onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal...

60
onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend tiny house?! In opdracht van HundFalk Architecten Gemeente Almere Sabine van der Heijden studentnummer: S1049812 27 mei 2016

Transcript of onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal...

Page 1: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

!

!onderzoeksrapport

Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend tiny house?! !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!In opdracht van HundFalk Architecten Gemeente Almere !Sabine van der Heijden studentnummer: S1049812 !27 mei 2016

Page 2: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

!!!!!!!!!!!!!!!!!!! Onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend tiny house?! !Student: Sabine van der Heijden [email protected] studentnummer: S1049812 !Afstudeerbegeleider: Björn van Rheenen [email protected] !Afstudeercoördinator: Maurice Noordhof [email protected] !Praktijkbegeleiders: Floris Hund [email protected] ! Jacqueline Tellinga [email protected] !Comakership Afstuderen in het kader van Bachelor opleiding Duurzaam bouwen Hogeschool Windesheim Flevoland !27 mei 2016

Page 3: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

INHOUDSOPGAVE !1.   INLEIDING 2 !2.   LITERATUURSTUDIE: DE OPKOMST VAN TINY HOUSING 3 2.1   Inleiding 2.2   De Nederlandse bevolking en woontrends in beeld 2.3   Het fenomeen tiny housing 2.4   Evaluatie van de thema’s !3.   LITERATUURSTUDIE: ZELFVOORZIENENDE TINY HOUSES 13 3.1   Inleiding 3.2   Zelfvoorzienend leven 3.3   Verkenning toepassingen en technieken !4.   ANALYSE TOEPASSINGEN EN TECHNIEKEN 35 4.1   Inleiding 4.2 Beoordelingscriteria 4.3 Analyse en beoordeling toepassingen en technieken 4.4   Afweging en combinatie !5. RUIMTE EN BOUWREGELGEVING 44 5.1   Inleiding 5.2 Bouwregelgeving 5.3 Een tiny house in vierkante meters uitgedrukt !6.   CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN 50 6.1 Inleiding 6.2   Conclusie 6.3   Programma van eisen !Bronvermelding

� van �1 58

Page 4: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

1. INLEIDING !1.1 Inleiding Voor u ligt het onderzoeksrapport als eindresultaat van mijn onderzoek naar het programma van eisen van zelfvoorzienende tiny houses. De afgelopen tijd is er in Nederland meer aandacht gekomen voor het fenomeen tiny housing. De gemeente Almere is enthousiast over deze bijzondere woonvorm en tracht de bouw van compacte, betaalbare en duurzame woningen te stimuleren met de BouwEXPO Tiny Housing in 2016/2017. Jacqueline Tellinga, programmamanager van de BouwEXPO bij de gemeente Almere, is in het bijzonder geïnteresseerd in zelfvoorzienende tiny houses en zo is het onderwerp van dit onderzoek geboren. In dit onderzoek wordt enerzijds gefocust op de (tiny house) gebruiker en hun beweegredenen om over te stappen naar een ‘tiny lifestyle’ en waarom het doelbewust verkleinen van de woonruimte een trend aan het worden is. Achtereenvolgens worden de mogelijkheden (met betrekking tot regelgeving) en technieken voor zelfvoorzienende tiny houses onderzocht. !1.2 Onderzoeksvraag Onderstaande vragen zullen beantwoord worden in dit onderzoeksrapport. !Centrale vraag: !

� !Deelvraag 1: Wat is tiny housing en wat is er bekend in de literatuur over de gebruiker en hun beweegredenen om in een tiny house te gaan wonen?

• Wat is tiny housing en wat is het idee achter de Tiny House Movement? • Welke vormen van tiny housing kunnen worden onderscheiden? • Wat zijn de recente woontrends in Nederland en waarom is het doelbewust verkleinen van de

woonruimte een trend aan het worden? • Wat zijn de belangrijkste drijfveren en belemmeringen om de overstap naar een tiny house lifestyle te

maken? !Deelvraag 2: Welke toepassingen en technieken zijn geschikt voor het bouwen van zelfvoorzienende tiny houses?

• Hoe wordt zelfvoorzienend gedefinieerd? • Welke toepassingen en technieken zijn er om een zelfvoorzienende woning te bouwen en welke zijn

daarvan potentieel geschikt voor zelfvoorzienende tiny houses? • Wat zijn de passende criteria om te bepalen welke toepassingen en technieken geschikt zijn voor

zelfvoorzienende tiny houses? • Welke combinatie van toepassingen en technieken zijn aan te bevelen voor het bouwen van een

zelfvoorzienend tiny house? !Deelvraag 3: Welke eisen binnen de Nederlandse wet- en regelgeving rondom de afmetingen van een woning zijn relevant voor een tiny house?

• Welke belemmeringen kunnen in het bouwbesluit worden geïdentificeerd? • Hoeveel fysieke ruimte - in vierkante meters - is er nodig voor een zelfvoorzienend tiny house?

“Hoe kan het programma van eisen voor het bouwen van zelfvoorzienende tiny houses op het gebied van de gebruiker, woonprogramma, ruimtegebruik, regelgeving en toepassingen en technieken worden vormgegeven?”

� van �2 58

Page 5: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

2. LITERATUURSTUDIE: TINY HOUSING !2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het fenomeen tiny housing, waarbij de nadruk ligt op hoe de Nederlandse ‘tiny house beweging’ langzaam vorm krijgt en waarom het in Nederland een trend is geworden. Er wordt gedefinieerd wat een tiny house is en wat het idee achter de (Amerikaanse) tiny house movement is. Om een beeld te vormen over waarom het doelbewust verkleinen van de woonruimte een trend aan het worden is, worden de huidige woontrends in Nederland geïd-entificeerd. Ten slotte worden - om een beeld te schetsen van de gebruiker - de belangrijkste drijfveren en belemmeringen om in een tiny house te gaan wonen onderzocht. Met behulp van deze studie wordt de volgende deelvraag beantwoord: !

!2.2   De Nederlandse bevolking en woontrends in beeld !Nederland telt ongeveer 500 inwoners per vierkante kilometer. In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van de dichtstbevolkte landen ter wereld (de Jong et al., 2014, p. 3). In de tweede helft van de vorige eeuw, met het eindigen van de Tweede Wereldoorlog en de start van de geboortegolf, is de bevolking van Nederland gestaag gegroeid. Van 10 miljoen in 1950 naar bijna 17 miljoen in 2016 (PBL, 2016). De bevolk-ingsgroei leidde tot ruimtegebrek in de Randstad (provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland), waar ongeveer de helft van de bevolking woont. Dankzij het beleid van ‘gebundelde deconcentratie’ en de komst van de groeikernen, verhuisden veel mensen naar nieuwe locaties net buiten de grote steden (de Jong et al., 2014, p. 4). Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (2016) kreeg de leeftijdsopbouw van de Nederlandse bevolking na de Tweede Wereld-oorlog een piramide-vorm: “een brede basis aan de onderkant (veroorzaakt door de geboortegolf), een middenstuk dat naar boven toe eerst geleidelijk, maar vervolgens sterk smaller wordt (door het snel oplopen van sterfte boven de 65 jaar)”. !Begin deze eeuw is het tij gekeerd. Mede dankzij nieuwe strategieën als ‘de compacte stad’ en de komst van de Vinex-wijken is de stad weer populairder geworden als woonplaats, terwijl steeds meer gemeenten aan de randen van Nederland en plattelandsgemeenten juist te maken krijgen met bevolkingskrimp (Groot et al., 2012, p. 11). !De bevolkingssamenstelling verandert en de piramidevormige leeftijdsopbouw is tegenwoordig vrijwel verdwenen. Er worden minder kinderen geboren, men wordt steeds ouder en bovendien bereikt de geboortegolf-generatie de senioren leeftijd. De constante aanwas van jongvolwassenen in de grote steden, zowel door de komst van veel volwassen immigranten als studenten en carriere-starters die naar de stad trekken, zorgt voor een grote groep mensen van gemiddelde leeftijd (de Jong et al., 2014, p. 8). Door deze gebeurtenissen groeit én vergrijst de Nederlandse bevolking tegelijk. CBS (2014, p. 2): “Hoewel Nederlandse vrouwen gemiddeld te weinig kinderen krijgen om het inwonertal op peil te houden, zal dat naar verwachting toch verder stijgen dankzij immigratie. Medische vooruitgang zal er bovendien voor zorgen dat ouderen steeds langer in leven blijven, wat ook bijdraagt aan de bevolkingsgroei. Het leidt tot een grotere bevolking met een andere samenstelling: meer ouderen en meer allochtonen”. !Een andere verandering is de gezinssamenstelling. Het aantal gezinnen blijft in de toekomst bijna gelijk. Terwijl het aantal koppels en vooral alleenstaanden zal groeien. Dit komt grotendeels door de groeiende levensverwachting van ouderen, waarvan een deel alleen woont omdat de partner is overleden en een ander deel gescheiden is. Daarnaast groeit het aantal

Deelvraag 1: “Wat is tiny housing en wat is er bekend in de literatuur over de gebruiker en hun beweegredenen om in een tiny house te gaan wonen?”

� van �3 58

Page 6: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

alleenstaanden doordat zowel jongeren, jongvolwassenen als volwassenen langer alleen blijven wonen en omdat nog meer mensen gaan scheiden. Deze trend zet de in de toekomst door (PBL, 2013, p. 22). Op dit moment bestaat 37% van de huishoudens in Nederland uit één persoon. Het aantal eenpersoonshuishoudens stijgt volgens het CBS (2011) naar 3,7 miljoen in 2060, dat is 44% van de huishoudens in Nederland. !Consuminderen Hoewel de huishoudens alsmaar kleiner worden, is de gemiddelde omvang van een woning de afgelopen decennia alsmaar vergroot (Gemeente Almere, 2015, p. 4). Grote woningen betekenen hoge woonlasten en bovendien worden ze gevuld met heel veel koopwaar. Steeds meer mensen beseffen zich dat ze niet gelukkiger worden van veel spullen en ruimte en velen zijn het zat om een groot deel van hun inkomen te besteden aan woonlasten (Jonker, 2015). Mensen gaan minder en bewuster consumeren. Dit sluit naadloos aan bij opkomende deeleconomie: lifestyle is belangrijker dan bezit. Het is interessanter bij welke restaurants en sportscholen je in de buurt woont dan hoe groot je auto en flatscreen TV is (Huysmans, 2013: Hoffman, 2008). En zo verschuift deze nieuwe woontrend het zwaartepunt van materialistisch naar minimalistisch wonen. Men wil meer vrijheid ervaren door het verminderen van verplichtingen, verantwoordelijkheden en bezit. Klein is fijn Er is dus behoefte aan klein wonen. De komst van de financiële crisis heeft de vraag naar kleine woningen alleen nog maar meer doen stijgen. Volgens de Gemeente Almere (2015, p. 3) is “klein wonen bijna per definitie ook betaalbaarder. En aan betaalbare woningen is in Nederland en vooral in Almere grote behoefte”. Momenteel bestaat 5,1% van de woningvoorraad in Nederland uit woningen kleiner dan 50m2, in Almere is dat zelfs maar 2,1% (Gemeente Almere, 2015, p. 5). Er is dus een te kort aan kleine woningen dat de komende decennia nog flink zal blijven groeien. De gemeente Almere probeert de bouw van compacte, betaalbare en duurzame woningen te stimuleren met de BouwEXPO Tiny Housing in 2016/2017. !Het fenomeen Tiny Housing sluit naadloos aan bij de veranderde woonbehoeften omdat deze per definitie klein, betaalbaar(der) en duurzaam is. Hoewel het wonen in ruimtes met een beperkt aantal vierkante meters een realiteit is voor veel mensen, is deze trend gericht op mensen die doelbewust kiezen om de ruimte waarin ze leven te verkleinen (Mutter, 2013, p. 1). Tiny Houses worden doorgaans zelfvoorzienend gebouwd met het idee het milieu zo min mogelijk te belasten. Hiermee verwant zijn de mensen met de intentie om middels een Tiny House hun ecologische voetafdruk te verkleinen (Gemeente Almere, 2015, p. 4). Door de klimaatverandering en schaarste aan grondstoffen is duurzaam bouwen van maatschappelijk belang, zowel voor de gezondheid van de mens als de aarde en de waarde van vastgoed (Uffelen, 2011). Samen met het gegeven dat volgens de wet vanaf eind 2020 alle nieuwe gebouwen (bijna) energieneutraal moeten zijn (RVO, 2013, p. 4), wordt zelfvoorzienend bouwen en wonen steeds belangrijker. !Van bezit naar gebruik De opkomende duurzaamheidstrend ‘gebruik in plaats van bezit’ is ook van toepassing op wonen. De huidige economische situatie, een verminderd consumentenvertrouwen en de behoefte aan vrijheid en flexibiliteit hebben samen gezorgd voor minder interesse in de aanschaf van een woning, met als gevolg een toenemende interesse voor huurwoningen en andere woonvormen (Idenburg, 2013, p. 3). Mensen hechten steeds minder waarde aan materieel bezit en met ‘pay for use’ (betalen voor gebruik) kan men simpelweg meer doen met hun geld (Huysmans, 2013). Deze trend past goed bij een andere opkomende trend: de Net-Niet Generatie. !Net-Niet Generatie Te weinig inkomen voor een koopwoning of vrije sectorwoning en te veel inkomen voor een sociale huurwoning. De Net-Niet Generatie bestaat uit een groeiende groep goed opgeleiden starters, vaak alleenstaand, die tussen wal en schip valt op de

� van �4 58

Page 7: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

woningmarkt. Deze groep wil na het studeren niet meer op kamers wonen of terug naar hun ouders, maar zoeken een leuke locatie in of rondom de stad. De jongvolwassenen zitten liever nergens aan vast maar willen mobiel en flexibel zijn, waardoor wonen voor deze groep meer een dienst is dan dat een woning een bezit moet zijn (Dalhuisen-Timmermans, 2013). !Meerhuizigheid Arbeidsmigratie en internationalisering zorgen voor een groeiende behoefte aan mobiliteit, flexibiliteit en ongebondenheid. Buitenlanders komen in Nederland werken en de drempel om als Nederland in het buitenland te gaan werken wordt steeds lager (VROM-raad, 2009, p. 57). Op de woningmarkt uit dit zich in tijdelijke huisvesting en tweede woningen: meerhuizigheid. De Vries: “Steeds minder mensen wonen hun leven lang in hetzelfde land, in dezelfde stad, in dezelfde wijk of hetzelfde huis” (2012, p. 50). Sommige mensen beschikken over meerdere woningen in verschillende landen voor werk of recreatie. Steeds meer mensen hebben een appartement in de randstad en een grote woning daarbuiten. Anderen wonen een korte tijd op één plaats en trekken zo door het land of over de wereld (VROM-raad, 2009, p. 57). Het aantal tweede woningen in Nederland bedroeg ongeveer 117.300 in 2002 en is inmiddels gestegen naar ongeveer 211.600 in 2012, waarvan 136.600 in het bezit zijn van een Nederlander (RIGO, 2013, p. 3). Daarmee bedraagt de voorraad tweede woningen in Nederland ongeveer 3 procent van de totale woningvoorraad. !De regie in handen Steeds meer mensen willen de regie over wonen en leven en de behoefte om te wonen met of naast gelijkgestemden neemt toe (ThePlacemaker, 2015). Dit uit zich vaak in co-creatie en collectief particulier opdrachtgeverschap met collectieve woonvormen voor gelijkgestemden, bijvoorbeeld in levensbehoeften (ecologisch wonen), levensfasen (ouderen of juist gezinnen), cultuur/interesse (kunstenaars) etc. Voorbeelden hiervan zijn afgesloten woondomeinen (privatisering van de openbare ruimte), appartementencomplexen met gezamenlijke voorzieningen (zwembad, fitness), duurzame woonwijken met energie-neutrale woningen of wonen als een thematisch spel (wonen op een golfresort of drijvend wonen). Gemeenten kunnen hierin faciliteren, zoals de gemeente Almere doet met het initiatief ‘Ik bouw mijn huis in Almere’. !2.3 Het fenomeen tiny housing In deze paragraaf wordt het fenomeen tiny housing besproken. Hoe is de ‘tiny house movement’ ontstaan in Amerika en waarom is het overgewaaid naar Nederland? Wat is de huidige status van tiny housing in Nederland? !Er zijn geen regels of maatstaven die bepalen wanneer een huis als klein wordt beschouwd. Een woning kan ‘klein’ zijn voor een gezin van vier personen, maar dezelfde woning kan ‘groot’ zijn voor een enkele persoon (Tiny House Society, 2013). Tiny Housing, vrij vertaald ’kleine huisvesting’, is een fenomeen dat de laatste tijd veel aandacht krijgt in Nederland. Dat komt door een beweging die overgewaaid is uit Amerika: de ‘Tiny House Movement’. Maar kleine woningen worden al veel langer gebouwd. In Japan bijvoorbeeld, waar het noodzaak is om ‘tiny houses’ te bouwen wegens het gebrek aan ruimte in de dichtbevolkte binnensteden (ArchitectuurcentrumTwente, 2015). Ook in Nederland is klein wonen niet nieuw, decennia terug was het - uit financiële noodzaak - heel normaal om in een klein huis te wonen met het hele gezin. Het grote verschil met de ‘Tiny House Movement’ is de noodzakelijkheid om klein te wonen. Mensen die zich aansluiten bij de ‘Tiny House Movement’ kiezen er bewust voor om de ruimte waarin ze leven te verkleinen (Mitchell, 2015) en veranderen hun mentaliteit over wat ze nodig hebben om hun geluk te waarborgen. Hoewel veel tiny house bewoners zich aangetrokken voelen tot de beweging doordat ze zo hun ecologische voetafdruk verkleinen, zijn er vele drijfveren achter de interesse in een tiny house (Mutter, 2013). Er zijn minder middelen nodig om een tiny house te bouwen en te onderhouden en bovendien zijn ze vaak goedkoper en slim ontworpen. !!

� van �5 58

Page 8: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

Bron (v.l.n.r.): Inhabitat, Dezeen, Inhabitat, the SNUG !Tiny houses of tiny housing Internationaal spreekt men van ‘tiny houses’ als we het hebben over een tiny house in meervoud, vandaar ook de ‘Tiny House Movement’. De gemeente Almere gebruikt de term ‘tiny housing’ omdat zij verschillende woningtypen en opdrachtgevers tracht te bereiken in plaats van enkel vrijstaande huisjes in particulier opdrachtgeverschap. Het thema tiny housing is daarmee niet objectgericht, maar themagericht (Gemeente Almere, 2015). In dit onderzoek wordt voorts de term tiny housing gehanteerd omdat binnen dit onderzoek alle vormen van tiny houses relevant zijn. !!

� van �6 58

Page 9: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

2.3.1 Tiny House Movement De ‘Tiny House Movement’ is in Amerika ontstaan door een serie gebeurtenissen, het instorten van de economie en natuurrampen als orkaan Katrina, die de huizenmarkt aan het wankelen bracht (Jonker, 2015). Mensen raakten hun huizen kwijt, konden de hypotheek niet meer betalen of waren het zat om het grootste deel van hun inkomen aan vasten lasten te spenderen. Men besefte zich dat ze niet gelukkiger werden van ‘groot’ en ‘veel’ en begonnen te verlangen naar meer eenvoud. Zo ontstond de behoefte aan eenvoudig en duurzaam leven met betaalbare, flexibele en duurzame woonvormen (Mutter, 2013). !Jay Shafer is één van de personen achter het fenomeen Tiny Housing. Als pionier bouwde hij zijn eigen en daarmee één van de eerste Tiny Houses. Shafer omschrijft de ‘Tiny House Movement’ als “een beweging van mensen die hun eigen keuzes ten opzichte van eenvoudiger en kleiner wonen maken op de manier die het beste bij hun leven past” (2015, p. 2). Shafer stelt opzettelijk geen maat aan een Tiny House, maar beschrijft het als “een klein huis waarin alle ruimte goed wordt gebruikt”. Om een beeld te geven van hoeveel kleiner ‘klein’ is: een typische Amerikaanse woning meet ongeveer 240 vierkante meter, terwijl een Tiny House (volgens de Tiny House Movement) doorgaans tussen de 9 en 40 vierkante meter is (Mitchell, 2015). In veel Amerikaanse staten geldt een eis die zegt dat een woning minimaal 90 vierkante meter groot moet zijn. Om de beperkende wetgeving te omzeilen is het idee geboren om Tiny Houses op wielen te bouwen en zo is de Tiny House Movement tot stand gekomen. Jay Shafer richtte - na het helpen van een paar enthousiastelingen met het ontwerp en de uitvoering van hun tiny house - de ‘Tumbleweed Tiny House Company’ op, dat uitgroeide tot een grootschalig bedrijf (Mutter, 2013, p. 32). Het bedrijf verkoopt volledig uitgedachte plannen voor het zelf bouwen van tiny houses. Sindsdien is de beweging ontzettend populair geworden in Amerika met honderden blogs, boeken, series, documentaires en in 2015 de eerste tiny house ‘Jamboree’ waar maarliefst 40.000 mensen op afkwamen. !In 2002 werd de ‘Small House Society’ opgericht door een aantal vooraanstaande personen binnen de Tiny House Movement, waaronder Jay Shafer. De organisatie zet zich in voor de promotie van kleine woonvormen en is een platform voor onderzoek en ontwikkeling (Small House Society, 2013). De Small House Society is de ‘stem’ van de Tiny House Movement. !2.3.3 Tiny Housing in Nederland Tiny Housing is in Nederland in een korte tijd een groot begrip geworden. Initiatieven rondom tiny houses zijn regelmatig in het nieuws en websites en blogs rijzen als paddenstoelen uit de grond. Broer en zus Lena en Laurens van der Wal zijn bekend in de wereld van Tiny Housing. Zij zijn oprichters van ‘Tiny House Nederland’, een platform voor Tiny Housing en ‘studio Walden’, een ontwerpbureau voor tiny houses. Lena van der Wal omschrijft een tiny house als volgt: "een klein huisje is financieel aantrekkelijk en duurzaam. Maar het staat vooral voor een andere manier van leven. Door voor minder ruimte te kiezen, ga je je minder richten op spullen en meer op bijvoorbeeld relaties. Hoe klein het huisje precies is maakt volgens ons niet zoveel uit. Het gaat om de gedachte dat je niet meer ruimte wil dan nodig is” (14 augustus 2015). De studio richt zich op drie typen tiny houses: micro, tiny en small. Waarbij een ‘small’ variant geschikt zou kunnen zijn voor een gezin en in een ‘micro’ huisje echt maar één persoon past. Met het platform Tiny House Nederland proberen Lena en Laurens in kaart te brengen wat er al gebeurt op Tiny House-gebied in Nederland (Wal, 1 september 2015). !Het Nederlandse bedrijf Woonpioniers ontwerpt én produceert tiny houses, of ‘mobiele woonvormen’ zoals ze zelf zeggen (Woonpioniers, 2015). Jelte Glas en Daniël Venneman, oprichters van Woonpioniers, hebben samen het mobiele tiny house ‘Porta Palace’ ontwikkelt, dat volledig uit biobased bouwmaterialen vervaardigd is. Maar het bedrijf kijkt ook verder dan alleen huisjes en focussen op Tiny Villages, die ze omschrijven als “een verzameling (5-10) van kleine, kwalitatieve en mobiele woonvormen die tijdelijk neerstrijkt. Een dorp voor moderne nomaden, dat de omgeving op positieve wijze betrekt bij haar aanwezigheid. Een dorp gecreëerd door mensen met een nieuwe, verantwoorde woonwens” (Glas et al., 2015).

� van �7 58

Page 10: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

Bron: Marjolein in het klein (links), NRC handelsblad (rechts) Verschillende blogs, zoals ‘My Tiny House’ van Frieda Bakker, ‘Marjolein in het klein’ van Marjolein Jonker en ‘So Chicken’ van Jelle Hermus, vertellen over hun ervaring met tiny houses en enthousiasmeren anderen. Jonker definieert een tiny house als “een duurzaam gebouwd huis, niet groter dan 24 m2 en bedoelt om het jaar rond in te wonen. Ze kunnen op een fundering gebouwd zijn, of op een trailer. Een tiny house wordt voor en vaak door de eigenaar geheel naar zijn/haar eigen smaak ontworpen en gebouwd. De focus bij tiny houses ligt op eenvoudig, milieubewust leven en op het creëren van meer vrijheid.” (2015). Hermus vertelt op zijn blog: “Mijn kantoor is te groot. Mijn slaapkamer is te groot. Mijn woonkamer is niet perfect, behalve met feestjes. Mijn tuin is te klein. Met andere woorden: een normaal huis heeft een rare pasvorm. Een tiny house past precies” (2015). Frieda Bakker woont sinds 2015 in een tiny house (19 m2) en is gastspreker op de tweede editie van de ‘Tiny House Jamboree’ in 2016 in Amerika. !Op dit moment zijn er zeker 40 Nederlanders bezig om hun eigen tiny house te (laten) bouwen en ongeveer 100 mensen wonen in een Yurt. Voor het nieuwe woonconcept ‘Sustainer Homes’, volledig zelfvoorzienend en op Nederlandse bodem ontwikkeld, liggen 700 aanvragen klaar (Kras, 2016). Het wordt zo duidelijk dat er steeds meer Nederlanders actief bezig zijn met tiny houses en dat iedereen zijn eigen ideeën heeft over wat een tiny house is. Met ontwerp prijsvragen van Architectuur-centrum Twente en de gemeente Almere worden mensen gestimuleerd om hun ideeën op papier te zetten én zelfs te bouwen. Want de winnaars van de prijsvraag van de gemeente Almere krijgen de mogelijkheid om hun tiny house daadwerkelijk te bouwen. !Hoewel geld de voornaamste reden is dat de Tiny House Movement in delen van de wereld nu zijn hoogtepunt kent (Hermus, 2015), ligt de nadruk in Nederland meer op vrijheid en duurzaamheid. Uiteindelijk bepaalt het formaat (mede) de prijs, want een 10m2 tiny house op wielen is toch wel iets anders dan een 50m2 tiny house op een (aangekocht of gepacht) stuk grond. En omdat de Nederlandse regelgeving lang niet zo soepel is als die in Amerika zullen veel tiny houses wat groter en wellicht minder makkelijk verplaatsbaar zijn dan de Amerikaanse varianten. Dat geeft ook niet, want uiteindelijk maakt het niet uit hoe groot (of klein) een tiny house is. !2.4 Evaluatie van de thema’s In deze paragraaf worden middels een combinatie van literatuuronderzoek en media-evaluatie de relevante thema’s (drijfveren en belemmeringen) rondom tiny housing geïdentificeerd en besproken. Omdat wij met het fenomeen tiny housing in Nederland nog relatief nieuw terrein betreden, is er weinig informatie beschikbaar in wetenschappelijke stukken. In plaats daarvan wordt gefocust op bronnen zoals kranten, blogs, presentaties en tiny house platforms. Hoewel deze bronnen normaliter ongebruikelijk zijn in een onderzoek, passen ze goed bij dit onderdeel omdat het doel is om de beweegredenen van de gebruiker te achterhalen.!

� van �8 58

Page 11: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

2.4.1   Drijfveren Er bestaat een groot assortiment aan motivaties om in een tiny house te gaan wonen, maar welke motivaties komen bij de Nederlandse tiny house bewoners overeen? In deze paragraaf worden de belangrijkste drijfveren geïdentificeerd en hoe ze worden gezien door de ogen van tiny house bewoners, bouwers en liefhebbers. Volgens de gemeente Almere: !

“De drijfveren van de toekomstige bewoners kunnen heel verschillend zijn. Maar ze hebben op zijn minst drie zaken gemeen: het zijn kleine huishoudens, men is tevreden met een compact woningtype en beoogt de woonlasten zo beperkt mogelijk te houden. Misschien moet hier een vierde punt aan toegevoegd worden: het zijn mensen die een grote mate van vrijheid ambiëren om hun leven op eigen wijze invulling te geven, zonder de last (of: ballast) van structureel hoge financiële verplichtingen” (2015, p. 11). !

Vrijheid (en mobiliteit) Vrijheid is een vaak genoemd thema bij de beschrijving van mensen hun overstap naar de tiny house ‘lifestyle’. Volgens een bewoner is de primaire motivatie om voor een tiny house te kiezen: “de vrijheid om te wonen op bijna iedere plek, zeeën van tijd omdat je minder hoeft schoon te maken en een compleet ander leven. Een klein huis geeft je letterlijk niet meer ruimte, maar figuurlijk wel” (Ipenburg, 2016). Het eigen huis mee te nemen als men elders een baan aangeboden krijgt of de omgeving zat is, of om als nomaden over de wereld te trekken. Uitzicht op zee, midden in het bos of boven op een berg, het is allemaal mogelijk. Hoewel niet alle tiny houses op een trailer staan, lijkt dit de trend te zijn en veel tiny house bewoners vinden dit een belangrijk voordeel. !Marjolein stelt dat het leven in een tiny house “de mogelijkheid creëert om je hart te volgen” (Nelissen & Jonker, 2015). Dit thema wordt gedeeld met veel andere tiny house bewoners en liefhebbers. Geen schulden of hypotheek betekent minder werken en meer tijd om op vakantie te gaan of aan hobby’s te besteden (Lammers & Kusters, 2016). Filmmaakster en mindfulness-trainer Anna Spohr woont sinds kort in een tiny house. Zij werd geïnspireerd om een tiny house te bouwen door de documentaire “We The Tiny House People”. Spohr hoopt met haar tiny house de gedachte te verspreiden dat je met minder ook gelukkig kan zijn, over vrijheid stelt zij: “Mijn spaargeld is nu op, maar ik woon straks in schuldenvrijheid!” (2015). Niet gedwongen worden om mee te gaan in de flow van het hectische werkleven, maar ruimte voor eigen ritme. Tiny house be-woners besteden hun tijd en geld liever aan een gezonde levensstijl, reizen en vrienden of familie (Siwaletti & Lisefki, 2015). !Eenvoudig(er) leven Een simpeler leven is een gemeenschappelijk thema dat door velen volgers van de tiny house movement wordt aangehaald. Mensen beseffen dat de huidige standaard van leven niet meer aansluit bij hun normen en waarden (Jonker, 13 maart 2015). Het leven van mensen met een tiny house is simpeler, omdat de focus ligt op wat echt belangrijk is. Dat gaat bijna auto-matisch, want in zo’n klein huisje kun je enkel bezitten wat je echt nodig hebt. Nagenoeg alle spullen in een tiny house zijn multifunctioneel (Nelissen, 2015). “Veel mensen proberen een leegte in hun leven op te vullen met spullen. Ze missen de verbinding met elkaar en met de natuur. Ze zouden eens moeten proberen back to basic te gaan” (Nelissen & Jonker, 2015). Het idee om materiële dingen op te geven en in plaats daarvan nieuwe ervaringen op te doen inspireert mensen om het roer volledig om te gooien. In een interview zegt Jay Shafer: "Natuurlijk komt het altijd terug op de menselijke drang naar een-voud wanneer het materialisme uit de weg is. Ik denkt dat het een heleboel mensen aantrekt” (Mutter & Shafer, 2013, p. 19). Tiny house bewoners zien de vrijheid er van in om te leven naar wat je nodig hebt in plaats van wat je allemaal kunt of wilt hebben Het gaat om versimpelen, ontspullen, onthaasten en genieten van minder bezit. (Savenije, 2015; Brouwer, 2015). !!!

� van �9 58

Page 12: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

Duurzaamheid / ecologisme Duurzaamheid is een van de belangrijkste thema's rondom tiny housing. Veel tiny house bewoners en bouwers integreren gerecyclede en/of hernieuwbare materialen in hun huisjes, volgens het cradle2cradle principe, en zijn van mening dat dit een essentieel aspect van de tiny house movement is. Hoewel de ecologische voetafdruk van een tiny house per huisje kan verschillen, zal het altijd minder zijn dan van een standaard (eengezins)woning (Mutter, 2013, p. 20). Het verkleinen van de ecologische voetafdruk is voor veel liefhebbers een reden op zich om over te stappen naar een tiny house. Er zijn minder grondstoffen voor nodig, er wordt minder energie verbruikt en het neemt minder ruimte in beslag (Jonker, 13 maart 2015; Savenije, 2015; Spohr, 2015). Om mobiel te kunnen zijn worden veel tiny houses geheel off-grid gemaakt. Ze zijn zelfvoorzienend door middelen als een composttoilet, zonnepanelen op het dak of een pelletkachel (Jonker, 13 maart 2015; Lammers & Kusters, 2016; Spohr, 2015). Porta Palace, gebouwd door de Woonpioniers en bewoond door Jelte Glas, is geheel uit biobased materialen gebouwd. Sustainer Homes zijn volledig cradle2cradle gebouwd en bovendien zelfvoorzienend. Gert van Vugt: “als één van de eerste huizen ter wereld wordt een Sustainer Home aan het eind van zijn levensduur niet gesloopt, maar volledig recycled (2015, p. 3). In veel gevallen hebben tiny houses een positieve invloed op het milieu omdat ze ook na de bouw zorgen voor een verminderd verbruik van energie, minder productie van afval en minder verbruik van schoon drinkwater. !Kosten Hoewel het aspect ‘kosten’ zelden de aanleiding is om een tiny house te gaan bewonen, speelt het wel degelijk een rol. Door de crisis van de afgelopen jaren kunnen veel mensen nauwelijks nog het hoofd boven water houden en zijn sommige zelfs hun huis kwijtgeraakt (Mierlo, 2015). Bovendien is het voor veel huurders recentelijk problematisch geworden om de kosten voor hun woning te kunnen betalen, dit komt door financiële omstandigheden als bezuiniging op de huurtoeslag en huurverhogingen (Gemeente Almere, 2015, p. 6). Volgens Mierlo: “Sommigen zijn op zoek gegaan naar andere woonvormen, kinderen die hun ouders gebukt zagen onder de last van zware hypotheken zijn opgegroeid en besluiten dat ze het anders willen” (2015). Dit was ook de motivatie van Chris en Malissa Tack, bewoners en ontwerpers van tiny houses. Naline: “Toen Malissa op een gegeven moment haar baan kwijtraakte door de crisis moesten ze er alles aan doen om hun levensstijl te kunnen blijven veroorloven. Op dat moment ging er een lichtje bij ze branden: door hun levensstijl koste wat kost in stand te willen houden, bleef er eigenlijk weinig te leven meer over” (Roodbeen, 2014). !Marjolein Jonker woont al veertien jaar in hetzelfde huis en wil graag verhuizen. Een koophuis met een stukje grond kan zij niet betalen en een huurhuis is weer duur in verhouding met de hoeveelheid ruimte. Jonker stelt: “maar hoeveel heb ik eigenlijk nodig? En waarom zou ik dertig jaar krom liggen voor een hypotheek, om alsnóg in een huis te wonen dat niet helemaal naar mijn wens is?” (2015). Een andere tiny house liefhebber concludeert: “als je niet elke maand 1.000 euro hoeft te betalen aan hypotheek of huur, dan hoef je niet twee weken per maand te werken voor die duizend euro. Dus heb je minder verplichtingen. Je hoeft minder te werken om je levensstijl te onderhouden” (Hermus, 2015). Een tiny house kan iedereen bouwen zoals hij wil en is goedkoper dan een reguliere woning. Of de woning nu betaald wordt van spaargeld of er een lening wordt afgesloten, na enkele jaren is een tiny house altijd in het bezit van de bewoner. Voor een betaalbaar stuk grond bundelen verschillende initiatiefnemers soms hun krachten: “ik praat nu met andere enthousiastelingen, we willen samen een stukje grond kopen en daar meerdere tiny homes parkeren” zegt Marjolein (Visser & Jonker, 2016). Aan een zelfvoorzienend tiny house zit nog eens het extra voordeel dat er geen aansluitkosten, geen vastrecht en geen kosten voor stroom, gas en water hoeven worden betaald. !Verbinding met mens en natuur Het missen van sociale verbinding en dichter bij de natuur willen staan zijn vaak genoemde thema’s. Uit onderzoek blijkt dat een bezoek aan de natuur 96% van de Nederlanders gezonder en rustiger doet voelen (Elfferich, 2015). In een tiny house leef

� van �10 58

Page 13: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

je vanzelfsprekend dichterbij de natuur én de maatschappij, omdat je min of meer gedwongen wordt om tijd buitenshuis door te brengen (Hermus, 2015; Jonker, 13 maart 2015). Jelle: “Want eerlijk is eerlijk, je kunt niet de hele dag in dat kleine hutje gaan zitten zonder gek te worden. Je besteedt meer tijd in de buitenlucht. En afhankelijk van waar je besluit te wonen betekent dat meer contact met bomen en vogels, of soja lattes en mede-stadsbewoners” (Hermus, 2015). Ook Geralda, bewoner van een Yurt in het Nederlandse Giessenburg, koos voor de toch wel ongewone woonvorm wegens de behoefte om dichterbij de natuur te zijn (Visser & Honcoop-Stam, 2016). !Dit thema haakt in op de behoefte aan alternatieve vormen van gemeenschap. Hoewel er in Nederland nog genoeg voorbeelden zijn van levendige gemeenschappen, raken mensen - vooral in de grote steden - steeds meer geïsoleerd. Over het algemeen kan gesteld worden dat het gevoel van gemeenschap en verbinding verloren is gegaan (Earth Matters, 2015). Volgers van de tiny house movement gaan samen opzoek naar antwoorden en oplossingen en zijn vaak gelijkgestemd. Zo ontstaan er, momenteel met name in Amerika, ‘tiny villages’. !

Bron: Buzzfeed (links), Pop-Up City (rechts) !2.4.2  Belemmeringen Tiny Housing is een nog nieuwe woonvorm in Nederland. De ideeën rondom tiny houses passen niet altijd binnen de Nederlandse en/of locale wetgeving. De Amerikaanse wetgeving is flexibel, waardoor tiny house bewoners in Amerika tegen minder heikel punten aanlopen. Daarnaast is het concept daar vele malen bekender waardoor men zich inmiddels om de wetten en regels heen weet te bewegen. In Nederland zijn er echter veel meer wetten en regels rondom het bouwen van een woning, waar een woning mag staan e.d. Naast het delen van vergelijkbare motivaties, delen de bronnen gebruikt voor dit deel van het onderzoek ook vergelijkbare belemmeringen. Die belemmeringen drukken zich overwegend uit in wetgeving. In deze paragraaf worden die belemmeringen besproken. !Bouwbesluit Voor regels rondom het bouwen van een huis bestaat het Bouwbesluit. Bijvoorbeeld, in het Bouwbesluit zijn er minimale afmetingen voor verblijfsgebieden opgesteld in het kader van bruikbaarheid. Zo dient een woonfunctie een vloeroppervlakte van ten minste 18m2 hebben waarvan minstens 55% verblijfsgebied is (Bouwbesluit 2012, Art. 4.2). Voor wie een tiny house van in totaal 12m2 wil bouwen is dit een probleem. Alhoewel; regels zijn er om gebroken te worden. Zo heeft de gemeente Almere het ‘Bouwbesluit light’ ingevoerd, binnen een pilotperiode van 5 jaar zijn een aantal artikelen van het Bouwbesluit 2012 niet van toepassing bij het aanvragen van een omgevingsvergunning. Hiermee pleit de gemeente voor meer vrijheid binnen het Bouwbesluit bij Particulier Opdrachtgeverschap (Gemeente Almere, 2012, p. 2). Inmiddels is in 2015 het Bouw-besluit generiek aangepast ten gunste van kleiner wonen. Voorheen was die 18m2 vloeroppervlak namelijk nog minimaal 24m2. En ook de regel dat een toiletruimte niet rechtstreeks toegankelijk mag zijn vanuit een verblijfsruimte is geschrapt.

� van �11 58

Page 14: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

Teun de Bok (Waterland-huisje) heeft zijn eigen tiny house gebouwd, maar hij mag er officieel niet in wonen. Teun: “Er is meer dan één reden maar de belangrijkste is het huisje te klein om binnen het bouwbesluit als woning te dienen. Het bouwbesluit schrijft een bepaald minimum aantal vierkante meters verblijfsgebied voor waar we niet aan komen. Daarnaast moet volgens datzelfde bouwbesluit de woning een bepaalde EPC-waarde (energie prestatie) halen waar we ook niet aan voldoen” (Glind & Bok, 2015). Om het Bouwbesluit te omzeilen worden tiny houses vaak op een trailer gebouwd. Een tiny house op een aanhangwagen wordt beschouwd als een camper en hoeft daarom niet te voldoen aan dezelfde vergunningen en voorschriften die gelden voor een woning aangemerkt als een ‘woonfunctie’ in het Bouwbesluit (Siwaletti & Lisefki, 2015). Helaas komen tiny house bouwers met het omzeilen van het Bouwbesluit weer nieuwe obstakels tegen: een tiny house op wielen mag maximaal 3.500 kg wegen om de weg op te mogen (Wentzel, 2015). !Bestemmingsplan De wet heeft bepaald dat een tent, tentwagen, camper, caravan of stacaravan allemaal ‘bouwwerken geen gebouwen zijnde’ voor recreatief gebruik. Deze objecten behoren te staan op bijvoorbeeld een camping, met een bijpassend bestemmingsplan. In de bouwverordening wordt een bouwwerk als volgt gedefinieerd: “elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren” (Schuurmans, 2016). Een tiny house is dus wél een bouwwerk en mag daarmee niet staan op een bestemmingsplan van een camping, maar enkel op een locatie met een woonbestemming. “Officieel zou je kunnen zeggen dat het niet kan of mag, om een Tiny House permanent te bewonen en zomaar ergens neer te zetten” vertelt Frieda (Bakker, 2015). Maar er is beweging. Voor bepaalde projecten in Nederland worden uitzonderingen gemaakt en er zijn gemeentes die bepaalde initiatieven gedogen. Volgens Bakker is dat “Omdat ze ook zien dat de wereld verandert en toe is aan verandering” (2015). !Postadres In Nederland hoort iedereen een postadres te hebben. Tiny house bewoners hebben vaak geen vaste (en legale) woonplaats en dat betekend ook geen postadres. Op dit moment is het enige alternatief dat zij zich inschrijven bij vrienden of familie, maar daar voelen de tiny house bewoners niets voor (Almere Dichtbij, 2016). Bovendien is dit niet altijd mogelijk of legaal. Jelte Glas woonde twee jaar in een caravan bij vrienden in de tuin terwijl hij zijn tiny house voltooide. Jelte: !

“Toen ik dit wilde opgeven bij de gemeente kon ik een postadres krijgen, net als daklozen vaak hebben, maar geen woonadres. Dan hoefde ik ook geen gemeentebelasting meer te betalen. Maar dat wilde ik juist wél, ik woonde nu eenmaal in Utrecht en maakte gebruik van de voorzieningen. Ik heb uitgelegd dat ik overal en nergens woon en me niet wil binden aan een duur huis. Want wat zijn je opties als starter? Particulier huren is duur, wachtlijsten voor een sociale woning zijn lang en een hypotheek wilde ik niet afsluiten. Uiteindelijk heb ik een persoonlijke regeling kunnen treffen met de gemeente om in de caravan te kunnen blijven” (Visser & Glas, 2016). !

Ook Geralda, bewoner van een Yurt, kon na een lang overleg met de gemeente tot een overeenkomst komen. Zij mogen nu 5 jaar legaal op een boerenerf staan (Visser & Honcoop-Stam, 2016). Verschillende gemeentes blijken dus wel mee te willen gaan in de veranderde vraag, maar dit zijn allemaal op zichzelf staande gevallen waar bewoners veel tijd en energie in hebben gestoken. De moeilijke wet- en regelgeving en de vraag of het haalbaar is in Nederland weerhoud mensen ervan om de stap te nemen. “Het oerwoud van regels schrikt mensen zo af dat ze liever illegaal wonen dan ‘de strijd’ met de gemeente aan gaan. En dat is jammer want zo wordt niet duidelijk hoe groot de behoefte aan alternatieve woonvormen en de daarbij passende regelgeving is” zegt tiny house bewoonster Marjolein (Jonker, 20 april 2015). Initiatieven als de BouwEXPO in Almere Poort, ‘Out of the box wonen’ in Leiden en het ecodorp in Boekel zetten de eerste stappen voor het grotere publiek, maar de weg naar een soepeler beleid lijkt nog lang.

� van �12 58

Page 15: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

3. LITERATUURSTUDIE: ZELFVOORZIENEND 3.1   Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de definitie van zelfvoorzienend (of autarkisch) bouwen. De mogelijke toepassingen en technieken om een zelfvoorzienende woning te bouwen worden geïdentificeerd aan de hand van drie essentiële thema’s: energie, water en afval. Daarnaast wordt met een vierde thema, bouw en ruimte, de mogelijke passieve maatregelen geïdentificeerd. Hiermee wordt de volgende deelvraag beantwoord: !

!3.2   Zelfvoorzienend leven Autarkie of zelfvoorzienend leven is niets nieuws. De mensheid was vroeger, en in minder ontwikkelde delen van de wereld nog steeds, op zichzelf aangewezen. Voorzien in de eigen behoefte (water, voedsel, afvalverwerking etc.) was het noodzakelijk om te kunnen overleven. De technische ontwikkelingen en opkomst van de verzorgingsmaatschappij in de 20ste eeuw hebben ervoor gezorgd dat iedereen - voorzien van water, warmte en licht - gezonder en comfortabeler kan leven. Dat comfort heeft ertoe geleid dat de mens enigszins vervreemd is geraakt van zijn natuurlijke omgeving, met verspilling van bronnen en een vervuiling van het ecosysteem als gevolg (Veldhuisen, 2007). !Het begrip autarkie komt oorspronkelijk uit de economie en doelt op het streven naar economische onafhankelijkheid van een staat. Een dergelijke staat is volledig zelfvoorzienend en dus niet (of nauwelijks) afhankelijk van andere staten voor invoer van goederen. Autarkie gaat hier dus gepaard met een ‘politiek van afzondering’ (Vollaard, 2003). Tegenwoordig ligt de nadruk bij autarkie meer op de individu die streeft naar een minder afhankelijk (van anderen, de maatschappij, de overheid) bestaan. Hoewel een autarkische of zelfvoorzienende woning onafhankelijk kan functioneren van netwerken voor voedsel, energie, gas, water, riolering en afvalverwerking is het niet ook meteen een anti-maatschappelijke woning (Vollaard, 2003). De ‘nieuwe stijl’ van zelfvoorzienend leven - vaak in nauw verband met het gewilde particulier opdrachtgeverschap - gaat om het invloed kunnen uitoefenen op de (duurzame) eigen leefomgeving en manier van leven, waarbij kostenbeheersing een belangrijk thema is (Hartog, 2005). De mate van duurzaamheid die een eigen stroomvoorziening, afvalverwerking en schoonwater opwekking impliceert, draagt bij aan het ’ontlasten’ van de maatschappij en vooral het ecosysteem. !3.2.1 Zelfvoorzienend gebouw Voor de begripsbepaling van een ‘zelfvoorzienend gebouw’ wordt de definitie van de Rijksoverheid gehanteerd: !

“Een gebouw dat voorziet in de opwekking van de benodigde eigen energie en daarnaast voor zover mogelijk een gesloten kringloop kent ten aanzien van water en afval” (2009). !

Om tot een zelfvoorzienend gebouw te komen zijn een groot aantal (technische) maatregelen nodig, die verdeeld kunnen worden onder een viertal thema’s, te weten: energie, water, afval en bouw/ruimte. De eerste drie thema’s komen voort uit de principe’s van autarkie (nieuwe stijl). Het thema ‘bouw en ruimte’ omvat zaken als de materialisatie, passieve ingrepen en locatie en oriëntatie. Als aanvulling wordt in dit laatste thema ook de geschiktheid van materialen/bouwmethoden voor tiny houses onder de loep genomen. !

Deelvraag 2: “Hoe wordt zelfvoorzienend gedefinieerd, welke toepassingen en technieken zijn er om een zelfvoorzienende woning te bouwen en welke zijn daarvan potentieel geschikt voor zelfvoorzienende tiny houses?”

� van �13 58

Page 16: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

3.2.1.1 Off-grid Wanneer een gebouw kan voorzien in de opwekking van de benodigde energie wordt in dit onderzoek gesproken over zelfvoorziening, maar waar blijft de overtollige energie? Ook als de waterkringloop gesloten is spreekt men van zelfvoor-ziening, maar waar wordt het water gewonnen? Het antwoord op deze vragen kan meerdere kanten op gaan, welke kant dat is hangt af of we van een circulaire economie of een gesloten economie spreken. !1) lineaire economie: winning - maken - leveren - gebruiken - weggooien

“In het huidige lineaire systeem worden grondstoffen omgezet in producten die aan het einde van hun levensduur worden vernietigd” (MVO, 2015). !

2) circulaire economie: winning - maken - leveren - gebruiken - recyclen - maken - leveren - gebruiken etc. “De circulaire economie is een economisch systeem dat bedoeld is om herbruikbaarheid van producten en grondstoffen te maximaliseren en waardevernietiging te minimaliseren” (MVO, 2015). !

3) gesloten economie: lokale winning - maken - gebruiken - lokaal recyclen - maken - gebruiken etc. “Een economie of economisch model zonder transacties met het buitenland” (Lycaeus, 2015). In dit onderzoek wordt een gesloten economie gezien als “economisch systeem dat onafhankelijk is van het net, bedoeld om herbruikbaarheid van producten en grondstoffen te maximaliseren en waardevernietiging te minimaliseren”. !

In de wereld van autarkie is het verschil tussen een circulaire economie en een gesloten economie waar de grondstoffen vandaan komen en/of naartoe gaan. Bijvoorbeeld: in een circulaire economie wordt schoon drinkwater geleverd door het net en na (her)gebruik gaat het terug naar het oppervlaktewater. In een gesloten economie wordt hemelwater, grondwater of oppervlaktewater lokaal (op eigen terrein) gewonnen, gefilterd tot drinkwaterkwaliteit en na (her)gebruik gaat het terug naar het oppervlaktewater (zie figuur 1). Binnen het thema energie wordt bij een circulaire economie overtollige opgewekte stroom terug geleverd aan het net, terwijl die stroom bij een gesloten economie lokaal (op eigen terrein) wordt opgeslagen met behulp van bijvoorbeeld een accu. !

� Figuur 1: kringloop water circulaire economie (links) en gesloten economie (rechts) !

Wanneer een zelfvoorzienende woning volgens het gesloten economie principe wordt gebouwd dan spreken we van off-grid. De woning is dan volledig onafhankelijk van het net. In dit onderzoek worden de mogelijkheden om off-grid te zijn bekeken. (om een off grid Tiny house te realiseren) Echter is het off-grid zijn niet noodzakelijk om van een zelfvoorzienende woning te kunnen spreken.

� van �14 58

Page 17: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

3.3 Verkenning toepassingen en technieken In deze paragraaf worden de mogelijke toepassingen en technieken per thema geïdentificeerd. !3.3.1 Energie Van de totale CO2 uitstoot in Nederland is ongeveer 30% afkomstig van huishoudens. Door zijn formaat zal een tiny house altijd minder CO2 uitstoten. Het zelf produceren van (duurzame) energie zorgt ervoor dat er helemaal geen CO2 vrijkomt. Om een zo energiezuinig mogelijk ontwerp te maken zullen de richtlijnen van Trias Energetica worden gehanteerd (figuur 2), waarbij stap 3 ‘gebruik fossiele brandstoffen efficiënt’ geheel wordt vermeden. Om een tiny house zelfvoorzienend te maken moet in de gehele energiebehoefte worden voldaan. Dit betekent dat de volledige energie vraag in eigen beheer wordt opgewekt. Daarnaast is het streven dat alle overtollige energie wordt opgeslagen in een accu op locatie. Er kan dan geen stroom worden afgenomen van het elektriciteitsnetwerk en wordt ook geen stroom terug geleverd. Voor de energiebehoefte is er een alternatief systeem nodig. Hiervoor is het praktisch om inzicht te hebben in de energiebehoefte alvorens alternatieve toepassingen en technieken te identificeren.

� Figuur 2: trias energetica !

Energiebehoefte Het elektriciteitsverbruik van huishoudens nam tot 2008 alleen maar toe. De laatste jaren is er sprake van een lichte daling als gevolg van het toepassen van energiebesparende maatregelen (ECN, 2014, p. 16). Het gemiddelde verbruik per huis-houden ligt op 3.495 kWh (in 2008 was dit nog ca. 3.600 kWh). Een tiny house zal doorgaans bewoond worden door één of twee personen. Het gemiddelde verbruik voor een tweepersoonshuishouden is 2.990 kWh (RVO, 2015). Uit tabel 1 is af te lezen dat het elektriciteitsverbruik van een woning van 50 m2 gemiddeld 1.750 kWh is. Dit is exclusief besparende/duurzame maatregelen waardoor de energievraag nog verder zal dalen. !

Tabel 1: gemiddeld elektriciteitsverbruik per m2 in 2011 (Clocquet, 2012, p. 8) !Een tiny house bewoner of gezin heeft andere behoeften en gewoonten dan de mensen waarop de gemiddelden zijn berust. Zo zullen de bewoner(s) eerder een laptop of tablet in huis hebben dan een desktop computer, vanwege de ruimte inname.

gemiddeld elektriciteitsverbruik per huishouden per m2 is 35 kWh !gebruiksoppervlak 100 m2 gebruiksoppervlak 150 m2 gebruiksoppervlak 125 m2

!!3500 kWh 1750 kWh

875 kWh

� van �15 58

Page 18: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

Ook kan aangenomen worden dat in een tiny house één TV aanwezig is, terwijl het gemiddelde huishouden 1,7 TV’s in gebruik heeft (Joris, 2016). Er is gemiddeld minder verlichting in een kleiner huis en beperkte ruimte voor apparatuur, waar-door er wel een wasmachine maar geen wasdroger in huis staat. Aan de hand van deze gegevens is een schatting gemaakt van het elektriciteitsverbruik van een tiny house huishouden met een tiny levensstijl (tabel 2), dit is 907 kWh/jaar. Dit is exclusief elektriciteit benodigd voor installaties zoals CV ketels, warmtepompen etc. omdat nu nog niet gezegd kan worden welke technieken zullen worden toegepast. !

Tabel 2: elektriciteitsverbruik tiny house huishouden (Milieucentraal, 2016; Stofberg, 2010, p. 230) !Naast elektriciteit is er ook energie nodig voor verwarming (ruimteverwarming en warm tapwater). Van die energie gaat 80% naar verwarming en 20% naar warm tapwater. Traditioneel wordt een woning verwarmd met behulp van aardgas, aangezien dit een fossiele brandstof is moet een alternatief worden gevonden. Stadsverwarming is en schonere manier van verwarmen omdat restwarmte wordt gebruikt, maar dit betekent een kostbare aanleg en aansluiting aan het net. Bovendien is stadswarmte een restproduct van kolen gestookte centrales. !Energie wordt met behulp van bijvoorbeeld collectoren of een warmtepomp omgezet in warmte en is een heel goed alternatief voor aardgas en stadsverwarming. Hoewel in een tiny house ongeveer evenveel energie voor het verwarmen van tapwater zal worden gebruikt als in een standaard eengezinswoning met dezelfde gezinssamenstelling, geldt dit niet voor ruimteverwarming. Er is immers veel minder ruimte en bovendien wordt er zeer waarschijnlijk gebruik gemaakt van een verwarmingsbron met een hoger rendement. Leverancier Nefit zegt: “de vuistregel voor de energiebehoefte van een woning is tussen de 30 W/m2 en 100 W/m2 vloeroppervlak, afhankelijk van de gebruikte isolatie” (2013, p. 3). Als naast verwarming ook warm tapwater moet worden geproduceerd dan kan een vuistregel van 0,2 kW per persoon worden aangehouden (Nefit, 2013, p. 3). !

Tabel 3: energiebehoefte verwarming en warm tapwater

LED verlichting 50 kWh/jaar

koelvriescombinatie A 150 kWh/jaar

inductie kookplaat 175 kWh/jaar

afzuigkap 15 kWh/jaar

wasmachine A 100 kWh/jaar

LED-TV 32 inch A 50 kWh/jaar

laptop 55 kWh/jaar

diverse (stofzuiger, waterkoker etc.) 250 kWh/jaar

totaal 907 kWh/jaar

energiebehoefte: verwarming goed geïsoleerde woning 30 W/m2; tapwater 0,2 kW per persoon !verwarming, GBO 150 m2 verwarming, GBO 150 m2 verwarming, GBO 125 m2 !warm tapwater, 2 persoonshuishouden

!!!4,5 kW 1,5 kW

0,75 kW !0,4 kW

!!!7425 kWh 2475 kWh 1238 kWh !

660 kWh

� van �16 58

De volgende apparaten worden (vaak) niet toegepast in een tiny house:

wasdroger A 100 kWh/jaar

vaatwasser A 230 kWh/jaar

dekstop computer 230 kWh/jaar

Page 19: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

Volgens een berekening van ECN heeft een installatie in theorie bij Nederlands klimaat 1650 vollast uren per jaar nodig om volledig aan de warmtebehoefte te kunnen voldoen (2003, p. 27). Op basis van een gebruikersoppervlak van 50 m2 is de energiebehoefte dus ongeveer 3.135 kWh (1,5+0,4 kW x 1650 uur), dat is 63 kWh per m2. !Energievraag beperken Om te beginnen zijn er een aantal passieve maatregelen die de energievraag verkleinen. Deze maatregelen gelden altijd, niet specifiek voor tiny houses. De passieve (basis) maatregelen worden besproken in paragraaf 3.3.4 Bouw en ruimte. De energievraag kan verder worden beperkt door hergebruik van energie, ofwel het gebruiken van warmte uit reststromen. De bekendste toepassing is warmteterugwinning (WTW). Reststromen uit douchewater en afgevoerde ventilatie-lucht worden teruggewonnen met een WTW unit. Tegenwoordig wordt WTW ook gebruikt op het riool, omdat ca. 30% van de warmteverliezen via de riolering plaatsvindt (RVO, 2014, p. 7). Deze toepassing is met name geschikt voor een (tiny) house wanneer deze niet off-grid is, omdat er anders geen aansluiting op rioleringsnet is. Een andere optie is restwarmte benutten uit de nabije omgeving, maar ook dit is geen goede optie als men volledig onafhankelijk (van anderen) wil zijn. !Energiewinning De energievraag bestaat in eerste instantie uit elektriciteit voor het gebruik van apparaten in en om het huis. Op woning-bouwniveau kan energie worden opgewekt uit zon en wind. !ZONNE-ENERGIE Het opwekken van stroom uit zonne-energie wordt doorgaans gedaan middels zonnepanelen, ofwel een fotovoltaïsch paneel. De sterkte van de zonnestraling varieert gedurende de dag, het jaar en de weersomstandigheden. Zonne-energie wordt uitgedrukt in uren volle zon per vierkante meter: 1 uur volle zon levert 1 kWh/m2 op. De oriëntatie en hellingshoek van de zonnepanelen zijn van belang voor de opbrengst. In Nederland geldt dat panelen gericht op het zuiden onder een hoek van 35 graden voor een maximale opbrengst zorgen. De opbrengst van een zonnepaneel wordt uitgedrukt in Wattpiek (WP): de hoeveelheid stroom die 1 kWh/m onder ideale omstandigheden oplevert vermenigvuldigd met een factor 0.85, omdat er in Nederland zelden sprake is van ‘ideale omstandigheden’. !De capaciteit is een belangrijk gegeven bij de selectie van een zonnepaneel. Zeker als het gaat om een klein (dak)oppervlak, zoals bij een tiny house het geval is. Echter, hoe hoger de capaciteit hoe duurder het product. Als er een kostenbewuste keuze wordt gemaakt dan dient de beste verhouding tussen capaciteit en prijs gevonden te worden. Een alternatieve locatie voor zonnepanelen (bijv. op een overkapping of op de grond plaatsen) kan ook uitkomst bieden, hierbij geldt wel dat een dergelijke ruimte aanwezig moet zijn voor deze toepassing. In tabel 2 is de energievraag voor een eenpersoonshuishouden berekend: 907 kWh per jaar. De energievraag per dag bedraagt 2,5 kWh. Als er volledig in de energievraag wordt voorzien met zonne-energie dan moet het systeem ook in de maanden met minder zon voldoende stroom opwekken. In onderstaand schema (tabel 4) is het aantal zonuren gemiddeld per maand af te lezen, alsmede een berekening van de opbrengst als wordt uitgegaan van 25 m2 dakoppervlak en een zonnepaneel met een capaciteit van 250 WP. De maand november telt de minste uren zon en heeft daardoor een opbrengst van 6,5 kWh (> 2,5 kWh) per dag. Het is in theorie dus mogelijk om in de volledige energievraag te voorzien door het gebruik van PV-panelen. !!!!!

� van �17 58

Page 20: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

Tabel 4: opbrengst zonnepanelen dakoppervlak 25 m2, bron: gemiddelde zonneschijnduur per maand in Nederland (KNMI, 2015, p. 8) !Als alternatief voor PV-panelen is er een scala aan andere zonne-energie opwekkers, zoals: zonnepannen (dakpannen voorzien van zonnecellen), zonnegevels (zonnecellen geïntegreerd in de gevel), ‘solar windows’ (zonnecellen als coating op glas) en ‘solar roads’ (zonnecellen verwerkt in het wegdek). Het nadeel van deze toepassingen is dat het rendement nog veel lager ligt. Zo heeft een solar window een capaciteit van slechts 42 WP/m2, tegenover gemiddeld 150 WP/m2 - maar verkrijgbaar tot ca. 300 WP/m2 - bij een zonnepaneel. Hoewel de energievraag ook kleiner is, blijft het moeilijk om met een klein gebouw aan de totale vraag te voldoen wanneer de capaciteit van de toepassing niet optimaal is. De opbrengst van zonnesystemen aan de gevel is 70-75% van een optimaal georiënteerd zonnepaneel (Agentschap NL, 2011, p. 10). Omdat het geveloppervlak ca. 300% groter is dan het dakoppervlak ligt hier wellicht wel een kans. !!!!!!!!!!!!!

Bron: SolaRoad

opbrengst zonnepanelen

zonuren (u) opbrengst (kWh) zonnepaneel X

per maand per dag per maand per dag capaciteit 250 WP (1,65m2)

januari 67,7 2,2 215,8 7,0 instralingsfactor 0,85

februari 110,7 3,6 352,9 11,4

maart 157,8 5,1 503,0 16,2 dakoppervlak X

april 241,1 7,8 768,5 24,8 25 m2 (zuid, 35º)

mei 222,4 7,2 708,9 22,9 25 / 1,65 = 15 stuks

juni 241,3 7,8 769,1 24,8

juli 224,3 7,2 715,0 23,1

augustus 219,0 7,1 698,1 22,5

september 156,8 5,1 499,8 16,1

oktober 114,6 3,7 365,3 11,8

november 63,3 2,0 201,8 6,5

december 74,8 2,4 238,4 7,7

per jaar 1.893,8 6.036,5

� van �18 58

Page 21: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

KLEINE WINDTURBINES Het opwekken van stroom uit wind-energie wordt doorgaans gedaan middels windturbines. De traditionele windturbine is door zijn afmetingen uiteraard niet geschikt voor een woning van formaat, laat staan een tiny house. Kleine windturbines, ook wel stedelijke windturbines of urban turbines genoemd, kunnen echter een (bescheiden) bijdrage leveren aan de energie-opwekking. Omdat deze kleine windturbines speciaal voor toepassing op woningbouw niveau ontwikkelt zijn, functioneren ze optimaal in de bebouwde omgeving en kunnen ze abrupte windvlagen goed weerstaan (Cace & Horst, 2007, p. 23). Een groot voordeel van kleine windturbines is dat ze complementair zijn met zonne-energie. Dat wil zeggen: veel wind gaat meestal gepaard met slecht weer en weinig zon en andersom. Windturbines kunnen alleenstaand meestal niet in de volledige energievraag voorzien, maar vormen wel een goede aanvulling op een techniek voor energiewinning middels zonne-energie. Kleine windturbines zijn te verdelen in twee groepen: horizontale wind-asturbines en verticale windasturbines. “Horizontale windturbines draaien om een as die in in de windrichting staat. Deze turbines hebben doorgaans hetzelfde uiterlijk als de grote windturbines. Verticale windasturbines draaien om een as die loodrecht op de windrichting staat” (Agentschap NL, 2009, p. 46). De nieuwste typen windasturbines zijn bolvormige windturbines, boogvormige bladen vormen een open-gewerkte bol welke zich naar de wind toe draait met behulp van een staart. De energieopwekking uit windturbines hangt af van de windsnelheid, de rotordiameter en het type turbine. Om stroom te produceren heeft een kleine windturbine doorgaans een windsnelheid van ongeveer 5 m/s nodig (Agentschap NL, 2010). Op de windkaart van Nederland (figuur 3) is te zien dat deze windsnelheid enkel wordt behaald langs de kust, met een snelheden van 6,0 tot 7,5 m/s. In het grootste gedeelte van het land is de windsnelheid niet hoger dan 3,5 tot 4,5 m/s. Om een kleine windturbine midden in het land stroom te laten produceren zal deze hoger dan 10 m geplaatst moeten worden. Volgens Agentschap NL “kan aangenomen worden dat op locaties boven de 20 m hoogte voldoende windaanbod is voor het aandrijven van miniturbines” (2010, p. 15). !De opbrengst van een mini windturbine wordt uitgedrukt in kWh/m2/jaar, waarbij het om vierkante meters rotoroppervlak gaat. De rotordiameter ligt tussen de 0,75 en 5 m en de maximale opbrengst is 150-250 kWh/m2. Een optimaal werkende mini windturbine zou dus op jaarbasis 785 kWh stroom op kunnen wekken. Dit is komt niet eens in de buurt van de energievraag en in realiteit zal dit cijfer nog lager liggen. Ook is dit gebaseerd op een rotordiameter van 5 m, veel te groot om op of naast een tiny house te plaatsen. Mini windturbines lijken dus in eerste instantie geen goede toepassing als het gaat om tiny houses. Wel kan er later bekeken worden of deze toepassing uitkomst biedt bij het overbruggen van periodes met weinig zon. !Energieopslag Het opslaan van opgewekte energie kan bij een autonoom systeem middels accu’s of waterstof plaatsvinden. Bij een net gekoppeld systeem wordt de opgewekte energie teruggeleverd aan het lichtnet. Voor een zelfvoorzienend gebouw is het doel om ‘los’ te blijven van het lichtnet. De meest bekende manier van energie-opslag is de accu, maar waar zonne-energie schoon en duurzaam is, blijkt de accu milieubelastend. Net als batterijen bevatten accu's giftige stoffen en bovendien is de grondstof (lithium) waar accu’s van gemaakt worden een eindige bron. Ook zijn er extra omvormers nodig, omdat accu’s gelijkstroom leveren en huishoudelijke apparaten op wisselstroom werken. Tenslotte kost het laden van de accu’s veel tijd, verliezen ze snel

� van �19 58

Figuur 3: Windkaart van Nederland met windsnelheden op 10 m hoogte (bron: KNMI)

Page 22: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

capaciteit (bij 25 ºC is dit ongeveer 20% per jaar) en is de aanschaf duur. De ontwikkeling op het gebied van energieopslag gaat ondertussen wel hard, waardoor de verwachting is dat accu’s over enkele jaren wel interessant zijn. Tot die tijd kan een kleine hoeveelheid accu’s gebruikt worden om een huishouden ’s avonds van energie te voorzien. De meeste elektriciteit wordt immers ’s middags geproduceerd,  precies op het moment dat het verbruik het laagst is (Energie Business, 2014; Milieucentraal, 2016; Schiebaan, 2014). !Het genereren, opslaan en omzetten van waterstof is een andere methode voor energieopslag. Met een electrolyzer wordt elektriciteit omgezet in waterstof en zuurstof. De gegenereerde waterstof wordt onder druk opgeslagen en de vrijgekomen zuurstof wordt gebuikt om water te filteren. Dit systeem bevat en produceert geen schadelijke stoffen zoals bij accu’s het geval is. Wel is er sprake van een dubbel rendement verlies, enerzijds door de batterij en anderzijds door de productie van waterstof. Thuis waterstof produceren is bovendien duur, neemt veel ruimte in beslag en is relatief gevaarlijk.(Energie Business, 2014; Milieucentraal, 2016; Raedts & Wolff, 2011). !Warmtewinning Naast energiewinning voor stroom is er ook energie nodig voor warmte, met name het verwarmen van tapwater en de ruimte. Het rendement van toepassingen en technieken voor warmtewinning wordt uitgedrukt in Coëfficiënt Of Performance (COP): de verhouding tussen de verkregen bruikbare warmte en de daarvoor benodigde aandrijfenergie (Stofberg, 2010). !WARMTEPOMP Een warmtepomp is onderdeel van het verwarmingssysteem dat omgevingswarmte opwaardeert naar bruikbare warmte voor verwarming en warmwaterproductie (Agentschap NL, 2009). Warmtepompen werken elektrisch, waardoor het gebruik van de fossiele brandstof aardgas vermeden kan worden. Aardgas wordt uit de bodem gewonnen, terwijl elektriciteit opgewekt wordt. Het opwekken kost ook weer energie waardoor een verwarmingssysteem met een warmtepomp duurder is dan het gebruik van aardgas. Ondanks dit gegeven levert een warmtepomp twee duidelijke voordelen op: het is goed voor het milieu en duurzaam. Warmtepompen halen warmte uit een bron: de bodem, water of (buiten)lucht. Deze bronnen met een lage temperatuur (laagwaardige energie) worden omgezet naar warmte met hoge een temperatuur (hoogwaardige energie). !Warmte uit de bodem of (grond)water De energiebron bij deze toepassing is bodem/oppervlakte water - waarbij water met een anti-vriestoevoeging door buizen wordt rondgepompt, of grondwater - dat uit de bodem wordt onttrokken- langs een warmtewisselaar gaat en vervolgens weer terug de bodem in wordt gebracht. Het opwekkingsrendement van dit type warmtepompen ligt tussen de 4 en 5 (COP). Het betreft in beide gevallen een installatie die gebonden is aan de plek. Deze gebondenheid past niet goed binnen de principes van tiny housing, omdat deze vaak verplaatsbaar zijn. Bovendien zijn deze (verticale) warmtepompen vaak kostbaar, nemen horizontale warmtepompen veel ruimte (1,5 maal het te verwarmen oppervlak) in en zijn deze warmtepompen vaak vergunningsplichtig (Duurzaam Thuis, 2016). !Naast de gebruikelijke horizontale en verticale systemen is er een nieuwer type bodemwarmtewisselaar dat is ontwikkelt voor locaties waar weinig ruimte beschikbaar is (Agentschap NL, 2009, p. 45). De bodemwarmtewisselaar vervangt de aarde-warmtecollector en wordt gecombineerd met een warmtepomp. Dit systeem zou geschikt kunnen zijn voor een tiny house op een permanente locatie, het rendement ligt echter een stuk lager dan bij grotere systemen. !Warmte uit de lucht De energiebron bij deze toepassing is de buitenlucht en het systeem bestaat uit een binnen- en een buitenelement. Energie, in de vorm van warmte, wordt rechtstreeks uit de buitenlucht getrokken en in het buitenelement omgezet in de juiste

� van �20 58

Page 23: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

temperatuur (verwarming of koeling). Via een warmtewisselaar wordt de warmte afgegeven aan lucht of water. In het geval van lucht (lucht-lucht systeem) gaat dit via het ventilatiesysteem om de woning te verwarmen en bij water (lucht-water systeem) gaat dia via het verwarmingssysteem om de ruimte en warmwater te verwarmen. Er bestaat ook een gecombineerde variant: de lucht-water/lucht warmtepomp. Deze warmtepomp gebruikt ook (buiten)lucht als bron, maar kan de warmte afgeven aan zowel lucht- als watersystemen (Agentschap NL, 2009; Ambrava, z.j.; Duurzaam Thuis, 2016). !Op (ventilatie)lucht werkende warmtepompen zijn niet bodem gebonden en ook niet vergunningsplichtig, de investering is relatief laag omdat er niet geboord hoeft te worden. Buitenlucht als energiebron is echter anticyclisch: de warmtevraag is het grootst als de buitentemperatuur het laagst is (Stofberg, 2010). Het rendement (COP) van deze warmtepompen ligt daarom beduidend lager dan met een bodemwisselaar of grondwater en hierdoor moet het systeem nog vaak gecombineerd worden met een andere verwarmingsbron (Stofberg, 2010). De warmtepomp met buitenlucht als energiebron is in principe geschikt voor toepassing in een tiny house, maar wanneer meerdere systemen nodig zijn voor één doel kan beter naar een ander systeem gezocht worden. Meerdere systemen nemen namelijk meer ruimte in en bovendien is een dergelijke oplossing kostbaar. Wel is het rendement van dit type warmtepompen door nieuwe technieken aan het verbeteren, waardoor het systeem in de toekomst wellicht wel interessant wordt (Warmtepomp-info, 2016). !Warmtepompen kunnen goed gecombineerd worden met lage temperatuur verwarming (LTV) in de vorm van vloer-verwarming, wandverwarming of radiatoren. Deze toepassing zorgt ervoor dat de aanvoertemperatuur van water 55-30 °C is in plaats van 90-70 °C bij een traditionele centrale verwarming. Een lage aanvoertemperatuur zorgt voor een lager energie-verbruik en een hoger rendement van de warmtepomp (Agentschap NL, 2013). Afhankelijk van het rendement kan deze toepassing geschikt zijn voor een tiny house. Daarnaast kan warmte- en koudeopslag (WKO) uitkomst bieden door het verschil tussen aanbod en vraag te overbruggen. De WKO werkt als energiebuffer, hierbij wordt warmte of koude opgeslagen in de bodem. Omdat dit wederom een toepassing in de bodem betreft wordt er in dit onderzoek niet verder op ingegaan. !

� Figuur 4: werking lucht-water warmtepomp (links) en lucht-lucht warmtepomp (bron: Mitsubishi Electric) !

WARMTEPOMPBOILER Een warmtepompboiler is een onderdeel van het verwarmingssysteem dat de warmte uit de afgevoerde ventilatielucht als bron gebruikt om tapwater te verwarmen. De warmte uit de ventilatielucht wordt in de warmtepompboiler afgekoeld van 20 °C naar circa 5 °C en het tapwater wordt opgewarmd van ongeveer 12 naar 55 °C (Altena, 2014). Eens per week wordt de boiler opgewarmd tot minimaal 60 °C, dit is nodig in verband met het doden van legionella bacteriën. Als er een naverwar-

� van �21 58

Page 24: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

mer (ketel) wordt gebruikt is dit niet nodig omdat de naverwarmer dit verzorgt. Het rendement van een warmtepompboiler wordt mede bepaald door de tapwatervraag, maar een gemiddelde COP van 2,36 kan worden aangehouden (Altena, 2014). Door overventilatie in het warmtepompbedrijf ontstaat vaak discomfort. Hoe groter de woning, ventilatiebehoefte en tapwatervraag, hoe kleiner het effect van overventilatie. Er kan dus gesteld worden dat een warmtepompboiler niet geschikt is voor een tiny house. Pas vanaf een COP van 2,9 en zonder overventilatie is een warmtepomp-boiler (financieel) aantrekkelijker dan een HR ketel. Tenslotte kan een warmtepompboiler nooit worden gecombineerd met ventilatiesystemen voorzien van warmteterugwinning (Stofberg, 2010). !ZONNEBOILER Een zonneboiler is een onderdeel van het verwarmingssysteem dat, via zonnecollectoren op het dak, vloeistof (water of antivries) verwarmt met behulp van de zon. De verwarmde vloeistof wordt door een leiding gepompt die door een watervat loopt, waardoor het water opwarmt. Voor het water verbruikt wordt gaat het door een naverwarmer om een minimale temperatuur van 60 °C te bereiken. Er zijn diverse toepassingsmogelijkheden te onderscheiden: !

1. Een zonneboiler voor warm tapwater. Als het water onvoldoende is opgewarmd, stookt een naverwarmer bij. Dit kan een een CV-ketel of een modulerende badgeiser zijn. 2. Een zonneboiler-combi levert naast warm tapwater ook warmte voor ruimteverwarming. Het boilervat bevat een grote watervoorraad. In de bovenzijde van het boilervat is een extra warmtewisselaar opgenomen om het verwarmingssysteem van warmte te voorzien. De bovenzijde van het boilervat wordt op temperatuur gehouden door zonne-energie aangevuld met warmte uit een gasbrander. De zonneboiler-combi is vooral geschikt voor lage temperatuur verwarming zoals vloer- of wandverwarming. Voor (wand)radiatoren is deze optie minder geschikt (maar wel mogelijk), radiatoren maken gebruik van een hogere aanvoertemperatuur waardoor het rendement van het systeem lager uitvalt. 3. Een zonneboiler kan worden gecombineerd met warmteopslag in de bodem. De zonnewarmte van de zomerperiode kan dan in de winter gebruikt worden. In combinatie met een warmtepomp vergroot dit de aardgasbesparing.

Bron: Duurzaam MKB (2014) !Een zonneboiler combineren met warmteopslag in de bodem is geen mogelijkheid voor tiny houses vanwege de bodem gebondenheid. Een zonneboiler-combi is mogelijk wel geschikt, maar er moet worden uitgezocht of een tiny house ruimte biedt voor deze toepassing - met name of er genoeg ruimte op het dak is voor zonnecollectoren en zonnepanelen, voor de collectoren is namelijk 5 tot 10 m2 collector nodig. Ook werkt een zonneboiler-combi anticyclisch: de warmtevraag voor ruimteverwarming is het grootst als het aanbod van zonne-energie het laagst is (Stofberg, 2010). Een zonneboiler voor warmtapwater lijkt daarom meer geschikt. Deze neemt namelijk ook aanzienlijk minder ruimte in, wat weer baten heeft voor een tiny house. Om gebruik van aardgas te voorkomen kan als naverwarmer een elektrische ketel worden gebruikt. Om ruimte te besparen kan de collector worden gecombineerd met watervat (figuur 5). Wanneer voor een bivalent lucht-water/lucht warmtepompsysteem wordt gekozen kan de zonneboiler-combi als ‘back-up’ warmtebron worden gebruikt.

Figuur 5: v.l.n.r. compact systeem, CV-zonneboiler, zonneboiler-combi (Stofberg, 2010, p. 220) !� van �22 58

Page 25: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

PELLETKACHEL OF PELLETKETEL Een pelletkachel is een onderdeel van het verwarmingssysteem dat warmte opwekt middels het verbanden van pellets. Pellets zijn gerecyclede en samengeperste cilindervormige korreltjes gemaakt van zaagmeel en houtafvalsnippers. Er worden dus geen bomen gekapt om pellets te maken waardoor de korrels CO2 neutraal zijn. De hoeveelheid energie geleverd uit 1 m3 pellets is vergelijkbaar met 320 liter aan stookolie (Duurzaam Thuis, 2016). In de kachel bevindt zich een reservoir voor de pellets waar vandaan ze worden vervoert naar de branderpot middels een vijzel. Door het aanzuigen van lucht middels een ventilator wordt de verbranding in werking gezet. Een regelaar bepaald hoeveel pellets worden toegevoegd, dit is afgestemd op de warmtevraag. De warme lucht die ontstaat tijdens de verbranding wordt verspreid door de ruimte waar de pelletkachel staat, net als bij een traditionele houtkachel. Het rendement van een pelletkachel is echter veel hoger, namelijk 85% ten opzichte van 55% bij een houtkachel. !Naast een pelletkachel is er nog een pelletketel. Deze ketel heeft een grotere capaciteit waarmee zowel tapwater als de woning verwarmt kan worden. De pelletketel werkt volgens hetzelfde principe maar is aanzienlijk groter dan een pelletkachel. De pelletketel is aangesloten op de CV ketel en kan ook aangesloten worden op een extra buffer met zonnepanelen en/of zonnecollectoren. Op die manier wordt de capaciteit nog groter. De pelletketel is groter vanwege het grote reservoir voor de pellets, waardoor het systeem slechts eens per week gevuld hoeft te worden. Dit is uiteraard niet interessant voor een tiny house, echter is een pelletkachel wel een mogelijkheid. Belangrijk om op te merken is dat de pelletkachel dagelijks bijgevuld moet worden en er ruimte moet zijn voor de opslag van de pellet-voorraad. Een ander nadeel is de verhoogde uitstraling van fijn stof (Daniëls & Elzenga, 2010). !PVT PANELEN Een innovatie op het gebied van zonne-energie zijn zogenaamde PVT panelen: photovoltaïsch thermisch. Deze panelen wekken zowel elektriciteit als warmte op, waardoor het mogelijk is om één systeem toe te passen voor elektriciteit, verwarm-ing en warm tapwater (figuur 6). Het systeem is feitelijk een combinatie van de eerder beschreven warmtepomp en zonneboiler. De PVT panelen, bestaande uit een zonnecollector met daarop zonnecellen gelamineerd, zijn de energiebron voor de warmtepomp. De panelen maken gebruik van de buitenlucht, daglicht en zonlicht waardoor ze een beter rendement hebben dan bijvoor-beeld een warmtepomp met enkel buitenlucht als bron. De warmtepomp vervangt op zijn beurt de CV ketel die benodigd is bij een zonneboiler systeem. Het PVT paneel functioneert als warmtewisselaar waardoor het systeem in principe altijd werkt, afhankelijk van zonneschijn (Triple Solar, 2016). !Het grootste voordeel van dit systeem in het kader van tiny housing is ruimte besparing. Het dakoppervlak wordt in feite dubbel gebruikt en ook de ondersteunende installaties worden gedeeld. Daarnaast kent het systeem een grote capaciteit (520 Wp en 3,0 GJ) per vierkante meter. PVT panelen lijken de meest geschikte toepassing voor zowel elektriciteit als warmte. Echter, doordat dit product relatief nieuw is, kan het kostbaar zijn en is het wellicht (nog) niet geheel betrouwbaar. !

Figuur 6: Werking systeem met PVT panelen (bron: Triple Solar)

� van �23 58

Page 26: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

3.3.2 Water Om een tiny house zelfvoorzienend te maken dient de waterkringloop zoveel mogelijk gesloten te zijn. Dit wil zeggen dat er - zover mogelijk - zelf in de waterbehoefte wordt voorzien en er dus geen aansluiting aan het waterleidingnetwerk is. Voor de waterbehoefte is er een alternatief systeem nodig dat in schoondrinkwater kan voorzien. Hiervoor is het praktisch om inzicht te hebben in de waterbehoefte alvorens alternatieve toepassingen en technieken te identificeren. !Waterbehoefte Het waterverbruik is de afgelopen jaren aanzienlijk verlaagd. Waar men in 1990 nog gemiddeld 149 liter per persoon per dag verbruikte, is dat in 2013 al afgenomen naar 119 liter per persoon per dag (Vewin, 2015). De voornaamste reden hiervoor is dat vaatwassers, wasmachines, toiletten etc. zuiniger zijn geworden. De grootste verbruikers zijn de douche (gemiddeld 51,4 liter per persoon per dag) en het toilet (gemiddeld 33,8 liter per persoon per dag). Een tiny house zal doorgaans bewoond worden door een- of tweepersoonshuishoudens. Het gemiddelde waterverbruik - zoals berekend in tabel 5 - van een eenpersoonshuishouden is 42,2 m3 per jaar en bij een tweepersoonshuishouden is dat 84,4 m3 per jaar. !

Tabel 5: gemiddeld waterverbruik per persoon in 2013 (Vewin, 2015) !Waterbesparing Voordat er alternatieve watersystemen worden bekeken loont het om te bepalen met welke toepassingen/technieken water kan worden bespaard, daarmee wordt de vraag kleiner. !WATERBESPAREND TOILET Er zijn verschillende mogelijkheden om water te besparen met alternatieve toiletsystemen. De meest simpele oplossing is een waterbesparend toilet. Waar een standaard toilet 6 liter per spoeling gebruikt, is dit voor een waterbesparend toilet slechts 2 liter (spoelbeurt bij urine) of 4 liter (spoelbeurt bij fecaliën). Dit bespaart zo’n 6.000 liter per persoon per jaar (Praktisch Duurzaam, 2011). Daarnaast is er een scheidingstoilet, waarbij urine en fecaliën bij de bron worden gescheiden. Urine loopt hierbij door een afvoergat weg, waardoor spoelen niet nodig is. Fecaliën worden weggespoeld met 4 liter water en komen vervolgens in een reservoir terecht. Het waterverbruik van een scheidingstoilet is minder dan 2.000 liter per persoon per jaar. Bovendien kan de afvoer van de urine worden aangesloten op een waterzuiveringssysteem. !Een composttoilet heeft geen water nodig en hoeft daarom niet op een riool te worden aangesloten. Het toilet wordt op een composteringstank geplaatst en door gebruik van biologische processen - en met behulp van stro of hennepsnippers en zuurstof - wordt het afval tot compost verwerkt. Door verdamping en compostering neemt het volume in 5 jaar ca. 98% af (Praktisch Duurzaam, 2011). Hierdoor hoeven grotere composteringstanken zelden geleegd te worden. Een nadeel van een composttoilet zonder grote tank is dat het legen als onprettig wordt ervaren. Door het gebruik van een composttoilet neemt de watervraag af met 12,3 m3 per persoon per jaar. Een ander groot voordeel is dat het afvalwater niet wordt vervuild met zwart water, waardoor het makkelijker te zuiveren is. !

douche toiletspoeling wasmachine wastafel afwassen, hand + vaatwasmachine overige (koken, koffie/thee, drinken) totaal

51,4 liter 33,8 liter 14,3 liter

5,2 liter 5,6 liter 5,4 liter

115,7 liter

� van �24 58

Page 27: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

WATERBESPARENDE DOUCHEKOP Een ‘standaard’ douchekop laat zo’n 10 liter water per minuut door. Een waterbesparende douchekop verbruikt tussen de 4,2 en 6,9 liter (klasse Z) per minuut (Praktisch Duurzaam, 2011). Door het toepassen van een waterbesparende douchekop (verbruik 6,9 liter per minuut) neemt de vraag op jaarbasis af met 6,2 m3 per persoon. !HERGEBRUIK DOUCHEWATER VOOR DE WASMACHINE Water dat voor de douche is gebruikt kan (opnieuw) worden gezuiverd en hergebruikt voor de wasmachine. Op het zuiveringsproces wordt later in deze paragraaf verder ingegaan. Hiermee valt het waterverbruik voor de wasmachine weg. Dit bespaart op jaarbasis per persoon 5,2 m3. !Het toepassen van alle bovengenoemde maatregelen resulteert in een drastische verlaging van het waterverbruik. Voor een eenpersoonshuishouden is dit een besparing van ruim 60% van het totale waterverbruik (tabel 6): 18,5 m3 per jaar. !

Tabel 6: resterende waterbehoefte per persoon per jaar !Waterwinning Het produceren van eigen drink- en/of douchewater begint bij het onttrekken van water aan het milieu. Dit kan hemelwater (regen, sneeuw en hagel), grondwater of oppervlaktewater zijn. !HEMELWATER Het opvangen van hemelwater via het dak is de meest effectieve manier van waterwinning. Volgens het KNMI (2016) valt er per jaar gemiddeld 847 mm neerslag, berekend uit de gegevens van 2010 t/m 2015. Om in de resterende waterbehoefte te voorzien is 24,3 m2 dakoppervlak nodig bij een platdak en 27,3 m2 bij een hellend dak (tabel 7). Een tiny house heeft een oppervlak van maximaal 50 m2 en daarmee is het mogelijk om aan de water vraag te voldoen. De verwachting is echter dat het vloeroppervlak - en daarmee het dakoppervlak - kleiner zal zijn. Pas wanneer het dakoppervlak kleiner is dan 25 m2 zal de wateropbrengst te weinig zijn. Echter, wanneer een tiny house bewoond wordt door twee personen, is de watervraag twee keer zo groot (37 m3) en zal ongeveer de helft van het water elders vandaan moet komen. Het is een mogelijkheid om het eigen afvalwater, na zuivering, opnieuw te gebruiken. Hierdoor ontstaat een volledig gesloten cirkel. Op deze techniek wordt verder ingegaan in paragraaf 3.3.3. Afval. Ook kan hemelwater op een tweede locatie worden afgevangen, bijvoorbeeld in een reservoir of een overkapping/veranda aan de woning of elders op het eigen terrein. !

Tabel 7: benodigd dakoppervlak !

waterverbruik eenpersoonshuishouden waterbesparing composttoilet waterbesparing douchekop hergebruik douchewater voor wasmachine resterende waterbehoefte

42,2 m3 12,3 m3

6,2 m3 5,2 m3

18,5 m3

waterbehoefte 18,5 m3 neerslag p/j 847 mm !zadeldak: 18,5 / (0,847 x 0,9) = 24,3 m2 platdak: 18,5 / (0,847 x 0,8) = 27,3 m2

Afvloeiingscoëfficiënt: zadeldak y = 0,9 platdak y = 0,8 groendak y = 0,2

� van �25 58

Page 28: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

De waterbehoefte per persoon per dag is gemiddeld 51 liter (18.500 / 365). Wanneer hemelwater de enige waterbron vormt is het van belang dat er ook voldoende water is om een droge periode te overbruggen. Uit tabel 8 is af te lezen dat in de maand april de minste neerslag valt, waardoor de wateropbrengst gemiddeld 37 liter per dag is. Dit betekend een te kort van 14 liter water per dag en dat is over een maand gezien 420 liter. Ook kan alle regen in het begin of juist aan het einde van de maand vallen. Om deze perioden te overbruggen is een watervoorraad - in de vorm van een waterreservoir - nodig. Volgens het KNMI (2016) verschilt het verloop van neerslag sterk, waardoor perioden van droogte moeilijk te vergelijken zijn. Als een droge periode van 2 weken overbrugt moet worden dan is bij normaal waterverbruik een waterreservoir van ca. 750 liter (14 dagen x 51 liter = 714 liter) voldoende. Een watervat voor 3 weken (1.000 liter) of 4 weken (1.500 liter) is mogelijk. In de ontwerpfase zal voor een tiny house bepaald moeten worden hoeveel ruimte er is voor een waterreservoir. !

Tabel 8: opbrengst hemelwater dakoppervlak 25 m2, bron: klimatologie maandoverzichten (KNMI, 2015) !GRONDWATER EN OPPERVLAKTEWATER Ongeveer 60% van het Nederlandse drinkwater wordt bereid uit grondwater. Grondwater is een combinatie van regenwater en oppervlaktewater dat de grond in is gesijpeld. Het is daardoor al op een natuurlijke manier gezuiverd, waardoor grondwater doorgaans zeer schoon is en nauwelijks zuivering behoeft (Vewin, 2015, p. 1). Oppervlaktewater geniet deze natuurlijke zuivering niet en vraagt daarom om een wezenlijk andere productiemethode. Daarbij komt nog eens dat het oppervlaktewater vervuilt wordt door bewoners, industrie en landbouw. Om deze vervuiling eruit te zuiveren zijn geavanceerde technieken nodig, die veel energie, tijd en geld kosten. Zo is voorzuivering van oppervlaktewater een proces dat 5 maanden duurt. Ook moet rekening worden gehouden met een variërende waterkwaliteit (Vewin, 2015, p. 7). Opper-vlaktewater blijkt dus geen geen geschikte bron voor drinkwater productie in eigen beheer. !Drinkwater productiebedrijven halen grondwater van zo’n 100 meter diepte. Dat doen zij om een zo hoog mogelijke kwaliteit water te winnen. In particulier gebruik is een dergelijke techniek veel te kostbaar. Het is wel mogelijk om een waterput te slaan op bijvoorbeeld 10 meter diepte. Het nadeel is dat dit water sterker vervuilt is en zuivering daardoor een complexer proces wordt. Grondwater kan ook enkel gebruikt worden voor het sproeien van de tuin, de wasmachine, ramen wassen, het

regen (mm) opbrengst (liter) dakoppervlak X

per maand per dag per maand

per dag 25 m2 (hellend dak)

januari 73 2,4 1.825 59

februari 55 2,0 1.375 49

maart 68 2,2 1.700 55

april 44 1,5 1.100 37

mei 61 2,0 1.525 49

juni 68 2,3 1.700 57

juli 78 2,5 1.950 63

augustus 78 2,5 1.950 63

september 78 2,6 1.950 65

oktober 83 2,7 2.075 67

november 82 2,7 2.050 68

december 80 2,6 2.000 65

per jaar 847 21.200

� van �26 58

Page 29: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

toilet spoelen e.d. Echter bevat grondwater vaak veel ijzer, waardoor - wanneer ongezuiverd - overal roest zal ontstaan (Remon, z.j.). Grondwater en oppervlaktewater zijn geen geschikte bronnen voor water in het kader van tiny housing. !Waterzuivering Om het opgevangen hemelwater te verwerken tot bruikbaar (drink)water komen twee processen aan de orde, te weten: het water zuiveren tot een geschikte kwaliteit voor huishoudelijk gebruik (wasmachine, toilet) en het water verder zuiveren tot een geschikte kwaliteit voor consumptie (drinken, koken, douchen). !IBA SYSTEMEN Het eerste proces kan gaan via een IBA (Individuele Behandeling Afvalwater). Dit kan een septic tank, een IBA-compact systeem (ook wel technische IBA genoemd) of een helofytenfilter zijn. IBA’s worden gewaardeerd aan de hand van een Beoordelingsrichtlijn (BRL) voor decentrale afvalwaterzuivering, te weten: IBA klasse 1, 2, 3A en 3B (Global Wetlands, 2015). Hoe hoger de klasse, hoe hoger het rendement en hoe lager de milieubelasting (als het water na zuivering geloosd wordt). IBA klasse 3B is het meest geschikt voor huishoudwater toepassingen en waterhergebruik (Global Wetlands, 2014). !De septic tank wordt buiten beschouwing gelaten omdat deze enkel gericht is op zwart afvalwater. IBA-compact systemen zijn, de naam zegt het al, compact uitgevoerd. Het systeem bestaat vaak uit één tank die doorgaans in de grond geplaatst wordt, waarbij het water in fasen wordt gezuiverd. Het is ook mogelijk om de tank bovengronds te plaatsen, maar deze neemt - ondanks wat zijn naam suggereert - aanzienlijk veel ruimte in. De kleinste uitvoering is geschikt voor 5 personen. Het IBA-compact systeem wordt geleverd in IBA klasse 2 en 3A. !Helofytenfilters zijn de meest natuurlijke zuiveringssystemen. Ze bestaan uit een plantenfilter (oeverplanten) en daaronder lagen zand, grind en schelpen waarlangs hemelwater en/of grijs afvalwater naar beneden zakt. Boven water groeien moerasplanten (de helofyten) en leven vele soorten insecten die het vuil uit het water eten. Onder water leven miljarden micro organismen die samen met de wortels van de helofyten het water zuiveren (Global Wetlands, 2016; Kilian, 2016). Naast de helofytenfilter zelf zijn er een aantal andere onderdelen waar rekening mee moet worden gehouden: een vetafscheider (de eerste zuiveringstechniek), drainage onder de helofytenfilter en een controleput. Helofytenfilters hebben een zeer hoog zuiveringsrendement, zijn ongevoelig voor storingen en verbruiken zeer weinig elektriciteit. Wanneer het water uit het zuiveringssystemen komt is het schoon, helder en reukloos en geschikt om mee te wassen en eventueel het toilet mee te spoelen. In de regel worden helofytenfilters uitgevoerd als moeraslandschappen, maar het is ook mogelijk om ze in (verplaatsbare) bakken te bouwen of zelfs op het dak of aan de gevel. Helofytenfilters zijn toepasbaar voor kleine huishoudens omdat ze op het aantal gebruiker(s) worden ontworpen.

Figuur 7: principe werking verticaal doorstromende helofytenfilter (bron: Global Wetlands, 2014) !� van �27 58

Page 30: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

Helofytenfilters bestaan in twee varianten, te weten: verticaal doorstromende helofytenfilters (klasse 3B) geschikt voor zwaar vervuild water, en horizontaal doorstromende helofytenfilters (klasse 3A) geschikt voor licht tot matig vervuild water. Verticale doorstroming gaat met behulp van een pomp, terwijl horizontale doorstroming onder vrije verval gaat. Verticaal doorstrom-ende filters zijn voorzien van een extra toevoegingen zodat fosfaat uit het water kan worden gezuiverd. Dit is in principe niet nodig bij het zuiveren van hemelwater, maar wel vereist wanneer naast hemelwater ook afvalwater moet worden gezuiverd. !Het IBA-compact systeem is minder betrouwbaar dan de helofytenfilter, maar - indien ondergronds geplaatst - neemt hij minder ruimte in. IBA-compact systemen zijn echter niet verplaatsbaar. Helofytenfilters kunnen in principe wel verplaatsbaar worden uitgevoerd. Helofytenfilters zijn betrouwbaarder, zuiveren tot een hoger niveau en kunnen afgestemd worden op de vraag. Hierdoor is dit systeem een geschikte keuze voor een tiny house. !NAZUIVEREN Om het gezuiverde water ook geschikt te maken voor consumptie wordt het een tweede keer gezuiverd. Dit gebeurd in twee delen. Eerst gaat het water door een UV-filterinstallatie zodat schadelijke bacteriën worden gedood, daarna worden de laatste bacteriën door middel van membraanfiltratie verwijderd. Er zijn verschillende technieken voor membraanfiltratie, de grootte van de poriën in het membraan bepalen welke deeltjes worden doorgelaten en welke niet. Omgekeerde osmose is de techniek met de fijnste poriën waardoor het membraan enkel watermoleculen doorlaat en geen andere stoffen (zout, ijzer, kalk, medicijnresten, chemicaliën e.d.) die in het water zitten. Omgekeerde osmose is een techniek waarbij water, met behulp van een pomp, met grote kracht door het membraan wordt geperst. Het wordt ‘omgekeerd’ genoemd omdat de kracht in richting van het gezuiverde water beweegt in plaats van in de richting van het ‘afvalwater’ (wat bij de techniek osmose het geval is). Voor het membraan blijven alle stoffen achter (het ‘afvalwater’), terwijl achter het membraan gezuiverd water overblijft dat voldoet aan kwaliteitseisen van Nederlands drinkwater (Global Wetlands, 2016; Pure Water, z.j.). !Het rendement van de installatie wordt uitgedrukt in procenten, waarbij een rendement van 60% op 100 liter water 60 liter drinkwater en 40 liter afvalwater produceert. De capaciteit van de omgekeerde osmose, samen met het rendement, bepalen hoeveel water er uiteindelijk (per dag) geproduceerd wordt. Een rendement van 80% is vaak haalbaar. Met behulp van de UV-filterinstallatie wordt hemelwater en/of door een helofytenfilter gezuiverd afvalwater, verwerkt tot water dat geschikt is om mee te douchen en wassen. Een deel van dat water kan vervolgens met behulp van omgekeerde osmose tot drinkwater worden gezuiverd. Door enkel het water dat bedoelt is voor consumptie te zuiveren met omgekeerde osmose wordt veel energie bespaard en gaat bovendien het rendement omhoog. De filterinstallatie neemt niet veel ruimte in - hij past bijvoorbeeld in een bovenkastje van de keuken - en is daardoor goed toe te passen in een tiny house. !3.3.3 Afval Bij zelfvoorzienend zijn hoort het minimaliseren en/of hergebruiken van afval. Het concept Cradle2Cradle stelt: afval = voedsel, elk materiaal kan volledig hergebruikt worden zonder dat het aan waarde verliest. Een gebouw kent verschillende afvalstromen, te weten: afvalwater, energie reststromen en overig afval. ‘Overig’ afval - zoals GFT, glas, plastic en papier - dient volledig gescheiden te worden om verdere recycling (of upcycling) mogelijk te maken. Organisch afval kan op eigen terrein gecomposteerd worden. Deze afvalstroom wordt binnen de kaders van dit onderzoek niet onderzocht. Als we het over afval uit energie hebben dan bedoelen we reststromen van warmte, zoals warm douchewater dat door het putje spoelt. Het terug-winnen van deze stroom zodat deze opnieuw gebruikt kan worden is de belangrijkste manier om energie-afval te minimaliseren (dit staat beschreven in paragraaf 3.3.1 energie). De laatste - en grootste - reststroom is afvalwater. Al het water dat verbruikt wordt en vervolgens in een putje verdwijnt of via een apparaat wordt afgevoerd kan opnieuw benut worden. !!

� van �28 58

Page 31: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

AFVALWATER Het zuiveren van huishoudelijk afvalwater is een cruciaal onderdeel om tot een gesloten waterkringloop te komen. Het proces is gelijk aan dat van het zuiveren van hemelwater; met een helofytenfilter en nazuivering (omgekeerde osmose). In theorie zou er helemaal geen waterwinning nodig zijn als al het afvalwater gerecycled wordt, maar een rendement van 100% kan nooit bereikt worden. Het helofytenfilter neemt zelf water om de rietplanten te voeden en de filterinstallatie produceert zijn eigen afvalwater (Lachmann & Rodenhuis, 2011, p. 60). Bovendien gaat een deel van het water verloren door consumptie. De hoeveelheid huishoudelijk afvalwater is gelijk aan het waterverbruik minus de consumptie (water dat gedronken, gebruikt voor thee/koffie wordt etc.). In tabel 9 is berekend hoeveel drinkwater het recyclen van het huishoudelijk afvalwater opbrengt en hoeveel hemelwater benodigd is om in de volledige watervraag te voorzien. Als de helofytenfilter dagelijks niet meer dan 13 liter water nodig heeft om zichzelf te voeden dan is het recyclen van huishoudelijk afvalwater in combinatie met een dakoppervlak van 25 m2 voldoende om twee bewoners van schoondrinkwater te voorzien. !

Tabel 9: opbrengst gerecycled huishoudelijk afvalwater !3.3.4 Bouw en ruimte Het thema ‘bouw en ruimte’ gaat in op de passieve maatregelen die bijdragen aan een duurzaam ontwerp en een, voor de gebruiker, comfortabel gebouw. Deze passieve maatregelen worden besproken aan de hand van het thermisch comfort, de luchtkwaliteit, het visueel comfort en het akoestisch comfort. Daarnaast worden een aantal middelen besproken waarmee de gebruikersadaptatie kan worden beïnvloed. Deze maatregelen kunnen bijdragen aan het beperken van de energievraag waardoor het toepassen van actieve maatregelen verminderd of verkleint wordt. Dit biedt mogelijk voordelen voor de hoeveelheid ruimte die toepassingen/technieken innemen en dragen daardoor bij aan de haalbaarheid van een tiny house. In deze paragraaf worden ook de uitgangspunten voor bouwmethoden en materialisatie van een tiny house besproken. !Thermisch comfort Verwarmen, koelen, ventileren, de mate van tocht en de luchtvochtigheid vallen allen in het kader van thermisch comfort. Als we een ruimte of gebouw willen verwarmen met behulp van passieve principes dan zijn warmtewinst, warmteverlies en daarnaast koeling van belang. De warmtewinst wordt naast zonnewarmte bepaald door de interne warmtelast: de warmte die geproduceerd wordt door de mensen, verlichting en apparaten in een ruimte of gebouw. Dit heeft grotere invloed op scholen,

resterend waterverbruik per dag (eenpersoonshuishouden) consumptie per dag (eenpersoonshuishouden) opbrengst hemelwater per dag (bij dakoppervlak 25 m2) rendement filterinstallatie

51 L 7 L

51 L 80%

!opbrengst gerecycled huishoudelijk afvalwater per 100 liter verbruik: 100 - 14 = 86 x 80% = 68,8 liter gerecycled water excl. verlies helofytenfilter !resterende vraag hemelwater per 100 liter verbruik: 100 - 68,8 = 31,2 liter excl. verlies filterinstallatie 31,2 / 80 x 100 = 39 liter incl. verlies filterinstallatie !maximaal waterverlies door helofytenfilter per 100 liter verbruik: 52 - 39 = 13 liter !check: 100 - 14 = (86 -13) x 0,8 = 58,4 liter (100 - 58,4) / 80 x 100 = 52 liter = gelijk aan opbrengst hemelwater per dag

� van �29 58

Page 32: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

theaters en kantoren en minder op woningen, maar hier kan zeker rekening mee worden gehouden. Apparatuur in de keuken of een installatieruimte kunnen hier wel degelijk invloed uitoefenen op het thermisch comfort. Het gebruik van zonne-warmte wordt grotendeels bepaald door de geveloriëntatie op de zon, massa en het al dan niet voorverwarmen van ventilatie-lucht. Voor een zo hoog mogelijk thermisch comfort is het van belang om warmteverlies zoveel mogelijk te beperken. De warmte-overdracht via constructiedelen (transmissie) alsmede verlies via ventilatie en infiltratie spelen hierbij de grootste rol. Compact bouwen, goed isoleren en aandacht voor detaillering zijn hierbij cruciaal. Warmtewinst is echter niet alles, want: hoe hoger de warmtewinst hoe groter de koudevraag. Om een balans te creëren kan zonnewarmte beïnvloed worden door bijvoorbeeld zonwering (Dobbelsteen & Huijbers, 2013). In tabel 10 staan de passieve ontwerp factoren die van belang zijn voor het thermisch comfort van een gebouw weergegeven. !

Tabel 10: Passieve ontwerp factoren van thermisch comfort, bron: Architectuur als klimaatmachine !Luchtkwaliteit Een ruimte of gebouw wordt geventileerd om de luchtkwaliteit te verbeteren. Dit kan deels of geheel middels natuurlijke ventilatie gebeuren in de vorm van schoorsteenventilatie. Om ervoor te zorgen dat deze vorm van ventileren werkt moeten enkele vuistregels gehanteerd worden, zoals: tochtvrije en schone ventilatietoevoer, toevoer en afvoer aan elkaar verbinden, van koude naar warmte naar natte ruimtes ventileren en ventileren met lage luchtsnelheden. De vorm van het gebouw, de plaatsing van openingen en indeling van het gebouw zijn hierbij cruciaal (Dobbelsteen & Huijbers, 2013). In tabel 11 staan de passieve ontwerp factoren die van belang zijn voor de luchtkwaliteit in een gebouw weergegeven. !

Tabel 11: Passieve ontwerp factoren voor luchtkwaliteit, bron: Architectuur als klimaatmachine !

Stedenbouwkundig ontwerp Architectonisch ontwerp Bouwkundige uitwerking

• oriëntatie van het gebouw; • belemmeringen door de omgeving of

het eigen gebouw; • nabijheid van andere gebouwen.

• zonering; • verhouding tussen gevel- en

vloeroppervlak; • verhouding tussen oppervlak van de

dichte gevel en gevel-openingen; • opbouw van de gevel in verband met

de mogelijkheid tot voorverwarmen van ventilatielucht of WTW;

• de gevelafwerking in verband met absorptie van de zon;

• de hoeveelheid invallend daglicht in verband met de benodigde verlichting;

• de toepassing van zonwering.

• de massa, bepaald door het bouwsysteem;

• de isolatiewaarde van de dichte delen; • de isolatiewaarde van de

gevelopeningen; • de ZTA-waarde van het gebruikte glas; • aantal en ernst van koudebruggen; • kierdichting in verband met infiltratie.

Stedenbouwkundig ontwerp Architectonisch ontwerp Bouwkundige uitwerking

• oriëntatie van het gebouw; • belemmeringen door de omgeving of

het eigen gebouw; • nabijheid van andere gebouwen.

• vorm van het gebouw; • plaatsing van openingen in, onder en

op het gebouw; • zonering van ruimtes; • openingen tussen ruimtes in het

gebouw; • eventueel toegepaste serreconstructies

of zonneschoorsteen.

• vormgeving van openingen/kanalen door het gebouw;

• uitwerking van eventuele serreconstructies of zonneschoorsteen.

� van �30 58

Page 33: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

Visueel comfort Voldoende (dag)licht in een ruimte of gebouw heeft twee belangen: de visuele behoefte aan licht, bijvoorbeeld om een boek te kunnen lezen, en de niet-visuele behoefte aan licht, welke bedraagt aan de gezondheid en het welbevinden van de mens. Daglicht speelt hierbij een belangrijkere rol dan kunstlicht. Om voldoende daglicht in een ruimte of gebouw te verzorgen kunnen een aantal vuistregels worden gehanteerd, dit zijn o.a.: per (verblijfs)ruimte moet 30% van de gevel boven de 800 mm open zijn, het toepassen van hoge ramen haalt daglicht dieper de ruimte in en het plaatsen van een raam in het midden van een gevel/ruimte verspreid daglicht over een groter deel van de ruimte. Naast daglicht speelt ook uitzicht een rol bij het bereiken van visueel comfort. Het Bouwbesluit stelt hier geen eisen aan, maar psychologische studies hebben het gebrek aan (goed) uitzicht verbonden aan gevoelens van claustrofobie, eenzaamheid en depressie. Om (kwalitatief) uitzicht te bereiken kan rekening worden gehouden met de vormgeving van een daglichtopening, bijvoorbeeld: een breed raam vergroot het uitzicht. Ook de hoogte van de borstwering ten aanzien van de gebruiker speelt hierbij een grote rol, bijvoorbeeld: een borstwering van 900 mm hoog is prima voor volwassene, maar niet voor kinderen (Dobbelsteen & Huijbers, 2013). In tabel 12 staan de passieve ontwerp factoren die van belang zijn voor visueel comfort in een gebouw weergegeven. !

Tabel 12: Passieve ontwerp factoren visueel comfort, bron: Architectuur als klimaatmachine !Akoestisch comfort Als over het effect van geluid op het comfort van de mens wordt gesproken, dan maakt men onderscheid tussen geluid en lawaai. Lawaai wordt als storend ervaren. Geluid kan zowel positief als negatief worden ervaren als het gaat om bijvoorbeeld muziek of spraak. Het akoestisch comfort wordt bepaald door o.a. de relatie tussen het geluidsniveau buiten en de geluid-demping van het gebouw, maar ook welke - en waar - installaties in een gebouw aanwezig (Dobbelsteen & Huijbers, 2013). In tabel 13 staan de passieve ontwerp factoren die van belang zijn voor het akoestisch comfort in een gebouw weergegeven. !

Tabel 13: Passieve ontwerp factoren akoestisch comfort, bron: Architectuur als klimaatmachine !Passieve principes gebruikersadaptatie Naast ontwerp factoren bepaalt ook de mogelijkheid tot het beïnvloeden van het binnenklimaat in hoeverre een ruimte of gebouw als comfortabel wordt ervaren. Zo is volgens Kurvers, van der Linden en Cauberg (2012, p. 5) “de acceptatie van hogere temperaturen groter naarmate de adaptatie mogelijkheden groter zijn”. Er zijn drie soorten adaptatie te onderscheiden, te weten: gedragsmatige adaptatie, beïnvloeding van de omgeving en psychologische adaptatie.

Stedenbouwkundig ontwerp Architectonisch ontwerp Bouwkundige uitwerking

• oriëntatie van het gebouw; • belemmeringen door de omgeving of

het eigen gebouw; • inrichting van de openbare ruimte

rondom het gebouw.

• aantal, afmetingen en vorm van de gevelopeningen;

• zonering van ruimtes; • vorm van de ruimte; • openingen tussen ruimtes in het

gebouw.

• LTA-waarde van het glas in de gevelopeningen;

• afwerking van de ruimte en opening.

Stedenbouwkundig ontwerp Architectonisch ontwerp Bouwkundige uitwerking

• oriëntatie van het gebouw; • inrichting van de openbare ruimte

rondom het gebouw.

• aantal, afmetingen en vorm van de gevelopeningen;

• zonering van ruimtes; • vorm van de ruimte; • openingen tussen ruimtes in het

gebouw.

• type glas; • massa van de constructie; • afwerking van de ruimte; • detaillering van naden en kieren.

� van �31 58

Page 34: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

Men spreekt van gedragsmatige adaptatie als het gaat om de veranderingen die iemand aanbrengt aan zijn gedrag om een zo comfortabel mogelijke situatie te creëren. Voorbeelden hiervan zijn: het aanpassen van kleding, het drinken van koude of juist warme dranken en het verplaatsen naar een andere ruimte of naar buiten. Onbewust maakt ieder mens gebruik van gedragsmatige adaptatie. In de context van de tiny house movement geldt dit principe in het bijzonder, omdat een tiny house bewoner zich bewust bezig houdt met duurzaam comfort (Dobbelsteen & Huijbers, 2013; Kurvers et al., 2012). !Het kunnen beïnvloeden van de omgeving is een belangrijk gegeven bij het kunnen creëren van een comfortabele leefomgeving, alsmede het accepteren van een (tijdelijk) minder comfortabele leefomgeving. Voorbeelden hiervan zijn: de ramen en deuren kunnen openen om de temperatuur te veranderen, luchtsnelheid te verhogen of de luchtkwaliteit te verbeteren en zonwering om warmtestraling te verminderen en/of de temperatuur te verlagen (Kurvers et al., 2012). Een andere manier om de omgeving te kunnen beïnvloeden is flexibiliteit in het ontwerp. Volgens Dobbelsteen & Huijbers wordt met flexibiliteit bedoelt: flexibiliteit ten opzichte van de wisselende invloeden van het klimaat maar ook flexibel ten opzichte van de wisselende wensen van de gebruiker” (2013, p. 218). Op ruimteniveau kan flexibiliteit een kamer en suite zijn: de combinatie van een voorkamer en een achterkamer, gescheiden door een of twee schuifdeuren. Door de schuifdeuren te sluiten en van slechts één ruimte gebruik te maken kan makkelijker worden verwarmd of gekoeld. Een ander voorbeeld is het toepassen van verschillende plafondhoogtes. Een lage ruimte warmt sneller op dan een hoge ruimte, maar warmte lucht stijgt en hoe hoger de ruimte, hoe hoger de warme lucht kan gaan waardoor de leefzone koeler blijft. Hierdoor ontstaan verschillende klimaten binnen één ruimte of gebouw en heeft de gebruiker een keuze (Dobbelsteen & Huijbers, 2013). !Psychologische adaptatie draait meer om ervaringen en verwachtingen dan het kunnen veranderen of beïnvloeden. Volgens Kurvers is de “acceptatie voor hogere temperaturen sterker, naarmate de omgeving minder geconditioneerd is” (2012, p. 6). Een voorbeeld: in een buitenruimte is de mate van acceptatie een stuk groter dan in een binnenruimte, terwijl de temperatuur hier doorgaans niet beïnvloedbaar is. Psychologische adaptatie is afhankelijk van de ervaring die iemand heeft met het binnenklimaat op korte en lange termijn, de verwachtingen die hieraan verwant zijn en in hoeverre het klimaat varieert, men verkiest namelijk doorgaans een variabel klimaat boven een stabiel of monotoon klimaat (Kurvers et al., 2012). !Bouwmethoden en materialisatie Eén van de kernwaarden van tiny housing is het efficiënt gebruik maken van alle ruimte en dus ook de ruimte die de draag-constructie beslaat. Een slanke constructie betekent meer gebruiksoppervlak in een tiny house. Daarnaast is de drijfveer ‘duurzaamheid / ecologisme’, dat in hoofdstuk 2 geïdentificeerd is, een belangrijk thema als het gaat om de selectie van (constructie)materialen. De tiny house bewoner is milieubewust en het bouwen met (bij voorkeur) biobased / ecologische bouwmaterialen sluit daar perfect bij aan. Voorbeelden van dit soort materialen zijn hout(vezel), hennep, bamboe, leem, riet, vlas en wol. In veel gevallen zitten er ook nadelen aan deze materialen. Ze worden gewonnen uit ecologisch waardevolle gebieden die vaak aangetast en/of verstoord worden bij de winning van de grondstof Dobbelsteen & Huijbers, 2013). Een manier om dit te voorkomen is het toepassen van recyclede materialen, restmaterialen of materiaal dat op een andere manier voorhanden is, zoals een draagconstructie van bomen uit de omgeving die gekapt zijn om een bos uit te dunnen. !De minimale dikte van een wand- of dakconstructie wordt bepaald door de draagconstructie en het isolatiemateriaal. De (hoofd)draagconstructie van een gebouw kan globaal uit een viertal materialen bestaan: beton, steen, staal of hout. Ook zijn er verschillende methoden om een draagconstructie te maken, te weten: schijfconstructies en skeletconstructies. Een tiny house dat verplaatsbaar en flexibel moet zijn, is bij voorkeur licht van gewicht en makkelijk aanpasbaar. Hiermee kunnen de materialen beton en steen, in de regel schijfconstructies, worden uitgesloten. Met een skeletconstructie kan een laag gewicht en de flexibiliteit een ontwerp aan te passen wel bereikt worden (Höfte, 2015). Een tiny house dat niet verplaatsbaar hoeft te

� van �32 58

Page 35: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

zijn kan ook opgetrokken worden uit steen of beton achtige materialen. Er zijn tegenwoordig voldoende duurzame alternatieven als het gaat om steenachtige materialen, zoals bouwstenen van kalk en hennepvezel. !De traditionele houtskelet constructie is waarschijnlijk de constructiemethode die het meest met tiny housing wordt geassocieerd. Het is een milieuvriendelijk en hernieuwbaar materiaal dat goede akoestische en thermische eigenschappen heeft. Hout heeft ook een esthetische waarde, die bovendien duurzaamheid uitstraalt. Dit sluit goed aan bij de normen en waarden van een tiny house bewoner. Hout is makkelijk te verwerken, zonder schadelijke of vervuilende processen. Het leent zich ook goed voor enigszins onervaren zelfbouwers (Höfte, 2015). Naast traditionele houtskeletbouw zijn er ook ver-schillende innovatieve hout bouwsystemen, zoals het HIB systeem, een prefab systeem dat bestaat uit houten ‘bouwstenen’ die gevuld worden met ecologisch isolatiemateriaal. Volgens de leverancier werkt het systeem zo simpel dat het - onder begeleiding van een ervaren bouwer - voor een particulier mogelijk is om zelf hun woning te bouwen. Ook bestaan er het massiefhouten bouwsysteem Holz100, dat cradle2cradle certificering heeft. Holz100 is tevens een snel bouwsysteem, met een lage ecologische voetafdruk dat zonder behulp van ijzer of lijm wordt gemonteerd. Dit gebeurt namelijk met houten deuvels, waardoor het systeem volledig recyclebaar is - zonder dat er giftige stoffen vrijkomen. Het systeem heeft een redelijk goed isolerend vermogen (λ = 0.078 W/mK), maar moet nog wel na geïsoleerd worden en dat kost extra ruimte. Een recente innovatie op het gebied van houten constructies is het zig-zag constructieprincipe van de Hermit Houses (een tiny house concept). De gevelconstructie heeft het uiterlijk van harmonica (gevouwen) papier dat voor zoveel stevigheid zorgt dat een draagconstructie overbodig is. De huisjes zijn licht en van zichzelf stabiel met een slanke schil. !Ook bouwen met een stalen skelet behoort tot de mogelijkheden. Het is wellicht minstens zo geschikt als hout, maar zeker niet zo duurzaam. Het winnen van de schaarse grondstof voor staal is een bewerkelijk en milieubelastend proces. Het materiaal kent een hoge energie-inhoud, een hoge CO2 uitstoot en het verwerkingsproces heeft effect op de gezondheid. Een milieuvoordeel is de lange levensduur en de mogelijkheid tot recyclen, waarbij de energie-inhoud stukken lager ligt dan bij de primaire productie (Dobbelsteen & Huijbers, 2013). Tijdens de bouw kent staal een aantal grote voordelen. Gestandaardi-seerde profielen, bouten en moeren zijn er in alle soorten en maten. Gepaard met een slim ontwerp zorgt dit voor een snel bouwproces. Ook is staal sterk, waardoor een hele slanke constructie mogelijk is. Deze voordelen bieden ook mogelijkheden voor het demonteren, verplaatsen en weer monteren van een (tiny house) constructie. Bij toepassing van dit materiaal moet rekening worden gehouden met de benodigde maatregelen om brandveiligheid te waarborgen (Höfte, 2015). !!!!!!!!!!

Figuur 7: Impressies stalen (links) en houten (rechts) tiny house draagconstructies, bron: Tiny House Nederland !Volgens het Bouwbesluit 2012 dient een gebouw met een woonfunctie een vloerconstructie met een warmteweerstand van ten minste 3,5 m2K/W, een gevelconstructie met een warmteweerstand van ten minste 4,5 m2K/W en een dakconstructie met een warmteweerstand van ten minste 6,0 m2K/W te hebben (Bouwbesluit Online, Artikel 5.3. Thermische isolatie, 2015). Om de constructies zo slank mogelijk te maken dient het isolatiemateriaal een zo hoog mogelijke lambda-waarde te hebben.

� van �33 58

Page 36: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

Bijvoorbeeld: schapenwol (Doscha) heeft een lambda-waarde (λ) van 0.035 W/mK, een isolatiepakket van 160mm resulteert in een warmteweerstand van 4,57 m2K/W. De overige constructieonderdelen zijn hierin niet meegenomen, waardoor zowel de dikte als de warmteweerstand van de constructie nog zal vergroten. Een ander voorbeeld is het product Kooltherm, een isolatiemateriaal dat volledig bestaat uit een synthetische kunststof. Het is geen biobased materiaal, maar heeft wel het DuBo-keurmerk (Duurzaam Bouwen) omdat de basishars waar de platen van worden gemaakt zelf een bijproduct is. Kooltherm heeft een λ van 0.020 W/mK, waardoor met een isolatiepakket van 90mm een warmteweerstand van 4,50 m2K/W kan worden bereikt. Bij de keuze van een isolatiemateriaal zal dus een afweging moeten worden gemaakt tussen de mate van duurzaamheid en de dikte van het materiaal. !Een nieuwe ontwikkeling dat draagconstructie én warmte-isolatie combineert is het wikkelproces van René Snel, waarbij de schil van het gebouw bestaat uit 24 lagen virgin-fiber golfkarton die op elkaar gewikkeld zijn rond een mal, verbonden door milieuvriendelijke lijm. Er ontstaat zo een keiharde sandwichstructuur, waarbij het grote voordeel is dat het materiaal warmte-isolatie en draag-constructie in één is. De schil is ‘geseald’ met een waterdichte damp doorlatende folie en afgewerkt met houten panelen. Een schil van 180 mm resulteert in een warmteweerstand 4,5 m2K/W (λ = 0.040 W/mK).

� van �34 58

Page 37: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

4. BEOORDELING TOEPASSINGEN EN TECHNIEKEN 4.1   Inleiding In dit hoofdstuk worden de geïdentificeerde toepassingen en technieken beoordeeld op hun geschiktheid voor tiny houses aan de hand van criteria. De criteria worden in de volgende paragraaf beschreven en zijn voortgekomen uit het literatuur-onderzoek (hoofdstuk 2 en 3). Hiermee wordt de volgende subvraag en deelvraag 2 beantwoord: !

!4.2 Beoordelingscriteria De geïdentificeerde toepassingen en technieken worden beoordeeld aan de hand van criteria passend bij het type bouw-opgave. Bij tiny houses blijkt de gebondenheid van een toepassing of techniek zeer relevant, dit kan gebonden aan het gebouw of gebonden aan de locatie zijn. Gebondenheid aan locatie komt ten nadelen van de tijdelijkheid en/of verplaats-baarheid van een tiny house, waardoor het huisje minder flexibiliteit heeft. Tegelijkertijd kan gebondenheid aan een locatie de afmetingen van het bebouwde oppervlak beperken. !Een ander belangrijk criterium is de ruimte die een toepassing of techniek inneemt. Of een installatie 4 m2, 0,5 m2 of helemaal geen vloeroppervlak inneemt maakt nogal uit als het totale vloeroppervlak van de woning slechts 25 m2 is. Het is hierbij essentieel op welke plek de toepassing of techniek zich bevindt - op het dak of in de woning - en welke combinatie van technieken in het gebouw worden toegepast. Is het qua ruimtegebruik voordeliger om één installatie te gebruiken voor twee doeleinden of om twee verschillende installaties toe te passen met een kleinere capaciteit. Dit hangt nauw samen met de capaciteit van de toepassing of techniek. Een grote capaciteit kan zomaar de helft aan oppervlak PV-panelen schelen, terwijl een installatie met overcapaciteit vaak onnodig ruimte inneemt. Hiermee in verband staat het rendement van een toepassing of techniek. Hoe hoger, hoe beter en vaak ook hoe kleiner het benodigde oppervlak. !De kosten van een toepassing of techniek dienen zoveel mogelijk in verhouding te liggen met het oppervlak van een tiny house. Wanneer een tiny house zelfvoorzienend moet zijn en een goede leefkwaliteit1 moet kunnen waarborgen, is het niet altijd realistisch om te streven naar een bouwsom die zonder hypotheek kan worden betaald. Binnen dit onderzoek wordt hier rekening mee gehouden en tijdens de ontwerpfase staat een goede leefkwaliteit boven betaalbaarheid. Desondanks is de beoordeling van kosten van afzonderlijke toepassingen en technieken een essentieel onderdeel, dat nauw samenhangt met de capaciteit en het rendement. Een kleinere capaciteit is vaak goedkoper en bovendien brengt een installatie met overcapaciteit onnodige kosten met zich mee. Daarnaast is de kosten-technische beoordeling een onderdeel dat bijdraagt aan de wens van de gemeente Almere om de financiële kant van tiny housing boven tafel te krijgen. !Duurzaamheid speelt een belangrijke rol bij mensen die de omslag naar een tiny house maken. De klimaatverandering en schaarste aan grondstoffen maken duurzaam bouwen van maatschappelijk belang, zowel voor de gezondheid van de mens als de aarde (Stefan van Uffelen, 2011). Duurzaamheid komt terug op allerlei niveaus als het gaat om (zelfvoorzienend) bouwen. De keuze van de bron voor opwekking van energie, recyclen en hergebruiken, de ecologische voetafdruk van een installatie en het scheiden van afval zijn hier slechts een aantal voorbeelden van. De geïdentificeerde toepassingen en technieken zullen beoordeeld worden op hun mate van duurzaamheid. !1 Voldoet aan de technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van gezondheid, energiezuinigheid en milieu van het bouwbesluit 2012.

Deelvraag 3: “Welke toepassingen en technieken zijn aan te bevelen voor het bouwen van zelfvoorzienende tiny houses als deze beoordeeld worden aan de hand van de criteria passend bij dit type bouwopgave?”

� van �35 58

Page 38: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

De criteria ruimte(verbruik), flexibiliteit, kosten en duurzaamheid wegen niet allemaal even zwaar, daarom is er een verdeling in procenten aangebracht. Het criterium ruimte weegt het zwaarst als het gaat om tiny housing. Efficiënt ruimtegebruik is een van de fundamentele pijlers en een toepassing/techniek die veel (vloer)oppervlak inneemt valt al per definitie af. De ingebakken behoefte aan duurzaamheid en milieubewust denken bij tiny house bewoners zorgt ervoor dat het criterium duurzaamheid ook zwaar weegt. Flexibiliteit is ook een belangrijke pijler in de tiny house wereld. Echter, tiny houses zijn niet per definitie verplaatsbaar en omdat alle vormen van tiny housing mee worden genomen in dit onderzoek, weegt dit criterium minder zwaar. Het laatste criterium, kosten, is van belang omdat lage uitgaven (zowel voor de bouw van het tiny house als in het dagelijks leven) vaak van belang zijn voor tiny house bewoners. De verdeling is als volgt opgebouwd: !ruimte 40% flexibiliteit 25% kosten 15% duurzaamheid 20% !De toepassingen en technieken worden beoordeeld op basis van deze criteria via een puntensysteem. Per criterium kunnen maximaal 3 punten worden toegekend, waarbij 3 punten staat voor een goede score, 2 punten voor voldoende en 1 punt voor onvoldoende. !4.3 Analyse en waardering toepassingen en technieken De geïdentificeerde toepassingen en technieken worden in deze paragraaf per thema besproken. De behandelde thema’s omvatten energie (elektriciteit opwekking), energie (warmte opwekking), water (opwekking) en afval (afvalwater verwerking). Het thema bouw/ruimte is niet meegenomen in deze analyse omdat dit thema voornamelijk algemeen geldende uitgangs-punten behandeld. De waardering van elke toepassing of techniek wordt weergegeven in een spingrafiek en de resultaten worden bondig besproken. Vervolgens wordt, indien zinvol voor het type toepassing of techniek, een vergelijking gemaakt met de kosten en baten van een netaansluiting. !4.3.1 Energie In de onderstaande tabel zijn de (decentrale) technieken voor het opwekken van energie voor elektriciteit geanalyseerd aan de hand van de opgestelde criteria. !

Toepassing/techniek PV panelen Kleine windturbine

Functie Zonne-energie opwekken Wind-energie opwekken

Opbouw PV panelen, omvormer Kleine windturbine, windgenerator

Ruimte PV panelen 12,9 m2 dakoppervlak (8 stuks, 1,63 x 0,99 m) Omvormer 0,34 x 0,27 x 0,13 m

Windturbine 1,16 m2 (doorsnede) Windgenerator 0,34 x 0,27 x 0,13 m

Capaciteit 260 Wp 343 W (bij 9,36 m/s)

Kosten € 3.187,00 € 1.540 (per stuk)

Type AS-P602 polykristallijn 260 Wp, AEG GW 2000 NS, Goodwe

Mastervolt Windmaster 500 Black 300-48V

Verplaatsbaarheid gebouw gebonden gebouw gebonden

� van �36 58

Page 39: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

Kostenvergelijking met aansluiting op nutsvoorziening Om de kosten van een decentraal systeem in perspectief te zetten worden ze vergeleken met de kosten van elektriciteit wanneer men een aansluiting op de nutsvoorziening voor elektra heeft. De kosten waarmee gerekend worden staan in onderstaand overzicht. Er is uitgegaan van een eenpersoonshuishouden dat 907 kWh per jaar verbruikt. ! tiny house eengezinswoning Aansluitkosten elektra in Almere, eenmalig € 792,01 (Liander, 2016) € 792,01 (Liander, 2016) Elektra incl. vastrecht in Almere, jaarlijks € 223,66 (Nuon, 2016) € 735,31 (Nuon, 2016) !De kosten voor PV-panelen bedragen ca. € 3.187,00. Hierin zijn onderhoudskosten aan het decentrale systeem niet meegenomen. De terugverdientijd, zonder onderhoudskosten, bedraagt ruim 10 jaar. Als dezelfde berekening nu wordt gemaakt met een standaard eengezinswoning, uitgaande van een driepersoonshuishouden dat 3.420 kWh per jaar verbruikt, is de terugverdientijd ruim 3 jaar. Er kan worden geconcludeerd dat de keuze voor een decentraal systeem voor elektra logischer en voordeliger is bij grootverbruik. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat bij de vergelijking uitgegaan is van PV panelen met een capaciteit voor 1 of 2 personen. In realiteit zullen de aanschafkosten van de systemen dus hoger liggen bij een standaard eengezinswoning (2-4 personen). Desondanks is het gebruik van zonne-energie, wegens milieuoverwegingen en mobiliteit, ook voor tiny houses een verantwoorde keuze. !In de onderstaande tabel zijn de (decentrale) technieken voor het opwekken van energie voor verwarming en warm tapwater geanalyseerd aan de hand van de opgestelde criteria. !

!Kostenvergelijking met aansluiting op nutsvoorziening Om de kosten van een decentraal systeem in perspectief te zetten worden ze vergeleken met de kosten van verwarming en warm tapwater wanneer men een aansluiting op de nutsvoorziening voor warmte heeft. De kosten waarmee gerekend worden (uitgaande een eenpersoonshuishouden dat 11 GJ stadsverwarming of 418 m3 gas per jaar verbruikt): ! stadsverwarming gas Aansluitkosten warmte in Almere, eenmalig € 4.463,69 (Nuon, 2016) € 943,32 (Liander, 2016)

Toepassing/techniek Zonneboiler Pelletkachel

Functie Koud tapwater verwarmen tot warm tapwater Verwarmen van het woonoppervlak

Opbouw Zonnecollector, pomp, ketel, waterreservoir, radiatoren of vloerverwarming

Pelletkachel

Ruimte Zonnecollector 2,5 m2 dakoppervlak Waterreservoir 0,30 m2 vloeroppervlak 0,55 x 0,98 (dxh)

Pelletkachel 0,23 m2 / 0,17 m3 0,46 x 0,74 x 0,49 m (bxhxd) Opslag pellets ca. 2,0 m2 / 4,0 m3

Capaciteit Zonnecollector 1733 kWh (2-3 personen) Waterreservoir 120 liter

8 kW, verwarmbaar opp. 210 m3

Kosten € 4.789,00 € 2.950,00

Type HRS120/2,5m2, HRsolar Edilkamin Kikka

Verplaatsbaarheid gebouw gebonden gebouw gebonden

� van �37 58

Page 40: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

Warmte incl. vastrecht in Almere, jaarlijks € 730,22 (Nuon, 2016) € 471,60 (Liander & Nuon, 2016) !De kosten voor de zonneboiler en pelletkachel bedragen ca. € 4.739,00. Hierin is de benodigde CV-ketel en de onderhoudskosten aan het decentrale systeem nog niet meegenomen. De terugverdientijd gebaseerd op stadsverwarming is minder dan één jaar. De terugverdientijd gebaseerd op gas is ongeveer 8 jaar. Als dezelfde berekening nu wordt gemaakt met een standaard eengezinswoning, komen de volgende kosten naar voren (uitgaande van een driepersoonshuishouden dat 35 GJ stadsverwarming of 1.330 m3 gas per jaar verbruikt): ! stadsverwarming gas Aansluitkosten warmte in Almere, eenmalig € 4.463,69 (Nuon, 2016) € 943,32 (Liander, 2016) Warmte incl. vastrecht in Almere, jaarlijks € 1.247,90 (Nuon, 2016) € 946,00 (Liander & Nuon, 2016) !De terugverdientijd gebaseerd op stadsverwarming is slechts enkele maanden. De terugverdientijd gebaseerd op gas is ongeveer 4 jaar. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat bij de vergelijking uitgegaan is van een zonneboiler en pelletkachel met een capaciteit voor 2-3 personen en een klein te verwarmen oppervlak. In realiteit zullen de aanschaf prijzen van de systemen dus hoger liggen bij een standaard eengezinswoning. Er kan worden geconcludeerd dat de keuze voor een decentraal systeem voor verwarming en warm tapwater, in vergelijking met een gasaansluiting, voordeliger is bij groot-verbruik. Desondanks zijn de kosten en de terugverdientijd ook bij een tiny house gunstig en samen met beweegredenen als milieuoverwegingen en mobiliteit is een decentraal systeem voor verwarming en warm tapwater ook voor tiny houses een verantwoorde keuze. !In de onderstaande tabel is de (decentrale) techniek voor het opwekken van energie voor elektriciteit, verwarming en warm tapwater (combinatie systeem) geanalyseerd aan de hand van de opgestelde criteria. !

!!!!

Toepassing/techniek PVT panelen

Functie Zonne-energie opwekken voor elektriciteit, verwarming en warm tapwater

Opbouw PVT panelen, omvormer, warmtepomp, radiatoren of vloerverwarming

Ruimte PVT panelen 10,4 m2 dakoppervlak (6 stuks van 1,74 x 1,0 m) Omvormer 0,15 m2 Warmtepomp 0,25 m2

Capaciteit photovoltaïsch 260 Wp thermisch 3,0 GJ /m2 per jaar

Kosten € 14.000,00

Type Triple Solar PVT Paneel, Triple Solar

Verplaatsbaarheid gebouw gebonden

� van �38 58

Page 41: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

Kostenvergelijking met aansluiting op nutsvoorziening Om de kosten van een decentraal systeem in perspectief te zetten worden ze vergeleken met de kosten van elektriciteit, verwarming en warm tapwater wanneer men een aansluiting op de nutsvoorziening voor warmte en elektriciteit heeft. De kosten waarmee gerekend worden:

!De kosten voor de PVT panelen bedragen ca. € 14.000,00. Hierin zijn onderhoudskosten aan het decentrale systeem niet meegenomen. De terugverdientijd gebaseerd op elektriciteit en stadsverwarming is 9 jaar. De terugverdientijd gebaseerd op elektriciteit en gas is 12 jaar. Als dezelfde berekening nu wordt gemaakt met een standaard eengezinswoning is de terug-verdientijd 4,5 jaar (stadsverwarming) of 5 jaar (gas). Hierbij moet opgemerkt worden dat bij de vergelijking uitgegaan is van een systeem met een capaciteit voor 1-2 personen en een klein te verwarmen oppervlak. In realiteit zullen de aanschaf prijzen van de systemen dus hoger liggen bij een standaard eengezinswoning. Er kan worden geconcludeerd dat de keuze voor een decentraal systeem voor elektriciteit, verwarming en warm tapwater sneller terugverdiend is bij grootverbruik, maar de terugverdientijd ook bij een tiny house gunstig is. !Waardering toepassingen en technieken voor energie In de onderstaande tabel zijn de (decentrale) technieken voor het opwekken van energie voor elektriciteit, verwarming en warm tapwater beoordeeld aan de hand van de opgestelde criteria. De PV panelen en kleine windturbines kunnen met elkaar worden vergeleken voor het opwekken van elektriciteit. Het PVT panelen systeem combineert systemen voor het opwekken van energie voor elektriciteit, verwarming en warm tapwater en kan vergeleken worden met alle overige systemen. !PV panelen en kleine windturbines nemen een ruim aantal vierkante meters in beslag, maar op het dak. Hierdoor zijn de systemen makkelijk mee te verplaatsen. De opbrengst van een kleine windturbine ligt vele malen lager dan dat van PV panelen, waardoor er een groot aantal geplaatst moet worden om aan de volledige (of een groot deel) van de vraag te kunnen voldoen. Dit maakt het systeem zeer kostbaar en inefficiënt. Bovendien verbruikt een kleine windturbine veel energie. De toepassing van een kleine windmolen heeft wel toegevoegde waarde als aanvulling op een zonne-energie systeem om periodes met weinig zon mee te overbruggen. !De zonneboiler en pelletkachel worden niet met elkaar te vergelijken omdat de één voor ruimte verwarming en de ander voor water verwarming is bedoeld. De systemen zijn ook beide geschikt als toepassing voor ruimte- en waterverwarming, echter is in een eerder stadium al geconcludeerd dat deze niet geschikt zijn voor tiny housing. De pelletkachel scoort slechter dan in eerste instantie verwacht. Dit komt doordat deze toepassing CO2 uitstoot en bovendien neemt de benodigde opslag voor de pellets aanzienlijk veel ruimte in. Een zonneboiler scoort beter op ruimtegebruik en de capaciteit kan goed afgestemd zijn op een klein huishouden. Deze toepassing moet echter worden aangesloten op een ketel die gas of heel veel elektriciteit verbruikt. Zolang dit duurzaam opgewekte elektriciteit is blijft de zonneboiler een optie. !

tiny house eengezinswoningAansluitkosten stadsverwarming in Almere, eenmalig € 4.463,69 € 4.463,69Stadsverwarmte incl. vastrecht in Almere, jaarlijks € 730,22 € 1.247,90Aansluitkosten gas in Almere, eenmalig € 943,32 € 943,32Gas incl. vastrecht in Almere, jaarlijks € 471,60 € 946,00Aansluitkosten elektra in Almere, eenmalig € 792,01 € 792,01Elektra incl. vastrecht in Almere, jaarlijks € 223,66 735,31

� van �39 58

Page 42: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

Het PVT panelen systeem scoort verreweg het best van alle systemen. Het systeem is flexibel en duurzaam en bovendien wordt ruimte bespaart door dubbel gebruik van vloer- en dakoppervlak. Het systeem is vrij kostbaar omdat het een nieuw systeem betreft. Bijkomend voordeel is dat het systeem, door de combinatie van verschillende technieken in één systeem, een ‘ongecompliceerd’ blijft voor de gebruiker. !

!4.3.2 Water en afval Technieken voor waterwinning worden niet geanalyseerd aan de hand van de opgestelde criteria. In paragraaf 3.3.2 is al vastgesteld dat systemen gebaseerd op grond- of oppervlaktewater niet geschikt zijn voor tiny housing. Hemelwater als bron is daarmee de enige overgebleven mogelijkheid. Het afvangen van hemelwater is in principe kosteloos en neemt geen extra ruimte in. De opslag van hemelwater neemt wel ruimte in beslag, maar deze kan gecombineerd worden met een reservoir voor UV-filtratie of de helofytenfilter. In de onderstaande tabel zijn de (decentrale) technieken voor zuivering van water tot drinkwater geanalyseerd aan de hand van de opgestelde criteria.

!Kostenvergelijking met aansluiting op nutsvoorziening Om de kosten van een decentraal systeem in perspectief te zetten worden ze vergeleken met de kosten van water wanneer men een aansluiting op de nutsvoorziening voor water heeft. De kosten waarmee gerekend worden, uitgaande van een eenpersoonshuishouden dat 18,5 m3 per jaar verbruikt, is in onderstaand overzicht af te lezen:

criterium ruimte flexibiliteit kosten duurzaamheidweging 40% 20% 15% 25%

PV panelen 2 3 2 2 2,2kleine windturbines 2 3 1 1 1,8PVT panelen 3 3 2 3 2,9zonneboiler 2 3 2 2 2,2pelletkachel 1 3 2 1 1,6

Toepassing/techniek UV-filterinstallatie Omgekeerde osmose

Functie Effluent zuiveren tot schoon huishoudelijk water (douchen, wassen, toilet spoelen e.d.)

Schoon huishoudelijk water zuiveren tot drinkwater

Opbouw UV-lamp, waterreservoir, pomp Omgekeerde osmose membraanfilter, waterreservoir, pomp

Ruimte Waterreservoir 1,0 m2 / 2,0 m3 Membraanfilter 0,7 x 0,35 x 1,05 m (lxbxh) 0,25 m2 vloeroppervlak Waterreservoir 1,0 m2 / 1,0 m3

Capaciteit 4 liter per minuut / 240 liter per uur 100 liter per uur, rendement 80%

Kosten € 1.150,00 € 2.850,00

Energieverbruik 0.06 kW * aantal uren in gebruik 1 kWh per m3

Type MK-8, Lenntech TW RO-C100, Lenntech

Verplaatsbaarheid gebouw gebonden gebouw gebonden

� van �40 58

Page 43: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

tiny house eengezinswoning Aansluitkosten water in Almere, eenmalig € 691,12 (Vitens, 2016) € 691,12 (Vitens, 2016) Zuiveringsheffing in Almere, jaarlijks € 651,03 (GBLT, 2016) € 153,09 (GBLT, 2016) Drinkwater incl. vastrecht in Almere, jaarlijks € 660,06 (Vitens, 2016) € 132,54 (Vitens, 2016) !De kosten voor het afvangen van hemelwater en het zuiveren via een UV-filterinstallatie en omgekeerde osmose bedragen ca. € 4.000,00. Hierin zijn onderhoudskosten aan het decentrale systeem niet meegenomen. De terugverdientijd, zonder onderhoudskosten, bedraagt ruim 29 jaar. Als dezelfde berekening nu wordt gemaakt met een standaard eengezinswoning, uitgaande van een driepersoonshuishouden dat 127 m3 per jaar verbruikt, dan is de terugverdientijd 11 jaar. Er kan met de huidige techniek worden geconcludeerd dat een tiny house zijn waterzuiveringssysteem nooit zal terugverdienen voordat het systeem aan vervanging toe is. !In de onderstaande tabel zijn de (decentrale) technieken voor verwerking van afvalwater tot effluent geanalyseerd aan de hand van de opgestelde criteria. !

!Kostenvergelijking met aansluiting op nutsvoorziening Om de kosten van een decentraal systeem in perspectief te zetten worden ze vergeleken met de kosten een aansluiting op het riool. De kosten waarmee gerekend worden, ongeacht de grootte van het gebouw of het huishouden, zijn: !Aansluitkosten riool in Almere, eenmalig € 501,25 (Gemeente Almere, 2016) Rioolheffing in Almere, jaarlijks € 136,61 (Gemeente Almere, 2016) !

Toepassing/techniek Helofytenfilter IBA-compact systeem

Functie Huishoudelijk afvalwater zuiveren Huishoudelijk afvalwater zuiveren

Opbouw vetafscheider, pomp, helofytenfilter, controle put

IBA-compact tank

Ruimte Helofytenfilter 6 m2 (1,0 m diep) Vetafscheider 3 m2 / 4,5 m3 Controle put 0,3 m2 (1,5 m diep)

3,76 m2 / 8,46 m3 2,38x1,58x2,25 m (lxbxh)

Capaciteit 300 liter per dag (2 IE) rendement belasting- en seizoensafhankelijk (normale belasting, zomer: 80-95%; normale belasting, winter: 40-50%)

750 liter per dag

Kosten Aanschaf € 3.000,00 Onderhoud jaarlijks: € 175,00

Aanschaf € 4.750,00 Onderhoud jaarlijks: € 275,00

Energieverbruik 8 kWh 416 kWh

Verplaatsbaarheid plaatsgebonden (behalve bij toepassing op dak/aan gevel of in verplaatsbare bakken)

plaatsgebonden (behalve bij toepassing in het gebouw, installatie ruimte)

� van �41 58

Page 44: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

De kosten voor de helofytenfilter bedragen ca. € 3.000,00. Hierin zijn onderhoudskosten aan het decentrale systeem niet meegenomen. De terugverdientijd, zonder onderhoudskosten, bedraagt 19 jaar. De keuze voor een decentraal systeem is dus vooral uit milieuoverwegingen en mogelijk de wens om mobiel te kunnen zijn, en niet vanuit economische motieven. !Waardering toepassingen en technieken voor water In de onderstaande grafiek zijn de (decentrale) technieken voor de zuivering van water tot drinkwater en de verwerking van afvalwater tot effluent beoordeeld aan de hand van de opgestelde criteria. Enkel de helofytenfilter en het IBA-compact systeem worden met elkaar vergeleken, de overige twee systemen zijn beide vereist. !Het IBA-compact systeem en de helofytenfilter scoren gelijk als we kijken naar traditionele uitvoering (buiten, in de grond) . Het IBA-compact systeem neemt geen vloeroppervlak in beslag, maar is ondanks dat wel fors van formaat omdat de basis installatie een capaciteit van ca. 6 personen heeft (overcapaciteit). Ook is er voldoende buitenruimte nodig om het systeem ondergronds te kunnen plaatsen. Het systeem verbruikt beduidend meer energie dan een helofytenfilter. De helofytenfilter scoort bij een innovatieve uitvoering beter op ruimte, het benodigde oppervlak is vele maler kleiner dan bij de traditionele uitvoering maar het betreft wel vloeroppervlak. De innovatieve systemen zijn woning gebonden en kunnen dus makkelijk mee verplaatsen met het tiny house. !De UV-filterinstallatie en de omgekeerde osmose filter nemen relatief weinig ruimte in en bovendien zijn ze - wat formaat betreft - geschikt om restruimte mee te benutten. De systemen zijn wederom flexibel. De omgekeerde osmose filter verbruikt (in vergelijking met de UV-filterinstallatie) veel elektriciteit en is daarnaast kostbaar in aanschaf, dit geldt vooral omdat de omgekeerde osmose ook nog eens veel minder wordt gebruikt (7 L p.p.p.d.) in vergelijking met de goedkopere UV-filterinstallatie (51 L p.p.p.d.). !

!4.4 Afweging en combinatie toepassingen en technieken Binnen het thema energie is gebleken dat een innovatief systeem dat verschillende (oudere) systemen combineert de beste resultaten oplevert. PVT panelen besparen ruimte doordat het een PV paneel en zonnecollector in één is, bovendien is de capaciteit dusdanig groot dat met een oppervlak van ca. 10,4 m2 aan panelen aan de energievraag kan worden voldaan. Sterker nog, de opbrengst van elektriciteit is (maximaal) 2.510 kWh per jaar, terwijl de vraag bij een eenpersoonshuishouden slechts 907 kWh (excl. elektriciteitsverbruik installaties) is. Een tweepersoonshuishouden zou hier ook voldoende aan hebben. De warmtevraag is vastgesteld op ongeveer 3135 kWh per jaar, wat omgerekend ca. 11 GJ is. De opbrengst van de PVT panelen bedraagt (maximaal) 31,2 GJ per jaar. In dit geval is er dus zelfs sprake van overcapaciteit. Bij toepassing van dit systeem zal een passend aantal panelen moeten worden gekozen om dit te voorkomen. Het vloeroppervlak dat benodigd is

criterium ruimte flexibiliteit kosten duurzaamheidweging 40% 20% 15% 25%

helofytenfilter (traditioneel) 1 1 3 3 1,8helofytenfilter (innovatief) 2 3 2 3 2,5IBA-compact systeem (tr.) 2 1 2 2 1,8IBA-compact systeem (in.) 1 3 2 2 1,4UV-filterinstallatie 2 3 2 3 2,5omgekeerde osmose 3 3 1 2 2,5

� van �42 58

Page 45: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

voor deze techniek bedraagt slechts 0,4 m2 en een dakoppervlak van 10,4 m2 zal in (bijna) alle gevallen haalbaar zijn. Hierdoor is het Triple Solar systeem aan te bevelen voor elektriciteit en warmte voor een zelfvoorzienend tiny house. !Binnen het thema water en afval(water)verwerking blijft eigenlijk ook maar één combinatie over: een helofytenfilter voor het zuiveren van afvalwater en hemelwater, in combinatie met een UV-filterinstallatie en membraanfiltratie (omgekeerde osmose) om het gezuiverde water verder te zuiveren tot het geschikt is als drinkwater. Een groot nadeel van het systeem, zoals het in de vorige paragraaf gepresenteerd is, blijft de ruimte die het inneemt. Dit komt door het oppervlak dat de helo-fytenfilter in het landschap nodig heeft, maar vooral ook door de waterreservoirs om de verschillende kwaliteiten water (hemelwater, afvalwater, controleput, effluent, douchewater en drinkwater) in op te slaan. !De oplossing voor het ruimtelijke probleem ligt gedeeltelijk in een alternatieve toepassing van de helofytenfilter, waarbij de helofytenfilter zelf op het dak of aan de gevel wordt toegepast. Waterzuiveringssystemen worden echter voornamelijk ontworpen voor grootverbruikers, zoals kantoren, industrie, horeca, recreatie e.d. En zelfs de kleinere systemen, bedoeld voor huishoudens, zijn doorgaans gedimensioneerd voor 5 tot 6 personen. Eenpersoonshuishoudens vallen daarmee buiten de boot. Daar komt nog eens bij dat de tiny house bewoner doorgaans bewuster leeft, of de woning misschien als tweede huis gebruikt, waardoor het verschil in verbruik nog groter is. Er kan dus gesteld worden dat de gegevens waarmee dit water-zuiveringssysteem beoordeeld zijn, niet realistisch zijn voor de beoogde toepassing. !Met de groeiende interesse voor tiny housing in Nederland en het (be)vrij(d) wonen is het denkbaar dat dit probleem door meer mensen onder de loep wordt genomen. De organisatie Waitlands kwam recentelijk met een volledig zelfvoorzienend tiny house waarbij ook gebruik gemaakt is van een helofytenfilter met UV-filterinstallatie en omgekeerde osmose. Echter neemt het waterzuiveringssysteem hier een vloeroppervlak van 3 m2 in beslag, met daarnaast een drinkwaterreservoir van 750L dat ongeveer 0,5 m2 vloeroppervlak in beslag neemt. Volgens Mager (persoonlijke communicatie, 17 maart 2016) is het systeem geschikt voor 2 tot maximaal 4 personen. Het systeem - en het huisje - bevindt zich nog in de experimentele fase: het zuiveringsproces en de waterkwaliteit worden constant gecontroleerd. !De helofytenfilter bestaat uit meerdere lagen. Zo nodig wordt het afvalwater meerdere keren door de filter geleid. !

� van �43 58

Page 46: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

5. RUIMTE EN BOUWREGELGEVING 5.1   Inleiding In deze paragraaf worden de mogelijke begrenzingen voor het bouwen van een tiny house uit het bouwbesluit geïdentifice-erd. Vervolgens wordt, aan de hand van deze begrenzingen en de aanbevolen toepassingen en technieken uit paragraaf 4.4, de minimaal benodigde fysieke ruimte - in vierkante meters - voor het bouwen van een zelfvoorzienend tiny house bepaald. Deze stappen zijn nodig om vervolgens deelvraag 3 te kunnen beantwoorden: !

!5.2 Bouwregelgeving Aan een nieuw te bouwen woning stelt het bouwbesluit eisen uit het oogpunt van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu. Daarbij gaat het onder andere om eisen aan de afmetingen, daglicht toetreding in de ruimte, energiezuinigheid en vluchtroutes. In deze paragraaf ligt de focus op de aanwezigheid en afmetingen van ruimten, omdat hier de meeste uitdagingen worden verwacht als het gaat om tiny housing. !Het bouwbesluit stelt eisen aan de afmetingen van de ruimte in hoofdstuk 4: Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van bruikbaarheid. Wanneer een tiny house aan het bouwbesluit moet voldoen is het kleinst denkbare vloeroppervlak van het verblijfsgebied 18 m2, waarvan ten minste één verblijfsruimte een vloeroppervlak van ten minste 11 m2 heeft. De verblijfsruimte van 11 m2 dient ten minste 3 m breed te zijn en alle overige verblijfsgebieden en -ruimten minstens 1,8 m breed. Wanneer een verblijfsgebied uit één verblijfsruimte bestaat moet deze ten minste 5 m2 groot zijn. Verkeersruimten, toilet- en badruimten liggen niet in een verblijfsgebied. Ook aan toilet- en badruimte(n) worden eisen gesteld wat betreft afmetingen. Een badruimte die is samengevoegd met een toiletruimte resulteert in het kleinste vloeroppervlak, namelijk 2,2 m2. Apart moeten deze ruimte een vloeroppervlak van ten minste 2,68 m2 (respectievelijk 1,08 m2 en 1,6 m2) hebben. !

Bron: Bouwbesluit Online, Afdeling 4.1. Verblijfsgebied en verblijfsruimte, Artikel 4.2. Aanwezigheid (2015) !

Bron: Bouwbesluit Online, Afdeling 4.1. Verblijfsgebied en verblijfsruimte, Artikel 4.3. Afmetingen verblijfsgebied en verblijfsruimte (2015) !Bron: Bouwbesluit Online, Afdeling 4.2. Toiletruimte, Artikel 4.11. Afmetingen (2015)

Deelvraag 3: “Hoe kan het programma van eisen vorm worden gegeven op basis van de uitkomsten van deelvraag 1 en 2 van dit onderzoek?”

• Welke belemmeringen kunnen in het bouwbesluit worden geïdentificeerd? • Hoeveel fysieke ruimte - in vierkante meters - is er nodig voor een zelfvoorzienend tiny house?

1. Een woonfunctie heeft ten minste 18 m2. Ten minste 55% van de gebruiksoppervlakte van een gebruiksfunctie is verblijfsgebied.

1. Een verblijfsgebied heeft een vloeroppervlakte van ten minste 5 m2. Een verblijfsgebied heeft een breedte van ten minste 1,8 m. 3. Een verblijfsruimte heeft een breedte van ten minste 1,8 m. 4. In ten minste een verblijfsgebied ligt een verblijfsruimte met een vloeroppervlakte van ten minste 11 m² bij een breedte van ten minste 3 m. 6. Een verblijfsgebied en een verblijfsruimte hebben een hoogte boven de vloer van ten minste 2,6 m.

1. Een toiletruimte heeft een vloeroppervlakte van ten minste 0,9 m x 1,2 m.

� van �44 58

Page 47: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

!

Bron: Bouwbesluit Online, Afdeling 4.3. Badruimte, nieuwbouw, Artikel 4.19. Afmetingen (2015) !Het bouwbesluit stelt ook een eis aan doorgangen en verkeersruimten. Deze dienen ten minste 0,85 m breed te zijn. Dit geldt niet voor doorgangen naar bijvoorbeeld een technische ruimte. !

Bron: Bouwbesluit Online, Afdeling 4.4. Bereikbaarheid en toegankelijkheid, Artikel 4.22. Vrije doorgang (2015) !

Bron: Bouwbesluit Online, Afdeling 4.4. Bereikbaarheid en toegankelijkheid, Artikel 4.23. Vrije doorgang verkeersroute (2015) !Vervolgens dient elke woning een buitenberging en een buitenruimte te hebben. Het bouwbesluit stelt apart eisen voor woningen kleiner 50 m2, waardoor zowel de berging als de buitenruimte gemeenschappelijk mag zijn. Dit is uiteraard alleen van toepassing wanneer er sprake is van een appartementencomplex, een collectief e.d. In alle andere gevallen moet dus rekening worden gehouden met een buitenberging van 5 m2 en een buitenruimte van 4 m2. Met name de buitenberging kan een grote belemmering zijn bij het bouwen van een tijdelijk/verplaatsbaar tiny house. !

Bron: Bouwbesluit Online, Afdeling 4.5. Buitenberging, Artikel 4.31. Aanwezigheid, bereikbaarheid en afmetingen (2015) !

Bron: Bouwbesluit Online, Afdeling 4.6. Buitenruimte, Artikel 4.35. Aanwezigheid, afmetingen en bereikbaarheid (2015) !Het bouwbesluit stelt dat een te bouwen bouwwerk opstelplaatsen heeft voor een aanrecht, een kooktoestel, een verwarm-ingstoestel en een warmwatertoestel. Deze eisen zullen in de meeste gevallen geen belemmeringen opleveren, maar worden

1. Een badruimte heeft een vloeroppervlakte van ten minste 1,6 m² en een breedte van ten minste 0,8 m. 2. Een badruimte die is samengevoegd met een toiletruimte heeft een vloeroppervlakte van ten minste 2,2 m² en een breedte van ten minste 0,9 m.

1. Een doorgang heeft een vrije breedte van ten minste 0,85 m en een vrij hoogte van ten minste 2,3 m. Dit geldt voor een doorgang naar: a. een verblijfsgebied; b. een verblijfsruimte; c. een toiletruimte; d. een badruimte; e. een bergruimte; f. een buitenruimte, en dit geldt ook voor een doorgang op een route vanaf het aansluitende terrein naar een in dit lid bedoelde ruimte.

1. Een verkeersroute die begint bij een doorgang loopt door een ruimte met een vrije breedte van ten minste 0,85 m en een vrije hoogte van ten minste 2,3 m. Dit geldt niet voor zover de verkeersroute over een trap voert.

1. Een woonfunctie heeft als nevenfunctie een niet-gemeenschappelijke afsluitbare bergruimte met een vloeroppervlakte van ten minste 5 m² bij een breedte van ten minste 1,8 m en een hoogte daarboven van ten minste 2,3 m. 2. In afwijking van het eerste lid kan bij een woonfunctie met een gebruiksoppervlakte van niet meer dan 50 m² de bergruimte gemeenschappelijk zijn indien de vloeroppervlakte van de bergruimte ten minste 1,5 m² per woonfunctie bedraagt. 3. Een bergruimte als bedoeld in dit artikel is vanaf de openbare weg rechtstreeks bereikbaar via het aansluitende terrein of een gemeenschappelijke verkeersruimte.

1. Een woonfunctie heeft een niet-gemeenschappelijke buitenruimte met een vloeroppervlakte van ten minste 4 m² en een breedte van ten minste 1,5 m, die rechtstreeks bereikbaar is vanuit een niet-gemeenschappelijk verblijfsgebied van die woonfunctie. 2. In afwijking van het eerste lid kan bij een woonfunctie met een gebruiksoppervlakte van niet meer dan 50 m² de buitenruimte gemeenschappelijk zijn indien de vloeroppervlakte aan buitenruimte ten minste 1 m² per op die buitenruimte aangewezen woonfunctie bedraagt, met een minimum van 4 m² en een breedte van ten minste 1,3 m. De buitenruimte is rechtstreeks vanuit de woning bereikbaar of via gemeenschappelijke ruimten.

� van �45 58

Page 48: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

toch genoemd omdat er voorbeelden van (tijdelijke) tiny houses bestaan waar geen kooktoestel of verwarmingstoestel is toegepast. Het aanrecht, inclusief kooktoestel, dient ten minste 2,1 x 0,6 m (bxd) groot te zijn. !

Bron: Bouwbesluit Online, Afdeling 4.7. Opstelplaatsen, Artikel 4.39. Afmetingen (2015) !Het bouwbesluit stelt een eis voor de aanwezigheid van een trap indien er sprake is van een (of meerdere) verdieping in hoofdstuk 2: Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van veiligheid. De minimum breedte van een trap is 0,8 m bij een woonfunctie, met een aantrede van minimum 0,22 m en een optrede van maximaal 0,188 m. Bij een hoogte boven de vloer van 2,6 m resulteert dit in een trap van ca. 3,0 m lang. Het vloeroppervlak van een trap komt daarmee op 0,8 x 3,0 m. !

Bron: Bouwbesluit Online, Afdeling 2.5. Trap, Artikel 2.33. Afmetingen trap (2015) !Bouwbesluit & zelfvoorzienend bouwen Volgens het bouwbesluit moet een woning verplicht worden aangesloten op het distributienet voor elektriciteit, warmte en drinkwater. Hiervan mag worden afgeweken indien de aansluitafstand groter is dan 40 m (warmte, drinkwater) of 100 m (elektriciteit), behalve als de kosten voor de aansluiting lager of gelijk zijn dan bij 40 m of 100 m. Het hangt dus grotendeels af van de bouwlocatie of een woning zelfvoorzienend mag zijn of niet. Deze begrenzing kan mogelijk een grote belemmering vormen bij het bouwen van en een zelfvoorzienend tiny house (of ander gebouw). !

Bron: Bouwbesluit Online, Afdeling 6.2. Voorziening voor het afnemen en gebruiken van energie, Artikel 6.10. Aansluiting op het distributienet voor elektriciteit, gas, en warmte (2015) !

Bron: Bouwbesluit Online, Afdeling 6.3. Watervoorziening, Artikel 6.14. Aansluiting op het distributienet voor drinkwater (2015) !

1. Een opstelplaats voor een aanrecht heeft een vloeroppervlakte van ten minste 1,5 m x 0,6 m. 2. Een opstelplaats voor een kooktoestel heeft een vloeroppervlakte van ten minste 0,6 m x 0,6 m.

1. Een trap heeft afmetingen die voldoen aan de volgende afmetingen: Minimum breedte van de trap 0,8 m Minimum vrije hoogte boven de trap 2,3 m Minimum aantrede ter plaatse van de klimlijn, gemeten loodrecht op de voorkant van de trede 0,22 m Maximum hoogte van een optrede 0,188 m

1. Een voorziening voor elektriciteit is aangesloten op het distributienet voor elektriciteit indien: a. de aansluitafstand niet groter is dan 100 m, of b. de aansluitafstand groter is dan 100 m en de aansluitkosten niet hoger zijn dan bij een aansluitafstand van 100 m. 3. Een te bouwen bouwwerk met een of meer verblijfsgebieden is aangesloten op het distributienet voor warmte indien: a. het in het warmteplan geplande aantal aansluitingen op dat distributienet op het moment van het indienen van de aanvraag om vergunning voor het bouwen nog niet is bereikt, en b. de aansluitafstand: i. niet groter is dan 40 m, of ii. groter is dan 40 m en de aansluitkosten niet hoger zijn dan bij een aansluitafstand van 40 m.

Een watervoorziening is aangesloten op het openbare distributienet voor drinkwater, indien: a. de aansluitafstand niet groter is dan 40 m, of b. de aansluitafstand groter is dan 40 m en de aansluitkosten niet hoger zijn dan bij een aansluitafstand van 40 m.

� van �46 58

Page 49: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

Uitzonderingen in het bouwbesluit In het hoofdstuk ‘Algemene bepalingen’ van het bouwbesluit 2012 is de afdeling ‘Bijzondere bepalingen’ opgenomen, waar onder andere ‘Artikel 1.12 A: Uitzonderingen woonfunctie voor particulier eigendom’ beschreven staat. Dit artikel is gebaseerd op het idee dat wanneer een burger voor zichzelf bouwt of verbouwt, hij een verantwoord minimaal kwaliteits-niveau zal willen bereiken en het stellen van eisen daardoor in mindere mate nodig is. Deze uitzondering zorgt ervoor dat bij een nieuw te bouwen huis enkel nog aan het minimumniveau voor bestaande bouw moet worden voldaan. !

Bron: Bouwbesluit Online, § 1.4 Bijzondere bepalingen, Artikel 1.12a Uitzonderingen woonfunctie voor particulier eigendom (2015) !Het aanspreken van dit artikel levert de volgende set eisen uit het bouwbesluit 2012 op als het gaat om bruikbaarheid (aanwezigheid en afmetingen van ruimten), veiligheid (trappen) en installaties (aansluiting op distributienet): • Een woonfunctie heeft een vloeroppervlakte van ten minste 10 m2 aan niet-gemeenschappelijk verblijfsgebied; • Een verblijfsgebied en een verblijfsruimte hebben boven de vloer een hoogte van ten minste 2,1 m; • In ten minste een verblijfsgebied ligt een verblijfsruimte met een vloeroppervlakte van ten minste 7,5 m2 en een

breedte van ten minste 2,4 m; • Een toiletruimte heeft een vloeroppervlakte van ten minste 0,64 m2, met een breedte van tenminste 0,6 m en een

hoogte boven de vloer van ten minste 2 m; • Een opstelplaats voor een aanrecht heeft een vloeroppervlakte van ten minste 0,7 m x 0,4 m; • Een opstelplaats voor een kooktoestel heeft een vloeroppervlakte van ten minste 0,4 m x 0,4 m; • Een trap heeft een minimum breedte van 0,7 m, een minimum vrije hoogte boven de trap van 1,9 m, een minimum

aantrede van 0,13 m en een maximum optrede van 0,22 m. Waardoor het vloeroppervlak van een trap, bij een hoogte van 2,4 m boven de vloer, minimaal 0,7 x 1,4 m is;

Op grond van dit artikel behoeft bij het bouwen van een woonfunctie voor particulier eigendom niet aan de in artikel 1.12a genoemde afdelingen en artikelen te worden voldaan. Daarnaast is voor een aantal afdelingen bepaald dat niet de nieuwbouw-voorschriften van toepassing zijn maar de voorschriften voor een bestaand bouwwerk. Met de uitzonderingen van dit artikel 1.12a is het voor een particulier eenvoudiger om bouwactiviteiten te ontwikkelen. De achterliggende gedachte bij dit voorschrift is dat er bij particulier eigendom een direct eigen belang is bij het kwaliteitsniveau dat wordt gebouwd en dat de burger die bouwt of verb-ouwt zelf een verantwoord minimaal kwaliteitsniveau zal kiezen. Het voorschrijven een minimaal kwaliteitsniveau door de overheid is dan niet of minder nodig. Dit in tegenstelling tot zogenaamde projectbouw, waarbij de consument wel een bepaalde bescherm-ing nodig heeft om er voor te zorgen dat een projectontwikkelaar een bepaalde kwaliteit levert. Het verlagen van het niveau van eisen is in dit besluit beperkt tot voorschriften die niet direct betrekking hebben op de veiligheid en gezondheid. Er wordt daarbij nadrukkelijk op gewezen dat wel aan het minimumniveau voor bestaande bouw moet worden voldaan. Het gaat hierbij om: !Bruikbaarheidsvoorschriften: de nieuwbouwvoorschriften van hoofdstuk 4 zijn niet van toepassing; De nieuwbouwvoorschriften voor afscheidingen, trappen en hellingbanen (afdelingen 2.3, 2.4, 2.5, 2.6) zijn niet van toepassing; De nieuwbouwvoorschriften voor daglichttoetreding (afdeling 3.11) zijn niet van toepassing. !Verder is de verplichting tot aansluiting op distributienet voor elektriciteit, gas, en warmte (artikel 6.10) niet van toepassing. Er kan natuurlijk altijd op vrijwillige basis worden gekozen voor een dergelijke aansluiting. Er wordt in dat verband op gewezen dat artikel 1.12a ook betrekking heeft op de verbouw van particuliere woningen. Bij verbouw zal voor het daadwerkelijk afsluiten de medewerking nodig zijn van netbeheerders. Ook kan de woningeigenaar gebonden zijn aan contractuele verplichtingen over de afname van energie. Dat is iets waar het Bouwbesluit 2012 niet op toeziet. Het Bouwbesluit 2012 regelt alleen de aansluitplicht en niet de daadwerkelijke afname van energie. Op grond van het Bouwbesluit 2012 is het straks dus ook voor particulieren mogelijk om hun bestaande woningen zelfvoorzienend te maken voor energie, maar zij zijn daarbij wel afhankelijk van de medewerking van de netbeheerder.

� van �47 58

Page 50: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

• Er worden geen eisen gesteld aan de badruimte, bereikbaarheid, buitenberging en buitenruimte; • Er is geen verplichting tot aansluiting op distributienet voor elektriciteit en warmte, maar wel nog steeds een verplichting

tot aansluiting op het distributienet voor drinkwater. !5.2.1 Verplaatsbaarheid Als aanvulling op de eisen uit het bouwbesluit kunnen in het kader van de verplaatsbaarheid van een tiny house de beperkingen in afmetingen worden vastgesteld aan de hand van de EU-richtlijnen. Een tiny house dat vervoerbaar moet zijn achter een normale auto mag maximaal 12 m lang, 2,55 m breed en 4 m hoog zijn. Het maximale gewicht is 3500 kg. Wanneer een tiny house op een dieplader (vrachtwagen) wordt vervoerd mag deze maximaal 12 m lang, 3 m breed en 4 m hoog zijn. Die hoogte is inclusief de hoogte van de dieplader, ongeveer 0,5 m, waardoor de totale hoogte van het huisje 3,5 m hoog mag zijn (Wentzel, 2015). Afhankelijk van het type dieplader kan deze 10.000 tot 50.000 kg vervoeren, waardoor het gewicht van een tiny house geen belemmerende factor is. Een tiny house dat modulair is gebouwd kan mogelijk wel verplaatst worden achter een auto of op een dieplader (mits de delen aan bovenstaande beperkingen voldoen). !Een andere mogelijkheid is exceptioneel transport: transport dat groter en/of zwaarder is dan de wet toestaat. Hiervoor moet ontheffing worden aangevraagd bij Dienst Wegverkeer (RDW). Exceptioneel transport is maatwerk en erg kostbaar, waardoor dit type vervoer niet geschikt is voor een tiny house dat regelmatig verplaatst wordt. Wel zou deze vorm van transport kunnen worden toegepast bij een eenmalige (of tweemalige) verplaatsing. Naast exceptioneel transport via wegverkeer is transport over water of zelfs middels helikopter mogelijk. Voor deze methoden geldt ook weer dat ze kostbaar en uitzonderlijk zijn. !Een tiny house dat voldoet aan het Bouwbesluit 2012 heeft een breedte groter dan 3 m en is daarom enkel verplaatsbaar in delen of via exceptioneel transport. Een tiny house dat voldoet aan de eisen van bestaande bouw (artikel 1.12a) heeft een breedte van ten minste 2,4 m en kan verplaatst worden op een dieplader. Natuurlijk zijn er ook tiny houses die niet voldoen aan de gestelde regelgeving en enkel deze kunnen - intact - vervoerd worden. !5.3 Een tiny house in vierkante meters uitgedrukt In deze paragraaf komen de resultaten van meerdere deelonderzoeken samen. De meest geschikte toepassingen en technieken worden gecombineerd met de eisen voor bruikbaarheid (van het vloeroppervlak) uit het bouwbesluit. De eisen worden opgedeeld in twee categorieën: een tiny house gebouwd in particulier eigendom en een tiny house gebouwd door een ontwikkelaar of andere partij. In beide gevallen is het uitgangspunt dat de woning voldoet aan het bouwbesluit. Deze keuze is gebaseerd op het idee dat wanneer een tiny house aan het bouwbesluit voldoet, het mogelijk is om in Nederland legaal op een - al dan niet vaste - plek te wonen. Volgens de Rijksoverheid (2015, p. 20) is een bouwwerk legaal wanneer voor het gebouw een bouwvergunning is verleend en het binnen het bestemmingsplan past. Enkel voldoen aan de eisen van het bouwbesluit is dus niet voldoende, maar wel een stap in de goede richting. Het bestemmingsplan is plaatsgebonden en kan dus niet van te voren rekening mee worden gehouden. Het doel van deze paragraaf is bepalen hoeveel fysieke ruimte - in vierkante meters - er nodig is voor een zelfvoorzienend tiny house. !Voor het bepalen van het minimaal benodigd ruimtelijk vloeroppervlak voor particulier eigendom wordt uitgegaan van het Bouwbesluit 2012 met toepassing van artikel 1.12 A. Voor het verblijfsgebied (wonen, koken, eten, slapen) geldt een vloeroppervlakte van ten minste 10 m2 vloeroppervlakte. Hiervan moet ten minste één ruimte of deel van een ruimte de volgende minimale afmetingen kennen: 2,4 x 3,1 m. De toiletruimte heeft een vloeroppervlakte van ten minste 0,64 m2. Ondanks dat er geen eis geldt voor een badruimte, wordt wel uitgegaan van een minimaal vloeroppervlak voor een douche: 0,64 m2 (een douche oppervlak van 0,8 x 0,8 m). !

� van �48 58

Page 51: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

Voor het bepalen van het minimaal benodigd ruimtelijk vloeroppervlak voor tiny houses gebouwd door ontwikkelaars (of andere partijen) wordt uitgegaan van het Bouwbesluit 2012. Voor het verblijfsgebied (wonen, koken, eten, slapen) geldt een vloeroppervlakte van ten minste 18 m2 vloeroppervlakte. Hiervan moet ten minste één ruimte of deel van een ruimte de volgende minimale afmetingen kennen: 3,0 x 3,7 m. De toiletruimte heeft een vloeroppervlakte van ten minste 1,08 m2 en de badruimte heeft een vloeroppervlakte van ten minste 1,6 m2. Wanneer een badruimte met toilet daarin wordt ontworpen dan heeft deze ruimte een vloeroppervlakte van slechts 2,2 m2. Van dit uitgangspunt wordt gebruik gemaakt in het overzicht. Daarnaast is een berging met een vloeroppervlakte van ten minste 5 m2 verplicht. Een buitenruimte van ten minste 4 m2 oppervlakte wordt niet meegenomen in het overzicht maar is wel een verplichting. !Voor het bepalen van het minimaal benodigd technisch vloeroppervlak is uitgegaan van de gekozen toepassingen en technieken in hoofdstuk 4.4, te weten: een waterzuiveringssysteem bestaande uit een helofytenfilter, UV-filterinstallatie, omgekeerde osmose membraanfilter en een waterreservoir, en een PVT panelen systeem dat gekoppeld is aan een warmtepomp en eventueel een accu. Het grootste benodigde oppervlak (10,4 m2 PVT panelen) beslaat dakoppervlakte. !

Tabel 14: Benodigd (fysiek) oppervlak - in vierkante meters - voor een zelfvoorzienend tiny house !Een tiny house, gebouwd in particulier eigendom, heeft ten minste een netto vloeroppervlak van 15,2 m2. Een vuistregel is dat NVO 90% van BVO is. Het bruto vloeroppervlak kan worden vastgesteld op 16,9 m2. Een tiny house, gebouwd door een ontwikkelaar of andere partij, heeft ten minste een netto vloeroppervlak van 29,1 m2 en een bruto vloeroppervlak van 32,3 m2. Daarbij moet het dakoppervlakte ten minste 10,4 m2 zijn om de PVT panelen te herbergen. Wel moet rekening worden gehouden met het oppervlak van het dak in relatie tot de hemelwater afvang.

particulier eigendom ontwikkelaar of andere partij

vloeroppervlak dakoppervlak vloeroppervlak dakoppervlakRuimtelijk Verblijfsgebied/-ruimten

Leefruimte en koken 10,00 m2 - 18,00 m2 -

Overige ruimten

Toiletruimte 0,64 m2 - 2,2 m2 -Badruimte (douche) 0,64 m2 - -Bergruimte - - 5,00 m2 -

11,28 m2 - 25,20 m2 -Technisch Energie (elektriciteit en warmte)

PVT panelen - 10,40 m2 - 10,40 m2Warmtepomp 0,25 m2 - 0,25 m2 -Omvormer 0,15 m2 - 0,15 m2 -Vloerverwarming - - - -

Water (opslag en zuivering)

Helofytenfilter (verticaal) 0,75 m2 - 0,75 m2 -Waterzuivering (UV & membraan) 2,25 m2 - 2,25 m2 -Wateropslag 0,50 m2 - 0,50 m2 -

3,90 m2 10,40 m2 3,90 m2 10,40 m2

Totaal 15,18 m2 29,10 m2

� van �49 58

Page 52: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

7. CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN 7.1   Inleiding In dit hoofdstuk wordt op basis van de bevindingen uit de literatuurstudie en input van professionals uit verschillende vakgebieden het antwoord op de centrale vraag geformuleerd. Om de centrale vraag te beantwoorden zijn drie deelvragen geformuleerd. De drie deelvragen zijn in de voorgaande hoofdstukken besproken en beantwoord. Dit hoofdstuk sluit af met aanbevelingen. !

� !7.2   Conclusie !Tiny housing is eerder een levensvisie dan een benaming voor een object. In een notendop is een tiny house een klein huis dat duurzaam gebouwd is en waar alle ruimte goed wordt gebruikt. Tiny housing is ontstaan uit een sociale beweging: de ‘Tiny House Movement’. Mensen die zich aansluiten bij deze beweging kiezen er bewust voor om de ruimte waarin ze leven te verkleinen (Mitchell, 2015) en veranderen hun mentaliteit over wat ze nodig hebben om hun geluk te waarborgen. Tiny house bewoners maken deel uit van kleine huishoudens en zijn tevreden met een compacte woning. Ze ambiëren de vrijheid en mobiliteit om te leven waar en zoals zij willen. Tiny house bewoners zien de vrijheid er van in om te leven naar wat je nodig hebt in plaats van wat je allemaal kunt of wilt hebben, zij willen versimpelen, ontspullen, onthaasten en genieten van minder bezit. Daarmee verwant is het vrij willen zijn van de last van structureel hoge financiële verplichtingen door schulden of een hypotheek om zo minder te hoeven werken en meer tijd om te leven. Het verkleinen van de ecologische voetafdruk en de toepassing van duurzame materialen in hun huisje worden als essentiële aspecten gezien. Veel tiny house bewoners missen verbintenis met mens en natuur en zien de woonvorm als uitnodiging om meer tijd buitenshuis door te brengen. !Er zijn vele meningen en ideeën rondom de (maximale) afmetingen van een tiny house. De BouwEXPO Tiny Housing heeft een bredere scope dan het tiny house als particulier en vrijstaand huisje, en ziet kansen in het stapelen en schakelen van tiny houses. Daarbij zien zij een tiny house als een huisje van maximaal 50 vierkante meter (BVO). Tiny houses worden regelmatig opgedeeld in categorieën, zoals micro, tiny en small. Waarbij de grote varieert van 8 tot 50 vierkante meter. Toch blijkt dat het formaat van een tiny house niet zozeer van belang is, maar wel dat alle ruimte slim wordt gebruikt en dat het huisje aan-gepast is op zijn bewoners. In verschillende landen wordt het tiny house ingezet als middel voor verdichting van het stedelijk gebied. Binnen Nederland lijkt dit geen kans te hebben, omdat de problematiek van hoge grondprijzen en ruimte tekort hier niet spelen. De context waarin een tiny house gebouwd wordt is daardoor compleet anders. Bovendien hebben woonwijken in steden als Almere juist ruimte als kwaliteit. Het inpassen van tiny houses op kleine kavels lijkt daarom niet logisch. Het nieuwe gebied Oosterwold (onderdeel van Almere) wijkt compleet af van het gebruikelijke en stimuleert bovendien zelf-voorzienend bouwen. Oosterwold creëert zo kansen voor tiny houses op grote stukken grond, mogelijk in ‘village’ vorm. !Een zelfvoorzienend tiny house voorziet in de opwekking van de benodigde eigen energie en kent voor zover mogelijk een gesloten kringloop ten aanzien van water en afval. Om te bepalen of een toepassing of techniek geschikt is voor een tiny house is met name de ruimte inname van belang, maar ook de mogelijkheid tot verplaatsen van een toepassing en de kosten. Deze criteria hangen nauw samen met de capaciteit. Met name voor de tiny house bewoner zijn ook milieu-overwegingen van invloed. Systemen voor energie opwekking en vooral waterzuivering zijn ontworpen voor grootverbruikers, zoals kantoren, industrie, horeca, recreatie e.d. En zelfs de kleinere systemen, bedoeld voor huishoudens, zijn doorgaans

Hoe kan het programma van eisen voor het bouwen van zelfvoorzienende tiny houses op het gebied van de gebruiker, woonprogramma, ruimtegebruik, regelgeving en toepassingen en technieken worden vormgegeven?

� van �50 58

Page 53: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

gedimensioneerd voor 5 tot 6 personen en een aanzienlijk vloeroppervlak. Een- en tweepersoonshuishoudens in een tiny house, die doorgaans bewuster leven en minder verbruiken, vallen daarmee volledig buiten de boot. Gelukkig staat de techniek niet stil en worden systemen steeds slimmer en vaak ook kleiner gemaakt. !De meest geschikte technieken voor een zelfvoorzienend tiny house zijn een systeem van PVT panelen voor elektriciteit en warmte opwekking en een helofytenfilter in combinatie met UV-filter en membraanfilter voor waterzuivering. Fecaliën worden met behulp van een composttoilet gecomposteerd en urine komt bij het afvalwater terecht. Het belangrijkste criterium dat deze systemen geschikt maakt is dat ze verschillende bestaande systemen combineren en daardoor ruimte besparen. Een ander bepalende factor is dat de capaciteit afgestemd kan worden op een klein huishouden. Een onopgelost probleem blijft het overbruggen van zon-arme perioden en het opslaan van energie. Accu’s zijn zinvol om ’s avonds stroom te leveren maar het is niet rendabel om voldoende accu’s te plaatsen om hiermee een mistige week te overbruggen. Deze techniek maakt momenteel een ontwikkeling door, waardoor dit over een aantal jaar wellicht anders is. Tot die tijd is de gebruiker afhankelijk van de weersomstandigheden en kan het voorkomen dat er tijdelijk onvoldoende of geen toegang tot elektriciteit of warmte is. Wegens verschillende waarden die de tiny house gebruiker beweegt, het streven naar eenvoud en een kleine ecologische voetafdruk, kan een hogere mate van acceptatie worden verwacht. De gebruiker is wellicht in staat op creatieve wijze met schaarste om te gaan, omdat deze bewust gekozen heeft voor een ingetogen bestaan. !De eisen die het bouwbesluit stelt bepalen de ondergrens voor de afmetingen van een tiny house. Wanneer een tiny house aan het bouwbesluit voldoet is het mogelijk om in Nederland legaal op een - al dan niet vaste - plek te wonen. De keuze om deze eisen in acht te nemen helpt bij het overwinnen van de geïdentificeerde belemmeringen die tiny house bewoners en bouwers ondervinden. Een tiny house met een woonfunctie voor ‘particulier eigendom’ kan met een bruto vloeroppervlak van ongeveer 15 m2 (NVO) gerealiseerd worden en voldoet daarmee aan de eisen die het Bouwbesluit 2012 stelt aan bruik-baarheid. Een vastberaden gebruiker kan zijn tiny house dan ook nog verplaatsen met behulp van een dieplader. Dit geldt niet voor een tiny house dat ontwikkelt is door een andere partij dan de toekomstige bewoner(s). Mobiliteit is een belangrijke drijfveer als het gaat om vrijheid, maar ook schuldenvrijheid, ruimte voor eigen ritme en de vrijheid die minder onderhoud aan de woning met zich meebrengt, spelen een grote rol. Zolang er geen adaptatie bij overheden en gemeentes plaatsvindt zullen de vrij denkende gebruikers keuzes moeten maken en wetten moeten omzeilen. Een dergelijke adaptatie is mogelijk eerder te verwachten in een pionier stad als Almere, waar al gewerkt wordt met een soepelere versie van het bouwbesluit, dan in andere delen van Nederland. !Hoewel het mogelijk lijkt een verplaatsbaar tiny house te bouwen volgende de Nederlandse wet- en regelgeving, lijkt dit twijfelachtig voor een zelfvoorzienend tiny house (of andere woonvorm). Het bouwbesluit verplicht in veel gevallen een aansluiting op het net voor water, elektriciteit en gas/stadsverwarming. Bovendien is het in Nederland verboden om eigen geproduceerd drinkwater te consumeren. De aansluitkosten lopen in de duizenden euro’s terwijl er geen gebruik wordt gemaakt van de nutsvoorzieningen. Op het gebied van (bouw)kosten kan de tiny house bewoner besparen grond(bewerkings)kosten. Een lichtgewicht huisje kan op onbewerkte (niet bouwrijp gemaakt) grond staan zonder aanleg van een fundering. Daarnaast komen de kosten voor de aanleg van de riolering te vervallen en, indien in lijn met de regelgeving, de aanleg- en aansluitkosten voor elektriciteit en gas/stadsverwarming. De grondprijs voor onbewerkte grond is vaak aanzienlijk lager dan de grond die bouwrijp is gemaakt. Zoals eerder genoemd zijn de systemen voor een zelfvoorzienende woning doorgaans gedimensioneerd voor 5 tot 6 personen, waardoor het prijskaartje dat aan het systeem hangt gelijk blijft of het nu in een gezinswoning of tiny house geplaatst wordt. In verhouding tot de bouwkosten zijn de kosten om een tiny house zelfvoorzienend te maken zeer hoog. De bouwkosten per vierkante meter zullen hierdoor veel hoger liggen voor een zelfvoorzienend tiny house dan voor een zelfvoorzienende gezinswoning. Ongeacht of een tiny house zelfvoorzienend is, de vaste lasten zijn altijd vele malen lager dan bij andere woonvormen.

� van �51 58

Page 54: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

7.3 Programma van eisen !In deze paragraaf wordt, als aanbeveling, een voorzet voor een programma van eisen voor het ontwerp/de bouw van een zelfvoorzienend tiny house. In het programma van eisen worden de bevindingen uit het onderzoek vertaalt naar doelgroep- en gebruikseisen, ruimtelijk-bouwkundige eisen en prestatie eisen.

PROGRAMMA VAN EISEN VAN EEN ZELFVOORZIENEND TINY HOUSE

1.0 Randvoorwaarden

1.1 Wet- en regelgeving • Bouwbesluit 2012 met toepassing van artikel 1.12A • Bestemmingsplan locatie

1.2 Financiële uitgangspunten • Invullen budget gebruiker Opmerking: een (zeer) klein budget kan als grote belemmeringen worden gezien om een tiny house zelfvoorzienend te maken.

2.0 Doelgroep- en gebruikseisen

2.1 Karakteristiek van de te huisvesten doelgroep

De te huisvesten doelgroep bestaat uit kleine huishoudens die tevreden zijn met een compacte woning. Ze ambiëren de vrijheid en mobiliteit om te leven waar en zoals zij willen. De doel-groep ziet de vrijheid er van in om te leven naar wat je nodig hebt in plaats van wat je allemaal kunt of wilt hebben. Zij willen versimpelen, ontspullen, onthaasten en genieten van minder bezit. Daarbij hoort ook het verlangen om vrij te willen zijn van de last van structureel hoge financiële verplichtingen door schulden of een hypotheek om zo minder te hoeven werken en meer tijd om te leven. Het verkleinen van de ecologische voetafdruk en de toepassing van duurzame materialen in hun huisje worden als essentiële aspecten gezien. De doelgroep wil het gevoel van verbinding met mens en natuur terugvinden en ziet de woonvorm als uitnodiging om meer tijd buiten door te brengen.

2.2 Specifieke wensen gebruiker • Invullen

3.0 Ruimtelijk-bouwkundige eisen en prestatie eisen

3.1 Locatie, oriëntatie & terreinoppervlakte

De eisen aan de locatie alsmede de oriëntatie van het gebouw zijn meer van belang bij een permanente bebouwing en minder - of helemaal niet - van belang bij een tijdelijk of verplaatsbaar gebouw. Wanneer de locatie nog onbekend is of steeds zal wisselen is het raadzaam om het gebouw zo te ontwerpen dat het op iedere plek optimaal gebruik kan maken van een gunstige oriëntatie. !Het benodigd terreinoppervlak hoeft voor een zelfvoorzienend tiny house niet veel groter te zijn dan het te ontwerpen gebouw. Wanneer een tiny house verplaatsbaar wordt uitgevoerd en de locatie niet langer perm-anent is, verdwijnt de relatie met terrein-oppervlakte geheel omdat deze constant kan veranderen. Wanneer een tiny house modulair wordt uitgevoerd is het verstandig rekening te houden met ruimte om uit te breiden.

Ruimtebehoefte De volgende vloeroppervlakten zijn minimaal benodigd voor een zelfvoorzienend tiny house dat aan de bouw-voorschriften uit het oogpunt van bruikbaarheid uit het Bouwbesluit 2012 kan voldoen: !verblijfsruimte 11,10 m2 BVO toilet- en badruimte 1,40 m2 BVO installatieruimte 4,30 m2 BVO totaal 16,80 m2 BVO

3.3 Prestatie Een gebouw dat voorziet in de opwekking van de benodigde eigen energie en daarnaast voor zover mogelijk een gesloten kringloop kent ten aanzien van water en afval. !• Energie- en waterbehoefte Voor een eenpersoonshuishouden kan het volgende worden aangehouden: - 10 m2 dakoppervlak PVT panelen - 25 m2 dakoppervlak regenwater • Bouwfysische aspecten

Page 55: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

7.3.1 Schematisering energie- en watersysteem !

! !!!!!!

Page 56: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

!!!!!!!!!!!

!! !!!!!

Page 57: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

BRONVERMELDING !Agentschap NL. (2009). ‘Innovatie in Energie - Overzicht van een aantal innovatieve energietechnieken voor de woningbouw’. Geraadpleegd van https://www.rvo.nl/sites/default/files/bijlagen/Innovatie%20in%20Energie.pdf !Agentschap NL. (2010). ‘Praktische toepassing van mini-windturbines’. Geraadpleegd van http://www.rvo.nl/sites/default/files/bijlagen/Praktische%20toepassing%20van%20mini-windturbines.pdf Agentschap NL. (2011). ‘Gebouwintegratie zonnestroom-systemen’. Geraadpleegd van https://www.rvo.nl/sites/default/files/bijlagen/Gebouwintegratie%20zonnestroomsystemen.pdf !Agentschap NL. (2014). ‘Infoblad Energieneutraal bouwen: definitie en ambitie’. Geraadpleegd van http://energiesprong.nl/wp-content/uploads/downloads/2013/05/Infoblad-Energieneutraal-bouwen-Definitie-en-ambitie-april-2013.pdf !Almere Dichtbij. (2016). ‘Tiny House: simpel en goedkoop’. Geraadpleegd van http://www.dichtbij.nl/almere/regio/artikel/4218246/tiny-house-simpel-en-goedkoop.aspx !Altena, R. (2014). ‘De warmtepompboiler gewikt en gewogen’. Geraadpleegd van http://www.dwa.nl/wp-content/uploads/2014/03/De-warmtepompboiler-gewikt-en-gewogen-Intech-KS-maart-2014.pdf !Ambrava. z.j. ‘Soorten warmtepompen’. Geraadpleegd van http://www.samsung-airco.nl/kennisbank/soorten-warmtepompen/ !Bakker, F. (2015). ‘Frieda (MyTinyHouse.nl)’. Geraadpleegd van http://www.paradijsvogelsmagazine.nl/tiny-houses-minder-ruimte-meer-ruimte/ !Bouwbesluit Online. (2012). ‘Bouwbesluit 2012’. Geraadpleegd van http://www.bouwbesluitonline.nl/Inhoud/docs/wet/bb2012 !Brouwer, M. (2015). ’Kleinschalig verlangen’. Geraadpleegd van https://levendlicht.wordpress.com/2015/09/21/kleinschalig-verlangen/ !Cace, J. & Horst, E. ter. (2007). ‘URBAN WIND TURBINES - LEIDRAAD VOOR KLEINE WINDTURBINES IN DE BEBOUWDE

OMGEVING’. Geraadpleegd van http://www.urbanwind.net/pdf/LEIDRAAD_KLEINE_WINDTURBINES_IN_DE_GEBOUWDE_ OMGEVING_final.pdf !Centraal Bureau voor de Statistiek. (2011). ‘Een miljoen huishoudens meer in 2045’. Geraadpleegd van http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/bevolking/publicaties/artikelen/archief/2011/2011-3365-wm.htm !Clocquet, R. (2012). ‘Kwantitatief data onderzoek Energie-innovaties’. Geraadpleegd van http://energiesprong.nl/wp-content/uploads/downloads/2013/02/Eindrapport_kwantatief_dataonderzoek_jan2012v41.pdf !Kurvers, S., Linden, K. van der & Cauberg, H. (2012). ‘Literatuurstudie thermisch comfort. Werkpakket 1: vraagsturing en binnenmilieu. EOS-project Duurzame projectontwikkeling (EOS-LT)’. Geraadpleegd van https://www.rvo.nl/sites/default/files/Literatuurstudie%20thermisch%20comfort.pdf !Daniëls, B. & Elzenga, H. (2010). ‘Aanvullende beleidsopties Schoon en Zuinig’. Geraadpleegd van https://www.ecn.nl/docs/library/report/2010/e10015.pdf !Dobbelsteen, A. van den. & Huijbers, K. (2013). ‘Architectuur als klimaatmachine’. Amsterdam, Nederland: SUN. !Duurzaam MKB. (2014). ‘Zonneboiler’. Geraadpleegd van http://duurzaammkb.nl/tips/tip/452/zonneboiler/ !Duurzaam Thuis. (2016). ‘Verwarming’. Geraadpleegd van http://www.duurzaamthuis.nl/energie/verwarming !Earth Matters. (2015). ‘Six reasons why the tiny house movement is going to be big over coming decades’. Geraadpleegd van http://www.earth-matters.nl/7/11344/duurzaam-20/Artikel%20printen?limit=300 !ECN. (2014). ‘Energietrends 2014’. Geraadpleegd van http://www.energie-nederland.nl/wp-content/uploads/2013/04/EnergieTrends2014.pdf !Elfferich, M. (2015). ‘Wonen in eenvoud’. Geraadpleegd van http://0847954.pb-hr.nl/2015/12/01/bladiebla Gemeente Almere. (2012). ‘Meer vrijheid binnen Bouwbesluit bij Particulier Opdrachtgeverschap‘. Geraadpleegd van http://www.

Page 58: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

24up.nl/opdracht/Bijlage_4_Meer_vrijheid_binnen_bouwbesluit_PO.pdf !Gemeente Almere. (2015). ‘BOUWEXPO TINY HOUSING – DOEL EN AANPAK’. Geraadpleegd van https://poort.almere.nl/fileadmin/files/almere/subsites/almere_poort/BouwEXPO_Tiny_Housing_startdocument.pdf !Glas, J. en Lee, A. van der. (2015). ’Tiny Village’. Geraadpleegd van https://www.voordewereldvanmorgen.nl/duurzame-projecten/tiny-village !Glind, G. van de. & Bok, T. de. (2015). ‘Wonderlijk werken aan een piepklein huisje’. Geraadpleegd van http://www.hetkanwel.net/2015/12/23/wonderlijk-werken-aan-een-piepklein-huisje-waterland-huisje/ !Global Wetlands. (2014). ‘Global Wetlands - Sustainable Water Treatment’. Geraadpleegd van http://www.globalwetlands.com/wp-content/uploads/2014/11/Global-Wetlands-folder-A3.pdf !Global Wetlands. (2015). ‘bijdrage Global Wetlands’. Geraadpleegd van https://oosterwold.wordpress.com/bijdrage-global-wetlands/ !Groot, N. de. en Schonewille, J. (2012). ‘Krimp in beeld. De sociale gevolgen van demografische veranderingen’. Geraadpleegd van https://www.movisie.nl/sites/default/files/alfresco_files/Krimp%20in%20beeld%20[MOV-177605-0.3].pdf !Hardon, L. (2016). ‘Zoektocht naar vrijheid: Tiny House Nederland’. Geraadpleegd van http://www.gevonden-vormgeving.nl/zoektocht-naar-vrijheid-tiny-house-nederland/ !Hartog, H. den. (2005). ‘Autarkie, zelfvoorzienende woonwerklandschappen’. Geraadpleegd van https://www.archined.nl/2005/02/autarkie-zelfvoorzienende-woonwerklandschappen/ !Hermus, J. (2015) ‘Leef de tiny house lifestyle – ook zonder tiny house’. Geraadpleegd van https://sochicken.nl/tiny-house !Hoffman, M. (2012) ‘Home, squeezed home: Living in a 200 sq ft space’. Geraadpleegd van http://www.independent.co.uk/news/world/americas/home-squeezed-home-living-in-a-200-sq-ft-space-8371227.html !

Höfte, V. (2015). ‘TINY TECHNIEK: DRAAGCONSTRUCTIES’. Geraadpleegd van http://www.tinyhousenederland.nl/onderzoek/tiny-techniek-draagconstructies/ !Huysmans, M. (2013. ’Gebruik in plaats van bezit‘. Geraadpleegd van http://www.duurzaamgebouwd.nl/visies/20130111-gebruik-in-plaats-van-bezit !Idenburg, P. en Schweitzer, M. (2013). ’Ontwikkelingen rondom wonen, aan de hand van Sociaal Wonen 2030’. Geraadpleegd van http://www.bouwstenen.nl/fileswijkplaats/Ontwikkelingen%20rondom%20wonen.pdf !Ipenburg, S. (2016). ‘WONEN IN EEN TINY HOUSE’. Geraadpleegd van http://www.zenzoekers.nl/wonen-in-een-tiny-house/ !Jong, A. de. en Daalhuizen, F. (2014). ‘De Nederlandse bevolking in beeld - Verleden heden toekomst’. Geraadpleegd van http://www.pbl.nl/sites/default/files/cms/publicaties/PBL_2014_De%20Nederlandse-bevolking-in-beeld_1174.pdf !Jonker, M. (20 april 2015). ‘Het vraagstuk der inschrijving’. Geraadpleegd van https://www.marjoleininhetklein.com/2015/04/20/het-vraagstuk-der-inschrijving/ !Jonker, M. (13 maart 2015). ‘Tiny House – wat is dat?’. Geraadpleegd van https://www.marjoleininhetklein.com/tiny-house-wat-is-dat/ !Joris, I. (2016). ‘Digitale televisie op meerdere tv’s’. Geraadpleegd van http://www.consumentenbond.nl/alles-in-1/gebruikstips/digitale-televisie-meerdere-tv !Kilian, R.M. (2016). ‘Helofytenfilters’. Geraadpleegd van http://www.kilianwater.nl/nl/helofytenfilters.html !KNMI. (2015). ‘Jaaroverzicht van het weer in Nederland’. Geraadpleegd van http://cdn.knmi.nl/knmi/map/page/klimatologie/gegevens/mow/jow_2015.pdf !KNMI. (2016). ‘Nederland Nu - Klimatologie - Seizoen en jaaroverzichten’. Geraadpleegd van https://www.knmi.nl/nederland-nu/klimatologie/maand-en-seizoensoverzichten/ !Kras, J. (2016). ‘Nieuwe trend: wonen in een klein huisje zonder hypotheek’. Geraadpleegd van http://www.welingelichtekringen.nl/samenleSving/534769/nieuwe-trend-wonen-in-een-klein-huisje-zonder-hypotheek.html !

Page 59: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

Lammers, L. & Kusters, K. (2016). ‘Het Nieuwe Wonen, Voordeel van zelfvoorzienend wonen’. Geraadpleegd van https://ideas.bright.nl/editions/vr-12-feb-2016/het-nieuwe-wonen/xes3ZABIPrwR-rxBKqG8ZFbywpLEq0UG-g !Mierlo, M. van. (2015). ‘Marjolein in het klein’. Geraadpleegd van http://www.levenintuinen.nl/2015_03_01_archive.html !Milieucentraal. (2016). ‘Apparaten en verlichting’. Geraadpleegd van https://www.milieucentraal.nl/energie-besparen/apparaten-en-verlichting/ !Mitchell, R. (2015). ‘What Is The Tiny House Movement?’. Geraadpleegd van http://thetinylife.com/what-is-the-tiny-house-movement/ !Mutter, A. & Shafer, J. (2013). ‘Growing Tiny Houses. Hold Me Closer Tiny Houses – An Evaluation of Themes in the North American Trend’. Geraadpleegd van http://lup.lub.lu.se/luur/download?func=downloadFile&recordOId=4196241&fileOId =4196242 !Nelissen, K. & Jonker, M. (2015). ‘Tiny houses | Minder ruimte = meer ruimte!’. Geraadpleegd van http://www.paradijsvogels-magazine.nl/tiny-houses-minder-ruimte-meer-ruimte/ !Planbureau voor de Leefomgeving. (2013). ‘Demografische ontwikkelingen 2010-2040’. Geraadpleegd van http://www.pbl.nl/sites/default/files/cms/publicaties/PBL_2013 _Demografische%20ontwikkelingen-2010-2040_1044.pdf !Pure Water. z.j. ‘Ins en outs van omgekeerde osmose’. Geraadpleegd van http://purewater.nl/bestanden/fckeditor/file/Ins%20en%20outs%20van%20omgekeerde%20osmose(4).pdf !Raedts, P. & Wolff, T. de. (2011). ‘Opslag van elektrische energie’. Geraadpleegd van http://technotheek.utwente.nl/Opslag_van_ elektrische_energie !Remon. z.j. ‘IJzeraanslag en Mangaanaanslag in de leiding’. Geraadpleegd van http://www.remon.com/waterzuivering/ijzeraanslag-en-mangaan-aanslag-in-de-leiding !RIGO. (2013). ‘Tweede wonen groeit tijdens crisis’. Geraadpleegd van https://www.rigo.nl !

Rijksoverheid. (2009). ‘Duurzaam begrippenlijst’. Geraadpleegd van https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/brochures/2009/08/31/verklarende-begrippenlijst/duurzaam-begrippenlijst.pdf !Rijksoverheid. (2015). ‘Handreiking Bouwbesluit & woning’. Geraadpleegd van https://www.rijksoverheid.nl/documenten/brochures/2015/04/01/handreiking-bouwbesluit-woning !Roodbeen, N. (2014). ‘WONEN IN EEN TINY HOUSE OP WIELEN: DE ULTIEME VRIJHEID?’. Geraadpleegd van http://www.stopandstare.nl/tiny-house/ !Schuurmans, I. (2016). ‘Mag je wonen in een yurt in Nederland?’ Geraadpleegd van http://zelfvoorzienendedingen.nl/varia/mag-je-wonen-in-een-yurt-of-tipi/ !Shafer, J. (2014). ‘Inside the Rise of the Tiny House Movement’. Geraadpleegd van http://www.shareable.net/blog/inside-the-rise-of-the-tiny-house-movement !Savenije, I. (2015). ‘wonen | tiny houses’. Geraadpleegd van http://thevirtualteahouse.com/2015/11/18/wonen-tiny-houses/ !Siwaletti, R. & Lisefki, A. (2014). ‘THE TINY HOUSE PROJECT’. Geraadpleegd van http://dehuismuts.com/the-tiny-house-project/ !Small House Society. (2013). ‘About’. Geraadpleegd van https://smallhousesociety.net/about/ !Spohr, A. (2015). ‘Ik woon straks in schuldenvrijheid’. Geraadpleegd van http://www.rodi.nl/nieuws/1291337-ik-woon-straks-in-schuldenvrijheid-eerste-ecologisch-verantwoorde-tiny-house-staat-in-ecodorp-bergen !Stofberg, F. (2010). ‘EnergieVademecum - Energiebewust ontwerpen van nieuwbouwwoningen’. !ThePlacemaker. (2015). ‘WOONTRENDS IN DE SAMENLEVING’. Geraadpleegd van http://theplacemaker.nl/werkwijze-intro/woontrends-in-de-samenleving/ !Uffelen, S. (2011). ‘De toekomst van duurzaam bouwen’. Geraadpleegd van http://pefcnederland.nl/wp-content/uploads/2013/11/2011_09_Telegraaf.pdf !

Page 60: onderzoeksrapport Ultieme vrijheid in een zelfvoorzienend ... · In de Randstad ligt dit aantal zelfs rond de 1000 inwoners per vierkante kilometer. Nederland is daarmee één van

Veldhuisen, S. (2007). ‘De herontdekking van autarkie’. Geraadpleegd van https://www.archined.nl/2007/01/de-herontdekking-van-autarkie/ !Visser, S. & Glas, J. (2016). ‘Een heel huis op 15 vierkante meter - Jelte Glas (29)’. Geraadpleegd van http://www.nrc.nl/next/2016/01/04/liever-een-yurt-1574418 !Visser, S. & Jonker, M. (2016). ‘Een heel huis op 15 vierkante meter - Marjolein Jonker (40)’. Geraadpleegd van http://www.nrc.nl/next/2016/01/04/liever-een-yurt-1574418 !Vollaard, P. (2003). ‘Autarkie en Autonomie’. Geraadpleegd van https://www.archined.nl/2003/10/autarkie-en-autonomie/ !Vries, S. de. (2012). ‘Trendscan Woningmarkt 2025’. Geraadpleegd van http://www.bsdv.nl/wp-admin/images/TRENDSCAN%20WONINGMARKT%20OVERIJSSEL.pdf !VROM-raad. (2009). ’Wonen in ruimte en tijd. Een zoektocht naar sociaal-culturele trends in het wonen’. Geraadpleegd van http://www.rli.nl/sites/default/files/woneninruimteentijd6-2009advies.pdf !Wal, L. van der. (14 augustus 2015). ‘Eerste architectenbureau voor kleine huisjes opgericht’. Geraadpleegd op http://www.nu.nl/wonen-en-interieur/4106651/eerste-architectenbureau-kleine-huisjes-opgericht.html !Wal, L. van der. (1 september 2015). ‘Lena en Laurens denken klein’. Geraadpleegd van http://www.dearchitect.nl/blogs/2015/09/01/lena-en-laurens-denken-klein.html !Warmtepompplein. (2016). ‘Warmtepompen vreten omgevingswarmte’. Geraadpleegd van http://www.warmtepompplein.nl/kennispunt/artikelen/warmtepompen-vreten-omgevingswarmte/ !Wentzel, D. (2015). ‘TINY TECHNIEK: DE FUNDERING VAN JE TINY-HOUSE, HET ONDERSTEL.’ Geraadpleegd van http://www.tinyhousenederland.nl/onderzoek/tiny-techniek-de-fundering-van-je-tiny-house-het-onderstel/ !Woonpioniers. (2015). ‘Tiny Housing’. Geraadpleegd van http://woonpioniers.nl/tiny/