Nieuwsbrief van het Nederlands Instituut voor … NILEA 2013-4.pdfOp 5 december overleed Nelson...
Transcript of Nieuwsbrief van het Nederlands Instituut voor … NILEA 2013-4.pdfOp 5 december overleed Nelson...
Nieuwsbrief van het
Nederlands Instituut voor Logotherapie en Existentiële Analyse
INDITNUMMER
Leven met ‘ALS’........................... 2
Guidelines for the new standard . 2
De dood van Ivan Iljitsj’ ............... 3
Anne Frank en Viktor Frankl ........ 4
Science in Transi on ................... 5
Film ‘When Nietzsche Wept’ ....... 5
Vraag en Antwoordspel .............. 6
Trotserende macht van de Geest 7
Viktor Frankl‐symposium voor
krijgsmachtptredikanten ............. 7
COLOFON
Redac e: drs. Pieter Hoekstra (eindredac e) dr. Leo F. de Graaff drs. Nico van Hal drs. Eli J.G. Meijer drs. Marleen M.S. Moors drs. Viola G.P.J. Schrover drs. Henk Sissing Deze Nieuwsbrief is een uitgave van het Nederlands Ins tuut voor Logotherapie en Existen ële Analyse (NILEA)
ISSN 2215‐0528 (digitale edi e) ISSN 2215‐0536
MADIBA—koninklijkinvergevingOp 5 december overleed Nelson Mandela. Hij was de man die aanvan‐
kelijk met vreedzaam verzet begon, maar door het geweld van het Zuid‐
Afrikaanse regime ging ook hij over tot gewelddadig verzet. 27 jaar zat
hij vast tot hij als 71‐jarige eindelijk werd vrijgelaten. De meeste mensen
zijn dan met pensioen, maar voor Madiba begon het toen nog een keer.
Vaker worden de namen van mannen als Nelson Mandela en Viktor
Frankl in één adem genoemd. En in een aantal opzichten is dat terecht.
Bij beide mannen horen we van de noodzaak om de eigen boosheid en
haat of misschien juist ook de angst los te laten. Beide mannen wilden vrij zijn en voelden zich
daarom gedrongen de anderen die hen naar het leven stonden te vergeven.
Bill Clinton, de vroegere president van de VS, vertelt over zijn vriendschap met Mandela en wat de
laatste tegen hem zei in de jd dat Clinton zelf zwaar onder vuur lag. Clinton zegt in dit bekende
interview:
“Nu, Mandela, je bent een groot man, maar je bent ook een sluwe poli cus. Het was een goede
poli eke zet om je cipiers in je inaugura e te noemen en de hoofden van de par jen die je gevan‐
gen gezet hadden op te nemen in je regering. Maar zeg me de waarheid, toen je de laatste gang
naar de vrijheid maakte, haa e je hen toen niet? Mandela antwoordde: ‘Ja, even heb ik dat ge‐
daan. Ik haa e hen en ik was bang. Ik was zo lang niet vrij geweest. Toen bese e ik dat als ik hen
zou blijven haten na mijn vertrek uit de gevangenis, dat zij mij dan nog steeds gevangen hadden. Ik
wilde vrij zijn. En dus liet ik het los.’ Hij zei: ‘Dat is ook wat jij moet doen. Dat is wat we allemaal
moeten doen. We moeten loslaten.’”
Mandela hee zichzelf nooit als een messias willen zien. En ronduit hee hij uitgesproken geen profeet te zijn. Maar hij is wel een van die mensen geweest die ver boven zichzelf is uitgestegen. Misschien is het daardoor dat Zuid‐Afrika niet in een hele diepe burgeroorlog is gestort. Nelson Mandela was koninklijk in zijn vermogen om te vergeven en om vooruit – naar de toekomst te kijken. Zulke grote geesten zijn er niet heel veel in deze wereld. Pieter Hoekstra Download ‘The Long walk to Freedom van Mandela’ kosteloos via: PDF: h ps://ia601605.us.archive.org/9/items/LongWalkToFreedom/PBI3231.pdf EPUB: h ps://archive.org/download/LongWalkToFreedom/PBI3231.epub
December2013Volume1,editie4
Ikbrakmijnnek,maardatheeftmijnietgebroken
Jerry Long raakte als eerstejaars van 17
vanaf de borst verlamd na een duikon‐
geval. Tijdens zijn revalida e las hij
Viktor Frankl’s ‘De zin van het bestaan’.
Daarop schreef Jerry een brief aan Vik‐
tor Frankl en ze werden al snel vrienden
en uiteindelijk collega's.
Toen hij voldoende hersteld was ver‐
volgde Jerry zijn opleiding en behaalde
zijn doctoraat in de klinische psycholo‐
gie. Hij ontving prijzen en onderschei‐
dingen en was vanuit zijn rolstoel een
ac ef interna onaal spreker. In 1998
werd hem in de USA de tel van
‘Teacher of the Year’ toegekend. Jerry
leverde verschillende publica es op het
terrein van de Logotherapie. Zijn levens‐
mo o was: "Ik brak mijn nek, maar dat
hee mij niet gebroken." Dr. Jerry Long
overleed in 2002, net de veer g voorbij.
H.Bartuska, M.Buchsbaumer, G.Mehta, G.Pawlowsky, S.Wiesnagrotzki (red.)
Springer, Wien/New York 2008 286 pagina's, ISBN 978‐3‐211‐77309‐3, € 63,99
E G 17
Deze psychotherapeu sche diagnos ek is opgesteld in opdracht van
het Oostenrijkse ministerie van Volksgezondheid en Vrouwenzaken en
is als zodanig bij de WHO ingediend.
Experts vanuit zeven en psychotherapeu sche scholen, waaronder de
Logotherapie en Existen ële Analyse hebben samen richtlijnen opge‐
steld voor de dagelijkse prak jk van psychotherapeuten. Het resultaat
werd vastgelegd in dit boek, dat een samenva ng van relevante stan‐
daardvragen bevat; daarnaast omvat het ook methodologische toe‐
lich ngen bij de uitvoering in de prak jk. Ondanks de eigen kenmer‐
kende benaderingen van de verschillende therapieën blijkt deze psychotherapeu sche diagnos ek
toepasbaar voor alle psychotherapeuten.
In het ‘Tijdschri voor Psychiatrie’ 51 (2009) 12, 942 ‐ 943 bespreekt Prof.dr. Hjalmar van Marle, psychiater en
hoogleraar forensische psychiatrie, de waarde en beperkingen van dit boek. Lees het hele ar kel op:
h p://www. jdschri voorpsychiatrie.nl/en/issues/419/ar cles/7638
“I broke my neck, but that did not break me.” ‐ dr. Jerry Long (1961‐2002)
O , ‐ ALSHetlevengeziendoordeogenvaniemanddieweetdathijgaatsterven
PsychotherapeuticDiagnosticsGuidelinesfortheNewStandard
Psycholoog Gert Jan Merlijn kreeg 6 jaar geleden de
eerste klachten die later zouden worden toegeschre‐
ven aan de ziekte A.L.S. Een zeldzame en dodelijke
neurologische ziekte die uiteindelijk tot verlamming
van de spieren leidt en in het laatste stadium tot
verlamming van de ademhalingsspieren.
Gert Jan had aanvankelijk het gevoel dat hij moeilijker
kon praten, maanden later werd de diagnose gesteld.
Hij woonde toen met zijn vrouw Marie Louise en
dochters Leah en Channa in Laren. Toen de ziekte
erns ger werd besloot het gezin te gaan wonen op
Schiermonnikoog. Gert Jan verlangde naar rust en
goede en persoonlijke verzorging. Die kon de thuis‐
zorg op het eiland hem geven. Zijn vrouw en enkele
vrienden gingen voor hem zorgen. De twee dochters
werden echte eilanders.
Gert Jan werd een bekende en geliefde verschijning
op het eiland. Hij reed er de eerste jaren zelf in zijn
elektrische rolstoel door het dorp en naar het strand.
Vooral op de waddendijk was hij veel te vinden. Het
leven op Schiermonnikoog verlengde zijn leven uitein‐
delijk tot 30 september 2012. Rijdend met zijn vrouw
over het eiland kreeg hij het die dag benauwd en
s erf op 52 jarige lee ijd.
Regisseur en eilander Thom Verheul verloor zijn moe‐
der aan ALS. Daarom vroeg Thom Gert Jan samen een
film te maken. Gert Jan leverde de tekst en samen
bepaalden zij wat er werd gefilmd. Gert Jan leefde
sterk op en begon zijn hele leven te beschrijven. Om‐
dat hij niet meer kon praten en alleen zijn ogen en
hoofd nog kon bewegen deed hij dat op een speciale
oogcomputer. Marie Louise stelde vanuit een van die
verhalen de tekst voor deze film samen.
De film gaat over Gert Jans worsteling met de ziekte,
het verlies van zelfstandigheid en waardigheid.
h p://www.uitzendinggemist.nl/
afleveringen/1380803 (bron/foto RKK‐Kruispunt)
2
Z LeoF.deGraaff
In Das Leiden am sinnlosen Leben schrij Frankl over het intrigerende verhaal ‘De dood van Ivan Iljitsj’ van Leo
N. Tolstoj. Frankl noemt dit verhaal in een speech over ‘Het boek als therapeu cum.’
Frankl hee ervaren dat een boek soms van beslissende betekenis voor iemands leven kan zijn. Als voorbeeld
noemt hij de geschiedenis van Aaron Mitchell. Frankl was door de directeur van een berucht tuchthuis uitgeno‐
digd om een lezing voor zware criminelen te houden. De ter dood veroordeelden mochten de lezing niet bijwo‐
nen. Eén van de toehoorders vroeg Frankl na afloop of hij door de microfoon enige woorden tot Aaron Mitchell
wilde spreken, die binnen enkele dagen in de gaskamer zou worden geëxecuteerd. Frankl die hee gelee in de
schaduw van de gaskamers van Auschwitz hee , wijst Mitchell erop dat het leven in iedere situa e en onder alle
omstandigheden zin hee . Ter verduidelijking vertelt Frankl aan hem het verhaal van ‘De dood van Ivan Iljitsj’.
Dit verhaal beschrij het leven van Ivan Iljitsj Golowin, assessor van het gerechtshof. Het lijkt Ivan voor de wind
te gaan: een prima carrière, vrouw en kinderen, en een ac ef sociaal leven. Op een dag openbaart zich bij hem
een terminale ziekte, die hem onverwachts met zijn eigen dood confronteert. De onverschilligheid van allen om
hem heen doet hem pijn. De artsen doen gewich g zonder zich werkelijk om hem te bekommeren. In zijn omge‐
ving is niemand oprecht tegenover hem; allen huichelen. Niemand hee medelijden met hem en niemand pro‐
beert zich zijn toestand in te leven. Er wordt hem als het ware een spiegel voorgehouden, hoe hij zelf al jd een‐
zelfde houding hee aangenomen. Dit is erg confronterend! Eerst doet Ivan nog zijn werk en neemt hij deel aan
zijn wekelijkse kaartavondjes. Hij bemerkt echter dat de anderen hem vreemd aanzien. Wanneer Ivan in een
terminale fase gekomen is, verdraagt hij niemand meer in zijn omgeving. Hij voelt zich omgeven door leugens
die zijn lijden alleen maar verergeren. Alleen Ivans bediende Gerasim, een ongecompliceerde en opgeruimde
boerenjongen, vormt een uitzondering. Gerasim hee oprecht medelijden met zijn heer en daarom verdraagt
Ivan alleen hem in zijn omgeving. Gerasim is de enige die een natuurlijke houding tegenover het leven en de
dood hee .
Op zijn ziekbed worstelt Ivan met het gegeven dat de dood niet een ander, maar hemzelf betre . Dit is voor
hem een onbegrijpelijke en verple erende waarheid. Hij vraagt zich af waarom God hem zo laat lijden. Tijdens
de laatste levensdagen worden zijn pijnen steeds heviger. Hij hee het gevoel dat hij door een onzichtbare
macht in een donker gat wordt geduwd. Hij ervaart dat hij in deze toestand blij steken, omdat hij zijn eigen
leven blij rechtvaardigen. Plotseling valt hij in een donkere afgrond. In deze duisternis ziet hij een licht. Door de
werking van het bovenaardse licht ondergaat Ivan een geestelijke loutering. Hij ziet in dat zijn leven niet ge‐
weest is zoals het had moeten zijn. Ondanks dit inzicht hee hij het gevoel dat zijn leven nog goed gemaakt kan
worden. Nu Ivan met zijn leven verzoend is, ervaart hij geen angst meer voor de dood. Hij gaat kalm en vredig
over naar een spirituele werkelijkheid.
Frankl verwijst juist naar dit laatste gedeelte van het verhaal. Ivan bese dat hij zijn leven bedorven hee , maar
door dit inzicht groeit hij boven zichzelf uit. Hierdoor is hij in staat zijn schijnbaar zinloze leven met terugwerken‐
de kracht te vervullen met betekenis. Frankl stelt: ‘Zelfs een leven dat wij schijnbaar verknoeid hebben, kan nog
met terugwerkende kracht vervuld worden van een zin, doordat wij door het inzicht in onszelf boven onszelf
uitgroeien.’
Dat wat Frankl stelt is ten diepste de betekenis van het Bijbelse begrip ‘Genade’. Genade is de macht van God
die de mens boven zichzelf uit verhe tot de bestemming waartoe God hem bestemd hee . Die bestemming is
in de mens verborgen aanwezig. Het is de genade die deze verwerkelijkt.
Mitchell gaf kort voor zijn terechtstelling een interview, waaruit ondubbelzinnig bleek dat hij het verhaal van De
dood van Ivan Iljitsj in elk opzicht had begrepen.
3
ZIN=VRIJHEID+VERANTWOORDELIJKHEID
NILEA vindt haar fundering in de psy‐
chologie van Viktor E. Frankl.
Logotherapie of Existen ële Analyse
beschouwt het zoeken naar beteke‐
nis of zin als de primaire menselijke
mo va e. Omdat mensen de mogelijk‐
heid hebben te kiezen zijn zij verant‐
woordelijk voor hun beslissingen. Een
mens is niet slechts een marionet van
biologische of erfelijke krachten en
product van zijn milieu, maar de mens is
al jd vrij om zelf posi e te kiezen ten
opzichte van innerlijke bepalingen en
uiterlijke omstandigheden. Tussen
s mulus en respons zit al jd een stukje
ruimte, is de overtuiging van de neuro‐
loog Frankl, en in die ruimte vinden we
de menselijke vrijheid.
Het is het doel van deze psychologische
benadering, gebaseerd op de antropolo‐
gische visie in de Logotherapie en Exis‐
ten eel Analy sche Psychotherapie, om
cliënten te begeleiden op hun weg naar
het vinden van concrete betekenissen in
hun respec evelijke levenssitua es.
Logotherapie biedt hulp in de heroriën‐
ta e op het leven door middel van het
serieus ingaan op de existen ële vragen
en biedt herstel en ontwikkeling door
het versterken van het vertrouwen in de
onvoorwaardelijke zin van het leven en
de waarde van de persoon.
Logotherapie berust op de erkenning
dat ieder mens een uniek geestelijk
wezen is. Ieder mens stree er ten
diepste en ten laatste naar zichzelf en
het eigen bestaan in een zinvol verband
te begrijpen. Dit 'begrijpen' is zowel
intuï ef, cogni ef, experiën eel als
gedragsma g.
Logotherapie en Existen ële Analyse,
ofwel de Derde Weense School in Psy‐
chotherapie, werd ontwikkeld door
Viktor Frankl en onder deze namen
werden zijn denkbeelden voor het eerst
gepubliceerd in 1938.
ANNE FRANK en VIKTOR FRANKL In al die jaren was het voor het eerst dat ik een groep van ruim der g mensen voor mij had die alle‐
maal Frankl’s meest bekende boek nog maar net uitgelezen hadden. Voor verreweg de meesten van
hen was het de allereerste kennismaking met deze Weense psychiater en neuroloog. ‘Weet je, ik heb
het gevoel dat ik hier heilige grond betreed. Als je het levensverhaal van deze man leest is tegen‐
spraak eigenlijk niet meer mogelijk.’ En zo was de vergelijking met het Achterhuis van Anne Frank
snel gemaakt. Achteloos werd het meisje ‘vernichtet’, maar haar geschreven woorden raakten sa‐
craal. De woorden van Jus n Bieber in het gastenboek van het Anne Frank‐huis 'Anne was a great
girl. Hopefully she would have been a belieber,' riepen dan ook veel weerstand op.
In 1946 dicteert de psychiater, terwijl hij met zijn staf langs de pa ënten gaat, zijn eigen ervaringen
aan een assistent. ‘…Trotzdem Ja zum Leben sagen: Ein Psychologe erlebt das Konzentra onslager’
zal het gaan heten. Negen dagen kost het hem dit verhaal op papier te krijgen. Frankl wil het werkje
anoniem uitgeven – het zou immers ieders ervaring kunnen zijn in de nazi‐kampen. Zo is de tel ont‐
leend aan het refrein van het Buchenwaldlied van Fritz Löhner‐Beda, een strijdlied voor de machtelo‐
zen. Op aanraden van een vriend komt Frankl’s naam uiteindelijk toch op de omslag. Er worden 3.000
stuks gedrukt, maar de uitgever betwijfelt of hij deze oplage wel kwijtraakt. Toch zal dit snel verande‐
ren, wat vooral te danken is aan de Engelstalige uitgave: ‘Man's Search for Meaning’. Bij zijn overlij‐
den in 1997 weet Frankl dat er al meer dan en miljoen verkocht zijn. Hoeveel zullen dat er nu 15
jaar later zijn? Het Dagboek van Anne Frank is in 70 talen uitgegeven en er zijn daarvan naar scha ng
25 miljoen verkocht. Dus hierin is de vergelijking met Frankl’s ‘Zin van het bestaan’ al snel gemaakt.
H F ‘D ’ ‘De zin van het bestaan’ was voor Frankl zelf niet zijn meest belangrijke werk. Het boek dat hem
le erlijk in leven hee gehouden was zijn ‘Medische zielzorg’ (Ärztliche Seelsorge: Grundlagen der
Logotherapie und Existenzanalyse). Dit boek, bedoeld als zijn disserta e, had hij voor de oorlog al
geschreven. Bij het weinige dat hij meenam naar het concentra ekamp zat ook het manuscript, inge‐
naaid in zijn kleren. Daar werd alles je ontnomen tot je naam toe. Het manuscript ging verloren.
Frankl werd zich bewust dat hij waarschijnlijk alles en iedereen voor al jd verloren had. In die situa e
werd het opnieuw schrijven van dit verloren boek zijn doel – zijn betekenis om deze gruwelijke jd te
overleven. Op die manier is ‘Medische Zielzorg’ dus zijn belangrijkste werk. Het boek dat herschreven
moest worden hield hem in leven. Hiermee wilde hij de wereld nog iets nalaten. De hoofdlijn van
‘Medische Zielzorg’ is dus nauwelijks a ankelijk geweest van de gruwelen van de naziprak jken. Dit
boek had hij al eerder geschreven. En tegelijk was Frankl zelf dus ook buitengewoon verrast door de
uitwerking van zijn 9‐dagen‐boekje ‘De Zin van het bestaan’.
Na mijn eerste kennismaking met Frankl onder zijn gehoor in de collegezaal zou het nog jaren duren
voor ik zijn allerbekendste boekje las. Achteraf verbaast het mij zelf ook dat ik toen pas ‘De zin van
het bestaan’ onder ogen kreeg, terwijl ik al verschillende boeken van zijn hand gelezen had. Het was
natuurlijk nog niet de jd van het internet, maar toch. Zo verraste mij een dusdanige vergelijking
F ‐ F dan ook. In die zin dat Frankl’s levensverhaal belemmerend zou kunnen werken om
een kri sche dialoog met Frankl en zijn Logotherapie aan te gaan. In verreweg de meeste boeken,
colleges en toespraken van Frankl spelen die kampervaringen nauwelijks meer een rol. Sterker,
Frankl benadrukt dat zijn theorie in haar fundamenten al in 1928 uitgekristalliseerd is. Zijn hele ver‐
dere leven is hij open de dialoog en discussie aangegaan. Dit past ook helemaal in de tradi es waarin
hij stond. De Logotherapie en Existen ële Analyse moeten zich blijven ontwikkelen. Nieuwe vindin‐
gen, theorieën en modellen worden kri sch en betrokken op hun merites beoordeeld. ‘De Logothe‐
rapie is niet eclec sch, maar de logotherapeuten zijn dat wel!’ stelt Frankl in een van zijn colleges.
L , ! Het grote verschil met het afgesloten leven van dat jonge meisje Anne en de toen al volwassen Viktor
E. Frankl is dat de laatste nog een halve eeuw zijn levensweg hee kunnen vervolgen en voltooien. In
die jaren is hij de discussie over zijn mensbeeld en theorieën niet uit de weg gegaan.
Voor wie begonnen is met ‘De zin van het bestaan’ – bewaar het niet op het nachtkastje. Zet dat zielroerende boek terug in de kast en begin met het lezen van Frankl’s andere boeken. En minstens net zo boeiend: beluister zijn colleges nog eens een keer. Eer Frankl met zijn eigen woorden: Zijn leven is voltooid en daarmee gestolde werkelijkheid. Zijn leven wel, maar zijn leer is niet gestold en nooit voltooid. Pieter Hoekstra 4
LOGOTHERAPIEinNEDERLAND
Logotherapie is een vorm van psy‐chotherapie. Ontdekt en ontwikkeld door Prof. Dr V. E. Frankl (1905 ‐ 1997) is Logotherapie uitgegroeid tot een van de meest invloedrijke vor‐men van psychotherapie. Logotherapie is transcultureel Logotherapie is persoonsgerichte
psychotherapie, waarbij de vraag naar een mogelijk zinvol leven centraal staat
Logotherapie is zo zinvol omdat het 'van het leven zelf leren om onvoorwaardelijk zelf te leven' is
Bij Logotherapie gaat het om een psychotherapeu sche behandelings‐methode vanuit het eigenlijk mense‐lijke en met als doel verantwoorde‐lijkheid in vrijheid voor verandering naar zinvol en waardig leven. Dat is vanuit de geestelijke di‐
mensie De mens als 4‐dimensioneel
wezen is 'eenheid in totaliteit' De mens als 3‐dimensioneel
wezen 'is' iemand, die beschikt over een psyche en een lichaam
Ieder mens lee in rela e tot anderen en kan voortdurend anders (pro‐ac viteit)
Wat het leven van mensen beslissend beïnvloedt is een onbewust geestelijk proces dat op de verwerkelijking van een zinvol en waardig bestaan gericht is. In dat proces kunnen situa es en condi es factoren van betekenis zijn, maar nooit factoren die beperken. Ieder mens beschikt over die innerlij‐ke vrijheid die in staat stelt om te kiezen voor het andere, verandering en voor anderen. Daarin zelf verant‐woordelijk zijn en concreet zelf doen bepaalt wie iemand is. Logotherapie beschikt over specifieke methoden en gevalideerde tech‐nieken om persoonlijke ontwikkeling en permanent veranderen te facilite‐ren en te integreren. Logotherapie biedt expliciet ruimte voor het posi ef gebruiken van per‐soonlijke levensbeschouwelijke mo‐menten.
FILMS met een VERHAAL ‐ WHEN NIETZSCHE WEPT ‐ Eli J.G. Meijer
Zijn de universiteiten nog wel de ins tuten waarvoor ze ooit in het leven zijn geroepen? Volgens de ini a efne‐
mers van Science in Transi on is het noodzakelijk om daar enkele stevige vraagtekens bij te stellen.
‘Het gist in de wetenschap. Over het func oneren van de wetenschap, het universitair onderwijs, het meten van
resultaten, de samenwerking met maatschappij en bedrijfsleven, en de rol bij poli eke besluitvorming bestaat
veel onvrede.’ Dit is een van de duidelijke stellingnames die ons tegemoet springen op deze website, die vanuit
het hart van de wetenschappelijke wereld een kri sche zelfreflec e wil losmaken binnen de academische we‐
reld, maar ook de poli ek bewust wil maken van wat er de afgelopen decennia misschien ontspoord is en nog
verder dreigt uit de rails te lopen.
De aanbeveling van de verontrus e wetenschappers luidt als volgt: De ini a efnemers van Science in Transi‐
on menen dat nieuwe checks and balances in het wetenschappelijk systeem nodig zijn. Wetenschap moet
gewaardeerd worden om de maatschappelijke meerwaarde die het oplevert en maatschappelijke stakeholders
moeten meebeslissen over de kennisproduc e. Het is bovendien cruciaal dat het publiek beter gaat begrijpen
hoe wetenschap tot stand komt en welke belangen een rol spelen.
De ini a efnemers van Science in Transi on hebben deze posi on paper opgesteld na een aantal workshops in
het voorjaar van 2013. Het stuk is als pdf beschikbaar: h p://www.scienceintransi on.nl/wp‐content/
uploads/2013/10/Sience‐in‐Transi on‐Posi on‐paper‐versie‐2.pdf
In het Nederlands is het boek eerder vertaald als N ‐
’ , uitgegeven door Balans in 1995 met als
onder tel: Roman van een obsessie. De tel is bedacht
door Yalom’s vrouw Marilyn en van de Amerikaanse
psychiater Irvin YALOM zijn vele boeken in ons land te
vinden en tal van enthousiaste lezers. En ook het NILEA
besteedde er in 2000 met de ‘YALOM ‐ Special’ een
volledig themanummer van het ‘Bulle n’ aan.
In 2007 kwam de film in Israël uit met scenario en regie
van Pinchas PERRY, maar deze is in Nederland niet echt
doorgedrongen. Misschien dat onderstaande tekst de
lezer kan uitnodigen om de film te zien. Wat het toe‐
voegt aan de levendige roman mag ieder dan zelf uit‐
maken. Ik weet dat in Utrecht aan de Volksuniversiteit
cursussen gegeven worden waarin overeenkomsten en
verschillen tussen verfilming van een boek en het boek
zelf uitvoerig belicht worden. Waar wetenschap achter‐
blij , groeit mythevorming. En daaraan hee het de
hoofdpersonen uit deze roman, vooral na hun levens,
niet ontbroken! En ja, over het algemeen hebben psy‐
chotherapeuten hysterische pa ënten het liefst…
Mij blij met de verfilming van Nietzsche’s Tranen bij
hoe goed het gelukt is het jaar 1882 in beeld te bren‐
gen met bijbehorende kleding en inrich ng van het
huis van de rijke en succesvolle arts Breuer, bij wie de
jonge Freud, net afgestudeerd als arts, vaker op bezoek
kwam. Het drama toen betrof vooral Nietzsche, die de
vermeende rela e met Lou Salomé in een illusie zag
opgaan, zware migraines kende en wanhopig werd.
Niet geheel los van de andere vrouwen in zijn leven,
moeder en twee zussen, waarvan zus Elisabeth hem
bedisselde en waar Hitler over de vloer kwam.
In de prachtreeks van privé‐domein (nr.57) verscheen
autobiografisch van Lou haar T
en blijkt de tragiek al des te meer, omdat zij Nietzsche
in het geheel niet noemt als minnaar. Maar wat is waar
en wat fic e?
De film toont in fraaie flashbacks hoe Nietzsche, de
acteur, dit belee . Net zoals Breuer zijn pa ënte Ber‐
tha Pappenheim idealiseerde in de werkelijkheid en
haar als minnares in zijn dromen tegenkwam in deze
film. Dat bracht de nodige schuldgevoelens en gêne
tegenover zijn eigen vrouw. Filmisch wordt dat ten
volle benut. Bovendien, als Nietzsche in zijn filosofie
als te vinden is, dan is de film een .
Interessant detail hierbij is dat psychotherapie dan nog
niet uitgevonden is. De gesprekken tussen Lou en Breu‐
er, die op haar voorspraak Nietzsche in behandeling
neemt en de daaropvolgende sessies tussen Breuer en
Nietzsche met rolwisselingen – ze behandelen elkaar –
en tenslo e de gesprekken die Freud met zijn min‐of‐
meer‐leermeester Breuer voert over deze sessies, laten
ons het ontstaan van de psychoanalyse zien. Zo zien we
in het zgn. ‘schoorsteenvegen’, dat is: al je gedachten
hardop uitspreken zonder censuur… het begin van het
vrije associëren en de gevoelens die behandelaar en
behandelde hier voortdurend bij hebben: later bekend
onder de termen overdracht en tegenoverdracht.
In de realiteit is Nietzsche’s filosofisch gedachtengoed
vaker in kreten weergegeven, zoals het bekende
, kies je lot en word wie je bent, naast de uitspraak
G = etc. In de film lukt het daarnaast de con‐
text te tonen. Dit zien we bijvoorbeeld door de proble‐
men, die Breuer hee met zijn geweten en schuldge‐
voelens naar zijn echtgenote Mathilde, omdat Nietz‐
sche in de gesprekken, waarin hij de behandelaar is van
Breuer (en diens obsessie met Bertha) het een en an‐
der blootlegt. Dit vind ik de kracht van de film. Temeer
daar in ieders existen e getobd wordt met houden van
eigenliefde /eenzaamheid / isola e e.d.
D , B N
, …
h p://www.youtube.com/watch?v=UrsV8SSJHE8 5
S T
BeknopteliteratuurverwijzingBreuer&Freud,StudienüberHYSTERIE.LeipzigundWien,FranzDeuticke(1895)SigmundFreudenJosefBreuer,Studiesoverhysterie.Klinischebeschouwingen5(1993)Boom,AmsterdamHarryStroeken,Freudenzijnpatiënten(1985)RainbowPocketboeken,AmsterdamLouAndreas‐Salome.Terugblikopmijnleven,(1979)PriveDomein
H Klaas‐Jan Pos
Kortgeleden reageerde ik op een ar kel en interview in Trouw, n.a.v. de hulp die een 70‐jarige blinde
vrouw was gegeven bij zelfdoding. In mijn reac e ging ik o.a. in op het feit dat lijden mede wordt
bepaald door de mate waarin we er betekenis in kunnen vinden, gesteld dat het een onvermijdbaar
lijden is. Voor Frankl was dat laatste een kerngegeven in zijn kijk op het leven. Zijn uitgangspunt was:
het leven draagt betekenis in zich, onvoorwaardelijk. Die betekenis valt ons alleen niet zomaar voor
de voeten. We komen die volgens Frankl op het spoor door het vraag en antwoordgesprek dat we
geneigd zijn te voeren met het leven om te keren: de vraag is niet wat het leven mij (nog) te bieden
hee , maar wat ik het leven te bieden heb en van mij wordt een antwoord verwacht, zo concreet
mogelijk.
‘H , ’
Ik vind dat een spanningsvolle omkering van de vraag naar de betekenis van het concrete leven. We
kennen allemaal toch juist momenten waarop we verslagen neervallen of juist woedend in opstand
komen, ons tot het leven wenden en vragend uitschreeuwen: ‘WAAROM!?’ Je verliest je baan, je kind
raakt erns g ziek, of misschien lijden we onder een door onszelf begane misstap. We doen zo ons
best om ons leven begrijpelijk en voorspelbaar te maken en plots stelt het leven ons voor situa es
waar we geen enkele raad mee weten. Waarheden waar we bij leefden worden ontmaskerd als illu‐
sies. Je raakt de grond onder je voeten kwijt. Dat van ons dan ook nog eens een antwoord wordt
verwacht zou daarmee kunnen overkomen als een onbarmhar ge eis. ‘Wordt in deze situa e nu ook
nog van mij verlangd hier de betekenis in te ontdekken? Wordt me nu ook nog de maat genomen
hoe ik het er vanaf zal brengen?’ Je hebt al je energie al nodig om niet om te vallen.
‘H ,
’
Daar was het Frankl niet om te doen. De omkering van de vraag hee voor Frankl juist als doel om
ons eraan te herinneren dat, wat ons ook overkomt, ons al jd iets overblij , namelijk: de vrijheid om
te kiezen hoe we ons tot dat wat ons overkomt, wat ons wordt aangedaan of wat we over onszelf
hebben afgeroepen, willen verhouden. Hoe verslagen we ons ook mogen voelen, we staan nooit
helemáál met lege handen. We kunnen op zoek naar de vraag die ons in deze situa e door het leven
wordt gesteld en mogen vervolgens proberen daar een betekenisvol antwoord op te geven. Dat dit
voor de grote crisissen in ons bestaan geen gemakkelijke opgave is, hoe geen betoog. Het kost jd,
jaren soms, en vaak met de noodzakelijke hulp van anderen. Het juiste antwoord kunnen we niet
forceren en ligt niet helder en zichtbaar voor ons. Betekenis wordt gaandeweg ontdekt. De Deense
filosoof Kierkegaard zei het al: het leven kan alleen achterwaarts worden begrepen, maar het moet
voorwaarts worden geleefd. Het blij zoeken. Maar het kan wel! Daar getuigen velen van, in litera‐
tuur, film en waarschijnlijk ook in onze eigen omgeving. En dan kan het gebeuren dat je na verloop
van jd merkt dat de waarden waar je eerder houvast aan ontleende veranderd zijn, een andere
inhoud hebben gekregen; dat je jezelf, de ander of het leven beschouwt in een ander licht. Alsof je je
het leven op een andere wijze hebt toegeëigend, of het leven jou.
‘W ;
!
Vraag en antwoord. De eerste vraag wordt gesteld door het leven, waarmee de waardigheid van de
mens wordt beves gd. Wij geven antwoord, maar ons antwoord is tegelijker jd een vraag terug aan
het leven: zul jij je betekenis prijsgeven? Met recht een vraag en antwoordspel, van onschatbare
waarde.
Het ar kel van drs. Klaas‐Jan Pos in Trouw kunt u lezen via:
h p://viktorfrankl.nl/nieuwsbrief/LIJDEN%20MAAKT%20LEVEN%20NIET%20ZOMAAR%20ZINLOOS.pdf
6
TIENSTELLINGENOVERDEPERSOON(ViktorE.Frankl,1950)
In 1950 schrij Frankl een soort ‘credo van de humaniteit’. De waarde van de mens—ook als hij een ziekte hee en zo een pa ënt genoemd wordt—is onver‐anderd en onaangetast. Wanneer er gesproken wordt over de persoon denken we onwillekeurig aan een ander begrip. Dat begrip kruist als het ware het persoonsbegrip, het heet: individu’. En inderdaad ‐ hier begint ook mijn eerste stelling – deze is: 1. D . De persoon is iets wat je niet kunt opde‐len, niet kunt splitsen en wel hierom, omdat de persoon eenheid is. Zelfs in het geval van schizofrenie, waarbij zo velen spreken van een ‘gespleten per‐soonlijkheid’, komt die splitsing in het echt nooit voor. Ook als je naar andere ziekelijke toestanden kijkt, wordt in de psychiatrie niet gesproken van een gespleten persoonlijkheid, tegenwoor‐dig niet eens meer over een ‘verdeeld bewustzijn’, maar meer van een ‘wisselend bewustzijn’. Al in de dagen dat Bleuler het begrip ‘schizofrenie’ invoerde, dacht hij niet in termen van een echte splitsing van de persoon, maar veel meer in een afsplitsing van bepaalde associa ecomplexen. Toen was dat in het kader van de gangbare psychologie een aannemelijke gedachte. 2. D ‐ ‐ ,
‐ ; dat betekent dat de persoon niet alleen on‐deelbaar is, maar ook dat de per‐soon niet iets is dat is ‘samengesmol‐ten’. Dat komt, omdat de persoon niet alleen eenheid maar tegelijk heelheid is. Dat is de reden, waarom de persoon vervolgens ook niet kan opgaan in andere ordeningen ‐ zoals ‘in de massa’, ‘in een sociale klasse’, ‘in een bepaald ras’. We spreken bij dergelijke ordening‐en niet over ‘eenheid’ of over ‘heelheid’. Het gaat daar hooguit om ‘pseudo‐persoonlijke’ eenheid. De mens die denkt in zijn massa, klasse of ras op te gaan, gaat in werkelijkheid alleen maar ‘onder’; omdat hij zichzelf daarin laat opgaan, gee hij zichzelf, dat wil zeggen zijn persoon, eigenlijk op. L : h p://viktorfrankl.nl/Ar kelen/Tien%20Stellingen.PDF
V F ‐S K W B
OPMERKING: De ‘trotserende macht van de geest’ is een neologisme van Frankl. Zij duidt datgene aan, wat de mens van jongs af als geestelijk wezen kenmerkt, namelijk de trots of beter gezegd: de eigenzinnigheid van het kind, het doorzettingsvermogen bij volwassenen, de onvoorwaardelijke vrijheid tot het doen van bevestigende of ontkennende uitspraken, of tot het innemen van standpunten. Zij is niet verplicht, dat wil zeggen: Er kan, maar er hoeft niet van haar gebruik te worden gemaakt. De trotserende macht van de geest is die kwaliteit van de geest, die de mens helpt tegenover de waarnemingen van het lichaam en de ziel stelling te nemen - hetzij dat zij van buiten of van binnen afkomstig zijn - , zodat hij noch aan de behoef-ten noch aan de driften noch aan het lot machteloos overgeleverd is, maar zich van hen kan bevrijden. Bij ziekte is het lichaam, echter niet de geest, vaak verzwakt, zodat de trotserende macht van de geest zich niet meer passend kan uitdrukken. Omschrijving: MACHT VAN DE GEEST, ZICH TEGENOVER IEMAND OF IETS STELLEN, OF TROTSEREN Juist de logotherapie is erop gericht om zich de onverplichte strijd tussen het geestelijke be-staan en de psychofysische feitelijkheid ten nutte te maken, zich tegenover het psycho-fysische te stellen en haar te trotseren. Op deze ‘trotserende macht van de geest’ rekent de logotherapie, op deze macht gaat zij terug, op deze macht doet zij een beroep. (Der leidende Mensch, 48). (vervolg op p.8)
Op 14 en 15 november waren 34 krijgsmacht predikanten in de kazerne bij
‘t Harde twee dagen de gelegenheid s l te staan bij het werk en de levens‐
filosofie van Viktor E. Frankl. Ondanks die ruim bemeten jd bleek het toch
maar een eerste verkenning.
De dagen stonden onder leiding van prof. dr. Heye Heyen, hoogleraar prak‐
sche theologie aan de Protestantse Faculteit in Brussel en logotherapeut
in Oldenburg (Dld.) en drs. Pieter Hoekstra, theoloog/psycholoog en logo‐
therapeut; eindredacteur van deze nieuwsbrief.
T A T G Pieter trapte af met een inleiding op Frankl. Hij verwees daarbij vooral naar
de ‘beginselen van de Logotherapie’, die hij voor deze gelegenheid onder
predikanten De Twaalf Ar kelen noemde, waar hij Frankl’s ‘Tien stellingen
over de Persoon’ vergeleek met de Tien Geboden. Deze beginselen zijn ook
bruikbaar voor het werk van geestelijk verzorgers, die naast dat zij veel in
gesprek zijn met gezonde militairen, ook contact hebben met getrauma ‐
seerde mensen, die het zicht op (de) zin niet meer zo duidelijk voor ogen
hebben. Fundamentele vraag in deze is dan op welke wijze er ‘in’ een der‐
gelijke situa e betekenis gegeven kan worden aan het leven en alles wat
dat leven van de (gewezen) militair (na de missie(s)) met zich meebrengt?
Diezelfde vraag gaat ook op voor de mensen om hem of haar heen: part‐
ners, familie en kinderen.
Wim Bos vertelde van de ontwikkeling die hijzelf doormaakte in zijn studie
van vooral Oude Testament, de Judaïca en de overeenkomsten die hij daar‐
in vooral terug zag in het werk van Viktor Frankl. Ook al is het nooit Frankl’s
bedoeling geweest zijn Joodse achtergrond een grote rol te laten spelen is
deze wel herkenbaar.
D G Heye Heyen ging vooral in op ‘De onbewuste God’. Vanuit de dimensionale
ontologie is er bij Frankl sprake van de ‘geestelijke dimensie’, naast de
fysieke en de psychische. De geestelijke dimensie is o.a. het terrein van het
geweten en van de religie; van de droomduiding en het imaginaire (ver‐
beeldingskracht). Vooral van dat laatste maakt Heye (leerling van Frankl’s
leerlingen Uwe Böschemeyer en Elisabeth Lukas) in zijn prak jk gebruik
door met mensen imaginaire reizen te maken, dat hen dan vooral helpt
zichzelf te aanvaarden en met meer zelfvertrouwen in het leven te staan.
Vanuit twee casussen werd nog uitgebreid s lgestaan bij onderwerpen als
coping en schuld(gevoel) en wat de Logotherapie hier aan inzichten kan
bieden. Frankl maakt daarbij het onderscheid tussen schuldgevoelens en de
stem van het geweten en hee daarvoor de term ‘hyper accousis’, zeg
maar overgevoelig oor/gehoor, ontwikkeld. Hij houdt daarbij wel oog voor
de existen ële schuld. Als deze vorm van schuldbeleving zomaar van ie‐
mand afgenomen wordt, wordt ook iemands waardigheid afgenomen:
basis van het mens‐zijn.
De tweedaagse werd afgerond door nog kort s l te staan bij de waarden
die in een pastoraal gesprek ter sprake kunnen komen of worden gebracht.
Want ook al is er geen objec eve waardenleer, waarden spelen –onbewust
‐ wel een rol. D.m.v. de socra sche dialoog of eventueel imagina e kunnen
onze waarden aan de oppervlakte worden gebracht en spreken we van
‘waardengewaarwording’.
L K Kortom het was een goed samenzijn en een leerzaam symposium. Er was
veel aandacht en een grote ontvankelijkheid voor het werk en gedachte‐
goed van Frankl. En daarvan was iedereen wel overtuigd: Logotherapie en
Existen ële Analyse hebben het werk van geestelijk verzorgers bij de krijgs‐
macht zeker veel te bieden.
De vraag ‘hoe bruikbaar’ en ‘hoe in te ze en’, zijn overigens wel vragen die
de hele jd boven de markt zijn blijven hangen en nog niet opgelost of
beantwoord zijn. Predikanten zijn nu eenmaal geen therapeuten en moe‐
ten dat vooral ook niet willen zijn. Dat betekent dus: verdere doordenking!
7
Lemma:
‘De trotserende macht van de Geest’
Lemma: ‘De trotserende macht van de Geest’ (vervolg van p. 6) DE TROTSERENDE MACHT VAN DE GEEST IS DIE KRACHT, DIE DE EXISTENTIËLE VLUCHT VAN DE PERSOON BOVEN ZICHZELF UIT TOT STAND BRENGT. Of de ene mens van zijn endogene depressie afstand neemt, terwijl de andere zich in deze depressie laat vallen, is niet te wijten aan de endogene depressie, maar aan de geestelijke eigenschap van de persoon. De geestelijke eigenschap van de persoon brengt de aange-duide existentiële vlucht tot stand krachtens datgene, wat wij in de existentieanalyse de trotserende macht van de geest noemen. En zo zien wij, hoe het psychofysische parallellis-me staat tegenover een psychonoëtisch antagonisme. DE TROTSERENDE MACHT VAN DE GEEST MAAKT DE MENSEN MOGELIJK, ZICH DOOR GEEN ENKELE PSYCHISCHE TOESTAND, BIJVOORBEELD DOOR EEN OGENBLIKKELIJKE TOESTAND VAN OPWINDING TE LATEN PROVOCEREN, MAAR ZICHZELF IN ZIJN MENSELIJKE WAARDIGHEID TE HANDHAVEN. Tot datgene waarin ik existeer, en waarbuiten ik tegelijkertijd ook existeer, behoren nu alle uiterlijke omstandigheden, evenals alle innerlijke toestanden van mijn bestaan, behoort daarom in het bijzonder ook iedere psychische toestand: ook haar kan ik fundamenteel we-ren, en wel op grond van dat noöpsychische antagonisme, waartegenover wij het psychofy-sische parallellisme heuristisch hebben gesteld, respectievelijk die trotserende macht van de geest, die de mens in staat stelt om in alle lichamelijk-psychische toestanden en maat-schappelijke omstandigheden zijn menselijke waardigheid te bewaren. Dat deze trotserende macht van de geest niet altijd nodig is, is een verhaal apart. (Logotherapie und Existenza-nalyse, 93). DE TROTSERENDE MACHT VAN DE GEEST MOET EN KAN STEEDS WEER WORDEN OPGEROEPEN TEGEN DE UITWERKING VAN PSYCHISCHE EN VAN FYSIEKE PROCESSEN. Terwijl het psychofysische parallellisme een verplichte is, is het noöpsychische een niet verplichte: het is altijd slechts mogelijkheid, pure macht – echter een macht, waarop altijd weer een beroep gedaan kan worden, en wel van de kant van artsen een beroep op gedaan moet worden: steeds gaat het erom, de ‘trotserende macht van de geest’, zoals ik haar ge-noemd heb, op te roepen tegen het slechts schijnbaar zo machtige psychofysische. (Der Wille zum Sinn, 116) DE TROTSERENDE MACHT VAN DE GEEST IS EEN NIET VERPLICHTE MACHT, WANT ZIJ KAN, MAAR HOEFT NIET INGESCHAKELD TE WORDEN. De ‘trotserende macht van de geest’, die de mensen kenmerkt - tegenover biologische, psy-chologische en sociologische bepaaldheden - is een ‘niet verplichte’, dat wil zeggen zij kan weliswaar, maar zij hoeft niet altijd ingeschakeld te worden. (Psychotherapie in der Praxis, 131) DE TROTSERENDE MACHT VAN DE GEEST HOUDT ZICH BEZIG MET DE LOTSBESCHIKKING, WAT NIET INHOUDT, DAT ZIJ ZICH ALTIJD KAN UITDRUKKEN, AANGEZIEN BIJVOORBEELD HET ORGANISME ALS UITDRUKKINGSINSTRUMENT HET LAAT AFWETEN. De machteloosheid van de menselijke geest in een psychose bestaat erin, respectievelijk beperkt zich daartoe, dat de geest in zijn controverse met de psychose zich niet tot uitdruk-king kan brengen, hetzij dat deze controverse bestaat uit een opstand tegen de ziekte of uit een verzoening met de ziekte. Deze onmogelijkheid om zich uit te drukken mogen wij niet verwisselen met de onmogelijkheid van de controverse zelf. Het laatste blijft mogelijk en wordt altijd ook werkelijkheid, krachtens datgene, wat wij de trotserende macht van de geest noemen. Juist de neurologische psychiater is een kenner van de psychofysische bepaald-heid van de geestelijke persoon; hij in het bijzonder wordt ook een getuige van haar trotse-rende macht. (Logotherapie und Existenzanalyse, 83). (Leo F. de Graaff)
HetlevenisZINvol
ZINisvoormenseninhunhelebestaandebelangrijkstemotivator
ZINkannietaangebodenworden….maardevoorwaardenkunnenwelgefaciliteerdworden
'erZINinhebben'‐inonzetaalisheteigenlijkzoeenvoudig
ZINblijkteenprobaatmiddeltegensabotage,corruptie,diefstal,misbruik,pesterijen,burnoutenaldieandereongewensteeffectendiedaarontstaanwaarmensenniettothundoelkomen
ZINvolgefundeerdleiderschapisdegrotebehoeftevanonzetijd
If you go for the person,
you will always gain something,
if you concentrate on the problem,
you will lose anyway. Hunter ‘Patch’ Adams,
ContactNILEAMaartenplein153633EJVreelandNederland
0294‐785125info@viktorfrankl.nlwww.viktorfrankl.nlHetNederlandseInstituutvoorLogotherapieenExistentieleAnalyseverzorgtvanaf2013opnieuw:
bevorderenvanbekendheidmethetwerkvanViktorE.Frankl
bevorderenvandekennisvandeLogotherapieinNederland
ontmoetingtussenprofessionalsofanderegeınteresseerden
introductiecursussenstudiedageneenjaarlijkseViktorFrankl‐lezingbeschikbaarmakenvanmaterialen