Onderzoek Naar de Kwaliteit Van de Residentiele Zorg Bij Het Talenten-huis Te Enkhuizen

8/17/2019 Onderzoek Naar de Kwaliteit Van de Residentiele Zorg Bij Het Talenten-huis Te Enkhuizen

1/28

De kwaliteit van de

residentiële hulp bij

Het Talenten-huis

te Enkhuizen

Utrecht, april 2016


2/28

Motto

Naar zichtbare kwaliteit in de jeugdhulp!

Missie

De Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie Veiligheid en

Justitie voeren het landelijk toezicht in het kader van de Jeugdwet uit. Als waren zij één inspectie

zien zij in het kader van de Jeugdwet toe op de kwaliteit van de jeugdhulp, de jeugdbescherming

en -reclassering en de andere instellingen in het jeugddomein. Daarnaast zien zij toe op de

naleving van de wetgeving. Het landelijk toezicht jeugd stimuleert met haar toezicht de

voorzieningen tot goede en veilige verzorging, opvoeding en behandeling van kinderen in de

jeugdhulp en in de jeugdbescherming en -reclassering en de ondersteuning van ouders en

verzorgers van die kinderen. Het landelijk toezicht jeugd draagt er aan bij dat de samenleving er

op kan vertrouwen dat kinderen en ouders op tijd en op maat de hulp en zorg krijgen van de

instellingen en de professionals. Het onafhankelijke oordeel van het landelijk toezicht jeugd over de

kwaliteit van de jeugdhulp, de jeugdbescherming en -reclassering is relevant voor de professional,

de instelling en de overheid en helpt bij het verbeteren van die kwaliteit.

De foto op de voorkant betreft geen personen in de jeugdhulp en is uitsluitend ter illustratie.


3/28

3 | Inspectie Jeugdzorg

De kwaliteit van de

residentiële hulp bij

Het Talenten-huis

te Enkhuizen


4/28


Samenvatting

Op 26 januari 2016 heeft de Inspectie Jeugdzorg in het kader van haar toezicht op gezinshuizen

een onaangekondigd bezoek gebracht aan gezinshuis Het Talenten-huis. Tijdens het bezoek

constateerde de inspectie dat Het Talenten-huis geen traditioneel gezinshuis is waar kinderen in

een gezinssituatie opgroeien, maar in omvang en opzet is gegroeid naar een residentiële instelling.

Daarom heeft de inspectie in overleg met de Inspectie voor de Gezondheidszorg besloten dat een

bredere toetsing aan normen die gelden voor residentiële hulp noodzakelijk is. Omdat het

Talenten-huis hulp biedt aan jeugdigen in het kader van de Wet langdurige zorg en de Jeugdwet

en Het Talenten-huis daarmee onder toezicht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de

Inspectie Jeugdzorg valt, hebben de inspecties afgesproken dat de Inspectie Jeugdzorg het

toezicht mede namens de Inspectie voor de Gezondheidszorg uitvoert. De bredere toetsing vond

plaats op 7 maart 2016.

Het eindoordeel van de inspecties luidt dat de kwaliteit van de uitvoering van de jeugdhulp van

Het Talenten-huis onvoldoende is.

Het Talenten-huis heeft zich in een relatief korte tijd ontwikkeld van een gezinshuis naar een

voorziening met meerdere locaties. Met de groei is echter het karakter van een gezinshuis, een

setting waarin een kleinschalige gezinssituatie voor kinderen wordt gecreëerd, verloren gegaan

terwijl Het Talenten-huis zich nog wel als dusdanig profileert. Er is geen bij de ‘grootschaligheid’

passende organisatie en bijbehorende werkwijze voor in de plaats gekomen. Naar oordeel van de

inspecties is hierdoor een situatie ontstaan die (te)veel risico’s in zich draagt voor de jeugdigen en

jong volwassenen die in Het Talenten-huis verblijven. Acute risico’s zien de inspecties in de crisisplaatsingen. Het Talenten-huis is hier qua kennis en

kunde niet voor toegerust. Dit wringt des te meer omdat er voorafgaand aan een crisisplaatsing

doorgaans geen of zeer beperkte informatie over de jeugdige en diens problematiek beschikbaar

is. Dit in combinatie met het ontbreken van een veiligheidsbeleid maken dat naar oordeel van de

inspecties het opnemen van jeugdigen in een crisissituatie door Het Talenten-huis onverantwoord

is. Omdat dit tot onaanvaardbare risico’s voor een jeugdige kan leiden, heeft de Inspectie

Jeugdzorg met Het Talenten-huis afspraken gemaakt die ertoe hebben geleid dat per direct geen

crisisplaatsen meer worden aangeboden.

De Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie voor de Gezondheidszorg zijn van oordeel dat de kwaliteit

van de residentiële jeugdhulp van Het Talenten-huis op alle punten voldoende dient te zijn. Bij Het

Talenten-huis is dit bij vier van de 23 criteria het geval. Het Talenten-huis dient concrete

verbetermaatregelen te treffen voor de in dit toezicht geconstateerde tekortkomingen op het

gebied van de kwaliteit van de hulpverlening, veiligheid, cliëntpositie, organisatie en voorkomen

seksueel grensoverschrijdend gedrag.


5/28


De inspecties zullen de uitvoering van de maatregelen intensief monitoren door middel van

verscherpt toezicht. Het verscherpt toezicht is per 20 april 2016 ingesteld en heeft tot doel

intensief te volgen of de verbetermaatregelen volledig zijn en tijdig worden uitgevoerd en leiden

tot de benodigde verbetering van de kwaliteit.


6/28


Inhoudsopgave1 Inleiding ...................................................................................................................... 7

Toetsingskader ............................................................................................................... 8

2 Bevindingen ................................................................................................................. 9

2.1 Uitvoering hulpverlening ....................................................................................... 9

2.2 Veiligheid.......................................................................................................... 11

2.3 Leefklimaat ....................................................................................................... 12

2.4 Cliëntenpositie .................................................................................................. 13

2.5 Organisatie ....................................................................................................... 15

2.6 Voorkomen seksueel grensoverschrijdend gedrag .................................................. 17

3 Eindoordeel en vervolg .............................................................................................. 19

Bijlage 1 - Toetsingskader Verantwoorde hulp voor jeugd ............................................. 21

Bijlage 2 – Verantwoording............................................................................................ 26


7/28


1 Inleiding

Op 26 januari 2016 heeft de Inspectie Jeugdzorg in het kader van haar toezicht op gezinshuizen

een onaangekondigd bezoek gebracht aan gezinshuis Het Talenten-huis in Enkhuizen. Tijdens het

toezichtbezoek constateerde de inspectie dat Het Talenten-huis geen traditioneel gezinshuis is

waar kinderen in een gezinssituatie opgroeien, maar in omvang en opzet is gegroeid naar een

kleinschalige residentiële instelling.

Vanwege de omvang van de instelling en het ontbreken van een gezinssituatie, heeft de Inspectie

Jeugdzorg in overleg met de Inspectie voor de Gezondheidszorg besloten dat een bredere toetsing

aan normen die gelden voor residentiële hulp noodzakelijk is. Omdat Het Talenten-huis hulp biedt

aan jeugdigen in het kader van de Wet langdurige zorg en de Jeugdwet en Het Talenten-huis

daarmee onder toezicht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie Jeugdzorg valt,

hebben de inspecties afgesproken dat de Inspectie Jeugdzorg het toezicht mede namens de

Inspectie voor de Gezondheidszorg uitvoert. Dit toezicht is uitgevoerd op 7 maart 2016.

Het Talenten-huis

Het Talenten-huis is in 2013 gestart als gezinshuis voor kinderen met een stoornis in het autistisch

spectrum. In hun woning in Grootebroek boden de gezinshuisouders verblijf en begeleiding aan

zes jeugdigen. In de jaren daarna is het aantal plaatsen uitgebreid. Met de verhuizing van Het

Talenten-huis van Grootebroek naar twee geschakelde woningen in Enkhuizen ontstond ruimte

voor negen jeugdigen. Hier verder te noemen ‘hoofdlocatie’. Vervolgens heeft een uitbreiding

plaatsgevonden met een woning (locatie B) voor twee jong volwassenen en een woning (locatie C)

waar momenteel een jeugdige en een jong volwassene wonen. Een vierde locatie in Bovenkarspel

wordt op dit moment geschikt gemaakt voor de plaatsing van zes jeugdigen. Met de uitbreiding

van het aantal plaatsen heeft Het Talenten-huis haar doelgroep tevens verbreed naar jeugdigen

met een licht verstandelijke beperking (LVB).

Ten tijde van de uitvoering van het toezicht bood Het Talenten-huis opvang en begeleiding aan

vijftien jeugdigen en jongvolwassenen in de leeftijd van 15 tot 22 jaar. Twee jeugdigen verblijven

in Het Talenten-huis op basis van een beschikking specialistische jeugdzorg, de overigen op basis

van een Persoonsgebonden Budget (PGB) in het kader van de Jeugdwet, de Wet MaatschappelijkeOndersteuning (WMO) of de Wet langdurige zorg (Wlz). Één jeugdige is in Het Talenten-huis

geplaatst in het kader van een kinderbeschermingsmaatregel, de overige jongeren wonen er

vrijwillig.

Het Talenten-huis biedt perspectief biedende plaatsen. Dit betekent dat jeugdigen er kunnen

blijven totdat zij zelf aangeven zelfstandig te willen en kunnen gaan wonen of teruggaan naar huis.

Hiernaast bood Het Talenten-huis tot voor kort ook crisisplaatsen. Het werkgebied van Het

Talenten-huis wordt gevormd door de zeven Westfriese gemeenten en de gemeentes van de

Noordkop.


8/28


Het Talenten-huis heeft als missie en doel kinderen die door omstandigheden niet meer thuis

kunnen wonen, een normale gezinssituatie met warmte, geborgenheid en veiligheid te bieden.

Vanuit deze geborgenheid kunnen zij zich ontwikkelen tot volwassenen die volwaardig in de

maatschappij functioneren. De wijze van begeleiding door Het Talenten-huis is gebaseerd op de

‘life-coach’ benadering: kinderen ondersteunen en stimuleren hun talenten naar boven te halen.

Groepsleiders voeren de dagelijkse begeleiding uit. Elke groepsleider is daarnaast ‘buddy’ voor

enkele jeugdigen.

Met de toename van het aantal bewoners verspreid over verschillende locaties is het karakter van

Het Talenten-huis veranderd van gezinshuis in een residentiële woonvoorziening. Groepsleiders

hebben de plaats ingenomen van de gezinshuisouders en de voormalig gezinshuisouder, nu

directeur-eigenaar, vormt tegenwoordig samen met de kwaliteitsmedewerker de directie.

Daarnaast zijn er huishoudelijk personeel, een financieel medewerker en een huiswerkbegeleider

werkzaam. ’s Nachts is er een nachtwaker aanwezig. Verder zijn er vijf stagiaires van HBO en

MBO-opleidingen. Het Talenten-huis is daarvoor een erkend leerbedrijf.

Toetsingskader

Het onderzoek van de inspecties is uitgevoerd aan de hand van het toetsingskader Verantwoorde

hulp voor jeugd. Het toetsingskader bestaat uit vijf thema’s: uitvoering hulpverlening, veiligheid,

leefklimaat, cliëntenpositie en organisatie. Bij de uitvoering van het toezicht bij Het Talenten-huis

zijn een aantal elementen uit het toetsingskader Voorkomen seksueel grensoverschrijdend gedrag

betrokken. De inspecties vonden dit van belang gezien de leeftijd en samenstelling van de

doelgroep. De gebruikte toetsingskaders zijn opgenomen in bijlage 1.


9/28


2 Bevindingen

In dit hoofdstuk geven de inspecties hun oordeel weer op de thema’s uitvoering hulpverlening,

veiligheid, leefklimaat, cliëntenpositie, organisatie en voorkomen seksueel grensoverschrijdend

gedrag. Ieder thema is uitgewerkt in een aantal criteria. Elke paragraaf bevat de verwachting van

de inspecties en een tabel met de oordelen over elk criterium:

V voldoende

O onvoldoende

De beoordeling van de criteria wordt toegelicht aan de hand van de bevindingen. In het

toetsingskader dat is opgenomen in bijlage 1, staat beschreven wat de inspecties moeten hebben

aangetroffen om tot het oordeel voldoende te komen.

2.1 Uitvoering hulpverlening

De inspecties verwachten dat kinderen die jeugdhulp krijgen, de hulp krijgen die zij nodig hebben

om zich onbedreigd te kunnen ontwikkelen.

Oordeel

1. Uitvoering hulpverlening

1.1 Professionals bieden passende hulp. O

1.2 Professionals bieden hulp van goede kwaliteit. O

1.3 Professionals betrekken kinderen en ouders bij de hulp. V

1.4 Professionals stemmen af met de bij de kinderen en hun ouders betrokken instanties. O

Onderbouwing

1.1 Professionals bieden passende hulp

Voor elke jeugdige wordt na een intake een begeleidingsplan opgesteld. De focus in de begeleiding

en daarmee ook in het begeleidingplan ligt op begeleiding naar zelfstandig wonen. In het

verlengde hiervan worden in begeleidingsplan ontwikkelgebieden benoemd en doelen

geformuleerd. De doelen zijn concreet geformuleerd maar termijnen waarop deze doelen behaald

moeten zijn ontbreken. Het probleem of hulpvraag van de jeugdige is niet altijd verwoord in het

begeleidingsplan.


10/28


Hierdoor is niet navolgbaar of de begeleiding passend is bij de problematiek van de jeugdige. Bij

de intake wordt de thuissituatie in kaart gebracht, maar eventuele gezinsproblematiek leidt niet tot

een gezinsgerichte benadering.

1.2 Professionals bieden hulp van goede kwaliteit

De medewerkers van Het Talenten-huis werken niet volgens professionele standaarden.

Er is een kwaliteitshandboek, opgesteld in het kader van de HKZ–certificering, waarin een aantal

processen wordt beschreven maar dit bevat geen methodische richtlijnen voor de medewerker.

Ook de ‘life-coach‘-benadering is niet vertaald in een methodische aanpak. Er is wel een beperkt

aantal richtlijnen aanwezig, zoals een meldcode, maar deze zijn onvoldoende vertaald naar de

specifieke werksituatie/omgeving van Het Talenten-huis.

Het Talenten-huis onderscheidt in het begeleidingstraject in beperkte mate cruciale momenten die

als een kernbeslissing aangeduid zouden kunnen worden, zoals het besluit om een jeugdige door

te plaatsen naar een fasehuis. Er zijn geen richtlijnen waar in staat met wie begeleiders

belangrijke besluiten in begeleidingstraject kunnen nemen. Er is geen gedragswetenschapper

betrokken bij Het Talenten-huis. Begeleiders zeggen belangrijke besluiten zoals het intern

doorstromen naar een andere locatie van Het Talenten-huis, te nemen in het maandelijkse

medewerkersoverleg, of in overleg met de directeur-eigenaar en andere professionals die op dat

moment aanwezig zijn.

Op vastgestelde momenten wordt samen met de jeugdige en ouders de voortgang in de doelen

geëvalueerd. De termijnen waarop begeleidingsplannen en evaluaties gereed moeten zijn, worden

bewaakt.

Het Talenten-huis biedt geen behandeling, maar als deze wel nodig is, bijv bij psychiatrische

problematiek, wordt een bewoner doorverwezen naar de GGZ. De groepsleiders ondersteunen de

jeugdige daarbij. De meeste bewoners verlaten Het Talenten-huis om zelfstandig te gaan wonen,

incidenteel gaat een bewoner terug naar zijn ouders. Na vertrek uit Het Talenten-huis wordt soms

nog contact met de jeugdige onderhouden. De locaties B en C - en straks ook locatie D - worden

gebruikt als fasehuis: een tussenstap naar zelfstandig wonen. Deze jeugdigen worden vanuit de

hoofdlocatie begeleid en met vragen kunnen zij hier terecht bij de medewerkers.

1.3 Professionals betrekken kinderen en ouders bij de hulp

Voor plaatsing wordt jeugdigen en ouders duidelijkheid gegeven over de inhoud en uitvoering van

de hulp. Ouders en jeugdigen krijgen een rondleiding en een kennismakingsgesprek. Vervolgens

nemen zij een besluit over het verblijf. De intake vindt plaats met de jeugdige en diens ouder(s)

en ook bij de evaluatiegesprekken zijn de ouder(s) aanwezig. Ook worden ouders geïnformeerd als

zich een incident heeft voorgedaan en in voorkomend geval betrokken bij afspraken die daarover

gemaakt worden met de jeugdige. Als ouders geen betrokkenheid bij de hulp willen, dan wordt dat

gerespecteerd.


11/28


1.4 Professionals stemmen af met de bij de kinderen en hun ouders betrokken instanties

Bijna alle jeugdigen verblijven op basis van een persoonsgebonden budget vrijwillig in Het

Talenten-huis. Bij aanvang van de plaatsing is er geen of zeer beperkt informatie bekend over

eventuele voorafgaande vormen van hulp. Het is aan de jeugdige en diens ouder(s) om Het

Talenten-huis hierover te informeren en vervolgens toestemming te geven informatie op te

vragen. In voorkomend geval gebeurt dit ook. Ook over de jeugdigen die door een gemeente zijn

geplaatst is voor plaatsing geen of zeer beperkte informatie beschikbaar. Er vindt geen

afstemming of evaluatie plaats met andere betrokken instanties. Als gedurende het verblijf een

jeugdige start met een individuele behandeling bij een GGZ-instelling, dan zijn er wel contacten

vanuit Het Talenten-huis met de betreffende instelling of behandelaar. Er wordt echter geen

gezamenlijk plan gemaakt.

2.2 Veiligheid

De inspecties verwachten dat kinderen die jeugdhulp krijgen, worden beschermd tegen gevaren

die hun ontwikkeling bedreigen.

Oordeel

2. Veiligheid

2.1 Professionals houden goed zicht op de veiligheid van kinderen. O

2.2 Professionals beperken de veiligheidsrisico’s voor kinderen. O

2.3 Professionals zorgen ervoor dat acuut onveilige situaties voor kinderen worden opgeheven. O

2.4 De instelling zorgt ervoor dat kinderen op een veilige wijze medicatie ontvangen V

Onderbouwing

2.1. Professionals houden goed zicht op de veiligheid van kinderen

Professionals hebben geen actueel beeld van de veiligheid van de jeugdigen. Overdag zijn

medewerkers aanwezig. Zij hebben zicht op de jeugdigen als deze in huis zijn. Als jeugdigen

buitenshuis zijn weten de begeleiders veelal wel waar de jeugdigen zijn, maar niet met wie. Het

sociaal netwerk is niet voor elke jeugdige in kaart gebracht.

Op weekdagen is op de hoofdlocatie ’s nachts van 23.00 uur tot 07.00 uur een slaapwacht

aanwezig. De slaapwacht heeft een eigen kamer en de jeugdigen kunnen indien nodig een beroep

op hem doen. De slaapwacht is geen (gekwalificeerde) jeugdhulpverlener. In het weekend wordt

de slaapdienst door de directeur-eigenaar uitgevoerd.

Op de nevenlocaties is op wisselende tijden de buddy van de jongeren aanwezig. Hier is niet

structureel voorzien in een nachtdienst waardoor er ook niet altijd zicht is op de veiligheid van de

jeugdigen die daar wonen.


12/28


2.2 Professionals beperken de veiligheidsrisico’s voor kinderen.

Interne richtlijn is dat bij de plaatsing van een jeugdige in Het Talenten-huis aan de hand van het

risicotaxatie instrument de Lirik de risico’ s worden ingeschat. Dit gebeurt gedurende het verblijf

eenmaal. Er zijn geen verdere richtlijnen over de frequentie en criteria voor het gebruik van de

Lirik.

De resultaten van de inschatting worden niet multidisciplinair besproken en er wordt geen vervolg

gegeven aan de uitkomst van de inschatting in het begeleidingsplan. Daardoor is niet altijd

duidelijk of en hoe geconstateerde veiligheidsrisico’s worden beperkt. Een enkele keer worden er

veiligheidsafspraken gemaakt met de jeugdige. Ook ouders worden daarbij betrokken.

2.3. Professionals zorgen er voor dat acuut onveilige situaties voor kinderen worden opgeheven

Er zijn geen (schriftelijke) richtlijnen voor het handelen bij acuut onveilige situaties, waardoor

medewerkers niet goed weten hoe zij moeten handelen in geval van acute onveiligheid. In de

praktijk kan bij een onveilige situatie ’s nachts of in het weekend een beroep op een collega

worden gedaan. Medewerkers zijn niet geschoold in het omgaan met onveilige situaties van

kinderen zoals in het omgaan met agressie en de-escalerend werken.

2.4 De instelling zorgt ervoor dat kinderen op een veilige wijze medicatie ontvangen

Het Talenten-huis heeft het omgaan met medicatie zorgvuldig georganiseerd. Er is een actueel

medicatieoverzicht en de medicijnen worden op verantwoorde wijze bewaard.

2.3 Leefklimaat

De inspecties verwachten dat kinderen in de residentiële jeugdhulp, verblijven in een

aandachtvolle omgeving.

Oordeel

3. Leefklimaat

3.1 De fysieke leefomgeving is van goede kwaliteit. V

3.2 Het leefklimaat is passend bij de kinderen. V

3.3 Professionals hebben een respectvolle houding naar de kinderen. O

Onderbouwing

3.1. De fysieke leefomgeving is van goede kwaliteit.

Jeugdigen zijn tevreden over de leefomgeving. Zij hebben een eigen kamer die zij met

persoonlijke spullen hebben ingericht. Zij kunnen hun kamer afsluiten. De leefomgeving is schoon

en opgeruimd.


13/28


3.2 Het leefklimaat is voldoende passend bij de kinderen

De bewoners moeten een dagbesteding hebben in de vorm van werk of school en worden daar

door de begeleiders ook in gestimuleerd. Er is een vaste leefroutine en er zijn huisregels.

Bewoners kennen deze regels. Aandachtspunt hierbij is dat bewoners aangeven dat de begeleiders

niet consistent en consequent omgaan met de huisregels. Dit creëert onduidelijkheid en

onzekerheid voor de bewoners.

Bewoners vullen zelf hun vrije tijd in. Er is geen activiteitenprogramma voor de weekenden en

vakanties. De kosten van activiteiten buitenshuis (sport, cursussen) komen in principe voor

rekening van de bewoner of diens ouders, maar worden soms door Het Talenten-huis betaald.

Voor bewoners is niet transparant op welke gronden individuele kosten wel of niet door Het

Talenten-huis vergoed worden. Het Talenten-huis regelt geen vervoer voor de jeugdigen in het

weekend naar sportactiviteiten.

3.3 Professionals hebben een respectvolle houding naar de kinderen.

Professionals hebben onvoldoende tijd en aandacht voor de bewoners. Jongeren die op de

hoofdlocatie wonen, geven aan dat het (veel) te druk is in het huis. De capaciteit van Het

Talenten-huis is berekend op negen bewoners terwijl dat er momenteel twaalf zijn. Daarbij zijn

ook de vier bewoners van de nevenlocaties op ongeregelde tijden in het huis. Rond het avondeten

lopen er bovendien veel begeleiders op de groep rond. De drukte maakt dat bewoners zich

terugtrekken op hun kamer.

Bewoners ervaren de aandacht van begeleiders bovendien niet als vanzelfsprekend maar als

functioneel. Bewoners met externaliserend en grensoverschrijdend gedrag krijgen veel aandacht,

aandacht voor de overige bewoners vanuit de begeleiding is niet persoonlijk maar veelal beperkt

tot vragen over school en werk. Persoonlijke aandacht ervaren bewoners wel in de maandelijkse

buddy-gesprekken.

De bewoners ervaren vooral bij de directeur-eigenaar een positieve benadering. Zij benoemen dat

de directeur-eigenaar bewoners op negatief gedrag aanspreekt en daar een positief vervolg aan

geeft. Volgens de jeugdigen zouden groepsleiders daarentegen enkel en bij voortduring negatief

reageren op overtreding van regels.

2.4 CliëntenpositieDe inspecties verwachten dat instellingen die jeugdhulp bieden, kinderen en hun ouders voldoende

mogelijkheden bieden om voor hun individuele en gemeenschappelijke belangen op te komen.


14/28


Oordeel

4. Cliëntenpositie

4.1 De instelling geeft kinderen en hun ouders de mogelijkheid om voor hun individuele belangen

op te komen. O

4.2 De instelling draagt zorg voor de behartiging van gemeenschappelijke belangen van kinderen

en hun ouders.O

4.3 De instelling gaat zorgvuldig om met de gegevens van kinderen en hun ouders. O

Onderbouwing

4.1 De instelling geeft kinderen en hun ouders de mogelijkheid om voor hun individuele belangen

op te komen

Bewoners en hun ouders worden bij binnenkomst in Het Talenten-huis niet (schriftelijk)

geïnformeerd over cliëntenrechten. Als er klachten zijn bespreken bewoners deze in eerste

instantie met de directeur-eigenaar. Bewoners voelen zich dan gehoord. Het Talenten-huis is

aangesloten bij de Stichting geschillencommissie gezondheidszorg. Cliënten kunnen hier klachten

indienen. De jeugdigen zijn echter niet bekend met een klachtenprocedure of externe

klachtencommissie.

Er is nog geen onafhankelijke vertrouwenspersoon. Recent heeft Het Talenten-huis contact

hierover gelegd met het Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ).

4.2 De instelling draagt zorg voor de behartiging van gemeenschappelijke belangen van kinderen

en hun ouders

Het Talenten-huis heeft de inspraak van bewoners of van hun ouders niet georganiseerd. In

voorkomende gevallen wordt een bepaald onderwerp tijdens het avondeten aan bewoners

voorgelegd, bijvoorbeeld over roken. Er is eenmaal een enquête onder bewoners geweest over

onderwerpen die betrekking hadden op de dagelijkse gang van zaken.

4.3 De instelling gaat zorgvuldig om met de gegevens van kinderen en hun ouders

De privacy van bewoners wordt onvoldoende gewaarborgd. Professionals gebruiken hun privé-

telefoon voor een medewerkers-WhatsApp-groep en bewoners-WhatsApp-groep. In de

medewerkersgroep wordt alle informatie over bewoners gecommuniceerd. Dit betekent dat in een

niet beveiligde omgeving gegevens van kinderen worden uitgewisseld. Papieren cliëntdossiers

worden in het kantoor bewaard maar het kantoor is toegankelijk voor iedereen. Ook kunnen

bewoners die zich willen terugtrekken uit de drukte hier terecht.

Zeker in het weekend, als er maar één groepsleider aanwezig is, zal dit niet altijd onder toezicht

van een medewerker zijn.

Informatie over cliënten wordt op verschillende plekken bewaard. Informatie wordt, naast het

papieren dossier, opgeslagen in een digitaal dossier, in een buddymap en in de groepsapp.

Hierdoor ontbreekt een overzichtelijk totaalbeeld.


15/28


2.5 Organisatie

De inspecties verwachten dat instellingen die jeugdhulp bieden, voorzien in de voorwaarden om

verantwoorde hulp te leveren.

Oordeel

5. Organisatie

5.1 De instelling voert systematisch kwaliteitsmanagement uit. O

5.2 De instelling zet gekwalificeerde professionals in. O

5.3 De instelling handelt conform de wet om haar doelen te bereiken. O

5.4 De instelling zorgt voor jeugdhulp in samenhang met andere hulp. O

5.5 De instelling werkt volgens de Governancecode. O

Onderbouwing

5.1 De instelling voert systematisch kwaliteitsmanagement uit.

In de visie van de directeur-eigenaar staan in de uitvoering van de hulp een holistische en

toekomstgerichte benadering van de jeugdigen centraal. Dit betekent dat het Talenten-huis door

het benadrukken van talenten en het benoemen van succeservaringen jeugdigen wil stimuleren tot

gedragsverandering. Dat deze visie leidt tot verantwoorde hulp is niet aannemelijk gemaakt. Devisie is niet uitgewerkt op schrift, niet vertaald in methodische richtlijnen voor medewerkers en uit

de interviews met medewerkers is niet naar voren gekomen dat bovenstaande visie leidend is in

hun handelen.

Het Talenten-huis beschikt niet over een kwaliteitsbeleid. Op een aantal onderwerpen zijn er

weliswaar kwaliteitsrichtlijnen voor medewerkers aanwezig maar deze richtlijnen zijn algemeen en

niet gespecificeerd naar Het Talenten-huis. Het Talenten-huis verzamelt bovendien niet

systematisch informatie over de kwaliteit van de hulp en brengt dus ook niet op grond daarvan

verbeteringen aan.Incidenten worden geregistreerd en binnen het team besproken, maar niet systematisch

geanalyseerd. Een richtlijn voor medewerkers ter beoordeling van situaties als (g)een incident of

als een calamiteit ontbreekt bovendien.

Ook zijn er geen werkinstructies opgesteld over hoe te handelen bij een incident of calamiteit of

over de registratie daarvan. Het Talenten-huis registreert en analyseert klachten niet.

5.2 De instelling zet gekwalificeerde professionals in

In Het Talenten-huis werken momenteel vijftien betaalde medewerkers in verschillende functies,

zoals groepsleider en nachtwaker. Daarnaast zijn er vijf stagiaires. Medewerkers starten meestalals stagiaire of als vrijwilliger, of op basis van een 0-urencontract.


16/28


Bij voldoende functioneren kan dat leiden tot een vaste aanstelling bij Het Talenten-huis. Het

opleidings- en ervaringsniveau van medewerkers is niet altijd voldoende voor de functie. De

directeur-eigenaar oefent alle functies uit zonder hiervoor een passende opleiding gevolgd te

hebben. De algemeen directeur, met de nevenfunctie van kwaliteitsmedewerker, is afkomstig uit

het onderwijs. Er zijn zes groepsleiders met een HBO-opleiding, waaronder een HBO-opleiding

psychologie: drie van hen zijn geregistreerd in het Kwaliteitsregister Jeugd, van drie lopen de

aanvragen. Daarnaast werken er twee groepsleiders met een MBO-opleiding. De stagiaires volgen

een opleiding op MBO- of HBO-niveau.

De groei in het aantal plaatsen en locaties en de daarmee gepaard gaande aanstelling van

medewerkers heeft niet geleid tot een differentiatie in (en delegatie van) verantwoordelijkheden

en bevoegdheden. De directeur-eigenaar is de eerste aanspreekpersoon voor bewoners,

medewerkers en ketenpartners. Ook de besluitvorming op zowel casus – als organisatieniveau ligt

bij de directeur-eigenaar.

Medewerkers zijn beperkt geschoold en getraind in het werken met de specifieke doelgroep van

Het Talenten-huis i.c. jongeren met autisme of met een licht verstandelijke beperking. Er is een

scholingsbudget en een scholingsplan waarin per medewerker een scholingsprogramma is

opgesteld. Het basisaanbod bestaat voornamelijk uit trainingen BHV en een e-learning module

medicatie Jeugd en Jongeren. Op de doelgroep gerichte trainingen ontbreken in het programma.

Daarnaast beschikt elke medewerker over een Individueel Keuze Budget (IKB) om een opleiding

naar keuze te kunnen volgen dat in principe passend is bij diens werkzaamheden en

ontwikkeltraject. Het scholingsbudget is echter beperkt, waardoor het risico bestaat dat het niet

gerealiseerd kan worden. Medewerkers volgen geen intervisie.

5.3 De instelling handelt conform de wet om haar doelen te bereiken

Van vijftien van de zeventien medewerkers is een actuele Verklaring Omtrent Gedrag (VOG)

aanwezig. De VOG is afgegeven voor de betreffende functie. Van een medewerker en een stagiaire

ontbreekt de VOG.

Het Talenten-huis beschikt over de meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling maar de

medewerkers zijn niet bekend met de inhoud of de toepassing daarvan.

Het Talenten-huis neemt de wettelijke bewaartermijnen van cliëntdossiers in acht.

5.4 De instelling zorgt voor jeugdhulp in samenhang met andere hulp

Het Talenten-huis heeft geen afspraken met ketenpartners vastgelegd. Het Talenten-huis is niet

aangesloten bij een brancheorganisatie en participeert als organisatie niet in een netwerk van

maatschappelijke of jeugdhulporganisaties.

Afhankelijk van de individuele medewerker wordt bij stagnatie van de hulp opgeschaald naar de

directeur-eigenaar of blijft de medewerker zelf zoeken naar een oplossing. Er zijn geen richtlijnen

of werkinstructies voor het onderhouden van externe contacten. In het algemeen geldt dat dit

hoort bij de taken van de directeur-eigenaar en medewerkers met een aanstelling van meer dan

32 uur.


17/28


5.5 De instelling werkt volgens de Governancecode

De rechtsvorm van Het Talenten-huis is een Besloten Vennootschap (BV), er is geen bestuur of

raad van toezicht. De overweging van de directeur-eigenaar en algemeen directeur is daarbij

onder andere dat een raad van toezicht zou leiden tot vertraging in de besluitvorming en daardoor

de slagvaardigheid uit de organisatie zou halen.

Het Talenten-huis heeft niet op een andere wijze georganiseerd dat de directie wordt

gecontroleerd. Hierdoor is door de organisatie onvoldoende geregeld dat er toezicht is op de

kwaliteit van de jeugdhulp, de besteding van de financiën en de naleving van de wet.

Het Talenten-huis stelt geen jaarlijkse maatschappelijke verantwoording op. Jaarlijks wordt wel

een financiële verantwoording t.b.v. de accountantsverklaring en een zogenaamde

‘systeembeoordeling’ in het kader van de HKZ-certificering voor ‘Kleine organisaties’ opgesteld. In

de systeembeoordeling wordt een beknopte beschrijving van een aantal ontwikkelingen in

voorgaande jaar weergegeven. Deze systeembeoordeling is niet openbaar.

2.6 Voorkomen seksueel grensoverschrijdend gedrag

Oordeel

6. VOORKOMEN SEKSUEEL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG

6.1Professionals besteden structureel aandacht aan een gezonde seksuele ontwikkeling voor

kinderenO

6.2 Professionals handelen adequaat bij risico’s op seksueel grensoverschrijdend gedrag. O

6.3 Professionals handelen adequaat bij (vermoedens van) seksueel grensoverschrijdend gedrag. O

6.4 De instelling voorziet in de randvoorwaarden om een gezonde seksuele ontwikkeling van

kinderen te bevorderen en hen te beschermen tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag.O

Onderbouwing

6.1 Professionals besteden structureel aandacht aan een gezonde seksuele ontwikkeling voor

kinderen

In het begeleidingsplan is seksuele ontwikkeling in het format opgenomen maar alleen als er

bijzonderheden zijn, worden hier afspraken over opgenomen. De buddy’s van de jeugdigen

spreken met hen over omgangsvormen, relaties en seksualiteit.

Dit doen zij niet aan de hand van een bepaalde methodiek. Er wordt geen gebruik gemaakt van

educatieve materialen op dit gebied en er is geen thematisch aanbod voor alle jeugdigen.

6.2 Professionals handelen adequaat bij risico’s op seksueel grensoverschrijdend gedr ag

Interne richtlijn is dat bij de plaatsing van een jeugdige in Het Talenten-huis aan de hand van het

risicotaxatie-instrument de Lirik de risico’ s worden ingeschat. In de Lirik krijgen risico’s op

seksueel grensoverschrijdend gedrag echter onvoldoende expliciete aandacht.


18/28


6.3 Professionals handelen adequaat bij (vermoedens van) seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Bij (vermoedens van) van seksueel grensoverschrijdend gedrag worden signalen niet systematisch

in kaart gebracht. Als er sprake is van grensoverschrijdend gedrag wordt ad hoc gehandeld en niet

op basis van een meldcode. De meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is wel besproken

in het medewerkersoverleg maar niet geïmplementeerd.

Vermoedens van seksueel grensoverschrijdend gedrag zijn voor Het Talenten-huis geen aanleiding

om de risicotaxatie opnieuw uit te voeren. Vermoedens worden niet besproken met een extern

deskundige zoals een gedragswetenschapper.

6.4 De instelling voorziet in de randvoorwaarden om een gezonde seksuele ontwikkeling van

kinderen te bevorderen en hen te beschermen tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag

Het onderwerp seksualiteit is geen terugkerend agendapunt in het medewerkersoverleg. Er is geen

specifieke aandachtsfunctionaris binnen Het Talenten-huis, wel wordt een groepsleider als de

deskundige op dit terrein beschouwd door de collega’s. Er zijn geen richtlijnen of procedures of

werkinstructies hoe de gezonde ontwikkeling van kinderen te bevorderen en hen te beschermen

tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag. De medewerkers hebben recent wel een training

gehad over autisme en seksualiteit.

Er is een aanspreekcultuur binnen Het Talenten-huis maar gezien de familiebanden tussen de

directeur-eigenaar en enkele medewerkers worden er in de praktijk wel beperkingen ervaren.

Er is bovendien geen gedragscode voor medewerkers die richting geeft aan de omgang tussen

medewerkers en cliënten. In de praktijk is er dan ook onvoldoende professionele distantie van de

medewerkers naar de cliënten. Cliënten beschikken over de privételefoonnummers en -

mailadressen van de medewerkers. Ook zijn medewerkers met cliënten bevriend op facebook.


19/28


3 Eindoordeel en vervolg

Het eindoordeel van de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie voor de Gezondheidszorg luidt dat de

kwaliteit van de uitvoering van de jeugdhulp van Het Talenten-huis onvoldoende is.

Het Talenten-huis heeft zich in een relatief korte tijd ontwikkeld van een gezinshuis naar een

voorziening met meerdere locaties. Het Talenten-huis komt daarmee tegemoet aan de

toegenomen vraag van gemeenten naar woon- en opvangvoorzieningen voor jeugdigen en jong

volwassenen. Met de groei is echter het karakter van een gezinshuis, een setting waarin een

kleinschalige gezinssituatie voor kinderen wordt gecreëerd, verloren gegaan terwijl Het Talenten-

huis zich nog wel als dusdanig profileert. Er is geen bij de grootschaligheid passende organisatie

en bijbehorende werkwijze voor in de plaats gekomen. Met het aannemen van een aantal

beroepskrachten alleen wordt nog geen verantwoorde zorg geboden die voldoet aan de eisen die

daaraan op het gebied van kwaliteit en professionaliteit worden gesteld. Naar oordeel van de

inspecties is een situatie ontstaan die (te) veel risico’s in zich draagt voor de jeugdigen en jong

volwassenen die in Het Talenten-huis verblijven.

Acute risico’ s zien de inspecties in de crisisplaatsingen. Een crisisplaatsing betekent per definitie

dat er sprake is van dermate urgente problematiek dat een (uithuis)plaatsing van een jeugdige

direct noodzakelijk is, terwijl er weinig over de jeugdige en diens problematiek bekend is. De

problematiek kan uiteenlopend van aard zijn. Het Talenten-huis heeft hiervoor niet de

noodzakelijke kennis en ervaring in huis, waardoor in het geval van crisisinterventies geen

adequate en verantwoorde hulp geboden kan worden. Dit in combinatie met het ontbreken van

een veiligheidsbeleid en het feit dat Het Talenten-huis onvoldoende aandacht voor de veiligheid

van jeugdigen en jong volwassenen heeft, maken dat naar oordeel van de inspecties het opnemen

van jeugdigen in een crisissituatie door Het Talenten-huis onverantwoord is.

Omdat bovenstaande tot onaanvaardbare risico’s voor een jeugdige kan leiden en het bestuur van

Het Talenten-huis zich dit ook realiseerde, heeft de Inspectie Jeugdzorg met Het Talenten-huis

afspraken gemaakt die ertoe hebben geleid dat per direct geen crisisplaatsen meer beschikbaar

zijn.

Verder constateren de inspecties dat de groei van Het Talenten-huis er toe heeft geleid dat de

doelgroep niet meer alleen wordt gevormd door jeugdigen met een stoornis op het

autismespectrum maar ook jeugdigen met een licht verstandelijke beperking en jeugdigen in een

crisissituatie. Deze uitbreiding van de doelgroep stelt een aantal eisen aan de werkwijze en

deskundigheid van de medewerkers. Het plaatsen van jeugdigen met diverse problematiek in een

voorziening stelt ook eisen aan de beoordeling van de passendheid van de geboden zorg in relatie

tot de begeleidingsvraag en achtergrond van de jeugdige en groepssamenstelling. Het Talenten-

huis is tot beide niet goed in staat.


20/28


De werkwijze en expertise van Het Talenten-huis is nog primair ingericht op het begeleiden van

jeugdigen naar volwassenheid, bijvoorbeeld door het voorzien in dagbesteding, en niet gericht op

het bieden van passende hulp.

Hierdoor ontstaat het risico dat onderliggende problematiek bij jeugdigen niet of onvoldoende

wordt gezien en daarop wordt gehandeld. Dit is temeer het geval in risicovolle situaties voor

jeugdigen, omdat het maken van een risico-inschatting bij Het Talenten-huis het karakter van een

op zich zelf staande en verplichte handeling heeft, de resultaten van de inschatting niet

multidisciplinair worden geduid en er geen gevolg aan wordt gegeven in het begeleidingsplan.

Tot slot constateren de inspecties dat in Het Talenten-huis geen heldere taak en

verantwoordelijkheidsverdeling met de daarbij behorende bevoegdheden is, waardoor

medewerkers hun positie niet in kunnen nemen naar jeugdigen en binnen het netwerk. Voor de

jeugdigen creëert dit een verwarrende en onzekere situatie. Ook bestaat er onvoldoende

professionele distantie van medewerkers naar cliënten en onvoldoende professionele afstand van

de directeur eigenaar tot het primaire proces. Omdat Het Talenten-huis naast de cliënteninspraak

en het klachtenrecht, ook het extern toezicht op de organisatie niet goed georganiseerd heeft, zijn

er onvoldoende corrigerende mechanismes aanwezig zijn.

VERVOLG

De beide inspecties zijn van oordeel dat de kwaliteit van de residentiële jeugdhulp van Het

Talenten-huis op alle punten voldoende dient te zijn. Bij Het Talenten-huis is dit bij slechts vier

van de 23 criteria het geval.

Het Talenten-huis dient concrete verbetermaatregelen te treffen voor de in dit toezicht

geconstateerde tekortkomingen op het gebied van de kwaliteit van de hulpverlening, veiligheid,

cliëntpositie organisatie en voorkomen seksueel grensoverschrijdend gedrag.

De inspecties zullen de uitvoering van de maatregelen intensief monitoren door middel van

verscherpt toezicht. Het verscherpt toezicht is per 20 april 2016 ingesteld en heeft tot doel

intensief te volgen of de verbetermaatregelen volledig zijn en tijdig worden uitgevoerd en leiden

tot de benodigde verbetering van de kwaliteit.

Het definitieve rapport wordt actief openbaar gemaakt op de websites van beide inspecties.

Daarnaast zal de Inspectie Jeugdzorg het rapport bespreken met de Westfriese gemeenten en de

gemeenten uit de Noordkop die jeugdigen en jong volwassenen plaatsen in Het Talenten-huis.

Gemeenten zijn tenslotte verantwoordelijk voor een passend en kwalitatief verantwoord aanbod

van jeugdhulp. In het gesprek met de gemeenten wil de Inspectie Jeugdzorg ingaan op de eisen

die gemeenten stellen aan de kwaliteit van de jeugdhulp en de wijze waarop zij er op toezien dat

deze kwaliteit ook geboden wordt.


21/28


Bijlage 1 - Toetsingskader Verantwoorde hulp voor

jeugd en Voorkomen Seksueel Grensoverschrijdend

gedrag

Het toetsingskader bestaat uit de thema’s uitvoering hulpverlening, veiligheid, leefklimaat,

cliëntenpositie en organisatie. Daarnaast zijn er thema’s uit het toetsingskader Voorkomen

Seksueel grensoverschrijdend gedrag in opgenomen. Ieder thema is uitgewerkt in een aantal

criteria. Om van de oordelen op de verschillende criteria te komen tot het eindoordeel, is de

onderstaande beslisregel gehanteerd. Van deze beslisregel wordt alleen gemotiveerd afgeweken

als op inhoudelijke gronden hiervoor aanleiding bestaat.

Het eindoordeel is:

1. voldoende als 75 procent van de criteria of meer als een voldoende is beoordeeld;

2. matig als tussen de 65 en 75 procent van de criteria als een voldoende is beoordeeld;

3. onvoldoende als minder dan 65 procent van de criteria als een voldoende is beoordeeld, of als

een instelling op één of meerdere thema’s op alle criteria als onvoldoende is beoordeeld.

1. UITVOERING HULPVERLENINGKinderen krijgen de hulp die zij nodig hebben om zich onbedreigd te kunnen ontwikkelen.

1.1 Professionals bieden passende hulp.

Verwachtingen:

Professionals bieden hulp die aansluit bij de relevante ontwikkelgebieden en de problematiek van

de kinderen.

Professionals bieden hulp die aansluit bij de achtergrond, eigen mogelijkheden en het

probleemoplossend vermogen van kinderen, hun ouders en hun netwerk.

Professionals zorgen ervoor dat kinderen contact kunnen (onder)houden met hun ouders en hun

netwerk.

1.2 Professionals bieden hulp van goede kwaliteit.

Verwachtingen:

Professionals werken volgens professionele standaarden.

Professionals zetten de hulp tijdig in.

Professionals nemen kernbeslissingen in multidisciplinair verband.

Professionals zorgen voor continuïteit van de hulp.

1.3 Professionals betrekken kinderen en ouders bij de hulp.

Verwachtingen:

Professionals werken met een plan dat door of in overleg met kinderen en hun ouders is

opgesteld.

Professionals bieden kinderen en hun ouders duidelijkheid over de inhoud en uitvoering van de

hulp.

Professionals bejegenen kinderen en hun ouders met respect en nemen hen serieus bij de

uitvoering van de hulp.

1.4 Professionals stemmen af met de bij de kinderen en hun ouders betrokken instanties.

Verwachtingen:

Professionals stemmen het plan af met de plannen van de overige betrokken instanties.


22/28


Professionals evalueren regelmatig het resultaat van de geboden hulp met de overige betrokken

instanties.

Professionals zorgen voor een tijdige en volledige overdracht naar de overige betrokken

instanties.

2. VEILIGHEID

Kinderen worden beschermd tegen gevaren die hun ontwikkeling bedreigen.

2.1 Professionals houden goed zicht op de veiligheid van kinderen.

Verwachtingen:

Professionals hebben een actueel beeld van de veiligheid van kinderen.

Professionals schatten de veiligheid van kinderen in aan de hand van een gestandaardiseerd

risicotaxatie instrument.

Professionals beoordelen de veiligheid in multidisciplinair verband.

2.2 Professionals beperken de veiligheidsrisico’s voor kinderen.

Verwachtingen:

Professionals bepalen mede op basis van de veiligheid srisico’s de in te zetten hulp.

Professionals bewaken de gemaakte afspraken over het beper ken van de veiligheidsrisico’s.

Professionals stellen vast of de veiligheidsrisico’s zijn verminderd.

2.3 Professionals zorgen ervoor dat acuut onveilige situaties voor kinderen worden opgeheven.

Verwachtingen:

Professionals treden bij acute onveiligheid actief op.

Professionals bepalen multidisciplinair hoe bij acute onveiligheid van kinderen te handelen.

Professionals zijn toegerust om met acuut onveilige situaties voor kinderen om te kunnen gaan.

3. LEEFKLIMAAT1 Kinderen verblijven in een aandachtvolle omgeving.

3.1 De fysieke leefomgeving is van goede kwaliteit.

Verwachtingen:

Kinderen zijn tevreden over de fysieke leefomgeving.

De leefomgeving is schoon, passend en veilig.

Kinderen hebben invloed op de inrichting van de fysieke leefomgeving.

3.2 Het leefklimaat is passend bij de kinderen.

Verwachtingen:

Het leefklimaat past bij de leeftijd en de ontwikkelingsfase van de kinderen.

Kinderen kennen de dagelijkse routine en de regels binnen de instelling.

Kinderen leiden een voor hen zo gewoon mogelijk leven, inclusief onderwijs en vrijetijdsbesteding.

3.3 Professionals hebben een respectvolle houding naar de kinderen.

Verwachtingen:

Kinderen vertrouwen de professionals.

Professionals hebben tijd en aandacht voor de kinderen.

Professionals belonen positief gedrag van kinderen.

Professionals tonen voorbeeldgedrag.

1 Het thema leefklimaat wordt alleen getoetst in de residentiële jeugdhulp.


23/28


4. CLIËNTENPOSITIE Kinderen en hun ouders krijgen voldoende mogelijkheden om voor hun individuele en gemeenschappelijke

belangen op te komen.

4.1 De instelling geeft kinderen en hun ouders de mogelijkheid om voor hun individuele belangen op te

komen.

Verwachtingen:

De instelling onderneemt actie indien kinderen en/of hun ouders aangeven ontevreden te zijn over

de aan hen geboden hulp.

Kinderen en/of hun ouders kunnen gebruikmaken van een onafhankelijke vertrouwenspersoon.

Kinderen en/of hun ouders kunnen een klacht indienen bij een onafhankelijke klachtencommissie.

4.2 De instelling draagt zorg voor de behartiging van gemeenschappelijke belangen van kinderen en

hun ouders.

Verwachtingen:

De instelling beschikt over een representatieve cliëntenraad.

De instelling draagt er zorg voor dat de cliëntenraad naar behoren kan functioneren.

De instelling gebruikt de adviezen van de cliëntenraad.

De instelling informeert kinderen en hun ouders actief over de cliëntenraad en de wijze waarop de

medezeggenschap binnen de instelling is georganiseerd.

4.3 De instelling gaat zorgvuldig om met de gegevens van kinderen en hun ouders.

Verwachtingen:

De instelling waarborgt de privacy van kinderen en hun ouders.

De instelling zorgt voor waarheidsgetrouwe verslaglegging.

De instelling reageert adequaat op een inzage-, afschrift-, of wijzigingsverzoek van kinderen en/of

hun ouders.


24/28


5. ORGANISATIE De instelling voorziet in de voorwaarden om verantwoorde hulp te leveren.

5.1 De instelling voert systematisch kwaliteitsmanagement uit.

Verwachtingen:

De instelling heeft een visie op hoe zij verantwoorde hulp biedt.

De instelling verzamelt systematisch informatie over de kwaliteit van de hulp.

De instelling brengt op basis van de verzamelde informatie veranderingen aan om de kwaliteit van

de hulp te verbeteren.

5.2 De instelling zet gekwalificeerde professionals in.

Verwachtingen:

De instelling zorgt voor een verantwoorde werktoedeling.

De instelling zet professionals in die aantoonbaar zijn geschoold voor de functie die zij uitoefenen.

De instelling biedt medewerkers de mogelijkheid kennis en vaardigheden actueel te houden.

De instelling heeft richtlijnen en procedures vastgesteld voor het handelen van de professionals.

5.3 De instelling handelt conform de wet om haar doelen te bereiken.

Verwachtingen:

De instelling beschikt over actuele VOG’s van medewerkers die contact hebben met kinderen ofhun ouders.

De instelling handelt volgens een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.

De instelling past vrijheidsbeperkende maatregelen toe conform de wettelijke kaders.

De instelling hanteert de wettelijke bewaartermijn voor dossiers.

5.4 De instelling zorgt voor jeugdhulp in samenhang met andere hulp.

Verwachtingen:

De instelling heeft samenwerkingsafspraken met haar ketenpartners vastgelegd.

De instelling stelt haar professionals in staat samen te werken met ketenpartners.

5.5 De instelling werkt volgens de Governancecode.

Verwachtingen:

De instelling beschikt over een Raad van Toezicht die intern toezicht houdt. De instelling beschikt over een Raad van Toezicht die het externe toezicht regelt.

De instelling beschikt over een Raad van Toezicht die aan belanghebbenden verantwoording

aflegt.

6. Voorkomen seksueel grensoverschrijdend gedragKinderen krijgen de hulp die zij nodig hebben om zich onbedreigd te kunnen ontwikkelen.

6.1 Professionals besteden structureel aandacht aan een gezonde seksuele ontwikkeling voor kinderen.

6.3 Professionals handelen adequaat bij (vermoedens van) seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Verwachtingen:

Bij (vermoedens van) seksueel grensoverschrijdend gedrag hanteren professionals een

vastgestelde werkwijze, zoals de Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling en/of een

protocol seksueel misbruik.

Professionals treden direct actief en vasthoudend op bij (vermoedens van) seksueel

grensoverschrijdend gedrag om de (mogelijk) onveilige situatie voor het (pleeg)kind op te heffen.

Professionals zorgen ervoor dat gerichte hulp wordt ingezet voor (pleeg)kinderen die slachtoffer,

getuige of pleger zijn van seksueel grensoverschrijdend gedrag.

6.4 De instelling voorziet in de randvoorwaarden om een gezonde seksuele ontwikkeling van kinderen te

bevorderen en hen te beschermen tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag.


25/28


Verwachtingen:

De instelling heeft beleid, een methodiek, richtlijnen en procedures om een gezonde seksuele

ontwikkeling van (pleeg)kinderen te bevorderen en hen te beschermen tegen seksueel

grensoverschrijdend gedrag.

De instelling schoolt professionals structureel (bij) in het bevorderen van een gezonde seksuele

ontwikkeling en het beschermen tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag.

De instelling besteedt structureel aandacht aan het bevorderen van een gezonde seksueleontwikkeling en het beschermen tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag.

De instelling is alert op (mogelijke risico’s op) seksueel grensoverschrijdend gedrag door

medewerkers.

De instelling beschikt over geldige Verklaringen Omtrent Gedrag van haar medewerkers en

Verklaringen van Geen Bezwaar van pleegouders.

De instelling screent het (aspirant) pleeggezin op risico’s op seksueel grensoverschrijdend gedrag

volgens een vastgestelde werkwijze. 2

De instelling evalueert incidenten m.b.t. seksueel grensoverschrijdend gedrag en voert waar nodig

verbeteringen door om dergelijke incidenten te voorkomen.

2 Deze verwachting is enkel van toepassing bij de werksoort pleegzorg.


26/28


Bijlage 2 – Verantwoording

Het toezicht is op 7 maart 2016 uitgevoerd bij Het Talenten-huis in Enkhuizen.

Het toezicht bestond uit de volgende onderdelen:

1. Gestructureerde (groeps)interviews met:

De directeur-eigenaar en de algemeen directeur

Groepsleiders

Nachtwaker

Stagiaires

Jongeren

2. De check van alle personeelsdossiers op de aanwezigheid van de Verklaring Omtrent het

Gedrag van medewerkers .

3. De check van (alle) zes dossiers van kinderen met een Jeugdwet indicatie, onder andere op de

aanwezigheid van een plan en risico-inschattingen en –beoordelingen. Hierbij was een

medewerker aanwezig

4. Tijdens het toezicht zijn documenten van de instelling geanalyseerd, waaronder het

systeemrapport en een aantal richtlijnen.

5. Op de hoofdlocatie heeft een rondgang plaatsgevonden in alle verblijfruimtes

6. Locatie C is onaangekondigd bezocht. Hier heeft een rondgang plaats gevonden in alle woon- en

verblijfruimtes.


27/28


Wat is het landelijk toezicht jeugd?Het landelijke toezicht jeugd bestaat uit de Inspectie Jeugdzorg (IJZ), de Inspectie voor de

Gezondheidszorg (IGZ) en de Inspectie Veiligheid en Justitie (IVenJ).

Wat zegt de wet over het landelijk toezicht jeugd?De Jeugdwet geeft de inspecties die het landelijk toezicht jeugd vormen de volgende taken:

onderzoek doen naar de kwaliteit in algemene zin van de jeugdhulp, de instellingen voor

jeugdbescherming en jeugdreclassering, de certificerende instelling, het adviespunt huiselijk

geweld en kindermishandeling, de Raad voor de Kinderbescherming en de justitiële

jeugdinrichtingen;

toezicht houden op de naleving van de kwaliteitseisen die in de wet staan;

voorstellen doen voor verbetering.

Het toezicht gebeurt uit eigener beweging of op verzoek van de minister van Volksgezondheid,

Welzijn en Sport en/of de minister van Veiligheid en Justitie. Het landelijk toezicht houdt bij de

vervulling van haar taak rekening met de behoeften van gemeenten.

Wat is toezicht?Toezicht houden betekent dat de inspecties informatie verzamelen over de kwaliteit van de

instellingen die onder de Jeugdwet vallen, zich een onafhankelijk oordeel vormen en zo nodig

ingrijpen. Daarbij kijken zij of het beleid voor deze instellingen in de praktijk goed werkt. De

rapporten zijn in principe openbaar. De openbaar gemaakte rapporten staan op de website van de

inspecties.

Wat wn de jeugdhulp en de instellingen voor jeugdbescherming en jeugdreclassering en deandere instellingen in het jeugddomein;

het versterken van de positie van jeugdigen en hun ouders of verzorgers (de cliënten);

de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van het beleid.

Waarop houdt zij toezicht?Er zijn vijf verschillende wetten en regelingen met toezichttaken en bevoegdheden voor deinspecties die het landelijk toezicht jeugd vormen:

Jeugdwet;

Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen;

Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie;

Wet Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;

Subsidieregeling opvang kinderen van ouders met een trekkend/varend bestaan.

Op grond van die wetten en al dan niet in samenwerking met andere inspecties wordt er toezicht

gehouden op de volgende organisaties:

de jeugdhulpaanbieders (jeugdzorg, jeugd-GGZ en jeugd-LVB);

de certificerende instelling voor jeugdbescherming en jeugdreclassering; de instellingen voor jeugdbescherming en jeugdreclassering;

Veilig Thuis: het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling;

de justitiële jeugdinrichtingen;

de vergunninghouders voor interlandelijke adoptie;

de opvangvoorzieningen voor (alleenstaande) minderjarige vreemdelingen;

de Raad voor de Kinderbescherming

Halt;

de schippersinternaten.


28/28

Inspectie Jeugdzorg

Postbus 483

3500 AL Utrecht

088-3700230

www.inspectiejeugdzorg.nl

Onderzoek Naar de Kwaliteit Van de Residentiele Zorg Bij Het Talenten-huis Te Enkhuizen

Documents

Transcript of Onderzoek Naar de Kwaliteit Van de Residentiele Zorg Bij Het Talenten-huis Te Enkhuizen