Onder aan de trap doe je met een schakelaar de lamp boven aan. Dan loop je naar boven, waar je met...

12

Transcript of Onder aan de trap doe je met een schakelaar de lamp boven aan. Dan loop je naar boven, waar je met...

Page 1: Onder aan de trap doe je met een schakelaar de lamp boven aan. Dan loop je naar boven, waar je met een andere schakelaar dezelfde lamp weer uit kan doen.
Page 2: Onder aan de trap doe je met een schakelaar de lamp boven aan. Dan loop je naar boven, waar je met een andere schakelaar dezelfde lamp weer uit kan doen.

Onder aan de trap doe je met een schakelaar de lamp boven aan.

Dan loop je naar boven, waar je met een andere schakelaar dezelfde lamp weer uit kan doen.

Deze schakelaar noemen we een wisselschakelaar.

Page 3: Onder aan de trap doe je met een schakelaar de lamp boven aan. Dan loop je naar boven, waar je met een andere schakelaar dezelfde lamp weer uit kan doen.

Om te begrijpen hoe een wisselschakelaar werkt, moet je eerst weten hoe een lamp kan worden bediend met een gewone schakelaar.

Page 4: Onder aan de trap doe je met een schakelaar de lamp boven aan. Dan loop je naar boven, waar je met een andere schakelaar dezelfde lamp weer uit kan doen.

Stroom moet altijd rond kunnen lopen door een schakeling. Wanneer de schakelaar open is, kan de stroom er niet doorheen lopen, en kan de lamp niet branden. Door de schakelaar te sluiten wordt de schakeling compleet, en kan de stroom van de batterij naar de lamp en weer terug. De lamp gaat branden.

Page 5: Onder aan de trap doe je met een schakelaar de lamp boven aan. Dan loop je naar boven, waar je met een andere schakelaar dezelfde lamp weer uit kan doen.

Een wisselschakeling is eigenlijk heel eenvoudig, het is een schakeling met twee schakelaars. De ene schakelaar is bijvoorbeeld onder aan de trap geplaatst, en de andere schakelaar boven.

Page 6: Onder aan de trap doe je met een schakelaar de lamp boven aan. Dan loop je naar boven, waar je met een andere schakelaar dezelfde lamp weer uit kan doen.

Een wisselschakeling bestaat dus uit twee schakelaars. Elke schakelaar kan in twee standen staan. Dat betekent dat de gehele schakeling in vier verschillende toestanden kan staan:

Page 7: Onder aan de trap doe je met een schakelaar de lamp boven aan. Dan loop je naar boven, waar je met een andere schakelaar dezelfde lamp weer uit kan doen.

Schakelaar 1 omhoog en schakelaar 2 omhoog. De schakeling is gesloten, de stroom kan van de batterij naar schakelaar 1, en dan via de bovenste verbinding naar schakelaar 2. Vervolgens via de lamp weer terug naar de batterij.

Page 8: Onder aan de trap doe je met een schakelaar de lamp boven aan. Dan loop je naar boven, waar je met een andere schakelaar dezelfde lamp weer uit kan doen.

Schakelaar 1 omhoog en schakelaar 2 omlaag. De schakeling is nu verbroken op de plaats van schakelaar 2. De lamp is uit.

Page 9: Onder aan de trap doe je met een schakelaar de lamp boven aan. Dan loop je naar boven, waar je met een andere schakelaar dezelfde lamp weer uit kan doen.

Schakelaar 1 omlaag en schakelaar 2 omlaag. De schakeling is nu weer gesloten, de stroom loopt nu via de onderste verbinding van schakelaar 1 naar schakelaar 2. De lamp brandt.

Page 10: Onder aan de trap doe je met een schakelaar de lamp boven aan. Dan loop je naar boven, waar je met een andere schakelaar dezelfde lamp weer uit kan doen.

Schakelaar 1 omlaag en schakelaar 2 omhoog. De schakeling is weer verbroken, de lamp is uit.

Page 11: Onder aan de trap doe je met een schakelaar de lamp boven aan. Dan loop je naar boven, waar je met een andere schakelaar dezelfde lamp weer uit kan doen.

De schakelaars wisselen dus van aan naar uit, waarbij de werking afhankelijk is van de stand van de andere schakelaar. Om die reden noemen we het een wisselschakeling.

Page 12: Onder aan de trap doe je met een schakelaar de lamp boven aan. Dan loop je naar boven, waar je met een andere schakelaar dezelfde lamp weer uit kan doen.