Museum Plantin-Moretus in Antwerp€¦  · Web viewDe opdrachtgever was de muntmeester Konrad von...

54
Opdracht Invulbundel Museum Plantin-Moretus - (Inspiratiebundel – Uitgebreide versie) - Opdrachtenblad voor leerlingen Inspiratiebundel Museum Plantin-Moretus Opdrachtenblad voor leerlingen Naam: Klas: Een museum als tijdmachine?! Een drukkerij van wereldformaat Wat hier te zien is, is echt bijzonder. Als je in de drukkerij, en vooral in de werkkamers aan de achterzijde van de binnenplaats loopt is het net alsof je je in de 16 de eeuw bevindt en het personeel even een middagpauze heeft genomen. Museum Plantin-Moretus wordt niet alleen drukbezocht door iedereen die een uitgesproken belangstelling heeft voor de geschiedenis van de boekdrukkunst. De woning waar de families Plantijn en Moretus verbleven en werkten, is ook één van de mooiste en best bewaarde patriciërhuizen van Antwerpen. Het verleden van de drukkerij en vooral de opmerkelijke staat waarin dat verleden nog steeds bezocht kan worden, zijn zonder meer uniek. Een kenniscentrum De oprichter van de drukkerij ‘De Gulden Passer’ was Christoffel Plantijn (1555-1589). Hij was van eenvoudige komaf. Hij werd geboren in Frankrijk, maar in 1549 week hij uit naar Antwerpen waar hij als boekbinder actief was. Door een spijtig ongeval (Plantijn werd overvallen op de Meir en zijn schouder met zwaard doorboord…) was hij genoodzaakt over te schakelen op het drukken. In werkelijkheid kreeg hij waarschijnlijk geld van het Huys der Liefde, een geheim genootschap dat verdraagzaamheid en mystieke godsbeleving predikte. Voor deze ‘sekte’ kwam het goed uit dat ze een drukker als lid hadden die hun controversiële ideeën kon verspreiden. Hoe dan ook Plantijn stapte in 1555 over op drukken. Een goede keuze bleek achteraf. 300 jaar familiebedrijf Als gewiekste zakenman die kwaliteitsdrukwerk leverde, werd Plantijn de belangrijkste drukker-uitgever van het Europa van zijn tijd. In de bloeiperiode had hij niet minder dan zestien boekdrukpersen in werking. De drukkerij was de modernste en grootste drukkerij van dat ogenblik maar ook een kenniscentrum dat instond voor de verspreiding van nieuwe inzichten en 1

Transcript of Museum Plantin-Moretus in Antwerp€¦  · Web viewDe opdrachtgever was de muntmeester Konrad von...

Opdracht Invulbundel Museum Plantin-Moretus - (Inspiratiebundel – Uitgebreide versie) - Opdrachtenblad voor leerlingen

Inspiratiebundel Museum Plantin-Moretus

Opdrachtenblad voor leerlingen

Naam:

Klas:

Een museum als tijdmachine?!

Een drukkerij van wereldformaat

Wat hier te zien is, is echt bijzonder. Als je in de drukkerij, en vooral in de werkkamers aan de achterzijde van de binnenplaats loopt is het net alsof je je in de 16de eeuw bevindt en het personeel even een middagpauze heeft genomen. Museum Plantin-Moretus wordt niet alleen drukbezocht door iedereen die een uitgesproken belangstelling heeft voor de geschiedenis van de boekdrukkunst. De woning waar de families Plantijn en Moretus verbleven en werkten, is ook één van de mooiste en best bewaarde patriciërhuizen van Antwerpen. Het verleden van de drukkerij en vooral de opmerkelijke staat waarin dat verleden nog steeds bezocht kan worden, zijn zonder meer uniek.

Een kenniscentrum

De oprichter van de drukkerij ‘De Gulden Passer’ was Christoffel Plantijn (1555-1589). Hij was van eenvoudige komaf. Hij werd geboren in Frankrijk, maar in 1549 week hij uit naar Antwerpen waar hij als boekbinder actief was. Door een spijtig ongeval (Plantijn werd overvallen op de Meir en zijn schouder met zwaard doorboord…) was hij genoodzaakt over te schakelen op het drukken.

In werkelijkheid kreeg hij waarschijnlijk geld van het Huys der Liefde, een geheim genootschap dat verdraagzaamheid en mystieke godsbeleving predikte. Voor deze ‘sekte’ kwam het goed uit dat ze een drukker als lid hadden die hun controversiële ideeën kon verspreiden. Hoe dan ook Plantijn stapte in 1555 over op drukken. Een goede keuze bleek achteraf.

300 jaar familiebedrijf

Als gewiekste zakenman die kwaliteitsdrukwerk leverde, werd Plantijn de belangrijkste drukker-uitgever van het Europa van zijn tijd. In de bloeiperiode had hij niet minder dan zestien boekdrukpersen in werking. De drukkerij was de modernste en grootste drukkerij van dat ogenblik maar ook een kenniscentrum dat instond voor de verspreiding van nieuwe inzichten en ideeën. Plantijn, die (in het geheim) protestantse sympathieën had moest zorgen dat hij zich tijdens de Spaans-katholieke overheersing profileerde als een overtuigd katholiek. Dit deed hij door het uitgeven van katholieke werken in opdracht van Filips II.

De Officina Plantiniana was in de 16de eeuw de grootste typografische onderneming van Europa. Plantijn werd opgevolgd door zijn schoonzoon Jan I Moretus. Vele Moretussen volgen hierna als zaakvoerders van de drukkerij. Ook in de 17de en 18de eeuw bleef Plantin-Moretus een naam met faam. Het woonhuis dat verbonden was aan de drukkerij werd versierd met schilderijen en luxe kunstvoorwerpen en meubelstukken. In het museum kun je zien hoe patriciërs in de 16de, 17de en 18de eeuw woonden.

Van drukkerij naar museum

De drukkerij-uitgeverij-boekhandel op de Vrijdagsmarkt bleef precies drie eeuwen in werking; van 1576 tot 1876. In de 18de eeuw hield de familie zich steeds minder bezig met de drukkerij. Ze werden rijk door huwelijken en beleggingen en konden rentenieren. De drukkerij wordt niet aangepast aan het industriële tijdperk, waardoor ze geen concurrent is voor andere ondernemingen. In 1866 verschijnt het laatste boek. Het Museum Plantin-Moretus opent in 1877 zijn deuren.

De drukkerij en het woonhuis zijn uniek in de wereld; nergens vind je nog een drukkerij uit de renaissance die volledig intact is. Daarom staat Museum Plantin-Moretus ook op de Unesco-werelderfgoedlijst, naast de piramiden van Gizeh, de Akropolis in Athene en de Taj Mahal in India. Het is trouwens een wonder dat dit gebouw nog overeind staat. De huizen aan de Vrijdagmarkt werden namelijk door een verdwaalde V-Bom in de Tweede Wereldoorlog voor een groot deel met de grond gelijk gemaakt. Maar het museum heeft het overleefd!

Neem zelf maar een kijkje en treed binnen in de 16de eeuw…

Deel A: Voorbereidende opdrachten op school> zie bundel

Deel B: Opdrachten in het museum:

De voorgevel

De drukkerij van de familie Plantin-Moretus aan de Vrijdagsmarkt kreeg in de 18de eeuw een klassieke Franse voorgevel in classicistische stijl.

Opdracht 1-De voorgevel

1. Is de algemene vormgeving verticaal of horizontaal?

………………………………………………………………

2. Geef een voorbeeld dat verwijst naar de bouwkunst uit de Oudheid (voor het middendeel).

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

3. Schild boven de toegangspoort:

A. Schrijf de Latijnse tekst op. Het is Plantijns bedrijfslogo.

………………………………………………………………………………………………………………………………

B. Wat betekent de Latijnse tekst?

………………………………………………………………………………………………………………………………

C. Teken het symbool van de drukkerij na. Dit was het drukkersmerk oftewel het logo van de drukkerij. Het werd in de boeken die hier gedrukt werden afgedrukt om aan te geven wie het boek gemaakt had.

D. Bedenk een symbool voor jou persoonlijk/voor je familie/voor een vriendschap die je veel waard is/ voor je hobby.

Zaal 1- Het Kleine salon

Plantijn en zijn zoon Jan I Moretus investeerden al hun kapitaal in het bedrijf. Pas met Balthasar I Moretus (1574-1641) kwam daar verandering in. Hij bouwde het bescheiden Plantijnse Huis uit tot een schitterende patriciërswoning. De architectuur en het rijk versierde interieur moesten de welstand van de familie uitdrukken. Balthasar I gaf de opdracht voor het bouwen van drie pronkkamers die werden gebouwd tussen 1620 en 1622 (zaal 1, 2 en 3). Het kleine salon is de eerste van drie zogenaamde pronkkamers uit de 17de eeuw.

Opdracht 2-Wandtapijt

De muren zijn bekleed met zogenaamde Brusselse gobelins uit de 16de eeuw.

A. Wat zijn Brusselse gobelins?

……………………………………………………………………………………………………………Wat wordt er afgebeeld op het wandtapijt op de rechterwand als je binnenkomt in deze zaal (met de deur naar de volgende zaal)? Beschrijf wat je ziet.

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

B. Zou een afbeelding van een oorlog er nu ook nog zo uitzien? Wat zijn de verschillen?

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

Gouden Eeuw van Antwerpen

Al in de 16de eeuw was Antwerpen een stad van Europees formaat. De havenstad aan de Schelde was rond 1550 het belangrijkste handelscentrum én de grootste stad ten noorden van de Alpen. Er leefden ca. 100.000 mensen. Het Antwerpen waar Christoffel Plantijn kwam wonen was in de eerste helft van de 16de eeuw de draaischijf van internationale handel; een knooppunt van Engelse, Portugese, Duitse, Italiaanse en Spaanse handelslijnen. Antwerpen was niet alleen de grootste warenmarkt van Europa, maar tevens de grootste geldmarkt. Intellectuelen, handelaars en kunstenaars voelden zich dan ook aangetrokken tot de bloeiende Scheldestad. Geen wonder dat Plantijn naar Antwerpen kwam!

Luxe en handel, toen en nu.. Antwerpen en New York

Boven: Links: Huizen op de Grote Markt in Antwerpen.[endnoteRef:1] Rechts: Frans Francken II (Antwerpen 1581-1642), Het schilderijenkabinet ‘van Sebastiaan Leerse’. [1: Bron foto: http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Gildehuizen_Antwerpen.jpg Auteur: Manfreed, 14 September 2006. ]

Onder: Links: Uitzicht op New York, Wikipedia Commons, Daniel Schwen, 6 december 2005.Rechts en onder: Interieurs van een luxe villa, Wikipedia Commons, Algedra Interior Design, 22 maart 2014.

Opdracht 3-Antwerpse glorie

A. Bekijk de afbeeldingen hierboven. Op welke drie manieren lieten deze rijke burgers uit de 16e en 17de eeuw hun rijkdom zien?

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

B. Op wat voor manieren laten rijke mensen (zoals voetbalvedettten en filmsterren) in onze tijd hun rijkdom zien?

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

Opdracht 4-Antwerpen nu

A. Is Antwerpen ook nu nog een knooppunt van internationale handel?

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

B.Leg uit wat er op gebied van handel is veranderd als je onze tijd vergelijkt met de 16de eeuw.

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

C.Op welke gebieden is Antwerpen tegenwoordig toonaangevend in de wereld?

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

Zaal 2- Het grote salon

Balthasar I begon met het verzamelen van schilderijen. De beroemde barokschilder Peter Paul Rubens (1577-1640) portretteerde familieleden en goede vrienden van Balthasar I. De opdrachtgevers van Rubens waren vorsten, religieuze ordes en rijke burgers. Tijdens de renaissance werd de portretkunst zeer belangrijk. Voor het eerst in de geschiedenis konden ook ánderen dan vorsten zich laten vereeuwigen op het doek. Rijke burgers konden laten zien hoe belangrijk en succesvol ze waren. Het individu mocht op de voorgrond treden en dat is ook te zien op de portretten.

Afbeelding: Peter Paul Rubens

Opdracht 5-De portretten

I. Het portret van Christoffel Plantijn door P.P. Rubens, 1612-1616 (zie hiernaast).

Rubens baseerde zich voor dit portret op een 16de-eeuws schilderij.

A. Hoe is Plantijn gekleed?

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

B. Welke voorwerpen heeft hij in zijn handen?

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

C. Naar wat verwijst de passer?

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

D. Naar wat verwijst het boek?

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

II. Het verhaal van Plantijn illustreert mooi de opkomst van het handelskapitalisme. Leg uit.

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

III. De portretten van de familieleden werden bij erfenisverdelingen vaak achtergelaten aan de bedrijfsleider. Leg uit dat de collectie vandaag vooral afbeeldingen van de opeenvolgende bedrijfsleiders en hun gezinsleden bevat.

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

IV. De portretten van de vrouw en dochter van Plantijn

A. Zoek onderstaande portretten op in de zaal. Vergelijk de portretten en beschrijf wat je aan de hand van de schilderijen te weten komt over hun karakter.

Links zie je de vrouw van Plantijn en rechts zijn dochter.

Links: P.P. Rubens, Portret van Jeanne Rivière, 1630-36.

Rechts: P.P. Rubens, Portret van Martina Plantin, ca. 1633.

Jeanne de Rivière: …………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

Martina Plantijn:

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

B.Lees nu hun beknopte levensgeschiedenis hieronder. Vind je dat de schilderijen hun karakter of levensverhaal weerspiegelt?

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

Jeanne Rivière

Portret van Jeanne Rivière

In 1548 of 1549 arriveerde Christoffel Plantin in Antwerpen met zijn vrouw Jeanne Rivière (1521?-1596) en hun dochtertje Margareta. Plantijn leerde haar kennen in Caen als de huismeid van zijn werkgever, de boekbinder en boekenverkoper Robert II Macé. Ze was ook afkomstig van Normandië. Bij de dood van Plantijn verzaakte ze aan haar recht op de nalatenschap om de vrede te bewaren tussen haar twistende kinderen, maar bleef wel in het huis wonen tot haar dood. Vanaf 1590 zette haar schoonzoon Jan I Moretus de zaak verder.

Martine Plantijn

Portret van Martine Plantijn

Martina Plantijn (1550-1616) was de tweede dochter van Christoffel Plantijn; zij trouwde met Jan Moretus (Moerentorf) die na Plantijns dood de drukkerij verder zette.

Martina leidde een bloeiende kant en linnengoedhandel. Samen met Pierre Gassen onderhandelde ze met de fabrikanten, zorgde voor de betalingen en was verantwoordelijk voor het afhalen en verzenden van de afgewerkte producten. Bij de dood van Jan Moretus, in 1610, kwam zijn weduwe in naam aan het hoofd van de Officina, het beheer liet ze over aan haar zonen Balthasar I en Jan II Moretus.

V Kies een portret uit deze zaal uit.

A. Schrijf de titel, de kunstenaar en de datum op.

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

B. Neem een foto van het schilderij (zonder flits!)

C. Beschrijf hoe de persoon is afgebeeld.

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

D. Beschrijf waarom het portret je zo aanspreekt.

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

Kunstkabinet

Rechts van de haard in zaal 2 staat een 17de-eeuws kunstkabinet. Een kunstkabinet (of rariteitenkabinet) is een luxemeubel waarin je waardepapieren en kleine waardevolle voorwerpen kunt bewaren: juwelen, munten, textiel, (exotische) schelpen, planten, stenen, opgezette dieren… Zowel de wonderen van de natuur als kostbare kunstvoorwerpen die door mensen werden gemaakt werden erin opgeborgen. Daarom beschikten ze niet zelden over geheime laden en dubbele bodems. Dit exemplaar van omstreeks 1675 is uitgevoerd met luxematerialen, zoals ebbenhout, schildpadhoorn, ivoor en verguld brons. Op de witmarmeren paneeltjes zijn bijbelse taferelen geschilderd. De opdrachtgever was een Moretus.

Kunstkabinetten waren tot een eind in de 17de eeuw een befaamd Antwerps product, dat massaal werd geëxporteerd. Zo’n kunstkabinet vormde eigenlijk een privémuseum van een rijke burger of vorst. Het doel was het systematiseren van kennis.

Opdracht 6- Het kunstkabinet

A. Bespreek of je het eens of oneens bent met de volgende stellingen en geef aan waarom.

1. Deze kast komt van de IKEA

2. In deze kast zitten de vier windstreken verstopt

3. Elke Antwerpenaar had zo’n kast in de 17de eeuw

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

B. Hoe laat (het gebruik van) dit meubel zien dat men in die tijd zeer geïnteresseerd was in exotische landen?

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

C. Op welke manier waren kunstkabinetten een manier om kennis te systematiseren?

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

Zaal 3-Manuscriptenzaal

De eerste boeken werden met de hand geschreven. De beginletter van een hoofdstuk of alinea werd groter gemaakt en meestal gekleurd. Later werden deze sierletters echte schilderijtjes. Men noemt dit fijne schilderwerk miniaturen. Plantijn bezat een hele verzameling handgeschreven boeken. De verzameling bevat handschriften van de 9de tot de 18de eeuw. Van de handschriften konden gedrukte boeken gemaakt worden.

Opdracht 7-Miniatuur

Maak zelf een miniatuur van bv. de beginletter van je naam.

Wenceslasbijbel

Dit tweedelige handschrift werd met de hand gemaakt in een Praags atelier in 1403. De opdrachtgever was de muntmeester Konrad von Vechta en het was bestemd voor koning Wenceslas IV van Bohemen, vandaar ook de naam. Het is versierd met zeer fijne bijbelse miniaturen in een periode dat de Praagse school van miniaturisten op haar hoogtepunt stond. Doordat het onvoltooid is komen we meer te weten over de techniek van de boekverluchters.

Opdracht 8-Een hele oude bijbel

A. Bespreek of je het eens of oneens bent met de volgende stellingen en geef aan waarom.

1. Dit is een doe-het-zelf-tuinboek

2. Dit is de Ferrari onder de boeken

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

B. Hoe verspreid je tegenwoordig op een snelle manier een tekst?

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

C. Hoe werden in de middeleeuwen voor het ontstaan van de boekdrukkunst teksten verspreid?

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

D. Wat was daarvan het gevolg voor de verspreiding van de boeken?

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

E. Geef aan waarom in kerken afbeeldingen een grote rol speelden in de middeleeuwen.

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

Schilderij Labore et Constantia door Erasmus II Quellin

Erasmus II Quellin schilderde het werk Labore et constantia boven de haard. Het is een allegorie.

Quellin kreeg als opdracht de kwaliteiten van de Gulden Passer in dit werk uit te beelden. Op het schilderij zit 'Constantia' (de standvastigheid) in het midden, terwijl ze de punt van de passer vasthoudt. Naast haar staat de held Herakles (als symbool van de 'Labor', de arbeid) die de passer ronddraait. Achteraan kijken Hermes (de god van de handel) en Athena (de godin van de wijsheid) aandachtig toe.

Opdracht 9- Schilderij ‘Labore et Constantia’

A. Welke stelling is juist?

a.In een allegorisch schilderij zijn de geportretteerden afgebeeld als Griekse goden.

b.In een allegorisch schilderij worden abstracte begrippen voorgesteld a.d.h.v. figuren.

c.In een allegorisch schilderij spelen heiligen met hun attributen de hoofdrol.

B. Geef op de afbeelding van het schilderij (zie p. 12) de compositielijnen aan. Dit wil zeggen: duid aan in welke richting de onzichtbare lijnen lopen die zorgen dat het schilderij een eenheid en een harmonie wordt.

Binnenplaats

Even genieten van de stilte in de prachtige binnenplaats in het drukke Antwerpse stadscentrum. Deze binnenplaats in renaissancestijl heeft Plantijn in haar huidige toestand niet gekend. Zij is het werk geweest van zijn kleinzoon Balthasar I Moretus. Oorspronkelijk stonden aan de noordzijde van de tuin vier woonhuisjes genaamde de Zilveren, Koperen, IJzeren en Houten Passer. Om de bescheiden geveltjes te camoufleren, liet Balthasar I Moretus een gaanderij oprichten.

Opdracht 10-De binnenplaats

A. De gebouwen stralen evenwicht en orde uit. Maak dit duidelijk aan de hand van twee voorbeelden.

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

B. In welke bouwstijl zijn de gevels op de binnenplaats gebouwd? Leid je antwoord af uit je antwoord bij de vorige vraag.

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

C. Waar bevinden zich de medaillons (ingemetselde borstbeelden) van Plantijn en de humanist Justus Lipsius? Duid ze aan op het plannetje hieronder.

De negen bustes op de plattegrond zijn van:

1. Balthasar I Moretus (door Artus Quellin, 1642)

2. Christoffel Plantijn (kopie naar het origineel, Hans van Mildert uit 1632)

3. Jan I Moretus (Hans van Mildert, 1623)

4. Justus Lipsius (Hans van Mildert, 1623)

5. Jan II Moretus (Artus Quellin, 1642)

6. Balthasar IV Moretus (anoniem, 1730)

7. Balthasar II Moretus (Peter Verbruggen, 1683)

8. Joannes Jacobus Moretus (anoniem, 1757)

9. Balthasar III Moretus (Joannes De Cock, 1700)

· Als je tijd hebt kun je de film bekijken in de videozaal

Zaal 4- De oude boekwinkel

Lezen met oogkleppen: De Index

De boekwinkel is er gekomen in de 17de eeuw. De boekwinkel bevond zich eerst in aan de westvleugel, in wat nu de ‘Kamer van de proeflezers’ is. Door de verplaatsing van de winkel naar de straatzijde konden potentiële kopers de privacy van de inmiddels tot adel benoemde Moretussen niet verstoren.

Niet alle boeken mochten worden verkocht. Aan de muur van de winkel is een index (een lijst) opgehangen van de boeken die verboden werden door de katholieke kerk. Plantijn drukte deze lijst zelf in opdracht van de Spaanse hertog van Alva in 1569. Dit exemplaar is het enige dat nog in postervorm bekend is. De lijst bestaat uit drie alfabetisch geordende delen: auteurs van wie alle werken verboden waren; auteurs van wie bepaalde teksten verboden waren; verboden boeken door anonieme schrijvers. De laatste Index werd uitgegeven in 1948!

Opdracht 11-De Index

A. Beschrijf hoe het ontstaan van de Index een direct gevolg was van de uitvinding van de boekdrukkunst.

…………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………

B. Noem drie redenen waarom de kerk bepaalde boeken verbood.

…………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………

C. Verbind onderstaande namen met de beschrijvingen.

…………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………

D. Welke van onderstaande namen stonden volgens jou op de Index uit 1569. Geef aan waarom.

…………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………

A. Calvijn

1. Deze Rotterdamse humanist uitte in de Lof der Zotheid kritiek op geestelijken, pleitte voor tolerantie t.o.v. andere geloven, maar sloot zich nooit aan bij de protestanten

B. Dante

2. Belangrijke protestantse hervormer tijdens de Reformatie die zijn stellingen op de deur van een kerk spijkerde

C. Erasmus

3. Florentijns dichter, schrijver en humanist. Schreef de beroemde Decamerone waarin geestelijken worden opgevoerd die amoureuze relaties hebben

D. Boccaccio

4. Belangrijke Frans-Zwitserse protestantse hervormer tijdens de Reformatie

E. Luther

5. Wiskundige en astronoom die stelde dat niet de aarde maar de zon het middelpunt van ons heelal was

F. Copernicus

6. Italiaans schrijver en dichter, vooral bekend van de Divina Commedia (‘De goddelijke komedie’)

Kopers betaalden met zilveren en/of gouden munten. Dikwijls was er een stukje afgesneden en waren ze minder waard. Daarom werden de munten gecontroleerd door ze op een weegschaaltje te wegen. Er hoort dus een doosje met gewichtjes bij. Op elk gewichtje zie je de afbeelding van een munt. De munt moest even zwaar zijn als het gewichtje. In de boekwinkel werden vooral boeken aan particulieren verkocht. De meeste boeken werden echter verkocht via een netwerk van internationale boekhandelaars.

· Neem een kijkje in Zaal 5- De achterwinkel en Zaal 6 – Het salon van de wandtapijten

· Zaal 7 en 8 slaan we in deze bundel over.

Zaal 9- De kamer van de proeflezers

Opdracht 12-Proeflezen

Op de grote tafel tegen het venster deden de proeflezers hun werk.

A. Wat is ‘proeflezen’? (Misschien kan het schilderij je helpen.)

……………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………

B. Waarom staat de grote tafel juist op die plaats?

……………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………

Zaal 10- Het kantoor

In dit privékantoor deden de eerste bedrijfsleiders hun schrijfwerk (boekhouding en correspondentie) én bewaarden ze hun liquide geldmiddelen (cash) in metalen koffertjes. De ruimte is bekleed met Mechels goudleer.

Opdracht 13-Het kantoor

Waarom werden de ramen van deze kamer voorzien van tralies?

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

Zaal 11- De kamer van Justus Lipsius &

Zaal 12- De Humanistenkamer

Volgens de overlevering was dit de kamer waar de grote humanist en huisvriend Justus Lipsius (1547-1606) proefdrukken van zijn geschriften controleerde. Niet voor niets prijkt zijn beeld op de binnenplaats. Het contact met zo’n grote geleerde was natuurlijk goede reclame voor de drukkerij. Lipsius was een goede vriend van Plantijn en Jan I Moretus. In de drukkerij werden nagenoeg al zijn werken gedrukt. Het is één van de weinige kamers in de wereld die volledig is bekleed met het kostbare 16de-eeuwse Spaanse goudleer.

De mens staat centraal in het humanisme

In Italië kwam in de 14e eeuw ook het humanisme op, waarbij schrijvers en geleerden bronnen uit de Oudheid gingen bestuderen. Het humanisme verving het bovennatuurlijke verklaringsmodel van de kerk door een concept waarin de mens centraal stond. ‘Humanitas’ betekent dan ook menselijkheid. Volgens de humanisten had de mens een vrije wil waardoor hij geluk kon nastreven hier en nu, in plaats van in de hemel na zijn dood. De rede werd belangrijker dan het geloof. Dit was het begin van het moderne wereldbeeld.

In de middeleeuwen werden antieke teksten gekopieerd en aangepast in handschriften. Humanisten waren nieuwsgierig naar de oorspronkelijke teksten. Ze ontdekten kopieerfouten en hadden een kritische houding ten opzichte van de teksten, maar ook ten opzichte van hun eigen tijd, waarbij godsdienstvrijheid en tolerantie opkwam. Het humanisme verspreidde zich over Europa in de 16e eeuw.

Hoewel het humanisme een intellectuele stroming was, hing het nauw samen met de renaissance. Humanisten en kunstenaars deden in feite hetzelfde: ze grepen terug naar de Klassieke bronnen, via teksten en kunstwerken. Veel antieke bronnen waren bewaard gebleven in het Oost-Romeinse Rijk. Toen Constantinopel in 1453 door de Turken veroverd werd, vluchtten de Griekse geleerden naar Italië en brachten het Westen opnieuw in contact met de klassieke bronnen.

Schilderij Justus Lipsius en zijn leerlingen

Justus Lipsius en zijn leerlingen

Boven de haard in de kamer van Justus Lipsius (zaal 11) bevindt zich dit olieverfschilderij op doek, ook wel ‘De vier filosofen’ genoemd, een oude kopie naar het origineel van Peter Paul Rubens.

Opdracht 14-Schilderij Justus Lipsius en zijn leerlingen

A. Wat is je eerste indruk?

…………………………………………………………………………………………………………………………………………

B. Wat zie je precies?

…………………………………………………………………………………………………………………………………………

C. Wat betekent het, denk je?

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

D. Hoe weet je dat?

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

E. Wat vind je er van?

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Opdracht 15-Schilderij Justus Lipsius en zijn leerlingen- Who’s who?

Het originele doek werd omstreeks 1614 door Rubens geschilderd en wordt bewaard in het Palazzo Pitti te Florence.

Op de achtergrond: de stad Rome en een buste van Seneca met daarbij vier tulpen in een vaas. Tulpen waren zeer zeldzaam in die tijd en werden ingevoerd vanuit het Ottomaanse Rijk.

A. Uit welke onderdelen van het schilderij kun je afleiden dat het hier om geleerde mannen gaat?

……………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………

B. Hoe is de architectuur van het Oude Rome op de achtergrond en de zuil een verwijzing naar het humanisme?

……………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………

C. Hoe is de portretbuste van de filosoof Seneca een verwijzing naar humanisme?

……………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………

In zaal 11 hangt een schilderij waarop de filosoof Seneca in zijn doodstrijd is weergegeven door Rubens (ca. 1615). Seneca werd in 65 n. Chr. verdacht van een samenzwering en keizer Nero verplichtte hem tot zelfdoding. Seneca onderging die met grote waardigheid.

D. Wie geeft er in het schilderij ‘De vier filosofen’ ‘les’?

……………………………………………………………………………………………………

Geleerden werden vaak afgebeeld met een kledingstukken van bont.

E. Als je nu de afbeelding van Justus Lipsius hiernaast bekijkt welke van de mannen op het schilderij is dan Lipsius?

………………………………………………………………………

Justus Lipsius (1547-1606) was een Zuid-Nederlandse humanist, geschiedschrijver, taalkundige en professor. De andere afgebeelde mannen zijn:

· Jan Woverius (uiterst rechts), raadsheer van de aartshertogen Albrecht en Isabella, opdrachtgever van het schilderij

· Filips Rubens (tweede van links), raadsheer van de stad Antwerpen (de broer van de schilder)

· Peter Paul Rubens, de beroemde barokschilder (uiterst links)

De namen van Justus Lipsius (Joost Lips) en Jan Woverius (Jan van de Wouwer) zijn naar het Latijn vertaald. Alle afgebeelde mannen hebben Italië, het land van de Klassieke Oudheid, bezocht.

Op de voorgrond is Mopsus te zien, de hond van Lipsius. Alles is doordrongen van wetenschap en humanisme. Zelfs de naam van Justus’ viervoeter verwijst naar een verhaal uit de Griekse mythologie!

F. Wat vind je van de leren muurbekleding?

……………………………………………………………………………………………………

Deze kunst van leerbewerking werd door de Arabieren meegebracht naar Spanje. Op het leer bracht men o.a. een laagje zilver aan. Daarna drukte men er figuren in. Vernis gaf aan het zilver een gouden schijn.

Zaal 13- De Letterkamer

In deze unieke opslagplaats van de drukkerij worden nog voorraden ongebruikte metalen letters bewaard in letterkasten.

Meer dan tien ton gegoten letters bleven nog bewaard. Zij zijn in hun oorspronkelijke verpakking in de rekken opgeslagen.

Zaal 14- De drukkerij – Boekdrukkunst- Stilte na de storm

Bloed, zweet en inkt: De ambacht van het maken van een boek

Het is hier nu heel rustig. Maar in de 16de eeuw was hier volop bedrijvigheid. Het drukken van een tekst op de boekdrukpersen was zwaar werk. Zetters en drukkers maakten lange uren. In de drukkerij werd tot in de 18de eeuw dagelijks zowat 14 uur gewerkt, van zes uur ’s ochtends tot acht uur ’s avonds. De drukkerij werd in 1580 onder leiding van Christoffel Plantijn in gebruik genomen in deze zuidvleugel.

De uitvinding van de boekdrukkunst

Oorspronkelijk werden alle teksten met de hand geschreven of gekopieerd. Het verre Oosten ontdekte de drukmethode in de 8ste eeuw. Rond 1450 drukt de Duitse goudsmid Gutenberg (ca. 1379-1468) het eerste boek in Europa. In tegenstelling tot de blokdruk maakt hij gebruik van aparte loden letters. Waarschijnlijk was de uitvinding niet alleen het werk van Gutenberg, maar van verschillende vernieuwers die met de techniek bezig waren. In de 19de eeuw ontwikkelde men een boekdrukpers die werd aangedreven door stoom. Zo werd het drukken een industrieel proces. Tegenwoordig worden boekdrukpersen aangedreven door elektriciteit. Er is zelfs een 3D-printer uitgevonden. Daarmee kun je ontwerp dat je op de computer hebt gemaakt in 3D afdrukken!

Voorbeeld van voorwerpen die zijn gedrukt met een 3D-printer.

Opdracht 16-De oudste drukpersen ter wereld

Vul de woorden in:[endnoteRef:2] [2: http://en.wikipedia.org/wiki/File:Buchdrucker-1568.png (afbeelding boekdrukkunst)]

De boekdrukpers werd uitgevonden (jaartal) ………………. door …………………………………

Het meest vernieuwende was ……………………………………………………

Het gevolg was dat het drukken ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Hedendaagse drukpersen zijn gemaakt uit metaal, roestvrij staal, rubber, plastic, ..

De drukpersen van Plantin zijn gemaakt uit ……………………………………………………………………………………………………………... De drukpersen werden in de 15de, 16de en 17de eeuw aangedreven met …………………………… Tegenwoordig worden drukpersen aangedreven met ………………………………………(energiebron).

Drukkers en (letter)zetters maakten lange dagen. De arbeiders werkten op stukloon. Dat wil zeggen dat ze betaald werden naar wat ze produceerden. Daarom moesten ze zoveel mogelijk uren kloppen.

Per werkdag moest een zetter één vorm kunnen klaarmaken. Hoeveel bladzijden werden er gedrukt op één dag? Op één pers konden in het geval van een ‘gewoon’ boek per dag 1250 vellen aan weerszijden worden bedrukt. Daarvoor werkten de ambachtslieden zich wel in het zweet; de drukker moest dagelijks 2500 drukbewegingen uitvoeren waarbij hij werd bijgestaan door een helper!

In de 19de eeuw ontwikkelde men een boekdrukpers die werd aangedreven door stoom. Zo werd het drukken een industrieel proces.

In onze tijd kunnen we zelfs voorwerpen in 3D afdrukken, met een 3D-printer! Toch was de uitvinding van de boekdrukpers heel revolutionair voor die tijd.

In de zestiende eeuw wordt de uitvinding van de boekdrukkunst toegewezen aan twee verschillende personen. Volgens een legende gaat op een middag in 1423 Laurens Jansz. Coster (1403-1483) met zijn kleinkinderen in de Haarlemmerhout wandelen. Daar snijdt hij voor de grap letters uit een stukje beukenbast. Hij laat ze toevallig in het zand vallen. De afdruk op de grond brengt hem op het idee van de losse letter, die hem tot de uitvinder van de boekdrukkunst maakt.

Er bestaat echter veel twijfel of deze Laurens, koster van een kerk, wel echt heeft bestaan. Zijn knecht Johann Gutenberg (1398-1468) zou de letters gestolen hebben en daarna naar Mainz gereisd zijn. Een leuk verhaal dat in Haarlem en heel Nederland nog lang wordt gekoesterd. Tegenwoordig wordt Gutenberg, van origine een goudsmid, algemeen aanvaard als uitvinder van de boekdrukkunst. In tegenstelling tot de blokdruk maakt hij gebruik van aparte loden letters. Deze belangrijke uitvinding maakt het drukken een economisch voordelig proces van vermenigvuldiging, waardoor het gewone volk op goedkopere wijze kan beschikken over boeken.

Geciteerd uit: http://www.vlaamsekunstcollectie.be/nl/uitvinding_van_de_boekdrukkunst.aspx

Opdracht 17-De oudste drukpersen ter wereld

Verbind onderstaande letters met de juiste cijfers.

Onderdelen van een computer

Onderdelen van een boekdrukpers

a. Beeldscherm

b. Printer

c. Cartridge

d. Spellingcontrole

e. Een afbeelding toevoegen

f. Typen

1. Een gravure

2. Inkt

3. Proeflezer

4. Gedrukte vel papier

5. Pers

6. Letters zetten

DE GEGOTEN LETTER: Belangrijkste schakel in de boekdrukkunst is de uitvinding van de losse metalen letter. Daar ging een heel productieproces aan vooraf. De gegoten letters werden in letterkasten gesorteerd en gebruikt door de letterzetters. Na de uitvinding van de boekdrukkunst ontstonden al vlug verschillende soorten lettertypes.

HET PAPIER: Perkament werd al twee eeuwen voor onze tijdrekening door de Romeinen gebruikt en bleef in de Middeleeuwen de enige schriftdrager tot het papier in de 12de eeuw zijn intrede deed.

De belangrijke vereiste voor de verspreiding van de typografie was dat er voldoende papier verkrijgbaar was. Het papier is een Chinese uitvinding. De fabricage van papier was vanaf de 14de eeuw in Europa voldoende ingeburgerd. Men kon vanaf dan goedkoper drukken op papier.

DE INKT: Er werden oorspronkelijk slechts twee kleuren gebruikt: zwarte en rode inkt. Pas in de 19de eeuw kwamen industrieel vervaardigde drukinkten op de markt.

Opdracht 18-De werktuigen in de drukkerij

Omcirkel om de afbeelding (kopergravure van T. Galle) welke 3 werktuigen je nu nog ziet in de drukkerij.

Bron: Hoogdrukatelier. Kopergravure van Filips Galle naar een tekening van Stradanus (Jan van der Straet), c. 1589 - c. 1593. (maakt deel uit van een reeks gravures met beroemde ontdekkingen uit die tijd)

Opdracht 19-Zwoegen en zweten

Welke van onderstaande activiteiten zie je op afbeelding hierboven (kopergravure van T. Galle)? Zet een kruisje in het schema hieronder. Omcirkel de activiteiten op de afbeelding en zet het juiste nummer erbij (zie schema).

Nr.

Activiteit

Op afbeelding te zien

1

De lettergieters gieten de letters

x

2

De knechten zetten de letters (de opeenvolgende regels werden bijeengebracht op een stevig houten bord waardoor er geleidelijk een kolom of pagina tot stand kwam. Eén zetsel telde een aantal pagina’s. Letters moesten na gebruik weer gesorteerd worden in de letterkast)

3

De drukkers drukken als volgt: (proefdruk)

· Het op de pers vastgezette zetsel werd geïnkt met een tampon (de halfronde bollen die je bij de persen ziet)

4

Het drukken van de tekst met de boekdrukpers door de inkt op het papier te drukken: het lichtjes bevochtigde papier werd vastgeklemd tussen het frisket en het timpaan en met een plotselinge beweging in contact gebracht met het geïnkte zetsel

5

De drukker maakte het bedrukte papier los en hing dit te drogen

6

Proeflezen (door de proeflezers)

7

Opnieuw drukken na het proeflezen (tweede versie)

x

8

Tweede proeflezing

x

9

Drukken van de definitieve versie

x

10

Drogen van de gedrukte vellen

x

11

Voor de achterkant van het papier (de versozijde) werd dit proces herhaald (met een ander zetsel).

x

Opdracht 20- Het drukproces

Zet bovenstaande handelingen uit het productieproces van het drukken van een tekst met een boekdrukpers in de juiste volgorde.

Het drukproces:

A. Opnieuw drukken na het proeflezen (tweede versie)

B. De knechten zetten de letters

C. Tweede proeflezing

D. Drukken van de definitieve versie

E. Het op de pers vastgezette zetsel werd geïnkt met een tampon (dat zijn de halfronde bollen die je bij de persen ziet)

F. Voor de achterkant van het papier (de versozijde) werd dit proces herhaald (met een ander zetsel)

G. De lettergieters gieten de letters

H. Drogen van de gedrukte vellen (definitieve versie)

I. De drukker maakte het bedrukte papier los en hing dit te drogen

J. Het drukken van de tekst met de boekdrukpers door de inkt op het papier te drukken: het lichtjes bevochtigde papier werd vastgeklemd tussen het frisket en het timpaan en met een plotselinge beweging in contact gebracht met het geïnkte zetsel

K. Proeflezen (door de proeflezers)

Opdracht 21-De boekdrukkunst en het internet

A. Welke gevolgen had de verspreiding van de boekdrukkunst voor de wetenschap? Leg in je eigen woorden uit en leg uit waarom.

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

B. Wat is het verband tussen de uitvinding van de boekdrukkunst in de 15de eeuw en de ‘uitvinding’ van internet in de 20ste eeuw?

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

Via gang en trapzaal ga je naar de bovenverdieping. Bovenaan de trap ga je links.

1E VERDIEPING

Zaal 14 bis- De Gutenbergzaal

In deze zaal vind je de Gutenbergbijbel. Deze bijbel is het eerste mechanisch gedrukte boek. Qua vorm lijkt het nog erg op een handgeschreven manuscript. Deze bijbel werd rond 1461 gedrukt waarschijnlijk onder leiding van Gutenberg zelf of één van zijn medewerkers. Het is een bijzonder object, omdat het stamt uit de begintijd van de uitvinding van de boekdrukpers. De bijbel telt 36 regels per kolom, vandaar de naam '36-regelige Gutenbergbijbel'. Het is de tweede bijbel die in Europa werd gedrukt. Verder is het oudste gedrukte werk in een Belgische instelling. Op heel de wereld bestaan nog maar 14 exemplaren van deze bijbel en in België is het enige het exemplaar in Museum Plantin-Moretus. Het is dus een kostbare schat!

Opdracht 22-De Gutenbergbijbel

Bekijk de Gutenbergbijbel. Geef twee overeenkomsten met een handgeschreven tekst.

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

Zaal 15- De Plantijnse zaal

In deze kamer wordt het leven geschetst van Christoffel Plantijn aan de hand van drukken en documenten uit het bedrijfsarchief.

Aan de muur hangt een portret van Plantijn naar levend model door een 16de-eeuwse anonieme meester. In de toonkasten een overzicht van de carrière van Plantijn met onder andere zijn eerste druk uit 1555, een werkje van Giovanni Michel Bruto over de opvoeding van jonge meisjes, La institutione di una fanciulla nata nobilmente. L'institution d'une fille de noble maison.

In de andere toonkasten zijn enkele wetenschappelijke en liturgische edities te zien. De handgeschreven catalogus van Plantijns edities werd in 1580 samengesteld door Jan I Moretus als nieuwjaarsgeschenk voor zijn schoonvader.

Opdracht 23- De drukkerij: een centrum van kennis

Hieronder zie je een aantal afbeeldingen van boeken die in deze drukkerij onder Christoffel Plantijn gedrukt werden.[endnoteRef:3] [3: http://search.museumplantinmoretus.be/Details/collect/283074http://doc.anet.ua.ac.be/docman/docman.phtml?file=.mpmpreciosa.9659cf.s0005.jpghttp://www.flandrica.be/flandrica-production/shared/archive/files/1118447_w800.jpg]

A. Verbind de cijfers met de letters.

1 2 3

a.Luxe editie van de Latijnse bijbel met vele illustraties gepubliceerd in 1583

b. Vivae imagines corporis humani van de Spaanse arts Juan Valverda. Dat werk verscheen voor het eerst in 1566 en is geïllustreerd met gravures gebaseerd op de houtsneden uit het anatomisch werk van Andreas Vesalius.

c.Het eerste woordenboek van de Nederlandse taal (1573)

B. Wat voor soort werken werden hier dus gedrukt?

Geneeskundige, letterkundige (woordenboeken) en religieuze.

Onder Plantijn werden verschillende typen publicaties gedrukt:

· meer dan 33% godsdienstige werken: bijbels, misboeken, religieuze zangboeken…

· meer dan 35% humanistische werken: klassieke en neo-Latijnse werken, grammatica’s, woordenboeken, menswetenschappen, fabelboeken, emblematabundels (met kleine afbeeldingen met daarbij een korte spreuk van een spreekwoord of gedicht) …

· meer dan 7% wetenschappelijke werken: cartografie, geneeskunde, astronomie, natuurwetenschappen, plantkunde…

Plantijn was de belangrijkste drukker van het humanisme en de wetenschappen uit zijn tijd. Hij bereikte met zijn boeken de hele wereld: geleerden in Europa, de Spaanse koloniën in o.a. in Zuid-Amerika, Noord-Afrika en het Nabije Oosten..

C. Hieronder zie je een fragment uit de Schat der Neder-duytser Spraken. Vul aan:

Het ……………………………..woord werd in het ……………………….en …………………………vertaald.

Fragment uit het woordenboek

Zaal 16 – Neem een kijkje in het 18de-eeuwse leeskabinet

Zaal 17- De kleine bibliotheek

Hier bevindt zich een klein deel van de bibliotheek die in de loop van vier eeuwen verzamelen werd opgebouwd. Plantijn en zijn opvolgers, de Moretussen, waren fervente boekenverzamelaars.

Opdracht 24-De Polyglotbijbel

Zoek de Biblia Polyglotta (ook Biblia Regia genoemd) op in de zaal.

Bekijk de bijbel goed. Hieronder staan stellingen over deze bijbel. Wat vind jij?

1.Vier monniken werkten tien jaar aan dit boek

2.Dit is een boek uit The Lord of the Rings

3.Op deze twee bladzijden staat 6 keer hetzelfde verhaal

4.Dit boek werd gedrukt op het vel van 8000 dode dieren.

5.Dit boek was een verboden boek

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

Plantijn heeft alle moeite gedaan om de opdracht voor de Polyglotbijbel te krijgen. Ten eerste wenste hij als drukker iets groots te realiseren en ten tweede wilde hij met deze publicatie zijn genegenheid voor de katholieke kerk en voor Filips II benadrukken. Dat laatste was zeker nodig: drie van zijn vennoten (aandeelhouders) hadden zich bij de Beeldenstorm in 1566 gemanifesteerd als calvinisten en hadden begin 1567 de wijk genomen naar het Duitse Rijk. Daarbij kwam nog dat Plantijn onder druk van zijn calvinistische partners eind 1566 te Vianen (Utrecht) een anti-Spaanse drukkerij had helpen opzetten, een daad van hoogverraad. Dit terwijl Filips II in 1567 de hertog van Alva naar de Nederlanden had gestuurd om de rebellie te bedwingen.

Opdracht 25-Plantijn verdacht van ketterij

A. Noem twee redenen waarom Plantijn veel moeite deed om deze opdracht te krijgen?

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

B. Waarom was het vanuit religieus standpunt belangrijk dat Plantijn dit werk uitgaf? Leg uit. Noem drie redenen.

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

Zaal 18-De Moretuszaal

In deze zaal zie je een overzicht van meer dan twee eeuwen drukken en uitgeven door de Moretussen. Jan I Moretus verlegde het accent steeds meer naar de vormgeving en illustraties van de boeken die men drukte. Aan de muur hangen portretten van een aantal leden van de familie.

Na 1585 (Val van Antwerpen) was Antwerpen in handen van de katholiekgezinde Spaanse heersers. Vanaf het einde van 16de eeuw worden er steeds meer religieuze werken gedrukt. Jan I Moretus wordt dé drukker van de jezuïeten, de orde bij uitstek van de Contrareformatie.

Zaal 19-De Rubenszaal

Deze zaal is gewijd aan de grootmeester van de Zuid-Nederlandse barok, Peter Paul Rubens (1577-1640). Hij was een boezemvriend van Balthasar I Moretus.

In de toonkasten voorbeelden van Rubens’ activiteit als boekillustrator. Vooral voor het titelblad ontwierp hij een nieuwe stijl naar de richtlijnen van Balthasar I Moretus. Samen zijn zij de vormbepalers geworden van het Antwerpse barokboek.

In de 16de eeuw waren de titelbladen van de boeken hoofdzakelijk decoratief en nauwelijks gerelateerd aan de tekst. Rubens en Balthasar I Moretus hebben hier verandering in gebracht: in de titelpagina werden voortaan vormgeving en inhoud van het boek op elkaar afgestemd, dikwijls door het gebruik van allegorische voorstellingen. Een allegorie is een voorstelling waarbij abstracte begrippen, zoals welvaart, rechtvaardigheid, moed enz., voorgesteld a.d.h.v. figuren, vaak uit de Grieks-Romeinse mythologie.

Door de Val van Antwerpen in 1585, waarbij Antwerpen door de Spanjaarden werd heroverd op de opstandelingen uit de Noordelijke Nederlanden, was Antwerpen niet langer het wereldcentrum van de boekdrukkunst. Toch zette de bloei van de drukkerij van de Moretussen nog even voort doordat zij religieuze werken uitgaven voor de Contrareformatie. In de Contrareformatie zette de katholieke kerk zich weer op de kaart na de Reformatie waarbij o.a. Luther de katholieke kerk wilde hervormen. Vormgeving werd belangrijker en dat is te zien aan het barokboek dat Balthasar I Moretus samen met Rubens ontwierp.

Opdracht 26- Van idee tot gravure

Bekijk in de vitrinekasten de ontwerptekening van de titelpagina door Rubens. Zie hoe een geschreven ontwerp (met pen) een gedrukt en geïllustreerd titelblad wordt.

Opdracht 27-Het ontwerp van een barokboek

Bekijk de ontwerptekening voor de titelpagina voor het boek dat geschreven werd door Justus Lipsius met als titel ‘Opera Omnia’ (Alle werken of Verzamelde Werken) dat werd uitgegeven door Balthasar I Moretus in Antwerpen in 1637.

A. Welke zaal in het museum verwijst naar de auteur van het boek dat hier tentoongesteld is?

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

B. Wat zegt de titelpagina over de inhoud van het boek?

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

C. Wat vind je ervan dat Rubens en geleerden als Justus Lipsius ‘kind aan huis’ waren bij de Moretussen (de eigenaren van de drukkerij en de bewoners van dit pand)?

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

D. Zoek in deze zaal de ontwerptekeningen en de uiteindelijke versie van het Breviarum Romanum (1614) op. Beschrijf hoe het ontwerpen van een titelpagina verliep. Welke stadia waren er?

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

Opdracht 28-Ontwerp zelf je eigen titelpagina!

Ontwerp zelf een titelpagina voor jouw eigen lievelingsboek/film/videospel. Je kunt in het museum een schets maken en het ontwerp verder uitwerken op school. Je kunt het met de hand uitwerken of met de computer.

Zaal 20- De zaal van de Antwerpse drukkers

In 1481 werd het eerste Antwerpse boek gedrukt. De 16de eeuw was de gouden eeuw voor de typografie in Antwerpen. Tijdens de 17de eeuw bleven de Antwerpse drukkers hun wereldfaam handhaven. De 18de eeuw was een periode van middelmatigheid en verval. In deze zaal zie je werken van Antwerpse drukkers.

Gazet de Nieuwe Tijdinghe

Een van die drukkers was Abraham Verhoeven (1575-1652). Deze Antwerpenaar bracht vanaf 1605 zijn Nieuwe Tijdinghe in omloop. Hij kreeg van de aartshertogen Albrecht en Isabella het privilege om verslag te mogen uitbrengen over de oorlog tegen de Verenigde Provinciën (de Noordelijke Nederlanden). Aanvankelijk verscheen zijn blad onregelmatig, maar na 1620 groeide het uit tot het eerste periodieke nieuwsblad in de Zuidelijke Nederlanden. Het was ook één van de eerste nieuwsbladen in Europa. Verhoeven was de eerste die illustraties gebruikte in kranten.

Opdracht 29-Een krant uit de 17de eeuw

A. Op welke twee punten was de Nieuwe Tijdinghe vernieuwend?

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

B. Vergelijk onderstaand krantenartikel (p. 37) afkomstig van www.deredactie.be met de Nieuwe Tijdinghe.[endnoteRef:4] Beschrijf de verschillen en overeenkomsten? [4: http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/buitenland/Storyline-CAR-centraalafrikaanserepubliek]

De Nieuwe Tijdinghe uitgegeven door Abraham Verhoeven in de 17de eeuw

Krantenknipsel van www.deredactie.be ‘Zeker acht burgers gedood bij aanval in CAR’ (Centraal Afrikaanse Republiek)

Verschillen

Overeenkomsten

Onder:

Krantenartikel van de website

www.deredactie.be

Links: Titelblad van het nummer van de Nieuwe Tijdinghen van Abr. Verhoeven, waarin het verslag voorkomt over Oldenbarnevelt's halsrechting.

Opdracht 30-Een krant uit de 17de eeuw

A. Bedenk drie titels van krantenartikelen die in de 17de eeuw in Antwerpen in deze krant stonden.

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

B. Bedenk drie titels die in onze tijd in de Gazet van Antwerpen kunnen staan.

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

Opdracht 31-Maak zelf een krant!

Maak zelf een (voorblad van een) krant waarin je de gebeurtenissen in de 16de eeuw in Antwerpen OF de gebeurtenissen van nu in jouw school/buurt/straat/familie/vriendengroep beschrijft. Je kunt werken met het volgende programma: http://www.zelfkrantmaken.be/

Zaal 21- Het 17de-18de-eeuwse salon

In dit salon, oorspronkelijk ingericht als bibliotheek, kunnen we de luxueuze en adellijke levensstijl van de Moretussen in de late 17de een 18de eeuw goed zien.

Opdracht 32- Een luxe stadswoning

Noem vijf dingen die je in deze kamer ziet waaraan je nu nog kunt merken dat de Moretussen luxueus leefden.

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

Opdracht 33- Schrijf je eigen verhaal!

Schrijf een gedicht of kort verhaal over de luxueuze levensstijl van de Moretussen (dat zich afspeelt in deze kamer).

Opdracht 34-Het dubbelinstrument

A. Bekijk het muziekinstrument in deze zaal goed. Wat zie je?

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

B. Waarom is het bijzonder?

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

Zaal 22-De archiefkamer

158 meter: dat is de omvang van het Plantijn-Moretusarchief, het enige in de wereld dat de boekdrukkunst documenteert sinds de tijd van Gutenberg.

Het archief van Plantijn en Moretussen werd op 4 september 2001 door de Unesco opgenomen in het ‘Memory of the World’-register. Het bevat namelijk waardevolle informatie uit de eeuwen tussen ca. 1563 tot 1865.

Opdracht 35- Een papieren goudmijn

In het archief zijn de boekhoudkundige de volgende documenten te vinden:

· Boekhoudkundige journalen

· Kasboeken

· Catalogi

· Rekeningen

· Inventarissen

· Brieven

· Huwelijkscontracten

· Testamenten

· Meer persoonlijke documenten

van familiaal-huishoudelijke aard

A. Bekijk de informatie in bovenstaande kolommen. Welke twee soorten informatie kun je dus in het Plantijn-Moretusarchief vinden?

……………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………

In de toonkasten vind je een selectie uit het unieke archief van Plantijn en de Moretussen, de belangrijkste bron voor de boekgeschiedenis van de vroegmoderne tijd en voor de geschiedenis van het Plantijnse Huis. Het is eveneens een belangrijke bron voor het sociaal-economische en culturele leven in de Zuidelijke Nederlanden vanaf het midden van de 16de eeuw.

B. Bekijk de documenten in de toonkasten in de archiefkamer. Beschrijf van twee documenten wie ze geschreven heeft, waarover ze gaan en wanneer ze opgesteld zijn.

……………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………

Zaal 23- De aardrijkskundezaal

In deze zaal zijn werken te zien van de internationaal belangrijkste cartografen uit de 16de eeuw zoals Gerard Mercator en Abraham Ortelius met onder meer de eerste atlas uit de geschiedenis.

Ontdekkingsreizen en geleerden

De wereld werd ook groter, dankzij de ontdekkingsreizen. In 1492 zette Columbus koers naar Amerika. Het middeleeuws denkpatroon werd doorbroken en geleerden als Erasmus, Thomas More, Justus Lipsius, Copernicus, Galiliei e.a. legden de basis voor het hedendaagse denken de moderne wetenschap. De geest van vernieuwing en kritisch denken beroerde ook het godsdienstig leven van die tijd en mondde uit in de Reformatie en Contrareformatie.

Opdracht 36-De wereld in kaart

Vergelijk de (eerste) kaart van Vlaanderen door Mercator (Leuven, 1540) met onderstaande kaarten van Vlaanderen. Noem ten minste vijf verschillen.

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

Kaart van het Graafschap Vlaanderen in de tweede helft van de 14de eeuw

Opdracht 37-De wereld in kaart

A. Globe

Op het eerste zicht staat er rechts in deze kamer een wereldbol. Maar kijk eens goed. Wat wordt er in werkelijkheid op afgebeeld?

…………………………………………………………………………………………………………………

De globes zijn zeer zeldzaam en zijn van rond 1650. Ze komen uit het atelier van de Van Langrens, die toen de beste cartografen voorbracht.

B. Ortelius: de maker van de eerste atlas

Aan de hand van de beste zee- en landkaarten uit die tijd creëerde de Antwerpenaar Abraham Ortelius (1527 -1598) de allereerste atlas uit de geschiedenis. De titel is …………………………………………………………………………… (= Het schouwtoneel van de wereld). De eerste uitgave verscheen in 1570. Deze uitgave verscheen in 1587.

De teksten van de eerste uitgaven van de atlas werden gedrukt door Gillis I Coppens van Diest. Plantijn drukte de atlas vanaf 1579, maar steeds met Ortelius als uitgever.

Deze atlas was samengesteld uit een verzameling van kaarten van verschillende cartografen, die een verschillende schaal hanteerden. Ortelius kwam op het idee om die zee- en landkaarten te laten graveren op gelijk formaat om ze zo in één band samen te brengen. De atlas werd een wereldprimeur en kende een groot succes: 42 uitgaven tussen 1570 en 1612. Vanaf 1577 verscheen de pocketversie van deze atlas: de eerste moderne zakatlas uit de geschiedenis.

Bekijk de atlas van Ortelius goed. Welk gebied is er afgebeeld?

…………………………………………………………………………………………………………………

C. Mercator: de wereld in (zak)formaat

Een oudere tijdgenoot van Ortelius was Gerard De Cremer (1512-1594) die zijn familienaam verlatijnste tot Mercator (handelaar of ‘kramer’).

Van Mercator zien we hier de eerste kaart van het graafschap Vlaanderen (Leuven 1540). Mercator was een zeer belangrijke cartograaf.

Verder zien we in deze zaal het wereldbefaamde hoofdwerk van Mercator: zijn Atlas sive Cosmographicae Meditationes de Fabrica Mundi (Atlas of kosmografische beschouwingen over de wereld). In tegenstelling tot Ortelius ontwierp Mercator zélf de kaarten voor zijn Atlas. Mercator was de bedenker van de term ‘atlas’: een verzameling kaarten van eenzelfde formaat en samengebracht in één band. De term is afkomstig uit de Grieks-Romeinse mythologie.

Welke gebieden zijn afgebeeld op de bladzijden die openliggen van de Atlas van Mercator?

Zie museum.

Opdracht 38-De wereld van Plantijn

A.Wat was in de tijd waarin Plantijn, Mercator en Rubens leefden de taal voor het onderwijs, de wetenschap en de kerk?

…………………………………………………………………………………………………………………

B.Zoek op wie Atlas was in de Grieks-Romeinse mythologie.

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

Opdracht 39–De kaart van Antwerpen door Boloniensis

Bekijk de plattegrond van Antwerpen op de volgende bladzijde.[endnoteRef:5] Dit stadsplan werd gemaakt door Virgilius Boloniensis in 1565. Dit stadsplan van Antwerpen in vogelvlucht is één van de topstukken van het museum. De waterputten zijn met blauw aangeduid. [5: Bron: http://users.telenet.be/historysite/images/1565_bonon_put-beeld_small.jpg]

A. Duid aan waar de drukkerij van Plantin (het huidige museum) zich bevindt op de kaart.

B. Duid ook de kathedraal aan.

C. Wat zijn de driehoekige vormen aan de buitenkant van de stadspoort? Waarvoor dienden deze?

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

Opdracht 40- Land in zicht!

Hoe laten de kaarten in de Aardrijkskundezaal de ontwikkelingen in het humanisme en de ontdekkingsreizen zien?

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

Bron 1: Gps-systeem in een auto.[endnoteRef:6] [6: Bron: Wikipedia Commons, auteur: Paul Vlaar, 16 juli 2004, http://www.neep.net/photo/japan/show.php?8266]

Bron 2: Hemelglobe, Arnoldus Florentius a Langren, (Van Langren-dynastie), uitgevoerd tussen 1644 en 1675.

Bron 3: Gps-satelliet[endnoteRef:7] [7: Bron: Wikipedia Commons. ]

Bron 4: Logo van Google Maps

Bron 5: Abraham Ortelius, Theatrum orbis terrarum, 1587

Opdracht 41- Van Mercator tot Google Maps

Bekijk bovenstaande bronnen 1 tot 5. Beschrijf welke veranderingen zich hebben voorgedaan in de cartografie tussen de 16de eeuw en onze tijd. Gebruik de (beschrijving van de) bronnen in je antwoord.

Gebruik ook de woorden kaarten-globes-ontdekkingsreizen-humanisme- uitvinding boekdrukpers–drukken werd in de 19de eeuw een industrieel proces- beschikbaarheid van de kaarten en globes voor een groter publiek- technologische uitvindingen-navigatie.

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

Zaal 24- De zaal van de Europese drukken

In deze zaal zie je de werken van de belangrijkste drukkersfamilies uit Europa (15de-18de eeuw).

Zaal 25 & 26- Het kleine salon en de slaapkamer

In het kleine salon hangt het portret van Edward Moretus de laatste eigenaar van het Plantijnse huis. In de slaapkamer van Balthasar I Moretus staat een hemelbed gesneden uit eikenhout. Dit monumentaal eiken hemelbed in 17de-eeuwse barokstijl is rijkversierd met snijwerk. Het bedlinnen ziet eruit zoals het er vroeger uitzag.

Opdracht 42- Een nogal vreemd bed

Wat valt je op aan het hemelbed in de slaapkamer (zaal 26)?

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

Opdracht 43 - Wat zou jij dromen als je in dit bed zou slapen?

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

Zaal 27- De zaal van de boekillustratie

De boeken die hier in de drukkerij werden uitgegeven werden voorzien van illustraties. Voor het illustreren van boeken werden in de opeenvolgende eeuwen verschillende technieken ontwikkeld. Vanaf de 14de eeuw gebruikte men de houtsnede en de hoogdruk, vervolgens de kopergravure en diepdruk (15de eeuw); en de lithografie (eind 18de eeuw). Vanaf het einde van de 19de eeuw worden boeken geïllustreerd met foto’s.

Opdracht 44- Hoogdruk en diepdruk

A. Leg met je eigen woorden uit wat hoogdruk is.

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

B. Leg met je eigen woorden uit wat diepdruk is.

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………

· Zaal 28- slaan we over

Zaal 29 & 30- De werkplaats van de gieterij en de lettergieterij

Stempelen, slaan en gieten. Of hoe een letter tot stand komt

Lettergieten begint met het maken van een stalen stempel. De ontwerper-graveur snijdt bovenaan op een staafje in reliëf een letter, cijfer, deelteken, muzieknoot enz. Vervolgens wordt de stempel in een blokje zacht koper geslagen, waardoor er een indruk van het stempelbeeld tot stand komt; de matrijs. De matrijs wordt in een gietvorm geklemd en in de opening daarvan wordt met een gietlepel een metaalmengsel gegoten dat uit lood bestaat en in een oven wordt gesmolten. Het resultaat: een loden blokje met aan één zijde het (letter)teken in spiegelschrift. Met één matrijs kan je tienduizenden letters gieten.

Zaal 31 & 32- De grote en de kleine bibliotheek

De bibliotheek bestaat uit de grote en de kleine bibliotheek. Deze bibliotheek werd in 1640 door Balthasar I Moretus ingericht voor zijn privé collectie. De bibliotheek is vandaag nog altijd zo ingericht zoals een rijke, humanistische, 17de-eeuwse privébibliotheek. Daarnaast was er ook nog een uitgebreide bibliotheek van de proeflezers. Deze grote bibliotheek deed ook een tijd dienst als huiskapel. De bibliotheek wordt nog altijd uitgebreid doordat het museum handschriften en oude gedrukte werken aankoopt. De bustes in de grote bibliotheek laten beroemde personen zien zodat men tijdens het lezen de auteurs van de boeken voor zich kon zien. De houten bustes op de lezenaars stellen heiligen en pausen voor. De witte plaasteren bustes op de boekenrekken tonen de hoofden van Griekse en Romeinse geleerden en keizers.

Opdracht 45-Een verzamelplaats voor knappe koppen

A. Waaraan kan je zien dat de ‘grote’ bibliotheek dienst deed als huiskapel?

………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………

B. Waaraan kun je zien dat de Moretussen een open blik op de wereld hadden?

………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………

C. Plantijn kocht veel handschriften en gedrukte boeken van concurrenten en vrienden (bv. handschriften, bijbeledities, boeken van Griekse en Romeinse auteurs en woordenboeken). Op welke manier kon Plantijn deze gebruiken voor zijn uitgeverij?

………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………

D. Waarom waren de boeken die Plantijn aankocht voor zijn ‘werkbibliotheek’ handig voor proeflezers en geleerden?

………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………Welke boeken zullen er volgens jou vooral in de bibliotheek zijn als je let op de oorspronkelijke functie van dit gebouw?

………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………

E. Als je kijkt naar wat we gezien he