NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control...

52
Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s Besturing van industriedeuren NL Control 44/45 Gelieve zorgvuldig te bewaren.

Transcript of NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control...

Page 1: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Gebruiksaanwijzing enschakelschema’sBesturing van industriedeuren

NL

Control 44/45

Gelieve zorgvuldig te bewaren.

Page 2: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 2

1. Inhoudsopgave

Hoofdstuk Blz.

1. Inhoudsopgave 2

2. Verklaring van de symbolen 3

3. Afbeeldingen van de besturing Control 44 / Control 45 5

4. Belangrijke tips in verband met de bedrijfsveiligheid 7

5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 44 / Control 45 95.1 Verbinding besturing — aandrijving 9

5.1.1 Dynamic 121-128 en Dynamic 300 105.1.2 Dynamic 3-101 - 3-108 10

5.2 Verbinding besturing — deurblad 115.3 Instellen van het referentiepunt 14

5.3.1 Dynamic 121-128 en Dynamic 300 145.3.2 Dynamic 3-101 - 3-108 15

6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden 176.1 Overzicht van de indicaties en programmeermogelijkheden 176.2 Programmering van de basisfuncties van de aandrijving 206.3 Programmering van de uitgebreide aandrijvingsfuncties 23

7. Aansluiting van de veiligheidscontactlijst 29

8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen 318.1 Afstandsbesturing 318.2 Externe bedieningselementen (functiebeschrijving) 32

8.2.1 met systeemstekker 328.2.2 zonder systeemstekker 33

8.3 Aansluiting externe fotocel 368.4 Eindpositiemelding (relais) 388.5 Signaallampen voor sluitfunctie 408.6 Verlichting (relais extra functies) 41

9. Foutmeldingsnummers 43

10. Aanhangsel 4410.1 Schakelschema's 44

10.1.1 Schakelschema Control 44 4410.1.2 Schakelschema Control 45 46

10.2 Storingshandleiding 48

Page 3: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 3

Opgelet! Gevaar voor lichamelijk letsel!Hier volgen belangrijke veiligheidstips; ter voorkoming vanlichamelijk letsel dienen deze tips dringend opgevolgd teworden!

Attentie! Gevaar voor materiële schade!Hier volgen belangrijke veiligheidstips; ter voorkoming vanmateriële schade dienen deze tips dringend opgevolgd teworden!

2. Verklaring van de symbolen

Functiecontrole:Na aansluiting en programmering van de bedieningsapparatuurkan de besturing op haar functies gecontroleerd worden. Dit iszinvol omdat een eventuele fout meteen herkend wordt enbovendien tijd bespaard wordt bij het zoeken naar een foutachteraf.

Opmerking / tip

Page 4: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 4

2. Verklaring van de symbolen

in bedrijf, netspanning

impuls

storing

deur open

deur dicht

krachtbegrenzing

stop

extern bedieningselement

elektronische antenne

externe fotocel

zender(optosensor, fotocel)

ontvanger(optosensor, fotocel)

veiligheidscontactlijst

toerentalsensor

naar besturing

slappekabelschakelaar

verbindingskabel

loopdeurschakelaar

automatisch sluiten

verlichting

Symbolen voor besturing, aandrijving etc.:

Page 5: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 5

Afb. 1: Overzicht van de deur en diversecomponenten

DC

AB

F

E

Afb. 2: Folietoetsenbord (links) ensleutelschakelaar (rechts)

Afb. 3: Bedieningspaneel van de besturing

3. Afbeeldingen van de besturing Control 44 / Control 45

Overzicht van de deur en diversecomponenten:A toetsenbord van de besturingB aansluitingen besturingC aansluitingen deuraandrijvingD instelling referentiepuntE wandcontactdoos CEE-norm 16 AF aansluiting aan het deurblad.

Sleutelschakelaar:0 rood uitI blauw aan

Controlelampjes:1. fotocel2. eindpositie 'DEUR OPEN'3. sluittijden4. eindpositie 'DEUR DICHT'5. referentiepunt6. storing7. impulsgever8. bedrijfsspanning15. veiligheidscontactlijst

Bedieningselementen:10. toets PROGRAMMERING11. toets 'DEUR OPEN'12. toets 'DEUR DICHT'13. toets STOP

P21

3456

78

1 2 3

3 1 15 2

12 1113

0I

O1 O2O8 O3

O7

O11 O10

O4 O12O5O6

4 8 !5 2

!2 !3 !1

Page 6: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 6

Afb. 4: Aansluitingen in de besturing (detail)

3. Afbeeldingen van de besturing Control 44 / Control 45

Aansluitingen voor diverse stekkers:25. X30 veiligheidscontactlijst26. X20a elektronische antenne27. X10 externe

bedieningselementen28. X20 externe fotocel29. X40 toerentalsensor31. X5 toetsen afdekkap32. X8b signaallampen (relais)33. X8a eindpositie (relais)35. X8d extra functies (relais)

Aansluitklemmen:39. X2c externe

bedieningselementen

Programmeerschakelaar:36. S20 fotocelfunctie37. S20a fotocelfunctie

40. bedieningsgereedschap

O37

O35

Page 7: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 7

4. Belangrijke tips in verband met de bedrijfsveiligheid

Deze besturing mag uitsluitend aangesloten en in bedrijf gesteld worden doorgekwalificeerd en geschoold vakpersoneel. Gekwalificeerd en geschooldvakpersoneel in deze zin zijn personen die door elektrotechnisch geschooldpersoneel voldoende onderricht of getraind zijn, zodat ze in staat zijn gevaren te onderkennen die door elektriciteit veroorzaakt kunnen worden. Bovendienmoeten ze beschikken over de vereiste kwalifikaties binnen hun vakgebied, in het bijzonder:• Kennis van de desbetreffende elektrotechnische voorschriften.• Opleiding genoten hebben in gebruik en onderhoud van de betreffende

veiligheidsvoorzieningen.• Opleiding in eerste hulp bij ongevallen.

Attentie!Bij bekabelingswerkzaamheden moet de besturing absoluutspanningsloos geschakeld zijn.

• Plaatselijke veiligheidsvoorschriften in acht nemen!• Net - en stuurleidingen absoluut gescheiden leggen!

Stuurspanning 24 V DC.

Attentie!Voor het in gebruik nemen van de besturing, moetgecontroleerd worden of er zich geen personen of voorwerpenin de gevarenzone van de deur bevinden, omdat bij bepaaldeinstellingen de deur in beweging komt.

• Alle voorhanden zijnde noodinrichtingen moeten nog voor de inbedrijfstellinggetest worden.

• De aandrijving mag alleen bij gesloten deur gemonteerd worden!• Na inbedrijfstelling van de installatie moet de eigenaar of de gebruiker

geïnstrueerd worden in de juiste bediening van de installatie.• Er mogen geen kabels in de bovenzijde van de besturing ingevoerd worden.• Om technische redenen gaat de deur de eerste keer na het inschakelen van

de besturing altijd helemaal open

Page 8: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 8

4. Belangrijke tips in verband met de bedrijfsveiligheid

Opgelet!Attentie bij montage volgens de beveiligingsmodus IP 65:Uiterlijk na de inbedrijfstelling moet de netstekker vervangenworden door een vaste kabelaansluiting! Daarbij moet tevenseen meerpolige werkschakelaar geplaatst worden.

Opgelet!Indien deze waarschuwingen genegeerd worden kan ditlichamelijke letsels en materiële schade tot gevolg hebben.

Page 9: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 9

5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 44 / Control 45

5.1 Aansluiting besturing — deuraandrijving

• De elektrische verbindingen in de besturing uitvoeren zoals afgebeeld in afb. 5 of 6.

Aansluitingen in de besturing:50. beveiligingsgeleider-klem51. nettoevoerleiding aandrijving52. bus voor toerentalsensor

Legende schakelschema's:

Aansluitklemmen:X3 aandrijvingX3a motor

Steekverbindingen:X40 toerentalsensor aandrijvingX41 toerentalsensor motor

Afb. 5: Aansluitingen in de besturing Control 44 Afb. 6: Aansluitingen in de besturing Control 45

51 50 52 51 50 52

Page 10: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Afb. 8: aansluitingen aan de deuraandrijving

Nederlands / Blz. 10

5.1.2 Dynamic 3-101 - 3-108

• De aansluitingen aan de deuraandrijving uitvoeren zoals afgebeeld in afb. 8.

5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 44 / Control 45

5.1.1 Dynamic 121 - 128 / Dynamic 300

• De aansluitingen aan de deuraandrijving uitvoeren zoals afgebeeld in afb. 7.

Afb. 7: aansluitingen aan de deuraandrijving

Aansluitingen aan de deuraandrijving:53. beveiligingsgeleider-klemS4 nettoevoerleidingS5 toerentalsensor-bus

Aansluitingen aan dedeuraandrijving:53. beveiligingsgeleider-klemS4 nettoevoerleidingS5 toerentalsensor-bus O55

O54

O53

55 54 53

Page 11: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 11

5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 44 / Control 45

Opgelet!De besturing Control 44 / Control 45 bevat een ruststroomcircuit.Indien het ruststroomcircuit onderbroken wordt, kan de deurniet meer elektrisch in beweging worden gezet. Elementen in

dit ruststroomcircuit zijn bijvoorbeeld: slappekabel-, loopdeur- en vangbeveilings-schakelaar. Zijn deze elementen niet aanwezig, dan moet men de meegeleverdekortsluitstekker in de aansluitbus X30 steken.

5.2 Verbinding besturing — deurblad

Opgelet!Voor het geval een deurinstallatie met veiligheidscontactlijstin gebruik genomen wordt, geldt het schakelschema op bladzijde29 i.p.v. het hieronder afgebeelde schema.

Voor de daaropvolgende functiecontrole mogen de optische sensoren (zender en ontvanger) niet aangesloten zijn.

Aansluiting slappekabelbeveiliging (alleen Dynamic 121 - 128)• De systeemkabel verbinden met de aansluitbus X30 (25) in de besturing.

Page 12: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 12

Legende:

Schakelaar (systeemstekker):S5 loopdeur schakelaarS6 schakelaar voor slappe kabelS7 nachtvergrendeling

Schakelaars (klemschroeven):S5a * SchlupftürschalterS6a * SchlaffseilschalterS6b * Seillagensicherung

Steckanschlüsse:X30 sluitbeveiliging (in de besturing)X71A contact voor de loopdeurX71B schakelaar voor slappe kabelX71C nachtvergrendelingX71D schakelaar voor slappe kabelX73 verbindingskabelX74 ♦ optische sensor zender

Aansluitklemmen:X2c ruststroomcircuit (in de

besturing)X7C wendelsnoerX7H ruststroomcircuitX7L schakelaar voor slappe kabel

* Bij aansluiting moet de kortsluitbrugverwijderd worden.

♦ .Indien voorhanden

5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 44 / Control 45

• Steek de netstekker van de besturing in de wandcontactdoos van het typeCEE-Norm 16 A.

• Gelieve er op te letten dat de voedingsspanning uit de wandcontactdoosovereenstemt met de aangegeven waarde van de besturing en dat debeveiligingswijze voldoet aan de plaatselijke voorschriften.

• Bij een vaste aansluiting van de besturing is een meerpolige hoofdschakelaarvereist.

Afb. 9: Schakelschema

Opmerking:Opgelet: de Control 44 heeft een rechtsdraaiend draaiveld.

Page 13: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 13

5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 44 / Control 45

Functiecontrole netaansluiting en bekabeling aan de aandrijving:

• Beweeg de deur manueel half open.• Schakel de netspanning aan.

- Het controlelampje BEDRIJFSSPANNING (8) moet branden.-> Indien niet, zie dan de storingshandleiding onder punt 'geen spanning'.

• Druk op de toets 'DEUR OPEN' (11).- De deur moet open gaan.

-> Als de deur niet beweegt: zie storingshandleiding onder punt 'geen reactie na het geven van een impuls'.

Functiecontrole ruststroomcircuit:

• Controleer alle aangesloten veiligheidselementen door ze één voor één tebedienen.- De deur kan nu niet meer elektrisch in beweging worden gebracht.

-> Mocht dit toch het geval zijn, controleer dan de elektrische aansluiting vanieder veiligheidselement.

• Schakel nu de netspanning uit.

Attentie!Bij de volgende instellingen er absoluut op letten dat de deurNOOIT helemaal open of dicht beweegt. Stop de deur op zijnminst 50 cm voor het bereiken van de mechanische eindpositiesdoor het indrukken van de STOP-toets (13).

Page 14: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 14

5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 44 / Control 45

5.3 Instellen van het referentiepunt

5.3.1 Dynamic 121 - 128 en Dynamic 300

Dynamic 121 - 128: De deur manueel bewegen in de positie DICHT.Dynamic 300: Geleideslede in de positie DICHT monteren.

• De doorzichtige kap aan de deur-aandrijving openen.• De schakelas ontkoppelen door de rode ontkoppelingshefboom (19) naar voor

te leggen en de binnenste meeneemschijf (20) van het loopwiel in de richtingvan de as te drukken (zie afb. 10).

• Het kartelwieltje (21) draaien in de richting van de wijzers van de klok, tot deschakelslede (22) zich ca. 5 mm voor de links afgekante schakelnokken bevindt(zie afb. 10).

• De meenemerschijf weer inkoppelen en beveiligen met een hoorbaar weerinschakelen van de ontkoppelingshefboom.

19

2021

22

ca. 5 mm

Afb. 10: Instelling referentiepunt (deur is dicht)

• De deur moet nu manueel helemaal geopend worden.

Page 15: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 15

5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 44 / Control 45

• Met het kleine kartelwieltje de instelspil draaien tot de referentiepunt-schakelaar (24) door de schakelslede (22) geactiveerd wordt (zie afb. 11).

• Het kleine kartelwieltje (23) nog 1 -2 omwentelingen draaien tegen de richtingvan de wijzers van de klok.

• Aansluitend de doorzichtige kap van de aandrijving weer monteren.• Met de elektrische aandrijving de deur weer in de vooringestelde eindpositie

DEUR DICHT bewegen.

23

24

22

Afb. 11: Instelling referentiepunt (deur is open)

Page 16: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 16

5.3.2 Dynamic 3-101 - 3-108

1. Zet de deur handmatig in de mechanische eindpositie DEUR-DICHT.2. Open het deksel van de aandrijfkast3. Draai met de madenschroef (J) de bevestiging (arrêt) van de schakelnok (D) los.4. De schakelnok (D) zo instellen dat de eindpuntschakelaar ca. 0,7 - 1,0 m voor

het bereiken van de eindpositie DEUR-OPEN, in werking treedt (stelling H).5. Bevestig de schakelnok (D) opnieuw door het vastdraaien van de

madenschroef (J).6. Monteer aansluitend opnieuw het deksel van de aandrijfkast7. Schakel de netspanning aan en druk op de toets DEUR-DICHT (12). De deur

beweegt zich nu naar de voorgeprogrammeerde eindpositie DEUR-DICHT.

Afb. 12: Instelling van het referentiepunt

5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 44 / Control 45

A B C D E FC

J

HG

Page 17: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 17

6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden

6.1 Overzicht van de indicatiefuncties en deprogrammeermogelijkheden

IndicatiefunctiesNa het inschakelen van de netspanning voert de besturing een zelftest uit (alle controlelampjes branden ca. 2 seconden).• Zie ook afb. 2, bladzijde 5.

FoutmeldingenKnippert het controlelampje STORING (6), dan wordt het bijbehorendefoutmeldingsnummer na kort indrukken van de programmeertoets j (10)aangeduid (indicaties knipperen onregelmatig). Het foutmeldingsnummer wordtberekend door de optelsom van de knipperende cijfers.• Zie ook 9. Foutmeldingsnummers, bladzijde 43.

Programmeren van de basisfuncties van de aandrijvingToets j (10) langer dan 2 seconden ingedrukt houden. Dan wisselt de besturingvan de operationele toestand naar de programmeermodus voor de basisfuncties,indicatie 1 knippert, alle andere indicaties branden.Toets j kan losgelaten worden.

Met de toetsen h (11) of g (12) kunnen wijzigingen in het programmeermenuaangebracht en met toets j in het geheugen opgeslagen worden.(Wordt toets j ingedrukt, zonder dat er een wijziging met de toetsen h en g

wordt aangebracht, dan wordt het programmeermenu overgeslagen, de instellingen blijven onveranderd). Na het laatste programmeermenu is deprogrammering van de basisfuncties van de aandrijving beeindigd, herkenbaardoor het uitgaan van alle indicaties in de volgorde van 8-1.

Programmeren van de uitgebreide aandrijvingsfunctiesToets j (10) langer dan 10 seconden ingedrukt houden. Dan wisselt debesturing van de operationele toestand naar de programmeermodus voor deuitgebreide aandrijvingsfuncties, indicatie 8 knippert snel, alle andere indicatiesbranden.Door toets j ingedrukt te houden, met de toetsen h (11) of g (12) de gewensteprogrammeermodus kiezen (indicatie van de modus knippert snel, alle andereindicaties branden). Toets j kan losgelaten worden.

Page 18: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 18

6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden

Het eerste programmeermenu van de gewenste modus is nu gekozen (indicatie1 knippert, alle andere aanduidingen branden).Met de toetsen h of g kunnen in het programmeermenu veranderingenaangebracht en met toets j in het geheugen opslagen worden. (Wordt toets j ingedrukt, zonder dat er een wijziging met de toetsen h of gwordt aangebracht, dan wordt het programmeermenu overgeslagen, de instellingen blijven onveranderd). Na het laatste programmeermenu is deprogrammering van de uitgebreide aandrijvingsfuncties beëindigd, herkenbaardoor het uitgaan van alle indicaties in de volgorde van 8-1.

Opmerkingen in verband met de programmeringDe voorgeprogrammeerde gegevens kunnen niet gewist, maar alleen overschrevenworden. Als de besturing zich in de programmeermodus bevindt en geen van dedrie programmeertoetsen (h, g, j) wordt binnen de 30 seconden ingedrukt,dan wordt het programmeren afgebroken. De besturing keert terug naar deoperationele toestand. Het controlelampje STORING (6) knippert, door toets jkort in te drukken wordt het foutmeldingsnummer 7 (= programmering afgebroken) aangeduid.

Page 19: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 19

Verklaring van de uitgebreide aandrijvingsfuncties:

6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden

Programmeermodus

Modus 8bedrijfssoorten

Tabel:zie blz. 23.

Modus 3Automatisch sluiten

Tabel:zie blz. 24 / 25.

Modus 5Verlichting / signaallampen

Tabel:zie blz. 26 / 27.

Modus 6Omkeerbewegingen

Tabel:zie blz. 28.

Functies

- OPEN (zelfhoudend contact)

- DICHT (zelfhoudend contact)

- Impulscommando

- Richtingscommando (druk-knop OPEN resp. DICHT)

- Impulsfunktie OPEN

- Tijdsduur 'deur open'

- Waarschuwingstijd

- Aanrijwaarschuwingstijd

- Voortijdig sluiten na hetpasseren van de fotocel

- Verlichtingstijd

- Signaallampen

- Verlichting

- Fotocel OPEN

- Fotocel DICHT

- Veiligheidscontactlijst OPEN

- VeiligheidscontactlijstDICHT

- Krachtbegrenzing OPEN

- Krachtbegrenzing DICHT

Verklaringen

De aandrijving loopt na de start totdat deeindpositie 'deur OPEN' bereikt is.

De aandrijving loopt na de start totdat deeindpositie 'deur DICHT' bereikt is.

Een lopende aandrijving kan naar keuze viaeen bedieningselement wel of niet gestoptworden.

Een lopende aandrijving kan naar keuze viaeen bedieningselement wel of niet gestoptworden.

Omkeren van de richting of een openings-prioriteit.

De tijd dat de deur open staat voordat dedeur weer automatisch sluit.

De tijd dat de signaallampen knipperenvoordat de deur weer automatisch sluit.

De tijd dat de signaallampen knipperenvoordat de deur zich in beweging zet.

De deur sluit na de ingestelde tijd 'deur open'of voortijdig na het passeren van de fotocel.

De tijd dat de aandrijfverlichting aan blijft nade deurbeweging.

De signaallampen knipperen of branden bijeen elektrische beweging van de deur.

De aandrijfverlichting knippert of brandttijdens de waarschuwingstijd.

Instelbaar, of de aandrijving stopt, of eenkorte of lange omkeerbeweging.

Instelbaar, of de aandrijving stopt, of eenkorte of lange omkeerbeweging.

Instelbaar, of de aandrijving stopt, of eenkorte of lange omkeerbeweging.

Instelbaar, of de aandrijving stopt, of eenkorte of lange omkeerbeweging.

Instelbaar, of de aandrijving stopt, of eenkorte of lange omkeerbeweging.

Instelbaar, of de aandrijving stopt, of eenkorte of lange omkeerbeweging.

Page 20: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 20

6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden

6.2 Programmering van de basisfuncties van de aandrijving

21

3456

78

PLED uitLED brandtLED knippert

P

P

P

1 23

45678

P1 23

45678

1 23

45678

P

1 23

45678

1 23

45678

P1 23

45678

1. Programmering externe fotocelProgrammeertoets j ± 2 secondenindrukken. LED 1 knippert en alleandere branden.Door de toets h in te drukken wordt de aansluiting van een 'externefotocel' mogelijk.LED 1 brandt.Door de toets g in te drukken kan deaandrijving zonder 'externe fotocel'uitgevoerd worden.LED 1 brandt.Voor het aansluiten en activeren van een externe fotocel zie blz. 36,punt 8.3. Met toets j in het geheugenopslaan.

2. Programmering van de 'eindpositie open'LED 2 knippert en alle anderebranden. Met de toetsen h of gde deur in de eindpositie 'deuropen' laten lopen (aandrijving looptzonder zelfhoudend contact). Metde toets j de eindpositie in hetgeheugen opslaan.

Page 21: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 21

6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden

3. Programmering van de 'eindpositie dicht'LED 4 knippert en alle anderebranden.Met de toetsen h of g de deur inde eindpositie 'deur dicht' latenlopen (aandrijving loopt zonderzelfhoudend contact). Met de toetsj de eindpositie in het geheugenopslaan.

4. Programmering van de 'krachtbegrenzing open'LED’s 2 en 6 knipperen en alleandere branden.Door toetsen h of g in te drukkenis de krachtbegrenzing instelbaar infasen van 1 (gevoeligste waarde) tot 16.Met toets j in het geheugenopslaan.

5. Programmering van de 'krachtbegrenzing dicht'LED’s 4 en 6 knipperen en alleandere branden.Door toetsen h of g in te drukkenis de krachtbegrenzing instelbaar inverschillende niveaus van 1 (gevoeligste waarde) tot 16.Met toets j in het geheugenopslaan.

P

P

P

1 23

5678

4

4

1 23

5678

4

1 23

5678

P

P

P1 23

45

78

6

1 23

45678

1 23

45678

P

6

2

4

1

3

5

78

P1 23

45678

P1 23

4678

5

Page 22: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 22

6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden

6. Programmering van deafstandsbedieningLED 7 knippert en alle anderebranden. Voor het aansluiten van de elektronische antenne, zie blz. 31, punt 8.1.De overeenkomstige toets van degecodeerde handzender indrukken,tot de LED 7 snel knippert. Door detoets j in te drukken is de coderingin het geheugen opgeslagen. De programmering van de basis-functies is beëindigd, duidelijkzichtbaar door het uitgaan van alleLED’s in de volgorde 8 - 1.

P1 2

3456

78

P1 2

3456

78

tnaMar

ec

* Indicatie van de niveaus:LED 1 knippert = stap 1LED 1 brandt = stap 2LED 1 brandt, LED 2 knippert = stap 3...LED 1 tot 8 branden = stap 16

Opgelet!De krachtbegrenzing zo gevoelig mogelijk instellen!De werking van de krachtbegrenzing regelmatig testen.

Page 23: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 23

6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden

6.3 Programmering van de uitgebreide aandrijvingsfuncties

Modus 8: soorten operationele functies

UIT AAN

UIT AAN

NEE JA

NEE JA

omkeren de richtingvan richting OPEN

NORM OPEN

TOET

S P

21

3456

78 21

3456

78 21

3456

78 21

3456

78 21

3456

78 21

3456

78 21

3456

78

1 2 3 4 5 6 7

Menu 5 Impulsfuncties

21

3456

78

21

3456

78

21

3456

78

21

3456

78

21

3456

78

21

3456

78

Menu 4 Open / Dicht - commandogever, stoppen van een lopende aandrijving

Menu 3 Impuls - commandogever, stoppen van een lopende aandrijving

Menu 1 'Deur open' met zelfhoudend contact

Menu 2 'Deur dicht' met zelfhoudend contact

Legende:

LED knippert

LED brandt

LED brandt niet

Voor-geprogrammeerdNiet mogelijk

ramon
TOETS - TOETS +
Page 24: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 24

6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden

6.3 Programmering van de uitgebreide aandrijvingsfuncties

Modus 3: automatisch sluiten

Sluiten 5 10 15 20 25 30niet geactiveerd seconden seconden seconden seconden seconden seconden

Sluiten 2 5 10 15 20 25niet geactiveerd seconden seconden seconden seconden seconden seconden

0 1 2 3 4 5 6seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden

NEE JA

TOET

S P

21

3456

78 21

3456

78 21

3456

78 21

3456

78 21

3456

78 21

3456

78 21

3456

78

1 2 3 4 5 6 7

TOETS g

21

3456

78

21

3456

78

21

3456

78

21

3456

78

Menu 1 Tijdsduur 'deur open'

Menu 2 Waarschuwingstijd

Menu 3 Aanrijwaarschuwing

Menu 4 Voortijdig sluiten na het passeren van de fotocel

21

3456

78

Page 25: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 25

6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden

35 40 50 80 100 120 150 180 255seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden

30 35 40 45 50 55 60 65 70seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden

7seconden

21

3456

78 21

3456

78 21

3456

78 21

3456

78 21

3456

78 21

3456

78 21

3456

78

8 9 10 11 12 13 14 15 16

TOETS h

21

3456

78 21

3456

78

Legende:

LED knippert

LED brandt

LED brandt niet

Voor-geprogrammeerdNiet mogelijk

Page 26: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 26

6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden

6.3 Programmering van de uitgebreide aandrijvingsfuncties

Modus 5: verlichting / signaallampen

2 95 100 110 120 130 140seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden

externe externesignaallampen signaallampen

branden knipperen

aandrijfver- aandrijfver-lichting is lichting knippert

aan tijdens de tijdens deverlichtingstijd waarschuwingstijd

TOET

S P

1 2 3 4 5 6 7

TOETS g

Menu 1 Verlichtingstijd

Menu 2 Signaallampen

Menu 3 Verlichting

21

3456

78 21

3456

78 21

3456

78 21

3456

78 21

3456

78 21

3456

78 21

3456

78

21

3456

78

21

3456

78

21

3456

78

21

3456

78

Page 27: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 27

6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden

150 160 170 180 190 200 210 220 240seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden

8 9 10 11 12 13 14 15 16

TOETS h

21

3456

78 21

3456

78 21

3456

78 21

3456

78 21

3456

78 21

3456

78 21

3456

7821

3456

78 21

3456

78

Legende:

LED knippert

LED brandt

LED brandt niet

Voor-geprogrammeerdNiet mogelijk

Page 28: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 28

6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden

STOP KORT LANG NIETomkeren omkeren aanwezig

STOP KORT LANG NIETomkeren omkeren aanwezig

STOP KORT LANG NIETomkeren omkeren aanwezig

STOP KORT LANG NIETomkeren omkeren aanwezig

STOP KORT LANG NIETomkeren omkeren aanwezig

TOET

S P

1 2 3 4 5 6 7

TOETS g TOETS h

21

3456

78

STOP KORT LANG NIETomkeren omkeren aanwezig21

3456

78

21

3456

78 21

3456

78 21

3456

78 21

3456

78 21

3456

78 21

3456

78 21

3456

78

21

3456

78

21

3456

78

21

3456

78

21

3456

78

21

3456

78

6.3 Programmering van de uitgebreide aandrijvingsfuncties

Modus 6: soorten omkeerbeweging

Legende:

LED knippert

LED brandt

LED brandt niet

Voor-geprogrammeerdNiet mogelijk

Menu 1 Krachtbegrenzing voor richting 'deur OPEN'

Menu 2 Krachtbegrenzing voor richting 'deur DICHT'

Menu 3 Fotocel voor richting 'deur OPEN'

Menu 4 Fotocel voor richting 'deur DICHT'

Menu 5 Veiligheidscontactlijst voor richting 'deur OPEN'

Menu 6 Veiligheidscontactlijst voor richting 'deur DICHT'

Page 29: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 29

Aansluiting van deveiligheidscontactlijst:Steek de optosensoren (fotocellen) inhet rubberprofiel en sluit ze elektrischaan.

Legende:Schakelaar (systeemstekker):S5 loopdeur schakelaarS6 + schakelaar voor slappe kabelS7 nachtvergrendeling

Schakelaars (klemschroeven):S5a * loopdeur schakelaarS6a *+ schakelaar voor slappe kabelS6b * trekkabelbeveiliging

Steekverbindingen:X30 ongevalbeveiliging

(in de besturing)X71A contact voor de loopdeurX71B + schakelaar voor slappe kabelX71C nachtvergrendelingX71D schakelaar voor slappe kabelX72 optische sensor ontvangerX73 verbindingskabelX74 optische sensor zender

Aansluitklemmen:X2c ruststroomcircuit

(in de besturing)X7C wendelsnoerX7H ruststroomcircuitX7L schakelaar voor slappe kabel

Optosensoren:V5 zenderV6 ontvanger

* Bij aansluiting moet de kortsluitbrugverwijderd worden.

+ alleen Dynamic 121 - 128

7. Aansluiting van de veiligheidscontactlijst

Functie: De veiligheidscontactlijst bewaakt het rubber bodemprofiel. Raakt de deurtijdens het sluiten een hindernis, dan zorgt de veiligheidscontactlijst ervoor datde deur stopt en aansluitend weer open gaat, zodat de hindernis vrij komt.

Afb. 13: Schakelschema

Page 30: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 30

Controle:• De lichtweg in het rubber bodemprofiel onderbreken; dit kan door het profiel

te vervormen of door het verwijderen van de optosensorzender resp. ontvanger.• Een eventueel sluiten van de deur op dit moment mag niet met zelfhoudend

contact!• De lichtweg in het rubber bodemprofiel weer vrijgeven.• De deur moet vanaf nu weer sluitbewegingen met zelfhoudend contact

maken.

7. Aansluiting van de veiligheidscontactlijst

Indicaties op de optosensor-platine:LED GROEN: BedrijfsspanningLED GEEL: Ruststroomcircuit gesloten (moet bij het aanspreken

van de slappekabel- resp. loopdeurbeveiliging uitgaan)LED ROOD: Functie-indicatie optosensor (moet bij onderbreking van

de lichtstraal uitgaan)

Functiecontrole veiligheidscontactlijst:

• De netspanning inschakelen.• Laat de deur naar eindpositie 'DEUR OPEN' lopen.• Druk op de toets 'DEUR DICHT' (12).

- De deur moet met zelfhoudend contact sluiten.-> Zo niet, dan de optosensor controleren (zie storingshandleiding).

• Knijp tijdens het sluiten in het rubber bodemprofiel.- De deur moet stoppen en aansluitend weer kort tiijd opengaan.

-> Zo niet, dan de optosensor controleren (zie storingshandleiding).• Schakel de netspanning uit.

Functiecontrole optosensoren:

Opgelet!Ten minste een keer per jaar moet de functie van deoptosensoren getest worden, om de bedrijfsveiligheid van dedeurinstallatie te verzekeren.

Page 31: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 31

Aansluiting van de elektronische antenne• De elektronische antenne op aansluitbus X20a (26) van de besturing

aansluiten.

8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen

8.1 Afstandsbesturing

Attentie!Gelieve uw individuele codering met de codeerschakelaars van de handzender in te stellen.

Aanpassen van de besturing aan het gebruik van een handzenderZie ook 6.2, punt 6. Programmering van de afstandsbediening, blz. 22.Na een stroomonderbreking blijft de codering behouden.

Functiecontrole:

• Bedien de handzender vanop een afstand van ca. 15 m.- De deur moet nu in beweging komen.

-> Zo niet, zie dan de storingshandleiding onder 'afstandsbediening'.

Tip:Bij de montage opletten dat de antenne goed uitgericht is, om een optimale ontvangst te waarborgen (Let op: metalen delen hebben een afschermende werking!).

Page 32: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 32

8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen

8.2.1 Aansluiting externe bedieningselementen metsysteemstekker

Voorbeelden van externe bedieningselementen met systeemstekkers:• Drukknopkast van de Command serie• Codeschakelaar Command 201• Sleutelschakelaar Command 311 en 411

Aansluiting van de bedieningselementen:

Opmerking:Bij aansluiting van meerdere sleutelschakelaars resp. code-schakelaars heeft u tweevoudige verdelers (art.nr. 151 228)voor serieschakeling nodig.

Voor inlichtingen over het aansluiten van meerdere bedieningselementen metverdelers kunt u het aansluitschema voor verdelers raadplegen.

Attentie!Voor het aansluiten van externe bedieningselementen moet de kortsluitstekker uit de aansluitbus X10 (27) van de besturingverwijderd worden.

8.2 Externe bedieningselementenExterne bedieningselementen kunnen verschillende functies hebben (voorgeprogrammeerd):STOP: De aandrijving kan niet meer in beweging worden gezet,

een bewegende deur wordt gestopt.IMPULS : De deur wordt geopend (uitzondering: als de deur in de eindpositie

OPEN staat, gaat de deur dicht). Een bewegende deur kan nietgestopt worden.

OPEN: De deur wordt geopend. Een bewegende deur wordt gestopt. Bij inge-schakelde functie 'automatisch sluiten' wordt de ingestelde wachttijd langer.

DICHT: De deur wordt gesloten. Een bewegende deur wordt gestopt. Bij ingeschakelde functie 'automatisch sluiten' wordt de tijd dat dedeur open blijft korter.

Page 33: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 33

Afb. 14: Schakelschema

8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen

• Het bedieningselement met systeem-stekker met de aansluitbus verbinden.

Functiecontrole:

• Bedien het externe bedienings-element.-> De gewenste functie moet

uitgevoerd worden.

8.2.2 Aansluiting externe bedieningselementen zondersysteemstekker

Voorbeelden van externe bedieningselementen zonder systeemstekkers:• Trekschakelaar Command 701• Drukknopkast Command 601 en 602• Codeschakelaar Command 202

Aansluiting van de bedieningselementen• De bedieningselementen aan de klemstrip X2c (39) aansluiten.

Page 34: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 34

8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen

Aansluitschema: Bedieningselementen S2 en S4 stoppen een werkende aandrijving:

Aan de aansluitklem X2c zijn de volgende functies beschikbaar:

S0 (STOP): Aansluiting: Klemmen 12 en 13 (kortsluitbrug verwijderen!)Contactsoort: Contact-opener (verbreekt contact)Schakeling: Meerdere contacten moeten in serie geschakeld

worden!

S1 (IMPULS): Aansluiting: Klemmen 20 en 21Contactsoort Contact-sluiter (legt contact)Schakeling: Meerdere contacten moeten parallel geschakeld

worden!

S2 (OPEN): Aansluiting: Klemmen 16 en 15Contactsoort Contact-sluiter (legt contact)Schakeling: Meerdere contacten moeten parallel geschakeld

worden!

S4 (DICHT): Aansluiting: Klemmen 16 en 17Contactsoort Contact-sluiter (legt contact)Schakeling: Meerdere contacten moeten parallel geschakeld

worden!

Afb. 15: Schakelschema Afb. 16: Schakelschema

Page 35: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 35

8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen

Aansluitschema: Bedieningselementen S2 en S4 stoppen een werkende aandrijving niet:

Aan de aansluitklem X2c zijn de volgende functies beschikbaar:

S0 (STOP): Aansluiting: Klemmen 12 en 13 (kortsluitbrug verwijderen!)Contactsoort: Contact-opener (verbreekt contact)Schakeling: Meerdere contacten moeten in serie geschakeld

worden!

S1 (IMPULS): Aansluiting: Klemmen 20 en 21Contactsoort Contact-sluiter (legt contact)Schakeling: Meerdere contacten moeten parallel geschakeld

worden!

S2 (OPEN): Aansluiting: Klemmen 14 en 15Contactsoort Contact-sluiter (legt contact)Schakeling: Meerdere contacten moeten parallel geschakeld

worden!

S4 (DICHT): Aansluiting: Klemmen 14 en 17Contactsoort Contact-sluiter (legt contact)Schakeling: Meerdere contacten moeten parallel geschakeld

worden!

Functiecontrole:

• Bedien het externe bedieningselement- De gewenste functie moet uitgevoerd worden.

Afb. 17: Schakelschema Afb. 18: Schakelschema

Page 36: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 36

8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen

8.3 Aansluiting externe fotocel

Functie:De externe fotocel bewaakt het doorgangstraject van de deur. Als er zich tijdenshet sluiten een hindernis in het doorgangstraject bevindt, dan wordt de deurweer helemaal geopend.Bij een ingeschakelde 'automatisch sluiten' functie wordt de tijd dat de deuropen blijft door het activeren van de fotocel weer verlengd.

Attentie!Bij gesloten deur worden de fotocellen uitgeschakeld.Voor het afstellen van de fotocel de deur geheel of gedeeltelijkopenen.

Aansluiting van de fotocel: Special 613, Art. nr. 153 550Special 614, Art. nr. 152 675Special 615, Art. nr. 152 703

• De programmeerschakelaar S20 (36) op de besturingsplatine in positie OFFschakelen (daartoe de afdekplaat van de besturing openen).

• De fotocel met de aansluitbus X20 (28) in de besturing verbinden. De bekabeling van de fotocel uitvoeren zoals afgebeeld in nevenstaandschema. Voor een gedetailleerde beschrijving verwijzen wij naar de montagehandleidingvan de fotocel.

Page 37: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 37

Afb. 19: Aansluiting fotocel

Aansluitschema fotocel:

8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen

Aansluiting van een bijkomende fotocelOok de andere programmeerschakelaar S20a (37) op de besturingsplatine in de positie OFF schakelen (eerst de afdekplaat in de besturing openen).De tweede fotocel wordt aan de antenne aansluitbus X20a (26) aangesloten.Bevindt zich reeds een antenne-unit in deze aansluitbus, dan kan een adapter(tweevoudige verdeler voor systeemstekker, art.nr. 562 856) en een vlakkekabel (art.nr. 562 759) volgens het bovenstaande schakelschema aangeslotenworden.

Functiecontrole:

• Laat de deur in de richting 'DEUR DICHT' lopen.• Onderbreek de lichtstraal van de fotocel.

- De deur moet stoppen en aansluitend weer helemaal open gaan.-> Indien niet, controleer dan de stand van de codeerschakelaar S 20 / S20a.

Page 38: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 38

8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen

8.4 Eindpositiemeldingen (relais)

Functie:Bij het bereiken van de eindposities 'DEUR OPEN' / 'DEUR DICHT' schakelt hetbetreffende relais.

Aansluiting van de relaisuitgangsplatine (Art. nr. 153 044)

Opmerking:Eventueel moet de besturingskast uitgebreid worden met een kleine kunststof systeembehuizing met daarin eenplatine-houder (art.nr. 153 220).

• De relaisplatine met de besturing verbinden via de meegeleverde vlakke kabel.

Relaisplatine: aansluitbus X4Besturing: aansluitbus X8a (33)

Attentie!Vlakkekabelstekker steeds zo insteken, dat de kabel een hoekmaakt in de richting van de platinerand!

Page 39: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 39

8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen

Gedetailleerd schakelschema eindpositiemeldingen (relais):

Legende:

D1 controlelampje 'DEUR DICHT'D2 controlelampje 'DEUR OPEN'H1 signaallamp 'DEUR DICHT'H2 signaallamp 'DEUR OPEN'K1 relais 'DEUR DICHT'K2 relais 'DEUR OPEN'

Stekerverbinding:X4 RelaisaansturingX8a Eindpositierelais

(in de besturing)

Afb. 20: Schakelschema

Page 40: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 40

8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen

8.5 Aansluiting signaallampen bij automatisch sluiten(Control 220, Art. nr. 152 814)

Functie:De signaallampen knipperen wanneer de deur elektrisch in beweging is. Als de functie 'automatisch sluiten' ingeschakeld is, knipperen de signaallampentevens tijdens de waarschuwingstijd.

Aansluiting van de relaisplatine

Attentie!Vlakkekabelstekker steeds zo insteken, dat de kabel een hoekmaakt in de richting van de platinerand!

• De relaisplatine met de besturing verbinden via de meegeleverde vlakke kabel.

Relaisplatine: aansluitbus X4aBesturing: aansluitbus X8b (32)

Programmering van de functie 'automatisch sluiten'Als de functie 'automatisch sluiten' ingeschakeld is, wordt een geopende deur gedurende de ingestelde tijd 'tijdsduur open' opengehouden en na hetbeeindigen van de waarschuwingstijd automatisch gesloten.Zie ook 6.3, modus 3 automatisch sluiten, blz. 24.

Page 41: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 41

8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen

Gedetailleerd schakelschema relais signaallampen:

Legende:

D40 controlelampje SIGNAALLAMPENF5 netzekering (max. 4 A)H41 signaallamp UITRIT (oranje)H43 signaallamp INRIT (oranje)K40 relais SIGNAALLAMPEN

Stekerverbinding:X4a relaisaansturingX4b relaisaansturingX8b signaallampenrelais

(in de besturing)

8.6 Verlichting (relais voor speciale functies)

Functie:Tijdens het starten van de aandrijving wordt het relais even ingeschakeld (veegimpuls).

Aansluiting van de relaisuitgangsplatine (Art. nr. 153 044)

Opmerking:Eventueel moet de besturingskast uitgebreid worden met een kleine kunststof systeembehuizing met daarin een platine-houder (art.nr. 153 220).

Afb. 21: Schakelschema

Page 42: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 42

8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen

• De relaisplatine met de besturing verbinden via de meegeleverde vlakke kabel.

Relaisplatine: aansluitbus X4Besturing: aansluitbus X8d (35)

Attentie!Vlakkekabelstekker steeds zo insteken, dat de kabel een hoekmaakt in de richting van de platinerand!

Gedetailleerd schakelschema verlichting (relais voor extra functies):

Legende:

K lichtautomaat (niet meegeleverd)

K1 relais AANDRIJVING LOOPT(VEEGIMPULS)

K2 relais AANDRIJVING LOOPT (VEEGIMPULS)

Stekerverbinding:X4 relaisaansturingX8d relais voor extra functies

(in de besturing)

Afb. 22 Schakelschema

Page 43: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 43

9. Foutmeldingsnummers

• Knippert het controlelampje STORING (6), dan wordt na kort indrukken vantoets j (10) het bijbehorende foutmeldingsnummer aangeduid (indicaties knipperen onregelmatig).

• Het foutmeldingsnummer wordt berekend door de optelsom van deknipperende cijfers.

Storingsindicatie

Fotocel aangesproken

Programmering afgebroken

Toerentalsensor defect

Krachtbegrenzing

Looptijdbegrenzing

Test veiligheidscontactlijstniet o.k.

Test fotocel niet o.k.

Ruststroomcircuitonderbroken

Foutnummer

6

7

9

10

11

13

15

36

Indicatie knippert onregelmatig

Indicatie 6

Indicatie 7

Indicatie 8 + 1

Indicatie 8 + 2

Indicatie 8 + 3

Indicatie 8 + 5

Indicatie 8 + 7

Indicatie 1 - 8

Page 44: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 44

10.1.1 Schakelschema van de besturing Control 44(met deuraandrijving Dynamic)

10. AanhangselO

pg

elet

!Pl

aats

elijk

e ve

iligh

eids

voor

schr

iften

in a

cht

nem

en!

Net

- en

stu

ursp

anni

ngsl

eidi

ngen

abso

luut

ges

chei

den

legg

en!

Stuu

rspa

nnin

g 24

V D

C.

Afb

.23:

Sch

akel

sche

ma

Page 45: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 45

10. AanhangselO

pg

elet

laag

span

nin

g!

Verk

eerd

e sp

anni

ng a

an d

e kl

emm

en X

2c,

X5

tot

X41

leid

t to

t be

scha

digi

ng v

an a

lleel

ektr

onic

a!

Leg

end

e:

Co

ntr

ole

lam

pje

s (L

eds)

:H

1 BE

DRI

JFSS

PAN

NIN

GH

2D

EUR

OPE

NH

3TE

ST V

EILI

GH

EID

SCO

NTA

CTL

IJST

H4

DEU

R D

ICH

T

K1

omke

erre

lais

'O

PEN

'K

2om

keer

rela

is '

DIC

HT'

M1

mot

or m

et t

herm

isch

e be

veili

ging

R1ko

rtsl

uit-

bev

eilig

ing

S♦

hoof

dsch

akel

aar

S0♦

druk

knop

STO

PS0

Hdr

ukkn

op S

TOP

S0K

sleu

tels

chak

elaa

rS1

♦dr

ukkn

op IM

PULS

S2♦

druk

knop

OPE

NS2

Adr

ukkn

op O

PEN

S2P

test

knop

OPE

NS3

Pdr

ukto

ets

PRO

GRA

MM

EREN

S4♦

druk

knop

DIC

HT

S4P

test

knop

DIC

HT

S4Z

druk

knop

DIC

HT

S10

*sc

hake

laar

NO

OD

HA

ND

BED

IEN

ING

S10a

*sc

hake

laar

ON

TKO

PPEL

ING

S20

prog

ram

mee

rsch

akel

aar

FOTO

CEL

S20a

prog

ram

mee

rsch

akel

aar

2e F

OTO

CEL

S21

toer

enta

lsen

sor

S22

refe

rent

iepu

ntse

nsor

T1tr

ansf

orm

ator

X0

+w

andc

onta

ctdo

osX

1ne

tvoe

ding

skab

el m

et s

tekk

er

Zeke

rin

gen

:F1

zeke

ringe

n (m

ax.

125

mA

)F2

-F4

hoof

dzek

erin

g (m

ax.

6,3

A)

Aan

slu

itkl

emm

en:

X2

netv

oedi

ngsk

abel

X2c

bedi

enin

gsap

para

ten

X3

aand

rijvi

ngX

3am

otor

Stek

erve

rbin

din

gen

:X

5fo

lieto

etse

nX

5asl

eute

lsch

akel

aar

X8a

eind

posi

tiere

lais

X8b

sign

aalla

mpe

nrel

ais

X8d

rela

is v

oor

extr

a fu

nctie

sX

10ex

tern

e be

dien

ings

elem

ente

nX

20ex

tern

e fo

toce

lX

20a

elek

tron

isch

e an

tenn

eX

30ve

iligh

eids

cont

actli

jst

X40

toer

enta

lsen

sor

aand

rijvi

ngX

41to

eren

tals

enso

r m

otor

Aan

slu

itsc

hem

a's

toeb

eho

ren

(det

ail)

:Re

l8a

rela

is E

IND

POSI

TIES

→zi

e bl

z. 3

8.Re

l8b

rela

is s

igna

alla

mpe

n→

zie

blz.

40.

SKS1

veili

ghei

dsco

ntac

tlijs

t→

zie

blz.

29.

V20

exte

rne

foto

cel

→zi

e bl

z. 3

6.W

20el

ektr

onis

che

ante

nne

XS1

0ex

tern

e be

dien

ings

-el

emen

ten

→zi

e bl

z. 3

2.

+re

eds

aanw

ezig

♦in

dien

voo

rhan

den

*al

leen

Dyn

amic

121

- 1

28

Page 46: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 46

10. Aanhangsel

10.1.2 Schakelschema van de besturing Control 45(met deuraandrijving Dynamic)

Op

gel

et!

Plaa

tsel

ijke

veili

ghei

dsvo

orsc

hrift

en in

ach

t ne

men

! N

et-

en s

tuur

span

ning

slei

ding

enab

solu

ut g

esch

eide

n le

ggen

! St

uurs

pann

ing

24V

DC

.

Afb

. 24

: Sc

hake

lsch

ema

Page 47: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 47

10. AanhangselO

pg

elet

laag

span

nin

g!

Verk

eerd

e sp

anni

ng a

an d

e kl

emm

en X

2c,

X5

tot

X41

leid

t to

t be

scha

digi

ng v

an a

lleel

ektr

onic

a!

Leg

end

e:

Co

ntr

ole

lam

pje

s (L

eds)

:H

1BE

DRI

JFSS

PAN

NIN

GH

2D

EUR

OPE

NH

3TE

ST V

EILI

GH

EID

SCO

NTA

CTL

IJST

H4

DEU

R D

ICH

T

C1

mot

orco

nden

sato

rK

1om

keer

rela

is '

OPE

N'

K2

omke

erre

lais

'D

ICH

T'M

1m

otor

met

the

rmis

che

beve

iligi

ngR1

kort

slui

t- b

evei

ligin

gS

♦ho

ofds

chak

elaa

rS0

♦dr

ukkn

op S

TOP

S0H

druk

knop

STO

PS0

Ksl

eute

lsch

akel

aar

S1♦

druk

knop

IMPU

LSS2

♦dr

ukkn

op O

PEN

S2A

druk

knop

OPE

NS2

Pte

stkn

op O

PEN

S3P

druk

toet

s PR

OG

RAM

MER

ENS4

♦dr

ukkn

op D

ICH

TS4

Pte

stkn

op D

ICH

TS4

Zdr

ukkn

op D

ICH

TS1

0*

scha

kela

ar N

OO

DH

AN

DBE

DIE

NIN

GS1

0a*

scha

kela

ar O

NTK

OPP

ELIN

GS2

0pr

ogra

mm

eers

chak

elaa

r FO

TOC

ELS2

0apr

ogra

mm

eers

chak

elaa

r 2e

FO

TOC

EL

S21

toer

enta

lsen

sor

S22

refe

rent

iepu

ntse

nsor

T1tr

ansf

orm

ator

X0

+

wan

dcon

tact

doos

X1

netv

oedi

ngsk

abel

met

ste

kker

Zeke

rin

gen

:F1

zeke

ringe

n (m

ax.

6,3

A)

Aan

slu

itkl

emm

en:

X2

netv

oedi

ngsk

abel

X2c

bedi

enin

gsap

para

ten

X3

aand

rijvi

ngX

3am

otor

Stek

erve

rbin

din

gen

:X

5fo

lieto

etse

nX

5asl

eute

lsch

akel

aar

X8a

eind

posi

tiere

lais

X8b

sign

aalla

mpe

nrel

ais

X8d

rela

is v

oor

extr

a fu

nctie

sX

10ex

tern

e be

dien

ings

elem

ente

nX

20ex

tern

e fo

toce

lX

20a

elek

tron

isch

e an

tenn

eX

30ve

iligh

eids

cont

actli

jst

X40

toer

enta

lsen

sor

aand

rijvi

ngX

41to

eren

tals

enso

r m

otor

Aan

slu

itsc

hem

a's

toeb

eho

ren

(det

ail)

:Re

l8a

rela

is E

IND

POSI

TIES

→zi

e bl

z. 3

8.Re

l8b

rela

is s

igna

alla

mpe

n→

zie

blz.

40.

SKS1

veili

ghei

dsco

ntac

tlijs

t→

zie

blz.

29.

V20

exte

rne

foto

cel

→zi

e bl

z. 3

6.W

20el

ektr

onis

che

ante

nne

XS1

0ex

tern

e be

dien

ings

-el

emen

ten

→zi

e bl

z. 3

2.

+re

eds

aanw

ezig

♦in

dien

voo

rhan

den

*al

leen

Dyn

amic

121

- 1

28

Page 48: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 48

10.2 Storingshandleiding

10. Aanhangsel

Storing

• Geen spanning.

• Geen reactie na hetgeven van impuls.

• Afstandsbesturing

Storingsmelding

• ControlelampjeBEDRIJFSSPANNINGbrandt niet.

• ControlelampjeSTORING knippert (foutmelding 36).

• Controlelampje IMPULS knippert nietna impulscommandovan de handzender.

Oorzaak

• Spanning valt weg.

• Noodhandketting niet inruststand.

• Aandrijving ontkoppeld.

• Thermische beveiliging isaangesproken.

• Besturing is afgesloten (rode markering).

• Ruststroomcircuit (bedienings-elementen) onderbroken.

• Ruststroomcircuit (deurblad)onderbroken.

• Elektronische antenne nietaangesloten.

• Verkeerde handzendercoderinggeprogrammeerd.

• Batterij leeg.

Page 49: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 49

10. Aanhangsel

Werkwijze

• Spanning controleren.

• De hoofdzekeringen in het elektrisch circuit en de netstekkerverbinding controleren.

• Noodhandketting in ruststand brengen (zie montagehandleiding van de aandrijving).

• Onderhoudsontkoppeling resp. snelontkoppeling inkoppelen.

• Motor laten afkoelen

• Besturing inschakelen (blauwe markering).

• Kortsluitstekker of bedieningselementstekker in aansluitbus X10 steken.

• Stoptoets aan klemmen 12 en 13 aansluiten.

• Slappekabel-, loopdeur- en vanginrichtingsschakelaar controleren.

• Antenne aansluiten (zie blz. 31).

• Codering opnieuw programmeren (zie blz. 22).

• Nieuwe batterij (9V, IEC 6F22 of 12V, A 23) plaatsen.

Page 50: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 50

* indien de veiligheidscontactijst aangesloten is.

10. Aanhangsel

Storing

• Krachtbegrenzing

• Deur laat zich alleenmaar openen.

• Deur laat zich alleenmaar sluiten metdodemans-bediening.*

• Aandrijving looptkortstondig.

• Geen functie.

Storingsmelding

• ControlelampjeSTORING knippert (foutmelding 10).

• ControlelampjeSTORING knippert (foutmelding 15).

• Controlelampje REFERENTIEPUNTbrandt niet tijdens het passeren van hetreferentiepunt.

• ControlelampjeSTORING knippert (foutmelding 13).

• Rode controlelampjeop de optosensorprint-plaat brandt niet.

• ControlelampjeSTORING knippert (foutmelding 9).

• Controlelampjes 1- 7knipperen.

Oorzaak

• Deur loopt te zwaar.

• Programmeerschakelaar S20 / S20a staat op OFF, maarer is geen fotocel aangesloten.

• Referentiepuntschakelaar foutingesteld.

• Optosensor niet aangesloten.

• Spiraalsnoer defect.

• Optosensoren niet in rubberprofiel of defect.

• Rubber bodemprofiel isvervormd.

• Toerentalsensor defect.

• Fout in de besturingsunit.

Page 51: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

Nederlands / Blz. 51

10. Aanhangsel

Werkwijze

• De deur een onderhoudsbeurt geven (doorsmeren etc.).

• Programmeerschakelaar S20 / S20 omschakelen of fotocel aansluiten.

• Referentiepunt instellen (zie blz. 14).

• Optosensor aansluiten (zie blz. 29).

• Spiraalsnoer en de aansluitingen controleren.

• Montage van de optosensoren kontroleren resp. defecte delen vervangen.

• Rubber bodemprofiel richten resp. vernieuwen.

• Aandrijving laten controleren.

• Besturing laten controleren.

Page 52: NL Gebruiksaanwijzing en schakelschema’s · 10.1 Schakelschema's 44 10.1.1 Schakelschema Control 44 44 10.1.2 Schakelschema Control 45 46 10.2 Storingshandleiding 48. Nederlands

EN 55011EN 50081EN 50082ETS 300220

Uitgave: 01.2001#8 008 734

1 -

NL

3609

0 -

M -

0.5

- 0

197

NEDERLANDS Door de auteurswet beschermd.Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaargemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke anderewijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Technische wijzigingen voorbehouden.