O.2.e 1 - Rijksoverheid.nl...2019/03/19 · Bijlagen: Fornatiaarbi2O17 inout102 v3(2.docx...
Transcript of O.2.e 1 - Rijksoverheid.nl...2019/03/19 · Bijlagen: Fornatiaarbi2O17 inout102 v3(2.docx...
Document 5.1
Van: 10.2.e JXAan: 10.2.e S;10.2.e S10.2.e
10.2.e zi;10.2.e
Onderwerp: RE: agenda 22juniDatum: woensdag 21juni 2017 16:04:57Bijlagen: Axienda oroorarnniateam 22 iuni.rdf
Heidaa Reoje voeren in de qraktijk.odfPlannina t,aiecten.odfSctiiuhol Droaramma Kesesse Vise.odf
Beste collega’s,
Bijgevoegd de agenda en stukken voor het programmateam morgen.
Een eventueel stuk voor de veiligheidsspecial wordt nog nagezonden door 1 O.2.e of wekrijgen dit morgen.
Groete,
10.2.e
Van: 10.2.e- DGB
Verzonden: dinsdag 20 juni 2017 14:31
Aan: 10.2.e ) - BSK1D.2.e @minienm.nI>; 1O.2.e- DGB
10.2.e @minienm.nI>;lO.2.e - DGB1O.2.e @minienm.nI>;10.2.e -DGB1O.2.e @minienm.nI>;lO2.e10.2.e @minienm.nI>; 10.2.e
- DGB1O.2.e @minienmnI>; 10.2.e
- DGB10.2.e @minienm.nI>Onderwerp: agenda 22juni
Beste collega’s,
Donderdag 22 juni staat weer ons wekelijkse programmateam gepland. Op de agendastaan in elk geval:
- Planning- Uitwerking heidag- Special aanbevelingen 0W
Wat mij betreft geen verdere agendapunten, tenzij zeer urgent. Dan kunnen we de tijdbesteden aan de veiligheidsspecial.
Verzoek is om de A4tjes voor de heidag en het eventuele stuk voor de veiligheidsspecialuiterlijk morgen 12 uur aan te leveren.
Groeten,
.2.e
Van: 10.2.e -DGBVerzonden: vrijdag ib juni iuii 10:23Aan: 10.2.e
- BSK; 10.2e 10.2.e- DGB; 10.2.e
- DGB;10.2.e Di13; iu..e
- DGB; 10.2.e- DGB;
10.2.e-
Onderwerp: Rh: arspraken programmateam
Buiten verzoek
Van:lO.2.e )-DGBVerzonden: vrijdag 16juni 2017 10:17Aan:10.2.e
- BSK1O.2.e (minienm.nl>;lO.2.e- DGB
<10.2.e caminienm.nl>; 1 0.2.e DGB <1 02e cminienm.nl>;10.2.e minenmnl>; 10.2.e
minienm.nl>; 10.2.e DGB10.2.e
- DGB10.2.e minuenm.nl>Onderwerp: afspraken programmateam
Beste collega’s,
Hierbij een overzicht van de gemaakte afspraken gisteren en belangrijkste punten:
Vakantieplanning- 10.2.e tijdens zijn afwezigheid 1O.2.e tijdens eerste deel (tot
eind juli), 1 0.2.e tijdens 2e deel (vanaf begin augustus).
Top 3ver
- Denkkracht programmateam benutten voor invulling veiligheidsanalyse enaanbevelingen OVV. Volgend programmateam themasessie hierover (actie: 1 0.2.e
Buiten verzoek
Heidag
- Potentiële locaties 7AM en Rijksacademie. Locatie moet worden geregeld (actie:10.2.e
- Inhoudelijk bestaat heidag uit 2 delen die nader moeten worden uitgewerkt. Eerste deelis visie/inhoud (actie: uitwerking door 10.2e ). Tweede deel gaat over deregierol (actie: uitwerking door 1 0.2.e ). Verzoek is 1 A4 met voorstel/aanpakop te schrijven.
- DBO kan faciliterende rol vervullen.
Brief 0W
- Geen brief voor zomer aan de Kamer. Na de zomer meer duidelijkheid over de planning
en de link met het MER. Beter om dan te informeren.
Buiten verzoek
Openstaande acties:
- Aanleveren stakeholders bij mij (actie: 1O.2.e
Tot zover!
Groeten,
10.2.e
10.2.e- DGB
Verzonden: woensdag 14juni 2017 13:50Aan: 1O.2.e caminienm.nl>; 10.2.e
minienm.nl>; 1O.2.e cminienm.nl>;10.2.e ncminienm.nI>; 10.2.e
minienm.nl>; 1 O.2.e
cminienm.nl>; 1 0.2.e
(minienm.nl>
Onderwerp: agenda en stukken programmateam
Collega’s,
Zie bijgevoegd de agenda en de stukken voor het programmateam van morgen.
Groeten,
10.2.e
Van: 1O.2.e- DGB
Verzonden: dinsdag 13juni 2017 15:09Aan:IO.2.e BSK1O.2.e @minienm.nl>; 810.2e DGB10.2.e minienm.nl>;lO.2.e DGB1O.2.e minienm.nl>;10.2.e 0GB 10.2.e cminienm.nl>; 10.2.e10.2.e minienm.nl>; 10.2.e
- DGB10.2.e (minienm.nl>;lO.2.e -DGB10.2.e minienm.nI>
Onderwerp: uitvraag agendapunten programmateam overleg do. 15juni en reminder acties navspoedoverleg
Dag allen,
Komende donderdag hebben we programmateam overleg staan. Eenmalig start dit nogom 9 uur, maar vanaf volgende week wordt dit 9.30 uur. Als jullie agendapuntenhebben, kunnen jullie die tot morgen 12 uur bij mij aanleveren.
Overigens heeft nog niet iedereen mij zijn of haar vakantieplanning gestuurd, de top 3van acties voor de zomer en het overzicht van stakeholders. Verzoek dit alsnog door tegeven.
Groeten,
10.2.e
Van: 10.2.e -DGBVerzonden: donderdag d juni U17 12:33Aan: 102.e
- BSK; 10.2.e- DGB; 10.2.e
- DGB;10.2.e
- Dil3; 10.2.e DGB; 10.2.e ) - DGB;10.2.e
- uionderwerp: arspraKen spoedoverleg programma Schiphol
Dag allen,
hierbij nog even op de mail de afspraken die we in ons overleg hebben gemaakt:
• Wekelijks overleg programmateam wordt ingepland op donderdag. Eerstevoorkeur is 9.30 tot 10.30 uur.
• Stuurgroep Mainport Schiphol wordt gecanceled.• Startdag/heisessie programma Schiphol moet worden ingepland. Inventarisatie
deelnemers moet nog plaatsvinden. Ik stuur voorzet.• 10.2.e d schuift aan voor parlementaire zaken en communicatie- en
mediastrategie DCC.• Vakantie planning opstellen. Aan iedereen het verzoek afwezigheid door te geven
aan mij (actie:allen).• Top 3 zaken die moeten gebeuren (voor de zomer) mailen aan mij (actie allen)..Planning opstellen (actie 10.2.e
• Buiten verzoek
• Overleg met HBJZ wet- en regelgevingsagenda. Verzoek aan allen aan te gevenwie contactpersonen bij HBJZ zijn op welk gebied en voor welke regelgeving(actie allen).
De actiepunten waar geen naam bijstaat pak ik in eerste instantie op.
Groeten,
10.2.e
10.2.e 4
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
DGB 1 Directie Luchtvaart 1 Luchthavenontwikkeling en Milieu
Plesmanweg 1-6 1 2597 JG 1 Den Haag
Postbus 20901 1 2500 EX 1 Den Haag
T102eE1O.2.e Cminenm.nl
Document 5.1.1
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
1. Opening
2. Planning trajectenZie bijgevoegd.
Bespreekpunt: Overzicht en samenhang verschillende lopende trajecten
Bun ve,o.k
Be5tuurskern
Dir.Luchtva artAfd. Luchthavenontwikkelingen Milieu
Contactpersoon
102e
M +31(0)6-10 2e
102e
m.nl
Datum22juni 2017agenda
@minien
Betreft
Vergaderdatum
Vergadertijd
Vergaderplaats
Programmateam Schiphol
22juni 2017
09:00 - 10:00
04 .A.012
4. Special aanbevelingen Onderzoeksraad voor de Veiligheid
5. Actualiteitenrondje
6. Afsluiting
Pagina 1 van 1
Document 5.1.3
buiten verzoek
BL4iIeflvrZk
• Doel: in beeld brengen in hoeverre groei van Schiphol boven 500.000 vtb’s op een veiligemanier kan plaatsvinden en wat daarvoor nodig is.
• Uitvoering: NLR in opdracht van• Planning: resultaten gereed eind september• Afhankelijkheden: relatie met analyse LVNL naar luchtruim.• Betrokkenheid Rijk: IenM is actief volgend in verband met follow up OVV-aanbevelingen en
eindverantwoordelijkheid voor veiligheid.
Buiten verzoek
1
1
111
1
Document 5.2
Van: 10.2.eAan: 10.2.e 10.2.e ..l;1O.2.e -DGB;10.2.e
.12;10.2.e zJ2;1O.2.e 1&I;10.2.eDGB
Onderwerp: RE: agenda 22 juniDatum: woensdag 21juni 2017 17: 15: 19Bijlagen: 20170621 Notitie eindverantwoordelijkheid voor veiliaheid.docx
Hai,Hierbij nog het discussiestuk over het punt van de eindverantwoordelijkheid voorveiligheid.Tot morgen, 1O.2.e
Van:1O.2.e -DGBVerzonden: woensdag 21 juni 2u17 16:05Aan: 1O.2.e - BSK; 1O.2.e - DGB; 1O.2.e - DGB;
1O.2.e - D(L3; 1O.2.e - DGB; 1O.2.e - DGB;
1O.2.eOnderwerp: Kh: agenda 22 juni
Beste collega’s,
Bijgevoegd de agenda en stukken voor het programmateam morgen.
en eventueel stuk voor de veiligheidsspecial wordt nog nagezonden door 1 O.2.e of we
krijgen dit morgen.
Groete,
1O.2.e
Document 5.3
Van: 1O.2.eAan: DGU4 - DIY - LuchtvaartveiliahheidCc: 1O.2.eOnderwerp: Overdrachtdossier luchtvaartveiligheidDatum: maandag 20 maart 2017 17:48:36Bijlagen: 201703 16 Overdrachtdosser IuchtvaartveiliahekLdocx
Beste collega’s,
Dank voor jullie bijdragen aan het overdrachtsdossier zover.. We hebben eea flinkmoeten inkorten omdat de bijdragen te lang waren maar dit stuk geeft nu een goedbeeld van onze dossiers. Mogelijk moeten er later in het proces nog een aantal kleinezaken worden aangepast..
Met vriendelijke groet,
1O.2.e
Document 5.4
Van: 10.2.eAan: 10.2.e ;10.2.eCc: 10.2.eOnderwerp: FW: Format Jaarbrief 2017_input ID Dev3 (2)
Datum: vrijdag 17 februari 2017 08:55: 13
Bijlagen: Fornatiaarbi2O17 inout102° v3(2.docx032016- LVNL Ouartedv Peilorrnance Reooit on RP2 vO.8.pclf
10.2.e
Dank voor jullie toevoegingen in de jaarbrief.Wat mij opvalt is 11.1
Wat verwachten we daar precies van LVNL bovenop hetgeen ze reeds aan
ons rapporteren?
Gr,
102e
Van: 10.2e -DGBVerzonden: vrijaag 1/ teoruari 2017 8:08Aan: 10.2.e -FMCCC: 10.2.e - DGBOnderwerp: i-w: 1-ormat jaarbrief 2017_inputlo.2.ev3 (2)
10.2e
Hierbij de aangepaste jaarbrief. Er staan nog track changes over veiligheid. Ik ben mobiel
dus zou jij die willen accepteren. Nb de overige aanpassingen in beleidsdeel zijn zonder
track changes maar dit is een aangepaste tekst.
Groet10.2.e
Verzonden met BlackBerry Work (www.blackberrv.com)
Van: 10.2.e- DGB 10.2.e @rninienhi.nl>
Datum: donderdag 16 feb. 2017 5:47 PMAan: 10.2.e
- DGB <10.2.e minienm.nI>
Onderwerp: Format Jaarbrief 201 7_input b02e_V3 (2)
Ha 10.2.eNa afstemming met 10.2.e en 10.2e
Veel groeten, 10.2.e
Document 5.4.2
Performance SchemeThe Netherlands
Reference Period 2: 2015 - 2019Quarterly Report
Q3 2016
LVNL
November 2016
Document number: D/S&P 16/5495 version 0.8
Q3 2016 - LVNL Quarterly Performance Report on RP2 VOS; 22/11/2016 Page 1
Intentionally blank page
Q3 2016 - LVNL Quarterly Performance Report on RP2 vO8; 22/11/2016 Page 2
Status page
Author(s)1Name Function10.2e Performance Expert10.2e Performance Expert
Review2 1Name Function10.2e Performance Expert10.2e Performance Expert10.2e Performance Expert10.2e Performance Expert10.2e Business Planning and Control
Approval (by document owner)3Name Function Signature Date
10.2e Manager S&P/Performance
10.2e Manager Business Planning & Control
AcceptanceName Function Signature Date
10.2e CFO
ClientName Function
Ministry of IenM National Supervisory Authority
1Author agrees with the content, did take notice of the review comment and applied t to his own insight.2Reviewer declares that he reviewed the report on the basis of his expertise and provided the author(s) with comment3The document owner agrees with the content and is aware of the review comment.
Q3 2016 - LVNL Quarterly Performance Report on RP2 vO.8; 22/11/2016 Page 3
Intentionally blank page
Q3 2016 - LVNL Quarterly Performance Report on RP2 vOS; 22/11/2016 Page 4
Table of Contento Buiten verzoek
2 Safety Performance 132.1 Introduction 132.2 FABEC Safety KPIs 132.3 Effectiveness of Safety Management annually
132.4 Application of the severity classification based on the RAT 142.5 Just Culture annually
152.6 The Netherlands: Additional national Pl to be monitored 162.7 Conclusions 193Bitenrzk
Q3 2016 - LVNL Quarterly Performance Report on RP2 vO.8; 22/11/2016 Page 5
Intentionally blank page
Q3 2016 - LVNL Quarterly Performance Report on RP2 vO.8; 22/11/2016 Page 6
O General performance overview per KPIBuden verzoek
0.2 Executive summary
SafetyQ3 has shown continued good safety performance An increase in total reported incidents since Q22016 is observed due to European legislation coming into force and increased focus on the groundprocess. The 12 month average trend for Serious and Major incidents shows stabilisation within thereporting period, as was expected.Based on this, the ESARR 2 classification of the incidents and the efforts of the Runway SafetyTeam and the Ground Movement Safety Team, t can be conciuded that LVNL’s safety performanceis good.
Buiten verzoek
Q3 2016 - LVNL Quarterly Performance Report on RP2 vO.8; 22/11/2016 Page 7
2 Safety Performance
2.1 IntroductionThree KPIs on safety are included in the FABEC performance plan:
1. Level of Effectiveness of Safety Management.2. Appllcation of the severity classification base on the RAT.3. Just Culture.
One national safety Pl:1. ATC related accidents and incidents per 100,000 flights.
2.2 FABEC Safety KPIsThe FABEC level safety KPIs are reported bi-annually via FABEC Standirig Committee Safety sub-group on Safety Performance.All LVNL incidents are also reported to the NSA via the ABL (Analysebureau Luchtvaartvoorvallen).For completeness the FABEC KPI5 are also included in this report.
2.3 Effectiveness of Safety Management annually
The Effectiveness of Safety Management System (E0SMS) is assessed annually and reported in Q2the following year. The assessment covers 11 main areas. Each area is evaluated with the help of anumber of questions, in total 26. The questions are scored by several employees and managersand the answers are pooled to give the final E0SMS score for the ANSP. Scores are given in therage 1 to 5, with 1=Low / No Performance and 5=Best practice.The EoSMS main areas and associated question numbers are listed in the table below:
Main E0SMS area Question number1 Development of a positive and proactive safety culture 1-32 Organisational and individual safety responsibilities 4-73 Timely compliance with international obligations 8-94 Safety standards & procedures 10-12S Competency 136 Risk management 147 Safety interfaces 15-168 Safety monitoring, investigation & improvement 17-199 Safety performance monitoring 20-2210 Operational safety surveys & SMS audits 2311 Adoption & sharing of best practices 24-26
Table 1, E0SMS main areas with the associated question numbers.
Level of Effectiveness of Safety Management, targets 2015 2016 2017 2018 2019LVNL performance plan targets (Safety Culture MOs) C C C C CLVNL performance plan targets (all other MOs) C C C C D
Table 2, Safety KPI #1: Level of Effectiveness of Safety Management, targets for RP2 for LVNL.
EoSMS score development for LVNLYear Total E0SMS Score E0SM 2015 LVNL2012 75.57%2013 83.27°h2014 86.56% 20
2015 85.64% 132016 15 11 j_
Table 3, LVNL E0SMS score development.l0
ResuitsLVNL has slightly weakened its E0SMS score 2015 5 2compared to 2014. This is due to a downscalingfrom score 5 to 4 for the “Emergency/Contingency 0
response procedures” question in area (4) Safety 0 1 2 3 4 S
standards & procedures. •LewIl LeeI •Lev,IC •LeveIO etewiS
Figure 1, LVNL EoSMS score for 2015.
Q3 2016 -LVNL Quarterly Performance Report on RP2 vOS; 22/11/2016 Page 13
2.4 Application of the severity classification based on the RAT (bi-)annualiy
The application of the RAT classification is assessed twice annualy and reported in Q1 and Q3 eachyear. The RAT classification is done in three areas: Separation Minima Infringements (SMI),Runway Incursions (RI), and ATM Specific Technical Events (ATM-STE).
Separation Minima Infringement (SMI)Airorts >50k movements/year h2 2013 hl 2014 h2 2014 hl 20151 h2 2015SMI between IFR traffic 31 18 1 23 T 13 1 32 31SMI between IFR traffic with ATC contribution 2 17 21 10 1 26 29Total IFR fllghts 301,986 289,211 t 310,131 2g7,133 1 391,541 309,525Total IFR flight hours 80,724 76,646 81,413 81,465 87,996 84,165‘ IFR flight hours and movements are being checked at FABEC level and are not available yet, They will be updated as soon asthey become available,
Arports <50k movementsfyear h2 2013 hl 2014 h2 2014 h1 2015 h2 2015 hi 2016SMI between IFR traffic 5 15 7 1 1 1 1 2
0SMI between IFR traffic wlth ATC contribution 0 11 5 1 124,044 1
Total IFR flight hours n/a n/a n/a n/a Lnia j nla jTotal IFR flights n/a n/a n/a n/a n/a
Run way Incursions (RI)Airports >50k movements/year h2 2013 h1 2014 h22014 h1 2015 h2 2015 hl 2016
Ffeported 13 7 10 r 19 1 22 1 261 RI reported with ATC contribution t 1 4 [ 8 1 ii 10Nünber of airport movements 226,381 215,472 233,907 221,499 ] 240,830 T 234,972[jiber of airports 1 1 1 1 [ 1 [ 1
Airports <50k movements/year h2 2013 hl 20i4 h2 2014 h ± 215 h2 oi5iôYURI reported [ 11 20 9 16 1 19 13RI reported with ATC contribution f 1 3 1 2 1Number of airpo movements [ 56,825 54,510 49,255 49,717 48 196
150,608
Numberofairports f 3 . 3 3 3 . 3 ]
ATM Specific Technical Events (ATM-STE)°h22013 h120142 h22014 h12015 h22015 h12016
Total number of communication failures 0 1 4 1 10 T rTotal number of navigation failures [ 0 1 9 1 16 t 9 t 8Total number of surveillance failures [ 0 1 1 3 3 7Total number of data processing & distribution fallures [ 0] 8 5 j 6 1 S [ 81 This Pl is still under development. The RAT user group is working on finalizing the definition of ATM-STE. In the meantimeLVNL reports according to the intermediately agreed definitions.2 Starting in 2014 on the initiative of the NSA category E events is also reported. This resuits in higher numbers of events beingreported. Due to this the number of events are not comparable between the period 2012-2013 and 2014-.
The targets and realisation for application of the RAT (RP2) are given in Table 4 and Table 5. LVNLapplies the RAT for 100°h on the meritioned occurrences.
Application of the severity 2015 2016 2017 2018 2019classification based on the
target LVNL target LVNL target LVNL target LVNL target LVNLRAT (Ground Score)Separation Minima lnfringement
25% 100% 50% na. >=80% na. >80% na. 100% na.(SMI)Runway Incursions
25% 100% 50%, na. >=80% na. >=80% n.a. 100% na.CR1)ATM Specific Technical Events
25°!. 5o1. n.a. >=80% na. >=80% na. 100Db na.(ATM-STE)Table 4, Safety KPI #2: Application of the severity classification based on the RAT, targets for RP2 for LVNL, Ground Score.
Application of the severity 50i5 26ï6 2017 2018 2019classiflcation based on the
target LVNL target LVNL target LVNL target LVNL target LVNLRAT (Overall Score)Separation Minima Infringement
25% 100Db 50°h na. >=BO% n.a. >=8O% n.a. >=8O% na.(SMI)Runway Incursions
25% 100% 50Db na. >=BO°/o na. >=SO°/o na. >=SO/o n.a.(RI)ATM Specific Technical Events
25% 100% 50% na. >=80% na. >=80% n.a. 100% na.(ATM-STE)Table 5, Safety KPI #2: Application of the severity classification based on the RAT, targets for RP2 for LVNL, Overall Score.
hl 2016
Q3 2016 - LVNL Quarterly Performance Report on RP2 vO.8; 22/11/2016 Page 14
2.5 Just Culture annually
Just Culture (JC) is assessed annually and reported in Q2 the following year. The assessmentcovers 5 main areas. Each area is evaluated with the help of a number of questions, in total 24.The questions probe what aspects of JC is implemented at the ANSP and are scored as Yes (1) orNo (0). The higher the score the more JC has been implemented. The JC main areas and theassociated score as per cent implemented is given in the table below:
Just Culture main assessment area 2015PolicyPolicy covers the existence of an explicit just culture policy, definition of 83% (5/6)behaviour, critical stress management programs, and sanctions.Roles & responsibilitiesHow are the independence of investigators organised and how is their access to
(3/4and the protection of incident information organised. Is critical stressmanagement personnel identified?TrainingThe inclusion of lust culture in all training aspects for both operational and 67% (2/3)incident investigation personnel.Legal/ JudicialHow is the ‘spirit’ of the EC regulation incorporated in the ANSP procedures and 1000/ 3 3are there agreements between ANSP and judicial and aviation authorities with 0
regards to incidents?Occurrence reporting & investigationAccess of the person under investigation to relevant information and progress.
83% (7/8Level of acceptance of automatic reporting and public reporting of statistics.How_is_acceptable_behaviour_defined?
LVNL Total Score 83% (20/24)Table 6, JC main areas with the score both as per cent completed and as the fraction of questions answers yes(number of yes answers/total number of questions).
80 90 100
Policy
Roles and Responsibilities clearly defined and implemented
Training
Legal / Judiciary
Occurrence reporting and investigation
lust Culture apsects completed (%)0 10 20 30 40 50 60 70
• 2015
• 2014
.2013
• 2012
.2011
Figure 2, LVNL Just Culture score details for the years 2011 to 2015.
Q3 2016 - LVNL Quarterly Performance Report on RP2 vO.8; 22/11/2016 Page 15
2.6 The Netherlands: Additional national Pl to be monitoredThe Dutch state has defined one national safety performance indicator, specific for the safetyperformance of the Air Traffic Control the Netherlands (LVNL), who is responsible and accountablefor ATM Safety in its managerial domain. This Pl is the number of ATC related accidents andincidents. No target is set for this Pl. The aim of the monitoring is to ensure that safety ismaintained or improved over time. In addition the number of ACC separation infringements and asummary of the ESARR 2 severity classification of the incidents are reported to DGB in order togive a more complete picture of the ATM safety situation under LVNL’s responsibility.
ATC Related Accidents and IncidentsThe main source of incident reporting is LVNL’s electronic log (elektronisch wachtrapport). Inaddition Air Safety Reports from external parties are a source of incident reporting. The graphbelow shows the total number of ATC related incidents with a split out of the serious & majorincidents per 100,000 flights per month. It also includes the 12 months rolling average for bothi nd i ca to rs.
Figure 3, The total number of reported ATC related incidents per 100,000 flights (light bars) and the serious &major incidents per 100,000 flights (dark bars). The lines in the graph shows the rolling 12 month average ofthe two indicators. The data is for Mainport Schiphol (excluding FIC and regional airports incidents).
No ATM related accidents have occurred during the reporting period.
The total number of reported incidents has risen considerably since mid-November 2015. DuringNovember 2015 European legislation came into force which specifies requirements for reportingincidents. This legislation is shared (anew) with the controllers via work meetings. Furthermoresince the 2’ quarter of 2016 there is an increased focus on the ground process. Presumably theseare the main reasons for the sharp rise in the number of reports.
The 12 month average trend for Serlous and Major incidents is stable within the reporting period.February, March and July 2016 show relative high numbers of Serious and Major incidents.The average numbers of Serious and Major incidents still remains higher than for previous years.The available data is being investigated to find an explanation.
Voorvallen per 100.000 vluchtenMainport Schipho oktober 2015 - september 2016
ATC gerelateerde voovaf er,
Sencruslmajor voorvallen— ATC grelaterde voorvallen (12 maands voorlschnjdend gemiddelde)— Seriois/rnajor voorvallen (12 maands voortschrrjdend gem,ddelde)
500 50
400 40
300 30
200 205.,
100 10
0okt
1 Hnov dec jas
2015 2016feb mrt
..aIapr mei iin lul aug sep
Q3 2016 - LVNL Quarterly Performance Report on RP2 vO.8; 22/11/2016 Page 16
The 12 month rolling average trend forconstant in the current reporting period.
Separatie onderschrijdingen per 100.000 vluchtenACC 2014-2016
Vong jaar (2 annotatîos)
Lopend jaar (6 annota5es)
25
— Lopend jaar (12 maaiids vooçtschrijdend gemiddefde)
20
15
t
2
0 10
5
0ok nov dec jan
2015 2016feb mrt lul aug sepapr mei
jure 4, Number of separation minima infringements per 100,000 flights for the current year (dark bars) andprevious year (light bars). The line in the graph shows the rolling 12 month average.
jun
separation minima per 100,000 movements remains
Q3 2016 - LVNL Quarterly Performance Report on RP2 vOS; 22/11/2016 Page 17
Severity ClassificationIn the graph below the reported incidents are classified on the basis of the ESARR 2 severityclassification, EASA decision 2011/017/R, GM1 SKPI Definitions and Abbreviations.
• Serious Incident: An incident involving circumstances indicating that an accident nearlyoccurred. Note: The difference between an accident and a serious incident lies only in theresu It.
• Major Incident: An incident associated with the operation of an aircraft, in which safety ofaircraft may have been compromised, having led to a near collision between aircraft, withground or obstacles (i.e., safety margins not respected which is not the result of an ATCinstruction).
• Significant Incident: An incident involving circumstances indicating that an accident, aserious or major incident could have occurred, if the risk had not been managed withinsafety margins, or if another aircraft had been in the vicinity.
• No safety effect: An incident which has no safety significance.• Not determined: insufficient information was available to determine the risk involved or
inconciusive or conflicting evidence precluded such determination.
Eigure 5, Incidents in 2016 based on ESARR 2 severity classification for LVNL.
In the reporting period (Q3) fifteen incidents were classified as “Major Incident” and no incidentwas classified as “Serious Incident”. At the time of reporting one hundred and seventy threeoccurrences in Q3 are still under investigation. This is due to the large number of reportedincidents combined with a shortage of operational experts needed for analysis and classification ofthe incidents
The development of the ESARR 2 severity classification in the current and past years is shown inthe table below.
ESARR2cIass 1 2012 1 2013 1 2014 2015 1 2015 1 2016Q1+2+3+4 1 Qi+2+3+4 1 Qj-- Q1+2+3+4 1 01+2+3 1 01+2+31 Serious Incident 1 2 2 1 5 1 2 1 1 1 0
Major incident 42 1 25 1 29 1 27 45Table 7 ESARR 2 development
Q3 2016 - LVNL Quarterly Performance Report on RP2 vO.8; 22/11/2016 Page 18
160
150
140
ESARR 2 Severity classification
130
No safety effectSignificant incident
• Major incident
1.,=
0
Ez
1 Serious Incident
120
110
100
go
80 -
70!
60
50-
40
30
20
10
0
• Under investigation
Jan Mar Apr May Jun Aug
2016
Sep
Summary of most important safety events and changes in the reporting period
Safety events
Accidents (Q3): None
Serious incidents (Q3): None
Major incidents (Q3): Fifteen• Conflict between an aircraft on Final Approach and a drone near the aircraft• Aircraft fails to comply to climb restriction• Conflict between aircraft pushing back and aircraft taxiing out• Separation underrun after two aircraft were instructed for new approach• Conflict between Aircraft taxiing in and aircraft pushing back• Airspace infringement and separation underrun caused by VFR flight• Conflict between an aircraft on Final Approach and a drone near the aircraft• Almost separation underrun due to lack of coordination from other ANSP.• Conflict between Aircraft taxiing out and tow pushing back• Conflict between two pushing aircraft• Separation underrun during parallel approaches• Aircraft still within protected area during landing of next aircraft• Conflict between taxiing aircraft and aircraft vacating the runway• Conflict between tow and aircraft taxiing out.• Conflict between aircraft taxiing out and aircraft taxiing in.
Implemented changes (Q3)• Adjustment of operational instruction in order to allow maximum 5NM radar separation
with mono radar information• Measures to improve assurance listening out of emergency frequencies• Adjustment operational documentation to include ICAD doc 4444/4.6.1.2 “Speed control
shall not be applied to aircraft entering or established in a holding pattern”• Addition of a Traffic distribution Page to the Approach Workload model• Adjustment procedure transfer of control traffic Schiphol APP and Amsterdam ACC• Update instrument approaches (non-comm) EHBK• Update Missed approach procedure EHAM runway 18C• Replacement technical implementation runway channel EHRD• Update IFR procedures EHLE within UDP
2.7 ConciusionsThe 12 month average trend for Serious and Major incidents shows stabilisation. The trend for thenumber of ACC separation infringements remains constant.The number of runway incursion inciclents over 2016 is now forty, which is above the LVNLambition of sixteen and a half for September and above the LVNL ambition of twenty two for 2016.There are no serious Runway incursion incidents. Based on the ESARR 2 classification of theincidents, the efforts of the runway safety team (RST) and the efforts of the ground movementsafety team (GMST), it can still be concluded that LVNL’s safety performance is good.
Prognosis:Based on the performance in the last twelve months it is expected that LVNL will continue toperform well in the safety KPA.
Corrective measures:No additional corrective measures are required.
Q3 2016 - LVNL Quarterly Performance Report on RP2 vO.8; 22/11/2016 Page 19
Intentionally blank page
Q3 2016 - LVNL Quarterly Performance Report on RP2 vO,8; 22/11/2016 Page 20
Document 5.5
Van: 1O.2.eAan: 1O.2.e .z1O.2.eOnderwerp: Brief Remkes richting informateurDatum: donderdag 18 mei 2017 14:56:42Bijlagen: Bilef d.d. 18 m ZOl7aan Kabnetnfoimateur Ei. Sdnvues mzake Ontw....Ddf
Hol 1O.2.e
Zojuist bijgaande brief in afschrift aan jullie verzonden.
Groet, 1O2.e
Hoe wil jij leven, wonen, werken en spelen? Nu, en in de toekomst? Praat mee op www.jouwnoord-holland.nl<http:I/’w v.iouwnoord—hol Iand.n 11>
Aan dit bericht en eventuele bij lagen kunnen geen rechten worden ontleend.1-let Provinciaal Bestuur van Noord-l-Iolland.
Document 6.1
Van: 1O.2.eAan: 1O.2.e 1O.2.e înI.n;
1O.2.emini; 1 O.2.escnono.nI;1 O.2.e (KU’l.UJM
Cc: 1O.2.eOnderwerp: Verkenning voor een Monitor van de Veiligheid op Schiphol // concept memorandumDatum: donderdag 7september2017 08:41:17Bijlagen: imaaeoO3.onu
NLR-Memorandum-I4ontoc van de Veihaheid van Sdiiphol v20170906.docx
Dame, heren,
Zoals besproken in het overleg op maandag 28 augustus in Den Haag, waarin we als NLR de
verkenningsstudie naar een ‘Monitor van de veiligheid op Schiphol’ hebben gepresenteerd, stuur
ik jullie bijgevoegd het concept van het memorandum.
Graag ontvang ik jullie feedback uiterlijk dinsdag 12september zodat we voor de 15e september
een finale versie kunnen opleveren.
Mochten er vragen zijn of mocht deze planning niet haalbaar zijn, dan hoor ik het graag.
Hartelijke groet,1O.2.e
Dedicated to innovation in aerospace
NLR - Netherlands Acrosuace Centre
1O.2.e
) 1fl2.ee)1O.2.e
____
1) .org
Conceptversie 6 september 2017
NLR - Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum
Niets uit dit document mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het NLR.
AUTEUR(S):
G.B. van Baren, J.G. Verstraeten
Monitor van de veiligheid van Schiphol Een verkenning
AFDELING: Air Transport Safety Instituut
NLR-MEMORANDUM AOSI-2017-018 | September 2017
Document 6.1.1
2
Conceptversie 6 september 2017 | NLR MEMORANDUM
GOEDGEKEURD DOOR:
AUTEUR REVIEWER
G.B. van Baren, J.G. Verstraeten
DATUM DATUM
NLR DIVISIE Aerospace Operations
ORDER/CODENUMMER
RUBRICERING TITEL ONGERUBRICEERD
AFGESLOTEN
Distributie:
3
NLR MEMORANDUM AOSI-2017-018 | Conceptversie 6 september 2017
Samenvatting
Dit memorandum is het verslag van een in opdracht van DGB door NLR uitgevoerde verkenning van een ‘Monitor van de Veiligheid van Schiphol’. DGB heeft een drietal vragen aan NLR meegegeven: Wat is de meerwaarde van een dergelijke Monitor van de Veiligheid van Schiphol, hoe zou het er uit moeten zien, en is het uniek in de wereld? In dit memorandum wordt verder ingegaan op deze vragen, wordt geschetst hoe het systeem er uit zou kunnen zien en worden aandachtspunten benoemd die in een vervolg dienen te worden geadresseerd. Daarnaast wordt een plan van aanpak voor het vervolg gegeven. NLR is van mening dat de meerwaarde bestaat uit een integraal, samenhangend en door de verschillende partijen gedeeld beeld van de veiligheid op Schiphol. Daarmee wordt beter zicht verkregen op hoe de veiligheid tot stand komt en kunnen nieuwe inzichten worden opgedaan om de veiligheid verder te verbeteren. Een Monitor van de Veiligheid waarover consensus bestaat, kan helpen om snel en adequaat te kunnen reageren op berichten die vraagtekens bij de veiligheid stellen en kan dienen als gezamenlijk vertrekpunt voor het gesprek en besluitvorming over toekomstige ontwikkelingen. De Monitor van de Veiligheid wordt opgebouwd uit de actuele waarden van een set van indicatoren en de trendontwikkeling van de indicatorwaarden over de tijd. Het beeld wordt gecompleteerd met een toelichting waarin duiding wordt gegeven aan hoe de indicatorwaarden moeten worden begrepen. Daarbij moeten goede afspraken gemaakt worden over aspecten als datacollectie, scope, analyse- en meetmethoden, eigenaarschap, verantwoordelijkheden, gebruik en gebruikersprofielen, ongewenste gevolgen, actualisatie van de Monitor van de Veiligheid en van de set van indicatoren. Hoewel er geen kant-en-klare voorbeelden voorhanden zijn van een ‘Monitor van de Veiligheid’ zoals die hier beoogd wordt, zijn er wel voorbeelden van vergelijkbare ontwikkelingen die als bron van inspiratie kunnen dienen. Indicatoren zijn een veelgebruikt middel om veiligheid te meten en er zijn diverse ontwikkelingen waarin een beeld van de veiligheid gegeven wordt.
4
Conceptversie 6 september 2017 | NLR MEMORANDUM AOSI-2017-018
Inhoudsopgave
1 Introductie 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Deze verkenning 5 1.3 Gevolgde werkwijze en opzet van dit memorandum 5
2 Wat is de Monitor van de Veiligheid van Schiphol? 6
3 Wat is de toegevoegde waarde? 8
4 Is het uniek in de wereld? 9
5 Eisen aan indicatoren 13
6 Aandachtspunten 14
7 Conclusie van de verkenning 16
8 Plan van aanpak voor een vervolg 17
(17 pagina’s totaal)
5
NLR MEMORANDUM AOSI-2017-018 | Conceptversie 6 september 2017
1 Introductie
1.1 Aanleiding
Op 6 april jl. bracht de Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OVV) het rapport uit over de veiligheid van het vliegverkeer op Schiphol. Daarin worden meerdere aanbevelingen gedaan aan het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Deze aanbevelingen zijn er op gericht het ministerie een beter beeld te geven van het totale veiligheidsniveau van het vliegverkeer op en rond Schiphol en om het mogelijk te maken veranderingen in het veiligheidsniveau te monitoren. Om invulling te geven aan de aanbevelingen wil het ministerie een integraal beeld hebben van de luchtvaartveiligheid op Schiphol: een ‘Monitor van de Veiligheid van Schiphol’. Het ministerie wil hiervoor een verzameling van indicatoren gebruiken die onder meer gericht zijn op de integrale veiligheid en op de raakvlakken tussen partijen.
1.2 Deze verkenning
Als eerste stap om te komen tot een Monitor van de Veiligheid, heeft het Directoraat Generaal Bereikbaarheid (DGB) het NLR gevraagd een verkenning uit te voeren. Dit memorandum is het verslag van deze verkenning. DGB heeft een drietal vragen aan NLR meegegeven: Wat is de meerwaarde van een dergelijke Monitor van de Veiligheid, hoe zou het er uit moeten zien, en is het uniek in de wereld? Voor wat betreft de tweede vraag is in de verkenning vooral aandacht besteed aan de kaders en randvoorwaarden waar een Monitor van de Veiligheid aan zou moeten voldoen en welke aandachtspunten dat met zich meebrengt. Zo is bijvoorbeeld niet gekeken naar concrete sets van indicatoren, en wordt geen advies gegeven over hoe verantwoordelijkheden worden belegd. De verkenning is verder afgebakend door alleen de luchtvaartveiligheid van de commerciële vliegoperatie op en rond Schiphol te beschouwen.
1.3 Gevolgde werkwijze en opzet van dit memorandum
In deze verkenning is in de periode van 15 augustus tot 8 september relevant materiaal bestudeerd, hebben gesprekken met DGB en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) plaatsgevonden en zijn de eerste inzichten gepresenteerd aan DGB en sectorpartijen in een overleg op 28 augustus. Op basis hiervan is dit memorandum eerst in concept opgesteld en zijn de sectorpartijen (KLM, LVNL en Schiphol) in staat gesteld commentaar te geven. De volgende hoofdstukken van dit memorandum beschrijven achtereenvolgens:
• Hoofdstuk 2: Wat is de ‘Monitor van de veiligheid van Schiphol’? • Hoofdstuk 3: Wat is de toegevoegde waarde? • Hoofdstuk 4: Is het uniek in de wereld? • Hoofdstuk 5: Eisen aan indicatoren • Hoofdstuk 6: Aandachtspunten • Hoofdstuk 7: Conclusie van de verkenning • Hoofdstuk 8: Plan van aanpak voor een vervolg
6
Conceptversie 6 september 2017 | NLR MEMORANDUM AOSI-2017-018
2 Wat is de Monitor van de Veiligheid van Schiphol?
De Monitor van de Veiligheid van Schiphol wordt opgebouwd uit de actuele waarden van een set van indicatoren en de trendontwikkeling van de indicatorwaarden over de tijd. Het is een integraal, samenhangend en gedeeld beeld van de veiligheid van de vliegoperatie op en rondom Schiphol. Dit beeld. ‘Integraal’ betekent in deze dat het een totaalbeeld geeft van de veiligheid van de commerciële vliegoperatie op Schiphol. ‘Samenhangend’ betekent dat de indicatoren die gebruikt gaan worden op elkaar worden afgestemd en elkaar niet tegenspreken. ‘Gedeeld’ betekent dat er bij de indicatoren een gemeenschappelijk gedragen toelichting komt, waarin duiding wordt gegeven aan hoe de indicatorwaarden moeten worden begrepen. De set van indicatoren wordt zoveel mogelijk samengesteld uit al door sectorpartijen (luchtvaartmaatschappijen, luchthaven, luchtverkeersleiding, grondafhandelaars, etc.) en overheidspartijen (ILT als inspectie/toezichthouder en DGB als beleidsmaker/regelgever) gebruikte indicatoren. Elk van deze partijen heeft nu al haar systemen en processen om informatie over veiligheid te verzamelen. Sectorpartijen verzamelen data op basis van hun Safety Management Systeem (SMS). ILT verzamelt data middels het Analysebureau Luchtvaart (ABL), inspecties en audits. DGB heeft haar State Safety Program (SSP) en SSP Actieplan. Als het gaat om interfaces is er al het Veiligheidsplatform Schiphol (VPS) en is een integrated SMS (iSMS) in ontwikkeling. De informatiestromen zijn in Figuur 1 geschetst. Deze informatie bestaat nu naast elkaar en is niet per definitie consistent. Deze informatie zal zoveel als mogelijk gebruikt worden voor de Monitor van de Veiligheid Schiphol, waarbij inconsistenties worden opgelost. Het is niet noodzakelijk en wenselijk om al de informatie te gebruiken. Er zal een verstandige en onderbouwde keuze gemaakt moeten worden welke indicatoren en informatie nodig is voor de Monitor van de Veiligheid. Het zal gaan om een beknopte selectie van indicatoren, waar nodig aangevuld met specifiek voor de Monitor van de Veiligheid ontwikkelde indicatoren.
Figuur 1 Informatiebronnen en -stromen die de Monitor van de Veiligheid kunnen voeden
7
NLR MEMORANDUM AOSI-2017-018 | Conceptversie 6 september 2017
Voor de presentatie van de Monitor van de Veiligheid ligt het voor de hand om een dashboard te gebruiken. Hierop kunnen afhankelijk van de gebruiker op verschillende manieren en in verschillende lagen de indicatorwaarden worden getoond. De informatie op het dashboard zal met een bepaalde regelmaat, afhankelijk ook van wanneer nieuwe data voor de indicatoren beschikbaar komt, worden vernieuwd (dit kan per indicator verschillen). De toelichting op wat het dashboard laat zien kan in een aparte publicatie worden gegeven en kan met een lagere frequentie worden uitgebracht. Figuur 2 laat een ‘rapid prototype’ van een dashboard zien waarop informatie vanuit verschillende partijen een plaats heeft gekregen. Dit rapid prototype is in deze verkenning gemaakt en dient enkel om te laten zien dat het vrij eenvoudig is om een prototype te ontwerpen. De ervaring leert dat een prototype een goede manier is om in gesprek te gaan met partijen over hoe het dashboard er uit zou moeten zien en iteratief toe te werken naar een dashboard waar iedereen zich in kan vinden. Deze manier van werken helpt bij het tastbaar maken van het idee.
Figuur 2 ‘Rapid prototype’ van een dashboard voor de Monitor van de Veiligheid
8
Conceptversie 6 september 2017 | NLR MEMORANDUM AOSI-2017-018
3 Wat is de toegevoegde waarde?
Het staat in deze verkenning niet ter discussie of de veiligheid op Schiphol in het geding is. Er is consensus dat de veiligheid zijn basis vindt in het bestaande systeem van regelgeving, certificatie, sectorpartijen die in lijn hier mee hun operatie uitvoeren en een overheid die hier op toeziet. Wereldwijd vertoont de luchtvaartveiligheid een continue verbetering dankzij de inspanningen van de luchtvaarsector. Informatie over het veiligheidsniveau is aanwezig binnen de diverse organisaties. Echter, in de huidige situatie heeft elke sectorpartij en de overheid een eigen beeld van de veiligheid op Schiphol. Dit is vaak een beperkt beeld, gebaseerd op informatie uit de eigen organisatie. Daarom kunnen deze beelden ook van elkaar verschillen. Waar samenwerking plaatsvindt, zoals in het VPS, ontstaat een breder, completer beeld. De toegevoegde waarde van een Monitor van de Veiligheid is dat een integraal, samenhangend en gedeeld beeld van de luchtvaartveiligheid op en rond Schiphol ontstaat. Hiervoor is het belangrijk dat de Monitor van de Veiligheid zo veel als mogelijk uitgaat van bestaande informatie en deze integreert en aggregeert. Daarmee wordt een beter zicht verkregen op hoe de huidige veiligheid tot stand komt en wat de resultaten zijn van de inspanningen op gebied van regelgeving, certificatie, uitvoering van de vliegoperatie en handhaving daarop. Inzichten om de integrale veiligheid verder te verbeteren kunnen hierdoor worden verbeterd. Een samenhangende set van indicatoren is hiervoor een eerste voorwaarde. Een gedeelde duiding van indicatorwaarden en -trends is een essentiële tweede voorwaarde.
Figuur 3 Van eigen en gedeeltelijk overlappende beelden van de veiligheid naar een integraal en gedeeld beeld
Een Monitor van de Veiligheid waarover consensus bestaat, kan ook helpen om snel en adequaat te kunnen reageren op berichten die vraagtekens bij de veiligheid stellen. Het helpt daarnaast om - los van een daadwerkelijk veiligheidsissue – met elkaar te bespreken en overeen te komen op welke wijze een totaalbeeld verkregen kan worden. Een door alle partijen onderschreven totaalbeeld helpt bij actuele situaties als gezamenlijk vertrekpunt voor verdere discussie. Zo had een Monitor van de Veiligheid een goede baseline kunnen zijn voor de Integrale Veiligheidsanalyse Schiphol (IVA) die NLR momenteel uitvoert naar de effecten van groeiend verkeer op Schiphol.
9
NLR MEMORANDUM AOSI-2017-018 | Conceptversie 6 september 2017
4 Is het uniek in de wereld?
Er zijn voorbeelden in de wereld van het samenbrengen van verschillende indicatoren met als doel een beeld te verstrekken van luchtvaartveiligheid. Als het gaat om definiëren van indicatoren is veel informatie beschikbaar uit standaarden en onderzoek. Er zijn echter geen kant-en-klare voorbeelden voorhanden van een Monitor van de Veiligheid zoals die hier beoogd wordt. In de gevonden voorbeelden ontbreekt het aan integraliteit en/of aan afdoende diepgang. Dit hoofdstuk geeft een - geenszins compleet - overzicht van ontwikkelingen en initiatieven. Er zijn wereldwijde initiatieven op het gebied van standaarden en aanbevolen werkwijzen: • ICAO Annex 19 vereist dat een staat een Acceptable Level of Safety (ALoS) performance vaststelt. Dit kan bereikt
worden doormiddel van safety performance indicators en targets. Uiteindelijk kan de performance in één getal uitgedrukt worden, zie Safety Performance Measurement – Quantifying Performance Indicators and an Acceptable Level of Safety. Hier wordt voor iedere indicator in een set van indicatoren een ‘alert trigger level’ vastgesteld op basis van de variatie in de indicatorwaarden over de tijd. De ALoS performance wordt dan bepaald aan de hand van het relatieve aantal alerts dat is getriggered. Zie Figuur 4.
Figuur 4 Illustratie van hoe een acceptable level of safety performance gemeten kan worden
• Safety Management International Collaboration Group (SMICG). Deze groep van luchtvaartautoriteiten van over
de hele wereld werkt samen op het gebied van SMS-onderwerpen met een gedeelde interesse, waaronder indicatoren. Er wordt onder andere gekeken naar hoe de regelgever de veiligheidspresentatie van de luchtvaartsector kan meten zie “A Systems Approach to Measuring Safety Performance: The Regulator Perspective”.
10
Conceptversie 6 september 2017 | NLR MEMORANDUM AOSI-2017-018
Er zijn verscheidene autoriteiten die safety reviews publiceren. Deze safety reviews kunnen gezien worden als een Monitor van de Veiligheid: • De European Aviation Safety Agency (EASA) brengt jaarlijks een annual safety review uit.In deze publicatie wordt
met name ingegaan op ongevalsstatistieken, zowel generiek als gecategoriseerd. Er wordt ook gekeken naar de aandachtgebieden zoals gedefinieerd in het European Plan for Aviation Safety (EPAS). De door EASA voorgezeten Network of Analysts, Safety Performance Indicator Sub Group heeft een set van SPIs gedefinieerd in een notitie met als titel “EASA Member States Common Safety Performance Indicators”. Deze indicatoren zijn bedoeld om de performance van een staat te kunnen vergelijken met de andere EASA lidstaten
Figuur 5 Europese ongevalsstatistiek uit de EASA Annual Safety Review 2017
• De Air Traffic Organization van de Federal Aviation Authority (FAA) brengt jaarlijks een safety report uit dat
vergelijkbaar is qua inhoud en diepgang met het EASA Annual Safety Review.
Figuur 6 Statistiek op het gebied van runway incursions uit het FAA ATO safety report 2015
11
NLR MEMORANDUM AOSI-2017-018 | Conceptversie 6 september 2017
• Finnish Aviation Safety Programme, FASP. Dit programma bestaat uit het ‘Finnish Plan for Aviation Safety’, FPAS, en Safety Performance Indicators and Targets. Het FPAS beschrijft jaarlijks de geïdentificeerde grootste risico’s in combinatie met de gestelde doelen en voorgenomen maatregelen. Ook wordt bijvoorbeeld de Safety performance van bedrijven in de diverse sectoren gemeten, zie hieronder.
Figuur 7 Voorbeeld van de safety performance van bedrijven in een sector in Finland. Bron.
Elk kwartaal wordt een overzicht van indicatoren gepubliceerd, zie hieronder.
Figuur 8 Kwartaaloverzicht van indicatoren in het FASP. Bron.
12
Conceptversie 6 september 2017 | NLR MEMORANDUM AOSI-2017-018
• Irish Aviation Authority. De IAA produceert jaarlijks een uitgebreide review van de safety performance. Onderstaande figuur uit het review over 2016 geeft informatie over een aantal indicatoren.
Figuur 9 High-level overzicht van de safety performance in Ierland. Bron.
Er is nationaal en internationaal onderzoek naar het gebruik van indicatoren: • Projecten uitgevoerd door NLR in opdracht van DGB:
o Measuring Aviation Safety Oversight, NLR-CR-2011-162. o Risk-based oversight in aviation, 2016 o Naar een systematiek voor het meten van de effectiviteit van toezicht, 2017
• ASCOS project voor de Europese Commissie, zie “Safety performance indicators for system of organizations in aviation”. In dit paper worden onder andere voorstellen gedaan voor indicatoren die meten aan de interfaces tussen organisaties en hun interacties.
• Future Sky Safety – Project 4 Total System Risk Assessment. In dit Europese project geleid door NLR wordt onder andere gewerkt aan een ‘Total Aviation System Risk Picture’. Doel is om een jaarlijks beeld te geven van de veiligheid van het gehele systeem.
13
NLR MEMORANDUM AOSI-2017-018 | Conceptversie 6 september 2017
5 Eisen aan indicatoren
Een van de belangrijkste bouwstenen voor het meten van veiligheid is – in generieke zin – een indicator. Een indicator is een parameter die gevoed wordt met data. Deze data kan over de tijd veranderen. Om het gesprek over welke set van indicatoren te gebruiken, goed te kunnen voeren, is het van belang om vooraf eisen aan indicatoren te hebben. NLR heeft in diverse onderzoeksprojecten hier al aan gewerkt. We kunnen eisen aan indicatoren en aan de set van indicatoren onderscheiden. Eisen aan een indicator zijn bijvoorbeeld: • Specifiek en meetbaar: Een indicator moet specifiek zijn, dat wil zeggen goed gedefinieerd en goed afgebakend
om te voorkomen dat verschillende interpretaties mogelijk zijn. Hetgeen waar de indicator iets over moet zeggen, moet meetbaar zijn, er moet data voorhanden zijn om de indicatorwaarde te kunnen bepalen.
• Bekende relatie met de veiligheid: Er moet ook een duidelijke relatie met de veiligheid zijn, een verband tussen de indicator en ongevalsrisico. Deze relatie kan vastgesteld worden door middel van expertopinie. Het is ook mogelijk hierbij een model te gebruiken dat het verband modelleert tussen hetgeen de indicator meet en ongevalsrisico. Een voorbeeld van een dergelijk model is het Causal Model for Air Transport Safety (CATS) dat door onder andere het NLR is ontwikkeld in opdracht van de Nederlandse overheid.
• Moet stuurbaar zijn: Eén of meerdere partijen moet aantoonbaar invloed kunnen uitoefenen op de operatie waardoor de indicatorwaarde kan worden veranderd.
• Moet nauwkeurig en sensitief zijn: De indicator moet nauwkeurig en sensitief zijn in die zin dat het een goede schatting geeft van de werkelijke waarde en tijdig verandert in geval van een verandering van de werkelijke waarde. Deze eis is onder andere relevant voor indicatoren die gevoed worden door meldingen, omdat meldingsbereidheid - en veranderingen daarin - van invloed kan zijn op de nauwkeurigheid en sensitiviteit van de meting.
• Kosten en baten in balans: de kosten voor het bepalen van de indicatorwaarde, bestaande uit onder andere dataverzameling en analyse, moeten in verhouding staan tot de toegevoegde waarde en tot de totale kosten van het veiligheidsmanagement.
Eisen aan een set van indicatoren zijn bijvoorbeeld: • Er moeten lagging en leading indicatoren zijn: lagging indicatoren meten veiligheidsvoorvallen die al zijn
gebeurd; leading indicatoren zeggen iets over onderdelen van de huidige situatie die een effect kunnen hebben op de toekomstige prestaties. Leading indicatoren meten aan het proces, de staat van het SMS of SSP, etc.
• De totale scope moet worden afgedekt: in dit geval betekent dat dat de set van indicatoren alle actoren en interfaces tussen actoren moet afdekken die invloed hebben op de veiligheid van de vliegoperatie op en rondom Schiphol.
• De set moet beheersbaar zijn: het aantal indicatoren moet beperkt zijn en daarom moeten indicatoren op een voldoende hoog niveau worden gedefinieerd. Als het gaat om de ‘Monitor van de Veiligheid’ moet het mogelijk zijn om met een redelijke inspanning te komen tot een totaalbeeld van de veiligheid.
14
Conceptversie 6 september 2017 | NLR MEMORANDUM AOSI-2017-018
6 Aandachtspunten
Tijdens de verkenning zijn een reeks aandachtspunten geïdentificeerd. Deze zijn hieronder opgesomd en van kort commentaar voorzien. In een vervolg dienen deze verder te worden geadresseerd. Scope en dekkingsgraad: De beoogde scope is de vliegoperatie van het commerciële vliegverkeer op en rondom Schiphol. Bij het gebruik van bronnen als ABL en VPS moet aandacht zijn voor deze scope. De scope van ABL is groter. In het VPS doen veel, maar niet alle sectorpartijen mee. Er moet duidelijk worden omschreven hoe hier mee wordt omgegaan en wat dit betekent voor het beeld en de nauwkeurigheid dat de indicatoren laten zien. Databronnen en datacollectie: Voor elk van de indicatoren moet worden vastgesteld welke data nodig is om de waarde van de indicator te bepalen en hoe die data verzameld kan worden. Voor de hand liggende bronnen zijn de data die het VPS-dashboard voedt en data uit een toekomstig iSMS , data van ABL, data uit inspecties en audits door ILT, data gerelateerd aan het SSP actieplan van DGB. Eigenaarschap, beheer en onderhoud: Er moet worden besproken wie de eigenaar wordt van de Monitor van de Veiligheid. Daarbij kan nog onderscheid worden gemaakt in wie eindverantwoordelijk is (bijvoorbeeld DGB) en wie daadwerkelijk het dashboard produceert en beheert (bijvoorbeeld ILT). Ook kan het zo zijn dat bepaalde data eigendom blijft van de oorspronkelijke eigenaar en dat IenM de data alleen onder bepaalde voorwaarden en voor omschreven doeleinden mag gebruiken. Gebruik: Er moet worden bepaald op welke manier de informatie in het dashboard mag worden gebruikt. Er is consensus over de wens om een Monitor van de Veiligheid samen te stellen om inzicht te bieden in het resultaat van de inspanningen op het gebied van regelgeving, certificatie, uitvoer en handhaving. Een belangrijke vraag blijft wel hoe de overheid op basis van deze informatie wil acteren richting de sectorpartijen. De zorg van de sector is dat de informatie de overheid aanleiding zou kunnen geven om te willen sturen en handhaven. Uit deze verkenning is gebleken dat de overheid voornemens is om de informatie te gebruiken om zichzelf een beter beeld te vormen van de veiligheid op en rond Schiphol en om vragenderwijs en niet-verwijtend het gesprek met de sector aan te gaan over trends in de data. In het vervolg moeten de gebruiksvoorwaarden duidelijk vastgelegd worden. Gebruikers en gebruikersprofielen: Er moet worden bepaald door wie de informatie in het dashboard mag worden gebruikt. Daarbij is het voorstelbaar dat voor verschillende gebruikers als sectorpartijen, ILT, DGB, het publiek, verschillende aggregatieniveaus van de informatie worden geproduceerd. Relatie tot normen en doelen: In lijn met de eerdere opmerking over het gebruik van de informatie, moet nader worden verkend in hoeverre het zinvol en wenselijk is om normen te verbinden aan bepaalde indicatoren. Daarbij moet rekening worden gehouden met eventuele ongewenste gevolgen ten aanzien van een level playing field in Europa, als indicatoren door de overheid worden gebruikt om te sturen.. Doelstellingen kunnen gebruikt worden om inspanning te stimuleren. Daarvoor is het het meest kansrijk als deze doelstellingen gekoppeld worden aan leading indicatoren. Doelstellingen gekoppeld aan leading indicatoren zijn in de regel beter te realiseren dan wanneer gekoppeld aan lagging indicators waarvan niet altijd duidelijk is hoe daar, met veel partijen tegelijk, op gestuurd kan worden.
15
NLR MEMORANDUM AOSI-2017-018 | Conceptversie 6 september 2017
Ongewenste gevolgen: Eventuele ongewenste gevolgen van dit systeem moeten in kaart gebracht worden. Hoe wordt bijvoorbeeld voorkomen dat de bereidheid tot melden van voorvallen omlaag gaat. Hoe wordt voorkomen dat het level playing field voor sectorpartijen die wel/niet meedoen in VPS wordt verstoord. En hoe wordt voorkomen dat door de keuze van indicatoren ongewenst gedrag wordt gestimuleerd. Inzicht in frequenties versus risico’s: Indicatoren geven veelal een frequentie weer van een meetbare grootheid. Om meer inzicht te geven in risico’s, de combinatie van frequentie en ernst, kan voor grootheden waarbij onderscheid gemaakt kan worden in ernst, de indicator per ernst-categorie worden gedefinieerd. Actualisatie van de (set van) indicatoren: Het is van belang om met enige regelmaat de set van indicatoren te evalueren om te bezien of actualisatie van de indicatoren nodig is. Dit kan leiden tot herdefinitie, toevoeging en/of verwijdering van indicatoren, aanpassing van de berekening of de brondata van de indicator. Actualisatie van de Monitor van de Veiligheid: Aangezien de Monitor van de Veiligheid voornamelijk is opgebouwd uit indicatoren en een toelichting, zal voor de indicatoren alsook voor de toelichting vastgesteld moeten worden hoe vaak deze worden geactualiseerd. Het is daarbij voorstelbaar dat de actualisatiefrequentie van de indicatoren (bijvoorbeeld eens per maand of kwartaal) hoger ligt dan van de toelichting (bijvoorbeeld eens per jaar) en ook dat er verschillende actualisatiefrequenties zijn binnen de set van indicatoren.
16
Conceptversie 6 september 2017 | NLR MEMORANDUM AOSI-2017-018
7 Conclusie van de verkenning
Samengevat kan de conclusie van deze verkenning worden geformuleerd als antwoord op drie vragen: 1. Heeft een Monitor van de Veiligheid op Schiphol toegevoegde waarde?
Ja, het geeft een integraal, samenhangend en gedeeld beeld. Daarmee wordt beter zicht verkregen op hoe de veiligheid tot stand komt en kunnen nieuwe inzichten worden opgedaan om de veiligheid verder te verbeteren. Een Monitor van de Veiligheid waarover consensus bestaat, kan helpen om snel en adequaat te kunnen reageren op berichten die vraagtekens bij de veiligheid stellen en kan dienen als gezamenlijk vertrekpunt voor het gesprek en besluitvorming over toekomstige ontwikkelingen.
2. Hoe moet een Monitor van de Veiligheid op Schiphol worden opgezet? De Monitor van de Veiligheid wordt opgebouwd uit de actuele waarden van een set van indicatoren en de trendontwikkeling van de indicatorwaarden over de tijd. Het beeld wordt gecompleteerd met een toelichting waarin duiding wordt gegeven aan hoe de indicatorwaarden moeten worden begrepen. Daarbij moeten goede afspraken gemaakt worden over aspecten als datacollectie, scope, analyse- en meetmethoden, eigenaarschap, verantwoordelijkheden, gebruik en gebruikersprofielen, ongewenste gevolgen, actualisatie van de Monitor van de Veiligheid en van de set van indicatoren.
3. Is het uniek in de wereld? Nee, hoewel er geen kant-en-klare voorbeelden voorhanden zijn van een ‘Monitor van de Veiligheid’ zoals die hier beoogd wordt, zijn er wel voorbeelden van vergelijkbare ontwikkelingen die als bron van inspiratie kunnen dienen.
17
NLR MEMORANDUM AOSI-2017-018 | Conceptversie 6 september 2017
8 Plan van aanpak voor een vervolg
Als wordt besloten tot een verdere uitwerking van de Monitor van de Veiligheid, bestaat ons plan van aanpak uit de volgende stappen: • Allereerst dient geïnventariseerd te worden welke indicatoren al gebruikt worden door de verschillende partijen
en in hoeverre deze informatie beschikbaar zou zijn en gedeeld kan worden ten behoeve van de Monitor van de Veiligheid. Hiervoor zullen gesprekken moeten worden gevoerd met de diverse partijen om dit in kaart te brengen.
• Gebruikmakend van de eisen aan indicatoren en aan de set van indicatoren wordt een set van indicatoren samengesteld. Daarbij wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van bestaande indicatoren, maar waar nodig aangevuld met nieuwe indicatoren om een integraal en samenhangend beeld te kunnen geven.
• Over de set van indicatoren vindt terugkoppeling plaats naar de partijen en wordt naar consensus gezocht. • Voor elk van de indicatoren moet worden vastgelegd welke data nodig is, hoe deze data wordt verzameld en hoe
op basis van de data de indicatorwaarde wordt vastgesteld. • Er moeten afspraken worden gemaakt over eigenaarschap van de data en van de daaruit verkregen informatie,
over verantwoordelijkheden en door wie en hoe de informatie kan worden gebruikt. • Er wordt een prototype dashboard ontworpen om in gesprek te kunnen gaan met de partijen over hoe de
informatie getoond dient te worden. In een iteratief proces kan dan worden toegewerkt naar een eerste versie. • Voor een eerste Monitor van de Veiligheid dient de data voor de indicatoren te worden verzameld en verwerkt en
wordt het dashboard gevuld. • Het beeld dat dan ontstaat dient te worden besproken met alle partijen aan tafel om tot een gedeeld inzicht te
komen en vast te stellen hoe de eerste versie van de Monitor van de Veiligheid kan worden gepubliceerd. De hierboven beschreven activiteiten zouden in een periode van 4 tot 6 maanden kunnen worden uitgevoerd. Belangrijk uitgangspunt is een iteratieve werkwijze, waarbij de eerste versie mogelijk nog niet het ideale totaalbeeld toont – en daarom wellicht nog niet geschikt voor publicatie – maar al wel meerwaarde biedt voor de overheid en sectorpartijen.
Docum
ent6.3
Van:
1O.2.e
Aan:
102.e
r*
-ata
r:
102
e-
L!!L
Li1O
2.e
__
__
__
Cc
102.e
10.2.e10.2e
10.2
.ei
10.2.eO
nderw
erp
:O
pzetm
onitor/dashboardIenM
DaW
m:
woensdag
12juli201716:09:23
Bijag
en:
20170712.
Mo
no
rS
diohoJvd
-h4iA
t,,rd
ie.u
irn.
nrp
enr&
tiex
sx
20170608
Fa15heet
veh
ohed
SIib
eleb
vV
t3
Id
en
van
detvaae
ailiienb*d
eIe
..od
1n
wa
twoord
ekd
aaevin
enaa
nonnenend
o
Hierbij
zoalsvandaag
afgesprokende
aangepasteExcel
spreadsheetals
opzetvoor
deset
vanm
ogelijkeindicatoren
enam
bitie/criteria/norm.
Graag
jullieN
LRtoets
ensuggesties
voorverbetering,
bruikbaarheiden
gebruik,liefst
nogvoor
21juliivrn
overlegN
LRm
etsectorpartijen
opde
21e
Voor
devolledigheid
zijnde
overigedocum
entenm
eegestuurd.
GRA
AG
DEZE
INFO
RM
ATIE
VER
TRO
UW
ELIJKB
EHA
ND
ELEN
Met
vriendelijkegroeten,
10.2.e
Afdeling
Luchvaartveiligheid
Directie
Luchtvaart/
Directoraat-G
eneraalB
ereikbaarheidM
inisterievan
Infrastructuuren
Milieu
Rijnstraat
82515
XPD
enH
aagP
ostbus20901
12500
EXf
Den
Haag
M+31
10.2.e
E10.2.e
@irninienm
.nlW
ww
w.rijksoverheid.nl/ienm
Ikw
erkniet
opvrijdag
Document 6.4
Van: 1O.2.eAan: 1O.2.e ziL 1O.2.eOnderwerp: EW: Vraag 1O.2.e over wettelijk reg&en IVMSDatum: woensdag 30 augustus 2017 09:13:00Bijlagen: EASPj Aic re&at en VP5docx
Akitni ii irt 1998 - SCI7D3GorffRVT stut2912-1S4O71.odf
Dit is de mail van 1 O2.e
Van: 1O.2.e- 0GB
Verzonden: maandag 28 augustus 2017 11:42Aan:IO.2.e - HBJZIO.2.e @minienm.nl>; 1O.2.e
- 0GB1O.2.e @mïnienm.nl>;lO.2.e BSKIO.2.e @minienm.nl>;1O.2.e
- 0GB 1O.2e @minienm.nl>CC:1O.2.e HBJZIO-2.e @minienm.nl>;lO.2.e -
HBIZ 1O.2.e @minienm.nl>Onderwerp: RE: Vraag IO.2.e over wettelijk regelen IVMS
Hallo 1O.2.e en 1O.2.e
Interessante discussie!
De verschillende organisaties op een luchthaven moeten een VMS hebben voor hun eigenorganisatie. Daarnaast zal er in de verschillende eisen wel een vorm van coördinatie/afstemmingmet andere betrokkenen zijn opgenomen.
Voor de luchthavens heeft EASA bepaald dat zij de ‘spin in het web’ zijn voor het veilig gebruikvan de luchthaven met al deze verschillende actoren op de luchthaven. Daarom heeft EASA in deEssential Requirements en de Implementing Rules (Verordening 139/2014) een extra eis voorluchthavens opgenomen. Zij zijn op grond van ADROR.D.025 + 027 (Verordening 139/2014)verplicht de coördinatie met andere betrokkenen op zich te nemen en ‘to establish, Iead andimplement programmes to promote safety’, Dit betreft dus het opzetten van een IntegraalVeiligheids Management Systeem voor de betrokken luchthaven. Deze verplichting richt zichechter alleen op de exploitant, want de EASA aerodrome regulation richt zich alleen op deexploitant van de luchthaven. Ik 11.1, 1 O.2.e
111 t.
In 1998 speelde dezelfde problematiek met de eerste certificering van Schiphol en het opzettenvan het Airside Veiligheids Management Systeem (AVMS). Het AVMS regelde toen de onderlingecoördinatie tussen partijen en de interface problematiek, waarbij later de naam is veranderd inIntegraal Veiligheids Management Systeem (IVMS) en weer later in Veiligheids Platform Schiphol(VPS). Essentie is echter hetzelfde; het is een integraal veiîigheidsmanagementsysteem dat decoördinatie en interfaces tussen partijen op een luchthaven reguleert. Toen wilde eenluchtvaartmaatschappij 11.1 hier openlijk niet aan mee werken. Dit is aanleidinggeweest om het meewerken aan het AVMS voor partijen verplicht te stellen. Kijk eens in artikel
8, tweede lid, van het Algemeen luchthavenreglement uit 1998.
Sinds 2009 is er echter een beweging gaande van een terugtrekkende overheid en hettoebedelen van een grotere verantwoordelijkheid voor de exploitant van de luchthaven. Hetpaste niet meer in de tijdsgeest dat de overheid de maximum snelheid op de dienstwegen op deluchthaven vaststelt en handhaaft Dit moet een luchthaven zelf doen op het afgeslotenairsidegebied. Als gevolg daarvan zijn het algemeen luchthavenreglement en de aanvullendeluchthavenreglemeaten per 1 juli 2013 komen te vervallen. Alleen het voorschrift dat gebmikersen organisaties op de luchthaven verplicht zijn te voldoen aan de eisen die door de exploitantzijn gesteld ten aanzien van de orde en veiligheid op, alsmede het veilig gebruik van deluchthaven zijn gehandhaafd in artikel 14a van de RVGIT. De verplichting voor het meewerkenaan het VPS werd niet echt meer nodig geacht, omdat er een beeld was dat deze coördinatiegoed verliep. Namens 0GB zat 10.2.e ook bij deze overleggen.
11.1
Als er een wens bestaat een soortgelijke verplichting weer te herintroduceren zijp er naar mijnmening11 1 •102e heeftgelijkdatlil
:11.1
Als in Nederland de overtuiging leeft dater op dit aspect een veiligheidsissue aanwezig is dat nadere regels behoeft, kan Nederland hier innationale wetgeving best een aanvullend voorschrift voor opnemen. 11.1
EASA zal een lidstaat hier niet snel op aanspreken, want zij zijnverheugd dat de veiligheid serieus genomen wordt in een lidstaat en zo’n ontwikkeling kan juistaanleiding vormen voor de ontwikkeling van strengere EASA regels in de toekomst. 11.1
Tenslotte denk ik dat10.2e, 11.1
Ik hoop dat jullie hier verder mee kunnen.
Groet,
10.2.e
Van:lO.2.e -HBJZ
Verzonden: vrijdag 25 augustus 2017 14:39
Aan: l0.2.e DGBl0.2.e rrnnienrn.nl>; 10.2.e
- DGB 1O.2.e
__________
Onderwerp: RE: Vraag 10.1e over wettelijk regelen IVMS
HoilO.2.e
Prima, wordt vervolgd dus. Voor mij is lastig dat ik niet weet wat een VMS precies inhoudt en
waar dat is geregeld, ik heb alleen de verordeningen (of misschien is dat het wel?) en wat een
IVMS. Maandag 4 september is 1 0.2e weer terug, ik verwacht dat zij ons ook verder kan
helpen.
Maar misschien kan 10.2.e het wel zo zeggen?
Fijn weekend!
Groetjes,102e
Van: 10.2,e- DGB
Verzonden: vrijdag 25 augustus 2017 14:20
Aan: 10.2.0- HBJZ 10.2.e cminienm,nl>; 1D.2.e
- BSK10.2.e minienm,nl>; 10.2.e
- DGB 10.2.e jnnjnirniinj>CC:10.2e -HBJZIO.2.e
______
Onderwerp: RE: Vraag Monique over wettelijk regelen IVMS
Ha 10.2.e
Dank je wel voor dit bericht. Ik bespreek maandag met onze VMS experts (102e 102 of dit een
werkbare route is. Ik ben iig al heel blij dat er iets mogelijk lijkt.
Fijn weekeinde voor straks, 10.2.e
Van: 10.2e- HBJZ
Verzonden: donderdag 24 augustus 2017 10:53Aan:1O.2.e - BSK1O.2.e minienm.nl>;lO.2.e -DGB10.2.e minienm.nl>; 10.2.e - 0GB 10.2.e (d)minierim,nj>
CC: 1 Q.2.e ) - HBJZ <10.2.e (ö)minienm,nl>
Onderwerp: Vraag 10.2.e over wettelijk regelen IVMS
Beste mensen,
Van 1O.2.e kreeg ik onderstaande vraag over het wettelijk regelen van het IVMS.
11.1
11.1
11.1
Groetjes,102.e
Van: 10.2.e- DGB
Verzonden: woensdag 23 augustus 2017 13:27
Aan: l0.2.e- H Bill 0.2.e (rimimenm.nl>
CC:l0.2.e 85K <l0.2.e >l0.2.e- 0GB
<l0.2.e minienrnji1>Onderwerp: RE: Vergist met afspraak
Hal 10.2.e
Gisteren hebben 10 2.e en ik met 102e en 102e gesproken over de conceptreactie naar 0W
zover als deze nu is. Zij reageren nog in meer detail op het stuk, maar een belangrijk
gesprekspunt was het hebben van instrumenten om daadwerkelijk dingen af te dwingen. In die
zin blijven de vragen rond de analyse van wat we al kunnen en wat extra te creëren is staan.
Specifek is gisteren het belang onderstreept van het in wet- en regelgeving vastleggen van een
verplichting tot het hebben van een integraal veiligheidsmanagementsysteem bij de
sectorpartijen. 11.1 Ik heb aangegeven dat joiw
analyse tot op heden uitwees dat dit niet mogelijk is, vanwege geregeld op Europees niveau voor
LVNL en vastgelegde principe van geen nationale kop. Verzoek aan jou om met voorrang te
kijken hoe dit toch te regelen zou zijn. Lukt het jou ons daar op korte termijn over te terug te
koppelen?
Ik ben er zelf morgen niet ivm uitvaart van mijn oma, maar 102e en°2 zijn er wel en zien jou
graag als dit vragen oproept. Laten we dan begin volgende week weer even kijken waar jij staat
met de analyse van ook de andere instrumenten.
Veel dank alvast en tot snel,
l0.2.e
Van: l0.2.e HBJZ
Verzonden: maandag 14 augustus 2017 09:40
Aan: 10.2.e- BSK 10.2.e menm.n>; 10.2.e
- DGB
10.2.e tmimenmsil>;lO.2.e - DGB1O.2.8
Onderwerp: Tussenstand Juridische vragen tbv reactie 0W-rapport
HoilO.2.e enbo2e
Naar aanleiding van ons overleg vorige week ben ik er in gedoken. Ik wil jullie even een
tussenstand geven van wat ik tot nu toe heb gevonden.
De certificering van luchthavens en LVNL is gebaseerd op de Europese basisverordening
2016/2008 en daaraan gekoppelde uitvoeringsverordeningeri 139/2014 en 550/2004. Deze
verordeningen werken rechtstreeks en worden niet opgenomen in de nationale regelgeving. Wel
moeten ter uitvoering van verordeningen het toezicht en de handhaving (en administratieve
uitvoeringstechnische voorschriften) geregeld worden. Hierop ziet titel 1.2. Wet luchtvaart. In
deze titel is wel bepaald dat bij of krachtens amvb regels kunnen worden gesteld ter uitvoering
van hetgeen bij de basisverordening is bepaald. In de memorie van toelichting daarbij wordt
gesteld de verordeningen in principe geen ruimte bieden voor nationale regelgeving en nationaal
beleid en dat de bepalingen in titel 1.2 alleen bedoeld zijn voor noodzakelijke administratieve
uitvoeringstechnische voorschriften. De (ministeriële) Regeling veilig gebruik luchthavens is
alleen van toepassing op niet-gecertificeerde luchthavens en sinds de certificering niet meer op
Schiphol.
In het kader van de certificering eisen de verordeningen een VMS. Het voorgaande betekent dat
er geen ruimte is voor het op nationaal niveau eisen van extra veiligheidsmanagement systemen
naast het verplichte VMS zoals een integraleVMS (IVMS) en een strategische VMS (SVMS) tenzij
je dit op een of andere manier kunt koppelen aan c.q. afleiden uit het verplichte VMS. Ik ken de
regels en inhoud van een VMS op dit moment nog onvoldoende om dit te kunnen beoordelen,
moet daar nog verder induiken. We kunnen hierover wel met de sectorpartijen afspraken over
maken, bijvoorbeeld in een convenant.
Verder zie ik1l.l
Het verplicht verstrekken van informatie over de veiligheid is alleen geregeld in het kader van
het VMS en het toezicht door de ILT. De ILT heeft in dit kader allerlei bevoegdheden maar die zijn
wel gericht op het ‘concreet’ uitoefenen van het toezicht. Een algemeen instrument als
doorzettingsmacht voor de stas heb ik nog niet gevonden.
Ik had eerder al uitgezocht dat voorwaarden met betrekking tot de veiligheid aan de groei van
Schiphol kunnen worden opgenomen in het LVB in de op te stellen de 50/50-regel en regels voor
de jaarlijkse gebruiksprognose en —evaluatie (informatie).
De stas is eindverantwoordelijk voor de veiligheid op Schiphol. In het kader van die
eindverantwoordelijkheid zou de stas een convenant veiligheid(management) groei Schiphol of
iets dergelijks kunnen initiëren. Daarin zou met de sectorpartijen kunnen worden afgesproken
om buy, een keer per jaar op hoog niveau (01v de stas?) strategisch veiligheidsoverleg te voeren.
Ook het opstellen van een SVMS en informatievoorziening e.d. kunnen onderdeel zijn van zo’n
convenant.
Het afdwingen van afspraken in een convenant loopt via de civiele rechter. Dit is niet gebruikelijk
en gebeurt bij mijn weten niet vaak. Een convenant heeft dan ook vooral een (politiek
)bestuurlijke functie en waarde. Het bevat ook bepalingen voor als partijen ergens door
onvoorziene omstandigheden ofzo er toch niet aan kunnen voldoen (nader overleg, wijzigen
convenant etc.).
Tot zover ben ik nu gekomen voor wat betreft deze vragen, maar ik zoek nog door en ga ook nog
verder rondvragen. De rest van de week ben ik er niet, ik check wel at toe mijn mail.
Groetjes,iO.2.e
Document 6.4.1
EASA Aerodrome regulation en VPS
De volgende bepahngen staan in de huidige EA5A aerodrome regulation met betrekking tot
coördinatie met andere organisaties en veiligheidsprogramma’s (zoals VPS en Runway safety teams)
Schiphol is EASA gecertificeerd en voldoet aan de EASA aerodrome regulation.
De algemene zorgplicht voor de exploitant van de luchthaven is opgenomen in de Essential
Requirements als bijlage bij de Basic Regulation.
Basic Regulation — Annex I.a — essential requirements for aerodromes
B — Operations and Management
1— (f) aerodrome operator responsibilities:
(f1 the eerochoate orator shell eerabloli arrangemenia with other re1evai o ga a’ø. to Isi,e cotmnuing
compbance with these essential requiremenca for eerodromes These or rüs.wens mckide. bur ere not limited
to, eitcra! operetoi air narigenon serce providers. growsd handhng sere pcoidtrs id other orgamsanons
whose acxxeioes or producas may have en effect on eirtraft ltv
Deze zorgplicht wordt verder uitgewerkt in de implementing rules van Verordening 139/2014.
IR 139/2014 — Part Orgonisation Requirements
Subpart D — Management
AOR.OR.D.O1 Coordinanon with other organisarions
The aerodrmne operator shell
(a) ensure that the management estem of the acrodrome addreses the coonlinarion and rniesûce wzrh the safet)
procedures of other orgamz.lnons operatmg or provirlmg servîces er the acrodrome. and
(b) ensure that such orgarnsatzons have sofet’.- proceduret in piece to comply wnh the app&alle requirements of
Regulanon (EC) L(o 2162008 end its Impiemenring Rules and the requiremente bid down in the oerodrome ,nanual
ADR.0R1L027 Safrrv programmes
The aerodrome openitor shell
(a estabhsh, leed and implesnent progrsunmes to promote safety and the eschange of safety-relevant information, and
(b) encourage orgenisations operaring or providing senices er the arrodrome to be involved in such programmet
In de Acceptable Means of Compliarice wordt vervolgens aangegeven hoe de exploitant aan het
voorschrift van de implementing rules kan voldoen.
AI4C/GN TO ANNEX 111 - PART-AL1R-OR
SUBPAQ.T 0- M4?L4G948iT
6141 ADILORO.025 Coordrnation with other organisations
COORDINAUON OF SAFEIY PROCEfXJRES
Coordinabon and interface with the safety procedures of other relevant orgamsations that are
active at the aerodrome indude, but is not hmited to the Following: aircraft operators, air
navigatlon service providers, providers of apion management sei’vices, ground hanJing
service providers, providers of services to persons with reduced molidity, aîrcraft maintenance
oranisations, flyuzg xain:ng orijantsations, public authonties that operate en the movement
area, as well as other orqanisabons that perform activities mdependently at the aerodrome.
6142 ADR.OR.O.025 Coordination with other organisations
COMPUANCE OF OTHER ORGANISATIONS
In order to ensure comphance of the organisations operating or providing services at the
aerodrorne, with the i-equirements of Regulation (EC) No 21612008 and its Implementing Rules
that are apphcable to aerodromes and their operators, as well as with the content of the
aerodrome manual, the aerodrome operator should:
(a) condoct audits and inspections of such organisations through its comphance monitoring;
and
(b) establish procedures for the monitonng of related activities at the aerodrome
AMC1 ADR.OR.D..027 Safety proqrarnmes
SAFETY PROGRAMt4ES — AERODROME SAFETY COMMI1TIEES
(a) The aerodrome operator should:
(1) organise, coonirnate and implement programrnes to promote safety at the
aerodrome. Such programmes should inciude, but are not hmited to:
(i) ninway safety, induding runway incursion and excursion prevention;
(n) apron safety; and
(in) F00 prevention;
(2) coordinate and promote the exchange of information, and the joint investigation of
occurrences, serious incidents, and accidents.
(b) The aerodrome operator should estabhsh, coordinate, and lead local aerodrome safety
committees, and a Local Runway Safety Team, dealing with runway safety, apron safety,
and the safety of the operations at the aerodronie in general. All relevant organisations
operating or providing services at the aerodrome should partiopate to such aerodrome
safety committees and the Local Runway Safet Team.
The local aerodrorne safety committees and the Local Runway Safety Team should
convene regularly, identi[y and review local safety issues, and examine possible
solutions, and need for action. Minutes of such meetings should be kept. Procedures
relevant to the functiomng of local aerodrome safety committees and the Local Runway
Safety Team should be inciuded in the aerodrome manual.
AMC2 ADR.ORD.027 Safety programmes
HOT SPOTS
Once hot spots have been identified at an aerodrome, sutable strategies shnu!d be
implemented to remove the hazard and, when this is not immediately possible, to manage and
mitigate the risk, induding the put,hcation of HOT SPOT charts in the Aeronaotical Information
Publicabon.
GM1 ADR..OR.O.027 Safety programmes
AERODROI4E SAFEÎY COMrI(TFEES
(a) t4anoeuvnnq arealApron Saety CommdIee
(1) The aerodrome operator should estabhsh (a) Manoeuvnng area/Apron Safety
Committee(s);
(2) The t4anoeuvrmg arealApron Safety Committee(s) should have an advisory role to
the aerodrome operator;
(b) Management of Manoeuvring area /Apron Safety Committee(s)
(1) The Manoeuvring area /Apron Safety Committee(s) should be chaired by an
aerodmme operator’s official, responsible for aerodmme operations; and
(2) The aerodrorne operator’s safety manager should act as the secretary of the
Committee(s).
(c) Compositjon of t4anoeuvnng area /Apron Safety Committee(s)
Participation should inciude, bijt not hmiteiI to representatives of:
(1) aerodrome users active in flight operations;
(2) aircraft ground handling services providers;
(3) aerodrome rescue and fïrefighting services;
(4) aerodrome operations;
(5) aerodrome wddhfe management;
(6) aerodrome maintenance; and
(7) air navigation service provider(s).
(d) Tasks
The tasks of the t4anoeuvnng area IApron Safety Cornmittee(s) should be:
(1) to receive and evaluate reports 0fl operabonal safety assues,
(2) to receive repoits and statisbcal mforniation ori accidents and incidents, and
propose soluboos;
(3) to adv4se on manoeuvnng arealapa-on safety issues such as:
(a) promoton of apion safety discipline;
(ii) FOD preventiori;
(Iii) developing measures for safe operations;
(iv) considenng actions to resolve manoeuvnng area/apron safety problems;
(v) apron equipment issues;
(vi) adherence to vehide traffic issues;
(vii) new andlor updated safety instaictions;
(viii) personal protective doth,ng/equiprnent issues;
(ix) methods to develop and promote apron safety awareness initiatives,
(x) snow and ice dearance issues;
(xi) proposed aerodrome worls;
(xii) proposed changesldeveloprnents to the movement area;
(xiii) standard operating procedures, etc.
6M2 ADR.OR.D.027 Safety programmes
LOCAL RUNWAY SAFETY TEAM
(a) Context
As part of its runway safety programme, the aerodrome operator should estabhsh and
lead a Local Runway Safety Team and act on local runway safety issues, induding
runway incursion (induding nrnway confusion) and excursion preventiori.
A runway incursion is defined as Any occurrence at as aerodrome involving the incorrect
presence of an aircraft, vehide, or pel-son on the protected area of a surface designated
for the landing and take-oft of atrcraft’.’
A runway excursion occurs when ‘An aircraft veers off or overruns the runway surface
dunng either take-off er landing’.
(b) Local Runway Safety Team composition
Participation should inciude representatives from all interested parties with direct
irivolvement in runway operations at the aerodrome, inciuding, but is not limited, to:
(1) aerodrome operations;
(2) aerodrome engineenng and maintenance,
(3) air navigation service providers;
(4) aircraft operators that operate of the aerodrome,
(5) aerodrome rescue and fireflghting services;
(6) dnvers having access on the manoeuvring area.
(c) Role
The role of the Local Runway Safety Team should be to advise the appropnatemanagement on potenlal nmway salety issues, and to recornmend mitigating measures.
(d) Tasks
The Local Runway Safety Team may have the followrng tasks:
(1) identi6cation of potenbal nlnway safety issues, induding the need lor estabhshmentof hot spots or other proldem eas at the aerodrome and the review of therelevant enlries of the All’ for accuracy;
(2) developing and running local awareness campaigns, at suitable penods, induding atthe start of a busy season ar before an unusual event, that focus on local issues,for example, producing and dstxibuting local hot spot maps, or other guidancematenal considered as necessary; local awareness campaigns should be periodîcallyrefreshed to maintain interest and operational awareness of the relevant personnel;
(3) monitonng the nuniber, type and, the severity of runway incursions; disseminatingsafety recornmendations dehvered from accident and incident irivestigation findingsas well as other relevant lessons leamed e.g. from operational experience and bestrisk rnitigabon practices; sharing good practices to prevent runway ancursions orexcursions;
The ‘protected area of a swface designated (er the landing and take-off of airczaft’ is to be interpretedas the physical surface of a runway, trom the centreline to the hoTding point appropriate to the type ofmnway. Where operations are being conducted dzzing low visabity operations this should be theholding point appn,priate to the procedures in [orce. The ‘protected surface’ includes the 115 glidepath and localiser cntica! areas at al times, and the ILS sensitive areas dunng 10w visibilityprocedures.
(4) assisting in venfying that communications between air traffic controllers, or otherAir Tralfic Services personnel, pilots, and vehicle dnvers are satisfactory, or if anyimprovements could be suggested;
(5) making observations on a regular bases in different weather and light conditions toassess wheti-ier all runway entrances and visual aids are adequate, correctly locatedand understandable by all parties concemed, with no possible ambiguity of theirmeaning, or identify potential aerodrome design issues,
(6) understanding the operating difficulties of personnel working in other areas, andrecommending areas for improvement; when reviewing operating procedures it isnecessary to ensure that the procedures employed by different companles at theaerodrome are integrated and effective, so as to minimise the risk of runwayincursions. Care should be taken when examining existing or proposed runwaycapacity enhancing procedures or noise abatement schemes involving runwayprefereritial systems;
(7) development of joint, initial and recurrent, training programmes and familiansationon runway incursion and excursion prevention, for all relevant personnel (vehicledrivers and other personnel operating on the manoeuvring area, pilots, Air TrafficServices personnel), this may indude visits to the manoeuvririg area to increaseawareness of the aerodrome layout, markings, signs, position of anemometers etc.,where this is considered necessary;
(8) providing advice pnor to the implementation of changes to the aerodrome,practices and procedures to identify potential for runway incursion or excursion;and
(9) assessing the effectiveness of implemented operational solutions periodically.
Gt43 ADR.OR.O.027 Safety prorammes
HOT SPOTS
A hot spot is defined as ‘a location on an aexodm’ne movernest area with a history, orpotential risk of coUtsion, or ninway ncuron, and where heghtened attention byplotsIdnvers is aecessary’
Strateqies to manage and mitigate the nsk from hot spots, depending on the case, mayrndude, hut are not limited to:
(a) awareness campaigns;
(b) additional visual aids (signs, markings, and hghtinq);
(c) establishment of altemative routings;
(d) intioducing changes to the design of parts of the aerodrome; and
(e) the rnitigation of bhnd spots in the aerodronie control Lower.
Aerodroine charts showing hot spots should be produced locafly, checked regularly foraccuracy, revised as needed, distributed locally, and puNshed in the AIP. The criteria used toestabhsh and chart a hot spot are contained in the PANS-ATI4 (Chapter 7) and Annex 4 —
Aeronautzca Charts (Chapters 13, 14 and 15).
Examples of how hot spots are shown on charts are provided rn Figures 1, 2, and 3 below.
3.-
HT
O1
UT
HE
T
EL
Or
CE
1E
EO
L?2
Mr
2t
EW
1781
t-,J
-
€r-
YE
-E
1v
!5
1%L
RJ
3E
-4
7*
Ot1
5L
J.1
TE
3flI
—
!flPE
3%t
——
—
•Q
:-1t
I11-4
1z
[r__7_-__”
1,—
-—
EIT
WY
CI.D
DA
RE
U+
4T
JA
3RW
YL
’E
XrtV
IZ
LL
JL
It
3T
Ec
o’*
itic’i.o
t3»
rIt1
52
1Ng
t1tV
tc
wq
!g
tW
TD
11
31T
T
__
__
___
__
N3
3ta
31
-
r:3F
TiF
XL
S
213‘4
5—
-—
_._-Z
E1
-
-L2
4-—
——
£XC
EF
Ï‘iY
F!3
!.
Tu
CO
Sh
Zrt31
A-
X1
TE
*
0T
UETRES
ST
O3I3
a1A
t»:t
OF
VJJY
FY
T
•::i
IA
RT
W
WR
fl1A
DS
ffYL
r!7R.IC
Exr
‘-
0,;:
x;
0210
S33030
EE
NN
JUB
L
Fïg
ure
1
—D
wig
*I1
z2Ioe’ a
,4e,
iee4y
nrn
rrx
fLafe
rirç,Ip
ost
maill
ztiyn
bed
ÉT
wedt
togtae
4A
8m
x80flT
mm
ij’ Ft
d*
FBO
aczorç
Fzm
ny
121.u
wd
eic
eia
111e8b#n
TaE
ay
S.1f8ie
WT
axy
Sow
d.
&m
la
bm
I:r
xR
wy
6-24W
flw1
AT
Czz6,
-1
t,&
_,n
_1
1A
gu
aai
taznmay
F4
BD
cic
xora
5qc
—e
rt1
tITOa
taL
.1.m
last
3O-13.. w
fl
ATC
3erT
yC
cr0
zeo
nrn
rf11R
unway
6c
Rw
t12R
-0LU
wcs
ti*
mç
en
kxnao
Rw
riray8
ad
6e
red#e
.-ie
d12R
-3cLm
aiczgho
es
Do
r,vao
se
hddm
*k
rR
uiwray
12RX
&w
et
ATC
1-
20d
tc
ftomdie
aie
re
mx
ke
Rim
ay
1-3
Ü1.
trm
q0
eSC
ed>
yat
diew
de
en
ner
Tanw
31
LU
wcO
ien
iiieu
iieiw
flo
taxw
ys
0a
Lad
•
LZ
R-3a
wi
ArC
Fiu
re2
Not for operatlonal usa
t:’ tat.UÇrs tflw r_c an zrrç L
r
Explicit RWY crossing clcaranco roqulrod.
Document 6.5
Van: 1O.2.eAan: 1O.2.e 1LJ1O.2.e .J1LIO.2.e 1Cc: 1O.2.e JLL1O.2.e fl.E1O.2.e
Onderwerp: Gesprek vanochtend IVMSDatum: vrijdag 30juni2017 00:13:54
Beste collega’s,
Vanochtend hebben we een goed gesprek gehad over de invulling van een IVMS voor
Schiphol. ik heb daar mijn beelden gedeeld over hoe volgens mij een IVMS voor Schiphol
ingericht zou kunnen worden.
Onderwerpen die we bespraken;
VMS
IVMS
VPS 2.0
Verscheidenheid aan 1 ndicatoren, (Normgevende ,Sturende, Signalerende) /Werking
ABL/Corresponderen met Dashboard VPS
Onafhankelijk Toezicht
SSP en actieplan
Rapportages
Algemeen proces standpunten 0W bevindingen in afspraak met BA
Welke contactpersonen sector
DGB aanpak in overleg structuur.
Eerder deze week hadden we een soortgelijk gesprek (maar dan meer op hoofdlijnen) met
1 O.2.e . Als paal boven water staat dat de ILT onafhankelijk
toezicht moet kunnen blijven doen.
In dit gesprek is verder afgesproken dat we op zeer regelmatige basis met beleidsadvies
spreken over de OVV bevindingen en onze standpunten die we ( waar dit kan gezamenlijk
als ienM) in gaan nemen.
Jullie input als inhoudsdeskundigen in het proces is belangrijke Input voor een goede
invulling van de eindverantwoordelijkheid, regievoering en het inrichten van effectiviteit
en onafhankelijk toezicht en beleid ( brief van de STAS aan de tweede kamer van lenM
(DGB en ILT). Daarom is het belangrijk dat we elkaar blijven informeren over de
ontwikkelingen om te waarborgen dat we als lenM eenduidig ( maar toch een ieder in zijn
eigen rol) naar buiten toe treden. We hebben afgesproken dat we dit in principe via
beleidsadvies doen. Als er meer inhoudelijk over specifieke za ken gesproken moet worden
gaan we dat natuurlijk inrichten.
Voor vragen of toelichting ben ik altijd bereikbaar.
Ik had jullie nog een aantal documenten toegezegd (invulling eindverantwoordelijkheid,
position paper sector). Ik zal deze spoedig toezenden. Eea wordt naar aanleiding van
gesprekken met de ILT deze week nog aangepast.
Met vriendelijke groet,
102e
06-1 O.2.e10.2.eDirectie LuchtvaartDirectoraat-Generaal BereikbaarheidMinisterie van Infrastructuur en MilieuPlesmariweg 1-6 1 2597 JG 1 Den HaagPostbus 20904 1 2500 EX 1 Den HaagE : 1O.2.e minïenrn,nl
Document 6.6
Van; 1O.2.e -
Aan; 102.e ;1O.2.eOnderwerp: FW: To70 white paper - peifomiance indicators
Datum; donderdag 13april2017 0840:23
Bijlagen;
Goed werk
Verzonden met BlackBerry Work (www.blackberry.com)
Van: 1O.2.e (To70)1O.2.e io7O.n1>Datum: donderdag 13 apr. 2017 12:59 AMAan: 1O.2.e - DGB 1 O.2.e arninicnm.nl>, 1 O.2.e - DGI3
1 O.2.e miniennLnl:>Onderwerp: To70 white paper - performance indicators
Beste102’Bestebo2e
Recent heb ik een concept versie van een white paper over performance indicators met je
gedeeld. In de bijlage een exemplaar van het definitieve document.
Dit ter info.
Groet,1 O.2.e
1O.2.e
To70 1 1O.2.eMob: +3110.2.eEmail: 1O.2.e eto7onl
Address: P0. Box 85818, 2508 CM The Hague, The Netherlands
Tel: +31 7.1O.2.e
Document 6.7
Van: 10.2.eAan: 102.e
___
OndenAverp: PW: Performance Indicators
Datum: maandag 6 maat 2017 08.37:13Bijlagen: Nenaofui Peifomance lnd4cators.docx
Hoî 10.2.e
Bijdrage van 10.2.e
Met vriendelijke groeten,
10.2.e
Ministerie van Infrastructuur en Milieu / Directoraat-Generaal Bereikbaarheid / Directie
Luchtvaart / Afdeling Luchtvaartveiligheid
Plesmanweg 1, 2597 JG Den Haag
Postbus 20901, 2500 EX Den Haag
Telefoon: +31 (0)704563247
Telefoon: 10.2.e (mobiel)
Ernail: 1 O.2.e (di rpinienrn,nl
Van: 10.2.e (To70) 10.2.e @to7O.nl]Verzonden: vrijaag 24 februari 201 / 9:21Aan: 10.2e )-DGBCC: 10.2e -DGBOnderwerp: errormance Indicators
Bestebo2e
Het was erg fijn dat je zo veel tijd maakte voor ons recent gesprek. Ik stel het zeer op prijs.
Ik had het over een korte white paper over performance indicators De tekst in de bijlage ligt nu
bij ons media-partner die alle materie bekijkt voordat het on-line gaat. Dit geeft hoop ik een
beeld van ons standpunt op het gebied van indicators; ook voor luchtvaartautoriteiten.
Dit stuur ik ter info vooraf aan het publiceren on-line.
Jij en 102. hebben beiden gesproken over het vertrek van 10.2e. Als ik van dienst kan zijn
bij tijdens het overgang tussen zijn vertrek en het aankomen van zijn opvolgen hoor ik het graag.
Met vriendelijke groet,10.2.e
10.2.e
To70 1 Senior Aviation Consultant
Mob: 1O.2.eEmad: 1O2e to70nl
Address: P0. Box 85818, 2508 CM The Hague, The Netherlands
Tel: +31 70392 23 22
Document 7.1
Van: 10.2.eAan: 10.2.e 10.2.e P;10.2.e
10.2.e (a)nlr.nl”: 10.2.eOnderwerp: telecon - conference cali 1 Baanwisselingen - plan van aanpak 1 dhrl0.2e en 10.2e
NLRDatum: dinsdag 29 augustus 2017 14:41:46Bijlagen: Plan van aanoak - baanwisselinoen caoaciteit en voorsoelbaarheid vi ms.docx
Heren en dame,
Voor onze bespreking morgen, stel ik voor dat we deze houden aan de hand van het document
in de bijage waarin verzameld commentaar lenM is verwerkt.
Vriendelijke groet,10.2.e
10.2.e10.2.e
Directorate for Civil Aviation 1 Ministry of Infrastructure and EnvironmentNew address Rijnstraat 8 1 The Hague 1 The Netherlands+31-6-1 0.2.e
Document 7.2
Van: 1O.2.eAan: 1O.2.e GO,1O.2.eCc: 1O.2.e ;1O.2.eOnderwerp: Baanwisselingen - plan van aanpakDatum: donderdag 20juli 2017 10:58:10Bijlagen: imacieppl.ono
Plan van aanoak - baanwisselinpen, CaDaCiteit en voorsoelbaarheid.docx
Dag 10.2e
Aangehecht ons plan van aanpak, zoals besproken tijdens onze telecon afgelopen week.Opmerkingen kunnen jullie sturen per e-mail en ik stel voor om ook regelmatig inhoudelijk &over de planning te overleggen. Ik kan eenvoudig naar Den Haag komen, maar telecons werkenook goed. Gezien de vakantieperiode, wellicht een overleg komende week en dan eindaugustus/begin september?
Met vriendelijke groet,
1O.2.e
Dedicaed o innovation in eerospace
NLR - Netherlands Aerospace Centre10.2.e
O.2.e
> +31 10.2.e / +31 10.2.ee) 10.2.e @nlr.nl1) wwwnlr.nI
Document 8.1
Van: 10.2.eAan: 10.2.e IvnI.nW:10.2.e
10.2. (G)scflIDfl.nI
Cc: 10.2.eOnderwerp: Overleg IenM/LVNL/SchipholDatum: maandag 10 april 2017 16:44:31Bijlagen: 20170410 Overleq 1enM-ScNoho-LVNL over caDaÖtesoidwikkdina SchiDhol Auenda.[xlf
Allen,
Hierbij de agenda voor overleg tussen LVNL/lenM/Schiphol over de luchtzijdige en grond/landzijdige(on)mogelijkheden voor verdere ontwikkeling van Schiphol. Het overleg vindt plaats dinsdag II april 2017,17.30 — 18.30 uur, bij IenM, zaal D00.06.
Met vriendelijke groet,
10.2.e
10.2.e
Senior-beleidsmedewerker
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Directoraat-Generaal Bereikbaarheid
Directie LuchtvaartPlesmanweg 1-6 2597 JG Den HaagPostbus 20904 2500 EX Den Haag
T 070-10.2e
M 06-10.2eE10.2.e @minienm.nl <tçlO.2.e @minicnrn,nI>
Document 8.1.1
Overleg Capaciteitsontwikkeling Schiphol
Datum 11 april 2017Tijdstip: 17.30 — 18.30 uurLocatie: Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Plesmanweg 1-6, zaal D00.06Deelnemers: IenM: 1O.2.e
LVNL: 1O.2.eSchiphol: 1O.2.e
Agenda
1. Opening
2. Ca paciteitsknelpunten Schiphol
Bespreekpunten:
n
c. Follow up conclusies OVV-rapportBespreken of deze meegenomen kunnen worden in lopende LVNL-analyse en te startenSchiphol-analyse
3. Vervolgafspraken
Document 8.2
Van: 1O.2.e -I-IB]ZAan: 1O.2.e p,1O.2.e ;1O.2.e 1O.2.e
J&1O.2.e 2Jk;1O.2.eOnderwerp: Wettelijke mogelijkheden voorwaarden veiligheid en operationele capaciteit aan groei SchipholDatum: maandag 10juli 2017 13:47:00Bijlagen: Wettdiike mooehikheden voorwaarden veiligheid en ooerationele caoaciteït aan aroei Sctiiotd in
NNHS.docx
Beste mensen,
Bijgaand zend ik jullie een concept-notitie voor ons eerste overleg over eisen aan Schiphol overveiligheids- en capaciteitsrapportages. Ik heb deze nog niet intern-HBJZ besproken en ook nietmet 1O.2.e Maar dit is hoever ik vandaag kan komen.
G roetjes,1O.2.e
Document 9A.2
Van: 1O.2.eAan: 1O.2.e 1O.2.e 0;1O.2.e
J&;1O.2.e i;1O.2.e Jk;1O.2.ei;1O.2.e u1O.2.e
Onderwerp: flN: scansDatum: woensdag 5 april 2017 16:51:28Bijlagen: brieven.odf
conclusies en aanbevelingen.odfbeschouwing en hoofdstuk 6 beleid en toezicht. odf
Vertrouwelijk!!!
Eerste scans van het rapport.
Rapport wordt nu geheel gekopieerd.
Mvg
1O2,e
Datum 5 april 2017 Bladnumrner 1 van 1 BeroekadresContactpersoon 102.e Bijlage(n) 1 Anna van aksenlaan 50
Doorkiesnummec 070 10.2.e 2593 HT Dec HaagUw kenmerk T 070 333 7000
Ons kenmerk OvV-17500151 FO7C 3337077Project Veiligheid vliegverkeer Schiphol
PostadresPostbus 954042509 CK Den Haag
VERTROUWELIJK wwv’ ondroeksraad.nf
Aan de staatssecretaris van lnftastructuur en MilieuMevrouw SAM. Dijksma Document 9A.2.1
Plesmanweg 1-62597 JG DEN HAAG
Onderwerp Publicatie rapport Veiligheid vliegverkeer Schiphor
Geachte mevrouw Dijksma,
Hierbij treft u aan het rapport Veiligheid vliegverkeer Schiphol’. De Onderzoeksraad voor Veiligheidzal dit rapport publiceren op 6 april 2017.
De Onderzoeksraad voor Veiligheid zendt u dit rapport onder embargo om u in de gelegenheid testelten u voor te bereiden op eventuele vragen. Wij wijzen u er op dat indien u het rapport verspreidtbinnen en/of buiten uw organisatie, u verantwoordelijk bent voor de geheimhouding tot het embargoafloopt.
De inhoud van dit rapport is onder embargo tot 6 april 2017, 10:00 uur.
De Onderzoeksraad doet in het rapport aanbevelingen aan partijen die kunnen bijdragen aanoplossingen voor de gesignaleerde veiligheidstekorten. Aangezien het ministerie van Infrastructuur enMilieu naar het oordeel van de Onderzoeksraad tot de bedoelde partijen behoort, wordt éénaanbeveling in het rapport aan u gericht.
Voor de inhoud van de aanbeveling en de toelichting daarop verwijs ik u graag naar het bijgevoegderapport.
De Onderzoeksraad verzoekt u, ingevolge artikel 73 Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid, uwstandpunt ten aanzien van deze aanbeveling binnen een halfjaar na verschijning van het rapport aande Onderzoeksraad voor Veiligheid kenbaar te maken en een afschrift hiervan te doen zenden aan deminister van Veiligheid en Justitie.
Volledigheidshalve wil ik nog opmerken dat uw standpunt ten aanzien van de aanbeveling zal wordengepubliceerd op de website van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (www.onderzoeksraad.nl).Aansluitend zal de Onderzoeksraad een reactie op alle binnengekomen standpunten op de websitepu n.
Honuhtn10.2.e
mr. T.H.J. Joustravoorzitter v
VERTROUWELIJKInspectie Leefomgeving en Transport
Datum 5 april 2017 Bladnummer 1 van 1 BezoekadresContactpersoon ‘l0.2.e Btjlagetn) 1
Anna van Saksenlaan 50Doorkiesnummer 070 10.2. 2593 HT Den Haag
Uw kenmerk T 070 333 7000Ons kenmerk OvV-17500116 F070333 707?
Project Veiligheid vliegverkeer SchipholPostadresPostbus 954012509 CK Den Haag
www.onderzoeksraad ni
De heet mr. J.A. van den BosInspecteur-generaalKoningskade42596 AA DEN HAAG
Onderwerp Publicatie rapport Veiligheid vliegverkeer Schiphol
Geachte heer Van den Bos,
Hierbij treft ii aan het rapport Veiligheid vliegverkeer Schiphol. De Onderzoeksraad voor Veiligheidzal dit rapport publiceren op 6 april 2017.
De Onderzoeksraad voor Veiligheid zendt u dit rapport onder embargo om u in de gelegenheid testellen u voor te bereiden op eventuele vragen. Wij wijzen u er op dat indien u het rapport verspreidtbinnen en/of buiten uw organisatie, u verantwoordelijk bent voor de geheimhouding tot het embargoafloopt.
De inhoud van dit rapport is onder embargo tot 6 april 2017, 10:00 uur.
De Onderzoeksraad doet in het rapport aanbevelingen aan partijen die kunnen bijdragen aanoplossingen voor de gesignaleerde veiligheidstekorten. Reacties op aanbevelingen wordengepubliceerd op de wbsite van de Onderzoeksraad voor Veiligheid fwww.onderzoeksraad.nl).
10.2.e
mr. T.H.J. Joustra 1Jvoorzitter
ONDERZOEKSRAAOVOOR VEILIOHEtO
ONDERZOESDVOOR VEILIGHEID
• Inspectie Leefomgeving en TransportILT/Handhavingsbeleid
10.2.e
Datum 5 april 2017 Bladnummer 1 van 1 BezoekadresContactpersoon 102.e Bijlage(n) 2 Anna va Saksenlaan 50
Doorkiesnummer C70 10.2.e 2593 HT Den HaagUw kenmork 1070 333 7000
Ons kenmerk OvV-17500125 F070 333 7077
Project Veiligheid vliegverkeer SchipholPostadresPostbus 954042509 CK Den Haag
VERTROUWELIJK wwwonderzoeksraad.nI
1O.2.eKon ingskade 42596M DEN HAAG
Onderwerp Publicatie rapport Veiligheid vliegverkeer Schiphol’
Geachte J0.2.e
Hierbij sturen wij u een afschrift van onze brief aan de staatssecretaris van het ministerie vanInfrastructuur en Milieu, mevrouw S.A.M. Dijksma met het bijbehorende rapport.
De Onderzoeksraad voor Veiligheid zal dit rapport publiceren op 6 april 2017.
De Onderzoeksraad voor Veiligheid zendt u dit rapport onder embargo om u in de gelegenheid testellen u voor te bereiden op eventuele vragen. Wij wijzen u erop dat indien u het rapport verspreidtbinnen en/of buiten uw organisatie, u verantwoordelijk bent voor de geheimhouding tot het embargoafloopt.
De inhoud van dit rapport Is onder embargo tot 6 april 2017, 10:00 uur.
De Onderzoeksraad doet in zijn rapporten aanbevelingen aan partijen die kunnen bijdragen aan hetoplossen van gesignaleerde veiligheidstekorten. Reacties op aanbevelingen worden gepubliceerd opde website van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (www.onderzoeksraad.nl).
Hoogachtend,
mr. Carol A.J.F. Veyleijsecretaris-directed1-
r. Pl
Document 9A.3
Van: 10.2.eAan: 1O.2.eCc: 1O.2.e )-DGBOnderwerp: FN: 0W rapport Veiligheid vliegverkeer SchipholDatum: dinsdag 4 april 2017 17:57:03Prioriteit: Hoog
FYI 10.2.e Dank grt 1O2.e
Van: 10.2e -DGBVerzonden: oinsdag q april 2017 17:44Aan: Dijksma, S.A.M. (Sharon) - DBOCC: Frequin, M.M. (Mark) - BSK; Bos, ].A. van den (Jan) - ILT; 10.2.e ) - ILT;10.2.e
- ILT; 10.2.e- B5K; 1O.2.e DCC;
10.2.e- UU; 10.2.e
- uwOnderwerp: VVV rapport Veiligreid vliegverkeer schipholUrgentie: Hoog
Beste Sharon,
De Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft IenM geïnformeerd dat het rapport Veiligheidvliegverkeer Schiphol donderdag 6 april 2017 om 10 uur publiek wordt gemaakt.Woensdag om 17 uur ontvangen jij, Mark Frequin en Jan vd Bos een kopie. Deverwachting is dat er onder meer aanbevelingen instaan over de wijze waarop IenM haarverantwoordelijkheid invult en de kennis en kunde van ILT.
Woensdagavond wordt het rapport doorgenomen en samen met DCC eenwoordvoeringslijn voor je opgesteld waarin je op hoofdlijnen ingaat op de aanbevelingenuit het rapport. Donderdagochtend komt die via DCC naar je toe.Ondermeer adviseren we dat 11.1
Het rapport is vanaf donderdag reeds openbaar en hoeft dus nietdoor ons aan de Kamer te worden aangeboden.
Volgens de Rijkswet Onderzoeksraad Veiligheid hebben we vervolgens 6 maanden omrichting OVV in detail te reageren op de onder ons regarderende aanbevelingen.
Groet, 1O.2.e
Document 9A.4
1O.2.e SK;1O.2.e 1O.2.ei1O.2.e i1O.2.e J;1O.2.e
-BSK;1O.2.e 1O.2.e zJ21O.2.eJ.;1O.2.e J;1O.2.e J2;1O.2.e
1O.2.e iu;1O.2.e;1O.2.e zfl;1O.2.e i1O2.e
- t3sç; 1 O.2.e O2.e i; 1O.2.e
.J2 1O.2.e 1 O2.e
Hierbij het afsprakenlijstje van de staf Stas van hedenmiddag.
Groeten,1O.2.e
Van:Aan:
Cc:
Onderwerp:Datum:Bijlagen:
1O.2.e
____
1O.2.e
1O.2.e35K; 1O.2.e1O.2.e
1O.2.e
____
1O.2.e ..Si;1O.2.eJ2k;1O.2.e
afsprakenhijsije staf Stas 5 april 2017.docwoensdag 5 april 2017 16:31:02
afsorakenilistie staf Stas 5 april 2017.doc.docx
Beste allemaal,
Document 9A.4.1
Afsprakenliistie staf Stas — DGB d.d. 5 april 2017
Luchtvaart
- Buiten verzoek
- Buiten verzoek
- OVV rapport Schiphol: rapport wordt op 06/04 gepubliceerd. DGB/ILT ontvangtop 05/04 het rapport en persbericht van OVV. Woordvoeringslijn voor morgenwordt aan stas gestuurd en binnen twee weken volgt een reactie op hoofdlijnenaan TK.
Buiten verzoek
Document 1OA.3
Van: 1O.2.eJi;1O.2.e )-DGB;1O.2.e 0;1O.2.e
ORWOnderwerp: Memo Reactie op de 0W conclusies en aanbevelingen externe veiligheidbeleid SchipholDatum: donderdag 20 april 2017 15:04:54Bijlagen: Memo Reactie oo de 0W conclusies en aanbevelingen externe veiligheidbeleid Schiohol.docx
Hierbij de laatste versie van het memo: Reactie op de OVV conclusies en aanbevelingenexterne veiligheidbeleid Schiphol.
Groet,1O.2.e
Document 1OA.4
Veiligheidsplatform Schiphol : Eerste reactie op het eindrapport OvV ‘Veiligheid vliegverkeerSchiphol’.
Het Veiligheidsplatform Schiphol (VpS) heeft zich maandag 10 april beraad op de aanbevelingen inhet eindrapport ‘Veiligheid vliegverkeer Schiphol’ van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, en danmet name op de aanbevelingen over de verdere ontwikkeling van VpS:
Samenwerken aan veiligheid
Aan Schipho! Group, LVNL, en luchtvaartmaatschappijen binnen het VeiligheidspiatformSchiphol (VpS)4. Stel een gezamenlijke visie op voor de veiligheid van Schiphol waarin expliciet te
realiseren veiligheidsdoelen met bijbehorende termijnen zijn opgenomen.5. Zorg voor een Integraal Veiligheidsmanagementsysteem (IVMS) waaraan alle partijen
in het VpS zich committeren, met in ieder geval de volgende onderdelen:a. gezamenlijke aanpak van veiligheidsrisico’s met betrekking tot relaties en inter-
acties tussen de afzonderlijke partijen (interfaces);b. gezamenlijke incidentonderzoeken en proactieve veiligheidsanalyses.
6. Zorg ervoor dat het Veiligheidsplatform Schiphol een formele status krijgt metdoorzettingsmacht waarbinnen operationele en strategische beslissingen over veiligheid op Schiphol kunnen worden genomen.
De deelnemende partijen, verenigd in het VpS, zien in de aanbevelingen de mogelijkheid om een zeervooruitstrevende ambitie te realiseren. Immers, nergens anders ter wereld is een civielsamenwerkingsverband op een grote luchthaven dat z6 ver gaat als de Raad hier voorstelt.
De overheid is stelselverantwoordelijk voor de veiligheid van Schiphol. VpS gaat in gesprek met deoverheid om de plaats, rol en verantwoordelijkheid van het Veiligheidsplatform Schiphol in te vullenzoals dat in de visie van de overheid passend is. De rol van de overheid als beleidsmaker enregelgever zal worden ondersteund door met het Ministerie van Infrastructuur en Milieu samen tewerken aan een realistische veiligheidsdoelstelling (normering) en ontwikkelingstijdpad. De rol vande overheid als toezichthouder zal worden ondersteund door met de Inspectie Leefomgeving enMilieu (ILT) afspraken te maken over systeemtoezicht op de gemeenschappelijke programma’s enactiviteiten van het VpS en handhaving van overeengekomen veiligheidsnormen.
De samenwerkende partijen in het VpS zullen in 2017 in ieder geval een gezamenlijke veiligheidsvisieopstellen met concrete te realiseren veiligheidsdoelen. Daarbij hoort een plan voor een herinrichtingvan de VpS organisatie om nog meer effectiviteit binnen de sector te borgen voor het sturen opveiligheid (management of safety). De principes van ICAC Annex 19 (Safety Management) zullendaarbij leidend zijn. Al enige tijd doen partijen in het VpS gezamenlijk onderzoek naar voorvallenzoals runway incursions. Binnen de expertgroepen worden al gezamenlijk veiligheidsrisico’sgeïnventariseerd en geanalyseerd (predictive safety), gericht op de interfaces tussen de bedrijven.Deze functies zullen verder worden versterkt en ontwikkeld om uiteindelijk te leiden tot een IVMS(‘sector safety management system’). Het is passend om een besluit over doorzettingsmacht van VpSaf te laten hangen van een nieuw proces voor het sturen op integrale veiligheid en een nieuw sectorsafety management systeem.
Document 1OA.6
Van: 1O.2.eAan: 1O.2.e D;1O.2.eOnderwerp: Egindverantwoordelijkheid/RegieDatum: maandag 12juni 2017 21:37:04
Bestel O.2.e
Hierbij wat we vanmorgen kort besproken hebben met nog enkele aanvullingen. Grt 1O2,e
Eindverantwoordelijkheid! Regie nemen in Veiligheid
- Wat verstaan we onder integrale eindverantwoordelijkheid?
https://zoek.officielehekendmakingen.nl/kst-24804-28.htrn 1
Daarnaast wordt zoveel mogelijk aangestuurd op integrale afstemmingtussen de veiligheidssystemen van de betrokken sectorpartijen binnen hetgehele proces waar dat nuttig en mogelijk is. Deze afstemming vindtbijvoorbeeld plaats in het Veiligheids Platform Schiphol. Voorts is er voorde specifieke veiligheidsproblematiek op en rond Schiphol een onafhankelijkeministeriële adviescommissie (Veiligheids Advies CommissieSchiphol, VACS) ingesteld.
- Waar is het VPS geformaliseerd?
11.1
11.1
https://zoek.offlcielehekendmakingen .nI/kst-24804-28.htm 1
Daarnaast wordt zoveel mogelijk aangestuurd op integrale afstemmingtussen de veiligheidssystenien van de betrokken sectorpartijen binnen hetgehele proces waar dat nuttig en mogelijk is. Deze afstemming vindtbijvoorbeeld plaats in het Veiligheids Platform Schiphol. Voorts is er voorde specifieke veiligheidsproblematiek op en rond Schiphol een onafhankelijkeministeriële adviescommissie (Veiligheids Advies CommissieSchiphol. VACS) ingesteld.
Document 1OA.7
Van: 1O.2.eAan: 1O.2.eCc: 1O.2.eOnderwerp: Eindverantwoordelijkheid IenM mbt veiligheid.Datum: dinsdag 30 mei 2017 17:28:43Bijlagen: IENM BSK-2017 101223 Kamerbriet 0W raooort Veiligheid vlieaverkeer Sch....cioo
Beste 10.2.e
Een van de aanbevelingen van de OVV is dat enM de rol als eindverantwoordelijke voor deveiligheid nader invult.
Aanbeveling Eigenaar Betrokken
7. Vul de rol van eindverantwoordelijke voor 1 O.2.e PM
de veiligheid van het vliegverkeer op en rondSchiphol nader in door onder andere...
Notie: zie brief aan Kamer: ook breed kijkennaar invulling verantwoordelijkheid lenM en
instrumenten
In de brief naar de Kamer heeft de STAS aangegeven..
“Gezien de noodzaak om in de toekomst meer regie te voeren op de integrale veiligheid en de
samenwerking tussen sectorpartijen zal ik, mede om te zorgen dat alle partijen hun
verantwoordelijkheid nemen, voorstellen ontwikkelen om de aanbevelingen uit dit rapport op tepakken. Dit zal ik op onderdelen samen met de sectorpartijen doen, ook om aansluiting te
houden met de aanbevelingen die zij zelf uitwerken.”
IenM heeft conform de Wet en het verzoek van OVV een halfjaar om tot naderuitgewerkte standpunten over de aanbevelingen te komen. Begin oktober moeten erbrieven uit naar de Kamer en OVV. Omdat het schrijven van brieven en afstemmen ookenige tijd vergt, moet eea tijdig in september af zijn.
11.1
Grt
1O.2.e
Document 1OA.8
Van: 10.2.eAan: 10.2.e i;10.2.e )-DGBCc: 102.eOnderwerp: Publieke verantwoordingDatum: woensdag 12april 2017 10:53:42
Voor zover ik kan overzien hierbij de publieke verantwoording omtrentluchtvaartveiligheidveiligheid
Nationaal:• State Safety Program me, staat op onze site• SSP Actieplan, staat op onze site• DGB site/Veiligheid luchtvaartvaart\• ILT site met publicaties, (trend)analyses• Online melden voorvallen door LVNL, gestart begin 2016.• Signalen uit het Toezicht van ILT aan DGB, niet voor publiek
Internationaal:• Annual Safety Review EASA op Europees niveau, niet herleidbaar naar specifiek
land• Annual Safety Report Safety Regulation Control Eurocontrol op Europees niveau,
niet herleidbaar naar specifiek land• Questionnaires omtrent Effectiveness of Safety Management (E0SM), zoals
ingevuld door IenM en door LVNL (en wellicht ook MUAC, maar dat weet ik nietzeker) voor Nederland en verstuurd naar EASA/EC. Niet toegankelijk voorpubliek.
Met vriendelijke groeten,
1O.2.e
Ministerie van Infrastructuur en Milieu / Directoraat-Generaal Bereikbaarheid / DirectieLuchtvaart / Afdeling Luchtvaartveiligheid
Plesmanweg 1, 2597 JG Den HaagPostbus 20901, 2500 EX Den Haag
Telefoon: +31 (0)1 O.2.eTelefoon: +31 (0)1 O.2.e (mobiel)
E-mail: 1O.2.e minienm.nl
Document 1OA.9
Van: 10.2.eAan: 10.2.eOnderwerp: FW: Verantwoordelijkheid IenMDatum: woensdag 9 augustus 2017 15:09:17
Met vriendelijke groet,
1O.2.e
Verzonden vanaf mijn IPad.
Van: 1 O.2.e HBJZ 1 O.2.e @minienm.nl>Datum: vrijdag 07 apr. 2017 1:19 PMAan: 1 O.2.e - BSK 10.2.e @minienrn.nl>Onderwerp: FW: Verantwoordelijkheid IenM
hoi 10.2.e
11.1Groet,1O.2.e
Van: 1O.2.e - HBJZVerzonden: vrijoag / april u17 12:55Aan: - DGBCC:’°2 - HBJZ; 1O.2.e - BSK; 1O.2.e - HBJZ; 1O.2.e
- LXibOnderwerp: RE: Verantwoordelijkheid IenM
Hi 10.2e,Naar aanleiding van je vraag het volgende.
We hebben zoals ik vanochtend al aangaf in het verleden ook naar de Nederlandse borging vande internationale luchtvaartveiligheid verplichtingen gekeken. Dat gebeurde overigens naaraanleiding van de competent authority discussie. Die discussie ging met name over deverantwoordelijkheidsverdeling tussen de minister en de IG/ILT. Daar gaat je vraag naar ikaanneem niet over.Uit je bericht begrijp ik dat je voornamelijk wilt weten waar de eindverantwoordelijkheid voorluchtvaartveiligheid van IenM geborgd is.
Zie onderstaand.
Primaire verantwoordelijkheid voor luchtvaartveiligheid IenM
De Minister van Infrastructuur en Milieu is krachtens de Grondwet (artikelen 44 en 45)aangewezen als hoofd van het ook krachtens die wet ingesteld Ministerie vanInfrastructuur en Milieu. In die hoedanigheid is de Minister onder meer verantwoordelijkvoor de luchtvaart. Binnen het ministerie zijn diverse taken doorgemandateerd maar isde minister/staatssecretaris eindverantwoordelilk.
- Toedeling van de verantwoordelijkheid is met name in de sectorspecifieke Wetluchtvaart en in de Luchtvaartwet gebeurd. Tenzij anders bepaald zijn in die wetten allebevoegdheden met betrekking tot de luchtvaart (internationaal, Europees en nationaal)geattribueerd aan de Minister van Infrastructuur en Milieu. (zie bijvoorbeeld toedelingverantwoordelijkheden IenM in de hoofdstukken 2, 3, 4, 5, 8 Wet luchtvaart t.a.v.respectievelijk (personeel, luchtwaardigheid, vluchtuitvoering luchtruim, luchthavens enartikel 16 Luchtvaartwet tav. luchtvervoer)
- Voor specifieke onderwerpen zijn ook andere ministers of instanties aangewezen: ziebijvoorbeeld de bevoegdheden van de minister van Defensie hoofdstuk 5 en 10 Wet
luchtvaart tav. militaire zaken en de bevoegdheid van de Minister van Veiligheid enJustitie afdeling 3A Luchtvaartwet t.a.v. beveiliging van de luchthavens. Voor een enkelonderwerp is zelfs de IG/ILT rechtstreeks geattribueerd op grond van de Wet luchtvaart(artikel 8.22). Generiek ligt de verantwoordelijkheid echter bij IenM.
- Internationale en Europese verantwoordelijkheid luchtvaartveiligheidInternationaalInternationale verplichtingen op het gebied van de luchtvaartveiligheid staanhoofdzakelijk in het ICAO verdrag. Zie onder andere artt 12 en 37 m.b.t. rules of theair, luchtvaartveiligheidsstandards e.d. De verplichtingen die het ICAO verdrag en debijlagen daarbij aan de Nederland oplegt zijn zoals hierboven aangegeven uitgewerkt inde Wet luchtvaart en de Luchtvaartwet.Eu ropees/EasaMede krachtens de Wet luchtvaart vallen in Nederland ook de verantwoordelijkheden diede Europese regelgeving (EASA) aan de Lidstaten oplegt/laat, hoofdzakelijk onder deMinister van IenM (Wet luchtvaart titel 1.2). De minister kan ter uitvoering daarvanverschillende minsteriele regels vaststellen.
Groet,10.2e
Van: 10.2.e DGBVerzonden: vrijciag / april 2017 10:32Aan: 1O.2.e - HBJZCC: 10.2.e - HI3JZ; 10.2.e BSK1O2.e - HBJZ; 10.2.e
- U(I3Onderwerp: RE: Verantwoordelijkheid IenM
Hoi 10.2.eDank voor je snelle reactie.Betreft inderdaad OVV en Schiphol.
We willen dinsdagavond een concept brief aan TK gereed hebben.
Hoop dat je dat document over Competent Authority makkelijk kunt vinden.
Gr10.2.e
Van: 10.2.e - HBJZVerzonden: vrijdag / april 2u17 10:24Aan:10.2.e -DGBCC: 10.2.e - HBJZ; 10.2.e - BSK; 10.2.e - HBJZOnderwerp: R1: Verantwoordelijkflei lenM
Hi 10.2.e11.1
In het ICAO verdrag hebben de verdragsstaten inderdaad diverse verantwoordelijkhedengekregen bij het bewaken van de luchtvaartveiligheid. Het rules of the air artikel is daarslechts een van. Op grond daarvan moeten verdragslanden binnen hun territoir en voorzover het gaat om hun registratieluchtvaartuigen ook daarbuiten, de luchtvaartveiligheidt.a.v. het luchtruim, gebruik bewaken.Maar ook andere artikelen leggen de verantwoordelijkheid bij de verdragslanden. Alsregistratiestaat ben je immers vooral verplicht o.a. de luchtwaardigheid etc vanluchtvaartuigen te bewaken.In Nederland hebben we de verantwoordelijkheid wettelijk voornamelijk geborgd in hetkader van de Wet luchtvaart en de Luchtvaartwet. Vgl de taken die Onze Minister in datkader als primair verantwoordelijk toebedeeld heeft gekregen.We hebben eerder in het kader van de competent authority discussie de wettelijkeborging van de IenM verantwoordelijkheid uitgezocht. Ik zal het opsnorren en laat jeweten.
Wanneer moet je het uiterlijk weten?Groet,1O.2.e
Van:1O2.e -DGBVerzonden: vrijdag / april 2017 10:11Aan: 1O.2.e - HBJZCC:1O.2.e i-itJZ;1O.2.e )-BSKOnderwerp: verantwoordelijkheid lenM
Hallo 1O.2.e
We vragen ons af waaruit de eindverantwoordelijkheid voor de veiligheid van hetministerie kan worden afgeleid.11.1
In de ICAO convention staat:Article 12Rules of the airEach contracting State undertakes to adopt measures to insure that everv aircraft flying over or maneuveringwithin its territory and that every aircraft carrying its nationalitv mark. wherever such aircraft may be. shailcomply with the rules and regulations relating to the flight and maneuver of aircraft there in force. Eachcontracting State undertakes to keep its own regulations in these respects uniform, to the greatest possibleextent. with those esiablished from time to time under this Convention. Over the high seas, the rules in forceshall be those esiabhshed under this Convenlion. Each contracting State undertakes to insure the prosecution ofall persons violating the regulations applicable.
Kan hier de verantwoordelijkheid voor de veiligheid worden afgeleid, ook al wordt nietgesproken over veiligheid?Hoe hebben we dit in onze wet verwoord?
Bij voorbaat dank voor je reactie,
G roetjes,
10.2.e
Document 1OA.10
Van: 10.2eAan: 10.2e )-BSK;10.2e ..KLr;110.2e 110.2e
10.2e (cflmprtinpir.cgm”; 10.2e SPLLVI - KLM;i0.2e
Cc: 110.2e - KLM”: 10.2e EX1 DGLM - DLV - LuchtvaartveilighheidOnderwerp: Agenda en stukken Sectorenoverleg 10 mei as.Datum: maandag 1 mei 2017 16:38:18Bijlagen: Agenda sectorenoverleci 10-05-17.docx
bijlage 1 Windcriteria.docxbuiten verzoekbIllaae .3 Acties IenM Scnicrnolraouort OW.dgcxbijlage 4 Verordening EU REG 2017-373.pdfbuiten verzoekbulten verzoeK
Prioriteit: Hoog
Goedemiddag,
Bijgaand mail ik jullie een aangepaste agenda voor het sectorenoverleg van 10 mei as.We vergaderen van 15.00 tot 17.00 uur op de Plesmanweg zaal F0.037.
Bijlage 1 Windcriteria voor baantoewijzing op schipholbuiten verzoek buiten verzoekBijlage 3 OVV onderzoek Veiligheid SchipholBijlage 4 Verordening EU RG 20 17/373
Buiten verzoek buiten verzoekouiten verzoek buiten verzoek
Met vriendelijke groet,
10.2eSecretaris Afdeling Luchtvaartveiligheid
Ministerie van Infrastructuur en MilieuDirectoraat-Generaal BereikbaarheidDirectie LuchtvaartPlesmanweg 1-6 1 2597 )G 1 Den Haag 1 DO 1.06Postbus 20901 1 2500 EX 1 Den Haag
T 070 10.2eM 0610.2.e
10.2e minienm.nlhttg: /fwww.riikspverheid .nlfministeries/ienm
Document 1OA.1O.1
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
BestuurskernDir. LuchtvaartAfd. Luchtvaartveiligheid
Plesmanweg 1-6Den HaagPostbus 209062500 EX Den Haag
Contactpersoon1O.2.e
agenda
Betreft Sectorenoverleg (breed)
Vergaderdatum 10 mei 2017
Vergadertijd 15:00 - 17:00
Vergaderplaats Den Haag, Plesmanweg, zaal F0037
Deelnemers 1 O.2.e
Afwezig 1O.2.eKopie aan Allen, LVV
1. Opening en mededelingen• Kennismakingsrondje
2 Cybersecurity (bijlage 6)• Ter info
3. Wind Criteria (bijlage 1)
4. buiten verzoek
5. OVV onderzoek Veiligheid Schiphol (bijlage 3)
6 VPS
M +31(0)6-10.2.e1O.2.e @minienm.nl
Datum26 april 2017
Bijlage(n)div
7. Verordening EU REG 2017/373 (bijlage 4)
8. EU Meldingsverordening (bijlage 5)• Ter info
9. WVTTK• TOR??
Pagina 1 van 1
Document 1OA.10.2
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Sectorenoverleg (Breed) Bestuurskern
Dir.LuchtvaartAfd. Luchtvaartveiigheid
Plesmanweg 1-6Den HaagPostbus 209012500 EX Den Haag
Contactpersoon102e
M +31(0)6-10.2e
1—1—1 rri ‘[email protected] 1 1 1 1 1 Windciiteria voor baantoewijzing op Schiphol
Datum
10 april 2017
Beste Sectorleden
De vragen vanuit de Omgevingsraad Schiphol (ORS) zijn:1. Is het mogelijk de windcriteria voor baantoewijzing op Schiphol te
gebruiken zoals voorgesteld door de Commissie Rinnooy Kan van 2000?Dat wil zeggen bij goed zicht en een ‘droge’ baan voor de primaire baan20 kt dwarswind en 7 kt staartwind, beide inclusief windstoten, tegebruiken als baantoewijzingscriteria, waarbij gelijktijdig een aantalaanvullende maatregelen ingevoerd moeten worden als betrouwbarewindmetingen en het rapporteren van gust vanaf 5 ipv 10 knopen.
2. In ICAO Doc 4444, par. 7.2.6 staat nu dat noise abatement niet dedoorslaggevende factor mag zijn voor baantoewijzing indien dedwarswind, mci. gust, meer is dan 15 kt of de staartwind, mcl. gust, meeris dan 5 kt.Is het mogelijk in plaats van die 15 kt dwarswind uit te gaan van 17 of 18kt dwarswind?
De luchtvaartsector wordt gevraagd de (on)mogelijkheden aan te geven van hetdoor ORS gevraagde, uiteraard met voldoende aandacht voor veiligheid.
Baantoewijzingscriteria dwars- en staartwindVanuit de Omgevingsraad Schiphol (ORS) heeft IenM de vraag gekregen of hetmogelijk is de windcriteria voor baantoewijzing op Schiphol te gebruiken zoalsvoorgesteld door de Commissie Rinnooy Kan van 2000. Dat wil zeggen voor deprimaire baan 20 kt dwarswind en 7 kt staartwind, beide inclusief windstoten, tegebruiken, waarbij gelijktijdig een aantal aanvullende maatregelen ingevoerdmoeten worden.Indien op de primaire baan hogere windwaarden gaan optreden wordt bijtijdsovergegaan naar een andere baancombinatie, zodat op de primaire baan de 20/7niet wordt overschreden.De minister concludeerde kort daarna dat hoewel deze baantoewijzingscriteriaafwijken van de aanbeveling van ICAO ter zake, er voldoende argumentenbestaan om de nieuwe criteria in te voeren.
In de ICAO Air Navigation Commission (ANC) is geen steun verkregen voor hetvoorstel van NL om de tekst van ICAO Doc 4444 zodanig aan te passen dat degenoemde 15 en 5 kt worden vervangen door 20 en 7 kt.
Pagina 1 van 6
De huidige situatie op Schiphol is zodanig dat de LVNL door tijdig - dat wil zeggen Bestuurskern
vanaf 15 kt dwarswind en 0 kt startwind — selecteren van alternatieve Dir.Luchtvaart
Afd.
Luchtvaartveiligheidbaancombinaties probeert te voorkomen dat er een staart- of dwarswind is bijstarts of landingen hoger dan 20 kt dwarswind of 7 kt staartwind. Het overgaan
Datumnaar een andere baancombinatie gebeurt zoveel als mogelijk tussen twee (in- of 10 april 2017
outbound) blokken in, om te voorkomen dat tijdens een start- of landingspiek vanbaancombinatie moet worden gewisseld.
FabrikantenFabrikanten als Boeing en Airbus geven zogenaamde demonstrated cross windcapabilities aan. Hierbij toont een ‘average pilot’ aan dat bij een bepaaldedwarswind of startwind toch nog veilig geland/gestart kan worden.Voor veel vliegtuigen wordt een demonstrated crosswnd van maar liefst 40 ktaangegeven. Dat is geen harde grens, maar wel een ‘sportieve grens’, metmogelijke implicatie voor aansprakelijkheid.Voor staartwind daarentegen wordt vaak een maximum waarde van 10 ktafgegeven, aantonend dat veilige vluchtuitvoering veel gevoeliger is voorstaartwind dan dwarswind.
NL wetgevingMet het nieuwe Norm- en Handhavingsstelsel zijn de voorgesteldebaantoewijzingscriteria en maatregelen van de commissie Rinnooy Kandaadwerkelijk ingevoerd waarbij 15 knopen dwarswind en 0 knopen staartwindals minimum waarden voor de werkelijke of voorspelde windsnelheid, inclusiefwindstoten’, moet worden aangehouden voordat mag worden omgeschakeld naareen andere baancombinatie.De marges van 5 respectievelijk 7 knopen tussen deze waarden en de RinnooyKan criteria voorzien erin dat tijdig kan worden overgeschakeld naar een anderebaancombinatie om overschrijding van de Rinnooy Kan criteria van 20/7 tevoorkomen.Het criterium voor staartwind is in het nieuwe stelsel gesteld op 0 knopen. Demarge ten opzichte van de Rinnooy Kan limiet is hierdoor 7 knopen in plaats van5 knopen voor dwarswind. De grotere marge is nodig om, gegeven de groteregevoeligheid voor staartwind, rekening te kunnen houden met de variabiliteit inde gemiddelde en maximum windsnelheden als gevolg van de variatie in dewindrichting. Een relatief klein verschil in richting kan een groot verschil instaartwindsnelheid geven.In het AIP (geen wet) staat dat gegeven de verantwoordelijkheid van degezagvoerder deze altijd omwille van veiligheid om een andere dan de hemtoegewezen baan mag vragen. Zo’n verzoek mag niet worden geweigerd, ook nietals daar milieubeperkingen worden overschreden. Wel moet de gezagvoerderachteraf schriftelijk de argumenten en overwegingen voor diens verzoekaangeven.
‘‘Inclusief windstoten’ houdt in dat bij windstoten die meer dan x knopen boven degemiddelde windsnelheid y zijn, de maximum windsnelheid x+y moet worden(gerapporteerd en) aangehouden in plaats van de gemiddelde windsnelheid . Voorheen wasx gelijk aan 9 knopen en na Rinnooy Kan 5 knopen.
Pagina 2 van 6
LVNL BestuurskernOp de toren op Spi worden de door ICAO aanbevolen criteria van 15/5 niet als Dir.Luchtvaart
Afd. Luchtvaartveiligheidgrenswaarden gehanteerd.In de praktijk probeert men door tijdig wisselen van baancombinaties de 20 kt
Datumdwarswind niet te overschrijden op de primaire baan. Een betrouwbare 10 april 2017voorspelling van windrichting en —snelheid is daarbij essentieel.De ORS vraagt of het mogelijk is zo’n omschakeling naar een andere baan pas tedoen wanneer op de primaire baan de dwarswind meer is dan 17 of 18 kt inplaats van 15 kt nu.
Passages uit Nederlandse regelgeving en ICAO documenten
Regeling Luchtverkeersdienstverlening, artikel 10, lid 2:Onverminderd verordening (EU) nr. 923/2012 verlenen de instanties, bedoeld inhet eerste lid, luchtverkeersdiensten aan GAT in overeenstemming met de vantoepassing zijnde bepalingen uit de bijlagen 10 en 11 en documenten 4444 en7030 van het Verdrag inzake de burgerluchtvaart, zoals opgenomen in de bijlage‘ICAO documenten behorende bij diverse luchtvaartregelingen’. Deze bijlage ligtter inzage bij het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.LVNL is zo’n instantie ‘bedoeld in eerste lid’. GAT = General Air Traffic.
ICAO Annex 32.3 Criteria for issuance of local special reports and SPECI2.3.1 The list of criteria for the issuance of local special reports shall include thefollowing:
e) from 13 November 2014, when noise abatement procedures are applied inaccordance with 7.2.7. of the PANS-ATM (Doc 4444) and the variation from themean surface wind speed (gusts) has changed by 2.5 m/s (Skt) or more fromthat at the time of the latest report, the mean speed before and/or after thechange being 7.5 m/s (15 kt) or more,XCAO Doc 4444 PANS ATM, Procedures for Air Navigation Services, AirTraffic Management7.2.6 Noise abatement shail not be a determining factor in runway nominationunder the following circumstances:e) when the crosswind component, inciuding gusts, exceeds 28 km/h (15 kt), orthe tailwind component, including gusts, exceeds 9 km/h (5 kt).XCAO Doc 8168 PANS OPS, Procedures for Air Navigation ServicesAircraft Operation2.1.4 Noise abatement shail not be a determining factor in runway nominationunder the following circumstances:e) when the crosswind component, inciuding gusts, exceeds 28 km/h (15 kt), orthe tailwind component, inciuding gusts, exceeds 9 km/h (5kt).ICAO Annex 14 Vol 1, 6 th ed, July 20133.1.1 Recommendation.— The number and orientation of run ways at anaerodrome should be such that the usability factor of the aerodrome is not Iessthan 95 per cent for the aeroplanes that the aerodrome is intended to serve.3.1.3 Choice of maximum permissible crosswind componentsRecommendation.— In the application of 3.1.1 It should be assumed thatlanding or take-off of aeroplanes is, in normal circumstances, precluded when thecrosswind component exceeds:
Pagina 3 van 6
— 37 km/h (20 kt) in the case of aeroplanes whose reference field Iength is Bestuurskern
1 500 m or over, except that when poor runway braking action owing to Dir.LuchtvaartAfd. Luchtvaartveiligheid
an insufficient longitudinal coefficient of friction is experienced with somefrequency, a crosswind component not exceeding 24 km/h (13 kt) should
Datumbe assumed; 10 april 2017
ICAO: Definitions appifed in the context of the Standardization roadmap
1. Articie 37 of the Chicago Convention relates to the Adoption of internationalstandards and procedures:
Each contracting State undertakes to coliaborate in securing the highestpracticable degree of uniformity in regulations, standards, procedures, andorganization in relation to aircraft, personnel, airways and auxiliary services inall matters which such uniforrnity will facilitate and improve navigation.
To this end the International Clvii Aviation Organization shail adopt and arnendfrom time to time, as may be necessary, international standards andrecommended practices and procedures dealing with:
a) Communications systems and air navigation aids, inciuding groundmarking;
b) Characteristics of airports and landing areas;
c) Rules of the air and air traffic control practices;
d) Licensing of operating and mechanical personnel;
e) Airworthiness of aircraft;
f) Registration and identification of aircraft;
g) Coliection and exchange of meteorological information;
h) Log books;
i) Aeronautical maps and charts;
j) Customs and immigration procedures;k) Aircraft in distress and investigation of accidents;
and such other matters concerned with the safety, regularity, and efficiency ofair navigation as may from time to time appear appropriate.
2. The Convention doesn’t provide a definition of a Standard. The ICAO public
website uses the following definition, under the paragraph “Making an ICAO
Standards; fornis of Standards and Recommended Practices “. An ICAOStandard is defined as any specification for physical characteristics,configuration, materiai, performance, personnel or procedure, the uniformapplication of which is recognized as necessary for the safety or regularity ofinternational air navigation and to which Contracting States will confirm inaccordance with the Chicago Convention; in the event of impossibility of
Pagina 4 van 6
compliance, notification to the Council is compulsory under Article 38 of the BestuurskernDir. LuchtvaartConvention.Afd. Luchtvaartveiligheid
3. Referring to the ICAO public website. A Recommended Practice is any Datum
10 april 2017specification for physical characteristics, configuration, material, performance,personnel or procedure, the uniform application of which is recognized asdesirable in the interest of safety, regularity or efficiency of international airnavigation, and to which Contracting States will endeavor to conform inaccordance with the Convention. States are invited to inform the Council ofnon-compliance.
4. Referring to the ICAO public website, Standards and Recommended Practices(SARPs) are formulated in broad terrns and restricted to essential requireinents.For complex systems such as communications equipment, SARPs material isconstructed in two sections: core SARPs - inaterial of a fundamental regulatorynature contained within the main body of the Annexes, and detailed technicalspecifications placed either in Appendices to Annexes or in manuals.
5. Referring to the ICAO public website, Procedures for Air Navigation Services(or PANS) comprise operating practices and material too detailed for Standardsor Recommended Practices - they often amplify the basic principles in thecorresponding Standards and Recommended Practices. To qualify for PANSstatus, the material should be suitable for application on a worldwide basis. TheCouncil invites Contracting States to publish any differences in theirAeronautical Information Publications when knowledge of the differences isimportant to the safety of air navigation.
6. Referring to the ICAO public website, Regional Supplernentary Procedures (orSUPPs) have application in the respective ICAO regions. Although the materialin Regional Suppiementary Procedures is similar to that in the Procedures forAir Navigation Services, SUPPs do not have the woridwide applicability ofPANS.
7. Referring to the ICAO public website, Guidance Material is produced tosupplement the SARPs and PANS and to facilitate their implementation.Guidance material is issued as Attachments to Annexes or in separatedocuments such as manuals, circulars and lists of designators/addresses. Usuallyit is approved at the same time as the related SARPS are adopted.
8. Referring to the ICAO public website. Manuals provide information tosuppiement and/or amplify the Standards and Recommended Practices andProcedures for Air Navigation Services. They are specifically designed to
Pagina 5 van 6
facilitate implementation and are amended periodically to ensure their contents BestuurskernDir Luchtvaart
reflect current practices and procedures. Afd. Luchtvaartveiligheid
9. Referring to the ICAO public website, Circulars make available specialized Datum
10 april 2017
information of interest to Contracting States. Unlike manuals, circulars are notnormally updated.
Met vnendelijke groet,
10.2e
Pagina 6 van 6
Document 1OA.1O.4
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Sectorenoverleg (breed)
memo Acties IenM
BestuurskernDir.LuchtvasrtAfti. Luchtvaartveiligheid
Plesmanweg 1-6Den HaagPostbus 209042500 EX Den Haag
Contactpersoon1O.2.eAdviseurVeiligheidsmanagement
T 070-1O.2.eM +31(0)6-1O.2.e1O.2.e @minienm.nl
Beste sectorleden,
Schiphol is veiligEr is geen reden tot twijfel aan veiligheid op SchipholHet Luchtvaartveiligheidssysteem bestaat uit een keten van activiteiten waarinDGB (middels het State Safety Programme) de kaders aangeeft, nationaal eninternationaal normen worden gesteld, ILT certificaten verleent voordat eenbedrijf mag opereren, cle luchtvaartbedrijven zelf hun risico’s analyseren enbeheersen en ILT continu toeziet op de operatie en de naleving van wet- enregelgeving. De informatie die dit systeem oplevert, geeft goed zicht enmogelijkheid tot sturing op hetveiligheidsniveau van Schiphol, er is geen redentot twijfel.
De uitdaging is om het ook in de toekomst veilig genoeg te houden.
Datum10 april 2017
VeiligheidsPiatform Schiphol (VPS)Het ministerie wil de samenwerking binnen het VPS verbeteren.
Het samenwerking Schipholpartijen telt 3 niveaus:. OSO/SSO. vpS. Werkgroepen
oSo/SSoOperationeel Schiphol Overleg (OSO) en Strategisch Schiphol Overleg (SSO).OSO en SSO zijn door minister Netelenbos ingesteld ervan uitgaand dat Schipholpartijeneen gemeenschappelijke agenda hebben en de overheid zich uit het overleg kanterugtrekken. Zo’n gemeenschappelijke agenda blijkt in de praktijk niet het geval.Terwijl toch veiligheid een gemeenschappelijk belang is.De ToRs van de OSO en SSO zullen worden opgevraagd en te bezien of IenM toegevoegdewaarde kan hebben in de vorm van deelname en/of sturing. OSO en/of SSO kan wellichtdienen om geschillen uit VPS op te lossen.
vpSHet ministerie (DGB en ILT) wil haar rol in het VPS goed invullen. Het ministerie is nualleen toehoorder/observer bij het VPS, omdat de primaire verantwoordelijkheid voor deveiligheid bij de sectorpartijen zelf behoort te liggen. Mogelijkheden worden verkend om inhet VPS meer sturend deel te nemen.
Pagina 1 van 4
De T0R van het VPS zal worden bezien op actualiteit.Het ministerie wil bevorderen dat op onderdelen van het veiligheidsmanagement wordtsamengewerkt als ware het VPS verantwoordelijk.Veiligheidsmanagement kent vier onderdelen: veiligheidsverantwoordelijkheden,veiligheidsrisicomanagement, veiligheidsborging en veiligheidspromotie.Op het onderdeel veiligheidspromotie heeft de samenwerking binnen VPS al vormgekregen, het zou ook mogelijk moeten zijn bij veiligheidsrisicomanagement (incidentenanalyseren, risico’s identificeren, risico’s beheersen en veiligheidsprestatie indicatorenbepalen en bewaken) en veiligheidsborging (door elkaar ‘peer-to-peer’ te auditen).
WerkgroepenHet ministerie is nu alleen toehoorder/observer bij de werkgroepen van het VPS, RST enGMST (uitschrijven). Daarnaast zijn er nog andere werkgroepen.De T0R van de werkgroepen zullen worden bezien op actualiteit.
Rol van het ministerieHet ministerie overweegt een actievere rol in te nemen.Drie fases:1. Samenwerking in overtuiging van gemeenschappelijk belang,2. Via opschaling op niveau Staatssecretaris de overtuiging kracht bijzetten,3. Samenwerking wettelijk afdwingen.Het betreft twee opschaalmogelijkheden. Als samenwerking uit overtuiging nite mogelijkis, dan kan Staatsecretaris kracht bijzetten. Als ook dat niet aanzet tot samenwerking kaneen wetje daartoe helpen.
2 State Safety Programme (SSP).DGB gebruikt het SSP nadrukkelijk om luchtvaartveiligheid mee te verbeteren. Met hetSSP, het SSP actieplan en regelmatige overleggen met sectorpartijen wordt bijgedragenaan een zo’n goed mogelijk werkend Safety Management Systeem (SMS) bij de bedrijvenin de luchtvaartsector. DGB en ILT zoeken naar de beste wijze van toezicht en de juisteindicatoren om op te sturen.
Luchtvaart is niet zonder risico’s. ICAO vereist dat risico’s moeten worden geïdentificeerden beheerst tot een geaccepteerd veilig heidsniveau (risk management). ICAO stelt dat nietenkel op incidenten moet worden gestuurd, dat zijn ‘lagging’ indicatoren en daarmee loopteen Organisatie achter de feiten aan.Hoe presteert een organisatie? Worden activiteiten ontwikkeld om beter te presteren(personeel, techniek en/of procedures)? Dat zijn ‘leading’ indicatoren, die geven aan dateen Organisatie proactief werkt aan de veilig heidsprestatie.
Het SSP Actieplan heeft een groot aantal actiepunten, bijna alle betreffen het presterenvan de Nederlandse luchtvaart op gebied van veiligheid. Twee acties waar IenM meersturend in kan optreden zijn:i) IenM wil meer nadruk leggen op veiligheidsprestatieindicatoren. Hoe deoperationele veiligheidsprestatie goed te beoordelen en welke prestatieindicatorendaarvoor gebruike? Samen met de industrie en EASA wordt onderzocht hoe prestatiegericht toezicht moet worden ingevuld.ii) Daarnaast wil IenM een sluitend overzicht van alle aanbevelingen die deOnderzoeksraad heeft gedaan. Speciaal aandacht moet worden gegeven aan hetvoorkomen van een herhaling van een voorval waarover de Onderzoeksraad in hetverleden aanbevelingen heeft gedaan. Eerder gedane aanbevelingen dienen te zijnafgehandeld, maar ook zekerstellen dat partijen de geïmplementeerde aanbevelingenblijven gebruiken; daarvoor zal een procedure worden ontwikkeld.
Pagina 2 van 4
3 SectorenoverlegHet ministerie wil meer zichtbaar sturen middels het Sectorenoverleg, waarvan DGBvoorzitter is. Alle relevante luchtvaartbedrijven dienen aan tafel te zitten.
4 VEMER
VEMER - Veiligheid, Efficiency, Milieu Effect Rapportage -.
Het ministerie dient meer te sturen op significante veranderingen. Daartoe stelt ILT eenkorte rapportage op van iedere VEMER, inclusief een AL0SP/ALARP. Dergelijke rapportagesgeven Beleid beter inzicht in hoe de LVNL en de ILT tot hun afwegingen komen.
5 ORS (OmgevingsRaad Schiphol)
Het Ministerie heeft er bewust voor gekozen om in de afweging van omgevingsbelangen deinterne veiligheid niet bij de DRS neer te leggen, maar de traditionele rolverdeling vanuitICAD te continueren. Dit impliceert dat iedere sectorpartij de veiligheidseffecten moetafwegen en op raakvlakken daarbij afstemming plaatsvindt.Het ministerie stelt voor de veiligheidsconsequenties van verschillende opties ook aan deDRS tafel te bespreken. Tot nu toe is het Ministerie daar terughoudend in geweest omdatde DRS vanuit zijn taak het totaal van interne veiligheid niet kan overzien, het gaat ombetrekkelijk kleine verschillen in veiligheidseffect in combinatie met zeer specifiekeinhoudelijke details in de operationele sfeer.Het ministerie stelt voor te laten toetsen of de veiligheidsstudies van AAS, KLM en LVNLgoed zijn uitgevoerd. Hiermee kan onafhankelijk en zichtbaar de veiligheid van een DRSscenario worden aangetoond. De toets mag ook aanbevelingen bevatten.De veiligheidsaspecten van een DRS scenario moeten - zichtbaar — bij de start van eentraject worden meegenomen . IenM moet kijken naar de rol en werkwijze van de DRSinzake veiligheid en de IenM bezetting in DRS.
6 IenM
IenM beschikt over voldoende deskundigheid en capaciteit voor toezicht. De personelebezetting bij ILT en DGB blijft evenwel een uitdaging.IenM zal investeren op een andere vorm van toezicht en meer actieve sturing.
7 Internationaal
IenM wil invloed uitoefenen op de totstandkoming van internationale regelgeving (ICAO enEU). Daartoe zal IenM blijvend inzetten op deelname aan internationaal overleg.
8 Toezicht
De rol van de toezichthouder verandert van toezicht op de naleving door deluchtvaartsector naar toezicht op de veiligheidsprestatie van de luchtvaart. Toezicht op denaleving is een reactieve vorm van toezicht. Toezicht op de veiligheidsprestatie is eenproactieve vorm van toezicht die meer bijdraagt aan de verdere verbetering van de
Pagina 3 van 4
luchtvaartveiligheid.De ILT zal hierop inspelen. De handhaving van de norm wordt minder belangrijk dan hetovereenkomen van het niveau van veiligheidsprestatie. De inspecteur verandert van eenhandhavende verkeersagent in een meedenkende wijkagent.
9 DGB
Veiligheid is vaak een stilzwijgende voorwaarde. Daardoor lijkt veiligheid ondergeschiktaan andere belangen. De rol van de afdeling Luchtvaartveiligheid binnen de directieLuchtvaart kan worden vergeleken met een stilzwijgende voorwaarde. DGB zal deze rolverduidelijken en daarmee de veiligheid steviger neerzetten.
1O.2.e
Pagina 4 van 4
Document 1OA.12
Van: 1O.2.eAan: DGLM - DLV - LuchtvaartveiHphheidOnderwerp: Conceptagenda Sectorenovereg (breed) 13 april as.Datum: maandag 20maart2017 15:57: 15Bijlagen: Conceotacienda sectorenoverlep 13-04-17.docx
Goedemiddag,
Bijgaand mail ik jullie de conceptagenda van het sectorenoverleg van 13 april as.
Indien er nog aanvullende agendapunten zijn dan kunnen jullie dat voor donderdag as.mij doorgeven.
Met vriendelijke groet,
10.2.eSecretaris Afdeling Luchtvaartveiligheid
Ministerie van Infrastructuur en MilieuDirectoraat-Generaal BereikbaarheidDirectie LuchtvaartPlesmanweg 1-6 1 2597 JG 1 Den Haag 1 D01.06Postbus 20901 1 2500 EX 1 Den Haag
T 070 10.2eM10.2.e
10.2.e minienm.nIhttn ://www.rijkspverheid . nl/ministeries/ienm
Document 1OA.15
Van: l0.2.eAan: l0.2.e ;PostbusDGBCc: 10.2.e ;10.2.e i;l0.2.e P;l0.2.e
Onderwerp: RE: Afspraak Michiel van Dorst - Mark Frequin 24/2Datum: donderdag 23 februari 2017 14:51:45Bijlagen: Gesoreksnotitie DG Van Dorst (LVNL) 24 februari 2017.docx
Hoi 10.2.e
Hierbij de annotatie voor Mark voor gesprek 10.2.eAangevuld met laatste informatie uit AO van vandaag.
Groet10.2.e
Van: 10.2.e -DGBVerzonden: donderdag 2.3 februari 2017 12:22Aan: l0.2.e
- BSK; Postbus DGBOnderwerp: K1: AfspraaK Miciliel van Dorst - Mark Frequin 24/2
Klopt.Komt zeker voor 15u.
Van: lO.2.e -BSKVerzonden: donderdag 2.3 februari 2017 11:53Aan: Postbus DGBCC: 10.2.e DGBOnderwerp: R1: Afspraak Micrilel van Dorst - Mark Frequin 24/2
Dag l0.2.e dat islO.2.e
Groet,l0.2.e
Van: Postbus DGBVerzonden: donderdag 23 februari 2017 11:12Aan: 10.2.e
- BSKOnderwerp: R1: Afspraak Micfliel van Dorst - Mark Frequin 24/2
Bestel 0.2e
Wie levert de voorbereiding aan voor het gesprek van morgen?Tas van Mark sluit vandaag om 15.00 uur al.
Met vriendelijke groet,
l0.2.eSecretariaat DG
Directoraat-generaal BereikbaarheidMinisterie van Infrastructuur en MilieuPlesmanweg 1-6 1 2597 JG 1 Den Haag 1 Kamer l0.2.ePostbus 20904 1 2500 EX 1 Den Haag
T +31 10.2.eoostbusdobminienm.nl
Van: 10.2.e- BSK
Verzonden: donderdag 1 tebruari 2017 7:55Aan: Postbus DGBOnderwerp: RE: Afspraak Michiel van Dorst - Mark Frequin 24/2
Vep.
Groet,10.2.e
Van: Postbus DGBVerzonden: woensdag 1 februari 2017 16:19Aan: 10.2.e BSKOnderwerp: i-w: AtspraaK Micrilel van Dorst - Mark Frequin 24/2
Hoi,
Wil je laten voorbereiden? Groet, 10.2.e
Van: 10.2e- BSK
Verzonden: woensdag 1 februari 2017 5:06Aan: Postbus DGBOnderwerp: RE: Afspraak Michiel van Dorst - Mark Frequin 24/2
Ja, is vooral bijpraten.
Verzonden met BlackBerry Work (www.blackberrv.com)
Van: Postbus DGB <[email protected]>Datum: dinsdag 31jan.2017 5:29 PMAan: 10.2.e
- BSK <10.2.e @minienm,nI>Onderwerp: Afspraak Michiel van Dorst - Mark Frequin 24/2
Ben je akkoord met afspraak met Michiel van Dorst 24/2
Onderwerpen ter bespreking:
5nvek
• Ovv
Met vriendelijke groet,
10.2.eSecretariaat DG
Directoraat-generaal BereikbaarheidMinisterie van Infrastructuur en MilieuPlesmanweg 1-6 1 2597 JG 1 Den Haag 1 Kamer 10.2.e
Postbus 20904 1 2500 EX Den Haag
T +31 [email protected]
Document 1OA.15.1
Gesprek DG met Michiel van Dorst (CEO LVNL)24 februari 2017
Agenda• Buiten verzoek
• ovv
Buiten verzoek
ovvVolgens de normale procesgang heeft de OVV in januari j.l. het conceptrapport onder striktegeheimhouding toegestuurd aan betrokken organisaties, waaronder I&M en LVNL.
I&M heeft commentaar gegeven op het rapport en daarbij ook afgestemd met betrokkenluchtvaartorganisaties die om respons was gevraagd. De inhoud van de commentaren blekeneenzelfde richting te hebben.
11.1
De OVV zal nu haar definitieve rapport opstellen. Het is niet bekend wanneer dit zal verschijnenmaar dit lijkt in ieder geval na de TK verkiezingen te zijn.
Document 1OA.16
Van: 10.2.eAan: 10.2.e 010.2.e 10.2.e O;10.2.e
1 0.2.e u; 10.2.e ; 1 0.2.eOnderwerp: strategische milieuverkenning: basis van ontwerp NNHSDatum: woensdag 26 april 2017 15:44:36Bijlagen: 20081024 strategische-milieuverkennino-schioholodf
Dag allen,
Heb de strategische milieuverkenning gevonden die de basis vormt voor NNHS. Deze iste vinden in het archief op de DRS site van de Aldersstukken, zie bijgevoegd. Bijlagen enkaarten zijn te vinden onder jaartal 2008:http : //www.alderstafel. nl/archief. html
Hierin staat op pagina 31:Het te ontwerpen concept voor de middellange termijn moet bovenal een realistischconcept zijn. Dit betekent dat het concept operationeel en technisch maakbaar enuitvoerbaar moet zijn. Vanzelfsprekend moet het concept aan de veiligheidseisenvoldoen. Dit vergt een enorme uitdaging en stelt eisen aan het operationeelafhandelingsconcept aangezien bij een toenemend verkeersvolume de totale veiligheidniet mag verslechteren. Dit vertaalt zich naar een hogere veiligheidseis per vlucht.
En op pagina 42:Naast de wettelijke criteria voor gelijkwaardigheid is operationele maakbaarheid detweede harde randvoorwaarde. Immers, een concept moet operationeel veilig gevlogenkunnen worden en ook in de praktijk aan de doelstellingen kunnen voldoen.
Op pagina 43 wordt geconcludeerd dat: het huidige operationele concept is zo goed alsgeoptimaliseerd, o.a. vanuit veiligheid bezien.
Veiligheid komt nog op enkele andere plekken terug.
Dus veiligheid is bekeken bij het ontwerpen van NNHS. Het stuk is zoals jullie zien vanLVNL en Schiphol samen.
Groeten
10.2.e
Docum
ent1O
B.1
Van:
10.2.eA
an::1O
.2.ek
lm.c
om
;10.2.e
ivnl.n
r;1O
.2.eschooLnr;
10.2.e0S
;10.2.e
On
derw
erp:
coördinatie-overlegopvolging
aanbevelingen0W
Datu
m:
woensdag
13septem
ber2017
18:39:00B
ijlagen
:A
aendacoördinatie-overieo
15se
vtn
ber
20
17
a&A
aendaount1
Conceotversiao
coordinatie-oveilea5ju
li2017
odfA
oendaount2
ConceD
tra000ftN
LR
.odfM
end
aiun
t3
Tabel
boruenIS
MS
Ddf
AaendaD
unt 4F
asenin
ontwikkehnp
oocrationeelconceto
df
AaendaD
unt5
conceotbriefIenM
aanO
W.odf
Beste
ledenvan
hetcoördinatie-overleg,
Vrijdag
15sep
tember
2017van
9.00to
t10.30
uurvindt
hetcoördinatie-overleg
plaatsover
de
opvolgingvan
deaanbevelingen
vanO
VV
overde
veiligheidvan
hetvliegverkeer
opS
chiphol.
Bijgevoegd
treftu
deagenda
ende
bijlagenaan.
Met
vriendelijkegroet,
10.2.e
Docum
ent10B
.1.1
Ministerie
vanInfrastructuur
enM
ilieu
Bestu
ursk
ern
Dir.
Luchtvaart
Den
Haag
Postb
us
209012500
EXD
enH
aag
Conta
ctp
erso
on
10.2.eM+3
1(O
)102e
10
.2.e
©m
inien
m.n
l
agenda
Betreft
Coördinatie-overleg
opvolgingaan
bev
elingen
OV
Vveiligheid
vlieg
verk
eerS
chipholV
ergad
erdatu
m15
septem
ber
2017
VergaderH
jd09:0
0-
10:30
Verg
aderp
laatsS
chipholgebouw
1.V
erslagcoörd
inatie
-overle
g5
juli
20
17
Vaststellen
vanhet
verslag
(ziebijlage).
2.In
teg
rale
veilig
heid
sanaly
seN
LR
Het
con
ceptrap
po
rtvan
NLR
isvoor
consu
ltatieverzo
nden
(ziebijgevoegd).
NLR
(10.2.e)
presen
teertde
voorlopigeresu
ltaten.
3.In
teg
raal
veilig
heid
smanagem
ent
Bespreken
opties
voorborgen
vanintegraal
veilig
heid
sman
agem
ent
inrelatie
tot
deaan
bev
elingen
diede
OV
Vaan
deoverheid
heeft
ged
aan(zie
bijgevoegdetab
el).
4.
Fase
ring
ontw
ikkelin
gopera
tioneel
co
ncep
tB
eeldendelen
overde
faseringin
deontw
ikkelingvan
hetoperatio
neel
concept(zie
bijgevoegdm
emo).
5.C
onceptb
rieven
secto
ren
IenM
aan
OV
VB
esprekennad
erereacties
opde
concep
tbriev
envan
desecto
ren
IenMaan
deO
VV
(bijgevoegdco
ncep
tbrief
vanIenM
,brief
vansecto
rw
ordtn
agezo
nd
en).
Pagina
1van
1
t
T00nc3(DD
0p:i1-
Nederlands
Lucht-
enR
uimtevaartcentrum
Het
NLR
iseen
too
naan
gev
end
,m
ondaal
opereren
d
onderzoekscentrumvoor
delucht-
enruim
tevaart.M
etzijn
multidisciplinaire
expertiseen
on
geëv
enaard
e
onderzoeksfaciliteiten,levert
NLR
innovatieve,integrale
oplossingen
voorcom
plexeuitdagingen
inde
aerospacesector.
De
werkzaam
hedenvan
hetN
LRbeslaan
hetvolledige
spectrumvan
Research
Developm
ent Test
&E
valuation
(RD
T&E).
Met
zijnkennis
enfaciliteiten
kunnenbedrijven
terecht
bijhet
NL.Rvoor
validatie, verificatie,kw
alificatie,
simulatie
enevaluatie.
Zooverbrugt
hetN
IRde
klooftussen
onderzoeken
toepassingin
depraktijk.
Het
NLR
werkt
zowel
vooroverheid
alsindustrie
inbinnen-
enbuitenland.
Het
NLR
staatvoor
praktischeen
innovatieveoplossingen,
technischeexpertise
eneen
langeterm
ijnontw
erpvisie.
Hierdoor
vindtN
LR’s
cuttingedge
technologyzijn
weg
naar
succesvollelucht-
enruim
tevaartprogramm
a’svan
OE
M’s
zoalsA
irbus,E
mbraer
enPilatus.
Het
NLR
draagtbij
aan
(defensie)programm
a’szoals
ESA’s
lxvre-entry
voertuig,de
F-35,de
Apache-helikopter
enE
uropeseprogram
ma’s
als
SESAR
enC
leanSky
2.
Opgericht
in1919
enm
et650
betrokkenm
edewerkers,
realiseerdeNLR
in2016
eenom
zetvan
71m
iljoeneuro.
Driekw
arthiervan
isafkom
stiguit
contractonderzoek,het
overigebetreft
eenoverheidsbijdrage.
Voor
meer
informatie
bezoek:w
.nlr.n
l
Ded
ilcatedto
ianovato
nn
aero
space
Integraleveiligheidsanalyse
Schiphol
ON
GE
RU
BR
IEE
RD
Probleem
stelling
Beschrijving
vande
werkzaam
heden
Resultaten
enconclusies
Toepasbaa
rheid
RA
PPOR
TN
UM
ME
RN
LR
-CR
-2017-313
AU
TEUR
(S)P
J.van
derG
eesti.G
.Verstraeten
G.W
.H.
vanEs
M.K
.H.
Giesberts
B.Klein
Obbink
A.LC
.R
oeien
RU
BR
ICER
ING
RA
PPOR
TO
NG
ERU
BR
ICEER
D
DA
TUM
KEN
NISG
EBIED
(EN)
Luchtvaartveiligheid
TREFW
OO
RD
(EN)
Veiligheidsanaiyse
Groei
Schiphol
MA
NA
GE
ME
NT
SA
ME
’AT
T[G
NG
ER
UB
RIC
EE
RD
NLR
Anthony
Fokkerweg
2
1059CM
Am
sterdam
p+
3188511
3113Ç
+31885113210
)info@
nlr.nl) w
ww
.nlr.nI
AU
TE
UR
(S):
P.J.van
derG
eestN
LR
i.G.
Verstraeten
NLR
G.W
.H.
vanEs
NLR
M.K
.H.
Giesb
ertsN
LRB.
Klein
Obbink
NLR
A.L.C
.R
oeIenN
LR
Decflcated
toin
novatio
nin
aero
space
NLR
-N
ederlandsL
ucht-en
Ruim
tevaartcentrum
1N
LR
-CR
-2017-313
OPD
RA
CH
TGEV
ERM
inisterievan
Infrastructuuren
Milieu
CO
NTR
AC
TNU
MM
ER
EIGEN
AA
R
NLR
DIV
ISIEA
erospaceO
perations
VER
SPREID
ING
Beperkt
RU
BR
ICER
ING
TITELO
NG
ERU
BR
ICEER
D
GO
EDG
EKEU
RD
DO
OR
:
i.G.
Verstra
eten
DA
TU
MD
AT
UM
jD
AT
UM
Niets
uitditrapportm
agw
ordenverm
enigvuldigden
/of o
pen
baar
gemaakt,
opw
elkew
ijzedan
ook,
zondervoorafgaande
schriftelijketoestem
ming
vande
eigenaar.
AU
TEUR
REV
IEWER
BEH
EREN
DE
AFD
ELING
2
-t
o
3
w
NL
R-C
R-2017-313
1
Co
nten
ts
Afk
ortin
gen
7
Inleiding9
1.1A
chtergrondvan
destudie
9
1.2D
oelvan
destudie
9
2A
anpak,uitg
angsp
unten
enafbakening
112.1
Afbakening
vanhet
begripveiligheid
11
2.2A
anpakvan
destudie
12
2.2.1Identificatie
vande
relevanteongevalscategorieën
13
2.2.2Identificatie
vangroei-effecten
14
2.2.3B
eheersmaatregelen
14
2.2.4A
utonome
ontwikkelingen
vande
veiligheid15
2.3U
itgangspuntenen
aannamen
15
2.4H
ethuidige
operationeelconcept
16
3E
ffectenvan
groeien
beh
eersmaatreg
elen20
3.1A
lgemene
autonome
veiligheidsverbetering20
3.1.1Introductie
20
3.1.2A
utonome
veiligheidsverbeteringenop
wereldschaal
20
3.1.3D
oelstellingenvoor
autonome
veiligheidsverbeteringen22
3.1.4R
egelgeving,uitvoering
enterugkoppeling
22
3.1.5Specifieke
initiatievenen
ontwikkelingen
voorveiligheidsverbeteringen
23
3.1.6V
erwachtte
autonome
verbeteringvliegveiligheid
voorSchiphol
27
3.2E
ffectenvan
groeiop
veiligheidop
enrond
Schiphol28
3.2.1T
erugkerendethem
a’s30
3.2.2A
nalyseongevalscategorieën
-in
destart-
enlandingsfase
33
3.2.3A
nalyseongevalscategorieën
-in
delucht
49
3.2.4A
nalyseongevalscategorieën
-opde
grond68
3.2.5A
nalyseongevalscategorieën
-diversen
82
4G
econso
lideerd
eresu
ltaten95
4.1G
roei-effectenen
mitigerende
maatregelen
95
4.1.1V
eiligheidin
destart-
enlandingsfase
enin
delucht
95
4.1.2V
eiligheidop
degrond
97
4.1.3D
iverseoverige
veiligheidsaspecten98
4.2E
ffectvan
groeiop
hetaantal
ongevallenper
jaarop
enrond
Schiphol99
5C
onclusies100
Appendix
A1C
AO
-ongevalscategorieen1055
0,
0
(D
zrt
rD
OJz
(D
0
0)
0
0z
0
0
‘tt0‘000
00
Ç0
0tN‘t
‘t
2ç-
0
n0
1Inleiding
1.1A
chtergrondvan
destu
die
Op
6april
2017bracht
deO
nderzoeksraadvoor
deV
eiligheid(O
VV
)het
rapportuit
overde
veiligheidvan
het
vliegverkeerop
deluchthaven
Schiphol[O
VV
,2017].
Het
OV
V-rapport
bevateen
aantalbelangrijke
observatiesm
et
betrekkingto
tde
veiligheidop
Schiphol.D
ezeobservaties
hebbengeleid
tot
eenaantal
conclusiesten
aanzienvan
de
huidigestaat
vanveiligheid
opSchiphol
enfactoren
diedie
deveiligheid
negatiefzouden
kunnenbeïnvloeden.
Eenbelangrijke
conclusiein
hetrapport
isdat
ergeen
signalenzijn
datde
veiligheidop
Schipholonvoldoendeis1.
Tegelijkertijd
zijner
eenaantal
zorgpunten,w
aardoorde
Onderzoeksraad
concludeertdat
hetniet
vanzelfsprekendis
dathet
veiligheidsniveauop
enrond
Schipholbehouden
blijft.Een
belangrijkzorgpunt
hierbijis
desnelle
groeivan
het
aantalbew
egingenop
Schipholgedurende
delaatste
jaren.In
hetO
VV
rapportw
ordtdan
ookletterlijk
geconcludeerd
datop
Schipholde
grenzenin
zichtkom
enw
aarbijhetvliegverkeer
binnenhet
huidigeoperationele
conceptveilig
afgehandeldkan
worden.
Factoren
diehierbij
worden
genoemd
zijnde
grotew
erkdrukvan
deverkeersleiders,
de
maxim
alebezetting
vande
toren,het
afwijken
vanstandaarden
enroutines
eneen
tekortaan
vliegtuigopstelplaatsen.
Dit
zouzich
—aldus
deO
nderzoeksraad-
uitenin
eentoenam
evan
hetaantal
incidenten.
Op
basisvan
dezeobservaties
enconclusies
doetde
Onderzoeksraad
eenaantal
aanbevelingenom
deveiligheid
bij
verderegroei
vanSchiphol
tekunnen
blijvenw
aarborgen,w
aaronder:
•A
anbeveling7c
aanhet
Ministerie
vanInfrastructuur
enM
ilieu(IenM
):B
eoordeelbijcrucialebesluiten
over
(degroei
van)Schiphol
degevolgen
voorveiligheid
inde
vollebreedte;
•A
anbeveling3
aande
SchipholG
roupen
LVNL:O
nderzoekvoorafen
integraalw
atde
effectenvan
groeivan
hetvliegverkeer
zijnop
deveiligheid
enneem
maatregelen
omdie
effectenstructureel
tebeheersen.
Inde
Om
gevingsraadSchiphol
(DRS)
isovereengekom
endat
hetjaarlijks
aantalbew
egingenop
Schipholtot
2020niet
zalgroeien
bovenhet
maxim
umvan
500.000bew
egingen.T
egelijkertijdlaat
hetzich
aanziendat
dezegrens
van
500.000bew
egingenal
in2017
behaaldzou
kunnenw
ordendoor
desnelle
groeivan
Schipholin
derecente
jaren.A
ls
gevolghiervan
wordt
nubesluitvorm
ingvoorzien
omverdere
groeiboven
500.000bew
egingenm
ogelijkte
maken.
In
ditkader
ishet
vanbelang
omde
mogelijke
gevolgenvoor
deveiligheid
inde
vollebreedte
teanalyseren.
Om
dezereden
heeftM
inisterievan
Infrastructuuren
Milieu
aanhet
NLRopdracht
verleendom
dezebrede
veiligheidsanalyseuit
tevoeren.
1.2D
oelvan
destudie
Het
doelvan
destudie
isom
degevolgen
voorde
veiligheidvan
eenrelatief
beperktegroei
vanhet
aantalbew
egingen
opSchiphol,
boven500.000
bewegingen,
breeden
integraalin
kaartte
brengenen
aante
gevenm
etw
elke
maatregelen
dem
ogelijknegatieve
effectenvan
groeibeheerst
kunnenw
orden.
‘Schuin
gedruktetekst
iseen
letterlijkequote
uithet
OV
Vrapport.
Indeze
doelstellingis
“eenrelatief
beperktegroei”
gedefinieerdals
maxim
aal10%
vanhet
huidigem
aximaal
aantal
bewegingen.
De
studieheeft
dusbetrekking
opeen
groeinaar
maxim
aal550.000
bewegingen.
Verder
worden
determ
en“veiligheid”,
“breed”en
“integraal”in
dedoelstelling
alsvolgt
geïnterpreteerd:“veiligheid”
wordt
gedefinieerdals
dem
atevan
afwezigheid
vanongevallen.
Veiligheid
opeen
luchthavenis
daarbijgerelateerd
aande
ongevalskansper
beweging
enhet
aantalbew
egingen.“breed”
betekentdat
effectenvan
groeivoor
alleIC
AO
ongevalscategorieën2
inkaart
worden
gebrachten
“integraal”betekent
datde
belangrijkstesectorpartijen
(luchthaven,verkeersleiding
enluchtvaartm
aatschappij)betrokken
zijnen
nadrukkelijkaandacht
besteedw
ordtaan
raakvlakkentussen
partijen.
Om
destudie
teverw
ezenlijkendienen
devolgende
onderzoeksvragenbeantw
oordte
worden:
•W
elkeongevalscategorieën
worden
beïnvloeddoor
eentoenam
evan
hetaantal
vliegbewegingen
op
Schiphol?
•W
elkefactoren
spelendaarbij
eenrol?
•In
hoeverredoen
dezefactoren
zichvoor
inde
Schipholoperatie?
•W
elkem
aatregelenzijn
mogelijk
omde
effectenvan
groeite
kunnenbeheersen?
•In
welke
mate
compenseert
dealgem
enetoenam
evan
deveiligheid,
alsgevolg
vanw
ereldwijde
veiligheidsinitiatieven,het
effectvan
toename
vanhet
aantalbew
egingen.
2Een
doorde
CIC
TT(C
AST
/ICA
Ocom
mon
Taxonom
yT
eam)
opgesteldelijst
voorhet
classificerenvan
voorvallen(ongevallen
enincidenten)
met
vliegtuigen.D
ezelijst
iseen
wereldw
ijdestandaard,
zie[lcA
O,
2013].In
ditrapport
wordt
determ
ongevalscategoriegebruikt
omnaar
eencategorie
uitde
lijstte
verwijzen.
2A
anpak,uitg
angsp
unten
enafb
aken
ing
Indit
hoofdstukw
ordttoegelicht
hoehet
beantwoorden
vande
onderzoeksvraagis
aangepakt.Z
oalsin
hetvorige
hoofdstukis
aangegevendraait
hetdaarbij
omde
veiligheidop
enrond
Schiphol.D
aaromw
ordteerst
insectie
2.1
aangegevenw
atin
dezestudie
wordt
verstaanonder
veiligheiden
hoehet
begripveiligheid
voordeze
studieis
afgebakend.In
sectie2.2
wordt
vervolgensde
aanpakvan
deveiligheidsanalyse
toegelicht.Z
oalsbij
elke
veiligheidsanalyseis
hetnoodzakelijk
omeen
aantaluitgangspunten
enaannam
ente
hanteren,deze
worden
toegelichtin
sectie2.3.
Eenbelangrijke
hoofdaanname
betrefthet
zogenaamde
operationeelconcept
Schiphol.H
et
operationeelconcept
wordt
daaromkort
beschrevenin
sectie2.4.
2.1A
fbakeningvan
het
begripveiligheid
De
resultatenvan
ditrapport
geveninzicht
inde
integraleveiligheid
vanSchiphol
bijeen
relatiefkleine
toename
van
hetverkeersvolum
e.D
itbetekent
datw
ordtgekeken
naarde
veiligheidvan
deS
chiphol-operatieals
geheel,en
niet
naarde
veiligheidvan
elkeactor
afzonderlijk.D
atis
nietalleen
vanbelang
omdat
inspanningenvan
alleactoren
die
actiefzijn
opSchiphol
tesam
ende
veiligheidop
deluchthaven
bepalen,en
omdat
maatregelen
inde
operatievan
de
eenindividuele
actorook
deveiligheid
inde
operatievan
andereactoren
kanbeïnvloedden,
maar
ooken
vooral
omdat
bekendis
datin
decom
plexeen
diepgeïntegreerde
operatievan
groteluchthavens
risico’skunnen
ontstaan
opde
interfacestussen
deactoren.
Dit
ishet
domein
vanhet
zogenaamde
integraalveiligheidsm
anagement.
Veiligheid:
ongevalskansp
erbew
egingo
f per
iaaren
auto
nom
egroei
inde
veiligheid
Uit
hetO
VV
-rapportkom
tnaar
vorendat
ergeen
signalenzijn
datde
huidigesituatie
alsonveilig
moet
worden
beschouwd.
De
vraagis
ofbij
eenbeperkte
groeivan
vliegverkeerdit
niveauvan
veiligheidkan
worden
behouden.
Voor
deintegrale
veiligheidsanalysew
ordtdeze
vraagvertaald
inde
vraagof
hetaantal
ongevallenper
jaargelijk
kan
blijvenbij
beperktegroei.
Om
daarinzicht
inte
krijgenw
ordtéérst
gekekennaar
heteffect
vangroei
opde
ongevalskansper
beweging.
Eventuele
effectenvan
groeiin
deS
chiphol-operatiem
oetenw
ordengem
itigeerd,zodat
deongevalskans
perbew
eginggelijk
blijftof
inelk
gevalniet
toeneemt.
Bijeen
gelijkblijvende
kansper
beweging
zalde
verwachtingsw
aardevan
hetaantal
ongevallenper
jaar
desalniettemin
toenemen
wanneer
hetaantal
bewegingen
perjaar
groeit.
De
veiligheidvan
hetvliegverkeer
wordt
echterniet
alleenbepaald
doorde
maatregelen
diedoor
deS
chiphol-actoren
worden
genomen
omde
effectenvan
groeite
beheersen.W
ereldwijd
wordt
doortal
vanorganisaties
—veelal
onder
aanvoeringen
coördinatievan
ICAO
,vande
grotevliegtuigfabrikanten,
vangrote
luchtvaartautoriteitenals
FAAen
EASA
,en
vanbrancheorganisaties
alsIA
TA,
CA
NSO
enACI
voortdurendgew
erktaan
verdereverbeteringen
vande
veiligheid.D
ezegezam
enlijkeinspanningen
hebbenover
deafgelopen
decenniabew
ezenzeer
effectiefte
zijnen
hebbenervoor
gezorgddat
deluchtvaart
steedsveiliger
wordt.
Deze
verbeteringenin
deveiligheid
worden
dooralle
maatschappijen
dieop
Schipholvliegen
alshet
ware
meegenom
ennaar
Schipholen
hebben-
naastde
specifieke
maatregelen
diedoor
deS
chiphol-actorenw
ordengenom
en-
eveneensinvloed
opde
veiligheidop
Schiphol.D
eze
(internationale)verbetering
inde
veiligheidw
ordtde
autonome
verbetering(in
deveiligheid)
genoemd.
Ongevallen,
incidentenen
voorvallen
Deze
studiericht
zichop
dekans
opeen
ongeval.Een
ongevalis
eenvoorval
waarbij
eenpersoon
fataalof
ernstig
letseloploopt
ofw
aarbijhet
vliegtuigsignificante
schadeoploopt.
Eenvolledige
definitievan
eenongeval
wordt
gegevenin
ICAO
Annex
13[ICA
O,
2001].O
verhet
algemeen
verschillenongevallen
enincidenten
alleenin
dem
ate
vanletsel
ofschade.
Effecten
vangroei
opde
ongevalskanszijn
daaromevenzeer
vantoepassing
opde
kansop
incidenten.V
oorde
huidigestudie
wordt
aangenomen,
dater
eenbepaalde
verhoudingbestaat
tussenhet
aantal
incidentenen
hetaantal
ongevallendie
opzichzelf
nietdoor
groeivan
hetluchtverkeer
wordt
benvloed.D
itbetekent
dateen
bepaaldeffect
vangroei
inrelatieve
zinevenzeer
doorwerkt
opde
kansop
eenongeval
alsop
dekans
opeen
incident.H
ettotaal
vande
kansop
eenincident
ende
kansop
eenongeval
wordt
devoorvalkans
genoemd.
Dus
ook
voorde
effectenvan
groeiop
dekans
opeen
ongevalof
voorvalgeldt
datdeze
inrelatieve
zinaan
elkaargelijk
zijn.In
diezin
zijnongevalskans
ofvoorvalkans
inde
huidigestudie
feitelijksynoniem
en.V
oorsom
mige
categorieënis
het
echterm
ogelijkdat
dezehypothese
nietvolledig
juistis
endat
heteffect
vangroei
opde
incidentkansen
de
ongevalskansniet
gelijkzijn.
Indat
gevalprevaleert
deongevalskans.
Vliegveiligheid
De
studiezich
richtop
vliegveiligheid.D
atw
ilzeggen
dater
gekekenw
ordtnaar
voorvallendie
betrekkinghebben
op
deoperatie
vaneen
vliegtuigtussen
detijd
dateen
persoonaan
boordgaat
met
deintentie
tegaan
vliegento
tde
tijd
datiedereen
vanboord
is.Er w
ordtdus
nietgekeken
naararbo-gerelateerde
ongevallengedurende
onderhoudof
afhandelingm
etniem
andaan
boord.Er
wordt
ookniet
gekekennaar
voorvallenveroorzaakt
doorbew
ust
onwettelijke
handelingen.Er
wordt
ookniet
specifiekgekeken
naarexterne
veiligheid,alhoew
elvliegveiligheid
(de
kansop
eenongeval)
eenbelangrijk
onderdeelis
vande
vaststellingvan
externeveiligheid.
2.2A
anpakvan
destu
die
Deze
studiebetreft
eenIntegrale
Veiligheidsanalyse
Schiphol(IV
A-SPL)
vande
effectenvan
eenbeperkte
groeivan
het
luchtverkeerop
Schiphol.D
edoelstelling
vandeze
studieen
dedaaraan
gekoppeldeonderzoeksvragen
zijn
gedefinieerdin
Sectie
Error!
Reference
sourcenot
found..D
evoor
hetbeantw
oordenvan
dezeonderzoeksvragen
gevolgdeaanpak
isschem
atischaangegeven
inE
rror!R
eferencesource
notfound..
Indeze
paragraafw
ordende
opeenvolgendestappen
inde
analysetoegelicht.