Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e...

49
Onderzoekend leren in de kleuterklas Inquiry based learning by preschoolers Bachelor Thesis; Rapportage van een afstudeeronderzoek, uitgevoerd in het kader van het behalen van de titel Bachelor of Education Linda Schouten Studentnummer: 610522 Hogeschool Inholland, Den Haag, Domein Onderwijs en Innovatie Opleiding tot Leraar Basisonderwijs Verkorte deeltijd Begeleider: Ankie van Oosten Basisschool De Schelp Europasingel 110 1693 GV Wervershoof Tel nr. 0228-581761 Deanne Molenaar 1

Transcript of Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e...

Page 1: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

Onderzoekend leren in de

kleuterklas Inquiry based learning by preschoolers

Bachelor Thesis; Rapportage van een afstudeeronderzoek, uitgevoerd in het kader van het behalen van de titel Bachelor of Education

Linda Schouten

Studentnummer: 610522 Hogeschool Inholland, Den Haag, Domein Onderwijs en Innovatie

Opleiding tot Leraar Basisonderwijs Verkorte deeltijd

Begeleider: Ankie van Oosten

Basisschool De Schelp Europasingel 110

1693 GV Wervershoof Tel nr. 0228-581761 Deanne Molenaar

1

Page 2: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

Voorwoord Voor u ligt de scriptie 'Onderzoekend leren in de kleuterklas'. Dit onderzoek richtte zich op de kleuters en leerkrachten van basisschool De Schelp. Deze scriptie schrijf ik in kader van mijn opleiding. Ik ben vierdejaars studente aan de Pabo aan de hogeschool Inholland. Ik heb van september 2018 tot en met december 2018 gewerkt aan dit onderzoek. In samenspraak met de directie is het onderwerp voor dit onderzoek gekozen. Ik ben blij met dit onderwerp, omdat ik hier zelf ook veel interesse in heb. Juist kleuters hebben nog een grote belevingswereld en daarom vind ik het belangrijk dat kleuters de kans krijgen om op onderzoek te gaan. Momenteel wordt er te vaak gebruik gemaakt van werkbladen die kinderen verplicht aan tafel moeten maken. Ik ben van mening dat kleuters moeten spelen, zodat ze de mogelijkheid krijgen om de wereld om hen heen te ontdekken. Ik heb veel van dit onderzoek geleerd. Het heeft mij handvaten geboden om onderzoekend leren in de praktijk toe te passen. Daarnaast heb ik, door het schrijven van deze scriptie, onderzoeksvaardigheden bijgeleerd. Ik heb dit onderzoek als zeer waardevol ervaren. Ik wil hierbij mijn begeleiders bedanken. Tijdens dit onderzoek heeft mijn stagebegeleider, Deanne Molenaar, mij geholpen. Daarnaast wil ik Ankie van Oosten bedanken. Zij gaf snel antwoord op mijn vragen en gaf mij goede, gerichte feedback. Ook wil ik de kleuterleerkrachten en directrice bedanken. Zonder de medewerking van deze leerkrachten had ik dit onderzoek niet kunnen uitvoeren. Ik hoop dat u door dit verslag meer te weten komt over het onderzoekend leren in de kleuterklas. Ik wens u veel leesplezier toe. Linda Schouten, Wervershoof, 12 december 2018

2

Page 3: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

Samenvatting Basisschool De Schelp wil de stap maken naar het onderzoekend leren. Bij het onderzoekend leren worden de leerlingen gestimuleerd op onderzoek uit te gaan (Silvia, 2008). Het doel van dit onderzoek is om meer inzicht te krijgen welke aspecten van het onderzoekend leren worden toegepast in de praktijk en hoe dit onderzoekend leren nog meer bevorderd kan worden. Hiervoor is de volgende onderzoeksvraag opgesteld: In hoeverre wordt een onderzoekende houding bij de kleuters gestimuleerd op basisschool De Schelp? Om een antwoord te kunnen geven op deze onderzoeksvraag is er een theoretische verkenning uitgevoerd met betrekking tot het begrip onderzoekend leren, welke vaardigheden leerlingen ontwikkelingen tijdens het onderzoekend leren en wat van belang is voor de leerkracht Daarna is praktijkonderzoek uitgevoerd, waarbij de leerlingen en de leerkrachten zijn geobserveerd. De leerlingen werden geobserveerd tijdens het spelen en de leerkrachten kregen een enquête en werden geïnterviewd. Allereerst werd zichtbaar dat de leerlingen enkele onderzoeksvaardigheden aantoonden, zoals de vaardigheden 'denk alle kanten uit', 'breng ideeën tot leven' en 'durven uitproberen'. De leerlingen scoorden lager op de vaardigheid 'leef je in'. De leerkrachten zouden de leerlingen hier meer ondersteuning in kunnen bieden. Een onderzoekende houding van de leerkracht zou een voorwaarde zijn om een onderzoekende houding bij de leerlingen te kunnen creëren (Houte, DeVlieger, & Schaffler, 2012). Uit deze enquête, die afgenomen werd bij de leerkrachten, werd zichtbaar dat zij onderzoekende houding in zich hebben. Uit de interviews met de leerkrachten bleek echter dat zij niet alle kennis bezitten met betrekking tot het onderzoekend leren. Daarnaast zouden de leerkrachten meer tijd willen nemen om de leerlingen te observeren. Ook het stellen van de juiste vragen tijdens spel kwam als punt van aandacht uit dit onderzoek. Op basis hiervan is met de directrice besproken om kennis met betrekking tot onderzoekend leren over te dragen in een bouwvergadering. Daarnaast wordt geadviseerd dat de leerkrachten tijdens het spelen en werken even kort stil blijven zitten of staan om te kijken welke activiteiten de leerlingen ondernemen en waar het spel vast loopt. Het stellen van de juiste vragen wordt verder besproken in de cursus 'Teach like a champion'. Uit de theoretische verkenning kwam naar voren dat een rijke leeromgeving invloed heeft op het onderzoekend leren. Eventueel vervolgonderzoek zou zich kunnen richten op de leeromgeving. Wanneer leerlingen actief op ontdekking gaan, zullen zij meer kennis opdoen. De inrichting van de klas is daarbij van belang.

3

Page 4: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

Inhoudsopgave Voorwoord 2

Samenvatting 3

1. Inleiding 5

1.1 Aanleiding 5

Doelstelling 5

Probleemstelling 6

1.2 Onderzoeksvragen 6

1.2.1 Hoofdvraag 6

1.2.2 Deelvragen 6

2. Theoretisch kader 7

3. Onderzoeksmethode 13

3.1 Onderzoeksvragen 13

3.1.1 Praktische deelvragen 13

3.1.2 Deelnemers 13

3.1.3 Onderzoeksontwerp 14

3.2 Onderzoeksinstrumenten 14

3.4 Analysemethoden 15

4. Resultaten en analyses 16

5. 1 Conclusie 20

5. 2 Discussie 22

7. Bibliografie 24

8. Bijlagen 27

Bijlage 1: Observatie-instrument onderzoeksvaardigheden van kleuters 27

Bijlage 2: Interview leerkracht onderzoekend leren 28

Bijlage 3: Enquête onderzoekende houding van de leerkracht 29

Bijlage 4: Interview directrice 30

Bijlage 5: Akkoord opdrachtgever 31

Bijlage 6: Uitwerking interview leerkrachten 33

Bijlage 7: Beoordeling onderzoeksplan 2018-2019 43

Bijlage 8: Aanpak en fasering 46

4

Page 5: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

1. Inleiding Basisschool de Schelp is gevestigd in Wervershoof en heeft in totaal 265 leerlingen. De school is aangesloten bij de Stichting Katholiek Onderwijs West-Friesland. Deze stichting is verantwoordelijk voor het onderwijs op 23 basisscholen in West-Friesland. De Schelp heeft in totaal elf groepen, waarvan vier kleutergroepen. In deze groepen wordt thematisch gewerkt, waarbij spelactiviteiten een centrale plek binnen het onderwijs innemen. Hierbij kan gedacht worden aan de huishoek en de bloemenwinkel, waarbij het samenspel bij de kinderen wordt gestimuleerd. Ook worden er constructieve activiteiten aangeboden, zoals spelen in de bouwhoek of in de treinhoek. Daarnaast vinden er spelenderwijs taalactiviteiten plaats. Deze vinden voornamelijk plaats in de kring. Met betrekking tot de lees- en schrijfactiviteiten is er een leeshoek en schrijfhoek gecreëerd. In de klas is ook een rekenhoek gecreëerd, waar de kinderen spelenderwijs met verschillende materialen hun rekenvaardigheden kunnen ontwikkelen. Expressieve activiteiten kunnen gedaan worden in de tekenhoek en de schilderhoek. Als laatste beschikt de school over een bewegingslokaal waarin de kleuters dagelijks gymmen. De Schelp streeft ernaar om een uitdagende en stimulerende leeromgeving te creëren voor de leerlingen. In een rijke leeromgeving wordt spel en onderzoekend leren gestimuleerd (Huizinga, 1940). Bij het onderzoekend leren gaan de kinderen zelf actief op onderzoek uit. Vanuit de directie van basisschool De Schelp komt de vraag of het onderzoekend leren voldoende gestimuleerd wordt bij de kleuters. Bij de kleuters staat spelen iedere dag op het programma. Omdat kleuters leren door spel, wil de school erachter komen of er tijdens het spelen voldoende mogelijkheid is om te onderzoeken en te ontdekken.

1.1 Aanleiding

Doelstelling Het doel van dit onderzoek is om meer inzicht te krijgen welke aspecten van het onderzoekend leren worden toegepast in de praktijk en hoe dit onderzoekend leren nog meer bevorderd kan worden. Aan de hand van dit onderzoek kan worden nagegaan in hoeverre het onderzoekend leren op basisschool De Schelp gestimuleerd wordt. De verschillende aspecten van het onderzoekend leren worden onderzocht. Het eerste aspect dat onderzocht wordt is het stellen van effectieve vragen door de leerkracht. Daarnaast wordt gekeken naar de onderzoekende houding van zowel de leerkracht als de leerlingen. Er wordt in dit onderzoek niet dieper ingegaan op de rijke leeromgeving, omdat uit de praktische verkenning blijkt dat de vragen van de directie en leerkrachten zich meer richten op de eerste twee aspecten. In een eventueel vervolgonderzoek kan er nader naar de rijke leeromgeving gekeken worden. Aan de hand van deze resultaten kan worden nagegaan waar verbeteringen mogelijk zijn met betrekking tot onderzoekend leren, zodat De Schelp een belangrijk fundament van wetenschap en techniek, dat verplicht is in 2020, weet te verwezenlijken.

5

Page 6: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

Probleemstelling Met zicht op de toekomst, wil De Schelp de stap maken naar het onderzoekend leren. Onderzoekend leren is een van de belangrijkste aspecten van wetenschap en techniek. Wetenschap en techniek is in 2020 op alle basisscholen verplicht (slo, z.d.). Zo'n 60 procent van de scholen was in 2017 al met wetenschap en techniek bezig (Mamber, 2017). In het schoolplan van basisschool De Schelp staat vermeld dat het ontwikkelen van een doorgaande lijn voor wetenschap en techniek prioriteit heeft. Met wetenschap en techniek worden de leerlingen gestimuleerd zelf op onderzoek uit te gaan (slo, z.d.). Basisschool De Schelp wil graag weten of de aspecten van het onderzoekend leren ingezet worden in de kleuterklassen, zodat ze voorbereid zijn op de stap naar het invoeren van wetenschap en techniek in 2020. Deze wens kwam vanuit de directie, maar ook uit gesprekken met de kleuterleerkrachten blijkt dat zij interesse hebben in het onderzoekend leren. Ze zijn op zoek naar handvatten om het onderzoekend leren te stimuleren.

1.2 Onderzoeksvragen

1.2.1 Hoofdvraag In hoeverre wordt een onderzoekende houding bij de kleuters gestimuleerd op basisschool De Schelp?

1.2.2 Deelvragen Theoretische deelvragen

1. Wat is onderzoekend leren? 2. Welke vaardigheden worden ontwikkeld tijdens het onderzoekend leren? 3. Wat is de rol van de leerkracht met betrekking tot het stimuleren van een

onderzoekende houding bij kleuters?

Praktische deelvragen

1. In hoeverre laten de kleuters van basisschool De Schelp tijdens het spelen/werken een onderzoekende houding zien?

2. Op welke manier wordt de onderzoekende houding bij kleuters momenteel door de leerkrachten bevorderd?

3. In welke mate laten de leerkrachten zelf een onderzoekende houding zien? 4. Wat is er nodig om onderzoekend leren op basisschool De Schelp te optimaliseren?

In het volgende hoofdstuk zal door middel van literatuurstudie getracht worden de theoretische deelvragen te beantwoorden.

6

Page 7: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

2. Theoretisch kader Om duidelijkheid te krijgen over wat onderzoekend leren is wordt de inhoud van verschillende bronnen gebruikt. De artikelen van Kraaij (2015), Peeters & Baren-Nawrocka (2014) en Grossnickle (2014) worden onder andere bestudeerd. Hierdoor wordt een beter beeld gecreëerd van het onderzoekend leren. Daarnaast hebben Graft en Kemmers (2007) hebben de aspecten van onderzoekend leren geformuleerd. Dit literatuuronderzoek gaat helpen om een beeld te krijgen van de onderzoeksvaardigheden van kleuters, zodat deze uiteindelijk geobserveerd kunnen worden in de praktijk (Graft & Kemmers, 2007). Als laatste wordt nagegaan welke rol er van de leerkrachten verwacht wordt tijdens het onderzoekend leren bij kleuters. In het boek Jonge kinderen, grote onderzoekers en de leraar (Houte et al., 2012) wordt de rol van de leerkracht besproken. Deze informatie kan uiteindelijk gebruikt worden om de vragenlijst voor de leerkrachten op te stellen. 2.1 Wat is onderzoekend leren? Onderzoekend leren is een onderwijsstrategie waarbij leerlingen vanuit verwondering en nieuwsgierigheid de voorwerpen en organismen uit de omgeving waarnemen, bevragen, nadenken, handelen en reflecteren (Graft M. v., 2015). Bij het onderzoekend leren worden de leerlingen gestimuleerd op onderzoek uit te gaan. Ieder kind heeft uit zichzelf een drang om de wereld te onderzoeken. Een baby, peuter of kleuter pakt verschillende voorwerpen vast en leert daarvan de eigenschappen kennen. Zo krijgt het kind grip op de samenleving om hem heen. Volgens Sylvia (2008) moeten kleuters weer op ontdekkingstocht gaan, zodat er een actieve houding ontstaat, waarbij er aandacht is voor spel, dromen, kijken ervaren en doen. Een actief lerend kind is meer gemotiveerd, gaat met meer betrokkenheid aan het werk en doet hierdoor nieuwe kennis op (Silvia, 2008). Deze intrinsieke onderzoeksdrang moet op school verder gestimuleerd worden (Kraaij, 2015). Wanneer de leerkracht de leerlingen prikkelt met een interessant onderwerp, worden zij intrinsiek gemotiveerd. Leerlingen leren het meest wanneer zij graag iets willen weten of kunnen (Ryan & Deci, 2000). Nieuwsgierigheid is een belangrijk aspect van het onderzoekend leren. Bij onderzoekend leren is niet het overdragen van kennis van belang, maar juist het aanwakkeren van de nieuwsgierigheid van de kinderen en een onderzoekende houding te ontwikkelen (Peeters & Baren-Nawrocka, 2014). Nieuwsgierigheid wordt ook wel gedefinieerd als een 'intrinsieke motivatie om te leren' (Gruber, Gelmand, & Ranganath, 2014) en 'het najagen van de wens om nieuwe gebeurtenissen te verkennen' (Grossnickle, 2014). Zeker de leerlingen in een kleutergroep zijn nog erg nieuwsgierig. Coie (1974) beweerd dat hoe ouder de leerlingen worden, hoe minder nieuwsgierig ze zijn. Een zevenjarige leerling stelt al minder vragen op school dan een vijfjarige leerling. Deze verminderderde nieuwsgierigheid is een gevolg van de groeiende kennis van een leerling, maar ook de leerkrachten, ouders en volwassenen hebben hier invloed op (Coie, 1974). De nieuwsgierigheid van leerlingen is belangrijk omdat uit onderzoek van Gruber, Gelmand & Ranganath (2014) is gebleken dat nieuwsgierigheid iemands vaardigheid om te leren en informatie te onthouden vergroot. Nieuwe informatie wordt beter opgeslagen als een leerling nieuwsgierig naar het onderwerp is (Gruber et al.,

7

Page 8: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

2014). Door deze nieuwsgierigheid worden de leerlingen intrinsiek gemotiveerd om op onderzoek uit te gaan en nieuwe kennis op te doen (Silvia, 2008). Bij het onderzoekend leren is het proces, die nodig is om tot een antwoord te komen, belangrijker dan het product. Deze onderzoekende manier van leren sluit aan bij de intrinsieke motivatie van de leerlingen (Keulen & Oosterheert, 2011). Een kind leert van nature door actief de omgeving te verkennen. Het onderzoekend leren houdt rekening met de natuurlijke behoeften van het kind om de omgeving te ontdekken. Bij het onderzoekend leren worden de leerlingen uitgedaagd de omgeving te onderzoeken en antwoord te krijgen op hun vragen. De leerlingen ontdekken tijdens het spelen hun talenten en ontwikkelen deze verder (Kraaij, 2015). Ook Piaget (2009) spreekt over de natuurlijke behoefte van een kind om actief de omgeving te verkennen. Zijn uitgangspunt is dat denken begint met doen. De cognitieve ontwikkeling zal verbeterd worden wanneer zij actief op onderzoek uitgaan. Kinderen leren door te experimenteren (Beemen, 2009). Daarnaast sluit onderzoekend leren aan bij de snelle veranderingen in de maatschappij. Het is op dit moment onbekend hoe de maatschappij er over een aantal jaren uit gaat zien. De leerlingen moeten zich uiteindelijk zelf kunnen redden in de maatschappij. Ze worden opgevoed tot zelfstandige burgers en maken kennis met de diversiteit van de samenleving. De leerlingen leren zelf nieuwe kennis te verwerven en toe te passen (Kraaij, 2015). Thematisch werken stimuleert het onderzoekend leren bij de kleuters. Door binnen een thema te werken gaan de leerlingen verbanden zien en informatie aan elkaar koppelen. Bij thematisch werken zijn zowel de kringactiviteiten als de hoeken in de klas aangepast aan het thema. Het is daarbij belangrijk dat er in een hoek een verscheidenheid aan materialen aangeboden wordt. De kleuters krijgen hierdoor meer kans om te ontdekken. Door een watertafel en zandtafel worden de kinderen gestimuleerd om te ontdekken. Maar ook een experimenteerhoek met daarin materialen passend bij het thema stimuleert het onderzoekend leren (Houte et al., 2012). 2.2 Welke vaardigheden worden ontwikkeld tijdens het onderzoekend leren? Tijdens het onderzoekend leren worden de leerlingen door de omgeving geprikkeld om vragen te stellen en ze gaan op zoek naar een antwoord op deze vragen. Ze gaan actief op onderzoek uit en doen zo kennis op (Kraaij, 2015). De leerlingen starten een onderzoek vanuit verwondering en intrinsieke motivatie en gaan op zoek naar antwoorden. Daarbij leren de leerlingen nieuwe vaardigheden aan. Deze vaardigheden noemt men ook wel de onderzoeksvaardigheden en worden ontwikkeld tijdens het onderzoekend leren (Klapwijk & Holla, 2018). Deze zeven onderzoeksvaardigheden zijn weergegeven in Figuur 1. Hieronder worden deze zeven onderzoeksvaardigheden verder toegelicht.

8

Page 9: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

Figuur 1. Model Ontwerpvaardigheden. Overgenomen uit Leidraad onderzoekend en ontwerpend leren van Wetenschapsknooppunt Zuid-Holland, 2018 (http://www.wetenschapsknooppuntzh.nl/uploads/Leidraad-onderzoekend-en-ontwerpend-leren-Wetenschapsknooppunt-ZH-2018-1.pdf). Copyright 2018, Wetenschapsknooppunt Zuid-Holland.

Bovenstaande ontwerpvaardigheden worden ontwikkeld tijdens het onderzoekend leren. Deze zeven onderzoeksvaardigheden zijn gekoppeld aan de 21e eeuwse vaardigheden. De 21e eeuwse vaardigheden zijn competenties die nodig zijn om succesvol deel te nemen aan de huidige maatschappij. De maatschappij zal in de toekomst steeds meer veranderen. De leerkrachten moeten de leerlingen voorbereiden op een toekomst die aanpassingsvermogen van de leerlingen eist. Tijdens het onderzoekend leren worden enkele van deze 21e eeuwse vaardigheden verder ontwikkeld (Thijs, Fisser, & Hoeven, 2014). Het Nationaal Expertisecentrum Leerplanontwikkeling (SLO) heeft in samenwerking met Kennisnet de 21e eeuwse vaardigheden gedefinieerd en adviseert deze vaardigheden een plek te geven in het onderwijs (Thijs et al., 2014). Hieronder worden de ontwerpvaardigheden beschreven met de bijbehorende 21e eeuwse vaardigheden.

Allereerst ontwikkelen leerlingen de ontwerpvaardigheid om alle kanten op te leren denken. Ze proberen bij een probleem zoveel mogelijk verschillende oplossingen te bedenken en proberen dit uit. Ze doen hierbij nieuwe kennis en ideeën op en leggen verbanden met eerdere opgedane kennis. Het is daarbij belangrijk dat ze hun eigen oordeel uistellen en allerlei mogelijkheden uitproberen (Klapwijk & Holla, 2018). De 21e eeuwse vaardigheden die bij deze ontwerpvaardigheid aansluiten zijn creatief denken en problemen oplossen. Bij creatief denken gaat het om het gebruiken van de creativiteit om oplossingen te bedenken voor een probleem. Bij problemen oplossen gaat het om het vermogen om een probleem te herkennen, analyseren en op te lossen. Het probleemoplossend denken en creatief vermogen zijn nodig om in de maatschappij zelf problemen op een creatieve manier op te lossen (SLO, 2018).

De tweede vaardigheid is de ontwerpvaardigheid 'breng ideeën tot leven'. Deze ontwerpvaardigheid past ook bij de 21e eeuwse vaardigheid creatief denken. Daarbij gaat het erom dat leerlingen hun gedachten tot leven brengen en uitwerken, bijvoorbeeld op papier. Door de eigen ideeën uit te werken kunnen de leerlingen hun ideeën met elkaar delen en van

9

Page 10: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

elkaar leren. Uiteindelijk leert de leerling de juiste beslissing te nemen (Klapwijk & Holla, 2018).

De derde vaardigheid die tijdens het onderzoekend leren aan bod komt is het durven uitproberen van ideeën. Deze ontwerpvaardigheid sluit ook aan bij de 21e eeuwse vaardigheid problemen oplossen. De leerlingen ontwerpen een oplossing voor een probleem. Daarna is het van belang dat de leerling controleert of dit de juiste oplossing is. Door zoveel mogelijk uit te proberen, zien leerlingen wat wel en niet werkt en kunnen ze hun idee bijstellen. Ze leren daarbij omgaan met onzekerheid en gebruiken de fouten om van te leren (Klapwijk & Holla, 2018).

De vierde ontwerpvaardigheid is het delen van ideeën. De leerlingen voeren samen een onderzoek uit en delen daarbij hun ideeën met elkaar. Ze leren te luisteren naar de ideeën van anderen en hun eigen ideeën te verwoorden. Ze bieden elkaar ondersteuning en vullen elkaar aan (Klapwijk & Holla, 2018). Deze ontwerpvaardigheid sluit aan bij de 21e eeuwse vaardigheden communiceren en samenwerken. Communiceren kan zowel verbaal als non-verbaal en is dus altijd aanwezig. Communicatie is belangrijk omdat mensen in de samenleving altijd met elkaar verbonden zijn. Bij samenwerken gaat het om aspecten als naar de ideeën van anderen luisteren, feedback geven, hulp vragen en anderen respecteren (SLO, 2018).

De vijfde ontwerpvaardigheid uit Figuur 1 is 'leef je in'. De leerlingen leren zich in te leven in het probleem en de betrokkenen. De leerlingen ervaren wat het probleem is en gebruiken deze informatie (Klapwijk & Holla, 2018). Het inleven in het probleem en de betrokkenen is in samenhang met de 21e eeuwse sociale en culturele vaardigheden. Bij deze vaardigheden gaat het om het kennis hebben van verschillende sociale en culturele opvattingen en daarvoor respect te tonen. Op dit moment is de samenleving multicultureel. De leerlingen moeten kennis hebben van zichzelf en anderen en deze verschillen gebruiken om tot nieuwe ideeën te komen (SLO, 2018).

De zesde ontwerpvaardigheid die wordt weergegeven is 'gebruik het proces'. Ze ontwikkelen kennis van zichzelf en leren daarbij verschillende technieken en denkwijzen te gebruiken. Achteraf reflecteren ze op het proces en denken daarbij na over welke verbeteringen mogelijk zijn (Klapwijk & Holla, 2018). De 21e eeuwse vaardigheid die hierbij ontwikkeld wordt is zelfregulering. De leerlingen zijn zelf verantwoordelijk voor hun eigen handelen. In de toekomst zullen ze zich zelf moeten redden in de maatschappij en eigen keuzes kunnen maken (SLO, 2018).

De laatste ontwerpvaardigheid die kinderen ontwikkelen tijdens het onderzoekend leren is het bepalen van een eigen richting. De leerlingen vormen een eigen mening over een bepaald probleem en durven daarbij hun eigen mening te uiten. Ze leren prioriteiten te stellen en de juiste beslissingen te nemen (Klapwijk & Holla, 2018). Dit heeft verband met de 21e eeuwse vaardigheden kritisch denken en informatievaardigheden. Bij kritisch denken gaat het om het

10

Page 11: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

verder onderzoeken van de informatie en aan de hand daarvan een eigen beslissing nemen. De leerlingen analyseren een probleem en pas daarna volgt een oordeel (SLO, 2018).

11

Page 12: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

2.3 Wat is de rol van de leerkracht met betrekking tot het stimuleren van een onderzoekende houding bij kleuters? Bij onderzoekend leren wordt er nieuwe kennis en vaardigheden opgedaan door het analyseren en oplossen van problemen. Van de leerlingen wordt een actieve houding en een grote betrokkenheid nagestreefd. De leerkracht zorgt ervoor dat dit proces zo goed mogelijk verloopt. Door de juiste begeleiding en onderzoekende houding van de leerkracht wordt de betrokkenheid van de leerlingen verhoogt (Tanis, Dobber, Zwart, & Oers, 2014). De leerkracht kan op verschillende manieren de onderzoekende houding van de leerlingen stimuleren. De leerkracht dient gericht te kunnen observeren, de juiste vragen te kunnen stellen en inspelen op de vragen van de leerlingen. Daarnaast is het van belang dat de leerkracht de leerlingen voldoende tijd geeft, de leerlingen ervaringen met elkaar laat delen, een uitdagende leeromgeving creëert en zelf ook een onderzoekende houding heeft (Houte et al., 2012). Deze manieren om een onderzoekende houding te stimuleren zullen hieronder worden toegelicht.

Allereerst is het belangrijk dat de leerkracht de leerlingen gericht observeert. De leerkracht luistert naar de theorieën en ervaringen van de leerlingen, kijkt hoe de leerlingen met de materialen omgaan en hoe de leerlingen reageren. Kleuters, de doelgroep van dit onderzoek, verwoorden hun vragen minder snel, dus de leerkracht moet goed luisteren en noteren wat de leervragen van de leerlingen zijn. Door in te spelen op de interesses en vragen van de leerlingen, zijn de leerlingen meer gemotiveerd. De leerkracht kan aan de hand van deze observaties materialen toevoegen of nieuwe gegevens inbrengen (Houte et al., 2012).

Ten tweede is het belangrijk dat de leerkracht effectieve vragen stelt. Door het stellen van de juiste vragen wordt een actieve, kritische en onderzoekende houding ontwikkeld. De leerlingen worden aangezet tot actief denken. Het is belangrijk dat de leerkracht bewust wordt van het belang van vragen stellen en de manier waarop de juiste vragen gesteld worden. Bij het stellen van effectieve vragen zijn een aantal dingen van belang. Allereerst is het belangrijk dat de leerkracht open vragen stelt (Wegen, 2018). Open vragen zetten de leerlingen meer aan tot actief denken dan gesloten vragen. Bij gesloten vragen kan de leerling alleen met 'ja' of 'nee' antwoorden, waardoor de leerkracht weinig informatie ontvangt van de leerling. Daarnaast is het belangrijk dat de leerkracht niet suggestieve vragen stelt (Wegen, 2018). Bij suggestieve vragen klinkt de mening van de leerkracht door. De woordkeuze, intonatie en lichaamshouding hebben invloed op de kwaliteit van de vragen. De leerkracht moet zorgen dat zijn mening niet doorwerkt in de vraag. Vaak stellen leerkrachten vragen als: 'Zullen we onze jas aan doen'' en ''Zullen we de opdracht samen maken?''. Deze vragen moeten concreet gemaakt worden in opdrachten als ''We trekken onze jas aan'' en ''We gaan samen werken'' (Wegen, 2018). Tevens is het bij vragen stellen belangrijk dat de leerkracht de leerlingen voldoende tijd geeft om over de vraag na te denken. De leerkracht kan een stilte laten vallen zodat de leerling een antwoord kan vormen. Wanneer de leerlingen voldoende tijd krijgen, krijgen zij de kans om goed over het antwoord na te denken, het juist te formuleren en

12

Page 13: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

eventueel het antwoord aan te passen. Door de leerlingen bedenktijd te geven wordt de onderzoekende houding gestimuleerd (Wegen, 2018).

Ten derde dient de leerkracht de leerlingen voldoende tijd geven om te ontdekken. Wanneer de les langer dan een uur duurt, krijgen de leerlingen de kans om tot ontdekkingen te komen. Door voldoende tijd te geven, hebben de leerlingen de mogelijkheid om opnieuw te beginnen wanneer dat nodig is. De leerkracht observeert of de leerlingen nog een betrokken houding laten zien en afhankelijk van de betrokkenheid duurt de activiteit langer of korter (Houte et al., 2012). Als de leerling geconcentreerd bezig is, niet wordt afgeleid door omgevingsprikkels, zijn blik gericht is op de activiteit en handelingen elkaar snel opvolgen is er sprake van een hoge betrokkenheid (Brouwers H. , 2010). Wanneer leerlingen met veel betrokkenheid aan het werk zijn, kan de leerkracht de leerlingen extra tijd geven. Wanneer de leerlingen met weinig betrokkenheid aan het werk zijn, kan de leerkracht de activiteit stoppen, een nieuw element toevoegen, of doorgaan op een andere leervraag (Houte et al., 2012).

Tenslotte is het belangrijk dat iedereen mee doet met het onderzoek, ook de leerkracht is hierbij betrokken. De leerkracht dient dus ook een onderzoekende houding hebben (Enyedy & Goldberg, 2004). Van der Rijst (2009) heeft een uitgebreide omschrijving gegeven van het begrip onderzoekende houding. Hij geeft aan dat iemand met een onderzoekende houding nieuwsgierig is, een open houding heeft, kritisch is, een eigen richting durft te kiezen, iets wil begrijpen en wil delen met anderen (Rijst, 2009). Tijs en Holterman (2014) zien de onderzoekende houding van een leerkracht als voorwaarde voor het tot stand brengen van vernieuwing en verbetering van het huidige onderwijs (Tijs & Holterman, 2014). Wanneer de leerkracht mede-onderzoeker is en de leerlingen begeleidt tijdens het onderzoeksproces, zijn de leerlingen meer betrokken dan wanneer de leerkracht afstand neemt van het proces. Om duidelijk te maken aan de leerlingen dat dit onderzoek een gezamenlijk project is, kan de leerkracht zijn taalgebruik hierop aanpassen. Denk aan zinnen als 'we hebben als groep besloten' en 'ons idee'. De leerkracht is betrokken en dit stimuleert de leerlingen hetzelfde te doen. Daarbij is het belangrijk dat de leerkracht de juiste vragen stelt, zodat de leerlingen verder op onderzoek gaan en om misvattingen te mijden (Houte et al., 2012). Thijs en Holterman (2014) hebben verschillende kenmerken van een onderzoekende houding van de leerkracht geformuleerd. Een onderzoekende leerkracht is nieuwsgierig en kan kritisch zijn. De leerkracht wil nieuwe informatie ontvangen en bekijkt deze informatie beschouwend. Daarnaast heeft een onderzoekende leerkracht een open houding en wil zijn inzichten graag delen met anderen. Ook gaat een onderzoekende leerkracht op zoek naar meerdere betrouwbare bronnen en bekijkt de situatie vanuit verschillende kanten. Als laatste durft een onderzoekende leraar zijn eigen richting te kiezen (Tijs & Holterman, 2014).

13

Page 14: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

3. Onderzoeksmethode

3.1 Onderzoeksvragen Nu de theoretische vragen zijn beantwoord, kan de hoofdvraag verder onderzocht worden aan de hand van praktijkonderzoek. De hoofdvraag in dit onderzoek luidde: In hoeverre wordt een onderzoekende houding bij de kleuters gestimuleerd op basisschool De Schelp?

3.1.1 Praktische deelvragen

1. In hoeverre laten de kleuters van basisschool De Schelp tijdens het spelen/werken een onderzoekende houding zien?

2. Op welke manier wordt de onderzoekende houding bij kleuters momenteel door de leerkrachten bevorderd?

3. In welke mate laten de leerkrachten zelf een onderzoekende houding zien? 4. Wat is er nodig om onderzoekend leren op basisschool De Schelp te optimaliseren?

3.1.2 Deelnemers

Dit onderzoek vindt plaats op basisschool De Schelp in Wervershoof. De Schelp heeft in totaal vier kleutergroepen. De observaties worden afgenomen bij leerlingen uit groep twee. Jonge kinderen, die net op school zijn, zijn gericht op de binnenwereld. De impulsen komen van binnenuit en het kind is minder van zichzelf bewust. Deze ontwikkeling gaat van binnen naar buiten. Een oudste kleuter is meer gericht op de buitenwereld en maakt bewustere keuzes (Brouwers H. , 2010). Groep twee leerlingen zijn minder impulsief, dit is de reden waarom er gekozen is om deze leerlingen te observeren. Hierdoor wordt het onderzoek meer betrouwbaar (Kallenberg, Koster, Onstenk, & Scheepsma, 2007). Het is praktisch onhaalbaar om alle leerlingen te observeren, dus wordt er een aselecte steekproef genomen (Kallenberg et al., 2007). Tijdens de observaties kiezen de kinderen zelf voor de bouwhoek, hierop kan geen invloed geoefend worden. Iedere leerling heeft evenveel kans om geobserveerd te worden. Omdat er onwillekeurig gekozen wordt en de onderzoeker hier geen invloed op heeft, is er sprake van een aselecte steekproef (Kallenberg et al., 2007). De totale groep bestaat uit 74 leerlingen, waarvan 35 jongens (47,3%) en 39 meisjes (52,7%). Er zullen in totaal 16 leerlingen geobserveerd worden. Aan dit onderzoek zullen beide seksen deelnemen. De leeftijd van de deelnemers ligt tussen de vier en zes jaar. De leerlingen gaan vijf maal per week naar school, waarvan drie hele dagen en twee halve dagen. De observaties worden afgenomen in de klas. Hier is voor gekozen, omdat er dan geen rekening gehouden hoeft te worden met verschillende soorten weersomstandigheden. Er wordt bij de kleuterleerkrachten een semigestructureerd interview en een survey afgenomen. In totaal gaat het om vier kleuterleerkrachten, van iedere kleutergroep doet één leerkracht aan dit onderzoek mee. Het interview wordt afgenomen bij de leerkracht die de meeste uren draait in de desbetreffende klas. Daarnaast wordt met de directie een semigestructureerd interview afgenomen.

14

Page 15: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

3.1.3 Onderzoeksontwerp Het gaat in dit onderzoek om een ontwerpgericht onderzoek. Bij een ontwerpgericht onderzoek gaat het niet alleen om het opdoen van kennis, maar ook het ontwikkelen van nieuwe ideeën (Verdonschot, Keursten, & Rooij, 2009). De vragen rond het onderzoekend leren worden geanalyseerd, er wordt kennis opgedaan over het verbeteren van het onderwijs en er worden handvatten geboden om het onderzoekend leren in de klas te verbeteren. Het doel van dit onderzoek is de school advies te geven ten behoeve van het onderzoekend leren bij de kleuters.

3.2 Onderzoeksinstrumenten Praktische deelvraag 1: In hoeverre laten de kleuters van basisschool De Schelp tijdens het spelen/werken een onderzoekende houding zien? Deze deelvraag wordt beantwoord met behulp van observaties. Bij een observatie wordt informatie verzameld over het gedrag van de leerlingen met behulp van de eigen zintuigen (Kallenberg et al., 2007). Met behulp van een kijkwijzer worden de onderzoeksvaardigheden van de leerlingen in kaart gebracht. De kijkwijzer is te vinden in bijlage 1. Deze kijkwijzer is ontwikkeld aan de hand van de aspecten van onderzoeksvaardigheden die worden benoemd door Klapwijk en Holla (2018). Het is praktisch onhaalbaar om alle leerlingen te observeren, dus wordt er een aselecte steekproef genomen (Kallenberg et al., 2007). Dit heeft als voordeel dat de leerlingen zelf kiezen en hiervoor ook intrinsiek gemotiveerd zijn. Een nadeel kan zijn dat er niemand kiest voor de bouwhoek en de observatie op een ander moment zal moeten plaats vinden. Uit iedere kleutergroep worden vier leerlingen uit groep twee gefilmd. Dit zijn per keer twee leerlingen die in de bouwhoek spelen. Hierop heeft de onderzoeker geen invloed, de leerlingen kiezen zelf deze hoeken. Deze hoek wordt veel gekozen in de kleuterklas en het is een hoek waar spel goed tot uiting komt. In totaal zullen zestien leerlingen worden gefilmd in de bouwhoek.

Praktische deelvraag 2: Op welke manier wordt de onderzoekende houding bij kleuters momenteel door de leerkrachten bevorderd? De leerkracht kan de onderzoekende houding van de leerlingen stimuleren. De vraag is in hoeverre de leerkrachten op dit moment de leerlingen stimuleren om op onderzoek te gaan. Om hierachter te komen wordt gebruik gemaakt van het instrument interview. Op basis van dit interview wordt meer informatie verzameld over de kennis en vaardigheden van de leerkracht met betrekking tot het onderzoekend leren in de klas. Van tevoren worden enkele vragen opgesteld, zodat alle onderwerpen aan bod komen (Kallenberg et al, 2007). Dit semigestructureerd interview wordt afgenomen bij de kleuterleerkrachten en is te vinden in bijlage 2.

Praktische deelvraag 3: In welke mate laten de leerkrachten zelf een onderzoekende houding zien?

15

Page 16: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

Om erachter te komen of leerkrachten over onderzoeksvaardigheden beschikken, wordt een enquête afgenomen. Aan de hand van het literatuuronderzoek van Brugging en Harinck (2012) zijn kenmerken van een onderzoekende houding vastgesteld. Dit wordt ook wel survey genoemd, dat bedoeld is om objectieve gegevens te verzamelen. De antwoorden van de leerkrachten kunnen gemakkelijk worden omgezet in getallen (Kallenberg et al., 2007). De enquête is opgesteld aan de hand van de likertschaal. De leerkrachten kunnen kiezen uit: helemaal eens, mee eens, neutraal, mee oneens en helemaal oneens. De enquête is te vinden in bijlage 3.

Praktische deelvraag 4: Wat is er nodig om onderzoekend leren op basisschool De Schelp te optimaliseren? Dit onderzoek kan de kwaliteit van de school ten goede komen. De directie is een belangrijke spil binnen het schoolteam. Uit onderzoek is gebleken dat schooldirecteuren onderzoek belangrijk vinden, omdat onderzoek het onderwijs verbeterd en dit op lange termijn nog zichtbaar is (Ros, 2015). Er wordt een semigestructureerd interview gehouden met de directie. Van tevoren worden enkele vragen opgesteld, zodat alle onderwerpen aan bod komen (Kallenberg et al., 2007). Deze vragen zijn te vinden in bijlage 4. Uiteindelijk kunnen deze onderzoeksresultaten, waarbij aanbevelingen worden gedaan voor basisschool De Schelp leiden tot het realiseren van onderwijsverbeteringen (Ros, 2015).

3.4 Analysemethoden Praktische deelvraag 1: In hoeverre laten de kleuters van basisschool De Schelp tijdens het spelen/werken een onderzoekende houding zien? Met behulp van deze video opnames kan worden aangetoond welke aspecten van het onderzoekend leren de leerlingen laten zien. Door gebruik te maken van een camera kan het gedrag van de leerlingen naderhand goed worden bekeken (Kallenberg et al., 2007). In bijlage 1 staat de observatielijst die wordt gebruikt in dit onderzoek. Deze observatielijst is ontwikkeld aan de hand van de zeven onderzoeksvaardigheden (Klapwijk & Holla, 2018). Deze kwantitatieve gegevens worden in een staafgrafiek weergegeven. Praktische deelvraag 2: Op welke manier wordt de onderzoekende houding bij kleuters momenteel door de leerkrachten bevorderd? De grote lijnen uit het interview worden gearceerd (Kallenberg et al., 2007). Bij het arceren van de grote lijnen wordt een kort antwoord gedefinieerd op de gestelde vraag. Daarbij gaat het om de betekenis van het begrip, het stimuleren en rol van de leerkracht tijdens het onderzoekend leren, de tijd die gegeven wordt en de het observeren van de leerlingen. Hierdoor kan in beeld worden gebracht of de leerkrachten kennis hebben van onderzoekend leren en in hoeverre de leerkrachten de leerlingen stimuleren een onderzoekende houding aan te nemen.

16

Page 17: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

Praktische deelvraag 3: In welke mate laten de leerkrachten zelf een onderzoekende houding zien? Om de onderzoekende houding van leerlingen te stimuleren, is het van belang dat de leerkracht ook een onderzoekende houding heeft (Tijs & Holterman, 2014). Er wordt nagegaan in hoeverre de leerkrachten het met de stelling eens, neutraal of oneens zijn. Aan de hand van deze resultaten kan worden gekeken of de leerkrachten zelf een onderzoekende houding hebben. De resultaten worden verwerkt in een gestapeld staafdiagram (Kallenberg et al., 2007). Praktische deelvraag 4: Wat is er nodig om onderzoekend leren op basisschool De Schelp te optimaliseren? Met de directie wordt de conclusie en de daaruit komende aandachtspunten van dit onderzoek besproken. De aandachtspunten die in de conclusie beschreven worden, worden neergelegd bij de directie. Er wordt gekeken welke ondersteuning de leerkrachten nodig hebben, zodat er uiteindelijk een plan kan worden gemaakt. Het interview wordt uitgeschreven en de actiepunten voor de school worden gearceerd (Kallenberg et al., 2007).

4. Resultaten en analyses Het praktische gedeelte van dit onderzoek is uitgevoerd in oktober en november 2018. Als eerste zijn de leerlingen geobserveerd. Er kozen tijdens het spelen en werken iedere keer twee leerlingen voor de bouwhoek. Deze leerlingen zijn gefilmd en onderzocht of zij de vaardigheden wel of niet bezitten. Daarnaast hebben vier leerkrachten een enquête ontvangen en zijn geïnterviewd. De leerkrachten werkten allemaal mee en de enquête werden binnen één week ingevuld. De samenwerking met de leerkrachten verliep prettig. Hieronder kunt u de resultaten lezen van het praktijkonderzoek. 4.1 In hoeverre laten de kleuters van basisschool De Schelp tijdens het spelen/werken een onderzoekende houding zien?

17

Page 18: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

Figuur 2. Onderzoekende houding van kleuters

In alle vier de klassen zijn observaties gedaan. Deze observaties vonden plaats in de bouwhoek, waarbij in totaal 16 leerlingen zijn geobserveerd. In figuur 2 zijn de resultaten weergegeven. Allereerst scoorden de leerlingen hoog op de vaardigheid 'durf uit te proberen'. Alle leerlingen hebben aangetoond dat zij op verkenning gaan in de bouwhoek en de materialen verkennen. 10 van de 16 leerlingen probeerden daarbij verschillende materialen uit, dat past bij de vaardigheid 'denk alle kanten uit'. Veel leerlingen gingen na het verkennen van de materialen aan de slag met het maken van een bouwwerk. 11 leerlingen toonden aan dat zij ideeën tot leven brengen en een bouwsel gingen maken. 5 leerlingen toonden dit niet aan. Zij verkenden de materialen maar gingen daarna niet bouwen. In een van de groepen keek een jongen bijvoorbeeld toe hoe zijn klasgenoot aan het bouwen was. In de andere groep werd er wel degelijk gespeeld, namelijk dat ze dieren waren, maar werd er niet gebouwd. Heel anders was dat twee leerlingen in de bouwhoek een wit A4 vel vonden en zich afvroegen wat ze daarmee moesten. 'Er is twee papier, wat moeten we daar nou mee doen?', vroeg de leerling. 'Ik weet het, om de bouwtekening te maken', zei zijn klasgenoot. Daarna gingen deze twee leerlingen aan de slag met de bouwtekening en trokken vervolgens een hesje aan en deden een helm op. Uit deze observatie bleek dat 8 leerlingen wel bouwden, maar daarna niet tot spelen toe kwamen. Dit sluit aan bij de onderzoeksvaardigheid 'leef je in'. 8 leerlingen leefden zich wel in. Zo hadden twee leerlingen een Max Verstappen racebaan gebouwd en zij speelden vervolgens dat ze Max Verstappen waren en gingen racen over hun zelf gemaakte racebaan.

18

Page 19: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

Ook de vaardigheid 'gebruik het proces' werd 8 keer aangetoond en 8 keer niet aangetoond. Daarin kan nog verbetering worden gemaakt. Wanneer de leerkracht een vraag stelde of de leerling kreeg een probleem voorgeschoteld, probeerden de leerlingen niet altijd een antwoord te formuleren. De leerlingen scoorden bij het delen van ideeën hoger op het vertellen en lager op het luisteren. 12 leerlingen hebben aangetoond dat zij vertellen wat ze doen en 9 leerlingen hebben aangetoond te luisteren naar de ander. Tijdens de observaties bleek dat veel leerlingen naast elkaar aan het werk waren in plaats van met elkaar. 4.2 Op welke manier wordt de onderzoekende houding bij kleuters momenteel door de leerkrachten bevorderd? Op woensdag 31 oktober en vrijdag 2 november 2018 zijn de interviews afgenomen bij de vier kleuterleerkrachten. De interviews zijn te vinden in bijlage 6. Allereerst gaven alle leerkrachten aan dat zij bekend zijn met het begrip onderzoekend leren. De betekenis daarentegen konden niet alle leerkrachten concreet benoemen. Zo zegt één leerkracht: ''Ik hoor die term de laatste tijd steeds vaker en er worden ook wel cursussen en workshops gegeven. Maar ik zou het zo niet kunnen benoemen''. Twee leerkrachten geven aan dat leerlingen bij onderzoekend leren met materialen op ontdekking gaan. Ook geeft één leerkracht aan dat er een stappencyclus is, dat de leerlingen tijdens een activiteit volgen. Als laatste heeft een leerkracht de volgende betekenis geformuleerd: ''Eigenlijk doen kleuters bijna niets anders dan onderzoekend leren. Zo gauw ze binnenkomen in de wereld van de basisschool, is alles wat wij aanbieden nieuw voor ze en de manier waarop ze dat dan gaan leren is vaak door zelf te experimenteren en te onderzoeken''. Alle leerkrachten konden een antwoord geven op de vraag hoe zij onderzoekend leren in de klas stimuleren. Eén leerkracht geeft aan dit niet bewust te doen, maar denkt dat zij onbewust al veel aanbiedt. Alle leerkrachten geven aan dat zij de leerlingen observeren tijdens het spelen en werken. Twee leerkrachten geven aan dat zij onderzoekend leren meer zouden willen stimuleren. Zij geven aan dat ze te kort tijd hebben om alles uit te bouwen en meer de tijd moeten nemen om de leerlingen te observeren en met ze mee te spelen. Ook het stellen van vragen komt vaker terug in de interviews. Een leerkracht formuleert haar rol als leerkracht als volgt: ''Door onderzoeksvragen waardoor leerlingen zelf verder gaan nadenken om het probleem op te lossen of om het anders aan te passen''. Deze leerkracht geeft ook aan dat het van belang is dat zij zelf ook een onderzoekende houding toont. Het opgooien van een probleem is ook door een andere leerkracht benoemd. Zij geeft aan dat de rol is van een leerkracht tijdens het onderzoekend leren het voorleggen van een probleem is, zodat de leerlingen daarover moeten nadenken. Een andere leerkracht geeft aan dat een leerkracht een begeleidende rol heeft. Ze zegt: ''Maar begeleidend, dus niet het wiel uitvinden, maar het door hen te laten uitvinden''. Daarentegen geeft deze leerkracht ook het volgende aan: 'Dus dan is het niet meer het vrij bouwen, maar kies zelf een kaart en kijk hoe het is

19

Page 20: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

opgebouwd.'' Hierbij krijgen de leerlingen meer een gestructureerde opdracht. Eerder is al benoemd dat het observeren van de leerlingen en het stellen van de juiste vragen van belang is. Dit is ook een van de rollen die de leerkracht volgens hen vervuld. Uit de interviews is gebleken dat de leerlingen gemiddeld 45 tot 60 minuten krijgen tijdens de speel/werktijd. Alle vier de leerkrachten spelen minimaal 45 minuten. Eén leerkracht geeft zelfs aan minimaal 60 minuten te spelen. Ook geeft een leerkracht die 45 minuten speeltijd heeft aan dat als leerlingen heel enthousiast bezig zijn, een werkles eigenlijk te kort is. Ook zijn er vragen gesteld met betrekking tot het observeren van de leerlingen. De leerkrachten geven aan dat observeren van belang is tijdens het onderzoekend leren. Op Basisschool De Schelp wordt gewerkt met het registratiesysteem Inzichtelijk Onderwijs. De leerkrachten geven aan dat zij de leerlingen observeren en de resultaten invoeren in het registratiesysteem. Daarnaast geeft een leerkracht aan een vaste loopronde te hebben en daarbij de leerlingen observeert. Twee leerkrachten zeggen dat zij meer tijd moeten nemen om echt naar de leerlingen te kijken, van een afstand of door mee te spelen. Dit zouden zij meer willen doen. Als laatste is onderzocht wat er gedaan wordt met deze observaties. De antwoorden hiervan liepen uiteen. Twee leerkrachten geven aan dat zij kijken wat er toegevoegd moet worden aan het spel en proberen door middel van de juiste vragen de leerlingen verder te helpen. De twee andere leerkrachten gebruiken de observaties meer voor de registratie. Zij verwerken de resultaten in het registratiesysteem, dragen dit over aan hun duo collega en gebruiken deze informatie tijdens de 10 minuten gesprekken. 4.3 In welke mate laten de leerkrachten zelf een onderzoekende houding zien? Bij vier kleuterleerkrachten is een vragenlijst afgenomen om de onderzoekende houding te meten. Een onderzoekende houding van de leerkracht zorgt ervoor dat de leerlingen deze onderzoekende houding ook eerder tonen (Tijs & Holterman, 2014). Deze vragenlijst is opgesteld aan de hand van de leerkracht kenmerken die door Brugging en Harinck (2012) zijn beschreven. In figuur 3 zijn de resultaten van deze enquête te zien. Uit deze enquête blijkt dat alle leerkrachten (100%) hun gegevens delen met anderen, gericht zijn op verschillende bronnen en nieuwsgierigheid tonen. Daarnaast geeft 87,5% van de leerkrachten aan dat zij nauwkeurig zijn. Met betrekking tot het kiezen van een eigen richting, geeft 75% aan dat zij een eigen richting durven te kiezen. 12,5% van de leerkrachten is het daarmee oneens. Zij hebben moeite met het kiezen van een eigen richting. De bereidheid tot perspectiefwisseling tonen de leerkrachten minder aan, 50% van de leerkrachten is het daarmee eens. 75% van de leerkrachten tonen aan situaties te willen begrijpen en kritisch te zijn op het eigen werk. Als laatst is 58,4% van de leerkrachten het ermee eens dat zij een open houding tonen naar anderen toe.

20

Page 21: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

Figuur 3. Onderzoekende houding van de leerkracht

4.4 Wat is er nodig om onderzoekend leren op basisschool De Schelp te optimaliseren? Om deze vraag te kunnen beantwoorden is er een interview afgenomen met de directrice. De resultaten van dit onderzoek zijn met haar besproken. Hieruit bleek allereerst dat de tijd die de leerlingen krijgen om te spelen en werken afhankelijk is van de spelbegeleiding van de leerkracht. Ze geeft het volgende aan: ''Als de leerkracht heel sterk is en de leerkracht kan de kinderen verder brengen in het spel, dan heb je wel zeker langer dan een uur nodig om diepte in het spel te laten komen. Als het spel minder goed begeleid wordt, dan haken ze naar een kwartier al af, dan zijn ze uitgespeeld''. Op dit moment zou ze aanraden het speelmoment te houden zoals dat nu is.

Daarnaast is gesproken over het kijken naar het spel van de kinderen. Ze geeft daarbij een concrete tip voor de leerkrachten. Ze zegt: '' Als je het werk hebt verdeeld en ze zijn naar hun werkplek, is de leerkracht gauw geneigd om direct te starten met de ronde. Je kunt dan het beste eerst even 20 tot 30 seconden even blijven zitten of staan en gewoon eens gaan kijken. Als je dat doet krijg je direct overzicht waar het loopt.'' Hierdoor kan een leerkracht meer rust en ruimte creëren om het spel te begeleiden.

Als laatste is gesproken over de verdere mogelijkheden van het onderzoekend leren binnen de school. In het schoolontwikkelplan voor 2019/2020 staat het stimuleren van het onderzoekend en ontdekkend leren vermeld. De directrice heeft ervaren dat het een hele andere mindset van de leerkracht vraagt. Zij geeft aan dat voor deze verandering minimaal vijf jaar nodig is. Er zijn nog stappen te maken met betrekking tot onderzoekend leren en ze denkt dat het daar nu te vroeg voor is.

21

Page 22: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

5. 1 Conclusie Het doel van dit onderzoek is om meer inzicht te krijgen welke aspecten van het onderzoekend leren worden toegepast in de praktijk en hoe dit onderzoekend leren nog meer bevorderd kan worden. Met zicht op de toekomst, wil De Schelp de stap maken naar het onderzoekend leren. Onderzoekend leren is een van de belangrijkste aspecten van wetenschap en techniek. Wetenschap en techniek is in 2020 op alle basisscholen verplicht (slo, z.d.). De onderzoeksvraag luidde: In hoeverre wordt een onderzoekende houding bij de kleuters gestimuleerd op basisschool De Schelp? Om antwoord te geven op deze vraag zijn vier leerkrachten en zestien leerlingen uit de kleutergroepen geobserveerd. Allereerst is gekeken naar de onderzoekende houding van de leerlingen. Bij onderzoekend leren gaat het om het proces waarbij leerlingen worden uitgedaagd om de omgeving te ontdekken en zo antwoord te krijgen op hun vragen (Kraaij, 2015). Nieuwe vaardigheden worden aangeleerd tijdens het ontdekkend leren, dit worden ook wel de onderzoeksvaardigheden genoemd (Klapwijk & Holla, 2018). Uit de observaties bleek dat de leerlingen van De Schelp hoog scoorden op de vaardigheid 'denk alle kanten uit', 'ideeën tot leven brengen' en het 'durven uitproberen'. Bij deze vaardigheden gaat het erom dat de leerlingen op verschillende manieren een oplossing proberen te bedenken voor een probleem. Hierdoor doen de leerlingen kennis op (Klapwijk & Holla, 2018). Deze ontwerpvaardigheden zijn goed ontwikkeld bij de kleuters van de Schelp. Deze score ligt lager bij de vaardigheid 'leef je in'. De helft van de leerlingen heeft dit aangetoond. De leerlingen kwamen niet allemaal tot spel. Tijdens het onderzoekend leren is het voor de leerkracht van belang dat hij observeert of de leerlingen nog een betrokken houding laten zien en afhankelijk van de betrokkenheid duurt de activiteit langer of korter (Houte et al., 2012). In dit geval kwamen de leerlingen niet tot spel. Twee leerkrachten gaven in het interview aan dat zij kijken wat er toegevoegd moet worden aan het spel en proberen door middel van de juiste vragen de leerlingen verder te helpen. Maar ook gaven de leerkrachten aan dat zij meer tijd moeten nemen om echt naar de leerlingen te kijken, van een afstand of door mee te spelen. Dit zouden zij meer willen doen. De leerkrachten zouden meer tijd moeten nemen om de leerlingen op weg helpen in hun spel. De score ligt ook lager bij de vaardigheid 'gebruik het proces'. De helft van de leerlingen heeft dit aangetoond. Het achteraf reflecteren op het proces gebeurde niet bij alle leerlingen. Hier kunnen de leerkracht nog aandacht aan besteden. Denk daarbij aan het stellen van de juiste vragen tijdens het spelen en het gebruik van de evaluatiekring (Wegen, 2018). Op dit moment volgen de leerkrachten de cursus 'Teach like a champion', hierin wordt ook het belang van het stellen van de juiste vragen behandeld.

22

Page 23: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

Als laatste is gekeken naar de ontwerpvaardigheid 'delen van ideeën'. Het was opmerkelijk dat de leerlingen lager scoorden bij het luisteren naar de ander dan het vertellen aan de ander. Tijdens de observaties bleek dat veel leerlingen naast elkaar aan het werk waren in plaats van met elkaar. Hierbij is er sprake van associatief spel (Brouwers H. , 2010). De leerlingen spelen naast elkaar met dezelfde materialen. Uiteindelijk zal deze ontwikkeling verder gaan in coöperatief spel, waarbij de leerlingen een gezamenlijk doel voor ogen hebben tijdens het spelen en met elkaar gaan spelen (Brouwers H. , 2010). De vraag is of kleuters wel in staat zijn om samen onderzoekend te leren. Kenmerkend voor de kleuterperiode is dat kleuters nog egocentrisch zijn. Pas in de concreet operationele fase, vanaf 6 jaar, wordt het kind minder egocentrisch en kan het kind een situatie vanaf verschillende kanten bekijken (Beemen, 2009). Dit kan een reden zijn waarom de leerlingen lager scoren op de ontwerpvaardigheid 'delen van ideeën'. Deze ontwerpvaardigheid zal wellicht beter tot uiting komen bij oudere leerlingen. Uiteraard kunnen de leerkrachten wel activiteiten aanbieden om het samenwerken te stimuleren. Het kennisniveau van de leerkrachten met betrekking tot onderzoekend leren heeft aandacht nodig. De leerkrachten wisten niet allemaal wat onderzoekend leren inhield. Ook gaf een leerkracht aan dat het nabouwen van een kaart ook onder onderzoekend leren valt. Daarbij is het van belang te weten dat de leerlingen een onderzoek starten vanuit verwondering en intrinsieke motivatie (Kraaij, 2015). Wanneer het een verplichte opdracht wordt, zijn de leerlingen wellicht minder intrinsiek gemotiveerd en dit komt ten nadele van het onderzoekend leren. Uit een eerder onderzoek op basisschool de Fontein is ook gebleken dat de leerkrachten onvoldoende kennis bezitten met betrekking tot het onderzoekend leren en de rollen voor de leerkracht onbekend waren (Berg, Nieuwenhuizen, Rentenaar, & Terlouw, 2016). Ook in dit onderzoek kwam naar voren dat niet alle leerkrachten hun rol konden benoemen. Deze resultaten komen overeen. De volgende stap zou kunnen zijn dat de leerkrachten bewust worden van hun rol bij het onderzoekend leren. Om onderzoekend leren uiteindelijk toe te passen op een basisschool, is voldoende kennis van belang. Daarnaast is gekeken naar de houding van de leerkracht met betrekking tot onderzoekend leren. Uit literatuuronderzoek is gebleken dat het allereerst belangrijk is dat de leerkrachten gericht observeren. De leerkracht kan aan de hand van deze observaties materialen toevoegen of nieuwe gegevens inbrengen (Houte et al., 2012). Alle leerkrachten geven aan dat zij de leerlingen observeren tijdens het spelen en werken. Daarbij wordt wel vermeld door de leerkrachten dat zij meer de tijd moeten nemen om echt naar de leerlingen te kijken. Hier valt nog winst te behalen. Wanneer de leerkrachten 20 tot 30 seconden de tijd nemen en blijven zitten of staan, kunnen ze rust creëren en het spel van de leerlingen overzien. Ten tweede is het belangrijk dat de leerkracht effectieve vragen stelt. Door het stellen van de juiste vragen wordt een actieve, kritische en onderzoekende houding ontwikkeld (Wegen,

23

Page 24: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

2018). De leerkrachten geven aan dat zij vragen stellen tijdens het spelen/werken. Een leerkracht formuleert haar rol als leerkracht als volgt: ''Door onderzoeksvragen waardoor leerlingen zelf verder gaan nadenken om het probleem op te lossen of om het anders aan te passen''. Ten derde dient de leerkracht de leerlingen voldoende tijd geven om te ontdekken. Wanneer de les langer dan een uur duurt, krijgen de leerlingen de kans om tot ontdekkingen te komen. (Houte et al., 2012). Gemiddeld spelen de leerlingen op deze school 45 minuten, dit zou dus 15 minuten te kort zijn. Wel geven de leerkrachten aan dat zij goed kijken naar het spel van de leerlingen en wanneer nodig de tijd aanpassen. Ook geeft de directrice aan dat tijd pas een rol speelt wanneer de spelbegeleiding van de leerkracht optimaal is. Op dit moment is het dus niet van belang om de factor tijd aan te passen. Tenslotte is het belangrijk dat iedereen mee doet met het onderzoek, ook de leerkracht is hierbij betrokken. De leerkracht dient dus ook een onderzoekende houding hebben (Enyedy & Goldberg, 2004). De leerkrachten scoren hoog op de onderzoekende houding. Dit is positief voor de ontwikkeling van de kleuters op basisschool De Schelp.

5. 2 Discussie Allereerst ben ik door deze studie veel te weten gekomen over de betekenis van het onderzoekend leren. Ik heb door dit onderzoek handvaten gekregen om onderzoekend leren in de praktijk toe te passen. Ook het observeren van de kinderen deed mij eraan denken dat ik dit zelf ook meer zou moeten doen in mijn praktijkklas. Ik merk, net als de leerkrachten in dit onderzoek, dat ik daar onvoldoende tijd voor vrij maak. Tijdens mijn observaties signaleerde ik interessante spelsituaties bij de leerlingen, maar ook opvallend gedrag. Ik ben er tijdens dit onderzoek achter gekomen dat het gericht observeren van kinderen een grote meerwaarde heeft voor mij als leerkracht. Hierdoor krijgt men nog meer inzicht in de ontwikkeling van de leerling en kan het onderwijs worden aangepast op de individuele behoeften. Ik ga dit zeker mee nemen uit dit onderzoek. Met betrekking tot de deelnemers van dit onderzoek kan de rol van één leerkracht in twijfel worden genomen. Tijdens het onderzoek liep ik ertegenaan dat de betreffende leerkracht van een kleuterklas niet aanwezig was, in verband met persoonlijke omstandigheden. Zij werd in de periode september t/m november overgenomen door een leerkracht die normaal 1,5 dag in de betreffende klas werkte. Toch behoort deze leerkracht wel tot het team en leidde zij tijdens dit onderzoek de klas, vandaar dat deze keuze is gemaakt. Wellicht zijn de resultaten van de leerkrachten vragenlijsten hierdoor minder betrouwbaar. Deze studie heeft helaas niet alle groepen in het onderzoek opgenomen. Dit onderzoek richtte zich op de kleuters. In het schoolplan van De Schelp staat vermeld dat het ontwikkelen van een doorgaande lijn voor wetenschap en techniek prioriteit heeft. Met wetenschap en techniek

24

Page 25: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

worden de leerlingen gestimuleerd zelf op onderzoek uit te gaan (slo, z.d.). Er zou daarom niet alleen gekeken moeten worden naar onderzoekend leren bij de kleuters, maar dit zou schoolbreed aangepakt kunnen worden. Het advies voor een vervolgonderzoek zou kunnen zijn in hoeverre de leeromgeving de leerlingen stimuleert tot ontdekkend leren. In een rijke leeromgeving wordt meer aangesloten bij de behoeften van een kind. Daarnaast is gebleken dat leerlingen meer kennis opdoen wanneer zij actief deelnemen aan betekenisvolle leeractiviteiten, waarbij ze problemen gaan onderzoeken. Het ontwerpen van een rijke leeromgeving past in het beeld bij de 21e eeuwse vaardigheden (Mensink, 2015).

25

Page 26: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

7. Bibliografie Avest, B. t. (2016). Denken, dromen, kijken en doen. Natuurlijke nieuwsgierigheid belangrijke

vaardigheid voor onderzoekend leren. Opgeroepen op 08 29, 2018, van Wij leren:

https://wij-leren.nl/onderzoekend-leren-intuitief-wetenschap.php

Beemen, L. v. (2009). Ontwikkelingspsychologie. Voorschoten: Noordhoff Uitgevers.

Ben-David, A., & Zohar, A. (2009). Contribution of meta-strategic knowledge to scientific inquiry

learning. International Journal of Science Education , 31, 1657-1682.

Berg, R. v., Nieuwenhuizen, M., Rentenaar, R., & Terlouw, L. (2016). Onderzoekend leren. Christelijke

hogeschool Ede.

Brouwers, H. (2010). Kiezen voor het jonge kind. Bussum: Coutinho.

Brouwers, H. (2010). Kiezen voor het jonge kind. Bussum: Uitgeverij Coutinho.

Bruggink, M., & Harinck, F. (2012). De onderzoekende houding van leraren: wat wordt daaronder

verstaan? Tijdschrift voor lerarenopleiders , 33, 46 - 53.

Coie, J. (1974). An evaluation of the cross-situational stability of children’s curiosity. Journal of

Personality , 42, 93-116.

Enyedy, N., & Goldberg, J. (2004). Inquiry in interaction: How local adaptations of curricula shape

classroom communities. Journal of Research in Science Teaching , 41, 905-935.

Esch, W. v. (2011). Kansen benutten in een rijke leeromgeving. Mensenkinderen , 128, 6-9.

Graft, M. v. (2015, 01 20). Onderzoekend en ontwerpend Leren in het primair onderwijs. Opgeroepen

op 09 24, 2018, van SLO:

http://natuurentechniek.slo.nl/thema-overzicht/onderzoekend-en-ontwerpend-leren-in-po

Graft, M. v., & Kemmers, P. (2007). Onderzoekend en ontwerpend leren bij Natuur en Techniek.

Basisdocument over de didactiek voor onderzoekenden ontwerpend leren in het primair onderwijs.

Den Haag: Stichting Platform Béta Techniek.

Grossnickle, E. (2014). Disentangling Curiosity: Dimensionality, Definitions, and Distinctions from

Interest in Educational Contexts. Educational Psychology Review , 28, 1-38.

Gruber, M., Gelmand, B., & Ranganath, C. (2014). States of curiosity modulate

hippocampus-dependent learning via the dopaminergic circuit. Neuron , 84, 486-496.

Houte, H. v., DeVlieger, K., & Schaffler, J. (2012). Jonge kinderen, grote onderzoekers en de leraar?

Rotterdam: Bazalt Educatieve Uitgaven.

Houte, H. v., Vlieger, K. d., & Schaffler, J. (2012). Jonge kinderen, grote onderzoekers en de leraar.

Rotterdam: Bazalt educatieve uitgaven.

26

Page 27: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

Huizinga, J. (1940). Homo Ludens. Proeve eener bepaling van het spel-element der cultuur. Haarlem:

Tjeenk Willink.

Kallenberg, T., Koster, B., Onstenk, J., & Scheepsma, W. (2007). Ontwikkeling door onderzoek.

Utrecht: ThiemeMeulenhoff.

Keulen, H. v., & Oosterheert, I. (2011). Wetenschap en techniek op de basisschool. Houten: Noordhoff

Uitgevers BV.

Klapwijk, R., & Holla, E. (2018). Leidraad onderzoekend en ontwerpend leren. Opgeroepen op 10 14,

2018, van Wetenschapsknooppunt Zuid-Holland:

http://www.wetenschapsknooppuntzh.nl/uploads/Leidraad-onderzoekend-en-ontwerpend-leren-We

tenschapsknooppunt-ZH-2018-1.pdf

Kraaij, D. A. (2015). Onderzoekend en ontwerpend leren. Wageningen: Wetenschapsknooppunt

Wageningen University.

Kraaij, D. A. (2015). Onderzoekend en ontwerpend leren. Wetenschapsknooppunt Wageningen

University , 1 - 18.

Mamber, R. (2017). Onderzoeken en ontwerpen in de techniekles. Rotterdams Onderwijs Magazine , 5, 14-15.

Mensink, T. (2015). Het geheim van de rijke leeromgeving. Mensenkinderen , 145, 28-30.

Peeters, M., & Baren-Nawrocka, J. v. (2014). Onderzoekend leren: Hoe begeleid je leerlingen bij hun

eigen onderzoek? Jeugd in School en Wereld , 10, 18-21.

Rijst, R. v. (2009). The research-teaching nexus in the sciences; scientific research dispositions and

teaching practice. Academisch proefschrift. Leiden: ICO, ICLON.

Ros, A. (2015). Schoolontwikkeling door praktijkonderzoek. Krimpen aan den IJssel: Drukproef.

Ryan, R., & Deci, E. (2000). Self-determination theory and the facilitation of intrinsic motivation,

social development, and well-being. American Psychologist (55), 68-78.

Silvia, P. (2008). Interest—The curious emotion. Current Directions in Psychological Science , 17, 57-60.

SLO. (2018). 21e eeuwse vaardigheden. Opgeroepen op 10 14, 2018, van SLO:

http://curriculumvandetoekomst.slo.nl/21e-eeuwse-vaardigheden

slo. (z.d.). Opgeroepen op 09 24, 2018, van Wetenschap en technologie:

http://wetenschapentechnologie.slo.nl/

Swan, M., & Pead, D. (2008). Vragen die onderzoekend leren stimuleren. Opgeroepen op 09 18, 2018,

van Primas:

http://primas-project.eu/wp-content/uploads/sites/323/2017/11/primas_pd_4_guide_nl_vragen_st

ellen.pdf

27

Page 28: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

Tanis, M., Dobber, M., Zwart, R., & Oers, B. v. (2014). Beter leren door onderzoek. Hoe begeleid je

onderzoekend leren van leerlingen? Amsterdam: VU.

Thijs, A., Fisser, P., & Hoeven, M. v. (2014). 21e eeuwse vaardigheden in het curriculum van het

funderend onderwijs. Enschede: SLO.

Tijs, M., & Holterman, S. (2014). De onderzoekende houding van leerkrachten. Veerkracht , 11 (3),

21-22.

Tijsen, K., Bod, E., & Mooy, S. (2007). Kinderen zelf leren reflecteren. Trots op je werk. JSW , 92, 18-21.

Verdonschot, S., Keursten, P., & Rooij, M. v. (2009). Samen vernieuwen in de praktijk: Toolbox om

werk te maken van innovatie. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Wegen, S. v. (2018). Effectieve vragen stellen essentieel voor een onderzoekende houding. Opgeroepen op 09 24, 2018, van Wij-leren:

https://wij-leren.nl/effectieve-vragen-stimuleren-onderzoekende-houding.php

Wismans, G., Slot, E., & Bastings, M. (2013). Excellentiebevordering door middel van onderzoekend en

ontwerpend leren. Opgeroepen op 09 24, 2018, van Universiteit Utrecht:

https://www.uu.nl/sites/default/files/saz_excellentiebevordering_door_middel_van_onderzoekend_

en_ontwerpend_leren1.pdf

28

Page 29: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

8. Bijlagen

Bijlage 1: Observatie-instrument onderzoeksvaardigheden van kleuters

Naam student: Linda Schouten Naam stagebegeleider: Deanne Molenaar Geobserveerde groep: Geobserveerde leerling: Datum:

Observatieformulier onderzoekende houding van kleuters

Aangetoond Niet aangetoond

Denk alle kanten op: De leerling vergelijkt verschillende materialen met elkaar.

Breng ideeën tot leven: De leerling maakt zijn eigen bouwwerk.

Durf uit te proberen: De leerling verkent het materiaal.

Delen van ideeën: De leerling vertelt zijn medeleerling wat hij doet.

Delen van ideeën: De leerling luistert naar de ander.

Leef je in: De leerling speelt een verhaal.

Gebruik het proces: De leerling probeert een antwoord te geven op een geformuleerde vraag.

Bepalen van een eigen richting: De leerling vertelt wat hij heeft geconcludeerd.

29

Page 30: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

Bijlage 2: Interview leerkracht onderzoekend leren

Naam student: Linda Schouten Naam leerkracht: Datum:

Heeft u eerder gehoord van onderzoekend leren?

Wat houdt onderzoekend leren voor u in?

Hoe stimuleert u onderzoekend leren in de klas?

Hoe lang krijgen de leerlingen om op onderzoek uit te gaan tijdens het spelen/werken?

Wat is uw rol tijdens het onderzoekend leren?

Krijgen de leerlingen de mogelijkheid om hun ervaringen te delen met elkaar?

Hoe observeert u de leerlingen?

Wat doet u met de observaties van de leerlingen?

30

Page 31: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

Bijlage 3: Enquête onderzoekende houding van de leerkracht

Naam student: Linda Schouten Naam leerkracht: Datum:

Helemaal

eens

Eens Neutraal Oneens Helemaal oneens

1. Ik ben nieuwsgierig naar de wereld om

mij heen.

2. Ik heb een open houding

3. Ik wil graag nieuwe dingen leren

4. Ik heb een kritische houding

5. Ik wil graag weten wat er achter een

probleem schuil gaat

6. Ik heb snel een oordeel

7. Ik volg de mening van anderen

8. Ik leer van de inzichten van anderen

9. Ik kan een onderwerp vanuit

verschillende standpunten bekijken

10. Ik ga op onderzoek uit om een situatie

beter te begrijpen

11. Ik bekijk situaties van meerdere kanten

12. Ik durf mijn eigen pad te kiezen

13. Ik doe nieuwe kennis op door gebruik

te maken van verschillende bronnen

14. Ik kan betrouwbare bronnen

selecteren

15. Ik wissel informatie met mijn collega's

uit

16. Ik doe mijn uiterste best om nauwkeurige informatie te verkrijgen

17. Nieuwe inzichten deel ik met mijn collega's

18. Ik bekijk informatie die ik krijg kritisch 19. Ik bekijk een onderwerp vanuit mijn eigen perspectief

31

Page 32: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

Bijlage 4: Interview directrice

Mijn onderzoek ging over het onderzoekend leren. Bij het onderzoekend leren worden de leerlingen gestimuleerd op onderzoek uit te gaan. Kinderen willen van nature onderzoeken en zo grip krijgen op de samenleving. Deze intrinsieke onderzoeksdrang moet op school verder gestimuleerd worden (Kraaij, 2015).

* Heeft u eerder ervaring opgedaan met betrekking tot onderzoekend leren?

Uit onderzoek is gebleken dat de leerlingen voldoende tijd moeten krijgen om te ontdekken. Wanneer de les langer dan een uur duurt, krijgen de leerlingen de kans om tot ontdekkingen te komen. (Houte et al., 2012). Gemiddeld spelen de leerlingen op deze school 45 minuten, dit zou dus 15 minuten te kort zijn. Wel geven de leerkrachten aan dat zij goed kijken naar het spel van de leerlingen en wanneer nodig de tijd aanpassen.

* Wat vind u van de duur van de speel/werk tijd? Is dit haalbaar?

* Waar ziet u nog meer mogelijkheden binnen het onderwijs met betrekking tot het onderzoekend leren?

Het is belangrijk dat de leerkracht de leerlingen gericht observeert. De leerkracht luistert naar de theorieën en ervaringen van de leerlingen, kijkt hoe de leerlingen met de materialen omgaan en hoe de leerlingen reageren. De leerkracht kan aan de hand van deze observaties materialen toevoegen of nieuwe gegevens inbrengen (Houte et al., 2012).

Uit mijn onderzoek kwam: De leerkrachten gaven aan dat zij meer tijd moeten nemen om echt naar de leerlingen te kijken, van een afstand of door mee te spelen. Dit zouden zij meer willen doen. De leerkrachten zouden meer tijd moeten nemen om de leerlingen op weg helpen in hun spel.

* Op welke manier zouden de leerkrachten binnen onze school gestimuleerd kunnen worden om meer tijd te nemen om de leerlingen te observeren tijdens een spelsituatie?

Ik ga deze resultaten verder toelichten in een bouwvergadering

32

Page 33: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

Bijlage 5: Akkoord opdrachtgever

33

Page 34: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

34

Page 35: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

Bijlage 6: Uitwerking interview leerkrachten

Leerkracht 1 Heeft u eerder gehoord van onderzoekend leren? Ja. Wat houdt onderzoekend leren voor u in? Dat kinderen met materialen ontdekken dat ze meer kunnen dan van stenen een brug bouwen, maar kun je ook wat meer als je ineens lollystokjes krijgt en doekjes. Wat kun je er dan mee maken? Hoe stimuleert u onderzoekend leren in de klas? Ik zou het meer moeten doen. Maar ik probeer af en toe gewoon, als we even richten op de bouwhoek waar jij hebt gekeken, materiaal erin te zetten en kijken wat de reactie is. Maar het zou eigenlijk meer naar voren moeten komen. En je merkt ook bij de herfsttafel heb ik er dan kaartjes bijgelegd. Het is dat je niet altijd de tijd hebt om alles uit te bouwen, maar ik zou daar meer mee willen. Ik de watertafel, daar kun je ook veel meer, als je de maatbekers erbij zet, wat gebeurd er. Het is vaak de tijd in de thema's en je bent aan het signaleren en voor je het weet is de dag al om. Omdat er ineens zoveel gebeurt bij de kinderen. Dus ik zou het in bepaalde hoeken, wil ik het wel wat meer naar voren brengen weer. Hoe lang krijgen de leerlingen om op onderzoek uit te gaan tijdens het spelen/werken? Minimaal een uur. Ja van 9 tot 10. Ja in ieder geval een uur. En wat wij hier in de klas hebben is datgene wat ze kiezen, dat bevorderen we ook om daar wat langer in te spelen. Dus ze spelen niet 5 minuten in de huishoek en gaan dan weer naar de volgende. Als je de huishoek hebt gekozen dan blijf je eigenlijk ook het liefst een half uur, maar soms is het spel ook klaar, dan mogen ze iets kiezen met een gele stip. Maar zit je in een bouwhoek, of een knex, of een kapla of een bamboe, dan wordt er wel verwacht dat je daar wat meer mee gaat doen. Als ze een toren bouwen dan probeer je er poppetjes bij te geven en als het spel niet op gang komt dan kun je allebei een toren maken. Het zou mooi zijn als er een bouwtekening komt, maar dat zit er nog niet helemaal in. Het zou mooi als sommige dat kunnen, dat zou wel erg mooi zijn. Ik heb nog wel veel ideeën, maar daar werk ik voor anderhalve dag te kort. Op mijn andere werk maakte ik van het bouwwerk een foto en maakte ik daarvan een waaier. Wat is uw rol tijdens het onderzoekend leren? Ik zou meer moeten doorvragen. Er is niet altijd tijd voor, dat merk ik. Maar begeleidend, dus niet het wiel uitvielen, maar het door hun te laten uitvinden. Hoe observeert u de leerlingen?

35

Page 36: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

Dat heb ik echt moeten leren. Maar ik moet echt gewoon af en toe ergens gaan zitten en gaan kijken welke kinderen ik ga observeren. En dan eerst van een afstand en dan moet ik heel goed leren dat ik niet afgeleid wordt door de dingen om mij heen. Want er is vaak nog wel even een kind die wat vraagt. En soms is het heel goed om gewoon te gaan zitten en kijken. Wat doet u met de observaties van de leerlingen? Ik observeer nu meer dat ik kijk naar het spel van zou ik wat moeten toevoegen. Wat wil ik in de huishoek. Ze zijn heel erg met vader en moeder en het tafel dekken en soms gooien ze alle spullen in de wasmachine en dan kom ik wel weer terug van wat zou dit eigenlijk voor apparaat zijn? Het is een wasmachine, wat kunnen we erin doen? Goh, was natuurlijk. Ik stuur het wel. Maar ik zou daar veel meer mee moeten doen. Maar het is wel dat ik wel probeer verder, dus het is niet je hebt een blokkentoren gemaakt, nou leuk leuk, wat kunnen we maken, kunnen we hem hoger maken. Soms wordt het heel hoog, dan moet ik weer ingrijpen dat het niet mag want dan wordt het te gevaarlijk. Dat is met meer materialen, bijvoorbeeld met kapla een dobbelsteen erin gooien. Dan daagt het meer uit met rekenen, het dobbelen. Dan mag je vier plankjes erop doen en welke toren is er eerder klaar? En met uitdagen zou je er twee dobbelstenen bij kunnen doen of de volgende keer zeg je 'ik wil dat je samen een kaart pakt en die ga je namaken'. Kun je dat nabouwen? Dus dan is het niet meer het vrij bouwen, maar kies zelf een kaart en probeer dat ze nog meer kijken hoe het is opgebouwd. En het mooie is natuurlijk dat ze hier echte stenen hebben, dat vind ik hier echt leuk. Ik mis alleen wel de blokkist, daardoor missen we de driehoekjes. We hebben alleen één soort stenen. Maar we hebben niet de driehoekjes, we hebben niet de vierkantjes. Dus je kunt nooit een dak maken. Ze hebben hier wel weer planken, dat weer wel. Het heeft een naam die kast. Maar dan heb je driehoeken en dan kun je daar ook weer mee sorteren. Wat kun je met een driehoek? Dan kun je een dak maken. Nee dat blijft niet zitten want die heeft een gladde kant, hoe kun je dat oplossen? Dus ja je kan veel kanten op maar er zijn nu weer andere materialen. Leg je matjes neer, daar kun je dak van maken, want dat zakt in, hoe kun je dat oplossen? Kan je er kleine blokjes bij doen. Maar het zou meer kunnen, maar ik denk dat ik daarvoor te kort werk.

36

Page 37: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

Leerkracht 2 Heeft u eerder gehoord van onderzoekend leren? Ja zeker. Eigenlijk doen we dat al jaren en het zat eigenlijk al een beetje bij de ouderwetse opleiding van kleuterleidster. Wat houdt onderzoekend leren voor u in? Eigenlijk doen kleuters bijna niets anders dan onderzoekend leren. Zo gauw ze binnenkomen in de wereld van de basisschool, is alles wat wij aanbieden nieuw voor ze en de manier waarop ze dat dan gaan leren is vaak door zelf te experimenteren en te onderzoeken. Dus het maakt niet uit of het een kringactivitieit is, of een gymactiviteit of buitenspelen of een werkactiviteit aan tafel, odnerzoekend leren, experimenteren. Hoe stimuleert u onderzoekend leren in de klas? Eigenlijk door die ervaring heb ik geleerd om het beste uit ieder kind individueel te halen. Dus als ze zelf gaan experimenteren ga ik zoveel mogelijk in de gaten houden dus observeren hoe of ze dat doen en dan probeer ik ze iedere keer weer een stapje verder te helpen. Nou gaat dat met een klas van 30 leerlingen een stuk lastiger dan wat we nu hebben, 20 leerlingen. Dus het is nu eigenlijk heel fijn om zo te hebben want nu voel je dan je ieder individuele kind die input kan geven. Hoe lang krijgen de leerlingen om op onderzoek uit te gaan tijdens het spelen/werken? Hangt ervan af, als ze echt gewoon heel goed bezig zijn dan hebben ze gewoon de hele werkles de tijd. Stel je voor dat je denkt, nee die kant wilde ik eigenlijk niet op, ik wilde ze iets anders aanbieden, dan probeer ik daar iedere keer in te grijpen. Maar voor zo'n eigenlijk gewoon de hele werkles. Als ze heel enthousiast bezig zijn dan is de werkles eigenlijk te kort. De werkles duurt meestal 45 minuten gemiddeld. 's Middags kunnen ze wel eens wat korter zijn, maar zeker 45 minuten. Wat is uw rol tijdens het onderzoekend leren? In eerste instantie kijken wat er gebeurt en dan wel de goede tips geven om weer verder te komen. Als kinderen zich niet aan hun opdracht houden of zelf niet echt goed verder komen, dan help ik ze wel eens. Dan ga ik er wel eens bij zitten en dan gaan we samen wat doen. Ik zit nu bijvoorbeeld aan de bouwmat te denken. Als je daar iets gedaan wilt krijgen wat niet van de grond komt, geef je ze even een eerste zetje door zelf mee te spelen en daarna ga je ze verder alleen zonder jou laten werken. Hoe observeert u de leerlingen? Ik heb mijn loopronde en dan probeer ik ook echt te kijken van wat hebben ze nodig en wat zie ik ze doen. Dat kan gewoon niet op papier dus ik heb wel een kladblok waarbij ik even wat steekwoorden op kan schrijven en dan ga ik na schooltijd verder om het uit te werken. Ik zie dat jullie veel meer met camera's en film werken dus dat is eigenlijk een hele mooie ontwikkeling om te zien. Jullie hebben veel secuurder beeld dan wat in mijn hoofd zit.

37

Page 38: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

Wat doet u met de observaties van de leerlingen? Sowieso evalueren, zodat de andere kinderen ook weten wat er gespeeld heeft in de klas. En zeker als je thematisch werkt is dat nabespreken ontzettend leuk, want dan zie je dat ze dat van elkaar overnemen en dat ze dat ook gaan doen. En voor de rest verwerken wijd at eigenlijk gewoon in het registratiesysteem van het kind. Dat was voorheen ons kinderdagboek, dat zal nu in het logboek moeten van inzichtelijk. En ook sowieso even doorgeven aan je duocollega, want als je ergens in aan het ontwikkelen bent is het ook heel leuk dat zij daarop verder door kan spelen. Anders ga je je eigen dingen doen. Ook afstemmen op je duo leerkracht. Je merkt heel vaak dat er spel wegvalt omdat je dat niet goed gecommuniceerd hebt. Ik was bijvoorbeeld heel fanatiek met de bloemenwinkel bezig en dat zakte maandag en dinsdag helemaal weg. En als ik woensdag kwam dacht ik 'he waarom doen ze dat niet'. Nou dat was dus gewoon niet goed gecommuniceerd. Ik had met Miranda af moeten spreken van dat heb ik ze geleerd en dat heb ik ze geleerd. En dan houden we dat samen in stand. Maar dat geldt voor het werken met een duo collega, dan krijg je dat er echt bij. Heel belangrijk.

38

Page 39: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

Leerkracht 3 Heeft u eerder gehoord van onderzoekend leren? Jawel. Daar heeft Wies en Anne hebben daar twee jaar terug hun onderzoek ingedaan in groep 4 t/m 8. Wat houdt onderzoekend leren voor u in? Ja, er is een stappencyclus waarbij ze gaan, volgens een vast principe, de les gaan aanpakken of de activiteiten gaan aanpakken. Maar die stappen weet ik niet allemaal uit mijn hoofd, het zit in mijn map. Hoe stimuleert u onderzoekend leren in de klas? Nou door dat ik zelf een onderzoekende houding heb en dat is denk ik door bij alles wat ze doen te vragen van goh hoe zou dat nou komen weetjewel. Door onderzoeksvragen waardoor kinderen zelf verder gaan nadenken om het probleem op te lossen of om het anders aan te passen. Dus ik denk vooral door de vragen die je als leerkracht stelt en zelf die houding in te nemen dat je de kinderen daar wel in meeneemt. Hoe lang krijgen de leerlingen om op onderzoek uit te gaan tijdens het spelen/werken? Drie kwartier tot een uur. Wat is uw rol tijdens het onderzoekend leren? Bijvoorbeeld in het speelhuis, stel je voor ze zijn bezig met een spel en ze lopen tegen iets aan, dat je de kinderen door middel van vragen verder gaat helpen. Dus stel je voor ze willen naar de bibliotheek want we hebben net met de klas een bezoek gebracht aan de bibliotheek en dat willen zij ook. Nouja dan met de kinderen door vragen te stellen wat ze allemaal nodig hebben om een bibliotheek te maken in de klas. Of bijvoorbeeld je gaat een bakkerij maken, zoals met Sinterklaas want dan gaan wij met naar het bakkerijmuseum. Om dan met de kinderen te bespreken, we willen een bakkerijmuseum in de klas gaan waarmaken, want dan kunnen we dat ook spelen. Wat hebben we dan allemaal nodig? Dat soort vragen. Of in de bouwhoek, het gaat over dieren met dierendag, ik wil graag een hok maken voor de katten en honden en er moeten zoveel honden en katten in, wat voor materiaal kunnen we daarvoor gebruiken en hoe gaan we dat aanpakken? Mijn rol is het stellen van kritische vragen om de kinderen tot nadenken aan te zetten. Hoe observeert u de leerlingen? Soms door mee te spelen, soms van een afstandje. Maar in ieder geval om te kijken wat voor plan ze bedenken. Maar ik observeer dan ook vooral wie neemt het voortouw, wie volgt. En als ze niet verder komen dan ga ik de juiste vragen stellen om ze in de juiste richting te helpen. En de ene keer doe ik dat vanaf een afstandje en de andere keer speel ik mee. Meespelen doe ik eigenlijk nog te weinig. Wat doet u met de observaties van de leerlingen?

39

Page 40: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

Dan stel ik mijn vragen bij of als het goed gaat, laat ik het lekker aan de kinderen over.

40

Page 41: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

Leerkracht 4 Heeft u eerder gehoord van onderzoekend leren? Uh ja, die term hoor ik de laatste tijd wel vaker. Wat houdt onderzoekend leren voor u in? Ik wou net zeggen. Daar kan ik nog niet echt iets. Ik hoor die term de laatste tijd steeds vaker en er worden ook wel cursussen en workshops. Maar ik zou het zo niet kunnen benoemen. Ik kan me er wel iets bij voorstellen, dat wanneer je een kind iets aanbiedt, dat ze op onderzoek uitgaan en dat je dingen zo aanbiedt dat ze de mogelijkheid hebben. En toevallig erika had het er van de week over, met bastiaan, die gaf een materiaal en mag ik dat zelf proberen. En toen dacht ik, nou , zal dit onderzoekend leren zijn. Dus toen Hoe stimuleert u onderzoekend leren in de klas? Misschien onbewust doe je, biedt je al heel veel dingen aan. Maar niet bewust. Maar ik denk dat dat een beetje in ons zit. Je doet heel veel met die kinderen, alleen doe je dat automatisch en dat doe je gewoon. En daarna denk je misschien van 'oh dit is onderzoekend leren'. Maar dat weet ik niet hoor, maar het zou zomaar kunnen dat het eehm.. Hoe lang krijgen de leerlingen om op onderzoek uit te gaan tijdens het spelen/werken? Noou 's morgens 3 kwartier zegmaar en 's middags .. nou 's morgens soms ook wel een uur, dat scheelt wel eens een beetje, dat hangt van de gymtijd af. Soms ervoor, soms erna. 45 tot 1 uur. 45 minuten tot 60 minuten 's morgens en 's middags drie kwartier. Wat is uw rol tijdens het onderzoekend leren? Vooral ook door de inrichting van het lokaal en ehhm, je gooit eens wat in de groep. Ik had vanmorgen denk ik twee dobbelstenen en dat spel van die blaadjes. Dan moeten ze met dobbelsteen gooien, al gooien ze 6 dan mogen ze die afdekken. Tot en met 12. Ik had dobbelstenen, ik zeg, hoe gaat dit spel, wat heb ik nou nodig. Weetjewel. Je gooit een probleem op tafel en dan moeten ze nadenken. En dat denk ik altijd aan onderzoekend leren. Van denken, kijken, voelen, handelen. En toen kwam er dus iemand die zei 'Nou dan heb je twee dobbelstenen nodig, om de hoge getallen te kunnen maken'. Een zei 'nou dan moet het met die dobbelsteen'. En toen zag ik ze denken, en ik zag die vinger. Die er ook bij. En toen dacht ik zou dit onderzoekend leren zijn? Hoe observeert u de leerlingen? Nouja je kijkt en ik werk altijd met briefjes, ff gauw dit, ff gauw dat. Want ik ben niet zo handig met die computer natuurlijk, dus om dat er allemaal in te zetten. Maar het is wel een wirwar van briefjes overal. En voorheen had ik dat gewoon in mijn map, en lag mijn map hier en hup 2 seconde. Maar nu, nouja. Kijk je signaleert en oke. Ik kan het niet anders. Maar goed, op die manier en je kijkt en biedt dingen aan. Lukt het en lukt het niet. Nouja, als het nog niet lukt dan gaan wij helpen. En nog een keer. En dan registreer ik het waar ze moeite mee hebben. En dan nog niet eens dingen wat ze goed kunnen, want ik noem nu alleen maar

41

Page 42: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

de kinderen op die bijvoorbeeld moeite hebben met prikken, want dat wil ik deze week eens uhm, observeren. Wat doet u met de observaties van de leerlingen? Nouja kijk dan komt het erbij en dan de volgende 10 minuten gesprekken noem ik het op. Want ik kan dat gewoon allemaal niet onthouden. Dan heb ik eigenlijk gewoon een beetje een overzicht van nou wat gaat goed, of eigenlijk wat er gaat er nog niet goed. Want de goede dingen, ja ik stop ermee met alles in de computer te stoppen. Het is veel te veel. En voorheen had ik gewoon een blad en dan schreef ik puzzelen 36 stuks, krul, klaar. En nu ben ik 5 minuten bezig met één kind.

Bron Tekst Open codering Wat houdt onderzoekend leren voor u in? Leerkracht 1 Dat kinderen met materialen ontdekken dat ze

meer kunnen dan van stenen een brug bouwen, maar kun je ook wat meer als je ineens lollystokjes krijgt en doekjes.

Met materialen ontdekken, uitdaging

Leerkracht 2 Eigenlijk doen kleuters bijna niets anders dan onderzoekend leren. Zo gauw ze binnenkomen in de wereld van de basisschool, is alles wat wij aanbieden nieuw voor ze en de manier waarop ze dat dan gaan leren is vaak door zelf te experimenteren en te onderzoeken.

Nieuwe activiteiten, zelf experimenteren en onderzoeken

Leerkracht 3 Ja, er is een stappencyclus waarbij ze gaan, volgens een vast principe, de les gaan aanpakken of de activiteiten gaan aanpakken.

Stappencyclus

Leerkracht 4 Ik hoor die term de laatste tijd steeds vaker en er worden ook wel cursussen en workshops. Maar ik zou het zo niet kunnen benoemen.

Geen betekenis van de term

Leerkracht 4 Ik kan me er wel iets bij voorstellen, dat wanneer je een kind iets aanbiedt, dat ze op onderzoek uitgaan en dat je dingen zo aanbiedt dat ze de mogelijkheid hebben.

Materialen aanbieden

Hoe stimuleert u onderzoekend leren in de klas? Leerkracht 1 Ik zou het meer moeten doen. Het is dat je

niet altijd de tijd hebt om alles uit te bouwen, maar ik zou daar meer mee willen.

Te kort stimuleren

Leerkracht 1 Maar ik probeer af en toe gewoon, als we even richten op de bouwhoek waar jij hebt

Materialen toevoegen

42

Page 43: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

gekeken, materiaal erin te zetten en kijken wat de reactie is.

Leerkracht 2 Eigenlijk door die ervaring heb ik geleerd om het beste uit ieder kind individueel te halen.

Kijken naar het individu

Leerkracht 2 Dus als ze zelf gaan experimenteren ga ik zoveel mogelijk in de gaten houden dus observeren hoe of ze dat doen en dan probeer ik ze iedere keer weer een stapje verder te helpen.

Observeren en verder helpen

Leerkracht 3 Nou door dat ik zelf een onderzoekende houding heb en dat is denk ik door bij alles wat ze doen te vragen van goh hoe zou dat nou komen weetjewel.

Onderzoekende houding aannemen

Leerkracht 3 Door onderzoeksvragen waardoor kinderen zelf verder gaan nadenken om het probleem op te lossen of om het anders aan te passen.

Onderzoeksvragen stellen, probleem laten oplossen

Leerkracht 4 Misschien onbewust doe je, biedt je al heel veel dingen aan. Maar niet bewust.

Onbewust

Hoe lang krijgen de leerlingen om op onderzoek uit te gaan tijdens het spelen/werken? Leerkracht 1 Minimaal een uur. 60 minuten Leerkracht 1 En wat wij hier in de klas hebben is datgene

wat ze kiezen, dat bevorderen we ook om daar wat langer in te spelen.

Lang spelen

Leerkracht 2 Als ze heel enthousiast bezig zijn dan is de werkles eigenlijk te kort. De werkles duurt meestal 45 minuten gemiddeld

45 minuten

Leerkracht 3 Drie kwartier tot een uur.

45 - 60 minuten

Leerkracht 4 45 minuten tot 60 minuten 's morgens en 's middags drie kwartier.

45 - 60 minuten

Wat is uw rol tijdens het onderzoekend leren? Leerkracht 1 Maar begeleidend, dus niet het wiel uitvielen,

maar het door hun te laten uitvinden.

Begeleidende rol

Leerkracht 2 In eerste instantie kijken wat er gebeurt en dan wel de goede tips geven om weer verder te komen.

Observeren en tips geven

Leerkracht 2 Als je daar iets gedaan wilt krijgen wat niet van de grond komt, geef je ze even een eerste zetje

Meespelen

43

Page 44: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

door zelf mee te spelen en daarna ga je ze verder alleen zonder jou laten werken.

Leerkracht 3 Bijvoorbeeld in het speelhuis, stel je voor ze zijn bezig met een spel en ze lopen tegen iets aan, dat je de kinderen door middel van vragen verder gaat helpen. Wat hebben we dan allemaal nodig? Dat soort vragen.

Vragen stellen

Leerkracht 4 Vooral ook door de inrichting van het lokaal en ehhm, je gooit eens wat in de groep.

Materialen toevoegen

Leerkracht 4 Je gooit een probleem op tafel en dan moeten ze nadenken. En dat denk ik altijd aan onderzoekend leren. Van denken, kijken, voelen, handelen.

Probleem opgooien

Hoe observeert u de leerlingen? Leerkracht 1 Maar ik moet echt gewoon af en toe ergens gaan

zitten en gaan kijken welke kinderen ik ga observeren.

Zittend observeren

Leerkracht 2 Maar het zou meer kunnen, maar ik denk dat ik daarvoor te kort werk.

Vragen stellen

Leerkracht 2 Ik heb mijn loopronde en dan probeer ik ook echt te kijken van wat hebben ze nodig en wat zie ik ze doen.

Vaste loopronde

Leerkracht 2 Dat kan gewoon niet op papier dus ik heb wel een kladblok waarbij ik even wat steekwoorden op kan schrijven en dan ga ik na schooltijd verder om het uit te werken.

Opschrijven

Leerkracht 3 Soms door mee te spelen, soms van een afstandje. Maar in ieder geval om te kijken wat voor plan ze bedenken.

Meespelen, op afstand toekijken

Leerkracht 3 Meespelen doe ik eigenlijk nog te weinig. Meespelen Leerkracht 4 Nouja je kijkt en ik werk altijd met briefjes, ff

gauw dit, ff gauw dat. Want ik ben niet zo handig met die computer natuurlijk, dus om dat er allemaal in te zetten.

Opschrijven

Leerkracht 4 En dan registreer ik het waar ze moeite mee hebben. En dan nog niet eens dingen wat ze goed kunnen, want ik noem nu alleen maar de kinderen op die bijvoorbeeld moeite hebben met prikken, want dat wil ik deze week eens uhm, observeren.

Registreren

44

Page 45: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

Wat doet u met de observaties van de leerlingen? Leerkracht 1 Ik observeer nu meer dat ik kijk naar het spel van

zou ik wat moeten toevoegen. Materialen toevoegen

Leerkracht 1 Dus dan is het niet meer het vrij bouwen, maar kies zelf een kaart en probeer dat ze nog meer kijken hoe het is opgebouwd.

Foto maken en nabouwen

Leerkracht 2 Sowieso evalueren, zodat de andere kinderen ook weten wat er gespeeld heeft in de klas.

Evalueren met de klas

Leerkracht 2 En voor de rest verwerken wij dat eigenlijk gewoon in het registratiesysteem van het kind. Dat was voorheen ons kinderdagboek, dat zal nu in het logboek moeten van inzichtelijk.

Registreren in Inzichtelijk Onderwijs

Leerkracht 2 En ook sowieso even doorgeven aan je duocollega

Duo collega informeren

Leerkracht 3 Dan stel ik mijn vragen bij of als het goed gaat, laat ik het lekker aan de kinderen over.

Vragen bijstellen

Leerkracht 4 Nouja kijk dan komt het erbij en dan de volgende 10 minuten gesprekken noem ik het op. Want ik kan dat gewoon allemaal niet onthouden.

10 minuten gesprekken

45

Page 46: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

Bijlage 7: Beoordeling onderzoeksplan 2018-2019

naam student:

studentnummer:

onderwerp:

Aantal woorden 1.000 – 2.500: ja / nee

Beoordeling onderzoeksopzet: akkoord / niet akkoord

Aanleiding, doel en probleemstelling ja/nee beknopte toelichting (indien nee)

Het onderwerp is relevant voor de beroepspraktijk en voor de

competentieontwikkeling van de student

De aanleiding van het onderzoek is helder en duidelijk

beschreven

De aanleiding van het onderzoek en de daaruit voortkomende

doelen en probleemstelling tonen een duidelijke samenhang

Theoretische verkenning ja/nee

De verkenning beschrijft de belangrijkste begrippen van het

onderzoeksthema in hun onderlinge samenhang

Onderzoeksvragen ja/nee

De vraagstelling is helder en onderzoekbaar waarbij de

deelvragen logisch zijn afgeleid van de hoofdvraag

De deelvragen vormen samen de inhoudelijke structuur van het

onderzoek

Ontwerp ja/nee

De opbouw van onderzoek is duidelijk. Onderzoeksprocedure,

-groep, -methodiek/instrumenten en de methode van analyseren

zijn beschreven en verantwoord

46

Page 47: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

Van het onderzoeksontwerp kan verwacht worden dat dit tot de

beoogde antwoorden leidt

Aanpak en fasering ja/nee

Het plan van aanpak is realistisch en uitvoerbaar

Bronnen ja/nee

De gekozen bronnen zijn relevant, actueel, van voldoende niveau

(ook internationaal), en goed verwerkt

In het plan is correcte bronvermelding volgens APA toegepast

Vorm ja/nee

De indeling (in paragrafen) is logisch en overzichtelijk

De formuleringen en de zinsbouw zijn helder, zakelijk en juist

De spelling is correct

Toelichting

47

Page 48: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

afstudeercommissie van locatie:

naam:

handtekening: d.d.:

naam:

handtekening: d.d.:

N.B. 1: voor akkoord moet aan alle voorwaarden zijn voldaan (overal ja)

N.B. 2: een kopie van dit formulier gaat naar de student, het origineel wordt bewaard om bij het

afstuderen met de andere documenten te worden gearchiveerd.

48

Page 49: Onderzoekend leren in de kleuterklas · Onderzoekend leren in de kleuterklas I n q u i r y b a s e d l e a r n i n g b y p r e s c h o o l e r s B a ch e l o r T h e si s; R a p p

Bijlage 8: Aanpak en fasering

Wat? Onderzoeks- instrumenten

Planning

Theoretische deelvrage

n 1t/m 3

Literatuuronderzoek

Week 40, 41, 42, 43 1 oktober t/m 28 oktober 2018

Praktische deelvraag

1

Observatie Week 42, 43 Observatie afnemen: 15 en 16 oktober 2018

Observaties verwerken: 17 t/m 28 oktober 2018

Praktische deelvraag

2

Interview Week 44, 45 Interviews afnemen: 2 november 2018

Interviews verwerken: 3 t/m 11 november 2018

Praktische deelvraag

3

Enquête Week 44, 45 Enquête afnemen: 2 november 2018

Enquêtes verwerken: 3 t/m 11 november 2018

Praktische deelvraag

4

Interview Week 46 Interview afnemen: 16 november 2018

Interview verwerken: 17 en 18 november 2018

Resultaten Week 47 19 november t/m 25 november 2018

Evaluatie en conclusie

Week 48 26 november t/m 2 december 2018

Discussie en reflectie

Week 48 26 november t/m 2 december

Inleveren voor feedback begeleider: uiterlijk 2 december 2018

Inleveren definitief onderzoek: uiterlijk 7 januari 2019

49