Nieuwsbrief 3 Policy Governance juni 2012

9
JAARGANG 1 NUMMER 3 JUNI 2012 POLICY GOVERNANCE® NIEUWSBRIEF INHOUD Een hernieuwd optreden van John en Miriam Carver in Nederland Zes jaar na hun laatste optreden heeft Jan Maas (Maas Bestuursvraagstukken), in samenwerking met AVS, John en Miriam Carver, ontwerper en vertegenwoordiger van het Policy Governance Model uitgenodigd om opnieuw naar Nederland te komen. Op woensdag 14 november van 13.30 uur tot 21.30 uur zullen zij op Nyenrode Business University aan een breed publiek van toezichthouders, bestuurders, directeuren en andere geïnteresseerden hun visie geven op goed bestuur en toezicht, en op de vraagstukken en uitdagingen die nu in Nederland rondom governance spelen. De komende maanden gaan, dankzij de medewerking van allerlei organisaties, uitnodigingen uit naar betrokkenen in o.m. onderwijs, zorg, woningcorporaties, kinderopvang en openbaar bestuur, voor het bijwonen van dit unieke optreden. Noteer alvast de datum en houd de berichtgeving in de gaten! In de volgende nieuwsbrief hopen wij meer bijzonderheden te kunnen melden. Pagina 1 Een hernieuwd optreden…. Pagina 2 Policy Governance en professionele ruimte. Pagina 2 Policy Governance quiz. Pagina 3 Vervolg Policy Governance en professionele ruimte. Pagina 4 Hartger Wassink stelt zich voor! Pagina 4 Een gezonde financiële situatie garanderen als toezichthouder: hoe doe je dat? Pagina 5,6 Vervolg: Een gezonde financiële situatie garanderen als toezichthouder: hoe doe je dat? Pagina 6 Wie zijn wij? Pagina 7 Antwoord op de quizvraag! Pagina 8 Vervolg: Een gezonde financiële situatie garanderen als toezichthouder: hoe doe je dat? Pagina 9 Vraag en Antwoord. Pagina 9 Actueel Een verstandig systeem van toezicht garandeert niet het optreden van verstandig gedrag. Hoe moet het wel? Toezichthouden blijft mensenwerk is een van de conclusies van bijzonder hoogleraar Governance Rienk Goodijk in zijn nieuwe boek over falend toezicht in semi publieke organisaties. Hij geeft daarmee aan dat er altijd “ongelukken” in de wereld van het toezicht in deze organisaties zullen voorkomen. Om deze echter zoveel mogelijk te voorkomen geeft hij diverse richtlijnen voor de toezichthouder. Eén daarvan is zijn advies om als toezichthouder de juiste balans tussen afstand en betrokken zijn in het oog te houden. Er zullen naar mijn mening weinig toezichthouders zijn die deze tip niet als waardevol zullen beschouwen. De vraag blijft natuurlijk hoe doe je dat dan? Hartger Wassink schrijft in deze nieuwsbrief een artikel over de relatie tussen Policy Governance en professionele ruimte. In zijn artikel gaat het ook over de balans tussen het realiseren van beoogde In zijn visie is het inzetten van de principes van Policy Governance een uitstekend middel om die gevraagde balans in evenwicht te houden en zo te komen tot de professionele ruimte. Niek Mertens neemt ons mee in de financiële wereld van woningbouwcoöperaties, onderwijs en banken. Hij legt de relatie tussen het bestaansrecht van deze organisaties en het waarborgen van goed toezicht op deze instellingen zodat rampen zoals deze zich voor gedaan hebben bij ABN AMRO, Amarantis of Rochdale zich niet meer voor kunnen doen. Hoewel dat laatste een utopie lijkt want toezichthouden blijft mensen werk en waar mensen werken worden, opzettelijk of niet, fouten gemaakt. Of zoals Carver zei: “Een verstandig systeem van toezicht garandeert niet het optreden van verstandig gedrag”. Roel van Leerdam 3e resultaten van de organisatie en de wijze waarop medewerkers deze dienen te bereiken.

description

Nieuwsbrief 3 Policy Governance juni 2012

Transcript of Nieuwsbrief 3 Policy Governance juni 2012

JAARGANG 1 NUMMER 3

JUNI 2012

POLICY GOVERNANCE® NIEUWSBRIEF

INHOUD

Een hernieuwd optreden van John en Miriam Carver in Nederland  

Zes   jaar  na  hun   laatste  optreden  heeft   Jan  Maas   (Maas  Bestuursvraagstukken),   in  samenwerking  met  AVS,    John  en  Miriam  Carver,  ontwerper  en  vertegenwoordiger  van   het   Policy   Governance   Model   uitgenodigd   om   opnieuw   naar   Nederland   te  komen.   Op   woensdag   14   november   van   13.30   uur   tot   21.30   uur   zullen   zij   op  Nyenrode   Business   University   aan   een   breed   publiek   van   toezichthouders,  bestuurders,   directeuren   en   andere   geïnteresseerden   hun   visie   geven   op   goed  bestuur   en   toezicht,   en   op   de   vraagstukken   en   uitdagingen   die   nu   in   Nederland  rondom  governance  spelen.  

De   komende   maanden   gaan,     dankzij   de   medewerking   van   allerlei   organisaties,    uitnodigingen   uit   naar   betrokkenen   in   o.m.   onderwijs,   zorg,   woningcorporaties,  kinderopvang  en  openbaar  bestuur,  voor  het  bijwonen  van  dit  unieke  optreden.    

Noteer   alvast   de   datum   en   houd   de   berichtgeving   in   de   gaten!   In   de   volgende  nieuwsbrief  hopen  wij  meer  bijzonderheden  te  kunnen  melden.        

Pagina 1 Een hernieuwd optreden…. Pagina 2 Policy Governance en

professionele ruimte.

Pagina 2 Policy Governance quiz. Pagina 3 Vervolg Policy Governance

en professionele ruimte. Pagina 4 Hartger Wassink stelt zich

voor! Pagina 4 Een gezonde financiële

situatie garanderen als toezichthouder: hoe doe je dat?

Pagina 5,6 Vervolg: Een gezonde

financiële situatie garanderen als toezichthouder: hoe doe je dat?

Pagina 6 Wie zijn wij? Pagina 7 Antwoord op de quizvraag! Pagina 8 Vervolg: Een gezonde

financiële situatie garanderen als toezichthouder: hoe doe je dat?

Pagina 9 Vraag en Antwoord. Pagina 9 Actueel

Een verstandig systeem van toezicht garandeert niet het optreden van verstandig gedrag.

Hoe  moet  het  wel?  

Toezichthouden  blijft  mensenwerk  is  een  van  de  conclusies  van  bijzonder  hoogleraar  Governance  Rienk  Goodijk  in  zijn  nieuwe  boek  over  falend  toezicht  in  semi  publieke  organisaties.  Hij  geeft  daarmee  aan  dat  er  altijd  “ongelukken”  in  de  wereld  van  het  toezicht  in  deze  organisaties  zullen  voorkomen.  Om  deze  echter  zoveel  mogelijk  te  voorkomen  geeft  hij  diverse  richtlijnen  voor  de  toezichthouder.  Eén  daarvan  is  zijn  advies  om  als  toezichthouder de  juiste  balans  tussen  afstand  en  betrokken  zijn  in  het  oog  te  houden.  Er  zullen  naar  mijn  mening  weinig  toezichthouders  zijn  die  deze  tip  niet  als  waardevol  zullen  beschouwen.  De  vraag  blijft  natuurlijk  hoe  doe  je  dat  dan?  

Hartger  Wassink  schrijft  in  deze  nieuwsbrief  een  artikel  over  de  relatie  tussen  Policy    Governance    en    professionele  ruimte.  In  zijn  artikel  gaat  het  ook  over  de  balans  tussen  het  realiseren  van  beoogde          

In  zijn  visie  is  het  inzetten  van  de  principes  van  Policy  Governance  een  uitstekend  middel  om  die  gevraagde  balans  in  evenwicht  te  houden  en  zo  te  komen  tot  de  professionele  ruimte.      

Niek  Mertens  neemt  ons  mee  in  de  financiële  wereld  van woningbouwcoöperaties,  onderwijs  en  banken.  Hij  legt  de  relatie  tussen  het  bestaansrecht  van  deze  organisaties  en  het  waarborgen  van  goed  toezicht  op  deze  instellingen  zodat  rampen  zoals  deze  zich  voor  gedaan  hebben  bij ABN  AMRO,  Amarantis    of  Rochdale  zich  niet  meer  voor  kunnen  doen.  Hoewel  dat  laatste  een  utopie  lijkt  want  toezichthouden  blijft  mensen  werk  en  waar  mensen  werken  worden,  opzettelijk  of  niet,  fouten gemaakt.  Of  zoals  Carver  zei:  “Een  verstandig  systeem  van  toezicht  garandeert  niet  het  optreden  van  verstandig  gedrag”.

Roel  van  Leerdam

3e

resultaten  van  de  organisatie  en  de  wijze  waarop  medewerkers  deze        dienen  te  bereiken.      

2

Lorem Ipsum Dolor Lente 2016 Jaargang 1 nummer 2 Pagina 2

Policy Governance en professionele ruimte

Policy

Governance Quiz

Vraag  :       Bepalen  wie  de  “eigenaren”  van  de  

organisatie  zijn,  is  van  wezenlijk  belang  omdat    

 

Keuze  A:       Het  ministerie  dat  voorschrijft.          Keuze  B:       Als  bestuur/raad  van  toezicht  ben  je  

verantwoording  schuldig  aan  de  eigenaren  en  je  autoriteit  heb  je  dankzij  hen.  

   

Keuze  C:       Eigenaren  vaak  financiële  bijdragen  

leveren  aan  een  organisatie.  

 

Keuze  D:                Eigenaren,  die  tegelijkertijd  klant  zijn,  in  aanmerking  komen  voor  de  meeste  service  en  aandacht  van  de  organisatie.    

Kijk voor het correcte antwoord op pagina 4

Begrippen  als  eigenaarschap,  verantwoordelijkheid,  professionele  ruimte  en  gedeeld  leiderschap  staan  volop  in  de  belangstelling,  niet  alleen  in  het  onderwijs,  maar  ook  daarbuiten.  Het  zijn  inspirerende  begrippen,  maar  helaas  ook  wat  ongrijpbaar.  Want  hoe  geef  je  er  nu  vorm  aan?  In  de  loop  van  de  tijd  heb  ik  op  een  aantal  scholen  met  deze  vraag  gewerkt  en  in  de  loop  der  jaren  een  praktische  aanpak  ontwikkeld.    

Voor  mijn  aanpak  baseer  ik  me  op  Policy  Governance.  Policy  Governance  is  uiteraard  ontwikkeld  als  model  voor  effectief  besturen  en  doet  geen  uitspraken  over  toepassing  binnen  de  organisatie.  Toch  lijkt  het  mij  zinvol  om  Policy  Governance  te  koppelen  aan  de  vergroting  van  professionele  ruimte  in  de  organisaties.  Een  belangrijke  meerwaarde  van  het  Policy  Governance-­‐denken  is  de  stelselmatige  manier  waarop  de  uitvoering  en  resultaten  van  beleid  in  dialoog  worden  besproken  aan  de  hand  van  kerndoelen  en  kernwaarden  van  de  organisatie.  Die  dialoog  is  belangrijk,  omdat  er  bij  ‘professionele  ruimte’  vaak  alleen  over  ‘zeggenschap’  wordt  gesproken.  Professionele  ruimte  gaat  in  mijn  ogen  echter  vooral  over  verantwoordelijkheid.  Als  de  balans  tussen  de  verantwoordelijkheid  van  professional  en  leidinggevende  goed  is,  hebben  ze  allebei  maximale  ‘macht’,  dan  versterken  ze  elkaar  in  de  invloed  die  ze  hebben.  Het  zoeken  van  die  balans  vergt  een  subtiel  interactieproces  van  geven  en  nemen.  Die  interactie  verloopt  het  best  als  de  communicatie  verloopt  in  dialoog.  En  hier  komt  Policy  Governance  weer  om  de  hoek  kijken,  omdat  een  paar  principes  daaruit  voor  een  vruchtbare  dialoog  in  de  organisatie  kunnen  zorgen.      De  principes  in  de  benadering  die  ik  ontwikkeld  heb,  zijn:  • het  formuleren  van  doelen  in  termen  van  ‘beoogde  resultaten’;  • de  keuze  in  middelen  afbakenen,  in  plaats  van  voorschrijven;  • het  structureel  afleggen  van  verantwoording  in  dialoog.  Hieronder  ga  ik  in  op  de  manier  waarop  deze  principes  werken  om  professionele  ruimte  in  de  organisatie  te  vergroten.      Doelen  Een  probleem  in  veel  organisaties  is,  dat  er  op  allerlei  niveaus  plannen  worden  gemaakt,  maar  dat  deze  niet  altijd  met  elkaar  samenhangen.  De  directie  stelt  een  strategisch  beleidsplan  op,  met  ‘SMART’  doelen  en  key  performance  indicatoren  (KPI’s),  waar  de  afdelingen  dan  een  ‘invulling’  aan  mogen  geven.  

Door Hartger Wassink

3

Lorem Ipsum Dolor Lente 2016  

Vervolg Policy Governance en professionele ruimte

Jaargang 1 nummer 2 Pagina 3

De  KPI’s  die  geformuleerd  zijn,  zijn  echter  zelden  geformuleerd  in  termen  van  de  doelgroep.  Zo  werd  in  een  school  bijvoorbeeld  gesteld  dat  ‘in  75%  van  de  lessen  het  smartboard  wordt  gebruikt’.  Dat  klinkt  ‘smart’,  maar  zegt  niets  over  wat  leerlingen  daar  beter  van  moeten  worden.  Zo  wordt  de  gestelde  indicator  een  doel  op  zich,  en  is  er  voor  de  afdeling  geen  ruimte  meer  om  te  praten  wat  zij  zien  als  ‘beoogd  resultaat  voor  de  doelgroep’.  Op  die  manier  wordt  een  kans  gemist  om  eigenaarschap  bij  de  afdeling  te  ontwikkelen.  Het  mooie  van  Policy  Governance  is,  dat  alle  beoogde  resultaten  terug  te  voeren  zijn  op  één  overkoepelend  eindresultaat.  Door  van  daar  uit  te  werken,  en  alle  organisatieonderdelen  te  vragen  op  hun  niveau  een  bijdrage  (in  termen  van  cliëntresultaat)  te  formuleren,  ontstaat  er  vanzelf  samenhang  in  de  doelen.  En  tegelijkertijd,  omdat  er  ruimte  voor  ‘redelijke  interpretatie’  gegeven  wordt,  ontstaat  er  eigenaarschap.  Die  ‘redelijke  interpretatie’  houdt  in  dat  je  de  doelen  zodanig  formuleert,  dat  er  ruimte  overblijft,  in  dit  geval  voor  het  team,  om  een  eigen  invulling  aan  de  uitvoering  te  geven.    In  dit  geval  zou  je  kunnen  formuleren:  ‘Leerlingen  krijgen  de  lesstof  waar  mogelijk  interactief  aangeboden.’  Welke  formulering  precies  gekozen  wordt,  hangt  af  van  het  gesprek  dat  hier  in  een  school  over  gevoerd  wordt:  welke  prioriteiten  er  gesteld  worden,  en  vanuit  welke  kernwaarden  zij  onderwijs  willen  geven.    Middelen  afbakenen  Veel  doelen  in  beleidsplannen  bevatten  verkapte  voorschriften  voor  te  gebruiken  middelen.  We  kunnen  hier  weer  het  doel  als  voorbeeld  nemen,  dat  “docenten  in  75%  van  de  lessen  gebruikmaken  van  het  smartboard”.  Dat  ‘doel’  zegt  niets  over  leerlingen.  Wel  geeft  het  een  arbitrair  voorschrift  voor  leraren  in  de  manier  waarop  zij  hun  onderwijs  verzorgen.  Terecht  dat  docenten  zich  met  dit  soort  doelen  bekneld  voelen  in  de  uitoefening  van  hun  werk.  Policy  Governance  helpt  om  na  te  denken  over  wat  per  se  voorkomen  moet  worden  bij  het  bereiken  van  de  beoogde  resultaten.  ICT-­‐gebruik  op  scholen  heeft  vaak  te  maken  met  een  imago-­‐kwestie:  de  school  moet  niet  de  indruk  wekken  alleen  nog  met  ouderwetse  krijtjes  te  werken.  In  dit  geval  helpt  het  om  dat  als  kader  te  stellen:  “Het  imago  van  de  school  als  moderne  onderwijsinstelling  mag  niet  in  gevaar  komen”.  Dat  geeft  aan  docenten  veel  ruimte  om  op  een  eigen  manier  te  kiezen  hoe  zij  het  best  hun  onderwijs  in  willen  richten,  waarbij  ICT  een  rol  kan  spelen  naast  allerlei  andere  middelen.    Verantwoording  Het  is  mijn  ervaring  dat  de  meeste  frictie  tussen  professionals  en  leidinggevenden  gaat  over  het  opleggen  van  indicatoren  en  middelen,  vermomd  als  pseudo-­‐doelen.  Die  indicatoren  worden  vaak  van  buiten  opgelegd  aan  de  organisatie  en  door  leidinggevenden  direct  doorgesluisd  naar  professionals.  Afdeling  en  teams  moeten  vervolgens  een  stortvloed  aan  cijfermateriaal  verzamelen.  Dat  heet  dan  ‘verantwoording’,  maar  is  feitelijk  niet  meer  dan  ‘afrekenen’,  omdat  er  geen  sprake  is  geweest  van  een  keuzemoment,  waarin  verantwoordelijkheid  genomen  kon  worden.  Als  een  leidinggevende  professionals  verantwoording  wil  laten  afleggen,  dan  kan  hij  niet  direct  de  externe  eisen  aan  professionals  opleggen.  Hij  zal  het  team  eerst  zelf  de  ruimte  gegeven  moeten  hebben  keuzes  te  maken  in  de  wijze  waarop  zij  vooraf  gesteld  doelen  willen  bereiken,  binnen  de  gestelde  kaders.  Om  dit  te  bereiken,  kunnen  de  volgende  vier  stappen  doorlopen  worden.    

• Laat  iedere  afdeling,  ieder  team  op  het  eigen  niveau  en  deelgebied  eerst  doelen  formuleren,  in  termen  van  beoogde  resultaten.  Dit  is  een  belangrijke  voorwaarde  om  verantwoording  te  kunnen  vragen.  

• Dan  pas  komen  de  externe  eisen  om  de  hoek  kijken.  Die  bepalen  binnen  welke  kaders  die  resultaten  gehaald  moeten worden.    Zo  blijkt  dat  wat  doorgaans  voor  ‘doelen’  wordt  gehouden,  meer  met  ‘middelen’  te  maken  heeft.  

• Een  derde  stap  is  het  bepalen  welke  indicatoren  en  onderliggende  gegevens  gebruikt  worden  om  te  verantwoorden  of  de  resultaten  gehaald  zijn  en  de  kaders  gerespecteerd  zijn.  

• De  laatste  stap  is  het  daadwerkelijk  afleggen  van  verantwoording.  Omdat  het  hier  het  verhaal  van  het  team  zelf  is,  en  niet  het  afvinklijstje  van  de  directeur,  ontstaat  er  een  dialoog,  in  plaats  van  een  eenzijdige,  en  vaak  onbevredigende,  discussie.    

Op  die  manier  is  iedere  professional  in  de  organisatie,  op  zijn  eigen  niveau  en  deelterrein,  verantwoordelijk  voor  het  formuleren  van  haalbare  doelen,  passend  binnen  het  doel  van  het  omvattende  organisatieonderdelen,  en  het  kiezen  van  de  juiste  indicatoren  daarbij.  Dat  motiveert,  omdat  het  een  gevoel  van  ruimte  geeft.  Professionele  ruimte.

4

Lorem Ipsum Dolor Lente 2016

Een gezonde financiële situatie garanderen als toezichthouder: hoe doe je dat? Door Niek Mertens

Pagina 4 Jaargang 1 nummer 2

Hartger Wassink stelt zich voor  

 Betekenisvolle  verbindingen  leggen,  tussen  bestuurders,  leidinggevenden  en  leraren,  dat  is  wat  mij  drijft.    Als  organisatiepsycholoog  ben  ik  actief  op  het  grensvlak  van  onderzoek  en  advieswerk  in  de  onderwijssector.  In  2004  promoveerde  ik  op  een  studie  naar  de  wijze  waarop  schoolleiders  hun  persoonlijke  visie  gebruiken  om  sturing  te  geven  in  de  dagelijkse  praktijk.  Als  organisatieadviseur  voor  mijn  bureau  De  Professionele  Dialoog  richt  ik  me  op  de  professionele  samenwerking  op  alle  niveaus,  van  leraar  tot  toezichthouder.  In  mijn  werk  is  Policy  Governance  een  belangrijk  onderliggend  model,  niet  als  doel  op  zich,  maar  als  middel  om  de  dialoog  in  de  school  over  kwaliteit  te  faciliteren.  Als  onderzoeker  ben  ik  verbonden  aan  het  lectoraat  Normatieve  Professionalisering  van  de  Hogeschool  Utrecht.  Hier  begeleid  ik  promotieonderzoek  naar  het  verband  tussen  (professionele)  identiteit,  normatieve  ontwikkeling  en kwaliteit  van  lesgeven  door  leraren.    De  verbindende  schakel  in  mijn  beide  werkkringen  is  het  werken  en  leren  vanuit  dialoog.  Meer  informatie  vindt  u  op  www.professioneledialoog.nl.  

Inleiding  

Financieel  beleid  in  een  instelling  met  een  algemeen  nut  heeft  alles  te  maken  met  het  bestaansrecht,  de  maatschappelijke  opdracht  van  de  organisatie.  Als  die  opdracht  niet  centraal  staat  in  het  toezicht  en  bestuur  over  de  instelling,  gaat  het  soms  mis.  

In  de  bankenwereld  kwamen  Lehman  Brothers,  DSB,  ABN  AMRO,  ING,  Generale,  Dexia  en  vele  andere  in  de  publiciteit  die  uiteindelijk  overeind  moesten  worden  gehouden  of  steun  nodig  hadden.  En  nu  de  Spaanse  banken.    

In  de  woningbouwcoöperaties    kwamen  onder  meer  Rochdale  en  pas  geleden  Vestia  in  de  publiciteit.  

In  het  onderwijs  maakten  we  kennis  met  de  financiële  problemen  van  Amarantis,  waar  een  faillissement  moest  worden  voorkomen.  Zonnehuizen,  een  onderwijs-­‐  en  zorginstelling  ging  failliet.  En  niet  als  enige.  Bij  de  laatste  twee  instellingen  ging  het  geld  in  vastgoed  projecten  terwijl  de  maatschappelijke  opdracht  gaat  over  onderwijs  en  zorg.  

Hoe  komt  het  toch  dat  we  dit  niet  voorkomen?  Kunnen  we  het  niet  voorkomen?  

Dit  artikel  bestaat  uit  twee  delen:  

Deel  1  behandelt  het  kader  waarin  het  financieel  beleid  zich  afspeelt:  hoe  kan  het  toezicht  waarborgen  dat  het  financieel  beleid  van  de  instelling  in  overeenstemming  is  met  de  reden  van  bestaan  van  de  instelling?.

Deel  2  behandelt  de  wijze  waarop  het  financieel  beleid  kan  worden  vormgegeven  en  verantwoord:  het  gaat  over  het  wat  en  hoe  (dit  deel  zal  in  de  volgende  nieuwsbrief  staan).  

5

Lorem Ipsum Dolor Lente 2016 Jaargang 1 nummer 2 Pagina 5

Maatschappelijke  instellingen  met  een  algemeen  belang?  

Policy  Governance  benadrukt  de  vraag  naar  het  bestaansrecht:  Welke  resultaten  of  prestatie  tegen  welke  kosten  levert  de  organisatie  die  kan  worden  verantwoord  aan  de  belanghebbenden  en  vermijdt  daarbij  wat  vermeden  moet  worden  (ook  al  zou  het  werken)?    

Van  het  toezicht  wordt  in  PG  verwacht  dat  zij  zich  opstellen  als  strategisch  leiderschap  als  het  gaat  om  het  bestaansrecht,  ‘the  reason  to  exist’.  Waartoe  bestaat  de  organisatie,  wie  zijn  de  belanghebbenden,  de  stakeholders?  Welke  prestatie  moet  voor  hen  geleverd  worden?  En:  Wat  zouden  we  onacceptabel  vinden?  Dus  moet  worden  vermeden?  Ook  als  het  zou  werken.  

Ooit  waren  banken  instellingen  met  primair  een  maatschappelijk  belang.  De  belangrijkste  functies  waren  het  bijdragen  aan  stabiliteit  en  het  bevorderen  van  welvaart.  Maar  de  mens  is  begerig.  En  soms    uit  op  machtspositie.  Mondialisering  en  Keynesiaanse  wetten  eisten  groei,  groei.  Banken  kregen  een  andere  primaire  focus:  het  creëren  van  aandeelhouderswaarde  en  winstmaximalisatie.  Handelen  in  hypotheken  waarvan  de  risico’s  werden  doorverkocht  en  weer  doorverkocht,  zonder  toevoeging  van  economische  waarde  in  het  economisch  verkeer  en  zonder  voldoende  onderliggende  waarden.  Een  zeepbel  van  windproducten  met  het  karakter  van  een  piramidespel.  Met  het  oog  gericht  op  de  beurswaarde.  Met  alle  gevolgen  van  dien.  Stabiliteit  en  duurzaamheid  van    financiële  systemen  bleken  niet  houdbaar.  Woningbouw  coöperaties  hadden  ooit  als  maatschappelijke  functie  het  sociale  woningbeleid  te  waarborgen:  wonen  en  een  leefomgeving  mogelijk  maken,  ook  voor  mensen  met  beperkte  middelen.  Intussen  kennen  we  genoeg  coöperaties  die  breder  en  (ook)  buiten  die  doelstelling  opereren.  Een  bestuurder  die  Maserati  als  dienstauto  rijdt,  een  coöperatie  die  in  derivaten  risico’s  van  miljarden  heeft  zitten.  Coöperaties  die  zich  voor  een  deel  bezighouden  met  de  bovenkant  van  de  woningmarkt,  met  duurdere  koopwoningen.  Inmiddels  worden  in  Rotterdam  als  gevolg  van  het  deficit  bouwprojecten  in  de  sociale  woningbouw  geannuleerd.  Ten  koste  van  mensen  die  zijn  aangewezen  op  die  sociale  woningbouw.      

Beleidsuitspraken  over  het  bestaansrecht:  het  strategisch  kader  voor  financieel  beleid  

In  traditionele  vormen  van  toezicht  ontbreekt  het  vaak  aan  duidelijke  beleidsuitspraken  die  het  handelen  van  de  instelling  richting  geven.  Wie  bijvoorbeeld  het  boek  De  Prooi  heeft  gelezen  heeft  zich  kunnen  verwonderen  over  de  rol  die  het  toezicht  bij  ABN  AMRO  naliet  te  spelen.    

In  Policy  Governance  dient  het  toezicht  zich  te  richten  op  de  stakeholders.  Het  toezicht  doet  beleidsuitspraken  die  de  belangen  van  de  stakeholders  dienen,  niet  alleen  voor  nu  maar  zeker  ook  op  de  langere  termijn.  De  beleidsuitspraken  die  het  toezicht  doet,  zijn  het  kader  voor  het  handelen  van  de  organisatie.  Financieel  beleid  is  een  afgeleide  van  de  uitspraken  over  de  maatschappelijke  opdracht.  Waartoe  bestaat  de  organisatie  (Beoogde  Resultaten)  en  wat  is  niet  acceptabel  (Beperking  van  Handelingsruimte  voor  het  bestuur)?    

Wat  was  er  gebeurd  als  bij  de  genoemde  instellingen  die  beleidsuitspraken  hadden  bestaan  en  waren  gehandhaafd?    

We  geven  achtereenvolgens  als  illustratie  voorbeelden  van  de  meest  algemene  beleidsuitspraken  zoals  achtereenvolgens  het  toezicht  van  een  bank,  een  woningbouwcoöperatie  en  een  onderwijsinstelling  zou  kunnen  doen  en  waarnaar  het  bestuur  van  de  instelling  zich  zal  moeten  richten:      

Ingeval  van  banken:    

Beoogd  Resultaat:    

Het  beoogde  resultaat  van  al  het  handelen  van  de  bank  is  een  maatschappelijk  verantwoorde  bijdrage  aan  het  financieel-­‐economisch  belang  en  een  financieel  stabiele  positie  van  elke  klant.    

Zo’n  brede  uitspraak  die  relateert  aan  de  opdracht  en  het  bestaansrecht  van  een  bank  kan  en  moet  uiteraard  van  nadere  detaillering  en  specificaties  worden  voorzien.  Wat  is  maatschappelijk  verantwoord?  Welke  bijdrage  levert  de  bank?  Wat  is  te  definiëren  als  het  financieel  economisch  belang  van  (de  segmentatie  van)  klantgroepen?  Wat  betekent  een  bijdrage  aan  een  financieel  stabiele  positie  van  elke  klant?    

 

Vervolg van pagina 4

6

Lorem Ipsum Dolor Lente 2016 Jaargang 1 nummer 2 Pagina 6

Wie zijn wij ? De redactie van de Policy Governance Nieuwsbrief De  redactie  heeft  het  voornemen  drie  maal  per  jaar  een  nieuwsbrief    uit  te  brengen.  De  nieuwsbrief  wordt  gestuurd  naar  alle  relaties  die  bij  ons  bekend  zijn.  Aanmelden  kan  via:      [email protected].    In  elke  nieuwsbrief  willen  we  een  actueel  onderwerp  aan  de  orde  stellen,  zullen  we  op  een  Policy  Governance  onderwerp  ingaan  en  zal  een  van  de  redactieleden  zich  nader  voorstellen.  Verder  is  er  ruimte  voor  de  lezers  om  vragen  te  stellen.      De  volgende  nieuwsbrief  zal  in  oktober    verschijnen.    

Vervolg artikel: Een gezonde financiële situatie garanderen als toezichthouder: hoe doe je dat? De  uitspraak  richt  het  handelen  van  de  bank  en  de  resultaten  die  zij  dient  te  verantwoorden  misschien  wel  een  heel  andere  richting  in  dan  het  maximaliseren  op  korte  termijn  van  aandeelhouderswaarde.  Neemt  niet  weg  dat  de  bank  uiteraard  een  winstoogmerk  zal  hebben.  Maar  de  te  behalen  winst  staat  dan  wel  in  dienst  van  een  hoger  gelegen  belang  en  dat  is:  continuïteit  en  stabiliteit  op  langere  termijn  om  daarmee  de  opdracht  van  algemeen  belang  te  kunnen  blijven  vervullen.  Of  vindt  de  bank  dat  zij  die  functie  niet  voor  zichzelf  ziet  weggelegd?

Beperking  Handelingsruimte:    

Het  toezicht  doet  niet  alleen  beleidsuitspraken  over  Beoogde  Resultaten.  Zij  stelt  ook  grenzen  aan  het  handelen  omdat  onverantwoordelijk  en  onethisch  gedrag  vermeden  moet  worden.    

(Het  bestuur  van)  de  bank  zal  geen  producten  verhandelen  die  geen  verantwoorde  bijdrage  leveren  aan  het  belang  dat  klanten  hebben  om  een  financieel  stabiele  situatie  bij  de  klant  te  bevorderen  of  onnodige  of  ongewenste  kosten  voor  de  klant  met  zich  meebrengen.    

(Het  bestuur  van)  de  bank  zal  geen  handelen  toelaten  binnen  de  instelling  die  een  discontinuïteit  of  zwakke  financiële  positie  van  de  bank  zou  kunnen  veroorzaken.    

Ook  hier  geldt  dat  deze  meer  algemene  uitspraken  zullen  kunnen  worden  voorzien  van  nadere  specificaties.  We  zien  deze  onder  meer  terug  in  de  (aangescherpte)  toezichtregels  voor  banken  vanuit  de  Authoriteit  Financiële  Markten  en  vanuit  de  Europese  toezichtregels,  bijvoorbeeld  als  het  gaat  om  het  kapitaal  dat  een  bank  dient  aan  te  houden  of  de  regels  voor  kredietverstrekking.    

                                     Lees  verder  op  pagina  8    

7

Lorem Ipsum Dolor Lente 2016 Pagina 7 Jaargang 1 nummer 2

Antwoord op de quizvraag!

Vraag: Bepalen  wie  de  “eigenaren”  van  de  organisatie  zijn  is  van  wezenlijk  belang  omdat:  

A) Het  ministerie  dat  voorschrijft.  B) Als  bestuur/  raad  van  toezicht  ben  je  verantwoording  schuldig  aan  de  eigenaren  en  je  autoriteit  heb  je  

dankzij  hen.  C) Eigenaren  vaak  financiële  bijdragen  leveren  aan  een  organisatie.    D) Eigenaren,  die  tegelijkertijd  klant  zijn,  in  aanmerking  komen  voor  de  meeste  service  en  aandacht  van  de  

organisatie    

Antwoord: B Het  bestuur/  de  raad  van  toezicht  heeft  autoriteit  en  legitimatie  dankzij  de  eigenaren  van  de  organisatie.  Eigenaren  kunnen  vele  gedaantes  hebben:  aandeelhouders  bij  een  profit  organisatie,  leden  van  een  coöperatie,  leden  van  een  vereniging,  burgers  in  een  gemeente,  de  “morele”  eigenaren  van  een  non-­‐profit  organisatie.  

Het  bestuur/  raad  van  toezicht  doet  er  alles  aan  om  de  waarden  en  behoeften  van  de  eigenaren  te  leren  kennen,  want  de  verbinding  met  de  achterban  is  de  basis.  Vanuit  die  basis  bepaalt  het  bestuur  /de  toezichthouder  weloverwogen  wat  de  organisatie  moet  bereiken,  wat  de  Beoogde  resultaten  van  de  organisatie  moeten  zijn.  En  over  het  gehouden  toezicht  legt  hij  verantwoording  af  aan  die  eigenaren.  

8

Lorem Ipsum Dolor Lente 2016 Jaargang 1 nummer 2 Pagina 8

!

Vervolg artikel: Een gezonde financiële situatie garanderen als toezichthouder: hoe doe je dat? Ingeval  van  woningbouwcoöperaties:    

Beoogd  Resultaat  

Het  beoogd  resultaat  van  onze  woningbouw  coöperatie  is  het  realiseren  van  een  woonsituatie  en  passende  leefomgeving  voor  mensen  die  gezien  hun  inkomenssituatie  aangewezen  zijn  op  sociale  woningbouw.    

Beperking  van  Handelingsruimte:    

Onze  woningbouw  coöperatie  zal  in  haar  financieel  beleid  geen  handelingen  verrichten  die  de  financiële  stabiliteit  en  continuïteit  van  de  organisatie  in  gevaar  kunnen  brengen.    

Het  risicomanagement  binnen  onze  instelling  zal  nooit  toestaan  dat  in  eventuele  gevallen  risico’s  onbeheersbaar  worden  of  blijken  te  zijn  of  niet  in  overeenstemming  zijn  met  de  beoogde  resultaten  van  de  coöperatie.    

Ingeval  van  een  onderwijs-­‐instelling:    

 Beoogd  Resultaat    Het  beoogd  resultaat  van  onze  organisatie  is  dat  leerlingen/studenten  optimaal  gevormd  en  voorbereid  zijn,  elk  naar  zijn/haar  eigen  mogelijkheden  voor  deelname  aan  het  vervolgonderwijs  c.q.  actieve  deelname  aan  de  maatschappij.    Beperking  Handelingsruimte:      Het  toezicht  vindt  het  niet  acceptabel  als:      De  begroting  van  inkomsten  en  uitgaven  onvoldoende  de  doelstellingen  en  het  vastgestelde  beleid  van  de  instelling  reflecteert.      De  begroting  niet  resulteert  in  een  redelijk  nivo  van  de  algemene  reserves.    

Gesprek  tussen  toezichthouder  en  bestuur  zullen  duidelijk  moeten  maken  wat  de  invulling  en  specificatie  van  deze  beleidsuitspraken  dienen  in  te  houden.  Invulling  ervan  dient  te  leiden  tot  een  sluitend  toezichtskader  van  uitgesproken  verwachtingen  vooraf.  En  dan  blijkt  in  de  praktijk  hoe  sterk  dergelijke  beleidsuitspraken  het  financieel  beleid  en  het  handelen  richten  en  bepalen.    

In  de  volgende  nieuwsbrief  deel  2:  de  uitvoering  van  het  financieel  beleid  en  de  verantwoording  ervan.    

   

Jaargang 1 nummer 2

Vraag en antwoord

Stelt Policy Governance nog speciale eisen aan een voorzitter van een raad van toezicht?

CONTACT

Pagina 9 Jaargang 1 nummer 2

2012

21-23 juni International Policy Governance Association (IPGA) - 9th Annual Conference “Out of the Book and Into the Streets” Westin Book Cadillac Hotel, Detroit, Michigan Voor informatie: www.policygovernanceassociation.org

22 juni Huub van Kruchten verzorgt voor Amerikaanse studenten een workshop over leiderschap en PG in Maastricht. Voor informatie: [email protected]

Zomervakantie 14 november Conferentie met John en Miriam Carver

in NEDERLAND. Van 13.30 uur tot 21.30 in Nyenrode Business University.

ACTUEEL

Policy  Governance  stelt  geen  eisen,  maar  heeft  wel  suggesties  voor  een  goed  voorzitter:  

- wees  een  voorzitter  en  laat  je  niet  verleiden  tot  het  zijn  van  “uitvoerder”;  

- leid  de  raad  van  toezicht  (of  het  bestuur)  maar  NIET  het  college  van  bestuur  (de  algemeen  directeur);  

- zorg  dat  de  raad  zijn  “eigen  werkwijze”  en  discipline  bepaalt  en  houd  ze  daaraan;  

- zorg  voor  regelmatige  evaluatie;  - blijf  eigenaar  van  de  agenda  van  de  raad;  - zorg  voor  effectieve  vergaderingen;  - houd  de  blik  op  de  toekomst,  ga  niet  voor  de  incidenten,  

maar  werk  aan  de  lange  termijn;  

Voor algemeen contact of vragen kunt u onderstaand email adres gebruiken: [email protected]

Voor specifiek contact of vragen met redactieleden kunt u onderstaande adressen gebruiken.

Vormgeving Policy Governance Nieuwsbrief: Huub van Kruchten

 

Uit  een  workshop  over    Leiderschap  en  Policy  Governance  kwamen  de  volgende  eigenschappen  naar  voren  voor  een  goed  leider:  

- conceptueel  kunnen  denken;  - rolbewustheid/rolvastheid;  - met  ”verschil”  kunnen  leven/omgaan;  - durven  verantwoordelijkheid  te  

nemen;  - verantwoording  willen  afleggen.