ONDERZOEKSRESULTATENwebdocs.alterra.wur.nl/Internet/Corporate/prodpubl/Boekjesbrochure… ·...
Transcript of ONDERZOEKSRESULTATENwebdocs.alterra.wur.nl/Internet/Corporate/prodpubl/Boekjesbrochure… ·...
KLIMAATSCENARIO’S
MITIGATIE
ADAPTATIE
INTEGRATIE
COMMUNICATIEO
ND
ERZOEKSRESU
LTATEN
ONDERZOEKSRESULTATEN
KLIMAATSCENARIO’S
MITIGATIE
ADAPTATIE
INTEGRATIE
COMMUNICATIE
November2011 ProgrammabureauKlimaatvoorRuimte
Copyright©2011NationaalOnderzoeksprogrammaKlimaatvoorRuimte(KvR).Allerechtenvoorbehouden.Nietsuitdezeuitgave mag worden vermenigvuldigd, in geautomatiseerde bestanden opgeslagen en/of openbaargemaaktdoormiddelvandruk,fotokopie,microfilm,geluidsbandofopwelkeanderewijzeook,zondervoorafgaandeschriftelijketoestemmingvanhetNationaalOnderzoeksprogrammaKlimaatvoorRuimte.Inovereenstemmingmetartikel15avanhetNederlandseauteursrechtishettoegestaandelenvandezepublicatieteciteren,daarbijgebruikmakendvaneenduidelijkereferentienaardezepublicatie.
AansprakelijkheidHoeweluiterstezorgisbesteedaandeinhoudvandezepublicatieaanvaardendeStichtingKlimaatvoorRuimte, de leden van deze organisatie, de auteurs van deze publicatie en hun organisaties, noch desamenstellersenigeaansprakelijkheidvooronvolledigheid,onjuistheidofdegevolgendaarvan.Gebruikvandeinhoudvandezepublicatieisvoordeverantwoordelijkheidvandegebruiker.
Voorwoord
HetNationaalOnderzoeksprogrammaKlimaatvoorRuimteheefttussen2004en2011degevolgenvanklimaatveranderingenmanierenomdaarmeeomtegaanbestudeerd.KlimaatvoorRuimterichtzichopruimtegebruikenopdeondersteuningvandebesluitvormingoverdetoekomstigeinrichtingvanonsland.Deonderzoeksresultatenzijntotstandgekomenopbasisvansamenwerkingtussenuniversiteiten,kennisinstellingen,overheden,maatschappelijkeinstellingenenbedrijven.
BinnenhetprogrammaisonderzoekuitgevoerdnaardekansenenbedreigingenvanklimaatveranderingvoordeNederlandsesamenlevingennaarmogelijkeadaptatie-optiesinhetruimtegebruik.Hiertoezijnonderanderenieuweregionaleklimaatscenario’sontwikkeldeniseenbreedscalaaanonderzoeknaaraanpassingaanklimaatveranderinginverschillendesectorenuitgevoerd.Tevensheeftonderzoekplaatsgevondennaarlandgebondenemissiesendemonitoringhiervan(mitigatie)enisdekennisvaneenaan-tal projecten geïntegreerd in instrumenten. Tenslotte heeft het progamma veel gedaan aan kennis-overdracht. Zo zijn lesprogramma’s ontwikkeld en zijn er vele dialoogbijeenkomsten, conferenties enworkshopsgeorganiseerdenpublicatiesuitgebracht.Klimaatveranderingenaanpassingaandegevolgenervanstondennognietopdeagendavanbeleid-makers,bestuurdersenbedrijventoenhetKlimaatvoorRuimteprogrammain2001werdopgesteldenin2004vanstartging.KlimaatvoorRuimte,enhetlatergestarteNationaalOnderzoeksprogrammaKennisvoorKlimaat,steldenzichdaaromtotdoelombinnenvijfjaarklimaatopdiebestuurlijkeagenda’stekrij-gen.Defocusheeftindeeerstejarenopagenderingindepubliekesectorgelegen.Voorderuimtelijkeordeningenhetwaterbeheerisdatgoedgeluktopzowelnationaalenregionaalniveau.DevalorisatievandeontwikkeldekennisnaardemarktzaldooreeninitiatiefvanKlimaatvoorRuimteenKennisvoorKlimaatindekomendejarenwordenversterkt.Ditzalgebeurendoormiddelvanpubliekprivatesamen-werkingsverbanden,waarbijprivatepartijenindeleadzijnenwaarbijwordtaangeslotenbijhettop-sectorenbeleidvandeoverheid.
In deze brochure vindt u de samenvattingen van de projecten die binnen het Klimaat voor Ruimteprogrammazijnuitgevoerd.
Wijwensenuveelleesplezier!
Prof.dr.WimvanVierssen VoorzitterStichtingKlimaatvoorRuimte
Prof.dr.PavelKabatWetenschappelijkdirecteurKlimaatvoorRuimte
Meerinformatieoverdeprojectenenhetprogrammakuntuvindenopwww.klimaatvoorruimte.nl.
InhoudVoorwoord 3
THEMA KLIMAATSCENARIO’S 6
CS01 MonitoringenmodelleringvandeNoord-Atlantischeoceaan 8CS02 HetCESARObservatorium:klimaatmonitoringenprocesstudies 9CS03 Weergavevanverdampingvanbodemvochtdoorvegetatieinklimaatmodellen 10CS04 Deinvloedvanaerosolenophetregionaleklimaat 11CS05 InvloedenvanuitverweggelegengebiedenophetEuropeseklimaat 12CS06 Verfijningentoepassingvaneenregionaalatmosferischklimaatmodelvoor
klimaatscenarioberekeningenvanWest-Europa 13CS07 Opmaatmakenvanklimaatscenario’s(tailoring) 14CS08 Informatieintijdseries 15CS09 Klimaatreconstructiesopbasisvanpaleoklimatologischegegevensuithetstroomgebied
vandeMaas 16
THEMA MITIGATIE 18
ME01 DebroeikasgasbalansvanNederlandsenatuurlijke-enlandbouwecosystemen 20ME02 Geïntegreerdeobservatieenmodelleringvanbroeikasgasbudgettenopnationaalniveau 21ME03 Invloedvanlandgebruik,landgebruikgeschiedenisenmanagementopdekoolstofvoorraad
indebodeminNederland 22ME04 Eengeïntegreerdraamwerkvoordebeoordelingvanruimtelijkeengerelateerde
gevolgenvaneenverhoogdeimplementatievanbiomassaketens 23ME05 Heteffectvanderuimtelijkerangschikkingvanmoerassenenslootoeversop
waterkwaliteitenkoolstofvastlegginginveenweidepolders 24ME06 Gebruikvankennisvoorhetmakenvanruimtelijkekeuzesvoordetoekomstvande
veenweidegebieden 25
THEMA ADAPTATIE 26
A01 Biodiversiteitineenveranderendewereld:voorspellingenvanvegetatiedynamiek 28A02 AdaptatievandeEcologischeHoofdStructuur(EHS) 29A06 KlimaatgerelateerdeveranderingenvanhetNCP-ecosysteemenconsequentiesvoor
toekomstigeruimtelijkeplanning 30A07 Acer:Aanpassingaanweersextremeningrensoverschrijdendestroomgebieden 31A08 Gevolgenvanklimaatveranderingvoordetransportsector 32A09 Financiëlearrangementenvoorrampschadebijklimaatverandering 33A10a DefinitiestudieHotspots 34A11 Routeplanner1en2,2010-2050 35A12 Definitiestudielandbouw 36A13 AandachtvoorVeiligheid:definitiefase 37A14 HotspotZuidplaspolder 38A16 HotspotTilburg 39A17 DialoogKlimaatendestad 40A18 HotspotGroningen 41A19 HetbeoordelenvanhetadaptiefvermogenvanlandbouwinNederlandaandegevolgen
vanklimaatveranderingonderverschillendemarkt-enbeleidsscenario’s 42A20 AandachtVoorVeiligheidII 43A21 HotspotKlimaatenLandbouwinNoordNederland 44A22 HotspotRijnenburg 45A23 Klimaatverandering,toenemendeverziltingenlandbouwinNoord-Nederland 46
THEMA INTEGRATIE 48
IC02 Integraleanalysevanverminderingvanuitstootvoorregio’s,sectoren,bronnenenbroeikasgassen 50
IC03 Landgebruiksontwikkelingenineenveranderendklimaat(LANDS) 51IC05 Kosten-batenanalysevanadaptatie-enmitigatiemogelijkhedenvoor
klimaatveranderingen:methodenentoepassingen 52IC08 Onderzoeknaarmethodesomopinteractievewijzekennisvanexpertsenstakeholders
bijelkaartebrengen(PROFILES) 53IC10 Communicerenoverklimaatverandering:methodenomrisico’senkanseninzichtelijk
temaken 54IC11 Socio-economischescenario’svoorklimaatstudies 55IC12 Institutiesvooradaptatie:IsdeNederlandseinstitutionelestructuurinstaatzich
aantepassenaanklimaatverandering? 56
THEMA COMMUNICATIE 58
COM04 Netwerkprojectvoororganiserenvaneendialoog 60COM05 KlimaatvoorRuimtewebsite 61COM06 DeNatuurkalender 62COM07 Zomerschoolklimaatendehydrologischecyclus 63COM11 Delta’sintijdenvanklimaatverandering 64COM12 PhDOnderwijs 65COM13 Checkitout!toolsvooreenduurzamewereld 66COM15 AdaptatieScanvoorlokaleoverheden 67COM20 Animatiefilmsoverklimaatbuffers 68COM22 Hitteindestad,definitiestudie 69COM23 WaterrobuustBouwen 70COM24 MAaTschappelijkeopeRatIonalisatieonderzoeXresultaten(MATRIX) 71COM25 DefinitiestudieDeBiesboschintijdenvanklimaatverandering 72COM26 DefinitiestudieAfwegingskaderruimteenklimaat 73COM27 Vanschetsboeknaarklimaateffectatlas 74COM28 KlimaatData 75COM29 Klimaatindestedelijkeomgeving 76COM30 PlanMERs,structuurvisiesenkennisuithetKennisvoorKlimaatprogramma 77COM31 DefinitiestudieAfwegingskaderRuimte&Klimaatfase2 78COM32 HotspotVeenkoloniën:deregiodieCO2vastlegtinplaatsvanuitstoot 79COM33 HotspotOudeVaartenReest:opwegnaarklimaatbestendigelandbouwin
beeksystemeninDrenthe 80COM34 CROW–Adaptatieopenbareruimteaanklimaatverandering 81COM35 WegennaarKlimaatbestendigNederland 82COM36 BouwstenenNAS(gezamenlijkprojectmetKennisvoorKlimaat,KKF02A) 83COM37 HaalbaarheidsstudieKlimaatateliers 84
Colofon 86
Niemandkanindetoekomstkijken.TochwillenweNederlandnuaanpassen
aantoekomstigeveranderingeninhetklimaat.Klimaatscenario’sverbeelden
eenmogelijk,toekomstigklimaatenhelpenzoomverstandigebesluiten
tenemenoverdeinrichtingvanNederland.Klimaatscenario’shelpende
overheid, het bedrijfsleven en burgers om zich aan te passen aan klimaat-
verandering. Ze worden ontwikkeld met hulp van een breed scala aan
klimaatmodellen.BinnenhetthemaKlimaatscenario’shebbenonderzoekers
gewerktaaneencentralekennisbasisvangebruikersvriendelijkeenvooral
regionaleklimaatgegevens,-modellenen-scenario’s.
Themacoördinator
prof.dr.BartvandenHurk,KNMI
KLIMAATSCENARIO’S
6
CS01
Projectleiderdr.HendrikvanAken,[email protected],KNMI,UniversiteitUtrecht(IMAU)
DeNoord-AtlantischeOceaanisvancruciaalbelangvoorhetklimaatinEuropa.De zeestromingen in de oceaan en de overheersend zuidwestenwinden daar-bovenmakenhetklimaatinNederlandaangenaamenleefbaar: inheelWest-EuropahebbenweminderhetezomersenzachterewintersdaninvergelijkbareplaatsenaandeAmerikaanseoostkust.
OnderzoekerszijnheterovereensdatdeNoord-Atlantischestromingenenwin-denbelangrijkzijnvoorhethuidigeklimaat.Maarhoebelangrijkisdieoceaannuprecies,bijvoorbeeldinvergelijkingmetdeatmosfeer?HoewerktdeinvloedvandeoceaanophetklimaatinWest-Europa?Omopdievragenantwoordtekrijgenhebbenonderzoekersdewatertemperatuuropstrategische locaties indeNoord-Atlantischeoceaangemeten,incombinatiemethetzoutgehalte,stro-mingen,zuurstofgehalteennutriënten.
Dezemetingengeveninzichtinderolvanoceaneninhetklimaatsysteem.Ookzijnzebelangrijkvoorhetontwikkelenvanklimaatscenario’sen-modellendieeenmogelijk,toekomstigklimaatverbeelden.Hoebeterwewetenhoedeocea-nenzichnugedragen,hoebeterwemodellenkunnenmakenomtevoorspellenwatheteffectzalzijnvanklimaatverandering.
DemetingenindeNoord-Atlantischeoceaanzijnopgenomeninhetinternatio-nale Global Climate Observing Program (GCOS), het World Climate ResearchProgramme(WCRP)enCLImateVARiability(CLIVAR).Binnendelaatstetweepro-gramma’sontwikkelenonderzoekerssteedsbetrouwbaarderklimaatscenario’s.
Demetingenvantemperatuur,zoutgehalteofzuurstofconcentratiewordenver-gelekenmetprojectiesvanklimaatmodellen.Veelmodellenmakensystemati-schefoutenindeberekendeverticaletemperatuur-enzoutgradiënten(gelaagd-heid),waardoorookprojectiesvanzeeniveauveranderingenbeïnvloedkunnenworden. Uit het project blijkt bovendien dat hetWest-Europese klimaat in detoekomstvariabelerzalzijndandehuidigescenario’ssuggereren.Metingenzijndusnietalleenbelangrijkvoordeontwikkelingvannieuwescenario’s,maarookvoordecontroleenverbeteringvanbestaandescenario’s.
UitditonderzoekkunnenweconcluderendatdezeestromingenindeAtlantischeOceaanzekerbijdragenaandehandhavingvaneenaangenaamenleefbaarkli-maatophetNoordelijkHalfrond.
TenslottezorgenbepaaldestromingenindeAtlantischeOceaandatdeeffectenvan opwarming beperkt worden. Het gaat hierbij om de Thermo-HalieneCirculatie(THC)dievertikaalronddraaitenomdedoorwindaangedrevenhori-zontalecirculatieinoceaanwervels.Zonderdezeterugkoppelingenzouklimaat-veranderingmogelijksnelleruitdehandlopen.
Monitoring en modellering van de Noord-Atlantische oceaan
KLIM
AATS
CEN
ARIO
’S
8
Het CESAR Observatorium: klimaatmonitoring en processtudies
KLIM
AATS
CEN
ARIO
’S
CS02
Projectleiderprof.dr.ir.HermanRusschenberg,[email protected],KNMI,RIVM,TNO,TUDelft,WageningenUR
InCabauw,vlakbijLopik,staateenmeetmastvanhetKNMImeteenhoogtevan213 meter: het CESAR (Cabauw Experimental Site for Atmospheric Research)observatorium.HetCESARobservatoriumpastnaadloosineenwereldwijdnet-werkvanklimaatstations.Hetdoelvanhetobservatoriumisdeverzamelingvanmetingengedurendeeenlangereperiode,aansluitendbijinternationaalonder-zoek.Apparatuuropdemeetmastregistreertmeteorologischeprocessenindeonderste paar honderd meter van de atmosfeer. Bij de meetmast staat ookremotesensingapparatuuropgesteldomdeatmosfeertoteenhoogtevan15kilometerinkaarttebrengen.Deapparatuurmeetbijvoorbeeldluchtdruk,lucht-temperatuur,aerosolen(stofdeeltjesofvloeistofdruppelsindelucht,metgroteinvloedophetklimaat),wolken,warmte-uitwisselingmethetoppervlak,bodem-temperatuurendiversestralingscomponenten.Metdeverzameldedatakunnenonderzoekersvaststellenhoedeatmosfeerreageertopveranderingeninhetkli-maatsysteem. De data wordt ook gebruikt voor het ontwikkelen van klimaat-scenario’sen-modellen.
Tijdensdelooptijdvanditspecifiekeprojecthebbenonderzoekerseenmethodo-logieopgezetomallecomponentenvandestralingsbalansinhetwolken-/aero-sol-/stralingsysteemmetelkaarinverbandtekunnenbrengen.Sommigeanaly-ses waren erg gedetailleerd: verschillende typen ijskristallen in wolken (metverschillendereflectie-eigenschappen)endemicrostructuurvanneerslag(vanbelang voor de vorming van neerslagdruppels) zijn beter in kaart gebracht.Onderzoekershebbennieuweinstrumentenontwikkeld,zoalseenhogeresolu-tie buienradar en een zogenaamde RAMAN Lidar voor de bepaling vanaerosolprofielen.DeRamanLidarmeetwaterdampenaerosolenvandegrondtotopgrotehoogte.Het apparaat is (na de opstart) volledig zelfvoorzienend en blijft automatischdataverzamelen.
Tijdenshetwerkinditprojectheeftdenadrukgelegenopdeverdereontwikke-lingvanwaarnemingstechniekenendebijbehorende infrastructuurenproto-types.Deinzetvandezewaarnemingenvoorklimaatanalysesenhettestenvanmodellenisinmiddelseveneensvandegrondgekomen.
9
CS03
Projectleiderdr.ir.JosvanDam,WageningenUR(DOW)[email protected],WageningenUR(DOW,ESG)
Klimaatmodellen helpen bij de ontwikkeling van klimaatscenario’s die eenmogelijk, toekomstig klimaat verbeelden. Klimaatscenario’s moeten zo waar-schijnlijkmogelijkzijn,zodatbeleidsmakersenbestuurdersdejuistemaatrege-lentreffenvoordeaanpassingaanklimaatverandering.Hiervoorzijnkloppendeklimaatmodellen nodig waar de juiste variabelen zijn ingevoerd. De kwaliteitvan deze scenario’s hangt onder meer af van de kwaliteit van de gebruiktemodellen.Hetisvooralvanbelangomervoortezorgendatdeveleklimaatindi-catorenonderlingconsistentzijnenopdejuistemanierreagerenopverandering-en van buitenaf. In dit project is gewerkt aan de modellering van bodem- envegetatieprocessen,die ineerderemodelsimulatiesnogalvaaktotbehoorlijkefoutenindemodelprojectiesblekenteleiden.
In klimaatmodellen wordt bijvoorbeeld data ingevoerd over bodemvegetatie,processenindeatmosfeerenbodemvocht.Devorigegeneratieklimaatmodellenproduceerde klimaatscenario’s met onwaarschijnlijk hoge temperaturen in dezomervoorbepaaldegebiedeninEuropa.Inwerkelijkheidbleekdetemperatuur2-3oClagertezijndanvoorspeld.
In het regionaal klimaatmodel RACMO zijn verschillende wijzigingen in debodemmodule aangebracht. Aanvankelijk werd een pragmatische oplossinggekozenomsystematischeoverschattingvandezomertemperatuurtevoorko-men:hetaanbrengenvaneendikkerebodem.Dithielpwelomhetprobleemoptelossen,maarheeftgeenbodemnatuurkundigelogica.Hetinvoerenvandeze‘dunne-bodem-variabele’inRACMOlosthettemperatuurprobleemechternietop.MeteengedetailleerdhydrologischmodelzijnvoorcentraalEuropaandereaanpassingenverkend,zoalsbodemopbouw,grondwaterstandenendeinvloedvanlandgebruik.Demodelresultatenzijnvergelekenmetrecentesatellietwaar-nemingenvantemperatuurenverdamping.Hetvindenvaneenoplossingvoorde afwijking van de temperatuurvoorspellingen uit regionale modellen blijktlastigerdandeonderzoekersaanvankelijkdachten.
Hetprojectheeftveelbijgedragenaandeinterdisciplinairebenaderingvankli-maatmodellentussenklimaatmodelleursenbodemkundigenmeteenergver-schillendeachtergrond.
Weergave van verdamping van bodemvocht door vegetatie in klimaatmodellen
KLIM
AATS
CEN
ARIO
’S
10
De invloed van aerosolen op het regionale klimaat
KLIM
AATS
CEN
ARIO
’S
CS04
Projectleiderdr.HarrytenBrink,dr.ErnieWeijers,[email protected],KNMI,TNO(B&O,MEP)
‘Aerosolen’ zijn minuscuul kleine vaste of vloeibare deeltjes die in onze luchtzweven.Wijademenzedagelijksin.Fijnstof,zoalsdeaerosolenindeluchtver-ontreinigingheten,isschadelijkvoordegezondheid.HetteveelaanfijnstofindeluchtisinNederlandeengrootmaatschappelijkprobleem.Ookweerkaatsenveeltypenaerosolenzonlicht.Daaromzijnzijeenbelangrijkekoelendefactorindeatmosfeer.Anderetypen(zoalszwartedeeltjes)zorgenjuistvooreenopwar-mendeffectdoorabsorptievanstralingsenergie.
Wolken weerkaatsen zonlicht en de mate waarin ze dat doen, wordt onderanderebepaalddoordehoeveelheid(enafmetingen)vandruppeltjesenaeroso-len.Ookneerslagwordtdooraerosolenbeïnvloed.
Nietbekendishoeaerosolenwolkenenhetregionaleklimaatpreciesbeïnvloe-den.DeluchtinenbovenNederlandbevatdehoogsteconcentratieaerosolenvanEuropa–resultaatvaneencombinatievaneenhogebevolkingsdichtheidenintensievelandbouwenveeteelt.Eenvoorbeeldvaneenaerosoldiehetgevolgisvan de intensieve veeteelt is ammoniumnitraat. Van deze ‘nationale’ nitraat-aerosolenisweinigbekend.DoordatdeconcentratieaerosoleninNederlandzohoogis,ishetkoelendeeffectervaninNederlandhetgrootst.
OmdevoorNederlandspecifiekeeffectenvanaerosolen tebestuderen iseenregionaalklimaatmodelgebruikt,waarinaerosoleffectenzijn ingebouwd.Ookzijnerinditprojectmetingengedaanineenwolkenkamerpalaanzee,waardenatuurlijke aerosolen afkomstig uit zee zijn gemeten. Door deze metingen tevergelijkenmetmetingeninhetCESARobservatorium(zieprojectCS02)isafge-leidwatheteffectisvandeextraaerosolendiewijinNederlandproduceren.Eénvandemeetapparaten(MARGA)wordtsinds2006ookcommercieelgeëxploi-teerd en geëxporteerd naar onder andere Zuid-Korea, Engeland, China enDuitsland. MARGA meet ammoniak, salpeterzuur, zwaveldioxide en aerosolenvanuurtotuur.
Uit de metingen blijkt dat de rol van het ammoniumnitraataerosol al net zobelangrijkisvoorhetklimaatinNederlandalssulfaat.Ookvondenonderzoekersdathetdoorde(indirect)koelendewerkingvanaerosoleninEuropatot2°Ckou-derisdanhetzouzijnzonderaerosolen.Uithetonderzoekisbovendiengeble-kendatluchtkwaliteitenklimaatveranderingnauwmetelkaarsamenhangen.DeresultatenzijngebruiktomhetnationaalklimaatmodelRACMO-2teverbete-ren en zo betere scenarioberekeningen uit te voeren van het Nederlands enEuropeseklimaatindetoekomst.
11
CS05
Projectleiderdr.ir.FrankSelten,[email protected]
VoorhetEuropeseenvooralookhetNederlandseklimaatishetvangrootbelanguitwelkehoekdewindwaait.Zogaanrelatiefdroge,warmezomersenrelatiefkoudewintersgepaardmetoostelijkewindrichtingen.OmuitsprakentedoenovertoekomstigeveranderingeninhetNederlandseklimaatmoetenwereke-ninghoudenmetmogelijkeveranderingenindezewindrichtingen.Ookishetbelangrijkomtewetenmetwelkekansextremegebeurtenissenkunnenplaats-vinden,zoalseenextrasterkestormofeenextranatofdroogseizoen,dieweinderecentegeschiedenisnognietmeegemaakthebben.Klimaatsimulatiesver-kennen deze mogelijkheden. Nieuwe statistische technieken maken gefun-deerdeuitsprakenmogelijkoverkansenopnognietwaargenomenextremen.
Erzijnaanwijzingendatdeopwarmingvandetropischeoceanendewindrich-tingeninEuropakunnenveranderen.OokuitdrogingvanhetlandoppervlakinZuid-EuropaineenopwarmendklimaatzorgtvoormeeroostenwindinWest-Europa.Metklimaatmodellenisonderzochthoeverschillendeextremegebeur-tenissen(superstormen,extreemveelneerslag)ontstaanenzichgedragen.Opverzoek van de Deltacommissie zijn waterstanden aan de Nederlandse kustgesimuleerdvoorhettijdvak1950–2100.Nauwkeurigeschattingenopextremewaterstanden zijn verkregen en deze bleken nauwelijks te veranderen in eenopwarmendklimaat.
Sinds1951isdeNederlandsekustindezomersteedsnattergeworden,vergele-ken met het binnenland. Dit houdt verband met een sterke stijging van deoppervlaktetemperaturenvandeNoordzee,dietweekeerzosnelzijngestegenalsdegemiddeldemondialetemperatuur.Extremeneerslagneemtsnellertoemetstijgendetemperaturendanverwachtopbasisvandehoeveelheidwater-dampindelucht.
Invloeden vanuit ver weg gelegen gebieden op het Europese klimaat
KLIM
AATS
CEN
ARIO
’S
12
Verfijning en toepassing van een regionaal atmosferisch klimaatmodel voor klimaat- scenarioberekeningen van West-Europa
KLIM
AATS
CEN
ARIO
’S
CS06
Projectleiderdr.ErikvanMeijgaard,[email protected]
Het KNMI heeft in 2006 de KNMI’06 klimaatscenario’s ontwikkeld voor heelNederland. Om gemeenten en provincies in staat te stellen maatregelen tenemenoplokaalenregionaalniveauomzichvoortebereidenopdegevolgenvanklimaatveranderingisechtermeergedetailleerdeklimaatinformatienodig.HetKNMIregionaalklimaatmodelRACMOwordtintoenemendemategebruiktindeontwikkelingvanregionaleklimaatscenario’s.
InditprojectisgewerktaaneenverbeteringvanRACMO,omnogbeterklimaat-effecten op regionale schaal in kaart te brengen. Hoe vaak wordt Zuidoost-Nederland in de toekomst getroffen door langer aanhoudende periodes vangrotedroogte?Krijgtdekuststrookvakertemakenmetovervloedigeregenvalenwordendezwaarstebuiennogintenser?
Bijhetbeterbegrijpenvanhet(regionale)klimaatisdegrenslaagergbelangrijk.Ditisdeonderstekilometervandeatmosfeerdiedirectwordtbeïnvloeddooruitwisseling van warmte, waterdamp en impuls met het aardoppervlak. Hetbestaande grenslaagschema van RACMO is verbeterd en uitgebreid met eenprognostischevariabelevoorturbulentekinetischeenergie.Hiermeekandeont-wikkeling van de grenslaag beter worden beschreven. Deze aanpassing blijktvooraldestabielegrenslaagbeterterepresenteren.
Debodemhydrologievanhetmodelisverderverfijnddoorruimtelijkeheteroge-niteitintevoerenvooreenaantalbodemparameters,zoalsbodemtypeenwor-teldiepte.Dezeaanpassingresulteertinmeeruitgesprokenruimtelijkestructu-renopregionaleschaal.
HetverbeterdeRACMOisuitgebreidgetestaandehandvandaggegevensvantemperatuurenneerslagopEuropeseschaal.VerderisRACMOgekoppeldaaneen regionaal chemietransport model (LOTOS-EUROS) en is een module inge-bouwdomheteffectvanaerosolenuitLOTOS-EUROSopdewolkenenstralinginRACMOteberekenen.
ParallelaandeverbeteringenishetbestaandeRACMOgebruiktomheteffectvaneenwarmeNoordzeeopneerslagindezomerbovenlandteberekenen,enderolvantemperatuurbijextremeneerslagoptijdschalenvaneenuurtoteendag.
RACMOheeftookeenbijdragegeleverdaandeDeltacommissie.Hetmodel isgebruiktomdeverdelingvanzwaarstestormenbovendeNoordzeeinhethui-digeenineentoekomstigklimaattevergelijken.TevensisuitgezochtmetwelkeruimtelijkeresolutieenwelkevoorspeltijdRACMOhetluchtdrukpatroonenbij-behorendwindveldvandestormin1953hetbestbeschrijft.
13
CS07
Projectleiderdr.ir.JanetteBessembinder,[email protected],KNMI,RIZA,RIKZ,WageningenUR(Alterra),ECOFYS
Omgebruikersklimaatinformatieopmaatteleveren,ishetKNMIin2005samenmetdiegebruikersditprojectgestart.Heteerstedeelvanhetprojectwasgerichtopcommunicatie:welkeklimaatgegevenshebbengebruikersnodigenwaarom,hetgevenvanpresentatiesenhetontwikkelenvaneenwebsiteoverdeKNMI’06klimaatscenario’s.Het tweededeelvanhetprojectgingoverhetontwikkelenvanmethodenvoorhetopmaatmakenvanklimaatdata.Ditisgedaanbinnenzesvoorbeeldprojecten.
Klimaatmaatwerk is geen simpele kwestie van vraag- en aanbod, maar vergtvoortdurendcontactmetafnemersvanklimaatinformatie.Voorhetleverenvanrelevanteklimaatinformatieindejuistevorm,ishetvanbelangomtewetenwieklimaatdata-eninformatiegebruiken,maarookhoeenwaaromzijdezegebrui-ken.Doorhetorganiserenvangezamenlijkesessiesmetonderzoekersenafne-mers van klimaatinformatie, en het samenwerken in projecten worden debehoeftenvanafnemersendebeperkingeninhetleverenvaninformatieduide-lijk.Ditwederzijdsbegripvergemakkelijktdecommunicatieenlevertuiteinde-lijkbreedgedragenproducten.
Bijdegebruikersvanklimaatinformatiebestaangroteverschilleninkennisoveronzekerhedenmetbetrekkingtotklimaatenklimaatverandering.Mengaatookopheelverschillendemanierenommetonzekerheden.Daaromisindemaat-werkprojectenveelaandachtbesteedaandecommunicatieoveronzekerheden.Opinterneteninrapportenisuitleggegevenoverdeverschillendetypenonze-kerhedendiebestaanindegeleverdeklimaatinformatie.Erisuitgebreidgecom-municeerdoverhetbelangvanhetgebruikvanmeerderescenario’séndeweer-gavevanmeerderescenario’sinbeeldmateriaal,zodatookdeeindgebruikerzichvandeonzekerhedenbewustis.
Informatieoverhethuidigeentoekomstigeklimaatkanlangnietaltijddirectgebruiktwordenvoorklimaateffectstudies–dewaarneemreeksenzijnsomstekort of men heeft niet voldoende aan de procentuele veranderingen in deKNMI’06klimaatscenario’s.Voorhetbewerkenvandezeklimaatinformatiezijnverschillendemethodenbeschikbaaren/ofontwikkeldbinnenditproject.Enkelemaatwerkprojectenlatenziendathetgebruikvandezemethodentotwezenlijkandere schattingen van klimaateffecten kunnen leiden. Daarmee zijn ze eenextrabronvanonzekerheden.
Informatieovergebruikerswensenwordtopditmomentgebruiktbijdeontwik-kelingvandevolgendegeneratieKNMIklimaatscenario’s. Informatieoverhetgenereren van tijdreeksen wordt gebruikt binnen het Deltaprogramma. Ookworden de afnemers meer betrokken bij de ontwikkeling van deze scenario’s.Resultaten uit dit project zijn gebruikt bij het opzetten van het themaKlimaatprojectiesbinnenhetonderzoeksprogrammaKennisvoorKlimaat.Ookdaar is veel aandacht voor het vertalen van klimaatgegevens naar informatievoorgebruikers,dekoppelingmetklimaateffectmodellenendecommunicatienaargebruikers.
Op maat maken van klimaatscenario’s (tailoring)
KLIM
AATS
CEN
ARIO
’S
14
Informatie in tijdseries
KLIM
AATS
CEN
ARIO
’S
CS08
Projectleiderdr.ir.TheoBrandsma,[email protected]
Datasetsmetdaarinlangetijdreeksenvanmeteorologischevariabelenvormendebasisvoorstudiesnaarklimaatveranderingendegevolgendaarvan.Ditpro-jectheeftzichgerichtophetdigitaliserenvandatabronnenmetdaarinlangetijdreeksenvanmeteorologischevariabelen.
De resulterende datasets spelen een belangrijke rol bij de inrichting vanNederland en vormen de basis voor studies naar klimaatverandering en degevolgendaarvan.Zowordendeontwerpnormenvanrivierdijken,ontwatering-enafwateringsystemenenrioleringenvooreenbelangrijkdeelbepaalddoorhetoptreden van extreme meteorologische gebeurtenissen in het verleden.Daarnaast is voor het detecteren en begrijpen van klimaatverandering en degevolgen daarvan, de beschikbaarheid van digitale meteorologische datasetsessentieel. Daarbij zijn inbegrepen de calibratie, verificatie en tuning van(impact)modellen.Nederlandiseenvandeweinigelandenwaarmeteorologi-schedatametvoldoendelengteenresolutie,inruimteentijd,beschikbaarzijn.Eengrootdeelvandezedataisechteralleenbeschikbaaroppapier.
Inditprojectiseenbelangrijkdeelvandezedatagedigitaliseerdenopgenomenindigitaledatasets.Hetgaatomdevolgendevierdatabronnen:1. alletijdseriesmetdagneerslagenoverdeperiode1850–19502. hoge resolutie (5-minuten) neerslagsommen uit pluviograafstroken van de
stationsDeBilt(1897–1993),Eelde(1954–1993),DenHelder/DeKooy(1954–1993),Vlissingen(1954–1993),Beek(1954–1993)enAmsterdam(1920–1983)
3. Meerdaagsewaarnemingenvanhetweervoorverschillendelocatiesinde18een19eeeuw
4.uurtemperaturenvanBatavia/Jakartaindeperiode1866–1980De databronnen zijn op kwaliteit gecontroleerd en zijn vrij beschikbaar viainternet.
Dedatasetszijngeschiktvoorgebruikinallerleistudies.Tweevoorbeeldenvantoepassingen zijn nader uitgewerkt. Met behulp van de gedigitaliseerde dag-neerslagen is een studie gemaakt van de ruimtelijke verdeling van neerslag-trendsinNederlandindeafgelopen100jaar.Daarnaastisereenvoorbeeldvanhet gebruik van de hoge-resolutie neerslagsommen voor het maken van eenextremewaardeverdelingvoorkorteduren.
15
CS09
Projectleiderprof.dr.JefVandenberghe,VrijeUniversiteit(FALW)[email protected](NITG),VrijeUniversi-teit(FALW)
Hetklimaatisveranderlijkopallerleitijdschalen.NadelaatsteIJstijd,diebijna100.000jaarduurde,begonzo’n11.500jaargeledeneensnelleopwarmingnaarde warmere periode waarin we nu leven. Onderzoekers in dit project hebbenklimaatscenario’svergelekenmetnatuurlijkeschommelingeninhetklimaatinhetverreverleden.ZijhebbenvooralgekekennaarveranderingeninneerslagenlandgebruikopdeafvoervandeMaas.
Demeestconcreteresultatenkomenvoortuitdetoepassingvaneengecombi-neerdhydrologischenklimaatmodel.EénvandeconclusiesvanhetonderzoekisdathetaantaloverstromingenvandeMaastoegenomenisalsgevolgvanont-bossing. Indeperiode2000-1000voorChristuswashetstroomgebiedvandeMaasvrijwelonbewoondenbijnahelemaalbedektmetbossen.Nadezeperiodewerdhetbosopgroteschaalgekapt.Herbeplantingvanbossentijdensdeafge-lopen tweeeeuwenkonnietvoorkomendathetaantaloverstromingensinds1800istoegenomenvooraltengevolgevantoenamevandewinterneerslag.
OmmeertewetentekomenoverdehydrologievandeMaasendeRijntijdensde afgelopen 5000 jaar, hebben onderzoekers twee nieuwe methodes onder-zochtdiepotentieelinformatiekunnenleverenovervroegereneerslagenover-stromingen.Zoetwatermosselenleggenzuurstofisotopenvastinhetcarbonaatvanhunschelpenvormeneenarchiefvoorrivieroverstromingen.Doordegroei-lijnenvanhunschelpenbijtweewaarnemingsstationstevergelijkenmetoudeschelpenkunnenonderzoekers rivierafvoer,overstromingenendroogtes indetijdvoordatdemenszijninvloedbegonuitteoefenenreconstrueren.Vastgesteldisdatneerslagreconstructiesopbasisvanzuurstofisotopeninmosselschelpenalleenvoorlageafvoerenmogelijkzijn.Onderzoekershebbenookgehaltesaandeuterium–eenisotoopvanwaterstof– inveenmosbekeken,maarookdezemethodeblijktnieterginformatieftezijnoverneerslagdoordattemperatuurensoortspecifiekeeigenschappenmeerinvloedhebbenophetdeuteriumgehaltedan neerslag. Ook blijkt de isotopensamenstelling sterk beïnvloed te wordendoorandereomgevingsfactorendanneerslag.Welkandezemethodegebruiktwordenomdevochtconditiesopeenkwalitatievemanierteomschrijven.
Een betrouwbare methode om vroegere overstromingen te herkennen is hetbestuderenvandesamenstellingvandevegetatielangsderivieraandehandvandepaleobotanischerestanteninorganischebodemresten,samenmetana-lysesvandebodemsedimenten.
Uitditprojectblijktdatveranderingen in landgebruik (landbouw,kappenvanbomen)eensterkerolhebbengespeeldinhetverhogenvanhetoverstromings-risico.Mogelijke toenamevantoekomstigeneerslagkandeoverstromings-frequentieverhogen.
Klimaatreconstructies op basis van paleo- klimatologische gegevens uit het stroom- gebied van de Maas
KLIM
AATS
CEN
ARIO
’S
16
NederlandiseenvandelandendieinhetKyotoProtocolheeftafgesproken
deuitstootvanbroeikasgassenteverminderen.DaarnaastmoetNederland
voldoenaandeEuropesedoelstellingomin2020deuitstootvanbroeikas-
gassenmet20procentteverminderentenopzichtevan1990.Deprojecten
binnenhet themaMitigatiehebbenbijgedragenaandeontwikkelingvan
eenslimmeetsysteemomnauwkeurigtekunnenrapporterenoverdeuit-
stootvanbroeikasgassendoorNederlandenoverdekoolstofvoorraadinde
bodem.Ookishetmogelijkomdemetingenonafhankelijktecontroleren.
Onderzoekershebbenbovendiendemogelijkhedenombroeikasgasemissies
vanhetlandgebruiktevermindereninkaartgebracht.Tenslotteiseronder-
zoekgedaannaarbiomassaketensendeinvloeddiedieketenshebbenopde
ruimtelijkeinrichtingvanregio’sinonsland.
Themacoördinator
dr.RonaldHutjes,WageningenURAlterra
MITIGATIE
18
ME01
Projectleiderir.EddyMoors,WageningenUR(Alterra),prof.dr.HanDolman,VrijeUniversiteit(FALW)[email protected],[email protected],KNMI,RUGronin-gen,TNO(MilieuenLeefomgeving),VrijeUniversiteit(FALW),WageningenUR(Alterra,NCP,SoilScience,PPS,METAQ,AgrotechnologyandFoodInnovationsBV)
Eenbelangrijkdeelvandeuitstootvanbroeikasgaskomtdoorlandgebruik.Dezeuitstootisveelgrilligerenonvoorspelbaarderdandeindustriëleuitstootdoorverbrandingvanfossielebrandstoffen.Landgebondenuitstootvanbroeikasgas-senhangtafvaneencombinatievanbiologischeprocessen,hetweer,detoe-standvandebodemenhetbeheer.Ditmaakthetschattenvandelandgebon-denbijdrageaandebroeikasgasuitstootlastig.
Dit project heeft de invloed onderzocht van het beheer van landbouw- ennatuurgebiedenopdebroeikasgasuitstoot.Demeetmethodesdieonderzoekershierbij gebruikten, kunnen worden ingezet voor internationaal verplichte rap-portagesdoorNederlandoverdebroeikasgasuitstoot.Inditprojectisdusookgekekenwelkemethodeshetbestewerkenvoordezerapportages.Derapporta-geszullenindetoekomstwordenuitgevoerddoorlokaleenregionaleoverhe-denendoorverschillendeinstantiesvandeRijksoverheid.
Het meten van de uitstoot van broeikasgassen biedt ook aanknopingspuntenvoorhetbeheervanlandbouw-ennatuurgebiedenomdeuitstootteverminde-ren,enzelfsombroeikasgassenuitdeluchttehalen.Eenvoorbeeldzijndeveen-gebieden.Dezezijndeafgelopendecenniadiepontwaterdomeenintensieverlandgebruikmogelijktemakenzodathetlandmetzwaarderemachinesbewerktkanworden,ermeerveeopkanrondlopenenermeeropverbouwdkanworden.Dezedroogleggingheeftervoorgezorgddaterzuurstof indebodembinnen-dringtwaardoorhetveensnelleroxideert.Hierdoorzijndegedraineerdeveen-gebiedenbelangrijkebronnenvankoolstofdioxide(CO2)geworden.Vernattingvandezegebiedenkanditprocesomkeren.Uitexperimenteninveengebiedenblijktdatmethaanuitstoot(CH4)iniedergevalnietveeltoeneemtenerzelfsCO2kanwordenopgenomen,wanneerhetwaterpeilwordtverhoogdendeagrari-scheactiviteitwordtverminderd.Natteveengebiedenblijkenbovendienminderlachgas(N2O)uittestotendandrogegebieden.
Deaanplantvanbos,mitsmetzorggedaan,iseengoedemanieromCO2opteslaan.UitmetingenblijktdatookbestaandebosgebiedeninNederlandveelCO2opnemen.Daaromishetinstandhoudenenbeherenvandebestaandebosge-biedenvangrootbelangvoordeNederlandsebroeikasgasbalans.
De broeikasgasbalans van Nederlandse natuurlijke -en landbouwecosystemen
MIT
IGAT
IE
20
Geïntegreerde observatie en modellering van broeikasgas budgetten op nationaal niveau
MIT
IGAT
IE
ME02
Projectleiderdr.RonaldHutjes,WageningenUR(Alterra)[email protected],KNMI,RIVM,RUGroningen,SRON,TNO(BouwenOndergrond),TUDelft(IRCTR),VrijeUniversiteit(FALW),WageningenUR(Alterra,Metaq)
NederlandiseenvandelandendieinhetKyotoProtocolheeftafgesprokendeuitstoot van broeikasgassen te verminderen. Daarnaast moet Nederland vol-doenaandeEuropesedoelstellingomin2020deuitstootvanbroeikasgassenmet20procentteverminderentenopzichtevan1990.Inditprojectiseensys-teemontwikkeldomdebroeikasgasuitstootoplandelijkeenregionaleschaaltemeten.Opdelangetermijnmoetditsysteemhetmogelijkmakenomonafhan-kelijk de uitstoot van broeikasgassen door Nederland (en andere landen enregio’s)tekunnencontroleren.NuisderapportagevoorhetKyotoProtocol,aandeEuropeseUnieenVN-organisatieUNFCCC,gebaseerdoprapportagesdoordevervuilers zelf, een situatie die wellicht niet zo wenselijk is, gezien de grotebelangendieermeegemoeidzijn.
Onderzoekershebbennieuweenverbeterdemetingenuitgevoerdvanbroeikas-gasconcentraties in de lucht in een aantal hoge torens die een flink deel vanNederland‘zien’.Meteenvliegtuigzijnbroeikasgasemissiesvangroteregebie-denbestudeerd.Dezegegevensvormendebasisvaneenbetersysteemomdebroeikasgasuitstoottemonitoren.Daarnaastishetnodignategaanwaardiebroeikasgassen oorspronkelijk vandaan komen, dus wat de bronnen zijn.Daarvoor hebben de onderzoekers weermodellen verbeterd, die het transportvan broeikasgassen simuleren en kunnen inzoomen van wereldschaal tot opregionaleschaalbinnenNederland.Onderzoekerskondenbroeikasgasemissiesschattenenookdematevanzekerheidvandieschattingenaangeven,doorwis-kundigemethodenverderteontwikkelenomcorrectiesopemissieschattingentekunnendoen(dezogenaamde‘inversie’methoden).
Opditmomentisdaarmeealeenprototypevaneensysteemingebruik,waarinmetingen en modellen onlosmakelijk samenwerken, dat verificatie van broei-kasgasuitstoottotopzekerehoogtemogelijkmaakt.
Het doel is om de bestaande infrastructuur voor broeikasgasmetingen inNederlandendedaarbijbehorendemodelinfrastructuur,zoalsbinnenditpro-jectopgezet,verderuittebreidenenaantelatensluitenbijhetEuropesebroei-kasgasnetwerkICOS(IntegratedCarbonObservingSystem).Zo’ninternationaalnetwerkisbelangrijkomdatonzebroeikasgasemissiesnietbinnenonzegrenzenblijven.Nederlandsemetingenhelpenookbuitenlandseschattingenteverbete-renenandersom.Daarmeewordteenveelverfijnder,ruimtelijknauwkeurigerschattingvandebroeikasgasemissiesmogelijk,inNederlandendaarbuiten.
21
ME03
Projectleiderdrs.ReindeWaal,WageningenUR(Alterra)[email protected],VrijeUniversiteit,FAWL,WageningenUR(Alterra,DOW,PRI,Biometris)
Koolstofdioxide(CO2) iseenbelangrijkbroeikasgasenmaaktdeeluitvaneenomvangrijkecyclusvankoolstofdoorbodemenatmosfeer.OmtevoldoenaandeeisenvanhetKyotoProtocolisNederlandverplichtjaarlijksdekoolstofvoor-raadinbodemenbovengrondseenondergrondsebiomassa,terapporteren.Netalsdetweevoorgaandeprojecten,ME01enME02heeftditprojectbijgedragenaanhetnauwkeurigerinschattenvandebroeikasgasuitstootvanNederlandtenbehoeve van de rapportages voor onder andere de Europese Unie enVN-organisatieUNFCCC.Ditprojectheeftgekekennaaruitstootenvastleggingvankoolstofinverschillendevormenvanlandgebruik.
Dekoolstofvoorraadindebodemenstrooisellaagisgroot,maargoedeschatting-enontbreken.DebouwlandeninNederlandstoteneenkleine140.000tonperjaaruit.Ingraslandenenbossenwordtperjaarrespectievelijkrondde150.000en250.000tonkoolstofperjaarvastgelegd.HetisechternietduidelijkhoeveelorganischestofindeNederlandsebodemisopgeslagen,enwaardievoorraaddoorbeïnvloedwordt.
De in bossen vastgelegde koolstof wordt deels in stabiele biomassa (doorbijgroei)enstabielehumusvastgelegd.Deonderzoekershebbengekekenhoekoolstofindevormvanhumuswordtvastgelegdopenindemineraleboven-grondenwatheteffectisvanverschillendeboomsoortenopdezevastlegging.Daarnaastisonderzochtwelkeinvloeddelandgebruiksgeschiedenisheeftopdekoolstofvoorraad.Metbeidefactorenmoetrekeninggehoudenwordenbijrap-portagesoverdeNederlandsekoolstofvoorraad.
Ookblijktagrarischbodemgebruikvaninvloedtezijnopdekoolstofcyclus.Aandehandvanenkelesimulatieszijndegevolgenvanbedrijfsmatigekeuzenvooreenmelkveehouderijeneenakkerbouwbedrijfvoordebalansvankoolstofenbroeikasgassendoorgerekend.Onderzoekersvondenonderanderedathoemeermelk per koe geproduceerd wordt, hoe minder broeikasgassen per liter melkwordenuitgestoten.Deopslagvankoolstofwordtookverhoogddoordepro-ductiviteitvanhetgrasteverbeteren.Uitdezeresultatenblijktdatdeefficiëntieintermenvanbroeikasgasemissies inNederlandalvrijoptimaal is.Elders,bij-voorbeeldinOost-Europaisnogveelwinsttebehalen.
InditprojectzijnsteekproefstrategieënvoorkoolstofinventarisatiesontwikkelddieeenvoudigtoegepastkunnenwordenenzijnadviezengegevenhoedezebijdenationaleEmissieregistratieingevoerdkunnenworden.
Invloed van landgebruik, landgebruik- geschiedenis en management op de koolstofvoorraad in de bodem in Nederland
MIT
IGAT
IE
22
Een geïntegreerd raamwerk voor de beoordeling van ruimtelijke en gerelateerde gevolgen van een verhoogde implementatie van biomassaketens
MIT
IGAT
IE
ME04
Projectleiderdr.ir.BertAnnevelink,WageningenUR(Food&BiobasedResearch)[email protected],KEMA,UniversiteitUtrecht(CopernicusInstituut),WageningenUR(Food&BiobasedResearch,Alterra,Valorisatievanplantaar-digeproductieketens),VrijeUniversiteit(IVM)
De markt voor bio-energie is sterk in ontwikkeling. Bio-energie is energie diewordtopgewektuitplantaardigmateriaal(biomassa),zoalssnoeiafval,rest-enafvalhoutuitdeindustrie,stroenmestuitdeagrarischesector,anderevormenvanorganischafvalenspeciaalvoorbiomassageteeldegewassen.Deproductievanbio-energie(maarookbijvoorbeeldchemicaliënenmaterialen)uitbiomassaverlooptaltijdviaeenbiomassaketen:biomassawordtgeproduceerdofverwor-ven,eventueelvoorbehandeld,getransporteerdenuiteindelijkverwerkt toteenbruikbaarproduct,zoalsbio-energie,biobrandstoffen,materialenenchemicaliën.
Ditprojectdraagtmogelijkhedenaanomderuimtelijkeinpassingvanbiomas-saketens te verbeteren. Hiervoor ontwikkelden de onderzoekers een geïnte-greerdraamwerk,waarmeedeinvoeringvaneenbiomassaketenineenbepaalderegio geanalyseerd en beoordeeld kan worden. Het raamwerk brengt ruimte-lijke,milieukundigeeneconomischegevolgenvandeinvoeringvaneenbiomas-saketenineenregioinkaart.Onderzoekershebbenditinvijfcasesbestudeerd,inhetnoordenenoostenvanNederland.Daarbijisgekekennaarderegionalevooruitzichtenengevolgenvanbio-energieproductieindieregio’s.Omdeduur-zaamheidvanbiomassaketensopregionaalniveautebeoordeleniso.a.deGIS-BIOLOCO methode ontworpen. Twee verschillende soorten voor biomassagekweektegewassenzijnvergeleken,namelijkdesuikerbiet (eerstegeneratiebio-ethanol)enMiscanthus(tweedegeneratiebio-ethanol).Het iseen instru-mentinhetcommunicatieprocesdatzeerbelangrijkisvoorhetontwerpenenbouwenvaneenbiomassaketen.
OokkekenonderzoekersnaarbiomassainNederlandendeEuropeseUnienuenindetoekomst.Omtekijkenhoeeenmaximaleinpassingvandebio-energieke-tenerindetoekomstuitkanzien,zijnverschillendescenario’s(globaleecono-mieversusregionaleeconomie)gekozen,gecombineerdmetdriepolitiekesce-nario’s:eenmetweinigpolitiekebemoeienis,eenmetgemiddeldeaansturingen een met hoge aansturing. Uit deze studie blijkt dat in 2030 potentieel900.000 km2 land vrijgemaakt kan worden in Europa voor de productie vanenergiegewassen.Landbouwpolitiekentechnologischeontwikkelingenzijncru-ciaalomditpotentieelteontsluiten.
Binnen dit project is tenslotte ook energie gestopt in het verbinden van debetrokkenenonderdenoemerBiomassaDialoog.Ditinitiatiefboodnietalleeninzichtindetegengesteldeinzichtenrondomdeduurzaamheidvanbio-energie,maarleverdeookoplossingenaan.Hetisaanteradenstapvoorstaptewerktegaanomverschillendemeningenbijelkaartebrengenmeteennadrukop‘leren-door-doen’inkleinschaligeprojecten.Opditmanierkunnenrisico’sineenvroegstadiumgesignaleerdworden.
23
ME05
Projectleiderprof.dr.ir.JanVermaat,VrijeUniversiteit(FALW,sectieAardeenEconomieenIVM)[email protected](IVM,IEW)
Klimaatverandering heeft invloed op veenweidegebieden en andersom is datwaarschijnlijkookzo.Hetbroeikasgaskoolstofdioxide(CO2)maaktdeeluitvaneenomvangrijkekoolstofcyclusdoorbodem,waterenatmosfeer.CO2kanbij-voorbeeld vastgelegd worden als organische koolstof in de bodem. De matewaarindatgebeurthangtondermeerafvanhetwaterpeil.
Een levensvatbare melkveehouderij op veengrond vereist een laag waterpeil(~60ondermaaiveld).Hetaande luchtblootgesteldeveenwordtechtersnelafgebroken(enkelecmperjaar).DaarbijkomtCO2vrij,maarooknutriënten.Dienutriëntenzorgensamenmethetafspoelendedeelvandebemestingvooreensterkverhoogdenutriëntenbeschikbaarheidinhetslootwater:hetwaterkwali-teitsprobleemeutrofiëring. Inveengebiedenmeteenhoogpeil treedtditnietop, maar in sommige natuurgebieden, zoals rietmoerassen komt wel veelmethaanvrij,eenveelsterkerbroeikasgasdanCO2.Dierietmoerassenkunnendaarentegenwelgoedalsnutriëntenbuffersfungeren.Hetwasinditonderzoekdevraagofopdelandschapsschaalvanechteveenpoldersnietalleenuitstootvandebroeikasgassenlaaggehoudenkonworden,maarooknutriëntenvastge-houdenkondenwordeninhetriet.
Slootoevers zijn in dit project beschouwd als feitelijk smalle, lijnvormige riet-moerassen. Het bleek dat die op polderschaal nauwelijks bijdragen aan denutriëntenretentieinvergelijkingmetdeveenbodemdieoveralonderdeperce-len en onder de sloten de rol van absorberende spons speelt. Kooldioxide-emissiesuitmoerasenschraal landwareninderdaadlagerdanuitproductie-grasland, en methaanemissies hoger. Maar tegelijkertijd waren de methaan-emissiesuitdeslotenjuisthogerinhetproductiegrasland,enveellagervoorslo-tenenplasseninnatuurgebieden.
Aandehandvandezegegevensiseendynamischwater-ennutriëntenbalans-model in SOBEK gemaakt van een doorsnee, maar niet werkelijk bestaandeveenweidepolder.DitmodelisvervolgensgebruiktommetdeKNMI’06klimaat-scenario’s (zieprojectCS07) teschattenhoedenutriëntendynamiekenbroei-kasgasemissieszoudenveranderen.BijberekeningenmethetwarmsteW+sce-nario blijkt het grondwater in de nazomer verder weg te zakken, ondanks dehandhaving van het slootpeil. Dit leidt tot extra mineralisatie van de bodem,meerCO2-uitstooteneengroterebeschikbaarheidvannutriënten.Ditkomtooktotuitingindeconcentratiestotaalstikstofinhetslootwater,maarnietinhettotaalfosfor,waarschijnlijkomdatdatgrotendeelsgeassimileerdwordtenmetparticulairmateriaalsedimenteertindeonderwaterbodem.
De verdeling van moeras, grasland en oppervlaktewater in een polder bleekbelangrijk voor de broeikasgasuitstoot door veenweidegebieden, maar alsslechtsmethaanenCO2indebalanswordenbetrokkenlijkthetergmoeilijkomeennettokoolstofsinktecreërenincombinatiemetmelkveehouderij.Daarvoorzijnwaarschijnlijkgrotereoppervlaktesdieperwater(>1.5m)nodig.
Het effect van de ruimtelijke rangschikking van moerassen en slootoevers op waterkwaliteit en koolstofvastlegging in veenweidepolders
MIT
IGAT
IE
24
Gebruik van kennis voor het maken van ruimtelijke keuzes voor de toekomst van de veenweidegebieden
MIT
IGAT
IE
ME06
Projectleiderdr.RonJanssen,VrijeUniversiteit(IVM)[email protected](IVM)
Hetveenweidegebiedkenteenaantalproblemen.Debodemdaalt,hetwaterbe-heer is versnipperd en de economische positie van de melkveehouderij staatsteedsmeeronderdruk.Ookzijndeveenweidegebiedenbelangrijkvoordeuit-stootenopslagvanbroeikasgassen.Ingrijpendewijzigingeninhetgebruikvandeveenweidegebiedenzijndanookonvermijdelijk.
InditprojecthebbenonderzoekersresultatenuitdeprojectenME01enME05samenmethetproject‘WaarheenmethetVeen’vanhetLevenmetWaterpro-grammaopzo’nmanierbijelkaargebrachtdatbeleidsmakersenbestuurdersdezekunnengebruikenombesluitentenemenoverdeinrichtingenhetbeheervandeveenweidegebieden.
Hiervoorisgebruikgemaaktvaneeninteractievekaarttafelvoorhetondersteu-nenvanparticipatieveruimtelijkeplanninginNederlandseveenweidegebieden.Voor ons proefgebied Bodegraven/Zegveld zijn vier workshops georganiseerdmetdeelnemersvandeprovincie,waterschapennatuurorganisaties.Onzeaan-pakkentdrietypeworkshopsgebaseerdopverschillendesoortengebruikvankaartenindebeleidsvoorbereiding:1. Analyse dekaartalsonderzoeksmodel2. Ontwerp dekaartalsontwerptaal3. Onderhandeling dekaartalsbeslisagenda
Kaartenstaancentraalindeworkshops.Interactiemetdekaartinformatiewordtgefaciliteerdmetde‘Touchtable’.Ditiseengrootinteractiefcomputerschermwaarop de deelnemers plannen kunnen ontwerpen of aanpassen. Zij kunnenhierbijgebruikmakenvaneengrotesetachtergrondkaartenenkrijgenfeedbackopdekwaliteitvandegetekendeplannen.Detafelkanookwordengebruiktominformatietecombinerenombijvoorbeeldgeschiktheidkaarten,waardekaartenen conflictkaarten te genereren. Multicriteriamethoden worden gebruikt omafwegingen tussen doelen duidelijk te maken en de onderhandeling tussenstakeholdersteondersteunen.
25
Zelfsalsweoverdehelewereldsuccesvoldeuitstootvanbroeikasgassen
wetentebeperken,zalhetklimaatzodanigveranderen,datweonseraan
moetenaanpassen.Duurzameaanpassing,ofadaptatieaanklimaatveran-
dering, noemen we ook wel klimaatbestendig maken. Klimaatbestendig
betekentnietdatklimaatveranderinggeenrisico’soplevert.Risico’skunnen
beperkt worden, terwijl tegelijkertijd kansen en innovaties ontstaan.
KlimaatvoorRuimteheeftgewerktaanstrategieëndiesocialeenfinanciële
aanpassingaanklimaatveranderingmogelijkmaakt,entegelijkertijdde
infrastructuureninstitutieshelpenbijhetbeperkenvanrisico’s.Hierbijheb-
bendeonderzoekerszichmetnamegerichtopdethema’swaterveiligheid,
extremeneerslag,natuurenbiodiversiteit, landbouw,stedelijkegebieden,
transportenhetecosysteemvandeNoordzee.OplocatiesinNederlandmet
eenmixvanuitdagingenenkansenophetgebiedvanklimaatverandering
hebben onderzoekers samengewerkt met beleidsmensen en het bedrijfs-
leven.Dezezogenaamde‘hotspots’fungeerdenalslevendelaboratoriawaar
klimaatkennisdirectindepraktijkisgebracht.
Themacoördinator
prof.dr.JeroenAerts,VrijeUniversiteit,IVM
ADAPTATIE
26
A01
Projectleiderprof.dr.RienAerts,dr.ir.PetervanBodegom,VrijeUniversiteit(IEW)[email protected],[email protected],PBL,VrijeUniversiteit(IEW),WageningenUR(LeerstoelgroepWater-huishouding)
Klimaatverandering heeft invloed op de vegetatie in Nederland. Om geschikteadaptatiemaatregelentekunnenontwerpenishetnoodzakelijkomtebeschikkenoverbetrouwbareschattingenvandevegetatiesamenstellingenvandefunctio-nele biodiversiteit onder verschillende klimaatveranderingsscenario’s. Huidigebenaderingenzijndaarvoorongeschikt.Daarompresenteertditprojecteennieuwconceptomklimaatviaplanteigenschappenaanvegetatietekoppelen.
Deonderzoekersbinnenditprojecthebbeneennieuwesetmodellenontwikkeldopbasisvanplanteigenschappen.Zijkwantificerenklimaatrobuuste,opprocessengebaseerde relaties tussen milieu en vegetatie. Milieuvariabelen zoals stikstof-mineralisatie,droogtestressenzuurstofstresswordenmedebepaalddoorklimaaten bepalen in grote mate of bepaalde plantensoorten kunnen overleven op eengegevenlocatie.Doorhettoepassenvan‘assemblytheory’conceptenwordtvervol-gens de reactie van planteigenschappen op die variabelen gekwantificeerd. Devoorspeldeplanteigenschappenzijngebruiktomdekansvanvoorkomenvanver-schillende vegetatietypen te voorspellen. De benadering is gevalideerd door eengrootaantalvegetatiemetingenuitheelNederlandteanalyseren.
Daarnaasthebbendeonderzoekersaangetoonddatmetnameeencombinatievandroogtestressenzuurstofstress(bijvoorbeeldalsgevolgvanhevigeregenbuiennaeenwarme,drogeperiode)hetaantalbedreigdesoortennadeligbeïnvloedt.Ditgeeft het belang van extreme gebeurtenissen voor de kwaliteit van een habitataan.EenanalysevandeKNMIklimaatscenario’sgafaandateendergelijkecombi-natie in een toekomstig klimaat waarschijnlijk toeneemt, waardoor een aantalbedreigdesoortenzoukunnenuitstervenalsgeenpassendeadaptatiemaatrege-lenwordengetroffen.Inhetprojectzijnvianationalesimulatiesvoorallenatuur-lijkesystemeninNederlandbepaaldwelkeregio’swaarschijnlijkhetmeestgetrof-fenzoudenkunnenworden.Dezesimulatiesgeldenals‘earlywarningsystem’voorklimaatverandering,omdatdezeregio’shetmeestkwetsbaarlijken.
Tevensiseenklimaatschetskaartontwikkeld,waaropdeeffectenvanveranderingenin de hydrologie op de natuur in Nederland onder invloed van klimaatveranderingwordengeschetst.Opeenenkeleuitzonderingna,bleekdezeonafhankelijkemethodegeschiktomvergelijkbareregio’sinNederlandalskwetsbaaraantewijzen.DezegegevenskunnenvervolgensgebruiktwordenomNederlandzodaniginterichten dat biodiversiteit behouden blijft – ook in een veranderend klimaat. Deonderzoekerspresenterenverschillendehydrologischeadaptatiemaatregelenomde kwaliteit van natuurgebieden te behouden. Verdroging van natte heiden envennenkanonderanderewordenbestredendoorhetomzettenvanveelverdam-pendnaaldbosnaarloofbos,graslandofhei,endoorhetafdammenvangreppels.Externemaatregelenzijnhetaanleggenvanhydrologischebufferzones,hetopzet-tenvanpeileninlandbouwgebieden,eenberegeningsverbodindrogetijdenenhetverplaatsenofsluitenvangrondwaterwinningen.
Biodiversiteit in een veranderende wereld: voorspellingen van vegetatiedynamiek
ADAP
TATI
E
28
Adaptatie van de Ecologische Hoofd Structuur (EHS)
ADAP
TATI
E
Projectleiderdr.ClaireVos,WageningenUR(Alterra)[email protected],SOVONVogelonderzoek,WageningenUR(Alterra,DOW,PRI),ULInstituutvoorMilieuwetenschappen
Hetklimaatheefteengroteinvloedopveelecologischeprocessenenklimaat-verandering heeft daarom grote invloed op de natuur.Temperatuurverhogingbeïnvloedtdeverspreidingvansoorten,netalshetvakeroptredenvanweers-extremen.Devraag ishoedenatuurzogoedmogelijkkanmeebewegenmetdezeveranderingen.
Doorklimaatveranderingwordthetsteedswarmer.Klimaatzonesverschuivennaarhetnoorden.Inprincipezijnplantenendiereninstaatommeenaarhetnoordenopteschuiven.DeversnipperingvanEuropesenatuurgebiedenvormtechtereenobstakel.Doordatdierenenplantennietvrijkunnenmigrerenvanhunleefgebiednaarhetvolgendenatuurgebied,kanklimaatveranderingleidentothetuitstervenvansoorten.Behalvevandeomvangenliggingvangeschikteleefgebieden,hangtsuccesvollekolonisatievansoortenvannieuweleefgebie-denooksterkafvanhoegoedzijzijninverspreiden(dispersiecapaciteit),enhoe-zeerzespecifiekeeisenstellenaanhunleefgebied(habitatspecialisatie)enhungroeicapaciteit.
Inditonderzoekhebbenwetenschappersaangetoonddatversnipperingvanhetleefgebiedvandierenenplantendenegatieveeffectenvanklimaatveranderingversterkt.Versnipperingvertraagtofblokkeerthetkolonisatieprocesdatnodigisvoorhetvolgenvandezeverschuivendeklimaatzones.Modelsimulatiestonenaandatdeverwachtetoenamevanweersextremenalsgevolgvanklimaatveran-deringinversnipperdleefgebiedvakertotuitstervenvansoortenzalleiden.Eenpositieve uitzondering hierop vormen de dagvlinders. Dagvlinders worden bijhogere temperaturen mobieler wat de kolonisatie en hun verspreiding juistbevordert.MetdeEcologischeHoofdstructuur(EHS)wordennatuurgebiedeninNederlandaanelkaarverbonden.HetversterkenvandezeEHSendeverbindingenmethetEuropeseNatura2000netwerkmaaktdenatuurklimaatbestendiger.Deonder-zoekersradenaanomdezeextramaatregelenteconcentrereninzogenaamdeklimaatcorridorsofclusters.
DebinnenditprojectontwikkeldeKlimaatResponsDatabasegeeftinzichtindespecifiekeeffectenvanklimaatveranderingopdefloraenfaunainNederland.De database richt zich op de gevolgen van het verschuiven van geschikte kli-maatzones op de verspreiding van soorten (klimaatrespons). Door middel vankaartenwordt inzichtelijkgemaaktofenzo jawanneerdegeschikteklimaat-zonesvansoortengaanverschuiven.OfzeuitNederlandverdwijnenofzichjuist(opnieuw)vestigen.
29
A02
A06
Projectleiderprof.dr.JaapvanderMeer,[email protected],NIOZ,VrijeUniversiteitAmsterdam(IVM)
DeNoordzeeiseenvandemeestintensiefgebruiktekustzeeënterwereld.IndeNoordzeewinnenwegrondstoffenalsolieengas,endeNoordzeewordtgebruiktdoorscheepvaartenvisserij.Deeerstewindparkenzijninmiddelsaangelegdenerzijnplannenvoormeer.DaarnaastkentdeNoordzeeeenuniekenatuurdiebeschermingverdiend.IndeNoordzeevindenzeergrootschaligeveranderingenplaats,waarvaneendeelverklaardkanwordendoorklimaatverandering.Vooraanvangvanditprojectwaserweinigbekendoverdeeffectenvanklimaatver-andering op het ecosysteem van de Noordzee, oftewel het NederlandseContinentaalPlat(NCP).
Onderzoekers hebben uitgebreid metingen gedaan op de Noordzee. Hiermeekunnenzeeenschattingmakenvandeprimaireproductie indeNoordzeeenschattingenvanwaaropdebodemzichbelangrijkeclustersvanbodemfaunabevinden. De metingen bieden bovendien inzicht in de verzuring van deNoordzee.
DemeetresultatenlatenincombinatiemetmodelleringdeveranderingeninhetecosysteemvandeNoordzeezienalsgevolgvaneentoenamevandewindsnel-heid,veranderingvandominantewindrichting,eentoenamevandezeewater-temperatuureneentoenemendeCO2-concentratieindeatmosfeer.Dedirecteveranderingeninhetklimaathebbentotgevolgdatdesamenstellingvanzee-waterindevormvanbijvoorbeeldopgelostanorganischkoolstofenzuurgraadverandert.Eenandergevolgisdatdeopenindezeebodemlevendeorganismenminderproductiefzijn.Ditisrelevantomdatdieorganismenophunbeurthetvoedsel zijn van bodembewonende vissen. Minder productieve bodemdierenkunnendusleidentoteenafnamevan(commerciële)vissoorten,zoalstongenschol.
HetecologischmodelvandeNoordzee(ERSEM)isaangepastomklimaatgerela-teerdeveranderingenvanhetNCP-ecosysteemtevoorspellen.Metbehulpvandergelijke modelschattingen kunnen overheidsdiensten en ministeries (LNV-VROM)bijbeleidsbeslissingenbeterrekeninghoudenmetdenatuurlijkevaria-biliteitvanhetecosysteemvanhetNCP.Omoverzichttekrijgenindeveelheidaandataenresultatenkanookeennieuwontwikkelde‘tool’gebruiktwordenHiermeekunnenbeleidenmanagementrekeninghoudenmetdecomplexiteitendedynamiekvanhetecosysteemenverschillendemanagementoptiesvanuiteenlopendestakeholdersoptimaliseren.Demanagementtooliseengebruiks-vriendelijke interface van een database die lange termijn trends van eco-systeemvariabelen bevat (http://www.imares.wur.nl/NL/onderzoek/faciliteiten/emigma/).
Klimaat gerelateerde veranderingen van het NCP-ecosysteem en consequenties voor toekomstige ruimtelijke planning
ADAP
TATI
E
30
Acer: Aanpassing aan weersextremen in grensoverschrijdende stroomgebieden
ADAP
TATI
E
A07
Projectleiderprof.dr.JeroenAerts,VrijeUniversiteit(IVM)[email protected],KNMI,RIZA,VrijeUniversiteit(IVM,Geomilieuwetenschap-pen),WageningenUR(Alterra,DOW),WLDelftHydraulics
DeNederlandseoverheidisalgeruimetijdbezigmetmaatregelentegenover-stromingenindestroomgebiedenvandegroterivieren.De(bijna)overstroming-enindejarennegentigennieuweinzichteninklimaatveranderinghebbeneendiscussieopganggebrachtoverdeduurzaamheidvandehuidigemaatregelen.De plannen voor noodoverloopgebieden en aanverwante maatregelen zijngestrandopeenlaagdraagvlakbijdebevolkingenbijlagereoverheden.
De discussie heeft blootgelegd dat de ruimte om in Nederland grootschaligemaatregelentenemenschaarserwordtendatNederlandafhankelijkerwordtvanwaterbovenstroomsgebeurt.NederlandiszeeractiefindeRijncommissie,waaraanookvertegenwoordigersvanalleanderelandeninhetRijnstroomgebieddeelnemen. Er ontbreekt echter een integraal instrument dat voor het heleRijnstroomgebiedmaatregelenkandoorrekenenomzowelextreemlagewater-standenalsoverstromingentevoorkomen.
OnderzoekershebbenvoordeheleRijneenintegraalmodelontwikkeldomdeeffectenvanmaatregelentegenextreemhogeafvoerenendroogteopdelangetermijn tesimuleren.Daarnaastzijn tweepilotstudiesuitgevoerdwaarinhetgrensoverschrijdendemodelwerdgekoppeldaaneenlandoppervlak-atmosfeermodel.
Methetgrensoverschrijdendemodelzijnonderanderemaatregelendoorgere-kenddiemomenteelbovenstroomswordenuitgevoerdomoverstromingentebeperken.OnderzoekersberekendendatdeoverstromingskansvandeRijnkantoenemenmeteenfactor2.5to4.7in2050,alsgevolgvanklimaatverandering.Ditresulteertineenveelhogeroverstromingrisico.
Onderoverstromingsrisicowordtverstaandekansopeenoverstromingmaaldegevolgenvaneenoverstroming,zowelfinancieel(kostenvoorherstel)alsimma-terieel (gewonden).Deonderzoekerswaarschuwendatdehuidigeenvoordenabije toekomstgeplandemaatregelenwaarschijnlijkniet instaatzijnomdetoegenomenoverstromingskansenvoldoendeteverlagen.
31
A08
Projectleiderprof.dr.PietRietveld,VrijeUniversiteit(RuimtelijkeEconomie)[email protected],CBRB,CCR,FUCAM(België),HavenvanRotterdam,MinisterieI&M,Nedtrain,Prorail,RIZA,RIVM,VrijeUniversiteit(RuimtelijkeEconomie)
Klimaatveranderingbeïnvloedtdebevaarbaarheidvandewaterwegen.BijlaagwaterzijndeNederlandserivierenmoeilijkertebevaren.Inperiodenmetlagerivierwaterstandenneemtdetransportcapaciteitafenzullendetransportprij-zenvoorvervoeroverwaterstijgen.Transportstromenpassenzichhieropaan:eendeelvandebinnenvaartladingverschuiftnaaranderevormenvantransport:perwegofspoor.
Inditprojectisdeinvloedvanlagewaterstandenenvaneentoenameinvariatievanwaterstandenophettransportperbinnenvaartonderzocht.Inhetstroom-gebiedvandeRijnstijgtbijextreemlaagwaterdetransportprijsvaneengemid-deldbinnenvaartschipmet74procent.Tevenstoonthetonderzoekaandatdestijgingvantransportprijzengroterisinderichtingvandegrootstetransport-stroom.DeprijsstijgingisgrotervanNederlandnaarDuitsland,danomgekeerd.Hetwelvaartsverliesin2003ligttussende194en236miljoeneuro.Dezomervan2003kanwordengezienalseentypischjaaronderhetmeestextremekli-maatscenariovoorNederland(W+).Adaptatiegebeurtopdiversemanieren.Zohoudensommigeklantenvandebinnenvaartgrotevoorradenbulkaanomgeenlasttehebbenvandefluctuerendeomstandigheden.Demogelijkhedenomknel-puntenvialadingverschuivingennaarwegenspooroptelossenzijnoverigensbeperkt.Datkomtondermeerdoorcapaciteitsproblemenbijdelaatstevervoer-wijzenenookdoorhetforseinitiëlekostenvoordeelvandebinnenvaart.
Ookkekenonderzoekersnaardeeffectenvanweeropdevervoerskeuzevanpas-sagiers.Uitdeanalyseblijktdatrecreatiefverkeergevoeligerisvoorweersom-standighedendanwoon-werkverkeer. InNederlandvindt90procentvanhetpersonenvervoerplaatstevoet,perfietsofmetdeauto.Bijkouderweernemenautomobilisteneerderdeauto,terwijldevoorkeurbijwarmweerbijlopenenfietsenligt.Hardewindenneerslaglatenookeenverschuivingvandefietsnaardeautozien.Weersomstandighedenbeïnvloedendespitsinfilegevoeligegebie-den.Dereistijdvanhetforensenverkeer,zowelperautoalsmethetopenbaarvervoer,neemttijdensheftigeregenvalflinktoe,zekerinfilegevoeligegebieden.In Nederland verwachten we dat het klimaat zodanig verandert dat er meerextreme neerslag zal vallen. In de spits kunnen de welvaartskosten daardooroplopentot15procentintermenvanreistijdvoorverplaatsingen.
Gevolgen van klimaatverandering voor de transportsector
ADAP
TATI
E
32
Financiële arrangementen voor rampschade bij klimaatverandering
ADAP
TATI
E
Projectleiderdrs.LaurensBouwer,VrijeUniversiteit(IVM)[email protected](FloodManagement),Interpolis(Insurancesector),RABObank(Financialsector),VrijeUniversiteit(IVM)
De directe economische schade door aan weer gerelateerde natuurrampen iswereldwijdsnelgestegenindelaatstedecennia,voornamelijkomdathetaantalmensen en de hoeveelheid kapitaal die zijn blootgesteld aan weersextremensterkzijntoegenomen.Extremeneerslag,overstromingenvanrivierenendroog-tesleidenwereldwijdtotveelschade,inhetbijzonderinlaaggelegendeltage-bieden.OokinNederlandkanwordenverwachtdathetschaderisicozaltoene-men,vooralwanneerklimaatveranderingtoteenhogerefrequentievanextreemweerleidt.Hetisvanbelangvoordenationaleeconomieeninhetbijzonderdeverzekeringsbrancheomvasttestellenofenhoeveelextraschademogelijkteverwachtenis.Eenanderebelangrijkevraagisinhoeverrerisico’sverzekerdzijnofverzekerdkunnenworden.Sindsdestormvloedrampvan1953wordener inNederlandgeenverzekeringenmeeraangebodenvoorschadedoorhetbezwij-kenvanwaterkeringen.RampschadekandeelswordengecompenseerdviadeWetTegemoetkomingSchadeenZwareOngevallen(WTS),waarbijdeoverheiddegebeurtenismoetaanmerkenalseenramp.
In dit project is allereerst het effect vastgesteld van een aantal vormen vanextreem weer op directe economische schade, in het bijzonder van extremehagelbuien,overstromingendoorrivieren,kwel langsdegroterivierenenvandroogte.Schadeindeagrarischesectordoorhagelbuienkantoenemenmet25procenttotmeerdan200procent.Schadeindeagrarischesectordoorhagel-buienkantoenemenmet25procenttotmeerdan200procentin2050.SchadedooroverstromingeninhetMaasstroomgebiedkantoenemenvan96totmaarliefst719procentin2040;hetgevolgvaneencombinatievanklimaatverande-ringensociaaleconomischeontwikkelingen,inhetbijzondereentoenamevanhetstedelijkgebiedenkapitaalwaardeinlaaggelegengebieden.Daarnaastiserinhetprojectgekekeninhoeverrehetmogelijkisomnieuwefinanciëlearrange-mententeontwikkelenvoorschadedieontstaatdooroverstromingenalsgevolgvandijkdoorbrakeninhetrivierengebied.Erzijnmogelijkhedenvooreen(gedeel-telijk)particuliereverzekeringtegenoverstromingsschade.Overstromingsrisico’sinNederlandzijnteverzekerenviaeenpubliekprivaatpartnerschapindevormvaneenverzekeringsconstructiebestaandeuitdrielagen.Hierinwordenkleineschadesbetaalddoorhuishoudens,overigeschadesdoordeverzekeringssector,zeergroteschadeswordengedektdoordeoverheid.Afhankelijkvandehoogtevan de premie en andere condities blijkt een groot deel van de Nederlandsebevolkingbereidtezijntothetafnemenvaneenoverstromingsschadeverzeke-ring. Daarnaast blijkt dat veel huiseigenaren bereid zijn om investeringen tedoeninhetverminderenvanrisico’s.Dezemaatregelenkunnenmogelijkschadedooroverstromingenlangsderivierenverminderenmet1miljardeuroofmeer.
33
A09
A10a
Projectleiderir.FlorriedePater,VrijeUniversiteit(FALW)[email protected],BrinkmanClimateChange,VrijeUniversiteit(FALW),WageningenUR
KlimaatvoorRuimteheeftbijhetbeginvanhetprogrammaeenaantalregio’sinNederland aangewezen waar ruimtelijke ordening en klimaatverandering eenbelangrijke rol spelen. In de hotspots is nadrukkelijk de link met de praktijkgezocht.Hotspotszijn levende laboratoriawaarkennis inpilotprojecten indepraktijkisgebracht.
Ditprojectvormdehetbeginvanhethotspotprogramma. In tweeworkshopsmet beleidsmakers van nationale en regionale overheden, adviesbureaus ennatuurbeheerorganisaties is een groot aantal potentiële hotspots geïdentifi-ceerd.Dezehotspotswerden tegenhet lichtgehouden enbeoordeeld aandehandvaneerderopgesteldeselectiecriteria:eenhotspotmoetiniedergevaleensectorofregiozijnwaarklimaatveranderingeenbelangrijkeinvloedheeftopdeinrichtingvanhetgebiedofsector.Ermoeteenaantoonbarelinkzijnmetruim-telijkeordeningenplanologie.Hethotspotprojectmoetgedragenwordendoorpartijenuitdepraktijkenermoeteenbestuurlijkeeenmaatschappelijkeinte-resse zijn. Binnen de hotspot werd nadrukkelijk gezocht naar aansluiting bijreedslopendeprojectenbinnenKlimaatvoorRuimte.Hethotspotprojectmoeteenvoorbeeldfunctiehebbenhoeruimtelijkeordeninghelptbijinbeddingvanadaptatiemaatregelen. Tenslotte is belangrijk dat het project aansprekend isvoor een breed publiek en dat het‘witte vlekken’ invult van het Klimaat voorRuimteprogramma.Uiteindelijkzijnvijfhotspots,BypassKampen,Biesbosch-Haringvliet, Zuidplaspolder, Zuidwestelijke Delta, Tilburg, bovenaan de lijstgezet.Dehotspotbenaderingis toegepastbinnenKlimaatvoorRuimteenhetvervolgprogramma Kennis voor Klimaat en geniet inmiddels internationalebekendheid.
Definitiestudie HotspotsAD
APTA
TIE
34
Routeplanner 1 en 2, 2010 – 2050
ADAP
TATI
E
A11
Projectleiderdrs.RalphLasage,VrijeUniversiteit(IVM),drs.AaltLeusink,[email protected],[email protected],ErasmusUniversiteitRotterdam,Grontmij,KNMI,LEI,Loasys,PBL,RIZA,STOWA,UniversiteitUtrecht,VrijeUniversiteit,WageningenUR(Alterra),WL-Delfthydraulics
HetRouteplannertrajectheefteenbelangrijkeeerstestapgezetinhetbeschik-baarmakenvankennisdienodigisomNederlandklimaatbestendigtemaken.De Routeplanner is de wetenschappelijke tak van Nationaal Programma‘AdaptatieRuimteenKlimaat’(ARK).Diverseonderzoeksprogramma’s,waaron-derKlimaatvoorRuimte,endiversekennisinstituten,hebbenARKgevoedmetwetenschappelijkekenniseninzichtenoverhetklimaatbestendigermakenvanderuimtelijkeinrichtingvanNederland.
Onderzoekers van Klimaat voor Ruimte hebben zich vooral op kennis gerichtoverdegevolgenvanklimaatveranderingenopkennisoveradaptatiemaatrege-leninNederland.DezekenniswordtvertaaldnaardebeleidsvoorbereidingvoordeministeriesendelagereoverhedeninNederland.Hierbijisnietalleengebruikgemaakt van binnen Klimaat voor Ruimte ontwikkelde kennis, maar ook vankennis die aanwezig is bij andere onderzoeksprogramma’s, zoals Leven metWaterenHabiforum,enkennisinstellingen.Erisvooralaandachtbesteedaandekennisendeinstrumentendienodigzijnvoorhetopstellenvannationaaladap-tatiebeleideneenadaptatieagenda.
Beschikbare kennis is ontsloten in een quick scan. Daarnaast zijn veerkracht,weerstand en aanpassingsvermogenvan Nederland voor de gevolgen van kli-maatveranderingonderzochtineenNulmeting.Tenslottezijnpotentiëleadap-tatiemaatregelen beschreven op hun effecten, kosten en baten. De resultatenzijn gebundeld in diverse toegankelijke‘Routeplanner publicaties’ die door debeleidswereldgoedzijnontvangenengebruiktalsbasisomverderadaptatiebe-leidteontwikkelen.
DebelangrijksteconclusievandeRouteplannerisdatklimaatveranderinggroteschadekantoebrengenaanNederland.Alswenietsdoen,raaktdesamenlevingontwricht.WemoetenNederlandklimaatbestendigermakenenmorgenbegin-nenmetervaringopdoenmetgeïntegreerdebenaderingen,omdatveeladaptatie-optiesbestuurlijkcomplexzijn.Ookismeerkennisnodigoverdekostenenvooraloverdebatenvanadaptatieopties.
35
A12
Projectleiderdr.JanVerhagen,WageningenUR(PRI)[email protected](FALW),WageningenUR(Alterra,LEI,PRI,DPW)
In dit project hebben onderzoekers gekeken in hoeverre de Nederlandse enEuropeseagrarischesectorisvoorbereidopklimaatverandering.Hierbijhebbenzij verschillende scenario’s onderzocht voor wat betreft klimaatverandering,marktwerkingenpolitiekeverandering.Er iseenmethodeontwikkeldomhettoekomstperspectiefvandeagrarischeproductieregio’sinEuropatebeoordelenbijveranderendemarkt-enklimaatomstandigheden.
Onderzoekershebbenschattingengemaaktvandeproductievraagnaartarwe,aardappelsengrasland(voormelkveehouderij)in2020en2050.Ookisgekekennaarmaximaalhaalbareproductieenaanbod.Bijhetmakenvandezeschatting-enzijnklimaatscenario’svanhetInternationalPanelonClimateChange(IPCC)gebruikt,namelijkhet‘geliberaliseerde’scenarioA1enhetmeer‘regionale’sce-narioB2.ScenarioA1gaatervanuitdatin2050dewereldpopulatiezijnmaxi-maleomvangvan9miljardheeftbereiktendaarnalangzaamafneemt,datersnelleeconomischegroeizalzijn,eensnelleverspreidingvannieuwetechnolo-gieëneneenwereldwaarmensenwereldwijdsocialenetwerkenonderhoudenenveelinteractiemetelkaarhebben:degeïntegreerdewereld.ScenarioB2gaatuitvaneenmeerverdeelde,maarookmeermilieuvriendelijkewereld.Binnenditscenariodenkenonderzoekersookaaneencontinuegroeiendewereldbevolkingengemiddeldeniveausvaneconomischeontwikkeling.
Deresultatendoenvermoedendaterin2050sprakezalzijnvangroteverschil-len in toekomstperspectief tussen de regio’s in Europa. Dit zal met name hetgevalzijninhetgeliberaliseerdescenarioA1.Demeestgunstigeregio’szijndedunbevolkte gebieden in Noordwest-Europa (delen van Frankrijk, Noord-DuitslandenNoord-Nederland).Dezeregio’sdoenhetgoeddooreenflinketoe-nameindeproductiviteitenzeerconcurrerendeakkerbouw-enmelkveesecto-ren. De minst gunstige regio’s zijn te vinden in Oost- en Zuid-Europa. Eenproductiviteitsdaling(oftekleinestijging),incombinatiemeteenlageconcur-rentiekracht zijn hiervoor verantwoordelijk. In het meer regionale scenario B2zijndeverschillenminderextreem.OmdatinhetgeliberaliseerdescenarioA1devraagnaardediversegewassenenproductenmindersterkstijgtdandeproductiviteit,wordtdeproductieingrotegebieden overtollig. Die gebieden komen daardoor beschikbaar voor alterna-tieveagrarischeofniet-agrarischeactiviteiten.DezenoodzaakwordthetgrootstindeZuid-enOost-Europeseregio’s.InhetmeerregionalescenarioB2isersprakevaneengroteretoenamevandevraageneenveelkleinerestijgingvandeproductiviteit,watresulteertintewei-niglandbouwgrondomindevraagtevoorzien.Wanneernietalleende27lidstatenvandeEuropeseUniemaarookdelandentotaandeOeralwordenmeegenomenindeanalyse,neemthetrelatievebelangvandeWest-Europeselanden,metuitzonderingvanFrankrijkenDuitsland,aftengunstevanOekraïneensommigeRussischeregio’s.Huntoegenomenbelanginhetvoorzienindetotaleproductievraagisnietzozeerhetresultaatvanhogeproductiviteit,maarveeleervangroteagrarischebedrijvenmetgoedevooruit-zichtenvooreengroteconcurrentiekracht.
Definitiestudie landbouw AD
APTA
TIE
36
Aandacht voor Veiligheid: definitiefase
ADAP
TATI
E
A13
Projectleiderprof.dr.JeroenAerts,VrijeUniversiteit(IVM)[email protected],DWW,I&M,KNMI,PBL,RIKZ,RIZA,VrijeUniversiteit(IVM,FEWEB),Wagenin-genUR
In dit project is onderzocht wat de invloed is van klimaatverandering op dewaterveiligheidinNederlandopdelangetermijn.Ineenhaalbaarheidsstudieisverkendwelkeinformatieenmethodeneralbeschikbaarzijnomontwikkeling-enophetgebiedvanwaterveiligheidinNederlandopdelangetermijntebestu-deren.Watkunnenweverwachten:hoe(on)veiligisNederlandindetoekomstenwatzijnmogelijketoekomstscenario’senoplossingen?
Binnenhetprojectiseeninstrumentontwikkeldomdediscussieoverwatervei-ligheid te ondersteunen en heet daarom Discussie Ondersteunend Systeem(DOS).EenprototypeDOSisontwikkeldvoordediscussieoverwaterveiligheidenderuimtelijkeinrichtingvandeNederlandsekustenhetrivierengebied.DeDOSisonderandereingezetdoordeCommissieVeermandieaandewiegstondvanhettweedeDeltaprogramma.
Het project doet diverse aanbevelingen. Op het gebied van klimaatscenario’sadviserendeonderzoekersomdeKNMI’06scenario’stegebruiken.Ominzichttekrijgeninderobuustheidvanoplossingsrichtingenradenonderzoekersaanomooktekijkennaareenzeespiegelstijgingscenariovanmeerdan85cm/eeuw.De onderzoekers hebben ook sociaal-economische scenario’s gebruikt enbestuurlijkescenario’s.HieroveradviserenzijomindetoekomstookdenieuweEU-hoogwaterrichtlijnmeetenemen.Hetinschattenvanschadesenherstelver-mogenisingewikkeld.Hetnauwkeuriginschattenvandeindirecteschadeisvanbelang omdat deze voor een groot gedeelte de totale omvang van de schadebepaald. Dat blijkt zeer complex en er zijn geen modellen beschikbaar die deindirecteschadekunnensimuleren.
Erisgewerktmettweeoplossingsrichtingen.EenBusinessAsUsual(BAU)vari-antdiedekansopeenoverstromingnietlaattoenemen.Eneenophoogvariantdiealsdoelheeftdegevolgschadezoveelmogelijktebeperken.Hetgebruikvandezevariantenheeftinzichtgegevenindebandbreedtevaneffectenvanoplos-singsrichtingen. Er is alleen op nationale schaal gekeken naar maatregelen.Vervolgonderzoekmoetookderegionaleschaalbetrekkenindeanalyse.
37
A14
Projectleiderir.MarcovanSteekelenburg,ProvincieZuid-HollandE-mailmgn.van.steekelenburg@pzh.nlConsortiumConSept(o,a.Milieufedera-tieZuidHolland),Hoog-heemraadschapvanSchielandendeKrimpener-waard,ProvincieZuidHolland(Xplorelab),TUDelft(FaculteitBouw-kunde),WageningenUR,VrijeUniversiteit(IvM)
DeZuidplaspolderligtindedriehoekRotterdam,Zoetermeer,GoudaenherbergthetlaagstepoldergebiedvanNederland.DeZuidplaspolderisaangewezenvoordeopvangvandeverstedelijkingsbehoeftevandezuidvleugelvandeRandstad.Devolgendeontwikkelingenstaangepland:• Debouwvan7.000tot30.000woningen,honderdenhectarenbedrijfsterrei-
nenenkassen• Verbeteringvandeinfrastructuur• Aanlegextranatuur,groenzonesengroeneverbindingen• RuimtevoorwaterbergingDeZuidplaspoldermoetduurzaamwordeningericht.Toekomstigebewonersenbedrijvenmogengeenlastkrijgenvandeeffectenvanklimaatverandering.HetXplorelab,de innovatiewerkplaatsvandeProvincieZuid-Holland,heeftonder-zochtwelkeklimaateffectenindeZuidplasspelenenwathieraangedaankanworden. Het eindrapport toont de effecten en adaptatiemogelijkheden. Ookgeeft het project een eerste inzicht in (maatschappelijke) kosten en baten.Voorbeeldenvanmaatregelenzijnvergrotingvanpeilgebieden,ofwaterbesten-digewoningenbouwen.
Modelsimulaties wijzen uit dat het overstromingsrisico in de Zuidplaspolderkleinis.EeneventuelelokaledijkdoorbraaklangsdeHollandseIJssel,geefteenmaximaleinundatiedieptevan1,30meter.Hetrisicokanzelfsnogverkleindwor-den door bijvoorbeeld verhoogde wegen als compartimenteringsdijken tebenutten. Naast veiligheid hebben de onderzoekers ook gekeken naar water-overlast, waterkwaliteit, hittestress en natuur.Wateroverlast is te voorkomendoor meer oppervlaktewater te creëren waardoor de bergingscapaciteit toe-neemt.Dewaterkwaliteitinhetveengebiedwordtverbeterddoorhetwaterpeilteverhogen.
Vanuitdeanalysesvandeeffectenzijnvijfklimaatbestendigevoorbeeldprojec-tenontworpen.Detotalemeerkostenvanvierhiervankomenoptientallenmil-joenen euro’s. Het maatschappelijk saldo blijkt uiteindelijk toch positief. Hetplan voor de Zuidplas bleek klimaatbestendig te zijn, maar kán nog beter.Ondankshetpositievesaldogaatimplementatievandezeaanvullendeklimaat-maatregelen niet vanzelf. Langetermijnbelangen vervlechten in ruimtelijkeplanvormingeistaandacht,totophetniveauvanuitvoering.Een‘werkplaats’alshetXplorelabisookhiervooreenbeproefdemethode.Klimaatbestendigheidisgeennorm,maar eenmanier vanwerken.Vroegtijdigbetrekkenvande juistepartnerseneenontwerpendehoudingiscruciaal.
VeelvandeideeënuithethotspotprojectzijninhetkwaliteitshandboekZuidplasvastgelegd. Daarnaast is een aanvullend nota Ruimte budget van 24 miljoeneurotoegekendaandeZuidplaspoldervoormaatregelendiededuurzaamheidenklimaatbestendigheidvanhetgebiedvergroten.
Hotspot ZuidplaspolderAD
APTA
TIE
38
Hotspot Tilburg
ADAP
TATI
E
A16
Projectleiderdrs.JanSchouw,[email protected](drs.JanSchouw,DeVolhardingBredaBV)ConsortiumBuilddeskNederlandBV,insamenwerkingmettwintiglokalepartners
In2006en2007ishetprojectHotspotTilburguitgevoerd.HetHotspotprojectheeftdegemeenteTilburgondersteundbijhetinhoudelijkenprocesmatigvoor-bereidenvaneenlangdurig,ambitieus,meerjarenprogrammagerichtophetkli-maatneutraalenklimaatbestendigmakenvandestadTilburg.Hetstakeholder-proces bestond uit een reeks van uiteenlopende activiteiten: interviews metstakeholders,drielokaleminiconferenties,eenuitgebreidcommunicatietraject,hetorganiserenvanbestuurlijkeenambtelijkebetrokkenheidenhetinteresseren,mobiliserenencommitterenvanmaatschappelijkeactoren.Ominhoudtegevenaandeadaptatieagendaiseenadaptatiescanuitgevoerd.Hierbijzijnlokalekli-maatscenario’svoor2050berekendenlokalemaatschappelijkeeffectenvandieklimaatveranderingeninkaartgebracht.
Omtekunnenbepalenof,wanneerenhoeTilburgalsstadklimaatneutraalzoukunnenwordenishetprojectRoadmapTilburgKlimaatneutraaluitgevoerd.Inditprojectzijndetrendmatigeontwikkelingenvanlokaleenergiebesparingenduurzameenergieproductievastgesteld.Ookzijnertweescenario’suitgewerkt,waarinzoveelmogelijkeaanvullendebesparingenduurzameenergieproductiewordengerealiseerd.Maatregelenzijnuitgewerkttoteen‘routekaart’metcon-creteactiesvoordekomendedecennia.Omdelokaleklimaatambitiestekunnenverwezenlijken is een langdurige en intensieve betrokkenheid nodig van poli-tiek, burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties – langer dan detijdshorizonvanenkeleofhooguit4of5jaardiemengewendismaximaalvoor-uit te kijken. Om een langere en intensievere betrokkenheid te realiseren isgeprobeerd om een lokaal arrangement te ontwikkelen dat daar in voorziet.Centralerolhierinspeelthet‘klimaatschap’,eenverenigingvandiverseorgani-saties(bedrijven,overheden,middenveld),diezichgecommitteerdhebbendoormiddelvanhetondertekenenvaneenklimaatverklaringenzichgeorganiseerdhebben in verschillende ‘klimaatallianties’. Een klimaatalliantie pakt elk eenklimaatgerelateerdthemaaan.Hetarrangementwordtondersteunddooreenklimaatbureaudateenaantalpraktischeencoördinerendetakenopzichneemt.Hetklimaatschapendeverschillendealliantieszijnondertussenoperationeelenhebbeneersteresultatenopgeleverd.
39
A17
Projectleiderdrs.VincentKuypers,WageningenUR(Alterra)[email protected],WageningenUR(Alterra)
Deurgentieominstedenietsaandeklimaatveranderingtedoen,ishoog.VeelgemeenteninNederlandzijndanookalbezigomklimaatprogramma’steont-wikkelen,ambitiesvastteleggenenprojectenterealiseren.HetdialoogprojectKlimaatindestadisopgezetomopinteractievewijzeteonderzoekenwelkekli-maatkennisrelevantisvoorNederlandsesteden,welkekennisontbreektenhoediekennislandtindestedelijkeomgeving.
Metdiversegemeenten,organisatiesenbedrijven,diewerkenindiestedelijkecontextisindeeerstefasevanhetprojectdedialoogaangegaan.Indezework-shopswarenonderandereaanwezig:ambtelijkeenbestuurlijkevertegenwoor-digers van ruimtelijke ordening, milieu, water, groen en stadsbeheer, gezond-heidsdiensten,projectontwikkelaars,woningcorporatiesenarchitectenbureaus.
De keuze om binnen dit project de dialoog aan te gaan tussen wetenschap,beleidenpraktijkisniettoevallig.Klimaatveranderingisindegeschiedenisvandestadsontwikkelingnamelijkgeenopzichzelfstaandprobleem,maareenpro-bleembovenopeenheleverzamelingfysiekgeografischeveranderingenensoci-aal economische ontwikkelingen. De stad is in feite een strakke mal, waarinoplossingenvoormitigatieenadaptatiegeïntegreerdmoetenwordengeïmple-menteerd;alsklimaatveranderingeralnietvoorzorgtdatdemaluiteenbarst.Destadisdezeerspecifiekeomgeving,waarinallerleilokale,fysieke,hydrologi-sche, ecologische, stedenbouwkundige, demografische, economische, politiekeensocialeontwikkelingensamenvallen.
Indetweedefasevanhetprojectzijnverschillendeadaptatieprojectenverderuitgewerkt.Erzijnmeerdere(inter)nationaleontwerpworkshopsgeorganiseerd.Dezefaseisafgeslotenmeteenexpositiewaarindeontwikkeldeontwerpprincipesenontwerpenvanuitdedeelnemendestedenenpartijenwerdengepresenteerd.
In de derde fase van het project heeft een wetenschappelijke analyse plaatsgevondenvanhetontwikkeldemateriaal.Demethodiek(mapping),instrumen-ten(maptable)en‘groene’en‘traditionele’oplossingenzijnmetelkaar inver-bandgebrachtenvergeleken.Eendeelvandezeanalysewordtnoguitgewerktin Future Cities – een EU interreg IVB project voor de stadsregio Arnhem-Nijmegenalsmeestprominenteresultaatvandedialoog.
Door dit project is klimaatadaptatie in steden stevig op de agenda gezet vandiverse Nederlandse gemeenten. Belangrijke resultaten van dit project, naastFuture Cities, is het ontstaan van een klimaatarchitectuurnetwerk, waar ver-schillende showcases van internationaal formaat uit voort zijn gekomen.Tenslotte is de gezamenlijke klimaatadaptatie-agenda via de netwerken vanCROW,Stadswerk,ARCAM,STROOMenNAiuitgebreidnaaranderesteden.
Dialoog Klimaat en de stadAD
APTA
TIE
40
Hotspot Groningen
ADAP
TATI
E
A18
Projectleiderir.RobRoggema,[email protected],GemeenteGroningen,KNMI,Tauw,TUDelft(CiTG,Bouw-kunde),VrijeUniversiteit(IVM,FEWEB),Wagenin-genUR(Alterra,Bestuurskunde,Land-schapsarchitectuur),WaterschapHunzeenAa’s,WaterschapNoorderzijlvest
DeHotspotklimaatbestendigGroningenheeftkennisvanklimaatveranderingenklimaatadaptatieverzameldentoegepastophetOmgevingsplanvandepro-vincieGroningen.Deresultatenvanhetprojectbiedenandereoverhedenhand-vattenvooreenklimaatbestendigeregionaleplanningenkunnengebruiktwor-den bij het opstellen van omgevingsplannen, structuurvisies en water-beheerplannenvanprovincies,waterschappenengemeenten.
Indehotspotiseenonconventionelemethodeontwikkeldomaanpassingaanklimaatveranderinginbeleidtefaciliteren:dewickedbypass.Demedewerkersinhetprojectzagendatklimaatveranderingeenmoeilijkmeetbaarencomplexprobleemis.Waaromproberenwedatonderwerpdanwelinhetkeurslijftepas-sen van het reguliere en bekende planningsproces? De‘wicked bypass’ is eenmethodedieparallelaanhetreguliere,meergetemdgeoriënteerdeplanproceswordt doorlopen. In deze bypass worden alternatieve werkvormen gebruikt,overdelangetermijnnagedachtenonorthodoxeoplossingengetest.Onderdelenhiervanzijninpasbaarenwordengeïntegreerdinhetreguliereplanproces,ter-wijlandereuitkomsten in toekomstigeplanprocessenofdooranderepartijenwordeningepast.Dewickedbypassisgeengemeengoed,maarwordtaanbevo-lenvoorverdereexperimenteninandereplanprocessen.
Velepartijenenpersonenhebbeninditprojectsamengewerkt.DaarbijistelkenslokalekennisgekoppeldaankennisdieinhetKlimaatvoorRuimteprogrammaisontwikkeld.Er isnietalleeneenintensieveuitwisselingtussenprovincieenhetonderzoeksprogrammageweest.Indiverseworkshops,expertmeetingsensemi-nars is een veel bredere groep betrokken geraakt bij klimaatbestendigheid opregionaleschaal.Ditiséénvandesuccessenvanhetproject.
Metbehulpvandeontwikkeldemethode–dewickedbypass–diezichgedu-rendehetprojectmanifesteerde,konklimaatveranderingzijnwathetwas:eenongrijpbaarprobleem,meteigendynamieken innigverstrengeldmet talvanandereonderwerpen.
41
A19
Projectleiderdr.JanVerhagen,WageningenUR(PRI)[email protected](Alterra,CWE,LEI,NCP,PPS,PRI)
Inditprojectzijnmethodiekenontwikkeldomdegevolgenenrisico’svanklimaat-verandering op landbouwsystemen tot 2050 in kaart te brengen. Hierbij is kli-maatverandering geplaatst naast andere factoren, markten en technologie, diemedebepalendzijnvoorontwikkelingenindelandbouw.
DemethodiekenzijntoegepastopakkerbouwsystemeninEuropaenineenmeergeïntegreerde manier, op akkerbouwbedrijven in Flevoland. Ook zijn adaptatie-strategieënopbedrijfs-enregionaalniveaugeëvalueerd.
VoordeEuropeseUnieisvoorverschillendescenario’sgekekennaarhetrelatievebelangvanklimaatveranderingopgewasproductieenprijzenvanlandbouwpro-ducten.Deresultatenbevestigendeeerderebevindingendattechnologischeont-wikkelingrelatiefbelangrijkerisvoordebepalingvanhetproductieniveaudankli-maatverandering en een verhoogde CO2-concentratie. Omdat de modellen zijngekalibreerdopregionaalniveauzijndeopbrengstsimulatiesaanzienlijkverbe-terdtenopzichtevaneerderestudies.Hetbelangvantechnologischeontwikke-lingvoorhetbepalenvangewasopbrengstentot2050,geeftookhetbelangaanomdezecomponentbetertebegrijpenenkwantificeren.
Door gewasgroei en economische modellen te koppelen is aangetoond dat devariaties inopbrengsteenduidelijkeffecthebbenopdeprijs.Echter,devraagnaar de producten is de belangrijksteprijsbepalende factor. Dezevraag is sterkgekoppeldaandeontwikkelinginGDPenbevolkingsgroei.
HetargumentomFlevolandintecreërenwasvoedselproductie.Totophedenislandbouwdedominanteeconomischeactiviteit.Waaranderestudiesbeperktble-ventothetbepalenvandegevolgenenformulerenvanaanpassingsstrategieëninrelatietotklimaatveranderingopgewasenveldniveau,ishierookgekekennaarveranderingen in bedrijfsstructuur en bedrijfskarakteristieken. Hiervoor is eenbedrijfstypologie opgezet op basis van specialisatie, omvang, intensiteit enbedrijfsoriëntatie.Deresultatenlatenziendatbeslissingengestuurdwordendoorverwachteproductieenprijsniveausendatextremegebeurtenisseneenbeperkteffect hebben op gewaskeuze en investeringen in aanpassingsmaatregelen. Deeconomischegevolgenvaneengeleidelijkeklimaatveranderingzijnoverhetalge-meengunstig.Uitdeanalysekomtduidelijknaarvorendattoegangtotkapitaaleengunstigeffectheeftbijhetimplementerenvanaanpassingsmaatregelen;inhetalgemeenbetekentditdatgroterebedrijvenhiermeermogelijkhedenhebben.
Gedurende de Flevolandstudie zijn verschillende bijeenkomsten georganiseerdomdeaanpakeneersteresultatentepresenterenendeinzichtenvanbelangheb-bendeninderegioinhetonderzoekmeetenemen.Uitdezebijeenkomstenkwamduidelijknaarvorendathetkostenaspectcentraalstaatendataanpassenaanver-anderingen een onderdeel is van het gezond en competitief houden van hetbedrijf.Informatieenkenniszijncruciaalomtijdigtekunnenreageren.Maarvoor-alsnogzijnklimaatrisico’snogondergeschiktaanderisico’sdiedemarktenbeleidmetzichmeebrengen.
Het beoordelen van het adaptief vermogen van landbouw in Nederland aan de gevolgen van klimaatverandering onder verschillende markt- en beleidsscenario’s
ADAP
TATI
E
42
Aandacht Voor Veiligheid II
ADAP
TATI
E
A20
Projectleiderir.PhilipWard,VrijeUniversiteit(IVM)[email protected],VrijeUniversiteit(IVM),WageningenUR(DOW),Deltares
NaarverwachtingheeftklimaatveranderingeengrooteffectopdehydrologievandeRijn.IntotaalkrijgenvijflandeninhetstroomgebiedvandeRijnmetdezeveranderingentemaken.Omnudejuistemaatregelentetreffenishetnodigomeeninschattingtekunnenmakenvantoekomstigeeffectenvanklimaatveran-deringopdeRijn,nietindelaatsteplaatsvandeoverstromingsrisico’s.
Totnutoegebruiktenonderzoekerseenscenario-aanpakominzichttekrijgeninoverstromingsrisico’sindetoekomst.Scenario’sgevenbandbreedtesaanvandetoekomstigesituatie.Beleidsmakerskunnenhiernietaltijdmeeuitdevoeten:zijwillengraagdekansvandeverschillendescenario’sweten.Ditprojectgeefteendemonstratievaneenmethodewaarmeejekansenvanoverstromingsrisi-co’salsgevolgvanklimaatveranderingkuntberekenen.Ditnoemenweookwelprobabilistische schattingen van overstromingsrisico’s. Zulke probabilistischeschattingenzijnbecijferdvoortweecasestudytrajectenlangsdeRijn:hettrajecttussenBonnenDuisburgenhettrajecttussenMainzenKoblenz.
Onderzoekers hebben de rivierafvoer van de toekomst gesimuleerd met hethydrologischemodelHBV-96.Inditmodelzijnklimaatdataingevoerdvanmon-diale klimaatmodellen (Global Climate Models – GMCs) en van regionale(RegionalClimateModels–RCMs).EenaantalvandezesimulatiesisuitgevoerdbinnenhetRheinBlick2050project.Metdezemodelsimulatieshebbenonder-zoekerseenschattinggemaaktvanextremeafvoeren(metherhalingstijdentot3000jaar)perklimaatmodel.Omvanextremerivierafvoerentotoverstromings-schadeen-risicotekomen,hebbendeonderzoekerseeneenvoudiginundatie-modelontwikkeld,deFloodscanner,endezegekoppeldaaneenoverstromings-schademodel,deDamagescanner.
Met deze aanpak zijn zogenaamde probabilistische overstromingsrisicoscena-rio’sontwikkeld.Hiermeekunnenwedekansinschattenofeentoekomstigover-stromingsrisicohogerisdanhethuidigerisico.Alsvoorbeeldhebbendeonder-zoekersdekansgeschatdatdeoverstromingsrisicoin2080groterzalzijndanvandaag.OphettrajectBonn-Duisburgwasdiekansongeveer92procent,uit-gaande van de zogenaamde SRES A2 scenario. Voor het traject Mainz-Moselwordtdekanszelfs96procentgeschat.Metdezegegevensishetmogelijkomrisico’sonderextreme,toekomstigesituatiesinhetrivierstroomgebiedteevalu-erenenmaatregelentetreffen.
43
A21
ProjectleiderPeterPrins,[email protected],Grontmij,LTONoord,WageningenUR(Alterra,PRI)
Landbouw is heel belangrijk voor de Noord-Nederlandse economie en is daarook een belangrijke maatschappelijke factor. De verandering van het klimaatkangrotegevolgenhebbenvoordelandbouw.Deomstandighedenwaaronderwenugewassentelen,zullenveranderen,doordathetbijvoorbeeldwarmer,nat-ter,ofjuistdrogerwordt.Hierdoorontstaannieuweziektenenplagen,enont-staatwellichtookdebehoefteaannieuwegewassen.Omdeuitstootvanbroei-kasgassen terug te dringen, kan behoefte ontstaan aan teelten voor energie.Klimaatveranderinghoudtookindaternieuwerisico’szijnvoordebedrijfsvoe-ring(oogstzekerheid)enbedrijfszekerheid(energievoorziening).Denoordelijkeoverhedenzijnzichbewustvanhetgrotebelangvandelandbouwvoordelokaleeconomieenwillendaaromwetenwelkeinvesteringennodigzijn,bijvoorbeeldindewaterhuishouding,omdepositievandelandbouwvoor langeretermijnveiligtestellen–óókalshetklimaatverandert.Inditprojectisdaaromgekekennaardemogelijkegevolgenvandeklimaatveranderingenhoedeagrarischesec-tordaarmeeomkangaan.
Voordiversegewasseniseenstudiegemaaktnaardemogelijkeveranderingen,maarookjuistnaardekansen,dieklimaatveranderingdeagrarischesector inNoord-Nederlandbiedt.
Deonderzoekershebbenvoorvijftienverschillendeland-entuinbouwgewassenonderzochtwelkeeffectenklimaatveranderingheeftin2040en2100.Voordezegewassen is gekeken of de kwaliteit van de gewassen bij klimaatveranderingzouafnemen.Ookisdeinvloedvanklimaatveranderingoplandbouwhuisdieren,melkkoeienenscharrelvarkens,onderzochtenhoeeventueleschadelijkeproble-menalsgevolgvanklimaatveranderingopgelostkunnenworden.
Hetblijktdatpootaardappelenbijtoenemendehittegolvenminderhardgroeien.Er vindt groeistagnatie plaats, waardoor de oogst voor de agrariër minderopbrengt–opbrengstderving.Boerenkunnenhieropinspelendoordeaardap-pelruggenteverbredenofdezeteverkoelen,bijvoorbeeldviadruppelirrigatie.
Deleliedaarentegendreigtteverdrinken.Omverdrinkingvanbollentevoorko-menradenonderzoekersaanomdeafwateringteverbeterenenwaterindeper-celentebergendoorintensievedrainage.
Ookdierenkunnenlastkrijgenvanklimaatverandering,bijvoorbeeldkoeieninmelkveestallendoorhittestress.Verbeterenvanstalventilatieenhetaanleggenvangroenedakenhelpenomdehittestressteverminderen.
In de laatste fase van dit project zijn aanpassingsstrategieën voor Noord-Nederland landbouwkundig en ruimtelijk uitgewerkt. Deze plannen wordensamengevoegdtotactieplannenvoorverschillendedeelgebieden.
Hotspot Klimaat en Landbouw in Noord-Nederland
ADAP
TATI
E
44
Hotspot Rijnenburg
ADAP
TATI
E
ProjectleiderWelmoedVisser,EnricoMoens,[email protected],[email protected]
IndegemeenteUtrechtligtdepolderRijnenburg;hetgebiedtenzuidenvandeRijkswegA12entenwestenvandeRijkswegA2.Hierwordendekomendejaren5000–7000woningengebouwd.DeprovincieUtrecht,degemeenteUtrechtenhetHoogheemraadschapDeStichtseRijnlandenhebbendeambitieuitgespro-kenomhetwoongebiedRijnenburgklimaatbestendigenduurzaamteontwik-kelen.DeHotspotRijnenburgheefteenbelangrijkebijdragegeleverdaandever-wezenlijking van deze ambitie door het aandragen van bouwstenen voor destructuurvisieRijnenburg.
IndeHotspotRijnenburgis(inter)nationale,actuelekennisoverklimaatadapta-tieen-mitigatiegebundeldenontsloten,zodatvanuitdezekennisbouwstenenkondenwordengeformuleerdomRijnenburgklimaatbestendigenduurzaaminterichten.Ditisgedaandooralvanafhetprillebeginwetenschappers(waaronderklimaat-experts), praktijkmensen, betrokken ambtenaren en de ontwerpers van deStructuurvisieinbijeenkomstenmetelkaarincontacttebrengen.Deeerstebij-eenkomst was een zogenaamde inspiratiebijeenkomst, bedoeld om onder debetrokkenen een gezamenlijke mindset en begrippenkader te kweken.VervolgenszijntijdenseenCharettebijeenkomstideeënverzameldvooreenkli-maatbestendige en duurzame inrichting. Een Charette is een openbare, inter-actieve ontwerpsessie waarin inwoners, ondernemers en andere betrokkenensamenaandeslaggaanmeteenontwerpvooreenplan.Metkennissessieszijndezeideeënverdieptenuitgewerkttotbouwstenenvooreenduurzaamenkli-maatbestendig Rijnenburg (zie www.toolboxRijnenburg.nl). De maatregelenspitsenzichtoeopdevolgendethema’s:mitigatie,adaptatie,gezondeleefom-geving en cradle to cradle. Het ontwerp van Rijnenburg is met hetDuurzaamheidsProfielopLocatie(DPL)geëvalueerd.UitdeDPLrolteenrapport-cijfervoordeduurzaamheidvandewijk.
Betrokkenen van de Hotspot Rijnenburg zijn geïnterviewd om vast te stellenwelkebouwstenenenmethodiekenhebbenbijgedragenaandestructuurvisieenwelkeniet.Destructuurvisieisinmiddels(in2010)vastgesteldendeambitievaneenduurzaamenklimaatbestendigRijnenburg,isgoedzichtbaar.
Uit de evaluatie van de hotspot is onder andere gebleken dat een bestuurlijkcommittmentergbelangrijkisvoorhetmeenemenvanklimaatbestendigheidindestructuurvisie.Ookeengoedemixvanbestuurders,wetenschappers,inspira-torenenbetrokkenen isbelangrijk,omdatdit leidt totnieuween innovatieveideeën.DestartvanhetprocesmeteeninspiratiebijeenkomsteneenCharettehelpt om elkaar’s taal te leren spreken en om tot innovatieve ideeën enoplossingen te komen. Verdieping en aanscherping vond plaats in de kennissessies. Deze aanpak (structuurvisietraject en hotspottraject) heeft goedgewerkt en bijgedragen aan de huidige klimaatbestendige en duurzamestructuurvisie.
45
A22
A23
ProjectleiderGoswinvanStaveren,AcaciaWaterBVE-mailgoswin.vanstaveren@acaciawater.comConsortiumAcaciaWaterBV,AequatorGroen&RuimteBV,VrijeUniversi-teit(IvM),WageningenUR(Alterra)
HetdoelvanditprojectisomvoorderegioNoord-Nederlandinzichttekrijgeninderisico’sofkansenvandetoenemendeverziltingvanhetgrondwaterdoorklimaatverandering. De onderzoekers richtten zich daarbij op de landbouw-sectorinNoord-Nederland.
Drieparallelleonderzoekenzijnuitgevoerdomtotditinzichttekomen.Teneer-steishetnodigomhetprocesvanverziltingopeenlandbouwperceeltebegrij-pen.Hoeergishetnualineendrogeofeennatteperiode?Watzijndebepa-lendefactoren?Hoekunnenwedeontwikkelingalsgevolgvanklimaatveranderingvoorspellen? Hiervoor hebben onderzoekers een jaar intensief gemeten engemodelleerdopachttienlandbouwpercelenmetvoorderegiokarakteristiekebebouwing,drainageenbodemopbouw.
Omvanrisico’sofkansentesprekenwildendeonderzoekersookwetenhoedebelanghebbenden–agrariërsenwaterbeheerders–aankijkentegenverziltingeneventueleadaptieveofmitigerendemaatregelen.Dezevraagisonderzochtineenparallelperceptieonderzoek.
Tenslotte heeft men informatie nodig over de rendabiliteit van verschillendeteelten onder veranderende omstandigheden.Worden zilte teelten rendabel?Tot hoeveel chloride houdt een pootaardappel het uit? Hiervoor is een derdeparallellesociaaleconomischestudieuitgezet.Deresultatenvandezedriestudieszijngecombineerdineensyntheserapport.
Uithetverziltingsonderzoekblijktdatalindehuidigesituatieineendroogjaarersprakeisvanverziltgrondwater(Cl>2000mg/l)indelaagstgelegengebie-den.Doorklimaatveranderingontstaattoenamevankwelenlangeredrogeperi-oden,waardoorhetrisicolopendgebiedalarmerendgroterwordt.Deperceptiesvandegebruikerszijndiversenlatenziendatinformatievoorzie-ningoverdewerkelijkestaatvanverziltingbelangrijkis.Vrijwelelkebelangheb-bendebeaamtdatverziltingindetoekomsteenbelangrijkebedreigingvormtvoordelandbouw.Slechtseenenkelingzieteenkans.Uitdesociaaleconomischestudievolgtdatdeprocessenvanschadeaanland-bouwgewassenslechtbegrepenzijn.Eenkwantificeringvanrisicoisopbasisvandehuidigekennisnietmogelijk.Deonderzoekersbetwijfelenofzilteteeltrenda-belisonderanderedoordegeringeafzetmarkt.
Ditprojectonderschrijftdatverziltingvanhetgrondwaterdoorklimaatverande-ringeenreëleontwikkelingis.Degebruikersenbeheerdersziendezeontwikke-lingalseengevaar.Succesvolleoplossingsrichtingenlijkenindezeregioeerdergerichtophetbeperkenvandeschadedoorverzilting(mitigatie)danophetzichactief aanpassen aan de nieuwe situatie (adaptief). Uit het veldonderzoek isgebleken dat innovatieve aanpassingen in de drainage zeer kansrijk zijn voorvasthoudenvanzoetwaterentegenhoudenvanzoutkwelwater.Naastzijndoel-matigheidkandezeaanpakopeenbreeddraagvlakrekenenonderzowelagrari-ersalsbeleidsmedewerkers.
Klimaatverandering, toenemende verzilting en landbouw in Noord-Nederland
ADAP
TATI
E
46
OmNederlandvoor tebereidenopklimaatveranderingmoetenweweten
hoe het klimaat verandert, hoe we klimaatverandering als gevolg van
de uitstoot van broeikasgassen kunnen beperken en hoe we ons kunnen
voorbereidenopdeonvermijdelijkeeffectenvanklimaatverandering.Inde
thema’s Klimaatscenario’s, Mitigatie en Adaptatie hebben onderzoekers
antwoordenproberentekrijgenopdezevragen.BinnenhetthemaIntegratie
is gezocht naar manieren om deze kennis te vertalen naar bruikbare
instrumentenvoortoepassingindepraktijk.Onderzoekersenmensenuitde
praktijk(beleidsmensenenprofessionals)hebbensamenbeleidsinstrumen-
tenvormgegeven,klimaatdoelenvoorderuimtelijkeordeninggeïntegreerd
met doelen rondom landbouw, water, natuur, wonen en transport, en
kosteneffectiviteitvanadaptatiemaatregelenenmitigatie-optiesberekend.
TweevoorbeeldenvanbinnenhetthemaIntegratieontwikkeldeensucces-
voltoegepasteinstrumentenzijnLandsenhetAdaptatiewiel.
Themacoördinator
ir.TomKram,PBL
INTEGRATIE
48
IC02
Projectleiderir.TomKram,[email protected],TNO(MEP),Universi-teitUtrecht(NW&S),WageningenUR(Alterra,PlantProductionSystems,SoilInformationandLandUse)
Energieproductie en -gebruik zorgen voor de grootste uitstoot van CO2 in deatmosfeer. Landgebruik vormt een goede tweede qua CO2-uitstoot. Wanneermensennadenkenovermaatregelenomuitstootvanbroeikasgassenterugtedringen,gevenzijvaaknauwelijksaandachtaanuitstootdoorbepaaldevormenvan landgebruik. Dit komt onder andere doordat er relatief minder bekend isoverhunherkomstenoorzaken.
Welblijktdattegenrelatieflagekostendeuitstootvanbroeikasgassenflinkver-minderd kan worden.Tegelijkertijd staan maatregelen die uitstoot als gevolgvanlandgebruikbeperken(mitigatie),zoalsbio-energie,koolstofplantages,bos-beheerentegengaanvanontbossing,steedsvakerindebelangstelling.
Overdesterktevandevelebroeikasgasbronnendoorlandgebruikbestaanwelschattingen, gebaseerd op veldstudies, modelstudies, inverse modellering enanderemethoden.Desondankszijnerveelonzekerheden,ookronddeachterlig-gendeprocessenenhunrelatiemet(veranderingenin)landgebruik.
Bij die veranderingen in landgebruik spelen multi-schaal koppelingen eenbelangrijkerol.Nietalleengroeitdelandbouwproductie,ookveranderingeninhet EU-landbouwbeleid en het wereldwijde handelsbeleid, hebben een groteinvloed op het landgebruik, en op de maatregelen die genomen worden ombroeikasgasuitstootalsgevolgvanlandgebruiktebeperken.
Binnenditprojecthebbenonderzoekersgekekennaardemodelleringvanland-gebruik, bijbehorende uitstoot van broeikasgassen en de potentie voor hetterugdringenvanbroeikasgassenopmondialeschaal.HierbijhebbenzijinmeerdetailingezoomdopdelidstatenvandeEU.Nietalleenomopdatschaalniveaubeter inzicht te krijgen, maar ook om te toetsen of de minder gedetailleerdemodelleringvanemissiesuitlandgebruikopmondialeschaaldaarmeespoort.Dat bleek het geval, zodat de gevraagde bijdrage vanuit de Nederlandse enEuropeselandgebruikendesectorenpassendgemaaktkanwordenbijeenmon-dialestrategieombroeikasgassenterugtedringen.VastgesteldiswatdebijdrageaanhetterugdringenvanbroeikasgassendoordeNederlandselandgebruikssectorenkanzijn.Neveneffectenvandezevaststellingzijn de verbetering van allerlei procesmodellen, ruimtelijke allocatie vanlandgebruik(verandering),landgebruiksscenariosinrelatietottoekomstigecon-sumptiepatronen, productiesystemen en handelsregimes, en databases metoptiesvoorhetterugdringenvanbroeikasgassen.
DeresultatenuitditprojecthelpenNederlandsebeleidsmakersbijhetbepalenvandemogelijkerolvanlandgebruiksoptiesinhunbeleidsstrategieën.Ookkun-nenvertegenwoordigersuitsectorenalslandbouw,bosbouwennatuurbeheernubeterhunpositiebepalentenopzichtevananderesectorenenandereschaal-niveausalshetgaatomhunbijdrageaandeuitstootvanbroeikasgassen,enomhetterugdringendaarvan.
Integrale analyse van vermindering van uitstoot voor regio’s, sectoren, bronnen en broeikasgassen
INTE
GRAT
IE
50
Landgebruiksontwikkelingen in een veranderend klimaat (LANDS)
INTE
GRAT
IE
Projectleiderdr.EricKoomen,VrijeUniversiteit(FEWEB)[email protected],VrijeUniversiteit(FEWEB,IVM),WageningenUR(Alterra)
Klimaat en landgebruik zijn sterk aan elkaar gerelateerd. Landgebruik beïn-vloedthetklimaat,bijvoorbeelddoordatvegetatiekooldioxideopneemt,land-bouwstikstofvastlegtenindustriediversebroeikasgassenuitstoot.Omgekeerdbetekenteenveranderendklimaatdataanpassingennodigkunnenzijninbij-voorbeeld: landbouw (overstap op andere gewassen), natuur (veranderingenbinnenecosystemen),kustzone(doorzeespiegelrijzing)enrivierengebied(meerruimtevoorwater).Dezeenandereadaptatie-enmitigatiemaatregelenstaancentraalindiverseandereprojectenvanhetKlimaatvoorRuimteprogramma.
CentraalinhetLANDS-projectstaandeeffectenvanklimaatveranderingopdeinrichtingenhetgebruikvanderuimte.Hetgaathierbijomvragenals:• WelkemogelijkeveranderingeninhetNederlandselandgebruikkunnenwe
de komende decennia verwachten als gevolg van veranderingen in hetklimaat?
• Welkeadaptatie-enmitigatiemaatregelenzijndenkbaaromopdezeveran-deringenintespelen?
• Zijnerconflictentussendeverschillendesectorenteverwachtenofontstaaner kansen voor samenwerking als gevolg van de veranderingen in het land-gebruik?
Dit project integreert de ruimtelijke adaptatie- en mitigatiemaatregelen uitdiverseandereprojectenbinnenhetKlimaatvoorRuimteprogramma.Hetgaatdaarbij om onderzoeken die gericht zijn op specifieke sectoren en gebiedenzoals:landbouw,natuur,rivierengebiedenkustzone.
Om de kennis uit de verschillende projecten te integreren en daarmee bovengenoemde onderzoeksvragen te beantwoorden is gewerkt aan de volgendeonderwerpen:• Een scenarioraamwerk dat op consistente wijze aannamen over klimaat,
bevolking, economie en maatschappij beschrijft als basis voor de diverseadaptatie-enmitigatiestudies
• Eengedetailleerd,gekalibreerdengevalideerdlandgebruiksmodeldatinstaatisgeïntegreerdesimulatiestemakenvantoekomstigruimtegebruik
• Eensetindicatorenenvisualisatietoepassingen,diebehulpzaamzijnbijhetopsporenvankansenenconflictenin(combinatiesvan)landgebruik
• Eenruimtelijkspecifiekedefinitievangebiedendiegeschiktzijnvoorwater-bergingincombinatiemetanderelandgebruiksfuncties
• Ruimtelijkespecifiekeaanpassingeninhetlandschapomtoteensamenhan-gend,klimaatbestendignetwerkvannatuurgebiedentekomen
51
IC03
IC05
Projectleiderprof.dr.EkkovanIerland,WageningenUR(DepartementMaat-schappijwetenschappen)[email protected],VrijeUniversiteit(BusinessEconomicResearchInstitute,IvM),WageningenUR(DepartementMaat-schappijwetenschappen)
VeelbatenvaninvesteringenomNederlandklimaatbestendigtemakenbetalenzichuitals‘vermedenschade’.Hoeneemjedeonzekerhedenoverklimaatveran-dering,overtoekomstigekostenenbatenmeeomgoedeafwegingenenkeuzestemakenalshetgaatomadaptatieaanklimaatveranderingenbeperkingvandeuitstootvanbroeikasgassen?In dit project hebben onderzoekers gewerkt aan een methode om kosten enbaten van verschillende strategieën te kunnen vergelijken en evalueren. Hoekunnendebestebeslissingenwordengenomenbijonvolledigeinformatie?Ombeleidsmakersbelastmetdezebesluitenteondersteunenzijnbeslissingsonder-steunende instrumenten ontwikkeld, gebaseerd op maatschappelijke kosten-batenanalyses (MKBA) die rekening houden met klimaatverandering. In deZuidplaspolderisonderandereeenraamwerktoegepastvoorhetevaluerenvanopties om een gebied aan klimaatverandering aan te passen. Dit raamwerkbevatvierfasen.(1)Eenscenariofase,waardeeffectenvanklimaatveranderingvooreenspecifiekgebiedinkaartwordengebracht.(2)Eenontwerpfase,waarklimaatscenario’swordenuitgerekendvoorhetgebied,rekeninghoudendmetdebestaanderuimtelijkeinrichting.Hieruitrollendespecifiekegevolgenvankli-maatveranderingvoordatgebied.Onderzoekers identificerenmetbelangheb-benden, zoals waterschappen, beleidsmensen en natuurorganisaties, diverseadaptatieopties.(3)Indeevaluatiefasebrengenzijdedirecteenindirecteeffec-ten van deze adaptatieopties in kaart en kwantificeren deze. Ook wordt hetfinanciëleplaatjeuitgerekend.Daarnaastvoerenonderzoekerseenmaatschap-pelijke kosten-batenanalyse uit (MKBA) die rekening houdt met de langeretijdshorizonvanklimaatverandering.Gevolgenvandeuitkomstenvandezeana-lyses worden besproken met de belanghebbenden. (4)Tijdens de selectiefasekiezendebeleidsmakersenbestuurderspassendeadaptatiemaatregelen.Inditraamwerkziteenterugkoppelingverwerkt:nadeevaluatiefasekanhetzijndatderesultatenvandezefasetegenhetlichtwordengehoudenmetnieuwever-siesvanklimaatscenario’s,nieuweinformatieoverkostenenbatenenreflectieopdeontwerpen.
Dit project heeft nieuwe kentallen opgeleverd voor de uitvoering van MKBA’svooroverstromingen.In2010zijnopbasisvanmodelberekenningendevalueofastatisticallife(7–8mlnEuro),valueofinjury(92.000Euro),valueofevacuation(2.500Euro)endevalueoftimesaving(5,6Euro/uur)bepaald.Verderisereenmetastudieoverdevalueofastatisticallife(VOSL)verricht.Destudieprobeertinzichttekrijgeninverschillenderisicopercepties.Hethoofddoelisomeenwil-lingnesstopay(WTP)waardetekrijgenvoorhetreducerenvanoverstromings-risico’sinNederland.
Kosten-baten analyse van adaptatie- en mitigatiemogelijkheden voor klimaat- veranderingen: methoden en toepassingen
INTE
GRAT
IE
52
Onderzoek naar methodes om op interactieve wijze kennis van experts en stakeholders bij elkaar te brengen (PROFILES)
INTE
GRAT
IE
Projectleiderdr.MatthijsHisschemöller,VrijeUniversiteit(IVM)E-mailmatthijs.hisschemoller@ivm.vu.nlConsortiumVrijeUniversiteit(FALW,IVM),WageningenUR(Alterra)
Kennisoverhetomgaanmetklimaatveranderingistevindenbijwetenschappe-lijkeexpertsenonderbelanghebbenden.Klimaatveranderingvormteencom-plexe uitdaging en wordt daarom ook wel een ‘ongestructureerd probleem’genoemd.Vanongestructureerdebeleidsproblemenishetonzekerwelkekennisrelevantiseniseronenigheidoverdeduidingvanhetprobleemzelf.Daarkomtbijdatvaakonduidelijkiswiederelevanteexpertszijn.HetPROFILES-projectwileenmethodeaanreikenomdekennisvanpartijenmetuiteenlopendevisiesenbelangenbijelkaartebrengenenzobesluitvormingtefaciliteren.DemethodedieditprojectheeftopgeleverdisConstructiveConflictMethodology (CCM) genoemd, omdat deze conflicterende visies helder naarvorenbrengtenbespreekbaarmaakt.
CCMistoegepastinhetKlimaatvoorRuimteprojectnaarenergieuitbiomassa(ME04).In2007-2008vonddeBiomassadialoogplaatswaaraanongeveerdertigbelanghebbenden deelnamen. Hierbij werd uitgebreid aandacht gegeven aanhet verhelderen van de verschillende conflicterende perspectieven die er overenergieuitbiomassaleven.Sommigenzienbiomassaalseenduurzameenergie-bron,terwijlanderenvooralwijzenopdenegatievegevolgenvangrootschaligeinzet van biomassa voor ontwikkelingslanden. Sommigen zien mogelijkhedenomonduurzaamgebruikvangrootschaliggeteeldebiomassategentegaan,ter-wijlanderenpleitenvoorkleinschaligeinnovatieveopties.Hetdoelvandestake-holderdialoogwasnietomhetmetelkaareensteworden.Tijdensdedialooggaan deelnemers een constructief conflict met elkaar aan: zij confronterenelkaarmethunopvattingen,ontrafelenargumentenenmakenaannamesexpli-ciet.Eendergelijkproceskomtnietspontaanopgangalsmensenbijelkaarineen kamer worden gezet, maar wel bij het gebruik van de ontwikkeldeConstructiveConflictMethodologyontwikkeld.Hierbijwordeneerstrelevantebelanghebbenden geselecteerd, de verschillende visies boven tafel gehaald.Veronderstellingenenaannameswordenbesproken. Indebiomassadialoogisvooraloverconcreteoptiesvoornuenvoordetoekomstgesproken.Hetbleekdatdedeelnemershebbengeleerdvanelkaarsinzichtenenargumenten.Dedia-loogheeftookenkelenieuweinzichtenopgeleverdoverhoededuurzaamheidvanenergieuitbiomassabeterkanwordengewaarborgd.DeConstructiveConflictMethodologyiseengeschiktemethodevoorhetbetrek-kenvanbelanghebbendenbeleidvormingrondomduurzaamheidvraagstukken.
53
IC08
IC10
Projectleiderdr.JoopdeBoer,VrijeUniversiteitAmsterdam(IVM)[email protected](IVM),UniversiteitUtrecht(Beta,Copernicus,Geo),UniversiteitTwente(FaculteitConstruerendeTechnischeWetenschappen)
Het afgelopen decennium hebben diverse communicatieprofessionals gepro-beerduit te leggenwatklimaatveranderingis,welkeeffectenwekunnenver-wachtenenwatweeraankunnendoen.Hetisnieteenvoudigomopheldereentoegankelijkewijzetecommunicerenoverklimaatverandering.Klimaatveranderingzelfiseencomplexproces,degevolgenzijnalleenbijbena-dering aan te geven, bevatten veel onzekerheden, zijn erg generiek en liggenbovendieninde(verre)toekomst.Nietalleencommunicatieprofessionalswor-stelenmethetheldercommunicerenoverklimaatverandering,ookbestuurdersenbeleidsprofessionalsdiebesluitenmoetennemenoverbijvoorbeeldadapta-tieaanklimaatverandering,wordengeconfronteerdmetdehakenenogenvanklimaatcommunicatie.
Een manier om deze problemen aan te pakken is het bewuster gebruik vanframes.Frameszijnordeningsprincipesdiemensengebruikenomeensituatietetyperenenermetanderenovertecommuniceren,zonderdatzebijalledetailshoevenstiltestaan.Eenbekendvoorbeeldvanhetexplicietegebruikvanframesinderuimtelijkeordeningisdetyperingvaneenplan,zoalsmetdeaanduidingclimate proof city.Voordeplannersisdanmeteenduidelijkhoezedatplanmoe-tenzien;anderenzullendatechternietautomatischookzobegrijpen.Omdatmensen slechts zinvol met elkaar kunnen communiceren als hun frames vol-doendeoverlappen,iszorgvuldigeaandachtvoorframesnodig.Hetanalyserenvanframeskanverhelderendzijninelkwerkveldwaarcommu-nicatie en beslissingsprocessen aan de orde komen die economische, weten-schappelijkeenmoreleaspectenhebben.Inditprojectzijnverschillendeframesuitgewerkt:(1)hetmorelegrenzenframe(frameachterAnInconvenientTruth);(2)hetwetenschappelijkonzekerheidsframe(framebijcommunicatieoverIPCCrapporten);(3)heteconomischecompetitiviteitframe(framebijmarketingvanclimate proof city); (4) en het algemene vooruitgangsframe (frame bij win-winplannen).
De onderzoekers hebben een toolbox ontwikkeld die communicatieprofessio-nalsenbeleidsmensenmeteenanalysevanframeshelptbijhetontwikkelenvaneenklimaatcommunicatiestrategieendekeuzevanbeslissingsstrategieën.
Communiceren over klimaatverandering: methoden om risico’s en kansen inzichtelijk te maken
INTE
GRAT
IE
54
Socio-economische scenario’s voor klimaatstudies
INTE
GRAT
IE
IC11
Projectleiderdr.MichielvanDrunen,VrijeUniversiteit(IVM)[email protected],PBL,VrijeUniversiteit(IVM)
Demeesteklimaatstudiesgaanoverdetoekomst.Maarnietalleenhetklimaatverandert,ookdesamenlevingverandert.Hetheeftdusgeenzinomdeeffectenvanhettoekomstigeklimaatteprojecterenopdehuidigesociaal-economischeomstandigheden.Doormiddelvanscenario-analysekunnenwedezeomstan-dighedenverkennen.Scenario’szijnbeschrijvingenvanmogelijketoekomstigeontwikkelingen.Zebestaanuitverhaallijnendiemeestalkwantitatiefwordenonderbouwdmetmodellen.
Binnenditprojecthebbenonderzoekersbestaandesociaal-economischescena-rio’s geëvalueerd. Wetenschappers hebben via een interactieve, op een wiki-engine gebouwde website, www.climatescenarios.nl, snel toegang tot de kli-maatscenario’s. Iedereen kan op dit open science platform kennis opdoen enkennisdelen:erisdemogelijkheidomnaregistratieeenvoudiggegevenstoetevoegenenpagina’saantemaken.
Klimaatadaptatieprojecten binnen en buiten Klimaat voor Ruimte en KennisvoorKlimaatzijngescreendopdetoepassingvansocio-economischescenario’s.Eenbelangrijkeconclusieisdatklimaatadaptatiestudiesinveelgevallensociaal-economischeontwikkelingennegereneninsommigegevallenmaaréénoftweevandevierscenario’sdiedetoekomstigeonzekerhedenweergeven,meenemenin hun berekeningen. Dit selectief winkelen is gevaarlijk. Elk scenario is evenwaarschijnlijkenalleenhetmeenemenvanallevierdescenario’sgeeftdevolle-dige bandbreedte weer van mogelijke toekomstige ontwikkelingen. Aan deanderekantontbrekenmeestaltijdenmiddelenomeenvollediggedektescena-riostudieuittevoeren.
Verderheefthetprojectaandehandvaneenbestaandraamwerkcriteriaopge-steldvooreffectievetoepassingvansocio-economischescenario’sbijbesluitvor-ming.DitisonderanderetoegepastinhetprojectAandachtvoorVeiligheid(A13).
55
IC12
Projectleiderprof.dr.JoyeetaGupta,VrijeUniversiteit(IVM),prof.dr.ir.KatrienTermeer,WageningenUR(LeerstoelgroepBestuurskunde)[email protected],[email protected],RadbouwUniversi-teit,TUDelft,VrijeUniversiteit(IVM),WageningenUR(Alterra)
ErwordtopallerleimanierenonderzochthoedeNederlandsemaatschappijzichkanaanpassenaanklimaatverandering.Hetisééndingomoplossingentebeden-ken,maarzijndeNederlandseoverheden,bedrijvenenoverigeorganisatiesookinstaat om die oplossingen door te voeren? Of zijn er allerlei wetten, regels engewoontendieditbelemmeren?
OnderzoekershebbeninditprojecthetAdaptatiewielontwikkeldomtebeoorde-len of de institutionele structuur aanpassingen aan klimaatverandering bevor-dert of juist belemmert. Het aanpassingsvermogen wordt de adaptive capacitygenoemd.Onderinstitutiesverstaanwederegelsdiemensengebruikenomhetsocialeverkeerteordenen.Institutieskunnenorganisatieszijn,zoalswaterschap-penenuniversiteiten,maarookwetteneninformelegedragsregels.Alseeninsti-tutie de adaptive capacity vergroot, wordt de kans groter dat de maatschappijadequaatkanreagerenopklimaatverandering.
HetAdaptatiewielmeetdeadaptive capacityaandehandvan22criteria.Decrite-riazijningedeeldinzesdimensies,namelijkLeiderschap,Hulpbronnen,Behoorlijkbestuur, Variëteit, Leervermogen en Ruimte voor Autonome Verandering.Voorbeelden van criteria zijn ondernemend leiderschap, financiële middelen,rechtvaardigheid,ruimtevoordiversiteit,vertrouwenenimprovisatievermogen.
MethetAdaptatiewielhebbenonderzoekersdeformeleinstitutiesgeëvalueerdin vier beleidssectoren: natuur, landbouw, water en ruimtelijke ordening.Onderzoekersvondendatinternationaleennationaleinstrumentengoedscorenalshetgaatomhetstimulerenvandesamenlevingomzichaantepassenaankli-maatverandering(hogeadaptive capacity).Dewatersectorscoortgoed.Dezesec-torkanbouwenopeeneeuwenlangeervaringmethetomgaanmetwaterenhetlerenhiervan.DeWatertoetszounogbeterdegevolgenvanklimaatveranderingmeekunnennemen.Delandbouwsectorisflexibelomdatdiezeergedecentrali-seerdisingerichtenagrariërsderuimtebiedtzelfomtegaanmetklimaatveran-dering.Deruimtelijkeordeningscoortrelatiefgoeddoorhetprocedurelekarakterervan,maarkanverderverbeterendooropnemenvanklimaatveranderingindeinstituties.Institutiesophetgebiedvannatuur,zowelopEuropeesalsopnatio-naalniveau,zijnslechtinstaatomdeadaptive capacityvandesamenlevingaantespreken.Denatuursectorbevatrigidedoelstellingen,gerichtopbehoudvandestatus-quoenhoudtweinigrekeningmetdedynamiekvandenatuur,laatstaandievanklimaatverandering.
HetAdaptatiewielisooktoegepastinviercasestudiesomdeinformeleinstitutiestebeoordelen:(1)IndividueleverantwoordelijkheidvoorwaterinZaanstad,DelftenWijdeWormer; (2) Bouwen in laaggelegen gebieden in de Zuidplaspolder enWestergouwe;(3)Natuurbeheer indeWaddenzee;(4)WaterveiligheidinRuimtevoordeRivierprojectenendeTweedeDeltacommissie.Decasestudiesscorenmin-dergoeddanjeopgrondvandeformeleinstitutieszouverwachten.Deruimtediedebestaandeinstitutiesbiedenvooradaptatiewordtnognietvolledigbenut.
Instituties voor adaptatie: Is de Nederlandse institutionele structuur in staat zich aan te passen aan klimaatverandering?
INTE
GRAT
IE
56
Om Nederland klimaatbestendig te maken hebben onderzoekers binnen
Klimaat voor Ruimte onderzocht hoe het klimaat in Nederland verandert,
welke maatregelen we kunnen nemen om de uitstoot van broeikasgassen
terugtedringenenhoeweNederlandkunnenaanpassenaandeonvermijde-
lijke gevolgen van klimaatverandering. Een goede communicatie over de
resultatenvanhetonderzoeksprogrammanaardegebruikersiseenonmis-
baaronderdeelvanelkproject.HetthemaCommunicatieheeftveeloverde
resultatengecommuniceerdenisverdergegaandandat.Projectenbinnendit
themarichttenzichnietalleenophetoverdragenvankennisvanwetenschap
naardemaatschappij,maarstimuleerdenookhetoverdragenvanpraktijk-
kennisaanwetenschappers.Daarbijisgerichtgewerktaaneenkennisinfra-
structuur van klimaatprofessionals, een soort klimaatgemeenschap. Een
hechtnetwerkvanonderzoekerseneindgebruikersisnamelijkcruciaalvoor
een klimaatbestendig Nederland. Het thema Communicatie richtte zich
daaromopinteractieveinformatievoorzieningenverspreidingvankennisuit
hetprogrammaenopuitwisselingvankennistussenwetenschappers,stake-
holders in de ruimtelijke ordening, de media, het onderwijs en het grote
publiek.Hierbijzijnburgersookingeschakeldalskennisverwerversinburger-
participatieprojecten zoals de Natuurkalender. Daarnaast zijn onderwijs
programma’s ontwikkeld voor scholieren, studenten en promovendi over
klimaatveranderingenaanpassingaandeeffectendaarvan.
Themacoördinator
ir.FlorriedePater,VrijeUniversiteit,IVM
COMMUNICATIE
58
COM04
Projectleiderir.FlorriedePater,VrijeUniversiteit(FALW)[email protected](FALW)
KlimaatvoorRuimteheeftactiefgewerktaaneenkennisinfrastructuurvankli-maatprofessionals,klimaatgemeenschap.EenhechtnetwerkvanonderzoekerseneindgebruikersiscruciaalvooreenklimaatbestendigNederland.Ditprojectrichttezichophetorganiserenvaneendialoogtussenwetenschappers,regio-naleoverhedenenhetbedrijfsleven,doorinteractieveinformatievoorzieningenverspreidingvankennisuithetprogramma.
Hetprojectteambestonduiteen netwerkmanager eneen compact teamvancommunicatieprofessionalsdieprojectoverschrijdendeactiviteitenorganiseer-dengedurendedegehelelooptijdvanhetprogramma.Dezeactiviteitenkunnenonderverdeeld worden in twee typen taken: (1) Kennisverspreiding: het actiefverspreidenvankennisviafolders,workshops,cursussenenmasterclasses,con-ferenties, nieuwsbrieven, tentoonstellingen, websites, social media; en (2)Kennisdoorwerking: bevorderen dat de kennis die wordt ontwikkeld zijn wegvindtindedagelijksepraktijk.Debestemanieromditlaatstetebewerkstelligenisdoorsamenmetstakeholdersonderzoektedoen,dataansluitbijhuneigenpraktijk.DaaromheefthetdialoogprojectCOM04ookzelfeengrootaantalpro-jectenopgezet.
Om de onderlinge samenwerking en afstemming binnen het programma tebevorderen zijn bovendien regelmatig Projectendagen georganiseerd waarwetenschappersresultatenkondenuitwisselenenervaringenkondendelen.
Vanaf 2010 verliep communicatie niet alleen via website en nieuwsbrieven,maarwerdookgebruikgemaaktvansocialmediakanalen.HettwitteraccountClimateNL, de Linkedin- en facebookgroep ClimateNL en het YouTube kanaalwerddoordemedewerkersvanditprojectbeheerd.Hiervoorhieldenzijnauwcontactmetprojectleidersvanandereprojecten.
Dooroploopdebattenbinnenditprojectzijnonderwerpenalsklimaatindestadenklimaatengezondheidgeagendeerdenzijnagrariërsomtafelgaanzittenmetwetenschappersomproblemenenkansenrondomklimaatveranderingteinventariseren.BinnenditprojectistevenseenHBO-minorklimaatbestendigegebiedsontwikkelingontwikkeldenzijnmasterclassesopgezetvoorprofessio-nals. Bijna elk jaar hebben de medewerkers van dit project een nationaal ofinternationaalcongresgeorganiseerd.Hetmeestinhetoogspringendzijndaar-bijhetHollandClimateHousetijdensdeklimaattopinKopenhagenin2009endeinternationaleconferentieDeltasinTimesofClimateChangeinRotterdamin2010.
Demedewerkers indit teamhebbentevenseenfrontofficefunctiegehadbijhet ontvangen en doorverwijzen van vragen van scholieren, internationalewetenschappersenbedrijfsleven.
Netwerkproject voor organiseren van een dialoog
COM
MU
NIC
ATIE
60
Klimaat voor Ruimte website
COM
MU
NIC
ATIE
COM05
Projectleiderir.FokkedeJong,WageningenUR(Alterra)/ProgrammabureauKlimaatvoorRuimte–[email protected](Alterra)
KlimaatvoorRuimteheeftvanafhetallereerstebeginveelwetenschappelijkeartikelen, brochures, posters, instrumenten en handleidingen opgeleverd.Geïnteresseerdenkondendezeinformatieraadplegenopdewebsiteendeaandewebsitegekoppeldepublicatiedatabase.Dewebsiteheeftdiversebelangrijkerollenvervuldvoorzoweldeinternecommunicatie(organisatie-encontactin-formatie),alscommunicatievannieuws,evenementen,presentatiesgehoudentijdenscongressen,video-enaudiomateriaal,opbrengstenenresultatenvanhetprogramma naar buiten. De website had als hoofddoel het informeren vanbeleidsmakersenmensenbetrokkenbijhetprogramma.Ookiedereendiegeïn-teresseerdisinklimaatonderzoekkonterechtopdewebsite.
Dewebsitewerdgelanceerdin2005.Gedurendedelooptijdvanhetprogrammaissamengewerktmeteengebruikersgroepomcontinuedewebsitebeteraftestemmenopdewensenvandegebruikers.In2007isdewebsitevoorheteerstgeherstructureerd.De informatiewasvanafdatmomentook inhetEngels teraadplegen. Vanaf 2009 was de website toegankelijk via het portaal www.KlimaatonderzoekNederland.nl.Achterditportaalbevindenzichzoweldeweb-sitevanprogrammaKlimaatvoorRuimtealsdewebsitevanzusterprogrammaKennisvoorKlimaat.Dewebsitetrokelkjaarmeerbezoekers.In2008bezochtenwekelijks ongeveer 400 bezoekers de website, in 2011 waren dat er wekelijksmeerdan1.000.
Vaak bekeken pagina’s waren onder meer de gegevens overprogramma en organisatie, nieuwsberichten, resultaten(Klimaateffectatlas),enkeledossiers(Routeplannerrapporten)en evenementen. De meeste bezoekers waren afkomstig uitNederland en via providers in Duitsland, VS, België, Zuid-Europese en Noord-Europese landen. Landen alsVietnam enFilipijnenkwameneveneensvaakvoorindeoverzichten.
Hetaantalgedownloadepublicatieswasaanheteindevanhetprogramma enorm. Werden er halverwege het programmaenige tientallen publicaties en presentaties per week in depublicatiedatabasegeraadpleegd,aanheteindevan2011 lagdat rond de 5.000 per week. Veel opgevraagde publicatiesbetroffen brochures van Klimaat voor Ruimte, het verslag enpresentaties van de conferentie Deltas in Times of ClimateChange, diverse promotieonderzoeken en publicaties overadaptatieenwaterveiligheid.
Dewebsiteheefteenzeerbelangrijkeencentralerolgespeeldbijhetbereikenvanhethoofddoelvanhetprogramma,namelijkhetbouwenaaneenkennisin-frastructuurvooreenklimaatbestendigeinrichtingvanNederland.Dewebsitezaltenminstetot2018indeluchtblijven,zodatallepublicaties,presentatiesenresultatenvoorgebruikersbeschikbaarblijven.
61
COM06
Projectleiderdr.ir.ArnoldvanVliet,StichtingvoorDuurzameOntwikkeling/Wagenin-genUniversityE-mailarnold.vanvliet@wur.nlConsortiumDeVlinderstichting,StichtingvoorDuurzameOntwikkeling,Wagening-enUniversity(Leerstoel-groepMilieusysteemana-lyse)insamenwerkingmetruimtwintigandereorganisaties
De temperatuurstijging als gevolg van klimaatverandering heeft nu al zichtbaregevolgenvoordenatuur.Eenvandemeestduidelijkeeffecteniseenverschuivingvan het moment waarop jaarlijks terugkerende verschijnselen in de natuur zichvoordoen.Voorbeeldenvandezefenologischeverschijnselenzijndestartvanbloei,hetverschijnenvanvlindersendevogeltrek.
DestartvanhetEuropeseFenologienetwerkin2001isdeaanleidinggeweestvoorWageningen University en het VARA-radioprogramma Vroege Vogels om inNederland met De Natuurkalender van start te gaan (www.natuurkalender.nl).BinnenKlimaatvoorRuimteheeftdeNatuurkalenderzichverderkunnenontwik-kelenendeeffectenvanklimaatveranderingopnatuurkunnenonderzoeken.Ookdeecologischeensociaal-economischeconsequentiesvandeveranderingenindenatuurzijninkaartgebracht.
Een belangrijk onderdeel van de Natuurkalender is het overbrengen van kennisoverklimaatveranderingindenatuurnaarhetpubliek.DeNatuurkalendergebruiktwaarnemingenvanburgersenscholierenomdeeffectenvanklimaatveranderingopdenatuurinkaarttebrengen.DeNatuurkalenderbeschiktovereeneigenedu-catieprogramma dat is ondergebracht bij het internationale GLOBE-programma(GlobalLearningandObservations toBenefit theEnvironment).Scholierendoenhuneigenfenologischewaarnemingenenanalyserenderesultaten.
In het kader van de HIER-klimaatcampagne zijn in samenwerking met deNatuurkalender ruim honderd Nectarkroegen geplaatst bij kinderboerderijen enheemtuinen.Bezoekerskunnenaande‘bar’neerstrijkenomvlinders,bijenenhom-melsteobserveren.
DeNatuurkalenderwastevensinitiatiefnemervandewebsitewww.natuurbericht.nl.Hoofddoelvanditproject ishetvergrotenvandeactievecommunicatieovergebeurtenissenindenatuurnaardesamenlevingvanuitNederlandsenatuurorga-nisaties.Hierbijwordtgebruikgemaaktvanderesultatenvanbestaandeecologi-schemonitoringprogramma’s,deaanwezigeecologischekennisbijnatuurorgani-saties, diverse media en nieuwe modellen en ICT-technologieën voor analyse,voorspellingen(live)visualisatievangebeurtenissenindenatuur.
DeNatuurkalenderheeftinsamenwerkingmethetLUMCdewebsiteAllergieradar.nlontwikkeldomsamenmethooikoortspatiëntenhooikoortsklachtentevermin-deren. De verspreiding van hooikoortsplant ambrosia in Nederland is door deNatuurkalenderletterlijkenfiguurlijkopdekaartgezet.MethetKNMIiseendemogemaaktvaneenpollenverspreidingsmodeldattransportvanpollendoordeluchtsimuleert.Dezetechniekmoetindetoekomstdepollenverwachtingverbeteren.OokheeftdeNatuurkalendermeegeschrevenaaneenGGD-richtlijnoverhoeomtegaanmeteikenprocessierupseneniseeninternetmoduleontwikkeldvoorgroen-beheerdersomwaarnemingenbinneneengemeentetezien,beherenencommu-niceren.TenslottestarttedeNatuurkalenderin2006eenlangjarignationaalonder-zoekprogramma‘TekenbetenendeZiektevanLyme’.
De NatuurkalenderCO
MM
UN
ICAT
IE
62
Zomerschool klimaat en de hydrologische cyclus
COM
MU
NIC
ATIE
COM07
Projectleiderprof.dr.ir.MarcBierkens,UniversiteitUtrecht(DepartementFysischeGeografie)[email protected],KNMI,TNO(B&O,MEP)
In samenwerking met onderzoeksschool SENSE (Research School for Socio-EconomicandNaturalSciencesoftheEnvironment)enhetBoussinesqCenterforHydrologyorganiseerdeKlimaatvoorRuimtein2005dezomerschoolKlimaatendeHydrologischeCyclus(ClimateandtheHydrologicalCycle).Dehydrologieisdewetenschapdiehetgedrag,deeigenschappen,debewegingendedistribu-tievanwaterindeatmosfeerenophetaardoppervlakbestudeert.
Het bijbehorende cursusboek‘Climate and the Hydrological Cycle’ wordt nogsteedsgebruikt inhetuniversitaireMSc-onderwijsaandehydrologieopleidin-genenalsnaslagwerkvoorpromovendienprofessionals.
Decursussloegeenbrugtussendisciplinesuitdeklimaatwetenschap,aardwe-tenschappen,hydrologieenwaterbeheer,gerichtop (toekomstig) landgebruikenklimaatverandering.Traditioneelwordtnamelijkhetterrestrischedeelvandehydrologischecyclusbestudeerddoorhydrologenennemenatmosfeerweten-schappershetdeelvandecyclusdatzichafspeeltindeatmosfeervoorhunreke-ning.Hierdoorisjarenlangweiniginteractiegeweesttussendezetweetakkenvan de aardwetenschappen. Sinds de opkomst van de klimaatwetenschappenenkele decennia geleden, zijn in eerste instantie de hydrologen aan de slaggegaanmetstudiesoverdeeffectenvanklimaatveranderingopdewaterbalansenderivierafvoeren.Meerrecenthebbenatmosfeerwetenschapperszichsteedsmeergerichtopdehydrologieomdewisselwerkingtussenlandenatmosfeerbeter tebegrijpen,enzoklimaatmodellenenweersvoorspellingenteverbete-ren.Dezeontwikkelingenhebbengeleidtoteennieuwehydrologischedisciplinegenaamd‘klimaathydrologie’. Hydrologische systemen worden bestudeerd alsonderdeel van het klimaatsysteem, met positieve en negatieve terug-koppelingsmechanismen.
63
COM11
Projectleiderdr.RonJanssen,VrijeUniversiteit(IVM)[email protected],VrijeUniversiteit(IVM),WNF
De delta’s in onze wereld worden beïnvloed door klimaatveranderingen. Eendeltakanmeteenstijgendezeespiegelmeegroeienzolangnatuurlijkeproces-senongehinderdhungangkunnengaanenervoldoendesedimentwordtaan-gevoerd.Bewonersvandelta’shebbenhunleefomgevingechtervaakaleeuwenlangaangepast,meteenverminderdesedimentaanvoertotgevolg.Erosiekrijgthierdoor de overhand en voor deltabewoners nemen de overstromingsrisico’stoe.Totopdedagvanvandaaghebbenwedezeeenrivierenvooralbedwongenmetbehulpvantechnischemaatregelenzoalsdijkenendammen.Alleentechni-sche maatregelen blijken niet voldoende om de delta klimaatbestendig temaken.Bovendienleidenzevaaktotneveneffectenomdatzedenatuurlijkepro-cessenineendeltablokkeren.Eenflexibele,integralesysteembenadering,waar-bijjuistgebruikwordtgemaaktvandenatuurlijke,dynamischeprocessen,lijktgeschikterommetklimaatveranderingenomtegaan.
Indezestudiezijndemogelijkhedenvoorsysteembenaderingenindelta’soverdehelewereldopeenrijgezeteniseenaantalstrategieënonderscheiden.Destrategieënzijn:(1)fysiekemaatregelengerichtopsedimentbeheer;(2)fysiekemaatregelen gericht op waterbeheer management; (3) beide maatregelen;(4)geenactie.
Strategie1en2bestaanuitfysiekemaatregelendiedewater-ofsedimentdyna-miekvandedeltabeïnvloeden.Dezemaatregelenkunnenbestaanuitvolledigofgedeeltelijksysteemherstelofuithetsturenvandenatuurlijkeprocesseninhetdeltasysteem.Instrategie3wordengeenmaatregelenmetbetrekkingtotde deltavormende processen uitgevoerd, maar het menselijk gebruik van dedeltawordtaangepast.Despreidingvanmensenenactiviteitenineendeltakanwordengereguleerdmetbehulpvanruimtelijkeplanning.Ookoplossingendiedeschadebeperken,compensatiedooreennoodfondsofverzekeringenendetijdelijke evacuatie van bewoners tijdens overstromingen vallen onder dezestrategie.
Tijdenshetprojectisdeverzameldedataontslotenviahetinteractieveinstru-ment DELTAS. Met dit instrument kon je delta’s rangschikken op indicatorenzoals de 1/100 jaar stormvloedhoogte, het aantal mensen die mogelijk in eenoverstrominggerakenendeoppervlaktevandekusttussen0en2meter.
Delta’s in tijden van klimaatveranderingCO
MM
UN
ICAT
IE
64
PhD Onderwijs
COM
MU
NIC
ATIE
COM12
Projectleiderprof.dr.CarolienKroeze,WageningenUniversiteit(DepartementOmge-vingswetenschappen,LeerstoelgroepMilieu-systeemanalyse)[email protected](IVM),WageningenUniversiteit(Milieusysteemanalyse/SENSE)
NahetsuccesvandesummerschoolKlimaatendeHydrologischeCyclusheeftKlimaatvoorRuimtenogdrieinternationalesummerschoolsopgezetinsamen-werkingmetonderzoeksschoolSENSE(ResearchSchoolforSocio-EconomicandNaturalSciencesoftheEnvironment).
Hetgaatom:(1)decursus‘Understandingglobalenvironmentalchange’,gerichtopnatuur-
wetenschappelijke promovendi. Deze cursus geeft een overzicht van debelangrijksteprocesseninhetklimaatsysteem
(2)de cursus ‘Earth system governance’, gericht op sociaal-wetenschappelijkepromovendi.Dezecursusgeefteenbreedoverzichtvandewetenschappelijkekennisophetgebiedvanbeleidvoorhetaardsysteem.Naastmilieubeleidsa-specten is daarbij aandacht voor de milieueconomie van adaptatie enmitigatie
(3)de cursus‘Integrated Assessment of Global Environmental Change’ waarinnatuurwetenschappelijkeensociaal-wetenschappelijkekenniswordtgeïnte-greerddoorzoweloorzakenalsmogelijkeoplossingen tebestuderenen teoefenenmethetmakenvaneenintegratedassessment
De afwisselende programma’s, de internationale sprekers, de excursie en delocatieswaardecursussenwerdengegevenhebbenbijgedragenaanhetsuccesvandecursussen.Sommigevandezecursussenzijnzelfsherhaald.
65
COM13
ProjectleiderFokjeBosma,COSNederlandE-mailRobvanMierlo,COSBrabant,[email protected],EcofysBV,SME-Advies,StichtingOikos
Klimaatveranderingiseenurgentmaatschappelijkvraagstuk;metnamejonge-ren krijgen te maken met de gevolgen. Nu al, met het oog op hun toekomst,moetactiewordenondernomenomklimaatveranderingzoveelmogelijktegentegaanenonsaantepassenaandegevolgenervan.Eengoedemanieromjon-geren tebereiken isviahetonderwijs.Check itout! toolsvooreenduurzamewereldiseenonderwijsprogrammawaarindeklimaatproblematiekenenergie-besparingcentraalstaan.
Adviezen voor technische maatregelen en gedragsverandering, betrokkenheidvan de gehele schoolgemeenschap en bewustwording van de mondiale enlokale effecten van klimaatverandering vormen de basis. Check it out! wordtaangebodenaanhetgeheleonderwijsveld.Voorbasisonderwijsenmiddelbaaronderwijszijnverschillende,passendemodulesontwikkeld.
Basisschoolleerlingen zijn aan de slag gegaan met klimaatverandering, duur-zaamheidenenergiebesparingbijdemodule‘Houdezoninhuis’.Voorhetbasis-onderwijsheeftKlimaatvoorRuimtebovendiendrielesbrievenindevormvaneen webquest ontwikkeld over de gevolgen van klimaatverandering voor driegebiedeninNederland:DeMaas,deWaddeneilandenendeZuidplaspolder.Debelangrijkstevraagis:hoekunnenwediegebiedenaanpassenaanklimaatver-andering?Scholierenkunnenallemaalaanhetzelfdegebiedwerkenofdeklaskanindriegroepenverdeeldworden,dieelkééngebieduitwerken.Devragenzijnalsquizvragenookviaeeninternationaleclimategameopinternet(gratis)toegankelijk.
De webquest is ook aangepast voor middelbaar scholieren (VMBO, HAVO enVWO).Middelbaarscholierenkunnenbovendienlessenseriesvolgenoverduur-zaamheidenklimaatverandering(FairPlay!),enconsumentenduurzaamheid.DenadrukvandeCheckitout!toolsligtopsamenwerkendlerenmetafwisse-lendewerkvormen.Checkitout!isgeadopteerddoorjongerenontwikkelingsorganisatieOikosXploreenwordtviahunwebsiteaangeboden.
Inmiddelshebbencirca50scholengebruikgemaaktvanCheckitout.
Check it out! tools voor een duurzame wereld CO
MM
UN
ICAT
IE
66
AdaptatieScan voor lokale overheden
COM
MU
NIC
ATIE
COM15
ProjectleiderMarcelBoerefijn,[email protected],TauwBV
DeAdaptatieScan isontworpenombeleidsmakersvangemeenten,provinciesenwaterschappentehelpenrekeningtehoudenmetklimaatveranderinginhun(beleids)plannen.DeAdaptatieScanscanteengemeenteofgebiedenwijstdebedreigingen (bijvoorbeeld luchtvervuiling) en kansen (bijvoorbeeld toerisme)aandieklimaatveranderingdaarbiedt.HethartvandeAdaptatieScanbestaatuittweedatabasesdieaanelkaargelinktzijn:eendatabasemetklimaateffecteneneendatabasemetmaatregelenomaantepassenaanklimaatverandering.
GedurendedelooptijdvanhetprojectisdeAdaptatieScantoegepastindiversegebieden.ErvaringenmetdezescanszijngebruiktomdeAdaptatieScanverderteverbeteren.IndeHotspotTilburgzijndeeffectenvanklimaatveranderingvoorheteerstinkaartgebrachtmetdeAdaptatieScan.HieruitroldeeenmatrixmetklimaateffectendiedebasisvormdevoordeAdaptatieScandatabase.OokindeprovincieGroningenisdeAdaptatieScantoegepast.Deprovinciehadeencon-cept regionaal ontwikkelingsplan klaarliggen, waarin zij de 18 belangrijksteeffecten van klimaatverandering op gezondheid en milieu hadden geïdentifi-ceerd. Met de AdaptatieScan hebben provinciemedewerkers gekeken waaradaptatiemaatregelen nog ontbraken. Deze maatregelen zijn alsnog toege-voegdaanhetregionaalontwikkelingsplan.IndegemeenteHoogeveenenhetnationale landschap Het GroeneWoud is de AdaptatieScan toegepast om deeffectenvanklimaatveranderinginkaarttebrengen.InhetGroeneWoudgin-gendebetrokkenennogeenstapverder:metdezogenaamdelagenbenaderingwerdendeeffectenvanklimaatveranderinginkaartgebrachtenzijnadaptatie-projectenopgestart.
De database van de AdaptatieScan wordt bij de start van elk nieuw projectup-to-dategehoudenzodatdelaatsteinzichteninklimaateffectenendemeestinnovatieveadaptatiemaatregelenindedatabasezijnopgenomen.
67
COM20
Projectleiderdrs.JoostHartog,VogelbeschermingNederlandE-mailJoost.hartog@Vogel-bescherming.nlConsortiumARK,NZZZ–Noord,Zuid,Zoet,Zout,Staatsbosbe-heer,VerenigingNatuurmonumenten,VogelbeschermingNederland,Wadden-vereniging
Bestaande oplossingen tegen de voorspelde klimaatverandering voldoen nietmeer.Natuurlijkeklimaatbufferszoudeneennieuweoplossingkunnenbieden.Ditzijngebiedenwaardenatuurzijngangkangaanenwaterderuimtekrijgt.Bijklimaatveranderingvangendezegebiedendeeersteklappenop,bijvoorbeeldbijdroogte,wateroverlast,overstromingenenstormen.Sommigegebiedenwer-kenalalsklimaatbuffer.DenkaandeWaddenzeeofmangrovebosseninAfrika.Hetgaataltijdomgebiedendieeensponswerkinghebben,waterkunnenvast-houdenenhetgeleidelijkweerloslaten.Ditvoorkomtplotselingewateroverlastenvormtalsnatnatuurgebiedeenidealeplekvoorvogelsenanderenatuur.
OmhetbegripKlimaatbuffersinzichtelijktemakenvooreenbreedpubliek,heb-benstudenten,animatiefilmpjesgemaaktrondhetthema‘Klimaatspons’.Voorhetontwikkelenvandefilmsiseenwedstrijduitgeschreven,waarbijdeleuksteideeënwerdengeselecteerddooreenjury.Professionelebureaushebbendeont-wikkeling van de animaties begeleid, waarna de animaties zijn verspreid viawebsites, sociale media als You Tube, massamedia en email. Deze animatiesmoestendekijkerverleidendewebsiteoverKlimaatbufferstebezoeken.Deani-maties zijn gebruikt in een cursus klimaatcommunicatie en vertoond op hetKlimaatvoorRuimtecongresvan2008enhetVogelfestivalvanVogelbeschermingNederland.Ookzijndefilmpjesmeerderemalenoptelevisievertoond.
Animatiefilms over klimaatbuffersCO
MM
UN
ICAT
IE
68
Hitte in de stad, definitiestudie
COM
MU
NIC
ATIE
COM22
Projectleiderir.PetervanOppen,StichtingBouwresearch(actueel:VanOppenMilieuadvies)E-mailpeter@vanoppenmilieu-advies.nlConsortiumStichtingBouwresearch,TUDelft
KlimaatveranderingzorgtinNederlandvoormeerhittegolven.Tijdenseenhitte-golfzijnmensenminderproductiefenhebbeneenverhoogdgezondheidsrisicodooruitdrogingenuitputting.Stedenzijnextragevoeligvoorhittevanwegehethitte-eilandeffect.Doordeuitstralingvanwarmteuitsteenachtigematerialenendegeringeaanwezigheidvangroenenwater, isdetemperatuurindestadveelhogerdandaarbuiten.Metname’snachtskandittemperatuurverschilaan-zienlijkzijn,totwel10oC.
Onderzoekershebbendaaromdemogelijkhedenverkendomeenstadkoel tehoudenzonderdeaanschafvanenergieverslindendeairconditioning.Omgaanmet warmte betekent een mentaliteitsomwenteling voor de Noord-Europesesteden:zijhebbentraditioneeldenadrukgelegdopwarmtebehoudenhetbui-tenhoudenvandekou,inplaatsvanophetvasthoudenvandekoelte.
Hetprojectheeftdemaatregelenomhethitte-eilandeffecttebeperkenopeenrijgezet.Hetfenomeenhittestressisomschreven.Mensenlijdenaanhittestressalszenietalleenmentaal,maarookfysieklasthebbenvandehitte.Hittestressiseendirectgevolgvanlangdurigeblootstellingvanmensenaanhogetempera-turen.Vooralouderen,mensendielijdenaanhart-envaatziektenofaandoenin-gen aan longen of luchtwegen behoren tot de risicogroepen waarvoor hit-testressfataalkanzijn.Maarookzeerjongekinderenzijneenrisicogroep.Eengoedemanieromhitte indestadterugtedringenishetverminderenvandeoppervlaktesdieblootgesteldzijnaandezon,endeoppervlaktesdiewelindezonstaan,zovormtegevendatzezonlichtreflecterenofdewarmtenietaccu-muleren.Voldoendekoelmogelijkhedenindestad,zoalsgroenebeplantingenwatervoorzieningenindestad,helpenomdehitteterugtedringen.Maatregelendiedoordeonderzoekersopeenrijzijngezet,zijnonderandere:stedelijkgroen,gebruikvanmaterialendiegeenwarmteaccumuleren,groenegevelsendaken,thermischeisolatieenvrijekoeling,aldannietincombinatiemetwarmtepom-pen.Maarookhetaanpassenvandestructuurvandestad,zodatslimgebruikgemaaktkanwordenvandeverkoelendewerkingvandewind.
69
COM23
Projectleiderdr.ir.FransvandeVen,TUDelft/[email protected],Grontmij,SterkConsulting,StichtingBouwresearch,TUDelft,Witteveen+Bos
Wateroverlast zal als een van de gevolgen van klimaatverandering zichtbaarworden in de bebouwde en onbebouwde omgeving. Tegelijkertijd wachtNederlanddekomendedecenniaeenaanzienlijke(woning)bouw-enherinrich-tingsopgave.Bijdezebouwopgavemoetrekeningwordengehoudenmetwater-overlastindestad.
Omverstedelijkingenklimaatveranderinggoedopelkaaraftestemmenisbin-nenhetprojectdeDrietrapsbenaderingWaterrobuustBouwenontwikkeld.DeDrietrapsbenaderinggeefteenhelderbeeldvanbouwkundige,planologischeenorganisatorischemogelijkhedenomhetgebiedzointerichtenenvormtegevendatdegevolgenvanklimaatveranderingbeperktblijven.DeDrietrapsbenaderingtoetst projecten in drie stappen: (1) met een gebiedsanalyse wordt de kwets-baarheid van het gebied voor overstroming, wateroverlast, droogte en hittebepaald; (2) vervolgens moet een beschermingsstrategie worden bepaald.Gekekenwordtwelkefactoreninhetgebiedversterktkunnenwordenomhetgebiedminderkwetsbaartemakenvoorklimaatverandering.Bijvoorbeeld,doorde incasserings- en herstelcapaciteit te vergroten, dus het vermogen om deschadebeperkttehoudenendezeschadesnelteherstellen;en(3)hetformule-renvaneenpakketvanpassendemaatregelen.Aandehandvandestrategiekanuiteenlijstvanmeerdan180hardeenzachtemaatregelenwordengekozenomeen specifiek gebied beter te beschermen.Voorbeelden van maatregelen zijn:hetversterkenvandijken,hetvergroenenvandewijk,hetwaterbestendigbou-wenofhetvergrotenvandewaterpartijenenpeilfluctuatiesineenwijk.
Eenwater-enklimaatrobuusteleefomgevingishetresultaat.Methetdoorlo-penvandedriestappenontstaateenprocesdatopgestructureerdewijze,metdevelebetrokkeneneenduurzameoplossingcreëert.DezeDrietrapsbenaderingwordtuitgevoerdtijdensdefasevanruimtelijkeplanvorming,tijdenshetont-werpvandewijk,dewoningenendegebouwenenbijdeoverdrachtvanhetge(her)bouwdeen(her)ingerichteterreinaandebeheerdersvanhetgebied.
HetlatenuitvoerenvanDrietrapsbenaderinglevertveelop.Hetgeeftinzichtinkwetsbaarheidvaneengebiedenindekwetsbareobjectendieextrabescher-mingbehoeven.Ditleidttotaanbevelingenvooreenbeterontwerp.Demethodeisomschreveninhetboek‘Waterrobuustbouwen,dekrachtvanduurzaamheidineenkwetsbaarontwerp’.Ditboekbiedteenoverzichtvantalvanmaatregelendiekunnenbijdragenaaneenwater-enklimaatrobuusteinrichtingvandestadeneenaantal(semi)fictievepraktijkvoorbeelden.
Waterrobuust BouwenCO
MM
UN
ICAT
IE
70
MAaTschappelijke opeRatIonalisatie onderzoeXresultaten (MATRIX)
COM
MU
NIC
ATIE
COM24
Projectleiderprof.ir.DirkSijmons,[email protected]+N+SLandschaps-architecten,4DProjectbeheerBV,CE,Narratio,PBL
DeMatrixiseeninterdisciplinairprojectwaarinklimaatwetenschappers,econo-men,ruimtelijkwetenschappersensociologeniedervanuitdeeigeninvalshoeknaarklimaatveranderingkijken.Hetiseenexperimentomhandelingsperspectievenvoordeklimaatproblematiektelatenontwikkelendooreenkleineinterdisciplinairegroep,denktankinminia-tuurformaat,waarindeklimaatwetenschap,deruimtelijkewetenschap,deecono-mieendesocialewetenschapzijnvertegenwoordigd.
De Matrix heeft gekeken naar manieren om klimaatverandering te beperken(mitigatie)enomaanklimaatveranderingaan tepassen (adaptatie).DeMatrixheeftallevierdedomeinenvanwetenschapeenvoordebuitenwereldherken-bare,aansprekendgezichtproberentegeven.Gekozenisvoorhetaanstellenvanintendantendieeenhelikopterviewhebbenoverhundomein,eenwarmebelang-stellinghebbenvoordeklimaatproblematiekenoverdegrenzenvanhuneigenwetenschapsgebiedheenkunnenkijken.De intendanten isgevraagdvoorhundomeineengeloofsbrief tevervaardigen.Eenessaywaarinde(volgenshen)belangrijkste,meestinteressanteenkansrijkeinzichten,theorieënenprofessioneleintuïtiesmetbetrekkingtotdeklimaatpro-blematiekwordenbeschrevenvanuithundiscipline.
Opbasisvandegeloofsbrievenzijnvijfkwestiesgeïdentificeerddieindebattenmet 45 experts zijn uitgediept, namelijk Gaia-Engineering, MaakbaarheidRevisited,EenbetermilieubegintbijdeandereneenSchitterendeSurplace.
DedebatavondenendegeloofsbrievenhebbenhetmateriaalgeleverdomindeaanloopendeafloopvandeKlimaattopinKopenhageneenvijftalkorteartikelente produceren, vier van de vijf artikelen zijn gepubliceerd in NRC Handelsblad,deVolkskrantenTrouw.
De Matrix heeft geleid tot een reeks van spinoffs, zoals de Belasting op deToegevoegdeKoolstof (BTK) te introduceren,hetconfronterenvandrieverschil-lende manieren het klimaatvraagstuk te framen, een ruimtelijk relatie tussenadaptatieenmitigatie-beleideneenverkenningvansocialecomplexiteitstheorieenklimaatproblemen.
DeMatrixomvattedeanalysefasevaneenverderreikendperspectief:namelijkhetontwikkelenvanmaatschappelijkehandelingsperspectievenendaarmeeformule-renvaneenprogrammavaneisenvoorscenario’svooreenmeersubsidiaireaanpakvanproblemenrondklimaatverandering(fase2).Infase3vindtsyntheseplaats.
Voordetweedefasewordtineentientalexercitiesvoorgesteldomdevolgendestappentezetten.DetweedefasezalnietmeerbinnenhetKlimaatvoorRuimteverbandkunnenwordengerealiseerd.Vooreenaantalvandegeschetsteexerci-ties wordt via andere wegen geprobeerd een project te formuleren of wordenadoptie-oudersgezocht.
71
COM25
Projectleiderdrs.AlphonsvanWinden,[email protected],KIWA,ProvincieZuid-Holland,RijkswaterstaatdirectieZuid-Holland,Staatsbosbeheer,VrijeUniversitet(IVM),WageningenUR(Alterra),WLDelftHydraulics
De effecten van klimaatverandering zullen in Nederland het sterkst wordengevoeldinhetbenedenrivierengebied.Hierisdehogerezeespiegel,viadeopenverbindingenmetzee,directmerkbaarenhierlangsvoerendegroterivierenhunwater af naar zee. Verder ligt bijna al het binnendijkse land er beneden dezeespiegel.
IndezeoverhetalgemeendichtbevolkteregiozijndeBiesboschenhetzuide-lijkedeelvanhetBenedenrivierengebieddegebiedendieinaanmerkingkomenomdegevolgenvooreenveelgrotereregiooptevangen.Devraagisnuwelkerol(kwalitatiefenkwantitatief)ditgebiedkanspelenenhoedebestaandefunc-tieszichhiermeeverhouden,ookinhetlichtvandegevolgendiedezefunctieszelfondervindenvandeklimaatverandering.DezestudierichttezichvooralophetzuidelijkdeelvanhetbenedenrivierengebiedenomvatruwweghetgebiedtussendeBenedenMerwedeenOudeMaasinhetnoordenendeBergseMaas-Hollands Diep en Haringvliet in het zuiden. Dit is het gebied met de meesteruimtevoorhetopvangenvandegevolgenvandeklimaatverandering,omdathetrelatiefdunnerbevolktisenmindereconomischefunctiesherbergt.
VoorhetbenedenrivierengebiedendeBiesboschiseenstrategischconceptont-wikkelddatopmeerplaatsenkanwordentoegepast.Zowelvoorperiodesmethoogwateralsvoorlaagwaterzijntweeverschillendeoplossingsrichtingenuit-gewerkt:(1)eenandereverdelingvanhetwateroverdewaterlopen;en(2)hetbergenvanwater.Detweedeoptieisverderuitgewerktin(A)bergenvanwateroplanden(B)bergenvanwaterinbestaandewatereninderegio.
Verdelen biedt op termijn geen uitkomst voor hoogwater, omdat voldoenderuimtedaarvoorontbreekt.Bergen–zoweloplandalsopwater–biedtwelkan-senvoorbeschermingtegenhoogwater.Erlopenstudiesenerzijnalprojecteninuitvoering.Indehuidigeprojectenwordendeeffectenopendekansenvoorandere sectoren maar weinig meegenomen. Hoogwaterbescherming staatvooropen,alsermeekoppelingenzijn,gaathetveelalomeencombinatiemetnatuurontwikkeling.Verdelenkanweluitkomstbiedenvoorhettegengaanvanverziltingenverdroging;maarde‘regelkranen’liggenbuitenderegio.Binnenderegiokanweldezoetwatervraagwordenvastgesteldenbekekenwaarmogelijk-hedenliggenomdaarintevoorzien.Bergenlevertweinigopvoorhettegen-gaanvanverziltingenverdroging;hoogstensoplokaleschaaldaarwaarandereoplossingenontbreken.
Definitiestudie De Biesbosch in tijden van klimaatverandering
COM
MU
NIC
ATIE
72
Definitiestudie Afwegingskader ruimte en klimaat
COM
MU
NIC
ATIE
COM26
Projectleiderdrs.AaltLeusink,LoasysE-maila.leusink@loasys.nlConsortiumBrugprojectmetLevenmetWaterenHabiforumDeltares,NovioConsult,PBL
Bestuurdersmoetenbesluitennemenoverinvesteringenmetgroteconsequen-tiesvoorderuimtelijkeinrichtingvanonslandopdelangetermijn.Dezelfdelangetermijnwaaropklimaatveranderingzijneffectenzalhebbenmetalleonzekerhe-denvandien.Indezestudieiseenafwegingskaderontwikkeldvoorbestuurders,overhedenenplanontwikkelaars.Hetafwegingskadergeeftheninstrumenteninhandenomderisico’s,dekansen,dekostenendebatenvanklimaatadaptatieopverschillendethema’sinzichtelijktemakenenaftewegenenvervolgensbeslui-tentenemen.Destudieisgedaandooreenaantalonderzoeksprogramma’s,zoalsKlimaatvoorRuimte,KennisvoorKlimaat,LevenmetWaterenHabiforum.
Instap1vanhetafwegingskaderwordteenlijstmetindicatorenopgesteldvoorhetvoorliggendebeleidofplan.Dekeuzevanindicatorenomklimaatbestendig-heid te meten is afhankelijk van het type ruimtelijke opgave. Denk hierbij aanschade-enslachtofferrisico,demigratiecapaciteitvanfloraenfauna,uitvalvantransportendroogteschade.
Instap2wordteenanalysegedaanvandeklimaatbestendigheiddoorplannentetoetsenaanKNMI’06scenario’splusenkeleextremereklimaateffecten.Denkhierbijaandeeffectenvanzeespiegelstijging,hitteofwateroverlastopdegekozenindicatoren.Deeffectenvanklimaatscenario’sopdeindicatorengeefteenindrukvandematevanweerstand,veerkrachtenaanpassingsvermogenvanhetplan.Indezestapishetbelangrijkomdegoedetijdshorizontekiezen.Deresultatenvandeanalysewordengecombineerdmetdemogelijkegevolgenvanklimaatveran-dering,dekansvanoptredenenleverteenmaatvoorklimaatbestendigheid.
In stap 3 wordt de uitvoerbaarheid van de voorgestelde adaptatiemaatregelengetoetst.Hetinschattenvandekansendemogelijkegevolgeniszeerbepalendvoordetekiezenoplossingsrichting.Alsblijktdathetplannietklimaatbestendigis,kanhetplanwordenbijgesteld.Risico’svanonder-ofoverinvesteringenkunnenwordenverkleinddoorhetaanpassingsvermogenendeveerkrachtvanplannentevergroten.
Klimaatadaptatie kan grotendeels worden opgenomen in bestaande wet- enregelgeving.DeMER(inrichtingseisen)envooraldeplanMER(locatiekeuze)bie-den daarbij, in eerste aanleg, de beste mogelijkheden om een afweging op kli-maatbestendigheidinoptenemen.Erzijnvoldoendeaanknopingspuntenomver-derteonderzoekenofeenuitwerkingvanhetvoorgesteldestappenplandaarineenplekkankrijgen.
Hethuidigeinstrumentariumisgeanalyseerdendemogelijkhedenvooraanpas-singenzijnverkend.Eeneerstequickscanleertdatkanwordenvolstaanmetaan-vullingopenaanpassingvanhetbestaandeinstrumentariumendieaanpassingvormt mogelijk tegelijkertijd de aanleiding om aanpalende relevante toetsenzoals(plan)MERenWatertoetsverderteverweven.Evenalsbijdewatertoetsishetvanbelang,zowelbijdelocatiekeuzealsinrichting,inbrengtehebbenenookniet-MERplichtigeingrepentebeoordelenopklimaatbestendigheid. 73
COM27
Projectleiderdr.HasseGoosen,WageningenUR(Alterra)[email protected],WageningenUR(Alterra,DOW,ESG)
DeKlimaateffectatlas ishetvervolgopdeKlimaateffectschetsboekendiebin-nen project COM21 voor zeven provincies zijn opgesteld. Het InterprovinciaalOverleg(IPO)functioneerdealsopdrachtgever.VoordeKlimaateffectatlaszijnkaartenontwikkelddieopgeografischeschaaldeeffectenlatenzien.Opdezekaartenkunnendebeleidmakerszienwelkegebie-dentemakenkrijgenmetbijvoorbeeldmeerofminderneerslag,eenverande-rende waterhuishouding, hogere (zomer)temperaturen, etc. In de interactieve,onlineGeoportaalKlimaateffectatlas(www.klimaateffectatlas.wur.nl)zijnkaar-tenmetklimaateffectenvoordemeesteprovinciessamengebracht.Beleidmakersraadplegen de Klimaateffectatlas om de effecten in hun Provincie of regio teanalyseren.Ookmedewerkersindegebiedsontwikkelingkunnendezekaartenraadplegen.Bijvoorbeeldomtezienofhet,methetoogopklimaatverandering,welofnietverstandigisomopeenbepaaldelocatiehuizentebouwen.
Om tot een goede, bruikbare Klimaateffectatlas te komen, is veel aandachtbesteedaandeafstemmingtussenbeleidsvragenenhetkennisaanbodvanuitde programma’s. De betrokken provincies hebben zelf ook meeontwikkeld endata aangeleverd aan de Klimaateffectatlas. Tijdens de ontwikkeling van deKlimaateffectatlasiseengezamenlijkleertrajectdoorlopendooronderzoekersen beleidsmakers. Al in de prille beginfase zijn de eindgebruikers (beleidsma-kers)betrokkenbijhetproject.Onderzoekersgingendedialoogaanmetproject-leidersruimtelijkeordeningenstructuurvisie,trekkersvandeklimaatprogram-ma’sensleutelfigurenuitdesectoren.
Inworkshopszijnderesultatenvoorgelegdenbesprokenmetdeprovinciesomdegrotelijnenvoorhetvervolgtrajectvasttestellen.Daarnaastwerdeenpakketvan eisen aan het Geoportaal Klimaateffectatlas opgesteld. De demoversiebevatinmiddelsallekaartenmetdeprimaireeffecten.Daarnaastzijnallebeno-digdekaartenteraadplegendienodigzijnomeenklimaatscanuittevoerenopbestaandofvoorgenomenbeleid(deelrapportKlimaatscanStructuurvisies).
Het project is afgesloten met het symposium Klimaateffectschetsboeken enheeft een vervolg in Klimaat voor Ruimte (klimaatateliers) en Kennis voorKlimaat(bouwstenenNAS).
Van schetsboek naar klimaateffectatlas CO
MM
UN
ICAT
IE
74
KlimaatData
COM
MU
NIC
ATIE
Projectleiderdr.ir.JanetteBessembinder,[email protected]
ParallelaandeontwikkelingvandeKNMI’06klimaatscenario’sin2006isereentoolontwikkeldomtijdreeksenvoortemperatuurenneerslagvoordetoekomsttegenereren.Dezetijdreeksenzijnvaaknodigvoorklimaatimpacten-adapta-tiemodellen, en er is geen andere vrij toegankelijke tool waarmee dit voor deKNMI’06scenario’sgedaankanworden.Hetdoelvandezetijdreekstransforma-tietoolishetaanpassenvaneenhistorischetijdreeksvoorneerslagoftempera-tuur(opdagbasis),zodatdegegenereerdetijdreekséénvandevierKNMI’06kli-maatscenario’srepresenteertendegeselecteerdetijdshorizon.
Totvoorkortwasergeenofficieelrapportmeteenbeschrijvingvanalleaspec-tenvandeKNMI-tijdreekstransformatietoolbeschikbaar,hoewelerweleenuit-gebreidegebruikershandleidingopinternetbeschikbaarisenenkelepopulair-wetenschappelijke publicaties. Binnen dit project is de transformatietoolregelmatig gebruikt. Als onderdeel van dit project is er een wetenschappelijkachtergrondrapport geschreven met een beschrijving van deze tool, een over-zichtvandeverschillendeversiesendeanalysesdiehetKNMIheeftuitgevoerdomdebeperkingenendemogelijkhedenvandetransformatietooltebepalen.
Doorfeedbackvangebruikerszijnverbeterpuntenvoordetijdreekstransforma-tietoolgeformuleerd,bijvoorbeeldhetmeenemenvanmeerklimaatvariabelen.Veelverbeterpuntenhebbentemakenmetspecifiekewensenvangebruikers.
Ineenaantallopendeenstartendeprojecteniseenaantalvandegewensteenmogelijke ontwikkelingen al verwerkt. Enkele voorbeelden daarvan zijn hetthemaKlimaatprojectiesvanhetKennisvoorKlimaatprogramma,hetprojectKritischeZonevanhetNationaleModellenenDataCentrum,endeactiviteitenvoordevolgendegeneratieKNMI-klimaatscenario’s.
75
COM28
COM29
Projectleiderdr.ir.BertvanHove,WageningenURE-mailBert.vanHove@wur.nlConsortiumWageningenUniversiteit(MeteorologieenLuchtkwaliteit,Aardsys-teemkunde),Wagenin-genUR,Alterra(Klimaat-veranderinggroep)
Instedenzijndegevolgenvanopwarmingvandeaardeextravoelbaar,omdatdetemperaturenerdoorhetzogenoemdeUrbanHeatIsland(UHI)effectveelhogerkunnenzijndaninhetomliggendegebied.Bovendiengaanperiodenmethogetemperaturenveelalgepaardmetverslechterde luchtkwaliteitendroogte.Ditalleskangrotegevolgenhebbenvoordeleefbaarheidendegezondheidvandebevolkinginstedelijkegebieden.
In de komende decennia neemt de verstedelijking verder toe. Adaptatie-maatregelenzijndanooknoodzakelijkommogelijkenadeligegevolgenvankli-maatveranderingenverstedelijkingteverminderen.Deontwikkelingvaneffec-tieve adaptatiestrategieën en -maatregelen vereist kwantificering van (1) deeffectenvaneentoekomstigklimaaten(2)deeffectenvanbeoogdeadaptatie-maatregelenophetstedelijkklimaat.De resolutie van de huidige generatie modellen voor het stadsklimaat maaktdeze kwantificering in principe mogelijk. De laatste jaren zijn zulke modellenvooralinlandenbuitenNederlandinsneltempoverderontwikkeld.Inhetpro-jectisdebruikbaarheidvantweeveelgebruiktemodellenvoordeNederlandsesituatie (klimaat, typen gebouwen, stadsmorfologie) onderzocht. Een begin isgemaakt met de ontwikkeling van een modelinstrumentarium waarmee toe-komstigeweersituatiesinstedelijkegebiedenkunnenwordengesimuleerd.Deresultaten vormen de basis voor het huidige onderzoek dat in het kader vanthema4(ClimateProofCities)vanKennisvoorKlimaatplaatsvindt.
Inde laatste35 jaarzijner inNederlandgeensystematischemeteorologischewaarnemingeninstedenuitgevoerd.Datasetsdieanalysesvanhetstadsklimaaten parameterisatie en validatie van modellen voor de Nederlandse situatiemogelijkmaken,ontbrekendanook.Indezestudieiseenmeetstrategieontwik-keldombruikbaregegevenshiervoortekrijgen.DezemeetstrategievormdehetuitgangspuntvoordemetingendieinRotterdam(KennisvoorKlimaatprojectHSRR05:HittestressinRotterdam)eninArnhem(FutureCitiesproject)zijnuit-gevoerd, en voor de huidige metingen die in het kader van thema 4 ClimateProofCitiesvanKennisvoorKlimaatplaatsvinden.Degegevensvanamateurmeteorologenblijkeneenwaardevolle,betrouwbareinformatiebronvoorhetweerinNederlandsestedenendorpentezijn.AnalysevandeweergegevensvantwintigstedenlaatziendatdemeesteNederlandsestedeneensubstantieelUHI-effect(3tot7.5°C)hebbendathetsterkstisindeavonduren.Degroottevanheteffectblijktinsterkemateaftehangenvandebevolkingsdichtheidopwijkniveau,waarbijRotterdamhetgrootsteeffectlaatzien.Resultatenvoorhet‘thermischcomfort’(eenmaatsamengestelduittem-peratuur,vochtigheidenstraling)geveneenindicatiedatbijongeveerdehelftvan de steden de grens voor hittestress voor meerdere dagen per jaar wordtoverschreden.
Klimaat in de stedelijke omgevingCO
MM
UN
ICAT
IE
76
PlanMERs, structuurvisies en kennis uit het Kennis voor Klimaat programma
COM
MU
NIC
ATIE
Projectleiderdr.MarianneKuijpers-Linde,GeodanNext/[email protected],VrijeUniversi-teit(FEWEB),WageningenUR(Alterra)
InNederlandwordtforsgeïnvesteerdinhetontwikkelenvaneenkennisinfra-structuur op het gebied van klimaatbeleid. Deze kennis dient te landen in debeleidspraktijkvanmetnamehetruimtelijkebeleid.UithetdoorKlimaatvoorRuimtegeorganiseerdeoploopdebat‘KlimaatveranderingenPlanologie’(2008)bleekechterdatdekoppelingtussendezekennisontwikkelingenhetruimtelijkebeleidnognietergsterkis.Eénvanconclusieswasdatondanksallelopendeini-tiatieven,zoalshetNationaalProgrammaAdaptatieRuimteenKlimaat(ARK)enRAAM,plannenmakersenwetenschapperselkaarnognietaltijdgoedwetentevinden.
BinnenditprojectiseenhandreikinggeproduceerddiedelinkbeschrijfttussenklimaatkennisuithetKlimaatvoorRuimteprogrammaenruimtelijkbeleidviadeMilieuEffectRapportage (MER).MeteenMERbeschrijftde initiatiefnemervan een project alle milieueffecten van zijn activiteiten. Een MER is verplichtonderanderebijdeaanlegvanauto(snel)wegen,dijken,landinrichtingsprojec-tenenintensieveveehouderij.
Klimaatverandering is geen expliciet onderdeel van de MER. Daarom hebbenonderzoekersgekekenhoekennisuithetprogrammainelkvandefasesvaneenMER ingebrachtkanworden.DeMERbestaatuitde fases, screening, scoping,opstellenmilieu-effectrapportvoorhetplan(planMER),deaanvaardbaarheids-beoordelingdoorbevoegdgezag,inspraak,adviesentoetsingdoorCommissieMER, besluitvorming over het planMER en het onderliggende besluit en ten-slottedeevaluatie.
HetonderwerpklimaatkanopdrieverschillendemanierenindeMEReenplaatskrijgen. Een voor de hand liggende manier om klimaatverandering mee tenemenineenMERishetopnemenvanklimaatgerelateerdeindicatoreninhetbeoordelingskader.Opdezemanierwordthetbeleidbeoordeeldopdeeffectenopklimaatmitigatieen-adaptatie.Ditondersteuntdevormingvanenkeuzetus-sen alternatieven. Ook kan de beoordeling leiden tot het aangeven van aan-dachtspunten voor verdere planuitwerking. Daarnaast is klimaatveranderingeenautonomeontwikkelingwaarmee,alsrandvoorwaarde,rekeninggehoudenmoetwordenindiversevormenvanruimtelijkeplanvorming.Ookzalinspeci-fiekeplanvormingstudieshetomgaanmetklimaatveranderingeenrolkrijgenindeplanalternatievendieonderzochtworden.
77
COM30
COM31
Projectleiderdr.ir.FrankSelten,[email protected]
DeNederlandseruimtelijkeinrichtingmoetklimaatbestendiggemaaktworden.Wetenschappers, beleidsmedewerkers en bestuurders hebben in dit projectintensief samengewerkt om afwegingskaders te ontwikkelen voor specifiekenationaleenregionaleplannendiebeleidsmakersenbestuurdershelpenreke-ning te houden met klimaatverandering. Dit project is een vervolg op deDefinitiestudie Afwegingskader Ruimte en Klimaat (COM23). De programma’sKennis voor Klimaat, Leven met Water en Habiforum hebben in het projectsamengewerkt.Inhetvoorgaandeprojectzijndegeneriekeelementenvaneenafwegingskadergeformuleerd.Inditprojectwordtophetafwegingskadervooreenaantalspecifiekeregio’senthema’sdieperingegaan.
(1) Deelstudie1:Degovernancevanadaptatie Dezestudievormteenantwoordopeenvraagdieindevoorgaandestudie
(COM23)isgesteld:hoekaneenafwegingskaderdekwaliteitvandebesluit-vorming over adaptatie ondersteunen? De onderzoekers hebben gekekennaar:
• adaptivegovernance:hoebestuurdersomkunnengaanmetonzekerhe-deninklimaatverandering,endespanningtussenlangetermijnontwik-kelingenenactueleurgenties
• verevening:adaptatieprojectoverstijgendvormgeven • financieringvanadaptatie • wettelijkearrangementen.(2) Deelstudie2:KlimaatbestendigeinrichtingvanNederland:Opgavevoorde
Rijksoverheid? Binnen deze deelstudie zijn lessen over de inzet van het afwegingskader
getrokken uit de praktijk. De resultaten zijn gebruikt in het ProgrammaAdaptatie, Ruimte en Klimaat (ARK) en door het Ministerie vanVolkshuisvesting,RuimtelijkeOrdeningenMilieu(VROM).
(3) Deelstudie3:DeProvincieKlimaatbestendig DeprovinciesZuid-Holland,Noord-HollandenZeelandhebbengewerktaan
hetopstellenvaneenprovinciaalafwegingskaderruimteenklimaat.(4) Deelstudie4:WaalweeldeKlimaatbestendig HetprogrammaWaalweeldeisgestartomdeWaalenhaaromgevingmooier,
veiliger, natuurlijker en economisch sterker te maken. Het project heeftWaalweeldegekozenalseenvandepraktijkgerichtedemonstratieprojectenbinnendezedefinitiestudie.Indezedeelstudieiseenoverzichtopgenomenvan kenmerken vanWaalweelde in relatie tot klimaatverandering, de ont-wikkelingvaneeninstrumentomplannentebeoordelenopklimaatbesten-digheidenevaluatievandeprojecten.
(5) Deelstudie5:StadshavensRotterdamKlimaatbestendig Hettweedepraktijkprojectbinnendezedefinitiestudiegeefteenbeeldvan
deklimaatbestendigheidvandeplannenvandeStadshavensendemogelijk-hedentotverbetering.Resultatenuitdezedeelstudiezijngebruiktomhetlandelijkafwegingskadervoorklimaatbestendigheidteverbeteren.
Definitiestudie Afwegingskader Ruimte & Klimaat fase 2
COM
MU
NIC
ATIE
78
Hotspot Veenkoloniën: de regio die CO2 vastlegt in plaats van uitstoot
COM
MU
NIC
ATIE
Projectleiderir.KoMunneke,ProgrammabureauAgendavoordeVeenkolonië[email protected],Programma-bureauAgendavoordeVeenkoloniën,ProvincieGroningen,TUDelft(FacultyofArchitecture,ClimateDesign),WageningenUR(Alterra,DOW,ESG)
DeVeenkoloniënliggeninhetoostenvandeprovinciesGroningenenDrenthe.DeVeenkoloniënwordenalgemeengezienalseenperifeergebied,metnogveelruimtevoorontwikkeling.Ditbiedteenrelatiefgrotespeelruimtevoorexperi-menten, bijvoorbeeld op het gebied van aanpassing aan klimaatverandering.Juistophetgebiedvanklimaatenenergieiservanuithetgebiedgrotebereid-heidinitiatieventenemenenprojectenuittevoeren.Vanwegedegroteactiebe-reidheid en de kansen die de Veenkoloniën bieden, is het gebied tot hotspotbenoemd.In de Hotspot Veenkoloniën wordt opgebouwde kennis uit het programmaKlimaatvoorRuimtetoegepastindepraktijk.Hetuiteindelijkedoelisomdeuit-stootvanbroeikasgassenindeVeenkoloniënterugtebrengenendestreekaante passen aan klimaatverandering. Wetenschappelijke kennis komt tot levendoordeproblematiekrondklimaatveranderinginkaarttebrengenvooreencon-creetgebied.Beleidsmakersenonderzoekershebbengezamenlijkeenontwikke-lingsrichtingvoordelangeretermijnopgesteld.Voordekortetermijniseenhan-delingsperspectiefontwikkeldmetmaatregelenwaarmeedeVeenkoloniëneenbijdragekunnenleverenaanhetterugdringenvandeCO2-uitstoot.Alsduide-lijke voorwaarde wordt gesteld dat de te nemen maatregelen, naast een bij-drageaandeproblematiekrondklimaatverandering,bijdragenaandesociaal-economischeontwikkelingvanhetgebied.Naastoverhedenzijnookanderebelanghebbendenbetrokkenbijdeontwikke-lingeninderegio.Erzijnworkshopsgehoudenmetbelangenorganisaties,over-heden,onderwijsinstellingenenbedrijvenenookzijnerkeukentafelgesprekkengevoerdmetbewoners.Ineeninteractiefprocesiseenlangetermijnontwikke-lingsrichtingsamengesteldeneenlijstvanmaatregelenenactiesvoordekortetermijn.Dezezijnbeschreveninhetrapport‘Veenergiek’.Ditdocumentwordtdekomendetijdverderuitgewerkttoteenuitvoeringsprogrammametklimaat-enenergieprojecten die onderdeel worden van het gebiedsprogramma van deAgenda voor de Veenkoloniën: een samenwerkingsverband van de provinciesDrentheenGroningen,negengemeentenentweewaterschappen.
79
COM32
COM33
ProjectleiderLeodeVree,ProvincieDrentheE-maill.devree@drenthe.nlConsortiumProvincieDrenthe,WageningenUR(Alterra,DOW,PRI)
BinnenKlimaatvoorRuimteiseenaantalhotspotsopgezet:plekkenmeteenbij-zondereklimaatopgavewaarwetenschappersenpraktijksameneenoplossingvoor proberen te vinden. De hotspots fungeren als levende laboratoria waar(wetenschappelijke)kennisdirectindepraktijkisgebracht.
IndeHotspotOudeVaart-ReestinDrenthestondcommunicatieovereffectenvanklimaatveranderingenmogelijkeadaptatiemaatregelencentraal.Hetdoelwasomkennisoverklimaateffectenopwaterhuishouding,landbouwennatuuruittewisselentussenwetenschapenpraktijk.Metderesultatenvandezeses-sieszijnadaptatiestrategieënvoorbeekdalenontwikkeld.HetprojectrichttezichophetstroomgebiedvandeOudeVaartenhetstroom-gebiedvandeReest,grotendeelsindeprovincieDrenthegelegen.DenadruklagindeOudeVaartopdelandbouw.IndeReestwasnaastlandbouwookaandachtvoornatuurenisgeprobeerddezeintegraaltebenaderen.
Erisintensiefsamengewerktdoorwetenschappers,beleidsmedewerkersenver-tegenwoordigersvanbelangenuitdestreek.DrieKlimaatateliers (zieCOM37)vormdendespilvanhetproject.InheteersteKlimaatatelierisgewerktaaneenverkenning van gevolgen van klimaatverandering op waterhuishouding, land-bouwennatuur.VoordeOudeVaartwordtverwachtdatvooralwateroverlastvoor landbouw een probleem is, voor de Reest wordt verwacht dat daarnaastwatertekortvoornatuurenlandbouweengrotererolzalspelen.Dezedrieklimaatatelierszijnondersteundmeteenworkshopoverinnovatieveontwikkelingenindepraktijkzoalsrietteelt,beekdalbeheerdoordelandbouw,sensortechniekenenwaterbeheeropbedrijfsniveau.Delandbouwersindeate-liershebbeneenexcursiegeorganiseerdomgebieds-enbedrijfskennisovertedragenaandewetenschappersenoverheden.
Inhetprojectisgewerktaanontwikkelenvaninzichtineffectiviteitvanadapta-tiemaatregelen en concretisering van kansrijke adaptatiestrategieën. Detijdshorizon was 2050, onzekerheid over toekomstige ontwikkelingen is han-teerbaargemaaktdoortewerkenmettweescenario’svoormogelijketoekom-stigesituaties.Hetbleekmogelijktezijnomgeneriekewetenschappelijkeken-nistedelenmetbetrokkenenuitdegebiedenentevertalennaardepraktijk.Debetrokkenenwareninstaatomgezamenlijktotconcreteadaptatiestrategieëntekomenwaarvanzijdenkendatzeeffectiefzijnomgevolgenvanklimaatver-anderingoptevangen.
Hotspot Oude Vaart en Reest: op weg naar klimaatbestendige landbouw in beeksystemen in Drenthe
COM
MU
NIC
ATIE
80
CROW – Adaptatie openbare ruimte aan klimaatverandering
COM
MU
NIC
ATIE
COM34
Projectleidering.InekeWesterbroek,[email protected]
DitprojectvanhetCROW(nationalekennisplatformvoorinfrastructuur,verkeer,vervoerenopenbareruimte)heeftzichgerichtopagenderingvanklimaatadap-tatiebijgemeenten.SamenmetKlimaatvoorRuimteheefthetCROWervoorgezorgddatambtenarenenbestuurdersvangemeentenzichervanbewustzijndat klimaatverandering een extra ontwerp- en beheeropgave met zichmeebrengt.
Omgemeentenookdirecthandvattentebiedenvooroplossingeniseenpubli-catie gemaakt met een praktisch overzicht van adaptatiemaatregelen:‘Aanpassenopenbareruimteaanklimaatverandering–Gemeentenaandeslagmetklimaatadaptatie’.Hetrapport,tebestellenviadewebsitevanCROW,helptgemeentenbijhetvaststellenvanderisico’sendekansenbijhetaanpassenvandeopenbareruimteaanklimaatverandering.Eenstappenplanmaaktduidelijkwatkanwordenbeslotenenhoeeengemeenteaandeslagkangaanmetkli-maatadaptatie.Terinspiratiezijnelfvoorbeeldenopgenomen.
IndezepublicatieiskennisuitdiversestudiesvanKlimaatvoorRuimteopgeno-men, onder andere kennis over waterrobuust bouwen en hitte in de stad. Denadruk ligt op wat gemeenten ondanks de onzekerheden rond het klimaat-vraagstuk nu al zelf kunnen doen. Het gaat dan voornamelijk om no-regretmaatregelenenhetmeekoppelenmetandereprocessenindeopenbareruimte.
In de praktijk van klimaatbeleid en de uitvoering daarvan wordt een veelheidaanbegrippengebruikt.Daaromiseenbegrippenlijstgemaakt.Dezelijstgeeftuitleg, samenhang en toelichting over begrippen als klimaatbestendig enklimaatrobuust.
81
COM35
Projectleiderdr.AadSedee(dr.HasseGoosen,WageningenUR(Alterra))[email protected],ErasmusUniversi-teitRotterdam,Deltares,GeodanNext,KNMI,MinisterieEL&I,MinisterieI&M,PBL,ProgrammabureauZuidwestelijkeDelta,RadboudUniversiteitNijmegen,UniversiteitvanTilburg,UniversiteitvanUtrecht(REBO),VrijeUniversiteit(FEWEB,IVM),WageningenUR(Alterra,BMW,ENR,PAP,SSG)
Wanneer we spreken over adaptatie aan klimaatverandering hebben we hetvaak over technische of natuurwetenschappelijke maatregelen, zoals dijken,hydrologische ingrepen of groene daken. Klimaatadaptatie is vooral ook eenmaatschappelijkvraagstuk.
Als onderzoekers bepaalde technische oplossingen voorstellen om Nederlandaantepassenaanklimaatveranderingwordendienietautomatischuitgevoerd.Datislogisch:hetbesluitomandersomtegaanmetderuimteinNederlandkaningrijpende sociale gevolgen hebben. Zo adviseren onderzoekers bijvoorbeeldagrariërsinhetwestenvanNederlandomzichintestellenopminderwaterenzouterwater.Watbetekentdatvoordiesector?
Indestudie‘WegennaareenKlimaatbestendigNederland’isadaptatieaankli-maatverandering niet alleen vanuit een technische, natuurwetenschappelijkehoek bekeken, maar ook vanuit een beleidswetenschappelijke en juridischeinvalshoek.Vanuitdezeinvalshoekhebbenonderzoekersgeprobeerddevraagtebeantwoordenhoejeklimaatadaptatiekansturen.HiermeelevertdezestudiebouwstenenvooreenklimaatbestendigeontwikkelingvanNederland.
In 2009 is in opdracht van het Ministerie van Volkshuisvesting, RuimtelijkeOrdeningenMilieu(VROM)doorPBLhetrapport‘WegennaarKlimaatbestendigNederland’opgesteld.Hierinzijndebelangrijksteuitdagingendieklimaatveran-dering Nederland biedt op het gebied van ruimtelijke ordening benoemd.MogelijkeoplossingsrichtingenvoorhetklimaatbestendigmakenvanNederlandzijngeformuleerd.Vierthema’sstaanhierbijcentraal:· veiligheidvanNederlandtegenoverstromingen· zoetwatervoorziening· landelijkgebiedennatuur· stedelijkgebiedVerschillendekeuzemogelijkhedenzijnuitgewerkt.DezekeuzeszijnverderontwikkeldbinnenhetDeltaprogramma.VanuitKlimaatvoorRuimteenKennisvoorKlimaatzijn,binnenhetproject,voordegenoemdethema’szogenaamde‘bouwstenenrapporten’opgesteld.Hierinisdebeschikbarekennisophetgebiedvandethema’sgeïntegreerd.
Wegen naar Klimaatbestendig NederlandCO
MM
UN
ICAT
IE
82
Bouwstenen NAS (gezamenlijk project met Kennis voor Klimaat, KKF02A)
COM
MU
NIC
ATIE
COM36
Projectleiderdr.HasseGoosen,WageningenUR(Alterra)[email protected],GeodanNext,KNMI,MinisterieEL&I,UniversiteitvanAmsterdam(IVAM),VrijeUniversiteit(FEWEB),WageningenUR(Alterra,DOW,ESS,PRI)
De adaptatie-instrumenten die in dit project zijn (door)ontwikkeld, helpen bijhetontwerpenvanadaptatiemaatregelenenhetklimaatbestendigmakenvanderuimtelijkeinrichting.Adaptatiemaatregelenontwerpenvraagtomeeninter-actief en cyclisch beleidsproces. De traditionele beleidscyclus loopt vanaf hetidentificerenvaneenprobleemviahetnemenvanbesluitennaardeuitvoeringenmonitoring.Metklimaatveranderingkomtereenextradimensiebij.Jemoetklimaateffecten analyseren voordat je adaptatie-opties kunt ontwerpen, endeze kunt evalueren. De tools helpen bij het doorlopen van de stappen in decyclus:(1)deeffectanalyse–watkomteroponsaf?(2)ontwerpoplossingen–hoekunnenweonsaanpassen?(3)evaluatie–hoekomiktoteenkeuze?
DeKlimaateffectatlaszetdeeffectenvanklimaatveranderingopdekaart.Oplandkaarten van Nederland als geheel en alle provincies afzonderlijk zijn kli-maateffecten,zoalstemperatuurstijgingenneerslagweergegeven.Opdekaar-tenisookuitgewerktwatdeeffectenzijnvanvierklimaatscenario’sopaspectenzoalsoverstromingsgevaar,droogte,verzilting,extremetemperaturenenwater-overlast.Metdekaartenkunje50tot100jaarvooruitkijken.Zezijndoorieder-eenteraadplegenviadewebsite.
HetKlimaatatelieriseeninteractievewerkvormwaarbijkennisoverklimaatver-anderingwordtingebrachtingebiedsprocessenofvisievormingstrajecten.Omgemeententeinteresserenvoorklimaatadaptatiemoetendeeffecten‘tastbaar’gemaakt worden. In sessies verkennen onderzoekers en beleidsmedewerkerssamenwelkeklimaateffectenbelangrijkzijnvoorspecifiekeNederlandseregio’sen gemeenten. Hiervoor gebruiken de deelnemers de Klimaateffectatlas diewordtbediendmeteeninteractieveSurfaceTable.
Vooreenklimaatbestendigeruimtelijkeordeningishetbelangrijkombehalvenaar klimaateffecten ook naar oplossingen te kijken. De Maatregeldatabasegeefteenoverzichtvanmogelijkeadaptatiemaatregelenenkansendieklimaat-verandering biedt en levert inspiratie en creativiteit voor ontwerpsessies enplanvormingsprocessen.
DPL2.0(DuurzaamheidsProfielvaneenLocatie)ishetcomputerinstrumentdatdeduurzaamheidvaneenwijkmeetenvergelijktmeteenreferentiewijkeneenrapportcijfertoekentaandewijk.Hetprogrammaondersteuntbijhetinbrengenvanduurzaamheidbijgebiedsontwikkelingenherontwikkelingvanbestaandewijkenengeefthandvattenomduurzaamheidteverbeteren.
Maatschappelijke kosten-batenanalyses (MBKA) spelen een belangrijke rol bijoverheidsinvesteringenininfrastructuur.HoekunjebijeenMKBArekeninghou-denmetklimaatverandering?InditprojectiseenMKBAhandreikinggeschrevenmetaanbevelingenvoorhetomgaanmet(klimaat)onzekerheidindeMBKA.
83
COM37
Projectleiderdr.HasseGoosen,WageningenUR(Alterra)[email protected],Wagenin-genUR(Alterra,DOW,ESG,LAR)
Vanaf2015moetklimaatadaptatieeenvasteplekhebbeninhetruimtelijkbeleiden in ruimtelijke planprocessen. Het koppelen van opgaven van klimaat enruimtemoeteenvanzelfsprekendezaakzijn.Ditprojectprobeerteenwerkvormop te zetten, waar beleidsmensen samen nadenken over klimaatadaptatie enmetklimaatbestendigemaatregelenkomen:hetKlimaatatelier.
Een Klimaatatelier is een werkvorm waarbij kennis over klimaatveranderingwordtingebrachtingebiedsprocessenofvisievormingstrajecten.Inditprojectligtdefocusoplokaalenregionaalschaalniveau.Omgemeententeinteresserenvoorklimaatadaptatiemoetendeeffectentastbaargemaaktworden.Insessiesverkennenonderzoekersenbeleidsmedewerkersgezamenlijkwelkeklimaatef-fectenrelevantzijnvoorspecifiekeNederlandseregio’sengemeenten.Hierbijwordtgebruikgemaaktvaneengroeiendeschataanklimaatinformatieoverbij-voorbeeld overstromingsgevaar, droogte, verzilting, extreme temperaturen enwateroverlast.Veelkaartenzijntevindenindeklimaateffectatlasenzijnoproep-baarviahetonlineinstrumentGeoportaalKlimaateffectatlas(klimaateffectat-las.wur.nl).
Deklimaatatelierszijnalsnuttigenleerzaamervaren.Uitdeenquêteresultatenblijktdatmentevredenwasmetdehoeveelheidaangebodeninformatieendekwaliteitdaarvan.Hetwerdalszeerprettigervarendatkennisbeschikbaar isgemaaktentoegankelijkisgemaaktmetbehulpvandeklimaateffectatlasendeSurfaceTable.Metnamehetoverelkaarleggenvankaartenwaszeerbruikbaaromdeeffectenineenbepaaldgebiednadertebepalen.Deresultatenenaanbe-velingenuitdeateliersworden inhetgevalvanGelderlanddoordeprovinciegebruiktinhetprocesnaareennieuweintegraleprovincialestructuurvisie.Ookvoor(metnamedekleinere)gemeentenzijndeklimaatateliersaanleidingomklimaatadaptatiebinnendegemeente(weerofsterker)opdeagendatezetten.Naar aanleiding van het succes van het klimaatatelier in de Gelderse regio’sheeftdeprovinciesamenmetdegemeentenEde,BarneveldenWinterswijkinseptember/oktober2011nieuweateliersgehoudenomdegeconstateerdeopga-venverderuittewerkenenvooralomhetdraagvlakbinnendegemeentenopzowelambtelijkalsbestuurlijkniveauverdertevergroten.
Haalbaarheidsstudie KlimaatateliersCO
MM
UN
ICAT
IE
84
Colofon
Redactieensamenstellingir.FlorriedePater,drs.MarjoleinPijnappels,OttelienvanSteenis
Metbijdragenvanprof.dr.JeroenAerts,drs.KeesDorland,ir.MaritHeinen,prof.dr.BartvandenHurk,dr.RonaldHutjes,prof.dr.PavelKabat,ir.TomKram,ir.FlorriedePater,ir.KajvandeSandt,ir.JeroenVeraart,prof.dr.WimvanVierssen,ir.BerendvanZeggerenenalleprojectleidersvanKlimaatvoorRuimteFotografie(coverenthemacoördinatoren)HannevanderWoude(www.hannevanderwoude.nl)
VormgevingArnoutvanderHeijden(www.lijnontwerp.nl)
86
www.klimaatvoorruimte.nl
KLIMAATSCENARIO’S
MITIGATIE
ADAPTATIE
INTEGRATIE
COMMUNICATIE
Programmabureau Klimaat voor Ruimte p/a Vrije Universiteit p/a Alterra (Wageningen UR)T +31 20 598 8648 T +31 317 48 6540m.i.v. 1 januari 2012: [email protected]/a KWR Watercycle Research InstituteT +31 30 606 [email protected]
www.klimaatvoorruimte.nl