NOVEEN sint antonius1

13
1 NOVEEN NEGEN DINSDAGEN TER ERE VAN H. ANTONIUS VAN PADUA

description

noveengebed

Transcript of NOVEEN sint antonius1

Page 1: NOVEEN sint antonius1

1

NOVEEN NEGEN DINSDAGEN

TER ERE VAN H. ANTONIUS VAN PADUA

Page 2: NOVEEN sint antonius1

2

Noveen negen dinsdagen

Ter ere van De H. Antonius van Padua De H. Antonius stierf op een vrijdag, doch wegens verschillende moeilijkheden welke tijdens de ter aardebestelling van zijn lichaam zich voordeden, en de talloze wonderen, die bij het lijk plaats grepen, was men genoodzaakt de begrafenis uit te stellen : deze geschiedde eerst dinsdag de 17 juni 1232. Die dag echter volgden talrijker en treffender mirakelen dan te voren. Uit dankbaarheid en liefde wijdde het volk den dinsdag aan de godsvrucht en verering van de H. Antonius, die door God op zulk een uitstekende wijze. was verheerlijkt. Bij voorkeur werd 's dinsdags het graf van deze heilige bezocht, en algemeen heerste te Padua de mening, dat men op dien dag alle genaden van God door zijn voorspraak kon bekomen. Deze Godsvrucht werd in het jaar 1617 op buitengewone wijze bekrachtigd, doordien de H. Antonius te Bononië aan een aanzienlijke dame, welke hem dringend om een bijzondere genade smeekte, 's nachts verscheen en de volgende woorden tot haar sprak : " Bezoek gedurende negen dinsdagen mijn beeld in de kerk van de H. Franciscus, en dij zult verhoord worden." De godsvruchtige vrouw volgde stipt het voorschrift van de Heilige, en verwierf hetgeen zij zo vurig verlangd had. De Minderbroeders beijverden zich deze wonderbare gebeurtenis en de godsvrucht der negen dinsdagen algemeen te verspreiden, en gans Italië, benevens veel andere landen, brachten haar weldra in beoefening. Hoe aangenaam deze godsvruchtige oefeningen aan God en de H. Antonius zijn, bewijzen de ontelbare wonderen, genaden en weldaden, waarmede God ze heeft bekrachtigd. Er wordt bijna niemand gevonden, die deze oefening van godsvrucht met levendig geloof en standvastig vertrouwen ondernomen heeft, zonder de verlangde genade of een veel grotere gunst te hebben verworven. Bij deze godsvrucht nu behoort men het volgende in acht te nemen : 1. Men vereert de H. Antonius gedurende negen dinsdagen in een kerk van de orde der Franciscanen, door het bijwonen van een of meer heilige missen, alsook door passende gebeden, waartoe men naar verkiezing de volgende kan bezigen. 2. Iedere dinsdag nadert men met veel godsvrucht tot de H. Sacramenten der Biecht en des Altaars. Het ontvangen van deze heilige sacramenten wordt, wel is waar, niet iedere dinsdag gevorderd, doch is ten zeerste aan te raden, opdat men in staat van genade zij en aldus eerder verhoord worde. 3. Op plaatsen, waar geen orde kerken van de H. Franciscus bestaan, kan men deze godsvrucht in een andere kerk, of zelfs thuis voor het beeld van de H. Antonius met vrucht verrichten. 4. Als men de begonnen oefening wegens gewichtige tussenkomende omstandigheden onderbreken moet, kan men ze later vervolgen op de dagen, die men beschikbaar heeft, voortzetten. 5. Mocht er voor of na een dezer dinsdagen, een grote feestdag vallen, dan kan men op die feestdag de H. sacramenten ontvangen, doch op de dinsdag de godsdienstige oefening houden. 6. Alwie uit deze godsvrucht wezenlijke vruchten wil trekken, beijvere zich met de meeste zorg de deugden van de H. Antonius nauwkeurig na te volgen; want de ware verering van de heilige bestaat in de navolging van zijn deugden, gelijk de H. Augustinus zegt. De voor deze oefening verleende aflaten zijn: 1. Volle aflaat, op een der negen dinsdagen, welke het feest van de heilige (13 juni) onmiddellijk voorafgaan, mits men biecht, communiceert en een kerk der Minderbroeders bezoekt en daar bidt tot de gewone intenties. 2. Op iedere andere dinsdag, aflaat van zeven jaren en zeven quadragenen. 3. Buitendien kunnen alle gelovigen een volle aflaat verdienen op iedere dinsdag van het jaar, mits zij biechten, communiceren en een kerk der Franciscanen bezoeken, waar het Allerheiligste ter aanbidding is uitgesteld.

Page 3: NOVEEN sint antonius1

GEBED O lofwaardige beschermer H. Antonius, tot meerdere eer van God almachtig en zijne Moeder, deallerheiligste Maagd Mede welke hem negen maanden in haar maagdelijke schoot heeft gedragen, alsookter verering van de negen koren der Engelen, begin ik, het geringste uwer pleegkinderen heden de negendinsdagen, met het vaste voornemen, deze ook trouw te voleinden. Gij zelf oefening, daar Gij een voorname vrouw, in haar benarde toestand, heeft aangeraden gedurende negendinsdagen uw altaar en beeld te gaan bezoeken.Met deze uw eigen mening verenig ik de mijne, ik vereer en prijs U, en in U Degene, zijn Heiligen, U versierd heeft met de luister van altijddurende wonderwerken. Neem mij, uw dienaar(es)en deze mijne oefening genadig aan.Getrouwe vriend van God, wees mijn middelaar bij God door Uw allesvermogende voorspraak. Verkrijgmij, bid ik U, vergiffenis van al mijn zonden, en opdat ik voortaan de zonde mijde en God getrouwer diens,ook de genade, die mij in het goede moet versterken en bevestigen. Vraag ook mij om lichamelijkegezondheid, zo die ten minste in het belang van mijnonzichtbare vijanden, gevaren en rampen, sta mij vooral bij in mijn nood en verlegenheid, welke U bekendis, en waarom ik voor U op de knieën deze negendaagse oefening verdicht.( Geef thans uw verlangens te kennen)Gij Vader en heilige beschermer, weet het best, wat mij het voordeligst is. Laat mij toch, voor zover hettot mijn heil sterkt dat ik verhoord worde, de kracht van uw voorspraak te ondervinden.0 milddadige Jezus, verhoor de H. Antonius, die voor miverdiensten verhoord worde, daar ik door Hem U als de wonderbare God erken en aanbid, die leeft enheerst in de eeuwen der eeuwen. Amen.

3

Bij het begin der negen dinsdagen

O lofwaardige beschermer H. Antonius, tot meerdere eer van God almachtig en zijne Moeder, deMede welke hem negen maanden in haar maagdelijke schoot heeft gedragen, alsook

ter verering van de negen koren der Engelen, begin ik, het geringste uwer pleegkinderen heden de negendinsdagen, met het vaste voornemen, deze ook trouw te voleinden. Gij zelf zijt de insteller van dezeoefening, daar Gij een voorname vrouw, in haar benarde toestand, heeft aangeraden gedurende negendinsdagen uw altaar en beeld te gaan bezoeken. Met deze uw eigen mening verenig ik de mijne, ik vereer en prijs U, en in U Degene, zijn Heiligen, U versierd heeft met de luister van altijddurende wonderwerken. Neem mij, uw dienaar(es)en deze mijne oefening genadig aan. Getrouwe vriend van God, wees mijn middelaar bij God door Uw allesvermogende voorspraak. Verkrijgmij, bid ik U, vergiffenis van al mijn zonden, en opdat ik voortaan de zonde mijde en God getrouwer diens,ook de genade, die mij in het goede moet versterken en bevestigen. Vraag ook mij om lichamelijkegezondheid, zo die ten minste in het belang van mijn ziel is. Bescherm mij tegen alle zichtbare enonzichtbare vijanden, gevaren en rampen, sta mij vooral bij in mijn nood en verlegenheid, welke U bekendis, en waarom ik voor U op de knieën deze negendaagse oefening verdicht.

ennen) Gij Vader en heilige beschermer, weet het best, wat mij het voordeligst is. Laat mij toch, voor zover hettot mijn heil sterkt dat ik verhoord worde, de kracht van uw voorspraak te ondervinden.0 milddadige Jezus, verhoor de H. Antonius, die voor mij bidt, opdat mijn gebed door de kracht van zijnverdiensten verhoord worde, daar ik door Hem U als de wonderbare God erken en aanbid, die leeft enheerst in de eeuwen der eeuwen. Amen.

O lofwaardige beschermer H. Antonius, tot meerdere eer van God almachtig en zijne Moeder, de Mede welke hem negen maanden in haar maagdelijke schoot heeft gedragen, alsook

ter verering van de negen koren der Engelen, begin ik, het geringste uwer pleegkinderen heden de negen zijt de insteller van deze

oefening, daar Gij een voorname vrouw, in haar benarde toestand, heeft aangeraden gedurende negen

Met deze uw eigen mening verenig ik de mijne, ik vereer en prijs U, en in U Degene, die wonderbaar in zijn Heiligen, U versierd heeft met de luister van altijddurende wonderwerken. Neem mij, uw dienaar(es)

Getrouwe vriend van God, wees mijn middelaar bij God door Uw allesvermogende voorspraak. Verkrijg mij, bid ik U, vergiffenis van al mijn zonden, en opdat ik voortaan de zonde mijde en God getrouwer diens, ook de genade, die mij in het goede moet versterken en bevestigen. Vraag ook mij om lichamelijke

ziel is. Bescherm mij tegen alle zichtbare en onzichtbare vijanden, gevaren en rampen, sta mij vooral bij in mijn nood en verlegenheid, welke U bekend

Gij Vader en heilige beschermer, weet het best, wat mij het voordeligst is. Laat mij toch, voor zover het tot mijn heil sterkt dat ik verhoord worde, de kracht van uw voorspraak te ondervinden.

j bidt, opdat mijn gebed door de kracht van zijn verdiensten verhoord worde, daar ik door Hem U als de wonderbare God erken en aanbid, die leeft en

Page 4: NOVEEN sint antonius1

Bijzondere gebeden voor elk der negen dinsdagen

Glorierijke H. Antonius, verheven minnaar van Jezus Christus, die door de kracht van het Heilig Kindje,dat Gij op Uw armen draagt, zo veel doden tot het leven hebt gewekt, heb medelijden met zoveel zielen,die door de zware zonden het leven den zorg dat zij weer genade ontvangen; want deze is het, die de mens verwijdert van de neigingen tot hetaardse, hem ten hemel leidt en hem van een slaaf van het vlees, gelijk hij te voregeestelijk wezen maakt. 0, getrouwe voorspreker en beschermer, al mijn hoop, al mijn vertrouwen stel ikop U, al mijn bekommeringen en ellende werp ik in de schoot uwer ontferming. Gij, o grote heilige, zijt mijnvreugde en geluk; Gij zijt het voorwerp en doel mijns verlangens, de troost mijner ziel: Gij zijt geheel mijntoevlucht. Ik kan derhalve niets anders doen, dan U door mijn gebed, mijn zuchten en tranen smeken eengelukzalige dood voor mij te verkrijgen en mij te behouden tegen ogenblik bedreigen. Verwerf mij, o grote Heilige, een zalige dood, een gelukkige overgang van dezewereld naar de Hemel. Wees mijn gedachtig en voer mij op de weg der gerechtigheid, welke leidt tot hethemels verblijf. Bescherm en bewaar de ziel van uw dienaar(es), die aan zovele gevaren van ditvergankelijk leven is blootgesteld. Stem de God, die Gij op uw armen houdt, gunstig voor mij, opdat ik hierop aarde altijd met Jezus zou leven, en in de Hemel Hem eeuwig zou a Wonder

Zekere Marcoald, in de omgeving van Padua woonachtig, had een vrouw met nameGilfia, welke, ten gevolge van een tienjarige ziekte aan het been, lam en zo machtelooswas geworden, dat zij zich ter nauwernood met behulp vahet gerucht van de bij de dood van de H. Antonius gebeurde wonderen hem ter ore wasgekomen, had de vrome man sterk vertrouwen dat zijn vrouw zou genezen. Hij voerdehaar op een paard naar Padua en liet haar de kerk binnenbrengeHeilige. De godvrezende Gillia bad vurig en werd genezen. Het been werd even recht alsweleer, en zij keerde, de goedheid en macht van de Wonderdoener verheerlijkende, tevoet huiswaarts.

4

Bijzondere gebeden voor elk der negen dinsdagen

Eerste dinsdag

Glorierijke H. Antonius, verheven minnaar van Jezus Christus, die door de kracht van het Heilig Kindje,dat Gij op Uw armen draagt, zo veel doden tot het leven hebt gewekt, heb medelijden met zoveel zielen,die door de zware zonden het leven der genade verloren hebben. Verlos hen uit de slavernij van de duivelen zorg dat zij weer genade ontvangen; want deze is het, die de mens verwijdert van de neigingen tot hetaardse, hem ten hemel leidt en hem van een slaaf van het vlees, gelijk hij te voren was, tot een waargeestelijk wezen maakt. 0, getrouwe voorspreker en beschermer, al mijn hoop, al mijn vertrouwen stel ikop U, al mijn bekommeringen en ellende werp ik in de schoot uwer ontferming. Gij, o grote heilige, zijt mijn

zijt het voorwerp en doel mijns verlangens, de troost mijner ziel: Gij zijt geheel mijntoevlucht. Ik kan derhalve niets anders doen, dan U door mijn gebed, mijn zuchten en tranen smeken eengelukzalige dood voor mij te verkrijgen en mij te behouden tegen de rampen en gevaren, welke mij iedereogenblik bedreigen. Verwerf mij, o grote Heilige, een zalige dood, een gelukkige overgang van dezewereld naar de Hemel. Wees mijn gedachtig en voer mij op de weg der gerechtigheid, welke leidt tot het

. Bescherm en bewaar de ziel van uw dienaar(es), die aan zovele gevaren van ditvergankelijk leven is blootgesteld. Stem de God, die Gij op uw armen houdt, gunstig voor mij, opdat ik hierop aarde altijd met Jezus zou leven, en in de Hemel Hem eeuwig zou aanbidden en loven. Amen.

Zekere Marcoald, in de omgeving van Padua woonachtig, had een vrouw met nameGilfia, welke, ten gevolge van een tienjarige ziekte aan het been, lam en zo machtelooswas geworden, dat zij zich ter nauwernood met behulp van krukken kon bewegen. Toenhet gerucht van de bij de dood van de H. Antonius gebeurde wonderen hem ter ore wasgekomen, had de vrome man sterk vertrouwen dat zijn vrouw zou genezen. Hij voerdehaar op een paard naar Padua en liet haar de kerk binnenbrengen bij het graf van deHeilige. De godvrezende Gillia bad vurig en werd genezen. Het been werd even recht alsweleer, en zij keerde, de goedheid en macht van de Wonderdoener verheerlijkende, te

Glorierijke H. Antonius, verheven minnaar van Jezus Christus, die door de kracht van het Heilig Kindje, dat Gij op Uw armen draagt, zo veel doden tot het leven hebt gewekt, heb medelijden met zoveel zielen,

er genade verloren hebben. Verlos hen uit de slavernij van de duivel en zorg dat zij weer genade ontvangen; want deze is het, die de mens verwijdert van de neigingen tot het

n was, tot een waar geestelijk wezen maakt. 0, getrouwe voorspreker en beschermer, al mijn hoop, al mijn vertrouwen stel ik op U, al mijn bekommeringen en ellende werp ik in de schoot uwer ontferming. Gij, o grote heilige, zijt mijn

zijt het voorwerp en doel mijns verlangens, de troost mijner ziel: Gij zijt geheel mijn toevlucht. Ik kan derhalve niets anders doen, dan U door mijn gebed, mijn zuchten en tranen smeken een

de rampen en gevaren, welke mij iedere ogenblik bedreigen. Verwerf mij, o grote Heilige, een zalige dood, een gelukkige overgang van deze wereld naar de Hemel. Wees mijn gedachtig en voer mij op de weg der gerechtigheid, welke leidt tot het

. Bescherm en bewaar de ziel van uw dienaar(es), die aan zovele gevaren van dit vergankelijk leven is blootgesteld. Stem de God, die Gij op uw armen houdt, gunstig voor mij, opdat ik hier

anbidden en loven. Amen.

Zekere Marcoald, in de omgeving van Padua woonachtig, had een vrouw met name Gilfia, welke, ten gevolge van een tienjarige ziekte aan het been, lam en zo machteloos

n krukken kon bewegen. Toen het gerucht van de bij de dood van de H. Antonius gebeurde wonderen hem ter ore was gekomen, had de vrome man sterk vertrouwen dat zijn vrouw zou genezen. Hij voerde

n bij het graf van de Heilige. De godvrezende Gillia bad vurig en werd genezen. Het been werd even recht als weleer, en zij keerde, de goedheid en macht van de Wonderdoener verheerlijkende, te

Page 5: NOVEEN sint antonius1

O roemrijke H. Antonius, Serafijn der goddelijke liefde, helderschijnend licht van de Kerk, die ontelbaremensen, in de duisternis van misdaden en ongeloof, de weg der deugd en der waarheid en tevens de wegnaar de hemel hebt aangewezen, hun de zalige boetgoedgelovige christenen, de volharding in het geloof tot het einde toe; voor alle ongelovigen een oprechtebekering en voor alle zondaars een heilzame verbetering van hun leven. 0, grote Heilige, U verthet heil en leven van mijn ziel. Ik geef mezelf en al wat in mij is, in uw handen, opdat gij mij de ware wegmoogt aanduiden. Verbreek de hardnekkigheid van mijn ziel; maak dat mijn hart zich enkel tot God zouwenden en in Hem berusten. Leer mij alhet aardse verachten, en alleen de hemelse goederen zoeken, en smaak vinden in die zaken, welke deeeuwigheid betreffen. Vernietig in mij die ongeregelde neiging, welke mij aan mezelf hecht etot zinnelijkheid en aards genot aanspoort. 0, goede Heilige, wees de vriend van mijn ziel : daarom zal uwnaam verheven worden; de mijne daarentegen in vergetelheid geraken; uw, niet mijn werken, zullenverheerlijkt worden en alle mensen zull Wonder

In het jaar 1682 had Judith Bianca te Napels hevige smart te verduren van een allerpijnlijkste en afzichtelijke verzwering. Hierdoor vloeiden haar kwalijk riekende stoffen uit neusen mond. Na alle de H. Antonius, en begon de oefening der negen dinsdagen. Bij het aan breken van detweede week ontwaarde zij, onder het gebed, in de mond, een losgeraakt vleesachtiggezwel, dat de oorzaaen kon zij de H. Antonius voor een volkomen genezing bedanken

5

Tweede dinsdag

O roemrijke H. Antonius, Serafijn der goddelijke liefde, helderschijnend licht van de Kerk, die ontelbaremensen, in de duisternis van misdaden en ongeloof, de weg der deugd en der waarheid en tevens de wegnaar de hemel hebt aangewezen, hun de zalige boetvaardigheid opleggende, verkrijg, bid ik U, voor allegoedgelovige christenen, de volharding in het geloof tot het einde toe; voor alle ongelovigen een oprechtebekering en voor alle zondaars een heilzame verbetering van hun leven. 0, grote Heilige, U vert

heil en leven van mijn ziel. Ik geef mezelf en al wat in mij is, in uw handen, opdat gij mij de ware wegmoogt aanduiden. Verbreek de hardnekkigheid van mijn ziel; maak dat mijn hart zich enkel tot God zouwenden en in Hem berusten. Leer mij alles, wat op aarde is, gering schatten, de eerzucht vermijden, alhet aardse verachten, en alleen de hemelse goederen zoeken, en smaak vinden in die zaken, welke deeeuwigheid betreffen. Vernietig in mij die ongeregelde neiging, welke mij aan mezelf hecht etot zinnelijkheid en aards genot aanspoort. 0, goede Heilige, wees de vriend van mijn ziel : daarom zal uwnaam verheven worden; de mijne daarentegen in vergetelheid geraken; uw, niet mijn werken, zullenverheerlijkt worden en alle mensen zullen uw grootheid loven en prijzen. Amen.

In het jaar 1682 had Judith Bianca te Napels hevige smart te verduren van een

en afzichtelijke verzwering. Hierdoor vloeiden haar kwalijk riekende stoffen uit neusen mond. Na alle menselijke middelen te hebben aangewend, nam zij haar toevlucht tot

H. Antonius, en begon de oefening der negen dinsdagen. Bij het aan breken van detweede week ontwaarde zij, onder het gebed, in de mond, een losgeraakt vleesachtiggezwel, dat de oorzaak was van haar kwaal. Vanaf dat ogenblik verdween de verzweringen kon zij de H. Antonius voor een volkomen genezing bedanken

O roemrijke H. Antonius, Serafijn der goddelijke liefde, helderschijnend licht van de Kerk, die ontelbare mensen, in de duisternis van misdaden en ongeloof, de weg der deugd en der waarheid en tevens de weg

vaardigheid opleggende, verkrijg, bid ik U, voor alle goedgelovige christenen, de volharding in het geloof tot het einde toe; voor alle ongelovigen een oprechte bekering en voor alle zondaars een heilzame verbetering van hun leven. 0, grote Heilige, U vertrouw ik

heil en leven van mijn ziel. Ik geef mezelf en al wat in mij is, in uw handen, opdat gij mij de ware weg moogt aanduiden. Verbreek de hardnekkigheid van mijn ziel; maak dat mijn hart zich enkel tot God zou

les, wat op aarde is, gering schatten, de eerzucht vermijden, al het aardse verachten, en alleen de hemelse goederen zoeken, en smaak vinden in die zaken, welke de eeuwigheid betreffen. Vernietig in mij die ongeregelde neiging, welke mij aan mezelf hecht en mij steeds tot zinnelijkheid en aards genot aanspoort. 0, goede Heilige, wees de vriend van mijn ziel : daarom zal uw naam verheven worden; de mijne daarentegen in vergetelheid geraken; uw, niet mijn werken, zullen

In het jaar 1682 had Judith Bianca te Napels hevige smart te verduren van een

en afzichtelijke verzwering. Hierdoor vloeiden haar kwalijk riekende stoffen uit neus menselijke middelen te hebben aangewend, nam zij haar toevlucht tot

H. Antonius, en begon de oefening der negen dinsdagen. Bij het aan breken van de tweede week ontwaarde zij, onder het gebed, in de mond, een losgeraakt vleesachtig

k was van haar kwaal. Vanaf dat ogenblik verdween de verzwering

Page 6: NOVEEN sint antonius1

Grote H. Antonius, voortreffelijke en getrouwe vriend van Jezus, die door de aanbiddelijke Zaligmaker bijuitnemendheid zijt uitverkoren, om een schrik te zijn voor de boze, ik bid U, bewaar mij voor dedoodzonde, welke volgens de Heilige Schrift de ware boze geest en de gruwzame tiran van onze ziel is.Ontferm U over mij, o grote Heilige, en bescherm mij door uw wil beroven van de genade van mijn beminde Jezus, en mij aan de eeuwige dood schuldig maken.Beschaam thans nog, o machtige H. Antonius, die oproerige en gevaarlijke geest, die re slechts opbedacht is, hoe hij mijn ziel door zijn duivelse ingevingen ten verderf zal richten. Verdedig mij tegen deaanvallen van de helse draak, dat ik door U geholpen, moge zegevieren over die duistere machten. Gijweet wel, dat ik genade en zelfs krachtige genade nodig heb, om haarneigingen te overwinnen, welke van onze eerste jaren altijd ten kwade willen. Deel mij de genade mee,welke voor het heil van mijn ziel zo noodzakelijk is : ondersteun mij en ontsteek in mijn hart het vuur derliefde. 0 spiegel van geduld, o volmaakt voorbeeld van deugd, begunstig ons met uw weldaden in deellende en de druk waarmee wij ons, helaas, overladen gevoelen, en verkrijg ons van het Kindje Jezus,dat op uw armen rust, de genade, alle tegenspoed, die ons overkomt, mehier op aarde ons kruis geduldig gedragen te hebben, ook eens in de hemel de eeuwige vreugde mogengenieten. Amen. Wonder

Een Pools edelman ( hertog ) te Padua aangekomen, begaf zich met zijn gevolg naar S.Prosdocimo, en terwijl hij achter langs de kerk van de H. Antonius kwam, vroeg hij, wat datvoor een gebouw was. Men zei hem, dat het de kerk van de H. Antonius, patroon van destad, was. Iemand van zijn gevolg, dit horende, wilde geestig zijn, en sprak op spottendetoon : " Is het die Antonius, ter ere van wie de varkens een bel om de nek dragen ? " Dochternauwernood had hij dit gezegd, of zijn mond spleet van ene oor tot het andere open, enzijn arm, waarmee hij de kerk aanwees, verdorde. De H. Antonius strafte aldhetzelfde ogenblik de vermetelheid van zijn ongelukkige belediger. De hertog, die hetsmadend gezegde niet gehoord had, waarmee die goddeloze de heilige bespotte, vroegzijn zoon, wat er gebeurd was. De toedracht der zaak vernemende, wekte hij deongelukkige tot berouw op voor zijn heiligschendende spoternij, en spoorde hem aan naarde kerk te gaan, om de heilige vergiffenis te smeken. De gestrafte volgde die raad, en deH. Antonius vergaf hem de belediging, schonk hem niet alleen zijn vorige toestmaar verwierf hem tevens de genade van een oprechte bekering.

6

Derde dinsdag

Grote H. Antonius, voortreffelijke en getrouwe vriend van Jezus, die door de aanbiddelijke Zaligmaker bijemendheid zijt uitverkoren, om een schrik te zijn voor de boze, ik bid U, bewaar mij voor de

doodzonde, welke volgens de Heilige Schrift de ware boze geest en de gruwzame tiran van onze ziel is.Ontferm U over mij, o grote Heilige, en bescherm mij door uw voorspraak tegen dit hels gedrocht, dat mijwil beroven van de genade van mijn beminde Jezus, en mij aan de eeuwige dood schuldig maken.Beschaam thans nog, o machtige H. Antonius, die oproerige en gevaarlijke geest, die re slechts op

mijn ziel door zijn duivelse ingevingen ten verderf zal richten. Verdedig mij tegen deaanvallen van de helse draak, dat ik door U geholpen, moge zegevieren over die duistere machten. Gijweet wel, dat ik genade en zelfs krachtige genade nodig heb, om haar te weerstaan en de natuurlijkeneigingen te overwinnen, welke van onze eerste jaren altijd ten kwade willen. Deel mij de genade mee,welke voor het heil van mijn ziel zo noodzakelijk is : ondersteun mij en ontsteek in mijn hart het vuur der

gel van geduld, o volmaakt voorbeeld van deugd, begunstig ons met uw weldaden in deellende en de druk waarmee wij ons, helaas, overladen gevoelen, en verkrijg ons van het Kindje Jezus,dat op uw armen rust, de genade, alle tegenspoed, die ons overkomt, met geduld te dragen, opdat wij, nahier op aarde ons kruis geduldig gedragen te hebben, ook eens in de hemel de eeuwige vreugde mogen

Een Pools edelman ( hertog ) te Padua aangekomen, begaf zich met zijn gevolg naar S.en terwijl hij achter langs de kerk van de H. Antonius kwam, vroeg hij, wat dat

voor een gebouw was. Men zei hem, dat het de kerk van de H. Antonius, patroon van destad, was. Iemand van zijn gevolg, dit horende, wilde geestig zijn, en sprak op spottendetoon : " Is het die Antonius, ter ere van wie de varkens een bel om de nek dragen ? " Dochternauwernood had hij dit gezegd, of zijn mond spleet van ene oor tot het andere open, enzijn arm, waarmee hij de kerk aanwees, verdorde. De H. Antonius strafte aldhetzelfde ogenblik de vermetelheid van zijn ongelukkige belediger. De hertog, die hetsmadend gezegde niet gehoord had, waarmee die goddeloze de heilige bespotte, vroegzijn zoon, wat er gebeurd was. De toedracht der zaak vernemende, wekte hij deongelukkige tot berouw op voor zijn heiligschendende spoternij, en spoorde hem aan naarde kerk te gaan, om de heilige vergiffenis te smeken. De gestrafte volgde die raad, en deH. Antonius vergaf hem de belediging, schonk hem niet alleen zijn vorige toestmaar verwierf hem tevens de genade van een oprechte bekering.

Grote H. Antonius, voortreffelijke en getrouwe vriend van Jezus, die door de aanbiddelijke Zaligmaker bij emendheid zijt uitverkoren, om een schrik te zijn voor de boze, ik bid U, bewaar mij voor de

doodzonde, welke volgens de Heilige Schrift de ware boze geest en de gruwzame tiran van onze ziel is. voorspraak tegen dit hels gedrocht, dat mij

wil beroven van de genade van mijn beminde Jezus, en mij aan de eeuwige dood schuldig maken. Beschaam thans nog, o machtige H. Antonius, die oproerige en gevaarlijke geest, die re slechts op

mijn ziel door zijn duivelse ingevingen ten verderf zal richten. Verdedig mij tegen de aanvallen van de helse draak, dat ik door U geholpen, moge zegevieren over die duistere machten. Gij

te weerstaan en de natuurlijke neigingen te overwinnen, welke van onze eerste jaren altijd ten kwade willen. Deel mij de genade mee, welke voor het heil van mijn ziel zo noodzakelijk is : ondersteun mij en ontsteek in mijn hart het vuur der

gel van geduld, o volmaakt voorbeeld van deugd, begunstig ons met uw weldaden in de ellende en de druk waarmee wij ons, helaas, overladen gevoelen, en verkrijg ons van het Kindje Jezus,

t geduld te dragen, opdat wij, na hier op aarde ons kruis geduldig gedragen te hebben, ook eens in de hemel de eeuwige vreugde mogen

Een Pools edelman ( hertog ) te Padua aangekomen, begaf zich met zijn gevolg naar S. en terwijl hij achter langs de kerk van de H. Antonius kwam, vroeg hij, wat dat

voor een gebouw was. Men zei hem, dat het de kerk van de H. Antonius, patroon van de stad, was. Iemand van zijn gevolg, dit horende, wilde geestig zijn, en sprak op spottende toon : " Is het die Antonius, ter ere van wie de varkens een bel om de nek dragen ? " Doch ternauwernood had hij dit gezegd, of zijn mond spleet van ene oor tot het andere open, en zijn arm, waarmee hij de kerk aanwees, verdorde. De H. Antonius strafte aldus op hetzelfde ogenblik de vermetelheid van zijn ongelukkige belediger. De hertog, die het smadend gezegde niet gehoord had, waarmee die goddeloze de heilige bespotte, vroeg zijn zoon, wat er gebeurd was. De toedracht der zaak vernemende, wekte hij de ongelukkige tot berouw op voor zijn heiligschendende spoternij, en spoorde hem aan naar de kerk te gaan, om de heilige vergiffenis te smeken. De gestrafte volgde die raad, en de H. Antonius vergaf hem de belediging, schonk hem niet alleen zijn vorige toestand terug,

Page 7: NOVEEN sint antonius1

Wonderbare H. Antonius, die de zeiken zo dikwijls de gezondheid hebt teruggeschonken, en henverkwikking hebt verleend, die in zwakheid zowel naar lichaam als dringend, wil toch mijn ziel van al haar wonden genezen, en de genade van de H. Geest in mijn hartversterken, om het meer en meer door het vuur van uw liefde te ontsteken. Verkrijg mij, o grote Heilige, dezegen van de Hemel, kracht in geloof en hoop, alsmede vergeving voor mijn nalatigheden. Draag aan deGoddelijke rechtvaardigheid dit nederig gebed op : Ik heb gezondigd, o Heer, ik heb gezondigd. Ik bid Uom vergiffenis, o mijn God. 0 Vader van de barmhartigheid en Godoneindige goedertierendheid 10 H. Antonius, zorg, dat deze bede mijn hart doordringt tot de troon dergoddelijke barmhartigheid, opdat de liefdevolle Zaligmaker, die mij door zijn dierbaar Bloed verlost heeft,haar aan de eeuwige Vader opdrage, om vergiffenis van de zonden, bevrijding van smarten die mijkwellen, en de eeuwige heerlijkheid te bekomen, welke Gij in de Hemel bezit. Amen. Wonder

Nadat de Heilige eens gepredikt had, en een dorp in de nabijheid werd Hij met zijn reisgenoot door een godvrezende vrouw van die plaats uitgenodigd, bijhaar enige verkwikking te gebruiken, hetgeen hij aannam. Opgetogen van blijdschap, datde H. Antonius binnen haar woning vertoefde, daalde de vrwijn te halen, doch vergat in haar haast de kraan van het vat dicht te draaien, of deed haar slechts half dicht, zodat de wijn wegstroomde. Boven gekomen neemt zij een beker, enterwijl zij die wil opnemen, houdt zij er de voeten het arme vrouwtje zat er nog meer over in, daar zij hem slechts geleend had. Antonius, getuige van dit schouwspel en in de geest bespeurende, wat er, buiten weten van zijngastvrouw, in de kelder had plaatsgegremildadigheid zou slecht beloond worden. Met de handen bedekte hij zijn gezicht en sprakeen kort maar vurig gebed, waarna men aanstonds de beker wederom in zijn vorigetoestand hersteld zag. De vrouw keert naarhet vat is gelopen; doch het wonder waarvan zij zo even getuige was geweest, deed haar een tweede verhopen, en inderdaad : bij het vat gekomen, vindt zij dit gevuld met wijn vanoneindig beter soort dan de vorigbedanken; deze echter waren reeds vertrokken, daar zij wilden vermijden, dat het dubbelwonder in de omtrek ruchtbaar werd, terwijl zij nog aanwezig waren.

7

Vierde dinsdag

Wonderbare H. Antonius, die de zeiken zo dikwijls de gezondheid hebt teruggeschonken, en henverkwikking hebt verleend, die in zwakheid zowel naar lichaam als naar ziel tot U zuchten, ik smeek Udringend, wil toch mijn ziel van al haar wonden genezen, en de genade van de H. Geest in mijn hartversterken, om het meer en meer door het vuur van uw liefde te ontsteken. Verkrijg mij, o grote Heilige, de

Hemel, kracht in geloof en hoop, alsmede vergeving voor mijn nalatigheden. Draag aan deGoddelijke rechtvaardigheid dit nederig gebed op : Ik heb gezondigd, o Heer, ik heb gezondigd. Ik bid Uom vergiffenis, o mijn God. 0 Vader van de barmhartigheid en God der vertroosting, vergeef mij door uwoneindige goedertierendheid 10 H. Antonius, zorg, dat deze bede mijn hart doordringt tot de troon dergoddelijke barmhartigheid, opdat de liefdevolle Zaligmaker, die mij door zijn dierbaar Bloed verlost heeft,haar aan de eeuwige Vader opdrage, om vergiffenis van de zonden, bevrijding van smarten die mijkwellen, en de eeuwige heerlijkheid te bekomen, welke Gij in de Hemel bezit. Amen.

Nadat de Heilige eens gepredikt had, en een dorp in de nabijheid van Marseille doortrok,werd Hij met zijn reisgenoot door een godvrezende vrouw van die plaats uitgenodigd, bijhaar enige verkwikking te gebruiken, hetgeen hij aannam. Opgetogen van blijdschap, datde H. Antonius binnen haar woning vertoefde, daalde de vrome vrouw in de kelder af omwijn te halen, doch vergat in haar haast de kraan van het vat dicht te draaien, of deed

slechts half dicht, zodat de wijn wegstroomde. Boven gekomen neemt zij een beker, enterwijl zij die wil opnemen, houdt zij er de voet van in haar hand. De beker was van glas,en het arme vrouwtje zat er nog meer over in, daar zij hem slechts geleend had.

getuige van dit schouwspel en in de geest bespeurende, wat er, buiten weten van zijngastvrouw, in de kelder had plaatsgegrepen, wilde niet toelaten, dat de Hem betoondemildadigheid zou slecht beloond worden. Met de handen bedekte hij zijn gezicht en sprakeen kort maar vurig gebed, waarna men aanstonds de beker wederom in zijn vorigetoestand hersteld zag. De vrouw keert naar de kelder terug, en bemerkt dat de wijn uit

vat is gelopen; doch het wonder waarvan zij zo even getuige was geweest, deed haar

tweede verhopen, en inderdaad : bij het vat gekomen, vindt zij dit gevuld met wijn vanoneindig beter soort dan de vorige. Verheugd snelt zij de trappen op, om haar gasten tebedanken; deze echter waren reeds vertrokken, daar zij wilden vermijden, dat het dubbelwonder in de omtrek ruchtbaar werd, terwijl zij nog aanwezig waren.

Wonderbare H. Antonius, die de zeiken zo dikwijls de gezondheid hebt teruggeschonken, en hen naar ziel tot U zuchten, ik smeek U

dringend, wil toch mijn ziel van al haar wonden genezen, en de genade van de H. Geest in mijn hart versterken, om het meer en meer door het vuur van uw liefde te ontsteken. Verkrijg mij, o grote Heilige, de

Hemel, kracht in geloof en hoop, alsmede vergeving voor mijn nalatigheden. Draag aan de Goddelijke rechtvaardigheid dit nederig gebed op : Ik heb gezondigd, o Heer, ik heb gezondigd. Ik bid U

der vertroosting, vergeef mij door uw oneindige goedertierendheid 10 H. Antonius, zorg, dat deze bede mijn hart doordringt tot de troon der goddelijke barmhartigheid, opdat de liefdevolle Zaligmaker, die mij door zijn dierbaar Bloed verlost heeft, haar aan de eeuwige Vader opdrage, om vergiffenis van de zonden, bevrijding van smarten die mij kwellen, en de eeuwige heerlijkheid te bekomen, welke Gij in de Hemel bezit. Amen.

van Marseille doortrok, werd Hij met zijn reisgenoot door een godvrezende vrouw van die plaats uitgenodigd, bij haar enige verkwikking te gebruiken, hetgeen hij aannam. Opgetogen van blijdschap, dat

ome vrouw in de kelder af om wijn te halen, doch vergat in haar haast de kraan van het vat dicht te draaien, of deed

slechts half dicht, zodat de wijn wegstroomde. Boven gekomen neemt zij een beker, en van in haar hand. De beker was van glas,

en het arme vrouwtje zat er nog meer over in, daar zij hem slechts geleend had.

getuige van dit schouwspel en in de geest bespeurende, wat er, buiten weten van zijn pen, wilde niet toelaten, dat de Hem betoonde

mildadigheid zou slecht beloond worden. Met de handen bedekte hij zijn gezicht en sprak een kort maar vurig gebed, waarna men aanstonds de beker wederom in zijn vorige

de kelder terug, en bemerkt dat de wijn uit

vat is gelopen; doch het wonder waarvan zij zo even getuige was geweest, deed haar

tweede verhopen, en inderdaad : bij het vat gekomen, vindt zij dit gevuld met wijn van e. Verheugd snelt zij de trappen op, om haar gasten te

bedanken; deze echter waren reeds vertrokken, daar zij wilden vermijden, dat het dubbel wonder in de omtrek ruchtbaar werd, terwijl zij nog aanwezig waren.

Page 8: NOVEEN sint antonius1

Roemrijke H. Antonius, moedige bestrijder der ongelovigen, die meermalen de boeien hebt verbrokenvan hen, die onder tirannie van vorsten zuchten, ik bid U, verbreek de banden der zonden en bozeneigingen, die mijn ziel kwellen. Ik smeek U, grote Heilige, verhoor dit ootmoedig altaar verricht. Verwerf mij door uw voorspraak een deugdzaam leve n, ware zelfkennis, volmaakteversterving van mijn zinnen en een volkomen overwinning in alle bekoringen. Ontsteek in mijn hart hetvuur van uw goddelijke liefde. WeigSterk mij in dat ogenblik tegen de vijand van mijn zaligheid. Kom mij ter hulp in die bange uren, enverzoen mij met God, opdat Hij mij mijn zonden vergeve en ik de H. Drievuldigheid, in van de gelukzaligen, immer moge loven en verheerlijken.Kom, o H. Geest, vervul mij met uw vertroosting, opdat mijn ziel niet in zwakheid vervalle. Laat mij, oGod, in uw ogen genade vinden, die mij geleide en onophoudelijk aanspore, om goedverrichten, door Jezus Christus, uw zoon, die met U leeft en heerst in de eenheid van de H. Geest ineeuwigheid. Amen. Wonder

Zekere Antonius, die in de nabijheid van Padua was geboren, had ten gevolge van eenberoerde het gebruik van de diefstal beschuldigd en voor de rechtbank gedaagd. God liet hem deze vernederingslechts ondergaan, om hem daarna te verheffen. Gevankelijk voor de rechters gebracht,begon hij met luider stem en levengeef dat, indien ik schuldig ben, mij hier ten aanzien van eenieder, hetzelfde gebrek aanmijn rechterarm overkome, als wat ik aan mijn linker ondervind : dat zal mij voor immer inde onmogelijkheid stegenwoordigheid van de rechters, van mijn gebrek. " Nauwelijks was dit gebed geëindigd,of hij kreeg het gebruik van zijn linkerarm terug. Volkomen genezen, werd hij in het bijzijnvan elk verlost van zijn kwaal en ontheven van de misdaad, die men hem ten laste legde.

8

Vijfde dinsdag

moedige bestrijder der ongelovigen, die meermalen de boeien hebt verbrokenvan hen, die onder tirannie van vorsten zuchten, ik bid U, verbreek de banden der zonden en bozeneigingen, die mijn ziel kwellen. Ik smeek U, grote Heilige, verhoor dit ootmoedig gebed, dat ik voor uwaltaar verricht. Verwerf mij door uw voorspraak een deugdzaam leve n, ware zelfkennis, volmaakteversterving van mijn zinnen en een volkomen overwinning in alle bekoringen. Ontsteek in mijn hart hetvuur van uw goddelijke liefde. Weiger mij uw bijstand niet, als mijn ziel van het lichaam zal scheiden.Sterk mij in dat ogenblik tegen de vijand van mijn zaligheid. Kom mij ter hulp in die bange uren, enverzoen mij met God, opdat Hij mij mijn zonden vergeve en ik de H. Drievuldigheid, in van de gelukzaligen, immer moge loven en verheerlijken. Kom, o H. Geest, vervul mij met uw vertroosting, opdat mijn ziel niet in zwakheid vervalle. Laat mij, oGod, in uw ogen genade vinden, die mij geleide en onophoudelijk aanspore, om goedverrichten, door Jezus Christus, uw zoon, die met U leeft en heerst in de eenheid van de H. Geest in

Zekere Antonius, die in de nabijheid van Padua was geboren, had ten gevolge van eenberoerde het gebruik van de linkerarm verloren. Tot overmaat van ramp werd hij vandiefstal beschuldigd en voor de rechtbank gedaagd. God liet hem deze vernederingslechts ondergaan, om hem daarna te verheffen. Gevankelijk voor de rechters gebracht,begon hij met luider stem en levendig vertrouwen te bidden : " H. Antonius," sprak hij, "geef dat, indien ik schuldig ben, mij hier ten aanzien van eenieder, hetzelfde gebrek aanmijn rechterarm overkome, als wat ik aan mijn linker ondervind : dat zal mij voor immer inde onmogelijkheid stellen om te stelen; - ben ik onschuldig, genees mij dan integenwoordigheid van de rechters, van mijn gebrek. " Nauwelijks was dit gebed geëindigd,of hij kreeg het gebruik van zijn linkerarm terug. Volkomen genezen, werd hij in het bijzijn

t van zijn kwaal en ontheven van de misdaad, die men hem ten laste legde.

moedige bestrijder der ongelovigen, die meermalen de boeien hebt verbroken van hen, die onder tirannie van vorsten zuchten, ik bid U, verbreek de banden der zonden en boze

gebed, dat ik voor uw altaar verricht. Verwerf mij door uw voorspraak een deugdzaam leve n, ware zelfkennis, volmaakte versterving van mijn zinnen en een volkomen overwinning in alle bekoringen. Ontsteek in mijn hart het

er mij uw bijstand niet, als mijn ziel van het lichaam zal scheiden. Sterk mij in dat ogenblik tegen de vijand van mijn zaligheid. Kom mij ter hulp in die bange uren, en verzoen mij met God, opdat Hij mij mijn zonden vergeve en ik de H. Drievuldigheid, in het gezelschap

Kom, o H. Geest, vervul mij met uw vertroosting, opdat mijn ziel niet in zwakheid vervalle. Laat mij, o God, in uw ogen genade vinden, die mij geleide en onophoudelijk aanspore, om goede werken te verrichten, door Jezus Christus, uw zoon, die met U leeft en heerst in de eenheid van de H. Geest in

Zekere Antonius, die in de nabijheid van Padua was geboren, had ten gevolge van een linkerarm verloren. Tot overmaat van ramp werd hij van

diefstal beschuldigd en voor de rechtbank gedaagd. God liet hem deze vernedering slechts ondergaan, om hem daarna te verheffen. Gevankelijk voor de rechters gebracht,

dig vertrouwen te bidden : " H. Antonius," sprak hij, " geef dat, indien ik schuldig ben, mij hier ten aanzien van eenieder, hetzelfde gebrek aan mijn rechterarm overkome, als wat ik aan mijn linker ondervind : dat zal mij voor immer in

ben ik onschuldig, genees mij dan in tegenwoordigheid van de rechters, van mijn gebrek. " Nauwelijks was dit gebed geëindigd, of hij kreeg het gebruik van zijn linkerarm terug. Volkomen genezen, werd hij in het bijzijn

t van zijn kwaal en ontheven van de misdaad, die men hem ten laste legde.

Page 9: NOVEEN sint antonius1

Mijn God, oorsprong van barmhartigheid, Gij hebt aan mij gedacht, toen ik U verlaten had. Geef, dat ikimmer aan U en uw geboden zou denken. 0, enige kracht zuiverheid altijd vrij van aardse begeerten. Dat is het doel van mijn hoop; zonder U is er geen rechtmatige vreugde te verwachten. Toon mij door de verdiensten van uw getrouwe dienaar, Antonius,uw goddelijke barmhartigheid. Verbeter, o Heer, in mij wat onvolmaakt is.0, grote H. Antonius, die veel zieken hebt genezen, aan menigeen het gezicht, het gehoor en de spraakhebt teruggegeven, genees door uw voorspraak alle ziekten van mijn ziel en haar ongeregeldeheers over mijn tong, opdat ik ze niet tegen de eer van God zou misbruiken of tegen mijn evennaasten,die God mij bevolen heeft te beminnen. 0, hoe dikwijls klopt de lieve Jezus aan de deur van mijn hart, enwil Hij mij in zijn dienst aannemen,aanmanende, terwijl ik mij bezig houd met datgene, wat als een schaduw voorbijgaat. Maak dat degoddelijke ingevingen tot mij doordringen, en wil toch verhoeden, dat ik de verlokkende stem van mizinnelijkheid volge. 0 wonderbare Heilige, die door een bijzondere genade Gods, zoveel verloren zakenterugbrengt, maak dat ik de genade Gods en de rust van mijn ziel wedervinde welke ik ongelukkigerwijzedoor de zonden heb verloren, en wat mij meer dan Wonder

In de nabijheid van het klooster, genaamd Monte Paolo, staat een kapel, toegewijd aande H. Antonius, opgericht als een bewijs van dankbaarheid voor het wonder dat wij gaanverhalen. Zeker Jacobus Paganelliwanhoopten aan zijn behoud. Zijn bloedverwanten, die hem geen ogenblik verlieten, enover zijn toestand in de grootste onrust verkeerden, zagen dat hij enigszins kalm werd enzuchtte. Enige ogenblikken daarna ontwaakte hij en sprong uit het bed, roepende : " Tollegrabatum tuum et am ula : neem uw bed op en wandel." De aanwezigen dachten dat hij inijlende toestand verkeerde, doch Jacobus hield vol dat hij genezen was. Hij hadgedroomd dat hij voor de relikwiekast van de H. Antonius stond, en ofschoon hij die nooithad aanschouwd, gaf hij er niettemin een nauwkeurige beschrijving van. Terwijl hij zichaldaar bevond, had de heilige hem geboden zijn bed op te nemen en te wandelen,men hem zoeven had horen roepen, en hij voelde zich opeens genezen. Over dit wondergetroffen, deed hij de belofte, tot het einde van zijn leven, klederen te zullen dragen vandezelfde kleur als dat van de H. Antonius, en een kapel ter zijner ere tvervulde die belofte, vereeuwigde de wonderbare genezing door een geschrift, en leefdedaarna nog tien jaren.

9

Zesde dinsdag

Mijn God, oorsprong van barmhartigheid, Gij hebt aan mij gedacht, toen ik U verlaten had. Geef, dat ikimmer aan U en uw geboden zou denken. 0, enige kracht van mijn ziel, maak haar door uw volkomenzuiverheid altijd vrij van aardse begeerten. Dat is het doel van mijn hoop; zonder U is er geen rechtmatige vreugde te verwachten. Toon mij door de verdiensten van uw getrouwe dienaar, Antonius,

ke barmhartigheid. Verbeter, o Heer, in mij wat onvolmaakt is. 0, grote H. Antonius, die veel zieken hebt genezen, aan menigeen het gezicht, het gehoor en de spraakhebt teruggegeven, genees door uw voorspraak alle ziekten van mijn ziel en haar ongeregeldeheers over mijn tong, opdat ik ze niet tegen de eer van God zou misbruiken of tegen mijn evennaasten,die God mij bevolen heeft te beminnen. 0, hoe dikwijls klopt de lieve Jezus aan de deur van mijn hart, enwil Hij mij in zijn dienst aannemen, mij tot waakzaamheid en overweging van de eeuwige waarhedenaanmanende, terwijl ik mij bezig houd met datgene, wat als een schaduw voorbijgaat. Maak dat degoddelijke ingevingen tot mij doordringen, en wil toch verhoeden, dat ik de verlokkende stem van mizinnelijkheid volge. 0 wonderbare Heilige, die door een bijzondere genade Gods, zoveel verloren zakenterugbrengt, maak dat ik de genade Gods en de rust van mijn ziel wedervinde welke ik ongelukkigerwijzedoor de zonden heb verloren, en wat mij meer dan enig ander verlies leed doet. Amen.

In de nabijheid van het klooster, genaamd Monte Paolo, staat een kapel, toegewijd aande H. Antonius, opgericht als een bewijs van dankbaarheid voor het wonder dat wij gaanverhalen. Zeker Jacobus Paganelli, van Ravenna, was dodelijk ziek, en de ge neesherenwanhoopten aan zijn behoud. Zijn bloedverwanten, die hem geen ogenblik verlieten, enover zijn toestand in de grootste onrust verkeerden, zagen dat hij enigszins kalm werd enzuchtte. Enige ogenblikken daarna ontwaakte hij en sprong uit het bed, roepende : " Tollegrabatum tuum et am ula : neem uw bed op en wandel." De aanwezigen dachten dat hij inijlende toestand verkeerde, doch Jacobus hield vol dat hij genezen was. Hij hadgedroomd dat hij voor de relikwiekast van de H. Antonius stond, en ofschoon hij die nooithad aanschouwd, gaf hij er niettemin een nauwkeurige beschrijving van. Terwijl hij zichaldaar bevond, had de heilige hem geboden zijn bed op te nemen en te wandelen,men hem zoeven had horen roepen, en hij voelde zich opeens genezen. Over dit wondergetroffen, deed hij de belofte, tot het einde van zijn leven, klederen te zullen dragen vandezelfde kleur als dat van de H. Antonius, en een kapel ter zijner ere tvervulde die belofte, vereeuwigde de wonderbare genezing door een geschrift, en leefdedaarna nog tien jaren.

Mijn God, oorsprong van barmhartigheid, Gij hebt aan mij gedacht, toen ik U verlaten had. Geef, dat ik van mijn ziel, maak haar door uw volkomen

zuiverheid altijd vrij van aardse begeerten. Dat is het doel van mijn hoop; zonder U is er geen ware en rechtmatige vreugde te verwachten. Toon mij door de verdiensten van uw getrouwe dienaar, Antonius,

0, grote H. Antonius, die veel zieken hebt genezen, aan menigeen het gezicht, het gehoor en de spraak hebt teruggegeven, genees door uw voorspraak alle ziekten van mijn ziel en haar ongeregelde begeerten; heers over mijn tong, opdat ik ze niet tegen de eer van God zou misbruiken of tegen mijn evennaasten, die God mij bevolen heeft te beminnen. 0, hoe dikwijls klopt de lieve Jezus aan de deur van mijn hart, en

mij tot waakzaamheid en overweging van de eeuwige waarheden aanmanende, terwijl ik mij bezig houd met datgene, wat als een schaduw voorbijgaat. Maak dat de goddelijke ingevingen tot mij doordringen, en wil toch verhoeden, dat ik de verlokkende stem van mijn zinnelijkheid volge. 0 wonderbare Heilige, die door een bijzondere genade Gods, zoveel verloren zaken terugbrengt, maak dat ik de genade Gods en de rust van mijn ziel wedervinde welke ik ongelukkigerwijze

enig ander verlies leed doet. Amen.

In de nabijheid van het klooster, genaamd Monte Paolo, staat een kapel, toegewijd aan de H. Antonius, opgericht als een bewijs van dankbaarheid voor het wonder dat wij gaan

, van Ravenna, was dodelijk ziek, en de ge neesheren wanhoopten aan zijn behoud. Zijn bloedverwanten, die hem geen ogenblik verlieten, en over zijn toestand in de grootste onrust verkeerden, zagen dat hij enigszins kalm werd en zuchtte. Enige ogenblikken daarna ontwaakte hij en sprong uit het bed, roepende : " Tolle grabatum tuum et am ula : neem uw bed op en wandel." De aanwezigen dachten dat hij in ijlende toestand verkeerde, doch Jacobus hield vol dat hij genezen was. Hij had gedroomd dat hij voor de relikwiekast van de H. Antonius stond, en ofschoon hij die nooit had aanschouwd, gaf hij er niettemin een nauwkeurige beschrijving van. Terwijl hij zich aldaar bevond, had de heilige hem geboden zijn bed op te nemen en te wandelen, gelijk men hem zoeven had horen roepen, en hij voelde zich opeens genezen. Over dit wonder getroffen, deed hij de belofte, tot het einde van zijn leven, klederen te zullen dragen van dezelfde kleur als dat van de H. Antonius, en een kapel ter zijner ere te bouwen. Hij vervulde die belofte, vereeuwigde de wonderbare genezing door een geschrift, en leefde

Page 10: NOVEEN sint antonius1

In nader tot Uw troon, ons onsterfelijke Koning der heerlijkheid, ofschoon ik aan stof en as gelijk ben. Uwzo milde goedheid schenkt mij moed, om voor uw aangezicht te verschijnen en U mijn hart uit te storten.Alles wat mij aangaande de deugdzaamheid is geleerd, wil ik in uw dienst aanwenden. 0 mijn Heer enmijn God, schenk ons de genade, alleen op U onze hoopverborgen te houden. Bescherm ons tegen alle vijanden, wek ons uit onze traagheid op. Dat de gedachteaan U in ons werke, dat zij ons opwekke en ontsteke, opdat wij uw zoetheid smaken en onze harten tot Uopheffen. Schenk mij U zelven, o

U meer en meer beminne, zonder ooit van U te scheiden. Ik weet en erken, dat ik zonder U overal nietsdan ellende en rampspoed aantref. Derhalve stel ik al mijn leve en uw geboden onderhoude. Gij kent mijn onwetendheid en zwakheid; onderricht en genees mij.O H. Antonius, heilige vriend en dienaar Gods, leer mij de weg des hemels; geef dat ik de voetstappenvolge van mijn verlosser Jezus Christus; wees mij een getrouwe gids; verlicht mij in de duisternissen vandit sterfelijk leven; wees mijn helper in alle gevaren naar ziel en lichaam; toon mij wat ik moet doen envermijden moet tot eer van God en het heil van mijn ziel. onder uw leiding leven en sterven. Amen. Wonder

De oorspronkelijke schilderijen, die de H. Antonius voorstellen, wekkervin ons degedachte aan de diepe ootmoed die Hem bezielde. De schilderij van Giottolinkerkant van het hoofdaltaar van zijn kerk hangt, legt getuigenis af van deze nederigheid,en verspreidt te gelijk de roem, als loon aan deze deugd verbonden. In het jaar1749 barstte er in de kapel van de H. Antonius een hevige brand uit,daarin bevond werd een prooi van de vlammen. Alleen het schilderij van Giotto werd doorhet vuur gespaard, en hield al haar luister, zonder zelfs door de rook te wordenbeschadigd. Dit wonder maakte haar nog meer vererenswaardig, en men altijd nieuw genot, daarin de trekken van de Heilige te aanschouwen.

10

Zevende dinsdag

In nader tot Uw troon, ons onsterfelijke Koning der heerlijkheid, ofschoon ik aan stof en as gelijk ben. Uwzo milde goedheid schenkt mij moed, om voor uw aangezicht te verschijnen en U mijn hart uit te storten.Alles wat mij aangaande de deugdzaamheid is geleerd, wil ik in uw dienst aanwenden. 0 mijn Heer enmijn God, schenk ons de genade, alleen op U onze hoop te vestigen en ons onder uw vleugelenverborgen te houden. Bescherm ons tegen alle vijanden, wek ons uit onze traagheid op. Dat de gedachteaan U in ons werke, dat zij ons opwekke en ontsteke, opdat wij uw zoetheid smaken en onze harten tot U

o mijn God, want ik bemin U. En geef dat, wijl ik U niet genoeg liefheb, ikU meer en meer beminne, zonder ooit van U te scheiden. Ik weet en erken, dat ik zonder U overal nietsdan ellende en rampspoed aantref. Derhalve stel ik al mijn bezorgdheid in uw handen, o Heer, opdat ikleve en uw geboden onderhoude. Gij kent mijn onwetendheid en zwakheid; onderricht en genees mij.O H. Antonius, heilige vriend en dienaar Gods, leer mij de weg des hemels; geef dat ik de voetstappen

verlosser Jezus Christus; wees mij een getrouwe gids; verlicht mij in de duisternissen vandit sterfelijk leven; wees mijn helper in alle gevaren naar ziel en lichaam; toon mij wat ik moet doen envermijden moet tot eer van God en het heil van mijn ziel. Verlaat mij niet, o grote Heilige. Gaarne wil ikonder uw leiding leven en sterven. Amen.

De oorspronkelijke schilderijen, die de H. Antonius voorstellen, wekkervin ons degedachte aan de diepe ootmoed die Hem bezielde. De schilderij van Giottolinkerkant van het hoofdaltaar van zijn kerk hangt, legt getuigenis af van deze nederigheid,en verspreidt te gelijk de roem, als loon aan deze deugd verbonden. In het jaar1749 barstte er in de kapel van de H. Antonius een hevige brand uit, daarin bevond werd een prooi van de vlammen. Alleen het schilderij van Giotto werd doorhet vuur gespaard, en hield al haar luister, zonder zelfs door de rook te wordenbeschadigd. Dit wonder maakte haar nog meer vererenswaardig, en men altijd nieuw genot, daarin de trekken van de Heilige te aanschouwen.

In nader tot Uw troon, ons onsterfelijke Koning der heerlijkheid, ofschoon ik aan stof en as gelijk ben. Uw zo milde goedheid schenkt mij moed, om voor uw aangezicht te verschijnen en U mijn hart uit te storten. Alles wat mij aangaande de deugdzaamheid is geleerd, wil ik in uw dienst aanwenden. 0 mijn Heer en

te vestigen en ons onder uw vleugelen verborgen te houden. Bescherm ons tegen alle vijanden, wek ons uit onze traagheid op. Dat de gedachte aan U in ons werke, dat zij ons opwekke en ontsteke, opdat wij uw zoetheid smaken en onze harten tot U

mijn God, want ik bemin U. En geef dat, wijl ik U niet genoeg liefheb, ik U meer en meer beminne, zonder ooit van U te scheiden. Ik weet en erken, dat ik zonder U overal niets

bezorgdheid in uw handen, o Heer, opdat ik leve en uw geboden onderhoude. Gij kent mijn onwetendheid en zwakheid; onderricht en genees mij. O H. Antonius, heilige vriend en dienaar Gods, leer mij de weg des hemels; geef dat ik de voetstappen

verlosser Jezus Christus; wees mij een getrouwe gids; verlicht mij in de duisternissen van dit sterfelijk leven; wees mijn helper in alle gevaren naar ziel en lichaam; toon mij wat ik moet doen en

Verlaat mij niet, o grote Heilige. Gaarne wil ik

De oorspronkelijke schilderijen, die de H. Antonius voorstellen, wekkervin ons de gedachte aan de diepe ootmoed die Hem bezielde. De schilderij van Giotto, welke aan de linkerkant van het hoofdaltaar van zijn kerk hangt, legt getuigenis af van deze nederigheid, en verspreidt te gelijk de roem, als loon aan deze deugd verbonden. In het jaar

en alles wet zich daarin bevond werd een prooi van de vlammen. Alleen het schilderij van Giotto werd door het vuur gespaard, en hield al haar luister, zonder zelfs door de rook te worden beschadigd. Dit wonder maakte haar nog meer vererenswaardig, en men smaakt een altijd nieuw genot, daarin de trekken van de Heilige te aanschouwen.

Page 11: NOVEEN sint antonius1

Heb dank, o mijn God, dat Gij in uw almachtige goedheid de wereld hebt geschapen en haar door uwwonderbare wijsheid bestuurt. Ik dank U, mijn God, daIk dank U voor al uw gaven en voornam elijk hiervoor, dat Gij mij zo menigmaal mijn zonden vergeven hebt.Dat de hemel U love, en de aarde uwe macht verkondige, o oorsprong aller genade en goedertierenheid.Hoe dikwijls heb ik niet van U afgewend en mij tot de ijdele wereld begeven, terwijl ik de weg van Uwgeboden verliet. 0 hoe billijk is het, dat ik U bemin, U dank betuig en uw verheven Majesteit onophoudelijkwegens haar oneindige barmhartigheid loof, God, die mijn schreden kent, ontferm U mijner en gewaardig U, mijn door zonden verzwakte ziel teversterken. O roemrijke H. Antonius, medelijdende trooster der bedroefden, die den. bedrukten zo dikte hulp komt, verlaat mij niet; ondersteun de armoede van mijn ziel. Ongeduld, achterdocht en bozeoordeelvellingen vervoeren mijn ziel, sporen mij tot wraak aan en tot vernedering van anderen; niet lichtvergeef ik beledigingen en ik erbarm mij niet over mijn naaste. Dat God zich door U, o grote Heilige,ontferme over mijn ellende en mij helpe tot een oprechte bekering. Geef, dat ik getroffen words door depijlen der goddelijke liefde, en het genot der wereld met haar ijdele genoegens vermijn zwakheid versterke en mijn leven voor ongevallen behoede. Dat de allerheiligste barmhar tigheid mijbijsta en mijn verlangen vervulde, door de overvloed uwer verdiensten. Maak dat ik van de weg der deugdnimmer afwijk, opdat ik eens in uw gezelschap de drie Wonder

Een luthers protestant uit Sausen, Henri Hinez genaamd, was in het bezit van eenschilderij waarop de H. Antonius stond afgebeeld, en welke hij uit minachting omgekeerdaan de muur zijner kamer had hangen. Enige katholieken merkten hem zulks op, endraaiden haar in zijn bijzijn om; doch zodra waren zij niet verdwenen, of de man keerde zeopnieuw om, zeggende : " Als ze zich van zelf omdraait, word ik katholiek." Dit was eensoort van tegenstand, welke hij bood aan zijn inwendige wroegingen. Doch verbeeld u zijnverbazing, toen weinige dagen later het portret zich niet slechts vanzelf omwendde, maarzich van de muur losmaakte en in de lucht bleef hangen. Niettegenstaande dit gvrees, welke het hem inboezemde, volbracht hij echter geens zins zijn belofte om dedwaling af te zweren. Hij meende dat lange reizen zijn gemoedsbezwaren zoudenafleiden; doch waarheen hij ook trok, de knaging en de kwelling des gewetens kon ontkomen; integendeel, zij verergerden. Nadat hij verschillende verafgelegen streken hadbezocht, kwam hij in Italië, en nam in Toskane dienst. Meer dan ooit door inwendigeberoeringen geteisterd, bevond hij zich eens te Portoeerwaarde bisschop van Massa. Monseigneur Paul Pecci, preken. Alsdan zwoer hij doortussenkomst van de H. Antonius de dwaling af, om de katholieke godsdienst te omhelzen.Verder leefde hij als oprecht christen, voelde zich tot de geestelijke stde orde der Conventuelen, onder de naam broeder Antoniusals een volmaakt kloosterling.

11

Achtste dinsdag

Heb dank, o mijn God, dat Gij in uw almachtige goedheid de wereld hebt geschapen en haar door uwwonderbare wijsheid bestuurt. Ik dank U, mijn God, dat Gij alleen mijn ganse vreugde en hoop uitmaakt.

dank U voor al uw gaven en voornam elijk hiervoor, dat Gij mij zo menigmaal mijn zonden vergeven hebt.Dat de hemel U love, en de aarde uwe macht verkondige, o oorsprong aller genade en goedertierenheid.Hoe dikwijls heb ik niet van U afgewend en mij tot de ijdele wereld begeven, terwijl ik de weg van Uwgeboden verliet. 0 hoe billijk is het, dat ik U bemin, U dank betuig en uw verheven Majesteit onophoudelijkwegens haar oneindige barmhartigheid loof, daar deze mij uit al mijn dwalingen heeft geholpen. 0 mijnGod, die mijn schreden kent, ontferm U mijner en gewaardig U, mijn door zonden verzwakte ziel te

O roemrijke H. Antonius, medelijdende trooster der bedroefden, die den. bedrukten zo dikte hulp komt, verlaat mij niet; ondersteun de armoede van mijn ziel. Ongeduld, achterdocht en bozeoordeelvellingen vervoeren mijn ziel, sporen mij tot wraak aan en tot vernedering van anderen; niet licht

arm mij niet over mijn naaste. Dat God zich door U, o grote Heilige,ontferme over mijn ellende en mij helpe tot een oprechte bekering. Geef, dat ik getroffen words door depijlen der goddelijke liefde, en het genot der wereld met haar ijdele genoegens vermijde. Dat de genademijn zwakheid versterke en mijn leven voor ongevallen behoede. Dat de allerheiligste barmhar tigheid mijbijsta en mijn verlangen vervulde, door de overvloed uwer verdiensten. Maak dat ik van de weg der deugd

ns in uw gezelschap de drie-enige God eeuwig prijzen en loven moge. Amen.

Een luthers protestant uit Sausen, Henri Hinez genaamd, was in het bezit van eenschilderij waarop de H. Antonius stond afgebeeld, en welke hij uit minachting omgekeerd

de muur zijner kamer had hangen. Enige katholieken merkten hem zulks op, endraaiden haar in zijn bijzijn om; doch zodra waren zij niet verdwenen, of de man keerde zeopnieuw om, zeggende : " Als ze zich van zelf omdraait, word ik katholiek." Dit was eensoort van tegenstand, welke hij bood aan zijn inwendige wroegingen. Doch verbeeld u zijnverbazing, toen weinige dagen later het portret zich niet slechts vanzelf omwendde, maarzich van de muur losmaakte en in de lucht bleef hangen. Niettegenstaande dit gvrees, welke het hem inboezemde, volbracht hij echter geens zins zijn belofte om dedwaling af te zweren. Hij meende dat lange reizen zijn gemoedsbezwaren zoudenafleiden; doch waarheen hij ook trok, de knaging en de kwelling des gewetens kon ontkomen; integendeel, zij verergerden. Nadat hij verschillende verafgelegen streken hadbezocht, kwam hij in Italië, en nam in Toskane dienst. Meer dan ooit door inwendigeberoeringen geteisterd, bevond hij zich eens te Porto-Ferrajo, en hoorde teerwaarde bisschop van Massa. Monseigneur Paul Pecci, preken. Alsdan zwoer hij doortussenkomst van de H. Antonius de dwaling af, om de katholieke godsdienst te omhelzen.Verder leefde hij als oprecht christen, voelde zich tot de geestelijke stde orde der Conventuelen, onder de naam broeder Antonius-Paulus en stierf uiteindelijkals een volmaakt kloosterling.

Heb dank, o mijn God, dat Gij in uw almachtige goedheid de wereld hebt geschapen en haar door uw t Gij alleen mijn ganse vreugde en hoop uitmaakt.

dank U voor al uw gaven en voornam elijk hiervoor, dat Gij mij zo menigmaal mijn zonden vergeven hebt. Dat de hemel U love, en de aarde uwe macht verkondige, o oorsprong aller genade en goedertierenheid. Hoe dikwijls heb ik niet van U afgewend en mij tot de ijdele wereld begeven, terwijl ik de weg van Uw geboden verliet. 0 hoe billijk is het, dat ik U bemin, U dank betuig en uw verheven Majesteit onophoudelijk

daar deze mij uit al mijn dwalingen heeft geholpen. 0 mijn God, die mijn schreden kent, ontferm U mijner en gewaardig U, mijn door zonden verzwakte ziel te

O roemrijke H. Antonius, medelijdende trooster der bedroefden, die den. bedrukten zo dikwijls in hun nood te hulp komt, verlaat mij niet; ondersteun de armoede van mijn ziel. Ongeduld, achterdocht en boze oordeelvellingen vervoeren mijn ziel, sporen mij tot wraak aan en tot vernedering van anderen; niet licht

arm mij niet over mijn naaste. Dat God zich door U, o grote Heilige, ontferme over mijn ellende en mij helpe tot een oprechte bekering. Geef, dat ik getroffen words door de

mijde. Dat de genade mijn zwakheid versterke en mijn leven voor ongevallen behoede. Dat de allerheiligste barmhar tigheid mij bijsta en mijn verlangen vervulde, door de overvloed uwer verdiensten. Maak dat ik van de weg der deugd

enige God eeuwig prijzen en loven moge. Amen.

Een luthers protestant uit Sausen, Henri Hinez genaamd, was in het bezit van een schilderij waarop de H. Antonius stond afgebeeld, en welke hij uit minachting omgekeerd

de muur zijner kamer had hangen. Enige katholieken merkten hem zulks op, en draaiden haar in zijn bijzijn om; doch zodra waren zij niet verdwenen, of de man keerde ze opnieuw om, zeggende : " Als ze zich van zelf omdraait, word ik katholiek." Dit was een soort van tegenstand, welke hij bood aan zijn inwendige wroegingen. Doch verbeeld u zijn verbazing, toen weinige dagen later het portret zich niet slechts vanzelf omwendde, maar zich van de muur losmaakte en in de lucht bleef hangen. Niettegenstaande dit geval en de vrees, welke het hem inboezemde, volbracht hij echter geens zins zijn belofte om de dwaling af te zweren. Hij meende dat lange reizen zijn gemoedsbezwaren zouden afleiden; doch waarheen hij ook trok, de knaging en de kwelling des gewetens kon hij niet ontkomen; integendeel, zij verergerden. Nadat hij verschillende verafgelegen streken had bezocht, kwam hij in Italië, en nam in Toskane dienst. Meer dan ooit door inwendige

Ferrajo, en hoorde toevallig de eerwaarde bisschop van Massa. Monseigneur Paul Pecci, preken. Alsdan zwoer hij door tussenkomst van de H. Antonius de dwaling af, om de katholieke godsdienst te omhelzen. Verder leefde hij als oprecht christen, voelde zich tot de geestelijke staat geroepen, trad in

Paulus en stierf uiteindelijk

Page 12: NOVEEN sint antonius1

Mijn aanbiddelijke Jezus, die alleen uit eigen kracht wonderwerken verricht en U toch tonen in uw heiligen, daar Gij hun gave mededeelt, wonderen te doen, om of wel uw goddelijke macht inhen te laten schitteren, of om door hun bemiddeling uw weldaden aan de wereld te schenken; ellendig schepsel, aanbid U met diepe ootgunsten en genaden, waarmede Gij uw trouwe dienaar, de H. Antonius van Padua, hebt verrijkt. Bij debeschouwing van zoveel grote voorrechten, die Gij Hem verleent, bid ik uw goddelijke barmhaschenk door zijn voorspraak en verdiensten aan allen, die zich met godsvrucht tot Hem wenden, het levender genade; zo zij zich in dwaling bevinden, het licht der waarheid; als zij in onrust en verdriet verkeren,troost; indien zij ziek zijn, de gezondheid; hebben zij hun goederen verloren, dat zij ze terugvinden. Iksmeek uw goddelijke Majesteit dringend, laat ons in al onze noodwendigheden de gunstige uitwerkingzijner voorspraak ondervinden, opdat wij uw barmhartigheid eeuwig mogen prijzen. Ik des Vaders; U aanbid ik, o wijsheid des Zoons; ik breng U de hulde der aanbidding, o liefde van de H.Geest. In alle nederigheid dank ik U, o allerheilgste Drievuldigheid, voor al het goede, mij ooit bewezen,en bid U ten zeerste, wil mij de gunst, waarnaar ik vol vertrouwen verlang, genadig verlenen, mij nimmerverlaten in mijn nood, maar door de verdiensten en voorspraak van mijn beschermer Antonius, mijgoedgunstig verhoren. Amen. Wonder

Te Trente liet een ridder zijn kostbare rinvallen. Vol spijt over dit verlies, begeeft hij zich naar Padua, laat ter ere van de H. Antonius een zingende mis opdragen, en komt middelerwijl op de markt. Daar valt zijn oog op een keurige vis, die hij koopt odit alles met het doel zijn ring terug te vinden. En, o wonder! Bij het opensnijden van de vis vinden de kloosterlingen in de ingewanden het vermiste kleinood. Onverwijld bracht men het de ridder terug, die geheelAntonius verkondigde.

12

Negende dinsdag

Mijn aanbiddelijke Jezus, die alleen uit eigen kracht wonderwerken verricht en U toch tonen in uw heiligen, daar Gij hun gave mededeelt, wonderen te doen, om of wel uw goddelijke macht inhen te laten schitteren, of om door hun bemiddeling uw weldaden aan de wereld te schenken;

schepsel, aanbid U met diepe ootmoed; ik dank U met de meeste erkentelijkheid voor de bijzonderegunsten en genaden, waarmede Gij uw trouwe dienaar, de H. Antonius van Padua, hebt verrijkt. Bij debeschouwing van zoveel grote voorrechten, die Gij Hem verleent, bid ik uw goddelijke barmhaschenk door zijn voorspraak en verdiensten aan allen, die zich met godsvrucht tot Hem wenden, het levender genade; zo zij zich in dwaling bevinden, het licht der waarheid; als zij in onrust en verdriet verkeren,

gezondheid; hebben zij hun goederen verloren, dat zij ze terugvinden. Iksmeek uw goddelijke Majesteit dringend, laat ons in al onze noodwendigheden de gunstige uitwerkingzijner voorspraak ondervinden, opdat wij uw barmhartigheid eeuwig mogen prijzen. Ik des Vaders; U aanbid ik, o wijsheid des Zoons; ik breng U de hulde der aanbidding, o liefde van de H.Geest. In alle nederigheid dank ik U, o allerheilgste Drievuldigheid, voor al het goede, mij ooit bewezen,

ij de gunst, waarnaar ik vol vertrouwen verlang, genadig verlenen, mij nimmerverlaten in mijn nood, maar door de verdiensten en voorspraak van mijn beschermer Antonius, mij

Te Trente liet een ridder zijn kostbare ring, die hij aan de vinger droeg, in een meer vallen. Vol spijt over dit verlies, begeeft hij zich naar Padua, laat ter ere van de H. Antonius een zingende mis opdragen, en komt middelerwijl op de markt. Daar valt zijn oog op een keurige vis, die hij koopt om hem aan de Paters Franciscanen te geven; dit alles met het doel zijn ring terug te vinden. En, o wonder! Bij het opensnijden van de vis vinden de kloosterlingen in de ingewanden het vermiste kleinood. Onverwijld bracht men het de ridder terug, die geheel verwonderd, luide de roem van de H. Antonius verkondigde.

Mijn aanbiddelijke Jezus, die alleen uit eigen kracht wonderwerken verricht en U toch wonderbaar wilt tonen in uw heiligen, daar Gij hun gave mededeelt, wonderen te doen, om of wel uw goddelijke macht in hen te laten schitteren, of om door hun bemiddeling uw weldaden aan de wereld te schenken; - ik,

moed; ik dank U met de meeste erkentelijkheid voor de bijzondere gunsten en genaden, waarmede Gij uw trouwe dienaar, de H. Antonius van Padua, hebt verrijkt. Bij de beschouwing van zoveel grote voorrechten, die Gij Hem verleent, bid ik uw goddelijke barmhartigheid, schenk door zijn voorspraak en verdiensten aan allen, die zich met godsvrucht tot Hem wenden, het leven der genade; zo zij zich in dwaling bevinden, het licht der waarheid; als zij in onrust en verdriet verkeren,

gezondheid; hebben zij hun goederen verloren, dat zij ze terugvinden. Ik smeek uw goddelijke Majesteit dringend, laat ons in al onze noodwendigheden de gunstige uitwerking zijner voorspraak ondervinden, opdat wij uw barmhartigheid eeuwig mogen prijzen. Ik aanbid U, o almacht des Vaders; U aanbid ik, o wijsheid des Zoons; ik breng U de hulde der aanbidding, o liefde van de H. Geest. In alle nederigheid dank ik U, o allerheilgste Drievuldigheid, voor al het goede, mij ooit bewezen,

ij de gunst, waarnaar ik vol vertrouwen verlang, genadig verlenen, mij nimmer verlaten in mijn nood, maar door de verdiensten en voorspraak van mijn beschermer Antonius, mij

g, die hij aan de vinger droeg, in een meer vallen. Vol spijt over dit verlies, begeeft hij zich naar Padua, laat ter ere van de H. Antonius een zingende mis opdragen, en komt middelerwijl op de markt. Daar valt zijn

m hem aan de Paters Franciscanen te geven; dit alles met het doel zijn ring terug te vinden. En, o wonder! Bij het opensnijden van de vis vinden de kloosterlingen in de ingewanden het vermiste kleinood. Onverwijld

verwonderd, luide de roem van de H.

Page 13: NOVEEN sint antonius1

Sluitgebed na afloop der negen dinsdagen

met Gods genade en onder uw bescherming

welke Gij zelf hebt Wel was ik van goede wil om alles te doen,

maar gij kent mijn zwakheid en nietigheid,

vergoed derhalve hetgeen daaraan ontbreekt,draag uw verdiensten en

Uit het oude boek " Komt tot Mij “ “Volledig Meditatie en Gebedenboekvoor de vereerders van den H. Antonius" door C. Coopman, s.j. 1922

13

Sluitgebed na afloop der negen dinsdagen

Heilige Antonius, getrouwe voorspreker, met Gods genade en onder uw bescherming

heb ik de godvruchtige oefeningen, welke Gij zelf hebt aanbevolen, geëindigd. Wel was ik van goede wil om alles te doen,

wat tot uw verheerlijking kon bijdragen; maar gij kent mijn zwakheid en nietigheid,

en weet hoe gering mijn godsvrucht is; vergoed derhalve hetgeen daaraan ontbreekt,

draag uw verdiensten en goede werken voor mij op, en geef dat ik, onwaardige, genade en verhoring vinde.

Amen.

“Volledig Meditatie en Gebedenboek