Herhaling cijferen

Begin steeds met de schatting! Gebruik honderdtallen, tientallen,… maar bijna nooit kommagetallen. Maak het jezelf gemakkelijk.

Voorbeeld: 17,859 x 0,258 = 20 x 0,2 = 478958,58 – 55,057 = 80 000 – 55 = 79 945

Optellen en aftrekken!

1) Zorg er voor dat de eenheden netjes onder de eenheden staan, tientallen onder tientallen,…

2) De komma plaats je in het resultaat steeds tussen de eenheden en de tienden!

3) (+) Let goed op dat je niet vergeet te onthouden en dit bij de volgende rang bij te tellen.

4) (-) Denk goed na wanneer je gaat lenen en noteer duidelijk wat er naar de andere rangen gaat.

Schatting: 786,103 + 25 = 800 + 25 = 825

D H T E t h d 1 1

7 8 6 1 0 32 5 0 0 0

8 1 1 1 0 3

Cijferen x en :

Delen

Je MOET de komma uit de DELER ALTIJD wegwerken!!!!!

Als je de deler vermenigvuldigt met 10, moet je het deeltal ook vermenigvuldigen met 10

23 : 4,2 = 230 : 42 23,34 : 2,5 = 233,4 :25 -> komma in deeltal schuift 1 plaats op naar rechts ( x10)

Als je de deler vermenigvuldigt met 100, moet je ook het deeltal vermenigvuldigen met 100

436 : 2,02= 43 600 : 202 (beide getallen x 100)3,457 : 1,11= 345,7 : 111 -> komma in deeltal schuift 2 plaatsen op naar rechts ( x100)

!!!! Plaats van de komma in het resultaat -> Als je de komma passeert in het deeltal tijdens het uitrekenen, schrijf je METEEN de komma in het resultaat!!!! Gebruik desnoods een kleurtje.

Kijk bij de restbepaling van de deling steeds naar waar de komma zich bevindt in het deeltal ten opzichte van de bekomen rest IN de oefening!

De uitkomst van de minoefening (in de deling) mag nooit groter zijn dan de deler zelf!!!

Voorbeeld: 7 gedeeld door 14 gaat niet, dus ik neem 78 samen.14 kan 5 keer in 78. 14 x 5 = 70 , enzovoortAls ik de komma passeert, plaats ik in de uitkomst (quotiënt) ook een komma.Ik bepaal de waarde: hier is de waarde 0,10 of 0,1 of 1 t

Voorbeeld: 7802,35 : 1,4 (delen tot op 0,01) wordt 78023,50 : 14 = 5576,10 rest 0,10

Beide getallen maal 10 en ik moet delen tot op 2 getallen na de komma.

7 8 0 2 3 5 0 1 4

7 0 5 5 7 3 1 0

8 0

7 0

1 0 2

9 8

4 3

4 2

1 5

1 4

1 0

0

1 0

Vermenigvuldigen

1) Zet je getallen steeds mooi onder elkaar (niet zoals bij + en – E onder E, maar schik alles mooi aan de rechterkant ) zie voorbeeld hieronder

2) Het aantal getallen na de komma in het product = het aantal getallen na de komma in het vermenigvuldigtal + het aantal getallen na de komma in de vermenigvuldiger.

345,25 -> vermenigvuldigtal ( 2 getallen na de komma)x 3214 , 1 -> vermenigvuldiger ( 1 getal na de komma)……………. -> product ( 3 getallen na de komma -> 2+1)

3) Denk tijdens de berekening zelf NIET aan de komma, tel de getallen na de komma samen van vermenigvuldiger en vermenigvuldigtal en zet dan op de juiste plaats in het resultaat!