Onderzoek naar de opzet van een nieuwe lay-out voor de WOP ... · vi praktikumopstelling dient in...
Transcript of Onderzoek naar de opzet van een nieuwe lay-out voor de WOP ... · vi praktikumopstelling dient in...
Onderzoek naar de opzet van een nieuwe lay-out voor deWOP-opstellingen in gebouw W-laagCitation for published version (APA):Creemers, L. P. E. (1987). Onderzoek naar de opzet van een nieuwe lay-out voor de WOP-opstellingen ingebouw W-laag. (TH Eindhoven. Afd. Werktuigbouwkunde, Vakgroep Produktietechnologie : WPB; Vol.WPA0495). Eindhoven: Technische Universiteit Eindhoven.
Document status and date:Gepubliceerd: 01/01/1987
Document Version:Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record
Please check the document version of this publication:
• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can beimportant differences between the submitted version and the official published version of record. Peopleinterested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit theDOI to the publisher's website.• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and pagenumbers.Link to publication
General rightsCopyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright ownersand it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights.
• Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain • You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.
If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, pleasefollow below link for the End User Agreement:
www.tue.nl/taverne
Take down policyIf you believe that this document breaches copyright please contact us at:
providing details and we will investigate your claim.
Download date: 28. Aug. 2019
Onderzoek naar de opzet
van een nieuwe lay-out
voor de WOP-opstellingen in gebouw W-laag.
L.P.E. Creemers
Rapportnummer: WPA 0495
Verslag van een onderzoekopdracht, uitgevoerd aan de Faculteit
der Werktuigbouwkunde van de Technische Universiteit te Eindhoven.
Afstudeerhoogleraar: prof. ir. J.G. Balkestein
Begeleiders: vakgroep WPA: P.J.J. Renders
Faculteit der Werktuigbouwkunde: ing. H.A.J. de Fouw
Technische Universiteit Eindhoven,
Faculteit der Werktuigbouwkunde,
Vakgroep WPA.
Eindhoven, oktober 1987.
ii
VOORWOORD
Dit is het verslag van de na-kandidaatsstage en de Il-opdracht voor de sectie Technische Bedrijfsvoering van de vakgroep WPA, verricht door L.P.E. Creemers in het kader van zijn studie tot werktuigbouwkundig ingenieur aan de Technische Universiteit te Eindhoven. Deze stage werd verricht aan de faculteit der Werktuigbouwkunde van de Technische Universiteit te Eindhoven gedurende de periode van 16 maart 1987 tot en met 18 september 1987.
Coaches tijdens deze stage waren ing. H.A.J. de Fouw, beheerder van de faculteit der Werktuigbouwkunde en P.J.J. Renders, medewerker van de sectie Technische Bedrijfsvoering van de vakgroep WPA. Beiden wil ik op deze plaats mijn dank betuigen voor de inspirerende begeleiding. Verder wil ik iedereen bedanken die mij tijdens het verrichten van de stage, op welke manier dan ook, behulpzaam is geweest, in het bijzonder M.J. v.d. Linden, beheerder van de vakgroep WOP, de medewerkers van de vakgroep WOP, ing. J.C.J. Daniels, medewerker van de vakgroep WOC, J.G.A. Vlemmix, ruimtecoordinator van de Bouwtechnische Dienst en J.P.A. Dekkers, projectleider bij de Bouwtechnische Dienst. Tenslotte wil ik ook Karin en Michiel bedanken voor het helpen inkleuren van de figuren.
•
INHOUDSOPGAVE
VOORWOORD
SAMENVATTING
HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1.1: Inleiding 1.2: De opdracht
iii
1.3: De gevolgde werkwijze
HOOFDSTUK 2: INVENTARISATIE VAN DE OPSTELLINGEN EN DE VOORZIENINGEN IN GEBOUW W&S
2.1: De opstellingen 2.2: De inventarisatie
ii
v
1 1 1 2
4 4 4
HOOFDSTUK 3: RELATIEDIAGRAM EN AKTIVITEITEN-RELATIEDIAGRAM 7 3.1: Inleiding 7 3.2: De randvoorwaarden
ten aanzien van de verhuizing 7 3.3: De praktikumopstellingen 8 3.4: Het relatiediagram 10 3.5: De indeling van de opstellingen in clusters 10 3.6: Het aktiviteiten-relatiediagram 12
HOOFDSTUK 4: BEPALING VAN DE BENODIGDE RUIMTE EN AFSTEMMING MET DE BESCHIKBARE RUIMTE 17
4.1: Inleiding 17 4.2: De beschikbare ruimte in gebouw W-laag 17 4.3: De benodigde ruimte volgens methode 1 17 4.4: De benodigde ruimte volgens methode 2 19 4.5: Uitkomsten en conclusies 21
HOOFDSTUK 5: DE GLOBALE LAY-OUT 22 5.1: Inleiding 22 5.2: Cluster I, de lawaaipraktika
en bordesopstellingen 22 5.3: Cluster II, de stille praktika 22 5.4: Cluster III, de tweefasengroep 23 5.5: Cluster IV, de stille opstellingen 23 5.6: Cluster V, de lawaaiopstellingen 24 5.7: De globale lay-out 24
HOOFDSTUK 6: DE GEDETAILLEERDE LAY-OUT 29 6.1: Inleiding 29 6.2: De centrale voorzieningen
en de kantoren 29 6.3: Ruimte 0.21/0.22/0.23 31 6.4: Ruimte 0.30/0.31 34 6.5: Ruimte -1.02 34 6.6: Ruimte -1.22 35 6.7: Ruimte -1.T34 35 6.8: Ruimte -1.41 36
iv
HOOFDSTUK 7: HET VOORLOPIG VERHUISPLAN 7.1: Inleiding 7.2: De centrale voorzieningen 7.3: De algemene voorzieningen 7.4: Het voorlopig verhuisplan 7.5: Conclusies
LITERATUUROPGAVE
•
BIJLAGE 1: VRAGENLIJST TEN BEHOEVE VAN EEN INVENTARISATIE
37 37 37 38 39 39
41
VAN DE TE VERHUIZEN OPSTELLINGEN IN W&S 43
BIJLAGE 2: DE INDELING VAN DE OPSTELLINGEN IN CLUSTERS 46
BIJLAGE 3: INVENTARISATIE VAN DE BENODIGDE RUIMTE 48
BIJLAGE 4: BEREKENINGEN TEN BEHOEVE VAN DE GLOBALE LAY-OUT 51
BIJLAGE 5: HET VOORLOPIG VERHUISPLAN 57
v
SAMENVATTING
In 1985 heeft het College van Bestuur van de Technische Universiteit te Eindhoven besloten om de faculteit der Werktuigbouwkunde uit het gebouw voor warmte en Stroming (W&S) terug te trekken. Hierdoor werd het noodzakelijk de laboratoria en de opstellingen van de vakgroep WOP te verhuizen van gebouw W&S naar gebouw W-laag. In dit rapport wordt een gedetailleerde lay-out ontwikkeld van de plaatsing van de WOP-opstellingen in de beschikbare ruimten in W-laag. Tevens wordt een voorlopig verhuisplan opgesteld dat per beschikbare ruimte in W-laag vermeldt welke werkzaamheden er in verband met de verhuizing verricht dienen te worden. Aan de hand van dit rapport kan de Bouwtechnische Dienst een begroting opstellen van de aan de verhuizing verbonden kosten. Wanneer het College van Bestuur tenslotte goedkeuring verleent aan deze plannen, kan met de uitvoering ervan begonnen worden.
Begonnen wordt met een inventarisatie van de te verhuizen labs en opstellingen in W&S. Van elke opstelling worden de voor de verhuizing benodigde gegevens met behulp van een vragenlijst verzameld. Aan de hand van randvoorwaarden wordt vervolgens een relatiediagram ingevuld dat de relaties tussen de opstellingen weergeeft. Uit dit diagram blijkt dat de opstellingen verdeeld kunnen worden in zeven clusters:
I de lawaaipraktika en bordesopstellingen, II : de stille praktika, III: de tweefasengroep, IV de stille opstellingen, V de lawaaiopstellingen, VI de centrale voorzieningen, VII: de kantoren.
Van deze clusters is eveneens een relatiediagram opgesteld. Van beide relatiediagrammen is een aktiviteiten-relatiediagram getekend, waarin de relaties tussen de opstellingen (of clusters) in verband worden gebracht met de geografische ligging van die opstellingen (of clusters).
Nadat uit berekeningen gebleken is dat de voor de te verhuizen opstellingen benodigde ruimte ongeveer gelijk is aan de beschikbare ruimte in W-laag, wordt uitgaande van de aktiviteiten-relatiediagrammen een globale lay-out ontwikkeld door per cluster te bepalen in welke ruimte(n) de opstellingen geplaatst kunnen worden. Tenslotte wordt per ruimte bepaald waar de aan die ruimte toegewezen opstellingen geplaatst kunnen worden. Dit resulteert in een gedetailleerde lay-out.
Het rapport wordt afgesloten met een voorlopig verhuisplan. Omdat de verhuizing dient te geschieden per beschikbare ruimte in W-laag, worden in dit plan per ruimte en per opstelling de in verband met de verhuizing te verrichten werkzaamheden opgesomd. Betreft het een praktikumopstelling, dan wordt tevens het trimester vermeldt waarin dat praktikum gegeven wordt. Een
vi
praktikumopstelling dient in elk geval enkele dagen voor de aanvang van dat trimester gebruiksklaar te zijn in verband met het proefdraaien met de opstelling. Bij het verhuizen van de eindstudie- en onderzoekopstellingen hoeft geen rekening gehouden te worden met onderwijsroosters. WeI dienen in dit geval de betrokken beheerders tijdig op de hoogte gebracht te worden van de verhuisplannen ten aanzien van hun opstellingen. Ook dient de overlast voor de overige bewoners van de betreffende en de aangrenzende ruimten in gebouw W&S en in gebouw W-Iaag beperkt te blijven.
1
HOOFDSTUK 1: INLEIDING
1.1: Inleiding
In 1985 heeft het College van Bestuur van de Technische Universiteit te Eindhoven besloten om de faculteit der Werktuigbouwkunde uit het gebouw voor Warmte en stroming (W&S) terug te trekken. Hierdoor werd het noodzakelijk de laboratoria en de opstellingen van de vakgroep WOP te verhuizen van gebouw W&S naar gebouw W-Iaag.
Een kleine werkgroep, bestaande uit de beheerder van de faculteit der Werktuigbouwkunde, ing. H.A.J. de Fouw en de vakgroepbeheerders, M.J. v.d. Linden (WOP) en E.A.G. Reker (WaC), heeft zich met deze verhuizing bezig gehouden. Deze werkgroep heeft de huidige ruimtebehoefte van de WOP-labs geinventariseerd en na een afslanking van 33 % tot een minimaal niveau terug g7-bracht van plusminus 1500 vierkante moduul. Deze ruimte is ~n overleg met de vakgroep wac, de huidige bewoner, ingepland in gebouw W-Iaag. Tevens is in dit gebouw ruimte gereserveerd voor het Instituut Aandrijf- en Tribotechniek (IAT). De voor WOP en het IAT bestemde ruimten dienen tezijnertijd ontruimd te worden door de huidige bewoners: de vakgroep wac, de Nieuwe Leraren Opleiding (NLO), de Centrale Technische Dienst (CTD) en de zweefvliegclub (zie ook bijlage 5, bIz. 57).
1.2: De opdracht
In het kader van mijn nakandidaatsstage- en Il-opdracht is mij door de beheerder van de faculteit der Werktuigbouwkunde, ing. H.A.J. de FOuw, verzocht een plan op te stellen dat de verhuizing van de WOP-labs van W&S naar W-Iaag regelt. Dit plan dient drieledig te zijn: 0
1. lay-outs van de plaatsing van de WOP-labs en opstellingen in de beschikbare ruimten in w-Iaag;
2. een verhuisplan dat, gefaseerd in de tijd, vermeldt welke akties er door wie ondernomen dienen te worden;
3. een begroting van de aan de verhuizing verbonden kosten, eveneens gefaseerd in de tijd.
De laatste twee delen van dit plan zouden in samenwerking met de Bouwtechnische Dienst (BTD) opgesteld dienen te worden. Dit bleek echter binnen de gestelde termijn niet mogelijk te zijn, temeer omdat de verhuizing van de WOP-labs voor de BTD niet op zichzelf staat, maar deel uitmaakt van een groter plan. am deze redenen is aIleen het eerste gedeelte van de opdracht helemaal uitgewerkt. V~~r wat betreft de laatste twee delen is in overleg met de BTD volstaan met een verhuisplan dat per ruimte en per opstelling de benodigde voorzieningen vermeldt en, voor de
2
praktikumopstellingen, tevens het trimester waarin het praktikum plaats vindt.
Aan de hand van deze gegevens kan de BTD een globale begroting opstellen van de aan de verhuizing verbonden kosten. Wanneer het College van Bestuur tenslotte goedkeuring verleent aan ode plannen, kan met de uitvoering ervan begonnen worden.
1.3: De gevolgde werkwijze
Om te komen tot een lay-out van de plaatsing van de WOP-labs en opstellingen in de beschikbare ruimten in W-Iaag is gebruik gemaakt van de door R. Muther ontwikkelde methode "simplified Systematic Lay-out Planning" (SSLP) [lit. 1]. Deze methode is aan de situatie aangepast; een schema van de gevolgde werkwijze voIgt hieronder (figuur 1).
Begonnen is met een inventarisatie van aIle te verhuizen labs en opstellingen in W&S en van de voor deze opstellingen benodigde voorzieningen. Daarna is aan de hand van de door WOP gestelde randvoorwaarden een relatiediagram opgesteld, dat aangeeft welke relaties er tussen de opstellingen bestaan. Deze relaties zijn vervolgens uitgezet in een aktiviteiten-relatiediagram, dat verband legt tussen de relaties tussen de opstellingen enerzijds en de geografische ligging van die opstellingen anderzijds.
Nadat de voor de opstellingen benodigde ruimte is bepaald en vergeleken met de beschikbare ruimte in W-laag, is met behulp van het aktiviteiten-relatiediagram een globale lay-out ontwikkeld. Rekening houdend met de praktische beperkingen van de beschikbare ruimten is vervolgens een gedetailleerde lay-out gemaakt. Aan de hand van deze gedetailleerde lay-out en de onderwijsroosters is tens lotte een voorlopig verhuisplan opgesteld.
3
inventarisatie van de opstellingen en de voorzieningen
randvoorwaarden
I "
relatiediagram
aktiviteitenrelatiediagram
1
benodigde versus beschikbare ruimte
globale lay-out
praktische beperkingen van de ruimten
gedetailleerde lay-out
onderwijsroosters
Figuur 1: Schema van de gevolgde werktvij ze
voorlopig verhuisplan
4
HOOFDSTUK 2: INVENTARISATIE VAN DE OPSTELLINGEN EN DE VOORZIENINGEN-rN GEBOUW W&S
2.1: De opstellingen
De eerste fase van deze opdracht bestaat uit een inventarisatie van de te verhuizen opstellingen in gebouw W&S. Onder de term "opstellingen" vallen in dit verslag ook de werkplaatsen, de zit- en instruktieruimten en de koelwater- en de demi-installatie omdat ook hiervoor ruimte gereserveerd dient te worden.
Tabel 1 bevat een Iijst van al de opstellingen die verhuisd moeten worden naar W-Iaag. Om verwarring ten aanzien van de benamingen te voorkomen, zijn de opstellingen tijdens de inventarisatie voorzien van een nieuw code-nummer. Hiervoor zijn niet de oude inventarisnummers gebruikt. Vee I opstellingen zijn nameIijk in de loop van de tijd verbouwd zodat de inventarisIijsten onvolledig en niet meer up to date zijn.ln tabel 1 worden verder nog de beheerders van de opstellingen vermeld, als ook hun huidige plaats in gebouw W&S.
2.2: De inventarisatie
Ten behoeve van de inventarisatie van de te verhuizen opstellingen en de benodigde voorzieningen is een vragenlijst opgesteld, die voor elke opstelling met behulp van de betrokken beheerder(s) is ingevuld. Het doel van deze vragenlijst is om de voor de verhuizing benodigde gegevens over de opstellingen zoveel mogelijk in een keer te verzamelen.
Daartoe be staat de vragenlijst uit de volgende onderdelen: 1. Vragen over de hoofdafmetingen van de opstelling: deze
gegevens zijn van belang voor het bepalen van de benodigde ruimte en voor het inplannen van de opstellingen in de beschikbare ruimten in W-Iaag (lay-out planning).
2. Vragen over het gebruik van de opstelling: deze vragen zijn vooral bedoeld om de praktikumopstellingen te onderscheiden van de overige (onderzoek- en einstudie-) opstellingen. De praktikurnopstellingen mogen niet verhuisd worden gedurende het trimester waarin het praktikurn valt. Bij de verhuizing van de overige opstellingen hoeft geen rekening gehouden te worden met onderwijsroosters.
3. Vragen over de voor de opstelling benodigde voorzieningen: hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen werktuigbouwkundige, elektrische, huishoudelijke en bouwkundige voorzieningen. Deze gegevens zijn nodig voor het opstellen van een begroting en voor de verhuizing zelf.
tli1 TABEL 1: LIJST VAN DE IE VERHUIZEN LABS C.Q. OPSTELLINGEN IN W&S:
CODE NR. NAAM
001 warmtewisselaar 1 002 warmtewisselaar 2 / terminalruimte 003 warmtepomp (Lennox) 004 radiatoropstelling 005 stromingsverschijnselen 006 CV-ketels 007 stoomketel 008 ventilatoropstelling 009 ventilatorleidingcircuit 010 lagedrukgasopstelling
011 warmtewisselaarmeetbank (Bolnes) 012 koelmachine 013 leidingweerstanden 014 centrifugaalpomp 015 ijsbaan 016 waterturbine 017 meetgoot 018 hydrocompressor (borrelpomp) 019 zonnecollector (groot) 020 zonnecollector (klein)
021 diverse student opstellingen 022 conditiebewaking 023 ringleiding (water) 024 vijzelopstelling / kantelbakken 025 houtverbranding 026 ventilatieleiding (luchtdoorstroming) 027 ventilatorcircuit (groot) 028 ventilatorcircuit (middelgroot) 029 temperatuurmeting (+koelmachine) 030 mechanische werkplaats
031 werkplaats elektrotechnici (+ magazijn + zitruimte)
032 werktuigbouwkundig magazijn 033 eindstudenten 034 toezicht praktika 035 instruktieruimte 036 pulserende branders 037 droger 038 hogebellenpomp 039 laser-doppleropstelling 040 koelwaterinstallatie
041 demi-installatie 042 zitruimte behorende bij diverse
opstellingen + kleine instruktieruimte 043 zitruimte voor de tweefasengroep 044 druppelopstelling 045 schaalmodel van de Pallas 046 lucht/damp-wateropstelling (mono-tube) 047 lycht-wateropstelling (multi-tube) 048 4 demonstratie/praktikumopstellingen 049 lucht-wateropstelling (mono-tube)
BEHEERDER
F.A. Filippini/J.M.W.M. Schoonen J.M.W.M. Schoonen J.T.M. Laurense F.A. Filippini/J.M.W.M. Schoonen M.J.v.d.Linden/G.J.M. Claessen F.A. Filippini/M.J.v.d.Linden F.A. Filippini/J.M.W.M. Schoonen M.J.v.d.Linden M.J.v.d.Linden J.M.W.M. Schoonen
F.A. Filippini/J.M.W.M. Schoonen P.G.M. Boot J.T.M. Laurense G.J. Heino J.T.M. Laurense/M.K. Brokken M.J.v.d.Linden F.A. Filippini/J.M.W.M. Schoonen M.J.v.d.Linden F.A. Filippini F .A. Filippini
M.J.v.d.Linden H. Toersen M.J.v.d.Linden M.J.v.d.Linden G.J. Heino G.J. Heino M.J.v.d.Linden M.J.v.d.Linden J.T.M. Laurense L.G.v.d.Schoot/M.K. Brokken
A.E.A.H. Huygevoort/ v.Oosten L.G.v.d.Schoot M.J.v.d.Linden F.A. Filippini M.J.v.d.Linden G.J. Heino G.J. Heino G.J. Heino/R.v.d.Velde R.v.d.Velde/J.T.M. Laurense M.J.v.d.Linden
P.G.M. Boot/G.P.W.v.Veghel
M.J.v.d.Linden M.J.v.d.Linden P.G.M. Boot P.G.M. Boot P.G.M. Boot P.G.M. Boot P.G.M. Boot P.G.M. Boot
W&S VLOER
2 2 0, lab WF 2 2 2 2+bordes 2 2 2
2, bordes 0, lab WF 0, lab WF 0, lab WF 0, lab WF 2+bordes 2+bordes 2, bordes 2 2
n. v. t. -I -I o en -1 o -1 -1 -1 0, lab WF o
2.02 -1 1 2.13 2 0, lab WF n.v. t. 0, lab WF -1 -I
-I
2 -I+bordes bordes P. bordes P. bordes P. -I+bordes
4.
6
overige vragen, wensen en/of eisen in verband met de verhuizing en opmerkingen. Dit onderdeel stelt de beheerder van de opstelling in staat de vragenlijst aan te vullen met bijzondere wensen en eisen ten aanzien van de verhuizing.
De vragenlijst is vrij uitgebreid (3 bladzijden). Omwille van de overzichtelijkheid zijn de vragen kort gehouden; waar nodig is mondeling toelichting gegeven. Met behulp van de vragenlijst zijn de beheerders van de opstellingen geinterviewd, waarbij de antwoorden door mijzelf zijn ingevuld. Later zijn de ingevulde lijsten nogmaals aan de betrokkenen voorgelegd ter controle en ondertekening. Een blanco vragenlijst is als bijlage in dit verslag opgenomen (bijlage 1, bIz. 43). De ingevulde vragenlijsten zijn ter verwerking aan de BTD aangeboden.
7
HOOFDSTUK 3: RELATIEDIAGRAM EN AKTIVITEITEN-RELATIEDIAGRAM
3.1: Inleiding
Bij de inventarisatie van de te verhuizen opstellingen in gebouw W&S zijn 49 opstellingen geteld (zie tabel 1, bIz. 5). In dit hoofdstuk wordt getracht om wat ordening aan te brengen in deze hoeveelheid. Daartoe wordt onderzocht of er relaties bestaan tussen de opstellingen en zo ja, wat de aard is van die relaties. Deze relaties worden onder andere bepaald door de randvoorwaarden zoals die door de betrokken beheerders ten aanzien van de verhuizing zijn opgesteld.
De relaties tussen de opstellingen worden in een zogenaamd relatiediagram weergegeven. Uit dit relatiediagram zal blijken dat de 49 opstellingen in zeven clusters zijn te verdelen. De opstellingen van zoln cluster hebben allen dezelfde relatie met een willekeurige opstelling, die niet tot dat cluster behoort. Tenslotte worden in twee aktiviteiten-relatiediagrammen de relaties tussen de opstellingen (of clusters) in verband gebracht met de geografische ligging van die opstellingen (of clusters).
3.2: De randvoorwaarden ten aanzien van de verhuizing
In deze paragraaf voIgt een opsomming van de randvoorwaarden zoals die door de betrokken beheerders ten aanzien van de verhuizing van de WOP-labs naar gebouw W-Iaag zijn opgesteld.
- AIle praktikumopstellingen dienen zoveel mogelijk bij elkaar te worden geplaatst. In de buurt van deze opstellingen zal een medewerker gesitueerd worden voor assistentie, toezicht en onderhoud (ruimte 0.32).
- Lawaaibronnen, laseropstellingen en opstellingen, waarvoor een trillingsvrije vloer nodig is, dienen zoveel mogelijk op niveau -1 geplaatst te worden.
- Opstellingen behorende bij de tweefasengroep dienen zoveel mogelijk bij elkaar geplaatst te worden.
Opstelling 002, warmtewisselaar 2 / terminalruimte, komt in ruimte 1.T31 naast de lift.
- Opstelling 030, mechanische werkplaats, komt in ruimte -1.23.
- Opstelling 031, werkplaats elektrotechnici (+ magazijn + zitruimte), komt in ruimten -1.24 en -1.25.
8
- Opstelling 032, werktuigbouwkundig magazijn, komt in ruimte -1.21.
- OpsteIIing 033, eindstudenten, komt in ruimte 1.39.
- opstelling 034, toezicht praktika, komt in ruimte 0.32.
- opstelling 035, instruktieruimte, komt in ruimten 1.16 en 1.18.
- Opstelling 040, koelwaterinstailatie, dient nieuw gebouwd te worden en kan mogelijk in ruimte -1.T11 worden geplaatst.
- Opstelling 041, demi-installatie, worden en kan mogelijk in de loze -1.T34 worden geplaatst.
dient nieuw gebouwd te Iiftschacht in ruimte
- opstelling 042, zitruimte behorende bij diverse opstellingen + kleine instruktieruimte, komt in ruimte 1.17.
- opsteIIing 043, zitruimte voor de tweefasengroep, komt in ruimte 1.19.
3.3: De praktikumopstellingen
Hieronder voIgt een lijst van de opstellingen waaraan praktikum wordt gegeven en het trimester waarin het praktikum valt (tabel 2). Bij elk van deze praktikumopstellingen horen tafeis en stoelen voor de studenten en de instrukteurs. Met het oog op ruimtebesparing is getracht om opstellingen, waaraan in verschiIIende trimesters praktikum wordt gegeven, van dezelfde huishoudelijke voorzieningen gebruik te laten maken. Dit heeft twee clusters van vier opstellingen opgeleverd, zoals blijk uit de tabel.
Het eerste cluster bestaat uit opstellingen die lawaai produceren: de CV-ketels (006), de stoomketel (007), de lagedrukgasopstelling (010) en de koeimachine (012). Door deze opstellingen rondom een groep van vijf tafels te groeperen, kunnen zij, elk in een ander trimester, van dezelfde huishoudelijke voorzieningen gebruik maken. Dit geldt ook voor het tweede cluster, dat bestaat uit vier opstellingen die geen geIuidsoverlast veroorzaken: de warmtepomp (003), de ijsbaan (015), de leidingweerstanden (013) en de centrifugaalpomp (014). Hiervan vormen de warmtepomp en de ijsbaan samen een praktikummiddag, evenals de leidingweerstanden en de centrifugaalpomp.
9
TABEL 2: DE PRAKTlKA
CODE
NR.
006
007
010
012
003
015
013
014
001
002
004
005
011
017
PRAKTIKUM
CV-ketels
stoomketel
lagedrukgasopstelling
koelmachine
warmtepomp (Lennox)
ijsbaan
leidingweerstanden
centrifugaalpomp
warmtewisselaar 1
warmtewisselaar 2 / terminalruimte
radiatoropstelling
stromingsverschijnselen
warmtewisselaarmeetbank (Bolnes)
meetgoot
AANTAL
TRIMESTER STUDENTEN LAWAAI
2.3 14 ja
3.2 6 ja
3.2 6 ja
3.1 8 ja
1.1 4 nee
] . ] 4 nee
2.3 7 nee
2.3 7 nee
1.1 12 nee
1 • 1 8 nee
1 • 1 12 matig
J • 1 8 nee
3.2 6 ja
3.2 6 ja
10
3.4: Het relatiediagram
De relaties tussen de opstellingen worden geanalyseerd met behulp van een zogenaamd relatiediagram (zie figuur 2) [lit. 2]. In het diagram kan worden aangegeven, hoe urgent nabijheid van ligging voor twee opstellingen is en wat de reden is voor deze urgentie. In het relatiediagram zijn twee opstellingen met elkaar verbonden door een ruit die in een boven- en een onderhelft is verdeeld (zie de kleine tekening in figuur 2). In de bovenste driehoek wordt met behulp van kleuren aangegeven of nabijheid van ligging voor deze twee opstellingen "absoluut noodzakelijk", "extra belangrijk", "invloedrijk", "ongeveer normaal" , "urgentieloos", dan weI "niet gewenst" is. De gebruikte kleurcodering is in de figuur aangegeven. In de onderste driehoek wordt met een cijfer de reden voor deze beoordeling gegeven. Ook deze cijfercodering is in de figuur opgenomen. Een opstel1ing in het relatiediagram is met elke andere opstelling verbonden middels zo'n ruit, zodat bij het invullen van het diagram aIle mogelijke relaties overdacht dienen te worden.
De beoordelingen in het relatiediagram van figuur 2 Z1)n tot stand gekomen door rekening te houden met de randvoorwaarden uit paragraaf 3.2 en de overwegingen uit paragraaf 3.3. Het diagram is in twee stappen tot stand gekomen. In het resulterende diagram zijn de opstellingen namelijk reeds gerangschikt in grcepen. Zo zijn bijvoorbeeld de centrale voorzieningen onder elkaar geplaatst, evenals de praktikumopstellingen en de opstellingen van de tweefasengroep. In de volgende paragraaf wordt hierop verder ingegaan.
In het relatiediagram wordt overigens reden 1 (centrale voorziening) niet aIleen voor de koelwater- en de demi-installatie gebruikt, maar ook voor de werkplaatsen en de zit- en instruktieruimten. Ook deze opstellingen zijn hier opgevat als zijnde "centrale voorzieningen" omdat zij centraal, dat wil zeggen dicht bij aIle andere opstellingen, geprojekteerd dienen te worden (voor zover er geen sprake is van geluidsoverlast). V~~r wat betreft de overige relaties spreekt het diagram voor zich.
3.5: De indeling van de opstellingen in clusters
In het relatiediagram van figuur 2 kunnen zeven clusters van opstellingen onderscheiden worden. De opstellingen van zo'n cluster hebben allen dezelfde relatie met een willekeurige andere opstelling, die niet tot dat cluster behoort.
030 mechan~sche 1 werkplaats 2032 werktuigbouwkund~g
ma azi'u 3031 werkplaats elektro
technici (+ma 4 040 koelwater
installatie
5041 demi-installatie
,042
7 043
a 033
9 035
10
11
12 006 CV-ketels
13 007 stoomketel
14 010
16 003 warmtepomp
17 015 ijsbaan
18 013 leidingweerstanden
19 014 centrifugaalpomp
20 001 warmtewisselaar 1
21 004 rad~atoropstelling
25 016 waterturbiue
26
27
28 045 schaalmodel
van de Pallas 29046 lucIlt damp-water
a st. (mono-tube) 30047 lucht-wateropst.
multi-tube) 31 048 4 demonstratte
raktikumo st. 32 049 lucht-wateropst.
33 022
~ 025 houtverbranding
35 026 ventilatieleiding (luchtdoorstromin
36 037 droger
3, 038 hogebellenpomp
3a 029
39 039
40 02~ ringleiding
41 009
42
43 021
U ~24
4S 027
~6 028
019 '-1
ector L,f
~g 036 pulseren::le
branders
i$O
Redellen in Code (0 nder)
Waardering "Nabijhaid
van Ligging"
a b c
Opm"rkingl:n Ii e f C
Wilar NABIJt£ID ING
A Absoluut
E
I
'0 ,2ngevoer Normaal a<
U ,!;!rgentielooe
X ~iet gewenat
Toted- N x (1'1-1)
Kleur Waard Getal
.~
~ blauw .U
4-brUln
a I
R edenen voor
de gewenate
"Nabijheid
van
Lig9 i ng"
. /
"
Code REnEN . 1
,..entrale voor:nenlng
2 oez~cht en/of
pndersteuning
3 awaa~ en/~f vUll
4 ~ezelfde huishoude-~ijke voorzieningen
5 praktikum-opstellingen
6 dezelfde nraktikummiddaQ
7 hetzelfde bordes
8 tweefasengroep
9 stoom toevoer en condens afvoer
10 Idezelfde lnstrukteur
11 stille opsteilingen
12 dezelfde apparatuur
13
14
15
~ Handtekening "OK" ~ Handtuk.ming 1'01(" Datum Datum
12
De zeven clusters zijn: I de "lawaaipraktika" en "bordesopstellingen", II : de "stille" praktika, III: de "tweefasengroep", IV de "stille" opstellingen, V de "lawaaiopstellingen", VI de "centrale voorzieningen", VII: de "kantoren"
In bijlage 2 (bIz. 46) is een tabel opgenomen, die vermeldt welke opstellingen tot welk cluster behoren.
Uit bovenstaande indeling blijkt, dat eerst een onderscheid is gemaakt tussen de praktikumopstellingen en de overige opstellingen, waarna beide clusters nog zijn gesplitst in een cluster met opstellingen die lawaai produceren en een cluster met opstellingen die geen geluidsoverlast veroorzaken. Aan cluster II (de lawaaipraktika en bordesopstellingen) is een opstelling toegevoegd omdat deze van hetzelfde bordes gebruik maakt als enkele praktikumopstellingen. De tweefasengroep bestaat uit een aantal opstellingen die volgens de randvoorwaarden (zie paragraaf 3.2) bij elkaar geplaatst dienen te worden. De opstellingen die in het relatiediagram werden aangeduid als centrale voorziening (zie paragraaf 3.4), zijn opgesplitst in een cluster "centrale voorzieningen" (werkplaatsen, magazijnen, koelwater- en demi-installatie) en een cluster "kantoren" (eindstudenten, zit- en instruktieruimten en de terminalruimtel .
In figuur 3 is het relatiediagram getekend van de zeven clusters van opstellingen. Dit diagram geeft dus de relaties tussen de clusters weer. Het is aanmerkelijk eenvoudiger en overzichtelijker dan het relatiediagram van de opstellingen (figuur 2). Bij het inplannen van de opstellingen in de beschikbare ruimten in W-Iaag hoeven aIleen de relaties tussen de clusters beschouwd te worden. Binnen een cluster dienen de opstellingen zoveel mogelijk bij elkaar gesitueerd te worden.
3.6: Het aktiviteiten-relatiediagram
In het aktiviteiten-relatiediagram van figuur 4 z1Jn de clusters van opstellingen (zie paragraaf 3.5) duidelijk terug te vinden. De opstellingen zijn in dit diagram zo geplaatst, dat de opstellingen met de belangrijkste relaties bij elkaar liggen. Vanwege de overzichtelijkheid zijn aIleen binnen de clusters de relaties uit het relatiediagram weergegeven. Dit gebeurt met behulp van gekleurde verbindingslijnen tussen de opstellingen. Het aantal en de kleur van de lijnen geven weer aan, hoe urgent nabijheid van ligging voor de opstellingen is. Hierbij is dezelfde kleurcodering gebruikt als in het relatiediagram (zie paragraaf 3.4). De relaties tussen de clusters van opstellingen zijn in het aktiviteiten-relatiediagram van figuur 5 weergegeven.
13
NABIJt£ID VAN LIGGlt-M3
A AbllOluut -noodzakeli ok
E Extra Redenan in Code (Onder)
I
Waardering °0 ~ngevtier IINabijheid Norllllllll. OK
van ~rgentieloos Ligging" U
X !:!iet gewenst
Totaal- N x (N-1)
I lawaaipraktika + bordesopstellingen
II stille praktika
III tweefasengroep
IV stille opstellingen
V lawaaiopstellingen
VI centrale voorzieningen
VII kantoren
Kleur Waard. Getal
~
.u
4-brU1n
Redenen voor
de gewenste
"Nabijheid
van
Ligging"
Figuur 3: Ret relatiediagram van de clusters
Code REDEN . / entrale voorz~en~ng
1
2 oez~cht en/ot
pndersteuning
3 awaa~ en/~t vu~
4 ~ezelfde huishoude ijke voorzieningen
5 praktikum-ppstellingen
6 ~ezelfde Inraktikummiddal!
7 ~etzelfde bordes
8 tweefasengroep
9 stoom toevoer en condens afvoer
10 .dezeltde ~nstruKteur
11 stille opstell~ngen
12 dezelfde apparatuur
13
14
15
"
14
In de aktiviteiten-relatiediagrammen komen de relaties tussen de opstellingen (of clusters) visueel tot uitdrukking in de geografische ligging van die opstellingen (of clusters). De diagrammen zijn dan ook een eerste aanzet tot de bepaling van de globale lay-out van de opstellingen in hun toekomstige ruimten. Dit zal behandeld worden in hoofdstuk 5. Eerst wordt in hoofdstuk 4 de benodigde ruimte voor de te verhuizen opstellingen bepaald en vergeleken met de beschikbare ruimte in gebouw W-laag.
stille
lawaaipraktika en bordesopstellingen
tweefasengroep
15
stille praktika
voorzieningen
lawaaiopstellingen
Figuur 4: Ret aktiviteiten-relatiediagram van de opstellingen
16
Figuur 5: Het aktiviteiten-relatiediagram van de clusters
17
HOOFDSTUK 4: BEPALING VAN DE BENODIGDE RUIMTE EN AFSTEMMING MET --- --DE BESCHIKBARE RUIMTE
4.1: Inleiding
In dit hoofdstuk wordt eerst de beschikbare ruimte in W-Iaag geinventariseerd. Vervolgens wordt op twee manieren de benodigde ruimte voor de te verhuizen opstellingen bepaald. Tenslotte zullen de uitkomsten met elkaar vergeleken worden. Het gaat hier om de totale beschikbare oppervlakte en de totale benodigde oppervlakte. In hoofdstuk 5 zal per cluster (zie paragraaf 3.5) bepaald worden in welke ruimte(n) de opstellingen geplaatst kunnen worden.
4.2: De beschikbare ruimte in gebouw W-Iaag
In overleg met de vakgroep woe is een aantal ruimten in gebouw W-Iaag toegewezen aan de vakgroep WOP. Deze ruimten worden met hun oppervlakten in tabel 3 vermeld. De totale beschikbare oppervlakte bedraagt volgens deze tabel 312 + 1116 = 1428 vierkante moduul (1 moduul = 1,24 meter).
am de beschikbare ruimte te vergelijken met de benodigde ruimte wordt de totale beschikbare ruimte eerst verminderd met de ruimten die reeds aan opstellingen zijn toegewezen (zie paragraaf 3.2). Bij het bepalen van de benodigde ruimte worden dan ook aIleen die opstellingen beschouwd, waaraan nog geen ruimte is toegewezen. Uit tabel 3 voIgt, dat de beschikbare oppervlakte, verminderd met de oppervlakte van de reeds verdeelde ruimten, 1116 vierkante moduul bedraagt.
4.3: De benodigde ruimte volgens methode 1
De benodigde ruimte voor de te verhuizen opstellingen wordt op twee manieren geschat. Volgens de eerste methode worden de netto afmetingen van een opstelling aan aIle vier de zijden met 0.75 meter vermeerderd (zie figuur 6). De benodigde bruto oppervlakte van de opstelling wordt dan:
Abruto = (L + 1,5) * (B + 1,5) met L = netto lengte en B = netto breedte van de opstelling.
18
Tabel 3: De beschikbare ru~ten in gebouw W-laag
De ruimten waaraan reeds opstellingen zijn toegewezen:
lengte breedte oppervl~kte ruimte (moduul) (moduul) (moduul )
1. 16 4 3 12 1.17 4 3 12 1. 18 4 3 12 1. 19 4 3 12 J. T31 8 2 16 J .39 8 3 24 0.32 4 4 16
-1. 21 16 6 96 -1.23 8 7 56 -1.24 7 4 28 -1.25 7 4 28
subtotaal: 312 moduul 2
De ruimten waaraan nog geen opstellingen zijn toegewezen:
lengte breedte oppervl~kte ru~te (moduul) (moduul) (moduul )
0.21 16 8 ]28 0.22 16 8 128 0.23 ]6 10 160 0.30 8 8 64 0.3] 8 4 32
-1.02 ]2 8 96 -1.22 16 14 224 -I. T34 12 8 96 -1.41 14 12 168 -1.41 5 4 20
subtotaal: 1116 moduul 2
Totaal: 1428 moduul 2
19
Hetzelfde wordt gedaan voor de bij de tafels. De totale benodigde oppervlakte door van aIle opstellingen en tafels Abruto te sommeren:
opstelling behorende Atotaal wordt gevonden de bruto oppervlakte
Atotaal = I: Abruto
0,75 L 0,75
B
Figuur 6: De bruto oppervlakt ~ volgens methode 1 , -bruto
Op deze manier wordt er tussen de opstellingen en de tafels een loopruimte gekreeerd met een breedte van 1.5 meter. Tussen een opstelling en een wand wordt een ruimte met een breedte van 0.75 meter vrijgehouden. Deze methode houdt geen rekening met opbergruimte (kasten en dergelijke) en loze ruimte. Vaak kan een tafel echter direkt tegen of naast een opstelling worden geplaatst waardoor weer ruimte vrijkomt. Ook kunnen sommige opstellingen tegen een wand worden geplaatst.
4.4: De benodigde ruimte volgens methode 2
De tweede methode voor het bepalen van de benodigde ruimte is bekend uit de literatuur [lit. 3]. Volgens deze methode wordt de benodigde ruimte verdeeld in:
- de bruto oppervlakte, gesommeerd over aIle opstellingen: L.Abruto
- de oppervlakte, no dig voor tussenopslag: Atussen = 40 % van 2-Abruto
- de oppervlakte, nodig voor transport: Atransport = 40 % van l:Abruto
- de loze ruimte: Aloos = 20 % van I:Abruto
20
De bruto oppervlakte Abruto van een opstelling wordt nu bepaald door de lengte van de opstelling met 0,8 meter te vermeerderen en de breedte met 1,4 meter, dit laatste omdat een opstelling meestal aan een lange zijde wordt bediend (zie figuur 7):
Abruto = (L + 0,8) * (B + 1,4) met L = netto lengte en B = netto breedte van de opstelling.
0,4 L 0,4
0,4
B
1,0
Figuur 7: De bruto oppervlakte ~ volgens methode 2 -o't'uto
De totale benodigde oppervlakte Atotaal wordt nu gevonden door van aIle opstellingen de bruto oppervlakte Abruto te sommeren en hierbij de oppervlakte, nodig voor tussenopslag en transport en de loze ruimte op te tellen:
Atotaal = I:Abruto + Atussen + Atransport + Aloos = I: Abruto + 0, 4LAbruto + 0,4 LAbruto + 0,2 LAbruto = 2LAbruto
Daar er in dit geval geen sprake is van transport van materiaal of produkten wordt de term die de transportruimte in rekening brengt (Atransport = 0,4 Abruto) hier verwaarloosd. Met "ruimte voor tussenopslag" wordt hier bedoeld ruimte voor tafels en kasten en dergelijke. De totale benodigde oppervlakte Atotaal wordt nu:
Atotaal = 1,6~Abruto.
21
4.5: uitkomsten en conclusies
Bijlage 3 (bIz. 48) bevat de berekening van de benodigde oppervlakte volgens beide methoden. Hierbij is rekening gehouden met opstellingen die twee verdiepingen beslaan. Van deze opstellingen wordt de bruto oppervlakte verdubbeld. Tafels die bij de opstelling behoren worden in dit geval (volgens de eerste methode) slechts een keer meegerekend.
Volgens de eerste methode bedraagt de benodigde oppervlakte 1104 vierkante moduul, volgens de tweede methode 1159 vierkante moduul. Deze uitkomsten liggen niet ver uit elkaar. Methode 2 is bekend uit de literatuur [lit. 3] en wordt veelvuldig toegepast. Deze "betrouwbare" methode is hier vooral gebruikt om de resultaten, die met de eerste methode zijn verkregen, te controleren. Omdat methode 1 meer gedetailleerd is en de voor de berekeningen benodigde gegevens (het aantal benodigde tafels per opstelling) nauwkeurig bekend zijn wordt er bij de berekeningen ten behoeve van de globale lay-out (zie hoofdstuk 5) verder gerekend met deze methode.
Wordt tenslotte de beschikbare ruimte in gebouw W-Iaag (1116 vierkante moduul) vergeleken met de voor de opstellingen benodigde ruimte dan blijkt de beschikbare oppervlakte juist voldoende groot te zijn. In principe kunnen dus aIle. te verhuizen opstellingen in gebouw W-Iaag worden ondergebracht. Er is echter nog geen rekening gehouden met a1lerlei beperkingen van de beschikbare ruimten (onder andere de hoogte). Deze beperkingen zullen in de hoofdstukken 5 en 6 weI in rekening worden gebracht.
22
HOOFDSTUK 5: DE GLOBALE LAY-OUT
5.1: Inleiding
In dit hoofdstuk wordt per cluster (zie paragraaf 3.5) nagegaan in welke ruimte(n) in gebouw W-Iaag de opstellingen geplaatst kunnen worden. De plaatsing van de opstellingen in die ruimteen) zal in hoofdstuk 6 behandeld worden, evenals de benodigde bouwkundige aanpassingen. Aan de opstellingen van de clusters VI en VII zijn reeds ruimten toegewezen (zie paragraaf 3.2). Deze clusters komen in dit hoofdstuk dan ook niet ter sprake.
Bij de globale lay-out planning wordt uigegaan van de randvoorwaarden uit paragraaf 3.2, de overwegingen uit paragraaf 3.3 en de aktiviteiten-relatiediagrammen uit paragraaf 3.6. Verder zal ook rekening worden gehouden met de hoogte van de opstellingen en de ruimten. De berekeningen ten behoeve van deze globale lay-out bepaling zijn opgenomen in bijlage 4 (bIz. 51).
5.2: Cluster IL de lawaaipraktika en bordesopstellingen
Volgens de randvoorwaarden (zie paragraaf 3.2) dienen de praktikumopstellingen zoveel mogelijk in de buurt van ruimte 0.32 (toezicht praktika) gesitueerd te worden. In eerste instantie komen dan de ruimten 0.21, 0.22, 0.30 en 0.31 in aanmerking (zie figuur 9, bIz. 27). De hoogte van de ruimten 0.30 en 0.31 bedraagt echter slechts 2,90 meter. De opstellingen van cluster I zijn allen hoger, zodat zij in de ruimten 0.21 en 0.22 geplaatst dienen te worden. De meetgoot (017) en de waterturbine (016) beslaan twee verdiepingen. Deze opstellingen dienen daarom in 0.22 boven ruimte -1.22 te worden geprojekteerd (zie figuur 10, bIz. 28).
5.3: Cluster II, de stille praktika
Ook de opstellingen van dit cluster dienen in de buurt van ruimte 0.32 gesitueerd te worden. In de ruimten 0.30 en 0.31 kunnen de opstellingen met een hoogte kleiner dan 2,90 meter worden geplaatst. Dit zijn warmtewisselaar 1 (001), stromingsverschijnselen (005), de warmtepomp (003) en de ijsbaan (015). Deze opstellingen zijn dan tevens min of meer afgescheiden van de lawaaipraktika in ruimte 0.21 (zie figuur 9, bIz 27). De overige opstellingen van dit cluster, leidingweerstanden (013), de centrifugaalpomp (014) en de radiatoropstelling (004), worden in ruimte 0.22 gesitueerd. In verband met geluidsoverlast van de lawaaipraktika dienen hier eventueel scheidingswanden geplaatst te worden.
23
volgens paragraaf 3.3 zouden de leidingweerstanden, de centrifugaalpomp, de warmtepomp en de ijsbaan van dezelfde huishoudelijke voorzieningen gebruik gaan maken. Omdat nu blijkt dat de warmtepomp en de ijsbaan in een andere ruimte komen te staan worden de huishoudelijke voorzieningen van leidingweerstanden en centrifugaalpomp gecombineerd met die van de radiatoropstelling. Bij de warmtepomp en de ijsbaan in ruimten 0.30 en 0.31 dienen nu drie tafels geplaatst te worden, bij leidingweerstanden, de centrifugaalpomp en de radiatoropstelling in ruimte 0.22 vier.
5.4: Cluster III, de tweefasengroep
De opstellingen van de tweefasengroep dienen volgens de randvoorwaarden (zie paragraaf 3.2) zoveel mogelijk bij elkaar geplaatst te worden. Het schaalmodel van de Pallas (045) en de multi-tube lucht-wateropstelling (047) hebben twee verdiepingen nodig en dienen dus in ruimte 0.23 (gedeeltelijk) boven ruimte -1.22 geprojekteerd te worden (zie figuur 9, bIz. 27 en figuur 10, bIz. 28). De controlepanelen en de huishoudelijke voorzieningen van deze opstellingen komen op niveau O.
De vier demonstratie/praktikumopstellingen (048) zijn lager dan 3,60 meter en kunnen dus in ruimte -1.22 worden opgesteld. Ook de mono-tube lucht/damp-wateropstelling (046) en de mono-tube lucht-wateropstelling (049) kunnen in deze ruimte worden geplaatst. Van deze opstellingen gaan dan enkele leidingen door het plafond naar boven.
5.5: Cluster IV, de stille opstellingen
Volgens de randvoorwaarden uit paragraaf 3.2 dienen de stille opstellingen zoveel mogelijk op niveau 0 gesitueerd te worden. De beschikbare ruimte op niveau 0 is echter beperkt en dient gereserveerd te worden voor de opstellingen die hoger zijn dan 3,60 meter. Van cluster IV zijn dit de hydrocompressor (018) en houtverbranding (025). Deze opstellingen worden dus in de ruimten 0.22 en/of 0.23 geplaatst.
Bij conditiebewaking (022) hoort een kabinet. Deze opstelling kan in ruimte -1.41, die reeds is voorzien van een gedeeltelijk afgescheiden ruimte, worden gesitueerd. Ook de ventilatieleiding (luchtdoorstroming, 026) kan in deze ruimte worden geplaatst. Deze opstelling is zo lang (12 meter) dat er in de andere ruimten op niveau -1 geen plaats voor is. Veer de laserdopplerepstelling (039) is een techtvrije ruimte nedig. Hiervoor is ruimte -1.02, de huidige fotestudie, geschikt. Ook temperatuurmeting (029), waarvoor een geklimatiseerde ruimte is gewenst, kan in deze ruimte worden geplaatst. De benodigde
24
hoogte van deze opstelling bedraagt plusminus 6 meter (3,6 meter voor de opstelling zelf + 2 a 3 meter in verband met NENnormen), zodat ruimte -1.02 eigenlijk te laag is. Door de opstelling in een tochtvrije ruimte te plaatsen is een hoogte van 3,60 meter echter toereikend. De droger (037) tenslotte, wordt voorlopig in ruimte -1.T34 geprojekteerd.
5.6: Cluster V, de lawaaiopstellingen
De lawaaiopstellingen dienen volgens de randvoorwaarden uit paragraaf 3.2 zoveel mogelijk op niveau -1 gesitueerd te worden. De grote zonnecollector (019) echter, kan vanwege z'n hoogte aIleen in ruimte 0.23 worden geplaatst. De vijzelopstelling/kantelbakken (024) heeft twee verdiepingen nodig en dient dus in 0.22 en/of 0.23 boven ruimte -1.22 te worden geprojekteerd.
De ventilatoropstelling (OOS), het ventilatorleidingcircuit (009) en de kleine zonnecollector (020) kunnen nog in ruimte -1.22 worden geplaatst. Het grote ventilatorcircuit (027) en het middelgrote ventilatorcircuit (02S) zijn beiden erg lang en kunnen in ruimte -1.41 naast de ventilatieleiding (026) worden gesitueerd. De ringleiding (023) dient in ruimte -1.02 bij de laser-doppleropstelling geplaatst te worden. Deze opstellingen maken namelijk van elkaars onderdelen gebruik. De pulserende branders (036) tenslotte, worden in ruimte -1.T34 geprojekteerd.
5.7: De globale lay-out
uit de berekeningen in bijlage 4 voIgt dat de hierboven beschreven verdeling van de (clusters van) opstellingen over de beschikbare ruimten in gebouw W-laag mogelijk is. Sommige ruimten zijn welliswaar enkele vierkante moduul te klein, maar dit kan gecompenseerd worden door opstellingen en tafels dichter bij elkaar en bij de wand en te plaatsen of door minder tafels te gebruiken en de tafels voor verschillende opstellingen te combineren.
In de plattegronden van de figuren 8, 9 en 10 is de globale lay-out geekend van de verdeling van de clusters over de beschikbare ruimten. Elk cluster heeft in deze figuren een eigen kleur. De kleurcodering is als voIgt:
I I de lawaaipraktika en bordesopstellingen II , de stille praktika III, de tweefasengroep IV I de stille opstellingen V I de lawaaiopstellingen VI , de centrale voorzieningen VII, de kantoren
geel rood
groen blauw paars bruin bruin
25
De ruimten die reeds eerder aan opstellingen zijn toegewezen (zie paragraaf 3.2) zijn in deze figuren bruin gekleurd. De met zwart gearceerde ruimten zijn gereserveerd voor het Instituut Aandrijf- en Tribotechniek (IAT).
Bij de indeling van de opstellingen in clusters is onderscheid gemaakt tussen opstellingen die lawaai produceren en opstellingen die geen geluidsoverlast veroorzaken. Zoals echter uit de voorgaande paragrafen blijkt, is het niet zozeer het al dan niet optreden van geluidsoverlast als weI de hoogte van de opstelling, die bepaalt in welke ruimte die opstelling wordt geplaatst. Verder blijkt ook, dat de verdeling van de clusters van opstellingen over de beschikbare ruimten in W-laag dusdanig eenduidig bepaald wordt door de randvoorwaarden en de praktische beperkingen van die ruimten (vooral de hoogte), dat het niet nodig is om alternatieve lay-outs te ontwikkelen.
, ;
. i t
, ; f i! , ,
• I • I,
, . ;, .
" , " ,
. ,. f * i! ,. I
, , .. i 1
i'
t ~ I ~ • t t I t 1-.
i· ... , 1o ••
•. ~" , i . I. I' t I ~ ...... + ~ t
. • • .. ~ , ~ • • t j t
. ~ • It. r .. .. • ~ T-• • • t • t ~ ••• ~ ...
~ • I • " • + ~ t • t- t ~ • r
, I
Figuur 8: De globale lay-out, niveau -.-11= Souw TeeMi5ch. Dienst Ruimte-administratie
'! .
• .o.: • .. , .
I •. " . ~ . '
, , ;., , I. t: " ' • It··
r f'
i
, •• t I" f •••• t
• • • • • f • • • • ~ "
, .; • ~ • • I • P • ~ I
~ t • •• •••• f I • i ~ • , , i . • t t • • t • t • It ~
, r I ~ : ~ ~ ; : : ; i i r t r ! : : ! : : ; : ~ : ~ : : L : ! ~- t ! : ! ~ ; ;
',I", ,.t'.tf~'ttll~~~. • .•••• r;' t t· t· t-T
I I ~ t +-. r- t •• t I ! j j j ~ • t • t t t.
I • t ••• t ~ ! ~ t 1. 1 ~ t ...
~ • i ! ~ ~ • t
Gebouw W _ Laag Code .8200 ~------r-.
Niveau Len 2 Oat'!'!! ..
26
-~ ... .. t .... .
I t: ;. t ........ t
'~I::::lrJLI::~-···ll·-It,t.t ·.·+·1+1-.1-.. .. •• + t. ,·····\ .... t., ....... t.ttftt, ........ +t .. I .• t. ."' ... ~ , l"'f_ ..... ,. ............................... r- 4o •• "
• •• t t f t t ~ • ! I ..... !l .·fiH 1 t • t I ... + • -- ••• tt t .. , . t ::-65· Kroonwie!vert.::: .. l::::i .. .. , " • . . • r" ........ ~ .............. /I • •••• t t + • . , .. ! ••• 1 • ~ ••• t4 I , •• 1-. i-f .. . ..• ! I ••••• ,
::: 6~. }\f.dic hf;.~ng.~n"':!"f::'::~: i" i;······ -- ..- +-. .:. ..... f ...... ~ • • • • .. t t ..... _ ...... " ..... ~ ,t "' .. ~ .. t &
...... " .... -....~ .......... ·- ... -.t..-J.~·'--"";"' __ """"'t + .. , ... +'.
::: 63 A and r i . if u nit : :-t: : : : :: ... ......... • -~- .. "' ........ t •• _."" 4. .. ~,. ....... -'1''''
:::~-::::: oeluidsarme I('sb'!ile: ~ ... " ... ~ ....... I ........ +-t ............ ,. ... ..
E· I-<! Q)I
... *.. .. .. .. .. .. "'1 .f,.l~tt ....... lt ... ......
. E ~ 1 t r! ~ : :-: ; : : t . ~: , t ........ t ~ t ..... , • t ft·, + t :li:tt!:::::;!: (I):r,1 ~" ............ H .•• 11 1' ....... .. + 1 • \' t " ..... , .. w. OJ t • ,~ • .. of ••• " .. " ••• "1 Ql!;:';:::::l::: e::t:t: ~!:::::~;::i
",~."."",,, •• 0) •••• " It.···''' ..... .,. 01. f· •• * .. - .. ~ , ... c ~ ... t •• t·, ................ .- t t. rot~::::::::::: ~:~:.:~.::::::~~ .. :::l ~ • ... * ..... ~ " t .·of a .. I ................ ,+ .. 1 t c .... " . . . 0 •• .., ............. H·I l E t :J . . : .. , ::;::::::::t . 0 ...... · ...... tfj ........... t ..... .
. -....... , . . ... H:::::; :;::::::;:::-: '"0." ......... ~ ..... - •••• .!; : : : : : : ~: : : : : : ..................
H :: .:::::: .::: :::> .......... .
I-c .. ··e Q) : : : : ID .- .. l .... ••• ... •••• ... -·····o<· ..... ·t .... • .... ·.t
:.~: 6' Geluidsarme kabine : : : :: : : .c... : : . : : : : ..... . E ...... !II : : : : : : - ...... -................. ~ .................... -.. .. , .. . ....... 0·············
: :: : : : . +l : : : : : : : : . : : : :
RN
- " .......... * ......... ~ ...... -l .................... I . l' ..... <0 .. -.......... l,··!·~·····'f .. ,.· •. t~ t~ ....... ,
· : :: : : : : :: . :~.: :::: :..:.:..::::..: ~ ::.:.:: : ::: ~ ~ .. "' ....... _--,... ; : : . ?q .. ~ ?~:r ~.':1 ~.~!t}..J.~f. :~i:~:: :: :: : t ~ -- ... - •• ., ... .- ....... * .. f.· ......... ~-r- • .-. 4 .• t .. " ....... ~ •
. D· .. · 'P'J'~~~
. ..-:LI1
~ ...... ........ * , ~ •• ..........
1
- .. - .. I. •••••• - •• - .-. H-_._ -'- -.~ .... -..... . -·· .. ~·- .... ··· .. ·~t·· .. · .. --............ -J.4 ... ' ............ ' ......... ~~~ ~~', j •• - ••• 't-•• ~ •••• -.- ••••. ---l-+ •••• ~ •••• ~.J:! ~: ~~:: :: :i::;; : :: ~ : : : :::: t ~-: ::-: :.; : :-::;r.:: :-::- :: : : : : ~ ... : ; : . : : : ; •.. ;: .. ': : : = ;;; : . : . +;
1 ~:~::::::i:ci::L:~~:db:-ciu.~i-;;b:cii-:~t: .-, i.;ii ............... ..
: .. ::::1 I~
..... -+ •. + -+ ....... - _ .. '''' .......... *'-- ... - ...... ,. ... "'.--
I ~:::: :.-:: :.: :.: ~.:=: :~:: :-:::-:-::..::: :':: ::::: \ ...... -- ......... ~ .. ,. '" .... _ .......... ,..--- •. - *'""-- ..... _ ....... w ... "' ~ -.... - .... '" ...... -......... - .... --- ........ ~ .: 31 !ll1;lntagf!Jruimte
landbouwlab • . . . ~ . . . . " ~.- ... ., ~ .. ~ . ~ ~ . . . . . .. . ~ .. -... - . ,. ..
I :;:::: 30 . Atelt~U'_LsVJdbo.tJ i . : :': : , : : " . - ." ~ ~ ~ : : : :-:.:: ... _ .. ~ .... _ . ~ , _ ~ , .. ~ . . . ~ . . ~ . .
........ '"' ........... . . . . .. . ... ,.. .. , - . ~ ~ .. - .. ~ .... ,
::::.:;: 20 Grote Motoriln~ . • w • • • • • • ,. '" • _. _..... ~ • ~ ,. .. ,. •
. ,. .... - - - - . ~ . ,. . ,. - .. ,. .. -21 tJerlit:plaats
.:.:::~::::::.-:.:.::: Motoil."so:
32
. '10' A'tarier 'wil , , Magazl.jo
... ,. ..... ,. .... ,. .. -,..,.. · ........ - " ~ ,. . .. . ....... ,. .. • .............. - • -'O' ,. •••••
, . L • , •• __ .. »... . ~ ,. . ,. ... '. . _ ._
. - ..... -.-
· ... ~,~ .. ,. .. . . ,. . . . . · . - ~ ... ,. - ,. - .. • ,.» •••• ,.
.. . . - - . . . ..... ,. -
....
.. ,. ....
::: :('.1:.:
< ... ,. ... , ... ,. ...... ~ - .... *"' .--.-............. ,. .............. -•••••• ,. ............... -.., l
......... _ ... .J. ...... -- ••••••••• _ ... __ o> ....... ~
......... ,. ........ -...... -. - ... - ............. ,. . ........ ' .... -.. ..
o o N CD
~
ell II II -I
t
~
o :::I t1I (I)
> ..... \:l
~ :::I o I i;'
...-I
(I) ...-I t1I A o
...-I ClC
(I) Q
0\
~ :::I :::I ClC .... ~
l c3~
C)
::t , ;i:
tit
~ ! !~ :t !! _ c: c -s: e ¥ '0
I- i IJ
HI ·1 •
I'> N
w
+:-1-: • t .... t ~ -- .......
-T1'*+'.-t'
tt·.t-+-+ I f·- J ~J~-: ,;rt :::~z!.~.:::: 1 t t '. '.. T", f ~ ... t- ~ j .. ... u r • t N, 't 1 .... t ::3 .... ~ ......... ,f t ... f t ......... '~', t t t t"+ ,. + • • orf t • \,() ..... " til it- +- ,<. -- +...,. H·t'· "'t·\, tt+··l"'1·"- t,· ... . ... -+J •••• -- "1' [+l i " II) t • t ttl' ., . II) II) 1 t • • " c····· .. , -- " 'r tlt1t ...... r+ tt .... '11) ...... ,. Zl., .-; .. " Il) ... -- •••• !.
- ... + t·,.. f r-I itt .... +. . ,.3,....... t' .. ::3 .. '" f ~rl"··" • 'f .. - - .. '" ... ; .. I +...1.--+_....- .. ""'" t+t 4t-+."-. t.... ..... .. ....... m .. · ........ ••·• tt
f • 't t t t t .. t .. , . ••. .. . .. ,..... t ... ~ - .... ~ ; f tt!.htll)tl,.t!I.~.C.N > .. , .L N .... 1"'\ ••• -_ ••••• ,1 •••• i • -+ .- t -+ ~ ~ ~.". t t •• ~ .. ~. C. t... to.·.· ~ ...... - . ~ , • t t- • 1. , •
.. t" • ".. .... C t " t ~ • '" t t • • Cl' ... + .j. .. ~ *--, •• cr··,·::L···· --- .. .- ... of. t ·1 . ....... -- ..... t ~tn" t t t ..... T I" .... ~ t ... ! ,....... "" •• r t • .. ,. • • • ... k I ... - - - - , " .; ,.. ....... -t .. ......... -f.-t t.; ,. , .. Q). " , ~ t + .. ~ • N to;;!. ~ ........... t t CO·. ~ • , • ,.. - ..... I ... f .. t ~
L ....... tt'. tt·tttf' O;t ....... Il)· ........ \- .... N'" E .... II) ... _-_ ....... j+, ... t-?I::":-:~lt ... ~+:L"~lt E:ltt!lt:~C)\:Ul :::;!: CO::-: ..... 3::::-·:::;:::~-~t
••• .. • ... t ,·-.j·tt.t~t+-+ •• .!t!' a-1·t.!."Il) .. a. ... I •• ~ .. l"'1 ....... --- ........ ~ • .. .. .. • · .... i t t .... -...... t .j.. +- + • + .. t ... t ... 1. "II'; ... • .... " • • 'I • • ••• .q-' t • ~ _. .. •• t • r t .. * -"'~"'-"."-"''-'''_ •• *'''''''''-+ .• t.~+tl.~a..-t ...... , •. £.O ,.,., .. ro .•• \.0 •..•.•. ~- ..... t,t .......
.. ~-:-:·:-:-!:;:t~::::t;~11tt_t~t,.·· !;t'.·.t, .... ttt~·E·~· ... \C .. -~ ::::::1::; ·--···· .. ·· .... ··• .• ·.-L ................... 1.0 ...... I..~ ... ~ ~ ...... ~- ••.
t+!:::-::-!:t1::::;;.·"· !l~;'~i~++ :.\O~..i.::~ :.:\0 -t ............... · ...... --+ _ ........... ;.-•• - .. ~ .... :l11 t.~ +.... • t ......... t ..... • ...... .... ,+-,..- ........ +- ~ .. t ........ - ........ 4" t t- ... -'- .. ~ ............ ~ ••
;t::':=:-:-:;..:;:!:;::-:::r:!:.~:~:: :t·:::::: ......... . t ..... /, - ........ t",. ... 1' • i!- ............ .t-" .......... ;. t .. .... .. .-r ... C • . I I .... t •• tj ... " •
• t-t .......... _ ..... +~+ .......... - ....... -...... ~" f ... t ,... .. •• ~ ~W •• ~ •.•••. ~ . I ~ •
: : t ; : t: : : : : : : ~ : ; : : : : : : : :' : t : ! ; : : ::: :::::::::
: 11\ : : : : : : :~ : :: ::::: ~: .. .... ,.. +- ... -i .... -,~ .... - , ............. - ........ 1. t ... ., ~t- .,." ..... -0- ......... + .. .. :: ::~:: ::.::: -::~:: ::::-::: :~t:t :::: .... '':'':'':'~'': : : : r ~ ~ : : .. : : :-: ; : :..: : : : ::-: ::-: -: :_-~ .. ~ ; 1 : ., ....... ~ . . .. ,. ..... '" .... ~"" ................................ -- ..... .-. ~ -+ +-t ..... • - • .. _ ... ~ ....... ,.. ... ~ .. L ...... _ ....... __ .... ,.. ~ ................ j,. ... _ .. ~ ~ •
: : : ; : : :: : : : :.: : : ~ : : : : :.: -:.1 ; : ~ tJ! : : : ; :-: • ~ • +- ~ ......... ___ - "'" ........ ,. ..... - --" "- -4. ....... i .............. . • ........ +-+- .. - .. _ ..... ,~ ......... --" ............ +-" ... '" ...... - ..... .
:::; ~i~~,~:~£~: ::~~~~mt~;::;; 'I- -! - -:.; - -; . -'H"'--'_-.~'h. ___ .'."-r'''''''' ..... ;: ::;,.,17 :: ..... : :~~! :-: ;-:.:: :. :-:: :.~: : :-::: :.: : :..r:: : : :: : :: ... "..... , •.. , I : ::..:~:::::.:::.::!~;~ 40 Op51ao ::: .. 4 ........... ~ ,,- ___ ... ___ .... ~"' _ ••• ,.. ..................... .
: ~~::;: ::~: ::"?:::: ~:: :.: .. ~ ~.~P_t?9.~, .... t- .. -- ....... - ....... - .... ~~ ... ~.
21 OiRse1b1okl:::: . - .... ·_--·::--Ko"el'systams·ri" :::::.:::::::: .............. , .. . ::::: :::::: 20 Diese1blak--..... -...... -- funderlnQ • ............ - .. -- ... -........ ~. .,
i ,.
-: : : : ~l~n.i)j : : : .
.. .tA, - .
@
.. - t".'" - : ~ : :-t!.r-l . -_ .................... -... ~ ... -...... rt ..... r-t+ : : : : ~rt:t :-~.: ___ ..... ", ... 4.«
- ____ .... _ ....... 1'1--1-... _____ ........... ~+4_ ..." ..
-.-. __ ... od ...... -----1"-~-~ ....... t
o o N CD
.. '8 u
'" ftI l'G .....
~
oro
• ~ ~ .
E " ~
co N
-I
I z
: :---~--:~~~-~~
~~. ?i .:-:=:-:::-;-:-::;-:::
I IF ~ .. t ~_ .. -....... - ..
::: ~:: (-s--r-;;·tsch Lab • ••• _J> ::::::-:t:!1:~1
. : : ~'uitft:,dln.l)j
11-12 Motarcellen
1 Rallenbank- , ~..... \.I:::~:""I:\.1~~;~~~~kamBr.
1 I
I : : : : : : : . : I .:::::::: .
. , ~ . . . . . .. " ........ . ...... "" ...... .
"" ..... .
.. . ,
.. ""
funder 1 ng. ... . ..:. _ : _ ~: _. P-E ~!~~icaap8tell. . . . . ~ . ~ - ..... -.. .., _ .. -.,. ..
.0: : co
....... : 1/).
... : 11).
a > c ..... N (1J
a nl. E·
\0
o· ..... n· :J ..
-+J I/)
a • .oJ
a L...
N
Il) ,X,. a c: o. .-
.oJ Il) co 1-4
.oJ I/)
Co Q) ... o
-+J '0 i£:.
l"'1
~ __ • __ .. ~4~
----.-........ 't, ... - ....... -,. ... " ............... " . .- -.................. "._ ..
_ ... <1. ............ _'"" ..
_ ~ . _ ....... - ... - -- .. _ ........... ,. ... -... . * ......... - - - ............. -....... . -- -- ........ -." ... ~.- ..
...... '"' .. ;,. ..
... ~ ........... ~--~~.-,. ...... ... ____ .......... A .. " .....
'iii c: II)
-I-J :;) o I >(1:\
M
6 ~ ~ lID
.c (I) ~ """,-c
(1:\ I .c ..0 i\ o :;) IM (1:\ J; 1:lO(I);)
> 0 (1)-"" OJ A s::
;;; c E ~ ,j,
E 5 a:
o III ... :;j :;) I:lO -,... ~ ~
29
HOOFDSTUK 6: DE GEDETAILLEERDE LAY-OUT
6.1: Inleiding
In het vorige hoofdstuk is per cluster bepaald in welke ruimteen) de opstellingen geplaatst kunnen worden. In dit hoofdstuk wordt per ruimte bepaald waar de opstellingen, die aan die ruimte zijn toegewezen, worden geplaatst. Tevens wordt aangegeven welke bouwkundige aanpassingen er in de ruimte nodig zijn. De ruimten waaraan slechts een opstelling is toegewezen worden in paragraaf 6.2 puntsgewijs behandeld. De overige ruimten worden elk in een paragraaf besproken. In deze paragrafen wordt de plaatsing van de opstellingen in de ruimten puntsgewijs behandeld.
Dit hoofdstuk vormt een toelichting bij de gedetailleerde layout die los bij dit rapport is gevoegd (tekeningen 1, 2 en 3). Op deze plattegronden van gebouw W-laag zijn de contouren van de opstellingen in de beschikbare ruimten ingetekend. De gebruikte kleuren geven aan tot welk cluster een opstelling behoort. De kleurcodering is hetzelfde als bij de globale layout. Tafels zijn in deze tekeningen met zwart gearceerd. De tafels bij de opstellingen zijn min of meer willekeurig gerangschikt. Zij kunnen volgens de wensen van de betrokken beheerders binnen de beschikbare ruimte tussen de opstellingen worden opgesteld. In de plattegronden zijn ook de bouwkundige aanpassingen aangegeven, die nodig zijn in de ruimten.
6.2: De centrale voorzieningen en de kantoren
Ruimten 1.16 en 1.18: Van deze twee ruimten dient een instruktieruimte (035) gemaakt te worden. Hiertoe dient de wand tussen 1.16 en 1.18 verwijderd te worden (zie tekening 1). De inrichting van deze ruimte dient in overleg met de betrokken beheerder (M.J. v.d. Linden) tot stand te komen.
- Ruimte 1.17: Deze ruimte is bestemd als zit- en instruktieruimte, behorende bij diverse opstellingen (042). Deze "opstelling" hoeft aIleen maar verhuisd te worden. De inrichting van de ruimte dient in overleg met de betrokken beheerder (M.J. v.d. Linden) tot stand te komen.
- Ruimte Deze ruimte is bestemd als zitruimte voor de tweefasengroep (043). De "opstelling" hoeft aIleen maar verhuisd te worden. De inrichting van de ruimte dient in overleg met de betrokken beheerder (P.G.M. Boot) tot stand te komen.
30
- Ruimte 1.T31: Van deze ruimte is het gedeelte tussen de lift en de glazen wand bestemd als warmtewisselaar 2 / terminalruimte (002). Er dienen twee scheidingswanden geplaatst te worden, beiden voorzien van een deur (zie tekening 1). De inrichting van de ruimte dient in overleg met de betrokken beheerder (J.M.W.M. Schoonen) tot stand te komen.
- Ruimte 1.39: Deze ruimte is bestemd voor eindstudenten (033). De ruimte dient met behulp van twee scheidingswanden gebouwd te worden (zie tekening 1). Een scheidingswand dient voorzien te worden van een deur. De inrichting van de ruimte dient in overleg met de betrokken beheerder (M.J. v.d. Linden) tot stand te komen.
- Ruimte 0.32: In deze ruimte wordt een medewerker gesitueerd voor assistentie bij, toezicht op en onderhoud aan de praktikumopstellingen (034). De wand tussen 0.32 en 0.21 dient voorzien te worden van ramen en een deur. De wand tussen 0.32 en 0.31 dient voorzien te worden van ramen (zie tekening 2). De inrichting van de ruimte dient in overleg met de gebruiker (F.A. Filippini) tot stand te komen.
- Ruimte -1.21: Deze ruimte is bestemd als werktuigbouwkundig magaz~Jn (032). De deuren naar de ruimten -1.20 en -1.22 kunnen worden dichtgemaakt (zie tekening 3). Het magazijn is dan via ruimte -1.T34 toegankelijk.
- Ruimte -1.23: In deze ruimte wordt de mechanische werkplaats (030) gehuisvest. De deur tussen -1.23 en -1.24 dient dichtgemaakt te worden. De ruimte dient in overleg met de gebruikers (M.K. Brokken en L.G. v.d. Schoot) ingericht te worden (zie de aanvulling bij de vragenlijst van opstelling 030) .
- Ruimten -1.24 en -1.25: In deze ruimten komen twee werkplaatsen annex -Zitruimten voor de elektrotechnici (031). Tevens dient in deze ruimten met behulp van scheidingswanden een magazijn gebouwd te worden (zie tekening 3). Hiertoe dient de wand tussen -1.24 en -1.25 gedeeltelijk verwijderd te worden. De deur in deze wand dient dicht gemaakt te worden. De ruimten dienen in overleg met de gebruikers (A.E.A.H. Huygevoort en A.J. v. oosten ingericht te worden (zie de aanvulling bij de vragenlijst van opstelling 031).
- Ruimte -1.T11: In deze ruimte dient indien mogelijk de nieuwe koelwaterinstallatie (040) geplaatst te worden. Hiertoe dienen de reeds aanwezige installaties verplaatst te worden. Er dient rekening gehouden te worden met extra ruimte v~~r het demonteren van de warmtewisselaars (zie de vragenlijst van opstelling 040). capaciteit van de koelwaterinstallatie: drie pompen:
1 * 300 m3/h, 1 * 150 m3/h, 1 circulatiepomp.
Maximale temperatuur van het koelwater: 23 C.
31
- Ruimte -1.T34: In de loze liftschacht in deze ruimte dient indien mogelijk de nieuwe demi-installatie (041) gebouwd te worden. Hiertoe dienen zowel de vloer als de wanden van deze liftschacht betegeld te worden (zie de vragenlijst van opstelling 041). Capaciteit van de demi-installatie: 35000 l/charge, 600 l/h.
6.3: Ruimte 0.21/0.22/0.23
In deze ruimte dient de scheidingswand tussen 0.21 en 0.22 verwijderd te worden, evenals de wand tussen 0.22 en 0.23, zodat een grote hal ontstaat. Ook de wand tussen 0.21 en 0.31 dient verwijderd te worden. De deur tussen 0.21 en 0.20 dient dicht gemaakt te worden. De deur tussen 0.22 en 0.T30 dient verplaatst te worden (zie tekening 2). De wand tussen 0.21 en 0.32 dient voorzien te worden van ramen en een deur (zie paragraaf 6.2).
In ruimte 0.21/0.22 dient een bordes gebouwd te worden (hoogte 3,60 meter). Dit bordes is in de tekening aangegeven middels een groffere arcering in een andere richting dan die van de opstellingen. In ruimte 0.23 dient een staalconstructie gebouwd te worden ten behoeve van het schaalmodel van de Pallas en andere opstellingen van de tweefasengroep. Deze constructie dient te bestaan uit twee werk- en loopvloeren (op 3,60 en 7,20 meter) inclusief verbindingstrappen en een werkvloer, tussen de begane grond en de eerste werkvloer, welke voor meetapparatuur gebruikt wordt (zie de aanvullingen bij de vragenlijst van opstelling 045).
- 007, de stoomketel, inclusief 044, druppelopstelling: De stoomketel is een praktikumopstelling en dient dus in de buurt van ruimte 0.32 geplaatst te worden. De opstelling heeft een schoorsteen nodig. In verband met de aanwezige hijsvoorziening dient de opstelling zo dicht mogelijk bij de wand tussen 0.21 en 0.20 geplaatst te worden. Bij de plaatsing van de stoomketel dient verder rekening gehouden te worden met veiligheidsnormen van het stoomwezen. Boven deze opstelling dient een bordes gebouwd te worden ten behoeve van een voorraadtank voor demiwater (5 m3) en een voorziening voor het ontgassen van de stoomketel. Omdat het mogelijk moet zijn het deksel met behulp van de hijsvoorziening van de ketel te lichten (voor inspectie), is het bordes slechts gedeeltelijk boven de opstelling geprojekteerd. De druppelopstelling is een kleine opstelling die direkt naast de stoomketel staat. De oppervlakte van deze opstelling is meegeteld bij de voor de stoomketel benodigde oppervlakte.
32
- 006, CV-ketels: Ook dit betreft een praktikumopstelling met een schoorsteen. De opstelling bestaat uit zeven CV-ketels die naast elkaar tegen de wand tussen 0.21 en 0.20 geplaatst kunnen worden. Tussen de ketels moet ruimte vrijblijven voor meetapparatuur. De bij de opstelling behorende warmtewisselaar kan achter de ketels worden opgesteld.
- 010, lagedrukgasopstelling: Het is nog niet bekend in welke vorm deze opstelling in W-laag opgesteld zal worden. In tekening 2 zijn de huidige afmetingen getekend. De opstelling heeft een schoorsteen nodig en is zo dicht mogelijk bij de wand tussen 0.21 en 0.20 geprojekteerd. In verband met de aanwezige hijsvoorziening zal de schoorsteen vanaf de opstelling schuin omhoog naar deze wand toe dienen te lopeno
- 012{ koelmachine: Deze praktikumopstelling maakt met de vor1ge drie opstellingen van dezelfde huishoudelijke voorzieningen gebruik (zie paragraaf 3.3). De opstellingen zijn daarom in U-vorm om een groep tafels geprojekteerd. Tussen de koelmachine en de lagedrukgasopstelling is ruimte vrijgehouden zodat de koelmachine aan de achterzijde toegankelijk is voor eventuele reparatiewerkzaamheden.
- 017, meetgoot: Deze opstelling beslaat twee verdiepingen: de keldervloer en een bordes op 3,60 meter boven de begane grond. De opstelling dient dus boven ruimte -1.22 geprojekteerd te worden. Vanaf het bordes loopt een leiding door de vloer naar de kelder. Het bordes kan gecombineerd worden met het bordes boven de stoomketel (zie tekening 2 en tekening 3) •
- 016, waterturbine: Ook deze opstelling beslaat twee verdiepingen en kan op hetzelfde bordes worden geplaatst. Vanaf het bordes lopen nu drie leidingen door de vloer naar de kelder.
- 011, warmtewisselaarmeetbank (Bolnes): Deze opstelling heeft welliswaar slechts een verdieping nodig, maar is in de huidige situatie op hetzelfde bordes geplaatst als de vorige twee opstellingen. Om ruimte te besparen op niveau 0 is deze situatie in dit plan gehandhaafd.
- 004, radiatoropstelling, - 013, leidingweerstanden en - 014, centrifugaalpomp: Dit zijn drie stille praktikumopstel-
lingen die dus in de buurt van ruimte 0.32 gesitueerd dienen te worden. De opstellingen maken gebruik van dezelfde huishoudelijke voorzieningen en zijn daarom in U-vorm om een groep tafels geprojekteerd. De radiatoropstelling be staat uit een verhittingselement dat naast een grote kast staat opgesteld. In deze kast kan een radiator worden geplaatst. In dit plan wordt het verhittingselement met het oog op ruimtebesparing onder de kast geprojekteerd. Of schoon er volgens dit plan stille praktikumopstellingen naast lawaaipraktika worden opgesteld, zal er nauwelijks sprake zijn van geluids-
33
overlast. De meeste praktika aan opstellingen die lawaai produceren worden namelijk in trimester 2 gegeven. Het praktikum aan de radiatoropstelling valt in trimester 1, evenals het praktikum aan de koelmachine. Het geluid van de koelmachine zal echter deels worden tegengehouden door de radiatoropstelling. Het praktikum aan de leidingweerstanden en de centrifugaalpomp (samen een praktikummiddag) valt in trimester 3, evenals het praktikum aan de CV-ketels. Ook hier zal de overigens geringe lawaaiproduktie van de CV-ketels nauwelijks voor overlast zorgen.
- 045, schaalmodel van de Pallas en - 047, lucht-wateropstelling (multi-tube): V~~r deze opstel-
lingen is in dit plan alleen ruimte gereserveerd, omdat de afmetingen nog niet bekend zijn. Beide opstellingen beslaan meerdere verdiepingen en dienen dus (gedeeltelijk) boven ruimte -1.22 geprojekteerd te worden. Het schaalmodel van de Pallas zal de beschikbare hoogte volledig benutten: van keldervloer tot aan de onderkant van de aanwezige hijsvoorziening. In de vloer dient een gat gemaakt te worden van 2 meter bij 2 meter. In ruimte 0.21/0.22/0.23 is zowel voor de opstellingen zelf als ook voor de controlepanelen en de huishoudelijke voorzieningen ruimte gereserveerd. In ruimte -1.22 is aIleen voor de opstellingen zelf ruimte gereserveerd. V~~r het voor deze opstellingen benodigde bordes zie de aanvullingen bij de vragenlijst van opstelling 045.
- 018, hydrocompressor (borrelpomp): Deze opstelling kan tegen het bordes van de opstellingen 016 en 017 worden geplaatst. De opstelling be staat onder andere uit een smalle hoge staalconstructie, die dan aan het bordes bevestigd kan worden.
- 019, zonnecollector (groot): Deze opstelling kan zowel verticaal als horizontaal worden opgesteld. In tekening 2 is de horizontale stand getekend, omdat de opstelling op deze manier de meeste ruimte inneemt. De opstelling is dicht tegen de buitenwand van ruimte 0.23 gesitueerd, zodat de aanwezige hijsvoorziening zo weinig mogelijk gehinderd wordt wanneer de opstelling verticaal is opgesteld.
- 024, vijzelopstelling/kantelbakken: Deze opstelling bestaat uit twee verdiepingen en dient dus boven ruimte -1.22 geprojekteerd te worden. De opstelling wordt ingesloten door de centrifugaalpomp op niveau 0 (deze opstelling dient rondom toegankelijk te blijven) en een deur op niveau -1 (zie tekening 2 en tekening 3).
- 025, houtverbranding: Deze opstelling heeft een schoorsteen nodig en wordt in verband met de aanwezige hijsvoorziening tegen de buitenwand van ruimte 0.23 geplaatst.
34
6.4: Ruimte 0.30/0.31
In deze ruimte dient de scheidingswand tussen 0.30 en 0.31 verwijderd te worden. Verder dient de deur tussen 0.30 en 0.40 dichtgemaakt te worden, evenals die tussen 0.31 en 0.40. De wand tussen 0.31 en 0.21 dient verwijderd te worden (zie paragraaf 6.3) en in de wand tussen 0.31 en 0.32 dienen ramen aangebracht te worden (zie paragraaf 6.2).
- DOl, warmtewisselaar 1: Deze praktikumopstelling kan tegen een wand worden geplaatst. De opstelling is zo gesitueerd, dat een deur naar buiten vrij blijft (zie tekening 2). De opstelling heeft eigen huishoudelijke voorzieningen.
- 003, warmtepomp (Lennox): Ook deze praktikumopstelling kan met een zijde tegen een wand worden geplaatst. De opstelling is weer zo gesitueerd, dat een deur naar buiten vrij blijft (zie tekening 2).
- 015, ijsbaan: Deze praktikumopstelling dient rondom toegankelijk te zijn. De opstelling vormt samen met de warmtepomp een praktikummiddag. Tussen beide opstellingen in is een groep tafels geprojekteerd.
- 005, stromingsverschijnselen: Ook deze opstelling dient rondom toegankelijk te zijn. De opstelling heeft eigen huishoudelijke voorzieningen.
6.5: Ruimte -1.02
In deze ruimte dient een scheidingswand geplaatst te worden tussen -1.02 en -1.06 (zie tekening 3).
- 023, ringleiding: Deze opstelling bestaat uit een PVcleiding, die een grote rechthoek beschrijft. De opstelling dient rondom toegankelijk te zijn. Meestal is de opstelling gedemonteerd en worden de onderdelen gebruikt in andere opstellingen. Om deze reden kan de ruimte rondom beperkt blijven.
- 029, temperatuurmeting l± koelmachine): Deze opstell~ng bestaat uit een koelmachine en een grote kast, waar1n een radiator geplaatst kan worden. De koelmachine kan tegen een wand worden geplaatst. De kast blijft aan de achterzijde toegankelijk.
- 039, laser-doppleropstelling: Dit is een kleine opstelling die veel (ruimte voor) rand- en meetapparatuur nodig heeft. De opstelling maakt vaak gebruik van onderdelen van de ringleiding.
35
6.6: Ruimte -1.22
In deze ruimte kan de deur naar -1.21 worden dichtgemaakt (zie paragraaf 6.2). Er is reeds ruimte gereserveerd voor de benedenverdiepingen van de waterturbine (016), de meetgoot (017), de vijzelopstelling/kantelbakken (024), het schaalmodel van de Pallas (045) en de multi-tube lucht-wateropstelling (047) (zie paragraaf 6.3).
- 046, lucht/damp-wateropstelling (mono-tube) en - 049, lucht-wateropstelling (mono-tube): Deze opstellingen
dienen tegen het schaalmodel van de Pallas geplaatst te worden. zij bestaan namelijk onder andere uit een lange verticale leiding, die door het plafond omhoog loopt en aan het bordes van het schaalmodel bevestigd dient te worden.
- 048, vier demonstratie/praktikumopstellingen: Deze opstelling be staat uit vier tafels met op elk daarvan een opstelling. Deze . tafels zijn tegen een wand geprojekteerd, zodat de relatief hoge opstellingen aan deze wand bevestigd kunnen worden.
- 008, ventilatoropstelling: Deze opstelling kan tegen de wand tussen de deuren naar -1.24 en -1.25 worden geplaatst. De uitstroomopening van de ventilator dient vrij te blijven.
- 009, ventilatorleidingcircuit: Deze opstelling dient rondom toegankelijk te zijn. Ook hier dient de uitstroomopening vrij te blijven.
- 020, zonnecollector (klein): Ook deze opstelling dient rondom toegankelijk te blijven.
6.7: Ruimte -1.T34
Deze ruimte hoeft niet verbouwd te worden.
- 036, pulserende kleine pulserende geplaatst, zodat 3).
branders: Deze opstelling bestaat uit twee branders. Zij kunnen tegen een wand worden de buitendeuren vrij blijven (zie tekening
- 037, droger: Deze opstelling verkeert nog in kelingsfase. De afmetingen zijn nog niet bekend, deze opstelling aIleen ruimte is gereserveerd.
de ontwikzodat voor
36
6.8: Ruimte -1.41
In deze ruimte dient met behulp van een deur een kabinet gebouwd te worden (zie binet dient leefbaar gemaakt te worden. overleg met de betrokken beheerder (ir. te worden.
scheidingswand met een tekening 3). Dit ka
Het kabinet dient in H. Toersen) ingericht
- 022, conditiebewaking: Conditiebewaking bestaat uit twee opstellingen en een kabinet. De opstellingen dienen rondom toegankelijk te zijn en er dient ruimte gereserveerd te worden voor rand- en meetapparatuur en bedieningspanelen. De opstellingen zijn naast het kabinet gesitueerd.
- 026, ventilatieleiding (luchtdoorstroming): Deze opstelling bestaat uit een grote ventilator en een lange leiding (de totale lengte bedraagt plusminus 12 meter). De opstelling kan in haar geheel in ruimte -1.41 worden opgesteld.
- 027, ventilatorcircuit (groot) en - 028, ventilatorcircuit (middelgroot): Ook deze opstellingen
bestaan uit een ventilator en een, liefst zo lang mogelijke, leiding. De opstellingen kunnen slechts gedeeltelijk worden opgesteld. Zij zijn zo in ruimte -1.41 gesitueerd, dat de leidingen door de deur naar buiten verlengd kunnen worden. Opstelling 027 dient hiervoor iets gedraaid te worden. Opstelling 028 is bij een wand geplaatst omdat hierbij grote elektrische installaties behoren, die dan tussen de opstelling en de wand geplaatst kunnen worden.
37
HOOFDSTUK 7: HET VOORLOPIG VERHUISPLAN
7.1: Inleiding
In hoofdstuk 1 is reeds vermeld dat het plan voor de verhuizing van de WOP-labs, behalve een lay-out van de plaatsing van de opstellingen in gebouw W-laag, ook een verhuisplan dient te bevatten dat, gefaseerd in de tijd, vermeldt welke acties er door wie ondernomen dienen te worden. Dit verhuisplan zou in samenwerking met de Bouwtechnische Dienst (BTD) tot stand dienen te komen. Dit bleek echter binnen de gestelde termijn niet mogelijk te z1Jn, temeer omdat de verhuizing van de WOPlabs naar W-laag voor de BTD niet op zichzelf staat, maar deel uitmaakt van een groter plan.
In overleg met de BTD is daarom voor wat betreft het verhuisplan volstaan met een plan, dat per ruimte en per opstelling de benodigde voorzieningen vermeldt en, voor de praktikumopstellingen, tevens het trimester waarin het praktikum plaats vindt. Dit verhuisplan wordt in paragraaf 7.4 behandeld. Eerst worden in paragraaf 7.2 en 7.3 de benodigde centrale en algemene voorzieningen besproken.
7.2: De centrale voorzieningen
Hieronder worden de centrale voorzieningen besproken, die in gebouw W-laag nieuw aangelegd dienen te worden. Deze centrale voorzieningen zijn noodzakelijk voor het functioneren van veel opstellingen en dienen dus aangelegd te worden voordat met de inhuizing van de opstellingen in W-laag begonnen wordt.
- De koelwaterinstallatie (040) inclusief leidingcircuit: De bestaande koelwaterinstallatie dient in gebouw W&S te blijven totdat het schaalmodel van de Pallas (045) in W-laag gereed is. Tot die tijd is de koelwaterinstallatie in W&S nodig voor het functioneren van de Pallas. In W-laag dient een nieuwe koelwaterinstallatie gebouwd te worden. Deze koelwaterinstallatie dient indien mogelijk in ruimte -1.T11 ondergebracht te worden (zie ook paragraaf 6.2 en de vragenlijst van opstelling 040).
- De demi-installatie (041) inclusief leidingcircuit: Ook de bestaande demi-installatie is nodig voor het functioneren van de Pallas totdat het schaalmodel in W-laag gereed is. In Wlaag dient een nieuwe demi-installatie gebouwd te worden. Deze demi-installatie dient indien mogelijk in de loze liftschacht in ruimte -1.T34 ondergebracht te worden (zie ook paragraaf 6.2 en de vragenlijst van opstelling 041).
38
- Twee olietanks a 5000 liter inclusief pompen en leidingcircuit: Aan de noordzijde van gebouw W-laag dienen twee olietanks geplaatst te worden, inclusief pompen en een leidingcircuit naar de stoomketel (007) en de lagedrukgasopstelling (010) in ruimte 0.21/0.22/0.23 (zie ook de vragenlijsten van de opstellingen 007 en 010).
7.3: De algemene voorzieningen
Behalve de centrale voorzieningen die in de vorige paragraaf zijn genoemd dienen er in de aan WOP toegewezen ruimten in Wlaag ook algemene voorzieningen aangelegd te worden. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen elektrische, werktuigbouwkundige en bouwkundige voorzieningen:
Algemene elektrische voorzieningen: - Op diverse plaatsen dienen kastjes geplaatst te worden
waarin de volgende aansluitmogelijkheden zijn gemonteerd: 42 V 220 V 220 V, meetnet 380 V, 15 A 380 V, 25 A
- Op diverse plaatsen dienen laswandcontactdozen geplaatst te worden.
- De verlichting dient aangepast te worden. - Er dienen telefoonaansluitingen aangelegd te worden. - Er dienen aansluitmogelijkheden ten behoeve van reken-
faciliteiten aangelegd te worden: TUE-net VAX-net PC
Algemene werktuigbouwkundige voorzieningen: - Op diverse plaatsen dienen tappunten voor water aangelegd
te worden. - Op diverse plaatsen dienen wasbakken geplaatst te worden
met warm en koud water. - Op diverse plaatsen dienen aansluitpunten voor aardgas
aangelegd te worden. - Op diverse plaatsen dienen aansluitpunten voor perslucht
(3 en 7 atmosfeer) aangelegd te worden.
Algemene bouwkundige voorzieningen: - Plaatsen van wanden. - Verwijderen van wanden. - Aanbrengen van deuren. - Dichtmaken van deuren. - Aanbrengen van ramen. - Plaatsen van bordessen. - Plaatsen van fundaties.
39
7.4: Het voorlopig verhuisplan
De verhuizing van de WOP-opstellingen dient te geschieden per beschikbare ruimte in gebouw W-laag. In het voorlopig verhuisplan (zie bijlage 5, bIz. 57) worden daarom per ruimte de benodigde algemene voorzieningen vermeld. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de bouwkundige aanpassingen van de ruimten en de overige algemene voorzieningen die aangelegd dienen te worden.
In de volgende kolom van het verhuisplan worden de opstellingen opgesomd, die aan de betreffende ruimte zijn toegewezen. Vervolgens worden per opstelling de benodigde voorzieningen opgesomd. Deze gegevens zijn uit de vragenlijsten van de opstellingen betrokken. Tenslotte wordt voor de praktikumopstellingen vermeldt, in welk trimester het praktikum wordt gegeven. Een praktikumopstelling dient in elk geval enkele dagen voor de aanvang van dat trimester gebruiksklaar te zijn in verband met het proefdraaien met de opstelling. Bij het verhuizen van de eindstudie- en onderzoekopstellingen hoeft geen rekening gehouden te worden met onderwijsroosters. WeI dienen in dit geval de betrokken beheerders tijdig op de hoogte gebracht te worden van de verhuisplannen ten aanzien van hun opstellingen. Ook dient de overlast voor de overige bewoners van de betreffende en de aangrenzende ruimten in gebouw W&S en in gebouw W-laag beperkt te blijven.
7.5: Conclusies
In het voorlopig verhuisplan (zie bijlage 5, blz. 57) komt de volgorde van de te verrichten werkzaambeden reeds tot uitdrukking. De verhuizing dient, na het aanleggen van de centrale voorzieningen (zie paragraaf 7.2), per beschikbare ruimte in gebouw W-Iaag te geschieden. Eerst dient de betreffende ruimte door de huidige bewoner(s) ontruimd te worden. Vervolgens dienen de bouwkundige aanpassingen uitgevoerd en de algemene voorzieningen aangelegd te worden. Tegelijkertijd dienen in gebouw W&S de aan de betreffende ruimte toegewezen opstellingen gedemonteerd te worden. Wanneer de betreffende ruimte in W-Iaag II ontvangstgereed " is, dienen de opstellingen in W&S "verhuisklaar" te zijn. Deze opstellingen kunnen dan verhuisd, gemonteerd en aangesloten worden.
Het voorlopig verhuisplan (zie bijlage 5) is nog niet gefaseerd in de tijd. Omdat de verhuizing van de WOP-opstellingen naar Wlaag voor de BTD deel uitmaakt van een groter plan, dient deze fasering door de BTD aangebracht te worden. Dit kan eenvoudig gedaan worden, door de bladzijden van het verhuisplan (met andere woorden de beschikbare ruimten in W-Iaag) in een geschikte volgorde te rangschikken. Uiteraard dient hierbij, in het geval dat er praktikumopstellingen aan een ruimte zijn
40
toegewezen, rekening gehouden te worden met de onderwijsroosters. De uit te voeren werkzaamheden worden in het verhuisplan reeds per ruimte vermeldt, zodat aan het in de tijd gefaseerde verhuisplan eenvoudig een in de tijd gefaseerde begroting gekoppeld kan worden.
Tenslotte worden op deze plaats de contactpersonen genoemd, bij wie men nadere informatie ten aanzien van de verhuizing van de WOP-labs en opstellingen van gebouw W&S naar gebouw W-laag kan inwinnen:
- M.J. v.d. Linden, beheerder van de vakgroep WOP, W-hoog kamer 3.127, toestel 2950.
- ing. J.C.J. Daniels, medewerker van de vakgroep WOC, W-hoog kamer 4.121, toestel 3179.
- ing. H.A.J.de Fouw, beheerder van de faculteit W, W-hoog kamer 2.125, toestel 3262.
41
LITERATUUROPGAVE
[lJ Muther R. en Wheeler J.D.: Simplified Systematic Lay-out Planning (SSLP)i Kansas City, 1984.
[2] Muther R.: Systematische Lay-out Planning (SLP): Den Haag, 1979.
[3] Greim H.R., Kettner H. en Schmidt J.: Leitfaden der systematischen Fabrikplanung: Hanser 1984.
42
BIJLAGEN
Coordinatie: Leo Creemers
Telefoon: 4236
Kamer: WH 2.109
BIJLAGE 1:
tl8 Faculteit: W
Datum: 870403
Blad ] van 3
VRAGENLIJST T.B.V. EEN INVENTARISATIE VAN DE TE VERHUIZEN OPSTELLINGEN IN W&S.
DATUM:
NAAM VAN DE OPSTELLING:
CODE-NUMMER:
BEREERDER VAN DE OPSTELLING:
PLAATS VAN DE OPSTELLING:
DE HOOFDAFMETINGEN:
WAT IS DE OPPERVLAKTE (LxB) VAN DE OPSTELLING?
WAT IS DE HOOGTE VAN DE OPSTELLING?
WAT IS HET GEWICHT VAN DE OPSTELLING?
HOE GROOT IS DE VLOERBELASTING?
VRAGEN OVER HET GEBRUIK VAN DE OPSTELLING:
WORDT DE OPSTELLING GEBRUIKT VOOR PRAKTIKA?
ZO JA: WIE IS DE PRAKTIKUMLEIDER?
IN WELK TRIMESTER VALT HET PRAKTIKUM?
HOEVEEL STUDENTEN WERKEN GELIJKTIJDIG MET DE OPSTELLING?
BESTAAN ER RELATIES MET ANDERE OPSTELLINGEN?
ZO JA, MET WELKE, EN WAT IS DE AARD VAN DIE RELATIES?
WORDT DE OPSTELLING GEBRUIKT DOOR EINDSTUDENTEN?
ZO JA: WANNEER?
BESTAAN ER RELATIES MET ANDERE OPSTELLINGEN?
ZO JA, MET WELKE, EN WAT IS DE AARD VAN DIE RELATIES?
WORDT DE OPSTELLING GEBRUIKT VOOR ONDERZOEK?
ZO JA: WANNEER?
BETREFT RET LANGDURIG OF KORTSTONDIG ONDERZOEK?
BESTAAN ER RELATIES MET ANDERE OPSTELLINGEN?
ZO JA, MET WELKE, EN WAT IS DE AARD VAN DIE RELATIES?
WORDT DE OPSTELLING GEBRUIKT DOOR HET N.L.O.?
ZO JA: WANNEER?
BESTAAN ER RELATIES HET ANDERE OPSTELLINGEN?
ZO JA, MET WELKE, EN WAT IS DE AARD VAN DIE RELATIES?
Coordinatie: Leo Creemers
Telefoon: 4236
Kamer: WH 2.109
OPSTELLING:
tea Faculteit: W
Datum: 870403
Blad 2 van 3
WELKE V~~ DE VOLGENDE WERKTUIGBOUWKUNDIGE VOORZIENINGEN ZIJN NODIG?
KOELWATER:
LEIDINGWATER:
DEMI-WATER:
BRONWATER:
PERSLUCHT, 3 ATM.:
PERSLUCHT, 7 ATM.:
RIOOLAANSLUITING:
AARDGAS:
OLIE:
ROOKGASSEN AFVOER:
STOOM:
CONDENS AFVOER:
WELKE VAN DE VOLGENDE ELEKTRISCHE VOORZIENINGEN ZIJN NODIG?
42 V :
220 V :
MEETNET, 220 V
380 V, 15 A
380 V, 25 A
WELKE VAN DE VOLGENDE COMPUTERAANSLUITINGEN ZIJN NODIG?
T.U.E.-NET:
VAX-NET:
PC:
WELKE VAN DE VOLGENDE HUISHOUDELIJKE VOORZIENINGEN ZIJN NODIG?
SCHOOLBORD:
TAFELS:
STOELEN:
KAPSTOK:
RUIMTE VOOR RAND- EN/OF MEETAPPARATUUR:
OPBERGRUIMTE:
WASBAK:
. WAR.'1 WATER:
Coordinatie: Leo Creemers
Telefoon: 4236
Kamer: WH 2.109
OPSTELLING:
.. tLa
WELKE VAN DE VOLGENDE BOUWKUNDIGE VOORZIENINGEN ZIJN NODIG?
SCHEIDINGSWANDEN:
AFGESCHEIDEN RUIMTE:
AFGESCHEIDEN RUIMTE MET DAK:
STOFVRIJE RUIMTE:
GEKLIHATISEERDE RUIMTE:
FUNDATIES:
TRILLINGSVRIJE VLOER:
OVERIGE VRAGEN:
IS DE OPSTELLING DEMONTEERBAAR?
ZIJN ER HIJSVOORZIENINGEN NODIG?
PRODUCEERT DE OPSTELLING LAWAAI?
ZIJN ER NOODSCHAKELAARS NODIG?
IS ER EEN TELEFOONAANSLUITING NODIG?
IS ER SPECIALE VERLICHTING NODIG?
Faculteit: W
Datum: 870403
Blad 3 van 3
ZIJN DE HUISHOUDELIJKE VOORZIENINGEN TE COMBINEREN MET DIE VAN ANDERE
OPSTELLINGEN?
ZO JA, WELKE ZIJN DIE ANDERE OPSTELLINGEN?
WAT IS DE GEw~NSTE OPPERVLAKTE (LxB)?
OVERIGE WENSEN I.V.M. DE VERHUIZING VAN DE OPSTELLING:
OVERIGE EISEN I.V.M. DE VERHUIZING VAN DE OPSTELLING:
OPHERKINGEN:
46
BIJLAGE 2: DE INDELING VAN DE OPSTELLINGEN IN CLUSTERS
Cluster I: De "lawaaipraktika" en Itbordesopstellingen":
006 CV-ketels 007 stoomketel 010 lagedrukgasopstelling 011 warmtewisselaarmeetbank (Bolnes) 012 koelmachine 016 waterturbine 017 meetgoot
Cluster II: De "stille" praktika:
001 warmtewisselaar I 003 warmtepomp (Lennox) 004 radiatoropstelling 005 stromingsverschijnselen 013 leidingweerstanden 014 centrifugaalpomp 015 ijsbaan
Cluster III: De "tweefasengroep":
044 druppelopstelling 045 schaalmodel van de Pallas 046 lucht/damp-wateropstelling (mono-tube) 047 lucht-wateropstelling (multi-tube) 048 vier demonstratie/praktikumopstellingen 049 lucht-wateropstelling (mono-tube)
Cluster IV: De "stille" opstellingen:
018 hydrocompressor (borrelpomp) 022 conditiebewaking 025 houtverbranding 026 ventilatieleiding (luchtdoorstroming) 029 temperatuurmeting (+ koelmachine) 037 droger 038 hogebellenpomp 039 laser-doppleropstelling
Cluster V: De "lawaaiopstellingen":
008 ventilatoropstelling 009 ventilatorleidingcircuit 019 zonnecollector (groot) 020 zonnecollector (klein) 021 diverse studentopstellingen 023 ringleiding (water)
47
024 vijzelopstelling / kantelbakken 027 ventilatorcircuit (groot) 028 ventilatorcircuit (middelgroot) 036 pulserende branders
Cluster VI: De "centrale voorzieningen":
030 mechanische werkplaats 031 werkplaats elektrotechnici (+ magazijn + zitruimte) 032 werktuigbouwkundig magazijn 040 koelwaterinstallatie 04] demi-installatie
Cluster VII: De "kantoren":
002 warmtewisselaar 2 / terminalruimte 033 eindstudenten 034 toezicht praktika 035 instruktieruimte 042 zitruimte behorende bij diverse opstellingen
+ kleine instruktieruimte 043 zitruimte voor de tweefasengroep
BIJLAGE 3: INVENTARISATIE VAN DE BENODIGDE RUIMTE
M E THO D E MET HOD E 2
CODE L x B (L+l ,5)x(B+1 ,5) ~2uto ~ruto 2 (L+O,8)x(B+l,4) ~2uto ~ruto 2 NR. NAAM (m) (m) (m) (m) (m ) (moduul ) (m) (m) (m ) (moduul )
006 CV-ketels 11,0 x 2,0 12,5 x 3,5 43,8 28,5 11,8 x 3,4 40,2 26,1 007 stoomketel 5,4 x 4,4 8,0 x 7,0 56,0 36,5 6,2 x 5,8 36,0 23,4 010 lagedrukgasopstelling 14,6 x 3,6 16, I x 5, J 82,2 53,5 15,4 x 5,0 77 ,0 50, I 012 koelmachine 4,8 x 1,7 6,3 x 3,2 20,2 13,2 5,6 x 3, 1 17,4 II ,3
5 tafels 5x (J , 6xO , 75) 5x(3,lx2,25) 34,9 22,7 003 warmtepomp (Lennox) 3,2 x 3,2 4,7 x 4,7 22,1 14,4 4,0 x 4,6 18,4 12,0 015 ijsbaan 3,5 x 1,3 5,0 x 2,8 14,0 9,2 4,3 x 2,7 11 ,7 7,6 013 leidingweerstanden 6,7 x 0,7 8,2 x 2,2 18,1 11,8 7,5 x 2,1 15,8 10,3 014 centrifugaalpomp 3,5 x 1,4 5,0 x 2,9 14,5 9,5 4,3 x 2,8 12, I 7,9
4 tafels 4x(l ,6xO, 75) 4x(3,lx2,25) 27,9 18,2 001 warmtewisselaar I 6,5 x 1,5 8,0 x 3,0 24,0 15,7 7,3 x 2,9 21,2 13,8
4 tafels 4x(I,6xO,75) 4x(3,lx2,25) 27,9 18,2 004 radiatoropstelling 3,7 x 1,6 5,2 x 3,1 16,2 10,5 4,5 x 3,0 13,5 8,8
4 tafels 4x (l , 6xO, 75) 4x(3,lx2,25) 27,9 18,2 005 stromingsverschijnselen 4,0 x 2,5 5,5 x 4,0 22,0 14,4 4,8 x 3,9 18,8 12,2
4 tafels 4x(I,6xO,75) 4x(3, lx2, 25) 27,9 18,2 011 warmtewisselaarmeetbank 2,9 x 1,8 4,4 x 3,3 14,6 9,5 3,7 x 3,2 11,9 7,7
I tafe! 1,6xO,75 3,1 x 2,25 7,0 4,6 017 meetgoot (2 etages) 2x(2,3 x 1,6) 2x (3,8 x 3, 1 ) 23,6 15,4 2x(3,1 x 3,0) 18,6 12, I
I tafel 1,6 x 0,75 3,1 x 2,25 7,0 4,6 008 ventilatoropstelling 3,8 x 1,7 5,3 x 3,2 17,0 II , I 4,6 x 3,1 14,3 9,3
I tafel 1,6 x 0,75 3,1 x 2,25 7,0 4,6 009 ventilatorleidingcircuit 8,7 x 3,7 10,2 x 5,2 53,1 34,5 9,5 x 5,1 48,5 31,6
2 tafels 2x(l ,6xO, 75) 2x(3,lx2,25) 14,0 9,1 016 water turbine (2 etages)2x(4,0 x 3,0) 2x(5,5 x 4,5) 49,5 32,2 2x(4,8 x 4,4) 42,3 27,5
2 tafels 2x(1 ,6xO, 75) 2x(3,lx2,25) 14,0 9,1 018 hydrocompressor(+ tafels) 5,1 x 4,6 6,6 x 6,1 40,3 26,2 5,9 x 6,0 35,4 23,1 019 zonnecollector (groot) 7,0 x 1,3 8,5 x 2,8 23,8 15,5 7,8 x 2,7 21,1 13,7
I tafel 1,6 x 0,75 3,1 x 2,25 7,0 4,6 020 zonnecollector (klein) 4,0 x 1,8 5,5 x 3,3 18,2 11 ,9 4,8 x 3,2 15,4 10,0
1 tafel 1,6 x 0,75 3,1 x 2,25 7,0 4,6
48
METHODE METHODE 2
CODE L x B (L+I ,5)x(B+1 ,5) ~2uto ~ruto 2 (L+0,8)x(B+I,4) ~~to ~ruto 2 NR. NAAM (m) (m) (m) (m) (m ) (moduul ) (m) (m) (m ) (moduul )
022 conditiebewaking 2x(l ,7 x 1,7) 2x(3,2 x 3,2) 20,5 13,4 2x(2,5 x 3,1) 15,5 10, I kabinet 6,0 x 4,0 7,5 x 5,5 41,3 26,9 6,8 x 5,4 36,8 23,9 2 tafels 2x(I , 6xO, 75) 2x(3,lx2,25) 14,0 9, I
023 ringleiding (water) 7,0 x 6,0 8,5 x 7,5 63,8 41,5 7,8 x 7,4 57,8 37,6 2 tafels 2x{1 ,6xO, 75) 2x(3,lx2,25) 14,0 9,1
024 vijzelopst. (niveau -) 3,8 x 2,9 5,3 x 4,4 23,4 15,2 4,6 x 4,3 19,8 12,9 vijzelopst. (niveau 0) 7,5 x 3,5 9,0 x 5,0 45,0 29,3 8,3 x 4,9 40,7 26,5 2 tafels 2x (1 , 6xO, 75) 2x(3,lx2,2S) 14,0 9, I
025 houtverbranding 2,3 x 2,3 3,8 x 3,8 14,5 9,4 3, I x 3,7 11,5 7,5 2 tafels 2x(I ,6xO, 75) 2x(3,lx2,25) 14,0 9,1
026 ventilatieleiding 12,0 x 1,2 13,5 x 2,7 36,5 23,8 12,8 x 2,6 33,3 21,7 2 tafels 2x(I,6xO,75) 2x(3,lx2,25) 14,0 9, I
027 ventilatorcircuit(groot) 13,0 x 3,3 14,S x 4,8 69,6 45,3 13,8 x 4,7 64,9 42,2 2 tafels 2x ( I , 6xO, 75) 2x{3, Ix2, 25) 14,0 9, I
028 ventilatorcircuit(middel) 13,0. x 3, I 14,5 x 4,6 66,7 43,4 13,8 x 4,5 62, I 40,4 2 tafels 2x(t ,6xO, 75) 2x(3, tx2,25) 14,0 9, I
029 temperatuurmeting 6,1 x 4,5 7,6 x 6,0 45,6 29,7 6,9 x 5,9 40,8 26,5 2 tafels 2x(l ,6xO, 75) 2x(3,lx2,25) 14,0 9,1
036 pulserende branders 3,0 x 1,0 4,5 x 2,5 11 ,3 7,4 3,8 x 2,4 9,2 6,0 1 tafel 1,6 x 0,75 3,1 x 2,25 7,0 4,6
037 droger 4,0 x 3,0 5,5 x 4,5 24,8 16,1 4,8 x 4,4 21,2 13,8 2 tafels 2x(l ,6xO, 75) 2x(3,lx2,25) 14,0 9, I
039 laser-doppleropstelling 3,0 x 1,4 4,5 x 2,9 13,1 8,5 3,8 x 2,8 10,7 7,0 2 tafels 2x(I ,6xO, 75) 2x(3,lx2,25) 14,0 9,1
045 model Pallas (2 etages)2x(9,75x4,75) 2x(II,25x6,25) 140,6 91,5 2x(I0,55x6,15) 129,8 84,4 tafels+controlepanelen 9,75x3,5 11,25x5,0 56,2 36,5
046 lucht!damp-wateropst(mono)4,0 x 1,0 5,5 x 2,5 13,8 9,0 4,8 x 2,4 11,6 7,5 2 tafels 2x(t ,6xO, 75) 2x(3, Ix2, 25) 14,0 9, I
048 4 demo!praktikumopst. 4x(2,0 x 0,6) 4x(3,5 x 2,1) 29,4 19,2 4x(2,8 x 2,0) 22,4 14,6 049 lucht-wateropst.(mono) 7,5 xl,S 9,0 x 3,0 27,0 17,6 8,3 x 2,9 24, I 15,7
2 tafels 2x(J ,6xO, 75) 2x(3,lx2,25) 14,0 9, I
2 716,8 De benodigde oppervlakte volgens methode 1 bedraagt in totaal: 1110,1 moduul 1,6 x
De benodigde oppervlakte volgens methode 2 bedraagt in totaal: 1146,9 moduul 2
49
50
Opmerkingen bij de berekeningen in de bovenstaande tabel:
- De opstellingen, die reeds aan een ruimte in gebouw W-laag zijn toegewe
zen, zijn buiten beschouwing gebleven (zie paragraaf 4.2).
Opstelling 021, diverse studentopstellingen, is buiten beschouwing gela
ten. Deze tijdelijke opstellingen worden bij of tussen de andere opstel
lingen geplaatst.
Opstelling 037, droger, is nog niet gereed. De afmetingen zijn daarom ge
schat.
Opstelling 038, hogebellenpomp, wordt niet meer gebruikt en is daarom
buiten beschouwing gebleven.
Opstelling 040, koelwaterinstallatie, is buiten beschouwing gelaten. Deze
opstelling dient, indien mogelijk, in ruimte -I.TII geplaatst te worden.
- Opstelling 041, demi-installatie, is buiten beschouwing gebleven. Deze op
stelling dient, indien mogelijk, in de loze liftschacht in ruimte -1.T34
geplaatst te worden.
- Opstelling 044, druppelopstelling: De voor deze opstelling benodigde op
pervlakte is inbegrepen bij de oppervlakte van de stoomketel (007).
- Opstelling 045, schaalmodel van de Pallas: De afmetingen zijn geschat:
netto + 8 x 4 m2; brute : 12 x 12 m2 (inclusief tafels en controlepanelen
en rekening houdend met veiligheidsaspecten).
- Opstelling 047, lucht-wateropstelling (multi-tube): De voor deze opstel
ling benodigde oppervlakte is inbegrepen bij de oppervlakte van het
schaalmodel van de Pallas (045).
- Opstelling 049, lucht-wateropstelling (mono-tube): De benodigde oppervlak
te op niveau 0 is verwaarloosd.
51
BIJLAGE 4: BEREKENINGEN TEN BEHOEVE VAN DE GLOBALE LAY-OUT
Cluster I: de lawaaipraktika en bordesopstellingen
De volgende opstellingen
006 CV-ketels
007 stoomketel
010 lagedrukgasopstelling
0]2 koeimachine
011
5 tafels
warmtewisselaarmeetbank (Boines)
1 tafel
017 meetgoot (bovenverdieping)
1 tafel
016 waterturbine (bovenverdieping)
oppervlakte 2 (moduul )
28,5
36,5
53,5
13,2
22,7
9,5
4,6
7,7
4,6
16,1
2 totaal: 196,9 moduul
kunnen in ruimten 0.21 en 0.22: 128,0 + 128,0 c 256,0 moduu12
•
In ruimte 0.22 blijft over: 256,0 - 196,9 c 59,1 moduul2
•
De volgende opstellingen
017 meetgoot (benedenverdieping)
016 water turbine (benedenverdieping)
2 tafels
oppervlakte 2 (moduul )
7,7
16,1
9, ]
2 totaal: 32,9 moduul
kunnen in ruimte -1.22: 224,0 moduul 2• 2 In ruimte -].22 blijft over: 224,0 - 32,9 = ]91,1 moduul •
Cluster II: de stille praktika
De volgende opstellingen
001 warmtewisselaar
4 tafels
005 stromingsverschijnselen
4 tafels
003 warmtepomp (Lennox)
015 ij sbaan
4 tafels
52
oppervlakte 2 (moduul )
15,7
18,2
14,4
18,2
14,4
9,2
18,2
totaal:
kunnen in ruimten 0.30 en 0.31: 64,0 + 32,0 = 96,0 moduu12
•
In ruimte 0.31 is tekort: 108,3 - 96,0 = 12,3 moduu12•
2 108,3 moduul
De volgende opstellingen
013 leidingweerstanden
014 centrifugaalpomp
004 radiatoropstelling
4 tafels
kunnen in ruimte 0.22: 59,1 moduu12• 2 In ruimte 0.22 blijft over: 59,1 - 50,0 = 9,1 moduul •
oppervlakte 2 (moduul )
11 ,8
9,5
10,5
18,2
2 totaal: 50,0 moduul
53
Cluster III: de tweefasengroep
De volgende opstellingen
045 schaalmodel van de Pallas (bovenverdieping)
tafels en controlepanelen
oppervlakte 2 (moduul )
45,7
36,5
2 totaal: 82,2 moduul
kunnen in ruimte 0.23: ]60,0 moduu1 2• 2
In ruimte 0.23 blijft over: 160,0 - 82,2 = 77,8 moduul •
De volgende opstellingen
045
046
048
049
schaalmodel van de Pallas (benedenverdieping)
lucht/damp-wateropstelling (mono-tube)
2 tafels
4 demonstratie/praktikumopstellingen
lucht-wateropstelling (mono-tube)
2 tafels
oppervlakte 2 (moduul )
45,7
9,0
9, I
]9,2
17,6
9, J
2 totaal: 109,7 moduul
kunnen in ruimte -1.22: 191,1 moduul 2•
In ruimte -].22 blijft over: 191,1 - 109,7 = 81,4 moduu12
•
Cluster IV: de stille opstellingen
De volgende opstellingen
54
oppervlakte 2 (moduul )
018 hydrocompressor (borrelpomp) inclusief tafals 26,2
025 houtverbranding 9,4
2 tafels 9,1
totaal:
kunnen in ruimten 0.22 en 0.23: 9,1 + 77,8 = 86,9 moduul2•
2 44,7 moduul
In ruimte 0.23 blijft over: 96,9 - 44,7 = 42,2 moduu1 2•
De volgende opstellingen
022 conditiebewaking
kabinet
2 tafels
026 ventilatieleiding (luchtdoorstroming)
2 tafels
oppervlakte 2 (moduul )
13,4
26,9
9,1
23,8
9,1
totaal: 82,3 moduul 2 kunnen in ruimte -1.41: 188,0 moduul •
2 In ruimte -1.4] blijft over: 188,0 - 82,3 = 105,7 moduul •
De volgende opstellingen
029
039
temperatuurmeting (+ koelmachine)
2 tafels
laser-doppleropstelling
2 tafels
oppervlakte 2 (moduul )
29,7
9,1
8,5
9,1
2
2 totaal: 56,4 moduul
kunnen in ruimte -1.02: 96,0 moduul2•
In ruimte -1.02 blijft over: 96,0 - 56,4 = 2 39,6 moduul •
55
De volgende opstellingen
037 droger
2 tafels
2 kunnen in ruimte -1.T34: 96,0 moduul •
In ruimte -1.T34 blijft over: 96,0 - 25,2
Cluster V: de lawaaiopstellingen
De volgende opstellingen
oppervlakte 2 (moduul )
totaal: 25,2 moduu1 2
2 = 70,8 moduul •
oppervlakte 2 (moduul )
019 zonnecollector (groot) 15,5
1 tafel 4,6
024 vijzelopstelling / kantelbakken (bovenverdieping) 29,3
2 tafels 9,1
2 kunnen in ruimte 0.23: 42,2 moduul •
In ruimte 0.23 is tekort: 58,5 - 42,2
De volgende opstellingen
2 = 16,3 moduul •
2 totaal: 58,5 moduul
oppervlakte 2 (moduul )
024 vijzelopstelling / kantelbakken (benedenverdieping) 15,2
008 ventilatoropstelling
1 tafel
009 ventilatorleidingcircuit
2 tafels
020 zonnecollector (klein)
1 tafel
kunnen in ruimte -1.22: 81,4 moduul 2•
In ruimte -1.22 is tekort: 91,0 - 81,4 = 2 9,6 moduul •
11 ,1
4,6
34,5
9,1
II ,9
4,6
2 totaal: 91,0 moduul
De volgende opstellingen
023 ringleiding (water)
2 tafels
56
kunnen in ruimte -].02: 39,6 moduu1 2•
oppervlakte 2 (moduul )
41,5
9, I
2 totaal: 50,6 moduul
2 In ruimte -].02 is tekort: 50,6 - 39,6 • 11,0 moduul •
De volgende opstellingen
027 ventilatorcircuit (groot)
2 tafels
028 ventilatorcircuit (middelgroot)
2 tafels
2 kunnen in ruimte -1.41: 105,7 moduul •
oppervlakte 2 (moduul )
45,3
9, I
43,4
9,]
2 totaal: 106,9 moduul
2 In ruimte -1.41 is tekort: 106,9 - 105,7 = 1,2 moduul •
De volgende opstellingen
036 pulserende branders
1 tafel
2 kunnen in ruimte -1.T34: 70,8 moduul •
In ruimte -1.T34 blijft over: 70,8 - ]2,0
Opmerking: zie de opmerkingen uit bijlage 3.
oppervlakte 2 (moduul )
7,4
4,6
2 totaal: 12,0 moduul
2 • 58,8 moduul •
BIJLAGE 5: HET VOORLOPIG VERHUISPLAN
~IDIGE GEREED VOOR RUIHTE BEWONER BOUWKUNDIGE VOORZIENINGEN ALGEMENE VOORZIENINGEN PPSTELLING BENODIGDE VOORZIENINGEN TRIMESTER
1. 16 WOC - wand tussen 1.16 en - voldoende WC-dozen, 035 - ] aansluiting TUE-net n.v.t. 1. 18 verwijderen 220 V - I aansluiting VAX-net
1 • 18 WOC - ] kastje met elektr. instruktie- - 1 aansluiting PC voorzieningen ruimte - ] schoolbord
- verlichting aanpassen - ] projektiescherm - 1 aansluiting TUE-net - ] publikatiebord - I aansluiting VAX-net - verduisteringsgordijnen - 1 aansluiting PC - I kapstok - 1 wasbak - 1 aansluiting aardgas - I aansluiting perslucht - ventilatie
57
HUIDIGE GEREED VOOR RUIHTE BEWONER ~OUWKUNDIGE VOORZIENINGEN ALGEMENE VOORZIENINGEN OPSTELLING BENODIGDE VOORZIENINGEN TRIMESTER
1. t 7 woe geen aanwezig 042 geen speciale n.v.t. voorzieningen nodig
zitruimte voor diverse opstellingen + kleine instruktie-ruimte
58
HUIDIGE GEREED VOOR RUUITE BEWONER BOUWKUNDIGE VOORZIENINGEN ALGEMENE VOORZIENINGEN OPSTELLING BENODIGDE VOORZIENINGEN TRIMESTER
1. J 9 woe geen aanwezig 043 geen speciale n.v.t. voorzieningen nodig
zitruimte voor de tweefasen-groep
59
HuIDIGE GEREED VOOR RUIHTE BEWONER ~OUWKUNDIGE VOORZIENINGEN ALGEMENE VOORZIENINGEN OPSTELLING BENODIGDE VOORZIENINGEN TRIMESTER
t • T31 WOC - 2 x wand met deur - 8 WC-dozen, 220 V 002 - 4 aansluitingen TUE-net 1 naast plaatsen - 1 kastje met elektr. - 4 aansluitingen VAX-net lift voorzieningen warmte- - 4 aansluitingen PC
- verlichting aanpassen wisselaar 2,- t schoolbord - 4 aansluitingen TUE-net terminal- - t kapstok - 4 aansluitingen VAX-net ruimte - 4 aansluitingen PC - 1 wasbak - ventilatie
60
!HUIDIGE GEREED VOOR RUIMTE BEWONER ~OUWKUNDIGE VOORZIENINGEN ALGEMENE VOORZIENINGEN OPSTELLING BENODIGDE VOORZIENINGEN TRIMESTER
].39 woe - I wand met deur - 8 We-dozen, 220 V 033 ~ 2 aansluitingen TUE-net n.v.t. plaatsen - I kastje met elektr. - 2 aansluitingen VAX-net
- I wand plaatsen voorzieningen eind- - 2 aansluitingen pc - verlichting aanpassen studenten I schoolbord - 1 telefoonaansluiting 1 kapstok - 2 aansluitingen TUE-net - 2 aansluitingen VAX-net - 2 aansluitingen Pc - 1 wasbak
61
~IDIGE RUIMTE BEWONER BOUWKUNDIGE VOORZIENINGEN ALGEMENE VOORZIENINGEN OPSTELLING
0.21 woe
0.22 WOC
0.23 WOC
- wand tussen 0.21 en - 12 kastjes met elektr. 006 0.22 verwijderen voorzieningen
- wand tussen 0.22 en - 2 las-WC-dozen CV-ketels 0.23 verwijderen - verlichting aanpassen
- wand tussen 0.21 en - 2 telefoonaansluitingen 0.31 verwijderen - 4 aansluitingen TUE-net
- deur tussen 0.21 en - 4 aansluitingen VAX-net 0.20 dicht maken - 4 aansluitingen PC
- deur tussen 0.22 en ~ 12 aansluitingen 007 O.T30 dicht maken leidingwater
- deur aanbrengen tussen - 12 rioolaansluitingen stoomketel 0.22 en 0.T30 - 4 wasbakken
- deur aanbrengen tussen - 8 aansluitingen aardgas 0.21 en 0.32 - 8 aansluitingen
- raam aanbrengen tussen perslucht 0.21 en 0.32 - koelwatercircuit
- bordes plaatsen in r demiwatercircuit 0.21/0.22
- bordes plaatsen in 0.23
044
druppelopstelling
GEREED VOOR BENODIGDE VOORZIENINGEN TRIMESTER
- 8 x 220 V~ 16 A 3 - leidingwater - rioolaansluiting - koelwater 3 - aardgas, 21 m /h - schoorsteen - rookgasventilator
- noodschakelaars 2 - leidingwater - rioolaansluiting - demiwater, 300 l/dag - olie, 200 l/h - schoorsteen - perslucht, 7 atm - s toomafvoer - condenstoevoer ~ voorraadtank demiwater
achter ketel ~ voorraadtank djMiwater
op bordes, 5 m
I- 3 x 220 V, lOA n. v • t. I- 380 V, 35 A, vaste aans I- ] aansluiting TUB-net I- 1 aansluiting VAX-net I- leidingwater, 600 l/h I- rioolaansluiting I- koelwater, max ]5000 1/1 I- demiwater, + 300 l/keer I- perslucht, 7 atm I- stoomtoevoer I- condensafvoer
62
i iHUIDIGE
RUIMTE BEWONER BOUWKUNDIGE VOORZIENINGEN ALGEMENE VOORZIENINGEN PPSTELLING BENODIGDE VOORZIENINGEN GEREED VOO~ TRIMESTER
0.21 woc zie bIz. 62 zie blz. 62 010 - 380 V, 25 A, vaste aans 2 - noodschakelaars
0.22 wac lagedrukgas - leidingwater opstelling - rioolaansluiting
0.23 wac - koelwater, 9000 l/h - demiwater, 50 l/week - olie - schoorsteen ~ perslucht, 7 atm
011 - I aansluiting pc 2 ... leidingwater
warmte- ~ rioolaansluiting wisselaar- ~ koelwater, 700 l/h meetbank t- demiwater, 100 l/week (Bolnes) - stoomtoevoer
- condensafvoer
012 - 2 x 220 V, 3,5 kW, 1 vaste aansluiting
koelmachine - 380 V, 30 kW, vaste aansluiting
- 1 aansluiting VAX-net - leidingwater, 600 l/h - rioolaansluiting - koelwater, max 10000 1/1 - perslucht, 7 atm
62a
iHUIDIGE GEREED VOOR RUIMTE IBEWONER BOUWKUNDIGE VOORZIENINGEN ALGEMENE VOORZIENINGEN bps TELLING BENO~IGDE VOORZIENINGEN TRIMESTER
0.21 woe zie bIz. 62 zie blz. 62 016 - 380 V 15 A, vaste aansl n.v.t. - Ieidingwater
0.22 woe waterturbine - rioolaansluiting - 3 Ieidingen door vloer
0.23 woe naar -1.22
017 - 380 V, 25 A, + 2 regelkast (v ermog en)
meetgoot - koelwater - rioolaansluiting - perslucht, 3 atm - J Ieiding door vloer
naar -1.22
004 - Ieidingwater 200 l/jaar I - rioolaansluiting
radiator-opstelling
013 - leidingwater, 5 l/min 3 - rioolaansluiting
leiding- - bronwater weerstanden - perslucht, 7 atm
014 - Ieidingwater, 10 l/min 3 - rioolaansluiting
centrifu-gaalpomp
62b
!RUIDIGE bps TELLING
GEREED VOOR RUUITE BEWONER BOUWKUNDIGE VOORZIENINGEN ALGEMENE VOORZIENINGEN BENODIGDE VOORZIENINGEN TRIMESTER
0.21 wac zie bIz. 62 zie bIz. 62 045 - 4 x 220 V, 16 A n.v.t. - 2 x 380 V, 35 A,
0.22 wac schaaimodel vaste aansluiting van de - 6 x 3,5 kW, pompen
0.23 wac Pallas - 2 x 10 kW, pompen - I x 200 kW, circulatie-
pomp - elektrisch.vermogen
1600 kW, deelbaar in 4 - 1 aansluiting TUE-net - 1 aansluiting VAX-net - I aansluiting pc - 1 teIefoonaansluiting - noodschakelaars - Ieidingwater
2 x 1~" aansluiting - rioolaansluiting - koelwater,
max 6 x 35000 l/h - demiwater, 1000 I/keer - perslucht, 7 atm - stoomafvoer naar buiten - gat in vloer bove2
-) .22 van 2 x 2 m
62c
HUIDIGE GEREED VOOR RUUiTE BEWONER BOUWKUNDIGE VOORZIENINGEN ALGEMENE VOORZIENINGEN OPSTELLING BENODIGDE VOORZIENINGEN TRIMESTER
0.21 WOC zie bIz. 62 zie biz. 62 047 - 380 V, 35 A, vaste aans n.v.t. - elektrisch vermogen
0.22 WOC lucht/water 200 kW, regelbaar opstelling - 1 aansluiting TUE-net
0.23 WOC (multi-tube - I aansluiting VAX-net - ) aansluiting PC - noodschakelaar - leidingwater, 3000 l/h,
speciale aansluiting - rioolaansluiting - koelwater, 35000 l/h - demiwater, 1000 l/keer - perslucht, 7 atm - stoomafvoer (evt) - condensafvoer (evt) - gat in vloer bove2
-1 .22 van 2 x 2 m (zie blz. 62c)
018 - 380 V, 15 A, 4 kW, n.v.t. vaste aansluiting
hydro- - leidingwater compressor - rioolaansluiting (borrelpomp - perslucht, 3atm
- perslucht, 7 atm - persluchttakel
019 - perslucht, 3 atm n.v.t.
zonne-collector (groot)
62d
HUIDIGE RUIMTE BEWONER ~OUWKUNDIGE VOORZIENINGEN ALGEMENE VOORZIENINGEN
0.21 woe de bIz. 62 zie biz. 62
0.22 woe
0.23 woe
GEREED VOOR OPSTELLING BENODIGDE VOORZIENINGEN TRIMESTER
024 - 380 V, 15 A, vaste aans - leidingwater
vijzel- - rioolaansluiting opstelling/ - perslucht, 3 atm kantelbakker- perslucht, 7 atm
- 2 Ieidingen door vloer naar -1.22
.. 025 - leidingwater, 10 l/min - rioolaansluiting
hout- - perslucht, 7 atm verbranding - schoorsteen
- afzuiging van hete gassen
- ruimte voor houtopslag
n.v.t.
n.v.t.
62e
~IDlGE GEREED VOOR RUIMTE BEWONER BOUWKUNDIGE VOORZIENINGEN ALGEMENE VOORZIENINGEN OPSTELLING BENODIGDE VOORZIENINGEN TRIMESTER
0.30 WOC - wand tussen 0.30 en I- 4 kastjes met elektr. 001 - 1 aansluiting VAX-net I 0.31 verwijderen voorzieningen - I aansluiting PC
0.31 WOC - wand tussen 0.31 en I- I las-WC-doos warmte- ~ Ieidingwater, 200 I/jaa 0.21 verwijderen I- verlichting aanpassen wisselaar 1 ~ rioolaansluiti~g (de bIz. 62) l- I telefoonaansluiting - koelwater, 3 m /h
- deur tussen 0.30 en - t aansluiting TUE-net - demiwater 3 0.40 dicht maken ,.. 1 aansluiting VAX-net - aardgas, 4 m /h
- deur tussen 0.31 en - 1 aansluiting PC - schoorsteen 0.40 dicht maken ~ 4 aansluitingen
- ramen aanbrengen tussen leidingwater 003 - koelwater I 0.31 en 0.32 - 4 rioolaansluitingen - rioolaansluiting
- 1 wasbak warmtepomp (condensafvoer) ,.. 4 aansluitingen aardgas (Lennox) ,.. 4 aansluitingen
perslucht 005 - leidingwater, 1 - koelwatercircuit J 00 I/middag - demiwatercircuit stromings- ~ rioolaansluiting
verschijn-selen
015 ,- Ieidingwater, 1 5 - 10 I/min
ijsbaan I- rioolaansluiting
63
~IDIGE GEREED VOOE RUIMTE BEWONER BOUWKUNDIGE VOORZIENINGEN ALGEMENE VOORZIENINGEN OPSTELLING BENODIGDE VOORZIENINGEN TRIMESTER
0.32 woc - deur aanbrengen tussen - 1 kastje met elektr. 034 geen speciale n.v.t. 0.32 en 0.21 voorzieningen voorzieningen nodig (de bIz. 62) - aanpassen verlichting toezicht
- raam aanbrengen tussen - 1 telefoonaansluiting praktika 0.32 en 0.21 - 1 wasbak (zie blz. 62) - 1 aansluiting aardgas
- ramen aanbrengen tussen - 1 aansluiting perslucht 0.32 en 0.31 (zie bIz. 63)
- deur tussen 0.32 en 0.T33 dicht maken
64
iHUIDIGE GEREED VOOR RunnE BEWONER BOUWKUNDIGE VOORZIENINGEN ALGEMENE VOORZIENINGEN OPSTELLING BENODIGDE VOORZIENINGEN TRIMESTER
-1.02 foto- - wand plaatsen tussen - 3 kastjes met elektr. 023 - leidingwater n. v. t. studio -1.02 en -1.06 voorzieningen - rioolaansluiting
I- I las-WC-doos ringleiding - perslucht, 3atm I- verlichting aanpassen (water) - perslucht, 7 atm I- 1 telefoonaansluiting I- 2 aansluitingen TOE-net 029 - 380 V, + 40 A, n. v. t. I- 1 aansluiting VAX-net vaste aansluiting - 1 aansluiting PC temperatuur - 1 aansluiting TUE-net - 3 aansluitingen meting - leidingwater
leidingwater (+ koel- - rioolaansluiting - 3 rioolaansluitingen machine) - koelwater, 50 l/min - 2 aansluitingen aardgas (of bronwater) - 2 aansluitingen - perslucht, 3 atm
perslucht - koelwatercircuit 039 - I aansluiting TUE-net n. v. t. - ventilatie - 1 aansluiting VAX-net
laser/ - I aansluiting PC doppler- - leidingwater opstelling - rioolaansluiting
- aardgas - rookgassenafvoer - afzuiging van stof en
nevel naar buiten - luchttoevoer - perslucht, 3 atm - perslucht, 7 atm
65
iHUIDIGE GEREED VOOR RUIMTE BEWONER BOUWKUNDIGE VOORZIENINGEN ALGEMENE VOORZIENINGEN OPSTELLING BENODIGDE VOORZIENINGEN TRIMESTER
-1.21 woe - deur tussen -t.21 en ~ t kastje met elektr. 032 - leidingwater n.v.t. -1.20 dicht maken voorzieningen - rioolaansluiting
- deur tussen -1.21 en - verlichting aanpassen werktuig--1.22 dicht maken - 1 aansluiting bouwkundig
leidingwater magazijn 1 rioolaansluiting 1 wasbak
66
~IDIGE PPSTELLING
GEREED VOOR RUU1TE BEWONER BOUWKUNDIGE VOORZIENINGEN ALGEMENE VOORZIENINGEN BENODIGDE VOORZIENINGEN TRIMESTER
-1.22 zweef- - deur tussen -1.22 en ~ 8 kastjes met elektr. 016 zie bIz. 62b n.v.t. vIieg- -1.21 dicht maken voorzieningen club (zie bIz. 66) - 2 Ias-WC-dozen water turbine
- verlichting aanpassen - 1 telefoonaansluiting 017 zie bIz. 62b 2 - 2 aansluitingen TUB-net - 2 aansluitingen VAX-net meetgoot - 2 aansluitingen PC - 4 aansluitingen 024 zie bIz. 62e n.v.t.
leidingwater - 4 rioolaansluitingen vijzel-- 1 wasbak opstelling/ ~ 2 aansluitingen aardgas kantelbakker - 2 aansluitingen
perslucht 045 zie bIz. 62c n.v.t. - koelwatercircuit - demiwatercircuit schaaimodel
van de Pallas
047 zie biz. 62d n.v.t.
lucht/water opstelling {multi-tube'
67
IHUIDIGE GEREED VOOE RUUITE BEWONER ~OUWKUNDIGE VOORZIENINGEN ALGEMENE VOORZIENINGEN OPSTELLING BENODIGDE VOORZIENINGEN TRIMESTER
-1.22 zweef- zie blz. 67 zie blz. 67 046 - 2 x 220 V, 16 A n.v.t. vlieg- - 380 V, 3S A, vaste aans club lucht/damp- - elektrisch vermogen
water- 120 kW, regelbaar opstelling - 1 aansluiting TUE-net (mono-tube) - 1 aansluiting VAX-net
- I aansluiting PC - noodschakelaars - leidingwater, 2000 l/h,
I!" aansluiting - rioolaansluiting - koelwater, 35000 l/h - demiwater, 300 l/keer - perslucht, 7 atm - stoomafvoer naar buiten - gat in vloer bove2
-1.22 van 2 x 2 m (zie bIz. 62c)
048 - 4 x 220 V, 16 A n.v.t. - 380 V, 35 A, vaste aans
4 demonstra - elektrisch vermogen tie/prakti- 100 kW, regelbaar (evt) kumopstel- - leidingwater ling en - rioolaansluiting
- demiwater - perslucht, 7atm
67a
HUIDIGE GEREED VOOR RUIMTE BEWONER 60UWKUNDIGE VOORZIENINGEN ALGEMENE VOORZIENINGEN OPSTELLING BENODIGDE VOORZIENINGEN TRIMESTER
-1.22 zweef- de bIz. 67 zie bIz. 67 049 - 2 x 220 V, 16 A n.v.t. vlieg- - 380 V, 35 A, vaste aans club lucht/water ... - elektrisch vermogen
opstelling 120 kW, regelbaar (mono-tube) - I aansluiting TUE-net
- I aansluiting VAX-net - 1 aansluiting PC - noodschakelaar - leidingwater, 2000 l/h,
speciale aansluiting - rioolaansluiting r" koelwater, 35000 l/h - demiwater - perslucht, 7 atm
008 geen speciale n. v. t. voorzieningen nodig
ventilator-opstelling
009 r- 380 V, IS A, vaste aans n.v.t.
ventilator-leiding-circuit
020 ~ perslucht, 3 atm n.v.t.
zonne-collector (klein)
67b
HUIDIGE GEREED VOOR RUIMTE BEWONER BOUWKUNDIGE VOORZIENINGEN ALGEMENE VOORZIENINGEN PPSTELLING BENODIGDE VOORZIENINGEN TRIMESTER
-} .23 woe - deur tussen -1.23 en I- 2 kastjes met elektr. 030 - TL-verlichting boven n. v. t. -1.24 dicht maken voorzieningen machines
I- 1 las-We-doos mechanische - noodschakelaars I- verlichting aanpassen werkplaats - leidingwater \- 1 telefoonaansluiting - rioolaansluiting - 1 aansluiting - aardgas
leidingwater - perslucht, 7 atm - I rioolaansluiting - afzuiging voor draai-- 1 wasbak en frees bank ,.... 1 aansluiting aardgas - I aansluiting perslucht
68
HUIDIGE GEREED VOOR RunnE BEWONER ~OUWKUNDIGE VOORZIENINGEN ALGEMENE VOORZIENINGEN DPSTELLING BENODIGDE VOORZIENINGEN TRIHESTER
-1.24 Repro - wand tussen -1.24 en - 2 kastjes met elektr. 031 - 2 x TL-verlichting n. v. t. -1.25 gedeeltelijk voorzieningen boven werkbanken
-1. 25 Repro verwijderen - verlichting aanpassen werkplaats - 2 aansluitingen TUE-net - I wand met deurgat - 2 telefoonaansluitingen elektro- - 2 aansluitingen VAX-net
plaatsen t.b.v. - 2 aansluitingen TUE-net technici - 2 aansluitingen PC magazijn - 2 aansluitingen VAX-net + magazijn - 1 datalijn zonnehuis
- 2 wanden plaatsen - 2 aansluitingen PC + zitruimte - 2 aansluitingen aardgas t.b.v. magazijn - 2 wasbakken - 2 aansluitingen
- deur tussen -1.24 en - 2 aansluitingen aardgas perslucht, 3 atm -1.23 dicht maken - 2 aansluitingen - 2 aansluitingen (zie blz. 68) perslucht perslucht, 7 atm
- deur tussen -1.24 en -1.25 dicht maken
69
HuIDIGE GEREED VOOR RUIHTE BEWONER ~OUWKUNDIGE VOORZIENINGEN ALGEMENE VOORZIENINGEN OPSTELLING BENODIGDE VOORZIENINGEN TRIMESTER
-I. TIl tech- - aanbrengen fundaties - 1 kastje met elektr. 040 - leidingwater n.v.t. nische voorzieningen - rioolaansluiting instal- - 1 aansluiting koelwater- - bronwater laties leidingwater installatie - perslucht, 3 atm
- I rioolaansluiting - koelwatercircuit - 1 aansluiting perslucht - extra ruimte voor - koelwatercircuit demonteren warmte-
wisselaars
- capaciteit: 3 3 pompen: 300 m3/h
150 m /h circulatie-pomp
max temperatuur koelwater: 23 C
70
iJ:illIDIGE GEREED VOOR RUIHTE BEWONER ~OUWKUNDIGE VOORZIENINGEN ALGEMENE VOORZIENINGEN bpSTELLING BENODIGDE VOORZIENINGEN TRIMESTER
-1. T34 --- - betegelen van vloer en ~ 1 kastje met elektr. 041 - leidingwater n.v.t. loze wanden voorzieningen - rioolaansluiting lift- ~ 1 aansluiting demi- (zuren en log en) schach leidingwater installatie - demiwatercircuit
f- J rioolaansluiting f- perslucht, 3 atm f- J wasbak - afzuiging voor gassen f- 1 aansluiting perslucht en dampen - demiwatercircuit - RVS-aanrecht
- opbergruimte voor chemicalien en kleding
r- capaciteit: 35000 l/charge, 600 l/h
71
iHuIDIGE GEREED VOOR RUIMTE BEWONER BOm~NDIGE VOORZIENINGEN ALGEMENE VOORZIENINGEN OPSTELLING BENODIGDE VOORZIENINGEN TRIMESTER
-) • T34 WOC geen ~ 2 kastjes met elektr. 036 - leidingwater, )5 l/min n.v.t. voorzieningen - rioolaansluiti~g
- verlichting aanpassen pulserende - aardgas, ~ 5 m /h - ) aansluiting PC branders - rookgassenafvoer: - 2 aansluitingen afzuiging of schoorstee
leidingwater - perslucht, 3 atm - 2 rioolaansluitingen - I wasbak 037 - I aansluiting PC n. v. t. - 2 aansluitingen aardgas - aardgas - 2 aansluitingen droger - rookgassenafvoer
perslucht - perslucht - stoam - condensafvoer
72
~IDIGE GEREED VOOR RUIMTE BEWONER BOUWKUNDIGE VOORZIENINGEN ALGEMENE VOORZIENINGEN OPSTELLING BENODIGDE VOORZIENINGEN TRIMESTER
-1.41 NLO - wand met deur en raam ~ 4 kastjes met elektr. 022 - 380 V, 3-fasenaan- n.v.t. plaatsen t.b.v. kabinet voorzieningen sluiting, 30,6 kW, 79 A
- kabinet leefbaar maken - 1 las-WC-doos conditie- - noodschakelaars - verlichting aanpassen bewaking ( ingebouwd) - I telefoonaansluiting - leidingwater I - 3 aansluitingen - rioolaansluiting
leidingwater - aardgas - 3 rioolaansluitingen - perslucht, 7 abm - 1 wasbak - 3 aansluitingen aardgas kabinet - 4 x 220 V, 16 A - 3 aansluitingen - aardgas
perslucht - perslucht, 7 atm - schoolbord
ikabinet: ~ 1 kastje met elektr. 026 geen speciale n.v.t.
voorzieningen voorzieningen nodig ~ verlichting aanpassen ventilatie-- I telefoonaansluiting leiding . '- 1 wasbak r 1 aansluiting aardgas 027 - 380 V, 30 A, vaste aans n.v.t. ~ 1 aansluiting perslucht - noodschakelaars
ventilator- - leidingwater circuit - rioolaansluiting (groot) - perslucht, 3 abm
- perslucht, 7 abm
028 - 380 V, 30 A, vaste aans n.v.t. - noodschakelaars
ventilator- - perslucht, 3 atm circuit - perslucht, 7 abm (middel-groot)
73