Nl Beginnen Met Haken en Guimpesteek

7
Beginnen met Haken en Guimpesteek

description

Beginnen Met Haken en Guimpesteek

Transcript of Nl Beginnen Met Haken en Guimpesteek

  • Beginnen metHaken en Guimpesteek

  • 2E

    R

    K

    W

    I

    J

    Z

    E

    W BEGIN MET HAAKWERK

    Katia heeft gedetailleerd, stap voor stap , de basis en beschrijvingen ontworpen voor degene die wilbeginnen met haakwerk. Lees deze beschrijvingen aandachtig en als U twijfels heeft, staat KATIA terUw beschikking voor eventuele vragen.

    Met de haaknaald kunnen oneindig veel werkstukken gemakkelijk gemaakt worden en met uniekeresultaten.

    De basissteken voor het haakwerk bestaan uit 4 steken:

    Losse Vaste

    Halve vaste Stokje

    Door deze steken te combineren kunnen alle soorten werkstukken gehaakt worden, vanaf demeest eenvoudige tot de meest ingewikkelde, met verrassende effekten.

    Er bestaan verschillende maten haaknaalden, die gebruikt worden afhangend van de dikte van hetgaren.

    Alle werkstukken worden beschreven met grafieken, later geven we instrukties hoe men eenbeschrijving moet volgen.

    Onderstaand geven we een gedetailleerde beschrijving met tekeningen van de basissteken enenkele combinaties hiervan, afwerkingen enz. Bij de beschrijving van elke steek staat het symbooldat de steek weergeeft op de grafieken.used in the graphs are fully explained

    BASISSTEKEN

    Losse

    Deze steek is de basis voor het beginnen met haken. Bijna alle werkstukken beginnen met lossen. Indien U voor het eerst dehaakwereld intreed, raden wij U aan de beginlossen te haken met een grotere haaknaald dan aangegeven voor het te hakenmodel. De eerste naald van het werk is het moeilijkst omdat er geen basis is om het werk vast te houden, het is daarom beterom de lossen heel los te haken om zo de haaknaald gemakkelijker in te kunnen steken.

    Het uiteinde van het garen tussen deduim en wijsvinger van de linkerhandhouden, haal de draad over de wijs-vinger en tussen de pink en ringvinger.De haaknaald vasthouden alsof diteen potlood is met de duim en wijs-vinger van de rechterhand.

    Herhaal steeds deze handeling tothet benodigd aantal lossen verkregenis. Bijna alle haakwerken beginnenmet een ketting lossen of een ring lossen.

    Vorm een lus met de draad, zet dedraad op de haaknaald en met dehaak van de haaknaald deze draadnaar achter trekken door de lus, er iseen losse gevormd.

    1

    2 3

    4 5

  • 3E

    R

    K

    W

    I

    J

    Z

    E

    W Halve vasteSteek de haaknaald in de 2e lossevanaf de haaknaald.

    Zet een draad op de haaknaald enhaal deze door de 2 lussen op dehaaknaald, er is 1 halve vaste ge-vormd.

    VasteHaak een ketting lossen, steek dehaaknaald in de 2e losse vanaf dehaaknaald.

    Haak 1 vaste in elke losse, bij het be-endigen van alle steken, het werkkeren, op deze manier valt het werkopnieuw aan de linkerkant.

    Zet een draad op de haaknaald enhaal deze draad door de losse, erstaan 2 lussen op de haaknaald, zetopnieuw een draad op de haaknaalden haal deze draad door de 2 lussen.

    Begin de volgende naald met 1 losseen haak hierna 1 vaste op elk van devasten van de voorafgaande naald.

    Er is een vaste gevormd, om nog eenvaste te haken, de haaknaald in devolgende losse insteken en de han-deling van stap 2 herhalen.

    Haak de laatste st. op de beginlossevan de voorafgaande naald.

    Stokje

    Wikkel de draad 1 maal om de haak-naald. Steek de haaknaald in de 4elosse vanaf de haaknaald.

    Zet opnieuw een draad op de haak-naald en haal deze draad door de 2lussen die nog op de haaknaaldstaan.

    Zet een draad op de haaknaald enhaal deze draad door de eerste lusv.d. haaknaald, er zijn hierna 3 lussen.

    Zet een draad op de haaknaald ensteek de haaknaald in de volgendelosse.

    Zet opnieuw een draad op de haak-naald en haal deze draad door 2 lus-sen, er zijn hierna 2 lussen.

    Wanneer de naald beendigd is, hetwerk keren en de volgende naald be-ginnen met 3 lossen.

    1 2

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    1

    2

    3

    4

    5

    6

  • 4E

    R

    K

    W

    I

    J

    Z

    E

    W Dubbel stokje

    Wikkel de draad 2 maal om de haak-naald, steek de haaknaald in de 5elosse vanaf de haaknaald.

    Zet een draad op de haaknaald enhaal deze draad door de 2 lussen dienog op de haaknaald staan.

    Zet een draad op de haaknaald enhaal deze draad door de eerste lusvan de haaknaald, zet een draad opde haaknaald en haal deze draaddoor de eerste 2 lussen, er zijn hierna3 lussen.

    Wanneer de naald beendigd is, hetwerk keren en de volgende naald be-ginnen met 4 lossen.

    Zet een draad op de haaknaald, haaldeze draad door 2 lussen, er zijnhierna 2 lussen.

    Driedubbel stokje, vierdubbel, vijfdubbel...

    Haak zoals een dubbel stokje, maar voor een driedubbelstokje de draad 3 maal om de haaknaald wikkelen alvorens tebeginnen (zie 1e stap van het dubbel stokje), 4 maal de draadom de haaknaald wikkelen voor een vierdubbel stokje enz.,vervolgens alle stappen van het dubbel stokje volgen en stap4 herhalen tot er slechts 1 lus op de haaknaald over is.

    Schelpsteek

    De schelpsteek is een steek die vaakgebruikt wordt en bestaat uit hethaken van enkele stokjes ofwel en-kele steken met verschillende hoog-tes om zo een waaier te vormen(vaste, stokje, dubbel stokje, stokjeen vaste) en hierbij de haaknaald ste-eds in dezelfde st. of dezelfde basis-boog insteken.

    Nopje

    Haak 5 stokjes en hierbij de haak-naald steeds in dezelfde basisst. ins-teken.

    De haaknaald opnieuw in de lus ins-teken.

    Haal de haaknaald uit de lus, steekde haaknaald in het 1e stokje datreeds gehaakt is.

    Zet een draad op de haaknaald enhaal deze draad door de lus en desteek.

    1

    2

    3

    4

    5

    1

    2

    3

    4

  • 5E

    R

    K

    W

    I

    J

    Z

    E

    WSIERSTEKEN OF AFWERKSTEKEN

    Kreeftesteek

    Haak vasten, maar haak vanlinks naar rechts.

    Pluchesteek

    Alvorens te beginnen, eenstrook karton knippen met degewenste breedte van de lusvan de pluchesteek. Hiernavasten haken, maar bij het op-zetten van de draad op dehaaknaald, de draad over destrook karton halen, op dezemanier worden lange lussen ge-vormd die niet uitgerekt wordenomdat elke lus vastgehaakt ismet een vaste, zie tekeningen.

    HET VOLGEN VAN EEN GRAFIEK IN HAAKWERK

    Er zijn twee basismanieren om te haken:recht, van rechts naar links haken en bijhet einde van elke naald, het werk keren.Op deze manier valt de haaknaald bij hetbegin van een naald steeds op het rechteruiteinde van het werkstuk. Op de grafiek heeft elke naald een one-ven nummer op het rechter uiteinde eneen even nummer op het linker uiteinde.Deze nummers komen overeen met de tehaken naald, daarom bij het volgen vaneen grafiek de richting van de naaldenmet een oneven nummer is van rechtsnaar links en een naald met een evennummer van links naar rechts, zoals aan-gegeven met pijlen op het voorbeeld vaneen grafiek.

    Om rond te haken, beginnen met lossendie gesloten worden d.m.v. een halvevaste gehaakt in de 1e losse, zo wordteen rondje gevormd waarover de vol-gende naald gehaakt wordt. Om het werkrond te houden, is het noodzakelijk datelke naald gesloten wordt met 1 halvevaste in de 1e steek v.d. naald. Het beginvan elke naald is aan de linkerkant van hetnummer van de te haken naald. De naal-den beginnen met lossen die reeds weer-gegeven zijn op de grafiek.

    In deze voorbeelden van de grafieken, wordt elke naald weergegeven in een anderekleur om zo duidelijk te kunnen onderscheiden welke steken bij elke naald horen. Houdter rekening mee dat op alle grafieken de naalden genummerd zijn, daarom is het heeleenvoudig om te zien waar een naald begint (waar zich het eerste nummer bevindt) endeze naald te volgen tot het volgende nummer.Het grafisch weergeven van het haakwerk en gebruikte steken is erg belangrijk, nietalleen omdat dit de werkelijkheid weergeeft, men kan zien hoe de steek en het haak-werk eruit moet zien, in zig-zag vorm, in waaiervorm enz. (dat is onmogelijk te zien bijhet volgen van geschreven tektst) maar ook omdat dit een informatie geeft die nood-zakelijk is om te weten waar de haaknaald ingestoken moet worden bij elke steek.

    Beschrijving vanverschillende manieren vanhet insteken van dehaaknaald in de steken vooreen correct resultaat.

    (1) Bij het insteken van dehaaknaald in de steken ofnaalden, hierbij dehaaknaald steeds aan devoorkant van de steekinsteken, d.w.z. op dehaaknaald moeten er 2lussen staan. Als erslechts n lus staat, zaldit een gat vormen.

    (2) Wanneer er een steek opde lossen gehaakt wordt,de haaknaald niet instekenin het midden van delosse, maar door de helelosse halen, behalve in de1e naald van het werk inrechte richting, hierbijsteeds de haaknaaldinsteken in het midden vande beginlosse.

    (3) Wanneer er rond gehaaktwordt, n de 1e naaldlossen, de volgende naaldin het rondje haken datgevormd is met de lossenen niet in het midden vande losse.

    Nuttige wenken

  • 6E

    R

    K

    W

    I

    J

    Z

    E

    W GUIMPESTEEK

    De guimpesteek wordt gemaakt met behulp van een guimpevork (= een gebogen naald in U-vorm)en een haaknaald.

    De variaties van maten van de guimpevorken wisselen, afhangend van de breedte tussen de naaldendie de U vormen. Wanneer er meer plaats tussen deze naalden is, zal de strook breder worden en hetwerk over de binnenkant van de guimpevork zal veel mooier zijn.

    Het werkresulaat zijn enkele stroken die verkregen worden door de draad rondom de guimpevork tewikkelen en met de haaknaald in het midden van de guimpevork werken in verschillende hartvor-men. Dit is hoe men het werkt noemt dat gehaakt wordt over de binnenkant van de guimpevork.

    Het is belangrijk om niet meteen strakke draad te werkenzodat de naalden van deguimpevork niet bij elkaargetrokken worden. Denaalden zijn van een niet zohard materiaal en de strookzal niet recht worden. Wanneer een strookgemaakt wordt die langer isde guimpevork, op devolgende manier te werkgaan: haal de lussen van deguimpevork, hierna opnieuwde laatste 4 lussen op deguimpevork zetten om zoverder te kunnen werken.De rest van de strook dielos blijft hangen,rondwikkelen envastspelden aan deonderkant van deguimpevork, zodat bij hetwerken deze strook nietrond gaat draaien. Herhaaldit zo vaak als nodig is bijeenzelfde strook. Het is nooodzakelijk omalvorens een werk tebeginnen een proef temaken met de afmeting vande gewenste guimpevork en20 lussen te maken. Hetwerk strijken en het aantallussen berekenen die nodigzijn voor de gewenstelengte.

    Nuttige wenkenMet de handen een lus maken en een knoop maken.Haal deze lus over de rechternaald van de guimpe-vork, haal de draad achter de linkernaald van deguimpevork en keer de guimpevork van rechts naarlinks.

    A B

    Met de linkerhand de draad en linkernaald van deguimpevork vasthouden tussen duim en wijsvinger.Neem de haaknaald in de rechterhand, houdt derechternaald van de guimpevork vast tussen middel-vinger en ringvinger, steek de haaknaald in de lus enhaak 1 vaste.

    A B

    Haal de rechterhand met de haaknaald over de rech-ternaald van de guimpevork en keer de guimpevorkvan rechts naar links.

    B A

    Steek de haaknaald in de lus aan de linkerkant enhaak 1 vaste.

    B A

    Herhaal de laatste 3 stappen, in elke lus kunnen 2vasten, stokjes of een combinatie van beiden ge-haakt worden, afhangend van elk motief. Deze ste-ken, in het midden van de lus, vormen het genoemdehart van elke strook.

    BA

  • 7E

    R

    K

    W

    I

    J

    Z

    E

    W Samennemen van de strokenWanneer alle stroken van de gewenste afmeting gemaakt zijn, moeten deze samengenomen worden. Er zijn verschillende ma-nieren van samennemen, de basismanier:

    Steek de haaknaald in een lusvan de strook, haak 1 vaste,steek de haaknaald in de lusvan de andere strook en haakeen vaste. Neem op deze ma-nier alle lussen van de tweestroken samen. Een andere manier is om vers-chillende lussen in groepjessamen te nemen om zo eenverspringende samennemingte verkrijgen.

    Met de haaknaald 3 lussenvan een strook in een groepjesamennemen en 1 vaste haken,haak 2 lossen, neem 3 lussenvan de andere strook in eengroepje samen en haak op-nieuw 1 vaste, 2 lossen. Dit zijn twee basisvormen vanhet samennemen van de stro-ken, hiermee kunnen vele va-riaties gemaakt worden doordeze samen te combineren.

    Gegolfde Strook

    (1) groepjes met de haaknaald * 4 lussenen samen over laten glijden, in deze 4lussen 3 vasten en 4 lossen haken *,herhaal van * tot * 3 maal.

    (2) groepjes met de haaknaald * 4 lussen ensamen over laten glijden, haak 1 halvevaste *, herhaal van * tot * 3 maal en ein-dig met 4 lossen.

    Afwerking Afwerking in groepjes:Wanneer alle stroken samengenomen zijn, moet er een af-werking gemaakt worden over de uiteinden om te vermijdendat de lussen hierna los vallen. Zoals bij het samennemen, zijn er twee basisvormen van af-werking: recht:

    Steek de haaknaald in een lusen haak 1 vaste, herhaal ste-eds tot alle lussen gehaaktzijn.

    Neem 3 lussen samen tot eengroepje en haak 1 vaste, 5 los-sen. Herhaal tot alle lussengehaakt zijn, men kan hetaantal lussen die een groepjevormen en de lossen hiertus-sen varieren om zo verschi-llende maten te verkrijgen. Men kan stroken in een golf-vorm verkrijgen door een af-werking in golfvorm te makenaan elke kant van de strook,zodat de groepjes lussen af-gewisseld worden, zie foto.

    Herhaal: (1) en (2) tot alle lussen aan n kant gewerkt zijn. Aan de andere kant idem te werk gaan, maar de steken (1) en (2)afwisselend haken dan aan de andere kant. De guimpetechniek is erg eenvoudig en snel. Bovendien, met dezelfde stroken en door alln de samenneming en afwerkingte combineren, kunnen oneindig veel mogelijkheden gecreerd worden. Als men ook nog verschilllende fantasiegarens gebruiktbij het maken van de stroken, is het resultaat altijd spectaculair.