No Title

1
B este vriend, Robert Vuijsjes tweede boek, gaat over een beroemde man in een slecht huwelijk, die liever aan zijn status als BN’er werkt dan tijd doorbrengt met zijn zoon. Een mooie gelegenheid om de schrijver aan de tand te voelen over het vaderschap. Wat vind jij van de term ‘zorgvader’? ‘Het woordje “zorg” zou er eigenlijk niet bij moeten, want als vader ben je in de ideale situatie per definitie de verzorger. Helaas is deze ideale situatie vaak ver te zoeken. Zo ook bij mij. Ik heb twee kinderen: een zoon van vijf uit een eerder huwelijk en een zoon van twee met mijn huidige vriendin. Zij heeft nog een zoon van elf. Mijn huwelijk is mislukt, maar hopelijk is deze relatie dan wel voor de rest van mijn leven.’ Je vindt het niets, zo’n patchworkgezin? ‘Nee, een ideaal gezin bestaat uit een vader en een moeder. Ik wil het bij één scheiding laten, want een nog ingewikkelde- re gezinsconstructie is gewoon niet werkbaar. Bovendien, nog een keer de nederlaag van een scheiding, dat verdraag ik niet. Ik heb co-ouderschap met mijn oudste zoon. Als co-ouder ben ik in Amsterdam, omdat mijn zoon daar naar school gaat en mijn leven zich sowieso voornamelijk in Amsterdam afspeelt. Maar mijn jongste zoon gaat in Almere naar de opvang, want daar woont mijn vriendin. Het is een enorm geregel. Maar binnenkort is dat voorbij, want we gaan samenwonen in Amsterdam en dan wordt het makkelijker.’ De zoon uit je boek komt er bekaaid vanaf. Hoe doe jij het als vader? ‘Na het verschijnen van een roman ben ik druk met interviews en publiciteit. Daarbuiten ben ik gewoon op gezette momenten aan het schrijven en heb ik tijd voor mijn kinderen. Het is dan juist handig dat ik zo flexibel ben. Beide moeders werken tijdens kantooruren en daarop kan ik makkelijk inspelen. Dan breng en haal ik, en ’s middags ben ik uitgewerkt. Ik vind mezelf een leuke vader. Ik zou wat strenger willen zijn, maar minder streng zijn is nu eenmaal makkelijker. Het blijft een morele afweging om op je strepen te staan of de teugels juist te laten vieren. Ik kies te vaak voor het laatste. Ook omdat ik mijn zoons niet altijd bij me heb.’ Vrouwen voelen zich in de opvoeding vaak schuldig. Mannen schijnen daar minder last van te hebben. Hoe zit dat bij jou? ‘Er gaat geen dag, geen uur voorbij dat ik mij niet schuldig voel over de gevolgen die de scheiding heeft op het contact met mijn zoon. Daarvoor was hij dagelijks in mijn leven, nu zie ik hem veel minder. Dat knaagt nog steeds. Het gevoel niet altijd bij hem te kunnen zijn, blijft ondraaglijk. Het liefst woon ik met mijn beide kinderen permanent in een huis, maar dat gaat helaas niet.’ Je eigen vader werd geraakt door Beste vriend. Waarom? ‘Mijn eigen ouders zijn gescheiden toen ik jong was. Mijn moeder maakte de meeste uren als het om mijn opvoeding ging, mijn vader zag ik veel minder. Hij had een drukke baan en een nieuw gezin, inclusief stiefzoon. De scheiding heeft hoe dan ook z’n sporen bij mij nagelaten. Ook al is de roman niet autobiografisch, dat gegeven kun je er wel uit halen. Kennelijk raakte dat mijn vader. Hij heeft die impact misschien nooit zo beseft.’ Hoe groot was die impact? ‘Dagelijks in elkaars leven zijn schept een band. Misschien geen diepe vader-zoonband, maar je deelt wel iets wezenlijks met elkaar. Natuurlijk is het belangrijk wat je doet en hoe je bent als vader, maar dát je er bent, gewoon dagelijks fysiek aanwezig zijn, is misschien nog wel belangrijker. Een zoon kijkt op naar zijn vader. Moet van zijn vader leren hoe hij een man moet zijn. Dat gaat toch beter als je dat dagelijks bij je vader kunt afkijken.’ De vader moet de zoon leren hoe hij een buffel moet slachten? ‘Precies. Als jongens alleen door hun moeder worden groot- gebracht, missen ze dat stuk mannelijkheid in de opvoeding. Dat gedeelte kunnen moeders hun zonen niet meegeven. Simpelweg omdat ze vrouw zijn. Daarom knaagt het aan me dat ik niet altijd bij mijn kinderen kan zijn.’ De geschiedenis herhaalt zich? ‘Een beetje wel. Ik leef, net als mijn vader, niet permanent bij mijn kinderen. En ook ik kies te vaak voor mijn werk. Mijn vader nam dit misschien meer als een gegeven aan. Dat doe ik dan weer niet. Ik weet wat het betekent om gescheiden van een vader op te groeien. De wil om dat anders te doen en een aanwezige vader te zijn, is er dus wel degelijk. Ik doe mijn best.’ TEKST: IRIS SPIERENBURG FOTO: MARK & CORNE ‘Ook ik kies te vaak voor mijn werk’ Robert Vuijsje over vaderschap Lof 81 LOF23_Vuisje_P - CAV kopie.indd 81 17-05-12 09:56

description

undefined

Transcript of No Title

Page 1: No Title

Beste vriend, Robert Vuijsjes tweede boek, gaat

over een beroemde man in een slecht huwelijk,

die liever aan zijn status als BN’er werkt dan tijd

doorbrengt met zijn zoon. Een mooie gelegenheid

om de schrijver aan de tand te voelen over het vaderschap.

Wat vind jij van de term ‘zorgvader’?

‘Het woordje “zorg” zou er eigenlijk niet bij moeten, want als

vader ben je in de ideale situatie per definitie de verzorger.

Helaas is deze ideale situatie vaak ver te zoeken. Zo ook bij mij.

Ik heb twee kinderen: een zoon van vijf uit een eerder huwelijk en

een zoon van twee met mijn huidige vriendin. Zij heeft nog een

zoon van elf. Mijn huwelijk is mislukt, maar hopelijk is deze relatie

dan wel voor de rest van mijn leven.’

Je vindt het niets, zo’n patchworkgezin?

‘Nee, een ideaal gezin bestaat uit een vader en een moeder.

Ik wil het bij één scheiding laten, want een nog ingewikkelde-

re gezinsconstructie is gewoon niet werkbaar. Bovendien, nog

een keer de nederlaag van een scheiding, dat verdraag ik niet.

Ik heb co-ouderschap met mijn oudste zoon. Als co-ouder ben

ik in Amsterdam, omdat mijn zoon daar naar school gaat en mijn

leven zich sowieso voornamelijk in Amsterdam afspeelt. Maar

mijn jongste zoon gaat in Almere naar de opvang, want daar

woont mijn vriendin. Het is een enorm geregel. Maar binnenkort

is dat voorbij, want we gaan samenwonen in Amsterdam en dan

wordt het makkelijker.’

De zoon uit je boek komt er bekaaid vanaf. Hoe doe jij het

als vader?

‘Na het verschijnen van een roman ben ik druk met interviews

en publiciteit. Daarbuiten ben ik gewoon op gezette momenten

aan het schrijven en heb ik tijd voor mijn kinderen. Het is dan

juist handig dat ik zo flexibel ben. Beide moeders werken tijdens

kantooruren en daarop kan ik makkelijk inspelen. Dan breng en

haal ik, en ’s middags ben ik uitgewerkt.

Ik vind mezelf een leuke vader. Ik zou wat strenger willen zijn,

maar minder streng zijn is nu eenmaal makkelijker. Het blijft een

morele afweging om op je strepen te staan of de teugels juist te

laten vieren. Ik kies te vaak voor het laatste. Ook omdat ik mijn

zoons niet altijd bij me heb.’

Vrouwen voelen zich in de opvoeding vaak schuldig. Mannen

schijnen daar minder last van te hebben. Hoe zit dat bij jou?

‘Er gaat geen dag, geen uur voorbij dat ik mij niet schuldig voel

over de gevolgen die de scheiding heeft op het contact met mijn

zoon. Daarvoor was hij dagelijks in mijn leven, nu zie ik hem veel

minder. Dat knaagt nog steeds. Het gevoel niet altijd bij hem te

kunnen zijn, blijft ondraaglijk. Het liefst woon ik met mijn beide

kinderen permanent in een huis, maar dat gaat helaas niet.’

Je eigen vader werd geraakt door Beste vriend. Waarom?

‘Mijn eigen ouders zijn gescheiden toen ik jong was. Mijn moeder

maakte de meeste uren als het om mijn opvoeding ging, mijn

vader zag ik veel minder. Hij had een drukke baan en een nieuw

gezin, inclusief stiefzoon. De scheiding heeft hoe dan ook z’n

sporen bij mij nagelaten. Ook al is de roman niet autobiografisch,

dat gegeven kun je er wel uit halen. Kennelijk raakte dat mijn

vader. Hij heeft die impact misschien nooit zo beseft.’

Hoe groot was die impact?

‘Dagelijks in elkaars leven zijn schept een band. Misschien geen

diepe vader-zoonband, maar je deelt wel iets wezenlijks met

elkaar. Natuurlijk is het belangrijk wat je doet en hoe je bent als

vader, maar dát je er bent, gewoon dagelijks fysiek aanwezig

zijn, is misschien nog wel belangrijker. Een zoon kijkt op naar

zijn vader. Moet van zijn vader leren hoe hij een man moet zijn.

Dat gaat toch beter als je dat dagelijks bij je vader kunt afkijken.’

De vader moet de zoon leren hoe hij een buffel moet slachten?

‘Precies. Als jongens alleen door hun moeder worden groot-

gebracht, missen ze dat stuk mannelijkheid in de opvoeding. Dat

gedeelte kunnen moeders hun zonen niet meegeven. Simpelweg

omdat ze vrouw zijn. Daarom knaagt het aan me dat ik niet altijd

bij mijn kinderen kan zijn.’

De geschiedenis herhaalt zich?

‘Een beetje wel. Ik leef, net als mijn vader, niet permanent bij mijn

kinderen. En ook ik kies te vaak voor mijn werk. Mijn vader nam

dit misschien meer als een gegeven aan. Dat doe ik dan weer

niet. Ik weet wat het betekent om gescheiden van een vader

op te groeien. De wil om dat anders te doen en een aanwezige

vader te zijn, is er dus wel degelijk. Ik doe mijn best.’ ■TEK

ST:

IRIS

SP

IER

EN

BU

RG

FO

TO: M

AR

K &

CO

RN

E

‘Ook ik kies te vaak voor mijn werk’

Robert Vuijsje over vaderschap

Lof 81

LOF23_Vuisje_P - CAV kopie.indd 81 17-05-12 09:56