NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op...

36
NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT VERPLEEGKUNDIGEN NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT VERPLEEGKUNDIGEN ClaudicatioNet Chronische Zorg na CVA Cocaïne Intoxicatie Tweekamerpacemaker Vochtbeperking bij hartfalen JAARGANG 32, DECEMBER 2011 5 2011

Transcript of NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op...

Page 1: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart Hulp Cyriel Camaro Pagina 158 ... De uitdaging is om het risico op

NEDERLANDSE VEREN IG ING VOOR HART EN VAAT VERPLEEGKUNDIGENNEDERLANDSE VEREN IG ING VOOR HART EN VAAT VERPLEEGKUNDIGEN

ClaudicatioNet

Chronische Zorg na CVA

Cocaïne Intoxicatie

Tweekamerpacemaker

Vochtbeperking bij hartfalen

JAARGANG 32, DECEMBER 2011

52011

Page 2: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart Hulp Cyriel Camaro Pagina 158 ... De uitdaging is om het risico op

inhoudinhoud

Pagina 147Kennis delen essentieelAnne Geert van Driel

Pagina 148

ClaudicatioNet garandeert kwaliteit looptherapieDaniëlle van Dalen, Eva Troe, Gert-Jan Lauret, Edith Willigendael, JeannetteRoeleveld, Erik Hendriks, Joep Teijink

Pagina 154Nieuw instrument voor probleemsignalering na een CVAManon Fens

Pagina 157Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart HulpCyriel Camaro

Pagina 158

Een patiënt met cocaïne-intoxicatieIrene van der Burgt

Pagina 162De AV-sequentiële pacemakerLinda Veenis, Martin Linzel

Pagina 165Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart HulpCyriel Camaro

Pagina 166 Meer onderzoek naar vochtbeperking bij hartfalen nodig Ron Bakker, Karin de Boer

Pagina 169

Congresverslag: Het 15e Vlaams CathlabsymposiumMarjo de Ronde

Pagina 170Congresverslag: Bijeenkomst Europese Vereniging voor VaatchirurgieAngelien Sieben, Jeannette Roeleveld

Pagina 172Recensie: Hightech en hartelijkheid, Deel 3, Catharina-reeks Hildelies van Oel

Pagina 174

HartruisHildelies van Oel

Pagina 175Werkgroepen Interventiecardiologie en HartfalenMarjo de Ronde, Marjan Aertsen

Pagina 176Verenigingsnieuws en agenda

Pagina 178Register

146 Cordiaal 5/2011

Page 3: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart Hulp Cyriel Camaro Pagina 158 ... De uitdaging is om het risico op

Kennis delen essentieelHet is al weer het einde van het jaar 2011. Wellicht heeft u begin december CARVASZ bezocht? Ik hoop dat u genoten heeft. Helaas kon ik zelf niet aanwe-zig zijn, maar ik ben ervan overtuigd dat het een inspirerend en educatief con-gres was, met zoveel enthousiaste inbreng van professionals. Wel ben ik ditnajaar bij een lezing geweest van prof. dr. Tiny Jaarsma. Deze Nederlandse ver-pleegkundige heeft veel gepubliceerd over hartfalen en momenteel doceert zeaan een universiteit in Zweden. Het was leuk om iemand, van en over wie ik alveel gelezen had, eens ‘live’ te horen spreken.

Het thema van haar lezing was ‘is er toe-komst voor zelfzorg’? Een van de puntendie ze besprak, was dat het een voor-waarde voor zelfzorg is dat zorgprofessi-onals op de hoogte zijn en blijven van delaatste inzichten en richtlijnen rondpatiëntenzorg. De kennis die zorgprofes-sionals opdoen kan weer overgedragenworden op de patiënt. Ook Cordiaaldraagt met dit nummer weer bij aan hetdelen van kennis. Zo komt het belangvan looptherapie aan bod in een artikelover claudicatio intermittens en is eenander artikel gewijd aan probleemsigna-lering en zorg in de chronische fase naeen CVA. Ook het artikel over het belangvan vochtbeperking bij hartfalen en derol die zorgprofessionals hierbij spelen, iszeker het lezen waard.

Als nieuwe redacteur vertel ik u ook graag in het kort wat ik doe en waar mijnverbindingen liggen met de hart- en vaatzorg. Ik heb jarenlang gewerkt als IC enCCU verpleegkundige. In die periode ben ik meerdere malen geconfronteerdmet patiënten die opgenomen werden in verband met drugsgebruik, waarondercocaïne. Soms zelfs met dodelijke afloop. De achtergronden en aandachtspuntenwaar u als zorgverlener op moet letten bij dit soort opnames, worden in eenmooi artikel verwoord in deze Cordiaal.

Sinds twee jaar houd ik me bezig met alle facetten van kwaliteit en veiligheidbinnen de eenheid cardiologie van het ziekenhuis waar ik werkzaam ben. Eenonderdeel hiervan is het veilig melden van incidenten. Opvallend is dat, als jemet verpleegkundigen praat, iedereen wel situaties uit zijn of haar loopbaan kannoemen, waarin fouten of schade bij patiënten optreedt die voorkomen haddenkunnen of moeten worden. De uitdaging is om het risico op schade voor depatiënt zoveel mogelijk te beperken. Het bijhouden en delen van kennis kanhieraan in belangrijke mate bijdragen.

Veel leesplezier met deze Cordiaal!

Anne Geert van Driel

colofoncolofon

|REDACTIO

NEEL

Cordiaal 5/2011 147

Cordiaal is een uitgave van de NederlandseVereniging voor Hart en Vaat Verpleegkundigen

(NVHVV) en verschijnt 5 keer per jaar.

Een onafhankelijke redactie bepaalt welke artikelen inaanmerking komen voor publicatie. Gepubliceerdeartikelen vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijsde mening van de redactie. De verantwoordelijkheid

voor de inhoud blijft bij de auteur.

RedactieHildelies van Oel, Erasmus MC, Rotterdam

(hoofdredacteur)Anne Geert van Driel,

Albert Schweitzer ziekenhuis, Dordrecht, Jeroen Hendriks, AZM Maastricht

Aletta van der Veen, St. Antonius Ziekenhuis,Nieuwegein

Margje Vermeulen, UMC, UtrechtHeleen Westland, UMC, Utrecht

Eindredactie Maja Haanskorf, Journalistiek - Redactie - Teksten

VormgevingBert Hoogeveen,

HGVB Fotografie en Grafische Vormgeving

OmslagfotoAudio Visuele dienst van het Catharina Ziekenhuis

Eindhoven

Advertentie-exploitatieCross AdvertisingTel: 010-742 10 23

Email: [email protected]: www.cordiaal.nl

RedactieraadRon Bakker (VU medisch centrum, Amsterdam)

Margje Vermeulen. (Werkgroep Interventiecardiologie)Marjan Aertsen (Werkgroep Hartfalen)

Anne-Margreet van Dishoeck (Werkgroep Wetenschappelijk Onderzoek)

Jeroen Hendriks (Werkgroep Atrium fibrilleren)Toon Hermans (Werkgroep Communicatie)Colinda Koppelaar (Werkgroep Congressen)Mieke Bril (Werkgroep Thoraxchirurgie)Jan Koppes (Werkgroep Hartrevalidatie)Anita Veldt (Werkgroep Vasculaire Zorg)

Ronald van den Brink (Werkgroep Acute Cardiale Zorg)Anjo van Staaveren (Werkgroep ICD-begeleiders)

Redactiesecretariaat (NVHVV-bureau)Mechtild Stavenuiter

Postbus 2087, 3440 DB WoerdenTel. 0348-446638

Email: [email protected]: www.nvhvv.nl

AbonnementenHet NVHVV-lidmaatschap is een voorwaarde voor hetontvangen van Cordiaal. Lidmaatschap kost € 49,––per jaar, kan elk gewenst moment ingaan en wordtieder jaar automatisch verlengd. Beëindiging van hetlidmaatschap kan slechts geschieden tegen het eindevan het kalenderjaar. Hiervoor moet u schriftelijk

opzeggen met inachtneming van eenopzeggingstermijn van ten minste vier weken

(dus uiterlijk eind november).Instellingen die Cordiaal willen ontvangen, betalen€ 72,00 per jaar. Raadpleeg voor meer informatie dewebsite van de NVHVV. Wijzigingen in de voorwaar-den en prijzen worden per kalenderjaar aangepast na

vaststelling in de Algemene Ledenvergadering.

AdreswijzigingenBij wijziging van de naam en/of het adres verzoekenwij u dit door te geven aan het NVHVV-bureau.

AuteursrechtOvername van een artikel is uitsluitend toegestaanmet bronvermelding en na schriftelijke toestemming

van auteur en redactie.

NVHVV- sponsoren

Page 4: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart Hulp Cyriel Camaro Pagina 158 ... De uitdaging is om het risico op

| PERIF

EER V

AATLIJDEN

148 Cordiaal 5/2011

Claudicatio intermittens: ga aan de wandel!

ClaudicatioNet garandeert kwaliteit looptherapie

Claudicatio intermittens is een uiting van perifeer arterieel vaatlijden. Hoe ouder,

hoe groter de kans erop. De behandeling bestaat uit cardiovasculair risico -

management en gesuperviseerde looptherapie. Wil de behandeling slagen, dan

moet deze zorg voor iedere patiënt toegankelijk zijn. Bovendien moeten fysio -

therapeuten die looptherapie aanbieden de kwaliteit ervan garanderen. Met de

implementatie van ClaudicatioNet wordt in de periode 2011-2015 voor heel

Nederland een landelijk dekkend netwerk van kwaliteitszorg bewerkstelligd.

___Daniëlle van Dalen MScN, VS (i.o.) vaatchirurgie;Eva Troe, VS vasculaire geneeskunde; Gert-JanLauret, ANIOS Chirurgie; Edith Willigendael,chirurg, CHIVO vaatchirurgie: Catharina ziekenhuis, EindhovenJeannette Roeleveld, VS vaatchirurgie,Universitair Medisch Centrum St. Radboud,NijmegenErik Hendriks, fysiotherapeut, epidemioloog,Afd. epidemiologie, Caphri research school,Universiteit MaastrichtJoep Teijink, vaatchirurg, voorzitterClaudicatioNet, Catharina ziekenhuis,Eindhoven en Universiteit Maastricht

___E-mail: [email protected]

Patiënten met claudicatio intermittens(intermitterend hinken) ervaren pijnbij lopen ten gevolge van vaatvernau-wingen in de slagaders van en naar debenen. Deze vernauwingen ontstaandoor atherosclerose, in de volksmondvaak aderverkalking genoemd. Tenonrechte overigens, want het zijn nietde aders, maar de slagaders die ‘ver-kalken’. Claudicatio intermittens iseen uiting van perifeer arterieel vaat-lijden (PAV). Patiënten met PAV heb-ben een 5,5 keer hogere kans op over-lijden aan hart- en vaatziekten en een2,5 keer hogere kans op coronairlijdenof een herseninfarct. In Nederland lij-den bijna een miljoen patiënten aanPAV.1, 2 Bij ongeveer 3% van de patiën-

ten van 40 jaar en ouder en bij 6% vande patiënten van 60 jaar en ouder isclaudicatio intermittens aanwezig.Hoe ouder, hoe groter de kans erop.3

Perifeer arterieel vaatlijden kent ver-schillende stadia. In 1954 zijn dezestadia beschreven door de Franse chi-rurg René Fontaine. Het classificatie-systeem varieert naarmate de ernstvan de klachten toeneemt; stadium 1:geen klachten – stadium 4: gangreen.Tegenwoordig wordt in richtlijnen enin de literatuur steeds meer gebruikgemaakt van de zogenaamdeRutherford classificatie (zie tabel 1).

Bij inspanning ontstaat een verhoogde

vraag naar zuurstof in de spieren. Inhet geval van een vaatvernauwing(stenose) of afsluiting (occlusie) inhet aanvoerende bloedvat naar despier(en) kan aan deze vraag niet wor-den voldaan en treedt zuurstoftekortop. De aerobe energieleverantie gaat,om het lopen voort te kunnen zetten,noodgedwongen over op anaerobeenergievrijmaking. Hierbij komt lac-taat (melkzuur) vrij. Door lactaatsta-peling treedt verzuring in de spierenop, waardoor pijn ontstaat. De pijn bijhet lopen manifesteert zich in de kuit,het bovenbeen en/of de bil, medeafhankelijk van de locatie van de ste-nose /occlusie. De pijn wordt ervarenals stekend, zeurend of krampend. Tengevolge van deze pijn moeten patiën-ten vaak stoppen met lopen. Na enigeminuten rust kunnen ze het lopenweer hervatten.

DiagnostiekOm aan te tonen dat sprake is van PAV,wordt gebruik gemaakt van de Enkel-Arm-Index (EAI).4 Bij de EAI-bepalingwordt van ieder been de hoogst geme-ten systolische bloeddruk van devoet/enkel (arteria dorsalis pedis ofarteria tibialis posterior) gedeeld doorde hoogst gemeten bloeddruk van eenvan beide armen. Kiezen voor één vanbeide slagaders ter hoogte van devoet/enkel of het bepalen van debloeddruk aan slechts één arm is danook onjuist.

Fontaine Rutherford

Stadium Symptomen Graad Categorie Symptomen

1 Asymptomatisch 0 0 Asymptomatisch

2 A Milde claudicatie, loopafstand 1 1 Milde claudicatie>100m

2 B Ernstige claudicatie, loopafstand 1 2 Matig invaliderende<100m claudicatie

3 Ischemische rust pijn 1 3 Ernstig invalide-rende claudicatie

4 Weefselverlies, ulcers, gangreen 2 4 Nacht- en/of rustpijn3 5 Kleine wondjes4 6 Ulcers, gangreen

Tabel 1: Fontaine en Rutherford classificatie

Page 5: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart Hulp Cyriel Camaro Pagina 158 ... De uitdaging is om het risico op

| PERIF

EER V

AATLIJDEN

Cordiaal 5/2011 149

Fysiologisch (normaal) is de bloed-druk ter hoogte van de voet/enkel ietshoger en daarmee de EAI net iets gro-ter dan één. Bij aanwezigheid van eenvernauwing of afsluiting in een proxi-maal gelegen bloedvat zal de systoli-sche bloeddruk van de voet/enkel ver-laagd zijn ten opzichte van die van dearm (zie tabel 2).

Hoewel de methode om de EAI tebepalen eenvoudig lijkt, is dit in depraktijk nog wel eens lastig. De labo-rant moet getraind zijn en ervaringhebben. In 2009 publiceerden Nicolaïet al. de resultaten van een onderzoeknaar de wijze van meten en berekenenvan de EAI in de huisartsenpraktijk.Het onderzoek toonde aan dat deze opacht verschillende manieren plaats-vindt en dat de uitkomst in bijna 30%niet overeenkomt met de EAI, zoalsdie gemeten wordt in het vaatlaborato-rium van het ziekenhuis.5

Verifieer een door jezelf gemeten EAIaan de in het vaatlaboratorium geme-ten EAI. Indien deze niet overeenko-men, ga dan nog eens goed na of je welop de juiste wijze te werk bent gegaan.

BehandelingDe behandeling van eerste keus, zoalsbeschreven in recente internationalerichtlijnen, bestaat uit cardiovasculairrisicomanagement en gesuperviseerdelooptherapie.3, 6 Door het verhoogderisico om te overlijden aan een cardio-vasculaire oorzaak, zoals een CVA ofhartinfarct, is het belangrijk om ditcardiovasculaire risico optimaal tebehandelen.7 Risicofactoren als hyper-cholesterolemie, diabetes mellitus,hypertensie en obesitas moeten daar-om actief worden gezocht en, indienaanwezig, behandeld worden.8

Bovendien moet, waar nodig, aan-

dacht worden besteed aan stoppenmet roken en noodzakelijke leefstijl-veranderingen. Al deze factoren vallenonder cardiovasculair risicomanage-ment (CVRM). Dit omvat de diagnos-tiek, behandeling en follow-up vanrisicofactoren voor hart- en vaatziek-ten, inclusief leefstijladviezen en bege-leiding.9 Naast het CVRM bestaat de

conservatieve behandeling van symp-tomatisch PAV uit gesuperviseerdelooptherapie, die vooral gericht is ophet verbeteren van de maximale loop-afstand en de kwaliteit van leven.

Gesuperviseerde looptherapieLooptherapie is niet nieuw. In 1898verscheen al een publicatie van deDuitse neuroloog Erb over intermitte-rend hinken.10 In diverse onderzoekenuit de eeuw daarna bleek looptherapiede maximale loopafstand met 50 tot200% te verlengen.11 Voor het verbete-ren van de loopafstand is looptherapieminstens zo effectief gebleken als eenpercutane transluminale angioplastiek(PTA of Dotter-procedure).12-15 Eenmeta-analyse uit 2006 toonde aan datgesuperviseerde looptherapie (GLT)vergeleken met niet-gesuperviseerde

Interpretatie van de EAI

EAI <0,8 eenmalig

EAI <0,9 gemiddeld na 3 metingenPAV aangetoond

EAI > 0,9 en < 1,0 PAV mogelijk; nadere diagnostiek aanbevolen

EAI >1,1 eenmalig

EAI>1,0 gemiddeld na 3 metingenPAV uitgesloten

Tabel 24

Met behulp van duplexonderzoek kan de locatie van de stenose worden vastgesteld.© Audio Visuele dienst van het Catharina Ziekenhuis Eindhoven

Page 6: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart Hulp Cyriel Camaro Pagina 158 ... De uitdaging is om het risico op

| PERIF

EER V

AATLIJDEN

150 Cordiaal 5/2011

looptherapie een voordeel in de maxi-male loopafstand van 150 metergeeft.16 Dit effect werd al na drie maan-den gevonden. Deze resultaten warengebaseerd op supervisie in een klini-sche setting (revalidatiekliniek of zie-kenhuis). Looptherapie in een twee-delijns setting kent echter een aantalnadelen. Patiënten ervaren de reistijdvan en naar het ziekenhuis en de daar-mee gepaard gaande vervoerskostenals negatief. Daarnaast blijkt de capa-citeit van een afdeling fysiotherapie inde tweede lijn te beperkt voor het aan-tal doorgestuurde patiënten. In de eer-ste maand moeten ze maar liefst driemaal per week een half uur trainen. Erontstaat zo al snel een wachtlijst, diejuist voor deze motivatie afhankelijketherapie niet wenselijk is.

RichtlijnenIn 2007 toonden Bendermacher et al.aan dat er geen verschil bestaat tussengesuperviseerde looptherapie in detweede of de eerste lijn.17 Het definitie-ve bewijs van de meerwaarde vansupervisie bij looptherapie werd doorNicolaï et al. in de multicenter geran-domiseerde EXITPAD-trial aange-toond.18 Zij vonden een significantverschil in het voordeel van supervisievoor zowel loopafstand als kwaliteitvan leven. Tevens werd aangetoonddat GLT ten opzichte van ongesuper-viseerde looptherapie kosteneffectiefis.19

GLT is dan ook opgenomen in debelangrijkste internationale richtlij-nen van de American HeartAssociation, de ACC en de TASC II.3, 6

Helaas lopen de Nederlandse richtlij-nen nog achter. Zo adviseren zowel derichtlijn van het NederlandsHuisartsen Genootschap (NHG) alsdie van het Centraal Beleidsorgaanvoor Intercollegiale toetsing (CBO)nog steeds een mondeling loopad-vies.4, 20

Voor fysiotherapeuten bestaat sinds2003 de richtlijn ClaudicatioIntermittens van het KoninklijkNederlands Genootschap voorFysiotherapie (KNGF).21 Momenteelvindt een revisie van deze richtlijnplaats, die aanbevelingen uit recentwetenschappelijk onderzoek actuali-seert. Maar het aanbieden van eenrichtlijn betekent niet dat deze auto-matisch gevolgd wordt. In de praktijk

blijkt een gestandaardiseerde behan-deling moeilijk te bewerkstelligen. Zoworden incidenteel nog van de richt-lijn afwijkende behandelingen onderde noemer ‘behandeling voor CI’ aan-geboden. Gesuperviseerde loopthera-pie moet dan ook door een fysiothera-peut met kennis van zaken wordenaangeboden.

Vergoeding Ondanks dat Nederlandse richtlijnenGLT (nog) niet adviseren, wordt ditwel vergoed door zorgverzekeraars.GLT is namelijk een vorm van oefen-therapie die op de zogenaamde ‘LijstBorst’ staat. In de Zorgverzeker -ingswet 2005, artikel 2.6, lid 2 (+ bij-lage 1, onderdeel D) staat vermeld dattwaalf maanden vergoeding wordt

geboden onder een zogenaamde chro-nische indicatie.22 Een patiënt met eenchronische indicatie heeft, sinds 2011,vanaf de dertiende sessie voor één jaarvolledige aanspraak op behandelingdoor een fysiotherapeut. Dit houdtvoor de patiënt in dat vergoeding vande eerste twaalf behandelingen afhan-kelijk is van de geleverde dekking vande aanvullende ziektekostenverzeke-ring. Heeft de patiënt geen aanvullen-de verzekering voor fysiotherapie, danmoet hij de eerste twaalf sessies zelfbetalen. Vanaf 2012 moet de patiëntzelfs de eerste twintig sessies zelf gaanbetalen. Dit blijkt teveel gevraagd:patiënten kunnen of willen dit bedragniet betalen. In de praktijk wordtdaarom regelmatig overgegaan tot eenvasculaire interventie (‘dotter’ of

De fysiotherapeut treedt ook op als leefstijlcoach en helpt de patiënt om gezonder televen. © NISB

Page 7: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart Hulp Cyriel Camaro Pagina 158 ... De uitdaging is om het risico op

| PERIF

EER V

AATLIJDEN

Cordiaal 5/2011 151

bypassoperatie), die weer samengaatmet een risico op complicaties of zelfsoverlijden. Let wel: voor de prijs vaneen interventie kunnen acht tot tienpatiënten een jaar lang GLT aangebo-den krijgen. Het resultaat van beidebehandelingen op de loopafstand isvergelijkbaar.

ClaudicatioNetNu het belang van GLT vaststaat, is devolgende stap de zorg zo te organiserendat deze voor iedere patiënt met clau-dicatio intermittens toegankelijk is.Voorop staat dat fysiotherapeuten dieGLT aanbieden de kwaliteit ervan moe-ten garanderen. Met de implementatievan ClaudicatioNet wordt in de perio-de 2011-2015 voor heel Nederland eenlandelijk dekkend netwerk van kwali-teitszorg bewerkstelligd.

Sandra, doktersassistente Martini ziekenhuis, Groningen: “DoorClaudicatioNet is het nu heel gemak-kelijk om de juiste fysiotherapeut tevinden. Samen met de patiënt open ikde zorgzoeker en zoeken we naar dedichtstbijzijnde fysiotherapeut.Vervolgens bel ik deze fysiotherapeuten maak ik direct een afspraak voor depatiënt. Heel handig!”

Voor verwijzers heeft ClaudicatioNetstandaard verwijspakketten samenge-steld, waarin een provinciedekkendboekje met aangesloten fysiotherapeu-ten is opgenomen. Een actueel over-zicht van aangesloten fysiotherapeu-ten is vrij toegankelijk te vinden op deonline zorgzoeker op de websitewww.claudicationet.nl. Naast GLT krijgen de in PAV en GLTgeschoolde fysiotherapeuten ook trai-ning in lifestyle coaching (stoppenmet roken, dieet- en beweegadviezen).Een cursus motiverende gespreksvoe-ring is verplicht. Het frequente patiën-tencontact - twee tot drie keer perweek een halfuur in de eerste driemaanden, waarna een geleidelijkeafbouw in de loop van het behandel-jaar - maakt de fysiotherapeut bij uit-stek een geschikte coach voor dezevaak moeilijk te motiveren patiënten.De bij ClaudicatioNet aangesloten

fysiotherapeuten moeten zich ookregelmatig bijscholen op het gebiedvan voor PAV relevante onderwerpen.Om dit te bereiken voldoen de bijClaudicatioNet aangesloten fysiothe-rapeuten jaarlijks aan diverse kwali-teitsindicatoren, waaronder vijftienSBU (studie belastingsuren) bijscho-ling. In het tweede jaar van deelnamevindt een visitatie van de eerstelijnspraktijk plaats. De fysiotherapeutmoet ook een up to date portfolio bij-houden, dat zichtbaar is op de websitevoor verwijzers en patiënten. Dit allesdient om kwaliteit en transparantezorg te garanderen.

Maria, verpleegkundig specialistElisabeth ziekenhuis, Tilburg: “De bij-scholingsavonden zijn altijd een enormsucces. Met de hele groep behandelenwe bijvoorbeeld casuïstiek en wisselenwe ervaringen uit. Het mooie is dat delijntjes op deze manier kort zijn en dezorg steeds geëvalueerd en verbeterdkan worden.”

KeurmerkHet verwijzen naar deze ‘specialist-fysiotherapeuten’ is van essentieelbelang. Zowel om verzekerd te zijnvan kwalitatief goede zorg als voor hetslagen van dit geïntegreerde zorgcon-cept. Een aantal essentiële partnerssteunt de invoering van Claudi -catioNet. Zo ziet het KNGF deelnameaan ClaudicatioNet als een kans voorde fysiotherapeut om kwaliteit vanzorg door differentiatie te bewijzen.De Nederlandse Vereniging voorVaatchirurgie onderschrijft dat allepatiënten met claudicatio intermittensverwezen dienen te worden naar fysio -therapeuten die zijn aangesloten bijClaudicatioNet. Hiermee is voor elkevaatchirurg inzichtelijk welke kwali-teit geboden wordt. Ook het inopdracht van het Ministerie van VWSopgerichte programma ‘ZichtbareZorg’ stelt dat in 2012 GLT in net-werkverband wordt opgenomen alseen verplichte prestatie-indicator voorziekenhuizen.

Deelname aan ClaudicatioNet zal uit-eindelijk ook geïntegreerd moetenworden in het Vaatkeurmerk van deHart & Vaatgroep. Deze patiëntenor-ganisatie staat immers voor de belan-gen van alle hart- en vaat patiënten en

maakt zich sterk voor transparantie enkwaliteit van zorg aan de vaatpatiënt.Hopelijk maakt ClaudicatioNet, als in2013 een landelijk dekkend netwerkbestaat, prominent deel uit van ditkeurmerk.

Rol verpleegkundigeOp dit moment worden op initiatiefvan een aantal vaatchirurgen inNederland regionale netwerkenopgezet. Voor een effectieve imple-mentatie van het netwerk en inbed-ding in de huidige praktijkvoering, isde rol van de (hart- en) vaatverpleeg-kundige belangrijk. Deze zal er op toemoeten zien dat alleen verwezenwordt naar fysiotherapeuten die zijnaangesloten bij ClaudicatioNet. Ookmoet die erop letten dat de fysiothe-rapeut, na afloop van drie maandenintensieve therapie, een terugkoppe-lingsformulier verstuurt aan de ver-wijzer. Hierop geeft de fysiotherapeutaan in welke mate de patiënt vooruit-gang heeft geboekt, gemeten op eengestandaardiseerd loopbandprotocol,en wat de inzet van de patiënt was.Deze informatie is cruciaal voor devaatchirurg om een goede afwegingte kunnen maken voor verderebehandeling. Daarnaast heeft de ver-pleegkundige een belangrijke rol alsnetwerkcoördinator; hij organiseertnetwerkbijeenkomsten en bijscholin-gen op regionaal niveau. Het netwerkkrijgt hiermee een extra dimensie.Doordat men elkaar persoonlijk leertkennen, verbetert de communicatieen kan men van elkaar leren. Vooradviezen en begeleiding in het vervul-len van deze rol en voor ondersteu-ning bij het opzetten van regionalebij- en nascholing kan contact wor-den opgenomen met ClaudicatioNet,via [email protected].

CongresOp het tweede jaarcongres vanClaudicatioNet, op 15 maart 2012 in ‘tSpant te Bussum, staat de netwerkge-dachte centraal. Tijdens dit congresvinden twee parallel aan elkaar verlo-pende symposia plaats. Een voor ver-wijzers (hart & vaatverpleegkundi-gen, verpleegkundig specialisten,praktijkondersteuners huisarts, huis-artsen en vaatchirurgen) en een voor

Page 8: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart Hulp Cyriel Camaro Pagina 158 ... De uitdaging is om het risico op

| PERIF

EER V

AATLIJDEN

152 Cordiaal 5/2011

behandelaars (fysiotherapeuten). Hetprogramma is gericht op de dagelijksepraktijk, met speciale aandacht voormotiverende gespreksvoering, eenupdate over cardiovasculair risicoma-nagement door een expert, een eersteonthulling van de nieuwe richtlijnPAV van het KNGF en heel veel prak-tische informatie en kennis die directkan worden toegepast. Gedurende eennetwerklunch zullen op provincieni-veau de verwijzer en fysiotherapeutmet elkaar in contact wordengebracht. Hoe we dat gaan doen?Schrijf je in op www.claudicationet.nlen je maakt er deel van uit!

Literatuur1. Rutgers D, Meijer WT, Hoes AW, Bots ML,

Hofman A, Grobbee DE. Prevalentie van

perifere arteriële vaatziekten en claudicatio

intermittens bij personen van 55 jaar en

ouder: het ERGO-onderzoek. Ned Tijdschr

Geneeskd 1998;142:2851-6.

2. Vaartjes I, van Dis I, Visseren FLJ, Bots ML.

Incidentie en prevalentie van hart- en vaat-

ziekten in Nederland. In: Vaartjes I, van

Dis I, Visseren FLJ, Bots ML, editors. Hart-

en vaatziekten in Nederland 2010. Cijfers

over leefstijl- en risicofactoren, ziekte en

sterfte. Den Haag: Nederlandse

Hartstichting; 2010. p. 29-52.

3. Norgren L, Hiatt WR, Dormandy JA,

Nehler MR, Harris KA, Fowkes FG. Inter-

Society Consensus for the Management of

Peripheral Arterial Disease (TASC II). J

Vasc Surg 2007 Jan;45 Suppl S:S5-67.

4. Bartelink ML, Stoffers H, Boutens EJ, Hooi

JD, Kaiser V, Boomsma LJ. NHG-Standaard

Perifeer arterieel vaatlijden. NHG-

Standaarden voor de huisarts 2009

2009;213-29.

5. Nicolai SP, Kruidenier LM, Rouwet EV,

Bartelink ML, Prins MH, Teijink JA. Ankle

brachial index measurement in primary

care: are we doing it right? Br J Gen Pract

2009 Jun;59(563):422-7.

6. Hirsch AT, Haskal ZJ, Hertzer NR, Bakal

CW, Creager MA, Halperin JL, et al.

ACC/AHA 2005 Practice Guidelines for the

management of patients with peripheral

arterial disease (lower extremity, renal,

mesenteric, and abdominal aortic): a colla-

borative report from the American

Association for Vascular Surgery/Society for

Vascular Surgery, Society for

Cardiovascular Angiography and

Interventions, Society for Vascular

Medicine and Biology, Society of

Interventional Radiology, and the

ACC/AHA Task Force on Practice

Guidelines (Writing Committee to Develop

Guidelines for the Management of Patients

With Peripheral Arterial Disease): endorsed

by the American Association of

Cardiovascular and Pulmonary

Rehabilitation; National Heart, Lung, and

Blood Institute; Society for Vascular

Nursing; TransAtlantic Inter-Society

Consensus; and Vascular Disease

Foundation. Circulation 2006 Mar

21;113(11):e463-e654.

7. Criqui MH, Langer RD, Fronek A,

Feigelson HS, Klauber MR, McCann TJ, et

al. Mortality over a period of 10 years in

patients with peripheral arterial disease. N

Engl J Med 1992 Feb 6;326(6):381-6.

8. Bendermacher BL, Willigendael EM,

Teijink JA, Prins MH. Medical management

of peripheral arterial disease. J Thromb

Haemost 2005 Aug;3(8):1628-37.

9. Burgers JS, Simoons ML, Hoes AW,

Stehouwer CDA, Stalman WAB. Richtlijn

Cardiovasculair risicomanagement’.

Nederlands tijdschrift voor geneeskunde

2007;151(19):1068-74.

10. Erb W. Uber das "Intermitterende Hinken"

und andere neröse Storungen in Folge von

Gefässerkrankungen.[About intermittent

walking and nerve disturbances due to vas-

cular disease]. Deutsch Z Nervenheilk

1898;13:1-76.

11. Watson L, Ellis B, Leng GC. Exercise for

intermittent claudication. Cochrane

Database Syst Rev 2008;(4):CD000990.

12. Creasy TS, McMillan PJ, Fletcher EW,

Collin J, Morris PJ. Is percutaneous trans-

luminal angioplasty better than exercise for

claudication? Preliminary results from a

prospective randomised trial. Eur J Vasc

Surg 1990 Apr;4(2):135-40.

13. Perkins JM, Collin J, Creasy TS, Fletcher

EW, Morris PJ. Exercise training versus

angioplasty for stable claudication. Long

and medium term results of a prospective,

randomised trial. Eur J Vasc Endovasc Surg

1996 May;11(4):409-13.

14. Spronk S, Bosch JL, den Hoed PT, Veen HF,

Pattynama PM, Hunink MG. Intermittent

claudication: clinical effectiveness of endo-

vascular revascularization versus supervi-

sed hospital-based exercise training--rando-

mized controlled trial. Radiology 2009

Feb;250(2):586-95.

15. Spronk S, Bosch JL, Veen HF, den Hoed PT,

Hunink MG. Intermittent claudication:

functional capacity and quality of life after

exercise training or percutaneous translu-

minal angioplasty--systematic review.

Radiology 2005 Jun;235(3):833-42.

16. Bendermacher BL, Willigendael EM,

Teijink JA, Prins MH. Supervised exercise

therapy versus non-supervised exercise

therapy for intermittent claudication.

Cochrane Database Syst Rev

2006;(2):CD005263.

17. Bendermacher BL, Willigendael EM,

Nicolai SP, Kruidenier LM, Welten RJ,

Hendriks E, et al. Supervised exercise the-

rapy for intermittent claudication in a com-

munity-based setting is as effective as cli-

nic-based. J Vasc Surg 2007

Jun;45(6):1192-6.

18. Nicolai SP, Teijink JA, Prins MH.

Multicenter randomized clinical trial of

supervised exercise therapy with or wit-

hout feedback versus walking advice for

intermittent claudication. J Vasc Surg 2010

Aug;52(2):348-55.

19. van Asselt AD, Nicolai SP, Joore MA, Prins

MH, Teijink JA. Cost-effectiveness of exer-

cise therapy in patients with intermittent

claudication: supervised exercise therapy

versus a ‘go home and walk’ advice. Eur J

Vasc Endovasc Surg 2011 Jan;41(1):97-103.

20. CBO. Kwaliteitsinstituut voor de gezond-

heidszorg CBO. Diagnostiek en behande-

ling van arteriële claudicatio intermittens,

consensus bijeenkomst Utrecht.Utrecht:

2011.

21. Jongert MWA, Hendriks HJM, Van Hoek J,

Klaasboer-Kogelman K, Robeer GG, Simens

B, et al. KNGF-richtlijn Claudicatio inter-

mittens. Ned Tijd Fysiother 2003;6:3-50.

22. Wet van 16 juni 2005. Houdende regeling

van een sociale verzekering voor genees-

kundige zorg ten behoeve van de gehele

bevolking (Zorgverzekeringswet).

Staatsblad van het Koninkrijk der

Nederlanden. 358 ed. 2011. p. 1-41.

Page 9: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart Hulp Cyriel Camaro Pagina 158 ... De uitdaging is om het risico op

werkt voor de zorg

werkt voor de zorgBEROEPSORGANISATIE VOORDE VERPLEGING EN VERZORGING

Verpleegkundigen en verzorgenden* hebben eenspeciaal beroep dat om speciale belangenbeharti-ging vraagt. NU’91 behartigt op persoonlijke, des-kundige en betrokken (eigen)wijze de belangenvan haar leden.

NU’91 is een beroepsorganisatie en vakbond in één.Alles wat we doen is gericht op verpleegkundigen enverzorgenden. En dat zien wij als ons sterkste punt. Wijzijn namelijk de enige beroepsorganisatie die zich alleenvoor deze twee groepen inzet.

Samenwerking NVHVV en NU’91Sinds 1 januari 2011 heeft de Nederlandse Verenigingvoor Hart en Vaat Verpleegkundigen zich bij NU’91aangesloten om op te komen voor de arbeidsvoorwaar-den van haar leden. Via het afsluiten van collectievearbeidsovereenkomsten (cao’s) ontwikkelt NU’91 derandvoorwaarden die nodig zijn om werknemers te bin-den, boeien en behouden. NU’91 is van mening datprofessionele verpleegkundigen en verzorgenden goedearbeidsvoorwaarden verdienen.

Combilidmaatschap NVHVV en NU’91Kies je voor het voordelige combilidmaatschap NVHVVen NU’91 - contributie NU’91 € 6,50 per maand - dankun je profiteren van de volgende voordelen:• Rechtsbijstandverzekering bij problemen op je werk.• Voor alle vragen bel je direct met de juristen van het

NU’91 Serviceloket.• Hulp bij eventuele fusies en reorganisaties.• Leden ontvangen korting op allerlei producten en

diensten waaronder collectieve verzekeringen.• Veel mogelijkheden voor leden die actief willen

worden.• NU Academie met interessante online trainingen.• Gratis online Zorgportfolio.

Schrijf je direct in via www.nu91.nl ‘lid worden’ of bestel de inschrijfflyer via 030-2964144.

* Overal waar ‘verpleging en

verzorging’ staat worden ook

aanverwante beroepen bedoeld.

NU’91, werktvoor de zorg!

Tel. 030 659 09 70 [email protected] www.handeninhuis.nl

Neemt u de zorg over?De mantelzorger wil er ook weleens tussenuit.

Yvon is chronisch ziek en kan dankzij Loes thuis blijven wonen. Laatst is Loes een paar dagen weggeweest om de accu op te laden.Yvon: “Door een vervanger van Handen-in-Huis werd ik uitstekend verzorgd. Hierdoor hoefde ik niet weg!”

Is zo’n vervanging ook iets voor u? En bent u bereid zich in te zetten voor minimaal 3 dagen, inclusief de 2 nachten? Dan zijn wij op zoek naar u!Uw inzet wordt beloond met een dagvergoeding. Bel of e-mail voor meer informatie. We vertellen u graag alles wat u wilt weten.

Wij proberen altijd beter te worden

Technisch Hartcatheterisatiekamer-laborant in het WKZU coördineert het totale zorgproces op de HCK. Zo assisteert u bij hartcatheterisaties, u adviseert de interventiecardioloog in het materiaalgebruik tijdens de ingreep, bedient u de apparatuur, en beheert u een database. U hebt hiervoor relevante ervaring, en werkt graag met kinderen. Vacaturenummer 2011/0411.

Informatie en sollicitatie Voor nadere informatie over de vacature, de afdeling en uw sollicitatie verwijzen we u graag naar werkenbijUMCUtrecht.nl. Voor alle overige informatie belt u kosteloos 0800 – 25 000 25.

WERKEN BIJUMC UTRECHT

Jobmail: de laatste vacatures in uw mailMeld u online aan voor onze Jobmail-vacature service. U krijgt dan de actuele vacatures die passen bij uw profiel elke veertien dagen per e-mail thuisgestuurd. Ga naar: werkenbijumcutrecht.nl.

Page 10: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart Hulp Cyriel Camaro Pagina 158 ... De uitdaging is om het risico op

Een chronische aandoening die chronische zorg vereist

Nieuw instrument voor probleemsignaleringna een CVA

Patiënten die een CVA gehad hebben, ervaren vaak problemen tot jaren na het

incident. De chronische zorg voor deze patiënten is nog in volle ontwikkeling. Er is

nu een nieuw instrument, het ‘Signaleringsinstrument voor de lange termijn

Gevolgen na een Beroerte’ (bekend onder de Engelse afkorting ACAS), dat zorg-

verleners kan helpen problemen bij CVA-patiënten te signaleren en hen op lange

termijn te monitoren.

___Manon Fens, Onderzoeker CVA nazorg,Maastricht Universitair Medisch Centrum+

___E-mail: [email protected]

InleidingJaarlijks krijgen ongeveer 41.000mensen in Nederland een cerebrovas-culair accident (CVA).1 Veel patiëntendie na ziekenhuisopname of intramu-rale revalidatie terugkeren in de thuis-situatie, blijken daar toch tegen pro-blemen aan te lopen. Veel voorkomen-de problemen, die zelfs tot enkelejaren na het CVA kunnen optreden2,zijn bijvoorbeeld lichamelijke beper-kingen, cognitieve en psychische pro-blemen, vermoeidheid of verminderdesociale participatie.3,4 Deze problementreffen niet alleen de patiënt, maar ookde mantelzorger.5 Die neemt vaak eendeel van de zorg op zich en kan hier-door overbelast raken. Patiënten enmantelzorgers moeten leren omgaanmet deze blijvende beperkingen enproberen om het dagelijks levenzoveel mogelijk weer op te pakken. Indeze chronische fase zijn veel patiën-ten en mantelzorgers gebaat bij bege-leiding van professionele zorgverle-ners. Deze chronische zorg heefthelaas nog weinig aandacht gekregen.

Organisatie zorg In Nederland is de zorg voor CVA-patiënten in veel regio’s georganiseerdin CVA-ketens, waarbinnen zieken-huizen, verpleeghuizen, revalidatie-centra en/of thuiszorgorganisaties (eneventueel andere partners) met elkaarsamenwerken om optimale zorg tekunnen aanbieden. Deze zorg is deafgelopen vijftien jaar al sterk verbe-terd, maar ontwikkelingen warenvooral gericht op de acute zorg en derevalidatiefase. Door deze verbeterin-gen in de zorgverlening zijn de overle-vingskansen van CVA-patiënten ver-

groot, waardoor de zorglast van dechronische zorg ook groter wordt.6

Maar de organisatie van chronischezorg voor CVA-patiënten is nog nietzover ontwikkeld. Initiatieven, zoalsde Edisse studie (1997-2001) en dedaaropvolgende Doorbraakprojecten(2002-2004), hebben inmiddels geleidtot het aanstellen van CVA-zorgcoör-dinatoren, gestructureerde huisbezoe-ken, het plaatsen van CVA-gespeciali-seerde verpleegkundigen in het zie-kenhuis, nazorgvoorzieningen enfamilie-bijeenkomsten.7,8 Deze ont-wikkelingen zijn nog maar in eenhandvol CVA-ketens gerealiseerd enverdere uitbouw ervan is gewenst.Binnen veel regio’s in Nederland wordtnog steeds gewerkt aan het inrichtenvan de chronische zorg.

MonitoringDe zorg in de chronische fase wordtmeestal tot zes maanden en soms tottwaalf maanden na ontslag naar huisaangeboden. Na deze periode wordende patiënten overgedragen aan dehuisarts en/of praktijkondersteuners,waarbij secundaire preventie op devoorgrond staat. Het is echter belang-rijk ook aandacht te besteden aan hetcognitieve, psychologische en socialefunctioneren. Het leveren van chroni-sche zorg is ingewikkeld, gezien deveelzijdige problemen die zich kun-nen voordoen en de verschillende dis-ciplines die erbij betrokken zijn. Eennieuwe benadering zou kunnen zijnom CVA-patiënten regelmatig temonitoren op diverse CVA-gerelateer-de problemen. Efficiënt monitorenzou bereikt kunnen worden door hetuitvoeren van een gestructureerde

assessment naar ervaren problemen enzorgbehoeftes.6

SignaleringsinstrumentEr zijn nog geen meetinstrumentenbeschikbaar die een breed scala aanCVA-gerelateerde problemen omvat-ten. Daarom heeft een projectteam(zie kader) van het MaastrichtUniversitair Medisch Centrum+ deACAS ontwikkeld, dat staat voor‘Assessment tool for long-termConsequences After Stroke’ (voorheenwerd de lijst SIGEB genoemd). De ACAS bestaat uit twaalf probleem-domeinen, die zijn geselecteerd opbasis van literatuur en overleg metCVA-gespecialiseerde verpleegkundi-gen (zie tabel 1). Ieder domein bestaatuit vier stappen. De eerste stap is eenscreenende vraag om na te gaan of depatiënt een probleem ervaart op hetprobleemdomein. Als de patiënt geenprobleem ervaart, gaat men door naarhet volgende probleemdomein en startweer bij de eerste stap. Wordt er weleen probleem ervaren op een domein,dan kan dit probleem verder wordenuitgediept door aanvullende vragen(stap 2) naar bijvoorbeeld de behoefteaan hulpmiddelen of woonaanpassin-gen, en/of valide vragenlijsten (stap3). Ieder probleemdomein wordt aande hand van deze stappen doorgeno-men, zodat de zorgverlener een totaalbeeld krijgt van de problemen en zorg-behoeftes van de patiënt en zijn man-

154 Cordiaal 5/2011

|CHRONIS

CHE Z

ORG

De projectgroep bestond uit:Dr. Caroline van Heugten, Dr GeorgeBeusmans, Prof. Martien Limburg enProf. Job Metsemakers

Page 11: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart Hulp Cyriel Camaro Pagina 158 ... De uitdaging is om het risico op

telzorger. Hierdoor kan de zorgverle-ner de benodigde acties inzetten, zoalsdoorverwijzen, adviseren, informerenof voorzieningen aanvragen (zie kaderPraktijkvoorbeeld ACAS.

Chronisch zorgmodelDe ontwikkeling van de ACAS wasonderdeel van een nieuw opgezetchronisch zorgmodel voor CVA-patiënten in de thuissituatie in deregio Maastricht en Heuvelland. Hetdoel van dit vernieuwde model wasom de chronische zorg meer structuurte geven en de zorg te continueren natwaalf maanden. Het model bestaat uiteen aantal kernpunten: alle CVA-patiënten moeten een aanbod van zorgin de chronische fase ontvangen (1),er moet een centrale zorgverlener zijndie de zorg coördineert (2), de zorgmoet gestructureerd zijn door gebruikvan een signaleringsinstrument (3),multidisciplinaire samenwerking isbelangrijk (4), en de patiënten hebbende mogelijkheid voor langdurige zorg

(5). Iedere patiënt die vanuit de CVA-keten Maastricht en Heuvelland naarhuis ontslagen wordt, wordt aange-meld bij de thuiszorgcoördinator vande thuiszorgorganisatie. De thuiszorg-coördinator neemt contact op met depatiënt om een afspraak te makenvoor een huisbezoek. Die bezoekt depatiënt een tot twee weken na ontslagnaar huis en kan vervolgens drie, zes,twaalf en achttien maanden na ontslagbij de patiënt langsgaan. Indien nodigkunnen er extra huisbezoeken wordeningepland. Om deze chronische zorgstructuur te geven, maakt de thuis-zorgcoördinator bij ieder huisbezoekgebruik van de ACAS als start van dezorg. Door het gebruik van het signa-leringsinstrument worden eventueleervaren problemen inzichtelijk en kaner adequate zorg worden ingezet,waarbij een multidisciplinaire samen-werking van groot belang is. Door hetherhaaldelijk gebruik van de ACASkan ook het beloop van de klachtenworden gemonitored gedurende defollow-up periode. Na achttien maan-den kan de zorg worden overgedragenaan de huisarts en/of praktijkonder-steuner. Patiënten die nog een te com-plex klachtenbeeld hebben, blijven -indien gewenst - onder de begeleidingvan de thuiszorgcoördinator.

Cordiaal 5/2011 155

|CHRONIS

CHE Z

ORG

Probleem domeinen Valide vragenlijstenActiviteiten van dagelijks leven (ADL) Barthel Index (BI)

Instrumentele activiteiten van dagelijks leven (IADL)Sociale activiteiten Frenchay Activities Index (FAI)- Hobby’s en werk- Dagbesteding

Cognitie Checklijst voor Cognitie en Emotie-24-cognitie (CLCE-24)

Communicatie Checklijst voor Cognitie en Emotie-24-communicatie

Psycho-emotioneel Checklijst voor Cognitie en Emotie-24-psycho-emotioneel (+ HospitalAnxiety and Depression Scale, HADS)

Vermoeidheid Fatigue Severity Scale (FSS)

Risicomanagement- Leefstijl -- Bloeddrukcontrole

Medische consumptie -

Medische status -

Relatie naasten- Patiënt en partner

Caregiver Strain Index (CSI) (+HADS)- Patiënt en kinderen- Intimiteit en seksualiteit

Informatievoorziening -

Tabel 1. De geselecteerde domeinen van de ACAS met de daaraan gekoppelde validevragenlijsten ter verdieping van de problematiek.

Praktijkvoorbeeld van het bieden van chronische zorg met gebruik van ACASEen 75-jarige vrouw heeft een CVA gehad, waardoor ze rechts krachtverlies heeften een fatische stoornis. Na revalidatie loopt ze zelfstandig met een rollator. Vanuitde revalidatie is mevrouw naar huis ontslagen met fysio- en ergotherapie en logo-pedie op de dagbehandeling en een aanvraag voor persoonlijke verzorging. Naaanmelding bij de thuiszorgcoördinator, is er een eerste huisbezoek ingepland. Naafname van de assessment wordt duidelijk dat er problemen zijn op ADL-niveau endat de persoonlijke verzorging al is geactiveerd. Op het gebied van de IADL zijn ergeen grote problemen. Vervoer op Maat is geregeld en mevrouw oefent op de dag-behandeling met de scootmobiel. Kinderen zorgen voor het huishouden.

Mevrouw blijkt wel cognitieve klachten te hebben. Haar geheugen verslechtert enze ondervindt problemen om twee activiteiten gelijktijdig uit te voeren.Communicatief heeft mevrouw een woordvindstoornis, waaraan aandacht besteedzal worden bij de logopedist. Mevrouw is sinds het CVA sneller vermoeid. De thuiszorgcoördinator geeft haar advies over het verdelen van activiteiten overde dagen. Tijdens het gesprek met de dochter van mevrouw wordt duidelijk dat zijoverbelast is. De dochter is zeer emotioneel en de afname van de HADS toont aandat ze minder plezier heeft en erg ongerust is. De thuiszorgcoördinator vraagt huis-houdelijke hulp aan om de zorglast te verminderen. Ook biedt zij geestelijke steunaan, die de dochter weigert.

De kenmerken van de patiënt en de mantelzorger zijn zodanig gewijzigd, dat ze nietherleidbaar zijn.

Page 12: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart Hulp Cyriel Camaro Pagina 158 ... De uitdaging is om het risico op

Longitudinaal onderzoekHet hierboven beschreven zorgmodelwordt geëvalueerd op effectiviteit enstructuur in een longitudinaal onder-zoek. Medio 2008 is begonnen met hetincluderen van de CVA-patiënten enhun mantelzorgers, die voor onderzoekzijn aangemeld door thuiszorgcoördi-natoren. Deze deelnemende patiëntenen mantelzorgers worden vier maalgeïnterviewd door een onderzoeker,gedurende een periode van een à tweeweken tot achttien maanden na ontslagnaar huis. Tabel 2 toont wanneer deonderzoeksmetingen plaatsvinden enwelke vragenlijsten hierbij wordenafgenomen ten behoeve van de effectenen het proces. De resultaten van dezegroep worden vergeleken met een con-trolegroep van CVA-patiënten en man-telzorgers uit de regio Eindhoven, diede reguliere zorg ontvangen. Eind junizijn de laatste metingen afgerond enkunnen de resultaten over het zorgmo-del worden bekeken, waarbij ook deACAS zal worden verfijnd.

ConclusieCVA is een chronische aandoening,waarvoor chronische zorg nodig is. Deaandacht voor deze zorg neemt toe enmoet zich verder ontwikkelen om ookaan de chronische zorgbehoefte te kun-nen voldoen. Het is belangrijk CVA-patiënten te monitoren in de thuissitu-atie, waarbij er aandacht geschonken

moet worden aan onder andere dedagelijkse activiteiten, de sociale activi-teiten, het cognitief functioneren, hetrisicomanagement en de mantelzorgers.Een signaleringsinstrument zoubehulpzaam kunnen zijn bij het moni-toren van problemen. De nieuw ont-wikkelde ACAS is zo’n instrument.

Literatuur1. Bots, M.L., Berger-van Sijl, M., Jager-Geurts,

M.H., Bos, M., Reitsma, J.B., Breteler,

M.M.B. & de Bruin, A. (2006) Incidentie

van cerebrovasculaire ziekte in Nederland

in 2000. In Hart- en vaatziekten in

Nederland 2006, cijfers over leefstijl- en

risicofactoren, ziekte en sterfte.(Jager-

Geurts, M. H., Peters, R. J. G., Dis, S. J. v.

and Bots, M. L. eds.) Nederlandse

Hartstichting, Den Haag, pp. 35-65.

2. Wolfe, C.D., Crichton, S.L., Heuschmann,

P.U., McKevitt, C.J., Toschke, A.M., Grieve,

A.P. & Rudd, A.G. (2011) Estimates of out-

comes up to ten years after stroke: analysis

from the prospective South london stroke

register. PLoS Med, 8(5), e1001033.

3. Morrison, V., Pollard, B., Johnston, M. &

MacWalter, R. (2005) Anxiety and depressi-

on 3 years following stroke: demographic,

clinical, and psychological predictors. J

Psychosom Res, 59(4), 209-13.

4. Patel, M.D., Tilling, K., Lawrence, E., Rudd,

A.G., Wolfe, C.D. & McKevitt, C. (2006)

Relationships between long-term stroke

disability, handicap and health-related qua-

lity of life. Age Ageing, 35(3), 273-9.

5. Visser-Meily, A., Post, M., van de Port, I.,

van Heugten, C. & van den Bos, T. (2008)

Psychosocial functioning of spouses in the

chronic phase after stroke: improvement or

deterioration between 1 and 3 years after

stroke? Patient Educ Couns, 73(1), 153-8.

6. Visser-Meily, J.M., van den Bos, G.A. &

Kappelle, L.J. (2009) Better acute treatment

induces more investments in chronic care

for stroke patients. Int J Stroke, 4(5), 352-

3.

7. Huijsman, R., Klazinga, N., Scholte op

Reimer, W., van Wijngaarden, J., van Exel,

N., van Putte-Boon, C., Prestholt, F.,

Koomanschap, M. & Niessen, L. (2001)

Beroerte, beroering en borging. Resultaten

van de Edisse-studie van drie regionale

experimenten met stroke service (deel l en

ll). Den Haag: ZonMW.

8. Minkman, M.M., Schouten, L.M.,

Huijsman, R. & van Splunteren, P.T. (2005)

Integrated care for patients with a stroke in

the Netherlands: results and experiences

from a national Breakthrough Collaborative

Improvement project. Int J Integr Care, 5,

e14.

156 Cordiaal 5/2011

|CHRONIS

CHE Z

ORG Effectevaluatie 1-2 weken 6 maanden 12 maanden 18 maanden

patiënt Demografischegegevens

BI, FAI, HADS, BI, FAI, HADS, BI, FAI, HADS, BI, FAI, HADS,SASIP-30, SASC-19 SASIP-30, SASC-19 SASIP-30, SASC-19 SASIP-30, SASC-19

naaste Demografische gegevens

HADS, Lisat-9, HADS, Lisat-9, HADS, Lisat-9, HADS, Lisat-9, CSI, SASC-19 CSI, SASC-19 CSI, SASC-19 CSI, SASC-19

Procesevaluatie 1-2 weken 6 maanden 12 maanden 18 maanden

Resultaten Resultaten Resultaten Resultaten assessment assessment assessment assessment

Procesvragenlijst patiënt en naastenProcesvragenlijst

thuiszorgcoördinatoren

BI, Barthel Index; FAI, Frenchay Activities Index; HADS, Hospital Anxiety and Depression Scale; SASIP-30, Stroke Adapted-Sickness Impact Profile-30; SASC-19,

Satisfaction with Stroke Care-19

Indien u op de hoogte gehouden wiltworden van de voortgang en bekend-making van het ACAS-instrument,dan kunt u contact opnemen metManon Fens, afdeling Patiënt & Zorg,Maastricht Universitair MedischCentrum+, Maastricht, 043-3874463,[email protected].

Tabel 2. Meetmomenten

Page 13: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart Hulp Cyriel Camaro Pagina 158 ... De uitdaging is om het risico op

Wat ziet u op het elektrocardiogram?

Een man met pijn op de borst op de Eerste Hart Hulp

Hieronder vindt u de casus van een 57-jarige man, die bij opname gedurende

45 minuten een drukkende pijn retrosternaal heeft zonder uitstraling met licht

misselijk gevoel. Hij heeft een blanco cardiale voorgeschiedenis. De auteur stelt u

over deze casus enkele vragen die u kunt beantwoorden met behulp van onder-

staande gegevens en elektrocardiogram. De antwoorden vindt u op pagina 165

van deze Cordiaal.

____Cyril Camaro, cardioloogUMC St Radboud Nijmegen, afdeling cardiologie___E-mail: [email protected]

Casus:Een 57-jarige man met een blanco car-diale voorgeschiedenis heeft sindsenkele weken bij inspanning pijn opde borst. Op de dag van opname krijgthij gedurende 45 minuten een druk-kende pijn retrosternaal zonder uit-straling met licht misselijk gevoel. Nanitrospray van de huisarts zakt de pijnaanzienlijk. Hij wordt met spoed ver-wezen naar de Eerste Hart Hulp voorbeoordeling. Daar blijft hij klachten-vrij. De tractus anamnese is verderniet bijdragend. Bij opname is er,behoudens 240 mg aspirine via dehuisarts, geen thuismedicatiegebruik.Risicofactoren voor hart- en vaatziek-ten bestaan uit roken en een belastefamilieanamnese. Bij lichamelijkonderzoek is hij een niet zieke man.Lengte 180 cm, gewicht 85 kg. Debloeddruk meet 152/88 mmHg bij een

pols van 85 per minuut regulair enaequaal. De halsvenen zijn nietgestuwd. Over het hart normale tonenzonder geruis. Over de longen nor-maal ademgeruis zonder bijgeluiden.Aan de extremiteiten geen oedeem.Het gemaakte 12-afleidingen elektro-cardiogram in de ambulance ziet u infiguur 1. In het laboratoriumonder-zoek wordt een CK maximaal gezienvan 270 u/l en een troponine I van1.28 ug/l. De cardioloog besluit totinvasief onderzoek. De medicatiewordt uitgebreid met prasugrel 60 mgoplaaddosis, simvastatine 40 mg,metoprololtartraat 2dd 25 mg en 2,5mg fondaparinux subcutaan. DeGRACE-risicoscore (op overlijden inhospitaal) bedraagt 74 punten en deCRUSADE-bleedingscore 21 punten.Nog diezelfde middag wordt coronai-

rangiografie verricht en een subtotaalsignificant letsel in de mid ramus des-cendens anterior (RDA of LAD) gedot-terd. Drie bare metal stents wordengeplaatst in de LAD. Het beloop is ver-der ongecompliceerd.

Vragen:1. Wat ziet u op het elektrocardiogram

(ECG) in figuur 1? 2. Waarin verschilt prasugrel van clopi-

dogrel?3. Wat betekenen de GRACE-risicoscore

en de CRUSADE-bleedingscore?4. Wat zeggen de richtlijnen over inva-

sieve behandeling bij deze patiënten-groep?

5. Bestaat er bij deze patiënt een indi-catie voor hartrevalidatie?

6. Wat is uw conclusie aan de hand vanhet verhaal en het ECG?

|VRAAG E

N A

NTW

OORD

Cordiaal 5/2011 157

Figuur 1

Page 14: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart Hulp Cyriel Camaro Pagina 158 ... De uitdaging is om het risico op

|COCAÏN

E

158 Cordiaal 5/2011

Cocaïne is een van de gevaarlijkste drugs op cardiologisch gebied

Een patiënt met cocaïne-intoxicatie

Op cardiologisch gebied is cocaïne een gevaarlijke drug. Niet zelden worden

patiënten met een cocaïne-intoxicatie opgenomen op de Cardiac Care Unit (CCU-

Hartbewaking). Cocaïne geeft bij intoxicatie niet alleen veel acute hartproblemen,

maar zorgt ook voor nadelige effecten op het hart op langere termijn. In dit artikel

staan de werking en gevolgen van cocaïne en de behandeling van patiënten met

een cocaïne-intoxicatie beschreven.

___Irene van der Burgt, CCU verpleegkundigeUMC Utrecht___E-mail: [email protected]

InleidingNederland staat bekend als een tole-rant land in relatie tot (hard) drugs.De drugswetgeving is vele malen soe-peler dan in andere landen. In het uit-gaansleven en met name in de club- endance scene worden veel soortendrugs gebruikt, met het doel degebruiker meer energie en een inten-sere beleving te bezorgen. Maar dooronervarenheid, zelfoverschatting, ver-keerd gebruik of verkeerde omge-vingsfactoren kan het heel anderslopen. Verpleegkundigen en artsen diete maken krijgen met een patiënt meteen drugsintoxicatie weten vaak nietwelke drugs de patiënt in welke hoe-veelheid en in welke combinatie heeftingenomen. Daarnaast zijn de patiën-ten meestal niet coöperatief of zelfsagressief en kan het verloop van deintoxicatie verraderlijk zijn. Deze fac-toren maken het moeilijk om eengoede diagnose en behandeling vast testellen.

Op de Spoedeisende Hulp is cocaïnede meest genoemde drug. Ruim eenop de vier drugsslachtoffers (28%)geeft aan cocaïne te hebben gebruikt.Telt men alleen de gevallen waarvande drug bekend is (63%), dan maaktcocaïne 45% uit van alle drugsgerela-teerde behandelingen. Redenen vooropname zijn: vergiftigingen of mis-bruik (22%), problemen aan de adem-halingswegen (21%), letsel door onge-vallen (16%), ziekten van hart- envaatstelsel (8%) of psychosen (4%). In2009 waren er 737 opnames gerela-teerd aan cocaïnemisbruik. Hiervanwas 78% man en de gemiddelde leef-tijd bedroeg 37 jaar.1 (zie figuur 1)

GeschiedenisCocaïne is afkomstig uit de bladeren van de heester Erythroxylum coca. Deze plantkomt voor in Bolivia, Peru en Mexico. De bewoners van de Andes ontdekten rond1450 dat pakdieren weer kracht kregen wanneer ze bij trektochten door de bergenvan de heesters aten. Vervolgens gingen ze zelf de bladeren eten. De Inca’sbeschouwden de heester als een door de goden gegeven plant, die diende omhonger en dorst te verzachten. In 1551 verbiedt de bisschop van Cuzco, Peru hetgebruik van coca met de doodstraf tot gevolg, omdat hij denkt dat het een plant isvan de duivel. De Spanjaarden die Zuid-Amerika veroveren staan het gebruik vancoca weer toe. Hoewel de Spanjaarden coca kennen, krijgt het middel geen vastevoet aan de grond in Europa, omdat de werking van de cocabladeren verloren gingbij het verschepen van de bladeren. In de negentiende eeuw lukte het om de diver-se bestanddelen van het cocablad te isoleren.² ³

Sigmund Freud raakte geïnteresseerd in deze stof. Hij probeerde cocaïne op zich-zelf uit en was onder de indruk van de effecten. Hij zag verschillende medischetoepassingen, zoals een stimulerend middel, als middel voor plaatselijke verdovin-gen en als middel tegen alcohol- en morfineverslaving. In 1884 introduceerde CarlsKoller, een Weense oogarts, cocaïne als lokaal verdovingsmiddel voor oogheelkun-dige procedures. Een aantal jaren later werd echter duidelijk dat cocaïne versla-vend is en uitgebreide psychopathologische verschijnselen kan veroorzaken. InEuropa nam hierdoor de belangstelling voor cocaïne af, maar in de VerenigdeStaten bleef die onverminderd groot. Begin jaren zeventig werd in de VerenigdeStaten begonnen met het roken van cocaïne (crack) en dit groeide uit tot een enor-me epidemie. Eind jaren zeventig, begin jaren tachtig werd cocaïne in Nederlandpopulair. De laatste onderzoekscijfers uit 2009 geven aan dat in de leeftijdsgroepvan 15 tot en met 64 jaar, 5,2 procent van de Nederlandse bevolking ooit cocaïneheeft geprobeerd en 1,2 procent regelmatig cocaïne gebruikt.1,4

Cocaplant in de Andes Cocaplantage in Colombia

Page 15: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart Hulp Cyriel Camaro Pagina 158 ... De uitdaging is om het risico op

|COCAÏN

E

Cordiaal 5/2011 159

WerkingVan alle middelen die het centralezenuwstelsel stimuleren, is cocaïne desterkst werkzame en natuurlijk voor-komende moleculaire verbinding.Deze verbinding ontstaat in de cocaï-neplant zelf en is dus niet chemischgemaakt. Cocaïne stimuleert het sym-pathische zenuwstelsel op tweemanieren. Enerzijds blokkeert cocaïnede heropname van de neurotransmit-ters (noradrenaline, dopamine enserotonine) uit de synaps (ruimte tus-sen de zenuwcellen), waardoor er eenovervloed ontstaat van deze neuro-transmitters met als gevolg een over-stimulatie van deze receptoren.Anderzijds zorgt cocaïne voor een toe-name van de hoeveelheid sympathi-sche neurotransmitters in het bloed-plasma, door de zenuwcellichamen ende bijnier te stimuleren om extra adre-naline, noradrenaline en dopamineaan te maken. Activatie van het sympathische ze -nuwstelsel leidt tot verhoogde bloed-druk, tachycardie, pupilverwijding engegeneraliseerde vasoconstrictie. Deverhoogde niveaus van dopamine enserotonine zorgen voor verminderingvan angstgevoel, een afname van soci-ale remmingen en een toename vanenergie, zelfvertrouwen en seksuelepotentie.

De lokale verdovingseffecten die CarlsKoller gebruikte voor zijn oogopera-ties worden veroorzaakt door een

blokkade van het natriumkanaal, diede geleiding van zenuwprikkels remt.Tegelijk vermindert het de rust mem-braanpotentiaal en de amplitude vande actiepotentiaal en verlengt het deduur van de actiepotentiaal. Cocaïneblokkeert ook kaliumkanalen.Hiernaast zorgt cocaïne voor een ver-hoogde instroom van calcium. Dezecombinatie heeft naast het verdovendeeffect ook invloed op het geleidings-systeem op het hart. Cocaïne kan opverschillende manieren gebruikt wor-den, namelijk door roken, intraveneu-ze toediening, via de neus ‘coke snui-ven’ en via de mond. De werking enduur van het effect is afhankelijk vande wijze van gebruik (zie figuur 2).

FarmacologieDe halfwaardetijd is ongeveer 60-90minuten. Toxische effecten kunnenverwacht worden bij een dosis vanaf200 mg oraal of 20 mg intraveneus. De

effecten zijn afhankelijk van eventueleco-inname van alcohol. De combinatievan alcohol en cocaïne vormt in hetbloed de stof ethylbenzoylecgonine,algemeen bekend als cocaethylene.Deze stof is een extra belasting voorhart- en bloedvaten en de lever.Hoewel de gedragskenmerken en depsychomotorische stimulerende effec-ten vergelijkbaar zijn met die vanalleen cocaïne, is de toxiciteit groter.De plasmahalfwaardetijd van coca-ethylene is langer dan die van cocaïne.De toevoeging van alcohol verhoogthet risico op een plotselinge dood met25 keer. Dit gaat al op bij gebruik vanvier glazen alcohol samen met cocaï-negebruik. In 65% van de opnames inhet ziekenhuis wegens een cocaïne-intoxicatie is er sprake van co-innamevan alcohol.1,5,6

GevolgenOp cardiologisch gebied is cocaïne eenvan de gevaarlijkste drugs. Op kortetermijn ontstaat er door stimulatie vanhet sympathische zenuwstelsel vaso-constrictie en een tachycardie. Ditgeeft hypertensie en daling van decoronaire perfusie. Door activatie vande bèta-adregene receptoren door decatecholaminen wordt de calciumin-stroom in de myocardcellen verhoogd,wat voor een versterkte contractie vanhet myocard zorgt. Hierdoor neemt dezuurstofbehoefte van het hart toe, ter-wijl de doorbloeding van het myocardjuist afneemt door de vasoconstrictie.Deze combinatie kan angina pectoris,ischemie en mogelijk een myocardin-farct tot gevolg hebben. Door de plot-seling ontstane hypertensie en de ver-hoogde contractie van het myocardkan er zelfs een aortadissectie of -rup-tuur ontstaan.5,7

Figuur 1 Klinische opnames in algemene ziekenhuizen, gerelateerd aan cocaïne -misbruik en -afhankelijkheid, vanaf 1995 (Bron Dutch Hospital Data (DHD),Kiwa Prismant) Y-as: aantal klinische opnames, X-as: de jaartallen.

700

600

500

400

300

200

100

0

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

cocaïne als nevendiagnose

cocaïne alshoofddiagnose

Route Begin Peak Effect (min) Duur (min)

Inademing 7 s 1-5 20

Intraveneus 15 s 3-5 20-30

Nasaal 3 min 15 45-90

Mondeling 10 min 60 60-300

(Burnett 2010)

Figuur 2

Page 16: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart Hulp Cyriel Camaro Pagina 158 ... De uitdaging is om het risico op

160 Cordiaal 5/2011

|COCAÏN

E

Cocaïne stimuleert stolselvorming ende aanmaak van trombocyten. Door destimulatie van de plasminogeenreceptoren wordt er meer plasmino-geen aangemaakt, wat de stolselvor-ming bevordert. Door het activerenvan de alfa-adrenerge receptorenwordt de aanmaak van trombocytengeactiveerd. In combinatie met debeschadigingen in de vaten door dehypertensie geeft dit een verhoogdekans op trombose, vooral in de coro-nairen. Langdurig gebruik van cocaïnekan zorgen voor pompfunctiestoornis-sen van zowel de linker- als de rech-terhelft van het hart, cardiomyopathie,hartklepaandoeningen, myocarditis en- bij intraveneus gebruik - endocardi-tis. Daarnaast veroorzaakt frequentgebruik een versneld proces van coro-naire atherosclerose.

Cocaïne remt de actieve instroom vannatrium over het celmembraan tijdensdepolarisatie en veroorzaakt vertra-ging in het geleidingsysteem. Hierdoorkan er een bradycardie, verbredingvan het QRS-complex, verlenging vanhet QT-segment, een AV-block of eenasystolie ontstaan. Hiernaast zorgt deverhoogde instroom van calcium vooreventuele extrasystole waardoorsupraventriculaire en ventriculairetachycardieën, atrium- of ventrikelfi-brilleren of Torsade de points kunnenontstaan. Ritmestoornissen kunnentevens veroorzaakt worden door deontstane ischemie of infarct.

Niet-cardiale problemenNaast de cardiale problemen kancocaïnegebruik rabdomyolyse veroor-zaken. Dit is een acute spiervezelaf-braak waardoor er myoglobine vrij-komt in het bloed, dat vervolgens viade nieren en de urine uitgescheidenwordt. Bij veel spierafbraak komt erveel myoglobine in het bloed, watschadelijk is voor de nieren. Dit kanuiteindelijk acute tubulaire necroseveroorzaken. Daarnaast kan de intra-vasale stolling door de vaatwanddefec-ten door de hypertensie schade ver-oorzaken aan de nieren, resulterend innierfunctiestoornissen met uiteinde-lijk chronisch nierfalen totgevolg.3,5,7,8,9

Het snuiven van cocaïne irriteert deluchtwegen en beschadigt de bronchi-

ale epitheelcellen, waardoor er bron-chospasme, longoedeem en exacerba-tie van astma kan ontstaan. Er is eenverhoogde zuurstofbehoefte en eenverhoogde productie van koolstofdi-oxide door de verhoogde spieractivi-teit. Bij hogere dosis kan door prikke-ling van het verlengde merg een adem-depressie ontstaan, waardoor intuba-tie noodzakelijk is. Bij intubatie moeter rekening gehouden worden meternstige hypotensie na toedienen vansedatie, waardoor de vasoconstrictie,die is veroorzaakt door adrenaline ennoradrenaline, wordt opgeheven metals gevolg een relatief tekort aan circu-lerend volume.7,8,9

Door stimulatie van de motorischegebieden (verhoogd gehalte dopamineen serotonine in het bloed) kunnen erataxie, coördinatiestoornissen, spas-men en tremoren ontstaan. Bij oversti-mulatie door een overdosis kunnen ertonisch-clonische insulten voorko-men. Cocaïne verlaagt de drempelvoor convulsies en heeft een stimule-rend effect op de neuronen dat con-vulsies bevordert. Cocaïne beïnvloedtde hypothalamus; de lichaamstempe-ratuur neemt toe, terwijl de toenamevan spieractiviteit zorgt voor het vrij-komen van extra warmte. Door devasoconstrictie wordt de afvoer van delichaamwarmte belemmert met alsgevolg dat het lichaam oververhit kanraken. Hyperthermie is een markervoor ernstige toxiciteit en het wordt inverband gebracht met een aantal com-

plicaties, zoals nierfalen, diffuse intra-vasale stolling, acidose, leverbeschadi-ging en rabdomyolyse.3,5,7,8

BehandelingBij hypertensie zonder tachycardiekan er nitroprusside worden geven (2-10 μg/kg/min). Nitroprusside is eenantihypertensiva die perifere vaatdila-tatie geeft, zowel arterieel als veneus,zonder grote invloed te hebben op dehartfrequentie. Bij hypertensie meteen tachycardie kan er nitroprussidegegeven worden in combinatie metdiazepam. Omdat de tachycardie bijcocaïnegebruik veroorzaakt wordtdoor de overstimulatie van het sympa-tische zenuwstelsel, is diazepam eeneerste keuze. Bij tekenen van ischemiekan er ascal en nitroglycerine meteventueel verapamil gegeven worden.Ascal remt trombocytenaggregatie,waardoor de vorming van een trombusvoorkomen wordt, wat door de cocaï-ne juist gestimuleerd wordt.Nitroglycerine zorgt voor veneuzevasodilatatie en verlaagt hierdoor depreload en de zuurstofconsumptie vanhet hart. Verapamil is een calciuman-tagonist die de calciumopname blok-keert door het celmembraan af te slui-ten, waardoor de spiercellen mindergoed kunnen samentrekken. Hierdoorvermindert de contractiekracht vanhet hart en de arteriën, waardoor desystemische vaatweerstand vermin-dert en de tensie daalt. Deze calciu-mantagonist kan erbij gegeven wordenwanneer er tekenen van ischemie zijn

Cocaïnebladeren

Page 17: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart Hulp Cyriel Camaro Pagina 158 ... De uitdaging is om het risico op

Cordiaal 5/2011 161

|COCAÏN

E

in combinatie met een tachycardie.Wanneer deze medicijnen niet helpenbij tekenen van ischemie, kan er eenCoronair Angio Gram (CAG) gedaanworden. Ischemie of een infarct is hetbeste te bepalen met het stijgen vanhet troponine in het bloed en door degestegen CK-MB (miniaal 10% van hetgestegen CK), omdat rabdomyolyseeen verhoogd creatiekinase geeft in50% van de gevallen, zonder dat erischemie van het myocard is opgetre-den.5

RitmestoornissenEventuele ischemie, elektrolytstoor-nissen, hypoxemie of zuur-base stoor-nissen moeten worden behandeld. Bijritmestoornissen kunnen er op ver-schillende gebieden acties onderno-men worden, afhankelijk van de aardvan de ritmestoornis. Supra -ventriculaire ritmestoornissen kunnenbehandeld worden met calciumanta-gonisten; bijvoorbeeld diltiazem ofverapamil. Zoals eerder beschrevenblokkeert een calciumantagonist decalciumopname door het celmem-braan af te sluiten, waardoor de spier-cellen minder goed kunnen samen-trekken. Maar dat heeft als neveneffectdat door het calciumtekort in de myo-cardcellen de elektrische prikkelsminder goed worden voortgeleid,waardoor het hart minder gevoeligwordt voor ritmestoornissen. Ventriculaire ritmestoornissen kun-nen behandeld worden met lidocaïneen eventueel een cardioversie.Lidocaïne vermindert de prikkelbaar-heid van het ventrikel en verlengt derefractaire periode. Wanneer depatiënt hemodynamisch instabiel is,moet er worden gedefibrilleerd. De zinhiervan is echter minimaal, aangeziende cocaïne zich nog in het lichaambevindt.

NierfalenNierfalen als gevolg van rabdomyoly-se moet behandeld worden doorruime infusie, door de urine te alkali-seren via toediening van natriumbi-carbonaat en door stimulatie van diu-rese. De toediening van de natriumbi-carbonaat zorgt echter wel voor eenverlengde halfwaardetijd van decocaïne. Eventueel moet er gestartworden met nierfunctievervangendetherapie. In het ergste geval ontstaat

er een compartimentensyndroomwaarvoor fasciotomie geïndiceerd is.Diffuse intravasale stolling wordtbehandeld met een lage dosis hepari-ne en het aanvullen van trombocytenen stollingsfactoren. 3,5,7,8

OnrustDe motorische onrust, waaronderataxie, coördinatiestoornissen, spas-men en tremoren, kan behandeld wor-den met diazepam. Haldol is gecon-traindiceerd omdat het zorgt voor eenverhoging van de lichaamstempera-tuur, terwijl er al vaak een hyperther-mie aanwezig is bij cocaïnegebruik.Daarnaast geeft haldol een verleningvan de QT-segment, terwijl deze alverlengd is door de geremde instroomvan de natrium door de cocaïne.Epileptische aanvallen als gevolg vancocaïne zijn resistent tegen anti-epi-leptische geneesmiddelen. Dit komtomdat cocaïne invloed heeft op denatrium- en calciumkanalen, waar-door de medicijnen die daar op antici-peren hun werking verliezen. De aan-vallen kunnen behandeld worden metalfa-adrenerge antagonisten, zoalsdexmedetomidine, clonidine, fentola-mine of enzodiazepinen.7,8

HyperthermieHyperthermie moet bestreden wordendoor actieve koeling via gekoeldeinfusen, koelmatrassen of toedieningvan dantroleen (1 mg/ kg lichaamsge-wicht tot max. 10mg/kg). Dantroleenblokkeert de afgifte van calcium,waardoor de spiercontractie en despanningstoestand van de spier ver-minderen. Bij geïntubeerde patiëntenis het toedienen van spierrelaxantiaafdoende.7,9

ConclusieOp cardiologisch gebied is cocaïne eenvan de gevaarlijkste drugs. Het geeftbij intoxicatie niet alleen veel acutehartproblemen, maar het heeft daar-naast een groot nadelig effect op hethart op langere termijn. Op korte ter-mijn leidt het tot vasoconstrictie eneen tachycardie, waardoor hypertensieen daling van de coronaire perfusieontstaan. Het geeft een versterkte con-tractie van het myocard, waardoor dezuurstofbehoefte van het hart alleenmaar toeneemt, terwijl de doorbloe-ding van het myocard afneemt door de

vasoconstrictie. Daarnaast stimuleertcocaïne de stolselvorming en de aan-maak van trombocyten. In combinatiemet de beschadigingen in de vatendoor de hypertensie, geeft dit eengrote kans op trombose, vooral in decoronaire.

Door de plotseling ontstane hyperten-sie en de verhoogde contractie van hetmyocard kan er een aortadissectie of -ruptuur ontstaan. Cocaïne kan veleritme- en geleidingstoornissen veroor-zaken door de natrium-calcium uit-wisseling te beïnvloeden en door hetveroorzaken van ischemie. Op langetermijn kan cocaïne zorgen voorpompfunctiestoornissen van zowel delinker- als de rechterhelft van het hart,cardiomyopathie, hartklepaandoenin-gen en myocarditis en endocarditis bijintraveneus gebruik. Daarnaast ver-oorzaakt frequent gebruik een ver-sneld proces van coronaire atheroscle-rose.

Meer informatie over drugs op de CCUvindt u op www.drugsopdeccu.nl. Dezewebsite is gemaakt door de auteur vanhet artikel.

Literatuur1. Laar MW van, Cruts AAN, Ooyen-Houben

MMJ van, Meijer RF, Croes EA, Brunt T,

Ketelaars APM. Nationale drugs monitor. 1e

druk. Utrecht: Trimbos-instituut; 2011.

2. Anker, JN van den Mildneren RJ, Sauer. PJJ.

Cocaïne en zwangerschap; wie betaalt de

rekening? Ned.Tijdschrift Geneeskunde.

1993;137:118-21.

3. Luft, A, Mendes FF. Anesthesia in cocaine

users. Rev Bras Anestesiol. 2007

Jun;57(3):307-14.

4. Oudenaarden, B. verdoofd, cocaïne, XTC en

anesthesie. Erasmusmc 2006, 18 mei (52).

5. Berreklouw S: Cardiovasculaire gevaren van

cocaïne. Ned.Tijdschrift Geneeskunde.

1997;131:544

6. Olivier, E. Cocaïne: van geneesmiddel tot

(illegaal) genotmiddel. Ned.Tijdschrift

Geneeskunde. 1994;138:2068

7. Kazimir M: Cocaïne Cardiomyopathie.

Emergency Medicine 2008: Mar 24, 2008

(92)

8. Kramers C, Aarnoutse R. Cocaïne

.Toxicologie behandelinformatie. 2006, 22

oktober (19).

9. Burnett, MD, Cocaine Toxicity in

Emergency Medicine. Emergency Medicine

2010; mar 19 (86).

Page 18: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart Hulp Cyriel Camaro Pagina 158 ... De uitdaging is om het risico op

Indicaties, werking en mogelijkheden

De AV-sequentiële pacemaker

Cardiac Care verpleegkundigen komen steeds vaker in aanraking met de

AV-sequentiële pacemaker (tweekamerpacemaker). Deze biedt een aantal

voordelen ten opzichte van de éénkamerpacemaker, maar vraagt van de verpleeg-

kundige wel meer kennis en tijd. In dit artikel laten we u kennis maken met de

werking en het gebruik.

___Linda Veenis, Cardiac Care verpleegkundige,Academisch Medisch Centrum te AmsterdamMartin Linzel, Cardiac Care verpleegkundige,Academisch Medisch Centrum te Amsterdam

___E-mail: [email protected]

Wanneer een patiënt een myocardin-farct heeft doorgemaakt of een cardio-chirurgische ingreep heeft ondergaan,kunnen er ritme- en/of geleidings-stoornissen ontstaan. Deze stoornissenontstaan meestal op basis van myocar-dischemie of op basis van oe deem naeen openhartoperatie, waardoor hetgeleidingssysteem, tijdelijk of defini-tief, niet goed functioneert. De meestvoorkomende ritme- en geleidings-stoornissen zijn een sinusbradycardie,een sino-auriculair blok (SA-blok) eneen 1e, 2e of 3e graads atrioventriculairblok (AV- blok). Vooral de laatste gelei-dingsstoornis heeft vaak hemodynami-sche consequenties, die het gebruikvan de uitwendige éénkamerpacema-ker of de AV-sequentiële pacemakernodig maken.

Dit artikel behandelt de verschillentussen deze twee pacemakers enbekijkt wanneer welke pacemaker hetmeest geschikt is. Omdat de AV-sequentiële pacemaker nog niet dage-lijks wordt gebruikt, geven we eenbeschrijving van deze pacemaker enhaar verschillende functies. Aan deorde komen de mogelijkheden van deMedtronic, model 5388 AV-sequentië-le pacemaker, en alle handelingen diedagelijks moeten worden uitgevoerdom de pacemaker goed te laten functi-oneren.

Coderingssysteem In 1974 heeft het Intersociety Collegefor Heart Disease (ICHD) een univer-sele drielettercode bedacht om aan tegeven op welke wijze de pacemakerwerkt. De eerste letter geeft aan waargestimuleerd wordt, de tweede waargedetecteerd (gesensed) wordt en dederde geeft aan hoe de pacemaker rea-geert op de gedetecteerde signalen.1

De AV-sequentiële pacemaker kan in‘DDD-mode’ zowel in de boezem als inde kamer pacen, sensen en inhiberen(inhouden). Dat betekent dat dezepacemaker in dit geval boezem- enkamerstimulatie geeft, boezem- enkamerdetectie heeft en signalenafgeeft en blokkeert, wanneer er spra-ke is van spontane depolarisatie. DeMedtronic kan uiteraard ook andersworden ingesteld, bijv. AAI of VVI.2

Verschillen De geleidedraden voor zowel de één-kamer- als de tweekamerpacemakerkunnen door de cardiothoracaal chi-rurg (meestal epicardiaal) of cardio-loog (meestal transveneus) wordenaan- of ingebracht (zie afbeelding 1).Na verloop van tijd kan de geleidingzich herstellen en de uitwendige pace-maker verwijderd worden. Somswordt de uitwendige pacemakergebruikt in afwachting van het plaat-

sen van een permanente pacemakerals de geleidingsstoornis zich niet her-stelt.3

De uitwendige éénkamerpacemakerheeft één geleidedraad in de rechter-kamer of in de rechterboezem van hethart. Met een vastgestelde frequentiekan door de draad een prikkel aan hethart worden afgegeven. Door dezeprikkel worden de myocyten gedepo-lariseerd.1, 3

Bij een AV-sequentiële pacemakerbevinden zich geleidedraden in deboezem en in de kamer. Vaak zijn ditepicardiale geleidedraden, die tijdenseen operatie door de chirurg op hethart zijn gehecht. De draden komendoor de huid naar buiten en kunnenzo op de pacemaker worden aangeslo-ten. De epicardiale draden van de boe-zem komen rechts van het sternumnaar buiten; de epicardiale draden vande kamers komen links naar buiten.Deze tijdelijke draden kunnen binneneen paar dagen zonder probleem dooreen arts worden verwijderd.3

Indicaties Veel ritme- en geleidingsstoornissenkunnen met een éénkamerpacemakerbehandeld worden. Dat roept de vraagop naar de meerwaarde van de AV-sequentiële pacemaker. De éénkamer-pacemaker kan alleen atriaal of alleenventriculair pacen. De AV-sequentiëlepacemaker kan zowel atriaal, ventri-culair als atrio-ventriculair (AV-sequentieel) pacen. In de laatste situa-tie wordt een impuls gegeven in zowelboezem als kamer, met daartussen eentijdsperiode (het atrioventriculaireinterval, feitelijk het PQ-interval ophet ECG). AV-sequentieel pacen is indit opzicht een meer fysiologischemanier van hartstimulatie.

162 Cordiaal 5/2011

| TW

EEKAMERPACEMAKER

Afbeelding 1 ©Antoine Driessen

Page 19: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart Hulp Cyriel Camaro Pagina 158 ... De uitdaging is om het risico op

Cordiaal 5/2011 163

| TW

EEKAMERPACEMAKER

Werking De uitwendige tweekamerpacemakerMedtronic, type 5388, heeft twee ven-sters, waarbij het bovenste venster defrequentie en de output (de af te gevenstroom in milliampère) betreffende deboezems en kamers laat zien. Een ietskleiner venster daaronder bevat diversemenu’s met instellingen (zie afbeel-ding 2).

Aan de rechterkant op het kastje zittenvier draaiknoppen onder elkaar. Debovenste draaiknop dient voor hetinstellen van de frequentie in zowelboezem als kamer. De tweede en derdedraaiknop zijn respectievelijk voor hetinstellen van de output in de boezem enkamer. De onderste draaiknop dientvoor het instellen van sensitivity(gevoeligheid) en het toedienen vanoverpacing (een hogere frequentiecreëren dan het eigen ritme). De instel-lingen zijn in het onderste venster tezien met behulp van de select- en demenutoetsen, die zich onder de vierdedraaiknop bevinden.

Onder het tweede venster bevindenzich de rode emergencytoets, de paar-se ‘off’-toets, de groene ‘on’-toets en deoranje pauzetoets. Helemaal aan deonderzijde, precies in het midden, ziteen grijze druktoets. Met een druk opdeze toets gaat de lade aan de rechter-zijde open, waarin een batterij van9 Volt zit. De geleidedraden voor boe-zem en kamer kunnen aan de bovenzij-de van de pacemaker met losse pinnenof met standaard pacemakerkabelsworden aangesloten. Het laatste heeftde voorkeur, omdat deze kabels nietspontaan los kunnen schieten.

Met de groene ‘on’-knop schakelt depacemaker aan, licht het bovenste ven-ster op en springt de pacemaker in zijnstandaard configuratie: Frequentie(rate) 80 min, A (atrium) output 10 milli-ampère (mA) en V (ventrikel) output10 mA. De AV-sequentiële pacemakerdient ingesteld, maar ook dagelijksgedrempeld te worden. Drempelen ishet beoordelen van de minimale hoe-veelheid stroom die nodig is om de myo-cyten het hart te laten depolariseren.

Het LED-lampje van pacen (groen)

boven het grote venster geeft aan wan-neer een pacemakerstimulus afgege-ven wordt. Dit lampje geeft echter nietaan of de stimulus gevolgd wordt dooreen contractie. Het lampje van het sen-sen (oranje) licht op wanneer een sig-naal van voldoende amplitude wordtaangeboden. Het gaat in dat geval omeen spontane depolarisatie, die nietdoor de pacemaker wordt geïnitieerd.Links (boezem) en rechts (kamer) kanmen dus zien of er signalen van deingestelde amplitude optreden.

De groene toets met het sleuteltjeboven de bovenste draaiknop kan demogelijkheid om instellingen te veran-deren blokkeren. In het grote vensterrechtsboven verschijnt nu een plaatjevan een slot. Om de instelling weer tewijzigen, dient men op dezelfde sleutel-toets te drukken voor ontgrendeling.

In het kleine venster kan men kiezen uitvier menu’s met verschillende optiesdoor op de groene menutoets te druk-ken. Linksonder in het venster is te zien,dat men in het eerste menu is belandt.Door de groene selecttoets in te druk-ken, kan men kiezen voor de gewensteoptie. Zo is het mogelijk in het eerstemenu de sensitivity van de boezem ende kamer in te stellen, het AV-intervalaan te passen en A-tracking (het volgen

van de boezem, dat wil zeggen, dekamer volgt synchroon de stimulatievan de boezem) aan of uit te zetten.Met de onderste draaiknop kan degewenste instelling verkregen worden.2

In het tweede menu kun je onder ande-re de bovengrens van de pacemaker-frequentie vaststellen. In het derdemenu kan men in geval van een tachy-cardie (met name atriale flutter) atriaal‘overpacen’.2, 8 Dit wordt Rapid AtrialPacing (RAP) genoemd. Tijdens hetoverpacen wordt de volgfrequentienaar de kamer geblokkeerd als depacemaker in AV-sequentiële modestaat. De bescherming is dan aanwezigdat bij RAP op bijvoorbeeld 310 BPMniet 1:1 voortgeleid wordt naar dekamer. In het vierde en laatste menukan men kiezen voor een bepaaldemodus in plaats van de standaard DDD-instelling, bijvoorbeeld ‘VVI’ (ventrikel-stimulatie, ventrikeldetectie en inhibe-ren).

Onder het kleine venster zit aan de lin-kerkant de rode emergencytoets. Doordeze in te drukken, gaat de AV-sequen-tiële pacemaker automatisch asyn-chroon pacen met de hoogste output.Dit betekent dat de pacemaker nietsensed, maar met een vastgestelde fre-quentie paced, ongeacht het onderlig-gende ritme. De boezem vuurt met eenoutput van 20 mA en de kamer met25 mA. De frequentie staat standaardop 80 slagen per minuut.

De oranje pauzetoets dient om te zienof er sprake is van eigen onderliggendritme. Zolang men de toets ingedrukthoudt, stopt de pacemaker met hetafgeven van prikkels gedurende enkeleseconden. Het verdient echter de voor-keur om de frequentie van de pacema-ker langzaam terug te draaien, om zohet ‘overdrive-fenomeen’ te omzeilen.Via deze manoeuvre krijgt een eventu-eel ander aanwezig focus in het hart detijd om als het ware wakker te wordenen te gaan vuren. Met het indrukkenvan de pauzetoets is de onderbreking teplots en heeft vaak een lange pauze ofasystolie tot gevolg. Dit is een uiterstvervelende situatie voor de patiënt,zodat het beter is de pauzetoets niet tegebruiken.2

Afbeelding 2 ©Linda Veenis

Page 20: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart Hulp Cyriel Camaro Pagina 158 ... De uitdaging is om het risico op

| TW

EEKAMERPACEMAKER

164 Cordiaal 5/2011

Als de AV-geleiding nog volledig intactis en er geen eigen activatie in de boe-zem plaatsvindt, heeft atriaal pacen devoorkeur. De voortgeleiding gaat viade linker-en rechterbundeltak; AV-synchronisatie blijft gewaarborgd.2 Alser alleen ventriculaire pacing wordtuitgevoerd, ontbreekt de ‘atrial kick’.De atrial kick geeft juist extra vullingvan de kamers, door het samenknij-pen van de boezems.2, 4, 5, 6

Bij ernstig zieke patiënten met symp-tomatische bradycardieën geeft hetgebruik van de AV-sequentiële pace-maker een verbetering van de cardiacoutput en een stijging van de meanarterial pressure (MAP). Patiënten meteen verminderde hartfunctie of ver-hoogde linkerventrikel vullingsdruk-ken hebben ook baat bij deze maniervan pacen. Een patiënt die een aorta-klepvervanging heeft ondergaan inverband met een aortastenose, kan eenverdikte linkerventrikel hebben, waar-bij optimale vulling van de beidekamers een verbetering van de cardiacoutput geeft. Daarnaast is aortaklep-chirurgie berucht voor het ontstaanvan AV-geleidingsstoornissen.4, 6, 7

Drempelen De AV-sequentiële pacemaker dient inde boezems en in de kamers te wordengedrempeld, om in beide delen vanhet hart de benodigde hoeveelheidstroom te kunnen bepalen. Door deoutput drempelprocedure uit te voe-ren, stelt men de pacemaker op dejuiste waarde in. Tijdens het drempe-len vermindert men de output tot hetmoment dat de pacemakerprikkel nietmeer gevolgd wordt door een slag. Hetmoment waarop de pacemakerprikkelnog net wel wordt gevolgd (capture),is de drempelwaarde. De gevondenwaarde wordt met de factor 3 verme-nigvuldigd, om zeker te zijn van opti-maal volgen van de boezem of kamer. De uitgangspositie wat betreft de out-put is bij het aanzetten van deze pace-maker aan de hoge kant, zeker wan-neer het gaat om pas aangelegde pace-makerdraden. De outputdrempelwaar-de dient in het begin laag te zijn, graaglager dan 1 mA. Als de drempelwaardetoch hoger is, moet worden gekekenof de pacemakerdraden wel goed zijnaangebracht.

De sensitivitydrempel wordt in princi-

pe zo laag mogelijk ingesteld, zodat despontane depolarisaties gewaardeerdworden. Houdt wel rekening metunder-en oversensing. In geval vanundersensing zal de pacemaker spon-tane depolarisatie niet waarnemen endus een prikkel afgeven op ongunstigemomenten; men moet dan de pacema-ker gevoeliger afstellen (een laag vol-tage ofwel: de pacemaker staat op ‘ondemand’). In geval van oversensingreageert de pacemaker op waargeno-men activiteit en zal geen prikkel afge-ven, terwijl het wel zou moeten.Verhoogde spieractiviteit is vaak deboosdoener en veroorzaakt artefacten.Stel in dat geval de pacemaker mindergevoelig af door een hoger voltage.8

Aandachtspunten De AV-sequentiële pacemaker dientdagelijks gedrempeld te worden,zowel qua output als sensitiviteit.Door fibrosevorming rondom de pace-makerdraden kunnen de drempel-waarden in de loop der tijd oplopen.Dagelijks drempelen moet debetrouwbaarheid van de pacemakerwaarborgen. Ook wanneer de patiënteen eigen ritme heeft en de pacemakerals back-up aanwezig is, kan men deoutputdrempelwaarde bepalen doorde frequentie van de pacemaker netiets hoger in te stellen dan die van depatiënt en vervolgens weer de drem-pelprocedure in te zetten. Iedere dagdient de insteekopening van de pace-makerdraad geobserveerd te wordenop roodheid, afscheiding, warmte oftemperatuurverhoging. Er bestaat eenkans dat de patiënt een infectie krijgtbij de ingang van de pacemakerdraad.Ook ventriculaire aritmieën, perfora-ties en een tamponade kunnen optre-den. De batterij zal daarnaast elke daggecontroleerd moeten worden.3, 6

Wanneer deze dreigt leeg te raken, zalin het bovenste venster linksboveneen icoon van een batterij oplichten.De batterij kan met een gerust hartvervangen worden door een nieuwe;de pacemaker behoudt zijn werkinggedurende één minuut.2 Bij het verwij-deren van de pacemakerdraden is rit-meobservatie belangrijk in verbandmet mogelijke ventriculaire aritmieën.Het verwijderen van pacemakerdra-den die langer dan zeven dagen in situzijn, kan moeilijk zijn en door bloe-dingen gecompliceerd worden.3

ConclusieCardiac Care verpleegkundigen ko -men steeds meer de AV-sequentiëlepacemaker tegen in de praktijk. Dezepacemaker heeft ten opzichte van deéénkamerpacemaker het voordeel dattotale prikkelgeleiding wordt overge-nomen en er meer volume in de kamerdoor de atrial kick wordt gegeven. Dehemodynamiek kan worden gestabili-seerd bij bepaalde ritme- en gelei-dingsproblemen. De AV-sequentiëlepacemaker biedt diverse mogelijkhe-den om instellingen uit te voeren inhet gebied van de boezem en dekamer. De dagelijkse controles bijdeze pacemaker lijken op die bij deéénkamerpacemaker, maar vragen ietsmeer kennis en tijd. Verpleegkundigen hebben dan ookeen grote observerende en uitvoerenderol ten aanzien van de AV-sequentiëlepacemaker.

Met dank aan dr. J.R. de Groot, elektro -fysioloog en dr. W.K. Lagrand, cardiolo-gie-intensivist, beiden werkzaam in hetAMC, voor hun bijdrage aan dit artikel.

Literatuur1. Brink van den GTWJ, Lindsen F, Uffink

TJA, Intensive Care voor verpleegkundigen

deel 1, Elsevier Gezondheidszorg, vierde

druk, 2003;541-545

2. Medtronic, Technische handleiding ‘tijdelij-

ke tweekamerpacemaker (DDD) type 5388’

3. Spotnitz HM, Optimizing temporary perio-

perative cardiac pacing, The Journal of

Thoracic and cardiovascular surgery, 2005,

129:5-8

4. Janousek J et al., Hemodynamically

Optimized Temporary Cardiac Pacing After

Surgery for Congenital Heart Defects, PACE

2000, 23:1250-1259

5. Brink van den GTWJ, Lindsen F, Uffink

TJA, Intensive Care voor verpleegkundigen

deel 1, Elsevier Gezondheidszorg, vierde

druk, 2003;197

6. Critical Care Medicine, 1991, 19:320, K. D.

Donovan et. al

7. Bruce Ferguson T en Cox JL, Temporary

external DDD-pacing after cardiac operati-

ons, The Annals of Thoracic Surgery,

1991:723-732

8. Brink van den GTWJ, Lindsen F, Uffink

TJA, Intensive Care voor verpleegkundigen

deel 1, Elsevier Gezondheidszorg, vierde

druk, 2003;557

Page 21: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart Hulp Cyriel Camaro Pagina 158 ... De uitdaging is om het risico op

Op pagina 157 van deze Cordiaal stelde de auteur u enkele vragen aan de hand

van een casus. Nadat u de vragen hebt beantwoord, kunt u hieronder controleren

of u het juiste antwoord hebt gegeven.

____Cyril Camaro, cardioloogUMC St Radboud Nijmegen, afdeling cardiologie___E-mail: [email protected]

Dit vertelde het elektrocardiogram!

Een man met pijn op de borst op de Eerste Hart HulpAntwoorden:1. Op het ECG ziet u een sinusritme. De stand van de elektrische hartas is intermediair. De PQ-tijd meet 160 ms, De QRS-duur 100 ms. De QT-tijd is niet verlengd. De P-top heeft normale morfologie. Niet-pathologische Q in afleiding III metiso-elektrische repolarisatie. Iso-elektrische repolarisatie in afleiding aVL bij negatief complex. Iets convex ST-segment inafleiding V2.

2. Prasugrel is net zoals clopidogrel een adenosine difosfaat (ADP)-receptorantagonist. Om precies te zijn remt het de P2Y12-receptor op het bloedplaatje. Deze receptor speelt namelijk een centrale rol in de plaatjesactivatie. Prasugrel bereikt alleenveel sneller adequate remming van plaatjesaggregratie dan clopidogrel. Dit laatste is bewezen in onder andere de TRI-TON-TIMI 38 studie, waaruit bleek dat prasugrel beter was dan clopidogrel in het gecombineerde eindpunt myocardin-farct, beroerte en cardiovasculair overlijden.1 De keerzijde hiervan is dat de incidentie op bloedingen wel toeneemt bijgebruik van prasugrel.

3. De Global Registry of Acute Coronary Events (GRACE)-score voorspelt het risico op een ischemisch event op korte enmiddellange termijn (www.outcomes-umassmed.org/grace). In de recent gepubliceerde ESC-guidelines heeft het bereke-nen van de GRACE-score een plaats gekregen om prognose in te schatten. Deze score maakt gebruik van de parametersleeftijd, hartfrequentie, systolische bloeddruk, creatinine, hartfalen, ST-deviatie en hartenzymen. Bij een GRACE-scorevanaf 140 gaat het om een hoogrisicopatiënt. De “Can Rapid risk stratification of Unstable Angina patients SuppressADverse outcomes with Early implementation of the ACC/AHA guidelines” (CRUSADE)- bleeding risicoscore geeft hetrisico op in-hospitale grote bloedingen aan (www.crusadebleedingscore.org). Een hoge CRUSADE- bleedingscore (>40)kan bijvoorbeeld een reden zijn om coronairangiografie via de a. radialis uit te voeren.

4. De laatste ESC-guidelines benadrukken dat hoogrisicopatiënten (GRACE > 140 punten) een vroeg invasieve (<24 uurrevascularisatie) benadering behoeven.2 Bij deze patiënt is het risico laag en wordt geadviseerd om coronairangiografiebinnen 72 uur te verrichten.

5. Patiënten met een acuut coronair syndroom hebben een absolute indicatie voor hartrevalidatie. Hoewel er niet voor allepatiënten een indicatie is voor de fysieke doelen, kunnen deze patiënten baat hebben bij psychosociale begeleiding. Ookeen bewegingsprogramma, zoals begeleiding bij angst voor inspanning, het leren kennen van fysieke grenzen en de aan-passing van leefstijl, kan bij deze patiënten relevant zijn.

|VRAAG E

N A

NTW

OORD

Cordiaal 5/2011 165

ConclusieBeperkt Non ST-elevatie myocardinfarct met lage GRACE- risicoscore.

Literatuur1. Wiviott S, Braunwald E, McCabe C et al. Prasugrel versus clopidogrel in patients with acute coronary syndromes. N Engl J Med 2007;357:2001-15

2. Hamm CW, Bassand JP, Agewall S et al. Task force members ACS. ESC guidelines for the management of acute coronary syndromes in patients pre-

senting without persistent ST-segment elevation. Eur Heart J 2011 sep 21

3. Multidisciplinaire richtlijn hartrevalidatie 2011 (www.nvvc.nl/hr)

Figuur 1

Page 22: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart Hulp Cyriel Camaro Pagina 158 ... De uitdaging is om het risico op

Wel best practice, nog niet evidence based

Meer onderzoek naar vochtbeperking bij hartfalen nodig

Het onderzoek naar vochtbeperking bij hartfalen laat nog te wensen over. In dit

artikel komen drie studies aan de orde, die interessante resultaten geven, maar

door de beperkte omvang niet te generaliseren zijn. Het wachten is dan ook op

grote gerandomiseerde studies om vochtbeperking echt evidence based te

maken.

___Ron Bakker MA ANP, CC- en NursePractitioner Hartfalen; Karin de Boer, cardioloog,Afdeling Cardiologie, VU medisch centrum,Amsterdam___E-mail: r.bakker @ vumc.nl

“Over de juiste mate van vochtbeper-king is weinig literatuur voorhanden.”Dit schrijft Palmen1 in Cordiaal 2/2011.Ook in de nieuwste richtlijn ‘Hartfalen2010’ van de Nederlandse Verenigingvoor Cardiologie (NVVC)2 staat dat ergeen wetenschappelijke onderbouwingis voor vochtbeperking bij patiëntenmet hartfalen. Tegelijk wordt wel eenvochtbeperking geadviseerd bij patiën-ten in NYHA-klasse III en IV van 1,5tot 2 liter per dag. Volgens de richtlijnvan de European Society of Cardiology3

moet bij patiënten met ernstig hartfa-len een advies over de vochtintakeworden gegeven. De mate van devochtbeperking is nog onduidelijk,maar komt in de praktijk meestal neerop 1,5 tot 2 liter per dag. Lainscak et al4

publiceren dit jaar in het EuropeanJournal of Heart Failure een overzichts-artikel met de titel ‘Self-care manage-ment of heart failure’. Daarin staat dater in beperkte mate onderzoek isgedaan naar vochtbeperking bij patiën-ten met hartfalen. Er wordt verwezennaar enkele artikelen, waarvan er hierdrie worden besproken.

VoedingsinterventieIn 2004 concluderen Ramírez et al5 datvoedingsinterventie, waaronder eenvochtbeperking van 1,5 liter per dag,een gunstig effect heeft op de sympto-men van hartfalen, de NYHA-klasse ende kwaliteit van leven bij patiëntenmet hartfalen. Deze studie vergelijkttwee groepen patiënten: de interven-tiegroep (N=30) en de controlegroep(N=35). De eerste groep krijgt een uit-gebreide dieetinstructie, waarondereen zoutbeperking van 2000 – 2400mg NaCl en een vochtbeperking van

1,5 liter per dag. In hun dieet is detotale inname van calorieën preciesuitgebalanceerd wat betreft koolhy-draten en verzadigde en onverzadigdevetzuren. Deze groep is zowel monde-ling als schriftelijk geïnstrueerd dooreen diëtist. De controlegroep krijgt detraditionele begeleiding, waaronderhet advies tot een natriumbeperktdieet en een beperkte vochtintake. Vande 65 patiënten zijn er uiteindelijk 58overgebleven voor follow-up.

Aan het begin van de studie is er geensignificant verschil tussen vocht- enzoutinname tussen beide groepen.Opmerkelijk is dat de totale vochtin-take bij beide groepen al rond de 1,5liter per dag ligt. Aan het eind van destudie is er wel een opvallend verschiltussen beide groepen ten aanzien vanvocht- en zoutinname. In de interven-tiegroep is dat in beide gevallengedaald, terwijl dat in de controle-groep is gestegen.

UitkomstenBelangrijke klinische uitkomsten zijndat de inspanningstolerantie in deinterventiegroep significant is toege-nomen (gemeten via vragenlijsten) ener statistisch minder sprake is vansymptomen van hartfalen, zoalsoedeem en - niet statistisch signifi-cant- klachten van vermoeidheid. Aanhet eind van de studie blijken in deinterventiegroep minder patiënten inNYHA-klasse II en III te zitten enmeer in NYHA-klasse I. In de contro-legroep valt op dat er aan het eind vande studie meer patiënten in NYHA-klasse I en III zitten en minder in II.Dit verschil is echter niet statistisch

significant. Het diureticagebruik en dehoeveelheid diuretica is in beide groe-pen gelijk, zowel aan het begin als aanhet eind van de studie. De kwaliteitvan leven is aan het eind van de studiein de interventiegroep beter dan in decontrolegroep, waarbij opvalt dat ereen statistisch significante verbeteringis ten aanzien van emotionele aspec-ten en slaapstoornissen.

BeperkingenDoor het beperkte aantal patiënten indeze studie kunnen de resultaten nietgegeneraliseerd worden. Vanwege deuitgebreide voedingsadviezen is hetevenmin gezegd dat de gunstige resul-taten alleen door de vochtbeperkingkomen. Verder berusten de resultatenmet name op vragenlijsten, waardoorde bewijsvoering beperkt is.

Vochtbeperking in NYHA-klasse IVIn 2007 publiceren Travers et al6 deresultaten van een onderzoek naar deeffecten van vochtbeperking bijpatiënten die opgenomen zijn voorhartfalen in NYHA- klasse IV.Eindpunt van de studie is de tijd indagen die nodig is tot klinische stabi-liteit. Hierbij is klinische stabiliteitgedefinieerd als minder symptomenvan overvulling, geen tekenen vanovervulling, een stabiel gewicht eneen stabiel medicatieregime geduren-de twee dagen. Secundaire eindpuntenzijn nierfuncties, BNP-waardes, duurvan intraveneuze diureticatoedieningen therapietrouw in de vochtbeper-king. Patiënten zijn teruggetrokkenuit de studie als het serum kreatinine -gemeten op twee opeenvolgendedagen - 25% of meer was ten opzich-

166 Cordiaal 5/2011

|VOCHTBEPERKIN

G

Page 23: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart Hulp Cyriel Camaro Pagina 158 ... De uitdaging is om het risico op

te van de waarde bij aanvang van destudie. Dat geldt ook voor patiëntendie zich niet aan de vochtbeperkinghielden of die op eigen verzoek wildenstoppen.

UitkomstenDe onderzoekers constateren geen sig-nificant verschil tussen de groep metvochtbeperking van 1 liter per dag(N=34) en de groep zonder vochtbe-perking (N=33) in de tijd die nodigwas tot het bereiken van klinische sta-biliteit. Beide groepen kregen evenlang intraveneus diuretica. En ook detijd tot stabiele bloedwaardes (kreati-nine, ureum, BNP en natrium) ver-schilde niet tussen beide groepen. Eris wel een significant verschil in devochtintake tussen beide groepen. Degroep zonder vochtbeperking heefteen vochtintake van gemiddeld 1466ml, de groep met de vochtbeper-king1074 ml. Het vochtverlies per dagverschilt echter niet tussen de tweegroepen. Evenmin is het gewichtver-lies significant verschillend. Geenenkele patiënt uit de groep met vocht-beperking is uit de studie teruggetrok-ken vanwege therapieontrouw aan devochtbeperking. Veertien patiëntenzijn uit de studie gehaald vanwege eente sterk stijgend serum kreatinine: vierin de groep met vrij drinken en tien inde groep met vochtbeperking. De con-clusie van het onderzoek is dat eenvochtbeperking geen evidence-basedtherapie is bij de behandeling vanpatiënten met acuut hartfalen.

BeperkingenDe onderzoekers geven zelf driebeperkingen aan bij hun onderzoek.Ten eerste is ook hier het aantalpatiënten klein. Voorts verschilt dehoeveelheid vochtinname niet veeltussen de twee groepen, namelijkmaar 400 ml. Tenslotte zijn patiëntenmet ernstige nierinsufficiëntie uitge-sloten van deelname aan deze studie,terwijl volgens de onderzoekers juistdeze groep patiënten daar misschienbaat bij heeft. Dit onderzoek is uitge-voerd onder een patiëntengroep inNYHA-klasse IV met acuut hartfalenin een klinische setting. De resultatenvan dit onderzoek zijn dan ook moei-lijk te vertalen naar de groep patiëntenin NYHA-klasse II/III, die zorg krijgenop een polikliniek hartfalen.

Vochtbeperking bij chronisch hartfalenHolst et al7 onderzoeken in 2007 destandaard vochtbeperking van 1,5 literper dag ten opzichte van een flexibelervochtintakeregime (maximaal 30 ml/kg/dag met een uitloop naar 35 ml/kg)via een cross-over studiedesign. Datbetekent dat iemand van 80 kg in degroep van 30 ml/kg per dag tussen de2,4 en 2,8 liter mag drinken. Er isgekeken naar de effecten op lichaams-gewicht, symptomen en tekenen vanovervulling, inspanningstolerantie,kwaliteit van leven en het dorstgevoel(met behulp van een Visual AnalogueScale of VAS). Dit laatste vinden deonderzoekers van belang, omdat devragenlijsten over de kwaliteit vanleven niet ingaan op het dorstgevoeldat patiënten met hartfalen vaak heb-ben en dat de kwaliteit van levennegatief kan beïnvloeden.

Patiënten in de studie zijn gerandomi-seerd naar interventie 1 of 2. De duurvan de twee interventies was zestienweken, zodat de totale interventieperi-ode 32 weken besloeg. Tijdens inter-ventie 1 werden patiënten geïnstru-eerd niet meer dan 1,5 liter per dag tedrinken. Tijdens interventie 2 werdende patiënten geadviseerd een vocht -intake te hanteren van 30 ml/kg

lichaamsgewicht met een uitloop naar35 ml/kg. Na zestien weken vond decross-over plaats. In de studie zijn 74patiënten geïncludeerd, waarvan eruiteindelijk 63 geschikt waren vooranalyse.

UitkomstenOver de gehele studiepopulatie is devochtintake gemiddeld 20 ml/kglichaamsgewicht (mediaan 19 ml/kg).Tijdens de interventie van 1,5 l/dag isdit gemiddelde 17 ml/kg en tijdens de30 ml/dag interventie 23 ml/kg.Slechts twee patiënten haalden de 30ml/kg lichaamsgewicht. Uiteindelijk isnaar de effecten gekeken door de tota-le patiëntengroep in tweeën te delen:een groep met minder dan 19ml/kg/dag vochtintake en een groepmet meer dan 19 ml/kg/dag. Tussendeze groepen was geen significant ver-schil wat betreft veranderingen inkwaliteit van leven, inspanningstole-rantie of lichaamsgewicht.

Opvallend is echter het significanteverschil in dorstgevoel. De groep meteen vochtintake meer dan 19ml/kg/dag had significant minderdorstgevoel. Er zijn verder kleine, nietsignificante verschillen gevonden metbetrekking tot perifeer oedeem, crepi-taties (bijgeluiden) over de longen enveranderingen in de dosering van diu-retica. De onderzoekers concluderendat in de klinische praktijk een vocht-beperking van 1,5 l/dag bij klinischinstabiele patiënten in NYHA-klasseIII – IV wordt gegeven. Ze menen datdeze vochtbeperking te heroverwegenvalt, wanneer een klinisch stabielesituatie is bereikt. Dan kan wordenovergegaan tot een meer liberaalvochtbeleid, dat is toegespitst op deindividuele patiënt en diens lichaams-gewicht. Dit wordt goed verdragen, isveilig en geeft minder dorstgevoelens,wat de therapietrouw kan bevorderen.

BeperkingenOok voor deze studie geldt de beper-king van het kleine aantal patiënten.Het feit dat de patiënten zelf de hoe-veelheid vochtintake hebben gemeten,kan een beperking zijn en tot onzeker-heid leiden over de werkelijke vocht-intake. Daarnaast waren vrouwenondervertegenwoordigd in deze studieen lag de gemiddelde leeftijd op

Cordiaal 5/2011 167

|VOCHTBEPERKIN

G

Page 24: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart Hulp Cyriel Camaro Pagina 158 ... De uitdaging is om het risico op

|VOCHTBEPERKIN

G

168 Cordiaal 2/2007

zeventig jaar, wat generalisatie naar dealgemene patiëntenpopulatie methartfalen bemoeilijkt (gemiddeldeleeftijd 76 jaar). Tenslotte is er ook indeze studie gebruik gemaakt van zach-te eindpunten en is het effect op deprognose onbekend.

ConclusieUit de beperkte beschikbare literatuurover vochtbeperking blijkt dat dezeniet evidence based is. Misschienwordt er meer bereikt met een goedecombinatie van een NaCl-beperkingsamen met een vochtbeperking (resul-taten van Ramírez) in een klinischinstabiele periode en is een flexibelervochtregime gewenst in de klinischstabiele situatie (minder dorstgevoelvoor de patiënt). Grote gerandomi-seerde studies zijn nodig om vochtbe-perking echt evidence based te maken.Vooralsnog blijft het best practice,maar dan wel in de juiste omstandig-heid.

Literatuur1. Palmen-Verhoeven M. Voeding bij hartfalen.

Dieetadvies als ondersteuning van de

behandleing. Cordiaal 2011:2;46-49.

2. http://www.nvvc.nl/media/richtlijn/16/

Chronisch%20hartfalen%202002.pdf (pag.

169 e.v.)

3. Swedberg K. (Chairperson) Guidelines for

the diagnoses and treatment of chronic

heart failure: executive summary (update

2005). Eur Heart J 2005;26:1115-1140.

4. Lainscak M, Blue L, Clark AL et al. Self-

care management of heart failure: pratical

recommendations from the Patien Care

Committee of the Heart Failure Association

of the European Society of Cardiology. Eur

J Heart Fail 2011;13:115-126.

5. Ramirez EC, Martines LC, Tejeda AO et al.

Effects of a Nutricional Intervention on

Body Composition, Clinical Status, and

Quality of Life in Patients With Heart

Failure. Nutrition 2004;20:890-895.

6. Travers B, O’Loughlin C, Murphy NF et al.

Fluid Restriction in the Management of

Decompensated Heart Fialure: No Impact

on Time to Clinicla Stability. J Cardiac Fail

2007;13:128-132.

7. Holst M, Strömberg A, Lindholm M &

Willenheimer R. Description of self-repor-

ted fluid intake and its effects on body

weight, symptoms, quality of life and physi-

clal capacity in patients with stable chronic

heart failure. J Clin Nurse 2008;17:2318-

2326.

Ben je gediplomeerd verpleegkundige en op zoek naar een nieuwe uitdaging of wil je jezelf verder ontwikkelen? Dan is de functie van Leerling Cardiac Care verpleegkundige dé baan voor jou!

De opleidingDe opleiding duurt één jaar, het theoretische gedeelte wordt gevolgd aan het LUMC opleidingsinstituut in Leiden. De specialistische opleiding start meerdere malen per jaar (voorwerktraject van 3 tot 6 maanden). Na afronding van de opleiding ben je verzekerd van een baan.

Jouw werkkringWij bieden je een afwisselende functie in een enthousiast team van 40 gemotiveerde/gezellige collega’s. Na voltooiing van de opleiding ben je

verantwoordelijk voor o.a. planning, continuïteit van zorg, kwaliteit, voorlichting, specialistische zorg en acute hulp. De CCU geeft ondersteuning bij iedere reanimatie in het ziekenhuis en vangt alle patiënten op na interventie.

Jouw vragenSpreekt het bovenstaande je aan en wil je meer informatie of een dagdeel meelopen?Neem dan contact op met Tjitske Meter, unithoofd CCU en Cardiolounge, via (070) 210 22 43of per e-mail: [email protected].

Jouw sollicitatie Je sollicitatie met cv zien wij graag tegemoet via www.werkenbijhaga.nl. Hier vind je de uitgebreide vacaturetekst en kun je direct solliciteren.

Het HagaZiekenhuis is hét toonaangevende topklinisch opleidingsziekenhuis van de regio Haaglanden met 23 medisch specialistische opleidingen, waarvan 14 poortspecialismen. Het Haga-Ziekenhuis biedt uitstekende basiszorg en onderscheidende topklinische functies. Tot 2014 wordt het ziekenhuis ingrijpend gemoderniseerd. Kortom een ideale setting voor ambitieuze professionals. Het HagaZiekenhuis is gevestigd aan de Leyweg en Sportlaan in Den Haag.

Leerling Cardiac Care verpleegkundige

Page 25: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart Hulp Cyriel Camaro Pagina 158 ... De uitdaging is om het risico op

|CONGRESVERSLAG

Cordiaal 2/2007 169

Blankenberge, 8 oktober 2011

Het 15e Vlaams Cathlabsymposium

Het 15e Vlaams Cathlabsymposium bracht een interessante mix aan voordrachten

uit drie vakgebieden van de cardiologie: de interventionele cardiologie, de electro-

fysiologie en hartfalen. Het vond op 8 oktober plaats te Blankenberge, België.

___Marjo de Ronde, voorzitter werkgroepInterventiecardiologie NVHVV, leidinggevendeafdeling Interventiecardiologie Erasmus MCRotterdam, lid van de WIL___E-mail: [email protected]

Tweejaarlijks organiseert de VlaamseCathlab Vereniging (VCV) een sympo-sium. De VCV is een vereniging vanverpleegkundigen en technici, diewerkzaam zijn in een hartkatheterisa-tieafdeling in België. Ze is opgericht in1987. Het symposium is bestemd vooreen brede doelgroep van cathlabver-pleegkundigen, radiologische laboran-ten, pacemakertechnici, hartfunctiela-boranten, verpleegkundigen van deCCU/intensive care en aanverwantecardiologische afdelingen. Dit jaarvond het symposium op 8 oktoberplaats in de kustplaats Blankenberge.De opkomst was goed, vanuitNederland waren er zelfs meer dannegentig inschrijvingen. Dit geeft eengoede impressie van de samenwerkingtussen de VCV en de Nederlandsewerkgroep Interventiecardiologie (NVHVV) en afdelingshoofden vanuitde WIL (Werkgroep Interventie Lab’s).Beide verenigingen hebben de intentieuitgesproken om in de toekomst deonderlinge samenwerking verder uitte breiden.Nadat T. Van Hecke, de voorzitter vande VCV, het symposium had geopend,startte het programma met een presen-tatie van Prof. Dr. M. Duytschaever uithet AZ St. Jan Brugge ziekenhuis metde titel “Fluoroscopische anatomievan het hart in de catheterisatieka-mer”. Daarna volgde gedurende dedag een interessant aanbod aan voor-drachten. Het accent lag op drie vak-gebieden uit de cardiologie: de inter-ventionele cardiologie, de electrofysio-logie en hartfalen. Hieronder vindt ueen beschrijving van drie presentaties.

ContrastnefropathieDe presentatie over het onderwerpcontrastnefropathie door A. Lugtig -heid was zeer leerzaam voor decathlabmedewerkers. Het ging metname over de dagelijkse werkzaamhe-

den en zorg rondom de patiënt voor,tijdens en na toediening van jodium-houdend contrastmedium. Een van detien VMS Veiligheidsthema ’s is hetvoorkomen van nierinsufficiëntie bijintravasculair gebruik van jodium-houdende contrastmiddelen.Waar voorheen het creatgehalte maat-gevend was voor de kwaliteit van denierfunctie, is momenteel de GFR(glo-merulaire filtratiesnelheid) de stan-daard, waarbij naast het serumcreati-nine rekening gehouden wordt metleeftijd, geslacht en ras.Contrastnefropathie gaat samen meteen verhoogde ziekenhuismorbiditeiten sterfte en leidt tot verlenging vande opnameduur. Er ziin diverse pre-ventiestrategieën getest, maar optima-le hydratie blijft nog steeds de bestepreventieve maatregel.

MitralisinsufficiëntieEen ander actueel onderwerp betrofde mogelijkheid van percutaan herstelvan mitralisinsufficiëntie. Mitralisregurgitatie is het meest voorkomendtype hartklepstoornis in de westerselanden. Jaarlijks worden er meer dan600.000 nieuwe gevallen gedetecteerdin de Verenigde Staten en Europa.Opmerkelijk is dat slechts een min-derheid van deze patiënten hier ookdaadwerkelijk chirurgisch voorbehandeld wordt, gezien de hoge co-morbiditeit. Nieuwe percutane tech-nieken maken het nu echter mogelijkom deze vorm van kleplijden te

behandelen bij zeer zieke patiënten,bij wie chirurgie niet langer een optieis. Er werd ingegaan op een aantalnieuwe technieken, zoals het percu-taan plaatsen van een clip op demitraalklepbladen.

NierfunctieOnder de titel “Pompen of verzuipen”hield Prof. W. Mullens, werkzaam inhet ZOL ziekenhuis te Genk, België,een zeer verfrissende presentatie. Bij30 procent van de patiënten die zijnopgenomen met hartfalen, komt ver-slechtering van de nierfunctie tijdensbehandeling van de congestie voor.Dit gaat gepaard met een verdubbeldekans op heropname voor hartfalen ofop overlijden in het eerste jaar naopname. Vroeger werd deze vorm vanverslechtering van de nierfunctie toe-geschreven aan een te lage cardiac out-put, met als gevolg hypoperfusie vande nieren. Recente inzichten tonenechter aan dat veneuze congestie enverhoogde buikdrukken deze ernstigecomplicatie beïnvloeden. Al met al een zeer leerzame en aange-name dag en symposium bij onze zui-derburen.Volgend jaar vindt weer eenNederlands cathlabsymposium plaats.Dit wordt zeer waarschijnlijk gehou-den op Papendal te Arnhem.

Deze nascholing is geaccrediteerd door deNederlandse Vereniging voor Hart en VaatVerpleegkundigen onder “NascholingVlaams Cathlabsymposium” voor vierpunten.

Page 26: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart Hulp Cyriel Camaro Pagina 158 ... De uitdaging is om het risico op

Athene, 22-25 september 2011

European Society for Vascular Surgery: zorg voor de vaatchirurgische patiënt

Van 22 tot 25 september vond in Athene de 25e editie plaats van de jaarlijkse

bijeenkomst van de Europese Vereniging voor Vaatchirurgie. De auteurs, die het

congres voor de derde maal bijwoonden en ook zelf een presentatie hielden, doen

verslag van het programma voor verpleegkundigen en vaatlaboranten. “Het is

goed om te horen hoe collega’s in het buitenland hun vak uitoefenen en om van

elkaar te leren.”

___Angelien Sieben, verpleegkundig specialist enJeannette Roeleveld, nurse practitioner vaatchi-rurgie en lid vasculaire werkgroep NVHVV,UMC St.Radboud Nijmegen

___E-mail: [email protected]

De jaarlijkse bijeenkomst van deEuropese Vereniging voor Vaat -chirurgie (ESVS) vond van 22-25 sep-tember 2011 voor de 25e maal plaatsin Athene. Voor het derde achtereen-volgende jaar was er naast hetmedisch congres ook een programmavoor verpleegkundigen en vaatlabo-ranten. Verpleegkundigen en vaatchi-rurgen van het land waar het congresgehouden wordt, verzorgen dit pro-gramma, samen met verpleegkundi-gen/vaatlaboranten uit andere Euro -pese landen. Op deze manier wordt ervanuit verschillende invalshoekengekeken naar de zorg voor de vaatchi-rurgische patiënt in Europa.Wij namen voor de derde keer deelaan deze Europese bijeenkomst, waarje collega’s uit andere landen ontmoet;zowel nieuwe deelnemers als ‘oudebekenden’ van voorgaande jaren. Desfeer was prima, net als het weer.Jammer waren de stakingen bij hetopenbaar vervoer en de luchtverkeers-leiding, waardoor een aantal sprekersniet naar Athene kon komen. Wat hetcongres voor ons dit jaar extra speciaalmaakte, was dat we allebei een presen-tatie gaven: Angelien Sieben in deabstract session en Jeannette Roe -leveld over de enkel/arm index. In ditverslag geven we een indruk van deverschillende sessies, met extra aan-dacht voor een aantal opvallende ofvernieuwende onderwerpen.

Carotis pathologieHet onderwerp van de eerste sessiewas carotis pathologie. Aan de ordekwamen het ontstaan van carotispa-thologie en atherosclerose, alsmede degevolgen ervan, met name de kans op

het krijgen van een TIA of CVA. Netals in Nederland is er ook op Europeesniveau de nodige discussie of het zin-vol is om patiënten te screenen op eenasymptomatische stenose van de caro-tiden. In veel screeningsprogramma’swordt dit standaard gedaan. Vooral deNoord-Europese landen kennengeprotocolleerde zorgpaden, waarinsecundaire preventie een belangrijkerol speelt. In Zuid-Europese landenwordt sneller een carotisendarteriecto-mie of carotisstent uitgevoerd. De hui-dige richtlijnen zijn gebaseerd op stu-dies uit de jaren negentig. Vooralbetere medicatie, zoals statines, engerichte aandacht en begeleiding bijleefstijlverandering lijken nu meervoordeel te bieden dan het opererenvan asymptomatische carotisstenoses.Er zal nog wetenschappelijk onder-zoek verricht en vooral gepubliceerdmoeten worden om dit hard te maken.Veel aandacht was er voor de behande-ling van een carotisstenose door mid-del van een stent. Ook hieroverbestaat verschil van mening tussen dediverse landen. Zo wordt inNederland, op basis van de resultatenvan studies zoals CREST en ICSS, decarotisstenting ingezet bij een moeilijkbenaderbare hals na radiotherapie ofbij re-operatie.

ZuurstoftherapieDe derde sessie, over de behandelingvan complexe wonden, startte met eenbijzonder interessante ‘geschiedeni-sles’ over wondzorg door de eeuwenheen. De belangrijkste conclusie luid-de dat er nog weinig - vooral indus-trieonafhankelijke - evidence is voorde keus van bepaalde materialen in

een specifieke casus. Ook de industrieheeft met de ontwikkeling van nieu-we, vaak dure, materialen veel invloedop de behandeling. Wondzorg is enblijft vooral gebaseerd op praktijker-varing, uitzonderingen daar gelaten.Vernieuwend was de presentatie overhyperbare zuurstoftherapie en de rolvan de verpleegkundige in de behan-deling van slecht genezende wondenbij vaatpatiënten. In Nederland groeitde aandacht hiervoor, maar in bijvoor-beeld Griekenland is er al veel erva-ring mee. Hyperbare zuurstoftherapievermindert de hypoxie in de omge-ving van de wond, omdat de concen-tratie van vrij O2 in het plasma stijgt.Verder zou het de productie van colla-geen verhogen, wat essentieel is voorwondgenezing. Ook veroorzaakthyperbare zuurstoftherapie schadeaan anaerobe bacteriën. Er zijn studiesdie aantonen dat bepaalde antibioticaeffectiever zijn tijdens de behandeling.De rol van de verpleegkundige ligt,naast het technisch gedeelte, vooral ophet gebied van begeleiding van depatiënt, omdat die zich in een drukca-bine bevindt. Begeleiding bestaat

170 Cordiaal 5/2011

|CONGRESVERSLAG

Tempel gewijd aan Zeus

Page 27: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart Hulp Cyriel Camaro Pagina 158 ... De uitdaging is om het risico op

zowel uit psychosociale als medischeaspecten. Daarnaast moet de verpleeg-kundige kunnen ingrijpen in acutesituaties.

Abstract sessionDeze vierde sessie kende een aantalzeer interessante presentaties, waaron-der twee Nederlandse inzendingen.Een Spaanse verpleegkundige presen-teerde de resultaten van een ‘toe andflow-project’ bij patiënten met diabe-tes mellitus (DM). Meer dan 35% vande grote amputaties bij de patiëntenuit deze studie kon voorkomen wor-den door verbeterde screening envroegtijdige verwijzing naar de vaat-chirurg. Vooral multidisciplinairesamenwerking is hierbij van belang.

AneurysmaEen vasculaire nurse practitioner (NP)uit Groot-Brittannië beschreef haar rolbij de behandeling van de patiënt meteen aneurysma van de abdominaleaorta (AAA), die wordt behandeld meteen EndoVasculair Aneurysm Repair(EVAR). De NP speelt gedurende dehele keten een belangrijke rol. Zo zietzij de patiënt na verwijzing op de poli-kliniek, bestelt na toestemming van devaatchirurg de prothese, assisteert bijde operatie en volgt de patiënt zowelklinisch als poliklinisch. Dit alles meteen positief effect op de geleverde zorgen patiënttevredenheid.

LooptrainingDaniëlle van Dalen, verpleegkundigspecialist i.o. uit het Catharina zieken-huis te Eindhoven, hield een presenta-tie over een onderzoek naar de invloedvan type D persoonlijkheid op heteffect van looptraining bij claudicatiointermittens ( zie ook artikel op depagina’s 148-153). Patiënten (20%type D in beide groepen) werden ver-deeld in twee groepen. Groep 1 kreegalleen een advies voor looptraining,groep 2 kreeg gesuperviseerde loop-training door een fysiotherapeut (eer-ste lijn). Verder vulden de patiëntende SF 36 in om veranderingen in hungezondheidsstatus na te gaan. De SF36 is een gevalideerde vragenlijst omgezondheidsgerelateerde kwaliteit vanleven te meten. Na een jaar follow-upwerd geen significant verschil gezienin verbetering van de pijnvrije loopaf-stand bij type D patiënten die alleen

een loopadvies hadden gekregen. Inde groep met gesuperviseerde loop-training werden significante verande-ringen gezien in een aantal domeinenvan de SF-36 . Dit was alleen het gevalwanneer de patiënten met type D bui-ten beschouwing werden gelaten.

Klinisch padAngelien Sieben, verpleegkundig spe-cialist (VS), gaf een presentatie overhet klinisch pad van de patiënt metperifeer arterieel vaatlijden in hetUMC St Radboud. De nieuwe patiëntmet claudicatio intermittens wordtdoor de VS poliklinisch gezien enonder supervisie van de vaatchirurgwordt er een behandelplan besprokenmet de patiënt. Als er geen interventienodig is, blijft de patiënt onder con-trole bij de VS. Naast monitoring enevaluatie van de looptraining ten aan-zien van de primaire klacht van depatiënt, screent de VS de patiënt oprisicofactoren en andere manifestatiesvan atherosclerose (multidisciplinair).Onder supervisie van de vasculairgeneeskundige wordt samen met depatiënt een behandelplan opgesteldvoor alle risicofactoren. Die betreffenzowel leefstijl als hypertensie enhypercholesterolemie. De ondersteu-ning via de interactieve, persoonlijkewebsite van de vasculaire patiëntenkwam ook aan bod.

DiagnostiekDe vijfde sessie was een gezamenlijkesessie met de vaatchirurgen. Hetthema was gelijk aan dat van de eerstesessie: carotispathologie. Nu stondenechter diagnostiek en behandelingcentraal. Wouter Westerhuis, vaatla-borant van het UMCU, hield een dui-delijke presentatie over de diagnostiekvan een carotisstenose met behulp vanduplex. Hij liet zien dat het een veiligen relatief goedkoop onderzoek is omde diagnose te stellen. Ook in dezesessie was er discussie over wat beteris: best medical treatment of interven-tie voor asymptomatische carotisste-noses. Verder werd de rol van de ver-

pleegkundige pre- en postoperatiefzeer goed en onderbouwd neergezetdoor Susan Murray, een Engelsehoofdverpleegkundige.

Perifeer arterieel vaatlijdenHet onderwerp van de zesde en laatstesessie van het programma voor ver-pleegkundigen en vaatlaboranten wasperifeer arterieel vaatlijden (PAV). Erwas een presentatie over de risicofac-toren voor PAV, ons allen wel bekend.Jeannette Roeleveld gaf een presenta-tie over de enkel/arm index als dia-gnostisch onderzoek om PAV vast testellen. Hierin was naast het prakti-sche gedeelte ook aandacht voor debetrouwbaarheid. Een ander veelgebruikt diagnostisch onderzoek bijPAV is de duplex. Een Deense hoofd-verpleegkundige gaf hier een presenta-tie over. Opvallend is dat in Dene -marken de verpleegkundigen duplex -onderzoek doen. Er is geen opleidingvoor, zoals in Nederland, maar vooraltraining on the job. De laatste presen-tatie ging over de verpleegkundigezorg rond de patiënt met PAV, waarinvooral de rol bij leefstijlveranderingnaar voren kwam. Zoals eerdergezegd, is deze rol nog lang niet over-al in Europa ingebed in de organisatie.

ConclusieOndanks ieders inzet en een interes-sant programma waren er voor onsweinig nieuwe inzichten. Verder mis-ten wij aandacht voor wetenschappe-lijke achtergronden van verpleegkun-dige zorg. De reden hiervan is waar-schijnlijk dat nog niet alle verpleeg-kundigen gewend zijn om evidencebased te werken en dat er nog relatiefweinig verpleegkundig wetenschappe-lijk onderzoek wordt gedaan. Toch isdit congres zeker de moeite van hetbezoeken waard geweest. Het is goedom te horen hoe collega’s in het bui-tenland hun vak uitoefenen en om vanelkaar te leren. Het zou leuk zijn alsvolgend jaar, op het ESVS-congres inBologna, meer Nederlandse verpleeg-kundigen een abstract insturen. Diekunnen dan, ondersteund door evi-dence, aan de rest van Europa latenzien hoe wij in Nederland de zorgvoor de vaatchirurgische patiënt heb-ben ingericht. Houd dus de site van deESVS, www.esvs.org, in de gaten enwie weet tot in Bologna!

Cordiaal 5/2011 171

|CONGRESVERSLAG

Page 28: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart Hulp Cyriel Camaro Pagina 158 ... De uitdaging is om het risico op

|RECENSIE

Catharina ziekenhuis centraal in derde deel Catharina-reeks

Hightech en hartelijkheid

In de levensbeschouwelijke Catharina-reeks belichten diverse auteurs een thema

vanuit meerdere invalshoeken. Ook bij dit derde deel is dat het geval. Aan de hand

van vier hoofdstukken krijgt de lezer een goed inzicht in alle aspecten van het

Hartcentrum te Eindhoven, haar zorgverleners en haar patiënten. “Doen wij wat

wij doen goed en doen wij het goede?”

___Hildelies van Oel

___E-mail: [email protected]

medewerking verleend. Allemaal zijnze op een of andere manier verbonden(geweest) met het Catharina zieken-huis. Alle hoofdstukken worden voor-af gegaan door een toepasselijkezwart-wit foto. Het boek biedt eengoede afwisseling van tekst, foto’s vangebeurtenissen en medewerkers,afbeeldingen, grafieken en citaten,waardoor het geheel prettig leest. Depersoonlijke bijdragen maken hetboek extra verrassend.

Het voorwoord is geschreven doorRob van Gijzel, de burgemeester vanEindhoven. Met gepaste trots noemthij de technologische ontwikkelingenvan de stad Eindhoven en hetCatharina ziekenhuis in het bijzonder.In dit ‘center of last resort’, zoals hijhet ziekenhuis noemt, komt volgenshem de drie-eenheid van technologie,geestelijke begeleiding en intensievepersoonlijke aandacht samen, waar-door het Hartcentrum alom bekend engerespecteerd is. In de inleiding lichtde redactie het doel van deze reekstoe: “Bij hoogwaardig onderzoek,behandeling en begeleiding pastreflectie: wat is ons streven, wat is vanwaarde? Doen wij wat wij doen goeden doen wij het goede?”

Behandeling en begeleidingRond het thema ‘behandeling’ wordthet ontstaan van het Hartcentrum in1969 beschreven en worden de ont-wikkelingen binnen de cardiologie encardiothoracale chirurgie belicht.Naast feiten komen ook de samenwer-king met de verschillende disciplines,het verloop van een zorgtraject en deorganisatie van de afdelingen aan deorde. Het tweede thema ‘begeleiding’bestaat uit bijdragen vanuit verschil-

lende disciplines over de zorg voorlichaam en geest. Ook zijn er oefenin-gen opgenomen die patiënten, vanuithet perspectief van mindfullness, kun-nen helpen stress te verminderen.Mensen die bedreven zijn in mindfull-ness, zijn zich meer bewust van hungevoelens, gedachten en van wat zichin het lichaam afspeelt. Dit maakt datze beter in staat zijn om met hunlichaam en geest om te gaan. Ook is eraandacht voor spiritualiteit en religio-siteit, met gebruik van meerdere cita-ten en verwijzingen.Ten slotte volgt een beschrijving enbeschouwing van het revalidatiepro-ces en de rol van de (IC) verpleegkun-dige. Het belang van samenwerken

172 Cordiaal 5/2011

Hightech en hartelijkheid

Deel 3, Catharina-reeks.

Levensbeschouwing en ethiek in de

gezondheidszorg

Redactie: Koen Jordens, Joost ter

Woorst, Lisette van Heffen en Eric van

de Laar, 2011, 281 pagina’s,

ISBN 978-90-441-2838-3

In dit derde deel van de Catharina-reeks staat het Hartcentrum van hetCatharina ziekenhuis in Eindhovencentraal. Eerder verschenen al de uit-gaven Van de zuster, de dokter en hetleven dat voorbij gaat en Oncologie engeestelijke verzorging. In deze levens-beschouwelijke reeks wordt eenonderwerp of thema vanuit verschil-lende invalshoeken belicht. Ontwik -kelingen worden beschreven en voor-zien van kritische kanttekeningen enethische beschouwingen. Zowel erva-ringsdeskundigen als zorgprofessio-nals geven hun ervaringen weer. Hetboek is bedoeld voor een brede groepgeïnteresseerden, van patiënten totzorgprofessionals en bestuurders.Daarom is er gekozen voor een toe-gankelijk taalgebruik en worden vak-termen verklaard.

Op de cover van deze paperback staateen afbeelding van een TAVI(Transcatheter Aortic Valve Implan -tation) die de technologische ontwik-keling symboliseert. Het boek is opge-bouwd uit vier hoofdstukken: behan-deling, begeleiding, ervaringen enbeschouwingen. In ieder hoofdstukzijn bijdragen verzameld van auteursvanuit hun eigen kennis en ervaring.In totaal hebben 32 auteurs hun

Page 29: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart Hulp Cyriel Camaro Pagina 158 ... De uitdaging is om het risico op

|RECENSIE

komt hier duidelijk naar voren, maarzeker ook ieders persoonlijke bijdrageen kracht. Beiden zorgen ervoor dattelkens weer aansluiting gezochtwordt bij wat de patiënt wil en nodigheeft.

Ervaringen en beschouwingenDe bijdragen in het hoofdstuk ‘erva-ringen’ vond ik heel speciaal, omdathierin letterlijk dialogen zijn te lezentussen zorgverleners, familie enpatiënt. Ook de gedachten die bij hendoor het hoofd gaan, worden ver-woord. Dit maakt dat je als verpleeg-kundige weer even stilstaat bij deimpact van je houding en handelen opanderen. In het laatste hoofdstuk‘beschouwingen’ bezien de auteurs hethart vanuit ethisch, filosofisch entheologisch standpunt. Het hart is eenorgaan, maar staat ook symbool voorlevenskracht en gevoelens. Dit wordtvanuit zowel de islamitische als chris-telijke theologie benaderd. Wat is debetekenis van het hart in de Koran en

de Bijbel? Het gaat daarnaast ook overde grenzen aan behandel- en onder-zoeksmogelijkheden; wat is ethischverantwoord en zijn er grenzen aanonze mogelijkheden? Ook het kosten-aspect en de verantwoordelijkheid indezen komen aan de orde. Op eeninzichtelijke manier gaan de auteursin op huidige maatschappelijke ont-wikkelingen, zoals de drang naar eenmaakbare wereld, mondige patiënten,de associaties in de media van het hartmet gezondheid en leven.

DocumentHet boek biedt een mooi inkijkje inhet Hartcentrum van hetCatharinaziekenhuis. Je leest over demensen die er werken en wat henbeweegt, de dilemma’s waar ze mee temaken hebben, de ervaringen vanpatiënten en betrokkenen en de vra-gen waarmee ze worstelen. Ook degeboden begeleiding en ondersteu-ning, de menselijkheid en hartelijk-heid krijgen een plek. Toch is het boek

niet overzichtelijk. Dat komt door hetgrote aantal bijdragen, de verschei-denheid aan auteurs en schrijfstijlen,het veelvuldig gebruik van citaten ende vele inleidingen. De auteurs gevenieder op hun manier een toelichtingop het centrale thema van het boek,waardoor mij soms een gevoel vanherhaling bekruipt. Er worden zoveelverschillende onderwerpen en invals-hoeken belicht, dat het op sommigepunten aan kracht verliest. Mooi iswel dat je als lezer ervaart met hoeveelzorg dit boek is samengesteld. Datgeeft maar weer eens aan dat hart enhartelijkheid goed samengaan. Het isgoed dat er aandacht is voor deze the-ma’s en uniek dat zoveel mensen hunervaringen, kennis en inzichten heb-ben willen delen met de lezer. Voormensen die nauw betrokken zijn bijhet Hartcentrum moet het boek ookeen feest van herkenning zijn, wanthet is tegelijkertijd een waardevoldocument over het wel en wee binnenhet Hartcentrum.

Cordiaal 5/2011 173

C N E

Programma 201220 maart 2012 CNE Vasculaire Zorg

Metabool syndroom

19 april 2012 CNE HartfalenWetenschap en hartfalen, twee handen op een buik

20 april 2012 CNE HartrevalidatieNieuwe ontwikkelingen binnen de hartrevalidatie

23 april 2012 CNE AtriumfibrillerenAtriumfibrillerenpoli geleid door de verpleegkundig specialist

3 juni 2012 CNE Cardio-thoracale chirurgieHart en Handen, waar kennis en praktijk elkaar raken

14 september 2012 CNE ICD Biventriculaire ICD

20 september 2012 CNE voor Verpleegkundig SpecialistenAuscultatie, gecompliceerde fietstesten/hartritmestoornissen en klinisch redeneren

27 september 2012 CNE Vasculaire ZorgDyslipidemie

Alle CNE’s vinden in Utrecht plaats. Voor meer informatie, prijzen en aanmeldingen ga naarwww.nvhvv.nl – NVHVV Opleidingen.

De CNE’s 2012 worden mede mogelijk gemaakt door

Page 30: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart Hulp Cyriel Camaro Pagina 158 ... De uitdaging is om het risico op

In ‘Hartruis’ houdt de redactie van Cordiaal u op dehoogte van actuele wetenswaardigheden en interessante nieuwtjes.

Samenstelling: Hildelies van Oel E-mail: [email protected]

Daarnaast is er een dagboekfunctiewaarmee belanghebbenden op de hoog-te blijven en reacties kunnen plaatsen.De verbinding is versleuteld en dusbeveiligd, zodat de privacy gewaar-borgd is.

Meer informatie op: www.ziekenhuisplanner.nlBron: www.gezonderworden.nl

Tussen Lab & Leven Onder deze noemer vinden er vannovember 2011 t/m maart 2012 publieks-dagen plaats over wetenschappelijkonderzoek naar hart- en vaatziekten inverschillende universitair medische centra. Het publiek kan op een toeganke-lijke en unieke manier kennismaken metwetenschappers en hun werk, zoals methet SMART-onderzoek van UMC Utrecht.Het bijzondere van deze studie is dat hetniet alleen gaat om wetenschap. Hetleveren van de beste zorg voor patiëntenmet vaatziekten staat hoog op de agenda. Patiënten worden langduriggevolgd om inzicht te krijgen in hart- envaatziekten. Dit jaarheeft de 10.000stepatiënt zich aange-meld voor de SMART- studie. Tussen Lab &Leven is een initiatiefvan de Hartstichtingen De Hart&Vaatgroep, insamenwerking metverschillende universi-tair medische centra.

Kijk op www.hartstichting.nl/kalendervoor een publieksdag bij u in de buurt.Bron: www.hartstichting.nl

Veinviewer Bij patiënten die in een mindergoede conditie verkeren zijn bloed-vaten soms moeilijk te zien. Het isdan lastig om een geschikt bloedvatmet het blote oog te vinden. Misprikken kan erg vervelend zijn voorpatiënten. De veinviewer kan hierbij helpen: een computer met eenprojector die infrarood licht op het lichaam schijnt. De bloedvatenworden door de computer ingescand en daarna geprojecteerd op hetbelichte lichaamsdeel. Hierdoor worden alle bloedvaten goed zicht-baar. De arts of verpleegkundige ziet zo welke bloedvaten geschiktzijn om te prikken. Dit vergemakkelijkt het verrichten van een vena-punctie of het inbrengen van een perifeer infuus. Bron: www.erasmusmc.nl

alcohol, steekt10% een sigaretop en blowt 3%.Op hun vijftien-de gebruikt 60%van de kinderenregelmatig alco-hol, rookt 31%en blowt 10%. Ouders kunnenop dit gedragvan hun kinderen invloed uitoefenen,juist op het moment dat ze de spannendeoverstap maken naar het voortgezetonderwijs. In de campagne van hetTrimbos-instituut en STIVORO 'Uw kinden roken, drinken en blowen. Hoe pak jijdat aan?' vertellen ouders hoe ze hetaanpakken.

Meer informatie: www.hoepakjijdataan.nlBron: http://www.perspagina.nl/stivoro-trimbos/brugklas

ZiekenhuisplannerMet de website ‘Ziekenhuisplanner’ kunje samen met familie, vrienden en kennis-sen ziekenhuisbezoeken coördineren viaeen online agenda. Op deze gemeen-schappelijke agenda is door het gebruikvan verschillende kleuren direct te zienwie wanneer op bezoek gaat. Natuurlijkkun je dat ook telefonisch doen of per e-mail, maar als op een bepaald tijdstipiemand verhinderd is, vergt dat veelnabellen om afspraken te verzetten. Ookvoorkom je dat er het ene bezoekuur veelmensen zijn en het andere niemand.

Preventie als interventie‘Intensief hartrevalidatieprogramma kanjaarlijks tientallen ziekenhuisopnames endoden voorkomen’. Dat is een van deconclusies op het najaarscongres van deNederlandse Vereniging voorCardiologie. Het aantal patiënten datmomenteel preventief of na een hartaan-doening hartrevalidatie krijgt, is veel telaag. Dit is te wijten aan een aantal fac-toren, variërend van gebrek aan kennistot gebrek aan motivatie. Ook is het aan-bod van hartrevalidatieprogramma’s telaag en het tijdstip niet goed. De patiëntkrijgt een programma aangeboden alsdaar nog geen behoefte aan is of erwordt te veel zorg tegelijkertijd aangebo-den. Verder zijn er te veel hulpverlenersbetrokken bij de reïntegratie van eenpatiënt, waardoor het hartrevalidatiepro-gramma juist in de knel komt. De NVVCstart met de patiëntenvereniging ‘De Hart&Vaatgroep’ een intensief voorlichtings-programma voor patiënten en hulpverle-ners om dit te verbeteren.

Bron: www.nvvc.nl

Hoe pak jij dat aan Met de overstap van de basisschool naarhet voortgezet onderwijs neemt hetgebruik van verslavende middelen onderkinderen sterk toe. Op de basisschooldrinkt 5% en rookt 1% regelmatig en komtblowen nauwelijks voor. In de onderbouw(klas 1 t/m 3) drinkt 27% al regelmatig

174 Cordiaal 5/2011

|HARTRUIS

Page 31: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart Hulp Cyriel Camaro Pagina 158 ... De uitdaging is om het risico op

De Werkgroep Interventiecardiologiewil de interventiecentra in Nederlandverbinden met de bestaande werk-groepen WIL (werkgroep interventielab’s ) en WICN (werkgroep Interven -tie cathlabmedewerkers Nederland).Het streven is om door samenwerkingen contacten te werken aan uniformi-teit, het delen van kennis en beroeps-gerelateerde informatie en aan scho-ling en opleidingen.De WIL is begin jaren negentig opge-richt en bestaat uit afdelingshoofdenof waarnemend hoofden van de mees-te interventiecentra. Speerpunten zijnhet ontwikkelen en beschrijven vaneen beroepsprofiel voor cathlabmede-werkers en het organiseren van hetNederlands cathlabsymposium. Omhet jaar, in afwisseling met de Vlaamsecathlabverening, is een van de inter-ventiecentra die participeert in de WILverantwoordelijk voor het symposi-um. De vergaderfrequentie is vijf à zesmaal per jaar, waarvan drie keersamen met de WICN. De WICN is ontstaan in 1999 op ini-tiatief van een groep cathlabmedewer-kers. Het doel is om vanuit de werk-vloer en dagelijkse praktijk onderwer-pen ter tafel te brengen, zoals proto-collenuitwisseling, opzetten vanenquêtes over onder andere stralings-belasting- en bescherming, contrast-middelenverbruik- en gebruik, bereik-baarheids-en beschikbaarheidsdien-sten, het gebruik van closure devicesen andere materialen.Doel aansluiting van WIL en WICNbij de NVHVV• Deskundigheidsniveau interventiecathlabmedewerkers bevorderen.

• Participatie in opleiding en bijscho-ling.

• Vastleggen en herzien functie- enberoepsprofiel interventie cathlab-medewerker.

• Uitwisselen deskundigheid en werk-ervaring met diverse werkgroepenbinnen de cardiologie.

De werkgroep heeft in 2009 een com-petentieprofiel voor cathlabmedewer-

kers ontwikkeld, dat met het bestuurvan de NVHVV is aangeboden aan devoorzitter van de NVVC en de WIC.Ten slotte levert de werkgroep eenactieve bijdrage binnen de NVHVV;de werkgroepleden nemen ook deelaan de congrescommissie, de redactie-raad en de redactie van Cordiaal.

Werkgroep Hartfalen

Dit jaar zullen de verschillende werkgroepen van de NVHVV zich in Cordiaal aan u

voorstellen. In ieder nummer laat de redactie twee werkgroepen aan het woord.

___Leden:Patricia Ninaber, Josiane Boyne, MarjoSchmidt, Ingrid Hogewerf, Marjan AertsenE-mail: [email protected]

De Werkgroep Hartfalen richt zich opde zorg voor patiënten met hartfalenen wil een bijdrage leveren aan de pro-fessionalisering van deze zorg.Daarnaast biedt de werkgroep een net-werkfunctie voor hartfalenverpleeg-kundigen en verpleegkundig specialis-ten. De verschillende hartfalenpoli -klinieken kunnen zich via de websitevan de NVHVV aanmelden (http://www.nvhvv.nl), zodat er een goedoverzicht is van de bestaande hartfa-lenpoliklinieken in Nederland. De afgelopen periode is gewerkt aanhet ‘Zogtraject Hartfalen’. Dit werkdo-cument voor hartfalenverpleegkundi-gen en verpleegkundig specialistenbeschrijft de zorgaspecten voorpatiënten met chronisch hartfalen,waarbij onderscheid is gemaakt tussende verschillende stadia van hartfalen.Dit zorgtraject zal tijdens CarVasz2011 worden gepresenteerd.

Cordiaal 5/2011 175

|W

ERKGROEPEN N

VHVV

Werkgroep Interventiecardiologie

___Leden:Marjo de Ronde, Siemon Staphorst, Richard van der Jagt, Tinka Deutekom (pen-ningmeester), Mariette Borgemeester (werk-groep congressen), Ank Adan en MargjeVermeulen.E-mail: [email protected]

W E R K G R O E P

W E R K G R O E P

Ook heeft de werkgroep een succesvolCNE georganiseerd dat in het tekenstond van ‘Zorg voor patiënten methet eindstadium hartfalen’.

Activiteiten• Het organiseren van een interessantprogramma voor de CNE-HF 2012met als onderwerp ‘Wetenschap &Hartfalen’. Het programma is gerichtop zowel verpleegkundigen metbeperkte kennis en ervaring metbetrekking tot de wetenschap als opgevorderden. Het lezen en beoorde-len van wetenschappelijke artikelenen statistieken zijn belangrijkeonderdelen van het programma.

• Het leveren van een actieve bijdrageaan het programma en de organisa-tie van CarVasz.

• Twee leden waren actief betrokkenbij het schrijven van de‘Multidisciplinaire Richtlijn Hart -falen 2010’.

• Een lid is actief betrokken bij hetopstellen van kwaliteitsindicatoren.

• Een lid is eveneens lid van de con-grescommissie van de CCNAP.

• Bijdrage leveren aan het programmavan de jaarlijks gehouden NationaleHartfalendag.

• Professionalisering van de beroeps-groep.

• Lidmaatschap van de redactieraadvan Cordiaal.

Heb je belangstelling? Laat het ons weten via: [email protected] of via de website www.nvhvv.nl

Marjo de Ronde op 15e VlaamsCathlabsymposium

Marjo Schmidt

Page 32: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart Hulp Cyriel Camaro Pagina 158 ... De uitdaging is om het risico op

December, al weer de laatste Cordiaalvan 2011. Het afgelopen jaar hebbenwe als NVHVV weer veel activiteitengeorganiseerd, zoals diverse congres-sen en CNE’s (continuing nurse edu-cation). Ook is de NVHVV actief ver-tegenwoordigd in het Platvorm VitaleVaten en natuurlijk in allerlei anderelandelijke werkgroepen, waarbij deverschillende werkgroepleden hunkennis omtrent het verpleegkundigeaspect van de zorg aan de cardiovascu-laire patiënt doorgeven. Helaas moes-ten we constateren dat de werkgroep‘Acute Cardiale Zorg’ te weinig actieveleden had om een doorstart te maken.Daarom hebben we ervoor gekozenom de aanwezige actieve leden mee telaten werken binnen de werkgroep‘Congressen’ om daar het aandeel metbetrekking tot de acute cardiale zorgop zich te nemen.

CarVasZ congresHet CarVasZ congres is dit jaar doorde RVS (registratie verpleegkundigspecialist) toebedeeld met zes accredi-tatiepunten. Door het kwaliteitsregis-ter van de NVHVV zijn ook zes pun-ten toegekend, evenals door deV&VN. De SBHFL kende vijf puntentoe. Volgend jaar zal het CarVasZ con-gres op 30 november in de Reehorst inEde worden gehouden, met als thema‘Man-Vrouw’.

CNEIn deze Cordiaal vindt u een overzichtvan het aanbod aan CNE’s in 2012. Opde website www.nvhvv.nl/opleidingentreft u een uitgebreide beschrijvingvan de inhoud van de CNE’s aan.Nieuw in 2012 is het aanbod voor ver-pleegkundig specialisten. Naast deCNE voor verpleegkundig specialistenop 20 september, zullen er in hetnajaar op diverse locaties in het landavond-CNE’s “Stolling in de praktijk”worden georganiseerd. De prijs van dereguliere CNE’s is voor NVHVV-leden€ 55,-. Voor de avond-CNE’s moet deprijs nog worden vastgesteld. Houdonze website in de gaten voor het tota-le aanbod en up to date informatie.

Hart&VaatgroepOp 9 november is er een overleggeweest tussen de Hart&Vaatgroep ende NVHVV.

De Hart&Vaatgroep is een patiënten-vereniging voor mensen met een hart-of vaatziekte en hun naasten. De ver-eniging houdt zich zowel landelijk alsregionaal bezig met informatievoor-ziening, lotgenotencontact, leefstijl enbeweging, belangenbehartiging envakantieweken. Tijdens het overlegbleek de Hart&Vaatgroep zeer geïnte-resseerd te zijn in de projecten die deNVHVV heeft gestart. Kijkend naar deontwikkeling van zorgpaden, vroeg deheer Van Laerhoven zich af of aspec-ten uit de patiëntenvereniging binnende zorgpaden zouden kunnen passen.Dit met het oog op het zelfmanage-ment van de patiënt. Er is afgesprokendat de NVHVV en de Hart&Vaatgroepminimaal eens per jaar een overleginplannen.

Verder heeft de Hart&Vaatgroep eenvaatkeurmerk ontwikkeld. Dit keur-merk wordt toegekend aan ziekenhui-zen die aan de criteria voldoen die deHart&Vaatgroep hiervoor heeft opge-steld. In december hoopt men live tegaan met de website.

QuadricepsTijdens de laatste vergadering vanQuadriceps kwam naar voren dat delongverpleegkundigen hadden beslo-ten uit de stuurgroep van Quadricepste stappen. De belangrijkste reden

___Stella Kuiken,voorzitter NVHVV___e-mail: [email protected]

Stella Kuiken, voorzitter NVHVV

hiervoor was dat ze meenden dat deprimaire doelstelling, het goed neer-zetten van de rol van de POH (praktijkondersteuner huisartsen), was be -haald. De overige leden van de stuur-groep vonden eigenlijk dat er nog eenweg te gaan was met betrekking tot desamenwerking tussen eerste en tweedelijn. Afgesproken is dat de stuurgroephet antwoord van het bestuur van delongverpleegkundigen en het bestuurvan de V&VN afwacht. Hierna bekijktde stuurgroep of ze eventueel zonderde longverpleegkundigen verdergaat,of dat ze besluit zichzelf op te heffen.Overigens is de NVHVV volgend jaarjaarvoorzitter van de stuurgroep vanQuadriceps.

Tenslotte wil ik iedereen hele fijnefeestdagen toewensen en een gezonden gelukkig 2012.

Bericht van het NVHVV-bestuur

|VERENIG

INGSNIE

UW

S N

VHVV

176 Cordiaal 5/2011

Page 33: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart Hulp Cyriel Camaro Pagina 158 ... De uitdaging is om het risico op

Cordiaa l5/2011 177

AG

EN

DA

19 aprilAcuut coronair syndroom, tijd voor de hartspierVerpleegkundig symposiumErasmus expo- en congrescentrumwww.erasmusmc.nl/thoraxcentrum

20 aprilCNE Hartrevalidatie “Nieuwe ontwikkelingen binnen dehartrevalidatie” *Utrechtwww.nvhvv.nl

23 aprilCNE Atriumfibrilleren “Atriumfibrillerenpoli geleid doorde verpleegkundig specialist.” *Utrechtwww.nvhvv.nl

23 – 24 aprilVaatdagenNH Leeuwenhorst, Noordwijkerhoutwww.vaatdagen.nl

24 aprilNIVAZ, Stoornissen van de circulatie, diagnostiek enbehandelingReehorst, Edewww.nivaz.nl

3-5 meiEuropreventDublin, Ierlandwww.escardio.org

15 – 18 meiEuroPCRParijswww.europcr.com

19-22 meiHeart Failure 2012*Belgrado, Serviëwww.escardio.org

31 mei en 1 juniEuropean Care Pathway ConferenceNederlandwww.cbo.nl

3 juniCNE Cardio-thoracale chirurgie “Hoofd, Hart en Handen,waar kennis en praktijk elkaar raken” *Utrechtwww.nvhvv.nl

2012

2 februariQuadriceps VII*NBC, Nieuwegeinwww.quadriceps.info

8, 9 en 10 februariNVIC Nederlandse Intensivistendagen 2012 Reehorst, Edehttps://inschrijven.interactiegroep.nl/opl_nl/nvic-neder-landse-intensivistendagen-2012-nieuwe-leden.html

15 maartIntoxicaties in de acute en intensieve zorgWES-regio Rotterdam (voor IC en SEH)www.wes-rotterdam.nl

15 maart2e ClaudicatioNet Jaarcongres 2012Spant, Bussumwww.claudicationet.nl

15 – 16 maartCardio Vasculaire Conferentie NH Leeuwenhorst, Noordwijkerhoutwww.cardiovasculairegeneeskunde.nl/2de-cardio-vasculai-re-conferentie

6 - 17 maart12th Annual Spring Meeting on Cardiovascular Nursing*Kopenhagen, Denemarkenwww.escardio.org

20 maartCNE Vasculaire Zorg “Metabool syndroom” *Utrechtwww.nvhvv.nl

3 april5e Pijncongres Verpleegkundig symposiumEdehttp://www.pijnverpleegkundigen.nl/page31.aspx

12 aprilNurse Academy in de Praktijk 2012Symposium om verpleegkundigen beter in hun vak temakenCongrescentrum 1931 Brabanthallen, Hertogenboschhttp://www.prelumbijeenkomsten.nl/congressen/congres-sen_item/t/congres_nurse_academy_in_de_praktijk_2012

19 aprilCNE Hartfalen “Wetenschap en hartfalen, twee handen opeen buik” *Utrechtwww.nvhvv.nl ∗ Voor deze scholingsactiviteiten is accreditatie aangevraagd of

zal accreditatie worden aangevraagd bij de NVHVV.

Page 34: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart Hulp Cyriel Camaro Pagina 158 ... De uitdaging is om het risico op

EditorialVerschillen tussen mannen en vrouwen, maart/3Aandacht voor acute Cardiale Zorg, mei/39Zomer, juli/75Meer dan cijfers, oktober/111Kennis delen essentieel, december/ 147

Vraag en antwoordEen patiënt met een late presentatie na het hartinfarct,maart/11 en 21Een patiënt met een continue snelle pols, mei/45 en 55Een jonge vrouw met progressieve kortademigheid,juli/81 en 93 Een patiënt met hartkloppingen en een ICD-shock, oktober/123 en 133Een man met pijn op de borst op de Eerste Hart Hulp,december/157 en 165

Hartruismaart/29, mei/67, juli/97, oktober/140, december/174

Verenigingsnieuws NVHVVWerkgroepen NVHVV, Wetenschappelijk Onderzoek enThoraxchirurgie, maart/27Bericht van het NVHVV-bestuur, maart/34Werkgroepen NVHVV, Acute Cardiale Zorg enCongressen, mei/69Bericht van het NVHVV-bestuur, mei/70Kwaliteitsregister NVHVV, juli/100Werkgroepen NVHVV, Atriumfibrillatie en Hartrevalidatie,juli/101Bericht van het NVHVV-bestuur, juli/103Werkgroepen NVHVV, Vasculaire Zorg en WIBN, oktober/141Bericht van het NVHVV-bestuur, oktober/142Werkgroepen NVHVV, Interventiecardiologie enHartfalen, december/175Bericht van het NVHVV-bestuur, december/176

Agendamaart/35, mei/71, juli/104, oktober/143, december/177

CongressenCongresverslag Europian Resuscitation Council,maart/30-31Congresverslag Quadriceps VI, maart/32-33Congresverslag ESC Spring meeting 2011, mei/64-65Congresverslag Venticare 2011, juli/87-88Congreswijzer CarVasZ 2011, toelichting sessies, juli/89-92EACTS, vooraankondiging, juli/102CarVasZ 2011, vooraankondiging, juli/105CarVasZ 2011, programma, juli/106-107Congresverslag: Het 15e Vlaams Cathlabsymposium,december/169Congresverslag: Bijeenkomst Europese Vereniging voorVaatchirurgie, december/170

Trefwoorden artikelenHartfalenVoeding bij hartfalen, mei/46Wat u moet weten over cachexie, juli/94Case Study, ontslaggesprek onder patiënten met hartfalen,oktober/136Meer onderzoek naar vochtbeperking bij hartfalen nodig,december/166

HartrevalidatieCardiostick: mobiel grensoverschrijdend patiëntendossier,maart/12

Acute Cardiale ZorgVrouwen en hartinfarct, maart/4Casereport: reanimatie intoxicatie Monnikskap, maart/18Monitoring van de perifere perfusie, mei/60Short Stay is safe, juli/76De AV-sequentiële pacemaker, december/162Een patiënt met cocaïne-intoxicatie, december/158

Interventiecardiologie/ ElectrofysiologieICD-shocktherapie bij bewustzijn, mei/40Het ECG bij cardiale re-synchronisatietherapie, mei/50Nieuwe behandeling van hoge bloeddruk, oktober/128

ThoraxchirurgieDeel II; het uni-ventriculaire hart. Follow-up na eenFontan-operatie, maart/8DOS-schaal signaleert postoperatief delirium, maart/15Postoperatieve pijn na een openhartoperatie, mei/56Drieluik harttransplantatie:Een nieuw hart en daarna? Complicaties en verpleegkundige aspecten, oktober/112Een hart-long transplantatie door de ogen van eenpatiënt, oktober/118Van donorhart tot harttransplantatie: rol van de transplantatiecoördinator, oktober/120

Vasculaire ZorgVaatcentrum UMC Radboud stelt patiënt centraal, juli/82Profiel van een beroerte, oktober/124ClaudicatioNet garandeert kwaliteit looptherapie, december/ 148Nieuw instrument voor probleemsignalering na een CVA,december/154

OnderzoekCase Study, een onderzoeksmethode voor verpleeg -kundigen, oktober/134

Boekbespreking/ RecensieHypertrofische cardiomyopathie; pathofysiologie, geneticaen invasieve behandeling, juli 2011/98Hightech en hartelijkheid, Deel 3, Catharina-reeks,december/172

OverigInterventies bij cardiotoxische effecten van Herceptin®,maart/22

Auteurs

Register Cordiaal 2011

178 Cordiaal 5/2010

Page 35: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart Hulp Cyriel Camaro Pagina 158 ... De uitdaging is om het risico op

Aertsen, M. december 175Bakker, R. december 166Bie, de, E. oktober 112Boon, van der, M. oktober 136Breugel, van, N. maart 12Brink, van den, R. mei 69Burght, van der, I. december 158Camaro, C. maart 11-21, mei 45-55, juli 81-93, oktober 123-133, december 157-165Compagne- de Jong, A. maart 4Dalen, van, D. december 148Dijk, van, J. mei 56Dishoeck, van, AM maart 27, oktober 134Doornenbal, J. juli 101Dullemen, van, A. juli 76Driel, van, AG, december 147Fens, M. december 154Genderen, van, M. mei 60Helsloot, A. juli 87Hendriks, T. mei 50Hendriks, J. maart 3, mei 64, oktober 118 Joziasse, L. juli 105Koppelaar, C. mei 69, juli 89Koster, S. maart 15Kwaak, van de, A. oktober 124Lenzen, M. juli 94Meeuwen, van, E. maart 27Meijden, van der, R. maart 32Nathoe, R. mei 40Oel, van, H. maart 29, mei 67, juli 75, 97 en 98, oktober140, december 172 en 174Palmen-Verhoef, M. mei 46Ronde, de, M. december 169 en 175Scheres, M. maart 18Sieben, A. juli 82, december 170

Sperber, M. oktober 120Stavenuiter, M. juli 100Staaveren, van, A. oktober 141Stella Kuiken, S. maart 34, mei 70, juli 103, oktober 142,december 176Valen, van, R. juli 102Veen, van ,P. juli 101Veen, van der, A. oktober 111Veenis, L. maart 30, december 162Veldt, A. oktober 141Vermeulen, M. mei 39Vliet, van, A. maart 22Voskuil, M. oktober 128Witsenburg, M. maart 8

Cordiaa l5/2011 179

2011

AANKONDIGING QUADRICEPS VII 2 FEBRUARI 2012 NBC NIEUWEGEINGraag nodigen wij u uit om op2 februari 2012 deel te nemenaan alweer het zevendeQuadriceps symposium inNieuwegein. Een jaarlijks symposium van 5 verschillendeverenigingen (waaronder deNVHVV) dat zich richt op praktijk-verpleegkundigen, praktijkonder-steuners, diabeteszorgverleners,hart- en vaatverpleegkundigenen longverpleegkundigen.

Deelnemers kunnen ook nuweer een keuze maken uit eengroot aantal gevarieerde work-shops en volgen daarnaast eenplenair programma. Dankzijfinanciële steun van een grootaantal sponsoren hoeft er uitslui-tend een eigen bijdrage van€ 65,00 te worden betaald,waarbij de kosten van koffie,thee en lunch zijn inbegrepen.Voor meer informatie over het

symposium en de on-line aan-melding kunt u terecht opwww.quadriceps.info .

Page 36: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · Vraag en antwoord: Een man met pijn op de borst op de eerste Hart Hulp Cyriel Camaro Pagina 158 ... De uitdaging is om het risico op

7 en 8 juni 2012jaarbeurs utrecht

VENTICARE | POSTBUS 13141, 3507 LC UTRECHT | T +31 (0)30 271 71 12 | F +31 (0)30 271 22 93 | [email protected] | WWW.VENTICARE.NL

Venticare 2012 wordt georganiseerd door Venticare, NVHVV, V&VN IC, BRV, NVSHV en V&VN MCV

7 en 8 juni 2012jaarbeurs utrecht

Hét congres voor de acute zorg!