Mozes, de gever van de wetBestudeer het Bijbelgedeelte. Voordat u de kinderen onderwijst, moet uzelf...

87
© Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap 2 e Wormenseweg 84, 7331 VH Apeldoorn Mozes, de gever van de wet Zes Bijbellessen uit Exodus en Numeri voor kinderen van 5 tot 11 jaar Oorspronkelijke titel: Moses the lawgiver Geschreven door: Juda Fondren Aangepast voor Europa: Lorna Warwick Illustraties: Ray Craighead Verwerkt en aangepast voor Nederland: IKEG literatuurteam Deze handleiding, met bijbehorende platen, mag niet tegen vergoeding uitgeleend worden zonder schriftelijke toestemming van het IKEG. Met toestemming vertaald en uitgegeven in het Nederlands door Stichting Kinder-Evangelisatie Genootschap (IKEG) (de Nederlandse tak van Child Evangelism Fellowship). 2e Wormenseweg 84, 7331 VH Apeldoorn, telefoon (055) 542 37 31 Alle rechten voorbehouden. Deze handleiding mag alleen gebruikt worden voor persoonlijke, non-profit en niet-commerciële doeleinden. Bezoek www.teachkids.eu/nl voor de volledige voorwaarden van deze toestemming Copyright © 2001 by Child Evangelism Fellowship® Inc. All right reserved. This book or parts thereof, may not be reproduced in any form by branches of CEF or others, without written permission of the publisher. Published by Child Evangelism Fellowship Press. Warrenton, Missouri 63383 U.S.A ATTENTIE! De platen bij deze serie kunnen bij de meeste IKEG adressen en/of webshops gekocht worden. Kijk voor een overzicht van de IKEG-adressen en webshops in Europa op www.teachkids.eu/nl en klik op “Adressen”.

Transcript of Mozes, de gever van de wetBestudeer het Bijbelgedeelte. Voordat u de kinderen onderwijst, moet uzelf...

© Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap

2e Wormenseweg 84, 7331 VH Apeldoorn

Mozes, de gever van de wet Zes Bijbellessen uit Exodus en Numeri voor

kinderen van 5 tot 11 jaar

Oorspronkelijke titel: Moses the lawgiver

Geschreven door: Juda Fondren

Aangepast voor Europa: Lorna Warwick

Illustraties: Ray Craighead

Verwerkt en aangepast voor Nederland: IKEG literatuurteam

Deze handleiding, met bijbehorende platen, mag niet tegen vergoeding uitgeleend worden zonder schriftelijke toestemming van het IKEG. Met toestemming vertaald en uitgegeven in het Nederlands door Stichting Kinder-Evangelisatie Genootschap (IKEG)

(de Nederlandse tak van Child Evangelism Fellowship). 2e Wormenseweg 84, 7331 VH Apeldoorn, telefoon (055) 542 37 31

Alle rechten voorbehouden. Deze handleiding mag alleen gebruikt worden voor persoonlijke, non-profit en niet-commerciële doeleinden. Bezoek www.teachkids.eu/nl voor de volledige voorwaarden van deze toestemming

Copyright © 2001 by Child Evangelism Fellowship® Inc. All right reserved. This book or parts thereof, may not be reproduced in any form by branches of CEF or others, without written permission of the publisher. Published by Child Evangelism Fellowship Press. Warrenton, Missouri 63383 U.S.A

ATTENTIE!

De platen bij deze serie kunnen bij de meeste IKEG adressen en/of webshops gekocht worden. Kijk voor een overzicht van

de IKEG-adressen en webshops in Europa op www.teachkids.eu/nl en klik op “Adressen”.

2

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Inhoud Hoe bereiken we kinderen met het Evangelie? ........................................................................................... 3 De kinderbijbelclub ............................................................................................................................................. 3 Goed Nieuws Club® ............................................................................................................................................. 3 Relatie IKEG/plaatselijke gemeente en kerken ......................................................................................... 4 Overzicht van een programma ......................................................................................................................... 4 Programma onderdelen ...................................................................................................................................... 5 De Bijbelles ............................................................................................................................................................ 5 Suggesties in de kantlijn ................................................................................................................................... 6 Visuele hulpmiddelen ........................................................................................................................................... 7 De aanleertekst .................................................................................................................................................... 8 Herhaling ................................................................................................................................................................ 8 Verwerking ............................................................................................................................................................. 9 Evangelisatie & discipelschap onder kinderen........................................................................................ 10 Hoe leg je het Evangelie aan een kind uit? ................................................................................................ 10 Hoe leer je een gelovig kind de Heere Jezus te volgen?........................................................................ 11 Les 1 God spreekt op de Sinaï ........................................................................................................................ 12 Les 2 Het gouden kalf ...................................................................................................................................... 21 Les 3 De twaalf verspieders.......................................................................................................................... 30 Les 5 De koperen slang..................................................................................................................................... 51 Les 6 Mozes bij de verheerlijking op de berg .......................................................................................... 61 Tekstkaartjes .................................................................................................................................................... 70 Aanleerteksten ................................................................................................................................................... 71 Patronen voor diverse lessen ......................................................................................................................... 80 Het aanleren van de tien geboden aan kinderen ...................................................................................... 84

3

M

ozes, d

e g

ev

er v

an

de w

et

© S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisa

tie G

enootsch

ap

Hoe bereiken we kinderen met het Evangelie?

Kinderen hebben de Heere Jezus nodig. Om Hem te leren kennen, moeten ze wel het evangelie

horen en moet duidelijk uitgelegd worden, dat de Heere Jezus hun Verlosser wil zijn. Zelfs

jonge kinderen kunnen begrijpen dat zij een Verlosser nodig hebben. Als u zich tot deze taak

geroepen weet, dan doet u heel belangrijk werk. Als u zich afvraagt hoe u dat moet doen, kan

deze handleiding hierbij een hulpmiddel zijn.

Deze serie bestaat uit zes lessen en is in de eerste plaats bedoeld voor Bijbelclubs, Vakantie

Bijbelscholen, openluchtclubs.

Daarnaast kan zij gebruikt worden voor zondagsscholen, catechisatie of andere soorten

kinderbijeenkomsten.

De kinderbijbelclub

Dit is een goede mogelijkheid om aan buitenkerkelijke kinderen het evangelie te verkondigen.

Het evangelie moet duidelijk aan hen uitgelegd worden opdat ze tot geloof kunnen komen.

Het IKEG heeft met een dergelijke club een drieledig doel:

1) Evangelisatie aan niet gelovige kinderen.

2) Geestelijke opbouw van kinderen die tot geloof gekomen zijn.

2) Kinderen begeleiden naar een Bijbelgetrouwe gemeente.

Vrucht van een Bijbelclub:

1) Door de club voelen de kinderen zich met elkaar verbonden en ook ontstaat er een band

met de gezinnen waaruit de kinderen komen.

2) Kinderen zien het positieve voorbeeld van volwassenen die met de Heere leven; dit kan

een aanzet zijn om naar Bijbelse normen te gaan leven.

3) Ouders die een positieve verandering in het leven van hun kind zien, kunnen open staan

voor het Evangelie.

4) Er zijn zelfs gemeenten uit kinderclubs ontstaan.

5) Bestaande gemeentes krijgen de mogelijkheid om gezinnen te bereiken met het

Evangelie.

6) Door een bijbelclub te organiseren worden gemeenteleden betrokken bij evangelisatie-

werk.

Goed Nieuws Club®

Goed Nieuws Clubs® (GNC®) is de merknaam van het IKEG voor een kinderbijbelclub volgens

een bepaalde structuur. Deze clubs worden over de hele wereld gehouden en zijn gebaseerd op

de principes van het IKEG. De Goed Nieuws Clubs kunnen bij iemand thuis gehouden worden,

maar ook in bijvoorbeeld een buurthuis. Sommige clubs zijn wekelijks, andere tweewekelijks of

maandelijks.

4

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Relatie IKEG/plaatselijke gemeente en kerken

Het IKEG wil plaatselijke gemeentes dienen door hen te helpen met het bereiken van kinderen.

Dit doet zij door gemeentes te helpen plaatselijke clubs op te zetten, en door toerusting te

geven in kinderwerk. Dit laatste geldt voor beginnende kinderwerkers; maar ook ervaren

kinderwerkers hebben veel baat bij deze cursus. Als u meer informatie wilt, kunt u contact met

ons opnemen.

Het adres is:

Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap (IKEG)

Postbus 20029

7302 HA Apeldoorn

(055) 542 37 31

[email protected]

www.ikeg.nl

Overzicht van een programma

Ontvangst kinderen

Zingen

Gebed

Aanleren themalied

Bijbelles

Zingen (themalied)

Bijbeltekst

Zingen

Vragenspel

Zingen

Verwerking. (een werkje of een klassengesprek over het thema)

Afsluitend gebed

Eventueel persoonlijk pastoraal gesprek

U kunt naar eigen inzicht variaties aanbrengen of andere onderdelen toevoegen. Onze ervaring is

dat op deze manier een afwisselend clubprogramma ontstaat.

5

M

ozes, d

e g

ev

er v

an

de w

et

© S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisa

tie G

enootsch

ap

Programma onderdelen

De Bijbelles

In de handleidingen gebruiken we de Herziene Staten Vertaling.

Als u de Bijbelles in de handleiding doorleest, zult u de volgende symbolen vinden:

Centrale waarheid:

De Centrale Waarheid (CW) is de kerngedachte van dit gedeelte. Het is de les die u

de kinderen mee wilt geven, die ze moeten onthouden. Deze waarheid wordt in het

programma uitgewerkt. Tijdens het geven van de Bijbelles wordt een toepassing van

de CW gegeven, zowel voor het leven van het gelovig kind als voor het leven van het

niet gelovig kind. Verder wordt de CW herhaald bij het zingen en bij het aanleren

van de Bijbeltekst. Om het geleerde nog sterker te benadrukken worden kaarten

gebruikt waarop de CW is geschreven; deze kaarten kunt u eenvoudig zelf maken

door de CW op stevig papier te schrijven.

Waar de CW in de les gebruikt wordt, wordt dit met dit symbool weergegeven.

Daarnaast ziet u of de CW alleen vermeld wordt of dat de CW op het gelovige of

niet gelovig kind toegepast wordt. Ook wordt aangegeven op welk onderdeel van het

evangelie de CW van toepassing is.

De CW toegepast in het leven van het kind dat in de Heere Jezus gelooft als

zijn/haar Verlosser.

De CW toegepast op het leven van een kind dat de Heer nog niet kent.

Hier wordt een eigenschap van God de Vader, zoals Zijn liefde, rechtvaardigheid,

heiligheid, de Schepper enz.

Symbool voor de zonde. Zonde is rebellie tegen God. Iedereen heeft gezondigd.

Voorbeelden van zonde. Gods straf voor de zonde.

Het evangelie: Gods oplossing voor de zonde. Het leven en werk van de Heere

Jezus, Zijn geboorte, Zijn zondeloze leven, Zijn plaatsvervangend lijden en

sterven, Zijn opstanding, Zijn Hemelvaart.

6

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Suggesties in de kantlijn

Suggesties in de kantlijn, zowel in de linker als in de rechter geven achtergrondinformatie en

aanwijzingen hoe u de les boeiender kunt maken. Deze ideeën helpen de kinderen om het

vertelde beter te begrijpen. Ze richten zich vaak op verschillende leermogelijkheden van de

kinderen.

Voorbereiding voor de Bijbellessen

Lees, liefst al een week van te voren, het Bijbelverhaal door in uw Bijbel. Als u vroeg

begint, kan het Schriftgedeelte doorwerken in uw hart.

Bestudeer het Bijbelgedeelte. Voordat u de kinderen onderwijst, moet uzelf onderwezen

worden, zodat u kunt doorgeven wat u van de Heer geleerd hebt. Denk na over wat u wilt

vertellen en wat uw groep kinderen nodig heeft.

Lees de handleiding door als u zich het Bijbelgedeelte voldoende hebt eigen gemaakt.

Kijk waar de CW staat aangegeven en de toepassingen. Om de aandacht van de kinderen

vast te houden staan de geestelijke lessen niet aan het begin van het verhaal, maar zijn

ze in het verhaal verweven.

Dit is voornamelijk een uitnodiging om zich te bekeren en in de Heere Jezus te

geloven als Verlosser. (Markus 1:14-15) Iemand die tot geloof en bekering komt:

o Heeft toegegeven er spijt van te hebben dat hij/zij gezondigd heeft

(bekering).

o Gelooft dat de Heere Jezus voor hem/haar aan het kruis gestorven is.

Uitnodiging

We moeten niet-gelovigen uitnodigen om tot God te gaan (niet tot u). Dit doen ze

niet door uiterlijk iets te doen: bijvoorbeeld handen omhoog steken of iets

dergelijks. Kinderen zijn gemakkelijk te manipuleren. Geloof en bekering houdt ook

veel meer in dan alleen een gebaar of actie.

Nodig daarom de kinderen altijd uit om tot God te gaan. Dit kunnen ze doen door

middel van stil gebed nu of later wanneer ze alleen zijn. Dit is altijd een deel van de

verkondiging van het evangelie. Het evangelie is niet iets waar ze neutraal naar

kunnen zitten luisteren. Men omhelst het of verwerpt het. Oefen geen druk uit op

de kinderen.

Hier stelt de leiding zich beschikbaar voor een persoonlijk pastoraal gesprek. Dat

kan zijn voor het niet gelovige kind, dat vragen heeft over hoe hij/zij in de Heere

Jezus kan gaan geloven.

Voor het gelovige kind om over zijn/haar problemen als Christen te spreken. Als u de

handleiding doorleest ziet u hoe u zichzelf beschikbaar kunt stellen.

(LET WEL: Vertel nooit wanneer/waar u beschikbaar bent direct ná de uitnodiging.

Kinderen hoeven niet naar ons te komen om in de Heere Jezus te gaan geloven. Ze

kunnen op elk moment tot God gaan of u er bent of niet. Uzelf beschikbaar stellen is

om er voor hen te zijn - om na te kunnen praten. Deze twee aspecten moeten

duidelijk gescheiden worden.

7

M

ozes, d

e g

ev

er v

an

de w

et

© S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisa

tie G

enootsch

ap

Aan het begin van iedere les staat een lesschema dat u kunt kopiëren om het

bijvoorbeeld in uw Bijbel te leggen. Iedere Bijbelles is onderverdeeld in:

o Inleiding: waardoor u de aandacht van de kinderen trekt.

o Ontwikkeling van de gebeurtenissen: hier wordt de geschiedenis verteld met

daarin de geestelijke les.

o De climax: dit is de ontknoping van het verhaal.

o Het einde: de afronding van de geschiedenis.

o Hierna komt vaak een uitnodiging voor het niet-gelovige kind en een oproep voor

het gelovige kind.

Visuele hulpmiddelen

De visuele hulpmiddelen die het IKEG beschikbaar heeft, zijn:

1. Flanelfiguren

2. Platenboeken

3. Aanleerteksten

3. Tekstkaartjes, die de kinderen kunnen meenemen om thuis de tekst aan te leren.

Flanelfiguren

Deze knipt u van te voren uit en laat u zien door ze, tijdens het verhaal op een flanelbord te

zetten. Ervaring heeft geleerd dat het beste is om de flanelfiguren per les in een doorzichtig

plastic hoes te stoppen en deze in een multomap te bewaren. Flanelborden zijn bij het IKEG

verkrijgbaar, maar u kunt er ook zelf één maken. Iedere les geeft aan welke flanelfiguren

gebruikt moeten worden, en wanneer.

Waar u op moet letten:

Oefen de les hardop, met gebruik van de figuren, totdat het opzetten van de platen tijdens

de vertelling soepel verloopt. Sta aan één kant van het bord en plaats de figuren snel, terwijl

u zoveel mogelijk oogcontact met de kinderen houdt. Houd de figuren liever niet bij het hoofd

vast en ‘sla’ ze ook niet op het flanelbord.

Platenboek

Probeer de bladzijden zo om te slaan, dat het kind alleen de plaat te zien krijgt die aan

de beurt is en niet alvast de volgende plaat. Dit vereist enige oefening.

U hoeft niet de hele tijd de plaat te laten zien. Door het platenboek af en toe neer te

leggen en dan weer op te pakken kunt u de aandacht erbij houden.

Let erop dat u zelf niet naar de platen kijkt maar naar de kinderen.

Oefen de les hardop met gebruik van het platenboek, totdat de vertelling samen met

dit hulpmiddel soepel verloopt.

8

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

De aanleertekst

Kinderen vinden het leuk om teksten aan te leren, mits het op een leuke manier gedaan wordt.

Wij gebruiken hier de methode: inleiding, presentatie, uitleg, toepassing, aanleren.

Tips bij het aanleren van een Bijbeltekst:

Begin nooit met: “Nu gaan we een Bijbeltekst aanleren...” maar met een leuke

inleiding. Dit pakt de aandacht van de kinderen. (Inleiding)

Zorg dat de kinderen altijd duidelijk weten dat de tekst in de Bijbel staat en

waar ze hem kunnen vinden (bv. OT of NT). Laat het visuele hulpmiddel zien

waarop de Bijbeltekst staat. (Presentatie)

Leg niet de hele tekst in één keer uit, maar iedere keer een stukje, door de

uitleg af te wisselen met het aanleren van de tekst. (Uitleg)

Help de kinderen om niet alleen de Bijbeltekst uit het hoofd te leren -

(aanleren), maar ook toe te passen in hun leven (Toepassing). Let op dat er een

aparte toepassing is voor het gelovige en het niet-gelovige kind.

Wissel de methodes van aanleren af. (Aanleren)

Liederen

Kies liederen uit die bij de Centrale Waarheid van de Bijbelles passen. Begin en eindig altijd met

een lied dat de kinderen kennen. Leg de liederen kort en bondig uit. Als u een nieuw lied aanleert

kunt u dezelfde methode gebruiken als bij de Bijbelteksten.

Herhaling

Aan het eind van iedere les staan vragen en een spelidee. Doel hiervan is om het geleerde nog

eens aan te scherpen, en te controleren of de Bijbelles goed is overgekomen. We doen dit door

middel van een vragenspel om het aantrekkelijk te maken. Nog andere redenen om op deze

manier te herhalen zijn:

Kinderen vinden het leuk; ze houden van wedstrijden.

De les wordt op een speelse wijze herhaald.

Het is een stimulans om goed te luisteren.

9

M

ozes, d

e g

ev

er v

an

de w

et

© S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisa

tie G

enootsch

ap

Verwerking

Verwerking van een les kan op de volgende manieren:

1. Door het maken van een werkje. Het IKEG heeft werkjes voor oudere en jongere

kinderen. Het thema van het werkje sluit meestal aan bij de CW in de Bijbelles. Tijdens

het werkje kan er gelegenheid zijn voor een persoonlijk gesprek met de kinderen.

2. Groepsgesprek/activiteit. Dit kan met kinderen van alle leeftijden. Veel oudere kinderen

hebben meer baat bij een groepsgesprek dan bij een werkje. Het doel is om het

onderwerp van de Centrale Waarheid door te spreken, zodat de kinderen zien hoe zij het

praktisch kunnen toepassen in hun leven. Rollenspelletjes kunnen een hulp zijn.

Het IKEG is van mening dat, wanneer men het Evangelie verkondigt, het voornamelijk een

vertelling (verbale communicatie) moet blijven. Visuele hulpmiddelen zijn er om de Bijbelles

(verbale communicatie of vertelling) te versterken en begrijpelijk te maken. (Zo heeft de Heere

Jezus het ook gedaan). Sketches, drama en mime kunnen soms als inleiding tot de Bijbelles

gebruikt worden, maar het liefst voor of na het programma als verwerking van de Centrale

Waarheid. Ze vervangen nooit de Bijbelles (vertelling) zelf. Ook adviseren we u om niet het

Bijbelgebeuren uit te spelen, want dan stapt u over naar visuele verkondiging. Hoewel het leuk is

voor de kinderen, is het niet zoals God het bedoeld heeft.

Laat de kinderen liever de Centrale Waarheid, thema en/of dagelijkse situaties waar ze mee te

maken hebben uitspelen, of op andere manieren verwerken. Zorg ook dat uw visuele hulpmiddelen

passen bij de aard van de Bijbel en de grootheid van God en dat uw uitgangspunt voornamelijk is

- wat is tot eer van God, in plaats van wat vinden de kinderen leuk; anders zijn ze geen

hulpmiddel meer, maar een hindernis om de ware Bijbelse boodschap over te dragen.

Besluit

Wij hopen en bidden dat deze lessenserie zowel u als de kinderen tot zegen zal zijn en een

belangrijk instrument om kinderen bij de Heere Jezus te brengen. Dat het u zal aanmoedigen om

u te richten op kinderen. “En een ieder, die zulk een kind ontvangt in mijn naam, ontvangt Mij”

(Mattheüs 18:5).

10

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g Evangelisatie & discipelschap onder

kinderen

Hoe leg je het Evangelie aan een kind uit?

1. Verlossing is “des Heeren”. (Jona 2:9; Efeze 2:8) Verlossing is

het werk van God. Zijn Geest overtuigt van zonde, geeft berouw

in het hart van het kind en brengt het kind tot geloof. (Johannes

6:63, 16:8). De Heere wil u echter als instrument gebruiken om

het evangelie uit te leggen. (Romeinen 10: 14)

2. Leg het kind uit dat hij verlossing nodig heeft. Zijn grootste

probleem is dat zijn zonde scheiding maakt tussen hem en God. Daardoor kan hij niet

naar de hemel gaan. Niemand is van zichzelf goed genoeg om in de hemel te komen.

(Romeinen 3:23; Romeinen 5:12; Jesaja 59:2).

3. Vertel het kind door Wie en hoe hij gered kan worden. De Heere Jezus heeft in Zijn

plaats de straf voor de zonden aan het kruis gedragen. Hij is gestorven, begraven en na

drie dagen opgestaan. (1 Corinthiërs 15: 3, 4) God wil het kind vergeving schenken en het

redden. (2 Petrus 3:9, Joh 6:40). God nodigt het kind uit dit geschenk, (nl. de vergeving

van zijn zonden en het eeuwige leven in Zijn Zoon Jezus Christus), te ontvangen door zich

te bekeren en het goede nieuws te geloven. (Markus 1:15; Romeinen 10:13; Handelingen

16:31; Johannes 1:12) Het kind mag door gebed tot God gaan om Hem te vragen zijn

zonden te vergeven en om hem Zijn kind te maken. (Jesaja 1:18; Lukas 18:13,14; Hebreeën

4:7b, 16)

4. Vertel het kind wat God in Zijn Woord zegt over de zekerheid van zijn verlossing.

(Romeinen 8:15,16) Zekerheid komt door het werk van de Heilige Geest in het leven van

het kind doordat Hij het kind wedergeboorte geschonken heeft. De Heilige Geest

gebruikt verder Gods Woord om de zekerheid te bevestigen. (1 Johannes 5:12, 13;

Johannes 3: 36). U kunt het kind niet die zekerheid geven, laat God het doen door Zijn

Woord. U kunt wel het kind aanmoedigen om God op Zijn Woord te vertrouwen, want Zijn

Woord is waar. Wijs het kind op de beloften in Gods Woord hierover. (bijvoorbeeld

Romeinen 10:13; Johannes 1:12; Handelingen 16:31.)

5. Leer het kind om getuigenis af te leggen van zijn geloof. Eerst aan u of een andere

medewerker, dan aan familie, vriendjes en wellicht in de gemeente. (Mattheüs 10: 32)

11

M

ozes, d

e g

ev

er v

an

de w

et

© S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisa

tie G

enootsch

ap

Hoe leer je een gelovig kind de Heere Jezus te volgen?

1. Vraag aan het kind of hij in de Heere Jezus gelooft als zijn

Verlosser. (Een ja/nee antwoord is niet voldoende.) Wanneer hij

hierover onduidelijk is, dan heeft hij het Evangelie misschien nog

niet begrepen. Leg het Evangelie uit zoals hiervoor beschreven.

2. Wanneer het kind zijn vertrouwen op de Heere Jezus gesteld

heeft, leer hem dan om zich helemaal aan God toe te wijden, door

God in alles te gehoorzamen. (Romeinen 12: 1 of 1 Korinthiërs 6: 19,

20)

3. Leg het kind uit dat de Heilige Geest in Gods kinderen woont. (1 Korinthe 6: 19; 1

Johannes 3: 24) Door de Bijbel spreekt de Heilige Geest tot hem en vertelt hem hoe hij

moet leven. (Johannes 14: 26) Dit is bijvoorbeeld door zijn ouders gehoorzaam zijn te

zijn (Kolossenzen 3: 20), een getuige van Christus te zijn (Handelingen 1: 8), tijd nemen

om de Bijbel te lezen en te bidden (1 Timotheüs 2: 1-5; 4: 15; 2 Timotheüs 2: 15) en bij

alles wat hij doet te leven zoals God het wil. (1 Timotheüs 4: 12)

4. Wanneer je met het kind over deze dingen gesproken hebt, ga dan samen met hem

in gebed. Laat het kind aan de Heere Jezus vertellen dat hij Hem wil gehoorzamen en

volgen.

5. Vertel het kind wat het moet doen als hij gezondigd heeft. Leg uit dat hij God zijn

zonden mag belijden en dat de Heere hem dan vergeeft. Help hem te begrijpen hoe hij

dan God weer kan gehoorzamen. Leer hem om God de eerste plaats te geven in zijn leven.

(1 Johannes 1: 9; Spreuken 3: 5, 6)

12

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g Les 1

God spreekt op de Sinaï

Lesoverzicht

Bijbelgedeelte: Exodus 17:1-7; 19:1-20; 17

Bijbeltekst om aan te leren: “Uw Woord is de waarheid.” –

Johannes 17:17b

Centrale Waarheid: God heeft gesproken.

Toepassing gelovig kind: Neem wat de Bijbel zegt

ernstig – luister naar wat Hij

jou te zeggen heeft en wees

gehoorzaam.

Toepassing niet gelovig kind: Neem wat God zegt ernstig –

keer je tot de Heere Jezus.

Visuele hulpmiddelen: Platen 1:1-5

Flanelfiguren ML:1-16

Eventuele achtergronden: berg

Sinaï, rots, water, wolkkolom

(zie achter in het boek)

Schrijf op een stevig stuk

papier de Centrale Waarheid

en hang dat op een goed

zichtbare plaats.

Beschikbaar stellen: Stel uzelf beschikbaar voor

een pastoraal gesprek met de

kinderen tijdens één van de

programma onderdelen.

Verwerking: 1130.01 a & b

13

M

ozes, d

e g

ev

er v

an

de w

et

© S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisa

tie G

enootsch

ap

Lesschema

I. INLEIDING

De koningin en Michelle.

II. ONTWIKKELING VAN DE GEBEURTENISSEN

A. De Israëlieten wachten tot de Koning der

Koningen hen zal toespreken.

B. Het volk Israël hebben hun tenten opgezet

bij Refidim.

C. Het volk klaagt omdat ze geen water hebben.

D. God zorgt voor Zijn volk.

E. Het volk Israël zet zijn kamp op bij de Sinaï.

F. God spreekt tot Mozes op de berg Sinaï.

G. Mozes brengt Gods woorden over aan het

volk.

H. Israël maakt zich klaar om God te

ontmoeten bij de berg Sinaï; daar zal Hij tot

hen spreken.

III. CLIMAX

God spreekt.

IV. EINDE

“Dank U wel Heere, dat U tot mij spreekt door

Uw Woord de Bijbel – help mij het te

gehoorzamen.”

Vergeet niet dat Gods Woord de waarheid is.

14

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g Tips voor de clubverteller

Zorg dat uw inleiding aansluit bij de belevingswereld van uw

kinderen.

Denk erover na hoe u kinderen kunt stimuleren om de Bijbel voor

zichzelf te lezen. Bijvoorbeeld door hen een lijstje te geven met

gemakkelijk te lezen Bijbelgedeelten. Misschien kunt u voor een

evangelie of Nieuw Testament zorgen voor kinderen die zelf geen

Bijbel hebben.

Een andere manier om kinderen te stimuleren Gods Woord te lezen

is bij het zingen van een lied. U zingt bijvoorbeeld “Stap voor stap”

(nr. 9 nieuwe IKEG bundel) en dan vraagt u de kinderen naar

Johannes 8:12 te kijken om te zien wat er staat over het volgen van

Jezus.

Bijbeltekst

Tekst om aan te leren: “Uw Woord is de waarheid.” (Johannes

17:17b)

Inleiding

“Mamma,” zei Diederick toen ze met z’n allen aan tafel zaten: “We

lezen op school zo’n leuk boek, maar is het allemaal echt

gebeurd?”

“Ik denk het niet,” zei mamma: “de meeste verhalen die je in

boeken leest, zijn niet echt gebeurd.”

“Maar geschiedenisboeken zijn wel echt gebeurd!” zei Liselore,

zijn zusje die twee jaar ouder was.

“Nou!” zei pappa: “in geschiedenisboeken staan toch wel eens

foutjes hoor! De mensen die het opgeschreven hebben, zijn er

toch niet zelf bij geweest?”

“Zijn er dan helemaal geen boeken die echt helemaal waar zijn?”

zei Diederick teleurgesteld.

Vraag jij je dat ook wel eens af? Er is één boek dat helemaal waar

is, zonder fouten. Ik ga nu een zinnetje uit dat boek voorlezen.

Presentatie

Lees uit uw Bijbel voor Johannes 17:17. Vraag of de kinderen hun

hand op willen steken als u het woord ‘waarheid’ noemt. Laat dan

de aanleertekst zien en lees hem met elkaar een keer op.

15

Mo

zes, d

e g

ev

er v

an

de w

et S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie

Genootsch

ap

Uitleg

Gods Woord vinden we in de Bijbel.

God heeft mensen uitgekozen die ieder een deel van de Bijbel

opschreven. Eén daarvan was Mozes. God hielp deze

Bijbelschrijvers met opschrijven zó, dat ze geen enkele fout

maakten. God kan dat, omdat God volmaakt is en alles weet.

Toepassing

Omdat Gods Woord de Waarheid is moeten we doen wat er staat.

Niet gelovig kind: In de Bijbel staat dat jij je af moet keren van

jouw zonden en in de Heere Jezus geloven. Als je dat doet ben je

een kind van God. Ik weet zeker dat het zo is, want het staat in

de Bijbel.

Gelovig kind: Jij leert Gods Woord kennen door er in te lezen en

na te denken over wat je leest. De Bijbel leert jou hoe jij kunt

leven zoals God het wil.

Aanleren

Lees de tekst een aantal keren op terwijl u het tekstblad na

iedere keer oplezen een stukje draait, totdat u de tekst helemaal

naar u toegedraaid hebt. U kunt afwisselen door steeds andere

kinderen de tekst te laten opzeggen. Bijvoorbeeld: kinderen met

iets roods aan/ kinderen met blond haar, zwart haar,

gymschoenen en wat u verder kunt bedenken.

BIJBELLES

Inleiding

Dit jaar zou de koningin met haar familie in hun plaats koninginnedag

komen vieren en de hele schoolklas van Michelle stond klaar om de

koningin te verwelkomen. Het was Michelle gelukt om vooraan te

staan. Omdat ze de kleinste van de klas was, vond niemand dat erg.

“Zou ze naar ons zwaaien?” Wat was Michelle zenuwachtig. Ze had

de koningin wel eens op de televisie gezien, maar nu kwam ze in haar

eigen stad.

Een luid gejuich ging op toen de helikopter landde en de koningin

uitstapte. Ze keek naar Michelle en haar vriendinnetjes. Zou ze naar

hen zwaaien? Nee! Ze stapte op hen af – Michelle kon haar ogen niet

geloven – en toen de koningin bij haar bleef staan en met haar begon

te praten, dacht Michelle dat ze droomde.

De volgende dagen stond Michelle in het middelpunt van de

belangstelling. Ze werd geïnterviewd voor de radio, haar foto

stond in de krant en iedereen vroeg haar: “Wat heeft de

16

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

koningin tegen jou gezegd?”

Het was een ervaring die Michelle nooit meer zou vergeten.

Plaat 1-1

Het volk Israël wachtte ook op een koning die hun zou toespreken.

Niet de koning van een land maar de Koning die regeert over alle

koningen, koninginnen, presidenten en heersers – de Heere God.

In plaats van het geluid van auto´s of helikopters hoorden ze het

geluid van donderslagen en was er bliksem. Over de steile rotsen van

de berg klonk het geschal van een trompet. De Israëlieten

bibberden van angst.

Dit was de HEERE, die Farao, de koning van Egypte had gedwongen

hen vrij te laten. Het was de HEERE die een pad door de Rode Zee

gemaakt had, zodat zij over het droge konden oversteken. Hij, de

machtigste van het heelal, zou hen komen toespreken. Geen wonder

dat ze zo bang waren.

Vandaag spreekt God door Zijn Woord, de Bijbel. God is niet

veranderd. Zijn macht is niet verminderd, toch zijn er zoveel

mensen die het niets kan schelen wat Hij zegt. Ze hebben geen

ontzag voor Hem; in plaats daarvan maken ze grapjes over de Heere

God, en gebruiken ze Zijn naam als vloek. Ze zeggen dat de Bijbel

een ouderwets boek is waar ze niets aan hebben!

Misschien ben jij ook zo?

Misschien wil jij juist wel weten wat God jou te zeggen heeft maar

zijn er zoveel dingen die jij niet begrijpt. Als jij vragen hebt, kom

dan straks naar mij toe. Dan zal ik proberen vanuit de Bijbel

antwoord te geven.

Toen de Israëlieten Egypte verlieten leidde de Heere hen door

middel van een wolkkolom door de woestijn. Overdag was het een

wolk en ‘s nachts was het een kolom van vuur.

Terwijl ze door de woestijn reisden, zorgde de Heere God ervoor

dat ze alles kregen wat ze nodig hadden. Waar kwam hun eten

vandaan? En hoe zat het met hun drinken?

(Laat de kinderen antwoord geven.)

Toen ze hun tenten opgeslagen hadden in Refidim, kreeg het volk

dorst. Er was geen water, dus wat deden ze?

Ze begonnen weer te mopperen tegen Mozes: “Hebt u ons uit

Egypte gehaald om ons van de dorst te laten sterven?”

Mozes riep tot de Heere: “Wat moet ik met dit volk doen? Nog even

en zij gaan mij stenigen!”

Plaats de Israëlieten (ML-2,

ML-3 en ML-4)

Voeg Mozes (ML-1) toe.

17

Mo

zes, d

e g

ev

er v

an

de w

et S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie

Genootsch

ap

Toen antwoordde God: “Ga naar de rots bij Horeb. Sla met je staf

op de rots, dan zal er water uit de rots stromen en kan het volk

drinken.

Plaat 1-2

Toen Mozes deed wat God zei, kwam er een grote stroom water uit

de rots! Het volk kreeg zoveel water als nodig was.

Denk je je eens in hoeveel eten en drinken twee miljoen mensen

nodig hebben. God zorgde daar allemaal voor, zelfs toen ze niet op

Hem vertrouwden. Nu zou die God, die zo goed voor hen gezorgd

had, hen toespreken.

Wist je wel dat alle goede dingen in je leven van God komen? Hij

heeft zo goed voor jullie gezorgd toen Hij Zijn geliefde Zoon, de

Heere Jezus Christus voor jullie [zonden] liet sterven? Als jij

gelooft dat de Heere Jezus ook voor jouw zonden is gestorven, zal

je niet meer voor je zonden worden gestraft. Als je dat gedaan

hebt, wil jij natuurlijk weten wat Hij jou te zeggen heeft en wil je

Hem gehoorzamen.

De Israëlieten wachtten tot God hen zou toespreken. Ze waren in

het langste en breedste gedeelte van het woestijndal met voor hen

de berg Sinaï, de hoogste van alle bergen in de woestijn.

Ik denk dat alle herinneringen die Mozes had aan de berg Sinaï,

hoofd weer naar boven kwamen.

Weten jullie wat er op deze berg gebeurde toen Mozes voor de

schapen van zijn schoonvader zorgde?

Laten we de belofte lezen, die God toen aan Mozes gaf (Exodus

3:12). “…Als u het volk uit Egypte geleid hebt, zult u God dienen op

deze berg.”

En zo gebeurde het precies. Terwijl de Israëlieten bij de Sinaï in

hun tenten woonden, beklom Mozes de berg. De Heere riep tot hem

vanaf de berg: “Zeg tegen het volk: - jullie hebben gezien wat Ik

met de Egyptenaren heb gedaan en hoe Ik jullie uit Egypte

weggehaald heb. Als jullie naar mij luisteren en Mij gehoorzaam zijn,

dan zullen jullie mijn eigen volk zijn“.

Mozes moest aan de leiders en het hele volk de boodschap

overbrengen dat zij God moesten gehoorzamen. Ze antwoordden:

“Alles wat de HEERE gesproken heeft, zullen wij doen.”

Daarna keerde Mozes terug naar de berg en vertelde God wat het

volk had gezegd. God zei tegen hem: “Over drie dagen zal Ik bij

jullie komen in een dikke wolk op de berg Sinaï. Het volk zal Mij met

jou horen spreken, zodat zij geloven dat jij de waarheid

Maak een nieuw tafereel met

de rots, plaats Mozes (ML-5),

de Israëlieten (ML-3)

Voeg de waterstroom toe.

Laat dit voor de oudere

kinderen op de kaart zien.

Plaats Mozes (ML-1) en het

volk (ML-2-4) bij de berg Sinaï.

Probeer antwoorden van de

kinderen te krijgen. (God sprak

hem toe vanuit de brandende

braamstruik.)

Verwissel Mozes (ML-1) met

Mozes (ML-6)

Verwissel Mozes (ML-6) met

figuur (ML-1).

18

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

spreekt en dat Ik met jou ben. Zet een hek om de berg heen, zodat

de mensen niet naar boven klimmen om Mij proberen te zien.”

Dus wachtten de Israëlieten.

Wat ging er door hun heen?

… Angst?

… Verbazing?

… Spanning?

Wat zouden jullie gevoeld hebben, als jullie daar waren?

Weten jullie wel dat God ook nu tegen de mensen spreekt? Niet op

de manier waarop Hij tot Mozes en tot het volk Israël sprak, maar

alles wat zij gehoord hebben is in de Bijbel opgeschreven. De Bijbel

is meer dan een geschiedenisboek; het is het levende en eeuwige

Woord van God. Dit woord geldt voor jou, nu, vandaag. God

verandert nooit. Hij spreekt tot jullie en mij door Zijn geschreven

Woord.

Ze moesten nog drie dagen wachten voordat de Heere God op de

berg Sinaï zou komen. In die tijd bereidde het volk zich daarop

voor; op de manier die God hun had voorgeschreven.

Ben jij er op voorbereid als God tot jou gaat spreken? Als jij Gods

Woord voor jezelf leest of als jij luistert als iemand jou uit de

Bijbel vertelt, zeg jij dan in jouw hart: “Heere laat mij zien wat Uw

Woord vandaag tot mij te zeggen heeft”?

Zeg jij: “Ik heb spijt van die dingen waarmee ik U verdriet gedaan

heb”?

Denk jij: “Heere God, ik kan haast niet geloven dat U, die zo groot

bent, met mij wilt spreken, maar ik wil naar U luisteren”?

Wat heeft God door Zijn Woord tot jou te zeggen? Als jij de

Heere Jezus niet kent zul jij in de Bijbel ontdekken hoe jij de

Heere Jezus kunt leren kennen. Je zult vergeving kunnen vinden en

een nieuw leven, omdat Hij voor jou is gestorven en weer is

opgestaan.

Als jij de Heere Jezus wel kent, zal God door Zijn Woord tot jou

spreken en je laten zien hoe Hij jouw leven kan leiden. Hij laat jou

dan zien hoe jij Hem blij kunt maken door jouw leven.

Wat ging de Heere God tegen het volk Israël zeggen?

Plaat 1-4

De top van de berg Sinaï stond helemaal in de rook, want de Heere

God was in vuur neergedaald. De hele berg stond te trillen. Het

trompetgeschal werd luider en luider!

Praat er met de kinderen over.

Voeg de wolk toe

Haal alle figuren weg.

19

Mo

zes, d

e g

ev

er v

an

de w

et S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie

Genootsch

ap

Plaat 1-5

Luister naar Gods Woord.

1. U mag geen andere goden voor Mijn aangezicht

hebben.

2. U mag zich geen beeld maken.

3. U mag de Naam van de Heere, uw God, niet ijdel

gebruiken.

4. Gedenk de sabbatdag, dat u die heiligt.

5. Eer uw vader en uw moeder.

6. U mag niet doodslaan.

7. U mag niet echtbreken.

8. U mag niet stelen.

9. U mag geen vals getuigenis spreken tegen uw naaste.

10. U mag niet begeren.

God had gesproken. Het volk had Zijn wet gehoord.

Vroeger sprak God af en toe direct tegen de mensen (zoals op de

berg Sinaï), en nog iets vaker tegen mannen die Hij had uitgekozen

zoals Mozes. Alles wat Hij jou te zeggen heeft, staat in Zijn Woord,

de Bijbel.

Denken jullie dat er die dag Israëlieten waren die in hun tent bleven

en dachten: “Ik heb vandaag geen zin om naar God te luisteren –

misschien een andere keer”? Natuurlijk niet, ze zouden het niet

durven.

God heeft gesproken. Jullie hebben nu ook Zijn woorden gehoord.

Wat ga je doen? Jongens en meisjes, die in de Heere Jezus geloven,

ik bid dat jullie zullen zeggen:”Heere, dank U dat U tot mij spreekt

door Uw Woord, de Bijbel. Help mij dat te gehoorzamen.”

Als jij nog niet in de Heere Jezus gelooft, moet je dat vandaag nog

gaan doen. Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen: “Dank U Heer, dat U

tot mij spreekt en mij laat zien dat ik de Heere Jezus als mijn

Verlosser nodig heb. Ik geloof dat U voor mijn zonden gestorven

bent. Ik wil U graag gehoorzaam zijn.”

Bedenk: Gods Woord is de waarheid (Johannes 17:7b)

Lees de geboden langzaam en

duidelijk op, zonder op dit

moment enige commentaar

tussendoor te geven.

Zet de platen van de geboden

(ML-7 t/m 16) op het bord op

het moment dat ze genoemd

worden.

Achterin staan de Nederlandse

geboden op stenen tafelen. U

kunt deze over de Engelse

tekst plakken.

20

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g Quiz

1. Waarom moet jij luisteren naar God? (God heeft ons gemaakt;

Hij is almachtig; Hij houdt van ons.)

2. Geef twee voorbeelden van hoe de Israëlieten Gods macht

gezien hadden, toen ze door de woestijn trokken? (De

wolkkolom, de vuurkolom, de splijting van de Rode zee, enz.)

3. Hoe had God aan Zijn volk laten zien dat Hij voor hen zorgde?

(Voorzien van eten en drinken)

4. Waar zou God met het volk komen spreken?(Op de berg Sinaï)

5. Hoe zagen de mensen de macht van God op de berg?(God

sprak vanuit het vuur en de rook die op de berg te zien waren.)

6. Wat zei God tegen de Israëlieten? (Hij gaf hen de tien

geboden.)

7. Waar kunnen wij vinden wat God tot ons te zeggen heeft?(In

de Bijbel)

8. Hoe zijn wij aan de Bijbel gekomen? (God sprak tot mensen

zoals Mozes en gaf ze de opdracht dat op te schrijven.)

9. Hoeveel van wat in de Bijbel staat is waar?(Alles)

10. Waarom moeten wij geloven dat een boek waar is? (De Bijbel

is niet zomaar een boek, maar het Woord van God en God

verandert niet)

11. Hoe heeft God laten zien dat Hij deze wereld wil redden? (Hij

heeft de Heere Jezus, Zijn Zoon gestuurd om onze zonden te

dragen.)

Verwerking

Het IKEG heeft de volgende werkjes beschikbaar:

1130.01a 1130.01b

Maak 2 stenen tafelen en maak

stroken met de 10 geboden.

Elke keer als een vraag goed

beantwoord wordt, plaatst u de

strook op de goede plek en het

team krijgt 10 punten.

(Misschien kunt u ook kinderen

zelf de stroken laten plaatsen.)

Ze krijgen dan opnieuw de 10

geboden ‘onder ogen’. Als niet

alle vragen goed zijn

beantwoord en u houdt stroken

over, dan plaatst u die alsnog

of u bedenkt nog een aantal

vragen die ze wel kunnen

beantwoorden.

21

Mo

zes, d

e g

ev

er v

an

de w

et S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie

Genootsch

ap

Les 2 Het gouden kalf

Lesoverzicht

Bijbelgedeelte: Exodus 24:12-18; 31:18; 32:1-

14

Bijbeltekst om aan te leren: “Want allen hebben gezondigd

en missen de heerlijkheid van

God.” – Romeinen 3:23

Centrale Waarheid: Niemand gehoorzaamt Gods

Woord.

Toepassing gelovig kind: God moet op de eerste plaats

in jouw leven komen.

Toepassing niet gelovig kind: Jij verdient Gods straf voor

jouw zonde – jij moet je tot de

Heere Jezus Christus keren

om behouden te worden.

Visuele hulpmiddelen: Platen 1:5; 2:1-5

Flanelfiguren ML:1-28 behalve

4, 5, 18.

Eventuele achtergronden: berg

Sinaï, wolkkolom (zie achter in

het boek)

Schrijf op een stevig stuk

papier de Centrale Waarheid

en hang dat op een goed

zichtbare plaats.

Beschikbaar stellen: Stel uzelf beschikbaar voor

een pastoraal gesprek met de

kinderen tijdens één van de

programma onderdelen.

Verwerking: 1130.02 a & b

22

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g Lesschema

I. INLEIDING

De almachtige God had het volk Israël op de Sinaï

toegesproken.

II. ONTWIKKELING VAN DE GEBEURTENISSEN

A. God roept Mozes de berg op om de stenen

tafelen te ontvangen.

B. Mozes verblijft veertig dagen en nachten bij

God op de berg.

C. Het volk kijkt uit naar Mozes’ terugkomst –

zij vragen Aäron een god voor hen te maken.

D. Aäron maakt het gouden kalf.

E. “Kijk! Dit is jullie god, die jullie uit Egypte

geleid heeft.”

F. Aäron bouwt een altaar.

G. God vertelt Mozes wat er in het kamp van de

Israëlieten gebeurd is en zegt dat Hij het

volk wil vernietigen.

H. Mozes pleit voor de Israëlieten.

I. Mozes keert terug naar het kamp.

J. Hij slaat de stenen tafelen aan stukken.

III. CLIMAX

Mozes roept Aäron ter verantwoording.

IV. EINDE

Het volk is gespaard, maar velen zijn gedood.

“Iedereen heeft gezondigd.”

“Het loon van de zonde is de dood.”

Wat wil jij?

23

Mo

zes, d

e g

ev

er v

an

de w

et S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie

Genootsch

ap

Bijbeltekst

Tekst om aan te leren: “Want allen hebben gezondigd en missen

de heerlijkheid van God.” Romeinen 3:23

Inleiding

“Gaan jullie allemaal op de bank zitten, dan gaan we beginnen!” riep

de gymjuf.

Liselore was samen met een vriendinnetje met een bal aan het

spelen. Ze vonden het veel te leuk, ze hadden geen zin om te

luisteren.

“Liselore en Annemieke, jullie ook!”

Maar Liselore en Annemieke gingen gewoon door.

Toen werd de juf zo boos. Ze pakte de bal af, stuurde hen op de

bank en daar moesten ze de hele tijd blijven zitten, terwijl de

rest van de klas een leuk spel deed.

Omdat ze ongehoorzaam waren geweest, misten ze het leuke spel.

Ik lees jullie iets voor uit de Bijbel waar het woord ‘missen’ ook in

voor komt.

Presentatie

Lees de tekst voor uit uw Bijbel, of laat een kind het doen, laat

dan de aanleertekst zien en lees die met de kinderen één keer op.

Uitleg

Liselore en Annemieke misten het leuke spel, maar er is nog iets

ergers wat je kunt missen: de heerlijkheid Gods. Dat betekent

dat je niet bij God in de hemel kunt komen, omdat je gezondigd

hebt. Zondigen is bijvoorbeeld: ongehoorzaam zijn, zoals de

meisjes uit ons verhaal. Of ruziemaken, of schelden. God vindt

zonde heel erg en Hij kan geen mensen in de hemel toelaten die

gezondigd hebben. Kan er dan helemaal niemand in de hemel

komen? Ja, als jij de Heere God vraagt jouw zonden te vergeven,

dan maakt Hij jou schoon van jouw zonden.

Toepassing

Niet gelovig kind: Al ben je nog zo lief en al vindt iedereen jou

aardig, je bent een zondaar. Maar God heeft er voor gezorgd dat

jouw zonden vergeven kunnen worden. Hij heeft de straf die Hij

aan jou moest geven aan Zijn Zoon de Heere Jezus gegeven. De

Heere Jezus stierf onschuldig aan een kruis. Hij is begraven maar

na drie dagen heeft God Zijn Vader hem weer opgewekt uit de

dood. Daarom kan God jouw zonden vergeven als jij gelooft wat de

Heere Jezus voor jou gedaan heeft.

24

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Aanleren

Zeg de tekst één keer met elkaar op. Ga dan over op ping-pong. U

zegt het eerste woord, de kinderen het volgende en zo door.

Begin en eindig met de tekstplaats. Vraag na een aantal keren

welke kinderen de tekst uit het hoofd kunnen opzeggen.

BIJBELLES

De almachtige God had het volk Israël op de berg Sinaï

toegesproken. Wat een belevenis! Wat moet dat beangstigend en

tegelijk geweldig zijn geweest om de stem van God te horen. Nu zei

Hij tegen Mozes: “Klim de berg op en Ik zal jou de twee stenen

tafelen geven waarop Ik de tien geboden heb geschreven. Die kun je

gebruiken om het volk te onderwijzen.

Herinneren jullie je nog de tien geboden?

Plaat 1-5

God had deze geboden aan het volk Israël gegeven. Jullie hebben ze

nu ook gehoord en God verandert niet, Zijn normen blijven altijd

dezelfde. Ze zullen nooit ouderwets of uit de tijd raken.

Mozes en zijn helper Jozua klommen de berg op. Terwijl Jozua op

hem wachtte klom Mozes nog een stuk verder de berg op.

Plaat 2-1

Zes dagen lang bedekte de wolk de berg. Op de zevende dag zagen

de Israëlieten een wolk met daarin een brandend vuur, dat alles

verteerde. Toen riep God tot Mozes.

Veertig dagen en nachten was Mozes bij God! Wat moet dat voor

Mozes een bijzondere tijd geweest zijn! In die tijd gaf de Heere

Mozes de opdracht om een heel bijzondere tent te bouwen, wij

noemen die de tabernakel.

Voordat Mozes de berg afdaalde, gaf God hem twee stenen tafelen

waarop Hij de tien geboden had geschreven. In de Bijbel staat dat

zij met de vinger van God waren geschreven (Exodus 31:18).

Maar wat gebeurde er, in de tijd dat Mozes op de berg was, in het

kamp van de Israëlieten? Het volk had dagen, ja zelfs wekenlang

uitgekeken naar Mozes en nog steeds was hij niet teruggekomen.

Misschien vroeg het volk zich af: “Is Mozes op de berg gestorven?”

Dit waren de mensen die zoveel van Gods macht en liefde hadden

gezien. Denk je eens in: God had tot hen gesproken. Nu kwamen ze

naar Aäron met een verschrikkelijke vraag/opdracht. Hoor eens wat

het volk zei:

Flanelplaten: plaats de geboden

(ML-7 t/m 16) op het bord,

terwijl de kinderen ze

opnoemen.

Haal alle figuren weg. Leg de

wolk op het bord. Beweeg

Mozes (ML-6) en Jozua (ML-

19) de berg op en haal ze dan

weg.

Plaats de Israëlieten (ML-2, 3)

25

Mo

zes, d

e g

ev

er v

an

de w

et S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie

Genootsch

ap

Plaat 2-2

“Sta op, maak voor ons goden die voor ons uit gaan, want die Mozes,

de man die ons uit het land Egypte geleid heeft – wij weten niet wat

er met hem gebeurd is.”.

Wie weet het eerste gebod? (“U mag geen andere goden voor Mijn

aangezicht hebben” (Exodus 20:3) Wat is het tweede gebod? (“U

mag zich geen beeld maken.” Exodus 20:4.)

Zij waren bezig Gods wet te breken. Weten jullie hoe de Bijbel dat

noemt? (Zonde.)

Misschien zeg je wel: ”Hoe konden ze dat nu doen?”

Kijk nu eens goed naar de geboden. Wat staat er in het zesde

gebod? “U mag niet doodslaan.” Weten jullie dat de Heere Jezus

heeft gezegd dat als jij alleen maar in je hart iemand haat, je al het

zesde gebod hebt gebroken? Dan heb je dus al gezondigd. Begrijp

je dat?

Wat staat er in het negende gebod? “U mag geen vals getuigenis

spreken.” Dat betekent dat je niet mag liegen.

“Jan!” riep zijn moeder: “je moet opschieten, anders kom je te laat

op school.” “Ik kom er aan mamma, ik ben er zo.” Was dat waar?

Nee! Jan lag nog lekker onder de dekens. Het duurde wel een

kwartier voordat hij aan het ontbijt verscheen.

“Hoe zit het met je huiswerk Jan?”

“Oh, dat heb ik allemaal al af,” zei Jan.

Dat was helemaal niet waar! Jan wilde het in de bus naar school van

zijn vriendjes overschrijven.

Ken jij iemand die net zo ongehoorzaam was aan Gods gebod, als

Jan?

Ben jij dat?

Als jij denkt: “dat klopt, maar ik wil niet meer zo zijn, ik wil anders

worden, alleen ik weet niet hoe!”

Luister dan goed naar de Bijbelles. Als jij aan het eind vragen heb,

kom dan naar mij toe. Ga op een stoel op de voorste rij zitten, dan

weet ik dat jij met mij wilt spreken. Ik zal je dan vanuit de Bijbel

laten zien hoe jij jou van jouw zonden kunt afkeren naar de Heere

Jezus Christus.

Als jullie allemaal goed naar de tien geboden kijken, dan zie je dat

je een heleboel ervan niet gehouden hebt. Sterker nog, in de Bijbel,

in Romeinen 3:23 staat: “Want allen hebben gezondigd en missen de

heerlijkheid van God.” Daarom kunnen de mensen niet in de hemel

komen. Iedereen is, net als het volk Israël, aan Gods wet

ongehoorzaam geweest.

Lees Exodus 32:1

Zet de plaatjes van de tien

geboden één voor één op het

bord, op het moment dat u ze

noemt. U kunt ze ook door twee

kinderen laten vasthouden.

26

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Aäron moest hen natuurlijk duidelijk maken dat hun plan helemaal

verkeerd was en tegen het Woord van God inging.

Maar Aäron zei: “Neem jullie gouden oorringen en breng ze naar

mij.”

Wat was hij van plan? Hij smolt het goud en met een stuk

gereedschap maakte hij er een gouden kalf van!

Plaat 2-3

Aäron was door de Heere aangewezen om Mozes te helpen de

Israëlieten uit het land Egypte te leiden naar het land dat God hen

beloofd had. Zijn taak was het volk te laten zien wat God van hen

wilde en hier hielp hij hen God ongehoorzaam te zijn.

Wat staat er in de Bijbel in Romeinen 3:23? “Allen hebben

gezondigd …” Dat betekent ministers, onderwijzers, leiders … ze

zijn allemaal schuldig aan ongehoorzaamheid aan Gods Woord.

Er is er maar één op deze aarde geweest, die zich altijd aan het

Woord van God heeft gehouden. Wie was dat?

De Heere Jezus. Hij is net als wij op alle mogelijke manieren tot

zonde verleid. Maar Hij heeft nooit aan de verleiding toegegeven.

Hij is nooit Gods Woord ongehoorzaam geweest. Hij deed geen

zonde; Hij was niet zoals jullie en ik en ook niet zo als Aäron, die

naar de Israëlieten luisterde in plaats van wat God gezegd had. De

mensen waren blij met het gouden kalf dat hij gemaakt had.

“Kijk! Dit is onze god die ons uit Egypte heeft bevrijd!” Hoe was het

mogelijk dat zij zich van de ene ware God afkeerden, Die de Rode

Zee doormidden gespleten had en die elke dag het manna had

gegeven en hen water uit de rots had laten drinken?

In plaats daarvan verruilden zij de Heere God voor een klomp goud.

Jij zou er nog niet over peinzen om een gouden kalf jouw god te

noemen, maar ik vraag mij af waartegen jij God verruild hebt in je

leven. Zijn het je vriendjes? Is het voor jou belangrijker dat jij

doet wat je vriendjes willen dan wat God wil? God zegt: “Je moet

mij liefhebben met je hele hart.”

Misschien denk jij de hele dag wel aan jouw favoriete voetbalteam,

en denk je nog geen minuutje aan God. Dan zet jij iets anders op de

plaats van God en laat je God niet merken dat je Hem liefhebt

boven alles.

Toen Aäron zag dat het volk het gouden kalf wilde aanbidden,

bouwde hij een altaar vlak voor het beeld.

“Morgen zullen we een speciaal feest ter ere van de Heere hebben.”

Verwissel Aäron (ML-20) met

figuur ML-21.

Voeg gouden kalf (ML 22 en

23) toe.

Omdat het volk uit Egypte

kwam waar dergelijke beelden

werden vereerd, was het voor

de Israëlieten heel gewoon om

een god als een gouden kalf af

te beelden.

Zie Mattheus 22:37; Markus

12:30; Lukas 10:27.

27

Mo

zes, d

e g

ev

er v

an

de w

et S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie

Genootsch

ap

Wat bedoelde Aäron? Dacht hij soms dat hij het gouden kalf en de

Heere God tegelijk kon aanbidden! En dat terwijl een paar weken

geleden, God tegen hen gezegd had dat Hij een jaloerse God was en

zij dus geen andere goden mochten aanbidden en afgoden maken om

daarvoor neer te buigen en te aanbidden.

Ook nu heb je mensen die zeggen dat ze christen zijn, en ze denken

dat God blij is als ze op zondag naar de kerk gaan, maar die voor de

rest van de week niets met God te maken willen hebben. Vind jij dat

ook? Jongens en meisjes als jullie in de Heere Jezus geloven als

jullie Verlosser, dan moet Hij in elk onderdeel van je leven de

eerste zijn. Als Hij dat niet is, breken jullie Zijn wet, dan zondigen

jullie tegen Hem. Dan moet jij aan de Heere Jezus vertellen dat jij

daar spijt van hebt en Hem vragen jou kracht te geven om Hem bij

alles de eerste te laten zijn.

De Israëlieten luisterden naar Aäron; ze brachten hun offers naar

god; ze zaten neer om te eten, en ze deden allemaal heel slechte

dingen.

Natuurlijk wist God, die alle dingen weet, wat het volk gedaan had.

Hij zei tegen Mozes: “De Israëlieten hebben een gesneden beeld

van gesmolten goud gemaakt. Ze hebben een gouden kalf aanbeden

en offers gebracht. Zij hebben dat beeld hun god genoemd, die hun

uit Egypte geleid heeft. Ik ben van plan hen te vernietigen en jou en

jouw gezin tot een groot volk te maken.”

Sommige jongens en meisjes denken dat het helemaal niet erg is als

je je niet aan Gods Woord houdt. “Het is uit de tijd,” zeggen ze.

“Wat gebeurt er nou als ongehoorzaam bent?”

Het is wel erg. Iedereen moet eenmaal voor God verschijnen, en

God zegt dat het loon van onze ongehoorzaamheid aan Hem, onze

zonden tegen Hem, de dood is. Dat betekent voor altijd van God

gescheiden zijn op een plaats van straf. De Bijbel noemt die plaats

hel.

Ik weet zeker dat Mozes heel vaak genoeg had van al dat gezeur en

geklaag van de Israëlieten. Toch nam Mozes het voor hen op.

“HEERE, alstublieft, vernietig Uw volk niet. U hebt hen uit Egypte

gehaald door Uw grote macht.”

God verhoorde het gebed van Mozes voor het volk en Hij

vernietigde hen niet.

Als God ons gaf wat wij verdiend hadden, dan was er voor ons geen

hoop, want wij hebben allemaal tegen Hem gezondigd. Maar, in Zijn

verbazingwekkende liefde, heeft Hij een manier gemaakt waardoor

wij vergeving kunnen krijgen. Zijn enige Zoon, de Heere Jezus

Christus, die zonder zonde was, nam de straf die wij verdiend

hadden op Zich. Wij kunnen vergeving ontvangen, omdat Hij

Voeg altaar (ML-17 en lam (ML-

24) toe.

28

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

voor ons gestorven is en weer is opgestaan. Als jij vandaag nog gaat

beseffen dat jij Gods wet gebroken hebt, dat jij tegen Hem

gezondigd hebt, dan kun je vandaag nog vergeving ontvangen. Als jij

er echt spijt van hebt en niets meer met je zonden te maken wilt

hebben, keer je dan naar de Heere Jezus. Hij heeft al jouw straf

op Zich genomen. Geloof in Hem met je hele hart, nu!

God zegt in Zijn Woord …

“Kom dus tot inkeer en bekeer u, opdat uw zonden uitgewist

worden.”

Mozes ging de berg af met de 2 tafelen met daarop de tien geboden

geschreven.

Toen hij Jozua halverwege de berg ontmoette, zei Jozua tegen

Mozes: “Het lijkt wel of er wordt gevochten in het kamp” [weergave

het Boek].

Mozes wist, dat dit niet zo was. Hij zei: “Het is geen geluid van een

overwinning of een nederlaag. Zij zingen (Exodus 32:18). [geciteerd

uit het Boek]

Toen ze dichterbij kwamen, zag Mozes het volk dansen om het

gouden kalf. Mozes was woedend op het volk. God had tot hen

gesproken, Hij had hen Zijn wetten gegeven, en nog waren zij

ongehoorzaam, hadden ze Hem verruild tegen een gouden

afgodsbeeld! Mozes smeet de stenen tafelen tegen de grond zodat

ze op de rotsen onder aan de berg in stukken braken.

Hij nam het kalf dat ze gemaakt hadden en verbrandde het in het

vuur; vermaalde het toen tot poeder, strooide dat in het water en

liet het de Israëlieten opdrinken.

Hij zei tegen Aäron: “Wat heeft dit volk u gedaan, dat u zo’n grote

zonde over hen gebracht hebt?”

Aäron antwoordde: “Wees niet zo boos. Weet je dan niet meer hoe

zondig deze mensen zijn. Zij vroegen mij om goden om hen te leiden.

Dus zei ik hen dat zij mij hun goud moesten geven. Toen ik het in

het vuur gooide kwam er een gouden kalf uit!”

Leugens!

Smoesjes!

Had Aäron niet door dat God precies wist wat er gebeurd was?

Net zo als God alles gezien had wat er in het Israëlitische kamp

gebeurde, zo ziet Hij alles wat jij doet, hoort Hij alles wat jij zegt,

weet Hij alles wat jij denkt.

De Israëlieten en Aäron waren doodsbenauwd voor de toorn van

Mozes. Hoe vreselijker is het als jij oog in oog komt te staan met

Gods toorn, als jij doorgaat in jouw zonde en Zijn weg van vergeving

verwerpt.

Lees Handelingen 3:19.

Voeg Mozes (ML-6) en Jozua

(ML-19) toe.

Haal Mozes (ML-6), Jozua (ML-

19) en Aäron (ML-21) weg. Voeg

Mozes (ML-25) en Jozua (ML-

26) toe.

Vervang Mozes (ML-25) met

figuur (ML-1). Voeg de

gebroken tafelen (ML-27) toe.

Haal het gouden beeld (ML- 22,

23) weg.

Haal de figuren weg. Voeg

Mozes (ML-6) en Jozua (ML-

19) toe.

Plaats Mozes (ML-28) en Aäron

(ML-20).

Leg aan de kinderen uit dat

toorn woede is. Dit is een

woede omdat de eer van God is

aangetast. Toorn is geen zonde.

29

Mo

zes, d

e g

ev

er v

an

de w

et S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie

Genootsch

ap

Omdat God genadig was, heeft Hij het volk Israël niet uitgeroeid en

gaf Hij aan Mozes opnieuw twee stenen tafelen waarop Zijn

geboden stonden. Maar door hun zonde werden heel veel Israëlieten

gedood.

In Gods Woord staat: “Allen hebben gezondigd …” (Romeinen 3:23).

Gods Woord zegt: “Want het loon van de zonde is de dood…”

(Romeinen 6:23). Dat betekent voor eeuwig en altijd van God

gescheiden zijn. In Zijn liefde heeft God een vluchtweg gemaakt,

waarlangs jij kunt ontsnappen aan de straf van de zonde, die jij

verdiend hebt. Daar worden jouw zonden vergeven. Die weg is de

Heere Jezus Christus. Hij is jouw enige hoop. Wat doe je daarmee?

Quiz

1-10 Schrijf alle tien geboden op een stuk papier in de vorm van

een kleitablet, waarbij steeds een belangrijk woord is

weggelaten. De kinderen moeten het ontbrekende woord

invullen. Voorbeeld: Gij zult geen andere …. voor Mijn

aangezicht hebben.

11. Wie van ons zijn schuldig omdat ze Gods geboden hebben

overtreden? (Allemaal)

12. Wie is de enige Die altijd God heeft gehoorzaamd? (De Heere

Jezus.)

Verwerking

Het IKEG heeft de volgende werkjes beschikbaar:

1130.02a 1130.02b

Knip uit stevig stuk papier tien

kleitabletten; allemaal even

groot en aan de achterkant

zien ze er hetzelfde uit. Aan

de voorkant plakt u de plaatjes

achter in het boek die met de

tien geboden te maken hebben.

Twee tabletten hebben

hetzelfde plaatje. Doe de

plaatjes in het insteekkarton

of leg ze op de tafel. Bij een

goed antwoord moet het kind

van het betreffende team

twee kaartjes omkeren. Zijn ze

hetzelfde dan mag hij of zij ze

voor zijn team houden.

30

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g Les 3

De twaalf verspieders

Lesoverzicht

Bijbelgedeelte: Numeri 13, 14; Deuteronomium

1:19-46

Bijbeltekst om aan te leren: “Zie, God is mijn heil, ik zal

vertrouwen en niet bevreesd

zijn..” – Jesaja 12:2a

Centrale Waarheid: Vertrouw op God.

Toepassing gelovig kind: Vertrouw dat de Heere jou

kracht en hulp geeft om als

Christen te leven.

Toepassing niet gelovig kind: Geloof dat de Heere Jezus jou

kan redden.

Visuele hulpmiddelen: Platen 3:1-5

Flanelfiguren ML:1 t/m 4, 26,

29-37.

Eventuele achtergrond:

tabernakel met rots

Schrijf op een stevig stuk

papier de Centrale Waarheid

en hang dat op een goed

zichtbare plaats.

Beschikbaar stellen: Stel uzelf beschikbaar voor

een pastoraal gesprek met de

kinderen tijdens één van de

programma onderdelen.

Verwerking: 1130.03 a & b

31

Mo

zes, d

e g

ev

er v

an

de w

et S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie

Genootsch

ap

Lesschema

I. INLEIDING

Eindelijk waren de Israëlieten gekomen bij de grenzen van

het land dat de Heere hun beloofd had.

II. ONTWIKKELING VAN DE GEBEURTENISSEN

A. De Israëlieten zijn bang om Kanaän in te

trekken.

B. Mozes wijst twaalf verspieders aan om het

land te verkennen.

C. De verspieders blijven 40 dagen in Kanaän.

D. De twaalf keren terug en nemen vruchten van

het land mee.

E. Het verslag van de verspieders – het verschil

tussen Kaleb en Jozua en de andere tien.

F. De Israëlieten komen in opstand.

G. God spreekt.

H. Mozes neemt het voor Israël op.

III. CLIMAX

God spaart het volk, maar straft hun ongeloof.

IV. EINDE

De Israëlieten proberen het land binnen te

komen.

32

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g Suggesties voor de clubleider

Vertel deze Bijbelles aan het begin van het clubprogramma. Gebruik

de voorbeeldstudie aan het eind van het programma. Het doel van

deze studie is het geleerde te versterken en toe te passen op het

gelovige kind.

Als u de Bijbeltekst aanleert, laat dan de kinderen weten dat u

klaar staat voor een pastoraal gesprek. U zou zoiets kunnen zeggen:

“Is God jouw redding? Geloof jij? Is er iets dat jou er van af houdt

om tot de Heere Jezus te komen? Ben je er niet zeker van of je er

wel goed aan doet? Als jij vindt dat ik jou kan helpen, kom dan aan

het eind van de club met mij spreken en dan gaan wij samen kijken

wat de Bijbel daarover zegt.”

Neem in uw clubprogramma de tijd om gelovige kinderen aan te

moedigen hun vriendjes op school en in de straat te vertellen dat zij

de Heere Jezus nodig hebben als hun Verlosser. Als hulpmiddel

kunnen ze een foldertje meenemen en aan een vriendje geven. Het

IKEG heeft verschillende mooie kleurrijke folders.

Bijbeltekst

Tekst om aan te leren: “Zie, God is mijn heil, ik zal vertrouwen en

niet bevreesd zijn.” – Jesaja 12:2a

Inleiding

Diederick en Liselore waren met hun ouders verhuisd en na de

zomervakantie zouden ze naar een andere school gaan. Eerlijk

gezegd zagen ze er tegenop. Bart hun buurjongen, had Diederick

een paar keer gepest en hij ging naar dezelfde school. Een week

voordat ze naar de nieuwe school gingen, kregen ze een kaart van

Liselore’s vorige gymjuf. Op de achterkant had ze geschreven:

‘Veel sterkte op de nieuwe school’ en daar achteraan … een tekst

uit de Bijbel die ik nu ga voorlezen.

Presentatie

Lees de tekst voor uit uw Bijbel. “Zie, God is mijn heil, ik zal

vertrouwen en niet bevreesd zijn.” Laat dan de aanleertekst zien

en lees hem met elkaar op.

33

Mo

zes, d

e g

ev

er v

an

de w

et S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie

Genootsch

ap

Uitleg

Heil betekent redding.

Wanneer moet je gered worden? Ik noem 4 dingen en als jullie

vinden dat je daar uit gered moet worden dan doen jullie je duim

omhoog, als jullie het niet nodig vinden, doen jullie je duim naar

beneden.

Je bent in de zee gevallen en bezig te verdrinken.

Je zit een spannend boek te lezen.

Je speelt tikkertje.

Je gaat naar een nieuwe school en je bent bang dat de

kinderen jou gaan pesten.

God kan iedereen redden uit het grootste gevaar. Dat komt omdat

Hij almachtig is.

Toepassing

Niet gelovig kind: Het grootste gevaar dat jou kan overkomen is

dat jij na je dood voor eeuwig gestraft wordt van je zonden. Maar

als jij gelooft dat de Heere Jezus voor jou de straf heeft

gedragen, dan vergeeft God al jouw zonden en red Hij jou van die

vreselijke straf. Dan mag jij ook zeggen: God is mijn heil.

Gelovig kind: God is zo machtig dat er niets jou kan overkomen dat

Hij niet wil. En als jou iets naars overkomt geeft Hij jou kracht

om er tegen te kunnen, en troost Hij jou. Wees daarom niet bang,

maar vertrouw op God.

Aanleren

Zeg de tekst twee keer met elkaar op van de aanleertekst.

Verdeel dan de kinderen in drie groepen. De groep die u aanwijst

moet gaan staan en de tekst opzeggen. Wissel halverwege de

tekst. Maak het steeds moeilijker door sneller en

onvoorspelbaarder te wisselen.

BIJBELLES

Plaat 3-1

Eindelijk waren de Israëlieten gekomen bij de grenzen van het land

dat de Heere hun beloofd had. Weten jullie nog wat Hij tegen

Mozes gezegd had vanuit de brandende braambos?

“Daarom ben Ik neergekomen om het volk te redden uit de hand

van de Egyptenaren, en het te leiden uit dit land naar een goed en

ruim land, een land dat overvloeit van melk en honing, naar

U kunt dit ook vervangen door

iets anders, wat meer bij de

kinderen van uw groep leeft.

Plaats Mozes (ML-1) en de

Israëlieten (ML/2 t/m4)

Lees Exodus 3:8

34

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

het gebied van de Kanaänieten, de Hethieten, de Amorieten, de

Ferezieten, de Hevieten en de Jebusieten.”

Maandenlang hadden ze de moeilijke leefomstandigheden van de

woestijn moeten verdragen.

Nu lag voor hen het rijke en vruchtbare land, dat God hen beloofd

had.

Maar er was een probleem! Hoe zat het met de volken die al in dat

land woonden – de Kanaänieten, Hethieten, Amorieten, Ferezieten,

Hevieten, Jebusieten?

Als Israël dit land in kwam, moesten zij eruit! Israël zou echt op

God moeten vertrouwen, geloven dat Hij kon en zou doen wat Hij

had beloofd.

Maar het volk Israël had nooit echt laten zien dat ze op God

vertrouwden.

Wanneer hadden ze niet op God vertrouwd?

Maar laten we eens naar ons zelf kijken. Heb jij op God vertrouwd,

als het nodig was? Om te beginnen, geloof jij in de Heere Jezus als

jouw Verlosser en de Heer van jouw leven? Als jij dat gelooft,

geloof jij dan ook, dat Hij jou elke dag helpt en leidt?

De Israëlieten hadden op God moeten vertrouwen en ze hadden God

vaak laten vallen, maar God had hen nooit laten vallen. Ook nu waren

ze er helemaal niet zeker van dat ze dit land konden veroveren!

Toen gaf God Mozes de opdracht om mannen aan te wijzen die het

land zouden bespioneren. Twaalf mannen werden er uitgekozen, uit

elke stam van Israël één.

Hun taak was te gaan zien hoe het land en de mensen er uitzagen en

ze moesten wat van de vruchten van het land meenemen.

Veertig dagen reisden de verspieders door het beloofde land. Ze

konden zien dat de grond echt vruchtbaar was: het gewas en de

vruchten zagen er prachtig uit. Ze zagen ook dat er veel volken

woonden, die steden hadden gebouwd met dikke versterkte muren.

Denk je eens in hoe opgewonden iedereen in het kamp van de

Israëlieten was toen ze de verspieders terug zagen komen met alles

wat ze hadden meegenomen.

Plaat 3-2

God had zulke grote beloften aan Zijn volk gedaan, ze hoefden

alleen maar op Hem te vertrouwen.

Zie Gen. 15:16; Deut. 18:9 -13 .

Probeer de kinderen de

antwoorden te laten geven.

(Bij water, voedsel, toen Mozes

op de berg Sinaï was; enz.)

Voeg spionnen (ML-26, 29

t/m32) toe.

Kleuters kunnen spelen dat ze

het land verkennen en fruit

plukken

U zou een tros druiven kunnen

meenemen en kinderen daarvan

laten proeven.

FP voeg fruit (ML-33, 34, 35)

toe. Vraag de kinderen wat het

is en leg het daarna uit. Velen

zullen niet weten hoe vijgen

eruit zien.

35

Mo

zes, d

e g

ev

er v

an

de w

et S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie

Genootsch

ap

Wat belooft God aan jou als jij op Hem vertrouwt? Laten we eens in

de Bijbel kijken.

Handelingen 10:43 Vergeving

Handelingen 3:19-20 Nieuw leven

Johannes 3:16 Eeuwig leven

Johannes 14:26 De Heilige Geest

Johannes 14:1-2 De Hemel

Als jij gelooft dat de Heere Jezus jouw Redder is, zijn jouw zonden

vergeven. Wist jij dat God gezegd heeft, dat Hij die zonden zover

wegdoet dat Hij er nooit meer aan zal denken? Is het niet geweldig

dat je mag weten dat God de Heilige Geest in jou woont en dat jij nu

een nieuw leven hebt, waarin God regeert en niet de satan? Denk je

eens in: op een dag zul jij naar de hemel gaan – dat is Gods belofte.

Maar God heeft niet beloofd dat het leven voor een kind van God

gemakkelijk zal zijn. De Bijbel zegt eerder het tegenovergestelde:

Gods kinderen zullen te maken krijgen met problemen, net zoals de

Heere Jezus toen Hij op aarde woonde. Als jij gelooft dat de Heere

Jezus jouw Verlosser is, dan moet jij geloven dat Hij jou zal helpen

om voor Hem te leven. Gods kinderen kunnen niet uit zichzelf voor

Hem leven, jij moet er op vertrouwen dat God jou daar Zijn kracht

voor zal geven.

God had de Israëlieten een nieuw land beloofd, maar God had niet

beloofd dat het gemakkelijk zou zijn om het land te veroveren. Nee,

ze moesten op Zijn kracht vertrouwen. Deden ze dat?

Plaat 3-3

Stel je je de gespannen gezichten eens voor toen ze luisterden naar

de verhalen van de verspieders over het land Kanaän waar zoveel

voedsel groeide. Maar wat veranderde de uitdrukking op hun

gezichten toen ze van de grote steden met hun dikke muren

hoorden, en over de sterke volken; mensen zo groot als reuzen!

“Vergeleken met hen waren wij sprinkhanen!” zeiden de verspieders.

Toen nam Kaleb, één van de verspieders, het woord:

“Laat ons gerust optrekken en het in bezit nemen, want wij zullen

het zeker kunnen vermeesteren!”

Jozua, die ook bij de twaalf verspieders hoorde, was het met hem

eens, maar wat zeiden die andere tien?

U zou een zwaardoefening

kunnen houden – pas deze

suggestie aan bij de leeftijd en

de capaciteiten van uw

kinderen. [U kunt het ook na de

les, bij wijze van verwerking

doen.]

U kunt dit door verschillende

kinderen laten uitspelen.

Lees Numeri 13:30

36

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

“Wij zullen tegen dat volk niet kunnen optrekken, want het is

sterker dan wij,” en ze vertelden over allerlei grote gevaren in het

land Kanaän.

Wat was het verschil tussen Jozua en Kaleb en de andere

verspieders?

Ze wisten allemaal dat de steden erg sterk waren. Ze beseften

allemaal dat er veel grote, sterke mensen in het land woonden.

Alleen Jozua en Kaleb wilden op God vertrouwen. God had gezegd

dat Hij hun het land zou geven en ze wisten dat niets te moeilijk is

voor God.

Op wie lijk jij? Op Jozua en Kaleb of op de andere verspieders?

Misschien heb jij er veel over nagedacht wat het zou betekenen om

Christen te worden, maar ook wat je vrienden ervan zullen vinden.

Je wilt ze niet verliezen en misschien willen ze wel niets meer met

jou te maken hebben als jij een volgeling van de Heere Jezus wordt.

Waar denk jij het meest aan: de problemen die je krijgt als je

Christen wordt of dat je zeker mag weten dat je zonden vergeven

zijn en je naar de hemel kunt gaan? Ben jij net als Jozua en Kaleb

bereid op God te vertrouwen?

Wil jij vandaag nog die stap nemen? Zeg tegen de Heere Jezus dat

je weet dat jij gezondigd hebt, maar dat je er echt spijt van hebt

en dat je in Hem wil gaan geloven als jouw Verlosser. Zeg tegen Hem

dat jij gelooft dat Hij jou kracht zal geven om iedere dag voor Hem

te leven. Als je hier nog vragen over hebt, mag je na de club bij me

komen.

Welke kant zouden de Israëlieten kiezen? Zouden ze net zo gaan

geloven als Jozua en Kaleb of zouden ze, net als de andere

verspieders, veel te bang zijn om het beloofde land in te gaan?

Ze hadden zoveel bewijzen gezien van Gods macht. Zij hadden Zijn

stem op de Sinaï gehoord. Ze zouden natuurlijk begrijpen dat God

hen dit land kon geven.

In het hele kamp waren de mensen aan het klagen en mopperen.

“Waarom laat God ons Kanaän binnentrekken? We zullen door het

zwaard van onze vijanden gedood worden! Laten we een nieuwe

leider kiezen en terugkeren naar Egypte…”

Terug naar Egypte waar ze slaven geweest waren!

Ben jij wel eens in de verleiding gekomen om te gaan denken: het is

beter om terug te gaan? Jij hebt de stap genomen en hebt je

vertrouwen op de Heere Jezus gesteld als de Verlosser en de Heer

van jouw leven. Vind jij het moeilijk om voor Hem te leven? Maakt

jouw broertje of zusje het jou moeilijk omdat jij iedere dag stille

tijd wilt houden? Ben jij eenzaam omdat de vriendjes waarmee jij

op school speelde, niets meer met jou te maken willen hebben

Haal het fruit (ML-33 t/m 35

weg).

Lees Numeri 13:31

37

Mo

zes, d

e g

ev

er v

an

de w

et S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie

Genootsch

ap

sinds jij een christen bent geworden? Misschien pikken zelfs pappa

en mamma alle verkeerde dingen die jij doet er uit. “We dachten

dat jij een christen was!” zeggen zij dan.

God heeft nooit beloofd dat het gemakkelijk zou zijn om Hem te

volgen, maar Hij heeft wel beloofd dat Hij jou nooit in de steek zal

laten. Vertrouw op God. Denk er aan hoeveel Hij van jou houdt.

Heeft Hij niet Zijn enige Zoon gegeven om voor jou te sterven?

Vertrouw er op dat Hij jou de kracht zal geven om op een goede

manier bij jou thuis te reageren. Vraag Hem om hulp om een goede

getuige van Hem te zijn. Vertrouw er op dat God jou een vriendje op

school zal geven, dat ook van de Heere Jezus houdt.

Luister niet als de satan jou probeert over te halen om net zo als

die tien verspieders te zijn. Volg het voorbeeld van Jozua en Kaleb.

Zij zeiden tegen het volk: “Het land dat wij doorzocht hebben is

goed. God wil het beste voor ons doen. Als God het wil zal Hij ons

het land geven. Keer je niet tegen God! Wees niet bang. God zal ons

helpen!” Jozua en Kaleb scheurden hun kleren van verdriet omdat

het volk zo ongelovig was.

Wat deden de Israëlieten? Zij probeerden Jozua en Kaleb te

stenigen. Toen sprak God tot Mozes.

“Hoelang zal dit volk Mij versmaden, en hoelang zullen zij niet op Mij

vertrouwen bij al de tekenen die Ik in zijn midden gedaan heb? Ik

zal het met de pest slaan en uitroeien, en u tot een volk maken,

groter en machtiger dan dit.”

Voor de tweede keer dreigde God de Israëlieten te vernietigen.

Wat was er toen gebeurd?

Opnieuw pleitte Mozes bij de Heere God om het volk te vergeven.

“Als U Uw volk ombrengt, zullen de Egyptenaren er van horen en

zeggen – De Heere heeft hen in de woestijn gedood omdat Hij niet

in staat was hen naar het land, dat Hij beloofd had, te brengen.

Laat toch uw grote macht zien. Vergeef deze mensen toch zoals U

gedaan hebt, sinds ze Egypte hebben verlaten.”

Wat zou er gebeurd zijn als God de Israëlieten gegeven had wat ze

verdiend hadden? Er zou voor hen geen hoop meer zijn.

Hoe zit het met jou? Als God jou geeft wat jij verdient, dan is er

voor jou geen hoop, want het enige dat jij verdient, is straf voor

jouw ongehoorzaamheid.

In plaats daarvan heeft God Zijn eigen Zoon, de Heere Jezus

Christus gestuurd. Hij nam jouw straf op Zich, toen Hij aan het

kruis stierf. Omdat de Heere Jezus is gestorven en weer is

opgestaan is het enige wat van jou gevraagd wordt, dat jij jou van

jouw zonden afkeert en met je hele hart op de Heere Jezus gaat

vertrouwen.

Vervang Mozes (ML-1) door

Mozes en Aäron (ML-36).

Lees uit Numeri 14:11-12

Geef de kinderen de

gelegenheid om te antwoorden.

(Mozes nam het voor hen op,

toen ze het gouden kalf

aanbaden.)

Haal alle figuren weg. Zet

Mozes (ML-37) en de

tabernakel met de wolk op.

38

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

De Israëlieten hadden niet op God vertrouwd, maar toch luisterde

God toen Mozes het voor hen opnam en zei:

“Op uw bede schenk ik vergeving”

God zou de Israëlieten niet vernietigen, maar wat hadden ze

allemaal verloren omdat ze niet geloofd hadden!

De Heere God zei: “Omdat ze Mijn heerlijkheid en Mijn wonderen

hebben gezien en toch ongehoorzaam zijn geweest en ze Mij

uitgeprobeerd hebben, zullen ze het land Kanaän niet zien. Alleen

Kaleb en Jozua zullen eens in Kanaän wonen. Het volk zal veertig

jaar in de woestijn wonen. Maar iedereen van twintig jaar en ouder,

zal in de woestijn sterven, omdat ze tegen Mij in opstand zijn

gekomen.“

Wat gebeurt er met jou als jij niet gelooft dat de Heere Jezus

jouw Verlosser is? Misschien heb je een heleboel vriendjes, je

wordt niet gepest op school, en je kunt het jezelf naar de zin

maken. Wat heb je te verliezen?

Je zult geen vergeving van zonden hebben, God de Heilige Geest zal

niet in jou wonen, je zult geen nieuw leven hebben, en je zult nooit in

de hemel komen.

Toen de mensen deze woorden van God hoorden, werden ze

verdrietig. De volgende morgen vroeg begon een grote groep mannen

het kamp te verlaten.

“Waar gaan jullie naar toe?” vroeg Mozes.

“We weten dat wij gezondigd hebben. Wij zijn op weg naar Kanaän,”

antwoordden ze. Hadden ze nu nog niets geleerd?

Mozes waarschuwde hen: “Jullie zijn ongehoorzaam aan Gods bevel.

God zal niet met jullie meegaan. Jullie zullen de strijd tegen de

mensen van Kanaän verliezen.”

Maar de Israëlieten trokken de bergen in op weg naar Kanaän. De

Amelekieten en de Kanaänieten die in de bergen woonden vielen hen

aan en er sneuvelden een heleboel van deze mannen.

Op wie lijk jij? Lijk jij op de tien verspieders, ben jij te bang om

jouw leven aan de Heere Jezus toe te vertrouwen? Ben jij bang dat

het Christenleven te moeilijk zal zijn?

Ga op Jozua en Kaleb lijken. Ze zagen de problemen wel, maar ze

wisten dat God machtig genoeg was om die aan te kunnen.

Wil jij gaan geloven dat de Heere Jezus jou zal redden van de

zonde en jou de kracht zal geven om de problemen die jij

tegenkomt, aan te kunnen? Je mag dat vandaag nog gaan doen.

Lees Numeri 14:20

Haal de achtergronden weg en

Mozes (ML-37). Zet de figuren

Mozes (ML-1) en de Israëlieten

(ML-2 t/m 4, 29 t/m 32) op.

39

Mo

zes, d

e g

ev

er v

an

de w

et S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie

Genootsch

ap

Misschien geloof je wel in de Heere Jezus als je Verlosser en houd

je echt veel van Hem; maar vind je het heel moeilijk om, als er

problemen zijn, op God te vertrouwen. Ik kan me dat wel

voorstellen. De tekst van vandaag zou je kunnen helpen: “Zie, God is

mijn heil, ik zal vertrouwen en niet bevreesd zijn.” Als je echt

ergens mee zit en je zou daar met me over willen praten, dan mag je

(noem tijd en plaats) naar me toekomen.

Quiz

1. Welke goede dingen zouden er in het nieuwe land zijn, dat

God de Israëlieten had beloofd? (Volop voedsel – fruit,

groente, enz.)

2. Waarom zei God tegen Mozes dat hij verspieders moest aan

wijzen om het land Kanaän binnen te gaan? (De Israëlieten

durfden het land niet in te trekken.)

3. Hoeveel verspieders werden er uitgekozen? (Twaalf.)

4. Wat brachten ze uit Kanaän mee? (Vijgen, granaatappelen en

druiven.)

5. Wat vertelden de verspieders over de steden en de mensen

van Kanaän? (Grote steden met dikke muren er omheen;

reuzen, grote sterke mensen.)

6. Wat zeiden Kaleb en Jozua? (“Laten we er meteen naar toe

trekken en het bezit nemen, want we kunnen winnen.”)

7. Wat zeiden de andere verspieders? (“We kunnen niet tegen

deze mensen optrekken, want zij zijn veel sterker dan wij!”)

8. Waarom waren Kaleb en Jozua zo zeker? (Ze wisten dat ze

op de Heere konden vertrouwen.)

9. Naar wie luisterden de Israëlieten? (Naar de tien

verspieders.)

10. Hoe strafte de Heere God het volk omdat ze te weinig

vertrouwen in Hem hadden? (Ze zouden veertig jaar door de

woestijn zwerven. Iedereen van twintig jaar en ouder zou in

de woestijn sterven.)

11. Wat zou er met Jozef en Kaleb gebeuren? (Zij zouden het

beloofde land wel binnen mogen komen.)

12. Wat staat er in Jesaja 12:2a? (“Zie, God is mijn heil, ik

vertrouw en vrees niet” )

BALLONNENSPEL

Als een kind een vraag goed

beantwoord heeft mag hij een

ballon uitkiezen en die laten

knallen en het team krijgt het

puntenaantal, dat op het

papiertje in de ballon staat.

U kunt ook de ballon met een

speld laten doorprikken of

dichtgevouwen kaartjes met

punten erop aan de ballon

knopen..

40

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Probleemstudie

Jellie was in de Heere Jezus gaan geloven; zij geloofde in Hem als

haar Verlosser en de Heer van haar leven. De leidster van haar

Bijbelclub was daar geweldig blij mee en hielp Jellie met alles. Ze

gaf haar een Bijbels dagboekje en moedigde haar aan anderen te

vertellen dat ze in de Heere Jezus geloofde.

Jellie begon het aan haar vriendinnetjes op school te vertellen en

dat was geweldig. Ze kwam een meisje tegen dat ook geloofde maar

het aan niemand durfde te vertellen.

De twee meisjes gingen naar een Bijbelclub op school die door één

van de leerkrachten was georganiseerd. Het was fijn om andere

gelovige kinderen te ontmoeten en les te krijgen uit de Bijbel.

Op een dag vroeg de juffrouw Jellie of ze ook naar de kerk ging.

Jellie zei ‘nee’ en de juffrouw nodigde haar uit met haar mee naar

de kerk te gaan.

Jellie wilde wel, maar ze was bang. Ze moest haar ouders om

toestemming vragen en tot nu toe had ze hen niet verteld dat ze in

de Heere Jezus was gaan geloven.

Pappa en mamma hadden geen tijd voor God. Ze wilden eigenlijk niet

dat Jellie naar de club kwam en hadden tegen haar gezegd: “Je

moet niet alles geloven wat ze zeggen!”

Wat moest ze nou zeggen? Zouden ze haar verbieden om naar de

Bijbelclub te komen? Hoe zat het met de Bijbelclub op school? Kon

ze haar gelovige vriendinnetjes houden? Jellie was bang.

Spreek hierover met de kinderen. Probeer met hen tot de volgende

antwoorden te komen:

1. Het is nodig om voor haar ouders te kunnen bidden.

2. Er aan denken dat God alles in de hand houdt en dat niets te

moeilijk voor Hem is.

3. Geloven dat God haar de moed zal geven om het te vertellen.

4. Door haar manier van leven te laten zien dat zij van de

Heere Jezus houdt.

Verwerking

Het IKEG heeft de volgende werkjes beschikbaar:

1130.03a 1130.03b

Voor de clubleider: zie begin

van deze les

41

Mo

zes, d

e g

ev

er v

an

de w

et S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie

Genootsch

ap

Les 4 Mozes zondigt tegen God

Lesoverzicht

Bijbelgedeelte: Numeri 20:1-13; 22-28

Bijbeltekst om aan te leren: “Want Hij Die in u is, is groter

dan hij die in de wereld is.”

– 1 Johannes 4:4b

Centrale Waarheid: Pas op voor de vijand.

Toepassing gelovig kind: Als jij een kind van God bent,

is de satan jouw vijand: wees

op je hoede.

Visuele hulpmiddelen: Platen 4:1-5

Flanelfiguren ML:2-6; 21, 28,

37-44

Eventuele achtergronden:

berggezicht, tabernakel met

wolkkolom, rots en water (zie

achter in het boek)

Schrijf op een stevig stuk

papier de Centrale Waarheid

en hang dat op een goed

zichtbare plaats.

Beschikbaar stellen: Stel uzelf beschikbaar voor

een pastoraal gesprek met de

kinderen tijdens één van de

programma onderdelen.

Verwerking: 1130.04 a & b

42

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g Lesschema

I. INLEIDING

Heb jij wel eens in kringetjes rondgelopen?

II. ONTWIKKELING VAN DE GEBEURTENISSEN

A. Het volk van God is weer terug bij de plaats

waar ze bijna veertig jaar gelden ook waren.

B. Er is geen water en het volk klaagt.

C. Mozes bidt – God vertelt hem wat hij moet

doen.

D. Mozes verzamelt het volk – woedend spreekt

Mozes hen toe.

E. Mozes slaat op de rots; hij is God

ongehoorzaam.

F. God laat water uit de rots komen.

III. CLIMAX

Gods straf voor Mozes en Aäron.

IV. EINDE

Wees op je hoede, maar denk er ook aan dat de

Heere Jezus, die door Zijn Heilige Geest in jou

woont, machtiger is dan de satan die in de

wereld is.

43

Mo

zes, d

e g

ev

er v

an

de w

et S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie

Genootsch

ap

Instructie voor de clubleiders

Deze les bevat veel onderwijs voor het gelovige kind. Toch kan God,

in Zijn liefde, deze les gebruiken om het niet gelovige kind te

overtuigen. Maar het is aan te raden om een speciale boodschap

voor hen te hebben in een ander gedeelte van het Bijbelclub

programma. U zou liederen kunnen laten zingen met een duidelijke

evangelie boodschap.

Bijbeltekst

Tekst om aan te leren: “Want Hij Die in u is, is groter dan hij die

in de wereld is.” – 1 Johannes 4:4b

Inleiding

“Vanmiddag gaan jullie je nieuwe kamer inrichten” zei mamma

tegen Diederick en Liselore. “Maar er staan nog allemaal spullen

van ons in de schuur!” zei Liselore. “Dat doet pappa vanavond. Je

hoeft alleen maar te doen wat je zelf kunt.”

Die middag gingen ze allebei druk aan het werk. Maar Diederick

wilde zijn bureautje boven hebben. Waarom zou hij moeten

wachten op pappa; hij kon het toch zelf? Dus ging Diederick naar

de schuur en sjouwde alle spullen op zij tot hij het bureautje had.

Alleen het bureautje was veel zwaarder dan hij gedacht had.

Diederick zeulde en sjouwde. Hij was bijna boven aan de trap toen

het ladeblok uit zijn handen gleed. Helemaal kapot lag het onder

aan de trap.

Toen pappa ’s avonds thuiskwam was hij kwaad. “Je had op mij

moeten wachten; ik ben sterker dan jij en ik had het voor je willen

doen, maar je bent weer eens eigenwijs geweest!”

Pappa had meer kracht dan Diederick. Maar iemand is nog sterker

dan Diedericks pappa; Hij is sterker dan een mens, de Bijbel zegt

dat Hij sterker is dan de duivel.

Presentatie

Laat de aanleertekst zien en laat tegelijk een kind naar voren

komen om de tekst uit de Bijbel voor te lezen. Laat de kinderen

opletten of wat ze op de aanleertekst zien hetzelfde is als wat uit

de Bijbel voorgelezen wordt.

Uitleg

Hij die in u is – is de Heilige Geest, of anders genoemd de Geest

uit God. Als jij in de Heere Jezus bent gaan geloven komt de

Heilige Geest in jou wonen. Hij helpt jou om van de Heere Jezus

te houden en veel van Hem te leren. Hij helpt jou ook om

44

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

tegen de duivel te vechten. Als satan jou verleidt om verkeerd te

doen, geeft de Heilige Geest jou de kracht om ‘nee’ tegen de

satan te zeggen.

is groter – dit betekent dat de Heilige Geest sterker is dan…

hij die in de wereld is – dit is de satan. Hij wil jou wijs maken dat

God niet bestaat, of dat de Heere Jezus Gods Zoon niet is, of dat

het niet nodig is dat jij de Heere Jezus vraagt om jouw zonden te

vergeven. Hij probeert jou zelfs te laten denken dan zonde niet

verkeerd is.

Toepassing

Niet gelovig kind: De Heilige Geest komt in jou wonen als jij een

hekel krijgt aan jouw zonden en de Heere Jezus vraagt jouw

zonden te vergeven. Dat noemen wij bekeren.

Gelovig kind: De Heilige Geest wil jou helpen tegen elke verleiding.

En als je toch verkeerd bent geweest, laat Hij jou dat zien, zodat

jij God om vergeving kunt vragen.

Aanleren

Neem drie bladen papier (bijvoorbeeld kranten) die het hele

tekstblad bedekken. In het eerste blad knipt u grote gaten, het

tweede iets kleinere en het derde nog kleineren. Begin zonder

blad papier, doe na iedere twee of drie keer opzeggen een papier

met kleinere gaten voor tekstblad.

BIJBELLES

Heb jij wel eens in een kringetje rondgelopen? Misschien toen je

samen met pappa in het bos wandelde en jullie een beetje verdwaald

raakten. Jij zei: “Volgens mij moeten we die kant op.” Je vader zei:

“Nee, we moeten die kant op.” Even later kwamen jullie op precies

dezelfde plek uit en waren jullie nog steeds verdwaald!

Wat denken jullie als ik vertel dat de Israëlieten veertig jaar door

de wildernis hadden gezworven, en nu bij Kadesh Barnea, aan de

grens van Kanaän waren gekomen? Het was dezelfde plaats waar ze

veertig jaar geleden ook waren geweest. Zouden ze verdwaald zijn?

Hadden ze in een kringetje gelopen?

Nee, ze waren helemaal niet verdwaald, want de Heere had hen al

die tijd geleid. Hoe?

Waarom liet God hen in de woestijn rond lopen? Denk eens aan wat

veertig jaar geleden was gebeurd. Hier zijn een paar aanwijzingen.

-12 - Kanaän - Kaleb - 10 - Jozua - 2- Verspieders - 40

Plaats de Israëlieten (ML-2, 3,

38) met schapen (ML-38, 39),

eventueel op een bergachtige

ondergrond.

Wijs op een kaart Kanaän aan

en de woestijn waar de

Israëlieten veertig jaar in rond

gezworven hadden.

Laat kinderen met antwoorden

komen. (wolkkolom)

Plaats de woordsterren op het

flanelbord en laat de kinderen

kort weergeven wat er

gebeurde.

45

Mo

zes, d

e g

ev

er v

an

de w

et S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie

Genootsch

ap

Plaat 4-1

Het volk Israël was bang geweest voor de bevolking van Kanaän.

Maar ze beseften niet dat ze door een nog veel sterkere vijand

werden aangevallen – de satan. Die wilde niet dat zij op God

vertrouwden. Waren ze maar op hun hoede gewest voor die vijand

en hadden ze maar geloofd dat de Heere hun de overwinning zou

geven over de volken van Kanaän, zoals Hij hen beloofd had.

God had hen gestraft. Omdat ze tegen God geprotesteerd hadden,

had God alle mensen van 20 jaar en ouder in de woestijn laten

sterven. De kinderen van toen waren nu grote mensen geworden en

ze waren terug bij de grens van Kanaän. Zij hadden natuurlijk

geleerd om op de Heere te vertrouwen en zij waren natuurlijk op

hun hoede voor de grote vijand, de duivel.

Christen jongens en meisjes, jullie hebben je van jullie zonden

afgekeerd en zijn in de Heere Jezus gaan geloven als jullie

Verlosser. Nu zijn jullie kinderen van God en horen jullie niet meer

bij de satan. Maar pas op! Hij is Gods vijand en ook jullie vijand. Hij

is heel gevaarlijk en zal alles doen om er voor te zorgen dat jij niet

gaat doen wat de Heere fijn vindt. Luister maar naar wat de Bijbel

hiervan zegt:

“Wees nuchter en waak; want uw tegenpartij, de duivel, gaat rond

als een brullende leeuw, op zoek naar wie hij zou kunnen verslinden.”

(1 Petrus 5:8).

“Waren we maar gestorven toen onze broeders dood neervielen voor

de Heere! Waarom hebt u het volk van de Heere in deze woestijn

gebracht, om ons en ons vee hier te laten sterven? Waarom hebt u

ons uit Egypte gehaald en naar deze vreselijke plaats gebracht?

Hier is geen graan, zijn er geen vijgen, druiven, en granaatappelen.

En er is geen water om te drinken!”

Wie zeiden dit? Wil je wel geloven dat dit het volk Israël was? Hoe

durfden ze nog te protesteren, nadat ze hadden gezien wat hun

ouders was overkomen? Hadden ze ondertussen niet geleerd op de

Heere te vertrouwen dat Hij voor hen zou zorgen?

Hadden ze in al die veertig jaar in de woestijn honger en dorst

geleden?

Nee.

Weten jullie dat in al die veertig jaar hun kleren en schoenen niet

eens versleten waren?

En toch deden ze precies hetzelfde als hun ouders.

Zij lieten hun vijand, de duivel, zijn gang gaan en ze vertrouwden

niet op God.

Haal de woordstroken weg. Zet

Aäron (ML-2) en Mozes (ML-

28) op het bord.

Eventueel kunt u, als

afwisseling, twee of drie

kinderen vragen, die de

mopperende Israëlieten als

rollenspelletje uitbeelden. U

zou de zinnen uit de Bijbel op

een stuk papier kunnen

schrijven, zodat zij die kunnen

oplezen.

46

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Misschien mopper jij ook wel op alles wat niet goed gaat. Maar als

de Heere Jezus in je hart komen, kun jij samen met Hem

overwinnen en wil Hij je helpen. Als je hier meer over wilt weten,

mag je na de club (noem tijd en plaats) naar me toekomen.

Als jij bij Gods kinderen hoort, leer dan van de fouten van het volk

Israël. Als je over andere mensen in de Bijbel leest, leer dan van

hen. Luister naar de raad van oudere christenen, zoals de leider van

jouw zondagsschool en van je bijbelclub. Leer van hen. Leer om God

te vertrouwen en wees op je hoede voor jouw vijand, de duivel.

Wat had Mozes iedere keer als de Israëlieten klaagden gedaan?

Plaat 4-2

Dat deed hij deze keer ook. Vlak voor de tabernakel bad Mozes tot

God. De Heere zei tegen Mozes: “Neem de staf en laat de mensen

samenkomen, gij en uw broeder Aäron; spreek dan in hun

tegenwoordigheid tot de rots, dan zal zij haar water geven. Gij zult

voor hen water uit de rots te voorschijn doen komen en de mensen

en hun vee water geven.”

Wat moest Mozes doen?

Mozes en Aäron verzamelden alle mensen voor de rots, zoals God

had gezegd. Nu was Mozes ontzettend kwaad.

Plaat 4-3

Jongens en meisjes, wees voorzichtig als je kwaad bent. Het

gebeurt zo vaak dat als we boos zijn, we ons zelf niet meer in de

hand hebben en de satan ons kan laten zondigen.

In de Bijbel lezen we dat God kwaad was, maar God zondigde niet.

We lezen ook dat de Heere Jezus boos was en ook Hij zondigde

niet. De Bijbel noemt dit toorn. Toorn is woede, omdat God niet

geëerd wordt. En Mozes, wat zou Mozes doen?

Ben jij weleens boos?

Hebben jouw ouders jou verboden om ergens heen te gaan of iets

met je vriendjes te doen? Denk eens na!

Is het goed van jou om boos te zijn als jouw ouders iets verbieden

omdat ze van jou houden en jou willen beschermen?

God zegt: “Kinderen, wees je ouders gehoorzaam.” (Efeziërs 6:1).

Kijk uit!

De satan wil dat jij God ongehoorzaam bent, doordat jij jouw vader

en moeder niet wilt gehoorzamen.

Ben jij boos op jouw onderwijzer omdat hij er op staat dat jij jouw

huiswerk opnieuw maakt? Denk eens na!

Laat de kinderen antwoorden.

(Bidden)

Haal alle figuren weg. Plaats

Mozes (ML-37) en Aäron (ML-

42) met de tabernakel

achtergrond.

Laat de kinderen antwoorden.

(tot de rots spreken.)

Haal alle figuren en de

achtergrond weg. Zet de

rotsachtergrond op en Mozes

(ML-5), en Aäron (ML-42) en

de Israëlieten (ML-38).

U kunt hier weer een

zwaardoefening van maken.

47

Mo

zes, d

e g

ev

er v

an

de w

et S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie

Genootsch

ap

Is het goed om boos te zijn? Heb jij genoeg je best gedaan op je

huiswerk?

Kijk uit!

Laat je niet door de satan een verkeerde houding tegenover jouw

onderwijzer aansmeren.

Misschien ben jij boos omdat iemand op wie jij vertrouwde, jou

heeft laten vallen.

Pas op!

Satan wil jou overhalen om iets gemeens te doen, zodat je die

persoon pijn doet.

Wat zegt de Heere God daarvan?

Lees Efeziërs 4:32

“Maar wees ten opzichte van elkaar vriendelijk en barmhartig, en

vergeef elkaar, zoals ook God in Christus u vergeven heeft.”

Misschien denk je: “Ik vergeet nooit wat zij mij aangedaan heeft,

mijn leven lang niet!”

Pas op! Geef de satan niet de gelegenheid jou te laten zondigen. God

zegt: “Word boos, maar zondig niet; laat de zon niet ondergaan over

uw boosheid, en geef de duivel geen plaats.” (Efeziërs 4:26, 27).

Vraag of God jou kracht wil geven om te vergeven en om te

vergeten.

Mozes had op zijn hoede moeten zijn. Wat had Mozes de

Israëlieten trouw en geduldig geleid. Maar de duivel laat geen enkel

kind van God met rust. Het maakt niet uit hoe lang of hoe kort jij al

christen bent. Satan probeert jou tegen God te laten zondigen.

Mozes was erg boos en de Israëlieten hadden het er ook echt naar

gemaakt. Luister goed naar wat hij zegt:

“Luister naar mij, onwillige (opstandige) mensen. Willen jullie dat wij

water uit deze rots halen?” Mozes hief zijn staf op en sloeg twee

keer op de rots.

Deed Mozes wat God gezegd had?

Nee.

Eerde Mozes God met zijn humeur en werd God vereerd door zijn

daden?

Nee.

Kon Mozes zijn woorden terugnemen?

Nee.

Mozes was niet op zijn hoede geweest voor de satan en in zijn

woede had hij tegen de Heere gezondigd.

Als jullie of ik iets gemeens zeggen of doen, omdat we boos zijn op

iemand, dan geven we de satan zijn zin en laten we God vallen.

U kunt dit gedeelte ook na de

Bijbelles met de kinderen

bespreken, als verwerking.

48

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

We kunnen ons excuus aanbieden aan die persoon, we kunnen God om

vergeving vragen, maar we kunnen het kwaad niet ongedaan maken.

Plaat 4-4

In zijn woede had Mozes God niet gehoorzaamd, maar toch was de

Heere genadig. Hij gaf water uit de rots. Kristal helder water

stroom er uit en genoeg voor het hele volk en hun vee.

Misschien denken jullie: - als Mozes het al af liet weten, dan is er

voor mij geen hoop in de strijd tegen de satan. Ja, onze vijand is

sterk, sterker dan wij allemaal, maar wat zegt God? Luister!

“… want Hij die in u is, is groter dan hij die in de wereld is.”

Misschien helpt het als je praat over dingen die jou kwaad maken.

Als jij er met mij over wilt praten, kom dan aan het eind van de club

naar mij toe. Ik zal vooraan in de kamer zijn.

Jongens en meisjes, als jullie een kind van God zijn, dan hebben

jullie een vijand die machtiger is dan jullie, maar onze God is

almachtig. Niemand is sterker en machtiger dan de Heere. Toen de

Heere Jezus aan het kruis stierf, heeft Hij de duivel verslagen. Het

bewijs van Zijn overwinning is de opstanding. Jezus leeft, de satan

is verslagen, hij zit aan de verliezende kant. Als jij een christen

bent zit jij aan de winnende kant. Maar blijf op je hoede. De duivel

heeft de oorlog verloren, maar hij blijft tegen Gods kinderen

vechten totdat de Heere Jezus terug komt naar deze aarde.

Als jij niet in de Heere Jezus gelooft, dan heb je niemand die

sterker is dan de duivel en jou kan beschermen. Je bent aan hem

overgeleverd. De duivel zal je verleiden om verkeerde dingen te

doen, bijvoorbeeld videospelletjes of films kijken, waardoor je

dingen gaat denken en doen die God niet goed vindt. Maar je hebt

dan geen hulp van de Heere Jezus om ‘nee’ te zeggen. Vraag of Hij

met Zijn Heilige Geest in jou wil komen wonen, zodat Hij je

beschermt tegen de duivel. Als je dat wilt, mag je dat vandaag nog

tegen de Heere Jezus zeggen.

Wat gebeurde er met Mozes en Aäron?

Plaat 4-5

God zei: “Jullie hebben niet in Mij geloofd. Jullie hebben Mij niet

als heilig vereerd voor het volk. Nu zullen jullie hen niet het land

Kanaän binnen leiden.”

God zou een nieuwe leider voor het volk benoemen. Wat zal Mozes

een spijt gehad hebben.

Voeg de waterstroom toe.

Lees 1 Johannes 4:4b

Haal de flanelachtergronden

weg en Mozes (ML-5) en Aäron

(ML-42) weg.

Plaats de Israëlieten (ML-2 –

4), Mozes (ML-6), Aäron (ML-

43) en Eleazar (ML-44).

49

Mo

zes, d

e g

ev

er v

an

de w

et S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie

Genootsch

ap

God zei ook: “Neem jouw broer Aäron en zijn zoon Eleazar mee naar

de berg Hor. Neem de priesterkleren van Aäron en bekleedt

daarmee Eleazar. Aäron zal op de berg sterven. Zijn zoon Eleazar

wordt hogepriester in zijn plaats.

Christen jongens en meisjes wees op je hoede. In Jacobus 4: 7

staat: “Zo onderwerp u dan aan God. Bied weerstand aan de duivel

en hij zal van u wegvluchten.” Vergeet nooit dat de Heere Jezus in

jou woont door Zijn Heilige Geest en Hij is sterker dan de satan die

in de wereld woont.

Quizvragen

1. De Israëlieten hadden veertig jaar door de woestijn

gezworven. (Ja. Waarom? Ze hadden Gods wonderen wel

gezien maar hadden Hem toch niet vertrouwd. Alle grote

mensen zouden in de woestijn sterven en de kinderen die nu

groot geworden waren het land Kanaän binnentrekken.

2. Israël had op zijn hoede moeten zijn voor een veel

gevaarlijker vijand dan de volken van Kanaän. (Ja. Waarom?

Satan was hun grote vijand.)

3. De kinderen die nu grote mensen waren, hadden geleerd op

de Heere God te vertrouwen. (Nee. Waarom? Toen er niet

genoeg water meer was, klaagden ze net zo als hun ouders

hadden gedaan.)

4. Mozes had altijd het goede antwoord op de problemen van

de Israëlieten. (Nee. Waarom? Mozes sprak er met God over

als de mensen klaagden, omdat hij wist dat God hen kon

helpen.)

5. Als jij in de Heere Jezus gelooft, hoef jij jou geen zorgen te

maken over de satan. (Nee. Waarom niet? In de Bijbel staat

in 1 Johannes 4:4b “Want Hij die in u is, is groter dan hij die

in de wereld is”)

6. Mozes moest op zijn hoede zijn voor de satan. (Ja. Waarom?

Satan laat geen enkel kind van God met rust. Het maakt niet

uit hoe oud of hoe jong jij bent.)

7. Had Mozes op de rots moeten slaan? (Nee. Waarom niet?

Omdat God tegen hem had gezegd dat hij alleen maar tegen

de rots moest spreken, zodat het hele volk Zijn wonder kon

zien en horen, om water uit de rots te halen.

8. Mozes zou de Israëlieten niet in het beloofde land brengen.

(Ja. Waarom? Dit was Gods straf omdat Mozes Hem niet

gehoorzaamd had.)

Haal Mozes (ML-6), Aäron (ML-

43) en Eleazar (ML-44) weg.

Ja of nee

Neem een papieren zak en zet

aan de ene kant een grote

versierde JA en aan de andere

kant een grote versierde NEE.

In de zak stopt u knikkers (of

iets anders).

Verdeel de groep in twee

teams. Stel de teams om de

beurt een vraag, waar ze ja of

nee op moeten zeggen. U laat

het goede antwoord zien door

de JA of de NEE kant op de

zak te laten zien. Bij ieder

goed antwoord haalt u een

knikker uit de zak en als ze ook

nog de reden kunnen geven,

krijgt dat team een extra

bonusknikker.

50

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Verwerking

Het IKEG heeft de volgende werkjes beschikbaar:

1130.04a 1130.04b

51

Mo

zes, d

e g

ev

er v

an

de w

et S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie

Genootsch

ap

Les 5 De koperen slang

Lesoverzicht

Bijbelgedeelte: Numeri 21:4-9; Johannes 3:1-

16

Bijbeltekst om aan te leren: “En zoals Mozes de slang in de

woestijn verhoogd heeft, zo

moet de Zoon des mensen

verhoogd worden, opdat ieder

die in Hem gelooft niet

verloren gaat, maar eeuwig

leven heeft.” – Johannes 3:14,

15

Centrale Waarheid: Stel je vertrouwen op de

Heere Jezus en je zult

behouden worden.

Toepassing gelovig kind: Dank de Heere Jezus dat je

Hem kent als je Verlosser.

Toepassing niet gelovig kind: Keer je af van jouw zonden

naar de Heere Jezus Christus

– kijk op Hem – Hij is jouw

enige hoop.

Visuele hulpmiddelen: Platen 5:1-5

Flanelfiguren ML:1-4; 45-52

Eventuele achtergronden:

bergen (zie achter in het boek)

Schrijf op een stevig stuk

papier de Centrale Waarheid

en hang dat op een goed

zichtbare plaats.

Beschikbaar stellen: Stel uzelf beschikbaar voor

een pastoraal gesprek met de

kinderen tijdens één van de

programma onderdelen.

Verwerking: 1130.05 a & b

52

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g Lesschema

I. INLEIDING

“Help, help!” “Oh nee!” “Help toch!”

II. ONTWIKKELING VAN DE GEBEURTENISSEN

A. Giftige slangen in het kamp van de

Israëlieten.

B. God heeft de slangen gestuurd – waarom?

C. God is goed voor Israël.

D. Tocht om Edom.

E. Israël komt in opstand tegen God.

F. God straft Israël.

G. Het volk vraagt Mozes voor hen te bidden.

H. God geeft Mozes opdracht een koperen slang

te maken.

III. CLIMAX

Degenen die naar de slang kijken worden gered.

IV. EINDE

Wil jij op Gods manier tot God komen? Kijk op

naar de Heere Jezus, geloof in Hem met jouw

hele hart.

53

Mo

zes, d

e g

ev

er v

an

de w

et S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie

Genootsch

ap

Aanwijzingen voor de clubleider

Leer de tekst aan na de Bijbelles, dan hebben de kinderen meer

gehoord over de achtergrond van de tekst en hoeft er niet zoveel

over de slang in de woestijn verteld te worden. Zo is er meer tijd

om uit te leggen wat het betekent om in de Heere Jezus te geloven.

Het aanleren van de tekst is een goede gelegenheid om u

beschikbaar te stellen voor kinderen die op de evangelie boodschap

ingaan. U kunt bijvoorbeeld zeggen: “Misschien geloof jij nog niet in

de Heere Jezus, maar wil je dat wel, alleen weet je niet goed wat je

moet doen. Als jij met mij hierover wilt spreken, kom dan na de club

naar mij toe. Ik sta vooraan (of een andere plaats). Dan kan ik jou

van uit de Bijbel laten zien hoe jij in de Heere Jezus kunt gaan

geloven.

Bijbeltekst

Tekst om aan te leren: “En zoals Mozes de slang in de woestijn

verhoogd heeft, zo moet de Zoon des mensen verhoogd worden,

opdat ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig

leven heeft.” – Johannes 3:14, 15

Inleiding

Liselore en Diederick gingen in hun oude woonplaats naar een

kinderbijbelclub. Toen ze verhuisd waren kwam een mevrouw bij

hun op bezoek, die vroeg of ze lid wilden worden van haar

bijbelclub. Dat wilden Liselore en Diederick wel, en de volgende

dag gingen ze naar hun eerste club in hun nieuwe buurt.

“Mam, vindt u slangen eng?” vroeg Diederick toen ze thuis

kwamen.

“Ja,” zei mamma: “ik zie ze liever niet dan wel.”

“Maar vandaag hebben we gehoord over een slang waar je beter

van werd,” zei Liselore. “Je hoefde het alleen maar te geloven.”

Raden jullie eens welk verhaal ze op de club gehoord hebben?

(Verwacht antwoord.)

En de tekst die we vandaag gaan leren, past er ook bij.

Presentatie

Lees de tekst voor uit uw Bijbel en laat ondertussen de kinderen

controleren of de aanleertekst klopt met wat er in de Bijbel

staat. Lees daarna de tekst één keer met de kinderen op.

54

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Uitleg

En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft: Mozes

had een slang gemaakt en die zo hoog op een staak gezet dat

iedereen hem kon zien. Maar werden alle mensen beter?

(verwacht antwoord). Nee alleen die mensen die deden wat God

wilde en naar de slang keken.

zo moet ook de Zoon des mensen verhoogd worden: Toen de

Heere Jezus aan het kruis gespijkerd was, werd dat kruis zo

neergezet dat iedereen die daar langs kwam Hem kon zien hangen.

opdat ieder, die in Hem gelooft: De mensen die gebeten waren,

waren gebeten omdat ze in opstand waren gekomen tegen God.

Wij zijn ook in opstand gekomen tegen God. We willen niet doen

wat Hij wil. We maken ruzie, pesten, schoppen. Jullie en ik hebben

het verdiend om door God gestraft te worden. Maar als jij gelooft

dat de Heere Jezus aan het kruis de straf heeft gekregen die jij

verdiend hebt, dan zal God jou niet meer straffen want dan heeft

Hij de Heere Jezus in jouw plaats gestraft.

maar eeuwig leven heeft.: De Heere Jezus is opgestaan uit de

dood. Hij leeft nu voor eeuwig in de Hemel. Als jij in de Heere

Jezus gelooft, dan hoor jij bij Hem en dan heb jij eeuwig leven.

Dat eeuwige leven begint zodra je in Hem gaat geloven en na jouw

dood gaat het verder in de hemel.

Toepassing

Niet gelovig kind: Weet jij dat jij het verdiend om door God

gestraft te worden? Geloof jij dat de Heere Jezus jouw straf

heeft gedragen aan het kruis? Wil jij je afkeren van jouw zonden

en de Heere Jezus vragen om jouw zonden te vergeven? Als jij

dat gedaan hebt, heb jij eeuwig leven.

Gelovig kind: Als de Heere Jezus jouw zonden heeft vergeven heb

jij eeuwig leven. Je mag er nu al zeker van zijn dat jij straks voor

altijd bij Hem in de hemel mag wonen.

Aanleren

Lees eerst het eerste gedeelte van de tekst op. Drie keer

opzeggen zal voldoende zijn. Leg meteen dat gedeelte uit. Dan

zegt u het eerste en tweede gedeelte op, en legt dat gedeelte

weer aan. Zo gaat u door totdat u de hele tekst hebt opgezegd en

aangeleerd.

Varieer de manier van opzeggen iedere keer dat er een gedeelte

bijkomt.

55

Mo

zes, d

e g

ev

er v

an

de w

et S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie

Genootsch

ap

1. Verschillende groepen kinderen (bijvoorbeeld: zwart haar,

blond haar, iets roods aan)

2. Pingpong: u zegt het eerste woord, de kinderen het tweede

enz.

3. Hard en zacht. Als u uw hand naar links draait is het zacht,

naar rechts dan hard.

4. Hurken, staan, handen in de lucht. U begint op hurken en

gaat langzaam naar boven tot u bij het eind van de zin

helemaal uitgestrekt staat.

5. Vraag dan een kind die de tekst alleen kan opzeggen.

Het is een lange tekst om aan te leren. Als het u niet in één keer

lukt, leer hem dan de volgende club nog een keer aan.

BIJBELLES

“Help, help!”

“Nee, nee!”

“Help toch!”

“Help toch alsjeblieft!”

Overal in het kamp van de Israëlieten was angstgeschreeuw te

horen.

“Jaag ze weg!”

“Nee, nee! Ik word gebeten! Help me toch!”

Wat was er gebeurd?

Plaat 5-3

Er waren slangen, gevaarlijke giftige slangen in het kamp. Mensen

werden gebeten, mensen stierven.

Waar kwamen deze slangen vandaan? Hoe waren ze zo ineens in het

kamp gekomen? Luister naar wat er in de Bijbel staat.

“Toen zond de HEERE vurige slangen onder het volk; die beten het

volk, zodat er velen van Israël stierven.”

Keer op keer had God Zijn macht en Zijn liefde aan de Israëlieten

laten zien. Wie kan een paar voorbeelden noemen?

Plaat 5-1

En hoe reageerden de Israëlieten op alles wat God voor hen had

gedaan? Op het moment zelf waren ze dankbaar, maar zo gauw er

een ander probleem was begonnen ze tegen Mozes en Aäron te

mopperen en te klagen. In werkelijkheid klaagden ze tegen God. Dat

was zonde.

Eventueel berglandschap.

Plaats de Israëlieten en de

slangen (ML-45 t/m 51)

Lees Numeri 21: 6

Haal alle figuren weg.

Laat de kinderen antwoorden.

(Gered uit Egypte, splitsing van

de Rode Zee, voorzien in

voedsel, kleding en water.)

56

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Hoe zit dat met ons? Denk eens aan alles wat de Heere voor ons

gedaan heeft (voorzien van kleren, huizen, families enz.’) Dat zijn

allemaal geschenken van God. Zijn wij dankbaar, of doen wij soms

precies hetzelfde als de Israëlieten?

Hoe gaat dat met het eten?

“Mamma, niet alweer! Weet u dan nog niet dat ik geen zuurkool

moet! Ik wil patat met een frikadel of macaroni of zo, maar géén

zuurkool.” Komt je dat bekend voor? Mamma heeft een hele tijd in

de keuken doorgebracht om een goede maaltijd voor jou klaar te

maken en het enige wat jij doet is mopperen. Is dat nou een goede

of een verkeerde houding? Het is verkeerd, het is zondig. Luister

naar wat er in Gods Woord staat.

“Dank God in alles.”

En hoe gaat het in de vakantie? Stel, je bent met je vader en

moeder meegegaan met de caravan naar het strand.

“Oh, wat is het hier saai! Kunnen we niet iets leukers opzoeken?

Mijn vriendjes gaan naar Disneyland – het is niet eerlijk.”

Zeg jij dat? Is God dan blij met de houding die jij tegenover jouw

vader en moeder aanneemt? Nee, het is verkeerd, het is zondig.

Misschien verschillen wij niet eens zoveel van de Israëlieten! Ze

zondigden tegen God, net zoals wij doen.

Tijdens hun trektocht naar het beloofde land werden de Israëlieten

aangevallen door een Kanaänitische koning. Ze hadden tot God

gebeden en God had hen kracht gegeven om te strijden en de

overwinning over die koning te behalen.

Daarna waren ze bij het land Edom aangekomen. Mozes had

boodschappers naar de koning van Edom gestuurd om te vragen of

ze door zijn land mocht trekken. Maar de koning vond het niet goed.

Ook niet als ze op de grote weg zouden blijven en voor het water

dat ze nodig hadden, zouden betalen. De koning van Edom kwam hun

zelfs met een leger tegemoet, maar God wilde niet dat ze tegen

Edom vochten.

Weten jullie al wat de Israëlieten gingen doen? (Juist ja, mopperen)

Plaat 5-2

“Waarom hebt u ons uit Egypte gehaald?”

“Er is geen water!”

“We hebben genoeg van dit vreselijke eten.”

Hoe konden ze zoiets zeggen? God had voor dat manna gezorgd.

Zonder dat zouden ze sterven. Hoe konden ze wat God hen had

gegeven vreselijk vinden?

Lees 1 Thessaloniscenzen 5:18a

Plaats de Israëlieten (ML- 2—

4)

Voeg Mozes toe (ML-1)

57

Mo

zes, d

e g

ev

er v

an

de w

et S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie

Genootsch

ap

Maar God heeft ons nog een veel groter geschenk gegeven. Weten

jullie wat?

“Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren

Zoon gegeven heeft.”

God gaf dit geschenk, kostbaarder dan het kostbaarste geschenk:

Zijn Zoon, om onze Redder te zijn, zodat wij zouden leven. Zonder

de Heere Jezus zou er voor ons geen hoop zijn, want door onze

zonden zouden we voor altijd gescheiden zijn van God.

Wat kun jij over Gods gave zeggen? Ik hoop dat er onder jullie zijn

die zeggen: “Dank u, oh dank u wel Heere God voor Jezus,” omdat

jullie geloven in Hem als jullie Verlosser en de Heer van jullie leven.

Ik ben bang dat sommige van jullie net zo zijn als het volk Israël.

Jij wilt niet op Gods manier leven, jij wilt niet dat de Heere Jezus

jouw Verlosser is.

Als jij Gods goedheid afwijst, zondig je tegen Hem, net als de

Israëlieten deden.

Pauzeer even.

Plaat 5-3

Opeens klonk er een ander geluid in het Israëlische kamp. In plaats

van geklaag en protest klonk nu het geluid van afgrijselijk gegil.

Overal schuifelden slangen. Zo strafte God Zijn volk voor hun

zonden.

In de Bijbel staat dat God liefdevol, vriendelijk en geduldig is. Maar

er staat ook in de Bijbel dat God heilig en rechtvaardig is. Hij zal

zonde niet door de vingers zien.

De Heere God was zo vriendelijk en geduldig geweest met het volk

Israël en toch kwamen ze tegen Hem in opstand, daarom strafte

God hen.

Denk er aan jongens en meisjes, als jij doorgaat met opstandig

tegen God te zijn, ben jij ook in groot gevaar. In Zijn liefde heeft

God voor een weg gezorgd waardoor jij het leven kunt vinden. Deze

weg is Zijn Zoon. De volmaakte zondeloze Heere Jezus Christus

nam de straf op Zich die jij voor jouw zonde verdiend hebt. Hij

stierf zodat iedereen die in Hem gelooft, zal leven. Hij is jouw enige

hoop. Denk niet dat God jouw zonde door de vingers zal zien; dat jij

maar je gang kunt blijven gaan en dat het allemaal niets uitmaakt.

De God die Zijn volk in de woestijn strafte, zal iedereen straffen

die Zijn aanbod om gered te worden afwijst en doorgaat met

zondigen.

Lees Johannes 3:16a

Haal Mozes (ML- 1) en de

Israëlieten (ML-2, 3, 4) weg.

Plaats de Israëlieten en de

slangen (ML-45 t/m51).

58

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Als je niet voor je zonden gestraft wilt worden en anders wilt gaan

leven, maar je weet niet hoe je vergeving kunt krijgen, mag je na de

club (noem tijd en plaats) naar me toekomen zodat ik het jou kan

uitleggen.

De Israëlieten begrepen dat wat er nu gebeurde de straf was

omdat zij tegen God in opstand waren gekomen en te keer waren

gegaan tegen Mozes.

“Wij hebben gezondigd!”

“Bid tot God dat Hij de slangen wegdoet!”

Heb jij wel eens tegen God gezegd: “Ik heb gezondigd, vergeef mij

alstublieft!” Besef jij dat jij opstandig tegen God bent geweest?

Dat jij dingen gedaan, gezegd en ook gedacht hebt, die Hij in Zijn

wet verboden heeft? Jij hebt dus Zijn vergeving nodig.

Zou God Zich iets aantrekken van Mozes toen hij het voor het volk

Israël opnam? Ja, God luisterde en Hij vertelde Mozes wat hij

moest doen, zodat iedereen die door de slangen gebeten was gered

kon worden. Alleen leek het wel wat vreemd!

De Heere zei: ”Maak een slang van koper. Zet hem op een stok in de

woestijn, en iedereen die door een slang gebeten is en naar de

bronzen slang kijkt, zal in leven blijven.“

Plaat 5-4

Vele eeuwen later toen de Heere Jezus op aarde was en de mensen

over God leerde, kwam een man, Nicodemus, naar Hem toe. Hij wilde

weten hoe hij behouden kon worden. Hij was niet door een slang

gebeten maar, net als wij allemaal, was hij ongehoorzaam geweest

aan God. Hij had gezondigd en hij moest gered worden van de straf

die hij voor zijn zonden verdiend had.

Luister naar wat de Heere Jezus zei.

“En zoals Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zó moet de

Zoon des mensen verhoogd worden, opdat een ieder die in Hem

gelooft, maar eeuwig leven heeft.”

Voeg Mozes (ML- 1) toe.

Lees Johannes 3:14, 15

59

Mo

zes, d

e g

ev

er v

an

de w

et S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie

Genootsch

ap

Plaat 5-5

Mozes moest van de Heere God de koperen slang hoog op een stok

in de woestijn zetten, zodat hij goed te zien was en zodat iedereen

die daarnaar keek gered zou worden van de dood. Dit is een

prachtige illustratie van de manier waarop God elke man, vrouw,

jongen en meisje van de zonde wil verlossen. Net als de koperen

slang zou Zijn geliefde Zoon, de Heere Jezus goed zichtbaar

gehangen worden aan een kruis. Hij, de enige die nooit gezondigd

had zou daar in onze plaats de marteldood sterven. Daar betaalde

de Heere Jezus, door Zijn dood voor al jouw zonde, en stond Hij

ook weer op uit de dood. Is dat geen goed nieuws?

De Heere Jezus leeft nu, en wat Hij eens tegen Nicodemus heeft

gezegd, geldt voor ons allemaal: “opdat een ieder (daar hoor jij ook

bij) die in Hem gelooft, niet verloren ga maar eeuwig leven hebbe.”

Mozes deed wat de Heere God zei. Hij maakte de koperen slang en

zette hem op een hoge stok in de woestijn. Wat deed het volk

Israël?

Waren er mensen die zeiden: “Vandaag niet, misschien ga ik een

andere keer naar de slang kijken”?

Of zeiden er mensen: “Naar een slang op een stok kijken? Nooit!

Wat maakt dat nou uit?”

Ik weet niet of er zulke mensen geweest zijn. Het zou wel erg dom

zijn.

Ik denk dat degenen die gebeten waren, begrepen dat God hen iets

gegeven had waardoor ze gered konden worden; dit was hun enige

hoop.

Misschien moesten ze geholpen worden door hun familie of

vrienden, maar ze wisten dat ze ergens naar toe moesten gaan,

vanwaar ze de slang op de paal konden zien, zodat ze behouden

werden.

Jongens en meisjes, als jij beseft dat jij tegen God gezondigd hebt

en jij daarom gered moet worden, stel het dan niet uit. Ga de weg

die God aangeeft, vandaag nog! Kijk naar de Heere Jezus Christus,

geloof in Hem met je hele hart, alleen dan kan Hij jou redden. Denk

aan wat de Heere Jezus gezegd heeft:

“En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zó moet

ook de Zoon des mensen verhoogd worden, opdat een ieder die

gelooft, in Hem eeuwig leven hebbe” (Johannes 3:14, 15).

Plaats de paal met de slang

(ML-52).

60

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Quiz

1. Noem eens een paar dingen waar de Israëlieten God voor

konden danken. (God had hen water uit de rots gegeven, Zijn

aanwezigheid in de wolk, Gods wet op twee stenen klei

tabletten, bescherming tegen de vijand, de belofte van een fijn

land.)

2. Waar kan jij God voor danken? (Kleren, een huis, een familie, de

Bijbel, Zijn Zoon.)

3. Op wat voor manier zondigden de Israëlieten tegen God? (Ze

klaagden.)

4. Wat zeiden ze van het brood dat God hen gegeven had? (“We

walgen van dit vreselijke eten.)

5. Wat doe jij als jij klaagt? (Zondigen)

6. Hoe strafte God de Israëlieten? (Er kwamen giftige slangen

het kamp binnen en veel mensen werden gebeten.)

7. Wat riepen de Israëlieten naar Mozes? (“Wij hebben

gezondigd. Vraag God de slangen weg te halen!”)

8. Welke opdracht gaf God aan Mozes? (Maak een slang van koper.

Zet die op een stok in de woestijn, zodat iedereen die door een

slang gebeten is en naar de koperen slang kijkt, in leven zal

blijven.)

9. Waarom is de slang een illustratie van wat er met de Heere

Jezus gebeurd is? (De Heere Jezus zou op aan een kruis

gehangen worden, zodat wij behouden kunnen worden.)

10. Wat is de tekst die we vandaag hebben geleerd? (En zoals

Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zo moet de Zoon

des mensen verhoogd worden, opdat ieder die in Hem gelooft

niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.” Johannes 3:14, 15)

Verwerking

Het IKEG heeft de volgende werkjes beschikbaar:

1130.05a 1130.05b

GEZONKEN

Schrijf op zestien kaartjes een

puntenaantal (bijvoorbeeld 2x

5; 4x 10; 4x 15; 4x 20, 2x 25

punten, en teken op vier

kaartjes een slang. Doe de

kaartjes in een zak. Verdeel de

kinderen in twee teams. Stel de

teams om de beurt een vraag.

Elke keer dat een vraag goed

beantwoord is, mogen de

kinderen een kaart uit de zak

halen. Als ze een slang er uit

halen dan zijn ze terug bij af

en verliezen ze alle vorige

punten.

61

Mo

zes, d

e g

ev

er v

an

de w

et S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie

Genootsch

ap

Les 6 Mozes bij de

verheerlijking op de berg

Lesoverzicht

Bijbelgedeelte: Numeri 27:12-23;

Deuteronomium 31:1-8; 34:1-8;

Lukas 9:28-36

Bijbeltekst om aan te leren: “Want de Heere is goed, Zijn

goedertierenheid is tot in

eeuwigheid.” – Psalm 100:5a

Centrale Waarheid: God is goed.

Toepassing gelovig kind: Zie hoe goed God voor jou is –

Hij heeft jou geestelijke

leiders gegeven, Zijn beloften,

de hemel en nog meer.

Toepassing niet gelovig kind: God gaf in Zijn goedheid Zijn

Zoon voor jou – geloof in Hem.

Visuele hulpmiddelen: Platen 6:1-5

Flanelfiguren ML:1, 2, 6, 26,

37, 38, 53-61

Eventuele achtergronden:

tabernakel, wolk en berg

Schrijf op een stevig stuk

papier de Centrale Waarheid

en hang dat op een goed

zichtbare plaats.

Beschikbaar stellen: Stel uzelf beschikbaar voor

een pastoraal gesprek met de

kinderen tijdens één van de

programma onderdelen.

Verwerking: 1130.06 a & b

62

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Lesschema

I. INLEIDING

Veertig jaren waren voorbij gegaan sinds het volk Israël

Egypte had verlaten.

II. ONTWIKKELING VAN DE GEBEURTENISSEN

A. God was al die jaren goed geweest voor

Israël, tijdens hun veertigjarige tocht door

de woestijn.

B. Mozes bidt voor een leider voor het volk.

C. God geeft Mozes de opdracht Jozua aan te

stellen.

D. Gods beloften aan Israël en Jozua.

E. Mozes beklimt de berg Nebo en ziet het

beloofde land.

F. Mozes sterft.

G. De Heere Jezus neemt Petrus, Jakobus en

Johannes mee de berg op om te bidden.

III. CLIMAX

De Heere Jezus wordt verheerlijkt – Mozes en

Elia verschijnen en spreken met Hem.

De discipelen worden wakker. Petrus wil drie

tenten maken.

IV. EINDE

Ze worden bedekt door een wolk – De Heere God

spreekt

63

Mo

zes, d

e g

ev

er v

an

de w

et S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie

Genootsch

ap

Bijbeltekst

Tekst om aan te leren: “Want de Heere is goed, Zijn

goedertierenheid is tot in eeuwigheid.” Psalm 100:5a

Inleiding

De zomervakantie was afgelopen en nu zouden Liselore en

Diederick voor het eerst naar hun nieuwe school gaan. Ze waren

best zenuwachtig. Vooral om Bart hun buurjongen, die Diederick

gepest had. “Ik hoop niet dat Bart ons gaat pesten op school,”

zuchtte Diederick.

Liselore wilde net zeggen dat zij dat ook niet hoopte, toen ze de

kaart zag liggen die de gymjuf van de vorige school gestuurd had.

Ze pakte hem en las voor wat op de achterkant stond: Zie, God is

mijn heil, ik vertrouw en vrees niet. “ Ze zei tegen haar broertje:

“Diederick, laten we bidden en vragen of God ons wil helpen.”

Dat deden ze en toen ze gebeden hadden, waren ze niet bang

meer.

De volgende dag gingen ze naar school. Bart zag hen wel maar

deed niet gemeen. De hoofdmeester stelde hun aan de andere

kinderen voor en zei tegen hen dat ze aardig tegen Diederick en

Liselore moesten zijn. Liselore kreeg die eerste dag al twee

vriendinnetjes en Diederick ging de volgende dag bij een jongen

uit zijn klas spelen. Was de Heere God goed voor hen geweest?

Luister eens wat deze tekst daarover zegt.

Presentatie

Lees de tekst voor uit uw Bijbel. Laat dan de aanleertekst zien en

lees die samen met de kinderen op.

Uitleg

Want de Heere is goed : Waarom had de Heere de kinderen uit

ons verhaaltje geholpen: omdat Hij goed is. Hij wil ook goed voor

jou zijn.

Zijn goedertierenheid: Laten we het woord goedertierenheid een

paar keer met elkaar zeggen. Het betekent dat God geduldig met

jou is, en medelijden met je heeft, en je het goede wil geven ook

al heb je het niet verdiend.

is tot in eeuwigheid : Zoals God was voor de mensen uit de Bijbel,

zo is God voor de mensen die nu leven en zal God ook zijn voor de

mensen die straks leven. God veranderd nooit; Hij blijft altijd

dezelfde.

Het Woordenboek geeft als

definitie voor

goedertierenheid: barmhartig,

genadig, lankmoedig en

zachtmoedig.

Een moeilijk woord als

goedertierenheid met elkaar

opzeggen helpt kinderen het in

te prenten.

64

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Toepassing

Niet gelovig kind: Gods goedertierenheid voor jou is zo groot dat

Hij de Heere Jezus heeft gestuurd om voor jou aan het kruis te

sterven. Pas als je dat gelooft kunnen jouw zonden vergeven

worden.

Gelovig kind: Als jij weet dat God jou eeuwig leven heeft gegeven,

dan mag je weten dat God jou alles wil geven wat voor jou het

beste is. (U kunt dit aanvullen met voorbeelden.)

Aanleren

Neem een voorwerpje en laat de kinderen in een halve kring staan.

Begin en eindig met het opzeggen van de tekstplaats. Tijdens het

opzeggen van de tekst geven de kinderen het voorwerpje aan

elkaar door. Het kind dat het voorwerpje in de hand heeft op het

moment dat de tekstplaats aan het eind gezegd is, mag proberen

de tekst in zijn geheel op te zeggen.

Tip: zeg het woord: goedertieren een paar keer op. Eerste keer

normaal, tweede keer iets harder, derde keer fluisteren, vierde

keer alleen de lippen bewegen.

BIJBELLES

Er waren veertig jaar voorbij gegaan sinds het volk Israël Egypte

had verlaten. Dat is een lange tijd, langer dan jullie geleefd hebben!

Veel langer dan de meeste van jullie vaders en moeders geleefd

hebben! In al die jaren had God trouw voor Zijn volk gezorgd. Keer

op keer hadden de Israëlieten gezien hoe goed hun God was.

Mozes was veel ouder dan veertig jaar geworden. Kunnen jullie

uitrekenen hoe oud hij was? Hij had veertig jaar in Egypte gewoond,

veertig jaar in Midian, en veertig jaar in de woestijn.

Mozes wist dat hij niet het land mocht binnengaan dat God aan

Israël beloofd had. Waarom niet?

Hij wist dat hij spoedig zou sterven en maakte zich zorgen over de

Israëlieten. Wat zou er met hen gebeuren als ze geen leider

hadden? Mozes bad.

“Heere, kies toch een leider voor uw volk. Uw volk heeft iemand

nodig die hen leidt, zoals een herder zijn schapen leidt.”

Gods antwoord aan Mozes was: “Haal Jozua en stel hem voor aan

Eleazar en het hele volk. Zeg tegen Jozua: - God heeft u uitgekozen

om het volk te leiden -. Als de Israëlieten jou dat horen zeggen,

zullen ze Jozua gehoorzamen.”

Vraag de kinderen om

voorbeelden.

Plaats Mozes (ML-1)

Laat de kinderen antwoord

geven.

Verwissel Mozes (ML-1) met

figuur ML-37, voor de

tabernakel en de wolk.

Verwissel Mozes (ML-37) met

figuur ML-1. Voeg de

Israëlieten toe (ML-2, 38) .

65

Mo

zes, d

e g

ev

er v

an

de w

et S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie

Genootsch

ap

Wat is God toch goed. Ook al was het volk Israël talloze keren God

ongehoorzaam geweest en waren ze weet ik hoe vaak tegen hem in

opstand gekomen, toch bleef God van hen houden en zorgde Hij voor

een nieuwe leider.

Plaat 6-1

Net zo als de Israëlieten iemand nodig hadden om hen op Gods weg

te leiden, zo hebben gelovige kinderen ook iemand nodig die hen

leidt. Jij hebt mensen nodig die jou willen helpen zodat je Gods wil

voor jouw leven leert kennen.

Denk eraan dat jij een vijand hebt die jou de verkeerde weg op wil

laten gaan. De satan weet een heleboel manieren om jou van Gods

plan voor jouw leven af te houden. Hij kan televisieprogramma´s,

tijdschriften en zelfs vriendjes gebruiken, die jou verkeerde

gedachten geven en jou overhalen dingen te doen waar God niet blij

mee is.

Omdat God goed is, heeft God jou leiders gegeven. Leerkrachten

die in de Heere Jezus geloven, Zondagsschoolleiders, dominee´s,

ouderlingen en clubleiders die jou kunnen helpen om als christen te

leven. Luister naar wat zij zeggen, volg hun raad op, volg hun

voorbeeld.

Wat weten we over Jozua?

Jozua zou een goede leider zijn. Luister naar wat God tegen Mozes

zei; wat hij aan het volk moest doorgeven.

“Wees sterk en moedig, wees niet bevreesd en schrik niet voor hen

terug, want het is de Heere, uw God, Die met u gaat. Hij zal u niet

begeven en u niet verlaten.”

Toen gaf Mozes aan Jozua door wat God tot hem te zeggen had.

“Wees sterk en moedig, want u zult zelf met dit volk het land

binnengaan dat de Heere hun vaderen gezworen heeft hun te geven;

en zult het hen zelf in erfbezit laten nemen. De Heere nu is Degene

Die voor u uit gaat. Hij zal met u zijn. Hij zal u niet verlaten of u in

de steek laten. Wees niet bevreesd en wees niet verschrikt.”

Wat geweldig dat God zulke beloften en bemoedigingen aan Jozua

en het volk gaf.

Voeg Jozua (ML-26) en Eleazar

(ML-53) toe.

Geef kinderen de gelegenheid

om te reageren.

Lees Deuteronomium 31:6

Lees Deuteronomium 31:7-8

Suggestie: Schrijf deze twee

Bijbelgedeelten op een groot

vel papier, zodat de kinderen

het kunnen lezen. Of laat de

kinderen het opzoeken en het

meelezen in hun Bijbel.

66

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Wat is God vandaag toch goed voor Zijn kinderen. Als wij in zijn

Woord, de Bijbel, lezen, ontdekken wij een heleboel beloften. Laten

we naar een paar gaan kijken.

Johannes 3: 36 a “Wie in de Zoon gelooft, heeft het eeuwige

leven.”

Johannes 10:27, 28 “Mijn schapen horen Mijn stem en Ik ken ze

en zij volgen Mij. En Ik geef hu het eeuwige

leven; en zij zullen beslist niet verloren gaan

in eeuwigheid en niemand zal ze uit Mijn hand

rukken.”

Psalm 32:8 “Ik onderwijs u en leer u de weg die u moet

gaan; Ik geef raad, Mijn oog is op u.”

Hebreeën 13:5b “Ik zal u zeker niet loslaten en Ik zal u zeker

niet prijsgeven.”

Wat is God toch goed voor ons! Wat was God toch goed voor het

volk Israël. Wat was God toch goed voor Mozes!

Mozes gebood het volk God te eren en te gehoorzamen, en toen

draaide hij zich om en beklom berg Nebo, alleen.

Plaat 6-2

Vanaf die berg liet God Mozes het prachtige land Kanaän zien, van

noord naar zuid van oost naar west. Wat was God toch goed dat Hij

Mozes die dag het land liet zien.

Mozes is niet meer van de berg afgedaald. Op de berg Nebo is hij

gestorven. Wie heeft Mozes begraven? In de Bijbel staat dat

Mozes niet door mensen is begraven, maar door God Zelf.

(Deuteronomium 34:6)

Mozes is nooit het land Kanaän binnengekomen, maar Mozes is de

hemel binnen gegaan, waar het veel fijner is dan in welk land op

aarde ook.

Als jij de Heere Jezus als jouw Verlosser kent, zie jij dan uit naar

de woning die God voor jou in de Hemel klaarmaakt? Luister naar

wat de Heere Jezus zegt:

“In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen; als dat niet zo was,

zou Ik het u gezegd hebben; Ik ga heen om een plaats voor u gereed

te maken.”

Misschien zie jij daar helemaal niet naar uit. Misschien ben jij bang

omdat jij de Heere Jezus niet kent als jouw Verlosser.

Denk aan de beloften waar we al eerder over gedacht hebben.

Bij oudere kinderen kunt u door

de zogenaamde zwaardoefening

de volgende verzen opzoeken.

Suggestie: U kunt het

onderstaande aan het eind van

de les behandelen, bij wijze van

verwerking.

Denk aan de gelovige kinderen

in uw groep. Op welk terrein

hebben zij bemoediging nodig?

Misschien vindt u dat u andere

teksten moet gebruiken die

beter aansluiten op hun noden.

Verwissel Mozes (ML-1) met

figuur ML-6

Haal Mozes (ML-6) weg.

Lees Johannes 14:2

67

Mo

zes, d

e g

ev

er v

an

de w

et S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie

Genootsch

ap

Herinner je nog wat er in Johannes 3:36 staat?

“Wie in de Zoon gelooft, heeft het eeuwige leven.”

We verdienen alleen maar Gods straf voor onze zonden. In Zijn

goedheid heeft God een manier bereid waardoor jullie en ik

vergeving kunnen krijgen. De Heere Jezus Christus, Gods Zoon,

heeft voor onze zonden betaald met Zijn leven. Als jij op dit

moment met je hele hart in Hem gaat geloven dan belooft God dat

jij eeuwig leven hebt.

Plaat 6-3

Eeuwen en eeuwen nadat Mozes gestorven was en de Heere Jezus

op aarde leefde, nam Hij op een dag drie van Zijn discipelen –

Petrus, Jakobus en Johannes – mee de berg op om te bidden. Maar

al heel gauw vielen de discipelen in slaap.

Plaat 6-4

Terwijl de Heere Jezus aan het bidden was ging Zijn gezicht

stralen als de zon! Zijn kleren glansden in het licht! Het was alsof de

heerlijkheid die Hij in de hemel had nu op aarde was gekomen.

Plaat 6-5

Ineens stond Mozes bij de Heere Jezus op de berg, samen met Elia,

iemand anders die bij God in de hemel was. Waar waren zij? In

Kanaän! Wat een bijzondere eer was het voor Mozes om bij de

Heere Jezus, de Zoon van God, in het beloofde land te zijn!

Daar op die berg hadden Mozes en Elia het voorrecht om met de

Heere Jezus te spreken over de belangrijkste gebeurtenis, die zou

plaatsvinden. Welke? Ze spraken over de dood van de Heere Jezus

Christus aan het kruis.

Is dat niet geweldig? God de Zoon had de hemel verlaten en kwam in

deze wereld om te lijden en te sterven als een crimineel aan een

kruis voor zondaren zoals de Israëlieten, zoals jullie, zoals ik!

Omdat Hij gestorven en opgestaan is, zijn dood en satan verslagen.

Door Zijn dood kunnen wij gered worden. Zonder Zijn door zou er

geen hoop zijn, we zouden alleen maar zeker kunnen zijn van de

straf voor onze zonden.

Misschien wil jij heel graag de Heere Jezus vragen jou je zonden te

vergeven, maar je begrijpt niet alles zo goed. Ik zou het fijn vinden

om jou met behulp van de Bijbel te helpen. Kom met me praten als

de club voorbij is. Ik zal dan bij de tafel (of een andere meer

geschikte plaats) staan.

Wat was God goed voor Mozes dat hij met de Heere Jezus op

Haal alle figuren weg. Plaats

Jezus (ML-54), de slapende

discipelen (ML-55) en de

achtergrond figuren (ML-55a,

56, 57).

Haal Jezus weg. Plaats Jezus

(ML-58), Mozes (ML-59) en

Elia (ML-60).

68

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

de berg mocht zijn. Jij hebt het voorrecht om al deze fijne

waarheden uit de Bijbel te horen. Er zijn miljoenen mensen in de

hele wereld die nog nooit van de Heere Jezus gehoord hebben.

Toen Mozes en Elia op het punt stonden om terug te gaan, werden

de drie discipelen wakker.

Plaat 6-6

Denk je eens in hoe verrast ze waren en ook hoe bang! Petrus, wist

niet wat hij moest zeggen, en hij vroeg of ze drie tenten op de berg

moesten opzetten – één voor Jezus, één voor Mozes en één voor

Elia. Maar ineens bedekte een wolk hen en God sprak vanuit de wolk:

“Dit is Mijn geliefde Zoon, luister naar Hem!”

Toen de wolk verdween, zagen de discipelen alleen maar de Heere

Jezus. Wat was God goed voor hen gewest dat Hij hun zulke

wonderbaarlijke dingen had laten zien en horen. Onze God is goed.

“Want goedertieren is de Heer, Zijn goedheid eindigt nimmer

meer.” (Psalm 100 berijmd.)

Quizvragen

1. Hoe lang waren de Israëlieten in de woestijn

geweest? (Veertig jaar.)

2. Hoe oud was Mozes toen ze bij de grenzen van het

beloofde land waren aangekomen? (120 jaar.)

3. Waarom mocht Mozes het land Kanaän niet

binnengaan? (Mozes was God ongehoorzaam geweest

door op de rots te slaan.)

4. Waar bad Mozes voor? (Een nieuwe leider.)

5. Wie koos God voor deze taak uit? (Jozua.)

6. Waarom hebben gelovige jongens en meisjes leiders

nodig? (Om hen te leren wat de weg van God voor hun

leven is.)

7. Maak deze zin af: Wees _____ en moedig (…)

______ niet. Uit Deuteronomium 31:8. (sterk, vrees)

8. Maak deze zin af: Hij zal u niet _____ en u niet

_____; wees niet bevreesd en wees niet verschrikt.

(verlaten, in de steek laten)

9. Wat kon Mozes vanaf de berg Nebo zien? (het

beloofde land.)

Verwissel de slapende

discipelen (ML-55) met de

wakkere discipelen ML-61

Haal Mozes (ML-59) en Elia

(ML-60) weg.

Op weg naar huis.

Teken op een gekleurd stuk

karton twee verticale

kolommen van zes blokken.

Schrijf op het onderste blok:

Egypte en op het bovenste

Thuis. Verdeel de groep in twee

teams. Stel de teams om de

beurt een vraag. Als een kind

van het betreffende team een

vraag goed beantwoord heeft,

gaat hij één blok omhoog naar

Huis. Als pionnen kunt u een

speld gebruiken, waaraan u een

vlag hebt vastgemaakt. Het

team dat het eerst thuis is,

heeft gewonnen.

Thuis Thuis

Egypte Egypte

69

Mo

zes, d

e g

ev

er v

an

de w

et S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie

Genootsch

ap

10. Wat voor bijzonders gebeurde er toen Mozes

gestorven was? (Hij werd door God begraven.)

11. Wie verschenen er met de Heere Jezus toen Hij op

de berg verheerlijkt was? (Mozes en Elia.)

12. Mozes en Elia spraken met de Heere Jezus over Zijn

dood. Waarom was Zijn dood zo belangrijk? (Omdat

wij alleen door Zijn dood gered kunnen worden.)

Verwerking

Het IKEG heeft de volgende werkjes beschikbaar:

1130.06a 1130.06b

70

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g Tekstkaartjes

71

Mo

zes, d

e g

ev

er v

an

de w

et S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie

Genootsch

ap

Aanleerteksten

72

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

73

Mo

zes, d

e g

ev

er v

an

de w

et S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie

Genootsch

ap

74

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

75

Mo

zes, d

e g

ev

er v

an

de w

et S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie

Genootsch

ap

76

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

77

Mo

zes, d

e g

ev

er v

an

de w

et S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie

Genootsch

ap

78

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

79

Mo

zes, d

e g

ev

er v

an

de w

et S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie

Genootsch

ap

Landkaart

80

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g Patronen voor diverse lessen

81

Mo

zes, d

e g

ev

er v

an

de w

et S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie

Genootsch

ap

82

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Tien geboden voor flanelfiguren

83

Mo

zes, d

e g

ev

er v

an

de w

et S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie

Genootsch

ap

8484

Het aanleren van de tien geboden aan kinderen

Het is zeer belangrijk dat kinderen de tien geboden leren. Niet alleen dat ze de geboden uit

hun hoofd kennen, maar ook dat ze weten welke principes aan de orde komen bij elk gebod.

Hieronder ziet u een eenvoudige manier om de tien geboden d.m.v. platen en gebaren aan te

leren.

Elke keer wordt het nummer van het gebod op een bepaalde manier uitgebeeld dat ook het

principe daarmee duidelijk wordt. U gebruikt telkens één vinger of twee handen of vijf

vingers, dat wat past bij het nummer van het gebod.

Principe: Er is maar Eén God

Gebaar: Wijs met 1 (wijs)vinger

omhoog, terwijl u de plaat

laat zien en deze principe

herhaalt.

Principe: Wij moeten Hem

aanbidden, zoals Hij dat

wil.

Gebaar: Doe twee handen bij

elkaar, zoals in een gebed

en herhaal het principe.

85

Principe: Je mag Zijn Naam niet

ijdel (zonder betekenis)

gebruiken.

Gebaar: Leg aan de kinderen uit,

dat als jij iemand wilt

aansporen stil te blijven,

dan doe je vinger voor je

mond. Nu wil jij iemand

waarschuwen om niet de

Namen van de Drie enige

God (Vader, Zoon en

Heilige Geest) als

stopwoord te gebruiken.

Het gebaar bij dit gebod

is, dat u drie vingers voor

uw mond doet.

Principe: Eén dag van de week is

voor de Heere.

Gebaar: Leg aan de kinderen uit dat

u op de zondag normaal

naar de kerk gaat om de

Heere te eren en Hem te

dienen. Maak de toren van

de kerk door uw hand

omhoog te steken met

daarbij vier vingers

omhoog met de duim

ingevouwen. Uw andere arm

vormt over uw hoofd tegen

de ‘toren’ het dak van de

kerk.

86

Principe: Eer alle gezag.

Gebaar: Spreid uw vingers uit en

plaats uw hand op uw

voorhoofd, zoals het

plaatje aanduidt.

Principe: U mag geen moord plegen.

Gebaar: Neem de vijf vingers van

uw hand en maak daarvan

een pistool. Met een vinger

van uw andere hand, haalt

u de trekker over; dat is

de 6e vinger.

Principe: U mag geen echtbreuk

plegen (dit betekent dat je

niet voor of tijdens jouw

huwelijk dingen doet dat

jouw huwelijk of

toekomstig huwelijk in

gevaar brengt.)

Gebaar: Leg aan de kinderen uit dat

de bijl dingen in tweeën

hakt. U maakt met uw

beide handen een

hakgebaar d.m.v. een bijl.

Hierbij u uw wijs- en

middenvinger van één hand

als steel van de bijl en de

vijf vingers (totaal zeven

vingers) van de andere

hand pakt de steel en u

maakt het hakgebaar.

87

Principe: Je mag niet stelen.

Gebaar: Vaak staan de dingen die

jij wilt stelen hoog op een

plank (de lekkere koekjes).

Om bij het hoge

koekjesblik te komen,

neem je vier vingers van

elke hand (niet de duim);

dus acht vingers, en

daarmee probeer je te

klauteren naar de plank

waar de koekjes staan.

Principe: Je mag niet liegen.

Gebaar: In Afrika hebben kinderen

een bepaald gebruik: als jij

twee van je vingers kruist,

dan mag je een leugen

vertellen. Met twee

vingers gekruist, houd je

nog negen vingers over.

Principe: Je mag niet begeren.

Gebaar: Neem alle (tien) vingers en

doe alsof u een zak met

geld naar u toe haalt.