New TG ORNIMAT Ned · 2017. 5. 31. · 3.1 TRANSPORT EN OPSLAG 9 3.2 BEWERKING 10 3.3 GEVELOPBOUW...

27

Transcript of New TG ORNIMAT Ned · 2017. 5. 31. · 3.1 TRANSPORT EN OPSLAG 9 3.2 BEWERKING 10 3.3 GEVELOPBOUW...

Page 1: New TG ORNIMAT Ned · 2017. 5. 31. · 3.1 TRANSPORT EN OPSLAG 9 3.2 BEWERKING 10 3.3 GEVELOPBOUW 11 3.3.1 DRAAGSTRUCTUUR 11 ... dit betekent verticaal toegepast, ... Voor lijmleveranciers
Page 2: New TG ORNIMAT Ned · 2017. 5. 31. · 3.1 TRANSPORT EN OPSLAG 9 3.2 BEWERKING 10 3.3 GEVELOPBOUW 11 3.3.1 DRAAGSTRUCTUUR 11 ... dit betekent verticaal toegepast, ... Voor lijmleveranciers

ORNIMAT® GEVELBEKLEDINGSPLATEN technische gegevens

1 september 2004 * 1

INHOUDSTAFEL

1 SAMENSTELLING - TOEPASSINGSGEBIED 3

1.1 SAMENSTELLING 3 1.2 TOEPASSINGSGEBIED 3

2 MATERIAALGEGEVENS 4

2.1 GAMMA 4 2.1.1 MATEN EN TOLERANTIES 4 2.1.2 MOGELIJKHEDEN 5 2.1.3 KLEUREN 6 2.1.4 HULPSTUKKEN 7 2.2 EIGENSCHAPPEN 8 2.3 GARANTIE 8

3 PLAATSING 9

3.1 TRANSPORT EN OPSLAG 9 3.2 BEWERKING 10 3.3 GEVELOPBOUW 11 3.3.1 DRAAGSTRUCTUUR 11 3.3.2 ISOLATIE 16 3.3.3 VERLUCHTE SPOUW 16 3.3.4 BEVESTIGING 16 3.3.5 VOEGEN - VOEGPROFIELEN 18 3.4 DETAILS 19 3.5 SPECIALE TOEPASSINGEN 23 3.5.1 POTDEKSELEN 23 3.5.2 PLAFONDS 24 3.6 ONDERHOUD 25

4 BESTEKVOORSCHRIFT 26

4.1 TRANSPORT EN OPSLAG 26 4.2 PLAATSING 26

Page 3: New TG ORNIMAT Ned · 2017. 5. 31. · 3.1 TRANSPORT EN OPSLAG 9 3.2 BEWERKING 10 3.3 GEVELOPBOUW 11 3.3.1 DRAAGSTRUCTUUR 11 ... dit betekent verticaal toegepast, ... Voor lijmleveranciers

technische gegevens ORNIMAT® GEVELBEKLEDINGSPLATEN

2 1 september 2004 *

Vergewis u ervan steeds de meest recente versie van de technische gegevens te raadplegen. Deze zijn te bekomen op eenvoudige aanvraag.

Page 4: New TG ORNIMAT Ned · 2017. 5. 31. · 3.1 TRANSPORT EN OPSLAG 9 3.2 BEWERKING 10 3.3 GEVELOPBOUW 11 3.3.1 DRAAGSTRUCTUUR 11 ... dit betekent verticaal toegepast, ... Voor lijmleveranciers

ORNIMAT® GEVELBEKLEDINGSPLATEN technische gegevens

1 september 2004 * 3

1 SAMENSTELLING - TOEPASSINGSGEBIED

1.1 SAMENSTELLING SVK Ornimat® platen zijn decoratieve vlakke vezelcement platen voor gevelbekleding waarvan de zichtzijde afgewerkt is met een tweecomponenten polyurethaan verfsysteem met een gelijkvormig mat uitzicht. SVK Ornimat® platen worden vervaardigd op basis van een homogeen mengsel van Portlandcement, geselecteerde vezels en water. Deze grondstoffen worden in de juiste verhouding gemengd. Dit mengsel wordt in een rondzeefmachine (Hatschek) onder bestendige druk in dunne laagjes op een formaatwals afgezet tot de gewenste plaatdikte bekomen wordt. Na het persen en uitharden worden de platen extra gedroogd zodat de platen na de eerste krimpfase hun uiteindelijke afmetingen verkrijgen. Beperkte krimpverschijnselen kunnen achteraf nog optreden en zijn intrinsiek aan het materiaal. Vervolgens worden er op de onderzijde een drenklaag en op de zichtzijde 2 grondlagen aangebracht. De platen worden desgewenst op maat gezaagd en voorzien van een duurzame tweecomponenten polyurethaan verfsysteem met een gelijkvormig mat uitzicht. SVK Ornimat® platen kunnen in de volgende uitvoeringen geleverd worden: - op maat verzaagd, gekantrecht en met gekleurde plaatranden; - idem, voorgeboord; - niet gekantrecht (standaardafmetingen), enkel voor pasplaten waarbij de afmetingen op het moment van

de bestelling nog niet gekend zijn. Deze worden op de werf verzaagd. De randen worden handmatig bijgekleurd (extra verf op aanvraag).

1: grondstoffenmengers 8: droogkamer 2: grote roerkuip 9: aanbrengen grondlagen 3: verdunningsroerkuip 10: zaaginstallatie 4: papbakken 11: verfinstallatie 5: formaatwals 12: op maat verzaagde, gecoate SVK Ornimat® 6: pers 13: gecoate SVK Ornimat® in standaardafmetingen 7: droogkamer

Fig. 1 Productieproces SVK Ornimat®

1.2 TOEPASSINGSGEBIED De Ornimat® platen kunnen binnen of buiten toegepast worden als:

- gevelbekleding; dit betekent verticaal toegepast, niet onder helling; - dakrandafwerking; - plafondbekleding.

Page 5: New TG ORNIMAT Ned · 2017. 5. 31. · 3.1 TRANSPORT EN OPSLAG 9 3.2 BEWERKING 10 3.3 GEVELOPBOUW 11 3.3.1 DRAAGSTRUCTUUR 11 ... dit betekent verticaal toegepast, ... Voor lijmleveranciers

technische gegevens ORNIMAT® GEVELBEKLEDINGSPLATEN

4 1 september 2004 *

2 MATERIAALGEGEVENS

2.1 GAMMA 2.1.1 MATEN EN TOLERANTIES Afmetingen: De platen worden op maat geleverd. Maximum afmetingen: 3070 mm x 1220 mm. Dikte: 8 mm. Maattoleranties (EN 12467: 2004): lengte - breedte +/- 1,5 mm dikte +/- 0,8 mm haaksheid +/- 2 mm/m rechtheid van de zijden +/- 1 mm/m.

Page 6: New TG ORNIMAT Ned · 2017. 5. 31. · 3.1 TRANSPORT EN OPSLAG 9 3.2 BEWERKING 10 3.3 GEVELOPBOUW 11 3.3.1 DRAAGSTRUCTUUR 11 ... dit betekent verticaal toegepast, ... Voor lijmleveranciers

ORNIMAT® GEVELBEKLEDINGSPLATEN technische gegevens

1 september 2004 * 5

2.1.2 MOGELIJKHEDEN De platen worden op maat geleverd en kunnen in nagenoeg alle mogelijke vormen gezaagd worden. Er dient wel rekening gehouden te worden met het transport en de manipulatie van de platen, dat enige beperking van de mogelijkheden met zich mee kan brengen. Om vergissingen te vermijden, gelieve de bestelling als volgt door te geven:

Fig. 2: Voorbeeld bestelling Ornimat platen Dit is een voorbeeld waarbij zowel boorgatenplan, een ronde uitsparing, een schuine zaagsnede en een hoekuitsparing voorkomen. Indien SVK zelf voor uitvoeringstekeningen moet zorgen, kunnen hiervoor extra kosten aangerekend worden. Dit kan besproken worden met de commerciële dienst van SVK bij het plaatsen van de bestelling.

Page 7: New TG ORNIMAT Ned · 2017. 5. 31. · 3.1 TRANSPORT EN OPSLAG 9 3.2 BEWERKING 10 3.3 GEVELOPBOUW 11 3.3.1 DRAAGSTRUCTUUR 11 ... dit betekent verticaal toegepast, ... Voor lijmleveranciers

technische gegevens ORNIMAT® GEVELBEKLEDINGSPLATEN

6 1 september 2004 *

2.1.3 KLEUREN De SVK Ornimat® platen zijn in 20 standaardkleuren en 6 designkleuren verkrijgbaar: 51: beige (KS) 53: parelgrijs (KS) 54: grijs (KS) 55: wit (KS) 56: grijsblauw (KS) 60: lichtgrijs (KS) 61: zwart (KS) 63: rood (KS) 68: donkergrijs (KS) 69: antracietgrijs (KS)

70: pastel geel (KS) 71: pastel licht beige (KS) 75: pastel violet (KS) 77: pastel midden blauw (KS) 78: pastel groen (KS) 79: wolkenwit (KS) 765: lichtbruin (KS) RAL 1015: ivoorwit (KS) RAL 3002: karmijnrood (KS) RAL 9010: eischelpwit (KS)

Design 130: zinkgrijs (KD) 131: tingrijs (KD) 132: eclipsgrijs (KD) 133: roestbruin (KD) 134: kaneelbruin (KD) 135: lavarood (KD)

KS: zit in de standaardkleurenwaaier KD: zit in de designkleurenwaaier Beide kleurenwaaiers zijn op aanvraag te bekomen. Ze kunnen tevens geleverd worden in talloze andere RAL-kleuren (Fascher-Farbefächer RAL-75): 1004: Goldgelb goudgeel 1007: Narzissengelb narcisgeel 1012: Zitronengelb citroengeel 1013: Perlweiss oesterwit 1014: Elfenbein ivoor 1017: Safrangelb saffraangeel 1019: Graubeige grijsgeel 1021: Rapsgelb koolzaadgeel 2001: Rotorange roodoranje 2003: Pastellorange pasteloranje 2004: Reinorange puuroranje 3000: Feuerrot vlamrood 3009: Oxidrot oxiderood 3012: Beigerot beigerood 3015: Hellrosa lichtrose 3018: Erdbeerrot aardbeienrood 3020: Verkehrsrot verkeersrood 5001: Grünblau groenblauw 5002: Ultramarinblau ultramarineblauw 5003: Saphirblau saffierblauw 5007: Brilliantblau briljantblauw

5008: Graublau grijsblauw 5009: Azurblau azuurblauw 5010: Enzianblau gentiaanblauw 5011: Stahlblau staalblauw 5012: Lichtblau lichtblauw 5013: Kobaltblau kobaltblauw 5014: Taubenblau duivenblauw 5015: Himmelblau hemelblauw 5017: Verkehrsblau verkeersblauw 5020: Ozeanblau oceaanblauw 6001: Smaragdgrün smaragdgroen 6002: Laubgrün bladgroen 6003: Olivgrün olijfgroen 6004: Blaugrün blauwgroen 6005: Moosgrün mosgroen 6012: Schwarzgrün zwartgroen 6017: Maigrün meidoorngroen 6019: Weissgrün pastelgroen 6021: Blassgrün bleekgroen 6027: Lichtgrün lichtgroen 7001: Silbergrau zilvergrijs

7005: Mausgrau muisgrijs 7009: Grüngrau groengrijs 7011: Eisengrau ijzergrijs 7016: Anthrazitgrau antracietgrijs 7021: Schwarzgrau zwartgrijs 7022: Umbragrau schaduwgrijs 7024: Graphitgrau grafietgrijs 7032: Kieselgrau kiezelgrijs 7034: Gelbgrau geelgrijs 7035: Lichtgrau lichtgrijs 7036: Platingrau platinagrijs 7039: Quarzgrau kwartsgrijs 8007: Rehbraun reebruin 8008: Olivbraun olijfbruin 8011: Nussbraun notenbruin 8014: Sepiabraun sepiabruin 8019: Graubraun grijsbruin 8022: Schwarzbraun zwartbruin 9001: Cremeweiss crème 9002: Grauweiss grijswit

Opmerking: deze RAL-kleuren zijn verkrijgbaar vanaf 100 m² of meer. Kleinere hoeveelheden op aanvraag. De plaatranden worden meegekleurd. Wanneer de platen verschroefd worden, kunnen wij op aanvraag ook beide zijden van de plaat van dezelfde of een verschillende kleurlaag voorzien. SVK behoudt zich het recht voor kleuren te schrappen of toe te voegen zonder voorafgaande verwittiging.

Page 8: New TG ORNIMAT Ned · 2017. 5. 31. · 3.1 TRANSPORT EN OPSLAG 9 3.2 BEWERKING 10 3.3 GEVELOPBOUW 11 3.3.1 DRAAGSTRUCTUUR 11 ... dit betekent verticaal toegepast, ... Voor lijmleveranciers

ORNIMAT® GEVELBEKLEDINGSPLATEN technische gegevens

1 september 2004 * 7

2.1.4 HULPSTUKKEN 2.1.4.1 Schroeven Gevelplaatschroef met gekleurde kop: Deze schroef, waarvan de kop voorzien is van een epoxy poederkleurcoating, wordt gebruikt voor de zichtbare bevestiging van SVK Ornimat® platen op een houten draagstructuur. De schroef is vervaardigd uit roestvast staal, kwaliteit A2 (AISI 304). In de kuststreken is het aan te raden kwaliteit A4 (AISI 316) te gebruiken. De kop met TORX T20 zorgt voor minder slijtage van de bitjes en is bijzonder geschikt voor verwerking met een automatische schroevendraaier. De epoxy poederkleurcoating is verkrijgbaar in alle kleuren. Tabel 1: schroefafmetingen

diameter x lengte schroef (mm x mm) boordiameter in mm

4,8 x min. 38 min. 6,5

Fig. 3 Gevelplaatschroef met gekleurde kop

2.1.4.2 Lijm Voor lijmleveranciers kan u contact opnemen met onze technisch-commerciële dienst. 2.1.4.3 Voegprofielen 2.1.4.3.1 Verticaal voegprofiel bij schroeven

Fig. 4 Voegprofiel in EPDM Bevestiging van het profiel: nieten of lijmen. Enkel voor verticale voegen. 2.1.4.3.2 Voegprofiel bij verlijming

Fig. 5 Voegprofiel in geanodiseerd aluminium Bevestiging van het profiel: lijmen. Voor verticale en horizontale (zie 3.3.5.2) voegen. 2.1.4.4 Afwerkingsprofielen Deze profielen (binnenhoekprofiel, buitenhoekprofiel, ventilatierooster, …) worden gebruikt voor de randafwerking van SVK Ornimat® gevelbekledingen. Voor verdere inlichtingen kan u contact opnemen met onze technisch-commerciële dienst of onze verkoopdienst.

Page 9: New TG ORNIMAT Ned · 2017. 5. 31. · 3.1 TRANSPORT EN OPSLAG 9 3.2 BEWERKING 10 3.3 GEVELOPBOUW 11 3.3.1 DRAAGSTRUCTUUR 11 ... dit betekent verticaal toegepast, ... Voor lijmleveranciers

technische gegevens ORNIMAT® GEVELBEKLEDINGSPLATEN

8 1 september 2004 *

2.2 EIGENSCHAPPEN Mechanische eigenschappen: - minimum buigweerstand – nat: (EN 12467: 2004): klasse 5, min. 24 N/mm² - elasticiteitsmodulus E: min. 15.000 N/mm² Fysische eigenschappen: - volumieke massa – ovendroog: (EN 12467: 2004): min. 1.700 kg/m³ - lineaire thermische uitzettingscoëfficiënt: α = 0,012 mm/mK - warmtegeleidingscoëfficiënt: λ = 0,39 W/mK - de platen zijn bestand tegen micro-organismen en schimmels, tegen alkaliën en verdunde zuren - brandreactie: klasse A1 (NBN S 21-203) bijdrage tot brandvoortplanting klasse 1 (NEN 6065)

2.3 GARANTIE SVK garandeert gedurende 10 jaar de weerstand en de duurzaamheid van Ornimat platen. Deze garantie is slechts geldig wanneer de platen vakkundig en volgens onze plaatsingsvoorschriften gestockeerd en geplaatst zijn. Een garantiecertificaat kan per project aangevraagd worden.

Page 10: New TG ORNIMAT Ned · 2017. 5. 31. · 3.1 TRANSPORT EN OPSLAG 9 3.2 BEWERKING 10 3.3 GEVELOPBOUW 11 3.3.1 DRAAGSTRUCTUUR 11 ... dit betekent verticaal toegepast, ... Voor lijmleveranciers

ORNIMAT® GEVELBEKLEDINGSPLATEN technische gegevens

1 september 2004 * 9

3 PLAATSING

3.1 TRANSPORT EN OPSLAG De platen worden geleverd op paletten die ingedeeld worden op de volgens SVK beste manier. Indien men een voorkeur heeft wat de indeling van de paletten betreft, kan dit steeds overwogen worden. Hiervoor kan een meerprijs gevraagd worden; te bespreken met de commerciële dienst van SVK. De platen worden met hun beeldzijde op elkaar geplaatst met telkens een inlegblad van PF-schuim ertussen als bescherming. Tijdens het transport dienen de platen met een dekzeil te worden beschermd. Ze dienen opgeslagen te worden op een vlakke, stabiele en droge ondergrond in een overdekte en goed geventileerde ruimte. Op het werk dienen ze te worden beschermd tegen alle weersinvloeden. Daar de manier van stockeren op de werf vaak niet optimaal is, adviseren wij de platen pas te laten leveren op het werk kort voor de plaatsing. Tijdens de behandeling, transport en opslag moeten de inlegbladen op hun plaats blijven. De maximale stapelhoogte bedraagt 1 meter. Bij het transport van losse platen dienen deze op hun kant gedragen te worden. Vanzelfsprekend worden de platen voorzichtig behandeld om beschadigingen van het zichtvlak en de hoeken te voorkomen. De voorzorgsmaatregelen tegen beschadigingen worden bepaald door de methode van bouwen, de organisatie van de bouw en vooral door het tijdstip van de montage. We willen daarom ook benadrukken dat het voorkomen van beschadigingen door het kiezen van de juiste werkmethode of organisatie van de bouw steeds effectiever is dan welke bescherming ook. Het verdient daarom ook aanbeveling de elementen pas te plaatsen na het beëindigen van de ruwbouw. Tijdens de bouwperiode dient men te voorkomen dat de elementen worden verontreinigd.

Page 11: New TG ORNIMAT Ned · 2017. 5. 31. · 3.1 TRANSPORT EN OPSLAG 9 3.2 BEWERKING 10 3.3 GEVELOPBOUW 11 3.3.1 DRAAGSTRUCTUUR 11 ... dit betekent verticaal toegepast, ... Voor lijmleveranciers

technische gegevens ORNIMAT® GEVELBEKLEDINGSPLATEN

10 1 september 2004 *

3.2 BEWERKING SVK verzaagt de Ornimat® platen op maat en kan ook de eventuele bevestigingsgaten voorboren. Dit biedt de volgende voordelen: - perfecte afwerking; - precieze maatvoering; - geen afval op het werk; - meegekleurde plaatranden. Als de materialen nadien op het werk bewerkt worden, neemt men de volgende voorzieningen: Zagen: - het is aangewezen Ornimat ® platen droog te verzagen en stofafzuiging te voorzien; - gebruik een zaag bij voorkeur bekleed met diamant. Het zaagblad is stabiel; dikte ± 3 mm; - de schijf dient te draaien van de zichtzijde naar de achterzijde toe. Dit levert een zuivere

zaagsnede op aan de zichtzijde. Het toerental bedraagt 3500 à 4500 toeren per minuut; - de snijranden kunnen glad afgewerkt worden met behulp van schuurlinnen nr. 220; - wanneer Ornimat® platen op het werk verzaagd worden, dienen de zaagkanten bijgekleurd te

worden. Hiervoor kan steeds, op aanvraag, een potje verf meegeleverd worden.

Boren: - met een hardmetalen boor met widia-punt. Het toerental bedraagt 1500 toeren per minuut; - de boor wordt aangescherpt onder een hoek van 60° - 80°. Dit geeft een langere standtijd en

verhoogt het indringen van de boor in de plaat; - gebruik een boor met stofafzuiging en plak de plaat ter hoogte van de plaats van het boorgat af

om beschadiging van de coating te vermijden; - om uitzetting van de plaat mogelijk te maken, dient het boorgat groter te zijn dan de diameter van

de schroef (zie 2.1.4.1). Ook cirkels uitzagen uit SVK Ornimat® is mogelijk. Eerst boort men een gaatje, waarna men de cirkel uitzaagt met een decoupeerzaag, bij voorkeur bekleed met diamant.

Fig. 6 Cirkel in SVK Ornimat® plaat Opmerking: Bij veelvuldig zagen en boren op het werk en bij het werken in gesloten ruimtes dient een stofafzuiginstallatie voorzien te worden op de apparatuur.

Page 12: New TG ORNIMAT Ned · 2017. 5. 31. · 3.1 TRANSPORT EN OPSLAG 9 3.2 BEWERKING 10 3.3 GEVELOPBOUW 11 3.3.1 DRAAGSTRUCTUUR 11 ... dit betekent verticaal toegepast, ... Voor lijmleveranciers

ORNIMAT® GEVELBEKLEDINGSPLATEN technische gegevens

1 september 2004 * 11

3.3 GEVELOPBOUW Zowel bij nieuwbouw als bij renovatiewerken vervult een SVK Ornimat® gevelbekleding verschillende functies: - het omhullen van het gebouw op een esthetisch verantwoorde wijze; - het vormen van een regenscherm; - de mogelijkheid geven tot thermisch en akoestisch isoleren; - optredende belastingen overdragen op de massieve achterconstructie. Algemene principes: Om alle bovengenoemde functies optimaal te kunnen vervullen, wordt een gevelbekleding uit verschillende elementen opgebouwd: - draagstructuur; - eventueel isolatie; - geventileerde spouw; - SVK Ornimat® platen die een esthetische afwerking bieden. 3.3.1 DRAAGSTRUCTUUR De verschillende draagconstructies waarop de SVK Ornimat® platen kunnen aangebracht worden, worden besproken in de volgende hoofdstukken. De draagstructuur brengt de belastingen die aangrijpen op de gevelpanelen (windbelasting en eigengewicht) over op de achterconstructie (metselwerk, beton …). Zij dient volledig vlak te zijn om een mooie, strakke gevel te bekomen. Indien de achterconstructie niet vlak is, moet de draagstructuur uitgevlakt worden.

Fig. 7 Typedoorsnede van een verlijmde gevelbekleding

Page 13: New TG ORNIMAT Ned · 2017. 5. 31. · 3.1 TRANSPORT EN OPSLAG 9 3.2 BEWERKING 10 3.3 GEVELOPBOUW 11 3.3.1 DRAAGSTRUCTUUR 11 ... dit betekent verticaal toegepast, ... Voor lijmleveranciers

technische gegevens ORNIMAT® GEVELBEKLEDINGSPLATEN

12 1 september 2004 *

3.3.1.1 Houten draagstructuur De SVK Ornimat® platen kunnen op verschillende soorten houten draagstructuren aangebracht worden: - enkel verticaal lattenrooster, rechtstreeks op de massieve achterconstructie, met of zonder isolatie:

Fig. 8 Enkel verticaal lattenrooster - dubbel lattenrooster, met of zonder isolatie:

Fig. 9 Dubbel lattenrooster Een enkelvoudige draagstructuur met verticaal geplaatste latten is veruit de eenvoudigste en goedkoopste oplossing. De voorkeur gaat echter uit naar een dubbel lattenrooster en dit om verschillende redenen: - de mogelijkheid om oneffenheden in de achterliggende constructie in 2 richtingen uit te vlakken is groter; - er wordt steeds een optimale ventilatiespouw gecreëerd door de verticale latten; - de isolatie kan op een eenvoudige manier tussen de horizontale basislatten worden aangebracht en wordt

dankzij de verticale latten strak op zijn plaats gehouden; - de mogelijkheid om de waterkerende, dampopen folie continu aan te brengen. Aangezien in de praktijk veelal een dubbel lattenrooster wordt gebruikt, zullen verder in deze documentatie alle constructiedetails uitgewerkt worden met dit type draagconstructie. De houten draagconstructie wordt op de achterliggende constructie bevestigd door middel van roestvaste spijkerpluggen of schroeven (nagelen is onvoldoende).

Page 14: New TG ORNIMAT Ned · 2017. 5. 31. · 3.1 TRANSPORT EN OPSLAG 9 3.2 BEWERKING 10 3.3 GEVELOPBOUW 11 3.3.1 DRAAGSTRUCTUUR 11 ... dit betekent verticaal toegepast, ... Voor lijmleveranciers

ORNIMAT® GEVELBEKLEDINGSPLATEN technische gegevens

1 september 2004 * 13

3.3.1.1.1 Houtbescherming Het hout voldoet aan de geldende normen. België : NBN 272 en NBN 225 Nederland : NEN 5461 Het hout beschermen tegen aantasting door schimmels gebeurt volgens de norm NBN 471 respectievelijk BRL 0601. Oliehoudende producten zijn niet toegelaten als verduurzamingsmiddel voor het timmerhout. Bij schroefmontage maakt men gebruik van vierzijdig gladgeschaafd gedrenkt hout. Bij verlijming van de SVK Ornimat® platen bestaat de draagstructuur uit vierzijdig gladgeschaafd vurenhout of gedrenkt hout. De draagconstructie dient winddroog en stof- en vetvrij te zijn. De maximale vochtigheidsgraad van het hout bedraagt ± 18% (afhankelijk van de lijmfabricant). Om na te gaan of het hout compatibel is met de lijm, dient u contact op te nemen met de fabrikant van de lijm. 3.3.1.1.2 Minimale houtsecties Deze secties zijn minimumeisen om een goede bevestiging van de platen mogelijk te maken. De berekening van de houtsecties in functie van de krachtwerkingen op het gebouw dient te gebeuren door een gespecialiseerd bureau. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen schroeven en verlijmen. Schroeven basislatten: dikte ≥ 40 mm of = dikte van de isolatie breedte ≥ 60 mm plaatdragende latten: dikte ≥ 40 mm breedte ≥ 70 mm ter plaatse van een verticale voeg ≥ 60 mm ter plaatse van een tussenstijl Verlijmen basislatten: dikte ≥ 40 mm of = dikte van de isolatie breedte ≥ 60 mm plaatdragende latten: dikte ≥ 19 mm breedte ≥ 95 mm ter plaatse van een verticale voeg ≥ 45 mm ter plaatse van de tussenregels ≥ 70 mm ter plaatse van eindstijlen en hoekaansluitingen Bij voegbreedtes groter dan 10 mm wordt de breedte van de plaatdragende latten evenredig aangepast. Indien er in geval van schroeven ter plaatse van de tussenstijlen geen EPDM voegprofiel wordt aangebracht, moet de plaatdragende lat hier verdikt worden om een volledig uitgelijnd steunvlak te bekomen.

Page 15: New TG ORNIMAT Ned · 2017. 5. 31. · 3.1 TRANSPORT EN OPSLAG 9 3.2 BEWERKING 10 3.3 GEVELOPBOUW 11 3.3.1 DRAAGSTRUCTUUR 11 ... dit betekent verticaal toegepast, ... Voor lijmleveranciers

technische gegevens ORNIMAT® GEVELBEKLEDINGSPLATEN

14 1 september 2004 *

3.3.1.1.3 Ondersteunings- en bevestigingsafstanden Schroeven

Fig. 10 Ondersteunings- en bevestigingsafstanden bij schroeven In geval van een dubbel lattenrooster bedraagt de tussenafstand “l” tussen de basislatten maximaal 80 cm (zie Fig. 10). Indien er isolatie tussen de basislatten geplaatst wordt, kan “l” aangepast worden aan de afmetingen van de isolatieplaten. De maximale afstand tussen de plaatdragende latten “e” en de afstand tussen de bevestigingen “c” worden weergegeven in Tabel 2. De minimale afstand van een bevestiging tot de rand van de plaat wordt eveneens aangeduid in Fig. 10. De verticale randafstand (a) bedraagt minstens 50 mm, de horizontale randafstand (b) bedraagt minstens 20 mm. De maximale overkraging (a en b) bedraagt 100 mm. De bevestiging van de schroeven in de houten stijlen gebeurt op minimum 10 mm van de rand van het hout. Tabel 2: ondersteunings- en bevestigingsafstanden bij schroeven

gebouwhoogte 0-8 m gebouwhoogte 8-20 m

midden van de gevel randstroken (1) midden van de gevel randstroken (1)

e c e c e c e c

60 60 45 45 60 60 35 35 (1) Met ‘randstroken’ wordt bedoeld: de minimaal 1 m brede zone langsheen de omtrek van elk wandvlak; wordt berekend in functie van de afmetingen van het gebouw. De in Tabel 2 aangegeven afstanden zijn enkel geldig voor gevels met een normale blootstelling aan de wind. Bij sterke blootstelling, zoals b.v. aan de kust en bij gebouwen hoger dan 20 m, dient een studiebureau aangesproken te worden om de nodige berekeningen te doen.

Page 16: New TG ORNIMAT Ned · 2017. 5. 31. · 3.1 TRANSPORT EN OPSLAG 9 3.2 BEWERKING 10 3.3 GEVELOPBOUW 11 3.3.1 DRAAGSTRUCTUUR 11 ... dit betekent verticaal toegepast, ... Voor lijmleveranciers

ORNIMAT® GEVELBEKLEDINGSPLATEN technische gegevens

1 september 2004 * 15

Verlijmen

Fig. 11 Ondersteuningsafstanden bij verlijming In geval van een dubbel lattenrooster bedraagt de tussenafstand “l” tussen de basislatten maximaal 80 cm (zie Fig. 11). Indien er isolatie tussen de basislatten geplaatst wordt, kan “l” aangepast worden aan de afmetingen van de isolatieplaten. De maximale afstand tussen de plaatdragende latten wordt in Tabel 3 weergegeven in functie van de gebouwhoogte. In de randstroken (zone van 1 m) wordt een bijkomende verticale tussenlat in het midden van de ondersteuning geplaatst of worden er smallere platen gebruikt. De maximale overkraging bedraagt 100 mm. Tabel 3: ondersteuningsafstanden van de plaatdragende latten voor verlijming

gebouwhoogte 0-8 m gebouwhoogte 8-20 m 1 overspanning

2 of meer overspanningen

randstroken (1)

1 overspanning

2 of meer overspanningen

randstroken (1)

50 60 extra tussenlat 45 55 extra tussenlat (1) Met ‘randstroken’ wordt bedoeld: de minimaal 1 m brede zone langsheen de omtrek van elk wandvlak; wordt berekend in functie van de afmetingen van het gebouw. De in Tabel 3 aangegeven afstanden zijn enkel geldig voor gevels met een normale blootstelling aan de wind. Bij sterke blootstelling, zoals b.v. aan de kust en bij gebouwen hoger dan 20 m, dient een studiebureau aangesproken te worden om de nodige berekeningen te doen. 3.3.1.2 Metalen draagstructuur De metalen draagstructuur bestaat uit aluminium met voorbehandeling (geanodiseerd). Voor metalen draagconstructies zijn er verschillende systemen mogelijk. Voor meer informatie hieromtrent adviseren wij u contact op te nemen met de fabrikanten van deze systemen.

Page 17: New TG ORNIMAT Ned · 2017. 5. 31. · 3.1 TRANSPORT EN OPSLAG 9 3.2 BEWERKING 10 3.3 GEVELOPBOUW 11 3.3.1 DRAAGSTRUCTUUR 11 ... dit betekent verticaal toegepast, ... Voor lijmleveranciers

technische gegevens ORNIMAT® GEVELBEKLEDINGSPLATEN

16 1 september 2004 *

3.3.2 ISOLATIE Het aanbrengen van isolatie aan de buitenzijde van de ruwbouw heeft verschillende voordelen: - thermische schokken in de constructie worden sterk verminderd; - de warmtecapaciteit binnen is maximaal, waardoor het comfort wordt vergroot; - het is de eenvoudigste manier om koudebruggen en de daardoor veroorzaakte oppervlaktecondensatie te

vermijden; - in de meeste gevallen zijn geen maatregelen nodig om inwendige condensatie in de constructie te

vermijden; - binnen is er geen verlies aan nuttige gebruiksoppervlakte; - bij renovatie ondervinden de bewoners minimale hinder vermits geen binnenwerken uitgevoerd worden. Ter bescherming van de isolatie wordt een waterdichte, maar dampopen folie aangebracht. 3.3.3 VERLUCHTE SPOUW De verluchte spouw achter de SVK Ornimat® platen heeft verschillende functies: - de draagconstructie wordt droog gehouden, waardoor degradatie (verrotting, corrosie) en

schimmelvorming vermeden worden; - de isolatie en de achterliggende constructie worden droog gehouden, waardoor deze hun thermisch

isolerend vermogen behouden; - in de zomer wordt een grote opwarming van de luchtspouw en dus ook van de achterliggende

constructie vermeden; - de door de gevel naar buiten migrerende waterdamp kan via de spouw afgevoerd worden; - vocht dat eventueel via de voegen tussen de platen naar binnen dringt, zal gedeeltelijk langs

de achterzijde van de plaat naar beneden lopen en voor de rest door ventilatie afgevoerd worden; - de thermische en hygrische beweging wordt beperkt. Bijgevolg dient men de nodige constructieve maatregelen te nemen om een goede spouwventilatie te verzekeren. Dit houdt in dat niet alleen een doorgaande spouw van voldoende breedte moet voorzien worden, maar ook dat boven- en onderaan de gevel ruime in- en uitlaatopeningen moeten aangebracht worden. Voor een gevelbekleding betekent dit: spouwbreedte ≥ 22 mm. Voor oppervlakken met geringe hoogte (< 60 cm): spouwbreedte ≥ 15 mm. Ventilatie kan afhankelijk van de draagstructuur op verschillende manieren gerealiseerd worden. In- en uitlaatopeningen kunnen afgewerkt worden met een geperforeerd ventilatieprofiel dat de toegang van ongedierte verhindert en toch voldoende ventilatie toelaat, rekening houdend met een door het rooster verminderde ventilatiesectie. 3.3.4 BEVESTIGING De SVK Ornimat® platen kunnen op verschillende manieren worden gemonteerd: - op verticale houten stijlen met of zonder achterliggende horizontale regels (dubbel of enkel lattenrooster); - op een metalen draagstructuur; - in sponningen: de platen worden verwerkt zoals een beglazing. Volgende bevestigingsmiddelen kunnen hierbij aangewend worden: - gevelplaatschroeven met gekleurde kop; - verlijming voor onzichtbare bevestiging; - houten, kunststof of aluminium glaslatten.

Page 18: New TG ORNIMAT Ned · 2017. 5. 31. · 3.1 TRANSPORT EN OPSLAG 9 3.2 BEWERKING 10 3.3 GEVELOPBOUW 11 3.3.1 DRAAGSTRUCTUUR 11 ... dit betekent verticaal toegepast, ... Voor lijmleveranciers

ORNIMAT® GEVELBEKLEDINGSPLATEN technische gegevens

1 september 2004 * 17

3.3.4.1 Schroeven Voor de bevestiging van de SVK Ornimat® platen op de plaatdragende latten worden gevelplaatschroeven met gekleurde kop gebruikt (zie Fig. 3). Het schroefgat wordt groter voorgeboord dan de diameter van de plaatschroef (zie Tabel 1). De diameter van de schroefgaten is groter dan de schroefdiameter (zie Tabel 1).

Fig. 12 Systeem schroeven

3.3.4.2 Verlijmen Verlijming wordt toegepast voor onzichtbare bevestiging van SVK Ornimat® platen op houten of metalen draagstructuur. De lijm is blijvend elastisch waardoor bewegingen van het plaatmateriaal bij wisselende weersomstandigheden gevolgd kunnen worden. Het lijmsysteem dient te voldoen aan de Nederlandse BRL 4101 deel 7 (2001-02-01) “Nationale Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO Attest (-met-productcertificaat) voor lijm voor de bevestiging van gevelbeplatingen”. SVK kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor het type lijm dat gebruikt wordt. Er dient steeds een lijm gebruikt te worden die compatibel is met de Ornimat® platen en waarmee de platen ook op regelmatige basis getest worden. De lijmfabrikant is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de lijm en dient het systeem te garanderen. Onmiddellijk na het verlijmen dienen de platen gedurende de uithardingsperiode van de lijm op hun plaats gehouden en gefixeerd te worden door middel van klosjes. Daarom worden op de kruising van 4 platen de hoekpunten in de voeg door middel van een houten plaatje (klosje = 10 x 10 cm) en een schroef perfect in hetzelfde vlak gehouden. Men dient er wel op te letten dat de klosjes los-vastgezet worden (zie Fig. 14). Sommige gegevens van de lijmfabrikanten kunnen licht afwijken van de algemene gegevens. Gelieve daarom steeds de meest recente plaatsingsvoorschriften van de lijmfabrikanten na te gaan.

Fig. 13 Systeem verlijmen

Fig. 14 Voorlopige fixatie met klosjes

Page 19: New TG ORNIMAT Ned · 2017. 5. 31. · 3.1 TRANSPORT EN OPSLAG 9 3.2 BEWERKING 10 3.3 GEVELOPBOUW 11 3.3.1 DRAAGSTRUCTUUR 11 ... dit betekent verticaal toegepast, ... Voor lijmleveranciers

technische gegevens ORNIMAT® GEVELBEKLEDINGSPLATEN

18 1 september 2004 *

3.3.5 VOEGEN - VOEGPROFIELEN 3.3.5.1 Voegen De SVK Ornimat® platen worden steeds met een voeg geplaatst om de thermische en hygrische vormveranderingen van de plaat te kunnen opvangen. Als vuistregel neemt men de voegbreedte minstens gelijk aan de plaatdikte. Om esthetische en praktische redenen wordt in de praktijk meestal gewerkt met een voegbreedte van 10 mm. 3.3.5.2 Voegprofielen voor verticale en horizontale voegen De voegen kunnen op verschillende manieren worden afgewerkt met de in 2.1.4.3 aangegeven voegprofielen, afhankelijk van het plaatsingsprincipe. Een voegprofiel wordt aangebracht om esthetische redenen en om de draagconstructie te beschermen tegen vocht. In geval van schroeven worden de verticale voegen afgewerkt met een EPDM-voegprofiel; in geval van verlijming met een aluminium profiel. De horizontale voegen worden opengelaten. Wanneer de totale hoogte van de Ornimat® partij kleiner is dan 3 m kan eventueel, om esthetische redenen, eveneens een horizontaal voegprofiel toegepast worden, in aluminium. Opmerkingen: - Bij het toepassen van het verticale EPDM-profiel, dient ook ter plaatse van eventuele tussenlatten een

EPDM-profiel geplaatst te worden om het dikteverschil op te vangen. - Ter plaatse van voegkruisingen hebben de verticale voegen voorrang op de horizontale (zie ook opmerking

hierboven). De verticale voegafwerkingsprofielen mogen bijgevolg niet onderbroken worden (zie Fig. 15). - In geen geval mag de spouwventilatie gehinderd of onderbroken worden door voegprofielen.

Fig. 15 Voegkruising

Page 20: New TG ORNIMAT Ned · 2017. 5. 31. · 3.1 TRANSPORT EN OPSLAG 9 3.2 BEWERKING 10 3.3 GEVELOPBOUW 11 3.3.1 DRAAGSTRUCTUUR 11 ... dit betekent verticaal toegepast, ... Voor lijmleveranciers

ORNIMAT® GEVELBEKLEDINGSPLATEN technische gegevens

1 september 2004 * 19

3.4 DETAILS

1. SVK Ornimat® 2. Plaatdragende lat 3. Basislat 4. Isolatie 5. Geventileerde spouw 6. Verticaal voegprofiel (aluminium) 7. Waterdichte, dampopen folie

Fig. 16 Verticale voeg

1. SVK Ornimat® 2. Plaatdragende lat 3. Basislat 4. Isolatie 5. Waterdichte, dampopen folie 6. Achterconstructie

Fig. 17 Horizontale voeg

1. SVK Ornimat® 2. Plaatdragende lat 3. Basislat 4. Isolatie 5. Waterdichte, dampopen folie 6. Dakrandprofiel

Fig. 18 Dakrand

1. SVK Ornimat® 2. Plaatdragende lat 3. Basislat 4. Isolatie 5. Waterdichte, dampopen folie 6. Ventilatieprofiel

Fig. 19 Onderrandafwerking

Page 21: New TG ORNIMAT Ned · 2017. 5. 31. · 3.1 TRANSPORT EN OPSLAG 9 3.2 BEWERKING 10 3.3 GEVELOPBOUW 11 3.3.1 DRAAGSTRUCTUUR 11 ... dit betekent verticaal toegepast, ... Voor lijmleveranciers

technische gegevens ORNIMAT® GEVELBEKLEDINGSPLATEN

20 1 september 2004 *

1. SVK Ornimat® 2. Plaatdragende lat 3. Verticaal voegprofiel (60 mm) 4. Waterdichte, dampopen folie 5. Elastisch blijvende kit Fig. 20 Binnenhoek: randafwerking met een

verticaal voegdekprofiel

1. SVK Ornimat® 2. Verticaal voegprofiel (60 mm) 3. Waterdichte, dampopen folie 4. Basislat – waartussen isolatie

Fig. 21 Buitenhoek met een geplooid achterliggend rubberprofiel

Opmerking: De plaat in het vlak met de grootste windbelasting loopt door tot het zichtvlak van de andere gevel.

1. SVK Ornimat® 2. Plaatdragende lat 3. Basislat 4. Isolatie 5. Geventileerde spouw 6. Waterdichte, dampopen folie 7. Achterconstructie 8. Zwart geanodiseerd alu-hoekprofiel

Fig. 22 Buitenhoek met hoekafwerkingsprofiel in PVC of alu

1. SVK Ornimat® 2. Waterdichte, dampopen folie 3. Hoekafwerkingsprofiel

Fig. 23 Binnenhoek met hoekafwerkingsprofiel in PVC of alu

Opmerking: De plaat in het vlak met de grootste windbelasting loopt door tot het zichtvlak van de andere gevel.

Opmerking: De breedte van de voeg tussen de plaat en het hoekprofiel is minstens gelijk aan de plaatdikte.

Page 22: New TG ORNIMAT Ned · 2017. 5. 31. · 3.1 TRANSPORT EN OPSLAG 9 3.2 BEWERKING 10 3.3 GEVELOPBOUW 11 3.3.1 DRAAGSTRUCTUUR 11 ... dit betekent verticaal toegepast, ... Voor lijmleveranciers

ORNIMAT® GEVELBEKLEDINGSPLATEN technische gegevens

1 september 2004 * 21

1. SVK Ornimat® 2. Waterdichte, dampopen folie 3. Ventilatieprofiel 4. Elastisch blijvende kit

Fig. 24 Aansluiting bovendorpel kozijn

1. SVK Ornimat® 2. Waterdichte, dampopen folie 3. Alu waterslag

Fig. 25 Aansluiting onderdorpel kozijn

Opmerking: De ventilatie dient verzekerd te blijven door middel van een inlaatopening boven het raam: 15 mm bij gebruik van een ventilatieprofiel, 10 mm bij gebruik van muggengaas.

Opmerking: De ventilatie dient verzekerd te blijven door middel van een uitlaatopening onder het raam.

1. SVK Ornimat® 2. Waterdichte, dampopen folie 3. Alu waterslag 4. Kunststof clip

Fig. 26 Aansluiting onderdorpel kozijn met clip

Fig. 27 Clip

Om de ventilatie te garanderen kan er gebruik gemaakt worden van een speciale clip die over de plaat wordt geschoven.

Page 23: New TG ORNIMAT Ned · 2017. 5. 31. · 3.1 TRANSPORT EN OPSLAG 9 3.2 BEWERKING 10 3.3 GEVELOPBOUW 11 3.3.1 DRAAGSTRUCTUUR 11 ... dit betekent verticaal toegepast, ... Voor lijmleveranciers

technische gegevens ORNIMAT® GEVELBEKLEDINGSPLATEN

22 1 september 2004 *

1. SVK Ornimat® 2. Verticaal voegprofiel (60 mm) 3. Waterdichte, dampopen folie 4. Elastich blijvende kit

Fig. 28 Aansluiting kozijnstijl

1. SVK Ornimat® 2. Verticaal voegprofiel (aluminium) 3. Waterdichte, dampopen folie

Fig. 29 Verticale uitzettingsvoeg

Opmerkingen: De voegbreedte is de som van de normale voegbreedte en de te verwachten beweging in de voeg. De bevestiging gebeurt zodanig dat het linkse gedeelte vrij kan bewegen ten opzichte van het rechtse gedeelte. De horizontale basislatten worden bijgevolg onderbroken ter plaatse van de uitzettingsvoeg.

1. SVK Ornimat® 2. Plaatdragende lat 3. Verticaal voegprofiel (60 mm) 4. Waterdichte, dampopen folie

Fig. 30 Buitenhoek: randafwerking met een smalle strook plaat en een verticaal voegprofiel

1. SVK Ornimat® 2. Plaatdragende lat 3. Waterdichte, dampopen folie 4. Hoekeindprofiel in PVC of alu

Fig. 31 Buitenhoek: randafwerking met een

hoekeindprofiel in PVC of alu

Page 24: New TG ORNIMAT Ned · 2017. 5. 31. · 3.1 TRANSPORT EN OPSLAG 9 3.2 BEWERKING 10 3.3 GEVELOPBOUW 11 3.3.1 DRAAGSTRUCTUUR 11 ... dit betekent verticaal toegepast, ... Voor lijmleveranciers

ORNIMAT® GEVELBEKLEDINGSPLATEN technische gegevens

1 september 2004 * 23

3.5 SPECIALE TOEPASSINGEN 3.5.1 POTDEKSELEN Potdekselen is een plaatsingswijze waarbij plaatstroken met een verticale overlapping geplaatst worden. 3.5.1.1 Uitvoering Afhankelijk van het feit of de gevel al dan niet geïsoleerd wordt, wordt er een horizontale latstructuur aangebracht. Daarop wordt een verticale latstructuur bevestigd met een minimale dikte van 40 mm en een breedte van min. 70 mm ter plaatse van de verticale voegen en 60 mm ter plaatse van de tussenstijlen. De tussenafstand wordt bepaald in functie van de maximale bevestigingsafstand van de SVK Ornimat® platen (zie Tabel 2 en Tabel 3). Eerst wordt er wel een waterdichte, dampopen folie geplaatst. De platen worden bevestigd op een horizontale draagstructuur die zodanig afgeschuind is dat de platen rusten op een vlak oppervlak. Om te potdekselen worden platen van 200 tot 600 mm hoog gebruikt. De overlap van de platen bedraagt 50 mm. Tussen de verticale voegen wordt er een aluminium voegprofiel voorzien met als lengte telkens de hoogte van de plaat. 3.5.1.2 Constructiedetails

Fig. 32 Verticale doorsnede + details

Page 25: New TG ORNIMAT Ned · 2017. 5. 31. · 3.1 TRANSPORT EN OPSLAG 9 3.2 BEWERKING 10 3.3 GEVELOPBOUW 11 3.3.1 DRAAGSTRUCTUUR 11 ... dit betekent verticaal toegepast, ... Voor lijmleveranciers

technische gegevens ORNIMAT® GEVELBEKLEDINGSPLATEN

24 1 september 2004 *

3.5.2 PLAFONDS Plafonds (binnen en buiten) kunnen afgewerkt worden met SVK Ornimat® platen. De breedte van de voeg tussen de SVK Ornimat® platen is minstens gelijk aan de gebruikte plaatdikte. Het plaatsen van een voegprofiel is niet noodzakelijk, het kan echter wel om esthetische redenen aangebracht worden. Natuurlijk wordt ook bij deze toepassing gelet op een goede ventilatie boven de SVK Ornimat® platen. Deze kan op verschillende manieren gerealiseerd worden, bijvoorbeeld door: - het volledig openlaten van de voegen tussen de SVK Ornimat® platen; - een voeg van 15 mm te laten aan de omtrek van het plafond. Deze voeg kan dan afgewerkt worden met

een ventilatieprofiel; - het aanbrengen van ventilatieopeningen in het plafond. Verlichtingstoestellen of andere voorwerpen mogen niet aan de SVK Ornimat® platen bevestigd worden, maar worden rechtstreeks op een aangepaste draagstructuur geplaatst. Bij verlijming wordt er steeds met klossen gewerkt. De methode van verlijming is identiek aan deze van de verlijming van gevelbekleding. Voor speciale constructies en toepassingen kan contact worden opgenomen met onze technisch-commerciële dienst. Tabel 4: bevestigingsafstanden voor plafondpanelen voor schroeven en verlijmen

latafstand schroefafstand

500 mm 600 mm

Fig. 33 Bevestigingsafstanden

Fig. 34 Randaansluitingen

Page 26: New TG ORNIMAT Ned · 2017. 5. 31. · 3.1 TRANSPORT EN OPSLAG 9 3.2 BEWERKING 10 3.3 GEVELOPBOUW 11 3.3.1 DRAAGSTRUCTUUR 11 ... dit betekent verticaal toegepast, ... Voor lijmleveranciers

ORNIMAT® GEVELBEKLEDINGSPLATEN technische gegevens

1 september 2004 * 25

3.6 ONDERHOUD De SVK Ornimat® platen vragen nauwelijks onderhoud. Toch is het zo dat na verloop van tijd op alle gevelbekledingen afzetting van stof en atmosferische vervuiling voorkomt. Daarom is het aangeraden om de gevelbeplating 1 maal per jaar te reinigen. De snelheid waarmee vervuiling optreedt is afhankelijk van: - een aantal externe factoren, b.v. de mate van luchtvervuiling; - de kleurkeuze; op licht gekleurde oppervlakken zal vervuiling sneller zichtbaar worden; - de detaillering en wijze van uitvoering. Voor het gewone onderhoud van de SVK Ornimat® gevelpanelen kan water gebruikt worden waaraan een beetje vloeibaar detergent wordt toegevoegd. Het gebruik van reinigingsmiddelen met schurende bestanddelen wordt afgeraden omdat hierdoor glansverschillen in de plaat kunnen optreden. De reiniging kan ook gebeuren met water onder hoge druk (100 bar, vanop afstand van ca. 1,5 m). Het is aan te raden vlekken zo snel mogelijk te verwijderen. Zelfs voor het bestrijden van de meest irritante vervuiling, namelijk graffiti, is er meestal een oplossing. Neem hiervoor contact op met onze technisch-commerciële dienst. Bij het gebruik van producten dienen deze eerst op een kleine en onzichtbare plaats uitgetest te worden. Voor het herstellen van platen kan u zich wenden tot SVK.

Page 27: New TG ORNIMAT Ned · 2017. 5. 31. · 3.1 TRANSPORT EN OPSLAG 9 3.2 BEWERKING 10 3.3 GEVELOPBOUW 11 3.3.1 DRAAGSTRUCTUUR 11 ... dit betekent verticaal toegepast, ... Voor lijmleveranciers

technische gegevens ORNIMAT® GEVELBEKLEDINGSPLATEN

26 1 september 2004 *

4 BESTEKVOORSCHRIFT De ... wordt uitgevoerd met decoratieve vlakke platen in dubbelgeperst vezelcement, op basis van een homogeen mengsel van Portlandcement, geselecteerde vezels en water. De zichtzijde van de platen is afgewerkt met een tweecomponenten polyurethaan verfsysteem met een gelijkvormig mat uitzicht. De rugzijde is behandeld met een drenklaag. De plaatranden zijn afgewerkt in dezelfde kleur als de zichtzijde. De platen worden op maat geleverd. Maximum afmetingen: 3070 mm x 1220 mm. De te verwerken decoratieve vlakke vezelcement platen voldoen aan de norm EN 12467: 2004 en hebben volgende fysische en mechanische eigenschappen: dikte: 8 mm maattoleranties: lengte – breedte: +/- 1,5 mm dikte: +/- 0,8 mm volumieke massa – ovendroog: (EN 12467: 2004): min. 1.700 kg/m³ minimum buigweerstand – nat: (EN 12467: 2004): klasse 5, min. 24 N/mm² elasticiteitsmodulus E: min. 15.000 N/mm² lineaire thermische uitzettingscoëfficiënt: α = 0,012 mm/mK warmtegeleidingscoëfficiënt: λ = 0,39 W/mK brandreactie: - klasse A1 (NBN S 21-203) - bijdrage tot brandvoortplanting klasse 1 (NEN 6065) de platen zijn bestand tegen micro-organismen en schimmels, tegen alkaliën en verdunde zuren. 4.1 TRANSPORT EN OPSLAG Zie 3.1.

4.2 PLAATSING De plaatsing van de decoratieve vlakke platen gebeurt volgens de richtlijnen van de fabrikant.