nistene van ve terstaat rijkswa

RIJKSWATERSTAAT

DIENST BINNENWATEREN/RIZA

BERICHTENCENTRUM

VOOR DE

BINNENWATEREN

NOTA 85-35

i ^;EF.NR.

^il ^ ^

C :)̂ cp< ïï.

DATUM i;

I PRiJS I IFL Cr^-C^^ I

J '

I Hoa?ccirec;;e v. d. Wa'srrlaat

L Kcn:-:!'.c.!',aa3 4

25?6 AA 's-Cravo'^nooo

LELYSTAD, OKTOBER 1985.

INHOUD

1. Dagelijkse berichtgeving van waterhoogten en

waterdiepten op de grote rivieren

2. Hoogwater-berichtgeving voor de rivieren

3. Calamiteitendienst bij waterverontreiniging

4c Waarschuwingsdienst IJsselmeerdijken

- 1 -

1. DAGELIJKSE BERICHTGEVING VAN WATERHOOGTEN EN WATERDIEPTEN OP DE

GROTE RIVIEREN

Waterhoogten spreken een hartig woordje mee in het leven van vooral Rijn­

en Maasschippers. Er wordt dan ook steevast op werkdagen afgestemd op radio 5

tussen 09.25 en 09.30 uur en op zondagen op radio 1 tussen 09.55 en 10.00 uur.

Waterhoogten en dus vaardiepten hebben immers alles te maken met vrachttarie­

ven, sleeplonen, vaarroutes enzovoorts.

De radiouitzendingen, waaraan onder bepaalde onstandigheden extra berichten

voor de scheepvaart worden toegevoegd (o.m. over doorvaarthoogten, beschik­

bare waterdiepten, buiten werking zijn van stuwen e.d.) zijn vcor een uit­

gebreide kring van belangstellenden een onontbeerlijke bron van informatie.

Dagelijks wordt de tekst van de radiouitzendingen ook op Teletekst vermeld.

Deze "Dagelijkse Berichtgeving" (DB) wordt verzorgd door het Berichtencentrum

voor de Binnenwateren, dat ressorteert onder de Dienst Binnenwateren/RIZA van

de Rijkswaterstaat.

Indien verwacht wordt dat binnen één of enkele dagen in Nederland zeer hoge

waterstarnden op de rivieren Rijn of Maas of op beide zullen optreden, dan

wordt de dagelijkse berichtgeving uitgebreid met de zogenoemde "Hoogwater­

berichtgeving" . Dit houdt in dat er een extra radiobericht aan de uitzending

wordt toegevoegd waarin informatie verstrekt wordt over de verwachte water­

standsverhogingen.

Als belanghebbenden bij de onderhavige dagelijkse radiouitzending kunnen

genoemd worden:

a. De binnenscheepvaart aangezien de waterstanden maatgevend zijn voor vaar­

diepten (van belang voor de aflading) , vrachttarieven, sleeplonen, vacir-

routes, enz.

b. Onderscheidene.Rijkswaterstaatsdiensten i.v.m.:

. het verrichten van peilingen van waterdiepten; .

. het verrichten van lodingen, afvoermetingen en andere nodige metingen

en waarnemingen; "-

. de bediening van kunstwerken als stuwen en spuisluizen (waaronder ook •

die in de Afsluitdijk en de Haringvlietsluizen);

. de uitvoering van werken; '

. de dijlcbewaking bij verwacht of optredend gevaarlijk hoogwater.

c. Provinciale Waterstaatsdiensten, Waterschappen en gemeenten i.v.m.,:

. bemalingen;

. inlaten van water;

- 2 -

. het sluiten van duikers en het waar nodig plaatsen van schotbalken

(beide in het bijzonder bij snelle was en/of te voorziene hoge water­

standen) .

d. Verkeersautoriteiten: abnormaal lage en hoge waterstanden en ijsgang kunnen

strenimingen van veerdiensten tot gevolg hebben. Op grond van de radioberichten

kunnen in voorkomende gevallen tijdig maatregelen worden genomen om het ver­

keer om te leiden.

e. Veeteeltbedrijven: bij wassende rivier kan het nodig zijn vee, hooi enz.

uit de uiterwaarden te bergen.

f. Industrieën: vooral voor de in de uiterwaarden gelegen steenfabrieken zijn

de te voorziene waterstarnden in velerlei opzicht vcin belang voor de bedrijfs­

voering. In mindere mate geldt dit overigens ook voor aan de rivier gelegen

andere industrieën en centrales.

g. De recreatie: In de uiterwaarden treft men sinds een aantal jaren terreinen

met caravans aan. Voorts wordt op de rivier en in grote ontgrondingen aan

de rivier pleziervaart bedreven. Voor de betrokkenen is tijdige informatie

over komende rivierstanden van grote betekenis.

De gegevens voor de radio- en Teletekst-uitzendingen worden elke dag verzameld

en opgesteld door het Berichtencentrum voor de Binnenwateren. De gegevens wor­

den deels rechtstreeks, deels via verzameladressen verkregen. Overigens worden •

niet alle dagelijks ingewonnen gegevens omgeroepen.

Rijngebied

Van het Rijngebied worden waterhoogten verzameld aan 1 Zwitsers, 30 Duitse en

7 Nederlcindse peilmeetstations. De waterstandsgegevens van de bovenstrooms

vcin Lobith gelegen stations worden gezamenlijk per telefoon verstrekt door

de "Wasser- und Schiffahrtsdirektion West" te Munster, een van de onderafde­

lingen van het "Bundesministerium für Verkehr". Voor-het Zwitserse en elk der

Duitse stations is dat de waterstand om 05.00 uur plaatselijke tijd (d.i. de

in het betrokken land gangbare tijd; dit is 's winters de midden europese

tijd (M.E.T.) en 's zomers de zomertijd = M.E.T. + 1 uur). De waterstand

wordt opgegeven in centimeters ten opzichte van de voor het betreffende

station specifieke "nulpuntshopgte".

Van de Duitse stations is de nulpuntshoogte vermeld ten opzichte van het

Duitse vergelijkingsvlak "Normal Null" (NN), dat slechts weinig in hoogte

verschilt van het "Normaal Amsterdams Peil" (dit NAP is het officiële Neder-

lanse vergelijkingsvlak, dat vrijwel overeenstemt met het gemiddelde zeepeil).

- 3 -

De nulpiintshoogte van het Zwitserse station Rheinfelden is vermeld ten op­

zichte van het gemiddelde zeepeil (m.ü.M.).

De waterstcinden aan de Nederlandse stations van de Rijn en zijn takken worden

afgelezen om 08.00 uur plaatselijke tijd en telefonisch doorgegeven.

De directie Gelderland van de Rijkswaterstaat te Arnhem fungeert hierbij als

verzameladres.

Voor alle stations wordt de verandering van de waterhoogte ten opzichte van

de vorige dag vermeld.

Maasgebied

Voor het Maasgebied is de gang van zaken slechts weinig verschillend van die

voor het Rijngebied. Dè Waterstanden aan 7 Belgische stations komen per telex

binnen en de aan de 5 Nederlandse stations worden telefonisch verzameld. Dit

zijn de waterstanden van 08.GO uur plaatselijke tijd.

Met uitzondering van Dinant worden de waterstanden aan de Belgische Maas-

stations gemeten ten opzichte van "Etat-Major" (EM). EM is het in dit ge­

deelte van België geldende vergelijkingsvlak (EM = NAP. - 232 cm). De water­

standen aan het meetpunt Dinant worden gemeten ten opzichte van eigen nulpunt.

Het .omroepen

De Stichting Algemeen Nederlcinds Persbureau "ANP" (afdeling radionieuwsdienst).

draagt zorg, dat de van het Berichtencentrum ontvangen opgaven in zendtijd van

de NOS (Nederlandse Omroep Stichting) worden omgeroepen.

Deze betreffen:

. De waterstanden in cm ten opzichte van de voor het betreffende station ken­

merkende nulpuntshoogte.

. De was (+) of val (-) in cm ten opzichte van de vorige dag,

. Eventueel de minste waterdiepten in de vaargeul in cm (zie onder).

. Mogelijke andere mededelingen betreffende waterdiepten, doorvaarthoogten,

stremmingen, ijsgang enz.

. In voorkomende gevallen mededelingen over het heffen of strijken dan wel

wederom in gebruik stellen van stuwen op de Nederrijn, Lek en Maas. Boven­

dien wordt het geopend-zijn van één of meer stuwen alsdan dagelijks omge­

roepen. '

. Wanneer daar aanleiding toe is bijzondere berichten betreffende hoogwater

(hoogwaterberichtgeving, zie hoofdstuk 2).

Bovenstaande gegevens zijn ook ondergebracht bij de NOS, en wel in het bestand

van Teletekst dat op elke werkdag in de loop van de middag eventueel ook nog

wordt uitgebreid met de te verwachten minste waterdiepten voor de volgende dag.

- 4 -

Minste waterdiepte

De minste waterdiepten, die bepalend zijn voor de diepgang waarmede de schepen

kunnen varen , worden in bepaalde gevallen aangegeven op waarschuwingsborden

langs de rivieren.

Dit geschiedt, wanneer deze diepten op één of meer vakken van Bovenrijn en

Waal 350 cm of minder, voor Nederrijn, Lek en IJssel 300 cm of minder bedraagt.

De minste waterdiepte(n) wordt of worden tevens omgeroepen in de radiouitzen­

ding en vermeld door NOS-Teletekst.

Ter informatie zij vermeld dat de diepgang waartoe schepen kunnen worden afge­

laden mede bepalend kunnen zijn voor de vrachtprijzen.

Speciale berichten

Bij calamiteiten, stremmingen, ijsbezetting of ijsgang en ook bij zeer lage

rivierstanden kunnen bijzondere berichten in de dagelijke radiouitzending

worden opgenomen en vermeld door NOS-Teletekst.

Wanneer de minste waterdiepte in een bepaald .riviervak kleiner wordt dan

een zekere waarde kan de Rijkswaterstaat een nachtvaarverbod voor dat vak

uitvaardigen. Zolang dat verbod van kracht is, wordt het als speciaal bericht

in de radioberichtgeving opgenomen en vermeld door NOS-Teletekst.

- 5 -

2. HOOGWATERBERICHTGEVING VOOR DE RIVIEREN

Bij sterke was en hoog opperwater door neerslag, dooi of ijsbezetting is het

van belang te weten welke waterstanden er op de grote rivieren kimnen worden

verwacht. In voorkomende gevallen moet namelijk overwogen worden bijzondere

dijkbewaking in te stellen, o.a. om ongewenste gevolgen van verwerking door

kwel van de hoge dijken te voorkomen.

Het gehele jaar door moet voorts een zo nuttig mogelijk beheer worden gevoerd

over het in het IJsselmeer opgespaarde Rijnwater, dat moet dienen voor de

zoetwatervoorziening van een groot deel van Nederland.

De Hoogwaterberichtgeving, een uitbreiding van de dagelijkse berichtgeving,

houdt in het verstrekken van radio- en Teletekstberichten, en van telegra­

fische berichten (aan rijks- en provinciale waterstaatsdiensten en verdere

belanghebbenden) omtrent de te verwachten hoogten en tijdstippen van hoge

rivierstanden, hun verdere verloop enz.

De Koogwaterberichtgeving voor de Rijn wordt ingesteld wanneer:

. de waterstand te Lobith het peil NAP + 1400 cm heeft overschreden en er

een verdere was wordt verwacht tot NAP + 1500 cm of hoger; of

. bij voorkomen van vast ijs op één of meer Rijntakken, waardoor ten gevolge

van de vorming van ijdammen en/of plotseling optredende dooi belangrijke

waterstandsverhogingen zouden kunnen optreden.

De Hoogwaterberichtgeving voor de Maas wordt ingesteld wanneer:

• te Borgharen-dorp de waterstand NAP + 4420 cm is gepasseerd en verdere was

, wordt verwacht; of .

. wanneer bij vast ijs op de rivier dooi intreedt en belangrijke was kan wor­

den verwacht.

Na inwerkstelling van de Hoogwaterberichtgeving, wordt dagelijks tussen 08.00

en 09.00 uur een hoogwaterverwachting en vervolgens een hoogwaterbericht

samengesteld.

Daartoe wordt een uitgereide reeks gegevens ingewonnen waaronder:

. een groter aantal waterstandswaarneningen dan voor de functionering van

de DB gebruikelijk is;

. een tweemaaldaagse opgave van de neerslagwaarnemingen in het stroomgebied

van Rijn en Maas;

. een regelmatige opgave van het KNMI te De Bilt betreffende de ontwikkeling

van het weer.

- 6 -

Voor informatie betreffende de Rijn wordt daarbij ook gebruik gemaakt van

de hoogwatervoorspellingen van de "Wasser- und Schiffahrtsdirektion (WSD)

Südwest" te Mainz.

Deze WSD geeft tevens infojnnatie over vaartbeperkingen en/of -verboden op

de Rijn en zijn zijrivieren, waarvan een bericht wordt opgesteld. Verder

worden voorspellingen ontvangen van de "Bundesanstalt für Gewasserkunde"

te Koblenz en voor de Rijnafvoer te Rheinfelden van de "Versuchsanstalt

für Wassebau, Hydrologie und Glaziologie" aan de "Eidgenossische Technische

Hochschule (ETH)" te Zürich.

Hoogwaterberichten

De hoogwaterberichten worden over radio 5 omgeroepen onmiddellijk na de

dagelijkse uitzending van de waterhoogten enz. Ontstaat er een snelle

wijziging in de toestand der rivieren dan wordt bovendien een bericht

opgenomen in de rubriek "Mededelingen" en vermeld door NOS-TeIetekst.

Via het ANP kcin ook de pers nota nemen van de berichtgeving van het Be-

richtencentr\jm.

Buitengewone Riviercorrespondentie (B.R.C.)

Bij dreigend gevaar ten gevolge van hoge waterstanden op de rivieren kan op

last van de minister van Verkeer en Waterstaat buitengewoon toezicht op de

dijken worden gehouden door ambtenaren van de Rijkswaterstaat. De minister

bepaalt jaarlijks welke ambtenaren met deze zogenaamde "Buitengewone Rivier­

correspondentie (B.R.C.)" zijn belast, waar zij zich in tijden van dreigend

gevaar moeten bevinden en waarop zij toezicht moeten houden.

Die lijst met ambtenaren wordt jaarlijks gepubliceerd in. de Staatscourant.

In de algemene instructie voor rijkswaterstaatsambtenaren, belast met de

B.R.C, als bedoeld in de waterstaatswet 1900, staat nauwkeurig beschreven

voor welke riviergedeelten de B.R.G. van kracht kan worden verklaard. De

uitgebreide bevoegdheden van deze rijkswaterstaatsambtenaren gelden alleen

gedurende de periode, waarvoor de B.R.C, is ingesteld. In sommige gevallen

wordt er besloten over te gaan tot een voorlopige stationsbezetting van de

B.R.C., zonodig alleen voor bepaalde riviertakken. Dit besluit wordt genomen

door de 'directeur-generaal van de Rijkswaterstaat.

In het kader Vcin de B.R.C, is ook voorzien in een vorm van waterstandsbericht­

geving; op het moment dat deze berichtgeving van kracht wordt, is onder de

huidige omstandigheden de berichtgeving in het kader véui de hoogwaterbericht­

geving echter reeds gaande.

- 7 -

Deze hoogwaterberichtgeving wordt tijdens het van kracht zijn van de B.R.C,

voor één of meer riviergedeelten onverminderd voortgezet.

- 8 -

3. CALAMITEITENDIENST BIJ WATERVERONTREINIGING

In geval van plotselinge ernstige waterverontreiniging is vooral behoefte

aan veel en snelle informatie. Bij de Dienst Binnenwateren/RIZA een een

Berichtencentrum ingericht dat voor de waterbeheerders dag en nacht tele­

fonisch bereikbaar is.

Bij DBW/RIZA zijn deskundigen aanwezig op vakgebieden als (milieu)-chemie,

ecotoxicologie, biologie, hydrologie enz. die waterbeheerders k̂ innen advi­

seren. Ook staat laboratoriumondersteuning ter beschikking voor analyse van

watermonsters.

Het Berichtencentrxim coördineert binnen de dienst de ondersteuningsactivi­

teiten en verstrekt informatie.

Kwaliteitsonderzoek van de. Rijkswateren

In 1970 kwam de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren tot stand. Deze wet

regelt de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de Neder­

landse oppervlaktewateren en geeft instrumenten - vergiinningen, heffingen -

om de toenemende waterverontreiniging afdoende te kunnen bestrijden.-

Verantwoordelijk voor het onderzoek naair de kwaliteit van de "zoete" rijks­

wateren is de Dienst Binnenwateren/RIZA (DBW/RIZA) van Rijkswaterstaat.

Deze taak van DBW/RIZA werd vóór 1 juli 1985 uitgevoerd door het Rijksinsti­

tuut voor zuivering van afvalwater (RIZA) en is in de wet omschreven als:

" het wetenschappelijke en praktische onderzoek van de hoedanigheid

van oppervlaktewateren en de wijze waarop deze kunnen worden beschermd tegen

verontreiniging in welke vorm dan ook en voorts het geven van adviezen be-.

treffende de met het oog op die bescherming te treffen voorzieningen ".

Voor het onderzoek naar de waterkwaliteit van de "zoete" rijksv/ateren en voor

de controle van afvalwaterlozingen beschikt DBW/RIZA over centrale laboratoria

te Lelystad en in verband met de grote concentratie van industrieën in het

Rijnmondgebied over een laboratorixmi te Dordrecht,

Verder beheert DBW/RIZA een automatisch meetnet voor de waterkwaliteit van

Rijn én Maas. Een aantal meetstations, waaronder Lobith (grensovergang Rijn)

en Eijsden (grensovergang Maas), zijn ingericht voor het signaleren van plot­

selinge verontreinigingen in het water ten gevolge van ongelxokken op of aan

de rivier.

DBW/RIZA "keurt" niet alleen de rijkswateren, maar geeft ook adviezen om de

waterkwaliteit te verbeteren en hoe te handelen bij ernstige waterveront­

reinigingen. Deze adviezen kunnen ook desgevraagd aan provincies en water­

schappen worden gegeven.

- 9 -

Waterverontreiniging

Niemóind mag zomaar vuil, schadelijke stoffen of verontreinigd afvalwater in

het oppervlaktewater lozen. Volgens de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren

moet men hiervoor een vergunning hebben. De wet verbiedt onder andere het

zonder vergunning storten, uitpompen en laten wegvloeien van afvalstoffen

en het morsen ervan bij het laden, lossen of schoonmaken van schepen en voer-

tiigen. Ook de lozing van koelwater door b.v. electriciteitscentrales moet

aan bepaalde eisen voldoen.

De controle van lozingsvergunningen is niet beperkt tot uitsluitend de

kcintooruren.

Ook 's nachts, in weekenden en op feestdagen vindt controle plaats.

Bij zogenaamde "heterdaadbemonsteringen" van illegale lozingen kan behoefte

bestaan aan advies over de behandeling en de analyse van het genomen monster.

Voor deze advisering is het berichtencentrxom bereikbaar.

MeIdings systemen

Plotselinge verontreiniging van het water wordt veelal veroorzaakt door be-- .

drijfsstoringen en scheepsongevallen.

Om de aard en omvang van de verontreiniging juist te kunnen beoordelen en

gerichte maatregelen te k'onnen treffen (b.v. ten. behoeve van drinkwatervoor­

ziening, landbouwbelangen, scheepvaart) is betrouwbare en snelle informatie

onontbeerlijk.

Voor de verontreiniging van het Rijnwater ten gevolge van ongevallen is door

de Rijnoeverstaten in de Internationale Commissie ter bescherming van de Rijn

tegen verontreinigingen in samenwerking met de Internationale Commissies ter

•bescherming van de Moezel en de Saar een alainn- en informatiesysteem opgezet.

Het systeem is er op gebaseerd dat hoofdwaarschuwingsposten uit een bepaald

deel van het stroomgebied bij een ongeval of constatering van een verontrei­

niging naar stroomafwaarts gelegen hoofdwaarschuwingsposten een melding in de

vorm van een waarschuwing (bij ernstige verontreinigingen) of informatie doen

uitgaan.

Voor Nederland is de directie Gelderland van Rijkswaterstaat de hoofdwaar-

schuwingspost voor de Rijn en haar zijtakken.

Voor verontreiniging van het Maaswater ten gevolge van ongevallen is een

internationaal waarschuwings- en informatiesysteem in voorbereiding.

- 10 -

4. WAARSCHUWINGSDIENST IJSSELMEERDIJKEN

In 1986 is in opdracht van de Technische Adviescommissie voor de Water­

keringen door Rijkswaterstaat.een advies opgesteld over aan te houden

veiligheidsniveaus van kruinhoogten van dijken in het IJsselmeergebied,

inclusief de IJsseldelta.

Uit de toetsing van de huidige dijkhoogten aan de veiligheidsnormen blijkt,

dat dijkvakken in de omgeving van Lemmer, delen van de Noordoostpolderdijk,

dijkvakken in Oostelijk Flevoland, dijken van de IJsseldelta, van het Zwarte­

water en de Vecht' en bepaalde dijkgedeelten vcm de Wieringèrmeer en in de

omgeving van Medemblik aangepast zullen moeten worden om aan de gestelde

veiligheidsnormen te voldoen»

In de periode totdat aanpassing van de dijken heeft plaatsgevonden, zodat

voor alle IJsselmeerdijken aam de veiligheidsnormen wordt voldaam, is spe­

ciale waakzaamheid geboden.

Naar analogie van de Stormvloedwaarschuwingsdienst is voor deze periode daarom

een waarschuwingsdienst IJsselmeerdijken opgezet..

De waarschuwingsdienst..heeft ..alleen betrekking .op ,genoemde dijkvakken.

De waarschuwingsdienst IJsselmeerdijken heeft tot doel bij stormverwachting

de dijkbeheerders en andere belanghebbenden in het IJsselmeergebied te infor­

meren omtrent de bedreiging van dijkvakken door het water als gevolg van een

hoog meerpeil, opwaaiing en zware golfaanval.

De genoemde dijkvakken zijn samengevoegd tot een zestal sectoren (bijlage 1)

1 sector Medemblik

2 sector Lemmer

3 sector Urk

4 sector Lelystad

5 sector Ketelhaven

6 sector Genemuiden

Of er daadwerkelijk bedreiging van de dijken zal optreden hangt af van het

samenspel van de volgende factoren:

- meerpeil tijdens de storm;

- kracht en richting van de storm;

- bestaande kruinhoogte en vorm van de dijk en het voorland;

- dijkoriëntatie en specifieke ligging van de dijk langs het meer;

- vorm en waterloopkiindige eigenschappen van het meer.

- 11 -

Voor het functioneren van de waarschuwingsdienst is het Vcin belang het dage­

lijks meerpeil èn de verwachting in de eerstkomende 5-12 uur van windsnelheid

en windrichting voortdurend te volgen.

Het gemiddelde meerpeil wordt dagelijks door de directie Zuiderzeewerken op

grond van een aantal waarnemingen berekend; de windverwachting wordt routine­

matig opgesteld door het KMMI.

DBW/RIZA krijgt dagelijks het door de directie Zuiderzeewerken bepaalde

meerpeil binnen in het Berichtencentrum.

De weerkamer van het KNMI te De Bilt is- ononderbroken bezet en onder meer

belast met het opstellen van de windverwachting voor het IJsselmeergebied

voor de eerstvolgende 6-12 uur. Signalering van een windverwachting die een

bedreiging kan vormen voor bepaalde dijkvakken als gevolg van opwaaiing en

golfoploop geschiedt door de. weerkamer.

Het KNMI licht het Berichtencentrum in Lelystad in.

Indien verwacht wordt dat het alarmeringsniveau voer bepaalde sectoren bereikt

wordt, wordt besloten waarschuwingen te laten uitgaan. . •

In het waarschuwingsbericht staat vermeld voor welke dijkvakken in het betref­

fende beheersgebied de waarschuwing van toepassing is.

Tegelijk met het uitgaan van de telefonische meldingen worden er bekendmakingen

gedaan ten behoeve van de waarschuwingen in het nieuws op radio en t.v.

De waarschuwingsdienst is vervolgens beschikbaar voor het geven van nadere

inlichtingen aan dijkbeheerders of andere belanghebbenden, die daaraan be­

hoefte hebben. .

Acties die volgen op de waarschuwing, zoals instelling (of opheffing) van

dijlcbewaking, worden onder verantwoordelijkheid van de dijkbeheerders genomen.

De dijkbeheerder informeert het Berichtencentrum omtrent het instellen van

dijkbewaking en het opheffen van de dijkbewaking.

Sectoren Waarschuwingsdienst Dijken IJsselmeer (W.D.IJ.),

rijkswaterstaat dienst b innenwateren/r iza

getekend

par j Jj 9-1

d.d. i juli 1986

s c h a a l : —

nota nr.

b i j lage nr.: 1

afdeling : WSM

r e g . n r . ; W S 8 6 0 8 3

É