NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking...

40
NOTA VEILIGHEID 2015-2018 Vastgesteld door de raad d.d. 27 november 2014

Transcript of NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking...

Page 1: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

NOTA VEILIGHEID

2015-2018

Vastgesteld door de raad d.d. 27 november 2014

Page 2: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

1

Inhoudsopgave

Voorwoord 3

1. Inleiding 4

1.1 Aanleiding 4

1.2 Methode 4

1.3 Opzet 5

2. Ontwikkelingen 6

2.1 Veiligheidshuizen Oost-Brabant 6

2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6

2.3 ZSM 8

2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8

2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit 8

2.6 Veiligheidsfonds 9

2.7 Nazorg ex-gedetineerden 10

2.8 Centrum Maatschappelijke Deelname 10

2.9 Eigen verantwoordelijkheid 10

2.10 Ontwikkelingen binnen de Brandweer 11

3. Strategisch kader 12

3.1 Strategische doelstelling 12

3.2 Uitgangspunten 12

3.3 Strategische partners 13

3.4 Flankerende beleidsprocessen 13

4. Veiligheidsanalyse 14

4.1 Veilige woon- en leefomgeving 15

4.1.1 Conclusies 15

4.1.2 Aandachtspunten 15

4.2 Bedrijvigheid en veiligheid 16

4.2.1 Conclusies 16

4.2.2 Aandachtspunten 17

4.3 Jeugd en veiligheid 17

4.3.1 Conclusies 17

4.3.2 Aandachtspunten 17

4.4 Fysieke veiligheid 18

4.4.1 Conclusies 18

4.4.2 Aandachtspunten 19

4.5 Integriteit en veiligheid 19

4.5.1 Conclusies 19

4.5.2 Aandachtspunten 19

5. Prioriteiten 20

6. Nadere uitwerking veiligheidsthema’s 23

6.1 Veilige woon- en leefomgeving 23

6.1.1 Sociale kwaliteit 23

6.1.2 Fysieke kwaliteit 23

6.1.3 Objectieve veiligheid 24

6.1.4 Subjectieve veiligheid 25

6.1.5 Aanpak aspect ‘betrekken bewoners bij aanpak’arheid’ 26

6.1.6 Aanpak aspect Toezicht en Handhavinghandhaving’ 27

6.2 Bedrijvigheid en veiligheid 27

6.2.1 Veilig winkelgebied 27

6.2.2 Veilige bedrijventerreinen 27

6.2.3 Veilig uitgaan 28

6.2.4 Veilige evenementen 28

6.3 Jeugd en veiligheid 29

Page 3: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

2

6.3.1 Jeugdoverlast 29

6.3.2 Jeugdcriminaliteit 29

6.3.3 Jeugd, alcohol en drugs 30

6.3.4 Veilig in en om de school 31

6.4 Fysieke veiligheid 31

6.4.1 Verkeersveiligheid 31

6.4.2 Brandveiligheid 32

6.4.3 Rampenbestrijding en crisisbeheersing 32

6.5 Integriteit en veiligheid 33

6.5.1 Polarisatie en radicalisering 33

6.5.2 Georganiseerde criminaliteit 33

6.5.3 Veilige publieke taak 35

6.5.4 Ambtelijke en bestuurlijke integriteit 35

7. Organisatie en coördinatie 37

7.1 Positie van veiligheid in de gemeentelijke organisatie 37

7.2 Interne en externe afstemming 37

7.3 Politiek-bestuurlijke inbedding 38

7.4 Planning en control rond veiligheid 38

7.5 Communicatie 38

7.6 Financiën 38

Page 4: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

3

Voorwoord

Deze nota bevat de doelen en prioriteiten die alle veiligheidspartners, zoals politie

en openbaar ministerie hebben voor het veiligheidsbeleid Valkenswaard in de

periode 2015 tot en met 2018, en de inzet van gemeente en partners om die

doelen te bereiken. De samenwerking tussen alle veiligheidspartners is natuurlijk

niet nieuw. Al jaren wordt samengewerkt en gestuurd op de gezamenlijke doelen

en prioriteiten op zowel gemeentelijk als wijkniveau. Lokaal maatwerk draagt bij

aan het vergroten van de veiligheid én de gevoelens van veiligheid in de

gemeente.

De integrale aanpak van de afgelopen jaren werpt steeds meer zijn vruchten af.

De cijfers van 2013 laten zien dat de algehele veiligheidssituatie in Valkenswaard

weer verder verbeterd is.

Het is bekend dat een groot en divers aantal factoren, zoals de inrichting van de

openbare ruimte, berichtgeving in de media en onzekerheid over de eigen baan of

levensomstandigheden in het veiligheidsgevoel meeweegt. Maar ook de rol van

de overheid is van belang bij het vergroten van het gevoel van veiligheid. Burgers

moeten erop kunnen vertrouwen dat de overheid in staat is problemen zoveel

mogelijk te voorkomen en ze doeltreffend en effectief op te lossen. Naast de

aanpak van onze prioriteiten, vind ik het daarom van belang het vertrouwen van

onze inwoners en het gevoel van veiligheid te vergroten. Samen zetten we dit

onderwerp de komende jaren daarom hoog op de agenda.

Veiligheid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid, daar kunnen wij als

gemeente niet alleen voor zorgen. We hebben daarbij de hulp nodig van alle

relevante partners op het gebied van veiligheid. Naast de politie en het Openbaar

Ministerie zijn dat onder meer de inwoners, ondernemers, woningcorporaties,

maatschappelijke en gezondheidsinstellingen. Projecten als Burgernet,

Buurtpreventie en Veiligheid Kleine Bedrijven, waarbij onze inwoners en

ondernemers actief bijdragen aan de veiligheid, juich ik dan ook zeer toe. Wij

zullen er alles aan doen om op deze manier de samenwerking op het gebied van

veiligheid te versterken.

Page 5: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

4

1. Inleiding In dit hoofdstuk wordt kort ingegaan op de aanleiding, de methode en de opzet

van dit veiligheidsbeleid.

1.1 Aanleiding

Veiligheid is één van de belangrijkste aandachtsvelden van de overheid, zowel op

landelijk, provinciaal als lokaal niveau. Maar het begrip ‘veiligheid’ is tevens een

containerbegrip dat tal van definities en invullingen kent. Vanuit allerlei

beleidsterreinen zijn er maatschappelijke partners actief op het gebied van

veiligheid. Zij hebben ieder hun eigen kennis en ervaring op dit terrein. Dit grote

aantal maatschappelijke partners en de initiatieven die zij nemen, brengt het

risico van een versnipperde aanpak met zich mee. Om dit voorkomen is het

noodzakelijk dat de gemeente deze verschillende initiatieven bundelt tot één

gecoördineerde en gestroomlijnde aanpak; zij is de regisseur.

Deze gemeentelijke regierol is reeds vastgelegd in Kadernota’s bij de verschillende

gemeenten. Inmiddels lopen deze (bijna) af en is actualisatie hiervan

noodzakelijk, gezien de hoeveelheid nieuwe wet- en regelgeving die in de

afgelopen periode in werking is getreden. Binnen het basisteam Dommelstroom

(nieuwe gebiedsindeling als gevolg van de Nationale Politie) is behoefte voor

samenwerking op gebied van integrale veiligheid. In een eerder stadium hebben

de gemeenten Cranendonck, Heeze-Leende en Valkenswaard (A2 gemeenten) al

besloten om steviger samen te werken op gebied van integrale veiligheid.

Daarnaast hebben de gemeenten Son en Breugel, Geldrop-Mierlo en Nuenen

gezamenlijk de Dienst Dommelvallei, waar samenwerking centraal staat.

Samenwerking tussen de zes gemeenten vond tot nu toe vooral plaats op

driehoeksniveau en de voorafgaande ambtelijke voorbereidingen.

De zes participerende gemeenten binnen het basisteam Dommelstroom zijn de

gemeenten:

Cranendonck;

Geldrop-Mierlo;

Heeze-Leende;

Nuenen c.a.;

Son en Breugel;

Valkenswaard.

1.2 Methode

Veiligheid kent tal van definities en invullingen. Veiligheidsbeleid kan zich daarom

richten op een breed scala aan onderwerpen zoals jongerenoverlast, overlast

tussen bewoners, onveiligheidsgevoelens van ouderen maar ook op de

brandveiligheid van gebouwen, de risico’s van overstromingen en het transport

van gevaarlijke stoffen. Ook georganiseerde criminaliteit en terrorisme vallen

binnen het gemeentelijke veiligheidsbeleid, net als de veiligheid op

bedrijventerreinen, in winkelcentra en bij evenementen.

De Vereniging Nederlandse Gemeenten heeft een methode ontwikkeld, het

Kernbeleid Veiligheid. Deze methode wordt door veel gemeenten gehanteerd en

geldt als uitgangspunt voor vele diverse landelijke actoren, zoals het Ministerie

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, en wordt ook gebruikt door de

Nationale Politie.

De methode Kernbeleid Veiligheid is eerder in 2003, 2006 en 2010 beschreven. Er

ligt nu een nieuwe editie (2014), waarin de ontwikkelingen sinds 2010 zijn

verwerkt. Een belangrijke ontwikkeling is vanzelfsprekend de implementatie van

de Nationale Politie. Daarnaast zijn er twee nieuwe veiligheidsthema’s

toegevoegd, te weten ‘Veilige Publieke Taak’ en ‘Informatieveiligheid’. De

veiligheidsvelden zijn onderverdeeld in veiligheidsthema’s en is als volgt

ingedeeld:

Page 6: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

5

Veilige woon- en leefomgeving

o Sociale kwaliteit

o Fysieke kwaliteit

o Objectieve veiligheid/veel voorkomende criminaliteit

o Subjectieve veiligheid/veiligheidsgevoel

Bedrijvigheid en veiligheid

o Veilig winkelgebied

o Veilige bedrijventerreinen

o Veilig uitgaan

o Veilige evenementen

o Veilig toerisme

Jeugd en veiligheid

o Jeugdoverlast

o Jeugdcriminaliteit/individuele probleemjongeren

o Jeugd, alcohol en drugs

o Veiligheid in en om de school

Fysieke veiligheid

o Verkeersveiligheid

o Brandveiligheid

o Externe veiligheid

o Rampenbestrijding en crisisbeheersing

Integriteit en veiligheid

o Polarisatie en radicalisering

o Georganiseerde criminaliteit

o Veilige publieke taak

o Informatieveiligheid

o Ambtelijke en bestuurlijke integriteit

1.3 Opzet

De opbouw van deze Kadernota is als volgt: hoofdstuk 2 bevat een globale

beschrijving van de belangrijkste ontwikkelingen binnen het veiligheidsdomein.

Hoofdstuk 3 bevat het strategische kader, waarin de strategische doelstelling, de

uitgangspunten, de strategische partners en flankerende beleidsprocessen worden

beschreven. In hoofdstuk 4 zijn vervolgens de hoofdconclusies van de

veiligheidsanalyse Valkenswaard beschreven, gebaseerd op cijfermateriaal van

verschillende bronnen. In hoofdstuk 5 worden daarna de prioriteiten geschetst

voor de periode 2015 – 2018.

In hoofdstuk 6 worden alle veiligheidsthema’s nader uitgewerkt. Allereerst wordt

een beschrijving gegeven van het thema, waarna de doelstelling, de aanpak en

de samenwerkingspartners worden beschreven. In hoofdstuk 7 wordt stilgestaan

bij de ambtelijke en bestuurlijke coördinatie van het beleid, alsmede andere

organisatorische zaken.

Page 7: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

6

2. Ontwikkelingen

In deze nota wordt vooral ingezoomd op de huidige situatie die geanalyseerd

wordt en resulteert in een aantal prioriteiten. Maar gemeenten, Openbaar

Ministerie, politie en tal van andere maatschappelijke partners werken op meer

terreinen integraal samen én investeren daar ook ruimschoots in. De belangrijkste

ontwikkelingen/onderwerpen komen in dit hoofdstuk aan de orde.

2.1 Veiligheidshuizen Oost Brabant

Het Veiligheidshuis is een netwerksamenwerking tussen straf-, zorg- en (andere)

gemeentelijke partners, waarin zij onder gemeentelijke regie komen tot een

ketenoverstijgende aanpak van complexe persoons-, systeem- en gebiedsgerichte

problematiek om ernstige overlast en criminaliteit te bestrijden. Wanneer

reguliere inzet van partners binnen de eigen keten niet meer werkt, kan een

beroep worden gedaan op deze netwerksamenwerking.

Het onderscheidend vermogen en de meerwaarde van het Veiligheidshuis ten

opzichte van bestaande, reguliere werkwijzen is groter, wanneer de capaciteit van

de partners binnen het Veiligheidshuis wordt besteed aan complexe casuïstiek,

waarvoor ketenoverstijgende samenwerking een voorwaarde is voor een goede

oplossing. Deze focus betekent dat reguliere casuïstiek (zoals bijvoorbeeld

huiselijk geweld) niet thuishoort in het Veiligheidshuis. Hieronder verstaan we

casuïstiek die binnen één keten, of binnen bestaande reguliere

samenwerkingsverbanden, effectief kan worden aangepakt en casuïstiek waarvoor

al een bewezen effectieve (standaard) aanpak bekend is. Het Veiligheidshuis

neemt dan ook geen casuïstiek of verantwoordelijkheden over van bestaande

partners, maar verbindt de partners in een ketenoverstijgende aanpak.

De 41 gemeenten in de eenheid Oost-Brabant kiezen voor één

samenwerkingsvorm, één wijze van aansturing en één wijze van procesregie en

informatievoorzienig, binnen de vier bestaande Veiligheidshuizen. Het streven is de

verbinding tussen straf en zorg rondom complexe problematiek op eenzelfde wijze

in te richten (zie paragraaf 2.2).

2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid

In de jeugdzorg verandert de komende jaren veel. Gemeenten krijgen vanaf 2015

de bestuurlijke en financiële verantwoordelijkheid voor de preventie,

ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en ouders. Dit wordt geregeld in de

Jeugdwet. De Jeugdwet vervangt niet alleen de huidige Wet op de jeugdzorg,

maar ook verschillende andere onderdelen van de jeugdzorg die nu nog vallen

onder de Zorgverzekeringswet (geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen) en de

Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (zorg voor kinderen en jongeren met een

licht verstandelijke beperking). Het gaat om alle onderdelen die onder de

verzamelnaam jeugdzorg vallen: provinciale jeugdzorg, gesloten jeugdzorg,

jeugdbescherming (voogdij en gezinsvoogdij), jeugdreclassering, jeugd-

geestelijke gezondheidszorg en Jeugd (licht) verstandelijk gehandicapten hulp.

Momenteel worden de taken van jeugdbescherming, jeugdreclassering en het

Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) door Bureau Jeugdzorg

uitgevoerd. De nieuwe Jeugdwet maakt het echter mogelijk dat ook andere

partijen dan de huidige Bureaus Jeugdzorg deze taken kunnen uitvoeren. Met de

decentralisatie wordt meer doelmatigheid voor de jeugdhulp beoogd. Dit maakt

meer integrale hulp in geval van meervoudige problematiek beter mogelijk: één

gezin, één plan, één regisseur. Deze ontwikkeling maakt dat gemeenten hard

werken aan het opzetten en inrichten van Basisteams Jeugd en Gezin, in nauwe

samenwerking met of als onderdeel van een sociaal (wijk)team aan de slag gaan

om integrale hulp te bieden.

Daarnaast krijgt de gemeente met de komst van de nieuwe Wmo per 1 januari

2015 de opdracht om de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente te

Page 8: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

7

bevorderen, alsmede huiselijk geweld te voorkomen en te bestrijden. De regering

heeft een groot aantal maatregelen aangekondigd om de aanpak van geweld in

afhankelijkheidrelaties (waaronder geweld in huiselijke kring) te versterken en de

positie van slachtoffers te verbeteren. Rode draad bij deze aanpak is de

ketenbenadering: voorkomen – signaleren – stoppen – opvang – nazorg. Met de

decentralisatie van verantwoordelijkheden vanuit het Rijk naar gemeenten (zowel

jeugd als Wmo) krijgen gemeenten een integrale verantwoordelijkheid en meer

mogelijkheden om in te zetten op een goed functionerende keten. Om deze reden

worden het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en het Steunpunt

Huiselijk Geweld (SHG) samengevoegd tot het Advies en Meldpunt Huiselijk

Geweld en Kindermishandeling (AMHK). Deze voorziening wordt bovenlokaal

georganiseerd. De gemeente trekt hierin samen met de andere 20 gemeenten in

Zuidoost Brabant op.

Er ligt een direct verband tussen het zorgdomein en veiligheidsdomein. Het

veiligheidsdomein richt zich al lang niet meer alleen op incidenten, maar richt zich

op een brede en meer samenhangende aanpak. De traditionele aanpak van

openbare orde is aangevuld en ingebed in een veel breder vormgegeven

veiligheidsbeleid waar met name zorg, maar bijvoorbeeld ook onderwijs

belangrijke beleidsvelden zijn.

Er wordt bij de analyse van casuïstiek integraal naar het individu of het

gezin/huishouden gekeken, waarbij meestal al sprake is van inzet van

hulpverlening, ofwel jeugdhulp ingezet dient te worden.

Deze ontwikkeling maakt dat gemeenten hard werken aan het opzetten en

inrichten van Centra voor Jeugd & Gezin +. Iedere gemeente/subregio geeft een

eigen invulling die past bij de lokale en subregionale situaties. In de A2-subregio

(Valkenswaard, Heeze-Leende en Cranendonck) is er per gemeente een Lokaal

OndersteuningsTeam (LOT) dat bijgestaan wordt door geregistreerde

jeugdwerkers die in A2-verband worden ingeschakeld. Deze jeugdwerkers zitten

in het zogenaamde A2-team. Het LOT en A2-team samen vormen het CJG +.

Met name het LOT (jeugdhulp) kent een grote overlap met het sociaal wijkteam

(Wmo) als het gaat om de participerende instellingen, denk aan Lumens,

Paladijn, GGD, Zuidzorg. Echter, de medewerkers die deelnemen aan het sociaal

team en het LOT verschillen, omdat er binnen de instellingen onderverdelingen

zijn gemaakt in het aandachtsgebied volwassenen en jeugd. In de back-office

wordt echter nauw samengewerkt tussen Wmo, jeugdhulp, maar ook met

veiligheid. Het CJG+ en het sociaal wijkteam gaan aan de slag om integrale hulp

in de gezinnen/huishoudens te bieden.

2.3 ZSM

Politie, OM en ketenpartners pakken met ZSM (zo Spoedig, Selectief, Slim, Samen

en simpel mogelijk) misdrijven op daadkrachtige wijze aan. In de ZSM-werkwijze

beslissen zij na aanhouding van de verdachte zo Samen, Snel, Slim, Selectief,

Simpel en Samenlevingsgericht mogelijk over het afdoeningstraject. Waar

mogelijk wordt direct een afdoeningsbeslissing genomen en zo snel mogelijk ten

uitvoer gelegd. Het gaat hierbij om betekenisvolle interventies, waarbij

verdachten een passende reactie krijgen, recht wordt gedaan aan de positie van

het slachtoffer. De buurt merkt tegelijkertijd hoe snel daders worden gecorrigeerd.

Door een verbinding te leggen tussen ZSM en de zorgkant wordt ook de benodigde

koppeling gemaakt met interventies die zijn gelegen in de zorg en het sociaal

domein. Zo wordt corrigerend optreden aangevuld met het bieden van perspectief

door middel van zorg en ondersteuning in de belangrijkste leefgebieden.

Page 9: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

8

2.4 Samenwerking bij toezicht en handhaving in de openbare ruimte

Veel veiligheidsproblemen hebben een lokaal karakter. De gemeenten, het

Openbaar Ministerie en de politie hebben een gezamenlijk belang om toezicht en

handhaving in de openbare ruimte zo goed mogelijk te organiseren en

duidelijkheid te scheppen voor de burger, en voor elkaar. Samenwerking tussen

partijen biedt kansen om de effectiviteit en de efficiency in toezicht en handhaving

te verbeteren door de gezamenlijk beschikbare (schaarse) capaciteit zo goed

mogelijk in te zetten ten behoeve van leefbaarheid en veiligheid.

De VNG en de politie hebben uitgangspunten benoemd voor de operationele regie

op de buitengewone opsporingsambtenaren (boa's) en de dagelijkse

samenwerking tussen politie en boa's. Deze uitgangspunten zullen als kader

worden gehanteerd voor de samenwerking binnen de eenheid Oost-Brabant.

De uitgangspunten zijn:

Veiligheid/leefbaarheid is een gedeelde verantwoordelijkheid van politie en

gemeenten.

Strategisch niveau (gemeenteraad via het integraal veiligheidsbeleid, B&W

en burgemeester via jaarlijks uitvoeringsprogramma) bepaalt de

prioriteiten en thema’s inzake leefbaarheid en veiligheid. De driehoek

maakt afspraken over aanpak en inzet. Vervolgens vindt vertaling in

handhavingsarrangementen en uitvoering van operationele regie plaats.

Operationele regie behelst regie op de samenwerking tussen politie en boa’s bij de dagelijkse uitvoering van de handhaving.

Informatie-uitwisseling vindt wederzijds plaats voor zover dit voor de

taakuitvoering benodigd is. Een en ander binnen de kaders van de wet en het

Besluit politiegegevens die hier voldoende mogelijkheden voor bieden.

Om misstanden in het buitengebied aan te pakken, werkt de provincie Noord-

Brabant samen met onder andere gemeenten, waterschappen en

natuurverenigingen. Bij de aanpak van onder andere stroperij, illegale

houseparty's, storten van afval en motorcrossers in natuurgebieden werkt de

provincie samen met 40 gemeenten, waterschappen, politie, de nieuwe Voedsel-

en Waren Autoriteit, Brabants Landschap, Natuurmonumenten en

Staatsbosbeheer. Maar ook omwonenden en recreanten kunnen een grote rol

hierin spelen.

2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

De georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit is in geheel Nederland, en ook in

de gemeenten van de eenheid Oost-Brabant een ernstig maatschappelijk

probleem. Het zorgt niet alleen voor veel onveiligheid en overlast bij de bevolking

maar ook voor minder zichtbare, sluipende ontwrichting van de samenleving.

Hierbij gaat het om het tegengaan van de vermenging van de onderwereld in de

bovenwereld. Voorbeelden hiervan zijn crimineel vermogen dat op een

ogenschijnlijk legale wijze wordt geïnvesteerd, faciliteerders die onbewust en

soms bewust meewerken met criminele samenwerkingsverbanden en zo

gelegenheid bieden.

De komende jaren is er speciale aandacht voor de aanpak van de criminele

samenwerkingsverbanden achter de drugs gerelateerde criminaliteit. Zowel

hennepteelt en -handel als de weer opbloeiende productie van synthetische drugs

- blijkens de toenemende afvaldumpingen - vinden plaats in georganiseerde,

criminele samenwerkingsverbanden. Deze vorm van criminaliteit kan ontaarden in

fors geweld, bedreigingen en afpersing. Bovendien worden illegale inkomsten

witgewassen door geld te investeren in de legale economie. Ook de zogenaamde

faciliteerders krijgen daarom aandacht.

Page 10: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

9

Daarnaast ligt de focus op mensenhandel. Uitbuiting vormt hier de kern en dit kan

zowel prostitutie, maar bijvoorbeeld ook in de horeca of agrarische sector zijn.

Naast de aangetaste rechtsorde zijn ook de mensenrechten hierbij in het geding.

Vervolgens worden de Outlaw Motorcycle Gangs extra onder de loep genomen. Dit

zijn de motorclubs die zich niet aan regels en wetten houden zoals die voor een

ieder gelden. Bedreiging, geweld en afpersing zijn zaken waaraan ze zich schuldig

maken. Tenslotte is het van belang om als gemeenten tezamen met andere

overheidsorganisaties integrale handhavingsacties te blijven organiseren rondom

vrijplaatsen.

Bij (zware) milieucriminaliteit gaat het meestal om illegale activiteiten gepleegd

binnen de context van een legale markt. Hier is dus bij uitstek sprake van

ondermijning: het vertrouwen in de legale markt wordt ondermijnd. Een

verschijningsvorm van ondermijnende criminaliteit die ook in de eenheid Oost

Brabant relatief veel voorkomt.

De aanpak van (zware) milieucriminaliteit is een landelijke en (in sommige

gemeenten) ook een lokale prioriteit. Onder regie van het Functioneel Parket

houden speciale politieteams, (bestuurlijk) toezichthouders, gemeentelijke

diensten en de Bijzondere Opsporingsdiensten zich hiermee bezig. Door de

complexiteit van de materie en de veelheid van betrokken actoren - met

verschillende verantwoordelijkheden - is vaak sprake van een gefragmenteerde

aanpak, waarbij de lokaal verantwoordelijke driehoek vaak niet of onvoldoende in

positie is. Een betere verankering van de landelijke sturing en het lokaal bevoegde

gezag is daarom noodzakelijk.

2.6 Veiligheidsfonds

Eind 2012 hebben alle burgemeesters in het veiligheidsoverleg Oost-Brabant (het

overleg tussen de 41 burgemeesters in de eenheid Oost-Brabant met de politie en

het Openbaar Ministerie) besloten de samenwerking op het gebied van Integrale

Veiligheid te verbeteren en te intensiveren. Voor de beleidsperiode 2015-2018 zijn

de thema's geweld, woninginbraken, overlast gevende- en criminele jeugdgroepen

en ondermijnende criminaliteit benoemd als de terreinen waarop de gemeenten in

de eenheid Oost-Brabant willen samenwerken.

Om de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de gemeenten voor het

terugdringen van criminaliteit in de regio tot uitdrukking te brengen, heeft het

Veiligheidsoverleg in 2013 besloten tot de vorming van een Veiligheidsfonds Oost-

Brabant. De gemeenten van de voormalige regio Brabant Zuidoost, namen al deel

aan dit fonds. Uitgangspunten voor het Veiligheidsfonds Oost-Brabant zijn: Alle

gemeenten betalen jaarlijks € 0,25 per inwoner. De financiële bijdrage aan het

Veiligheidsfonds geldt voorlopig tot en met 2015. Medio 2015 vindt een evaluatie

plaats over de werking van het Veiligheidsfonds en worden afspraken voor 2016

en verder gemaakt.

De sturing van het Veiligheidsfonds is belegd bij de bestuurlijke regiegroep. De

uitvoering wordt aangestuurd door de twee coördinerende gemeentesecretarissen.

De gemeente Eindhoven beheert het Integraal Veiligheidsfonds (i.v.m.

regioburgemeester). Het budget is bestemd voor uitgaven om uitwerking te geven

aan de strategische onderwerpen (hiervoor worden bestuurlijke werkgroepen

ingesteld met per thema een bestuurlijke trekker) en worden niet gebruikt voor

deelname aan RIEC en Veiligheidshuis. Twee keer per jaar wordt het

Veiligheidsoverleg Oost-Brabant geïnformeerd over de stand van zaken.

Page 11: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

10

2.7 Nazorg ex-gedetineerden

Per jaar keren ruim dertigduizend ex-gedetineerde burgers terug in de

maatschappij. Veel van hen vallen na hun detentie terug in strafbaar gedrag.

Herhalingscriminaliteit is een belangrijke bron van overlast en onveiligheid. Het

brengt ook hoge kosten met zich mee voor burgers, overheden en

maatschappelijke instellingen. Het ministerie van Veiligheid en Justitie en de

Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) hebben afspraken rondom de nazorg in juli 2009 vastgelegd in het Samenwerkingsmodel Nazorg volwassen (ex-

)gedetineerde burgers. Dit samenwerkingsmodel is in 2010 landelijk ingevoerd en in

2011 op diverse punten geactualiseerd. Bij de nazorg aan ex-gedetineerden zijn

betrokken: gemeenten, penitentiaire inrichtingen, het ministerie van Justitie,

Veiligheidshuizen, UWV, CWI en maatschappelijke organisaties, zoals

woningcorporaties en zorginstellingen.

2.8 Centrum Maatschappelijke Deelname

Valkenswaard werkt vanaf 2015 met een sociaal team. In het sociaal team zitten

verschillende disciplines zoals een Wmo-consulent, GGZ-kwartiermaker, een MEE-

consulent, een welzijnswerker, een maatschappelijk werker en een

wijkverpleegkundige. Het doel van het sociaal team is om mensen te activeren, te

helpen participeren en hen te ondersteunen bij het zelfstandig functioneren

waarbij de oplossingen voor de ondersteuningsvragen zoveel mogelijk buiten de

individuele voorzieningen worden gerealiseerd. Er wordt dus goed gekeken naar

wat mensen en hun omgeving zelf nog kunnen.

De gemeente zorgde ook al voor opvoedingsondersteuning en lichte vormen van

jeugdzorg vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Vanaf 2015 wordt de

gemeente verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdhulp. De gemeente gaat

daarnaast ook de begeleiding regelen voor mensen die problemen hebben in hun

omgang met andere mensen, die minder mobiel zijn of worden, die psychische

problemen hebben, geheugen en oriëntatie en/of andere psychische of sociale

problemen hebben.

2.9 Eigen verantwoordelijkheid

Het besef is groeiende dat burgers en bedrijven meer kunnen betekenen voor de

eigen veiligheid en die van de omgeving. De groeiende behoefte voor eigen

verantwoordelijkheid wordt de laatste jaren steeds meer gestimuleerd door de

overheid. Deze trend zet zich de komende jaren voort en kan een rol betekenen

tegen diefstal, inbraak, brand, verloedering en voor het verbeteren van de

leefbaarheid.

2.10 Ontwikkelingen binnen de Brandweer

Per 1 januari 2014 is de uitvoering van de brandweerzorg verplicht

geregionaliseerd op basis van de Wet op de veiligheidsregio’s. Hiermee zijn de

gemeentelijke brandweren in het hele land opgeheven. Voor onze regio zijn alle

brandweertaken (Basiszorg brandweer) ondergebracht in de Veiligheidsregio

Brabant Zuidoost (VR BZO).

Belangrijke regiobrede beleidsmatige pijlers zijn de (nog vast te stellen) plannen:

regionaal beleidsplan 2015-2018 en de toekomstvisie brandweerzorg.

Centrale vraag in het kader van de toekomstvisie is hoe de brandweerzorg er in

de toekomst uit zou moeten zien. Met andere woorden, hoe ziet het gewenste

veiligheidsniveau er over enkele jaren uit? Welk takenpakket van de brandweer

sluit daar bij aan? En wat is de omvang van VRBZO-begroting die hierbij hoort?

De horizon voor de visie en uitwerking is 2018, maar de weg daar naartoe dient

al in 2015 merkbaar te worden ingeslagen.

In de uitwerking van de toekomstvisie wordt gekeken naar het gehele domein

van brandweerzorg. Een belangrijke lijn zal hierin zijn om vanuit de brandweer

Page 12: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

11

waar mogelijk in samenwerking met ketenpartners nadrukkelijk te investeren in

het voorkomen van incidenten (risicobeheersing). De veranderingen die hieruit

voortvloeien betreffen dus zowel risicobeheersing als incidentbestrijding en zowel

beroeps als vrijwilligers. Maar ook bedrijfsvoering, management en beheer komen

aan bod.

Page 13: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

12

3. Strategisch kader In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de strategische doelstelling en de

uitgangspunten van het veiligheidsbeleid.

3.1 Strategische doelstelling

Het integraal veiligheidsbeleid heeft als doel om leefbare dorpskernen/wijken te

ontwikkelen of verder te ontwikkelen, waarin alle bewoners en bezoekers veilig

zijn en zich veilig voelen en bereid zijn de veiligheid samen met anderen te

bevorderen, waarbij de toezichthoudende en handhavende rol van de gemeente

en betrokken partners ter bewaking van die veiligheid actief wordt ingevuld.

Het hoofddoel van het gemeentelijke integrale veiligheidsbeleid is:

Een veilige woon-, werk- en leefomgeving voor onze inwoners, forenzen en

bezoekers.

3.2 Uitgangspunten

De uitgangspunten voor het Integraal Veiligheidsbeleid zijn:

Veiligheid integraal meenemen in alle beleidsvelden/ afdelingen binnen de

gemeente.

Voorkomen is beter dan genezen (preventie).

Op basis van onderhavige nota Veiligheid jaarlijkse Uitvoeringsprogramma’s

Integrale Veiligheid (UVP) opstellen.

Afstemming van beleid op landelijk- , regionaal- en lokaalniveau.

Daarnaast is er een aantal kritische succesfactoren opgenomen in het Regionaal

Veiligheidsplan 2015 – 2018, die ook op deze Kadernota van toepassing zijn:

Een integrale en college-brede aanpak van het veiligheidsbeleid vergt een

gemeentelijke organisatie die daarop is ingesteld.

"Veiligheid" is geïdentificeerd als een managementthema; de

verantwoordelijkheid voor lijn- en programmasturing is in het gemeentelijk

directieteam/managementteam belegd.

Er is (lokaal of intergemeentelijk of bij ketenpartners) voldoende

awareness, aandacht, kennis en regievermogen georganiseerd om de

gemeentelijke veiligheidstaken integraal aan te pakken en om een bijdrage

te leveren aan de gemeenschappelijke aanpak van georganiseerde

criminaliteit, ondermijning en overlast.

De veiligheidsorganisatie van de gemeente is op adequaat niveau uitgerust

en veiligheid is op een gezaghebbende wijze gepositioneerd.

De driehoek wordt vanuit de gemeente(n) voldoende ondersteund; op alle

gewenste niveaus zijn er voldoende ambtelijke contacten met politie en het

OM.

De gemeente doet actief mee aan intergemeentelijke samenwerking en

ketensamenwerking op het gebied van integrale veiligheid.

Er is georganiseerd dat binnen de gemeente kritische beoordeling van

voorstellen op het gebied van veiligheid plaatsvindt en dat veiligheid

onderdeel uitmaakt van de integrale afweging.

Page 14: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

13

Het gemeentelijk integriteitsbeleid wordt regelmatig geactualiseerd;

bestuurders en ambtenaren zijn weerbaar tegen druk en beschermd tegen

bedreiging.

3.3 Strategische partners

De verantwoordelijkheid voor een veilige en leefbare samenleving ligt niet

uitsluitend bij de gemeentelijke overheid. Ook de politie, brandweer en Openbaar

Ministerie en een groot aantal maatschappelijke organisaties hebben hierin

verantwoordelijkheid. Uiteraard is de burger zelf hier ook verantwoordelijk voor.

De gemeente voert wel de regie in het veiligheidsbeleid.

Indicatief, niet limitatief zijn dit onder andere: Raad van de Kinderbescherming,

Bureau Jeugdzorg, Stichting Halt Oost- Brabant, Ondernemersverenigingen,

wijkraden/-commissies, Algemeen Maatschappelijk Werk, Scholen,

Sportverenigingen, Horeca, Woningbouwverenigingen, Novadic-Kentron

enzovoorts.

Naast externe partners zijn er ook tal van interne strategische partners. Hierbij

kan gedacht worden aan teams die verantwoordelijk zijn voor vergunningen,

toezicht, handhaving, burgerzaken, jeugdbeleid, WMO, verkeer, openbare

verlichting, BIBOB enzovoorts. Feitelijk heeft veiligheid met vrijwel ieder

beleidsveld een raakvlak.

Niet voor niets wordt vaak gesteld dat veiligheid als een saté-pen door de gehele

organisatie prikt.

3.4 Flankerende beleidsprocessen

Zoals uit de strategische partners al blijkt, zijn er tal van flankerende interne

beleidsprocessen te benoemen. Zonder hierbij uitputtend te zijn kan gedacht

worden aan bijvoorbeeld het Jeugd- en jongerenbeleid, het Integraal

Horecabeleid, het Evenementenbeleid, het Prostitutiebeleid, de nuloptie

coffeeshops, het beleid Bevordering Integriteit Beoordelingen door het

Openbaar Bestuur (BIBOB), Beleid Openbare Verlichting, Gemeentelijk

Verkeers- en Vervoersplan, het WMO-beleid enzovoorts.

Page 15: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

14

4. Veiligheidsanalyse

In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de huidige veiligheidssituatie van de vijf

veiligheidsvelden en -thema’s. Volstaan wordt met een korte samenvatting per

veiligheidsthema van de uitgebreide rapportage Veiligheidsanalyse 2014, welke

onlosmakelijk verbonden is met nota.

Voor meer informatie inzake de analyse wordt verwezen naar de

Veiligheidsrapportage 2014, welke onder meer is te vinden op de gemeentelijke

website.

De analyse is gebaseerd op de volgende bronnen:

Nota Veiligheid 2011-2014;

Uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid 2014;

Veiligheidsmonitor 2013;

Politiegegevens van eenheid Oost Brabant;

GGD-Jeugdmonitor;

Brandweergegevens.

4.1 Veilige woon- en leefomgeving

Dit veiligheidsveld heeft betrekking op de alledaagse woon- en leefomgeving van

bewoners ofwel de veiligheid en leefbaarheid in de wijk, buurt, straat, tussen

buren. Waarbij het exclusief om de sociale veiligheid gaat: criminaliteit, overlast

en verloedering. Voor zover er fysieke aspecten aan de orde zijn, hebben die een

oorzakelijke relatie met de sociale veiligheid – denk aan verlichting, zichtlijnen,

beschoeiing van groenstroken, e.d.

In de analyse van dit veiligheidsveld speelt zowel de objectieve als subjectieve

veiligheid een rol. Meer precies onderscheiden we vier kernindicatoren ofwel

veiligheidsthema’s: sociale kwaliteit (woonoverlast, overlast verslaafden en

zwervers e.d.), fysieke kwaliteit (vernieling, graffiti, zwerfvuil, e.d.), objectieve

veiligheid ofwel veelvoorkomende criminaliteit (onder meer woninginbraak,

fietsendiefstal en geweldsdelicten) en subjectieve veiligheid ofwel het

veiligheidsgevoel. Essentieel aan dit veiligheidsveld is dat het zowel de veiligheid

als de leefbaarheid van de buurt betreft, waarbij leefbaarheid vooral betrekking

heeft op de sociale en fysieke kwaliteit en veiligheid op de twee andere

kernindicatoren. Er is gekozen voor deze combinatie omdat de veiligheid en de

leefbaarheid vrijwel onontwarbaar met elkaar verweven zijn – elk van de vier

kernindicatoren werkt rechtstreeks door in elk van de drie andere

kernindicatoren.

4.1.1 Conclusie

De schaalscore sociale overlast is sterk afgenomen van 1,3 in 2011 naar

0,9 in 2013

18% van de inwoners geeft aan dat drugsoverlast wel eens voor komt

26% van de inwoners geeft aan dat alcoholoverlast wel eens voor komt

In verhouding tot de rest van de gemeente ervaren de inwoners van de

wijken Centrum en Het Gegraaf meer overlast door drugsgebruik en

drugshandel en rondhangende jongeren.

Page 16: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

15

Het aantal incidenten woonoverlast/burengerucht en relatieproblemen is

ten aanzien van 2012 gedaald.

Het aantal sluitingen van panden op grond van de Opiumwet neemt toe.

Het aantal incidenten vernielingen per 1.000 inwoners is ten opzichte van

andere jaren verminderd van 12,06 in 2010 naar 7,63 in 2013

Het rapportcijfer 7,5 woonomgeving is in 2013 ten opzichte van 2011

gelijk gebleven

Inwoners van de gemeente Valkenswaard vinden dat er op een prettige

manier met elkaar wordt omgegaan en ze zijn tevreden over de

bevolkingssamenstelling in de buurt.

In de wijk Het Gegraaf is men minder tevreden over de woonomgeving.

Bewoners van Het Gegraaf vinden dat bewoners elkaar minder kennen ten

opzichte van andere wijken.

De schaalscore fysieke verloedering is gedaald van 2,9 in 2011 naar 2,4 in

2013.

Hondenpoep op straat of in de perken wordt ervaren als een groot

probleem in de gemeente Valkenswaard. Vooral in de wijk Het Gegraaf

komt dit volgens de wijkbewoners vaak voor

In het Centrum hebben de bewoners de meeste last van rommel.

De burgers van de wijk Borkel- en Schaft zijn in verhouding tot de rest het

meest negatief over de fysieke voorzieningen. Vooral de slechte verlichting

zorgt voor een onveilig gevoel.

Het aantal aangiften huiselijk geweld per 1.000 inwoners is gedaald van

1,2 in 2010 naar 0,7 in 2013.

Het aantal meldingen steunpunt huiselijk geweld is gestegen van 34 in

2011 naar 65 in 2013.

Het aantal incidenten mishandelingen per 1.000 inwoners is afgenomen

van 5,2 in 2010 naar 3,6 in 2013, maar ligt nog steeds relatief hoog.

In Dommelen Noord komen de meeste geweldsdelicten voor.

Inbraken in schuurtjes is toegenomen.

In de wijk Turfberg komen woninginbraken het vaakst voor.

In de wijk Het Gegraaf komt fietsendiefstallen en diefstallen van andere

motorvoertuigen het meest voor.

Het percentage ‘soms onveilig’ in eigen buurt is gestegen van 9% in 2011

naar 15% in 2013.

De inwoners van de gemeente Valkenswaard voelen zich het meest

onveilig op plekken waar groepen jongeren rondhangen en rondom

uitgaansgelegenheden.

In de wijken Het Gegraaf en Borkel en Schaft voelt men zich het meest

onveilig.

In de wijk Het Gegraaf voelt men zich relatief gezien vaak onveilig in hun

eigen buurt (6% tegenover 1% in de gemeente als geheel). Zij voelen zich

vaak onveilig op plekken waar groepen jongeren rondhangen (door 56%

genoemd).

In de wijk Het Gegraaf heeft men vaker het idee dat er soms criminaliteit

in de buurt voorkomt (21%).

Het rapportcijfer voor veiligheid is met 0,2 gestegen naar een 7,2.

4.1.2 Aandachtspunten

1. Drugsoverlast aanpakken in het centrum en in de wijk het Gegraaf.

Page 17: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

16

In de wijken centrum en het Gegraaf ondervindt men de meeste overlast van

drugs.

2. Nader onderzoek naar veiligheidsgevoelens het Gegraaf.

Op vele vlakken in de veiligheidsmonitor 2013 blijft het Gegraaf achter ten

opzichte van de overige wijken. De bewoners voelen zich in verhouding meer

onveilig. Mensen zijn niet tevreden met de samenstelling van de buurt.

Bewoners kennen elkaar minder dan andere wijken. Er vindt relatief meer

criminaliteit plaats. Tot slot vertrouwen minder bewoners in de politie.

Dit terwijl Het Gegraaf in de Veiligheidsmonitor 2011 juist ten opzichte van

andere wijken erg goed scoorde met betrekking tot veiligheidsgevoel en

sociale cohesie. Een verklaring hiervoor kan zijn dat er in de periode van het

veldonderzoek enkele incidenten hebben plaatsgevonden en overlast is

geweest van een hanggroep. Dat kan ertoe hebben geleid dat men wat

gekleurd de enquête heeft ingevuld. Het is daarom raadzaam om nader

onderzoek te doen naar deze tegenvallende resultaten. Het is

aanbevelingswaardig om de wijkcommissie Het Gegraaf hier nauw bij te

betrekken.

3. Verminderen van overlast van hondenpoep.

In de hele gemeente is er veel overlast van hondenpoep.

4. Betere verlichting in Borkel- en Schaft.

In Borkel- en Schaft voelt men zich in verhouding meer onveilig. Dit komt,

vindt men, door de slechte verlichting.

5. Verminderen woninginbraken Turfberg.

Het aantal woninginbraken in de wijk Turfberg is gestegen. De gemeente

Valkenswaard heeft projecten lopen met betrekking tot het verminderen van

woninginbraken in de wijken Borkel en Hazelaar. Een dergelijk project voor de

wijk Turfberg is er nog niet.

4.2 Bedrijvigheid en veiligheid

Binnen dit veiligheidsveld vallen aantastingen van de veiligheid rond recreatieve

en economische voorzieningen zoals winkelcentra, bedrijventerreinen en

uitgaansmogelijkheden. Veiligheidsthema’s binnen dit veld zijn Veilig

winkelgebied, Veilige bedrijventerreinen, Veilig uitgaan, Veilige evenementen en

Veilig toerisme. Het gaat hierbij nadrukkelijk om de sociale veiligheid rond

genoemde vormen van bedrijvigheid: delicten als winkeldiefstal, bedrijfsinbraak

en uitgaansgeweld. En dus niet bijvoorbeeld om de fysieke (externe) veiligheid

rond inrichtingen met gevaarlijke stoffen op bedrijventerreinen. Enkele

opvallende ontwikkelingen in de aanpak binnen dit veiligheidsveld in de afgelopen

jaren zijn de doorontwikkeling van de risicobeheersing rond grootschalige

evenementen, de aanpak van uitgaansgeweld en de groeiende inzet van

cameratoezicht.

4.2.1 Conclusie

Het aantal incidenten winkeldiefstal per 1.000 inwoners is gestegen van

1,5 in 2010 naar 2,1 in 2013.

Page 18: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

17

Het percentage dat men zich vaak onveilig voelt in het winkelgebied is

gestegen van 9% in 2011 naar 16% in 2013.

Het aantal inbraken in een winkel is met 18 na een daling in 2011 (10) en

2012 (5) weer op het niveau van 2010 (19).

Het aantal zakkenrollerijen is flink gedaald van 93 in 2010 naar 54 in

2013.

Het aantal incidenten diefstal/inbraak per 1.000 inwoners in bedrijven en

kantoren is met 1,5 in 2013 licht gestegen ten aanzien van 2011(1) en

2012 (1,3).

Het percentage vaak onveilig rond uitgaansgelegenheden in het centrum is

gedaald van 3% in 2011 naar 1% in 2013.

Het percentage dat men zich wel eens onveilig voelt rond

uitgaansgelegenheden in het centrum is gestegen van 14% in 2011 naar

31% in 2013.

Het aantal incidenten overlast horeca is gedaald van 37 in 2011 naar 28 in

2012 en 27 in 2013.

Het aantal incidenten overlast evenementen is gedaald van 15 in 2011

naar 12 in 2012 en 9 in 2013.

4.2.2. Aandachtspunten

1. Verminderen van het aantal winkeldiefstallen.

Het aantal winkeldiefstallen is verhoogd.

2. Veiligheidsgevoelens rondom het uitgaansgebied vergroten.

Meer mensen voelen zich wel eens onveilig rondom het uitgaansgebied.

4.3 Jeugd en veiligheid

Binnen dit veiligheidsveld vallen de gebruikelijke veiligheidsthema’s in relatie tot

jeugd: ‘overlastgevende jeugd’, ‘criminele jeugd/individuele probleemjongeren’,

‘jeugd, alcohol en drugs’ en ‘veilig in en om de school’. Opvallende ontwikkelingen

in de aanpak binnen dit veld zijn de transitie van de veiligheidshuizen, de

doorontwikkeling van de aanpak van problematische jeugdgroepen en de

toenemende inzet van onder meer straatcoaches en jeugd-BOA’s.

4.3.1 Conclusies

Het aantal incidenten jeugdoverlast per 1.000 inwoners is gestegen van

3,4 in 2010 naar 3,9 in 2013.

Het aantal incidenten vandalisme/baldadigheid is gedaald van 55 in 2010

naar 30 in 2013.

In de wijk Centrum ondervindt men vaker te maken met drugsgebruik en

drugshandel.

In de wijk Het Gegraaf ondervinden inwoners vaker overlast van

drugsgebruik, drugshandel en rondhangende jongeren

Het aantal doorverwijzingen jongeren naar HALT is ten aanzien van 2011

gestegen. Ten aanzien van 2012 is het aantal doorverwijzingen jongeren

naar bureau HALT gedaald.

Het aantal doorverwijzingen jongeren JPP is gestegen.

Het aantal jongeren dat wordt besproken in Justitieel Casusoverleg is

gestegen

Er zijn in Valkenswaard geen hinderlijke, overlastgevende en criminele

jeugdgroepen.

Page 19: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

18

De gemiddelde leeftijd van het eerste drankje is verhoogd van 13,8 in

2007 naar 14,3 in 2011

Het percentage jeugd dat wel eens softdrugs gebruikt is gestegen van 5%

in 2007 naar 10% in 2011.

Het aantal kinderen wat gepest wordt op school is gestegen van 6% in

2007 naar 10% in 2011.

Het aantal kinderen dat pest is gestegen van 4% in 2007 naar 10% in

2011.

4.3.2 Aandachtspunten

1. Jeugdcriminaliteit verminderen

Het aantal justitieel casusoverleg minderjaren is flink gestegen in 2012.

Daarnaast is er veel overlast van groepen jongeren.

2. Jeugd attent maken op de gevolgen van het (overmatig) drinken van

alcohol

De leeftijd voor het nuttigen van alcohol is verhoogd naar 18 jaar. Momenteel

is de gemiddelde leeftijd dat men het eerste drankje drink 14,3 jaar. Dit is

dus een veel te jonge leeftijd.

Daarnaast is het aantal binge drinkers verhoogd. Het nuttigen van alcohol op

een te jonge leeftijd en vooral het binge drinken, heeft negatieve gevolgen

voor de gezondheid.

3. Voorkomen dat jeugd meer sofdrugs gaat gebruiken

Het aantal jonge softdrugs gebruikers is gestegen. Doordat de leeftijd voor

het nuttigen van alcohol is verhoogd, kan men grijpen naar softdrugs.

4. Jeugd informeren over de gevolgen van pesten.

Het aantal gepeste kinderen en pestende kinderen is verhoogd. Pesten kan

veel impact hebben op een kind.

4.4 Fysieke veiligheid

Binnen dit veiligheidsveld vallen de ‘echte’ fysieke veiligheidsthema’s:

verkeersveiligheid, brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding en

crisisbeheersing. Het gaat hier vaak om de ‘echte’ fysieke veiligheidsthema’s

omdat het hier exclusief draait om de fysieke veiligheidsrisico’s en niet om sociale

veiligheid. Bij het eerste veiligheidsveld zagen we dat daar ook fysieke aspecten

in zitten maar dat die slechts relevant zijn vanwege het oorzakelijke verband met

sociale veiligheid. Belangrijke ontwikkelingen in de aanpak binnen dit

veiligheidsveld in de afgelopen tijd zijn onder meer de regionalisering van de

brandweer (geen lokale korpsen meer), de implementatie van de Regionale

Uitvoeringsdiensten (RUD’s) en de implementatie van de kolom Bevolkingszorg

van de Crisisbeheersingsorganisatie.

4.4.1 Conclusies

− Vooral in de wijk Geenhoven wordt in de beleving van de wijkbewoners te

hard gereden.

− Meldingen parkeerproblemen zijn flink gedaald, wel ondervindt men nog de

nodige overlast.

− Ongevallen met letsel is toegenomen van 13 in 2010 naar 19 in 2013.

Page 20: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

19

− Ongevallen met materiële schade is gedaald van 246 in 2010 naar 149 in

2013

− Het aantal terechte meldingen van brand of alarm is gedaald van 84 in 2010

naar 61 in 2013.

− Het aantal loze meldingen is gestegen van 49 in 2010 naar 66 in 2013.

4.4.2 Aandachtspunten

1. Aanpak te hard rijden

Belangrijke elementen:

o Wat betreft onveiligheidsaspecten:

− Men ervaart veel overlast van te hard rijdende auto’s met name

in de wijk Geenhoven

o Wat betreft aanpak/instrumenten (o.m.):

− Snelheidscontrole politie

− Voorlichting

2. Brandpreventie

Belangrijke elementen:

o Wat betreft onveiligheidsaspecten:

− Een bedrijfs- of woningbrand heeft veel impact op het

veiligheidsgevoel

− Men kan aan de voorkant veel doen aan brandpreventie

− Aandacht moet op het onderwerp blijven zitten

o Wat betreft aanpak/instrumenten (o.m.):

- Voorlichting geven over veiligheidsaspecten

- Burgers aangeven hoe te handelen bij incidenten

- Stimuleren ophangen rookmelders

- Geven van adviezen via infopunt brandveiligheid

- Voorlichting aan doelgroepen

- Stimuleren alertheid

- Aanbrengen bedrijfsbeveiligingssystemen

4.5 Integriteit en veiligheid

Dit veiligheidsveld omvat verschijnselen die een inbreuk vormen op onze

maatschappelijke integriteit c.q. op belangrijke regels en andere afspraken in het

kader van de veiligheid en stabiliteit van onze samenleving. Deze verschijnselen

hebben potentieel dan ook een omvangrijk veiligheidseffect – ze kunnen in meest

extreme vorm fundamenteel ontwrichtend werken. Thema’s binnen dit

veiligheidsveld zijn radicalisering en polarisatie, georganiseerde criminaliteit,

Veilige Publieke Taak, informatieveiligheid en ambtelijke en bestuurlijke

integriteit. Belangrijke nieuwe accenten in de aanpak op dit veiligheidsveld zijn de

verruiming van de Wet Bibob, het nieuwe landelijke coffeeshopbeleid, de aanpak

rond veilige publieke taakuitoefening en het groeiend bewustzijn van het belang

van informatieveiligheid.

4.5.1 Conclusies

Er zijn geen incidenten van terreurdaden/dreiging in de gemeente.

Er zijn geen meldingen van discriminatie in de gemeente.

Georganiseerde criminaliteit krijgt steeds meer aandacht en neemt toe

Het aantal BIBOB-toetsen is toegenomen.

Page 21: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

20

Het aantal sluitingen Opiumwet 13b neemt toe

Ambtelijke integriteitschendingen komen regelmatig voor

4.5.2 Aandachtspunten

1. Aanscherpen BIBOB-beleid

- Aanhaken bij de meest actuele regionale beleidslijn

- Registreren aantal toetsen Bibob + adviesaanvragen.

2. Registratie Integriteitschendingen (ambtelijk en bestuurlijk).

- Alleen het totaal aantal integriteitschendingen is geregistreerd. Er dient

een registratie te komen waar het aantal integriteitschendingen per

jaar wordt genoteerd.

3. bewustwording toename georganiseerde criminaliteit en gemeente

bestuurlijk weerbaar maken.

Page 22: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

21

5. Prioriteiten In dit hoofdstuk wordt het voorstel gedaan tot het stellen van prioriteiten naar

aanleiding van de veiligheidsanalyse, evenals de wijze waarop deze aangepakt

worden. Elke prioriteit is volgens eenzelfde stramien uitgewerkt. Per prioriteit zijn

de beoogde effecten beschreven en de accenten qua maatregelen en

instrumenten. Deze aspecten zijn allen slechts op hoofdlijnen uitgewerkt. Accenten

qua maatregelen en instrumenten zijn indicatief, niet limitatief. Een nadere

operationalisering geschiedt in de jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s, die in het

verlengde van deze beleidsnota zullen worden opgesteld.

Veiligheid is niet alleen uit te drukken in objectieve cijfers zoals het feitelijke

aantal woninginbraken, het aantal fietsendiefstallen enzovoorts, het is vooral ook

een beleving, een gevoel. Het is daarom ook niet zo dat er een ‘één op één’ relatie

is tussen de objectief geregistreerde criminaliteit en de subjectief beleefde

onveiligheid. De beleving van veiligheid wordt door veel meer factoren bepaald

dan alleen criminaliteit, zoals de persoon die het ervaart, incidenten, de situatie

waarin men zich bevindt en natuurlijk de maatschappij.

Op basis van de verzamelde objectieve gegevens en het oordeel van de burger

over de ervaren problemen kunnen de prioriteiten voor de periode 2015 – 2018

gesteld worden. De onderstaande prioriteiten worden in hoofdstuk 6 nader

uitgewerkt bij de behandeling van alle veiligheidsthema’s.

Woninginbraken

De afgelopen jaren is het aantal woninginbraken afgenomen.

Desondanks heeft bijna iedere gemeente nog te maken met veel

woninginbraken. Doorgaans weegt de buit niet op tegen de enorme

impact die dit misdrijf heeft op de slachtoffers. Hun veiligheidsgevoel is

fundamenteel aangetast.

Geweld (waaronder uitgaansgeweld en huiselijk geweld)

Geweld, in allerlei vormen, komt nog steeds te veel voor: in onze buurten

en wijken, in uitgaansgelegenheden, in thuissituaties en in het Openbaar

Vervoer. Wij willen en zullen geweld niet tolereren.

Veilig ondernemen / winkeldiefstal

Veiligheid in winkels, horeca en bedrijven is belangrijk voor alle inwoners.

Een veilig ondernemersklimaat leidt tot minder schade en verpaupering,

meer omzet en meer banen. Investeren in veiligheid is daarom een

absolute noodzaak en hoeft niet altijd veel geld te kosten. Samenwerking

met andere ondernemers in het gebied kan ook veel opleveren. De

gemeente pakt hierin de regie.

Problematische jeugd en jeugdgroepen (nauwe relatie met drugsoverlast + verminderde jeugdcriminaliteit)

Hoewel de politie en het jongerenwerk in de praktijk op

straat steeds minder jeugdgroepen tegenkomen, is de

beleving van inwoners inzake overlast door jongeren

toegenomen. Ook is het aantal incidenten jeugdoverlast per

1.000 inwoners toegenomen van 3,4 in 2010 naar 3,9 in

Page 23: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

22

2013.

Verkeersveiligheid

Verkeersveiligheid is een belangrijk maatschappelijk thema. Het grote

aantal slachtoffers (doden en gewonden) in het wegverkeer is een

zwaarwegend nadeel van de gemotoriseerde samenleving. In 2013 vielen

er in Nederland 570 dodelijke verkeersslachtoffers en ongeveer 20.000

ernstig gewonden. Binnen Valkenswaard valt op dat het aantal

verkeersongevallen met letsel is gestegen.

Georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit (waaronder aanpak drugs)

De georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit is in geheel Nederland

een ernstig maatschappelijk probleem. Het zorgt niet alleen voor veel

onveiligheid en overlast bij de bevolking maar ook voor minder

zichtbare, sluipende ontwrichting van de samenleving. Hierbij gaat het

om het tegengaan van de vermenging van de onderwereld in de

bovenwereld.

Page 24: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

23

6. Nadere uitwerking veiligheidsthema’s 6.1 Veilige woon- en leefomgeving

6.1.1 Sociale kwaliteit

De sociale kwaliteit van een buurt, wijk, kern heeft betrekking op de ‘intermenselijke relaties’ in een

buurt: tussen bewoners en eventueel andere aanwezige personen. Belangrijke aspecten van de sociale

kwaliteit zijn betrokkenheid van bewoners bij de buurt, de kwaliteit van sociale netwerken, de mate van

informele sociale controle, e.d. De sociale kwaliteit kan onder druk komen te staan door verschijnselen

als woonoverlast, burengerucht, multiprobleemgezinnen/-huishoudens, overlast gerelateerd aan illegale

bewoning, drank- en drugsoverlast, overlast van prostitutie en overlast van zwervers.

Startpunt 2013:

- Rapportcijfer voor de woonomgeving in de eigen buurt is een 7,5 - percentage openbare dronkenschap komt wel eens voor in eigen buurt is 26% - Het aantal incidenten woonoverlast/burengerucht en relatieproblemen is 336

Doelstelling(en):

- In 2018 bedraagt het rapportcijfer voor de woonomgeving in de eigen buurt 7,5 (2013: 7,5) - Percentage openbare dronkenschap komt wel eens voor in eigen buurt daalt in 2018 naar

20% - Het aantal incidenten woonoverlast/burengerucht en relatieproblemen daalt naar 300 in

2018

Aanpak: - Inzet Breed Signaleringsteam - Coördinatiepunt buurtbemiddeling - Casus op Maat - Nazorg ex-gedetineerden

Samenwerkende veiligheidspartners: - politie - Woningbelang - Woonbedrijf - GGzE - Zuidzorg - Paladijn - Lumensgroep - Lunetzorg - MEE Brabant - gemeente

6.1.2 fysieke kwaliteit

Page 25: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

24

De fysieke kwaliteit van een buurt, wijk, kern heeft betrekking op fysieke kenmerken van de

woonomgeving: in het bijzonder de inrichting, het onderhoud en beheer van de openbare ruimte. Het

gaat bij dit thema om de vraag: hoe staat de openbare ruimte erbij? Hoe prettig is het wonen in de buurt

gegeven die fysieke kwaliteit? Aspecten zijn dan onderhoud van groen, aanpak zwerfvuil, verlichting van

achterpaden e.d.. Inbreuk op de fysieke kwaliteit maken onder meer vernielingen, graffiti, zwerfvuil en

andere tekenen van verloedering.

Startpunt 2013:

- het aantal incidenten vernielingen per 1.000 inwoners is 7,63

- de schaalscore fysieke verloedering is 2,4

Doelstelling(en):

- het aantal incidenten vernielingen per 1.000 inwoners is in 2018 maximaal 7,0

- de schaalscore fysieke verloedering bedraagt in 2018 maximaal 2,2

Aanpak:

- Uitvoeren wijkplannen in Dommelen, 't Gegraaf, Geenhoven, Hoge Akkers, Turfberg en

het IDOP in Borkel en Schaft

- Onderhoud groen op orde

- Structurele actiedagen ‘toezicht op honden’

Samenwerkende veiligheidspartners: - Wijkorganen (wijkraden, wijkcommissies, IDOP) - politie - Lumensgroep - gemeente

6.1.3 objectieve veiligheid

Bij dit thema gaat om de diverse, veelvoorkomende vormen van criminaliteit in de buurt, wijk, gemeente.

Soorten criminaliteit die in elk geval bepalend zijn en uitgewerkt dienen te worden in de analyse, zijn

woninginbraak, overvallen, voertuigcriminaliteit en geweld (waaronder huiselijk geweld). Van belang is

de (eventuele) relatie met minder zichtbare vormen van criminaliteit (georganiseerde criminaliteit).

Startpunt 2013:

- het aantal woninginbraken per 1.000 inwoners is 4,4

- het aantal aangiften per 1.000 inwoners op gebied van huiselijk geweld is 0,7

- het aantal incidenten mishandelingen is 3,6

Doelstelling(en):

- In 2018 bedraagt het aantal woninginbraken per 1.000 inwoners maximaal 4,4

- In 2018 bedraagt het aantal aangiften per 1.000 inwoners op gebied van huiselijk geweld

niet meer dan 0,7

- In 2018 bedraagt het aantal incidenten mishandelingen maximaal 3,0

Page 26: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

25

Aanpak:

- Sociale cohesie is de beste bescherming tegen woninginbraken. Gemeenten stimuleren

burgerparticipatie (Buurt Informatie Netwerken, Burgernet, Buurtpreventie et cetera) om de

sociale cohesie te verhogen in de gebieden die het meest vatbaar zijn voor

woninginbraken.

- Gemeenten stimuleren inwoners om hun huizen beter te beveiligen en verhogen de

veiligheid van de fysieke ruimte.

- Het Openbaar Ministerie maakt afspraken in de strafrechtketen specifiek gericht op het

voorkomen van recidive bij (jeugdige) woninginbrekers

- Er wordt een persoonsgerichte aanpak opgezet gericht op woninginbrekers.

- De aanpak van woninginbraken wordt integraal in de gehele eenheid Oost-Brabant

gemonitord en verbeterd. Hiernaast wordt voortdurend gezocht naar nieuwe invalshoeken

en mogelijkheden om woninginbraken te bestrijden, bijvoorbeeld door het inzetten van

nieuwe (technologische) ontwikkelingen, zoals Track & Trace. Maar ook door het

optimaliseren van de interne processen en afstemming.

- Door tussenkomst van de bestuurlijke werkgroep Woninginbraken wordt een kennisbank

opgericht, waarin wordt bijgehouden welke maatregelen kunnen worden getroffen tegen

woninginbraken. Deze kennisbank is beschikbaar voor gemeente, Openbaar Ministerie en

politie.

- Het Actieplan Woninginbraken (van het Ministerie van Veiligheid en Justitie) wordt overal

toegepast.

- De aanpak van relationeel geweld richt zich op stoppen van geweld en voorkomen van

recidive door maatwerk. Gemeenten, politie en Openbaar Ministerie van Oost-Brabant

hanteren rond de Veiligheidshuizen een uniforme werkwijze. Toepassing van de wet

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling zorgt voor eerder en vaker signaleren en

optreden. De inzet is een steeds doelmatiger mix van zorg en repressie. De Wet tijdelijk

huisverbod krijgt een nieuwe impuls door stroomlijning van het proces en de

ketensamenwerking.

- Er wordt bij de aanpak van geweld tegen werknemers met een publieke taak extra gericht

op de ketenaanpak van agressie en geweldsincidenten. De publieke werkgevers zullen met

politie en Openbaar Ministerie toewerken naar invoering van de benodigde VPT-

maatregelen.

- Om uitgaansgeweld tegen te gaan wordt een arrangement aangegaan met

horecaondernemers, OM en politie.

- Het Openbaar Ministerie maakt afspraken in de strafrechtketen specifiek gericht op het

voorkomen van recidive bij plegers van geweldsmisdrijven.

- Er wordt een persoonsgerichte aanpak opgezet specifiek gericht op geweldplegers.

- Preventieactiviteiten worden waar mogelijk integraal met brandweer opgepakt in het kader van (zie

ook 6.1.5).

Samenwerkende veiligheidspartners:

- politie

- OM

- Woningbelang

- Woonbedrijf

- Wijkorganen

- Brandweer

- gemeente

Page 27: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

26

6.1.4 subjectieve veiligheid

Hier gaat het om het ‘veiligheidsgevoel’ van bewoners (hoe vaak voelt men zich onveilig, in hoeverre

mijdt men bepaalde plekken in de gemeente e.d.) en om het veiligheidsgevoel van bewoners op

bepaalde plekken binnen de gemeente (station, winkelgebied, uitgaansgebied e.d.).

Startpunt 2013:

- het rapportcijfer veiligheidsgevoel is een 7,2

- het percentage vaak onveilig in eigen buurt is 1%

- het percentage soms onveilig in eigen buurt is 15%

Doelstelling(en):

- In 2018 bedraagt het rapportcijfer veiligheidsgevoel minimaal een 7,2

- In 2018 is het percentage vaak onveilig in eigen buurt maximaal 1%

- In 2018 is het percentage soms onveilig in eigen buurt maximaal 10%

Aanpak:

- In media aandacht voor veiligheidssuccessen

- Actieve communicatie over veiligheidsitems

- Over de hele linie aanpakken van veiligheid

Samenwerkende veiligheidspartners: - politie - OM - gemeente

6.1.5 aanpak - aspect ‘betrekken bewoners bij

veiligheid & leefbaarheid’

Betrekken bewoners bij veiligheid en leefbaarheid via bijvoorbeeld wijk- en buurtpanels, buurtschouwen,

gezamenlijke onderhoudsprojecten, buurtpreventie, Burgernet.

Doelstelling(en):

Meer participatie van inwoners bij het opzetten van projecten over veiligheid

Aanpak:

- Stimuleren buurtpreventieprojecten

- Actieve wijkcommissies/-raden

- Stimuleren deelname Burgernet

- Onderzoek haalbaarheid BurenAlert

Page 28: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

27

Samenwerkende veiligheidspartners: - Wijkorganen (wijkraden, wijkcommissies, IDOP) - politie - OM - Brandweer - Buurtpreventie Borkel - Buurtpreventie Hazelaar - Gemeente

6.1.6 aanpak - aspect ‘toezicht en handhaving’

Toezicht en handhaving in de openbare ruimte in woongebied en binnenstad, gericht op woonoverlast,

jeugdoverlast en kleine overtredingen (‘kleine ergernissen’) zoals verkeerd parkeren en het verkeerd

aanbieden van huisvuil (APV).

Doelstelling(en):

Verbeteren naleefgedrag

Aanpak:

- Voeren van een adequaat handhavingsbeleid

- Opstellen en uitvoeren jaarlijkse handhavingsprogramma’s

- Onderzoek toepassing bestuurlijke boete bij overtredingen

Samenwerkende veiligheidspartners: - politie - gemeente

6.2 Bedrijvigheid en veiligheid

6.2.1 veilig winkelgebied

In winkelgebied kunnen zich verschillende vormen van onveiligheid voordoen. Het gaat bijvoorbeeld om

winkeldiefstal, zakkenrollerij en overvallen maar ook om jongerenoverlast, vernielingen, fietsen en

bromfietsen in voetgangersgebied en de mate van brandveiligheid van de winkelpanden. Daarnaast

kunnen zwerfvuil en andere tekenen van verloedering tot subjectieve onveiligheid leiden.

Startpunt 2013:

- het aantal incidenten winkeldiefstallen per 1.000 inwoners is 2,1

- het aantal incidenten inbraak winkel per 1.000 inwoners is 18

Doelstelling(en):

- het aantal incidenten winkeldiefstallen per 1.000 inwoners bedraagt in 2018 maximaal 1,5

- het aantal incidenten inbraak winkel per 1.000 inwoners bedraagt in 2018 maximaal 10

Aanpak:

- Opstarten Keurmerk Veilig Ondernemen Winkelgebied in samenwerking met

Page 29: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

28

Centrummanagement

- Stimuleren doen van aangifte bij winkeldiefstal

- Toepassen ZSM bij winkeldieven

Samenwerkende veiligheidspartners: - politie - OM - Centrummanagement - Brandweer - Gemeente

6.2.2 veilige bedrijventerreinen

Onveiligheid op bedrijventerreinen kent zowel sociale als fysieke aspecten: bedrijfsinbraak, diefstal,

overvallen en vernieling aan de ene kant en aan de andere kant inrichting en onderhoud van de

terreinen, verkeersveiligheid en brandveiligheid. Ook kunnen zich illegale bewoning en drugsdelicten als

hennepplantages voordoen (NB: ‘externe veiligheid’ ofwel veiligheid rond inrichtingen waarin gevaarlijke

stoffen worden opgeslagen en/of bewerkt, is onderdeel van veiligheidsveld 4: Fysieke veiligheid).

Startpunt 2013:

Het aantal incidenten diefstal/inbraak in bedrijven en kantoren per 1.000 inwoners is 1,5

Doelstelling(en):

Het aantal incidenten diefstal/inbraak in bedrijven en kantoren per 1.000 inwoners bedraagt in 2018

maximaal 1

Aanpak:

- Opstarten Keurmerk Veilig Ondernemen Bedrijventerreinen

- Invoeren collectief cameratoezicht bedrijventerrein

Samenwerkende veiligheidspartners: - Verenigd Industrieel Contact - Politie - Brandweer - Gemeente

6.2.3 veilig uitgaan

Uitgaansvoorzieningen hebben enerzijds een positief effect op de veiligheid: het culturele en sociale

klimaat varen er wel bij. Ook zijn er economische voordelen. Maar er kunnen zich ook

veiligheidsproblemen rond uitgaansvoorzieningen voordoen, zoals geweld, overlast en vernielingen

(eventueel vernielingen rond de zgn. (s)looproutes)

Page 30: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

29

Startpunt 2013:

- Het percentage ‘wel eens onveilig’ rond uitgaansgelegenheden in centrum is 31%

- Het percentage ‘vaak onveilig’ rond uitgaansgelegenheden in centrum is 1%

Doelstelling(en):

- Het percentage ‘wel eens onveilig’ rond uitgaansgelegenheden in centrum bedraagt in

2018 maximaal 15%

- Het percentage ‘vaak onveilig’ rond uitgaansgelegenheden in centrum bedraagt in 2018

maximaal 1%

Aanpak:

- Opstellen uitvoeringsplan Horeca met o.a. maatregelen ten behoeve het collectief

verbeteren van de veiligheid van het uitgaanscentrum

- Toezicht politie tijdens uitgaansavonden

- Toezicht op brandveiligheid en vergroten brandveiligheidsbewustzijn bezoekers

- Toezicht op sluitingstijden, schenken van drank en geluidsoverlast

- Toepassen van het horecastappenplan

Samenwerkende veiligheidspartners: - Koninklijke Horeca Nederland - Horecavereniging Groot Valkenswaard - Politie - OM - Brandweer - Gemeente

6.2.4 veilige evenementen

Evenementen, zeker de grootschalige, kunnen behoorlijke veiligheidsrisico’s opleveren. Het is aan de

organisator voorwaarden voor de veiligheid te realiseren en aan de gemeenten om de juiste

voorwaarden te stellen en die te handhaven. De risico’s zijn met name gelegen in geweld, overlast,

vernieling, brandveiligheid en crisisbeheersing. Daarnaast er mogelijke dwarsverbanden met externe

veiligheid (evenementenlocaties nabij EV-inrichtingen?) en aanpak georganiseerde criminaliteit

(uitbreiding BIBOB-beleidslijn met evenementen?)

Startpunt 2013:

Het aantal incidenten overlast evenementen is 9

Doelstelling(en):

Het aantal incidenten overlast evenementen bedraagt in 2018 maximaal 10

Aanpak:

- Consequent toepassen beleidsregel Evenementen

- Multidisciplinaire advisering bij A, B en C evenementen

- Toezicht op naleving voorwaarden evenementenvergunning

- Indien van toepassing toezicht op geluidsvoorschriften bij evenementen

- Toepassen van de Handreiking Evenementenveiligheid van de Veiligheidsregio BZO

- Uitbreiden beleid Wet Bibob ten aanzien van vechtsportgala’s

Page 31: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

30

Samenwerkende veiligheidspartners: - Veiligheidsregio BZO - Politie - Omgevingsdienst Zuidoost Brabant - gemeente

6.3 Jeugd en veiligheid

6.3.1 jeugdoverlast

Dit thema heeft betrekking op overlast van jongeren, vaak in groepsverband. Het kan gaan om ‘mildere’

vormen van overlast (zgn. acceptabele en hinderlijke jeugdgroepen) maar ook om zwaardere vormen

(‘echte’ overlastgevende groepen). Het uit zich bijvoorbeeld door geluidsoverlast, intimiderend aanwezig

zijn, zwerfvuil achterlaten en soms ook om vernielingen en andere vormen van kleine criminaliteit.

Kenmerkend voor de zogenaamde hinderlijke groepen is dat ze in principe goed

aanspreekbaar/corrigeerbaar zijn door de omgeving. Bij zgn. overlastgevende groepen is er meer ‘eigen

systeem’ (hiërarchie) in de groepen en zijn ze lastiger te corrigeren. Ook is er veelal (lichte) criminaliteit

in het spel.

Startpunt 2013:

- het aantal incidenten jeugdoverlast per 1.000 inwoners is 3,9

- er zijn geen overlastgevende of criminele jeugdgroepen

Doelstelling(en):

- In 2018 bedraagt het aantal incidenten overlast per 1.000 inwoners maximaal 3

- In 2018 zijn is er (evenals voorgaande jaren) geen enkele overlastgevende of criminele

jeugdgroep

Aanpak:

- Voortzetten van de werkgroep jongeren op straat

- Inzet ambulante jongerenwerk

Samenwerkende veiligheidspartners: - Paladijn - Politie - HALT - JPP - Centrum Jeugd en Gezin + - Gemeente

Page 32: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

31

6.3.2 jeugdcriminaliteit

Hier staan de individuele probleemjongeren centraal. Het gaat om jongeren met meerdere antecedenten

– ‘veelplegers’ – die in bepaalde opzichten de maatschappelijke aansluiting kunnen hebben verloren. Ze

vormen de harde kern van overlastgevende jeugdgroepen en plegen verschillende vormen van

criminaliteit. Soms is er sprake van een criminele jeugdgroep (zwaarste categorie in shortlistmethodiek),

waarbij het OM een grote rol heeft.

Doelstelling(en):

Bij jeugdige veelplegers, onder het mom 1 gezin 1 aanpak, inspelen op sociale omstandigheden om

recidive te voorkomen.

Aanpak:

- Jeugdsancties behoren naast preventie en nazorg tot de instrumenten bij de bestrijding

van de jeugdcriminaliteit. De afgelopen jaren is door een projectmatige aanpak en een

intensieve samenwerking tussen de verschillende ketenpartners de uitvoering van

jeugdsancties sterk verbeterd. Deze samenwerking zal door de transitie Jeugdzorg

voortgezet en nog verder aangetrokken worden.

- De invulling van straffen en maatregelen wordt zoveel mogelijk afgestemd op de

problematiek van de jongere. Daardoor neemt de kans op terugval af.

Samenwerkende veiligheidspartners: - politie - OM - HALT - Centrum Jeugd en Gezin + - Lumensgroep - Gemeente

6.3.3 jeugd, alcohol en drugs

Verschijnselen die binnen dit thema vallen zijn de overlast van alcohol- en drugsgebruik in de openbare

ruimte en bijvoorbeeld in het uitgaansgebied/-gelegenheden. Het drank- en drugsgebruik kan in verband

staan met geweld, vernielingen, geluidsoverlast. De beheersing daarvan is een belangrijke opgave van

de gemeente. Een ander onveiligheidsaspect speelt daarbij ook een belangrijke rol: de

gezondheidsrisico’s van (overmatig) alcohol- en drugsgebruik.

Startpunt 2011:

- de gemiddelde leeftijd 1e drankje groep 12-17 die drinkt is 14,3 jaar

- het percentage jongeren 12-17 jaar dat wel eens (Soft)drugs gebruikt is 10%

Doelstelling(en):

- Terugdringen alcoholgebruik jeugdigen;

- In 2018 is de gemiddelde leeftijd 1e drankje groep 12-17 die drinkt naar minimaal 15 jaar

opgeschoven

- In 2018 is het percentage jongeren 12-17 jaar dat wel eens (Soft)drugs gebruikt gedaald

naar 5%

Page 33: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

32

Aanpak:

- Uitvoeren huidige acties in het kader van het Verslavingspreventiebeleid

- T.z.t. actualiseren van het Verslavingspreventiebeleid aan de hand van de op te stellen

GGD Jeugdmonitor 2015

- Uitvoeren acties uit het preventie- en handhavingsplan Drank- en Horecawet

Samenwerkende veiligheidspartners: - politie - Lumensgroep - Scholengemeenschap Were Di - Novadic-Kentron - GGD - Paladijn - Horecavereniging Groot Valkenswaard - Gemeente

6.3.4 Veilig in en om de school

Jeugd kan dader zijn en slachtoffer van onveiligheid; thuis, in de buurt, bij het stappen maar ook op

school. Mogelijke veiligheidsproblemen op en rond scholen zijn pesten, geweldpleging, diefstal, overlast

(voor omwonenden), vernielingen en verkeersonveiligheid.

Startpunt 2011: - het percentage jongeren 12-18 jaar dat de afgelopen 3 maanden op school gepest is

bedraagt 10% - het percentage jongeren 12-18 jaar dat afgelopen 3 maanden anderen op school heeft

gepest is 10%

Doelstelling(en): - In 2018 is het percentage jongeren 12-18 jaar dat de afgelopen 3 maanden op school

gepest gedaald naar 5% - In 2018 is het percentage jongeren 12-18 jaar dat afgelopen 3 maanden anderen op

school heeft gepest gedaald naar 4%

Aanpak: - Actualiseren schoolveiligheidsplannen - Voorlichting over gevolgen pesten

Samenwerkende veiligheidspartners: - Schoolbesturen - Scholengemeenschap Were Di - Politie - Gemeente - Paladijn

6.4 Fysieke veiligheid

6.4.1 Verkeersveiligheid

Page 34: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

33

Verkeersveiligheid heeft betrekking op de veiligheid van verkeer voor verkeersdeelnemers in het

algemeen, voor specifieke doelgroepen en in bepaalde gebieden (woongebied, scholen, winkelgebied

e.d.). Deze veiligheid wordt beïnvloed door fysieke factoren (infrastructuur) en het rijgedrag van

verkeersdeelnemers. Onderscheiden kunnen worden objectieve verkeersveiligheid, subjectieve

verkeersveiligheid en verkeers- en parkeeroverlast.

Startpunt 2013: - het aantal verkeersdoden is 0 - het aantal gevallen letselschade is 19 - het percentage respondenten uit de Veiligheidsmonitor dat aangeeft dat te hard rijden

vaak voorkomt is 71%

Doelstelling(en): - het aantal verkeersongevallen is in deze beleidsperiode 0 - het aantal gevallen letselschade is in 2018 maximaal 10 - het percentage respondenten uit de Veiligheidsmonitor dat aangeeft dat te hard rijden

vaak voorkomt is maximaal 50%

Aanpak: - actualiseren Verkeersbeleidsplan - controle snelheid op verkeersonveilige plekken - inventariseren black spots

Samenwerkende veiligheidspartners: - politie - gemeente

6.4.2 Brandveiligheid

Dit thema heeft enerzijds betrekking op de ontwerptechnische en gebruikstechnische brandveiligheid

van bepaalde soorten gebouwen (zoals woongebouwen en gebouwen met horecabestemming) en

anderzijds op de voorwaarden voor effectieve repressie. Om de brandveiligheid te borgen zien

gemeente en brandweer toe op proactie en preventie en geeft zij voorlichting aan doelgroepen.

Daarnaast prepareert de brandweer zich op de bestrijding (repressie) van branden.

Startpunt 2013: - het aantal loze meldingen is 66 - het aantal terechte meldingen is 61

Doelstelling(en): - het aantal loze meldingen in 2018 is maximaal 50 - het aantal terechte meldingen in 2018 is maximaal 50

Aanpak: - Stimuleren alertheid burgers - Voorlichting geven over veiligheidsaspecten - Burgers aangeven hoe te handelen bij incidenten - Stimuleren ophangen rookmelders - Geven van adviezen via infopunt brandveiligheid - Draaien van brandpreventieprojecten - Project Innovatie Bluswater

Samenwerkende veiligheidspartners: - Veiligheidsregio Brabant Zuidoost - Gemeente

Page 35: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

34

6.4.3 Rampenbestrijding en

crisisbeheersing

Bij dit thema staan mogelijke rampen en crises centraal. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de

bevolkingszorg, brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing en geneeskundige hulpverlening,

maar zijn wettelijk verplicht dit te laten uitvoeren door de veiligheidsregio, met uitzondering van de

bevolkingszorg (gemeentelijke processen). Deze wordt door de gemeente zelf op peil gebracht en

gehouden.

Doelstelling(en): Een integrale aanpak van rampenbestrijding en crisisbeheersing gericht op het bestrijden en beperken van mogelijke effecten bij een calamiteit.

Aanpak: - Borging gemeentelijke voorbereiding crisisbeheersing - Actieve deelname aan regionale uitvoering beleidsplan - Gezamenlijk oefenen en opleiden - Uitbouwen gemeentelijk deel crisisbeheersingsorganisatie - Betrokkenheid bij planvorming - Uitbouw slagkracht regionale crisisbeheersingsorganisatie

Samenwerkende veiligheidspartners: - Veiligheidsregio Brabant Zuidoost - Gemeente - Politie - OM - Geneeskundige Hulpverlening Organisatie in de Regio (GHOR)

6.5 Integriteit en veiligheid

6.5.1 Polarisatie en radicalisering

Bij dit thema gaat het om ideologische groepen/stromingen in de samenleving die dermate zijn

geradicaliseerd, dat zij een bedreiging vormen of kunnen gaan vormen voor de veiligheid. Sprake kan

zijn van dreigend geweld. Deze groepen vergroten de polarisatie in de samenleving, zetten het sociaal

weefsel onder druk. Stromingen die op die manier kunnen radicaliseren, zijn bijvoorbeeld: rechts-

extremisme, islamradicalisme, dierenrechtenradicalisme, asielrechtenradicalisme, links-extremisme.

Doelstelling(en): - Herkennen van signalen van radicalisering en polarisatie en hoe daarmee om te gaan. - Bevorderen van weerbaarheid/empowerment in de praktijk. - Voorkomen van uitval van jongeren door sociale- en identeitsproblemen

Aanpak: - Monitoren aantal terreurdaden - Monitoren meldingen discriminatie bij het Meldpunt Discriminatie

Samenwerkende veiligheidspartners: - Politie - OM

Page 36: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

35

- Scholengemeenschap Were Di - Centrum Jeugd en Gezin +

6.5.2 Georganiseerde criminaliteit

Bij dit thema gaat het om vormen van georganiseerde criminaliteit die zich manifesteren in gemeenten

en die in bepaalde mate gebruik (misbruik) maken van gemeentelijke voorzieningen en beschikkingen

(waaronder vergunningen en aanbestedingen). Sprake kan zijn van verwevenheid van onder- en

bovenwereld en van ‘witwassen’. Misdaadbranches die het betreft zijn bijvoorbeeld drugshandel,

vastgoedfraude, mensenhandel.

Doelstelling(en): - Het creëren van een ongunstig klimaat voor het bedrijven van criminele activiteiten.

Anders gezegd: op basis van integrale samenwerking tussen de ketenpartners bewerkstelligen dat de georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit zodanig wordt aangepakt, dat de ondermijnende invloed op de samenleving wordt weggenomen.

- Voorkomen dat criminelen door de overheid worden gefaciliteerd. - Voorkomen dat er vermenging onderwereld-bovenwereld ontstaat. - Doorbreken van economische machtsposities die zijn opgebouwd met kapitaal dat met

criminele activiteiten is verdiend.

Aanpak: - Versterken c.q. uitbreiden huidig Bibob-beleid - Privacyproof maken gemeente - Integrale casuïstiek aanpak door het Bestuurlijk Interventieteam Valkenswaard (BIVA) - Inrichten gemeentelijk informatieknooppunt - Deelname aan het Regionaal Informatie- en Expertisecentrum (RIEC) - Voortzetten project Verdovende Middelen

- Uitvoeren Damoclesbeleid - Uitvoering geven aan door de Bestuurlijke Werkgroep Mensenhandel op te stellen

Uitvoeringsprogramma Aanpak Mensenhandel - Hanteren van de nuloptie voor coffeeshops - Inzet van het Prostitutie Controleteam (PCT) - Dadergerichte aanpak drugsdealers - Monitoren ontwikkelingen Outlaw Motorcycle Gangs (OMG)

Samenwerkende veiligheidspartners: - Politie - OM - RIEC - Belastingdienst - Vreemdelingenpolitie - Gemeente

6.5.3 Veilige publieke taak

Werknemers met een publieke taak krijgen met regelmaat te maken met agressie en geweld tijdens het

uitvoeren van hun werkzaamheden. Dat geldt voor gemeenten, maar ook voor de organisaties met een

publieke taak in uw gemeente. Agressie en geweld kunnen niet alleen grote persoonlijke gevolgen

hebben voor medewerkers en politieke ambtsdragers, ook de goede uitoefening van de taak kan in het

gedrang komen.

Doelstelling(en): - Het verminderen van het aantal voorvallen agressie en geweld tegen werknemers met een

publieke taak en politieke ambtsdragers

Page 37: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

36

Aanpak: - Deelnemen aan het landelijk programma Veilige Publieke Taak - Stimuleren van werknemers om elk voorval van agressie en geweld te melden - Trainen van werknemers in het voorkomen van en omgaan met agressie en geweld - Registreren gevallen agressie en geweld - Toepassen protocol Agressie en Geweld - Bevorderen van het (laten) doen van aangifte van strafbare feiten - Verhalen van schade op de dader - Verlenen van nazorg aan werknemers die slachtoffer zijn van agressie en geweld - Regionale en lokale samenwerking tussen werkgevers met een publieke taak, politie en

Openbaar Ministerie

Samenwerkende veiligheidspartners: - Politie - OM - Brandweer - Gemeente

6.5.4: Ambtelijke en bestuurlijke integriteit

Hier gaat het om de meest interne vorm van interne integriteit: ambtelijke en bestuurlijke integriteit.

Schending daarvan kan het gevolg zijn van belangenverstrengeling, maar ook van ‘niet-intentionele’

verrommeling van procedures. In dit laatste geval ontstaat de integriteitschending min of meer ‘per

ongeluk’. Integriteitschendingen kunnen de lokale veiligheid in gevaar brengen doordat daardoor

bijvoorbeeld fysiek gevaarlijke situaties ontstaan of in stand blijven (vergunning voor onveilige

gebouwen of bedrijfsvoering), criminele groepen extra bewegingsruimte krijgen (geen BIBOB-procedure

toegepast) en ambtenaren of bestuurders kwetsbaar worden voor verdere aantastingen van hun

integriteit.

Doelstelling(en): - Voorkomen dat de integriteit van bestuurders en medewerkers wordt aangetast - Adequaat kunnen inspelen op aantasting integriteit bestuurders en medewerkers

Aanpak: - lijst van nevenfuncties - ambtseed/-belofte - integriteitsbeleid inclusief gedragscode - integriteitsonderzoek bij benoeming college- en raadsleden

Samenwerkende veiligheidspartners: - politie - OM - Gemeente

Page 38: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

37

7. Organisatie en coördinatie

In dit hoofdstuk wordt aangegeven welke voorzieningen getroffen moeten

worden om de uitvoering van het Integraal Veiligheidsbeleid zo integraal

mogelijk te laten verlopen. Het gaat specifiek om voorwaarden met betrekking

tot de verankering van veiligheid binnen de verschillende afdelingen, de interne

en externe afstemming op het gebied van veiligheid, de politiek-bestuurlijke

inbedding en de communicatie.

7.1 Positie van veiligheid in de gemeentelijke organisatie

Binnen de gemeentelijke organisatie is de sr. medewerker openbare orde en

veiligheid (OOV) verantwoordelijk voor de centrale borging. De sr. medewerker is

het regie- en coördinatiepunt en hét aanspreekpunt voor bestuurders voor

veiligheidsvraagstukken. De sr. medewerker OOV dient op de hoogte te zijn van

de facetten van het totale veiligheidsbeleid, beleidsinitiatieven richting

verschillende teams te initiëren en op veiligheidsgebied samen te werken met

collega’s. Hierdoor wordt de integrale beleidsvoering bewaakt en de interne regie

gevoerd. Dit betekent overigens niet dat de sr. medewerker OOV per definitie de

uitvoerder is van veiligheid. Ieder team heeft op dat gebied een eigen

verantwoordelijkheid. Sinds 2014 wordt de sr. medewerker OOV ondersteund door

twee medewerkers OOV (1 FTE). Zij vullen vooral de coördinerende rol en

uitvoerende rol in.

7.2 Interne en externe afstemming

De regie bij het voeren van het integraal veiligheidsbeleid ligt in handen van de

gemeente. Afstemming vormt hiervan een belangrijk onderdeel; de door partijen

genomen maatregelen kunnen elkaar immers in bepaalde gevallen versterken,

maar in andere gevallen ook tegenwerken. Het is dus voor alle partijen van groot

belang vanuit de gezamenlijke probleemdefinitie te komen tot de meest effectieve

inzet van middelen, capaciteit en tijd.

Als portefeuillehouder Veiligheid voert de burgemeester minimaal één keer per 3

weken overleg met de basisteamchef politie, een belangrijke partner in het

veiligheidsbeleid.

Page 39: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

38

Daarnaast heeft de burgemeester structureel overleg met het Hoofd

Brandweerzorg.

Het driehoeksoverleg voor het basisteam Dommelstroom (is het periodiek overleg

tussen Openbaar ministerie, Politieleiding Dommelstroom en de burgemeester)

vindt vier keer per jaar plaats. De reden voor het driehoeksoverleg is, dat het

openbaar ministerie verantwoordelijk is voor de handhaving van de wet en het

vervolgen van wetsovertreders en de burgemeester voor de openbare orde en

veiligheid. Beiden hebben ze de politie nodig. Bovendien hebben ze alle drie

elkaar nodig, omdat ze verschillende bevoegdheden hebben.

Externe afstemming vindt daarnaast plaats in diverse structurele en ad hoc

overlegverbanden, zoals de stuurgroep IVB, stuurgroep Breed Signaleringsteam

en bewonerswerkgroepen. Ook in diverse regionale en subregionale

overlegverbanden, zoals het Veiligheidsoverleg Oost Brabant (vier keer per jaar)

en het RIEC-platform Oost Brabant (twee keer per jaar), worden werkzaamheden

op elkaar afgestemd.

Binnen het basisteam Dommelstroom is er een structureel opverleg met de zes

coördinatoren OOV. Ook politie en brandweer sluiten hierbij aan.

Intern worden de werkzaamheden op teamniveau in de Projectgroep IVB en zo

nodig het Managementoverleg met elkaar in overeenstemming gebracht. In de

Projectgroep IVB worden ook de externe partners betrokken.

7.3 Politiek-bestuurlijke inbedding

Binnen het college heeft de burgemeester het primaat op het gebied van openbare

orde en veiligheid (portefeuillehouder). Naast de wettelijke taken die de

burgemeester op gebied van openbare orde heeft, vervult hij ook een bredere

taakuitvoering ten aanzien van Veiligheid, zodat er sprake is van een complete

veiligheidsportefeuille. Daarnaast is er sprake van een integrale

verantwoordelijkheid van het gehele college. Veel onderwerpen van deze

kadernota maken onderdeel uit van andere beleidsterreinen. Dit maakt het college

gezamenlijk verantwoordelijk voor het Integraal Veiligheidsbeleid, kortom

collegiaal bestuur.

Alle afspraken aangaande Integrale Veiligheid liggen vast in deze beleidsnota. De

uitwerking hiervan vindt jaarlijks plaats door middel van het opstellen en uitvoeren

van een uitvoeringsprogramma, welke in opdracht van het college door de sr.

medewerker OOV in samenwerking met de in- en externe partners wordt

opgesteld.

Het college zal de gemeenteraad jaarlijks informeren over de voortgang van het

uitvoeringsprogramma. Naast deze evaluatie zal het college tevens het nieuwe

uitvoeringsprogramma vast stellen.

7.4 Planning en control rond veiligheid

De planning en control cyclus rondom Integrale Veiligheid ziet er als volgt uit:

Om de vier jaar vaststellen van de Kadernota Integrale Veiligheid

Vaststellen jaarlijks uitvoeringsprogramma door het college

De gemeenteraad in kennis stellen van het uitvoeringsprogramma

Uitvoering van het uitvoeringsprogramma

Jaarlijkse evaluatie van de Kadernota Integrale Veiligheid

Toewerken naar een nieuw jaarlijks uitvoeringsprogramma

Page 40: NOTA VEILIGHEID 2015-2018...2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 6 2.3 ZSM 8 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 8 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit

39

Aan het einde van de beleidsperiode dient de nota breed te worden geëvalueerd.

Op basis daarvan en op basis van de actuele analyses op gebied van veiligheid

dient besluitvorming te komen over het kader van veiligheid voor de periode tot

2022.

7.5 Communicatie

Bij Integraal Veiligheidsbeleid is communicatie uiteraard een belangrijk begrip.

Maar communicatie is net als veiligheid een rekbaar begrip. Het is ondoenlijk alle

soorten van communicatie per veiligheidsthema zowel intern als extern te

benoemen. Ieder veiligheidsveld heeft zijn eigen manier van communiceren. Over

bijvoorbeeld hangjeugd communiceert men anders dan over asociaal

verkeersgedrag.

7.6 Financiën

In de gemeente Valkenswaard is ervoor gekozen de gelden voor veiligheid waar

mogelijk te integreren in de diverse beleidsvelden (bijvoorbeeld verkeersveiligheid,

brandweer enzovoorts). Daardoor is het moeilijk de totaalgelden voor veiligheid in

beeld te brengen.

Er is een separaat budget in de meerjarenbegroting opgenomen voor integrale

veiligheid ad € 24.700. Vanuit deze middelen worden o.a. buurtbemiddeling,

Veiligheidshuis, inbraak- en brandpreventieprojecten en buurtpreventie

gefinancierd.