Newspaper

16
Great Place to Live editie Leren Jaargang 3 uitgave 3 2008 ‘Tonen is duizendmaal effectiever dan zeggen.’ ‘zich kennis of een vaardigheid proberen eigen te maken’

description

newspaper design for Greatplacetolive social platform, withthe Theme Learning

Transcript of Newspaper

Page 1: Newspaper

Great Place to Liveeditie Leren

Jaargang 3

uitgave 3

2008

‘Tonen is

duizendmaal

effectiever

dan zeggen.’

‘zich kennis of een vaardigheid proberen eigen te maken’

Page 2: Newspaper

Fotografie: John Wojdylo

‘Wat een stuk werk

is de mens!

Hoe edel in ratio!

Hoe oneindig in

mogelijkheden!

In vorm en bewegen,

hoe expressief en

bewonderenswaardig!

In actie als een engel!

Qua begrip als een God!

De schoonheid van de

wereld! Paragon

van dieren!’

(uit: Hamlet van Shake-

speare (Prins),

Akte II Scène 2:

Denemarken)

Noorwoord/Als je kleine kinderen test, blijkt 98% van hen een genie. Ze verzinnen cre-atief onverwachte oplossingen die er toe doen, gericht op resultaat waar iedereen blij van wordt. Als je grotere kinderen test, blijkt 33% een genie. Als je volwassenen test blijkt 2% een genie. Toch opmerkelijk.

Ons onderwijssysteem lijkt uit te gaan van een economische behoefte en richt zich op het creëren van mensen die deze behoefte kunnen vervullen. In een sneltreinvaart wordt kinderen geleerd hoe zich te gedragen én wordt het verbeeldingsvermogen afgeremd. Immers, alles is al bedacht, en je hoeft het alleen maar uit te voeren. Handig toch?

Maar helaas .... dit biedt niet langer soelaas. De maatschappelijke vraag-stukken en de complexiteit van globalisering vragen om inventiviteit en flexibiliteit, vragen om integrale oplossingen. Mensen vinden het steeds belangrijker om zichzelf te zijn. Dan geef je immers zelf betekenis aan de wereld om je heen. En, ben jij het die de wereld vormgeeft en het verschil maakt.

Zingeving in je werk, plezier in het leven, voldoening in je relaties én het leven van je talenten. Het zijn eigenschappen van een nieuwe generatie, maar ook het antwoord op onze maatschappij die lijkt te zijn ontworteld in de essentie. Want, mensen in hun element, die hun beste talent inzet-ten, zijn goed in wat ze doen en hebben er plezier in. Mensen willen graag waarde toevoegen. Logisch dat de economie er wel bij vaart.

En als je het zo bekijkt, worden dans, kunst en filosofie opeens disciplines met economisch nut. Is creativiteit en verbeeldingskracht van onschatbare waarde. En is out of the box denken niet iets wat je moet leren, maar een natuurlijk gedrag dat je kan stimuleren.

En overal duikt het op. Een nieuwe manier van leren en ontwikkelen is nodig om de complexe vraagstukken het hoofd te bieden. Om ons leven én de wereld waarin wij leven te laten floreren. En .... die manier bestaat natuurlijk al lang!

In deze krant een scala aan artikelen over hoe je kunt leren om je hart te volgen, en wat je daar dan mee kan doen. Op school, binnen het bedrijfs-leven, in creatieve allianties.

Leven is Leren. Leren is Leven!

Met plezier. We ontwikkelen nu een community rond het thema Leren. Dus als je mee wilt doen, iets wilt publiceren of anderszins, dan horen we dat graag. Stuur een mail naar [email protected]

En voor meer inspiratie in woord en beeld bekijk de lezing van Sir Ken -Robinson: http://thersa.org/events/vision/vision-videos/sir-ken-robinson

Great Place to Live groeit en bloeit. En zoekt organisaties die graag willen participeren. Organisaties met lef, die graag op een nieuwe manier ondernemen. Waarbij talent van mensen, economisch we zijn en maatschappelijkeimpact hand in hand gaan.

Organisaties die gebruik maken van de kennis en flow die Great Place to Live genereert én het als een vrijplaats ziet vanwaar innovatie kan ontstaan. Gericht op oplossingen die er écht toe doen.

Als founder, als opdrachtgever, als initiatiefnemer. Voor iedere organi-satie een passend Great Place to Live programma. De toekomst maken we ten slotte samen.

Perspectieven verkennen? Neem even contact op. [email protected]

Een revolutionaire dag /Het was een mooie dag toen wij de Minister van Leren spraken. Zo’n warme nazomer-dag. De scholen zijn al een tijdje begonnen en in de lucht hangt een sfeer van vrijheid en ontspanning. Op het terras waar we zitten komen brugklassers op hun fietsen voorbij. Ze zwaaien, want ze kennen onze Minister. En wij zwaaien terug…….

Intentie van het gesprek is om terug te blik-ken en natuurlijk vooruit te kijken naar de prachtige ontwikkelingen in het onderwijs. Om samen stil te staan bij dat gedenkwaardige moment, eigenlijk nog maar zo kort geleden. ‘We kunnen het ons al bijna niet meer voor-stellen, maar er was een tijd dat nieuws over onderwijs werd gedomineerd door woorden als urennorm, competentiescan, prestatie-indicatoren, toetssysteem, centrale examen-commissie, imagocrisis en docententekort’

Een tijd dat het onderwijs gedomineerd werd door het denken in militaire operaties en leer-lingen en hun docenten zich verwikkelden in procedures en systemen. ‘Toch?, dat was toch zo?’, maken wij ons eerste opstapje naar het gesprek. ‘Ja’, glimlacht de Minister, ‘dat lijkt al bijna een prehistorisch verhaal nietwaar. Geschiedenis waarvan we leren via het oude naar het nieuwe.

En dan met name het genieten van de dag dat het onderwijs of eigenlijk gewoon de mensen besloten dat het genoeg was en een nieuwe weg werd ingeslagen.’

‘De Weg van Waarachtige Ontwikkeling’, vul-len wij aan, als aanmoediging om onze Mi-nister verder te doen spreken. ‘Een revoluti-onaire dag.’

En was er toen ook niet iets met een krant…. ‘Jazeker’, zegt de Minister, ‘maar zo nieuw is die weg niet hoor. Het is meer een moment van synchroniciteit, betekenisvol toeval waar-in situaties samenkomen en mensen elkaar ontmoeten en zich verbinden. Mensen die het lef hebben om bestaande kaders te door-breken. Die begrijpen dat het niet gaat om ingewikkelde modellen en systemen. Dat je natuurlijk wat met elkaar moet regelen, maar dat het vooral gaat om dat te kiezen wat in essentie beweging brengt. De essentie dat het onderwijs bijdraagt aan het creëren van een betere wereld.’ De Minister haalt even adem.

‘En wat jullie niet zal verbazen is dat ons land en ons onderwijs vol zit met lokpaarden, men-sen die in staat zijn om onderstromen aan te wakkeren. Die voorbij de heersende orde, soms tegen de stroom in durven gaan. En die samen met elkaar nieuwe stromen doen ontstaan.’ ‘Kijk’, straalt De Minister, wijzende op een krantenkop van vandaag: ‘Onderwijs biedt lessen in geluk….. Zien jullie, het on-derwijs wordt iedere dag mooier! Lokpaarden, ze zitten overal………als je maar de ruimte neemt om goed te kijken.’ Na deze woorden neemt de Minister een slokje. In de boom naast onze tafel zingen de vogels. Op de achtergrond schateren kinderstemmen vanaf het schoolplein.

Het is een bijzondere, mooie dag………

GREAT PLACE TO LIVE | editie Leren _2

Page 3: Newspaper

Een

revolutionaire

dag /

Door Robert-Jan Kooiman en

Sandra van Kolfschoten

www.meestersadvies.nl

Lerarentekort:

Hoera! /

Door Guido van de Wiel

[email protected]

Literatuur:

Argyris, C. & Schön, D.

(1978).

Organizational learning: A

theory of action perspec-

tive. Addison Wesley,

Reading, Massachusetts.

Baker, D.

(2000).

Uitvindingen uit de ruimte.

Uitgeverij Uniepers

Boogaard, A., Blok, H.,

Eck, E. van & Schoo-

nenboom, J. (2004).

Ander onderwijs, minder

leraren. Amsterdam:

SCO-Kohnstamm Instituut.

Rinnooy Kan, A. et al

(2007).

Leerkracht! Advies van

de Commissie Leraren.

DeltaHage, Den Haag.

Over zwarte gaten,

tijd, Emile en de

voordelen van gebrek

aan onderwijs /

Door Thera de Jonge

Lerarentekort: Hoera!/Nederland staat aan de vooravond van een zeer hoog tekort aan goed gekwalificeerde leraren. De Commissie Leraren onder leiding van Rinnooy Kan wijst op de ernstige gevolgen die deze kwantitatieve en kwalitatieve achteruitgang zal hebben voor de kwaliteit van het Nederlandse onderwijs en voor de toekomst van Nederland als sterke kenniseconomie. Alleen werkelijk innovatieve oplossingen kunnen het onderwijs redden.

Een aantal getallen: in de komende zeven jaar verlaat 75 procent van de huidige actieve leraren het voortgezet onderwijs. Dat zijn 47.000 voltijdba-nen die opvolging behoeven (Uit: Advies van de Commissie Leraren, p. 15, data uit 2007).

Deze feiten zijn een ramp voor het bestaande onderwijssysteem. Ze vormen tegelijkertijd een smakelijke kluif voor innovatiespecialisten. De oude ma-nier van onderwijs geven is op zijn retour. Er is een werkelijke omslag in het denken en organiseren nodig (Rinnooy Kan, 2007). Het inzetten van on- of onderbevoegde leraren is een doekje voor het bloe-den en vormt geen structurele oplossing. Maar in het voortgezet onderwijs grijpt nu al meer dan driekwart van de scholen naar zulke pseudo-oplos-singen.

Alleen al in het voortgezet onderwijs was vorig jaar 12 procent van de leraren volledig onbevoegd. In Rotterdam was dat zelfs 21 procent (De Pers, 3 september 2007). Hieronder een vijfstappenplan om innovaties in het onderwijs uit te lokken.

1. Nijpend probleem/ sense of urgencyOm werkelijke innovatie uit te lokken, dient er allereerst een nijpend pro-bleem te zijn. Kijk maar naar de luchtvaart waar problemen als ruimte, tijd en gewicht tot meer dan 30.000 grensverleggende, compacte, efficiënte, innovatieve uitvindingen vol kracht, flexibiliteit en duurzaamheid hebben geleid: van sportschoenen tot draagbare computers, van kunststof brilgla-zen tot de magnetron, van luiers tot zonnepanelen en van babyvoeding tot de koolstofvezels in badmintonrackets (Baker, 2000). Voor werkelijke in-novatie is er een groot probleem nodig en dat probleem is er gelukkig. Daar hoeft de innovatiespecialist zich geen zorgen over te maken...

2. Onderkenning dat bestaande methode geen kans van slagen meer heeft

Partijen in het onderwijs dienen te onderkennen dat hun methode geen kans van slagen meer heeft. Is er nog een strohalm waaraan men zich kan optrekken, dan vallen veel mensen toch nog graag terug op bestaande methodes. Hoe groter het lerarentekort, hoe beter en sneller stap twee ge-regeld kan worden. Onderwijspartijen kunnen daarbij een voorbeeld nemen aan platenmaatschappijen: platenmaatschappijen onderkennen nu steeds meer dat - gezien de ontwikkelingen rondom downloaden, filesharing en peer-to-peer connecties – hun manier van werken geen kans van slagen meer heeft.

3. Haal de - schijnbaar - essentiële kern wegDe moed zakt onderwijspartijen nu even in de schoenen. Zij onderkennen inmiddels dat hun oude oplossing geen grote geldigheid meer geniet. Bestaand onderwijs is in sommige gevallen over datum. Het devies is om niet langer vast te houden aan oude systemen. Om nieuwe systemen uit te lokken, kan de innovatiespecialist de - schijnbaar essentiële – kernen uit de bestaande systeem weghalen. Zo was decennialang de beeldbuis een essentieel element om televisies te bouwen. Pas door de beeldbuis weg te halen, ontstond er de kans om platte schermen, zoals plasma- of lcd-schermen, en krachtige projecterende beamers te ontwikkelen. In het on-derwijs kan gekeken worden wat er gebeurt als de innovatiespecialist de leraar weghaalt uit het onderwijssysteem. Of als hij het klaslokaal of het schoolgebouw weghaalt. Door deze vanzelfsprekendheden weg te denken, lokt de innovatiespecialist een tweede of zelfs derde orde leren uit (Argyris, 1978), waarin andere overtuigingen en andere paradigma’s leidend worden.

4. Oogst de innovaties Haal de leraar weg uit het onderwijssysteem. Dan kunnen professionele coaches, ondersteund door leraren-in-opleiding en aangevuld met sociale stageplekken een nieuwe hoofdrol in de didactische begeleiding gaan op-eisen. Peer tutoring waarin een oudere leerling een jongere leerling onder zijn hoede neemt, komt pas ten volste tot bloei bij een flink gebrek aan lera-ren (Boogaard, 2004). De term leerkracht wordt in deze niet langer gereser-veerd voor een persoon, maar voor een hefboom (een kracht) om het leren te stimuleren. Haal het klaslokaal of het schoolgebouw weg en e-learning en afstandsonderwijs komen binnen handbereik. Er kunnen vormen van ‘leren in leergemeenschappen’ of ‘leren zonder schoolgang’ (zie Boogaard, 2004) ontstaan, waarin de LOI al jarenlang een succesvol fenomeen is. Haal de groepsstructuur van één leraar op dertig leerlingen weg en er kun-nen individuele organisatievormen als home schooling en (begeleide) zelf-studie ontstaan. Ook schieten bij het openbreken van de schoolstructuur kleine leergroepjes als paddenstoelen uit de grond, zoals zogenaamde col-laboratieve technieken en samenwerkend leren, waarin leerlingen om beur-ten in de rol van leraar worden gezet. De leraar wordt coach.

5. Borg de innovaties Zorg voor sponsoren en overtuig hen. Er kunnen nu nieuwe vormen van on-derwijs ontstaan. Zorg voor korte termijn successen om het geloof te laten groeien, breng de innovaties onder in bestaande structuren en systemen. Geef nieuwe namen aan de innovatieve systemen, want een goede naam is het halve werk: het bovenwijs, gelijkwijs, Wijzonder, Hardleers, het splin-ternieuwste leren, Het 21e eeuwse Gildedenken, Zonderwijs, Wijs, Zelfwijs, Onwijs.

Nu maar hopen dat het lerarentekort snel verder oploopt....

Over zwarte gaten, tijd, Emile en de voordelen van gebrek aan onderwijs/Het borrelt en bruist in mijn hoofd. Zoveel indrukken, zoveel gedachten. Ik heb me ook altijd naar beneden aangepast. Net als de kinderpsycholoog opmerkt over Kylian. Het klinkt als een gong. Aanpassen naar beneden, wat leer je toch veel over jezelf dankzij je kind.

Het hebben van weinig opleiding, omdat het onderwijs niet de uitdaging bood die ik zocht, zie ik vandaag ineens ook niet meer als bezwaar. Ik denk wel, ik denk zelfs veel.Als kind al ontwikkelde ik diverse hypotheses, die vaak bekrachtigd werden door latere schoolonderwerpen. Op mijn negende of tiende had me ik al een heel beeld gevormd van de elementenleer die ik later bij scheikunde zou krijgen. Zo moest dat wel zitten met het heelal en de oneindigheid met bijvoorbeeld de aangenomen tijd als vierde dimensie. De scheikundeles in de tweede klas bewees, dat ik niet zulke malle gedachten had als kind.

Maar dankzij het gebrek aan adequaat onderwijs ben ik sceptisch geworden bij alles wat voor waar wordt aangenomen. Ben ik een originele denker gebleven? Want waarom zou tijd altijd maar één richting uitgaan bijvoorbeeld? Is dat wel zo? En zwarte gaten zullen dan wel imploderende sterren zijn, maar is het waar dat de zwaartekracht toeneemt? Zou niet het omgekeerde het geval kunnen zijn, waardoor samenstellingen van atomen hun verband verliezen? Die ideeën houd ik meestal maar voor me, wetenschappelijke argumenten zou ik niet kunnen weerleggen door gebrek aan kennis. Maar berust die ken-nis in enkele gevallen niet op denkfouten? Verkeerde veronderstellingen? Wie heeft er ooit een zwart gat gezien? De kennis bestaat puur uit rationaliseren. Daar kan wel eens een aannamefoutje tussen glippen. Net als bijvoorbeeld bij het klonen, waarbij men ken-nelijk de tijdsfactor (leeftijd van het origineel) niet heeft ingecalculeerd. Ach nou ja... Ik begeef me hier op glad ijs, ik weet het. Maar misschien kunnen frisse gedachten van een leek soms juist ook andere inzichten geven. Het zou zomaar kunnen. En misschien ook niet.

Ook ontwikkel ik mijn eigen filosofie bij wat ik waarneem, verwerk en overdenk. Niet door te lezen, wat anderen prediken. Ja, in een later stadium, en dan vind je vaak verrassend veel overeenkomsten met de denkers van weleer. Meestal omdat mijn gesprekspartner er wat citaten bijhaalt van iemand, die ik dan ook maar eens ga lezen.En ontwikkelde ik mijn eigen “geloof”, dat uiteindelijk nogal wat gelijkenis vertoonde met de basis van het Boeddhisme. Ook daar kwam ik pas later achter, op dezelfde wijze.

Mijn levenshouding op dat punt verklaart waarom ik zo’n hekel heb aan aannames. Opgelegde ideeën die het vizier verkleinen. Kennis die vernauwt, omdat deze niet zelf is verkregen, maar wordt nagedreund. Waarden en normen, die je niet zelf hebt ontwikkeld, maar worden opgedrongen en dus eigenlijk betekenisloos lijken.Is dat zo? Ik weet het niet, misschien kan ik gewoon zelf niet anders. Misschien verdoe ik mijn tijd wel met het uitvinden van het wiel.

Mijn aandachtsgebied is momenteel vooral het kind en onderwijs. Eigenlijk al vele, vele jaren. Ook hier heb ik vele ideeën over ontwikkeld, en ook deze blijken tweehonderd jaar geleden als eens eerder bedacht te zijn. Ik kom nu thuis in het boek Emile van Rous-seau, maar met de nodige scepsis uiteraard.

In ieder geval is dit de weg die ik bewandel, dit is mijn idee over vrijheid en soms sla ik de plank mis, maar soms sla ik hem raak. Ik blijf rustig verder denken.

GREAT PLACE TO LIVE | editie Leren _3

Page 4: Newspaper

Thera de jonge is bezig

met een boek over

kinderen en onderwijs.

Eerder schreef zij

‘De lange schaduw van

Nederlands-Indië’,

over haar grootvader die

als onderwijzer naar

Nederlands-Indië ver-

trekt en daar onder meer

een methode ontwik-

kelt om volwassenen

te leren lezen en schrijven

Zie: www.A3boeken.nl

[email protected]

www.volkskrantblog.nl/

blog/2633

Als onzekerheid mag,

krijgt passie een plek /

Interview met Jürg

Thölke, lektor innovatie

en leren in organisaties

Door Marie-José Pas

Levenslust geeft

klinkend resultaat! /

Door Noor Bongers

Projecten:

www.ondernemenop-

debasisschool.nl

www.jijmaaktuit.nl

Scholen:

www.wpkeesboeke.nl

www.nieuwedenkers.nl

www.cmd-leeuwarden.nl

www.unescoscholen.nl

Business en spiritualiteit:

www.smtnederland.nl

www.bsmagazine.nl

Als onzekerheid mag, krijgt passie een plek/Onze grootste uitdaging ligt in het toelaten van het ‘niet-weten’

‘Mijn stelling is dat innovatie vaak mislukt, omdat we te veel doorgeslagen zijn in individualiteit. Leiderschap is collectief. Een dienstbaar leider/leraar maakt leren mogelijk en is zelf ook lerend. Leren is gericht op samenwer-king. Meer gericht op het inrichten en cultiveren van een goed leerklimaat dan op het beter managen van veranderinitiatieven. Vernieuwing ontstaat in de nieuwsgierigheid naar en interactie met de an-deren en met ‘het andere’’, aldus Jürg Thölke, lector Innovatie van leren in organisaties bij de Faculteit Educatie van de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) en Senior Programma Manager In-company aan de Nijenrode Busi-ness Universiteit. ‘Ik ben gefascineerd door organisaties en hun mensen en werk graag met kleine groepen rond het thema vernieuwing. Belangrijk is dat je dan ook echte interventies pleegt. Ik geloof veel meer in het doen dan in praten alleen. Juist in het doen kun je processen doorzien. Het liefst richt ik me in mijn werk op het versterken van het leervermogen van men-sen en groepen, die zo gemakkelijker kunnen inspelen op veranderingen in hun omgeving. Bewustwording van individuele en collectieve (verborgen) ge-dragspatronen is voor mij een sleutel tot kunnen en willen leren, tot samen kunnen en willen veranderen.’

Interne bedradingVoor Jürg Thölke is de potentie, de innerlijke kracht van een collectief het onderwaterdeel van een ijsberg. Collectief weten is meer dan de som van wat individuen weten. ‘In iedere groep ontwikkelen zich bepaalde patronen. Taal is maar één manier waarop we met elkaar communiceren. 90% gaat via andere kanalen. Er is een interne bedrading binnen de groep. Denk maar aan de sfeer in een vergadering. Die kun je onmiddellijk proeven. Of aan de onzichtbare krachten in een organisatie, ook wel cultuur genoemd. Wij leven constant in een ‘opstelling’. Als we die krachten leren zien, kunnen we veel meer aansluiten bij de natuurlijke flow in een organisatie/groep en de daarin aanwezige mogelijkheden benutten. We noemen dat ‘transverbaal’ of ‘systemisch’ waarnemen. Vaak denken we dat ons eigen ‘zijn’ ophoudt bij de huid. Het kan beangstigend zijn, als dat niet zo is. We zijn niet meer zo geoefend in het breed waarnemen. Willen het liefst alles op het taalniveau oplossen en snappen niet dat we geen grip krijgen op het proces.’

The medium is the messageEen ‘systemische manier van kijken en werken’ werd de rode draad in Thöl-ke’s aanpak. ‘In mijn beleving hoort bij leren het toelaten van het Niet-Weten, oftewel ontvankelijk zijn voor ander weten. Niet-Weten is het losla-ten van alles dat je hebt ontwikkeld om je staande te houden, te kunnen presteren: je mentale modellen, je achtergrond, je ego... Je kunt niet uit je systeem gaan, wel een ander perspectief innemen en bewúst vanuit je systeem ageren. Alles wat je kent, bén je niet! Dit vraagt om een construc-tief en veilig leerklimaat, een cultuur van aanmoediging en veiligheid. Een oordelende houding leidt automatisch tot een rebelse of een aangepaste houding bij de ander. Wég nieuwsgierigheid, wég het plezier om dingen uit te proberen en grenzen ter discussie te stellen. Het toelaten van onzeker-heid, de kunst van en de moed om te verdwalen - op alle niveaus van een organisatie - is één van de sleutels tot het realiseren van meer wijsheid.”Bij de start van zijn intreerede als lector aan de HAN verwelkomde Jürg Thölke daarom ook zijn eigen onzekerheid, plankenkoorts, twijfel. Verwelkomde ook het formele karakter van auditorium en voorlezen achter de katheder, als passend medium voor zijn boodschap hier en nu als vers benoemde lector. Als ik met Jürg Thölke bel, doorspekt hij zijn verhaal met anekdotes, citaten, ontboezemingen en praktijkvoorbeelden, waaruit zijn rijke geestelijke bagage spreekt.

Onzekerheid als avontuurJürg Thölke: ‘Voor het toelaten van onzekerheid is de zoektocht een pas-sende metafoor. Elk mensenleven, elk proces is een Odyssee, elk karwei een heldenverhaal. Door echte vraagstukken in de eigen werkomgeving als gezamenlijke zoektocht te zien, schep je ruimte om opnieuw naar de prak-tijk te kijken. Alleen deze benadering al leidt er toe dat mensen zelf (weer) met alternatieven komen en dus opnieuw keuzes maken. Deze stap maakt elk leerprogramma tot een persoonlijk ontwikkelingstraject en tot een ont-wikkelpad voor de organisatie als geheel. Ik geloof heilig in deze vorm van leren in organisaties.Ontwikkelen zie ik als leren het leerproces zelf in te richten. Bij deze vorm van leren wordt het spel dat je elke dag met elkaar speelt, ter discussie gesteld en de spelregels worden zo nodig veranderd. In het uiterste geval ben je bereid een nieuw spel te kiezen. Dit proces veronderstelt een reflec-tie op het niveau van de onderliggende orde, op de normen en waarden, de mores. In mijn programma s combineer ik persoonlijke bewustwording en organisatieontwikkeling, en maak fascinerende leereffecten mee.

Met mijn lectoraat wil ik graag een platform vormen voor systemisch denken en werken in het onderwijs. Het onderwijs is een prachtige omgeving voor ontwerpgericht actieonderzoek. Je kunt interventies ontwerpen en deze meteen toepassen in de praktijk. Daarmee hoop ik onderbouwde manieren van leren te ontwikkelen op basis van het systemische gedachtegoed. Onze grootste uitdaging ligt in het toelaten van het ‘niet-weten’ als belangrijke bron naast het wél weten. Dat geeft onzekerheid. In relatie tot onderwijs is dat natuurlijk heel spannend!’

Levenslust geeft klinkend resultaat!/Heel lang geleden was de wereld eenvou-dig. Je leerde wat je vader het beste kon. Je leerde voor een man te zorgen. Je leerde het leven te accepteren zoals het is. Want wie voor een dubbeltje geboren wordt ..... of ´adel verplicht´. Je leerde te houden van de gebaande wegen en je lust en je leven hierin te schikken.

Maar onze ouders, zij hadden er op een ge-geven moment genoeg van en zeiden: ‘Mijn liefste kind! Volg je hart, de wereld ligt aan je voeten, zoek je eigen weg’. En alles richtte zich naar persoonlijke ontwikkeling.

Heel lang geleden was er al een school die zich hiermee bezighield. De Kees Boeke-school in Bilthoven. Ook wel Werkplaats Kin-dergemeenschap of kortweg WP genoemd. Een plaats waar kinderen zich konden ont-wikkelen. Leren van elkaar én, zelf bepalen wat je wilde leren. Die eigen verantwoordelijk-heid was een zegen. Opeens was leren leuk en geen verplichting. De rijkdom van je geest waaierde uit en ontwikkelde zich ongebrei-deld.

We maakten een toneelstuk, dat begon met de vraag: ‘wie wil je graag spelen?’ en dan maakten we samen een voorstelling. Later hoorde ik dat andere kinderen op andere scholen een toneelstuk uit hun hoofd moes-ten leren en een rol toegewezen kregen. Ik begreep daar niets van. Dat is toch buiten-gewoon saai!? Ja. En het leert kinderen zich te schikken in de rol die hen is toebedeeld. Door wie? En waar leer je dan hoe je je hart kunt volgen? Wat zich daar afspeelt? En hoe je dit kan manifesteren?

Ik werd een kind dat ruzie kreeg met die we-reld. Een vrije geest wandelend in een onvrije wereld. En dan? Net zolang oefenen totdat je de wereld als vrij ervaart, omdat jij écht vrij van geest bent.

Sociale Innovatie in haar échte betekenis

En hoe verheugd het mij, dat er in deze tijd vele initiatieven zijn gericht op het vinden van die vrijheid. Het lijkt haast een boeddhisti-sche beweging! Zen in puurste vorm. Werke-lijke vrijheid ervaren om jezelf te zijn. Om te ontdekken hoe je wilt leven om vanuit daar de wereld vorm te geven.

Want hoezeer je ook klaagt over de structuren van scholen, organisaties en de maatschap-pij, wij zijn het die vorm geven aan de toe-komst. Ons leven ligt in eigen hand. En ... zo langzamerhand wordt dit ons overal geleerd.

De Hogeschool Leeuwarden, afdeling mul-timedia design hanteert vraaggestuurd on-derwijs. Een vraag vanuit de samenleving én een leervraag van jezelf, maken het project. Lessen zijn er niet, wel begeleiding. Leren ‘to go with the flow’, wat is nodig om dit project verder te brengen. En wiens talent is hiervoor het beste? Wie kan hier het meest van leren? Overigens wordt hier ook een beloningsmodel ontwikkeld dat hierop is gebaseerd. Toege-voegde waarde bepaalt de waardering.

Niet alleen op scholen, maar ook het bedrijfs-leven vaart op die onderstroom mee. ´Spiri-tualiteit en business´ is een heel mooi voor-beeld. De masculiene maatschappij heeft zijn beste tijd gehad en het begon al een tijd geleden dat managers (mannen) zeiden ‘mijn buikgevoel zegt..’. Later hanteerden ook de mannen het woord intuïtie (voorheen gebruikt om het wispelturig gedrag van vrouwen te dui-den) en weer iets later had iedereen het over zingeving. Zingeving geeft perspectief!

Het is Sociale Innovatie pur sang. Een combi-natie van het leven van je dromen (intrinsieke motivatie), een gezond economisch welzijn (dat verder gaat dan geld) en maatschap-

GREAT PLACE TO LIVE | editie Leren _4

Page 5: Newspaper

Fotografie: Admar Kwant

Opgroeien in

verbondenheid /

Door Marijke Sluiter

Marijke Sluijter, hoofdredac-

teur Educare en project-

leider voor dit bijzondere

begeleidingstraject.

[email protected]

of 0345523877

Literatuur:

Depuydt, A., Deklerck,

J. & Deboutte, G.

(2001),

‘Verbondenheid’ als

antwoord op ‘delink-

wentie’? Preventie op

een nieuw spoor,

Leuven/Leusden,

Uitgeverij Acco

Deboutte, G.

(2004),

‘Verbondenheid: een

ander en preventief ant-

woord op respectloos

gedrag.

Hoe toewerken naar een

positief klas- en school-

klimaat?’ in Handboek

Leerlingenbegeleiding

Twee (57-77), aflevering

5, juni 2004, Mechelen,

Uitgeverij Wolters Planty

Dat is een handicap, Elisa-

beth. Zodra ik mensen als jij

ontmoet, sla ik dicht. Ik heb

echt wel iets te vertellen, o,

toen jij me vroeg wat ik vond

van godsdienstgeschiede-

nis. Ik had een kwartier lang

kunnen uitweiden over het

feit dat de wetenschap het

grootse en geheimzinnige

met de grond gelijk maakt.’

(uit: Marianne Frederik-

son, Elisabeths dochter)

pelijke impact (samen het verschil maken). Een rijkere definitie dan je overal hoort waarin Sociale Innovatie het nieuwe werken wordt genoemd. De kern van Sociale Innovatie begint in jezelf. Want wat is jouw intrinsieke motivatie? En wat geeft voor jou zin aan het leven? Levenslust!

Synergie in het complexe veld van belangen

Vele cursussen, boeken en seminars zijn er inmiddels over dit onderwerp te volgen of aan te schaffen. Net als het toenemende aantal projecten dat in de praktijk geen conces-sies doet aan hoogstaande uitgangspunten en waarden. Op het onderwijsterrein zijn de UNESCO-scholen (artikel elders in deze krant, interview Mohamed Sini) en het project ‘Jij maakt uit!’ van New Shoes Today mooie voor-beelden. Great Place to Live ontwikkelt mo-menteel een onderwijsmodule voor de basis-school. En nieuwe vormen van onderwijs als Ieder Wijs en De Ruimte (democratic school) bewijzen succes. En natuurlijk het bijzondere project ‘Ondernemen op de Basisschool’ dat De Ondernemers lanceerden.

Maar ook binnen het bedrijfsleven en onder-nemingen worden steeds minder concessies gedaan. Mensen willen enkel nog participeren in projecten ‘die ze echt heel leuk vinden’ en zetten zich vervolgens met tomeloze energie in. Coaches helpen, netwerken werken. Men-sen leren al doende om hun eigen levenslust om te zetten in klinkende en vooruitstrevende resultaten!

Synergie in het complexe belangenveld wordt steeds toegankelijker. En dan zie je dat in het midden van de storm de stilte is.

In onze roerige maatschappij, in de ontwortel-de structuren, in het vechten in de periferie, ontstaan er plaatsen van stilte. In de mensen zelf. Vanwaar zij dromen en verlangen. Van-waar zij uitreiken naar elkaar, elkaar ontmoe-ten en samen ondernemen. Gericht op het creëren van een Great Place to Live.

Opgroeien in verbondenheid/Remedie tegen respectloos gedrag

Een leerkracht die naast de school een composthoop aanlegt. Kleuters die het overschot van hun boterhammen buiten kruimelen voor de vogels. Een basisschoolteam dat besluit elke maand een half uur met de hele school te zingen. Een school kan deze acties natuurlijk apart organiseren, maar kan ze ook integreren in een globale visie rond verbondenheid.

Anouk Depuydt promoveerde in 2005 op de dieperliggende oorzaken van respectloos en crimineel gedrag. Zij ontdekte dat het ontbreken van erva-ringen van eenheid en verbondenheid een indicatie zijn voor het ontstaan van probleemgedrag. Het systematisch herschikken van de dagelijkse gang van zaken op scholen kan daarom een bijdrage zijn aan het terugdringen van de om zich heen grijpende verharding van de maatschappij. Anouk: ‘In mijn visie probeer ik de samenhang tussen versnipperde gebieden aan te tonen. Die gebieden kan je onderbrengen in vijf cirkels. De binnenste stelt de band met jezelf voor, de tweede is de band met anderen, de derde de band met materialen en voorwerpen, de vierde de band met de groep, de “samen-leving”. De vijfde cirkel is de band met het milieu, de natuur, het levensgeheel of in zijn ruimste verband de kosmos. De mens, de binnenste cirkel, is verbonden met de hem omringende cirkels. De verschillende vor-men van verbondenheid zijn met elkaar verweven.’

Verbondenheid = krachtWat bij delinquent jongerengedrag, maar ook bij respectloos gedrag en bij problemen als oorlog, milieuvervuiling, hongersnood of racisme ontbreekt, is een basisverbondenheid van de dader met wie of wat hij schade berok-kent. Het ontwikkelen van verbondenheid voorkomt delinquent gedrag. Hier is re-ligie een antwoord op de-linq-uentie. Religie moet je hier letterlijk ver-talen als opnieuw verbinden waar de band ontbreekt. Scholen kunnen veel winst boeken als zij systematisch werken aan een krachtige, uitdagende en veilige omgeving waarin de band van kinderen en opvoeders met zichzelf, de ander, de materiële omgeving, de ruimere sociale context en de natuur wordt versterkt.

BegeleidingstrajectStichting Universele Opvoedi ng, uitgever van het tijdschrift Educare en initiatiefnemer van de website www.opgroeieninverbondenheid.nl, nodigt scholen uit deel te nemen aan een tweejarig begeleidingstraject waarin men gezamenlijk zoekt naar kansen tot verbondenheid in het dagelijks rei-len en zeilen van de school. De afvaardiging van de teams komen drie keer per jaar één dag bij elkaar om ideeën op te doen en ervaringen te delen. De draagkracht in het team is uitgangspunt én fundament voor een duur-zame verandering in het pedagogisch klimaat. Vanuit gezamenlijk gedragen aanpassingen aan gebouw, curriculum en dagelijkse gang van zaken kom je tot een leefomgeving waarin het kind kan schakelen tussen zichzelf, de ander en de wereld.

GREAT PLACE TO LIVE | editie Leren _5

Page 6: Newspaper

Van CO2 naar ECO3 /

Interview met Henk Ooster-

ling en Ans Stolk door

Leo Lamb en Noor Bongers

Kijk voor meer informatie

op:

www,henkoosterling.nl

www.pactopzuid.info

Henk Oosterling

ontvangt voor zijn

inzet in de afgelopen

35 jaar op

4 november de

Laurenspenning in

Rotterdam.

‘Een samenleving die wil

overleven heeft verschillende

soorten mensen nodig.

Zowel trage als temperament-

volle mensen,

evenals mensen

die anders zijn,

anders denken en

geloven dan wij.’

(uit: Marianne Frederikson,

De zondvloed)

Zin in de toekomst /

Door Jan Vaessen

Jan Vaessen dominee

te Gasselte,

http://janvaessen.nl

Preken, artikelen en

essays over Christelijk

geloof in beweging zijn

te lezen op de weblog

http://jcvaessen.wordpress.

com

Hoe overwinnen we onze

angst? /

Door Mauk Mulder

Zie over macht en het

Wederzijds Open Overleg:

‘De Logica van de Macht’;

gratis te downloaden op

www.maukmulder.nl

‘Kennis,’ zei hij,

‘is bedwelmend;

je raakt eraan verslaafd

en het berooft je van de

scherpte in je beleving.’

(uit: Marianne Frederikson,

De nachtwandelaar)

Van CO2 naar ECO3/Great Place to Live spreekt met Henk Oosterling en Ans Stolk. Pragmatische idealisten die met tomeloze ondernemingslust en een heldere visie de wereld mooier maken in Rotterdam Zuid. Een integrale aanpak, waarbij individu, maatschappij én economie floreert, start met het herdefiniëren van maatschappelijke problemen en met véél aandacht.

Resultaat is een complex en doeltreffend traject in Pact op Zuid van Rot-terdam Vakmanstad/Skill City, Fysieke Integriteit. Een programma waar scholen, het bedrijfsleven, de overheid, de woningcorporaties, de wijk, de ouders én sportverenigingen samenwerken om hun eigen toekomst te ont-dekken. En zoals het Rotterdammers betaamt: gericht op resultaat, met de handen uit de mouwen.

Dit omvangrijke traject is ontworpen als onderzoek. De Bloemhofschool volgt het gehele programma, waarin met judo, koken, ecolessen en filoso-fie de extra uren in het lesprogramma worden gevuld. Door Judo leer je je eigen lichaam kennen, door te koken de dingen met aandacht te doen. Zelf tuinieren laat zien dat je hier ook écht iets voor moet doen en door filosofie leren de kinderen wie zij zelf zijn, hun eigen denkkader verkennen.Controlescholen volgen één onderdeel. De scholen worden gemonitored, maar ook de wijk. Want wat is het effect op leefstijl van de kinderen in de wijk?

Maatschappelijke vraagstukkenProblemen vieren hoogtij in Rotterdam Zuid. In de oude wijken is 1 op de 3 kinderen ziekmakend dik. De wet en taal van de straat (met alle machtsver-houdingen van dien) maken dat kinderen onder aan de ladder blijven staan. De hiërarchische cultuur in het huis van sommige gezinnen (de man is de baas, en als hij even niet thuis is, is de zoon de baas, ook al is hij pas 5) geven de kinderen problemen om op gelijkwaardige wijze met elkaar om te gaan.

De samenleving lijkt ontworteld. Het individualisme heeft geleid tot nihi-lisme, waarin de mensen op onverschillige wijze tegenover elkaar staan ‘en ieder zijn ding doet’. De zoektocht naar een nieuwe gemeenschap waarin religie niet langer leidend is, leidt tot excessen én tot hele mooie nieuwe oplossingen. Werkelijke interesse in elkaar is het begin.

Want ..... hebben we een probleem met allochtonen? Je kan dit vraagstuk ook herdefiniëren en zeggen: ‘Wat een rijkdom aan diversiteit! Hoe benut-ten we dit?’ En dan, werk je niet alleen aan een oplossing van het pro-bleem, maar genereer je een nieuwe dynamiek tussen mensen en ambities waar ze zélf ook wat mee kunnen.

Fysieke, Sociale en Mentale ecologie(eco3)De zelfstandigheid van mensen kan zich alleen manifesteren in een sociale omgeving. Pas in interactie zie je wie je zelf bent, en wie de ander is. Het programma Fysieke Integriteit biedt ruimte om terug te keren naar een in-teractie tussen mensen, in openheid en met interesse in elkaar. Oosterling noemt dit de Fysieke, Sociale en Mentale ecologie. Hierbij wordt gewerkt volgens de principes van de Wanitamethode, waarbij voor de leerlingen de ruimte gecreëerd wordt om zich zelfstandig te ontwikkelen. De kinderen krijgen Judo om te leren dat je respect hebt voor dat wat je beschermt én om hun eigen lichaam te leren kennen. Koken om te leren met aandacht te werken. Tuinieren om te leren dat je hier zelf iets voor moet doen en Filoso-fie om te leren wie je zelf bent. Er wordt niet gesproken over waarden (het eeuwige debat...) maar de waarden worden aan den lijve ondervonden en zijn uitgangspunt van de programma’s.

Skill CityMaar wat wil je nu eigenlijk écht? Wat kun je? Welke SKILL wil je inzetten in je werk, stage en leven? Skill is een combinatie van een vaardigheid (iets vanuit jezelf) en de performance (die anderen ook kunnen zien). Het pro-gramma is erop gericht de kinderen zelf te laten onderzoeken wat ze echt willen en hen daarbij te faciliteren. Dan wordt leren leuk en blijken de meest moeilijke doelgroepen enthousiast én (zelf)vertrouwen te krijgen.

Ook wordt er veel met kunstenaars gewerkt. Zij leren de kinderen te onder-zoeken. Bijvoorbeeld, een kind weet niet wat het woord enthousiasmeren betekent. Een onderwijzer legt dat dan uit. Een kunstenaar zegt: wat leuk dat je dat wilt weten, we gaan op zoek! En zo ontdek je langzaam je eigen skills, je eigen drijfveren. En hoe je deze in kunt zetten.

Vrouwelijk en sportIntermenselijke relaties zijn van cruciaal belang voor onze economie. En toch wordt er weinig waarde aan gehecht. De emancipatie van mannen, als ze zorg voor hun kinderen hebben, moeten ook zij op hun werk nog vechten voor tijd. De luttele waardering voor mantelzorg, terwijl het economisch beschouwd een substantieel deel van het bruto nationaal product uitmaakt ... De wereld lijkt nog steeds gericht op macht, individualisme en mechani-sche systemen.

Terwijl de vrouwelijke waarden als ‘verbinding’, aandacht voor het proces, ‘sturen op relatie’ en ‘zorg dragen voor de aarde’ een oplossingsrichting bieden aan de maatschappelijke vraagstukken. Ans Stolk pleit voor een herwaardering van de vrouwelijke waarden, eigenschappen die ieder mens heeft en los staan van het hebben van een vrouwelijk of mannelijk lichaam. Het werkelijk in-relatie gaan met elkaar, ont-moeten. Henk Oosterling onder-schrijft dit, maar komt via een andere weg op dit punt. Interesse is hierin zijn sleutelwoord. In de sportprogramma’s die worden gerealiseerd komt dit allemaal samen. Hier leren de kinderen een relatie aan te gaan. Ze ontwik-kelen respect voor hun omgeving, voor middelen en mensen. En ze ontvan-gen respect, stralen zelfvertrouwen uit en zijn trots om deel te nemen. Ze helpen elkaar zich te ontwikkelen. Ze worden sociaal en mentaal weerbaar. De buurt vaart er uiteindelijk wel bij. Want binnen de sociale context van de groep ontwikkelen de kinderen hun identiteit, in gelijkwaardigheid met elkaar.

Co-mobiliteit noemen ze dit. Co is samen. Auto is alleen. Automobiliteit is alleen reizen. Co-mobiliteit is samen reizen en ondervinden dat dit zoveel leuker is!

Context-gebonden lerenZoals een individu zichzelf manifesteert in een groep. Zo manifesteert de school zich als community in de samenleving. En, is deze samenleving van invloed op de programma’s. Wat is er nodig? Hoe kunnen we de interac-tie tussen organisaties en mensen en beleidsdoelstellingen verbeteren? Allereerst door kinderen op te leiden tot sterke mensen die durven te gaan staan voor wat zij willen, in interactie met elkaar. En kinderen kunnen elkaar helpen.

En zo ontstond er een stageprogramma waarbij iedereen betrokken is. De ondernemers klaagden eerst: ‘ik heb niets aan die stagiaires! Ze willen niet werken’. En ze geven nu les op de scholen in wat zij verwachten van een stagiaire. Verschillende leerlingen begeleiden elkaar. De universitair stu-denten de HBO studenten. De HBO studenten de MBO. De MBO de VMBO studenten. Hierbij wordt actief gebruik gemaakt van de toenemende aan-dacht voor zingeving bij jongeren. En onstaan in de praktijk de rolmodellen waaraan iedereen zich spiegelt. Leerlingen reiken uit met hun ambities. Zij zien dat een toekomst met werk en opleiding ook voor hen is weggelegd.

GREAT PLACE TO LIVE | editie Leren _6

Page 7: Newspaper

De maatschappelijke stageprogramma’s ontstaan door overleg met de on-dernemers uit de wijk, wat is het precies waar zij behoefte aan hebben? En in een breder perspectief ontstaan er coalities tussen scholen en het bedrijfsleven.

De wens van iedere gemeenteHet is grappig. Want dit gehele programma zit zo compleet in elkaar. De onderdelen haken in elkaar, de uitgangspunten zijn doorgevoerd in de pro-gramma’s, de interactie tussen groepen lijkt logisch én het geeft resultaat. Toch zijn er maar weinig programma’s als deze te vinden. De oorzaak lijkt te liggen in een overflow aan verschillende beleidsplan-nen en het feit dat iedere groep een andere taal spreekt, een eigen dyna-miek heeft. Een woningcorporatie spreekt anders dan een basisschool. De VMBO school spreekt anders dan het bedrijfsleven. Henk Oosterling en Ans Stolk hebben hun ideeën ingebed in de beleidsplannen die er lagen. Zij hebben de maatschappelijke dynamiek laten zien. Door weer tegeven wat er al is aan programma’s. Onderzoek maakt zichtbaar waar de integra-liteit voor het oprapen ligt. Waar je met kleine verbindingen meteen een groots resultaat kan behalen.

En dan.In feite is het eenvoudig. Je herdefinieert een maatschappelijk vraagstuk in een kans. Maakt een programma wat klein is en persoonlijk (hé, daar heb ik wat aan!) gericht op effect en resultaat. Hierdoor kan het programma groei-en op natuurlijke wijze en is de impact groots. Wel noodzakelijk om goed te organiseren, een sterke samenwerkingsbereidheid van de deelnemers, het gewoon te doen (!!) en daarmee te laten zien dat het kan. En oja.... het is ook heel belangrijk om de financieringsstromen op gang te brengen en dus alle beleidspotjes en doelstellingen op één lijn te brengen.

Een ontmoeting tussen twee leraren:1/ zin in de toekomstEen dominee en een hoogleraar ontmoetten elkaar. Twee leraren komend uit twee verschillende richtingen. Beiden richten zich op jeug-digen; beiden zijn er op gericht om machtsverschillen tussen minder-machtigen en henzelf (‘leraren’) zo klein mogelijk te maken. Want wat je bepleit moet je zelf doen! De ‘leraren’ herkenden dat zij gelijkgericht waren en besloten een verbinding aan te gaan. Onderstaande artikelen zijn daarvan een eerste resultaat...

Bas was een klein bijdehand jongetje in de derde klas van het Atheneum. Een beetje te bijdehand... Een haantje de voorste en zijn bijdragen aan de gesprekken in de klas waren niet altijd weldoordacht. Hij werd dan ook re-gelmatig door de klas terecht gewezen, maar dat mocht niet baten. Eigenlijk zette hij zichzelf daarmee een beetje buiten spel in de klas. Als docent ergerde ik me ook wel een beetje aan Bas. Het eerste proefwerk godsdienst. Een, gezien de stof, voor de hand liggende vraag over het Oude Testament werd door Bas betrokken op het Nieuwe Testament en ook zo beantwoord. In de eerstvolgende les heb ik de hele klas op het hart gedrukt hoe belangrijk het is om niet zo maar wat te roepen, maar eerst de vragen goed en grondig te lezen. En ik nam Bas als voorbeeld. ‘Als je het doet als Bas dan laat je zien dat je er helemaal niets van hebt gesnapt!’ De klas gniffelen, Bas sneu... Het voorval liet me niet los en thuis bedacht ik, dat ik Bas veel te hard had aangepakt. De volgende dag ben ik de les begonnen met Bas toe te spre-ken: ‘Bas, ik heb je gisteren veel te hard aangepakt. Je had best wel een goed cijfer voor je proefwerk en ik had niet mogen zeggen dat je er niets van hebt gesnapt. Mijn welgemeende excuses.’ De klas raakte hierdoor wel een beetje in verwarring: ‘hé een leraar heeft het ook niet altijd bij het rechte eind...’. Maar ze vonden het toch ook wel fijn. Bas glimlachte alleen maar. Ik heb nog nooit een klas gehad waar ik een jaar lang zo fijn mee heb gewerkt dan met deze klas.

Hoe overwinnen we de wanhoop? Met espérance, een geloof in de goede bedoelingen van wat de Duits Amerikaanse theoloog Paul Tillich de ‘God beyond gods’ noemde en in – naar een uitdrukking van de Franse filosoof Jean Nabert - l’affirmation originaire. Ik geloof echt dat vanuit deze oor-spronkelijke bevestiging een heel nieuwe cultuur kan verrijzen; een cultuur waarin de wereldreligies elkaar gaan verrijken; een cultuur waarin nieuwe combinaties van de intelligenties de schepping van nieuwe, levende meta-foren stimuleren en nieuwe inzichten opleveren in de onuitputtelijke sym-bolische rijkdom van de werkelijkheid; een cultuur die zal worden gevoed door een nieuw wereldbeeld gebaseerd op liefde. Daarin blijven leraren hun leven lang student en delen met hun leerlingen wat zij wezenlijk vinden in het leerproces van de hele lerende gemeenschap. Als leraar kan ik me geen dankbaardere taak voorstellen dan het verder stimuleren van de ont-wikkeling van dit soort trends. Voor mij heeft het onderwijs namelijk een drievoudige verantwoordelijkheid:

1) loyaal zijn aan de enorme hoeveelheid kennis en vaardigheden die we hebben ontvangen vanuit het verleden door traditie en wetenschap;

2) nieuwe inzichten creëren op basis van deze expertise, zodat nieuwe bete-kenislagen de menselijke geest kunnen bereiken vanuit de onuitputtelijke diepten van een gedeelde symbolische rijkdom; en

3) de hoop op een wereldbeeld dat is gebaseerd op liefde levend houden.

Bas leerde nadenken en goed lezen voor hij wat riep. Iets waarvan hij z’n leven lang ple-zier van gaat hebben. Dat is toch veel belang-rijker dan dat een leraar z’n gelijk neemt. Als Bas en z’n klasgenoten die les ook naar an-deren toe in praktijk gaan brengen, dan gaan de gesloten systemen waarin het onderwijs verkrampt open. Dan wordt het warm daarbin-nen en kan het leren pas echt van start gaan. Want echt leren doe je samen met mensen die bij jou iets nieuws naar binnen brengen en aan wie jij ook iets nieuws te bieden hebt. Waarheid delen in plaats van bevechten noem ik dat. Als zoiets ergens moet beginnen dan is het wel op school. En als het daar goed is geleerd, dan gaan er heel wat blijde men-sen de school verlaten, de maatschappij blij maken en de hoop op een zinvolle toekomst levend houden.

2/ hoe overwinnen we onze angst?/

De mens wordt gedreven door instincten zo-als machtdrijfveren en (vaak tegengestelde) Waarden en Normen. Denkers hebben ge-steld: de factor die de meeste en diepste angst veroorzaakt is macht! Angst voor wat een machtige je kan aandoen. Zoals: je klei-neren en pesten op school en in je werksitu-atie, je terroriseren op straat (mentaal en fy-siek), dreigen met armoede, ontslag: kortom afbreuk doen aan de kwaliteit van jouw werk, jouw leven. Macht is vaak nuttig, maar macht van enkelen verpest vaak welzijn en geluk van velen.Willen we daaraan iets doen? Ik probeer in mijn werk (onderzoek, praktijk als begeleider e.d.) bij te dragen aan ‘het verkleinen van on-nuttige machtongelijkheden’. Dan geldt: macht begint al in het vroegste stadium van ons bestaan. Daarom leg ik hier de stelling voor:Al in de kleuterschool, de gevoelige fase, moet ruimte gegeven worden aan een vak invloedskunde (of samenwerkingskunde) waarin omgaan met macht en machtuitoefe-ning en vooral ook het meetbare en oefenba-re wederzijds open overleg beoefend worden. Een doe-vak, zoals Lichamelijke Oefening, dansen, zingen, aangepast aan het niveau van de zeer jeugdigen.

Ik heb een droombeeld (één uit vele):

Kleuterschool docent met leerling Pietje:

Pietje, ik wil je wat vragen: gister zag ik, dat jij sloeg.

Nu ben ik benieuwd naar wat er gebeurd was.

[niet bedreigende toen, wel warm en begripvol empathisch]

Wat was er gebeurd?

Pietje: Hij had… etc. Waarom?

Hoe vond Jantje het? … Pietje: niet fijn, hij begon te brullen…

En wat vond jij? …. [steeds inhaken op Pietje]

Wordt je zelf wel eens geslagen door een andere jongen?

En hoe vind je dat? …

Dus net als Jantje….? Gebeurt het vaak?

Zou het niet leuker kunnen op school (… zonder ruzie) …

Zou je met Jantje hierover willen praten? …

GREAT PLACE TO LIVE | editie Leren _7

Page 8: Newspaper

Leben lernen /

Uta LatendorfLeben Lernen/

GREAT PLACE TO LIVE | editie Leren _8

Von der Sonne lernenzu wärmen,von den Wolken lernenleicht zu schweben,von dem Wind lernenAnstöße zu geben,von den Vögeln lernenHöhe zu gewinnen,von den Bäumen lernenstandhaft zu sein.

Von den Blumen das Leuchten lernen,von den Steinen das Bleiben lernen,von den Büschen im FrühlingErneuerung lernen,von den Blättern im Herbstdas Fallenlassen lernen,vom Sturmdie Leidenschaft lernen.

Vom Regen lernensich zu verströmen,von der Erde lernenmütterlich zu sein,vom Monde lernensich zu verändern,Von Sternen lerneneiner von vielen zu sein,von den Jahreszeiten lernendass das Lebenimmer von neuem beginnt ...

Page 9: Newspaper

Fotografie: Kristof de Ridder

GREAT PLACE TO LIVE | editie Leren _9

Page 10: Newspaper

‘De nieuwe generatie

werknemers

verkiest vrijheid,

verantwoordelijkheid,

zelfontplooiing en afwisseling

boven materiële voordelen’.

(uit: Limburger,3-7-2008)

Onderwijs is de sleutel

tot beschaving /

Interview met Mohamed

Sini door Lotte Holwerda

en Noor Bongers

www.unesco.nl

www.benoemen

enbouwen.nl

Intensief weten leidt tot

nieuwe inzichten /

Door Arjo Klamer

www.academiavitae.nl

Spontaniteit en creativiteit in

het onderwijs /

Door Jeroen Doensen

www.ikbenjeroen.nl

Leren vanuit

intrinsieke motivatie /

Door Jooske Haije

Jooske Haije is plaats

vervangend afdelingshoofd

Communication & Multimedia

Design

www.cmd-leeuwarden.nl

www.nieuwdenkers.nl

Academie voor de

kunst van het

samenleven /

Door Aart Wijnen

www.creativepiramide.nl

www.urban-synergy.org

www.cc-s-hertogenbosch.nl

Spontaniteit en creativiteit in het onderwijs/Je hebt zo van die momenten waar je heel blij van wordt. Ik stond laatst in de Hema bij de kassa te wachten. Voor me stond een moeder met een tweeling van een jaar of twee. Toen zij afgerekend had, vroeg een van die kleintjes of ze me een kusje mocht geven. Dat mocht natuurlijk en de ander wilde ook. Gewoon twee wildvreemde kids die vanuit hun puurheid, spontaniteit en liefde handelen. Maar wat gebeurt er als je ouder wordt en in het onderwijssysteem belandt? Wordt daar uitgegaan van de passie en essentie van het individu of moet iedereen dezelfde dingen leren? Dingen die misschien al verouderd zijn als je van school komt. Wie weet immers hoe de wereld er over 20 jaar uitziet? Het enige dat we weten is dat de wereld in een enorm tempo aan het veranderen is. En daar moeten we mee om kunnen gaan. Zaken als creativiteit, spontani-teit en flexibiliteit zijn dan cruciaal. En is daar genoeg ruimte voor in ons onder-wijssysteem? Hoe belangrijk is het halen van een ‘feitjesexamen’ vergeleken met blij worden van dansen of toneelspelen?

Gelukkig zijn er vele goede initiatieven. Noordlijke hogeschool Leeuwardenbijvoorbeeld met het project Jij Maakt Uit! (www.jijmaaktuit.nl). In een leuke setting en met medewerking van bijvoorbeeld Ali B., wordt kinderen in de laatste klassen van de lagere school bewustzijn bijgebracht over duurzaam-heid, het klimaat en een betere wereld. Ze gaan onbevangen dromen over een mooie wereld en bedenken acties om hieraan bij te dragen. Iedereen kan immers uitmaken. Je ziet het enthousiasme en de puurheid. Als door een kind van 11 aan je gevraagd wordt wat jouw bijdrage aan een beter milieu is, moet je wel met een echt antwoord komen. Dat heeft al geleid tot een aantal concrete initiatieven. De burgemeester van Oss heeft een nieuw bos beloofd en de burgemeester van Utrecht mag gebeld worden als er teveel zwerfafval op straat ligt en er te weinig prullenbakken zijn. De grote uitdagingen waar de wereld voor staat, kunnen niet aangepakt worden vanuit de oude, vertrouwde paradigma’s. Hiervoor is creativiteit, spontaniteit en bewustzijn nodig om tot nieuwe oplossingen te komen. Het zou mooi zijn als ons onderwijssysteem ruimte biedt om dit te koesteren. Het gaat niet eens om het aanleren van creativiteit, die is er wel bij kinde-ren, het gaat erom dat we dat niet afleren en dat er ruimte is om je passie te volgen.

Leren vanuit intrinsieke motivatie/Op de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden ontwikkelt de student zich tot een innovatieve professional, zo staat in het strategisch plan. Maar wat betekent dat nu in de praktijk?

De opleiding CMD werkt sinds de start in 2001 met competentiegericht onderwijs, vraagsturing en praktijksturing. Sinds 2006 werken studenten uit verschillende leerjaren samen in communities op de gebieden crossme-dia, concepting, the next web, educatie en multimedia, gamedesign, 3d en ondernemen. Zo krijgen studenten de kans om zélf hun opleiding vorm te geven en vanuit hun eigen passie en ambities in de beroepspraktijk aan de slag te gaan. Heel motiverend. Wil je je competenties op het gebied van gamedesign verbeteren, en zit een opdrachtgever te wachten op een spel dat goed speelbaar is voor ZMLK-kinderen, dan vorm je samen een goede match. Je werkt met intrinsieke motivatie aan een project waarop je daarna trots kunt zijn. Een project dat een beeld geeft van jouw ambities, interesses, en dat dus past in jouw portfolio. De opdrachtgever gaat het vervolgens echt uitgeven! Voor docenten betekent vraagsturing loslaten: niet jij houdt het verhaal voor een passieve collegezaal, maar studenten komen bij jou met vragen die voor hen direct relevant zijn, vragen soms waar je niet direct een ant-woord op weet. Dat brengt nieuwe uitdagingen met zich mee. Studenten verrassen je met hun vragen, en komen ook echt om iets te leren – niet omdat het moet van de docent. De opleiding is ervan overtuigd dat het leerproces effectiever is wanneer de student zelf ervaart waarom hij iets wil leren, die feedback krijgen we ook van de studenten zelf. Ze worden pro-actief, zelfstandig en ondernemend. Ze kiezen zelf de competenties waaraan ze willen werken en zoeken daarbij een opdracht die een instelling of bedrijf bij het kenniscentrum Multimedia heeft neergelegd om aan te werken. Op deze manier biedt de opleiding CMD haar studenten een leerrijke omgeving aan.

Intensief weten leidt tot nieuwe inzichten/ Een creatieve geest heeft ruimte nodig. Daar is geen strak gestructureerde leerom-geving voor nodig, maar ruimte om verschil-lende wegen te bewandelen. Vanuit dat uitgangspunt heeft Arjo Klamer, de Academia Vitae opgezet in Deventer. Een nieuwe universiteit met een schakel-jaar voor nieuwsgierige vwo-ers, vroege leerlingen en twijfelaars, een minor ‘cultural literacy, en professionele leergangen.

‘Het onderwijs kan creatiever. Het moet ook creatiever. In de kenniseconomie gaat het steeds meer om het vermogen anders te kun-nen denken, het ‘out of the box’ denken, want het volgen van afgebakende wegen leidt zel-den tot creatieve momenten. Veel succesvol-ler blijkt het volgen van verschillende wegen te zijn, want creativiteit ontstaat door nieuwe combinaties te leggen.Om op wetenschappelijk niveau creativiteit meer ruimte en kans te geven ben ik begon-nen met Academia Vitae, welke ik de universi-teit van de toekomst noem. Op deze academie staan de ‘liberal arts’ centraal. Onze studen-ten ontwikkelen zich door verschillende disci-plines en subjecten te bestuderen, inclusief de kunsten. Onze docenten zijn ingesteld op interactie, dialoog, en ze zijn gespitst op de vragen die de studenten bezig houden. Een belangrijk element van ons onderwijs is het vertrek vanuit de klassieke bronnen omdat zij juist de eigenschap hebben de oorsprong van ons denken en weten bloot te leggen. Uniek is verder ook de nadruk op het leggen van verbindingen. Studenten leren verbindin-gen te leggen tussen wat ze leren, hun eigen leven en de samenleving; tussen het verstand en het gevoel; en tussen de verschillende kennisgebieden, waaronder de kunsten. Juist in die verbindingen zien we het creatieve mo-ment verschijnen. Dat is te zien in verrassen-de en originele bijdragen tijdens seminars, in opmerkelijke essays, en in de onderlinge omgang. Misschien is dat ook vanwege de kleine omvang -in het eerste jaar hebben we 10 studenten- maar de studenten delen een grote nieuwsgierigheid met elkaar. Met dit soort onderwijs gaan we tegendraads te werk. We gaan niet mee met de trend die

vraagt om steeds meer beeld, hype, meer in-ternet. We gaan juist terug naar de oorsprong : op Academia Vitae lezen de studenten veel, waaronder stevige boeken. Docenten eisen veel in termen van kennis. We willen dat onze studenten veel weten, want juist in dat inten-sieve weten kunnen ze, als ze daarvoor de ruimte krijgen, combinaties maken die tot nieuwe inzichten leiden. En dat is creativiteit!’

GREAT PLACE TO LIVE | editie Leren _10

Page 11: Newspaper

Onderwijs is de sleutel tot beschaving/De wereld lijdt onder een toenemende polarisatie. Als gevolg van de globalisering verdedigt iedereen meer dan ooit zijn eigen plek, con-stateert de 51-jarige Mohamed Sini. Die strijd, in ieders hoofd en ten opzichte van elkaar, kan worden gestopt. Als directeur van het ROC Midden Nederland en betrokken burger gelooft hij in de kracht van de ‘civil society’. Daarin is er een taak weggelegd voor het onderwijs. ‘De school als vrijplaats voor onderlinge verdraagzaamheid is de sleutel tot een nieuwe beschaving.’

Mohamed Sini tracht zijn verantwoordelijkheid te nemen. Dat deed hij ei-genlijk al direct toen hij begin jaren zeventig vanuit Marokko naar Nederland kwam. Als 15-jarige maakte hij in Rotterdam-Zuid van dichtbij de eerste escalaties van een multicultureel wordende samenleving mee. ‘Er waren plunderingen die me - toen ik jaren later over de tweede wereldoorlog heb gelezen - deden denken aan de Kristalnacht.’De noodzaak om een actieve bijdrage aan de ontwortelde samenleving te leveren, was bij Mohamed Sini geboren. Hij leerde Nederlands, hielp Marok-kaanse analfabeten met het schrijven van brieven en werd al snel interme-diair tussen de bevolkingsgroepen. Maatschappelijke functies binnen tal van landelijke organisaties volgden elkaar op. Sini ontpopte zich als een onmisbare schakel en bruggenbouwer in het Nederlands-Islamitische debat. ‘De samenleving is ingewikkeld geworden’, meent Sini, thans voorzitter van de stuurgroep Islam & Burgerschap. ‘De wereldproble-matiek komt op indringende wijze onze huiskamer binnen. Door de globali-sering komt alles en iedereen met elkaar in verbinding te staan, de grenzen vervagen. Als individu bevinden wij ons - als het ware - in één grote, open ruimte. Dat kan beangstigend werken.’ Burgers grijpen steeds meer terug naar hun identiteit, naar basisprincipes en religies, beziet Sini. De gebeurtenissen van 9/11 hebben deze ontwikkeling nog meer versterkt. De overheid die zich vasthoudt aan regels en bureaucratie is ook een uiting van dit defensiemechanisme. ‘Mensen schieten terug in wat vertrouwd en bekend is’.

In plaats daarvan zouden ze de uitdaging kunnen aannemen om gezamen-lijk te streven naar wereldburgerschap.’ Het woord ‘civil society’ valt. Een samenleving waarin een groot deel van de burgers vanuit eigen verantwoor-delijkheid en intrinsieke motivatie, een constructieve plaats inneemt. ‘Dit proces is al een tijdje gaande. Kleine groepen en community’s - vanuit ge-meenschappelijke verlangens ontstaan - nemen in aantallen toe en richten zich op ‘samen’ handelen en dragen hun waarden uit. Niet gestuurd en ver-traagd door de overheid en de bureaucratie, maar direct handelend vanuit het eigen hart, gericht op het toevoegen van waarde.’ Immers, op de globa-lisering kun je moeilijk invloed uitoefenen, dit kan wél in kleine kring. Deze groepen verbinden zich nu in tal van netwerken en hun invloed groeit.

Civil Society op schoolMohamed Sini – op zijn 18e al bestuurslid van een vrijwilligersorganisatie gelooft in deze ontwikkeling. Goed onderwijs is van groot belang om dit pro-ces te versnellen of te bekrachtigen. Het intercultureel en maatschappelijk bewustzijn vervult hierbij een cruciale rol. ‘De core business van een school moet meer gericht zijn op een bijdrage van studenten in de samenleving, toegespitst op hun specifieke opleidingsrichting.’Hoe dat er dan uitziet? ‘Een leerling die op het ROC wordt opgeleid in de sector horeca, neemt actief deel aan de catering van een evenement. Een leerling met de richting elektrotechniek helpt ouderen bij het verhangen van een lamp of het repareren van een defect stopcontact.’ Dergelijke maat-schappelijke bijdragen komen voort uit de eigen passie en het talent van de leerling. Zij passen in de praktijk toe wat er in theorie is geleerd. ‘Tegelijker-tijd kunnen zij met eigen ogen aanschouwen wie en/of wat er in de wereld leeft en een werkelijke verbinding aangaan.’

Door zoveel mogelijk van dit soort ervaringen op te doen, creëren we we-reldburgers en wordt de ‘civil society’ steeds sterker. Met het onderwijs kunnen we een grote slag slaan, zo is Sini overtuigd. ‘Hoe meer scholen en instanties het gedachtegoed van (interculturele) verdraagzaamheid en bewustwording uitdragen, des te meer mensen hiernaar gaan leven.’ Naast onderwijs is vrijwilligerswerk, of: goed burgerschap een andere belangrijke impuls. Zingeving, maatschappelijke impact en betrokkenheid leren men-sen dat zij zelf het verschil kunnen maken.

Het antwoord op globaliseringIn de UNESCO, dat vrede en duurzame ontwikkeling beoogt, ziet hij het voertuig waarlangs de onderwijsvernieuwingen plaats kunnen vinden. Deze meer dan 60 jaar oude vereniging van de VN heeft een Internationaal UNES-CO Scholennetwerk opgericht. ‘Maatschappelijke thema’s als conflictop-lossing, geweldpreventie, mensenrechten, armoedebestrijding en erfgoed worden aan onderwijsprojecten gekoppeld.’ Bijzonder is dat de UNESCO een vrijplaats is binnen het politieke veld, dat waardegedreven is. Hier ligt tevens de oplossing voor de maatschappelijke vraagstukken. De meest es-sentiële waarden wil immers iedereen! En vanuit hier ondernemen leidt tot een duurzame vorm van vrede en welzijn.

Ruim negenduizend scholen (hogere, middelbare en basisscholen) over de hele wereld dragen inmiddels het predikaat UNESCO-school. En Sini pro-beert als lid van de Nationale UNESCO Commissie beweging in Nederland te veroorzaken. Ruim vijftien scholen hebben zich aan het gedachtegoed verbonden. ‘Maar zo’n school staat niet op zichzelf. Ze onderhoudt contac-ten met leraren en leerlingen van andere UNESCO-scholen, over de hele wereld. Centraal staan de volgende leerprincipes: leren zijn, leren doen, leren weten en leren samenleven.’

Sini ziet een nieuwe samenleving voor ogen. Beschaafd, vol begrip en waarin iedereen een eigen plek mag hebben en zijn talenten kan ontwikkelen. Scholen dus, waarin jongeren zich vanuit onderling begrip met elkaar kunnen verbinden. Gedreven door waarden en los van het politieke spel. ‘Onder het motto ‘Laat duizend bloemen bloeien’ ontstaat een sneeuwbaleffect. Elke bij-drage kan door de maatschappij in dankbaarheid worden ontvangen.’

Academie voor de Kunst van het Samenleven/De Academie voor de Kunst van het Samenleven krijgt vorm. In ´s Hertogenbosch wordt er gewerkt aan dat nieuwe instituut, waarin studenten meer in het belang van het col-lectief denken en opereren. Dergelijk ‘onderwijs’ zal tegemoetkomen aan de aanstaande orde, waarin we creëren vanuit unieke, individuele kwaliteiten en het besef van onderlinge samenhang.

We kunnen en weten veel. De mens is compleet ontrafeld in brokjes DNA. Via digitale verbindin-gen opereert een arts in San Francisco het linkeroog van een meisje in Tokyo. We weten alles van de getijdenstroming in het Mioceen. We gaan op en neer naar de maan, kruisen een olifant met een krokodil en klonen een paard. Schitterend. Maar, wat hebben we er eigenlijk aan?

Wanneer ik in mijn eigen buurt rondkijk, kom ik bitter weinig tegen van al die mooie inzichten en technieken. Op wat, auto’s en een straatlantaarn na, waan ik mij in een negentiende-eeuwse stad. De vernieuwing speelt zich vooral achter gesloten deuren af (en op Mars). Op straat is de tijd stil blijven staan.

Je vraagt je af: hoe komt dat toch? Mijn antwoord luidt: te ver doorgeschoten individualisme en overspecialisatie. We investeren graag in onszelf, in onze eigen leefkring en wat minder snel in het collectief. De straat is namelijk van iedereen, dus ook van niemand. Daarom wordt er relatief weinig geïnvesteerd in ‘straattechnieken’. Naar wie stuur ik namelijk in zo´n geval de rekening?

Specialisatie leidt tot enorme pieken op individuele terreinen, maar leidt ook tot een gebrek aan samenhang. En het leven is een wirwar van allerlei samenhangen zaken. Daar komen we langzaam maar zeker weer achter. Instrumentarium om buurten op te krikken vraagt dus om samenhangende kennis en die is er niet.

Komt het dan nooit meer goed met de straat? Jawel, lieve mensen, er gloort hoop! Het besef dat er moet worden geïnvesteerd in het collectief is al vertaald in een tastbare berg geld voor onze ´Vogelaarwijken . Je kunt immers individueel niet gelukkig zijn in een rottende samenleving. Maar niet alleen de politiek doet een duit in het zakje. Uit recent onderzoek in Engeland bleek dat arm en rijk bereid zijn om 20 procent van hun inkomen in te leveren voor meer geluk, veiligheid en een plezieriger omgeving. Wauw! Dat is nog eens een markt.

Het bedrijfsleven loopt langzaam warm voor de samenlevingsmarkt : de groeimarkt van de toe-komst. Het collectief wordt interessant en daarmee wordt ook de roep om straattechnieken en buurtpillen, ofwel samenlevingstechnologie, gehoord. Daarbij worden ook de Muzen niet ver-geten: in een ideale buurt word je verbaasd, verrast, geïnspireerd en op het verkeerde been gezet.

In ’s-Hertogenbosch zijn we al een tijdje aan het experimenteren met een aantal technieken. Zo-als met de ‘De Creatieve Piramide’ (www.creativepiramide.nl), een brainstormconcept waaraan honderden mensen meedoen. En met Brabantse ondernemers, techneuten, schrijvers, historici, kunstenaars, ambtenaren en corporaties bouwen we aan een nieuwe school met twee ingangen.

Boven de ene poort hangt het bordje Faculteit voor Samenlevingstechnologie. Daar gaan de harde en de zachte wetenschappers naar binnen. Op de andere deur staat Academie voor de kunst van het Samenleven en die ingang is voor de Muzen.

Het rooster meldt vakken als ‘het DNA van de stad’, ‘buurtcommunicatie’ (het digitale buurt-huis), ´buurtcoach design , ´buurt- en straatmarketing , ‘buurtindexen’, ‘menselijke netwerken’, etcetera.

Hopelijk kunnen we u over niet al te lange tijd inschrijven als student. Als het aan mij ligt wordt een dergelijke academische opleiding verplicht: ik ben zelfs een groot voorstander van levens-lange leerplicht. Wat denkt u bijvoorbeeld ieder jaar een week? Kom je weer eens andere men-sen tegen en leer je vanzelf weer dwarsverbanden zien. Het zou het leven misschien ook wel eenvoudiger maken. Waarom leer ik wel in de pubertijd over de puberteit, maar nu niks over mijn midlife of hoe om te gaan met een dikke buik en een kalende kop? Vergeet ik bijna het belangrijkste argument voor een dergelijke scholing: een warm gevoel voor de samenleving. De kindertijd en studententijd zijn prachtig, omdat je het gevoel hebt dat er voor je wordt gezorgd, dat je er toe doet, dat er in je wordt geïnvesteerd.

Je verzet je tegen die betutteling, maar stiekem vind je het maar al te fijn dat de gemeenschap een juf of meneer voor je aanstelt die je leert en corrigeert. Aan dat warme beschermende ge-voel heb je ook op latere leeftijd best behoefte. De samenleving als één grote warme moeder, heerlijk! Bah, wat klef. Het zal de mid-life wel weer zijn.

GREAT PLACE TO LIVE | editie Leren _11

Page 12: Newspaper

De aanstaande orde, een nieuwe school/Kernbegrippen van de aanstaande orde zijn open source, agile, chi, inspiratie, innovatie en complexe niet-lineare netwerkorganisaties. Verder tekent zich een toekomstbeeld af, waarbij mens, organisatie en samenleving meer en meer zelforganiserend, zelfgenererend, zelfhe-lend, zelfvernieuwend, zelfontwikkelend en zelfredzaam worden. Identiteit (zingeving), relaties (verbindingen), en informatie zijn de kriti-sche elementen voor haar succes.

In dat plaatje past een school, een academie, een universiteit, een oplei-ding, een instituut dat zich op grote schaal richt op het ‘samenlevenskun-stenaarschap . Ze opereert in het belang van de individuele mens, organi-satie en samenleving. Een nieuw fenomeen dat het (nu nog) versnipperde aanbod krachtig bundelt tot een samenhangend en harmonieus geheel; een nationaal onder één vlag opererende netwerkorganisatie die de veran-dering is die ze wil zien in de wereld.

Het instituut leeft volgens haar eigen visie en beginselen en is daarmee letterlijk voorbeeldig. Het anticipeert op de nieuwe orde en richt zich op duurzaamheid en op Bruto Nationaal Geluk. Het wordt een platform dat eco-betisme aanpakt, bedoeld is voor jong en oud en voor alle religies. Multicultureel. Integraal.

In haar aanpak denkt het groots en neemt het vele kleine stappen.

Inmiddels hebben Bert van Lamoen (EBBS International Business School), Martien van Steenbergen (Aardbron), Igor Byttebier (New Shoes Today), Alex Meza, Rijk van Rossum (de Ruimte), Thieu Besselink (River) en Great Place to Live zich achter en rond het bovenstaande verenigd.

Alleen voor wakkere mensen /Leven is Leren en Leren is Leven. Ook in het bedrijfsleven... Mooi, maar wat houdt dat dan in? Leren is voor mij onlosmakelijk verbonden met het ontwikkelen van spiritueel bewustzijn en persoonlijke groei. Spiritueel bewustzijn geeft een andere kijk op jezelf, je relatie met an-deren en de wereld, en is daarmee ook onlosmakelijk verbonden met de huidige visie op ondernemen en organisaties.

Ondernemingen zijn toe aan een andere benadering. Steeds vaker willen ze een wezenlijk verschil maken. Hierdoor neemt de behoefte aan de ontwik-keling van het spiritueel bewustzijn binnen het bedrijfsleven toe. Van het willen, gaan we naar het worden en van het worden naar het doen. We gaan dus ons spiritueel bewustzijn ook op zakelijk gebied daadwerkelijk inzetten. De nieuwste management en organisatie visies, modellen en wetenschap-pelijke onderzoeken erkennen dit.

Zo is ‘business spiritualiteit’ een geaccepteerd begrip geworden waarbij vraagstukken in een grotere context worden aangepakt: vanuit het individu naar teams, van teams naar organisaties. Deze aanpak heeft direct invloed op de verandering van onze maatschappij.

Deze ontwikkeling, het leren en ontwikke-len op alle niveaus, resulteert in een flow in groepen, afdelingen en organisaties. Je kunt waarnemen dat er vanuit een sterkere mo-tivatie en betrokkenheid van medewerkers gewerkt wordt. Mensen voelen zich gezien vanuit hun unieke kwaliteit en willen hierop aangesproken worden. Zo ontstaat er een groter bewustzijn van de eigen verantwoorde-lijkheid en écht willen staan voor wat zij be-langrijk vinden. De innerlijke roep om vanuit je vrije keuze zinvol en waardevol te leven en te werken wordt steeds duidelijker. Als mede-werker wil je een meerwaarde voor je organi-satie hebben en het verschil uitmaken. Deze vorm van leren en ontwikkelen bereik je door het loslaten van beperkende over-tuigingen, het opheffen van intermenselijke blokkades en door jezelf uit te nodigen bui-ten je geëigende kaders te treden en vanuit je innerlijk weten te creëren. Hoe zet je deze ontwikkeling in gang binnen een organisatie? Door de inzet van coaching, trainingen en be-geleiding van groepsprocessen. Voor wie is deze vorm van leren? Voor wakkere mensen, mensen die hun kern-waarden willen leven en deze ook willen door-geven aan anderen.Kun je wat hulp gebruiken bij het inzetten van je spiritueel bewustzijn?

Deze steen, de Lapis Lazuli, moedigt aan ons leven in eigen hand te nemen. De steen onthult innerlijke waarheid, stimuleert zelf-bewustzijn en staat zelfexpressie toe zonder terughoudendheid en compromissen. De combinatie van Pyriet en Calciet in de La-pis Lazuli heeft een sterk helende werking.

Aanraken moet!/Masseren in de klas? Steeds meer scholen ontdekken de voordelen van een gestructu-reerd aanbod aan aanraakspelen. Waarom zijn kinderen en leerkrachten zo enthousiast?

Kinderen leren de wereld begrijpen door de dingen aan te raken, op te pakken, eraan te ruiken, te voelen en te proeven. Met de op-komst van boeken en scholen is daar de klad in gekomen. Met het verdwijnen van de kleu-terschool worden zelfs sociale vaardigheden een kwestie van regels leren en toepassen. Daardoor geven kinderen keurig de sociaal gewenste antwoorden als je hen vraagt hoe ze met hun klasgenootjes horen om te gaan. Zodra ze de hoek omgaan jennen ze elkaar ongelukkig.

LevensechtDat kan anders. Kinderen leren het best uit de directe lijfelijke ervaring. Het mentale sy-steem is maar een deel van het kind. Je krijgt dus de juiste antwoorden als je in datzelfde systeem blijft, maar ziet die mentale kennis niet terug in het gedrag. Dat is logisch, om-dat die kennis geen deel uitmaakt van het li-chamelijke en emotionele leven van het kind. Doen – voelen/ervaren begrijpen, dat is de natuurlijke volg-orde.

Nieuwe gewoontesOvergewaaid uit Zweden en Denemarken ont-dekken dan ook steeds meer Nederlandse, Duitse, Zwitserse en Belgische leerkrachten hoe eenvoudig onderlinge kindermassage het gedrag van leerlingen in positieve zin be-invloedt. Leerkrachten en kinderbegeleiders die onderlinge kindermassage aan hun kin-deren leren zijn doorgaans verbaasd over het gemak waarmee dit gaat. De kinderen reage-ren ‘alsof het heel gewoon is.’ Het kost naast weinig moeite ook maar weinig tijd: twee keer per week enkele minuten zijn al voldoende voor zichtbare effecten. Gemeld wordt dat kinderen o.a. vriendelijker met elkaar om-gaan, minder pesten, rustiger worden en zich beter concentreren.

Uit de wetenschappelijke literatuur blijkt daar-naast dat kinderen die voldoende huidstimu-latie krijgen beter leren, beter groeien, beter communiceren en een beter immuunsysteem opbouwen.

Alle leeftijdenAanraakspelen worden met kinderen van alle leeftijden gedaan. Bekend zijn de kriebelspelletjes voor baby’s en peuters, klapspelletjes van kleuters en de raadspelletjes van schoolkinderen. Daar voe-gen opvoeders nu bewust bij de leeftijd pas-sende gestructureerde spellen aan toe. Voor peuters zijn de bekende versjes eenvoudig om te bouwen tot een bewegingspel waarbij ze leren voorzichtig met elkaar om te gaan. Handjes draaien, koekenbakken vlaaien kan goed bij elkaar op de rug, net als hansje pansje kevertje. Voor kleuters is die interactie belangrijk. Zij leren dat degene die masseert moet doen wat de ander graag wil. Kinderen van 8 tot 10 willen graag serieus ‘masseren’. Een spelletje is oké, maar ze geven elkaar lie-ver een ‘echte’ rug- of armmassage. Prima als ‘cooling down’ na het speelkwartier! Pubers hebben weer een heel andere bena-dering nodig. Zij moeten in elk geval kunnen praten over aanraken, verschillen tussen jon-gens en meisjes en grenzen leren aangeven. Welke leeftijd dan ook: het gevoel van veilig-heid staat voorop. Er wordt alleen op rug en armen gemasseerd en je werkt nooit met ie-mand met wie je niet wil.

GREAT PLACE TO LIVE | editie Leren _12

Page 13: Newspaper

Fotografie Admar Kwant

‘Een deel van de geweld-

dadigheid van kinderen

op school heeft te maken

met het feit dat scholen en

leraren de archetypische rol

(conservatieve waarden,

ideeën en standpunten uit het

verleden vertegenwoordigen)

niet meer op zich nemen.

Leraren die het altijd met de

kinderen eens proberen te

worden en elke maatregel

met hen willen bespreken,

ontzeggen hun de mogelijk-

heid echt ergens tegen te

zijn. Daardoor kan de geweld-

dadigheid escaleren, tot

tenslotte de gewenste reactie

komt.’ (uit: Allan Guggen-

bühl, Fascinerend geweld)

De aanstaande orde,

een nieuwe school /

Door Bert van Lamoen

Voor meer info:

[email protected]

Alleen voor wakkere

mensen.... /

Door Christy van den

Putten

www.christy-inzicht.nl

Christy van den Putten

is coach en trainer bij

Pentascope en

zelfstandig ondernemer.

06-40 71 0200

Aanraken moet! /

Door Marijke Sluiter

Informatie over workshops

en bestellen van het boek:

www.aanrakeneen-

levensbehoefte.nl

Wetenschappelijke

onderzoeken:

www.miami.edu/

touch-research

Leren met gevoel /

Door Marja de vries

Marja de Vries is auteur van

De Hele Olifant in Beeld,

zie www.marjandevries.nl

Het artikel is in samen-

werking met Bas Rosen-

brand en Iederwijs-Lopik

tot stand gekomen,

zie www.iederwijslopik.nl

Intelligenties, kwalitei-

ten, competenties: van

individuen en van groepen

Volgens Howard Gardner

beschikken alle mensen over

een van de onderstaande

kwaliteiten of competen-

ties - sommigen zelfs over

meerdere. Het zijn deze

kwaliteiten of ‘vormen van

intelligentie’ zoals Gardner ze

noemt, waarmee de kennis

en vaardigheden van mensen

getypeerd kunnen worden.

Anti-stressHet mooiste van elkaar aanraken is misschien wel de anti-stresswerking. Een streling over je arm kan dit effect duidelijk maken. Wrijf eens een minuutje over een van je armen en leg beide armen dan in je schoot. Voel met gesloten ogen het verschil tussen links en rechts. Wat je in de gemasseerde arm voelt is het effect van oxitocine: het hormoon dat de adrenalinespiegel doet dalen. Hierdoor ontspan je en stroomt het leven weer zoals het hoort. Vandaar dat in steeds meer klas-sen klinkt: ‘Zullen we even masseren?’

Leren met gevoel/Waardevolle inzichten over leren en spelen op basis van zes jaar Iederwijs. Iederwijs werkt. Dat is de conclusie van de oprichters van de Iederwijs-school in Lopik op basis van ruim zes jaar ervaring. Het proces van de afgelopen jaren heeft hen steeds meer inzicht gegeven in wat ze doen en waarom het werkt. De resultaten zijn ernaar. Tijd om deze waardevolle inzichten naar buiten te brengen.

Iederwijs-Lopik startte in Schoonhoven. Inmiddels is de school gehuisvest in een ruim gebouw in Lopik, telt 40 kinderen in de leeftijd van 4 tot 18 jaar en heeft een lesrooster met zo’n 50 verschillende lessen per week. Naast de standaardvakken zoals lezen, schrijven en rekenen, Duits, wiskunde en maatschap-pijleer zijn er ook allerlei vakken die officieel helemaal niet bestaan, maar die ze wel ont-zettend boeiend vinden, zoals yoga of thea-tersport. Ook onderzochten ze bijvoorbeeld wat er in de film What The Bleep Do We Know gezegd wordt over kwantumfysica en wat dat voor hun eigen leven betekent. Ook is er de mogelijkheid om samen met een begeleider uit te zoeken hoe je daadwerkelijk vorm kan geven aan je verlangens. Verder is er los van het rooster volop ruimte voor spelen en lessen tussendoor.

Willen begrijpen wat werktOp basis van vertrouwen, communicatie, sa-men creëren en voortdurend onderzoeken met elkaar hebben de begeleiders inzicht gekregen in hoe kinderen in vrijheid kunnen leren en hoe er tegelijkertijd een respectvolle cultuur kan ontstaan waarin iedereen zich ge-zien, gehoord en begrepen voelt. ‘Iederwijs is niet vooraf bedacht, maar is ontstaan en ontstaat iedere keer weer vanuit de wens om permanent te willen begrijpen wat in een be-paalde situatie en bij een bepaald kind werkt en wat niet,’ vertelt Bas Rosenbrand, één van

de oprichters. ‘Vanuit het contact dat we met de kinderen hebben volgen we hen en krijgen we zicht op wat bij de kinderen speelt.’

Spelen‘Toen we met Iederwijs begonnen waren de dagen gevuld met spelen, spelen en nog eens spelen. Als je kinderen de ruimte geeft om zich-zelf te volgen gaan ze spelen. Een grote vraag naar lessen bleef uit.’ Na zes jaar is duidelijk geworden dat de eerste periode van spelen vooral ging over het ‘inhalen’ van een speeltekort. ‘Kinderen die op Iederwijs komen beginnen vaak te spelen met kinderen van die leeftijd waar-op zij zelf gestopt zijn met spelen omdat het niet meer mocht, er geen ruimte voor was of omdat het afgekeurd werd. Zo kun je een twaalfjarige tussen kleuters zien, of een veertienjarige met tienjari-gen. Als ze hun tekort hebben in-gehaald, zijn ze weer in balans en in contact met hun gevoel en dan gaan ze vanuit zichzelf om lessen vragen. We begrijpen nu dat tijdens de start van de school de kinderen bezig waren met het verwerken van de negatieve associaties van hun schoolverleden. Verschillende kin-deren noemen het ‘school-wounds. Spelen is een manier waarop kin-deren emotioneel hun ervaringen kunnen verwerken en integreren en steeds beter naar zichzelf en anderen kunnen luisteren. Zo ont-staat er meer helderheid over wie ze zijn, wat ze willen en hoe ze met anderen om kunnen gaan. Uitein-delijk levert het meer zelfkennis en meer innerlijke leiding op.’

GevoelHoe verder we komen met Ieder-wijs, hoe meer we ons realiseren wat voor essentiële plaats het ge-voel inneemt’, vertelt Bas enthou-siast. ‘Met je gevoel weet je of iets voor jou klopt of niet. Vanuit je ge-voel maak je je keuzes in wat je wilt doen en wat je wil leren.’ Kort-om, om in staat te zijn om vanuit je zelf om lessen te vragen is het een voorwaarde dat je contact hebt met je eigen gevoel. Hoe meer je in contact staat met je gevoel, hoe meer je datgene kunt doen dat bij je past. Vanuit je gevoel ontstaan je dromen, wensen en verlangens.

Van losse lessen naar een rooster

Naast de dagelijkse activiteiten, vriendschap, de natuur, de com-puter en spelen kregen de kinde-ren belangstelling voor leren via lessen. De lessen werden met de kinderen samen vorm gegeven, zo-dat ze precies aangepast zijn aan de leervraag en de behoefte van de kinderen. Want iedere situatie is anders en iedere begeleider is anders. Soms leren kinderen uit een boek, soms uit een methode, ze zoeken het op internet, soms wordt er ter plekke iets verzonnen wat past bij hun leervraag. Het is een proces van kijken wat er ge-beurt, wat wel en niet werkt en van evalueren.

In de praktijk bleek dat de vraag naar lessen in korte tijd enorm snel groeide. Daarom was het op een gegeven moment organisato-risch niet meer te doen om alle lessen in het moment te laten ont-staan. ‘Als oplossing hebben we op dat moment gekozen voor een lesrooster.

We hebben het jaar ingedeeld in vijf periodes van ongeveer zeven weken. Aan het begin van iedere periode wordt er geïnventariseerd wat de wensen van de kinderen zijn en wat het aanbod is vanuit de begeleiders. Dat wordt in een rooster samengevoegd. We zijn ie-dere keer onder de indruk van het enorm rijke aanbod dat ontstaat en waar uit gekozen kan worden. Bovendien zien we keer op keer met welke intensiteit en met welk doorzettingsvermogen kinderen zichzelf verder willen ontwikkelen, als ze kunnen leren wat ze zelf belangrijk vinden en dat kunnen vormgeven vanuit zichzelf.’

Wat levert zes jaar Iederwijs op?

- Kinderen zijn vrolijker en levens lustiger.- Allergieën en hoofdpijn verdwij nen, hun gezondheid en vitaliteit neemt toe.- Ze komen meer bij hun gevoel.- Hun creativiteit neemt toe.- Leren gaat sneller, efficiënter en effectiever.- Ze zijn zich bewust van zichzelf en de ander.- Ze laten hun eigenwaarde niet afhangen van oordelen van buitenaf.- Ze zijn zich meer bewust van wat ze willen met hun leven.- De aansluiting met vervolgscho len levert geen grote problemen op. Hun komst wordt als positief gezien, onder andere omdat ze gemotiveerd zijn.

Resultaten De resultaten van Iederwijs op korte en langere termijn zijn veler-lei. Deze resultaten sluiten perfect aan op de huidige maatschappij, waarin alles in een enorm tempo verandert en het absoluut niet voorspelbaar is hoe de wereld er over vijf of tien jaar uit zal zien. De hoeveelheid informatie neemt exponentieel toe en wat vandaag waar is, is morgen mogelijk al weer achterhaald. Als gevolg van deze snelle veranderingen zijn - behalve lezen, rekenen en schrijven - de traditionele vakken op de basis-school en het voortgezet onderwijs niet langer direct een afgeleide van wat je werkelijk nodig hebt. Ook bij bedrijven groeit op dit mo-ment juist de vraag naar mensen die flexibel en authentiek zijn, ver-antwoordelijkheid nemen, creatief zijn, kunnen samenwerken en snel kunnen leren. ‘Wat kinderen wer-kelijk nodig hebben is een basis in zichzelf, zodat ze van daaruit hun eigen keuzes kunnen maken en kunnen selecteren wat goed voor hen is, kunnen samenwerken en met de grote hoeveelheid informa-tie kunnen omgaan die er is,’ concludeert Bas Rosenbrand.

GREAT PLACE TO LIVE | editie Leren _13

Page 14: Newspaper

Geen pot met goud,

maar een antwoord

van binnen /

Door Bert van Rijnberk

Bert van Rijnberk en Sylvia

Monten zijn auteurs van

‘Het antwoord ben jij’,

www.hetantwoord

benjij.nl

Het onbewaakte ogenblik /

Door Noor Bongers

www.noorbongers.

blogspot.com

Geen pot met goud, maar een antwoord van binnen/

We zoeken allemaal naar de voor ons juiste richting. Het zoeken buiten onszelf is vaak juist een reden waarom we ons pad niet vinden. Het is dan alsof je op zoek bent naar de pot met goud, onderaan de regenboog. Door zo buiten jezelf te blijven zoeken, mis je de mogelijkheden die voorhanden zijn. Door nog harder te zoeken en te versnellen, vind je helemaal niets meer.

Je kunt je zorgen maken over je lot en het lot van anderen. Essentieel is dat je het lot niet kunt veranderen. De wereld is een mooie plek als je het kunt zien zoals het is. Er bestaat geen mislukking, maar er zijn wel lessen. De problemen waar je voor staat, bevatten ook de sleutel die onthult waar je voor staat; je persoonlijke waarden en drijfveren. Of het lot je deert of dat het je sterkt is aan jou. De oplossing is namelijk nooit buiten je te vinden, maar zit van binnen: jouw persoonlijke antwoord op het lot en het leven.

Het leven is zinvol en vol overvloed, wanneer jij het antwoord durft te zijn en te geven door jezelf te laten zien zoals je bent, zonder opsmuk. Wanneer je stopt te willen voldoen aan hoe het hoort. Wanneer het je niet meer uit-maakt wat er over je wordt gezegd. Wanneer je je hart voelt en volgt.

Wat helpt om in contact te komen met je innerlijk weten zijn de juiste vragen die je aan jezelf stelt en jouw bereidheid om je af te stemmen. Voel hoe het werkelijk met je is en luister naar wat je van binnen weet. Je bent hier om jouw unieke bijdrage te geven. Je beschikt over een onmetelijk en uniek potentieel. Houd het niet achter en leef de belofte die je bent!

Het onbewaakte ogenblik/Je leeft in overflow, je volgt je hart dat richting geeft. Je intentie bepaalt wat je gaat doen. Welke informatie je tot je neemt, welke niet. Welke lezing je gaat volgen, welk project je gaat deelnemen, met wie je wijn gaat drinken. En ondanks dat je zorgvuldig je keuzes maakt, stroomt je leven vol met informatie.

Uitnodigingen, mensen die je op de hoogte houden, échte vragen, kleine weetjes, belangrijke mededelingen. En dan de gewone post, rekeningen, brieven en héél soms een fax. Je wilt zelf op onderzoek uit en ontdekt nog 1000 keer zoveel. En dan ...... het onbewaakte ogenblik. ....

Een berg visitekaartjes gekregen op een congres, leg je even op je bureau neer. De post op de piano. Je vist uit je jaszak nog een telefoonnummer en een fijne folder. Iemand belde ook of je mee ging naar het theater. En wat wilde je ook alweer doen? Wat had je je voorgenomen voor vandaag? Oja! Eens goed nadenken en een strategie schrijven voor een belangrijk plan. Eh ..

Geef je het op? Go with the flow van het moment (en de rest is voor later?) of pak je een schep en ga je het één voor één aan? Ik ben gewend om, als Dagobert Duck in zijn geld, te zwemmen in 500 ongelezen e-mails en er iets uit te pakken als ik iets wil (vinden). Maar toch geeft dit enige onrust.

Getting things done. Tja .... maar hoe intiem is het, om dit onbewaakte ogenblik te onderzoeken? Wat doe je op het moment dat je informatie krijgt? Het opslaan in een 100% betrouwbaar systeem. Niet meteen tot ac-tie overgaan, maar eerst bedenken wat je er eigenlijk mee wilt. En dán pas gaan doen. Wat een verlichting! Het geeft je de mogelijkheid zelf te kiezen én de vrijheid om weer in het hier en nu te leven.

Want hoe zit je onbewuste altijd op vervelende momenten in je hoofd: “Heb je Robert al gebeld? Heb je daar nog aan gedacht?” Ja, nu wel, maar nu is het al avond en kan ik er niets mee.

Innovatie is ruimte maken. En dat geldt ook voor je eigen hoofd. Een leeg hoofd, waarmee je kan denken en handelen, waarmee je aandacht hebt voor dat wat je graag doet. Zonder gestoord te worden door alle dingen die je graag nog zou doen, of ..... moet doen.

En innovatie is structuur: informatie op vaste plekken verzamelen, dán be-tekenis geven, dán ordenen en dán pas actie, geeft zoveel rust! Het geeft dromers en chaoten vrije ruimte óm te dromen. In een netwerk waar de ontmoetingen altijd over belangrijke zaken gaan: je ambities, perspectieven en hoe deze te realiseren, samen.

De inhoud is waar je je naar wilt richten. Jammer van die berg informatie die je er dan bij krijgt, de overload, het gevolg van al je eigen dromen. En hoe ga je dáár nu mee om?

A tribute to www.meereffect.nl

Nieuwe generatie wil van huis uit sociaal innoveren/Driekwart van de technische innovaties ontstaat door sociaal innoveren, door ver-nieuwend samenwerken. Dat was de conclusie uit onderzoek van de Erasmus Uni-versiteit. Aart Bontekoning keek op zijn beurt naar een eventuele relatie met een bepaalde generatie, door de tijd heen. Zijn conclusie? Een nieuwe manier van sa-menwerken, dat is precies wat elke nieuwe generatie wil.

Nieuwe generaties kunnen een bedrijf eigentijds en innovatief maken. Met die wetenschap ligt het succes voor het oprapen. Bij TomTom wordt bewust met jonge mensen uit verschil-lende culturen gewerkt om productinnovatie te bevorderen. BViT ondersteunt jonge onder-nemers van de TU Delft bij het bundelen van hun krachten; en ook Urbanology, een multime-dia bedrijf uit Haarlem, creëert met jonge professionals een innovatief werkklimaat.

De belangrijkste vier pijlers van deze succesvolle innovatieve bedrijfscultuur zijn: de profes-sionals bewust maken van eigen krachten (1), deze kwaliteiten bundelen met de krachten van andere professionals (2), informele open directe communicatie en kennisuitwisseling (3) en een sterke focus op concrete economische resultaten (4).

Waar innovatie en samenwerken bij deze jonge bedrijven zo gemakkelijk lijkt te gaan, is dat in veel (grotere) ‘oudere’ bedrijven een moeizaam proces. De bedrijfscultuur is opgebouwd door de oudere generatie. En die laat de vernieuwende invloed van de jongste generatie niet vanzelfsprekend toe. Overigens ook die van de oudste generatie niet!

Het zijn herkenbare, maar ook kostbare en pijnlijke vergissingen. Kostbaar, omdat evoluti-onair belangrijke vernieuwingsprocessen stagneren. Nieuwe generaties ‘willen’ van nature namelijk de evolutie van ‘hun´ bedrijf bevorderen, iedere levensfase opnieuw. Pijnlijk, omdat de ontwikkeling van een generatie professionals stagneert en dat gaat gepaard met nega-tieve emotionele en fysieke effecten. Iedere generatie is in haar volgende levensfase de nieuwe generatie. In het verschil met de voorgaande generatie in diezelfde levensfase zit precies de sociale innovatie. De Screenagers (1985-2000) vormen momenteel een nieuwe generatie junioren en de Protest-generatie (1940-1955) een nieuwe generatie senioren.

Het sociaal innoveren gaat soepel als de omstandigheden gunstig zijn. Innovatie stagneert als de condities ongunstig zijn. In de praktijk van genoemde jonge bedrijven werkt de om-geving voor de jongste generatie helemaal mee. Het gaat vaker mis in het scheppen van voorwaarden bij de verdere ontplooiing van de nieuwe generatie senior-professionals. Daar ligt een braakliggend terrein.

Ik zie veel misverstanden waardoor sociale innovatie wordt geremd. Neem de Protestgene-ratie (1940-1955), zij vond het polderen uit. Diezelfde generatie transformeert nu naar ‘een nieuwe vitale generatie senior-professionals’. Maar dat wordt nauwelijks gezien. Andere generaties denken dat deze ‘ervaren rotten’ stilstaan. Niets is minder waar. De Pragmatische Generatie (1970-1985) wordt nogal eens als egoïstisch getypeerd. Maar het zijn ‘zeer sociale dieren’, die netwerkend ‘lerende organisaties’ willen bouwen, waar in een open collegiale sfeer vanuit passie vlot concrete resultaten worden geboekt.

De bescheiden Generatie X’ers (1955-1970) worden door de andere generaties als onzichtbaar en weinig invloedrijk getypeerd. Zij zijn echter de nieuwe leiders. Ze ontwikkelen een eigen stijl: staan bij voorkeur tussen de mensen, maken hen bewust van ‘wat er speelt’ en gaan graag door op wat bewezen werkt.

Hun grootste uitdaging is ‘verschillen constructief benutten’. We zullen binnenkort ervaren dat hun invloed onopvallend doortastend en diepgaand is.

De Screenagers (1985-2000), ofwel Generatie Einstein, staan voor de poort. Slimme au-thentieke multitaskers, die nu al veel aandacht krijgen. Zullen zij een laatste zet geven aan enkele fundamentele veranderingen? Zorgen zij ervoor dat de authentieke professional daadwerkelijk - dat wordt nu vaak alleen met de mond beleden - centraal komt te staan in de bedrijfscultuur?! Hun voorgangers van de Pragmatische Generatie ergeren zich al jaren aan oeverloos gepol-der, trage besluitvorming en traag leren van fouten. Maar ze pasten zich ongewild massaal aan. Gaan de Screenagers dat niet doen?! Of hoe gaan de oudere generaties ervoor zorgen dat ze dat niet doen?!

De jongste generatie is ook heel kwetsbaar! Het risico dat jonge talentvolle Screenagers vroeg sneuvelen doet zich vooral voor in bedrijven die de vernieuwende invloed van de Prag-matische Generatie nauwelijks hebben toegelaten.

Nieuwe generaties kunnen een bedrijf eigentijds en innovatief maken. Het wordt tijd dat we deze evolutionaire processen zien en steunen. Met het oog op hun levensgeluk en profes-sionele ontplooiing en op het sociaal-economische geluk van BV Nederland.

GREAT PLACE TO LIVE | editie Leren _14

Page 15: Newspaper

Nieuwe generatie wil

van huis uit sociaal

innoveren /

Door Aart C.

Bontekoning

Voor het proefschrift en

artikelen over generaties van

Aart Bontekoning, zie

www.aartbontekoning.com

Urban Studio

– projectweek van de

Hogeschool Rotterdam /

Door Carolien van den Akker

Communication & Multimedia

Design van de Hogeschool

Rotterdam en mede initiatief-

nemer Urban Studio.

Nooit zal ik vergeten hoe

mijn dochter – toen 11 – een

fel, levendig, diepdoorvoeld

leesverslag had geschreven.

Trots was ik: Mijn kind!

Wat zei de juf? De indeling

deugt niet.

Over! Over bleef een

opgemaakt lijk...’

(column Hella Kuipers,

Trouw-website)

Urban Studio/ projectweek van de Hogeschool Rotterdam ‘Eigenlijk zou er een week in het jaar moeten zijn waarin onze studenten er op uit trekken. Weg uit het schoolgebouw, de stad in. Weg van achter hun laptops waar ze dag in dag uit aan vastgeplakt zitten. Een week waarin ze Rotterdam leren kennen.’

Wat in maart 2006 begon als een gesprek in de kroeg tussen collega’s van de opleiding Communication en Multimedia Design van de Hogeschool Rot-terdam, kreeg twee maanden later vorm in de projectdagen Urban Studio.

Inmiddels is het uitgegroeid tot een jaarlijks terugkerend evenement waarin alle 250 eerstejaars studenten van de drie opleidingen van het mediaclus-ter van de Hogeschool Rotterdam een week lang op ontdekkingstocht gaan door de stad waar ze studeren.In groepen van vijftien volgen de studenten workshops bij architecten, multimedia designers, dansers, filosofen, beeldend kunstenaars, muziekproducten, grafisch vormgevers en modeontwerpers. De workshops vinden plaats op locatie, in ateliers, studio’s en ook buiten in een stadstuin. Alle workshopleiders werken vanuit hun eigen expertise met de studenten. Zo kan het voorkomen dat de ene groep studenten een eigen choreografie ontwikkelt, een andere groep een eigen rap produceert en een derde groep met ducktape een tijdelijk hotel bouwt in de tuin van een kunstenaarsiniti-atief. Wel volgen alle workshops als grove richtingaanwijzer een overkoepe-lend thema. In 2007 bijvoorbeeld was het thema ‘Habitat Amor’, ofwel plek van liefde. Studenten probeerden erachter te komen welke plek het best bij hen paste. Alle projecten die de studenten tijdens de week ontwikkelen, leggen ze vast met videocamera’s.

Om de sociale cohesie tussen studenten en docenten van de opleidingen te vergroten –we heb-ben de ambitie om met elkaar een lerende gemeenschap te vormen- hebben we gekozen voor een gezamenlijke opening en afsluiting van Urban Studio. Op maandagochtend aan het begin van de projectweek komen alle studenten bijeen voor een minisymposium. Zo sprak tijdens de 2007-editie Habitat Amor Dominee Visser over de bijzondere plek die hij in Rotterdam heeft gecreëerd met de Pauluskerk. En beeldend kunstenaar Jeroen Jongeleen gaf een toelichting op zijn kunst. Met graffiti, stickers en illegale klimacties laat hij een spoor achter in de stad, zijn werkterrein bij uitstek. Op de laatste dag van de projectweek, op donderdagmiddag, komen alle studenten opnieuw samen. In wat vaak een race tegen de klok wordt, editen ze hun zelf geschoten video-materiaal tot korte films van drie minuten. Een jury van Rotterdamse multimedia professionals beoordeelt het filmmateriaal. Het team van studenten met het meest creatieve project of span-nende film wint een overnachting voor twee personen in eigen stad.

Waarom al deze moeite? Ofwel: wat levert Urban Studio op? Allereerst ontwikkelen studenten hun creativiteit. Ook leren ze samenwerken met studenten af-komstig uit andere disciplines. En zij voelen zich meer verbonden met de stad waar ze studeren. Waar het overgrote deel bij ouders woont en dagelijks vanuit Zeeland of Barendrecht met bus en trein rechtstreeks naar school reist, trekken ze er nu op uit. Urban Studio betekent een ver-ruiming van hun wereldbeeld. En ze krijgen oog voor de potentie van de stad: de stad als studio, als plek waar de ideeën voor het oprapen liggen.

‘Be the change you want to see

in the world.’Mahatma Gandhi

GREAT PLACE TO LIVE | editie Leren _15

Page 16: Newspaper

Fotografie: Walter Sietinga

/NoorwoordNoor Bongers

/Van co2 naar eco3Interview met Henk Oosterlingen Ans StolkNoor en Leo

/Alleen voor wakkere mensenChristy van den Putten

/Lerarentekort, Hoera!Guido van de Wiel

/Intensief weten leidt tot nieuwe inzichtenArjo Klamer

/Leren met gevoelMarja de Vries

/Over zwarte gatenThera de Jonge

/Mohammed Sini, Onderwijs is de sleutel tot beschavingNoor en Lotte

/Geen pot met goudBert Rijnberk

/Als onzekerheid mag, krijgt passie een plekJörg Tölke door Marie José Pas

/Spontaniteit en creativiteit in het onderwijsJeroen Doensen

/Hetonbewaakte ogenblikNoor Bongers

/Levenslust met resultaatNoor Bongers

/Opgroeien in verbondenheidMarijke Sluiter

/Leren vanuit intrinsieke motivatie Jooske Haije

/Generaties en sociale innovatieAartBontekoning

/Academie voor de Kunst van het SamenlevenAart Wijnen in combinatie met artikel Bert van Lamoen

/Urban StudioCarolien van den Akker

/Een revolutionaire dagMeestersadvies

/Zin in de toekomstMauk Mulder en Jan Vaessen

/AanrakenMarijke Sluiter

Great Place to Live

Jaargang 3 uitgave 3

Oplage 15.000

HoofdredactieSonja van der Sar

Noor Bongers

[email protected]

RedactieteamRob van der Poel

Perry Oostrum

Sandra van Kolfschoten

Gerjanne Tiemens

Jeroen Doensen

Linde ten Broek

Grafisch Ontwerpwww.nothingfancy.nl

DistributieMarianne Haverkamp

[email protected]

DrukkerijHazewinkelpers, Groningen

Schrijvers en speciale dank aanRobert Jan Kooiman

Marie José Pas

Guido van der Wiel

Thera de Jonge

Jörg Tölke

Marijke Sluiter

Henk Oosterling

Ans Stolk

Leo Lamb

Mauk Mulder

Jan Vaessen

Arjo Klamer

Mohamed Sini

Lotte Holwerda

Jooske Haije

Aart Wijnen

Bert van Lamoen

Joke Lunsing

Christy van den Putten

Vincent Huijbers

Admar Kwant

Marja de Vries

Bert van Rijnberk

Bregje Paulussen

Thieu Besselink

Thomas van der Meer

Dirk Sierd de Vries

Maurice de Vries

Jorina Horzelenberg

Conny Daansen

Chris Sigaloff

Jeroen Gerth

Hans Mestrum

Nadia Colombo

Aart Bontekoning

Lisette Togtema

Carolien van den Akker

Walter Sietinga

Guido Krolla

Uta Latendorf

Kristof de Ridder

En natuurlijk het bestuur:Chiel Vaessen

Willemijn Phielix

Lykle de Vries

Sanne Roemen

Mariëlle Sijgers

Noor Bongers

Wil je de volgende krant thuis ontvangen? Meedoen aan één van de programma’s of er zelf een organiseren? Dat kan. Stuur je adres en wensen naar:[email protected].

Donaties voor het ontwikkelen van Great Place to Live én voor het ontvan-gen van de krant kun je storten op 3109.38.724 t.n.v. Stichting Great Place to Live in Amersfoort.

www.greatplacetolive.nlóók voor het bestellen van het t–shirt, zoals de drummer van ALL MISSING PIECES.

GREAT PLACE TO LIVE | leven = Leren = leven