Nokia 6021 UG - simstunts.nl · gebruik van dit product op enige wijze dat ov ereenstemt met de...

Gebruikershandleiding voor de Nokia 6021

NL 9237278Uitgave 1

CONFORMITEITSVERKLARINGNOKIA CORPORATION verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product RM-94 conform is aan de bepalingen van de volgende Richtlijn van de Raad: 1999/5/EG.

van in

smerken

5. Tegic

Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.

Copyright © 2005 Nokia. Alle rechten voorbehouden.

Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte erenige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is verboden.

Nokia, Nokia Connecting People en Xpress–on en Pop–Port zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelof handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.

Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation.

Bluetooth is a registered trademark of Bluetooth SIG, Inc.

US Patent No 5818437 and other pending patents. T9 text input software Copyright (C) 1997-200Communications, Inc. All rights reserved.

Includes RSA BSAFE cryptographic or security protocol software from RSA Security.

Java is a trademark of Sun Microsystems, Inc.

GEBRUIK VAN DIT PRODUCT OP ENIGE WIJZE DAT OVEREENSTEMT MET DE VISUELE NORM MPEG–4 IS VERBODEN, BEHALVE VOOR GEBRUIK DAT RECHTSTREEKS BETREKKING HEEFT OP (A) GEGEVENS OF INFORMATIE (i) GEGENEREERD DOOR EN KOSTENLOOS VERKREGEN VAN EEN KLANT BUITEN HET KADER

(B) LA,

IS BY AND RPRISE, ED BY

zonder it

zondere,

tens het

e iktheid isgeving

met de

g is

VAN ENIGE BEDRIJFSACTIVITEIT, EN (ii) UITSLUITEND BESTEMD VOOR PERSOONLIJK GEBRUIK; ENANDER GEBRUIK DAT SPECIFIEK EN AFZONDERLIJK ONDER LICENTIE IS TOEGESTAAN DOOR MPEGL.L.C.

USE OF THIS PRODUCT IN ANY MANNER THAT COMPLIES WITH THE MPEG-4 VISUAL STANDARD PROHIBITED, EXCEPT FOR USE DIRECTLY RELATED TO (A) DATA OR INFORMATION (i) GENERATED OBTAINED WITHOUT CHARGE FROM A CONSUMER NOT THEREBY ENGAGED IN A BUSINESS ENTEAND (ii) FOR PERSONAL USE ONLY; AND (B) OTHER USES SPECIFICALLY AND SEPARATELY LICENSMPEG LA, L.L.C.

Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voorvoorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in ddocument worden beschreven.In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige bijincidentele, onrechtstreekse of indirecte schade.De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt. Tenzij vereist krachtoepasselijke recht, wordt geen enkele garantie gegeven betreffende de nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of inhoud van dit document, hetzij uitdrukkelijk hetzij impliciet, daaronder medbegrepen maar niet beperkt tot impliciete garanties betreffende de verkoopbaarheid en de geschvoor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen tijde het recht voor zonder voorafgaande kenndit document te wijzigen of te herroepen.De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen. Neem hiervoor contact op dichtstbijzijnde Nokia leverancier.

ExportbepalingenDit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan wet– enregelgeving betreffende export van de V.S. en andere landen. Omleiding in strijd met de wetgevinverboden.NL 9237278/Uitgave 1

4

Inhoudsopgave

.... 12

.... 14

........ 14

........ 14

........ 15

........ 16

........ 16

........ 16

........ 16

........ 17

........ 17

........ 17

........ 18

........ 19

........ 20

........ 20

.... 21

........ 21

........ 23

........ 23

........ 24

........ 25

.... 26

........ 26

Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.

VOOR UW VEILIGHEID ..................................................................................

Algemene inforpagina...................................................................................Informatie over het apparaat........................................................................................................Overzicht van de functies van de telefoon ...............................................................................

Gedeeld geheugen ........................................................................................................................Nokia PC Suite...................................................................................................................................Toegangscodes ..................................................................................................................................

Beveiligingscode (5 tot 10 cijfers)............................................................................................PIN–code en PIN2–code (4 tot 8 cijfers), module–PIN en ondertekenings–PIN.........De PUK–code en PUK2–code (8 cijfers) ..................................................................................Blokkeerwachtwoord (4 cijfers) ................................................................................................Portefeuillecode (4 tot 10 cijfers) ............................................................................................

Netwerkdiensten...............................................................................................................................Dienst voor configuratie–instellingen.....................................................................................

Content en toepassingen downloaden.......................................................................................Ondersteuning van Nokia op internet ........................................................................................

1. Aan de slag ................................................................................................De SIM–kaart en de batterij installeren.....................................................................................De batterij opladen ..........................................................................................................................De telefoon in– en uitschakelen ..................................................................................................Normaal gebruik ...............................................................................................................................Het draagkoordje bevestigen ........................................................................................................

2. De telefoon ................................................................................................Toetsen en aansluitingen ...............................................................................................................

5

Standby–modus ........................................................................................................................................ 28Achtergrond............................................................................................................................................ 29Screensaver............................................................................................................................................. 29

........ 29

........ 30

........ 31

.... 33

........ 33

........ 34

........ 34

........ 34

........ 35

........ 35

........ 36

........ 36

........ 37

........ 37

........ 38

.... 40

........ 40

........ 41

.... 51

........ 51

........ 52

........ 52

........ 53

........ 53


Energiebesparing...........................................................................................................................Belangrijke indicatoren ...............................................................................................................

Toetsen blokkeren.............................................................................................................................

3. Algemene functies.....................................................................................Opbellen ..............................................................................................................................................

Snelkeuzetoetsen ..........................................................................................................................Inkomende oproepen beantwoorden of weigeren ..................................................................

Wachtfunctie..................................................................................................................................Opties tijdens een gesprek .............................................................................................................Tekst intoetsen ..................................................................................................................................

Tekstinvoer met woordenboek in– en uitschakelen ............................................................Tekstinvoer met woordenboek...................................................................................................

Samengestelde woorden intoetsen ......................................................................................Gewone tekstinvoer......................................................................................................................Tips voor het intoetsen van tekst .............................................................................................

4. De menu’s gebruiken.................................................................................Een menufunctie activeren............................................................................................................Overzicht van de menufuncties....................................................................................................

5. Menufuncties.............................................................................................Berichten.............................................................................................................................................

Tekstberichten (SMS) ...................................................................................................................Berichten intoetsen en verzenden ........................................................................................Opties voor het verzenden van berichten...........................................................................Een SMS–bericht of SMS–e–mail lezen en beantwoorden ...........................................

6

De mappen Inbox en Verzonden items........................................................................................ 54Sjablonen ............................................................................................................................................. 55

........ 55

........ 56

........ 57

........ 59

........ 60

........ 60

........ 60

........ 60

........ 61

........ 61

........ 63

........ 63

........ 64

........ 65

........ 66

........ 66

........ 66

........ 67

........ 67

........ 68

........ 69

........ 69

........ 70

........ 70

........ 71

........ 71


De mappen Opgeslagen items en Mijn mappen ...............................................................Multimediaberichten (MMS) .....................................................................................................

Multimediaberichten intoetsen en verzenden ..................................................................Multimediaberichten lezen en beantwoorden ..................................................................De mappen Inbox, Outbox, Opgeslagen items en Verzonden items............................Multimediaberichtengeheugen vol.......................................................................................

Flitsberichten..................................................................................................................................Een flitsbericht intoetsen ........................................................................................................Een flitsbericht ontvangen......................................................................................................

Chatberichten.................................................................................................................................Het chatmenu openen..............................................................................................................Verbinding maken met de chatdienst en de verbinding verbreken.............................Een chatsessie starten..............................................................................................................Een uitnodiging accepteren of weigeren............................................................................Een chatbericht lezen...............................................................................................................Deelnemen aan een chatsessie..............................................................................................Uw eigen instellingen wijzigen..............................................................................................Contacten voor chatsessies ....................................................................................................Berichten blokkeren en vrijgeven..........................................................................................Groepen ........................................................................................................................................Instellingen voor chatten ........................................................................................................

E–mailtoepassing ..........................................................................................................................E–mailberichten intoetsen en verzenden ...........................................................................E–mail van uw e–mailaccount downloaden......................................................................Een e–mailbericht lezen en beantwoorden........................................................................De Inbox en overige mappen (Concepten, Archief, Outbox en Verzonden items) ..

7

E–mail verwijderen............................................................................................................................ 72Spraakberichten..................................................................................................................................... 72Informatieberichten ............................................................................................................................. 73

........ 73

........ 73

........ 73

........ 74

........ 74

........ 76

........ 77

........ 77

........ 78

........ 78

........ 79

........ 80

........ 80

........ 81

........ 81

........ 81

........ 83

........ 83

........ 84

........ 85

........ 88

........ 88

........ 89

........ 90

........ 90

........ 91


Dienstopdrachten..........................................................................................................................Alle berichten uit een map verwijderen .................................................................................Berichtinstellingen........................................................................................................................

Instellingen voor tekst– en e-mailberichten via SMS.....................................................Instellingen voor multimediaberichten ...............................................................................Instellingen voor de e–mailtoepassing................................................................................Algemene instellingen..............................................................................................................

Berichtenteller ...............................................................................................................................Oproep–info .......................................................................................................................................

Lijsten met laatste oproepen .....................................................................................................Tellers en timers voor oproepen, gegevens en berichten...................................................Positiebepaling...............................................................................................................................

Contacten ...........................................................................................................................................Instellingen selecteren voor de lijst met contacten............................................................Namen en telefoonnummers opslaan (Contact toevoegen) .............................................Meerdere nummers of items per naam opslaan ..................................................................Een afbeelding toevoegen aan een naam of nummer in de lijst met contacten........Zoeken naar een contact ............................................................................................................Gegevens wijzigen of verwijderen............................................................................................Mijn aanwezigheid .......................................................................................................................Aangemelde contacten................................................................................................................

Contacten toevoegen aan de geabonneerde contacten.................................................De geabonneerde contacten weergeven.............................................................................Abonnement op een contact opzeggen ..............................................................................

Contactgegevens kopiëren .........................................................................................................Een visitekaartje zenden en ontvangen..................................................................................

8

Snelkeuze................................................................................................................................................. 91Spraakgestuurde nummerkeuze........................................................................................................ 92

Spraaklabels toevoegen en beheren............................................................................................. 92........ 93........ 94........ 94........ 94........ 95........ 95........ 96........ 96........ 97........ 97........ 97........ 97........ 98........ 99..... 100..... 101..... 102..... 102..... 103..... 104..... 104..... 104..... 106..... 107..... 107..... 108


Bellen met behulp van een spraaklabel ..............................................................................Dienstnummers..............................................................................................................................Eigen nummers ..............................................................................................................................Bellergroepen .................................................................................................................................

Instellingen.........................................................................................................................................Profielen...........................................................................................................................................Thema's ............................................................................................................................................Tooninstellingen ............................................................................................................................Favorieten........................................................................................................................................

Rechterselectietoets .................................................................................................................Opties favorieten .......................................................................................................................Spraakopdrachten......................................................................................................................

Weergave–instellingen ................................................................................................................Instellingen tijd en datum ..........................................................................................................Oproepinstellingen........................................................................................................................Telefooninstellingen .....................................................................................................................Connectiviteit.................................................................................................................................

Draadloze technologie via Bluetooth...................................................................................Een Bluetooth–verbinding instellen.....................................................................................Draadloze Bluetooth–verbinding ..........................................................................................Instellingen Bluetooth..............................................................................................................Infrarood ......................................................................................................................................(E)GPRS.........................................................................................................................................(E)GPRS-verbinding...................................................................................................................(E)GPRS–modeminstellingen ..................................................................................................

Toebehoreninstellingen ...............................................................................................................

9

Configuratie-instellingen................................................................................................................. 109Beveiligingsinstellingen.................................................................................................................... 110Fabrieksinstellingen terugzetten ................................................................................................... 111

..... 112

..... 112

..... 114

..... 114

..... 115

..... 115

..... 115

..... 116

..... 117

..... 118

..... 120

..... 122

..... 123

..... 125

..... 126

..... 126

..... 127

..... 127

..... 128

..... 128

..... 129

..... 130

..... 130

..... 131

..... 132

..... 132


Operatormenu....................................................................................................................................Galerij...................................................................................................................................................Media ...................................................................................................................................................

Spraakrecorder...............................................................................................................................Opnemen......................................................................................................................................Lijst met opnamen.....................................................................................................................

DVS .......................................................................................................................................................Menu DVS........................................................................................................................................Verbinding met de DVS–dienst activeren en verbreken.....................................................Terugbelverzoeken ........................................................................................................................Een DVS–oproep starten en ontvangen..................................................................................Een–op–een contacten toevoegen...........................................................................................Groepen maken en instellen ......................................................................................................DVS–instellingen ...........................................................................................................................

Organiser.............................................................................................................................................Alarmklok.........................................................................................................................................

Als het alarmtijdstip is aangebroken ...................................................................................Agenda .............................................................................................................................................

Een agendanotitie toevoegen ................................................................................................Notitiemelding............................................................................................................................

Taken.................................................................................................................................................Notities.............................................................................................................................................Portefeuille......................................................................................................................................

Het menu Portefeuille openen...............................................................................................Kaartgegevens opslaan ............................................................................................................Persoonlijke notities..................................................................................................................

10

Een portefeuilleprofiel maken..................................................................................................... 133Instellingen voor de portefeuille ................................................................................................ 133

..... 133

..... 135

..... 135

..... 136

..... 136

..... 137

..... 137

..... 137

..... 138

..... 138

..... 138

..... 139

..... 140

..... 140

..... 142

..... 142

..... 143

..... 143

..... 144

..... 145

..... 145

..... 145

..... 146

..... 146

..... 147

..... 148

..... 148


Richtlijnen voor betalingen met de portefeuille...............................................................Synchronisatie................................................................................................................................

Synchroniseren vanaf de telefoon ........................................................................................Instellingen voor synchronisatie vanaf de telefoon.........................................................Synchroniseren vanaf een compatibele pc.........................................................................

Toepassingen......................................................................................................................................Spelletjes en toepassingen .........................................................................................................

Een spelletje of toepassing starten ......................................................................................Spelletjes en toepassingen downloaden .............................................................................Instellingen voor spelletjes .....................................................................................................Geheugenstatus voor spelletjes en toepassingen.............................................................

Rekenmachine................................................................................................................................Timerfunctie....................................................................................................................................Stopwatch .......................................................................................................................................

Web ......................................................................................................................................................Basisstappen voor het activeren en gebruiken van diensten ...........................................De telefoon instellen voor een dienst .....................................................................................Verbinding maken met een dienst ...........................................................................................Browsen door de pagina’s van een dienst..............................................................................

De toetsen van de telefoon gebruiken tijdens het browsen..........................................Opties tijdens het browsen .....................................................................................................Direct bellen................................................................................................................................

De verbinding met een dienst verbreken................................................................................Weergave–instellingen van de browser..................................................................................Cookies .............................................................................................................................................Bookmarks.......................................................................................................................................

Een bookmark ontvangen........................................................................................................

11

Downloaden......................................................................................................................................... 149Dienstinbox.......................................................................................................................................... 149

Instellingen dienstinbox ............................................................................................................... 150..... 150..... 151..... 151..... 152..... 153..... 155

.. 156

..... 156

..... 158

..... 158

.. 160

..... 160

..... 161

.. 164

.. 166


Cachegeheugen .............................................................................................................................Browserbeveiliging .......................................................................................................................

Beveiligingsmodule ...................................................................................................................Certificaten..................................................................................................................................Digitale handtekening..............................................................................................................

SIM–diensten.....................................................................................................................................

6. Pc–verbinding ............................................................................................PC Suite ...............................................................................................................................................

(E)GPRS, HSCSD en CSD..............................................................................................................Toepassingen voor gegevenscommunicatie gebruiken ..........................................................

7. Informatie over de batterij .......................................................................Opladen en ontladen .......................................................................................................................Richtlijnen voor het controleren van de echtheid van Nokia–batterijen .........................

VERZORGING EN ONDERHOUD....................................................................

AANVULLENDE VEILIGHEIDSINFORMATIE ..................................................

12

VOOR UW VEILIGHEID

of

n is of

w ebben

rking

uit in

r kan

t in de


Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.

SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG ISSchakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verbodeals dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.

VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANGHoud u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uvoertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hterwijl u rijdt.

STORINGAlle draadloze telefoons kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de wevan de telefoon negatief beïnvloeden.

SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN ZIEKENHUIZENHoud u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Schakel de telefoon de nabijheid van medische apparatuur.

SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN VLIEGTUIGENHoud u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Draadloze apparatuustoringen veroorzaken in vliegtuigen.

SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET TANKENGebruik de telefoon niet in een benzinestation. Gebruik het apparaat nienabijheid van brandstof of chemicaliën.

13

SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVENHoud u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Gebruik de telefoon niet waar explosieven worden gebruikt.

n.

reerd.

ie in de

s nodig cherm.

n.


GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIGGebruik het apparaat alleen in de normale positie zoals in de productdocumentatie wordt uitgelegd. Raak de antenne niet onnodig aa

DESKUNDIG ONDERHOUDDit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepa

TOEBEHOREN EN BATTERIJENGebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan.

WATERBESTENDIGHEIDDe telefoon is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.

MAAK BACK–UPSMaak een back–up of een gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens dtelefoon zijn opgeslagen.

AANSLUITEN OP ANDERE APPARATENWanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst dehandleiding bij het apparaat te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan.

ALARMNUMMER KIEZENControleer of de telefoon ingeschakeld en operationeel is. Druk zo vaak alis op om het scherm leeg te maken en terug te keren naar het startsToets het alarmnummer in en druk op . Geef op waar u zich bevindt. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekrege

14

Algemene inforpagina

keurd

en

en t ringen

iten

s. Trek

ks ng


■ Informatie over het apparaatHet draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven, is goedgevoor gebruik in het EGSM 900–, GSM 1800– en GSM 1900–netwerk. Neemcontact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.

Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat, aan alle regelgevingeerbiedig de privacy en legitieme rechten van anderen.

Waarschuwing: Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruikdan de alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel heapparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur stoof gevaar kan veroorzaken.

Uw apparaat en toebehoren kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd ze buhet bereik van kleine kinderen.

Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van goedgekeurde accessoirealtijd aan de stekker en niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.

■ Overzicht van de functies van de telefoonDe Nokia 6021 biedt een groot aantal functies die handig zijn in het dagelijgebruik, zoals een agenda, klok en alarmklok. De telefoon biedt ondersteunivoor:

• Multimediaberichten (zie Multimediaberichten (MMS) op pagina 56).

• Chatberichten (zie Chatberichten op pagina 61).

15

• Bluetooth–technologie, zie Draadloze technologie via Bluetooth op pagina 102.

n die

en 7.

5.

06.

gen: da en en

t al

et lde


• Polyfoon geluid (MIDI), dat bestaat uit verschillende geluidscomponentetegelijkertijd worden afgespeeld. De ondersteunde indeling is SP–MIDI (Scalable Polyphonic MIDI).

• E-mail, zie E–mailtoepassing op pagina 69.

• Hoorbaar alarm om de status van de batterij en het netwerk te controlerdoor middel van akoestische signalen, zie Spraakopdrachten op pagina 9

• Contacten met aanwezigheidsstatus, zie Mijn aanwezigheid op pagina 8

• EDGE (Enhanced Data rates for GSM Evolution), zie (E)GPRS op pagina 1

• DVS (drukken–voor–spreken)–toets, zie DVS op pagina 115.

• Java 2 Micro Edition, J2METM, zie Toepassingen op pagina 137.

• xHTML–browser, zie Web op pagina 142.

Gedeeld geheugenDe volgende functies in dit apparaat maken gebruik van het gedeelde geheucontacten, tekstberichten, chatberichten en SMS–e–mail, spraaklabels, agennotities. Wanneer een van deze functies wordt gebruikt, is er minder geheugbeschikbaar voor de overige functies die van het gedeelde geheugen gebruikmaken. Als u bijvoorbeeld veel SMS-e–mailberichten opslaat, kan dahet beschikbare geheugen in beslag nemen. Mogelijk wordt in een bericht aangegeven dat het geheugen vol is wanneer u probeert iets op te slaan in hgedeelde geheugen. In dat geval verwijdert u een aantal items uit het gedeegeheugen voordat u verdergaat. Sommige functies, zoals contacten,

16

tekstberichten, chatberichten en SMS–e–mail, kunnen speciaal een bepaalde hoeveelheid geheugen krijgen toegewezen boven op de hoeveelheid geheugen die

is im.

n de

t de in.

aart


gedeeld wordt met andere functies.

■ Nokia PC SuiteMet Nokia PC Suite kunt u bijvoorbeeld nieuwe beltonen en achtergronden instellen. Nokia PC Suite kan worden gedownload van de Nokia–website www.nokia.com.

■ Toegangscodes

Beveiligingscode (5 tot 10 cijfers)De beveiligingscode beveiligt de telefoon tegen onbevoegd gebruik. De codestandaard ingesteld op 12345. Wijzig de code en houd de nieuwe code geheBewaar de code op een veilige plaats uit de buurt van de telefoon. Zie Beveiligingsinstellingen op pagina 110 voor informatie over het wijzigen vacode en het instellen van de telefoon om de code te vragen.

Als u vijf keer na elkaar een onjuiste beveiligingscode hebt ingetoetst, wordinvoer van de code genegeerd. Wacht vijf minuten en toets de code opnieuw

PIN–code en PIN2–code (4 tot 8 cijfers), module–PIN en ondertekenings–PIN• De PIN–code (Personal Identification Number), die samen met uw SIM–k

wordt verstrekt, beveiligt de SIM–kaart tegen onbevoegd gebruik. Zie Beveiligingsinstellingen op pagina 110.

17

• Voor bepaalde functies, zoals gesprekstellers, hebt u de PIN2–code nodig die bij sommige SIM–kaarten wordt geleverd.

odule

ale

code igen.

Zie

orden


• De module–PIN is vereist voor toegang tot informatie in de beveiligingsmvan de SIM–kaart. Zie Beveiligingsmodule op pagina 151.

• De ondertekenings–PIN is nodig voor de digitale handtekening. Zie Digithandtekening op pagina 153.

De PUK–code en PUK2–code (8 cijfers)De PUK–code (Personal Unblocking Key) is nodig om een geblokkeerde PIN–te wijzigen. De PUK2–code is nodig om een geblokkeerde PIN2–code te wijz

Blokkeerwachtwoord (4 cijfers)Het blokkeerwachtwoord is nodig wanneer u Oproepen blokkeren gebruikt. Beveiligingsinstellingen op pagina 110.

Portefeuillecode (4 tot 10 cijfers)De portefeuillecode is vereist voor toegang tot de portefeuillediensten. Zie Portefeuille op pagina 130 voor meer informatie.

Opmerking: Als de codes of wachtwoorden niet bij de SIM-kaart wgeleverd, neemt u contact op met uw serviceprovider.

18

■ NetwerkdienstenAls u de telefoon wilt gebruiken voor netwerkdiensten, moet u zich hierop

kelijk ten

Uw de elijk

u. Het

r meer

CP/IP–n, de


abonneren via een serviceprovider. Veel functies van dit apparaat zijn afhanvan de beschikbaarheid ervan in het draadloze netwerk. Deze netwerkdienszijn niet beschikbaar in alle netwerken en mogelijk moet u een specifiek abonnement nemen om van de netwerkdiensten gebruik te kunnen maken. serviceprovider kan u extra instructies geven en aangeven welke kosten aandiensten zijn verbonden. In sommige netwerken gelden beperkingen die vaninvloed zijn op het gebruik van de netwerkdiensten. Het is bijvoorbeeld mogdat sommige netwerken geen ondersteuning bieden voor bepaalde taalafhankelijke tekens en / of diensten.

Mogelijk heeft de serviceprovider bepaalde functies van de telefoon niet geactiveerd. In dat geval worden deze functies niet weergegeven in het menis ook mogelijk dat het apparaat speciaal voor uw serviceprovider is geconfigureerd. In dat geval kunnen menunamen, de menuvolgorde en pictogrammen zijn gewijzigd. Neem contact op met uw serviceprovider vooinformatie.

Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0–protocols (HTTP en SSL) die werken via Tprotocols. Voor sommige functies van de telefoon, zoals multimediaberichtee–mailtoepassing, chatten, aanwezigheidsgegevens, Java–spelletjes en –toepassingen en internetdiensten is netwerkondersteuning nodig.

19

Dienst voor configuratie–instellingenVoor sommige netwerkdiensten, zoals mobiele internetdiensten, MMS, chatten,

atie–

lleen

n. de m,

slaan


de e–mailtoepassing en de synchronisatiefunctie, moeten de juiste configurinstellingen op de telefoon worden ingesteld. U kunt deze instellingen rechtstreeks ontvangen in een configuratiebericht, zodat u de instellingen anog maar in de telefoon hoeft op te slaan. Mogelijk ontvangt u van de serviceprovider een PIN–code die u nodig hebt om de instellingen op te slaaNeem contact op met uw netwerkoperator, serviceprovider of dichtstbijzijnbevoegde Nokia-leverancier, of bezoek de website van Nokia, www.nokia.covoor meer informatie over de beschikbaarheid van instellingen.

Na ontvangst van een configuratiebericht wordt Configuratie-inst. ontv. weergegeven. Druk op Tonen om de ontvangen instellingen weer te geven.

• Als u de ontvangen instellingen wilt opslaan, drukt u op Opslaan. Als de melding PIN voor inst. invoeren: verschijnt, toetst u de PIN–code voor deinstellingen in en drukt u op OK. U kunt deze instellingen desgewenst opals de standaardinstellingen. Informeer bij de serviceprovider die de instellingen levert naar de beschikbaarheid van de PIN–code.

• Als u de ontvangen instellingen wilt negeren, drukt u op Wegd..

Zie Configuratie-instellingen op pagina 109 voor meer informatie over het weergeven en bewerken van de instellingen.

20

■ Content en toepassingen downloadenU kunt mogelijk nieuwe content (bijvoorbeeld afbeeldingen en videoclips) en

e van de

ls u de

lg de

iet met d. Als u

or de ads en


toepassingen naar de telefoon downloaden (netwerkdienst).

1. Selecteer de downloadfunctie in de menu's Verzameling en Galerij. Zie dbeschrijving van het betreffende menu voor informatie over het gebruik downloadfunctie.

De lijst met bookmarks wordt weergegeven. Selecteer Meer bookmarks abookmarks wilt weergeven die beschikbaar zijn in het menu Web.

2. Selecteer de bookmark van de browserpagina die u wilt openen. Als de verbinding niet tot stand wordt gebracht, wijzigt u de actieve set verbindingsinstellingen in het menu Web en probeert u het nogmaals. Voaanwijzingen van de betreffende dienst.

Informeer bij de netwerkoperator en / of serviceprovider naar de beschikbaarheid en tarieven van de verschillende diensten.

In het apparaat zijn mogelijk een aantal bookmarks voorgeïnstalleerd voor sites die nNokia verbonden zijn. Deze sites worden niet door Nokia gegarandeerd of ondersteundeze sites wilt bezoeken, moet u op het gebied van beveiliging of inhoud dezelfde voorzorgsmaatregelen treffen als die u voor andere sites treft.

■ Ondersteuning van Nokia op internetGa naar www.nokia.com/support of naar de Nokia–website voor uw land vonieuwste versie van deze handleiding, voor aanvullende informatie, downlodiensten voor uw Nokia–product.

21

1. Aan de slag

an uw ider,

niet jdert. estig


■ De SIM–kaart en de batterij installerenHoud alle SIM–kaarten buiten bereik van kleine kinderen. Raadpleeg de leverancier vSIM–kaart voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovnetwerkoperator of een andere leverancier zijn.

Opmerking: Schakel het apparaat altijd uit en zorg ervoor dat het apparaatmet een lader of een ander apparaat is verbonden voordat u de cover verwiRaak de elektronische onderdelen niet aan terwijl u de cover verwisselt. Bevaltijd de covers voordat u het apparaat opbergt of gebruikt.

1. Verwijder de achtercover:

Druk op de ontgrendelingsknop op de achtercover (1) en schuif de achtercover naar de onderkant van de telefoon (2). Neem de cover weg zodra deze vrijkomt.

2. Verwijder de batterij door deze uit de telefoon te tillen. Druk de SIM-kaart in de SIM-kaarthouder totdat deze op zijn plaats klikt. Zorg ervoor dat de SIM–kaart juist is geplaatst en

22

dat de goudkleurige contactpunten naar beneden zijn gericht.

3. U verwijdert de SIM–kaart door te drukken op de


kaartvergrendeling (1) en de SIM–kaart naar de bovenkant van de telefoon te schuiven (2).

4. Lijn de contactpunten van de batterij uit met de vergulden contactpunten van de telefoon. Plaats de batterij in de batterijsleuf.

5. Plaats de achtercover op de achterkant van de telefoon (1), waarbij u ervoor zorgt dat aan de bovenzijde een opening van ongeveer 3 mm behouden blijft. Druk vervolgens de achtercover naar de bovenkant van de telefoon om de cover te vergrendelen (2).

23

■ De batterij opladenWaarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en toebehoren die door Nokia

ypes

-7 en

an een nneer

efoons


zijn goedgekeurd voor gebruik met dit model. Het gebruik van alle andere tkan de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan gevaarlijk zijn.

Controleer het modelnummer van uw lader voordat u deze bij dit apparaat gebruikt. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met de voedingsbronnen ACPACP-12.

1. Steek de stekker van de lader in de aansluiting op de onderkant van de telefoon.

2. Sluit de lader aan op een gewone wandcontactdoos. Als de batterij helemaal leeg is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij–indicator wordt weergegeven of voordat u kunt bellen.

De oplaadtijd is afhankelijk van de gebruikte lader en batterij. Het opladen vbatterij met de lader ACP–12 duurt bijvoorbeeld ongeveer anderhalf uur wade telefoon zich in de standby–modus bevindt.

■ De telefoon in– en uitschakelenWaarschuwing: Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telverboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.

24

Houd de aan / uit–toets ingedrukt zoals afgebeeld.

Neem contact op met de netwerkoperator of serviceprovider

t u op


als de tekst SIM-kaart plaatsen wordt weergegeven terwijl de SIM–kaart juist is geplaatst, of als SIM-kaart niet ondersteund wordt weergegeven. De telefoon ondersteunt geen 5–volts SIM–kaarten en de kaart moet mogelijk worden verwisseld.

Als naar de PIN–code of beveiligingscode wordt gevraagd, toetst u de bij de SIM–kaart verstrekte code (weergegeven als ****) in en drukOK.

Zie ook Toegangscodes op pagina 16.

■ Normaal gebruikUw telefoon heeft een interne antenne. Gebruik de telefoon alleen in de normale posities.

Opmerking: Zoals voor alle andere radiozendapparatuur geldt, dient onnodig contact met de antenne te worden vermeden als het apparaat is ingeschakeld. Het aanraken van de antenne kan een nadelige invloed hebben op de gesprekskwaliteit en kan ervoor zorgen dat het apparaat meer stroom verbruikt dan noodzakelijk is. U kunt de prestaties van de antenne en de levensduur van de batterij optimaliseren door het antennegebied niet aan te raken wanneer u het apparaat gebruikt.

25

■ Het draagkoordje bevestigenBoven aan de linkerzijkant van de telefoon


bevindt zich een oogje voor het draagkoordje.

Rijg het draagkoordje op de aangegeven manier (zie afbeelding) door het oogje en trek het stevig aan.

26

2. De telefoon

sen


■ Toetsen en aansluitingen1. Aan / uit–toets

2. Luistergedeelte

3. Luidspreker

4. Volumetoetsen

5. DVS (drukken–voor–spreken)–toets

Informatie over het activeren van DVS (indien beschikbaar) of de spraakrecorder vindt u onder Zie DVS op pagina 115 en Spraakrecorder op pagina 114.

6. linker– en rechterselectietoets en , middelste selectietoets

De functie van deze toetsen is afhankelijk van de tekst die boven de toetwordt weergegeven. Zie Standby–modus op pagina 28.

7. Joystick beweegbaar in vijf richtingen

Hiermee kunt u door namen, telefoonnummers, menu's of instellingen bladeren.

27

Met de joystick kunt u ook de cursor omhoog en omlaag of naar links en naar rechts verplaatsen wanneer u tekst intoetst, in de agenda bladert en bepaalde

ert als de

de da te om de

n. ers

cties


spelletjes of toepassingen gebruikt. Het drukken op de joystick functionede middelste selectietoets en als u kort op de joystick drukt, selecteert ufunctie die erboven in het display wordt weergegeven.

In de standby–modus functioneert de joystick als snelkoppeling. Beweegjoystick naar rechts om DVS (indien beschikbaar) te activeren of de agenopenen, naar links om een tekstbericht in te toetsen, omhoog en omlaaglijst met contacten te openen.

8. Met kunt u een telefoonnummer kiezen en een oproep beantwoordeVanuit de standby–modus kunt u met deze toets de laatstgekozen nummweergeven.

9. Met beëindigt u een actief gesprek. Hiermeeit u elke functie af.

10. - kunt u cijfers en letters invoeren. en worden voor verschillende bewerkingen in verschillende fun

gebruikt.

11.Aansluiting voor de lader

12.Pop-PortTM –aansluiting, bijvoorbeeld voor hoofdtelefoon en gegevenskabel.

28

13.DVS–toets om een DVS–oproep (indien beschikbaar) of de spraakrecorder te activeren.

uk op ven Niet st met en n op


14.Infraroodpoort (IR)

■ Standby–modusWanneer de telefoon gereed is voor gebruik en geen tekens zijn ingevoerd, bevindt de telefoon zich in de standby–modus.

1. Toont de naam van het netwerk of het operatorlogo.

2. Toont de signaalsterkte van het cellulaire netwerk op uw huidige positie.

3. Toont de capaciteit van de batterij.

4. De linkerselectietoets in de standby–modus is Favor..

Druk op Favor. om de functies in de lijst persoonlijke favorieten weer te geven. Selecteer een functie om deze te activeren. DrOpties en selecteer Opties 'Favorieten' selecteren om een lijst weer te gemet de beschikbare functies die u kunt toevoegen. Ga naar de gewenstefunctie en druk op Markeer om de functie toe te voegen aan de lijst metsnelkoppelingen. Als u een functie uit de lijst wilt verwijderen, drukt u opmrk.. Selecteer Opties 'Favorieten' organiseren om de functies voor uw lijfavorieten te selecteren. Ga naar de gewenste functie, druk op Verpltsn.selecteer de plaats waar de functie moet komen. Zie ook Opties favorietepagina 97.

29

5. De middelste selectietoets in de standby–modus is Menu.

6. De rechterselectietoets in de standby–modus is Contact. om het menu e ng van

zich in


Contacten of een andere geselecteerde snelkoppeling naar een functie topenen. Zie Favorieten op pagina 97. De toets kan ook een eigen benamide operator hebben en een website van de operator openen.

AchtergrondU kunt een achtergrondafbeelding in het display weergeven als de telefoon de standby–modus bevindt. Zie Weergave–instellingen op pagina 98.

ScreensaverU kunt een screensaver in het display weergeven als de telefoon zich in de standby–modus bevindt. Zie Weergave–instellingen op pagina 98.

EnergiebesparingDe screensaver in de vorm van een digitale klok verschijnt in het display wanneer gedurende bepaalde tijd geen telefoonfuncties zijn gebruikt. Druk op een willekeurige toets om de screensaver uit te schakelen. Als u geen tijd hebt ingesteld, wordt 00:00 weergegeven.

30

Belangrijke indicatorenU hebt een of meer tekst–, afbeelding– of multimediaberichten

rden

o op

tatus

et de ng

op


ontvangen. Zie Een SMS–bericht of SMS–e–mail lezen en beantwooop pagina 53 of Multimediaberichten lezen en beantwoorden op pagina 59.

De telefoon heeft een gemiste oproep geregistreerd. Zie Oproep–infpagina 78.

of De telefoon is verbonden met een chatdienst en de aanwezigheidssis respectievelijk on line of off line. Zie Verbinding maken met de chatdienst en de verbinding verbreken op pagina 63.

U hebt een of meer chatberichten ontvangen en u bent verbonden mchatdienst. Zie Verbinding maken met de chatdienst en de verbindiverbreken op pagina 63.

De toetsen van de telefoon zijn geblokkeerd. Zie Toetsen blokkeren pagina 31.

De telefoon geeft geen belsignaal bij een inkomend gesprek of tekstbericht wanneer Oproepsignaal is ingesteld op Stil en Berichtensignaaltoon is ingesteld op Uit. Zie Tooninstellingen op pagina 96.

De alarmklok is ingesteld op Aan. Zie Alarmklok op pagina 126.

31

Wanneer de (E)GPRS–verbindingsmodus Altijd online is geselecteerd en de (E)GPRS–dienst beschikbaar is, wordt het pictogram linksboven in het

inding a 144.

g.

na 35.

etooth

ve


display weergegeven. Zie (E)GPRS-verbinding op pagina 107.

Wanneer een (E)GPRS–verbinding tot stand is gebracht, wordt het pictogram linksboven in het display weergegeven. Zie (E)GPRS-verbop pagina 107 en Browsen door de pagina’s van een dienst op pagin

De (E)GPRS–verbinding is tijdelijk onderbroken, bijvoorbeeld bij eeninkomende of uitgaande oproep tijdens een (E)GPRS-inbelverbindin

De luidspreker is geactiveerd. Zie Opties tijdens een gesprek op pagi

Gesprekken zijn beperkt tot een besloten gebruikersgroep. Zie Beveiligingsinstellingen op pagina 110.

, , of Er is een hoofdtelefoon, handsfree–eenheid, hoorapparaat of muziekstandaard aangesloten.

DVS–verbinding is actief of tijdelijk onderbroken.

Pictogram Bluetooth–verbinding. Zie Draadloze technologie via Bluop pagina 102.

■ Toetsen blokkerenU kunt het toetsenblok blokkeren om te voorkomen dat toetsen per ongelukworden ingedrukt. Druk op Menu of Vrijgev. en vervolgens binnen anderhalseconde op om het toetsenblok vrij te geven. Als u een oproep wilt

32

beantwoorden terwijl de toetsen zijn geblokkeerd, drukt u op . Tijdens een gesprek kan de telefoon op de normale wijze worden gebruikt. Wanneer u het

keerd.


gesprek wilt beëindigen of weigeren, worden de toetsen automatisch geblokZie Telefooninstellingen op pagina 101 voor meer informatie over het Automatische toetsblokkering.

Wanneer het toetsenslot is ingeschakeld, kunt u soms nog wel het geprogrammeerdealarmnummer kiezen.

33

3. Algemene functies

etst,

ode) en het

die of

kozen m en


■ Opbellen1. Toets het netnummer en telefoonnummer in. Als u een onjuist teken into

kunt u op Wis drukken om het teken te verwijderen.

Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op voor het internationale prefix (het +–teken vervangt de internationale toegangscen toetst u de landcode, het netnummer (laat zo nodig de eerste 0 weg) telefoonnummer in.

2. Druk op om het nummer te bellen.

3. Druk op om het gesprek te beëindigen of het kiezen te onderbreken.

Bellen met behulp van de lijst met contacten

Zie Zoeken naar een contact op pagina 83 als u wilt zoeken naar een naam telefoonnummer dat u hebt opgeslagen in Contacten. Druk op om het nummer te bellen.

Laatste nummer herhalen

Druk vanuit de standby–modus eenmaal op om de lijst met 20 laatstgenummers weer te geven. Ga naar het gewenste nummer of de gewenste naadruk op om het nummer te bellen.

Uw voicemail bellen

Houd ingedrukt in de standby–modus, of druk op en .

34

Als het nummer van uw voicemailbox wordt gevraagd, toetst u dit in en drukt u op OK. Zie ook Spraakberichten op pagina 72.

sen r dan

drukt

als u

e ren.

p voor


SnelkeuzetoetsenU kunt een telefoonnummer programmeren onder een van de snelkeuzetoet(van tot en met ). Zie Snelkeuze op pagina 91. U kunt het nummeop een van de volgende manieren kiezen:

• Druk op de gewenste snelkeuzetoets en vervolgens op .

• Als Snelkeuze is ingeschakeld, houdt u de gewenste snelkeuzetoets ingetotdat het nummer is gekozen. Zie Oproepinstellingen op pagina 100.

■ Inkomende oproepen beantwoorden of weigerenDruk op als u de inkomende oproep wilt beantwoorden en druk op het gesprek wilt beëindigen.

Druk op om het gesprek te weigeren. Als u op Stil drukt, wordt alleen dbeltoon uitgeschakeld. U kunt de oproep vervolgens beantwoorden of weige

WachtfunctieTijdens een gesprek drukt u op om een gesprek in de wachtstand te beantwoorden. Het eerste gesprek wordt in de wachtstand geplaatst. Druk oom het actieve gesprek te beëindigen. Zie Oproepinstellingen op pagina 100meer informatie over het activeren van de functie Wachtfunctieopties.

35

■ Opties tijdens een gesprekEen groot aantal opties dat u tijdens gesprekken kunt gebruiken, zijn

ider

den:

. vol.

nden n de te p (om Alles

reker

enlijst

te


netwerkdiensten. Neem contact op met uw netwerkoperator of serviceprovvoor meer informatie.

Druk op Opties tijdens een gesprek voor onder meer de volgende mogelijkhe

Dempen of Dempen uit, Contacten, Menu, Opnemen, Toetsen blokk., Automaan of Autom. volume uit, Luidspreker of Telefoon en de netwerkdiensten Opnemen en Weigeren, Standby or Uit standby, Nieuwe oproep, DTMF verze(om toonreeksen te verzenden), Wisselen (om te wisselen tussen het actievegesprek en het gesprek in de wachtstand), Doorverbinden (om een gesprek iwachtstand door te verbinden met een actief gesprek en zelf de verbinding verbreken), Conferentie (om een conferentiegesprek te starten), Privé-oproeeen privé–gesprek te voeren tijdens een conferentiegesprek) Beëindigen en afsluiten.

Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspwordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.

■ Tekst intoetsenU kunt tekst intoetsen via gewone tekstinvoer of via tekstinvoer met woordenboek.

Tijdens het intoetsen van tekst wordt de modus voor tekstinvoer met woordaangegeven met en de modus voor normale tekstinvoer met linksboven in het display. De modus voor de lettergrootte wordt aangeduid met , of . U kunt de lettergrootte veranderen door op

36

drukken. De cijfermodus wordt aangeduid met . U kunt tussen de letter– en cijfermodus schakelen door ingedrukt te houden.

een

e lijst.

uit.

eerd en.

ruk

en

spatie f naar


Tekstinvoer met woordenboek in– en uitschakelenDruk tijdens het intoetsen van tekst op Opties en selecteer Woordenboek.

• Als u de modus voor tekstinvoer met woordenboek wilt instellen, moet utaal selecteren in de lijst met woordenboekopties. Tekstinvoer met woordenboek is alleen beschikbaar voor de talen die vermeld worden in d

• Als u wilt terugkeren naar normale tekstinvoer, selecteert u Woordenbk

Tekstinvoer met woordenboekU kunt letters met één druk op een toets invoeren. Deze tekstinvoer is gebasop een ingebouwde woordenlijst, waaraan u nieuwe woorden kunt toevoeg

1. Gebruik de toetsen tot en met om een woord in te toetsen. Deenmaal op een toets voor één letter. Het woord verandert na elke toetsaanslag.

Bijvoorbeeld: Als u Nokia wilt intoetsen als de Nederlandse taal is geselecteerd, drukt u op , , , en .

Zie Tips voor het intoetsen van tekst op pagina 38 voor meer aanwijzingvoor het intoetsen van tekst.

2. Als u het gewenste woord hebt ingevoerd, bevestigt u de invoer door eentoe te voegen met of door de joystick omhoog, omlaag, naar links orechts te bewegen. De cursor volgt de bewegingen van de joystick.

37

Als het woord niet juist is, drukt u herhaaldelijk op of drukt u op Opties en selecteert u Suggesties. Als het gewenste woord wordt weergegeven, bevestigt

het wilt

in (via

ts het

enste n

aal die 101.

dt als ck

onder


u de invoer.

Als er een vraagteken (?) achter het woord wordt weergegeven, bevindt woord dat u wilt intoetsen zich niet in het woordenboek. Als u het woordtoevoegen aan het woordenboek, drukt u op Spellen, toetst u het woord normale tekstinvoer) en drukt u op Opslaan. Als het woordenboek vol is,vervangt het nieuwe woord het oudste woord dat u hebt toegevoegd.

3. Start met het intoetsen van het volgende woord.

Samengestelde woorden intoetsenToets het eerste deel van het woord in, beweeg de joystick naar rechts en toelaatste deel van het woord in.

Gewone tekstinvoerDruk herhaaldelijk op een cijfertoets ( tot en met ) totdat het gewteken verschijnt. Op de toetsen staan niet alle tekens afgebeeld die onder eetoets beschikbaar zijn. Welke tekens beschikbaar zijn, is afhankelijk van de tis geselecteerd in het menu Taal display. Zie Telefooninstellingen op pagina

• Als de volgende letter die u wilt invoeren zich onder dezelfde toets bevinde huidige letter, wacht u tot de cursor verschijnt of beweegt u de joystiomhoog, omlaag, naar links of naar rechts en toetst u de letter in.

• De meestgebruikte leestekens en andere speciale tekens zijn beschikbaarde cijfertoets .

38

Zie Tips voor het intoetsen van tekst op pagina 38 voor meer aanwijzingen voor het intoetsen van tekst.

t u de

d Wis van

en

ns het

egen.

met


Tips voor het intoetsen van tekstMogelijk zijn ook de volgende opties voor tekstinvoer beschikbaar:

• Druk op om een spatie in te voegen.

• Gebruik de joystick om de cursor naar links, rechts, omhoog of omlaag teverplaatsen.

• Als u een cijfer wilt invoegen terwijl de lettermodus is geactiveerd, houdgewenste cijfertoets ingedrukt.

• Als u een teken links van de cursor wilt verwijderen, drukt u op Wis. Houingedrukt om de tekens sneller te verwijderen. Als u tijdens het intoetseneen bericht alle tekens tegelijkertijd wilt verwijderen, drukt u op Opties selecteert u Tekst wissen.

• U kunt tekstinvoer met woordenboek snel in– en uitschakelen door tijdeintoetsen van tekst Opties ingedrukt te houden.

• Als u een woord wilt invoegen wanneer de modus voor tekstinvoer met woordenlijst is geactiveerd, drukt u op Opties en selecteert u Woord invoToets het woord in via de methode voor normale tekstinvoer en druk op Opslaan. Het woord wordt tevens toegevoegd aan het woordenboek.

• Als u een speciaal teken wilt intoetsen terwijl de modus voor normale tekstinvoer is geactiveerd, drukt u op . Als de modus voor tekstinvoer

39

woordenlijst is geactiveerd, houdt u of drukt u op Opties en selecteert u Symbool invoegen. Selecteer het teken en druk op Kiezen.

r is t op iley en

r:

rukt u in of

eert u ppeld en.


• Als u een smiley wilt invoegen terwijl de modus voor normale tekstinvoegeactiveerd, drukt u tweemaal op . Als de modus voor tekstinvoer mewoordenboek is geactiveerd, houdt u ingedrukt en drukt u nogmaals

, of drukt u op Opties en selecteert u Smiley invoeg.. Selecteer een smdruk op Kiezen.

Tijdens het intoetsen van tekstberichten zijn de volgende opties beschikbaa

• Als u een nummer wilt intoetsen terwijl de lettermodus is geactiveerd, dop Opties en selecteert u Nummer invoegen. Toets het telefoonnummer haal dit op uit Contacten en druk op OK.

• Als u een naam uit Contacten wilt invoegen, drukt u op Opties en selectContact invoegen. Als u een telefoonnummer of een aan een naam gekotekstitem wilt toevoegen, drukt u op Opties en selecteert u Gegev. bekijk

40

4. De menu’s gebruiken

in rgave.

ap 3. e

Uit


De telefoon biedt een uitgebreid scala aan functies, die gegroepeerd zijn in menu's.

■ Een menufunctie activeren1. Druk op Menu om het hoofdmenu te openen.

2. Blader door het hoofdmenu met behulp van de joystick en selecteer bijvoorbeeld Instellingen door op Select. te drukken. Zie MenuweergaveWeergave–instellingen op pagina 98 voor het wijzigen van de menuwee

3. Als het menu is onderverdeeld in submenu's, selecteert u het gewenste submenu, bijvoorbeeld Oproepinstellingen.

4. Als het geselecteerde submenu nog meer submenu's heeft, herhaalt u stSelecteer het volgende submenu, bijvoorbeeld Opnemen met willekeurigtoets.

5. Selecteer de instelling van uw keuze.

6. Druk op Terug om terug te keren naar het vorige menuniveau en druk opom het hoofdmenu af te sluiten.

41

■ Overzicht van de menufuncties• Berichten


1. Bericht maken1. SMS2. Multimediabericht3. Flitsbericht

2. Inbox3. Outbox4. Verzonden items5. Opgeslagen items

1. Tekstberichten2. Multimediaber.

6. Chatberichten1. Aanmelden2. Opgeslagen conv.3. Verbindingsinstell.

7. E-mail1

1. E-mail schrijven2. Ophalen3. Verb. verbreken4. Inbox5. Overige

8. Spraakberichten1. Luisteren naar voicemail

1. Deze functie is mogelijk niet in alle landen beschikbaar.

42

2. Nummer voicemailbox9. Informatieber.


1. Infodienst2. Items3. Taal4. Info-items opgesl. op SIM-kaart5. Lezen1

10.Dienstopdrachten11.Berichten verwijd.12.Berichtinstellingen

1. Tekstberichten2. Multimediaber.3. E-mailberichten4. Overige inst.

13.Berichtenteller

• Oproep-info1. Gemiste oproepen2. Ontvangen oproepen3. Laatst gekozen nummers4. Laatste oproepen verwijderen

1. Alles2. Gemist3. Ontvangen

1. Dit menu wordt uitsluitend weergegeven als informatieberichten zijn ontvangen.

43

4. Gekozen5. Gespreksduur tonen


1. Duur laatste gesprek2. Duur ontvangen oproepen3. Duur gekozen oproepen4. Totale duur gesprekken5. Tijdsduurtellers op nul

6. GPRS-gegevensteller1. Gegevens verz. in laatste sessie2. Gegevens ontv. in laatste sessie3. Alle verzonden gegevens4. Alle ontvangen gegevens5. Tellers wissen

7. GPRS-verbindingstimer1. Duur van laatste sessie2. Duur van alle sessies3. Timers wissen

8. Positiebepaling

• Contacten1. Zoeken2. Nw contact tvgn3. Verwijderen4. Mijn aanwezigheid5. Abonneenamen6. Kopiëren

44

7. Instellingen1. Actief geheugen

r


2. Weergave Contacten3. Geheugenstatus

8. Snelkeuze9. Spraaklabels10.Dienstnummers1

11.Eigen nummers2

12.Bellersgroepen2

• Operatormenu3

• Instellingen1. Profielen

1. Normaal2. Stil 3. Vergadering4. Buiten5. Mijn stijl 16. Mijn stijl 2

1. Wordt alleen weergegeven als dit door de SIM–kaart wordt ondersteund. Neem contact opmet uw netwerkoperator of serviceprovider voor meer informatie.

2. Als Infonummers, Dienstnummers of beiden niet worden ondersteund, verandert het nummevan deze menufunctie.

3. Als dit menu niet wordt weergegeven, worden de volgende menunummers dienovereenko-mstig aangepast. De naam wordt bepaald door de netwerkoperator.

45

2. Thema's1. Thema selecteren


2. Themadownloads3. Tooninstellingen

1. Oproepsignaal2. Type beltoon3. Beltoonvolume4. Trilsignaal5. Berichtensignaaltoon6. Signaaltoon chatbericht7. Toetsenvolume8. Waarschuwingstonen9. Waarschuwen bij10.DVS-instellingen

4. Favorieten1. Rechter selectietoets2. Opties 'Favorieten' selecteren3. Opties 'Favorieten' organiseren4. Spraakopdrachten

5. Weergave-instellingen1. Achtergrond2. Kleurenschema's3. Menuweergave4. Operatorlogo5. Screensaver

6. Instellingen tijd en datum1. Klok

46

2. Datum3. Datum en tijd autom. aanpassen


7. Oproepinstellingen1. Automatische volumeregeling2. Doorschakelen3. Opnemen met willekeurige toets4. Automatisch opnieuw kiezen5. Snelkeuze6. Wachtfunctieopties7. Samenvatting na oproep8. Identificatie verzenden9. Lijn uitgaande oproepen1

8. Telefooninstellingen1. Taal display2. Geheugenstatus3. Automatische toetsblokkering4. Celinformatie5. Welkomsttekst6. Operatorselectie7. SIM-dienstacties bevestigen8. Automatische Help-tekst9. Starttoon

9. Connectiviteit1. Bluetooth2. Infrarood3. GPRS

1. Neem contact op met uw netwerkoperator of serviceprovider voor meer informatie.

47

10.Toebehoren-instellingen1

1. Hoofdtelefoon

t


2. Handsfree3. Hoorapparaat

11.Configuratie-instellingen1. Standaardconfig.-instellingen2. Std. activeren in alle toepassingen3. Voorkeurstoegangspunt4. Persoonlijke config.instellingen

12.Beveiligingsinstellingen1. PIN-code vragen2. Oproepen blokkeren3. Vaste nummers4. Beperkte groep gebruikers5. Beveiligingsniveau6. Toegangscodes7. Code gebruiken

13.Fabrieksinstellingen terugzetten

• Galerij1. Opnamen2. Tonen3. Thema's4. Grafisch

1. Dit menu wordt alleen weergegeven als de telefoon is aangesloten of aangesloten geweesop een van de compatibele toebehoren die voor de telefoon beschikbaar zijn.

48

5. Afbeeldingn


• Media1. Spraakrecorder

• DVS1

1. DVS inschakelen2. Terugbelinbox3. Groepslijst4. Contactenlijst5. Groep toevoegen6. DVS-instellingen7. Configuratie-inst.8. Web

• Organiser1. Alarmklok

1. Tijd alarm instellen2. Alarm herhalen3. Alarmgeluid

2. Agenda3. Taken4. Notities5. Portefeuille

49

6. Synchronisatie


• Toepassingen1. Spelletjes

1. Selecteer spel2. Spel.downloads3. Geheugen4. Toep.instellingen

2. Verzameling1. Toepassing select.2. Toep.downloads3. Geheugen

3. Extra's1. Rekenmachine2. Timerfunctie3. Stopwatch

• Web1. Nokia.com2. Home3. Bookmarks4. Download links

1. Beltonendownlds2. Graf. downloads3. Spel.downloads4. Videodownloads

50

5. Themadownloads6. Toep.downloads

d


5. Ltste webadres6. Dienstinbox7. Instellingen

1. Configuratie-instellingen2. Weergave-instellingen3. Beveiligingsinstellingen4. Instellingen dienstinbox

8. Ga naar adres9. Cache wissen

• SIM-diensten1

1. Wordt alleen weergegeven als dit door de SIM–kaart wordt ondersteund. De naam en inhouzijn afhankelijk van de gebruikte SIM–kaart.

51

5. Menufuncties

n, . en

tekst nden meerd. leeg aten De

araat


■ BerichtenDe berichtdiensten kunnen alleen worden gebruikt als ze worden ondersteund door uw netwerk en serviceprovider en als u op deze diensten geabonneerd bent. Bovendien moeten de juiste instellingen zijn geconfigureerd.

Als u de lettergrootte voor het lezen en schrijven van berichten wilt instelledrukt u op Menu en selecteert u Berichten, Berichtinstellingen, Overige instLettergrootte.

Opmerking: Wanneer u berichten verzendt, geeft het apparaat mogelijk de Bericht verzonden weer. Hiermee wordt aangegeven dat het bericht is verzonaar het nummer van de berichtencentrale dat in het apparaat is geprogramDit is geen indicatie dat het bericht is ontvangen door de doellocatie. Raadpuw serviceprovider voor meer informatie over berichtdiensten. Alleen apparmet compatibele functies kunnen beeldberichten ontvangen en weergeven.manier waarop een multimediabericht wordt weergegeven, kan verschillen,afhankelijk van het ontvangende apparaat.

Belangrijk: Wees voorzichtig bij openen van berichten. Berichten kunnen schadelijke software bevatten of anderszins schade berokkenen aan uw appof pc.

52

Tekstberichten (SMS)Via SMS (Short Message Service) kunt u berichten uit meerdere delen

ngen one

lingen 74.

en

ie

or één van kening n zoals kan

n

gen.


(samengesteld uit verschillende gewone tekstberichten) verzenden en ontva(netwerkdienst). De facturering wordt meestal gebaseerd op het aantal gewberichten waaruit het bericht is samengesteld.

Voordat u een bericht kunt verzenden, moet u eerst een aantal berichtinstelopslaan. Zie Instellingen voor tekst– en e-mailberichten via SMS op pagina

U kunt ook berichten met tekst en afbeeldingen verzenden en ontvangen. Eafbeeldingbericht kan ook een samengesteld bericht zijn.

De functie voor tekstberichten maakt gebruik van het gedeelde geheugen (zGedeeld geheugen op pagina 15).

Berichten intoetsen en verzendenMet uw apparaat kunnen tekstberichten worden verzonden die langer zijn dan het vobericht toegestane aantal tekens. Langere berichten worden verzonden als een reekstwee of meer berichten. Uw serviceprovider kan daarvoor de bijbehorende kosten in rebrengen. Tekens met accenten of andere markeringen en karakters van bepaalde taleChinees, nemen meer ruimte in beslag, waardoor het aantal tekens dat in één berichtworden verzonden, wordt beperkt.

1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, Bericht maken eSMS.

2. Toets een bericht in. Zie Tekst intoetsen op pagina 35. Zie Sjablonen op pagina 55 als u een tekstsjabloon of afbeelding in het bericht wilt invoe

3. Druk op Verzend. of om het bericht te verzenden.

53

De berichten die u hebt verzonden, worden opgeslagen in de map Verzonden items als de optie Verzonden berichten opslaan is ingesteld op Ja. Zie

ten.

wilt vooraf

gram angen

oordat

later


Instellingen voor tekst– en e-mailberichten via SMS op pagina 74. Tekstberichten worden aangeduid met .

4. Toets het telefoonnummer van de ontvanger in of haal het op uit ContacDruk op OK om het bericht te verzenden.

Opties voor het verzenden van berichtenNadat u een bericht hebt ingetoetst, drukt u op Opties en selecteert u Verzendopties. Selecteer Meer kopieën als u een bericht naar verschillende ontvangers wilt verzenden en selecteer Verzndn als e-mail als u een berichtverzenden als SMS–e–mail (netwerkdienst). Met Verzendprofiel kunt u een gedefinieerd berichtenprofiel gebruiken om het bericht te verzenden. Zie Instellingen voor tekst– en e-mailberichten via SMS op pagina 74 als u eenberichtprofiel wilt definiëren.

Een SMS–bericht of SMS–e–mail lezen en beantwoordenWanneer u een bericht of e–mail via SMS hebt ontvangen, worden het picto

en het aantal nieuwe berichten gevolgd door de melding berichten ontvweergegeven.

Het knipperende symbool geeft aan dat het berichtengeheugen vol is. Vu nieuwe berichten kunt ontvangen, moet u eerst een aantal oude berichtenverwijderen uit de map Inbox.

1. Druk op Tonen om het nieuwe bericht te lezen of op Uit als u het berichtwilt bekijken.

54

Als u meerdere berichten hebt ontvangen, selecteert u het bericht dat u wilt lezen. Een ongelezen bericht of SMS–e-mailbericht worden aangeduid met

of n het er da te

t om

cteer t

den.

ven

box. de


.

2. Druk tijdens het lezen van een bericht op Opties voor de verschillende mogelijkheden. U kunt het bericht bijvoorbeeld verwijderen, doorsturen wijzigen als tekstbericht of e–mailbericht via SMS, en u kunt de naam vabericht wijzigen of het bericht verplaatsen naar een andere map. SelecteKop. naar agenda om de tekst aan het begin van het bericht naar de agenkopiëren als herinnering voor de huidige datum. Selecteer Details berichde naam en het telefoonnummer van de afzender, de gebruikte berichtencentrale en de datum en tijd van ontvangst weer te geven. SeleGebruik gegev. om nummers, e–mailadressen en website-adressen uit hehuidige bericht te gebruiken.

Selecteer tijdens het weergeven van een afbeeldingbericht de optie Afb.opslaan om de afbeelding op te slaan in de map Sjablonen.

3. Selecteer Antwoorden en het type bericht om een bericht te beantwoor

Als u een e–mail via SMS beantwoordt, moet u eerst het e–mailadres enonderwerp bevestigen of wijzigen. Toets vervolgens het antwoord in.

4. Druk op Verzend. en vervolgens op OK om het bericht naar het weergegenummer te zenden.

De mappen Inbox en Verzonden itemsOntvangen tekst– en multimediaberichten worden opgeslagen in de map InAls opslaan is geactiveerd, worden verzonden tekstberichten opgeslagen in

55

mapVerzonden items (zie Instellingen voor tekst– en e-mailberichten via SMS op pagina 74).

n

te

e u

an dat

cht

te ijdens


SjablonenDe telefoon bevat tekstsjablonen (aangeduid met ) en afbeeldingsjablone(aangeduid met ).

U kunt de lijst met sjablonen openen door op Menu te drukken en achtereenvolgens Berichten, Opgeslagen items, Tekstberichten en Sjablonenselecteren.

• Als u een tekstsjabloon wilt invoegen in het bericht of de SMS-e-mail diopstelt of beantwoordt, drukt u op Opties. Selecteer Sjabloon invgn en selecteer de sjabloon die u wilt invoegen.

• Als u een afbeelding wilt invoegen in het tekstbericht dat u opstelt of beantwoordt, drukt u op Opties. Selecteer Afb. invoegen en selecteer eenafbeelding om deze te bekijken. Druk op Invoeg. om de afbeelding in uwbericht in te voegen. Het pictogram in de kop van het bericht geeft aeen afbeelding is bijgesloten. Het aantal tekens dat u in een bericht kuntgebruiken, is afhankelijk van de grootte van de afbeelding.

Als u de tekst en de afbeelding samen wilt weergeven voordat u het beriverzendt, drukt u op Opties en selecteert u Bekijken.

De mappen Opgeslagen items en Mijn mappenU kunt uw berichten indelen door berichten naar de map Opgeslagen items verplaatsen of door nieuwe mappen voor uw berichten toe te voegen. Druk t

56

het lezen van een bericht op Opties. Selecteer Verplaatsen, ga naar de map waarin u het bericht wilt plaatsen en druk op Select..

u pen. n map ert u

n. De richt n gde

ner

gen

rengt ening.


Als u een map wilt toevoegen of verwijderen, drukt u op Menu en selecteertachtereenvolgens Berichten, Opgeslagen items, Tekstberichten en Mijn mapAls u een map wilt toevoegen en nog geen map hebt opgeslagen, drukt u opToevoeg.. Anders drukt u op Opties en selecteert u Map toevoegen. Als u eewilt verwijderen, gaat u naar de gewenste map, drukt u op Opties en selecteMap verwijderen.

Multimediaberichten (MMS)Multimediaberichten kunnen tekst, beeld en geluid of een videoclip bevattetelefoon ondersteunt multimediaberichten van maximaal 100 kB. Als het beeen afbeelding bevat, wordt deze aangepast aan het display. Het netwerk kabeperkingen stellen aan de grootte van multimediaberichten. Als de ingevoeafbeelding deze beperking overschrijdt, kan het apparaat de afbeelding kleimaken om het alsnog te kunnen verzenden als multimediabericht.

De functie voor multimediaberichten maakt gebruik van het gedeelde geheu(zie Gedeeld geheugen op pagina 15).

Als Ontvangst multimedia toestaan is ingesteld op Ja of In eigen netwerk, bde netwerkoperator of serviceprovider mogelijk elk ontvangen bericht in rekDe instelling voor het ontvangen van multimediaberichten is standaard ingeschakeld. Zie Instellingen voor multimediaberichten op pagina 74.

De volgende indelingen voor multimediaberichten worden ondersteund:

• Afbeelding: JPEG, GIF, WBMP, BMP en PNG.

57

• Geluid: Scalable Polyphonic MIDI (SP–MIDI), AMR–audio en monofone beltonen.

n

ande

de

een

m te

voor naar

n


• Videoclips: 3GPP–indeling met SubQCIF–beeldformaat, QCIF-resolutie eAMR–audio.

De telefoon ondersteunt niet noodzakelijkerwijs alle variaties van de voorgabestandsindelingen. Als een bericht elementen bevat die niet worden ondersteund, worden deze elementen vervangen door de bestandsnaam en tekst Objectindeling niet ondersteund.

U kunt geen multimediaberichten ontvangen terwijl u een gesprek voert of spelletje of andere Java–toepassing uitvoert. De aflevering van multimediaberichten kan om verschillende redenen mislukken. Het is daaroraadzaam voor essentiële communicatie niet uitsluitend op deze berichten vertrouwen.

Multimediaberichten intoetsen en verzendenZie Instellingen voor multimediaberichten op pagina 74 voor de instellingenmultimediaberichten. Informeer bij uw netwerkoperator of serviceprovider de beschikbaarheid en abonnementsmogelijkheden van de multimediaberichtendienst.

Sommige afbeeldingen, beltonen en andere content zijn beschermd door auteursrecht en mogen niet worden gekopieerd, gewijzigd, overgebracht ofdoorgestuurd.

1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, Bericht maken eMultimediabericht.

58

2. Toets een bericht in. Zie Tekst intoetsen op pagina 35.

• Als u een bestand in het bericht wilt invoegen, drukt u op Opties, selecteert rt u

tsen,

u een

en één

en 's te op

en of

mmer,

dit op


u Invoegen en selecteert u de gewenste optie in de Galerij of selecteeKalendernot. of Visitekaartje.

Als u het tekstgedeelte bovenaan of onderaan in het bericht wilt plaadrukt u op Opties en selecteert u Tekst boven of Tekst onder.

• De telefoon ondersteunt het verzenden en ontvangen van multimediaberichten die uit verschillende pagina's bestaan (dia's). Alsdia in het bericht wilt invoegen, drukt u op Opties en selecteert u achtereenvolgens Invoegen en Dia. Elke dia kan tekst, één afbeelding geluidsclip bevatten.

Als het bericht verschillende dia's bevat, kunt u de gewenste dia opendoor op Opties te drukken en Vorige dia, Volgende dia of Lijst met diaselecteren. Als u een interval tussen de dia's wilt instellen, selecteert Timing dia's.

• Tevens kunnen de volgende opties beschikbaar zijn: Verwijderen om eafbeelding, dia of geluidsclip uit het bericht te verwijderen, Bekijken Bericht opslaan. Onder Meer opties zijn de volgende mogelijkheden beschikbaar: Contact invoegen, Nummer invoegen, Details bericht enOnderwerp bew..

3. U kunt het bericht verzenden door op Verzend. te drukken en TelefoonnuE-mailadres of Veel te selecteren.

4. Toets het telefoonnummer (of e–mailadres) van de ontvanger in of haal uit Contacten.

59

Tijdens het verzenden van het multimediabericht wordt weergegeven. U kunt de overige functies van de telefoon gewoon gebruiken. Als het verzenden

nkele n kunt

den

en

er het geven.

ilt

wilt

nde p


van het bericht wordt onderbroken, probeert de telefoon de verzending emalen te hervatten. Als dit niet lukt, blijft het bericht in de map Outbox eu het later opnieuw proberen.

De berichten die u hebt verzonden, worden opgeslagen in de map Verzonitems als de optie Verzonden berichten opslaan is ingesteld op Ja. Zie Instellingen voor multimediaberichten op pagina 74. Multimediaberichtworden aangeduid met .

Multimediaberichten lezen en beantwoordenTerwijl u een multimediabericht ontvangt, wordt weergegeven. Wannebericht is ontvangen, worden en Multimediabericht ontvangen weerge

1. Druk op Tonen om het bericht te lezen of op Uit als u het bericht later wbekijken.

Als u meerdere berichten hebt ontvangen, selecteert u het bericht dat u lezen. Een ongelezen multimediabericht wordt aangeduid met .

2. U kunt bladeren om het bericht te bekijken. Druk op Opties voor de volgemogelijkheden: Presentatie afsp., Tekst bekijken, Afb. openen, Geluidsclipopenen, Videoclip openen, Afbeelding opsl., Geluidsclip opslaan, Videocliopslaan, Gegevens, Bericht verwijder., Antwoorden, Allen antwoorden, Doorsturen, Bewerken, Details bericht.

Bekijk ook de opties in de Galerij (zie Galerij op pagina 112).

60

De mappen Inbox, Outbox, Opgeslagen items en Verzonden itemsOntvangen multimediaberichten worden opgeslagen in de map Inbox.

map e map e map en ten op

tend n. Als

t te ls u op

70 eg


Multimediaberichten die nog niet verzonden zijn, worden verplaatst naar deOutbox. Multimediaberichten die u later wilt verzenden, kunt u opslaan in dOpgeslagen items. Verzonden multimediaberichten worden opgeslagen in dVerzonden items van het submenu Multimediaber. als de instelling Verzondberichten opslaan is ingesteld op Ja. Zie Instellingen voor multimediaberichpagina 74.

Multimediaberichtengeheugen volAls een nieuw multimediabericht is binnengekomen terwijl het berichtengeheugen vol is, knippert en wordt Multimediageh. vol, wachbericht bekijk. weergegeven. Als u het bericht wilt bekijken, drukt u op Toneu het bericht wilt opslaan, drukt u op Opties, selecteert u Bericht opslaan enverwijdert u eerst oude berichten door de map te openen en een oud berichselecteren. Als u het wachtende bericht wilt negeren, drukt u op Uit en Ja. ANee drukt, kunt u het bericht bekijken.

FlitsberichtenFlitsberichten zijn berichten die direct na ontvangst worden weergegeven.

Een flitsbericht intoetsenDruk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, Bericht maken en Flitsbericht. Toets het bericht in. De maximale lengte van een flitsbericht is tekens. Als u een knipperend teken wilt invoegen in de tekst, selecteert u Vo

61

flitsteken in in de lijst met opties om een markering in te stellen. De tekst na de markering knippert totdat een tweede markering wordt ingevoegd.

en,

en om

icht te de

chten

acten

ren.

n voor reiste de


Een flitsbericht ontvangenOpmerking: Alleen apparaten die de functie voor flitsberichten ondersteunkunnen knipperende flitsberichten ontvangen en weergeven.

Een ontvangen flitsbericht wordt niet automatisch opgeslagen. Druk op Lezhet bericht te lezen. Druk op Opties en selecteer Gebruik gegev. om telefoonnummers, e–mailadressen en website–adressen uit het huidige bergebruiken. Als u het bericht wilt opslaan, drukt u op Opslaan en selecteert umap waarin u het bericht wilt opslaan.

ChatberichtenChatten is een methode voor het verzenden van korte, eenvoudige tekstberidie via TCP/IP–protocollen worden afgeleverd aan on line gebruikers (netwerkdienst). In uw lijst met contacten wordt aangegeven wanneer conton line zijn en beschikbaar om deel te nemen aan een chatsessie.

Voordat u de chatdienst kunt gebruiken, moet u zich op deze dienst abonneInformeer bij de serviceprovider naar de beschikbaarheid, tarieven en abonnementmogelijkheden voor de dienst. Bij de netwerkoperator of serviceprovider kunt u ook een unieke ID, een wachtwoord en de instellingede chatdienst ophalen. Zie Instellingen voor chatten op pagina 69 voor de veinstellingen. De pictogrammen en tekst in het display worden bepaald door chatdienst.

62

Terwijl een chatsessie op de achtergrond actief is, kunt u de overige functie van de telefoon gewoon gebruiken.

ugen

(off

sessie

acten

aan

u een

s wilt


Chatberichten maken gebruik van het gedeelde geheugen (zie Gedeeld geheop pagina 15).

Basisstappen voor chatten• Zie Het chatmenu openen op pagina 63 als u het chatmenu wilt openen

line).

• Zie Verbinding maken met de chatdienst en de verbinding verbreken op pagina 63 als u verbinding wilt maken met de chatdienst (on line).

• Zie Chatcontacten in Een chatsessie starten op pagina 64 als u een chatwilt beginnen met een van uw contacten.

Zie Contacten voor chatsessies op pagina 67 als u een lijst met chatcontwilt definiëren.

• Zie Groepen in Een chatsessie starten op pagina 64 als u wilt deelnemeneen openbare chatsessie.

Zie Een uitnodiging accepteren of weigeren op pagina 65 om via een uitnodigingsbericht deel te nemen aan een chatgroep.

Zie Groepen op pagina 68 als u zelf chatgroepen wilt samenstellen of alsopenbare groep wilt toevoegen of verwijderen.

• Zie Uw eigen instellingen wijzigen op pagina 66 als u uw eigen gegevenwijzigen.

63

• Zie Zoeken in Een chatsessie starten op pagina 64 als u wilt zoeken naar gebruikers en groepen.

sessie

eren,

u op n

nv. om e

hten,


• Zie Een chatbericht lezen op pagina 66 als u een bericht wilt lezen.

• Zie Deelnemen aan een chatsessie op pagina 66 als u tijdens een actieveberichten wilt opstellen en verzenden.

• Als u opgeslagen chatgesprekken wilt weergeven, hernoemen of verwijdselecteert u Opgeslagen conv. in het menu Chatberichten.

• Zie Berichten blokkeren en vrijgeven op pagina 67 als u contacten wilt blokkeren of vrijgeven.

• Zie Verbinding maken met de chatdienst en de verbinding verbreken op pagina 63 als u de verbinding met de chatdienst wilt verbreken.

Het chatmenu openenAls u het menu Chatberichten wilt openen terwijl u nog off line bent, drukt Menu en selecteert u Berichten en Chatberichten. Activeer een chatdienst eselecteer Aanmelden om verbinding te maken met de dienst, Opgeslagen code chatgesprekken die u tijdens een sessie hebt opgeslagen weer te geven, tverwijderen of te hernoemen, of Verbindingsinstell. voor toegang tot de instellingen die u nodig hebt voor een verbinding.

Verbinding maken met de chatdienst en de verbinding verbrekenAls u verbinding wilt maken met de chatdienst, opent u het menu Chatbericactiveert u een chatdienst en selecteert u Aanmelden. Selecteer een van de beschikbare sets. Toets de Gebruikers-ID: en het Wachtwoord: in. Zodra de verbinding tot stand is gebracht, wordt Aanmelding voltooid weergegeven.

64

Tip: Als u de telefoon wilt instellen om automatisch verbinding te maken met de chatdienst zodra u het menu Chatberichten opent, maakt u

t de

chten, n. Ga n om

ontact nen

eduid

t een 67.


verbinding met de chatdienst en selecteert u achtereenvolgens Mijninstellingen, Automatisch aanmelden en Bij start chatprog..

Selecteer Afmelden als u de verbinding met de chatdienst wilt verbreken.

Een chatsessie startenOpen het menu Chatberichten en maak verbinding met de chatdienst. U kunvolgende opties selecteren:

• Conversaties om een lijst weer te geven met nieuwe en gelezen chatberiof chatuitnodigingen die tijdens de actieve chatsessie werden ontvangenaar het gewenste bericht of de gewenste uitnodiging en druk op Openehet bericht te lezen.

staat voor nieuwe en voor gelezen chatberichten.

staat voor nieuwe en voor gelezen groepsberichten.

staat voor uitnodigingen.

• Chatcontacten bevat de contacten die u hebt toegevoegd. Ga naar het cmet wie u een chatsessie wilt starten en druk op Chatten of druk op Opeals in de lijst een nieuw contact wordt weergegeven.

Als u een nieuw bericht van een contact hebt ontvangen, wordt dit aangmet .

geeft de on line contacten aan en de off line contacten. geefgeblokkeerd contact aan. Zie Berichten blokkeren en vrijgeven op pagina

65

• Groepen en Openbare groepen. Hiermee wordt de lijst met bookmarks naar openbare groepen weergegeven die door de serviceprovider worden geleverd.

r u bij de ep

tarten s en

wilt

ruk op n,

ruk op of te


Ga naar de groep waarmee u wilt chatten en druk op Deelnm.. Voer de schermnaam in die u tijdens het chatten als alias wilt gebruiken. Wanneede chatsessie bent aangemeld, worden de tekst Aangemeld bij groep: engroepsnaam weergegeven. Zie Groepen op pagina 68 als u een privé–growilt definiëren.

• Zoeken en selecteer Gebruikers of Groepen om te zoeken naar andere gebruikers of openbare groepen in het netwerk. Als u de chatsessie wilt snadat u de gewenste gebruiker of groep hebt gevonden, drukt u op Optieselecteert u respectievelijk Chatten of Aanmldn bij groep.

Zie De geabonneerde contacten weergeven op pagina 89 als u de chatsessiestarten vanuit Contacten.

Een uitnodiging accepteren of weigerenWanneer u verbinding hebt gemaakt met de chatdienst, wordt Nieuwe uitnodiging ontvangen weergegeven als u een chatuitnodiging ontvangt. DLezen om het bericht te lezen. Als u meerdere uitnodigingen hebt ontvangewordt het aantal berichten gevolgd door nieuwe uitnodigingen ontvangen weergegeven. Druk op Lezen, ga naar de gewenste uitnodiging en druk op Openen. Druk op Accept. om deel te nemen aan het privé–groepsgesprek. DOpties en selecteer Weigeren of Verwijderen om de uitnodiging te weigerenverwijderen.

66

Een chatbericht lezenAls u verbinding hebt met de chatdienst en een nieuw chatbericht ontvangt van

rdere t ericht

mstig ten evens erkent w rt u oon.

t u op en. tn,

teer eer te hikb.


een persoon die niet deelneemt aan de actieve chatsessie, wordt Nieuw chatbericht weergegeven. Druk op Lezen om het bericht te lezen. Als u meeberichten hebt ontvangen, wordt het aantal berichten gevolgd door de teksnieuwe chatberichten weergegeven. Druk op Lezen, ga naar het gewenste ben selecteer Openen.

Nieuwe berichten die u tijdens een actieve chatsessie ontvangt, worden vastgelegd bij Conversaties in het menu Chatberichten. Als het bericht afkois van een afzender waarvan de contactgegevens niet in de lijst Chatcontacaanwezig zijn, wordt de ID van de afzender weergegeven. Als de contactgegzich wel in het telefoongeheugen voor contacten bevinden en de telefoon hdeze gegevens, wordt de naam van de afzender weergegeven. Als u een nieucontact in het telefoongeheugen wilt opslaan, drukt u op Opties en selecteeOpsl. in contn of Toev. aan contact en voert u de naam in van de contactpers

Deelnemen aan een chatsessieAls u een chatsessie wilt starten of aan een chatsessie wilt deelnemen, drukSchrijven. Toets het bericht in en druk op Verzend. of om het te verzendDruk op Opties voor de volgende mogelijkheden: Conv. bekijken, Opsl. in conToev. aan contact, Deelnemers groep, Conv. beëindigen, Woordenboek.

Uw eigen instellingen wijzigenOpen het menu Chatberichten en maak verbinding met de chatdienst. SelecMijn instellingen om uw eigen beschikbaarheidsgegevens of schermnaam wgeven en te wijzigen. Selecteer Beschikbaarheid en Beschikb. v. allen of Besc

67

v. contn (of Offline aangeven) om in te stellen dat alle andere chatgebruikers of alleen de contacten in de lijst kunnen zien of u on line bent wanneer u verbinding

enst, n.

t uk

er, Uit er het m van

op of

cten.

keren


hebt gemaakt met de chatdienst. Wanneer u bent verbonden met de chatdigeeft aan dat u on line bent en dat u niet zichtbaar bent voor andere

Contacten voor chatsessiesAls u contacten wilt toevoegen aan de lijst met chatcontacten, maakt u verbinding met de chatdienst en selecteert u Chatcontacten. Als de lijst mecontacten leeg is, wordt Contactenlijst leeg. Contacten kopiëren van server?weergegeven zodat u beschikbare contacten kunt ophalen van de server. Dranders op Opties en selecteer Contact toev.. Als u geen contacten hebt toegevoegd, drukt u op Toevoeg.. Selecteer ID handm. opgev., Zoeken op servContacten of Kopiëren van serv. om een nieuw contact toe te voegen. Wannecontact is toegevoegd, worden de tekst Toegev. aan chatcontact.: en de naahet contact weergegeven.

Ga naar een contact en druk op Chatten om de chatsessie te starten of drukOpties en selecteer Contactgegevens, Naam bewerken, Contact blokkeren (Contact deblokk.), Contact toev., Contact verwijd., Kop. naar server of Beschikb.waarsch..

Berichten blokkeren en vrijgevenMaak verbinding met de chatdienst en selecteer Conversaties of ChatcontaMarkeer in de lijst met contacten de naam van het contact waarvan u de inkomende berichten wilt blokkeren. Druk op Opties, selecteer Contact bloken druk op OK.

68

Als u de berichten wilt vrijgeven, maakt u verbinding met de chatdienst en selecteert u Blokkeerlijst. Ga naar het contact wiens berichten u wilt vrijgeven en

pen alleen on)

en.

er s druk in als en om

en ie u in


druk op Deblokk..

GroepenU kunt privé–groepen voor een chatsessie samenstellen of de openbare groegebruiken die door de serviceprovider worden ingebracht. De privé–groepenbestaan alleen tijdens een bepaalde chatsessie. U kunt aan een privé–groepde contacten uit uw lijst met contacten (en dus het geheugen van de telefotoevoegen. Als de server waar u bent aangemeld geen groepsdiensten ondersteunt, worden alle aan groepen gerelateerde menu's grijs weergegev

Openbare groepen

U kunt bookmarks aanbrengen voor openbare groepen die uw serviceprovidinbrengt. Maak verbinding met de chatdienst en selecteer achtereenvolgenGroepen en Openbare groepen. Ga naar de groep waarmee u wilt chatten enop Deelnm.. Als u niet in de groep bent opgenomen, toets u uw schermnaamalias voor de groep. Als u op Opties drukt, kunt u Groep verwijderen selectereen groep uit de lijst met groepen te verwijderen.

Een privé–groep maken

Maak verbinding met de chatdienst en selecteer achtereenvolgens GroepenGroep maken. Toets een naam in voor de groep en toets de schermnaam in dde groep wilt gebruiken. U kunt in verschillende groepen verschillende schermnamen gebruiken. Markeer in de lijst met contacten de leden van uwprivé–groep en toets een uitnodiging in voor nieuw toegevoegde leden.

69

Instellingen voor chattenMogelijk ontvangt u de instellingen in een configuratiebericht van de

lt oor

u op n wilt

en tot ienst).

d

et


serviceprovider. Zie Dienst voor configuratie–instellingen op pagina 19. ZieConfiguratie-instellingen op pagina 109 als u de instellingen handmatig wiintoetsen. Informeer bij uw serviceprovider naar de benodigde instellingen vchatberichten en aanwezigheidsstatus.

Als u het menu Chatberichten wilt openen terwijl u nog off line bent, drukt Menu en selecteert u Berichten en Chatberichten. Activeer een chatdienst eselecteer Verbindingsinstell.. Selecteer Configuratie en selecteer de set die uactiveren. Selecteer Account en selecteer de account die u wilt gebruiken. Selecteer Gebruikers-ID om de gebruikers–ID weer te geven of te wijzigen. Selecteer Wachtwoord om het wachtwoord in het voeren.

E–mailtoepassingDe e-mailtoepassing maakt het mogelijk via de telefoon toegang te verkrijgde compatibele e-mailaccount die u thuis of op kantoor gebruikt (netwerkdU kunt met de telefoon e–mailberichten opstellen, verzenden en lezen. De telefoon ondersteunt POP3– en IMAP4–e–mailservers.

De e–mailtoepassing maakt gebruik van het gedeelde geheugen (zie Gedeelgeheugen op pagina 15).

Voordat u e–mailberichten kunt verzenden en ontvangen, moet u wellicht hvolgende doen:

70

• Vraag een nieuwe e–mailaccount aan of gebruik de huidige account. Neem contact op met de e–mailprovider voor informatie over de beschikbaarheid van

–oor

en en en

il

en het

en om

op n om


uw e–mailaccount.

• Informeer bij de serviceprovider naar de benodigde instellingen voor de emailtoepassing. Zie Dienst voor configuratie–instellingen op pagina 19 vmeer informatie over het ontvangen van de e-mailinstellingen in een configuratiebericht.

• Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, BerichtinstellingE-mailberichten om de e–mailinstellingen te configureren. Zie Instellingvoor de e–mailtoepassing op pagina 76.

E–mailberichten intoetsen en verzenden1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, E-mail en E-ma

schrijven.

2. Toets het e-mailadres van de ontvanger, een onderwerp voor het bericht bericht in.

3. Druk op Verzend. en selecteer Nu verzenden.

E–mail van uw e–mailaccount downloaden1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, E-mail en Ophal

e–mail te downloaden die naar uw e–mailaccount is verzonden. Of:

Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten en E-mail, druk Opties en selecteer Ophalen en verz. om nieuwe e-mail te downloaden ee–mail te verzenden die is opgeslagen in de map Outbox.

71

2. De telefoon probeert verbinding te maken met de e–maildienst. Er wordt een voortgangsbalk weergegeven terwijl e–mail naar de telefoon wordt

Terug

ruk er te

werp

de e–n en z.


gedownload.

3. Druk op Select. om het nieuwe bericht te openen in de Inbox of druk op als u het bericht later wilt bekijken. Een ongelezen tekstbericht wordt aangeduid met .

Een e–mailbericht lezen en beantwoordenDruk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, E-mail en Inbox. Dtijdens het lezen van het bericht op Opties om de opties voor het bericht wegeven.

Druk op Beantwoorden en selecteer Oorspr. tekst of Leeg scherm om een e–mailbericht beantwoorden. Bevestig of wijzig het e-mailadres en het onderen toets het antwoord in. U kunt het bericht verzenden door op Verzend. te drukken en Nu verzenden te selecteren.

De Inbox en overige mappen (Concepten, Archief, Outbox en Verzonden items) E–mail die u van uw e-mailaccount hebt gedownload, wordt opgeslagen in map Inbox. De map Overige bevat de volgende submappen: Concepten voormailberichten die nog niet af zijn, Archief om uw e-mailberichten in te deleop te slaan, Outbox voor e–mailberichten die nog niet verzonden zijn en Veritems voor e–mailberichten die nog niet zijn verzonden.

72

E–mail verwijderenDruk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten en E-mail, druk op Opties

it een lle ukt u iet

en.

. mer

te

at

email


en selecteer Ber. verwijderen om e–mail te verwijderen. Als u alle berichten umap wilt verwijderen, gaat u naar de gewenste map en drukt u op Ja. Als u aberichten uit alle mappen wilt verwijderen, selecteert u Alle berichten en drop Ja. Als u een e-mailbericht uit de telefoon verwijdert, wordt het bericht nvan de e–mailserver verwijderd.

SpraakberichtenVoicemail is een netwerkdienst, waarop u zich mogelijk eerst moet abonnerNeem contact op met de netwerkoperator voor meer informatie en voor hetvoicemailnummer.

Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten en SpraakberichtenSelecteer Luisteren naar voicemail om uw voicemail te bellen. Selecteer Numvoicemailbox om het nummer van uw voicemail in te toetsen, op te slaan ofwijzigen.

Als dit door het netwerk wordt ondersteund, geeft het pictogram aan dnieuwe voicemailberichten zijn ontvangen. Druk op Luister om het voicemailnummer te bellen.

Tip: Door ingedrukt te houden, wordt het nummer van uw voicgebeld, als u dit hebt ingesteld.

73

InformatieberichtenMet de netwerkdienst voor informatieberichten kunt u berichten over

ider

n. n

eert u ilt

ook

den


verschillende onderwerpen ontvangen. Neem contact op met de serviceprovvoor meer informatie.

DienstopdrachtenDruk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten en DienstopdrachteVanuit dit submenu verzendt u serviceaanvragen (ook wel USSD–opdrachtegenoemd) naar de netwerkoperator. Dit kunnen bijvoorbeeld activeringsopdrachten voor netwerkdiensten zijn.

Alle berichten uit een map verwijderenAls u alle berichten uit een map wilt verwijderen, drukt u op Menu en selectBerichten en Berichten verwijd.. Selecteer de map waaruit u de berichten wverwijderen en druk op OK om te bevestigen.

Als de map ongelezen berichten bevat, wordt gevraagd of u deze berichten wilt verwijderen.

BerichtinstellingenDe berichtinstellingen hebben invloed op de wijze waarop de berichten worverzonden, ontvangen en weergegeven.

74

Instellingen voor tekst– en e-mailberichten via SMSDruk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, Berichtinstellingen en

door profiel

ard nr. PRS

ofiel

onden s. Als

rengt ening.

en

tems.

van


Tekstberichten. Selecteer Verzendprofiel. Als meer dan één berichtprofielsetde SIM–kaart wordt ondersteund, selecteert u de set die u wilt wijzigen. Elk heeft de volgende instellingen: Nr. berichtencentrale (geleverd door de serviceprovider), Berichten verzenden als, Geldigheid van berichten, Standaontvanger (tekstberichten) of E-mailserver (e-mail), Afleveringsrapporten, Ggebruiken, Antwoord via zelfde centrale (netwerkdienst) en Naam van dit prwijzigen.

Selecteer Verzonden berichten opslaan. Selecteer Ja om op te geven dat verzmultimediaberichten moeten worden opgeslagen in de map Verzonden itemu Nee selecteert, worden de verzonden berichten niet opgeslagen.

Instellingen voor multimediaberichtenAls Ontvangst multimedia toestaan is ingesteld op Ja of In eigen netwerk, bde netwerkoperator of serviceprovider mogelijk elk ontvangen bericht in rekDe instelling voor het ontvangen van multimediaberichten is standaard ingeschakeld.

Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, BerichtinstellingenMultimediaber.. Selecteer

• Verzonden berichten opslaan. Selecteer Ja om op te geven dat verzondenmultimediaberichten moeten worden opgeslagen in de map Verzonden iAls u Nee selecteert, worden de verzonden berichten niet opgeslagen.

• Afleveringsrapporten om het netwerk te vragen om afleveringsrapportenuw berichten te verzenden (netwerkdienst).

75

• Afbeelding verkleinen om het beeldformaat te definiëren wanneer u de afbeelding opneemt in het multimediabericht.

de esteld

gen

teer

cteer

rt u en

ls u de

zijn s de


• Standaard timing dia's om de standaardtijd te selecteren voor dia's in multimediaberichten.

• Ontvangst multimedia toestaan. Selecteer Nee, Ja of In eigen netwerk ommultimediadienst te gebruiken. Als Ontvangst multimedia toestaan is ingop Ja of In eigen netwerk, brengt de netwerkoperator of serviceprovider mogelijk elk ontvangen bericht in rekening. De instelling voor het ontvanvan multimediaberichten is standaard ingeschakeld.

• Inkomende multimediaberichten. Selecteer Ophalen om automatische ontvangst van multimediaberichten toe te staan, Handm. ophalen om deontvangst van multimediaberichten toe te staan na bevestiging of selecWeigeren om de ontvangst van multimediaberichten niet toe te staan.

• Configuratie-instellingen. Selecteer Configuratie en selecteer de serviceprovider waarvan u standaard multimediaberichten ophaalt. SeleAccount voor een overzicht van accounts die beschikbaar zijn bij de serviceprovider. Als er meerdere accounts worden weergegeven, selecteede account die u wilt gebruiken. Mogelijk ontvangt u de instellingen in econfiguratiebericht van de serviceprovider. Zie Dienst voor configuratie–instellingen op pagina 19. Zie Configuratie-instellingen op pagina 109 ainstellingen handmatig wilt intoetsen.

• Advertenties toestaan om aan te geven of u berichten die als advertentiegedefinieerd, wilt ontvangen. Deze instelling wordt niet weergegeven aloptie Ontvangst multimedia toestaan is ingesteld op Nee.

76

Instellingen voor de e–mailtoepassingMogelijk ontvangt u de instellingen voor de e–mailtoepassing in een

de

eem

en E-

rt u

atisch u het

en

ichten


configuratiebericht van de serviceprovider. Zie Dienst voor configuratie–instellingen op pagina 19. Zie Configuratie-instellingen op pagina 109 als uinstellingen handmatig wilt intoetsen.

Selecteer de instellingen één voor één en toets alle vereiste instellingen in. Ncontact op met uw e–mailprovider voor de instellingen.

Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, Berichtinstellingenmailberichten. Selecteer

• Selecteer Configuratie en selecteer de set die u wilt activeren.

• Account voor een overzicht van accounts die beschikbaar zijn bij de serviceprovider. Als er meerdere accounts worden weergegeven, selecteede account die u wilt gebruiken.

• Mijn mailnaam. Toets uw naam of alias in.

• E-mailadres. Toets het e–mailadres in.

• Ondertekening bijvoegen. U kunt een handtekening definiëren die automaan het einde van uw e–mailbericht moet worden toegevoegd wanneer bericht opstelt.

• Antwoordadres. Toets het e–mailadres in waarnaar de antwoorden moetworden gestuurd.

• SMTP-gebruikersnaam. Toets de naam in die u voor uitgaande e-mailberwilt gebruiken.

77

• SMTP-wachtwoord. Toets het wachtwoord in dat u voor uitgaande e–mailberichten wilt gebruiken.

ficatie

e e–ert u

orden m,

de,

, en van

ls u

de


• Terminalvenster tonen. Selecteer Ja als u een handmatige gebruikersverivoor intranetverbindingen wilt uitvoeren.

• Type inkomende server. Selecteer POP3 of IMAP4, afhankelijk van het typmailsysteem dat u gebruikt. Als beide typen worden ondersteunt, selecteIMAP4.

• Inkomende mailinstellingen

Als u het servertype POP3 hebt geselecteerd voor de inkomende server, wde volgende opties weergegeven: E-mails ophalen, POP3-gebruikersnaaPOP3-wachtwoord en Terminalvenster tonen.

Als u het servertype IMAP4 hebt geselecteerd voor de inkomende server,worden de volgende opties weergegeven: E-mails ophalen, OphaalmethoIMAP4-gebruikersnaam, IMAP4-wachtwoord en Terminalvenster tonen.

Algemene instellingenDruk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, BerichtinstellingenOverige inst. en Lettergrootte als u de lettergrootte voor het lezen en schrijvberichten wilt instellen.

BerichtentellerDruk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten en Berichtenteller awilt bekijken hoeveel berichten u hebt verzonden en ontvangen. Selecteer Verzonden berichten of Ontvangen berichten of selecteer Tellers wissen om tellers te wissen.

78

■ Oproep–infoDe telefoon registreert gemiste, ontvangen en uitgaande

an het

epen even, n in pen

mer


oproepen, DVS–adressen van een–op–een DVS–oproepen, evenals de lengte van uw gesprekken.

Deze items worden alleen geregistreerd als het netwerk deze functies ondersteunt, de telefoon ingeschakeld is en zich binnen het servicegebied vnetwerk bevindt.

Wanneer u op Opties drukt in de menu's Gemiste oproepen, Ontvangen oproen Laatst gekozen nummers, kunt u de datum en tijd van het gesprek weerghet telefoonnummer wijzigen of uit de lijst verwijderen, het nummer opslaaContacten of een bericht naar het nummer zenden. Selecteer Laatste oproeverwijderen om de lijsten met laatste oproepen te wissen.

Lijsten met laatste oproepenDruk op Menu, selecteer Oproep-info en selecteer vervolgens

• Gemiste oproepen om een lijst weer te geven met de laatste 20 telefoonnummers vanwaar men u zonder succes heeft gebeld (netwerkdienst). Het cijfer voorafgaand aan de naam of het telefoonnumgeeft aan hoe vaak deze beller heeft geprobeerd om u te bereiken.

Tip: Wanneer een melding over een gemiste oproep wordt weergegeven, kunt u op Tonen drukken om de lijst met telefoonnummers weer te geven. Ga naar het nummer dat u wilt terugbellen en druk op .

79

• Ontvangen oproepen om een lijst weer te geven met de laatste 20 telefoonnummers waarvan u oproepen hebt geaccepteerd of geweigerd

et e

en. t oepen

en

steld

tonen, st


(netwerkdienst).

• Laatst gekozen nummers om een lijst weer te geven met de laatste 20 telefoonnummers die u hebt gebeld of geprobeerd te bellen.

Tip: Druk vanuit de standby–modus eenmaal op om de lijst mgekozen nummers te openen. Ga naar het gewenste nummer of dgewenste naam en druk op om het nummer te bellen.

• Laatste oproepen verwijderen om de lijsten met laatste oproepen te wissGeef aan of u alle telefoonnummers uit de lijst met laatste oproepen wilverwijderen, of alleen de nummers van gemiste oproepen, ontvangen oprof gekozen nummers. U kunt deze actie niet ongedaan maken.

Tellers en timers voor oproepen, gegevens en berichtenOpmerking: De uiteindelijke rekening van de serviceprovider voor oproependiensten kan variëren, afhankelijk van de netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort. Sommige tijdmeters worden mogelijk opnieuw ingebij onderhoudswerkzaamheden of software–upgrades.

Druk op Menu, selecteer Oproep-info en selecteer vervolgens Gespreksduur GPRS-gegevensteller of GPRS-verbindingstimer voor gegevens over de meerecente communicatie.

80

PositiebepalingSommige netwerken staan aanvragen voor positiebepaling van de telefoon toe

kken

weer

ing bruik

en,

s dienst


(netwerkdienst). Met Positiebepaling kunt u de ontvangen aanvragen voor positiebepaling van de netwerkoperator weergeven. Informeer bij uw netwerkoperator of serviceprovider naar abonnementen en naar het verstrevan positiegegevens.

Druk op Menu, selecteer achtereenvolgens Oproep-info, Positiebepaling enPositielogboek om een lijst met ontvangen aanvragen voor positiebepaling te geven.

■ ContactenU kunt namen en nummers (contactgegevens) opslaan in het geheugen van de telefoon en het geheugen van de SIM–kaart.

• In het telefoongeheugen kunt u namen opslaan met nummers en tekstaantekeningen voor elke naam. U kunt ook een afbeeldopslaan voor een bepaald aantal namen. De lijst met contacten maakt gevan het gedeelde geheugen (zie Gedeeld geheugen op pagina 15).

• Namen en nummers die in het geheugen van de SIM–kaart zijn opgeslagworden aangeduid met .

In de dynamische lijst met contacten kunt u uw huidige aanwezigheidsstatupubliceren om te communiceren met personen die toegang hebben tot dezeen die deze informatie opvragen. Zie Mijn aanwezigheid op pagina 85.

81

Instellingen selecteren voor de lijst met contactenDruk op Menu en selecteer achtereenvolgens Contacten en Instellingen. Selecteer

en en n in

n voor

n. r zijn

er in .


• Actief geheugen om het geheugen van de SIM–kaart of de telefoon te selecteren voor de lijst met contacten. Selecteer Telefoon en SIM om namnummers op te halen uit beide geheugens. De namen en nummers wordedat geval opgeslagen in het geheugen van de telefoon.

• Weergave Contacten om aan te geven hoe de namen, nummers en afbeeldingen in de lijst met contacten moeten worden weergegeven.

• Geheugenstatus om de beschikbare ruimte in het geselecteerde geheugecontacten weer te geven.

Namen en telefoonnummers opslaan (Contact toevoegen)Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Contacten en Nw contact tvgToets de naam en het telefoonnummer in. Wanneer de naam en het nummeopgeslagen, drukt u op OK.

Tip: Snel opslaan Toets vanuit de standby–modus het telefoonnummen druk op Opslaan. Toets de naam in, druk op OK en opnieuw op OK

Meerdere nummers of items per naam opslaanU kunt verschillende typen telefoonnummers en korte tekstitems per naam opslaan in de lijst met contacten in het interne geheugen.

Het eerste nummer dat is opgeslagen, wordt automatisch ingesteld als het standaardnummer. Dit nummer wordt aangeduid met een kader rond de

82

nummertype–indicator, bijvoorbeeld . Wanneer u een naam in de lijst met contacten selecteert, bijvoorbeeld om te bellen, wordt automatisch het

oegen

gen.

en ID er van

én ID 's zijn, . Als u op OK

in de lijst

cteert


standaardnummer gekozen, tenzij u een ander nummer selecteert.

1. Zorg ervoor dat het gebruikte geheugen Telefoon of Telefoon en SIM is.

2. Blader in de lijst met contacten in het interne geheugen naar de naam waaraan u een nieuw nummer of een nieuwe tekstaantekening wilt toeven druk op Gegev..

3. Druk op Opties en selecteer Nr. toevoegen, Info toevoegen of Afb. toevoe

4. Als u een nummer of gegeven wilt toevoegen, selecteert u een van de nummertypen of teksttypen, of selecteert u een afbeelding in de Galerij.

Als u het teksttype Gebruikers-ID selecteert: selecteer Zoeken om naar ete zoeken op basis van een mobiel nummer of een e-mailadres op de servde netwerkoperator of serviceprovider als u verbonden bent met de aanwezigheidsdienst. Zie Mijn aanwezigheid op pagina 85. Als slechts éwordt gevonden, wordt deze automatisch opgeslagen. Als er meerdere IDkunt u de ID opslaan door op Opties te drukken en Opslaan te selecterende ID wilt intoetsen, selecteert u ID handm. opgev.. Toets de ID in en drukom deze op te slaan.

Als u het nummer– of teksttype wilt wijzigen, selecteert u Type wijzigen lijst met opties. U kunt een ID–type niet wijzigen wanneer dit zich in de Chatcontacten of de lijst Abonneenamen bevindt.

Als u het geselecteerde nummer wilt instellen als standaardnummer, seleu Als standaard.

83

5. Toets het nummer of de tekst in en druk op OK om de gegevens op te slaan.

6. Druk op Terug en vervolgens op Uit om terug te keren naar de standby–modus.

jst

m of

rsoon en Ga ordt

m wilt rste

aar:

r het


Een afbeelding toevoegen aan een naam of nummer in de limet contactenU kunt een afbeelding in een ondersteunde indeling toevoegen aan een naanummer in het interne geheugen van de telefoon.

Beweeg de joystick omlaag vanuit de standby–modus, ga naar de contactpewaaraan u een afbeelding wilt toevoegen en druk op Gegev.. Druk op Optiesselecteer Afb. toevoegen. Een lijst met mappen in de Galerij wordt geopend.naar de gewenste afbeelding, druk op Opties en selecteer Opsl. in contn. Er ween kopie van de afbeelding aan de contactgegevens toegevoegd.

Zoeken naar een contactDruk op Menu en selecteer Contacten en Zoeken. Als u snel een contactnaaopzoeken, beweegt u de joystick omlaag in de standby–modus. U kunt de eetekens van de naam waarnaar u zoekt, intoetsen in het zoekvenster.

Daarnaast zijn de volgende mogelijkheden in het menu Contacten beschikb

• Nw contact tvgn en Verwijderen.

• Kopiëren om namen en telefoonnummers van het telefoongeheugen naaSIM–kaartgeheugen te kopiëren en vice versa.

84

• Instellingen om aan te geven hoe de namen en nummers in de lijst met contacten moeten worden weergegeven. Selecteer Geheugenstatus om de

ts. Zie en van

ider

d aan

mers

Ga

elding Info


hoeveelheid gebruikt en vrij geheugen weer te geven.

• Snelkeuze om een telefoonnummer toe te kennen aan een snelkeuzetoeOproepinstellingen op pagina 100 voor meer informatie over het activersnelkeuze.

• Dienstnummers om te bellen naar de dienstnummers van uw serviceprovals deze op de SIM–kaart zijn opgeslagen (netwerkdienst).

• Eigen nummers om de telefoonnummers weer te geven die zijn toegekende SIM–kaart. Deze optie wordt alleen weergegeven als op de SIM–kaartnummers zijn opgeslagen.

• Bellersgroepen om de in het geheugen opgeslagen namen en telefoonnumin te delen in bellergroepen met verschillende beltonen.

Gegevens wijzigen of verwijderenZoek naar het contact dat u wilt wijzigen of verwijderen en druk op Gegev..naar de naam, het nummer, de tekstaantekening of de afbeelding die u wiltwijzigen of verwijderen en druk op Opties.

• Als u een naam, nummer of tekstaantekening wilt bewerken of een afbewilt wijzigen, selecteert u respectievelijk Naam bewerken, Nr. bewerken,bewerken of Afb. wijzigen.

U kunt een ID niet wijzigen of verwijderen wanneer deze zich in de lijst Chatcontacten of de lijst Abonneenamen bevindt.

85

• Als u een nummer of tekstitem wilt verwijderen, selecteert u respectievelijk Nr. verwijderen of Gegev. verwijder..

rt u n,

nden e

n een uw ordt

assen

st en en k een

ienst en. De


• Als u de bij een contact behorende afbeelding wilt verwijderen, selecteeAfb. verwijderen. Als u een afbeelding verwijdert uit de lijst met contactewordt de afbeelding niet verwijderd uit de Galerij.

Mijn aanwezigheidMet behulp van de aanwezigheidsdienst (netwerkdienst) kunt u uw aanwezigheidsstatus delen met andere gebruikers, bijvoorbeeld familie, vrieen collega's die een compatibel apparaat en toegang tot de dienst hebben. Daanwezigheidsgegevens omvatten uw beschikbaarheid, een statusbericht epersoonlijk logo. Andere gebruikers die toegang hebben tot de dienst en diegegevens opvragen, kunnen deze status zien. De opgevraagde informatie wweergegeven bij Abonneenamen in het menu Contacten van degene die de informatie opvraagt. U kunt de gegevens die u met anderen wilt delen, aanpen u kunt instellen wie uw status kan bekijken.

Voordat u de aanwezigheidsdienst kunt gebruiken, moet u zich op deze dienabonneren. Informeer bij de serviceprovider naar de beschikbaarheid, tarievabonnementsmogelijkheden voor de dienst. Bij de serviceprovider kunt u oounieke ID, een wachtwoord en de instellingen voor de dienst ophalen. Zie Instellingen voor chatten op pagina 69 voor de configuratie van de vereisteinstellingen voor de aanwezigheidsdienst. Terwijl u met de aanwezigheidsdverbonden bent, kunt u de overige functies van de telefoon gewoon gebruikaanwezigheidsdienst is actief op de achtergrond.

86

Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Contacten en Mijn aanwezigheid. Selecteer

cteer

ez.

eduid d met

map et

status

g te cht en

e cht en


• Verbinden met aanwezigh.dienst (of Verbinding verbreken).

• Mijn huidige aanwezigheid om uw aanwezigheidsstatus te wijzigen. Sele

• Huidige aanwezigheid weergeven en selecteer Aanwez. privé of Aanwopenb..

• Mijn beschikbaarheid om uw status in te stellen op Beschikbaar (aangmet ), op Bezet (aangeduid met ) of op Niet beschikb. (aangedui

).

• Mijn aanwezigheidsbericht en toets de tekst in die aan anderen moetworden weergegeven. U kunt ook op Opties drukken, Vorige berichtenselecteren en een oud bericht als statusbericht selecteren.

• Mijn aanwezigheidslogo om uw persoonlijke logo te selecteren in de Grafisch van de Galerij. Als u Standaard selecteert, wordt het logo nigepubliceerd.

• Tonen aan om de groepen te selecteren waaraan u uw aanwezigheidswilt weergegeven of niet wilt weergeven.

Selecteer Privé en openbaar om de contacten in uw privé–lijst toegangeven tot al uw aanwezigheidsgegevens: beschikbaarheid, statusberilogo. Andere contacten kunnen uitsluitend uw beschikbaarheid zien.

Selecteer Privé-toegang om de contacten in uw privé–lijst toegang tgeven tot al uw aanwezigheidsgegevens (beschikbaarheid, statusberilogo). Andere gebruikers zien geen gegevens.

87

Als u Niemand selecteert, kan niemand uw aanwezigheidsgegevens zien.

• Toegang en selecteer

ns ,

tisch n op el.

ienst


• Hdge toegang om alle personen weer te geven die zich hebben geabonneerd op uw aanwezigheidsinformatie.

• Privé-lijst, een lijst met alle personen die al uw aanwezigheidsgegeve(beschikbaarheid, statusbericht en logo) mogen zien. U kunt uw eigenprivé–lijst beheren. Personen die niet in de privé–lijst zijn opgenomenkunnen alleen uw beschikbaarheid zien.

• Blokkeerlijst om alle personen weer te geven die uw aanwezigheidsgegevens niet mogen zien.

• Instellingen en selecteer

• Huidige aanwez. standby tonen om het huidige statuspictogram in destandby–modus weer te geven.

• Synchroniseren met profielen om te selecteren of u Mijn aanwezigheidsbericht en Mijn beschikbaarheid handmatig of automawilt bijwerken door koppeling aan het actieve profiel. Zie ook Profielepagina 95. U kunt geen aangepast statuslogo koppelen aan een profi

• Verbindingstype om te selecteren of automatisch verbinding met de dmoet worden gemaakt wanneer de telefoon wordt ingeschakeld.

• Chat- en aanwezigh.instellingen, zie Instellingen voor chatten op pagina 69.

88

Aangemelde contactenU kunt een lijst samenstellen met de contacten waarvan u de

de ntact t

en met

en. f u nu

ders en

n, . Als er


aanwezigheidsgegevens wilt bijhouden. U kunt de gegevens weergeven als contacten dat toelaten en als de toegang niet wordt geweigerd door het coof het netwerk. De geabonneerde contacten kunt u bekijken door de lijst mecontacten door te bladeren of door het menu Abonneenamen te openen.

Zorg ervoor dat het gebruikte geheugen Telefoon of Telefoon en SIM is.

Als u verbinding wilt maken met de aanwezigheidsdienst, drukt u op Menu selecteert u achtereenvolgens Contacten, Mijn aanwezigheid en Verbinden aanwezigh.dienst.

Contacten toevoegen aan de geabonneerde contacten1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Contacten en Abonneenam

Als u niet verbonden bent met de aanwezigheidsdienst, wordt gevraagd overbinding wilt maken.

2. Als u geen contacten hebt opgenomen in de lijst, drukt u op Toevoeg.. Andrukt u op Opties en selecteert u Nieuw abonneren. De lijst met contactwordt weergegeven.

3. Selecteer een contact in de lijst. Als voor het contact een ID is opgeslagewordt het contact toegevoegd aan de lijst met geabonneerde contactenmeerdere ID's zijn, selecteert u een ID. Nadat u zich op het contact hebt geabonneerd, wordt Abonnement geactiveerd weergegeven.

89

De geabonneerde contacten weergevenZie ook Zoeken naar een contact op pagina 83 voor informatie over het weergeven

en.

geven

baar

geven,

et

t te

te

t te


van aanwezigheidsgegevens.

1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Contacten en Abonneenam

De statusgegevens van het eerste contact in de lijst met geabonneerde contacten worden weergegeven. De gegevens die deze persoon wil weeraan anderen, kunnen onder meer bestaan uit tekst en de volgende pictogrammen:

, of geven aan dat de persoon beschikbaar, verborgen of niet beschikbaar is.

geeft aan dat de aanwezigheidsgegevens van de persoon niet beschikzijn.

2. Druk op Gegev. om de gegevens voor het geselecteerde contact weer te of druk op Opties en selecteer

• Nieuw abonneren om een nieuw contact toe te voegen aan de lijst mgeabonneerde contacten.

• Chatten om een chatsessie te starten.

• Bericht verzenden om een tekstbericht aan het geselecteerde contacverzenden.

• E-mail via SMS om een e–mailbericht aan het geselecteerde contact verzenden.

• Visitek. verzenden om een visitekaartje aan het geselecteerde contacverzenden.

90

• Abonn. opzeggen om het geselecteerde contact uit de lijst met geabonneerde contacten te verwijderen.

, ar het D en .

rmatie

–

eer de n.

n en

M–


Abonnement op een contact opzeggen• Als u het abonnement op een contact in de lijst Contacten wilt opzeggen

beweegt u de joystick omlaag vanuit de standby–modus op en gaat u nagewenste contact. Druk op Gegev. en nogmaals op Gegev., selecteer de Idruk op Opties. Druk op Abonn. opzeggen en druk op Ja om te bevestigen

• Zie De geabonneerde contacten weergeven op pagina 89 voor meer infoover het opzeggen van een abonnement via Abonneenamen.

Contactgegevens kopiërenU kunt namen en telefoonnummers van het telefoongeheugen naar het SIMkaartgeheugen kopiëren en vice versa. Tekstaantekeningen, bijvoorbeeld e–mailadressen, die in het interne geheugen van de telefoon zijn opgeslagen, worden niet naar de SIM–kaart gekopieerd.

Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Contacten en Kopiëren. Selectkopieerrichting, Van telefoon naar SIM-kaart of Van SIM-kaart naar telefoo

Als u Eén voor één hebt geselecteerd, gaat u naar de naam die u wilt kopiëredrukt u op Kopiëren.

Standaard nrs. wordt weergegeven als u kopieert van de telefoon naar de SIkaart. Alleen de standaardnummers worden gekopieerd.

Selecteer Origin. behouden of Origin. verpl. om aan te geven of u de oorspronkelijke namen en nummers wilt behouden of wissen.

91

Als u Alles kopiëren of Standaard nrs. selecteert, drukt u op Ja wanneer Contacten kopiëren? of Contacten verplaatsen? wordt weergegeven.

een drukt

et

en

aan et

keuze


Een visitekaartje zenden en ontvangenU kunt contactgegevens als visitekaartje verzenden naar en ontvangen van compatibel apparaat. Wanneer u een (MMS)–visitekaartje hebt ontvangen,u op Tonen (Spelen) en Opslaan om het visitekaartje op te slaan in het telefoongeheugen. Als u het visitekaartje wilt negeren, drukt u op Uit en vervolgens op Ja.

Zoek naar de gewenste naam en het gewenste telefoonnummer in de lijst mcontacten, druk achtereenvolgens op Gegev. en Opties en selecteer Visitek. verzenden om het visitekaartje te verzenden. Selecteer Via infrarood, Via Bluetooth, Via SMS (netwerkdienst) of Via multimedia (netwerkdienst).

SnelkeuzeAls u een nummer wilt toekennen aan een snelkeuzetoets, drukt u op Menuselecteert u Contacten. Selecteer Snelkeuze en ga naar het gewenste snelkeuzenummer.

Druk op Wijs toe of druk op Opties en selecteer Wijzigen als al een nummerde toets is toegewezen. Druk op Zoeken en selecteer eerst de naam en dan hnummer dat u aan de toets wilt toekennen. Als de functie Snelkeuze is uitgeschakeld, wordt gevraagd of u deze functie wilt activeren. Zie ook Snelin Oproepinstellingen op pagina 100.

92

Zie Snelkeuzetoetsen op pagina 34 voor het bellen met behulp van snelkeuzetoetsen.

n te

.

ebruik

en

n in het rt


Spraakgestuurde nummerkeuzeU kunt een telefoonnummer kiezen door een spraaklabel voor het nummer ispreken. Elk gesproken woord, bijvoorbeeld een naam, kan een spraaklabel vormen. U kunt maximaal tien spraaklabels toevoegen.

Houd rekening met het volgende voordat u spraaklabels gebruikt:

• Spraaklabels zijn niet taalgevoelig. Ze zijn afhankelijk van de stem van de spreker

• U moet de spraaklabel exact zo uitspreken zoals u deze hebt opgenomen.

• Spraaklabels zijn gevoelig voor achtergrondgeluiden. Neem de spraaklabels op engebruik ze in een rustige omgeving.

• Erg korte namen worden niet geaccepteerd. Gebruik lange namen en vermijd het gvan soortgelijke namen voor verschillende nummers.

Opmerking: Het gebruik van spraaklabels kan moeilijkheden opleveren in edrukke omgeving of tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder alle omstandigheden dat u uitsluitend van spraaklabels afhankelijk bent.

Spraaklabels toevoegen en beherenZorg dat in het telefoongeheugen de contacten aanwezig zijn waaraan u eespraaklabel wilt toevoegen. U kunt ook spraaklabels toevoegen aan namen geheugen van de SIM–kaart. Als u de SIM–kaart echter door een nieuwe kaavervangt, moet u eerst de oude spraaklabels verwijderen voordat u nieuwe spraaklabels kunt toevoegen.

93

Spraaklabels maken gebruik van het gedeelde geheugen (zie Gedeeld geheugen op pagina 15).

p

n, ol l hebt

olgens ste

om de

orte elijk lgens


1. Beweeg de joystick omlaag vanuit de standby–modus.

2. Ga naar het contact waaraan u een spraaklabel wilt toevoegen en druk oGegev.. Ga naar het gewenste telefoonnummer en druk op Opties.

3. Selecteer Spraaklabel toev..

4. Druk op Starten en spreek de woorden die u als spraaklabel wilt opnemeduidelijk uit. Na de opname wordt de spraaklabel afgespeeld. Het symbowordt weergegeven achter telefoonnummers waarvoor u een spraaklabeopgegeven.

U kunt de spraaklabels controleren door op Menu te drukken en achtereenvContacten en Spraaklabels te selecteren. Ga naar het contact met de gewenspraaklabel, druk op Select. voor een lijst met opties en selecteer een optie opgenomen spraaklabel te beluisteren, verwijderen of wijzigen.

Bellen met behulp van een spraaklabelHoud de rechterselectietoets ingedrukt in de standby–modus. U hoort een ktoon en de tekst Nu spreken wordt weergegeven. Spreek de spraaklabel duiduit. Als de spraaklabel wordt herkend, wordt deze afgespeeld en wordt vervona anderhalve seconde het nummer gekozen.

94

DienstnummersDe serviceprovider heeft mogelijk dienstnummers op de SIM–kaart opgenomen.

s als u op am of

. Voor een wordt

eze ers

.


Deze menu's zijn alleen beschikbaar als ze door uw SIM-kaart worden ondersteund.

Eigen nummersDe telefoonnummers op de SIM–kaart worden opgeslagen in Eigen nummerdit door de kaart wordt ondersteund. Als u de nummers wilt bekijken, drukt Menu en selecteert u Contacten en Eigen nummers. Ga naar de gewenste nahet gewenste nummer en druk op Bekijken.

BellergroepenU kunt de namen en telefoonnummers in Contacten indelen in bellergroepenelke bellergroep kunt u instellen dat een bepaalde beltoon moet klinken en geselecteerde afbeelding in het display moet worden weergeven wanneer ugebeld door een telefoonnummer uit de groep. Zie Waarschuwen bij onder Tooninstellingen op pagina 96 als u de telefoon zodanig wilt instellen dat dalleen overgaat wanneer oproepen worden ontvangen van de telefoonnummdie behoren tot een geselecteerde bellergroep.

Druk op Menu, selecteer achtereenvolgens Contacten en Bellersgroepen enselecteer de gewenste bellergroep. Selecteer:

• Groepstitel, toets een nieuwe naam voor de bellergroep in en druk op OK

• Groepsbeltoon en selecteer de beltoon voor de groep.

95

• Groepslogo en selecteer Aan om het groepslogo weer te geven, Uit om het groepslogo niet weer te geven, of Bekijken om het logo te bekijken.

. Ga u een , drukt

r u de tellen. De stijl 1

aar

die u

tief te

oor


• Leden om een naam aan de bellergroep toe te voegen. Druk op Toevoeg.naar de naam die u aan de groep wilt toevoegen en druk op Toevoeg.. Alsnaam uit de bellergroep wilt verwijderen, gaat u naar de gewenste naamu op Opties en selecteert u Contact verwijd..

■ Instellingen

ProfielenDe telefoon heeft verschillende instellingsgroepen ofwel profielen, waarvootelefoongeluiden voor verschillende gebeurtenissen en omgevingen kunt insPas de profielen naar wens aan en activeer een profiel om het te gebruiken.volgende profielen zijn beschikbaar: Normaal, Stil, Vergadering, Buiten, Mijnen Mijn stijl 2.

Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen en Profielen. Ga neen profiel en druk op Select..

• Selecteer Activeren om het geselecteerde profiel te activeren.

• Selecteer Aanpassen om het profiel aan te passen. Selecteer de instellingwilt wijzigen en breng de gewenste wijzigingen aan.

• Als u het profiel wilt instellen om een bepaalde tijd (maximaal 24 uur) aczijn, selecteert u Tijdelijk en stelt u de gewenste eindtijd in. Wanneer de ingestelde tijd voor het profiel verstrijkt, wordt het vorige profiel (waarvgeen tijd was ingesteld) geactiveerd.

96

Tip: U kunt het profiel snel verwisselen vanuit de standby-modus door op de aan / uit–toets te drukken, naar het gewenste profiel te gaan en op

de a's

een e

ecteer s om

en. ,

en (zie

een e


Select. te drukken.

Thema'sEen thema is een pakket dat kan bestaan uit een screensaver, een achtergrondafbeelding, een beltoon en een kleurenschema. Hiermee kunt utelefoon aanpassen voor verschillende gelegenheden en omgevingen. Themworden opgeslagen in de Galerij.

Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen en Thema's. Als uthema wilt activeren, selecteert u Thema selecteren om de map Thema's in dGalerij te openen. Open de map en ga naar een thema. Druk op Opties en selThema toepassen. Zie ook Galerij op pagina 112. Selecteer Themadownloadnieuwe thema's te downloaden. Zie Downloaden op pagina 149.

TooninstellingenU kunt de tooninstellingen van het geselecteerde profiel wijzigen.

Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen en TooninstellingSelecteer en wijzig Oproepsignaal, Type beltoon, Beltoonvolume, TrilsignaalBerichtensignaaltoon, Signaaltoon chatbericht, Toetsenvolume en Waarschuwingstonen. U vindt dezelfde instellingen ook in het menu ProfielProfielen op pagina 95).

Selecteer Waarschuwen bij om de telefoon zodanig in te stellen dat deze allovergaat wanneer oproepen worden ontvangen van de telefoonnummers di

97

behoren tot een geselecteerde bellergroep. Ga naar de gewenste bellergroep of kies Elke oproep en druk op Markeer..

u het

chter de

etoets.

ecteer

eren odus


FavorietenDoor favorieten in te stellen krijgt u snel toegang tot de telefoonfuncties diemeest gebruikt.

RechterselectietoetsDruk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Favorieten en Reselectietoets om een telefoonfunctie uit de standaardlijst toe te wijzen aanrechterselectietoets. Zie ook Standby–modus op pagina 28. Sommige netwerkoperators bieden geen ondersteuning voor dit menu.

Opties favorietenU kunt telefoonfuncties uit de standaardlijst toevoegen aan de linkerselecti

Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen en Favorieten. SelOpties 'Favorieten' selecteren om de functies te selecteren die worden weergegeven in de lijst met favorieten. Selecteer Opties 'Favorieten' organisom de functies voor uw lijst met favorieten te selecteren. Zie ook Standby–mop pagina 28.

SpraakopdrachtenEr is een lijst met telefoonfuncties die met een spraaklabel kunnen worden geactiveerd. U kunt maximaal vijf functies koppelen aan een spraaklabel.

Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Favorieten en Spraakopdrachten. Selecteer de gewenste functiemap, ga naar de functie

98

waaraan u een spraaklabel wilt toevoegen en druk op Toevoeg.. Een spraaklabel wordt aangeduid met .

92

ina 93

oren sche

n in an een


Zie de instructies in de sectie Spraaklabels toevoegen en beheren op paginavoor informatie over het toevoegen van een spraakopdracht.

Zie de instructies in de sectie Bellen met behulp van een spraaklabel op pagvoor aanwijzingen voor het activeren van een spraakopdracht.

Tot de functies die u kunt activeren door middel van Spraakopdrachten behHoorbaar alarm om de batterij– of netwerkstatus te controleren via akoestisignalen (pieptonen): één pieptoon → laagtwee pieptonen → tamelijk laagdrie pieptonen → tamelijk sterkvier pieptonen → sterk andere toon → geen netwerkdekking

Weergave–instellingen Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen en Weergave-instellingen.

• Selecteer Achtergrond om de telefoon in te stellen om een achtergrondafbeelding weer te geven als de telefoon zich in de standby–modus bevindt.

• Selecteer Kleurenschema's voor het wijzigen van de kleur voor elementehet display en voor de achtergrondafbeelding die verschijnt bij gebruik vmenufunctie.

99

• Selecteer Menuweergave om in te stellen hoe het hoofdmenu moet worden weergegeven.

en.

e

ng een n van 9.

d en

n de

tijd


• Selecteer Operatorlogo om het operatorlogo weer te geven of te verberg

• Selecteer Screensaver en Select. scr.sav. om een animatie of statische afbeelding als screensaver te kiezen in de Galerij. Selecteer bij Timeout dtimeout voor het activeren van de screensaver. Selecteer Aan om de screensaver in te schakelen.

Ongeacht de instellingen voor de screensaver wordt voor energiebesparidigitale klok in het display weergegeven als gedurende bepaalde tijd geede functies van de telefoon is gebruikt. Zie Energiebesparing op pagina 2

Instellingen tijd en datumDruk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen en Instellingen tijdatum.

Selecteer Klok om in te stellen dat de klok moet worden weergegeven in de standby–modus, om de klok in te stellen en om de tijdzone en tijdnotatie teselecteren.

Selecteer Datum om in te stellen dat de datum moet worden weergegeven istandby–modus, om de datum aan te passen en om de datumnotatie en hetscheidingsteken voor datums te selecteren.

Selecteer Datum en tijd autom. aanpassen om in te stellen dat de datum en automatisch moeten worden bijgewerkt op basis van de huidige tijdzone (netwerkdienst).

100

OproepinstellingenDruk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen en Oproepinstellingen.

n te

en.

.

om de

en

rt

sten

ling.


Selecteer

• Automatische volumeregeling om automatisch het luidsprekervolume aapassen aan het geluid op de achtergrond.

• Doorschakelen (netwerkdienst) om inkomende oproepen door te schakelNeem contact op met de serviceprovider voor meer informatie.

• Opnemen met willekeurige toets en Aan om een inkomende oproep te beantwoorden door kort op een willekeurige toets te drukken, met uitzondering van , de selectietoetsen en , de DVS–toets en

• Automatisch opnieuw kiezen en Aan om maximaal 10 pogingen te doen verbinding te bewerkstelligen na een mislukte oproeppoging.

• Snelkeuze en Aan om de namen en telefoonnummers die aan de snelkeuzetoetsen ( tot en met ) zijn toegekend, te kunnen kiezdoor de desbetreffende cijfertoets ingedrukt te houden.

• Wachtfunctieopties en Activeren om door het netwerk gewaarschuwd teworden als er een nieuwe inkomende oproep is terwijl u een gesprek voe(netwerkdienst). Zie Wachtfunctie op pagina 34.

• Samenvatting na oproep en Aan om na elk gesprek kort de duur en de kovan het gesprek weer te geven (netwerkdienst).

• Identificatie verzenden (netwerkdienst) en selecteer Ja of Netwerkinstel

101

• Lijn uitgaande oproepen om telefoonlijn 1 of 2 voor gesprekken te selecteren (netwerkdienst). Deze optie wordt alleen weergegeven als de optie door de

ingen.

atisch

oon

ch neer

n en

nkelijk

r de aan.


SIM–kaart wordt ondersteund.

TelefooninstellingenDruk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen en TelefooninstellSelecteer

• Taal display om de display–taal voor de telefoon in te stellen. Als Automis geselecteerd, wordt automatisch de taal geselecteerd op basis van de informatie op de SIM–kaart.

• Geheugenstatus om de beschikbare ruimte in het geheugen van de telefweer te geven.

• Automatische toetsblokkering om in te stellen dat de toetsen automatismoeten worden geblokkeerd na een bepaalde, vooraf ingestelde tijd wande telefoon zich in de standby–modus bevindt en geen telefoonfuncties worden gebruikt. Selecteer Aan en stel een timeout tussen de 5 seconde60 minuten in.

Wanneer de telefoon is vergrendeld, kunt u soms nog wel het officiële alarmnummer kiezen.

• Celinformatie en Aan om informatie te ontvangen van het netwerk, afhavan het gebruikte netwerk (netwerkdienst).

• Welkomsttekst en toets het bericht in dat u kort wilt weergeven wanneetelefoon wordt ingeschakeld. Als u de tekst wilt opslaan, drukt u op Opsl

102

• Operatorselectie en Automatisch om automatisch een van de cellulaire netwerken te selecteren die in uw regio beschikbaar zijn. Als u Handmatig

st met

en.

den PRS–

teunt: rking rt oren

tuur

ie.


selecteert, kunt u een netwerk selecteren dat een registratieovereenkomuw eigen netwerkoperator heeft.

• SIM-dienstacties bevestigen. Zie SIM–diensten op pagina 155.

• Automatische Help-tekst om de helpteksten weer te geven of te verberg

• Starttoon als u een starttoon wilt afspelen wanneer de telefoon wordt ingeschakeld of deze toon wilt uitschakelen.

ConnectiviteitU kunt de telefoon via infrarood of draadloze Bluetooth–technologie verbinmet een compatibel apparaat en u kunt de instellingen definiëren voor (E)Ginbelverbindingen.

Draadloze technologie via BluetoothDit apparaat voldoet aan Bluetooth–specificatie 1.2 die de volgende profielen ondersHands-Free, Headset Profile, Object Push Profile, File Transfer Profile, Dial-Up NetwoProfile, Sim Access Profile, Service Discovery Profile, Generic Access Profile, Serial PoProfile en Generic Object Exchange Profile. Gebruik door Nokia goedgekeurde toebehvoor dit model als u verzekerd wilt zijn van compatibiliteit met andere apparatuur dieBluetooth–technologie ondersteunt. Informeer bij de fabrikanten van andere apparanaar de compatibiliteit met dit apparaat.

Op sommige plaatsen gelden beperkingen voor het gebruik van Bluetooth-technologRaadpleeg de lokale autoriteiten of serviceprovider voor meer informatie.

103

Als functies gebruikmaken van Bluetooth–technologie of als dergelijke functies op de achtergrond worden uitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit extra

e e

nde

.

th–nden.

nen het het af te


batterijcapaciteit en neemt de levensduur van de batterij af.

Met Bluetooth–technologie kunt u draadloos verbinding maken tussen de telefoon en een compatibel Bluetooth–apparaat. De apparaten moeten zichbinnen een afstand van 10 meter van elkaar bevinden. Omdat Bluetooth–apparaten gebruikmaken van radiogolven, hoeven de telefoon en het anderBluetooth–apparaat zich niet in elkaars gezichtsveld te bevinden, hoewel dverbinding storing kan ondervinden van obstakels zoals een muur of andereelektronische apparatuur.

Een Bluetooth–verbinding instellenDruk op Menu en selecteer Instellingen, Connectiviteit, Bluetooth. De volgeopties worden weergegeven:

• Bluetooth > Aan of Uit – om de Bluetooth–functie in of uit te schakelengeeft een actieve Bluetooth–verbinding aan.

• Zoeken naar audiotoebehoren – om te zoeken naar compatibele Bluetooaudioapparaten. Selecteer het apparaat dat u met de telefoon wilt verbi

• Gekoppelde apparaten – om te zoeken naar een Bluetooth–apparaat binhet toegestane bereik. Selecteer Nieuw om alle Bluetooth-apparaten in bereik weer te geven. Ga naar een apparaat en selecteer Koppelen. ToetsBluetooth–wachtwoord van het apparaat in om de apparaten op elkaar stemmen ('paren') en verbind het apparaat met de telefoon. U hoeft dit wachtwoord alleen op te geven wanneer u het apparaat voor het eerst

104

aansluit. De telefoon maakt verbinding met het apparaat, waarna u de gegevensoverdracht kunt starten.

r ecteer en die

e

tisch

rden tooth, ijn

n.

poort.

ten,


Draadloze Bluetooth–verbindingDruk op Menu en selecteer Instellingen, Connectiviteit, Bluetooth. SelecteeActief apparaat om te controleren welke Bluetooth-verbinding actief is. SelGekoppelde apparaten om een lijst weer te geven met de Bluetooth–apparatop de telefoon zijn afgestemd.

Als u Opties selecteert, hebt u de volgende mogelijkheden, afhankelijk van dstatus van het apparaat en de Bluetooth–verbinding. Selecteer Korte naam toewijzen of Autom. verb. zonder bevestiging > Ja – om de telefoon automaverbinding te laten maken met een eerder afgestemd Bluetooth–apparaat.

Instellingen BluetoothOm te definiëren hoe de telefoon aan andere Bluetooth–apparaten moet woweergegeven, drukt u op Menu and select Instellingen, Connectiviteit, BlueInstellingen Bluetooth en Waarneembaarheid mijn telefoon of Naam van mtelefoon.

Wij raden u aan gebruik te maken van Verborgen in Waarneembaarheid mijn telefooAccepteer altijd alleen Bluetooth–communicatie van anderen die u kunt vertrouwen.

InfraroodU kunt de telefoon instellen op het ontvangen van gegevens via de infraroodAls u een infraroodverbinding wilt gebruiken, moet het apparaat waarmee uverbinding wilt maken IrDA–compatibel zijn. Via de infraroodpoort van de telefoon kunt u gegevens zoals visitekaartjes, afbeeldingen, geluidsfragmen

105

videoclips en agendanotities, zenden naar of ontvangen van een compatibele telefoon of een compatibel gegevensapparaat (bijvoorbeeld een computer).

met

gende

ns via

e

ieuw

ing n

ndere


Richt de infraroodstraal niet op andermans ogen en vermijd dat stroringen optreden andere IR–apparaten. Dit apparaat is een Klasse 1 laserproduct.

Gegevens verzenden en ontvangen via infrarood1. Zorg ervoor dat de infraroodpoorten van het verzendende en het ontvan

apparaat op elkaar gericht zijn en dat er zich geen obstakels tussen dezeapparaten bevinden.

2. U stelt de infraroodpoort van de telefoon in op het ontvangen van gegeveinfrarood door op Menu te drukken en achtereenvolgens Instellingen, Connectiviteit en Infrarood te selecteren.

3. De gebruiker van het zendende toestel selecteert vervolgens de gewenstinfraroodfunctie om de datatransmissie te starten.

Als de datatransmissie niet binnen twee minuten na het activeren van de infraroodpoort wordt gestart, wordt de verbinding verbroken en moet u opnbeginnen.

Pictogram infraroodverbinding• Wanneer onafgebroken wordt weergegeven, is de infraroodverbind

geactiveerd en is de telefoon gereed voor het verzenden of ontvangen vagegevens via de infraroodpoort.

• Wanneer knippert, wordt geprobeerd verbinding te maken met het aapparaat of is de infraroodverbinding verbroken.

106

(E)GPRSGPRS (General Packet Radio Service) is een netwerkdienst waarmee mobiele

r voor

iek oogd.

sies,

neren

f

ebruik t niet keuze


telefoons kunnen worden gebruikt voor het verzenden en ontvangen van gegevens via een IP–netwerk (Internet Protocol). GPRS is een gegevensdragedraadloze toegang tot gegevensnetwerken zoals internet.

EGPRS (Enhanced GPRS), ook wel EDGE (Enhanced Data Rates for Global Evolution) genoemd, is vergelijkbaar met GPRS. EDGE is een modulatietechnvoor de radiointerface waarmee de snelheid van GRPS–gegevens wordt verhNeem contact op met uw netwerkoperator of serviceprovider voor meer informatie over de beschikbaarheid van EGPRS en de snelheid van gegevensoverdracht.

Toepassingen die gebruikmaken van (E)GPRS zijn MMS, chatten, browsersese–mail, extern SyncML, downloaden van Java-toepassingen, DVS en pc–inbeldiensten (bijvoorbeeld internet en e–mail).

Als u (E)GPRS–technologie wilt gebruiken, neemt u contact op met uw netwerkoperator of serviceprovider voor de beschikbaarheid van en het abonop de (E)GPRS–dienst en slaat u de (E)GPRS–instellingen op voor alle toepassingen die u via (E)GPRS gebruikt. Informeer bij de netwerkoperator oserviceprovider naar de tarieven voor het gebruik van deze functie.

Wanneer u GPRS hebt geselecteerd als gegevensdrager, maakt de telefoon gvan EGPRS in plaats van GPRS als het netwerk die mogelijkheid biedt. U kunkiezen tussen EGPRS en GPRS, maar voor sommige toepassingen kunt u eenmaken tussen GPRS en GSM-gegevens (CSD, Circuit Switched Data).

107

(E)GPRS-verbindingDruk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Connectiviteit, GPRS en

t

ing

ding

rukt u S en


GPRS-verbinding.

• Selecteer Altijd online om in te stellen dat de telefoon automatisch moeworden geregistreerd bij een GPRS–netwerk wanneer het toestel wordt ingeschakeld.

• Selecteer Wanneer nodig als u wilt dat de (E)GPRS–registratie en –verbinding tot stand worden gebracht wanneer dit voor een toepassnodig is. De verbinding wordt verbroken wanneer u de toepassing sluit.

(E)GPRS–modeminstellingenU kunt de telefoon via Bluetooth–technologie, infrarood of een kabelverbinaansluiten op een compatibele pc en de telefoon gebruiken als modem om (E)GPRS–verbinding via de pc in te schakelen.

Als u de instellingen voor (E)GPRS–verbindingen vanaf de pc wilt instellen, dop Menu en selecteert u achtereenvolgens Instellingen, Connectiviteit, GPRGPRS-modeminstellingen.

• Selecteer Actief toegangspunt en activeer het toegangspunt dat u wilt gebruiken.

• Selecteer Actieve toegangspunt bewerken om de instellingen voor het toegangspunt te wijzigen.

• Selecteer Alias voor toegangspunt. Voer de gewenste naam voor het geactiveerde toegangspunt in en druk op OK.

108

• Selecteer GPRS-toegangspunt. Toets de naam van het toegangspunt in om een verbinding met een (E)GPRS–netwerk tot stand te brengen en druk op

r de

reren

is s

e ijk van

rden n

p 1 x


OK. Neem contact op met de netwerkoperator of serviceprovider voonaam van het toegangspunt.

U kunt de (E)GPRS–inbelinstellingen (naam van toegangspunt) ook configuop de pc met behulp van de software Nokia Modem Options. Zie PC Suite oppagina 156. Als u de instellingen zowel op de pc als op de telefoon hebt geconfigureerd, worden de instellingen van de pc gebruikt.

ToebehoreninstellingenHet menu Toebehoreninstellingen wordt alleen weergegeven als de telefoonaangesloten of aangesloten geweest op bepaalde mobiele toebehoren, zoalladers en handsfree–eenheden.

Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen en Toebehoren-instellingen. U kunt een menu voor toebehoren selecteren als de betreffendtoebehoren op de telefoon is aangesloten of aangesloten geweest. Afhankelhet toebehoren, kunt u de volgende opties selecteren:

• Standaard profiel om het profiel te selecteren dat automatisch moet wogeactiveerd wanneer u het geselecteerde toebehoren aansluit. U kunt eeander profiel selecteren terwijl het toebehoren is aangesloten.

• Automatisch opnemen om inkomende gesprekken binnen vijf seconden automatisch te beantwoorden. Als de optie Oproepsignaal is ingesteld opiepen of Stil, is Automatisch opnemen niet actief.

109

• Verlichting om de verlichting permanent in te schakelen (Aan). Selecteer Automatisch om de verlichting na het indrukken van een toets 15 seconden

n

op de en, via e

–n een

r

geven en een vider n rt u


ingeschakeld te laten.

• Als de telefoon is aangesloten op de volledige carkit, selecteert u Ontstekingsdetector en Aan om de telefoon automatisch uit te schakeleongeveer 20 seconden nadat u de auto hebt uitgezet.

Configuratie-instellingenVoor sommige netwerkdiensten moeten de juiste configuratie-instellingen telefoon worden ingesteld. U kunt de instellingen van de SIM–kaart gebruikeen configuratiebericht ontvangen van de serviceprovider of uw persoonlijkinstellingen handmatig intoetsen. U kunt de configuratie–instellingen van maximaal tien verschillende serviceproviders opslaan in de telefoon en dezevanuit dit menu beheren.

Zie Dienst voor configuratie–instellingen op pagina 19 als u de configuratieinstellingen wilt opslaan die u in een configuratiebericht hebt ontvangen vaserviceprovider.

Druk op Menu en selecteer Instellingen, Configuratie-instellingen. Selectee

• Standaardconfig.-instellingen om een lijst met serviceproviders weer te die zijn opgeslagen in de telefoon (de standaardprovider is gemarkeerd) andere serviceprovider in te stellen als standaardprovider. Ga naar de proen druk op Gegev. voor een lijst met ondersteunde toepassingen. Als u eeserviceprovider wilt verwijderen uit de lijst, drukt u op Opties en selecteeVerwijderen.

110

• Std. activeren in alle toepassingen om de instellingen van de standaardprovider te gebruiken in de toepassingen.

aal

gen

u op ngen


• Voorkeurstoegangspunt om een ander toegangspunt te selecteren. Normgesproken wordt het toegangspunt van de standaardnetwerkoperator gebruikt.

De instellingen handmatig intoetsen

Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Configuratie-instellingen en Persoonlijke config.instellingen om de instellinhandmatig in te toetsen, weer te geven en te wijzigen.

Als u een nieuwe configuratie wilt toevoegen, drukt u op Nw toev. of drukt Opties en selecteert u Voeg nieuwe toe. Selecteer een van de typen toepassiin de lijst en toets alle benodigde instellingen in. Druk op Terug en Opties enselecteer Activeren om de instellingen te activeren.

Als u de gebruikersinstellingen wilt weergeven of bewerken, gaat u naar de gewenste toepassing en selecteert u de instelling die u wilt wijzigen.

BeveiligingsinstellingenWanneer slechts een beperkt aantal oproepen mogelijk is, kunt u soms nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.

Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen en Beveiligingsinstellingen. Selecteer

111

• PIN-code vragen als u de telefoon wilt instellen om naar de PIN–code te vragen wanneer de telefoon wordt ingeschakeld. Sommige SIM-kaarten

epen

e

n van

moet

et jzigen.

het

etten,


ondersteunen het uitschakelen van de PIN–code niet.

• Oproepen blokkeren (netwerkdienst) als u inkomende en uitgaande oprowilt beperken. Hiervoor hebt u het blokkeerwachtwoord nodig.

• Vaste nummers als u uitgaande oproepen wilt beperken tot geselecteerdtelefoonnummers, als dit door uw SIM–kaart wordt ondersteund.

• Beperkte groep gebruikers om oproepen te beperken tot oproepen naar eeen bepaalde groep mensen (netwerkdienst).

• Beveiligingsniveau. Selecteer Telefoon als de beveiligingscode gevraagdworden zodra een nieuwe SIM–kaart in de telefoon wordt geplaatst.

Selecteer Geheugen als de beveiligingscode gevraagd moet worden als hSIM–kaartgeheugen is geselecteerd en u het gebruikte geheugen wilt wi

• Toegangscodes als u de beveiligingscode, de PIN–code, de PIN2–code ofblokkeerwachtwoord wilt wijzigen.

• Code gebruiken om op te geven of de UPIN– of PIN–code moet worden geactiveerd.

Fabrieksinstellingen terugzettenAls u bepaalde menu–instellingen op de oorspronkelijke waarden wilt terugzdrukt u op Menu en selecteert u achtereenvolgens Instellingen en Fabrieksinstellingen terugzetten.

112

■ OperatormenuDit menu biedt toegang tot een portal met diensten die uw netwerkoperator te

rden et uw

op

R, ent,

eriode , die van roleer tot zijn.

tekent of


bieden heeft. Dit menu verschilt per operator. De naam en het pictogram wobepaald door de netwerkoperator. Neem voor meer informatie contact op mnetwerkoperator.

De operator kan dit menu bijwerken met een dienstbericht. Zie Dienstinboxpagina 149 voor meer informatie.

■ GalerijIn dit menu kunt u foto's afbeeldingen, videoclips, opnamen en tonen beheren. Deze bestanden zijn ingedeeld in mappen.

Uw telefoon ondersteunt een systeem voor beheer van digitale rechten (DMDigital Rights Management) ter bescherming van opgehaalde content. Contzoals een beltoon, kan beschermd zijn en onderworpen aan bepaalde gebruiksregels, bijvoorbeeld een beperking in aantal te gebruiken keren en pvan gebruik. De regels zijn vastgelegd in de activeringssleutel bij de contentsamen met de content wordt geleverd of onafhankelijk daarvan, afhankelijkde serviceprovider. Mogelijk kunt u deze activeringssleutels bijwerken. Contaltijd de leveringsvoorwaarden van content en activeringssleutel voordat u aanschaf overgaat, omdat er van een tarief of andere vergoeding sprake kan

Op bepaalde afbeeldingen, beltonen en andere inhoud rust mogelijk copyright, wat bedat de desbetreffende inhoud niet mag worden gekopieerd, gewijzigd, overgedragen doorgestuurd.

113

1. Druk op Menu en selecteer Galerij. Een lijst met mappen wordt weergegeven. De mappen Afbeeldingn, Videoclips, Thema's, Grafisch, Tonen en Opnamen zijn

den in n:

ype els.

en en a en

. als

en en en

ooth

ap te


de oorspronkelijke mappen van de telefoon.

2. Ga naar de gewenste map en druk op Openen om een lijst met de bestande map weer te geven, of druk op Opties voor de volgende mogelijkhede

Map verwijderen, Verplaatsen, Map hernoemen, Downloads, Gegevens, Tweergave, Sorteren, Map toevoegen, Geheugenstatus en Lijst activ.sleut

3. Als u een map hebt geopend, selecteert u het bestand dat u wilt weergevdrukt u op Openen. Als Thema's was geselecteerd, gaat u naar een themdrukt u op Bekijken om het themapakket te openen.

Selecteer en open een bestand of druk op Opties en selecteer een van devolgende functies voor het geselecteerde bestand:

Verwijderen, Verzenden, Afb. bewerken, Verplaatsen, Naam wijzigen, Instachtergr., Inst. als beltoon, Thema toepassen, Gegevens, Type weergave, Sorteren, Alle verwijderen, Open in volgorde, Audio dempen (Audio dempuit), Contrast instellen, Map toevoegen, Geheugenstatus, Inhoud activerLijst activ.sleutels.

Verzenden – om het geselecteerde bestand te verzenden via MMS, Bluetof infrarood.

Alle verwijderen – om alle bestanden en mappen uit de geselecteerde mverwijderen.

Afb. bewerken – om tekst, een kader of illustraties aan de geselecteerdeafbeelding toe te voegen of om de afbeelding bij te snijden.

114

Open in volgorde – om de bestanden in de map één voor één weer te geven.

Spelen – om een geluidsbestand of afbeeldingbestand in het bericht te

kelen

n.

nd bij e

eld

m dit

–


beluisteren of te bekijken.

Zoom – om de afbeelding in het bericht te vergroten.

Audio dempen (Audio dempen uit) – om het geluidsbestand uit te scha(of in te schakelen).

Contrast instellen – om het contrastniveau van de afbeelding in te stelle

Inhoud activeren – om de activeringssleutel van het geselecteerde bestate werken. Deze optie wordt alleen weergegeven als het bijwerken van dactiveringssleutel door het bestand wordt ondersteund.

Lijst activ.sleutels – om een lijst weer te geven met alle beschikbare activeringssleutels. U kunt activeringssleutels ook verwijderen, bijvoorbesleutels die verlopen zijn.

■ Media

SpraakrecorderU kunt vijf minuten spraak, geluid of een actief gesprek opnemen. Dit kan bijvoorbeeld handig zijn als u een naam en telefoonnummer wilt opnemen olater te noteren.

De opnamefunctie kan niet worden gebruikt wanneer er een dataoproep of een GPRSverbinding actief is.

115

Opnemen1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Media en Spraakrecorder.

n

een wordt .

slagen

kan gie.

t


Opmerking: Als DVS (drukken–voor–spreken) niet op uw telefoobeschikbaar is, kunt u ook op de DVS–toets drukken om de Spraakrecorder te activeren.

2. Druk op Opnemen om het opnemen te starten. Als wilt opnemen tijdens gesprek, drukt u op Opties en selecteert u Opnemen. Terwijl een gesprekopgenomen, horen beide partijen elke vijf seconden een zachte pieptoon

3. Als u het opnemen wilt stoppen, drukt u op Stop. De opname wordt opgein de map Opnamen van het menu Galerij.

4. Druk op Ltste opn. afspln om de laatste opname te beluisteren.

5. Druk op Ltste opn. vrzdn om de laatste opname te verzenden. De opnameworden verzonden via infrarood, MMS of draadloze Bluetooth–technolo

Lijst met opnamenDruk op Menu en selecteer achtereenvolgens Media, Spraakrecorder en Opnamelijst. De lijst met mappen in de Galerij wordt weergegeven. Open Opnamen om de lijst met opnamen te bekijken.

■ DVSDVS (drukken–voor–spreken) is een tweerichtings radiodienst die beschikbaar wordt gesteld via een GSM/GPRS–cellulair netwerk (netwerkdienst). DVS biedt rechtstreekse, gesproken communicatie door heindrukken van de DVS–toets.

116

U kunt DVS gebruiken om te spreken met één enkele persoon of met een groep personen die over compatibele apparaten beschikken. Wanneer uw oproep wordt

rs ng is, ebben

id,

or de

ties ppeld e wel


verbonden, hoeft de persoon of groep die u oproept, de oproep niet te beantwoorden. Naast de GPRS–tellers legt de telefoon alleen een–op–een oproepen vast in de lijst met laatste oproepen in Oproep-info. De deelnemedienen de ontvangst van de oproep te bevestigen wanneer dat van toepassiomdat er geen enkele andere bevestiging is dat de ontvanger(s) de oproep hgehoord.

Informeer bij uw netwerkoperator of serviceprovider naar de beschikbaarhekosten en abonnementsmogelijkheden voor deze dienst. Roaming–dienstenkennen wellicht meer beperkingen dan gewone oproepen.

Als uw serviceprovider geen DVS biedt, wordt met de DVS–toets de Spraakrecorder geactiveerd.

Voordat u de DVS–dienst kunt gebruiken, moet u de vereiste instellingen vodienst definiëren.

Terwijl u verbonden bent met de DVS–dienst, kunt u gewoon de andere funcvan de telefoon blijven gebruiken. Omdat de cellulaire DVS-dienst niet gekois aan traditionele gesproken communicatievormen, zijn tal van diensten dibeschikbaar zijn voor traditionele spraakoproepen (zoals voicemail) niet beschikbaar voor DVS.

Menu DVSDruk op Menu en selecteer DVS. De selectielijst van het DVS–menu wordt weergegeven.

117

• Selecteer DVS inschakelen of DVS uitschakelen om de verbinding met de DVS–dienst te activeren of te verbreken.

ven.

n u

VS–

door

cteert n dat

met


• Selecteer Terugbelinbox om de ontvangen terugbelverzoeken weer te ge

• Selecteer Groepslijst om de lijst met DVS–groepen weer te geven.

• Selecteer Contactenlijst om de lijst met contacten weer te geven waaraahet DVS–adres hebt toegevoegd.

• Selecteer Groep toevoegen om een nieuwe DVS–groep toe te voegen.

• Selecteer DVS-instellingen om de DVS–instellingen te definiëren.

• Selecteer Configuratie-instellingen om de vereiste instellingen voor de Dverbinding te definiëren.

• Selecteer Web om de browser te openen en verbinding te maken met de de serviceprovider verstrekte DVS–netwerkportal.

Verbinding met de DVS–dienst activeren en verbreken• Als u verbinding wilt maken met de DVS–dienst, drukt u op Menu en sele

u DVS en DVS inschakelen. geeft de DVS–verbinding aan. geeft aade dienst tijdelijk niet beschikbaar is. De telefoon probeert automatisch opnieuw verbinding met de DVS-dienst te maken totdat u de verbindingde dienst verbreekt. Als u een of meer groepen hebt toegevoegd, wordt uautomatisch aangemeld bij de actieve (Standaard of Gescand) groepen, waarna de naam van de standaardgroep wordt weergegeven in de standby-modus.

118

• Selecteer DVS uitschakelen als u de verbinding met de DVS–dienst wilt verbreken.

e

oek u de

wilt ies en

e

teer

uk op pties


TerugbelverzoekenAls u een een–op–een oproep activeert en u ontvangt geen reactie, kunt u ddesbetreffende persoon een verzoek toezenden om u terug te bellen.

Wanneer iemand u een terugbelverzoek toezendt, wordt Terugbelverzoek ontvangen weergegeven in de standby–modus. Wanneer u een terugbelverzontvangt van iemand die niet in uw lijst met contacten is opgenomen, kuntnaam opslaan in de lijst.

Een terugbelverzoek verzenden• Als u een terugbelverzoek vanuit de lijst met contacten in het menu DVS

verzenden, selecteert u Contactenlijst. Ga naar een contact, druk op Optselecteer Terugbellen.

• Als u een terugbelverzoek wilt verzenden vanuit Contacten, beweegt u djoystick omlaag vanuit de standby–modus en gaat u naar het gewenste contact. Druk op Gegev., ga naar het DVS–adres, druk op Opties en selecTerugbellen.

• Als u een terugbelverzoek vanuit de groepslijst in het menu DVS wilt verzenden, selecteert u Groepslijst en gaat u naar de gewenste groep. DrOpties, selecteer Actieve leden, ga naar het gewenste contact, druk op Oen selecteer Terugbellen.

119

• Als u een terugbelverzoek vanuit de lijst met terugbelverzoeken in het menu DVS wilt verzenden, selecteert u Terugbelinbox. Ga naar een contact, druk op

bben

bben

wilt tact.


Opties en selecteer Terugbellen.

Reageren op een terugbelverzoek1. U opent de Terugbelinbox door te drukken op Bekijken. Er wordt een lijst

weergegeven met aliassen van de personen die u een terugbelverzoek hetoegezonden.

2. Druk op de DVS–toets om een een–op–een gesprek te voeren.

3. Druk op Opties en selecteer Terugbellen om een terugbelverzoek naar deafzender te verzenden.

Druk op Verwijd. als u het verzoek wilt verwijderen.

De afzender van het terugbelverzoek opslaan1. U opent de Terugbelinbox door te drukken op Bekijken. Er wordt een lijst

weergegeven met aliassen van de personen die u een terugbelverzoek hetoegezonden.

2. Druk op Opties en selecteer DVS-adres tonen om het DVS–adres van de afzender weer te geven.

Als u een nieuw contact wilt opslaan of het DVS–adres aan een contact toevoegen, drukt u op Opties en selecteert u Opslaan als of Toev. aan con

120

Een DVS–oproep starten en ontvangenStel de telefoon in op het gebruik van de luidspreker of het luistergedeelte voor

in de

reker

en–n naar

. Een aam

op de

a u e wie an de


DVS–oproepen. Wanneer u het luistergedeelte selecteert, kunt u de telefoonnormale positie tegen het oor houden.

Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspwordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.

Wanneer u verbinding hebt met de DVS–dienst, kunt u groepsoproepen of eop–een oproepen starten of ontvangen. Een–op–een oproepen zijn oproepeéén persoon.

Een groepsoproep starten• Druk op de DVS–toets om een oproep naar de standaardgroep te starten

geluidssignaal geeft aan dat er toegang is verleend. Uw alias en groepsnworden weergegeven.

Als u een oproep wilt starten naar een niet–standaardgroep, selecteert uGroepslijst in het DVS–menu, gaat u naar de gewenste groep en drukt u DVS–toets.

• Houd de DVS–toets ingedrukt zolang u aan het praten bent en houd de telefoon vóór u zodat u het display kunt zien. Laat de DVS–toets los zodrklaar bent met praten. Praten wordt toegestaan op basis van het principhet eerst komt, wie het eerst maalt. Wanneer iemand stopt met praten, keerste persoon die de DVS–toets indrukt als volgende praten.

121

Een een–op–een oproep starten• Selecteer Contactenlijst als u een een–op–een oproep wilt starten vanuit de

uw p de

n, s, –

t de uk op

een

n een in

de van


lijst met contacten waaraan u het DVS–adres hebt toegevoegd dat u vanserviceprovider hebt ontvangen. Ga naar het gewenste contact en druk oDVS–toets.

U kunt het contact ook selecteren uit de lijst met Contacten.

• Als u een een–op–een oproep wilt starten vanuit de lijst met DVS-groepeselecteert u Groepslijst en gaat u naar de gewenste groep. Druk op Optieselecteer Actieve leden, ga naar het gewenste contact en druk op de DVStoets.

• Selecteer Terugbelinbox als u een een–op–een oproep wilt starten vanuilijst met ontvangen terugbelverzoeken. Ga naar het gewenste alias en drde DVS–toets.

Een groepsoproep of een–op–een oproep ontvangen• Een inkomende groepsoproep en een–op–een oproep wordt gemeld door

kort geluidssignaal. Bij ontvangst van een groepsoproep worden de groepsnaam en het alias van de afzender weergegeven. Bij ontvangst vaeen–op–een oproep van een persoon wiens gegevens u hebt opgeslagenContacten, wordt de opgeslagen naam weergegeven indien deze wordt herkend. Anders wordt alleen het alias van de persoon weergegeven.

• U kunt een inkomende een–op–een oproep accepteren of weigeren als utelefoon hebt ingesteld op het genereren van een melding bij ontvangst een–op–een oproepen.

122

• Als u op de DVS–toets drukt om te reageren op een groep terwijl een ander groepslid nog aan het praten is, klinkt er een wachttoon en wordt In wachtrij

ts a u

oepen

ste nfo

enlijst

at u naar

ecteer ntact .


weergegeven zolang u de DVS–toets ingedrukt houdt. Houd de DVS–toeingedrukt en wacht totdat de andere persoon klaar is met praten, waarnkunt gaan praten.

Een–op–een contacten toevoegenU kunt de namen opslaan van personen naar wie u geregeld een–op–een oprverzendt.

• Een DVS–adres toevoegen aan een naam in de lijst met Contacten:

Beweeg de joystick omlaag vanuit de standby–modus, ga naar de gewennaam en druk op Gegev.. Druk op Opties en selecteer achtereenvolgens Itoevoegen en DVS-adres.

• Een contact toevoegen aan de lijst met DVS–contacten:

U voegt het DVS–contact toe door het DVS–menu te openen en Contactte selecteren. Druk op Opties en selecteer Contact toevoeg..

• Een contact toevoegen vanuit de groepslijst:

Terwijl u verbonden bent met de DVS–dienst, selecteert u Groepslijst, ganaar de gewenste groep en drukt u op Opties. Selecteer Actieve leden, gade persoon wiens contactgegevens u wilt opslaan en druk op Opties. SelOpslaan als om een nieuw contact toe te voegen of selecteer Toev. aan coom een DVS-adres toe te voegen aan een naam in de lijst met Contacten

123

Groepen maken en instellenWanneer u een groep oproept, horen alle leden van de groep tegelijkertijd de

n in .

t de aan te

rde, n.

lid te

ben,

n

ligde


oproep.

Ieder lid van de groep wordt aangeduid met een alias, die wordt weergegevehet display. Groepsleden kunnen voor zichzelf in elke groep een alias kiezen

Groepen worden geregistreerd met een URL–adres. Eén gebruiker registreergroeps–URL in het netwerk door zich voor de eerste keer bij de groepssessie melden.

Er zijn drie soorten DVS–groepen:

• Aangebrachte groepen zijn gesloten groepen waarvoor alleen geselecteedoor de serviceprovider aangebrachte deelnemers zich kunnen aanmelde

• Ad hoc groepen zijn groepen die door de gebruikers kunnen worden samengesteld. U kunt uw eigen groep maken en anderen uitnodigen om worden.

• Ad hoc pro groepen: u kunt uw eigen groep maken met leden in een aangebrachte groep. Een bedrijf kan bijvoorbeeld een gesloten groep hebplus afzonderlijke groepen die zijn samengesteld op basis van bepaalde bedrijfsactiviteiten.

Een groep toevoegen1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens DVS, Groep toevoegen en I

gedeelten.

2. U stelt het beveiligingsniveau voor de groep in door Open groep of Beveigroep te selecteren.

124

Als u Beveiligde groep selecteert, wordt automatisch een vervormd gedeelte van het groepsadres gegenereerd dat de leden niet kunnen zien wanneer ze de

e ep.

eeft. drukt een

er u ng logie.

ndere

t,

groep


uitnodiging voor de groep ontvangen. Alleen de persoon die de beveiligdgroep maakt, kan meer personen uitnodigen om lid te worden van de gro

3. Toets de naam voor de groep in en druk op OK.

4. Selecteer de status voor de groep: Standaard, Gescand of Niet-actief. Detelefoon geeft aan dat de groep is opgeslagen en welke status de groep hStandaard en Gescand zijn actieve groepen. Wanneer u op de DVS–toetsom een groepsoproep te starten, wordt de standaardgroep gebeld als u gandere groep of ander contact hebt geselecteerd.

5. Als u een uitnodiging naar de groep wilt verzenden, drukt u op Ja wannewordt gevraagd of u een uitnodiging wilt verzenden. U kunt de uitnodigiverzenden via een tekstbericht, infrarood of draadloze Bluetooth–techno

De leden die u uitnodigt voor een open groep, kunnen ook op hun beurt aleden uitnodigen.

Een uitnodiging ontvangen1. Wanneer u voor een groep een uitnodiging via een tekstbericht ontvang

wordt Groepsuitnod. ontvangen: weergegeven.

2. Druk op Bekijken als u het alias wilt weergeven van de persoon die de uitnodiging heeft verzonden en het groepsadres als het geen beveiligde betreft.

125

3. Als u de groep aan de telefoon wilt toevoegen, drukt u op Opslaan. Als u de status voor de groep wilt instellen, selecteert u Standaard, Gescand of Niet-

oor

n:

orden uratie

19). lingen

in de


actief.

Als u de uitnodiging niet wilt aannemen, drukt u op Uit en Ja, of drukt u op Bekijken, Wegd. en Ja.

DVS–instellingenEr zijn twee soorten DVS–instellingen: instellingen voor gebruik en voor verbinding maken met de dienst.

U kunt de verbindingsinstellingen voor de dienst ontvangen als een configuratiebericht van uw netwerkoperator of serviceprovider (zie Dienst vconfiguratie–instellingen op pagina 19). Zie Configuratie-instellingen op pagina 109 als u de instellingen handmatig wilt intoetsen.

Druk op Menu en selecteer DVS, Configuratie-inst. om de instellingen voor verbinding met de dienst te openen. De volgende opties worden weergegeve

• Configuratie. Alleen de configuraties die de DVS–dienst ondersteunen, wweergegeven. Selecteer een serviceprovider of Standaard of Pers. configvoor de DVS–dienst. Mogelijk ontvangt u de DVS–instellingen als een configuratiebericht (zie Dienst voor configuratie–instellingen op paginaZie Configuratie-instellingen op pagina 109 als u de configuratie-instelhandmatig wilt intoetsen.

• Account en selecteer een account voor een DVS–dienst die is opgenomenactieve configuratie–instellingen.

126

• Selecteer een voor een de volgende opties: DVS-gebruikersnaam, Standaard-nickname, DVS-wachtwoord, Domein en Serveradres.

,

en–arten nsten

oren

t de

epen

. Druk


Als u de DVS–instellingen wilt openen om ze te gebruiken, drukt u op Menuwaarna u DVS en DVS-instellingen selecteert. De volgende opties worden weergegeven:

• 1-op-1 oproepen en Aan om de ontvangst toe te staan van inkomende eop–een oproepen. Als u Uit selecteert, kunt een-op-een oproepen wel stmaar niet ontvangen. Het is mogelijk dat uw serviceprovider bepaalde dieaanbiedt die deze instellingen opheffen.

1-op-1 oproepen en Melden om in te stellen dat u eerst een beltoon te hkrijgt bij ontvangst van een–op–een oproepen.

• Gescande groepen en Aan om de gescande groepen te activeren.

• DVS-status bij opstarten en Ja om automatisch verbinding te maken meDVS–dienst wanneer u de telefoon inschakelt.

• Verzend mijn DVS-adres en Nee om uw DVS–adres te verbergen voor groen een–op–een oproepen.

■ Organiser

AlarmklokU kunt instellen dat op het gewenste tijdstip een waarschuwingstoon klinktop Menu en selecteer achtereenvolgens Organiser en Alarmklok.

127

Als u het alarm wilt instellen, selecteert u Tijd alarm instellen en voert u het gewenste tijdstip in. Als u het alarmtijdstip wilt wijzigen nadat dit is ingesteld,

alerij

in het het nooze ens

keld, u op n. Druk om te ons

n op


selecteert u Aan. Selecteer Alarm herhalen om op te geven dat een waarschuwingssignaal moet klinken op geselecteerde dagen van de week.

Selecteer Alarmgeluid om een standaard alarmsignaal te selecteren of het alarmsignaal aan te passen door een toon in de lijst met beltonen of in de Gte selecteren.

Als het alarmtijdstip is aangebrokenEr klinkt een alarmgeluid, de tekst Alarm! knippert en de huidige tijd wordtdisplay weergegeven, ook als de telefoon uitgeschakeld is. Druk op Stop omalarm te stoppen. Als u het alarmgeluid een minuut lang laat klinken of op Sdrukt, wordt het alarmgeluid ongeveer tien minuten onderbroken en vervolgweer hervat.

Als het tijdstip voor het alarmsignaal is aangebroken terwijl het apparaat is uitgeschaschakelt het apparaat zichzelf in en wordt het waarschuwingssignaal afgespeeld. AlsStop drukt, wordt u gevraagd of het apparaat moet worden geactiveerd voor oproepeop Nee als u het apparaat wilt uitschakelen of op Ja als u het apparaat wilt gebruikenbellen en gebeld te worden. Druk niet op Ja wanneer het gebruik van draadloze telefostoringen of gevaar kan opleveren.

AgendaDe agenda maakt gebruik van het gedeelde geheugen (zie Gedeeld geheugepagina 15).

Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Organiser en Agenda.

128

De huidige dag is gemarkeerd met een kader. Als voor de betreffende dag notities zijn ingesteld, wordt de dag vetgedrukt weergegeven. U kunt de notities voor de

rukt u geven,

de f te

om f als foon f de eren

de an de

het p


dag bekijken door op Bekijken te drukken. Als u een week wilt weergeven, dop Opties en selecteert u Weekweergave. Als u een enkele notitie wilt weerdrukt u op Bekijken.

De overige opties voor de dagweergave van de agenda kunnen bestaan uit: optie om een notitie te maken, te verwijderen, te bewerken, te verplaatsen oherhalen; de optie om een notitie naar een andere dag te kopiëren; de optieeen notitie te verzenden via Bluetooth; de optie om de notitie als zodanig otekstbericht of multimediabericht naar de agenda van een compatibele telete verzenden. Bij Instellingen kunt u de datum, tijd, datum– of tijdnotatie oeerste dag van de week instellen. Met de optie Notities automatisch verwijdkunt u instellen dat oude notities na een bepaalde tijd automatisch moetenworden verwijderd.

Als u alle notities in de agenda wilt verwijderen, selecteert u de maand-of weekweergave, drukt u op Opties en selecteert u Verwijder notities.

Een agendanotitie toevoegenDruk op Menu en selecteer achtereenvolgens Organiser en Agenda. Ga naargewenste datum, druk op Opties en selecteer Notitie maken. Selecteer een vvolgende notitietypen: Vergadering,

Oproep, Verjaardag, Memo of Herinnering.

NotitiemeldingEr klinkt een pieptoon en de notitie wordt weergegeven. Als een notitie vantype wordt weergegeven, kunt u het weergegeven nummer kiezen door o

129

te drukken. Als u de waarschuwingstoon wilt uitschakelen en de notitie wilt bekijken, drukt u op Bekijken. Druk op Snooze als de waarschuwingstoon na tien

len

ls u de e

op

slaan.

u de

dline, tie teerde otitie


minuten opnieuw moet klinken. Als u de waarschuwingstoon wilt uitschakezonder de notitie te bekijken, drukt u op Uit.

TakenU kunt een notitie opslaan voor een taak die u moet uitvoeren, een prioriteitsniveau voor de notitie instellen en de taak als voltooid markeren ataak hebt uitgevoerd. De notities kunt u sorteren op prioriteit of op datum. Dtakenlijst maakt gebruik van het gedeelde geheugen (zie Gedeeld geheugenpagina 15).

Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Organiser en Taken.

Druk op Toevoeg. om een notitie te maken. Toets de notitie in en druk op OpSelecteer de prioriteit van de notitie. De deadline voor de notitie wordt automatisch zonder geluid ingesteld. Als u de deadline wilt wijzigen, opent notitie en selecteert u de optie voor de deadline.

U kunt ook naar de notitie gaan en op Bekijken of Opties drukken. SelecteerToevoegen als u een nieuwe notitie wilt toevoegen. U kunt de geselecteerdenotitie ook weergeven en verwijderen, en alle notities verwijderen die u als voltooid hebt gemarkeerd. U kunt de notities sorteren op prioriteit of op deaeen notitie opslaan als agendanotitie of de agenda openen. Terwijl een notiwordt weergegeven, kunt u bijvoorbeeld een optie selecteren om de geselecnotitie te wijzigen, de deadline of prioriteit voor de notitie te wijzigen of de nals voltooid te markeren.

130

NotitiesU kunt deze toepassing gebruiken om notities in te toetsen en te verzenden naar

het

t en u

otitie ecteer ties

ies.

enden –n,

eren.

ssen feuille isch nst de biele


compatibele apparaten via MMS. De toepassing Notities maakt gebruik vangedeelde geheugen (zie Gedeeld geheugen op pagina 15).

Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Organiser en Notities. U wordgevraagd om de datum en tijd in te stellen als deze nog niet zijn ingesteld tomet de notitie begon. Als u een nieuwe notitie wilt toevoegen, drukt u op Nof drukt u op Opties en selecteert u Notitie maken. Toets de notitie in en selOpslaan. U kunt ook naar een notitie gaan en op Bekijken drukken of op Opdrukken om de opties voor notities weer te geven.

Opties voor Notities met inbegrip van het verwijderen en wijzigen van notitTijdens het bewerken van de notitie kunt u de teksteditor sluiten zonder de wijzigingen op te slaan. U kunt de notitie naar een compatibel apparaat verzals tekstbericht, multimediabericht, via infrarood of via draadloze Bluetoothtechnologie. Als de notitie te lang is om als tekstbericht te worden verzondewordt gevraagd of u het benodigde aantal tekens uit de notitie wilt verwijd

PortefeuilleIn de Portefeuille kunt u vertrouwelijke gegevens opslaan, bijvoorbeeld adreen nummers van creditkaarten. De gegevens worden opgeslagen in de porteen kunnen tijdens het browsen gemakkelijk worden opgehaald om automatvelden in te vullen, bijvoorbeeld wanneer u een aankoop wilt doen en de dieportefeuillefunctie ondersteunt. U kunt ook toegangscodes opslaan voor modiensten die om een gebruikersnaam en wachtwoord vragen.

131

De gegevens in de portefeuille zijn beveiligd met een portefeuillecode, die u kunt definiëren wanneer u de portefeuille voor het eerst gebruikt. Toets de code in bij

Toets

ilt

houd obiele

et

n e-. om

code .


de vraag Code portefeuille maken: en druk op OK om de code te bevestigen.de code opnieuw in bij Portefeuillecode verifiëren: en druk op OK. Zie ook Portefeuillecode (4 tot 10 cijfers) op pagina 17.

Als u de volledige inhoud van de portefeuille inclusief de portefeuillecode wverwijderen, toetst u *#7370925538# (*#res wallet# in letters) in vanuit destandby–modus. U hebt ook de beveiligingscode van de telefoon nodig (zie Toegangscodes op pagina 16).

Open het menu Portefeuille als u inhoud aan het menu wilt toevoegen of inwilt wijzigen. Als u de inhoud van de portefeuille wilt gebruiken voor een mdienst, opent u de portefeuille via de browser (zie Web op pagina 142).

Het menu Portefeuille openenDruk op Menu en selecteer achtereenvolgens Organiser en Portefeuille om hmenu Portefeuille te openen. Toets de portefeuillecode in en druk op OK (zieInstellingen voor de portefeuille op pagina 133).

Selecteer Port. profielen om kaartcombinaties te maken, Kaarten om vertrouwelijke kaartgegevens op te slaan, Tickets om de aankondigingen vatickets die u via een mobiele dienst hebt gekocht op te slaan, Ontvngstbwijzontvangstbewijzen van mobiele aankopen op te slaan, Persoonl. notitie om persoonlijke gegevens op te slaan die u wilt beschermen met de portefeuilleof selecteer Instellingen. Zie Instellingen voor de portefeuille op pagina 133

132

Kaartgegevens opslaanOpen de portefeuille en selecteer Kaarten. Selecteer het kaarttype om de gegevens

f drukt e

s voor ten er

e en. . De ericht als ssen


op te slaan: Betaalkaarten, Klantenpassen, Toegangskrten, Gebruikersgeg. oAdreskaarten. Als nog geen kaart is toegevoegd, drukt u op Toevoeg.. Andersu op Opties en selecteert u Nwe toevoegen. Vul de gewenste velden in met dgegevens en druk op OK.

Als dit door de serviceprovider wordt ondersteund, kunt u ook kaartgegevende telefoon ontvangen in een configuratiebericht. De categorie van de kaarwordt vermeld. Informeer bij de uitgever van de kaart of bij de serviceprovidnaar de mogelijkheid van het ontvangen van kaartgegevens in een configuratiebericht.

Persoonlijke notitiesU kunt persoonlijke notities opslaan, bijvoorbeeld rekeningnummers, wachtwoorden, codes of notaties.

Open de portefeuille en selecteer Pers. notitie. Druk op Opties voor de mogelijkheid om een geselecteerde notitie weer te geven, toe te voegen of twijzigen, notities te sorteren op naam of datum, of om notities te verwijderTerwijl een notitie wordt weergegeven, kunt u deze wijzigen of verwijderenoptie Verzend als tekst kunt u gebruiken om de notitie te kopiëren als tekstben met de optie Kop. naar agenda kunt u de notitie naar de agenda kopiërenmemo. Selecteer Gebruik gegev. als u nummers, e–mailadressen en webadreuit de notitie wilt ophalen.

133

Een portefeuilleprofiel makenWanneer u gegevens van persoonlijke kaarten hebt opgeslagen, kunt u deze

n om sen.

u Nwe

art,

u

e de logie

de merce t op


combineren in een portefeuilleprofiel. Dit profiel kunt u vervolgens gebruikeportefeuillegegevens voor verschillende kaarten op te halen tijdens het brow

1. Open de portefeuille en selecteer Port. profielen.

2. Als u een nieuw portefeuilleprofiel wilt maken als nog geen profiel is toegevoegd, drukt u op Toevoeg.. Anders drukt u op Opties en selecteert toevoegen.

3. Vul de volgende velden in en druk op OK. Selecteer Selecteer nu betaalkaSelecteer nu klantenpas, Selecteer nu toegangskaart, Selecteer nu gebruikersgegevenskaart, Selecteer nu factureringsadres, Selecteer nu verzendadres, Selecteer nu leveringsadres voor ontvngstbew., Selecteer nleveringsmethode voor ontvngstbew. en Naam portefeuilleprofiel:.

Instellingen voor de portefeuilleOpen de portefeuille en selecteer Instellingen. Selecteer Code wijzigen om dportefeuillecode te wijzigen. Selecteer RFID om de RFID–ID in te stellen metRFID-code en het Type RFID. (RFID = Radio Frequency Identification, technoom commerciële transacties via de telefoon uit te voeren)

Richtlijnen voor betalingen met de portefeuille• Als u aankopen wilt doen, gaat u naar de gewenste site van de dienst die

portefeuille ondersteunt. De dienst moet de ECML–norm (Electronic ComModeling Language) ondersteunen. Zie Verbinding maken met een dienspagina 143.

134

Kies het product dat u wilt aanschaffen en lees aandachtig alle gegevens door voordat u tot aankoop overgaat.

e tekst

et de

De

ovider

p.

le

n. Als u oord

ie of de


De tekst past mogelijk niet geheel in het display. Blader eerst door de helvoordat u tot aankoop overgaat.

• Als u voor de gewenste items wilt betalen, wordt gevraagd of u al dan niportefeuille wilt gebruiken. Bovendien wordt gevraagd naar de portefeuillecode.

• Selecteer de kaart waarmee u wilt betalen in de lijst met betaalkaarten. creditkaartgegevens of gegevens uit het portefeuilleprofiel worden automatisch ingevuld, mits het gegevensformulier dat u van de serviceprkrijgt, de ECML (Electronic Commerce Modelling Language)–norm ondersteunt.

• Bevestig de aankoop. De informatie wordt doorgezonden.

• Mogelijk ontvangt u een bevestiging of digitale kwitantie van de aankoo

• Selecteer Portef. sluiten om de portefeuille te sluiten. Als u de portefeuilgedurende vijf minuten niet gebruikt, wordt deze automatisch gesloten.

Een cache is een geheugenlocatie die wordt gebruikt om gegevens tijdelijk op te slaatoegang hebt gezocht of gehad tot vertrouwelijke informatie waarvoor u een wachtwmoet opgeven, kunt u de cache van het apparaat na gebruik beter legen. De informatdiensten waartoe u toegang hebt gehad, worden namelijk in de cache opgeslagen.

Zie Cachegeheugen op pagina 150 voor informatie over het legen van de cache.

135

SynchronisatieDoor synchronisatie kunt u de gegevens in de agenda en de lijst met contacten

c. Als sessie genda ens op

ragen n en

en


opslaan op een externe internetserver (netwerkdienst) of een compatibele pu gegevens hebt opgeslagen op een internetserver, kunt u de synchronisatiestarten vanaf de telefoon. U kunt de gegevens in de lijst met contacten, de aen de notities van de telefoon ook vanaf de pc synchroniseren met de gegeveen compatibele pc.

De contactgegevens op de SIM–kaart worden niet gesynchroniseerd.

Synchroniseren vanaf de telefoonVoordat u via internet kunt synchroniseren vanaf de telefoon, moet u zich abonneren op een synchronisatiedienst en de configuratie-instellingen opvbij uw provider. Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid vade instellingen voor de synchronisatiedienst.

De synchronisatie starten vanaf de telefoon:

1. Activeer de verbindingsinstellingen voor de synchronisatiesessie. Zie Instellingen voor synchronisatie vanaf de telefoon op pagina 136.

2. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Organiser, Synchronisatie Server-synchronisatie. Selecteer Te synchroniseren gegevens, markeer degegevens die u wilt synchroniseren en druk op OK. Selecteer vervolgens Synchroniseren. De gemarkeerde gegevens in de actieve set worden gesynchroniseerd na uw bevestiging.

136

Instellingen voor synchronisatie vanaf de telefoonMogelijk ontvangt u de synchronisatie–instellingen in een configuratiebericht van

d van –

erver-ar de

e de

n rt de


de serviceprovider. Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheien de instellingen voor de synchronisatiedienst. Zie Dienst voor configuratieinstellingen op pagina 19 voor meer informatie over het ontvangen van instellingen in een configuratiebericht. Zie Configuratie-instellingen op pagina 109 als u de instellingen handmatig wilt intoetsen.

Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Organiser, Synchronisatie en Ssynchronisatie en Synchronisatie-instellingen. Selecteer Configuratie, ga naserviceprovider waarvan u de instellingen wilt activeren en druk op Select.. Selecteer Account voor een overzicht van accounts die beschikbaar zijn bij dserviceprovider. Als er meerdere accounts worden weergegeven, selecteert uaccount die u wilt gebruiken.

Synchroniseren vanaf een compatibele pcGebruik draadloze Bluetooth–technologie of een gegevenskabel voor het synchroniseren van contacten, de agenda en notities vanaf uw pc. Bovendiemoet de PC Suite–software voor de telefoon op de pc zijn geïnstalleerd. Stasynchronisatiesessie met PC Suite op de pc. Zorg dat de standby–modus is geactiveerd en dat de tijd en datum zijn ingesteld.

137

■ Toepassingen

n.

:

n

ng

baar is

a. Dit

ng r

ecteer : Altijd


Spelletjes en toepassingenDe software die bij de telefoon wordt geleverd, omvat mogelijk een aantal spelletjes en Java–toepassingen die speciaal voor de telefoon zijn ontworpe

Een spelletje of toepassing startenDruk op Menu en selecteer achtereenvolgens Toepassingen, Spelletjes en Selecteer spel of Verzameling en Toepassing select.. Ga naar een spelletje oftoepassing en druk op Openen of druk op .

De volgende opties voor spelletjes en toepassingen kunnen beschikbaar zijn

• Verwijderen: hiermee kunt u het spelletje of de toepassing van de telefooverwijderen.

• Details: hiermee kunt u meer informatie over het spelletje of de toepassiweergeven.

• Versiecontrole: hiermee kunt u controleren of een nieuwe versie beschikom via de diensten te downloaden (netwerkdienst).

• Webpagina voor meer informatie of extra gegevens op een internetpaginis een netwerkfunctie die alleen wordt weergegeven

• Toegang toep. om te verhinderen dat het spelletje of de toepassing toegakrijgt tot het netwerk en om onverwachte kosten te voorkomen. SelecteeCommunicatie en Netwerktoegang, Berichten of selecteer Autostart. Selin elke categorie, indien beschikbaar, een van de volgende machtigingenvragen, Alleen 1e keer vr., Altijd toestaan, Niet toegestaan.

138

Spelletjes en toepassingen downloadenDe telefoon ondersteunt J2METM Java–toepassingen. Controleer eerst of de

t.

.

n e

et

llen.

s en en


toepassing compatibel is met de telefoon voordat u de toepassing download

Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Toepassingen, Spelletjes en Spel.downloads of Verzameling en Toep.downloads. De lijst met beschikbarebookmarks wordt weergegeven. Selecteer Meer bookmarks om de lijst met bookmarks in het menu Web te openen (zie Bookmarks op pagina 148).

Selecteer de juiste bookmark om verbinding te maken met de gewenste siteInformeer bij de serviceprovider naar de beschikbaarheid en tarieven van deverschillende diensten.

Belangrijk: Installeer en gebruik alleen toepassingen en andere software vabronnen die voldoende beveiliging en bescherming bieden tegen schadelijksoftware.

Wanneer u een toepassing downloadt, wordt deze mogelijk opgeslagen in hmenu Spelletjes in plaats van het menu Toepassingen.

Instellingen voor spelletjesDruk op Menu en selecteer achtereenvolgens Toepassingen, Spelletjes en Toep.instellingen om geluiden, verlichting en trilling voor spelletjes in te ste

Geheugenstatus voor spelletjes en toepassingenAls u de hoeveelheid beschikbaar geheugen voor de installatie van spelletjetoepassingen wilt weergeven (derde gedeelde geheugen), drukt u op Menu selecteert u Toepassingen en Spelletjes of Verzameling en Geheugen.

139

Spelletjes en toepassingen maken gebruik van het gedeelde geheugen (zie Gedeeld geheugen op pagina 15).

eerste pties

el of at. Als

teert u ts de

tst. ties en


RekenmachineMet de rekenmachine in uw telefoon kunt u optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen, het kwadraat en de wortel berekenen, en valuta omzetten.

Opmerking: Deze rekenmachine heeft een beperkte nauwkeurigheid en is ontworpen voor eenvoudige berekeningen.

Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Toepassingen, Extra's en Rekenmachine. Wanneer '0' in het display wordt weergegeven, toetst u het getal van de berekening in. Druk op voor het decimaalteken. Druk op Oen selecteer Optellen, Aftrekken, Vermenigvuldigen, Delen, Kwadraat, WortTeken wijzigen. Toets het tweede getal in. Druk op Uitkomst voor het resultau een nieuwe berekening wilt uitvoeren, houdt u eerst Wis ingedrukt.

Valuta's omrekenen

Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Toepassingen, Extra's en Rekenmachine. Als u de wisselkoers wilt opslaan, drukt u op Opties en selecWisselkoers. Selecteer een van de twee opties die worden weergegeven. Toewisselkoers in (druk op voor een decimaalteken) en druk op OK. De wisselkoers blijft in het geheugen aanwezig totdat u een andere koers intoeOm de valuta om te rekenen, toetst u het gewenste bedrag in, drukt u op Opselecteert u In eigen valuta of In vreemde valuta.

140

TimerfunctieDruk op Menu en selecteer achtereenvolgens Toepassingen, Extra's en

op even

om de

en,

us s deze

s geen ls u de t.

ch op

ncties f.


Timerfunctie. Toets het gewenste tijdstip in minuten en seconden in en drukOK. Desgewenst kunt u een tekstnotitie intoetsen die moet worden weergegals het tijdstip voor de waarschuwingstoon is aangebroken. Druk op Startentimerfunctie te starten.

Selecteer Tijd wijzigen om de timertijd te wijzigen. Als u de timer wilt stoppselecteert u Timer stoppen.

Als het alarmtijdstip is aangebroken als de telefoon zich in de standby-modbevindt, klinkt een waarschuwingstoon en knippert de bijbehorende tekst alis ingesteld of wordt Tijd timer verstreken weergegeven. U kunt de waarschuwingstoon met een druk op een willekeurige toets onderbreken. Altoets wordt ingedrukt, stopt het signaal automatisch binnen 30 seconden. Awaarschuwingstoon wilt uitschakelen en de tekst wilt wissen, drukt u op Ui

StopwatchMet de stopwatch kunt u de tijd opnemen en tussentijden en rondetijden opnemen. Tijdens de tijdsopname kunnen de overige functies van telefoon gewoon worden gebruikt. Druk op als u de tijdsopname met de stopwatde achtergrond wilt activeren.

Als u de stopwatch gebruikt of deze op de achtergrond uitvoert wanneer u andere fugebruikt, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de gebruiksduur van de batterij a

141

Tijd bijhouden en tussentijden opnemen1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Toepassingen, Extra's, Stopwatch

r dat u jd in

e e tijd

tch en e om

uk op

watch.

m de tijd


en Tussentijden. U kunt Doorgaan selecteren als u de tijdsopname op de achtergrond hebt geactiveerd.

2. Druk op Starten om de tijdsopname te starten. Druk op Interval elke keede tussentijd wilt opnemen. De tussentijden worden onder de lopende tihet display weergegeven. U kunt bladeren om de tijden te bekijken.

3. Druk op Stop om de tijdsopname te stoppen.

4. Als u de tijden wilt opslaan, drukt u op Opslaan. Of druk op Opties als u dtijdsopname opnieuw wilt starten of de teller op nul wilt zetten zonder dop te slaan.

Rondetijden

Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Toepassingen, Extra's, StopwaRondetijden. Druk op Starten om de tijdsopname te starten en druk op Rondeen rondetijd op te nemen. Druk op Stop om de opname van de rondetijd testoppen. Druk op Opslaan als u de tijd wilt opslaan en geef een naam op. DrOpties om de rondetijden op te slaan of terug te zetten.

Tijden weergeven en verwijderen

Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Toepassingen, Extra's en Stop

Als de stopwatch niet op nul wordt gezet, kunt u Laatste tonen selecteren olaatste tijdsopname weer te geven. Selecteer Tijden bekijken en selecteer dedie u wilt weergeven.

142

Druk op Tijden verwijder. als u de opgeslagen tijden wilt wissen. Selecteer Alle verwijderen en druk op OK of selecteer Een voor een en ga naar de tijden die u wilt

arheid

na's e de

erming


wissen, druk op Verwijd. en vervolgens op OK.

■ WebU hebt toegang tot verschillende mobiele internetdiensten met de browser van de telefoon.

Informeer bij uw netwerkoperator en / of serviceprovider naar de beschikbaen tarieven van deze diensten.

Met de browser van de telefoon kunt u diensten weergeven die op hun pagigebruikmaken van WML (Wireless Mark–Up Language) of xHTML (extensiblHyperText Markup Language). De weergave kan verschillen, afhankelijk vandisplaygrootte. Mogelijk worden niet alle gegevens op de internetpagina's weergegeven.

Belangrijk: Gebruik alleen diensten die u vertrouwt en die voldoende beschen beveiliging bieden tegen schadelijke software.

Basisstappen voor het activeren en gebruiken van diensten1. Sla de dienstinstellingen op die nodig zijn voor toegang tot de gewenste

dienst. Zie De telefoon instellen voor een dienst op pagina 143.

2. Maak verbinding met de gewenste dienst. Zie Verbinding maken met eendienst op pagina 143.

143

3. Blader door de pagina's van de dienst. Zie Browsen door de pagina’s van een dienst op pagina 144.

met

tra er die

over

. Druk

eer de


4. Beëindig de verbinding met de dienst als u klaar bent. Zie De verbinding een dienst verbreken op pagina 146.

De telefoon instellen voor een dienstIn de telefoon zijn mogelijk enkele dienstinstellingen opgeslagen. U kunt exdienstinstellingen in een configuratiebericht ontvangen van de serviceprovidde gewenste dienst aanbiedt. Zie Dienst voor configuratie–instellingen op pagina 19 en Configuratie-instellingen op pagina 109 voor meer informatiehet ontvangen van dienstinstellingen in een configuratiebericht.

Neem voor meer informatie en voor de juiste instellingen contact op met uwserviceprovider.

Verbinding maken met een dienstControleer of de dienstinstellingen van de gewenste dienst zijn geactiveerdop Menu en selecteer achtereenvolgens Web, Instellingen en Configuratie-instellingen om de instellingen te activeren. Selecteer Configuratie en selectconfiguratie die u wilt activeren.

Maak verbinding met de gewenste dienst. U kunt op verschillende manierenverbinding maken:

144

• Open de startpagina, bijvoorbeeld de homepage van de serviceprovider: druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Web en Home of houd ingedrukt

ndere

gens

lgens

n de hillen.

et

is, rdt ert de


vanuit de standby–modus.

• Selecteer een bookmark van de dienst: druk op Menu, selecteer achtereenvolgens Web en Bookmarks en selecteer een bookmark. Als de bookmark niet werkt met de huidige dienstinstellingen, activeert u een aset dienstinstellingen en probeert u het nogmaals.

• Selecteer het laatste webadres: druk op Menu en selecteer achtereenvolWeb en Ltste webadres.

• Toets het adres van de dienst in: druk op Menu en selecteer achtereenvoWeb en Ga naar adres. Toets het adres van de dienst in en druk op OK.

Browsen door de pagina’s van een dienstNadat u verbinding met de dienst hebt gemaakt, kunt u door de pagina's vadienst browsen. De functies van de telefoontoetsen kunnen per dienst verscVolg de instructies in het display van de telefoon. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie.

Als GPRS is geselecteerd als de gegevensdrager, wordt tijdens het browsen hpictogram linksboven in het display weergegeven. Als een oproep of tekstbericht binnenkomt of als u belt terwijl een (E)GPRS-verbinding actief wordt het pictogram linksboven in het display weergegeven. Hiermee woaangegeven dat de (E)GPRS-verbinding is onderbroken. Na een oproep probetelefoon de (E)GPRS–verbinding opnieuw tot stand te brengen.

145

De toetsen van de telefoon gebruiken tijdens het browsen• Gebruik de joystick om door de pagina te browsen.

ren.

ark ap,

gen.

u de

n op

en. U


• Als u een gemarkeerd item wilt selecteren, drukt u op . U kunt ook opOpties drukken om de optie voor het openen van de koppeling te selecte

• Als u letters en cijfers wilt intoetsen, drukt u op de toetsen - . Druk op om speciale tekens in te toetsen.

Opties tijdens het browsenDruk op Opties voor de volgende mogelijkheden. Mogelijk biedt uw serviceprovider nog andere opties. Selecteer Snelkoppelingen, Home, Bookmtoev., Bookmarks, Geschiedenis, Paginaopties, Download links, Opslaan in mOverige opties, Opnieuw laden, Afsluiten.

Een cache is een geheugenlocatie waarin gegevens tijdelijk worden opgeslaAls u gebruik hebt gemaakt of geprobeerd hebt gebruik te maken van vertrouwelijke informatie waarvoor u een wachtwoord moet opgeven, kuntcache van de telefoon na gebruik beter legen. De opgevraagde gegevens of diensten worden opgeslagen in de cache van de telefoon. Zie Cachegeheugepagina 150 voor informatie over het legen van de cache.

Direct bellenDe browser ondersteunt functies waartoe u toegang hebt tijdens het browskunt telefoneren, DTMF–tonen zenden terwijl u telefoneert en een naam entelefoonnummer van een pagina opslaan.

146

De verbinding met een dienst verbrekenAls u het browsen wilt stoppen en de verbinding wilt beëindigen, drukt u op

, drukt

-olgens

ende

wilt

te

.

iligd iligde


Opties en selecteert u Afsluiten. Als Browser afsluiten? wordt weergegevenu op Ja.

U kunt ook tweemaal op drukken of ingedrukt houden.

Weergave–instellingen van de browserDruk tijdens het browsen op Opties en selecteer Overige opties en Weergaveinstell., of druk vanuit de standby–modus op Menu en selecteer achtereenvWeb, Instellingen en Weergave-instellingen. Selecteer

• Tekstterugloop. Selecteer Aan als u wilt dat de tekst doorloopt op de volgregel. Als u Uit selecteert, wordt de tekst afgekapt.

• Selecteer Lettergrootte en kies een grootte.

• Afbeeldingen tonen. Selecteer Nee als u afbeeldingen op de pagina niet weergeven.

• Waarschuwingen. Selecteer Waarsch. voor onbev. verbinding en Ja om instellen dat een waarschuwingssignaal klinkt wanneer een beveiligde verbinding tijdens het browsen verandert in een onbeveiligde verbindingSelecteer Waarsch. voor onbev. items en Ja om in te stellen dat een waarschuwingssignaal klinkt wanneer een beveiligde pagina een onbeveitem bevat. De waarschuwingssignalen zijn geen garantie voor een beveverbinding. Zie Browserbeveiliging op pagina 151 voor meer informatie.

147

• Tekencodering om de tekenset te selecteren die moet worden gebruikt voor de weergave van browserpagina's die geen codegegevens bevatten of om in te

eer

n de

ugen

en

om


stellen of altijd van UTF-8-codering gebruik moet worden gemaakt wanneen webadres naar een compatibele telefoon wordt verzonden.

CookiesEen cookie bestaat uit gegevens die een site opslaat in het cachegeheugen itelefoon. Deze gegevens kunnen bijvoorbeeld uw gebruikersgegevens of browservoorkeuren zijn. Cookies blijven opgeslagen totdat u het cachegeheleegmaakt (zie Cachegeheugen op pagina 150).

Druk tijdens het browsen op Opties en selecteer Overige opties, Beveiliging Cookie-instell., of druk vanuit de standby–modus op Menu en selecteer achtereenvolgens Web, Instellingen, Beveiligingsinstellingen en Cookies. Selecteer Toestaan om het ontvangen van cookies toe te staan of Weigerencookies te verbieden.

148

BookmarksU kunt adressen van pagina's in het telefoongeheugen opslaan als bookmark.

uit de arks.

n met

rde n, de cht en

iet met d. Als u

1 jken.


1. Druk tijdens het browsen op Opties en selecteer Bookmarks, of druk vanstandby–modus op Menu en selecteer achtereenvolgens Web en Bookm

2. Ga naar de gewenste bookmark en druk op Select. om verbinding te makede pagina die aan de bookmark is gekoppeld.

U kunt ook Opties selecteren en de naam en het adres van de geselecteebookmark weergeven, de geselecteerde bookmark wijzigen of verwijderebookmark naar een andere telefoon zenden als bookmark of als tekstberieen nieuwe bookmark maken.

In het apparaat zijn mogelijk een aantal bookmarks voorgeïnstalleerd voor sites die nNokia verbonden zijn. Deze sites worden niet door Nokia gegarandeerd of ondersteundeze sites wilt bezoeken, moet u op het gebied van beveiliging of inhoud dezelfde voorzorgsmaatregelen treffen als die u voor andere sites treft.

Een bookmark ontvangenWanneer u een bookmark (verzonden als bookmark) hebt ontvangen, wordtbookmark ontvangen weergegeven. Druk op Tonen om de bookmark te bekiDruk op Opslaan om de bookmark op te slaan, druk op Opties en selecteer Bekijken om de details weer te geven of op Verwijderen om de bookmark te verwijderen.

149

DownloadenAls u meer tonen, afbeeldingen, spelletjes, video's, thema's of toepassingen naar

t u .

n e

rheid

den ld in

een

wordt

inbox.

n


de telefoon wilt downloaden (netwerkdienst), drukt u op Menu en selecteerachtereenvolgens Web en Download links. Selecteer Beltonendownlds, Grafdownloads, Spel.downloads, Videodownloads, Themadownloads of Toep.downloads.

Belangrijk: Installeer en gebruik alleen toepassingen en andere software vabronnen die voldoende beveiliging en bescherming bieden tegen schadelijksoftware.

Informeer bij de netwerkoperator en / of serviceprovider naar de beschikbaaen tarieven van de verschillende diensten.

DienstinboxDe telefoon kan dienstberichten ontvangen die door de serviceprovider worgezonden (netwerkdienst). Dienstberichten zijn berichtgevingen, bijvoorbeede vorm van nieuwskoppen. Deze kunnen een tekstbericht of het adres van dienst bevatten.

U kunt de Dienstinbox openen vanuit de standby–modus wanneer u een dienstbericht hebt ontvangen door op Tonen te drukken. Als u op Uit drukt,het bericht verplaatst naar de Dienstinbox. Als u de Dienstinbox later wilt activeren, drukt u op Menu en selecteert u achtereenvolgens Web en Dienst

Als u de Dienstinbox wilt activeren tijdens het browsen, drukt u op Opties eselecteert u achtereenvolgens Overige opties en Dienstinbox. Ga naar het gewenste bericht, druk op Downldn om de browser te activeren en de

150

gemarkeerde content te downloaden of druk op Opties en selecteer Details om uitgebreide informatie over het dienstbericht weer te geven of selecteer

en tellen

everd.

tisch gen. cteert

e en odus


Verwijderen om het bericht te verwijderen.

Instellingen dienstinboxDruk op Menu en selecteer achtereenvolgens Web, Instellingen en Instellingdienstinbox. Selecteer Dienstberichten en Aan (of Uit) om de telefoon in te sop het ontvangen (of weigeren) van dienstberichten.

Selecteer Berichtfilter en Aan om in te stellen dat de telefoon alleen dienstberichten ontvangt van content die door de serviceprovider wordt gelSelecteer Vertrwde kanalen om een lijst weer te geven met goedgekeurde contentkanalen.

Selecteer Automatisch verbinden. Als u de telefoon hebt ingesteld op het ontvangen van dienstberichten en Aan selecteert, wordt de browser automageactiveerd vanuit de standby–modus wanneer een dienstbericht is ontvanAls u Uit selecteert, wordt de browser alleen geactiveerd als u Downldn selewanneer een dienstbericht is ontvangen.

CachegeheugenDe opgevraagde gegevens of diensten worden opgeslagen in de cache van dtelefoon. Een cache is een buffergeheugen waarin gegevens tijdelijk wordenopgeslagen. Als u de cache wilt legen tijdens het browsen drukt u op Optiesselecteert u Overige opties en Cache wissen of drukt u vanuit de standby–mop Menu en selecteert u achtereenvolgens Web en Cache wissen.

151

BrowserbeveiligingVoor sommige diensten, zoals bankdiensten of on line aankopen, zijn

SIM–

utels

r de

orden

mer

oet Toets


beveiligingsfuncties vereist. Voor dergelijke verbindingen hebt u beveiligingscertifcaten nodig en mogelijk ook een beveiligingsmodule op dekaart. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie.

BeveiligingsmoduleDe beveiligingsmodule kan certificaten alsmede persoonlijke en publieke slebevatten. Het doel van de beveiligingsmodule is de beveiligingsdiensten te verbeteren voor toepassingen waarvoor een browserverbinding nodig is. Bovendien biedt de module de mogelijkheid een digitale handtekening te gebruiken. De certificaten worden in de beveiligingsmodule opgeslagen dooserviceprovider.

Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Web, Instellingen, Beveiligingsinstellingen en Instell. beveiligingsmodule. De volgende opties wweergegeven:

• Gegev. beveiligingsmodule om de titel, status, fabrikant en het serienumvan de beveiligingsmodule weer te geven.

• Verzoek PIN voor module om in te stellen dat de module–PIN gevraagd mworden voor diensten die door de beveiligingsmodule worden geboden. de code in en selecteer Aan. Als u het verzoek om de module–PIN wilt uitschakelen, selecteert u Uit.

152

• PIN voor module wijzigen om de module–PIN te wijzigen als dit door de beveiligingsmodule wordt toegestaan. Toets de huidige module-PIN in en toets

n

ding ficaat e

nd van icaten

de lagen) e


vervolgens tweemaal de nieuwe code in.

• Ondertekenings-PIN wijzigen. Selecteer de ondertekings–PIN die u wilt wijzigen. Toets de huidige PIN–code in en toets vervolgens tweemaal denieuwe code in.

Zie ook Toegangscodes op pagina 16.

CertificatenEr zijn drie soorten certificaten: servercertificaten, autorisatiecertificaten egebruikerscertificaten.

• De telefoon gebruikt een servercertificaat om een beter beveiligde verbintot stand te brengen met de server. De telefoon ontvangt het servercertivan de serviceprovider voordat de verbinding tot stand wordt gebracht. Dgeldigheid van het certificaat wordt vervolgens gecontroleerd aan de hade autorisatiecertificaten die in de telefoon zijn opgeslagen. Servercertifworden niet opgeslagen.

Als de gegevenstransmissie tussen de telefoon en de contentserver is gecodeerd, wordt tijdens een verbinding het beveiligingspictogram weergegeven.

Het beveiligingspictogram geeft niet aan dat de datatransmissie tussen gateway en de contentserver (plaats waar de opgevraagde bron is opgesbeveiligd is. De serviceprovider beveiligt de gegevensoverdracht tussen dgateway en de contentserver.

153

• Autorisatiecertificaten worden door sommige diensten, zoals bankdiensten, gebruikt voor het controleren van de geldigheid van andere certificaten.

door dienst

iteit. en en

risico's , de

aat d als de

f dat eert u

van

M–erug et


Autorisatiecertificaten kunnen in de beveiligingsmodule zijn opgeslagende serviceprovider, of kunnen worden opgehaald van het netwerk als de het gebruik van autorisatiecertificaten ondersteunt.

• Gebruikerscertificaten worden uitgegeven door een certificerende autorGebruikerscertificaten zijn bijvoorbeeld nodig voor digitale handtekeningverbinden de gebruiker aan een bepaalde persoonlijke sleutel in een beveiligingsmodule.

Belangrijk: Verwittigt u ervan dat, zelfs als het gebruik van certificaten de van externe verbindingen en de installatie van software aanzienlijk beperktcertificaten wel op de juiste wijze gebruikt moeten worden om te kunnen profiteren van een verbeterde beveiliging. De aanwezigheid van een certificbiedt op zichzelf geen enkele beveiliging; de beveiliging wordt pas verbetercertificaten correct, authentiek of vertrouwd zijn. Certificaten hebben een beperkte levensduur. Als wordt aangegeven dat het certificaat is verlopen ohet nog niet geldig is, terwijl het certificaat geldig zou moeten zijn, controldan of de huidige datum en tijd van het apparaat goed zijn ingesteld.

Voordat u certificaatinstellingen wijzigt, moet u controleren of de eigenaarhet certificaat kan worden vertrouwd en of het certificaat werkelijk van deopgegeven eigenaar afkomstig is.

Digitale handtekeningU kunt via de telefoon met digitale handtekeningen ondertekenen als uw SIkaart voorzien is van een beveiligingsmodule. De handtekening kan naar u tworden herleid via de persoonlijke sleutel in de beveiligingsmodule en via h

154

gebruikerscertificaat dat werd gebruikt om de handtekening uit te voeren. Het ondertekenen met de digitale handtekening kan hetzelfde zijn als uw

p

t u jk

ng

rdt at u

cteert

oor

(zie igitale


handtekening zetten onder een factuur, overeenkomst of ander document opapier.

Selecteer een koppeling op een pagina, bijvoorbeeld de titel van het boek dawilt aanschaffen en de prijs van het boek. De te ondertekenen tekst (mogeliinclusief het bedrag, de datum, enzovoort) wordt weergegeven.

Controleer of de koptekst Lezen en het pictogram voor digitale ondertekeni worden weergegeven.

Opmerking: Als het pictogram voor digitale ondertekening niet woweergegeven, wil dit zeggen dat er een beveiligingsprobleem is en dgeen persoonlijke gegevens, zoals een ondertekenings–PIN, moet invoeren.

Voordat u de tekst ondertekent, leest u eerst alle informatie. Vervolgens seleu Tekenen.

De tekst past mogelijk niet geheel in het display. Neem eerst de hele tekst dvoordat u ondertekent.

Selecteer het gewenste gebruikerscertificaat. Toets de ondertekenings-PIN Algemene inforpagina op pagina 14) in en druk op OK. Het pictogram voor dondertekening verdwijnt en de dienst geeft mogelijk een bevestiging van uwaankoop weer.

155

■ SIM–dienstenNaast de functies die in de telefoon zelf beschikbaar zijn, kan

art.

ovider

r r

roep


uw SIM–kaart extra diensten bieden die u kunt activeren via dit menu, dat uitsluitend wordt weergegeven als dit door de SIM–kaart wordt ondersteund. De naam en inhoud van dit menu is afhankelijk van de SIM–ka

Raadpleeg de leverancier van uw SIM–kaart, uw netwerkoperator, serviceprof andere leverancier voor informatie over de beschikbare SIM–diensten, detarieven en het gebruik van deze SIM-diensten.

Afhankelijk van de operator, kunt u de telefoon zo instellen dat de bevestigingsberichten worden weergegeven die tussen uw telefoon en het netwerk worden uitgewisseld bij gebruik van de SIM–kaartdiensten. Hiervooselecteert u de optie Vragen in het menu SIM-dienstacties bevestigen ondeTelefooninstellingen.

U moet mogelijk een tekstbericht verzenden of een betaalde telefonische opuitvoeren om deze diensten te activeren.

156

6. Pc–verbinding

rwijl oten

ite

e)

on als


U kunt e-mail verzenden en ontvangen en verbinding maken met internet tede telefoon via infrarood, via Bluetooth of via een gegevenskabel is aangeslop een compatibele pc. U kunt de telefoon gebruiken met verschillende toepassingen voor pc–connectiviteit en gegevenscommunicatie. Met PC Sukunt u bijvoorbeeld contactgegevens, agendanotities en andere notities synchroniseren tussen de telefoon en de compatibele pc of een externe internetserver (netwerkdienst).

Meer informatie en bestanden die u kunt downloaden (bijvoorbeeld PC Suitvindt u op de website van Nokia, www.nokia.com.

■ PC SuitePC Suite bevat de volgende toepassingen (in alfabetische volgorde):

• HTML Help voor ondersteuning bij het gebruik van de toepassing.

• Met de modemstuurprogramma's voor de Nokia 6021 kunt u de telefomodem gebruiken.

• Nokia Application Installer om J2ME Java–toepassingen, bijvoorbeeld spelletjes en woordenlijsten, vanaf een compatibele pc op de telefoon teinstalleren.

• Nokia Connection Manager om het verbindingstype tussen de pc en de telefoon te selecteren.

157

• Nokia Contacts Editor om contacten in de telefoon te wijzigen.

• Nokia Content Copier om een reservekopie van de persoonlijke gegevens in de k het .

schikt

e n.

te

op een

nden

uw

nden,


telefoon te maken en herstellen op de pc of de telefoon. Ondersteunt oooverbrengen van gegevens naar een andere compatibele Nokia–telefoon

• Nokia Image Converter om afbeeldingen in ondersteunde indelingen gete maken voor gebruik in multimediaberichten of als achtergrond en omafbeeldingen naar de telefoon over te brengen.

• Nokia Modem Options bevat instellingen voor HSCSD– en GPRS-verbindingen.

• Nokia Multimedia Player om geluidsclips, afbeeldingen, videoclips en multimediaberichten af te spelen op de pc. In Multimedia Player kunt u dmultimedia weergeven die u op de telefoon of via e–mail hebt ontvange

• Nokia PC Sync om de lijst met contacten, agenda– en takenlijstnotities synchroniseren tussen de telefoon en een compatibele pc.

• Nokia Phone Browser om de inhoud van de map Galerij van de telefoon compatibele pc weer te geven. U kunt bladeren door afbeelding– en geluidsbestanden, bestanden in het telefoongeheugen wijzigen en bestauitwisselen tussen de telefoon en de pc.

• Nokia Phone Editor om tekstberichten te verzenden en de contacten in telefoon te wijzigen.

• Nokia Settings Manager om uw browserbookmarks te wijzigen en verzeof om de verbindingssets voor de telefoon bij te werken.

158

• Nokia Sound Converter om polyfone beltonen te wijzigen zodat deze een geschikte indeling hebben voor de telefoon en om de beltonen over te brengen

c te

tekent of

CSD–

id en

r dan

nt


naar de telefoon.

• Nokia Text Message Editor om tekstberichten rechtstreeks vanaf een plezen, schrijven en verzenden.

Op bepaalde afbeeldingen, beltonen en andere inhoud rust mogelijk copyright, wat bedat de desbetreffende inhoud niet mag worden gekopieerd, gewijzigd, overgedragen doorgestuurd.

(E)GPRS, HSCSD en CSDU kunt EGPRS– (Enhanced GPRS), GPRS– (General Packet Radio Service), HS(High Speed Circuit Switched Data) en CSD– (Circuit Switched Data, GSM-gegevens) gegevensdiensten voor de telefoon gebruiken.

Informeer bij uw netwerkoperator of serviceprovider naar de beschikbaarheabonnementsmogelijkheden van de gegevensdiensten.

Het gebruik van HSCSD–diensten belast de batterij van de telefoon zwaardegewone spraak– of gegevensoproepen. Mogelijk moet u de telefoon tijdens datatransmissies aansluiten op een lader.

Zie (E)GPRS–modeminstellingen op pagina 107.

■ Toepassingen voor gegevenscommunicatie gebruikeRaadpleeg de documentatie bij de toepassing voor meer informatie over hegebruik van toepassingen voor gegevenscommunicatie.

159

Als een pc–verbinding actief is, wordt het gebruik van de telefoon om te bellen en oproepen te beantwoorden afgeraden omdat dit de werking kan storen.

etsen n nd.


U krijgt betere prestaties als u de telefoon tijdens datatransmissies met de tonaar beneden op een stevige ondergrond plaatst. Zorg ervoor dat de telefootijdens een dataoproep niet beweegt en houd de telefoon dan niet in uw ha

160

7. Informatie over de batterij

e

rloop ter zijn or

kia zijn

te lang rladen. d tterij

n t met

eruit zak of

aan het

ude heden).


■ Opladen en ontladenHet apparaat werkt op een oplaadbare batterij. De volledige capaciteit van een nieuwbatterij wordt pas benut nadat de batterij twee of drie keer volledig is opgeladen en ontladen. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen maar na vevan tijd treedt slijtage op. Wanneer de gesprekstijd en stand–by–tijd aanmerkelijk kordan normaal, kunt u beter een nieuwe batterij kopen. Gebruik alleen batterijen die doNokia zijn goedgekeurd en laad de batterij alleen opnieuw op met laders die door Nogoedgekeurd en bestemd zijn voor dit apparaat.

Haal de lader uit het stopcontact wanneer u deze niet gebruikt. Sluit de batterij niet aan op een lader. De levensduur van de batterij kan afnemen wanneer deze wordt oveAls een volledig opgeladen batterij niet wordt gebruikt, wordt deze na verloop van tijautomatisch ontladen. Extreme temperaturen kunnen de oplaadcapaciteit van de banegatief beïnvloeden.

Gebruik de batterij alleen voor het doel waarvoor deze bestemd is. Gebruik nooit een beschadigde lader of batterij.

Let op dat u geen kortsluiting veroorzaakt in de batterij. Dit kan bijvoorbeeld gebeurewanneer een metalen voorwerp zoals een munt, paperclip of pen direct contact maakde positieve (+) en negatieve (–) poolklemmen van de batterij. (De poolklemmen zienals metalen strips.) Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een reservebatterij in uwtas hebt. Kortsluiting van de poolklemmen kan schade veroorzaken aan de batterij of voorwerp waarop deze is aangesloten.

De capaciteit en de levensduur van batterijen nemen af wanneer u deze op hete of koplaatsen bewaart (zoals in een afgesloten auto in de zomer of in winterse omstandig

161

Probeer ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de batterij tussen de 15°C en 25°C ligt. Een apparaat met een warme of koude batterij kan gedurende bepaalde tijd

s zijn

eg met

n

te zijn er, kijkt rzoekt

de ij geen en jzijnde leert

tterij


onbruikbaar zijn, zelfs wanneer de batterij volledig is opgeladen. De batterijprestatiebeduidend minder in temperaturen onder het vriespunt.

Gooi batterijen nooit in vuur! Verwerk batterijen in overeenstemming met de lokale regelgeving. Lever batterijen indien mogelijk in voor recycling. Gooi batterijen niet whet huishoudafval.

■ Richtlijnen voor het controleren van de echtheid vaNokia–batterijen

Gebruik om redenen van veiligheid altijd originele Nokia–batterijen. Om er zeker vandat u een originele Nokia–batterij hebt, schaft u deze aan bij een erkende Nokia–dealu of het Nokia Original Enhancements–logo op de verpakking wordt vermeld en ondeu het hologram door de volgende stappen uit te voeren:

Het met succes voltooien van de vier vermelde stappen is geen volledige garantie vanauthenticiteit van de batterij. Als u enige reden hebt om aan te nemen dat uw batterauthentieke, originele Nokia–batterij is, laat gebruik van de batterij dan achterwege breng de batterij naar het dichtstbijzijnde erkende Nokia–servicepunt of de dichtstbierkende Nokia–dealer voor hulp. De officiële Nokia–dealer of het Service Point controde echtheid van de batterij. Als de echtheid niet kan worden vastgesteld, breng de badan terug naar de plaats van aankoop.

Echtheidskenmerken van het hologram

162

1. Wanneer u het hologramlabel bekijkt, hoort u vanuit de ene hoek het Nokia–symbool met de handen te zien, en vanuit de andere

an de

e . Draai de te rij,


hoek het Nokia Original Enhancements–logo.

2. Wanneer u het hologram onder een hoek naar de linker–, rechter–, onder– of bovenkant van het logo houdt, hoort u akant 1, 2, 3 of 4 stippen te zien.

3. Kras aan de zijkant van het label om een 20–cijferige codzichtbaar te maken, bijvoorbeeld 12345678919876543210de batterij zo dat de cijfers rechtop staan. De 20–cijferige comoet worden gelezen te beginnen bij het cijfer op de bovensgevolgd door de onderste rij.

163

4. Bevestig dat de 20–cijferige code geldig is aan de hand van de instructies op www.nokia.com/batterycheck.

e in, aar

nd.

d.

kia–kia– is van het ngeldig

y.


Als u een tekstbericht wilt maken, voert u de 20-cijferige codbijvoorbeeld, 12345678919876543210, en verzendt u deze n+44 7786 200276.

Er worden nationale en internationale operatorkosten bereke

U ontvangt een bericht dat aangeeft of de code is geverifieer

Wat als de batterij niet als echt wordt geverifieerd?Als u niet kunt bevestigen dat de Nokia–batterij met het hologramlabel een echte Nobatterij is, gebruik de batterij dan niet. Breng hem naar de dichtsbijzijnde officiële Nodealer of Service Point voor. Het gebruiken van een batterij die niet door de fabrikantgoedgekeurd, kan gevaarlijk zijn en kan leiden tot slechte prestaties en beschadiging toestel of de uitbreidingen. Het kan ook de goedkeuring of garantie van het toestel omaken.

Ga voor meer informatie over originele Nokia–batterijen naar www.nokia.com/batter

164

VERZORGING EN ONDERHOUD

et zorg

f vocht rdt het n

n de aalde

er de r

leiding

adigen.

om

eren


Uw apparaat is een product van toonaangevend ontwerp en vakmanschap en moet mworden behandeld. De tips hieronder kunnen u helpen om de garantie te behouden.

• Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen obevatten mineralen die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken. Woapparaat toch nat, verwijder dan de batterij en laat het apparaat volledig opdrogevoordat u de batterij terugplaatst.

• Gebruik of bewaar het apparaat niet op stoffige, vuile plaatsen. De bewegende onderdelen en elektronische onderdelen kunnen beschadigd raken.

• Bewaar het apparaat niet op plaatsen waar het heet is. Hoge temperaturen kunnelevensduur van elektronische apparaten bekorten, batterijen beschadigen en bepkunststoffen doen smelten of vervormen.

• Bewaar het apparaat niet op plaatsen waar het koud is. Wanneer het apparaat wenormale temperatuur krijgt, kan binnen in het apparaat vocht ontstaan, waardooelektronische schakelingen beschadigd kunnen raken.

• Probeer het apparaat niet open te maken op een andere manier dan in deze handwordt voorgeschreven.

• Laat het apparaat niet vallen en stoot of schud niet met het apparaat. Een ruwe behandeling kan de interne elektronische schakelingen en fijne mechaniek besch

• Gebruik geen agressieve chemicaliën, oplosmiddelen of sterke reinigingsmiddelenhet apparaat schoon te maken.

• Verf het apparaat niet. Verf kan de bewegende onderdelen van het apparaat blokken de werking belemmeren.

165

• Gebruik alleen de meegeleverde of een goedgekeurde vervangingsantenne. Niet–goedgekeurde antennes, aanpassingen of toebehoren kunnen het apparaat beschadigen

n

horen. aten


en kunnen in strijd zijn met de regelgeving met betrekking tot radioapparaten.

• Maak binnenshuis gebruik van laders.

• Maak altijd een back–up van de gegevens die u wilt behouden (zoals contacten eagendanotities) voordat u het apparaat naar een servicepunt brengt.

Alle bovenstaande tips gelden voor het apparaat, de batterij, de lader en andere toebeNeem contact op met het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt als een van de apparniet goed werkt.

166

AANVULLENDE VEILIGHEIDSINFORMATIE

bereik

e os kan

el het ar het ormale anneer nd van dt aal et

en paraat in de ud


Uw apparaat en toebehoren kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd ze buiten het van kleine kinderen.

■ VerkeersveiligheidGebruik geen handtelefoon terwijl u een auto bestuurt. Bewaar de telefoon altijd in dhouder; leg de telefoon niet op de passagiersstoel of op een plaats waar de telefoon lraken bij een botsing of wanneer u plotseling moet remmen.

Verkeersveiligheid heeft altijd voorrang!

■ GebruiksomgevingHoud u aan speciale voorschriften die in een bepaald gebied van kracht zijn en schakapparaat altijd uit op plaatsen waar het verboden is het apparaat te gebruiken of wagebruik ervan storing of gevaar kan veroorzaken. Gebruik het apparaat alleen in de nposities. Dit apparaat voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling aan RF–signalen whet op normale wijze tegen het oor wordt gehouden of wanneer het zich op een afstaminimaal 2,2 cm van het lichaam bevindt. Wanneer het apparaat op het lichaam worgedragen in een draagtasje, riemclip of houder, moeten deze hulpmiddelen geen metbevatten en moet het product zich minimaal op de hierboven vermelde afstand van hlichaam bevinden.

Bepaalde delen van het apparaat zijn magnetisch. Metalen voorwerpen kunnen wordaangetrokken door het apparaat en personen met een gehoorapparaat moeten het apniet tegen het oor met het gehoorapparaat houden. Klik het apparaat altijd goed vasthouder want metalen voorwerpen kunnen door het oorstuk worden aangetrokken. Ho

167

creditcards en andere magnetische opslagmedia uit de buurt van het apparaat, omdat de gegevens die op deze media zijn opgeslagen, kunnen worden gewist.

hikken n van baar is. id.

n. et akel ordt

RF–

n de e

paraat


Voor het overbrengen van databestanden of berichten moet dit apparaat kunnen bescover een goede verbinding met het netwerk. In sommige gevallen kan het overbrengedatabestanden of berichten vertraging oplopen tot een dergelijke verbinding beschikHoud u aan de bovenstaande afstandsrichtlijnen tot de gegevensoverdracht is voltoo

■ Medische apparatuurHet gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van draadloze telefoons, kan het functioneren van onvoldoende beschermde medische apparatuur nadelig beïnvloedeRaadpleeg een arts of de fabrikant van het medische apparaat om vast te stellen of happaraat voldoende is beschermd tegen externe RF–energie of als u vragen hebt. Schhet apparaat uit in instellingen voor gezondheidszorg wanneer dat voorgeschreven wdoor ter plaatse aangegeven instructies. Ziekenhuizen en andere instellingen voor gezondheidszorg kunnen gebruik maken van apparatuur die gevoelig is voor externe energie.

PacemakersFabrikanten van pacemakers adviseren dat er minimaal 15,3 cm afstand moet wordegehouden tussen een draadloze telefoon en een pacemaker om mogelijke storing vanpacemaker te voorkomen. Deze aanbevelingen komen overeen met het onafhankelijkonderzoek en de aanbevelingen van Wireless Technology Research. Mensen met een pacemaker moeten:

• het apparaat op meer dan 15,3 cm afstand van hun pacemaker houden als het apis ingeschakeld;

• het apparaat niet in een borstzak dragen; en

168

• het apparaat bij het oor houden aan de andere zijde van het lichaam dan de zijde waar de pacemaker zich bevindt, om de kans op storingen te minimaliseren.

t

en

–dpleeg e

e

ar

at de ar de


Als u enige reden heeft om te vermoeden dat er storing optreedt, moet u het apparaaonmiddellijk uitschakelen.

GehoorapparatenSommige digitale draadloze apparaten kunnen storingen in bepaalde gehoorapparatveroorzaken. Neem contact op met uw netwerkoperator als u last hebt van dergelijkestoringen.

■ VoertuigenRF–signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in gemotoriseerde voertuigen die verkeerd geïnstalleerd of onvoldoende afgeschermd zijn (bijvoorbeeldelektronische systemen voor brandstofinjectie, elektronische antislip–of antiblokkeerremsystemen, systemen voor elektronische snelheidsregeling of airbagsystemen). Raade fabrikant, of diens vertegenwoordiger, van uw voertuig of van hieraan toegevoegdapparatuur, voor meer informatie.

Het apparaat mag alleen door bevoegd personeel worden onderhouden of in een autoworden gemonteerd. Ondeskundige installatie of reparatie kan gevaar opleveren en dgarantie die eventueel van toepassing is op het apparaat doen vervallen. Controleer regelmatig of de draadloze apparatuur in uw auto nog steeds goed is bevestigd en nabehoren functioneert. Vervoer of bewaar geen brandbare vloeistoffen, gasvormige materialen of explosieve materialen in dezelfde ruimte als die waarin het apparaat, onderdelen daarvan of toebehoren zich bevinden. Voor auto's met een airbag geldt dairbags met zeer veel kracht worden opgeblazen. Zet geen voorwerpen, dus ook geengeïnstalleerde of draagbare draadloze apparatuur, in de ruimte boven de airbag of wa

169

airbag wordt opgeblazen. Als draadloze apparatuur niet goed is geïnstalleerd in de auto kan dit ernstige verwondingen veroorzaken als de airbag wordt opgeblazen.

t uit n

doden en voor op vaak, mische paan raan,


■ VliegtuigenHet gebruik van het apparaat in een vliegtuig kan verboden zijn. Schakel het apparaavoordat u een vliegtuig binnengaat. Het gebruik van draadloze telecomapparatuur kagevaarlijk zijn voor de werking van het vliegtuig, kan het draadloze telefoonnetwerk verstoren en kan illegaal zijn.

■ Explosiegevaarlijke omgevingenSchakel het apparaat uit als u op een plaats met explosiegevaar bent en volg alle aanwijzingen en instructies op. Dergelijke plaatsen zijn bijvoorbeeld plaatsen waar ugewoonlijk wordt geadviseerd de motor van uw auto af te zetten. Vonken kunnen op dergelijke plaatsen een explosie of brand veroorzaken, waardoor er gewonden of zelfskunnen vallen. Schakel het apparaat uit bij benzinestations. Houd u aan de beperkinghet gebruik van radioapparatuur in brandstofopslagplaatsen, chemische fabrieken ofplaatsen waar met explosieven wordt gewerkt. Plaatsen met explosiegevaar worden maar niet altijd, duidelijk aangegeven. Het gaat onder andere om scheepsruimen, cheoverslag– of opslagplaatsen, voertuigen die gebruikmaken van LPG (onder andere proof butaan) en gebieden waar de lucht chemicaliën of fijne deeltjes van bijvoorbeeld gstof of metaaldeeltjes bevat.

170

■ Alarmnummer kiezenBelangrijk:

de rden oor het

ngst

jk zijn.

reed te

akelen cht

eer

rig middel


Draadloze telefoons zoals dit apparaat, maken gebruik van radiosignalen, draadloze netwerken, kabelnetwerken en door de gebruiker geprogrammeerfuncties. Hierdoor kunnen verbindingen niet onder alle omstandigheden wogegarandeerd. U moet nooit alleen vertrouwen op een draadloze telefoon vtot stand brengen van essentiële communicatie, bijvoorbeeld bij medische noodgevallen.

Een alarmnummer kiezen:1. Schakel het apparaat in als dat nog niet is gebeurd. Controleer of de signaalontva

voldoende is.

In sommige netwerken kan een geldige, correct geplaatste SIM–kaart noodzakeli

2. Druk zo vaak als nodig is op om het scherm leeg te maken en het apparaat gemaken voor een oproep.

3. Toets het alarmnummer in voor het gebied waar u zich bevindt. Alarmnummers verschillen per locatie.

4. Druk op de toets .

Als u bepaalde functies gebruikt, is het mogelijk dat u deze functies eerst moet uitschvoordat u een alarmnummer kunt kiezen. Als het apparaat in het profiel Offline of Vlustaat, moet u het profiel wijzigen om de telefoonfunctie te activeren voordat u een alarmnummer kunt kiezen. Raadpleeg deze handleiding of uw serviceprovider voor minformatie.

Probeer wanneer u een alarmnummer belt alle noodzakelijke informatie zo nauwkeumogelijk te omschrijven. Uw draadloze apparaat is mogelijk het enige communicatie

171

op de plaats van een ongeluk. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen.

NG

d en len

niveau

ge arge eftijd

es ne

lager bruik

/n i-–


■ Informatie over certificatie (SAR)DIT APPARAAT VOLDOET AAN DE INTERNATIONALE RICHTLIJNEN VOOR BLOOTSTELLIAAN RADIOGOLVEN.

Dit mobiele apparaat is een radiozender en –ontvanger. Het apparaat is zo ontwikkelgeproduceerd dat deze voldoet aan de emissiebeperkingen voor radiofrequentiesigna(RF–signalen) die worden aanbevolen door internationale richtlijnen (ICNIRP). Deze beperkingen maken deel uit van uitgebreide richtlijnen en definiëren het toegestane voor RF–energie voor de algemene bevolking. Deze richtlijnen zijn ontwikkeld door onafhankelijke wetenschappelijke organisaties door middel van periodieke en grondievaluaties van wetenschappelijke studies. In deze richtlijnen is een grote veiligheidsmingebouwd om de veiligheid van alle personen te kunnen waarborgen, ongeacht de leof gezondheidstoestand.

De standaard voor blootstelling aan mobiele apparatuur wordt uitgedrukt in de maateenheid SAR (Specific Absorbtion Rate). De SAR–limiet die wordt vermeld in de internationale richtlijnen is 2,0 W/kg.1. Bij tests voor SAR worden de standaardpositigebruikt, waarbij het apparaat in alle gemeten frequentiebanden het hoogst toegestaenergieniveau gebruikt. Hoewel de SAR wordt bepaald op het hoogst toegestane energieniveau, kan het werkelijke SAR-niveau van het apparaat tijdens gebruik sterk liggen dan de maximumwaarde. Dit komt doordat het apparaat is ontworpen voor ge

1. De SAR–limiet die voor mobiele apparatuur voor het publiek wordt gehanteerd, is 2,0 wattkilogram (W/kg) evenredig verdeeld over tien gram lichaamsweefsel. In de richtlijnen is eeaanzienlijke veiligheidsmarge ingebouwd, voor extra bescherming en om eventuele meetvaraties te ondervangen. SAR–waarden kunnen variëren, afhankelijk van nationale rapportageeisen en de netwerkband. Meer informatie over SAR in andere regio's kunt u vinden onder"product information" op de website van Nokia op www.nokia.com.

172

bij verschillende energieniveaus, zodat niet meer energie wordt gebruikt dan nodig is om verbinding te maken met het netwerk. Over het algemeen geldt dat hoe dichter u zich bij een

st het

et op dt aal

hikken n van baar is. id.


zendmast bevindt, hoe minder energie het apparaat gebruikt.

De hoogste SAR–waarde die dit apparaat heeft bereikt tijdens tests voor gebruik naaoor is 0,72 W/kg.

Dit apparaat voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling aan RF–signalen wanneer hnormale wijze tegen het oor wordt gehouden of wanneer het zich op een afstand vanminimaal 2,2 cm van het lichaam bevindt. Wanneer het apparaat op het lichaam worgedragen in een draagtasje, riemclip of houder, moeten deze hulpmiddelen geen metbevatten en moet het product zich op een afstand van minimaal 2,2 van het lichaambevinden.

Voor het overbrengen van databestanden of berichten moet dit apparaat kunnen bescover een goede verbinding met het netwerk. In sommige gevallen kan het overbrengedatabestanden of berichten vertraging oplopen tot een dergelijke verbinding beschikHoud u aan de bovenstaande afstandsrichtlijnen tot de gegevensoverdracht is voltoo

Nokia 6021 UG - simstunts.nl · gebruik van dit product op enige wijze dat ov ereenstemt met de...

Documents

Transcript of Nokia 6021 UG - simstunts.nl · gebruik van dit product op enige wijze dat ov ereenstemt met de...