Montessoriaan in RTL5-serie 'Dat zal ze leren'

3
‘We kunnen nooit iets doen omdat het moet’ Dick Beijer speelde voor kostschooldirecteur in de RTL5-serie ‘Dat zal ze leren!’ Ati Smit - Kruidenberg Het zal wellicht aan niemand ongemerkt voorbij gegaan zijn dat Dick Beijer, directeur van de Stichting Monton en bestuurslid van de sectie basisonderwijs van de NMV onlangs de directeur van een zeer strenge kostschool uit de vijftiger jaren speelde in de RTL5-serie ‘Dat zal ze leren!’. De uitzending van de 9-delige serie, die op 4 september jl. startte, is thans afgelopen. De opnamen vonden plaats in de zomervakantie op een internaat in Duitsland. In ‘Dat zal ze leren!’ ondergaat een groep gewone, moderne pubers een maand lang het schoolsysteem uit de jaren vijftig. Ze gaan intern en nemen voor even afscheid van het jaar 2006. Dat gebeurt allemaal in een speciaal hiervoor ingerichte kostschool, inclusief HBS-leerstof en onder het toeziend oog van een stel strenge leraren. Maaltijden en de vrijetijdsbestedingen (hoepelen, sjoelen, halma) uit deze periode worden hierbij eveneens ingevoerd. De leerlingen krijgen ook kleding en een kapsel uit die tijd aangemeten. Andersom betekent dit ook dat mobiele telefoons, MP3-spelers, piercings en baseball caps bij de deur moeten worden ingeleverd en dat tv, internet, MSN, hiphop, housemuziek en fastfood verboden zijn. Hoe heeft directeur Dick Beijer de opnamen ervaren en hoe kijkt hij er met zijn montessoriaanse blik op terug? Ik bezocht het kantoor van de Stichting Monton in Soest. Daar trof ik een geheel andere man aan dan die van de directeur uit de kostschoolserie. Geen streng achterover gekamd haar en ernstige blik en geen driedelig pak met wit overhemd en stropdas, maar lachend, in een jeansoutfit met blond krullend haar. Graag vertelde hij zijn ervaringen. Hoe ben je bij deze serie terecht gekomen? ‘Op een dag kreeg ik Endemol aan de telefoon en zij vroegen of ik aan de serie wilde meedoen. Ik ken een oud Pabo-student die daar in de studio’s werkt. Aan hem hadden ze gevraagd ‘weet jij nog iemand die de rol van directeur zou kunnen doen’. Hij had gezegd “bel Dick maar eens”. Ik wilde wel meedoen en moest in de studio een groep mensen toespreken. Twee dagen later werd ik gebeld dat ze de serie met mij als directeur wilden doen. Na enige bedenktijd heb ik ja gezegd omdat ik heel nieuwsgierig was hoe nu zo’n productie tot stand kwam. De laatste schooldag was bij ons op 4 juli. en een dag later was ik al in Duitsland waar vlak over de grens op het internaat Gaesdonck de opnamen zouden plaatsvinden. Niemand kende elkaar. Met de leerkrachten en de regisseur overlegden we hoe we dit zouden gaan aanpakken. Wat gaan we zeggen en wat zijn de regels in het internaat? We wilden echt de vijftiger jaren nabootsen. Ik moest een speech voorbereiden waarbij ik onder andere de regels van het internaat moest uitleggen aan de leerlingen. Daarbij behoorde ik op een verhoging te staan terwijl iedereen bij mijn binnenkomst ook moest gaan staan. Een directeur had immers een hoge status. Verder ging alles op improvisatie. We werden in vijftiger jaren kleren gehesen. Ik kreeg een net pak aan en een wit overhemd met stropdas. De leerlingen zouden een dag later arriveren.’ Hoe zijn de leerlingen geworven en geselecteerd? Wat was het lokkertje voor die leerlingen om mee te doen en vrijwillig afstand te doen van hun vrijheid? ‘De leerlingen werden geworven door oproepen bij jonge RTL-5 kijkers te doen en er werden brieven naar verschillende vo-scholen gestuurd. Er waren 300 aanmeldingen en daaruit zijn uiteindelijk 24 uitgekozen. De leerlingen waren 15, 16 en 17 jaar. Die jongeren wilden allemaal graag met hun koppie op de tv komen en wilden daarom graag meedoen. Ook kregen ze voor elke week dat ze het volhielden een x-bedrag. Als ze voor de vier vakken het hbs-examen, zoals het beoordeeld werd in de vijftiger jaren (alles voldoende), wisten te halen kregen ze nog eens een bonus.’ Hoeveel invloed hebben de docenten en de leerlingen zelf gehad bij het invullen van hun rol? ‘Docenten en leerlingen hebben hun rollen zelf ingevuld. Ik als directeur moest ook mijn eigen rol maken. De camera’s stonden op je gericht, je moest je maar zien te redden. Alleen ’s avonds kwamen de leerkrachten, de directeur, de huismeester en de regisseur bij elkaar om de volgende dag te bespreken. Dan hoorde ik bijvoorbeeld dat ik de volgende dag straf moest uitdelen omdat een paar leerlingen de regels hadden overtreden.

Transcript of Montessoriaan in RTL5-serie 'Dat zal ze leren'

Page 1: Montessoriaan in RTL5-serie 'Dat zal ze leren'

‘We kunnen nooit iets doen omdat het moet’ Dick Beijer speelde voor kostschooldirecteur in de RTL5-serie ‘Dat zal ze leren!’ Ati Smit - Kruidenberg Het zal wellicht aan niemand ongemerkt voorbij gegaan zijn dat Dick Beijer, directeur van de Stichting Monton en bestuurslid van de sectie basisonderwijs van de NMV onlangs de directeur van een zeer strenge kostschool uit de vijftiger jaren speelde in de RTL5-serie ‘Dat zal ze leren!’. De uitzending van de 9-delige serie, die op 4 september jl. startte, is thans afgelopen. De opnamen vonden plaats in de zomervakantie op een internaat in Duitsland. In ‘Dat zal ze leren!’ ondergaat een groep gewone, moderne pubers een maand lang het schoolsysteem uit de jaren vijftig. Ze gaan intern en nemen voor even afscheid van het jaar 2006. Dat gebeurt allemaal in een speciaal hiervoor ingerichte kostschool, inclusief HBS-leerstof en onder het toeziend oog van een stel strenge leraren. Maaltijden en de vrijetijdsbestedingen (hoepelen, sjoelen, halma) uit deze periode worden hierbij eveneens ingevoerd. De leerlingen krijgen ook kleding en een kapsel uit die tijd aangemeten. Andersom betekent dit ook dat mobiele telefoons, MP3-spelers, piercings en baseball caps bij de deur moeten worden ingeleverd en dat tv, internet, MSN, hiphop, housemuziek en fastfood verboden zijn. Hoe heeft directeur Dick Beijer de opnamen ervaren en hoe kijkt hij er met zijn montessoriaanse blik op terug? Ik bezocht het kantoor van de Stichting Monton in Soest. Daar trof ik een geheel andere man aan dan die van de directeur uit de kostschoolserie. Geen streng achterover gekamd haar en ernstige blik en geen driedelig pak met wit overhemd en stropdas, maar lachend, in een jeansoutfit met blond krullend haar. Graag vertelde hij zijn ervaringen. Hoe ben je bij deze serie terecht gekomen? ‘Op een dag kreeg ik Endemol aan de telefoon en zij vroegen of ik aan de serie wilde meedoen. Ik ken een oud Pabo-student die daar in de studio’s werkt. Aan hem hadden ze gevraagd ‘weet jij nog iemand die de rol van directeur zou kunnen doen’. Hij had gezegd “bel Dick maar eens”. Ik wilde wel meedoen en moest in de studio een groep mensen toespreken. Twee dagen later werd ik gebeld dat ze de serie met mij als directeur wilden doen. Na enige bedenktijd heb ik ja gezegd omdat ik heel nieuwsgierig was hoe nu zo’n productie tot stand kwam. De laatste schooldag was bij ons op 4 juli. en een dag later was ik al in Duitsland waar vlak over de grens op het internaat Gaesdonck de opnamen zouden plaatsvinden. Niemand kende elkaar. Met de leerkrachten en de regisseur overlegden we hoe we dit zouden gaan aanpakken. Wat gaan we zeggen en wat zijn de regels in het internaat? We wilden echt de vijftiger jaren nabootsen. Ik moest een speech voorbereiden waarbij ik onder andere de regels van het internaat moest uitleggen aan de leerlingen. Daarbij behoorde ik op een verhoging te staan terwijl iedereen bij mijn binnenkomst ook moest gaan staan. Een directeur had immers een hoge status. Verder ging alles op improvisatie. We werden in vijftiger jaren kleren gehesen. Ik kreeg een net pak aan en een wit overhemd met stropdas. De leerlingen zouden een dag later arriveren.’ Hoe zijn de leerlingen geworven en geselecteerd? Wat was het lokkertje voor die leerlingen om mee te doen en vrijwillig afstand te doen van hun vrijheid? ‘De leerlingen werden geworven door oproepen bij jonge RTL-5 kijkers te doen en er werden brieven naar verschillende vo-scholen gestuurd. Er waren 300 aanmeldingen en daaruit zijn uiteindelijk 24 uitgekozen. De leerlingen waren 15, 16 en 17 jaar. Die jongeren wilden allemaal graag met hun koppie op de tv komen en wilden daarom graag meedoen. Ook kregen ze voor elke week dat ze het volhielden een x-bedrag. Als ze voor de vier vakken het hbs-examen, zoals het beoordeeld werd in de vijftiger jaren (alles voldoende), wisten te halen kregen ze nog eens een bonus.’ Hoeveel invloed hebben de docenten en de leerlingen zelf gehad bij het invullen van hun rol? ‘Docenten en leerlingen hebben hun rollen zelf ingevuld. Ik als directeur moest ook mijn eigen rol maken. De camera’s stonden op je gericht, je moest je maar zien te redden. Alleen ’s avonds kwamen de leerkrachten, de directeur, de huismeester en de regisseur bij elkaar om de volgende dag te bespreken. Dan hoorde ik bijvoorbeeld dat ik de volgende dag straf moest uitdelen omdat een paar leerlingen de regels hadden overtreden.

Page 2: Montessoriaan in RTL5-serie 'Dat zal ze leren'

Dat straf uitdelen kwam heel veel voor. De meeste leerlingen konden zich echt niet aan de regels houden. Vooral de jongens niet. We leven nu in zo’n onderhandelingscultuur. Maar het ging erom dat ze het regime van de jaren vijftig aankonden. De regels die we hadden opgesteld waren bijvoorbeeld: geen tegenspraak, niet praten onder het eten, bidden, in rijen van twee lopen, jongens en meisjes apart, kasten en slaapzalen in orde en geen mobieltjes om te bellen en sms’en.’ Bij sommige scènes, zoals het zwembadfeestje van de meisjes en de kroegentocht van de jongens, waren camera’s midden in de nacht aanwezig. Hoe kan dat dan spontaan zijn? ‘Ja, dat ging allemaal spontaan. Een aantal leerlingen hield het niet meer vol, kon zich niet meer aan de regels houden en binnen blijven en wilde weg. Ze zijn ’s nachts stiekem uitgebroken en op pad gegaan. Maar het internaat had bewaking dag en nacht. Dat moest wel omdat we toch de verantwoordelijkheid hadden voor die leerlingen en afspraken hadden met de ouders. Die bewaking merkte dat een stel meiden weg waren gelopen en waarschuwde meteen de productie. Die gingen met een cameraploeg de meiden opzoeken. De cameramensen hadden zwijgplicht richting het hele docentencorps, vandaar dat wij van niets wisten. Al gauw hoorden ze ergens geluiden. Daar zagen ze die meiden buiten in het zwembad met een stel kerels van in de dertig en toen hebben ze de opnames gemaakt. Wij als leiding van het internaat die van niks wisten vonden het heel gênant en zijn er behoorlijk van geschrokken. We voelden ons heel erg verantwoordelijk voor die meisjes en we hebben dan ook strenge straffen uitgedeeld. Twee van die meisjes zijn toen naar huis gestuurd. Ook één van de jongens heb ik helaas naar huis moeten sturen. Dat gebeurde in een weekend en ik was in de weekenden naar huis, maar ik werd toen opgebeld om terug te komen om meteen de straf te kunnen geven. Ook die keer van de uitbraak van de jongens naar de kroeg werd door de bewaking doorgegeven aan de cameralui die het hebben opgenomen, daar wisten we ook niks van. Die jongens heb ik toen voor straf in de bloedhitte in de zon op het schoolplein laten staan.’ Hoe vond je het persoonlijk om leerlingen zo keihard te benaderen? Met andere woorden: waarom stapt een montessoriaan in zo’n autoritaire rol? ‘Ik vond mezelf nog wel mild en ik was geen leraar. Als ze mij hadden gevraagd om de rol van leraar op me te nemen had ik het niet gedaan. Zo’n autoritaire leraar spelen, dat had ik niet gekund. Maar als directeur sta je veel verder van de leerlingen af. In die rol was ik er voor de ceremonie en moest ik vooral straffen uitdelen. Dan zei ik op een voor de vijftiger jaren nog vriendelijke maar besliste toon: “U heeft zich niet aan de regels gehouden. Ik ben heel erg teleurgesteld in u. Ik verwacht hier op school dat u zich aan de regels houdt,” en dan noemde ik de straf. Montessori staat hier los van. Ik vond het meedoen aan de serie één groot avontuur. Kijk, als ik het voor een langere tijd moest doen had ik het niet gedaan. Maar dit was maar voor vier weken. Die kans heb ik gepakt en ik zou er achteraf spijt van hebben gehad als ik niet had meegedaan. Je moet alles doen wat je leuk vindt.’ Hoe was de sfeer tussen de spelers (leerkrachten en leerlingen)? ‘Tussen de leerlingen waren de relaties heel verschillend maar er zijn wel heel wat (intieme) vriendschappen ontstaan. Maar de leraren en vooral ook de huismeester hebben heel veel over zich heen gekregen. Er werd door de leerlingen heel wat op ze gescholden. De huismeester bijvoorbeeld is geregeld voor boerenlul uitgemaakt, vooral door de jongens. Die kregen dan weer straf, één jongen is voor twee weken geschorst. De meisjes waren veel slimmer, die dachten: wil je het zo hebben dan kan je het zo krijgen, waardoor ze verder kwamen. Ook de cameramensen hoorden die scheldwoorden wel, maar hadden zwijgplicht. Ze mochten niets terugzeggen tegen de leerlingen, maar ze mochten ook niets vertellen tegen de leraren en de leiding. Vooral de huismeester had het moeilijk. Hij is al gauw de leerlingen bij hun voornaam gaan noemen en dat werd door de leerlingen enorm gewaardeerd. Zodoende werd die relatie wel wat persoonlijker en kon er dan ook een goede relatie worden opgebouwd. Voor de leraren en de schoolleiding was het doodvermoeiend, vooral omdat er constant camera’s op je gericht waren. Daardoor wilde je geen fouten maken en in je rol blijven. En omdat de leerlingen steeds

Page 3: Montessoriaan in RTL5-serie 'Dat zal ze leren'

onder de regels uit wilden was je een soort politieagent, ’n driller. Daardoor waren we ’s avonds laat nog aan het voorbereiden voor de volgende dag en gingen we nooit voor twaalf uur naar bed. Maar ’s morgens moesten de huismeester en ik al om zeven uur op de slaapzalen zijn om de leerlingen te wekken.’ Wat hebben de leerlingen en jij van deze serie geleerd, denk je? ‘Een aantal leerlingen heeft verteld dat ze er veel sterker uitgekomen zijn. Ze hebben geleerd zich aan elkaar vast te houden als het moeilijk wordt. Er ontstond een gevoel van saamhorigheid en daardoor weer vriendschappen. Ze hebben geleerd dat ze het in deze tijd helemaal niet zo slecht hebben. Ook vonden ze het leren op deze manier nog niet zo slecht. Sommigen vonden het zelfs wel fijn als de leraar zegt wat je moet doen. Ik heb geleerd dat onze onderhandelingscultuur misschien te veel is doorgeschoten. Wij kunnen nooit iets doen omdat het gewoon moet. En toch zijn er dingen die nu eenmaal moeten. Wat ik bedoel is dat wij in onze jaren vijftig rol geen tegenspraak wilden. Dus als we iets van de leerlingen verlangden, dan beperkten we ons tot onze opdracht. Daar konden de kinderen vaak niet tegen. Het “ja maar” was dan niet van de lucht. Het leek er op alsof wij volwassenen met een tegenprestatie moesten komen. Zo van: “Als wij dit doen, hoeven we dan niet, of mogen we dan straks….” Dat bedoel ik met de onderhandelingscultuur. En soms denk ik dat we daarin wat zijn doorgeschoten. Ik zou die discussie in onderwijs- en opvoedland wel weer eens willen voeren. Niet dat ik terug wil naar de jaren vijftig, zeker niet, maar er zijn wel bepaalde waarden ongemerkt tussen onze vingers weggeglipt. Ik vond de reacties na de eerste afleveringen opvallend. Veel mensen vonden het zó streng dat ze er begrip voor hadden dat de kinderen recalcitrant gedrag vertoonden. Ze vonden het logisch dat ze uit de band sprongen en dingen deden die niet mochten zoals stiekem roken en de vlucht van die jongens naar het café. En eigenlijk zet ik daar mijn vraagtekens bij. Vinden wij het normaal dat kinderen dwars gaan liggen, de mazen van het net op gaan zoeken, als wij iets van ze willen wat ze misschien niet zo leuk vinden? Dat is toch eigenlijk raar? Wij mogen dat toch niet normaal vinden? Soms zijn er nu eenmaal dingen die moeten of je het leuk vindt of niet. Dan hoef je je daar toch niet op af te reageren? Ook hierover zou ik graag nog eens een discussie willen voeren. Ook in montessoriland! De foto van Dick Beijer als kostschooldirecteur is gemaakt door Roland J. Reinders en wordt met toestemming van RTL 5 gepubliceerd.