onderwijsvernieuwing zoals we die zijn verwoord in het Strategisch Beleidsplan 2015-2016: ......

Udens College Jaarverslag 2016 2

www.udenscollege.nl/documenten

http://www.udenscollege.nl/?dlm_download_category=documenten-algemeen


Voorwoord & highlights

Dit is het jaarverslag 2016 van het Udens College (UC).1 Het Udens College is een school voor voortgezet onderwijs met een eigen bestuur, de Samenwerkingsstichting voor Voortgezet Onderwijs Uden. Het UC heeft twee sectoren, een sector vmbo en een sector havo/vwo, elk gehuisvest op een aparte locatie. Innovatie 2016 kenmerkte zich door veel aandacht voor onderwijskundige ontwikkelingen binnen het Udens College. Er zijn grote stappen gezet op weg naar de realisatie van de ambities voor onderwijsvernieuwing zoals we die zijn verwoord in het Strategisch Beleidsplan 2015-2016:

o Op de sector havo/vwo zijn in het schooljaar 2016-2017 vier zogenaamde AanZet brugklassen gestart, met onderwijs volgens het Zweedse Kunskapsskolan model. De bovenbouw havo/vwo kent een Leerlab om het curriculum zo in te richten dat het meer mogelijkheden biedt voor niveau- en tempodifferentiatie van leerlingen.

o Het vmbo werkt sinds het schooljaar 2016-2017 met dakpanklassen in de onderbouw. Het doel daarvan is om elke leerling de kans te geven ook op een hoger niveau onderwijs te volgen. Daarnaast is in samenspraak met het hele personeel een nieuw onderwijsmodel uitgewerkt, dat wordt ingevoerd in het schooljaar 2018-2019. Om hiermee ervaring op te doen, is een pilot met zogenaamde flex-uren voorbereid in de onderbouw basis/kader. Deze pilot is begin 2017 uitgevoerd.

o De werkwijze met Bring Your Own Device is verder uitgerold op beide sectoren Wisselingen in CvB en directie De focus op onderwijskundige ontwikkelingen is behouden ondanks wisselingen in bestuur en directie. Op 1 november is directeur-bestuurder Theo Bekker opgevolgd door de heer Ad van Kemenade, daarvoor sectordirecteur vmbo. Deze functie is vervolgens ingevuld door de heer Harm van Son. Het voorzitterschap van de sectordirectie havo/vwo is in 2016 grotendeels ingevuld op tijdelijke basis vanwege hindernissen bij het vinden van een definitieve kandidaat. Met ingang van augustus 2016 is de heer Jos te Marvelde aangesteld als sectordirecteur havo/vwo voor een periode van 2 schooljaren. Opbrengsten en examenprogramma’s Alle afdelingen scoorden boven de inspectienorm ten aanzien van examenresultaten, bovenbouwrendement en doorstoomsnelheid in de onderbouw. De onderwijspositie van vmbo-leerlingen in leerjaar 3 ten opzichte van het basisschooladvies was (net) voldoende en blijft een aandachtspunt. De sector havo/vwo scoort ook op deze indicator boven de norm.

1Dit jaarverslag is in digitale vorm te vinden op de website van het UC.


Op het vmbo zijn de nieuwe examenprogramma’s Economie & Ondernemen en Zorg & Welzijn ingevoerd. Het beroepsprofiel Produceren, Installeren en Energie (PIE) werd al enkele jaren als pilot uitgevoerd. De profielen Dienstverlening en Producten (D&P) en Bouw, Wonen en Interieur (BWI) zijn nog in ontwikkeling en starten in 2017-2018. Kwaliteitszorg en versterking van de PDCA-cyclus In het kader van kwaliteitszorg is een plan opgesteld voor de monitoring van de AanZet- en de Flex-pilot met ondersteuning van dr. A. Vermulst en het Cito-volgsysteem. Daarnaast is een tevredenheidonderzoek uitgevoerd onder leerlingen in alle leerjaren. Ook zijn alle leerlingen bevraagd over docenten in het kader van de gesprekkencyclus. Op beide sectoren is gewerkt aan de Beter Scoren methodiek om het werken via de PDCA cyclus te versterken. Professionalisering en samenwerking Het totale aantal fte personeel liep enigszins terug, van 272 in 2015 naar 260 in 2016. Om medewerkers intern te professionaliseren is de UCademy vormgegeven, met een scholingsaanbod van en voor UC-docenten en onderwijsondersteunend personeel (OOP). Daarnaast is er een UCare dag georganiseerd op 5 oktober 2016 (de Dag van de Leraar) met aandacht voor professionele en persoonlijke ontwikkeling van alle UC-medewerkers. De samenwerking in de Academische Opleidingsschool Passie voor Leren is voortgezet, met scholengroep Rijk van Nijmegen, Metameer, ILS HAN en de Radboud Docenten Academie. Het project STOER, gericht op versterking van de samenwerking met de lerarenopleidingen, ging in 2016 zijn derde en laatste jaar in. Ook is het UC intensief blijven samenwerken met de scholen binnen ORION. Dat gebeurt onder andere in de vorm van onderlinge lesobservaties en in studiereizen naar Canada en Zweden om meer inzicht te krijgen in andere vormen van onderwijs. verder is er gezamenlijk onderzoek gedaan naar differentiatie. Ook op het vlak van P&O is er samenwerking, onder andere ten aanzien van werving en professionalisering, en zijn er audits uitgevoerd op het vlak van bedrijfsvoering. Communicatie Een gezamenlijk UC communicatieteam heeft in 2015-2016 een nieuwe communicatie- en wervingscampagne vormgegeven, onder het motto UC More. Huisvesting en financiën In 2016 kreeg het UC te maken met een licht dalend aantal leerlingen (-3,2 % ten opzichte van 2015). Dit ligt in lijn met de prognoses, die gebaseerd zijn op een krimp in de regio. De financiële situatie bleef stabiel. De komende jaren wordt een deel van het gebouw van de sector havo/vwo vervangen. Deze (ver)nieuwbouw is in 2016 verder voorbereid.


Leeswijzer Op de volgende pagina vindt u een leeswijzer voor dit jaarverslag. Mocht u naar aanleiding van het jaarverslag opmerkingen of suggesties hebben, dan horen wij deze graag. Reageren kan via ons algemene emailadres [email protected], rechtstreeks naar kwaliteitsmedewerker [email protected] of naar een van de directieleden van de sectoren. Ad van Kemenade, directeur-bestuurder namens het directie overleg.

mailto:[email protected]



Leeswijzer Dit jaarverslag begint met een schets van onze missie en visie, zoals deze is opgenomen in het Strategisch Beleidsplan 2015-2020. In hoofdstuk 2 wordt een beeld geschetst van de organisatie van de school aan de hand van een organigram. Hoofdstuk 3 biedt een overzicht van leerlingenaantallen, leerlingkenmerken en onderwijsresultaten. In hoofdstuk 4 zoomen we in op het onderwijsbeleid en speerpunten in onze beide sectoren in het afgelopen jaar. Hoofdstuk 5 is gewijd aan governance en kwaliteitszorg. Eveneens is er in dit hoofdstuk aandacht voor klachten. Hoofdstuk 6 gaat in op onze samenwerkingsverbanden. Bedrijfsvoering staat centraal in hoofdstuk 7, 8 en 9. Hoofdstuk 7 gaat over Personeel, hoofdstuk 8 over Huisvesting en hoofdstuk 9 over Financiën. Helemaal achterin dit jaarverslag vindt u een overzicht van de kerngegevens van onze school.


1. Missie en visie van het Udens College Het Udens College is één school met twee sectoren, een sector vmbo en een sector havo/vwo. Het UC is de enige vo school in Uden en is voor iedereen toegankelijk, ongeacht geloof of achtergrond. Het bevoegd gezag van de school is de Samenwerkingsstichting Voortgezet Onderwijs Uden. In deze stichting zijn confessioneel en openbaar onderwijs verenigd. De missie van het UC, zoals geformuleerd in het Strategisch Beleidsplan 2015-2020 is Ruimte voor Ambitie, voor leerlingen en voor medewerkers, met als pijlers: De leerling als vertrekpunt We kiezen consequent voor de leerling als vertrekpunt van ons onderwijs. We werken immers aan zíjn ambities. Bij alles wat we doen, vragen we ons af wat de toegevoegde waarde is voor de leerling. En we bieden zo veel mogelijk maatwerk. Of het nu om roosters, tempo, niveau of mentoraten gaat. We focussen op wat kan en denken in ‘ja, en’ in plaats van in ‘ja, maar’. Hoge kwaliteit als vanzelfsprekendheid Ons onderwijs is van hoge kwaliteit. De mensen en de middelen zijn meer dan op orde. En we zijn sterk in planmatig werken. We maken gebruik van moderne voorzieningen en onze leraren kunnen hier goed mee overweg. We leggen verbindingen met de omgeving, bijvoorbeeld met bedrijven en organisaties in de buurt. Zo halen we de maatschappij en haar kennis en kunde binnen onze muren. En we kijken verder dan onze regio. Via internationalisering zetten we de deuren open naar Europa en de rest van de wereld. Ons onderwijs is bovendien breed. We beperken ons niet tot de schoolse vakken, maar kijken ook naar de totale ontwikkeling van leerlingen. Zo investeren we in zelfkennis en de ontwikkeling van normen en waarden. We leren leerlingen zich staande te houden in een wereld die steeds meer informatie biedt en die verder individualiseert. Zo doen we wat we beloven: opleiden tot meer dan een diploma. Dat doen we via een breed en diep onderwijsaanbod, met aandacht voor 21st century skills, zoals creativiteit en innovatief en projectmatig werken. Daarbij zetten we zoveel mogelijk verschillende werkvormen in, die passen bij de doelen en de leerling. We combineren boeken met ICT (blended learning) en de instructie van een leraar met individueel en in groepen werken. Bij alles wat we doen, werken we vanuit vijf kernwaarden: We zijn betrokken bij elkaar De wereld wordt steeds groter en ingewikkelder. Die wereld treden we tegemoet vanuit een kleinschalige omgeving waarin we betrokken zijn bij elkaar.


We kennen elkaar. Niemand blijft bij ons op school ongezien. We hebben vertrouwen in elkaar Opgroeien betekent losgelaten worden en steeds meer dingen zelf doen. Dat lukt alleen als er vertrouwen is vanuit de omgeving. Ook, misschien zelfs juist, als het spannend wordt. Daarom hebben we op onze school vertrouwen in elkaar. We houden het veilig Veiligheid is een absolute voorwaarde voor goed onderwijs en een ongestoorde ontwikkeling. Wij houden het op onze school veilig. We hebben aandacht voor sociale vaardigheden, pesten, en teamwork. We zijn open naar elkaar We zijn een lerende organisatie. Dat betekent dat we open naar elkaar zijn als er dingen beter kunnen. Ook koesteren we de dingen die we goed doen door ze te benoemen. Een aanspreekcultuur is er niet vanzelf. We hebben respect voor elkaar en duidelijke gedragsregels. We tonen verantwoordelijkheid Verder komen in het leven is geen vrijblijvende aangelegenheid. Daarom investeren we veel in het nemen van verantwoordelijkheid. Dat begint al bij de eerste stap: het stimuleren van zelfbewustzijn. Want pas als je weet wie je bent en waar je staat, kun je verantwoordelijkheid nemen. Het volledige Strategisch Beleidsplan 2015-2020 is te vinden op onze website: www.udenscollege.nl.

http://www.udenscollege.nl/


Organigram De organisatie van het UC zag er in 2016 als volgt uit:

Raad van Toezicht

Bedrijfsbureau Directeur bedrijfsvoering - Personeel - Financiën - ICT - Gebouwen en beheer - Kwaliteitsbeheer

Afdeling Afdeling

Afdeling

Facilitair bedrijf

Sectordirectie vmbo Voorzitter (sectordirecteur) en 4 afdelingsdirecteuren Integraal verantwoordelijk Onderwijs is primaat

Sectordirectie havo/vwo Voorzitter (sectordirecteur) en 5 afdelingsdirecteuren Integraal verantwoordelijk Onderwijs is primaat

CvB Directeur-bestuurder (Missie, visie, kaders)

Diro: College van Bestuur,

Directeur bedrijfsvoering Sectordirecteur vmbo

Sectordirecteur havo/vwo

MR (COR)

Deelraad vmbo (Ouderraad) (leerlingenraad)

Deelraad h/v (Ouderraad) (Leerlingenraad) )

Controller (Directeur bedrijfsvoering)

Directeur Extra Begeleiding Team Extra Begeleiding sector h/v en sector vmbo

Afdeling Afdeling

Afdeling

Facilitair bedrijf


Kaders voor het functioneren van onze organisatie zijn: - Het Udens College is één organisatie met twee sectoren. - Vanuit de sectoren vindt de onderwijskundige aansturing plaats. Daar ligt ook de

verantwoording voor de uitvoering van het primaire proces. - Het College van Bestuur stelt kaders en vraagt verantwoording van de sectoren. - Ondersteuning vindt plaats vanuit een centrale stafdienst (het Bedrijfsbureau).

De Raad van Toezicht bestaat uit vijf personen. Het overzicht van de leden van de Raad van Toezicht is opgenomen achterin dit jaarverslag. Het College van Bestuur bestaat uit één persoon, de directeur-bestuurder. Wisselingen in 2016 Per 1 november 2016 heeft directeur-bestuurder Theo Bekker een functie aanvaard als lid van het College van Bestuur van de Landstedegroep in Zwolle. De Raad van Toezicht heeft daarop besloten om vmbo sectordirecteur Ad van Kemenade aan te stellen als directeur-bestuurder voor de rest van het schooljaar 2016-2017. Zijn functie werd voor die periode waargenomen door afdelingsdirecteur Harm van Son. Begin 2017 zijn beide tijdelijke aanstellingen omgezet in definitieve aanstellingen per 1 augustus 2017. Dit is gebeurd op grond van procedures waarbij alle relevante geledingen zijn betrokken. Ook in de sectordirectie havo/vwo heeft in 2016 een aantal wisselingen plaats gevonden. De sectordirecteur havo/vwo voor wie de benoemingsprocedure in 2015 werd afgerond, startte in februari 2016, maar besloot korte tijd later dat hij niet de juiste keuze had gemaakt. Dit leidde tot zijn vertrek binnen een periode van twee maanden. Om de continuïteit van beleid binnen de sector zo goed mogelijk te waarborgen, heeft de directeur-bestuurder, met instemming van de Raad van Toezicht, vervolgens de taak van sectordirecteur (mede) op zich genomen tot het einde van het schooljaar 2015-2016. In die periode is de keuze gemaakt om voor het havo/vwo een interim-directeur met uitgebreide kennis en ervaring aan te stellen voor de duur van twee schooljaren. Die opdracht wordt ingevuld door de heer Jos te Marvelde. Hij is gestart per 1 augustus 2016.


2. Het UC in cijfers

Het overgrote deel van de UC leerlingen woont in Uden. Op 1 oktober 2016 was dat 73%. Elf procent woont in Zeeland, 7% in Boekel, 2% in Mill en 2% in Langenboom. De overige 5% komt onder andere uit Reek, Veghel en Vorstenbosch. Deze verdeling komt nagenoeg overeen met de verdeling naar woonplaats op 1 oktober 2015. Toen kwamen er iets meer leerlingen uit Zeeland (12%) en Boekel (8%). Bron: Magister. Leerlingen naar sector • In 2016 daalde het leerlingenaantal van de sector vmbo met 6% (van 1516 in 2015 naar

1423 in 2016). • Het leerlingenaantal van de sector havo/vwo bleef praktisch gelijk (1505 leerlingen in

2015, 1502 leerlingen in 2016). • In totaal daalde het leerlingenaantal van het UC als geheel van 3021 naar 2925 (-3,2%). Bron: Magister. De daling van het totale leerlingenaantal heeft te maken met het dalende aantal leerlingen in groep 8 - het marktaandeel van het UC bleef praktisch gelijk. Naar verhouding kregen meer leerlingen groep 8 in 2016 een havo/vwo advies, wat leidt tot vooral een lager leerlingenaantal op de sector vmbo. Profielkeuze examenleerlingen UC havo/vwo, 2016 Traditioneel kiezen veel UC havo/vwo leerlingen voor een Natuurprofiel (NT of NG). In 2016 koos 48% van de havo leerlingen een N-profiel, 3% minder dan in 2015. Binnen het vwo lag het percentage eindexamenkandidaten met een N-profiel op 67%, 7% hoger dan in 2015 - en ook toen was het percentage al gestegen ten opzichte van het jaar daarvoor.. Voor de sector h/v als geheel kwam het percentage Natuurprofielen uit op 55%. Alle leerlingen met een profiel Natuur & Techniek hadden in 2016 een dubbelprofiel NT/NG.


Bron: Magister Het percentage dubbelprofielen EM/CM steeg enigszins van 10% in 2015 naar 12% in 2016. Zeven procent van de eindexamenkandiaten had een CM-profiel en 26% een EM-profiel. Dit is ongeveer gelijk aan het beeld in 2015. Veel meer havisten dan vwo’ers kiezen een ‘enkel’ EM- profiel 36% tegen 7% op het vwo. Vwo’ers kiezen dan eerder voor een dubbelprofiel EM/CM. Beroepskeuze vmbo, 2016 UC vmbo leerlingen konden in 2016 examen doen in de beroepsrichtingen Zorg & Welzijn, Techniek en Handel en Administratie/Economie. De beroepsrichting Techniek omvat Schilderen en Reclame, Bouwtechniek timmeren en het profiel Produceren, Installeren en Energie (PIE).

0 10 20 30 40

CM

EM

NG

NT/NG

EMCM

NG/CM

Profielkeuze eindexamen kandidaten havo/vwo 2016 in %

UC vwo 2016

UC havo 2016


Bron: Magister Van de leerlingen in vmbo basis en kader had 59% een technisch beroepsprofiel, tegen 55% in 2015 (33% Bouwtechniek, 26% PIE). Het percentage vmbo basis leerlingen met een technisch beroepsprofiel daalde licht, van 65% in 2015 naar 62% in 2016. Bij de kader leerlingen steeg het percentage leerlingen met een techniek profiel, van 49% in 2015 naar 58% in 2016. Van de eindexamenleerlingen vmbo t koos 59% voor Economie als sector; in 2015 was dat nog 66%. Ook het percentage vmbo t leerlingen dat koos voor de beroepsrichting Techniek daalde, van 23% in 2015 naar 18% in 2016. 24% koos voor Zorg en Welzijn; een flinke stijging ten opzichte van 2015. Toen was dat tien procent. Leerlingen met extra ondersteuning Het aantal leerlingen met leerwegondersteuning (lwoo) in het UC vmbo daalde in 2016 verder, van 432 in 2015-2016 naar 361 in 2016-2017. Procentueel is dit een daling van 28% naar 25%. In 2014-2015 was het aantal leerlingen met leerwegondersteuning nog 477 (31%). Sinds de invoering van Passend Onderwijs per augustus 2014 kunnen scholen arrangementen aanvragen bij het Samenwerkingsverband. In het schooljaar 2016-2017 werden aan de sector havo/vwo 41 arrangementen toegekend , twee meer dan in 2015-2016. Voor de sector vmbo ging het om 65 arrangementen tegen 34 toegekende arrangementen vorig schooljaar, bijna een verdubbeling. Dit heeft onder meer te maken met feit dat het aantal leerlingen stijgt dat met complexe problematieken vanuit het basisonderwijs instroomt

0 10 20 30 40 50 60 70

(bouw)Techniek

PIE

Ec/H&A

Z&W

Beroepsrichting eindexamen lln vmbo 2016 in %

vmbo t

vmbo k

vmbo b


in het reguliere vo. Bij de arrangementen gaat het in algemeen om sociaal emotionele problematiek, al of niet in combinatie met studievaardigheden. (Bron: Team Extra Begeleiding). Onderwijsopbrengsten Vanaf 2015 beoordeelt de onderwijsinspectie de resultaten volgens een nieuwe systematiek. Waar het oordeel voorheen werd bepaald door de relatieve resultaten ten opzichte van vergelijkbare scholen, worden de prestaties nu afgezet tegen een absolute norm. Deze normen zijn in 2015 vastgesteld en hebben betrekking op de volgende indicatoren: • Onderwijspositie in leerjaar 3 ten opzichte van het basisschooladvies • Doorstroomsnelheid in de onderbouw • Doorstroomsnelheid in de bovenbouw (bovenbouwsucces) • Gemiddeld CE-cijfer.

In de nieuwe beoordelingssystematiek scoren alle afdelingen van het UC op alle indicatoren ruim boven de norm. De enige risicovolle indicator is “onderwijspositie in leerjaar 3 ten opzichte van het basisschool advies” voor het vmbo. In 2015 scoorde het vmbo op het driejaargemiddelde voor deze indicator onder de norm. In 2016 kwam de score weer (net) uit op voldoende. Slaagpercentages UC 2016 Qua slaagpercentage hoorde het havo in 2016 bij de beste 25% van alle havo-afdelingen. Vmbo kader en t hoorden bij de beste 35% van de scholen. Het slaagpercentage van vwo en vmbo basis was wat lager dan gemiddeld.

Bron: Vensters voor Verantwoording

80 85 90 95 100

vmbo basis

vmbo kader

Vmbo g/t

Havo

Vwo

Slaagpercentages 2016

Landelijk 2016

UC 2016


Gemiddeld cijfer CE 2016

UC Landelijk Vmbo b 6,8 6,7 Vmbo k 6,5 6,4 Vmbo g/t 6,5 6,4 Havo 6,5 6,4 Vwo 6,5 6,5

Bron: Duo, Vensters voor Verantwoording Alle afdelingen scoorden gemiddeld voor het Centraal Examen in 2016 hoger dan of ongeveer gelijk aan het landelijk gemiddelde. Vmbo kader hoorde bij de beste 20%, vmbo t, basis en het havo bij de beste 30% van alle scholen. Het vwo scoorde iets onder het gemiddelde. Afwijking gemiddeld cijfer SE en CE Voor het UC geldt voor alle afdelingen, dat er tussen het gemiddelde cijfer voor het schoolexamen (SE) en CE slechts een gering verschil bestaat. Daarmee voldoet het UC aan de norm van de inspectie. Gerealiseerde onderwijstijd Beide sectoren van het UC zetten structureel onderwijsassistenten in om lesuitval op te vangen. Het resultaat hiervan is, dat maar weinig lesuren daadwerkelijk uitvallen.


3. Onderwijskundig beleid Het huidige Strategisch Beleidsplan (SBP) 2015-2020 heeft twee belangrijke uitgangspunten: De leerling als vertrekpunt en Kwaliteit als vanzelfsprekendheid.2 De doelstellingen in het SBP sluiten aan bij de doelen zoals die door de VO-raad zijn geformuleerd in VO 2020.

In de SBP-doelstellingen wordt een onderscheid gemaakt tussen De basis op orde en Speerpunten/innovatie. Om echt uitvoering te kunnen geven aan het uitgangspunt De leerling als vertrekpunt zijn op allerlei terreinen veranderingen nodig. In 2016 zijn daarvoor op beide sectoren forse stappen gezet. Deze worden in paragraaf 3.2 beschreven onder het kopje Speerpunten. Tegelijkertijd wil het UC de (hoge) basiskwaliteit van de school borgen. Meer informatie hierover is hieronder opgenomen.

3.1 De basis op orde/kwaliteit als vanzelfsprekendheid In de nieuwe beoordelingssystematiek van de inspectie (zie ook hoofdstuk 2) scoren alle afdelingen van het UC voor alle vier de indicatoren (ver) boven de norm. Een uitzondering is de indicator Onderwijspositie ten opzichte van het po-advies voor de sector vmbo. Het vmbo scoorde in 2016 met het driejaars gemiddelde voor deze indicator precies op de norm. Het is er daarmee in geslaagd, om de onvoldoende score op deze indicator in 2015 naar voldoende te tillen. De indicator verschil SE-CE maakt geen onderdeel meer uit van het oordeel, maar wordt nog wel vermeld in het Opbrengstenoverzicht. Beide UC-sectoren blijven voor dit verschil ruim binnen de norm van 0,5. Opbrengstgericht werken vraagt om analyses van resultaten van leerlingen. Hiervoor is onder andere het pakket CumLaude beschikbaar en de informatie uit de Management Vensters van Scholen op de Kaart. Ten aanzien van rekenen is in 2015 door de overheid besloten, dat de rekentoets vooralsnog alleen voor het vwo mee telt in de slaag-zak regeling. Dit heeft geen gevolgen voor de structurele aandacht voor rekenen binnen het UC. Alle UC leerlingen hebben toegang tot digitale oefenstof. Leerlingen in de onderbouw vmbo hebben één lesuur rekenen per week. Daarnaast heeft het vmbo een Taal- en Rekencentrum (TRC), dat toetsing verzorgt voor taal en rekenen voor alle leerlingen. Deze toetsing geeft richting aan mogelijke interventies, onder andere voor remedial teaching. Op het havo/vwo worden alle leerlingen getoetst op rekenvaardigheden en is er verplichte

2 De publieksversie van het SBP is te vinden op de website. Een uitgebreidere en meer concrete vertaling van de strategische doelstellingen naar beleid is te vinden in het Schoolplan.


remedial teaching voor wie niet aan het vereiste niveau voldoet. De resultaten en de voortgang ten aanzien van het rekenen worden bewaakt door een rekencoördinator. Het vmbo behoorde in 2016 met de resultaten van de rekentoets bij de beste 20% van alle vmbo’s in Nederland. Op het vwo behaalden alle leerlingen een voldoende voor de rekentoets.

De bovenbouw vmbo basis kader heeft te maken met de invoering van de nieuwe examenprogramma’s. Met de start van het schooljaar 2016-2017zijn de profielen Economie & Ondernemen en Zorg & Welzijn ingevoerd. Het beroepsprofiel Produceren, Installeren en Energie (PI) werd al enkele jaren als pilot uitgevoerd. De profielen Dienstverlening en Producten (D&P) en Bouw, Wonen en Interieur (BWI) zijn nog in ontwikkeling en starten in 2017-2018. Om zorgleerlingen zo goed mogelijk te kunnen bedienen binnen de regelgeving van Passend Onderwijs neemt het UC deel aan het overleg binnen het Samenwerkingsverband vo/svo. Met ingang van het schooljaar 2015-2016 is er een UC breed Team Extra Begeleiding geformeerd, onder leiding van de directeur Extra Begeleiding, om de deskundigheid binnen het UC zo efficiënt mogelijk te kunnen benutten.

3.2 Speerpunten: de leerling als vertrekpunt

Het uitgangspunt De leerling als vertrekpunt richt zich met name op het recht doen aan verschillen tussen leerlingen, maar ook op de vraag wat die leerling nodig heeft in de snel veranderende (digitale) samenleving. In 2016 zijn op dit vlak op beide sectoren belangrijke stappen gezet. Sector vmbo Op de sector vmbo is de pilot met Bring Your Own Device (BYOD) uitgebreid naar alle brugklassen en de hele afdeling vmbo t. Daarnaast zijn in het schooljaar 2016-2017 in het hele eerste leerjaar dakpanklassen ingevoerd. De dakpanklassen vormen het eerste jaar van de tweejarige brugklas op het vmbo. In een dakpanklas krijgt elke leerling de kans om ook op een hoger niveau dan het basisschooladvies vakken of leerstof te volgen. Er is ook een huiskamerklas, bedoeld voor leerlingen vmbo basis die gebaat zijn bij onderwijs in kleinere groepen. Ook in de huiskamerklas krijgen leerlingen de kans om vakken op een hoger niveau te volgen. In de bovenbouw vmbo T wordt in twee klassen (een T3 klas en een T4 klas) een experiment uitgevoerd met het werken met leerdoelen en coaching. Daarnaast kent de afdeling sinds enkele jaren een stroom T-science, waarin veel aandacht is voor projectmatig werken. Elk project heeft een externe opdrachtgever en ook bij de beoordeling worden externen (onder wie ouders) betrokken. T-science heeft ruim 50


leerlingen (een derde en een vierde klas). In de bovenbouw basis/kader is er een toenemend aantal leerlingen dat op theoretisch niveau examenvakken afrondt. Alle medewerkers van het vmbo zijn betrokken bij het ontwerp van het nieuwe onderwijsmodel vmbo 2020, dat in 2018-2019 ingevoerd gaat worden. Het model gaat uit van een ander lesrooster, dat meer aansluit bij het bioritme van (puber)leerlingen, en biedt (veel) meer coaching en keuzemogelijkheden. Om dat model uit te proberen, is voor de vmbo basisklassen leerjaar 2 in 2016 de voorbereiding in gang gezet van een zogenaamde Flex-week. De Flex-week is begin 2017 uitgevoerd. Sector havo/vwo De sector havo/vwo is in het schooljaar 2016-2017 met vier brugklassen een pilot gepersonaliseerd leren gestart (onder de noemer AanZet) naar het Zweedse Kunskapsskolan-model, met ondersteuning van Kunskapsskolan Nederland. Leerlingen in AanZet werken veel zelfstandiger dan leerlingen in de reguliere klassen, aan de hand van leerdoelen en onder begeleiding van een coach, met wie ze wekelijks een gesprek hebben. Digitale lesstof en (diagnostische) toetsing zijn hierbij belangrijke hulpmiddelen. Hiervoor wordt het Learning Portal van KED Nederland ingezet. Alle leerlingen in de AanZet klassen werken met een eigen device. Zij maken daarbij gebruik van de BYOD-regeling zoals die ook voor het vmbo geldt. De betrokken docenten hebben een training Coachen en Werken met doelen gevolgd en worden ondersteund door begeleiders van KED Nederland. De AanZet methodiek wordt de komende twee schooljaren uitgebouwd naar de hele onderbouw. In de bovenbouw havo/vwo is men in 2016-2017 gestart met een Leerlab, een project van de VO-raad. In het Leerlab wordt geëxperimenteerd met digitale content waarbij leerlingen keuzes kunnen maken in tempo en leerstijl. Het heeft als doel om het curriculum aan te passen aan gepersonaliseerd leren, waarbij docenten steeds meer de rol van coach krijgen. In 2016 hebben 7 leerlingen examen gedaan na een versneld traject, waarbij ze bijvoorbeeld van havo 5 direct zijn overgestapt naar vwo 6. Deze mogelijkheid wordt geboden aan leerlingen die hun havo-examen cum laude hebben afgerond. Uiteindelijk moeten de AanZet-werkwijze in de onderbouw en de ontwikkelde werkwijze in het Leerlab in de bovenbouw op elkaar gaan aansluiten in één onderwijsmodel, dat is geënt op de uitgangspunten De leerling als vertrekpunt en Ruimte voor ambitie. Internationale uitwisseling blijft een belangrijk onderscheidend kenmerk voor het havo/vwo als ELOS-school. In 2016 hebben zo’n 160 leerlingen deelgenomen aan uitwisselingen met scholen in acht verschillende landen in Europa. Leerlingen in de bovenbouw vmbo gaan op reis naar bestemmingen in Spanje en Italië.


4. Samenwerkingsverbanden

Het UC heeft in 2016 samengewerkt met: • Collega vo-scholen in het samenwerkingsverband ORION rond thema’s als P&O, ICT,

kwaliteitszorg en financiën. De samenwerking heeft onder andere gestalte gekregen via o Het Leraar Plus en het Meesterschap Traject voor docenten o Onderlinge ORION lesobservaties, waarbij docenten elkaars scholen bezoeken en

een groot aantal lessen observeren. De deelnemers worden op de visitatie voorbereid via een scholing door een oud-inspecteur van het onderwijs. Beide sectoren van het UC hebben in 2016 deelgenomen aan de lesobservaties.

o Een benchmark op het vlak van financiën en bedrijfsvoering o Kartrekkersrol; zo was de directeur-bestuurder Theo Bekker lid van het

tweehoofdige presidium van het ORION-rectorenoverleg. De nieuwe directeur-bestuurder Ad van Kemenade heeft in het ORION-rectorenoverleg de portefeuille Professionele scholen. De UC kwaliteitszorgmedewerker is lid van de stuurgroep Kwaliteitszorg van ORION

• Het samenwerkingsverband SMV VO 30.06 Brabant Noordoost, rond zorg aan leerlingen en de invoering van Passend Onderwijs

• Het primair onderwijs, rond werving en determinatie • Lerarenopleidingen, zowel op bachelor- als masterniveau, en partner vo-scholen van Rijk

van Nijmegen en Metameer binnen de Academische Opleidingsschool Passie voor Leren en het project STOER (versterking samenwerking vo en lerarenopleidingen)

• Het mbo, met name ROC De Leijgraaf en ROC Koning Willem 1 College, en het vmbo in de regio. Met de ROC collega’s én collega’s van de andere vmbo-scholen wordt gewerkt aan de zogenaamde vakmanschapsroutes en technologieroute. Er ontstaan op het gebied van het technisch onderwijs doorlopende leerlijnen binnen de profielen PIE, BWI en M&T. Daarnaast richt de samenwerking met het mbo zich op het voorkomen van voortijdig schoolverlaten, opvang van zorgleerlingen en inhoudelijke afstemming, onder andere rond taal en rekenen.

• Europese collega-scholen, vanuit onze ambitie als Elos- school • Kunskapsskolan Nederland en andere scholen in Nederland die experimenteren met

onderwijsvernieuwing en gepersonaliseerd leren • Hbo & wo, in het kader van doorstroom van leerlingen vanuit de sector havo/vwo • Kunst & Co voor het kunst- en cultuurbeleid • De gemeente Uden, in het kader van huisvesting en de Lokale Educatieve Agenda.


5. Governance en kwaliteitszorg/communicatie Het begrip governance verwijst naar de code Goed Bestuur. Kenmerken van Goed Bestuur zijn transparantie en oog voor de omgeving. Kwaliteitszorg is daarvoor een belangrijk instrument. De planning van de jaarlijkse kwaliteitszorgactiviteiten wordt in juni vastgelegd in de agenda van het directie-overleg voor het schooljaar daarop. Vaste onderwerpen die in de jaarlijkse cyclus aan bod komen, zijn de onderwijstijd, opbrengsten en examenresultaten, de opbrengstenkaart van de inspectie, tevredenheidsonderzoeken en de (evaluatie van) de sectorplannen. Sinds 2015 werkt de directeur-bestuurder de jaarlijkse doelstellingen uit in een zogenaamde kaderbrief, afgeleid uit de mijlpalen in het Strategisch Beleidsplan. Op hoofdlijnen zijn de doelen gelijk voor beide sectoren, al kunnen zij eigen accenten leggen, bijvoorbeeld ten aanzien van het tijdspad en de fasering van de invoering van BYOD of het gepersonaliseerd leren. De Raad van Toezicht formuleert beoogde resultaten, waarmee het SBP, de mijlpalen en de kaderbrief in lijn zijn. Om het behalen van de doelen te bewaken, is op beide sectoren de Beter Scoren methodiek in ontwikkeling. Daarin worden met behulp van een digitaal systeem maandelijks doelstellingen en processen in beeld gebracht. Op de sector vmbo is het instrument in 2016 grotendeels ingericht. Op de sector havo/vwo heeft dit enige vertraging opgelopen, mede vanwege alle wisselingen in de schoolleiding. Ook worden de ontwikkelingen gevolgd via de VO 2020 scan van Vensters voor Verantwoording. Een belangrijk doel van Beter Scoren is het (beter) borgen van de PDCA-cyclus. Dit kwam als een van de verbeterpunten naar voren uit de BEREIK-diagnose die in 2015 in het hele UC is uitgevoerd. Om de effecten van de AanZet werkwijze te monitoren en te meten is bij aanvang van het schooljaar 2016-2017 een kwaliteitszorgplan opgesteld. Voor de monitoring is onder andere ondersteuning ingeroepen van een doctor in de sociale wetenschappen. Via een door hem ontwikkelde vragenlijst wordt de ontwikkeling in het gedrag en vaardigheden van de AanZet leerlingen inzichtelijk gemaakt. Dit instrument wordt ook ingezet in bovenbouw vmbo theoretisch. Het behalen van onderwijskundige (kern)doelen van de leerlingen in de pilot klassen ten opzichte van de reguliere klassen wordt gemonitord via de inzet van het Cito volgsysteem voor Nederlands, Engels en rekenen/wiskunde. Ook de Flex-pilot in de onderbouw vmbo basis-kader wordt op een onderzoeksmatige manier gemonitord. Dit gebeurt door een aantal vmbo docenten die worden gefaciliteerd


voor dit onderzoek, al of niet in het kader van een studie, en met ondersteuning van de beleidsmedewerker Kwaliteitszorg. Tevredenheidonderzoek Volgens de meerjarenplanning voor tevredenheidonderzoeken zoals die binnen het UC wordt gehanteerd, is het voorjaar 2016 een tevredenheidonderzoek afgenomen onder leerlingen in alle leerjaren van het UC. De resultaten zijn gepubliceerd op Scholen op de Kaart (zie link op de website). Daarnaast is in 2016 een personeelstevredenheidonderzoek uitgevoerd. Aandachtspunten die daaruit naar voren kwamen, waren werkdruk die docenten ervaren, onder andere als gevolg van de onderwijskundige vernieuwingen, en onvrede over de organisatie en communicatie op de sector havo/vwo, mede als gevolg van de wisselingen in de schoolleiding. De uitkomsten van het personeelsonderzoek waren een belangrijke aanleiding voor de organisatie van de UCare studiedag (zie onder het hoofdstuk Personeel). In 2016-2017 is voor de derde keer schoolbreed een leerlingenenquête uitgezet onder alle leerlingen ter ondersteuning van de gesprekkencylus.. Dit betekent dat deze enquête inmiddels voor alle docenten minimaal één maal is afgenomen. Ook voor OOP’ers met leerlingencontact is een leerlingenenquête beschikbaar als onderdeel van de gesprekkencyclus. Communicatie Op het vlak van communicatie wil het UC de doelstellingen helder en hedendaags uitdragen en meer uitstralen, dat beide sectoren één school zijn. Eind 2015 is met alle betrokkenen bij communicatie op het UC, onder begeleiding van een communicatiebureau, een nieuwe wervings- en communicatiecampagne bedacht onder het motto UC More. Deze campagne is in 2016 verder uitgerold en vormgegeven in alle communicatie uitingen van het UC. Het communicatieteam van het UC heeft in november 2016 gezamenlijk een marketing studiedag gevolgd om zich verder te professionaliseren. Een goede communicatie met ouders blijft een aandachtspunt van directie en medewerkers. Dit gebeurt door overleg met ouders in de ouderjaargroepen, de deelraden en de ouderraden. De ouderraad vergadert zes maal per jaar met de UC directie. Het overleg met de directie is deels centraal (gezamenlijk) en deels op sectorniveau. Jaarlijks organiseert de ouderraad in het najaar een thema-avond voor alle ouders. In 2016 was het thema samenwerking tussen ouders en school met een voordracht van pedagoog Marcel van Herpen. Op beide sectoren is het streven om, in het kader van ouderbetrokkenheid 3.0, ouderbetrokkenheid te verhogen en oudergesprekken meer op maat te laten


plaatsvinden, bijvoorbeeld niet (alleen) meer op vaste tijdstippen in het jaar maar op aanvraag van ouder, leerling of docent. Via de UC Facebook pagina wil het UC vooral ‘nice to know’ informatie delen met ouders, leerlingen en medewerkers. Deze pagina wordt grotendeels gevuld door docenten. Leerlingen spelen een rol in het social media team tijdens bijzondere evenementen, zoals de kennismakingsdag van groep 8 leerlingen en de Open Dag in januari. Klachten Het Udens College beschikt over een Centraal Meldpunt Incidenten waar leerlingen en personeel gebruik van kunnen maken om incidenten, ongevallen of klachten onder de aandacht te brengen. In 2016 is melding gemaakt van dertien incidenten en negen ongevallen. Verder zijn er enkele klachten ingediend over organisatorische verschillen tussen de twee sectoren, lesuitval en over mailverkeer door leerlingen. Al deze klachten zijn afgewikkeld. Bezoldiging bestuurders en toezichthouders De leden van de Raad van Toezicht ontvangen een tegemoetkoming in de kosten en vacatiegeld. De directeur-bestuurder wordt bezoldigd conform de geldende CAO Bestuurders VO.

6. Personeel Op 31 december 2016 had het UC 348 medewerkers in dienst,. Dit waren er veertien minder dan een jaar daarvoor. Van hen was 40% man (139 medewerkers) en 60% vrouw (209 medewerkers). In 2015 lag deze verhouding nog op 42% man en 58% vrouw. Speerpunten in het personeelsbeleid in 2016 waren: • Aandacht voor de balans tussen werk en privé en de persoonlijke en professionele

ontwikkeling van medewerkers. Dit kwam onder andere tot uiting in een UCare dag voor alle medewerkers op de Dag van de Leraar (5 oktober 2016).

• (Verdere) professionalisering voor en door medewerkers, met het oog op het behalen van de doelstellingen uit het Strategisch Beleidsplan, Hiervoor is een eigen scholingsbureau ingericht onder de naam UCademy.

• Een personeelstevredenheidonderzoek onder alle medewerkers • Met name op het vmbo: het actief betrekken van alle medewerkers bij het ontwerp van

het nieuwe onderwijsmodel via studiereizen en excursies, studiebijeenkomsten, onderzoek, denktanks en klankbordgroepen

• Versterking van de begeleiding van startende docenten op het UC door meer aandacht voor de zogenaamde inductiefase (de eerste 3 jaar op onze school). De begeleiding in deze periode gebeurt door een aantal docenten die zijn opgeleid tot coach. Zij zijn in


2016 gaan samenwerken met de leergroep Inductiefase van het project STOER (versterking samenwerking vo en lerarenopleidingen).

Functiecategorieën & groei/afname UC personeel, 2016 In 2016 nam het aantal FTE onderwijzend personeel af met bijna elf. Het aantal FTE OOP nam af met ongeveer een half en ook de inzet op management liep iets terug. Dit resulteert in een afname van ongeveer twaalf FTE in het kalenderjaar 2016, vooral als gevolg van het dalende leerlingenaantal.

In FTE OP OOP Management Totaal OOP AOP 01/01/2016 193,9 32,3 30,1 16 272,3 01/01/2017 183,0 31,6 30,2 15,7 260,5 Groei -10,9 -0,7 0,1 -0,3 -11,8

Leeftijdsopbouw & ziekteverzuim Meer dan de helft van de UC medewerkers was in 2016 45 jaar of ouder (52,%). Dit percentage is ongeveer gelijk aan het percentage in 2015. Het ziekteverzuimpercentage in het UC lag in 2016 op 4,72. Dit is hoger dan in 2015. Toen was het 4,5%. Ondanks deze stijging blijft het ziekteverzuimpercentage op het UC onder het landelijk gemiddelde, dat in 2016 5,1% bedroeg . Bron: Scholen op de Kaart/Vensters voor Verantwoording. Onbevoegde docenten In 2016 waren er 19 onbevoegde docenten werkzaam op het UC. In 2015 waren dat er 22. Van de 19 onbevoegden waren er 16 studerend om een bevoegdheid te halen. Professionalisering Belangrijke instrumenten voor professionalisering zijn intervisie, scholing en onderzoek. Om de ontwikkeling van UC-medewerkers verder te stimuleren, is in het schooljaar 2015-2016 een coördinator Professionalisering en Begeleiding aangesteld. Vanaf het schooljaar 2016-2017 kent het UC de UCademy, een aanbod van workshops voor en door medewerkers op een groot aantal dinsdagavonden, om professionalisering in het licht van de SBP-doelstellingen te bevorderen. Naar aanleiding van de uitkomsten van het personeelstevredenheidonderzoek heeft het UC in 2016 op de Dag van de Leraar aan alle medewerkers een studiedag aangeboden onder het motto UCare. Daarbij was enerzijds aandacht voor ICT-vaardigheden en vernieuwing en anderzijds voor persoonlijke ontwikkeling/de balans tussen werk en privé door workshops zoals mindfulness, yoga, pilates en timemanagement.


Om meer inspiratie op te doen over gepersonaliseerd leren hebben docenten en schoolleiding in 2016 studiereizen gemaakt naar Zweden en Canada. Ook hebben meerdere groepen docenten en directieleden bezoeken gebracht aan scholen in Nederland, waaronder De Dyk in Leeuwarden, Stella Maris in Valkenburg en het Kennemer College in Heemskerk. Deze bezoeken hebben veel inspiratie opgeleverd voor het vmbo 2020 onderwijsmodel. ORION Binnen de samenwerking met ORION hebben beide sectoren in 2016 deelgenomen aan onderlinge lesobservaties waarbij docenten elkaars scholen bezoeken en een groot aantal lessen observeren. Vier UC docenten zijn in 2016 gestart met een Meesterschapstraject van de ORION Academie, twee anderen hebben dit traject afgerond. In het kader van de ORION samenwerking is in 2016 aan alle leidinggevenden een training Oplossingsgerichte Gespreksvoering aangeboden, met subsidie vanuit VOION. Eén afdelingsdirecteur heeft aan een HRM-aanbod voor leidinggevenden van ORION deelgenomen. Ook op het vlak van P&O, Bedrijfsvoering en Kwaliteitszorg neemt het UC actief deel aan uitwisseling. samenwerking en professionalisering binnen ORION. Opleidingsschool In het kader van de samenwerking binnen de Opleidingsschool Passie voor Leren stelt het UC jaarlijks stageplaatsen beschikbaar voor minimaal 60 studenten van de lerarenopleidingen van ILS HAN en de Radboud Docenten Academie. Zowel voor de studenten als hun begeleiders verzorgt het UC regelmatig scholing en workshops. Vanaf 2014-2015 nemen docenten van het UC deel aan leergroepen rond didactiek, pedagogiek en begeleiding van startende leraren in het kader van het project STOER (versterking samenwerking vo en lerarenopleidingen). Hiervoor waren ook in 2016 aanvullende subsidiemiddelen beschikbaar. Voor de begeleiding van startende docenten hebben beide sectoren medewerkers in dienst die een opleiding tot coach hebben gevolgd. Zij nemen de begeleiding in het eerste jaar van de starter voor hun rekening. In 2016 is een traject gestart om deze begeleiding uit te breiden tot de eerste drie jaar (de zogenaamde inductiefase). Een vmbo-coach is in 2016 gestart met een opleiding tot supervisor. Onderzoek Meerdere docenten zijn actief op het vlak van onderzoek, onder andere via deelname aan de masteropleiding Evidence Based Innovation in Teaching (MEBIT). Met MEBIT-studenten van andere (ORION)-scholen en onder begeleiding van TIER zijn in 2016 twee schooloverstijgende onderzoeken uitgevoerd, rond differentiatie in leerstijlen en rond metacognitieve vaardigheden. Het laatste onderzoek wordt (mede) bekostigd uit NRO-


middelen. De docent van het UC havo/vwo die dit onderzoek uitvoert, is in 2016 uitgeroepen tot docentonderzoeker van het jaar. Beide sectoren formuleren jaarlijks speerpunten voor (praktijk)onderzoek en faciliteren docenten om dit uit te voeren. Aan het einde van het schooljaar worden er workshops georganiseerd, waarop de resultaten uit deze onderzoeken worden gepresenteerd.

8. Huisvesting In 2015-2016 is het havo/vwo gebouw op onderdelen aangepast om onderwijskundige vernieuwingen mogelijk te maken. In het studiehuis is voor de bovenbouw een grote open leerruimte gecreëerd om meer zelfstandig en flexibel werken mogelijk te maken. Daarnaast is een van de clusters van de onderbouw verbouwd om aan de minimale vereisten voor AanZet tegemoet te komen. Ten aanzien van de (ver)nieuwbouw van het havo/vwo heeft de geselecteerde architect in 2015 een eerste ontwerp getekend, op basis van het in 2014 opgestelde energiedesign en het programma van eisen. De vergunningstrajecten zijn in gang gezet en in 2016 is de noodzakelijke bestemmingsplanwijziging afgerond. Ook is in 2016 de aanbestedingsprocedure opgestart. Deze heeft begin 2017 geleid tot een "voorlopige gunning". Met inachtneming van de wet- en regelgeving zal in het voorjaar 2017 de gunning worden afgerond. Hierna kan met de "engeneering" worden gestart. De daadwerkelijke bouw kan dan eind 2017 beginnen.


9. Financiën en jaarrekening

Algemeen Het Udens College wordt voor ongeveer 97% bekostigd door het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, voor het merendeel op basis van het aantal leerlingen dat jaarlijks onderwijs volgt. Hiermee wordt het UC in staat gesteld om haar belangrijkste doelstelling, “het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs”, te realiseren. In deze bekostiging zitten ook middelen voor een adequate zorgstructuur. Naast deze reguliere bekostiging ontvangt het UC middelen voor specifieke activiteiten of speerpunten zoals “de Academische Opleidingsschool” en middelen ten behoeve van “de Prestatiebox”. Deze extra middelen worden jaarlijks ingezet voor extra personeel of materiaal in overleg met de beide sectoren en externe partners. Een gezonde financiële situatie is de basis voor de continuïteit van de organisatie. Deze wordt gewaarborgd via het jaarlijks opstellen van een begroting en een formatieplan en de bewaking hiervan en het waar nodig bijstellen van activiteiten gedurende het jaar. Tevens wordt een meerjarenbegroting opgesteld met behulp waarvan tweejaarlijks een risico inventarisatie plaats vindt. Risicoparagraaf De belangrijkste risico's en onzekerheden komen voort uit enerzijds de leerlingenontwikkelingen en het daarop afstemmen van de huisvesting en anderzijds de zorg om in de toekomst voldoende gekwalificeerd personeel aan de school te binden. Ook nieuwe regelgeving zoals de invoering van passend onderwijs en de Wet Werk en Zekerheid brengt risico’s met zich mee. Onderwijskundige vernieuwingen en de intensivering van het gebruik van ICT vergen ook de aandacht als het gaat om risico’s. Om deze risico’s het hoofd te kunnen bieden, heeft eind 2015 de tweejaarlijkse risico inventarisatie plaatsgevonden met inbreng van sectorleiding, MR, directie, bestuur en Raad van Toezicht. Op grond van de uitkomsten is een aantal maatregelen genomen. Vastgesteld is, dat de aanwezige reserves van voldoende niveau zijn om resterende risico’s af te dekken. Jaarrekening De financiële gegevens op de volgende pagina’s zijn een verkorte weergave van de jaarrekening 2016. Een meer gedetailleerd beeld van de financiële situatie van het Udens College is opgenomen in de volledige jaarrekening 2016, die is voorzien van een goedkeurende accountantsverklaring.


Het exploitatiesaldo van 2016 is positief. Oorzaken hiervoor zijn:

• lagere personeelslasten dan vooraf begroot o.a. door minder stijging van pensioenlasten dan verwacht en tijdelijke onderbezetting bij enkele directiefuncties

• hogere incidentele subsidies, zoals de “Prestatiebox”, dan verwacht. De balans laat een financieel gezonde organisatie zien met kengetallen die zich binnen de normen bevinden


Treasury Het Treasury Statuut uit 2010 is conform de wet- en regelgeving zoals die door het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen is voorgeschreven. Inmiddels is de wet- en regelgeving nog verder aangescherpt en is er een nieuw statuut vastgesteld. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestond in 2016 voor ongeveer € 105.000 uit een algemene reserve, voor € 7.618.000 uit bestemmingsreserves en voor € 162.000 uit een bestemmingsfonds. Op grond van de eind 2015 uitgevoerde risicoanalyse heeft het bestuur de omvang van deze bestemmingsreserves als ruim voldoende gekwalificeerd. Financieel beoordelingskader Naar aanleiding van het rapport “Financieel beleid van onderwijsinstellingen” opgesteld door de commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen (commissie Don) heeft in 2010 een viertal kengetallen hun intrede gedaan: solvabiliteit, de kapitalisatiefactor, liquiditeit en rentabiliteit. Vermogensbeheer: solvabiliteit, kapitalisatiefactor en buffercapaciteit Solvabiliteit Een organisatie wordt solvabel geacht als ze voldoende eigen kapitaal heeft om financiële risico’s op te vangen. De solvabiliteitspositie is een momentopname op balansdatum. Ter bepaling van de solvabiliteit wordt een verhoudingspercentage berekend tussen het Eigen Vermogen (EV) + Voorzieningen en het Totale Vermogen (TV).

2014 2015 2016 Eigen Vermogen € 7.085.992 € 7.608.416 € 7.885.352 Voorzieningen € 2.772.201 € 2.953.541 € 3.394.836 Totaal Vermogen € 12.533.126 € 14.377.801 € 14.753.606 Solvabiliteit 0,79 0,73 0,76 Grenswaarden ondergrens 0,20 0,20 0,20

Kapitalisatiefactor Ter bepaling van dit kengetal wordt een verhoudingspercentage berekend tussen het Totale vermogen (TV) -/- Gebouwen en Terreinen (GT) en de Totale Baten (TB).

2014 2015 2016 Totaal Vermogen € 12.533.126 € 14.377.801 € 14.753.606 Gebouwen en Terreinen € 842.907 € 768.207 € 693.507 Totale Baten € 23.250.790 € 23.250.790 € 24.102.834 Kapitalisatiefactor 0,50 0,57 0,58 Grenswaarden bovengrens 0,35 - 0,60 0,35 - 0,60 0,35 – 0,60


Buffercapaciteit Dit kengetal geeft aan hoeveel liquiditeit beschikbaar is voor het afdekken van risico’s door berekening van de Kapitalisatiefactor in € -/- Benodigde liquiditeit voor Vervangingsinvesteringen en Kortlopende Schulden te delen door de Totale Baten.

2014 2015 2016 Kapitalisatiefactor € 11.690.219 € 13.609.593 € 14.060.099 Liquiditeit Vervangingen € 4.282.879 € 4.538.744 € 4.702.778 Kortlopende Schulden € 2.674.933 € 3.815.844 € 3.473.418 Totale Baten € 23.250.790 € 23.775.833 € 24.102.823 Buffercapaciteit 20,4% 22,1% 24.4% Grenswaarden ondergrens 5% 5% 5%

Budgetbeheer: liquiditeit en rentabiliteit Liquiditeit Liquiditeit is het vermogen om op korte termijn aan kortlopende betalingsverplichtingen te voldoen. Als het kengetal voor liquiditeit groter of gelijk is aan 1, is er sprake van een liquide organisatie. Ter bepaling van de liquiditeit wordt de current ratio gehanteerd. Dit is de verhouding tussen de Vlottende Activa (VA) en de Vlottende Passiva (VP).

2014 2015 2016 Vlottende Activa € 7.297.686 € 9.447.957 € 10.305.390 Vlottende Passiva € 2.674.933 € 3.815.844 € 3.473.418 Current Ratio 2,73 2,48 2,97 Grenswaarden onder-resp. bovengrens 0,5 - 1,5 0,5 - 1,5

0,5 – 1,5

Rentabiliteit Dit kengetal geeft de verhouding weer tussen het Exploitatieresultaat en de Totale Baten.

2014 2015 2016 Exploitatietresultaat € 823.232 € 522.423 € 276.936 Totale baten € 23.250.790 € 23.775.833 € 24.102.834 Rentabiliteit 3,54 2,20 1,15 Grenswaarden onder-resp.bovengrens 0,0 - 5,0

0,0 – 5,0

0,0 – 5,0

Uit het bovenstaande blijkt dat het Udens College in 2016 met betrekking tot het vermogensbeheer evenals voorgaande jaren binnen de grenswaarden blijft. Met betrekking tot het budgetbeheer, met name op de liquiditeit valt een duidelijke overschrijding te constateren. Dit wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door de nieuwbouwplannen. Groot onderhoud en investeringen in inventaris worden uitgesteld en de eerste voorschotten van de gemeente Uden zijn ontvangen terwijl de daaraan gerelateerde uitgaven nog niet volledig zijn uitgegeven. Ook exploitatieoverschotten uit voorgaande jaren hebben hieraan een positieve bijdrage geleverd.


Kerngegevens van het Udens College Samenwerkingsschool voor vmbo, havo, atheneum en gymnasium Bevoegd gezag Samenwerkingsstichting voor Voortgezet

Onderwijs Uden Directeur/bestuurder Tot 01-11-16 Dhr. mr. Th.G.M. Bekker Vanaf 01-11-16 Dhr. A.A.W.M. van Kemenade Directie Sectordirectie havo/vwo, voorzitter Van 01-02 tot 01-04-2016 Dhr. L Dopper Van 01-04 tot 01-08-2016 Dhr. mr. Th. G.M. Bekker (waarnemend) Vanaf 01-08-2016 Dhr. J. te Marvelde Sectordirectie vmbo, voorzitter Tot 01-11-2016 Dhr. A.A.W.M. van Kemenade Vanaf 01-11-2016 Dhr. H. van Son Directeur Bedrijfsvoering: Dhr. M.H.W. Spierings Bestuur en bedrijfsbureau Bezoekadres: Schepenhoek 203, 5403 GB Uden postadres: Postbus 108, 5400 AC Uden telefoon: 0413 – 28 30 00 e-mail: [email protected] Sector havo/vwo bezoekadres: Schepenhoek 101, 5403 GA Uden postadres: Postbus 104, 5400 AC Uden telefoon: 0413 – 28 30 00 e-mail: [email protected] Sector vmbo bezoekadres: Kleinveld 25, 5401 ZW Uden postadres: Postbus 391, 5400 AJ Uden telefoon: 0413 – 28 30 00 e-mail: [email protected] Raad van Toezicht Dhr. drs. T. van Kleef, voorzitter Leden: Mevr. P.R.M. van den Brand, lid op voordracht van het gemeentebestuur Uden Dhr. P. Schreuder, lid op voordracht van de Medezeggenschapsraad Dhr. mr. T. van Gulick Dhr. E. Oosterom. Postadres: Postbus 108, 5400 AC Uden




onderwijsvernieuwing zoals we die zijn verwoord in het Strategisch Beleidsplan 2015-2016: ......

Documents

Transcript of onderwijsvernieuwing zoals we die zijn verwoord in het Strategisch Beleidsplan 2015-2016: ......