omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt...

45
Meesterlijk gedrag: leren van compareren rechtstreeks 2009 - nr 3 Rechtstreeks is een periodiek van de Raad voor de rechtspraak en richt zich op de praktijk en de ontwikkeling van de rechtspraak in Nederland. ‘Kommunikaasie’, daar ging het om in de tegen- cultuur van de jaren zestig. Spontaan met anderen in contact staan. 40 jaar later is ‘communicatieve vaardigheid’ een kerncompetentie van de rechter geworden. Wie nu als rechter niet interrumpeert, maar geregeld samenvattend duidelijk maakt dat hij partijen heeft gehoord en wie niet zomaar ongevraagd met oordelen komt, die maakt het in de zittingszaal! Recent verschenen 2009 - nr 2 Alledaagse rechtspraak: een pragmatische kijk op oordeelsvorming 2009 - nr 1 Na detentie: de gevolgen van rechtspraak 2008 - nr 4 Rechtspraak & rechtspraak: een precaire balans rechtstreeks 2009 nr 3 Raad voor de rechtspraak

Transcript of omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt...

Page 1: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

Meesterlijk gedrag:leren van compareren

rechtstreeks 2009 - nr 3

Rechtstreeks is een periodiek van de

Raad voor de rechtspraak en richt zich

op de praktijk en de ontwikkeling van

de rechtspraak in Nederland.

‘Kommunikaasie’, daar ging het om in de tegen-

cultuur van de jaren zestig. Spontaan met anderen

in contact staan. 40 jaar later is ‘communicatieve

vaardigheid’ een kerncompetentie van de rechter

geworden. Wie nu als rechter niet interrumpeert,

maar geregeld samenvattend duidelijk maakt dat

hij partijen heeft gehoord en wie niet zomaar

ongevraagd met oordelen komt, die maakt het in

de zittingszaal!

Recent verschenen

2009 - nr 2 Alledaagse rechtspraak:een pragmatische kijk op oordeelsvorming

2009 - nr 1 Na detentie:de gevolgen van rechtspraak

2008 - nr 4 Rechtspraak & rechtspraak:een precaire balans

rechtstreeks 2009 nr 3

Raad voor derechtspraak

omslag rechtstreeks 3 14-09-09 23:12 Pagina 1

Page 2: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

Meesterlijk gedrag:leren van compareren

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 1

Page 3: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

rechtstreeks 3/2009

2

RedactieraadMr. Th. Groeneveld (voorzitter)Lid Raad voor de rechtspraak

Mr. dr. M.I. BlagroveRechter rechtbank Dordrecht

Mr. W. DuitemeijerRaadsheer-plaatsvervanger gerechtshof Arnhem

Prof. mr. J.L.M. GribnauBijzonder hoogleraar kwaliteit van fiscale regelgeving,Universiteit Leiden en hoofddocent fiscale metho -dologie, Universiteit van Tilburg

Dr. C.M. Klein HaarhuisSenior onderzoeker Wetenschappelijk onderzoek- endocumentatiecentrum (WODC), Ministerie van Justitie, Den Haag

Mr. J.J.M. de LaatVice-president inhoudelijk adviseur, sector kantonRechtbank Utrecht

Mr. Th.C.M. WillemseRaadsheer gerechtshof Arnhem

RedactieDr. A. Klijn (hoofdredacteur)Adviseur wetenschappelijk onderzoekRaad voor de rechtspraak

Mr. dr. R.P. Mulder (eindredacteur)Reinjan Mulder research & editing

Mr. drs. E.C.M. BoumanBeleidsadviseurRaad voor de rechtspraak

M.I. Scholtz (secretaris)Programmasecretaris wetenschappelijk onderzoekRaad voor de rechtspraak

RedactieadresRedactie RechtstreeksRaad voor de rechtspraakAfd. OntwikkelingPostbus 906132509 LP Den HaagE-mail: [email protected]

UitgeverSdu Uitgevers BV, Den Haag

Oplage5000 exemplaren

ISSN 1573-5322

AbonnementenRechtstreeks wordt gratis toegezonden aan hen die totde doelgroep behoren. Wie meent voor toezending inaanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre ta riaat vanRechtstreeks (rechtstreeks@recht spraak.nl).

AdresmutatiesSdu KlantenservicePostbus 200142500 EA Den Haagtel. 070-3789880of via: www.sdu.nl/service

RetourenBij onjuiste adressering verzoeken wij u gebruik temaken van de adresdrager en daarop de reden van retournering aan te geven.

© Staat der Nederlanden(Raad voor de rechtspraak)Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, ineen voor anderen toegankelijk gegevensbestand wordenopgeslagen of worden openbaar gemaakt zonder voor-afgaande schriftelijke toestemming van de Raad voorde rechtspraak. De toestemming wordt hierbij verleendvoor het verveelvoudigen, in een gegevensbestand toegankelijk maken of openbaar maken waarvoor geengeldelijke of andere tegenprestatie wordt gevraagd enontvangen en waarbij deze uitgave als bron wordt vermeld.

Colofon

Rechtstreeks is een periodiek van de Raad voor de rechtspraak en richt zich op de praktijk ende ontwikkeling van de rechtspraak in Nederland. Het blad stelt zich ten doel wetenschap-pelijke inzichten en bijdragen aan het publieke debat over de rechtspraak ter kennis te brengen van allen die beroepshalve bij de rechtspraak betrokken zijn. Opname in Rechtstreeksbetekent niet dat de inhoud het standpunt van de Raad voor de rechtspraak weergeeft.

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 2

Page 4: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

Redactioneel

rechtstreeks 3/2009 Redactioneel

3

Wat moet je in huis hebben om een goedrechter te zijn? Een kleine maag en eengrote blaas? Dat waren in ieder geval detwee noodzakelijke voorwaarden die eenaantredend strafrechter vijftien jaar geledenvan haar sectorvoorzitter – als die term albestond – te horen kreeg. Nu zijn een kleine maag en een grote blaasongetwijfeld fysieke faculteiten die het zittingswerk vergemakkelijken, maar waar-schijnlijk waren het ook toen al twee hoogstidiosyncratische selectiecriteria. Een dergelijke blik onder de huid van de rechterzou vandaag toch zeker als ‘te intrusief’gelden. Gaat het bij het rechterswerk nietveeleer om de inhoud van het hoofd? Vancollegae die zich met de selectie van derechterlijke macht bezighouden, weet ikinmiddels vrij nauwkeurig over welke competenties een rechter thans moet kunnenbeschikken: 1. Luistervaardigheid2. Mondelinge uitdrukkingvaardigheid3. Schriftelijke vaardigheid4. Vermogen tot oordeelsvorming5. Vermogen tot prioritering6. Zelfvertrouwen7. Omgevingsbewustzijn8. Vermogen tot zelfreflectie9. BesluitvaardigheidZelfs al hoeft de kandidaat niet op al dezepunten in dezelfde, hoge mate te scoren, dat

zijn geen geringe eisen. Wat mij vooralintrigeert, zijn de volgorde en de matewaarin men over deze vaardigheden moetbeschikken. Een eerste indicatie daarvoor levert debeoordeling van het rechterswerk door hetpubliek. Denk aan de ‘klantwaarderings -onderzoeken’. De kwaliteit van de praktijkis daar ‘in the eye of the beholder’. Afgaande op de kengetallen over 2008 zithet in dergelijke onderzoeken met de luister-vaardigheid van rechters wel snor. Het aan-tal (zeer) tevredenen onder de justitiabelenbedraagt 83% (bij een norm van 80%) enonder de professionele betrokkenen is 74%tevreden (bij een norm van 75%). Onder de justitiabelen is 81% ook (zeer)tevreden over de mondelinge uitleg door derechter (norm: 70%), al is dat cijfer bij deprofessionals duidelijk lager: slechts 64%,bij een norm van 65%. De schriftelijke vaardigheid is alleen doorde professionele betrokkenen beoordeeld.Die competentie krijgt daar bij 83% van deondervraagden een waardering van (zeer)tevreden. De hier geldende norm van 75%wordt weer heel ruim gehaald.

Maar daarmee is het niet een en al ‘botertjetot de boom’. Uit de mond van individueleprofessionals hoort men soms andere geluiden. Een recent voorbeeld is de klaag-

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 3

Page 5: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

zang van mr. Camilo Schutte, advocaat teAmsterdam.1 Sprekend over civiele rechtersbeticht deze eigentijdse Don Camillo hen– althans een groeiende groep onder hen –van een verwerpelijke vorm van ‘activisme’.Was vroeger volgens hem lijdelijkheid hetepitheton ornans van deze elite onder deZM, nu hebben we meer en meer van doenmet lieden die in het spoor van het sinds2002 geldende procesrecht steeds vaker eenprocedure laten beginnen met een comparitie-zitting. Daar zou op zichzelf nog niet zoveel mee mis mee zijn, aldus mr. Schutte,indien de advocaten, als vertegenwoordigervan de partijen, op die zitting tenminste deruimte zouden krijgen om hun woordje tedoen en pleidooi te houden. Maar dat pastvolgens hem niet meer in de taakopvattingvan de civiele rechters – althans niet bij hetspecies ‘ideologisch actieven’ onder hen.‘Voor hen,’ schrijft Schutte, ‘is de comparitiehet moment om zelf op onderzoek uit tegaan, gewapend met een spitsvondig vragen-lijstje. Zij ondervragen partijen rechtstreeksen, nee, alleen de partij mag antwoorden.Partijen begrijpen vaak niets van de vragenomdat zij de (juridische) relevantie nietdoorzien. […] Menig rechter laat niet nazelf in debat te gaan met partijen en om zijn“voorlopige” visie te ventileren.’

Misschien is het mijn parti pris, maar advocaten zitten niet verlegen om stevige

taal – zeker strafrechtadvocaten niet. Eenillustratie daarvan vormt de recent opgelaaidediscussie over het taalgebruik van zoge-noemde ‘top-advocaten’ ten aanzien vanofficieren van justitie.2 Is het toeval dat dergelijke advocaten nu buiten de rechtzaalzo flink in de bus blazen? Of compenserenze daarmee het gebrek aan invloed dat hunwoorden binnen de rechtzaal hebben? Uithet verslag van het observatie-onderzoekvan Wagenaar zou je kunnen afleiden dathun optreden nauwelijks sporen achterlaatbij de rechters…3 Nu kan die indruk heelgoed zijn ontstaan doordat rechters in hunoordeel het pleidooi van advocaten zo over-tuigend vinden, dat ze dit in hun argumen -tatie stilzwijgend overnemen. Goede wijn…Maar uit een oudere, ten onrechte bijna vergeten observatiestudie naar het overlegin de raadkamer lijkt de invloed van deadvocaat op de besluitvorming nagenoegafwezig: ‘[A]an het pleidooi van de raads-man terzake lieten [de rechters] zich (expliciet) beduidend minder gelegen liggen[dan aan dat van de officier].’4

Toegegeven, strafrechtadvocaten zijn moge-lijk anders dan hun confrères in civilibus,dus terug naar deze laatste groep. Voor hunklacht dat rechters niet voldoende naar henwillen luisteren is in ieder geval enig steun-bewijs aanwezig. Zo melden onderzoekersuit het Utrechtse die rechters tijdens compa-

rechtstreeks 3/2009 Redactioneel

4

1 C. Schutte, ‘Zeven jaar actieve rechters’, Mr. nr. 6/7 2009, p. 13.2 ‘OM hekelt kritiek van advocaten’, NRC-Handelsblad 10 augustus 2009; ‘Een oorlog tussen het OM en de advo-

catuur is in niemands belang’, Trouw 13 augustus 2009.3 W.A. Wagenaar, Strafrechtelijke oordelen van rechters en leken. Bewijsbeslissingen, straffen en hun argumentatie

(Research Memoranda nr. 2 jrg. 4), Den Haag: Raad voor de rechtspraak 2008.4 P.C. van Duyne & J.R.A. Verwoerd, Gelet op de persoon van de rechter. Een observatie-onderzoek naar het straf-

rechtelijk beslissen in de raadkamer (Onderzoek & Beleid nr. 58), Den Haag: WODC 1985.

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 4

Page 6: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

ritiezittingen observeerden, dat daar eenstreng gehandhaafd pleidooiverbod geldt,omdat daar tijdens comparities zelfs geenpleitnotities overlegd mogen worden.Beleefd vragen deze onderzoekers zich danook af of de comparitie wel een voldoendealternatief is voor het oude recht op pleidooi:‘[I]s het absolute verbod [op pleidooien] inde civiele sector niet een overreactie?’5

Elders in hun boek wijzen ze ook nog ophet risico dat er tijdens een comparitie een‘dwangschikking’ tot stand komt.

In dit verband is het recente onderzoek vanJ. van der Linden interessant, dat de gang vanzaken bij comparities in Utrecht vergelijktmet die in ’s-Hertogenbosch.6 In dit onder-zoek is in beide rechtbanken 75 keer uitvoe-rig naar het gedrag van comparitierechtersgekeken. Daarbij werd niet alleen gelet opde frequentie waarmee het tot een schikkingkwam (in Utrecht 17 en in ’s-Hertogenbosch31 maal), maar ook of die schikking in deogen van de partijen en hun advocaten minof meer onder dwang van het rechterlijkoptreden tot stand kwam. Kort samengevat blijkt uit Van der Lindensonderzoek, dat de basis vormt voor hetvoorliggende nummer van Rechtstreeks, datpartijen zich tijdens een comparitie eerderonder druk gezet voelen dan hun advocatenen dat die druk naar hun idee nogal eens totuiting komt via het ‘voorlopige oordeel’ datde rechter tijdens de zitting geeft. De onder-zoekster vond bovendien dat dit gevoel onderdruk te staan vooral wordt veroorzaakt door

de stelligheid waarmee de rechter soms tijdens de comparitie spreekt. Het is volgenshaar dan ook van groot belang dat de rechterde argumenten van de partijen niet ook nogeens aandikt of hen door zijn optreden moedeloos maakt.

Over deze perikelen sprekend meldde mijeen betrouwbare bron binnen de rechtspraaknog het volgende. Op de gang van een – uiter-aard niet nader te noemen – Nederlandsgerecht hingen in een nog niet zo ver ver -leden tabellen met namen van rechters metdaaronder het percentage schikkingen dat zijhadden gehaald. Wat was het gevolg? Als jeniet op de eerste paar plaatsen voorkwam,had je al snel een negatief kwaliteitsstem-pel! Schikken betekende voor de betrokkenrechter roem en carrière in het verschiet.Mocht ik liegen, dan in commissie.

Terug naar mr. Camilo Schutte. Mijn aan-vankelijke associatie met zijn half-naam -genoot, de Italiaanse dorpspastoor DonCamillo, blijkt geheel onterecht. Zijncolumn blijkt bij nader inzien veel meer daneen luchtig niemendalletje. Rechters, zokunnen we van hem leren, let op uw zaak.Uw competenties zijn anders dan die welkenodig zijn voor dat andere ambacht van hetzittend (op de knieën) en luisterend (naareen ter zijde geplaatste radiootje) vaardigschikken binnen een dwingend patroon: destratenmaker.

Albert Klijn

rechtstreeks 3/2009 Redactioneel

5

5 P. Ippel & S. Heeger-Hertter, Sprekend de rechtbank. Alledaagse communicatie in de Utrechtse zittingszaal,p.120, Nijmegen: Wolf Legal Publishers 2006.

6 J. Van der Linden, Zitten, luisteren en schikken – Rechtvaardigheid en doelbereik bij de comparitie na antwoord(Research Memoranda nr. 5, jrg. 4), Den Haag: Raad voor de rechtspraak 2008.

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 5

Page 7: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

Janneke van der LindenJanneke van der Linden is als onderzoeker verbonden aan het TilburgInstitute for the Interdisciplinary Study of Contract Law and ConflictSystems (TISCO), Universiteit van Tilburg. Zij werkt momenteel aaneen proefschrift over de comparitie na antwoord.Daarnaast is zij senior jurist bij de rechtbank Utrecht.

Albert KlijnAlbert Klijn is adviseur wetenschappelijk onderzoek bij de Raad voor derechtspraak en hoofdredacteur van Rechtstreeks.

Frank van TulderFrank van Tulder is werkzaam bij de Raad voor de rechtspraak als adviseur, belast met de ontwikkeling en uitvoering van economisch enstatistisch onderzoek.

6

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 6

Page 8: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

Meesterlijk gedrag: leren van comparerenJanneke van der Linden, Albert Klijn, Frank van Tulder

1 Inleiding

1.1 Compareren kun je lerenLange tijd hebben het civiele procesrecht en de daardoor gestructureerde civiele procedureeen sfeer van lijdelijkheid en traagheid gekend. Daarin is inmiddels verandering gekomen.Het meest zichtbare moment is de wijziging geweest van het burgerlijk procesrecht per1 januari 2002. Sindsdien is de comparitie na antwoord (hierna: CnA) een centrale fase inde civiele procedure geworden. Onder het oude recht was de comparitiezitting vaak een soort intermezzo tussen tweeschriftelijke rondes. In de praktijk kwam dat vaak neer op een vrijblijvende ontmoeting.Of de rechter nu een CnA gelastte of niet, partijen hadden daarna nog recht op conclusies vanrepliek en dupliek en op pleidooi voordat vonnis werd gewezen. Partijen hielden daardoor,zoals dat treffend heet, hun kruit tot op het laatste moment droog. De volle complexiteit vanhet geschil werd doorgaans pas op het eind van de procedure helder voor de rechter.Vanaf 1 januari 2002 is die praktijk aanzienlijk veranderd (Verschoof 2004; Eshuis 2007).Partijen hebben nog slechts één mogelijkheid om schriftelijk aan te geven wat hun stellingenzijn. Daarna volgt in beginsel steeds een CnA (tenzij er uitdrukkelijke contra-indicatieszijn) en wordt vonnis gewezen. De comparitie heeft nu drie doelstellingen:• het beproeven van een schikking (art. 87 Rv);• het verkrijgen van inlichtingen van partijen (art 88 Rv);• het vaststellen van de wijze van verder procederen als geen schikking wordt bereikt.1

Dit betekent dat partijen ervoor moeten zorgen dat hun zaak uiterlijk op de CnA goed uit deverf komt. Anders zullen zij vaak te laat zijn. Versnelling en interactiviteit staan vandaag dedag centraal.

De wetswijziging van 2002 heeft niet alleen voor partijen verandering gebracht, maar ookvoor de rechter. Het gebruik van de CnA is vanaf 2002 bij alle rechtbanken in Nederland

rechtstreeks 3/2009 Inleiding

7

1 Dit derde doel wordt nergens in de wet verwoord, maar is in de praktijk algemeen aanvaard (Van Nispen e.a.2005).

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 7

Page 9: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

aanzienlijk toegenomen (Groeneveld & Klijn 2002; Eshuis 2007). Dit heeft geleid tot eensteeds groter beroep op de zittingsvaardigheden van comparitierechters. Rechters zien zichin toenemende mate geconfronteerd met vragen als: • hoe pak ik de comparitie aan? • hoe ga ik te werk bij het verkrijgen van inlichtingen van partijen?• hoeveel ruimte geef ik de partijen om hun eigen verhaal te doen? • wat kan ik doen om de kans op een schikking tussen partijen zo groot mogelijk te

maken? • hoe zorg ik ervoor dat partijen (en hun advocaten) tevreden zijn over het verloop van de

zitting? • hoe doe ik alles binnen de ter beschikking staande tijd?

Dit zijn lastige vragen. Het is dan ook geen wonder dat aan dit soort vragen – de vraag naar‘goede praktijken’ – al meerdere symposia en congressen door de rechterlijke macht zijngewijd. Inmiddels bestaat er ook een cursus ‘conflictdiagnose en zittingsvaardigheden’ voorrechters. ‘Compareren kun je leren’ is de achterliggende gedachte.

Maar klopt die gedachte wel? Kunnen we dat aantonen? Gaat het primair om vaardigheden,gedragingen en interventies van rechters die getraind kunnen worden? Of ligt het ingewik-kelder? Zouden de resultaten van de comparitie ook niet sterk – of misschien zelfs: sterker –bepaald worden door de persoonlijke instelling van de rechter, of worden deze juist geheelbepaald door de houding van de partijen? Dat zijn de vragen die in deze Rechtstreeks centraal staan. In hoeverre, vragen wij ons af,doen aan te leren gedragingen van rechters ertoe om de comparitie tot een succes te maken?

1.2 Eerder onderzoek naar de CnA Vorig jaar werd door één van ons een empirisch onderzoek afgerond onder de titel Zitten,luisteren en schikken dat betrekking had op de comparitie na antwoord in civiele handels -zaken (Van der Linden 2008). Hoe dat onderzoek was opgezet kunt u lezen in box 1.

rechtstreeks 3/2009 Inleiding

8

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 8

Page 10: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

Box 1 Opzet onderzoek naar het verloop van de CnA in 2006 en 2007

Bij de rechtbanken Utrecht en ’s-Hertogenbosch werden tussen juni 2006 en maart 2007 in totaal 150 compa-rities (75 bij elk gerecht) geobserveerd, waar de betrokken rechters, partijen en advocaten werden ondervraagd.Daarbij zijn geen zaken van de sector kanton onderzocht en was de verdeling (in procenten) over de verschil-lende typen zaken bij de beide rechtbanken als volgt:

De keuze van de twee gerechten was gebaseerd op de overweging dat beide gerechten overeenkomen optwee punten: de afdelingen handelszaken van beide gerechten waren even groot en het percentage zakendat voor een CnA wordt geselecteerd lag bij beide rechtbanken tussen de 90% en 95% van de handelszakenop tegenspraak. De gerechten verschilden echter op het punt van de instructie die zij partijen voorafgaand aan de CnA gaven.In Utrecht werd gewerkt met een standaardvonnis, terwijl de rechter in ’s-Hertogenbosch zaak specifiekeinstructies kon toevoegen aan een standaardvonnis. De veronderstelling was dat dit verschil van belang kanzijn voor de mate van doelbereik en voor de (door partijen en advocaten) ervaren rechtvaardigheid.De medewerking aan het onderzoek was groot: 84% van de partijen, 90% van de advocaten en 100% van derechters werkten mee.

Bron: Van der Linden 2008

Het doel van dit eerste onderzoek was om de huidige CnA-praktijk te bekijken in termen van:• doelbereik en • (ervaren) rechtvaardigheiden om eventuele aandachtspunten te vinden voor: • verbetering. Bij doelbereik gaat het dan om de mate waarin de door de hierboven weergegeven doel -stellingen van de comparitie ook gerealiseerd worden.

rechtstreeks 3/2009 Inleiding

9

’s-Hertogenbosch Utrecht

Co

ntra

cten

rech

t/o

vere

enko

mst

en/

koo

p-r

uil/

zake

lijke

die

nstv

erle

ning

Bo

edel

verd

elin

g(n

a ec

htsc

heid

ing

)

Bur

en

Bes

tuur

der

s-aa

nsp

rake

lijkh

eid

Gez

ond

heid

srec

ht

Arb

eid

Erf

rech

t

Ove

rig

60

40

20

0

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 9

Page 11: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

De uitkomsten van het onderzoek lieten zien dat de doelen van de comparitie in het algemeenredelijk worden gerealiseerd, al bleken rechters in vergelijking met partijen en advocatenwat positiever gestemd over het bereiken van de doelen ‘verkrijgen van inlichtingen’ en‘overleg over het vervolg van de procedure’. In 48 van de 150 zaken (32%) werd een schikking bereikt. Daarbij viel op dat bij de recht-bank Utrecht het percentage bereikte schikkingen aanzienlijk lager was dan bij de rechtbank ’s-Hertogenbosch (23 tegen 41%). Opmerkelijk was ook dat de tevredenheid van partijen met de bereikte schikkingen ter zitting niet erg hoog was. Zij scoorden op de vraag of zij tevreden waren met de uitkomstvan de comparitie net iets boven het gemiddelde (3.2) op een (vijfpunts)schaal. Verder bleekeen behoorlijk aantal schikkingen als dwangschikkingen te worden ervaren: bij 42% van deschikkingen zag ten minste een van de procesdeelnemers de schikking als een dwang -schikking (zie figuur 1). Uit de resultaten blijkt ten slotte dat partijen, advocaten en rechter de rechtszaal na afloopmet sterk uiteenlopende opvattingen over het doelbereik verlieten. Kennelijk hadden zij heteffect van de zitting die ze gezamenlijk hadden bijgewoond op zeer verschillende wijzeervaren.

Figuur 1 Verloop van 150 onderzochte comparities in civiele handelszaken

Bron: Van der Linden 2008

Behalve op het doelbereik richtte het vorig jaar afgesloten onderzoek zich op de door procesdeelnemers ervaren rechtvaardigheid. Uit de literatuur is bekend dat mensen diebetrokken zijn bij een gerechtelijke procedure, niet alleen kijken naar het resultaat van dieprocedure in termen van winst of verlies. Zeker zo belangrijk blijkt voor hen het verloopvan de procedure als zodanig te zijn: hoe rechtvaardig verliep die procedure in de ogen vande procesdeelnemers.8

rechtstreeks 3/2009 Inleiding

10

8 Het vele onderzoek dat op dit gebied is verricht, wordt samenvattend aangeduid met de term procedural justice.Relevante details over de ontwikkeling van dat gedachtegoed via veel empirisch onderzoek treft men aan in: Vander Linden 2008. Voor een korte weergave zie: Barendrecht & Klijn (red.) 2004, p. 10-16.

150 comparities

Ervaren dwangbeschikking:

• 22 procesdeelnemers (van 156 deelnemers) 14%

• 20 zaken (van de 48 schikkingen) 42%

Schikking: 48 zaken (32%)

Vonnis: 61 zaken (41%)

Doorprocederen: 41 zaken (27%)

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 10

Page 12: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

Om dit te onderzoeken werden verschillende aspecten van die rechtvaardigheidsbelevingonderscheiden: • de procedurele rechtvaardigheid;• de interpersoonlijke rechtvaardigheid;• de informatieve rechtvaardigheid. De resultaten van het onderzoek tonen aan dat de ondervraagde partijen en advocaten in hetalgemeen een hoge waardering geven voor de tijdens de zitting ervaren rechtvaardigheid.Met name de door hen ervaren interpersoonlijke rechtvaardigheid is hoog. Dat wil zeggendat men zich doorgaans netjes bejegend voelt door de rechter.

1.3 Resultaten van comparities en de wegen daarnaartoeIn deze Rechtstreeks willen wij op basis van het eerder verzamelde materiaal een stapje verder gaan dan in Zitten, luisteren en schikken. Ons gaat het nu om de vraag:

In welke mate zijn de gedragingen van de rechter van invloed op de resultaten van deCnA?

Bij deze vraag definiëren en meten we de resultaten als volgt:

• het tot stand komen van een schikking die partijen en advocaten niet als een dwang -schikking ervaren;9

• het realiseren van een positief oordeel van de partijen en hun advocaten over het proces-verloop.

De vraag of specifieke gedragingen al dan niet bevorderlijk zijn voor het bereiken van eenschikking of resulteren in een positieve procesbeleving is op te vatten als een verbijzonderingvan de meer algemene en dus bredere vraag naar de invloed van het gedrag van de rechterbinnen de gerechtelijke procedure. De vraag past in de grote aandacht die er de laatste jaren– terecht – wordt gegeven aan de communicatieve vaardigheden van de rechter en is destemeer relevant omdat gedragingen – anders dan houdingen – in de praktijk vaak kunnenworden aangeleerd of aangewend. De bejegening van justitiabelen door middel van gedrag is ook een onderwerp geworden dataansluit bij het zogenaamde ‘new public management’ van deze tijd, een denkwijze dieinmiddels ook in veel zittingszalen is doorgedrongen. Een illustratie van deze nieuwe interesse vormt de grote aandacht voor dit aspect in veel klantwaarderingsonderszoek.

rechtstreeks 3/2009 Inleiding

11

9 De overige twee wettelijke doelen van de comparitie – te weten het verkrijgen van inlichtingen en overleg overhet vervolg van de procedure – blijven hier buiten beschouwing, omdat daarover in verhouding tot de schikkingveel minder informatie beschikbaar is in het (bestaande) databestand. Met de keus voor schikking wordt ook nietbeweerd dat een comparitie pas succesvol is als er een schikking bereikt is.

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 11

Page 13: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

Daaruit blijkt overigens met grote regelmaat dat de justitiabelen redelijk tevreden zijn overhun bejegening door de rechter. Zo is 85% van hen tevreden over de ruimte die de rechterbiedt voor hun verhaal, 84% is tevreden over het luisterend oor van de rechter en 69% overhet inlevingsvermogen van de rechter (Kengetallen 2008: p.15).

Voor we overgaan tot de presentatie van ons materiaal nog het volgende. Het databestanddat wij gebruiken om de resultaten van het gedrag van rechters bij de CnA te meten, is tebeperkt om antwoorden te geven die ook op andere gebieden toepasbaar zijn. Het onderzoekdat aan ons betoog ten grondslag ligt, beperkt zich immers tot de comparitie na antwoord.Het gaat hier – enigszins schertsend gesproken – dan ook hoogstens om een ‘proefballon’voor die andere terreinen. Later kan op basis van onze bevindingen nog worden nagegaan ofhet mogelijk en zinvol is om een breder, meer toegespitst onderzoek op te zetten naar deinvloed van allerhande gedragingen van de rechter op de resultaten van diverse soorten zittingen.

rechtstreeks 3/2009 Inleiding

12

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 12

Page 14: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

2 De invloed van het rechterlijk gedrag

2.1 Enkele opmerkingen voorafOm met een ‘open deur’ te beginnen: niet alleen het gedrag van de rechter tijdens de comparitiezitting bepaalt het resultaat daarvan. Ook kenmerken van de voorliggende zaaken de daarin optredende procespartijen zullen van invloed zijn. De ene zaak is de andereniet en bepaald gedrag van de rechter zal in de ene situatie effectiever zijn dan in de andere. Te verwachten is dan ook dat de rechter zijn gedrag mede aan de kenmerken van de zaak zalaanpassen. En soms zijn de kenmerken van de zaak wellicht zo dat geen enkel gedrag eenbepaald resultaat oplevert: als de partijen echt niet kunnen schikken, is een poging om eenschikking te bereiken ‘trekken aan een dood paard’. Vandaar dat we bij een analyse van deeffecten van concrete gedragingen van rechters de aard van ‘de zaak’ willen verdisconteren.Het begrip ‘zaak’ vatten we in dit onderzoek daarbij ruim op, dat wil zeggen dat ook dekenmerken en de houding van de rechtzoekenden en hun advocaten eronder vallen. Ook diekunnen in elke zaak weer anders liggen en de effectiviteit van een zitting beïnvloeden. Aan het gedrag van de rechter tijdens een zitting gaat ook altijd iets vooraf, het komt nietzomaar uit het niets tot stand. De persoon van de rechter zoals die zich in wisselwerkingmet anderen heeft ontwikkeld, zijn of haar taakopvatting, ervaring, leeftijd, het geslacht,alles speelt een rol bij het gedrag dat deze tijdens de zitting vertoont. En dan opereert de rechter nog altijd binnen een omgeving, de ‘gerechtelijke context’. Metdeze laatste term doelen we op de organisatie en de cultuur van het gerecht waar de proce-dure speelt en de cultuur van de procesdeelnemers. Utrecht is Den Bosch niet, net zoalsAmsterdam verschilt van Assen.Dat is de achtergrond van de analyses. Figuur 2 brengt dit schematisch in beeld. De dikkelijn geeft aan dat we primair geïnteresseerd zijn in de invloed van het gedrag op de resultaten.Maar daarbij moeten we rekening houden met de andere relaties uit het schema.

Figuur 2: Relaties tijdens een CnA-zitting

rechtstreeks 3/2009 De invloed van het rechterlijk gedrag

13

Kenmerken zaak

Persoon rechter

Context

Gedragingenvan derechter

Resultaten van de zitting

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 13

Page 15: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

Deze complexe samenloop van factoren valt in de praktijk van de comparitie uiteraard nietzonder meer te ontrafelen. Het gaat daarin steeds om een specifieke combinatie van zaak,rechter en omgeving. Maar zo’n ontrafeling kan wel via empirisch onderzoek dat over eengroot aantal waarnemingen beschikt. Kern van dergelijk onderzoek vormt de meting vanspecifieke gedragingen van rechters in diverse zaken (bijvoorbeeld hun interruptiegedrag),de specifieke kenmerken van die zaken (wie zijn de procespartijen, hoe stellen ze zich op?)en de specifieke afloop ervan (het al dan niet bereiken van een schikking en de proces -beleving bij de partijen). Via statistische analyse valt dan vast te stellen in welke mate ersprake is van – niet aan toeval toe te schrijven – samenhangen tussen gedragingen en resul-taten. Dat is wat we in het voorliggende onderzoek willen doen. In het onderzoek dat resulteerde in Zitten, luisteren en schikken is een aantal gedragingenvan de rechter geobserveerd, maar dat aantal was beperkt. In het gegevensbestand ontbrekendaardoor wellicht andere aspecten van gedrag die van belang kunnen zijn voor het resultaat.Door nu naast het waargenomen gedrag de invloed van een aantal persoonskenmerken opdat gedrag op te nemen, kunnen we ook de mogelijke invloed van dergelijk, niet gemetengedrag op het spoor komen. Om een voorbeeld te geven: het is mogelijk dat de ervaring vande rechter zich niet in waargenomen en gemeten gedrag uit, maar dat die ervaring (via nietgemeten aspecten van gedrag) wel invloed heeft op het resultaat. Hetzelfde geldt voor nietgemeten gedragingen van de rechter, die samenhangen met de context waarin ze zich voor-doen. In dit onderzoek worden ook dergelijke effecten meegenomen. Zie figuur 3.

2.2 Het gedrag van de rechterIn het onderzoek voor Zitten, luisteren en schikken is via observatie al een aantal gedragingenvan rechters bij comparities geobserveerd. De volgende aspecten werden daarbij bekeken:10

• de mate waarin de rechter de partijen en hun advocaten onderbreekt in hun uitlatingen:het interrumperen;

• de mate waarin de rechter partijen aan het woord laat, zowel in absolute zin als relatieften opzichte van elkaar: partijen hun zegje laten doen;

• de mate waarin de rechter tijdens de zitting om informatie over de onderhandelingen vanpartijen vraagt: informatie vragen;

• de mate waarin de rechter de uitlatingen van partijen en advocaten samenvat op inhoudof intentie: samenvatten;

• de mate waarin de rechter met partijen de voordelen van een schikking bespreekt:bespreken voordelen schikking;

• de mate waarin de rechter wijst op de gevolgen van het doorprocederen: waarschuwen;

rechtstreeks 3/2009 De invloed van het rechterlijk gedrag

14

10 We beschrijven hier niet hoe het bedoelde gedrag precies gemeten is. Wie daar meer over wil weten, kan terechtbij het eerder genoemde onderzoeksrapport waarin alles in detail beschreven staat.

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 14

Page 16: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

• de mate waarin de rechter aanwijzingen geeft voor een schikking: sturen;• in hoeverre de rechter tijdens de zitting een voorlopig oordeel geeft en de verstrekkend-

heid daarvan: oordeel geven; • de tijd die de rechter neemt voor de comparitie: comparitieduur;• de tijd die de rechter specifiek gebruikt voor pogingen om een schikking te bereiken:

duur schikkingspoging;• de mate waarin de rechter informatie over de gang van zaken tijdens de comparitie

verschaft: informatieverstrekking.

rechtstreeks 3/2009 De invloed van het rechterlijk gedrag

15

Kenmerken zaak• standpunten van partijen• opstelling van partijen• opstelling van advocaten• machtsverschil partijen• verwachtingen rechter• verzoek van partijen om

hulp

Persoon rechter• geslacht• kennis• proceservaring• taakopvatting• onderhandelings-

vaardigheid

ContextRechtbank UtrechtofRechtbank Den Bosch

Gedragingen van de rechterInterrumperen, informatie

vragen, samenvatten, schikkingbepleiten, waarschuwen, sturen,(voorlopig) oordeel geven, tijds-

duur schikkingspoging (en),tijdsduur comparitie,

verstrekken van informatie

Resultaten van de zitting• schikking• beleving procedure

Figuur 3 Schema van geanalyseerde relaties tijdens een zitting

Toelichting: In het schema treft men aan welke informatie is meegenomen in de nieuwe analyse. De empirisch onderzochte relaties zijn met pijlen aangegeven. Voor een correctie van de invloed van niet gemeten aspecten van gedrag gebruiken wij zodoende kenmerken van de persoon van de rechter én die van de context, als een soort ‘stand in’.Voor de ‘niet gemeten kenmerken van de zaak’ is de context ook weer een ‘stand in’. De invloed van deze ‘stand in’variabelen vindt men schematisch weergegeven via de twee pijlen rechtsonder.

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 15

Page 17: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

2.3 Kenmerken zaak, persoon van de rechter en omgevingHoe kunnen we nu op basis van hetzelfde onderzoek nog andere factoren bekijken? Ten eerste kunnen we kijken naar eerder onderzoek en eerdere literatuur om aanwijzingen tevinden welke variabelen nog meer van invloed zijn op het tot stand komen van een schikkingdan wel op een positieve of negatieve procesbeleving. Ten tweede kunnen we nader onder-zoek doen naar de antwoorden van de rechters uit Utrecht en ’s-Hertogenbosch die in 2006 en2007 aan het onderzoek van Van der Linden meededen. Zij zijn als Nederlandse ervarings-deskundigen te beschouwen en moeten dus in meer of mindere mate over het spreekwoorde-lijke ‘timmermansoog’ voor dergelijke factoren beschikken.

Welk onderzoek is er reeds gedaan naar variabelen die een rol spelen bij een schikking eneen beleving van rechtvaardigheid? Er zijn ten minste drie Amerikaanse studies bekend naarde vraag wat bepaalt hoe actief rechters zich opstellen om een schikking te bereiken. In de eerste plaats is er de studie van Ryan e.a. (1980). In deze studie is van een groot aantalfactoren onderzocht of zij van invloed zijn op de vraag hoe actief een rechter een schikkingbeproeft. Deze variabelen hadden onder meer betrekking op de structuur van de rechtbank(grootte), de advocaten (coöperatieve instelling, onderhandelingsvaardigheden), de percep-ties van de rechters (eigen onderhandelingsvaardigheden, werkdruk) en de achtergrond vande rechter (leeftijd, ras, geslacht, ervaring). Vijf factoren bleken daarbij daadwerkelijkinvloed uit te oefenen op de mate waarin rechters actief probeerden om een schikking tebereiken. Op twee factoren gaan we niet verder in, omdat deze specifiek betrekking hebbenop de (werk)omgeving van de rechter in de Verenigde Staten.11 Voor ons is interessanter datde rechter zich actiever blijkt te gedragen:• als hij zijn eigen onderhandelingsvaardigheden positiever schat; • als hij de onderhandelingsvaardigheden van de aanwezige advocaten negatiever schat;• als hij een hogere werkdruk ervaart.12

Vertaald naar onze indeling kunnen we de eerste factor als een persoonskenmerk van derechter zien en de tweede factor als een kenmerk van de zaak. Het derde kenmerk kanbeschouwd worden als een persoonskenmerk, maar eveneens als een omgevingskenmerk,in de vorm van de organisatie waarin de rechter werkt.Een ander onderzoek is dat van Wall, Rude en Schiller (1984). Zij hielden informele dis -cussies met tientallen Amerikaanse rechters van zogenoemde ‘pretrial conferences’, die alspoging om een schikking te bereiken enigermate te vergelijken zijn met de CnA. Hieruitkwam naar voren dat de beschikbare voorbereidingstijd van de rechter sterk bepaalt hoeactief deze zich tijdens de zitting inzet voor een schikking. Hoe meer tijd de rechter heeft

rechtstreeks 3/2009 De invloed van het rechterlijk gedrag

16

11 Hieruit blijkt nog eens hoezeer de omgeving van invloed kan zijn op de vraag hoe actief de rechter zich opstelt.12 Voor de leesbaarheid gebruiken we voor de rechter (m/v) steeds de aanduiding: ‘hij’.

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 16

Page 18: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

om een zaak voor te bereiden, hoe actiever hij is. Ook deze bevinding wijst op het belangvan de omgeving. Ten slotte hebben Rude en Wall (1988) in een derde onderzoek aan 650 Amerikaanse rechters een casus over productaansprakelijkheid voorgelegd. In het vervolg moesten zij danaangeven hoe actief zij zouden proberen een schikking te bereiken. Hieruit kwam naarvoren dat rechters zich met name actiever opstellen als zij van mening zijn dat rechters zichin het algemeen actief behoren op te stellen bij het beproeven van een schikking. Hier bespeuren we weer een persoonskenmerk: de rechterlijke taakopvatting. Daarnaastblijkt uit deze studie dat ook de hoogte van de vordering relevant is: als de vordering lageris, proberen rechters actiever een schikking te bereiken dan wanneer het een hogere vordering betreft. Dit laatste is weer een zaakskenmerk.

Met deze resultaten in ons hoofd kunnen we nu gebruikmaken van de kennis van de rechtersuit Utrecht en ’s-Hertogenbosch. Aan hen is tijdens het onderzoek gevraagd in welke mateeen aantal door ons genoemde factoren van invloed was op de mate waarin zij actief eenschikking beproefden. Meer precies gezegd: de hoeveelheid tijd en energie die zij staken inpogingen om een schikking te bereiken. Wanneer we aannemen dat rechters zich over het algemeen meer inzetten om een schikkingte bereiken naarmate ze veronderstellen dat de situatie daartoe ook de kansen biedt, kunnende door hen genoemde factoren opgevat worden als ‘kansrijk’, in die zin dat zij de kans opeen schikking kunnen verhogen. Daarbij gaan wij dan nu nog een stapje verder. We veronderstellen dat, als rechtersgenoemde factoren percipiëren als belangrijk voor de uitkomst van het proces, ze daarmeemogelijk ook van invloed zijn op de door de procesdeelnemers ervaren rechtvaardigheid.Of dat ook zo is, zal moeten blijken.In het onderstaande presenteren we een overzicht van de door de ondervraagde rechtersgenoemde kenmerken waarover wij in ons bestand feitelijke gegevens konden vinden.We geven daarbij al meteen aan hoe en waar we die gegevens hebben gevonden. Ook combineren we die kenmerken gemakshalve al meteen met de kenmerken die in de eerdergenoemde Amerikaans onderzoeken worden genoemd – voor zover we daarvan tenminsteeen operationele vertaling konden maken.

De zaak Welke zaakskenmerken spelen volgens de rechters bij het verloop van een comparitie eenrol? Neemt men het begrip ‘zaak’ in de meest ruime zin van het woord, zoals wij dat doen,dan gaat het, als gezegd, niet alleen om kenmerken van het inhoudelijke (juridische)geschil, maar ook om (de opstelling van) de strijdige partijen en hun advocaten in de zaak.Betreft het een principieel geschil of zijn er mogelijkheden voor een praktische oplossing?Willen partijen graag een oplossing vinden voor de zaak? Hebben zij baat bij een voort -

rechtstreeks 3/2009 De invloed van het rechterlijk gedrag

17

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 17

Page 19: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

zetting van contacten of juist niet? Hoe hoog zijn de kosten voor de partijen? Hoe ervarenzijn de advocaten? Bestaat er een verschil in competentie tussen de twee advocaten? Al ditsoort kenmerken kunnen een zaak kleuren en zijn daarom mogelijk van invloed op het aldan niet bereiken van een schikking en op de procesbeleving van partijen en advocaten. Hieronder volgen de kenmerken van de zaak waarvan de rechters hebben aangegeven dat zijvan invloed zijn op de vraag hoe actief zij een schikking beproeven.

• Standpunten partijenDe door rechters meest genoemde bepalende factor voor het actief proberen om een schikkingte bereiken bij een comparitie (64 maal) is de mate, waarin de standpunten van partijen vanelkaar verwijderd zijn. Van de rechters die dit kenmerk noemden, zei de overgrote meerder-heid (58) dat naarmate de afstand kleiner was, zij actiever waren. We hebben daarbij demate waarin standpunten van partijen van elkaar verwijderd zijn gemeten door middel vanhet antwoord dat partijen vooraf gaven op de vraag: ‘De andere partij en ik streven verenig-bare belangen na’, al realiseren wij ons dat het niet helemaal zuiver is om belangen enstandpunten op één lijn te stellen.

• Opstelling van partijenDe mate waarin partijen zich redelijk en coöperatief opstellen is door 66 rechters als factorvan belang genoemd. Van hen zeiden 59 dat naarmate de opstelling van partijen tijdens decomparitie coöperatiever was, zij actiever optraden. Daarnaast weten wij wat partijen in hunzaken vooraf hebben geantwoord op de stelling: ‘Ik zou graag samen met de andere partijeen oplossing voor de zaak willen vinden tijdens de zitting’. Die antwoorden konden wegebruiken om de (al dan niet coöperatieve) opstelling van partijen in de onderzochte zakente bepalen.

• Opstelling van advocatenRechters noemden de opstelling van advocaten in totaal 40 keer. Daarbij verklaarden 21 vandie 40 rechters dat, als beide advocaten een coöperatieve houding tonen tijdens de zitting,zij actiever een schikking proberen te bereiken. Dit konden we afzetten tegen de houdingendie de advocaten zelf aangaven. We hebben aan hen voorafgaand aan de zitting de stellingvoorgelegd: ‘Ik zou graag samen met mijn cliënt en de andere partij een oplossing voor dezaak willen vinden tijdens de zitting’.

• Type zaak en machtsverschil tussen partijen Het gaat hier – analytisch gesproken – om twee verschillende kenmerken: de inhoud van hetgeschil en de partijsamenstelling (waarop het machtsverschil kan worden gebaseerd).Desgevraagd merkten 59 rechters aan dat het soort zaak van invloed was geweest op hoe

rechtstreeks 3/2009 De invloed van het rechterlijk gedrag

18

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 18

Page 20: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

actief ze een schikking hadden beproefd. In 28 gevallen viel af te leiden dat rechters actieverzijn als partijen een persoonlijke relatie hebben met elkaar hebben of als er emoties een rolspelen: in geschillen rond boedelverdeling, tussen buren, over de erfenis of nalatenschap enbij letselschade. Daarnaast gaven 8 rechters aan dat het machtsverschil tussen partijen van invloed was ophun inzet. Zes van hen beweerden dat een groter machtsverschil hen tot grotere activiteitaanzette. We weten uit het onderzoek verder ook of er sprake was van een zaak tussen tweenatuurlijke personen of tussen een natuurlijke persoon en een rechtspersoon. Deze laatstezal vaker een ‘repeat-player’ zijn. Dat betekent dat een rechtspersoon doorgaans een groteremate van procedurevaardigheid en/of kennis zal hebben en daarmee een machtsvoorsprongheeft op de natuurlijke persoon. Ook zullen rechtspersonen vaak over meer financiële middelen beschikken dan natuurlijke personen. Zaken tussen twee rechtspersonen zijn buiten het onderzoek gelaten.Omdat de soort zaak en de partijsamenstelling in zo grote mate samenhangen dat het empirisch gesproken zinloos is ze beide apart in de analyse te betrekken, hebben we besloten om in het vervolg van onze analyse alleen naar de partijsamenstelling te kijken.

• De verwachting van de rechterVan de rechters noemden 39 de verwachting die zij hadden van belang voor hun opstelling.Van hen zeiden daarna weer 37 dat zij zich actiever opstelden naarmate zij voorafgaand aande zitting de kans op een schikking groter achtten. We hebben de rechters vooraf gevraagdnaar hun verwachting.

• Verzoek van partijen om te helpenHet feit dat een of meer partijen de rechter verzoekt om een schikking te realiseren noemden16 rechters een factor ter verklaring van hun inzet. Als de partijen dat vragen, dan zet derechter zich meer in. We weten uit observatie of partijen al dan niet zelf om een voorlopigoordeel hebben gevraagd.

De persoon van de rechterVervolgens de persoonskenmerken. We beschikken over 5 kenmerken van de rechter waar-van we aannemen dat die relevant zijn als ‘achtergrond’ bij het zoeken naar de invloed vanhet rechterlijk gedrag.

• GeslachtVaak wordt beweerd dat vrouwen een groter invoelend vermogen hebben. Een dergelijkmoeilijk meetbaar en door ons ook niet gemeten aspect zou ertoe kunnen leiden dat eenschikking of een positieve procesbeleving eerder tot stand komt als de zitting wordt geleiddoor een vrouwelijke rechter.

rechtstreeks 3/2009 De invloed van het rechterlijk gedrag

19

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 19

Page 21: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

• Kennis van de rechterDat kennis van de aard van het geschil een verklaring vormt van de inzet voor een schikkingbevestigden 20 rechters. Van hen gaven 17 ook de richting van die invloed aan: hoe groterde kennis, hoe groter de inzet. We gaan af op de mening die advocaten na de zitting gavenover de juridische deskundigheid van de rechter.

• Proceservaring van de rechterErvaring – het kennen van de klappen van de zweep – telt waarschijnlijk in elk beroep, zoook in de rechtspraak. Die konden we nagaan omdat we beschikken over informatie overhet aantal comparitiezittingen die de rechter in kwestie reeds had gedaan.

• Taakopvatting van de rechterIn het onderzoek van Rude en Wall (1988) bleek al dat de taakopvatting van de rechter vangrote invloed kan zijn. Er is dus alle reden om dit kenmerk nu mee te nemen. Temeer daarook de typologie van Bruinsma (1995) daar aanleiding toe geeft. Want hoewel Bruinsma datniet expliciet stelt, is de achterliggende gedachte bij hem onmiskenbaar dat het optredenvan kortgedingrechters een afspiegeling is van hun taakopvatting. In ons onderzoek wetenwe van de rechters ook wat hun taakopvatting is ten aanzien van het beproeven van eenschikking.

• Perceptie eigen onderhandelingsvaardighedenHet onderzoek van Ryan e.a. (1980) geeft aanleiding tot de veronderstelling dat naarmatede rechter de eigen onderhandelingsvaardigheden hoger schat, een schikking eerder wordtbereikt. Die veronderstelling konden we toetsen doordat rechters op ons verzoek hun eigenvaardigheid op dit terrein hadden gewaardeerd.

De externe contextTot slot is er nog de externe context van een rechtbank waarin zaken worden afgehandeld.In de rechtssociologische onderzoeksliteratuur over verschillen in de wijze waarop en desnelheid waarmee geschillen door gerechten worden afgedaan wordt daarvoor het begrip‘local legal culture’ gebruikt. Dat verwijst, grofweg, naar verschillen in interactiepatronen,informele regels en verwachtingen binnen een duidelijk af te grenzen netwerk van (profes-sionele) actoren rondom gerechten.13 Ook de bredere maatschappelijke cultuur kan hierindoorwerken. Dit theoretische concept is echter empirisch vrij moeilijk in te vullen, en datgeldt ook voor onze analyse. We beschikken in feite slechts over één variabele om dit aspectin de analyse te betrekken: het gerecht waar de zaak diende (’s-Hertogenbosch of Utrecht).

rechtstreeks 3/2009 De invloed van het rechterlijk gedrag

20

13 Eshuis besteedt in zijn dissertatie, die handelt over de afdoening(snelheid) van (civiele) zaken, lezenswaardige aandacht aan dit in de onderzoeksliteratuur bekende concept: ‘local legal culture’ (Eshuis, 2007: 56-60).

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 20

Page 22: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

Daarin kunnen allerlei verschillen in sociale, organisatorische of culturele zin tot uitingkomen. Die kunnen we niet verder uiteenrafelen. Een mooie illustratie van de kloof die opkan treden tussen een theorie en zijn empirische toetsing.

2.4 De uitgevoerde analysesNadat we de factoren die van belang kunnen zijn hebben vastgesteld, gaan we over tot deanalyse. Dat is een statistische analyse, die gelijktijdig het effect van meerdere variabelenop het resultaat schat.14 We doen dat deels aan de hand van de feitelijke gegevens over de150 onderzochte zaken, deels op basis van de gegevens over de verschillende ondervraagdeprocesdeelnemers (rechters, advocaten en rechtzoekenden). We laten de technische detailsvan deze analyses hier nu verder achterwege,15 maar maken alleen nog enkele opmerkingenvooraf bij de interpretatie ervan.Statistische analyses leiden tot uitkomsten die slechts een waarschijnlijkheid uitdrukken.Er kunnen samenhangen blijken die met een zeer grote waarschijnlijkheid niet aan het toeval toe te schrijven zijn. Maar bij de hier door ons gehanteerde criteria blijft er dan altijdnog een kans van één op tien dat die conclusie op een vergissing berust. Maar empirischgesproken ontstaat dan wel een basis om te spreken van relaties tussen verschijnselen, relaties die soms oorzakelijk kunnen worden begrepen. Zo kunnen we om verschillenderedenen gedragingen van rechters als oorzaken gaan beschouwen van aangetroffen uit -komsten van procedures en van een bepaalde procesbeleving bij partijen, zonder dat het omeen strikt logische, sluitende bewijsvoering gaat. Andersom: er zullen in werkelijkheid ook relaties bestaan die we in onze analyses niet ontdekken, omdat ze statistisch niet overtuigend aantoonbaar (niet ‘significant’) zijn. Ookdat is onvermijdelijk, soms zijn de beschikbare gegevens te beperkt. Daarbij moet wordenbedacht dat de gegevens die we gebruiken ook niet primair voor deze analyse verzameldzijn. Als er ergens een groot aantal factoren ‘door elkaar gaan lopen’ of ‘over elkaar heenbuitelen’, zijn die statistisch niet altijd meer te onderscheiden.

rechtstreeks 3/2009 De invloed van het rechterlijk gedrag

21

14 Technisch gesproken is sprake van multivariate regressie-analyse. Daar waar het gaat om een resultaat in wel/niettermen (wel/niet een schikking bereikt, wel/niet als dwangschikking ervaren, et cetera) is gebruikgemaakt vanlogistische regressie-analyse.

15 Geïnteresseerden kunnen deze technische details downloaden via:http://www.rechtspraak.nl/Gerechten/RvdR/Publicaties/Rechtstreeks/Rechtstreeks.htm.

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 21

Page 23: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

3 Wel of niet geschikt?

3.1 Schikking en het gevoel van dwangIn 48 van de 150 onderzochte comparities (32%) kwamen partijen een schikking overeen.Hoe komt het dat er bij de ene CnA wel een schikking tot stand komt en bij de andere niet?Helpt het als de rechter langer met partijen praat over de mogelijkheid van schikking? Helpthet als de rechter een (vergaand) voorlopig oordeel geeft? Helpt het als de rechter in de fasedaarvoor, bij het verkrijgen van inlichtingen, zorgt dat er een goede balans is tussen despreektijden van de twee partijen? En doet het waargenomen gedrag van de rechter er veeltoe, of ligt het aan meer subtiele zaken tijdens de zitting, zoals zijn onderhandelingsvaardig-heden, zijn juridische kennis of zijn taakopvatting? Of hangt het allemaal vooral af van deopstelling van de partijen en hun advocaten? Als die niet willen, kan het neerkomen op hetfameuze ‘trekken aan een dood paard’. En in hoeverre maakt het nog uit of de rechter opereert in de omgeving van de rechtbank Utrecht of die van ’s-Hertogenbosch? Hierbij doet zich nog een complicatie voor wat betreft het resultaat: de schikking. Uit hetonderzoek Zitten, luisteren en schikken bleek – we zagen dat al in paragraaf 1 – dat partijenweliswaar soms akkoord gaan met een schikking, maar dat ze zich daartoe door de rechtergedwongen voelen. Hoewel het hier gaat om subjectieve belevingen waarvan de objectievejuistheid niet valt vast te stellen, lijkt het nuttig om die informatie (die van partijen kankomen dan wel van de advocaten) in dit onderzoek niet te negeren. Vandaar dat we nietalleen ingaan op de vraag schikken of niet, maar ook op de vraag in hoeverre bepaaldegedragingen tot een dergelijke, zo ervaren ‘dwangschikking’ leiden.

3.2 Het rechterlijk optreden tijdens de zittingTwee gedragingen van rechters waarvan men op voorhand invloed op het al dan niet berei-ken van een schikking kan veronderstellen, zijn: • het benoemen van voordelen van schikken;• het geven van een voorlopig oordeel tijdens de zitting. Het eerste gedrag, het noemen van voordelen, werd in 51% van de comparities inderdaadgeconstateerd. Ook werd gekeken of de rechter een voorlopig oordeel gaf en hoe ver hij daarin ging. Daar-bij bleek dat de rechter in bijna een derde van de gevallen geen voorlopig oordeel gaf, en inruim de helft van de gevallen een beperkt voorlopig oordeel. Verder bleken verstrekkendevoorlopige oordelen of oordelen over schikkingsbedragen slechts in een kleine minderheidvan het aantal comparities te worden gegeven. In figuur 4 zijn de bevindingen weergegeven.

rechtstreeks 3/2009 Wel of niet geschikt?

22

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 22

Page 24: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

Figuur 4 Soorten voorlopige oordelen tijdens de CnA (in procenten van het aantal zaken)

Een beperkt voorlopig oordeel heeft betrekking op juridische stellingen en verweren van de partijen of hetbetreft het gedeeltelijk af- of toewijzen van vorderingen. Een vergaand voorlopig oordeel is daarentegen hettoe- of afwijzen van de vordering in zijn totaliteit of het noemen van een concreet bedrag of een bandbreedtevan bedragen die de rechter als redelijk voor een schikking ziet. Verder is een oordeel over het bewijs alsafzonderlijke categorie opgenomen, omdat het sterk afhangt van de inhoud van dit oordeel of dit als beperktdan wel als vergaand moet worden aangemerkt.Omdat in sommige comparities over meerdere aspecten een voorlopig oordeel is gegeven, tellen de percen-tages op tot boven de 100.

Naast deze twee gedragingen zijn er nog andere manieren denkbaar waarop een rechter kanaansturen op een schikking. Figuur 5 geeft aard en waargenomen frequentie daarvan weer. In bijna 60% van de gevallen waarschuwde de rechter de partijen voor de gevolgen vandoorprocederen, wat betreft tijd, belasting, kosten en/of toekomstige verhouding. In meer dan de helft van de gevallen informeerde hij naar de schikkingsonderhandelingenvan partijen of vroeg hij of partijen bereid waren iets over hun onderhandelingen te vertellen,waarom een schikkingsvoorstel niet was geaccepteerd en/of ze nog wilden dooronderhan -delen.In ruim 20% van de gevallen probeerde de rechter te sturen door duidelijk aan te geven hoeeen redelijke schikking er volgens hem uitziet. Dat gebeurt op verschillende manieren: • hij informeert hoe vergelijkbare zaken zijn geschikt; • hij doet zelf een schikkingsvoorstel; • hij adviseert een van de partijen het schikkingsvoorstel van de ander te accepteren; • hij zegt een van de partijen dat het doen van concessies verstandig zou zijn;• hij adviseert partijen het verschil tussen beide schikkingsvoorstellen te delen. In bijna een kwart van de gevallen onderneemt de rechter geen van voorgaande acties.

rechtstreeks 3/2009 Wel of niet geschikt?

23

bep

erkt

vers

trek

kend

ove

r b

ewijs

ove

r sc

hikk

ing

s-

bed

rag

en

gee

n

60

50

40

30

20

10

0

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 23

Page 25: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

Figuur 5 Wat doet de rechter – naast het voorlopig oordeel – tijdens de CnA om partijen

tot een schikking te bewegen (in procenten van het aantal zaken)?

Omdat in sommige comparities de rechter meerdere gedragingen vertoont, tellen de percentages op totboven de 100.

Zijn de tot nu gevonden variabelen allemaal direct op de schikking gerichte gedragingen, erzijn ook drie meer algemene reacties van rechters die naar onze verwachting het verloop enhet resultaat van de zitting kunnen bepalen. Allereerst het samenvatten van wat de partijen en advocaten bij ‘het verkrijgen van inlich-tingen’ naar voren brengen. De rechter doet dit gemiddeld 12 keer per zitting.16

Twee andere aspecten zijn de spreektijd die de rechter inruimt voor eiser en gedaagdesamen om ‘hun verhaal te doen’ en de balans daarbij tussen de spreektijden van de tweepartijen. De spreektijd van de partijen samen17 bedroeg gemiddeld ruim 15 minuten. Degemiddelde spreektijden van eisers en gedaagden verschillen daarbij niet significant vanelkaar.18 Zij bedragen beide 7 à 8 minuten. Ook tussen de twee rechtbanken zijn er in ditopzicht geen duidelijke verschillen.

rechtstreeks 3/2009 Wel of niet geschikt?

24

16 Dit is een gemiddelde; de spreiding is erg groot. Er zijn zaken waarin dit in het geheel niet gebeurde en er waseen zitting waarin de rechter maar liefst 51 maal dit gedrag vertoonde.

17 De spreektijden van beide partijen zijn dus opgeteld, maar zijn gerekend zonder de spreektijd van hun advocaten.

18 Dat laat onverlet dat er, gemiddeld per individuele zaak, wel een verschil van bijna 5 minuten tussen de spreektij-den van de beide partijen is. Soms krijgt of neemt de eiser dan meer tijd, soms de gedaagde. In een geval washet verschil een kwartier. Als ook de spreektijd van advocaten bij die van de respectievelijke partijen wordt opgeteld, dan bedraagt het gemiddelde verschil in spreektijd bijna 6 minuten, met een uitschieter van 35 minuten.

waarschuwen informatieinwinnen

sturen geen van voorgaande

70

60

50

40

30

20

10

0

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 24

Page 26: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

3.3 De kans op schikkingWat bepaalt nu de kans op een schikking? Uit onze analyses blijkt allereerst dat de schikkings-kans groter wordt als de rechter een voorlopig oordeel geeft over schikkingsbedragen. Ten tweede neemt de kans op een schikking toe naarmate het aantal samenvattingen dat derechter geeft tijdens het verkrijgen van inlichtingen groter is. Beide gedragingen blijken ruwweg van even groot belang ter ‘verklaring’ van het eind -resultaat. Blijkbaar staan partijen pas echt open om de schikkingsmogelijkheden met deandere partij te verkennen als zij er gerust op zijn dat de rechter begrepen heeft waar dezaak voor hen om draait, maar is het ook belangrijk voor ze om te weten in welke richtingde rechter zelf denkt. Maar het is niet alleen het gedrag van de rechter dat ertoe doet. Ook de al dan niet coöperatieve opstelling van partijen blijkt duidelijk van belang. Daarbijlijkt de opstelling van de advocaten nog wat doorslaggevender dan die van de rechtzoeken-den zelf, hoewel deze natuurlijk onderling samenhangen. Los van deze opstelling van partijen blijkt ook de schatting van de rechter op de kans vaneen schikking enige ‘voorspellende waarde’ te hebben.19

Verder maakt het uit of partijen zelf de rechter om hulp verzoeken in de vorm van een voor-lopig oordeel. Ten slotte blijkt dat, ook als we rekening houden met de verschillen in gedrag en type zaak,de kans op een schikking bij de rechtbank ’s-Hertogenbosch nog altijd duidelijk hoger isdan bij de rechtbank Utrecht. De oorzaak van dit verschil wordt in onze analyses niet helder.Weliswaar lijken partijen en hun advocaten in ’s-Hertogenbosch wat meer bereid tot schikking dan in Utrecht en geeft de rechter in ’s-Hertogenbosch meer samenvattingen envaker een oordeel over schikkingsbedragen, maar dit verklaart de verschillen in bereikteschikkingspercentage maar heel gedeeltelijk. Blijkbaar spelen ook niet in de analyses meegenomen verschillen tussen de rechtbanken in gedraging of in de kenmerken van dezaken of de rechters.

We vinden verder geen aanwijzingen dat andere in de analyse betrokken aspecten van derechter de kans op een schikking vergroten of verkleinen. Zo blijkt niet dat er eerder eenschikking tot stand komt als de rechter in de rechtszaal langer de tijd neemt voor de totalezitting of voor het beproeven van een schikking, gegeven de opstelling van partijen.20

Ook een voorlopig oordeel, anders dus dan over schikkingsbedragen, of andere acties vande kant van de rechter om een schikking te bevorderen doen er in deze analyse niet toe.

rechtstreeks 3/2009 Wel of niet geschikt?

25

19 Dit laat onverlet dat rechters de schikkingsbereidheid van procesdeelnemers gemiddeld te laag inschatten. Datblijkt uit de confrontatie van die verwachting van de rechter en de vooraf gevraagde bereidheid daartoe aan dekant van de partijen.

20 We komen hier in paragraaf 4 nog op terug.

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 25

Page 27: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

Hetzelfde geldt voor de spreektijden van partijen, de balans in die spreektijden tussen partijen, de partijconstellatie in de zaak en voor persoonskenmerken van de rechter (dienskennis of ervaring, zijn ideeën over onderhandelingsvaardigheden of zijn taakopvatting).

Aan de hand van de gemaakte analyses kunnen we nu een indruk krijgen in hoeverre hetgedrag van de rechter en de opstelling van de partijen in de zaak verschil maken voor hetresultaat. We hebben gezien dat het in de 150 zaken bereikte percentage schikkingen 32%was. Stel nu dat de rechters in alle zaken, met gelijkblijvende opstelling van partijen, hetvolgens bovenstaande analyse optimale gedrag hadden vertoond. Dan hadden ze een schikkingspercentage van meer dan 60% kunnen bereiken. Hadden daarentegen de rechtersin alle zaken het ‘verkeerde’ gedrag vertoond, dan was het percentage schikkingen onder de20% gebleven. In het (onwerkelijke) geval dat alle partijen zich coöperatief hadden opgesteld,was zelfs een percentage schikkingen van boven de 90% haalbaar geweest. En in een‘harde’ wereld, waarin alle partijen zich juist niet coöperatief zouden opstellen, zou hetschikkingspercentage onder de 10% zijn gedoken.

3.4 Hoe een dwangschikking te voorkomenNa afloop van de 48 comparities waarbij een schikking tot stand kwam, is aan partijen enadvocaten gevraagd, of zij zich door het gedrag van de rechter ‘gedwongen’ voelden om teschikken met de andere partij. Figuur 6 laat zien dat 19% van de partijen en 10% van de advocaten bij wie een zaak wasgeschikt op deze vraag ‘(zeer) mee eens’ antwoordden. Deze groep heeft de schikking dusals een dwangschikking ervaren. Daarbij zag meestal een van de procesdeelnemers deschikking als een dwangschikking, maar in 2 gevallen benoemden zowel de gedaagde alszijn advocaat een schikking tot dwangschikking. In geen van de gevallen zagen proces -deelnemers van beide kanten (rechtzoekende of zijn advocaat) de schikking als zodanig. In de antwoorden op de vraag ‘waarom’ iets als dwangschikking werd beleefd kwamen tweelijnen naar voren. Ten eerste speelde de stelligheid een rol waarmee de rechter partijen devoor- en nadelen voorspiegelt en/of een voorlopig oordeel geeft. Daarbij gaat het er partijenkennelijk vooral om dat de rechter de argumenten van een van de partijen niet aandikt enniet op zo’n manier te werk gaat dat ze moedeloos worden. Ten tweede vonden sommigeprocesdeelnemers het niet prettig als er te lang werd doorgehamerd op een schikking. Par-tijen willen geen drammerigheid.

rechtstreeks 3/2009 Wel of niet geschikt?

26

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 26

Page 28: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

Figuur 6 Schikkingen ervaren als dwangschikking (in procenten van respectievelijk het

aantal partijen en advocaten bij wie er is geschikt)

partijen advocaten

Nu zijn deze antwoorden nog gebaseerd op subjectieve percepties van partijen. Wat de enepartij als een zeer stellig voorlopig oordeel of als doorhameren beschouwt, ervaart deandere partij mogelijk niet zo. Het is op basis van deze antwoorden van procesdeelnemersdan ook nog niet erg helder wat de rechter, afgezien van vragen naar en aansluiten bij debeleving van partijen, kan doen om te voorkomen dat een schikking als dwangschikkingwordt ervaren. Helpt het in dergelijke gevallen dan misschien om een beperkt – in plaatsvan een vergaand – voorlopig oordeel te geven? Helpt het om partijen te wijzen op de gevolgen van doorprocederen in termen van tijd, kosten en toekomstige verhouding? Helpthet om partijen en advocaten tijdens ‘het verkrijgen van inlichtingen’ langer aan het woordte laten?Onze analyses laten zien dat de kans op een als afgedwongen ervaren schikking groterwordt als de rechter een voorlopig oordeel over schikkingsbedragen of anderszins een ver-gaand oordeel geeft. Andere acties blijken die kans juist te verlagen. Zo is de kans op een dwangschikking kleiner als de rechter wijst op de gevolgen van doorprocederen in termen van tijd, belasting,kosten en/of toekomstige verhouding. Kleiner ook wordt die kans als de rechter aangeeft wat hij een redelijke schikking vindt. Dit kan hij doen door partijen te informeren hoe vergelijkbare zaken zijn geschikt, zelf eenschikkingsvoorstel te doen, een van de partijen te adviseren het schikkingsvoorstel van deander te accepteren, tegen een van de partijen te zeggen dat het doen van concessies verstandig zou zijn of partijen te adviseren het verschil tussen beide schikkingsvoorstellente delen. De drie hier genoemde typen gedragingen van de rechter blijken bij de analyse de verschillendie optreden in het resultaat (schikking wel of niet als dwangschikking ervaren) in ruwweggelijke mate te bepalen.

rechtstreeks 3/2009 Wel of niet geschikt?

27

11%

51%

19%

12%7% zeer oneens

oneens

beetje oneens/beetje eens

eens

zeer eens

18%

53%

19%

10% 0% zeer oneens

oneens

beetje oneens/beetje eens

eens

zeer eens

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 27

Page 29: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

Deze resultaten roepen de vraag op of het verstandig is om als rechter zelf een concreetschikkingsbedrag of in ieder geval een bandbreedte daarvan te noemen. Het antwoord opdie vraag is subtiel. Enerzijds vergroot de rechter die concrete schikkingsbedragen noemtvolgens de analyses de kans dat hij een schikking bereikt. De op die manier extra bereikteschikkingen zullen echter veelal wel als dwangschikking worden ervaren. Anderzijds helpt het wel als de rechter aangeeft wat hij een redelijke schikking vindt. Datmoet dan blijkbaar subtieler gebeuren dan door het noemen van ‘harde’ bedragen. Dit sluitaan op opmerkingen van procespartijen dat de dwangschikking voorkwam uit de ‘te stellige’opstelling van de rechter.

Laten we nu kijken naar andere kenmerken dan het waargenomen gedrag van de rechter.Ten eerste het gegeven dat de kans op een dwangschikking bij de rechtbank ’s-Hertogenboschduidelijk hoger is dan bij de rechtbank Utrecht. De zittingsaanpak in ’s-Hertogenbosch zorgter blijkbaar niet alleen voor dat de kans op een schikking groter wordt (zie boven), maarook dat de kans op een door procesdeelnemers ervaren dwangschikking toeneemt. Hoe datkomt, is niet duidelijk. Weliswaar noemt de rechter in ’s-Hertogenbosch vaker een schikkings-bedrag of geeft hij een ander vergaand voorlopig oordeel, namelijk in 19 respectievelijk12% van de comparities. Maar de in de analyse meegenomen gedragingen verklaren de verschillen in uitkomst tussen de rechtbanken bij lange na niet. Blijkbaar zijn in dit kadernog andere, niet gemeten aspecten van belang. Bijvoorbeeld de in paragraaf 2 beschreven(organisatorische, sociale, culturele) verschillen in context.Daarnaast is het zaakskenmerk ‘partijsamenstelling’ van invloed op de kans dat een schik-king als dwangschikking wordt ervaren. Als twee natuurlijke personen tegenover elkaarstaan, is de kans op een als zodanig beleefde dwangschikking groter dan wanneer dat niethet geval is.

3.5 Conclusies Uit onze nadere analyse blijkt dat wat de rechter tijdens de comparitie doet, van invloed kanzijn op de kans dat hij een schikking bereikt. En ook op de kans dat die schikking ervarenwordt als een dwangschikking. Het blijkt enerzijds van belang dat de rechter te kennen geeftte begrijpen waar de zaak voor de partijen om draait door regelmatig de inhoud kernachtigsamen te vatten. En ook dat de rechter tot op zekere hoogte laat doorklinken wat de voor -delen van een schikking zouden kunnen zijn en hoe een redelijke schikking er volgens hemuit zou kunnen zien. Maar als hij daarbij te ver gaat en de partijen nogal dwingend in eenrichting van een concreet bedrag stuurt, zullen partijen een dergelijke, makkelijk bereikteschikking al gauw als een dwangschikking ervaren. In feite vervagen op deze manier degrenzen tussen een schikking en een uitspraak.

rechtstreeks 3/2009 Wel of niet geschikt?

28

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 28

Page 30: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

Maar de invloed van het gedrag van de rechter is tegelijkertijd ook begrensd. Dat geldtzeker voor de kans dat daadwerkelijk een schikking wordt bereikt. Het soort zaak en deopstelling van de procespartijen lijkt van relatief groter belang. We zullen in de volgende paragraaf nog zien dat de opstelling van de rechter bovendienweer mede van de opstelling van de partijen afhangt. Ook de verder moeilijk te duiden context van de rechtbank en de omgeving speelt een rol bij het al dan niet tot stand komenvan een schikking. Om te voorkomen dat een schikking wordt ervaren als dwangschikking, is – ten slotte – hetgedrag van de rechter erg belangrijk. Dat gedrag is hier relatief belangrijker dan het soortzaak.

rechtstreeks 3/2009 Wel of niet geschikt?

29

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 29

Page 31: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

4 Tijd om te schikken

Een van de aspecten die in paragraaf 3 aan de orde kwam, is de tijd die de rechter tijdenseen comparitie aan pogingen besteedt om tot een schikking te komen. Wat bepaalt nu hoe-veel tijd hij daarvoor uittrekt? Spelen kenmerken van de zaak zoals de verwachtingen die derechter na lezing van de stukken en de opstelling van partijen van de zitting en de zaak heefteen rol, naast aspecten van zijn persoon zoals zijn taakopvatting en zijn vaardigheden?In de literatuur wordt op verschillende plaatsen – al of niet expliciet – verondersteld dat detaakopvatting van een rechter in belangrijke mate zijn gedrag bepaalt. Zo’n gedachte ligtvoor de hand, net zoals de gedachte dat zijn feitelijk gedrag beïnvloed zal worden door kenmerken van de zaak die als externe restricties kunnen worden opgevat. Ons materiaal biedt een mogelijkheid om deze veronderstellingen empirisch te toetsen.

4.1 Veel of weinig tijd?Van elk van de 150 onderzochte comparities van de rechtbanken ’s-Hertogenbosch enUtrecht is bijgehouden hoelang de zitting duurde en hoe de rechter de beschikbare tijd hadingedeeld in termen van ‘informatie verzamelen’ en ‘een schikking beproeven’. De gemiddelde tijdsduur van de comparitie bedroeg 2 uur en 11 minuten. Bij de rechtbank’s-Hertogenbosch duurt de zitting daarbij significant langer (2 uur en 25 minuten) dan bij derechtbank Utrecht (1 uur en 56 minuten). Dat is in lijn met het gegeven dat in ’s-Hertogen-bosch voor een zaak ook veel meer tijd wordt gereserveerd dan in Utrecht. In ’s-Hertogen-bosch is er standaard drie uur beschikbaar en in Utrecht maar twee uur.21

Rechters besteedden daarvan gemiddeld 12 minuten aan het met partijen in de zaal tot eenschikking komen.22 Waarbij de tijdsduur overigens nog behoorlijk kan uiteenlopen (ziefiguur 7). In 14% van de zaken wordt in de zaal geen enkele tijd aan het schikken besteed,in een kwart van de zaken wordt er 1 tot 5 minuten aan gespendeerd, en in bijna 20% gaatdaar meer dan 20 minuten aan op. De gemiddelde tijd die aan pogingen tot schikken wordtbesteed is verder in Utrecht (meer dan 13 minuten) weer wat langer dan in ’s-Hertogenbosch(minder dan 12 minuten). Gemiddeld gezien besteden comparitierechters in de door onsonderzochte gevallen ruim 9% van de totale zittingsduur aan pogingen tot schikken in derechtszaal.

rechtstreeks 3/2009 Tijd om te schikken

30

21 Om enige indruk van de spreiding te krijgen: ongeveer een kwart van de zittingen duurt twee tot twee en eenhalf uur. Bijna een vijfde duurt langer dan drie uur. De kortst gemeten duur was 17 minuten, de langste 5 uur en25 minuten.

22 Om misverstand te voorkomen: de tijd door partijen doorgebracht ‘op de gang’ is niet meegerekend.

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 30

Page 32: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

Figuur 7 Totale duur van het beproeven van een schikking in de rechtszaal (in minuten)

4.2 Factoren die de duur bepalenVoorafgaand aan de zitting, na het lezen van de stukken, is de rechter steeds gevraagd naarzijn verwachtingen over de zitting. Dit is gedaan aan de hand van zes stellingen waarbij derechter kon antwoorden op een 5-puntsschaal (van zeer oneens tot zeer eens). Allereerst is gevraagd of de rechter verwachtte dat partijen tijdens de zitting een schikkingzouden overeenkomen (figuur 8). Van de rechters is 40% het met de stelling oneens of zeeroneens en maar 9% eens of zeer eens, terwijl ongeveer de helft geen duidelijk positieve ofnegatieve verwachting heeft. Rechters kijken dus óf vrij negatief aan tegen de kans dat eenschikking tot stand komt óf ze twijfelen hierover.Ten tweede werd de rechter gevraagd of het gemakkelijk zou zijn een beslissing in de zaakte nemen (figuur 9). In meer dan 60% van de zaken verwachtten rechters dat dit niet moeilijkzou zijn. In ruim 20% van de gevallen dachten ze dat het hun wel (zeer) moeilijk zou vallen.

Figuur 8 Verwachtingen van rechters: ‘er komt er een schikking tot stand’

rechtstreeks 3/2009 Tijd om te schikken

31

14%

26%

19%

12%

11%

3%

15%0

1-5

6-10

11-15

16-20

21-25

>25

zeer oneens

oneens

beetje oneens/beetje eenseens

zeer eens

geen antwoord49%

32%

9%1%0%9%

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 31

Page 33: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

Figuur 9 Verwachtingen van rechters: ‘de beslissing is makkelijk’

Ten slotte is gevraagd om voor ieder van de partijen en advocaten afzonderlijk te zeggen ofzij graag een oplossing willen vinden voor de zaak tijdens de zitting (figuur 10). Het aantalrechters dat het ‘(zeer) eens’ is met deze verwachting is (iets) groter dan het aantal rechtersdat het er daar ‘(zeer)oneens’ mee is. Ongeveer eenderde van de rechters heeft voor ‘beetjeoneens/ beetje eens’ gekozen.

Figuur 10 Verwachtingen van rechters: ‘partijen en/of advocaten zijn tot een schikking

bereid’

rechtstreeks 3/2009 Tijd om te schikken

32

zeer oneens

oneens

beetje oneens/beetje eenseens

zeer eens

geen antwoord52%

19%

15%1%1%12%

zeer oneens

oneensbeetje oneens/beetje eenseens

zeer eens

geen antwoord36%

25%

5% eiser1%1%

32% zeer oneens

oneensbeetje oneens/beetje eenseens

zeer eens

geen antwoord39%

16%3% advocaat eiser1%2%

39%

zeer oneens

oneensbeetje oneens/beetje eenseens

zeer eens

geen antwoord39%

26%

6% gedaagde1%1%

27% zeer oneens

oneensbeetje oneens/beetje eenseens

zeer eens

geen antwoord31%

27%

4% advocaat gedaagde1%3%

34%

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 32

Page 34: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

Vergelijkt men nu de verwachtingen van de rechters met de zelfgerapporteerde oplossings-bereidheid van eiser, gedaagde en hun respectievelijke advocaten dan blijken de rechters deoplossingsbereidheid van de procesdeelnemers te onderschatten. Het minst doen ze dat bijde gedaagden, mogelijk omdat ze diens bereidheid iets beter kunnen schatten op basis vandiens reactie in de conclusie van antwoord.

In hoeverre wordt die tijd die de rechter besteedt aan pogingen een schikking te bereiken,nu bepaald door de verwachtingen die de rechter voorafgaand aan de zitting heeft, zijneigen taakopvatting, het beeld dat hij heeft van zijn eigen onderhandelingsvaardigheden ofdoor zaakkenmerken, zoals de opstelling van partijen tijdens de comparitie? Ten eerste blijkt de verwachting die de rechter a priori heeft van de opstelling van de partijen– maar vooral van de advocaat van de eiser – van belang. Comparitierechters steken zo’nvier minuten meer in pogingen om een schikking te bereiken, als zij verwachten dat deadvocaat van de eiser graag een oplossing wil vinden voor de zaak dan wanneer zij die verwachting niet hebben. Interessant is dat ook de door de procesdeelnemers zelf gerapporteerde oplossingsbereidheidvoorafgaand aan de zitting een rol blijkt te spelen bij de tijd die de rechter aan een schikkings-poging besteedt. Zo steekt de rechter gemiddeld al gauw een kwartier meer tijd in eenpoging tot schikken, als de advocaten van beide partijen van tevoren zeggen erg schikkings-bereid te zijn dan wanneer dat bij beiden beslist niet het geval is.23 Dit effect van de houdingvan de procesdeelnemers moet het gevolg zijn van de reactie van de rechter op de opstellingvan de partijen tijdens de zitting, want het staat los van de a priori verwachting van de rechter. Nog in een ander opzicht speelt het type zaak een rol: via het kenmerk partijsamenstelling.Bij zaken waarin twee natuurlijke personen tegenover elkaar staan besteedt de rechter vijfminuten meer tijd aan pogingen om tot een schikking te komen, in vergelijking met zakenwaarin een natuurlijk persoon en rechtspersoon tegenover elkaar staan. Bij de eerstgenoemdepartijconstellatie zal vaak sprake zijn van een persoonlijke en emotionele relatie tussen deprocespartijen. Bij de tweede zal eerder sprake zijn van een machtsverschil. In paragraaf 2noteerden we al dat rechters zeggen meer energie in pogingen tot schikking steken als ersprake is van een persoonlijke of emotionele relatie of van een machtsverschil tussen partijen. De eerste factor lijkt hier nu de overhand te hebben.

Ook een aantal kenmerken van de persoon van de rechter bepaalt mede de tijd die deze aanpogingen tot schikking besteedt. Zo blijkt de perceptie die de rechter heeft van zijn eigenonderhandelingsvaardigheden van invloed te zijn. Rechters die hun eigen onderhandelings-

rechtstreeks 3/2009 Tijd om te schikken

33

23 Overigens hangt de oplossingsbereidheid van advocaten in belangrijke mate samen met die van partijen, zodathet moeilijk is de effecten van de houding van advocaten en rechtzoekenden hier te onderscheiden.

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 33

Page 35: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

vaardigheden heel goed vinden (21%) besteedden circa zes minuten minder tijd aan pogingentot een schikking te komen dan rechters die hun vaardigheid op dit gebied lager schatten.Dit is dus tegengesteld aan de verwachting die we in paragraaf 2 formuleerden, zowel opbasis van de Amerikaanse literatuur als de uitspraken van betrokken rechters. Overigens blijkt ook dat de – door de advocaten (na de zitting) gepercipieerde – juridischedeskundigheid van de rechter samenhangt met de aan schikkingspogingen bestede tijd.24

Een achteraf juridisch zeer deskundig geachte rechter heeft zo’n 10 minuten meer tijdbesteed aan pogingen om een schikking te bereiken dan zijn matig deskundig geachte collega. Dit heeft wellicht te maken met de wijze van argumenteren van de rechter tijdensde comparitie.

4.3 ConclusieUit onze analyses blijkt dat de duur van de pogingen die een rechter doet om een schikkingte bereiken, mede afhangt van de persoon van de rechter. Zijn eigen perceptie van zijnonderhandelingsvaardigheden werkt daarbij echter anders uit dan verwacht zou kunnenworden op basis van Amerikaans onderzoek (Ryan e.a. 1980). Rechters die menen dat zemeer vaardigheid hebben in het onderhandelen, blijken minder tijd te besteden aan pogingenom een schikking te bereiken dan zij die dat niet denken te hebben. In paragraaf 3 zagen we verder al dat het niet zo is dat rechters die hun eigen onderhande-lingsvaardigheden goed vinden, vaker (of minder vaak) een schikking weten te bereiken danrechters die zichzelf minder vaardigheden toedichten. Daarentegen zijn rechters die door advocaten als juridisch deskundig worden gezien gemiddeld langer bezig met pogingen om tot een schikking te komen. Waarbij ze, zoals uitparagraaf 3 bleek, overigens weer niet meer schikkingen weten te bereiken dan de anderen.Daarnaast is het type zaak en met name de opstelling van partijen van groot belang. Derechter reageert daarop door, afhankelijk van die opstelling, meer of minder tijd in te ruimenvoor pogingen om tot een schikking te komen.

rechtstreeks 3/2009 Tijd om te schikken

34

24 Er blijkt geen verband (noch positief, noch negatief) tussen de door de rechter gepercipieerde eigen onderhan-delingsvaardighed en zijn door de advocaten gepercipieerde juridische deskundigheid.

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 34

Page 36: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

5 Procesbeleving

5.1 Drie typen rechtvaardigheidsbeleving Het blijkt dat personen besluitvormingsprocedures waarin anderen de uitkomst bepalen,zoals arbitrage, gerechtelijke procedures en procedures binnen bedrijven, positief kunnenwaarderen, ook al is de uitkomst voor hen ‘ongunstig’. Er is veel empirisch onderzoekgedaan naar de vraag onder welke omstandigheden dat het geval is. Het ‘geheim’ zit daarbijin de manier waarop de procedure verloopt. Vandaar dat dit thema in de literatuur vaakwordt aangeduid als procedural justice.Dat de manier waarop een proces wordt beleefd van belang is, wordt bevestigd door veelonderzoek. Zo blijkt een positieve beleving van procedures een belangrijke verklaring voorde reacties van burgers op beslissingen van autoriteiten. Het zorgt voor de acceptatie van hetgezag. Die relatie geldt ook voor het vertrouwen van burgers in het rechtssysteem als zodanig. Redenen te over dus voor rechters om zich te bezinnen op de manier waarop hun doen enlaten wordt ervaren.

De uitvoerige discussie naar aanleiding van een aantal onderzoeken heeft tot nu toe geleidtot drie cruciale concepten, die verschillende aspecten van procesbeleving bestrijken. Kortomschreven gaat het om:

• Procedurele rechtvaardigheid: het gaat hierbij om de vragen of de deelnemers aan de procedure de mogelijkheid krijgen hun verhaal te doen, gelijk worden behandeld, degeschiloplosser onbevooroordeeld en goed voorbereid is en er geen schending van ethische en morele normen plaatsvindt;

• Interpersoonlijke rechtvaardigheid: hierbij gaat het om een nette en respectvolle behandeling van de deelnemers door de geschiloplosser;

• Informatieve rechtvaardigheid: hierbij gaat het om de vraag of de deelnemers op eengepaste wijze correcte informatie over de procedure krijgen.

Deze omschrijvingen maken direct duidelijk hoezeer het gedrag van de geschiloplosser vanbelang kan zijn voor de uiteindelijke beleving van rechtvaardigheid van de procedure.We gaan hier na of deze theoretische veronderstelling door de waarnemingen waarop onsonderzoek was gebaseerd wordt bevestigd.Allereerst schetsen we de procesbeleving, zoals deze is gemeten in het onderzoek. Daarnabezien we voor elk van de drie typen rechtvaardigheidsbeleving welke gedragingen van derechter daartoe bijdragen of daaraan juist afdoen. Daarbij kijken we ook naar de betekenisvan de kenmerken van de zaak, de persoon van de rechter zelf en de rechtbank. Ten slotte gaan we in op het effect van een schikking. In paragraaf 3 kwam aan de orde of ineen zaak feitelijk een schikking werd bereikt en, zo ja, in hoeverre deze door de proces -

rechtstreeks 3/2009 Procesbeleving

35

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 35

Page 37: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

deelnemers als een dwangschikking werd ervaren. Is er nu een relatie tussen die uitkomstenvan de zaak en de verschillende typen van procesbeleving? Met die vraag sluiten we dezeparagraaf af.

5.2 De rechtvaardigheidsbeleving van de CnA Bij de 150 onderzochte comparities die aan ons onderzoek ten grondslag liggen, is de beleving van alle drie bovengenoemde typen rechtvaardigheid gemeten. Daarbij bleek datpartijen en advocaten behoorlijk tevreden zijn over de CnA. Op een vijfpuntsschaal (1 = zeeronrechtvaardig, 5 = zeer rechtvaardig) bleken de gemiddelde scores op alle 3 typen proces-beleving te schommelen rond de 4. Figuur 11 schetst de verdeling van de drie typen recht-vaardigheid voor rechtzoekenden en advocaten.

Figuur 11 Rechtvaardigheidspercepties van rechtzoekende partijen en advocaten: verdeling

van de scores (in procenten van het totaal)a

partijen

advocaten

a Klassen steeds inclusief ondergrens.

rechtstreeks 3/2009 Procesbeleving

36

70

60

50

40

30

20

10

0

informatieve interpersoonlijke procedurele

1,5 tot 2 2 tot 2,5 2,5 tot 3 3 tot 3,5 3,5 tot 4 4 tot 4,5 4,5 tot 5

70

60

50

40

30

20

10

0

informatieve interpersoonlijke procedurele

1,5 tot 2 2 tot 2,5 2,5 tot 3 3 tot 3,5 3,5 tot 4 4 tot 4,5 4,5 tot 5

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 36

Page 38: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

Bij een vergelijking van de drie typen rechtvaardigheid werd de comparitie door zowel deadvocaten als de partijen het minst positief beoordeeld op het punt van informatieve recht-vaardigheid. De gemiddelde score is hierbij voor de rechtzoekenden niet meer dan 3,8 envoor advocaten 3,9. Partijen en advocaten zijn aan de andere kant het meest te spreken overde ervaren interpersoonlijke rechtvaardigheid. De advocaten geven hiervoor gemiddeld een4,3 en de rechtzoekenden een 4,2. Het blijkt tevens dat de advocaten significant meer tevreden zijn dan partijen over de comparitie in termen van procedurele en informatieverechtvaardigheid. Wellicht dat we hier het verschil in positie en kennis tussen de recht -zoekenden en hun advocaten zien weerspiegeld.

5.3 Wat doet de rechter ertoe?

5.3.1 Procedurele rechtvaardigheidVan de verschillende mogelijke gedragingen van de rechter zullen naar verwachting metname het niet of weinig ‘interrumperen’, ‘de tijd gunnen aan partijen’ (via ‘comparitie-duur’) en ‘samenvatten’ ervoor kunnen zorgen dat de partijen de procedure als rechtvaardigbeleven.25

Het aantal keren dat de rechter tijdens de fase van zitting waarin informatie werd verzameldde advocaten of de partijen onderbrak in hun verhaal was geturfd door de observanten.Er was sprake van een interruptie als: • de rechter zegt dat hij de spreker onderbreekt;• uit de reactie van de spreker blijkt dat deze zich onderbroken voelt in zijn betoog;• als het voor iedereen duidelijk is dat de spreker wordt onderbroken in zijn betoog doordat

de rechter de spreker een zin niet laat afmaken. Uit de observatie bleek dat in circa een vijfde van de zittingen de rechter in het geheel nietinterrumpeert en in eveneens een vijfde deel slechts één keer. Daarentegen interrumpeerthij in meer dan 10% van de zittingen 7 keer of meer. Het ligt in de rede te veronderstellen dat naarmate de rechter meer interrumpeert, de kansop een positieve procesbeleving kleiner wordt. Men kan het eigen verhaal niet kwijt. Een ander aspect dat voor de beleefde rechtvaardigheid van belang zou kunnen zijn is debalans in de spreektijd van beide partijen, al dan niet inclusief die van hun advocaten. Naar-mate de rechter er niet in slaagt hier een redelijk evenwicht te realiseren, zou de ervarenrechtvaardigheid minder goed kunnen zijn. Deze balans is berekend op basis van de gemetenspreektijden van de afzonderlijke partijen, al dan niet inclusief die van de advocaten. Een derde gedragsvorm die mogelijk positief van invloed is op de procesbeleving, is demate waarin de rechter tijdens ‘het verkrijgen van inlichtingen’ via een samenvatting van

rechtstreeks 3/2009 Procesbeleving

37

25 Het is van belang zich te realiseren dat het oordeel van de partijen over de procedure gevraagd is voordat de uit-spraak bekend was, uiteraard met uitzondering van de procedures waarin een schikking was bereikt.

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 37

Page 39: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

het te berde gebrachte toont dat hij ‘gehoord’ heeft wat de aanwezigen hem hebben verteld. Uit de observatie bleek, zo zagen we al eerder, dat de comparitierechter zich op dit puntdoorgaans niet onbetuigd laat: gemiddeld werden 12 samenvattingen per zitting gemeten.

Uit de analyses komt nu naar voren dat interrumperen inderdaad de veronderstelde negatieveinvloed heeft op de ervaren procedurele rechtvaardigheid. Bij de andere twee gedragingen is echter niets van het veronderstelde effect gevonden. Wel blijkt dat de mate van (door de advocaten gepercipieerde) juridische deskundigheid vande rechter – zijn kennis dus – een positieve invloed op dit aspect van de procesbelevingheeft. Advocaten, we zagen het ook al in de directe cijfers, blijken in deze analyse ten slottepositiever te zijn over de procedurele rechtvaardigheid dan de rechtzoekende partijen.

5.3.2 Interpersoonlijke rechtvaardigheid In welke mate slaagt de rechter er verder in respectvol op te treden, en vooral: welke gedragingen brengen dat respect klaarblijkelijk tot uiting? De analyses wijzen ook hier uit dat het interruptiegedrag van invloed is; het ervaren respectneemt af met elke interruptie.De realisering van de balans in spreektijd heeft daarentegen geen aantoonbare invloed. Ook hier blijkt de persoon van de rechter indirect een rol te spelen, wederom via diens juridische kennis. Hoe deskundiger hij is, des te groter is de kans op een positieve proces -beleving in termen van interpersoonlijke rechtvaardigheid.Interessant is ten slotte dat de ‘context’ ook hier een rol speelt. In Utrecht is de kans dat partijen en advocaten zich respectvol bejegend voelen door de rechter groter dan in ’s-Hertogenbosch. Dat de rechter in Den Bosch meer interrumpeert dan in Utrecht is hier-mee wel in lijn, maar neemt dit verschil niet weg. Evenzeer opmerkelijk is dat advocatenover het algemeen weer eerder positief zijn over de mate van respectvol optreden door derechter dan de partijen.

5.3.3 Informatieve rechtvaardigheidBij informatieve rechtvaardigheid staat het gedrag van de rechter centraal, voor zover datbetrekking heeft op het verschaffen van informatie over de gang van zaken tijdens de comparitiezitting. De frequentie van het geven van verschillende typen informatie van dekant van de rechter zoals door onderzoekers geobserveerd, staat weergegeven in figuur 12,waarbij links de meest voorkomende en rechts de minst voorkomende uitingen staan.

rechtstreeks 3/2009 Procesbeleving

38

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 38

Page 40: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

Figuur 12 Informatie van de rechters aan het begin van de CnA, in procenten van het totale

aantal door hen behandelde zaken.

Naar onze indruk kan men op grond van onze bevindingen de informatievoorziening doorde rechter niet bepaald overdadig noemen. De meeste soorten informatie worden nog niet inde helft van de onderzochte comparities gegeven. Alleen over de doelen van de comparitieen de stukken die rechter al in zijn bezit heeft, wordt in het merendeel van de zittingen ietsgezegd. De indruk van de observanten was verder, dat wat er werd gezegd vaak een standaardpraatje betrof. Partijen maakten na afloop soms dan ook opmerkingen waardoorduidelijk werd dat ze niet alles begrepen hadden. Zo vroeg iemand na afloop: ‘Weet u misschien wie die persoon naast de rechter was? Was dat nou nog een rechter of de officiervan justitie?’ Dat alles maakt de betrekkelijk lage waardering van de ervaren informatieve rechtvaardigheidbegrijpelijk.

De veronderstelling die nu voor de hand ligt is dat, naarmate de rechter de betrokkenenmeer inzicht geeft, er eerder sprake zal zijn van een positieve (informatieve) rechtvaardig-heidsbeleving. Uit de door ons uitgevoerde analyses blijkt die veronderstelde invloed vaninformatieverschaffing op de rechtvaardigheidsbeleving inderdaad. Drie punten blijken hier met name van belang: • dat de rechter zichzelf en de griffier voorstelt; • dat de rechter vertelt wat er besproken gaat worden; • dat de rechter een samenvatting van de zaak geeft.

rechtstreeks 3/2009 Procesbeleving

39

90

80

70

60

50

40

30

20

10

0

do

elen

CnA

wel

ke s

tukk

enhi

j al h

eeft

wie

hij

eng

riff

ier

is

advo

cate

n to

tju

r. ar

gum

enta

tie

mo

gel

ijkhe

id p

arti

jen

hun

verh

aal t

e d

oen

sam

enva

ttin

g z

aak

wat

glo

baa

l bes

pro

-ke

n za

l wo

rden

do

or

par

tije

n te

beh

and

elen

ond

erw

erp

en

de

verw

acht

e ti

jds-

duu

r va

n d

e C

nA

op

stel

ling

p

roce

s-ve

rbaa

l

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 39

Page 41: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

Het eerste gebeurt, zo zagen we, in de helft van de comparities, maar het tweede en derdeslechts in ongeveer een vijfde deel. Van de andere gedragsvarianten werd geen duidelijke invloed getraceerd. Wederom blijkt de kennis van de rechter indirect ook een positieve bijdrage aan de belevingte geven. En ook hier blijkt de advocaat eerder positief gestemd over de ontvangen infor -matie over de comparitie (en de wijze van overbrengen van die informatie) dan de partijen. Verschil tussen de rechtbanken onderling vinden we hier niet.

5.4 Schikken en procesbelevingIn paragraaf 3 kwam de vraag aan de orde welk gedrag van de rechter en welke andereomstandigheden bijdragen aan het bereiken van een schikking. Dwingend gedrag van derechter bleek weliswaar tot een schikking te kunnen leiden, maar deze wordt vervolgensdoor tenminste een van de procesdeelnemers als een ‘dwangschikking’ ervaren. Wat vooreffect heeft het bereiken van een schikking nu op de procesbeleving, zoals we die in dezeparagraaf hebben beschreven?De analyse laat zien dat in zittingen waarbij een schikking wordt bereikt, de ervaren recht-vaardigheid minder is dan wanneer er geen schikking wordt bereikt. Het is niet verwonderlijkdat dit effect het sterkst optreedt bij de procesdeelnemers die de schikking als een dwang-schikking hebben ervaren. Maar zelfs procesdeelnemers die de schikking niet als eendwangschikking hebben ervaren, zijn minder positief dan procesdeelnemers in zakenwaarin geen schikking werd bereikt. Dit resultaat, dat geldt voor alle drie gehanteerde maat -staven van rechtvaardigheid, zelfs voor de informatieve, stemt tot nadenken. Met een schikking kun je beide partijen wellicht een beetje tevreden stellen, maar je kunt zedaarmee ook al gauw meer dan een beetje ontevreden houden.

5.5 Conclusie Wat aantoonbaar bijdraagt aan een wenselijk geacht resultaat van een (comparitie)zitting is: • het voorstellen van de rechter en de griffier;• het van tevoren uitleggen wat er globaal aan de orde komt;• het geven van een korte samenvatting van de zaak;• het laten uitspreken van personen;• het samenvatten van het beweerde en zo tonen goed geluisterd te hebben en te begrijpen

wat de spreker wil.Toch blijkt dit gedrag in de praktijk niet altijd vanzelfsprekend te zijn.

Wat leert deze paragraaf verder? We zagen in paragraaf 3 (schikking) en in paragraaf 4(bestede tijd aan schikking) al dat de soort zaak en de context van de rechtbank relatief vangroot belang zijn. Dat geldt voor de hier besproken rechtvaardigheidspercepties minder ofniet. Het gemeten gedrag en de persoon van de rechter leveren verreweg de grootste

rechtstreeks 3/2009 Procesbeleving

40

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 40

Page 42: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

bijdrage aan de ‘verklaring’ van de door procesdeelnemers beleefde rechtvaardigheid. Dat blijkt nog het sterkst te gelden voor de beleefde procedurele rechtvaardigheid. Bij alledrie de typen rechtvaardigheid is ook de (informatie)positie van de procesdeelnemer (advocaat versus rechtzoekende) relatief van groot belang, terwijl bij de interpersoonlijkerechtvaardigheid om hier niet opgehelderde redenen de rechtbank-context een rol speelt. Het soort zaak blijkt bij de beleving van de rechtvaardigheid door de procesdeelnemers verder van weinig betekenis.

Daarnaast blijkt dat procesdeelnemers in zaken waarin een schikking wordt bereikt, zelfsals zij die niet als dwangschikking ervaren, negatiever oordelen over de rechtvaardigheidvan de procedure dan procesdeelnemers in zaken waarin geen schikking werd bereikt. Deze‘bijvangst’ van onze analyses laat nog veel vragen open, maar maakt wél duidelijk dat hetstreven om zo veel mogelijk zaken te schikken zijn grenzen kent. Het kan de rechtvaardig-heidsbeleving van de procedure door de procespartijen in ieder geval ook negatief beïn -vloeden.

rechtstreeks 3/2009 Procesbeleving

41

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 41

Page 43: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

6 De betekenis van communicatieve vaardigheden

In de rechterlijke praktijk vinden we het haast vanzelfsprekend dat communicatieve vaardig-heden van de rechter van belang zijn voor het resultaat van de zitting. Maar in hoeverre isdat werkelijk zo? Empirisch onderzoek moet die vraag kunnen beantwoorden. Daarbij is deopgave om het complexe samenspel tussen waarneembaar gedrag enerzijds en de concretesituatie waarin dat gedrag vertoond werd anderzijds te ontrafelen. Nu is dat in theoretische zin niet zo lastig. Maar hoe die gedachte empirisch gestalte tegeven? Er zijn minstens twee drempels die daarbij moeten worden geslecht. Ten eerste moeten we beschikken over een gegevensbestand met informatie dat voldoende aansluit opde centrale theoretische concepten. Ten tweede heeft zo’n bestand altijd betrekking op eenbeperkt aantal zittingen, dus op een beperkt aantal gegevens. Hoe daaruit dat complexe samenspel van vele aspecten van gedrag en zaak te ontrafelen? Het voldoende slechten van die drempels, dat is de uitdaging voor empirisch onderzoek.Vandaar dat we in deze Rechtstreeks de handschoen hebben opgenomen en nader hebbengekeken naar de gegevens die zijn verzameld in het kader van een onderzoek naar het verloopen de beleving van CnA-zittingen. Het voorgaande deed verslag van de verrichte analyse.

Wat betekent dat voor de rechter?Het gedrag van de rechter tijdens de comparitie doet er zeker toe in termen van het al danniet bereiken van een schikking. Van belang blijkt dat de rechter tijdens ‘het verkrijgen vaninlichtingen’ veelvuldig te kennen geeft te begrijpen waar de zaak voor de partijen omdraait door de inhoud kernachtig samen te vatten. Hoe vaker de rechter een samenvattinggeeft van hetgeen partijen en advocaten hem zojuist verteld hebben, hoe groter de kans opeen schikking. Ook het bespreken van de voordelen van een schikking met partijen en hetaangeven hoe een redelijke schikking er volgens de rechter uitziet, draagt tot op zekerehoogte bij aan het tot stand komen van een schikking. Maar daarbij past voorzichtigheid. Uitspraken in een richting van een concreet bedrag ervaren partijen al gauw als dwang. Bovendien is die invloed van het gedrag van de rechter beperkt. Voor de kans dat een schikking bereikt wordt lijken de soort zaak en de opstelling van de procespartijen van relatief groter belang. Het rechterlijk gedrag is nog het meest bepalend voor de beleving van de schikking door departijen: namelijk ervaren zij de schikking wel of niet als een dwangschikking? Verderbleek dat de rechter zijn opstelling, bijvoorbeeld in termen van de tijd die hij aan pogingenbesteedt om tot een schikking te komen, mede van de (al dan niet coöperatieve) opstellingvan partijen – en daarmee dus van de zaak – laat afhangen. De invloed van de context van de rechtbank varieert (bij totstandkoming van schikking meeren bij de tijdsbesteding aan schikking minder) en is inhoudelijk moeilijk te interpreteren.

rechtstreeks 3/2009 De betekenis van communicatieve vaardigheden

42

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 42

Page 44: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

Persoonskenmerken en kenmerken van de zaak blijken ook het meest van belang waar heterom gaat de tijd die een rechter besteedt aan het beproeven van een schikking te ‘verklaren’. Hier lijkt het rechterlijk gedragsrepertoire eerder te begrijpen als een flexibel instrument:het speelt in op de zaak en partijen in kwestie.

Het laten uitspreken van personen, het samenvatten van het beweerde (en het zo tonen aldan niet goed geluisterd te hebben en te begrijpen wat de spreker wil) en het uitleggen water tijdens de zitting aan de orde komt, al dit gedrag draagt aantoonbaar bij aan de door procesdeelnemers ervaren rechtvaardigheid. Dat en de persoon van de rechter leveren hier-bij verreweg de grootste bijdrage. Dit blijkt nog het sterkst te gelden voor de beleefde procedurele rechtvaardigheid. De beleving van de zitting in termen van procedurele, informatieve en interpersoonlijke rechtvaardigheid blijkt verder nogal afhankelijk van depositie van de respondent: partij dan wel advocaat. Zaakskenmerken doen naar verhoudingweinig in relatie tot de procesbeleving en de gerechtelijke context speelt alleen een (nietmakkelijk te duiden) rol bij de interpersoonlijke rechtvaardigheid.Tot slot geven we de comparitierechter nog een dilemma mee: het lijkt erop dat proces -deelnemers de procedure in gevallen, waarin de rechter een schikking heeft weten te bereiken,gemiddeld als minder rechtvaardig beschouwen dan wanneer er geen schikking werd bereikt.Dat geldt zelfs als die schikking naar het gevoel van de procesdeelnemer geen ‘dwang -schikking’ was. Anders gezegd: het lijkt erop dat gedrag van de rechter dat een schikkingdichterbij brengt al gauw ten koste gaat van de rechtvaardigheidsgevoelens van partijen.

Is dit allemaal niet vanzelfsprekend? Zo’n reactie achteraf is het stigma van veel sociaal-wetenschappelijk onderzoek. Maar een dergelijke reactie betekent in ieder geval dat hetresultaat begrijpelijk is. Bovendien valt er op zo’n reactie vaak nog wel af te dingen, omdatdatgene wat zo vanzelfsprekend heet te zijn, toch niet eerder door iemand hoeft te zijn verwoord, laat staan aan een nadere analyse onderworpen. Bovendien zijn we nu wel degelijk een stapje verder gekomen. We weten nu beter wat ermeer en minder toe doet en hebben de complexe rechterlijke wereld hopelijk weer ietsinzichtelijker gemaakt. Communicatieve vaardigheden zijn niet de panacee voor de rechter, als het erom gaat eenmateriële beslissing te bereiken. Maar ze zijn wel degelijk van belang om dat beslissings-proces te doen ‘landen’. De rechtvaardiging en daarmee de ervaren rechtvaardigheid liggenimmers voor een belangrijk deel ‘in the eyes of the beholder’. Tevens onderstreept het resul-taat van onze analyse de noodzaak en het nut van de training van dergelijke vaardigheden.

rechtstreeks 3/2009 De betekenis van communicatieve vaardigheden

43

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 43

Page 45: omslag rechtstreeks 3 - Rechtspraak · Wie meent voor toezending in aanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre tar iaat van

Literatuur

Barendrecht, J. M., & Klijn, A. (red.) (2004), Balanceren en vernieuwen: Een kaart van sociaalwetenschappelijke kennis

voor de Fundamentele Herbezinning Burgerlijk procesrecht. Den Haag: Raad voor de rechtspraak.

Bruinsma, F. (1995), Korte gedingen, een rechtssociologisch verslag. Zwolle: Tjeenk Willink.

Eshuis, R. J. J. (2007), Het recht in betere tijden. Den Haag: Boom Juridische Uitgevers.

Groeneveld, J. P. & Klijn, A. (2002), Nieuwe burgerlijke rechtsvordering. Een onderzoek naar de werking van de

nieuwe burgerlijke rechtsvordering. Amsterdam: NIPO.

Ippel, P. & Heeger-Hertter, S. (2006). Sprekend de rechtbank. Alledaagse communicatie in de Utrechtse zittingszaal.

Nijmegen: Wolf Legal Publishers.

Kengetallen (2009), De Rechtspraak. Kengetallen Gerechten 2008. Den Haag: Raad voor de rechtspraak.

Linden, J. van der (2008), Zitten, luisteren en schikken. Rechtvaardigheid en doelbereik bij de comparitie na

antwoord. (Research Memorandum, jaargang 4, nr. 5.) Den Haag: Raad voor de rechtspraak.

Rude, D.E. & Wall, J.A. (1988), Judicial involvement in settlement: how judges and lawyers view it. Judicature, 72,

175-178.

Ryan, J.P., Ashman, A., Sales, B.D., & Shane-DuBow, S. (1980), American Trial Judges: Their Work Styles and

Performance. New York: The Free Press / Macmillan.

Van Nispen, C. J. J. C. Van Mierlo, A. I. M., & Polak, M. V. (2005), Burgerlijke rechtsvordering: de tekst van het

Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering voorzien van commentaar. Deventer: Kluwer.

Verschoof, R. J. (2004), De praktijk van de comparitie na antwoord. Trema, 8, 339-345.

Wall, J.A., Rude, D.E. & Schiller, L.F. (1984). Judicial Participation in Settlement. Journal of Dispute Resolution, 25-44.

rechtstreeks 3/2009 Literatuur

44

rechtstreeks 2009-3 15-09-09 15:45 Pagina 44