MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle...

52
2012 | 2 TIJDSCHRIFT VOOR BIBLIOTHEEK & ARCHIEF Stefaan Jacobs over de Bibliotheek Queteletfonds Wat doet u met Creative Commons? Hoe krijg je het archief verkocht? Hoe beïnvloedt het Cultuurpact de samenstelling van het beheersorgaan? MUSEUMARCHIEVEN, EEN INTERESSANT WERKTERREIN?

Transcript of MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle...

Page 1: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

2012 | 2

tijdschrift voor bibliotheek

& archief

Stefaan Jacobs over de Bibliotheek QueteletfondsWat doet u met Creative Commons?Hoe krijg je het archief verkocht?Hoe beïnvloedt het Cultuurpact de samenstelling van het beheersorgaan?

MuSeuMarCHieven, een intereSSant Werkterrein?

Page 2: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

Supply users with a premium reference manager

Encourage social collaboration among users

Enable direct access to library content

Analyze research trends and content usage

Extend the reach of your researchers’ publications

Setting new standards in research collaboration

www.swets.com/mendeley

Meer weten? Swets Information Services NV, Europark-Oost 34 C, 9100 Sint-Niklaas T 03 780 62 62 – E [email protected]

MIE-A4-BE-022012.indd 1 2/8/2012 5:33:44 PM

Page 3: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

META 2012 | 2 | 1

Julie Hendrickx, Hoofdredacteur

Het decreet Lokaal Cultuurbeleid en het Cultureel-erfgoeddecreet werden onlangs aangepast naar de richtlijnen van het Planlastdecreet. Meer autonomie voor de lokale overheid is de regel, zien en gezien worden de trend. Lokale instel-lingen zullen dus meer dan ooit hun (meer)waarde moeten bewijzen.  

“Als de beleidsmensen erkennen dat een stadsarchief een waardevolle dienst is, heeft dat een positieve weerslag op de begroting en de opmaak van het perso-neelbehoeftenplan en de ermee samennhangende te realiseren activiteiten.” Hoe creëer je die belangstelling? Het stadsarchief van Waregem weet ondertussen wel raad met strategische netwerking en bewees dat stakeholdermanagement niet alleen voor vlotte consultants is weggelegd. Nee, netwerken begint heel simpel in eigen huis, met de collega’s.

Maar in de kijker lopen stopt niet bij dit decreet. Er zijn genoeg bibliotheken en documentatiediensten die moeten vechten om niet op zolder of in de kelder te belanden. De hoofdbibliothecaris van de Bibliotheek Queteletfonds getuigt: “De functie van publiek toegankelijke wetenschappelijk bibliotheek stond al wel wat onder druk. Over een periode van drie jaar werd ons budget afgebouwd (…)” In 2010 werd op basis van een externe studie besloten de leeszaal te sluiten en de bib volledig te heroriënteren.

De Bibliotheek Queteletfonds zal overigens niet de enige bib zijn die geconfron-teerd wordt met bezuinigingen en hervormingen. De noodzaak van bibliotheek- en archiefwerking staat onder druk. Hoe je als bib, archief of documentatiecen-trum een van bovenaf opgelegde reorganisatie kan benutten als opportuniteit is een prangende vraag.

De theorie van stakeholdermanagement kreeg u al eerder: Bruno Verbergt (Universiteit Antwerpen) schreef in META nummer twee van vorig jaar hoe je jezelf als informatieprofessional kan trainen tot stakeholdermanager en je instel-ling of dienst kan profileren als dynamisch, origineel en opmerkzaam. In dit nummer staat dan de praktijk. Kan dit soelaas bieden in tijden van verandering?

Maar door alle planningen en doelstellingen durven we wel eens vergeten dat die meerwaarde in de eerste plaats voelbaar moet zijn voor de gebruiker. Want is het niet, zoals Johan Velter (OB Gent) op zijn blog opmerkt,  “de oude schilder die Bohumil Hrabal ontdekt en dan Orhan Pamuk gelezen heeft en sedertdien je altijd komt vragen ‘en nu?’” en “die laatstejaarsstudent die nu eindelijk aan zijn thesis moet beginnen en door wikken en wegen zijn onderwerp gevonden heeft” waarvoor je het doet?

M’as-tu vu?

VERANTWOORDELUKE UITGEVER

Julie Hendrickx, Statiestraat 179,

2600 Berchem

HOOFDREDACTEUR

Julie Hendrickx • [email protected]

REDACTIE

Klaartje Brits, Jo Cooymans,

Beatrice De Clippeleir, Gerd De Coster,

Ingrid De Pourcq, Noël Geirnaert, Raf Guns,

Myriam Lemmens, Kris Michielsen,

Paul Nieuwenhuysen, Veronique Rega,

Peter Rogiest, Saskia Scheltjens, Eva Simon,

Inge Van Nieuwerburgh, Patrick Vanhoucke,

Bruno Vermeeren.

VRIJWILLIGERS

Katrijn Gonnissen, Roel Lauwers

REDACTIESECRETARIS

Tom Van Hoye • [email protected]

REDACTIEADRES

VVBAD • META

Statiestraat 179, 2600 Berchem

Tel. 03 281 44 57

[email protected] • http://www.vvbad.be/meta

Reageer op Twitter: #overmeta

ADVERTENTIES

Marc Engels • [email protected]

LAY-OUT

Marc Engels

DRUK

Enschedé-Van Muysewinkel

META verschijnt 9x per jaar,

behalve in januari, juli en augustus.

META is een uitgave van de VVBAD en is

begrepen in het lidmaatschap, maar is ook

verkrijgbaar als abonnement. Meer informatie

op http://www.vvbad.be/lidmaatschap.

ISSN 2033-639X

editoriaal

Page 4: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker
Page 5: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

META 2012 | 2 | 3

30 TrendBib en Brede SchoolLia Blaton

31 Het cijfer

Het Plan

32 EssayHoe krijg je het archief verkocht? Netwerking in het stadsarchiefSandrin Coorevits

35 ColumnLeven in death rowEva Simon

Het citaat

36 De VraagHoe beïnvloedt het Cultuurpact de samenstelling van het beheersorgaan? Paul Gervoyse

38 Kroniek• BRUGGEn tussen kind en

bib• Sociale media voor

beginners• Studiereis Nederland

41 DuurzaamCollecties over duurzame ontwikkelingenTom Cocquyt

42 Recensies

44 Personalia

45 Zo gehoordDanny Theuwis

46 Activiteiten

48 Uitzicht

1 EditoriaalTitel

4 Nieuws

8 ArtikelWat doet u met Creative Commons? Het auteursrechterlijk beleid van erfgoed- en culturele instellingen onderzochtTom Evens

14 Interview Stefaan Jacobs, hoofdbibliothecaris van de Bibliotheek Queteletfonds:

“De bibliotheek als spil in het interne kennismanagement”Patrick Vanouplines en Roel Lauwers

19 ArtikelMuseumarchieven. Een interessant werkterrein voor museummedewerkers, vorsers en publiekCarine Van Bruwaene, Barbara Verbruggen, Willy Le Loup en Pascal Ennaert

24 SignalementStudiereis Nederland

26 EtalageVakgroep Jeugdbibliothecarissen: “Hart en passie liggen bij jeugdliteratuur en leesbevordering”

27 InzetHedwig Van den Bossche:

“De vernieuwing moet voortgezet worden”

28 Over de schuttingVIP Jeugd, een netwerk voor jongereninformatiePeter Verdonck

META 2012/2Jaargang 88 - maart 2012

‘Portret van een kleptomaan’ van Théodore Géricault, Museum voor Schone Kunsten Gent.

inhoud

Page 6: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

IK HAAT lEZEN: DE CAMPAgNEDe Vlaamse Uitgevers Vereniging (VUV) werkt al een tijdje samen met Eureka ADIBib om educatieve boeken om te zet-ten naar een digitaal bestand voor leerlingen met dyslexie. Zo worden schoolboeken voorgelezen, en kunnen ze op de laptop worden ingevuld. Luisterpunt, de Vlaamse openbare bibliotheek voor personen met een leesbeperking, en de VUV onderteken-den vorig jaar een overeenkomst waardoor Luisterpunt Daisy-boeken ook mag uitlenen aan personen met dyslexie. Daisy-boeken zijn gewone boeken die van begin tot eind worden ingelezen.

Om dit aanbod bekend te maken, voeren Luisterpunt en ADIBib vanaf maart samen campagne, hierbij ondersteund door de departementen Onderwijs en Cultuur van de Vlaamse over-heid, en door de VUV. Samen willen we iedereen met dyslexie een hart onder de riem steken en aantonen dat lezen altijd kan, voor iederéén.

We spreken kinderen en jongeren met dyslexie aan met affi-ches in de scholen, in de treinstations, in logopediepraktijken en hopelijk ook in uw bibliotheek. Elke steun is welkom, niet zozeer voor ons maar wel voor de vele kinderen voor wie lezen zo vreselijk moeilijk is. We schrijven artikels, in uw vakblad, in alle Klasse-magazines, in Logopedie, in De Bond, …We bezoeken een aantal scholen, organiseren een studiedag en zorgen voor leuke gadgets.We maken de campagnewebsite ikhaatlezen.be, waar kinde-ren en jongeren met dyslexie op een toffe manier informatie op maat vinden en kunnen geven. Ook ouders, leerkrachten en logopedisten vinden leesvoer en tips. Iedereen kan er zijn of haar mening, vraag, suggestie of net dat ene gepaste ant-woord kwijt.

Dyslexie? Ga voor een luisterboek!Lezen is verrijkend. Daar zijn we zo van overtuigd dat we met zijn allen en met vele leuke activiteiten kinderen aanmoedigen om ook na de schooluren te lezen. Niet kunnen meepraten over gehypete boeken — denk maar aan Harry Potter — is voor vele kinderen met dyslexie een zoveelste frustratie.

Luisterpuntbibliotheek en Eureka ADIBib voeren cam-pagne om kinderen en jongeren aan te zetten tot lezen, en dan vooral met hun oren. En ongelooflijk veel biblio-theken helpen ons hierbij.

DE bIb. Uw bIb257 openbare bibliotheken in Vlaanderen en Brussel lenen Daisy-boeken, -spelers en –software uit. Allemaal lenen ze Daisy-volwassenenboeken uit, 183 van hen leent ook jeugdboeken in Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren.

Moedig als bibliotheekmedewerker je dyslectische bezoeker aan om dat boek waar iedereen over praat in Daisy-formaat te lezen. Onthoud dat ook met dyslexie kinderen voortaan kunnen genie-ten van heerlijke boeken, dat ze dezelfde boeken kunnen lezen dan hun leeftijdsgenoten, en de o zo belangrijke taalrijkdom verwerven die past bij hun leeftijd en intelligentie.

Stimuleer Daisy-boeken bij kinderen met dyslexie. Surf voor meer informatie naar www.ikhaatlezen.be. Hang de campagne-affiches omhoog in de jeugdafdeling en deel de bladwijzers uit!

Saskia boets

Tip:

Laat je collectie jeugdboeken en de Daisy-jeugdboeken verwijzen naar elkaar. Kleef in/op het gewone boek een stickertje

“De bib heeft dit boek ook in Daisy-formaat” en op het doosje met het Daisy-boek “De bib heeft ook het gewone boek”,

Zo weten leerkrachten en kinderen meteen welke jeugdboeken ze ook in Daisy-formaat vinden in de bib.

Foto

: Lui

ster

punt

.

4 | META 2012 | 2

nieuws

Page 7: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

Informatie zonder grenzen

Information Sans Frontieres (ISF) is een samenwerkingsverband dat openbare cul-turele instellingen als bibliotheken, musea, filminstituten en audiovisuele archieven in Europa vertegenwoordigt. Het werd in september 2011 opgericht door EBLIDA, Europeana, JISC en LIBER.

De belangrijkste opdracht van het ISF is de stem van de sector te dragen in debat-ten tussen EU-wetgevers rond copyright en andere juridische kwesties die een invloed hebben op onderzoek en onder-wijs.

Toby Bainton en Helena Lovegrove vor-men het nieuwe team, dat als belangen-behartiger voor bibliotheken optreedt in de instellingen van de Europese Unie. Het is belangrijk dat dat gebeurt, aangezien veel EU-wetten uit het internettijdperk een directe invloed hebben op bibliothe-ken. Bij het opstellen van nieuwe wetten hebben politici en ambtenaren nood aan advies van de mensen en instellingen die door die wet beïnvloed zullen worden. Bainton en Lovegrove zullen de juridische vorderingen in Brussel op de voet volgen en zullen tussenkomen met advies wan-neer dat nodig is, opdat nieuwe wetten beter afgesteld zijn op bibliotheken en hun gebruikers.

Het team ging van start met belangenbe-hartiging in september 2011, voornamelijk in verband met de voorgestelde Europese richtlijn met betrekking tot verweesde werken. Het doel van de richtlijn is om bibliotheken en andere culturele instellin-gen toe te staan werken onder copyright waarvan de rechthebbende niet langer opgespoord kan worden te digitaliseren en via internet beschikbaar te maken. Het team heeft het debat tussen de wetge-vers gevolgd en ontmoetingen gehad met belangrijke ambtenaren in het Europese Parlement, de Europese Commissie en de Permanente Vertegenwoordiging van ver-scheidene Europese lidstaten in Brussel. De uitkomst van de discussies blijft echter onvoorspelbaar. Het kan tot de zomer van 2012 duren voor de Europese instellingen hun definitieve mening over de richtlijn formuleren. Daarna hangen het eindresul-taat en de timing van de implementatie af van de mate waarin de instellingen het met elkaar eens of oneens zijn.

Ook een nieuw voorstel voor een herziene richtlijn inzake hergebruik van informatie uit de publieke sector (Re-Use of Public Sector Information) wordt door de belan-gengroep van ISF van nabij gevolgd. Het

voorstel rekent de culturele instellingen tot de publieke sector en wil hun data beschikbaar maken voor hergebruik door iedereen die er om vraagt. Het voorstel is net gepubliceerd door de Europese Commissie en wordt momenteel verwerkt in Brussel. De precieze impact ervan op de culturele instellingen moet nog geana-lyseerd worden. Waarschijnlijk zal het duren tot de herfst van 2012 voor het Europees Parlement en de lidstaten dui-delijke standpunten hebben ingenomen.(Rl)

Vlaamse regering keurt decreten goed

Op 3 februari hechtte de Vlaamse rege-ring opnieuw haar principiële goedkeu-ring aan het Cultureel-erfgoeddecreet en het decreet Lokaal Cultuurbeleid. Beide decreten gaan nu naar de Raad van State voor advies.

lokaal cultuurbeleidHet decreet Lokaal Cultuurbeleid werd nog lichtjes gewijzigd. Nieuw is dat Vlaamse beleidsprioriteiten nu opge-nomen zijn in het decreet. Het gaat om drie, zeer breed geformuleerde prioritei-ten. Artikel 3, 2° stipuleert: “de gemeente richt een laagdrempelige bibliotheek in, aangepast aan de hedendaagse noden”. De Vlaamse regering zal deze prioriteiten verder specificeren.

De rol van de provincies staat opnieuw ingeschreven in het decreet. Artikel 44 bepaalt dat elke provincie het initiatief neemt tot een streekgericht bibliotheek-beleid. Een beetje vreemd is dat hetzelfde artikel ook meteen een reeks bevoegdhe-den van de provincies vastlegt, die niet onmiddellijk met het lokaal cultuurbeleid te maken hebben. Zoals in eerdere versies van het decreet, worden er in artikel 9 een aantal voorwaarden opgesomd waaraan de openbare bibliotheek moet voldoen. Vereisten met betrekking tot personeel ontbreken daarin. Alleen artikel 3 bepaalt vaagweg: “Dit veronderstelt onder andere de aanwezigheid van de nodige deskun-digheid binnen de respectieve instellin-gen.”

In de memorie van toelichting wordt het belang van de definitie van de openbare bibliotheek (art. 2, 4°) benadrukt, een definitie die inmiddels vertrouwd genoeg

in de oren klinkt. De openbare biblio-theek is, zoals in het huidige decreet: “een basisvoorziening waar elke burger terecht kan met zijn vragen over kennis, cultuur, informatie en ontspanning. Ze bemiddelt actief bij het beantwoorden van deze vra-gen. De openbare bibliotheek is actief inzake geletterdheid, cultuurspreiding en cultuurparticipatie. De bibliotheek werkt in een geest van objectiviteit en vrij van levensbeschouwelijke, politieke en com-merciële invloeden.”

In de memorie van toelichting wordt deze definitie geduid door middel van een uit-gebreide opsomming. Ze is interessant genoeg om hier volledig weer te geven:

• opbouwen en ontsluiten van collecties, zowel geschreven teksten, audiovisu-ele materialen als digitale informatie-bestanden die actueel, pluriform en representatief zijn voor het veld van kennis en cultuur;

• geven van inlichtingen aan gebruikers uit en over deze collecties, het bieden van mogelijkheden tot het ter plaatse raadplegen van deze collecties en het uitlenen van materialen uit deze collec-ties;

• bevorderen van (informatie- en media)geletterdheid en e-inclusie;

• verwijzen naar andere (bibliotheek)voorzieningen indien materialen niet uit eigen collectie verstrekt kunnen wor-den;

• bieden van hulp en advies aan gebrui-kers bij bibliotheek- en informatiege-bruik;

• kwalitatieve, snelle en gebruikersvrien-delijke dienstverlening;

• speciale aandacht voor achtergestelde groepen op cultureel, educatief en soci-aal-economisch gebied (bijv. laagge-schoolden, gehandicapten, allochtonen, senioren, personen in armoede);

• vraagontwikkeling: nieuwe thema’s for-muleren, latente behoeften signaleren;

• bevorderen van culturele diversiteit en pluriforme informatie: dit slaat zowel op de informatie en de literatuur die wordt aangeboden, als op het doel-publiek van de bibliotheek. Het begrip pluriforme informatie slaat op het aan-bieden van een brede waaier;

• toegang bieden tot zoveel mogelijk gegevensbestanden zodat informatie ter beschikking komt die anders niet bereikbaar is voor grote categorieën van de bevolking;

• overheidsinformatie van alle bestuurs-niveaus voor iedereen ter beschikking stellen;

• publieksinformatie ter beschikking stel-len (informatie van belang op cultureel, educatief en maatschappelijk gebied);

META 2012 | 2 | 5

nieuws

Page 8: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

• bevorderen van cultuurparticipatie en -educatie, zo mogelijk in samenwerking met andere culturele instellingen;

• samenwerking met het onderwijs (bijv. leveren van educatieve materialen, begeleiden van leerlingen) en andere netwerken;

• speciale aandacht voor de bibliotheek als belangrijke actor in het kader van levenslang leren;

• leesbevordering: meewerken en ont-plooien van leescultuurinitiatieven;

• bewaren en overdragen van documen-tair erfgoed voor de komende genera-ties;

• bevorderen van ontmoeting en contact tussen de gebruikers.

Het decreet vermeldt geen subsidiebe-dragen. De vraag is dan ook of de biblio-theken van de verschillende overheden voldoende middelen zullen ontvangen om hun uitgebreide opdracht op een kwali-teitsvolle manier te vervullen.

erfgoedbeleidDe grootste aanpassing van het Cultureel-Erfgoeddecreet heeft betrekking op de erfgoedconvenants. Met uitzondering van Antwerpen, Brugge, Gent, Leuven en Mechelen wordt er gekozen voor intergemeentelijke convenants. De vijf genoemde steden kunnen intekenen op Vlaamse beleidsprioriteiten voor cultureel erfgoed. Ze beslissen zelf hoe ze de ont-vangen middelen dan inzetten. Voor de intergemeentelijke convenants blijft het

‘instrument’ van de erfgoedcellen behou-den.

Uit het ontwerp decreet is de program-matorische vrijheid voor conservatoren en archivarissen geschrapt (huidige decreet, art. 19, §2, 5°). De decretale opdrachten van de Vlaamse Erfgoedbibliotheek wer-den geherformuleerd, zodat ze beter aan-gepast zijn aan de realiteit. Zo moet ze bijvoorbeeld niet meer “een duurzame bewaring en terbeschikkingstelling vangedigitaliseerde cultureel-erfgoedcollec-ties en digitale publicaties” organiseren, maar ze wel ondersteunen. Waar ze nu zelf zou moeten digitaliseren, wordt dat in de toekomst expertise over digitalise-ring opbouwen en ter beschikking stellen.

Het Cultureel-erfgoedoverleg, waarvan ook de VVBAD deel uitmaakt, formuleerde ruimere bedenkingen bij het ontwerp-decreet: http://cultureelerfgoed overleg.blogspot.com/2012/01/reactie-van-het-cultureel.html. (bV)

Pierre Delsaerdt krijgt Gulden Boek Op de nieuwsjaarsreceptie van Boek.be werden gewoon-tegetrouw een aantal mensen in de bloemetjes gezet die een bijzondere bijdrage hebben geleverd aan het boe-kenvak in Vlaanderen. Pierre Delsaerdt kreeg het Gulden Boek, een gouden speld in de vorm van een boek, opge-

speld door Geert Joris. Het Gulden Boek is een bijzondere onderscheiding van Boek.be voor een persoon of instantie die speciale verdiensten heeft verworven i.v.m. het boek of de verspreiding ervan, maar die zich zelf bij voorkeur buiten of in de marge van het boekenvak bevindt. 

Ludo Simons, hoogleraar, bibliothecaris en auteur, noemde Delsaerdt in zijn lof-prijzing “een autoriteit in het wereldje van de Vlaamse boekhistorici en boek-wetenschappers in het algemeen” en “een ideale ambassadeur van de Vlaamse boekcultuur buiten onze grenzen”. 

“In eigen land is hij een bezielend docent, in Antwerpen én in Leuven, en bouwde hij binnen de vakgroep Informatie- en Bibliotheekwetenschap van de Universiteit Antwerpen het vak ‘Uitgeverij en boekhandel: actuele vraagstukken’ uit tot een heus project in vruchtbare samenwerking met Boek.be. Een eerste geschre-ven neerslag daarvan werd op de vorige Boekenbeurs voorgesteld: het fraaie boek De winst van de lezer, waaraan diverse actoren uit het boekenvak heb-ben meegewerkt.”

> Boekenvak.be

Op 29 maart wordt tijdens een feestelijke bijeenkomst in de Permekebibliotheek in Antwerpen bekendgemaakt wie zich de Beste Bibliotheek van Vlaanderen en Brussel 2012 mag noemen.

Een stemronde waarbij massaal gestemd werd door het publiek heeft eind vorig jaar een shortlist met twaalf genomi-neerde bibliotheken opgeleverd (twee per provincie) die nu met elkaar om de hoofd-prijs strijden: Leuven, Londerzeel, Genk, Overpelt, Dendermonde, Zwevegem, Veurne, Wachtebeke, Bonheiden, Balen, Schaarbeek en Elsene.

Deze bibliotheken worden op elf verschil-lende onderdelen beoordeeld door des-kundige Mystery Guests. Aan de hand van

de door deze Mystery Guests opgestelde rapporten en via een persoonlijk bezoek aan de hoogst gekwalificeerde bibliothe-ken komt de jury vervolgens tot de eind-rangschikking.

De jury bestaat uit de Vlaamse schrijf-ster Brigitte Raskin (voorzitter), Eric Rinckhout (cultuurredacteur bij dagblad De Morgen), Carol Vanhoutte (directeur Bibliotheek Kortrijk en voorzitter van de sectie Openbare Bibliotheken bij de VVBAD), Wendy de Graaff (bibliotheek-deskundige en -journalist) en Eimer Wieldraaijer (hoofdredacteur van het organiserende Bibliotheekblad).

> Bibliotheekblad.nl

Uitreiking Beste Bibliotheek van Vlaanderen en Brussel

6 | META 2012 | 2

nieuws

Page 9: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

heBt u ook nieuws voor deze ruBriek? stuur het naar [email protected]

In 2011 werden de leeszaal van het Museum Plantin-Moretus in Antwerpen en die van het Prentenkabinet samen-gevoegd tot één leeszaal. Hoewel beide leeszalen slechts enkele meters van elkaar verwijderd waren, moesten lezers toch van de ene leeszaal naar de andere verhuizen wanneer ze documenten uit beide collecties wilden consulteren. Met de samenvoeging tot één leeszaal is dat niet langer nodig en kunnen ze terecht in dezelfde ruimte.

Toen op 11 maart 1939 het Stedelijk Prentenkabinet officieel werd ingehul-digd bevatte de zelfstandige instelling niet alleen de nodige magazijnen, ten-toonstellingszalen en een conservators-bureau, maar ook een aparte leeszaal en een eigen bibliotheek. Dit alles was ondergebracht in een nieuw gebouw dat naast het museum werd opgericht, op de hoek van de Vrijdagmarkt en de Heilig Geeststraat. In de leeszaal van het Stedelijk Prentenkabinet konden onder-zoekers en geïnteresseerden terecht voor studie en informatie over allerlei aspec-ten van zowel oude als moderne grafische kunsten. In de leeszaal van het Museum Plantin-Moretus, gelegen aan de andere kant van de traphal, konden ze de oude drukken en overige stukken uit de col-lectie van het museum raadplegen en zich documenteren over druktechnie-ken, boekgeschiedenis en geschiede-nis van het humanisme. Vaak waren er echter raakvlakken tussen beide collec-ties. Wie bijv. informatie zocht over boe-killustratie kon voor een aantal boeken terecht in de leeszaal van het museum, maar moest dikwijls voor andere docu-mentatie verhuizen naar de andere lees-zaal van het Prentenkabinet en daar zijn stukken aanvragen. Ook wanneer iemand een tekening uit de collectie van het Prentenkabinet wou vergelijken met een tekening of een illustratie in een oude druk van de collectie van het museum,

moest hij verhuizen van de ene leeszaal naar de andere.

Voor de lezers bracht dat allemaal veel ongemak mee. Om hieraan te verhelpen werden de leeszalen daarom samenge-voegd in één leeszaal. Lezers moeten zich voortaan geen tweemaal meer inschrij-ven en de boeken uit de handbibliotheek van beide instellingen staan samen ter beschikking. Voor onderzoekers van prenten staan ook bibliografieën van geïl-lustreerde drukken ter beschikking, ter-wijl omgekeerd voor onderzoekers van het boek referentiewerken over illustra-ties bij de hand zijn.

Intussen is de moderne documentatie-bibliotheek van de museumcollectie vol-ledig in de Anet-catalogus ingevoerd (http://anet.ua.ac.be/desktop/mpm). Lezers kunnen daardoor van thuis uit via internet de boeken op voorhand aanvra-gen. Via deze weg kunnen ze zich ook op voorhand inschrijven en zal hun lezers-kaart klaarliggen bij het eerstvolgende bezoek aan de nieuw ingerichte leeszaal.

Dirk Imhof

Museum Plantin-Moretus en Prentenkabinet delen leeszaal

Foto boven: Allegorie voor Abraham Ortelius, tekening van Joris Hoefnagel, 1593.

Foto links: Gestrande vinvis, onbekend, 1547.

META 2012 | 2 | 7

nieuws

Page 10: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

PARADOXOndanks de wijdverspreide perceptie dat internet een onbegrensde grabbelton van boeken, audiovisuele produc-ties, fotografische werken of encyclopedieën geworden is, wordt een aanzienlijk deel van ons cultureel erfgoed van deze informatiesnelweg uit-gesloten. Het auteursrecht vormt immers een belemme-rende factor voor de digitali-sering van cultureel erfgoed en de verdere verspreiding en tevens democratisering van digitaal erfgoed. Maar de rela-tie tussen de creatieve sector en het auteursrecht is evenwel niet eenduidig te noemen.

Enerzijds vormt het auteurs-recht een vitale voorwaarde voor de creatie en productie van creatieve werken. Onder het auteursrecht bepaalt de auteur van een werk zelf de modaliteiten waaronder dat werk wordt gepubliceerd, verdeeld of vermenigvuldigd. Zonder dit recht kunnen auteurs hun werk onmogelijk economisch valoriseren en komt de toekomstige produc-tie van creatieve werken in het gedrang.

Anderzijds verleent het auteursrecht aan de producent een jarenlang monopolie op de toekomstige verspreiding en bewerking van het werk. Een te strikte toepassing van de auteurswetgeving kan de vrije informatiesamenleving

ernstige schade toebrengen. De samenleving haalt immers voordeel uit de vrije circulatie en beschikbaarheid van cre-atieve werken. De wetgever heeft al een uitzondering voor-zien voor educatief gebruik, waardoor scholen voor het gebruik van dergelijke wer-ken van een vergoeding vrij-gesteld worden. Die uitzon-deringssituatie is evenwel niet van toepassing op de erfgoed- en culturele sector. Zo vormt in veel Europese landen het digitaliseren van beschermde werken geen erkende uitzon-dering onder het auteursrecht. Slechts een beperkt aantal regelingen, zoals de Digital Millennium Copyright Act in de Verenigde Staten, laat bibliotheken, archieven en andere bewaarinstellingen toe om digitale kopieën te maken voor bewaring- en bescher-mingsdoeleinden.

NETwERK­MAATSCHAPPIJErfgoed- en culturele instel-lingen hoefden zich in het verleden nooit echt veel met auteursrechten in te laten. Boeken kregen hun vaste plaatsje op het bibliotheek-schap en de verspreiding werd onder het leenrecht geregeld. In een netwerkmaatschap-pij, waarbij de rol van internet moeilijk te overschatten valt, is die situatie wel even anders. Onder de noemer ‘e-cultuur’ stellen nieuwe, interactieve technologieën instellingen

in staat om het digitale aan-bod te verruimen en tegelij-kertijd nieuwe, vaker moei-lijk te bereiken, doelgroepen zoals jongeren aan te boren. Collecties worden digitaal aangeboden en bekeken, gebruikers worden opgeroe-pen metadata toe te voegen of zelfs eigen materialen zoals foto’s aan bestaande collec-ties toe te voegen. In een ide-aal scenario betekent internet zowel een verruiming als een verdieping van de bestaande publiekswerking en worden gebruikers nauwer bij dit pro-ces betrokken.

De vrije beschikbaarheid van culturele artefacten op internet levert evenwel een spannings-veld op tussen het publieke belang van maximale toegan-kelijkheid en auteursrechte-lijke kwesties. Dat is het geval voor bibliotheken, die vooral een tussenschakel zijn in de distributie van kennis en infor-matie. Erfgoedinstellingen zoals musea, archiefinstellin-gen, bibliotheken en andere ‘collectiebeherende’ organisa-ties beschikken heel vaak niet over de rechten op werken in hun collectie terwijl ‘schep-pende’ culturele instellingen zoals toneelgezelschappen of filmmaatschappijen deze rechten in principe wel bezit-ten. Maar ook in het geval van laatstgenoemden stellen we vast dat de mogelijkhe-den inzake het online distri-bueren van auteursrechtelijke

werken (video, foto, tekst…) nog maar weinig worden ver-kend en toegepast. Dat is voor een belangrijk deel te wijten aan het huidige auteursrech-telijke bestel, dat weinig flexi-biliteit biedt voor dergelijke initiatieven, en aan de door de sector vaak als ‘halsstar-rig’ beschouwde houding van bepaalde collectieve beheers-vennootschappen, die hun leden zouden ‘ontmoedigen’ alternatieve licentiemodellen te hanteren.

COPYlEFTDigitale technologieën heb-ben de onderlinge verhouding tussen auteur, producent, dis-tributeur en consument dras-tisch gewijzigd. De opkomst van o.m. internet, heeft geleid tot een ‘tegenbeweging’, die voor een minder restric-tieve of zelfs vrije zone van auteursrechten pleit. De ‘Free Culture’-stroming beoogt cre-atieve werken via digitale tech-nologieën onder ‘copyleft’ (in tegenstelling tot copyright) te verspreiden. Deze beweging pleit voor een bescherming van producent en creatieve-ling, maar wil deze bescher-ming tegelijkertijd beperken, zodat toekomstige producen-ten deze werken vrijelijk kun-nen aanwenden om te repro-duceren, verspreiden of zelfs bewerken. Belangrijk daarbij is dus dat deze beweging de maker van het creatief werk beschermt, maar ook kansen laat voor verdere innovatie

Wat doet u met Creative Commons?

Het auteursrechtelijk beleid van erfgoed­ en culturele instellingen onderzocht.

Tom Evens, Ugent (IbbT­MICT)

De erfgoed- en culturele sector is een creatieve sector bij uitstek en wordt gekenmerkt door een sterke graad van auteursrechtelijk beschermde werken. Nochtans vormt net deze bescher-ming een belangrijke belemmering voor bewaarinstellingen die hun collecties wensen te digi-taliseren en ontsluiten. Daarom opteert een groeiend aantal instellingen voor minder strikte auteursrechtelijke regimes, zoals bijv. Creative Commons-licenties. Binnen het Archipelproject werden deze licenties binnen de Vlaamse context verder bestudeerd.

8 | META 2012 | 2

artikel

Page 11: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

en verspreiding van het werk. Dat stimuleert personen die het werk onder bepaalde voorwaarden verder wil-len verspreiden of bewer-ken. Die ‘bepaalde voorwaar-den’ worden door de auteur van het originele werk geko-zen. In deze zin verschuift de focus van ‘all rights reserved’, waarbij de auteur volledige controle houdt over de ver-spreiding en exploitatie van het werk, naar ‘some rights reserved’, waarbij de auteur zelf bepaalt in welke mate het werk aan het publieke domein ter beschikking wordt gesteld. In wezen breidt de Free Culture-beweging de idealen van de vrije softwarebeweging, die het gebruik en aanpassing van bestaande software pro-moot, uit naar alle creatieve en culturele werken.

Creatief werk dat werd gepu-bliceerd onder voorwaarden die het bewerken en versprei-den ervan toelaten of zelfs promoten valt onder de noe-mer ‘open content’, waarvoor geldt dat de auteurs expliciet afzien van de uitoefening van bepaalde auteursrechten. Dit mag niet verward worden met werk in het publieke domein, waarop het auteursrecht niet langer van toepassing is omdat de beschermingster-mijnen (tot 70 jaar na overlij-den van de maker) zijn verlo-pen. De laatste jaren zijn onder deze beweging heel veel ver-schillende licenties uitge-werkt, die elk van toepassing zijn op verschillende soorten informatie. Binnen deze licen-ties zijn dan nog eens diverse varianten aanwezig die de verschillende voorwaarden voor verdere bewerking en verspreiding specificeren,

“CREATIVE COMMONS-LICENTIES LATEN ARCHIEVEN EN BIBLIOTHEKEN TOE OM HUN TRADITIONELE ROL ALS

KENNISOVERDRAGER BETER TE VERVULLEN EN CULTURELE ARTEFACTEN

ONDERLING TE DELEN.”

Flickr the Commons, de archiefpagina van de fotocommunity Flickr.

META 2012 | 2 | 9

artikel

Page 12: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

waardoor het aanbod al snel onoverzichtelijk wordt. De als knellend ervaren handhaving van het auteursrecht in de hui-dige digitale omgeving en de vrije verspreiding van content vormen de rode draad door-heen deze licenties. In essen-tie trachten deze licenties een middenweg te vinden tus-sen economische rechten en democratische ‘plichten’.

CREATIVE COMMONSCreative Commons is een oorspronkelijk Amerikaans initiatief uit 2001 voor het bevorderen van open con-tent. Door creatieve werken vrijer beschikbaar te stel-len dan onder traditioneel auteursrecht mogelijk is, laat de auteur toe dat deze werken makkelijker verspreid en gedu-pliceerd kunnen worden. Het stelsel bestaat uit vier modu-les die de basis vormen voor zes verschillende licenties. Een auteur kan het kopiëren, dis-tribueren, vertonen en uitvoe-ren van het werk en afgeleide werken toestaan op voor-waarde dat diens naam wordt vermeld (module 1) of dat het werk voor niet-commerciële doeleinden (module 2) wordt gebruikt. Een derde module bestaat erin dat de auteur het kopiëren, distribueren, verto-nen en uitvoeren van een werk toelaat, maar dat het originele

werk niet mag gewijzigd wor-den. Tot slot kan de auteur bepalen of de distributie van afgeleide werken al dan niet onder een identieke licentie dient te gebeuren (module 4). De rechtsgeldigheid van deze licenties in België werden in een recente uitspraak beves-tigd, zodat deze licenties com-patibel zijn met het geldend auteursrechtelijk stelsel.

Het toenemend gebruik van CC-licenties hebben het (her)gebruik van auteursrechte-lijk beschermde werken zon-der twijfel versoepeld. Deze licenties zijn speciaal ontwik-keld om de rechthebbende(n)

— want het initiatief ligt dui-delijk bij de originele schep-pende auteur — bij de ont-sluiting en verspreiding van originele werken via internet te ondersteunen. Als gevolg van de veelvuldige toepas-sing van CC-licenties ontstaat een kettingeffect waardoor de ‘vrije’ werken op internet circu-leren en de massale versprei-ding van deze werken gesti-muleerd wordt. Dankzij deze virale netwerkeffecten wordt het publieke domein gelei-delijk contractueel uitgebreid. Op een dergelijke manier kan de bestaande goudmijn aan foto’s, video- en geluidmateri-alen, teksten en andere (meta)data ook via internet zijn weg

naar het diverse publiek vin-den. Dat sluit uiteraard — in de meeste gevallen — elke com-merciële exploitatie van collec-ties uit maar impliceert wel dat erfgoed- en culturele instellin-gen gebruikers in toenemende mate bij hun collectie kunnen betrekken. De relevantie van deze licentiemodellen voor de creatieve sector valt dus niet te onderschatten. Steeds meer treden erfgoed- en cul-turele instellingen op als medi-ator in de verspreiding van kennis en cultuur waarbij het gebruik van CC-licenties cen-traal staat. Dergelijke licenties laten archieven en bibliothe-ken toe om hun traditionele rol als kennisoverdrager beter te vervullen en culturele arte-facten onderling te delen.

De groeiende interesse in CC door het erfgoed- en cultu-rele veld vertaalt zich in een stijgend aantal projecten en initiatieven met erfgoedin-stellingen die de mogelijkhe-den en grenzen van het sys-teem aftasten. Zo plaatste het Nationaal Archief eind oktober 2008 als eerste Nederlandse erfgoedinstelling een kleine selectie foto’s uit zijn histo-rische collectie op Flickr the Commons, de archiefpagina van de populaire fotocom-munity Flickr (http://www.flickr.com/commons). Flickr the Commons zette sindsdien samenwerkingsverbanden op met archiefinstellingen van over de hele wereld, zoals de Library of Congress, National Archives en Getty Images.

ONDERZOEKSOPZETIn navolging van een gelijk-aardige studie in 2008 naar de toepassing van Creative Commons-licenties in het Vlaamse erfgoed- en cultu-rele veld werd deze onder-zoeksvraag binnen het IWT-project ‘Archipel’ herhaald. De studie werd ondersteund door sectororganisaties en kunst- en erfgoedsteunpun-ten: Instituut voor Beeldende, Audiovisuele en Mediakunst (BAM), FARO Vlaams steun-punt voor Cultureel Erfgoed, Vlaams Theaterinstituut (VTi),

Creative Commons bieden creatieve makers de vrij-

heid om op een flexibele manier hun auteursrechten

te beheren. De maker kan kiezen uit een serie van zes

standaardlicenties die vastleggen onder welke voor-

waarden het werk verder mag verspreid en bewerkt

worden. Deze licenties vormen elk een combinatie

van de vier basismodules. Via de CC-website kan je

aan de hand van concrete vragen de passende licentie

voor uw instellingen selecteren. Op de Nederlandse

website kan je ook een ‘checklist eerste keer’ bekij-

ken, een lijst met aandachtspunten en praktische

tips. Voor verdere vragen kan u steeds terecht bij de

Nederlandse tak van de organisatie. Een Belgische

afdeling is voorlopig nog niet opgericht. Niettemin

zijn Creative Commons in België rechtsgeldig en com-

patibel met de auteurswetgeving zodat de juridische

afdwingbaarheid en bescherming gegarandeerd is.

> http://creativecommons.nl/licenties/eerste-keer/

> http://creativecommons.org/choose/?jurisdiction=be

de Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie (VVBAD), de Vlaamse Erfgoedbibliotheek en Overleg Kunstorganisaties (OKO). De bedoeling was een beeld te krijgen van het auteursrechtelijk beleid bin-nen de Vlaamse erfgoed- en culturele instellingen en het enthousiasme voor een Belgische open content-licen-tie.

In totaal namen 63 erfgoed- en culturele instellingen deel aan het onderzoek. Op basis van deze steekproef werd een tweedeling gemaakt met enerzijds kunstorganisaties (kunstencentra, kunsteduca-tieve organisaties, beeldende kunst, audiovisuele kunst, podiumkunst, muziek, …) en anderzijds erfgoedinstellingen (erfgoedcellen, archiefinstel-lingen, bibliotheken, musea, …). Enigszins kort door de bocht kunnen we stellen dat die opdeling gemaakt werd op het snijpunt van instellingen met een meer ‘scheppende’ functie en een meer ‘bewarende’ func-tie. Deze classificatie geeft een al bij al evenwichtige verdeling van beide types organisaties weer met in totaal 24 kunstor-ganisaties (38,1 procent) en 33 erfgoedinstellingen (52,4 pro-cent). vier organisaties verko-zen de vragenlijst anoniem in te vullen; nog twee andere konden strikt genomen niet bij één bepaalde categorie onderverdeeld worden.

Deze verdeling laat — gezien de beperkte steekproef — niet toe om veralgemenende uitspraken te doen over het erfgoed- en culturele veld in Vlaanderen en levert geen representatief beeld van de interesse in en het gebruik van open content-licenties bij de onderzochte populatie. Toch stellen de resultaten ons in staat enkele exploratieve inzichten te verwerven. Omdat we eveneens over de gege-vens van de eerste meting beschikken, kunnen de resul-taten met de bevindingen uit de eerste sectorbevraging (uit 2008) worden vergeleken.

10 | META 2012 | 2

artikel

Page 13: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

ONDERZOEKS­RESUlTATEN

COLLECTIEMet behulp van open con-tent-licenties kunnen de col-lecties van erfgoed- en cultu-rele instellingen gemakkelijker hun weg naar internet vinden. Doelstelling daarbij is maxi-male toegankelijkheid en het delen tussen instellingen en gebruikers te faciliteren. Om deze collecties beter te leren kennen, vroegen we de instel-lingen welke types materia-len in welke mate toeganke-lijk zijn via internet. Indien de organisatie nog geen mate-rialen heeft ontsloten, werd gevraagd aan te geven of de instelling al dan niet plannen heeft om de materiaaltypes te ontsluiten. In het uiterste geval vormt een bepaald materiaal-type geen onderdeel van de collectie van de instelling.

Uit de resultaten blijkt dat ruim 80 procent van de instellingen afbeeldingen via internet (het-zij via de eigen website of via aggregators zoals Europeana) aanbieden. Meer dan 60 pro-cent van de bevraagde instel-lingen biedt ook tekst aan; een kwart beweert eveneens plannen te hebben om in de toekomst teksten aan te bie-den. Daarnaast blijken ook databanken (53,6 procent) en metadata (52,7 procent) het goed te doen. Volgens de resultaten mogen we in de toekomst een nog grotere verspreiding van deze types verwachten. Video (49,1 pro-cent) en geluid (41,5 procent) bengelen ietwat achteraan, al plant ongeveer één op vier bevraagde instellingen deze materiaaltypes te ontsluiten. Terwijl kunstorganisaties rela-tief vaker audio- en video-fragmenten aanbieden, zet-ten erfgoedinstellingen in op databanken en metadata.

Een vergelijking met de resul-taten uit 2008 leert ons dat het aanbod van digitale cul-tuurartefacten aanzienlijk ver-ruimd is. Het aanbod van tekst (+19,9 procent), metadata (+19,4 procent) en databan -

Boven: ‘Buzz Aldrin on the Moon’ 20/7/1969 (NASA. http://www.flickr.com/photos/nasacommons/5136519916)

Midden links: ‘Wachtende klanten bij warenhuis’ De klanten wachten ‘s ochtends voor het smeedijzeren hek op de opening van warenhuis de Bijenkorf, 1933. (Nationaal Archief Nederland. http://www.flickr.com/photos/nationaalarchief/6808271291)Midden rechts: ‘The Gunner’s Assistant’. 1891. “The “Aide Tireur” Range Finder”, photographed by Eva [Emma J] Henri (1854-1933) (National Archives UK. http://www.flickr.com/photos/nationalarchives/5949952513)

Onder: ‘Auto Servitorium’ (Glover’s garage), c. 1930 (State Library of New South Wales (Australia) http://www.flickr.com/photos/statelibraryofnsw/6752411307)

META 2012 | 2 | 11

artikel

Page 14: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

ken (+16,6 procent) is gevoe-lig uitgebreid; het aanbod van geluid (10,6 procent) en video (+7,1 procent) is dat in minder mate. Tot slot bieden ook meer instellingen foto’s aan (+5,4 procent). Hieruit kunnen we concluderen dat steeds meer instellingen zich op internet begeven en (delen van) hun collectie ter beschikking stel-len aan de gebruikers ervan.

BELEIDDe conclusie dat steeds meer instellingen overgaan tot het ontsluiten van materialen uit hun erfgoedcollecties, impli-ceert evenwel niet noodzake-lijk dat deze materialen recht-matig online worden verspreid. In het verleden bleek immers dat auteurs- en exploitatie-rechten een belangrijke drem-pel vormen voor het beschik-baar stellen van (delen van de) collecties, en dat som-mige organisaties overgin-gen tot het online plaatsen van erfgoedmaterialen, ook al hadden zij daar niet de toe-stemming van de rechtheb-bende toe verworven. Om die reden werd bij de instel-lingen gepeild of, op welke manier en via welke ‘instantie’ zij deze toestemming hadden

“CREATIVE COMMONS ZIJN NIET DE HEILIGE GRAAL VOOR HET DIGITAAL ONTSLUITEN VAN COLLECTIES, MAAR BIEDEN EEN NUTTIGE STAP RICHTING EEN OPEN, DIGITAAL COLLECTIEBELEID.”

verkregen om de ontsloten materialen via internet aan het publiek beschikbaar te stellen.

In het algemeen blijkt dat het gros van de ondervraagde instellingen de formele toe-stemming vraagt aan de auteur of titularis van naburig recht vooraleer erfgoed- en culturele materialen via inter-net te ontsluiten. Deze evolu-tie tekent zich sterker af bij kunstorganisaties dan bij erf-goedinstellingen. Opvallend is wel dat slechts in beperkte mate de toestemming van de collectieve beheersven-nootschap en de erfgenamen wordt gevraagd. Een kwart van de ondervraagde organi-saties hanteert een ‘trial and error’-methode. Die aanpak houdt in dat erfgoedmateri-alen online worden geplaatst zonder de formele toestem-ming — vaak omdat men de originele rechthebbenden niet meer kan identificeren — maar worden verwijderd als de rechthebbende of beheers-vennootschap een klacht indient. Aangezien erfgoed-organisaties vaak met ‘oudere’ materialen te maken hebben en de erfgenaam niet meer identificeerbaar is, passen zij

deze methode relatief vaker toe. Om dezelfde reden publi-ceren erfgoedinstellingen ook vaker dan kunstorganisaties werken waarvan de auteurs-rechtelijke beschermingster-mijn is verlopen (en dus tot het publieke domein beho-ren). Deze werken vereisen met andere woorden geen formele toestemming.

ONTSLUITINGIn de vragenlijst werd ook gepolst naar de attitude van de instellingen ten aanzien van enkele toekomstscena-rio’s voor het aanbieden van erfgoed- en culturele mate-rialen. Deze vragen wer-den ingegeven door eerdere bevindingen als zouden open content-licenties zelf te weinig flexibel zijn. De bedoeling van deze vragen is te polsen naar de condities voor toekomstige gebruikshandelingen die de instellingen wenselijk achten. Specifiek wordt ingegaan op de technische kwaliteit van het aangeboden materiaal en de finaliteit van de gebruikshan-deling.

Liefst 68,9 procent van de benaderde instellingen meent dat de technische kwaliteit van het aangeboden materiaal een doorslaggevende factor zou moeten zijn bij het bepa-len van de gebruiksmogelijk-heden. De instellingen zijn met andere woorden voorstander van minder beperkingen op de verspreiding van materia-len met een lage resolutie (vol-doende om een impressie van het werk te verkrijgen) dan bij materialen met een hoge reso-lutie (hoogstaande technische kwaliteit). Dat impliceert dat instellingen sneller bereid zou-den zijn gebruikers meer en betere toegangsmogelijkhe-den te verlenen indien het om

materiaal van een lagere kwa-liteit gaat. Liefst 90 procent is daarenboven van oordeel de finaliteit van de ontsluiting van het aangeboden materiaal een doorslaggevende rol dient te spelen bij het bepalen van de gebruiksmogelijkheden. De instellingen zijn dus voorstan-der van minder beperkingen op de verspreiding van mate-rialen voor niet-commercieel gebruik (bijv. in scholen, voor onderzoek etc.) dan voor commerciële doeleinden. Ook hier blijkt dus een sectoraal draagvlak te bestaan voor minder restrictieve gebruiks-mogelijkheden wanneer het gaat om materialen gebruikt binnen een niet-commerciële omgeving zoals onderwijs en onderzoek.

CREATIVE COMMONSBij liefst 77,6 procent van de ondervraagde instellingen doet het concept ‘Creative Commons’ een belletje rinke-len terwijl de helft het begrip

— maar daarom uiteraard niet noodzakelijk diens inhoud — ‘open content-licentie’ kent. In totaal gaven slechts elf instel-lingen aan geen enkele van de twaalf voorgeschotelde licen-ties te kennen. Dat betekent dat slechts één op zes van de bevraagde instellingen niet vertrouwd is met minstens één van de belangrijkste open con-tent-licentieschema’s of met het begrip ‘open content’ in het algemeen. We dienen er wel bij te vermelden dat deze vraag feitelijk peilde naar het bewustzijn van de responden-ten. De cijfers kunnen dus niet zomaar geëxtrapoleerd wor-den naar het niveau van de instellingen waarin deze res-pondenten actief zijn. Toch geven de resultaten een rela-tieve indicatie van het bewust-zijn van deze concepten bij de

In Nederland lanceerde Buma/Stemra al in 2007

een proefproject om muziekauteurs meer keuzevrij-

heid te bieden bij de verspreiding van hun werken

via internet. Binnen het project is het mogelijk om

Buma/Stemra vergoedingen te laten innen voor com-

mercieel gebruik van het werk, en tegelijkertijd delen

van het repertoire ter promotie aan te bieden onder

CC-licenties voor niet-commercieel gebruik. Een der-

gelijk proefproject zou dan ook meer dan welkom zijn

om de zaak ook in België een duw in de goede rich-

ting te geven.

> http://www.bumastemra.nl/leden/creativecommons-pilot/

12 | META 2012 | 2

artikel

Page 15: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

TOT SlOTCreative Commons zijn uiteraard niet de heilige graal voor het digitaal ontsluiten van col-lecties, maar bieden niettemin een nuttige stap richting een open, digitaal collectiebeleid. Aangezien het initiatief steeds bij de originele auteur of artiest ligt, blijft het noodzake-lijk ook deze kant van de voordelen van deze licenties te overtuigen. Auteurs hebben er immers alle belang bij dat hun werken ruim uitwaaien en een breed publiek bereiken. Maar de cruciale factor blijft al te vaak de collectieve beheersvennootschappen die een dergelijke vorm van individueel rechtenbeheer niet bepaald genegen zijn.

Veelzijdig Overzichtelijk Aanpasbaar aan alle soorten publicaties Internetmodules: SDI attenderen, Online reserveren en Full text zoeken Eenvoudig titelbeschrijvingen ontlenen Makkelijk rapporteren Geïntegreerde aanvullende modules: Bestelmodule, Uitleenmodule en Tijdschriftenmodule Meertalig Internationale standaarden SRU, ISBD/AACR2, Z39.50 MARCXML, OAI-PMH en meer Integreerbaar met Adlib Museum en Adlib Archief tot één ‘crossdomain’ systeem API-koppelingen Keuze databases MS SQL Server, Oracle, Adlib Internet ready.

Adlib Bibliotheek catalogiseert meer dan boeken alleen. Adlib Bibliotheek vormt de kern van een compleet informatie- en kenniscentrum. Desgewenst kunt u deze kern uitbouwen met de uitleen-, bestel- en tijdschriftenmodules, of met vragenregistratie, SDI, full-text search en verschillende online services. Iedere vorm van informatie wordt zo op maat gemaakt voor uw gebruikers. Niet voor niets is Adlib Bibliotheek in gebruik bij vele mediatheken, bedrijven, (hoge)scholen, en juridische en overheidsinstellingen.

Adlib Information Systems +31 (0)346 586800

[email protected] www.adlibsoft.com

De juiste informatie bij de juiste persoon

Adlib Bibliotheek

verantwoordelijke personen binnen de bevraagde instel-lingen.

Ongeveer 54 procent zegt het gebruik van CC voor het digi-taal ontsluiten van collectie-materialen al in overweging te hebben genomen. Dat is beduidend hoger dan in 2008, toen ‘slechts’ 29,2 procent het gebruik overwoog. Die inten-tie blijkt lichtjes hoger bij erfgoedinstellingen dan bij kunstorganisaties. In totaal maken negentien instellin-gen gebruik van open con-tent-licenties, goed voor 28,8 procent van de bevraagde populatie. Dit betekent een lichte stijging vergeleken met 2008 (25,6 procent). Kunstorganisaties maken iets vaker dan erfgoedorganisaties gebruik van deze licenties.

> http://www.archipelproject.be

http://www.creativecommons.nl

http://www.creativecommons.org

Ook de VVBAD biedt via haar Flickr-pagina foto’s aan met een CC-licentie.http://www.flickr.com/photos/vvbad.

META 2012 | 2 | 13

artikel

Page 16: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

Stefaan Jacobs, hoofdbibliothecaris van de bibliotheek Queteletfonds

“De bibliotheek als spil in het interne kennismanagement”

Page 17: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

Hoe is de bibliotheek Queteletfonds ontstaan?Wij verwijzen altijd naar 1841 als ontstaansjaar van de biblio-theek: dan werd immers de Centrale Commissie voor Statistiek (CCS) opgericht, onder voorzitterschap van Adolphe Quetelet. Hij begon een eigen bibliotheek uit te bouwen, die gewijd was aan zijn persoonlijke interesses: statistiek, maar evengoed astro-nomie. De bibliotheek is vervolgens langzaamaan gegroeid; in 1887 werd ze in een krantenartikel 1 beschreven als een ‘dépôt précieux’. In 1934 werd het ministerie van Economische Zaken opgericht, en in 1939 werd daar een studiedienst met bibliotheek aan toegevoegd. De collectie van het CCS is overgekocht en vormde mee de basis van de nieuwe bibliotheek, die de naam ‘Queteletfonds’ kreeg als eerbetoon. Uit deze samensmelting is de bibliotheek in haar huidige vorm ontstaan.

In het begin van de jaren zeventig was het Queteletfonds een van de eerste bibliotheken die geïnformatiseerd begon te wer-ken. Dat was vooral het werk van de toenmalige directeur van de bibliotheek, Guy De Saedeleer, en Jacques De Buck. Er werden enkele modules ontwikkeld die het tijdschriftenbeheer, de uitle-ningen en de catalogus mogelijk maakten. Nadien heeft de KB de referenties van enkele voorgaande jaren ingebracht, zodat alle boeken en tijdschriftartikels sinds 1969 raadpleegbaar zijn. Begin jaren negentig maakten we gebruik van Sigal-Sati, een spin-off van de Universiteit van Luik. Dan zijn we overgescha-keld naar Brocade, waar we nu nog mee werken.

Het Queteletfonds was in 1887 al een ‘dépôt précieux’ en is dat heel lang gebleven. Onze sterkte lag vooral in het beschrijven tot op artikelniveau, in tegenstelling tot universiteitsbibliotheken, die op nummerniveau ontsloten. Voor gedetailleerde opzoe-kingen moest je bij ons zijn. Wel op microfiche, opzoekbaar op auteur, trefwoord en titel — het systeem QUAC, Quetelet Automated Catalog. Bovendien hadden we een goed uitgeba-lanceerde collectie, toegespitst op micro- en macro-economie, management, financiën, internationale handel en milieu. We hadden pakweg 90 van de 100 belangrijkste tijdschriften vol-gens het vakblad Economisch Statistische Berichten, en gere-geld hadden wij als enige in België een bepaald document in bezit. Dat had vaak met de prijs te maken. Bepaalde tijdschriften behoorden bovendien toen nog niet tot pakketten. 1 Un dêpot Precieux, La nation, Edition B (soir), Dimanche 18 décembre 1887.

Interview: Patrick Vanouplines en Roel lauwers Foto’s: Tom Van Hoye

De Bibliotheek Queteletfonds is de centrale bibliotheek van de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie, KMO, Middenstand en Energie. Met de FOD deelt zij haar missie: het scheppen van voorwaarden voor een compe-titieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België. META sprak met Stefaan Jacobs, hoofdbiblio-thecaris van de Bibliotheek Queteletfonds en covoorzitter van het Forum van de Federale Bibliothecarissen, over de geschiedenis en hui-dige werking van de bibliotheek, Jacobs werpt ook een blik in de toekomst.

In de late jaren negentig zagen we onze fysieke bezoekersaan-tallen dalen. In 1996 kwam onze catalogus online, waardoor stu-denten — een belangrijk segment van ons publiek — online hun gezochte document opspoorden en het vervolgens uit de eigen bibliotheek leenden. Daarnaast waren er ook de ‘big deals’ tus-sen uitgevers van elektronische tijdschriften en universiteiten, hogescholen en andere wetenschappelijke instellingen, waar-door steeds meer informatie steeds breder verspreid werd. Zo werd de toegevoegde waarde van onze bibliotheek bedreigd. Mijn voorstel was om over te schakelen van opzoekbibliotheek naar kenniscentrum: naast het aanbieden van informatie zou het toelichten ervan onze kerntaak worden. Voor studenten is het natuurlijk hun taak om de gevonden informatie te inter-preteren, maar voor bijvoorbeeld burgers die komen zoeken naar steunmaatregelen voor de oprichting van een KMO was het erg nuttig geweest als wij hadden kunnen uitleggen wat er nu precies in een tekst stond. Dat plan is echter nooit gereali-seerd, omdat daar hoogopgeleid personeel met specifieke vaar-digheden — economische en didactische kennis — voor nodig was, waarover de bibliotheek niet beschikte. Nieuw aangewor-ven economisten kwamen daarenboven in directies terecht — dat blijft immers onze corebusiness. Een begrijpelijk standpunt, maar het heeft er wel voor gezorgd dat we die functie van ken-niscentrum nooit hebben kunnen uitbouwen.

Hoe heeft de bibliotheek dan wel gereageerd op die bedrei­gingen?In 2009-2010 hebben we door een extern bedrijf een studie naar de functie van de bibliotheek laten uitvoeren. Daaruit kwam naar boven dat de bibliotheek zeker nog een functie had, maar vooral intern. De focus zou verschoven worden naar het bewa-ren van impliciete kennis; de bibliotheek zou een spil worden in het intern kennismanagement. Het administratief ondersteunen van de ambtenaren werd onze hoofdtaak: de aankoop van boe-ken, tijdschriften en databases, documentleverantie, Selective Dissemination of information (SDI), de deponering en ontslui-ting van eigen bijdragen, …

Dat was echter niet haalbaar met het toen beschikbare perso-neelsbestand: van een dertigtal personeelsleden van de biblio-theek hadden er slechts twee een bibliotheekopleiding gevolgd. Het personeel werd immers niet aangenomen op basis van func-tieprofielen, maar werd intern opgeleid tot catalograaf en balie-medewerker.

De conclusie van de studie vertaalde zich in enkele concrete beslissingen van het directiecomité: de leeszaal moest gesloten worden, de bibliotheek moest omgevormd worden naar een uit-sluitend intern gerichte bedrijfsbibliotheek, de erfgoedcollectie kon verder beheerd en eventueel gedigitaliseerd worden en de

META 2012 | 2 | 15

interview

Page 18: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

restcollectie (80 procent van de collectie) moest een andere bestemming krijgen. Dat laatste werd echter niet uitgevoerd: de herbestemming van het magazijn zou o.m. een andere milieu­vergunning vereisen, het massaal afvoeren van het papier zou veel mankracht vragen en bovendien ook nog wel wat kosten, de collectie kon nog gebruikt worden voor Interbibliothecair leenverkeer (IBL).

De functie van publiek toegankelijke wetenschappelijke biblio-theek stond al wel wat onder druk. Over een periode van drie jaar werd ons budget afgebouwd van anderhalf naar een half miljoen euro. Eén jaar hebben we zelfs een belangrijke vermin-dering opgelegd gekregen nadat de meeste abonnementen al verlengd waren. Voor de rest van dat jaar werden er quasi geen boeken meer aangekocht, werden heel wat (dure) losbladige werken opgezegd en werd soms aan de directies gevraagd uit-zonderlijk een factuur voor hun rekening te nemen.

In 2010 volgde dan een grootschalige heroriëntering, op basis van een operationeel plan. Met een kostenraming voor de digi-talisering van onze erfgoedcollectie, een nieuw organigram en personeelskader, een communicatieplan en het voorne-men de leeszaal te sluiten als belangrijkste leidraden hebben we de functie van bedrijfsbibliotheek proberen te omschrijven; de nieuwe informatienoden en het collectiebeleid zouden de nieuwe vorm van de bibliotheek bepalen. Daarover hebben we uiteraard meteen een personeelsvergadering gehouden met een open en eerlijke communicatie over de implicaties van de her-oriëntering en de beoogde timing.

wat waren de gevolgen van die heroriëntering op het perso­neelsbestand?We wilden afdankingen bij het 29-koppige team vermijden, maar in het nieuwe organigram waren slechts 24 mensen nodig. De stuurgroep die het project begeleidde, verzette zich zelfs tegen dat aantal, zij wilden het met een vierde, zelfs een derde van het personeel minder doen. Dankzij vrijwillige mutatieaanvra-gen en een onderverdeling in recurrente taken (vijftien men-sen) en drie tijdelijke projecten — retrocatalogisering, digitali-sering en het afstemmen van de catalogus van de Bibliotheek Landbouw, die we in 2010 overnamen, op de eigen catalogus — met elk drie man zijn we er uiteindelijk in geslaagd 23 man te behouden. Iedereen heeft wel opnieuw moeten solliciteren

— ook ikzelf — naar een geprefereerde functie, waarna er een matching gebeurde op basis van competenties.

Ook op de collectie waren de gevolgen ingrijpend. Eerst en vooral hebben we de collectie opgesplitst in drie categorieën: erfgoed, dat zo’n tien procent van de collectie uitmaakte, docu-menten voor de bedrijfsbibliotheek, die nog eens zo’n tien

procent vertegenwoordigden, en de restcollectie, goed voor zo’n tachtig procent. We hebben onze aankopen moeten terug-schroeven van zo’n tweeduizend naar een zeshonderd abon-nementen, waarvan 550 unieke titels. De opgezegde abonne-menten zaten uiteraard vooral in die restcollectie. Voor nieuwe aankopen verschoof de focus van het collectiebeleid naar de functie van bedrijfsbibliotheek: aankopen gebeuren uitsluitend nog op vraag van de afzonderlijke diensten en zijn niet langer bibliotheekgestuurd; we kopen niets meer voor de bibliotheek zelf. De interne dienstverlening was altijd al een belangrijke poot binnen de bibliotheekwerking; nu werd de externe dienstver-lening naar de achtergrond verschoven. Daarnaast hebben we meer ingezet op digitalisering, waarbij vooral de aankoop van twee ATIZ-scanners een significante kost betekende.

Voor het sluiten van de leeszaal bestaan bijzondere procedures: afgedankte materialen, zoals meubilair, moeten verkocht wor-den via de FOD Financiën, of vernietigd worden — de materia-len schenken mag niet. De werken zelf werden in het magazijn ondergebracht.

betekende het sluiten van de leeszaal het definitieve einde van de externe dienstverlening?Neen. We hebben de externe uitlening weten te behouden via de Infoshop. Die Infoshop doet nu dienst als ‘balie’ van de biblio-theek; aangevraagde documenten kunnen daar afgehaald en teruggebracht worden. Daarnaast kan iedere gebruiker van de Online Public Access Catalog (OPAC) zich aanmelden en gebruik maken van onze SDI. Bovendien leveren we nog steeds documenten via IBL.

Het is ook de bedoeling de gedigitaliseerde documenten — eigen publicaties en de erfgoedcollecties — via de OPAC beschikbaar te maken. Aan de beschrijving wordt dan een link naar de digitale versie toegevoegd. Mijn droom is om een aparte website te kunnen creëren waar alle digitaal beschikbare werken (digital born of gedigitaliseerd) samengebracht worden, en via een krachtige zoekmotor kunnen doorzocht worden. Dat is ook de reden waarom we OCR toepassen op de gedigitaliseerde werken. Wij hebben bijvoorbeeld alle volkstellingen sinds 1846 — die zijn erg populair, evenals veel andere statistische publicaties van het vroegere Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS).

Voor de heroriëntering van de bibliotheek waren jul­lie ook al eens verhuisd, van de Nijverheidsstraat naar de Vooruitgangstraat. welke invloed had dat op de werking van de bibliotheek?Die verhuis, die dateert van 2005, is inderdaad niet zonder slag of stoot gebeurd: we hadden tenslotte zo’n dertien kilometer aan documenten in ons magazijn staan. In de Vooruitgangstraat

“IK ZAG DE BIBLIOTHEEK ALS KENNISCENTRUM: NAAST HET AANBIEDEN VAN INFORMATIE IS OOK HET TOELICHTEN ERVAN EEN KERNTAAK.”

16 | META 2012 | 2

interview

Page 19: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

vonden we daar niet zo meteen plaats voor. Uiteindelijk is een ondergrondse garage omgebouwd tot een boekenmagazijn. Dat leverde uiteraard een aantal praktische problemen op: de ver-lichting was voorzien op een parking en niet op boekenrekken, er was geen temperatuurregeling, geen lift, … Ook de verhuis zelf verliep hectisch: soms werden bestelde boekenrekken pas geleverd een paar uur voor de vrachtwagens met de boeken toekwamen. De verhuizers hielden ook geen rekening met de ruimte die we ingecalculeerd hadden voor latere aanwinsten: we zijn een jaar bezig geweest om terug ruimte te creëren.

Samen met onze verhuis werd ook de leeszaal van het NIS van op de Leuvenseweg verhuisd naar de nieuwe bibliotheek in de Vooruitgangstraat. Dat betekende vooral dat er behoorlijk wat dubbels weggewerkt moesten worden. Later is die leeszaal deels omgebouwd tot burelen en verhuisde de collectie naar het magazijn. Op dat moment heeft de directie beslist om alle bibliotheken binnen de FOD Economie samen te voegen onder de naam Bibliotheek Queteletfonds. Zo kwamen ook de biblio-theken van de ministeries van Landbouw en Middenstand bij ons terecht. Tot de collectie van de bibliotheek van Landbouw behoorden ook de collecties van het Institut National pour l’Etude Agronomique du Congo Belge (INEAC, de Franstalige benaming voor het Nationaal Instituut voor de Landbouwkunde in Belgisch Congo of NILCO) en de Service de Documentation en Agronomie Tropicale et Développement Rural (SERDAT). De catalogi van INEAC en SERDAT waren opgeslagen in het sys-teem CDS-ISIS, die van het ministerie van Landbouw in Vubis. De server stond in de Nationale Plantentuin in Meise. Die cata-logi hebben we geconverteerd naar Brocade. Delen van de col-lectie werden ondergebracht bij de UGent, maar bijvoorbeeld ook bij de universiteit van Lubumbashi, het Musée Africain de Namur, de Facultés agronomiques de Gembloux en de Nationale Plantentuin. Documenten in weinig gesproken talen of met erg obscure onderwerpen hebben we afgevoerd. Ook het vroegere KMO-documentatiecentrum is met ons gefuseerd, maar onze collecties overlapten grotendeels — we visten immers binnen hetzelfde economische vijvertje. Daar hebben we dan voorna-melijk onze losse exemplaren vervangen door hun ingebonden exemplaren. De rest van de collectie is grotendeels vernietigd of afgevoerd naar universiteitsbibliotheken.

Hoe zit het met de samenwerking tussen de bibliotheken van de verschillende FOD’s? Zijn er misschien zelfs verdere fusies mogelijk?Fusies tussen FOD-bibliotheken zijn eerder problematisch: de bibliotheken hebben immers een facultatief karakter. Een FOD heeft geen enkele wettelijke verplichting om een bibliotheek te hebben, laat staan die voor het publiek open te stellen; of er een is en in welke mate die toegankelijk is, is volledig de keuze van iedere individuele FOD. Daarnaast zijn er veel fysieke biblio-theken en papieren collecties verdwenen bij de verhuis van een aantal FOD’s. Ten slotte zijn er nog enkele praktische bezwa-ren, zoals locatie: waar ga je die ene bibliotheek vestigen, hoe regel je de transporten van fysieke exemplaren, laat je eventueel iedereen zitten waar hij zit en stem je alleen het collectiebeleid meer op mekaar af?

Wel houden we natuurlijk rekening met de overlappingen tussen onze collecties: wat elders aanwezig is en door IBL kan verkre-gen worden, kan bij besparingen of inkrimpingen verdwijnen.

Een speciale vorm van samenwerking is er natuurlijk met het Forum van de Federale bibliothecarissen, waarvan u covoorzit­ter bent. waar houdt het Forum zich zoal mee bezig?

Om hun rol van informatiezoeker en -bemiddelaar

te kunnen blijven spelen in een sterk aan verande-

ringen onderhevige sector hebben de bibliotheca-

rissen van de federale overheid zich verenigd in een

forum dat werkt rond een zestal thema’s: interne

dienstverlening, externe dienstverlening, financiële

middelen, toegang tot de collecties, human resour-

ces en samenwerking. Die thema’s vertalen zich

naar concrete projecten als een gemeenschappe-

lijke catalogus, informatiefolders, opleidingen, func-

tiebeschrijvingen, digitalisering van de collecties,

documentleveranties, studiedagen, e-communities

en ondersteuning van externe projecten.

Tot het forum van de federale bibliotheken behoren:

• Catalogus opgenomen in de gemeenschappelijke

catalogus

• FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal

Overleg

• FOD Economie, KMO, Middenstand en

Energie

• FOD Justitie

• FOD Financiën

• FOD Mobiliteit en Vervoer

• FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse

Handel en Ontwikkelingssamenwerking

• FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de

Voedselketen en Leefmilieu

• FOD Personeel en Organisatie

• FOD Binnenlandse Zaken

• FOD Sociale Zekerheid

• Ministerie van Defensie

• Algemeen Rijksarchief

• Koninklijk Belgisch Filmarchief

• Koninklijk Belgisch Instituut voor

Natuurwetenschappen

• Koninklijk Instituut voor het

Kunstpatrimonium

• Koninklijk Museum voor Midden-Afrika

• Koninklijke Musea voor Kunst en

Geschiedenis

• Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van

België

• Muziekinstrumentenmuseum

• Koninklijke Bibliotheek van België

• Nationale Plantentuin van België

• Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en

Hedendaagse Maatschappij

• Federaal Kenniscentrum voor de

Gezondheidszorg

• Catalogus niet opgenomen in de gemeenschap-

pelijke catalogus

• Belgisch Instituut voor Ruimte-Aëronomie

• Koninklijk Meteorologisch Instituut van

België

• Directie Kennismanagement van de FOD

P&O

• Koninklijke Sterrenwacht van België

• Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening

• Rijksinstituut voor Ziekte- en

Invaliditeitsverzekering

META 2012 | 2 | 17

interview

Page 20: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

De bibliothecarissen van de FOD’s hebben zich in 2000 verenigd in een forum. Ook de Federale Wetenschappelijke Instellingen (FWI’s) hadden een gelijkaardige vereniging. We hadden al snel door dat we meer gemeen hadden dan er verschillend was, en zo ontstond het Forum van de Federale Bibliothecarissen. Het Forum werkt rond zes punten (zie kader). Zo ijveren we bijv. voor het aanwerven en belonen van personeel op basis van functie-beschrijvingen. Voor het opstellen van die functieprofielen werd een beroep gedaan op externe consultants, maar op de eerste werkvergadering was slechts één bibliothecaris uitgenodigd, die dan nog op verlof was. De functiebeschrijving die ons uiteinde-lijk voorgelegd werd, bleek niet overeen te stemmen met onze praktijkervaring: de bibliothecaris kreeg geen inspraak in het budget, de marketing, de personeelsbegeleiding, … Ik stelde dan maar voor om zelf een profiel op te stellen, en zoals dat wel vaker gaat: diegene die het voorstel doet, krijgt de verant-woordelijkheid op zich (lacht). Ik heb natuurlijk het warm water niet opnieuw uitgevonden: voor de functiebeschrijvingen voor documentaire informatie-assistent en documentaire informatie-manager die we uiteindelijk opgesteld hebben, heb ik me geba-seerd op de bestaande SERV-profielen. Het was de bedoeling die profielen later te vertalen naar weddenschalen, maar dat bleek financieel moeilijk haalbaar.

Concreter is er een doorgedreven samenwerking in de vorm van een gemeenschappelijke catalogus, onderlinge IBL en een actieve e-community. Het Forum organiseert ook jaarlijks de ‘Dag van de Bibliothecaris’, waar lezingen — vaak opgebouwd rond case studies of workshops — gehouden worden, naast meer ontspannende activiteiten om de teamgeest te bevorderen. Ten slotte zou het Forum ook als consortium kunnen dienen, via agenten als EBSCO of Swets, al maakt het modulaire karakter van de databases en het feit dat de aangekochte producten op verschillende instellingen terechtkomen consortiumaankoop enigszins een administratieve rompslomp.

U had het over een gemeenschappelijke catalogus voor de FOD’s en de FwI’s. Zijn er plannen om die catalogus aan te sluiten bij UniCat?

Er is wel aan gedacht omdat we nu in een procedure zitten om het contract voor de gemeenschappelijke catalogus opnieuw toe te wijzen. Maar uiteindelijk is er niet voor gekozen, enerzijds omdat we ons product gebruiksvriendelijker vinden doordat je vanuit het resultaat het bewuste werk via een aanvraagknop kan aanvragen bij de bibliotheek en anderzijds omdat de samenvat-tingen daar opgenomen zijn in de beschrijving. Bovendien loopt de kostprijs voor het opladen van ruim vier miljoen referenties ook wel op. Dat neemt niet weg dat ik een samensmelting van beiden een goede zaak zou vinden omdat de collecties van beiden voor een stuk complementair zijn.

Voor de catalogus van de Bibliotheek Queteletfonds zelf is een aansluiting bij UniCat — zoals voordien bij de CCB — geen optie meer. Vermits onze externe dienstverlening geen hoofdtaak meer is, is de kost van aansluiting veel te groot.

Hoe ziet u de toekomst van de FOD­bibliotheken? Het lijkt me onvermijdelijk dat de fysieke bibliotheken van de FOD’s onder druk zullen komen te staan, omdat ze door het management steeds minder als een corebusiness zullen gezien worden: de leeszaal zal plaats moeten ruimen, de collectie zal moeten inkrimpen, … Het onderhouden van een bibliotheek vereist immers een behoorlijke investering in ruimte en per-soneel, en dat terwijl het geen verplichting is. De FWI’s zitten wat dat betreft comfortabeler: aangezien die een eigen publiek van onderzoekers hebben, die nood hebben aan documenta-tie voor onderzoek, zal een goed uitgebouwde bibliotheek een noodzaak blijven. De FOD’s zijn vooral administratieve en uit-voerende organisaties; daar zijn veel minder noden wat betreft wetenschappelijke literatuur. Kennisvragen kunnen bovendien vaak informeel opgevangen worden door netwerken, bijdragen op internet en in open access-tijdschriften, praktische ervaring, …

Digitalisering kan het wegvallen van die bibliotheken deels com-penseren, maar dat is vaak problematisch wat betreft copyright, zodat dat grotendeels beperkt zal moeten blijven tot de eigen (statistische) publicaties en de publicaties die in het publieke domein vallen. Je mag werken uit je eigen collectie niet zomaar digitaal ter beschikking stellen, zelfs niet voor intern gebruik. Enkel een specifieke aanvraag van een bepaald artikel mag inge-willigd worden. Daar komt bovenop dat digitalisering door lei-dinggevenden vaak te licht wordt ingeschat: de specificaties van een scanner over het aantal scans per uur zijn niet automatisch haalbare quota in de praktijk. Onze scanners kunnen bijv. tot 700 pagina’s per uur aan, maar in de praktijk is 800 pagina’s per dag al een behoorlijk goed resultaat. Het blijft immers hand-werk: er kunnen zich problemen voordoen met uitvouwbladen, boeken moeten soms uit de band gehaald worden en opnieuw ingebonden worden — wat in de meeste instellingen dan nog uitbesteed moet worden, … Daarnaast zijn er nog bijkomende processen: beeldbewerking en cropping, OCR, kwaliteitscon-trole, … Duidelijke communicatie daarover is dan ook noodzake-lijk. Maar ook afgezien van het digitaliseren is het profileren van de bibliotheek binnen de eigen instelling cruciaal — dat is ove-rigens ook een aandachtspunt van het Forum van de Federale Bibliothecarissen.

Het Forum is een krachtig instrument om de uitdagingen van de toekomst aan te gaan, maar het is en blijft een informeel gebeuren. Dat heeft voordelen — we bepalen zelf onze eigen werking en agenda — maar natuurlijk ook nadelen. Wij zijn niet erkend, niet gekend — en krijgen dus geen budget.

bedankt voor het interview en nog veel succes.

18 | META 2012 | 2

interview

Page 21: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

In 2010 verschenen twee inte-ressante themanummers over de problematiek van de muse-umarchieven. De Association francophone des musées de Belgique, de Waalse tegen-hanger van ICOM Vlaanderen, bracht een stand van zaken onder de titel ‘Archives et musées: quelle cohabitation?’ Het tijdschrift Archief­ en Bibliotheekwezen plaatste de archiefzorg in musea in een internationaal kader.

Uit beide publicaties blijkt dat we in Vlaanderen voor grote uitdagingen staan. In de Angelsaksische landen staat men al een eind verder. Reeds in 1979 bracht de ‘Conference on Museum Archives’ in Eldridge, Maryland (VS) het belang van de museumarchie-ven onder de aandacht. Enkele jaren later richtte de Society of American Archivists (SAA) een werkgroep museumarchieven op. Die ontwikkelde zich tot een aparte afdeling binnen de SAA. In 1984 verscheen met

Museum Archives: an intro­duction van William Dreiss een eerste standaardwerk. In een tweede editie, dertig jaar later, wezen archivarissen en specialisten uit het museum-veld op de nieuwe technolo-gische ontwikkelingen. Ook in Groot-Brittannië is sinds 1998 de Standing Conference on Archives and Museums (SCAM) actief. Gegroeid uit een werkgroep van archivaris-sen en museumcuratoren stelt SCAM zich tot doel de profes-sionalisering van de museum-archivering aan te moedigen en de meerwaarde van der-gelijke archieven te promoten.

MUSEA EN ARCHIEVEN, EEN MOEIlIJKE VERHOUDINg? Uit de genoemde vaktijdschrif-ten blijkt dat een professionele archiefbewaring in vele musea niet prioritair wordt geacht. Vaak ontbreken geschoold personeel en aangepaste loka-len. De belangrijkste rol van het museumarchief binnen

de Vlaamse Kunsthistorische musea is nog steeds het docu-menteren van de tentoon te stellen objecten en de werken in de museumcollectie. Zo worden meestal kunstwerken-dossiers samengesteld waarin per kunstwerk alle informatie wordt bijeengebracht, gaande van strikte documentatie zoals foto’s, folders, krantenknip-sels en catalogusnotities tot archiefstukken uit verwer-vingsdossiers, briefwisseling, conditie- en bruikleencon-tracten. Hierbij gaat evenwel essentiële contextinformatie verloren en gaat men voorbij aan essentiële regels van de archivistiek, zoals het orde-ningsprincipe en het bestem-mingsprincipe.

In de drie partnermusea van de Vlaamse kunstcollectie pro-beert men op een professio-nele manier met archiefmate-riaal om te gaan. De digitale collectiebeheerssystemen maken het mogelijk om alle informatie rond een kunstwerk te centraliseren. Het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA) werkt met The Museum System (TMS); het Museum voor Schone Kunsten Gent (MSKG) en het Groeningemuseum

Brugge werken met Adlib. In het KMSKA is er sinds 2000 een archivaris actief die naast het papieren archief ook het digitaal documentbeheer coördineert en archiveert. In het MSKG is sinds 2010 een archivaris in dienst. Ook in de Brugse musea, waarvan het Groeningemuseum deel uit-maakt, werd de noodzaak van een gecoördineerd archief-beheer steeds duidelijker en werd een inhaalbeweging ingezet.

HET NUT VAN MUSEUMARCHIEVEN VOOR INTERNE EN EXTERNE gEbRUIKERSOok de museumarchieven houden verschillende potenti-ele waarden in zich. De quote

“A museum’s archives is its institutional memory” vat dat perfect samen. Het archief

MuseumarchievenEen interessant werkterrein voor museummedewerkers, vorsers en publiek.

Carine Van bruwaene, archivaris MSKg barbara Verbruggen, archivaris KMSKA, 1 november 2008 ­ 31 juli 2011, nu als archivaris bij Jan de Nul NV en in het KMSKA opgevolgd door Inez bourgeois. willy le loup, conservator Musea brugge Pascal Ennaert, coördinator Vlaamse Kunstcollectie vzw

“HET ARCHIEF HEEFT EEN ADMINISTRATIEVE WAARDE VOOR DE INSTELLING EN EEN CULTUUR HISTORISCHE WAARDE VOOR DE MAATSCHAPPIJ”

Enkele praktijkvoorbeelden uit de partner-musea van de Vlaamse Kunstcollectie: het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, het Museum voor Schone Kunsten Gent en het Groeningemuseum Brugge.

Afbeelding bovenaan: Borderel van toewijs, 1908, Archief De Vrienden van het Museum, V, 26, 1908-F.

META 2012 | 2 | 19

artikel

Page 22: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

heeft een administratieve waarde voor de werking van de instelling en een cultuurhis-torische waarde voor onder-zoekers en de maatschappij.

Naast alle mogelijke informa-tie over de unieke stukken die doorheen de jaren wer-den verzameld en tentoonge-steld, bieden de museumar-chieven inzicht in de werking van de instelling. Ze getui-gen over de wijze waarop in het verleden verantwoorde-lijkheden en functies wer-den ingevuld, vertellen een verhaal over de collectie, het gebouw, de medewerkers, het beleid dat werd uitgestippeld en het culturele leven van de stad waarin het museum is gevestigd. Museumarchieven leggen als het ware de iden-titeit van het museum bloot en kunnen aldus inspirerend werken voor het huidige en toekomstige museumperso-neel. Voor externe onderzoe-kers, studenten en het bredere

maatschappelijke veld zijn de archiefdocumenten evenzeer interessant. Zo geven ze infor-matie over de rol van de instel-ling in de regio, de groei en de ontwikkeling van de instelling binnen het museumlandschap. Ze documenteren de betrok-kenheid van het museumpu-bliek, schetsen de evolutie in de publiekswerking en illus-treren de smaak en de aan-dachtspunten van de curato-ren.

Een archiefontsluiting met gebruik van digitale databases en archiefprogramma’s opent vele mogelijkheden en reikt vele invalshoeken aan. We wil-len dat duiden met een aantal voorbeelden.

HET VERHAAl ROND EEN AANwINSTDe Oestereetster uit 1882 is ongetwijfeld een topstuk van de Ensorcollectie in het KMSKA. Ensor schilderde hier zijn zus Mitch als een jonge

burgervrouw die ongecom-pliceerd zit te genieten van de goede dingen des levens: oesters en edele wijnen. Het schilderij is een feestelijke hulde aan het goede leven en werd op het eind van de negentiende eeuw dan ook als immoreel beschouwd. Men vond het tafereel in die tijd ongepast. Aanvankelijk werd het werk dan ook op tal van tentoonstellingen geweigerd. In 1927 werd het schilderij door het museum aangekocht bij het echtpaar Lambotte, goede vrienden van Ensor. Gedwongen door nijpende geldzorgen stelden zij aan de Commissie voor aankopen van het Koninklijk Museum in Antwerpen voor om voor 1.000.000 Belgische frank eigenaar te worden van een verzameling tekeningen, stillevens, marines en topstuk-ken. Het Antwerpse museum kocht naast De Oestereetser nog vijf andere werken van het echtpaar Lambotte: De

vrouw met de wipneus, een jeugdwerk uit 1879, een stu-die getiteld De afspraak (1879 of 1882), Stilleven met chinoi­serieën (1880), een cruciaal landschap Adam en Eva uit het paradijs verjaagd (1887) en de Sloepen (1890).

In de KMSKA-archieven bevin-den zich een aantal belangrijke bronnen die de collectie docu-menteren, met name de ver-wervingsdossiers (aankopen, legaten, schenkingen en bruik-lenen), de restauratiedossiers en de registers waarin we de verslagen van de beheerraad of museumcommissie kun-nen raadplegen. Het zijn stuk voor stuk belangrijke bron-nen om de geschiedenis van het museum te reconstrueren. Het is dan ook niet verwon-derlijk dat we in deze regis-ters de eerste sporen van de aankoop van De Oestereetster kunnen terugvinden. Deze ver-slagen werden volledig door-genomen en per kunstwerk

James Ensor, De Oestereetster, KMSKA© Lukas-Art in Flanders vzw. Foto: Hugo Maertens.© SABAM Belgium 2012.

“DE ARCHIVALISCHE CONTEXT ROND EEN KUNSTWERK KAN ANDERE MUSEUMAFDELINGEN INSPIREREN”

20 | META 2012 | 2

artikel

Page 23: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

werden de desbetreffende verwijzingen in TMS ingevoerd. Zo vinden we snel het te raad-plegen verslag terug met de verwervingsinformatie over het kunstwerk.

De verwervingsdossiers zijn chronologisch en volgens het soort van aanwinst geklas-seerd. Dat wil zeggen dat er een reeks aankoop-, schen-kings-, legaat- en bruikleen-dossiers zijn. Elk dossier heeft een nummer en elk kunstwerk dat in een dossier vermeld wordt, heeft ook een num-mer. Wanneer we de fiche van De Oestereetster in TMS openen, dan vinden we via de steekkaart over de verwer-ving onmiddellijk het nummer terug van het aankoopdossier. Naast de dossiers over kunst-werken die daadwerkelijk door musea werden verworven zijn er ook nog dossiers van aan-biedingen. Het gaat hier om kunstwerken die ooit werden aangeboden om te kopen, te schenken, te legateren of te lenen. In het KMSKA werden deze dossiers ontsloten via TMS, waar reeds 1114 aanbie-dingen (periode 1868 – 2005) als virtueel object onder de afdeling Aanbiedingen wer-den ingevoerd. In het MSKG en het Groeningemuseum zijn deze chronologisch geklas-seerd maar nog niet via Adlib ontsloten.

Wanneer we in het collectiere-gistratiesysteem TMS zoeken op ‘James Ensor’ merken we dat er nog acht bijkomende kunstwerken in Antwerpen werden aangeboden.

Wie naast de verwervingsge-schiedenis ook belangstelling heeft voor de staat van het werk kan via de reeks restau-ratie- en conservatiedossiers verder zoeken. In het collec-tiebeheerssysteem wordt elke ingreep (restauratie of con-servatie) of onderzoek (bijv. x-ray) ingevoerd. Wanneer in het archief een schriftelijk verslag van een ingreep aan-wezig is, wordt eveneens een verwijzing naar dat dossier toegevoegd. In het geval van

De Oestereetser merken we dat er verschillende behande-lingen zijn uitgevoerd. Van een restauratie uitgevoerd in 1955 is het volledige dossier in het archief aanwezig.

Ten slotte zijn er in het KMSKA-archief nog verschil-lende soorten bronnen die meer kunnen vertellen over de exacte levensloop van het kunstwerk, zowel binnen als buiten het museum. Zo zijn er bijvoorbeeld de uitgaande bruikleendossiers, waarin we terugvinden in welke musea het werk ooit werd tentoon-gesteld. Deze gegevens zijn vanaf midden jaren negen-tig geregistreerd in TMS. De Oestereetser is vanaf 1995 zeventien keer uitgeleend aan diverse musea. Ook kunnen de tentoonstellingsdossiers worden ingekeken. Zij bevat-ten bijvoorbeeld nog oude foto’s van werken, verzeke-ringswaarde, promotiemateri-aal, oude catalogusnotities en dergelijke meer.

Naast het archief van de instelling beschikt het KMSKA ook nog over enkele kleine privéarchieven. Ze werden geschonken of aangekocht als aanvulling bij de collec-tie. Een daarvan is een stuk Ensorarchief, dat bestaat uit een groot deel brieven, post-kaarten, manuscripten, foto’s en zelfs oude verftubes. In die bronnen vinden we ook verwijzingen naar het kunst-werk. Zo is er bijv. een hand-geschreven inventaris van Ensor zelf, daterend uit 1907. In deze inventaris noteerde Ensor per jaar welke werken hij had gemaakt en aan wie hij ze had verkocht. Op de pagina van 1882 vinden we de Mangeuse d’huitres terug. Dat Ensorarchief vormde de basis voor de tentoonstel-ling ‘Ensor ontmaskerd’, die in 2010 plaatsvond in het ING Cultuurcentrum in Brussel. Er wordt ook naar verwezen in het Online Ensormuseum. Deze website van de Vlaamse Kunstcollectie brengt alle wer-ken, documentatie, boeken en archiefmateriaal van en over

deze kunstenaar in Vlaamse collecties samen.

ARCHIEF EN EDUCATIEVE DIENST: EEN INSPIRERENDE SAMENwERKINg  De archivalische context rond een kunstwerk kan ook andere museumafdelingen inspireren. In samenwerking met Nathalie Vandriessche, die de opleiding museumgids volgde, ontwik-kelde de educatieve dienst van het MSKG een nieuw type actieve rondleiding voor jon-geren. ‘Museum opgelicht’ is een opwindende en mee-slepende museumbelevenis, waarbij jongeren in de huid van een museummedewerker, een rechercheur of een jour-nalist kruipen en een mogelijk scenario bedenken. Het muse-umarchief reikt hier informatie

aan, die de basis kan zijn voor boeiende fictie.

Een van de werken met een interessante verhaallijn is ongetwijfeld Het portret van een kleptomaan van Théodore Géricault. Het schilderij werd in 1908 in Parijs aangekocht door de Vrienden van het Museum. Het archief van de Vriendenvereniging, dat sinds haar stichting in 1898 tot doel heeft de werking van het MSKG te steunen, werd beschreven en geïnventari-seerd en wordt bewaard in het archief van het MSK. Voor het topwerk van Géricault betaalden de Vrienden in 1908 1055,10 Franse frank op de veiling Chéramy in Parijs — een eerder matige prijs. Het behoort tot een reeks van tien portretten van krankzinnige

Plan verlichting (dwarsdoorsnede) museumzaal, Instellingsarchief, Inrichting-meubilair, 1949.

META 2012 | 2 | 21

artikel

Page 24: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

bewoners van het Hôpital de la Salpétière in Parijs, waar-van er vijf bewaard zijn geble-ven. Opdrachtgever voor deze serie was wellicht de psychia-ter Etienne-Jean Georget, een van de grondleggers van de sociale psychiatrie. Aangezien het werk in de veilingcatalo-gus omschreven was als ‘por­trait d’un fou assassin’ bleek de belangstelling voor dit werk op de Parijse veiling min-der groot. In het aankoopdos-sier bevinden zich authentieke stukken zoals het borderel van toewijs, het ontvangstbewijs ondertekend door voorzitter Scribe, de transportbrief, als-ook de briefwisseling tussen Georges Hulin de Loo, lid van de aankoopcommissie, en de penningmeester van de ver-eniging, Joseph Casier.

KEURIg gEPRESENTEERDMuseumarchieven kunnen ook cultuurhistorisch gezien waardevol zijn. In het MSKG leverden het administratieve en technische archief van de instelling het belangrijkste bronnenmateriaal voor een bachelorpaper over de pre-sentatie van de collectie in de periode 1945-1975. Marie De Witte, studente kunstweten-schappen aan de VUB, focuste op alle elementen van de vaste museumopstelling zoals kleur, verlichting, vitrines, lijsten, vloeren, meubilair, bijschrif-ten, panelen en plaatsing van de kunstwerken in de muse-umzalen. De belangrijkste bronnen voor dat onderzoek

waren de verslagen van de museumcommissie, het per-soonlijk archief van de con-servatoren, het technisch archief met dossiers betref-fende het onderhoud van het gebouw en de renovatiewer-ken, alsook het rijke maar nog niet ontsloten foto- en plan-nenarchief van het museum. De onderzoeksresultaten wer-den vergeleken en gekaderd in internationale vakliteratuur en getoetst aan de algemene museologische tendensen in het werkveld in deze periode. Een van de belangrijkste rea-lisaties uit de naoorlogse peri-ode was de vernieuwing van de verlichting van de muse-umzalen. Het MSKG was een van de eerste instellingen die een verlichting naar de modernste normen van die tijd realiseerde. Er werd geop-teerd voor Thermolux. Deze nieuwe hoogwaardige glas-soort beschermde de kunst-werken tegen ultraviolet- en infraroodstralen en had ook een goede isolerende waarde. Tussen de bedaking en de lichtkoepels werden lichtar-maturen met tl-buizen aan-gebracht. Het artificiële licht benaderde in grote mate het gewone daglicht. Het museum en zijn conservator kregen hiermee ruime internationale belangstelling. Deze realisatie haalde in april 1955 zelfs de voorpagina van het Bulletin bimestriel van de Union des Exploitations Electriques en Belgique. Hoe deze vernieu-wing tot stand kwam, lezen we in de vele verslagen van

de museumcommissie en in het lijvige verlichtingsdos-sier. Dat omvat briefwisse-ling met het studiebureau van de firma Philips en met het bestuur, allerlei product-informatie, plannen en schet-sen. Er is zelfs informatie over

‘l’éclairage des musées d’art moderne’, in casu het gloed-nieuwe Palais de Chaillot in Parijs.

TENTOONSTEllINgS­ARCHIEVEN: EEN INTERESSANTE REEKSEen van de belangrijkste museale functies is het orga-niseren van tentoonstellingen. Het onderscheid kan worden gemaakt tussen vaste ten-toonstellingen, met objec-ten uit de eigen collectie, en tijdelijke tentoonstellingen, waarbij veel bruiklenen wor-den gepresenteerd. Eigen aan tijdelijke tentoonstellin-gen zijn de specifieke loca-tie, de welbepaalde tijdsduur en de welomschreven thema-tische inhoud. Tijdelijke ten-toonstellingen genereren een specifieke werking waarbij de curator en zijn team de lijnen uitzetten en ondersteunend wetenschappelijk onderzoek verrichten. Kunstvoorwerpen worden geselecteerd en ont-leend in andere instellingen in binnen- en buitenland. Verzekering en transport wor-den geregeld. De architect van de tentoonstelling ont-werpt een gepaste scenogra-fie: decors, vitrines en sokkels. De publiekswerking en -wer-ving worden uitgetekend, een aparte educatieve werking wordt uitgewerkt, marketing wordt ontwikkeld, communi-catieplannen worden uitge-schreven. Randactiviteiten, al dan niet in samenwerking met externe partners, worden bekeken en geprogrammeerd. Het evenement speelt onmis-kenbaar in op de toeristische en economische sector van de regio.

Hoewel alle aspecten van de museale werking samenval-len bij de voorbereiding van zo’n tijdelijke tentoonstelling wordt een tentoonstelling

“EEN GESCHOOLD ARCHIVARIS EN EENDUIDIGE RICHTLIJNEN WAREN EN ZIJN EEN NOODZAAK OM TOT EEN VOLWAARDIG ARCHIEFBELEID TE KOMEN”

binnen de algemene muse-umwerking in de drie VKC-partnermusea gezien als een afzonderlijk opzet. Dat zorgt voor een specifieke archi-vering met archiefbestan-den over tentoonstellingen van zeer uiteenlopende aard, gaande van grote publieks-trekkers met vele tientallen archiefdozen tot kleinscha-lige initiatieven. Stuk voor stuk zijn ze zeer typerend voor de tijdsgeest waarbinnen ze wer-den opgezet. Net als bij ieder archief heeft het tentoonstel-lingsarchief slechts waarde in de mate dat het degelijk wordt samengebracht, gestructu-reerd en ontsloten.

Bij de Musea Brugge wer-den tussen de jaren 1960-2000 heel wat belangrijke tentoonstellingen georgani-seerd: ‘Het Gulden Vlies’ in 1962, ‘Anonieme Vlaamse Primitieven’ in 1969, ‘Pieter Pourbus’ in 1984, ‘Hans Memling’ in 1994, ‘Van Memling tot Pourbus’ in 1998,… In deze periode, waarin zowat alles nog met papier en type-machine werd vastgelegd, werd de archivering rond elke tentoonstelling vrij goed ver-richt. Een centraal museum-secretariaat nam die taak op zich en conservatoren konden dit met een gerust gemoed aan hen toevertrouwen.

Na 2000, toen de digitalise-ring zijn intrede deed, werd er minder op papier vastgelegd. Er was een grote toestroom van universitair geschoolden, die elk hun eigen administra-tie uitbouwden. Dat leidde tot onduidelijkheid rond museale archiefvorming, wat op dat moment geen prioriteit was binnen de museumwerking. Vanuit de afdeling Collectie en Documentatie (behoud en beheer) werd de aan-zet gegeven tot overleg. Een ge cen tra liseerde archief ruim te, neerlegging door iedere museum entiteit en verwer-king van het materiaal waren de eerste noodzakelijke stap-pen. Een andere uitdaging zat hem in het bewaren van de documenten. Conservatoren

artikel

22 | META 2012 | 2

Page 25: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

IJzerweglaan 48 I 9050 Gent [email protected] I www.aquaterra.beT +32 (0)9 230 55 15 I F +32 (0)9 230 21 10

SCANNEN - GEOREFEREREN EN DIGITALISEREN VAN OUDE KAARTEN

zijn immers geen archivaris-sen. Al wie bij de museale werking betrokken is, bewaart de documenten op zijn eigen manier en zonder richtlijnen. Een geschoold archivaris en eenduidige richtlijnen waren en zijn dus een noodzaak om tot een volwaardig archiefbe-leid binnen de Brugse musea te komen.

Om een beeld te schetsen van de veelzijdigheid van een ten-toonstellingarchief bekijken we de archiefvorming naar aanleiding van de tentoonstel-ling ‘Het Gulden Vlies’ uit de zomermaanden van 1962. Het was een tentoonstelling met een internationale uitstraling, met een catalogus op 30.000 exemplaren en maar liefst 348 tentoongestelde objecten. De voorbereiding startte pas in 1960. Op zeer korte tijd diende dus zeer veel werk te worden verricht.

Het goed bijgehouden en geordend archief van de ten-toonstelling omvat negen dozen. In iedere doos zitten mappen waarin de documen-ten per categorie opgeborgen zijn. De documenten per cate-gorie zijn zelf wel niet geor-dend, met uitzondering van de categorie ‘bruiklenen’, die op zich reeds drie dozen omvat. Er zijn in totaal zeventien categorieën afgebakend, met onder meer de officiële nota’s met het stadsbestuur, begro-ting, patronage en comités (relaties met de Orde van het Gulden Vlies en de konings-huizen), publiciteit en pers, lijsten van kunstwerken, aller-hande drukwerk en catalogi, montage en materiële uitrus-ting (minimaal in vergelijking met wat vandaag gebeurt) en enkele ogenschijnlijk minder belangrijke mappen met o.a. het aanschaffen van minifo-nes. Voor de huidige mede-werkers zijn de dossiers in verband met de tentoonge-stelde en ontleende kunstwer-ken uiteraard het belangrijkst. Men komt er de eigenaar van het werk, de geschatte verze-keringswaarde, een beschrij-ving van de toestand van het

kunstwerk, bibliografische en andere informatie van diverse aard op het spoor.

Dergelijk archief schetst ook een beeld van de toenmalige tijdsgeest. Zo zou het netwerk van de toenmalige hoofdcon-servator dr. Aquilin Janssens de Bisthoven tegenwoordig niet misstaan. En het stadsbe-stuur volgde de werkzaamhe-den wel heel nauwgezet op de voet. Dat blijkt uit de intense verslaggeving. De bruikleen-aanvragen werden dan weer op zeer korte termijn geho-noreerd (in mei-juni 1962 was men nog volop bezig met de bruikleenaanvragen, terwijl de opening medio juli van het-zelfde jaar was). Er was een onevenredig grote aandacht voor details, zoals bijv. voor de kledij van de onthaaldames. Zelfs de dubbels van de toe-gangsbewijzen voor speciale gasten werden bijgehouden, net als de briefwisseling i.v.m. de cafetaria of de antwoord-kaarten van de genodigden. Op die wijze is de openings-receptie tot in de details gedo-cumenteerd.

STAPPEN VOOR DE TOEKOMSTDe partnermusea van de Vlaamse Kunstcollectie, het KMSKA, het MSKG en het Groeningemuseum, zetten elk op hun eigen wijze belangrijke stappen naar een volwaar-dige archiefwerking. Er wordt lang niet alleen meer ingezet op het documenteren van de kunstwerken. Naast het juri-dische en administratieve nut van een goede archiefvorming, krijgen museumarchieven ook een interessant cultuurhisto-risch kwaliteitslabel toebe-deeld, dat studenten, onder-zoekers en het brede publiek weten te waarderen.

Bij de verdere professionali-sering dient nu vooral proac-tief te worden gewerkt. Dat wordt overduidelijk bij het digitaal archiveren. Van bij de creatie moet aandacht worden besteed aan het digitaal klas-sement. Dat maakt het structu-reren van de digitale dossiers

en het ordenen van de digitale documenten mogelijk. Als het digitaal klassement bovendien via eenzelfde structuur of door een gemeenschappelijke dos-sier- of registratiecode aan het papieren klassement kan worden gekoppeld, worden dossiers en documenten in beide archieven makkelijker opspoorbaar en bruikbaar, ook voor derden.

Bij acquisitie van archieven moet de museale benadering, waarbij men vooral focust op specifieke documenten met sleutelwaarde, ingeruild wor-den voor een benadering waarbij men de kunstenaars-archieven maximaal samen houdt. Waarschijnlijk dringt zich hier samenwerking op met erkende archieven.

Ten slotte moet het ook de betrachting zijn om op termijn

een soort semantisch web te ontwikkelen. Een eerste ontsluiting van de museale archiefbronnen gebeurt nu via de beheerssystemen TMS en Adlib, in eerste instantie ont-worpen om de kunstcollectie te beschrijven. Het inschake-len van volwaardige archief-beheerssystemen moet ver-dere stappen mogelijk maken, waarbij op termijn linken kun-nen worden gelegd, zowel met de collectiebeheersyste-men als met bestanden uit de catalogi van de museumbiblio-theken.

Op al deze terreinen kan de Vlaamse Kunstcollectie een eerste platform zijn voor over-leg en het uitwerken van best practices.

artikel

META 2012 | 2 | 23

Page 26: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

Studiereis Nederland 13 - 15 december 2012❶ DOK Delft, ➋ OB Amsterdam, ➌ OB Heerhugowaard, ➍ OB Veenendaal, ➎ Stationsbibliotheek Haarlem.Foto’s: Bruno Vermeeren..

❶ ❷

➌ ➌

➍ ➍

signalement

24 | META 2012 | 2

Page 27: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

Studiereis Nederland 13 - 15 december 2012Lees het verslag van deze studiereis op p. 40.

signalement

META 2012 | 2 | 25

Page 28: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

“Hart en passie liggen bij jeugdliteratuur en leesbevordering.”

Vakgroep Jeugdbibliothecarissen

De vakgroep Jeugdbibliothecarissen behoort tot de sectie Openbare Bibliotheken van de VVBAD. De vakgroep biedt de jeugdbibliotheekmedewerkers een ontmoetingsplaats evenals een platform voor uitwisseling en afstemming van initiatieven, ideeën en behoeften op het domein van het jeugdbibliotheekwerk. Leen De Launoit staat META te woord.

wanneer werd de vakgroep Jeugd opge­richt? In 1966 is de toenmalige subsectie Jeugdbibliotheekwerk van start gegaan onder leiding van Conny Devos-Van Hoof.

welke opdracht kreeg de vakgroep mee en hoe vullen jullie die in? Naast de grote pijlers in onze werking, zoals belangenbehartiging en deskun-digheidsbevordering, wil de vakgroep jeugdbibliothecarissen ook een platform creëren om ideeën en behoeften van jeugdmedewerkers uit te wisselen. Als tegengewicht voor de opmars van marke-ting en management in de bibliotheekwe-reld wil de werkgroep blijvend de nadruk leggen op het bevorderen van leesplezier en de promotie van jeugdliteratuur. De jeugdbibliotheek als vrijplaats waar het kind zich nog mag verliezen in verhalen en beelden, in fantasie en creativiteit.

Op welke verwezenlijkingen zijn jullie trots? Met veel plezier kijken we terug op de studiereis naar Bologna in 2005, waar onze Vlaamse Illustratoren centraal ston-den. Ook op de boekentips die we decen-nialang trouw hebben meegegeven via de folder Boeken om cadeau te geven en later via het digitale kanaal Bibkids zijn we trots.

welke ambities willen jullie als team nog graag verwezenlijken? Wij willen alert blijven voor de nood aan ondersteuning in zeer concrete werksi-tuaties, bijv. op studiedagen werkvor-men vanuit de praktijk blijven aanbieden of door middel van studiereizen over de eigen muren heen doen kijken. Daarnaast willen we ook een platform zijn dat inno-vaties en tendensen in de bibliotheekwe-reld, het onderwijs, de jongerencultuur enz. blootlegt en discussies genereert.

wat maakt jullie team zo uniek?Het unieke aan de werking van de

vakgroep Jeugdbibliothecarissen is dat er geen vastomlijnde agenda bestaat. Ook worden wij niet bepaald door de agenda van de VVBAD. Er is geen enkele druk om een bepaalde visie over te nemen. Van het VVBAD-secretariaat krijgen we een neutrale, logistieke ondersteuning in ons communiceren naar de jeugdmedewer-kers. De leden van de vakgroep bepalen zelf het vergaderritme en bekijken zelf in hoeverre ze een bijdrage kunnen leveren.

Wat we vanuit de werkgroep belangrijk vinden is dat hart en passie bij jeugdlite-ratuur en leesbevordering liggen. In tijden waarin games, internet en sociale media hoog scoren in de vrijetijdsbesteding bewaken wij de kerntaak van de jeugd-bibliothecaris. Binnen de veranderende leesomgeving zoeken wij naar eigentijdse manieren om dat te doen. Dat vereist een zekere alertheid bij de leden van de vak-groep.

Daarnaast moet er flexibiliteit zijn bij de leden om los te komen van het directe effect op het eigen werk. Deel uitmaken van deze vakgroep betekent bereid zijn om de bredere context te zien en zich daarvoor te engageren.

De verschillen in de concrete werksituatie (bibliotheek, leesbevorderende organisa-tie,…) verbreden ons perspectief en ver-rijken onze gemeenschappelijke aanpak. Leden van de vakgroep nemen graag deel aan dit groepsproces.

Typerend voor jeugdbibliothecarissen is dat wij voeling hebben met het con-crete werkveld; we werken met boeken én met kinderen, zijn niet bang om van achter onze balie te komen en zijn al eens te vinden in een voorleeshoek of crea-ruimte. Leden van de vakgroep moeten dus de brug kunnen slaan tussen theorie en praktijk. (Rl)

> http://www.vvbad.be/vJB

“IN TIJDEN WAARIN GAMES, INTERNET EN SOCIALE MEDIA HOOG SCOREN IN DE VRIJETIJDSBESTEDING BEWAKEN WIJ DE KERNTAAK VAN DE JEUGDBIBLIOTHECARIS.”

Rechtstaand v.l.n.r. Lut Belaen, Rosa Godefroid, Leen De Launoit, Simone Janssens en Erika Gebruers.Gehurkt v.l.n.r. An Steppe en Ria Swinnen.

26 | META 2012 | 2

etalage

Page 29: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

hedwig van den Bossche is als biblio-

thecaris van de Openbare Bibliotheek

van Gent verantwoordelijk voor het per-

soneel en de financiën. De grootste uit-

daging momenteel in haar bibliotheek is

de voorbereiding van de nieuwe bib aan

de Waalse Krook, waarvan de opening

gepland is in 2015. Hedwig is lid van de

sectie Openbare Bibliotheken en van de

Raad van Bestuur van de VVBAD. Vanaf

2012 volgt Hedwig Simone de Landtsheer

op als penningmeester van de vereniging.

“DE VLAAMSE BIBLIOTHECARISSEN ZULLEN DE ONDERSTEUNING VAN DE VVBAD HEEL GOED KUNNEN GEBRUIKEN OM HUN POSITIE TE VRIJWAREN EN TE VERSTERKEN.”

Hedwig Van den bossche:

“De vernieuwing moet voortgezet worden”wat was je motivatie om lid te worden? Na een opleiding Germaanse Filologie begon ik mijn loopbaan als hulpbibliothe-caris in een kleine openbare bibliotheek. Omdat er daar weinig doorgroeimoge-lijkheden waren solliciteerde ik in 1980 in de Stedelijke Openbare Bibliotheek van Gent, waar ik ingewijd werd in het biblio-theekvak door Frans Heymans, die toen VVBAD-voorzitter was. In die periode heb ik beslist om mijn loopbaan uit te bouwen in de sector van de openbare bibliothe-ken en daar hoorde vanzelfsprekend ook het lidmaatschap van onze beroepsver-eniging bij. In de beginjaren nam ik regel-matig deel aan studiedagen, en volgde ik de vakliteratuur via het tijdschrift.

Aan welke momenten en verwezenlijkin­gen denk je graag terug?Ik was enkele jaren redactielid van Bibliotheek­ & archiefgids en werkte mee aan de uitgaven Nu van hoogerhand: 75 jaar VVBAD en het boek Bibliotheken bouwen in Vlaanderen. Daarnaast was ik actief in verschillende werkgroe-pen (werkgroep Personeel, werkgroep Competentieprofielen, werkgroep Informatie aan Zee, …) en ben ik momen-teel lid van de Raad van Bestuur en van het sectiebestuur Openbare Bibliotheken. Aan al deze activiteiten denk ik graag terug, omdat ze mij de gelegenheid boden en nog steeds bieden om in con-tact te komen met collega’s en om op de hoogte te blijven van de evoluties in het werkveld.

Op de Algemene ledenvergadering van 16 september 2011 werd je unaniem ver­kozen tot nieuwe penningmeester van de vereniging. Hoe ervaar je dit nieuwe engagement?Ik ben natuurlijk zeer vereerd dat ik Simone mag opvolgen, want dat de ver-eniging financieel gezond is, is voor een groot deel haar verdienste. Ik ben me nu volop aan het inwerken in de nieuwe func-tie en ik ben ervan overtuigd dat het een boeiende uitdaging wordt.

wat haal je voor jezelf uit je lidmaatschap, zowel persoonlijk als professioneel?De mooiste momenten vond ik de deelname aan heel wat binnen- en

buitenlandse congressen en studierei-zen, omdat je daar collega’s uit andere sectoren ontmoet op een ongedwongen manier en uit die spontane contacten kunnen mooie vriendschappen ontstaan, die een verrijking betekenen op professi-oneel en persoonlijk vlak.

wat zou je in de toekomst nog graag wil­len doen binnen de vereniging?Meewerken aan de verdere uitbouw van de VVBAD tot een actieve en financieel gezonde vereniging en mee opvolgen van de competentieprofielen voor biblio-theekpersoneel, …

Hoe hoop je dat de vereniging zelf zal evolueren in de toekomst? Ik hoop dat de vereniging in de toe-komst nieuwe jonge leden kan aantrekken en dat een aantal onder hen zullen uit-groeien tot actieve leden. Het is belang-rijk dat de vernieuwing die nu ingezet is (nieuw tijdschrift, nieuwe website, nieuwe jonge personeelsleden op het secreta-riaat) voortgezet wordt en dat we ver-der bouwen op dit elan. Ik hoop ook dat de VVBAD zal kunnen blijven wegen op het beleid en haar rol als belangenbe-hartiger zal blijven spelen, samen met de andere actoren in het werkveld. Het nieuwe decreet Lokaal Cultuurbeleid legt de gemeenten heel weinig verplichtingen op inzake openbare bibliotheken, en dus zullen de Vlaamse bibliothecarissen de ondersteuning van de VVBAD heel goed kunnen gebruiken om hun positie te vrij-waren en te versterken. Indien nodig kun-nen we het Actiecomité SOS Openbare Bibliotheken dat in de jaren tachtig actie voerde tegen de besparingen in de sector nieuw leven inblazen.

META 2012 | 2 | 27

inzet

Page 30: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

wat is de opdracht van het Vlaams Informatiepunt Jeugd (VIP Jeugd)? Met welk doel werd het opgericht? VIP Jeugd werd in 2006 opgericht om werk te maken van een jeugdinforma-tiebeleid in Vlaanderen. We bouwen een netwerk uit van mensen en organisaties die informatie verstrekken aan kinde-ren, tieners en jongeren. We ondersteu-nen hen op allerlei manieren: we verza-melen kennis over het informatieaanbod en delen die, we realiseren en versprei-den zelf jeugdinformatieproducten zoals Jongerengids.be, infofolders en infozui-len. VIP Jeugd wil ook de samenwer-king binnen de jeugdsector bevorderen, zodat organisaties inzichten en kennis met elkaar delen. Ten slotte bieden we vorming en opleiding aan.

wat is een Jongereninformatiepunt?Een Jongereninformatiepunt (JIP) situ-eert zich binnen een dienst of organi-satie. Een JIP is laagdrempelig en heeft een bijzondere focus op jeugdinformatie. Jongeren kunnen in een JIP terecht bij een medewerker om kwaliteitsvolle infor-matie te krijgen. Elke dienst of organisatie die gericht is op jongeren en aandacht heeft voor goede informatie kan zich met andere woorden kandidaat stellen om een JIP te worden.

Op dit moment bestaan er 61 JIP’s in Vlaanderen. VIP Jeugd biedt deze JIP’s een aantal voordelen aan, zoals korting op informatieproducten, op vormingen, op de aankoop van informatieve spelen, enzovoort. In ruil verlangt VIP Jeugd dat het JIP laagdrempelig werkt en kwaliteits-volle informatie aanbiedt. In het netwerk kunnen JIP’s van mekaar leren hoe jeugd-informatie kwaliteitsvol te verspreiden.

Natuurlijk hebben niet alle JIP’s dezelfde werking. Uit een onderzoek van VIP Jeugd blijkt dat JIP’s in bepaalde dimensies ster-ker kunnen zijn dan in andere. Een JIP met

‘een breed gamma voor een breed publiek’ biedt informatie over een groot aantal thema’s, en dat aan zoveel mogelijk jon-geren. Een JIP dat zich sterk richt op ‘inle-ven in de klant’ wil de beschikbare infor-matie graag vertalen naar de specifieke vraag van de jongere. Een JIP dat belang

hecht aan het ‘opbouwen van een ver-trouwensband’ zal de band met de jon-gere zorgvuldig opbouwen en trachten te behouden.

Naast die drie dimensies blijkt dat alle JIP’s aandacht hebben voor de dimensie ‘permanent verbeteren’. Dat wil zeggen dat ze allemaal aandacht besteden aan vorming voor hun medewerkers en het actualiseren van het informatieaanbod. VIP Jeugd pleit ervoor dat het JIP zich bewust is van de sterke kanten die het heeft. Die sterke kanten hangen samen met de dimensie waarop het JIP sterk scoort. Iedere vogel zingt zoals hij gebekt is, en dat is maar goed ook.

welke evoluties zien jullie bij jongeren en hun informatiebehoeften? We merken dat steeds meer jongeren vra-gen stellen via nieuwe media (chat, e-mail, contactformulier, …). Dat is vermoedelijk omdat de vragensteller via die kanalen anoniem blijft. Daarnaast zijn deze kana-len laagdrempelig om informatie aan te vragen. Maar er blijft bij jongeren wel een grote behoefte bestaan om face to face-contact te hebben met een informatie-verstrekker.

Zowel bij nieuwe media als bij face to facecontact wil de jongere graag een antwoord op maat. Er is immers een gigantische hoeveelheid aan informatie beschikbaar. Maar welke informatie is betrouwbaar en degelijk? Daarvoor kan de jongere steeds een beroep doen op de informatieverstrekker. Die helpt de jon-gere om goede informatie te leren zoeken en om de gevonden informatie kritisch te beoordelen.

Sommige informatiebehoeften of the-ma’s waarover vragen worden gesteld blijven door de jaren heen populair bij jongeren. Zo zijn ‘seksualiteit en relaties’ en ‘identiteit’ hot topics: “Wanneer ben ik verliefd?”, “Hoe vertel ik thuis dat ik homo ben?”, enz. Daarnaast zijn er vra-gen over thema’s die samenhangen met nieuwe maatschappelijke tendensen: “Bij wie mag of moet ik wonen als mijn ouders scheiden?” is een vraag die vroeger niet of minder gesteld werd. Het blijft wel

VIP Jeugd, een netwerk voor jongereninformatieStafmedewerker Peter Verdonck aan het woord

“DE JONGERE WIL GRAAG EEN ANTWOORD OP MAAT. ER IS IMMERS EEN GIGANTISCHE HOEVEELHEID AAN INFORMATIE BESCHIKBAAR. MAAR WELKE INFORMATIE IS BETROUWBAAR EN DEGELIJK?”

Er blijft bij jongeren een grote behoefte bestaan om face to facecontact te hebben met een informatieverstrekker.

28 | META 2012 | 2

over de schutting

Page 31: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

belangrijk om op zoek te gaan naar een persoonlijk antwoord op elke vraag naar informatie van een jongere.

wat kan de bAD­sector voor jullie bete­kenen? En andersom, wat kan de bAD­sector van jullie nog leren?Een bibliotheek is een fysieke plaats waar jongeren passeren of blijven hangen, soms in meer betekenissen van het woord. In die zin zijn het plaatsen waar jongeren op informatie kunnen stoten. Daarom is het niet verwonderlijk dat er JIP’s bestaan die zich situeren in een bibliotheek, zoals in Kapelle-op-den-Bos en Bornem. In beide gemeenten is de bibliotheek erkend als JIP. Ze hebben in de bibliotheek een hoekje waar jongeren terechtkunnen. Om te zitten, om een boek te lezen, om informatieve folders vast te nemen. Dit hoekje werd bewust apart gemaakt in de bibliotheek. In Kapelle-op-den-Bos ligt het zelfs achteraan, zodat jongeren privé kunnen zitten. De informatieve folders in het hoekje worden uitgestald in een info-zuil. In Bornem staan er ook computers waarop jongeren iets kunnen opzoeken. Beide bibliotheken hebben met andere woorden een plek voorzien waar jongeren terechtkunnen voor informatie.

In beide voorbeelden is het fysieke JIP gevestigd in de bibliotheek zelf. Het sterke punt van die aanpak is dat jonge-ren vrije toegang hebben, niet alleen tot de boeken maar evengoed tot folders over relaties, drugs, schoollopen, … Op die manier kunnen ze in het jongerenhoekje relevante, correcte informatie terugvin-den. Het nadeel is dat bibliotheekme-dewerkers niet altijd de tijd of de scho-ling hebben om een jongere te helpen bij het zoeken naar een antwoord op een bepaalde vraag.

Daarom pleit VIP Jeugd voor het aanstu-ren van het JIP, vanuit de jeugddienst of het Jongeren Advies Centrum (JAC) van de gemeente zelf. Dat gebeurt nu reeds in beide voornoemde gemeenten. De jeugddienst neemt de taak op zich om de folders regelmatig aan te vullen, om jongeren eventueel door te verwijzen, enz. Op die manier kunnen jongeren terecht in de bibliotheek voor informatie, maar

“HET STERKE PUNT VAN DIE AANPAK IS DAT JONGEREN VRIJE TOEGANG HEBBEN, NIET ALLEEN TOT DE BOEKEN MAAR OOK TOT FOLDERS OVER RELATIES, DRUGS, SCHOOLLOPEN, …”

blijft de jeugddienst of het JAC een regis-seursrol behouden bij het uitvoeren van het jeugdinformatiebeleid in de betref-fende gemeente. Op die manier wordt het lokaal netwerk aangestuurd en krijgt het beter vorm op het terrein zelf. VIP Jeugd wil trachten om in de toekomst deze samenwerking lokaal meer kracht te geven, in overleg met de BAD-sector.

> http://www.vipjeugd.be/jips

> meer informatie: [email protected] of

02 289 06 33.

Het JIP in de bibliotheek van Bornem.

META 2012 | 2 | 29

over de schutting

Page 32: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

DE bIblIOTHEEK: EEN RIJKE OMgEVINgKinderen en jongeren, maar ook ande-ren, komen in de bibliotheek om speel-goed te ontlenen, informatie op te zoeken, strips en boeken te ontlenen, op internet te surfen, in een rustige omgeving te leren, … Vijf grote noemers beschrijven de opdracht van bibliotheken: cultuur, infor-matie en kennis, educatie (en levenslang leren), ontmoeting en ontspanning. Het is niet meer dan logisch dat ook biblio-theken deel uitmaken van het samenwer-kingsverband Brede School.

IN DE PRAKTIJKIn een Brede School levert het samen-werkingsverband een win-winsituatie op voor alle partners. Vanuit verschillende invalshoeken werken organisaties, met hun eigen accenten, aan het maximalise-ren van ontwikkelingskansen.

VERBREDEN VAN AANBODDit betekent het aanbieden van nieuwe contexten, het toegankelijker maken van het aanbod en het openstellen en herin-richten van infrastructuur.

Els Schneiders, bibliotheekmedewerker Evergem (Verley, 2011): “Scholen zijn voor veel kinderen de toegangspoort tot de bibliotheek. Verder hoop ik dat scholen inzien dat een bibliotheek meer te bie-den heeft dan het uitlenen van boeken. En dat je kinderen en jongeren op tal van manieren tot lezen en leren kan krijgen én dat lezen en leren op diverse manieren kan ingevuld worden. In onze bib beschik-ken we over een polyvalente ruimte. Ik heb niet liever dan dat deze ruimte actief benut wordt. Zo hebben we al eens een keramist gehad die met de kinderen aan de slag is gegaan, een mama van de

Bib en Brede School

school heeft samen met een groep kleu-ters gewerkt rond Kandinsky, een jonge-tje met schilderstalent heeft een tentoon-stelling georganiseerd met portretten van mensen uit Sleidinge.”

VERSTERKEN BREDE LEER- EN LEEFOMGEVINGVersterken kan door het wegwerken van barrières, door anderen in de omgeving van kinderen en jongeren te ondersteunen en competenter te maken. Een samenwer-kingsverband wil de taalontwikkeling van de kinderen in de wijk stimuleren. Ze rich-ten een kinderbibliotheek op in de wijk en organiseren vertelnamiddagen voor kinderen en hun ouders. Aansluitend zijn er workshops voor ouders over boeken en worden er met ouders samen vertel-tassen gemaakt.

In een andere Brede School leren leer-krachten van het kleuteronderwijs en de eerste graad van het basisonderwijs wer-ken met de vertelplaten van de kamishibai. Verschillende verhalen voor dit vertelthe-ater kunnen in de bib ontleend worden.

STIMULEREN VAN BREED LERENBreed leren is leren in een complexe samenhang, op een actieve en interactieve manier én in een betekenisvolle context. Hierbij ligt het accent op het verhogen van de kwaliteit en de aard van de leerproces-sen binnen activiteiten voor kinderen en

jongeren. Het is op dit vlak dat het binnen-schools en buitenschools leren met elkaar verbonden kunnen worden.

Een Brede School bestaande uit een aan-tal buurtscholen en buurtpartners orga-niseert al vier jaar na elkaar een vertel-festival voor de kinderen van de school en voor buurtbewoners. Het derde jaar namen de vier scholen grotendeels zelf de organisatie in handen: geïnteresseerde leerkrachten van verschillende scholen werkten samen en gingen bij elkaar op school vertellen. Ook kinderen waren actiever betrokken: de kinderen van de ene school gingen vertellen voor kinde-ren van een andere school. De bibliotheek gaf de opgedane expertise door aan een andere buurtbib in de stad.

Bibliografie

• Joos, A. & Ernalsteen,V. (2010). Wat is een Brede

School? Een referentiekader. Steunpunt Diversiteit

en Leren: Gent.

• Ernalsteen, V. & Joos, A. (2011). Wat doet een

Brede School? Werken aan een brede leer- en

leefomgeving. Steunpunt Diversiteit en Leren:

Gent.

• Verley, V. (2011). Piep in de bib, interview met Els

Schneiders (bibliotheek Evergem) door Vicky

Verley. Nieuwsbrief Steunpunt Diversiteit & Leren –

september 2011.

lia blaton, Steunpunt Diversiteit en leren

Een Brede School is een samenwerkingsverband tus-sen verschillende sectoren, waaronder één of meerdere scholen. Verschillende orga-nisaties bundelen de krach-ten om de ontwikkelingskan-sen van kinderen en jongeren te maximaliseren. Dat doen ze via het creëren van een brede leer- en leefomgeving in de vrije tijd en op school.

Het is niet meer dan logisch dat ook bibliotheken deel uitmaken van het samenwerkingsverband Brede School.

30 | META 2012 | 2

trend

Page 33: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

Dat is het percentage van het totale aan-tal activiteiten georganiseerd door de Vormingplus-centra dat gericht is op het vergroten van de digitale geletterdheid van de Vlaming. Vormingplus definieert ‘digitale geletterdheid’ als “het kunnen gebruiken van digitale technologieën, communicatiemiddelen en/of netwerken om toegang te hebben tot het managen van, het integreren en evalueren van en het zelf creëren van informatie om te kunnen functioneren in de kennismaat-schappij.”

De Vormingplus-centra of volkshogescho-len zijn regionale vormingsinstellingen onder de auspiciën van het Agentschap Sociaal-Cultureel Werk. Er zijn dertien centra in Vlaanderen en Brussel, die elk eigen accenten leggen in hun werking.

Heel wat bibliotheken werken samen met Vormingplus voor vormings- of culturele activiteiten. Zo organiseren zeven biblio-theken uit de regio’s Hageland en Leuven in samenwerking met Vormingplus Oost-Brabant het project Mobiele Internetklas (MIK), waarin de MIK afwisselend de zeven bibliotheken bezoekt en volwasse-nen met behulp van twaalf laptops com-putergebruik bijbrengt. Maar evengoed zijn er de leesgroepen in de OB Gent of cursussen in verschillende Vlaamse open-bare bibliotheken, van zelfhulpcursus-sen tot vormingen rond tax-on-web en Kapaza.

Het bevorderen van e-cultuur en digi-talisering is een van de zeven strategi-sche doelstellingen in de beleidsnota 2009-2014 van minister van Cultuur Joke Schauvliege. Die doelstelling laat zich ook merken in het Planlastendecreet, waarin “het bevorderen van (informatie- en media)geletterdheid en e-inclusie” genoemd wordt als een van de belang-rijkste taken van de openbare bibliotheek.

Roel lauwers

10,5KASK, deel van de faculteit School of Arts van HOGENT, en S.M.A.K. slaan de handen in elkaar. In 2011 werd immers de aftrap gegeven van een boeiend traject dat zal uitmonden in een nieuwe kunstbibliotheek met een unieke en waardevolle collectie.

Beide bibliotheken beheren een bijzonder mooie en waardevolle collectie. Voor de bibliotheek van het KASK betreft het een eeu-wenoude collectie met unieke stukken en prachtige kunstenaars-boeken. De bibliotheek van het S.M.A.K. biedt met haar collectie een uitstekend venster op de recente ontwikkelingen binnen de beeldende kunsten. Onder andere de vele unieke tentoonstel-lingscatalogi maken dat deze bibliotheek een bijzondere plaats inneemt in Vlaanderen.

Het samenvoegen van deze twee collecties betekent dat de nieuwe kunstbibliotheek onderdak zal bieden aan meer dan anderhalve kilometer boeken over beeldende kunst, architec-tuur, fotografie, film,… Het grootste deel hiervan zal in open rek worden aangeboden. Met de twee collecties onder eenzelfde dak krijgt Vlaanderen er een belangrijke en unieke bibliotheek bij. Het lijdt geen twijfel dat dit voor het wetenschappelijk onder-zoek in de kunsten een belangrijke meerwaarde zal betekenen. De nieuwe kunstbibliotheek zal na een grondige renovatie haar intrek nemen in het Huis van de Abdis op de Bijloke. De twee bibliotheken verlaten dus hun ouderlijk huis om samen een nieuw leven op te bouwen. Een apart gebouw voor de biblio-theek betekent ongetwijfeld dat de drempel voor de geïnteres-seerde buitenstaander lager zal worden. Verwacht wordt dan ook dat meer externe bezoekers hun weg zullen vinden naar de nieuwe kunstbibliotheek.

Maar voor het zover is, moet er nog heel wat werk worden ver-richt. Niet enkel staat er een grondige renovatie en verbouwing van het Huis van de Abdis gepland (start in 2013), ook achter de schermen staan de nodige uitdagingen te wachten… het in elkaar schuiven van twee collecties is immers geen sinecure. We houden u op de hoogte.

Paul buschmann

Een nieuwe kunstbibliotheek in het Huis van de Abdis

De Bijlokeabdij in Gent. Foto: www.amauryhenderick.be

META 2012 | 2 | 31

het ciJfer / het plan

Page 34: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

In een jonge, middelgrote stad zonder een historische traditie is het niet eenvoudig om het archief van bij de start een posi-tief profiel aan te meten. Te vaak hebben collega’s, burgers en zelfs politici nog het beeld voor ogen van een stoffige kelder of zolder waar een archivaris in stofjas met het vergrootglas in de aanslag zijn dagen vult met het opmaken van inventarissen. Zelfs in het tijdschrift voor hedendaagse kunst De Witte Raaf stond een tiental jaar geleden nog te lezen: “archives represent just about the least sexy institution one could imagine”. Dat zin-netje maakte dat een beginnend archivaris ‘op haar paard zat’. Niet dat het plan bestond om van het stadsarchief van Waregem een ‘Crazy Horse’ te maken — hoewel de naam voor de paarden-stad Waregem misschien niet zo slecht gekozen zou zijn — maar toch… Het stadsarchief moest een dynamische dienst worden met een eigen profiel en een herkenbare stijl.

STRATEgISCH NETwERKEN MET DE JUISTE STAKEHOlDERS Wat wij gemeenzaam ‘het archief verkocht krijgen’ noemen, heet met een iets duurdere naam stakeholdermanagement of stra-tegische netwerking. Als een bedrijf of organisatie ruimer wil gaan, zijn perspectief wil verbreden, worden interne en externe partijen betrokken om toegevoegde waarde te creëren. Hierbij is het belangrijk dat de organisatie weet wie de stakeholders zijn en dat ze op de juiste manier en vooral tijdig betrokken worden. Immers, wie ergens belang bij heeft, maar niet wordt geïnformeerd of erbij betrokken wordt, voelt zich niet au sérieux genomen en niet gerespecteerd. Dat zal de houding tegenover de organisatie bepalen.

Ook voor archivarissen is het belangrijk om netwerken uit te bouwen. Elke relatie met stakeholders vereist een eigen aanpak. Een collega benader je niet op dezelfde manier als een potenti-ele schenker of een leeszaalbezoeker. Door netwerking kan een archiefdienst zich voor de buitenwereld profileren als dynamisch, origineel en een dienst die vooruit gaat.

We gaan na welke specifieke netwerken er zijn. Waarom zijn ze interessant? Welke nadelen zijn er aan verbonden? Zo kan men via subtiele, maar soms ook heel simpele acties het ver-trouwen winnen van collega’s, in de kijker lopen bij de verde-ling van subsidies of ervoor zorgen dat de leeszaalbezoeker zich welkom voelt. We hebben ook aandacht voor een aantal minder positieve gevolgen van deze intensieve netwerking: men dient voortdurend een evenwicht te zoeken tussen archief- en publiekswerking.

IN HET JAAR 2000…Een korte historische schets van hoe het in Waregem allemaal begon. In 2000 verkreeg Waregem de titel van stad — het is nog altijd één van de jongste steden van België. Ter voorberei-ding van het dossier om de stadstitel te verkrijgen dook men wellicht vaak in het archiefdepot, of wat er toen voor doorging. Men ontdekte heel wat oude documenten. Zo kwam men tot het besef dat Waregem wel degelijk een verleden had — niet zo historisch als Gent of Brugge, maar toch… Naast archiefde-pot deed de ruimte ook dienst als opslagplaats voor relatiege-schenken en oud meubilair. Het archiefdepot moest dus drin-gend opgeruimd worden.

Na heel wat fysieke arbeid zoals verhuis, inrichting van een nieuw depot, verpakken, etc. konden we aan de eigenlijke grote plannen beginnen: een degelijk archiefbeheer uitbouwen. Het feit dat iedereen nog vrije toegang had tot de archiefdepots vormde een obstakel. Iedereen nam wat hij of zij nodig had. In het beste geval kwam het archiefstuk terug naar het depot. Op wonderlijke dagen werd het archiefstuk zelfs terug in de juiste doos opgeborgen! Het plaatsen van brandwerende deu-ren loste dat probleem op: er kwamen meteen ook nieuwe slo-ten. Vanaf dan had enkel het archiefpersoneel toegang tot de archiefdepots.

Er was dus nog heel wat werk te verzetten. Een intense samen-werking met de stedelijke administratie was hierbij een belang-rijke stap. Zo werd een primair netwerk uitgebouwd.

NETwERKEN MET DE COllEgA’SHet opbouwen van degelijke netwerken lijkt misschien een bezigheid voor bedrijfsleiders of politici. Ook voor een stads-archief is het echter van wezenlijk belang om goed gekend te zijn binnen en buiten de muren van het stadhuis. Het zorgt er immers voor dat je meetelt en levert je meer werkingsmiddelen op. Het allereerste en meteen ook het allerbelangrijkste netwerk is dat binnen het stadhuis: zorgen dat de omgang met collega’s en politici vlot verloopt. Voor een stadsarchivaris is een goede verstandhouding met de collega’s even belangrijk om het werk leefbaar te maken als die van een leerkracht met zijn leerlin-gen. In beide gevallen kan de grootste groep het leven van de andere aangenaam of heel onaangenaam maken. Als beginnend archivaris kan wat psychologisch inzicht geen kwaad om je de habitat van de ambtenaar eigen te maken. Om uit te groeien tot een goeddraaiend archief is het systeem van archiefoverdrach-ten van bij de opstart van belang. Voor collega’s is dat meestal een enorme verandering. Er wordt gewerkt met onbegrijpelijke

Hoe krijg je het archief verkocht? Netwerking in het stadsarchief

Sandrin Coorevits, Stadsarchivaris waregem

Is het voor een relatief jong stadsarchief mogelijk om zich op korte tijd te profileren als een dynamische dienst? Dat dit kan zonder uitzonderlijke manifestaties of overdreven veel perso-neel of middelen blijkt uit de aanpak van het stadsarchief van Waregem. Cruciaal in het ver-haal is de uitbouw van een sterk netwerk met vrijwilligers, schenkers, collega’s en vooral het winnen van het vertrouwen van het stadsbestuur. Met andere woorden: hoe wij in Waregem het archief verkocht kregen.

32 | META 2012 | 2

essay

Page 35: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

archiefcodes. Er moeten zuurvrije dozen gebruikt worden. Plots mogen geen paperclips of nietjes meer in de dossiers blijven. Er is geen vrije toegang meer tot het archiefdepot… Kortom, men voelt dat men de eigen dossiers uit handen moet geven. Nu is het heel belangrijk om als archivaris op de absolute steun van het stadsbestuur te kunnen rekenen. Alles valt of staat in deze fase met een goede communicatie. Wij legden deze nieuwe werkwijze niet zomaar op maar organiseerden een infoverga-dering voor de administratie. We legden uit waarom en hoe archiefstukken in de toekomst zullen bewaard worden, en wat het nut daarvan was. We gaven de kwaliteiten van zuurvrije archiefdozen mee. Door collega’s word je dan al eens een tijdje smalend ‘Miss Zuurvrij’ genoemd of hoor je dat het vroeger toch veel makkelijker was toen men ‘blindelings’ naar de doos kon lopen in het archiefdepot. Dan geef je best met de glimlach mee dat de doos nu ‘blindelings’ op hun schoot zal worden gebracht. In deze periode kan je als archivaris vaak het gevoel hebben dat je er alleen voor staat en durft de paniek al eens toeslaan. Wij kozen er bewust voor om vragen vanuit de stedelijke admini-stratie en het leveren van dossiers met voorrang te behandelen. Wij streven er ook naar om de gevraagde stukken binnen het kwartier te leveren. Die service kwam het imago van het stads-archief binnen de administratie uiteindelijk ten goede. Het vergt wel een erg soepele opstelling van de archiefmedewerkers.

Uiteraard sta je in het begin niet met het archiefreglement te zwaaien. Als archivaris heb je inderdaad het recht om na te gaan of de dossiers wel goed geordend zijn. Met een kwinkslag kan je waarschijnlijk veel problemen omzeilen. Sommige collega’s worden dan zelfs heel enthousiast om mee te helpen aan het archiefbeheer. Iemand vond het zelfs niet nodig dat we ons nog om zijn archief bekommerden: ze zouden jaarlijks wel zelf een opkuis en afvoer naar de verbrandingsoven regelen… Als je wat gemakzuchtig van aard bent, kan het beroep van archivaris een droomjob zijn…

Om met het archief als volwaardige dienst naast de stedelijke diensten te staan, kunnen ook kleine initiatieven helpen. Om je

als volwaardige stadsdienst te profileren kan je deelnemen aan activiteiten van collega’s. Je stuurt berichten in naam van het stadsarchief i.p.v. enkel de archivaris. Bij geboortes of verjaar-dagen kan een wenskaartje vanuit de archiefdienst verstuurd worden. Bij activiteiten die uitgaan van het stadsarchief kan je een speciale uitnodiging voorzien voor de collega’s (met drankje, dat helpt). Wij zorgen er in elk geval voor dat het stadsarchief voldoende opvalt en geen typische ‘zolderdienst’ is.

NETwERKEN MET DE POlITICIAls de beleidsmensen erkennen dat een stadsarchief een waar-devolle dienst is, heeft dat een positieve weerslag op de begro-ting en de opmaak van het personeelsbehoeftenplan en de ermee samenhangende te realiseren activiteiten. Ooit vertelde een collega dat men in steden voor de verdeling van de finan-ciële pot wel eens alfabetisch te werk durft te gaan, maar dan in omgekeerde volgorde: men start met de Z van zwembad en het overschot is voor de A van archief.

Soms kan een archief ook een ‘vergeten dienst’ zijn of wor-den. Het is een heel belangrijk werkpunt voor een beginnende archiefdienst om aan de politici te kunnen aantonen dat ze ook met het archief publiek kunnen scoren: een persconferentie bij een belangrijke schenking, een voorwoord in een publica-tie, een officiële opening, … Het woord dat de afgelopen jaren een enorme imagoboost aan de archiefwereld gaf is ‘erfgoed’. Plots dook erfgoed overal op en was het hip, populair en vooral alomtegenwoordig. Daar kan je gemakkelijk je archiefkarretje aanhangen. Ook politici merken de publieke populariteit van erf-goeddagen en erfgoedcellen. Politici kunnen zelfs enorm goede archiefambassadeurs zijn. Ze maken reclame voor activiteiten, horen vlug waar nog interessante verzamelaars zijn en willen zelfs gewoon folders helpen uitdelen.

NETwERKEN MET DE lEESZAAlbEZOEKERSEen lage drempel zorgt ervoor dat klanten, in dit geval leeszaal-bezoekers, graag terugkomen. Bij het onthaal in de leeszaal is klantvriendelijkheid en objectiviteit erg belangrijk. Al is dat ook in de archiefwereld niet steeds gemakkelijk. Soms zijn er al eens lastige klanten. Sommigen verwachten een kant-en-klare stam-boom. Anderen aanvaarden heel moeilijk dat niet alles openbaar is. Nog anderen willen gewoon hun levensverhaal en dat van hun voorouders vertellen. Ook deze bezoekers moeten in hun onder-zoek de juiste begeleiding krijgen van de leeszaalverantwoor-delijke. Door hun historische interesse hebben ze wellicht ook een persoonlijke verzameling — zij zijn dus potentiële schenkers.

Geregeld organiseren we opendeurdagen. Jaarlijks krijgen de nieuwe inwoners van de stad een rondleiding waarbij ook een kort bezoek aan het stadsarchief wordt gebracht. Daarbij valt op dat een doorsnee burger nog steeds een verouderd beeld heeft van archiefwerking. Tijdens deze opendeurdagen doen we altijd iets extra, want de gekende blik achter de schermen is toch niet veel spectaculairder dan rijen archiefdozen. Zo bouw-den we de leeszaal al eens om tot een cinema of hielden we

“WIJ STREVEN ER NAAR OM DE GEVRAAGDE STUKKEN BINNEN HET KWARTIER TE LEVEREN. DIE SERVICE KWAM HET IMAGO VAN HET STADSARCHIEF BINNEN DE ADMINISTRATIE UITEINDELIJK TEN GOEDE.”

META 2012 | 2 | 33

essay

Page 36: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

een namiddag high tea om onze schenkers te bedan-ken. Wij maken van elke gelegenheid ook gebruik om aan te kondigen dat wij op zoek zijn naar archief en documentatie over het Waregemse verleden.

Van een eerste kennisma-king met het archief hangt veel af om een potentiële nieuwe klantenkring op te bouwen. Een goede eerste indruk is dus van belang. Na een kort inleidend gesprekje met elke nieuwe archief-bezoeker proberen we een juiste inschatting te maken van zijn of haar doelstellingen. Dat helpt om de bezoeker onmiddellijk de juiste documenten aan te bieden. Anderzijds vernemen we hun interesse, wat van pas kan komen bij latere projecten…

Iedereen die zich in de leeszaal inschreef, krijgt een uitnodiging voor archiefactiviteiten. Ook dat schept een band. Vijf van onze oorspronkelijke bezoekers zijn ondertussen gedreven vrijwilli-gers van het archief geworden.

NETwERKEN MET HET VERENIgINgSlEVENIn het verenigingsleven van de stad is ook een rol weggelegd voor het stadsarchief. Bij een archiefbezoek door een vereni-ging kan je bewaargeving en schenking promoten. Voorbeelden van andere verenigingen die eerder hun archief schonken zijn een stimulans. Een heel dankbare doelgroep met het oog op acquisities zijn zeker seniorenverenigingen. Die senioren zijn ook bereid om in ruil voor de obligate koffie het toezicht te verzorgen bij tentoonstellingen of andere archiefevenementen. Zij fungeren meteen als het perfecte kanaal voor mondelinge reclame voor de activiteit.

NETwERKEN DOOR PUblIEKSACTIVITEITENIn Waregem organiseert het stadsarchief jaarlijks minimum één activiteit voor het grote publiek. Die gaat doorgaans buiten de muren van het archief of zelfs buiten het stadhuis door. Zo nemen we jaarlijks deel aan Erfgoeddag en Open Monumentendag met thematentoonstellingen. Samenwerking met andere stadsdien-sten of verenigingen leidt tot erfgoedwandelingen, historische fietstochten, publicaties en zelfs themaprojecten voor kinderen. Je kan je inderdaad afvragen of die doorgedreven publiekswer-king wel de taak is van een stadsarchief. Ons heeft het in die tien jaar alvast geen windeieren gelegd. Allereerst was dat de beste manier om het stadsarchief binnen en buiten de stad bekend te maken. Het wierp ook financieel zijn vruchten af. Bij politici werd het imago van de archivaris in zijn stofjas doorbroken. Wij vinden ook dat de collecties die het stadsarchief beheert eigenlijk tot de gemeenschap behoren en dat er al eens mee naar buiten gekomen mag worden. Bij archiefactiviteiten richten wij ons niet steeds tot hetzelfde doelpubliek en zeker niet tot het typische ‘archiefpubliek’. Door de voorbereiding van deze

activiteiten leer je als archi-varis je eigen archief goed kennen. Vaak wordt ook de samenwerking met andere stadsdiensten versterkt. Je betrekt je collega’s in een lossere en aangenamere samenwerking dan de saaiere archiefoverdrach-ten. Dat bevordert onge-

twijfeld de collegialiteit.

Bij dergelijke activiteiten doen we ook vooraf een oproep bij de bevolking voor het ter beschikking stellen van specifiek mate-riaal. Dat heeft een aantal voordelen. Je kan de activiteit al maanden vooraf aankondigen. Wie iets in leen geeft, komt zeker naar de activiteit. Achteraf wordt het materiaal misschien ook afgestaan.

wAT lEVERT DAT NU OP?Waarom is netwerken en het onderhouden van goede contac-ten met de verschillende stakeholders nu zo belangrijk? Wat levert het op? Het duidelijkste gevolg is zeker het extra mate-riaal dat in het archief terecht komt. Wekelijks komen schen-kingen binnen — soms kleine, soms indrukwekkende. De stad koopt daarom in principe geen archiefstukken of documenten aan. Na tien jaar schenkingen aan het stadsarchief zijn wij ‘een beetje bijgekomen’. Door netwerking voeren wij dus vooral een acquisitiepolitiek.

Een tweede gevolg van sterke interactie met derden is dat je zichtbaar wordt. Met enkel de opmaak van selectielijsten of inventarissen bereik je noch politici noch collega’s of publiek. Hoewel typische archieftaken uiteraard evenveel inzet, perso-neel en werk vergen, blijft het resultaat hiervan toch minder opgemerkt.

Doordat je ‘in the picture’ komt, zowel binnen als buiten het stadhuis, verkrijgen collega’s meer vertrouwen. Ze ervaren het stadsarchief als een actieve dienst en zijn meer geneigd om mee te werken. Dat komt de uitbouw van een degelijk archief-beheerssysteem uiteindelijk ook weer ten goede. Archiefbeheer staat of valt met de medewerking van de administratie.

We moeten echter ook onder ogen durven zien dat een door-gedreven, erg actieve werking ook minder aangename gevol-gen kan hebben. Schenkingen leveren uiteraard extra archief-werk op. Het evenwicht vinden en houden tussen archief- en publiekswerking is soms heel moeilijk. Het personeelsequivalent is niet rechtevenredig met de inzet die van het archiefpersoneel gevraagd wordt bij dergelijke activiteiten.

Maar toch blijven we enthousiast verder netwerken… dus moch-ten er nog interessante tips zijn: [email protected]

“DOORDAT JE ‘IN THE PICTURE’ KOMT, VERKRIJGEN COLLEGA’S

MEER VERTROUWEN. ZE ERVAREN HET STADSARCHIEF ALS EEN

ACTIEVE DIENST EN ZIJN MEER GENEIGD OM MEE TE WERKEN.”

34 | META 2012 | 2

essay

Page 37: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

“Want mijn ervaring als historicus

heeft mij geleerd,

dat er meer documenten blijven bestaan

door toeval, dan door opzet.”

Robert Graves in “Ik Claudius”

Eva Simon

Doe maar. Ik ben er helemaal klaar voor. Voer mij nu maar af. Wied mij. Bijna twee jaar heb ik elke bezoeker gesmeekt om mij mee te nemen. Geen kat die naar me omkeek. Ook al hebt u er een jaar geleden voor gezorgd dat ik geen eurocent meer kost, het heeft niet mogen baten.

Zet nu maar gauw die stempel: NULUITLEEN. Mijn proces sleept al te lang aan.

Samen met mijn collega’s zit ik in deze bak gevangen, dit cellenblok voor ter-doodveroordeelden.

Wachtend tot u zal zeggen dat de tijd gekomen is. De evergreens kunnen dat lot maar moeilijk aanvaarden. Zij hopen dat u hun doodstraf zal omzetten in een levens-lang verblijf in het magazijn. De Vlaamse schlagers tekenen telkens opnieuw beroep aan. Denkend dat producten van eigen bodem zullen mogen blijven van de overheid. Enkele gouwe ouwen willen u genade vragen. Zij rekenen erop dat u zal zwichten onder druk van de publieke opinie. De ‘bests of’ hopen alsnog te ont-snappen naar de jaarlijkse 11.11.11-verkoop.

Leven in death row

Maar wie maalt nog om mij en mijn kom-panen? Enkele senioren die niet weten hoe te downloaden? Wat een grove onderschatting! Ook zij gebruiken mijn soort hoogstens nog als kerstboomver-siering of vogelverschrikker.

Opgesloten in dit blok van dodencellen zit ik me krom te vervelen, uitgesloten van elke lichaamsbeweging. Ik wil rond-jes draaien, weet u, swingen als een hoe-lahoep! In deze pover ingerichte bakken ben ik gedwongen tot eindeloos slapen. Tot ik op een keer definitief plaats zal moeten ruimen voor uw overaanbod aan boeken en dvd’s. Hoe denkt u dat ik me daarbij voel?

Ik ben deze mentale foltering beu. Ik heb geen hoop meer. Ik ben uitgeput. Ik vraag mijn executie aan met onmiddellijke ingang. Al ben ik onschuldig, ik verwel-kom mijn lot. Laat me nu maar sterven. Gun me mijn laatste privilege: nog één keer draaien. Op de dag des oordeels wil ik blinkend van trots mijn laatste woorden zingen: “Dead disc walking”.

Breng nu maar mijn ouders op de hoogte.

Het nieuws zal hard aankomen bij de families Philips en Sony.

Breng me naar de executieruimte. Ik weet wie er achter het glas zal toekijken: mis-ter YouTube en miss Spotify. Voltrek mijn straf. Verbrijzel mijn jewelcase. Verscheur mijn boekje. Bekras mijn spiegelend schijfje.

Laat me in stilte rusten.

META 2012 | 2 | 35

column

Eva Simon is al tien jaar docent aan de Bibliotheekschool Gent (Initiatie en Graduaat BDI). In 2010 stond ze aan de wieg van de Vlaamse Bib Web Awards. Eva is al jarenlang actief in de VVBAD. Ze was redactielid van Bibliotheek­ & archiefgids en nu van meta en de Wegwijzer voor biblio­theken & documentatiecentra..

citaat

Page 38: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

Het Cultuurpact is ontstaan uit een poli-tiek akkoord van begin de jaren zeventig naar aanleiding van de totstandkoming van de culturele gemeenschappen. Ook voor de gemeenten vormt het Cultuurpact een waarborg voor de bescherming van de diversiteit bij de advies- en beheers-organen. Lokale besturen zijn verplicht om voor hun beleid omtrent culturele zaken (bibliotheken, kunsten, toneel, film, musea), jeugd, sport, vrijetijdsbesteding en toerisme, advies in te winnen bij de vertegenwoordigers van verenigingen, betrokkenen, gebruikers en deskundigen. De eigenlijke regelgeving vinden we terug in de Cultuurpactwet van 16 juli 1973 en het Decreet van 28 januari 1974.

Paul gervoyse, bibliotheek­infopunt Oostkamp

Het Cultuurpact kun je best vergelijken met een oude wijze tante die het cultuur-beleid in Vlaanderen al bijna 40 jaar bewaakt. Alle overhe-den zijn verplicht om mensen en verenigingen te betrek-ken bij de voorbereiding en uitvoering van het cultuur-beleid. Het komt hierop neer dat geen enkele ideologische en filosofische strekking mag gediscrimineerd worden.

Beheersformules van infrastructuur

De mogelijke beheersformules voor openbare bibliotheken, cultuur-

centra en gemeenschapscentra zijn: de formules 9a, 9b en 9c van het

Cultuurpactdecreet.

9a bepaalt dat het beheer, samengesteld uit de politieke fracties, bijgestaan

wordt door een adviescommissie. De adviescommissie wordt samengesteld

op basis van de adviesraad cultuurbeleid.

De formule 9b bepaalt dat het beheersorgaan bestaat uit afgevaardigden

van de gemeenteraad en gebruikers. In dat geval moet er een evenredige

vertegenwoordiging zijn van de politieke strekkingen in de gemeenteraad

en een vertegenwoordiging van de gebruikers en de ideologische en filoso-

fische strekkingen. Het hoeven geen gemeenteraadsleden of leden van de

adviesorganen te zijn. Het is aan te bevelen dat beide groepen bij de aan-

duiding van beheerders, vooral oog hebben voor hun deskundigheid. In het

decreet wordt de mogelijkheid voorzien dat, indien wordt gekozen voor de

b-formule, de aangestelde beheerders een aantal deskundigen coöpteren,

tot een maximum van één derde van het totaal aantal beheerders.

Deze deskundigen worden aangesteld door het beheersorgaan zelf, niet door

de gemeenteraad. Er kan op gemeentelijk vlak worden afgesproken wie deze

personen voordraagt. Dat kan bijvoorbeeld de leidende bibliothecaris of cul-

tuurfunctionaris zijn. Deze mogelijkheid beantwoordt aan de wens van vele

gemeentebesturen om een beheersorgaan te vormen dat bestaat uit leden

aangeduid door de gemeenteraad op basis van de politieke samenstelling,

leden aangeduid door de culturele adviesorganen en leden-deskundigen.

De formule 9c bepaalt dat het beheer wordt opgedragen aan een zelfstan-

dige vereniging van specialisten en gebruikers, al dan niet voorzien van een

rechtsstatuut. De meeste culturele voorzieningen worden bestuurd via een

formule van gemeentelijk beheer. Dat is ook het geval voor de openbare

bibliotheek.(…)

Hoe beïnvloedt het Cultuurpact de samenstelling van het beheersorgaan?

36 | META 2012 | 2

de vraag

Page 39: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

........................................DIGITALISEREN INDEXEREN CONVERSIESLAGEN

.......................................

.......................................

........

........

........

................................................

WWW.GMSNL.COM op onze website vindt u een overzicht van de mogelijkheden die GMS biedt.WWW.GMSNL.COM op onze website vindt u een overzicht van de mogelijkheden die GMS biedt.

..............................................................................

Foto’s | Dia’s | Affiches | (glas)negatieven | Prentbriefkaarten | Gedrukte boekenDTB-boeken | Dossiers | Ingebonden handschriften | Losbladige handschriften

Registers burgelijke stand | Notariële protocollen | BevolkingsregistersBouwtekeningen | Tijdschriften | Kranten | Technische tekeningen

ons cultureel verleden anno nu:

DIGITAAL BESCHIKBAAR!

DIGITALISERING

Alle middelen, kennis en ervaring worden door GMS ingezet bij het digitalise-ren van archiefcollecties - zeker als het gaat om cultureel erfgoed. Uniek en dus kostbare archiefstukken die met de grootst mogelijke zorg moeten worden behandeld en waarbij uiterst hoge eisen worden gesteld aan het digitaliseren.

Bureau Metamorfoze van de Koninklijke Bibliotheek heeft GMS erkend als een kwalitatieve en deskundige digitaliseringspartner. Een bevestiging van onze kennis en kunde, die al onze klanten de garantie geeft van kwaliteitswerk.

Edisonweg 50d | 2952 AD ALBLASSERDAM | Postbus 260 | 2950 AG ALBLASSERDAM

Tel. +078-69 31 300 | Fax +31 (0)78-69 31 123 | [email protected] | www.gmsnl.com GMSGMS GMS GMS GMS GMS

..................

..................

bEHEERSORgAANVoor het beheer van de bibliotheken moeten de gemeenten zich laten bijstaan door een beheersorgaan met adviserende bevoegdheid. Het Cultuurpactdecreet voorziet in drie formules voor de samen-stelling van het beheersorgaan: vol-ledig politiek samengesteld (art. 9a); gemengde vorm (art. 9b) of een zelfstan-dige vereniging (art. 9c). Er is een keuze tussen de rechtsvormen: zuiver gemeen-telijk, programma-vzw en een volle vzw.

Was in het verleden de samenstelling van de beheersorganen een louter mathema-tische oefening, de laatste tijd evolueert dit meer en meer in de richting van een maatschappelijke spiegel in die vertegen-woordiging.

Interpretatie van een evenredige samen-stelling wordt aanbevolen. Er wordt aan-dacht gevraagd voor deskundigheid en voor de mogelijkheid om leden te coöp-teren.

In het voorontwerp van decreet betref-fende het Lokaal Cultuurbeleid vinden we geen richtlijnen terug betreffende de beheersformules van bibliotheken. Het Cultuurpact geeft aan dat de regels hoe dan ook moeten toegepast worden voor het beheer van culturele instellingen.

FORMATIE Naargelang de keuze van de beheers-vorm wordt een samenstelling gemaakt op basis van de fracties in de gemeente-raad (legislatuur 2013-2018) en op basis van de culturele verenigingen, scholen, instellingen, deskundigen, gebruikers… Een evenredige verdeling betekent dat we de verhouding van de fracties bin-nen de gemeenteraad respecteren en we het aantal verhoudingsgewijs redu-ceren. Het is aan te bevelen om niet met een te grote groep te moeten samenko-men. De verhouding voor de verenigin-gen vinden we terug in de samenstelling van de adviesraad cultuurbeleid. Ook de jeugdraad, ouderenraad en de raad voor

mensen met een beperking kunnen kan-didaten voordragen. Eenmaal de verhou-ding vastgelegd komt het er op aan om zoveel mogelijk gemotiveerde en deskun-dige vertegenwoordigers in het beheers-orgaan op te nemen. Het gaat zeker niet enkel om gebruikers, de mogelijkheid tot coöptatie van leden laat toe om ook spe-cifieke deskundigen, en vertegenwoor-digers van diverse sociale doelgroepen en etnisch-culturele diversificatie bij het beheer te betrekken.

Zowel de keuze van de beheersvorm als de effectieve samenstelling van het beheersorgaan wordt aan de gemeente-raad ter goedkeuring voorgelegd.

Memorie van toelichting bij het Decreet Lokaal Cultuurbeleid – openbare biblio­theken ­ van 10 juli 2001

META 2012 | 2 | 37

de vraag

Page 40: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

vvBad-studiedag:‘BRUGGEn tussen kind en bib’Brugge - 22 november 2011

32 enthousiastelingen stonden net zoals ik ’s morgens al zeer vroeg in het sta-tion om op tijd in Brugge te geraken. Het beloofde een mooi programma te wor-den: een rondleiding en wat uitleg over de vernieuwde bib in Brugge, het concept van CABRIO, de catalogus van Brugge en een overzicht over de Brugse scho-lenwerking De Zevensprong. In de namid-dag zouden Gerda Dendooven en Klaas Verplancke onze kijk op de kunsten en literatuur in het bijzonder verruimen.

De verbouwing en vernieuwing van de Brugse bib vind ik persoonlijk zeer geslaagd. Met een vrij beperkt budget zijn ze er in geslaagd om met enkele accenten, zoals de opvallende zithoeken, toch een heel nieuwe sfeer te creëren. En de zetels zitten nog goed ook! Ook de jeugdafde-ling heeft met het opentrekken van hun vertelplek heel wat extra ruimte die ze nu multifunctioneel en optimaal kunnen gebruiken. En voor de kinderen is er een lage zelfuitleenbalie. Zo voelen zij zich meteen welkom en is er duidelijk met hen rekening gehouden.

Hierna gaf de bibliothecaris, koen calis, ons uitleg over de catalogus CABRIO. Door in hun catalogus naast websites ook workshops en lokale tentoonstellin-gen op te nemen, kunnen de Brugse balie-medewerkers een heel breed antwoord geven op de vragen van de gebruikers. Misschien is er geen boek aanwezig, maar kan een lokale vereniging wel een ant-woord bieden. En ook dat vind je terug in CABRIO.

Na Koens enthousiaste uitleg was het de beurt aan lut Belaen om De Zevensprong voor te stellen. Onze lunch kwam bijna in het gedrang, want de Brugse scholenwer-king is zeer uitgebreid. De Zevensprong is een ‘lijn’ voor de basisschool met verschil-lende accenten gebaseerd op de eindter-men die start in de 3e kleuterklas en gaat tot het 6e leerjaar. Er is gezocht naar een mix tussen activiteiten en rondleidingen. De doelstelling is dat de kinderen op het einde van het 6e leerjaar zowel met de catalogus kunnen werken als hebben ken-nisgemaakt met alle vormen van leesple-zier. Net voor de lunch zette de VVBAD rosa godefroid nog even in de bloe-metjes. Na meer dan dertig jaar mag zij genieten van een welverdiend pensioen, al zullen we haar bij de vakgroep Jeugd zeker missen!

Na deze zeer praktische voormiddag gaf gerda dendooven ons even vleugels: zij nam ons mee van Rusland naar Frankrijk, van een jeugdgevangenis naar een platte-landsschooltje en overtuigde ons — indien dat al nodig was — dat culturele opvoe-ding belangrijk is en eigenlijk ook een ‘basiskinderrecht’ hoort te zijn. Hierna waren we klaar om met de bus naar het atelier van klaas verplancke te gaan. Na even wachten propten we ons alle dertig op de al vrij volle Lijnbus. Ik kreeg met-een meer respect voor de schooljuffen die met hun klas met de bus naar onze acti-viteiten komen. Gelukkig was het atelier van Klaas deze rit meer dan waard. Niet alleen kregen we daar een mooi overzicht van heel zijn carrière, maar hij liet ons ook meekijken in het hele ontstaanspro-ces van zo’n illustratie. De schetsboeken gingen bewonderend van hand tot hand. Zeer boeiend.

An Steppe, Openbare bibliotheek leuven

vvBad-studiedag:Sociale media voor beginnersantwerpen – 17 januari 2012

DE THEORETISCHE ACHTERGRONDCommunicatie gaat erom een verhaal te brengen dat mensen kunnen begrij-pen en verder vertellen. Bovendien wordt ze steeds meer interpersoon-lijk. Vele organisaties willen hun com-municatie nog steeds zelf sturen, maar zij worden dikwijls in snelheid gepakt door individuele communicaties van burgers, klanten of andere stakehol-ders. Wanneer een organisatie de controle loslaat, kan ze meer berei-ken met een kleiner budget. Daarvoor moeten de organisaties meer en meer hun medewerkers inschakelen en de nodige controle houden via een social media policy die in onderling overleg opgesteld wordt.

Het rendeert veel meer wanneer com-municatie over je bedrijf verspreid wordt door een derde dan door de organisatie zelf. Ze komt veel geloof-waardiger over — dat uiteraard zowel in negatieve als positieve zin. Het communicatiebeleid moet er dus ook op gericht zijn om de doelgroep te inspireren je boodschap verder uit te dragen. Daden spreken hierbij meer aan dan woorden. Zorg er dus voor dat je acties en gedrag overeenstem-men met je boodschap.

De rol van de communicatiespecia-list is daardoor wat verschoven van iemand die de campagne volledig uit-tekent naar een facilitator die de com-municatieacties vanuit de achtergrond stuurt.

Wanneer een gebeurtenis zich voor-doet moet men zelf de communicatie hierover opstarten, zodat je ze op je

38 | META 2012 | 2

kroniek

Page 41: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

eigen gekozen terrein kan voeren. Ga er steeds vanuit dat diegene die een fout of tekortkoming bij jou opmerkt de slechtst mogelijke mens is die erop uit is nega-tieve informatie over je te verspreiden. Snij hem dus de pas af; communiceer eerst op het door jou gekozen kanaal. Het is dan ook veel gemakkelijker om te rea-geren op de reacties hierop en direct in te spelen op de argumenten die aangehaald worden. Dat geeft je meer controle op de communicatie en geeft je de mogelijkheid ze meer te sturen.

Vele organisaties die beginnen met soci-ale media maken een Facebookpagina aan en maken daar reclame op voor hen-zelf en hun diensten. Dat is niet de beste aanpak, want de gebruikers vinden die informatie niet geloofwaardig. De fout die ze hierbij maken is dat ze nog te veel van het klassieke push-idee uitgaan. Bij soci-ale media overheerst de pull-gedachte: gebruikers halen eruit wat ze zelf interes-sant vinden en gaan daar ook meer naar op zoek. Door het pull-idee te omarmen ga je als organisatie meer suggereren dan aanbevelen.

Vele organisaties probeerden in de jaren negentig een community te creëren door mensen te verzamelen rond hun merk. Die aanpak werkt niet meer. Maak gebruik van de communities die al bestaan, zoals Facebook. Probeer daarbinnen mensen rond je merk of idee samen te brengen. Zorg er wel voor dat je steeds de bron blijft van wat je wil dat er over je orga-nisatie verspreid wordt, maar schakel je medewerkers in om die informatie onder hun vrienden te verspreiden. In de com-municatiewereld geldt de 1-9-90 regel: voor iedere persoon die iets post zijn er

negen die daarop reageren en negentig die er iets over lezen. Dat geeft een idee van het bereik dat één bepaalde com-municatieactie kan hebben. Uiteraard geldt die regel ook wanneer anderen een (negatieve) actie over je organisatie opstarten.

De timeline, de tijdsspanne binnen dewelke er nog gereageerd wordt op de initiële post, is bij sociale media zeer kort. Bij een tweet is dat één dag, bij Facebook drie dagen en bij een blogbericht onge-veer zeven dagen. Nadien wordt je bericht een non-issue.

Om je doelgroep op Facebook te berei-ken moet je zeer specifiek communiceren en je product aanpassen. Wees authen-tiek en spontaan, denk er niet te veel over na, vraag geen drie goedkeuringen aan het hogere niveau (maar blijf wel binnen de afspraken van de social media policy), communiceer snel en probeer de eerste te zijn.

Mensen zijn geïnteresseerd in verhalen. Geef in dat verhaal ook wat achtergrond-informatie mee en motiveer je acties erdoor. Probeer er ook een menselijk aspect aan toe te voegen. Een voorbeeld: wanneer je nieuwe werken aan je collectie toevoegt kan je simpelweg een lijst van de titels op je website of Facebookpagina zetten. Je zal echter een betere respons krijgen indien je daar een foto bij zet van je medewerker die de doos met nieuwe boeken uitpakt. Gun de gebruiker een kijkje in je backoffice en hij zal zich meer betrokken voelen. Heel wat communicatie wordt nog steeds offline gevoerd. Het komt erop aan de online en de offline communicatie met mekaar te verstrengelen. Een voorbeeld: op je blog zet je een bepaalde auteur in de kijker. Zet dan ook zijn werken op een goed zichtbare plaats in je bibliotheek samen.

Wanneer je negatief nieuws te vertel-len hebt, kan je best de sandwich-tech-niek gebruiken: zet er wat goed nieuws voor en achter. Op die manier wordt het gemakkelijker aanvaard. Het met een kwinkslag brengen kan wel helpen, maar houdt ook een risico in.

Hoe ga je nu aan de slag om sociale media in je voordeel toe te passen?

• Observeer wat anderen hebben gedaan en trek daar lessen uit. Wat spreekt je aan en wat niet? Hoed je er echter voor om klakkeloos te kopiëren wat je goed vindt, anders ben je niet meer authentiek.

• Maak gebruik van een aantal toepas-singen om op de hoogte te blijven zoals Google alerts, RSS, Delicious, wiki’s, Google Docs, Evernote (voor persoonlijke documenten die nadien gesynchroniseerd kunnen worden met andere toepassingen), blogs (waarin je grotere bijdragen kwijt kan die je kan inlassen in je website; blogs zijn echter tijdsintensief en leveren dikwijls weinig respons op), Flickr of Picasa voor foto’s zijn maar enkele voorbeelden. Denk er wel aan dat een blog niet geschikt is als agenda of informatiekanaal. Het is wel geschikt voor langere bijdragen waarin naar de website of een Facebookpagina kan verwezen worden.

• Het succes van Facebook wordt in de hand gewerkt doordat mensen verha-len willen vertellen. Facebookgroepen zijn interne verzamelingen van mensen die samenkomen om rond een merk te praten en waar die merken kunnen rea-geren. Een profiel wordt aangemaakt door een persoon, een pagina door een organisatie. Je kan een profiel wel over-zetten naar een pagina maar de content gaat niet mee.

• Bij Twitter duurt het ongeveer zes maanden eer je er volledig in geïnte-greerd bent.

• Wanneer je ThinkUp op je server instal-leert, kan je al je tweets, Facebook-pagina’s en de reacties erop downloa-den.

ENKELE PRAKTISCHE ERVARINGENNa deze theoretische achtergrond door Jan seurinck werd ’s namiddags de groep opgesplitst in beginners en gevorderden. Daardoor moest de docent zijn tijd over de twee groepen verdelen. Bij de gevor-derden gaf hij de opdrachten om een blog aan te maken via Wordpress, een Twitteraccount te maken en enkele tweets te versturen, een Facebookpagina aan te maken en via Bitly URL’s in te korten zodat ze in een tweet passen. Ook maak-ten de gevorderden notities in Evernote.

Het voormiddaggedeelte gaf al een goed inzicht in enkele van de belangrijkste wetmatigheden die je in het achterhoofd moet houden wanneer je met sociale media aan de slag wil gaan. Een aange-past computerlokaal had de effectiviteit van de namiddag wel kunnen verhogen.

Stefaan Jacobs, bibliotheek Queteletfonds

> foto: http://www.flickr.com/photos/wiredphoto-

stream

> deze studiedag wordt herhaald op 22 mei. meer

informatie vindt u op onze website.

META 2012 | 2 | 39

kroniek

Page 42: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

Studiereis: Bibliotheken in Nederlandnederland – 13-15 december 2011

Vorig jaar organiseerde LOCUS tot twee maal toe een studiereis langs Nederlandse bibliotheken. Rob Bruijnzeels van de Library School in Nederland, stond in voor de bege-leiding. Bruno Vermeeren nam in december deel aan de tweede reis en verwonderde zich.

GEBOUWEN De beste bibliotheek van Nederland stond niet op het programma. De modern-ste wel, en ook de grootste. Die laatste staat in Amsterdam: de OBA,  een gigan-tisch gebouw, een grand bazar zeg maar. Want zoals het past in een warenhuis, vor-men de roltrappen de kern. Hoe meer de bezoeker ziet, hoe meer hij of zij ‘koopt’.

Zowat elke zitplaats is ingenomen en bijna iedereen heeft minstens één scherm voor zijn neus: een internet-pc, een lap-top, een smartphone. Het is elk voor zich. Het personeel lijkt er wat verloren bij te lopen. Voor de boeken is er niet veel inte-resse.

Directeur Hans van Velzen bevestigt ook dat er weinig vragen komen en rekent meteen uit hoeveel de infobalies op elke verdieping wel kosten, met 84 (!) ope-ningsuren per week en drie formatieplaat-sen per verdieping. Hier wordt nagedacht over bezuinigingen. Het personeel dat niet op de vloer staat, zit opeengepakt in een kleine ruimte in de kelder. Vuil, is het oordeel van Vlaamse collega’s. De gekromde rekken op de jeugdafde-ling zijn bijv. stoffig en de witte stoe-len op de verdiepingen versleten. De tol voor intensief gebruik? Het gebouw en de massa: dat zijn de indrukken die blijven: de omvang, de architectuur en het design van de bibliotheek en het grote aantal bezoekers dat er gebruik van maakt. Toch vertrekken we met het gevoel dat er iets ontbreekt. Maar wat?

CONCEPTEN De doelstellingen voor de stationsbiblio-theek in Haarlem zijn helder: binnen het jaar 1000 leden werven, hoofdzakelijk vol-wassen mannen die nog geen lid zijn van de bibliotheek. Na vier maanden telde de bib op perron 4 vijfhonderd leden. Goedkoop is het nochtans niet: 30 euro per persoon per jaar.

De collectie is gekozen in functie van de doelstelling. Het geheel ademt de sfeer

van een moderne boekhandel. Marketing is een specialiteit van ProBiblio, de orga-nisatie die het concept van de stationsbi-bliotheek bedacht. De stationsbibliotheek is een pilootproject en de bedoeling is om te komen tot een netwerk, gericht op de treinreizigers. Het gaat uiteindelijk om een groep (potentiële) gebruikers die relatief veel leest. Hoe realistisch dat net-werk is, blijft vaag.

Ik blijf met veel vragen zitten. Over maat-schappelijke doelstellingen werd met geen woord gerept: geen ontmoetings-plek, geen informatiebemiddeling, geen leesbevordering. Is dat alles? En wat met e-books? Maar daar was nog niet over nagedacht.

ORGANISATIESOok de bibliotheek van Heerhugowaard werkt volgens een concept: dat van de bibliotheek van 100 talenten. Hier gaat het meer over de methodiek dan over inrichting of doelstellingen. Bij het ont-werpen van de jeugdafdeling werden de jongeren zelf intensief betrokken. Het resultaat was een jeugdafdeling met veel hoekjes en kantjes die er op een woensdagochtend dan toch weer wat ongebruikt uit zag. In elk geval: ook hier weer een sterk concept, onderbouwd met pedagogische principes en mooi verkocht door, alweer, ProBiblio.

De openbare bibliotheek van Heer-hugowaard maakt deel uit van een groter geheel: de Bibliotheek Kennemerwaard. De bibliotheek is geen gemeentedienst, maar een onafhankelijke organisatie, waarin de bibliotheken van Alkmaar, Castricum en Heerhugowaard samenwer-ken. Eén organisatie die geld krijgt van drie gemeenten. Dat geld dient niet voor het geheel, maar voor de werking in die specifieke gemeente. Eén organisatie dus, maar verschillende opdrachten in ver-schillende gemeenten. De bibliotheek van Heerhugowaard is er één van honderd talenten, maar in Alkmaar en Castricum was dat concept nog niet uitgerold.

Eén organisatie ook die zich moet ver-antwoorden tegenover een externe sub-sidiegever: met uitleencijfers, leden- en bezoekersaantallen. Er wordt gezocht naar alternatieve cijfers, want ook in Nederland ziet men de opdracht voor de bib toch wel ruimer dan uitleencentrale. TEAMS Delft. De modernste bibliotheek van Nederland. Al in 2008 verschenen de eerste berichten over budgettaire pro-blemen bij DOK Delft. Van reorganisatie

is inderdaad sprake. Maar voor wie er binnen loopt, ziet DOK Delft er nog altijd even levendig en aantrekkelijk uit. Niet de massa’s uit Amsterdam in provincie-stad Delft, maar wel een gezellige drukte. En ook geen personeel dat zich lijkt af te vragen waarmee het zich nu juist moet bezighouden, maar medewerkers die gebruikers helpen en aan het werk zijn.Weer op de bus vragen we ons af wat het verschil maakt. Delft is een bibliotheek op mensenmaat. Kan het zo simpel zijn: een bibliotheek waar de innovatie vanuit het team komt? Enthousiasme over wat ze gepresteerd hadden, voelden we in elk geval ook wel in de bibliotheek van de honderd talenten.

SAMENWERKINGCultuurfabriek. Is dat een term die cul-tuurspreiding en cultuurparticipatie in zich sluit? Het is in elk geval de naam van het pand waar de bibliotheek van Veenendaal in huist. Een doorsnee biblio-theek in de bible belt van Nederland. De meest klassieke van de bibliotheken die we bezochten en misschien ook de meest Vlaamse. Samen onder dak met de kunst-uitleen, het verplichte leescafé en het lokale museum. Een klassiek retailcon-cept, versie ‘black box’, maar met lokale varianten.

Samenwerking leek overigens op veel plaatsen een heikel punt. Amsterdam is zo groot dat iedereen graag in de schaduw vertoeft. Bibliotheek Kennemerwaard leek in een project rond duurzaamheid een spilfunctie op te nemen in het land-schap van lokale milieu-organisaties, maar het project viel buiten de scoop van de rondleiding. En dan duikt automatisch de vraag op: wat hebben we allemaal niet gezien op deze driedaagse bij onze Noorderburen?

bruno Vermeeren

> zie ook de rubriek signalement p. 24-25.

> voor een uitgebreid verslag zie:

http://brver.blogspot.com/search/label/nederland

40 | META 2012 | 2

kroniek

Page 43: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

Collecties over duurzame ontwikkelingTom Cocquyt, Parlementair Informatiecentrum Vlaams Parlement

In de vorige afleveringen kreeg u verschillende duurzame tips. Honger naar meer of nood aan meer duiding? De volgende vier collecties staan u bij met raad en daad.

MUNDO­bIb: DOCUMENTATIECENTRUM VOOR DUURZAME ONTwIKKElINgHet huis voor duurzame ontwikkeling in Brussel heet Mundo-B. Meer dan 30 orga-nisaties hebben er hun stek gevonden. De Mundo-Bib is een praktische ruimte in de kelder van Mundo-B met uitzicht op een ecologische tuin. Je kan er gratis boeken, leermiddelen en educatieve materialen lenen, tijdschriften lezen, ongestoord werken, dvd’s en video’s uit de media-theek bekijken… Verschillende organisa-ties van Mundo-B brachten er hun boe-ken onder: Green, Wervel, IEB, Can, Fern, Quinoa en NBV. De thema’s die je terug-vindt zijn o.m. water, natuur, afval, ener-gie, mobiliteit, klimaat, milieu, fairtrade. Momenteel zijn er 9000 boeken en 235 dvd’s in de collectie. Boeken en publica-ties worden gratis uitgeleend voor een termijn van maximum 1 maand. Voor de materialen, spelen en koffers en multime-dia wordt een waarborg gevraagd. > mundo-Bib, edinburgstraat 26, 1050 Brussel

(naamse poort) tel: 02 893 08 35

> http://www.greenbelgium.org/nl/bib/documenta-

tiecentrum.asp

FElNETFelnet staat voor Flanders Environmental Library Network, en is het samen-werkingsverband van meer dan twin-tig bijzondere bibliotheken en docu-mentatiecentra uit de publieke en de private sector in Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: ARGUS, Erasmushogeschool Brussel, FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie, Haven van Antwerpen, Het Groene Huis, INBO, Kamp C, KBR, KUL-Wetenschappen, Minaraad, Mobiel21, NIRAS, PIME, PVI, SERV, VITO/BBT Kenniscentrum, Vlaams Parlement, VLIZ, VLM, VMM, VODO, Waterbouwkunding Laboratorium.

Felnet werkt actief samen met het Nederlandse Milieuliteratuurbestand.> http://www.allesovermilieu.nl

Felnet wil de veelal heterogeen ver-spreide milieu-informatie helpen coör-dineren en digitaal ter beschikking stel-len via een gezamenlijke catalogus, die beschrijvingen bevat van bijna een kwart miljoen documenten> http://www.felnet.eu

bIblIOTHEEK VAN HET CENTRUM VOOR DUURZAME ONTwIKKElINgHet Centrum voor Duurzame Ontwik-keling heeft een bibliotheek met 2.500 boeken uitgebouwd. In de bibliotheek zijn twee collecties aanwezig: literatuur over duurzame ontwikkeling en het nalaten-schap van Paul Gimeno.

De bibliotheek staat iedere woens-dag tussen 14 u. en 18 u. voor iedereen open. Adres: Poel 16, 9000 Gent. Er kun-nen geen boeken ontleend worden. Alle boeken van de bibliotheek zijn inge-schreven in de Aleph Catalugus van de Universiteitsbibliotheek Gent. Het plaat-singsnummer van een boek van het CDO begint met “PSCDO”, gevolgd door vier cijfers, bijv. “PSCDO2653”.

Moraalfilosoof Paul Gimeno (1952-2003) was verbonden aan de Universiteit Gent. Hij publiceerde onder andere over die-renethiek, klimaatsverandering en ontwik-kelingslanden, techniekfilosofie, onzeker-heid en risicobeleid. Hij was redacteur van het boek Ontwikkeling & Duurzaamheid en auteur van Mensen onder andere: een inleiding tot milieuethiek.> http://www.cdo.ugent.be/overonsbibliotheek.html

gREENFIlE™GreenFILE wordt aangeboden door EBSCO en is een gratis toegankelijke databank die focust op de relatie tussen mensen en hun omgeving, met toegan-kelijke onderzoeksinformatie over onder-werpen als de opwarming van de aarde, duurzaam bouwen, milieuverontreini-ging, alternatieve energiebronnen, recy-clage, … De databank bevat academische titels, maar ook overheidspublicaties. Er zijn 385.000 records waarvan meer dan 4.700 naar openaccessartikels verwijzen.> http://www.greeninfoonline.com

Foto: Birgit Reynders.

META 2012 | 2 | 41

duurzaam

Page 44: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

ART(silence)

“Geld was er niet, enthousiasme te over”: de beschrijving van de werksituatie van de biblio-theek van het Hoger Instituut voor Kunstgeschiedenis en Oudheidkunde (HIKO) van de Gentse universiteit zal menig bibliotheekmedewer-ker bekend in de oren klinken. Het vervolg “En vooral vrij-heid” misschien iets minder. Net dat maakt de bibliotheek Kunstwetenschappen zo inte-ressant.

De bibliotheek werd in 1933 ontworpen door Henry van de Velde als onderdeel van het project dat ook de Boekentoren omvatte. Ze groeide uit tot verzamelplaats voor werken rond de plasti-sche kunsten in Europa, esthe-tica, kunstfilosofie, bouw-kunst, monumentenzorg, etc. en werd uiteindelijk zelfs een culturele ontmoetingsplaats, waar vooral jonge beeldende kunstenaars hun werk konden tentoonstellen. Zo werden de bibliotheek en leeszaal van het HIKO een begrip in de wereld van de kunstbibliotheken en de culturele sector in het alge-meen. Maar nu verliest, door de oprichting van een nieuwe centrale faculteitsbibliotheek voor de faculteit Letteren en Wijsbegeerte, de Kunstbib haar functie.

De winst van de lezer

Ondanks de bijzonder lelijke vormgeving met op wit glan-zend papier gespuugde zwart-rood-witte tonen, is deze inleiding tot het Vlaamse boe-kenvak een meer dan lezens-waardige stand van zaken. In elf helder uiteengezette hoofdstukken gaan een aan-tal vakspecialisten volledig op in de boekendingen waar zij het sterkst in zijn. Van een bedrijfseconomische benade-ring van de boekhandel door Guido De Smet, commerci-eel directeur bij Standaard Boekhandel, tot een aansteke-lijke visie op het winnen van lezerszieltjes van de hand van Majo de Saedeleer, directrice van Stichting Lezen.

“Koop dus, en we zullen er bei-den baat bij hebben.” Met deze

Om hulde te brengen aan de kunstenaars wiens werk een meerwaarde heeft betekend voor de bibliotheek verscheen onlangs ART(silence), een ver-zameling van oorspronkelijke beeldende kunstwerken van meer dan zestig kunstenaars, vergezeld van korte tekstfrag-menten. De rode draad door de opgenomen kunstwerken is de verstilling, de bewuste traagheid. Houtsneden, schet-sen in Oost-Indische inkt en collages getuigen van het sobere, pure karakter van de bibliotheek. Zwart-wit over-heerst; een flou artistique verleent de overgrote meer-derheid van de foto’s hun mys-terieuze aantrekkingskracht.

De kunstwerken worden aangevuld met enthousias-merende teksten over de geschiedenis en werking van het HIKO. Daarnaast besteedt ART(silence) ook vier pagina’s aan indrukken van bezoekers over de Kunstbib. Het dub-bele karakter van de kunstbi-bliotheek wordt meteen dui-delijk wanneer de een “de kwetsbaarheid van elk geeste-lijk streven, wanneer men met beperkte maatstaven de onein-digheid meet” opmerkt, terwijl de ander zijn bedenking heeft bij de tl-lampen, die “misschien wel functioneel, maar saai” zijn. Het lofprijzen “praktische inde-ling en bronnen zijn eenvoudig terug te vinden” staat naast het schijnbaar tegengestelde maar even lovende “vele ver-borgen hoekjes waar je een ontdekking kan doen”.

Als dusdanig is ART(silence) een getuigenis van de artis-tieke werking van de Kunstbib in de voorbije negen jaar, tegelijk geschiedenis en sfeerschets. Misschien meer nog dan een hulde aan kun-stenaars en professoren is het werk een liefdevol eerbe-toon aan een bibliotheek, en mogelijk zelfs aan dé (kunst-)bibliotheek, die haar huid van

“specifieke stilte voor speci-fieke zoekers” afwerpt om haar relevantie te behouden. ART(silence) bepleit ech-ter bovenal dat de biblio-theek altijd een “Wunder-, Kunstkammer of kabinet van curiositeiten” moet blijven.

Roel lauwers

> art(silence) / Benn deceuninck

(red). - vakgroep kunst-, muziek-

en theaterwetenschappen van de

universiteit gent, 2011. - 162 p.

‘Turning Tourists’ van Luc Degryse in de Henry van de Velde Kunstbib. Foto: Benn Deceuninck.

ambitieuze woorden van Dirk Martens, in 1473 verantwoor-delijk voor het eerste gedrukte boek in ons land, schiet biblio-theekwetenschapper Pierre Delsaerdt dit handboek op gang. Dankzij onder meer Martens was het mogelijk om de koper enkele honderden gedrukte exemplaren in één keer aan te bieden. Vanaf dat ogenblik dienden drukkers, die in die tijd tegelijkertijd uitgevers en boekhandelaars waren, na te denken over het in de markt plaatsen van hun boekenwaar. Een impliciete waarschuwing aan het adres van de huidige generatie boe-kenventers ook. Want met de opkomst en het succes van het internet worden we, vijf-eneenhalve eeuw na Martens en consorten, haast weggebla-zen door een tweede informa-tierevolutie. Eentje die onder-weg ook de processen van de productie, de verhandeling en de bemiddeling van boeken volledig blijkt te hertekenen waardoor het ganse Vlaamse letterenlandschap door elkaar wordt geschud.

Voorlopig blijft het Vlaamse boekenvak hangen in een overgangsperiode; een versle-ten en-verhaal waarin bijvoor-beeld de verschillende dragers van informatie naast elkaar blijven bestaan. Maar als we zien wat de digitale revolu-tie in de Angelsaksische boe-kenwereld aan het aanrichten is, dan zal deze inleiding tot het Vlaamse boekenvak voor-lopig weinig verhelpen aan onze koudwatervrees voor al dat digitaal informatiege-weld. Het enige lichtje tus-sen al deze ontwikkelingen is dat er altijd, of dat nu op een tablet, een e-reader of via een crossmediaal boek is, zal gelezen worden. En aangezien bijvoorbeeld blijkt dat kinde-ren die worden opgevoed in een thuisomgeving waar veel boeken aanwezig zijn betere schoolresultaten behalen, zal de daad van het lezen niet al te gauw verdwijnen.

Veel meer nog dan hoogop-geleide ouders uit de betere

42 | META 2012 | 2

recensies

Page 45: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

sociale middens zullen dood-gewone lezende papa’s en mama’s een nieuwe pedago-gische revolutie inluiden, aldus een aantal bijdrageschrijvers. Dat het culturele niveau van een stad vaak af te lezen valt uit het aantal boekhandels die er gevestigd zijn, zoals boek-handelaar Yvonne Steinberger in haar commentaar beweert, is nogal kort door de bocht. Er zijn wel meerdere facto-ren die het cultureel stadspeil bepalen. De boekhandelrea-liteit ligt vaak iets dichter bij de economie, zoals blijkt uit de tekst van Johan de Koning, directeur-uitgever bij WPG-Uitgevers België.

Zo merken we vandaag bij-voorbeeld dat de vele kook-boeken volgens het beproefde marketingconcept van de per-sonencultus worden opgehan-gen aan personality’s binnen of zelfs buiten het restaurant-gebeuren. De Koning voegt daar eerlijkheidshalve aan toe

dat in zo’n context het mar-ketingverhaal rond de auteur voorrang krijgt op de inhoud. Smaken en trends zijn met andere woorden heel vluch-tig en ook uitgevers dienen te weten wat er bij de men-sen leeft. Een economische waarheid als een koe waar-bij het eventuele culturele aspect vaak een aardige bij-komstigheid is. In een derge-lijk klimaat van in het donker schietende uitgevers dient de 80/20-regel van Pareto, waar-bij 20 procent van de waar instaat voor 80 procent van de verkoop, vaak omgezet in de 90/10-wijsheid. Hierdoor wordt de richel, waarop te achterhalen valt welke titels die 10 procent succesvol kun-nen invullen, nog smaller voor de uitgever.

Het boek blijft, aldus Geert Joris van Boek.be, een goed dat voor 80 procent uit eco-nomische aspecten bestaat. De resterende percenten vullen

het culturele luik in, lees: het statement dat je bij het schen-ken van een boek maakt tegen-over diegene die je met de titel verblijdt. De obligate bos bloe-men of fles wijn staan, als voor-naamste concurrenten, naast het boek. Verder is het een Vlaams economisch gegeven dat slechts 50 procent van de boeken via de gewone boek-handel tot bij de lezer komt. In een landschap van industrie-zones, kleine kmo’s en noeste Vlaamse ondernemende wer-kers tiert de business-to-busi-nessmarkt welig en wisselen boeken, gemaakt in opdracht van bedrijven of in grote oplage als relatiegeschenk opgekocht door diezelfde bedrijven, vlotjes van eigenaar. Opnieuw een (economische) vaststelling mijlenver van dat zogeheten culturele luik.

Deze uitgave belicht voorts het project ‘Boekenbank’, de educatieve uitgeverij, de positie van de auteur en het

Vlaamse auteursrecht. In het slothoofdstuk over de toe-komst van het boek vertroe-belt een nogal droge opsom-ming van de verschillende soorten nieuwe digitale infor-matiedragers een heldere en gedurfde uiteenzetting over de vernieuwde positie van de uitgeverij binnen dit ganse e-gebeuren. Als het de bedoeling is om deze inleiding als handboek in de verschil-lende bibliotheekopleidingen te slijten, dan valt niets aan te merken op de keuze van het schrijversgild en de besproken onderwerpen. Al doet deze stand van zaken het boeken-vak heel veel deugd, laat deze gesteldheid alstublieft een opstap zijn naar meer.

bjorn Verlinde

> de winst van de lezer: inleiding

tot het boekenvak in vlaanderen

/ pierre delsaerdt.- leuven: acco,

2011.- 207 p.- isBn 978-9-03348-

595-4

META 2012 | 2 | 43

recensies

Page 46: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

rechtzetting

META nummer 1 stelde u een enthou-

siaste groep studenten voor. Studenten

uit het Graduaat in het bibliotheekwe-

zen en de documentaire informatiekunde

en niet uit de initiatie zoals vermeld. Op

onze website vindt u een nieuwe versie

van het artikel..

Personaliaberichten zijn welkom via

[email protected]

Op 1 september 2011 trad anke coppens in dienst als bibliothecaris van de Centrale Bibliotheek van de FOD Werk-gelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (WASO). Zij volgt Jozef Cassimons op, die al vroeger in 2011 op pensioen ging. Anke studeerde Geschiedenis aan de Universiteit van Gent en volgde nadien de GAS Documentatie- en bibliotheekwe-tenschap en de GGS Informatie- en biblio-theekwetenschap aan de Universiteit van Antwerpen.

In oktober 2006 startte Anke haar loop-baan als projectmedewerker bij het Brussels Netwerk Openbare Bibliotheken (BruNO). In die functie was zij verant-woordelijk voor de begeleiding van biblio-theken die nieuw aansloten op het net-werk. Precies een jaar later, in oktober

2007, ging Anke aan de slag als coör-dinator bibliotheektechnologie bij de Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek (HOB). Vier jaar lang stond zij in voor het verzorgen van de voorbereiding, imple-mentatie, evaluatie en opvolging van ICT-projecten en van het ICT-beleid van de HOB in het algemeen.

Als bibliothecaris binnen FOD WASO zal Anke zich vooral richten op de uitbouw van een efficiënter documentatiebeleid binnen de FOD, door de professionalise-ring en modernisering van de bibliotheek, de overstap van papieren naar digitale documentatie, de uitbouw van de col-lectie en het verhogen van de gebruiks-vriendelijkheid en aantrekkelijkheid van de bibliotheek en de aangeboden docu-mentatiebronnen.

Sinds 1 februari 2012 werkt diederik lanoye als catalograaf oude druk-ken voor de Universiteitsbibliotheek van de KU Leuven. Als dusdanig zal hij zich voornamelijk bezighouden met de catalografische ontsluiting van de ver-schillende erfgoedcollecties binnen de Universiteitsbibliotheek, voornamelijk bewaard in de Centrale Bibliotheek en de Maurits Sabbebibliotheek van de Faculteit Theologie en Religiewetenschappen.

Diederik werkte sinds 2007 als pro-jectmedewerker aan de Short Title Catalogus Vlaanderen. De Vlaamse Erfgoedbibliotheek, die het STCV-project coördineert, wierf ondertussen al een nieuwe medewerkster aan in de persoon van Susanna De Schepper.

44 | META 2012 | 2

personalia

Page 47: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

Hoe en waar luister je naar muziek?Muziek is voor mij dagelijkse kost. Vaak luister ik met de koptelefoon op het werk of thuis door de speakers, het tijdstip speelt geen rol. Op de fiets luister ik naar de iPod. Zelfs in de keuken staat nu een platendraaier. Lekker koken, een goed glas wijn met Billie Holiday op de achter-grond. Succes verzekerd! Muziek beluis-teren is net als op reis vertrekken. Je start vol verwachtingen, je geraakt in de ban van de bestemming en je keert opnieuw vol goede moed en een frisse geest naar huis. Maar stilte kan ook muziek zijn.

luister je veel digitaal?Ik ben geen verwoed gebruiker van iTunes. Ik gebruik het enkel als bibliotheek voor mijn iPod. De komst van Spotify is wel een goede zaak. Het is voor mij een ide-aal instrument om snel nieuwe muziek te leren ontdekken. Ik deed dat ook al met Deezer en Last.fm, maar die worden nu wel minder gebruikt.

Hoe kom je aan je muziek? Op allerlei manieren. Ik koop nog regel-matig cd’s, leen ze ook gretig uit de bib. ik koop ook vaak vinyl. Downloaden doe ik amper. Gelukkig krijg ik als program-mator ook veel muziek toegestuurd wat het allemaal draaglijker maakt.

Naar welk genre gaat je voorkeur uit?Ik surf dagelijks tussen neoklassiek en postrock en af en toe een snuifje jazz. Van Pan American tot Sigur Ros, van Explosions in the Sky tot Nina Simone.

danny theuwis

Danny Theuwis is programmator Muziek en Literatuur bij 30CC,

het cultuurcentrum van Leuven. Hij is altijd een buitenspeler

geweest en doet verwoede pogingen om cultuur met sport te ver-

binden. Danny vertoeft muzikaal vaak in hogere Scandinavische

sferen. Hij gelooft in leesbeleving en minder in leesbevordering.

Verder heeft hij een zwak voor Yves Klein-blauw en bijzondere

vrouwen met een culturele dimensie.

Foto: Diego Franssens

Van Christina Vantzou tot Jacqueline Du Pré.

Heb je een favoriete groep?Mijn favoriete groep is The Verve, zeker de beginperiode, toen nog Verve. Plots scheen het licht. Ik hoorde A man called Sun en was compleet van de kaart. Helemaal aan de grond genageld. Geen twijfel mogelijk, dit waren de jaren negen-tig op hun best. Het was ook meteen de start van een duurzame liefdesrelatie!

Heb je een favoriet album?Lazer Guided Melodies van Spiritualized. Je moet dit zien in dezelfde context, levensfase als bij The Verve. De perfecte soundtrack om bij weg te dromen, te ver-dwijnen, en herop te leven.

Heb je een ‘foute’ plaat waar je stiekem wel eens naar luistert? Als old school Depeche Mode, tijdens de periode rond het album Violator, fout is, dan wel, ja. Maar eigenlijk is dit, als je er nu op terugkijkt, bijzonder straf spul. Toegankelijk en toch bijzonder. Er zou vandaag geen Goose zijn zonder Depeche Mode. En weet dat zij destijds in België werden weggehoond, terwijl Goose volle zalen trekt. Ze waren hun tijd ver vooruit.

wat was het eerste plaatje dat je ooit kocht?De lp Arena van Duran Duran. Je bent jong en je denkt dat je een puberale ‘Wild Boy’ bent. Je luistert naar de verkeerde dingen en je komt uit op deze pop voor softies. Met dank aan Simon Le Bon en zijn bles. Wel grijsgedraaid toen.

welke artiest zou je tot slot willen aan­raden aan de META­lezers?De ontdekking van 2011: A Winged Victory for the Sullen met Adam Wiltzie en Dustin O’Halloran. Tel daar nog de strij-kers bij en je bent verkocht. Ga ze live bewonderen! Dakota Suite heeft al heel wat platen gereleased, in België helaas onbekend. De hoogste tijd dus om hen een plek te geven in je hart. Verder nog Eluvium, luister zeker naar de cd Copia en in dezelfde lijn Sylvain Chauveau. Dat is filmische muziek voor fijnproevers. En als je niet bezwijkt voor de aardse schoon-heid van Hope Sandoval (foto) van Mazzy Star, dan ben je een ziek mens. Een licht-punt in duistere nachten.

“Muziek beluisteren is net als op reis vertrekken”

Danny Theuwis:

META 2012 | 2 | 45

zogehoord

Page 48: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

Sociale media in uw organisatie

Vandaag kan je geen krant of tijdschrift meer openslaan of er wordt over ‘sociale media’ geschreven. Blogs, Facebook en Twitter maken of kraken het nieuws. Sommigen beweren dat een nieuwe vorm van communicatie onze richting uitkomt. Een enkeling vergelijkt Facebook-baas Mark Zuckerberg al met Gutenberg.

Deze workshop sociale media is bedoeld voor mensen die hun eerste stappen in sociale media zetten. Aan de hand van best practices en inspirerende voorbeelden uit andere sectoren bekijken we op welke manier deze nieuwe commu-nicatievorm kan worden ingezet binnen de VVBAD en voor de communicatie van jouw bibliotheek, archief of documen-tatiecentrum met de buitenwereld. We kijken naar de situatie gisteren, vandaag en morgen en verkennen de mogelijkheden van de meest gangbare sociale netwerken.

PRAKTISCHDatum 22 mei 2012Inschrijven Via http://www.vvbad.be

DOCENTJan Seurinck is professioneel communicatief bezig voor Flanders DC, docent communicatiemedia en freelance communicatie-expert. Zijn lezingen worden wel eens inspirerend genoemd. Net zo goed zijn ze concreet en to the point, met praktische aanbevelingen en nuttige tips. Hij is een actief gebruiker van sociale media en werd door datanews uitgeroepen tot zesde twitteraar in België. Jan is blogger en actief gebruiker van Facebook. Met Linkedin is hij geen beste maatjes maar dat is een persoonskwestie.

Sociale media in vraag?

Vorig jaar organiseerde de VVBAD voor het eerst de vorming ‘Sociale media voor beginners’. In januari 2012 volgde een herhaling van deze studiedag met veel succes.

Je hebt nu je eerste stappen gezet in de sociale media, maar de honger is nog niet gestild? Het medialandschap verandert ook voortdurend en meer en meer is vlotte communicatie nog de enige juiste manier. De behoefte naar begeleiding blijft hierin erg groot.

NIEUwE VRAgENWelk medium gebruik je best? Wanneer en hoe media combi-neren? Moet ik mijn individuele Facebook-pagina combineren met een werkgerelateerde, en hoe? Bestaat er een moge-lijkheid om een twitter-timeline te ordenen of te onsluiten?

Ben je zelf een facebooker, twitteraar en/of blog je af en toe een post, maar zit je soms wel met vragen rond de verschil-lende media (of misschien stel je ze in vraag), dan kan je zeker een bijdrage vormen voor deze namiddag. Het programma staat open voor suggesties van de deelnemers.

De interne vorming gaat door op 19 april van 14u.-17u. in het VVBAD-secretariaat, Statiestraat 179, 2018 Berchem. Schrijf je snel in, het aantal plaatsen is beperkt. opgelet: deze stu-diemiddag is enkel voor vvBad-bestuursleden! inschrijven kan door een mailtje te sturen naar [email protected].

PRAKTISCHDatum 19 april 2012Plaats VVBAD-secretariaat, Statiestraat 179,

2018 Berchem

Foto: Jon Snyder/Wired.

46 | META 2012 | 2

activiteiten

Page 49: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

activiteitenkalender

22.03 Literatuurlijk! Nederlandse

literatuur op de drem-

pel van de 21e eeuw

Bibliotheekschool Gent22.03 Trefmoment: Lokaal cultuur-

beleid na de ommezwaai

(Hasselt)

FARO, Forum voor amateur-kunsten, FOV

22.03 Literatuurlijk! Young

Adults literatuur op de

drempel van de 21e eeuw

Bibliotheekschool Gent

27.03 Archivarissen en digitaal

documentbeheer

VVBAD31.03 Schatkamers voor de eeu-

wigheid? Depotbeheer in

een veranderend kader

FAAD04.04 - 29.05 Totale bibverkoop ??!

Of wat marketing en PR

kunnen betekenen voor de

bib

Bibliotheekschool Gent19.04 Sociale media in vraag

VVBAD22.05 Sociale media in uw organi-

satie

VVBAD11.06 -12.06 KVAN-dagen

KVAN13.06 - 15.06 Studiereis Zweden

VVBAD

Uw activiteit in deze kalender? Meld ze aan via onze website http://www.vvbad.be/activiteiten

Archivarissen en digitaal documentbeheerstudiedag van de werkgroep automatisering

In de organisatie en zelfs bij particulieren worden steeds meer documenten digitaal ontvangen, gemaakt, gebruikt en bewaard. Op termijn worden een aantal daarvan ook overgedragen aan het archief. We trappen een open deur in wanneer we zeggen dat de archivaris van vandaag op die overdracht moet antici-peren. Volgens het boekje hebben archivarissen er alle belang bij om zo vroeg mogelijk betrokken te worden bij het digitale documentbeheer van de archiefvormer.

Met deze studiedag wil de Werkgroep Automatisering die stel-ling meer concreet maken door een zestal cases aan te reiken. Zes sprekers krijgen het woord om een overzicht te geven van de acties die zij ondernemen om het digitale documentbeheer bij de archiefvormer bij te sturen. We willen drie voorstellin-gen brengen van archieven die invloed proberen uit te oefenen op het digitale documentbeheer bij hun eigen organisatie. Dat wordt aangevuld met drie cases die illustreren hoe archivarissen als bewaarnemers kunnen proberen om invloed uit te oefenen op het digitale documentbeheer bij derden, waar per definitie meer in een voluntaristisch perspectief moet worden gewerkt.

PROgRAMMA9.00 u. Ontvangst met koffie9.30 u. Inleiding: De archivaris en digitaal documentbeheer

(Filip Boudrez, eDavid)10.00 u. Ontsnappingsroutes uit het digitale moeras. Het

digitaal documentbeheer bij de stad Leuven (Caroline Vleugels, Stadsarchief Leuven en Yehudi Bosmans, Helics)

10.45 u. Het beheer van digitale documenten in een gemeente: zin en onzin van classificatie en mappenstructuren. (Willy Vallaey, Stadsarchief Roeselare)

11.30 u. De draad van Ariadne in het digitale labyrint. De organisatie van dossieropvolging en archiefbe-heer bij het provinciebestuur van Limburg (Robert Nouwen, provinciearchief Limburg)

12.15 u. Lunch13.15 u. Case NAi (Frans Neggers)14.00 u. Case KADOC-KULeuven (Katrien Weyns)14.45 u. Case MIVB (Stephanie Waeyenbergh)15.30 u. Receptie

PRAKTISCHDatum 27 maart 2012Plaats Liberaal Archief, Kramersplein 23, 9000 GentPrijs 55 euro (VVBAD-leden), 90 euro (niet-leden)Inschrijven Via http://www.vvbad.be/activiteit/archivarissen-

en-digitaal-documentbeheer

Studiedag e-readersOp donderdag 31 mei 2012 organiseert de sectie Schoolbibliotheken van de VVBAD een studiedag over e-readers. Deze zal plaatsvinden in KHK Turnhout. Meer info vindt u op onze website: http://www.vvbad.be/activiteiten.

META 2012 | 2 | 47

activiteiten

Page 50: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

De universiteitsbibliotheek van Aberdeen, Verenigd KoninkrijkFoto: Simon Varwell

Page 51: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

wij richten bibliotheken in ...

Appelweg 94 CB-3221 Holsbeek

Tel.: 016 623 340Fax: 016 620 400

[email protected]

Bibliothèque communale de Virton Meer op: www.sbnl.be/foto

Page 52: MuSeuMarCHieven, · 2017. 9. 4. · Daisy-formaat uit. Luisterpunt hoopt dat binnenkort álle biblio-theken Daisy-boeken uitlenen, ook aan kinderen en jongeren. Moedig als bibliotheekmedewerker

Deel

Deel

Voor meer informatie: Filip Trenson - Sales Manager Benelux | Tel. 32 2 727.78.01 | �[email protected]