navigatiemenu - ods.nl  · Web viewwoord vooraf. mei, 2001. Als we 'woord vooraf 'in de betekenis...

24
woord vooraf mei, 2001 Als we 'woord vooraf 'in de betekenis nemen van; alles wat er aan het woord voorafgaat, komen we al aardig in de buurt van de centrale as waar dit Web- magazine om draait. Woorden blijven echter als sterren, die hardnekkig proberen het universum te verlichten. De rode draad van dit nummer is 'Het eind in zicht?' Het was wonderlijk om te zien (na een eerst aanzet voor een thema van Jan van Delden) hoe de stukken die binnenkwamen elkaar aanvulden en zich met elkaar vervlochten. Het heeft er alle schijn van dat er binnen tijd en ruimte thema's komen en gaan en dit was er blijkbaar één die collectief om aandacht vroeg en hier o.a. antwoord zocht. Het inzicht blijkt in de praktijk een niet al te groot obstakel te zijn, want dat kennen we allemaal, als heldere momenten of gewoon als we gelukkig zijn. Maar het 'bewonen' van die momenten, als 'thuis', schijnt een grotere handicap te zijn. Vingerwijzingen hiervoor tref je aan in de bijdragen van dit nulnummer. Wolter Keers beschijft nauwkeurig hoe je 'dat' herkent. Jan van Delden wijst je waar de aandacht te leggen. En Douglas Harding geeft daarbij het begrip 'oefenen' een radicaal nieuwe betekenis. De titel van Jan Koehoorn's bijdrage spreekt boekdelen. Tony Parsons toont je in alles, de uitnodiging; de kans die geboden wordt, en Krishna Menon spreekt over Geluk als handvat. Philip Renard wijst op de 'Advaita-wisseltruc' als hangijzer tijdens dit 'rijpingsproces'. Belle Bruins (vertaalster van de woorden van Nisargadatta) voert een eigen'zinnig' gesprek over Gert de Graaff, maker van de 'advaitische' film 'De zee die denkt'. En tot slot een animatie, die 'het kennen' visualiseert, van ondergetekende. Al met al moest ik denken aan het verhaal van de jongen die de opdracht kreeg een wijze te zoeken, die ergens langs de rivier woonde. Dagenlang liep hij, dan weer driftig zoekend, dan weer vertwijfeld tegen stenen schoppend, langs de rivier. Totdat de wijze hem op de schouder tikte; deze had de hele tijd vlak achter hem gelopen. De jongen was vergeten achterom te kijken..... Dus kijk eens achterom ...alhoewel... misschien toch beter wachten op dat tikje op de schouder?.... [Kees Schreuders 1

Transcript of navigatiemenu - ods.nl  · Web viewwoord vooraf. mei, 2001. Als we 'woord vooraf 'in de betekenis...

Page 1: navigatiemenu - ods.nl  · Web viewwoord vooraf. mei, 2001. Als we 'woord vooraf 'in de betekenis nemen van; alles wat er aan het woord voorafgaat, komen we al aardig in de buurt

woord voorafmei, 2001

Als we 'woord vooraf 'in de betekenis nemen van; alles wat er aan het woord voorafgaat, komen we al aardig in de buurt van de centrale as waar dit Web-magazine om draait. Woorden blijven echter als sterren, die hardnekkig proberen het universum te verlichten.

De rode draad van dit nummer is 'Het eind in zicht?' Het was wonderlijk om te zien (na een eerst aanzet voor een thema van Jan van Delden) hoe de stukken die binnenkwamen elkaar aanvulden en zich met elkaar vervlochten. Het heeft er alle schijn van dat er binnen tijd en ruimte thema's komen en gaan en dit was er blijkbaar één die collectief om aandacht vroeg en hier o.a. antwoord zocht.Het inzicht blijkt in de praktijk een niet al te groot obstakel te zijn, want dat kennen we allemaal, als heldere momenten of gewoon als we gelukkig zijn. Maar het 'bewonen' van die momenten, als 'thuis', schijnt een grotere handicap te zijn. Vingerwijzingen hiervoor tref je aan in de bijdragen van dit nulnummer.Wolter Keers beschijft nauwkeurig hoe je 'dat' herkent. Jan van Delden wijst je waar de aandacht te leggen. En Douglas Harding geeft daarbij het begrip 'oefenen' een radicaal nieuwe betekenis. De titel van Jan Koehoorn's bijdrage spreekt boekdelen. Tony Parsons toont je in alles, de uitnodiging; de kans die geboden wordt, en Krishna Menon spreekt over Geluk als handvat. Philip Renard wijst op de 'Advaita-wisseltruc' als hangijzer tijdens dit 'rijpingsproces'.Belle Bruins (vertaalster van de woorden van Nisargadatta) voert een eigen'zinnig' gesprek over Gert de Graaff, maker van de 'advaitische' film 'De zee die denkt'.En tot slot een animatie, die 'het kennen' visualiseert, van ondergetekende.

Al met al moest ik denken aan het verhaal van de jongen die de opdracht kreeg een wijze te zoeken, die ergens langs de rivier woonde. Dagenlang liep hij, dan weer driftig zoekend, dan weer vertwijfeld tegen stenen schoppend, langs de rivier. Totdat de wijze hem op de schouder tikte; deze had de hele tijd vlak achter hem gelopen. De jongen was vergeten achterom te kijken.....Dus kijk eens achterom ...alhoewel... misschien toch beter wachten op dat tikje op de schouder?....

[Kees Schreuders

1

Page 2: navigatiemenu - ods.nl  · Web viewwoord vooraf. mei, 2001. Als we 'woord vooraf 'in de betekenis nemen van; alles wat er aan het woord voorafgaat, komen we al aardig in de buurt

'h e t e i n d' i n z i c h t … ? inhoud #0:

• Absent[Wolter Keers]

• het Kennen & het Gekende[Jan van Delden]

• Vertrouwen[Douglas Harding]

• Realisatie; een verrassing!!![Jan Koehoorn]

• Naar de rand van de rivier...[Tony Parsons]

• Geluk[Krishna Menon]

• Moet het hangijzer nog wel heet blijven[Philip Renard]

• 'De zee die denkt'[Belle Bruins]

• het Kennen visueel gemaakt[Kees Schreuders]

2

Page 3: navigatiemenu - ods.nl  · Web viewwoord vooraf. mei, 2001. Als we 'woord vooraf 'in de betekenis nemen van; alles wat er aan het woord voorafgaat, komen we al aardig in de buurt

absent

(uit "Jnana yoga – advait vedanta" van Wolter Keers)

foto van Wolter Keers (rechts) met Jan van Delden (links)

De bevrijding, de verlichting voltrekt zich wanneer er geen identificatie meer is met lichaam, denken en voelen; wanneer iemand begrepen heeft dat 'de wereld' niets anders is dan een denkwijze en dat gedachten niets anders zijn dan Bewustzijn, dan de Essentie, Kennendheid, wanneer iemand wezenlijk begrepen heeft dat het denken niets kan begrijpen omdat een gedachte niets meer is dan een object, en wanneer iemand gekomen is tot het ervaren dat er niet zoiets bestaat als persoonlijkheid, dan breekt de diepe stilte door, waarin zich alle gedachten oplossen, en dus ook de wereld.

Wie met behulp van de aanwijzingen van een competente instructeur zover gekomen is, hoeft verder niets meer te doen. In het begin kan die stilte nog gekleurd zijn door de afwezigheid van de gedachte; het gaat ermee als met een schilderij dat jarenlang ergens aan de muur hangt; op een gegeven dag haalt de bewoner het weg en u komt binnen. Wat ziet u? Niet in de eerste plaats de muur, maar de afwezigheid van het schilderij.

Zo ook is deze toestand van stilte; eerst werd je gehinderd door het denken, door het geleidelijk vervagende gevoel dat je een denker was; dan verdwijnen gedachten en gevoelens, en nu valt hun afwezigheid op. Het accent ligt dus nog niet op de stilte, maar op de afwezigheid van de andere dingen. Maar je hoeft dan alleen nog te wachten, je hoeft je alleen open te stellen voor het Onbekende.

Geleidelijk komen de symptomen van de grote harmonie. Uit het hart stijgt een diep gevoel van vrede, van warmte, een gevoel dat alles goed is. Dit gevoel dat komt en gaat, is niet het absolute, niet het Ongekende, maar het is een manifestatie, het is als de eerste stralen van de dageraad die over de horizon komen.

Daar moet je zelf de juiste instelling vinden; voor zover er nog een vaag gevoel van ik-heid, van persoonlijkheid aanwezig is, moet je dat in dit zachte gevoel laten oplossen; je moet je er niet zozeer aan overgeven (dat klinkt nog wat te actief) maar je moet het toestaan je te laten vullen; je moet toestaan – verlangen zonder te verlangen - dat dit zachte gevoel de plaats inneemt van elk spoortje persoonlijkheid dat er nog over mag zijn.

Je mag vooral de persoonlijkheid, de automatismen, niet toestaan haast te hebben, te verlangen dat het nu moet gebeuren. Zolang er besef is van 'nu' zit je nog in de tijd - dus in het mentale - en de realisatie kan zich nooit voltrekken in het mentale: dat moet je steeds weer voor ogen houden. Je moet dus alleen toestaan dat het warme, zachte gevoel de laatste sporen van het persoonlijkheidsgevoel wegwast, wegblaast als een licht veertje in een nauwelijks waarneembare zucht van een stille avond.

Dan breekt de volkomen leegte aan. Over die leegte is veel gezegd en geschreven in alle grote en levende geestelijke tradities, soms op dichterlijke wijze, soms op bijna klinisch-filosofische wijze, maar telkens keert het thema terug.

'Van de leegte van een kom hangt zijn gebruik af' zegt Lao Tze. Een volle kom kan men niet meer voor iets anders gebruiken. En zo ook wanneer denken en voelen vervuld zijn van andere dingen, kunnen ze niet meer gevuld worden door het Onbekende, door de Essentie. Daarom moet men ervoor zorgen steeds 'leeg' te zijn.

In het begin lukt dat alleen tijdens korte ogenblikken (hoewel er in die toestand geen tijd

3

Page 4: navigatiemenu - ods.nl  · Web viewwoord vooraf. mei, 2001. Als we 'woord vooraf 'in de betekenis nemen van; alles wat er aan het woord voorafgaat, komen we al aardig in de buurt

bestaat, en er dus eigenlijk geen sprake kan zijn van kort of lang), maar langzaam maar zeker installeert zich die leegheid in ons, zelfs terwijl we bezig zijn met onze dagelijkse werkzaamheden. We gaan niet meer op een probleem af met allerlei opvattingen, we vertrouwen niet meer op onze kennis en ons geheugen en onze ervaring, maar we komen leeg en naakt aan. De rest volgt dan vanzelf; aanvankelijk tot onze verbazing blijkt de wereld dan voor zichzelf te zorgen: het juiste idee komt op het juiste ogenblik, en vanwaar weten we niet, maar daarover bestaan geen zorgen meer. Handelingen worden vaak vrijwel moeiteloos verricht omdat er niemand meer is die ze verricht: het werk doet zichzelf, zeggen de zenboeddhisten.

Men kan het Grote Ervaren niet bestellen, men kan het alleen mogelijk maken, en wanneer men het mogelijk maakt, komt het uit zichzelf. 'Cela vous remplit comme une grace', zegt Jean Klein: Het vult u als een genade.

Vanaf dat ogenblik is men het grote Ervaren. De bril van denken en voelen waardoor we ons zien tot nu toe lieten beperken, is afgezet. De diepe slaap, de ogenblikken tussen de gedachten en gevoelens in, vormen nu één eenheid met de Essentie waarvan de gedachten nu als het ware een verlengstuk zijn, zoals in zekere zin golven een verlengstuk zijn van de zee. Geen woorden zijn ook maar bij benadering toereikend om een accurate beschrijving te geven van deze toestand - ook het woord toestand is in feite lachwekkend.

Wat wel gezegd mag worden, is dat dit Ervaren eindeloos bevredigend is. Dat het oeverloos vol is van eindeloze liefde, die allereerst gesymboliseerd is in de nu bereikte eenheid met de goeroe: 'The only thing that remains with you, even after realisation of the Self, is the Guru's teaching' - het enige dat bij je blijft, zelfs na de realisatie van het Zelf, is het onderricht van de goeroe. Waarom? Deze Ervaring, dit Een-zijn is het onderricht van de goeroe. De goeroe is dit Een-zijn zelf. Denken en voelen van de volgelingen schiepen hem een lichaam en geest, maar van zijn eigen standpunt was hij geen persoon, had hij geen lichaam, dacht hij niet, sprak hij niet, was hij geen goeroe, maar alleen dit éne, tijdloze, grensloze Een-zijn, of niet-twee-zijn: "I am no body - I have no body. I am no mind - I have no mind. I am no doer, I am no enjoyer. I am pure consciousness which knows no dissolution." (Shri Krishna Menon)

Met het 'veroverd worden' door de Ervaring wordt het laatste restje persoonlijkheid opgelost door het onderricht van de goeroe die niets anders is dan dit Ervaren en de liefde zelf. Op dat ogenblik is de eenheid tussen discipel en meester bereikt en daarmee de vervulling van alle liefde. Want er bestaat geen relatie zoals die van leerling en meester. De liefde van een moeder voor haar kind kan niet zo groot zijn als de liefde van de goeroe voor zijn leerling (of, in de woorden van Shri Krishna Menon: voor degene die hij toestaat hem als een goeroe te beschouwen).

Het is een van de ontroerendste ervaringen die je op je pad kunt hebben, wanneer je plotseling als door de ogen van de goeroe te zien krijgt wie je eigenlijk bent. In plaats van de onwetende, de onbekwame, de imbeciel die men zich waande in de tegenwoordigheid van iemand die je intuïtief en steeds sterker wist groter te zijn dan de allergrootsten... In plaats van een zwakke, een domme en een onwaardige te zien, blijkt plotseling in deze openbaring dat de meester jou gezien heeft als het licht zelf, als de liefde zelf en als oneindig goed. Hij zag je niet in de termen van zijn persoonlijkheid. want die bestond slechts in jouw verbeelding. Hij zag je - als je dit zo mag zeggen - in de termen van de liefde zelf, die hij was en is en altijd zal zijn.

Niemand realiseert het Zelf zonder tranen, niet omdat de weg smartelijk zou zijn, maar omdat de liefde van de goeroe, en de liefde, dezelfde liefde die hij in jou opwekt, zo onbegrijpelijk zijn, en daarbij zo volmaakt onverdiend. 'Cela vous remplit comme une grace...' Zo is het helemaal.

Toen een van onze medeleerlingen de goeroe eens vroeg: 'Hoe kan ik u ooit waardig worden?' was het antwoord ogenblikkelijk: 'By your death', door te sterven. Natuurlijk niet als lichaam, maar als ego, als persoonlijkheid. Denken en voelen kunnen het Oneindige nooit bevatten; daarom moeten zij verdwijnen, daarom moeten persoonlijkheid en ik-gevoel verdwijnen, sterven, opgelost worden in de stille harmonie die opstijgt in de leegte van de geest.

[uit "Jnana yoga – advait vedanta" van Wolter Keers]

het Kennen & het Gekende

4

Page 5: navigatiemenu - ods.nl  · Web viewwoord vooraf. mei, 2001. Als we 'woord vooraf 'in de betekenis nemen van; alles wat er aan het woord voorafgaat, komen we al aardig in de buurt

Veel zoekers die tijdens de stoelendans gezien hebben dat ze het kennen en niet iets gekends zijn, slaan zich meestal weer vlug in de boeien van het gekende. Hoe kan dat? Bij het beantwoorden van die vraag gaat onze interesse vooral uit naar een manier om in het vervolg van die boeien af te komen.

Zoals gezegd, ondanks het inzicht dat we het kennen zelf zijn, lijkt het gekende ons in de praktijk het meeste te vertellen te hebben. We worden schijnbaar gedicteerd door de waargenomen objecten die komen en gaan in het kennen zelf. Maar daarbij kan het kennen ons onmogelijk verlaten. Daarom is dit kennen niet iets van ons lichaam, want dan zou het kennen bij het slapen gaan met het

lichaam - inclusief de hele waaktoestand - moeten verdwijnen. En dat gebeurt niet. Ook kan het kennen niet als iets objectiefs worden gezien. Er is immers geen zintuig voor. We kunnen ons het kennen (met of zonder het gekende) op geen enkele wijze voorstellen. Toch is het er altijd. Dus moet het kennen subject zijn en zijn wij dit zelf, ieder moment, nu.

Het is belangrijk om dat door onderzoek ook echt te gaan inzien: dat we het kennen nooit kunnen verlaten. Hiervoor moeten we het gekende ingaan en vervolgens nagaan of het waar is dat het kennen ooit een ervaring heeft gehad van het gekende; een ervaring die ook nog eens veróórzaakt zou zijn door het gekende. Dat onderzoek leidt onvermijdelijk tot de vraag: kan het subject (het kennen) eigenlijk wel bij het object (het gekende) komen? zoals het object telkens weer schijnt te beweren. Waarschijnlijk stellen we ons uiteindelijk de vraag of het gekende ons nog langer gelukkig kan maken. Want waar komt het geluk vandaan?

Alle zoektochten naar het geluk in de gekende objecten hebben ons al heel wat ellende bezorgd, en toch gaan we ermee door, al bereiken we dat geluk nooit. De ervaring die we menen te krijgen van de gekende wereld is daar de oorzaak van. We zien zo'n ervaring als iets wat bereikt wordt. Daardoor lijkt het alsof het gekende echt bestaat, ondanks het feit dat wij - als het kennen zelf - dat bewijs nooit kunnen leveren. Maar wordt het kennen op zich gezien, herkend en ervaren - als dat wat is, onafhankelijk van het gekende - dan pas kan het geluk in ons leven een feit zijn. Want wat is het kennen van ons leven méér als kennen? Als we door een dal gaan, is het kennen daar moeiteloos en onbeïnvloed getuige van. Dat is ook zo bij een gelukservaring of bij welke ervaring dan ook in ons leven! Komt het ooit voor dat we het kennen kunnen verlaten of dat het ons verlaat? Nee! Luidt de werkelijke vraag dan niet: hoe worden wij en het kennen weer één met het geluk, zelfs terwijl ons hoofdrolspelertje gelukkig of verdrietig is? Het antwoord op die vraag is niet in het gekende te vinden. Daarom moeten we de antwoorden niet meer in het gekende blijven zoeken. Immers, wanneer we het gekende loslaten, bestaan we nog steeds. Wij zijn niet het gekende, maar kennen moeiteloos de aan- en afwezigheid van dit zogenaamd gekende.

Hoewel dat in theorie duidelijk mag zijn, zul je in de praktijk niet één twee drie toegeven dat het ook echt waar is. Het praktisch maken van het inzicht vraagt duidelijk om een volgende stap. Velen volgen dan een omweg door te proberen om van het gekende belichaamd-zijn af te komen. We willen het kwijtraken door het te ontkennen of weg te duwen. Of we zeggen dat het allemaal bewustzijn, illusie is en proberen het zo een nieuw begrippenjasje aan te trekken. Uiteindelijk werkt dat niet, ook al kan het tijdelijk geen kwaad. De praktijk komt er - behalve inzien dat het kennen niet belichaamd is of iets gekends kan zijn - vooral op neer om zichtbaar krijgen wat het kennen wél is. En dat is zo dichtbij dat het gekende het eenvoudig nooit kan begrijpen. Geen enkele gedachte, geen enkel gevoel of emotie kan er iets over zeggen. Geen van die middelen kunnen we gebruiken. Maar, vragen we ons bijna vertwijfeld af: wat blijft er dan nog over om het kennen mee te kennen?

Als we helemaal in die vraag duiken, zullen we zien dat alleen het kennen zelf nog "over" is. Maar kan het kennen het kennen kennen? Is dat mogelijk? Is het antwoord 'Ja', dan is het zaak om - zonder dit antwoord weer direct met een begrip te willen omkleden - dit feit (dit 'Ja') in ons te verankeren en de smaak van dat er-zijn (kennen) in de aandacht te houden, net zolang totdat die aandacht en het kennen één en hetzelfde worden. Vaak wordt dat laatste (het in de aandacht houden) gezien als een activiteit en daarom niet gebruikt. Maar dat is een misverstand.

Aandacht en kennen kun je niet scheiden. Daarom moeten we er voor waken om niet iets gekends - zoals onze woorden en meningen over de aandacht - te gebruiken of zelfs te geloven, om vervolgens 'het aandacht geven' tot activiteit te laten verworden. Het enig juiste antwoord is namelijk dat het kennen het kennen kent, zonder er een beeld van te hebben gemaakt. Het zien dat er geen gekende bestaat, maar alleen het kennen zelf, vult het antwoord verder aan. Alles is kennen, en voor het kennen valt er niets anders te

5

Page 6: navigatiemenu - ods.nl  · Web viewwoord vooraf. mei, 2001. Als we 'woord vooraf 'in de betekenis nemen van; alles wat er aan het woord voorafgaat, komen we al aardig in de buurt

kennen dan het kennen zelf. Of in iets andere woorden: alles is eerste oorzaak en er is nooit een tweede oorzaak mogelijk. Daarom kent de eerste oorzaak niets anders dan zichzelf alleen.

[Jan van Delden]

6

Page 7: navigatiemenu - ods.nl  · Web viewwoord vooraf. mei, 2001. Als we 'woord vooraf 'in de betekenis nemen van; alles wat er aan het woord voorafgaat, komen we al aardig in de buurt

Vertrouwen

Uit een workshop met Douglas Harding,

(September 2000, gepubliceerd met toestemming van 'the Ramana Maharshi Foundation', London)

... met andere woorden: je overgeven aan 'dat wat is', in plaats van 'dat' uit je leven te bannen, onder sociale druk, angst en de tirannie van de taal. Dán is alle genade die nodig is, werkelijk ons deel. Als we denken dat er nog dingen zijn die eerst gedaan moeten worden, zoals 'zien Wie we zijn' en 'genade vinden' en duizend andere zaken, doen we niets. Misschien ben ik wel idioot of een simpele ziel, maar wat mij betreft zeg ik: Ik heb maar één ding te doen en dat is genoeg. En het is 'thuiskomen' op de plaats die ik nooit verlaten heb.

De tekst: 'Zoek eerst het Koninkrijk der Hemelen' is wat dat betreft erg toepasselijk. Want in feite wordt er gezegd: vind hier en nu dat Koninkrijk en 'alles zal je deel worden'. Als ik nog twee dingen moet doen, heb ik een probleem, omdat ik dan zeg: nu ben ik klaar met dit, nu nog mijn overgave-dingetjes, en nog wat kijk-oefeningen en zorgen dat ik m'n genade-zaakjes voor elkaar krijg, en dat betekent keer op keer uitstel op uitstel. Ik zeg: ga voor het hart van de zaak en dan zal al het andere je toevallen.

Volgens mij is wat je in het prille begin ziet hetzelfde als wat je aan 'het einde' ziet. Bij mij viel het kwartje zo'n zestig jaar geleden en ik zag Wie ik was en dat zie ik nu nog en er is geen enkel verschil, geen ontwikkeling! Geen enkele ontwikkeling, het is nog precies HETZELFDE! Jij zegt nu misschien: 'Wat sneu voor je Douglas, je zou enorm "gegroeid" moeten zijn'. Nee, dat is het niet, ik kan je verzekeren: het is nog steeds precies hetzelfde. Wat er misschien is veranderd, is de continuïteit en het effect daarvan op het lichaam en dat soort zaken. Maar het zien zelf niet, dat groeit of ontwikkelt niet.

Daarom is het zo bemoedigend en democratisch. Als ik dat tijdens een ontmoeting deel met een nieuwe vriend, denk ik dan: Oh, hij is een beginner en ik ben al zo ver? Natuurlijk niet! Zoals ik zei: het is democratisch, dit Zien ontwikkelt zich niet, is zonder vooruitgang. Wat er wel veranderd is, denk ik, is de continuïteit, de stabiliteit, en het effect ervan op het leven op elk niveau. Wat zich nog het sterkst ontwikkelt of zal ontwikkelen, is vertrouwen. Dat komt traag en geleidelijk, maar is zeer waardevol en essentieel. Dus ik zie Wie ik ben en vertrouw daarop en dat is misschien nog het moeilijkste.

Toen ik hier vandaag kwam, had ik bijvoorbeeld wat ideeën over wat ik zou gaan doen en goddank liep het compleet anders. Sommige mensen zullen misschien zeggen dat ik had moeten volharden in de ideeën die ik had. Ik denk niet dat het zo werkt of zou werken. Vertrouwen, dat werkt altijd!

Wat we moeten doen is dit oefenen en nog eens oefenen. Oefening baart kunst. 'Oefenen' is een vreselijk woord, ik moet eigenlijk zeggen: genieten. Geniet ervan. Het is louter genoegen en het is praktisch, het stelt ons in staat om de dingen beter te doen. 'Zien Wie we zijn' verzekert ons ervan dat wat we doen beter doen, en dit gaat gepaard met de ontwikkeling van vertrouwen.

Dat kan betekenen: je aantekeningen weggooien; hier komen en zeggen: 'Ik laat het los, ik wil hier alleen maar zitten en afwachten wat er gaat gebeuren.' Wie je bent heeft het ultieme 'savoir-faire', de volledige knowhow. Het is de totale kennis van de Ene. En deze uit zich merkwaardigerwijs als de ultieme en ongelooflijke bekwaamheid van het Zijn zelf.

De Ene die kan 'zijn' vanuit 'niet-zijn', die zichzelf aan de eigen niet-bestaande haren kan optrekken uit het 'niet-zijn', die vertrouw ik. Het is de énige die ik vertrouw. Deze Ene heeft de ultieme knowhow, namelijk 'Self-origination', het ontstaan uit zichzelf. Eigenlijk zou er helemaal niets moeten zijn. Maar Zijn komt voort uit zichzelf, altijd weer in jou, nu! Dat Ene is je vertrouwen wel waard, niet?

[Douglas Harding]

7

Page 8: navigatiemenu - ods.nl  · Web viewwoord vooraf. mei, 2001. Als we 'woord vooraf 'in de betekenis nemen van; alles wat er aan het woord voorafgaat, komen we al aardig in de buurt

Realisatie; een verrassing!!!

Het inzicht, het uiteindelijke, allerhoogste inzicht dat je geen fragmentje bent wordt in de traditie van Advaita 'zelfrealisatie' genoemd. Dit uiteindelijke inzicht kan voorafgegaan worden door allerlei mini-inzichtjes, mooie ervaringen en heldere momenten. Waar het bij de realisatie om gaat is niet zozeer om een denk-inzicht, maar om de geleefde waarheid. Twijfelloos, van top tot teen, zonder dat er bevestiging nodig is van buitenaf.

Als dat gebeurt, wil dat niet zeggen dat alle oude patronen zoals de persoonlijkheid meteen verdwijnen. Alle karaktertrekjes blijven gewoon bestaan. En ja, je wordt nog steeds boos, blij, verdrietig, enzovoort. Wat wél verandert is dat het

idee van een doener die daar iets mee te maken zou hebben, verdwenen of liever doorzien is. En dat heeft nogal wat consequenties. Een voorbeeld: als er tegenwoordig woede opkomt, is elke neiging om daar iets mee te 'doen' afwezig. Het hoeft niet onderdrukt te worden, en het hoeft ook niet ge-uit te worden. Het etiketje 'woede' kan weleens opkomen, maar verbleekt totaal bij datgene wat er op dat moment werkelijk ervaren wordt. Het is bruisend, tintelend, levend en wil gezien worden. Niet dat die woede zélf iets te willen heeft, maar door de levendheid en de actualiteit is het een soort 'viering' van mezelf in actie. En IK zie dat allemaal gebeuren. Niet ik-als-persoon, maar ik-als-wat-ik-ben. Wat een verschil met vroeger!

Vroeger dacht ik dat er een iemand was die kwaad werd en dat die iemand er iets aan kon doen dat 'hij' kwaad werd. En vooral dat diegene niet kwaad zou moeten worden. Dus er ging erg veel energie zitten in denkwerk terwijl er ondertussen amper gekeken werd naar het verschijnsel dat zich voordeed. Kwaadheid onderdrukken kost veel energie, want het is net zoiets als een dam zetten in een stromende rivier. Het kan een enkele keer nodig zijn, maar als gewoonte is het lang niet altijd de beste op-lossing. Kwaadheid uiten, de andere kant, is ook lang niet altijd de beste manier, want dan wil je er nog steeds iets mee 'doen'. Vooral door mensen die in therapie zijn geweest wordt dit nogal eens verkeerd begrepen. "Je moet zoveel mogelijk alles altijd en overal uiten..." Het lijkt spontaan, maar in werkelijkheid is het nog steeds een kramp, gebaseerd op het misverstand van een 'doener' die iets met de emotie gaat ondernemen.

Wat er dus na realisatie gebeurt, is dat de illusie van die doener doorzien is. En dan is er dus niemand meer die iets te willen of niet te willen heeft. Dus wat voor emotie er ook maar opkomt is perfect zoals het is. Het wordt direct en onmiddellijk gezien, zonder dat er de neiging is om er ook maar iets aan te doen om het te veranderen, kwijt te raken, te verklaren, of het mooier te maken dan het is. De praktijk van alledag is dat oude patronen (elk patroon is trouwens oud) nog een hele tijd door kunnen gaan. Het hangt er nogal vanaf wat er voor de realisatie allemaal gebeurd is. Je kunt dingen hebben meegemaakt waarvan de gevolgen later pas de kop opsteken. Dus alles wat zijn verhaal wil vertellen, zoals mijn leraar Alexander Smit altijd zei, gaat aan het rollen.

Als je dus denkt dat het na de realisatie meteen een en al rust en helderheid en sereniteit is, staat je een verrassing te wachten. Het kan, maar het hoeft helemaal niet. En dat is nou zo leuk aan die hele realisatie: je kunt met geen mogelijkheid voorspellen hoe het zal zijn.

[Jan Koehoorn]

8

Page 9: navigatiemenu - ods.nl  · Web viewwoord vooraf. mei, 2001. Als we 'woord vooraf 'in de betekenis nemen van; alles wat er aan het woord voorafgaat, komen we al aardig in de buurt

Naar de rand van de rivier...

(uit'As it is' van Tony Parsons gepubliceerd met zijn toestemming)Vraag: Als ik mediteer lijkt het soms alsof er niemand meer is. Er is alleen maar een uitgestrekt open niets dat tegelijk heel levend aanvoelt. Maar als ik stop met mediteren en weer met mijn alledaagse dingen bezig ben, lijkt die ruimte er niet te zijn. Hoe kan ik deze twee toestanden met elkaar verzoenen?Antwoord: Die tegenwoordigheid is er in alles wat zich voordoet, en als die voor het eerst gekend wordt, lijkt dat heel intens en krachtig. Als het licht de ogenschijnlijke duisternis verdrijft, merken we dat aanvankelijk heel duidelijk op. Maar naarmate het licht bestendiger wordt en de zogenaamde

duisternis afneemt, groeit de aanvaarding dat dit de natuurlijke manier van zijn is. Als het licht sterker wordt dan de duisternis neemt de behoefte aan mediteren af. Ook ga je zien dat er perioden zijn van natuurlijk wakker zijn en perioden van ogenschijnlijke slaap. Als je aanvaard hebt dat alles de uitdrukking is van het oneindige, doen die verschillen er niet meer toe. Zolang er nog een innerlijke neiging is het ene er wel en het andere er niet te laten zijn, heeft de volledige realisatie zich nog niet voltrokken. En ook dat is de uitdrukking van het oneindige.

Vraag: Je hebt het over licht dat duisternis verdrijft, alsof het een proces is in tijd. Is dat niet in tegenspraak met dat er geen proces bestaat?

Antwoord: ‘Geen proces’ verwijst naar wat je beseft als je eenmaal ontwaakt bent: dat er niet ‘iemand’ is die het voor elkaar had kunnen krijgen, en dat er geen proces aan te pas komt. Aan de andere kant, alles wat we doen en zijn zou een proces kunnen zijn dat ons naar de rand van de rivier brengt. Alles is een uitnodiging en er is dans tussen wakker zijn en slaap. En je ziet dat er niemand is die iets toe of af kan doen aan al wat er gebeurt. Het lijkt ook dat licht de zogenaamde duisternis verdrijft door middel van iets waarin we geloven en dat we tijd noemen. Maar als het gebeurt, gebeurt het in de tijdloosheid van wat is.

[Tony Parsons in ‘As It Is; vertaald met toestemming van de auteur]

9

Page 10: navigatiemenu - ods.nl  · Web viewwoord vooraf. mei, 2001. Als we 'woord vooraf 'in de betekenis nemen van; alles wat er aan het woord voorafgaat, komen we al aardig in de buurt

Geluk(lezing Krishna Menon)

De goeroe Shri Krishna Menon - Shri Atmananda - heeft in het begin van de jaren vijftig twee keer een bezoek aan Europa (Zwitserland) gebracht. Tijdens het tweede bezoek heeft hij op verzoek zijn benadering kort samengevat en op band laten zetten. Hieronder volgt de vertaling in het Nederlands. Aanvullingen tussen haakjes zijn van de vertaler.

Als je niet weet van welk standpunt je uitgaat, kun je nooit hopen te weten hoe de dingen wezenlijk zijn. Wat ik zeg, is dat jullie niet weten wat je standpunt is. Jullie zeggen: 'ik ben dik, ik ben mager, ik loop, ik zit, ik beweeg,' enzovoort. Hier vereenzelvig je je met het fysieke lichaam. Als je zegt: 'Ik voel, ik zie, ik raak iets aan' en zo, vereenzelvig je je met de zintuigen. En wanneer je zegt: 'Ik denk, ik voel' enzovoort, vereenzelvig je je met de (steeds veranderende) geest. Daardoor besef je nooit wat je standpunt is (en dat dit

steeds verandert) of wat je (wezenlijk) bent.

Het is dus absoluut noodzakelijk om te weten wat je bent en wat je standpunt is, wil je tot het juiste weten komen, of, anders gezegd, om de dingen in het juiste perspectief te zien. Het is niet genoeg om voor dat doel alleen de wakende toestand te onderzoeken, want je ervaring strekt zich ook uit tot de droom en tot de diepe (droomloze) slaap. Laten we daarom een onderzoek instellen naar deze drie toestanden. Je zult ontdekken dat het Ik-Principe (het ware, onveranderlijke Zelf) ononderbroken aanwezig is in elk van de drie toestanden. Lichaam, zintuigen en geest zijn aanwezig in één toestand, maar ze zijn er niet in een andere toestand. Daaruit volgt dat dit Ik-Principe ten onrechte wordt gekoppeld aan lichaam, zintuigen en geest en dat het in werkelijkheid onafhankelijk is van die drie. Dat kun je zien in de diepe (droomloze) slaap, waar het straalt in al zijn heerlijkheid. Daar zie je dat het zuiver Bewustzijn is en diepe Vrede. Als je ontwaakt uit de diepe slaap, zeg je dat je gelukkig was (dat je diep en vredig geslapen hebt).

Hoe zou je zoiets kunnen beweren als je je niet bewust geweest was van dat geluk (van diediepe vrede), die je in de diepe slaap ervoer? Daar volgt dus uit dat Bewustzijn en Vrede tegenwoordig waren in de diepe slaap - en dat Bewustzijn, die Vrede, is je wezenlijke natuur. Waarom zeg ik dat dit is wat je wezenlijk bent? Omdat alleen dit Ik-Principe tegenwoordig is (en blijft) wanneer het ontdaan is van lichaam, zintuigen en geest. Dáár vind je Bewustzijn en Vrede. Daarom zeg ik dat dit Ik-Principe Bewustzijn en Vrede of Geluk is.

Dit (nooit veranderende) Bewustzijn kan nooit worden gescheiden van het Ik-Principe, in geen van deze drie toestanden die we hebben onderzocht. Het Bewustzijn is bij het Ik-Principe tegenwoordig in de diepe slaap, zoals ik heb aangetoond. En het is ook samen met het Ik-Principe tegenwoordig in de droomtoestand; en het is ook tegenwoordig in de wakende toestand. Hoewel het Ik-Principe aan andere dingen wordt gekoppeld in de droom dan in de wakende toestand, is het Bewustzijn niettemin tegenwoordig. Het is dit bewustzijn zelf, dat zich uitdrukt in de zintuigen en in de geest. Niet alleen dat: als je je eigen ervaringen aan een diepgaand onderzoek onderwerpt, zul je ontdekken dat het zichzelf heel dikwijls laat zien als zuiver (en aan niets gekoppeld) Bewustzijn, zoals in de korte tussentijd tussen twee toestanden, tussen twee gedachten, gevoelens of zintuigelijke waarnemingen.

Je zult moeten toegeven dat er een onderbreking is tussen twee gedachten. Zo niet, dan zou er één gedachte zijn die ononderbroken voortduurde. De ene gedachte moet tot een einde komen voordat de andere kan beginnen. Daarom kan het niet ontkend worden dat er zo'n ogenblikje is, al noem je het maar een minuscuul fragment van een seconde; die onderbreking is er. Wat was je toen, in die 'toestand'? Was je in de wakende toestand? Nee. Was je in de droomtoestand? Nee. Sliep je? Nee. Wat was je dan wèl? (Op dát minuscule ogenblik) was je in je wezenlijke natuur.

Zo zie je dat je zelfs in de wakende toestand steeds weer je ware wezen in moet gaan ... en dan kom je er weer uit. Maar dat ontgaat je: je neemt er geen notitie van. Het zou onmogelijk zijn om een leven in deze wereld te leiden als je niet steeds weer naar je diepste wezen ging, zo, elk ogenblik opnieuw. Probeer daar de nadruk te leggen (door daar

10

Page 11: navigatiemenu - ods.nl  · Web viewwoord vooraf. mei, 2001. Als we 'woord vooraf 'in de betekenis nemen van; alles wat er aan het woord voorafgaat, komen we al aardig in de buurt

steeds weer je aandacht op te richten). En als het bewustzijn dan weer wordt gekoppeld aan (waargenomen) dingen, leg de nadruk dáár, (op het bewustzijn dat ononderbroken aanwezig is, of er nu dingen verschijnen of tussen de verschijningen in), in plaats van al je aandacht te richten op de (waargenomen) fysieke dingen.

Wanneer je dat een tijdlang gedaan hebt, zul je ontdekken dat je, zonder dat je het misschien in de gaten hebt, je (eigen) spoor terug volgt, recht op je middelpunt af dat je tot je "vaste woonplaats" wilt maken. Dat middelpunt is het echte Ik-Principe, dat Bewustzijn is en Geluk. Je zoekt naar geluk - waarom? Die drang komt van het diepste niveau dat je ware wezen is. Maar doordat de zintuigen steeds weer geneigd zijn zich op de buitenwereld te richten, zoek je je geluk daar: je verlangt naar een ding, je krijgt het, en dan vind je een ogenblik het geluk waar je naar op zoek was. Maar wat je niet gedaan hebt, is onderzoeken waar dat geluk vandaan komt. Ik ben er zeker van dat als je je geest tot een onderzoek aanzet, je zult ontdekken dat dit geluk niet afkomstig is van het begeerde object, maar dat het je diepste natuur is. Ik zal je laten zien waarom dat is.

Als het geluk deel uitmaakte van de objecten die door de zintuigen worden waargenomen (inclusief gedachten en gevoelens die als het ware door subtiele zintuigen worden waargenomen), zouden die dingen je altijd geluk moeten geven, van de wieg tot het graf. Maar dat is in strijd met je ervaring. Dingen die je gelukkig maakten toen je een baby was, maken je niet langer gelukkig als je een paar jaar ouder bent; en zo zijn er weer andere dingen die je gelukkig maken als je opgroeit tot puber. Maar de dingen die je gelukkig maakten toen je een baby of kind of puber was, doen dat niet meer als je oud bent - dan komt er weer iets anders voor in de plaats. Zo kun je zien dat het geluk geen deel uitmaakt van de dingen die door de zintuigen worden waargenomen.

Ook zetelt het geluk niet in de geest (in denken en voelen). Als dat wél zo was, zou je het geluk op elk ogenblik bij de hand hebben, maar ook dat is niet het geval, en het geluk is dus ook niet afkomstig van de geest. Als het in de geest huisde, zou je het steeds weer kunnen vinden, zelfs zonder de hulp van de (lichamelijke) zintuigen in te roepen - maar zo gaat het niet. Daarom is het duidelijk dat het geluk niet de geest als vaste woonplaats heeft.

Als nu het geluk niet in de geest woont, en niet afkomstig is van de dingen die door de zintuigen worden waargenomen, waar komt het dan vandaan, telkens als het oplicht bij het verkrijgen van iets waar je naar verlangt? Waar ik op wil wijzen, is dat de geest rusteloos is als je naar iets verlangt, en hij blijft rusteloos, net zo lang totdat je het begeerde hebt verkregen. Zodra dat gebeurt, komt de geest een poosje tot rust, en dan vind je het Geluk. En dat Geluk is, zoals ik je al verteld heb, je ware wezen, je echte Zelf.

Dat Geluk is er altijd, maar je neemt er alleen notitie van als de geest tot rust is gekomen. Zo is het je eigen, diepste wezen dat straalt wanneer je een begeerd object verkrijgt. Als je je zelfonderzoek langs deze lijnen laat gaan, zul je ontdekken dat dit een belangrijk hulpmiddel is om te komen tot (of het realiseren van) je echte middelpunt.

11

Page 12: navigatiemenu - ods.nl  · Web viewwoord vooraf. mei, 2001. Als we 'woord vooraf 'in de betekenis nemen van; alles wat er aan het woord voorafgaat, komen we al aardig in de buurt

Moet het hangijzer nog wel heet blijven?

Vrijwel iedereen die tot besef van zijn ware natuur is gekomen, is het erover eens dat er nog een periode nodig is om dat besef te integreren, om als het ware tot 'rijping' te komen nadat het echt is doorgedrongen. Maar lang niet iedereen is het eens over de noodzaak om over dat integreren uit te wisselen. Veel mensen zeggen, of laten merken dat erover spreken niet kan: bewustzijn is immers het enige dat er is. Dus behoeft alles wat maar enigzins 'anders' lijkt dan bewustzijn geen verdere aandacht. De hele integratie, die helemaal vanzelf gaat omdat er geen 'doener' meer is, zou geen enkel commentaar vergen.

Ik vind dat jammer en onterecht. Waarom? Omdat hierdoor allerlei elementen weggemoffeld kunnen blijven die er wel degelijk zijn, althans op het niveau van gewone menselijke verhoudingen. Voor dat wegmoffelen heeft Andrew Cohen de term 'Advaita Shuffle' bedacht, het 'Advaita-

wisseltruc'. Hoewel Andrew zich wat te veel heeft vastgebeten in dat gegeven (vanuit de basisvergissing 'je bent wat je doet'), vind ik zijn term Advaita Shuffle nog steeds een heel goede aanduiding voor wat ik hier bedoel. Het duidt op het heimelijk (of onbewust) verplaatsen van een onderwerp dat als bedreigend of lastig wordt ervaren naar een niveau waar dat lastige is 'opgelost', namelijk opgelost in de substantie waar het inderdaad uit bestaat: Bewustzijn zelf, louter Kennen. Er wordt dus een wegmoffeltruc uitgehaald om niet aanspreekbaar te hoeven zijn als persoon (omdat immers de 'persoon' als onecht is doorzien). En om die aanspreekbaarheid gaat het nou juist.

Want wat is aanspreekbaarheid?Het is het openstaan voor de realiteit van alle niveaus, hoe tijdelijk en relatief ook, en de bereidheid om je op alle niveaus af te stemmen. Het betekent ook een bereidheid om naar opmerkingen te luisteren die bijzonderheden over ons optreden bevatten die voor onszelf een blinde vlek kunnen zijn. Al heb je diepgaand gezien en 'ervaren' dat je niets anders bent dan ongedifferentieerd, homogeen Bewustzijn, in de omgang met mensen ben je nog steeds een zichtbare en zich-gedragende gestalte die zich altijd kan vergissen. En niets of niemand is erbij gebaat om een vergissing op rekening van 'Bewustzijn' te schuiven.

Padmasambhava, de achtste-eeuwse leermeester die met Dzogchen het meest wezenlijke element in het Tibetaanse Boeddhisme heeft geïntroduceerd, liet over dit onderwerp geen twijfel bestaan. In een tekst (waarin de term 'zicht' - lta-ba in het Tibetaans - duidt op het kijken vanuit de herkenning van je ware natuur) schreef hij:"Laat het zicht niet verloren gaan in het gedrag.Als je het zicht verloren laat gaan in het gedrag, zul je geen enkele kans maken om bevrijd te worden.Laat het gedrag niet verloren gaan in het zicht.Als je het gedrag verloren laat gaan in het zicht, zul je in donkere verwarring blijven ronddolen."Hij schetst daarmee de twee polen van vergissingen. De eerste pool is dat je eindeloos blijft schaven aan de persoon, aan het gedrag, waardoor het zicht op de ware natuur steeds achter de horizon blijft. De tweede pool - waarvan de grote twintigste-eeuwse Dzogchen-leraar Tulku Urgyen in zijn commentaar op de tekst zegt dat die vergissing nog groter is - betekent dat je, doordat je in het zicht hebt gezien dat goed en kwaad niet bestaan, in je gedrag ook gaat doen alsof goed en kwaad niet bestaan. Tulku Urgyen benadrukt dat om die reden zicht en gedrag duidelijk onderscheiden moeten blijven. Je gedrag moet in harmonie zijn met gewone menselijke, 'wereldlijke' waarden en verschillen.Padmasambhava zei verder: "Ook al is het zicht zo wijd als het luchtruim, je moet ervoor zorgen dat je gedrag zo fijn is als gerstemeel." Met andere woorden, zelfs iemand als Padmasambhava, die in Tibet als 'tweede Boeddha' wordt beschouwd, met zijn volledigheid van realisatie van non-dualiteit, bleef gewoon benadrukken dat elke millimeter van je gedrag de moeite waard is om aandacht aan te besteden. En dat is tot de dag van vandaag in die Tibetaanse traditie zo doorgegeven. (Misschien is het nuttig om hier op te merken

12

Page 13: navigatiemenu - ods.nl  · Web viewwoord vooraf. mei, 2001. Als we 'woord vooraf 'in de betekenis nemen van; alles wat er aan het woord voorafgaat, komen we al aardig in de buurt

dat de vorm van Tibetaans boeddhisme waar we het hier over hebben, Dzogchen, geheel is gebaseerd op onmiddellijke herkenning, zodat niet de gedachte kan postvatten dat die aandacht voor het aardse een typisch voorbeeld is van het eindeloos in voorbereidende stadia blijven hangen, zoals bij veel andere boeddhistische scholen het geval is).

Waarom breng ik dit hier in Advaita-context zo stellig naar voren, en gebruik ik er in de titel de uitdrukking 'heet hangijzer' voor? Omdat ik zelf direct heb ervaren hoe onaantastbaar (en onbespreekbaar) bepaalde gedragingen in Advaita-kringen blijven. Vooral als 'gedrag' op het gedrag van de leraar slaat, wordt een en ander heel diffuus. De kwestie is namelijk dat hier altijd macht om de hoek komt kijken. Niet macht in de zin van openlijke dwingelandij. Nee, dat zou het door de zichtbaarheid nogal makkelijk maken. Het is juist macht die via verleiding werkt, via charisma, het gebruik maken van een onzichtbare aantrekkingskracht. De leerling komt door die aantrekkingskracht in de positie dat hij heel graag iets wil ontvangen - geestelijk 'voedsel' - en door die honger wordt de eigen integriteit vaak opgeofferd. Dat wordt veroorzaakt door het verschijnsel dat in de psychologie 'overdracht' wordt genoemd. Overdracht wil zeggen dat degenen die je als kind hebben gevoed - vader, moeder enzovoort - als psychische 'dia's' in je blijven bestaan, en dat je die dia's projecteert op iemand van wie je in het heden voedsel hoopt te krijgen (en dan nu geestelijk voedsel). Dat projecteren gaat vanzelf, helemaal onbewust. In je angst dat je geen voedsel meer zult krijgen als je eerlijk zegt dat een bepaalde gedraging je kwetst, zul je je mond houden. Alleen zo kan een machtsspel in stand blijven: dankzij de angst van de voedingsbron te worden afgesneden.

Alexander Smit, die in de tachtiger jaren mijn leraar was, zei weleens dat er drie valkuilen voor een leraar zijn: macht, sex en geld. Toen ik hem later eens zei dat hij naar mijn mening in alledrie de valkuilen was gestapt, bleek hij niet bereid om daarop in te gaan. Ondanks zijn nadruk op het belang van 'niets ontkennen' bleek hij niet open te staan voor de uitnodiging om te onderzoeken of hij zich misschien op bepaalde onderdelen vergiste.Ik wil Alexander hier niet in een kwaad daglicht plaatsen. Ik blijf hem dankbaar voor wat hij mij heeft aangereikt wat betreft het 'zicht', en ook de vriendschap die ik met hem had blijft voelbaar in het hart. Maar dat neemt niet weg dat het me zinnig lijkt als er zo langzamerhand wat openlijker over de lacunes die zijn leraarschap heeft vertoond wordt gesproken. Zo hoop ik ooit een artikel over hem te kunnen schrijven, met name over zijn interpretatie van het leraarschap, misschien met anderen die ook het nut van dit aspect inzien. Dat zou een soort leerstof kunnen opleveren voor het herkennen van valkuilen, dus om meer zicht te krijgen op zaken die nog steeds duister blijven, zoals verleiding, de 'erotisering van de macht', en de belangen die de zogenaamde 'slachtoffers' daarbij hebben.Nogmaals, het gaat er niet om iemand aan te klagen. Iedereen maakt vergissingen - volmaakt gedrag is niet mogelijk. Daar gaat het hier niet om. Het gaat om de bereidheid erover te communiceren, de openheid om, als iemand anders er last van heeft, eigen geneigdheden onder de loep te nemen, dus ook machtsdrift, oneerlijkheid, ontrouw, hebzucht, enzovoort: alles wat een ander pijn kan doen. Het ontbreken van die bereidheid is in feite het doorgeven van onwaarheid, want datgene wat wel degelijk door iemand anders wordt gevoeld, wordt (door de ontsnapping naar het niveau van ongedifferentieerd Bewustzijn) tot iets dat door die ander betwijfeld kan worden. Dat zal zeker gebeuren als jij als 'verder' of 'hoger' wordt ervaren. Het is ondermijning van zijn vertrouwen in de eigen intuïtie, het diepste wat hij als 'persoon' kent, en dat tegelijkertijd de kiem in zich draagt van het tijdloze dat hij is. Vandaar dat het zo belangrijk is dat dit juist niet wordt ondermijnd.

Het bewuste fenomeen doet zich in versterkte mate voor naarmate meer gedacht wordt in termen als 'verlichting'. "Hij is verlicht, en ik niet" is zo'n beetje de diepste basis voor de hierboven geschetste machtsverhouding, met de erbij horende inlevering van waarheid. Om die reden maak ik bezwaar tegen het zo gemakkelijk claimen van zaken als 'verlichting' en 'Zelfrealisatie'. Het zijn statustermen geworden. De term 'verlichting' zou ik bijvoorbeeld alleen willen gebruiken voor uiterst zeldzame gevallen (zoals Ramana Maharshi, Nisargadatta, Dilgo Khyentse, Tulku Urgyen, enzovoort).Waar namelijk alle klassieke teksten van de directe weg het over eens zijn - of die nu uit de hoek van Dzogchen komen, van Zen of van Advaita - is dat bij 'verlichting' (oftewel 'volledige Zelf-realisatie' of 'volledige bevrijding' of 'volledig boeddhaschap') de karmische sporen zijn opgebrand. Dat is namelijk precies waar de term 'bevrijding' op slaat: bevrijding van de karmische sporen die ons in de vorm van 'geneigdheden' (vasana's) doen voorthollen. Alle latente geneigdheden zijn bij een verlichte aan hun eind gekomen.Wie van ons kan zoiets zeggen? Jawel, we kunnen zeggen dat we ons niet meer met de geneigdheden identificeren. Dat is zeker een stap. Vandaar dat ik de term 'realisatie' voor een zeker gestabiliseerd-zijn hierin best terecht vind (in Dzogchen wordt trouwens steeds gesproken in termen van verschillende realisaties, dus van stadia.Dat in de moderne Advaita zoiets vaak als onzin wordt bestempeld, komt onder andere door opmerkingen van Ramana, als hij zegt dat er in realisatie of mukti geen stadia zijn. Maar hij zegt er wel bij dat die realisatie de staat is waarin er geen enkel verschil meer tussen de aanwezigheid en afwezigheid van het lichaam wordt opgemerkt).

13

Page 14: navigatiemenu - ods.nl  · Web viewwoord vooraf. mei, 2001. Als we 'woord vooraf 'in de betekenis nemen van; alles wat er aan het woord voorafgaat, komen we al aardig in de buurt

Dat gestabiliseerd-zijn is de erkenning van het einde van het zoeken. Het is dus niet zo dat ik met het aanbrengen van verschil met de term 'verlichting' bedoel dat na die 'realisatie' een zoeken zou blijven naar 'verlichting'. Nee, in het geheel niet. Zoeken is niet meer mogelijk, omdat je diepgaand ziet dat je uit niets anders dan het gezochte bestaat. Maar de functionerende gestalte blijkt nog wel degelijk te reageren op impulsen uit een (eventueel besmet) verleden, en de ontkenning daarvan is niet nuttig, en vaak heel pijnlijk.

In dat licht is het interessant dat (naar ik uit zeer betrouwbare bron heb gehoord) Papaji, degene die misschien wel meer dan wie ook verantwoordelijk is voor de huidige explosie van 'verlichte' westerse leraren, op een vraag wie de mensen zijn die hij als verlicht beschouwt, een lijstje met namen overhandigde waarop niet één van zijn 'verlichte' leerlingen voorkwam!Gelukkig zijn er de laatste tijd tekens die erop wijzen dat er, heel voorzichtig, een zekere erkenning komt van dit verschil tussen de staat van realisatie en de staat van volledige verlichting, ook al worden er andere termen voor gebruikt. Zo is bijvoorbeeld Papaji-leerling Isaac Shapiro de laatste tijd steeds opener over de erkenning van dat verschil. Een video van een ontmoeting tussen Isaac en Francis Lucille (in 1999 in Amsterdam) bevat aan het slot een fragment dat zeer de moeite waard is, en dat wat mij betreft het onderwerp voor menig ander gesprek mag zijn.In de ontmoeting praten Isaac en Francis over het grote wonder dat bewustzijn alles aanlevert, als een soort ontzagwekkende onthulling of openbaring waar geen eind aan komt. Op een gegeven moment maakt Isaac de opmerking: "Ramana zegt dat het een einde heeft", en toont daarbij duidelijk in zijn houding dat dit element hem wel confronteert, namelijk met het verschil tussen Ramana en zichzelf. Francis herkent het hele punt niet en zegt dat er helemaal geen leven meer zou zijn als het een eind zou hebben. Maar Isaac blijft wijzen op het bijzondere gegeven dat Ramana ("als een van de uiterst zeldzamen, één op een miljard") de mogelijkheid toonde dat "er geen rimpeltje meer verschijnt", en dat hij het gevoel heeft dat iets dergelijks ook door boeddhisten wordt bedoeld.

Ik beaam wat Isaac in het gesprek beoogt (en misschien al eerder beoogde, maar daar weet ik niet van). Hij verlaat hiermee de code die bij 'het gezien hebben' lijkt te horen, waarin wordt geseind dat dit 'gezien-hebben' voldoende is, en waarin eventuele vergissingen of verwarring achter de coulissen kunnen blijven.In de fase tussen wat ik hier voor het gemak met 'de huidige realisatie' en 'volledige verlichting' aanduid, kunnen nog steeds valkuilen voorkomen. De erkenning daarvan vormt wat mij betreft de noodzaak om over dat deel van gedachten te wisselen. Zonder die erkenning valt hierover inderdaad niets uit te wisselen."Een jnani is geen heilige", zei Alexander altijd. Ja, inderdaad, dat is een zeer nuttige tekst als je tegen een zoeker praat. Een zoeker heeft er niets aan om de omweg van beoordeling-van-gedrag te bewandelen - die weg kent hij maar al te goed. Uitsluitend de uitnodiging om nu te herkennen wat je wezenlijke natuur is, is voor de zoeker nuttig. Dat noem ik 'eerste niveau'. Maar voor degene die voldoende in dat niveau, in zijn wezenlijke natuur geworteld is, werkt het idee 'heilige' niet als een jezelf-dwingen. Elke streefbeweging is weggevallen, dus waarom zou je het aspect 'niet-heiligzijn' nog benadrukken? Op wat ik het 'tweede niveau' noem (het niveau waarop je vanuit je wezenlijke natuur - dus vanuit liefde - naar je geneigdheden kunt kijken) werkt zo'n tekst alleen maar als een verdedigingsmiddel. Dat beschouw ik als het hete hangijzer. Volgens mij is het niet nodig dat we de hitte ervan vrezen. Laten we het gewoon maar aanraken en erover praten.

[Philip Renard]

14

Page 15: navigatiemenu - ods.nl  · Web viewwoord vooraf. mei, 2001. Als we 'woord vooraf 'in de betekenis nemen van; alles wat er aan het woord voorafgaat, komen we al aardig in de buurt

‘De Zee Die Denkt’een film van Gert de Graaff, bekroond met de Joris Ivens Award *

Er moet een oceaan zijn wil er een golf kunnen verschijnen.

En?

Schitterende film! Maar je moet hem beleven, niet omschrijven. Ik heb ‘m drie keer gezien en steeds zag ik weer nieuwe dingen. Als kijker tuin je erin. Je wordt bedonderd, belazerd. Voor mij is dit de eerste ‘advaitische’ film als die uitdrukking mogelijk zou zijn. Woorden van Wolter Keers, Nisargadatta, Krishna Menon en Alexander Smit verwoorden de spirituele zoektocht.

Gaat ie daarover, over de spirituele zoektocht?

Vind ik wel.

Wat is er zo mooi of zo goed aan?

Omdat ie over mij gaat. En over jou. Over het Onzegbare. Over het verleggen van standpunten.

Jezus! Hoezo?

Al die mooie woorden die je worden voorgespiegeld in die eeuwigdurende schijnbaar nooit eindigende vreselijk aantrekkelijke spirituele zoektocht.

Mmm ...

Hoofdpersoon Bart Klever zit achter zijn computer te typen en dat is tegelijkertijd de film waar wij naar kijken. Net zoals we altijd maar weer, als we tenminste goed kijken, nauwkeurig kunnen zien wat we aan het doen zijn of wat we denken. Overigens vertelde

15

Page 16: navigatiemenu - ods.nl  · Web viewwoord vooraf. mei, 2001. Als we 'woord vooraf 'in de betekenis nemen van; alles wat er aan het woord voorafgaat, komen we al aardig in de buurt

Gert me dat hij (als cameraregisseur) en Ruud Schuitemaker (als spelregisseur) Bart tot het uiterste getart hebben om hem zichzelf te laten zijn en niet een rol te spelen; een enorme prestatie voor een acteur die gewend is rollen te spelen.

Ik zie nooit nauwkeurig wat ik aan het doen ben; altijd pas achteraf.

Je kunt het ervaren in zijn film. Het is een ervaringsfilm. De beelden werken op je in. Bart gaat er lekker voor zitten en beschrijft zichzelf als iemand die zichzelf beschrijft. Hij schrijft zinnen (over het zonlicht op de muur achter hem) als ‘Ik heb het te druk met typen om het op te merken'.

Dat vind jij zeker heel spiritueel?

Ja, want wie weet dat dan? Ik vind dat hartstikke leuk, want ik herken dat eeuwig waarnemende aspect waarvan ze zeggen dat ik dat ben. En net als ik wordt ook hij gek van al die mooie zinnen in al die boeken van al die mensen aan wie HET gebeurd is en wij arme zoekers blijven al die woorden maar meezeulen. Dagboeken vol mooie woorden, maar ook met zinnen als: 'en je komt ook niet verder door het lezen van boeken' en

'alleen het denken vertelt je dat er denken is', maar ook: 'a heavy snowfall falls into the sea. What silence!' Licht in de Duisternis s.v.p.

Heeft Gert het Licht gezien?

Dat weet ik niet hoor. Dat heb ik niet gevraagd. Hij heeft 13 jaar gezocht en 16 maanden lang 's nachts zitten monteren. Hij is duidelijk verweven met zijn passie, het zoeken naar zichzelf.

13 jaar om te ontdekken dat hij een projectorlamp is?

Ja, een projectorlamp, wit projectordoek, een tv-toestel, de mogelijkheid waar beelden in kunnen verschijnen, en tegelijkertijd zoekend naar degene die dat waarneemt en die zich identificeert met alle beelden die erin verschijnen.

Eigenlijk te gek voor woorden.

Vind je? Gert schrijft: "En als ik als maker duidelijk kan maken dat veel dingen die we denken te zien niet blijken te kloppen, dan heb ik misschien een ingang naar die andere lijn in mijn film: misschien zijn veel dingen die we denken te zijn ook niet juist. Hangt dat af van ons standpunt. Wat ben ik? Wat denk ik te zijn?"

Werkt dat?

Voor sommige mensen. Bart rent — en daar kan ik me helemaal mee identificeren — steeds als een bezetene heen en weer naar de muur die hij heeft volgeplakt met uit boeken gescheurde bladzijden met roodomlijnde woorden van Wolter Keers of Nisargadatta, zinnetjes die hij wil onthouden.

Dat komt me wel bekend voor ja!

Ja, ik herkende zelfs sommige zinnen! Ik heb ook altijd gedacht als je die regels of dat ene zinnetje nu maar goed onthoudt, dan gebeurt HET. Ik ben niet voor niets vertaler van uitgerekend die boeken. Ik dacht dat het dan sneller zou gaan. Ha.

En daar gaat de film over?!

Ja, en over wat hij noemt het ‘schouwen’. Hij schrijft: "Ik zou willen dat ik zo open zou kunnen kijken. Schouwen is kijken zonder ergens betekenis aan te hechten. Het is een

16

Page 17: navigatiemenu - ods.nl  · Web viewwoord vooraf. mei, 2001. Als we 'woord vooraf 'in de betekenis nemen van; alles wat er aan het woord voorafgaat, komen we al aardig in de buurt

soort openstaan voor de stilte."

Ja, als dat zou kunnen...

Als ze aan het einde ruzie hebben, zitten wij met z’n allen te ‘schouwen’. Zijn vriendin Marga krijgen we helemaal nooit in beeld; wij kijken ondertussen naar een tafelpoot.

...

Ik zal je wat zinnen voorlezen uit zijn website:"Zandvlakte, spiegel, de lamp in de projector; het zijn allemaal symbolen van het onzegbare. Doordat het laken er is, kunnen we beelden projecteren; doordat de projectorlamp er is, kunnen we beelden zien; door de leegte en stilte in mijn hoofd kunnen er gedachten, beelden in mij ontstaan. En alles lost weer op; en niets doet ertoe."

Mooi gezegd.

Ja, hij denkt eerst het antwoord te vinden in de spiritualiteit. Net als ik en velen met mij. Maar als je daar werkelijk in duikt, dan lees je dingen als: er is geen methode. Hij noteert: vergeet alles.

Hij lijkt een beetje op mij.

Dat zei ik je toch. Jij denkt toch ook altijd, net als ik: ‘Als ik dit zinnetje nu maar onthoud, dan word ik gelukkig’!

Ja, ja, om te weten wat je bent moet je weten wie je niet bent.

Precies. Zo denkt Gert/Bart er ook over. Of dacht. Er gebeurt iets in hoofdpersoon Bart. En dat is niet uit te leggen. Innerlijk onderneemt hij een reis, een reis gezien vanuit een ander standpunt, recht vanboven. Hij gooit al zijn bagage uit de auto en komt uiteindelijk op die lege zandvlakte uit. Gert schrijft: "de vlakte waar gedachten als bouwwerken oprijzen en weer verdwijnen terwijl de vlakte altijd leeg achterblijft."

Ja, want hoe moet je jezelf loslaten?

"Als je je ‘ik’ wilt loslaten ben je een nieuw ‘ik’ dat zijn ‘ik’ wil loslaten."

Het is nooit wat je denkt dat het is.

17

Page 18: navigatiemenu - ods.nl  · Web viewwoord vooraf. mei, 2001. Als we 'woord vooraf 'in de betekenis nemen van; alles wat er aan het woord voorafgaat, komen we al aardig in de buurt

Gert schrijft: "Misschien kunnen we leren zonder voorkennis te kijken naar de dingen om ons heen, naar onszelf en naar onze innerlijke wereld zonder onze denkbeelden."

Kreeg hij goede recensies?

Heel goed in de NRC, goed in Trouw maar zeer dom in Het Parool, zo stom en onwelwillend (door Jos van den Burg) dat ik vind dat we ons abonnement moeten opzeggen. NU.

In een interview zegt Gert:"Het zijn eigenlijk de krenten, mijn krenten, uit allerlei spirituele richtingen. Maar in plaats van dat ik je daartoe wil bekeren of zo laat ik een man zien die worstelt met die theorie en die werkelijk probeert daar iets mee te doen."

Teksten van de website:

De film is vooral een ervaring. De zee die denkt vertelt iets met beelden. Woorden brengen geen ervaring over. Het woord ‘hond’ bijt niet.

Je weet niet waar je nu eigenlijk naar kijkt.

Klopt het wat ik zie?

Klopt het wat ik denk?

Mijn ik is een gedachte.

Ik laat je ervaren hoe je kijkt en denkt.

Het blijkt in ieder geval mogelijk te zijn een ander standpunt in te nemen, 180 graden te draaien en naar de gedachten in je hoofd te kijken. En dan ontdek je dat het mogelijk is die stilte tussen twee gedachten waar te nemen.

Mijn verhaal is eigenlijk heel geruststellend. Het doet er niet toe wat je doet of denkt, want je kunt datgene wat je wezenlijk bent toch niet beïnvloeden of veranderen.

Wanneer we onszelf zouden kunnen zien als die lamp in de projector, als de lamp die gedachten en gevoelens en alle zintuiglijke waarnemingen mogelijk maakt, dan is het duidelijk dat we totaal niet door die dingen beïnvloed kunnen worden. De lamp heeft geen problemen. Maar wij geloven ontzettend in de beelden op ons doek, net als in de bioscoop!

Een greep uit de 380 (!) reacties die Gert kreeg op zijn film:

Adembenemend en 100% advaita, al wordt dat nergens in de film direct gezegd (wel indirect via de boeken van Nisargadatta). Veel waardering voor je lef en manier hoe je dit opgepakt hebt. Is jouw ‘Niek’ in de film eigenlijk Wolter Keers?K.S.

Wat niet ik isben ik in wezenAl wat voorbijgaatben ik niet.A.M.

Ik heb genoten vanmorgen en ben zeer onder de indruk. Zowel visueel als inhoudelijk een indrukwekkende film.WvV

Dit is het goede nieuws: ook na 5 x zien blijft DZDD

18

Page 19: navigatiemenu - ods.nl  · Web viewwoord vooraf. mei, 2001. Als we 'woord vooraf 'in de betekenis nemen van; alles wat er aan het woord voorafgaat, komen we al aardig in de buurt

vertellen. Het is voor mij een grote luxe te kunnen mogen verkeren in een medium, jouw film, dat aansprekend is, voortdurend iets zinnigs aandraagt. Je vrienden ontlenen kracht aan wat jij hebt gedaan/gemaakt. Dat meen ik bijna objectief te kunnen vaststellen. F.

Ik was blij om te zien dat ook in de ‘kunst’wereld mensen zich afvragen ‘wie ben ik’ en daar op deze wijze uitdrukking aan geven.F.B.

En ik meen het echt, ik vind het beslist een van de meest bijzondere en sterke films die ik tot nu toe gezien heb!A-L.

Gisteravond genoot ik van de fascinerende film De Zee Die Denkt. Van harte gelukgewenst met de welverdiende Joris Ivens Award. Ik herkende veel Advaita Vedanta ideeën o.a. van Nisargadatta en ook hoorde ik Alexander Smit.Prof. F.R. v.V.

Ik heb met veel belangstelling uw website dezeediedenkt gelezen en zal er ook de lezers van het tijdschrift dat ik help maken (InZicht) op wijzen.R.P.

Gert mag onze lieve heer dagelijks op zijn blote knietjes bidden dat hij maar nooit verlicht zal worden, want dan is het over met filmen. (Ken jij 1 Gelukkig Mens die een goede Blues kan schrijven? Nou dan.) De poes Amigo is wellicht de acteur die het dichtste bij verlichting zit. En een natuurtalent.R.K.

Zelden een film gezien waar ik zoveel mee te maken had. Een scala aan gevoelens. De eerste zandvlakte maakte me direct melancholisch. Dat gevoel kwam nog vele malen terug. Prachtige muziek (complimenten aan je broer!). Wat kun je toch prachtige beelden maken en tot een geheel componeren!B.

* Informatie over de film ‘De Zee Die Denkt’:

Er zijn in Nederland 3 kopieën in omloop. Raadpleeg de Bioscoopladder.De film zal in Utrecht te zien zijn tijdens de jaarlijkse filmdagen in september.Hij komt uit op video en (later hopelijk) op DVD. Hij is te bestellen via e-mail.Hou de website in de gaten: www.dezeediedenkt.nl

E-mail adres Gert de Graaff: [email protected] is 43, geeft les in montagetheorie op de Media Academie (NOB) en is parttime editor bij het NOB.

Hij reist zijn film (inmiddels Engels ondertiteld) achterna die voortdurend in het buitenland vertoond wordt. (Reeds te zien geweest in Berlijn, Sao Paolo, Rio de Janeiro, Minneapolis, Philadelphia en binnenkort in Kiev, Sint Petersburg, Moskou en Karlovy vary. Meer plaatsen volgen nog).

Tijdens het Filmfestival in Berlijn (met 4 zalen en wel 2000 mensen) was er na afloop tijd

voor ‘vraag en antwoord’. Dat ging door tot diep in de nacht en nog later met een stuk of 15 mensen in een kroeg. Volgens Gert werd hij als een soort Goeroe beschouwd. "Ook al zei ik steeds dat ik ook maar een gewoon mens ben; wat ik ook zei, zij bleven zien wat ze wilden zien. Net als in de film ‘The Life of Brian’ die op dezelfde dag als JC geboren is en door anderen als JC zelf beschouwd wordt. Hij wordt zelfs gekruisigd. Kennelijk werkt dat zo. Ik vond het bizar. Een wijze man/film brengt je terug bij jezelf en niet bij de boodschapper van al dat moois."

[belle bruins]

19

Page 20: navigatiemenu - ods.nl  · Web viewwoord vooraf. mei, 2001. Als we 'woord vooraf 'in de betekenis nemen van; alles wat er aan het woord voorafgaat, komen we al aardig in de buurt

colofon

m e d e w e r k e r s : Jan van DeldenDouglas HardingJan KoehoornTony ParsonsPhilip Renard Justus Kramer Schipper

Belle Bruins (redactie)Raf Pype (redactie)Kees Schreuders (redactie & lay-out)Bob Snoijink (eindredactie en vertaler)

20