een goed inzicht te verkrijgen in de laagopeenvo,2­ging. Het meeste verzamelwerk moet zelf30nder water plaats vinden.

Het interessantst is een niveau met talrijke grote exemplaren vanTurri tella terebralis en Protoma cat.l-J.edralis. Het niveau met 'rUIn. tellahad in de uiteindelijk verkregen ontsluiti~g een merkwaardig scheve lig­ging, waardoor het aan een zijde boven het beekniveau kwam te liggen, metals resultaat dat daar het fossielmateriaal zeer slecht was geconserveerd,Op de Turritella-laag lag, aan de andere zijde 'fan het gat, een niveaumet dezelfde fauna, waarin echter alle grotere exemplaren ontbraken.Tussen beide bevond zich een scherpe grens. Onder en tendele naast hetniveau met Turritella werd een vrijwel sterieIe klei aangetroffen. Toehis het niet zo dat de Turritella-laag zeer scheef in het profi~l ligt,want op diverse plaatsen langs de beek (zeker over 75 m) ligt de bedding'101 met uitgegraven Turri~'s, zodat dit niveau overal aanwezig ~oet

zijn. Vermoedelijk verloopt het golvend door het profiel.Twee dagen werden besteed aan het verzamelen van zeefresidu 's 1 Wiiax··

bij het niet mogelijk was om de beide schelphoudende niveau's conseqnent.afzonderlijk te bemonsteren. De rijkdom van deze laag zou het op grotereschaal ontsluiten zeer zinvol maken, maar dat kan alleen met een graafma­chine en een motorpomp. Een en ander vraagt veel voorbereiding. Er kunnenhier prachtige exemplaren v~~ Melongena cornuta verzameld worden ' Om eenindruk te geven van de soortrijkdom: de tijdens twee dagen apart verpaktegrotere exemplaren bleken tot bijna honderd soorten te behoren.

Toegangsvoorwaarden: Het stukje beek met de ontsluitingen ligt kennelijk niet opprive-terrein en verzamelen wordt er kennelijk getolereerd. Dit houd~ na­tuurlijk niet in dat men ongebreideld zijn gang kan gaan. Gegraven gatenin de beekbedding IDoeten achteraf weer worden gedicht en de beek ~oet

kunnen doorstromen, uiteraard.Dit is, vooral als er verzameld wordt, geen plaats voor kleine kinde-·

ren. De talrijke gaten in de bodem worden onzichtbaar bij troebel wateren leveren dan verdrinkingsgevaar op, vooral omdat ze veelal gevul.d z,tjr:met modder.

Literatuur: Wij kennen van deze vindplaats geen vermelding in de literat'uUI.

Loc. 16. Martillac, Le Breyra=============================

Kaart 5, pag. 92================

rigging: kaartblad XV-37 Pessac, coordinaten: x = 371.000, y = 272.200.

Stratigrafie: Mioceen, Aquitanien, Faluns de Saucats.

Page 21: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-94-

Beschrijving: In de wand van een kleine beek, nabij het kruispunt van de wegenD 214 en D 109, zijn afzettingen van het Aquitanien inferieur ontsloten.Precies op het kruispunt, nabij een duiker, werd het profiel opgenomen in1984:

0,00 m is het hoogst ontsloten niveau

0,00 - 1,05 m bruingeel, iets kleiig zand met zeer veel harde tot zeerharde calcietconcreties in lagen. In de tussenliggende zandlaagjes afen toe een schelpje. Aan de basis soms schelpen in laagjes.

1,05 - 1,20 m geel, kleiig zand met veel schelpen (Lucinidae). Aan de basisoranjegeel en met fijner schelpmateriaal.

1,20 - 1,40 m blauwe, harde mergel met zeer veel slecht bewaarde schelpen(Pirenella) .

1,40 - 2,00 m blauwgrijze mergel met verspreide, slecht bewaarde schelpen(Neritina picta) en verspreide, harde graafgangopvullingen tot 5 cm

13.

beekniveau op 1,80 m.

Ongeveer 75 m in zuidelijke richting, langs de D 109, bevindt zichop de blauwe mergel een niveau van ongeveer 0,30 m dikte, bestaande uitkleiig zand met zeer veel schelpen en koralen. Rijke fauna, met marieneen euryhaliene elementen, ten dele helaas nogal versleten.

om dit laatste niveau goed te kunneri zien dient in de beekwand eenontsluiting te worden gegraven.

Toegangsvoo~aarden: De ontsluiting bevindt zich op gemeente-terrein. Tijdensonze actie in 1984 kwam de burgemeester van Martillac kijken en hij maaktegeen bezwaar, wellicht doordat er franse verzamelaars bij aanwezig waren,die hij persoonlijk kende. Deze verzamelaars overigens, gaven een school­voorbeeld van hoe met ean gegraven ontsluiting achterlaat: van een uit­graving van zeker 2 x 3 m was na afloop geen spoor meer te zien : Werkenop deze wijze maakt dat ook volgende geologen welkom zullen zijn ~

Literatuur: Voor zover mij bekend nog niet eerder vermeld.

. ' ... ., ..

' •••••• w', ,"

... -, ... , .

......... ..,.. ,,: :::.

',' wo •• - ••,...,.

0,00

1,05

1,20

1.40

2.00m

Z

1:1.:

\or::l IIIaJ ...

'"".... co

\or lJ\aJ ::ll0- coC ~

U ....aJ'tl

C0 aJ.... III

C Cco ::l... ....

~ .... tl:::l ~CO'<

:r Schema van het te Martillac,Le Breyrat, opgenomen profiel

Page 22: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-95-

o 11

O... .c:=====::i2 km.

Loc. 17. Uzeste, Moulin de Fortis=================================

U:Z:ESTS

Kaart 6.

Vindplaatsen te Dzeste enVillandraut

17. Uzeste, Moulin deFortis

18. Uzeste, Moulin deGamachot

19. Villandraut, Les

Berdigots.

(naar Moyes, 1966)

Kaart 6, page 95================

Ligging: kaartblad XVI-39 Bazas, coordinaten: x = 388.75, y = 242.95.

Stratigrafie: Mioceen, Aquinanien superieur, Falun de Bazas.

Beschrijving (naar Moyes, 1966, p. 90 ff): Deze vindplaats is bereikbaar doer inVillandraut de weg (0 11) naar Bazas over ongeveer 1 km te volgen. Eenverharde weg naar rechts richting Arroutgey inslaan. Daarvandaan leidteen veldweg direct naar de Moulin de Fortis. De vindplaats ligt stroam..afwaarts van de molen op de rechteroever van de beek (Ruisseau du Fontde la Level, en stroomopwaarts bij een bron. De volgende sectie ~s aaL­wezig:

laag 5 :laag 4:laag 3 :laag 2 :

laag 1 :

witachtige zoetwatermergel, dikte onbekendwitachtige mergel met Potamides, dikte onbekendbrokkelige, licht kleiige kalk met koralen, grijs; dL~te 2,50 mbrokkelige, zandige kalk, grijs, fossielhoudend, zichtbare diJ<.. ­te 0,60 m(alleen zichtbaar bij de Moulin de Gamachot, lac. 18) zandigegeelachtige kalk.

Een tekening van het profiel is gegeven op page 96

Moyes noemt ui t di t profiel een twintigtal molluskensoorten alsci'=icrijke microfossielen.

Toegangsvoorwaarden: toestemming vragen voor een bezoek bij de bewoners van camolen.

Literatuur: Moyes (1966, p. 90).

Page 23: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-96-

~--------.:..:~--,.., _.. -._-~ .~ .. -

...:-

Moulin de Fortis

Loc. 18. Uzeste, Moulin de Gamachot===================================

Profiel ontsloten Op loco 17.Uzeste, Moulin de Fortis.(verkleind naar Moyes, 1966)

Kaart 6, pag. 95================

Ligging: kaartblad XVI-39 Bazas, coordinaten: x = 386.~ y = 242.85.

Stratigrafie: Mioceen, Aquitanien superieur, Falun de Bazas.

Beschrijving: Deze vindplaats is het gemakkelijkst te bereiken door vanuit Villan­draut de D 110 te volgen richting Uzeste. Juist voor het dal van de Ruis­seau du Font de la Leve leidt een niet verharde weg linksaf. Na korte af­stand is het pad afgesloten door een ketting. Auto's kunnen niet naasthet pad parkeren, vanwege de zeer losse zandbodem ~

Bet pad verder aflopend bereikt men de molen, die in 1981 in weder­opbouw was. Vanaf de molen de beek naar rechts volgend ziet men aan deoverzijde van de beek al snel het ontsloten profiel. Boven het beekniveauzijn hier drie verschillende lagen te zien: onderaan een ongeveer 0,60 mdikke laag blauwe, zandige mergel met zeer veel Linga columbella en an­dere soorten, ook koralen. Bierboven ligt een zandig, geelgekleurd niveau(laag 1 van Moyes ? Zie profiel p. 95), met een dikte van ongeveer 0,30m waarin grote Turritella desmaresti voorkomt. Tenslotte ligt bovenaaneen ten dele sterk overgroeid en met een travertijnachtige vorming bedektelaag grijsblauwe mergel met zeer veel koralen en mollusken (buitengewoonveel vermetiden :). De top hiervan was onzichtbaar. Bet materiaal uit elkvan de drie aanwezige niveau's is buitengewoon interessant ~

Toegangsvoorwaarden: de locatie ligt duidelijk op prive-terrein, maar bij een twee­tal bezoeken werd steeds niemand aanwezig getroffen. Bet is zeer raadzaam

Page 24: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-97-

om te proberen toestemming voor betreding van het terrein te verkr.ijgen.

Literatuur: Dutertre (1921, p. 227), Moyes (1966), Steurbaut (1981, p. 46).

Croquii o.lu moulin o.le Gamachol Schets van de Moulin de Gamachot(uit Dutertre, 1921, fig. 11).

Lac. 19a. Villandraut, Les Berdigots-1======================================

Kaart 6, pag. 95================

Ligging: kaartblad XVI-J8 Langon, coordinaten: x = 385.430, Y = 243.775.

Stratigrafie: Mioceen, Aquitanien superieur, Falun de Bazas.

Beschrijving: Volgens Moyes (1966, p. 93) bereikt men deze vindplaats door vanafde D 11 (Villandraut - Bazas) bij de brug van de Ciron de weg naar Fernyte nemen, die leidt naar Malarade. Deze volgend over ongeveer 800 m bereiktmen het gehucht Berdigots (rechts). Op deze plaats bevindt zich een pro­fiel met een hoogte van ongeveer 5 m, bestaande uit de volgende lagen:

laag 6: zandige, gele kalk met oesters (0,50 m)laag 5: gele, iets kleihoudende kalk zonder fossielen (0,40 rn)laag 4: gele, zandige kalk met oesters (0,50 m)laag 3: heldergele zandige kalk, brokkelig, met harde banken (1 00 rn)laag 2: gele zandige kalk met oesters (0,50 m)laag 1: gele, zandige kalk, iets kleihoudend (zichtbaar over 2,00 rn).

Een twintigtal molluskensoorten wordt van deze locatie genoemd " 2011­

der vermelding van de laag; tevens vele microfossielen.Een tekening Vru~

het profiel is hier bijgevoegd.

Profiel ontsloten op loco a.Villandraut, Les Berdigots­(verkleind naar Moyes, 196E

(wordt vervolgd op pagina 104 in het novembernurrmer)

Page 25: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-104-(vervolg van pag. 97)

Loc. 19b. Villandraut, Les Berdigots-2======================================

Kaart 6, pag. 9S===============~

Ligging: kaartblad XVI-38 Langon, coordinaten: x = 385.400, Y = 243.875.

Stratigrafie: Mioceen, Aquitanien superieur, Falun de Bazas.

Beschrijving: Steurbaut (1981) noemt een verlaten groeve, welke zeer dicht bij hedoor Moyes beschreven profiel ligt (nl. volgens de coordinaten 30 m meerwestelijk en 100 m meer noordelijk). De opbouw van het ontsloten profielblijkt uit onderstaande schets.

Toegangsvoorwaarden: onbekend.

Literatuur: Steurbaut (1981, p. 47) .

. =-==-=",. ",'

.~"

Zachte g.el tOt roest~ekleurne zandlgekalksteen

.."..'.' .

. '-'.

.."-:'':''',''

'.:'"Lichtgeel tot wltte zachte kalk~teen

met fosslelen. ...., .......

1m -t::::""._=--::_='.-::::"::-:-:.:...:::..:oi:~;:".'.=~::':'__=."'::...~..:-,~-. ~.'::i:.'~~~~~'.

~~ =. ~.~'.-=.'"= j

.::~~~~~~~:.::~~:'

.=.... :-:.~ ..

lets vettiq r~esth~uin zand met zeerveel oesters (·oesterkerkhof") llaaq4 van MOYES.1966)

Wltte mergel met kalkbrokje~

2m

3m

4m

":::i::2::::i:= .

.... ::.. ~ ..-.:.==.;.. ' I'

. . . . .. ': . '. -: ~ ....

'.~_'.:'~"~'::'.:..:.......:.'.: ....""'''.'''~''..'~:.-,,:,:;: .. : ....:.:-:".---. ..~.::-;

.,"', "

Geconsolideerde lichtgele zanden metkalksteenplaketten en een iets d1kkerediskontinue kalksteenbank

Lichtbru1ne tot beige sterk qecon.cli­d.... rde zanden

Oraoj .. tOt geel sterk g~cor.5~1:1eerc

kalkzand,overqaand ir. z~cr.t~ zd~dSt~~~

Profiel Van loCo 19b. Villandraut, Les Berdigots-2.(verkleind naar Steurbaut, 1981, p. 47, fig. 17).

Page 26: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

Loc. 20. Noaillan, Moutic=========================

-105-

geen kaart==========

Ligging: kaartblad XVI-38 Langon, coordinaten: x = 385.650, y = 246.050.

Stratigrafie: Mioceen, Aquitanien superieur, Falun de Bazas.

Beschrijving (gegevens uit Steurbaut, 1981). Ontsloten is een grijsgroen, sterkglauconiethoudend verhard fijn zand, dat rijk is aan mollusken (Area,Cardium, Cerithium, Neritina, •.. ). De locatie bevindt zich op de linker­oever van "le ROus", verdere gegevens ontbreken.

Toegangsvoorwaarden: onbekend.

Literatuur: Steurbaut (1981, p. 32).

Kaart 7.Vindplaats Moulinde Carro te Corbleu(loc. 21).Detail van de kaartxV-41 Brocas

Loc. 21. Corbleu, Moulin de Carro=================================

Kaart 7, pag. 25================

Ligging: kaartblad XV-41 Brocas, coordinaten: x = 380.835, y = 193.250.

Stratigrafie: Mioceen, Aquitanien superieur, Faluns de St. Avit.

Beschrijving: Deze k1assieke vindp1aats is te bereiken door vanaf de N 132 (Mont­de-Marsan - Roquefort) een naar het oosten voerende veldweg door het boste volgen. Na ongeveer 2500 m bereikt men aldus de ruines van Loustalot,waar kan worden geparkeerd. Vanaf deze plaats voert een weggetje door hetbos naar het punt waar de Douze samenvloeit met de Ruisseau de Corbleu(dit punt kan men horen :). Langs de linkeroever van de Douze bevindt zicheen steile wand, die door roekeloze verzamelaars ongelooflijk diep is uit­gegraven !Het profiel werd uitvoerig beschreven door Degrange-Touzin (1921). Hiervanwordt hieronder een samenvatting gegeven. De onderste niveau's zijn uit­sluitend zichtbaar bij zeer lage waterstand.

Van onder naar boven (vergelijk de figuur op pag. 26):

Laag 1: zwarte, mergelige zoetwaterkalk met Planorbis en Helix.Laag 2: gee1 en blauw zand met Potamides sp. div., Rissoidae en Neritina.Laag 3: zeer harde, blauwe ka1k met vee1 fossie1en (0,15 m).Laag 4: b1auwe klei met Potamides (0,40 m) .Laag 5: b1auwe ka1k, identiek aan 1aag 3.Laag 6: pakket van 8 a 10 m dikte, bestaande uit zeer fossielrijke zanden

die gedeeltelijk concretionair verhard zijn. De onderste 2 meter

Page 27: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-106-

is overwegend zandig en werd, vanwege de fossielrijkdom diep ondegraven,

Laag 7: gele zoetwaterkalk, met Planorbis en Hydrobia.

N

1DOUZE

. . .

. .. .

~

=t..::..:..=~

7~.•......••..•••• -: ••..

Ilm.~ .:..::..

E2i3 kalksteen s 4 __-_-_-.:-:=.=--_-_-..:-_-_-: "'-humuS 3 Z '.' '.' .: .•...• :......•. : ',;.

kle-lzand

z

Profiel bij lac. 21. Corbleu, Moulin de Carro.(gewijzigd naar Steurbaut, 1981, met de laagnummering van Degrange-Touzin, 1921)

Vooral het basisgedeelte van laag nr. 6 bevat een rijke mollusken­fauna, wat al blijkt uit de enorme ondergraving. Men kan echter uit ditniveau gemakkelijk zonder graafwerk verzamelen, want een dikke laag 10smateriaa1 1igt onder aan het profiel, al1es uit laag 6. Hierin bevindenzich b.v. nog vele Cypraea's en tal van andere soorten.

Bij een tweetal bezoeken (resp. in 1979 en 1982) was de waterstandvan de Douze dusdanig, dat laag 4 het onderste zichtbare niveau was.

Toegangsvoorwaarden: het is duidelijk, dat bij deze locatie een bard te vinden ismet de aanduiding "defense de fouiller" !

Er kan niet voldoende de aandacht op warden gevestigd, dat er nietmag warden gegraven of gehakt in de basis van laag 6: acuut levensgevaar

Literatuur: Degrange-Touzin (1921, p. 26-31, pi. 2), Steurbaut (1981, p. 23).

Lac. 22. St. Avit, Fontaine de Basta====================================

Kaart 8, pag. 27================

Ligging: kaartblad XV-41 Brocas, coordinaten: x = 375.2, Y = 186.7 (?)

Stratigrafie: Mioceen, Aquitanien superieur, Faluns de St. Avit.

Beschrijving: Een zeer globa1e beschrijving van deze vindplaats werd gevonden ineen excursieverslag van Groningse biologen (1983). Er wordt geen profielbeschreven, maar opgemerkt wordt dat de fauna sterk lijkt op die van deontsluiting Moulin de Carro.

De vindplaats ligt langs de Douze, nog juist binnen de gemeente St.Avit. Bereikbaar door in St. Avit de v.a. in oostelijke richting te vol­gen. Nadat men de Douze is gepasseerd, slaat men juist voorbij het Cha-

Page 28: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-107-

teau du Bigne een veldweg in noordelijke richting in. Deze volgt men overongeveer 3 km, totdatmen de plaats bereikt waar de Ruisseau de Seouguesmet de Douze samenvloeit. De ontsluiting bevindt zich in de rechteroever(van de Douze 7 of van de Ruisseau de Seougues 7). De beekbedding ligtvol molluskenmateriaal, dat sterk lijkt op dat wat bij de Moulin de Carro(hier loco 21) wordt gevonden. Er zijn hier meer oesters en Pirenella,in geel zandig materiaal.

Toegangsvoorwaarden: bij de vindplaats staat een bordje met "Defense de chercherdes coquillages" (= verboden schelpen te zoeken).

Literatuur: Excursie Paleobiologie Groningen (1983, p. 32-33)

./"//

I

/7/.'

".-"'-"'-

a..'..... '---87.......::::::::-::::

10 l.o.

Kaart 8. Vindplaats Fontaine de Basta bij St. Avit (lac. 22).

Detail van kaartblad XV-41 Brocas.

Page 29: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-108-

Loc. 23. Saint-Jean-de-Lier, Tuc-de-Saumon==========================================

geen kaart==========

Ligging: kaartblad XIV-42 Tartas, coordinaten: x = 341.100, y = 168.350.

Stratigrafie: Oligoceen, Stampien, Faluns de Gaas.

Beschrijving (naar Steurbaut, 1981 en Vigneaux, 1975). De hierboven gegeven coor­dinaten werden vermeld door Steurbaut. Het betreft vermoedelijk hetzelfdepunt als beschreven in Vigneaux. Het betreft in feite twee locaties. Menneme in St.-Geours-d'Auribat de D 10 in westelijke richting, vervolgens3 km na Cassen slaat men rechts af naar St.Jean-de-Lier. Men bereikt danhet gehucht Petit op de noordflank van de heuvel. In Petit leidt een veld­weg naar links (west), via welke men na 800 m de groeve Comte bereikt. Hieris een profiel ontsloten van ongeveer 10 m:

laag 1: ongeveer 5 m krijtachtige kalk met veel schelpfragmenten en koralenlaag 2: harde kalkbank (0,40 m)laag 3: harde rifvorming met koralen van grate afmetingen, bovenaan met

kalkalgen (4 a 5 m)laag 4: verhard kleiachtig zand, ~ijk aan mollusken.

Vanaf dit punt teruggaan naar het gehucht Petit en afslaan naar hetoosten. Op ongeveer 300 m vanaf het kruispunt, na het laatste huis vanPetit vindt men de groeve Carriere de Saumon. Hier is ongeveer het vol­gende profiel aanwezig:

laag 1: beige zand met Nummuliteslaag 2: meer of minder verhard zand met k oraalgruis (3 m)laag 3: scheefgelaagde zanden met zandsteenconcreties, rijke macrofauna (2 m)laag 4: zand met schelpgruis (1 m)laag 5: zandsteen met Nummulites.

Toegangsvoorwaarden: onbekend.

Literatuur: Vigneaux (1975, p. 190-191), Steurbaut (1981, p. 38).

Lac. 24. Saint-Geours-d'Auribat===============================

geen kaart==========

Ligging: kaartblad XIV-42 Tartas, coordinaten: x = 344.350, y = 167.650.

Stratigrafie: Mioceen, Sallomacien, Falun a Cardita jouanneti.

Beschrijving (naar Steurbaut, 1981): Groeve ten westen van de weg Saint-Geours­d'Auribat - Onard. Het profiel is op p. 29 weergegeven. Ontsloten is ondermeer het contact tussen terrestrische Burdigalien-afzettingen en de midden­miocene afzettingen van het Sallomacien. De basis van de laatstgenoemde'afzetting is rijk aan grate mollusken.

Door Vigneaux (1975, p. 190) wo~dt een tweede groeve genoemd, die eengoede kilometer zuidelijker ligt (coord. x = 344.20, y = 166.40). Hier zou­den o.a. Marnes de Donzacq (Cuisien superieur, Eoceen) ontsloten zijn, metmicrofauna en haaietanden. Eronder bevinden zich afzettingen van het Lute­tien (Couches de Nousse): mergelige kalken ~et nummulieten. Soms is aan detop van het profiel nog Mioceen sediment aanwezig: afzettingen van het Sal­lomacien met Megacardita jouanneti.

Toegangsvoorwaarden: onbekend.

Literatuur: Vigneaux (1975, p. 190, 191), Steurbaut (1981, p. 36, 37).

Page 30: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-109-

.50 m ..,....,.....,..,..,..,...,......,=-....,.,.....,.....,""

Z...rt ver:ln mlddelmatlq 91'01'land met rletfratJ1ftenten

Jloelt 18 z••r qrof land tOt f1jngrlnt.n••r andere" bIeker engrovel' ,JDet kelen (0-4 ell)

Ro.ltlq qroen 91auconlethoudendf1jn land

Roelti, rll1ddelmoltlq lira! Zinc!

Blau"'Cjr11s Iterk ltleihoudendland met r-o••tvlekken

'.:-

'~ .

., Zwart tot qrl~' alecht qec.-

:; .:..:..!.i:'C''.;.'!;;'; ~~:~~:~d h~~~r .~1 ~~o~:n~7~~'k.nSterk t'o •• lelhoudende Zlehte'land.t ••n m(!t n•• r onderenqrote rode en zwarte kel."

.4gm

.4Bm

.43m

Kwar1CIiren

Plioceen

• 41m ..-.-'-----_ ..

.40

• 3?m-l· ::- - - -

....................

I .

Hetero9••" komple. van rode en9""nene cUakontlnue landateen­"e.ten.rode kom~-kte k1.1 enqeconlol1deerde zIInd1ge inter'",1C:.latl ••

.36m

.35m

.34m

Profiel van een groeveGeours-d'Auribat (naar1981, p. 37, fig. 16).

te Saint­Steurbaut,

Kaart 9. Vindplaatsen bij Dax en St.Paul-les-Dax

25.26.

Dax, spoorweginsnijdingSt.Paul-les-Dax, Moulin

bij Anguiaoude Cabanes

Detail van kaartblad XIV-43 Dax

Page 31: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-llO-

Loc. 25. St. Paul-les-Dax, spoorweginsnijding bij Anguiaou==========================================================

Kaart 9, pag. 29===============

Ligging: kaartblad XIV-43 Dax, coordinaten: x = 325.270, Y = 163.635.

Stratigrafie: Oligoceen, Chattien, Falun de St. Paul-les-Dax.

Beschrijving (naar Steurbaut, 1981): ontsloten in het profiel van de spoorbaanDax-Bayonne is een geelbruin, verhard, middelmatig zand, rijk aan kleineschelpfragmenten en microfauna.

Toegangsvoorwaarden: onbekend.

Literatuur: Steurbaut (1981, p. 39).

Loc. 26. St. Paul-les-Dax, Moulin de Cabanes============================================

Kaart 9, pag. 29===============

Ligging: kaartblad XIV-43 Dax, coordinaten: x = 328.335, Y = 164.600.

Stratigrafie: Mioceen, Burdigalien, Falun de Cabanes.

Beschrijving: op de aangegeven plaats is de fossielhoudende laag zichtbaar ingreppels langs de weg. Ter plaatse is een klein industrieterrein, waarregelmatig graafwerken plaats vinden, zodat het "falun" dikwijls ontslo­ten is. De fauna is uitstekend geconserveerd en zeer rijk aan soorten:talrijke mollusken, maar ook grote koralen etc.

Vanaf het aangegeven punt loopt een weg in de richting van de Ruis­seau de Cabanes en de gelijknamige molen. Naar'verluid is ook in de wandvan de beek aldaar het falun ontsloten, maar meestal bedekt met dikketravertijnachtige vormingen.

Toegangsvoorwaarden: geen.

Literatuur: Daguin (1948, p. 108-109), Steurbaut (1981, p. 39).

Loc. 27. St. Paul-les-Dax, Estoti=================================

Kaart 10, pag. 30===============

Ligging: kaartblad XIII-42 Soustons, coordinaten: x = 324.270, Y = 166.475.

Stratigrafie: Oligoceen, Chattien, Falun de St.Paul-Ies-Dax.

Beschrijving: De fossielen, voornamelijk mollusken en koralen, zlJn te vinden inkuilen in het bos (aan de linkerzijde van de weg, komende van Dax). Hetsediment bestaat uit fijn geel zand, hier en daar verkit, rijk aan afge­platte zandsteenkeien.

Een nabij gelegen vindplaats (Abbesse) ligt aan de overzijde van debeek in hetzelfde dal. Naar verluid komen hier minder mollusken en meerkoralen voor. Er schijnt op deze plaats een vrij steile wand aanwezig tezijn.

gevraagd bij de eigenaarrechts van de weg komende uit Dax.

Kaart 10. St. Paul-Ies-Dax, Estoti(loc. 27)detail Michelinkaart nr. 27schaal 1 : 200.000.

Page 32: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-111-

Loc. 28. Castelnau-en-Chalosse, Bernous=======================================

Kaart 11.Vindplaatsen bij Castelnau­en-Chalosse en Poyartin

Loc. 28. Castelnau-en-ChalosseBernous

Loc. 29. Poyartin, Paillon

detail van kaartblad XIV-43 Dax

Kaart 11, pag.31================

Ligging: kaartblad XIv-43 Dax, coordinaten: x = 344.050, Y = 157.130.

Stratigrafie: Mioceen, Sallomacien, Falun a Cardita jouanneti.

Beschrijving (naar Steurbaut, 1981): ontsloten is een blauwgrijs, slecht gekali­breerd zand, plaatselijk iets verkit, zeer rijk aan fossiel hout en ver­spreide schelpen, haaientanden en microfossielen. Verdere gegevens zijnhelaas niet beschikbaar.

Toegangsvoorwaarden: onbekend.

Literatuur: Daguin (1948, p. 98), Steurbaut (1981, p. 22).

Loc. 29. Poyartin, Paillon==========================

Kaart 11, pag. 31=================

Ligging: kaartblad XIV-43 Dax, co6rdinaten: x = 342.100, Y = 158.420.

Stratigrafie: Mioceen, Burdigalien, Falun de Poyartin.

Beschrijving: De ontsluiting bevindt zich aan de rechterzijde van de weg vanPoyartin naar Paillon, juist waar deze een scherpe bocht maakt en de beeksnijdt. De vindplaats ligt 40 a 50 ID van de weg.

Ontsloten is een grijsblauw zeer fijn tot fijn zand met broze ver­spreide schelpen en andere fossielen.

Toegangsvoorwaarden: onbekend.

Literatuur: Steurbaut (1981, p. 34).

Page 33: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-112-

30. Cauneille.31. Gaas, Espibos.32. Gaas, Lagouarde

(= Lesbarritz33. Gaas, Larrat.Loc.

Loc.Loc.Loc.

Kaart 12.Vindplaatsen bij Cauneille en Gaas

Detail van kaartblad XIV-43 Dax.

Loc. 30. Cauneille==================

Kaart 12, pag. 32================

Ligging: kaartblad XIV-43 Dax, co6rdinaten: x = 324.060, y = 148.250.

Stratigrafie: Oligoceen, Chattien, Marne de St.Etienne-d'Orthe.

Beschrijving (naar Steurbaut, 1981): De ontsluiting bevindt zich (vermoedelijk ineen beekwand) langs de weg van Dax naar Peyrehorade. Aanwezig is een grijs­blauwe mergel met verspreide schelpen (o.a. Scaphopoda) en andere fossie­len, afgezet in tamelijk diep water.

Toegangsvoorwaarden: onbekend.

Literatuur: Steurbaut (1981, p. 23).

Loc. 31. Gaas, Espibos======================

Kaart 12 I pag. 32=================

Ligging: kaartblad XIV-43 Dax, coordinaten: x = 326.275, Y = 150.850.

Stratigrafie: Oligoceen, Stampien, Faluns de Gaas.

Beschrijving: Deze vindplaats werd in 1981 (samen met Dr. R. Janssen, Frankfurt/Main) uitvoerig onderzocht. Het onderstaande is ontleend aan intern rap­port nr. 80 van het Rijksmuseum van Geologie en Mineralogie, afd. Caeno­

zoische Mollusca Europa (niet gepubliceerd :).

Page 34: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-113-

De beroemde oligocene (Rupelien, Stampien) vindplaatsen van Espibosz~Jn ontsloten in de rechterdalwand van de Ruisseau de Jouanin, ongeveer100 m noordelijk van de boerderij Espibos. Ter plaatse voert een zeer smalpad steil naar beneden, het beboste dal in. Door de vele verzamelaars ishelaas het gehele ontsluitingsgebied in een zeer chaotische toestand ver­anderd: talrijke gegraven ontsluitingen en hopen losgegraven sediment ver­hinderen een gemakkelijk inzicht in de aanwezige laagopeenvolging. Sleehtshier en daar is nog sediment in situ te zien en stevig grondwerk is nodigom duidelijkheid te verschaffen.

Na enkele dagen spitwerk is het gelukt om een redelijk beeld van deaanwezige afzettingen te verkrijgen en monsters te nemen van de belang­rijkste niveau's. Heel belangrijk was, dat bij de uitgraving van een deronderste lagen vastgesteld kon worden, dat de lagen onder een hoek van +300 hellen, tegen de natuurlijke helling van het beekdal in. Door deze ­waarneming werd een reconstructie van de laagopeenvolging en correlatievan de diverse lagen duidelijk eenvoudiger. Een globale reconstructie vanhet profiel is weergegeven op p. 33. Het werd samengesteld uit de aanwezigeontsluitingen en aangevuld met diverse handboringen. De indruk bestaat datenkele lagen een vrij grote laterale variatie vertonen; ook is het moge­lijk dat kleine breuken aanwezig zijn, of dat sommige niveau's als lokalegeulopvullingen geinterpreteerd moeten worden. Een lithologische beschrij­ving van het opgenomen profiel volgt hieronder. Helaas werden in het hoge­re gedeelte van de dalwand geen ontsluitingen gevonden, zodat het onbekendblijft of daar nog tertiaire sedimenten aanwezig zijn.

Laag 1: grijsblauw kleiig zand met micablaadjes, onderaan zonder macrofossielen,naar boven toenemend fossielhoudend (molluskengruis), zonder scherpe grensovergaand in laag 2 (dikte geboord 2 m, ondergrens niet bereikt) •

Laag 2: vaste donkergrijze, kleiige mergel met veel macrofossielen. Grote exem­plaren van Ampullinopsis crassatina en Crommium angustatum zijn niet zeld­zaam, in nesten bijeen liggend. In het bovenste gedeelte komen bruinachtigelenzen voor met schelpgruis en bryozoen. Algemene soorten: Drillia crassi­noda, Turbo fittoni, Cypraea splendens, Collonia picta. Dikte 0,50 m. Ge­leidelijk overgaand in:

Laag 3: bruingrijs, kleiig zand met veel lignietstukjes en talrijke kleine oes­ters. Algemeen zijn Potamides en Terebralia. Dikte ca. 0,40 m.

Laag 4. donkergrijsbruine vaste mergel met witte vlekken en veel verweerde eq.halfopgeloste bryozoen. Plaatselijk kleine tot middelgrote Crommium angus­tatum, talrijk ook Terebralia en andere Cerithiidae. Dikte 0,30 m. Zonderscherpe grens overgaand in:

Laag 5: helder grijsblauwe tot groenachtige, plastische mergel met veel kleineexemplaren van Crommium en Potamides. Ontsloten dikte ongeveer 0,30 m, ver­moedelijk overgaand in:

Laag 6: donkergrijsblauwe mergel met zeer rijke macrofossielfauna. Niet zeldza~~

zijn Oostrombus, grote fragmenten van Crommium, Drillia crassinoda, Colloniapicta, veel bryozoen en koralen.

Deze laag werd door R. Janssen in 1978 direct onder laag 7 gevonden.Ontsloten dikte ongeveer 0,50 m. In een boring werd de grens tussen de lagen6 en 7 op een diepte van 1,40 m aangetroffen. In de ontsluiting was de .bovengrens van laag 6 onregelmatig, de grens zelf echter vrij scherp.

Laag 7: geelbruine tot grijze, naar boven iets roodachtige kalkmergel, sterkzandig, plaatselijk concretionair verhard. Zeer rijke fossielfauna, metvooral onderaan grote mollusken (Oostrombus, Cypraea, Cassis, Turritella,Conus). Veel schelpgruis, bryozoen en koralen. Naar boven toe fijnkorreli­ger en overgaand in 8 (dikte ongeveer 4 m) .

Laag 8: okerbruine, plastische, fossielvrije klei. Bovengrens niet gezien, ver­weerd, dikte omstreeks 0,50 m. Het is niet uitgesloten dat deze afzettingtot het Kwartairdek van de dalwand behoort- ontsluitings-hiaat -

Laag 9: gele, korrelige, fijnzandige mergel met massa~lnummulieten. Ontsloten ineen dikte van ongeveer 0,50 m, aangeboord 0,80 m. Overgang naar de erbovenliggende laag niet ontsloten.

Laag 10: geelwitte, vaste kalkmergel met kalkalgen en enkele molluskenfragmen-

Page 35: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-114-

ten (Ostrea ?). Naar boven sterk verweerd of bedekt met hellingmateriaal.Nabij de overgang van laag 9 en 10 zijn de sedimenten plaatselijk steenrocdgeoxideerd.

1

...... 9"

'-' 7

Globaal profiel van de ontsluiting Gaas, Espibos.Opgenomen juli 1981 (A.W.Janssen & R. Janssen)Horizontale en verticale schaal: 1 m.

Loc. 32. Gaas, Lagouarde (Lesbarritz)=====================================

Kaart 12, pag. 32=================

Ligging: kaartblad XIV-43 Dax, coordinaten: x 326.3, y = 151.4.

Stratigrafie: Oligoceen, Stampien, Faluns de Gaas.

Beschrijving: Deze klassieke vindplaats ligt ongeveer 1500 m noordelijk van Espi­bos in hetzelfde beekdal. In een halfcirkelvormige groep liggen verschei­dene, door verzamelaars gegraven ontsluitingen, op verschillende hoogten.Het is ook op deze plaats helaas buitengewoon moeilijk om nog een indrukvan de laagopeenvolging te verkrijgen. Op enkele plaatsen is een hardezandsteenbank te zien, die kennelijk niet overal aanwezig is. De bovenzijdevan deze zandsteen, dikte tot zeker 0,50 m, is zeer onregelmatig. Onder dezandsteenbank liggen vaste fossielhoudende mergels, waarvan alleen hethogere gedeelte ontsloten is (0,75 m). Hierin is slechts schelpgruis aan­wezig. Op enkele plaatsen in de steenbank gevaarlijk diep ondergraven ende gaten zijn met water gevuld. Op een plaats was de zandsteen met eenhouten paal gestut op bepaald onverantwoorde wijze ~

Enkele meters lager op de helling werd een vaste geelgrijze mergelaangetroffen met enig molluskengruis en kalkalgen (Charonia, Melongena,Cardita, Conus). Nog lager en ongeveer 75 m verwijderd van de bovengenoemdepla~ts is een kleiige mergel ontsloten met veel kalkalgen en koraalgruis.P. Lozouet en P. Maestrati duiden dit niveau aan als "recifll (= rif). Di tsediment zou ook aantrekkelijk molluskenmateriaal bevatten. Op slechtsenkele meters afstand van het "recif" bevindt zich een doline-achtige,ondergrondse waterloop (diepte zeker 2,5 m). In de wand van dit gat ligtonder 0,50 m zandsteen een laag van 60 cm geelbruine klei met veel kleine

Page 36: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-115-

mollusken erin. Monstername van dit niveau vraagt veel beleid en wel enigrisico ~

Toegangsvoorwaarden: onbekend.

Literatuur: Daguin (1948).

LOC. 33. Gaas, Larrat=====================

Kaart 12, pag. 32=================

Ligging: kaartblad XIV-43 Dax, coordinaten: x = 326.6, Y = 151.9.

Stratigrafie: Oligoceen, Stampien, Faluns de Gaas (niet ontsloten)

Beschrijving: In de literatuur worden in de nabijheid van de boerderijen Larraten Tartas (zie bv. Vigneaux, 1975, p. 198) mergelgroeven genoemd. Dezeblijken echter niet meer in exploitatie te zijn, herkenbaar in het veldals sterk begroeide inzinkingen in het landschap. Bij Larrat konden op deaangegeven plaats (met behulp van de vriendelijke bewoner van Tartas) eengroot aantal fossielen worden verzameld in een akker. Dit materiaal stamtvan een ge~galiseerde groeve op de helling. De fauna bestaat uit veelCrommium angustatum en ook Angaria scobina.

Toegangsvoorwaarden: prive-terrein, toestemming en inlichtingen vragen bij debewoners van de boerderij Tartas.

Literatuur: Vigneaux (1975, p. 198).

Kaart 13. Vindplaatsen bij Mimbaste.

Loc. 34. Mimbaste, Arreyert.Loc. 35. Mimbaste, Mouliot.

Detail van kaartblad XIV-43 Dax.

Loc. 34. Mimbaste, Arreyert===========================

Kaart 13 , pag. 35=================

Ligging: kaartblad XIV-43 Dax, coordinaten: x = 334.820, Y = 154.460.

Stratigrafie: Mioceen, Burdigalien, Falun de Mimbaste.

Beschrijving (naar Vigneaux, 1975, en Steurbaut, 1981): De ontsluiting bevindtzich in de oever van de Ruisseau du Gert, ongeveer 50 m vanaf de boerde-

Page 37: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-116-

rij Arreyert, verscholen tussen dichte vegetatie. Ontsloten is een blauw­grijs zand met grote afgeplatte keien en verspreide schelpen en anderefossielen. Genoemd worden o.a. Cardium en Ancilla.

Toegangsvoorwaarden: toestemming vragen aan de bewoners van Arreyert.

Literatuur: Vigneaux (1975, p. 200), Steurbaut (1981, p. 29).

Loc. 35. Mimbaste, Mouliot==========================

Kaart 13, page 35=================

Ligging: kaartblad XIV-43 Dax, coordinaten: x = 336.150, y = 153.775.

Stratigrafie: Mioceen, Burdigalien, Falun de Mimbaste.

Beschrijving: Ook hier is in de Ruisseau de l'Arrigan du Gert hetzelfde sedimentontsloten als op loco 34, met dezelfde fauna.

Toegangsvoorwaarden: informeren bij de bewoners van Mouliot.

Literatuur: Steurbaut (1981, p. 30).

Loc. 36. Narrosse, Lahi t te==========================

Kaart 14. Vindplaats bijNarrosse

Loc. 36. Narrosse, Lahitte.

Detail van kaartblad XIV-43 Dax.

Kaart 14, page 36=================

Ligging: kaartblad XIV-43 Dax, coordinaten: x = 330.725, y = 158.650.

Stratigrafie: Mioceen, Sallomacien, Falun a Cardita jouanneti.

Beschrijving: In de omgeving van Narrosse bevonden zich vroeger verscheidenegroeven, waarin het miocene sediment, ~eest als bouwsteen, werd gewon­nen. Bij Lahitte bevindt zich nog een ontsluiting van dit sediment("molasse"), en een ondergrondse winplaats, die wellicht nog toegankelijkis. Er kan een verhard, grijsbruin zand, rijk aan glauconiet worden be­monsterd, waarin mollusken voorkomen en andere fossielen (zeeegels, haaie­tanden etc.).

Page 38: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-117-

Toegangsvoorwaarden: vergunning vragen bij Lahitte.

Literatuur: Daguin (1948, p. 113), Steurbaut (1981, p. 32).

Kaart 15. Vindplaatsen bij Dax en Tercis-les-Bains

Loc.Loc.

37. Dax, Talamon38. Tercis-les-Bains, Gascon

Detail van kaartblad XIII-43 St. Vincent-de-Tyrosse

Loc. 37. Dax, Talamon=====================

Kaart 15, page 37

Ligging: kaartblad XIII-43 St. Vincent-de-Tyrosse, coordinaten: x = 323.325,y = 159.690.

Stratigrafie: Oligoceen, Stampien, Falun de Gaas.

Beschrijving: De ontsluiting bevindt zich in de rechteroever van de Ruisseau del'Esperon. Ontsloten is een witte, enigszins verharde mergel tussen kalk­steenbanken. Hierin komen (kernen van ?) mollusken voor, alsmede diverseandere fossielgroepen.

Toegangsvoorwaarden: inlichtingen en toestemming vragen bij de bewoners van Tala­mon.

Literatuur: Steurbaut (1981, p. 25).

Loc. 38. Tercis-les-Bains, Gascon=================================

Kaart 15, page 37=================

Ligging: kaartblad XIII-43 St. Vincent-de-Tyrosse, coordinaten: x = 322.730,Y = 159.600.

Stratigrafie: Oligoceen, Stampien, Falun de Gaas.

Beschrijving (naar Steurbaut, 1981): De ontsluiting bevindt zich langs de oostkantvan de veldweg van Talamon (hier loc. 37) naar de "Marniere de Gascon".Het sediment bestaat uit licht verhard, fijn, beige kalkzand, met veellicht ontkalkte schelpen, koralen en zeepokken.

Toegangsvoorwaarden: onbekend.

Literatuur:Steurbaut (1981, p. 46).

Page 39: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-118-

Kaart 16. Vindplaatsen in"RiviAre, Saas et Gourby"

Loc.Loc.

39. RiviAre, Saas et Gourby, Marniere d'Escornebeou40. Riviere, Saas et Gourby, Moulin d'Escornebeou.

Detail van kaartblad XIII-43 St. Vincent-de-Tyrosse.

Loc. 39. Riviere, Saas et Gourby, Marniere d'Escornebeou========================================================

Kaart 16, pag. 38=================

Ligging: kaartblad XIII-43 St. Vincent-de-Tyrosse, coordinaten: x = 315.150,Y = 161.400.

Stratigrafie: Oligoceen, Chattien, Falun d'Escornebeou.

Beschrijving: De verlaten groeve ligt direct langs de N 124 en is bereikbaar viaeen brug over de Ruisseau d'Escornebeou. De groeve ligt onzichtbaar inhet bos verscholen. Het profiel is hieronder afgebeeld (naar Steurbaut,1981) .

Toegangsvoorwaarden: onbekend.

Literatuur: Vigneaux (1975, p. 198), Steurbaut (1981, p. 35).

-- ••-.- Q

Om

lSobI.. des

lm I

2m-m:,c::_,,",:,,,",_-:-l, ]dU-----t

FOlunsvon

IElco..,,.biou

3m

4m1-·-·--1

c::J~

o.stratlfHfd kletlg f')1"1ztlnd

zond

Profiel van de Marniere d'Escornebeouin de gemeente RiviAre, Saas et Gourby(verkleind naar Steurbaut, 1981, p. 35)

De met pijlen aangegeven niveau'szijn enigszins fossielhoudend.

Page 40: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-119-

Loc. 40. Riviere, Saas et Gourby, Moulin d'Escornebeou======================================================

Kaart 16, pag. 38=================

Ligging: kaartblad XIII-43 St. Vincent-de-Tyrosse, coordinaten: x = 315.150, Y161.275.

Stratigrafie: Oligoceen, Chattien, Falun d'Escornebeou.

Beschrijving: Deze ontsluiting ligt op korte afstand van de Marniere d'Escornebeou(hier loco 39), namelijk aan de andere zijde van de N 124. Hier is in dewand van de Ruisseau d'Escornebeou en op het erf van de boerderij eenverkit zand aanwezig, dat talrijke foraminiferen, bryozoen en geroldehaaietanden bevat.

Toegangsvoorwaarden: zich melden bij de bewoners.

Literatuur: Vigneaux (1975, p. 198), Steurbaut (1981, p. 36).

Loc. 41. Cagnotte, La Tauziede==============================

Kaart 17. Ligging van loco 41Cagnotte, La Tauziede.

Detail van kaartblad XIII-43 St. Vincent­de-Tyrosse.

Kaart 17, pag. 39=================

Ligging: kaartblad XIII-43 St. Vincent-de-Tyrosse, coordinaten: x = 323.475,Y = 148.325.

Stratigrafie: Oligoceen, Chattien, Marne de St. Etienne-d'Orthe.

Beschrijving (naar Steurbaut, 1981): Deze vindplaats is vermoedelijk een vroegeremergelgroeve (marniere). Aanwezig is een blauwe, iets vettige klei, metveel fossiel hout en schaarse mollusken (o.a. Scaphopoda), zeeegelfragmen­ten en foraminiferen. Diepwaterafzetting ~

Toegangsvoorwaarden: informeren bij de bewoners van La Tauziede.

Literatuur: Steurbaut (1981, p. 21).

Page 41: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

Detail van kaartblad XIII-43 St. Vincent­de-Tyrosse.

-120-

Kaart 18.Locatie van loco 42.d'Orthe, Ruisseau de

St. Etienne­l'Eglise.

LOc. 42. st. Etienne-d'Orthe, Ruisseau de l'Eglise==================================================

Kaart 18, pag. 40=================

Ligging: kaartblad XIII-43 St. Vincent-de-Tyrosse, co6rdinaten: x = 316.400,Y = 149.800.

Stratigrafie: Oligoceen, Chattien, Marne de St. Etienne-d'Orthe.

Beschrijving: Deze ontsluiting kan het gemakkelijkst worden gevonden, door vanuithetdorp St. Etienne-d'Orthe de naar het oosten voerende weg te nemen,vanaf de kerk. Buiten het dorp kruist deze weg de Ruisseau de l'Eglise.Juist v66r de beek kan men door een weiland tot aan de beek komen, diealdaar een steile oever heeft. In de basis ervan is een grijze klei ont­sloten, waarin zich verspreide fossielen bevinden, meest klein materi­aal. Zeefresidu's van deze klei leveren een grote rijkdom aan kleinemolluskensoorten op. Ook hier betreft het een diepwaterafzetting.

Toegangsvoorwaarden: geen.

Literatuur: Steurbaut (1981, p. 36).

Kaart 19. Locatie van loco 43. St. Martin-de-Hinx, Lanot.

Detail van kaartblad XIII-43 St. Vincent-de-Tyrosse.

Page 42: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-121-

Loc. 43. St. Martin-de-Hinx, Lanot==================================

Kaart 19, pag. 40.=================

Ligging: kaartblad XIII-13 st. Vincent-de-Tyrosse, coordinaten: x = 309.350,Y = 149.750.

Stratigrafie: Mioceen, Burdigalien, Marne de Saubrigues.

Beschrijving: Deze zeer interessante locatie bereikt men door vanuit St. Martin­de-Hinx de D 12 in noordelijke richting te nemen (richting St.Jean-de­Marsacq). Juist bij het verlaten van het dorp buigt deze weg met eenbijna haakse bocht naar links. Vanaf dit punt volgt men de weg nog overongeveer 500 m en slaat vervolgens rechts af bij Hougas. Dan neemt menhet eerste weggetje links en bereikt dan na ongeveer 200 m een idyllischgelegen boerderijtje.

De ontsluiting ligt nog weer ongeveer 150 m vanaf de boerderij. Hetbetreft hier weer een vroegere "marniere", die geheel is overgroeid enhet kost dan ook enige moeite om het sediment in situ te bereiken. Dezeplaats werd in 1984 bemonsterd. De toen verzamelde zeefresidu's van deharde klei bevatten een prachtige microfauna. Aan grote soorten is erweinig te vinden. De door Steurbaut genoemde "Pleurotoma's" behoren totde soort Mitrella nassoides. Verder is er nog een grote Ringicula-soort.Het verdient zeker de moeite deze locatie op wat grotere schaal te ont­sluiten.

Toegangsvoorwaarden: de zeer vriendelijke en behulpzame bewoners zullen U metplezier de juiste ligging van de ontsluiting aanduiden. Zij vinden hetprachtig om door geologen te worden bezocht ~

Literatuur: Steurbaut (1981, p. 38).

Detail van kaartblad XIII-43 St. Vin­cent-de-Tyrosse.

Kaart 20. Vindplaatsen te St.Martin­de-Hinx en Saubrigues

Loc. 44.Loc. 45.Loc. 46.

St. Martin-de-Hinx , Haubernet.Saubrigues, Jean Tic.Saubrigues, Les Tauziets

Page 43: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-122-

Loc. 44. St. Martin-de-Hinx, Haubernet======================================

Kaart 20, pag. 41=================

Ligging: kaartblad XIII-43 St. Vincent-de'-Tyrosse, coc5rdinaten: x = 303.875,y = 148.600.

Stratigrafie: Oligoceen, Chattien, Marne de Haut Bernet.

Beschrijving (naar Steurbaut, 1981): grijsbruine, zandige, schist.aide klei metschaarse macrofauna: zeeegelfragmenten, mollusken, en rijke foraminiferen­fauna. Vermoedelijk betreft het hier weer een voormalige mergelgroeve.Het sediment is afgezet ~n diep water.

Toegangsvoorwaarden: onbekend, informeren bij de bewoners van Haubernet.

Literatuur: Steurbaut (1981, p. 38).

Loc. 45. Saubrigues, Jean Tic=============================

Kaart 20, pag. 41=================

Ligging: kaartblad XIII-43 St.Vincent-de-Tyrosse, coc5rdinaten: x = 305.550,Y = 149.800.

Stratigrafie: Mioceen, Burdiga1ien, Marne de Saubrigues.

Beschrijving: Deze kleine ontsluiting is gemakke1ijk te vinden', indien men vanuitSaubrigues de D 71 neemt in de richting st. Jean-de-Marsacq. Juist buitenhet dorp Saubrigues buigt de D 71 vrij sterk naar links, terwijl er ook eenweg rechtdoor gaat. Precies op de afsplitsing ligt rechts van'de weg eenomlaagvoerend pad, waarlangs zich een klein pro£ieltje met een harde kalk­zandsteenbank bevindt. Onder de zandsteen ligt ongeveer een halve metersterk zandige mergel (fraai met levermossen begroeid !). ~ollusken zijnin dit sediment talrijk, hoewel de grotere soorten minder goed bewaardzijn. Zeefresidu's van de mergel leveren een onverwachte rijkdom aangoed bewaard materiaal, ook microfossielen.

Hoewel zeer dicht bij de ontsluiting Les Tauziets gelegen 1evert"Jean Tic" bepaald een wat andere fauna op. Omdat het sediment zandigeris kan het gemakkelijker worden uitgewassen dan dat van Les Tauziets.

Toegangsvoorwaarden: geen. Op deze plaats is het echter zeer aan te raden om be­heerst te verzamelen. De geringe omvang van de onts1uiting maakt grategraafwerken ongewenst. Een monster van 20 kg sediment levert een zeef­residu, dat weken uitpikwerk kost ~

Literatuur: Steurbaut (1981, p. 42).

Loc. 46. Saubrigues, Les Tauziets=================================

Kaart 20, pag. 41=================

Ligging: kaartblad XIII-43 St.Vincent-de-Tyrosse, co6rdinaten: x = 306.450,Y = 151.080.

Stratigrafie: Mioceen, Burdiga1ien, Marne de Saubrigues.

Beschrijving: Deze ver1aten "marniere" is te bereiken door vanuit Saubrigues denaar het ZO voerende weg richting Navachon - St. Martin-de-Hinx te valgen.Na ongeveer een km maakt deze weg een scherpe bocht naar rechts (er gaatook een weg rechtdoor), waarna een bochtig stukje vo1gt. Op het eerstvol­gende kruispunt van verharde wegen stoppen. Juist veer dit kruispunt 1ig­gen twee veldwegen, die beide (vanuit Saubrigues gezien) 1inksaf het bosingaan. Men moet hiervan de eerste nemen (vrijwel geheel dichtgegroeid) .Na ongeveer 100 m bereikt men dan de voormalige groeve.

Het profie1 is he1aas in slechte staat. Tot enkele jaren geledenwas de blauwgrijze mergel over een hoogte van 4 a 5 m ontsloten, maar

Page 44: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-123-

verzamelaars hebben grote hoeveelheden losgehakt sediment over het profielgestort, en ook begint de vegetatie steeds meer vat te krijgen op de mer­gel. Binnen enkele jaren zal een bezoek aan dit punt niet veel zin meerhebben.

De mergel bevat een buitengewoon interessante fauna uit diep water.Grote soorten mollusken zijn schaars, maar met enig geluk kan men er weleen Conus of Ancilla vinden. Fraaie exemplaren van Murex spinicosta be­horen hier tot de r.10CJeJijkheden. Dergelijk materiaal verzamelt men metmes of kaphamer. In de mergel bevinden zich z.g. "lumachellen" (zandigelensjes} waarin fossielmateriaal geconcentreerd is. Dat zijn uitgezochtebrokken om thuis te slibben, waardoor een ongelooflijk fraai en goed ge­conserveerd materiaal wordt verkregen.

In het onderste gedeelte van het profiel bevinden zich enkele groteconcreties. De mergel is ook in de bodem van de groeve gemakkelijk aan tegraven. Fauna-verschillen heeft dit nog niet opgeleverd.

Toegangsvoorwaarden: geen (voor zover bekend) .

Literatuur: Daguin (1948, p. 134), Steurbaut (1981, p. 42).

Kaart 21. Vindplaatsen te Sallespisse en Orthez.

Loc.Loc.

47.48.

Sallespisse, Labarthe,Orthez, Le Paren.

Details van de kaartbladen XV-44 Arthez-le-Bearn enXIV-44 Orthez.

Page 45: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-124-

Loc. 47. Sallespisse, Labarthe==============================

Kaart 21, pag. 43=============~===

Ligging: kaartblad XV-44 Arthez-le-Bearn, coordinaten: x = 353.100, y = 139.950.

Stratigrafie: Mioceen, Sallomacien, Falun a Cardita jouanneti.

Beschrijving: het boerderijtje Labarthe ligt langs de ZO-zijde van de N 133, noggeen kilometer onder Sallespisse, aan de weg naar Orthez.

Ter plaatse ligt een zeer dichtbegroeid dalletje, waarin een smallebeek loopt. Langs de linkerdalwand, ongeveer 200 m vanaf de boerderij, iseen heel kleine ontsluiting aanwezig, op de plaats waar een klein water­stroompje vanaf de dalwand in de beek loopt. Het dal is dermate dicht be­groeid (met nogal agressieve vegetatie !), dat men zal moeten zoeken om dejuiste plaats te vinden. De bewoners hebben wel van fossiele schelpen ge­hoord, maar kennen zelf de juiste plaats niet: onbereikbaar vanwege devegetatie !

In de ontsluiting is een vrij harde, blauwgrijze mergel te zien, mettalrijke mollusken en ook nogal wat silexkeitjes, De fauna is erg interes­sant en verschilt enigszins van de nabij gelegen vindplaats Orthez - LeParen (hier loco 48). Vanwege de hardheid van het sediment gaan groterefossielen gemakkelijk stuk. Interessante zeefresidu's :

Toegangsvoorwaarden: toestemming vragen bij de vriendelijke bewoners van Labarthe.

Literatuur: Steurbaut (1981, p. 41), Daguin (1948, p. 184).

Loc. 48. Orthez, Le Paren=========================

Kaart 21, pag. 43=================

Ligging: kaartblad XIV-44 Orthez, coordinaten: x = 352.400, y = 137.650,

Stratigrafie: Mioceen, Sallomacien, Falun a Cardita jouanneti.

Beschrijving: De zeer verscholen ontsluiting bereikt men het gemakkelijkst vanafde uit Orthez naar het oosten voerende N 117 (richting Pau). Ongeveer 2km vanaf Orthez voert een weg linksaf, heuvelopwaarts, Deze weg volgt menongeveer 2,5 km, waarna Le Paren na een korte oprit links ligt. Er kan bijhet huis worden geparkeerd (meestal onbewoond). Rechtsom achter het huisligt een dichtbegroeid dal. Op de plaats waar de bosrand het dichtst bijde woning ligt, bevindt zich een pad, dat linksom het dal invoert (gewoon­lijk zeer dichtgegroeid). Dit paadje volgend naar beneden bereikt men alsnel de ontsluiting, die in de zuidelijke dalwand ligt.

In 1981 beyond deze vindplaats zich in uiterst gevaarlijke toestand,doordat de ontsluiting zeer diep koepelvormig was uitgegraven. Volgens be­richten is dit gat inmiddels ingevallen. Of er nog verzameld kan worden isonbekend.

Aanwezig is een sediment vergelijkbaar met dat van Sallespisse (hierloco 47) met een iets andere fauna, zeer rijk aan soorten, waarvan de bi­valve Megacardita jouanneti een belangrijk gidsfossiel is.

Toegangsvoorwaarden: Le Paren was (in 1982) in gebruik als weekend-woning en staatdus leeg op door-de-weekse dagen. Om geen problemen te krijgen dient menechter toestemming te vragen bij nabij wonende familieleden van de bewo­ners. Hiertoe rijdt men vanaf Le Paren weer in de richting Orthez en meldtzich bij de eerste woning aan de linkerzijde.

Literatuur: Daguin (1948, p. 184), Steurbaut (1981, p. 32).

Loc. 49. St, Martin-de-Seignanx, Moulin d'Yrieu===============================================

Kaart 22, pag. 45=================

Ligging: kaartblad XIII-43 St..Vincent-de-Tyrosse, coordinaten: x = 296.525,

Page 46: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-125-

Kaart 22.Ligging van loco 49. St. Martin­

de-Seignanx, Moulin d'Yrieu

Detail van kaartblad XIII-43 St.Vincent-de-Tyrosse.

y = 148.450.

Stratigrafie: Eoceen, Priabonien (Latdorfien), Sables d'Yrieu.

Beschrijving (naar Steurbaut, 1981): Ontsloten is een grijsblauw tot beige ge­kleurd zeer fijn zand met schaarse mollusken (Pecten, Ostrea), brachiopo­den en microfossielen. Uit het feit dat deze zanden een rijke otolieten­associatie hebben opgeleverd mogen we afleiden, dat er wellicht nog welmeer molluskensoorten zullen voorkomen, aangezien de aragoniet kennelijkniet geheel is opgelost en omgezet in calciet.

Toegangsvoorwaarden: onbekend.

Literatuur: Steurbaut (1981, p. 39).

Loc. 50. Biarritz=================

Kaart 23, page 46=================

Liggin~: kustontsluitingen noord en zuid van de stad Biarritz.

Stratigrafie: ontsloten is een lange serie sedimenten van Oligocene en Eoceneouderdom.

Beschrijving: wij vermelden deze beroemde serie ontsluitingen meer voor de com­pleetheid. Een uitvoerige beschrijving is te vinden in de literatuur,waarnaar hier wordt verwezen. Globale informatie blijkt uit de kaart ende begeleidende profielen op p. 46.

Literatuur: Daguin (1948, p. 145-153), Vigneaux (1975, p. 200-203).

Page 47: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

I.....N0\I

't to •

ANGLET

Monlien

Pliocene

Eoeene

Quolernair.

Olioocen.

~~

CD

[iliJ]._....... .• •••• Danlen

RI~~

Illlil

tIt'I MallSlrichti.n

IllliillIllllJ Flysch

C-:·;.::'1 JurosslQue

mm Trios

o• 0

o 2 ~ ..- -_----------I

schaal van de kaart

" 0 I) 0

Port Vill\lx

Co .-'" Ill> l)

WlooOo 00

,0 Cl .... 3 .'

" '. . .. ~'. 0 Cl" 0

• ,t ". l1t1

, () I). 0

't" • Cl 0

"X ••• 0 • 0 '. o.~:·OO.lt,)"()" 0°00.000'.0.00

G •• '.0° ••••• 0 0" 0

:',,'SIARRITZ 0 •

• ••• , ,0 •In , • •

'. I,", no', I)

•• " ('> l' 0o • • •

00. eo

• (l ~ •• 0 •

O. I) " Cl

• 0 •• r,J 0 0 0" I)

I)' " " •I) o' Cl .' Cl

" 0 0 0 0 .,l

o u ,) Cl .,. Cl

o

Atalaye

s

Oliooe~ne inl

•• Cl I) Cl ; •

..'. .o •

Port des Pach.un

,....... .......... --:--.,..----

(£~&ne~,;,;y~n )

(J )

s

Coseville

Morbello PeyreblanQue

La Gour&pe

( Eoeene moyen )

Slim\\~Ii~~

( FIYlICh) • (Monllen)\ ( Donien)

(Trios) La GourepeMoaslriehtien

Bldorl

St Martin

(Oliooeene sup)

C61e des BaSQues

Handlo

(t:oeene 'up

( Eoeene moyen)

Ilbornlz

Chombr. d'Amour

(Oliooc~na inl )

lOOm

schCial profielen f.

~ 'Cl

~ I ~oCl ~CO I( m

(Oliooc&ne 1nl.)

~~,•.."::,. (~~-.~~.--,,-'Ci.·~··,~.~.c~' '-:!:~t--.!;.'~

N

Grand. P100eN_.~ .......~...... Casino. .. . .. iW····· ..- . '. ..... ....~ ~.~. /0,' flfli~?':~

~

!"'irt

[\.)

w

C C ~ 0~. ~. C ::lrt rt ~. rt

CO rt Ul~ H I'-'<: rt t'l:J C(1) ~. X ~.

::l 0 rtt'l:J(1),C ~.

t"' !"'i !"'i ::l'"Ij ~ Ul CO

~. ~. (1)!"'i (1) ::l(1)Ul '1:J tJ

~ ~.

G'Jp u.(1),(1)0 0 tJ:IptJ ~.

0 ~. ~

CO 0 !"'i~. P !"'i

..0 0 ~.

C CO rt(1) ~. NUl (1)

:t:'..0 \.DC ill~. Wrt~

~. 0::l 0(1) !"'i

Ul'D!"'i

Page 48: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-127-

Kaart 24. Ligging van lac. 51 Gan.

Tuilerie Lartigue & Dumas.

Detail van kaartblad XV-45 Pau.

Lac. 51. Gan, Tuilerie Lartigue & Dumas Kaart 24, pag. 47======================================= =================

Ligging: kaartblad XV-45 Pau, coordiinaten: x 378.050, y = 107.150.

Stratigrafie: Eoceen, Cuisien, Marne de Gan.

Beschrijving: Deze ongeveer 6 km ten zuiden van Pau gelegen groeve is nu al weerenkele jaren niet meer in exploitatie. De bedrijfsgebouwen zijn echternog aanwezig. Door het stopzetten van de bemaling is nu het onderste pro­fielgedeelte niet meer zichtbaar. De groeve is te bereiken door, komendevan Pau, in Gan de eerste weg rechts te nemen langs de begraafplaats. Nahet passeren van de spoorovergang bevindt z:lc'h het toegangshek tot het be­drijfsterrein direct aan de linkerkant.

Het onderste profielgedeelte omvat een tiental meters blauwgrijzemergel. Door de aanwezigheid van een harde kalkbank in de top van de mer­gel is duidelijk dat de afzetting een helling vertoont. Hoewel het sedi­ment hard is, is het toch behoorlijk zandig en het kan gemakkelijk wordengewassen. In het profiel komen verspreide mo11usken voor en diverse lagenwaarin fossielen, voora1 nummu1ieten, zijn geconcentreerd. De mo11usken­fauna is zeer rijk aan soorten :

Boven de blauwe mergel 1iggen ge1e, meer zandige lagen, die vo1gensde literatuur al van Lutetien-ouderdom zijn. Ook hierin schijnt een faunavoor te komen.

In deze ontsluiting loant het zeer de moeite om losse fossie1en aanhet opperv1ak te zoeken. Deze worden door de regen uitgespoeld en goedevondsten zijn heel goed mogelijk.

Toegangsvoorwaarden: een vergunning om te verzamelen wordt verkregen op het gemeen­tehuis van Gan, door het ondertekenen van een aansprakelijkheidsverk1aring.Men vrage naar een "autorisation". Let op: het gemeentehuis is uits1uitendop werkdagen open. In de weekends is de toegangspoort tot het terrein ge­sloten en men zal U niet binnenlaten 1

Literatuur: O'Gorman (1923), Do1in & Dolin (1983), Mer1e (1984), Curry (1981).

Page 49: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-128-

GECITEERDE LITERATUUR

NB De hier genoemde bronnen representeren slechts een zeer beperkte keuze uit deover het onderwerp bestaande literatuur. Publicaties die fauna's beschrijven(determineerwerken) zijn niet genoemd.

Curry, D., 1981. Pt~ropodes eocenes de la tuilerie de Gan (Pyrenees-Atlantiques)et de quelques autres localites du SW de la France. - Cah. Micropaleont.,4: 35-44, 1 plo

Daguin, F., 1948. L'Aquitaine occidentale. In: Geologie regionale de la France,vol. 5. Paris (Hermann), 232 pp., 29 figs, 4 pls.

Degrange-Touzin, M.A., 1912. Contribution a l'etude de l'Aqu-tanien dans la val­lee de La Douze (Landes). - Actes Soc. linn. Bordeaux, 66: 5-39, 2 pls.

Dolin, C., & L. Dolin, 1983. Revision des Triviacea et Cypraeacea (Mollusca, Pro­sobranchia) eocenes recoltes dans les localites de Gan (tuilerie etAcot) et Bosdarros (pyrenees Atlantiques, France). - Meded. Werkgr.Tert. Kwart. Geol., 20 (1): 5-48, 31 figs, 1 tab.

Dutertre, A.-P., 1921. Compte rendu de la reunion extraordinaire de la SocieteGeologique de France dans le Bordelais (23-28 Aout1920). - Actes Soc.linn. Bordeaux, 72: 183-236, 11 figs, 1 tab.

Duvergier, J., 1921. Note sur l'affleurement de Falun de Lalande, a Mios. ­P.V. Soc. linn. Bordea~x (1921): 123-130.

Excursie Paleobiologie 1983, 54 pp., 32 figs. Intern verslag subfac. BiologieR.U. Groningen (niet gepubliceerd) .

Janssen, A.W., 1979. Report on a joint field trip in The Netherlands, Belgium,France, Western Germany and Denmark, m~de by Dr. G. Jakubowski (Warsza­wa) and A.W.Janssen (Leiden), June 1979. Intern rapp. nr. 60 afd. Caen.Mollusca Europa van het Rijksmuseum van Geologie en Mineralogie, Leiden,10 pp., 5 figs (niet gepubliceerd)

Janssen, A.W., 1984. Verslag van een verzamelreis naar het Bekken van Aquitaine,juli/augustus 1984. Intern rapp. nr. 97 afd. Caen. Mollusca Europa vanhet Rijksmuseum van Geologie en Mineralogie, Leiden, 21 pp., 11 figs(niet gepubliceerd) .

Janssen, A. W., & R. Janssen, 1981. Eine Sammelreise in die sudliche Aquitaine(Frankreich), Juni 1981. Intern rapp. nr. 80 afd. Caen. Mollusca Europavan het Rijksmuseum van Geologie en Mineralogie, Leiden, 18 pp., 11 figs(niet gepubliceerd) .

Merle, D., 1984. Prosobranches (Mollusca, Gastropoda) nouveaux ou peu connus dugisement cuisien de la Tuilerie de Gan (Pyrenees-Atlantiques), 1. Ar­chaeogastropoda. - Bull. Mus. natn. Hist. nat. Paris, (4) 6(C) (3): 245­273, 4 pls.

Moyes, J., 1966. Les faluns neogenes du Bordelais. - Bull. Inst. Geol. Aquitaine,1: 85-113, 11 figs.

Q'Gorman, G., 1923. Le gisement cuisien de Gan (Basses Pyrenees). Description desmollusques par M. Cossmann. Pau (Cossmann & Q'Gorman), 188 pp., 12 pls.

Poignant, A., & C. Pujol, 1976. Nouvelles donnees micropaleontologiques (forami­niferes planctoniques et petits foraminiferes benthiques) sur le strato­type de l'Aquitanien. - Geobios, 9 (5): 607-663, 3 tab., 5 figs, 16 pls.

Steurbaut, E., 1981. De Teleostei-otolieten uit het Qligo-Mioceen van Aquitaine(zuidwes.t-Frankrijk), 1. Evaluatie van de fauna, biostratigrafie. Gent(thesis RU Gent), 76 pp., 17 tab., 17 fig.

Vigneaux, M., 1975. Guides geologiques regionaux. Aquitaine occidentale. Paris(Masson), 223 pp., 104 figs, 12 pls.

Page 50: ONTSLUITINGEN VAN MARIENE EOCENE, OLIGOCENE EN MIOCENE AFZETTINGEN IN HET BEKKEN …olivirv.myspecies.info/sites/olivirv.myspecies.info/... · 2014. 10. 15. · Deze lijst van ontsluitingen

-129-

Vigneaux, M., & P. Marks, 1971. AquitaniSn. In Committee on Mediterranean NeogeneStratigraphy. Stratotypes of Mediterranean Neogene Stages. - Giorn. Geol.,(2a) 37 (2): 23-31, 2 figs.

KAARI'EN

De in deze lijst genoemde bladen van de Carte de France 1 : 50.000 (uitgaveInstitut ~ographique National) zijn door middel van hun bladnummer weergegevenin onderstaande figuur

Titels van de bladen:

XV-37XIV-38XV-38XVI-38XVI-39XV-41XIV-42XV-42XIII-42XIII-43XIV-43XII-44XIV-44XV-44XV-45

PessacBelinHostensLangonBazasBrocasTartasMont-de-MarsanSous tonsSt. Vincent-de-TyrosseDaxBayonneOrthezArthez-de-BearnPau